16.09.2013 Views

Het mysterie van Christus - GKV Frieschepalen

Het mysterie van Christus - GKV Frieschepalen

Het mysterie van Christus - GKV Frieschepalen

SHOW MORE
SHOW LESS

You also want an ePaper? Increase the reach of your titles

YUMPU automatically turns print PDFs into web optimized ePapers that Google loves.

Advent ● Kerst ● Epifanie 2012<br />

Uit uw verborgenheid voorbij aan onze grenzen,<br />

<strong>Het</strong> <strong>mysterie</strong> <strong>van</strong> <strong>Christus</strong><br />

Steunpunt Liturgie<br />

1<br />

straalt lichte eeuwigheid als daglicht voor de mensen


zondag uit het e<strong>van</strong>gelie naar Lucas<br />

maandag uit een <strong>van</strong> de profetenboeken <strong>van</strong> het Oude Testament<br />

dinsdag de vaste psalm bij de oudtestamentische lezing<br />

woensdag uit een <strong>van</strong> de brieven <strong>van</strong> het Nieuwe Testament<br />

3<br />

<strong>Het</strong> <strong>mysterie</strong> <strong>van</strong> <strong>Christus</strong><br />

Een titel die begint met ‘<strong>Het</strong> <strong>mysterie</strong> <strong>van</strong>…’ doet eerder aan een spannend<br />

boek denken, dan aan een bijbelleesrooster voor Advent, Kerst en Epifanie.<br />

Maar de woorden <strong>van</strong> de titel zijn gewoon uit de Bijbel afkomstig. Paulus<br />

gebruikt ze in Efeze 3, hij zegt daar dat hij zijn lezers inzicht wil geven in het<br />

<strong>mysterie</strong> <strong>van</strong> <strong>Christus</strong>. Op 6 januari 2013 zal dit bijbelleesrooster daarom<br />

eindigen met Efeze 3: 1-12: ‘Zo zal nu door de kerk de wijsheid <strong>van</strong> God in al<br />

haar schakeringen bekend worden aan alle vorsten en heersers in de<br />

hemelsferen, naar het eeuwenoude plan dat hij heeft verwezenlijkt in <strong>Christus</strong><br />

Jezus, onze Heer’.<br />

Maar voor we daar zijn, leggen we een traject <strong>van</strong> vijf weken af. Om te<br />

beginnen horen en zien we signalen, daarna luisteren we naar boodschappers,<br />

en horen we vervolgens de opdracht: baan de weg. We verdiepen ons in de<br />

naam <strong>van</strong> het kind <strong>van</strong> Kerst en zien uiteindelijk hoe grenzen opengaan en<br />

Gods verlossende woord wereldwijd tot klinken komt.<br />

Dit rooster maakt voor het grootste deel gebruik <strong>van</strong> de vaste lezingen <strong>van</strong> het<br />

kerkelijk jaar voor de Adventszondagen, 30 december en 6 januari. Dat gaat als<br />

volgt:<br />

Uitgaande <strong>van</strong> deze lezingen is het weekthema geformuleerd. De<br />

bijbelgedeeltes <strong>van</strong> donderdag t/m zaterdag sluiten daar vervolgens bij aan.<br />

<strong>Het</strong> <strong>mysterie</strong> <strong>van</strong> <strong>Christus</strong> is een groot wonder, dat ons leven blijvend<br />

verandert. Laten we ons openstellen voor dit wonder, laten we ons beschikbaar<br />

stellen. Zoals Maria. Zoals Jozef. Zoals Zacharias, Elisabet en Johannes.<br />

Een gezegende Advents- en Kersttijd gewenst!


Uit uw verborgenheid<br />

hebt Gij ons aangesproken,<br />

de weerstand <strong>van</strong> de nacht<br />

met heilig vuur gebroken.<br />

Gij brandt uw eigen naam<br />

voorgoed in onze dagen<br />

en schrijft in ons bestaan<br />

uw woord <strong>van</strong> welbehagen.<br />

Uit uw verborgenheid<br />

voorbij aan onze grenzen,<br />

straalt lichte eeuwigheid<br />

als daglicht voor de mensen.<br />

Uw wijde hemel welft<br />

zich rond over de aarde.<br />

Gij zult op vaste grond<br />

ons voor het donker sparen.<br />

Uit uw verborgenheid<br />

nu aan de dag getreden,<br />

hebt Gij uw heil gezocht<br />

bij mensen hier en heden.<br />

Zoals Gij kwam om ons<br />

met vrede te ontmoeten,<br />

laat het ook vrede zijn<br />

waarmee wij U begroeten.<br />

Uit uw verborgenheid<br />

4<br />

Uit uw verborgenheid<br />

ons zo te na gekomen,<br />

deelt Gij in onze nacht<br />

en zaait er nieuwe dromen.<br />

Zolang het donker duurt,<br />

de moed ons wordt ontnoemen,<br />

voed ons dan met de hoop<br />

dat Gij voorgoed zult komen.<br />

Uit uw verborgenheid<br />

ontsteek Gij licht op aarde,<br />

wilt Gij ons warmen met<br />

de gloed <strong>van</strong> uw genade.<br />

Wij delen met elkaar<br />

het licht, het lied, de zegen.<br />

Wij zijn uw kandelaar,<br />

wij gaan het donker tegen!<br />

Sytze de Vries<br />

Tussentijds, lied 138


ADVENT I: SIGNALEN<br />

Zondag 2 dec.: Lucas 21: 25-31<br />

Jezus heeft gesproken over de eindigheid <strong>van</strong><br />

de dingen. Hij wees naar de tempel – het<br />

gebouw waar niemand omheen kon of wilde, het gebouw dat de verwijst<br />

naar Eeuwige en zijn beloften. Van dat gebouw zegt Jezus nu dat er<br />

dagen zullen komen waarop geen steen op de ander zal blijven (vs. 6). De<br />

luisteraars vragen om een teken: wat zijn de signalen die dat drama<br />

zullen aankondigen? (vs. 7). Ze krijgen uitgebreid antwoord, er worden<br />

beelden geschetst waar niemand met vreugde naar uit zal zien. Zelfs de<br />

kosmos doet mee: tekenen aan zon en maan en sterren, hemelse<br />

machten die wankelen. Te midden <strong>van</strong> al die apocalyptische beelden<br />

klinkt opeens een zinnetje als een lichtstraal in de duisternis: Richt je dan<br />

op en hef je hoofd, want jullie verlossing is nabij.<br />

Is Advent dan geen tijd <strong>van</strong> hoop en verwachting? Ja zeker, dat is het.<br />

Maar Advent verhoudt zich slecht tot oogkleppen, tot een mentaliteit<br />

waarbij loungen een <strong>van</strong> de hoogste idealen is. De ontzette, of<br />

wanhopige of zelfs cynische vraag ‘in wat voor wereld leven we<br />

eigenlijk?’ kan er toe leiden dat je je terugtrekt in je eigen veilige<br />

wereldje. <strong>Het</strong> kan echter óók een hele goede voedingsbodem vormen<br />

voor het vieren <strong>van</strong> Advent. Want het uitzien naar de vervulling <strong>van</strong> Gods<br />

beloften heeft een heleboel ‘desondanks’ in zich. Kijk om je heen en<br />

besef, tegen alle logica in: het koninkrijk <strong>van</strong> God kómt.<br />

maandag 3 dec.: Zacharia 14: 4-9<br />

In Jezus’ woorden <strong>van</strong> gisteren klonk een passage uit de profeten mee.<br />

