Deel 2 - Erasmus School of Law

Deel I 

Algemeen 

Deel II 

Vakomschrijvingen 

Deel III 

Collegerooster 

Deel IV 

Tentamenrooster

Overzicht vakken naar capaciteitsgroep / secties 

Capaciteitsgroep Algemene rechtswetenschappen 

Sectie Rechtstheorie 

Dutch Law and Dutch Legal Culture in a Comparative Perspective RL25 

Inleiding tot de rechtswetenschap R0039 

Juridische argumentatie en communicatie RL27 

Juridische beroepsethiek RM76 

Law, Language and Literature/Recht, taal en literatuur RM92 

Legal Theory and Legal Methods RL24 

Multiculturele samenleving en de demokratische rechtsstaat RM78 

Oefenrechtbank RQ12 

Onderzoekslab: Rechtstheorie RM85 

Philosophy of Human Rights RL26 

Recht en religie RM79 

Rechtsfilosofie RJ25 

Rechtsmethodologie RJ61 

Rechtsvinding en rechtsmethodologie RM81 

Verdieping rechtsfilosofie RM88 

Sectie Rechtsgeschiedenis 

English Legal Terminology RM93 

Geschiedenis van het privaatrecht: geschiedenis van de koop RM08 

Geschiedenis van het publiekrecht: geschiedenis 

van het strafrecht RM28 

Geschiedenis van het publiekrecht: staatsrechtsgeschiedenis RM39 

History of European Private Law RL22 

History of International Law RL23 

Rechtsgeschiedenis R0031 

Sectie Informatica en recht 

Computer law in an international perspective RM55 

Internetrecht RM75 

Recht, informatietechnologie en kennismanagement RL35 

Sectie Rechtseconomie 

Advanced Topics of Competition Law and Economic Regulation RL10 

Comparative Law and Economics RL07 

Economic Analysis of Competition Law RL06 

Economic Analysis of Torts and Insurance RL04 

Economics of Public Law RL03 

Law and Economics in the Courts RL09 

Microeconomics RL02 

Rechtseconomie RJ65 

Deel II 3 

Vakken 

per sectie

Sectie Rechtspsychologie en Rechtssociologie 

Anthropology of Law / Rechtsantropologie RM83 

Rechtssociologie R0032 

Rechtssociologie: regulering van risico’s tussen 

voorzorg en preventie RM94 

4 ESL – Studiegids 2011/2012 

Capaciteitsgroep Privaatrecht 

Sectie Burgerlijk recht 

Aansprakelijkheid en Verzekering in de praktijk RL36 

Burgerlijk procesrecht R0043 

Capita aansprakelijkheidsrecht RM09 

Capita burgerlijk procesrecht RM02 

Caput privaatrecht RL38 

Contract, Tort and Property in Europe RM07 

Familie(vermogens)recht RM03 

Goederen- en insolventierecht RJ57 

Inleiding privaatrecht R0042 

Onderzoekspracticum Aansprakelijkheid en Verzekering RL60 

Onderzoekspracticum Burgerlijk recht RM01 

Onderzoekspracticum Deeltijdmaster RL50 

Perspectieven op aansprakelijkheid en verzekering RM10 

Perspectieven op privaatrecht RM04 

Practicum Togamaster RL49 

Toga in de praktijk RL34 

Toga in de theorie RL31 

Verbintenissenrecht RJ56 

Sectie Handels- en ondernemingsrecht 

Bank- en effectenrecht RB16 

Capita merkenrecht RB09 

Capita ondernemingsrecht RB03 

Capita vervoerrecht RB08 

Carriage of Goods RB05 

Commercial Law RB20 

Corporate Governance RB19 

Corporate Litigation RB17 

European Company Law RB21 

Faillissementsrecht RB15 

Handelsverkeersrecht RP11 

Intellectual Property Rights RB04 

Jaarrekeningenrecht RB18 

Koop, betaling en financiering RB06 

Law of the Ship RB12 

Maritime Casualties RB13 

Ondernemingsrecht RJ63 

Onderzoekspracticum Bedrijfsrecht RL46 

Onderzoekspracticum Bedrijfsrecht voor 

Financieel recht studenten RB03 

Willem C. Vis Moot Arbitration RM99 


Vakken 

per sectie

Sectie Arbeidsrecht 

Arbeid en onderneming RM15 

Arbeidsrecht RQ21 

Capita arbeidsrecht RL52 

Europees en internationaal arbeidsrecht RL55 

Ontslagrecht RL53 

Practicum RL59 

Sociaal verzekeringsrecht RL54 

Stakingsrecht RL58 

Sectie Internationaal privaatrecht en rechtsvergelijking 

(Alternative) Dispute Resolution: Theory and Practice RL28 

Arbitragerecht RB10 

Commercial Litigation RB14 

Comparative Law RM95 

European Private International Law RB22 

Grensoverschrijdend privaatrecht RJ66 

Internationaal handelsrecht RB11 

Internationaal privaatrecht voor bedrijfsrecht RB28 

Internationaal privaatrecht voor privaatjuristen RM05 

Law and Legal Practice in East Asia RL29 

Sectie Verzekeringsrecht 

Capita verzekeringsrecht RM11 

Schadeverzekering RB07 

Sectie Recht en gezondheidszorg 

Encyclopedie wetgeving gezondheidszorg RL12 

Europees gezondheidsrecht RL51 

Grondslagen gezondheidsethiek en gezondheidsrecht RL11 

International Health Law RL15 

Kwaliteit van de gezondheidszorg RL13 

Ordening van de zorg RL14 

Organisatie en bestuur van de zorg RL17 


Capaciteitsgroep Publiekrecht 

Sectie Staats- en bestuursrecht 

Bestuursrecht RJ62 

Comparative Constitutional Law RM40 

Europees bestuursrecht RM45 

Inleiding publiekrecht R0040 

Law in Action: wetgeving RM44 

Minority Protection RM43 

Omgevingsrecht: ruimtelijk en milieu bestuursrecht RM49 

Onderwijsrecht RL20 

Onderzoeksproject Staats- en bestuursrecht RM46 

Overheidsorganisatierecht RM38 

Rechten van de mens en grondrechten RM42 

Rechtsbescherming tegen de overheid RM41 

Staatsrecht RJ54 

Verdiepend staatsrecht RM47 

Sectie Europees recht 

Advanced EU Law I: Internal Market Law RM67 

Advanced EU Law II: Institutional and Constitutional Law RM61 

Advanced EU Law III: External Relations RL42 

Economic Governance in the European Union RL44 

EU Competition Law RM73 

European Law: Justice and Home Affairs RQ40 

Europees recht RJ52 

International and European Sports Law RL43 

Judicial Protection in the European Union RM65 

Inleiding internationaal en Europees recht R0041 

Sectie Internationaal publiekrecht 

Advanced Public International Law I RM59 

Advanced Public International Law II RM62 

Honours Master Class: Research Lab RM98 

Human Rights in International Law RM66 

Interdisciplinary Research Capita RM71 

International Criminal Law: Courts and Tribunals RM58 

International Economic Law RM68 

Law of International Institutions RM64 

Public International Law RJ59 

Rule of Law in International Law RM70 


Vakken 

per sectie

Sectie Strafrecht 

Bestuurlijke en strafrechtelijke rechtshandhaving RM35 

Detentierecht RM37 

Forensische psychiatrie RM36 

Formeel strafrecht RJ58 

Inleiding strafrecht en criminologie R0030 

Internationaal en Europees strafrecht RM29 

Jeugdstrafrecht en jeugdbeschermingsrecht RM33 

Kernthema’s formeel strafrecht RM25 

Kernthema’s materieel strafrecht RM24 

Kernthema’s materieel en formeel strafrecht (deeltijdstudie) RL41 

Materieel strafrecht RJ60 

Strafrechtelijke rechtshandhaving RM26 

Strafrechtstheorieën RM27 

Vergelijkend strafrecht RM30 

Sectie Criminologie 

Actoren in de rechtshandhaving RQ49 

Algemene psychologie R0047 

Comparative Criminology RQ01 

Global Governance: Safety and Security RQ97 

Historische criminologie RQ52 

Inleiding criminologie RQ19 

Inleiding methoden en technieken R0045 

Jeugd, stad en cultuur RQ88 

Jeugdpsychologie en criminaliteit RQ95 

Levensloop en victimologie RJ70 

Methoden en technieken van criminologisch onderzoek RJ68 

Onderzoek en beleid RQ93 

Onderzoeksvaardigheden in de criminologie I RJ71 

Onderzoeksvaardigheden in de criminologie II RJ72 

Organized and Corporate Crime RQ96 

Practicum beschrijvende criminologie R0044 

Practicum verklarende criminologie RJ69 

Preventie en bestraffing van criminaliteit RQ29 

Recht en criminologie in de multiculturele samenleving RQ47 

Risico-analyse RQ94 

Sociologie R0046 

Theoretische criminologie RJ67 

Toezicht houden: actoren en werkwijzen RQ98 

Veiligheid in de rechtsstaat RQ92 


Capaciteitsgroep Fiscaal Recht 

Sectie Belastingrecht 

Capita selecta fiscaal: BTW RF44 

Capita selecta fiscaal: familievennootschappen RF20 

Capita selecta fiscaal: formeel belastingrecht RF22 

Capita selecta fiscaal: internationale concerns RF21 

Europees belastingrecht RF42 

Fiscaal comptabele toepassingen en analyse van de jaarrekening RF26 

Fiscaal confrontatievak RF30 

Formeel belastingrecht RF07 

Heffingen lokale overheden R0050 

Inkomstenbelasting RF35 

Inleiding Fiscaal recht R0049 

Inleiding internationaal en Europees belastingrecht RF36 

International Tax Law RB25 

Omzetbelasting RF08 

Openbare financiën RF34 

Schenk-, erf-, overdrachtsbelasting en Estate Planning RF40 

Vennootschapsbelasting RF37 

Verdieping inkomstenbelasting RF41 

Verdieping internationaal belastingrecht RF39 

Verdieping vennootschapsbelasting RF38 

Winst RF16 

Sectie Bedrijfseconomie 

Bedrijfseconomie RJ64 

Bedrijfseconomie voor fiscalisten RP75 

Financieel ondernemingstoezicht & Compliance RQ99 

Financieel recht RQ03 

Financieel-economische criminologie RQ89 

Financiële ethiek RQ07 

Financiële markten en toezicht RQ04 

Financiële verslaggeving an analyse RQ08 

Financiering RQ05 

Fusies en overnames RQ06 

Juridisch practicum RQ87 

Ondernemingsbestuur- en prestaties RQ10 


Vakken 

per sectie


(Alternative) Dispute Resolution: Theory and Practice RL28 

Lecturers Dr. R.W. Jagtenberg, Guest lecturer 

Contact Dr. R.W. Jagtenberg 

Structure Classes, seminars 

Assessment Written exam 

Period block 2 

Study level master 

ECTS 5 

Secretary Internationaal privaatrecht en rechtsvergelijking 

Application via SIN-Online 

Literature SIN-Online course guide 

Course aims 

The aim of this course is to give the participating student an understanding of the processes of 

dispute settlement. After completion of the course the student should be able to distinguish the 

various modes of dispute resolution. The student shall be assessed on area related knowledge and 

analytical skills. 

Contents 

NB! Dit vak wordt wegens het grotere Europese perspectief in het Engels gedoceerd, maar over 

recente Nederlandse ontwikkelingen zal mogelijk een Nederlandstalig (gast-)college speciaal worden 

verzorgd t.b.v. Nederlandse masterstudenten (onder voorbehoud). 

In Western society, law students are led to believe that in-court adjudication is the regular and normal 

method for settling disputes. This conception, however, is far from the truth. Apart from the fact that 

many disputes do not lend themselves to authoritative yes-or-no decisions, disputants may 

experience a series of problems when they choose to assert their rights in court, such as costs, delays, 

proof proceedings, uncertainty and unpredictability. Where bilateral negotiations are deadlocked and 

the resourcefulness of a third party is sought, other methods of dispute settlement than adjudication 

are therefore increasingly considered by disputants, particularly in areas such as construction, 

employment and family disputes. 

Conciliation, mediation, Med.Arb., and mini trial (executive tribunal) all belong to the ADR-family. 

These methods tend to focus on the parties’ real interests and their future relationships. 

Possible legal problems relating to ADR are discussed such as the compatibility of ADR with the Right 

of Access to a Court, and the legal status of mediated settlements. In addition, national and European 

developments on court-annexed mediation shall be highlighted. In this context, the outcomes of the 

Dutch national mediation project shall be discussed. Some practical training is provided through roleplays 

and other practical exercises. 

Deel II - vakomschrijvingen 11 

Vakomschrijvingen

Aansprakelijkheid en verzekering in de praktijk RL36 

Contactpersoon Mr. H.Th. Vos 

Onderwijsvorm Stages 

Periode blok 3 

Studiefase master 

ECTS 10 

Secretariaat sectie Burgerlijk recht 

Inschrijven via SIN-Online 

Literatuur SIN-Online studiegids 

Leerdoelen 

De beide stages zijn, in samenhang met de schriftelijke opdracht, bedoeld u de volgende kennis en 

vaardigheden bij te brengen: 

- kennis van de werkwijze van een advocaat in de praktijk van het aansprakelijkheids- en verzekeringsrecht, 

alsmede van de medewerkers van een verzekeringsmaatschappij of assurantiemakelaar; 

- verdiepte kennis van het aansprakelijkheids- en verzekeringsrecht, alsmede van het burgerlijk 

procesrecht; 

- nader inzicht in de raakvlakken tussen het aansprakelijkheids- en verzekeringsrecht; 

- het helder formuleren van een onderzoeksvraag, het vinden en gebruiken van bronnen die u kunnen 

helpen de onderzoeksvraag te beantwoorden en het helder en bondig op papier zetten van een 

oplossing, daarbij onderscheid makend tussen juridisch geschoolde lezers en niet-juridisch 

geschoolde lezers; 

- het opstellen van processtukken, brieven en adviezen, waarbij een onderscheid kan worden gemaakt 

tussen juridisch geschoold publiek en niet-juridisch geschoold publiek; 

- het presenteren van een (juridisch) complex vraagstuk, daarover stelling innemen en daarover 

discussie voeren. 

Inhoud 

Het vak Aansprakelijkheid en Verzekering in de praktijk biedt u de mogelijkheid direct kennis te maken 

met de praktijk van het aansprakelijkheids- en verzekeringsrecht. 

U loopt tijdens het vak een tweetal stages, te weten 4 weken (= 5 dagen per week) stage bij een 

gerenommeerd advocatenkantoor (met een aansprakelijkheids- en/of verzekeringspraktijk) en 4 weken 

stage bij een (inter)nationale verzekeringsmaatschappij of assurantiemakelaar. Het doel van de stages 

is u kennis te laten maken met en te betrekken bij de verschillende facetten van de beroeps praktijk 

van het aansprakelijkheids- en verzekeringsrecht. 

De stages worden centraal geregeld en begeleid via de coördinator van het vak. 

Gedurende uw stage wordt u door de stagebegeleider van het advocatenkantoor, de verzekeringsmaatschappij 

of assurantiemakelaar waar u de stage loopt, beoordeeld aan de hand van een door de 

coördinator vooraf opgesteld beoordelingsformulier. De beoordeling resulteert in een eindcijfer voor 

uw stage. 

Naast de stages dient ook u ook nog een schriftelijke opdracht te maken. De eindcijfers van uw beide 

stages vormen tezamen met het eindcijfer voor uw schriftelijke opdracht, het eindcijfer voor het vak 

Aansprakelijkheid en Verzekering in de praktijk. 

Belangrijk: het vak kan alleen worden gevolgd door die studenten die zijn toegelaten tot de Master 

Aansprakelijkheid en Verzekering. Bij dit vak geldt een aanwezigheidsplicht. Voor dit vak worden geen 

vrijstellingen verleend. Reeds door u gelopen stages kunnen dus niet in het vak worden ingebracht. 


Actoren in de rechtshandhaving RQ49 

Docenten Prof.dr. H.G. van de Bunt, Drs. K. Huisman 

Contactpersoon Prof.dr. H.G. van de Bunt 

Onderwijsvorm Classes, workgroups 

Toetsvorm Schriftelijk, open vragen 


Studiefase bachelor 2 Criminologie 

ECTS 6 

Secretariaat sectie Criminologie 



Leerdoelen 

Doel van dit vak is: 

1) kennis opdoen van de onderscheiden organisaties in de strafrechtelijke keten, 

2) inzicht krijgen in de discrepanties bij (eerstelijns) actoren in de rechtshandhaving tussen ‘law in 

the book’ en ‘law in action’. 

Inhoud 

In dit vak gaan we in op het functioneren van een aantal organisaties, die een rol spelen binnen de 

strafrechtelijke rechtshandhaving. Deze organisaties worden vaak ook wel voorgesteld als schakels 

van de ‘strafrechtelijke keten’. Dit veronderstelt dat de belangen van de organisaties onderling goed 

op elkaar zijn afgestemd en dat deze organisaties functioneren met dezelfde doelen voor ogen. In het 

vak zal de alledaagse werkelijkheid van de strafrechtelijke rechtshandhaving worden geschetst aan de 

hand van drie thematische invalshoeken, te weten: 

- de mate waarin de organisaties binnen de strafrechtelijke keten gericht zijn op klanten / slachtoffers; 

- de wijze waarop de organisaties keuzes maken, prioriteiten en doelen stellen; 

- de mate waarin de organisaties probleemgericht werken en effect sorteren. 

Deze thema’s worden niet alleen aan de hand van de literatuur, maar ook met behulp van enkele 

praktijkvoorbeelden toegelicht. 

Werkgroepen 

De werkgroepen zijn gericht op de behandeling van de stof, alsmede de ontwikkeling van 

vaardigheden. Uw aanwezigheid bij de werkgroepen is verplicht. 

Tevens wordt een actieve deelname en voorbereiding verwacht. Deelname aan het werkgroeponderwijs 

maakt deel uit van uw beoordeling voor dit vak. 


Vakomschrijvingen

Advanced EU Law I: Internal Market Law RM67 

Lecturers Mr.Dr. F.A.N.J. Goudappel, Dr. I.E.L.E. Wendt LLM 

Contact Mr.Dr. F.A.N.J. Goudappel 


Assessment Written exam, moot court 



ECTS 5 

Entry requirements Good basic knowledge of European Union law at an advanced Bachelor’s level course 

Secretary Europees recht 

Application Via SIN-Online 


Course aims 

The course aims at enabling students to critically understand and analyze the developments 

surrounding European economic integration, as well as to effectively solve complex legal issues 

relating to the internal market free movement provisions. 

Contents 

This course aims at deepening the understanding of the working of the EU internal market through an 

in depth study of the general notions governing the working of the internal market. The following 

topics are the main concepts to be analyzed in depth in this course: basic principles of the internal 

market, free movement of goods, freedom of establishment, free movement of services and free 

movement of persons. 

This course is based on lectures and seminars. There will be 8 lectures and 3 seminars. For the 

seminars students need to work with the case from the European Law Mootcourt Competition. A 

moot court is a simulated court session for which teams of students prepare written pleadings with 

respect to a problem of law and, secondly, present their arguments in oral proceedings before a mock 

court. The presentations during the simulated court session are intended to train students’ written and 

oral communication skills in a legal context. Mandatory attendance and active participation are 

requirements to take part in the exam. Attained knowledge in this course will be assessed by a written 

exam (60%) and a moot court (40%). 

Good basic knowledge of European Union law is required for this course. EUR students are required 

to have followed Europees Recht. This is a Master level course. Students should have the basic 

knowledge of EU law. ESL students should have followed the Dutch language course Europees recht. 

It is mandatory for students who have not studied EU law before to prepare by obtaining and studying 

Horspool & Humphreys, European Union Law, OUP, ISBN Number 978-0-19-957534-3, in order to 

acquire an adequate level of knowledge for the course. 


Advanced EU Law II: 

Institutional and Constitutional Law RM61 

Lecturers Dr. H.S. Raulus, Prof.dr. J.W. de Zwaan 

Contact Dr. H.S. Raulus 


Assessment Oral exam (40% percent of the grade) and two papers (30% percent of the grade each) 



ECTS 5 

Entry requirements Bachelor level public international and European law knowledge 




Course aims 

The course provides the students with a Master level understanding of EU institutional and 

constitutional law issues. This serves for the students as a foundation for further advanced study of 

EU institutional and constitutional law. The course introduces furthermore the students to Master level 

skills: legal discussion, research and writing. Course assessment contains of two written papers of 30 

% each and final oral exam of 40% of the grade. 

Contents 

This course provides an overview of the multidimensional institutional structure and constitutional 

arrangements of the European Union. The broader themes of the course are: the EU between 

confederation and federation; the constitutional relationship between the Union and its Member 

States; the EU institutional structure and institutional balance; the role of national authorities in the 

Union processes; and the basic mechanisms of enforcement and review of Union law by the ECJ and 

national courts. 

The course consists of lectures and seminars. In lectures issues of more general nature are 

introduced, whereas in the seminars students are invited to discuss more specific issues. Students are 

required to attend and prepare for both. 

This is a Master level course. Students should have the basic knowledge of EU law. ESL students 

should have followed the Dutch language course Europees recht. It is mandatory for students who 

have not studied EU law before to prepare by obtaining and studying Horspool & Humphreys, 

European Union Law, OUP, ISBN Number 978-0-19-957534-3, in order to acquire an adequate level of 

knowledge for the course. 


Vakomschrijvingen

Advanced EU Law III: External Relations RL42 

Lecturers Mr.Dr. F.A.N.J. Goudappel, D.N. Ratsiborinskaya LLM, Prof.dr. J.W. de Zwaan 






ECTS 5 

Entry requirements Good basic knowledge of European Union law at an advanced Bachelor’s level course 


Application Via Sin-Online 


Course aims 

The aim of this course is to enable students to analyze the structures on which the European Union 

communicates with third countries and organizations. Furthermore, students should be able to 

understand the connections between the Union and third nations and see how external relations 

influence the future of the Union. Students will also develop their discussion skills. 

Contents 

This course aims at extending the knowledge of students regarding the external relations of the 

European Union. The following topics are the main concepts to be analyzed in depth in this course: 

the institutional framework of the Union, the doctrine of the EU external competences, the common 

commercial policy, the WTO, the CFSP, the relations between the EU, the UN and the Council of 

Europe and the possible enlargement of the external relations of the European Union. 

This Master course is based on lectures and seminars. There will be 8 lectures and 3 seminars. It is 

obligatory to prepare assignments for the seminars based on case studies. The seminars will be used 

for interactive discussions. Mandatory attendance and active participation are requirements to take 

part in the exam. 

Good basic knowledge of European Union law is required for this course. EUR students are required 

to have followed Europees Recht. This is a Master level course. Students should have the basic 

knowledge of EU law. ESL students should have followed the Dutch language course Europees recht. 

It is mandatory for students who have not studied EU law before to prepare by obtaining and studying 

Horspool & Humphreys, European Union Law, OUP, ISBN Number 978-0-19-957534-3, in order to 

acquire an adequate level of knowledge for the course. 


Advanced Public International Law I RM59 

Lecturers Prof.dr. E. Hey, Mr. A. Momirov 

Contact Mr. A. Momirov 


Assessment Written essay assignments 



ECTS 5 

Entry requirements Basic course in public international law 

Secretary Internationaal publiekrecht 



Course aims 

After having completed this course successfully, a participant will be able to independently analyze 

issues in international law in terms of the basic building blocks (or doctrines) of international law. 

He/she will also posses the skills to undertake basic problem solving and legal research in 

international law. 

Contents 

This course deepens students’ active knowledge of international law. It does so by addressing, in a 

systematic way, the basic building blocks (or doctrines) of international law in depth and by way of: 1) 

interactive seminars in which students are expected to participate in discussions, and 2) student based 

seminars in which particular developments in international law will be analyzed, based on relevant 

cases or other documents 

During the course the focus will be on the following basic building blocks of international law: sources 

and subjects of international law and how international law deals with its breaches and disputes 

concerning its content. For each topic several more specific issue areas will be discussed. For a full 

overview of the course content see the schedule for the course as posted on the website for the 

course. 


Vakomschrijvingen

Advanced Public International Law II RM62 

Lecturers N.T. Ali, Mr. M. Ambrus, Dr. E. Mak, Mr. A. Momirov 



Assessment 3 essays to be written during the Block and a short oral exam 



ECTS 5 

Entry requirements Advanced Public International Law I 




Course aims 

During the course students learn to independently analyze contemporary international legal issues 

and to develop reasoned opinions about them. Three written assignments enable students to train 

and develop their writing skills; while students train and develop their oral skills by way of class 

discussions. 

Contents 

The course builds upon previously obtained knowledge of international law and places international 

legal questions within the framework of changing international (legal) relationships. Emphasis during 

the course is on the legal analysis of contemporary international issues, such as the role of 

community interests in international law, the role of non-state actors such as companies and 

individuals, new developments in the law on peace and security and the changing role of international 

organizations. 


Advanced Topics of Competition Law 

and Economic Regulation RL10 

Lecturers Prof.dr. R.J. Van den Bergh, Prof.dr. K. Heine, Dr. A.M. Pacces 

Contact Drs. W. Schreuders 

Structure Classes 




ECTS 5 

Secretary Rechtseconomie 



Course aims 

- To understand the relevance of complex business models and inter-platform competition for the 

application of competition policy and intellectual property rules 

- Provide students with updated views on regulatory impact assessment and cost-benefit analysis 

- Illustrate the pending issues in the European economic regulation of, for instance, electronic 

communications 

Contents 

This course will cover the law and economics of multi-sided markets, with applications for instance to 

the EU and US Microsoft case, p2p file sharing, Digital Rights Management and the Visa/Mastercard 

case. In addition, students will get familiar with pending issues in European regulatory affairs, such as 

the European Integrated Impact Assessment model and the upcoming review of the regulatory 

framework for electronic communications. 

A basic knowledge of both microeconomics (price theory), industrial economics and European 

competition law is required to fully profit from the lectures. 

This course is part of the final term in the one-year Erasmus Mundus Programme “European Master 

in Law and Economics” (EMLE). Since this course requires a previous training in the economic 

analysis of law it is not open for students not participating in het EMLE programme. 


Vakomschrijvingen

Algemene psychologie R0047 

Docenten Dr. B.W.C. Zwirs 

Contactpersoon Dr. B.W.C. Zwirs 





ECTS 6 




Leerdoelen 

Na het volgen van dit vak moet de student de verschillende psychologische theorieën en concepten 

kunnen toepassen. Daarnaast moet de student de relevantie van de psychologische inzichten voor de 

criminologie kunnen aangeven. 

Inhoud 

Binnen het vak Algemene Psychologie wordt een inleiding in verschillende perspectieven en thema’s 

binnen de psychologie gegeven. Hierbij zullen onderwerpen besproken worden die bij uitstek relevant 

zijn voor de criminologie. Vragen die aan bod komen, zijn o.a.: Wat is de globale structuur en werking 

van ons brein en is er een relatie tussen de werking van het brein en antisociaal gedrag? Hoe 

functioneert onze waarneming en ons geheugen en wat zegt deze kennis ons over de betrouwbaarheid 

van getuigenverklaringen? Wat zijn de gevolgen van slaapdeprivatie en verslavingen voor ons 

functioneren en welke conclusies kunnen we hieruit trekken voor het onthouden van slaap van 

verdachten bij het verhoorproces? Hoe vinden leerprocessen plaats en hoe wordt crimineel gedrag 

aan- dan wel afgeleerd? Wat houdt het begrip intelligentie in en is er een verband tussen intelligentie 

en crimineel gedrag? Wat zijn motivaties en emoties en wat kunnen wij zeggen over de drijfveren en 

emoties van diegenen die crimineel gedrag plegen? Hoe ontwikkelen wij ons gedurende de 

levensloop en welke plaats neemt crimineel gedrag in binnen die ontwikkeling? Wat houdt het begrip 

persoonlijkheid in en in hoeverre verschilt de persoonlijkheid van diegenen die zich schuldig maken 

aan crimineel gedrag van diegenen die dat niet doen? Hoe beïnvloedt de situatie ons doen en laten en 

zijn wij niet allemaal in staat tot wreedheden afhankelijk van de situatie waarin wij ons bevinden? Hoe 

gaan wij om met stress en welke factoren beïnvloeden de copingstrategieën van slachtoffers van 

misdrijven? Bij de behandeling van deze onderwerpen wordt verwezen naar concrete maatschappelijke 

problemen en toepassingen in criminologisch onderzoek. 

Werkgroepen 






Anthropology of Law / Rechtsantropologie RM83 

Lecturers Mr.Dr. W.M. van Rossum 

Contact Mr.Dr. W.M. van Rossum 


Assessment Take home exam, presentation + participation, final essay 



ECTS 5 

Secretary Rechtspsychologie en rechtssociologie 

Application via Sin-Online 


Course aims 

- You know what the concept of ‘legal pluralism’ entails, how to recognize situations of legal pluralism 

and what the diverse scientific positions are concerning legal pluralism 

- You know what in the discipline of anthropology of law is involved with the definition of law, with 

ethnocentrism, and with the translation and transformation of legal concepts between legal cultures 

- You know in general the history of anthropology of law and its developments 

- You understand what is involved with empirical research, especially fieldwork, observations, and 

interviews, and you know of problems concerning gender, secrecy of information, and the dual 

position of informants 

- You are able to distinguish legal and normative from empirical perspectives on law 

- You have insight in the worth and effectiveness of legal rules in several concrete pluralistic situations, 

especially concerning human rights 

- You have insight in different and sometimes contrasting perspectives on modern and local law 

between state actors, indigenous peoples, minorities, subcultures, religious groups, etc. 

Contents 

Religious groups, subcultures, indigenous peoples, and ethnic minorities all have their own set of 

rules consisting of religious law, customary law, traditions, and rituals, sometimes combined or partly 

influenced by state law. This is what is called a situation of legal pluralism today. In this situation, local 

groups sometimes challenge the claim for a universal law or resist the application of state law. In 

times of globalization it is important to understand this struggle of dominance and resistance in 

relation to diverse manifestations of law. 

The first 6 classes (in the first 3 weeks) are an introduction to Anthropology of Law by studying 

Australian Aborigines from the perspective of legal pluralism. We discuss history and method of 

anthropology of law, and some of its concepts. In week 4 is the take home exam. 

In the second part of the course we study a range of empirical research in order to understand that 

legal pluralism is a global phenomenon. How do certain social groups like gypsies in the US and in 

European states, Inuit in Canada, nomads in India, Muslims in Britain etc. relate to the state and state 

law? What does ‘their law’ consist of, and how important is it in their local situation? Every discussion 

on concept and method from the first 3 weeks will return. Can we understand other legal cultures by 

using familiar legal concepts? When do human rights have a positive influence on local groups? Does 

state law recognize or incorporate ‘their law’ in ‘modern law’, and is this theoretically possible 

anyway? What is the role of anthropologists and lawyers when they are told that some laws should 

remain a secret, and how should state agencies like courts and policy makers react to such claims? 


Vakomschrijvingen

Arbeid en onderneming RM15 

Docenten Mr. J.H. Even, Mr. L.J.M. Langedijk, Gastdocenten 

Contactpersoon masterarbeidsrecht@frg.eur.nl 

Onderwijsvorm Classes 

Toetsvorm Schriftelijk 



ECTS 5 

Vereiste voorkennis Arbeidsrecht 

Secretariaat sectie Arbeidsrecht 

Inschrijven Via SIN-Online 


Leerdoelen 

Studenten zijn in staat: 

- te beoordelen wanneer sprake is van een overgang van onderneming en uit te leggen wat de 

rechtsgevolgen daarvan zijn; 

- de relatie tussen het ondernemingsrecht en het arbeidsrecht uit te leggen met betrekking tot de 

statutair directeur; 

- uit te leggen wat bestuursautonomie inhoudt en hoe dit werkt, hoe de bestuurder wordt benoemd 

en zijn relatie met de vennootschap wordt geduid, hoe de bezoldiging van de bestuurder tot stand 

komt en kan worden gewijzigd, welke invloed corporate governance heeft op de positie van de 

bestuurder en wat geldt bij het ontslag van een bestuurder; 

- de rol van medezeggenschap uit te leggen, uit te leggen hoe een goede/optimale inrichting van 

medezeggenschap eruit dient te zien, de rechten en plichten van het medezeggenschapsorgaan te 

reproduceren, de advies- en instemmingsprocedure uit te leggen, en te kunnen werken met 

toerekening, mede-ondernemerschap en vereenzelviging binnen het medezeggenschaptraject. 

Inhoud 

De stof richt zich op onderwerpen die zich op het snijvlak tussen ondernemingsrecht en arbeidsrecht 

bevinden. Drie onderwerpen komen aan de orde: de positie van werknemers bij overgang van 

onderneming, de positie van de statutair bestuurder en het medezeggenschapsrecht. Deze thema’s 

worden mede uiteengezet door docenten werkzaam in de praktijk. 


Arbeidsrecht RQ21 

Docenten Prof.Mr.Dr. A.R. Houweling, Mr. L.J.M. Langedijk, Mr. E. van Vliet 


Toetsvorm Schriftelijk (2 deeltoetsen, 1 eindtoets, meerkeuzevragen en open vragen) 


Studiefase bachelor 2 Rechtsgeleerdheid 

ECTS 6 




Leerdoelen 

De student kan: 

- Het bijzondere karakter van de arbeidsovereenkomst ten opzichte van andere verbintenisscheppende 

overeenkomsten toelichten; 

- De wettelijke regeling van het arbeidsrecht, arbeidsrechtelijke jurisprudentie en in literatuur gevoerde 

arbeidsrechtelijke discussies toepassen; 

- Gestructureerde oplossingen van eenvoudige arbeidsrechtelijke vraagstukken formuleren. 

Inhoud 

Voor veel mensen is het verrichten van betaalde arbeid een belangrijke bron van inkomsten om in 

hun levensonderhoud te kunnen voorzien. Meestal wordt die arbeid verricht onder toezicht van een 

ander, in een groter verband, dat wil zeggen in een onderneming of arbeidsorganisatie. De juridische 

vragen en complicaties die daaruit voortkomen worden in het vak Arbeidsrecht aan de orde gesteld. 

Zowel individuele en collectieve als privaatrechtelijke en publiekrechtelijke aspecten met betrekking tot 

arbeid komen aan bod. Tijdens de colleges zal aandacht worden besteed aan het arbeidsovereenkomstenrecht 

(onder meer het ontslagrecht), het cao-recht, het medezeggenschapsrecht en het sociale 

verzekeringsrecht (vooral werkloosheid en arbeidsongeschiktheid). 

Actieve deelname aan dit vak is een vereiste om het met een positief resultaat af te sluiten. Studenten 

zijn daarom verplicht iedere werkgroepopdracht voorafgaand aan de werkgroepbijeenkomst te 

uploaden via sin-online. Meer informatie hierover is te vinden op de vakchannel. 

In aansluiting op het vak Arbeidsrecht kan de masteropleiding Arbeidsrecht worden gevolgd. In 

bachelorjaar 3 kan tevens de minor Arbeidsrecht & Reorganisatie worden gevolgd. 


Vakomschrijvingen

Arbitragerecht RB10 

Docenten Prof.Mr. A.J. van den Berg, Mr. G.J. Meijer 

Contactpersoon Mr. D.Y.M. Korthals Altes - Biemans 





ECTS 5 

Vereiste voorkennis Burgerlijk procesrecht 

Secretariaat sectie Internationaal privaatrecht en rechtsvergelijking 

Inschrijven via SIN-Online. Maximaal aantal deelnemers: 25 


Leerdoelen 

Studenten weten in welke gevallen arbitrage mogelijk is, welke vereisten worden gesteld aan de 

arbitrage-overeenkomst, hoe een arbitraal geding moet verlopen, op welke wijze een arbitraal vonnis 

ten uitvoer kan worden gelegd en welke rechtsmiddelen tegen een arbitraal vonnis kunnen worden 

ingesteld. Studenten zijn in staat over deze aspecten ten aanzien van nationale en internationale 

arbitrage theoretische vragen te beantwoorden en aan de praktijk ontleende casus op te lossen. 

Inhoud 

Het vak arbitragerecht is een nadere kennismaking met het recht en de praktijk van de arbitrage. De 

nationale arbitrage wordt behandeld aan de hand van het vierde boek van het Wetboek van 

Burgerlijke Rechtsvordering, de jurisprudentie en arbitragereglementen zoals het Arbitrage Reglement 

van het Nederlands Arbitrage Instituut. Bij de behandeling van de internationale arbitrage komen 

naast het Verdrag van New York van 1958 ondermeer aan de orde de Uncitral Model Law en 

verschillende arbitragereglementen, zoals de Rules of Arbitration of the International Chamber of 

Commerce, de Uncitral Arbitration Rules en de London Court of International Arbitration Rules. 


Bank- en effectenrecht RB16 

Docenten Prof.Mr. J.B.S. Hijink, Mr. R.J. Theissen, Prof.Mr. H.M. Vletter - van Dort 

Contactpersoon Prof.Mr. H.M. Vletter - van Dort 

Onderwijsvorm Classes, seminars 




ECTS 5 

Secretariaat sectie Handels- en ondernemingsrecht 



Leerdoelen 

Het leggen van een basis voor de uitoefening van een functie als (financieel) jurist bij een bank of 

financiële instelling of een functie als advocaat in een financieel georiënteerde praktijk. 

Inhoud 

In dit keuzevak komen de voornaamste aspecten van het effectenrecht aan de orde. Daarnaast zal een 

inleiding worden gegeven op het bankrecht. Aandacht zal worden besteed aan onderwerpen als de 

uitgifte van effecten, de handel in effecten, beursnotering, openbare biedingen, beschermingsconstructies, 

melding van effectentransacties, handel met gebruik van voorwetenschap en kapitaalseisen 

voor banken. Ook zal de structuur van het toezicht op de financiële handel in brede zin- dat wil zeggen 

zowel het gedragstoezicht als het prudentieel toezicht -, toegelicht worden. Relevante actuele 

ontwikkelingen worden eveneens tijdens de colleges aan de orde gesteld. 

Het rechtsgebied is volop in ontwikkeling zowel door nieuwe Europese regelgeving als door 

(zelfstandige) Nederlandse wetswijzigingen. Relevante Europese richtlijnen, eventuele wetsvoorstellen 

ter implementatie van die richtlijnen en andere nieuwe weten regelgeving zal aan de orde komen. 

Vanzelfsprekend zal eveneens aandacht besteed worden aan toepasselijke regelgeving van Euronext 

Amsterdam. Bij voldoende belangstelling wordt een excursie naar Euronext Amsterdam of de trading 

room van een grote bank georganiseerd. 

Van de deelnemers aan dit vak wordt een actieve participatie verlangd. Voorbereiding van de colleges 

is niet alleen wenselijk doch uiterst raadzaam. 

Het vak Bank- en effectenrecht beoogt een goede basis te leggen voor de uitoefening van het vak van 

bankjurist, bedrijfsjurist (in het bijzonder bij beursgenoteerde ondernemingen en financiële 

instellingen) en advocaat in de financieel georiënteerde praktijk. 

Hoewel het vak Verdieping Ondernemingsrecht niet als verplicht voorkennisvereiste kan worden 

voorgeschreven, wordt het gevolgd hebben van dit vak ten sterkste aanbevolen. 


Vakomschrijvingen

Bedrijfseconomie RJ64 

Docenten Mr.Dr. B.P.A. Santen, Dr. A.B.M. Soppe 

Contactpersoon Drs. H.M. Breedeveld 

Onderwijsvorm Classes, seminars, workgroups 

Toetsvorm Schriftelijk, gemengd, tussentijdse toets 



ECTS 6 

Secretariaat sectie Bedrijfseconomie 



Leerdoelen 

Na afloop van deze cursus heeft de student voldoende kennis om de essentie van jaarrekeningen en 

jaarverslagen van ondernemingen te begrijpen. Ook heeft de student inzicht verworven in corporate 

governance, fusie- en overnameprocessen, extern toezicht op ondernemingen en enkele fiscale 

aspecten van ondernemingen. 

In de vaardighedencolleges ontwikkelt de student presentatie- en discussievaardigheden in de 

toepassing van financiële analyse. De student ontdekt de basis van het beleggen in beursgenoteerde 

ondernemingen door middel van een beleggingssimulatiespel dat gekoppeld is aan actuele 

beurskoersen. 

Inhoud 

De cursus bedrijfseconomie biedt de student een brede inleiding in de basis van de bedrijfseconomie 

en in de relatie tussen bedrijfseconomie en recht. De student maakt kennis met externe financiële 

verslaggeving, financiering en investeringen van ondernemingen en de daarbij behorende juridische 

achtergronden. 

In deze cursus komen tevens aspecten van Financieel Recht aan bod: corporate governance (de 

organisatie van goed ondernemingsbestuur), toezicht op ondernemingen en fusies en overnames. 

Enkele te behandelen onderwerpen: 

- Balans- en winstbepaling van ondernemingen 

- Agency theory en stakeholder theory 

- Aandelen, opties en obligaties 

- Toezicht en compliance 

- Financierings- en investeringsanalyse 

De vaardighedencolleges concentreren zich op: 

- Presentatievaardigheden. 

- Het leiden van en deelnemen aan een discussie. 

- Analyse van aandelen aan de hand van de behandelde stof. 

- Het beheersen van (reken)opgaven voor het tentamen. 


Bedrijfseconomie voor fiscalisten RP75 

Docenten Drs. M. Hoefnagel, Mr.Drs. J. Kool, Dr. J.W.J. de Kort 

Contactpersoon Dr. J.W.J. de Kort 




Studiefase bachelor 2 Fiscaal Recht 

ECTS 6 




Leerdoelen 

Dit vak biedt de student een gedegen bedrijfseconomische ondergrond voor de fiscale opleiding. 

Inhoud 

Aan de orde komen onderwerpen op het gebied van de financiering, kosten en winst, alsmede interne 

en externe verslaggeving. 

Voorbeelden hiervan zijn: 

- financiering (aandelen, obligaties, warrants) 

- financiële instrumenten (opties) 

- waardering van ondernemingen 

- kostprijsberekeningen 

- financiële rekenkunde (annuïtaire leningen, contante waarde berekeningen) 

- jaarrekeningenrecht 

- winstbepalingsstelsels 

- consolidatietechnieken 

- belastinglatenties 

- verrekenprijzen / transfer pricing 


Vakomschrijvingen

Bestuurlijke en strafrechtelijke rechtshandhaving RM35 

Docenten Prof.Mr. A.B. Blomberg, Prof.Mr.Dr. A.R. Hartmann 

Contactpersoon Prof.Mr.Dr. A.R. Hartmann 


Toetsvorm Presentaties/papers/aanvullend tentamen 



ECTS 5 

Secretariaat sectie Strafrecht 

Inschrijven Via Sin-Online 


Leerdoelen 

Doel van het vak is het verwerven van kennis, inzicht en toepassingsvaardigheden met betrekking tot 

de bestuurlijke en strafrechtelijke rechtshandhaving. De bestuurlijke en strafrechtelijke handhavingsketens 

worden stap voor stap verkend en in beeld gebracht. Hoofddoel is dat de relatie tussen het 

bestuurlijke en strafrechtelijke handhavingsproces inzichtelijk wordt gemaakt. Van studenten wordt 

verwacht dat ze een actieve bijdrage leveren door middel van presentaties en/of het schrijven van 

papers. 

Inhoud 

Sinds het begin van de jaren tachtig van de vorige eeuw heeft de bestuurlijke rechtshandhaving een 

steeds sterker accent gekregen. Daarbij is op onderdelen sprake van een verschuiving van het 

strafrecht naar het bestuursrecht. Er wordt niet alleen gestraft via het strafrecht, maar ook via het 

bestuursrecht. Daarbij komt een toenemende toedeling van verantwoordelijkheid aan burgers zelf 

(responsabilisering). In dit vak staan centraal de mogelijkheden van preventieve rechtshandhaving, de 

toezichts- en opsporingfunctie en de normering van toezichtsbevoegdheden, het leerstuk van het 

bestuurlijk gedogen en de (beginsel)plicht tot handhaven in relatie tot het strafrechtelijke opportuniteitsbeginsel, 

de uitbreiding van het bestuurlijke sanctiearsenaal, onder meer met de bestuurlijke 

boete en in toenemende mate het communautaire handhavingsrecht. Ook vraagstukken als de 

doorwerking van grondrechten, in het bijzonder art. 6 EVRM, en de ontwikkeling van een meer 

geformaliseerd bewijsrecht vragen aandacht. 


Bestuursrecht RJ62 

Docenten Mr. H.T. van den Hoek, Prof.Mr. L.J.J. Rogier 

Contactpersoon Mr. H.T. van den Hoek 




Studiefase bachelor 3 Rechtsgeleerdheid, bachelor 3 Fiscaal Recht 

ECTS 9 

Secretariaat sectie Staats- en Bestuursrecht 



Leerdoelen 

Studenten die dit vak hebben behaald dienen een goed beeld te hebben van de inhoud van het 

algemeen deel van het bestuursrecht. Daartoe beschikken zij over een grondige kennis van de 

kernbegrippen van het bestuursrecht en kunnen zij die begrippen vanuit een kritische houding 

toepassen op niet al te ingewikkelde bestuursrechtelijke gevallen. 

Inhoud 

Bestuursrecht is het recht dat de overheid het juridische instrumentarium biedt, zich actief te 

bemoeien met de samenleving. Tegelijkertijd geef het bestuursrecht de leden van de samenleving 

invloed op en bescherming tegen deze overheid. 

Met het bestuursrecht heeft de student kennis gemaakt in het vak Inleiding Publiekrecht. Het vak 

Bestuursrecht bouwt hierop voort. De studenten worden vertrouwd gemaakt met de leerstukken van 

het algemeen deel van het bestuursrecht (Algemene wet bestuursrecht). Voorts zal aandacht worden 

besteed aan thema’s als de afbakening/complementariteit van het bestuursrecht met het burgerlijk 

recht en het strafrecht en aan de doorwerking van het Europese recht in het nationale bestuursrecht. 


Vakomschrijvingen

Burgerlijk procesrecht R0043 

Docenten Mr. J.H. van Dam - Lely, Prof.Mr. A.I.M. van Mierlo 

Contactpersoon Mr. J.H. van Dam - Lely 

Onderwijsvorm Classes, seminars, skillgroups 

Toetsvorm Tussentoets (vaardigheden): opstellen dagvaarding Eindtoets schriftelijk open en/of 

meerkeuze vragen 



ECTS 6 




Leerdoelen 

Na het volgen van het vak burgerlijk procesrecht hebben de studenten inzicht in de hoofdlijnen van 

het burgerlijk procesrecht, in de wijze waarop procedures worden gevoerd en naleving van 

rechterlijke beslissingen kan worden bewerkstelligd. Studenten zijn met het verworven inzicht in staat 

theorievragen te beantwoorden, voor de rechtspraktijk relevante casus op te lossen en (de formele 

gedeeltes van) een eenvoudig inleidend processtuk op te stellen. 

Inhoud 

Het materiële recht regelt de rechtsverhoudingen tussen partijen. Wanneer partijen een tussen hen 

bestaand civiel geschil niet in onderling overleg kunnen oplossen, zullen zij in de regel hun geschil 

voorleggen aan de overheidsrechter. Het burgerlijk procesrecht regelt de dan te volgen procedure. 

In het vak burgerlijk procesrecht staat de civiele dagvaardingsprocedure in eerste aanleg centraal. 

Daarnaast komen aan de orde de basisregels van de verzoekschriftprocedure, het kort geding, de 

rechtsmiddelen en het beslagen executierecht. Aandacht zal er ook zijn voor de Europese 

regelgeving op het gebied van het burgerlijk procesrecht. 

Na een eerste globale kennismaking met het burgerlijk procesrecht, staat in de eerste vier weken 

zowel in de colleges als in de practica (mede ter voorbereiding op de tussentoets) de dagvaardingsprocedure 

in eerste aanleg centraal. De eerste vier onderwijsweken worden afgesloten met een 

deeltentamen waarin wordt gevraagd een dagvaarding op te stellen. Het deeltentamen wordt tegelijk 

afgenomen met de deeltentamen Inleiding Privaatrecht, met dien verstande dat de deeltentamens ook 

afzonderlijk zijn af te leggen. In het tweede gedeelte van het blok komen onder meer aan bod: de 

verzoekschriftprocedure, bewijsrecht (vervolg), conservatoire maatregelen (beslag), rechtsmiddelen 

en Europese regelgeving. De practica sluiten daarop aan. Aanwezigheid bij de practica is verplicht 

volgens in het OER neergelegde de voor het vaardighedenonderwijs in het B1 geldende facultaire 

regels. Tevens is men verplicht zes aparte opdrachten te maken en te uploaden. Deze opdrachten 

worden in de casuscolleges besproken. Alleen als aan deze verplichtinh is voldaan is het resultaat van 

het deeltentamen rechtsgeldig. De eindtoets beslaat de gehele stof. 


Capita aansprakelijkheidsrecht RM09 

Docenten Prof.Mr. W.H. van Boom, Prof.Mr. S.D. Lindenbergh, Mr. H.Th. Vos, Mr. W. Dijkshoorn, 

Gastdocenten 


Onderwijsvorm Seminars, masterclasses 

Toetsvorm Mondeling tentamen 



ECTS 5 

Vereiste voorkennis Zie www.masteraansprakelijkheidenverzekering.nl 


Inschrijven Aan dit vak kan alleen worden deelgenomen door studenten die zijn toegelaten tot de 

Master Aansprakelijkheid en Verzekering 

(zie www.masteraansprakelijkheidenverzekering.nl) 


Leerdoelen 

Na afronding van dit vak heeft de student de belangrijkste thema’s uit het civiele aansprakelijkheidsrecht 

verkend en heeft hij tevens ervaren hoe theoretische kennis kan worden omgezet in praktische 

handelingen (analyse van een probleem, het innemen en bepleiten van standpunten, het uitbrengen 

van een advies). 

Inhoud 

Tijdens dit vak zal aan de hand van een aantal leerstukken het terrein van het civiele aansprakelijkheidsrecht 

nader worden verkend. Naast de basisthema’s uit het aansprakelijkheidsrecht zoals 

onrechtmatige daad, causaal verband en schade, zullen ook meer specifieke onderwerpen aan de 

orde komen. Zo zal bijvoorbeeld aandacht worden besteed aan beroepsaansprakelijkheid, 

productenaansprakelijkheid en aansprakelijkheid van de overheid. Tevens zullen enkele bijzondere 

leerstukken uit het aansprakelijkheidsrecht, zoals de eigen schuld en voordeelstoerekening, alsmede 

verjaring en verval, in de verf worden gezet. 

Aan de hand van een aantal opdrachten tijdens de bijeenkomsten zal de student tevens worden 

geleerd hoe hij de kennis die hij verworven heeft, kan omzetten in praktische handelingen. Daarbij 

moet onder andere worden gedacht aan het analyseren van problemen in het aansprakelijkheidsrecht 

en het innemen en bepleiten van standpunten. 

Een deel van de bijeenkomsten zal worden verzorgd door gastdocenten uit de praktijk. 

In het kader van een diverse Masterclasses zullen tevens een aantal advocatenkantoren en verzeke raars 

en/of assurantiemakelaars worden bezocht. Tijdens deze Masterclasses staat een aantal onderwerpen 

centraal die eerder al in de bijeenkomsten aan de orde zijn gekomen. De student gaat bij de bezoeken 

aan de kantoren en bedrijven zelf aan het werk. Halverwege de bijeenkomsten vindt tevens een 

seminar plaats. 

Van de studenten wordt tijdens het hele vak een actieve inbreng verlangd. 

Belangrijk: u kunt het vak alleen volgen als u bent toegelaten tot de Master Aansprakelijkheid en 

Verzekering. Bij dit vak geldt een aanwezigheidsplicht. Voor dit vak worden geen vrijstellingen 

verleend. 


Vakomschrijvingen

Capita arbeidsrecht RL52 

Docenten Prof.Mr.Dr. A.R. Houweling, Prof.Mr. C.J. Loonstra 



Toetsvorm Schriftelijk en mondeling 



ECTS 7.5 



Inschrijven Via SIN-Online. Dit vak is alleen toegankelijk voor studenten die staan ingeschreven bij 

de mastervariant Arbeidsrecht. 


Leerdoelen 

- Verkrijgen van diepgaand juridisch inzicht in complexe leerstukken van titel 7.10 BW, zoals eenzijdige 

wijziging en kwalificatievragen. 

- Verdieping in de leerstukken van boek 7 titel 10 en toepassing van die leerstukken op een concrete 

casus. 

- Het kunnen toetsen van complexe regelingen aan beginselen die aan het arbeidsrecht ten grondslag 

liggen, zoals de bijzondere bescherming die de werknemer wordt geboden. 

- Het leren formuleren van gestructureerde en gemotiveerde antwoorden op complexe vraagstukken. 

Inhoud 

In het vak Capita Arbeidsrecht wordt een verdieping gegeven op het gebied van het arbeidsovereenkomstenrecht. 

Boek 7 titel 10 staat centraal. Onderwerpen die worden behandeld zijn onder andere 

de kwalificatie van de arbeidsovereenkomst, bijzondere bedingen, werkgeversaansprakelijkheid, 

eenzijdige wijziging en de regels betreffende loon en vakantie. Tijdens dit vak zal voornamelijk 

aandacht worden besteed aan het bijzondere karakter van het arbeidsrecht en worden de te 

behandelen onderwerpen getoetst aan grondbeginselen van het arbeidsrecht. Voorts wordt aandacht 

geschonken aan interdisciplinariteit en zal de theorie worden afgewisseld met praktijk (middels 

kantoorbezoeken, rechtbankbezoeken, gastsprekers en oefencasus). 


Capita burgerlijk procesrecht RM02 

Docenten Mr. J.H. van Dam - Lely, Prof.Mr. A.I.M. van Mierlo 

Contactpersoon Mr. J.H. van Dam - Lely 

Onderwijsvorm Seminars 

Toetsvorm Schriftelijk open vragen 



ECTS 5 

Vereiste voorkennis Burgerlijk procesrecht 




Leerdoelen 

Op het terrein van de bestudeerde thema’s zijn de studenten in staat tijdens het tentamen met gebruik 

van de wet complexe - voor de rechtspraktijk relevante - vragen en casus op te lossen. Meer 

algemeen is het doel van het vak dat de studenten zoveel inzicht hebben in de procesrechtelijke 

begrippen en uitgangspunten en in de techniek van het procederen dat zij in de rechtspraktijk 

enerzijds in staat zullen zijn een oplossing te vinden voor ingewikkelde procesrechtelijke vraagstukken 

en anderzijds de afweging kunnen maken tussen de verschillende wijzen van conflictoplossing 

waarvan het burgerlijk procesrecht er één is. Daarbij ligt niet zozeer de nadruk op het maken van 

processtukken alswel op het verkrijgen van inzicht in het systeem van het burgerlijk procesrecht. 

