Uitspraken loodrechte stand (soms, altijd of nooit)

Loodrechte stand
Vul in met altijd, soms of nooit zodat volgende beweringen waar zijn.
1. Door elk punt bestaat . . . . . . . . . een loodlijn op een gegeven vlak.
2. Staat een rechte loodrecht op een vlak dan staat ze . . . . . . . . . loodrecht op elke rechte
van dat vlak die door haar voetpunt gaat.
3. Een rechte die juist één rechte van een vlak loodrecht snijdt, staat . . . . . . . . . loodrecht
op dat vlak.
4. Een rechte die twee verschillende rechten van een vlak loodrecht snijdt en niet in dat
vlak ligt, staat . . . . . . . . . loodrecht op dat vlak.
5. Een rechte die twee verschillende rechten van een vlak loodrecht kruist staat . . . . . . . .
. loodrecht op dat vlak.
6. Als een rechte loodrecht staat op een vlak , dan staat ze . . . . . . . . . loodrecht op elk
vlak dat evenwijdig is met .
7. Als een rechte loodrecht staat op de snijlijn van twee vlakken, dan staat ze . . . . . . . . .
loodrecht op beide vlakken.
8. Als een rechte loodrecht staat op de snijlijn van twee vlakken, dan staat ze . . . . . . . . .
loodrecht op een van beide vlakken.
9. Twee loodlijnen op eenzelfde vlak zijn . . . . . . . . . kruisende rechten.
10. Als een van twee evenwijdige rechten loodrecht staat op een vlak, dan staat de andere .
. . . . . . . . loodrecht op dat vlak.
11. Door een punt van een rechte bestaan er . . . . . . . . . meerdere loodlijnen op die rechte.
12. Door een punt op een rechte bestaat . . . . . . . . . een loodvlak op die rechte.
13. Door een punt, niet op een rechte gelegen, bestaan er . . . . . . . . . meerdere loodlijnen
op die rechte.
14. Alle rechten die door een punt gaan en loodrecht staan op een gegeven rechte liggen . .
. . . . . . . in eenzelfde vlak, dat . . . . . . . . . loodrecht staat op die rechte.
15. Alle punten, op gelijke afstand gelegen van twee gegeven verschillende punten, liggen .
. . . . . . . . op een rechte.
16. Alle punten, op gelijke afstand gelegen van twee gegeven punten, liggen . . . . . . . . . in
een vlak.
17. Staan twee vlakken loodrecht op elkaar, dan geldt . . . . . . . . . dat elke rechte van het
ene vlak loodrecht staat op het andere.
18. Als twee vlakken elkaar snijden dan kan men in het ene vlak . . . . . . . . . een rechte
construeren die loodrecht staat op het andere vlak.

19. Twee vlakken staan . . . . . . . . . loodrecht op elkaar als het ene een loodlijn omvat op
het andere.
20. Als twee vlakken loodrecht op elkaar staan en men trekt door een punt van het ene de
loodlijn op de snijlijn dan is die loodlijn . . . . . . . . . loodrecht op het andere vlak.