Zijn wijze <strong>van</strong> spreken, in apocalyptische beelden, was niet nieuw voor de<br />

luisteraars, men kende deze taal. In Zacharia 14 gaat het over de<br />

glorierijke toekomst <strong>van</strong> Jeruzalem. ‘Als die tijd aanbreekt, zal zelfs op de<br />

bellen <strong>van</strong> de paarden gegraveerd staan: ‘Aan de HEER gewijd’. Alle<br />

kookpotten in Jeruzalem en Juda zullen aan de HEER <strong>van</strong> de hemelse<br />

machten gewijd zijn.’ Met andere woorden: álles zal God toegewijd zijn.<br />

Advent: Kijk om je heen en besef, misschien tegen alle logica in: het<br />

koninkrijk <strong>van</strong> God kómt. Omdat Hij het wil.<br />

dinsdag 4 dec.: Psalm 50<br />

In de lezingen <strong>van</strong> gisteren en eergisteren ging het over de<br />

hemellichamen als signalen: tekenen aan zon en maan en sterren,<br />

wankelende hemelse machten (Lucas 21), hemellichamen die hun glans<br />

5<br />

SIGNAAL: gebaar of<br />

geluid waarmee je iets<br />

duidelijk maakt of<br />

waarmee je waarschuwt.


verliezen, geen onderscheid tussen dag en nacht (Zacharia 14). Dat kan<br />

dreigend overkomen – over welke vreselijke natuurrampen gaat het<br />

hier? Maar het gaat hier om volop Bijbels taalgebruik. Psalm 50<br />

bijvoorbeeld: God verschijnt in stralend licht (vs. 2), Hij roept de hemel<br />

op, daarboven, en ook de aarde, bij het oordeel over zijn volk (vs. 4), de<br />

hemel verkondigt Gods gerechtigheid (vs. 6).<br />

De Schepper roept zijn schepping op: voor een deel als getuige, voor een<br />

deel als gedaagde. Want God roept zijn volk op (vs. 7) met oog op hun<br />

offerpraktijk. Hij vraagt <strong>van</strong> hen een zuiver offer, want als Schepper heeft<br />

hij die offers voor zijn levensonderhoud echt niet nodig (vs. 10-13). Hij<br />

vraagt <strong>van</strong> hen een dankoffer (vs. 14 en 23): ‘Wie zo zijn weg gaat, zal<br />

zien dat God redt’ (vs. 23)<br />

woensdag 5 dec.: 1 Tessalonicenzen 3: 9-13<br />

De eerste drie lezingen <strong>van</strong> deze week hadden iets (be)dreigends. Maar<br />

het Bijbelgedeelte <strong>van</strong> <strong>van</strong>daag begint plezierig: Kunnen we God ooit<br />

genoeg voor u danken. Paulus schreef het aan de gemeente <strong>van</strong><br />

Tessalonica. Hij had gehoord dat het hen goed ging, ondanks tegenslagen<br />

(vs. 3 en 6) en dat is de reden <strong>van</strong> zijn dankbaarheid. Ondertussen wordt<br />

duidelijk dat hij deze situatie niet als een eindpunt ziet. Allereerst hoopt<br />

hij hen nog eens te mogen bezoeken ’om aan te vullen wat er nog aan<br />

uw geloof ontbreekt’. Vervolgens bidt hij hen toe dat God hun liefde voor<br />

elkaar en voor ieder ander overvloedig wil maken. Ook dat is geen<br />

eindpunt want uit die liefde wil God kracht bewerken, om zuiver en heilig<br />

voor God te staan, wanneer onze Heer Jezus komt met al de zijnen.<br />

Ook hier gaat het om signalen: liefde, kracht, zuiverheid en heiligheid. En<br />

waartoe? Om uiteindelijk voor God te staan. Advent: het Koninkrijk <strong>van</strong><br />

God komt, omdat Hij het bewerkt.<br />

donderdag 6 dec.: Lucas 1: 5-17 – BEZOEK (1)<br />

Een bezoek dat een signaal is. Terwijl de priester Zacharias offerdienst in<br />

de tempel verricht, staat er opeens een engel bij hem.<br />

De onverwachte bezoeker geeft de priester een boodschap die haaks<br />

staat op de werkelijkheid: een kind, terwijl Zacharias en zijn vrouw<br />

onvruchtbaar zijn, een kind dat profeet zal zijn.<br />

Niet alleen het bezoek is een signaal, er wordt ook een bode<br />

aangekondigd. Deze gezondene zal ‘voor God uit gaan’ en ‘het volk<br />

gereedmaken voor de Heer’. Deze bode wordt een signaal <strong>van</strong><br />

Godswege.<br />

vrijdag 7 dec.: Lucas 1: 18-25 – BEZOEK (2)<br />

<strong>Het</strong> wachtende volk krijgt niets <strong>van</strong> de gebeurtenis in de tempel mee,<br />

behalve dan dat de priester wel erg veel tijd nodig heeft en dat hij,<br />

6


eenmaal buiten, niet meer uit zijn woorden komt. <strong>Het</strong> zijn signalen, net<br />

zoals de negen maanden durende zwijgzaamheid <strong>van</strong> Zacharias, en de<br />

niet mis te verstane groei <strong>van</strong> de buik <strong>van</strong> zijn vrouw gedurende<br />

diezelfde negen maanden. Ook Elisabet beseft de betekenis <strong>van</strong> haar<br />

zwangerschap, op eigen wijze. Ze leeft vijf maanden lang in afzondering<br />

en bedenkt: de Heer heeft zich mijn lot aangetrokken. Hij heeft dit voor<br />

mij gedaan opdat de mensen me niet langer verachten.<br />

zaterdag 8 dec.: Lucas 1: 57-66 – BEZOEK (3)<br />

Acht dagen nadat het kind <strong>van</strong> Elisabet en Zacharias is geboren zal hij<br />

besneden worden en krijgt hij een naam. <strong>Het</strong> bezoek is er<strong>van</strong> overtuigd<br />

dat de baby Zacharias zal gaan heten, en ze geloven Elisabet niet als zij<br />

met de naam Johannes op de proppen komt. Toch is Johannes de naam<br />

<strong>van</strong> het kind, Zacharias bevestigt het eigenhandig.<br />

Johannes betekent: ‘God kent genade’. Niet alleen het kind zelf is een<br />

signaal, ook zijn naam is dat.<br />

Wanneer gij niet gesproken had<br />

Wanneer gij niet gesproken had<br />

uw woord: ´<strong>Het</strong> worde licht´,<br />

bleven wij blinden in de nacht<br />

en zonder vergezicht.<br />

Wanneer gij niet geroepen had<br />

tot ons: ´Waar ben je, mens´,<br />

dwaalden wij doelloos overdag,<br />

verloren, ongewenst.<br />

Henk Jongerius<br />

7<br />

Wanneer gij niet gezonden had<br />

een broeder als een knecht<br />

was leven kleurloos, zonder kracht,<br />

een schijnbestaan, niet echt.<br />

Wanneer gij niet verschenen was<br />

in hem, een mensenzoon,<br />

was leeg en doelloos ons bestaan,<br />

een kille, kwade droom.


