De ene tuiniert, de andere frontiert, Francis Smets - Labo
De ene tuiniert, de andere frontiert, Francis Smets - Labo
De ene tuiniert, de andere frontiert, Francis Smets - Labo
You also want an ePaper? Increase the reach of your titles
YUMPU automatically turns print PDFs into web optimized ePapers that Google loves.
<strong>De</strong> <strong>ene</strong> <strong>tuiniert</strong>, <strong>de</strong> an<strong>de</strong>re <strong>frontiert</strong><br />
<strong>Francis</strong> <strong>Smets</strong><br />
Om <strong>de</strong> activiteit van Het <strong>Labo</strong> te kenschetsen,<br />
ben ik verplicht een nieuw werkwoord uit<br />
te vin<strong>de</strong>n: frontieren. Ik weet dat het verbo<strong>de</strong>n<br />
is neologismen te creëren. Maar als het ooit toegestaan<br />
is iets ongeoorloofds te doen, is het wel<br />
in verband met Het <strong>Labo</strong>.<br />
‘Frontieren’ bestaat enkel als zelfstandig<br />
naamwoord. Het is het Oudne<strong>de</strong>rlands voor<br />
landsgrenzen, telkens die bedreigd, versterkt,<br />
aangevallen of ver<strong>de</strong>digd wor<strong>de</strong>n. Maken we<br />
van ‘frontieren’ een werkwoord, dan betreft het<br />
alle verontrusten<strong>de</strong> of ongewone activiteiten<br />
rondom, op en over <strong>de</strong> grenzen van het eigen<br />
territorium.<br />
In het geval van Het <strong>Labo</strong> is <strong>de</strong> agressor terzelf<strong>de</strong>rtijd<br />
<strong>de</strong> surveillant. Dat wijst er op dat het<br />
hier om een spel gaat.<br />
Om <strong>de</strong> diepere betekenis van het begrip<br />
‘spel’ te vatten, moeten we te ra<strong>de</strong> gaan bij<br />
Johan Huizinga’s concept van <strong>de</strong> homo lu<strong>de</strong>ns.<br />
Het vermogen om te spelen was van bij <strong>de</strong> aanvang<br />
cultuurscheppend. <strong>De</strong> mens werd volwaardig<br />
mens van zodra hij spelen<strong>de</strong> mens werd.<br />
Georges Bataille heeft <strong>de</strong>ze gedachte opgenomen<br />
en uitgewerkt. In <strong>de</strong> loop van <strong>de</strong> menselijke<br />
evolutie hebben zich twee grote etappen<br />
voorgedaan. <strong>De</strong> eerste is het ontstaan van het<br />
werktuig. Werk en tuig zijn samen het teken van<br />
<strong>de</strong> homo faber, gericht op nuttige activiteiten<br />
in functie van het overleven. Het twee<strong>de</strong> grote<br />
moment doet zich voor wanneer <strong>de</strong> mens hiertegenover<br />
een activiteit introduceert die geen doel<br />
buiten zichzelf heeft. Hij beschil<strong>de</strong>rt <strong>de</strong> grotten.<br />
Vanaf dan is hij ook en vooral een homo lu<strong>de</strong>ns.<br />
Hij affirmeert zijn vrijheid als een protest tegen<br />
<strong>de</strong> gedwongen activiteit die hem begrenst. Zo<br />
concentreert hij in zich een tegenstrijdigheid. Hij<br />
bevestigt en overtreedt in een a<strong>de</strong>m <strong>de</strong> grens.<br />
Men kan met an<strong>de</strong>re woor<strong>de</strong>n wel beweren<br />
dat <strong>de</strong> natuurlijke wereld <strong>de</strong> beste aller werel-<br />
<strong>de</strong>n is. Maar als mensen zijn we verplicht <strong>de</strong><br />
natuur te ‘verbeteren’ door artefacten in het<br />
leven te roepen. ‘Il faut cultiver notre jardin’,<br />
we moeten tuinieren, besluit Candi<strong>de</strong> aan het<br />
slot van zijn misavonturen. <strong>De</strong> boer verbouwt<br />
het land, <strong>de</strong> timmerman verzaagt <strong>de</strong> boom, <strong>de</strong><br />
wever knoopt dra<strong>de</strong>n tot stoffen... Zij zijn allen<br />
uitingen van <strong>de</strong> dingmaken<strong>de</strong> mens, <strong>de</strong> homo<br />
