Zware buien met hagel en onweer op 22 juni 2008 Het effect ... - Nvbm
Zware buien met hagel en onweer op 22 juni 2008 Het effect ... - Nvbm
Zware buien met hagel en onweer op 22 juni 2008 Het effect ... - Nvbm
You also want an ePaper? Increase the reach of your titles
YUMPU automatically turns print PDFs into web optimized ePapers that Google loves.
METEOROLOGICA<br />
<strong>Het</strong> <strong>effect</strong> van de Veluwe <strong>op</strong> de neerslagverdeling<br />
Hogere maximumtemperatur<strong>en</strong> in Nederland?<br />
JAARGANG 17 - NR. 3 - SEPTEMBER <strong>2008</strong><br />
<strong>Zware</strong> <strong>bui<strong>en</strong></strong> <strong>met</strong> <strong>hagel</strong> <strong>en</strong> <strong>onweer</strong> <strong>op</strong> <strong>22</strong> <strong>juni</strong> <strong>2008</strong><br />
UITGAVE VAN DE NEDERLANDSE VERENIGING VAN BEROEPSMETEOROLOGEN<br />
Meteorologica-sept-<strong>2008</strong>-def.indd 1 23-9-<strong>2008</strong> 20:59:20
GROEN LICHT VOOR PLANT & BODEM<br />
CIRAS-2<br />
WETENSCHAPPELIJKE INSTRUMENTEN<br />
VOOR FOTOSYNTHESEMETINGEN<br />
Nieuw bij Wittich & Visser: de wet<strong>en</strong>schappelijke instrum<strong>en</strong>t<strong>en</strong><br />
van PP systems. Deze instrum<strong>en</strong>t<strong>en</strong> voor plant- <strong>en</strong> bodemfysi-<br />
ologisch onderzoek word<strong>en</strong> wereldwijd gebruikt in landbouw- landbouw- landbouwlandbouwkundig onderzoek.<br />
<strong>Het</strong> paradepaardje is de CIRAS-2: de standaard voor fotosynthese<strong>en</strong><strong>en</strong><br />
gasuitwisselingsstudies. De CIRAS-2 CIRAS-2 is e<strong>en</strong> echte differ<strong>en</strong>tiële<br />
gasanalysator <strong>met</strong> 4 IRGA’s geschikt voor <strong>op</strong><strong>en</strong> <strong>en</strong> geslot<strong>en</strong> system<strong>en</strong>.<br />
De CIRAS-2 heeft e<strong>en</strong> groot CO<br />
- <strong>en</strong> temperatuurbereik<br />
2<br />
(0..10.000 ppm <strong>en</strong> -8..+40°C t.o.v. omgeving). Daarmee is de<br />
CIRAS-2 ideaal voor studies in kass<strong>en</strong> of naar de invloed van het<br />
broeikas<strong>effect</strong> <strong>op</strong> plant <strong>en</strong> bodem.<br />
Kijk <strong>op</strong> www.wittich.nl voor uitgebreide informatie!<br />
ing<strong>en</strong>ieursbureau wittich & visser<br />
wet<strong>en</strong>schappelijke <strong>en</strong> <strong>met</strong>eorologische instr um<strong>en</strong>t<strong>en</strong><br />
tel 070 3070706 | fax 070 3070938 | info@wittich.nl | www.wittich.nl<br />
Meteorologica-sept-<strong>2008</strong>-def.indd 2 23-9-<strong>2008</strong> 20:59:21
JAARGANG 17 - NR.3 - SEPTEMBER <strong>2008</strong><br />
ARTIKELEN<br />
4 EXTREME MAXIMUMTEMPERATUREN<br />
IN DE TOEKOMST<br />
Andreas Sterl, Geert Jan van Old<strong>en</strong>borgh,<br />
Wilco Hazeleger, H<strong>en</strong>k Dijkstra<br />
7 KAN MEN TWEE KEER IN DEZELFDE<br />
RIVIER STAPPEN?<br />
Nanne Weber<br />
11DE INVLOED VAN HOOGTE EN<br />
LANDGEBRUIK OP HET NEERSLAGMAXI-<br />
MUM OP DE VELUWE<br />
Herbert ter Maat, Eddy Moors, Ronald<br />
Hutjes, Ruud Janss<strong>en</strong> <strong>en</strong> Han Dolman<br />
18 HET EERSTE KLIMAATADVIES IN<br />
NEDERLAND: ONTSTAAN, INHOUD EN<br />
GEVOLGEN (DEEL 1)<br />
Cor Schuurmans <strong>en</strong> Fons Baede<br />
<strong>22</strong> ZWAAR ONWEER EN GROTE<br />
HAGELSTENEN OP <strong>22</strong> JUNI <strong>2008</strong><br />
Jero<strong>en</strong> van Zomer<strong>en</strong><br />
OMSLAG<br />
►Voorzijde<br />
Grote foto. Zonsondergang na e<strong>en</strong><br />
hete, zonnige dag. De to<strong>en</strong>em<strong>en</strong>de<br />
conc<strong>en</strong>tratie van broeikasgass<strong>en</strong>,<br />
vooral CO2 , in de atmosfeer leidt tot<br />
stijg<strong>en</strong>de temperatur<strong>en</strong>. Echter, het<br />
bepal<strong>en</strong> van extrem<strong>en</strong> <strong>en</strong> hun mogelijke<br />
verandering<strong>en</strong> is nogal lastig<br />
omdat ze zo zeldzaam zijn. Andreas<br />
Sterl <strong>en</strong> coauteurs bestuder<strong>en</strong> in hun<br />
artikel het gedrag van T100 : de temperatuur<br />
die gemiddeld e<strong>en</strong>s per 100<br />
jaar <strong>op</strong>treedt. Deze temperatuur lijkt<br />
sneller toe te nem<strong>en</strong> dan de gemiddelde<br />
temperatuur (zie bladzijde 4).<br />
Kleine figuur links. <strong>Het</strong> <strong>effect</strong> van de<br />
t<strong>op</strong>ografie van de Veluwe <strong>op</strong> de neerslag<br />
voor e<strong>en</strong> wintersituatie. Gegev<strong>en</strong><br />
is het verschil in de maandsom van<br />
RUBRIEKEN<br />
Opmerkelijke publicaties 25<br />
Ingezond<strong>en</strong> brief 27<br />
Korte bericht<strong>en</strong> 29<br />
Seizo<strong>en</strong>soverzicht 31<br />
NVBM Mededeling<strong>en</strong> 33<br />
COLUMNS<br />
KWIK I 17<br />
Huug van d<strong>en</strong> Dool<br />
KWIK II 34<br />
H<strong>en</strong>k de Bruin<br />
ADVERTENTIES<br />
Wittich <strong>en</strong> Visser 2<br />
Bakker & Co 12<br />
Ek<strong>op</strong>ower 16<br />
Meteo Consult 27<br />
Telv<strong>en</strong>t Almos 32<br />
CaTeC 36<br />
Colofon 35<br />
de neerslag (in mm) tuss<strong>en</strong> de controle<br />
simulatie (<strong>met</strong> t<strong>op</strong>ografie) <strong>en</strong><br />
de simulatie zonder t<strong>op</strong>ografie. In<br />
het artikel van Herbert ter Maat e.a.<br />
wordt ingegaan <strong>op</strong> de <strong>effect</strong><strong>en</strong> die de<br />
Veluwe, zowel de t<strong>op</strong>ografie als het<br />
landgebruik, heeft <strong>op</strong> de neerslag in<br />
Midd<strong>en</strong>-Nederland (zie bladzijde 11).<br />
Kleine figuur rechts. Op deze foto<br />
van de Aqua satelliet, g<strong>en</strong>om<strong>en</strong> <strong>op</strong> <strong>22</strong><br />
<strong>juni</strong> <strong>2008</strong>, 12.25 UTC is in het oost<strong>en</strong><br />
van Nederland duidelijk het <strong>bui<strong>en</strong></strong>complex<br />
zichtbaar dat <strong>met</strong> veel <strong>hagel</strong><br />
<strong>en</strong> <strong>onweer</strong> gepaard ging. Jero<strong>en</strong> van<br />
Zomer<strong>en</strong> heeft de bijzondere situatie<br />
van die dag nader geanalyseerd (foto:<br />
MODIS Rapid Response Project at<br />
NASA/GSFC; zie bladzijde <strong>22</strong>).<br />
Deze uitgave is mede tot stand gekom<strong>en</strong> dankzij<br />
Meteorologie <strong>en</strong> Luchtkwaliteit<br />
Wag<strong>en</strong>ing<strong>en</strong> Universiteit<br />
7<br />
18<br />
29<br />
VAN DE HOOFDREDACTEUR<br />
KLEUR, dat is het eerste dat <strong>op</strong>valt<br />
als u deze editie van Meteorologica<br />
<strong>op</strong><strong>en</strong>slaat. Steeds meer informatie is<br />
alle<strong>en</strong> in kleur beschikbaar (om van<br />
animaties maar te zwijg<strong>en</strong>) <strong>en</strong> dan<br />
zijn 256 grijstint<strong>en</strong> vaak ontoereik<strong>en</strong>d.<br />
Als experim<strong>en</strong>t <strong>en</strong> als voorproefje<br />
is dit keer dus beslot<strong>en</strong> tot<br />
full colour. H<strong>op</strong>elijk bevalt het <strong>en</strong><br />
kan Meteorologica vanaf maart 2009<br />
continu in kleur word<strong>en</strong> verspreid.<br />
<strong>Het</strong> kost echter wel wat extra, <strong>en</strong> om<br />
dat deels te bekostig<strong>en</strong> zal het abonnem<strong>en</strong>tsgeld,<br />
dat al jar<strong>en</strong> constant is<br />
ondanks de inflatie, vanaf 2009 <strong>met</strong><br />
3,- euro per jaar omhoog gaan. Ge<strong>en</strong><br />
al te groot probleem ho<strong>op</strong> ik.<br />
Wat dit nummer betreft: veel klimaatgerelateerde<br />
onderwerp<strong>en</strong>. Andreas<br />
Sterl laat <strong>met</strong> statistische <strong>met</strong>hod<strong>en</strong>,<br />
die hij toepast <strong>op</strong> de uitvoer van vele<br />
runs van e<strong>en</strong> klimaatmodel, zi<strong>en</strong> dat<br />
de verwachte stijging van extreme<br />
temperatur<strong>en</strong> groter is dan de stijging<br />
van de gemiddelde temperatuur. <strong>Het</strong><br />
klimaat staat natuurlijk ook c<strong>en</strong>traal<br />
in de intreerede van Nanne Weber<br />
als bijzonder hoogleraar Klimaatmodellering<br />
<strong>en</strong> Klimaatanalyse van de<br />
Universiteit Utrecht. In dit nummer<br />
is e<strong>en</strong> verkorte versie <strong>op</strong>g<strong>en</strong>om<strong>en</strong> van<br />
haar oratie. Herbert ter Maat heeft<br />
onderzocht wat de invloed is van de<br />
t<strong>op</strong>ografie <strong>en</strong> het landgebruik van de<br />
Veluwe <strong>op</strong> de hoeveelheid neerslag.<br />
Doordat veel landgebruik verandert<br />
is dat e<strong>en</strong> actuele vraag die hij <strong>en</strong> zijn<br />
collega’s prober<strong>en</strong> te beantwoord<strong>en</strong>.<br />
Hoe het hele huidige klimaatonderzoek<br />
<strong>op</strong> gang is gekom<strong>en</strong> in Nederland<br />
wordt door Fons Baede <strong>en</strong> Cor<br />
Schuurmans in e<strong>en</strong> tweetal artikel<strong>en</strong><br />
uit de doek<strong>en</strong> gedaan. In dit nummer<br />
staat deel 1 van dit tweeluik. Ook<br />
de bijdrage van Aarnout van Deld<strong>en</strong><br />
betreft e<strong>en</strong> klimaatonderwerp,<br />
maar hij zoekt het hoger<strong>op</strong> in de<br />
atmosfeer. Jero<strong>en</strong> van Zomer<strong>en</strong>, in de<br />
<strong>en</strong>ige syn<strong>op</strong>tische bijdrage dit keer,<br />
kijkt terug <strong>op</strong> het heftige noodweer<br />
dat vooral het oost<strong>en</strong> van Nederland<br />
trof <strong>op</strong> <strong>22</strong> <strong>juni</strong> van dit jaar. Verder<br />
natuurlijk de gebruikelijke, <strong>en</strong> dit<br />
keer <strong>op</strong> elkaar afgestemde, bijdrag<strong>en</strong><br />
van onze gewaardeerde columnist<strong>en</strong>.<br />
Veel leesplezier.<br />
Leo Kroon<br />
METEOROLOGICA 3 - <strong>2008</strong> 3<br />
Meteorologica-sept-<strong>2008</strong>-def.indd 3 24-9-<strong>2008</strong> 8:36:26
4<br />
Extreme maximumtemperatur<strong>en</strong> in de toekomst<br />
METEOROLOGICA 3 - <strong>2008</strong><br />
ANDREAS STERL 1 , GEERT JAN VAN OLDENBORGH 1 , WILCO HAZELEGER 1 , HENK DIJKSTRA 2<br />
( 1 KNMI; 2 IMAU)<br />
Extreme waard<strong>en</strong> van <strong>met</strong>eorologische para<strong>met</strong>ers zoals neerslag <strong>en</strong> temperatuur hebb<strong>en</strong> veel grotere gevolg<strong>en</strong><br />
voor de maatschappij dan gemiddeld<strong>en</strong>. <strong>Het</strong> is dus belangrijk om verandering<strong>en</strong> in extrem<strong>en</strong> in e<strong>en</strong> verander<strong>en</strong>d<br />
klimaat te onderzoek<strong>en</strong>. Extrem<strong>en</strong> zijn per definitie zeldzaam, <strong>en</strong> er zijn lange tijdreeks<strong>en</strong> nodig om<br />
statistisch betrouwbare uitsprak<strong>en</strong> te kunn<strong>en</strong> do<strong>en</strong>. In het ESSENCE project is de ontwikkeling van het klimaat<br />
tuss<strong>en</strong> 1950 <strong>en</strong> 2100 maar liefst 17 keer doorgerek<strong>en</strong>d. Dat levert g<strong>en</strong>oeg data voor e<strong>en</strong> betrouwbare schatting<br />
van de 100-jaar terugkeer temperatuur (T 100 ). Dit is de temperatuur die gemiddeld e<strong>en</strong>s per 100 jaar <strong>op</strong>treedt.<br />
<strong>Het</strong> model heeft e<strong>en</strong> warme bias, dus het overschat (extreme) temperatur<strong>en</strong>. Zelfs na e<strong>en</strong> biascorrectie vind<strong>en</strong><br />
we voor het einde van deze eeuw T 100 -waard<strong>en</strong> van meer dan 50ºC in grote del<strong>en</strong> van de bewoonde wereld.<br />
Voor Nederland vind<strong>en</strong> we waard<strong>en</strong> van rond de 44ºC. Dat is consist<strong>en</strong>t <strong>met</strong> de in de KNMI’06 sc<strong>en</strong>ario’s<br />
gemaakte aannames.<br />
Inleiding<br />
De to<strong>en</strong>em<strong>en</strong>de conc<strong>en</strong>tratie van broeikasgass<strong>en</strong>,<br />
<strong>met</strong> name CO 2 , in de atmosfeer<br />
leidt tot stijg<strong>en</strong>de temperatur<strong>en</strong>. <strong>Het</strong><br />
rec<strong>en</strong>te Fourth Assessm<strong>en</strong>t Report (AR4)<br />
van het IPCC (2007) gaat uit van e<strong>en</strong><br />
stijging van de wereldgemiddelde <strong>op</strong>pervlaktetemperatuur<br />
van tuss<strong>en</strong> de 1,1ºC<br />
<strong>en</strong> 6,4ºC aan het einde van deze eeuw<br />
t<strong>en</strong> <strong>op</strong>zichte van het gemiddelde over<br />
1980-1999. Daarbij ligg<strong>en</strong> de ‘meest<br />
waarschijnlijke’ waard<strong>en</strong> tuss<strong>en</strong> de 3<br />
<strong>en</strong> 4 grad<strong>en</strong>. Veel belangrijker dan de<br />
wereldgemiddelde temperatuur zijn echter<br />
lokale maxima, omdat die e<strong>en</strong> directe<br />
invloed <strong>op</strong> tal van sector<strong>en</strong> (bijvoorbeeld<br />
volksgezondheid, landbouw, <strong>en</strong>ergiebehoefte)<br />
kunn<strong>en</strong> hebb<strong>en</strong>.<br />
<strong>Het</strong> bepal<strong>en</strong> van extrem<strong>en</strong> <strong>en</strong> hun mogelijke<br />
verandering<strong>en</strong> is echter lastig. Ze<br />
zijn zeldzaam (anders war<strong>en</strong> ze niet<br />
extreem), <strong>en</strong> daarom moet meestal vanuit<br />
e<strong>en</strong> korte tijdreeks geëxtrapoleerd word<strong>en</strong>.<br />
Dit artikel gaat over de temperatuur<br />
die gemiddeld e<strong>en</strong>s per 100 jaar <strong>op</strong>treedt<br />
(T 100 ). Vaak moet die uit e<strong>en</strong> waarneemreeks<br />
van maar 30 jaar geschat word<strong>en</strong>,<br />
wat natuurlijk tot grote fout<strong>en</strong>marges<br />
leidt. Nog moeilijker wordt het, als het<br />
onderligg<strong>en</strong>de klimaat verandert als<br />
gevolg van het broeikas<strong>effect</strong>. Eerdere<br />
resultat<strong>en</strong> (Kharin et al. 2007) beperk<strong>en</strong><br />
zich daarom tot relatief gematigde extrem<strong>en</strong>,<br />
zoals T 20 , de temperatuur <strong>met</strong> e<strong>en</strong><br />
terugkeertijd van 20 jaar. <strong>Het</strong> IPCC rapport<br />
beperkt zich daarom tot de vaststelling<br />
dat de extreme temperatur<strong>en</strong> sneller<br />
stijg<strong>en</strong> dan de gemiddelde temperatur<strong>en</strong>.<br />
Deze beperking<strong>en</strong> geld<strong>en</strong> niet voor de<br />
resultat<strong>en</strong> van het ESSENCE project<br />
(Dijkstra et al., 2007; Sterl et al., <strong>2008</strong>).<br />
In ESSENCE is de ontwikkeling van het<br />
klimaat tuss<strong>en</strong> 1950 <strong>en</strong> 2100 maar liefst<br />
17 keer doorgerek<strong>en</strong>d. Daarbij is gebruik<br />
gemaakt van het ECHAM5/MPI-OM<br />
klimaatmodel, dat door het Max-Planck-<br />
Instituut voor Meteorologie in Hamburg<br />
is ontwikkeld. Bij e<strong>en</strong> vergelijking tuss<strong>en</strong><br />
verschill<strong>en</strong>de (voor het AR4 gebruikte)<br />
modell<strong>en</strong> kwam dit model als e<strong>en</strong> van<br />
de beste uit de bus (Van Uld<strong>en</strong> <strong>en</strong> van<br />
Old<strong>en</strong>borgh, 2006). Voor de ‘historische’<br />
periode 1950-2000 werd<strong>en</strong> de waarg<strong>en</strong>om<strong>en</strong><br />
conc<strong>en</strong>traties van broeikasgass<strong>en</strong> <strong>en</strong><br />
aërosol<strong>en</strong> voorgeschrev<strong>en</strong>. Vanaf 2001<br />
volg<strong>en</strong> deze conc<strong>en</strong>traties het SRES<br />
(Special Report on Emissions Sc<strong>en</strong>arios)<br />
A1b sc<strong>en</strong>ario. Dit sc<strong>en</strong>ario leidt tot e<strong>en</strong><br />
a<br />
CO 2 -conc<strong>en</strong>tratie van ongeveer 700 ppm<br />
(parts per million) in 2100. Nu is deze<br />
conc<strong>en</strong>tratie ongeveer 385 ppm.<br />
Elk van deze 17 simulaties (runs) begint<br />
<strong>met</strong> e<strong>en</strong> kleine verstoring van de begintoestand.<br />
Doordat de atmosfeer chaotisch<br />
is, zijn de runs na e<strong>en</strong> paar wek<strong>en</strong> hun<br />
begintoestand ‘verget<strong>en</strong>’ <strong>en</strong> vertoont elke<br />
run zijn eig<strong>en</strong> variaties, onafhankelijk<br />
van de andere runs. Door over alle led<strong>en</strong><br />
van het <strong>en</strong>semble te middel<strong>en</strong> kan het<br />
broeikassignaal van de interne variabiliteit<br />
word<strong>en</strong> gescheid<strong>en</strong> (Dijkstra et al.,<br />
2007). Aan de andere kant lever<strong>en</strong> 17<br />
realisaties van het klimaat ook e<strong>en</strong> grote<br />
hoeveelheid data <strong>op</strong>, waardoor de bov<strong>en</strong>g<strong>en</strong>oemde<br />
beperking<strong>en</strong> bij het schatt<strong>en</strong><br />
van extrem<strong>en</strong> kom<strong>en</strong> te vervall<strong>en</strong>.<br />
Bepaling van mogelijke extrem<strong>en</strong><br />
Om de temperatuurextrem<strong>en</strong> <strong>en</strong> hun ontwikkeling<br />
in de tijd te kunn<strong>en</strong> bepal<strong>en</strong>,<br />
zijn de gesimuleerde 150 jar<strong>en</strong> in blokk<strong>en</strong><br />
van 10 jaar (1950-1959, 1960-1969,<br />
etc.) <strong>op</strong>gedeeld. In elk blok zijn de 170<br />
(10 x 17) jaarlijkse maxima van de 2mtemperatuur<br />
vervolg<strong>en</strong>s aan e<strong>en</strong> GEV<br />
(G<strong>en</strong>eralized Extreme Value) distributie<br />
gefit. Dat is de theoretische verdeling<br />
Figuur 1. GEV fit voor de jaarlijkse maximum 2m temperatuur voor Nederland (5,6ºE, 51,3ºN) als functie van de terugkeertijd (zie vergelijking (2)) voor<br />
verschill<strong>en</strong>de tijdvakk<strong>en</strong>, <strong>met</strong> de waard<strong>en</strong> uit ERA-40 voor de periode 1958-2001. De gekleurde lijn<strong>en</strong> zijn de fits aan de actuele waard<strong>en</strong>, die door de<br />
gelijk gekleurde puntjes weergegev<strong>en</strong> word<strong>en</strong>. De zwarte plustek<strong>en</strong>s in panel a gev<strong>en</strong> de 95% betrouwbaarheidsintervall<strong>en</strong> voor de desbetreff<strong>en</strong>de fit aan.<br />
Meteorologica-sept-<strong>2008</strong>-def.indd 4 24-9-<strong>2008</strong> 8:36:27<br />
b
van blok-maxima (Coles, 2001):<br />
Hier zijn μ, σ <strong>en</strong> ξ respectievelijk de<br />
locatie-, spreidings- <strong>en</strong> vormpara<strong>met</strong>er.<br />
G(x) is gedefinieerd voor x zodanig dat<br />
zodat de verdeling voor negatieve waard<strong>en</strong><br />
van ξ e<strong>en</strong> harde bov<strong>en</strong>gr<strong>en</strong>s van T max<br />
= μ-σ/ξ heeft. De terugkeertijd T(x) voor<br />