ADVENT II: BOODSCHAPPERS<br />

Zondag 9 dec.: Lucas 3: 1-6<br />

<strong>Het</strong> kind <strong>van</strong> Elisabet en Zacharias is<br />

volwassen geworden. De geschiedenis <strong>van</strong> zijn<br />

geboorte was geëindigd met de woorden:<br />

´<strong>Het</strong> kind groeide op en werd gesterkt door de<br />

Geest. Johannes leefde in de woestijn tot de<br />

dag aanbrak waarop hij zich kenbaar maakte<br />

aan het volk <strong>van</strong> Israël’. Dat tijdstip is nu<br />

aangebroken. De engel had tegen Zacharias<br />

gezegd dat zijn zoon het volk gereed zou<br />

maken voor de Heer. Hier wordt beschreven<br />

hoe hij dat doet: met woorden <strong>van</strong> een <strong>van</strong><br />

zijn grote voorgangers, Jesaja. Ten tijde <strong>van</strong> de<br />

ballingschap had Jesaja geprofeteerd over het<br />

herstel <strong>van</strong> Jeruzalem. Die woorden vol heil<br />

dragen verder dan dat toenmalige<br />

herstelmoment. Johannes roept de<br />

ballingschap in herinnering en wijst <strong>van</strong> daaruit op de toekomst: maak de<br />

weg gereed voor hem die komen zal. Effen alle hobbels, maak recht wat<br />

krom is ‘en al wat leeft zal zien hoe God redding brengt’. Johannes wordt<br />

Johannes de Boodschapper.<br />

maandag 10 dec.: Maleachi 3: 1-4<br />

Al heel vroeg heeft men verband gelegd tussen optreden <strong>van</strong> Johannes<br />

de Doper en het begin <strong>van</strong> Maleachi 3. Daar wordt gesproken over een<br />

bode, gezonden door de HEER, een bode die de weg voor de HEER zal<br />

effenen, zoals een vorst een boodschapper vooruit stuurt om zijn komst<br />

aan te kondigen zodat alles in gereedheid kan worden gebracht. De<br />

komst die de bode <strong>van</strong> Maleachi moet aankondigen is de verschijning<br />

<strong>van</strong> de HEER. Die verschijning zal indrukwekkend zal zijn. Doordat de<br />

HEER is wie hij is zal hij zuiverend optreden. <strong>Het</strong> klinkt dreigend – ‘vuur<br />

<strong>van</strong> een smid’, ‘loog <strong>van</strong> een wolwasser’, ‘zuiveren door verhitting’. Maar<br />

het effect is groots: de HEER zuivert het handelen <strong>van</strong> het volk en<br />

daardoor zullen hun offers de HEER opnieuw met vreugde vervullen,<br />

zoals het ooit was bedoeld.<br />

Zilver wordt meestal gewonnen uit lood. Alle loodresten moeten uit het<br />

zilver worden verwijderd, en dat gebeurd met behulp <strong>van</strong> o.a. een heet<br />

vuur. Een anekdote naar aanleiding hier<strong>van</strong>:<br />

8<br />

BOODSCHAPPER: iets<br />

dat, of iemand die<br />

berichten overbrengt naar<br />

personen die door de<br />

afzender niet rechtstreeks<br />

aangesproken kunnen<br />

worden, of bereikbaar<br />

zijn, door afstand,<br />

tijdverschil of slechte<br />

onderlinge verhoudingen,<br />

tegenwoordig zou men<br />

zeggen: koerier


Een vrouw gaat op bezoek bij een zilversmid, naar aanleiding <strong>van</strong> het<br />

lezen <strong>van</strong> Maleachi 3. Ze ziet hoe hij te werk gaat: het opstoken en op<br />

temperatuur houden <strong>van</strong> het vuur en het steeds weer afschuimen <strong>van</strong><br />

het vrijgekomen vuil. De zilversmid legt uit dat het reinigingsproces<br />

constante aandacht vraagt. Zilver waar nog vuil in zit, hoe weinig ook, is<br />

niet mooi, maar als het te lang wordt verhit gaat de glans gaat eraf en is<br />

het eindresultaat dof. ‘Hoe weet je dan wat het juiste moment is?’,<br />

vraagt de vrouw. ‘Daarvoor is er maar één manier’, antwoord de<br />

zilversmid, ‘wanneer ik in het zilver mijn eigen beeld weerspiegeld zie,<br />

dan is het klaar’.<br />

dinsdag 11 dec.: Psalm 126<br />

De HEER is een bevrijder. Als zijn volk in slavernij is, komt hij om te<br />

bevrijden. Zo ging het bij de uittocht uit Egypte, zo ging het bij de<br />

ballingschap. Als de HEER bevrijdt, is dat een boodschap voor de volken:<br />

‘De HEER heeft voor hen iets groots verricht’. Wie bevrijdt is, wordt tot<br />

boodschapper: ‘De HEER heeft ons wat groots gedaan’. Op deze<br />

boodschap <strong>van</strong> bevrijding mogen wij altijd pleiten: Zoals toen Heer, zo<br />

ook nu!<br />

Psalm 126 is een adventslied bij uitstek, het is een noodkreet die tegelijk<br />

een uiting <strong>van</strong> vertrouwen is. Breng leven in de doodse omstandigheden<br />

die zo vaak het resultaat <strong>van</strong> menselijk handelen zijn. Breng leven in de<br />

dorre woestijn en doe de wildernis jubelen en bloeien. Er is er maar een<br />

die dat kan en dat ben u, HEER, want zo doet u zich kennen.<br />

woensdag 12 dec.: Fillipenzen 1: 3-11<br />

Gods bevrijdend handelen is een boodschap, Gods bevrijdend handelen,<br />

maakt <strong>van</strong> ons boodschappers. Om een goede boodschapper te zijn<br />

moet je wel weten waarover het gaat. ‘Ik bid dat uw liefde blijft groeien<br />

door inzicht en fijnzinnigheid’ schrijft Paulus aan de gemeente <strong>van</strong> Filippi.<br />

Dat groeien en dat inzicht en fijnzinnigheid zijn geen doel in zich, ze<br />

leiden er toe dat je kunt onderscheiden waar het op aan komt. En ook<br />

dat is geen doel in zich. Inzicht en fijnzinnigheid bewerken een<br />

verscherpte blik, die verscherpte blik zuivert je doen en laten opdat je op<br />

de dag <strong>van</strong> <strong>Christus</strong> zuiver en onberispelijk zult zijn. Lijkt het erop dat je<br />

dat dan aan jezelf hebt te danken? Welnee, het zijn vruchten <strong>van</strong><br />

gerechtigheid, ont<strong>van</strong>gen dankzij Jezus <strong>Christus</strong>, ont<strong>van</strong>gen tot lof en eer<br />

<strong>van</strong> God.<br />

donderdag 13 dec.: Exodus 3: 1-10 – BEVRIJDING (1)<br />

De Heer is een bevrijder. De bevrijding uit Egypte is geen op zichzelf<br />

staande gebeurtenis, een stukje geschiedenis waar je wel of niet in<br />

geïnteresseerd kunt zijn. Gods ingrijpen in het slavenleven <strong>van</strong> het volk<br />