faber. Ook <strong>de</strong> ontwerper is een tuinier. Dat is <strong>de</strong><br />
afbakening van zijn werkterrein.<br />
Het spanningsveld waarin Het <strong>Labo</strong> nu al 20<br />
jaar opereert is <strong>de</strong>rhalve fundamenteel. Het is<br />
<strong>de</strong> dialectiek tussen <strong>de</strong> homo faber en <strong>de</strong> homo<br />
lu<strong>de</strong>ns. Hoewel ze met mekaar in tegenspraak<br />
zijn, zijn bei<strong>de</strong> polen even noodzakelijk als essentieel<br />
voor het menselijke bestaan. Als <strong>de</strong><br />
mens dan toch zulk een hybridisch wezen is, is<br />
het beter dat gegeven maximaal uit te spelen.<br />
Geen van bei<strong>de</strong>n mag <strong>de</strong> an<strong>de</strong>re verdringen.<br />
En dat risico is toch reëel in een vertechniseer<strong>de</strong><br />
maatschappij die <strong>de</strong> nuttige (?) voorwerpen<br />
overaccumuleert – iets waarin <strong>de</strong> <strong>de</strong>signer niet<br />
helemaal vrijuit gaat. <strong>De</strong> geste van <strong>de</strong> mens van<br />
het Aurignacien moeten we ons blijven herinneren.<br />
Hij heeft niet voor niets <strong>de</strong> grotten beschil<strong>de</strong>rd<br />
en zijn eerste Venussen gebeeldhouwd.<br />
Slechts zo kan <strong>de</strong> tuinier zijn oorspronkelijke<br />
onschuld hervin<strong>de</strong>n.<br />
Wanneer het maken omslaat in spelen<br />
houdt dit geenszins een misprijzen voor <strong>de</strong> ‘fabrikeren<strong>de</strong>’<br />
mens in. <strong>De</strong> <strong>de</strong>elnemers aan een<br />
<strong>Labo</strong>-gebeuren zijn overwegend <strong>de</strong>signers die<br />
hun vak met ernst beoef<strong>ene</strong>n. Het respect voor<br />
het artefact zit hen in het bloed. Ook <strong>de</strong> betrokken<br />
kunstenaars stellen zich bij die gelegenheid<br />
op als ontwerpers. Het on<strong>de</strong>rscheid valt<br />
gewoon weg. Het is opmerkelijk dat Het <strong>Labo</strong><br />
er steeds moeiteloos in slaagt achter ie<strong>de</strong>r project<br />
een schare ontwerpers te verzamelen. Geen<br />
van allen laten ze een kans voorbijgaan om te
frontieren. Doorheen zijn twintigjarig bestaan is<br />
Het <strong>Labo</strong> voorbeeldig trouw gebleven aan het<br />
oorspronkelijke opzet om aan weerszij<strong>de</strong>n van<br />
<strong>de</strong> grens te opereren, nu eens meer faber, dan<br />
weer meer lu<strong>de</strong>ns, of liever nog bei<strong>de</strong> door mekaar.<br />
Het objectief is nooit een eenzijdige ontkenning<br />
van het utilitaire voorwerp. Het <strong>Labo</strong><br />
blijft geworteld in <strong>de</strong> wereld van <strong>de</strong> homo faber,<br />
die ook <strong>de</strong> eigen wereld van <strong>de</strong> betrokk<strong>ene</strong>n is.<br />
Wanneer ze hun eigen territorium schen<strong>de</strong>n,<br />
zijn ze altijd mil<strong>de</strong> agressoren.<br />
Met grote vanzelfsprekendheid steekt Het<br />
<strong>Labo</strong> <strong>de</strong> grens over van <strong>de</strong> <strong>ene</strong> zij<strong>de</strong> naar <strong>de</strong><br />
an<strong>de</strong>re en terug. Zo kan het zowel gebeuren<br />
dat een manifestatie volledig overhelt naar het<br />
bruikbare serieproduct als naar het betekenisvolle<br />
object. Het spel bestaat precies in <strong>de</strong> gelijktijdigheid<br />
van bevestiging en ontkenning.<br />
Een voorbeeld van een project dat <strong>de</strong> dingmaken<strong>de</strong><br />
mens aan zet laat, is 15 x 15 (2003,<br />
Donum, Hasselt). Vijftien ontwerpers creëer<strong>de</strong>n<br />
in opdracht van een <strong>de</strong>signwinkel elk een (min<br />
of meer) bruikbaar of prettig ding in een oplage<br />
van 15 stuks. Toch was zelfs in <strong>de</strong>ze context U<br />