de waarde x wordt door het 1-1/T(x)perc<strong>en</strong>tiel<br />
gegev<strong>en</strong>.<br />
In figuur 5 is e<strong>en</strong> voorbeeld van e<strong>en</strong><br />
dergelijke fit zi<strong>en</strong>. Door het grote aantal<br />
waard<strong>en</strong> per tijdvak (170) zijn de fout<strong>en</strong>marges<br />
voor de resulter<strong>en</strong>de schatting<strong>en</strong><br />
van de verdelingpara<strong>met</strong>ers klein. Voor<br />
het roosterpunt ‘Nederland’ (zie ook<br />
figuur 4) wordt dit aangetoond in figuur<br />
a<br />
b<br />
(1)<br />
(2)<br />
Figuur 2. T 100 uit ESSENCE (hele <strong>en</strong>semble) minus T 100 uit ERA-40 voor de gehele ERA-40 periode<br />
(1958-2001).<br />
1a. In deze figuur is de temperatuur<br />
sam<strong>en</strong> <strong>met</strong> het 95% betrouwbaarheidsinterval<br />
als functie van de terugkeertijd<br />
uitgezet. <strong>Het</strong> betrouwbaarheidsinterval is<br />
<strong>met</strong> e<strong>en</strong> ‘bootstrap’ <strong>met</strong>hode <strong>met</strong> 1000<br />
herhaling<strong>en</strong> bepaald. De figuur laat zi<strong>en</strong><br />
dat de GEV-fit de data goed repres<strong>en</strong>teert.<br />
De spreiding van de modelwaard<strong>en</strong><br />
(gekleurde puntjes) rond de gefitte curv<strong>en</strong><br />
is klein, <strong>en</strong> het betrouwbaarheidsinterval<br />
voor T 100 is kleiner dan ±2ºC.<br />
Soortgelijke conclusies geld<strong>en</strong> ook voor<br />
Figuur 3. a) De to<strong>en</strong>ame van T 100 over de periode 2001-2100 als veelvoud van de to<strong>en</strong>ame van de<br />
gemiddelde temperatuur over dezelfde periode. Rood (blauw) betek<strong>en</strong>t e<strong>en</strong> snellere (langzamere)<br />
to<strong>en</strong>ame van T 100 dan de gemiddelde temperatuur. b) T 100 uit ESSENCE voor de periode 2090-<br />
2099, gecorrigeerd voor de afwijking van ERA-40 in het huidige klimaat (Figuur 2).<br />
andere locaties. Kharin et al. (2007) lat<strong>en</strong><br />
zi<strong>en</strong> dat de spreiding tuss<strong>en</strong> verschill<strong>en</strong>de<br />
modell<strong>en</strong> al voor de 20-jaar terugkeertijd<br />
meerdere grad<strong>en</strong> bedraagt. De sampling<br />
fout in ESSENCE is dus veel kleiner dan<br />
de modelfout.<br />
Resultat<strong>en</strong><br />
Voor de periode 1958-2001 zijn de uit het<br />
model afgeleide T 100 -waard<strong>en</strong> vergelek<strong>en</strong><br />
<strong>met</strong> waard<strong>en</strong> afgeleid uit de ERA-40<br />
heranalyse (Uppala et al., 2005) <strong>en</strong> uit<br />
de HadGHCND dataset (Caesar et al.,<br />
2006) van waarg<strong>en</strong>om<strong>en</strong> maximumtemperatur<strong>en</strong>.<br />
De beide datasets kom<strong>en</strong> goed<br />
overe<strong>en</strong>, maar bij gebrek aan voldo<strong>en</strong>de<br />
waarneming<strong>en</strong> heeft HadGHCND in<br />
grote gebied<strong>en</strong> van de wereld ge<strong>en</strong> data.<br />
Figuur 1b laat zi<strong>en</strong> dat voor Nederland de<br />
T 100 -waard<strong>en</strong> uit ESSENCE nauwelijks<br />
verschill<strong>en</strong> van die uit ERA-40. Helaas<br />
geldt dit niet voor andere gebied<strong>en</strong> <strong>op</strong><br />
aarde (figuur 2). De gesimuleerde terugkeerwaard<strong>en</strong><br />
zijn tot meer dan 10ºC<br />
hoger dan de waard<strong>en</strong> uit de heranalyse,<br />
<strong>en</strong> de overschatting is het hoogst in droge<br />
gebied<strong>en</strong> (Middellandse Zeegebied, Midd<strong>en</strong>-Oost<strong>en</strong>,<br />
Zuid-Afrika <strong>en</strong> Australië).<br />
Voor Siberië word<strong>en</strong> de maxima juist<br />
onderschat. Ook voor de ocean<strong>en</strong> onderschat<br />
het model de maxima. In ESSENCE<br />
is de zeewatertemperatuur iets lager dan<br />
in ERA-40. Omdat de variabiliteit over<br />
zee laag is, word<strong>en</strong> de extrem<strong>en</strong> door<br />
de gemiddelde temperatur<strong>en</strong> bepaald <strong>en</strong><br />
kom<strong>en</strong> in ESSENCE dus lager uit.<br />
<strong>Het</strong> verschilpatroon in figuur 2 lijkt heel<br />
goed <strong>op</strong> wat Kharin et al. (2007; hun<br />
figuur 4) voor de 20-jaar terugkeertijd<strong>en</strong><br />
uit 16 AR4 modell<strong>en</strong> gevond<strong>en</strong> hebb<strong>en</strong>.<br />
De overschatting van extreme temperatur<strong>en</strong><br />
is dus e<strong>en</strong> algem<strong>en</strong>e eig<strong>en</strong>schap<br />
van de huidige g<strong>en</strong>eratie klimaatmodell<strong>en</strong>.<br />
Voorzichtigheid is daarom gebod<strong>en</strong>:<br />
dezelfde modelfout<strong>en</strong>, die nu voor e<strong>en</strong><br />
METEOROLOGICA 3 - <strong>2008</strong> 5<br />
Meteorologica-sept-<strong>2008</strong>-def.indd 5 24-9-<strong>2008</strong> 8:36:28
Figuur 4. T 100 (gecorrigeerd) over Eur<strong>op</strong>a - uitvergroting van Figuur 3b.<br />
overschatting van extrem<strong>en</strong> in bijvoorbeeld<br />
het Midd<strong>en</strong>-Oost<strong>en</strong> zorg<strong>en</strong>, zoud<strong>en</strong><br />
bij e<strong>en</strong> verdere stijging van de temperatur<strong>en</strong><br />
ook e<strong>en</strong> rol kunn<strong>en</strong> gaan spel<strong>en</strong> in<br />
gebied<strong>en</strong> waar de overschatting nu nog<br />
klein is, zoals in Nederland.<br />
Figuur 3a laat de to<strong>en</strong>ame van T 100 als<br />
veelvoud van de to<strong>en</strong>ame van de gemiddelde<br />
temperatuur zi<strong>en</strong>. De grootste to<strong>en</strong>ame<br />
vindt plaats in gebied<strong>en</strong> waar de<br />
bodem uitdroogt. Net zoals al door Kharin<br />
et al. (2007) werd gevond<strong>en</strong>, nem<strong>en</strong><br />
de extrem<strong>en</strong> sneller toe dan de gemiddeld<strong>en</strong>.<br />
De to<strong>en</strong>ame van extrem<strong>en</strong> wordt<br />
door verandering<strong>en</strong> in zowel de locatiepara<strong>met</strong>er<br />
μ als in de spreidingspara<strong>met</strong>er<br />
σ veroorzaakt. De eerste geeft het <strong>effect</strong><br />
weer van de to<strong>en</strong>ame van de gemiddelde<br />
temperatuur, de tweede van e<strong>en</strong><br />
to<strong>en</strong>em<strong>en</strong>de variabiliteit van het klimaat<br />
(zie vergelijking (1)). De verandering<br />
van μ is overal positief <strong>en</strong> groter bov<strong>en</strong><br />
land dan bov<strong>en</strong> zee. De grootste verandering<strong>en</strong><br />
tred<strong>en</strong> <strong>op</strong> over Zuid-Eur<strong>op</strong>a <strong>en</strong><br />
het noord<strong>en</strong> van Zuid-Amerika, gevolgd<br />
door Zuid-Afrika <strong>en</strong> het Midd<strong>en</strong>-Oost<strong>en</strong>.<br />
De verandering van de spreidingspara<strong>met</strong>er<br />
σ heeft e<strong>en</strong> ander patroon. Bov<strong>en</strong><br />
de meeste landgebied<strong>en</strong> neemt σ toe<br />
<strong>en</strong> de grootste to<strong>en</strong>ame vindt plaats in<br />
Eur<strong>op</strong>a <strong>en</strong> del<strong>en</strong> van Noord-Amerika.<br />
Deze patron<strong>en</strong> kom<strong>en</strong> goed overe<strong>en</strong> <strong>met</strong><br />
de door Clark et al. (2006, hun figuur 4)<br />
gevond<strong>en</strong> patron<strong>en</strong>. De vormpara<strong>met</strong>er<br />
verandert overig<strong>en</strong>s niet systematisch<br />
6<br />
METEOROLOGICA 3 - <strong>2008</strong><br />
af te trekk<strong>en</strong>,<br />
<strong>en</strong> blijft negatief. De<br />
maximumtemperatur<strong>en</strong><br />
houd<strong>en</strong> e<strong>en</strong><br />
harde bov<strong>en</strong>gr<strong>en</strong>s.<br />
Figuur 3b toont<br />
T 100 voor de periode<br />
2090-2100<br />
(‘toekomst’). De<br />
waard<strong>en</strong> zijn gecorrigeerd<br />
voor de<br />
afwijking<strong>en</strong> in het<br />
huidige klimaat<br />
(‘nu’) door het verschil<br />
<strong>met</strong> ERA-40 in<br />
het huidige klimaat<br />
(figuur 2) van de<br />
ruwe modeluitvoer<br />
Anders uitgedrukt wordt de door het<br />
model berek<strong>en</strong>de to<strong>en</strong>ame (∆T 100 ) <strong>op</strong>geteld<br />
bij de uit ERA-40 afgeleide waard<strong>en</strong>.<br />
Volg<strong>en</strong>s deze figuur bereik<strong>en</strong> de<br />
temperatur<strong>en</strong> extrem<strong>en</strong> van 50ºC in e<strong>en</strong><br />
groot gedeelte van de tr<strong>op</strong><strong>en</strong> (binn<strong>en</strong><br />
30º van de ev<strong>en</strong>aar). Dat gebied omvat<br />
dichtbevolkte regio’s zoals India <strong>en</strong> het<br />
Midd<strong>en</strong>-Oost<strong>en</strong>. Andere gebied<strong>en</strong> zoals<br />
Eur<strong>op</strong>a, de VS <strong>en</strong> Australië krijg<strong>en</strong> <strong>met</strong><br />
temperatur<strong>en</strong> te mak<strong>en</strong> die de 40ºC ver<br />
overstijg<strong>en</strong>.<br />
Wat betek<strong>en</strong>t dit voor Nederland?<br />
Figuur 4 is e<strong>en</strong> uitvergroting van figuur<br />
3b <strong>en</strong> laat zi<strong>en</strong> hoe T 100 er aan het<br />
einde van deze eeuw in Eur<strong>op</strong>a uitziet.<br />
Nederland is maar e<strong>en</strong> paar roosterpunt<strong>en</strong><br />
‘groot’, waarvan de meeste ook<br />
nog deels bov<strong>en</strong> zee ligg<strong>en</strong>. We zull<strong>en</strong><br />
in het vervolg het roosterpunt 5,625ºE,<br />
51,3ºN als repres<strong>en</strong>tatief voor ‘Nederland’<br />
gebruik<strong>en</strong>. Voor dit punt laat figuur<br />
5 de histogramm<strong>en</strong> van gesimuleerde<br />
jaarmaxima voor de period<strong>en</strong> 1991-2000<br />
(‘nu’) <strong>en</strong> 2090-2099 (‘toekomst’) zi<strong>en</strong>.<br />
De gefitte GEV-distributies <strong>en</strong> de daaruit<br />
berek<strong>en</strong>de waard<strong>en</strong> van T 100 <strong>en</strong> T max (de<br />
vormpara<strong>met</strong>er is negatief) zijn ev<strong>en</strong>e<strong>en</strong>s<br />
in de figuur te zi<strong>en</strong>. Terwijl de piek van<br />
locatie tijdvak ‘nu’ T 100 (nu) T 100 (toek) =<br />
T 100 (nu) + 7,9ºC<br />
ESSENCE 5,625ºE, 51,3ºN 1990-1999 34,3 42,3<br />
ERA-40 6,0ºE, 51,0ºN 1958-2001 33,7 41,6<br />
station De Bilt 5,2ºE, 52,1ºN 1901-2007 36,1 44,0<br />
station Eindhov<strong>en</strong> 5,4ºE, 51,4ºN 1951-2007 37,3 44,2<br />
station Maastricht 5,8ºE, 50,9ºN 1906-2007 37,7 44,6<br />
Tabel 1. T 100 voor ‘Nederland’. De ‘toekomst’-waard<strong>en</strong> (2090-2099) zijn verkreg<strong>en</strong> door de door het<br />
model bepaalde to<strong>en</strong>ame (7,9ºC) bij de waard<strong>en</strong> voor het huidige klimaat (‘nu’) <strong>op</strong> te tell<strong>en</strong>.<br />
(3)<br />
de verdeling (die door de locatiepara<strong>met</strong>er<br />
μ bepaald wordt) maar ongeveer<br />
5ºC <strong>op</strong>schuift, neemt T100 <strong>met</strong> bijna 8ºC<br />
toe. Dat komt omdat de verdeling breder<br />
wordt (de spreidingspara<strong>met</strong>er σ wordt<br />
groter): het klimaat wordt in dit <strong>op</strong>zicht<br />
variabeler. De to<strong>en</strong>ame van bijna 8ºC<br />
komt goed overe<strong>en</strong> <strong>met</strong> de projecties in<br />
de KNMI’06 sc<strong>en</strong>ario’s (KNMI, 2006).<br />
Word<strong>en</strong> de in de sc<strong>en</strong>ario’s g<strong>en</strong>oemde<br />
waard<strong>en</strong> voor de ‘yearly warmest day’<br />
in 2050 doorgetrokk<strong>en</strong> naar 2100 <strong>en</strong> e<strong>en</strong><br />
herhaaltijd van 100 jaar, dan komt e<strong>en</strong>zelfde<br />
to<strong>en</strong>ame tevoorschijn (A. Klein<br />
Tank, pers. mededeling), echter <strong>met</strong> veel<br />
grotere fout<strong>en</strong>marges.<br />
Voor de toekomstige periode komt T 100<br />
(ongecorrigeerd) uit <strong>op</strong> 42,2ºC, of 7,9ºC<br />
meer dan nu (figuur 5 <strong>en</strong> tabel 1). Als<br />
we, zoals in de figur<strong>en</strong> 3b <strong>en</strong> 4, voor<br />
de afwijking t<strong>en</strong> <strong>op</strong>zichte van ERA-40<br />
corriger<strong>en</strong>, kom<strong>en</strong> we uit <strong>op</strong> 41,6ºC.<br />
We moet<strong>en</strong> ons natuurlijk afvrag<strong>en</strong> hoe<br />
goed ERA-40 eig<strong>en</strong>lijk is. We kijk<strong>en</strong><br />
daarvoor naar stationsobservaties. In<br />
eerste instantie is dat oneerlijk, want<br />
modeluitvoer, zoals die uit ESSENCE<br />
of ERA-40 komt, is repres<strong>en</strong>tatief voor<br />
e<strong>en</strong> groot gebied, terwijl e<strong>en</strong> station<br />
maar <strong>op</strong> e<strong>en</strong> plek meet. De jaarmaxima<br />
van stationswaard<strong>en</strong> zull<strong>en</strong> altijd hoger<br />
ligg<strong>en</strong> dan de roostercel waard<strong>en</strong>, omdat<br />
de variabiliteit (σ) groter is. Maar we<br />
kunn<strong>en</strong> als eerste b<strong>en</strong>adering aannem<strong>en</strong><br />
<strong>Het</strong> ESSENCE project<br />
In het ESSENCE project (http://www.<br />
knmi.nl/~sterl/Ess<strong>en</strong>ce) is <strong>met</strong> e<strong>en</strong> klimaatmodel<br />
zev<strong>en</strong>ti<strong>en</strong> keer het klimaat<br />
van 1950 tot het jaar 2100 nagebootst.<br />
Elke simulatie had e<strong>en</strong> miniem andere<br />
begintoestand in 1950. Door het chaotische<br />
karakter van het weer laat elke<br />
versie van het klimaatmodel daarom<br />
e<strong>en</strong> iets ander klimaat zi<strong>en</strong>. De verschill<strong>en</strong><br />
word<strong>en</strong> veroorzaakt door de<br />
natuurlijke variaties. <strong>Het</strong> gemiddelde<br />
van de zev<strong>en</strong>ti<strong>en</strong> berek<strong>en</strong>ing<strong>en</strong>, waar<br />
dus de natuurlijke variaties grot<strong>en</strong>deels<br />
zijn uitgefilterd, toont de klimaatverandering<br />
door de to<strong>en</strong>ame van broeikasgass<strong>en</strong><br />
in het rec<strong>en</strong>te verled<strong>en</strong> <strong>en</strong> wat<br />
we mogelijk nog in de toekomst kunn<strong>en</strong><br />
verwacht<strong>en</strong>. De afwijking<strong>en</strong> van<br />
het gemiddelde gev<strong>en</strong> e<strong>en</strong> schatting van<br />
de natuurlijke fluctuaties (‘het weer’).<br />
De berek<strong>en</strong>ing<strong>en</strong> werd<strong>en</strong> uitgevoerd<br />
<strong>op</strong> e<strong>en</strong> supercomputer in het Duitse<br />
Stuttgart. De berek<strong>en</strong>ing<strong>en</strong> hebb<strong>en</strong> in<br />
totaal acht maand<strong>en</strong> geduurd <strong>en</strong> ongeveer<br />
vijftig TeraByte (= ruim duiz<strong>en</strong>d<br />
DVD’s) aan data <strong>op</strong>geleverd.<br />
Meteorologica-sept-<strong>2008</strong>-def.indd 6 24-9-<strong>2008</strong> 8:36:28
dat de to<strong>en</strong>ame van de stationsdata gelijk<br />
is aan de to<strong>en</strong>ame van de roostercel data.<br />
We mak<strong>en</strong> dan eig<strong>en</strong>lijk gebruik van vergelijking<br />
(3), maar corriger<strong>en</strong> niet voor<br />
de afwijking van ERA-40, maar voor de<br />
afwijking van de desbetreff<strong>en</strong>de stationswaarde.<br />
<strong>Het</strong> resultaat is voor drie stations<br />
in de roostercel ‘Nederland’ aangegev<strong>en</strong><br />
in tabel 1. Op grond van de discussie<br />
hierbov<strong>en</strong> mag e<strong>en</strong>ieder zelf besliss<strong>en</strong>,<br />
welk getal in de kolom ‘toekomst’ hij/zij<br />
het meest vertrouwt!<br />
Sam<strong>en</strong>vatting<br />
<strong>Het</strong> ESSENCE-<strong>en</strong>semble maakt het door<br />
zijn omvang mogelijk om in de toekomst<br />
mogelijke extreme temperatur<strong>en</strong><br />
<strong>met</strong> e<strong>en</strong> lage statistische fout te schatt<strong>en</strong>.<br />
Deze extrem<strong>en</strong> stijg<strong>en</strong> veel sneller dan<br />
de gemiddelde temperatur<strong>en</strong>. Voor grote<br />
del<strong>en</strong> van de bewoonde wereld kunn<strong>en</strong><br />
extreme temperatur<strong>en</strong> van rond de 50ºC<br />
verwacht word<strong>en</strong>. Voor Zuid-Eur<strong>op</strong>a<br />
l<strong>op</strong><strong>en</strong> deze waard<strong>en</strong> <strong>op</strong> tot 48ºC, <strong>en</strong> voor<br />
Nederland tot 42-44ºC. Omdat dergelijke<br />
temperatur<strong>en</strong> grote gevolg<strong>en</strong> <strong>op</strong> het<br />
functioner<strong>en</strong> van de maatschappij kunn<strong>en</strong><br />
hebb<strong>en</strong>, verdi<strong>en</strong>t het onderzoek naar<br />
extreme temperatur<strong>en</strong> meer aandacht.<br />
De grote modelbias leidt nog tot relatief<br />
grote onzekerhed<strong>en</strong> in deze uitkomst<strong>en</strong><br />
<strong>en</strong> moet word<strong>en</strong> verkleind. De hier<br />
gepres<strong>en</strong>teerde resultat<strong>en</strong> ondersteun<strong>en</strong><br />
<strong>en</strong> preciser<strong>en</strong> de resultat<strong>en</strong> van het laatste<br />
IPCC-rapport <strong>en</strong> van de KNMI’06-sc<strong>en</strong>ario’s.<br />
<strong>Het</strong> ESSENCE project<br />
is uitgevoerd<br />
<strong>met</strong> ondersteuning<br />
van DEISA,<br />
HLRS, SARA <strong>en</strong><br />
NCF (NCF project<strong>en</strong><br />
NRG-2006.06,<br />
CAVE-06-023 <strong>en</strong><br />
SG-06-267). We<br />
dank<strong>en</strong> het DEISA<br />
Consortium (mede<br />
gefinancierd door<br />
de EU, FP6 project<strong>en</strong><br />
508830<br />
/031513) voor<br />
o n d e r s t e u n i n g<br />
binn<strong>en</strong> de DEISA<br />
Extreme Computing<br />
Initiative<br />
(www.deisa.org).<br />
Figuur 5. Histogramm<strong>en</strong> van jaarmaxima voor ‘Nederland’ (5,625ºE <strong>en</strong><br />
51,3ºN) voor de tijdvakk<strong>en</strong> 1991-2000 (<strong>op</strong><strong>en</strong>) <strong>en</strong> 2091-2100 (blauw). De<br />
breedte van de bins is 0,4ºC. De dunne <strong>en</strong> dikke lijn<strong>en</strong> zijn de bijbehor<strong>en</strong>de<br />
GEV fits. De verticale lijn<strong>en</strong> gev<strong>en</strong> de berek<strong>en</strong>de waard<strong>en</strong> van T 100 <strong>en</strong> T max<br />
weer. De waard<strong>en</strong> in deze figuur zijn gebaseerd <strong>op</strong> de ruwe modeluitvoer<br />
<strong>en</strong> dus niet gecorrigeerd.<br />
We dank<strong>en</strong> Camiel Severijns (KNMI) <strong>en</strong><br />
de staf van SARA <strong>en</strong> HRLS voor technische<br />
ondersteuning <strong>en</strong> het Max-Planck-<br />
Institut für Meteorologie in Hamburg<br />
voor het ter beschikking stell<strong>en</strong> van hun<br />
model.<br />
Literatuur<br />
Caesar, J., and L. Alexander, 2006: Large-scale changes in<br />
observed daily maximum and minimum temperatures:<br />