Inhoud 

In het bachelorvak zijn de hoofdlijnen van het burgerlijk procesrecht bestudeerd. Ter aanvulling en 

verdieping richt het vak capita burgerlijk procesrecht zich op een aantal onderdelen van het 

procesrecht. Met de gedachte dat de studenten dit vak veelal kiezen ter voorbereiding op de 

rechtspraktijk, is richtsnoer bij de keuze van de onderwerpen het belang van de onderwerpen voor de 

rechtspraktijk. Dit jaar zal de nadruk liggen op de ontwikkelingen rond de verhouding tussen de 

rechter en de partijen, de mededelingsplichten, het immer moeilijke en voor de rechtspraktijk van 

cruciaal belang zijnde bewijsrecht, twee thema’s rond de middelen van bewaring van recht 

(derdenbeslag, opheffing van beslagen) en de rechtsmiddelen (met de nadruk op het hoger beroep). 

De gekozen thema’s worden aan de hand van jurisprudentie en literatuur diepgaand bestudeerd. Bij 

alle onderwerpen zal zoveel mogelijk een bijdrage worden geleverd door gastdocenten. Gastcollege’s 

van advocaten en een rechter maken onderdeel uit van het programma. Voor elk werkcollege moeten 

casus worden voorbereid die tijdens het college worden behandeld. Het college heeft zo het karakter 

van een werkgroep. Van de studenten wordt tijdens de colleges een actieve inbreng verwacht. De stof 

van het bachelorvak burgerlijk procesrecht wordt bekend verondersteld. 

Het burgerlijk procesrecht leent zich uitstekend voor het schrijven van een scriptie. Het vak capita 

burgerlijk procesrecht vormt daarvoor een goede (maar niet onmisbare) voorbereiding. 


Vakomschrijvingen

Capita merkenrecht RB09 

Docenten Prof.Mr.Dr. T. Cohen Jehoram 

Contactpersoon Prof.Mr.Dr. T. Cohen Jehoram 


Toetsvorm Tentamen; open vragen 



ECTS 5 

Vereiste voorkennis Vak Handelsrecht BA of Intellectual Property Rights MA 


Inschrijven via SIN-Online (max. 25 deelnemers) 


Leerdoelen 

Dit vak is bedoeld voor degenen die zich willen verdiepen in het merkenrecht tot op specialisatieniveau. 

Doel is dat overzicht over en inzicht in het merkenrecht wordt verworven. Dit gebeurt door 

degelijke voorbereiding van de colleges, en discussie tijdens de colleges. Het heeft geen zin dit vak te 

volgen als men niet voorafgaand aan de colleges telkens zo’n 4-5 uur studeert. Dit vak leent zich niet 

voor zelfstudie; het volgen van de colleges is essentieel. 

Inhoud 

Dit vak behandelt de theorie en basis van het merkenrecht, wat wel en wat geen merk kan of mag zijn, 

hoe rechten worden verworven en verloren, hoe ver de bescherming reikt, hoe het merkenrecht zich 

tot andere rechtsgebieden verhoudt en last but not least welke de praktische consequenties van een 

en ander zijn, bijvoorbeeld in de online omgeving. De actualiteit wordt niet geschuwd. 


Capita ondernemingsrecht RL47 

Docenten Prof.Mr. B.F. Assink, Mr. J.J.M. Grapperhaus, Mr. H. Koster, Mr. M.A. Verbrugh 

Contactpersoon Mr. M.A. Verbrugh 





ECTS 5 




Leerdoelen 

Na het volgen van Capita ondernemingsrecht kan de student: 

- De wetsvoorstellen van de Personenvennootschap onder titel 7.13 BW beschrijven en de nieuwe 

regelgeving toepassen; 

- De verschillende grondslagen voor bestuurdersaansprakelijkheid benoemen en toepassen; 

- De ontwikkeling van het Europees ondernemingsrecht beschrijven; 

- De manieren waarop minderheidsaandeelhouders worden beschermd beschrijven en de redenen 

voor die bescherming benoemen; 

- De wetsvoorstellen van de Flex-BV beschrijven en de nieuwe regelgeving toepassen. 

Inhoud 

Bij het vak Capita Ondernemingsrecht worden vier of vijf actuele thema’s op het gebied van het 

ondernemingsrecht diepgaand besproken. De thema’s voor het academisch jaar 2010/2011 waren: 

Personenvennootschap, bestuurdersaansprakelijkheid, Europees ondernemingsrecht, Flex-BV en 

bescherming van minderheidsaandeelhouders. Binnen deze thema’s zal uitgebreid aandacht zijn voor 

actuele ontwikkelingen binnen Nederland en Europa op het gebied van wetgeving en jurisprudentie. 


Vakomschrijvingen

Capita selecta fiscaal: BTW RF44 

Docenten T. Braakman, mr. S.R.M. Janssen, Prof. Dr. H.A. Kogels, drs. O.L. Mobach, 

mr. drs. L. van Rey 

Contactpersoon F.E. van Dam 


Toetsvorm Mondeling 


Studiefase master Fiscaal Recht 

ECTS 9 

Vereiste voorkennis Omzetbelasting 

Secretariaat sectie Belastingrecht 



Leerdoelen 

Zie de algemene eindtermen van de opleiding. 

Inhoud 

Tijdens de colleges worden bepaalde onderwerpen op het terrein van de Wet op de omzetbelasting 

1968 en de samenloop met de overdrachtsbelasting (Wet op belastingen van rechtsverkeer 1970, 

Hoofdstuk II) behandeld vanuit verschillende invalshoeken, waarbij in de loop van de studie 

behandelde onderdelen geïntegreerd worden bestudeerd. Aan de orde zullen onder meer komen 

nationale en Europese jurisprudentie, formele regelgeving, Europese btw-richtlijnen en 

verordeningen, in algemene zin verdieping en verbreding van diverse omzetbelastingonderwerpen. 

De colleges zullen worden verzorgd door gastdocenten uit de praktijk en van de rechterlijke macht. De 

theorie zal vanuit de praktijk worden benaderd. 

Voor de capita selecta geldt dat participanten maximaal twee maal afwezig mogen zijn. Tevens wordt 

actieve participatie verlangd. Iedere student moet een verhandeling schrijven en deze presenteren. 

Daarnaast dient elke student een verslag van een bijeenkomst te maken. 

De capita selecta zijn bedoeld voor studenten in de masterfase en wordt afgesloten met een 

tentamen. 


Capita selecta fiscaal: familie vennootschappen RF20 

Docenten Mr. A.J.M. Arends, Prof.Mr.Dr. J.J.M. Jansen 






ECTS 9 

Vereiste voorkennis Verdieping inkomstenbelasting, Schenk-, erf-, overdrachtsbelasting en Estate Planning, 

Inkomstenbelasting, Winst, Vennootschapsbelasting 


Inschrijven Via SIN-Online. Let op er geldt een maximum aantal inschrijvingen van 15 studenten. 

Inschrijving is mogelijk van maandag 31 oktober 2011, 09:00 uur tot woensdag 30 

november 2011. 


Leerdoelen 

Zie de algemene eindtermen van de opleiding. 

Inhoud 

Tijdens de werkcolleges worden verschillende aspecten die van belang zijn voor familievennootschappen 

behandeld. Daarbij gaat het om zowel civielrechtelijke als fiscaalrechtelijke aspecten. 

Onderwerpen die daarbij aan de orde komen zijn: Creëren van holdingstructuren, bedrijfsopvolging in 

de inkomstenbelasting en vennootschapsbelasting, estateplanning, emigratie en oudedagsvoorzieningen. 

Ook enkele formeelrechtelijke aspecten komen aan de orde, zoals controle, invordering en 

procederen. 

De werkcolleges worden verzorgd door gastdocenten uit het bedrijfsleven, de belastingadviespraktijk, 

de rechterlijke macht, de belastingdienst, ministeries, etc. 

Voor de capita selecta geldt dat de deelnemers maximaal twee maal afwezig mogen zijn. Tevens 

wordt actieve participatie verlangd. Iedere student moet een verhandeling schrijven en de essentie 

ervan presenteren gedurende maximaal 15 minuten. Daarnaast wordt elke student eenmaal 

aangewezen om een verslag van een van de bijeenkomsten te maken. 

Gezien de geïntrigeerde benadering van het onderwerp is het alleen zinvol dit vak te volgen aan het 

einde van de master. 


Vakomschrijvingen

Capita selecta fiscaal: formeel belastingrecht RF22 

Docenten Prof.Mr.Dr. G.J.M.E. de Bont 






ECTS 9 

Vereiste voorkennis Formeel belastingrecht 


Inschrijven Via Sin-Online. Let op er geldt een maximum aantal inschrijvingen van 15 studenten. 

Inschrijving is mogelijk van maandag 31 oktober 2011, 09:00 uur tot woensdag 

30 november 2011 


Leerdoelen 

Zie de algemene eindtermen van de opleiding 

Inhoud 

Tijdens de colleges worden bepaalde onderwerpen in werkgroepvorm behandeld vanuit verschillende 

invalshoeken, waarbij in de loop van de studie behandelde onderdelen geïntegreerd worden 

bestudeerd. Aan de orde zullen onder meer komen controle, de Algemene wet bestuursrecht, de 

Nationale ombudsman, fiscaal boeterecht, fiscaal strafrecht, fiscaal procesrecht, procederen in de 

praktijk, cassatie, (de Hoge Raad en de rol van het parket bij de Hoge Raad), internationale 

inlichtingenuitwisseling en invordering (aansprakelijkstellingen; invordering en faillissement). 

De colleges zullen worden verzorgd door gastdocenten uit het bedrijfsleven, de belastingadviespraktijk, 

de advocatuur, de rechterlijke macht, belastingdienst, ministeries. 



Daarnaast dient elke student een verslag van een bijeenkomst te maken. 

De capita selecta zijn bedoeld voor studenten in de masterfase. 


Capita selecta fiscaal: internationale concerns RF21 

Docenten Prof.dr. A.J.A. Stevens, Gastdocenten 






ECTS 9 

Vereiste voorkennis Verdieping vennootschapsbelasting, Verdieping internationaal belastingrecht, 

Vennootschapsbelasting, Inleiding internationaal en Europees belastingrecht 


Inschrijven Via Sin-Online. Let op er geldt een maximum aantal inschrijvingen van 15 studenten. 

Inschrijving is mogelijk van maandag 31 oktober 2011, 09:00 uur tot woensdag 

30 november 2011. 


Leerdoelen 


Inhoud 

Tijdens de colleges worden bepaalde onderwerpen in werkgroepvorm behandeld vanuit verschillende 

invalshoeken, waarbij in de loop van de studie behandelde onderdelen geïntegreerd worden 

bestudeerd. De volgende onderwerpen komen o.a. aan de orde: dubbele woonplaats, grensoverschrijdende 

herstructureringen, vaste inrichting, winstallocatie, non-discriminatie, triangular cases, 

ATR-praktijk en doorstromers, gemeenschapsrecht en dubbele belasting, transfer pricing, misbruik 

van belastingverdragen, belastingconcurrentie, staatssteun, interpretatie van belastingverdragen, 

grensoverschrijdende werknemers en hybride entiteiten. De focus bij deze onderwerpen ligt op het 

internationale concern. 

De colleges zullen worden verzorgd door gastdocenten uit de belastingadviespraktijk, belastingdienst, 

ministerie van Financiën en wetenschap. 



Daarnaast dient elke student een bijeenkomst te notuleren. 

De capita selecta zijn bedoeld voor studenten in de masterfase. 


Vakomschrijvingen

Capita vervoerrecht RB08 

Docenten Prof.Mr. K.F. Haak 

Contactpersoon Prof.Mr. K.F. Haak 





ECTS 5 

Vereiste voorkennis Carriage of Goods, Handelsverkeersrecht 




Leerdoelen 

Met de verworven kennis en inzicht wordt de student in staat geacht een diepte-analyse van een 

vervoerrechtelijke praktijk-casus te geven. Daartoe wordt de student uitgerust met de combine van 

technische vaardigheden gebaseerd op verdrag, wet, jurisprudentie en literatuur. 

Inhoud 

In het vak Capita Vervoerrecht komen knelpunten van het vervoerrecht aan de orde; naast de 

traditionele takken van transport (vervoer over zee, binnenwateren, lucht, weg, spoor) wordt aandacht 

geschonken aan het multimodaal vervoer en het vervoer van gevaarlijke stoffen. Ook het nationaal en 

internationaal personenvervoer komt aan de orde. Daarbij wordt aandacht geschonken aan de 

verhouding tussen algemene leerstukken van verbintenissen- en vervoerrecht en de afzonderlijke 

takken van vervoer. Centraal staat de aansprakelijkheid van de vervoerder, zoals geregeld door 

verdragen. In toenemende mate dienen zich ook vraagstukken van internationaal procesrecht aan. 

De materie zal worden toegelicht en verlevendigd door behandeling van rechtspraak. Ook zullen 

gastsprekers uit de praktijk van het vervoerrecht optreden. In aanvulling op het vak ‘Capita 

Vervoerrecht’ is het mogelijk een scriptie te schrijven over een vervoerrechtelijk onderwerp, al dan niet 

in combinatie met het volgen van een stage. Het vak sluit aan bij de volgende vakken: Carriage of 

Goods, Maritime Casualties. 


Capita verzekeringsrecht RM11 

Docenten Prof.Mr. N. van Tiggele - van der Velde 

Contactpersoon Prof.Mr. N. van Tiggele - van der Velde 





ECTS 5 

Secretariaat sectie Verzekeringsrecht 


Master Aansprakelijkheid en Verzekering 


Leerdoelen 

De student verwerkt kennis en inzicht over de genoemde juridische onderwerpen aan de hand van 

bestudering van de verplicht gestelde literatuur en de collegestof. Hij/zij zal in staat zijn deze kennis en 

dit inzicht te tonen. Vaardigheid zal worden getoetst door van de student te vragen met toepassing 

van de juiste regels volgend uit de wet, jurisprudentie en literatuur, verzekeringsrechtelijke casus op te 

lossen, dan wel verzekeringsrechtelijke vragen te beantwoorden. Na het tonen van deze vaardigheid is 

de student ook in de juridische praktijk in staat een relevante bijdrage te leveren aan een juiste analyse 

en een mogelijke beantwoording van verzekeringsrechtelijke vraagstukken aangaande 

bovengenoemde onderwerpen. 

Inhoud 

Het verzekeringsrecht staat niet op zichzelf. Er wordt altijd “iets” verzekerd en dat “iets” kan met vele 

juridische deelgebieden verweven zijn. Verzekering vervult in onze moderne samenleving met alle 

daaraan verbonden kansen en risico’s ook een onmisbare rol in het veilig stellen van de sociale 

zekerheid voor het individu. Dat maakt het verzekeringsrecht tot een boeiend onderdeel van het recht. 

Het betekent ook dat kennis van het verzekeringsrecht niet alleen onmisbaar is voor juristen die in de 

verzekeringsbranche zelf werkzaam (willen) zijn of bijvoorbeeld in de advocatuur de belangen van 

verzekeraars vertegenwoordigen. In feite loopt iedereen die in een juridische functie (rechterlijke 

macht, bedrijfsleven, overheid) werkzaam is, de kans met verzekeringsrechtelijke vraagstukken te 

worden geconfronteerd. 

Onderwerpen die tijdens dit vak behandeld worden zijn: verzwijging bij het aangaan van de 

verzekeringsovereenkomst, de totstandkoming, specifieke aspecten van de aansprakelijkheidsverzekering, 

belang en het indemniteitsbeginsel, verplichtingen bij schade, eigen schuld, directe actie en 

bewijsrechtelijke verhoudingen in het verzekeringsrecht. 

Van de collegecyclus maakt deel uit het schrijven van een paper op basis van een vooraf te 

verstrekken opdracht. 

Belangrijk: U kunt het vak alleen volgen als u bent toegelaten tot de Master Aansprakelijkheid en 

Verzekering. Bij dit vak geldt een aanwezigheidsplicht. Voor dit vak worden geen vrijstellingen 

verleend. 


Vakomschrijvingen

Caput privaatrecht RL38 

Contactpersoon Mr.R.Westrik 


Toetsvorm Schriftelijk open vragen 



ECTS 5 

Vereiste voorkennis Goederen- en insolventierecht, Verbintenissenrecht 




Leerdoelen 

De leerdoelen in dit vak zijn: 

Het opdoen van kennis van concrete voor de commerciële praktijk relevante privaatrechtelijke 

leerstukken en het toepassen van de opgedane kennis in een concrete casus. 

Inhoud 

Het privaatrecht beheerst voor een groot deel de wijze waarop in het bedrijfsleven zaken wordt 

gedaan. Kennis van privaatrechte leerstukken zoals productaansprakelijkheid of vertegenwoordiging 

is daarom voor de in het bedrijfsleven werkzame jurist van groot belang, maar minstens net zo 

belangrijk is de vaardigheid om deze leerstukken op een concrete casus toe te passen en te vertalen in 

een bruikbaar advies. Hoe moeten bijvoorbeeld de aansprakelijkheidsrisico’s bij een nieuw product in 

kaart worden gebracht en hoe kunnen die risico’s contractueel worden afgedekt? Welke zaken zijn 

voor een bank van belang als een onderneming aanklopt voor een bedrijfskrediet? Hoe moet worden 

omgegaan met het risico dat afnemers van een bedrijf failliet gaan? Hoe kan een joint venture zo 

worden vormgegeven dat deze maximale kans van slagen heeft? 

In dit vak komen dit soort vragen aan de orde. Dit gebeurt aan de hand van een bepaald concreet 

thema. Aan de hand van een concrete business case komen de thema’s aansprakelijkheid, 

financiering en verhaal, samenwerking tussen professionele partijen en contracteren aan de orde. 

Een deel van de colleges wordt verzorgd door gastdocenten. 

Het precieze thema aan de hand waarvan het vak wordt gegeven wordt later bekend gemaakt. 

Studenten wordt daarom aangeraden om de pagina van het vak op sin-online in de gaten te houden. 


Carriage of Goods RB05 

Lecturers Dr. M.A.I.H. Hoeks, Prof.Mr. F.G.M. Smeele 

Contact Dr. M.A.I.H. Hoeks 





ECTS 5 

Secretary Handels- en ondernemingsrecht 



Course aims 

To provide students with a thorough understanding of the main issues in the Law of Transport, as well 

as with an overview of how the various unimodal Transport Law Conventions deal with these issues. 

After this course students should be equipped to deal with many of the problems which transport 

lawyers encounter in their daily practice. 

Contents 

The course is based upon a theme-by-theme approach, whereby the alternative solutions given by the 

various unimodal transport law conventions (Hague-Visby Rules, Hamburg Rules, CMR, CMNI, Cotif- 

CIM, and Montreal) are compared and contrasted to provide a deeper insight in the various subjects at 

hand. The themes discussed during the lectures include: 

- a general introduction in which an overview is given of the various unimodal conventions which are 

part of the fragmented law of transport, and in which conceptual distinctions are made between the 

contracts of carriage, freight forwarding and storage as well as special kinds of contracts of carriage, 

such as multimodal transport contracts, heavy lift contracts, contracts of affreightment, 

- transport documents and related documents, such as bills of lading, way bills, delivery orders, 

consignment notes, charter-parties, 

- title to sue under contracts of carriage and bills of lading, 

- liability of the carrier, 

- damages and limitation of liability, 

- third-parties and extra-contractual claims, 

- multimodal transport. 


Vakomschrijvingen

Commercial Law RB20 

Lecturers Prof.Mr. F.G.M. Smeele, Mr.Drs. R. Zwitser, Guest lecturers 

Contact Mr.Drs. R. Zwitser 





ECTS 5 

Entry requirements As this is a course at Master level every student must have passed exams on contract 

law and property law at Bache-lor level and must have obtained a basic understanding 

of debts to order and to bearer, as well as of the concepts of Bills of Exchange and Bills 

of Lading. 




Contents 

Commercial Law focuses on the contract of sale as the Master plan governing the organization of 

international commercial transactions. In it, the parties not only provide rules about when and where 

to deliver what quantity of which commodity for what price, but also for who should contract for 

transportation and insurance, as well as for payment and/or financing of the commercial transaction. 

Together, all these commercial contracts build a cluster with dynamics of its own. A key role is played 

by the documents reflecting these contracts. To name a few, the Bill of Exchange, the Bill of Lading, 

the Insurance Policy or Insurance Certificate, the Letter of Credit and the Letter of Indemnity. All these 

documents convey the message that in international commerce, contracts generally involve and affect 

third parties. From the moment of issuance, most of these documents are meant to pass from hand to 

hand until they reach their final destination where they will play their part. 

Each contract has certain peculiarities in accordance with the requirements of international trade. 

Attention will be given to standardized contract forms and customary abbreviations such as CIF, FOB, 

CAD LC and so on. 

Other topics to be discussed include: 

- The phenomenon of negotiability of documents, 

- The various roles played by the bill of lading and the implications of the presentation rule; 

- The abstract payment obligation of a bank under a letter of credit or a letter of undertaking and the 

so-called strict conformity rule as applied by banks in their handling of commercial documents: strict 

to the letter of their instructions; 

- Insurance for the benefit of (as yet unknown) persons interested in the goods. 

Much of international trade is subjected to international Conventions and powerful customs and 

standardized contracts, often subject to English law and London arbitration. As of consequence these 

international standards will form an important basis for our studies into commercial law. 


Commercial Litigation RB14 

Lecturers Prof.Mr.Dr. X.E. Kramer, Prof.Mr. F.G.M. Smeele, Guest lecturers 

Contact Mr. D.Y.M. Korthals Altes - Biemans 





ECTS 5 




Course aims 

This course aims to provide students with the comparative perspective of a legal practitioner involved 

in commercial litigation internationally. It aims to provides in-depth knowledge of how selected topics 

of civil procedure law are dealt with in a selected group of level systems. The course presupposes that 

students have already completed an introductory course on civil procedure at Bachelor’s level. 

Contents 

The course is based upon a theme-by-theme approach. 

Subjects covered include: 

- Sources, private international law, uniform law; 

- Principles of civil procedure (party autonomy, due process, adversarial and inquisitorial models, oral 

and written proceedings, role of judges, iura novit curia, jury trial, contempt of court), 

- Evidence (document production, interrogateries, depositions, subpoenas, expert evidence, privilege) 

- Remedies (money judgments, declaratory relief, judicial penalties, legal interests), and Costs 

(American rule vs. Loser takes all, contingent fees), 

- Means of appeal (default judgments, appeal, review, third parties, revision, 

- Interim relief (ex parte, adversarial, injunctions) 

- Attachment, enforcement and insolvency 

- Class and group actions. 


Vakomschrijvingen

Comparative Constitutional Law RM40 

Lecturers Dr. N.S. Efthymiou, Prof.Mr. R. de Lange 

Contact Prof.Mr. R. de Lange 


Assessment Written open questions or an oral exam 



ECTS 5 

Secretary Staats- en Bestuursrecht 

Application via Sin-Online 


Course aims 

This course aims at increasing the familiarity of students with basic notions of constitutional law in 

various constitutional systems. The relationship between legislatures, courts and the constitution is 

the central theme in this course. Issues of constitutional interpretation as well as of separation of 

powers are discussed on the basis of a book - Tim Koopmans’ Courts and Political Institutions 

(Cambridge 2003) - as well as additional material (case-law, articles from law journals). Sovereignty of 

Parliament and Judicial Review serve as the two models which are at the basis of constitutional 

choices that have been made in every constitutional system. 

At the end of the course, students should be able to discuss the main features of some important 

constitutional systems, as well as the system in their home country. Part of the classes will be devoted 

to presentations by students. There is an oral exam. 

Contents 

The idea underlying this course is to present constitutional law from a comparative perspective, in 

order to improve the knowledge of the student’s national constitutional system. For that reason, not 

only constitutional texts will be compared and analyzed, but also specific features of constitutional 

systems, such as the separation of powers, judicial review (or the absence of judicial review), 

federalism and the protection of human rights. Part of the course deals with the constitutional system 

of the Kingdom of the Netherlands. However, special attention will be paid to the constitutional 

systems of the United Kingdom, Germany, France and the United States which have served as a 

model for many twentieth-century constitutions. 


Comparative Criminology RQ01 

Lecturers Prof.dr. R. van Swaaningen, Guest lecturers 

Contact Prof.dr. R. van Swaaningen 




Study level master Criminology 

ECTS 5 

Entry requirements Theoretische Criminologie or, for Exchange Students, some criminological course 

Secretary Criminologie 



Course aims 

This course aims to make the student aware of the cultural embedding of criminology and of different 

criminological traditions, to introduce methods for comparative and cross-cultural research in 

criminology, to compare key features of penal systems, and to make students acquainted with the 

‘globalisation’ of crime and its governance. 

Contents 

The impact globalisation has on crime and its governance is the key-theme of this course. We start 

with some socio-historical and cultural factors that have determined why criminology developed 

differently in Europe, North America and Latin America. Than we will examine comparative and crosscultural 

research methodology and analyse the development of a global criminology. How and what 

can be compared, using which sources and approaches? 

After that we will address the question the impact of globalisation on 

1) ‘gendered’ migration 

2) the city, 

3) the governance of crime and security, 

4) cybercrime, 

5) corporate crime, 

6) eco-crime and 

7) terrorism. 


Vakomschrijvingen

Comparative Law RM95 

Lecturers Dr. R.W. Jagtenberg 






ECTS 5 




Course aims 

The aim of the Comparative law course is to familiarise the participating students with the 

characteristics of the major legal traditions and with the comparative law methodology. 

After completion of this course the student should have an understanding of the characteristics and 

structure of the major legal traditions. In addition, he shall be able to formulate a comparative 

research proposal in compliance with the comparative law methodology. 

The student shall be assessed on area related knowledge and analytical skills. 

Contents 

In this course some of the basic tenets of comparative law are dealt with. First the focus is on 

classification and characteristics of the major legal systems in the world. Apart from the French, 

German, and English, also non-European legal systems are discussed such as the American and 

Japanese. In addition, the methodology of comparative legal research is highlighted. The subject 

matter of comparative legal research varies from concrete legal institutions such as vicarious liability 

to the judicial process. 

Next, significant current themes and trends such as globalisation, (legal) culture and legal pluralism, 

and dispute resolution are addressed from a comparative perspective. The importance of comparative 

law is continuously increasing for lawyers pursuing careers internationally as well as nationally. 

Finally, the course may serve as a basis for writing a dissertation. 


Comparative Law and Economics RL07 

Lecturers To be announced 





ECTS 5 




Course aims 

The aims of the course are to: 

- Introduce the student to comparative private law, from an economic point of view; 

- Provide the student with tools for the comparative economic analysis of legal systems, as well as of 

particular legal rules. 

Contents 

In the context of the European Union much attention is paid to the possibility and desirability of the 

harmonization and unification of substantive and procedural law. A particular problem hereby is 

formed the differences between the Common Law of England and Ireland on the one hand and the 

Civil Law of the continental countries on the other. 

In the course the possibility of a European Private Law is analyzed from an economic point of view. 

Law and economics has been developed in a Common Law country (The United States), but has 

proven to be useful for civil law as well. Moreover, it provides a universal framework for comparing 

and evaluating legal rules. 

Topics that are included in the course are: 

- Differences among legal systems, especially between common law and civil law; 

- The desirability of unification; 

- Possibility and methods of unification, especially common core analysis and legal transplants; 

- Sources of law and order (especially judge made law, statute law, social norms, custom, and trust); 

- The competitive relationship among sources of law; 

- A case study in the fields of property, contracts or torts. 

Besides the lecture notes, that focus on the economic aspects of law, the required materials consist of 

Zweigert and Kötz’s, An Introduction to Comparative Law. This excellent textbook provides for an 

overview of the important institutional differences among legal systems (as well as for a detailed 

analysis of the differences in contract law and the law of torts). 

This course is part of the one-year Erasmus Mundus Programme European Master in Law and 

Economics (EMLE), but also Dutch students and free-movers (not participating in this programme) can 

apply to attend the course via Schreuders@frg.eur.nl. Without permission, you are not allowed to 

participate in this course. 


Vakomschrijvingen

Computer Law in an International Perspective RM55 


Assessment Written exam; a bonus point can be obtained by weekly participation in the Blackboard 

discussion board 



ECTS 5 

Entry requirements This course is meant for international students only. 

There are no special entry requirements 

Secretary Informatica en recht 



Course aims 

The aim of this course is to familiarise students with the social changes brought about by the 

‘Information Society’, and to place these within a legal context. 

After the course, students will have 

- Knowledge and skills in solving legal problems of the ‘Information Society’ 

- Skills to assess the possibilities to control societal developments related to information technology 

Contents 

The course focuses upon certain concrete legal problems, such as downloading music and movies 

from the internet, the legal protection of computer software, databases and data, ecommerce and 

electronic markets, privacy protection and computer crime, legal questions of ‘Social media’ and the 

liability of intermediary service providers. Students will learn to analyse these problems and examine 

possible solutions within the context of their own national legal system. The problems of integrating 

technological developments in areas that have always been paper-based, and the role and use of 

‘electronic signatures’ in these areas will also be examined. In addition to these practical aspects, the 

impact of technology on the development of legal principles will be dealt with. 

In the digital world of the Internet, today’s lawyers are constantly confronted with information 

technology. Lawyers in private practice, company lawyers or lawyers in management functions are 

expected to be able to deal with the problems arising from the application of information technology. 

No lawyer can afford to be computer ignorant. Although criminal law, constitutional law and 

administrative law, as well as general private law play a role in computer law, it is essentially a 

business law discipline. 


Contract, Tort and Property in Europe RM07 

Lecturers Prof.Mr. W.H. van Boom 





ECTS 5 

Entry requirements For non-ESL students: we expect students to have done undergraduate courses in 

(domestic) contracts, torts, property and/or insolvency in their countries of origin. For 

ESL students: Goederen- en insolventierecht, Verbintenissenrecht 

Secretary Burgerlijk recht 



Course aims 

- Analyzing and comparing French, German and English legal systems in the area of tort law 

- Developing a comparative legal approach to tort law issues 

- Developing a basic understanding of the main principles of insurance contract law 

- Analyzing simple cases and applying relevant tort and insurance law principles to these cases 

Contents 

In this course, we will deal with specific items of European and comparative private law relating to 

commercial practice. The returning focal point is finding the common core of the main European legal 

systems relating to commercial issues in private law. The course will therefore address particular 

questions of both commercial contracts, consumer contracts, economic torts, products safety and 

liability, chains of contracts, agency, security arrangements and transfer of property. 

Naturally, it will not be possible to deal with all the details of contract, tort, and property law, let alone 

from both a pan-European and a comparative perspective. Instead, the course will highlight what we 

feel are relevant and topical issues. Although the exact content of the course may vary from year to 

year, we may deal with questions such as: 

- How do European jurisdictions deal with the ‘signing without reading’ issue? 

- To what extent is retention of title in movable objects allowed in European jurisdictions? 

- How does liability for unfair trade practices under the EU Directive relate to domestic rules on 

misrepresentation, mistake and fraud? 

- Is there a common core with regard to the so-called seller’s preference? 

- How do the General Product Safety Directive and the Products Liability Directive interact in tort law? 

- Do parties to contracts in a chain of commercial contracts owe duties of care vis-à-vis one another 

irrespective of privity? 

Working from concrete research questions, the teachers of this course will guide you through the focal 

points of contemporary comparative European private law. 

The course is built up from eight themes. We deal with each theme by reference to literature and case 

law from the aforementioned legal systems. In doing so, we discuss the divergence in outcome and 

ask whether the differences are substantial or merely superficial. 

The course is taught in English unless all students are Dutch-speaking. Students can choose to submit 

the written exam either in English or Dutch. 


Vakomschrijvingen

Corporate Governance RB19 

Contact Mr. M.A. Verbrugh 


Assessment Written exam, open questions and/or papers 



ECTS 5 




Course aims 

Upon completion of this course students will be able to: 

- Understand the significance of corporate governance issues; 

- Understand the mechanisms through which corporate governance is exercised; 

- Value the rights and responsibilities of both shareholders and the board of directors; 

- Understand the significance of internal and external monitoring; 

- Implement best practices on corporate governance. 

Contents 

This course is elected by the students as the best course on the Master level in the year 2008. 

This course examines corporate governance practices from an international and multidisciplinary 

perspective. Corporate governance deals with the mechanisms through which control is exercised 

over corporate managers. How do suppliers of finance (i.e. shareholders) make sure that managers do 

not steal the capital they supply or invest the capital in bad projects? During this course the main 

topics of corporate governance will be discussed. The focus is on legal aspects of corporate 

governance. Among the topics to be discussed are: 

- The definition of corporate governance; the separation between ownership and control; Agency 

costs theory; 

- The functioning of boards of directors; the role of outside directors and one tier and two tier boards; 

- Fiduciary duties (standards of care and loyalty) and liability issues; 

- Transparency and financial accounting; 

- The role of executive compensation and the market for corporate control (hostile takeovers); 

- Shareholder rights, shareholder activism and shareholder litigation; 

- Corporate governance codes; securities regulations; monitoring by state agencies; 

- Comparative corporate governance: developments towards convergence; 

- The most important topics of corporate law and law and economics; 

- Cross-border voting and multiple listings. 


Corporate Litigation RB17 

Docenten Prof.Mr. B.F. Assink, Gastdocenten 

Contactpersoon Prof.Mr. B.F. Assink 





ECTS 5 




Leerdoelen 

Na afloop van dit vak kan de student: 

- de verschillende ondernemingsrechtelijke procedures onderscheiden en hun toepassingsgebied 

benoemen; 

- voor een bepaald geschil de meest geschikte procedurele rechtsgang kiezen; 

- de regels van bewijsrecht benoemen voor ondernemingsrechtelijke procedures. 

- ondernemingsrechtelijke procedures in enkele buitenlandse rechtsstelsels benoemen. 

Inhoud 

This course will be given in Dutch. 

Corporate litigation gaat over geschillen binnen ondernemingen. Dit kan variëren van een geschil over 

wanbeleid van het bestuur van een onderneming tot een geschil over de inhoud van de jaarrekening. 

In die geschillen draait het vaak om de verhouding tussen aandeelhouders onderling of om de 

verhouding tussen aandeelhouders en het bestuur. In het vak Corporate litigation wordt aandacht 

besteed aan alle vennootschapsrechtelijke en procesrechtelijke aspecten die verband houden met 

geschillen in ondernemingen. Voorbeelden daarvan zijn: de uitkoopprocedure, de enquêteprocedure, 

de geschillenregeling, de verzetregelingen in de fusie-, splitsingen kapitaalverminderingsregels. Ook 

wordt aandacht besteed aan bewijsvergaring, het kort geding in het ondernemingsrecht, de afgeleide 

actie en class actions. Het vak besteedt daar waar mogelijk aandacht aan rechtsvergelijkende 

aspecten. 


Vakomschrijvingen

Detentierecht RM37 

Docenten Prof.Mr. F.W. Bleichrodt, Mr.Drs. M.J.F. van der Wolf 

Contactpersoon Mr.Drs. M.J.F. van der Wolf 





ECTS 5 




Leerdoelen 

- Kennis van de ontstaansgeschiedenis van de vrijheidsstraf en de theorieën ter rechtvaardiging ervan. 

- Kennis van de belangrijkste juridische beginselen en regels die zijn neergelegd in Penitentiaire 

beginselenwet, de Beginselenwet Verpleging terbeschikkinggestelden en in internationale verdragen. 

- Kennis van nationale en internationale jurisprudentie op penitentiair terrein. 

- Inzicht in de wijze van tenuitvoerlegging van de vrijheidsbeneming, waaronder begrepen de 

tenuitvoerlegging van de tbs en de isd. 

- Inzicht in het penitentiaire beleid en de actuele ontwikkelingen. 

Inhoud 

Het Nederlandse gevangeniswezen is voortdurend in beweging. Detentie-omstandigheden en 

incidentele ontvluchtingen kunnen steevast op maatschappelijke en politieke aandacht rekenen. 

Binnen een democratische rechtstaat is de vrijheidsbeneming de meest ingrijpende inbreuk op 

iemands persoonlijke leven. De vrijheidsbeneming kan plaatsvinden in verschillende modaliteiten. Via 

het strafrecht kan dit bijvoorbeeld geschieden door middel van het voorarrest in afwachting van de 

berechting, door de oplegging van de gevangenisstraf en door middel van strafrechtelijke 

maatregelen als de terbeschikkingstelling (TBS) en de plaatsing in een inrichting voor stelselmatige 

daders (ISD). Ook buiten het strafrecht is vrijheidsbeneming denkbaar. Hierbij valt te denken aan de 

vreemdelingenbewaring en bestuurlijke vrijheidsbeneming. Voor de tenuitvoerlegging van de 

verschillende vormen van detentie bestaan verschillende regels, zowel op nationaal niveau als 

internationaal. In dit keuzevak zullen verschillende vormen van vrijheidsbeneming vanuit een 

juridische optiek worden belicht. De nadruk ligt op vrijheidsbeneming op strafrechtelijke titel. In het 

bijzonder zal er aandacht zijn voor actuele ontwikkelingen op detentierechtelijk terrein. 


Dutch Law and Dutch Legal Culture 

in a Comparative Perspective RL25 

Lecturers Dr. A.J. de Roo, Prof.Mr.Dr. H.S. Taekema 

Contact Dr.A.J.deRoo 


Assessment Written exam and/or paper 



ECTS 5 

Entry requirements Bachelor level 

Secretary Rechtstheorie 



Course aims 

At the end of the course students will have a basic understanding of the origin and structure of the 

Dutch legal system and the general principles underlying Dutch constitutional, administrative, criminal 

and private law. 

In addition, they will be able to relate Dutch legal culture to European and other western legal cultures. 

Contents 

The course introduces the participating students to the main characteristics of the Dutch legal system 

and its legal culture. 

The focus of the course is twofold. First, the students are provided with an overview of the general 

principles of the core areas of Dutch law, i.e. constitutional law, administrative law, criminal law and 

private law. Second, the focus is on the background and context of the Dutch legal system, based on 

the assumption that a good understanding of a particular legal system includes an understanding of 

its legal culture. 

To achieve this, the course will address typical (legal) institutions and procedures, such as the 

administration of justice, including the court system, and the legislative procedure. In addition, court 

annexed mediation will be discussed in the light of the pursuit of more efficient and better performing 

courts. 

The general approach of the course is comparative by situating the Dutch legal system in its European 

context and relating it to other legal systems and legal cultures. By comparing a particular legal 

system, i.e the Dutch legal system, with other legal systems its typical characteristics will become 

(more) evident. 


Vakomschrijvingen

EU Competition Law RM73 

Lecturers Dr. I.E.L.E. Wendt LLM, Prof.Mr. M.H. van der Woude 

Contact Dr. I.E.L.E. Wendt LLM 


Assessment Written/oral exam (depending on the number of participants) 



ECTS 5 

Entry requirements Knowledge about the working of the European Union at an advanced Bachelor’s level 

and basic knowledge of EU internal market law 




Course aims 

The objective of the course is to give a general overview of EU competition law, which should enable 

students to identify competition law issues and to find the relevant materials to solve these issues. 

Contents 

Competition Law is an inherent element of the overall internal policy of the European Union. The 

competition rules are to be respected by individual companies when concluding agreements or when 

wanting to merge their activities. Also, the Treaty prohibits an abuse of a dominant position. While 

competition rules are not directly addressed to Member States, the latter nevertheless have to respect 

certain limits in respect of competition law. Moreover, special rules have been worked out for the 

benefit of undertakings entrusted with the operation of services of general economic interest. Equally 

important are the rules on state aid. The anti-trust policy of the European Commission and the 

jurisprudence of the EU Court of Justice have been instrumental in the development of all these 

doctrines. 

The course will concentrate on the principles of the EU competition regime and policy, as developed 

over the years. Furthermore, specific aspects of the particular nature of certain policy fields will be 

scrutinised (e.g. liberal professions, sport, telecommunications, etc.). Attention will also be paid to the 

role of the European Commission, i.e. the institution charged with the supervision of the application of 

the common provisions. Also, attention will be paid to the jurisprudence of the Court of Justice and 

the General Court in Luxembourg in the context of legal protection. 


Economic Analysis of Competition Law RL06 

Lecturers Prof.dr. R.J. Van den Bergh, Dr. P.D.N. Camesasca 

Contact Prof.dr. R.J. Van den Bergh 





ECTS 5 




Course aims 

- Provide students with a basic insight in the main economic approaches in industrial organization 

- To understand the application and the importance of economic arguments in EC competition case 

law 

Contents 

Competition policy is a term used broadly to describe intervention by public authorities to ensure 

competition in markets for goods and services. Competition law consists of three parts: prevention or 

control of agreements between firms to limit competition (through cartels or tacit collusion), control 

over abuse of market power, and control of concentrations through mergers and acquisitions. 

The main purpose of this course is to provide students with the knowledge to understand the 

application of and the importance of economic arguments in EC competition law cases. 

A basic knowledge of both micro-economics (price theory) and European competition law (articles 81- 

82 EC Treaty and the Merger Regulation) is required to fully profit from the lectures discussing the 

different approaches adopted by competition authorities. 

This course is part of the one-year Erasmus Mundus Programme “European Master in Law and 

Economics” (EMLE), but also Dutch students and free-movers (not participating in this programme) 

can apply to attend the course via Schreuders@frg.eur.nl. Without permission, you are not allowed to 



Vakomschrijvingen

Economic Analysis of Torts and Insurance RL04 

Lecturers Mr.Dr. L.T. Visscher 

Contact Mr.Dr. L.T. Visscher 


Assessment Written open questions 

Period block 1, block 2 


ECTS 5 




Course aims 

The aim of this course is to introduce students to the economic analysis of torts and insurance. The 

law and economics approach provides a systematic framework for analysis, with which it is possible 

to analyze the different elements of a tort and the way in which these elements interact. The course 

enables students to analyze the possible effects of different legal rules on the behaviour of (potential) 

injurers and victims, and thereby on the possible preventive effects of tort law. The traditional legal 

view that tort law is primarily concerned with providing (ex post) compensation in actual accident 

situation will be challenged, and instead the view that the threat of liabilty provides (ex ante) 

incentives to actors will be presented, so that tort law (or liability insurance) can be used to influence 

this behaviour in a desired manner. 

Contents 

In this course we apply (micro)economics to problems in accident law by exploring what effects legal 

norms really have and what purpose is pursued in legal theory and practice. Law-and-economics is 

used to suggest options for specific legal problems by use of an economic analysis and assessment of 

consequences. In our opinion economic analysis can clarify the operation and hence the proper 

meaning of legal institutions. 

First, the goals of tort law will be analyzed. Then the basic principles of the economic analysis of tort 

law will be discussed. Focus is on the precaution-model, causation, fault, negligence (including 

contributory and comparative negligence), strict liability and damages. We will look at the special 

topics of products liability and liability for traffic accidents, as well as on the question how the 

availability of insurance influences the choice of an optimal liability rule. The economics of risk and 

insurance are necessary elements in our discussion. 

This course is part of the one-year Erasmus Mundus Programme European Master in Law and 

Economics (EMLE), but also Dutch students and free-movers (not participating in this programme) can 

apply to attend the course via Schreuders@frg.eur.nl. Without permission, you are not allowed to 



Economic Governance in the European Union RL44 

Lecturers Prof.dr. F. Amtenbrink 

Contact Prof.dr. F. Amtenbrink 


Assessment Presentation in class (during seminar) (40% percent of the grade) Oral exam 

(60% percent of the grade) 



ECTS 5 





Course aims 

The course provides the students with a Master level understanding of legal issues of EU economic 

governance relating to financial market integration and macro-economic and monetary integration. 

The course also provides students with further opportunities to practice Master level skills, such as 

legal discussion, research and presentation of research results. Course assessment contains of a 

presentation during one of the seminars of 40 % and an oral exam at the end of the course of 60%. 

Contents 

The ongoing global financial crisis has painfully reminded many of the importance of the regulation of 

capital mobility and more broadly economic and monetary integration. Despite being one of the most 

important activities in the context of European economic integration, capital mobility and, more broadly, 

the Economic and Monetary Union (EMU) often do not receive the attention from lawyers (and law 

professors) that they deserve. This course will shed light on the complex legal structures of the different 

types of capital mobility in the context of primary Union law. This complexity is primarily due to the inter - 

action between the rules on the movement of capital and the provisions concerning establishment, 

services and competition. Moreover, the interrelationship between capital mobility and EMU is explored. 

A fully integrated market for financial services and the free movement of capital cannot be effectively 

achieved without the introduction of a common currency, thereby eliminating exchange rate costs and 

risks. The latter, in return, calls for mechanisms ensuring the convergence of the separate economies of 

the participating Member States. On the whole, the course will explore both commercial and institutio nal 

aspects of the legal framework governing capital mobility and the EMU. Underlying themes include the 

(macro-) economic arguments supporting the current legal framework, as well as any changes re sulting 

from the coming into effect of the Treaty of Lisbon. Moreover, where appropriate, the regulatory response 

to the current global financial crisis will be discussed. The course consists of eight lectures and three 

seminars. In lectures issues of more general nature are introduced, whereas in the seminars select ed 

issues are examined in more detail. For the seminar students each have to prepare one presentation on a 

topic related to the subject-matter of the seminar and actively participate in the discussions. Students are 

required to attend and prepare for both. This is a Master level course. Students will require basic 

knowledge of EU law. EUR students should have followed the Dutch language course Europees recht. This 

is a Master level course. Students should have the basic knowledge of EU law. ESL students should have 

followed the Dutch language course Europees recht. It is mandatory for students who have not studied EU 

law before to prepare by obtaining and studying Horspool & Humphreys, European Union Law, OUP, 

ISBN Number 978-0-19-957534-3, in order to acquire an adequate level of knowledge for the course. 


Vakomschrijvingen

Economics of Public Law RL03 

Lecturers Dr.A.Arcuri 

Contact Dr.A.Arcuri 





ECTS 5 




Course aims 

This course has the aim of introducing the students to the basic analytical tools that constitute the 

foundation of the economic analysis of public law and enable them to critically apply these tools to 

concrete cases. Students will train their analytical – both oral and writing – skills by active class 

discussion and presentations of their work. 

Contents 

This course offers an introduction to the economic analysis of regulation, which is interpreted as third 

party interference in market processes. The main questions that will be dealt with in this course are: 

What is the purpose of regulatory intervention? In whose interest is regulation adopted? Which is the 

most appropriate level of decison-making (local, national or supranational)? Is a particular regulatory 

intervention the most efficient? Can regulation be appraised in terms of costs and benefits? 

In the first part of the course, insights from welfare economics will be applied to questions of 

regulation. In the second part, attention will be focused on important issues of European regulation, 

such as the subsidiarity principle, the regulation of profession and information regulation for 

genetically modified organisms. In the third part, attention will be paid to the strengths and 

weaknesses of cost-benefit analysis. 


Economics:” (EMLE), but also Dutch students and free-movers (not participating in this programme) 




Encyclopedie wetgeving gezondheidszorg RL12 

Docenten Prof.Mr.Dr.Drs. M.A.J.M. Buijsen, Mr. R.J.P. Kottenhagen, Gastdocenten 

Contactpersoon Mr. R.J.P. Kottenhagen 


Toetsvorm Schriftelijk tentamen 



ECTS 10 

Secretariaat sectie Recht en Gezondheidszorg 



Leerdoelen 

Kennis: 

- De student maakt kennis van de weten regelgeving op het terrein van de gezondheidszorg. 

Vaardigheden: 

- De student kan op basis van een casus de rechtsvraag formuleren. 

- De student kan weten regelgeving op casuïstiek toepassen. 

Attitude 

- De student spreidt een kritische en analytische houding ten toon, tijdens de colleges. 

- De student durft een eigen mening te uiten tijdens colleges, door middel van het doen van 

onderbouwde uitspraken met betrekking de behandelde stof. 

Inhoud 

De student verwerft inzicht in de wijze waarop het stelsel van gezondheidszorg is ingericht. Hij wordt 

ingeleid in het zorgverleningsrecht, het zorgfinancieringsrecht en zorgverzekeringsrecht. De student 

maakt kennis met zowel het materiële als het formele recht van de wetten op het terrein van de 

gezondheidszorg. De kennismaking blijft niet beperkt tot nationale weten regelgeving. Ook het 

internationale gezondheidsrecht (het recht op gezondheidszorg als internationaal erkend grondrecht 

naast relevante EU-regelgeving) komt aan bod. 


Vakomschrijvingen

English Legal Terminology RM93 

Lecturers Dr. H.M. Gubby, barrister 


Assessment Written open question examination 

Period block 1, block 3 

Study level bachelor 3 , master 

ECTS 5 

Entry requirements For third year bachelor and master students 

Secretary Rechtsgeschiedenis 



Course aims 

This course is intended for students who have studied law in a language other than English. The aim 

of this course is to familiarize students with the legal concepts behind English legal terminology. This 

will not only provide students with a better understanding of English legal texts, but will also give 

students the tools they need to be able to translate concepts from their own legal systems into 

English. 

Contents 

English legal terminology reflects concepts in the common law system. In order to understand these 

concepts, a brief overview is given of Anglo/American law over a range of legal domains. These 

domains are legal system, tort, contract, company law and criminal law. Comparisons are made with 

legal concepts in these domains in civil law systems. 

The course has a theoretical and a practical aspect. As well as an introduction to the concepts behind 

the legal terminology, students will be expected to practice using this terminology. To help familiarize 

students with using this terminology orally, as well as in written form, students will be asked to 

examine cases and discuss these in class, using the appropriate legal terminology. Students will also 

prepare in groups two case assignments to be discussed in class. Active participation is a 

requirement. 


European Company Law RB21 

Lecturers Mr. J.H. Even, Mr. R.J. Theissen, Mr. M.A. Verbrugh, Prof.Mr. H.M. Vletter - van Dort 

Contact Mr. M.A. Verbrugh 


Assessment Written exam, open questions 



ECTS 5 

Entry requirements Basic knowledge of company law and labour law required 




Course aims 

Upon completion of this course students will have a thorough understanding of European company 

law, including some aspects of European labour law and European financial law and the way national 

laws in Europe are influenced by it. Active participation and discussion is expected of the students. 

Contents 

This course offers an introduction on European company law (six lectures) and some aspects of 

European labour law (two lectures) and some aspects of European financial law (four lectures). 

European law has reshaped national company laws of the EU-member states. 

The themes discussed during the lectures on European company law include: 

- General introduction to European company law; 

- Freedom of establishment, choice of law rules and the case law of the ECJ; 

- Competition of national company laws in Europe; 

- Representation and the First EC-directive; 

- National and cross border legal mergers in the EU and the Third and Tenth EC-directive and national 

demergers in the EU and the Sixth EC-directive; 

- Supra national companies such as the Societas Europaea and the Societas Privata Europaea. 

The themes discussed during the lectures on European labour law include: 

- General introduction; 

- The EC-directive on transfers of undertakings and the implementation in the Netherlands and 

important other EU-member states; 

The themes discussed during the lectures on European financial law include: 

- General introduction; 

- Disclosure; 

- Insider trading; 

- The financial crisis. 

At the heart of the programme on European company law is the implementation of the directives in the 

Netherlands, but from thereon the most important differences in respect of the Dutch situation in countries 

such as Germany, France and Great-Britain will be addressed. If possible, students will be encouraged to 

attend a conference or a seminar on a relevant topic somewhere in the Netherlands during block 1. 


Vakomschrijvingen

European Law: Justice and Home Affairs RQ40 

Lecturers Mr.Dr. F.A.N.J. Goudappel, Dr. H.S. Raulus, Prof.dr. J.W. de Zwaan 


Structure Classes, workgroups 

Assessment Written examination and research project 


Study level bachelor 2 Criminology 

ECTS 6 

Entry requirements Students are expected to have obtained knowledge about the working of the European 

Union at B1 level 




Course aims 

Students will obtain an indepth knowledge of the institutional and substantive law of the European 

Union concerning Justice and Home Affairs. In addition, they will obtain skills in legal research. 

Contents 

Within the law of the European Union, Justice and Home Affairs, also labeled the Area of Freedom 

and Justice has become one of the policy fields in which the most changes take place. Especially for 

students of criminology it is therefore important to understand the European developments 

concerning free movement of persons, visa, asylum and immigration, and police and judicial 

cooperation in criminal matters. For master students in Dutch law, these matters may also be 

interesting because they do not play an important role in other courses. 

In this course, an indepth analysis will be made of free movement of persons, visa, asylum and 

immigration, and police and judicial cooperation in criminal matters. The first part of the Block will 

consist of general lectures and working groups, followed by an interim exam. In the second half, the 

students will do a research project in small groups. 

The course will be offered in English. However, students will have a choice of language (Dutch or 

English) for the exam. There is a similar choice for the research projects. 

Dit vak zal in het Engels worden aangeboden. Studenten kunnen echter kiezen voor een Engelstalig 

of een Nederlandstalig tentamen. Een vergelijkbare keuze kan worden gemaakt voor de onderzoeksprojecten. 


European Private International Law RB22 

Lecturers Prof.Mr.Dr. X.E. Kramer 

Contact Prof.Mr.Dr. X.E. Kramer 





ECTS 5 

Entry requirements In order to participate in this course, students are required to have knowledge of Private 

Law and Civil Procedural Law, and to have successfully completed a subject of Private 

International Law and/or International Procedural Law (at bachelor’s level). Students 

without basic knowledge of Private International Law participate at their own risk and 

should be prepared to study additional materials. 




Course aims 

A student who has successfully completed this course should: 

- Have developed an in-depth knowledge of specific issues in Private International Law; 

- Have a mature understanding of the importance of the question of jurisdiction in transnational 

litigation; 

- Be able to analyze and solve important legal questions of private international (procedural) law, often 

encountered in international legal practice; 

- Have an appreciation of strategic considerations in transnational civil litigation and should be able to 

advise clients on jurisdictional issues and enforcements of judgments in Europe; 

- Be able to identify the implications arising from parallel or multiple proceedings in different forums; and 

- Understand the importance of harmonization of Private International Law rules and formulate views 

on contemporary problems in private international law. 