GENE, the eggman van Jochen Cypers niet te<br />
vergelijken met Je suis innocent van Weyers &<br />
Borms, het <strong>ene</strong> een heel praktisch serieproduct,<br />
het an<strong>de</strong>re een hin<strong>de</strong>rlijke door<strong>de</strong>nker.<br />
Een voorbeeld van een tegengesteld project<br />
was One Minute (2005, <strong>De</strong>sign Vlaan<strong>de</strong>ren,<br />
Brussel). Hier was een abstract thema het<br />
uitgangspunt: <strong>de</strong> tijd, geconcretiseerd tot 1 minuut.<br />
<strong>De</strong> opdracht aan <strong>de</strong> ontwerpers was op<br />
een<strong>de</strong>r welke manier 1 minuut te verbeel<strong>de</strong>n.<br />
<strong>De</strong> schaal van <strong>de</strong> tijd van Gaetan Coolen, waar<br />
per minuut een druppel in een waterbekken<br />
viel, was een poëtische reflectie die herinner<strong>de</strong><br />
aan <strong>de</strong> woor<strong>de</strong>n van Gaston Bachelard: ‘staren<br />
in het water is zelf wegvloeien, ontbin<strong>de</strong>n, sterven’.<br />
Maar ook binnen eenzelf<strong>de</strong> project lopen<br />
bei<strong>de</strong> dimensies kriskras door elkaar. Ter gelegenheid<br />
van Weerlicht (1996, galerie MU, Antwerpen)<br />
werd aan ontwerpers gevraagd een armatuur<br />
voor <strong>de</strong> subminiatuurfluorescentielamp<br />
T2 te ontwikkelen. Zo zagen zowel <strong>de</strong> U-line<br />
van Maarten Van Severen als Verlichte <strong>de</strong>spoot<br />
van Gaetan Coolen het licht. <strong>De</strong> U-line is een volwaardig,<br />
industrieel, functioneel product (waarvan<br />
we se<strong>de</strong>rtdien het grote commerciële succes<br />
kennen). We vin<strong>de</strong>n er het won<strong>de</strong>re samengaan<br />
van ascetisme en raffinement in terug dat<br />
zo vaak <strong>de</strong> ontwerpen van Maarten Van Severen<br />
kenmerkt. Gaetan Coolen maakte een gedachtensprong<br />
van technologie naar theologie. Van<br />
lumen, <strong>de</strong> eenheid van lichtstroom, naar Lumen<br />
Christi. Christus die van zichzelf zegt ‘ik ben het<br />
licht’, ziet ein<strong>de</strong>lijk zijn wens in vervulling gaan.<br />
<strong>De</strong> bruuske overgang van het <strong>ene</strong> narratieve<br />
veld (technologie) naar het an<strong>de</strong>re (theologie),<br />
zodat een botsing tussen bei<strong>de</strong> ontstaat, is het<br />
grondprincipe van alle humor. We ontmoeten<br />
<strong>de</strong>ze semantische structuur van confronteren<strong>de</strong><br />
U GENE, the eggman, Jochen Cypers Je suis innocent, Weyers & Borms Schaal van <strong>de</strong> tijd, Gaetan Coolen
BA11, Maarten Van Severen Verlichte <strong>de</strong>spoot, Gaetan Coolen Wees gegroet, Ick Reuvis<br />
scenario’s en <strong>de</strong> eruit resulteren<strong>de</strong> humor vaak<br />
bij Het <strong>Labo</strong>.<br />
<strong>De</strong> ‘blijvers’ on<strong>de</strong>r <strong>de</strong> <strong>Labo</strong>-creaties vertonen<br />
eenzelf<strong>de</strong> disparaatheid.<br />
Wees gegroet van Ick Reuvis kwam tot stand<br />
ter gelegenheid van 015 (2003, CIAP, Hasselt).<br />
Het is een in jeansbroek en zware scho<strong>ene</strong>n gestoken<br />
figuur waarvan het bovenlichaam ontbreekt.<br />
Een lichaam is netjes doormid<strong>de</strong>n gesne<strong>de</strong>n.<br />
Het snijvlak geeft als een geografie van het<br />
mid<strong>de</strong>nrif het profiel van <strong>de</strong> organen weer die<br />
zich op die plaats bevin<strong>de</strong>n. Blijkbaar is een persoon<br />
‘ontrompt’, een nog radicaler ingreep dan<br />
alleen maar onthoofd. Hij is gereduceerd tot wat<br />
hij on<strong>de</strong>r <strong>de</strong> gor<strong>de</strong>l is. Hij is niet alleen hersenloos<br />