Creation and analysis of a new gridded data set, J. Ge<strong>op</strong>hys.<br />
Res. 111, D05101, doi:10.1029/2005JD006280.<br />
Coles, S., 2001: An Introduction to Statistical Modeling of<br />
Extreme Values, 208 pp, Springer-Verlag, Berlin, London,<br />
Heidelberg.<br />
Dijkstra, H.A., W. Hazeleger, A. Sterl, and G.J. van Old<strong>en</strong>borgh,<br />
2007: Gevolg<strong>en</strong> versterkte broeikas<strong>effect</strong> in<br />
2030 overal in Eur<strong>op</strong>a merkbaar, Weer Magazine, 3,<br />
2007: 26-29.<br />
IPCC, 2007: Climate Change, 2007: The Physical Sci<strong>en</strong>ce<br />
Basis. Contribution of Working Group I to the Fourth<br />
Assessm<strong>en</strong>t Report on the Intergovernm<strong>en</strong>tal Panel on<br />
Climate Change, [Solomon, S., D. Qin, M. Manning, Z.<br />
Ch<strong>en</strong>, M. Marquis, K.B. Averyt, M. Tignor and H.L. Miller<br />
(eds.)] Cambridge University Press, Cambridge, United<br />
Kingdom and New York, USA, 996 pp.<br />
Kharin, V.V., F.W. Zwiers, X. Zhang, and G.C. Hegerl, 2007:<br />
Changes in temperature and precipitation extremes in<br />
the IPCC <strong>en</strong>semble of global coupled model simulations,<br />
J. Clim., 20, 1419-1444, doi: 10.1175/JCLI4066.1.<br />
KNMI, 2006: KNMI Climate Change Sc<strong>en</strong>arios 2006 for<br />
the Netherlands. KNMI Sci<strong>en</strong>tific report WR 2006-01,<br />
http://www.knmi.nl/klimaatsc<strong>en</strong>arios/-knmi06/achtergrond/WR23mei2006.pdf.<br />
Sterl, A., C. Severijns, H. Dijkstra, W. Hazeleger, G. J. van<br />
Old<strong>en</strong>borgh, M. van d<strong>en</strong> Broeke, G. Burgers, B. van<br />
d<strong>en</strong> Hurk, P. J. van Leeuw<strong>en</strong>, and P. Van Velthov<strong>en</strong>, <strong>2008</strong>:<br />
Wh<strong>en</strong> can we expect extremely high surface temperatures?,<br />
Ge<strong>op</strong>hys. Res. Lett., 35, L14703, doi:10.1029/<br />
<strong>2008</strong>GL034071, in press.<br />
Uppala, S., and 44 co-authors, 2005: The ERA-40 reanalysis,<br />
Quart. J. Roy. Meteor. Soc., 131, 2961-3012, doi:<br />
10.1256/qj.04.176.<br />
Van Uld<strong>en</strong>, A.P., and G.J. van Old<strong>en</strong>borgh, 2006: Largescale<br />
atmospheric circulation biases and changes in<br />
global climate model simulations and their importance<br />
for regional climate sc<strong>en</strong>arios: a case study for West-<br />
C<strong>en</strong>tral Eur<strong>op</strong>e, Atmos. Chem. Phys., 6, 863-881, SRef-ID:<br />
1680-7324/acp/2006-6-863.<br />
Kan m<strong>en</strong> twee keer in dezelfde rivier stapp<strong>en</strong>?<br />
NANNE WEBER (UU EN KNMI)<br />
Op 29 februari <strong>2008</strong> sprak ik mijn intreerede uit als bijzonder hoogleraar Klimaatmodellering <strong>en</strong> Klimaatanalyse<br />
aan de Faculteit Geowet<strong>en</strong>schapp<strong>en</strong> van de Universiteit Utrecht. Hier volgt e<strong>en</strong> verkorte <strong>en</strong> bewerkte<br />
weergave van de uitgesprok<strong>en</strong> tekst.<br />
Als we e<strong>en</strong>s bij zomaar e<strong>en</strong> rivier gaan<br />
kijk<strong>en</strong>, dan is er ge<strong>en</strong> <strong>en</strong>kele red<strong>en</strong> om<br />
aan te nem<strong>en</strong> dat deze er morg<strong>en</strong> niet net<br />
zo bij zal ligg<strong>en</strong> als vandaag. We verget<strong>en</strong><br />
het snel als het gister<strong>en</strong> of eergister<strong>en</strong><br />
anders was. Gelukkig zijn er m<strong>en</strong>s<strong>en</strong> die<br />
het <strong>op</strong>schrijv<strong>en</strong> wanneer e<strong>en</strong> rivier overstroomt<br />
of droogvalt. Zo wet<strong>en</strong> we wat<br />
hetzelfde blijft <strong>en</strong> wat anders is.<br />
Verandert het klimaat? Om deze vraag<br />
te beantwoord<strong>en</strong>, kijkt m<strong>en</strong> meestal naar<br />
de wereldgemiddelde temperatuur. <strong>Het</strong><br />
is niet zo dat je er in Nederland veel van<br />
merkt als het gemiddeld <strong>op</strong> aarde e<strong>en</strong><br />
beetje warmer of kouder wordt, maar de<br />
wereldgemiddelde temperatuur is e<strong>en</strong><br />
goede graad<strong>met</strong>er voor de forcering<strong>en</strong><br />
die <strong>op</strong> het klimaat inwerk<strong>en</strong> <strong>en</strong> daarom<br />
kijk<strong>en</strong> we ernaar. Pas na 1880 wordt er<br />
<strong>op</strong> zoveel plaats<strong>en</strong> <strong>op</strong> aarde ge<strong>met</strong><strong>en</strong>, dat<br />
we e<strong>en</strong> betrouwbaar beeld hebb<strong>en</strong> van<br />
het verlo<strong>op</strong> van de wereldgemiddelde<br />
temperatuur. Zo kunn<strong>en</strong> we vast stell<strong>en</strong><br />
dat het klimaat niet constant is, maar<br />
variabel, <strong>en</strong> dat het warmer wordt <strong>op</strong><br />
aarde – vooral sinds 1990.<br />
<strong>Het</strong> is zeer waarschijnlijk dat de rec<strong>en</strong>te<br />
warme jar<strong>en</strong> toegeschrev<strong>en</strong> kunn<strong>en</strong> wor-<br />
d<strong>en</strong> aan de toeg<strong>en</strong>om<strong>en</strong> conc<strong>en</strong>tratie van<br />
kooldioxide (CO 2 ) <strong>en</strong> de andere broeikasgass<strong>en</strong><br />
<strong>met</strong>haan <strong>en</strong> lachgas. Deze<br />
gass<strong>en</strong> kom<strong>en</strong> van nature voor in de<br />
atmosfeer <strong>en</strong> sam<strong>en</strong> <strong>met</strong> waterdamp zorg<strong>en</strong><br />
ze ervoor dat de atmosfeer langgolvige<br />
straling uitz<strong>en</strong>dt. Hierdoor is het<br />
aard<strong>op</strong>pervlak warmer dan het zonder<br />
dit zog<strong>en</strong>aamde broeikas<strong>effect</strong> zou zijn.<br />
De to<strong>en</strong>ame in CO 2 wordt veroorzaakt<br />
door de grootschalige verbranding van<br />
fossiele brandstoff<strong>en</strong> door de m<strong>en</strong>s, die<br />
is begonn<strong>en</strong> tijd<strong>en</strong>s de Industriële Revolutie.<br />
Ook <strong>met</strong>haan <strong>en</strong> lachgas nem<strong>en</strong><br />
toe door m<strong>en</strong>selijke activiteit<strong>en</strong>. De toe-<br />
METEOROLOGICA 3 - <strong>2008</strong> 7<br />
Meteorologica-sept-<strong>2008</strong>-def.indd 7 24-9-<strong>2008</strong> 8:36:28
name in deze broeikasgass<strong>en</strong><br />
zorgt voor wat teg<strong>en</strong>woordig<br />
het antr<strong>op</strong>og<strong>en</strong>e broeikas<strong>effect</strong><br />
g<strong>en</strong>oemd wordt: e<strong>en</strong> versterkte<br />
<strong>op</strong>warming van het<br />
aard<strong>op</strong>pervlak.<br />
<strong>Het</strong> klimaat <strong>en</strong> de m<strong>en</strong>s<br />
De wet<strong>en</strong>schappelijke aandacht<br />
voor het antr<strong>op</strong>og<strong>en</strong>e<br />
broeikas<strong>effect</strong> is niet iets van<br />
de laatste jar<strong>en</strong>. De Zweedse<br />
onderzoeker Arrh<strong>en</strong>ius was<br />
er rond 1900 al mee bezig.<br />
Hij rek<strong>en</strong>de als eerste uit wat<br />
het <strong>effect</strong> van e<strong>en</strong> verdubbeling<br />
of halvering van de CO 2 -<br />
conc<strong>en</strong>tratie <strong>op</strong> de temperatuur<br />
zou zijn <strong>en</strong> kwam uit <strong>op</strong><br />
e<strong>en</strong> <strong>op</strong>warming of afkoeling<br />
van ongeveer 5°C. Hij dacht<br />
hierbij in de eerste plaats<br />
aan natuurlijke CO 2 -fluctuaties, die het<br />
<strong>op</strong>tred<strong>en</strong> van oude broeikasklimat<strong>en</strong> <strong>en</strong><br />
ijstijd<strong>en</strong> zoud<strong>en</strong> kunn<strong>en</strong> verklar<strong>en</strong>, maar<br />
hij speculeerde erover of de antr<strong>op</strong>og<strong>en</strong>e<br />
CO 2 -emissies voldo<strong>en</strong>de groot war<strong>en</strong> om<br />
<strong>op</strong> d<strong>en</strong> duur het klimaat te verander<strong>en</strong>.<br />
Zo’n dertig jaar later maakte de Brit Call<strong>en</strong>dar<br />
de eerste ruwe schatting<strong>en</strong> van de<br />
feitelijke stijging van de CO 2 -conc<strong>en</strong>tratie<br />
in de atmosfeer <strong>en</strong> hij toonde aan<br />
dat deze to<strong>en</strong>ame in overe<strong>en</strong>stemming<br />
is <strong>met</strong> schatting<strong>en</strong> van de productie van<br />
CO 2 door de verbranding van fossiele<br />
brandstoff<strong>en</strong>.<br />
Sinds 1958 zijn er zeer nauwkeurige <strong>en</strong><br />
continue <strong>met</strong>ing<strong>en</strong> van de CO 2 -conc<strong>en</strong>tratie<br />
in de vrije atmosfeer <strong>en</strong> die lat<strong>en</strong><br />
e<strong>en</strong> gestage to<strong>en</strong>ame zi<strong>en</strong>. Dit resultaat,<br />
<strong>en</strong> de <strong>op</strong>komst van krachtige computers,<br />
heeft e<strong>en</strong> <strong>en</strong>orme impuls gegev<strong>en</strong> aan het<br />
wet<strong>en</strong>schappelijk onderzoek naar antr<strong>op</strong>og<strong>en</strong>e<br />
klimaatverandering<strong>en</strong>. Figuur 1<br />
toont e<strong>en</strong> van de eerste berek<strong>en</strong>ing<strong>en</strong> van<br />
het verlo<strong>op</strong> van de wereldgemiddelde<br />
temperatuur onder invloed van de ge<strong>met</strong><strong>en</strong><br />
to<strong>en</strong>ame in CO 2 <strong>en</strong> andere broeikasgass<strong>en</strong>.<br />
<strong>Het</strong> gebruikte model was destijds,<br />
begin jar<strong>en</strong> tachtig, zeer geavanceerd.<br />
<strong>Het</strong> houdt rek<strong>en</strong>ing <strong>met</strong> veel verschill<strong>en</strong>de<br />
process<strong>en</strong> die de stralingsbalans<br />
beïnvloed<strong>en</strong>: de conc<strong>en</strong>tratie aan broeikasgass<strong>en</strong>,<br />
maar ook wolk<strong>en</strong>vorming,<br />
neerslag <strong>en</strong> sneeuw, transport van warmte<br />
door luchtstroming<strong>en</strong> <strong>en</strong> de interactie<br />
<strong>met</strong> het land<strong>op</strong>pervlak. Alle<strong>en</strong> de oceaan<br />
wordt nog heel simpel beschrev<strong>en</strong> als e<strong>en</strong><br />
bak stilstaand water. Voor de periode van<br />
1984 tot 2019 gebruik<strong>en</strong> de auteurs drie<br />
verschill<strong>en</strong>de toekomstsc<strong>en</strong>ario’s. Sc<strong>en</strong>ario<br />
A gaat uit van expon<strong>en</strong>tiële groei in<br />
de forcering, door bijvoorbeeld sterk toe-<br />
8<br />
METEOROLOGICA 3 - <strong>2008</strong><br />
Figuur 1. <strong>Het</strong> door e<strong>en</strong> klimaatmodel berek<strong>en</strong>de verlo<strong>op</strong> van de wereldgemiddelde<br />
temperatuur volg<strong>en</strong>s de waarg<strong>en</strong>om<strong>en</strong> forcering voor de periode<br />
1958-1983 <strong>en</strong> volg<strong>en</strong>s de drie sc<strong>en</strong>ario’s A, B <strong>en</strong> C voor de periode 1984-<br />
2019. De ge<strong>met</strong><strong>en</strong> temperatuur t<strong>en</strong> tijde van de berek<strong>en</strong>ing<strong>en</strong> is aangegev<strong>en</strong><br />
<strong>met</strong> e<strong>en</strong> dikke rode lijn. Later zijn de ge<strong>met</strong><strong>en</strong> temperatur<strong>en</strong> voor<br />
de periode 1984-2007 toegevoegd (gro<strong>en</strong>e lijn), zie Hans<strong>en</strong> et al. (PNAS,<br />
2006).<br />
nem<strong>en</strong>de emissies van CO 2 . Sc<strong>en</strong>ario B<br />
gaat uit van lineaire groei <strong>en</strong> sc<strong>en</strong>ario C<br />
t<strong>en</strong>slotte houdt de forcering constant na<br />
het jaar 2000. Ook vulkaanuitbarsting<strong>en</strong><br />
word<strong>en</strong> meeg<strong>en</strong>om<strong>en</strong> in de forcering.<br />
<strong>Het</strong> mooie van deze modelvoorspelling<br />
is dat wij ondertuss<strong>en</strong> zo’n vijf<strong>en</strong>twintig<br />
jaar verder zijn in de tijd <strong>en</strong> dat wij<br />
de toekomst van to<strong>en</strong> <strong>met</strong> het verled<strong>en</strong><br />
van nu kunn<strong>en</strong> vergelijk<strong>en</strong>. <strong>Het</strong> gaat dan<br />
vooral om de tr<strong>en</strong>d. <strong>Het</strong> is immers niet<br />
te verwacht<strong>en</strong> dat het model van jaar <strong>op</strong><br />
jaar precies <strong>met</strong> de <strong>met</strong>ing<strong>en</strong> in de pas<br />
zal l<strong>op</strong><strong>en</strong>, omdat interne process<strong>en</strong> die<br />
klimaatvariaties veroorzak<strong>en</strong> niet lang<br />
vooruit voorspelbaar zijn <strong>en</strong> de timing<br />
van e<strong>en</strong> vulkaaneruptie al helemaal niet<br />
vooraf bek<strong>en</strong>d is. Sc<strong>en</strong>ario B werd destijds<br />
het meest waarschijnlijk geacht <strong>en</strong><br />
dat is achteraf gezi<strong>en</strong> juist geblek<strong>en</strong>. De<br />
tr<strong>en</strong>d in de <strong>met</strong>ing<strong>en</strong> <strong>en</strong> het temperatuurverlo<strong>op</strong><br />
volg<strong>en</strong>s sc<strong>en</strong>ario B ligg<strong>en</strong> dicht<br />
bij elkaar.<br />
<strong>Het</strong> lijkt dus e<strong>en</strong> uitgemaakte zaak dat de<br />
m<strong>en</strong>s e<strong>en</strong> rol speelt in de rec<strong>en</strong>te warme<br />
jar<strong>en</strong>. Toch formuler<strong>en</strong> klimaatonderzoekers<br />
dit graag iets voorzichtiger. De<br />
red<strong>en</strong> hiervoor is dat de huidige tr<strong>en</strong>d<br />
nog niet zo veel groter is dan de variaties.<br />
Als het model de tr<strong>en</strong>d e<strong>en</strong> klein<br />
beetje overschat <strong>en</strong> tegelijkertijd vooral<br />
de langjarige variabiliteit van de temperatuur<br />
onderschat, dan komt het verhaal<br />
er anders uit te zi<strong>en</strong>. Daarom noemt het<br />
IPCC, het klimaatpanel van de Ver<strong>en</strong>igde<br />
Naties, het slechts ‘zeer waarschijnlijk’<br />
dat de rec<strong>en</strong>te warme jar<strong>en</strong> toe te schrijv<strong>en</strong><br />
zijn aan het antr<strong>op</strong>og<strong>en</strong>e broeikas<strong>effect</strong>.<br />
Over ti<strong>en</strong> of twintig jaar hebb<strong>en</strong> we<br />
zekerheid, maar dat duurt nog ev<strong>en</strong>.<br />
In de tuss<strong>en</strong>tijd kunn<strong>en</strong> we twee spor<strong>en</strong><br />
volg<strong>en</strong>. Enerzijds is het belangrijk om<br />
nader te bekijk<strong>en</strong> hoe ongewoon<br />
de rec<strong>en</strong>te warme jar<strong>en</strong> zijn.<br />
Anderzijds moet<strong>en</strong> we test<strong>en</strong><br />
hoe goed onze modell<strong>en</strong> e<strong>en</strong> klimaatverandering,<br />
zoals die voor<br />
de kom<strong>en</strong>de eeuw verwacht<br />
wordt, kunn<strong>en</strong> voorspell<strong>en</strong>.<br />
Rec<strong>en</strong>te jar<strong>en</strong> in het licht<br />
van het laatste mill<strong>en</strong>nium<br />
Om de eerste vraag te beantwoord<strong>en</strong><br />
is het nuttig om de<br />
instrum<strong>en</strong>tele gegev<strong>en</strong>s uit te<br />
breid<strong>en</strong> naar het verled<strong>en</strong> <strong>met</strong><br />
behulp van informatie uit historische<br />
bronn<strong>en</strong> of natuurlijke<br />
archiev<strong>en</strong> zoals boomringreeks<strong>en</strong>,<br />
ijskern<strong>en</strong> of oceaansedim<strong>en</strong>t<strong>en</strong>.<br />
Deze indirect informatie<br />
over het klimaat noem<strong>en</strong> we<br />
proxy-gegev<strong>en</strong>s. Verschill<strong>en</strong>de<br />
onderzoeksgroep<strong>en</strong> hebb<strong>en</strong> <strong>op</strong><br />
basis van dergelijke informatie de temperatuurschommeling<strong>en</strong><br />
van het afgel<strong>op</strong><strong>en</strong><br />
mill<strong>en</strong>nium gereconstrueerd. Dan blijkt<br />
dat de ge<strong>met</strong><strong>en</strong> temperatuur de laatste<br />
jar<strong>en</strong> zo’n 0.5°C hoger ligt dan gemiddeld<br />
tijd<strong>en</strong>s het afgel<strong>op</strong><strong>en</strong> mill<strong>en</strong>nium.<br />
Dit geldt ook als rek<strong>en</strong>ing gehoud<strong>en</strong><br />
wordt <strong>met</strong> de onzekerheid in de temperatuurreconstructies.<br />
Naast reconstructies van de temperatuur<br />
zijn er ook reconstructies van de belangrijkste<br />
forceringsfactor<strong>en</strong>: vulkanische<br />
erupties, variaties in zonne-int<strong>en</strong>siteit, <strong>en</strong><br />
de m<strong>en</strong>selijke factor<strong>en</strong> luchtvervuiling,<br />
landgebruik <strong>en</strong> broeikasgasconc<strong>en</strong>traties.<br />
Modelexperim<strong>en</strong>t<strong>en</strong> hebb<strong>en</strong> lat<strong>en</strong> zi<strong>en</strong><br />
dat vulkan<strong>en</strong> <strong>en</strong> de zon, naast interne<br />
klimaatprocess<strong>en</strong>, de pre-industriële temperatuurschommeling<strong>en</strong><br />
kunn<strong>en</strong> verklar<strong>en</strong>.<br />
Ook later spel<strong>en</strong> deze factor<strong>en</strong> nog<br />
e<strong>en</strong> rol, maar in de tweede helft van de<br />
20 e eeuw wordt de invloed van de m<strong>en</strong>s<br />
steeds belangrijker.<br />
<strong>Het</strong> test<strong>en</strong> van klimaatmodell<strong>en</strong><br />
<strong>Het</strong> tweede punt is: hoe goed zijn de<br />
modell<strong>en</strong> die we gebruik<strong>en</strong> om naar het<br />
toekomstige klimaat te kijk<strong>en</strong>? E<strong>en</strong> klimaatmodel<br />
is e<strong>en</strong> computerprogramma<br />
dat de stroming<strong>en</strong> in de atmosfeer <strong>en</strong><br />
oceaan berek<strong>en</strong>t uit algem<strong>en</strong>e principes.<br />
Dit zijn de behoudswett<strong>en</strong> van massa<br />
<strong>en</strong> impuls, terwijl de verdeling van de<br />
temperatuur volgt uit de warmtevergelijking.<br />
Stroming <strong>en</strong> temperatuur zijn<br />
aan elkaar gek<strong>op</strong>peld, want de stroming<br />
transporteert warmte <strong>en</strong> door temperatuurverschill<strong>en</strong><br />
krijg je drukverschill<strong>en</strong><br />
<strong>en</strong> dat geeft weer stroming. <strong>Het</strong> is veel<br />
werk om dit allemaal goed uit te rek<strong>en</strong><strong>en</strong>,<br />
maar dat gaat wel rechttoe-rechtaan.<br />
Wat het hele verhaal ingewikkeld maakt<br />
Meteorologica-sept-<strong>2008</strong>-def.indd 8 24-9-<strong>2008</strong> 8:36:29
is dat er onnoemelijk veel kleinschalige<br />
process<strong>en</strong> e<strong>en</strong> rol spel<strong>en</strong>, zoals wrijving,<br />
verdamping <strong>en</strong> neerslag, chemische process<strong>en</strong><br />
in de atmosfeer <strong>en</strong> oceaan, de<br />