9


Israël laat zien wie hij is: ‘Ik heb de jammerklachten gehoord, ik heb het<br />

lijden gezien..’<br />

Dit is de God <strong>van</strong> Israël, de Eeuwige. Hij is de God die afdaalt om te<br />

bevrijden. Afdalen om te bevrijden – dat is precies waar het deze weken<br />

over gaat. Kijk om je heen, naar de jammerklachten en het lijden <strong>van</strong><br />

onze tijd, kijk naar het menselijk onvermogen om wereldwijd het goede<br />

te doen en proef dan de diepte <strong>van</strong> deze woorden: daarom ben ik<br />

afgedaald om te bevrijden.<br />

vrijdag 14 dec.: Ezra 1: 1-4 – BEVRIJDING (2)<br />

De HEER is een bevrijder. Net als de bevrijding uit Egypte is de bevrijding<br />

uit de ballingschap geen op zichzelf staande gebeurtenis is, een verhaal<br />

uit een ver verleden waarbij je je kunt afvragen of het nog steeds<br />

rele<strong>van</strong>t is. <strong>Het</strong> begin <strong>van</strong> Ezra klinkt officieel en plechtig, het is een<br />

passage uit een koninklijke kroniek. Maar er klinkt meer. Achter het<br />

handelen <strong>van</strong> de koning <strong>van</strong> Perzië staat God (vs. 2b). Bovendien gaat het<br />

hier om de vervulling <strong>van</strong> een profetie uitgesproken door Jeremia.<br />

Bijvoorbeeld:<br />

En:<br />

(Jer. 31: 7, 8b, 9a, 11-12a)<br />

Dit zegt de HEER:<br />

Juich <strong>van</strong> vreugde over Jakob,<br />

jubel aan het hoofd <strong>van</strong> alle volken,<br />

roep het uit, zing een lofzang:<br />

“De HEER heeft zijn volk gered,<br />

en wat er <strong>van</strong> Israël nog overbleef bevrijd.”<br />

Zij komen terug in tranen,<br />

ze heffen smeekbeden aan,<br />

en ik zal hen leiden.<br />

Want de HEER verlost het volk <strong>van</strong> Jakob,<br />

hij bevrijdt hen uit de hand die sterker was dan zij.<br />

Zij komen juichend naar de Sion,<br />

stralend <strong>van</strong> vreugde om de gaven <strong>van</strong> de HEER.<br />

(Jer. 33: 19-26)<br />

De HEER richtte zich tot Jeremia: ‘Dit zegt de HEER: Als mijn<br />

verbond met de dag en de nacht kon worden tenietgedaan,<br />

zodat de dag en de nacht niet meer op tijd zouden<br />

aanbreken, dan zou ook mijn verbond met mijn dienaar<br />

David kunnen worden tenietgedaan. Dan zou er geen<br />

nakomeling <strong>van</strong> David op zijn troon zitten. Dan zou ook mijn<br />

verbond met mijn dienaren de Levitische priesters kunnen<br />

10


worden verbroken. Ontelbaar zijn de sterren aan de hemel en<br />

de zandkorrels aan de zee, even ontelbaar zal ik de<br />

nakomelingen maken <strong>van</strong> mijn dienaar David en <strong>van</strong> de<br />

Levieten die mij dienen. De HEER richtte zich tot Jeremia:<br />

‘Heb je gehoord wat de mensen zeggen? “De HEER heeft de<br />

twee volken die hij had uitgekozen, verworpen.” Ze schrijven<br />

mijn volk af en zien het niet langer als een volk. Maar dit zegt<br />

de HEER: Ik heb een verbond met de dag en de nacht<br />

gesloten en de hemel en de aarde aan vaste wetten<br />

onderworpen. Zomin als ik die zal verwerpen, zal ik het<br />

nageslacht <strong>van</strong> Jakob en <strong>van</strong> mijn dienaar David verwerpen.<br />

Ik zal altijd een <strong>van</strong> zijn nakomelingen laten heersen over het<br />

nageslacht <strong>van</strong> Abraham, Isaak en Jakob. Ik zal hun lot ten<br />

goede keren en mij over hen ontfermen.’<br />

<strong>Het</strong> slot <strong>van</strong> Jer. 33 geeft een prachtige parallel aan, namelijk tussen aan<br />

de ene kant het verbond <strong>van</strong> de HEER met dag en nacht en aan de<br />

andere kant het verbond met David. Net zo min als God de door hemzelf<br />

geschapen afwisseling <strong>van</strong> dag en nacht te niet zal doen, zal hij afzien <strong>van</strong><br />

zijn keuze voor zijn volk.<br />

In het eerste hoofdstuk <strong>van</strong> Ezra, lezen we hoe de HEER zich aan zijn<br />

beloften houdt.<br />

zaterdag 15 dec.: Ezechiël 34: 11-16 – BEVRIJDING (3)<br />

De HEER is een bevrijder. In Ezechiël lees je hoe God bevrijding brengt<br />

door zelf de herder <strong>van</strong> de schapen te worden: ‘Ik zal zelf naar mijn<br />

schapen omzien. Ik zal naar mijn schapen op zoek gaan en ze redden uit<br />

alle plaatsen waarheen ze zijn verdreven. Ik zal ze naar eigen land laten<br />

terugkeren. Ik zelf zal mijn schapen weiden en ze laten rusten.’<br />

Een citaat uit Jeremia 31 (waar ook gisteren naar verwezen werd):<br />

Volken, luister naar de woorden <strong>van</strong> de HEER, vertel het verder op de<br />

verste eilanden: Hij die Israël verstrooid heeft, zal het samenbrengen en<br />

het hoeden, zoals een herder zijn kudde (vs. 10).<br />

En uit Johannes 11: Ik ben de goede herder. Een goede herder geeft zijn<br />

leven voor de schapen. Een huurling, iemand die geen herder is, en die<br />

niet de eigenaar <strong>van</strong> de schapen is, laat de schapen in de steek en slaat<br />

op de vlucht zodra hij een wolf ziet aankomen. De wolf valt de kudde aan<br />

en jaagt de schapen uiteen; de man is een huurling en de schapen kunnen<br />

hem niets schelen. Ik ben de goede herder. Ik ken mijn schapen en mijn<br />

schapen kennen mij, zoals de Vader mij kent en ik de Vader ken. Ik geef<br />

mijn leven voor de schapen (vs. 11-15).<br />

Een bevrijdend beeld, deze boodschap <strong>van</strong> de goede herder.<br />

11


Lied <strong>van</strong> Ezechiël<br />

Toen ik daar zat, verweesd en zonder lied,<br />

aan Babels stromen. Toen ik daar verloren<br />

kroop langs de wegen <strong>van</strong> dat doodsgebied,<br />

vloekend de nacht waarin ik werd geboren.<br />

Toen ik Hem zag in zijn metalen licht,<br />

in storm <strong>van</strong> wolken morgenlicht doorschenen,<br />

mensengestalte, stralend vergezicht –<br />

en ik viel neer, voor wie? Daar in den vreemde.<br />

Toen Hij mij riep: Sta op, o mensenkind.<br />

En ik stond op, rechtovereind, en hoorde<br />

vleugels <strong>van</strong> vuur en adem, nieuw bewind.<br />

En ik verstond de eens gegeven woorden:<br />

dat Hij zijn volk bevrijdt, zijn huis herbouwt,<br />

dat Hij ons dor gebeente doet herleven,<br />

dat Hij zijn maaksel vast in handen houdt,<br />

dat in zijn boek mijn dagen staan geschreven.<br />

Die mij tot stem en wachter heeft gemaakt<br />

dat ik zijn Naam zou roepen in uw oren,<br />

mensen der aarde, zo ontheemd geraakt.<br />

Die is uw God. Hij laat u niet verloren.<br />

Huub Oosterhuis<br />

(Ezechiël 1; 2: 1; 3: 17; 37: 1-3)<br />

12


ADVENT III – BAAN DE WEG<br />

Zondag 16 dec.: Lucas 3: 7-18<br />

De Bijbel laat het openbare optreden<br />

Johannes de Doper beginnen met een<br />

verwijzing naar Jesaja 40 (zie Lucas 3: 4-6,<br />

Matteüs 3: 3). Zie hem daar staan, een man<br />

met een ruwe mantel <strong>van</strong> kameelhaar, een<br />

man die zich voedt met sprinkhanen en wilde<br />

honing. Zijn boodschap is even ongepolijst als<br />

hijzelf beschreven wordt. Hij spreekt zijn<br />

toehoorders aan met ‘adderengebroed’. Hij<br />

ontkracht het belang <strong>van</strong> datgene waaraan zij<br />

hun identiteit ontlenen, namelijk dat ze kinderen <strong>van</strong> Abraham zijn. De<br />