Contents 

The globalisation of trade has led to increasing transnational legal traffic: An English company 

concluding a sales contract with a German company; an agent settled in The Netherlands, 

representing a United States-based company in several European countries; or a French consumer 

buying goods from a Swiss company over the internet. International legal practice is increasingly 

confronted with questions of private international (procedural) law. The substantial diversity of 

jurisdiction and procedure rules, and the lack of harmonization might lead to legal uncertainty and 

ineffective adjudication. This course builds on the Bachelor Course ‘International Privaatrecht’ and 

elaborates on several specific topics of Private International Law. The course will focus in recent 

harmonization developments in Private International Law at European Community level. New 

European Regulations dealing with the applicable law to contracts and torts, gathering evidence 

abroad, the service abroad of judicial and extra judicial documents, insolvency procedures and the 

European small claims procedure will be treated in this course. Additionally, the course will be given 

from a comparative perspective, especially, in comparison with Anglo-American common law 

traditions. Other special topics will include: Jurisdiction in international contracts; choice of forum; 

interim measures and multiple proceedings; forum non conveniens-exception and anti-suit 

injunctions in the European context. 


Vakomschrijvingen

Europees belastingrecht RF42 

Docenten Prof.Mr.Drs. H.P.A.M. van Arendonk, Prof. Dr. H.A. Kogels 






ECTS 6 

Vereiste voorkennis Inleiding internationaal en Europees belastingrecht 




Leerdoelen 


Inhoud 

Het onderdeel Europees Belastingrecht biedt een verkenning in de gevolgen van het Europese beleid, 

regelgeving en rechtspraak voor de Nederlandse belastingheffing. In dit verband wordt ingegaan op 

de invloed van de Europese richtlijnen op de directe en indirecte belastingen en op de betekenis van 

de jurisprudentie van het Europese Hof van Justitie voor de belastingheffing in de lidstaten van de EU. 

Daarnaast wordt aandacht geschonken aan de samenhang tussen het Nederlandse belastingbeleid, 

het Europese beleid op het terrein van de directe en indirecte belastingen, zoals ‘harmful competition’ 

en het instrumenteel gebruik van belastingen voor milieubeleid. 


Europees bestuursrecht RM45 

Docenten Prof.Mr. L.J.J. Rogier 

Contactpersoon Prof.Mr. L.J.J. Rogier 


Toetsvorm Facultatieve creditopdracht / tentamen 



ECTS 5 




Leerdoelen 

Met dit vak wordt enerzijds beoogd kennis en inzicht te verwerven van met het Nederlands 

bestuursrecht vergelijkbare leerstukken van materieel Europees bestuursrecht en van de voorrang van 

het Europese recht op het Nederlandse recht. Het toenemend belang van de doorwerking van het EGrecht 

in het nationale bestuursrecht doet zich vooral voor bij de interpretatie, de werking van 

beginselen van behoorlijk bestuur, de handhaving van bestuursrecht van Europeesrechtelijke origine 

en bij de schadevergoeding als gevolg van het schenden van Europees recht. Anderzijds wordt 

daarmee de kennis van en het inzicht in de reeds in het verplichte bachelorvak Bestuursrecht 

behandelde leerstukken van het materiële bestuursrecht verdiept en verbreed. Hoofddoel is de 

bestudering van de verschillen en overeenkomsten tussen het Nederlandse en Europese materiële 

bestuursrecht. Van de studenten wordt een actieve bijdrage verwacht onder meer door het maken van 

een facultatieve creditopdracht. 

Inhoud 

Dit kernkeuzevak voor de master Staats- en Bestuursrecht omvat zowel een een uitbreiding van het 

bachelorvak Bestuursrecht met een onderdeel Europees bestuursrecht als een verdieping en 

verbreding van de stof van dit vak, met uitzondering van het bestuurlijke organisatierecht en het 

bestuursprocesrecht. Naast de bestuursrechtelijke dogmatiek komt vooral ook de actuele rechtsontwikkeling 

in dit vak aan bod. Op het programma staan leerstukken als rechtstreekse werking, 

conforme interpretatie, Europese beginselen, handhaving van Europees recht en schadevergoeding in 

het Europese bestuursrecht. 

De avondcolleges van dit vak zijn alleen toegankelijk voor de deeltijdstudenten van de deeltijdmaster 

Rechtsgeleerdheid. 


Vakomschrijvingen

Europees en internationaal arbeidsrecht RL55 

Docenten Mr. J.H. Even 






ECTS 7.5 



Inschrijven Via SIN-Online. Dit vak is ook toegankelijk voor studenten die niet staan ingeschreven 

bij de mastervariant Arbeidsrecht. 


Leerdoelen 

De student is in staat: 

- de invloed en doorwerking van Europees en internationaal recht op respectievelijk in het 

Nederlandse arbeidsrecht uit te leggen; 

- te beoordelen en uit te leggen welke rechter bevoegd is in een internationaal arbeidsgeschil en welk 

(bijzonder dwingend) recht van toepassing is; 

- te beoordelen en uit te leggen wanneer er sprake is van internationale detachering, wat de gevolgen 

daarvan zijn en welke beperkingen wel en niet kunnen worden opgelegd aan internationale 

dienstverleners; 

- te boordelen wat de impact van de dienstenrichtlijn is (op sociaal gebied) ten aanzien van het 

verlenen van internationale diensten; 

- uit te leggen hoe en waar zich spanningen kunnen voordoen tussen de Europese vrijheden en 

arbeidsrecht; 

- te reproduceren en uit te leggen welke bevoegdheden de (Europese) sociale partners hebben binnen 

de Europese sociale dialoog; 

- de bij de voorgaande onderwerpen behorende terminologieën te reproduceren en de meningen van 

de verschillende auteurs over deze onderwerpen uit te leggen. 

Inhoud 

Het Nederlandse arbeidsrecht wordt sterk beïnvloed door het internationale recht in het algemeen en 

het Europese recht in het bijzonder. De doorwerking van dit internationale recht op het Nederlandse 

rechtssysteem zal worden besproken. Daarnaast maakt met name het Europees recht het relatief 

eenvoudig dat een werknemer vanuit Nederland elders in de EU te werk wordt gesteld. Ook heeft de 

Nederlandse arbeidsmarkt steeds meer te maken met werknemers uit andere lidstaten. De regels die 

hierbij gelden en de problemen die hierdoor kunnen ontstaan worden besproken. Vraagstukken die 

worden behandeld zijn onder meer: welke fundamentele vrijheden staan de werkgever en de 

werknemer ter beschikking, hoe verhouden deze vrijheden zich met arbeidsrechtelijke beginselen en 

rechten, welk recht is van toepassing op de internationale arbeidsovereenkomst en welke rechter is 

bevoegd bij een geschil. Naast deze meer individuele vraagstukken wordt ook ingegaan op de rol en 

de rechten van de (Europese) sociale partners binnen de Europese sociale dialoog. 

Het vak is gedeeltelijk Engelstalig. 


Europees gezondheidsrecht RL51 

Docenten Dr.Mr. A.P. den Exter, Prof.Mr.Dr. M.A.J.M. Buijsen, Gastdocenten 

Contactpersoon Dr.Mr. A.P. den Exter 


Toetsvorm Paper en presentatie 



ECTS 5 




Leerdoelen 

Kennis: 

- De student heeft inzicht in het Europese recht op het terrein van de gezondheidszorg. 

- De studente heeft weet van de relevante rechtspraak en de laatste ontwikkelingen op dit terrein. 

Vaardigheden: 


- De student kan wet en regelgeving op casuistiek toepassen. 

- De student kan een logisch antwoord formuleren op rechtsvragen bij een casus, met behulp van 

wetteksten en/of jurisprudentie. 

- De student is in staat onderzoeksresulaten mondeling te presenteren en toe te lichten. 

Attitude: 

- De student spreidt een kritische en analytische houding ten toon tijdens colleges, bij het schrijven 

van de paper en het houden van de presentatie. 


onderbouwde uitspraken met betrekking tot de behandelde stof. 

Inhoud 

Ofschoon de Europese Unie formeel geen bemoeienis heeft met gezondheidszorg, brengt zij recht 

voort dat inmiddels diep in het Nederlandse stelsel van gezondheidszorg heeft ingegrepen. Men 

denke aan de regels met betrekking tot de mededinging, databescherming en privacy, de regulering 

van beroepen en ‘clinical trials, etc. Men denke vooral ook aan het geneesmiddelenrecht, dat vrijwel 

geheel europeesrechtelijk van karakter is. In dit vak wordt de betekenis van de Unie op de terreinen 

van gezondheid en zorg bekeken. 


Vakomschrijvingen

Europees recht RJ52 

Docenten Mr.Dr. F.A.N.J. Goudappel, Mr. M.K. Shahid, Dr. I.E.L.E. Wendt LLM 

Contactpersoon Dr. I.E.L.E. Wendt LLM 


Toetsvorm Schriftelijk, deeltentamen tijdens Blok 1 en een afsluitend open vragen tentamen 



ECTS 6 

Vereiste voorkennis Voortbouwend op het Bachelor 1 vak Inleiding Internationaal en Europees recht. 

Secretariaat sectie Europees recht 



Leerdoelen 

Het doel van het vak is een gedegen kennis verkrijgen van de belangrijkste leerstukken van Europees 

recht en tevens actuele ontwikkelingen kan plaatsen binnen de systematiek van het Europese recht, 

alsmede binnen de systematiek van het nationale recht. 

Inhoud 

Het Europese recht speelt een steeds belangrijkere rol in de nationale rechtsorde. Voor alle juristen is 

het dan ook van groot belang om bekend te zijn met -de hoofdlijnen van- dit rechtsgebied. In dit vak 

wordt zowel aandacht geschonken aan de meest centrale onderwerpen van materieel recht als aan de 

rechtsbescherming. Onder het materiële recht van de Europese Unie vallen de interne markt met de 

vier vrijheden en het mededingingsrecht, alsmede de Europese rechtsbescherming. Daarmee bouwt 

het vak voort op de inhoud van het B1 vak Inleiding Internationaal en Europees Recht waarin het 

institutionele recht van de Europese Unie behandeld werd. 


Faillissementsrecht RB15 

Docenten Mr. G. ter Welle 

Contactpersoon Mr. G. ter Welle 


Toetsvorm Schriftelijk tentamen en opdracht 



ECTS 5 




Leerdoelen 

- Het verkrijgen van diepgaand juridisch inzicht in de structuur van het Nederlandse faillissementsrecht, 

een en ander in relatie tot de aard en inhoud van het burgerlijk recht, neergelegd in de boeken 

2, 3, 5 en 6 BW en mede gezien Europees rechtelijk perspectief. 

- Het verkrijgen van diepgaand juridisch inzicht in de bijdrage die de rechtspraak, in het bijzonder die 

van de Hoge Raad, en de literatuur leveren aan de rechtsvorming in het faillissementsrecht. 

- Het leren formuleren van gestructureerde en gemotiveerde antwoorden op complexe vraagstukken 

op het terrein van het faillissementsrecht. 

- Het kritisch kunnen reflecteren op het faillissementsrecht vanuit andere wetenschappelijke 

disciplines. 

- Het trainen van mondelinge en schriftelijke vaardigheden. 

Inhoud 

In verschillende fasen van de studie heeft de student reeds kennis kunnen maken met het Goederenen 

het Faillissementsrecht: Inleiding Privaatrecht in de B1 en Goederen- en Faillissementsrecht in de 

B2. Nu is het tijd voor het echte werk. Faillissementsrecht wordt wel eens de gymnastiekzaal van het 

(Goederen)recht genoemd. Welnu deze gymnastiekzaal betreedt u door deel te nemen aan het vak. 

Onderwerpen als verrekening, de actio pauliana, samenloop tussen verrekening en actio pauliana, 

boedelschulden, de positie van separatisten en de fiscus, faillissementskwesties rond een failliete NV 

of BV, zijn slechts enkele onderwerpen die aan bod komen. Gastsprekers zullen toelichten hoe het 

faillissement in de praktijk in zijn werk gaat. De doorstart van failliete ondernemingen komt dan ook 

aan bod. In de colleges komt de nadruk te liggen op het materiele faillissementsrecht. Het formele 

faillissementsrecht komt slechts zijdelings aan bod. Onderwerp derhalve voor zelfstudie. 


Vakomschrijvingen

Familie(vermogens)recht RM03 

Docenten Mr. J.J.M. Grapperhaus, Prof.Mr. A.J.M. Nuytinck 

Contactpersoon Mr. J.J.M. Grapperhaus 


Toetsvorm Schriftelijk tentamen, mondeling herkansingstentamen 



ECTS 5 

Vereiste voorkennis Goederen- en insolventierecht, alsmede verbintenissenrecht. 


Inschrijven via SIN-Online, vanaf 3 oktober t/m uiterlijk 7 november 2011 


Inhoud 

Het familie(vermogens)recht begeleidt de mens als het ware in juridisch opzicht van de wieg tot het 

graf (en eigenlijk ook, gelet op art. 1:2 BW, in de periode vóór de geboorte en, gelet op de betekenis 

van het erfrecht over het graf heen, in de periode na het overlijden). Werkelijk iedereen krijgt gedurende 

zijn leven met dit zo belangrijke rechtsgebied te maken. Het spreekt iedereen aan. Tot het vakgebied 

behoren het familierecht in enge zin (personen- en familierecht) en het familievermogensrecht 

(huwelijksvermogensrecht en erfrecht). Vandaar de overkoepelende naam voor dit vak, waarin de drie 

deelgebieden tot uitdrukking komen: familie(vermogens)recht. 

Het eerste deel van het vak, het familierecht in enge zin of personen- en familierecht, vindt men in 

Boek 1 van het Burgerlijk Wetboek en in belangrijke verdragen, zoals het EVRM en de daarbij 

behorende Protocollen (‘family life’/’vie familiale’), het IVBPR en het IVRK. Het rechtsgebied omvat 

regelingen met betrekking tot de juridische aspecten van het persoonlijk leven, zoals bloed- en 

aanverwantschap, naam, woonplaats, burgerlijke stand, huwelijk, geregistreerd partner schap, 

(echt)scheiding, afstamming (familierechtelijke betrekking), adoptie, gezag over en omgang met 

minderjarigen, curatele, meerderjarigenbewind, mentorschap, afwezigheid en vermissing. 

Het tweede deel van het vak, het huwelijksvermogensrecht als onderdeel van het familievermogensrecht, 

is in Boek 1 van het Burgerlijk Wetboek opgenomen. Het huwelijksvermogensrecht regelt de 

vermogensrechtelijke gevolgen van het huwelijk, waaronder begrepen rechten en verplichtingen van 

echtgenoten, de wettelijke gemeenschap van goederen en huwelijkse voorwaarden. Ook wordt 

aandacht besteed aan de vermogens rechtelijke gevolgen van de echtscheiding, waaronder begrepen 

pensioenverevening, alimentatie en de verdeling van de ontbonden huwelijksgemeenschap of de 

afwikkeling van verrekenbedingen in huwe-lijkse voorwaarden. In dit verband moet onder ‘huwelijk’ 

tevens ‘geregistreerd partnerschap’ worden begrepen en onder ‘echtscheiding’ tevens ‘beëindiging 

van het geregistreerd partnerschap met weder zijds goedvinden of door middel van gerechtelijke 

ontbinding’. Bovendien komt de rechtspositie van samenwoners zonder huwelijk of geregistreerd 

partnerschap aan de orde, zowel tijdens de periode van samenwoning als na feitelijke scheiding. 

Het derde deel van het vak ten slotte, het erfrecht als onderdeel van het familievermogensrecht, vindt 

men in Boek 4 van het Burgerlijk Wetboek. Het erfrecht regelt de vermogensrechtelijke gevolgen van 

de overgang van het vermogen van de erflater op diens erfgenamen. Centraal staan het versterferfrecht 

of ab intestaat erfrecht, d.w.z. het erfrecht dat geldt als er geen uiterste wilsbeschikkingen zijn 

gemaakt, het testamentair erfrecht, in het bijzonder de legitieme portie, de zoge naamde andere 

wettelijke rechten en de verdeling van de nalatenschap. 


Financieel ondernemingstoezicht & Compliance RQ99 

Docenten Prof.dr. P.A.M. Diekman RA, Mr. R.J. de Doelder, A. Kersten MA 

Contactpersoon N.J. Olieman - van Laviere 


Toetsvorm Schriftelijk, open vragen en schriftelijke opdracht 



ECTS 5 




Leerdoelen 

Aan het eind van dit blok bent u zowel door bestudering van de opgegeven literatuur als door het 

volgen van de colleges en het uitwerken van een aantal casusposities in staat om de aspecten van 

goed ondernemingstoezicht te doorgronden en te beoordelen. 

Inhoud 

In dit vak verkrijgt u inzicht in het interne toezicht op financiële ondernemingen, met name de 

compliance functie en de rol van de accountant. Ook worden een aantal onderwerpen behandeld die 

samenhangen met compliance, zoals risicobeheersing en de misdrijven witwassen en handel met 

voorwetenschap. 

De colleges starten met een inleiding over het thema ‘Compliance en Toezicht’ toegespitst op 

ondernemingen. Vervolgens wordt ingegaan op de vraag hoe ondernemingen zich kunnen 

beschermen tegen disfunctioneel gedrag, fraude en fouten door middel van een goede beheersstructuur. 

Hierbij wordt aandacht geschonken aan de rol van de accountant en het COSO II model en het 

daarop gebaseerde Enterprise Wide Risk Management. 

Verder wordt aandacht besteed aan de invulling en concretisering van de vereisten die het financieel 

toezichtrecht stelt aan het voeren van beleid en bedrijfsvoering ter waarborging van integriteit. De 

compliance functie wordt behandeld, met speciale aandacht voor de inrichting en instrumentalisering 

van dit organisatieonderdeel. Het laatste thema dat aan bod zal komen is de mogelijke betrokkenheid 

van (financiële) ondernemingen bij strafbare feiten, met name witwassen, terrorismefinanciering en 

handel met voorwetenschap. 

Dit vak is uitermate geschikt voor juristen, economen en bedrijfskundigen die geïnteresseerd zijn in 

verschillende vormen van (intern) toezicht binnen een onderneming. 


Vakomschrijvingen

Financieel recht RQ03 

Docenten Mr.Dr. B.P.A. Santen 

Contactpersoon Mr.Dr. B.P.A. Santen 


Toetsvorm Schriftelijk met open vragen en een tussentijdse schriftelijke opdracht 



ECTS 5 




Leerdoelen 

Aan het eind van deze cursus hebt u uzelf zowel door bestudering van de opgegeven literatuur als 

door het volgen van de colleges en het maken van de verplichte opdracht, een aantal vaardigheden 

en onderwerpen eigen gemaakt waarin de werelden van de jurist en die van de econoom elkaar 

raken. 

Inhoud 

Aan de hand van de levenscyclus van de onderneming behandelen we een aantal financieeleconomische 

onderwerpen op een multidisciplinaire (economische en juridische) manier. We starten 

met de economische theorie van de onderneming aan de hand van Engelstalige literatuur. We staan 

stil bij de belangrijke inzichten van de agency theory en bij de noodzaak van een goede monitoring 

structuur (corporate governance). Vervolgens bekijken we het belang van de verschillende interne en 

externe monitoring mechanismes binnen verschillende rechtsvormen. Van de laatste wordt specifiek 

gekeken naar de rol van de fiscus en naar die van verslaggeving. Tenslotte wordt ook weer vanuit het 

perspectief van de financier stilgestaan bij reorganisatie en faillissement. 

De opdracht houdt een zelfstandige beoordeling in van een jaarverslag van een beursgenoteerde 

onderneming aan de hand van een vragenlijst. 


Financieel-economische criminologie RQ89 

Docenten Prof.dr. P.A.M. Diekman RA, Dr. J.G. van Erp 

Contactpersoon Dr. J.G. van Erp 





ECTS 5 




Leerdoelen 

Na afloop van deze collegecyclus wordt de student in staat geacht om: 

- De oorzaken en achtergronden van verschillende uitingen van organisatiecriminaliteit te 

onderkennen en te analyseren en verklaren. 

- Te beargumenteren in hoeverre en in welke situaties publiek, privaat en intern toezicht een preventief 

effect hebben. 

- Inzicht te hebben in de wijze waarop ondernemingen hun interne beheerssysteem gebruiken bij het 

voorkomen van disfunctioneel gedrag 

- Inzicht te hebben in de rollen van de Raad van Bestuur en Raad van Commissarissen in 

ondernemingen 

- Basiskennis te hebben ten aanzien van de bestrijding van witwassen en financiering van terrorisme. 

Inhoud 

In het vak Financieel-economische criminologie wordt zowel vanuit criminologische theorieën als vanuit 

de praktijk ingegaan op financiële criminaliteit; “witteboordencriminaliteit” en fraude binnen onder ne - 

mingen. Het vak biedt veel ruimte aan casuïstiek, zowel door de bespreking van grote fraudezaken in 

binnen- en buitenland (Enron; Madoff; bouwfraude; Ahold) als vanuit de onderzoeks- en praktijkervaring 

van de docenten. Allereerst wordt ingegaan op de aard, omvang en verschijningsvormen van financiële 

criminaliteit, alsmede op de schemerzone tussen “creatief” ondernemen en fraude. Ten tweede wordt 

aandacht besteed aan verklaringen voor financiële criminaliteit, zowel vanuit het perspectief van de frau de - 

rende werknemer of leidinggevende, als vanuit het perspectief van de organisatie; sector, en samen leving. 

Veel meer dan bij ‘klassieke’ criminaliteit het geval is wordt financieel-economische criminaliteit gepleegd 

door organisaties. Vandaar aandacht voor de faciliterende rol van organisaties en hun omgeving, zoals de 

branchecultuur en het toezicht. Ten derde wordt aandacht besteed aan het toezicht op financieel-econo - 

mische criminaliteit. Daarbij wordt aandacht besteed aan de groeiende rol van publiekrechtelijke toezichthouders 

(DNB, NMA), en aan hun relatie met strafrechtelijke handhaving door politie en justitie. Tevens 

kijken we naar maatschappelijke vormen van controle, zoals negatieve publiciteit, reputatieschade, en 

zelfregulering door onder andere de Nederlandse Corporate Governance Code. Vanuit het perspectief van 

de onderneming wordt aandacht geschonken aan het fenomeen ‘fraude’ en de rol en verantwoordelijkheid 

van de accountant voor fraude. Daarnaast wordt ingegaan op de manier waarop ondernemingen 

disfunctioneel gedrag proberen binnen de perken te houden met behulp van de toepassing van beheersingsmodellen. 

Ook wordt ingegaan op de rol van de Raad van Commissarissen en de Raad van Bestuur 

bij het interne toezicht op het reilen en zeilen van de onderneming. Tenslotte wordt ingegaan op het aspect 

“witwassen en financiering van terrorisme”. Hierbij hebben onder andere accountants een meldplicht 

naar het meldpunt als bedoeld in de ‘Wet ter voorkoming van witwassen en financiering van terrorisme’. 


Vakomschrijvingen

Financiele ethiek RQ07 

Docenten Dr. A.B.M. Soppe, Mr. M.T. van der Wulp 

Contactpersoon Dr. A.B.M. Soppe 


Toetsvorm Schriftelijk, open vragen en tussentijdse schriftelijke opdracht + werkgroep participatie 



ECTS 5 




Inhoud 

Het doel van dit vak is om studenten een theoretisch kader en een interdisciplinaire benadering van 

financieel-ethische problemen in relatie tot de financiële theorie en het Nederlandse rechtssysteem bij 

te brengen. In dit vak zal allereerst gesproken worden over het filosofisch-ethische kader, te weten de 

teleologische en de deontologische benadering. Deze perspectieven worden vervolgens toegepast op 

de financiële theorie en de (Nederlandse) instituties op internationale financiële markten. Ook zullen 

enkele specifieke problemen worden besproken en uitgewerkt in de Nederlandse context. 

Voorbeelden hiervan kunnen zijn: financiële fraude, woekerpolissen en voorinformatie. Tevens zullen 

zaken als de agentschap- en stewardshiptheorie aan de orde komen evenals duurzaam beleggen en 

bankieren en natuurlijk het financiële paradigma bij uitstek: de aandeelhouderswaarde van een 

onderneming. In het juridische domein komen o.a. zaken aan de orde zoals strafrecht en ethiek en de 

rol van ethische codes. 

Het onderwijs in dit vak is een combinatie van hoorcolleges en werkgroep bijeenkomsten. Bij de 

werkgroepen wordt een individuele verplichte aanwezigheidsregeling gehanteerd. 


Financiering RQ05 

Docenten Prof.dr. M. Lückerath - Rovers, Mr.Drs. N.J.M. van Zijl 

Contactpersoon Mr.Drs. N.J.M. van Zijl 





ECTS 5 

Vereiste voorkennis Dit vak is verplicht voor studenten Master Financieel Recht, variant I 




Leerdoelen 

Het doel van het vak Financiering is om studenten zonder bedrijfseconomische achtergrond 

vertrouwd te maken met verschillende financiële instrumenten en financieringsvormen. De student zal 

na afloop van de collegecyclus de werking van deze financiële instrumenten en financieringsvormen 

kunnen beschrijven en uitleggen. Daarnaast zal de student in staat zijn om eenvoudige berekeningen 

te kunnen uitvoeren, die vooral gericht zijn op de prijsbepaling van de verschillende financiële 

instrumenten en financieringsvormen. 

Inhoud 

Om regelgeving, toezicht en gedrag op financiële markten te kunnen begrijpen dient men tenminste 

kennis te hebben van financiële instrumenten waarop deze regelgeving en toezicht van toepassing 

zijn. In de collegecyclus Financiering wordt hier nader op ingegaan. Aan bod komen de werking en 

toepassing van zowel oorspronkelijke financiële instrumenten - zoals obligaties en aandelen - als 

afgeleide financiële instrumenten (derivaten) - zoals opties, swaps en termijncontracten. Studenten 

kunnen na afloop van de collegecyclus op basisniveau met deze financiële instrumenten rekenen. 

Naast financiële instrumenten spelen tijdens de collegecyclus ook verschillende financieringsvormen - 

zoals projectfinanciering, leasing en private equity - een rol, waarbij de nadruk ligt op de voor- en 

nadelen van het kiezen voor deze vormen van financiering. 

Bij dit vak staat het verkrijgen van inzicht in deze financiële instrumenten voorop, daarom zullen 

berekeningen op een eenvoudig basisniveau worden onderwezen. 


Vakomschrijvingen

Financiële markten en toezicht RQ04 

Docenten Prof.dr. M. Lückerath - Rovers, Prof.Mr. J.B.S. Hijink, Mr.Dr. L.T. Visscher, Gastdocenten 

Contactpersoon Prof.dr. M. Lückerath - Rovers 





ECTS 5 




Leerdoelen 

Het doel van de colleges is een intensieve koppeling te maken tussen de financieel-economische 

theorie en praktijk van internationale financiële markten en financiële instellingen en het hierop van 

toepassing zijnde (internationale) toezicht. 

Inhoud 

Het toezicht en handelen op de financiële markten zal vanuit zowel juridisch als economisch 

perspectief besproken worden. Het gedrag op financiële markten heeft zowel een sterke juridisch als 

een economische component. Gedrag op financiële markten wordt vaak gestuurd vanwege de 

financiële voordelen die behaald kunnen worden en regelgeving is continue in beweging om dit op 

ordelijke en eerlijke wijze plaats te laten vinden. De wens om efficiënte financiële markten te creëren 

heeft zowel een bedrijfseconomisch achtergrond al een juridisch /ethische achtergrond. Disciplineert 

de markt zichzelf of is hiervoor vergaande regelgeving nodig? En hoe spelen internationale verschillen 

hierbij een rol? Deze interactie staat centraal in deze collegecyclus. Allereerst zal de noodzaak voor de 

herziening van het toezicht aan bod komen, alsmede de drie vormen van toezicht gedragstoezicht, 

prudentieel toezicht en systeemtoezicht. Ook tegenstanders van financieel toezicht (zoals bijvoorbeeld 

free banking group) en mogelijkheden voor minder toezicht (handel via alternatieve effectenbeurzen 

als Turquoise en Alternext) komen hierbij aan bod. De handhavingsbevoegdheden van de 

toezichthouders (AFM en DNB) bezien vanuit het bestuursrecht wordt behandeld, maar ook 

aansprakelijkheid bij falend toezicht vanuit rechtseconomisch perspectief. Een vergelijking wordt 

gemaakt met internationale vormen van financieel toezicht zoals de FSA in het VK, en prudentieel 

toezicht als vastgelegd in de internationale Bazel Akkoorden. De vraag die we uit de afgelopen periode 

kunnen afleiden is of efficiënte financiële markten überhaupt vanuit economisch en juridisch 

perspectief mogelijk zijn. Gastdocenten uit de praktijk zullen hierop hun eigen visie geven. 


Financiële verslaggeving en analyse RQ08 

Docenten Mr.Drs. J. Kool 



Toetsvorm Schriftelijk, open- en meerkeuzevragen en tussentijdse opdracht 



ECTS 5 




Leerdoelen 

Aan het eind van deze cursus hebt u uzelf zowel door bestudering van de opgegeven literatuur als 

door het volgen van de colleges en het maken van de verplichte opdracht, een aantal onderwerpen 

eigen gemaakt waardoor het mogelijk is om ondernemingen in financieel opzicht te beoordelen en te 

vergelijken. 

Inhoud 

De International Accounting Standards Board werd in 1973 opgericht en heeft zich sindsdien bezig 

gehouden met het opstellen van standaarden, International Financial Reporting Standards (IFRS) voor 

de financiële verslaggeving van ondernemingen. Deze standaarden hadden tot het midden van de 

jaren negentig weinig invloed op de Nederlandse ondernemingen. In Nederland stond het vereiste 

inzicht voorop en waren de verslaggevingsregels beperkt. De Richtlijnen voor de Jaarverslaggeving 

van de Raad voor de Jaarverslaggeving (RJ) hebben hierin verandering gebracht. Via deze Richtlijnen 

komen de IFRS geheel of gedeeltelijk en al dan niet in aangepaste vorm met enige vertraging in 

Nederland. 

Alle beursgenoteerde ondernemingen moeten vanaf 2005 gaan voldoen aan IFRS. Het vak Financiële 

verslaggeving en analyse gaat nader in op deze nieuwe regels. Het stelt juristen in staat een balans en 

een winst- en verliesrekening van een international opererende onderneming te lezen en te begrijpen. 


Vakomschrijvingen

Fiscaal comptabele toepassingen en analyse 

van de jaarrekening RF26 

Docenten Prof.Mr.Dr. J.J.M. Jansen, Mr. G.D. Ramak - Rekwest 


Onderwijsvorm Classes, workrgroups 




ECTS 6 




Leerdoelen 


Inhoud 

Het belastingrecht kent vele bepalingen met betrekking tot de fiscale winstberekening. Dit heeft 

gevolgen voor de administratie van de onderneming of rechtspersoon. Hiermee dient de fiscalist goed 

bekend te zijn. Gezien de veelvuldige wijzigingen in het belastingrecht dient inzicht te worden 

verkregen in het opzetten of aanpassen van de comptabele systemen. 

Met dit vak wordt kennis en inzicht in boekhoudsystemen bijgebracht, zodat de student financiële 

informatieoverzichten kan beoordelen. Naast vaardigheid met betrekking tot het toepassen van 

bestaande comptabele procedures is het vooral van belang dat het verwerken van de fiscale 

regelgeving en de financiële gevolgen daarvan kritisch kunnen worden beoordeeld. 


Fiscaal confrontatievak RF30 






ECTS 6 




Leerdoelen 

Zie algemene eindtermen van de opleiding 

Inhoud 

Met dit vak wordt beoogd het fiscale recht te confronteren met een aantal andere rechtsgebieden. Het 

zal in twee blokken hoorcolleges worden aangeboden. 

In het eerste blok wordt aandacht besteed aan geschiedenis van het belastingrecht. Daarbij staat de 

ontwikkeling van het draagkrachtbeginsel centraal. 

In het tweede blok wordt het belastingrecht benaderd vanuit de filosofie en de ethiek. Daarbij wordt 

aandacht besteed aan de maatschappelijke context waarin belastingheffing plaatsvindt. 


Vakomschrijvingen

Forensische psychiatrie RM36 

Docenten Prof.dr. H.J.C. van Marle, Mr.Drs. M.J.F. van der Wolf 

Contactpersoon Mr.Drs. M.J.F. van der Wolf 


Toetsvorm Schriftelijk tentamen, multiple-choice en open vragen 



ECTS 5 




Leerdoelen 

- Kennis van psychische ziekte en gezondheid in normaal en delinquent gedrag; 

- vermogen kritisch kennis te nemen van forensisch psychiatrische rapportages; 

- inzicht in de mogelijkheden en beperkingen van de forensisch psychiatrische behandelingswijzen; 

- inzicht in het civielrechtelijke en het strafrechtelijke gevaarscriterium, en de risicotaxatie en 

risicobeheersing bij (geestelijk gestoorde) delinquenten. 

Inhoud 

De forensische psychiatrie bestudeert en beschouwt het raakvlak tussen psychiatrie en rechtswetenschap, 

en heeft betrekking op vier rechtsdomeinen: strafrecht, bijzondere opnemingen in 

psychiatrische ziekenhuizen, administratief en burgerlijk recht. In de colleges ligt de nadruk op de 

plaats en de functie van het forensisch psychiatrisch onderzoek en de voorlichtende taken van de 

forensische psychiatrie in het strafrecht. Eerst wordt ingegaan op het psychiatrisch onderzoek, de 

diagnostiek, en de conclusie en advies met betrekking tot de toerekeningsvatbaarheid. De eisen 

waaraan de forensisch psychiatrische rapportage moet voldoen, zullen daarbij aan bod komen, als 

ook het beoordelen van de toekomstige gevaarlijkheid van een (psychisch gestoorde) delinquent. De 

indicaties tot de verschillende soorten forensisch psychiatrische behandeling binnen justitiële 

organisaties (poliklinieken, klinieken) en binnen de openbare geestelijke gezondheidszorg komen aan 

bod binnen hun juridische context. Verder wordt er aandacht besteed aan de behandelingswijzen zelf. 

Een en ander zal geadstrueerd worden aan de hand van casuïstiek. 


Formeel belastingrecht RF07 

Docenten Prof.Mr.Dr. G.J.M.E. de Bont, P. de Haas 






ECTS 6 




Leerdoelen 


Inhoud 

Met dit vak wordt beoogd studenten grondig inzicht te geven in het formele belastingrecht, in het 

bijzonder in de procedures inzake de heffing en invordering van belastingen. 

Bij de heffing komen aan de orde de heffingsmethoden en de daarmee samenhangende verplichtingen 

van de burger jegens de fiscus. Besproken wordt welke mogelijkheden tot verweer de 

Algemene wet bestuursrecht en de Algemene wet inzake rijksbelastingen de burger bieden tegen 

heffingshandelingen van de overheid. De invloed van mensenrechtenverdragen op de rechtsbescherming 

komt daarbij tevens aan de orde. 

Verder wordt ingegaan op de bevoegdheden van de fiscus bij de invordering van belastingen en op 

de mogelijkheden tot verweer van de burger tegen invorderingshandelingen. 

Ook wordt aandacht geschonken aan bestuurlijke boetes en het fiscale strafrecht. 

Daarnaast worden bij dit vak de algemene beginselen van behoorlijk bestuur behandeld. 


Vakomschrijvingen

Formeel strafrecht RJ58 

Docenten Prof.Mr. F.W. Bleichrodt, Mr. J.H.J. Verbaan, Mr. R.J. Verbeek 

Contactpersoon Mr. J.H.J. Verbaan 




Studiefase bachelor 2 Rechtsgeleerdheid, bachelor 3 Criminologie 

ECTS 9 




Leerdoelen 

Basiskennis van het formele strafrecht mede in internationaal verband, met als doel dat na afronding 

van dit vak op praktisch niveau kan worden omgegaan met de Nederlandse procesregels vanuit het 

perspectief van de diverse procesdeelnemers. 

Inhoud 

Het (formele) strafprocesrecht omvat de regels wanneer, hoe en onder welke voorwaarden de diverse 

bij de strafrechtspleging betrokken organen mogen optreden vanaf het tijdstip dat een strafbaar feit is 

gepleegd, in georganiseerd verband is beraamd of er sprake is van aanwijzingen van een terroristisch 

misdrijf tot en met de onherroepelijke afdoening van een strafzaak door de strafrechter. 

In het (formele) strafprocesrecht staat vooral de systematiek van het strafproces voorop. Centraal 

onderdeel daarvan is de berechting van een strafbaar feit door de strafrechter volgens het 

beslissingsmodel neergelegd in de artikelen 348 en 350 Sv. De te behandelen thema’s bouwen voort 

op onderwerpen die in Inleiding Strafrecht reeds aan de orde zijn geweest. Behandeld worden: 

- bronnen en beginselen van strafvordering; 

- loop van het strafgeding, personen en organen opsporingsbevoegheden; 

- verdachte; 

- vervolging; 

- eindonderzoek: 348-350 

- eindonderzoek: onderzoek op de terechtzitting en controle; 

- bewijs; 

- rechtsmiddelen; 

Deze onderwerpen hebben als gemeenschappelijk kenmerk dat zij behoren tot het formele recht, het 

terrein waartoe dit vak zich beperkt. 


Fusies en overnames RQ06 

Docenten Dr. A.B.M. Soppe, Mr. J.G.C.M. Galle, drs. G.J. de Keizer 

Contactpersoon Dr. A.B.M. Soppe 





ECTS 5 




Leerdoelen 

De student heeft na afloop van deze cursus voldoende inzicht om fusies en overnames te analyseren 

en de juridische, bedrijfseconomische en fiscale problemen bij fusies en overnames te onderkennen. 

Inhoud 

De student maakt tijdens deze colleges kennis met de juridische, bedrijfseconomische en fiscale 

aspecten van fusies en overnames. Dit multidisciplinaire vak is onderverdeeld in een aantal blokken 

waarbij gedurende de collegecyclus en meer in het bijzonder in het laatste blok de drie disciplines met 

elkaar worden geconfronteerd. 

Te behandelen onderwerpen zijn: 

Bedrijfseconomische aspecten 

- Overnametheorieën 

- Vormen van herstructurering 

- Waardering van ondernemingen 

- Verwerking van fusies en overnames in de jaarrekening 

Juridische aspecten 

- Onderhandelingsproces en due diligence 

- Mededingingsrecht 

- Werknemersbescherming bij fusies en overnames 

- Rol van de aandeelhouders 

- Beschermingsconstructies 

- Openbare biedingen 

- Internationale fusies 

Fiscale aspecten 

- Fiscale gevolgen van fusies en overnames 

- Fiscale gevolgen van splitsingen 

Confrontatie van de bovenstaande disciplines 


Vakomschrijvingen

Geschiedenis van het privaatrecht: 

geschiedenis van de koop (capita selecta) RM08 

Docenten Prof.dr.Mr. T. Wallinga, Prof.Mr. L.C. Winkel 

Contactpersoon Prof.dr.Mr. T. Wallinga 





ECTS 5 

Vereiste voorkennis Bachelor Rechtsgeleerdheid 

Secretariaat sectie Rechtsgeschiedenis 



Leerdoelen 

- Vaardigheden: analyse van teksten van Romeinse juristen, met name de juridische redeneervormen 

ervan 

- Inzicht in de samenhang van de moderne structuur van het koopcontract met de ontwikkeling van de 

rechtswetenschap 

- Inzicht in enige beginselen van historische rechtsvergelijking 

- Kennis van de verschillende rechtsmiddelen die zijn ontwikkeld in gevallen van koop, en de 

historische ontwikkeling ervan 

Inhoud 

Er is bijna geen deel van het moderne privaatrecht in Europa dat zo zeer de sporen van het Romeinse 

recht met zich meedraagt. De geschiedenis van het Romeinse kooprecht zal aan de orde komen aan 

de hand van teksten uit het Corpus Iuris Civilis. Deze teksten zullen gelezen, vertaald en bediscussieerd 

worden aan de hand van moderne literatuur. De nadruk zal komen te liggen op die onderdelen die 

ook voor het moderne privaatrecht van belang zijn. Waar mogelijk wordt ook moderne Europese 

wetgeving besproken. 

Dit vak, onderdeel van het semi-verplichte vak Rechtsvergelijking/ Rechtsgeschiedenis, beoogt tevens 

een moderne benadering te geven van het Romeinse privaatrecht. 


Geschiedenis van het publiekrecht: 

geschiedenis van het strafrecht RM28 

Docenten Prof.Mr. L.C. Winkel 

Contactpersoon Prof.Mr. L.C. Winkel 


Toetsvorm Schriftelijk, essayvragen 



ECTS 5 




Leerdoelen 

Na afronding van dit vak moeten studenten allereerst qua kennis en inzicht in staat zijn om: 

a) aan te geven hoe het moderne strafrecht geworteld is in zĳn historische ontwikkelingsgang, 

b) de belangrijkste veranderingen weer te geven met betrekking tot de strafrechtelĳke procedure 

en de heersende vormen van bestraffing, 

c) een beeld te hebben van de theoretische en dogmatische fundering van het moderne strafrecht; en 

tevens qua vaardigheden in staat zijn een verbinding te leggen tussen historische gegevens en de 

bestudering van eigentijdse wetgeving en casusposities. 

Inhoud 

Dit vak sluit aan bij het eerstejaarsvak Rechtsgeschiedenis. De inhoud daarvan wordt bekend 

verondersteld. 

Begonnen zal worden met de verschuiving van privaat delictenrecht naar publiek strafrecht, een 

ontwikkeling die al zichtbaar is in het Romeinse recht in de Oudheid. De receptiegeschiedenis van het 

publieke Romeinse strafrecht zal worden belicht. Aan de orde komen onder meer de overgang van de 

accusatoire naar de inquisitoire strafproces en weer terug; de opkomst van vrijheidsstraffen en het 

ontstaan van het moderne strafsysteem in de negentiende en twintigste eeuw. 

Voorts worden de theoretische en dogmatische aspecten van de geschiedenis van de strafrechtswetenschap 

en die van de strafrechtscodificatie behandeld. Een apart college wordt gewijd aan Anselm 

von Feuerbach. Ook zal de codificatiegeschiedenis van het Wetboek van Strafrecht en van het 

Wetboek van Strafvordering aan de orde komen. 


Vakomschrijvingen

Geschiedenis van het publiekrecht: 

staatsrechtsgeschiedenis RM39 

Docenten Dr. E.K.E. von Bóné 

Contactpersoon Dr. E.K.E. von Bóné 





ECTS 5 





Leerdoelen 

Het leerdoel van dit vak is inzicht verkrijgen in de ontwikkeling van onze staatsvorming vanuit een 

Europees perspectief op basis van staatkundige documenten en verlichtingsideeën en voorts inzicht te 

bieden in de historische achtergronden van ons huidige staatsbestel. Door een beter besef van de 

historische achtergronden wordt beoogd het begrip bij studenten van het huidige staatsbestel te 

vergroten en te verdiepen. 

De student zal tevens in staat zijn om bronnenonderzoek te verrichten en actuele vraagstukken in 

historisch perspectief te onderzoeken. 

Getoetst en beoordeeld wordt of de student op basis van de voorgeschreven literatuur en colleges 

kennis en inzicht van de historische dimensie van het staatsrecht heeft verworven. 

Inhoud 

In het semi-verplichte vak Geschiedenis van het publiekrecht: Staatsrechtsgeschiedenis ligt de nadruk 

op de geschiedenis van het soevereiniteitsbeginsel. De soevereiniteitsontwikkeling zal behandeld 

worden aan de hand van de Verlichtingsideeën. Verder wordt in dit semi-verplichte keuzevak aandacht 

besteed aan de staatkundige ontwikkeling van onze moderne staat aan de hand van praktijkstukken, 

waarin we zullen zien dat de staatkundige documenten in de loop der jaren steeds meer het karakter 

krijgen van een constitutie in moderne zin. 

De cursus zal bestaan uit een uur college per week en een uur werkgroep. In de werkgroepen wordt 

een aantal teksten besproken die vooral betrekking hebben op de ontwikkeling van onze grondwet. 


Global Governance: Safety and Security RQ97 

Lecturers Prof.dr. N. Dorn, Guest lecturers 

Contact Prof.dr. N. Dorn 


Assessment Written exam (English language) 



ECTS 5 




Course aims 

Students will acquire knowledge about international policy-making in the stated fields. Analytically, 

they will understand how such policy-making is contingently shaped by states, markets and their 

interplay. Normatively, they will develop and advocate their own preferences about 

government/governance in the international space. They will make good use of the literature supplied 

and of other forms of evidence. 

Contents 

This course explores several fields of policy that have international ramifications: financial market 

regulation, international security, carbon trading and one other field (to be decided). We will ‘unpack’ 

developments in these fields in terms of relations between, on the one hand, government by public 

actors (states, institutions, social movements, citizens) and, on the other hand, governance by private 

actors (markets, firms, their associations and networks). (1) First, the crisis in financial markets and 

regulation will be examined. Here, states conceded leadership to markets, states were then damaged 

by markets, and states are now having difficulties in regaining the initiative. (2) Somewhat by contrast, 

international security appears to be an arena in which states and social movements remain in the 

driving seat, with markets having a servicing role (as private security contractors, producers of 

weapon systems, etc). However, the private sector helps to shape and steer information (intelligence) 

and so drives strategy: a parallel will be drawn here with financial regulation. (3) We will then look at 

the development of carbon trading and other policies, asking to what extent these are state-driven 

and/or market-driven. Throughout, we will ask how states and markets construct and manage 

boundaries between legality and illegality. There will be at least one guest speaker. Teaching is in 

English and so are exam questions and answers. 


Vakomschrijvingen

Goederen- en insolventierecht RJ57 

Docenten Mr. A.N.L. de Hoogh, Mr. M.L. Tuil, Mr. R. Westrik, Mr. I. van der Zalm 


Toetsvorm Schriftelijk open vragen, tussentoets na 4 weken, eindtoets na 9 weken 



ECTS 9 

Vereiste voorkennis Inleiding privaatrecht 




Leerdoelen 

De leerdoelen in dit vak zijn: 

- De studenten een grondig inzicht te doen verwerven in het systeem van het Nederlandse goederenen 

insolventierecht, aan de hand van een tiental specifieke thema’s; 

- Zodat zij aan de hand van de opgedane kennis zelfstandig goederenen insolventierechtelijke 

vraagstukken kunnen analyseren en oplossen. 

Inhoud 

Het goederenrecht is een van de twee pijlers van het vermogensrecht (samen met het verbintenissenrecht). 

Iedereen heeft te maken met goederenrecht, of het nu de vraag betreft wie eigendom van een 

gestolen fiets heeft of de vraag of een bank met een stil pandrecht op handelsvorderingen zich op 

verrekening kan beroepen in het faillissement van de pandgever. Bij het B1-vak Inleiding Privaatrecht 

is de basis van het goederenrecht al in hoofdlijnen behandeld. In dit vak staat verhaal, zekerheid en 

insolventie centraal. De basis daarvoor is in het goederenrecht te vinden, maar we zullen ook kijken 

naar insolventierecht en de dwarsverbanden met het verbintenissenrecht en het huwelijksvermogensrecht. 

De meer gecompliceerde zaken komen aan de orde zoals zekerheden in het handelsverkeer, bancaire 

zekerheid, voorrang van de fiscus, ongedaanmaking van frauduleuze overdracht en andere 

complicaties. En omdat de goederenrechtelijke problematiek vaak tot uiting komt in insolventiesituaties 

(zoals faillissement, de ‘lakmoesproef’ van het vermogensrecht), zullen tevens verschillende 

aspecten van het materiële faillissementsrecht belicht worden. 


Grensoverschrijdend privaatrecht RJ66 

Docenten Dr. R.W. Jagtenberg, Prof.Mr.Dr. X.E. Kramer, Prof.dr. F.J.M. De Ly 

Contactpersoon Mr. D.Y.M. Korthals Altes - Biemans 


Toetsvorm Tentamen 



ECTS 6 




Leerdoelen 

Na afloop kan de student: 

- de bronnenverscheidenheid van het Nederlandse privaatrecht begrijpen en inzicht hebben in de 

verhouding tussen de internationale, Europese en nationale dimensies van het Nederlandse 

privaatrecht; 

- het Nederlandse privaatrecht in bredere verbanden (zoals in relatie tot buitenlands en eenvormig 

privaatrecht) en in de context van de Europeanisering en globalisering van het recht plaatsen; 

- diverse bronnen van Europees, buitenlands en eenvormig privaatrecht raadplegen. 

Inhoud 

Met dit vak wordt beoogd de internationale dimensie van het privaatrecht in kaart te brengen en 

daarmee de samenhang tussen de privaatrechtelijke vakken van de bacheloropleiding Nederlands 

recht alsmede de interactie tussen de internationale, supranationale en Nederlandse rechtsorde 

duidelijk te maken. 

Centraal staat de relevantie van buitenlands en eenvormig privaatrecht voor het Nederlandse 

privaatrecht. Buitenlands privaatrecht wordt in de Nederlandse rechtspraktijk en in geschillen voor de 

Nederlandse rechter vaak toegepast. Bovendien heeft buitenlands recht een grote invloed gehad op 

de hercodificatie van het Nederlandse privaatrecht. Tot slot is het Nederlandse privaatrecht in versneld 

tempo aan het Europeaniseren en globaliseren. In het vak Grensoverschrijdend Privaatrecht zullen 

deze elementen uitgewerkt worden met nadruk op de plaats van het Nederlandse privaatrecht binnen 

de civil law traditie (en het onderscheid ten opzichte van de common law) alsmede ten aanzien van de 

Europeanisering en globalisering van het Nederlandse privaatrecht (overzicht van de bronnen van 

Europees en eenvormig privaatrecht, doelstellingen, methodes, technieken, incorporatie, oplossing 

van lacunes, uitleg). Deze algemene leerstukken en de samenhang tussen buitenlands en eenvormig 

privaatrecht zullen aan de hand van een concrete rechtsfiguur verduidelijkt worden met gebruik van 

buitenlands en eenvormig bronnenmateriaal. 


Vakomschrijvingen

Grondslagen gezondheidsethiek en gezondheidsrecht RL11 

Docenten Prof.Mr.Dr.Drs. M.A.J.M. Buijsen, Gastdocenten 

Contactpersoon Prof.Mr.Dr.Drs. M.A.J.M. Buijsen 


Toetsvorm Essay 



ECTS 5 




Leerdoelen 

Kennis: 

- De student verwerft kennis van de kernbegrippen, beginselen en theorieën op de terreinen van de 

(gezondheids)ethiek en het (gezondheids)recht. 

Vaardigheden: 

- De student kan zowel schriftelijk als mondeling de juiste ethische en juridische termen hanteren. 

- De student kan op basis van casus de relevante normatieve (ethische en juridische) vragen 

formuleren. 

- De student kan een logisch betoog ontwikkelen in antwoord op relevante normatieve vragen 

behorend bij een casus. 

- De student kan een conclusie omkleed met argumenten formuleren op basis van literatuuronderzoek. 

Attitude 

- De student spreidt een kritische en analytische houding ten toon tijdens de colleges en bij het 

schrijven van het essay. 



Inhoud 

Aan gezondheidszorg zijn morele dilemma’s inherent. Deze hangen samen met voortschrijdende 

technologische ontwikkelingen en de bijbehorende groei in behandelmogelijkheden, met toenemende 

schaarste en de bijbehorende verdelingsproblematiek, met demografische ontwikkelingen zoals 

vergrijzing en verschuiving van ziektebeelden en medische behoefte, en met culturele ontwikkelingen 

zoals de steeds mondiger wordende zorgbehoevende. 

In dit vak wordt kennis gemaakt met actuele morele dilemma’s in de zorg, alsook met de respons 

daarop vanuit de hedendaagse gezondheidsethiek en het hedendaagse gezondheidsrecht. 

De studenten worden ingevoerd in de meta-ethiek, in de verschillende normatieve ethische theorieën 

(utilisme, deontologie) en maken kennis met kernbegrippen als autonomie, niet-schaden/weldoen en 

rechtvaardigheid. Daarnaast is er aandacht voor rechtsfilosofie en -theorie, theorievorming en 

scholenstrijd in het gezondheidsrecht. 


Handelsverkeersrecht RP11 

Docenten Prof.Mr. K.F. Haak, Dr. M.A.I.H. Hoeks, Mr.Drs. R. Zwitser 

Contactpersoon Dr. M.A.I.H. Hoeks 





ECTS 6 




Leerdoelen 

Met de verworven kennis (en inzicht) van de in het handelsverkeersrecht voorkomende leerstukken en 

begrippen moet de student in staat zijn handelsrechtelijke problemen te analyseren en (meestal) te 

kunnen oplossen, al dan niet met behulp van bijbehorende jurisprudentie. 

Inhoud 

In dit vak maken de studenten kennis met de bijzondere problemen, regels en beginselen die in het 

handelsverkeer spelen. Gedurende de cursus zal daarbij zichtbaar worden de onderlinge 

verwevenheid van de handelskoop met vervoer, waardepapieren, documentair krediet, bankgarantie, 

betalingsverkeer en verzekering. Van alle genoemde onderwerpen zullen de belangrijkste regels en 

beginselen uiteengezet worden. 


Vakomschrijvingen

Heffingen lokale overheden R0050 

Docenten Mr. F.J.H.L. Makkinga 






ECTS 6 




Leerdoelen 


Inhoud 

Naast kennis van de lokale belastingen, die veelal een geheel eigen karakter hebben, is ook inzicht in 

de structuur van dit nog steeds groeiende belastinggebied van belang. De verbondenheid van de 

belastingverordeningen dient kritisch te kunnen worden beoordeeld. Gegeven de veelvuldige 

wijzigingen ook in dit deel van het belastingrecht dient inzicht te worden verkregen in de materiële 

gevolgen van implementatie van nieuwe regelgeving, waaronder de afschaffing van een deel van de 

onroerende zaakbelastingen en het gebruik van de WOZ-waarde in het kader van de beperking van de 

afschrijving op gebouwen ingevolge de Wet Werken aan Winst. Heffingen Lokale Overheden richt zich 

op een uitwerking van diverse belastingen en rechten die gemeenten, provincies en waterschappen 

heffen, alsmede op de Wet waardering onroerende zaken, haar uitvoeringsregels en de taxatiemethoden. 


Historische criminologie RQ52 

Docenten Prof.dr. P.C. Spierenburg 

Contactpersoon Prof.dr. P.C. Spierenburg 





ECTS 6 

Vereiste voorkennis Inleiding criminologie 




Leerdoelen 

Na afronding van dit vak moeten studenten (A: qua kennis en inzicht) in staat zijn om: 

1) aan te geven hoe de historische bestudering van misdaad en straf laat zien dat criminaliteit een 

relatieve en veranderlijke categorie is, 

2) de belangrijkste ontwikkelingen te benoemen op het terrein van de geschiedenis van afwijkend 

gedrag en sociale controle, 

3) aan te geven hoe ideeën over misdaad en straf, alsmede diverse criminologische stromingen, 

samenhangen met bestaande machtsverhoudingen. 