interactie <strong>met</strong> het land<strong>op</strong>pervlak <strong>en</strong> <strong>met</strong><br />
vegetatie, de vorming van land- <strong>en</strong> zeeijs.<br />
De beschrijving van deze process<strong>en</strong><br />
is e<strong>en</strong> m<strong>en</strong>gsel van empirische relaties<br />
<strong>en</strong> fundam<strong>en</strong>tele fysische, chemische <strong>en</strong><br />
biologische k<strong>en</strong>nis. Deze beschrijving<strong>en</strong><br />
zijn uitvoerig getest aan de hand van<br />
<strong>met</strong>ing<strong>en</strong>, maar het is niet van tevor<strong>en</strong><br />
duidelijk of ze goed zull<strong>en</strong> werk<strong>en</strong> in e<strong>en</strong><br />
verander<strong>en</strong>d klimaat. Juist deze kleinschalige<br />
process<strong>en</strong> zijn belangrijk voor<br />
de grootschalige circulatie <strong>en</strong> temperatuurverdeling.<br />
Klimaatmodell<strong>en</strong> kunn<strong>en</strong> getest word<strong>en</strong><br />
door e<strong>en</strong> simulatie te mak<strong>en</strong> van het<br />
verled<strong>en</strong> klimaat <strong>en</strong> deze modelsimulatie<br />
te vergelijk<strong>en</strong> <strong>met</strong> gereconstrueerde<br />
klimaatverandering<strong>en</strong>. De aarde heeft<br />
al veel verschill<strong>en</strong>de klimat<strong>en</strong> meegemaakt,<br />
zowel extreem warme als koude<br />
period<strong>en</strong>, langzame <strong>en</strong> abrupte overgang<strong>en</strong><br />
<strong>en</strong> ook cyclische variaties. Lang<br />
geled<strong>en</strong> zijn er extreme broeikasklimat<strong>en</strong><br />
geweest. De aarde zag er to<strong>en</strong> wel<br />
heel anders uit dan nu: de contin<strong>en</strong>t<strong>en</strong><br />
lag<strong>en</strong> <strong>op</strong> andere plaats<strong>en</strong> <strong>en</strong> de huidige<br />
gebergt<strong>en</strong> war<strong>en</strong> er nog niet. Dat maakt<br />
het lastig het klimaat van to<strong>en</strong> te vergelijk<strong>en</strong><br />
<strong>met</strong> het huidige of toekomstige<br />
klimaat. Daarom wordt meestal naar het<br />
tijdvak van de afgel<strong>op</strong><strong>en</strong> 2 à 3 miljo<strong>en</strong><br />
jaar gekek<strong>en</strong>, waarin de aarde niet meer<br />
verandert. Dit tijdvak k<strong>en</strong>merkt zich door<br />
e<strong>en</strong> afwisseling van koude period<strong>en</strong> <strong>met</strong><br />
grote ijskapp<strong>en</strong> <strong>op</strong> de contin<strong>en</strong>t<strong>en</strong>, de<br />
ijstijd<strong>en</strong> of glacial<strong>en</strong>, <strong>en</strong> warme period<strong>en</strong>,<br />
de interglacial<strong>en</strong>. Tijd<strong>en</strong>s e<strong>en</strong> glaciaal<br />
wordt het gemiddeld zo’n 5 grad<strong>en</strong> kouder<br />
<strong>op</strong> aarde <strong>en</strong> er tred<strong>en</strong> van tijd tot tijd<br />
grote temperatuursprong<strong>en</strong> <strong>op</strong>. Tijd<strong>en</strong>s<br />
e<strong>en</strong> interglaciaal is het klimaat stabiel.<br />
Welk verled<strong>en</strong> klimaat is nu het meest<br />
geschikt om e<strong>en</strong> klimaatmodel mee te<br />
test<strong>en</strong>? We zoek<strong>en</strong> hiervoor naar e<strong>en</strong><br />
klimaat dat zoveel mogelijk lijkt <strong>op</strong> ons<br />
toekomstklimaat.<br />
Op dit mom<strong>en</strong>t lev<strong>en</strong> we in e<strong>en</strong> warme<br />
periode, die ongeveer 10.000 jaar geled<strong>en</strong><br />
begon, het Holoce<strong>en</strong>. Tijd<strong>en</strong>s het<br />
vroege Holoce<strong>en</strong> <strong>en</strong> tijd<strong>en</strong>s sommige<br />
eerdere interglacial<strong>en</strong> was het wat warmer<br />
dan nu. Dit komt door kleine verandering<strong>en</strong><br />
in de baan van de aarde rond<br />
de zon <strong>en</strong> in de stand van de aardas.<br />
Hierdoor verandert de verdeling van de<br />
hoeveelheid zonnestraling over de aarde<br />
<strong>en</strong> over de seizo<strong>en</strong><strong>en</strong>. De <strong>op</strong>warming had<br />
niets <strong>met</strong> CO 2 - verandering<strong>en</strong> te mak<strong>en</strong>.<br />
Ook k<strong>en</strong>d<strong>en</strong> deze klimat<strong>en</strong> ge<strong>en</strong> snelle<br />
Figuur 2. <strong>Het</strong> Laatste Glaciale Maximum. Bov<strong>en</strong>: de forceringsfactor<strong>en</strong>, omgerek<strong>en</strong>d naar het <strong>effect</strong><br />
<strong>op</strong> de stralingsbalans. Dit zijn de instraling (aardbaan), de afname in broeikasgass<strong>en</strong>, het verhoogde<br />
albedo door ijskapp<strong>en</strong> <strong>en</strong> droogvall<strong>en</strong>d land door e<strong>en</strong> lager ze<strong>en</strong>iveau, atmosferisch stof <strong>en</strong> vegetatieverandering<strong>en</strong>.<br />
Midd<strong>en</strong>: de gereconstrueerde ijskapp<strong>en</strong> <strong>en</strong> berek<strong>en</strong>de verandering<strong>en</strong> in zeewatertemperatur<strong>en</strong>.<br />
Onder: de berek<strong>en</strong>de regionale temperatuurverandering<strong>en</strong> afgezet teg<strong>en</strong> de verandering<br />
in wereldgemiddelde temperatuur voor drie gebied<strong>en</strong>. De grijze balk<strong>en</strong> gev<strong>en</strong> schatting<strong>en</strong> van de<br />
temperatuurverandering<strong>en</strong> voor elk gebied <strong>op</strong> basis van proxy gegev<strong>en</strong>s. Elk bolletje staat voor e<strong>en</strong><br />
klimaatmodel, het rode bolletje is het KNMI model. Figuur uit het vierde IPCC Klimaatrapport.<br />
<strong>op</strong>warmingsperiodes zoals we die in de<br />
kom<strong>en</strong>de eeuw kunn<strong>en</strong> verwacht<strong>en</strong>. <strong>Het</strong><br />
zijn dus maar half goede analog<strong>en</strong> voor<br />
ons toekomstklimaat.<br />
Hoe zit het <strong>met</strong> de koude periodes?<br />
Tijd<strong>en</strong>s e<strong>en</strong> ijstijd is de conc<strong>en</strong>tratie<br />
aan broeikasgass<strong>en</strong> sterk verlaagd. Dit<br />
komt door natuurlijke terugk<strong>op</strong>pelingsprocess<strong>en</strong><br />
in het klimaat. Door de lage<br />
broeikasgasconc<strong>en</strong>traties wordt het nog<br />
kouder <strong>en</strong> de afkoeling tijd<strong>en</strong>s e<strong>en</strong> ijstijd<br />
is dus gedeeltelijk terug te voer<strong>en</strong> <strong>op</strong> e<strong>en</strong><br />
verzwakt broeikas<strong>effect</strong>. M<strong>en</strong> zou het<br />
glaciale klimaat daarom kunn<strong>en</strong> zi<strong>en</strong> als<br />
e<strong>en</strong> soort spiegelbeeld van ons toekomstklimaat.<br />
Ook k<strong>en</strong>t het glaciale klimaat<br />
snelle overgang<strong>en</strong>. Maar ja, koud in<br />
plaats van warm <strong>en</strong> we kunn<strong>en</strong> niet van<br />
tevor<strong>en</strong> aannem<strong>en</strong> dat het klimaat sym<strong>met</strong>risch<br />
reageert.<br />
E<strong>en</strong> tijd lang is het zoek<strong>en</strong> naar ‘ana-<br />
log<strong>en</strong>’ erg in de mode geweest. M<strong>en</strong><br />
ho<strong>op</strong>te vooral veel te ler<strong>en</strong> over regionale<br />
klimaatverandering<strong>en</strong> door bijvoorbeeld<br />
naar het vroege Holoce<strong>en</strong> te kijk<strong>en</strong>.<br />
Teg<strong>en</strong>woordig is dit idee verlat<strong>en</strong>. ‘M<strong>en</strong><br />
kan niet twee keer in dezelfde rivier stapp<strong>en</strong>’<br />
zei de Griekse filosoof Heraclites al.<br />
‘Ander <strong>en</strong> nog ander water blijft eeuwig<br />
strom<strong>en</strong>, het gaat voorwaarts <strong>en</strong> weer<br />
terug’. Dit lijkt me duidelijk. <strong>Het</strong> klimaat<br />
verandert steeds <strong>en</strong> hetzelfde klimaat<br />
komt nooit terug. Helaas wordt dit door<br />
klimaatonderzoekers nogal e<strong>en</strong>s als red<strong>en</strong><br />
aangevoerd om dan maar helemaal niet<br />
naar het verled<strong>en</strong> te kijk<strong>en</strong> <strong>en</strong> dat is niet<br />
terecht. Hoewel er in het verled<strong>en</strong> ge<strong>en</strong><br />
analog<strong>en</strong> zijn, biedt het verled<strong>en</strong> klimaat<br />
wel oef<strong>en</strong>stof. Begrijp<strong>en</strong> we waarom het<br />
klimaat verandert <strong>en</strong> welke mechanism<strong>en</strong><br />
daarbij e<strong>en</strong> rol spel<strong>en</strong>?<br />
METEOROLOGICA 3 - <strong>2008</strong> 9<br />
Meteorologica-sept-<strong>2008</strong>-def.indd 9 24-9-<strong>2008</strong> 8:36:29
Er zijn twee paleoklimat<strong>en</strong> die veel<br />
gebruikt word<strong>en</strong> om modell<strong>en</strong> te test<strong>en</strong>.<br />
<strong>Het</strong> <strong>en</strong>e klimaat is e<strong>en</strong> extreem koude<br />
periode van 21000 jaar geled<strong>en</strong>, het Laatste<br />
Glaciale Maximum. <strong>Het</strong> andere klimaat<br />
is e<strong>en</strong> warme periode van 6000 jaar<br />
geled<strong>en</strong>, het midd<strong>en</strong> Holoce<strong>en</strong>. Beide<br />
period<strong>en</strong> zijn gead<strong>op</strong>teerd door PMIP,<br />
het Paleoclimate Modelling Intercomparison<br />
Project, e<strong>en</strong> informeel sam<strong>en</strong>werkingsverband<br />
van klimaatonderzoekers<br />
die zowel <strong>met</strong> modell<strong>en</strong> als vanuit proxygegev<strong>en</strong>s<br />
het verled<strong>en</strong> klimaat bestuder<strong>en</strong>.<br />
Binn<strong>en</strong> dit internationale project<br />
zijn afsprak<strong>en</strong> gemaakt over de forceringsfactor<strong>en</strong><br />
voor beide period<strong>en</strong>, zodat<br />
alle modelleergroep<strong>en</strong> precies hetzelfde<br />
experim<strong>en</strong>t kunn<strong>en</strong> do<strong>en</strong> <strong>en</strong> de resultat<strong>en</strong><br />
onderling vergelijkbaar zijn. <strong>Het</strong> klimaat<br />
tijd<strong>en</strong>s beide period<strong>en</strong> is goed in kaart<br />
gebracht door veel verschill<strong>en</strong>de proxy-<br />
gegev<strong>en</strong>s <strong>met</strong> elkaar te combiner<strong>en</strong>.<br />
<strong>Het</strong> laatste glaciale maximum<br />
<strong>Het</strong> Laatste Glaciale Maximum is, zoals<br />
de naam al zegt, de koudste periode uit<br />
het laatste glaciaal. Ook bij het ontstaan<br />
van ijstijd<strong>en</strong> spel<strong>en</strong> kleine verandering<strong>en</strong><br />
in de instraling, die veroorzaakt word<strong>en</strong><br />
door verandering<strong>en</strong> in de aardbaan, e<strong>en</strong><br />
rol. Dit leidt eerst tot e<strong>en</strong> afkoeling <strong>en</strong><br />
vervolg<strong>en</strong>s tot de aangroei van ijskapp<strong>en</strong><br />
<strong>en</strong> de afname van broeikasgass<strong>en</strong>.<br />
Helaas zijn klimaatmodell<strong>en</strong> nog niet<br />
in staat al deze sam<strong>en</strong>hang<strong>en</strong>de process<strong>en</strong><br />
tegelijkertijd te simuler<strong>en</strong>. Daarom<br />
wordt de oef<strong>en</strong>ing e<strong>en</strong> beetje vere<strong>en</strong>voudigd:<br />
we bied<strong>en</strong> het model glaciale<br />
instraling, broeikasgasconc<strong>en</strong>traties <strong>en</strong><br />
ijskapp<strong>en</strong> aan <strong>en</strong> berek<strong>en</strong><strong>en</strong> hoe atmosfeer<br />
<strong>en</strong> oceaan daar<strong>op</strong> reager<strong>en</strong>. Deze<br />
forceringsfactor<strong>en</strong> zijn sam<strong>en</strong>gevat in<br />
figuur 2. De figuur geeft ook de ijskapp<strong>en</strong>,<br />
zoals die uit geologische gegev<strong>en</strong>s<br />
gereconstrueerd zijn, <strong>en</strong> de berek<strong>en</strong>de<br />
verandering in zeewatertemperatur<strong>en</strong>. De<br />
temperatuur neemt overal af, echter <strong>met</strong><br />
grote regionale verschill<strong>en</strong>. Onderaan in<br />
de figuur staat het belangrijkste plaatje.<br />
De door elk van de zes PMIP modell<strong>en</strong><br />
berek<strong>en</strong>de regionale temperatuurverandering<br />
wordt hier vergelek<strong>en</strong> <strong>met</strong> de<br />
werkelijke afkoeling, zoals die geschat<br />
is uit proxy-gegev<strong>en</strong>s. In het zuidpoolgebied<br />
zijn de door de modell<strong>en</strong> berek<strong>en</strong>de<br />
temperatuurverandering<strong>en</strong> of te hoog of<br />
te laag. Voor de andere twee gebied<strong>en</strong><br />
gaat het verrass<strong>en</strong>d goed.<br />
Wanneer we meer in detail naar het<br />
ruimtelijk patroon van temperatuurverandering<strong>en</strong><br />
bov<strong>en</strong> bijvoorbeeld de Atlantische<br />
Oceaan zoud<strong>en</strong> kijk<strong>en</strong>, dan zijn<br />
er grote verschill<strong>en</strong> tuss<strong>en</strong> de modell<strong>en</strong><br />
10<br />
METEOROLOGICA 3 - <strong>2008</strong><br />
onderling <strong>en</strong> tuss<strong>en</strong> de modell<strong>en</strong> <strong>en</strong> de<br />
proxy-gegev<strong>en</strong>s. Dit ruimtelijk patroon<br />
wordt bepaald door verschill<strong>en</strong>de process<strong>en</strong>:<br />
de aanvoer van koude lucht vanaf<br />
het Amerikaanse contin<strong>en</strong>t, de zee-ijs<br />
bedekking, warmteuitwisseling tuss<strong>en</strong> de<br />
lucht <strong>en</strong> het zeewater <strong>en</strong> de circulatie in<br />
de Atlantische Oceaan. Modell<strong>en</strong> zijn<br />
nog niet in staat om de goede balans<br />
tuss<strong>en</strong> al deze process<strong>en</strong> te vind<strong>en</strong>. Ook<br />
voor de Golfstroom <strong>en</strong> de diepe oceaancirculatie<br />
zijn er grote verschill<strong>en</strong> tuss<strong>en</strong><br />
de modell<strong>en</strong> onderling. Slechts <strong>en</strong>kele<br />
modell<strong>en</strong> reproducer<strong>en</strong> de glaciale circulatie<br />
die zwakker geweest moet zijn dan<br />
haar moderne teg<strong>en</strong>hanger. Veel modell<strong>en</strong><br />
lat<strong>en</strong> juist versterkte zeestroming<strong>en</strong><br />
zi<strong>en</strong>. Ook hier volgt het signaal uit e<strong>en</strong><br />
subtiele balans tuss<strong>en</strong> diverse factor<strong>en</strong><br />
<strong>en</strong> verschill<strong>en</strong>de modell<strong>en</strong> kom<strong>en</strong> tot<br />
verschill<strong>en</strong>de verklaring<strong>en</strong>. <strong>Het</strong> is dus<br />
niet duidelijk wat de oorzaak van de verzwakte<br />
circulatie is.<br />
We kunn<strong>en</strong> vaststell<strong>en</strong> dat modell<strong>en</strong> de<br />
grootschalige temperatuurrespons over<br />
het algeme<strong>en</strong> goed weergev<strong>en</strong>, maar dat<br />
ze moeite hebb<strong>en</strong> <strong>met</strong> het simuler<strong>en</strong><br />
van signal<strong>en</strong> waarbij veel verschill<strong>en</strong>de<br />
process<strong>en</strong> <strong>op</strong> elkaar inwerk<strong>en</strong> zoals bij<br />
verandering<strong>en</strong> in het regionale klimaat of<br />
in de oceaanstroming<strong>en</strong>.<br />
<strong>Het</strong> midd<strong>en</strong> Holoce<strong>en</strong><br />
E<strong>en</strong> meer rec<strong>en</strong>te periode, het midd<strong>en</strong><br />
Holoce<strong>en</strong>, k<strong>en</strong>de warme zomers <strong>en</strong> e<strong>en</strong><br />
int<strong>en</strong>se moessoncirculatie <strong>op</strong> het noordelijk<br />
halfrond. <strong>Het</strong> mechanisme hierachter<br />
is simpel. De moessoncirculatie wordt<br />
aangedrev<strong>en</strong> door het land-zee temperatuurcontrast.<br />
<strong>Het</strong> land is in de zomer<br />
altijd warmer dan de zee, omdat de<br />
seizo<strong>en</strong>scyclus in zeewatertemperatur<strong>en</strong><br />
e<strong>en</strong> paar maand<strong>en</strong> achter lo<strong>op</strong>t <strong>op</strong> die<br />
in de landtemperatur<strong>en</strong>. Als de zomers<br />
dus relatief warm zijn, wordt het landzee<br />
temperatuurcontrast groter <strong>en</strong> daarmee<br />
versterkt de moessoncirculatie <strong>en</strong> de<br />
daarbij behor<strong>en</strong>de neerslag.<br />
Teg<strong>en</strong>woordig vind<strong>en</strong> we in Noord-Afrika<br />
overweg<strong>en</strong>d woestijn. Alle<strong>en</strong> in de<br />
tr<strong>op</strong><strong>en</strong> is er vegetatie in de vorm van<br />
steppe, savanne <strong>en</strong> bos. In het midd<strong>en</strong><br />
Holoce<strong>en</strong> was er sprake van e<strong>en</strong> noordwaartse<br />
verplaatsing <strong>en</strong> uitbreiding van<br />
de vegetatiezones (figuur 3). Opvall<strong>en</strong>d<br />
is vooral dat er steppe was waar nu woes-<br />
Figuur 3. <strong>Het</strong> midd<strong>en</strong> Holoce<strong>en</strong>. Bov<strong>en</strong>: de verdeling van vegetatietypes voor Noord-Afrika (20°ºW<br />
tot 30 ° ºE) voor het midd<strong>en</strong> Holoce<strong>en</strong> <strong>en</strong> nu. Midd<strong>en</strong>: de berek<strong>en</strong>de verandering<strong>en</strong> in neerslag voor<br />
hetzelfde gebied, ook is aangegev<strong>en</strong> hoeveel extra neerslag er nodig is om steppe te lat<strong>en</strong> ontstaan<br />
in woestijngebied<strong>en</strong>. Onder: de resultat<strong>en</strong> voor verschill<strong>en</strong>de modelconfiguraties: alle<strong>en</strong> e<strong>en</strong> atmosfeer<br />
(A), e<strong>en</strong> atmosfeer gek<strong>op</strong>peld <strong>met</strong> e<strong>en</strong> oceaan (AO) of <strong>met</strong> vegetatie (AV), of e<strong>en</strong> volledig atmosfeeroceaan-vegetatie<br />
model (AOV). Figuur uit het derde IPCC Klimaatrapport.<br />
Meteorologica-sept-<strong>2008</strong>-def.indd 10 24-9-<strong>2008</strong> 8:36:29
tijn is: de 'gro<strong>en</strong>e Sahara'. Figuur 3 geeft<br />
ook het gesimuleerde verschil in neerslag<br />
tuss<strong>en</strong> het midd<strong>en</strong> Holoce<strong>en</strong> <strong>en</strong> nu voor<br />
e<strong>en</strong> groot aantal atmosfeermodell<strong>en</strong>. De<br />
modell<strong>en</strong> lat<strong>en</strong> e<strong>en</strong> to<strong>en</strong>ame zi<strong>en</strong>, vooral<br />
in de tr<strong>op</strong><strong>en</strong>, in overe<strong>en</strong>stemming <strong>met</strong> de<br />
gereconstrueerde to<strong>en</strong>ame in vochtminn<strong>en</strong>de<br />
vegetatie. Echter t<strong>en</strong> noord<strong>en</strong> van<br />
20°NB lat<strong>en</strong> de modell<strong>en</strong> nauwelijks e<strong>en</strong><br />
verandering zi<strong>en</strong>, terwijl geschat wordt<br />
dat er zo’n 200 tot 300 mm per jaar extra<br />
neerslag nodig is om e<strong>en</strong> steppevegetatie<br />
te lat<strong>en</strong> ontstaan in woestijngebied<strong>en</strong>. De<br />