bijl ligt aan de wortel <strong>van</strong> de boom, zegt hij, want iedere boom die geen<br />

goede vruchten draagt wordt omgehakt en verbrand. Een echte<br />

donderprediker, zo lijkt het. Maar de mensen horen wat hij bedoeld.<br />

‘Wat moeten wij doen? vragen ze hem, en: ‘bent u de messias?’<br />

Nee, Johannes is de messias niet, hij is de boodschapper, de<br />

kwartiermaker, de wegbereider. “Maak de weg <strong>van</strong> de Heer gereed,<br />

maak recht zijn paden! Iedere kloof moet worden gedicht, elke berg en<br />

heuvel geslecht, kromme wegen recht gemaakt, hobbelige wegen<br />

geëffend” In de praktijk betekent dat: ‘Wie twee stel onderkleren heeft,<br />

moet delen met wie er geen heeft, wie eten heeft moet hetzelfde doen.’<br />

En als je tollenaar bent: ‘Vorder niet meer dan wat je is opgedragen.’ Of<br />

soldaat: ‘Jullie mogen niemand afpersen, en je ook niet laten omkopen’.<br />

Concrete antwoorden, die zich nog altijd naar de praktijk laten vertalen.<br />

maandag 17 dec.: Sefanja 3: 14-20<br />

Sefanja is de boodschapper <strong>van</strong> ´De dag <strong>van</strong> de HEER´. Op die dag zal de<br />

HEER een offermaaltijd houden, waarbij hij zijn genodigden zal heiligen.<br />

Op diezelfde dag echter zal hij ook ieder straffen die zich overgeeft aan<br />

geweld en bedrog (Sef. 1: 7-9). De boodschap <strong>van</strong> Sefanja is, los <strong>van</strong> die<br />

ene beloftevolle zin over het ‘heiligen <strong>van</strong> de genodigden’, aan<strong>van</strong>kelijk<br />

vol <strong>van</strong> verwijten. ‘Alles zal ik <strong>van</strong> de aardbodem wegvagen’ (1: 2). En:<br />

‘Kom tot jezelf, voordat de brandende toorn <strong>van</strong> de HEER zich tegen je<br />

keert. Zoek de HEER, misschien blijven jullie dan gespaard’ (2: 1-3). In de<br />

loop <strong>van</strong> hoofdstuk 3 verandert de toon. <strong>Het</strong> wordt ingezet met het<br />

woordje ‘dan’: ‘Dan – op dat moment, als mijn toorn en mijn laaiende<br />

woede over de volken is uitgestort – dan zal ik de lippen <strong>van</strong> de volken<br />

13<br />

DE WEG BANEN: een<br />

doorgang voor jezelf of<br />

iemand anders maken<br />

WEGBEREIDER: iemand<br />

die belast is met de<br />

voorbereiding, de<br />

organisatie <strong>van</strong> iets<br />

geheel nieuws; voorloper,


ein maken’ (3: 8-9). Met reine lippen, geheiligd door haar gastheer, kan<br />

het volk zingen: ‘Jubel, vrouwe Sion, zing <strong>van</strong> vreugde, Israël’.<br />

<strong>Het</strong> is profeten eigen dat ze hun luisteraars de waarheid aanzeggen. Ze<br />

zijn boodschappers <strong>van</strong> de waarheid. En die waarheid is: bekeer je. Wil<br />

je werkelijk gericht zijn op het koninkrijk <strong>van</strong> God laat je dan niet binden<br />

door de duisternis, maar verwacht de komst des Heren:<br />

Bereid dan voor zijn voeten<br />

de weg die Hij zal gaan;<br />

wilt gij uw Heer ontmoeten,<br />

zo maak voor Hem ruim baan.<br />

14<br />

Hij komt, - bekeer u nu,<br />

verhoog de dalen, effen<br />

de hoogten die zich heffen<br />

tussen uw Heer en u.<br />

dinsdag 18 dec.: Psalm 85<br />

Hebben wij wel in de gaten hoezeer de exodus uit Egypte en de<br />

terugkeer uit de ballingschap beelden zijn <strong>van</strong> Gods verlossend en<br />

bevrijdend handelen? Geen verleden tijd, altijd actueel. <strong>Het</strong> zijn de grote<br />

daden <strong>van</strong> de HEER, en als je Bijbelse woorden rond deze gebeurtenissen<br />

leest en proeft en overdenkt en laat bezinken, ga je steeds meer de<br />

betekenis er <strong>van</strong> inzien. Psalm 85 is een geliefde psalm. <strong>Het</strong> is een psalm<br />

die de diepste emoties <strong>van</strong> Advent verwoordt: Zoals toen, HEER, zo ook<br />

nu! ‘Breng ons weer tot leven, dan zullen wij ons in u verheugen.‘ (vs. 7).<br />

Waar de HEER gaat, daar ís het leven. ‘<strong>Het</strong> recht gaat voor God uit en<br />

baant voor hem de weg’ (vs. 14).<br />

woensdag 19 dec.: Fillipenzen 4: 4-9<br />

Zoals op alle woensdagen <strong>van</strong> dit rooster ook nu een lezing uit een <strong>van</strong><br />

de nieuwtestamentische brieven. En ook nu weer een brieffragment dat<br />

blij en licht <strong>van</strong> toon is. Kernwoorden: vreugde, vriendelijkheid,<br />

onbezorgd, dankbaar, vrede. Is dat andere koek dan de donderpreek <strong>van</strong><br />

Johannes de Doper (maandag) of de profetische verwijten <strong>van</strong> Sefanja<br />

(dinsdag)? Nee, want profetische zweepslagen zijn altijd gericht op<br />

herstel. En herstel brengt jubel voort. Laat dus de Heer uw vreugde<br />

blijven. De Heer is nabij. Bereid de weg die hij zal gaan.<br />

donderdag 20 dec.: Lucas 1:26-38 – BEZOEK (4)<br />

Een boodschap voor Maria. Om te beginnen een groet: Ave Maria, gratia<br />

plena. ‘Gegroet, Maria, je bent begenadigd, de Heer is met je’.<br />

Vervolgens de boodschap: ‘Je zult zwanger worden en een zoon baren’.<br />

Dan de nadere uitleg: ‘Hij zal een groot man worden en Zoon <strong>van</strong> de<br />

Allerhoogste worden genoemd, en God de Heer, zal hem de troon <strong>van</strong><br />

zijn vader David geven. Tot in eeuwigheid zal hij koning zijn over het volk<br />

<strong>van</strong> Jakob, en aan zijn koningschap zal geen einde komen.’ Vervolgens<br />

het antwoord op de vraag naar het hoe <strong>van</strong> dit alles: ‘De heilige Geest zal<br />

over je komen en de kracht <strong>van</strong> de Allerhoogste zal je als een schaduw


edekken. Daarom zal het kind heilig worden genoemd, en Zoon <strong>van</strong><br />