Inhoud 

Het vak Historische Criminologie heeft als voornaamste doel te laten zien dat noties over misdaad en 

straf geen absolute maar historisch veranderlijke categorieën zijn. Het beoogt inzicht te bieden in 

1) de processen van criminalisering en decriminalisering die zich de afgelopen 500 jaar hebben 

voorgedaan, tegen de achtergrond van verschuivende machtsverhoudingen, 

2) ontwikkelingen in de sociale controle, door overheidsorganen, andere instanties en binnen locale 

gemeenschappen, 

3) de veranderende reacties op afwijkend gedrag en de positie van het slachtoffer daarbij, 

4) de geschiedenis van de criminologie zelf, inclusief haar politieke rol en invloed op het strafrecht. 

Speciale aandacht is er voor de geschiedenis van het interpersoonlijk geweld en de daaraan 

gerelateerde noties van eer en bravoure. De vraag wordt beantwoord in hoeverre we de moderne 

samenleving als gewelddadig kunnen betitelen. 


Vakomschrijvingen

History of European Private Law RL22 

Lecturers Prof.dr.Mr. T. Wallinga, Prof.Mr. L.C. Winkel 

Contact Prof.dr.Mr. T. Wallinga 





ECTS 5 

Entry requirements Bachelor Rechtsgeleerdheid 




Course aims 

- To be able to analyse texts on contracts by Roman jurists, especially by examining their way of 

reasoning. 

- Providing insight into the modern structure of the contract of sale in civil law systems and the 

relation of these structures with historical developments in legal science at the different stages of the 

reception of Roman law. Also providing insight in some principles of comparative law on a historical 

basis. 

- Knowledge of the different legal remedies in classical Roman law and in civil law systems that are 

available in cases of sale. 

Contents 

There is hardly any field of civil law, in which Roman law is so much present as in the modern law of 

sale. Therefore Roman legal texts on the contract of sale will be translated and analysed. The history 

of the reception of Roman law of sale will also be discussed. Attention will be paid to the famous book 

of E. Rabel, Das Rechts des Warenkaufs, and to recent attempts at unification of the contract of 

international sale. Some modern legislation will also be discussed. 

A working knowledge of Latin is useful, but not essential. 

This course will only be taught if there is enough interest (ten students) and is only accessible for law 

school students. 

This course is at the same time an introduction to modern approaches to Roman law. 


History of International Law RL23 

Lecturers Prof.Mr. L.C. Winkel 

Contact Prof.Mr. L.C. Winkel 


Assessment Written exam with essay questions; oral exam or paper 



ECTS 5 




Course aims 

- Knowledge of the main events in the history of international law 

- Insight in the relation between the growth of international law and the development of general 

jurisprudence (legal science based on Roman law) 

- Insight in some basic conceptual problems of the history of international law 

- Capability of explaining those conceptual problems 

Contents 

General introduction to the principles of international relations and international law in Classical 

Antiquity, the Middle Ages and Modern History. 

This course will cover the development of international law from antiquity to the present day. Forms 

of ancient treaties will be discussed. Special attention will be given to Roman law and Roman legal 

science. The development of the notion ‘ius gentium’ will be used to explain the growth of 

international law. The link between legal practice and legal theory in each period will be examined, 

especially in the field of the laws of war. 

Texts of Roman jurists, peace treaties, texts of the Decretum Gratiani and Hugo Grotius will be 

discussed. The course is related to the courses International Law and Legal History (1st year). 

This course will only be taught if there is enough interest (ten students) 


Vakomschrijvingen

Honours Master Class: Research Lab RM98 

Lecturers Prof.dr. E. Hey, Prof.Mr.Dr. H.S. Taekema 

Structure Seminars; 

10 ects (5 of which may be used to fill in the free elective (vrij keuzevak) in the Master 

Assessment Research proposal and paper 

Period block 1, block 2, block 3, block 4 


Entry requirements Who can apply? Master students and third year Bachelors students. 

Secretary Internationaal publiekrecht, Rechtstheorie 



Course aims 

Always wanted to know what it is like to interact in a research group on a mind-boggling topic of your 

choice; in close cooperation with a professor produce a research proposal: research, write and publish 

an article in a peer-reviewed academic journal and get cited by other academics, appear in rankings 

and in SSRN (see: http://www.ssrn.com/): THIS IS YOUR CHANCE! 

Contents 

What can you expect? To work closely with leading academics in your field of interest; to learn by 

doing, both from your peers and professors; to learn about your chosen research topic; and to 

improve your research and presentation skills. You will be working in a small group consisting of a 

maximum of 15 students and with an individual supervisor appointed from the staff of Erasmus 

School of Law (ESL). Research proposals of sufficient quality will be submitted to NWO or maybe 

selected for completion as ‘an outside doctoral candidate’. From amongst the best research proposals, 

to be selected by ESL, two will be financed by ESL for pursuit of doctoral research. Moreover, the best 

papers will be published in Erasmus Law Review (ELR) (http://www.erasmuslawreview.nl/). 

What do we expect? Motivated, creative and analytical thinkers, who have obtained an average grade 

of 7 or more during their studies and who wish to engage in academic research. 

Who can apply? Master students and third year Bachelors students. You do not need to follow any 

particular master programme in order to participate in this Honours Master Class. Provided you meet 

our standards, we will design a tailor made programme for you, together with a specialist in your field 

of interest. 


Human Rights in international law RM66 

Lecturers Mr.Dr.Drs J.D. Temperman 

Contact Mr.Dr.Drs J.D. Temperman 


Assessment Paper and written or oral exam 



ECTS 5 

Entry requirements Basic course in international law 




Course aims 

The course aims at enabling students to identify the relevant actors, instruments and 

monitoring/enforcement mechanisms for the international protection of human rights. Furthermore, 

students successfully completing this course will be able to analyze recent trends and developments 

in the context of that framework and critically assess different points of view in relation to the 

application and interpretation of human rights. Students will also train their analytical, writing and 

debating skills by participating in the Seminars. 

Contents 

This course addresses the various legal instruments and monitoring/enforcement mechanisms for the 

international protection of human rights, placing emphasis on the United Nations and its various 

organs, as well as regional organizations. After a brief but intensive study of the history of human 

rights, the different generations of rights, as well as the key underlying doctrinal debates (e.g. 

‘universalism’ vs. ‘relativism’), students will comprehensively examine the principal international 

human rights treaties, monitoring systems, and illustrative case law. The different instruments and 

protection mechanisms are explored in relation to contemporary debates regarding the concept, 

scope, development and - obstacles to the actual - enforcement of human rights. 


Vakomschrijvingen

Inkomstenbelasting RF35 

Docenten Mr J. de Haan, Mr. E.W. Ros 






ECTS 9 




Leerdoelen 

Zie algemene eindtermen van de opleiding. 

Inhoud 

U maakt kennis met de Wet inkomstenbelasting 2001 (Wet IB 2001) en de Wet op de loonbelasting 

1964 (Wet LB). 

De Wet IB 2001 wordt integraal behandeld met uitzondering van de winst uit onderneming en de 

belastingheffing van buitenlandse belastingplichtigen. Deze onderwerpen komen in andere vakken 

aan de orde. Verder worden de inkomsten uit eigen woning, de inkomsten uit aanmerkelijk belang 

(box 2) en de inkomsten uit sparen en beleggen (box 3) summier behandeld. Verdieping vindt plaats 

in het vak Verdieping inkomstenbelasting (masterfase). 

De Wet LB wordt nagenoeg integraal behandeld. Daarnaast wordt er nog aandacht geschonken aan 

de socialezekerheidswetgeving. 


Inleiding criminologie RQ19 

Docenten Prof.dr. R.H.J.M. Staring 

Contactpersoon Prof.dr. R.H.J.M. Staring 





ECTS 6 




Leerdoelen 

Studenten dienen inzicht te verkrijgen in de empirie van criminaliteit en criminaliteitsbeheersing en in 

de meerwaarde van de criminologie boven monodisciplinaire benaderingen; studenten dienen 

bekend te worden met beleidsimplicaties van criminologisch onderzoek en met de belangrijkste, bij 

ieder college vermelde, begrippen uit de criminologie. Daarnaast zal in het vaardighedenonderwijs 

aandacht worden besteed aan effectief studeren, het leren lezen van wetenschappelijke teksten en 

wetenschappelijk presenteren, en leren studenten hoe er systematisch naar wetenschappelijke 

literatuur gezocht en verwezen kan worden. 

Inhoud 

Het vak Inleiding Criminologie beoogt een eerste kennismaking te bieden met de verschillende 

thema’s waar de criminologie zich mee bezig houdt: het beschrijven en verklaren van criminaliteit, 

de victimologie, de penologie en beleidsevaluaties. Bij ieder thema wordt tevens een aantal kern - 

begrippen uit de criminologie geïntroduceerd. Na afsluiting van dit vak dient de student(e) inzicht te 

hebben in de empirie van criminaliteit en criminaliteitsbeheersing, de meerwaarde van de 

criminologie boven monodisciplinaire benaderingen te begrijpen en op de hoogte te zijn van 

beleidsimplicaties van criminologisch onderzoek. 

Werkgroepen 






Vakomschrijvingen

Inleiding fiscaal recht R0049 

Docenten Prof.dr. S.J.C. Hemels, Mr. M.E. Oenema, Mr. E.W. Ros 


Onderwijsvorm Classes, skillgroups 




ECTS 6 




Leerdoelen 

De student heeft kennis en inzicht in de hierna volgende hoofdlijnen van het belastingrecht, is in staat 

de geleerde theorie op praktijkcasus toe te passen en kan dit zowel mondeling als schriftelijk 

toelichten en beargumenteren. 

Inhoud 

Dit vak biedt een systematische inleiding in het belastingrecht. De student maakt kennis met de 

structuur en werking van het Nederlandse belastingstelsel en de plaats van het belastingrecht in het 

Nederlandse rechtssysteem en met de specifieke denkwereld die aan het bestuderen en beoefenen 

van het belastingrecht eigen is. Het vak geeft een overzicht van de structuur van het Nederlandse 

belastingrecht en het belangrijkste instrumentarium van de fiscalist: de belastingwet. Neem de 

belastingwettenbundel daarom mee naar iedere onderwijsbijeenkomst (zowel naar de hoorcolleges 

als de vaardigheidsgroepen). 

De onderwerpen die aan de orde komen zijn: 

- Introductie: wat zijn belastingen, waarom worden deze geheven en wie zijn de spelers in het fiscale 

veld; 

- Formeel belastingrecht 

- Inkomstenbelasting, 

- Vennootschapsbelasting en dividendbelasting 

- Loonbelasting 

- Omzetbelasting, overdrachtsbelasting en de schenken erfbelasting 

- het Europese belastingrecht en het internationale belastingrecht. 

- De onderlinge samenhang tussen de genoemde wetten 

De hoorcolleges geven een introductie op de stof, die in de werkgroepen op praktijkcasus wordt 

toegepast. Bovendien komt ook de fiscale praktijk aan de orde via gastcolleges, die onderdeel 

uitmaken van de verplichte tentamenstof. Een goede voorbereiding van alle onderwijsbijeenkomsten 

en een actieve participatie zijn essentieel. In het bij dit vak behorende werkboek dat op SIN-online 

staat, staat een studierooster met leeswijzer. Studenten moeten dit voor het eerste hoorcollege 

uitprinten. 


Inleiding internationaal en Europees belastingrecht RF36 

Docenten Prof.dr. A.J.A. Stevens, Drs. B.W.A.M. Damsma, Dr. A.C.G.A.C. de Graaf, 

M.F. de Wilde LLM, Mr. M. Evers LLM 






ECTS 9 




Leerdoelen 


Inhoud 

Het behandelen van de theoretisch denkbare methoden die er zijn voor de voorkoming van dubbele 

belasting alsmede de basisbegrippen van het internationale belastingrecht met daarbij welke keuze 

c.q. uitwerking de OESO en Nederland daarin hebben gemaakt. Daarnaast worden de Europese 

regelingen op het gebied van de directe belastingen alsmede het toetsingskader van het Europese Hof 

van Justitie behandeld. De basisbeginselen van het internationale belastingrecht in hun uitwerking in 

OESO-verband worden telkens afgezet tegenover de aanpak van de Europese Unie. 


Vakomschrijvingen

Inleiding internationaal en Europees recht R0041 

Docenten Mr. M. Ambrus, Mr. A. Momirov, M. Schaap LLM, Mr. M.K. Shahid, 

Dr. I.E.L.E. Wendt LLM 

Contactpersoon M. Schaap LLM 


Toetsvorm Schriftelijke opdrachten in het kader van het onderhandelingen voor het vaardighedenonderwijs 

(30% van het eindcijfer) en een afsluitend tentamen (70% van het eindcijfer) 


Studiefase bachelor 1 Criminologie, bachelor 1 Rechtsgeleerdheid, bachelor 1 Fiscaal Recht 

ECTS 6 

Secretariaat sectie Europees recht, sectie Internationaal publiekrecht 



Leerdoelen 

Studenten inzicht verschaffen op welke wijze en met welke instrumenten het internationale recht en 

het Europese recht (i) de internationale samenleving ordenen en (ii) de betekenis van deze ordening 

voor de nationale rechtsorde. Daarnaast leren studenten internationaalrechtelijke en 

Europeesrechtelijke problemen te herkennen en te plaatsen. Middels deelname aan vaardighedengroepen 

en aan een e-game waarin een onderhandelingssituatie wordt gesimuleerd wordt studenten 

de mogelijkheid geboden om hun mondelinge argumentatie en schriftelijke vaardigheden te oefenen. 

Tevens zullen bij de onderhandelingssimulatie specifiek juridische vaardigheden worden geoefend 

zoals analyse van de probleemstelling, ontwikkelen van een juridische oplossing door middel van 

onderhandelingen en juridische formulering in schriftelijke vorm van de gevonden oplossing. 

Inhoud 

In dit vak maken studenten kennis met de basisprincipes van het Europese en het internationale recht. 

Ze worden ‘geconfronteerd’ met de toenemende invloed die het internationale en het Europese recht 

hebben op de Nederlandse rechtsorde en met de eisen die deze ontwikkeling stelt aan de 

hedendaagse jurist. In het internationaalrechtelijke deel van het vak zal ondermeer aandacht worden 

besteed aan de structuur van de internationale rechtsorde en de rol van de Verenigde Naties daarin, 

de positie van de Nederlandse staat in de internationale rechtsorde en de doorwerking van het 

internationale recht in de Nederlandse rechtsorde. In het Europeesrechtelijke deel van dit vak wordt 

zowel aandacht geschonken aan de Europese Unie als internationale organisatie, als ook aan het 

institutionele recht van de Europese Unie. Hieronder vallen de instellingen van de Europese Unie, de 

algemene beginselen van het Europese recht, de besluiten en besluitvormingsprocedures, en de 

ruimte van vrijheid, veiligheid en recht. 

Dit vak vormt tevens de basis voor de B2-vakken Public International Law [RJ59] en Europees recht 

[RJ52]. De stof van het B1-vak wordt in het tweede jaar derhalve als bekend verondersteld. 


Inleiding methoden en technieken R0045 

Docenten Dr. T. Müller, Dr. J.T.M. Verhoeven 

Contactpersoon Dr. J.T.M. Verhoeven 


Toetsvorm Schriftelijk, open vragen; en voldoende voor practicum- en werkgroepopdrachten 



ECTS 9 

Vereiste voorkennis Basiskennis van wiskunde (VWO 4 niveau) wordt paraat voorondersteld voor deze 

cursus 




Leerdoelen 

Kennis nemen van de belangrijke termen omtrent methoden en technieken van kwalitatief en 

kwantitatief onderzoek. 

Inzicht krijgen in en toepassen van verschillende statistische analyse technieken. 

Kennis nemen van twee kwalitatieve onderzoeksmethoden: het open interview en de participerende 

observatie. 

Inhoud 

Tijdens deze cursus wordt geleerd wat er komt kijken bij sociaal-wetenschappelijk onderzoek. Er wordt 

aandacht besteed aan onderwerpen zoals probleemstelling, operationaliseren, onderzoeksontwerp, 

onderzoeksmethoden, data verzamelen en data-analyse. Centraal staan het opdoen van kennis én het 

zelf oefenen met verschillende facetten van onderzoek (analyseren vragenlijsten die door de 

studenten zelf ingevuld zijn, het opstellen van een topiclijst, etc.). Zowel kwantitatief als kwalitatief 

onderzoek komt aan de orde. 

Er worden verschillende kwantitatieve technieken aangeleerd die tijdens practica toegepast worden 

m.b.v. het statistische analyseprogramma SPSS. De nadruk ligt hierbij op beschrijving van data en de 

samenhang tussen variabelen (gebruik van figuren, centrum- en spreidingsmaten, kruistabellen, Chi2toets, 

toetsen van populatiegemiddelde en vergelijking van groepen). 

Daarnaast wordt een algemene inleiding gegeven over de aard en design van kwalitatief onderzoek. 

Twee kwalitatieve methoden worden geïntroduceerd: het open interview en de participerende 

observatie. Tijdens werkgroepen wordt geoefend met de stof en wordt een topiclijst gemaakt. 

Werkgroepen 


vaardigheden (gebruik van SPSS). Uw aanwezigheid bij de werkgroepen is verplicht. 




Vakomschrijvingen

Inleiding privaatrecht R0042 

Docenten Mr. Z.H. Duijnstee - van Imhoff, Mr. J.J.M. Grapperhaus, Mr. A.N.L. de Hoogh, 

Prof.Mr. A.J.M. Nuytinck, Mr. I. van der Zalm 

Contactpersoon Mr. Z.H. Duijnstee - van Imhoff 


Toetsvorm Tussentoets (vaardigheden): (inhoudelijk) opstellen dagvaarding 

Eindtoets: meerkeuzevragen 



ECTS 9 




Leerdoelen 

Het privaatrecht - burgerlijk recht - omvat de regels zoals die gelden in het verkeer tussen burgers 

onderling. Doel van het vak Inleiding Privaatrecht is dat de studenten komen tot kennis van en inzicht 

in de hoofdlijnen van het privaatrecht (goederenen verbintenissenrecht). Wie met goed gevolg het 

vak afsluit heeft begrip van het systeem en de gelaagde structuur van het Burgerlijk Wetboek en is in 

staat om (eenvoudige) casusposities juridisch te analyseren en op te lossen. 

Inhoud 

Het vak Inleiding Privaatrecht richt zich voornamelijk op de twee belangrijkste onderdelen van het 

vermogensrecht, het verbintenissenrecht en het goederenrecht. Begonnen zal worden met vijf weken 

twee hoorcolleges per week, waarin de gehele stof in grote lijnen zal worden behandeld. De student 

wordt geacht in die vijf weken het gehele studieboek met de bijbehorende leerstof en jurisprudentie te 

bestuderen. 

In de eerste drie weken zal eenmaal per week een practicum moeten worden bijgewoond, waarin de 

student eerst gedurende twee uren aan een casus werkt, waarna deze zal worden besproken 

gedurende het derde uur van dit practicum. Het eerste gedeelte van het onderwijs zal worden 

afgesloten met een tussentoets waarin zal worden gevraagd aan de hand van een casus het 

fundament van een dagvaarding op te stellen en de bijbehorende hoofdvordering te formuleren. 

Gedurende de tweede deel van het onderwijs zal aan verdieping van de stof worden gewerkt tijdens 

hoorcolleges, casuscolleges (die thuis moeten worden voorbereid en van tevoren moeten worden 

geüpload) en practica. De eindtoets gaat over de gehele stof. 

Voor avondstudenten geldt een aangepast programma, bestaande uit hoorcolleges en werkgroepen 

op de woensdagavond, waarover nadere informatie zal worden bekendgemaakt via SIN-Online. 

* Om te mogen deelnemen aan de tussentoets en aan de herkansing is actieve deelneming aan de 

practica en het tijdig en conform de eisen uploaden van de casuscolleges verplicht. Voor 

avondstudenten geldt dat zij de werkgroepen moeten bijwonen en de desbetreffende werkgroepopdrachten 

tijdig en conform de eisen moeten uploaden. 


Inleiding publiekrecht R0040 

Docenten Prof.dr. K.A.M. Henrard LLM, Prof.Mr. R. de Lange, Mr. H. Nummerdor, Mr. J.C. de Wit 

Contactpersoon Mr.J.C.deWit 

Onderwijsvorm Classes, workgroups, skillgroups 



Studiefase bachelor 1 Rechtsgeleerdheid, bachelor 1 Fiscaal Recht, bachelor 2 Criminologie 

ECTS 9 




Leerdoelen 

Doel van deze cursus is de studenten vertrouwd te maken met kernbegrippen en -leerstukken van het 

publiekrecht. Daarbij komen onderwerpen aan de orde die betrekking hebben op regeren en besturen. 

Staats- en bestuursrecht zijn twee nauw verwante vakgebieden, waarin de verhouding tussen 

overheid en burgers, de organisatie en bevoegdheden van de overheid, en de binding van de 

overheid aan het recht, aan de orde komt. Door middel van leerboeken, teksten en rechtspraak wordt 

een eerste kennismaking geboden met de hoofdbegrippen en de belangrijkste doctrines op het 

gebied van het publiekrecht. Zowel kennis als vaardigheden spelen daarbij een rol. Uitgangspunt is 

dat de vragen die aan de orde komen zowel nationaal als grensoverschrijdend kunnen zijn, zij het dat 

de gekozen voorbeelden voor het merendeel aan het nationale recht zijn ontleend. Het vak Inleiding 

publiekrecht biedt een basis voor de vakken Staatsrecht en Bestuursrecht. Het sluit tevens aan op 

algemene leerstukken die in de Europees- en internationaalpubliek-rechtelijke vakken aan de orde 

komen. 

Inhoud 

In het publiekrecht staan verantwoording en controle centraal. Ook de rechten van de burgers krijgen 

veel aandacht. Niet alleen de inhoud van de rechten van de mens en grondrechten, maar ook de wijze 

van bescherming en handhaving van die rechten. Het vak Inleiding publiekrecht bouwt voort op 

inzichten die in de eerste maanden van de propedeuse zijn opgedaan. Zo wordt aangenomen dat u 

bekend bent met verschijnselen als de wet, de Grondwet, en rechterlijke uitspraken. Verondersteld 

wordt dat u al eens een rechterlijke uitspraak aandachtig hebt gelezen. De student moet vertrouwd 

raken met de diverse rechtsbronnen: verdragen, de Grondwet, maar ook gewone wetten (i.h.b. de 

Algemene wet bestuursrecht), en tal van andere regelingen. 


Vakomschrijvingen

Inleiding strafrecht en criminologie R0030 

Docenten Mr.Dr. J. uit Beijerse, D. Bruin, Mr.Dr. J.W. van der Hulst, Mr. B.J.G. Leeuw, 

Mr.Drs. M.J.F. van der Wolf 

Contactpersoon Mr.Dr. J.W. van der Hulst 


Toetsvorm Schriftelijk, multiple-choice en open vragen 



ECTS 9 




Leerdoelen 

- Het kunnen aangeven van het belangrijkste verschil tussen rechtswetenschap (normatief) en 

criminologie (empirisch); 

- het kunnen hanteren van het Wetboek van Strafrecht en van het Wetboek van Strafvordering; 

- het kunnen weergeven van de belangrijkste systematische uitgangspunten van zowel het materiële 

als het formele strafrecht, alsmede hun onderlinge samenhang; 

- het kunnen weergeven van de in de colleges behandelde ratio van zowel strafrecht als strafprocesrecht 

en hun onderlinge verhouding; 

- het kunnen analyseren van strafrechtelijke jurisprudentie; 

- het kunnen aanduiden van enkele actuele knelpunten in de strafrechtspleging; 

- het kunnen weergeven van de betekenis van ‘risicojustitie’ in de criminologie. 

Inhoud 

In dit eerste deel van het verplichte onderwijs strafrecht wordt begonnen met het uiteenzetten van 

grote lijnen, waarmee beoogd wordt de student een indruk te geven van wat ‘strafrecht’ inhoudt. De 

student maakt kennis met twee deelgebieden van het positieve strafrecht: het materiële strafrecht en 

het strafprocesrecht. De nadruk zal liggen op de juridische systematiek van beide rechtsterreinen. 

Daarnaast komt ook het feitelijk, maatschappelijk functioneren van de strafrechtelijke instanties aan de 

orde. Hierbij wordt zowel op juridische als op criminologische aspecten ingegaan. Tenslotte zal de 

aandacht gevraagd worden voor actuele knelpunten in de strafrechtspleging en ontwikkelingen in de 

criminologie. 


Inleiding tot de rechtswetenschap R0039 

Docenten Mr. B.F. Beljaars, Mr. W.F.M. Buijs, Mr.Dr. H.T.M. Kloosterhuis, Dr. E. Mak, Dr. A.J. de Roo, 

Prof.Mr.Dr. H.S. Taekema 

Contactpersoon Mr. B.F. Beljaars 


Toetsvorm Schriftelijk tentamen, vaardighedenopdrachten en tussentijds deeltentamen 



ECTS 9 

Secretariaat sectie Rechtstheorie 



Leerdoelen 

Het doel van de cursus is de beginnende student kennis te laten maken met het recht in zijn 

maatschappelijke context. Uitgangspunt daarbij zijn juridische casus zoals die zich voordoen in de 

rechtspraktijk om de student te confronteren met zowel juridische problemen als de typisch juridische 

wijze van probleemoplossen. De oplossing wordt immers steeds gevonden met behulp van het 

geldend recht, maar dat geldend recht is steeds in ontwikkeling. 

Inhoud 

De juristerij is een vak, een ambacht, dat men moet leren. Dat vak wordt beoefend in een maatschappelijke 

context, waarvoor men oog moet krijgen. De centrale doelstelling van het vak Inleiding tot de 

rechtswetenschap is om de kennis en kunde van het recht te ontwikkelen, rekening houdend met de 

context waarin het wordt beoefend. Om dat doel te dienen behandelen wij het thema ‘Wat is recht? 

Het recht als instelling in de maatschappij’, waarbij wij ingaan op de rechtsbronnen, de rechtstheorieën, 

op het recht als systeem van regels en op de rechtsstaat. Daarnaast bespreken wij ‘Rechtmatig 

en onrechtmatig handelen’, waarbij de hoofdlijnen van het strafrecht, het privaatrecht en het 

bestuursrecht centraal staan. Deze onderwerpen worden behandeld in een cursus met een 

gedifferentieerd onderwijsaanbod. In de hoorcolleges worden de hoofdlijnen van de stof uiteengezet. 

In de casuscolleges worden die hoofdlijnen gedemonstreerd aan de hand van casusposities en 

rechterlijke uitspraken. In de vaardighedenwerkgroepen oefenen de studenten zelf in het analyseren 

van jurisprudentie en het oplossen van casusposities. 


Vakomschrijvingen

Intellectual Property Rights RB04 

Lecturers Prof.Mr.Dr. T. Cohen Jehoram 

Contact Prof.Mr.Dr. T. Cohen Jehoram 




ECTS 5 




Contents 

This course is elected by the students as the best course on the Master level in the year 2009. 

Intellectual property rights are of increasing significance in today’s global marketplace. IP assets have 

become more valuable and have become an important strategic tool for many companies. The rise of 

doing business over the internet has at the same time provided new challenges for the legal system. 

The course will provide in depth knowledge of the most important aspects of the IP rights legal 

framework. Focus will be on patent law (including the protection of biotechnology and software), 

trademark law (including Community Trademark law), copyright (including neighboring rights), 

database law, design law (including the Community design) and trade name law. Some related fields 

(such as general unfair competition law and advertising law) will also be discussed. 

The course aims at providing a solid basis to understand both the business rationale and the legal 

structure of IPR protection. The course will not only focus on the legal basis but will also cover the 

practical implications (and possibilities) of the law. Recent developments will be reviewed and 

discussed. Active participation and discussion is expected of the students, and there is no use in 

following this course without attending all the lectures. 

The course will be taught by Tobias Cohen Jehoram, a practicing IP specialist who also teaches and 

writes about different (legal) aspects in the field. The course will also provide for (non mandatory) 

excursions to a law firm, oral pleadings at the The Hague District Court, to a multinational company 

building in business on IP and to the European Patent Office. 


Interdisciplinary Research Capita RM71 

Lecturers Prof.dr. F. Amtenbrink, Prof.dr. E. Hey 

Contact Prof.dr. E. Hey 

Structure Seminars 

Assessment Two essays 



ECTS 5 

Entry requirements Compulsory subjects Master International and European Public Law 




Course aims 

The objective of this course is to train students in basic research skills and to do so by actively 

engaging in research as a group. Students will be asked to critically peer review each others research 

and to identify ‘lessons learned’ from such reviews for their own research. 

The seminar is based on ‘learning by doing’ and on ‘doing’ together with experienced researchers in 

the field of international and European law. 

Contents 

Annually one or more groups will be formed, depending on the number of participants. 

The content of the course will be related to the research programme in which both lecturers 

participate, which is entitled Decrypting the public power paradigm in denationalizing and privatizing 

legal orders. Participants will be asked to link (elements of) the topic of the master dissertation to 

(elements of) the research programme. The substance of each student’s individual research paper 

thus will be linked to, but will be different from, the topic of each student’s master thesis. The 

individual papers then will support but not overlap with the topic of the student’s master thesis. 


Vakomschrijvingen

Internationaal en Europees strafrecht RM29 

Docenten Mr.Dr. J.W. van der Hulst 






ECTS 5 




Leerdoelen 

Het verschaffen en vergroten van inzicht in de manieren waarop landen met elkaar samenwerken bij 

de toepassing van strafrecht. Daarbij wordt tevens kennis van basisstructuren van strafrechtsplegingen 

in Europa bevorderd. 

Inhoud 

De afgelopen jaren is het internationaal strafrecht zowel in omvang als betekenis sterk toegenomen. 

Dit is grotendeels het gevolg van de ‘globalisering van het maatschappelijk leven’ en daarmee ook 

van het (straf)recht. 

Er zal worden ingegaan op de traditionele instrumenten van het internationaal strafrecht: rechtsmacht 

de uitlevering, de overdracht en overname van strafvervolging, de overdracht en tenuitvoerlegging 

van strafvonnissen en de zgn. kleine rechtshulp in strafzaken (politiële en justitiële rechtshulp). Tevens 

zal bijzondere aandacht worden geschonken aan het internationale strafrecht binnen de Europese 

Unie door middel van het Europees Arrestatiebevel alsmede aan overige ontwikkelingen in de 

Europese rechtruimte. 


Internationaal handelsrecht RB11 

Docenten Prof.dr. F.J.M. De Ly 

Contactpersoon Prof.dr. F.J.M. De Ly 


Toetsvorm Werkstuk en presentatie óf literatuurstudie met mondeling tentamen 



ECTS 5 




Inhoud 

Met het toenemen van de internationale handel neemt ook het aantal privaatrechtelijke vragen op dit 

gebied toe. Het vak Internationaal handelsrecht behandelt het privaatrecht van de internationale 

handel, vooral vanuit het oogpunt van het eenvormig privaatrecht, het internationaal privaatrecht en 

de rechtsvergelijking. Daarbij is onder meer van groot belang hoe in het buitenland tegen internationale 

problemen betreffende export en import aangekeken wordt. Voor de Nederlandse export en 

import is het immers relevant te weten hoe buitenlandse rechters met dit soort vragen omgaan. 

Internationaal handelsrecht zal uit de volgende onderdelen bestaan: 

- De bronnen van het internationale handelsrecht, onder meer verdragen, Europese regelgeving, 

spontane regelgeving (lex mercatoria) en internationale arbitrage 

- Het internationaal ondernemingsrecht; in dit onderdeel worden problemen van toepasselijk recht 

betreffende grensoverschrijdende ondernemingsvormen geanalyseerd (onder meer de Wet 

Conflictenrecht Corporaties en de Wet Misbruik Buitenlandse Rechtspersonen alsook doorbraak van 

aansprakelijkheid in het IPR (‘piercing the corporate veil’) en fusie in het IPR). Bij deze vragen worden 

ook aspecten van buitenlands recht en de harmonisatie van het ondernemingsrecht in de Europese 

Unie betrokken 

- Het internationale contractenrecht, hierbij wordt aandacht besteed aan IPR en aansprakelijkheid uit 

afgebroken onderhandelingen, IPR en ‘battle of forms’ en het toepasselijk recht op talloze 

handelscontracten (leasing, franchising, factoring, distributie). 


Vakomschrijvingen

Internationaal privaatrecht voor bedrijfsrecht RB28 

Docenten Mr. L.M. van Bochove, Prof.dr. F.J.M. De Ly 

Contactpersoon Mr. L.M. van Bochove 





ECTS 5 




Leerdoelen 


- De verschillende rechtsregels die behoren tot het IPR op nationaal, Europees en internationaal 

niveau toepassen op internationale commerciële en familierechtelijke geschillen. 

- IPR uitspraken afkomstig van de Nederlandse rechter en het Europese Hof van Justitie kritisch 

becommentariëren en gebruiken bij het oplossen van internationale geschillen uit de praktijk. 

- De juridische methodologie van het internationaal privaatrecht begrijpen en de drie hoofdvragen uit 

het IPR onderscheiden en beantwoorden. 

- De diverse bronnen van het Nederlandse IPR en van internationale organisaties die zich inspannen 

voor harmonisering van ipr-regelgeving, raadplegen. 

- De werking van het IPR in de praktijk toelichten en het belang van regelgeving in het IPR aangeven. 

- Het IPR in bredere verbanden, zoals het Nederlandse IPR met het IPR van andere landen, en het IPR 

in de context van de mondialisering van het recht, onderkennen en analyseren. 

Inhoud 

Door de toename van het internationale handelsverkeer wordt het Internationaal privaatrecht (IPR) 

steeds belangrijker. Het IPR omvat het samenstel van regels die privaatrechtelijke rechtsverhoudingen 

met internationale elementen bestrijken. Het gaat daarbij in het bijzonder om de vraag van het 

toepasselijke recht en de vraag naar de bevoegdheid van de rechter. Welk recht is bijvoorbeeld van 

toepassing op een verpanding in het buitenland van aandelen in een Nederlandse vennootschap. 

Tijdens het hoorcollege worden de algemene leerstukken en begrippen van het IPR besproken, zulks 

aan de hand van jurisprudentie en gevallen uit de praktijk. Door toepassing van de theorie op 

praktijkgevallen wordt tegelijkertijd inzicht verworven op het terrein van IPR-vragen bij zakenrecht, 

verbintenissenrecht, rechtspersonenrecht en burgerlijk procesrecht. De casuscolleges stellen de 

studenten in de gelegenheid enige vaardigheid te verwerven in het oplossen van casusposities op het 

terrein van het IPR aan de hand van de schriftelijke opgaven, die in de syllabus zijn afgedrukt. 

Het vak wordt gedeeltelijk aangeboden samen met het vak voor de variant Privaatrecht en gedeeltelijk 

afzonderlijk om bedrijfsrechtelijke onderwerpen beter te kunnen uitdiepen. 


Internationaal privaatrecht voor privaatjuristen RM05 

Docenten Mr. L.M. van Bochove, Prof.dr. F.J.M. De Ly 

Contactpersoon Mr. L.M. van Bochove 





ECTS 5 




Leerdoelen 


- De verschillende rechtsregels die behoren tot het IPR op nationaal, Europees en internationaal 

niveau toepassen op internationale commerciële en familierechtelijke geschillen. 

- IPR uitspraken afkomstig van de Nederlandse rechter en het Europese Hof van Justitie kritisch 

becommentariëren en gebruiken bij het oplossen van internationale geschillen uit de praktijk. 

- De juridische methodologie van het internationaal privaatrecht begrijpen en de drie hoofdvragen uit 

het IPR onderscheiden en beantwoorden. 

- De diverse bronnen van het Nederlandse IPR en van internationale organisaties die zich inspannen 

voor harmonisering van ipr-regelgeving, raadplegen. 

- De werking van het IPR in de praktijk toelichten en het belang van regelgeving in het IPR aangeven. 

- Het IPR in bredere verbanden, zoals het Nederlandse IPR met het IPR van andere landen, en het IPR 

in de context van de mondialisering van het recht, onderkennen en analyseren. 

Inhoud 

Door de toename van het internationale handels- en rechtsverkeer wordt het Internationaal 

privaatrecht (IPR) steeds belangrijker. Het IPR omvat het samenstel van regels die privaatrechtelijke 

rechtsverhoudingen met internationale elementen bestrijken. Het gaat daarbij in het bijzonder om de 

vraag van het toepasselijke recht en de vraag naar de bevoegdheid van de rechter. Welk recht is 

bijvoorbeeld van toepassing op een arbeidsovereenkomst tussen een Nederlandse werkgever en een 

in Frankrijk wonende werknemer? Is het B.B.A. hier van toepassing? Welke rechter is bevoegd ten 

aanzien van een loonvordering van de werknemer tegen de werkgever? 

Op familierechtelijk terrein duiken gelijkaardige vragen op. Welk recht is bijvoorbeeld van toepassing 

op het huwelijksgoederenregime van een Belgische man die in 1976 in Frankrijk met een Nederlandse 

vrouw is gehuwd? 

Tijdens het hoorcollege worden de algemene leerstukken en begrippen van het IPR besproken, zulks 

aan de hand van jurisprudentie en gevallen uit de praktijk. Door toepassing van de theorie op 

praktijkgevallen wordt tegelijkertijd inzicht verworven op het terrein van IPR-vragen bij personenrecht, 

zakenrecht, erfrecht en huwelijksgoederenrecht, verbintenissenrecht, rechtspersonenrecht en 

burgerlijk procesrecht. De casuscolleges stellen de studenten in de gelegenheid enige vaardigheid te 

verwerven in het oplossen van casusposities op het terrein van het IPR. 


Vakomschrijvingen

International Criminal Law: Courts and Tribunals RM58 

Lecturers Mr. A. Momirov, Guest lecturers 



Assessment Essay paper and written exam 



ECTS 5 

Entry requirements Students must demonstrate they have passed a basic course on public international law 

and on criminal law 




Course aims 

By the end of the course the students should be able to: 

- Understand the relationship between international criminal law and other fields of international law, 

international humanitarian law and human rights law in particular; 

- Interpret and critically analyze relevant literature and reading materials, and to solve relevant legal 

issues; 

- Assess the relationship between national and international criminal justice systems. 

- Apply substantive and procedural principles of international criminal law. 

Contents 

International law typically governs the rights and responsibilities of States; criminal lawconversely is 

paradigmatically concerned with prohibitions addressed to individuals violations of which are subject 

to penal sanction by a State. The development of a body of international criminal law which imposes 

responsibilities directly on individuals and punishes violations through international mechanism is 

relatively recent (Cryer, An Introduction to International Criminal Law and Procedure, at 1). 

International criminal law is a relatively new body of law. Drawing from the laws and customs of war, 

human rights law and national criminal law systems, international law and the relevant international 

institutions are far from being a uniform legal regime. 

Within the international criminal law framework, international criminal courts and tribunals (for example 

the international criminal tribunals for Rwanda and the former Yugoslavia, as well as the International 

Criminal Court) are being established in order to assess individual criminal responsibility at the 

international level. The statutes of these judicial bodies shape, among others, the relationship between 

international courts and tribunals and national courts, the jurisdiction of these bodies, the conducts that 

amount to international crimes, the criteria that must be met in order to hold individuals responsible for 

such crimes and the procedures that are employed in international criminal proceedings. 

This course aims at discussing international criminal law and its relationship with other fields of law, in 

particular international humanitarian law and human rights law. The lectures and seminars will cover 

the development and sources of international criminal law as well as the substantive and procedural 

principles that govern the proceedings before relevant international courts and tribunals. The 

instructor and guest speakers will provide students with advanced knowledge of and insights into the 

law and practice of international criminal courts and tribunals by analyzing relevant cases, taken from 

international practice, and related documents such as judgments, motions and indictments. 


International Economic Law RM68 

Lecturers H.M.G. Denters 

Contact H.M.G. Denters 


Assessment Assignments and presentations 



ECTS 5 

Entry requirements Basic course in public international law 




Course aims 

The goal of the course is to provide students with knowledge of and insight into international 

economic law. Also, the course aims at training students in presenting their work and in engaging in 

academic discussions concerning the on-going process of globalization. Students who actively 

participate and successfully conclude the course will master the knowledge necessary to work in an 

international environment and will develop the analytical skills crucial for a critical appraisal of the 

legal-economic dimensions underpinning the globalization process and the role of these dimensions 

in the development of the international legal order. 

Contents 

The process of globalization, which has recently attracted much public debate, is evolving around 

various international economic institutions; this course discusses these institutions in a critical and 

rigorous manner. After a brief introduction to the international economic order, the first part of the 

course focuses on the legal system established by the World Trade Organization (WTO), including the 

General Agreement on Tariffs and Trade (GATT). We will begin by exploring the principle of nondiscrimination, 

embodied by the most favored nation clause and the national treatment, on which 

WTO law rests. Students will be further introduced to the dispute settlement procedures of the WTO 

as well as to the role that the various WTO Agreements (e.g. the Trade-Related Intellectual Property 

Rights Agreement, the Anti-Dumping Agreement, the Agreement on Subsidies and Countervailing 

Measures and the Agreement on Agriculture) play in the global economy. The mutual interplay 

between WTO law, environmental law and human rights law will also be analyzed. In the last part of 

course we will study some of the main institutions regulating the international financial and monetary 

system, which are the International Monetary Fund (IMF) and the World Bank and the system of 

Bilateral Investments Treaties. 


Vakomschrijvingen

International Health Law RL15 

Docenten Prof.Mr.Dr.Drs. M.A.J.M. Buijsen, Dr.Mr. A.P. den Exter, S.P. Zinzombe, Gastdocenten 






ECTS 5 




Leerdoelen 

Kennis: 

- De student heeft inzicht in het internationale recht ter zake van de gezondheidszorg. 

- De student heeft weet van de relevante rechtspraak en de laatste ontwikkelingen op dit terrein. 

Vaardigheden: 





- De student kan zich schriftelijk en mondeling uitdrukken in correct Engels. 

Attitude 

- De student spreidt een kritische en analytische houding ten toon tijdens de colleges. 



Inhoud 

Het recht op gezondheidszorg is een internationaal erkend grondrecht, dat door verschillende 

verdragen wordt beschermd. Daarnaast zijn ook andere grondrechten voor de gezondheidszorg 

belangrijk. De student maakt kennis met relevant verdragsrecht van zowel de Raad van Europa als de 

Verenigde Naties. 


International Tax Law RB25 

Lecturers Prof.dr. A.J.A. Stevens, Mr.Dr. G.K. Fibbe, M.F. de Wilde LLM, Drs. B.W.A.M. Damsma 

Contact F.E. van Dam 





ECTS 5 

Secretary Belastingrecht 



Course aims 

To provide for some basic understanding of the sources and applications of international tax law. 

Contents 

The focus of this course is on the sources and applications of international tax law: foreign income of 

residents and local source income of non-residents, including EU regulations, transfer pricing, treaties 

for the prevention of double taxation, OECD model, the UN model and unilateral measures for the 

prevention of international double taxation. 


Vakomschrijvingen

International and European Sports Law RL43 

Lecturers Prof.Mr.Dr. R.C.R. Siekmann 

Contact Prof.Mr.Dr. R.C.R. Siekmann 


Assessment Paper (4000 words) and oral exam 



ECTS 5 

Entry requirements basic knowledge of public international and EU law 




Course aims 

The course provides an overview of the major themes in the field of international and European 

sports law (capita selecta). 

In particular, within the context of this legal field, the focus is on providing insight into the problems 

such as outlined above and the possible solutions for these in a sector (subculture) attracting growing 

public interest with specific organisational and other features. 

It is intended that the course participants also actively contribute to seeking and evaluating solutions. 

This is done through interactive lectures in which articles written by the lecturer are explained by the 

lecturer and discussed. Practice-oriented experts shall, where relevant, be invited to share their views 

on the subject and to enter into discussions with course participants. 

Course participants can write their paper on any subject of international and European sports law, 

whether or not this subject is part of the capita selecta. The oral exam is based on the paper and the 

subject matter dealt with in the lectures may also be discussed. The best papers are eligible for 

publication in The International Sports Law Journal (ISLJ). Aside from the main lecturer, some of the 

lectures will be provided by guest lecturers. 

Contents 

The world of sport also has its own international rules and procedures. This, coupled with the further 

professionalization and commercialisation of top-level sport, has led increasingly to tension and 

friction with general international (and national) legal standards. The application and applicability of 

such standards in relation to professional top-level sport in particular is the central theme of the 

current problems in this area. Some examples may illustrate this. In the field of EU law the central 

question is whether the specificity of sport is such that exceptions to that law (the four freedoms, fair 

competition) can be tolerated in relation to the legal status of unions, clubs and sportspersons. The 

applicability of the human rights treaties (ECHR, ICCPR) comes into play in relation to the disciplinary 

proceedings against the sportsperson suspected of doping. In the area of dispute settlement at 

international level within this context particular consideration must be given to the position adopted 

by the International Court of Arbitration for Sport (CAS). 


Internetrecht RM75 


Toetsvorm Schriftelijk, open vragen + credit regeling 



ECTS 5 

Secretariaat sectie Informatica en recht 



Inhoud 

In het dagelijks leven neemt het internet een belangrijke plaats in. Mensen gebruiken het internet voor 

het downloaden van muziek, films en software, bijvoorbeeld. En ze doen hun aankopen op het 

internet en verrichten elektronische betalingen. Ook een belangrijk deel van het sociale leven speelt 

zich af op het internet. Sociale netwerken zoals MSN, Facebook en LinkedIn zijn zeer populair, evenals 

sociale media zoals Twitter en blogs. En internet is de primaire informatiebron, ontsloten door 

‘zoekmachines’ als Google en Bing. 

‘Normale’ gedragingen, die niettemin tot een veelheid aan praktische juridische vragen leiden. Zo is 

het ‘downloaden’ onderwerp voor nieuwe juridische regelgeving en staat de zogenoemde 

‘thuiskopievergoeding’ onder druk. Hoe komen overeenkomsten tot stand op het internet en wie 

draagt het risico van misbruik van betaalgegevens? Hoe zit het met bewijs en bewaring, en welke rol 

spelen ‘elektronische handtekeningen’ hierin? Mag informatie die men vrijelijk van het internet kan 

downloaden worden overgenomen in eigen publicaties? 

In toenemende mate blijkt het wenselijk ICT en het internet te benutten voor het verrichten van 

rechtshandelingen. Voor ondernemingen is dat ook van belang voor het bijeenroepen van de 

algemene vergadering, volmachtverlening of zelfs voor het uitbrengen van stemmen; en voor de 

overheid bijvoorbeeld voor het indienen van bezwaarschriften. 

Daarnaast treden er vragen op met betrekking tot de handhaving. Het internet wordt steeds 

belangrijker voor het vergaren van sporen van onrechtmatig gedrag en criminele gedragingen, zoals 

fraude of de uitwisseling van kinderpornografie, maar ook voor het verzamelen van informatie over 

‘criminele netwerken’ en terroristische activiteiten. 

Internet providers bekleden een sleutelpositie in de toegang tot het internet. Regulering van het Internet 

heeft dan ook verschillende wettelijke verplichtingen voor providers en andere tussenpersonen met zich 

meegebracht. Vanwege anonimiteit en het gebruik van pseudoniemen op het internet worden providers 

veelvuldig in civielrechtelijke gedingen betrokken. Daarbij komt ook de vraag naar voren in hoeverre de 

providers zelf aansprakelijk kunnen worden gesteld voor gedragingen van hun abonnees. 

Het grensoverschrijdend karakter van het internet maakt dat internationale samenwerking en 

consultatie tussen overheden enorm in belang is toegenomen. Tengevolge van de globalisering is ook 

de ontwikkeling van het recht steeds meer internationaal en voor juristen geldt dat zij in toenemende 

mate een meer dan oppervlakkige kennis van buitenlandse rechtsregels en jurisprudentie dienen te 

hebben. 

Het internet leidt echter ook tot fundamenteler juridische vragen. Bijvoorbeeld de juridische 

kwalificatie van elektronische gegevensbestanden (is een mp3-tje of een ipod-file een ‘zaak’?) en de 

invloed van de informatiemaatschappij op de ontwikkeling en de uitoefening van grondrechten zoals 

het recht op vrijheid van meningsuiting en het recht op eerbiediging van de persoonlijke levenssfeer. 

De informatiemaatschappij leidt daarbij tot hernieuwde belangenafwegingen, bijvoorbeeld tussen 

maatschappelijke veiligheid en privacy. 


Vakomschrijvingen

Jaarrekeningenrecht RB18 

Docenten Prof.Mr. J.B.S. Hijink 

Contactpersoon Prof.Mr. J.B.S. Hijink 





ECTS 5 




Leerdoelen 

Het vak jaarrekeningenrecht beoogt de student in staat te stellen het juridisch kader rondom de 

financiële verslaggeving van vennootschappen en het toezicht daarop op basis van nationale en 

internationale normen te begrijpen. De student leert de verschillende stappen in het wordingsproces 

van de jaarrekening, het bestuursverslag en de overige gegevens te onderkennen. Hij leert te 

beredeneren op wie welke plichten rusten terzake van het opmaken, controleren, overleggen, 

vaststellen en openbaarmaken van de jaarrekening, leert zich een goed beeld te vormen van de 

inhoud van deze plichten en het overheidstoezicht hierop. Daarnaast kan de student de mogelijke 

juridische procedures en de aansprakelijkstelling van bestuurders, commissarissen en de controlerend 

accountant analyseren indien deze plichten, al dan niet in een faillissementsituatie, niet correct worden 

nageleefd. 

Inhoud 

In het vak Jaarrekeningenrecht & toezicht verslaggeving staat centraal de financiële verslaggeving 

door (beurs)vennootschappen en het interne en externe toezicht dat daarop wordt gehouden. De 

jaarrekening en de overige stukken die behoren tot de financiële verslaggeving van (beurs)vennootschappen 

spelen een belangrijke rol in het economisch verkeer. Deze stukken vormen enerzijds de 

basis waarop het bestuur van vennootschappen verantwoording af leggen aan kapitaalverschaffers. 

Anderzijds vormen deze stukken, in het bijzonder voor beursvennootschappen, de basis voor de 

beurskoers van die vennootschappen. 

In dit vak zal allereerst aandacht worden besteed aan de wettelijke vereisten voor de totstandkoming 

van de jaarrekening, de besluitvorming daaromtrent en de openbaarmaking van de financiële 

verslaggeving. Daarbij worden ook de mogelijkheden voor uitstel voor het opmaken en de 

openbaarmaking van deze stukken besproken. In dit kader komt de normering voor de financiële 

verslaggeving vanuit wetgevingsoptiek aan de orde. Zowel de nationale als Europese weten 

regelgeving (EEG-richtlijnen en de EU-verordening inzake de IFRS), als de niet-wettelijke voorschriften 

(van de Raad voor de Jaarverslaggeving) passeren daarbij de revue. 

Vervolgens wordt ingegaan op het interne en externe toezicht op de totstandkoming van de financiële 

verslaggeving. Daarbij komen de rol van de raad van commissarissen, de accountant en Autoriteit 

Financiële Markten aan de orde. Ook de aansprakelijkheid van bestuurders, commissarissen en 

accountant worden behandeld, zowel buiten als in faillissement. Als sluitstuk wordt aandacht besteed 

aan de mogelijkheden voor belanghebbenden om in rechterlijke procedures naleving van de 

jaarrekeningvoorschriften af te dwingen. 


Jeugd, stad en cultuur RQ88 

Docenten Dr. T. Müller, Gastdocenten 

Contactpersoon Dr. T. Müller 




Studiefase master Criminologie 

ECTS 5 

Vereiste voorkennis Recht en criminologie in de multiculturele samenleving 




Leerdoelen 

Na het volgen van dit vak heeft de student inzicht in de leefwereld van jongeren in de grote stad, de 

rol van de multiculturele, stedelijke omgeving op het ontwikkelen van deviante levensstijlen en de 

effecten van beleid op het leven van jongeren. 

Inhoud 

In dit vak staat de stad als jong en multicultureel knooppunt centraal. Thema’s die hierbij aan de orde 

komen zijn o.a. de stad, het publieke domein, jong zijn anno 2010, integratie, sociale mobiliteit, 

identiteit en etniciteit, mondiale jeugdcultuur en bendevorming. Hierbij wordt tevens ingegaan op het 

beleid van de (lokale) overheid ten aanzien van jongeren. 


Vakomschrijvingen

Jeugdpsychologie en criminaliteit RQ95 

Docenten Dr. M. ten Berge, Dr. B.W.C. Zwirs 






ECTS 5 

Vereiste voorkennis Algemene psychologie, Theoretische criminologie, Levensloop en victimologie 




Leerdoelen 

Doel van het vak is dat de student 1) een beeld heeft van de prevalentie(verschillen) van diverse 

soorten jeugdcriminaliteit; 2) inzicht heeft in de risicofactoren en beschermende factoren op 

psychologisch terrein aangaande de ontwikkeling van jeugdcriminaliteit en 3) kritisch kan reflecteren 

op de theorieën aangaande de psychologische verklaring van jeugdcriminaliteit, alsook op de 

interventies en de effectiviteit daarvan. 

Inhoud 

In dit vak wordt het ontstaan van jeugdcriminaliteit vanuit psychologisch perspectief bestudeerd. 

Tevens worden interventies en de effectiviteit daarvan behandeld. Wanneer we over jeugd spreken, 

hebben we het in de regel over de strafrechtelijk minderjarigen (12-18 jaar), maar soms ook over 

jeugdigen die jonger of ouder zijn; denk aan de zogenoemde 12-minners-problematiek en aan de 

harde kern jongeren die volgens de definitie van het Ministerie van Justitie tussen de 12 en 24 jaar 

kunnen zijn. 

Het vak Jeugdpsychologie en criminaliteit bestaat uit 2 delen. In het eerste deel wordt ingegaan op de 

psychologische oorzaken van jeugdcriminaliteit, met de nadruk op psychosociale factoren, zoals 

gewetensontwikkeling, opvoedingsvariabelen en sociale informatieverwerking. In het tweede deel 

wordt ingegaan op psychiatrische problematiek bij jongeren en op interventies. Demografische 

kenmerken zoals etniciteit, gender en sociaaleconomische status (SES), zullen bij de bespreking van 

de verschillende thema’s een belangrijke leidraad vormen. Vragen die hierbij aan de orde komen, zijn 

o.a. in hoeverre oorzaken van jeugdcriminaliteit verschillen onder invloed van demografische 

kenmerken, of er bij de voorkoming en bestrijding van jeugdcriminaliteit rekening gehouden moet 

worden met deze verschillen, en zo ja, hoe. 


