17.09.2013 Views

2.4.9-01

2.4.9-01

2.4.9-01

SHOW MORE
SHOW LESS

Create successful ePaper yourself

Turn your PDF publications into a flip-book with our unique Google optimized e-Paper software.

BEELDVORMING BIJ BOLLE LENZEN: VRAAGSTUKKEN<br />

PAGINA 149-150 : OPLOSSINGEN<br />

1 Hieronder zijn 2 verschillende bolle lenzen afgebeeld.<br />

Vóór de lenzen wordt eenzelfde voorwerp geplaatst. Achter de lenzen wordt een beeld gevormd.<br />

a] Welke lens heeft de grootste lenssterkte?<br />

b] Welke lens is het bolst?<br />

De hamvraag hier is: wat is de brandpuntsafstand f van beide lenzen?<br />

L Om het brandpunt F te bepalen teken je minstens 2 van de 3 bijzondere stralen.<br />

• een straal, die bij het beeld aankomt door het optisch middelpunt, komt uit het voorwerpspunt<br />

• een straal, die evenwijdig aan de hoofdas in het beeld aankomt, komt door het brandpunt uit het<br />

voorwerpspunt<br />

Het brandpunt F is het snijpunt van die tweede invallende straal met de hoofdas.<br />

Je zou de brandpuntsafstand f kunnen meten op de tekening.<br />

Hieruit blijkt dat de brandpuntsafstand f bij lens 1 kleiner is dan bij lens 2. [ f 1 < f 2 ]<br />

Je kunt de brandpuntsafstand, indien je de voorwerpsafstand en de beeldafstand gemeten hebt, ook<br />

berekenen met volgende formule:<br />

f<br />

v b<br />

=<br />

v b<br />

⋅<br />

+<br />

L Nu je dit weet kan je de lenssterkte bij beide lenzen evalueren.<br />

Hoe kleiner de brandpuntsafstand f, hoe groter de lenssterkte P.<br />

Antwoord a] Lens 1 heeft de grootste lenssterkte<br />

L Een bollere lens heeft een kleinere brandpuntsafstand.<br />

Antwoord b] Lens 1 is boller dan lens 2


2 Bij een bolle lens met een brandpuntsafstand van 20 cm staat een voorwerp op 30 cm vóór de lens.<br />

Op welke afstand van de lens staat het beeld?<br />

Bereken de lineaire vergroting en geef de kenmerken van het beeld.<br />

Maak ook een constructie van de beeldvorming met de 3 bijzondere stralen.<br />

GEGEVEN: f = 20 cm<br />

v = 30 cm<br />

GEVRAAGD: 1] b = ?? cm<br />

2] G = ?? (lineaire vergroting: hoeveel keer is het beeld groter of kleiner dan het voorwerp)<br />

3] kenmerken van het beeld?<br />

4] constructie (tekening) van de beeldvorming<br />

OPLOSSING: 1] : altijd eerst de te gebruiken formule noteren<br />

1<br />

f<br />

1<br />

20<br />

1*3 b<br />

60 b<br />

= +<br />

1<br />

v<br />

= +<br />

1<br />

30<br />

1<br />

b<br />

1<br />

b<br />

= +<br />

1*2 b<br />

60 b<br />

3 b 2 b 60<br />

= +<br />

3 b = 2 b+ 60<br />

3 b− 2 b = 60<br />

b = 60cm<br />

1*60<br />

60 b<br />

ANTWOORD: Het beeld staat op 60 cm achter de lens<br />

: de gegeven waarden in de formule invullen<br />

: alle breuken op gelijke noemer plaatsen; de tellers evenredig aanpassen<br />

: de noemers schrappen<br />

: vergelijking zonder noemers<br />

: onbekenden naar dezelfde kant van de vergelijking<br />

: de oplossing<br />

2] : de te gebruiken formule noteren<br />

G b<br />

=<br />

v<br />

G 60cm<br />

=<br />

30cm<br />

G = 2<br />

: de gegeven waarden in de formule invullen<br />

: de eenheden heffen elkaar op; het rekenresultaat is 2; het beeld is 2 x groter dan het voorwerp<br />