God.’<br />

Er valt veel over Maria te fantaseren. <strong>Het</strong> weinige wat hier over haar<br />

wordt gezegd is genoeg: ze schrok hevig toen ze de engel zal en zijn groet<br />

hoorde (vs. 29). Ze vraagt door, hoe kan een maagd zwanger zijn? En als<br />

ze de uitleg heeft gehoord stelt ze zich beschikbaar: ‘De Heer wil ik<br />

dienen: laat er met mij gebeuren wat u hebt gezegd.’<br />

vrijdag 21 dec.: Matteüs 1: 18-24 – BEZOEK (5)<br />

Een boodschap voor Jozef: je lief is zwanger. Inderdaad, het kind is niet<br />

<strong>van</strong> jou, maar jij moet wel de verantwoordelijkheid op je nemen. Zorg<br />

voor vrouw en kind en geef het kind zijn naam. Jezus moet hij heten en:<br />

Immanuël. Jezus omdat hij zijn volk zal bevrijden <strong>van</strong> hun zonden.<br />

Immanuël omdat dat betekent: ‘God met ons’.<br />

Er valt veel over Jozef te fantaseren. <strong>Het</strong> weinige wat hier over hem<br />

wordt gezegd is voldoende: hij is een rechtschapen mens en hij wil Maria<br />

niet in opspraak brengen (vs. 19). En als hij de boodschap <strong>van</strong> de engel<br />

tot zich laat doordringen, stelt hij zich beschikbaar: hij nam Maria bij zich<br />

als vrouw en gaf het kind een naam, Jezus.<br />

zaterdag 22 dec.: Lucas 1:39-45 – BEZOEK (6)<br />

Twee vrouwen, twee bijzondere zwangerschappen. Als ze elkaar<br />

ontmoeten roert het kind <strong>van</strong> Elisabet zich, het ‘sprong op in haar<br />

schoot’. <strong>Het</strong> kind, dat later ‘als een bode voor God zal uitgaan’ (Lukas 1:<br />

17), geeft nu al een duidelijke boodschap af. Hij brengt Elisabet tot het<br />

inzicht dat Maria de meest gezegende <strong>van</strong> alle vrouwen is, dat zij de<br />

moeder <strong>van</strong> ‘mijn Heer’ is.<br />

Zend ons een engel in de nacht<br />

als alles ons een raadsel is,<br />

als ons de zekerheid en kracht<br />

ontvallen in de duisternis.<br />

Zend ons een engel ieder uur<br />

dat ons ontvoert <strong>van</strong> u <strong>van</strong>daan,<br />

wanneer wij voor de blinde muur<br />

<strong>van</strong> uw geheime plannen staan.<br />

Zend ons<br />

Michel <strong>van</strong> der Plas<br />

15<br />

Zend ons een engel met uw licht<br />

in onze slaap, de metgezel<br />

die troost brengt in het vergezicht<br />

<strong>van</strong> God met ons, Emmanuel.<br />

Zend ons in hem de zekerheid<br />

dat u ons zelf bezoeken zult<br />

en bij ons wonen in uw tijd,<br />

en leer ons wachten met geduld.


ADVENT IV, KERST – DE NAAM<br />

Zondag 23 dec.: Hebreeën 10: 5-10<br />

Nauw verbonden met de vierde Advent is de<br />

volgende passage uit Jesaja:<br />

Hemel, laat gerechtigheid neerregenen,<br />

laat haar neerstromen uit de wolken,<br />

en laat de aarde zich openen.<br />

Laten hemel en aarde redding voortbrengen<br />

en ook het recht doen ontspruiten.<br />

Ik, de HEER, heb dit alles geschapen.<br />

De woorden zijn dringend <strong>van</strong> toon: Alsjeblieft, dóe het! We kunnen niet<br />

zonder, we redden het zelf niet.<br />

Tegen de achtergrond <strong>van</strong> deze noodkreet komen <strong>van</strong>daag de woorden<br />

uit Psalm 40 tot klinken, de schrijver <strong>van</strong> Hebreeën legt ze <strong>Christus</strong> in de<br />

mond, omdat hij <strong>Christus</strong> er in herkent: ‘Hier ben ik. Ik ben gekomen,<br />

God, om uw wil te doen’.<br />

maandag 24 dec.: Psalm 2<br />

De vooravond <strong>van</strong> Kerst. Vanavond of <strong>van</strong>nacht wordt op tal <strong>van</strong><br />

plaatsen de kerstnachtdienst gehouden. In veel <strong>van</strong> die diensten zal<br />

Psalm 2 klinken, want sinds eeuwen begint de viering in de kerstnacht<br />

met deze psalm. Tegenover het rumoer <strong>van</strong> de naties en het woeden <strong>van</strong><br />

de volken – hoe herkenbaar, nog altijd – staat de soevereine reactie <strong>van</strong><br />

hem die in de hemel troont. Zo spreekt de HEER: ‘Jij bent mijn zoon, ik<br />

heb je <strong>van</strong>daag verwekt. Vraag het mij en ik geef je de volken in bezit, de<br />

einden der aarde in eigendom.’<br />

Al heel snel hebben de christenen in deze Psalm Jezus <strong>Christus</strong> herkend.<br />

Petrus citeert de psalm (Handelingen 4: 23-28). Paulus doet hetzelfde<br />

(Handelingen 13: 33). In Hebreeën gebeurt het ook (1: 5 en 5: 5) en ook<br />

in Openbaring komt de psalm tot klinken (bijv. 11: 15 en 18, 12: 5 en 19:<br />

15). Geen wonder dat deze psalm in de kerstnacht terecht kwam, een<br />

krachtig getuigenis over de betekenis <strong>van</strong> deze nacht, een ijzersterke<br />

inzet <strong>van</strong> de viering <strong>van</strong> Gods openbaring in Jezus <strong>Christus</strong>:<br />

16<br />

NAAM: woord waarmee<br />

een persoon of zaak<br />

aangeduid wordt;<br />

figuurlijk: vermaardheid;<br />

bekendheid


KERST<br />

‘Jij bent mijn zoon,<br />

ik heb je <strong>van</strong>daag verwekt.<br />

Vraag het mij en ik geef je de volken in bezit,<br />

de einden der aarde in eigendom.<br />

Jij kunt ze breken met een ijzer staf,<br />

ze stukslaan als een aarden pot’.<br />

dinsdag 25 dec.: Lucas 2: 1-20<br />

Hij ís gekomen, om Gods wil te doen.<br />

Is het wel eens opgevallen dat de pasgeborene in Lucas 2 naamloos is?<br />

Dat wil zeggen, zonder persoonsnaam. <strong>Het</strong> kind wordt benoemd met<br />

uitdrukkingen als: ‘een zoon’, ‘haar eerstgeborene’, ‘jullie redder’, ‘de<br />

messias’, ‘de Heer’, ‘een pasgeboren kind’, ‘het kind’. Sprekende en<br />

veelzeggende aanduidingen, stuk voor stuk. Loop ze langs, en vraag je af<br />

wat ze zeggen over die kleine hummel in de voederbak.<br />

woensdag 26 dec.: Titus 2: 11-14<br />

Dit is de kern <strong>van</strong> het kerstfeest: Gods genade is openbaar geworden tot<br />