noordwaartse uitbreiding van de vegetatiezones<br />
wordt hier duidelijk onderschat.<br />
<strong>Het</strong> onderste plaatje geeft weer wat er<br />
gebeurt als de simulaties word<strong>en</strong> uitgevoerd<br />
<strong>met</strong> e<strong>en</strong> atmosfeermodel gek<strong>op</strong>peld<br />
aan e<strong>en</strong> vegetatiemodel of e<strong>en</strong> oceaanmodel,<br />
of aan beide. Dit geeft e<strong>en</strong><br />
duidelijke versterking van het signaal.<br />
Dit komt door de recycling van vocht<br />
door de vegetatie <strong>en</strong> e<strong>en</strong> betere beschrijving<br />
van het land-zee temperatuurcontrast<br />
door e<strong>en</strong> actieve oceaan. Toch kunn<strong>en</strong><br />
ook deze gek<strong>op</strong>pelde modell<strong>en</strong> de<br />
gro<strong>en</strong>e Sahara niet verklar<strong>en</strong>.<br />
Ook bov<strong>en</strong> Eur<strong>op</strong>a vind<strong>en</strong> we e<strong>en</strong> ander<br />
neerslagpatroon in het midd<strong>en</strong> Holoce<strong>en</strong>.<br />
<strong>Het</strong> zuidoost<strong>en</strong> is natter <strong>en</strong> het noordwest<strong>en</strong><br />
is droger dan nu. Sommige modell<strong>en</strong><br />
reproducer<strong>en</strong> dit patroon, doordat hogere<br />
zeewatertemperatur<strong>en</strong> in de Middellandse<br />
Zee leid<strong>en</strong> tot nattere winters. Andere<br />
modell<strong>en</strong> lat<strong>en</strong> e<strong>en</strong> bijna teg<strong>en</strong>overgesteld<br />
patroon zi<strong>en</strong>. We kunn<strong>en</strong> dus niet<br />
zeker zijn van het mechanisme.<br />
Sam<strong>en</strong>vatt<strong>en</strong>d: ook voor het midd<strong>en</strong><br />
Holoce<strong>en</strong> blijkt dat het dominante klimaatsignaal,<br />
e<strong>en</strong> sterkere moesson, goed<br />
weergegev<strong>en</strong> wordt. De modell<strong>en</strong> do<strong>en</strong><br />
het nog beter als vegetatie <strong>en</strong> e<strong>en</strong> actieve<br />
oceaan meeg<strong>en</strong>om<strong>en</strong> word<strong>en</strong>. Als we<br />
echter inzoom<strong>en</strong> <strong>op</strong> ruimtelijke details,<br />
zoals de noordwaartse uitbreiding van de<br />
moesson of de neerslag bov<strong>en</strong> Eur<strong>op</strong>a,<br />
dan do<strong>en</strong> de modell<strong>en</strong> het niet zo goed <strong>en</strong><br />
schiet onze k<strong>en</strong>nis te kort.<br />
Toekomstig onderzoek<br />
<strong>Het</strong> zal duidelijk zijn dat er nog veel<br />
<strong>op</strong><strong>en</strong> vrag<strong>en</strong> ligg<strong>en</strong> als we naar het verled<strong>en</strong><br />
klimaat kijk<strong>en</strong>. Tegelijkertijd is<br />
het zo dat klimaatvoorspelling<strong>en</strong> voor<br />
de nabije toekomst niet geloofwaardig<br />
zijn zonder de toets van het verled<strong>en</strong><br />
klimaat. Dat wil niet zegg<strong>en</strong> dat deze<br />
toets e<strong>en</strong>voudig is, want e<strong>en</strong> goede analoog<br />
is er niet <strong>en</strong> proxy-gegev<strong>en</strong>s zijn<br />
vaak multi-interpretabel <strong>en</strong> k<strong>en</strong>n<strong>en</strong> grote<br />
onzekerheidsmarges. Voor de twee voorbeeld<strong>en</strong><br />
in dit artikel is binn<strong>en</strong> PMIP<br />
veel discussie nodig geweest, want het is<br />
niet triviaal om verschill<strong>en</strong>de disciplines<br />
bij elkaar te br<strong>en</strong>g<strong>en</strong>. Toch heeft deze<br />
oef<strong>en</strong>ing e<strong>en</strong> duidelijk beeld <strong>op</strong>geleverd<br />
van wat wij begrijp<strong>en</strong> van het klimaat <strong>en</strong><br />
waar de hiat<strong>en</strong> ligg<strong>en</strong>. De hiat<strong>en</strong> bied<strong>en</strong><br />
uiteraard kans<strong>en</strong> voor toekomstig onderzoek,<br />
zeker als uite<strong>en</strong>l<strong>op</strong><strong>en</strong>de expertises<br />
(modelmatig <strong>en</strong> empirisch onderzoek)<br />
sam<strong>en</strong>gebracht word<strong>en</strong>. Dit is e<strong>en</strong> uitdaging<br />
waar ik de kom<strong>en</strong>de jar<strong>en</strong> aan wil<br />
gaan werk<strong>en</strong>.<br />
T<strong>en</strong>slotte<br />
T<strong>en</strong>slotte nog e<strong>en</strong> citaat van Heraclites.<br />
Dit keer zegt hij ‘in dezelfde rivier stapt<br />
m<strong>en</strong> <strong>en</strong> stapt m<strong>en</strong> niet. We zijn <strong>en</strong> zijn<br />
niet’. De aandacht is nu verschov<strong>en</strong> van<br />
de rivier naar de m<strong>en</strong>s. Ook de m<strong>en</strong>s blijft<br />
niet hetzelfde, maar verandert steeds, <strong>en</strong><br />
alle<strong>en</strong> al daarom is ons toekomstige<br />
klimaat uniek <strong>en</strong> zonder analoog in het<br />
verled<strong>en</strong>.<br />
De volledige tekst van deze intreerede is<br />
te vind<strong>en</strong> <strong>op</strong> www.knmi.nl/~weber<br />
Literatuur<br />
Hans<strong>en</strong>, J., M. Sato, R. Ruedy, K. Lo, D.L. Lea <strong>en</strong> M. Medina-<br />
Elizade, 2006: Global temperature change, PNAS, 103,<br />
14288-14293.<br />
De invloed van hoogte <strong>en</strong> landgebruik <strong>op</strong> het<br />
neerslagmaximum <strong>op</strong> de Veluwe<br />
HERBERT TER MAAT 1 , EDDY MOORS 1 , RONALD HUTJES 1 , RUUD JANSSEN 1 EN HAN DOLMAN 2<br />
( 1 ALTERRA – WUR; 2 VRIJE UNIVERSITEIT AMSTERDAM)<br />
De wisselwerking tuss<strong>en</strong> landgebruik, landbedekking <strong>en</strong> het klimaat zijn al jar<strong>en</strong> onderwerp van onderzoek.<br />
Vaak wordt er gekek<strong>en</strong> naar het gevolg van landgebruiksverandering <strong>op</strong> neerslag onder afwissel<strong>en</strong>de atmosferische<br />
omstandighed<strong>en</strong> in verschill<strong>en</strong>de del<strong>en</strong> van de wereld. <strong>Het</strong> basismechanisme dat hierbij e<strong>en</strong> rol speelt<br />
is dat door e<strong>en</strong> landgebruiksverandering de vegetatie verandert <strong>en</strong> daarmee verander<strong>en</strong> ondermeer de ruwheidsl<strong>en</strong>gte<br />
<strong>en</strong> de albedo. Hierdoor verandert tev<strong>en</strong>s de stralingsbalans <strong>en</strong> ook de verdeling van de flux<strong>en</strong> van<br />
lat<strong>en</strong>te <strong>en</strong> s<strong>en</strong>sibele warmte. Verandering<strong>en</strong> in de <strong>op</strong>pervlakteflux<strong>en</strong> van <strong>en</strong>ergie, vocht <strong>en</strong> impuls zull<strong>en</strong> leid<strong>en</strong><br />
tot e<strong>en</strong> verander<strong>en</strong>d vocht- <strong>en</strong> warmtetotaal binn<strong>en</strong> de gr<strong>en</strong>slaag. Op hun beurt zal dit weer invloed hebb<strong>en</strong><br />
<strong>op</strong> de convectieve <strong>op</strong>warming, diabatische <strong>op</strong>warming, subsid<strong>en</strong>tie <strong>en</strong> vochtconverg<strong>en</strong>tie in de gr<strong>en</strong>slaag. De<br />
terugk<strong>op</strong>peling<strong>en</strong> <strong>op</strong> de regionale schaal (~100 km) tuss<strong>en</strong> het land<strong>op</strong>pervlak <strong>en</strong> de t<strong>op</strong>ografie <strong>en</strong>erzijds <strong>en</strong><br />
de atmosfeer anderzijds zull<strong>en</strong> direct aangrijp<strong>en</strong> <strong>op</strong> process<strong>en</strong> in de atmosfeer die de mesoschaal circulaties<br />
aandrijv<strong>en</strong>. In dit artikel gaan we in <strong>op</strong> de mogelijke gevolg<strong>en</strong> van e<strong>en</strong> verandering in landgebruik <strong>op</strong> de landatmosfeer<br />
interacties (verdamping, neerslag) voor e<strong>en</strong> relatief klein gebied namelijk de Veluwe. Deze interacties<br />
zull<strong>en</strong> <strong>met</strong> behulp van e<strong>en</strong> regionaal atmosfeermodel <strong>en</strong> e<strong>en</strong> gedetailleerd land<strong>op</strong>pervlaktemodel word<strong>en</strong><br />
bestudeerd. Hiervoor wordt gebruik gemaakt van verschill<strong>en</strong>de sc<strong>en</strong>ario’s waarin het landgebruik <strong>en</strong> de t<strong>op</strong>ografie<br />
de variër<strong>en</strong>de variabel<strong>en</strong> zijn. Op basis van deze resultat<strong>en</strong> kan concluder<strong>en</strong>d wat gezegd word<strong>en</strong> over<br />
het <strong>effect</strong> van landgebruiksverandering in, bijvoorbeeld, het Rijnstroomgebied dat lo<strong>op</strong>t via Duitsland van Zwitserland<br />
naar Nederland.<br />
Landgebruik<br />
Landgebruiksc<strong>en</strong>ario’s van het EU-Ruralis<br />
project (Verburg et al. 2006) lat<strong>en</strong><br />
e<strong>en</strong> verandering in landgebruik zi<strong>en</strong> als<br />
gevolg van de toetreding van Oost-Eur<strong>op</strong>ese<br />
land<strong>en</strong> tot de Eur<strong>op</strong>ese Unie. In het<br />
west<strong>en</strong> van Eur<strong>op</strong>a is als gevolg van die<br />
toetreding e<strong>en</strong> to<strong>en</strong>ame te verwacht<strong>en</strong><br />
van stedelijk <strong>en</strong> bebost gebied t<strong>en</strong> koste<br />
van het landbouwareaal in de kom<strong>en</strong>de<br />
ti<strong>en</strong>tall<strong>en</strong> jar<strong>en</strong>. Deze verandering in<br />
landgebruik zal van invloed zijn <strong>op</strong> het<br />
METEOROLOGICA 3 - <strong>2008</strong> 11<br />
Meteorologica-sept-<strong>2008</strong>-def.indd 11 24-9-<strong>2008</strong> 8:36:30
12<br />
METEOROLOGICA 3 - <strong>2008</strong><br />
Uw partner in Meteo <strong>en</strong> Klimaat!<br />
Handels- <strong>en</strong> Ing<strong>en</strong>ieursbureau Bakker & Co levert e<strong>en</strong> scala aan<br />
meet<strong>op</strong>lossing<strong>en</strong> <strong>en</strong> meetinstrum<strong>en</strong>t<strong>en</strong> <strong>op</strong> het gebied van <strong>met</strong>eorologie<br />
<strong>en</strong> klimatologie. Van instrum<strong>en</strong>t<strong>en</strong>, s<strong>en</strong>sor<strong>en</strong> tot complete weerstations<br />
inclusief data acquisitie <strong>en</strong> software voor toepassing<strong>en</strong> in de industrie,<br />
offshore <strong>en</strong> gebouwautomatisering.<br />
Meteorologische s<strong>en</strong>sor<strong>en</strong><br />
Windrichting / windsnelheid<br />
Temperatuur<br />
Luchtvochtigheid<br />
Atmosferische druk<br />
Zon int<strong>en</strong>siteit<br />
Neerslag<br />
Handels- <strong>en</strong> Ing<strong>en</strong>ieursbureau Bakker & Co., Industrieterrein “de Geer”, Gild<strong>en</strong>weg 3<br />
Postbus 1235, 3330 CE Zwijndrecht.<br />
Tel. 078-610 16 66, Fax. 078-610 04 62<br />
E-mail meettechniek@bakker-co.com<br />
www.bakker-co.com<br />
Meteorologica-sept-<strong>2008</strong>-def.indd 12 24-9-<strong>2008</strong> 8:36:30
Figuur 1. Jaarlijkse gemiddelde neerslagsom (mm) voor Nederland<br />
(1971-2000), (Heijboer and Nellestijn 2002)<br />
afvoerregime van de grote rivier<strong>en</strong> in<br />
de Nederlandse rivierdelta. Dit <strong>effect</strong><br />
komt naast de gevolg<strong>en</strong> die mogelijk te<br />
verwacht<strong>en</strong> zijn als gevolg van klimaatverandering<strong>en</strong>.<br />
Door de to<strong>en</strong>ame van de<br />
temperatuur zal er in de Alp<strong>en</strong> minder<br />
neerslag in de vorm van sneeuw vall<strong>en</strong><br />
<strong>en</strong> zal het smelt<strong>en</strong> van sneeuw daar ook<br />
vroeger <strong>op</strong>tred<strong>en</strong>. Dit zal, in het geval<br />
van de Rijn, zowel het hoogwater in de<br />
winter als het laagwater in de zomer<br />
beïnvloed<strong>en</strong>.<br />
De Veluwe (totale <strong>op</strong>pervlakte: 625 km 2 )<br />
bestaat voornamelijk uit bos <strong>en</strong> ligt voor<br />
het grootste deel <strong>en</strong>kele ti<strong>en</strong>tall<strong>en</strong> <strong>met</strong>ers<br />
hoger dan het omligg<strong>en</strong>de terrein. Tijd<strong>en</strong>s<br />
de laatste ijstijd werd dit gebied bedekt<br />
<strong>met</strong> dekzand. In het begin van de twintigste<br />
eeuw werd beslot<strong>en</strong> om het gebied te<br />
beboss<strong>en</strong> om de winderosie <strong>en</strong> daarmee<br />
Figuur 3. Ligging van neerslagstations <strong>op</strong> <strong>en</strong> rond de Veluwe, <strong>met</strong> de hoogtekaart<br />
van Midd<strong>en</strong>-Nederland als achtergrond. Blauw: stations rond de<br />
Veluwe gebruikt in de analyse, oranje: stations <strong>op</strong> de Veluwe gebruikt in de<br />
analyse, zwart: niet gebruikte stations.<br />
de sedim<strong>en</strong>tatie van zand<br />
die de omligg<strong>en</strong>de landbouwgebied<strong>en</strong><br />
bedreigde,<br />
te reducer<strong>en</strong>. De Veluwe<br />
k<strong>en</strong>t e<strong>en</strong> gemiddelde jaarlijkse<br />
neerslaghoeveelheid<br />
die 75 tot 100 mm hoger<br />
ligt dan andere del<strong>en</strong> van<br />
Nederland, e<strong>en</strong> verschil<br />
van ongeveer 10-15 %<br />
(figuur 1). Deze verhouding<br />
verschilt door het jaar<br />
he<strong>en</strong> zoals is weergegev<strong>en</strong><br />
figuur 2 <strong>met</strong> het grootste<br />
relatieve verschil in de<br />
wintermaand<strong>en</strong>. Deze analyse<br />
is uitgevoerd <strong>op</strong> stations<br />
<strong>op</strong> <strong>en</strong> rond de Veluwe.<br />
De stations <strong>met</strong> hun locatie<br />
staan afgebeeld in figuur<br />
3. Tot nu toe is verondersteld<br />
dat dit maximum het<br />
gevolg is van de verhoogde<br />
ligging van de Veluwe. <strong>Het</strong> zal echter<br />
blijk<strong>en</strong> dat het bos e<strong>en</strong> niet te verwaarloz<strong>en</strong><br />
rol speelt in het neerslagmaximum<br />
<strong>op</strong> de Veluwe.<br />
Modell<strong>en</strong><br />
Om het <strong>effect</strong> van het bos aan te ton<strong>en</strong><br />
wordt gebruik gemaakt van het mesoschaalmodel<br />
RAMS (Cotton et al. 2003)<br />
<strong>met</strong> het in eig<strong>en</strong> beheer ontwikkelde land<strong>op</strong>pervlakteschema<br />
SWAPS-C (Ashby<br />
et al., 1996, Hanan et al., 1998). Dit<br />
gecombineerde model is in e<strong>en</strong> g<strong>en</strong>este<br />
rooster<strong>op</strong>zet gedraaid waarbij de resolutie<br />
to<strong>en</strong>am van 18 km 2 (rooster 1), via 8<br />
km 2 (rooster 2) tot e<strong>en</strong> maximale resolutie<br />
van 2 km 2 (rooster 3). <strong>Het</strong> domein<br />
van het model (rooster 1) is weergegev<strong>en</strong><br />
in figuur 4. SWAPS-C simuleert de<br />
flux<strong>en</strong> van water, <strong>en</strong>ergie <strong>en</strong> koolstof tuss<strong>en</strong><br />
het land<strong>op</strong>pervlak (bodem <strong>en</strong> vege-<br />
Figuur 2. Verlo<strong>op</strong> van het relatieve verschil tuss<strong>en</strong><br />
neerslagstations <strong>op</strong> de Veluwe <strong>en</strong> neerslagstations<br />
rond de Veluwe.<br />
tatie) <strong>en</strong> de atmosfeer. <strong>Het</strong> model kan<br />
<strong>met</strong> verschill<strong>en</strong>de gewasconfiguraties<br />
overweg. De kracht van SWAPS-C is dat<br />
de berek<strong>en</strong>ing<strong>en</strong> van de bov<strong>en</strong>grondse <strong>en</strong><br />
ondergrondse process<strong>en</strong> in gelijke mate<br />
van fysische gedetailleerdheid word<strong>en</strong><br />
beschrev<strong>en</strong>. De verschill<strong>en</strong>de sc<strong>en</strong>ario’s<br />
die word<strong>en</strong> gebruikt in deze studie zijn<br />
geïdealiseerd maar zijn zo ontworp<strong>en</strong><br />
dat de mogelijke red<strong>en</strong><strong>en</strong> van het neerslagmaximum<br />
kunn<strong>en</strong> word<strong>en</strong> ontrafeld.<br />
Omdat we sc<strong>en</strong>ario’s gebruik<strong>en</strong> die nooit<br />
in het verled<strong>en</strong> hebb<strong>en</strong> plaatsgevond<strong>en</strong>,<br />
kunn<strong>en</strong> de uitkomst<strong>en</strong> van de sc<strong>en</strong>ariosimulaties<br />
niet word<strong>en</strong> gevalideerd <strong>met</strong><br />
waarneming<strong>en</strong>. De controle-simulatie,<br />
<strong>met</strong> huidige vegetatie <strong>en</strong> correcte t<strong>op</strong>ografie,<br />
is wel gevalideerd <strong>met</strong> bestaande<br />
observaties. Hierbij ligt de nadruk <strong>op</strong> de<br />
neerslag. Naast de al eerder g<strong>en</strong>oemde<br />
controle-simulatie ligt de nadruk in deze<br />
studie vooral <strong>op</strong> de resultat<strong>en</strong> van de<br />
sc<strong>en</strong>ario-simulaties. Verschill<strong>en</strong>de sc<strong>en</strong>ario’s<br />
zijn hierbij gebruikt, zie tabel 1<br />
<strong>en</strong> figuur 5:<br />
- NoForest (NF) sc<strong>en</strong>ario: bos (donkergro<strong>en</strong>)<br />
wordt in dit sc<strong>en</strong>ario <strong>op</strong> de Veluwe<br />
vervang<strong>en</strong> door grasland (lichtgro<strong>en</strong>).<br />
Hierdoor verandert de aerodynamische<br />
ruwheid van 0.9 <strong>met</strong>er naar 0.02 <strong>met</strong>er <strong>en</strong><br />
de albedo van 0.10 naar 0.20.<br />
Figuur 4. Hoogtekaartje (in <strong>met</strong>ers) van domein 1 dat gebruikt wordt in<br />
de simulaties.<br />
METEOROLOGICA 3 - <strong>2008</strong> 13<br />
Meteorologica-sept-<strong>2008</strong>-def.indd 13 24-9-<strong>2008</strong> 8:36:32
Figuur 5. Kaartjes van de verschill<strong>en</strong>de sc<strong>en</strong>ario’s. Linksbov<strong>en</strong>: huidig landgebruik, linksonder: huidige<br />
hoogtekaart, rechtsbov<strong>en</strong>: landgebruiksc<strong>en</strong>ario, gebruikt in het NF- <strong>en</strong> NTF-sc<strong>en</strong>ario, linksonder: hoogtekaartje,<br />
gebruikt in NT- <strong>en</strong> NTF-sc<strong>en</strong>ario. Donkergro<strong>en</strong>: bos, lichtgro<strong>en</strong>: grasland, lichtbruin: landbouwgebied,<br />
rood: stedelijk gebied.<br />
- NoT<strong>op</strong>o (NT) sc<strong>en</strong>ario: de t<strong>op</strong>ografie<br />
wordt voor de hele Veluwe teruggebracht<br />
naar ze<strong>en</strong>iveau. Dit leidt tot e<strong>en</strong> daling in<br />
de hoogte variër<strong>en</strong>d van 1 tot 100 <strong>met</strong>er.<br />
- NoT<strong>op</strong>oForest (NTF): dit is e<strong>en</strong> combinatie<br />
van beide sc<strong>en</strong>ario’s resulter<strong>en</strong>d in<br />
e<strong>en</strong> verlaagde <strong>en</strong> ontboste Veluwe.<br />
Figuur 2 liet al zi<strong>en</strong> dat de verhouding<br />
in neerslag tuss<strong>en</strong> stations <strong>op</strong> <strong>en</strong> om de<br />
Veluwe verschilt per jaargetijde. Hier-<br />
14<br />
METEOROLOGICA 3 - <strong>2008</strong><br />
door is gekoz<strong>en</strong> om RAMS te draai<strong>en</strong><br />