ANTWOORD: De lineaire vergroting bedraagt 2 : beeld is 2 x groter dan voorwerp


3] Kenmerken van het beeld:<br />

aard : reëel<br />

stand : omgekeerd<br />

grootte : groter dan het voorwerp (zie hierboven: 2 maal groter...)<br />

plaats : beeldafstand bedraagt 60 cm, dus: b > 2f<br />

4] Constructie van de beeldvorming:<br />

Het voorwerp is opgebouwd uit enorm veel voorwerpspunten (van v 1 tot v 4). Voor de<br />

constructie van de beeldvorming gebruiken we alleen v 1 (de punt van de pijl) en v 2 (de basis<br />

van de pijl op de hoofdas). We plaatsen het voorwerp steeds loodrecht op de hoofdas,<br />

zodat basis en punt recht tegenover elkaar staan.<br />

Op het voorwerp wordt het licht stralen in alle richtingen teruggekaatst. Zo kunnen we het<br />

voorwerp bvb. zien... Van al die teruggekaatste stralen interesseren ons alleen die stralen<br />

die op de lens invallen en er door gebroken worden. Maar dit zijn er nog teveel...<br />

We beperken ons tot die 3 bijzondere stralen, waarvan we de loop na breking door de lens<br />

perfect kennen.<br />

• een straal die door het optisch middelpunt gaat wordt niet gebroken en gaat rechtdoor<br />

• een straal die door het brandpunt F invalt gaat na breking evenwijdig aan de hoofdas door<br />

• een straal die evenwijdig aan de hoofdas invalt gaat na breking door het brandpunt F’<br />

De gebroken stralen snijden elkaar (bij een reëel beeld) achter de lens in een beeldpunt.<br />

Van elk voorwerpspunt wordt dus een beeldpunt gevormd. Al deze beeldpunten samen<br />

vormen het beeld.<br />

Het beeldpunt b 2 ligt hier op de hoofdas, in een loodrechte positie ten opzichte van het<br />

beeldpunt b 1.


3 Bij een bolle lens met een brandpuntsafstand van 50 cm staat het beeld op 75 cm vóór de lens (dus aan<br />

dezelfde kant van het voorwerp: het beeld is hier virtueel en je moet negatieve getallen gebruiken).<br />

Bereken de voorwerpsafstand en geef de kenmerken van het beeld.<br />

Maak ook een constructie van de beeldvorming met de 3 bijzondere stralen.<br />

GEGEVEN: f = 50 cm<br />

b = !75 cm : aan dezelfde kant van voorwerp: beeld is dus virtueel en b < 0 (negatief)<br />

GEVRAAGD: 1] v = ?? cm<br />

2] kenmerken van het beeld?<br />

3] constructie (tekening) van de beeldvorming<br />

OPLOSSING: 1] : altijd eerst de te gebruiken formule noteren<br />

1<br />

f<br />

1<br />

50<br />

1*3 v<br />

150 v<br />

= +<br />

1<br />

v<br />

= + −<br />

1<br />

v<br />

1<br />

b<br />

1<br />

75<br />

= +<br />

1*150<br />

150 v<br />

1*( −2<br />

v)<br />

150 v<br />

1*3 v 1*150 1*( −2<br />

v)<br />

= +<br />

3 v = 150 − 2 v<br />

3 v + 2 v = 150<br />

5 v = 150<br />

v = 30cm<br />

: de gegeven waarden in de formule invullen<br />

: alle breuken op gelijke noemer plaatsen; de tellers evenredig aanpassen<br />

: de noemers schrappen<br />

: vergelijking zonder noemers<br />

: onbekenden naar dezelfde kant van de vergelijking<br />

: vergelijking verder uitwerken<br />

: de oplossing<br />

ANTWOORD: Het voorwerp staat op 30 cm vóór de lens aan dezelfde kant als het<br />

beeld.<br />

2] Kenmerken van het beeld:<br />

aard : virtueel<br />

stand : rechtop<br />

grootte : groter dan het voorwerp<br />

plaats : beeldafstand is negatief, dus aan dezelfde kant van de lens als<br />

het voorwerp


3] Constructie van de beeldvorming:<br />

Het beeld staat aan dezelfde kant van de lens als het voorwerp: het is dus virtueel.<br />