maar ook harteloos en <strong>de</strong>sondanks lijkt hij<br />
nog echt menselijk. <strong>De</strong> gekniel<strong>de</strong> houding laat<br />
tevens veron<strong>de</strong>rstellen dat hij aan het bid<strong>de</strong>n is,<br />
toch een van <strong>de</strong> meest ne<strong>de</strong>rige, onthechte en<br />
spirituele han<strong>de</strong>lingen van alle tij<strong>de</strong>n en plaatsen.<br />
Komt religie dan toch uit <strong>de</strong> on<strong>de</strong>rbuik voort?<br />
Het samengaan van gruwel en schoonheid, van<br />
banaliteit (een jeansbroek) en ontred<strong>de</strong>ring, van<br />
natuurlijke lichamelijkheid en klinische prothese<br />
maakt van Wees gegroet in <strong>de</strong> eerste plaats een<br />
enigmatisch object – terwijl het toch mogelijk is<br />
het als zitbankje te gebruiken.<br />
Aan het an<strong>de</strong>re eind van het spectrum zou<strong>de</strong>n<br />
we Stacked van Huub Berger kunnen plaatsen,<br />
dat <strong>de</strong>el uitmaakte van Ladd<strong>de</strong>rs zat (2002,<br />
<strong>De</strong>sign Vlaan<strong>de</strong>ren, Brussel). Ook een rek in zijn<br />
meest elementaire vorm is een getrapt object.<br />
Door bei<strong>de</strong> functies, lad<strong>de</strong>r en legplank, naadloos<br />
in elkaar te laten overvloeien, bekomen<br />
we een elegant, eenvoudig en praktisch ding.<br />
Ongezien en toch hel<strong>de</strong>r, ongebruikelijk en toch<br />
gebruiksklaar zou het een perfect serieproduct<br />
kunnen zijn.<br />
In <strong>de</strong> activiteiten van Het <strong>Labo</strong> is het probleemloos<br />
toegestaan ‘aan <strong>de</strong>ze kant van <strong>de</strong><br />
grens’ te blijven. Het respect voor <strong>de</strong> homo<br />
faber blijft altijd intact, hoe vaak zijn regels en<br />
geplogenhe<strong>de</strong>n ook overtre<strong>de</strong>n wor<strong>de</strong>n. Het<br />
is dus onnodig <strong>de</strong> <strong>Labo</strong>-le<strong>de</strong>n ‘kunstenaars’ te<br />
noemen. Zij hebben dat label niet nodig. Hun<br />
verdienste doorheen al hun projecten is precies<br />
dat ze niet te etiketteren zijn. Met een been blijven<br />
zij binnen <strong>de</strong> krijtlijnen van het rijk <strong>de</strong>r dingen.<br />
Het an<strong>de</strong>re been is zwevend. Het is steeds<br />
onvoorspelbaar waar het zich zal neerzetten.<br />
Dat <strong>de</strong> ‘laboranten’ in alles wat zij doen een<br />
beetje homo faber blijven of toch tenminste<br />
hun lief<strong>de</strong> voor <strong>de</strong> maken<strong>de</strong> mens niet kunnen<br />
verlooch<strong>ene</strong>n, blijkt uit <strong>de</strong> thema’s die in<br />
<strong>de</strong> loop van twintig jaar als uitgangspunt hebben<br />
gediend. Overwegend richt Het <strong>Labo</strong> zijn<br />
pijlen op gebruiksvoorwerpen. Zo kwamen on<strong>de</strong>r<br />
an<strong>de</strong>re aan bod: <strong>de</strong> strijkplank (<strong>Labo</strong> strikes<br />
again, 1995), <strong>de</strong> tl-buis (Weerlicht, 1996), <strong>de</strong><br />
lad<strong>de</strong>r (Lad<strong>de</strong>rs zat, 2002), <strong>de</strong> veiligheidshelm
10<br />
Stacked, Huub Berger Groot bereik lad<strong>de</strong>r, Roel Van<strong>de</strong>beek Met zicht op zee, Rudi Respeel<br />
(MijnLamp, 2003), <strong>de</strong> strandstoel (<strong>Labo</strong> on the<br />
beach, 2004), <strong>de</strong> bril (Take a look, 2006-2007).<br />
Beschouw <strong>de</strong>ze voorwerpen goed. Zij hebben<br />
alle één eigenschap gemeen. Het <strong>Labo</strong><br />
omschrijft ze zelf terecht als ‘<strong>de</strong> anonieme klassiekers<br />
van <strong>de</strong> vormgeving’. Het zijn voorwerpen<br />
die, eenmaal in die vorm bedacht, in wezen<br />