voor één maand in de zomer (9 mei – 7<br />
<strong>juni</strong> 2005) <strong>en</strong> één maand in de winter (1-<br />
29 februari 2000). Voor beide maand<strong>en</strong> is<br />
RAMS ook <strong>met</strong> alle sc<strong>en</strong>ario’s gedraaid.<br />
De syn<strong>op</strong>tische omstandighed<strong>en</strong> tuss<strong>en</strong><br />
de maand<strong>en</strong> verschill<strong>en</strong> zo dat de neerslag<br />
in de winter als frontale neerslag<br />
valt <strong>en</strong> in de zomer als convectieve<br />
neerslag.<br />
Figuur 7a. Vieroogjes van de simulaties van de neerslag voor de wintersituatie. Linksbov<strong>en</strong>: gesimuleerde<br />
maandsom (mm) in de controle-simulatie, rechtsbov<strong>en</strong>: verschil in maandsom (mm) tuss<strong>en</strong> de<br />
controle - <strong>en</strong> de NF-simulatie, linksonder: verschil in maandsom (mm) tuss<strong>en</strong> de controle <strong>en</strong> de NTsimulatie,<br />
rechtsonder: verschil in maandsom (mm) tuss<strong>en</strong> de controle <strong>en</strong> de NTF-simulatie. Bij e<strong>en</strong><br />
positief verschil (rood) is er minder reg<strong>en</strong> dan in de controlesimulatie.<br />
Simulatie Landgebruik Hoogte<br />
CTRL Actual Actual<br />
NF NoForest Actual<br />
NT Actual NoT<strong>op</strong>o<br />
NFT NoForest NoT<strong>op</strong>o<br />
Tabel 1. De gebruikte simulaties <strong>met</strong> de verschill<strong>en</strong>de<br />
gebruikte landgebruiks- <strong>en</strong>/of hoogtesc<strong>en</strong>ario’s,<br />
zie ook figuur 5.<br />
Figuur 6. ge<strong>met</strong><strong>en</strong> <strong>en</strong> gesimuleerde dagelijkse<br />
neerslag (mm) in de wintersimulatie, gemiddeld<br />
over e<strong>en</strong> vierkant om de Veluwe he<strong>en</strong>.<br />
Controlesimulatie<br />
De resultat<strong>en</strong> van de controlesimulatie<br />
van de wintermaand lat<strong>en</strong> zi<strong>en</strong> (figuur<br />
6) dat RAMS de maandelijkse neerslagsom<br />
voor de Veluwe goed simuleert. <strong>Het</strong><br />
model berek<strong>en</strong>t e<strong>en</strong> totale neerslagsom<br />
van 105 mm. De gemiddelde ge<strong>met</strong><strong>en</strong><br />
neerslagsom voor de stations <strong>op</strong> de Veluwe<br />
is voor de gekoz<strong>en</strong> periode 110 mm.<br />
De dagelijkse neerslagsomm<strong>en</strong> lat<strong>en</strong> ook<br />
e<strong>en</strong> verlo<strong>op</strong> zi<strong>en</strong> dat redelijk gelijk lo<strong>op</strong>t<br />
<strong>met</strong> de waarneming<strong>en</strong>. De waarg<strong>en</strong>om<strong>en</strong><br />
piek<strong>en</strong> in neerslag word<strong>en</strong> redelijk<br />
gesimuleerd door het model behalve <strong>op</strong><br />
5 februari (overschatting van 6.5 mm)<br />
<strong>en</strong> <strong>op</strong> 25 februari (onderschatting van<br />
9 mm). De validatie van de zomerneerslag<br />
(hier niet getoond) laat zi<strong>en</strong> dat het<br />
model moeite heeft om convectieve <strong>bui<strong>en</strong></strong>system<strong>en</strong><br />
aan het eind van de simulatie<br />
<strong>op</strong> de exacte locatie te simuler<strong>en</strong>. Deze<br />
verschill<strong>en</strong> in neerslagpiek<strong>en</strong> word<strong>en</strong><br />
vooral veroorzaakt doordat het model de<br />
gebied<strong>en</strong> van int<strong>en</strong>se neerslag net <strong>en</strong>kele<br />
ti<strong>en</strong>tall<strong>en</strong> kilo<strong>met</strong>ers <strong>op</strong>schuift vergelek<strong>en</strong><br />
<strong>met</strong> de waarneming<strong>en</strong>. De <strong>bui<strong>en</strong></strong>,<br />
behor<strong>en</strong>d bij e<strong>en</strong> actief weersysteem, zijn<br />
bijvoorbeeld in de zomersituatie bov<strong>en</strong><br />
Nederland gesimuleerd, terwijl in werkelijkheid<br />
dit systeem stationair voor de<br />
Nederlandse kust lag. Hierdoor kunn<strong>en</strong><br />
de gesimuleerde neerslagsomm<strong>en</strong> door<br />
e<strong>en</strong> kleine afwijking al snel verschill<strong>en</strong><br />
van de werkelijkheid.<br />
Sc<strong>en</strong>ariosimulaties<br />
De sc<strong>en</strong>ario-simulaties zoals die in tabel 1<br />
Meteorologica-sept-<strong>2008</strong>-def.indd 14 24-9-<strong>2008</strong> 8:36:32
zijn gegev<strong>en</strong> gebruik<strong>en</strong> allemaal dezelfde<br />
begin- <strong>en</strong> randvoorwaard<strong>en</strong>. Figuur 7 laat<br />
de verschill<strong>en</strong> zi<strong>en</strong> in de geaccumuleerde<br />
neerslag aan het eind van de simulaties<br />
tuss<strong>en</strong> de verschill<strong>en</strong>de sc<strong>en</strong>ario’s <strong>en</strong> de<br />
controlesimulatie voor respectievelijk de<br />
winter- <strong>en</strong> zomersimulaties. Voor beide<br />
simulaties geldt dat de drie sc<strong>en</strong>ario’s<br />
(NF, NT <strong>en</strong> NFT) in de omgeving van<br />
de Veluwe altijd minder reg<strong>en</strong> g<strong>en</strong>erer<strong>en</strong>.<br />
Dit laat zi<strong>en</strong> dat de t<strong>op</strong>ografie <strong>en</strong> het<br />
landgebruik allebei invloed hebb<strong>en</strong> <strong>op</strong><br />
de reg<strong>en</strong>val <strong>op</strong> de Veluwe. De afname<br />
in neerslag voor de Veluwe voor de<br />
NT- <strong>en</strong> NF sc<strong>en</strong>ario’s is nag<strong>en</strong>oeg gelijk<br />
<strong>en</strong> bevat ongeveer 10 % van de totale<br />
hoeveelheid neerslag gesimuleerd in de<br />
controle-simulatie.<br />
<strong>Het</strong> verschilplaatje van het NT-sc<strong>en</strong>ario<br />
laat zi<strong>en</strong> dat het verschil in neerslag<br />
vooral beperkt is tot het gebied waar de<br />
verandering van t<strong>op</strong>ografie is doorgevoerd.<br />
Dit geldt in sterke mate voor de<br />
zomersituatie. <strong>Het</strong> patroon in de verschilplaatjes<br />
van het NF-sc<strong>en</strong>ario is wat diffuser<br />
in de zomer. De wintersituatie laat<br />
e<strong>en</strong> ander beeld zi<strong>en</strong>, dat vooral beïnvloed<br />
wordt door e<strong>en</strong> dominante reg<strong>en</strong>situatie<br />
die uit noordwestelijke richting<br />
wordt aangevoerd <strong>en</strong> waar de verschill<strong>en</strong><br />
tuss<strong>en</strong> de controlesimulatie <strong>en</strong> het NFsc<strong>en</strong>ario<br />
sterk in naar vor<strong>en</strong> kom<strong>en</strong>. Voor<br />
het NT-sc<strong>en</strong>ario komt het verschil in<br />
neerslag tuss<strong>en</strong> de controlesimulatie <strong>en</strong><br />
het NT-sc<strong>en</strong>ario meer geleidelijk in de<br />
simulatie tot stand.<br />
De verschill<strong>en</strong>de stralingscompon<strong>en</strong>t<strong>en</strong><br />
lat<strong>en</strong> ook verschill<strong>en</strong> zi<strong>en</strong> tuss<strong>en</strong> de sc<strong>en</strong>ario’s.<br />
In de zomersituatie zijn de verschill<strong>en</strong><br />
tuss<strong>en</strong> de sc<strong>en</strong>ario’s zichtbaar<br />
in nettostraling, <strong>en</strong> in het bijzonder de<br />
inkom<strong>en</strong>de hoeveelheid kortgolvige straling<br />
(zie figuur 8). In het NF-sc<strong>en</strong>ario<br />
komt dit bov<strong>en</strong> de Veluwe tot uiting in<br />
e<strong>en</strong> verschil dat ligt tuss<strong>en</strong> 15 <strong>en</strong> 20 W<br />
m -2 , als gevolg van e<strong>en</strong> verhoogde instraling<br />
door e<strong>en</strong> afname in wolk<strong>en</strong> in het<br />
NF-sc<strong>en</strong>ario. Figuur 8 laat tev<strong>en</strong>s zi<strong>en</strong><br />
dat de verschill<strong>en</strong> in flux<strong>en</strong> vooral in de<br />
sc<strong>en</strong>ario’s voorkom<strong>en</strong> waar het bos <strong>op</strong><br />
de Veluwe is verwijderd. De wintersituatie<br />
is wat minder uitgesprok<strong>en</strong> al is nog<br />
steeds te zi<strong>en</strong> in het ruimtelijke beeld dat<br />
de verandering in de nettostraling in het<br />
NF-sc<strong>en</strong>ario het grootste is. <strong>Het</strong> verschil<br />
in neerslag tuss<strong>en</strong> de sc<strong>en</strong>ario’s in de<br />
wintersituatie is derhalve niet alle<strong>en</strong> het<br />
gevolg van e<strong>en</strong> lokaal verschil in de verdeling<br />
van <strong>op</strong>pervlakteflux<strong>en</strong>. Dit lijkt<br />
meer het gevolg te zijn van e<strong>en</strong> verander<strong>en</strong>d<br />
windveld rond frontale passages als<br />
gevolg van e<strong>en</strong> verschil in ruwheidsveld<br />
<strong>op</strong> de Veluwe tuss<strong>en</strong> het NF-sc<strong>en</strong>ario <strong>en</strong><br />
de controlesimulatie.<br />
Figuur 7b. Als figuur 7a maar voor de zomersituatie.<br />
Conclusie<br />
Concluder<strong>en</strong>d kunn<strong>en</strong> we stell<strong>en</strong> dat het<br />
<strong>effect</strong> van landgebruik <strong>op</strong> het neerslagmaximum<br />
bov<strong>en</strong> de Veluwe van dezelfde<br />
orde van grootte is als het <strong>effect</strong><br />
van de hogere ligging van de Veluwe.<br />
Dit betek<strong>en</strong>t dat bij het ontwerp<strong>en</strong> van<br />
adaptatiemaatregel<strong>en</strong> in het Rijnstroomgebied<br />
terdege rek<strong>en</strong>ing moet word<strong>en</strong><br />
gehoud<strong>en</strong> <strong>met</strong> de te verwacht<strong>en</strong> verandering<strong>en</strong><br />
in landgebruik in het gehele<br />
stroomgebied <strong>en</strong> de <strong>effect</strong><strong>en</strong> daarvan <strong>op</strong><br />
de neerslaghoeveelheid <strong>en</strong> ruimtelijke<br />
verdeling daarvan.<br />
Deze resultat<strong>en</strong> kom<strong>en</strong> voort uit het project<br />
ACER, gefinancierd door het Klimaat<br />
Voor Ruimte-programma.<br />
Literatuur<br />
Ashby, M., A. J. Dolman and P. Kabat, 1996:. SWAPS version<br />
1.0 : technical refer<strong>en</strong>ce manual. Wag<strong>en</strong>ing<strong>en</strong>, DLO-Staring<br />
C<strong>en</strong>trum.<br />
Cotton, W. R., R. A. Pielke, R. L. Walko, G. E. Liston, C. J.<br />
Tremback, H. Jiang, R. L. McAnelly, J. Y. Harrington, M. E.<br />
Nicholls, G. G. Carrio and J. P. McFadd<strong>en</strong>, 2003: RAMS<br />
2001: Curr<strong>en</strong>t status and future directions. Meteorology<br />
and Atmospheric Physics 82(1-4): 5-29.<br />
Hanan, N. P., P. Kabat, A. J. Dolman and J. A. Elbers, 1998:<br />
Photosynthesis and carbon balance of a Sahelian fallow<br />
savanna. Global change biology 4(5): 523-538.<br />
Heijboer, D. and J. Nellestijn, 2002: Klimaatatlas van Nederland<br />
: de normaalperiode 1971-2000. Rijswijk, Elmar.<br />
Verburg, P. H., A. Veldkamp and M. D. A. Rounsevell, 2006:<br />
Sc<strong>en</strong>ario-based studies of future land use in Eur<strong>op</strong>e. Agriculture<br />
Ecosystems & Environm<strong>en</strong>t 114(1): 1-6.<br />
Figuur 8. Verschilplaatjes in nettostraling (W m -2 ), gemiddeld over de hele simulatietijd, voor de<br />
zomersituatie (bov<strong>en</strong>) <strong>en</strong> de wintersituatie (onder). De linkerplaatjes lat<strong>en</strong> het verschil zi<strong>en</strong> tuss<strong>en</strong> de<br />
controlerun <strong>en</strong> het NT-sc<strong>en</strong>ario <strong>en</strong> de rechterplaatjes het verschil tuss<strong>en</strong> de controlerun <strong>en</strong> het NFsc<strong>en</strong>ario.<br />
METEOROLOGICA 3 - <strong>2008</strong> 15<br />
Meteorologica-sept-<strong>2008</strong>-def.indd 15 24-9-<strong>2008</strong> 8:36:33
16<br />
<br />
<br />
METEOROLOGICA 3 - <strong>2008</strong><br />
<br />
<br />
<br />
<br />
<br />
<br />
<br />
<br />
<br />
<br />
<br />
<br />
<br />
Figuur 2. Als figuur 1 maar nu voor de verwachting<strong>en</strong> van respectievelijk<br />
WNI (doorgetrokk<strong>en</strong> lijn) <strong>en</strong> KNMI (gestippeld).<br />
Meteorologica-sept-<strong>2008</strong>-def.indd 16 24-9-<strong>2008</strong> 8:36:33
Aan de muur in mijn studeervertrek in de<br />
VS hangt de baro<strong>met</strong>er van ‘<strong>op</strong>a’, mijn<br />
in 1953 overled<strong>en</strong> grootvader (André<br />
A<strong>en</strong>g<strong>en</strong><strong>en</strong>t) die mij tot de <strong>met</strong>eorologie<br />
heeft aangezet. <strong>Het</strong> apparaat wijst naar<br />
de eerste r in “veranderlijk”, over lev<strong>en</strong><br />
<strong>met</strong> onzekerheid gesprok<strong>en</strong>. Ik tik e<strong>en</strong>s<br />
bemoedig<strong>en</strong>d <strong>op</strong> mijn oude vri<strong>en</strong>d, e<strong>en</strong><br />
doosdruk<strong>met</strong>er. De wijzer springt van<br />
760 naar 759 (e<strong>en</strong> app'eetje); dat zijn<br />
eig<strong>en</strong>aardig g<strong>en</strong>oeg dus e<strong>en</strong>hed<strong>en</strong> “milli<strong>met</strong>ers<br />
kwik”. De baro<strong>met</strong>er is misschi<strong>en</strong><br />
al 75 of 100 jaar oud, heeft in Delft,<br />
Bodegrav<strong>en</strong> <strong>en</strong> Waddinxve<strong>en</strong> gehang<strong>en</strong>,<br />
is onnoemelijk vaak bekl<strong>op</strong>t <strong>en</strong> afgelez<strong>en</strong>,<br />
<strong>en</strong> is langs de nodale lijn van de<br />
NAO over e<strong>en</strong> oceaan vervoerd, maar<br />
doet zijn werk nog prima.<br />
Dit is e<strong>en</strong> kolom over e<strong>en</strong> kolom lucht.<br />
Wij lev<strong>en</strong> onderin de laatstbedoelde<br />
kolom <strong>en</strong> will<strong>en</strong> als <strong>met</strong>eoroloog, of als<br />
<strong>op</strong>a, wel e<strong>en</strong>s wet<strong>en</strong> hoe groot de luchtdruk<br />
is. Druk is van huisuit kracht per<br />
vierkante <strong>met</strong>er, uit te drukk<strong>en</strong> in moderne<br />
e<strong>en</strong>hed<strong>en</strong> als ‘zoveel’ Newton per<br />
vierkante <strong>met</strong>er, ook Pascal g<strong>en</strong>oemd. De<br />
verko<strong>op</strong> is nu verbod<strong>en</strong> maar de kwikbaro<strong>met</strong>er<br />
is e<strong>en</strong> fantastische uitvinding<br />
die ZEER lang verreweg de nauwkeurigste<br />
<strong>met</strong>ing<strong>en</strong> heette te verricht<strong>en</strong>; dit<br />
apparaat heeft daardoor e<strong>en</strong> onuitwisbare<br />
invloed <strong>op</strong> de manier waar<strong>op</strong> we<br />
druk <strong>met</strong><strong>en</strong>, corriger<strong>en</strong> <strong>en</strong> van e<strong>en</strong>hed<strong>en</strong><br />
voorzi<strong>en</strong>. Vooral dat laatste. Want wat<br />
mat Torricelli nu eig<strong>en</strong>lijk??? Hij stelde<br />
ing<strong>en</strong>ieus vast dat e<strong>en</strong> kolom kwik van<br />
ongeveer 760 mm in balans is <strong>met</strong> de<br />
kolom lucht die zich (tot één) bar hoog<br />
uitstrekt. E<strong>en</strong> weegschaal, zeg maar, <strong>met</strong><br />
geijkte contragewicht<strong>en</strong>, zoals m<strong>en</strong> vroeger<br />
wel appel<strong>en</strong> verkocht. Gewicht is e<strong>en</strong><br />
kracht, dat wil zegg<strong>en</strong> massa (kilogram)<br />
maal versnelling van de zwaartekracht<br />
(g in <strong>met</strong>er per seconde kwadraat). Veronderstelt<br />
m<strong>en</strong> dat dezelfde g de korte<br />
kwik- <strong>en</strong> de lange luchtkolom aangrijpt<br />
(wat trouw<strong>en</strong>s niet helemaal waar is<br />
voor zover g van de hoogte afhangt),<br />
dan wordt g er in feite uit gedeeld (zodat<br />
we tot ons kortstondig geluk niet e<strong>en</strong>s<br />
hoev<strong>en</strong> te wet<strong>en</strong> wat de waarde van g<br />
is!!) We <strong>met</strong><strong>en</strong> dus de massa van de<br />
luchtkolom door het gelijk te stell<strong>en</strong> aan<br />
de (bek<strong>en</strong>de) massa kwik. De kwikbaro<strong>met</strong>er<br />
is ge<strong>en</strong> druk<strong>met</strong>er, dat zal nieuws<br />
zijn voor vel<strong>en</strong>. <strong>Het</strong> is e<strong>en</strong> massa<strong>met</strong>er,<br />
wel geïnterpreteerd als druk<strong>met</strong>er <strong>en</strong> dan<br />
ook nog e<strong>en</strong>s afgelez<strong>en</strong> als de hoogte<br />
Kwik I<br />
HUUG VAN DEN DOOL<br />
van e<strong>en</strong> kwikkolom <strong>met</strong> de l<strong>en</strong>gtemaat<br />
mm. Typisch <strong>met</strong>eorologie. Dat moet tot<br />
verwarring leid<strong>en</strong>, (mogelijk ook bij de<br />
auteur). Rek<strong>en</strong> maar.<br />
Om van hoogte van e<strong>en</strong> kwikkolom naar<br />
druk te gaan moet<strong>en</strong> we verm<strong>en</strong>igvuldig<strong>en</strong><br />
<strong>met</strong> a) het soortelijk gewicht van<br />
kwik (dat is niet zo’n probleem) <strong>en</strong> b)<br />
<strong>met</strong> g, <strong>en</strong> nu moet<strong>en</strong> we ine<strong>en</strong>s wel wet<strong>en</strong><br />
wat g is. Dit is e<strong>en</strong> ramp want g is niet<br />
overal hetzelfde. Meteorolog<strong>en</strong> hebb<strong>en</strong><br />
nooit begrep<strong>en</strong> wat daar nu mee te do<strong>en</strong>.<br />
Terwijl geofysici in 1930 e<strong>en</strong> nette formule<br />
bedacht<strong>en</strong> (die begrijpelijk afhangt<br />
van de rotatie <strong>en</strong> vorm van de aarde e.d.)<br />
die g als functie van de breedte voorstelt<br />
hebb<strong>en</strong> <strong>met</strong>eorolog<strong>en</strong> (de WMO zeg<br />
maar) <strong>en</strong>kele oudere uitdrukking<strong>en</strong> in<br />
stand gehoud<strong>en</strong> maar wel de coëfficiënt<strong>en</strong><br />
meermal<strong>en</strong> numeriek aangepast. Als<br />
dat ge<strong>en</strong> global change veroorzaakt in<br />
e<strong>en</strong> Reanalysis weet ik het niet meer!<br />
Helaas staat de <strong>met</strong>eorologie bol van de<br />
trucjes <strong>en</strong> foefjes die zich vroeg of laat<br />
teg<strong>en</strong> je ker<strong>en</strong>, vooral als er niemand<br />
meer leeft om uit te legg<strong>en</strong> waarom we<br />
dat destijds ded<strong>en</strong> (<strong>en</strong> uit gewoonte soms<br />
nog do<strong>en</strong>). Zoals de virtuele temperatuur<br />
is bedacht zodat we altijd <strong>met</strong> de<br />
gasconstante R van droge lucht kunn<strong>en</strong><br />
werk<strong>en</strong> (e<strong>en</strong> handigheidje, maar ook e<strong>en</strong><br />
ramp die niet te overzi<strong>en</strong> is), me<strong>en</strong>de<br />
m<strong>en</strong> vroeger dat het praktisch was de<br />
aflezing van de kwikbaro<strong>met</strong>er in mm te<br />
blijv<strong>en</strong> rapporter<strong>en</strong> maar wel <strong>op</strong> te vatt<strong>en</strong><br />
als druk. <strong>Het</strong> belang van de druk in de<br />
syn<strong>op</strong>tische <strong>met</strong>eorologie is, Buys Ballot<br />
indachtig, <strong>met</strong> name om de horizontale<br />
drukgradiënt te bepal<strong>en</strong>, dat wil zegg<strong>en</strong><br />