redding <strong>van</strong> alle mensen. In andere woorden:<br />

For the grace of God that bringeth salvation hath<br />

appeared to all men<br />

Want de genede fan God, dy’t alle minsken heil<br />

bringt, is op ierde ferskynd<br />

Apparuit enim gratia Dei Salvatoris nostri omnibus<br />

hominibus<br />

Want de salichmakende genade Godts, is verschenen<br />

allen menschen<br />

Car la grâce de Dieu, source de salut pour tous les<br />

hommes, a été manifestée<br />

17


Want verschenen is Gods genade als redding voor<br />

alle mensen<br />

Denn es ist erschienen die heilsame gnade Gottes allen<br />

Menschen<br />

Want de genade Gods is verschenen, heilbrengend<br />

voor alle mensen<br />

La gracia de Dios se ha manifestado para salvación a<br />

toda la humanidad<br />

God zien genoade kwam ja opdoagen as n oetkomst<br />

veur ale mensken<br />

Ибо явилась благодать Божия, спасительная для<br />

всех человеков<br />

donderdag 27 dec.: Matteüs 1: 20b-23 – BEVRIJDING (4)<br />

De naam <strong>van</strong> de baby <strong>van</strong> de kerstnacht was geen vrije keuze <strong>van</strong> Maria<br />

en Jozef. Beiden hadden gehoord: zijn naam moet Jezus zijn, Maria <strong>van</strong><br />

de engel (Lucas 1, 31), Jozef in een droom. Want, zo luidt de uitleg: hij zal<br />

zijn volk bevrijden <strong>van</strong> hun zonden.<br />

De naam Jezus komt, via het Latijn en het Grieks, <strong>van</strong> het Hebreeuwse<br />

Jesjoea, dat betekent: JHWH is [geeft] redding. Jezus is precies dat wat je<br />

hoort als je zijn naam zegt: redder, bevrijder.<br />

vrijdag 28 dec.: Johannes 8: 31-36 – BEVRIJDING (5)<br />

Om bevrijdt te kunnen worden moet je wel eerst onvrij zijn, ge<strong>van</strong>gen,<br />

slaaf, eigendom <strong>van</strong> een ander. Nakomelingen <strong>van</strong> Abraham zijn geen<br />

slaaf, zeggen de mensen als Jezus stelt dat ze bevrijdt moeten worden,<br />

waarom zouden ze bevrijdt moeten worden? Maar dat nakomelingschap<br />

<strong>van</strong> Abraham is in dit geval niet <strong>van</strong> belang, antwoordt Jezus. Net zoals<br />

eerder Johannes de Doper deed, schuift hij deze verwantschap aan de<br />

kant (vgl. Lucas 3: 8), op dit moment is dat niet <strong>van</strong> belang, kun je er<br />

geen rechten aan ontlenen. Pas wanneer de Zoon je vrijmaakt, zul je voor<br />

eeuwig vrij zijn. ‘De Zoon’ zegt hij tegen al die andere zonen en dochters.<br />

Want het gaat niet om de wijze waarop jullie verwant zijn, maar om de<br />

manier waarop ik dat ben.<br />

18


zaterdag 29 dec.: Galaten 5: 13-24- BEVRIJDING (6)<br />

De brief aan de Galaten begint zo: ‘Genade zij u en vrede <strong>van</strong> God, onze<br />

Vader, en <strong>van</strong> onze Heer Jezus <strong>Christus</strong>, die zichzelf gegeven heeft voor<br />

onze zonden om ons te bevrijden uit deze door het kwaad beheerste<br />

wereld’.<br />

Tegen de achtergrond <strong>van</strong> die woorden klinkt het stukje <strong>van</strong> <strong>van</strong>daag<br />

extra krachtig: jullie zijn geroepen om vrij te zijn. Dus: <strong>Christus</strong> heeft je<br />

bevrijdt, wees dan ook vrij! En vat ‘vrijheid’ op de juiste manier op. Dat<br />

wil zeggen: vrijheid is niet lekker doen wat je zelf uitkomt, want de ware<br />

vrijheid wordt belichaamd in de woorden ‘Heb uw naaste lief als uzelf’.<br />

Immers, de hele wet is vervuld in die uitspraak, gedaan door Jezus zelf,<br />

de <strong>Christus</strong> die ons bevrijd.<br />

Zo is de cirkel rond, een volmaakte cirkel, die alleen dankzij de Messias<br />

zó volmaakt kan zijn.<br />

De naam<br />

Vaak in het<br />

duister<br />

zeg ik<br />

zijn Naam.<br />

In wat ik fluister<br />

neemt Hij<br />

mij aan<br />

Geert Bogaart<br />

(1908-1990)<br />

19


KERSTTIJD: WERELDWIJD<br />

zondag 30 dec.: Hebreeën 1: 1-12<br />

In het sprak God door de profeten verleden<br />

door de profeten, <strong>van</strong>af Kerst spreekt hij door<br />

zijn Zoon.<br />

<strong>Het</strong> begin <strong>van</strong> Hebreeën is bijna hymnisch <strong>van</strong><br />

toon:<br />

In de Zoon schittert Gods luister.<br />

Hij is zijn evenbeeld,<br />

hij schraagt de schepping met zijn machtig woord;<br />

hij heeft, na de reiniging der zonden te hebben voltrokken,<br />

plaatsgenomen<br />

aan de rechterzijde <strong>van</strong> Gods majesteit,<br />

ver verheven boven de engelen.<br />

<strong>Het</strong> is alsof er een schilderij wordt beschreven, goudkleurig, schitterend,<br />

majestueus.<br />

Alleen tegen deze Zoon heeft God ooit gezegd: Jij bent mijn zoon, ik heb<br />

je <strong>van</strong>daag verwekt (Psalm 2).<br />

Vergelijk de aanhef <strong>van</strong> de Geloofsbelijdenis <strong>van</strong> Nicea:<br />

Wij geloven in één Heer Jezus <strong>Christus</strong>,<br />

De eniggeboren Zoon <strong>van</strong> God,<br />

geboren uit de Vader vóór alle eeuwen,<br />

God uit God,<br />

Licht uit licht,<br />

waarachtig God uit waarachtig God;<br />

geboren,<br />

niet geschapen,<br />

één <strong>van</strong> wezen met de Vader;<br />

door Hem zijn alle dingen geworden.<br />

maandag 31 dec.: Hebreeën 2: 10-18<br />

Hebreeën is een Bijbelboek waarin in feite gebeurd wat Jezus na zijn<br />

Opstanding de Emmaüsgangers duidelijk wilde maken: er wordt<br />

uitgelegd wat er in de Schriften over Jezus geschreven is en hoe dat<br />

vervuld werd. In hoofdstuk 2 wordt met een beroep op Psalm 8 gezegd<br />

dat alles aan <strong>Christus</strong> onderworpen is (vs. 6-8). Dat is misschien nog niet<br />