voor geen enkele veran<strong>de</strong>ring, laat staan<br />
verbetering, vatbaar zijn. In hun elementaire<br />
gedaante vervullen zij moeiteloos hun taak. Alles<br />
kan beter, behalve dit. Een wijze <strong>de</strong>signer<br />
blijft er <strong>de</strong>rhalve af. Hij respecteert ze. Wanneer<br />
Het <strong>Labo</strong> zich <strong>de</strong>sondanks met hen inlaat, is het<br />
precies vanuit dit ontzag voor wat misschien<br />
wel <strong>de</strong> mooiste vormgeving is, omdat i<strong>de</strong>e en<br />
vorm er perfect verenigd zijn.<br />
Een lad<strong>de</strong>r is een lad<strong>de</strong>r, <strong>de</strong> simpelste en efficiëntste<br />
manier om verticaliteit en horizontaliteit<br />
te verbin<strong>de</strong>n en zo han<strong>de</strong>n en voeten steun<br />
geven om in <strong>de</strong> hoogte te klimmen. Wat ga je<br />
daar nog aan knoeien zon<strong>de</strong>r te verknoeien?<br />
Roel Van<strong>de</strong>beek heeft dit gegeven precies slim<br />
geëxploiteerd in zijn Groot bereik lad<strong>de</strong>r (Lad<strong>de</strong>rs<br />
zat). Een tekortkoming van <strong>de</strong> lad<strong>de</strong>r is<br />
dat hij <strong>de</strong> reikwijdte beperkt. Wil men zijn functionaliteit<br />
optimaliseren, dan wordt hij op slag<br />
onbruikbaar, tenzij als rekwisiet in een slapstick.<br />
Een overmoedige <strong>de</strong>signer die meent dat hij<br />
een strijkplank nog kan verbeteren, verbrandt<br />
er zich evenzeer aan. En een strandstoel is een<br />
<strong>Francis</strong> <strong>Smets</strong><br />
van <strong>de</strong> meest ingenieuze dingen die ooit wer<strong>de</strong>n<br />
bedacht: hij is elementair, neemt weinig<br />
plaats in, gebruikt een minimum aan materiaal<br />
en dient voor wat hij moet di<strong>ene</strong>n. Fantastisch<br />
toch: voorwerpen die, zoals ze zijn, zo oud zijn<br />
als <strong>de</strong> straat (zeker vergeleken met <strong>de</strong> huidige<br />
veran<strong>de</strong>ringsmanie) en die toch ‘niets aan relevantie<br />
ingeboet hebben’.<br />
<strong>De</strong>ze voorwerpen zijn ‘persoonlijkhe<strong>de</strong>n’. En<br />
toch zijn ze onpersoonlijk: aan hun oorsprong<br />
ligt altijd een anonieme homo faber. Daarom is<br />
het goed dat <strong>de</strong> <strong>Labo</strong>-le<strong>de</strong>n een gezon<strong>de</strong> mate<br />
van anonimiteit hebben weten te bewaren. Het<br />
zou verraad zijn aan <strong>de</strong> anonieme ontwerper<br />
wanneer men zijn voorwerpen als een springplank<br />
zou gebruiken om een eigen ve<strong>de</strong>ttenstatus<br />
te verwerven.<br />
Wij leven in een consumptie-maatschappij.<br />
Geen enkel voorwerp wordt in een enkel type<br />
ter consumptie aangebo<strong>de</strong>n. Niet alleen vermenigvuldigen<br />
<strong>de</strong> voorwerpen zich (wanneer<br />
komt hier eens een non-proliferatieverdrag?).<br />
Ie<strong>de</strong>r voorwerp zelf <strong>de</strong>elt zich bovendien op in<br />
een schier oneindig aantal varianten. Een lad<strong>de</strong>r,<br />
een strandstoel, een veiligheidshelm, een<br />
strijkplank zijn uitzon<strong>de</strong>ringen. Zij hebben zich<br />
weinig of niet gediversifieerd.<br />
Voorwerpen die op het lichaam gedragen<br />
wor<strong>de</strong>n, doen dat vaak wel en tot op zekere
hoogte mag dat. Zij hebben te maken met<br />
onze verschijningswijze in <strong>de</strong> wereld, een beetje<br />
dus met wie we zijn. Dat dit ontspoort in <strong>de</strong><br />
consumptiemaatschappij tot een vertoon van<br />
schijnpersoonlijkhe<strong>de</strong>n, is onvermij<strong>de</strong>lijk. Maar<br />
ook dan is het mogelijk stroomopwaarts te gaan<br />
naar het ‘moe<strong>de</strong>robject’, dat een theoretisch<br />