m<strong>en</strong> moet kwikkoloml<strong>en</strong>gte<strong>met</strong>ing<strong>en</strong> <strong>op</strong><br />
verschill<strong>en</strong>de plaats<strong>en</strong> <strong>met</strong> elkaar kunn<strong>en</strong><br />
vergelijk<strong>en</strong> als ware het ge<strong>en</strong> massa<br />
maar druk. Uit Tabel IIIa in Bleeker’s<br />
deel II van zijn fameuze Leerboek der<br />
Meteorologie uit 1942 (ook dat heb ik<br />
uiteraard langs de nodale lijn der NAO<br />
over de oceaan meeg<strong>en</strong>om<strong>en</strong>) blijkt dat<br />
m<strong>en</strong> hiertoe bij de aflezing van de l<strong>en</strong>gte<br />
van de kwikkolom <strong>op</strong> 50ºN e<strong>en</strong> halve<br />
mm moest <strong>op</strong>tell<strong>en</strong> (bij lage druk wat<br />
minder). Deze zog<strong>en</strong>aamde breedtecorrectie<br />
voor de l<strong>en</strong>gte van de kwikkolom<br />
is e<strong>en</strong> simpele vorm van e<strong>en</strong> g-correctie<br />
zodat we vervolg<strong>en</strong>s <strong>met</strong> e<strong>en</strong> vaste refer<strong>en</strong>tiewaarde<br />
van g 0 =9.806 m/s 2 (overal<br />
<strong>op</strong> aarde hetzelfde) kunn<strong>en</strong> werk<strong>en</strong>. <strong>Het</strong><br />
gemak di<strong>en</strong>t de m<strong>en</strong>s, t<strong>en</strong>zij je de details<br />
vergeet, dan breekt het gemak je zuur <strong>op</strong>.<br />
En dat de correctie zo klein is (e<strong>en</strong> halve<br />
mm) komt omdat Nederland niet zo ver<br />
van 45ºN ligt; aan de pool <strong>en</strong> de equator<br />
is de correctie soms meer dan + (pool) <strong>en</strong><br />
– (equator) 2mm. Bij 45ºN <strong>en</strong> Z ligt het<br />
scharnierpunt van deze breedtecorrectie,<br />
of eig<strong>en</strong>lijk moet ik "lag het scharnierpunt"<br />
zegg<strong>en</strong> want bij e<strong>en</strong> onfortuinlijke<br />
aanpassing van de gebezigde uitdrukking<strong>en</strong><br />
in 1966 is dat punt door de<br />
WMO verschov<strong>en</strong> <strong>en</strong> daarmee is ook<br />
de refer<strong>en</strong>tiewaarde g 0 veranderd. Ik zal<br />
maar niet beginn<strong>en</strong> over het feit dat de<br />
zwaartekracht ook van de geografische<br />
l<strong>en</strong>gte afhangt; daar weet ik meer van<br />
(tot 10 tot de macht min 10 toe) dan goed<br />
voor me is.<br />
De l<strong>en</strong>gtemaat kwik (cm, mm, inches)<br />
is geheel t<strong>en</strong> onrechte raz<strong>en</strong>d p<strong>op</strong>ulair<br />
geword<strong>en</strong>. In de aartsconservatieve VS<br />
hoor ik in <strong>2008</strong> dagelijks tv-<strong>met</strong>eorolog<strong>en</strong><br />
over 30 punt zoveel inches (mercury,<br />
“and rising”) klets<strong>en</strong>. Hoogstwaarschijnlijk<br />
hebb<strong>en</strong> ze niet e<strong>en</strong>s e<strong>en</strong> kwikbaro<strong>met</strong>er.<br />
Dat mijn <strong>op</strong>a’s doosbaro<strong>met</strong>er in<br />
mm kwik werd afgelez<strong>en</strong> bewijst hoe<br />
p<strong>op</strong>ulair <strong>en</strong> dwing<strong>en</strong>d de mm kwik als<br />
e<strong>en</strong>heid in <strong>op</strong>a’s vitale jar<strong>en</strong> wel was. En<br />
het slaat nerg<strong>en</strong>s <strong>op</strong>. E<strong>en</strong> aneroïde doos<br />
meet de echte druk <strong>en</strong> die hoeft niet uitgedrukt<br />
te word<strong>en</strong> in de e<strong>en</strong>heid die voor<br />
de kwikbaro<strong>met</strong>er e<strong>en</strong> tijdlang praktisch<br />
werd gevond<strong>en</strong>.<br />
To<strong>en</strong> mijn grootvader 50 was bedacht<br />
Vilhelm Bjerknes dat we maar e<strong>en</strong>s van<br />
die mm kwik afmoest<strong>en</strong>. We schrijv<strong>en</strong> de<br />
jar<strong>en</strong> twintig (ik verneem dit van Wouter<br />
Lablans; van Everding<strong>en</strong> (1942) noemt<br />
in zijn boek 1923 als het jaar van de eerste<br />
internationale afspraak hieromtr<strong>en</strong>t).<br />
To<strong>en</strong>tertijd had m<strong>en</strong> het gram cm stelsel,<br />
<strong>en</strong> de Dyne voor kracht. De druke<strong>en</strong>heid,<br />
de zog<strong>en</strong>aamde bar, is e<strong>en</strong> Dyne per vierkante<br />
c<strong>en</strong>ti<strong>met</strong>er. De luchtdruk <strong>op</strong> ze<strong>en</strong>iveau<br />
is ongeveer 1 bar (dit kan ge<strong>en</strong> toeval<br />
zijn, daar zit iets heiligs achter), maar<br />
voor drukvariaties is de millibar (mb)<br />
uiteraard handiger. De mb nam vanaf de<br />
jar<strong>en</strong> twintig onder vaklied<strong>en</strong> de plaats<br />
in van de mm Hg. Nederland liep hierin<br />
niet voor<strong>op</strong> <strong>en</strong> het duurde tot 1938 tot<br />
het publicatieweerkaartje van ons geliefd<br />
KNMI van mm Hg <strong>op</strong> mb overging. In<br />
het KNMI 100 jaar feestboek uit 1954<br />
merkt iemand ongerust <strong>op</strong> dat de mb als<br />
e<strong>en</strong>heid nog niet bij het grote publiek is<br />
doorgedrong<strong>en</strong>, maar dat de <strong>op</strong>tici<strong>en</strong>s in<br />
Nederland in deze e<strong>en</strong> grote hulp zijn.<br />
Dat de National Weather Service in de<br />
VS in <strong>2008</strong> nog steeds inches mercury<br />
rapporteert <strong>op</strong> zijn eig<strong>en</strong> website is in<br />
dit verband wel iets heel bijzonders; zo<br />
ver liep/lo<strong>op</strong>t het publiek in NL toch niet<br />
achter. Met dank aan de <strong>op</strong>tici<strong>en</strong>s.<br />
METEOROLOGICA 3 - <strong>2008</strong> 17<br />
Meteorologica-sept-<strong>2008</strong>-def.indd 17 24-9-<strong>2008</strong> 8:36:34
Er is e<strong>en</strong> periode geweest dat m<strong>en</strong> uit<br />
zuinigheid de oude gemilli<strong>met</strong>erde kwikbaro<strong>met</strong>er<br />
hield maar er e<strong>en</strong> tweede<br />
schaal in mb aan vast timmerde. E<strong>en</strong><br />
kwestie van verm<strong>en</strong>igvuldig<strong>en</strong> <strong>met</strong> ongeveer<br />
1.33.<br />
<strong>Het</strong> voordeel van de mb is dat het e<strong>en</strong><br />
drukmaat is, maar zolang m<strong>en</strong> de kwikbaro<strong>met</strong>er<br />
gebruikt, do<strong>en</strong> zich dezelfde<br />
breedteproblem<strong>en</strong> voor als <strong>met</strong> de mm<br />
Hg. Om e<strong>en</strong> lang verhaal kort te mak<strong>en</strong>:<br />
zie Bleeker’s Tabel IIIb uit 1942.<br />
Ik had natuurlijk <strong>met</strong> de deur in huis<br />
kunn<strong>en</strong> vall<strong>en</strong>, of zelfs <strong>met</strong> twee deur<strong>en</strong><br />
tuss<strong>en</strong> de keerkring<strong>en</strong> (de doorzon Steph<strong>en</strong>sonhut<br />
indachtig), door te zegg<strong>en</strong> dat<br />
de kwikbaro<strong>met</strong>er helemaal ge<strong>en</strong> druk<br />
meet <strong>en</strong> dat er vanuit het oogpunt van klimaatanalyse<br />
wel iets is aan te merk<strong>en</strong> <strong>op</strong><br />
deze <strong>en</strong> andere syn<strong>op</strong>tische ‘druk’ <strong>met</strong>ing<strong>en</strong>.<br />
Hoe dit uit te vogel<strong>en</strong>? En nu heb<br />
ik het maar niet over herleiding tot ze<strong>en</strong>iveau,<br />
de problematische temperatuur-<br />
18<br />
METEOROLOGICA 3 - <strong>2008</strong><br />
correctie (zie hierover de kolom van de<br />
kleinzoon van H<strong>en</strong>k de Bruin), de vacuumcorrectie,<br />
<strong>en</strong> de m<strong>en</strong>iscuscorrectie <strong>met</strong><br />
betrekking tot de vorm van het kwik<strong>op</strong>pervlak<br />
gegev<strong>en</strong> de soort buis <strong>en</strong> adhesie<br />
tuss<strong>en</strong> de material<strong>en</strong>. <strong>Het</strong> KNMI meet al<br />
16 jaar niet meer <strong>met</strong> e<strong>en</strong> kwikbaro<strong>met</strong>er,<br />
zo hoorde ik van André van Lond<strong>en</strong><br />
<strong>en</strong> Harry Geurts. Dit is dus allemaal uit<br />
de tijd, net als mijn <strong>op</strong>a <strong>en</strong> ik. Wel is er<br />
zoiets als e<strong>en</strong> bijzondere Reanalysis, of<br />
heranalyse van weerkaart<strong>en</strong> (drie dim<strong>en</strong>sionaal),<br />
<strong>met</strong> moderne analyse<strong>met</strong>hod<strong>en</strong><br />
maar <strong>met</strong> gebruikmaking van uitsluit<strong>en</strong>d<br />
station luchtdrukgegev<strong>en</strong>s waardoor we<br />
heel ver terug kunn<strong>en</strong> gaan (~1870) <strong>en</strong><br />
het oude onverminderd van belang blijft.<br />
Dat do<strong>en</strong> de NOAA-jong<strong>en</strong>s in Boulder:<br />
Gilbert Compo <strong>en</strong> Jeff Whitaker.<br />
Ik vroeg deze her<strong>en</strong> of ze iets van het<br />
bov<strong>en</strong>staande wist<strong>en</strong>, <strong>en</strong> dat was niet<br />
het geval <strong>en</strong> ze zijn echt wel slim. <strong>Het</strong> is<br />
natuurlijk e<strong>en</strong> heel werk om te achterha-<br />
l<strong>en</strong> of correcties zijn uitgevoerd, welke<br />
de correctie<strong>met</strong>hode to<strong>en</strong> was, dit te<br />
inverter<strong>en</strong> <strong>en</strong> modern over te do<strong>en</strong>, zodat<br />
1870-hed<strong>en</strong> homoge<strong>en</strong> wordt ge<strong>met</strong><strong>en</strong>,<br />
want dat moet natuurlijk wel als je er<br />
klimaatvariaties uit wilt hal<strong>en</strong>. M<strong>en</strong> heeft<br />
dit niet echt geprobeerd. De meeste hierbov<strong>en</strong><br />
beschrev<strong>en</strong> mogelijke fout<strong>en</strong>bronn<strong>en</strong><br />
zijn gelukkig systematisch, <strong>en</strong> ons<br />
vak is totaal verliefd <strong>op</strong> systematische<br />
fout<strong>en</strong> die, zoals de naam suggereert,<br />
corrigeerbaar <strong>en</strong> dus werkverschaff<strong>en</strong>d<br />
zijn. Immer betere homog<strong>en</strong>iteitstest<strong>en</strong><br />
<strong>op</strong> tijdreeks<strong>en</strong> word<strong>en</strong> gebruikt om discontinuïteit<strong>en</strong><br />
te signaler<strong>en</strong> <strong>en</strong> corriger<strong>en</strong>.<br />
Maar het blijft zo wel kwik <strong>en</strong> dirty.<br />
PS. <strong>Het</strong> is misschi<strong>en</strong> omdat ik nu de<br />
zestig b<strong>en</strong> gepasseerd, maar ik weiger<br />
de hPa als e<strong>en</strong> verbetering van de mb te<br />
zi<strong>en</strong>. Hebb<strong>en</strong> de <strong>op</strong>tici<strong>en</strong>s van Nederland<br />
werkelijk hun medewerking hieraan<br />
gegev<strong>en</strong>?!<br />
<strong>Het</strong> eerste klimaatadvies in Nederland: ontstaan,<br />
inhoud <strong>en</strong> gevolg<strong>en</strong> (deel 1)<br />
COR SCHUURMANS EN FONS BAEDE<br />
Dit jaar is het 25 jaar geled<strong>en</strong> dat in Nederland het eerste klimaatadvies werd uitgebracht. <strong>Het</strong> had nog ge<strong>en</strong><br />
directe politieke consequ<strong>en</strong>ties, maar wel gaf het e<strong>en</strong> aanzet tot de ontwikkeling van e<strong>en</strong> nationaal programma<br />
voor klimaatonderzoek <strong>en</strong> tot de vorming van e<strong>en</strong> landelijk netwerk van onderzoekers <strong>en</strong> beleidsmakers. Al<br />
eerder werd, ook in Nederland, de vraag gesteld of het to<strong>en</strong>em<strong>en</strong>d CO 2 -gehalte van de atmosfeer vroeg of laat<br />
niet tot e<strong>en</strong> ongew<strong>en</strong>ste verandering van het klimaat zou leid<strong>en</strong>. Wie war<strong>en</strong> de pioniers <strong>op</strong> dit gebied in Nederland<br />
<strong>en</strong> welke organisaties nam<strong>en</strong> het initiatief tot e<strong>en</strong> nadere bestudering van het probleem? Wat war<strong>en</strong> de<br />
<strong>op</strong>vatting<strong>en</strong> die in het eerste klimaatadvies <strong>en</strong> in de reacties daar<strong>op</strong> werd<strong>en</strong> verkondigd <strong>en</strong> in hoeverre zijn die<br />
door de latere gebeurt<strong>en</strong>iss<strong>en</strong> bevestigd of gelog<strong>en</strong>straft? Zulke vrag<strong>en</strong> zull<strong>en</strong> we in dit artikel beantwoord<strong>en</strong>.<br />
Omdat beide auteurs nauw betrokk<strong>en</strong> war<strong>en</strong> bij de activiteit<strong>en</strong> in de beginperiode van het CO 2 - klimaatprobleem<br />
zal de beschrijving wellicht niet objectief zijn. Ook pret<strong>en</strong>der<strong>en</strong> we ge<strong>en</strong> volledigheid. Wat we beog<strong>en</strong> is<br />
e<strong>en</strong> beeld te gev<strong>en</strong> van de begintijd <strong>en</strong> van de rol die de <strong>met</strong>eorologische geme<strong>en</strong>schap, maar ook de overheid<br />
<strong>en</strong> de wet<strong>en</strong>schappelijke organisaties in Nederland, daarin hebb<strong>en</strong> gespeeld.<br />
De eerste jar<strong>en</strong>: als startpunt koz<strong>en</strong> we<br />
de jar<strong>en</strong> zestig omdat het to<strong>en</strong> <strong>op</strong> klimaatgebied<br />
zowel wet<strong>en</strong>schappelijk als<br />
politiek nog rustig was. We eindig<strong>en</strong> eind<br />
jar<strong>en</strong> tachtig. <strong>Het</strong> Nederlands klimaatbeleid<br />
begon to<strong>en</strong> vorm te krijg<strong>en</strong>, het<br />
IPCC werd <strong>op</strong>gericht, regeringsleiders<br />
<strong>en</strong> staatshoofd<strong>en</strong> schroomd<strong>en</strong> niet langer<br />
voor het kom<strong>en</strong>de klimaatprobleem te<br />
waarschuw<strong>en</strong> <strong>en</strong> de Ver<strong>en</strong>igde Naties<br />
nam<strong>en</strong> initiatiev<strong>en</strong> om tot internationale<br />
afsprak<strong>en</strong> te kom<strong>en</strong>. Heel af <strong>en</strong> toe veroorlov<strong>en</strong><br />
we ons e<strong>en</strong> doorkijk naar het<br />
begin van de jar<strong>en</strong> neg<strong>en</strong>tig.<br />
<strong>Het</strong> klimaat in de jar<strong>en</strong> zestig<br />
<strong>Het</strong> weer is variabel, ook van jaar <strong>op</strong> jaar,<br />
maar het klimaat is nag<strong>en</strong>oeg constant.<br />
Dat was de <strong>op</strong>vatting onder <strong>met</strong>eorolog<strong>en</strong><br />
zo’n 50 jaar geled<strong>en</strong>, ook <strong>op</strong> het KNMI.<br />
Natuurlijk, er war<strong>en</strong> ijstijd<strong>en</strong> geweest in<br />
het verre verled<strong>en</strong> <strong>en</strong> uit kroniek<strong>en</strong> kreeg<br />
je de indruk dat het in vroeger eeuw<strong>en</strong><br />
wel e<strong>en</strong>s kouder of warmer was geweest<br />
dan nu (warme Middeleeuw<strong>en</strong>, Kleine<br />
IJstijd in de 17 e eeuw), maar in de periode<br />
van de instrum<strong>en</strong>tele <strong>met</strong>ing<strong>en</strong> was<br />
er weinig verandering te bespeur<strong>en</strong>. Dat<br />
gold in ieder geval voor het klimaat van<br />
De Bilt in de periode vanaf 1900 (zie<br />
tabel 1).<br />
To<strong>en</strong> er in 1966 dan ook e<strong>en</strong> boekje<br />
uitkwam onder de titel 'Oorzak<strong>en</strong><br />
van klimaatverandering<strong>en</strong>', geschrev<strong>en</strong><br />
door de Leidse astronoom drs. A.M. van<br />
G<strong>en</strong>der<strong>en</strong> wekte dat weinig beroering.<br />
De auteur had zijn manuscript aan het<br />
KNMI ter lezing aangebod<strong>en</strong>, waar het,<br />
getuige het naschrift, werd gelez<strong>en</strong> door<br />
dr. H. t<strong>en</strong> Kate, drs. C.J.E. Schuurmans,<br />
prof. W. Bleeker <strong>en</strong> drs. C.J. van der<br />
Ham. De nadruk lag sterk <strong>op</strong> ijstijd<strong>en</strong> <strong>en</strong><br />
astronomische oorzak<strong>en</strong> van klimaatverandering<strong>en</strong>.<br />
Verandering<strong>en</strong> in de sam<strong>en</strong>stelling<br />
van de aardatmosfeer werd<strong>en</strong> als<br />
mogelijke oorzaak kort beschrev<strong>en</strong>, maar<br />
volg<strong>en</strong>s Van G<strong>en</strong>der<strong>en</strong> zou uit berek<strong>en</strong>ing<strong>en</strong><br />
(zonder bronvermelding) blijk<strong>en</strong> dat<br />
deze niet in staat zijn om werkelijk grote<br />
klimaatverandering<strong>en</strong> te veroorzak<strong>en</strong>.<br />
De KNMI-reviewers war<strong>en</strong> het k<strong>en</strong>nelijk<br />
<strong>met</strong> hem e<strong>en</strong>s.<br />
Meteorologica-sept-<strong>2008</strong>-def.indd 18 24-9-<strong>2008</strong> 8:36:34
Figuur 1. Syukuro Manabe, pionier <strong>op</strong> het gebied van de modellering van het<br />
klimaatsysteem (bron: hanssandberg. blogspot.com).<br />
Gezegd moet word<strong>en</strong> dat de berek<strong>en</strong>ing<strong>en</strong><br />
van het temperatuur<strong>effect</strong> van<br />
verandering<strong>en</strong> in het CO 2 -gehalte van de<br />
atmosfeer tot medio jar<strong>en</strong> zestig weinig<br />
overe<strong>en</strong>stemming vertoond<strong>en</strong>. Bov<strong>en</strong>di<strong>en</strong><br />
beleefd<strong>en</strong> we to<strong>en</strong> zulke koele zomers <strong>en</strong><br />
koude winters dat de gedachte dat het<br />
door meer CO 2 warmer zou word<strong>en</strong> als<br />
weinig geloofwaardig overkwam. Integ<strong>en</strong>deel:<br />
er versch<strong>en</strong><strong>en</strong> artikel<strong>en</strong> over het<br />
ontstaan van e<strong>en</strong> nieuwe ijstijd, ideeën<br />
die ook het grote publiek bereikt<strong>en</strong> door<br />
de BBC-film “De Weermachinerie”, die<br />
begin 1975 ook in Nederland werd uitgezond<strong>en</strong>.<br />
<strong>Het</strong> begeleid<strong>en</strong>de boek van<br />
Nigel Calder (Calder, 1974) droeg zelfs<br />
als ondertitel “De dreiging van het ijs”!<br />
Ontwikkeling<strong>en</strong><br />
Uit het bov<strong>en</strong>staande blijkt wel dat in de<br />
jar<strong>en</strong> zestig <strong>en</strong> begin zev<strong>en</strong>tig van het<br />
KNMI nog weinig initiatief verwacht<br />
mocht word<strong>en</strong> aangaande het CO 2 -klimaatprobleem.<br />
Toch was de auteur van<br />
vermoedelijk het eerste Nederlandse<br />
p<strong>op</strong>ulair-wet<strong>en</strong>schappelijke artikel over<br />
de klimaatinvloed van het to<strong>en</strong>em<strong>en</strong>d<br />
CO 2 -gehalte e<strong>en</strong> KNMI-er, namelijk<br />
Wouter Lablans (Lablans, 1970). Maar<br />
ook Lablans concludeert dat “de kooldioxide-emissie<br />
als oorzaak van klimaatverandering<br />
niet duidelijk domineert<br />
over andere factor<strong>en</strong> die invloed kunn<strong>en</strong><br />
hebb<strong>en</strong> <strong>op</strong> het klimaat”.<br />
Ofschoon Lablans e<strong>en</strong> overzicht gaf<br />
van de sterk uite<strong>en</strong>l<strong>op</strong><strong>en</strong>de berek<strong>en</strong>de<br />
