Untitled - The Cloud Collective
Untitled - The Cloud Collective
Untitled - The Cloud Collective
You also want an ePaper? Increase the reach of your titles
YUMPU automatically turns print PDFs into web optimized ePapers that Google loves.
Essay<br />
DEEL II: Deleuziaanse architectuurtheorie<br />
Architectuur en natuur<br />
die alleen esthetisch van waarde<br />
is, maar als planten ‘in’ de gevel,<br />
bereikbaar voor bewoners en ecologisch<br />
verbonden met de andere begroeiing.<br />
Verder nog het idee om een kas op<br />
te nemen op het dak van het complex<br />
en dit te combineren met kantoren,<br />
winkels, woningen, hotelkamers, een<br />
markthal, een distributiecentrum<br />
en een recyclecentrum waardoor een<br />
economisch, energetisch en educatief<br />
interessant model ontstaat dat ook<br />
nog een ruimtelijk wordt benut door<br />
het architectonische gebaar van de<br />
slingerende verbindende trap.<br />
Ten slotte het idee de stad te<br />
behandelen als schakering van sferen<br />
en uitdrukkingen die te doorlopen zijn<br />
als in een verhaal. Een stad dus waar<br />
het niet langer draait om de objectieve<br />
morfologie of typologie op basis van<br />
klassieke regels en verhoudingen,<br />
maar om de subjectieve stemming of<br />
sfeer.(97) De stemming die er voor<br />
zorgt dat ook het subject een nieuwe<br />
rol krijgt toebedeeld. ‘Het ding hult<br />
zich in een stemming, de maker (of<br />
gebruiker) komt in de stemming waarin<br />
het ding zich hult, het ding hult<br />
zich in de stemming waarin de maker<br />
komt. De stemming omhult object en<br />
subject.’(98) Een stemming of sfeer<br />
is dus iets tussen subject en object<br />
in, ze is niet relationeel maar de<br />
relatie zelf.(99) Het veronderstelt<br />
gebouwen die effecten of affecten<br />
genereren die tot uitdrukking komen<br />
aan het oppervlak. Natuurlijk is<br />
dit idee geïnspireerd op Adolf Loos;<br />
wanden zijn dus slechts dragers<br />
van de bekleding die de effecten<br />
en affecten genereert, maar ik wil<br />
ook terugverwijzen naar Deleuzes<br />
behandeling van de schilderkunst. In<br />
dit idee kan materialiteit namelijk<br />
niet langer los worden gezien van de<br />
reflecties en lichteffecten die erop<br />
inspelen. De architectuur weigert<br />
een definitieve vorm aan te nemen en<br />
materialiseert als het ware het moment<br />
of de gebeurtenis. Zo’n gebeurtenis<br />
draait zoals beschreven niet om<br />
universele essenties, betekenissen<br />
en waarheden die onder de oppervlakte<br />
Naar lessen van het<br />
maniërisme en Deleuze<br />
zou de geschiedenis<br />
kunnen worden gebruikt<br />
als bron voor nieuwe<br />
inventies.<br />
P 34<br />
Het idee bestaat dus<br />
uit een maniëristische<br />
factor [de vrijheid om<br />
te ontsnappen aan de<br />
klassieke antropomorfe<br />
schoonheidsregels] die<br />
wordt gecombineerd met<br />
de barokke herontdekking<br />
van expressieve dynamiek<br />
en sensualiteit die<br />
in de door maniera<br />
gekenmerkte esthetische<br />
code uitgesloten waren.<br />
van het schilderij zitten, maar<br />
werkt juist aan de oppervlakte; de<br />
materie werkt rechtstreeks in op ons<br />
brein en zenuwstelsel en vervormt en<br />
intensifieert ons lichamelijk leven; de<br />
kunst maakt het onzichtbare zichtbaar,<br />
het doet herkenbare zaken, beelden<br />
en clichés bevreemdend verschijnen.<br />
(100) Het idee bestaat dus uit een<br />
maniëristische factor [de vrijheid<br />
om te ontsnappen aan de klassieke<br />
antropomorfe schoonheidsregels] die<br />
wordt gecombineerd met de barokke<br />
herontdekking van expressieve<br />
dynamiek en sensualiteit die in de<br />
door maniera gekenmerkte esthetische<br />
code uitgesloten waren.(101) De<br />
sferen binnen een stad houden echter<br />
ook verband met de wijze waarop<br />
het stedelijk leven zich voltrekt.<br />
De sfeer is naast de effectieve en<br />
affectieve werking van oppervlaktes<br />
ook een kwestie van de activiteiten<br />
en de aanwezigheid van de bewoners.<br />
De sfeer dient te worden geleefd en<br />
moet voortdurend worden geproduceerd<br />
en in stand worden gehouden. Hiermee<br />
kom ik opnieuw terug op de opvatting<br />
dat architectuur zich zou moeten<br />
concentreren op zijn ‘milieux’;<br />
gebouw, plaats, gebruiksfunctie en<br />
gebruiker vormen één verweven sociaalruimtelijk<br />
proces.<br />
97: in Hocke, gustav rené, die welt als labyrinth<br />
maar ook in Bonito Oliva, Achille, L’ideologia del<br />
traditore. ‘Het maniërisme neigt tot het individuele<br />
en subjectieve experiment tegen de objectieve<br />
zekerheid van de renaissance’<br />
98: Wallis de Vries, Gijs, Piranesi en het idee van<br />
de prachtige stad P. 181<br />
99: Böhme, Gernot, aisthetik, vorlesungen uber<br />
aesthetik als allgemeine wahrnehmungslehre. Hier in<br />
Lehtovuori, Panu. OASE 77. P. 67)<br />
100: zie hoofdstuk: ‘schildekunst’<br />
101: Shearman, John, het manierisme. P. 211-213 ‘In de<br />
laatste helft van de zestiende eeuw onstaat een soort<br />
landschappen dat we met enige reden manierstische<br />
kunnen nomen. Dat waren de schilderijen van Paulus<br />
Bril , Coninxloo en de school van Frankenthal: een<br />
geabstraheerd, geïdealiseerd en gereconstrueerd<br />
wereldbeeld waarin de natuurlijk vormen – bomen of<br />
vlakken – bewust gracieuze rondingen krijgen, als<br />
die van een madonna van Parmigianino, en een al<br />
even gekunsteld koloriet. Geen blad beweegt. Aan<br />
het begin van de 17e eeuw ging het om de wind,<br />
lichtval, veranderingen, groei en contrasten in de<br />
natuur, vaak (zoals aanvankelijk bij Rubens) binnen<br />
overgeleverde maniëristische conventies.