Dit betekent dat het beeldpunt b 1 het snijpunt is van de verlengden van de gebroken<br />

stralen die afkomstig zijn van de 3 bijzondere invallende stralen.<br />

Deze verlengden worden getekend met een streepjeslijn.<br />

Om het voorwerpspunt v 1 terug te vinden moeten we dus deze 3 bijzondere invallende<br />

stralen reconstrueren.<br />

• Streepjeslijn X is het verlengde van een straal die niet gebroken door het optisch<br />

middelpunt gaat.<br />

Deze niet gebroken straal is afkomstig van invallende straal 1, die door het optisch<br />

middelpunt (uit het voorwerpspunt v 1) naar de lens vertrekt.<br />

• Streepjeslijn Y is het verlengde van een straal die door het brandpunt F’ aan de andere<br />

kant van de lens gebroken wordt.<br />

Deze gebroken straal is afkomstig van invallende straal 2, die evenwijdig aan de<br />

hoofdas (uit het voorwerpspunt v 1) naar de lens vertrekt.<br />

• Streepjeslijn Z is het verlengde van een straal die evenwijdig met de hoofdas gebroken<br />

wordt.<br />

Deze gebroken straal is afkomstig van invallende straal 3, die (ogenschijnlijk - Z’)<br />

door het brandpunt F (uit het voorwerpspunt v 1) naar de lens vertrekt.<br />

Het voorwerpspunt v1 vinden we terug in het snijpunt van invallende stralen 1, 2 en 3.<br />

Het voorwerpspunt v 2 ligt hier op de hoofdas, in een loodrechte positie ten opzichte van het<br />

voorwerpspunt v 1.<br />

NB: Voor de lineaire vergroting G kom je hier uit: G = ! 2,5<br />

Het beeld is 2,5 groter dan het voorwerp.<br />

Het min-teken vóór de lineaire vergrotingsfactor betekent alleen dat het beeld virtueel is...


4 Bereken de sterkte van een bolle lens met een brandpuntsafstand van 14 cm.<br />

GEGEVEN: f = 14 cm<br />

GEVRAAGD: P = ?? dpt<br />

OPLOSSING: 1] brandpuntsafstand f omzetten naar meter!<br />

2]<br />

f = 14 cm<br />

f = 0,14 m<br />

P<br />

P 1<br />

=<br />

f<br />

=<br />

1<br />

0,14<br />

P = 7,1dpt<br />

ANTWOORD: De sterkte van een lens met een brandpuntsafstand van 14 cm bedraagt 7,1 dioptrie.<br />

5 Een voorwerp van 15 cm hoog krijgt door een bolle lens een virtueel (!) beeld van 45 cm hoog. Het<br />

voorwerp staat op 20 cm vóór de lens.<br />

Bereken de lenssterkte van deze lens. (omzetten naar meter!)<br />

GEGEVEN: V = 15 cm (grootte van het voorwerp)<br />

GEVRAAGD: P = ?? dpt<br />

OPLOSSING:<br />

B = !45 cm (grootte van het beeld; virtueel dus negatief!)<br />

v = 20 cm (voorwerpsafstand)<br />

1<br />

f<br />

P 1<br />

=<br />

f<br />

= +<br />

B<br />

V<br />

1<br />

v<br />

=<br />

b<br />

v<br />

1<br />

b<br />

om P te berekenen hebben we f nodig<br />

om f te berekenen hebben we b nodig<br />

om b te berekenen hebben we alle gegevens!


Stap 1:<br />

Stap 2:<br />

b =<br />

b = −<br />

B* v<br />

V<br />

45 * 20<br />

15<br />

b = −60 cm<br />

1<br />

f<br />

1<br />

f<br />

1*60<br />

60 f<br />

= +<br />

1<br />

v<br />

1<br />

b<br />

1 1<br />

= 20 + −60<br />

= +<br />

1*3 f<br />

60 f<br />

1*( −1f)<br />

60 f<br />

1*60 1*3 f 1*( −1f)<br />

= +<br />

60 = 3 f − 1f<br />

3 f − 1f = 60<br />

2 f = 60<br />

f = 30cm<br />

: met deze beeldafstand kunnen we de brandpuntsafstand berekenen<br />

: vul voor b de negatieve waarde in die je hierboven bekomen hebt!<br />

: alle breuken op gelijke noemer plaatsen; de tellers evenredig aanpassen<br />

: de noemers schrappen<br />

: vergelijking zonder noemers<br />

: vergelijking verder uitwerken<br />

: met deze brandpuntsafstand kunnen we de sterkte van de lens berekenen<br />

Stap 3: f = 0,30m<br />

: om de lenssterkte te berekenen brandpuntsafstand omzetten naar meter!<br />

P 1<br />

= P<br />

f<br />

=<br />

1<br />

0,30<br />

P = 3,3dpt<br />

ANTWOORD: De sterkte van deze lens bedraagt 3,3 dioptrie.