Jeugdstrafrecht en jeugdbeschermingsrecht RM33 

Docenten Mr.Dr. J. uit Beijerse 

Contactpersoon Mr.Dr. J. uit Beijerse 





ECTS 5 




Leerdoelen 

- Inzicht in de achtergrond en ontwikkelingsgeschiedenis van de kinderwetten van 1905; 

- kennis van het Internationale Verdrag voor de Rechten van het Kind (IVRK) en de daarin neergelegde 

beginselen; 

- kennis van de strafrechtelijke leeftijdsgrenzen, de bijzondere regels voor de berechting van jeugdigen 

en de bijzondere sancties voor jeugdigen; 

- inzicht in en kennis van het aan het jeugdstrafrecht ten grondslag liggende subsidiariteitsbeginsel en 

de op basis daarvan ontwikkelde HALT-afdoening, OM-afdoening en bijzondere voorwaarden bij 

schorsing van de voorlopige hechtenis; 

- kennis van de civiele jeugdbeschermingsmaatregelen, waarmee wordt ingegrepen in het ouderlijk 

gezag; 

- kennis van en inzicht in de rechtspositie van jeugdigen in gesloten jeugdinrichtingen. 

Inhoud 

In dit vak wordt inzicht gegeven in de verschillende strafrechtelijke en civielrechtelijke mogelijkheden 

tot interventie in probleemgedrag van jeugdigen. Daarbij zal zoveel mogelijk worden teruggekoppeld 

naar concrete casussen uit de praktijk en worden ook diverse docenten uit de praktijk (o.a. een 

kinderrechter, een jeugdofficier van justitie en een jeugdrechtadvocaat) uitgenodigd om een 

gastcollege te geven. Tevens zal speciale aandacht worden besteed aan de gesloten jeugdinrichtingen 

en de rechtspositie van de jongeren die daar verblijven. 


Vakomschrijvingen

Judicial Protection in the European Union RM65 

Lecturers Dr. H.S. Raulus, Prof.dr. J.W. de Zwaan 

Contact Dr. H.S. Raulus 


Assessment Oral exam (50 percent of the grade), paper (40 percent of the grade) and presentation 

(10 percent of the grade) 



ECTS 5 





Course aims 

The course provides the students with advanced Master level understanding of EU judicial system 

and rights of individuals. During the course it is expected that the students work on all their Master 

level skills: legal discussion, research and writing. Course assessment contains of an oral presentation 

of 10 %, a written paper of 40 % and final oral exam of 50 % of the grade. 

Contents 

This course focuses on the position of an individual in the EU legal system by combining two aspects 

of EU law: analysis of the EU judicial system and protection of fundamental and citizens’ rights in a 

multi-level Union legal order. In the Union legal system there are different mechanisms for review and 

enforcement. For judicial review individuals can bring their claims directly to the Court of Justice of 

the European Union in most cases and where this is not possible, claims may be brought through 

national courts using preliminary ruling system. Whereas, enforcement claims by individuals always 

start from the national courts. The task of enforcement and judicial review is, thus, divided between 

the Court of Justice and the national courts. Therefore, it is essential to understand the relationship 

between the Court of Justice and the national courts. The discussion is then continued as to the 

substance of enforceable rights, focusing on the citizenship and fundamental rights protection in this 

multi-level legal order. The main themes of the course are: mechanisms of judicial review and 

enforcement of Union law both through direct access to the Court of Justice and through indirect 

access by preliminary rulings; judicial dialogues between the Court of Justice and the national 

supreme and constitutional courts; the position and judicial protection of individuals in the Union legal 

system; and citizenship rights and fundamental rights protection under EU law. 

Main parts of the course run on basis of a seminar approach. Attendance in lectures and seminars is 

compulsory. Students are provided with the required reading and questions for the lectures which 

they are to prepare in advance. LLM International and European Public Law students following 

specialization Access to Justice must choose their research and presentation topics from the EU 

judicial system aspects and students following Rule of Law specialization must concentrate on the 

constitutional law aspects of rights in a multi-level legal order. 

This is a Master level course. Students should have the basic knowledge of EU law. ESL students 

should have followed the Dutch language course Europees recht. It is mandatory for students who 

have not studied EU law before to prepare by obtaining and studying Horspool & Humphreys, 

European Union Law, OUP, ISBN Number 978-0-19-957534-3, in order to acquire an adequate level of 

knowledge for the course. 


Juridisch practicum RQ87 

Docenten Mr. B.F. Beljaars, Mr.Dr. H.T.M. Kloosterhuis, Prof.Mr.Dr. H.S. Taekema 



Toetsvorm Schriftelijk, meerkeuze en open vragen 






Leerdoelen 

Aan het eind van de cursus kunnen studenten werken met het systeem en de basisindelingen in het 

recht en kunnen zij werken met rechtsbronnen. In het bijzonder wordt aandacht besteed aan de 

vaardigheid van het analyseren van rechterlijke uitspraken. 

Inhoud 

Het Juridisch practicum bestaat uit drie hoor- en werkcolleges van vier uren en maakt deel uit van het 

onderwijs van de Master Financieel recht. Het is verplicht voor studenten zonder juridische bachelor 

die de gehele masteropleiding volgen. Afstuderen voor de masteropleiding is niet mogelijk zolang het 

Juridisch practicum niet succesvol is afgerond. Studenten die niet voornemens zijn de gehele Master 

Financieel recht te volgen, maar slechts één of enkele vakken uit het programma, zijn vrijgesteld van 

deze hoor- en werkcolleges. Ook studenten van het mr.drs-programma en studenten die het 

schakelprogramma Financieel recht hebben behaald, zijn vrijgesteld. 

In de interactieve hoor- en werkcolleges verwerft de student juridische basiskennis en juridische 

vaardigheden. Deze colleges zijn niet zozeer gericht op het bijbrengen van kennis van het positieve 

recht, maar meer op het op beknopte wijze bijbrengen van een aantal algemene juridische begrippen 

en vaardigheden en aan de hand van literatuur, rechterlijke uitspraken en krantenartikelen. Onder 

andere juridische begrippen, rechtsbronnen, de rechterlijke organisatie, het procesrecht en leerstukken 

uit het vermogensrecht zullen de revue passeren. 


Vakomschrijvingen

Juridische argumentatie en communicatie RL27 

Docenten Mr.Dr. H.T.M. Kloosterhuis 

Contactpersoon Mr.Dr. H.T.M. Kloosterhuis 

Onderwijsvorm Workgroups 

Toetsvorm Paper, Debat 



ECTS 5 




Leerdoelen 

Het keuzevak Juridische argumentatie en communicatie heeft tot doel studenten te trainen in het 

analyseren, beoordelen en presenteren van betogende teksten met een juridische inhoud. 

Na afronding van het vak kan de student sneller en efficiënter een betogende tekst ontleden, een 

gegrond oordeel geven over de kwaliteit van een betoog en op een goede manier zelf een betoog 

opzetten en presenteren. Daarnaast is het analytische vermogen van de student aangescherpt en de 

algehele schrijfvaardigheid vergroot. De student wordt tijdens de cursus getoetst op de beheersing 

van de drie belangrijkste onderdelen van het programma: analyseren, beoordelen en schrijven van 

een betoog. Dit gebeurt door middel van drie tussentijdse papers. De eindebeoordeling is vooral 

gebaseerd op de paper dat na afloop van de cursus moet worden gemaakt. 

Inhoud 

Welk juridisch beroep een rechtenstudent later ook kiest, altijd zal hij te maken krijgen met betogende 

teksten. Hij zal dit soort teksten moeten analyseren en beoordelen, maar hij zal ze ook zelf moeten 

opstellen en mondeling of schriftelijk moeten presenteren. Om dit goed te kunnen doen, zal hij 

getraind moeten zijn in een aantal specifieke vaardigheden op het gebied van argumentatie en 

communicatie. Deze vaardigheden worden geoefend in dit keuzevak. Daarnaast wordt relevante 

theorie bestudeerd. Het cursusprogramma bestaat uit vier onderdelen: 

1. het analyseren van een betoog, 

2. het beoordelen van een betoog, 

3. het schriftelijk presenteren van een betoog, 

4. het mondeling presenteren van een betoog. In de cursus ligt de nadruk ligt op het schriftelijk 

presenteren van een betoog. Hierbij wordt onder meer aandacht geschonken aan het opzetten van een 

schematische argumentatiestructuur, tekstindeling en normen voor correct en begrijpelijk taalgebruik. 

Ook worden de factoren besproken die de kwaliteit van een betoog aantasten, zoals drogredenen. In 

de werkgroep worden de bestudeerde stof en de thuis gemaakte oefeningen besproken. Omdat in de 

cursus veel aandacht wordt besteed aan het schrijven van een betoog, kan het keuzevak Juridische 

argumentatie en communicatie dienen als een goede voorbereiding op het schrijven van een scriptie. 

Dit vak wordt in beginsel gedoceerd volgens het Oxford tutorial model. Dit houdt in dat de student veel 

zelfstandig doet en gericht commentaar op zijn werk krijgt van de docent. De student bestudeert de 

opgegeven literatuur zelfstandig en schrijft een aantal papers. In plaats van colleges worden tutorialbijeenkomsten 

gehouden waarin met de docent wordt gediscussieerd over de geschreven papers. Als meer 

dan tien studenten het vak daadwerkelijk gaan volgen, worden de tutorialbijeenkomsten aangevuld met 

werkcolleges. De nadruk op zelfstandig werk en schrijfvaardigheid blijft gehandhaafd. Bij uitzondering is 

het mogelijk om het vak in een ander blok te doen als individueel tutorial. 


Juridische beroepsethiek RM76 

Docenten Dr. E. Mak 

Contactpersoon Dr. E. Mak 


Toetsvorm Tutorial paper 



ECTS 5 





Leerdoelen 

Na deze cursus kunt u: 

1. recente ontwikkelingen in de juridische beroepen herkennen en begrijpen; 

2. recente ontwikkelingen in de juridische beroepsethiek herkennen en begrijpen; 

3. professioneel zelfbewuster optreden in de juridische beroepspraktijk. 

Inhoud 

Welke morele dilemma’s komen juristen tegen in hun beroepspraktijk? Hoe gaan zij daarmee om? 

Welke principes liggen daaraan ten grondslag? Welke controle is er op het professionele handelen van 

met name advocaten en rechters? Wat laat die zien over hun beroepsopvatting? Welke ontwikkelingen 

zijn daarin opgetreden? Hoe verhouden die ontwikkelingen zich tot die in andere landen, bijvoorbeeld 

de Verenigde Staten? 

Aan deze en verwante vragen is het vak juridische beroepsethiek gewijd. Hoewel het een vrij nieuw 

vak is in het onderwijsaanbod van de faculteit, heeft het reeds een respectabele traditie (sinds de jaren 

70 aan de Amerikaanse ‘law schools’). Het is een interdisciplinair vak, op het snijvlak van de rechts - 

theorie, de sociologie van de juridische beroepen, en de filosofische ethiek. Daarnaast wordt het 

geïnspireerd door ervaringen in de juridische beroepspraktijk, van studenten, docenten en 

(incidenteel) professionals uit de praktijk. De bedoeling van het vak is om de studenten te stimuleren 

tot een bezinning op de morele dimensie van de juristerij, en aldus bij te dragen aan een versterking 

van de professionele habitus van de aankomende jurist. 

Werkwijze 

Dit vak wordt in beginsel gedoceerd volgens het Oxford tutorial model. Dit houdt in dat de student 

veel zelfstandig doet en gericht commentaar op zijn werk krijgt van de docent. De student bestudeert 

de opgegeven literatuur zelfstandig en schrijft daar een aantal papers over. In plaats van colleges 

worden tutorialbijeenkomsten gehouden waarin met de docent wordt gediscussieerd over de 

geschreven papers. 

Dit onderwijsmodel zorgt ervoor dat studenten schrijfervaring opdoen en individueel contact met de 

docent over de stof en hun eigen werk hebben. Het is mogelijk om in overleg met de docent een deel 

van de literatuur zo te kiezen dat het vak een goede voorbereiding vormt op een eventuele scriptie 

over een aan de cursus verwant thema. 

Als meer dan tien studenten het vak daadwerkelijk gaan volgen, worden de tutorialbijeenkomsten 

aangevuld met werkcolleges. De nadruk op zelfstandig werk en schrijfvaardigheid blijft gehandhaafd. 

Bij uitzondering is het mogelijk om het vak in een ander blok te doen als individueel tutorial. 


Vakomschrijvingen

Kernthema’s formeel strafrecht RM25 

Docenten Prof.Mr. P.A.M. Mevis, Mr. J.H.J. Verbaan 

Contactpersoon Prof.Mr. P.A.M. Mevis 





ECTS 5 

Vereiste voorkennis Bachelorvakken strafrecht 




Leerdoelen 

Het kern-/keuzevak Verdiepend formeel strafrecht is erop gericht om de kennis van het strafprocesrecht 

op enkele thema’s te verdiepen en daarbij actuele thema’s te betrekken. Daarbij zal met name 

aandacht worden besteed aan de wijze waarop het strafrechtelijk bewijsrecht in de praktijk van het 

Nederlandse strafproces is vormgegeven. 

Inhoud 

Het onderwerp van kern-/keuzevak Verdiepend formeel strafrecht bestaat hoofdzakelijk uit het 

strafrechtelijk bewijsrecht. In het verlengde hiervan zal aandacht uitgaan naar onrechtmatige 

bewijsgaring en onrechtmatig strafvorderlijk optreden en de rechtsgevolgen daarvan. 

Het thema zal worden behandeld in het licht van de voortdurende wisselwerking van bewijsrecht en 

de fundamentele structuurkenmerken van ons strafproces. Bovendien zal ruime aandacht worden 

geschonken aan de invloed van uitspraken van het Europees Hof voor de Rechten van de Mens op 

ons strafproces. Daarnaast zal aandacht worden besteed aan het buitengewone rechtsmiddel 

herziening. Het vak kent één opdracht (zelfwerkzaamheid), waarvan de resultaten mede van invloed 

zijn op het eindcijfer. 


Kernthema’s materieel en formeel strafrecht 

(deeltijdstudie) RL41 

Docenten Prof.Mr. F.W. Bleichrodt, Prof.Mr.Dr. A.R. Hartmann, Prof.Mr. P.A.M. Mevis, Mr. S. Struijk, 

Mr. J.H.J. Verbaan, Mr. R.J. Verbeek 

Contactpersoon Mr.B.W.A.Volker 





ECTS 10 

Vereiste voorkennis Bachelorvakken strafrecht 


Inschrijven Via SIN-online 


Leerdoelen 

Voor het onderdeel materieel strafrecht staan de volgende leerdoelen centraal: 

- Het leren kennen en hanteren van dogmatische uitgangspunten en methoden van redeneren in het 

materiële strafrecht; 

- het leren doorgronden van de betekenis en de maatschappelijke waarde van de strafbepalingen 

tegen het licht van haar historische achtergrond; 

- het kunnen leggen van verbanden tussen ontwikkelingen op het gebied van het materiële strafrecht 

en ontwikkelingen in de samenleving; 

- het leren toepassen van materieel strafrechtelijke kennis in de praktijk van de strafrechtspleging. 

Het onderdeel formeel strafrecht is erop gericht om de kennis van het strafprocesrecht op enkele 

thema’s te verdiepen en daarbij actuele thema’s te betrekken. 

Inhoud 

Kernthema’s Materieel Strafrecht 

Het onderdeel kernthema’s materieel strafrecht beoogt een verdieping te geven van de kennis van het 

materiële strafrecht, zoals dat in het verplichte curriculum aan de orde is geweest. Er zal worden 

ingegaan op bijzondere vormen van strafrechtelijke aansprakelijkheid en het strafrechtelijk 

sanctiestelsel. 

Kentherma’s Formeel Strafrecht 

Het onderwerp van kernthema’s formeel strafrecht bestaat hoofdzakelijk uit het strafrechtelijke 

bewijsrecht. In het verlengde hiervan zal aandacht uitgaan naar onrechtmatige bewijsgaring van 

onrechtmatig strafvorderlijk optreden en de rechtsgevolgen daarvan. Het thema zal worden 

behandeld in het licht van de voortdurende wisselwerking van bewijsrecht en de fundamentele 

structuurkenmerken van ons strafproces. Bovendien zal ruime aandacht worden geschonken aan de 

invloed van uitspraken van het Europees Hof voor de Rechten van de Mens op ons strafproces. 

Daarnaast zal aandacht worden besteed aan het buitengewone rechtsmiddel herziening. 


Vakomschrijvingen

Kernthema’s materieel strafrecht RM24 

Docenten Prof.Mr. F.W. Bleichrodt, Prof.Mr.Dr. A.R. Hartmann, Prof.Mr. P.A.M. Mevis, Mr. S. Struijk 

Contactpersoon Mr. S. Struijk 


Toetsvorm Schriftelijke opdracht en schriftelijk eindtentamen, open vragen 



ECTS 10 

Vereiste voorkennis Materieel strafrecht 




Leerdoelen 

- Het leren kennen en hanteren van dogmatische uitgangspunten en methoden van redeneren in het 

materiële strafrecht; 

- het leren doorgronden van de betekenis en de maatschappelijke waarde van de strafbepalingen 

tegen het licht van haar historische achtergrond; 

- het kunnen leggen van verbanden tussen ontwikkelingen op het gebied van het materiële strafrecht 

en ontwikkelingen in de samenleving; 

- het leren toepassen van materieel strafrechtelijke kennis in de praktijk van de strafrechtspleging. 

- Het leren doorgronden van het wettelijk, strafrechtelijk sanctiestelsel, de grondslagen daarvan en het 

beleid dat daarop wordt gemaakt. 

Inhoud 

Dit vak is een van de drie kernvakken van de mastervariant strafrecht en beoogt een verdieping te 

geven van de kennis van het materiële strafrecht, zoals dat in het verplichte curriculum aan de orde is 

geweest. Het vak is onderverdeeld in twee blokken, die ieder handelen over actuele thema’s op het 

materieel-strafrechtelijk terrein. In blok 1 geschiedt dat onder de noemer ‘Bijzondere vormen van 

strafrechtelijke aansprakelijkheid’. In blok 2 geschiedt het voorts onder de noemer ‘Het wettelijk, 

strafrechtelijk sanctiestelsel’. 


Koop, betaling en financiering RB06 

Docenten Mr.Drs. R. Zwitser 

Contactpersoon Mr.Drs. R. Zwitser 


Toetsvorm Mondeling en referaat 



ECTS 5 




Leerdoelen 

Het doel van dit vak is om inzicht te krijgen in de complexiteit van de handelskoop, die een sterk 

internationale dimensie heeft en waar contracten van verschillende aard met elkaar samenhangen. 

Van de student wordt verwacht dat hij een complexe internationale casus kan ontrafelen, maar ook de 

diverse ontrafelde delen met elkaar in verband kan brengen om tot een samenhangende oplossing te 

geraken. 

Inhoud 

In dit vak zullen onderwerpen uit het vak Handelsverkeersrecht verder worden uitgediept. Centraal 

staat de internationale handelskoop en alles wat daarbij komt kijken, zoals levering door middel van 

documenten, bijzondere betalingsbedingen, overdraagbare verzekeringspolissen, vervoer en de 

zakelijke zekerheden die banken, leveranciers en vervoerders op lading bedingen. Bij de financiering 

zijn het documentair krediet en de factoring belangrijk. 

Workshop 

Het ligt in de bedoeling dat een workshop georganiseerd zal worden door de Royal Bank of Scotland 

met betrekking tot het documentair krediet. Nadere gegevens worden tijdens het college bekend 

gemaakt. 

Referaat 

Het tentamen zal mondeling worden afgenomen. Tot dat tentamen zal behoren een door de student 

gehouden referaat over een van de op college behandelde onderwerpen. De lengte van het referaat 

zal een kwartier bedragen. Nadere gegevens worden tijdens het college bekend gemaakt. 


Vakomschrijvingen

Kwaliteit van gezondheidszorg RL13 

Docenten Prof.Mr.Dr.Drs. M.A.J.M. Buijsen, Mr. R.J.P. Kottenhagen, Mr. E.H. Hulst, 

Mr.Drs. T.J.C. van Noord, Gastdocenten 

Contactpersoon Mr. R.J.P. Kottenhagen 


Toetsvorm Schriftelijk tentamen en paper 



ECTS 10 




Leerdoelen 

Kennis: 

- De student heeft inzicht in het zorgverleningsrecht. 


Vaardigheden: 





Attitude 

- De student spreidt een kritische en analytische houding ten toon tijdens de colleges en bij het 

schrijven van de paper. 



Inhoud 

In dit vak vindt verdieping plaats van het zorgverleningsrecht plaats: de beginselen en regels die de 

verhouding zorgaanbieder (hulpverlener) en zorgvrager (patiënt) normeren. Aandacht wordt besteed 

aan patiëntenrechten (‘informed consent’, beroepsgeheim, etc.), medische aansprakelijkheid, rechten 

van bijzondere patiëntencategorieën (psychiatrische patiënten, gedetineerden, proefpersonen, 

terminaal zieken, etc.), medisch tuchtrecht, klachtrecht en cliëntenparticipatie. Daarnaast wordt 

stilgestaan bij de taken en bevoegdheden van de verschillende toezichthouders, in het bijzonder die 

van de Inspectie voor de gezondheidszorg. 


Law and Economics in the Courts RL09 

Lecturers Dr. A. Arcuri, Prof.dr. R.J. Van den Bergh, Dr. A.M. Pacces, Mr.Dr. L.T. Visscher 

Contact Drs. W. Schreuders 




ECTS 5 




Course aims 

This course is designed in order to develop the skills of students as to the practical applications of law 

and economics. More specifically, the aim is to train students in the use and evaluation of economic 

arguments in legal proceedings. 

More specific learning objectives are better understanding of economic concepts used in the ease law 

and the relation between the legal standards of proof and empirical evidence. 

Contents 

Under the supervision of a lecturer who is a specialist in the respective field of law, a broad range of 

topics will be discussed, including among other topics tort law, European law, competition law, and 

intellectual property. 

Students will be required to comment on legal decisions (for example by the European Court) from an 

economic point of view. The course will also include classes in which a moot court is held, where 

students are required to take the role of plaintiff, defendant and judge, who all base their arguments, 

respectively decisions, on economic analysis of law. 

This course is part of the final term in the one-year Erasmus Mundus Programme European Master in 

Law and Economics (EMLE). Since this course requires a previous training in the economic analysis of 

law it is not open for students not participating in het EMLE programme. 


Vakomschrijvingen

Law and Legal Practice in East Asia RL29 

Lecturers Dr. R.W. Jagtenberg, Guest lecturer 






ECTS 5 




Course aims 

The aim of this course is to familiarise the participating students with the structure of the legal 

systems of the People’s Republic of China, Hong Kong SAR, and Japan. 

After completion of this course the student should have an understanding of the development of the 

modern legal systems of the People’s Republic of China, Hong Kong SAR, and Japan. 

The student shall be assessed on area related knowledge and analytical skills. 

Contents 

The focus of this course is on the legal systems of the People’s Republic of China, Japan and Hong 

Kong. Apart from giving a general overview of the legal systems of these countries and their historical 

evolution, special attention is given to trade law and to prevailing methods of dispute settlement and 

negotiation in this part of the world. 


Law in Action: wetgeving RM44 

Docenten Prof.Mr.Dr. W.S.R. Stoter, Gastdocent 

Contactpersoon Prof.Mr.Dr. W.S.R. Stoter 


Toetsvorm Werkstuk 



ECTS 5 




Leerdoelen 

Na afloop van de cursus 

- bent u bekend met algemene vraagstukken van wetgeving en wetgevingsbeleid, en: 

- kunt u snel en adequaat een wettelijke regeling analyseren; 

- kunt u een eenvoudige tekst schrijven die juridisch correct tot uitdrukking brengt wat de regelgever 

wil bereiken; 

- hebt u tevens inzicht in de problemen die de juridische vormgeving van politieke wilsbesluiten met 

zich brengt in het licht van het ideaal van de beginselen van de democratische rechtsstaat. 

Inhoud 

Dit vak beweegt zich op het spannende snijvlak van recht en politiek. 

Tijdens het vak wordt aandacht besteed aan de achtergronden en dilemma’s van het ontwerpen van 

regelgeving. Wie het vak met goed gevolg heeft afgerond, is in staat een wettelijke regeling te 

analyseren en beschikt over de vaardigheid zelf rechtsregels en eventueel andere juridische teksten 

(zoals reglementen, statuten, contracten) te ontwerpen en juridisch correct te formuleren. 

In de werkcolleges komen zowel rechtstheoretische als positiefrechtelijke vragen van wetgeving aan 

de orde, terwijl tevens zal worden ingegaan op de wijze waarop in de rechtspraktijk regelingen 

worden ontworpen, geformuleerd en vastgesteld. 

Het bijwonen van de werkcolleges is verplicht; van de studenten wordt een actieve inbreng verwacht. 

Ten behoeve van elk college wordt (in groepsverband) een schriftelijke opdracht gemaakt en 

ingeleverd. Deze opdrachten leiden uiteindelijk tot de eindopdracht: het ontwerpen van een wettelijke 

regeling met bijbehorende memorie van toelichting. Voor de keuze van het onderwerp van deze 

regeling wordt aangesloten bij een actueel vraagstuk ui de Haagse politiek. Op deze wijze wordt zo 

veel mogelijk geprobeerd de ‘echte wetgevingswereld’ na te bootsen zodat optimale interactie kan 

plaatsvinden tussen theorie en praktijk. 


Vakomschrijvingen

Law of International Institutions RM64 

Lecturers Mr. M. Ambrus, Guest lecturers 

Contact Mr. M. Ambrus 


Assessment Two essay papers and written exam 



ECTS 5 

Entry requirements Students must demonstrate they have passed a basic course on public international law 




Course aims 

By the end of the course students will be able to: 

- Understand what defines an international institution, and how these institutions have developed 

over history; 

- Understand the legal position of international institutions within international and national law; and 

develop insights concerning the legal foundations of their institutional power; 

- Gain an understanding of the different organisational structures, and appreciate the implications of 

various structures; 

- Acquire knowledge and abilities to comment on the contribution of international institutions to 

normative development; 

- Gain an understanding of the issues of responsibility and accountability of international institutions 

towards their member states as well as towards private or third parties; 

- Gain insight into diplomatic, legal and quasi-legal dispute settlement regime; 

- Critically analyse the process and the outcome of a concrete dispute resolution; 

- Understand and analyse the operation of certain methods of dispute settlement in a specific field of 

international law. 

Contents 

There is hardly an area of modern day life that is not affected by the decisions made by international 

institutions. As the powers of these institutions grow, and as their decisions have an increasing (often 

adverse) impact on private parties, calls for their improved accountability and legitimacy are also on 

the rise. This course aims at discussing the most essential aspects of international institutions from 

the perspective of their accountability and legitimacy. In this regard two main topics will be studied 

during the course. 

First, the basic legal structures and concepts associated with international institutional law will be 

introduced. The following questions will be addressed: what are international institutions; how do 

they operate; which functions do they fulfill; and what are their rights and obligations? 

Second, the most important methods and mechanisms of dispute settlement conducted by 

international institutions will be discussed. In order to achieve peaceful settlement of international 

disputes, numerous diplomatic and (quasi-)legal methods of dispute settlement have been developed. 

Of these methods, the course will more specifically focus on the legal and quasi-legal methods and 

the specific position international institutions acquire in these methods of dispute settlement. By the 

end of the course students will be equipped to develop insight into the impact of institutional powers 

and dispute settlement mechanisms on the accountability and legitimacy of international institutions. 


Law of the Ship RB12 

Lecturers Prof.Mr. F.G.M. Smeele, Guest lecturers 

Contact Mr. H. Logmans 





ECTS 5 




Course aims 

To provide students with an overview and understanding of various legal issues and practical 

problems which are specific to the ownership and operation of ships. 

Contents 

This course is dedicated to the life cycle of a ship. After two introductory lectures in which issues such 

as how to define the ship and how to regulate it are discussed, the following lectures are dedicated to 

subjects such as shipbuilding contracts, ship finance and purchase, tax-planning and corporate 

structure for ship-owners, the commercial exploitation of the ship (charter-parties), risk management 

and insurance for ship-owners, ship’s arrest and summary relief proceedings, maritime liens and 

mortgages and ship’s auction. The course is taught on the basis of the compulsory reading materials, 

case law materials and practical cases. The course will be examined on the basis of a written essay 

exam. 


Vakomschrijvingen

Law, Language and Literature / 

Recht, taal en literatuur RM92 

Lecturers Prof.Mr.Dr. A.M.P. Gaakeer 

Contact Prof.Mr.Dr. A.M.P. Gaakeer 


Assessment Tutorial paper 



ECTS 5 


Application via Sin-Online. Depending on participants in English or in Dutch. 


Course aims 

Het verkrijgen van inzicht in en kennis van de band tussen recht en taal voor wat betreft de rechts - 

theoretische, ethische en (rechts)politieke aspecten van interpretatie en de contexten, die voor de 

positiebepaling van de jurist in zijn professioneel handelen van belang (kunnen) zijn. Het vak wordt 

afgerond met een schriftelijk werkstuk (max. 15 pagina’s), dat de student verdedigt tijdens een 

afsluitende bijeenkomst. 

Contents 

In de rechtswetenschap ligt het accent op interdisciplinariteit, vanwege de toenemende noodzaak voor 

juristen om kennis te nemen van wat andere disciplines te bieden hebben. Rechtspraktijk en 

rechtswetenschap worden geconfronteerd met methodologische en kennistheoretische problemen die 

niet altijd zijn op te lossen binnen de grenzen van de traditionele juridische dogmatiek. Omdat taal bij 

uitstek het instrument is van het recht en zijn beoefenaars is een rechtstheoretische reflectie op de band 

tussen recht, taal en literatuur nodig. Dit vak voorziet daarin door aan te haken bij het internationale 

interdisciplinaire onderzoeksveld van recht en literatuur, Law and Literature. Twee hoofdrichtingen 

komen aan de orde: recht als taal en recht in de literatuur. Vraagstukken die daarin behandeld worden 

zijn: Wat is de rechtstheoretische problematiek van de taal van het recht in brede zin? Wat betekenen de 

overeenkomsten tussen recht en literatuur nu taal voor beide het instrument is en wat betekent dat in de 

dagelijkse rechtspraktijk, bijvoorbeeld voor interpretatie door juristen? Wat is de rechtstheoretische 

betekenis van de literaire weergave van juridische thema’s? Het recht is namelijk door de eeuwen heen 

een belangrijk literair onderwerp waarbij in allerlei culturen juristen in de literatuur zijn verbeeld, en 

waarbij aan juristen ook een spiegel wordt voorgehouden voor hun eigen handelen. 

Werkwijze 

Dit vak wordt in beginsel gedoceerd volgens het Oxford tutorial model. Dit houdt in dat de student veel 

zelfstandig doet en gericht commentaar op zijn werk krijgt van de docent. De student bestudeert de 

opgegeven literatuur zelfstandig en schrijft daar een aantal papers over. In plaats van colleges worden 

tutorialbijeenkomsten gehouden waarin met de docent wordt gediscussieerd over de geschreven papers. 




over een aan de cursus verwant thema. Als meer dan tien studenten het vak daadwerkelijk gaan 

volgen, worden de tutorialbijeenkomsten aangevuld met werkcolleges. De nadruk op zelfstandig werk 

en schrijfvaardigheid blijft gehandhaafd. Bij uitzondering is het mogelijk om het vak in een ander blok 

te doen als individueel tutorial. 


Legal Theory and Legal Methods RL24 

Lecturers Prof.Mr.Dr. H.S. Taekema 

Contact Prof.Mr.Dr. H.S. Taekema 


Assessment Paper and assignments 



ECTS 5 

Entry requirements Bachelor 




Course aims 

The aim of the course is to give students knowledge regarding core questions of contemporary legal 

theory and to help them develop their own critical perspective on the enterprise of law. 

Contents 

In this course we will discuss the foundations of legal thinking and legal method. To understand what 

it means to think and act like a lawyer, it is not enough to learn a case method. It also requires an 

awareness of the concepts and normative principles that structure the practice of law. In this course 

we will consider questions concerning the concept of law, questions of legal reasoning, legal 

interpretation and judicial lawmaking, and the methodology of legal scholarship. Theoretical and 

methodological questions will be related to current issues, in which the development of students’ own 

arguments will be a central component. 


Vakomschrijvingen

Levensloop en victimologie RJ70 

Docenten Dr. B.W.C. Zwirs 






ECTS 9 

Vereiste voorkennis Algemene psychologie 




Leerdoelen 

Na afronding van dit vak kan de student 1) de theorieën binnen de ontwikkelingscriminologie en 

levensloopcriminologie toepassen op verschillende typen daders, 2) voorspellingen doen o.b.v. de 

besproken theorieën, 3) aangeven op welke wijze deze voorspellingen getoetst kunnen worden en 4) 

het belang van longitudinaal onderzoek voor de ontwikkelings- en levensloopcriminologie aangeven. 

Inhoud 

Dit vak bestaat uit twee onderscheiden delen: 1) Levensloop en criminele carrièrevorming en 2) 

victimologie. In het eerste deel wordt ingegaan op theorieën over dader- en slachtofferschap 

gedurende de levensloop. Uitgangspunt hierbij vormt de age-crime curve. Naast de verschillen tussen 

individuen aangaande het wel of niet vertonen van crimineel gedrag wordt er binnen dit vak met 

name aandacht besteed aan de veranderingen binnen het individu gedurende de levensloop. Vragen 

die aan bod komen zijn bijvoorbeeld: Is er een verband tussen de startleeftijd van een criminele 

carrière en de stopleeftijd van de criminele carrière? Is er een verband tussen de duur van de criminele 

carrière en de ernst van delicten? Wat is de invloed van ‘peers’ en sociale netwerken bij de 

ontwikkeling van probleemgedrag? Hierbij zal ook worden besproken in hoeverre de verschillende 

theorieën toepasbaar zijn op verschillende vormen van criminaliteit. Binnen het tweede deel van het 

vak, over de slachtoffergeoriënteerde benaderingen, zal de vraag staan waarom de ene persoon een 

geschikter doelwit vormt voor een dader dan een ander. Ook wordt ingegaan op de psychische 

schade die aangericht kan worden bij slachtoffers. Vragen die behandeld worden zijn: Hoe wordt de 

schade beïnvloed door de manier waarop wij met slachtoffers omgaan? Welke rechten hebben 

slachtoffers eigenlijk? 

Tenslotte, zullen we aandacht besteden aan methoden om verandering gedurende de levensloop te 

meten, waarbij met name ingegaan wordt op longitudinale methoden van onderzoek. 


Maritime Casualties RB13 

Lecturers Prof.Mr. F.G.M. Smeele, F. Stevens 

Contact Mr. S. Geense 





ECTS 5 

Entry requirements As this is a course at Master level, every student must have passed an exam on tort law 

at Bachelor level. 




Course aims 

To provide students with a thorough understanding of both law and practice with regard to the area of 

maritime casualties. 

Contents 

This course examines the complex legal relations and liabilities which arise when a ship at sea is in 

distress and/or suffers a maritime casualty. The course gives an overview of the many international 

legal instruments which (may) apply to various aspects of a maritime casualty. It addresses the 

various mechanisms designed to prevent maritime casualties and marine pollution from occurring by 

raising the technical and safety standards of and on board of ships. These mechanisms include Flagand 

Port-State Control, the Paris MoU and the role of Classification Societies. 

Other subjects covered in depth include the law of Collision, Salvage, General Average, Limitation of 

Liability of the ship-owner, Civil Liability for Oil Pollution damage and Wreck Removal. The course is 

taught on the basis of the compulsory reading materials, case law materials and practical cases. The 

course will be examined on the basis of a written exam consisting of essay questions. Several lectures 

and/or workshops will be taught by guest lecturers from maritime practice. 


Vakomschrijvingen

Materieel strafrecht RJ60 

Docenten Prof.Mr.Dr. A.R. Hartmann, Mr. S. Struijk, Mr. B.W.A. Volker 

Contactpersoon Mr. S. Struijk 


Toetsvorm Schriftelijk, open vragen en multiple-choice vragen 


Studiefase bachelor 3 Criminologie, bachelor 3 Rechtsgeleerdheid 

ECTS 9 

Vereiste voorkennis Formeel strafrecht 




Leerdoelen 

De studenten vertrouwd maken met (het toepassen van) de essentalia van het materiële strafrecht. 

Inhoud 

Nadat in Bachelor 2 het formele strafrecht aan de orde gesteld is, staat in het onderdeel Materieel 

strafrecht het materiële recht centraal. In dit onderdeel wordt basiskennis van dogmatische materiële 

leerstukken aangereikt, op grond waarvan casus op praktisch en theoretisch aanvaardbare wijzen 

kunnen worden opgelost. Onderwerpen die in dit onderdeel centraal staan zijn onder andere: 

- Opzet en schuld. 

- Poging, voorbereiding, deelneming en daderschap. 

- Strafuitsluitingsgronden. 

- Ne-bis-in-idem en samenloop. 

Voor meer informatie over dit onderdeel wordt verwezen naar de channel en het werkboek Materieel 

strafrecht 2011/2012. 


Methoden en technieken van criminologisch onderzoek RJ68 

Docenten Dr. T.F.C. Fischer, Dr. T. Müller 

Contactpersoon Dr. T.F.C. Fischer 





ECTS 9 

Vereiste voorkennis Inleiding methoden en technieken 




Leerdoelen 

Na het volgen van dit vak heeft de student: 

- een overzicht van de empirische onderzoekscyclus, voor diverse soorten onderzoek. 

- een algemeen overzicht van mogelijke bronnen voor criminologisch onderzoek, alsmede van hun 

sterke punten en beperkingen; 

- een algemeen overzicht van onderzoeksopzetten, kwalitatief en kwantitatief, van participerend tot 

experimenteel en weet voor diverse typen onderzoeksvragen een passende onderzoeksopzet te 

kiezen; 

- een algemeen overzicht van dataverzamelings- en bevragingsmethoden, en weet een geschikte 

methode te kiezen, gegeven het type vraag dat beantwoord moet worden; 

- een algemeen overzicht van data-analysemethoden, zowel exploratief, beschrijvend en toetsend, en 

weet welke methode voor welk soort data gebruikt kan worden; 

- de kennis en het inzicht om inhoudelijke conclusies te trekken uit (empirische) onderzoeksresultaten. 

Inhoud 

In dit vak wordt een algemeen overzicht geboden van de methodologische aspecten die van belang 

zijn bij het opzetten en uitvoeren van criminologisch onderzoek. Daarbij wordt voortgebouwd op de 

stof die is behandeld in het vak Inleiding Methoden en Technieken in B1. Aan de orde komen: de 

empirische onderzoekscyclus, validiteit en betrouwbaarheid, informatiebronnen voor criminologisch 

onderzoek, experimentele onderzoeksdesigns, kwantitatieve analyses (univariate, bivariate en 

multivariate technieken en bijbehorende statistische toetsen), kwalitatieve methoden (dossieranalyse, 

open interviews en participerende-observatie en visuele methoden) 

Werkgroepen 






Vakomschrijvingen

Microeconomics RL02 

Lecturers To be announced 


Assessment Written open questions 



ECTS 5 




Course aims 

The aim of the course is to introduce prominent microeconomics theories, and to equip the students 

with basic economic tools, in order to lay the ground for the application of economic insights into 

different legal fields. 

Contents 

The main purpose of this course is to equip students with a set of conceptual microeconomic tools 

that can be applied to many different economic and regulatory issues. 

After the discussion of the basics of supply and demand mechanisms, consumer and producer 

behaviour will be explained. A substantial part of the course is dedicated to the analysis of economic 

effects of different market structure (perfect competition vs. monopoly) and competitive strategy. 

Furthermore the course provides for a short introduction to game theory. The usefulness of the 

microeconomic subjects taught will come to the fore in the courses Economic Analysis of Competition 

Law and Economics of Public law. 


Economics” (EMLE), but also Dutch students and free-movers (not participating in this programme) 




Minority Protection RM43 

Lecturers Prof.dr. K.A.M. Henrard LLM 

Contact Prof.dr. K.A.M. Henrard LLM 


Assessment Paper/presentation 



ECTS 5 

Secretary Staats- en Bestuursrecht 

Application Via Sin-Online. Max. 30 students. 


Course aims 

This course presupposes a basic knowledge of human rights and is meant to provide in depth 

understanding and critical analysis of typical minority protection problems, the relevant standards (as 

well as their current interpretation), both as regards equality, individual human rights and minority 

rights, as developed at the UN, Council of Europe, OSCE, CIS and EU. This will be achieved through 

lectures, student presentations and discussions as well as the writing of a paper. 

Contents 

The course will consist of 12 sessions of two hours each in the second half of the first semester (second 

block, with two classes a week but then no classes in January). As it is a seminar students’ attendance is 

obligatory and as the following overview will show, students’ active participation will be called upon 

throughout the seminar sessions. The seminar will kick off with two classes which will provide the theo - 

re tical basis for the seminar. The first session contains several basic principles and themes pertaining to 

minority protection including a discussion of the definition of the concept minority, the two pillars of an 

adequate system of minority protection, an historical overview of approaches to minority protection and 

an overview of sensitive issues for minorities.The second one will focus on one of the foundational 

principles of minority protection namely the equality principle and will also provide the basic information 

about the ECHR and its enforcement mechanism. The following 6 sessions will be focused on the contri - 

bution of individual human rights (focused on ECHR) and of minority specific rights to minority 

protec tion. Each of these 6 sessions will be structured around 2 presentations by groups of students (3 to 

4 depending on the overall number) of 30 minutes. Each of these group presentations will be followed by 

a discussion of 15 minutes, which is moderated and steered by Kristin Henrard so as to ensure that all 

the relevant material is covered. These presentations will concern particular texts and/or case law that will 

be provided. Sessions 9 and 10 will be presented by guest-speakers, bringing an interdisciplinary 

dimension to the seminar, more specifically adding a social scientist and a philosophical approach. The 

last two sessions are devoted to student presentations of case studies for those students that have not 

yet been active in the previous sessions. The course will have two strands: the writing of a paper on a 

topic from a pre-determined list on the one hand and active student participation including the presen - 

tation on the other. The topics for the paper will be presented during session 1 and the selection made by 

session 2. The paper stands for 50 percent of the mark and needs to be handed in the last week of the 

second bloc. Students can indicate whether they would prefer to do a case study (the last two session) or 

work on a theme/text/case law in sessions 3 to 8. Obviously all thematic topics of sessions 3-8 need to be 

covered in any event. The exact choice will be discussed and arranged between session 1 and 2. These 

presentations determine 30 percent of the mark, while the remaining 20 percent goes to active student 

participation throughout the seminar (not only presence but also contributions during the sessions). 


Vakomschrijvingen

Multiculturele samenleving 

en de democratische rechtsstaat RM78 

Docenten Prof.dr.Mr. W. van der Burg, Dr. E.M. Galenkamp 

Contactpersoon Prof.dr.Mr. W. van der Burg 


Toetsvorm Schriftelijke opdrachten, mondelinge presentaties, eindpaper 



ECTS 5 




Leerdoelen 

- Het verwerven van inzicht in de thematiek en de voornaamste vraagstukken rond de multiculturele 

samenleving. 

- Het verwerven van kennis van de belangrijkste theorieën en invalshoeken op dit terrein. 

- Het ontwikkelen van een reflexieve en een interdisciplinaire attitude om daarmee tot goed 

beargumenteerbare oplossingen voor de casus te komen. 

Inhoud 

De laatste decennia is Nederland veranderd in een multiculturele en een multireligieuze samenleving. 

Voor het recht heeft dit geleid tot allerlei nieuwe vragen, maar ook soms tot een heropleving van oude 

discussies. Voorbeelden zijn de discussies over de toelaatbaarheid van kledingvoorschriften en andere 

religieuze geboden; de ruimte voor religiekritiek en de rol van religie in de publieke ruimte. In deze 

cursus krijgen de studenten allereerst een gestructureerd algemeen overzicht van de belangrijkste 

juridische problemen rond dit thema. 

Vervolgens zullen we een overzicht geven van de belangrijkste rechtsfilosofische en politiekfilosofische 

theorieën rond de multiculturele samenleving, internationaal en nationaal. Daarnaast zal 

ook op een interactieve manier veel aandacht worden besteed aan casus (onder meer via 

rollenspellen). Dit zal aangevuld worden met enkele gastcolleges van mensen uit de juridische 

beroepspraktijk. Een actieve werkhouding van de deelnemers wordt verondersteld. 


Oefenrechtbank RQ12 

Docenten Prof.Mr.Dr. H.S. Taekema, Mr. W.F.M. Buijs, Mr. A.R.G. van Dijk - Barkmeijer, 

Mr. Z.H. Duijnstee - van Imhoff, Mr.Dr. J.W. van der Hulst, Mr.Dr. H.T.M. Kloosterhuis, 

Mr. R.L. Kruyt, Mr. C. van Noortwijk, Mr. H. Nummerdor 

Contactpersoon Mr. W.F.M. Buijs 


Toetsvorm Schriftelijke opdracht en een afsluitend pleidooi op de Rechtbank Rotterdam 

Periode blok 2, blok 3 


ECTS 6 

Vereiste voorkennis Om deel te kunnen nemen aan de Oefenrechtbank moet de student ten minste 105 ects 

van het eerste en tweede jaar van de Bachelor hebben behaald, waaronder de 

onderdelen Formeel strafrecht en Staatsrecht alsmede een van de onderdelen 

Verbintenissenrecht of Goederen- en insolventierecht. 


Inschrijven Via SIN-Online (voor één van de rechtsgebieden) 


Leerdoelen 

- Ontwikkelen van vaardigheden voor juridisch onderzoek 

- Schriftelijke rapportage van onderzoeksresultaten 

- Inzicht verwerven in elementaire principes van juridische argumentatie 

- Opstellen en presenteren van een pleidooi 

- Kennismaken met de praktijk van de rechtbank 

Inhoud 

Studenten krijgen een casus uitgereikt op het terrein van de hoofdvakken (Privaatrecht, Strafrecht en 

Staats- en Bestuursrecht). Deze casus moet gedurende het blok inhoudelijk worden voorbereid en 

uiteindelijk tijdens de eindopdracht worden bepleit. Bij het voorbereiden van de casus ligt de nadruk 

op het leren uitvoeren van juridisch onderzoek (verzamelen, ordenen en interpreteren van 

jurisprudentie en literatuur) en het ontwikkelen van schriftelijke en mondelinge vaardigheden om de 

opgedane kennis in praktijk te brengen. De resultaten moeten worden gepresenteerd in een 

onderzoeksnotitie en een pleidooi, waarvoor ook pleitnotities dienen te worden ingeleverd. 

Voorafgaand aan het pleidooi worden de studenten in de werkgroepen getraind in het pleiten en in 

het beoordelen van argumenten die worden uitgewisseld. 


Vakomschrijvingen

Omgevingsrecht: ruimtelijk en milieu bestuursrecht RM49 

Docenten Mr. A.R.G. van Dijk - Barkmeijer, Gastdocent 

Contactpersoon Mr. A.R.G. van Dijk - Barkmeijer 


Toetsvorm Schriftelijk, open vragen, annotatie in de vorm van een essay 



ECTS 5 




Leerdoelen 

- het verkrijgen van kennis van en inzicht in de uitgangspunten, structuur en inhoud van het ruimtelijk 

bestuursrecht en het milieubestuursrecht, en de relatie hiervan tot het algemeen deel van het 

bestuursrecht 

- het verwerven van kennis van en inzicht in actuele ontwikkelingen in het ruimtelijk bestuursrecht en 

het milieubestuursrecht 

- het kunnen analyseren, oplossen en becommentariëren van casusposities op het gebied van het 

ruimtelijk bestuursrecht en het milieubestuursrecht 

Inhoud 

De advocatuur, het bedrijfsleven, de overheid, maatschappelijke organisaties en de rechterlijke macht 

hebben te maken met het omgevingsrecht. Dat geldt niet alleen voor juristen die bestuursrechtelijk 

zijn afgestudeerd, maar zeker ook voor bedrijfsjuristen en juristen met een privaatrechtelijke 

achtergrond. Voor de overheid en het bedrijfsleven is van belang dat plannen voor bijvoorbeeld de 

aanleg van een woonwijk of een bedrijventerrein, of de bouw van een fabriekshal niet zomaar 

uitgevoerd kunnen worden. Daarvoor zijn allerlei regels en procedures voor vergunningen, plannen, 

vrijstellingen en milieurapporten nodig. Uit jurisprudentie van de Raad van State blijkt dat in 

procedures voor de totstandkoming van bestemmingsplannen onvoldoende rekening wordt 

gehouden met de gevolgen daarvan voor de luchtkwaliteit of beschermde planten en dieren. 

Kennis van het omgevingsrecht is daarnaast van groot belang voor diegenen die bestuursrechtelijk 

willen afstuderen. Veel algemeen bestuursrechtelijke leerstukken zijn namelijk uit dit bijzonder deel 

van het bestuursrecht afkomstig of zijn hier tot ontwikkeling gekomen. 


Omzetbelasting RF08 

Docenten T. Braakman, mr. S.R.M. Janssen, drs. O.L. Mobach, mr. drs. L. van Rey 






ECTS 6 




Leerdoelen 


Inhoud 

Dit vak beoogt inzicht te geven in de juridische en economische werking van de omzetbelasting, in het 

bijzonder zoals die in Nederland en andere lidstaten van de EG wordt geheven, en in de invloed van 

het communautaire recht op het Nederlandse omzetbelastingrecht. 


Vakomschrijvingen

Ondernemingsbestuur- en prestaties RQ10 

Docenten Prof.dr. A. de Bos RA, Mr. J.G.C.M. Galle 



Toetsvorm Schriftelijk tentamen en tussentijdse opdrachten 



ECTS 10 




Inhoud 

In de collegecyclus Ondernemingsbestuur en ondernemingsprestaties staat wetenschappelijk 

onderzoek naar Corporate Governance en de relatie met betere ondernemingsresultaten centraal. De 

vraag is wanneer en hoe toezicht het meest effectief is. Dit kan ondermeer gemeten en vervolgens 

geanalyseerd worden met behulp van ondernemingsprestaties, de reputatie van de onderneming zelf 

en het vertrouwen vanuit de maatschappij. Hoe kan een goed vormgegeven en functionerend bestuur 

en toezicht voorkomen dat negatieve verrassingen zich voordoen. Voorbeelden van onderzoek zijn de 

relatie tussen rendement en aantal onafhankelijke commissarissen, of de relaties tussen one-tier en 

two-tier bestuursmodellen en ondernemingsprestaties. Maar ook hoe kunnen fraudes worden 

voorkomen en hoe worden risico’s effectief beheerst. En zijn hier internationale verschillen zichtbaar 

en vooral ook: verklaarbaar? 

Hoorcolleges 

De collegecyclus begint met een overzicht van de uitgangspunten van goed ondernemingsbestuur en 

toezicht. Dit onderwerp staat volop in de belangstelling na de financiële schandalen (Enron, 

WorldCom, Tyco, Ahold en Parmalat), de ontwikkelingen over private equity, hedge funds en de 

huidige kredietcrisis. Een van de kernvragen hierbij is of goed bestuur en toezicht via zelfregulering 

kan plaatsvinden of moet worden afgedwongen door nieuwe weten regelgeving. Tijdens de colleges 

zal worden ingegaan op nieuwe (internationale) weten regelgeving op het gebied van corporate 

governance en de daaraan ten grondslag liggende uitgangspunten. Daarnaast zullen de bedrijfseconomische 

aspecten uitgebreid worden behandeld. Worden de financiële prestaties van een 

onderneming bijvoorbeeld beïnvloed door de corporate governance structuur en verhoogt 

transparantie de waarde van een onderneming? Verder zal aandacht worden besteed aan het 

Angelsaksische en het Rijnlandse model. 

Werkcolleges 

Volgend op dit eerste deel van de collegecyclus volgt een splitsing in meerdere werkgroepen onder 

begeleiding van de verschillende docenten. In kleinere groepen wordt ingegaan op één van de 

aansprekende thema’s. Thema’s zijn bijvoorbeeld de empirisch geteste relatie met positieve en/of 

negatieve ondernemingsprestaties van meer of minder onafhankelijke commissarissen, one-tier of 

two-tier bestuursmodellen, het comply or explain principe, effectiviteit van commissarissen. Bestaand 

onderzoek zal intensief besproken, aangevuld en uitgebreid worden met eigen inzichten en onderzoek. 

De colleges bestaan uit ongeveer 50 % hoorcolleges en 50 % werkcolleges. 


Ondernemingsrecht RJ63 

Docenten Prof.Mr. B.F. Assink, Mr. J.J.M. Grapperhaus, Mr. M.A. Verbrugh, Mr. G. ter Welle 

Contactpersoon Mr. G. ter Welle 


Toetsvorm Schriftelijk tentamen (open vragen), tussentoets (MC), opdracht 


Studiefase bachelor 2 Fiscaal Recht, bachelor 3 Rechtsgeleerdheid 

ECTS 9 




Leerdoelen 


- de juridische organisatie van de verschillende rechtsvormen van een onderneming herkennen en 

karakteriseren 

- de wetsartikelen van Boek 2 BW (rechtspersonen) en Boek 7 BW titel 13 (personenvennootschappen) 

en de rechtspraak en aan de hand van voorbeelden toelichten 

- de verschillen en de overeenkomsten (de systematiek van het ondernemingsrecht) tussen de diverse 

rechtsvormen benoemen 

- het algemeen vermogensrecht, het rechtspersonenrecht (Boek 2 BW), het recht van de personenvennootschappen 

(Boek 7 titel 13) en de rechtspraak toepassen op een bepaalde casus 

Inhoud 

Dit vak geeft een overzicht van de belangrijkste onderwerpen binnen het ondernemingsrecht. Vragen 

die daarbij aan de orde komen zijn: hoe ziet de juridische organisatie van een onderneming eruit; wie 

mogen voor de onderneming transacties afsluiten en hoe zijn de verantwoordelijkheid en aansprakelijkheid 

binnen een onderneming uitgewerkt. Tijdens dit vak leert u wat de inhoud is van de 

belangrijkste begrippen uit het ondernemingsrecht. Het gaat om begrippen als rechtspersoonlijkheid, 

afgescheiden vermogen, aandeel, lidmaatschap, besluit, vertegenwoordiging en concern. Aandacht 

wordt besteed aan de eenmanszaak, personenvennootschappen, naamloze en besloten vennootschappen, 

verenigingen en stichtingen. 

Vaardigheden 

Het vak Ondernemingsrecht omvat vaardigheidsopdrachten in de vorm van casusoefeningen en het 

maken van juridische documenten op het gebied van het ondernemingsrecht. 