20<br />

WERELDWIJD: verspreid<br />

over de hele wereld;<br />

overal,<br />

wereldomspannend<br />

GRENZELOOS: eindeloos,<br />

mateloos, onbegrensd,<br />

onbeperkt, onmetelijk,


te zien (vs. 8) maar de Zoon is mens geworden om ‘uw naam bekend te<br />

maken aan mijn broeders en zusters’ (Psalm 22: 23).<br />

dinsdag 1 januari: Lucas 2: 21<br />

1 januari: nieuwjaarsdag. Veel heil en zegen gewenst, lezer!<br />

Overigens: voordat nieuwjaarsdag op 1 januari viel was het al een<br />

bijzondere dag. 1 januari is namelijk de dag waarop Jezus’ besnijdenis en<br />

naamgeving gevierd wordt.<br />

Besnijdenis: De Zoon <strong>van</strong> God is mens geworden, zijn broeders en<br />

zusters in alles gelijk. Dus wordt hij op de 8 ste dag besneden, teken<br />

<strong>van</strong> het verbond <strong>van</strong> God met het volk Abraham en zijn<br />

nakomelingen (Genesis 17: 12). Dit kind is een kind als alle andere<br />

joodse kinderen.<br />

Naam: <strong>Het</strong> kind <strong>van</strong> Kerst is Jezus, JHWH is [geeft] redding. Dit kind<br />

is totaal anders dan alle andere joodse kinderen.<br />

woensdag 2 januari: Lucas 2: 22-39<br />

Volgens voorschrift gaan Maria en Jozef na verloop <strong>van</strong> tijd naar de<br />

tempel, in de eerste plaats in verband met de afronding <strong>van</strong> haar<br />

reiniging, na de bevalling (vergelijk Leviticus 12) en in de tweede plaats<br />

voor de wijding <strong>van</strong> Jezus (Exodus 13: 2 en 12). Maar dit mag dan de<br />

aanleiding zijn voor deze tempelgang <strong>van</strong> het jonge gezin, er gebeurt in<br />

de tempel meer dan dit. Twee mensen trekken de aandacht: Simeon, de<br />

man die uitzag naar de tijd dat God Israël vertroosting zou schenken, en<br />

Hanna, profetes en ondanks haar hoge leeftijd dagelijks in de tempel te<br />

vinden om God te dienen met vasten en bidden. Beide mensen krijgen<br />

Jozef en Maria en hun kind in het vizier. Ze zien meer dan een stel ouders<br />

met baby. Ze herkennen het kind en ze erkennen het.<br />

‘Mijn ogen hebben Gods redding gezien’, zegt de man die uitziet naar<br />

Gods vertroosting voor Israël, een licht dat over de grenzen <strong>van</strong> Israël<br />

straalt. En de vrouw die profetes is, spreekt over het kind met allen die<br />

uitzien naar de bevrijding <strong>van</strong> Jeruzalem.<br />

donderdag 3 januari: Matteüs 2:1-12 – GRENZELOOS (1)<br />

In Jeruzalem, het politieke en religieuze centrum <strong>van</strong> Israël, komen<br />

reizigers aan. <strong>Het</strong> zijn magiërs uit oostelijke landen. Ze jagen Herodes,<br />

vazalkoning onder de Romeinen, de stuipen op het lijf door te vragen<br />

naar de pasgeboren Koning <strong>van</strong> de Joden. En wonderlijk genoeg roept<br />

deze Herodes ‘hogepriesters en schriftgeleerden <strong>van</strong> het volk’ bij zich als<br />

adviseurs en vraagt hen waar de messias geboren zal worden. Een<br />

veelzeggende interpretatieslag, die overigens al iets eerder is ingezet.<br />

21


Want deze magiërs zijn door een ster op het juiste spoor gezet. Die ster<br />

kennen we uit Numeri 24:17:<br />

Een ster komt op uit Jakob,<br />

een scepter uit Israël.<br />

Hij verbrijzelt Moab de slapen,<br />

de kinderen <strong>van</strong> Set slaat hij neer.<br />

De magiërs vinden het kind, op aanwijzen <strong>van</strong> de hogepriesters en<br />

schriftgeleerden en geleid door de ster. Ze werpen zich neer om het kind<br />

te aanbidden en geven het koninklijke geschenken.<br />

vrijdag 4 januari: Jesaja 60:1-6 - GRENZELOOS (2)<br />

Was het bezoek <strong>van</strong> de magiërs uit het oosten verrassend? Was het een<br />

wonder dat ze in het kind de koning zagen die hij was? Al heel vroeg<br />

herkenden de christenen in de komst <strong>van</strong> de magiërs de vervulling <strong>van</strong><br />

oudtestamentische profetieën. Jesaja 60 bijvoorbeeld, waar wordt<br />

beloofd dat volken en koningen <strong>van</strong> verre zullen komen. Met een vloed<br />

aan kamelen, met wierook en goud. En met als gevolg dat ook deze<br />

vreemdelingen <strong>van</strong> verre erbij horen en de roemrijke daden <strong>van</strong> de HEER<br />

verkondigen.<br />

zaterdag 5 januari: Psalm 72 - GRENZELOOS (3)<br />

Ook psalm 72 wordt weerspiegeld in de komst <strong>van</strong> de magiërs. In deze<br />

psalm over de Messiaanse koning gaat het o.a. over koningen <strong>van</strong> verre,<br />

die naar de grote koning, de Messiaanse vorst toe komen om hem eer te<br />

bewijzen. Ze werpen zich voor hem neer, ze geven hem geschenken,<br />

waaronder goud <strong>van</strong> Seba. <strong>Het</strong> rijk <strong>van</strong> deze koning is niet langer aan<br />

grenzen gebonden. Voor deze koning ligt de hele wereld open.<br />

EPIFANIE<br />

zondag 6 januari: Efeze 3:1-12<br />

Paulus schrijft over een <strong>mysterie</strong>, een geheimenis (NBG 1951), een<br />

verborgenheid (Statenvertaling), een heilsgeheim (Naardense Bijbel). Dit<br />

<strong>mysterie</strong> <strong>van</strong> <strong>Christus</strong> is: de heidenen delen in de belofte en in het werk<br />

<strong>van</strong> <strong>Christus</strong>.<br />

De magiërs uit het oosten waren de eersten die <strong>van</strong> over de grens<br />

kwamen. Paulus zat er middenin, als ´apostel <strong>van</strong> de heidenen´. Wij<br />

22


ondervinden het aan den lijve, met onze [hoogstwaarschijnlijke] nietjoodse<br />

afkomst.<br />

Zo maken we deel uit <strong>van</strong> dit <strong>mysterie</strong>, samen met de magiërs uit het<br />

oosten, samen met de mensen in Efeze aan wie Paulus schreef, samen<br />

met heel de kerk <strong>van</strong> alle tijden en plaatsen, <strong>van</strong> welke kant <strong>van</strong> de grens<br />

ook gekomen. Dat is de wijsheid <strong>van</strong> God, het eeuwenoude plan dat in<br />

<strong>Christus</strong> Jezus verwezenlijkt is.<br />

Uw rijk kome<br />

Verdedig uw evenbeeld in ons<br />

en schenk ons de kracht<br />

niets god te noemen<br />

buiten U.<br />

Uw naam,<br />

uw werkelijkheid<br />

uw wezen<br />

zij het enige dat telt.<br />

Want alleen waar Gij heerst<br />

worden mensen groot.<br />

Eugen Drewerman<br />

23


© Steunpunt Liturgie/Anje de Heer<br />

Steunpunt Liturgie<br />

Kon. Wilhelminalaan 3-5<br />

3818 HN Amersfoort<br />

t. 033-4569892 (dinsdagavond 19.00-20.00 uur; uitgezonderd schoolvakanties<br />

Midden-Nederland)<br />

e. liturgie@gkv.nl<br />

i. www.gkv.nl (via ’steunpunten’ naar ‘liturgie’)<br />

24

Hooray! Your file is uploaded and ready to be published.

Saved successfully!

Ooh no, something went wrong!