Symbolen en Benamingen op ... - IRSE-NL Nieuws

symbolen toegepast op situatieschema's
nf omschrllvlng OR toelichting
1
2
Geisoleerde sectie net
luskabel voor ATB.
Doorsnede van kabels,
aangesloten aan het spoor
en van ATB-luskabel.
3 Kathodische bescherming
( drainage )
4 Geïsoleerde sectie met
voorcodering voor ATB
5 Ligging van ATB-Iuskabel
nabij de sectiegrens
6 Kabel t.b.v. codeverlenging
ATB
o
b
I
+
3T -
o
c
-4+ -
H#-
+
+
3T+-
4
2
b
d.
o __T __T
b. --T e
c
--T
__r __T
Het cijfer bij de lus
geeft het n 'mmer van de
relaisrulmte aan waarin
de desbetreffende kabel
is aangesloten (lus eindigt
in rail aansluitpotje),
a
b
c
d
e
f
o
Þ
h
a
2 x 2,5 mm2
2x6nn?
2xL6nm2
2kabels2x6mn2
luskabel ATB 1 x 16 urn2
serieverbinding, geÍsoleerd
spoor, ingegraven
serieverbinding geisoleerd
spoor, niet ingegraven
retourverbindingen ET
met 1,2 resp. 4 kabels.
uitvoering bij dubbelbenige
spoorÍsolatie
(zie EVSA)
b Uitvoering bij enkelbenige
spoorÍsolatie en
niet geisoleerde sporen
(zie EVSA).
De pijl geeft aan, voor
welke rijrichting de voorcodering
werkt.
a ATB-Ius doorgelegd tot
kabelaansluitpunt volgens
sectie
b ATB-lus 1,5 m doorge-
legd in volgende sectie
c ATB-lussen tegen elk
ter hoogte van de isolerende
las.
Kabel 1,5 m doorgelegd in
de volgende sectie.
-5-