6 Bij een lens met een lenssterkte van +5,0 dpt plaatst men een voorwerp van 25 cm groot op 80 cm vóór de<br />

lens. Hoe groot is het beeld?<br />

GEGEVEN: P = + 5,0 dpt<br />

GEVRAAGD: B = ?? cm<br />

v = 80 cm (voorwerpsafstand)<br />

V = 25 cm (grootte van het voorwerp)<br />

P 1<br />

1<br />

= f =<br />

f<br />

P<br />

1<br />

f =<br />

5,0<br />

OPLOSSING: Y<br />

1<br />

f<br />

1<br />

20<br />

1*4 b<br />

80 b<br />

= +<br />

1<br />

v<br />

= +<br />

1<br />

80<br />

1<br />

b<br />

1<br />

b<br />

= +<br />

1*1b<br />

80 b<br />

4 b 1b 80<br />

= +<br />

4 b = 1b + 80<br />

3 b = 80<br />

b = 27cm<br />

B<br />

V<br />

b<br />

v<br />

1*80<br />

80 b<br />

f = 0,20m<br />

f = 20cm<br />

= Y B<br />

: de brandpuntsafstand staat hier in meter<br />

: omzetten naar centimeter waarmee we verder rekenen<br />

: de gegeven waarden in de formule invullen<br />

: alle breuken op gelijke noemer plaatsen; de tellers evenredig aanpassen<br />

b* V<br />

=<br />

v<br />

27 * 25<br />

B =<br />

80<br />

B = 8,4cm<br />

: de noemers schrappen<br />

: vergelijking zonder noemers<br />

: onbekenden naar dezelfde kant van de vergelijking<br />

: de beeldafstand volgens de benaderingsregels<br />

ANTWOORD: De grootte van het beeld is 8,4 cm. (De lineaire vergroting verkleining G = 0,34)


7 Op 0,120 m vóór een bolle lens met een brandpuntsafstand van 0,180 m plaatst men een voorwerp met<br />

een hoogte van 0,100 m.<br />

Bereken de beeldafstand en de grootte van het beeld.<br />

Maak ook een constructie van de beeldvorming met de 3 bijzondere stralen.<br />

GEGEVEN: (voor het ‘gemak’ zetten we eerst alles om in centimeter, met behoud van kenmerkende cijfers...)<br />

v = 12,0 cm (voorwerpsafstand)<br />

f = 18,0 cm<br />

V = 10,0 cm (grootte van het voorwerp)<br />

GEVRAAGD: 1] b = ?? cm<br />

2] B = ?? cm (grootte van het beeld?)<br />

3] constructie (tekening) van de beeldvorming<br />

OPLOSSING: 1] : altijd eerst de te gebruiken formule noteren<br />

1<br />

f<br />

1<br />

18,0<br />

= +<br />

1*2 b<br />

36,0 b<br />

1<br />

v<br />

1<br />

b<br />

= +<br />

1<br />

12,0<br />

= +<br />

1* 3 b<br />

36,0 b<br />

2 b = 3 b+ 36,0<br />

2 b− 3 b = 36,0<br />

− b = 36,0cm<br />

b = −36,0 cm<br />

1<br />

b<br />

1* 36<br />

36,0 b<br />

: de gegeven waarden in de formule invullen<br />

: alle breuken op gelijke noemer plaatsen; de tellers evenredig aanpassen<br />

: na het schrappen van de noemers<br />

: onbekenden naar dezelfde kant van de vergelijking<br />

: uitwerken van de vergelijking<br />

De beeldafstand blijkt negatief te zijn; het beeld is dus virtueel<br />

ANTWOORD: Het beeld staat op 36,0 cm vóór de lens aan dezelfde kant van het<br />

voorwerp. Het is een VIRTUEEL beeld.