of een reëel bestaand voorwerp kan zijn. Voor<br />
een bril zou dat het ‘ziekenkasbrilletje’ zijn. Een<br />
bril is in wezen even onveran<strong>de</strong>rlijk als een lad<strong>de</strong>r:<br />
twee glazen (we hebben nu eenmaal twee<br />
ogen), twee steunen (voor onze twee oren).<br />
Dat Het <strong>Labo</strong> steeds <strong>de</strong> ten<strong>de</strong>ns tot proliferatie<br />
omkeert en stroomopwaarts gaat, zegt<br />
voldoen<strong>de</strong> over zijn weigering het spel van <strong>de</strong><br />
consumptie mee te spelen. Hier wordt het voorwerp<br />
het teken van een authentieke vrijheid.<br />
Een an<strong>de</strong>r spel komt aan bod, waarin <strong>de</strong> homo<br />
faber zichzelf vrolijk tot homo lu<strong>de</strong>ns kroont.<br />
In an<strong>de</strong>re gevallen vertrekt Het <strong>Labo</strong> niet<br />
van een voorwerp, maar van een materiaal. Dat<br />
is een an<strong>de</strong>re, eventueel zelfs radicalere manier<br />
om naar <strong>de</strong> moe<strong>de</strong>rschoot van <strong>de</strong> voorwerpen<br />
terug te keren. Zo was in Waar in bronsgroen eikenhout<br />
(1994, Galerie Bonjour Antoine, Mechelen)<br />
eikenhout het uitgangspunt. Hier geldt <strong>de</strong>zelf<strong>de</strong><br />
regel van eerlijkheid. Want wie zou aan<br />
een eik zijn bestaan willen verwijten? In Flock<br />
you (2004, Donum, Hasselt) ging het om het<br />
procédé waarbij men zeer korte textielvezels via<br />
een magnetisch veld in een met lijm behan<strong>de</strong>ld<br />
voorwerp schiet waardoor het fluweelachtig<br />
aanvoelt.<br />
Een product is steeds een samenstelling van een<br />
aantal factoren. Het is nooit een loutere functie,<br />
die ergens abstract in het ijle zou bestaan als<br />
een platoonse i<strong>de</strong>e. Wil ze een reëel nut hebben,<br />
dan moet ze gematerialiseerd zijn in een<br />
materiaal en een vorm. Die zijn op hun beurt<br />
afhankelijk van productietechnieken. Maar dan<br />
nog is <strong>de</strong> functie waar<strong>de</strong>loos als ze zich niet tot<br />
een gebruiker richt. Ze communiceert een beeld<br />
van zichzelf dat allerlei betekenissen meevoert.<br />
<strong>De</strong> functie is tevens een gebruik, in <strong>de</strong> zin dat<br />
ze een bepaal<strong>de</strong> wijze om ermee om te gaan<br />
uitlokt, maar ook in <strong>de</strong> zin dat ze in een traditie<br />
of een voorgeschie<strong>de</strong>nis ingebed is.<br />
<strong>De</strong>sign is een discipline. Letterlijk. ‘Goed’ ontwerpen<br />
streeft naar een integratie van al <strong>de</strong>ze<br />
facetten. Hét principe, naar het Griekse archè,<br />
dat gezaghebbend is omdat het zo basaal is,<br />
vereist dat <strong>de</strong> diverse <strong>de</strong>elaspecten tot een synthese<br />
gebracht wor<strong>de</strong>n.<br />
Maar wie tegen dit principe ingaat of het<br />
verloochent, met an<strong>de</strong>re woor<strong>de</strong>n an-archè<br />
bedrijft, ont<strong>de</strong>kt een onaangeboor<strong>de</strong> en onuitputtelijke<br />
bron van mogelijkhe<strong>de</strong>n. <strong>De</strong> gelegenheid<br />
maakt <strong>de</strong> dief, zegt men, in dit geval <strong>de</strong><br />
overtre<strong>de</strong>r. Het is opmerkelijk dat <strong>de</strong>signers, telkens<br />
ze daartoe uitgenodigd wor<strong>de</strong>n, gretig <strong>de</strong><br />
kans aangrijpen om on-gedisciplineerd te zijn.<br />
Daarin zijn ze heel goed te begrijpen. On<strong>de</strong>r die<br />
JR-osaurus, Jeff Rutten Flock Shoe, Nienke van <strong>de</strong>r Reij<strong>de</strong>n Flock You, workshop 2004
12<br />
Boekenkast, Eddy Fliers Wingcomman<strong>de</strong>r, Simon Jones Dolfijn, Ignaas Vanhulst<br />