Vakomschrijvingen

Onderwijsrecht RL20 

Docenten Prof.Mr. P.W.A. Huisman, Gastdocenten 

Contactpersoon Prof.Mr. P.W.A. Huisman 





ECTS 5 




Leerdoelen 

- Het kennen van de hoofdlijnen van het Nederlandse onderwijsrecht; 

- Inzicht in enkele belangrijke onderwijsrechtelijke vraagstukken, mede aan de hand van grondwet, 

wetgeving en jurisprudentie; 

- Het zelfstandig kunnen analyseren en oplossen van enkele onderwijsrechtelijke casus. 

Inhoud 

‘Ouders eisen toelating tot gymnasium’, ‘gemeente wil leerlingen spreiden over verschillende scholen’, 

‘Onderwijsinstelling verbiedt het dragen van een hoofddoek’. Het recht op onderwijs en de juridische 

relaties tussen ouders, leerlingen, studenten en onderwijsinstellingen mogen zich in toenemende mate 

verheugen op actuele (media)belangstelling. Het onderwijs is een belangrijke overheidssector waarin 36 

miljard Euro belastinggeld wordt geïnvesteerd en waarin 400.000 mensen werken. Geen wonder dat er 

vanuit de rechts- en beleidspraktijk een toenemende mate vraag is naar juristen die specialistische kennis 

hebben van de (complexe) onderwijswet- en regelgeving (advocatuur, adviesbureaus, gemeenten, 

vakbonden). 

Deze cursus geeft een algemene inleiding in het vak Onderwijsrecht. Het is een functioneel 

rechtsgebied waarin zowel internationaalrechtelijke, staats- en bestuursrechtelijke, maar ook 

privaatrechtelijke aspecten aan bod komen. Achtereenvolgens worden in de werkgroepen behandeld: 

- De juridische grondslagen van het onderwijssysteem, artikel 23 Grondwet, mensenrechtenverdragen 

en Europees recht, het onderscheid tussen openbaar en bijzonder onderwijs. 

- De juridische positie van personeel; medezeggenschap, rechtsbescherming en arbeidsrecht in het 

onderwijs 

- Bestuur, governance en planning in het onderwijs; ontwikkelingen inzake schaalvergroting en 

fusie(toets) 

- De rol van de lokale overheid en onderwijsachterstandenbeleid. 

- Rechten en plichten van ouders/leerlingen/ studenten, selectie, onderwijsovereenkomsten, 

aansprakelijkheid, rol van de leerplicht; 

- Toezicht en handhaving: inspectie(kader) en accreditatie. 

- Actuele ontwikkelingen: schoolsegregatie, sanctiebeleid (particulier onderwijs, islamitische scholen), 

grondwetsherziening . 

De cursus kan tevens een handreiking zijn voor degenen die reeds in het onderwijs werkzaam zijn en 

belangstelling hebben voor de juridische grondslagen en praktijk van het vakgebied. Er is ruimte voor 

actieve inbreng en discussie, mede aan de hand van actualiteiten. De cursus wordt afgesloten met een 

mondeling tentamen, in principe op basis van de literatuur en een beknopt paper. 


Onderzoek en beleid RQ93 

Docenten Dr. M.M.J. van Ooyen - Houben 

Contactpersoon Dr. M.M.J. van Ooyen - Houben 





ECTS 5 




Leerdoelen 


- inzicht in het beleidsproces en de rol van wetenschappelijk onderzoek daarin 

- een beeld van de methodologische en contextgerelateerde problemen waartegen een wetenschappelijk 

onderzoeker kan aanlopen bij de vormgeving en uitvoering van onderzoek voor beleid 

- kennis van mogelijke oplossingen voor deze problemen en van de consequenties die deze 

oplossingen hebben voor het onderzoek 

Inhoud 

In dit vak wordt een overzicht gegeven van de manier waarop wetenschappelijk onderzoek voor 

beleid vormgegeven kan worden. De nadruk ligt op evaluatieonderzoek van beleidsinterventies. 

Ingegaan wordt op de rol van wetenschappelijk onderzoek in het beleidsproces en op problemen die 

zich kunnen voordoen bij de praktische uitvoering. Hierbij gaat het niet alleen om methodologische 

problemen, maar ook de beperkingen die de context stelt (beleidsomgeving; privacybescherming; 

belangen) en die de onderzoeker soms veel hoofdbrekens kosten. Aan de hand van voorbeelden en 

opdrachten worden mogelijke oplossingen voor deze problemen belicht. Ook wordt besproken welke 

gevolgen verschillende oplossingen hebben voor de ‘hardheid’ van conclusies uit het onderzoek. 


Vakomschrijvingen

Onderzoekslab: Rechtstheorie RM85 

Docenten Dr. W.H.J. de Been, Prof.dr.Mr. W. van der Burg 

Contactpersoon Prof.dr.Mr. W. van der Burg 


Toetsvorm Individuele opdrachten 



ECTS 5 

Vereiste voorkennis Bachelor NR; en de vakken De multiculturele samenleving en de democratische 

rechtsstaat; Rechtsvinding en rechtsmethodologie; 

NB dit vak is alleen toegankelijk voor studenten van de generalistische variant 


Inschrijven via SIN-online 


Leerdoelen 

Na deze cursus heeft de student geleerd: 

- Rechtswetenschappelijke onderzoeksprojecten met probleemstelling, deelvragen en methodologische 

verantwoording te formuleren 

- Interdisciplinair onderzoek vanuit een juridisch perspectief te structuren 

- Constructieve kritiek te geven en verwerken 

- Een scriptie-onderzoek op te zetten 

- En heeft hij een verdiept inzicht in hoe rechtstheoretische vraagstukken kunnen worden gestructureerd 

en geanalyseerd. 

Inhoud 

Een centrale rol in de mastervariant Recht in de multiculturele samenleving wordt vervuld door het 

vak Onderzoekslab: Rechtstheorie. Dit vak wordt aangeboden volgens het tutorialsysteem. In blok 3 

wordt in dit vak door studenten intensief toegewerkt naar het schrijven van een scriptie. De studenten 

bestuderen een aantal centrale teksten die in overleg deels kunnen worden toegesneden op de 

specifieke belangstelling van de student. Aan de hand van deze teksten worden papers geschreven en 

opdrachten gemaakt die zijn gerelateerd aan de gelezen literatuur. Deze papers/opdrachten zullen in 

tutorialbijeenkomsten besproken worden. Op deze manier maken de studenten kennis met de 

methoden en technieken van interdisciplinair en juridisch onderzoek en leren zij eigen vraagstellingen 

te formuleren en deze te plaatsen in een breder theoretisch en methodologisch kader. Tal van 

praktische onderwerpen zullen eveneens aan bod komen: Hoe structureer ik een wetenschappelijke 

tekst? Op welke manier verenig ik verschillende disciplines? Hoe baken ik mijn onderzoek af? Is mijn 

redenering wel deugdelijk? Het onderzoekslab mondt uiteindelijk uit in het opzetten van een eigen 

onderzoeksvoorstel voor een scriptieonderzoek, waarin de thema’s die in het onderzoekslab zijn 

besproken expliciet zijn verwerkt. De student zal dit voorstel in een laatste bijeenkomst moeten 

verdedigen en toelichten aan de hand van de gebruikte literatuur. Door deze voorbereiding kan een 

vliegende start worden gemaakt met de scriptie in blok 4. Door deze opdrachten kunnen studenten 

ervaring opdoen met het formuleren van een probleemstelling, deelvragen, en een methodologische 

verantwoording. 


Onderzoekspracticum Aansprakelijkheid en Verzekering RL60 

Docenten Prof.Mr. S.D. Lindenbergh, Mr. H.Th. Vos 


Onderwijsvorm Classes, workgroups, masterclasses 

Toetsvorm Werkstukken, referaat, discussie 



ECTS 15 

Vereiste voorkennis Burgerlijk procesrecht, Goederen- en insolventierecht, Verbintenissenrecht 



Master Aansprakelijkheid en Verzekering (zie www.masteraansprakelijkheidenverzekering.nl). 

Studenten die zijn toegelaten tot de Master Aansprakelijkheid en Verzekering 

worden automatisch voor het vak ingeschreven. 


Leerdoelen 

- Zelfstandig een juridisch complexe kwestie binnen korte tijd in kaart kunnen brengen en een 

oplossing kunnen formuleren. 

- Relevante informatie binnen korte tijd kunnen verzamelen en selecteren in digitale en papieren 

bronnen. 

- Bronnen op een verantwoorde wijze kunnen verwerken in een schriftelijk betoog. 

- Mondeling een presentatie kunnen geven over complexe juridische materie. 

- In een debat gemotiveerd positie kunnen innemen en anderen kunnen corrigeren. 

Inhoud 

Binnen een universiteit worden onderwijs en onderzoek gecombineerd. In de masterfase wordt u in 

contact gebracht met het onderzoek dat binnen de universiteit wordt verricht. Ook zult u zelf uw eerste 

stappen op het wetenschappelijke pad zetten via onder andere uw miniscriptie. 

Speciaal voor de studenten van de Masteropleiding Aansprakelijkheid en Verzekering is het vak 

Onderzoekspracticum Aansprakelijkheid en Verzekering opgezet. In de rechtspraktijk van het 

aansprakelijkheids- en verzekeringsrecht zijn bepaalde academische en praktische vaardigheden 

onontbeerlijk. Het vak stelt u in staat deze vaardigheden te verwerven en te oefenen. 

Alle onderwijsactiviteiten in het vak zijn gegroepeerd rondom een centraal thema dat verband houdt 

met het aansprakelijkheids- en verzekeringsrecht. Het thema dat dit studiejaar binnen het vak centraal 

zal staan, wordt op de eerste groepsbijeenkomst aan u bekend gemaakt. 

U dient het thema te bestuderen en eigen te maken, dat wil zeggen dat u over het thema moet kunnen 

schrijven en spreken. Dit gebeurt onder andere door het verrichten van juridisch bronnenonderzoek, 

het op individuele basis schrijven van stukken (zoals onder andere een miniscriptie) en het houden 

van een referaat. Ook wordt een congres bezocht en neemt u deel aan een Masterclass. 

Het onderwijs vindt plaats onder begeleiding van docenten van de sectie Burgerlijk Recht die 

onderzoek verrichten en praktijkervaring hebben op het gebied van het aansprakelijkheids- en 

verzekeringsrecht. Op deze wijze ontwikkelt u tegelijk de voor de praktijk en wetenschap noodzakelijke 

vaardigheden van de A&V-praktijk. 

Alleen studenten die zijn toegelaten tot de Master Aansprakelijkheid en Verzekering kunnen 

deelnemen aan het vak. 


Vakomschrijvingen

Onderzoekspracticum Bedrijfsrecht RL46 

Docenten Prof.Mr. B.F. Assink, Prof.Mr. F.G.M. Smeele, Mr. G. ter Welle 



Toetsvorm Werkstukken, tutorial, referaat, voorzitten, discussie, werkhouding/professionele attitude 



ECTS 15 

Vereiste voorkennis Handelsverkeersrecht, Ondernemingsrecht 




Leerdoelen 

- Zelfstandig een juridisch complexe bedrijfsrechtelijke kwestie in kaart kunnen brengen, deze kunnen 

plaatsen in de theoretische context die daarvoor tijdens de studie is aangedragen en daarvoor een 

oplossing kunnen formuleren; 

- Relevante informatie kunnen verzamelen en selecteren uit digitale en papieren bronnen; 

- Bronnen op een verantwoorde wijze kunnen verwerken in een betoog; 

- Mondeling een presentatie kunnen geven over complexe bedrijfsrechtelijke materie; 

- In een debat gemotiveerd positie kunnen innemen. 

Inhoud 

Binnen een universiteit worden onderwijs en onderzoek gecombineerd. In de masterfase komt u meer 

in contact met dit onderzoek. Uiteindelijk zult u zelf wetenschappelijk onderzoek moeten doen (de 

scriptie). Voor onderzoek en voor de rechtspraktijk zijn bepaalde academische en praktijkvaardigheden 

onontbeerlijk. 

Het Onderzoekspracticum Bedrijfsrecht stelt u in staat om deze vaardigheden te verwerven en te 

oefenen. In het kader van het vak wordt een aantal handelsrechtelijke en ondernemingsrechtelijke 

thema’s aangeboden. U dient voor aanvang van het practicum een keuze te maken voor één thema, 

en daarmee voor een primair handelsrechtelijke of ondernemingsrechtelijke invulling van het 

practicum. U dient zich dat thema eigen te maken. Dit gebeurt door het op individuele basis schrijven 

van papers, het houden van een referaat en door andere kleinschalige werkgroepvormen. Het 

onderwijs vindt plaats in een kleine groep studenten, onder begeleiding van een van de aan het vak 

verbonden onderzoekers die naar dit thema onderzoek doet. Op deze wijze ontwikkelt u de voor de 

praktijk en de wetenschap noodzakelijke vaardigheden. 

Voor studenten die in het academisch jaar 2010-2011 een vak uit blok 1 niet hebben gehaald, maar 

daarin wel tentamen hebben gedaan, geldt een overgangsregeling op basis van een daarop ingericht 

thema (zie SIN-Online). Studenten van de master Financieel Recht (tweede variant) participeren (voor 

5 ects) in een daarop ingericht thema (Onderzoekspracticum Bedrijfsrecht voor Financieel Recht 

studenten, RB 03). 


Onderzoekspracticum Bedrijfsrecht 

voor Financieel recht studenten RB03 

Docenten Mr. G. ter Welle 



Toetsvorm Werkstukken, referaat, voorzitten, discussie 



ECTS 5 

Vereiste voorkennis Ondernemingsrecht 




Leerdoelen 

- De juridische organisatie van de verschillende rechtsvormen van een onderneming herkennen en 

karakteriseren; 

- De verschillen en overeenkomsten (de systematiek van het ondernemingsrecht) tussen de diverse 

rechtsvormen benoemen; 

- Het rechtspersonenrecht (Boek 2 BW), het recht van de personenvennootschappen (Boek 7 titel 13) 

en de rechtspraak toepassen op een bepaalde casus; 

- Relevante informatie kunnen verzamelen en selecteren in digitale en papieren bronnen; 


- Mondeling een presentatie kunnen geven over complexe bedrijfsrechtelijke materie; 


Inhoud 





Het Onderzoekspracticum Bedrijfsrecht stelt u in staat om deze vaardigheden te verwerven en te 

oefenen. In het kader van het Onderzoekspracticum Bedrijfsrecht (voor overige studenten van 15 ects) 

wordt een aantal ondernemingsrechtelijke en handelsrechtelijke thema’s aangeboden. Studenten van 

de Master Financieel Recht (tweede variant) participeren (voor 5 ects) in een daarop ingericht thema. 

U dient zich dat thema eigen te maken. Dit gebeurt door het schrijven van papers, het houden van een 

referaat en door andere kleinschalige werkgroepvormen. Op deze wijze ontwikkelt u tegelijk de voor 

de praktijk en de wetenschap noodzakelijke vaardigheden. 


Vakomschrijvingen

Onderzoekspracticum Burgerlijk recht RM01 

Docenten Prof.Mr. S.D. Lindenbergh, Mr. H.Th. Vos, Prof.Mr. A.J.M. Nuytinck, 

Mr. J.J.M. Grapperhaus, Mr. Z.H. Duijnstee - van Imhoff 

Contactpersoon Mr. M.M. van Campen 


Toetsvorm Werkstukken, tutorial, referaat, pleidooi, discussie 



ECTS 15 



Inschrijven via www.masterprivaatrecht.nl 


Leerdoelen 

- Zelfstandig een juridisch complexe privaatrechtelijke kwestie in kaart kunnen brengen en een 

oplossing kunnen formuleren; 

- Relevante informatie kunnen verzamelen en selecteren in digitale en papieren bronnen; 


- Mondeling een presentatie kunnen geven over complexe civielrechtelijke materie; 


Inhoud 





Het Onderzoekspracticum burgerlijk recht stelt u in staat om deze vaardigheden te verwerven en te 

oefenen. In het kader van het vak worden een aantal onderwerpen aangeboden. U dient zich een van 

deze onderwerpen eigen te maken. Dit gebeurt door het op individuele basis schrijven van papers, het 

houden van een referaat en door andere kleinschalige werkvormen. Het onderwijs vindt plaats in een 

kleine groep studenten onder begeleiding van een van de aan het vak verbonden onderzoekers, die 

naar dit onderwerp onderzoek doet. Op deze wijze ontwikkelt u tegelijk de voor de praktijk en 

wetenschap noodzakelijke vaardigheden. 

Studenten die de master Privaatrecht volgen - ook deeltijdstudenten die de master volgen - dienen 

zich in te schrijven middels het inschrijfformulier dat te vinden is op www.masterprivaatrecht.nl. 


Onderzoekspracticum Deeltijdmaster RL50 

Docenten Mr. Z.H. Duijnstee - van Imhoff, Prof.Mr. P.A.M. Mevis, Prof.Mr. L.J.J. Rogier 

Contactpersoon Mr. Z.H. Duijnstee - van Imhoff 


Toetsvorm Werkstukken, referaat, presentatie, discussie 



ECTS 15 

Vereiste voorkennis Burgerlijk procesrecht, Goederen- en insolventierecht, Verbintenissenrecht, Formeel 

strafrecht, Staatsrecht, Materieel strafrecht, Bestuursrecht 




Leerdoelen 

- Het komen tot intern rechtsvergelijkend inzicht. 

- Zelfstandig een juridisch complexe kwestie in kaart kunnen brengen en een oplossing kunnen 

formuleren. 

Daartoe: 

- Relevante informatie kunnen verzamelen en selecteren in digitale en papieren bronnen. 

- Bronnen op een verantwoorde wijze kunnen verwerken in een betoog. 


- In een debat gemotiveerd positie kunnen innemen en met anderen in debat kunnen gaan. 

Inhoud 

Dit vak staat alleen open - en is verplicht - voor deeltijdstudenten die de deeltijdmaster volgen. 


in contact met dit onderzoek. Uiteindelijk zult u zelf wetenschappelijk onderzoek moeten doen voor en 

door het schrijven van een scriptie. Voor dat onderzoek, maar ook voor de rechtspraktijk, zijn bepaalde 

academische en praktijkvaardigheden onontbeerlijk. Het onderzoekspracticum stelt u in staat deze 

vaardigheden te verwerven en te oefenen. 

Het onderzoekspracticum is hét startpunt voor de deeltijd master. Het behaald hebben van dit vak 

geldt als voorkennisvereiste bij het vak ‘Perspectieven op privaatrecht’ en is onmisbaar bij het 

schrijven van de afstudeerscriptie. Een waarschuwing is op zijn plaats: het vak kan voor deeltijdstudenten 

die een full time baan hebben, betrekkelijk belastend zijn. Hiermee dient u rekening te houden 

bij het plannen van studie en andere bezigheden gedurende het eerste blok van deze master. 

In het vak staat het thema ‘Wonen’ centraal. Vanuit dit thema worden enige subthema’s geformuleerd, 

die elk vanuit strafrechtelijke, privaatrechtelijke en staats- of bestuursrechtelijke invalshoek worden 

behandeld. De thema’s worden, al dan niet na een inleiding van de zijde van de docenten, aangevat 

door middel van door de studenten op individuele basis te schrijven papers, het houden van een 

referaat en door andere kleinschalige werkvormen. Het onderwijs vindt plaats in een kleine groep 

studenten onder begeleiding van docenten uit de afzonderlijke vakgebieden, deels ook gezamenlijk. 

Op deze wijze doet u - intern rechtsvergelijkend - kennis en inzicht op en ontwikkelt u tegelijkertijd de 

voor de praktijk en wetenschap noodzakelijke vaardigheden. 


Vakomschrijvingen

Onderzoeksproject Staats- en bestuursrecht RM46 

Docenten Prof.Mr. R. de Lange, Prof.Mr. L.J.J. Rogier 

Contactpersoon Prof.Mr. R. de Lange 


Toetsvorm Papers 



ECTS 10 

Vereiste voorkennis Afgeronde bachelor opleiding 




Leerdoelen 

- Het vergroten van onderzoeksvaardigheden en het gebruiken van deze vaardigheden specifiek op 

het terrein staats- en bestuursrecht. 

- Het kunnen beschrijven, presenteren en bediscussiëren van onderzoeksresultaten. 

Inhoud 

De opzet van dit onderzoeksproject is verdeeld in vier fasen: Rond een nader bekend te maken 

centraal onderzoeksthema worden allereerst enkele inleidende bijeenkomsten gehouden waarin dit 

thema door de docenten en gastdocenten wordt toegelicht. Daarna worden enkele seminars 

gehouden waarin nader op te geven teksten door docenten en studenten plenair besproken en 

bediscussieerd. Vervolgens wordt een aantal bijeenkomsten gewijd aan de opzet en presentatie van 

een werkstuk dat de studenten individueel dienen te schrijven over (aspecten van) het centrale 

onderzoeksthema. Daarbij komen suggesties voor onderwerpen voor deze individueel te schrijven 

werkstukken aan de orde. In de laatste fase worden de door studenten gemaakte werkstukken plenair 

besproken en bediscussieerd. 


Onderzoeksvaardigheden in de criminologie I RJ71 

Docenten Dr. J.T.M. Verhoeven 

Contactpersoon Dr. J.T.M. Verhoeven 


Toetsvorm Drie opdrachten die elk met een voldoende afgerond dienen te worden 



ECTS 6 

Vereiste voorkennis Inleiding methoden en technieken, Methoden en technieken van criminologisch 

onderzoek 




Leerdoelen 

- Het kunnen vertalen van een wetenschappelijk of maatschappelijk probleem in een probleemstelling 

en onderzoeksvragen. 

- Het zelfstandig opzetten en uitvoeren van kwantitatief criminologisch onderzoek. 

- Het in staat zijn (eigen) onderzoeksresultaten inhoudelijk te interpreteren, te plaatsen in de context 

van bevindingen uit eerder onderzoek en hierover te rapporteren. 

- Het kritisch leren reflecteren op onderzoeksresultaten en de gebruikte methoden en technieken 

Inhoud 

Bij dit vak staat het opdoen van vaardigheden voor empirisch onderzoek centraal. De studenten gaan 

zelf de onderzoeksmethoden toepassen die bij het B1-vak Inleiding Methoden en Technieken en het 

B2-vak Methoden en Technieken van Criminologisch Onderzoek aan bod gekomen zijn. Daarnaast 

wordt dieper ingegaan op de verzameling en de analyse van kwantitatieve data en moet er kritische 

gekeken worden naar de voor- en nadelen van de verschillende onderzoeksopzetten en analysetechnieken. 

Aandacht wordt besteed aan de kwestie hoe men als onderzoeker een bepaald maatschappelijk of 

wetenschappelijk onderwerp of thema ‘vertaalt’ in een probleemstelling, in onderzoeksvragen en in 

een onderzoeksstrategie. Ook wordt aandacht besteed aan vaardigheden op het gebied van het 

opstellen van vragenlijsten en checklisten, en het invoeren en analyseren van kwantitatieve gegevens. 

Voor de kwantitatieve analyses wordt het software programma SPSS gebruikt. 

OZV I loopt door in OZV II. Dit houdt in dat het niet mogelijk is om een van de vakken te volgen. Beide 

vakken dienen met een voldoende resultaat afgerond te worden. Hierbij geldt OZV I als ingangseis 

voor OZV II. De opdrachten van OZV I dienen tevens verwerkt te worden in de eindopdracht die aan 

het einde van OZV II gemaakt moet worden. 

Werkgroepen 






Vakomschrijvingen

Onderzoeksvaardigheden in de criminologie II RJ72 

Docenten Dr.T.Müller 

Contactpersoon Dr.T.Müller 


Toetsvorm Schriftelijke opdrachten en Bachelor scriptie 



ECTS 9 

Vereiste voorkennis Inleiding methoden en technieken, Methoden en technieken van criminologisch 

onderzoek, Onderzoeksvaardigheden in de criminologie I 




Leerdoelen 

- Het kunnen vertalen van een wetenschappelijk of maatschappelijk probleem in een probleemstelling 

en onderzoeksvragen. 

- Het opzetten en uitvoeren van kwalitatief criminologisch onderzoek, in het bijzonder de vaardigheden 

wetenschappelijk interviewen en observeren. 

- Het in staat zijn (eigen) onderzoeksresultaten inhoudelijk te interpreteren, te plaatsen in de context 

van bevindingen uit eerder onderzoek en hierover te rapporteren. 

- Het kritisch leren reflecteren op onderzoeksresultaten en de gebruikte methoden en technieken. 

Inhoud 

Bij dit vak staat het opdoen van vaardigheden voor empirisch onderzoek centraal. De studenten gaan 

zelf de onderzoeksmethoden toepassen die bij het B1-vak Inleiding Methoden en Technieken en het 

B2-vak Methoden en Technieken van Criminologisch Onderzoek aan bod gekomen zijn. Daarnaast 

wordt dieper ingegaan op de verzameling en analyse van kwalitatieve data en moet er kritische 

gekeken worden naar de voor- en nadelen van de verschillende onderzoeksopzetten en analysetechnieken. 

Aandacht wordt besteed aan de kwestie hoe men als onderzoeker een bepaald maatschappelijk of 

wetenschappelijk onderwerp of thema ‘vertaalt’ in een probleemstelling, in onderzoeksvragen en in 

een onderzoeksstrategie. Ook wordt aandacht besteed aan vaardigheden op het gebied van het 

interviewen, het observeren, en het invoeren en analyseren van kwalitatieve gegevens. Voor de 

kwalitatieve analyses wordt het software programma ATLAS.ti gebruikt. 

OZV I loopt door in OZV II. Dit houdt in dat het niet mogelijk is om één van de vakken te volgen. Beide 

vakken dienen met een voldoende resultaat afgerond te worden. Hierbij geldt OZV I als ingangseis 

voor OZV II. De opdrachten van OZV I dienen tevens verwerkt te worden in de eindopdracht die aan 

het einde van OZV II gemaakt moet worden. 

Werkgroepen 






Ontslagrecht RL53 

Docenten Prof.Mr.Dr. A.R. Houweling, Prof.Mr. C.J. Loonstra 



Toetsvorm Schriftelijk en mondeling 



ECTS 7.5 



Inschrijven Via SIN-Online. Dit vak is alleen toegankelijk voor studenten die staan ingeschreven bij 

de mastervariant Arbeidsrecht. 


Leerdoelen 

- Het verkrijgen van diepgaand juridisch inzicht in de structuur van het Nederlandse ontslagrecht, een 

en ander in relatie tot de aard en inhoud van het burgerlijk recht, neergelegd in de boeken 3 en 6 BW. 

- Het verkrijgen van diepgaand juridisch inzicht in de bijdrage die de rechtspraak, in het bijzonder de 

Hoge Raad, en de literatuur leveren aan de rechtsvorming in het arbeidsrecht. 


op het terrein van het ontslagrecht. 

Inhoud 

Het kernvak Ontslagrecht sluit aan op en vormt een verdieping van het ontslagrecht zoals dat in het 

verplichte bachelorvak Arbeidsrecht aan de orde is gekomen. Er zal onder meer worden ingegaan op 

de beëindiging tijdens de proeftijd, het einde van rechtswege bij een arbeidsovereenkomst voor 

bepaalde tijd, opzegging van de arbeidsovereenkomst voor onbepaalde tijd, in combinatie met het 

kennelijk onredelijk ontslag en de ontbinding van de arbeidsovereenkomst door de kantonrechter. 

Omdat het ontslagrecht (tevens) onderdeel van het contractenrecht is, zal bij ieder thema stil worden 

gestaan bij de vraag of en in hoeverre de inhoud van de boeken 3 en 6 BW ook doorwerkt in de 

bepalingen van het ontslagrecht in titel 7.10 BW. Voorts wordt aandacht geschonken aan interdisciplinariteit 

en zal de theorie worden afgewisseld met praktijk (middels kantoorbezoeken, 

rechtbankbezoeken, gastsprekers en oefencasus). 


Vakomschrijvingen

Openbare financiën RF34 






ECTS 6 




Leerdoelen 

Na het behalen van dit vak bent u in staat aan te geven welke gevolgen de overheid met bepaalde 

maatregelen op het terrein van de openbare financiën mogelijkerwijs wel of niet kan bereiken. Verder 

bent u in staat economische analyses van de gevolgen van overheidsmaatregelen op het terrein van 

de openbare financiën te begrijpen en kritisch te beoordelen. Tot slot heeft u een eerste inzicht in de 

vragen die spelen op het terrein van de economie van de publieke sector. 

Inhoud 

In dit vak verkrijgt de student kennis over en inzicht in vragen en aspecten die spelen op het terrein 

van de economie van de publieke sector. De student wordt getraind om deze vraagstukken zelfstandig 

te analyseren. 

Het vak ‘Openbare Financiën’, ook aangeduid als ‘Economie van de Publieke Sector’, houdt zich bezig 

met de invloed van de publieke financiën op de economie (en vice versa). Het gaat hierbij om de 

voorziening van goederen en diensten (o.a. infrastructuur, onderwijs, een schoner milieu), de macroeconomische 

ontwikkeling (werkloosheid, inflatie) en de inkomensverdeling (o.a. sociale zekerheid, 

belastingen). 

In het vak economie wordt nadruk gelegd op de markt als ordenende institutie waarin een belangrijke 

rol is weggelegd voor het prijsmechanisme. Maar de markt faalt soms, waardoor er reden kan zijn 

voor overheidsbemoeienis. In veel OECD-landen omvat de collectieve lastendruk 40 tot 60 procent 

van het nationale inkomen. Er is dus aanleiding afzonderlijk aandacht te schenken aan het vakgebied 

van de overheidsfinanciën en het budgetmechanisme. 

In het vak openbare financiën wordt eerst ingegaan op de omvang, samenstelling en ontwikkeling van 

de collectieve sector en de voorziening van publieke goederen. 

Tevens wordt aandacht besteed aan het stelsel van sociale zekerheid en ontwikkelingen die daarop 

van invloed zijn, zoals vergrijzing. 

Voorts wordt het begrotingsbeleid van de overheid besproken, met aandacht voor relevante theorieën 

en de recente beleidspraktijk. Van groot belang in dit verband is vanzelfsprekend de Economische en 

Monetaire Unie. De EMU beperkt niet alleen in formele zin de beleidsvrijheid (tekort en schuld), maar 

ook in materiële zin, vanwege toenemende beleidsconcurrentie, onder meer op het terrein van de 

fiscaliteit. 

Afzonderlijk komen de economische aspecten van belastingheffing aan de orde. Bij het onderwerp 

instrumentalisme zal in het bijzonder aandacht worden besteed aan milieuheffingen. Tot slot wordt 

aandacht besteed aan de financiën van de decentrale overheden (met name gemeenten en 

provincies) en van de Europese Unie. 

In deze cursus vindt zowel theoretische verdieping als praktische beschrijving van bovengenoemde 

thema’s plaats. 


Ordening van de zorg RL14 

Docenten Prof.Mr.Dr.Drs. M.A.J.M. Buijsen, Gastdocenten 






ECTS 5 




Leerdoelen 

Kennis: 

- De student heeft inzicht in het zorgfinancierings- en zorgverzekeringsrecht. 

- De student heeft weet van de relevante rechtspraak en de laatste ontwikkelingen op deze terreinen. 

Vaardigheden: 





Attitude 

- De student spreidt een kritische en analytische houding ten toon tijdens de colleges. 



Inhoud 

In dit vak vindt verdieping plaats van het zorgfinancieringsrecht plaats: de beginselen en regels die de 

verhouding zorgaanbieder (hulpverlener) en zorgfinancier (zorgverzekeraar) normeren, alsook van het 

zorgverzekeringsrecht: de beginselen en regels die de verhouding normeren tussen zorgverzekeraar 

en zorgverzekerde. Aan bod komen de zorgcontractering en de (zorg) verzekeringsovereenkomst. 

Aandacht krijgen het zogenaamde zorgcontract en de (zorg)verzekeringsovereenkomst. Daarbij wordt 

in het bijzonder stilgestaan bij het omliggende economische ordeningsrecht: het mededingingsrecht 

en het aanbestedingsrecht, alsook bij de bevoegdheden van de relevante toezichthouders (NMa en 

Nza). 


Vakomschrijvingen

Organisatie en bestuur van de zorg RL17 

Docenten Prof.Mr.Dr.Drs. M.A.J.M. Buijsen, Mr. A.G.H. Klaassen, Gastdocenten 

Contactpersoon Mr. A.G.H. Klaassen 


Toetsvorm Schriftelijk tentamen, paper en presentatie 



ECTS 10 




Leerdoelen 

Kennis: 

- De student heeft inzicht in het ondernemingsrecht van de gezondheidszorg. 


Vaardigheden: 





- De student is in staat onderzoeksresultaten mondeling te presenteren en toe te lichten. 

Attitude 

- De student spreidt een kritische en analytische houding ten toon tijdens de colleges, bij het schrijven 

van de paper en het houden van de presentatie. 



Inhoud 

Sociologen leren dat zorginstellingen tot de meest complexe menselijke samenwerkingsverbanden 

behoren. De student maakt kennis met de zeer uiteenlopende relaties waarmee mensen aan deze 

organisaties verbonden zijn, variërend van hoogopgeleide, vrijgevestigde medisch specialisten tot 

uitzendkrachten werkzaam in de schoonmaak, van toezichthouders en bestuurders tot leden van 

cliëntenraden. En niet te vergeten: de patiënt. Aandacht wordt besteed aan onder meer het 

rechtspersonenrecht, arbeidsrecht, vraagstukken van governance en medezeggenshap. 


Organized and Corporate Crime RQ96 

Lecturers Dr. D. Siegel 

Contact Prof.dr. H.G. van de Bunt 





ECTS 5 

Entry requirements Theoretische Criminologie or, for Exchange Students, some criminological course 




Course aims 

At the end of the course, students should 

- have detailed information about the principal theories, patterns and control policies of organized 

crime and corporate crime in Europe 

- have developed their own critical opinion on these theories, patterns and control policies and be able 

to defend it with solid arguments 

- be aware of the difficulties and limits of making research on organized and corporate crime. 

Contents 

Contemporary societies feel increasingly threatened by crimes carried out by illegal and legal 

organizations and groups. In order to assess the ‘real’ threat and novelty of these crimes, this course 

envisages a critical study of the theories, patterns and control policies of two types of crime that 

usually take place in a group context: organized crime and corporate crime. 

For each crime type, the course examines a wide range of questions in order to provide students with 

a deeper understanding of the ‘real’ threat posed by each of them. In the case of organized crime, for 

example, the questions to be examined are the following: 

- What is organized crime? How has the scientific, public and policy debate around this phenomenon 

evolved over time? 

- What are its contemporary patterns and how has it evolved over time? 

- How to explain different forms of organized crime in different countries? 

- What motivates organized criminals? 

- What are the current organized crime control policies, how and why have they evolved over time? 

- How effective are contemporary control policies? 

Similar questions will also be discussed in the case of corporate crime. 

Students will also be familiarized with sources and research methods used to study these phenomena 

and become aware of the idiosyncrasies and difficulties of empirical research on them. 

The course will be divided in two parts: the first one on organized crime; the second on corporate 

crime. 


Vakomschrijvingen

Overheidsorganisatierecht RM38 

Docenten Dr. N.S. Efthymiou, Mr. H.T. van den Hoek 

Contactpersoon Mr. H.T. van den Hoek 


Toetsvorm Werkstuk en een schriftelijk tentamen met open vragen 



ECTS 5 




Leerdoelen 

- het kennen van de juridische structuur van de overheidsorganisatie en van de juridische 

invalshoeken voor bestudering van de overheidsorganisatie; 

- het verwerven van inzicht in enkele belangrijke vraagstukken van bestuurlijk organisatierecht, mede 

aan de hand van wetgeving en jurisprudentie; 

- het zelfstandig kunnen analyseren, oplossen en bekritiseren van enkele casusposities van 

overheidsorganisatierecht, alsmede het schriftelijk kunnen presenteren van de bevindingen. 

Inhoud 

Het vak overheidsorganisatierecht beoogt de studenten inzicht te geven in de juridische aspecten van 

het openbaar bestuur. Dit zowel vanuit staatsrechtelijk als bestuursrechtelijk perspectief. 


Perspectieven op aansprakelijkheid en verzekering RM10 

Docenten Prof.Mr. W.H. van Boom, Prof.Mr. N. van Tiggele - van der Velde, Prof.Mr. J.H. Wansink 



Toetsvorm Mondeling tentamen 



ECTS 5 



Master Aansprakelijkheid en Verzekering (zie www.masteraansprakelijkheidenverzekering.nl) 


Inhoud 

Een grondige kennis van het aansprakelijkheids- en verzekeringsrecht is van groot belang voor de 

masterstudent Aansprakelijkheid en Verzekering. Toch is die kennis niet genoeg om de functie van 

aansprakelijkheid en verzekering in onze maatschappij goed te kunnen doorgronden. Naast kennis 

van het recht is het namelijk ook van belang dat de masterstudent dat recht in perspectief weet te 

plaatsen. Om die reden wordt in dit vak een aantal thema’s behandeld die nadere reflectie op de 

doelen, de effecten en de functies van aansprakelijkheid en verzekering mogelijk maken. 

Is het doel van aansprakelijkheid het vergoeden van geleden schade? Als aansprakelijkheid die functie 

heeft, zijn er dan geen goedkopere compensatiemechanismen denkbaar? En wat zijn daar weer de 

voor- en nadelen van? Of heeft aansprakelijkheid (ook) als doel schadeveroorzakende gebeurtenissen 

te voorkomen? Als dat zo is, kan dat dan niet beter met behulp van het strafrecht, het tuchtrecht of het 

bestuursrecht gebeuren? 

Wat voor effecten hebben het aansprakelijkheids- en verzekeringsrecht in de werkelijkheid? Passen de 

deelnemers aan onze maatschappij hun gedrag aan als de regels veranderen, c.q. verscherpt worden? 

Is bijvoorbeeld de aansprakelijkheid van de toezichthouder relevant bij het nemen van beslissingen 

door de toezichthouders? 

En hoe gaan verzekeraars om met de nieuwe regels rondom verzwijging in titel 7.17 BW? Is het 

toezicht van verzekeraars op het gedrag van de verzekerde verscherpt? 

En wat is de functie van een schadeverzekering? Dient die er slechts toe om schade te spreiden of 

wellicht ook om een bestaansminimum te waarborgen? Is het schadeafwikkelingsproces zo ingericht 

dat het recht doet aan alle betrokken belangen? Sluit de werking van het aansprakelijkheidsproces aan 

bij wat mensen belangrijk vinden? Of is er ruimte voor verbetering, zodat de functies van aansprakelijkheid 

en verzekering beter tot hun recht komen? 

De doelen, de effecten en de functies van aansprakelijkheid en verzekering worden benaderd door 

diep in te gaan op concrete onderwerpen zoals bijvoorbeeld regres, schadeafwikkeling en 

onderhandeling, verkeersongevallen, alternatieve compensatiesystemen en zelfregulering bij 

verzekering en aansprakelijkheid. Daarbij wordt geprobeerd om kennis van het geldend recht steeds 

te combineren met perspectieven op dat recht. 

Van de studenten wordt tijdens het hele vak een actieve inbreng verwacht. 

Belangrijk: het vak kan alleen worden gevolgd door die studenten die zijn toegelaten tot de Master 

Aansprakelijkheid en Verzekering. Bij dit vak geldt een aanwezigheidsplicht. Voor dit vak worden geen 

vrijstellingen verleend. 


Vakomschrijvingen

Perspectieven op privaatrecht RM04 

Docenten Prof.Mr. W.H. van Boom, Prof.Mr. S.D. Lindenbergh 


Toetsvorm Schriftelijk, open vragen, incl. tussentijdse toets 



ECTS 10 





Inhoud 

In dit mastervak komen verschillende elementen uit de civielrechtelijke rechtenstudie bij elkaar. Het 

vak bouwt voort op de vaardigheden die zijn verworven in bijvoorbeeld het mastervak 

Onderzoekspracticum Burgerlijk Recht (eerste blok, 15 ECTS). Wat de invalshoek betreft bouwt het vak 

voort op inzichten uit andere disciplines zoals rechtseconomie en rechtspsychologie. Inhoudelijk 

wordt in dit vak ook aangesloten op de onderzoekslijnen die binnen de sectie burgerlijk recht in 

ontwikkeling zijn. De sprekers zullen eigen docenten en ook gasten van buiten de sectie en faculteit 

zijn. Het vak rust inhoudelijk gezien op vier pijlers: 

‘Denken en beslissen’ in contractenrecht en aansprakelijkheidsrecht 

Veel rechtsregels in het privaatrecht zijn gericht op het verstrekken van informatie aan een wederpartij. 

Kennelijk is de presumptie van die regels dat áls de wederpartij de informatie heeft, deze vervolgens 

een afgewogen besluit kan nemen. Maar is dat altijd wel het geval? En als het niet het geval is, hoe 

kunnen rechtsregels dan worden ingericht om toch tot een goede risicoverdeling te komen tussen 

beide partijen? 

Handhaving in het privaatrecht 

Privaatrecht kent een aantal gangbare ‘remedies’, zoals schadevergoeding, nakoming, ontbinding, 

vernietiging et cetera. Elk van deze remedies kan worden geanalyseerd op het niveau van doelen: wat is 

het idee achter de betreffende remedie nu eigenlijk? En komt dat idee werkelijk tot recht in de praktijk? 

Of zijn er alternatieven denkbaar die doelmatiger zijn? Moet privaatrecht punitiever worden of meer aan 

monitoring doen om de concurrentie met andere handhavingsmechanismen aan te kunnen? 

Risico-management in contractenrecht en aansprakelijkheidsrecht 

Bedrijven en instellingen nemen een andere positie in in het privaatrecht dan individuen, dat is 

bekend. Minder bekend is hoe bedrijven en instellingen met contractuele en aansprakelijkheidsrisico’s 

omgaan. Kennis daarover vergaren is van belang, want dat kan inzicht geven in de vraag hoe 

privaatrechtelijke regels zo vormgegeven kunnen worden dat zij effectief sturing geven aan het gedrag 

binnen de onderneming. 

Belangen en hoe het burgerlijk recht er mee omgaat 

Wat zijn de belangen van burgers en bedrijven en hoe gaat het burgerlijk recht er mee om? Burgers 

vinden het belangrijk om een eerlijke behandeling te krijgen, bijvoorbeeld in die zin dat geschillen die 

zij hebben met bedrijven, snel en inhoudelijk adequaat worden behandeld. Dat belang wordt niet altijd 

volledig gediend door het burgerlijk (proces)recht. Het belang van bedrijven is enerzijds dat regels 

duidelijk zijn en anderzijds dat deze regels niet te zeer ingrijpen in hun bedrijfsvoering. Juristen vinden 

dat er fundamentele beginselen zijn die essentiële belangen van burgers en bedrijven moeten 

beschermen. Burgers, bedrijven, juristen: drie invalshoeken op belangen. 


Philosophy of Human Rights RL26 

Lecturers Prof.Mr.Dr. M. Hildebrandt 

Contact Prof.Mr.Dr. M. Hildebrandt 


Assessment Written essay 



ECTS 5 

Entry requirements Bachelors in Law, especially Philosophy of Law, Human Rights Law and International 

Law. 




Course aims 

This course aims to generate a basic understanding of: 

- the history of ideas of human rights and of human rights law 

- the difference between legal, political and ethical perspectives on human rights 

- the main philosophical challenges of the human rights discourse 

- the concepts, methods and techniques of philosophical reflection on human rights law as a condition 

for a decent transnational legal and political order. 

Contents 

The lectures and seminar-discussions will focus on the following issues: 

- The sources of human rights law within the system of public international law. 

- Three generations of human rights: political, socio-economic and cultural. 

- Human rights as a specific modern discourse: the complementarity of constituting state power and 

controlling state-power. 

- Human rights between democracy and the Rule of Law. 

- Facing the limits of autonomy as sovereignty. 

- Towards a political theory of human rights: ‘significant autonomy’ and ‘rights as trumps’? 

- Towards an ethical theory of human rights: human dignity, rights, duties, obligations and 

responsibilities. 

- Legal, political and ethical skepticism about human rights. 

- Universalism versus relativism: the quest for universality. Inclusive, reiterative and pragmatic 

universality. 

- Human rights law as a hermeneutical practice: the quest for pluralism. 

Teaching method 

The teaching method will be inductive and bottom-up: ‘learning by experience’. It means that students 

will have to explore the 10 philosophical issues while studying relevant literature and by presenting 

and exchanging theirs finding in the seminar. 

The discussions will be introduced, prepared and commented upon by the lecturer (master class 

method). By doing so, the lecturer will offer the participants a philosophical method aimed at bringing 

to the surface implicit normative assumptions within a human rights discourse. She will also offer 

them the means to question these assumptions. 


Vakomschrijvingen

Practicum RL59 

Docenten Prof.Mr.Dr. A.R. Houweling 


Onderwijsvorm Stage 

Toetsvorm Stagebeoordeling 



ECTS 5 




Dit vak is alleen toegankelijk voor studenten die staan ingeschreven bij de mastervariant 

Arbeidsrecht. 


Leerdoelen 

- Opdoen van praktische ervaring met het arbeidsrecht. 

- Eigen maken van juridische vaardigheden, zoals presenteren en discussiëren 

- Toepassen van tijdens de studie vergaarde kennis in de praktijk 

- Trainen van mondelinge en schriftelijke vaardigheden 

Inhoud 

In het vak Practicum zal het opdoen van praktische ervaring met het arbeidsrecht centraal staan. Het 

vak bestaat uit een stage van acht weken bij bijvoorbeeld een advocatenkantoor, rechtbank of UWV. U 

kunt tijdens uw stage na jaren van theorie ervaren hoe het werk van een jurist er in de praktijk uitziet. 

Uw stagebeoordeling zal uw cijfer voor dit vak bepalen. 

Wij hopen u met dit vak niet alleen een zeer leerzaam vak aan te bieden, maar vooral ook een vak 

waar u plezier aan kunt beleven en wat een goede voorbereiding vormt op de praktijk. 


Practicum Togamaster RL49 

Docenten Mr. M.M. van Campen, Prof.Mr. L.J.J. Rogier, Mr. J.H.J. Verbaan 

Contactpersoon Mr. M.M. van Campen 


Toetsvorm Papers, tutorial, referaat, discussie 



ECTS 15 

Vereiste voorkennis Burgerlijk procesrecht, Goederen- en insolventierecht, Verbintenissenrecht, 

Bestuursrecht, Materieel strafrecht en Formeel strafrecht 



Togamaster (zie www.togamaster.eur.nl) 


Leerdoelen 

- Zelfstandig een juridisch complexe kwestie binnen korte tijd in kaart kunnen brengen en een 

oplossing kunnen formuleren. 

- Relevante informatie binnen korte tijd kunnen verzamelen en selecteren in digitale en papieren 

bronnen. 

- Bronnen op een verantwoorde wijze kunnen verwerken in een betoog. 



Inhoud 

In de rechtspraktijk zijn bepaalde academische en praktische vaardigheden onontbeerlijk. Het 

Practicum togamaster stelt u in staat om deze vaardigheden te verwerven en te oefenen. In het kader 

van het vak worden een aantal civielrechtelijke, bestuursrechtelijke en strafrechtelijke onderwerpen 

aangeboden. U dient zich deze onderwerpen eigen te maken en - belangrijker - er over te kunnen 

schrijven, te spreken en er juridisch bronnenonderzoek naar te doen. Dit wordt op intensieve wijze 

geoefend doordat u op individuele basis stukken schrijft (bijvoorbeeld: een dagvaarding, een notitie 

voor uw patroon of misschien wel een vonnis), mondelinge presentaties houdt en op andere wijze in 

een kleinschalige werkvorm actief participeert. Het onderwijs vindt plaats in een kleine groep 

studenten onder begeleiding van docenten van de secties Staats- en Bestuursrecht, Strafrecht en 

Burgerlijk Recht. Op deze wijze ontwikkelt u tegelijk de voor de praktijk en wetenschap noodzakelijke 

vaardigheden op de drie kerngebieden van de togapraktijk. 


Vakomschrijvingen

Practicum beschrijvende criminologie R0044 


Onderwijsvorm Workgroups 

Toetsvorm Schriftelijke opdrachten; en participatie in de werkgroep 



ECTS 6 





Leerdoelen 

De doelstelling van Practicum Beschrijvende Criminologie is om inzichten uit de criminologie toe te 

passen op praktijkproblemen en cases, alsmede aan de hand van beschrijvingen de houdbaarheid en 

de beperkingen van criminologische kennis te kunnen toetsen. Na het volgen van dit vak dient de 

student in staat te zijn: 1) vanuit een casus een probleemstelling, deelvragen en studievragen te 

definiëren, 2) op zelfstandige wijze relevante informatie te verzamelen, te bestuderen en uit te 

wisselen door middel van discussie over en presentatie van de gevonden informatie, 3) op basis van 

de gevonden en uitgewisselde informatie schriftelijke antwoorden te formuleren op de probleemstelling, 

4) werkstuk van een medestudent op kritische wijze te beoordelen, en 5) inzichten die ten 

grondslag liggen aan het werkstuk te bespreken en te verdedigen. Het vak bouwt inhoudelijk voort op 

de kennis van Inleiding Criminologie. 

Inhoud 

Ontwikkelen van praktische vaardigheden waaronder in het bijzonder het zoeken van wetenschappelijke 

literatuur, het kritisch reflecteren op kennis over en reacties op criminaliteit en het 

wetenschappelijk (be)schrijven (van) en argumenteren over criminologische thema’s. 

Activerend onderwijs: studenten discussiëren in kleine groepen en een tutor over de cases, wisselen 

informatie uit en bespreken de gemaakte werkstukken. 

Werkgroepen 






Practicum verklarende criminologie RJ69 

Docenten Dr. T.F.C. Fischer, Dr. T. Müller 

Contactpersoon Dr. T. Müller 


Toetsvorm Schriftelijke opdrachten en participatie in de werkgroep 



ECTS 6 

Vereiste voorkennis Practicum beschrijvende criminologie, Theoretische criminologie 




Leerdoelen 

Na afloop van het vak is de student in staat criminologische verklaringen voor criminaliteit, verworven 

bij het vak Theoretische Criminologie en verdiept tijdens de colleges van het vak Practicum 

Verklarende Criminologie, te verzamelen en toe te passen op actuele Rotterdamse vraagstukken. 

Hierbij worden verschillende vaardigheden geoefend, waaronder in het bijzonder wetenschappelijk 

schrijven en presenteren. 

Inhoud 

In dit vak worden studenten geconfronteerd met de complexiteit van het verklaren van de aard, 

omvang en schade van criminaliteit. Er worden verschillende hoorcolleges gegeven omtrent 

verklarende theorieën met betrekking tot de aard, omvang en schade van criminaliteit. Daarnaast 

wordt ingegaan op het verzamelen, bestuderen en analyseren van cijfers en ander datamateriaal. 

Deze inzichten worden onder andere gebruikt om veldwerk te verrichten binnen de gemeente 

Rotterdam. De verzamelde en geanalyseerde data worden vervolgens op kritische wijze verwerkt in 

papers. Dit practicum bouwt voort op de vakken Practicum Beschrijvende Criminologie (B1) en 

Theoretische Criminologie (B2). 

Activerend onderwijs: studenten discussiëren in kleine groepen en onder begeleiding van een tutor 

over de verschillende opdrachten, wisselen informatie uit en bespreken de gemaakte werkstukken. 

Werkgroepen 






Vakomschrijvingen

Preventie en bestraffing van criminaliteit RQ29 

Docenten Dr. J.G. van Erp, Prof.dr. R. van Swaaningen 

Contactpersoon Dr. J.G. van Erp 


Toetsvorm Schriftelijk, open vragen; 4 deelopdrachten gedurende het blok 



ECTS 6 

Vereiste voorkennis Theoretische criminologie 




Leerdoelen 

Studenten inzichten te verschaffen in de mogelijkheden tot en beperkingen bij het voorkomen en 

bestraffen van criminaliteit. Hiertoe doet de student kennis op van de diverse (niet-) strafrechtelijke 

reacties op criminaliteit, van de verschillende strafdoelen en van de effectiviteit van verschillende 

sancties. Uiteindelijk gaat het er vooral om dat de student zelfstandig een afgewogen oordeel kan 

vormen over de wijzen waarop in een samenleving met criminaliteit wordt omgegaan. 

Inhoud 

In dit vak komen de verschillende preventieve en repressieve middelen ter beheersing van 

criminaliteit aan de orde. Allereerst zal worden ingegaan op de relatie tussen maatschappelijke 

ontwikkelingen en veranderingen in het veiligheidsbeleid. Vervolgens komt een aantal theoretische 

aspecten rond de beoogde doelen en de effecten van criminaliteitspreventie en gevangenisstraf aan 

de orde. Voorts wordt ingegaan op empirische studies op deze terreinen. Hierbij komt zowel de 

kwantitatieve (aantallen) en kwalitatieve (regimes) ontwikkeling van verschillende sancties aan de orde 

als de effecten van sancties op daders, de werkzaamheid van sancties t.a.v. het terugdringen van 

criminaliteit (‘what works?’) en de ongewenste effecten ervan. Het Nederlandse preventie- en 

sanctiestelsel wordt hierbij vergeleken met andere landen. 


Public International Law RJ59 

Lecturers N.T. Ali, Mr. M. Ambrus, Prof.dr. E. Hey, M. Schaap LLM 

Contact M. Schaap LLM 

Structure Classes, seminars, workgroups 

Assessment Written exam and essay papers 


Study level bachelor 2 Dutch Law 

ECTS 6 

Entry requirements Inleiding internationaal en Europees recht 




Course aims 

At the end of the course the students will be able to: 

- understand and explain the structure of international law; 

- understand and explain the relationship between national and international law as well as the effects 

of international law at the national level in times of globalization; 

- analyse international relations and international conflicts in terms of international law; and 

- write short papers and make sound oral presentations in the English language. 

The course aims to achieve these objectives by inviting students to engage actively with international 

law from the beginning of the course. 

Contents 

The important role played by public international law in current international relations is evident. It is 

not only a means for international cooperation, but also a psychological barrier against international 

delinquencies such as the waging of unlawful wars and the perpetration of widespread and 

systematic violations of human rights. International law also fulfils a significant function in national 

legal systems, as States are bound to incorporate or implement many of its provisions in their legal 

system. In this regard one may mention the implementation of resolutions of the UN Security Council, 

of the provisions of the UN Convention on the Law of Sea, and of the Geneva conventions on 

international humanitarian law. 

This course builds on the first year’s introductory course on public international and European law. It 

focuses on the structure of international law and how that structure manifests itself in particular core 

areas of international law such as the law on the use of force, human rights law, international criminal 

law, international economic law and dispute settlement. 

