Imkersgilde de Vlijtige Bie BV

Voorstel HONINGPROJECT Freddy
Geachte professoren,
De oproep die via diverse kanalen
gelanceerd werd om actiepunten te
formuleren die eventueel opgenomen
kunnen worden in de volgende perioden
van het Vlaams Bijenteeltproject
is me niet ontgaan.
Graag wil ik dan ook twee voorstellen
formuleren.
Het eerste voorstel kadert in het vijfde
programmapunt “Steun voor het herstel
van het communautaire bijenbestand”.
Het samenstellen en uitgeven van een
handboek/werkboek waarin uitgelegd
wordt hoe concreet de bijenweide in
Vlaanderen uitgebreid kan worden.
Dit boek moet vooral gericht zijn naar
beleidsmakers, groenambtenaren en
de sector van de tuinaanleg. De regelmatige
contacten met deze mensen
leert me dat zij ter zake zeer concrete
voorstellen van de imkerij verwachten.
Tot hiertoe is hiervoor weinig
ondersteuning. Onze bestaande BIJ-
ENPLANTENGIDS geeft enkel een
opsomming van interessante planten.
Het voorgestelde boek dient op veel
meer vragen een antwoord te bieden.
Zo moet zeker ook de aanleg, het onderhoud,
de levensduur en de kostprijs
van bijvriendelijke plantsoenen
aan bod komen. Ook moet het duidelijke
alternatieven bieden voor invasieve
exoten. Het boek moet de zin en
de meerwaarde van een bijvriendelijk
plantsoen in een gemeente bewijzen.
Het ecologisch belang van een tijdelijk
bijvriendelijk beheer van braak-
9
liggende terreinen, die nog wachten
op een concrete bestemming, kan opgenomen
worden. Belangrijk is ook
om een stappenplan aan te geven hoe
een gemeente naar een bijvriendelijk
oord kan evolueren.
Het boek moet samengesteld worden
vanuit een maatschappelijk engagement.
Het is niet de bedoeling dat de
gemeenschap investeert in een bijvriendelijke
omgeving zodat de imker
zijn potje honing kan verkopen.
De samenstelling van dit boek houdt
niet enkel veel schrijfwerk in. Er dient
vooraf veel research gedaan te worden
om er een waardevolle leidraad
van te kunnen maken.
Het tweede voorstel kadert eveneens
in het vijfde programmapunt “Steun
voor het herstel van het communautaire
bijenbestand” ( en misschien ook
in het zesde programmapunt).
Meer wetenschappelijk onderzoek
ondersteunen dat zich bezighoudt
met het in kaart brengen van de resterende
bijenweide in Vlaanderen
met zowel de natuurlijke biotopen als
de agro-industriële sites te voorzien
van een waarderingscijfer voor bijvriendelijkheid.
Dit onderzoek kan er toe leiden dat
we enerzijds per regio inzicht krijgen
in hoeveel bijenkolonies er kunnen
leven en anderzijds de beleidsmensen
van bepaalde regio’s kunnen stimuleren
om een bijvriendelijker beleid te
voeren.
Freddy FRANCK