Cultuurhistorische inventarisatie centrum Coevorden - Planviewer
Cultuurhistorische inventarisatie centrum Coevorden - Planviewer
Cultuurhistorische inventarisatie centrum Coevorden - Planviewer
Create successful ePaper yourself
Turn your PDF publications into a flip-book with our unique Google optimized e-Paper software.
<strong>Cultuurhistorische</strong> <strong>inventarisatie</strong> <strong>centrum</strong> <strong>Coevorden</strong>; gemeente <strong>Coevorden</strong> (provincie Drenthe)<br />
RAAP-rapport 968 / eindversie 07-01-2004<br />
R A A P<br />
schoutambt over Drenthe uitoefenen. Reeds in 1229 wist Rudolf het kasteel<br />
<strong>Coevorden</strong> opnieuw in bezit te krijgen. Toen hij echter in 1230 valselijk naar<br />
Hardenberg werkt gelokt, werd hij door bisschoppelijke soldaten gevangen genomen<br />
en vervolgens terechtgesteld (Tromp, 1985). In de jaren daarop volgend bleef de<br />
strijd tussen de verschillende partijen voortduren totdat Bisschop Otto III (1233-<br />
1249) vrede tot stand wist te brengen. Volgens Tromp (1985) werd echter gedurende<br />
de rest van de 13e eeuw en ook in de 14e eeuw weinig of geen bisschoppelijke<br />
(grafelijke) macht in Drenthe uitgeoefend. In de loop van de 14e eeuw wisten de<br />
kasteleins van <strong>Coevorden</strong> hun positie enorm te verstevigen, zodanig dat Reinoud IV<br />
van <strong>Coevorden</strong> op kon treden als de belangrijkste persoon in Drenthe en zijn moeder<br />
zich ‘vrouwe van Drenthe’ noemde (Tromp, 1985: 192-193). Met het aantreden<br />
van de Bisschop Frederik van Blankenheim kwam aan deze machtige positie echter<br />
een eind. Frederik wilde <strong>Coevorden</strong> en Drenthe weer onder zijn gezag brengen,<br />
maar Reinoud IV stribbelde tegen. Daarom ging de bisschop in 1395 over tot<br />
het beleg voor de stad <strong>Coevorden</strong>, veroverde deze en tenslotte ook het kasteel.<br />
In 1402 deed Reinoud IV definitief afstand van zijn rechten (Tromp, 1985) en<br />
daarmee ook van het kasteel als zijn verblijfplaats.<br />
Het kasteel<br />
Volgens Van Kalveen (1985) was het kasteel aanvankelijk in hout opgetrokken en<br />
werd het in 1412 vervangen door steenbouw, waarbij ook een stenen ringwal<br />
werd aangelegd. Hij baseert zich op Janssen (1972), die echter het jaartal 1402<br />
voor deze ingrijpende wijziging noemt op basis van een inscriptie in een steen<br />
die tijdens de restauratie van het kasteel is aangetroffen. Dat er tot 1412 een<br />
houten kasteel zou hebben gestaan, lijkt echter zeer onwaarschijnlijk. Reeds in<br />
de 12e en 13e eeuw werden verdedigbare woontorens in steen (tufsteen en na<br />
1150 vooral baksteen) opgetrokken (het kasteel van de bisschoppelijke dienstman<br />
in de stad Groningen bestond in de 13e eeuw reeds uit baksteen, evenals zovele<br />
steenhuizen van lokale machthebbers in de provincies Groningen en Friesland) en<br />
het is bijna ondenkbaar dat een belangrijk en machtig kasteel als dat te <strong>Coevorden</strong><br />
tot 1412 uit hout zou hebben bestaan. Bovendien zijn in het kasteel in haar<br />
huidige vorm nog de resten van een rechthoekige woontoren aanwezig die op<br />
grond van het gebruikte baksteenformaat (aangetroffen zijn: 31,5x7,5 cm, 31x8<br />
cm, 30x8 cm en 29x8 cm; de breedte kon niet worden vastgesteld maar zal rond<br />
de 15 cm schommelen) uit de 13e eeuw dateren. (In de nabij <strong>Coevorden</strong> gelegen<br />
motte de Klinkenberg te Gees zijn wel sporen van een houten gebouw gevonden;<br />
een tufsteenfase en baksteenfase heeft dit gebouw vervolgens niet gekend (Van<br />
Doesburg, in voorbereiding en mondelinge mededeling) De desbetreffende motte<br />
is echter in omvang en status niet vergelijkbaar met die te <strong>Coevorden</strong>.) De<br />
vroegste vermelding van het Coevorder kasteel dateert uit 1143. Een bakstenen<br />
gebouw is dan nog (net) niet te verwachten, maar een tufstenen gebouw is wel<br />
goed mogelijk. Tufsteen is echter voor zover bekend niet tijdens de archeologische<br />
onderzoeken (zie § 2.2), noch tijdens de restauratie van het huidige gebouw<br />
aangetroffen. Hetzelfde geldt voor houtbouw: er zijn tijdens de archeologische<br />
onderzoeken geen sporen van een houtbouwfase van het Coevorder kasteel<br />
gevonden.<br />
[11]