An E-learning environment will be available for students. It will enable students to deepen and test 

their knowledge of Public International Law. 


Vakomschrijvingen

Recht en criminologie 

in de multiculturele samenleving RQ47 

Docenten Prof.dr. R.H.J.M. Staring, Prof.dr. R. van Swaaningen 






ECTS 6 




Leerdoelen 

Doel van het vak is om studenten op genuanceerde wijze inzicht bij te brengen in de geschiedenis en 

de hedendaagse werkelijkheid van immigratie, integratie en migratie gerelateerde criminaliteit; hen 

kennis en inzichten aan te bieden waarmee grootstedelijke alledaagse problemen van de multiculturele 

samenleving op een afgewogen wijze kunnen worden beoordeeld en becommentarieerd; en 

inzicht te bieden in de gelaagdheid van migratieprocessen, waarbij zij er zich van bewust worden dat 

restrictiever beleid samen kan gaan met onbedoelde effecten. 

Inhoud 

Internationale migratie gaat van oudsher samen met regulering, uitsluiting en restricties, processen 

die zich bovenal in urbane gebieden manifesteren. Ook wordt migratie al heel lang met criminaliteit in 

verband gebracht. Door diverse vormen van migratie en de positie en integratie van migranten in 

m.n. Nederland centraal te stellen, willen wij in dit vak criminologische en juridische kennis toepassen 

op een actueel maatschappelijk onderwerp. Thema’s die hierbij aan de orde komen zijn: migratie als 

klassiek thema uit de criminologie; etniciteit als taboe in de criminologie?; de verklaring van 

(ir)reguliere migratiebewegingen; manieren om migratie te beheersen; mensensmokkel en 

mensenhandel; migratie en stedelijkheid, de constructie van het ‘integratieprobleem’; beschrijvingen 

en verklaringen van ‘allochtone’ criminaliteit; de constructie van het ‘illegalenprobleem’ en 

vreemdelingenbewaring, uitzetting en terugkeer. 


Recht en religie RM79 

Docenten Gastdocenten 

Contactpersoon Mr. G.T. Terpstra 


Toetsvorm Schriftelijke opdracht en afsluitend mondeling tentamen 



ECTS 5 




Leerdoelen 

- Het verwerven van inzicht in de ideeëngeschiedenis van de verhouding van kerk en staat, religie en 

politiek. 

- Kennis en overzicht opdoen van het positieve recht m.b.t. godsdienst en levensbeschouwing. 

- Inzicht in de mogelijke spanningsverhoudingen tussen recht en religie en in de actuele debatten 

daarover. 

- Het verwerven van inzicht in de islamitische visie(s) op de verhouding van recht, staat, democratie en 

religie. 

- Kennis van de verhouding van religie, politiek en recht in andere landen. 

Inhoud 

Mede door de opkomst van de Islam in Nederland en West-Europa staat religie weer in het centrum 

van de maatschappelijke belangstelling. De rechtswetenschap speelt bij het debat over religie een 

belangrijke rol. Wanneer is het beledigen van gelovigen strafbaar en hoe bepaalt de rechter of er van 

belediging sprake is? Mag een politieke partij op grond van godsdienst vrouwen of homoseksuelen 

weigeren voor verkiesbare plaatsen? Mag een neutrale overheid ambtenaren en rechters in dienst 

hebben die religieuze kleding of symbolen dragen? En een gewone werkgever: mag hij hoofddoekjes 

verbieden op de werkvloer? Religie is dus terug in het juridisch debat. Wie zich echter verdiept in de 

achterliggende rechtsbeginselen als godsdienstvrijheid, non-discriminatie, de vrijheid van 

meningsuiting en de scheiding van kerk en staat, ontdekt dat deze vragen eigenlijk nooit zijn 

weggeweest in de geschiedenis. Maar voldoen dezelfde antwoorden nog steeds? 

Aan de hand van literatuur en (gast)colleges van verschillende gespecialiseerde docenten uit heel 

Nederland staan we stil bij rol van religie in het recht. De cursus heeft een tweeledig doel: het 

verschaft enerzijds een breed overzicht van de betekenis van religie in verschillende rechtsgebieden 

(privaat-, straf- en staats- en bestuurs), en het verdiept het inzicht anderzijds in de achterliggende 

werking van rechtsbeginselen en de spanningsrelatie(s) hiertussen. Discussie, interactie en het leggen 

van relaties tot actuele maatschappelijke debatten vormen een vanzelfsprekend onderdeel van dit vak. 


Vakomschrijvingen

Recht, informatietechnologie en kennismanagement / 

Law and Technology RL35 

Lecturers Mr. P. Kleve, Mr. C. van Noortwijk 

Contact Mr. C. van Noortwijk 


Assessment Schriftelijk open vragen, creditsysteem 



ECTS 5 

Secretary Informatica en recht 



Contents 

Dit vak gaat over de ontwikkeling van het recht en van de rechtspraktijk onder invloed van de 

informatietechnologie. Dat technologie belangrijk is, en ook in de rechtspraktijk steeds belangrijker 

wordt, daarvan zijn de meesten van ons wel doordrongen. De ontwikkelingen lijken echter zo snel te 

gaan dat we soms moeite hebben ze bij te benen. Bovendien is technologie voor velen van ons vaak 

ook nog eens een weinig begrepen ‘black box’, waardoor we ons er liever afzijdig van zouden 

houden. In dit vak word je vertrouwd gemaakt met technologie en krijg je inzicht in de rol die de 

technologie speelt in de ontwikkeling van de samenleving en van het recht. 

We besteden aandacht aan vier onderwerpen. 

1. Technologie en informatie, concepten en modellen 

Wetenschap en technologie bepalen de maatschappelijke ontwikkelingen. Zoals de stoommachine 

leidde tot de industriële revolutie, zo ligt de computer ten grondslag aan het ontstaan van de 

informatiemaatschappij. Transport van goederen, mensen en informatie is veel goedkoper 

geworden, waardoor globalisering wordt gestimuleerd. Ook de manier van denken is veranderd: 

mensen zijn rationeler, berekenender geworden. 

2. Juridische vragen 

Het recht wordt sterk beïnvloed door de technologie. Door nieuwe technieken ontstaan nieuwe 

juridische problemen die om oplossingen vragen. De industriële revolutie en de naoorlogse 

massaproductie brachten bij voorbeeld vragen van arbeidsomstandigheden, milieubescherming en 

industriële eigendom met zich mee. De informatiemaatschappij en het internet roepen wederom 

nieuwe juridische vragen op, bij voorbeeld op het gebied van het auteursrecht, privacy en 

computervirussen. Deze laatste voorbeelden worden gerekend tot het domein van het Internetrecht 

(zie elders in de studiegids RM-75). 

3. Juridisch kennismanagement 

Van bijzonder belang is de informatietechnologie, want rechtsbeoefening is vooral informatieverwerking. 

Er groeit een wereldwijd juridisch bronnennetwerk en er zijn juridische kennissystemen 

ontworpen. Dit digitale recht volgt het gesproken, het geschreven en het gedrukte recht op. ‘Vierde 

generatie recht’ is al realiteit en verandert de machtsverhoudingen binnen de Trias Politica. 

Juridisch kennismanagement verschaft juristen zowel praktische als theoretische vaardigheden 

voor het beheren van juridische en algemene kennis. 

4. Juridisch onderzoek 

De technologie biedt ook nieuwe mogelijkheden voor het recht als wetenschap. Rechterlijke 

uitspraken kunnen door de computer worden voorspeld. De ‘jurimetrie’ doet zijn intrede. 


Rechten van de Mens en Grondrechten RM42 

Docenten Prof.dr. K.A.M. Henrard LLM, Prof.Mr. R. de Lange 

Contactpersoon Prof.dr. K.A.M. Henrard LLM 


Toetsvorm Tussentijdse opdracht en afsluitend schriftelijk tentamen 



ECTS 5 

Vereiste voorkennis Staatsrecht, Public International Law 




Leerdoelen 

Doel van het vak is de student in staat te stellen zelfstandig vraagstukken op het gebied van rechten 

van de mens en grondrechten te onderkennen en op te lossen. Actieve interactie en discussie met 

studenten stelt de studenten in staat om hun mondelinge vaardigheden te oefenen. Studenten 

worden ook gevraagd om zelfstandig onderdelen van de colleges voor te bereiden en daarover 

gedurende de seminars verslag van te doen. 

Inhoud 

In de afgelopen decennia hebben op het nationale en internationale vlak grondrechten en rechten van 

de mens een uitermate belangrijke rol gespeeld, zowel in de politieke arena als in de diverse juridische 

systemen. In dit keuzevak worden theoretische en praktische vraagstukken nader uitgediept, zowel 

vanuit Nederlands als vanuit internationaal perspectief en mede aan de hand van thema’s. 

Jurisprudentie staat hierbij centraal. Aan de orde komen onder meer het karakter van de rechten in 

kwestie, de verschillende procedures, de onderlinge verhouding daartussen, de relatie van 

grondrechten en rechten van de mens tot elkaar en onderling (waaronder vraagstukken als botsing en 

concurrentie) en leerstukken als die van de horizontale werking. 


Vakomschrijvingen

Rechtsbescherming tegen de overheid RM41 

Docenten Mr. H.F.T. Pennarts 

Contactpersoon Mr. H.F.T. Pennarts 





ECTS 5 




Leerdoelen 

De doelstelling van het vak Bestuursprocesrecht is het bijbrengen van een kritische houding ten 

opzichte van de theoretische achtergronden van het geldend bestuursprocesrecht. 

Tevens staat centraal het bijbrengen van zodanige kennis van en inzicht in het geldende bestuursprocesrecht, 

dat studenten in staat zijn een concrete casus te beoordelen op de procesrechtelijke 

consequenties en de daarbij behorende strategische keuzes. 

Inhoud 

Dit keuzevak beoogt een verdieping te geven van het onderdeel bestuursprocesrecht van het 

verplichte vak Bestuursrecht. 

Behandeld zullen worden de verschillende procedures, te weten de bezwaarschriftprocedure, het 

beroep bij bestuursorganen en bij de administratieve rechter, de voorlopige voorzieningprocedure en 

het hoger beroep. 

Daarbij wordt aandacht gegeven aan de verschillende benaderingen: die van de burger, die van de 

verweerder en die van de beoordelende instantie. De theorie en de praktijk van het bestuursprocesrecht 

komen in de literatuur en in de werkcolleges aan de orde. 


Rechtseconomie RJ65 

Docenten Drs. W. Schreuders, Dr. A.M.I.B. Vandenberghe, Mr.Dr. L.T. Visscher 

Contactpersoon Drs. W. Schreuders 


Toetsvorm Schriftelijk, gemengd 



ECTS 6 

Secretariaat sectie Rechtseconomie 



Leerdoelen 

Het vak Rechtseconomie beoogt: 

- De voor een toepassing op het recht meest relevante basisbegrippen uit de algemene economie 

(met name microeconomie) bij te brengen; 

- Een introductie in de Rechtseconomie, zijnde de economische analyse van het recht te geven 

Inhoud 

Het vak bestaat uit de onderdelen algemene economie (met name microeconomie) en rechtseconomie. 

In de microeconomie staat de analyse van de werking van het marktmechanisme centraal. Dit 

impliceert dat de aandacht vooral uitgaat naar de analyse van marktfalen (marktmacht, externe 

effecten, collectieve goederen, informatieasymmetrie) en de wijze waarop het recht op deze 

problemen reageert: 

- Het mededingingsrecht wordt verklaard als reactie op problemen van marktmacht. Bijzondere 

aandacht gaat uit naar problemen bij het vaststellen van marktmacht, zoals het afbakenen van de 

relevante markt; 

- Het contractenrecht wordt verklaard vanuit de wens om via vrijwillige transacties de gezamenlijke 

welvaart van de betrokken contractspartijen te verhogen. Bijzondere aandacht gaat hierbij uit naar de 

mogelijke remedies bij toerekenbare tekortkoming: nakoming versus schadevergoeding; 

- Onrechtmatigedaadsrecht, bestuursrecht en strafrecht worden verklaard als reactie op het probleem 

van negatieve externe effecten. Deze rechtsgebieden hebben uiteenlopende kenmerken op basis 

waarvan wordt onderzocht in welke omstandigheden welk instrument het meest geschikt is. Denk 

aan het onderwerp milieurecht, waarin verbodsacties en schadevergoeding (privaatrecht), toezicht 

op naleving van regulering (bestuursrecht) en strafrechtelijke sancties worden aangewend; 

- Het verzekeringsrecht wordt verklaard als reactie op het bestaan van onzekerheid. Speciale aandacht 

gaat hierbij uit naar de problemen van averechtse selectie en moreel risico, welke ontstaan door 

onvolledige informatie; 

- Bij alle rechtsgebieden is het onderwerp van handhaving relevant. Belangrijke aspecten hierbij zijn 

bijvoorbeeld de keuze tussen private en publieke handhaving, de mogelijkheid van groepsacties en 

collectieve acties, de optimale timing, vorm en omvang van sancties et cetera. 

Ook wordt aandacht besteed aan mogelijk ‘overheidsfalen’. Immers, het door de overheid 

uitgevaardigde recht kan vanwege bijvoorbeeld de invloed van belangengroepen afwijken van de 

wenselijke regel ter oplossing van problemen van marktfalen. Dit onderwerp staat centraal in de 

Public Choice theorie. 


Vakomschrijvingen

Rechtsfilosofie RJ25 

Docenten Prof.dr.Mr. W. van der Burg, Dr. E.M. Galenkamp, Dr. J.V.A.G. Piret 

Contactpersoon Dr. E.M. Galenkamp, Dr. J.V.A.G. Piret 


Toetsvorm Schriftelijk, gemengd 



ECTS 6 




Leerdoelen 

- Het verwerven van kennis van en inzicht in de belangrijkste rechtsfilosofische problemen. 

- Het ontwikkelen van een reflexieve attitude tegenover positief-rechtelijke vraagstukken. 

Inhoud 

Het college Rechtsfilosofie biedt de student een inleiding op een aantal van de belangrijkste 

rechtsfilosofische thema’s zoals de verhouding tussen recht, moraal en godsdienst en de natuurrechtelijke 

en rechtspositivistische standpunten hieromtrent; de grondslagen van de democratische 

rechtsstaat, het sociale contractsdenken, de grenzen van wetgeving, burgerlijke (on)gehoorzaamheid, 

het recht tot straffen, rechterlijke rechtsvinding en de verhouding van rechter en politiek. In deze 

collegecyclus komen zowel ideeënhistorische als thematische aspecten aan bod. 


Rechtsgeschiedenis R0031 

Docenten Prof.Mr. L.C. Winkel, Dr. E.K.E. von Bóné, Prof.dr.Mr. T. Wallinga 

Contactpersoon M.A. van de Pas - van Hagen 





ECTS 6 


Inschrijven via SIN-ONline 


Leerdoelen 

Het vak Rechtsgeschiedenis heeft tot doel de student inzicht bij te brengen in de historische 

ontwikkelingen van de rechtswetenschap en de politieke en economische factoren te beschrijven die 

op de rechtswetenschap en in het verlengde daarvan op de rechtspraktijk hebben ingewerkt. Illustratie 

hiervan is het leerstuk van de ‘onrechtmatige daad’, een leerstuk dat bovendien goed de verschuiving 

tussen publiek- en privaatrecht laat zien. Een overzicht wordt gegeven van de verschillende 

rechtsstelsels waaruit het huidige Nederlandse recht zich heeft gevormd: ‘geleerd’ recht (Romeins 

recht, canoniek recht) en - minder uitvoerig - inheems gewoonterecht. Een enkele maal wordt ook 

gekeken naar de Engelse Common Law. Tijdens de hoorcolleges staat het boek van Van den Bergh 

centraal, waarin de geschiedenis van de rechtswetenschap wordt uiteengezet. In de werkgroepen en 

vaardighedenwerkgroepen worden teksten over onrechtmatige daad geanalyseerd. 

Het onderwijs in dit vak laat zien dat de huidige oplossingen in het recht niet alleen zaligmakend zijn. 

Daardoor wordt een kritische houding ten opzichte van het geldende recht bevorderd. 

Inhoud 

- Basiskennis van het Romeinse recht, samenhang tussen procesrecht en materieel recht binnen het 

Romeinse recht 

- De geschiedenis van de rechtswetenschap na de Oudheid 

- De historische ontwikkeling van het leerstuk van de onrechtmatige daad 


Vakomschrijvingen

Rechtsmethodologie RJ61 

Docenten Mr. B.F. Beljaars, Mr.Dr. H.T.M. Kloosterhuis, Dr. E. Mak, Dr. A.J. de Roo, 

Prof.Mr.Dr. H.S. Taekema 

Contactpersoon Dr. A.J. de Roo, Prof.Mr.Dr. H.S. Taekema 


Toetsvorm Groepswerkstuk met mondelinge verdediging, schriftelijk tentamen (open vragen), 

opdrachten 



ECTS 6 




Leerdoelen 

Aan het eind van de cursus kunnen studenten: 

1. het verband uitleggen tussen rechtswetenschap, wetenschap in het algemeen, rechtsdogmatiek en 

rechtspraktijk; 

2. de centrale kenmerken van de methodologie van juristen verklaren vanuit het karakter van de 

rechtswetenschap; 

3. de overeenkomsten en verschillen verklaren tussen de methodologie van rechtswetenschappers en 

praktijkjuristen en tussen de methoden van de verschillende juridische beroepen van advocaat, 

rechter, officier van justitie en wetgevingsjurist; 

4. beargumenteren in welke mate recht autonoom en interdisciplinair is. 

5. uitleggen wat interdisciplinariteit in de rechtswetenschap en in de rechtspraktijk inhoudt en welke 

gevolgen interdisciplinariteit heeft voor de methodologie van wetenschappers en praktijkjuristen. 

6. een onderzoeksverslag schrijven op basis van een gegeven probleemstelling en eigen onderzoek 

over een rechtsmethodologisch thema. 

7. een mondelinge verdediging geven van het onderzoeksverslag. 

Inhoud 

In het vak Rechtsmethodologie wordt de positie van de rechtswetenschap tussen de overige 

maatschappij- en geesteswetenschappen aan de orde gesteld. Allereerst bespreken we het thema 

rechtsmethodologie en recht als ‘geleerde wetenschap’. Er wordt aandacht geschonken aan de 

gereedschapskist van de jurist en de bestaande visies op rechtsmethodologie en rechtsgeleerdheid 

(recht als hermeneutische praktijk, alsmede methodologische aspecten van deelterreinen van het 

recht). Als tweede thema bespreken we de relatie van rechtswetenschap tot andere terreinen, met 

daarbij aandacht voor belangrijke vraagstukken zoals de deskundigenproblematiek, de invloed van de 

statistiek en de methodologie van de empirische wetenschappen op het recht, en interdisciplinariteit 

c.q. de verhouding van het recht tot andere wetenschappen. In beide thema’s leggen we steeds de 

verbinding met de praktijk: wat betekent de bestudeerde problematiek voor het werk van de jurist in 

en buiten de rechtszaal? 

In het vak is een belangrijke plaats ingeruimd voor een eigen onderzoek van de studenten, waarbij 

individueel onderzoek en groepswerk worden gecombineerd. Ook de praktijk van rechtsmethodologie 

in de vorm van het doen van onderzoek komt zo aan de orde. 


Rechtssociologie R0032 

Docenten Dr. R. Pieterman, Mr.Drs. N.T. Arnoldussen, Mr. W.J. Kortleven 

Contactpersoon Dr. R. Pieterman 

Onderwijsvorm Classes, skillgroups 

Toetsvorm Mengvormtentamen, vaardigheidsopdrachten 



ECTS 6 

Secretariaat sectie Rechtspsychologie en rechtssociologie 



Leerdoelen 

- Inzicht geven in de wisselwerking van recht en samenleving 

- Inzicht geven in de positie en de rol van de pijlers van de rechtsstaat, te weten wetgeving, 

advocatuur en rechterlijke macht in de moderne samenleving 

- Inzicht geven in theoretische en empirische bevindingen van de rechtssociologie 

- Inzicht geven in de mogelijkheden en beperkingen om met behulp van juridische interventies 

maatschappelijke problemen op te lossen. 

Inhoud 

Wij bieden een inleiding in de rechtssociologie, waarin de wereld van het recht centraal staat. Die 

wereld gaan wij mede aan de hand van de actualiteit verkennen op empirische wijze. Daarbij laten we 

zien welke sociale (f)actoren het recht beïnvloeden en -omgekeerd- welke rol het recht in de 

samenleving speelt. Wij besteden aandacht aan wetgevingspraktijken en geven zo inzicht in de 

feitelijke processen die schuilgaan achter de teksten die in het Staatsblad verschijnen. We bieden 

tevens inkijkjes in de wereld van de advocatuur en die van de rechterlijke macht. Daarbij laten we zien 

hoe die werelden veranderen in relatie tot de algemene veranderingen die in de samenleving als 

geheel aanwijsbaar zijn. Een belangrijk aandachtspunt is voorts, dat we aan de hand van een 

specifieke casus -steeds meer mensen die hun schulden niet meer kunnen betalen- laten zien, hoe wij 

tegenwoordig proberen om sociale problemen op te lossen door middel van het recht. 


Vakomschrijvingen

Rechtssociologie: 

regulering van risico’s tussen voorzorg en preventie RM94 

Docenten Dr. R. Pieterman 

Contactpersoon Dr. R. Pieterman 


Toetsvorm Schriftelijk open vragen of werkstuk 



ECTS 5 

Secretariaat sectie Rechtspsychologie en rechtssociologie 



Leerdoelen 

- Inzicht geven in het maatschappelijke streven naar maximale veiligheid; in het bijzonder t.a.v. 

technologische risico’s voor het milieu en de gezondheid. 

- Inzicht geven in het voorzorgbeginsel als juridische kern van het risicobeleid van de EU. 

- Inzicht geven in de opkomst en aard van de voorzorgcultuur terzake van milieu, gezondheid en 

publieke veiligheid. 

- Inzicht geven in de kwetsbare verhouding tussen recht, veiligheidsbeleid en empirische 

werkelijkheid. 

Inhoud 

Terwijl de wereld objectief gezien veiliger wordt, zijn we zeer ongerust over allerlei mogelijke gevaren 

die uiterst onzeker zijn. Zal het klimaat veranderen zoals Al Gore het ons voorspiegelt? Moeten we zo 

bang zijn voor het internationaal terrorisme als George Bush van ons verlangt? Zijn bestrijdingsmiddelen 

wel zo gevaarlijk als de milieubeweging ons vertelt? Dit is het soort vragen dat we in de cursus 

behandelen. We kijken naar de klassieke manier om met schade om te gaan door schuld en 

individuele verantwoordelijkheid voorop te plaatsen. En we achterhalen hoe die schuldcultuur 

veranderd is, via de risicocultuur, in een voorzorgcultuur. Wat maakt het voorzorgbeginsel zo 

belangrijk in de EU en zo aantrekkelijk voor milieujuristen? Is het echt een oplossing om moderne 

risico’s beter te kunnen beheersen? Of kleven er ook grote problemen aan? Al deze zaken worden 

behandeld a.d.h.v. het boek De voorzorgcultuur. Via aanvullende teksten gaan we dieper op sommige 

casus -zoals hierboven genoemd- in. 


Rechtsvinding en rechtsmethodologie RM81 

Docenten Mr.Dr. H.T.M. Kloosterhuis, Dr. E. Mak, Prof.Mr.Dr. H.S. Taekema 

Contactpersoon Mr.Dr. H.T.M. Kloosterhuis 


Toetsvorm Werkstuk en mondeling tentamen 



ECTS 5 




Leerdoelen 

De cursus geeft een overzicht van een aantal belangrijke vragen uit de rechtsvindings- en 

rechtstheorie. De student leert zelfstandig na te denken over deze vragen en oefent zich in het 

discussiëren over antwoorden op deze vragen. Dit mondt uit in het schrijven van een of meer papers. 

Inhoud 

Tijdens de rechtenstudie leert de student juridische vraagstellingen te destilleren uit een veelheid van 

gegevens, en concrete casus op te lossen. Maar ‘thinking like a lawyer’ impliceert ook dat de jurist zich 

bewust is of wordt van de normatieve uitgangspunten van zijn handelen. Het vak Rechtsvinding en 

Rechtsmethodologie beoogt daarom een aantal belangrijke vraagstukken uit de hedendaagse 

rechtstheorie te behandelen. Nu taal bij uitstek het instrument is van het recht opgevat als debat en 

dialoog - Vranken noemt het recht daarom een ‘discursieve grootheid’ - is de invalshoek daarbij de 

problematiek van de talige context van het recht in brede zin, binnen het rechtsvindingsdebat. 

Concreet wordt dit in het eerste deel van de collegereeks ingevuld met de focus op de argumentatieve 

problematiek van rechtsvinding aan de hand van publicaties van P. Scholten en J.B.M. Vranken. In het 

tweede deel verschuift de focus naar de rechtstheoretische betekenis van een aantal juridische 

themata waarbij tevens aandacht wordt geschonken aan de professionele dilemma’s waarmee de 

rechtspraktijk ons confronteert. 

Dit vak wordt in beginsel gedoceerd volgens het Oxford tutorial model. Dit houdt in dat de student 

veel zelfstandig doet en gericht commentaar op zijn werk krijgt van de docent. De student bestudeert 

de opgegeven literatuur zelfstandig en schrijft daar een aantal papers over. In plaats van colleges 

worden tutorialbijeenkomsten gehouden waarin met de docent wordt gediscussieerd over de 

geschreven papers. 




over een aan de cursus verwant thema. 

Als meer dan tien studenten het vak daadwerkelijk gaan volgen, worden de tutorialbijeenkomsten 

aangevuld met werkcolleges. De nadruk op zelfstandig werk en schrijfvaardigheid blijft gehandhaafd. 

Bij uitzondering is het mogelijk om het vak in een ander blok te doen als individueel tutorial. 


Vakomschrijvingen

Risico-analyse RQ94 

Docenten Dr. T.F.C. Fischer 

Contactpersoon Dr. T.F.C. Fischer 

Onderwijsvorm Classes, SPSS-pactica 

Toetsvorm Paper met theorie en kwantitatieve analyses 



ECTS 5 

Vereiste voorkennis Methoden en technieken van criminologisch onderzoek 




Leerdoelen 

- Kennis en inzicht opdoen in de ontwikkelingen en stand van zaken op het gebied van de risicotaxatie 

van individueel gedrag, internationaal en in Nederland. 

- Het kunnen verwoorden van de voor- en nadelen van actuariële methoden om tot beslissingen over 

individuen te komen. 

- Het zelfstandig kunnen opzetten, uitvoeren en interpreteren van statistische analyses om 

voorspellende uitspraken over recidive te kunnen doen. 

Inhoud 

Risico-inschattingen gericht op toekomstig gedrag van individuen staan volop in de aandacht binnen 

het strafrecht, maar ook in bijvoorbeeld de psychiatrische en verslavingszorg en in de jeugdzorg. Het 

gaat daarbij om inschattingen waarop strafopleggingen worden gebaseerd maar ook om behandelingsgerichte 

taxatie (het in kaart brengen van responsiviteit en van protectieve- en risicofactoren voor 

deviant gedrag). Er wordt veel geïnvesteerd in de ontwikkeling en validatie van taxatie-instrumenten 

en de verbetering van de voorspellende waarde van die instrumenten. 

Dit vak geeft een kort overzicht van deze ontwikkeling in risicotaxaties van individueel gedrag, 

internationaal en in Nederland, en van de huidige stand van zaken met betrekking tot de kwaliteit en 

de toepassing van deze instrumenten. Vervolgens wordt getraind in de praktische uitvoering van 

risicotaxaties en de rapportage over en reflectie op zo’n taxatie. Daarbij wordt aan de hand van 

grootschalige data met recidivegegevens nagegaan hoe goed we kunnen voorspellen wie zich 

gewelddadig zal gedragen. Kunnen er aanbevelingen mee worden gedaan omtrent vrijlating/verlof? 

(SPSS-ervaring met regressie-analyse is sterk aan te raden.) 


Rule of Law in International Law RM70 

Lecturers Prof.dr. E. Hey 

Contact Prof.dr. E. Hey 


Assessment Two essays 



ECTS 5 

Entry requirements Advanced Public International Law I, Law of International Institutions, Advanced Public 

International Law II 




Course aims 

After having completed this course successfully, a participant will understand how questions related 

to the rule of law arise in international law, both with respect to the national level (i.e. whether 

international law requires states to implement (elements of) the rule of law) and at the international 

level (i.e. whether the international legal order itself should meet (elements of) the rule of law). 

Participants also will be able to identify why (quasi)-judicial review procedures (e.g. World Bank 

Inspection Panel, Aarhus Compliance Mechanism) are emerging in international law, how they are 

emerging and what their pro’s and con’s are. Finally, participants will be able to analyze, comment and 

develop meaningful perspectives on these developments. 

Participants also will further develop their oral presentation and writing skills. 

Contents 

This course will treat inter-connected topics related to the rule of law in international law. It will 

consider both substantive and procedural aspects of the topic. Attention will be devoted to e.g. the 

various understandings of the rule of law in international law, its relationship to democracy, the 

accountability of the UN Security Council and other international institutions, and the emergence of 

procedures to hold international institutions accountable. In addition, various schools of thought that 

consider these developments will be discussed, particular attention will be devoted to international 

law as global administrative law (GAL). For more information on GAL see 

http://www.iilj.org/GAL/default.asp. 


Vakomschrijvingen

Schadeverzekering RB07 

Docenten Prof.Mr. N. van Tiggele - van der Velde 

Contactpersoon Prof.Mr. N. van Tiggele - van der Velde 





ECTS 5 

Secretariaat sectie Verzekeringsrecht 



Leerdoelen 

De student verwerft kennis en inzicht over de genoemde juridische onderwerpen aan de hand van 

bestudering van de verplicht gestelde literatuur en de collegestof. Hij/zij zal in staat zijn deze kennis en 

dit inzicht te tonen. Vaardigheid zal worden getoetst door van de student te vragen met toepassing 

van de juiste regels volgend uit de wet, jurisprudentie en literatuur, verzekeringsrechtelijke casus op te 

lossen, dan wel verzekeringsrechtelijke vragen te beantwoorden. Na het tonen van deze vaardigheid is 

de student ook in de juridische praktijk in staat een relevante bijdrage te leveren aan een juiste analyse 

en een mogelijke beantwoording van verzekeringsrechtelijke vraagstukken aangaande 

bovengenoemde onderwerpen. 

Inhoud 

Het verzekeringsrecht is verweven met de zeer diverse economische en maatschappelijke activiteiten 

van mens en bedrijf. Daar waar deze activiteiten een potentieel financieel risico met zich brengen, 

bestaat een behoefte aan verzekering. In het vak Capita Verzekeringsrecht ligt de nadruk op de 

consumentenverzekering. In het Kernvak Schadeverzekering staat de behoefte/noodzaak om het 

financieel-economische risico van de onderneming te verzekeren centraal. In dit kader zal aandacht 

worden gegeven aan de juridische aspecten van dergelijke verzekeringscontracten alsmede aan de 

bredere economische context waarin deze hun rol vervullen. 

Als belangrijke voorbeelden van economische activiteiten gelden ten eerste grote bouwprojecten en 

ten tweede de handelskoop. Bij bouwprojecten zoals de aanleg van de HSL-lijn is het noodzakelijk om 

de zeer grote daaraan verbonden financiële risico’s af te dekken met een zgn. Construction All Risks 

(CAR) verzekering. Hetzelfde geldt voor de economische activiteiten die samenhangen met 

handelskoop en het daarmee verbonden vervoer van zaken. Banken die dergelijke transacties 

financieren eisen doorgaans een zgn. Transportgoederenverzekering. Aard en systematiek van deze 

verzekeringsvorm zal aan de orde komen. 

Aan economische activiteiten is immer het risico van aansprakelijkstelling verbonden. Aan de orde zal 

verder komen de begrenzing van de dekking op onder meer de aansprakelijkheidsverzekering voor 

bedrijven (AVB). In breder verband zal aan de orde komen de verzekerbaarheid van aansprakelijkheidsrisico’s 

voor de onderneming (arbeidsongevallen, beroepsziekten en milieu) en mogelijke, thans 

maatschappelijk in discussie zijnde alternatieve vergoedingssystemen. 

Aan economische activiteiten is inherent de dreiging van een faillissement van een onderneming. 

Aandacht zal worden besteed aan verzekeringsrechtelijke complicaties hierbij. 

Tenslotte zullen aan de orde komen: Het verzekerbaar belang van de onderneming, het leerstuk van 

risicoverzwaring, alsmede de verzekering van een rechtspersoon en de problematiek van toerekening 

van eigen schuld en wetenschap binnen de onderneming. 


Schenk-, erf-, overdrachtsbelasting 

en Estate Planning RF40 

Docenten Mr. A.W.M. Roelen, mr. W. Verstijnen 



Toetsvorm Deeltoets en Schriftelijk tentamen, open vragen 



ECTS 9 

Vereiste voorkennis Inkomstenbelasting, Omzetbelasting 




Leerdoelen 


Inhoud 

Het erfrecht en het huwelijksvermogensrecht worden op hoofdlijnen behandeld. De student maakt 

voorts kennis met de schenk, erf-, en overdrachtsbelasting. 

Bij de behandeling van de Successiewet 1956 wordt vooral ingegaan op de begrippen: ‘al wat 

krachtens erfrecht of schenking wordt verkregen’ en ‘fictieve verkrijging’, welke begrippen ook bij 

andere belastingen een rol spelen. Voorts wordt uitgebreid aandacht besteed aan de bedrijfsopvolgingsfaciliteiten. 

Van de Wet op belastingen van rechtsverkeer wordt alleen de overdrachtsbelasting 

behandeld. Bij bespreking van de overdrachtsbelasting wordt ook ingegaan op de samenloopproblematiek 

met de omzetbelasting en wordt tevens stil gestaan bij de cumulatie met de schenkbelasting. 

Estate Planning wordt vanuit diverse invalshoeken bezien, zowel nationaal als internationaal. 


Vakomschrijvingen

Sociaal verzekeringsrecht RL54 

Docenten Prof.Mr. C.J. Loonstra, Mr. E. van Vliet 






ECTS 7.5 




Dit vak is alleen toegankelijk voor studenten die staan ingeschreven bij de mastervariant 

Arbeidsrecht. 


Leerdoelen 

- Het verkrijgen van diepgaand juridisch inzicht in de wisselwerking tussen privaatrechtelijke en 

publiekrechtelijke aspecten, in het bijzonder met betrekking tot de thema’s werkloosheid en 

arbeidsongeschiktheid wegens ziekte; 


op het terrein van het sociaal verzekeringsrecht. 

Inhoud 

In het vak Sociaal Verzekeringsrecht worden twee thema’s in het bijzonder behandeld: werkloosheid 

en arbeidsongeschiktheid. Centraal staan vragen met betrekking tot de spanning tussen private en 

publieke verantwoordelijkheden. Het thema werkloosheid raakt zowel het ontslagrecht als de 

Werkloosheidswet. Het thema arbeidsongeschiktheid heeft betrekking op BW-aspecten inzake 

loondoorbetaling tijdens ziekte en re-integratieverplichtingen van werkgevers/werknemers enerzijds 

en de Ziektewet en WIA (WAO) anderzijds. Hoe werken privaatrecht en publiekrecht in dit opzicht op 

elkaar in, welke specifieke juridische problemen rijzen en hoe gaat de rechtspraktijk daarmee om? Titel 

7.10 BW zal daarbij als basis dienen en vanuit dat oogpunt zal naar de thema’s werkloosheid en 

arbeidsongeschiktheid worden gekeken. 


Sociologie R0046 

Docenten Dr. A. Peper 

Contactpersoon Dr. A. Peper 





ECTS 9 




Inhoud 

Het vak Sociologie in het eerste jaar van de bacheloropleiding Criminologie biedt een grondige 

kennismaking met de centrale sociologische stromingen, het bijbehorende begrippenapparaat en de 

belangrijkste vertegenwoordigers van de sociologische wetenschap. Daarbij zal worden aangesloten 

bij verwante disciplines, zoals de culturele antropologie, economie, politicologie en met name de 

criminologie. Een tweede doelstelling is het stimuleren van de sociaalwetenschappelijke verbeelding. 

Wetenschap start immers met nieuwsgierigheid, verwondering en verbeelding. 

Centraal staan drie hoofdvragen die de sociologie sinds haar ontstaan hebben beziggehouden: het 

vraagstuk van sociale (on)gelijkheid, het vraagstuk van sociale orde en het vraagstuk van rationalisering. 

Deze drie hoofdvragen zullen nader worden ingevuld door aandacht te besteden aan 

onderwerpen als: afhankelijkheden, bindingen, gender, integratie, armoede, deviantie, bureaucratisering, 

verwetenschappelijking en de postmoderne risicosamenleving. Tevens zal in deze cursus 

specifiek aandacht worden besteed aan de thema’s: sociologische duiding van geweld, urbane 

sociologie en internationale migratie. 

Met de sociologische duiding van geweld wordt een brug geslagen met criminologie. Sociologen 

hebben bijzondere belangstelling voor de interactie tussen mensen: hoe mensen in staat zijn met 

elkaar samen te leven. Deviantie en meer in het bijzonder geweld, maakt daar onderdeel van uit. Ook 

de stad en het stedelijke leven staan al vanaf de opkomst van de sociologie als academische discipline 

in de belangstelling van toonaangevende sociologen. Zo zijn Weber, Simmel en Park enkele 

belangrijke sociologen die hun academische werk hebben opgebouwd rondom stedelijkheid en de 

stad. In de cursus wordt een overzicht geboden van de belangrijkste sociaalwetenschappelijke 

theorieën met betrekking tot de stad. Daarnaast wordt een aanduiding gegeven van de belangrijkste 

problemen waarmee steden worden geconfronteerd en de mogelijkheden en aanknopingspunten die 

steden bieden in termen van cultuur. Het laatste thema dat specifieke aandacht krijgt betreft 

internationale migratie. Ook dit is een thema dat met de wetenschappelijke blik van ‘de socioloog’ 

bekeken kan worden en belangrijke problemen zullen aan de hand van actuele voorbeelden 

besproken worden. 

Werkgroepen 






Vakomschrijvingen

Staatsrecht RJ54 

Docenten Dr. N.S. Efthymiou, Prof.Mr. R. de Lange, Mr. H. Nummerdor 

Contactpersoon Dr. N.S. Efthymiou 





ECTS 9 




Leerdoelen 

In dit vak komen onder andere de volgende onderdelen aan de orde: 

- introductie in de algemene staatsleer 

- organisatie van de overheid (centraal en decentraal) 

- betekenis van de Grondwet 

- relatie regering en parlement 

- regelgevingsleer 

- betekenis en werking op nationaal en internationaal niveau van de grondrechten en de rechten van 

de mens 

- vergelijking met buitenlandse stelsels 

Inhoud 

- verschaffen van kennis van en wetenschappelijk verdiepend inzicht in enkele belangrijke 

onderwerpen op het terrein van het centrale Nederlandse staatsrecht, van het decentrale 

Nederlandse staatsrecht en van grondrechten, dit alles mede in Europees perspectief; 

- verschaffen van inzicht in meer algemene kenmerken van staatsrechtelijke stelsels, via rechtsvergelijkende 

componenten en via een introductie in de algemene staatsleer; 

- zelfstandig kunnen toepassen van verworven kennis en inzichten op staatsrechtelijke casusposities 

en jurisprudentie. 


Stakingsrecht RL58 

Docenten Mr. L.J.M. Langedijk 



Toetsvorm Schriftelijk (1 deeltoets, 1 eindtoets) 



ECTS 7.5 



Inschrijven Via SIN-Online. Dit vak is ook toegankelijk voor studenten die niet staan ingeschreven 

bij de mastervariant Arbeidsrecht. 


Leerdoelen 

Na het volgen van dit vak kent de student de historische achtergrond van het stakingsrecht en heeft hij 

begrip van de verhoudingen binnen het stakingsrecht tussen de individuele werknemer, de 

individuele werkgever en eventuele derden. Hij kent verschillende vormen van stakingen en weet de 

omvang en de ernst daarvan te plaatsen tegen de achtergrond van de sector waarin ze plaatsvinden. 

De student kan de criteria die worden gebruikt om te beoordelen of een staking rechtmatig is 

uitgebreid toelichten en gebruiken en heeft bovendien inzicht in de wijzen waarop, via de rechter of 

alternatieve geschillenbeslechting, stakingen kunnen worden voorkomen. 

Inhoud 

Staken is een fenomeen dat maatschappelijk gezien veel aandacht krijgt en zeer ingrijpende gevolgen 

kan hebben voor zowel werkgevers en werknemers. Het raakt aan de problematiek van het collectieve 

arbeidsrecht en mensenrechten, zodat voor dit onderwerp met name uit internationale wetgeving 

moet worden geput. In dit vak wordt ingegaan op het fenomeen staken, de rechtmatigheid ervan en 

de rol die de verschillende actoren in het stakingsrecht spelen. Er komen vragen aan bod als: pleegt 

een stakende werknemer wanprestatie? Kan door derden te lijden schade een reden zijn om een 

staking te verbieden? Wanneer is staken een ultimum remedium? Hebben politieagenten en militairen 

evenveel recht om te staken als ieder ander die arbeid verricht? Door ter plekke te behandelen casus 

en door in gesprek te gaan met actoren uit de stakingspraktijk zal worden getracht op deze vragen een 

antwoord te formuleren. 


Vakomschrijvingen

Strafrechtelijke rechtshandhaving RM26 

Docenten Dr. J.R. Blad, Prof.Mr.Dr. A.R. Hartmann 

Contactpersoon Dr.J.R.Blad 





ECTS 5 

Vereiste voorkennis Formeel strafrecht, Materieel strafrecht 




Leerdoelen 

- Het ontwikkelen van historisch en functioneel begrip van de dimensies en implicaties van 

‘strafrechtelijke rechtshandhaving’ in de context van de democratische rechtsstaat. 

- Het begrijpen van het nauwe verband tussen strafrechtelijke rechtshandhaving en het ideaal van de 

democratische rechtsstaat, als leidraad voor strafrechtelijke beslissingen in de strafrechtshandhaving. 

- Het leren kennen van de positie en functionele rol van de strafrechtelijke organen in relatie tot elkaar 

in de strafrechtelijke rechtshandhaving (openbaar ministerie, rechterlijke macht en wetgever). 

- Het leren kennen van de positie van andere procesdeelnemers, met name de verdachte en diens 

raadsman en het slachtoffer. 

Inhoud 

Het doel van het vak Strafrechtelijke rechtshandhaving is een normatieve theorie aan te reiken voor 

het functioneren van de strafjurist in de democratische rechtsstaat. Daartoe wordt de positie van het 

strafrecht in die democratische rechtsstaat uitgebreid besproken en worden actuele problemen van 

strafrechtelijke handhaving van de rechtsorde en de rol die wetgever, rechter en openbaar ministerie 

daarbij te spelen hebben geanalyseerd. 

Het vak staat tevens in het teken van een geïntegreerde toepassing van de in de voorafgaande 

semesters verworven kennis en inzichten in het positieve straf- en strafprocesrecht. 


Strafrechtstheorieën RM27 

Docenten Dr. J.R. Blad 

Contactpersoon Dr. J.R. Blad 


Toetsvorm Open vragen (gesloten boek tentamen) 



ECTS 5 




Leerdoelen 

- Het leren kennen van de ontwikkeling in de straftheorie in samenhang met de ontwikkeling van het 

strafrecht in de democratische rechtsstaat. 

- Het leren kennen van verschillende retributieve rechtvaardigings theorieën van de straf. 

- Het leren kennen van verschillende consequentialistische rechtvaardigings theorieën. 

Inhoud 

Tot de doelstellingen van het vak hoort enerzijds het leren kennen van de kaart van strafrecht 

legitimerende theorieën, anderzijds het zelfstandig en kritisch kunnen reflecteren op elk van deze 

theorieën op basis van een adequaat begrip van het geheel van de leerstof. Het vertalen van de 

verschillende theoretische benaderingen in consequenties voor ontwikkelingen in de sfeer van de 

strafrechtspleging en het positieve recht is een derde leerdoel van het vak. Tenslotte hoopt de docent 

door het vak een blijvende belangstelling voor en vaardigheden in het theoretisch bestuderen van het 

strafrecht als maatschappelijke institutie te bevorderen. 

In dit keuzevak van de strafrechtelijke afstudeerrichting komt in een chronologische behandeling de 

ontwikkeling van de strafrechtstheorie aan de orde vanaf de periode voor de Franse Revolutie tot en 

met de huidige tijd. 

Die ontwikkeling wordt geschetst aan de hand van diverse theoretische teksten, die verklaringen dan 

wel rechtvaardigingen, of beide, beogen te bieden voor het bestaan van het strafrecht. Ook aan de 

nieuwste ontwikkelingen in verband met het herstelrecht wordt aandacht besteed. 

Het vak fungeert ook als basisvak in de minor Strafrecht en Samenleving. 


Vakomschrijvingen

Taaltoets Nederlands R0TNL 

Contactpersoon taaltoets@law.eur.nl 

Toetsvorm Tentamen 

Periode blok 1, blok 4 


ECTS 0 



Inhoud 

Studenten die vanaf september 2008 als eerstejaars beginnen met de opleiding Nederlands recht, 

Fiscaal recht of Criminologie moeten deelnemen aan de taaltoets. Deze taaltoets moet met een 

voldoende score worden afgesloten om een positief bindend studieadvies te kunnen krijgen. Met een 

onvoldoende score op de taaltoets wordt geen positief advies gegeven. 

De taaltoets test de beheersing van de Nederlandse taal op het gebied van spelling, grammatica, stijl 

en overige taalkwesties. De toets bestaat uit 240 2-keuzevragen: per onderdeel worden 60 vragen 

gesteld. De toetsuitslag wordt per onderdeel bekend gemaakt. Studenten hoeven alleen die 

onderdelen opnieuw te maken, die ze nog niet met een voldoende score hebben afgerond. 

De taaltoets wordt twee keer per studiejaar - in het eerste en in het vierde blok - afgenomen. 

Studenten die de taaltoets in het eerste blok met een voldoende afronden, hoeven niet meer deel te 

nemen aan de taaltoets in het vierde blok. Studenten die de taaltoets in het eerste blok met een 

onvoldoende afsluiten, kunnen gebruik maken van de elektronische zelfstudiemodule PrinciPen (zie 

www.principen.nl) 

PrinciPen is een elektronische zelfstudiemodule op het gebied van spelling, grammatica en stijl. Per 

onderdeel bevat PrinciPen een instaptoets om het beginniveau vast te stellen. In het programma 

wordt uitleg gegeven over taalregels, gecombineerd met een grote hoeveelheid oefeningen. 

Studenten krijgen direct feedback op de gemaakte oefeningen en kunnen zo bepalen of ze nog meer 

oefeningen willen maken. Wanneer de zelfstudiemodule doorlopen is, maken studenten een 

uitstaptoets om hun eindniveau vast te stellen. 


Theoretische criminologie RJ67 

Docenten Prof.dr. R. van Swaaningen 

Contactpersoon Prof.dr. R. van Swaaningen 





ECTS 9 





Leerdoelen 

Studenten moeten in staat zijn om: 1) verschillen en overeenkomsten aan te geven tussen de 

verschillende theoretische stromingen in termen van onderzoeksvragen, verklaringen, assumpties, 

niveaus van verklaring en mogelijkheden voor theoretische integratie, 2) de inhoud van de 

belangrijkste criminologische verklaringen te kennen en toe te passen op concrete (kennis) 

problemen, 3) op basis van informatie over onderzoeksbevindingen conclusies te trekken over de 

empirische houdbaarheid van theorieën en 4) aan te geven op welke manier maatschappelijke 

condities het bijeenbrengen en toepassen van wetenschappelijke kennis over criminaliteit en 

crimineel gedrag kunnen beïnvloeden. 

Inhoud 

Theoretische Criminologie beoogt inzicht te bieden in 1) de wetenschapstheoretische uitgangspunten 

van de criminologie, 2) de verschillende verklaringen van criminaliteit en van sociale reacties, en 3) de 

mogelijkheden om verschillende theorieën toe te passen op drie probleemgebieden (geweld, fraude 

& drugs) en te integreren. Door zowel recente als vroegere inzichten aan bod te laten komen wordt 

een beeld gegeven van de ontwikkeling van de criminologie als wetenschap, en hoe deze door 

maatschappelijke ontwikkelingen wordt beïnvloed. 

Werkgroepen 






Vakomschrijvingen

Toezicht houden: actoren en werkwijzen RQ98 

Docenten Prof.dr. H.G. van de Bunt, Gastdocenten 

Contactpersoon Prof.dr. H.G. van de Bunt 


Toetsvorm Schriftelijk open vragen, werkstuk 



ECTS 5 

Vereiste voorkennis Actoren in de rechtshandhaving 




Leerdoelen 


- inzicht in het functioneren van zowel juridische als niet juridische vormen van toezicht op het gebied 

van organisatie- en georganiseerde criminaliteit. 

Inhoud 

Dit profielvak bouwt voort op het bachelorvak Actoren in de rechtshandhaving. In dit vak wordt 

aandacht besteed aan de wijze waarop de aanpak van organisatiecriminaliteit en georganiseerde 

misdaad is georganiseerd en wordt uitgevoerd. 

In de eerste plaats wordt ingegaan op het functioneren van bestuurlijke toezichthouders, zoals de 

douane, de AFM en de Nma, die toezicht uitoefenen op 

ondernemingen. Ingegaan zal worden op de vraag hoe deze diensten hun controles uitvoeren, aan de 

hand van welke criteria dit gebeurt en op basis van welke criteria zij uiteindelijk sancties opleggen. 

Daarnaast zal behandeld worden hoe de strafrechtelijke opsporing, vervolging en berechting van 

organisatie-misdrijven 

(bedrijven, professionele organisaties, e.d.) verloopt. Hoe groot is de kans dat een directeur van een 

gerenommeerd bedrijf gevangenisstraf opgelegd krijgt wanneer wordt ontdekt dat hij strafbare feiten 

door zijn organisatie heeft laten plegen? 

In de tweede plaats wordt ingegaan op de aanpak (preventie, bestrijding) van georganiseerde 

misdaad. Ook hier zijn zowel bestuurlijke toezichthouders als strafrechtelijke diensten actief. Bij de 

strafrechtelijke aanpak van georganiseerde misdaad is het Openbaar Ministerie erop gericht om uit 

strafrechtelijke onderzoekgegevens lessen te trekken voor bestuurlijke preventie. Op basis van de 

gegevens over de modus operandi van de daders worden in zogeheten ‘Bestuurlijke rapportages’ 

adviezen gegeven aan overheden om hun controles, regels, etc. ‘crime proof’ te maken. 


Toga in de praktijk RL34 

Docenten Prof.Mr. W.H. van Boom, Mr. M.M. van Campen 

Onderwijsvorm Praktijkonderwijs 

Toetsvorm Schriftelijk; diverse werkstukken 



ECTS 10 


Inschrijven Vereiste voor deelname aan het vak is dat de student is toegelaten tot de Togamaster 


Leerdoelen 

Na afronding van het vak bezit de student de volgende kennis en vaardigheden: 

1. kennis van de werkwijze van het ambt van rechter, advocaat of officier van justitie; 

2. verdiepte inhoudelijke kennis op het gebied van het privaatrecht, het bestuursrecht en/of het 

strafrecht; 

3. het helder kunnen formuleren van een onderzoeksvraag, het vinden en gebruiken van bronnen die 

hem kunnen helpen die vraag in een maatschappelijke context te plaatsen en te beantwoorden en 

het helder en bondig op papier te zetten van de oplossing, daarbij onderscheid makend tussen 

juridisch geschoolde lezers en niet-juridisch geschoolde lezers; 

4. het opstellen van processtukken, brieven en adviezen, waarbij een onderscheid kan worden 

gemaakt tussen juridisch geschoolden en niet-juridisch geschoolden; 

5. het presenteren van een juridisch ingewikkeld vraagstuk, daarover stelling innemen en daarover 

een discussie voeren. 

Inhoud 

De Togamasterstudent maakt kennis met de praktijk door zelf gedurende acht weken een onderdeel te 

zijn van die praktijk. Iedere Togamasterstudent neemt een kijkje in de keuken bij één van de drie 

togaberoepen: de advocatuur, het openbaar ministerie of de rechterlijke macht. Daarbij blijft het niet 

bij een kijkje in de keuken; van de Togamasterstudent wordt verwacht dat hij of zij actief méédoet. Er 

moeten in concrete dossiers processtukken en brieven worden opgesteld. 


Vakomschrijvingen

Toga in de theorie RL31 

Docenten Prof.Mr. F.W. Bleichrodt, Mr. G.J. Meijer, Prof.Mr. L.J.J. Rogier 

Contactpersoon Mr. G.J. Meijer 





ECTS 5 


Inschrijven Vereiste voor deelname aan het vak is dat de student is toegelaten tot de Togamaster 


Inhoud 

Toga in de theorie is een verplicht vak voor alle Togamasterstudenten en wordt gegeven in het tweede 

blok. Toga in de theorie is een vak dat de rechtsgebieden strafrecht, bestuursrecht en privaatrecht wil 

overkoepelen. Dat gebeurt aan de hand van een aantal onderwerpen dat in alle rechtsgebieden aan de 

orde komt. Het onderwijs wordt gegeven door docenten uit het strafrecht, het privaatrecht en het 

bestuursrecht. Ook zal een aantal colleges gegeven worden door gastdocenten uit de advocatuur, 

rechterlijke macht en het openbaar ministerie. Voor het collegejaar 2011/2012 is het centrale thema voor 

het vak “de waarheid”. Dit thema wordt behandeld aan de hand van een aantal deelonderwerpen. 