bereidwilligheid schuilt een nostalgie naar een<br />
spontane, natuurlijke, ongerepte vrijheid. <strong>De</strong>ze<br />
nostalgie is een zeer waar<strong>de</strong>volle factor, niet alleen<br />
voor <strong>de</strong> <strong>de</strong>signer, maar ook op algemeenmenselijk<br />
vlak. <strong>De</strong> Homo lu<strong>de</strong>ns mag zich nooit<br />
laten bedwingen.<br />
Het beeld kan losgekoppeld wor<strong>de</strong>n van <strong>de</strong><br />
functie zodat het er niet meer mee overeenstemt<br />
of er zelfs in tegenspraak mee komt. Zo<br />
ontstaan humor en poëzie. Voor humor zagen<br />
we reeds dat het op elkaar enten van tegenstrijdige<br />
scenario’s <strong>de</strong> semantische structuur van<br />
een grap vormt. Ook metaforen ontstaan door<br />
een verschuiving van paradigma. Het binnensmokkelen<br />
van een vorm of een betekenis uit<br />
het <strong>ene</strong> paradigma in het an<strong>de</strong>re waar het niet<br />
thuishoort, g<strong>ene</strong>reert won<strong>de</strong>re nieuwe beel<strong>de</strong>n<br />
of betekenissen. Smokkelen is trouwens een<br />
van <strong>de</strong> oudste praktijken van frontieren.<br />
Door haar vorm geeft een strijkplank aanleiding<br />
tot talloze verrassen<strong>de</strong> associaties, zo bleek<br />
in <strong>Labo</strong> strikes again (1995, CIAP, Hasselt). Ze kan<br />
een doodskist/kast wor<strong>de</strong>n (Eddy Fliers, Boekenkast),<br />
een wegwijzer (Ick Reuvis, Doehetz 11),<br />
een dolfijn (Ignaas Verhulst, Dolfijn strijkplank) of<br />
een dubbel<strong>de</strong>kker (Simon Jones, Wingcomman<strong>de</strong>r).<br />
Ze wordt dan wel ongeschikt om te strijken,<br />
maar laat onverwachte invalshoeken ont<strong>de</strong>kken.<br />
<strong>Francis</strong> <strong>Smets</strong><br />
Een dolfijn doet aan zuiverheid <strong>de</strong>nken. Naar gelang<br />
het enthousiasme dat bij het strijken aan <strong>de</strong><br />
dag gelegd wordt, zal een dubbel<strong>de</strong>kker bij <strong>de</strong><br />
<strong>ene</strong> ‘in <strong>de</strong> wolken zijn’ oproepen en bij <strong>de</strong> an<strong>de</strong>re<br />
‘Wereldoorlog I’. Een wegwijzer stelt <strong>de</strong> vraag<br />
wie <strong>de</strong> aangewezen persoon is om te strijken<br />
(man of vrouw? Jij of ik?), maar het kan ook een<br />
diepe zucht zijn ‘tot wat dient al die moeite waar<br />
ik toch nergens mee kom’.<br />
In Take a look (2006, Bree; 2007, Tongeren)<br />
wordt <strong>de</strong> verbeelding op <strong>de</strong> bril losgelaten. Als<br />
<strong>de</strong> glazen weggenomen wor<strong>de</strong>n, blijven twee<br />
ron<strong>de</strong> openingen over waar toevallig heel an<strong>de</strong>re<br />
dingen in passen. Wor<strong>de</strong>n ze gedicht met<br />
lavabostoppen (Huub Berger, Stop watching),<br />
laten ze onze tranen niet <strong>de</strong> vrije loop. Wor<strong>de</strong>n<br />
er theelichtjes ingezet (Jo Klaps, Wax-see-ne,<br />
wax tear machine), wordt tenminste iemand<br />
het licht in <strong>de</strong> ogen gegund. Als daarentegen<br />
op het glas wordt ingespeeld, dan is een bril in<br />
feite een glasraam in lood (Jochen Cypers, Lead<br />
it be). Gaat <strong>de</strong> aandacht naar <strong>de</strong> tweeledigheid<br />
van <strong>de</strong> (oog)bollen, <strong>de</strong>nkt ie<strong>de</strong>re normale man<br />
al vlug aan twee borsten en wordt <strong>de</strong> bril een<br />
beha, wat er ons attent op maakt dat <strong>de</strong> bril het<br />
instrument bij uitstek van <strong>de</strong> voyeur is (Peter <strong>De</strong><br />
Meyer, Le voyeur 85C).<br />
<strong>De</strong> verbinding tussen functie en beeld kan<br />