2] B<br />

V<br />

B =<br />

B<br />

=<br />

b<br />

v<br />

b* V<br />

v<br />

36,0 * 10,0<br />

=<br />

12,0<br />

−<br />

B = −30,0 cm<br />

ANTWOORD: De grootte van het beeld is - 30,0 cm. Dit betekent dat het beeld 3 maal<br />

groter is dan het voorwerp (G = - 3).<br />

De negatieve getallen voor de beeldafstand, de beeldgrootte en de lineaire vergroting<br />

wijzen op een virtueel beeld!<br />

3] Constructie van de beeldvorming:<br />

(zie vraagstuk 2 voor methode...)


8 Een voorwerp wordt op een bepaalde afstand vóór een bolle lens met een brandpuntsafstand van 0,124 m<br />

geplaatst. Het gevormde beeld ligt op 0,251 m achter de lens.<br />

Bereken de voorwerpsafstand.<br />

GEGEVEN: (voor het ‘gemak’ zetten we eerst alles om in centimeter, met behoud van kenmerkende cijfers...)<br />

f = 12,4 cm<br />

b = 25,1 cm<br />

GEVRAAGD: v = ?? cm<br />

OPLOSSING: : altijd eerst de te gebruiken formule noteren<br />

1<br />

f<br />

= +<br />

1<br />

v<br />

b* f<br />

v =<br />

b− f<br />

v<br />

v<br />

1<br />

b<br />

25,1* 12,4<br />

=<br />

25,1 − 12,4<br />

=<br />

311,24<br />

12,7<br />

v = 24,5cm<br />

ANTWOORD: Het voorwerp staat op 24,5 cm vóór de lens.<br />

: gebruik een afgeleide formule; dit is gemakkelijker dan het vereenvoudigen van breuken<br />

: de gegeven waarden in de formule invullen<br />

: berekenen; de uitkomst staat in cm<br />

: de oplossing


9 Een bolle lens heeft een brandpuntsafstand van 36,0 cm. Ze vormt van een bepaald voorwerp een reëel<br />

beeld, dat tweemaal zo groot als het voorwerp is.<br />

Waar bevindt zich dit voorwerp en waar wordt het beeld gevormd?<br />

GEGEVEN: G = 2 (de vergrotingsfactor)<br />

f = 36,0 cm<br />

GEVRAAGD: v = ?? cm<br />

OPLOSSING:<br />

b = ?? cm<br />

G b<br />

= b = G* v<br />

v<br />

1<br />

f<br />

1<br />

f<br />

1<br />

f<br />

1<br />

f<br />

= +<br />

1<br />

v<br />

= +<br />

1<br />

v<br />

= +<br />

=<br />

2<br />

2 v<br />

2 v = 3 f<br />

v<br />

v<br />

=<br />

=<br />

3 f<br />

2<br />

3<br />

2 v<br />

3 * 36,0<br />

2<br />

v = 54,0cm<br />

b 2 v<br />

b = 2 v<br />

1<br />

b<br />

1<br />

2 v<br />

1<br />

2 v<br />

= Y b 108<br />

= cm<br />

ANTWOORD: Het voorwerp bevindt zich op 54,0 cm vóór de lens en het beeld bevindt zich op 108 cm<br />

achter de lens.


10 Van een voorwerp, dat op een afstand van 10,0 cm vóór een bolle lens wordt geplaatst, verkrijgt men een<br />

rechtopstaand virtueel beeld, dat driemaal zo groot als het voorwerp is.<br />

Bereken de brandpuntsafstand van deze lens.<br />

GEGEVEN: G = !3 (de vergrotingsfactor is negatief want het gaat om een virtueel beeld)<br />

v = 10,0 cm<br />

GEVRAAGD: f = ?? cm<br />

OPLOSSING:<br />

G b<br />

= b = G* v<br />

v<br />

1<br />

f<br />

1<br />

f<br />

1<br />

f<br />

1<br />

f<br />

= +<br />

1<br />

v<br />

b = −3<br />

v<br />

1<br />

b<br />

1 1<br />

= v + −3<br />

v<br />

= +<br />

−3<br />

1<br />

−3 v −3<br />

v<br />

2<br />

= 3 v<br />

−<br />

−<br />

− 3 v = −2<br />

f<br />

2 f = 3 v<br />

f<br />

f<br />

=<br />

=<br />

3 * v<br />

2<br />

3 * 10,0<br />

2<br />

f = 15,0cm<br />

ANTWOORD: De brandpuntsafstand van deze lens bedraagt 15,0 cm.

Hooray! Your file is uploaded and ready to be published.

Saved successfully!

Ooh no, something went wrong!