Ten eerste de discussie die zowel in het privaatrecht, het bestuursrecht als het strafrecht wordt gevoerd 

over het boven tafel krijgen van wat werkelijk is gebeurd, en de rol van partijen en de rechter daarbij. Van 

oudsher wordt een onderscheid gemaakt ten aanzien van de mate waarin de rechter actief aan dit deel 

van de procedure deelneemt in het strafrecht, het bestuursrecht en het privaatrecht, met de strafrechter 

als meest actieve rechter en de civiele rechter als meest passieve (lijdelijke) rechter. Dit onderscheid wordt 

minder houdbaar. Zo wordt de rol van de civiele rechter actiever – in ieder geval gaan er steeds meer 

geluiden op de rechter een actievere rol toe te dichten – en wordt aan de bestuursrechter wel het verwijt 

gemaakt dat hij minder actief is dan op grond van de Awb mag worden verwacht. Het eerste thema dat 

in dit vak behandeld zal worden is dan ook de rol van de rechter en die van de partijen om “de waarheid” 

boven tafel te krijgen. De aldus (op instigatie van rechter en/of partijen) in het geding naar voren 

gebrachte feiten zijn voor de rechter geen “waarheid” als zij niet bewezen zijn. Het tweede onderwerp dat 

bij dit vak aan de orde komt, en dat in het verlengde ligt van het zojuist besproken onderwerp, is het 

bewijsrecht in het privaatrecht, het strafrecht en het bestuursrecht. Een volgend onderwerp is het 

gegeven dat in alle rechtsgebieden – men kan zeggen: – noodgedwongen wordt gewerkt met 

onwaarheden, met ficties om de procedure beheersbaar te hou den. Zo moet de civiele rechter een feit als 

vaststaand aanmerken als dit feit door de ene partij is gesteld en door de andere partij onvoldoende is 

betwist. Bovendien houdt het voor procespartijen een keer op met het naar voren brengen van nieuwe 

feiten; in ieder geval de Hoge Raad geeft een beslissing op basis van de feiten zoals deze zijn vastgesteld 

door de appelrechter, en er is geen tot heel weinig ruimte tot het aanvullen van de feiten. Voor de 

bestuursrechter lijkt dit minder te spelen, maar de bestuursrechter heeft te maken met de “bestuursrechtelijke 

fuik”, met als gevolg het (overigens aanvaarde) risico van onwaarheden. Bovendien speelt in het 

bestuursrecht (en ook in het privaatrecht) de formele rechts kracht, een leerstuk dat bij uitstek tot gevolg 

heeft dat met ficties wordt gewerkt. In het strafrecht ten slotte kan een belangrijke fictie zijn gelegen in het 

feit dat de rechter recht spreekt op basis van de tenlastelegging. Bovendien houdt het ook in het 

strafrecht een keer op met het stellen van nieuwe feiten. Een laatste onderwerp dat bij dit vak aan de orde 

komt is wat je in de diverse rechtsgebieden nog kunt doen als de gewone rechtsmiddelen zijn uitgeput, 

en in hoogste instantie is rechtgesproken op basis van een onwaarheid. 


Veiligheid in de rechtsstaat RQ92 

Docenten Dr. R. Pieterman, Dr. J.V.A.G. Piret 

Contactpersoon Dr. J.V.A.G. Piret 





ECTS 5 




Leerdoelen 

Inzicht verschaffen in: 

- de rechtsfilosofische en rechtssociologische aspecten van maatschappelijke veiligheid 

- de invloed van terrorismebestrijding op het veiligheidsdenken 

- de specificiteit van het denken over recht en veiligheid in de risicomaatschappij 

- pro’s en con’s van actuariële praktijken 

Inhoud 

In dit vak wordt maatschappelijke veiligheid bestudeerd vanuit een rechtsfilosofische en rechtssociologische 

invalshoek. Daarbij zullen zowel feitelijke evoluties in het denken over veiligheid alsook 

normatieve vraagstukken aan bod komen. 

Eerst wordt gekeken naar de ideeënhistorische evolutie van het denken over veiligheid. Dit perspectief 

mondt uit in de vraag of veiligheid een staatstaak dan wel een grondrecht is. Vervolgens komt de 

problematiek van de privatisering van de veiligheidszorg aan de orde. Daarna wordt aan de hand van 

het Amerikaanse voorbeeld geïllustreerd hoe terrorismebestrijding kan leiden tot een uitholling van de 

rechtsstaat, een militarisering van het strafrechtssysteem en het afkalven van burgerrechten. De 

politiekethische legitimatie die hieraan ten grondslag ligt, loopt langs de lijnen van het argument van 

het minste kwaad: hoe groter het gevaar is, des te uitzonderlijker ook de middelen mogen zijn om dit 

gevaar te bestrijden. 

In het tweede deel van de cursus gaan we vanuit rechtssociologisch perspectief in op de vraag hoe 

het veiligheidsbeleid zich verhoudt tot kenmerken van de democratische rechtsstaat. We zullen ingaan 

op begrippen als controlecultuur (Garland), veiligheidsutopie (Boutelier) en voorzorgcultuur 

(Pieterman). We zullen ook aandacht besteden aan de rol die kosten-batenanalyses kunnen spelen in 

het waarborgen van de democratische en rechtsstatelijke kwaliteit van het veiligheidsbeleid. Op de 

achtergrond speelt steeds de vraag wanneer de overheid mag of moet ingrijpen en welke 

randvoorwaarden daarbij - niet alleen vooraf maar ook achteraf - in acht genomen moeten worden. 


Vakomschrijvingen

Vennootschapsbelasting RF37 

Docenten Prof.dr. J.C.M. van Sonderen, Mr.Dr. Q.W.J.C.H. Kok, Mr. E. Nijkeuter, drs. G.J. de Keizer, 

mr. P.E.C. Vossenberg 






ECTS 9 




Leerdoelen 


Inhoud 

Vennootschapsbelasting wordt geheven over de door lichamen (zoals de NV en de BV) behaalde 

winst. In de Wet op de vennootschapsbelasting 1969 (Wet Vpb 1969) wordt omschreven welke 

lichamen belastingplichtig zijn (de subjecten). Tevens bevat de Wet Vpb 1969 voorschriften inzake het 

object van heffing (de winst). De Wet Vpb wordt voortdurend aangepast om (i) Nederland 

concurrerend te maken als vestigingsland voor internationale concerns en (ii) te voorkomen dat de 

grondslag waarover Nederland vennootschapsbelasting heft wordt uitgehold. 

Met het vak Vennootschapsbelasting wordt aan de hand van de wet, jurisprudentie en gepubliceerd 

beleid een overzicht gegeven van het systeem van de vennootschapsbelasting. Daarbij wordt 

aandacht besteed aan de volgende onderwerpen: 

- de relatie tussen de vennootschapsbelasting en de inkomstenbelasting; 

- binnenlandse en buitenlandse belastingplicht; 

- de voorschriften inzake de winstbepaling, voor zover deze betrekking hebben op de vennootschapsbelasting 

(ter aanvulling op het afzonderlijke vak Winst); 

- eigen vermogen versus vreemd vermogen; 

- concernbepalingen; 

- fusie- en splitsingsfaciliteiten; 

- bijzondere regimes. 

Een aantal van deze onderwerpen zal nader worden uitgewerkt in het vak Verdieping vennootschapsbelasting. 


Verbintenissenrecht RJ56 

Docenten Prof.Mr. S.D. Lindenbergh, Mr.Drs. M. van Kogelenberg, Mr. I. van der Zalm, 

Mr. A.N.L. de Hoogh 

Contactpersoon Mr. A.N.L. de Hoogh 


Toetsvorm Schriftelijk, open boek tentamen, tussentoets na 4 weken, eindtoets na 9 weken 



ECTS 9 

Vereiste voorkennis Inleiding privaatrecht 




Leerdoelen 

Het einddoel van het vak is dat de studenten kunnen getuigen van kennis en inzicht in (de 

ontwikkeling van) het verbintenissenrecht, alsmede het door middel van analyse en synthese kunnen 

toepassen van de verworven kennis op casusposities om zo de rechtspositie van betrokken partijen te 

duiden. 

Inhoud 

Het vermogensrecht kent twee belangrijke pijlers: het goederenrecht en het verbintenissenrecht. In dit 

vak komt de verdieping van het verbintenissenrecht aan de orde, het bouwt daarbij voort op de kennis 

die in het B1-vak ‘Inleiding privaatrecht’ is opgedaan. Het verbintenissenrecht is onmisbaar voor elke 

jurist, niet alleen omdat het in de rechtspraktijk van groot belang is, maar ook omdat het de basis 

vormt voor veel andere rechtsgebieden. In dit vak worden de belangrijke leerstukken van het 

verbintenissenrecht gedoceerd aan de hand van negen thema’s: totstandkoming van overeenkomsten, 

inhoud en gelding van contracten, standaarden maatcontracten, acties bij niet-nakoming van 

overeenkomsten, de koopovereenkomst, buitencontractuele aansprakelijkheid, causaal verband en 

eigen schuld, schadevergoedingsrecht en de rechtsfiguren die tussen contract en onrechtmatige daad 

‘zweven’. Bij de behandeling van de stof zal uiteraard het BW en de Nederlandse rechtspraak centraal 

staan, maar daarnaast zal ruimschoots aandacht worden gegeven aan de ontwikkelingen in de 

doctrine. Verder is er aandacht voor Europese regelgeving, die steeds meer aanpassing van het 

Nederlandse recht eist en aan de tendens om tot een uniform Europees privaatrecht te komen. Het 

onderwijs kent drie werkvormen: het hoorcollege, het casuscollege en de practica. Deze drie vormen 

vullen elkaar aan en beogen de student op verschillende manieren met het verbintenissenrecht 

vertrouwd te maken. 


Vakomschrijvingen

Verdiepend staatsrecht RM47 

Docenten Dr. N.S. Efthymiou, Prof.Mr. R. de Lange 

Contactpersoon Prof.Mr. R. de Lange 


Toetsvorm Mondeling en papers 



ECTS 5 




Leerdoelen 

In het keuzevak Verdiepend Staatsrecht worden enkele belangrijke leerstukken van het constitutionele 

recht verder uitgediept. 

In het cursusjaar 2011-2012 staan centraal : 

- De ontwikkeling van het legaliteitsbeginsel 

- De constitutionele positie van de krijgsmacht 

Inhoud 

Het keuzevak Verdiepend Staatsrecht vormt een brug tussen het hoofdvak Staatsrecht (B2) en het 

Onderzoeksproject in de Master Staats- en bestuursrecht. Er gelden geen bijzondere voorkennisvereisten, 

maar een combinatie met het keuzevak Comparative Constitutional Law wordt aanbevolen. De 

inhoud van het keuzevak draagt bij aan de kwalificaties voor de Academie voor Overheidsjuristen, en 

de Academie voor Wetgeving. 

Verdiepend Staatsrecht wordt gegeven in de vorm van intensieve werkbijeenkomsten / seminars 

(2 maal per week), waarin van de studenten actieve deelname wordt verwacht. 


Verdieping inkomstenbelasting RF41 

Docenten Mr. A.J.M. Arends, Mr. J. de Haan 






ECTS 6 

Vereiste voorkennis Inkomstenbelasting 




Leerdoelen 


Inhoud 

In dit vak komen aan de orde verdiepende aspecten met betrekking tot de aanmerkelijkbelangregeling, 

de terbeschikkingstellingsregeling voor de dga, de lucratiefbelangregeling voor de dga, de 

eigenwoningregeling en de vermogensrendementsheffing. Voorts van de dividendbelasting de 

aspecten die van belang zijn voor aandeelhouders-natuurlijke personen. 


Vakomschrijvingen

Verdieping internationaal belastingrecht RF39 

Docenten Prof.dr. A.J.A. Stevens, Dr. A.C.G.A.C. de Graaf, Drs. B.W.A.M. Damsma, 

mr. J. van der Wal, Mr.Dr. G.K. Fibbe 






ECTS 6 

Vereiste voorkennis Europees belastingrecht, Inleiding internationaal en Europees belastingrecht 




Leerdoelen 


Inhoud 

Het vak Verdieping Internationaal belastingrecht richt zich op een verdere uitwerking van de 

beginselen voor de afbakening van de belastingheffende bevoegdheid van de staten, indien in 

meerdere landen activiteiten worden uitgeoefend of inkomen wordt genoten. Het vak bouwt voort op 

de vaardigheden en kennis opgedaan in het vak Inleiding Internationaal en Europees belastingrecht 

uit de bachelor-fase. 

Bij dit vak komen aan de orde de belangrijkste begrippen in het internationaal belastingrecht, verder 

de bronnen van internationaal belastingrecht (EU-regelingen, verdragen ter voorkoming van dubbele 

belasting, O.E.S.O.-modelverdrag en U.N. modelverdrag), alsmede de belastingplicht voor nietinwoners 

en de eenzijdige regeling ter vermijding van internationale dubbele belasting. Voorts wordt 

het vraagstuk van de internationale jurisdictie op belastingterrein aan de orde gesteld. 


Verdieping rechtsfilosofie RM88 

Docenten Prof.Mr.Dr. M. Hildebrandt 

Contactpersoon Prof.Mr.Dr. M. Hildebrandt 


Toetsvorm Schriftelijke opdracht en mondeling tentamen 



ECTS 5 




Leerdoelen 

Het verwerven van inzicht in: 

- de nieuwe uitdagingen die permanente gegevensopslag en -analyse meebrengen voor privacy, nondiscriminatie 

en due process 

- de nieuwe uitdagingen voor de rechten en beginselen van de rechtsstaat 

- de manier waarop het ontwerp van cyberspace bij kan dragen aan het verankeren van rechtsstatelijke 

normering 

Inhoud 

De rechtsstaat in cyberspace 

Cyberspace is overal, inmiddels wordt ook de offline wereld geleidelijk aan online gezet. Van de 

computer als rekenwonder, tekstverwerker en geduldig geheugen zijn we inmiddels aanbeland bij 

genetwerkte computersystemen (internet) die niet alleen kennis en informatie ontsluiten 

(zoekmachines) maar ook eindeloze mogelijkheden bieden om zelf te publiceren (blogs, websites, 

portals) en op allerlei manier te communiceren (email, SNS). Dat alles is inmiddels ook bereikbaar via 

de smartphone: altijd overal online. Via radio frequency identification (RFID), biometrie en 

sensortechnologie raakt het offline bestaan geleidelijk aan zo innig verweven met online databases 

dat het onderscheid tussen online en offline steeds minder relevant wordt. 

Dit roept veel juridisch relevante vragen op, bijvoorbeeld met betrekking tot jurisdictie, intellectuele 

eigendom, consumentenbescherming, privacy en gegevensbescherming, causaliteit en aansprakelijkheid, 

rechtspersoonlijkheid voor elektronische agenten en zo meer. Binnen het kader van dit vak gaan 

we in op twee rechtsfilosofische vraagstellingen: (1) in hoeverre vraagt de nieuwe ICT infrastructuur 

om een nieuw begrip van privacy en gegevensbescherming? en (2) in hoeverre heeft de voortdurende 

opslag van data en de permanente analyse van enorme hoeveelheden data invloed op de rechten en 

vrijheden die ten grondslag liggen aan de constitutionele democratie? 

Onderwijsmethode 

De bijeenkomsten zijn gericht op het uitwisselen van bevindingen naar aanleiding van studie van de 

voorgeschreven teksten (tutorial). 


Vakomschrijvingen

Verdieping vennootschapsbelasting RF38 

Docenten Prof.dr. J.C.M. van Sonderen, Mr.Drs. Q.W.J.C.H. Kok, Mr. E. Nijkeuter, 

Drs. B.W.A.M. Damsma, drs. G.J. de Keizer, mr. P.E.C. Vossenberg 






ECTS 9 

Vereiste voorkennis Vennootschapsbelasting 




Leerdoelen 


Inhoud 

In vervolg op het vak Vennootschapsbelasting biedt dit vak een verdieping van de kennis en 

vaardigheid omtrent de regels inzake de belastingheffing van lichamen. 

Er zal onder andere worden ingegaan op: 

- Belonen met financiële instrumenten 

- Risico-overdracht met financiële instrumenten 

- Financiering met EV 

- Financiering met VV 

- Fusies en interne reorganisaties 

- (Grensoverschrijdende) verliesverrekening 

- APA, ATR, transfer pricing 

- EU-harmonisatie Vpb 

- Vpb en dividendbelasting in internationaal perspectief 


Vergelijkend strafrecht RM30 

Docenten Mr.Dr. J.W. van der Hulst 






ECTS 5 




Leerdoelen 

Studenten kennis laten nemen van andere strafrechtssystemen. Daarmee wordt zodanige actieve 

participatie verlangd dat de student tijdens de cursus kan deelnemen aan een jury-beraadslaging en 

aan het einde van deze cursus in staat is een casus met grensoverschrijdende aspecten te analyseren 

en op te lossen. 

Inhoud 

Het centrale thema van dit vak is de behandeling van aspecten van strafrecht en strafvordering in een 

internationale context, dus los van één nationaal strafrechtssysteem. Dit jaar zal uitvoerige aandacht 

worden besteed aan het Engelse strafrecht. Daarbij komen aan de orde: opsporing en vervolging, 

juryrechtspraak, berechting en tenuitvoerlegging van straffen. 


Vakomschrijvingen

Willem C. Vis Moot Arbitration RM99 

Lecturers Mr. G.J. Meijer, Prof.Mr. F.G.M. Smeele 

Contact Mr. D.Y.M. Korthals Altes - Biemans 


Assessment Two statements as well as two pleading notes written as a group effort in English and 

participation in pre-moot competitions and the international Willem C. Vis mootarbitration 

in Vienna (Austria). 

Study level bachelor 3 , master 

ECTS 5 




Contents 

In 1993 an international pleading competition for law students was launched known as the Willem C. 

Vis moot arbitration. The main subject matter of the moot arbitration are the Vienna Convention on 

the International Sale of Goods (CISG) and international arbitration. Very quickly, the Willem C. Vis 

moot arbitration has grown from a competition between 11 university teams in the first year to a 

competition between 150 teams from 47 countries. For further information please go to 

http://www.cisg.law.pace.edu/vis.html. From the beginning, teams of Erasmus School of Law (ESL) 

have competed each year with teams from other universities from all over the world in the Willem C. 

Vis moot arbitration, which is held each year in the week before Easter in Vienna, Austria. In 

preparation for Vienna, each team must write a memorandum for the claimant and a memorandum 

for the respondent. As these memoranda are due by the end of November, respectively in January, 

the team will be preparing for the moot arbitration from early October until April. In view of the 

enormous growth of the Willem C Vis moot arbitration and the ever rising quality level of the 

university teams participating in this international competition a desire has developed among 

university teams to practise with other teams in so-called pre-moots prior to the main competition in 

Vienna. In 2004 the Erasmus PCA pre-moot was launched, a collaboration between ESL and the 

Permanent Court of Arbitration, domiciled at the Peace palace in The Hague With participants from 

various countries, the pre-moots are held at various law firms in Rotterdam and at the magnificent 

Peace palace at the Hague. Both Dutch and international students registered at ESL for (advanced) 

Bachelor and Master programs may apply in order to participate in the selection process for the ESL 

team for the Willem C Vis moot arbitration. From the applicants a group of eight students will be 

selected to prepare for Willem C Vis moot arbitration and to participate in the pre-moots. Shortly 

before leaving for Willem C Vis moot arbitration, from the group of eight students, the best four 

students will be chosen who will do the actual pleadings in Vienna, whereas the other four students 

will support them in Vienna as well. 


Winst RF16 

Docenten Mr. J. de Haan, Mr. E.W. Ros 






ECTS 6 




Leerdoelen 


Inhoud 

In Nederland wordt inkomsten- en vennootschapsbelasting geheven over winst uit onderneming. Het 

fiscale winstbegrip is voor beide belastingen hetzelfde en is gebaseerd op bedrijfseconomische 

inzichten. In de fiscale wetgeving en jurisprudentie heeft het winstbegrip echter nadere invulling 

gekregen, waardoor sprake is van een eigen fiscaal winstbegrip. 

Aan de orde komen wie ondernemer is voor de inkomstenbelasting, het fiscale winstbegrip, de fiscale 

reserves en enkele specifieke regelingen die voor de inkomstenbelasting gelden. Bij dit laatste kan 

worden gedacht aan de echtscheiding van de ondernemer, het overlijden van de ondernemer en de 

vennootschap onder firma. Met het vak wordt verder beoogd inzicht te geven in de fiscale 

winstbepaling van ondernemingen met de daarbij behorende verschillen ten opzichte van de 

commerciële winstbepaling. 


Vakomschrijvingen


Overzicht contactgegevens 

wetenschappelijk personeel 

Ali, mr. N.T., 

capgroep Publiekrecht, sectie Internationaal publiekrecht, 

kmr L6-070 tel. (010) 408 9122 / 408 1573 e-mail: ali@law.eur.nl 

Ambrus, mw.mr.dr. M., 

capgroep Publiekrecht, sectie Staats- en bestuursrecht, 

kmr L6-077 tel. (010) 408 2206 / 408 1573 e-mail: ambrus@law.eur.nl 

Amtenbrink, prof.dr. F., 

capgroep Publiekrecht, sectie Europees recht, 

kmr L6-081 tel. (010) 408 8690 / 408 1573 e-mail: amtenbrink@law.eur.nl 

Arcuri, mw.dr. A., 

sectie Internationaal publiekrecht, sectie Algemene- en rechtseconomie 

kmr L6-068 tel. (010) 408 1537 / 408 1573 e-mail: arcuri@law.eur.nl 

Ardenne-Dick, mw.mr. M.M.R. van, 

capgroep Privaatrecht, sectie Verzekeringsrecht, 

kmr L7-009 tel. (010) 408 1552 / 408 1556 e-mail: vanardenne@law.eur.nl 

Arendonk, prof.mr.drs. H.P.A.M. van, 

capgroep Fiscaal recht, sectie Belastingrecht, 

kmr L4-025 tel. (010) 408 1646 e-mail: vanarendonk@law.eur.nl 

Arends, mr. A.J.M., 


kmr L4-014 tel. (010) 408 2678 / 408 8813 e-mail: x.arends@law.eur.nl 

Arnoldussen, mr. T., 

capgroep Algemene rechtswetenschappen, sectie Rechtspsychologie en rechtssociologie, 

kmr L6-109 tel. (010) 408 2683 / 408 1580 e-mail: arnoldussen@law.eur.nl 

Arons, mr. T.M.C., 

capgroep Privaatrecht, sectie Handels- en ondernemingsrecht, 

kmr L7-103 tel. (010) 408 2645 / 408 1610 e-mail: arons@law.eur.nl 

Assink, prof.mr. B.F., 


kmr L7-045 tel. (010) 408 2674 / 408 1610 e-mail: assink@law.eur.nl 

Bakhuis, mr. G.A.H., 

capgroep Publiekrecht, sectie Staats- en Bestuursrecht, 

kmr L6-032 tel. (010) 408 1079 / 408 2540 e-mail: bakhuis@law.eur.nl 

Balkenende, prof.mr. J-P., 


kmr L6-047 tel. (010) 408 1334 e-mail: balkenende@law.eur.nl 


Adreslijst

Beckers, drs. J.J.H., 

capgroep Publiekrecht, sectie Criminologie, 

kmr L6-006 tel. (010) 408 2179 / 408 1505 e-mail: beckers@law.eur.nl 

Been, dr. W.H.J. de, 

capgroep Algemene rechtswetenschappen, sectie Rechtstheorie, 

kmr L6-113 tel. (010) 408 8809 / 408 1580 e-mail: debeen@law.eur.nl 

Beijerse, mw.dr. J. uit, 

capgroep Publiekrecht, sectie Strafrecht, 

kmr L6-007 tel. (010) 408 1553 / 408 1547 e-mail: uitbeijerse@law.eur.nl 

Beljaars, mr. B.F., 


kmr L6-119 tel. (010) 408 1586 / 408 1580 e-mail: beljaars@law.eur.nl 

Berg, prof.mr. A.J. van den, 

capgroep Privaatrecht, sectie Burgerlijk recht, 

kmr L7-067 tel. (010) 408 2797 / 408 2661 e-mail: pri@law.eur.nl 

Bergh, prof.dr. R.J. van den, 

capgroep Algemene rechtswetenschappen, sectie Algemene- en rechtseconomie, 

kmr L5-121 tel. (010) 408 1616 / 408 1617 e-mail: r.vandenbergh@law.eur.nl 

Blad, mr. dr. J.R., 


kmr L6-010 tel. (010) 408 2263 / 408 1547 e-mail: blad@law.eur.nl 

Bleichrodt, prof.mr. F.W., 


kmr L6-033 tel. (010) 408 8804 / 408 1547 e-mail: f.bleichrodt@law.eur.nl 

Blomberg, prof.mr. A.B., 


kmr L6-047 tel. (010) 408 2420 / 408 2540 e-mail: blomberg@law.eur.nl 

Bochove, mw. mr. L. van, 

capgroep Privaatrecht, sectie IPR en rechtsvergelijking, 

kmr. L7-051, tel. (010) 408 2438 / 408 1642 e-mail: vanbochove@law.eur.nl 

Bóné, mw.dr. E.K.E. von, 

capgroep Algemene rechtswetenschappen, sectie Rechtsgeschiedenis, 

kmr L5-085 tel. (010) 408 2192 / 408 2194 e-mail: vonbone@law.eur.nl 

Bont, prof.mr. G.J.M.E. de, 


kmr L4-006 tel. (010) 408 1368 e-mail: g.debont@law.eur.nl 

Boom, prof.mr. W.H. van, 


kmr L7-073 tel. (010) 408 2603 / 408 2661 / 2797 e-mail: vanboom@law.eur.nl 


Bos RA, prof.dr. A. de, 

capgroep Fiscaal recht, sectie Bedrijfseconomie, 

kmr L4-026 tel. (010) 408 1614 e-mail: debos@law.eur.nl 

Braakman, drs. T., 


tel. (010) 408 8813 e-mail: fis@law.eur.nl 

Breedeveld, drs. H., 


kmr L4-045 tel. (010) 408 2739 e-mail: breedeveld@law.eur.nl 

Buijs, mr. W.F.M., 


kmr L6-100 tel. (010) 408 1592 / 408 1580 e-mail: buijs@law.eur.nl 

Buijsen, prof.mr.dr. M.A.J.M., 

capgroep Privaatrecht, sectie Recht en gezondheidszorg, 

kmr J8-25 tel. (010) 408 8549 / 408 1610 e-mail: buijsen@law.eur.nl 

Bunt, prof.mr.dr. H.G. van de, 


kmr L7-025 tel. (010) 408 8802 / 408 1505 e-mail: vandebunt@law.eur.nl 

Burg, prof.dr. W. van der, 


kmr L6-094 tel. (010) 408 2912 / 408 1580 e-mail: vanderburg@law.eur.nl 

Buskens, prof.dr.ir. V.W., 


kmr L7-064 tel. (010) 408 2633 / 408 2797 / 2661 e-mail: buskens@law.eur.nl 

Camesasca, mr. P.D.N., 


kmr L5-094 tel. (010) 408 1617 e-mail: camesasca@law.eur.nl 

Caminada, prof.dr. C.L.J., 



Captein, W.J.M., 


kmr L6-001 tel (010) 408 1906 / 408 1505 e-mail: captein@law.eur.nl 

Cohen Jehoram, prof.mr. T., 


kmr. L7-067, tel. (010) 408 1610 e-mail: cohenjehoram@law.eur.nl 

Dam-Lely, mw.mr. J.H. van, 


kmr L7-097 tel. (010) 408 1640 / 408 2797 / 2661 e-mail: vandam@law.eur.nl 


Adreslijst

Damsma, drs. B.W.A.M., 

capgroep Fiscaal recht, sectie Belastingrecht 

kmr L4-014 tel. (010) 408 2678 / 408 8813 e-mail: damsma@law.eur.nl 

De Ly, prof.dr. F.J.M., 

capgroep Privaatrecht,sectie IPR en rechtsvergelijking, 

kmr L7-036 tel. (010) 408 2652 / 408 1642 e-mail: dely@law.eur.nl 

Denters, H.M.G., 

capgroep Pubiekrecht, sectie Internationaal publiekrecht, 

kmr L6-068 tel. (010) 408 1537 / 408 1573 e-mail: denters@law.eur.nl 

Diekman RA, prof.dr. P.A.M., 


kmr L4-030 tel. (010) 408 1873 e-mail: diekman@law.eur.nl 

Dijk-Barkmeijer, mw.mr. A.R.G. van, 


kmr L6-039 tel. (010) 408 1577 / 408 2540 e-mail: a.vandijk@law.eur.nl 

Dijkshoorn, mr. W., 


kmr. L7-074, tel. (010) 408 1688 / 408 2661 / 2797 e-mail: dijkshoorn@law.eur.nl 

Doelder, prof.mr. H. de, 


kmr L6-019 tel. (010) 408 1542 / 408 1547 e-mail: dedoelder@law.eur.nl 

Doelder, mr. R.J. de, 


kmr L4-047 tel. (010) 408 2993 e-mail: r.dedoelder@law.eur.nl 

Dorn, dr. N., 


kmr L7-002 tel. (010) 408 1505 e-mail: dorn@law.eur.nl 

Duijnstee-van Imhoff, mw.mr. Z.H., 


kmr L7-105 tel. (010) 408 2687 / 408 2797 / 2661 e-mail: duijnstee@law.eur.nl 

Duin, mr.drs. C.P.S. van, 


kmr L6-058 tel. (010) 408 8729 / 408 1573 e-mail: vanduin@law.eur.nl 

Efthymiou, dr. N.S., 


kmr L6-036 tel. (010) 408 2662 / 408 2540 e-mail: efthymiou@law.eur.nl 

Erp, mw.dr. J.G. van, 


kmr L7-017 tel. (010) 408 1755 / 408 1505 e-mail: vanerp@law.eur.nl 


Even, mr. J.H., 

capgroep Privaatrecht, sectie Arbeidsrecht, 

kmr L7-041 tel. (010) 408 1610 e-mail: even@law.eur.nl 

Evers, LLM, M., 


kmr L4-021 tel. (010) 408 8817 / 408 8813 e-mail: evers@law.eur.nl 

Faure, prof.dr. M.G., 


kmr L5-090 tel. (010) 408 2180 / 408 1617 e-mail: faure@law.eur.nl 

Feteris, prof.dr. M.W.C., 


kmr L4-006 tel. (010) 408 1368 e-mail: fis@law.eur.nl 

Fibbe, mr.dr. G.K., 


kmr L4-015 tel. (010) 408 2686 / 408 8813 e-mail: fibbe@law.eur.nl 

Fischer, mw.dr. T.F.C., 


kmr L7-010 tel. (010) 408 1531 / 408 1505 e-mail: fischer@law.eur.nl 

Foqué, prof.dr. R.M.G.E., 


kmr L5-094 tel. (010) 408 1580 e-mail: foque@law.eur.nl 

Gaakeer, mw.prof.dr. A.M.P., 


kmr L6-121 tel. (010) 408 2682 / 408 1580 e-mail: gaakeer@law.eur.nl 

Galenkamp, mw.dr. E.M., 


kmr L6-107 tel. (010) 408 2649 / 408 1580 e-mail: galenkamp@law.eur.nl 

Galle, mw.mr. J.G.C.M., 


kmr L4-032 tel. (010) 408 2827 e-mail: galle@law.eur.nl 

Garcia Porras, mw. C.I., 


kmr L7-077 tel. (010) 408 1632 / 408 2797 / 2661 e-mail: garcia@law.eur.nl 

Geense, mr. S., 


kmr L7-046 tel. (010) 408 2651 / 408 1642 e-mail: geense@law.eur.nl 

Giard, dr. R.W.M., 


kmr L7-067 tel. (010) 408 2797 / 2661 e-mail: giard@law.eur.nl 


Adreslijst

Goudappel, mw.dr. F.A.N.J., 


kmr L6-054 tel. (010) 408 1627 / 408 1573 e-mail: goudappel@law.eur.nl 

Graaf, dr. A.C.G.A.C. de, 


kmr L4-015 tel. (010) 408 2686 / 408 8813 e-mail: degraaf@law.eur.nl 

Grapperhaus, mw.mr. J.J.M., 


kmr L7-105 tel. (010) 408 9137 / 408 2797 / 2661 e-mail: grapperhaus@law.eur.nl 

Gubby, mw.drs. H.M. Barrister, 


kmr L5-089 tel. (010) 408 2511 / 408 2194 e-mail: gubby@law.eur.nl 

Gyongyi, mw. P.M., 


kmr L6-101 tel. (010)408 1570 / 408 1580 e-mail: gyongyi@law.eur.nl 

Haak, prof.mr. K.F., 


kmr L7-055 tel. (010) 408 1637 / 408 1610 e-mail: haak@law.eur.nl 

Haan, mr. J. de, 


kmr L4-014 tel. (010) 408 2678 / 408 8813 e-mail: dehaan@law.eur.nl 

Haas, mw.mr. P. de, 


kmr L4-014 tel. (010) 408 1647 / 408 8813 e-mail: dehaas@law.eur.nl 

Handke, mw. S., 


kmr L6-091 tel. (010) 408 1565 / 408 1573 e-mail: handke@law.eur.nl 

Harder, mw.dr. W.H. den, 

Faculteitsbureau, Docentenpool, 

kmr L6-040 tel. (010) 408 1621 / 408 1547 e-mail: denharder@law.eur.nl 

Hartmann, prof.mr.dr. A.R., 


kmr L6-017 tel. (010) 408 1541 / 408 1547 e-mail: a.hartmann@law.eur.nl 

Heine, prof.dr. K., 


kmr L5-117 tel. (010) 408 2691 / 408 1617 e-mail: heine@law.eur.nl 

Hemels, prof.dr. S.J.C., 


kmr L4-023 tel. (010) 408 2648 / 408 8813 e-mail: hemels@law.eur.nl 


Henrard, mw.prof.dr. K.A.M. LLM, 


kmr L6-042 tel. (010) 408 1806 / 408 2540 e-mail: henrard@law.eur.nl 

Hey, mw.prof.dr. E., 


kmr L6-087 tel. (010) 408 2677 / 408 1573 e-mail: hey@law.eur.nl 

Hijink, prof.mr. J.B.S., 


kmr L7-068 tel. (010) 408 2651 / 408 1610 e-mail: hijink@law.eur.nl 

Hildebrandt, mw.mr.dr. M., 


kmr L6-092 tel. (010) 408 2583 / 408 1580 e-mail: hildebrandt@law.eur.nl 

Hoek, mw.mr. H.T. van den, 


kmr L6-055 tel. (010) 408 1566 / 408 2540 e-mail: vandenhoek@law.eur.nl 

Hoeks, mw.mr.dr. M.A.I.H., 


kmr L7-042 tel. (010) 408 2688 / 408 1642 e-mail: hoeks@law.eur.nl 

Holvast, mw.mr.drs. N.L., 


kmr L6-006 tel. (010) 408 1517 / 408 1505 e-mail: holvast@law.eur.nl 

Hoogh, mr. A.N.L. de, 


kmr L7-101 tel. (010) 408 8602 / 408 2797 e-mail: dehoogh@law.eur.nl 

Houweling, prof.mr.dr. A.R., 


kmr L7-037 tel. (010) 408 1548 / 408 1610 e-mail: r.houweling@law.eur.nl 

Huiskers-Stoop, mw.mr. E., 


kmr L4-037 tel. (010) 408 2757 e-mail: huiskers@law.eur.nl 

Huisman, mw.drs. K., 

capgroep Publiekrecht, sectie Criminologie 

kmr L7-006 tel. (010) 408 1519 / 408 1505 e-mail: k.huisman@law.eur.nl 

Huisman, prof.mr. P.W.A., 


kmr L6-047 tel. (010) 408 2420 / 408 2540 e-mail: p.huisman@law.eur.nl 

Huls, prof.mr. N.J.H., 


kmr L7-090 tel. (010) 408 2181 / 408 1580 e-mail: huls@law.eur.nl 


Adreslijst

Hulst, mr.dr. J.W. van der, 


kmr L6-018 tel. (010) 408 1551 / 408 1547 e-mail: vanderhulst@law.eur.nl 

Jagtenberg, dr. R.W., 


kmr L7-062 tel. (010) 408 2183 / 408 1642 e-mail: jagtenberg@law.eur.nl 

Jansen, prof.dr. J.J.M., 


kmr L4-013 tel. (010) 408 1633 e-mail: jansen@law.eur.nl 

Janssen, mr. S.R.M., 



Jaremba, mw. U., 


kmr L6-060 tel. (010) 408 8642 / 408 1573 e-mail: jaremba@law.eur.nl 

Jonckheere, prof.dr. M.J.M. de, 

capgroep Fiscaal recht, ESBL, 

kmr L4-005 tel. (010) 408 2675 / 408 8813 e-mail: fis@law.eur.nl 

Keizer, drs. G.J. de, 



Kersten, mr. A.J.J.P.B.M., 


kmr L4-051 tel. (010) 408 2402 e-mail: a.kersten@law.eur.nl 

Klaassen, mw.mr. A.G.H., 


kmr L7-059 tel. (010) 408 1529 / 408 1610 e-mail: klaassen@law.eur.nl 

Kleve, mr.dr. P., 

capgroep Algemene rechtswetenschappen, sectie Informatica en recht, 

kmr L5-082 tel. (010) 408 2188 / 408 2194 e-mail: kleve@law.eur.nl 

Kloosterhuis, mr.dr. H.T.M., 


kmr L6-115 tel. (010) 408 2690 / 408 1580 e-mail: kloosterhuis@law.eur.nl 

Kogelenberg, mr.drs. M. van, 


kmr L7-089 tel. (010) 408 1631 / 2797 / 2661 e-mail: vankogelenberg@law.eur.nl 

Kogels, prof.dr. H.A., 


kmr L4-006 tel. (010) 408 1368 e-mail: fis@law.eur.nl 


Kok, mr.dr. Q.W.J.C.H., 


kmr L4-009 tel. (010) 408 2665 / 408 8813 e-mail: kok@law.eur.nl 

Kool RA, mr.drs. J., 


kmr L4-026 tel. (010) 408 1614 e-mail: j.kool@rn.rabobank.nl 

Kort, dr. J.W.J. de, 


kmr L4-047 tel. (010) 408 2993 e-mail: dekort@law.eur.nl 

Korthals Altes-Biemans, mw.mr. D.Y.M., 


kmr L7-070 tel. (010) 408 1608 / 408 1642 e-mail: biemans@law.eur.nl 

Kortleven, mr. W.J., 


kmr L6-084 tel. (010) 408 2707 / 408 1580 e-mail: kortleven@law.eur.nl 

Koster, mr. H., 

capgroep privaatrecht, sectie Handels- en ondernemingsrecht, 

kmr L7-068 tel. (010) 408 2651 / 408 1610 e-mail: h.koster@law.eur.nl 

Kottenhagen, mr. R.J.P., 

capgroep Privaatrecht, sectie Recht en gezondheidszorg, 

kmr J8-23 tel. (010) 408 8859 / 408 2661 e-mail: kottenhagen@law.eur.nl 

Kramer, mw.prof.mr.dr. X.E., 


kmr L7-054 tel. (010) 408 1628 / 408 1610 e-mail: kramer@law.eur.nl 

Kroeze, prof.mr. M.J., 


kmr L5-018 tel. (010) 408 1595 e-mail: kroeze@law.eur.nl 

Kruisinga, drs. H.J., 



Kruit, mr. P., 


kmr L7-041 tel. (010) 408 2659 / 408 1610 e-mail: kruit@law.eur.nl 

Kruyt, mr. R.L., 


kmr L6-053 tel. (010) 408 2089 / 408 2540 e-mail: kruyt@law.eur.nl 

Kuijvenhoven, mw.drs. T.D., 


kmr L7-012 tel. (010) 408 2352 / 408 1505 e-mail: kuijvenhoven@law.eur.nl 


Adreslijst

Lange, prof.mr. R. de, 


kmr L6-041 tel. (010) 408 2676 / 408 2540 e-mail: r.delange@law.eur.nl 

Langedijk, mw.mr. L.J.M., 


kmr L7-043 tel. (010) 408 2653 / 408 1610 e-mail: langedijk@law.eur.nl 

Leeuw, drs. T.A.J. de, 


kmr L7-020 tel. (010) 408 1711 / 408 1505 e-mail: deleeuw@law.eur.nl 

Li, mw.dr. Y., 


kmr L6-091 tel. (010) 408 1650 / 408 1573 e-mail: y.li@law.eur.nl 

Lindenbergh, prof.mr. S.D., 


kmr L7-109 tel. (010) 408 2360 / 408 2661 / 2797 e-mail: lindenbergh@law.eur.nl 

Lokin, mr. E.C.H.J., 


kmr L7-035 tel. (010) 408 1635 / 408 1610 e-mail: lokin@law.eur.nl 

Loonstra, prof.mr. C.J., 


kmr L7-041 tel. (010) 408 2659 / 408 1610 e-mail: loonstra@law.eur.nl 

Lückerath-Rovers, mw.prof.dr. M., 


kmr L4-037 tel. (010) 408 27 57 e-mail: luckerath@law.eur.nl 

Mak, mw.dr. E., 


kmr L6-101 tel. (010) 408 1871 / 408 1580 e-mail: mak@law.eur.nl 

Makinwa, mw.mr. A.O., 


kmr L7-091 tel. (010) 408 1679 / 408 1642 e-mail: makinwa@law.eur.nl 

Makkinga, mr. F.J.H.L., 


kmr L4-005 tel. (010) 408 2675 / 408 8813 e-mail: makkinga@law.eur.nl 

Marle, prof.dr. H. van, 


kmr L6-026 tel. (010) 408 1638 / 408 1547 e-mail: vanmarle@law.eur.nl 

Mein, mr. A.G., 


kmr L6-011 tel. (010) 408 1872 / 408 1505 e-mail: mein@law.eur.nl 


Mevis, prof.mr. P.A.M., 


kmr L6-025 tel. (010) 408 2671 / 408 1547 e-mail: mevis@law.eur.nl 

Mierlo, prof.mr. A.I.M. van, 


kmr L7-064 tel. (010) 408 1585 / 408 2797 / 2661 e-mail: pri@law.eur.nl 

Mobach, drs. O.L., 



Momirov, mr. A., 


kmr L6-070 tel. (010) 408 2669 / 408 1573 e-mail: momirov@law.eur.nl 

Monsma, mw.mr. A.P., 


kmr L4-012 tel. (010) 408 2355 / 408 8813 e-mail: a.monsma@law.eur.nl 

Müller, dr. T., 


kmr L7-014 tel. (010) 408 1668 / 408 1505 e-mail: muller@law.eur.nl 

Naudé-Fourie, mw. A., 


kmr L6-064 tel. (010) 408 2265 / 408 1573 e-mail: naudefourie@law.eur.nl 

Nijkeuter, mr.dr. E., 


kmr L4-009 tel. (010) 408 2665 / 408 8813 e-mail: nijkeuter@law.eur.nl 

Noortwijk, mr. C. van, 

capgroep Algemene rechtswetenschappen, sectie Informatica en recht, 

kmr L5-078 tel. (010) 408 2185 / 408 2194 e-mail: vannoortwijk@law.eur.nl 

Nuytinck, prof.mr. A.J.M., 


kmr L7-064 tel. (010) 408 1641 / 408 2797 / 2661 e-mail: nuytinck@law.eur.nl 

Oded, mr. S., 

capgroep Alegemene rechtswetenschappen, sectie Algemene- en rechtseconomie, 

kmr L5-070 tel. (010) 408 2754 / 408 1617 e-mail: oded@law.eur.nl 

Oenema, mw.mr. M.E., 


kmr L4-007 tel. (010) 408 2758 / 408 8813 e-mail: oenema@law.eur.nl 

Ooyen-Houben, mw.dr. M.J. van, 


kmr L6-011 tel. (010) 408 1872 / 408 1505 e-mail: vanooyen@law.eur.nl 


Adreslijst

Overkleeft-Verburg, mw.prof.mr. G., 


kmr L5-086 tel. (010) 408 1564 / 408 2540 e-mail: overkleeft@law.eur.nl 

Pacces, A., 


kmr L5-119 tel. (010) 408 1613 / 408 1617 e-mail: pacces@law.eur.nl 

Pape, mw.mr. S.B., 


kmr L7-075 tel. (010) 408 2654 / 408 2797 / 2661 e-mail: pape@law.eur.nl 

Pennarts, mr. H.F.Th., 


kmr L6-039 tel. (010) 408 2667 / 408 2540 e-mail: pennarts@ext.eur.nl 

Pieterman, dr. R., 


kmr L6-105 tel. (010) 408 1620 / 408 1580 e-mail: pieterman@law.eur.nl 

Pijls, mr.drs. A.C.W., 


kmr. L7-060, tel. (010) 408 1558 / 408 1642 e-mail: pijls@law.eur.nl 

Piret, dr. J.V.A.G., 


kmr L6-088 tel. (010) 408 1584 / 408 1580 e-mail: piret@law.eur.nl 

Ramak-Rekwest, mw.mr. G.D., 

capgroep Fiscaal recht, sectie Belastingrecht 


Rassin, dr. E.C.G., 


kmr L6-084 tel. (010) 408 8709 / 408 1580 e-mail: rassin@law.eur.nl 

Ratsiborinskaya, mw. LLM, D.N., 

capgroep Publiekrecht, sectoe Europees recht, 

kmr L6-075 tel. (010) 408 2941 / 408 1573 e-mail: ratsiborinskaya@law.eur.nl 

Raulus, mw.dr. H.S., 


kmr L6-062 tel. (010) 408 2505 / 408 1573 e-mail: raulus@law.eur.nl 

Reemst MSc, L. van, 


kmr L6-011 tel. (010) 408 1872 / 408 1505 e-mail: vanreemst@law.eur.nl 

Rey, mr.drs. L. van, 




Roelen, mr. A.W.M., 



Rogier, prof.mr. L.J.J., 


kmr L6-051 tel. (010) 408 2720 / 408 2540 e-mail: l.rogier@law.eur.nl 

Roks, drs. R.A., 


kmr L6-002 tel. (010) 408 2179 / 408 1505 e-mail: roks@law.eur.nl 

Roo, mw.dr. A.J. de, 


kmr L6-117 tel. (010) 408 2274 / 408 1580 e-mail: deroo@law.eur.nl 

Ros, mr. E.W., 


kmr L4-021 tel. (010) 408 8817 / 408 8813 e-mail: e.ros@law.eur.nl 

Rosa, Mr. P. da, 


kmr L6-046 tel. (010) 408 2228 / 408 1573 e-mail: darosa@law.eur.nl 

Rossum, mr.dr. W.M. van, 


kmr L6-084 tel. (010) 408 2707 / 408 1580 e-mail: vanrossum@law.eur.nl 

Santen, mr.dr. B.P.A., 


kmr L4-038 tel. (010) 408 2448 e-mail: santen@law.eur.nl 

Sarghandoy, mr. K., 


kmr L6-078 tel. (010) 408 2182 / 408 1580 e-mail: sarghandoy@law.eur.nl 

Schaap, mw.mr. M., 


kmr L6-091 tel. (010) 408 2202 / 408 1573 e-mail: m.schaap@law.eur.nl 

Schep, mr. A.W., 

capgroep Fiscaal recht, ESBL, 

kmr L4-012 tel. (010) 408 1543 / 408 8813 e-mail: schep@law.eur.nl 

Schijndel, mw.MSc M.A. van, 


kmr L6-006 tel. (010) 408 1517 / 408 1505 e-mail: vanschijndel@law.eur.nl 

Schreuders, drs. W., 


kmr L5-103 tel. (010) 408 1606 / 408 1617 e-mail: schreuders@law.eur.nl 


Adreslijst

Siekmann, prof.dr. R.C.R., 


kmr L6-069 tel. (010) 408 2655 / 408 1573 e-mail: siekmann@law.eur.nl 

Smeele, prof.mr. F.G.M., 


kmr L7-040 tel. (010) 408 8727 / 408 1642 e-mail: smeele@law.eur.nl 

Smeenk, mw. M.H., 

onderzoekschool Maatschappelijke veiligheid, 

kmr L6-011 tel. (010) 408 2106 / 408 1547 e-mail: smeenk@law.eur.nl 

Snoeij, mr. R., 


kmr L4-009 tel. (010) 408 2665 e-mail: snoeij@law.eur.nl 

Sonderen, prof.dr. J.C.M. van, 


kmr L4-006 tel. (010) 408 1368 e-mail: vansonderen@law.eur.nl 

Soppe, dr. A.B.M., 


kmr L4-039 tel. (010) 408 1349 e-mail: soppe@law.eur.nl 

Spierenburg, prof.dr. P., 


kmr L4-073 tel. (010) 408 2492 / 408 1505 e-mail: spierenburg@law.eur.nl 

Staring, prof.dr. R., 


kmr L7-015 tel. (010) 408 8807 / 408 1505 e-mail: staring@law.eur.nl 

Stevens, prof.dr. A.J.A., 


kmr L4-006 tel. (010) 408 1368 e-mail: t.stevens@law.eur.nl 

Stoter, mw. prof.mr.drs. W.S.R., 


kmr L6-057 tel. (010) 408 2404 / 408 2540 e-mail: stoter@law.eur.nl 

Struijk, mw.mr. S., 


kmr L6-009 tel. (010) 408 2668 / 408 1547 e-mail: struijk@law.eur.nl 

Swaaningen, prof.dr. R. van, 


kmr L7-022 tel. (010) 408 1538 / 408 1505 e-mail: vanswaaningen@law.eur.nl 

Taekema, mw.prof.mr.dr. H.S., 


kmr L6-121 tel. (010) 408 2580 / 408 1580 e-mail: taekema@law.eur.nl 


Temperman, mr.dr.drs. J.D., 


kmr L6-083 tel. (010) 408 1618 / 408 1573 e-mail: temperman@law.eur.nl 

Terpstra, mr. G.T., 


kmr L6-082 tel. (010) 408 2695 / 408 1580 e-mail: terpstra@law.eur.nl 

Theissen, mr. R.J., 


kmr L7-045 tel. (010) 408 1084 / 408 1610 e-mail: theissen@law.eur.nl 

Tiggele-van der Velde, mw.prof.mr. N., 


kmr L7-009 tel. (010) 408 1552 / 408 1556 e-mail: vantiggele@law.eur.nl 

Timmerman, prof. mr. L., 


kmr. L7-045, tel. (010) 408 1642 / 408 1610 e-mail: timmerman@law.eur.nl 

Tuil, mr. M.L., 


kmr L7-087 tel. (010) 408 1639 / 408 2797 / 2661 e-mail: tuil@law.eur.nl 

Vandenberghe, mw.dr. A.M.I.B., 


kmr L5-107 tel. (010) 408 8683 / 408 1617 e-mail: vandenberghe@law.eur.nl 

Verbaan, mr. J., 


kmr L6-020 tel. (010) 408 1535 / 408 1547 e-mail: verbaan@law.eur.nl 

Verbeek, mr. R.J, 


kmr L6-020 tel. (010) 408 1535 / 408 1547 e-mail: verbeek@law.eur.nl 

Verbrugh, mr. M.A., 


kmr L7-083 tel. (010) 408 1664 / 408 1610 e-mail: verbrugh@law.eur.nl 

Verhoeven, dr. W.J., 


kmr L7-021 tel. (010) 408 1623 / 408 1505 e-mail: verhoeven@law.eur.nl 

Verstijnen, mr. W., 



Visscher, mr.dr. L.T., 


kmr L5-111 tel. (010) 408 1833 / 408 1617 e-mail: visscher@law.eur.nl 


Adreslijst

Vletter-van Dort, mw.prof.mr. H.M., 


kmr L7-045 tel. (010) 408 1084 / 408 1610 e-mail: vletter@law.eur.nl 

Voet, mw.mr.dr. G.W. van der, 


kmr L7-037 tel. (010) 408 8808 / 408 1610 e-mail: vandervoet@law.eur.nl 

Volker, mw.mr. B.W.A., 


kmr L6-019 tel. (010) 408 1542 / 408 1547 e-mail: volker@law.eur.nl 

Vos, mw.mr. H.Th., 


kmr L7-069 tel. (010) 408 2660 / 408 2661 / 2797 e-mail: h.vos@law.eur.nl 

Vossenberg, mr. P.E.C., 



Wal, mr. J. van der, 



Wallinga, dr.mr. T., 


kmr L5-107 tel. (010) 408 2191 / 408 2194 e-mail: wallinga@law.eur.nl 

Wansink, prof.mr. J.H., 


kmr L7-013 tel. (010) 408 1554 / 408 1556 e-mail: wansink@law.eur.nl 

Weber, mw. F., 


kmr L6-074 tel. (010) 408 2754 / 408 1617 e-mail: f.weber@law.eur.nl 

Wei, mw. X., 


kmr L6-064 tel. (010) 408 2265 / 408 1573 e-mail: wei@law.eur.nl 

Welle, mw.mr. G. ter, 


kmr L7-034 tel. (010) 408 1530 e-mail: terwelle@law.eur.nl 

Wendt, mw. I.E.L.E. LL.M., 


kmr L6-073 tel. (010) 408 8848 / 408 1573 e-mail: i.wendt@law.eur.nl 

Westmeijer, drs. E.R., 


kmr L6-006 tel. (010) 408 1517 / 408 1505 e-mail: westmeijer@law.eur.nl 


Westrik, mr. R., 


kmr L7-074 tel. (010) 408 2615 / 408 2797 / 2661 e-mail: westrik@law.eur.nl 

Wilde, mr. M.F., 


kmr L4-017 tel. (010) 408 2750 / 408 8813 e-mail: dewilde@law.eur.nl 

Wingerde, mw.drs. K. van, 


kmr L6-005 tel. (010) 408 1645 / 408 1505 e-mail: vanwingerde@law.eur.nl 

Winkel, prof.mr. L.C., 


kmr L5-074 tel. (010) 408 2190 / 408 2194 e-mail: winkel@law.eur.nl 

Wit, mw.mr. J.C., 


kmr L6-032 tel. (010) 408 1574 / 408 2540 e-mail: j.dewit@law.eur.nl 

Wolf, mr. M. van der, 


kmr L6-026 tel. (010) 408 1638 / 408 1547 e-mail: vanderwolf@law.eur.nl 

Woude, prof.mr. M.H. van der, 


kmr L6-069 tel. (010) 408 2655 / 408 1573 e-mail: vanderwoude@law.eur.nl 

Wu, mr. H.Y., 


kmr L4-041 tel. (010) 408 1568 e-mail: wu@law.eur.nl 

Wulp, mr. M. van der, 


kmr L6-013 tel. (010) 408 1544 / 408 1547 e-mail: vanderwulp@law.eur.nl 

Zijl, mr.drs. N.J.M. van, 


kmr L4-045 tel. (010) 408 2350 e-mail: vanzijl@law.eur.nl 

Zwaan, prof.mr. J.W. de, 


kmr L6-069 tel. (010) 408 2655 / 408 1573 e-mail: dezwaan@law.eur.nl 

Zwirs, mw.dr. B.W.C., 


kmr L7-021 tel. (010) 408 2106 / 408 1505 e-mail: zwirs@law.eur.nl 

Zwitser, mr.drs. R., 


kmr L7-053 tel. (010) 408 2434 / 408 1642 e-mail: zwitser@law.eur.nl 


Adreslijst


Notities 

Deel II 237

Notities 

238 ESL – Studiegids 2011/2012

Deel 2 - Erasmus School of Law

Create successful ePaper yourself

Delete template?

Save as template?