ook zon<strong>de</strong>r meer losgekoppeld wor<strong>de</strong>n. Ie<strong>de</strong>r
functioneel voorwerp kan zich dan verzelfstandigen<br />
tot een autonoom beeld. Een mouw van<br />
een jeans-jasje wordt <strong>de</strong> muil van een opgezette<br />
hertenkop (Jo Klaps, Basil voor <strong>Labo</strong> 015), een<br />
bril wordt een vlin<strong>de</strong>r (Anke Akerboom, Vlin<strong>de</strong>rbril),<br />
messen en vorken wor<strong>de</strong>n een vogel<br />
(Bruno Van Son Pelican Bird voor Fast Forward,<br />
1997, Provinciaal Museum Begijnhofkerk, St Trui<strong>de</strong>n).<br />
In Tour <strong>de</strong> farce (Houthalen, 2006) wordt<br />
een fiets omgetoverd in een spin, een hond,<br />
een slang, een stier…<br />
Wanneer functie en context tegen elkaar<br />
wor<strong>de</strong>n uitgespeeld, inspireert dit tot weer heel<br />
an<strong>de</strong>re verhalen. Een voorwerp staat nooit alleen.<br />
Een functie is steeds een maatschappelijk<br />
gebeuren. Ze is verbon<strong>de</strong>n met een situatie,<br />
een omgeving, een context, een bepaal<strong>de</strong> wijze<br />
van gebruik.<br />
Wat dat betreft is een strandstoel een dankbaar<br />
on<strong>de</strong>rwerp, zoals blijkt in <strong>Labo</strong> on the beach<br />
(2004, Cultureel Centrum, Genk). Zandzakjes<br />
geven <strong>de</strong> zonneba<strong>de</strong>r uitstel tegen <strong>de</strong> opkomen<strong>de</strong><br />
zee en dus een gerokken genot (Marcel<br />
Hoeben, Last minute). Een maximaal verband<br />
tussen ding en omgeving ontstaat wanneer het<br />
canvas van <strong>de</strong> zitting door een golfplaat vervangen<br />
wordt, zodat <strong>de</strong> stoel als een kameleon<br />
<strong>de</strong> vorm van <strong>de</strong> zee aanneemt (Luc Vanlessen,<br />
Nouvelle vague). Zonnen is leuk, ware het niet<br />
dat het erbij horen<strong>de</strong> overvloedige transpireren<br />
hin<strong>de</strong>rlijk was, maar ontwerpers hebben voor<br />
alles een oplossing (Weyers & Borms, Absolute<br />
sweat). <strong>De</strong> baadster die zich op een strand vol<br />
voyeurs snel van een lapje stof moet voorzien,<br />
hoeft zich voortaan niet meer te schamen (Lin<strong>de</strong><br />
Hermans, Be my guest).<br />
Maar zelfs gewoon tussen functie en vorm<br />
kan een speling ontstaan wanneer <strong>de</strong> vorm in<br />
opstand komt en radicaal weigert <strong>de</strong> functie te<br />
volgen. Een vormentaal die verbon<strong>de</strong>n is met<br />
<strong>de</strong> traditie van een bepaald voorwerp kan overgedragen<br />
wor<strong>de</strong>n op een voorwerp waar het<br />
absoluut niet bij past. Een Vlaamse salonzetel is<br />
<strong>de</strong> antipo<strong>de</strong> van een strandstoel (Johan Walraevens,<br />
Het Mechelse Ku(n)stmeubel).<br />
Iets gelijkaardig doet zich voor wanneer een<br />
bevatter subtiel <strong>de</strong> vorm aanneemt van datg<strong>ene</strong><br />
wat hij bevat of van iets dat refereert naar datg<strong>ene</strong><br />
wat hij bevat, zoals in het condoomkastje<br />
van Casimir (Condoomkastje JP II voor Waar in<br />
bronsgroen eikenhout).<br />
Moeten we <strong>de</strong>ze opsomming nog ver<strong>de</strong>r-zetten?<br />
Kijk zelf en ont<strong>de</strong>k. Laten we dit overzicht<br />
van 20 jaar Het <strong>Labo</strong> besluiten met <strong>de</strong> gevleugel<strong>de</strong><br />
woor<strong>de</strong>n van Jan Kenis, die op <strong>de</strong>ze wijze<br />
in dit hommage betrokken wordt: ‘kijken is <strong>de</strong><br />
kunst’. Ik zou er alleen aan toevoegen: <strong>de</strong> kunst<br />
om te spelen, dat wil zeggen vrij te zijn.<br />
Be my guest, Lin<strong>de</strong> Hermans Last Minute, Marcel Hoeben Basil, Jo Klaps