temperatuurstijging bij verdubbeling<br />
van het CO 2 -gehalte is het <strong>op</strong>merkelijk<br />
dat daarin het resultaat van Manabe <strong>en</strong><br />
Wetherald (1967) (figuur 1) niet is <strong>op</strong>g<strong>en</strong>om<strong>en</strong>.<br />
Vooral omdat dit voor het eerst<br />
<strong>met</strong> e<strong>en</strong> vrij realistisch 1-dim<strong>en</strong>sionaal<br />
<strong>en</strong>ergiebalansmodel van de atmosfeer<br />
was berek<strong>en</strong>d, waarin naast convectief<br />
warmtetransport, ook de bijdrage van de<br />
waterdamp-terugk<strong>op</strong>peling<br />
was<br />
<strong>op</strong>g<strong>en</strong>om<strong>en</strong>. Met<br />
dit model werd<br />
berek<strong>en</strong>d dat bij<br />
to<strong>en</strong>ame van het<br />
CO 2 -gehalte de<br />
temperatuur in<br />
de stratosfeer zou<br />
afnem<strong>en</strong> <strong>en</strong> in de<br />
tr<strong>op</strong>osfeer to<strong>en</strong>em<strong>en</strong>.<br />
Bij verdubbeling<br />
van het<br />
CO 2 -gehalte zou<br />
de temperatuur aan<br />
het aard<strong>op</strong>pervlak<br />
<strong>met</strong> 2,3 K stijg<strong>en</strong>.<br />
<strong>Het</strong> werk van Manabe <strong>en</strong> Wetherald, uitgevoerd<br />
<strong>op</strong> het Ge<strong>op</strong>hysical Fluid Dynamics<br />
Laboratory te Washington D.C.<br />
(later Princeton) trok internationaal sterk<br />
de aandacht, zoals onder andere blijkt uit<br />
het Report of the Study of Man’s Impact<br />
on Climate (SMIC), resultaat van e<strong>en</strong><br />
in Stockholm gehoud<strong>en</strong> confer<strong>en</strong>tie in<br />
1971, onder auspiciën van het Massachusetts<br />
Institute of Technology (MIT).<br />
De deelnemerslijst van deze confer<strong>en</strong>tie<br />
vermeldt hoofdzakelijk universiteitsonderzoekers<br />
uit Amerika <strong>en</strong> Eur<strong>op</strong>a. Nationale<br />
<strong>met</strong>eorologische institut<strong>en</strong> war<strong>en</strong><br />
bij deze activiteit<strong>en</strong> nog niet betrokk<strong>en</strong>.<br />
In zijn proefschrift noemt Jero<strong>en</strong> van<br />
der Sluijs (1997) het SMIC- report “the<br />
first notable assessm<strong>en</strong>t of the climate<br />
problem”.<br />
Veel bredere lag<strong>en</strong> van de bevolking<br />
werd<strong>en</strong> zich bewust van de eindigheid<br />
<strong>en</strong> de kwetsbaarheid van de aarde door<br />
het bek<strong>en</strong>de Rapport van de Club van<br />
Rome (Meadows, 1972). In dit rapport<br />
wordt ook aandacht besteed, zij het zeer<br />
beperkt, aan de mogelijkheid dat de<br />
m<strong>en</strong>s invloed heeft <strong>op</strong> het klimaat. <strong>Het</strong><br />
bevat overig<strong>en</strong>s wel e<strong>en</strong> zeer nauwkeurige<br />
extrapolatie tot het jaar 2000 van de<br />
atmosferische CO 2 -conc<strong>en</strong>tratie.<br />
Pioniers in Nederland<br />
Pioniers heb je in verschill<strong>en</strong>de soort<strong>en</strong>.<br />
Allereerst zijn er de person<strong>en</strong> die signaler<strong>en</strong><br />
dat er <strong>op</strong> milieugebied iets gaande is<br />
dat mogelijk grote gevolg<strong>en</strong> kan hebb<strong>en</strong>.<br />
Hierbov<strong>en</strong> hebb<strong>en</strong> we al Wouter Lablans<br />
g<strong>en</strong>oemd, maar in de jar<strong>en</strong> daarna war<strong>en</strong><br />
er ook andere KNMI'ers, zoals Huug<br />
van d<strong>en</strong> Dool, Cor Schuurmans <strong>en</strong> Jaap<br />
Wisse, die over het CO 2 -probleem in de<br />
p<strong>en</strong> klomm<strong>en</strong>. Ook in het boekje 'Luchtverontreiniging<br />
<strong>en</strong> Weer', dat het KNMI<br />
in 1972 uitgaf wordt gewag gemaakt van<br />
dit probleem.<br />
Meer actief zijn de pioniers die zelf aan<br />
het rek<strong>en</strong><strong>en</strong> slaan. Dat ded<strong>en</strong> drie Groningse<br />
natuur- <strong>en</strong> scheikundestud<strong>en</strong>t<strong>en</strong>,<br />
Pieter Tans, Jan Ypma <strong>en</strong> Theo Thole in<br />
1973. Zij ontwierp<strong>en</strong> e<strong>en</strong> 1-dim<strong>en</strong>sionaal<br />
atmosfeermodel, waarin ze ev<strong>en</strong>als Manabe<br />
<strong>en</strong> Wetherald <strong>op</strong> het stralingsev<strong>en</strong>wicht<br />
e<strong>en</strong> convectieve aanpassing van<br />
het temperatuurprofiel toepast<strong>en</strong>. Met het<br />
model ded<strong>en</strong> ze e<strong>en</strong> aantal experim<strong>en</strong>t<strong>en</strong><br />
(verdubbeling van het CO 2 -gehalte, <strong>met</strong><br />
<strong>en</strong> zonder waterdampterugk<strong>op</strong>peling,<br />
invloed van wolk<strong>en</strong> <strong>en</strong> aërosol<strong>en</strong>, e.d.).<br />
Voor 2 x CO 2 <strong>en</strong> e<strong>en</strong> constante relatieve<br />
vochtigheid vond<strong>en</strong> ze e<strong>en</strong> temperatuurstijging<br />
aan het aard<strong>op</strong>pervlak van 1,96<br />
K (Tans et al., 1973). In Utrecht was<br />
het in 1974 de natuurkundestud<strong>en</strong>t Wim<br />
Klaass<strong>en</strong> die zich conc<strong>en</strong>treerde <strong>op</strong> de<br />
ijs(sneeuw)albedo-temperatuurterugk<strong>op</strong>peling.<br />
Daardoor zou de door Manabe<br />
<strong>en</strong> Wetherald berek<strong>en</strong>de temperatuurstijging<br />
van 0,5 K tuss<strong>en</strong> 1970 <strong>en</strong> het jaar<br />
2000 kunn<strong>en</strong> word<strong>en</strong> versterkt tot circa 2<br />
K. Soortgelijke modelberek<strong>en</strong>ing<strong>en</strong> werd<strong>en</strong><br />
spoedig daarna ook uitgevoerd <strong>op</strong><br />
het KNMI door de jonge onderzoekers<br />
Hans Oerlemans <strong>en</strong> Huug van d<strong>en</strong> Dool<br />
(1978).<br />
Als actieve pioniers kun je ook beschouw<strong>en</strong><br />
person<strong>en</strong> die initiatiev<strong>en</strong> g<strong>en</strong>om<strong>en</strong><br />
hebb<strong>en</strong> om de aandacht van de overheid<br />
te vestig<strong>en</strong> <strong>op</strong> het CO 2 -klimaatprobleem.<br />
E<strong>en</strong> van eerst<strong>en</strong> was de bioloog Gerrit<br />
Hekstra (figuur 2), e<strong>en</strong> medewerker van<br />
het Ministerie van VROM (to<strong>en</strong> VoMil).<br />
Op eig<strong>en</strong> initiatief <strong>en</strong> deels in eig<strong>en</strong> tijd<br />
verdiepte hij zich in de literatuur <strong>en</strong><br />
bezocht internationale confer<strong>en</strong>ties <strong>met</strong><br />
betrekking tot het <strong>op</strong>kom<strong>en</strong>de probleem.<br />
Hij nam in het midd<strong>en</strong> van de jar<strong>en</strong> zev<strong>en</strong>tig<br />
contact <strong>op</strong> <strong>met</strong> het KNMI, maar vond<br />
daar voor zijn d<strong>en</strong>kbeeld<strong>en</strong> nog weinig<br />
gehoor. Vanaf ongeveer 1981 heeft hij<br />
ervoor gezorgd dat het klimaatprobleem<br />
aan de orde kwam in de jaarlijkse milieubeleidsplann<strong>en</strong><br />
van zijn ministerie. In<br />
1980 werd Hekstra adviser<strong>en</strong>d lid van<br />
de to<strong>en</strong> <strong>op</strong>gerichte CO 2 -commissie van<br />
de Gezondheidsraad (zie hierna). Midd<strong>en</strong><br />
jar<strong>en</strong> zev<strong>en</strong>tig ontstond binn<strong>en</strong> de to<strong>en</strong><br />
nog pas <strong>op</strong>gerichte Wet<strong>en</strong>schappelijke<br />
Raad voor het Regeringsbeleid (WRR)<br />
het plan om e<strong>en</strong> algem<strong>en</strong>e toekomstverk<strong>en</strong>ning<br />
(ATV) <strong>op</strong> te stell<strong>en</strong>. De voorzitter<br />
van dit project, de econo<strong>met</strong>rist<br />
prof. J. S. Cramer vond dat het klimaat<br />
daar ook deel van moest uitmak<strong>en</strong>. Hij<br />
betoogde dat er zoiets als e<strong>en</strong> CO 2 -klimaatprobleem<br />
zou kunn<strong>en</strong> ontstaan, dat<br />
<strong>op</strong> allerlei gebied grote consequ<strong>en</strong>ties<br />
zou kunn<strong>en</strong> hebb<strong>en</strong>. Regering<strong>en</strong> zoud<strong>en</strong><br />
dan wel e<strong>en</strong>s extra belasting<strong>en</strong> kunn<strong>en</strong><br />
METEOROLOGICA 3 - <strong>2008</strong> 19<br />
Meteorologica-sept-<strong>2008</strong>-def.indd 19 24-9-<strong>2008</strong> 8:36:34
gaan heff<strong>en</strong> om de CO 2 -uitstoot te<br />
beperk<strong>en</strong>. Voor de meeste m<strong>en</strong>s<strong>en</strong> <strong>en</strong><br />
ook voor het KNMI was dat in 1974<br />
nog e<strong>en</strong> brug te ver, maar prof. Cramer<br />
kreeg wel medewerking voor zijn<br />
ATV-project. <strong>Het</strong> rapport 'De kom<strong>en</strong>de<br />
25 jaar' (WRR, 1977) bevat dan<br />
ook <strong>en</strong>kele pagina’s over het klimaat<br />
<strong>met</strong> als belangrijkste uitspraak: ‘<strong>Het</strong><br />
klimaat zal vergelek<strong>en</strong> <strong>met</strong> de afgel<strong>op</strong><strong>en</strong><br />
30 jaar gemiddeld over het jaar<br />
minder dan 1 graad Celsius kouder <strong>en</strong><br />
maximaal 1 à 2 grad<strong>en</strong> warmer zijn’.<br />
Deze uitsprak had weinig invloed<br />
<strong>op</strong> de rest van het rapport, maar bij<br />
de evaluatie van het rapport in 2004<br />
werd over deze klimaatpassage <strong>op</strong>gemerkt<br />
dat ‘de WRR e<strong>en</strong> vooruitzi<strong>en</strong>de<br />
blik had door het onderwerp in 1977<br />
te ag<strong>en</strong>der<strong>en</strong>’.<br />
T<strong>en</strong> slotte war<strong>en</strong> er ook al vrij vroeg<br />
person<strong>en</strong> die zich zeer kritisch over<br />
het probleem uitliet<strong>en</strong>. Sommig<strong>en</strong><br />
daarvan zijn we later sceptici gaan<br />
noem<strong>en</strong>. Zij schrev<strong>en</strong> of sprak<strong>en</strong><br />
over het onderwerp in het <strong>op</strong><strong>en</strong>baar<br />
<strong>en</strong> me<strong>en</strong>d<strong>en</strong> dat het probleem niet<br />
bestond of sterk werd overdrev<strong>en</strong>.<br />
Wet<strong>en</strong>schappers kreg<strong>en</strong> van h<strong>en</strong> vaak<br />
het verwijt te hor<strong>en</strong> dat ze <strong>op</strong> geld<br />
uitwar<strong>en</strong> <strong>en</strong> vooral later was het ook<br />
de politiek die volg<strong>en</strong>s deze critici<br />
onverantwoord hard van stapel liep.<br />
Tot de vroege pioniers in deze zin<br />
hoord<strong>en</strong> in Nederland onder andere<br />
Simon Roz<strong>en</strong>daal, wet<strong>en</strong>schappelijk<br />
redacteur van Elseviers Weekblad, <strong>en</strong><br />
Frits Böttcher, lid van de Club van<br />
Rome.<br />
Gezondheidsraad CO 2 - Commissie<br />
Tot de pioniers <strong>op</strong> het gebied van de<br />
CO 2 -klimaatproblematiek moet zeker<br />
ook de Filosofiecommissie van de<br />
Gezondheidsraad (GR) word<strong>en</strong> gerek<strong>en</strong>d.<br />
De discussies in deze commissie<br />
leidd<strong>en</strong> tot de instelling van e<strong>en</strong><br />
commissie die het probleem zou moet<strong>en</strong><br />
bestuder<strong>en</strong>. Daaraan voorafgaand<br />
nam het commissielid prof. H<strong>en</strong>k<br />
van Buer<strong>en</strong> (hoogleraar Theoretische<br />
natuurkunde Universiteit Utrecht),<br />
eind jar<strong>en</strong> zev<strong>en</strong>tig contact <strong>op</strong> <strong>met</strong><br />
het IMAU, <strong>met</strong> de vraag of het IMAU<br />
hier medewerking aan kon verl<strong>en</strong><strong>en</strong>.<br />
Ja, maar hoe moest die commissie er<br />
verder uitzi<strong>en</strong>? De GR pakte dit handig<br />
aan. Zij stuurde e<strong>en</strong> jonge ing<strong>en</strong>ieur,<br />
Erik van Ballegooy<strong>en</strong>, het land<br />
in om <strong>op</strong> plaats<strong>en</strong> waar vermoedelijk<br />
wel k<strong>en</strong>nis van het probleem bestond<br />
20<br />
METEOROLOGICA 3 - <strong>2008</strong><br />
Figuur 2. Dr. Gerrit Hekstra bij zijn afscheid van<br />
VROM in 1999.<br />
gesprekk<strong>en</strong> te voer<strong>en</strong>. Zodo<strong>en</strong>de wist de<br />
GR e<strong>en</strong> groep person<strong>en</strong> te verzamel<strong>en</strong> die<br />
<strong>op</strong> 5 <strong>juni</strong> 1980 voor het eerst bije<strong>en</strong>kwam.<br />
<strong>Het</strong> war<strong>en</strong>:<br />
Jan Goudriaan (Theoretische Teeltkunde,<br />
Wag<strong>en</strong>ing<strong>en</strong>), Gerrit Hekstra (adviser<strong>en</strong>d lid<br />
nam<strong>en</strong>s VoMil), Pieter Ketner (Vegetatiekunde,<br />
Wag<strong>en</strong>ing<strong>en</strong>), Wim Mook (Isot<strong>op</strong><strong>en</strong>fysica,<br />
Groning<strong>en</strong>), H<strong>en</strong>k Postma (Oceanografie,<br />
NIOZ), Piet Schipper (Energiedeskundige<br />
TNO) <strong>en</strong> Cor Schuurmans (Meteorologie,<br />
KNMI <strong>en</strong> UU). Voorzitter prof. dr.<br />
A.J.C. Haex van de GR gaf de nieuwe commissie<br />
tot taak ‘e<strong>en</strong> rapport te mak<strong>en</strong> over<br />
de stand van zak<strong>en</strong> rond het CO 2 - probleem<br />
<strong>en</strong> de kom<strong>en</strong>de jar<strong>en</strong> <strong>op</strong> de hoogte te blijv<strong>en</strong><br />
van de problematiek <strong>op</strong> dit gebied, zodat <strong>op</strong><br />
ieder mom<strong>en</strong>t e<strong>en</strong> advies aan het Ministerie<br />
kan word<strong>en</strong> gegev<strong>en</strong>’. Cor Schuurmans zou<br />
de commissie voorzitt<strong>en</strong> <strong>en</strong> Erik van Bal-<br />
Figuur 3. Prof. dr. L. Ginjaar, minister van Volksgezondheid<br />
<strong>en</strong> Milieuhygiëne (1977-1981).<br />
legooy<strong>en</strong> werd secretaris.<br />
De commissie hoefde niet vanaf nul<br />
te beginn<strong>en</strong>. Er was inmiddels e<strong>en</strong> uitgebreide<br />
literatuur over het CO 2 -klimaatprobleem,<br />
veelal van Amerikaanse<br />
origine. Ook war<strong>en</strong> er verslag<strong>en</strong> van<br />
confer<strong>en</strong>ties in het buit<strong>en</strong>land, zoals de<br />
eerste WMO World Climate Confer<strong>en</strong>ce<br />
(1979), die geheel of gedeeltelijk aan dit<br />
probleem war<strong>en</strong> gewijd.<br />
Zoals uit de taakomschrijving blijkt was<br />
het ge<strong>en</strong> haastklus. De groep vergaderde<br />
om de 2 à 3 maand<strong>en</strong> <strong>en</strong> besteedde veel<br />
tijd aan wet<strong>en</strong>schappelijke discussies.<br />
Binn<strong>en</strong> e<strong>en</strong> jaar kwam daar verandering<br />
in door e<strong>en</strong> serieuze adviesaanvraag van<br />
de minister van VoMil prof. dr. L. Ginjaar<br />
(figuur 3), gedateerd 13 maart 1981.<br />
Daarin werd gevraagd om ‘e<strong>en</strong> globale<br />
analyse van het CO 2 -vraagstuk <strong>met</strong> e<strong>en</strong><br />
nadere aanduiding <strong>op</strong> welke wijze de<br />
gezondheid van de m<strong>en</strong>s, inclusief het<br />
welzijn, in het geding is’. In de brief van<br />
de minister werd verder gesprok<strong>en</strong> over<br />
‘e<strong>en</strong> snelle nadere advisering’, dus moest<br />
het tempo word<strong>en</strong> <strong>op</strong>gevoerd. Om de<br />
<strong>met</strong>eorologie in de commissie te versterk<strong>en</strong><br />
werd Robert Mureau van het KNMI<br />
aangetrokk<strong>en</strong>. De discussies in de commissie<br />
conc<strong>en</strong>treerd<strong>en</strong> zich vrij sterk <strong>op</strong><br />
de koolstofcyclus <strong>en</strong> klimaatmodell<strong>en</strong>.<br />
Al vrij snel werd<strong>en</strong> <strong>op</strong> deze gebied<strong>en</strong> ook<br />
e<strong>en</strong>voudige berek<strong>en</strong>ing<strong>en</strong> uitgevoerd <strong>en</strong><br />
vergelek<strong>en</strong> <strong>met</strong> resultat<strong>en</strong> uit de literatuur.<br />
Begin 1982 was e<strong>en</strong> eerste versie<br />
van het rapport klaar. De commissie had<br />
namelijk beslot<strong>en</strong> eerst maar e<strong>en</strong> deelrapport<br />
uit te br<strong>en</strong>g<strong>en</strong> over de natuurwet<strong>en</strong>schappelijke<br />
aspect<strong>en</strong> van het CO 2 - probleem<br />
<strong>en</strong> de gevolg<strong>en</strong> voor gezondheid<br />
<strong>en</strong> welzijn (waarvan het ook niet duidelijk<br />
was wat dat precies inhield) later in<br />
e<strong>en</strong> tweede deelrapport aan de orde te<br />
stell<strong>en</strong>. Door bureaucratische rompslomp<br />
duurde het echter nog tot 1983 voor het<br />
eerste deelrapport uitkwam.<br />
Eerste deeladvies inzake CO 2 -problematiek<br />
(1983)<br />
Dit jaar <strong>2008</strong> is het dus 25 jaar geled<strong>en</strong><br />
dat het eerste officiële advies over het<br />
CO 2 -probleem aan de overheid werd<br />
aangebod<strong>en</strong>.<br />
Allereerst trok de commissie de algem<strong>en</strong>e<br />
conclusie dat de to<strong>en</strong>ame van het<br />
CO 2 -gehalte van de atmosfeer in de<br />
kom<strong>en</strong>de eeuw zal leid<strong>en</strong> tot ingrijp<strong>en</strong>de<br />
<strong>en</strong> onomkeerbare milieu-<strong>effect</strong><strong>en</strong> <strong>op</strong><br />
wereldschaal. Deze algem<strong>en</strong>e conclusie<br />
werd gevolgd door e<strong>en</strong> aantal deelconclusies,<br />
waarvan de meeste in het rapport<br />
uitgebreid werd<strong>en</strong> onderbouwd.<br />
Meteorologica-sept-<strong>2008</strong>-def.indd 20 24-9-<strong>2008</strong> 8:36:35
De deelconclusies betroff<strong>en</strong> de volg<strong>en</strong>de<br />
onderwerp<strong>en</strong>:<br />
1. De koolstofcyclus. De voornaamste<br />
oorzaak van de CO 2 -to<strong>en</strong>ame is de verbranding<br />
van fossiele brandstoff<strong>en</strong>. De<br />
perman<strong>en</strong>te fractie van CO 2 in de atmosfeer<br />
bedraagt circa 59% <strong>en</strong> is <strong>op</strong>merkelijk<br />
stabiel. Verdubbeling van het huidige<br />
CO 2 -gehalte zal naar schatting in<br />
de tweede helft van de 21 e eeuw plaatsvind<strong>en</strong>.<br />
2. Directe gevolg<strong>en</strong>, te wet<strong>en</strong> klimaatverandering<strong>en</strong>,<br />
verandering<strong>en</strong> in de groei<br />
van plant<strong>en</strong> <strong>en</strong> in de hoogte van de zeespiegel.<br />
Bij verdubbeling van het CO 2 -<br />
gehalte is + 2 K de meest waarschijnlijke<br />
verandering van de wereldgemiddelde<br />
temperatuur, bij e<strong>en</strong> to<strong>en</strong>ame van 7% van<br />
de hydrologische cyclus <strong>op</strong> wereldschaal.<br />
Voor Nederland: hogere temperatur<strong>en</strong> in<br />
alle jaargetijd<strong>en</strong>, meer neerslag in het<br />
winterhalfjaar <strong>en</strong> grotere kans <strong>op</strong> droogte<br />
in voorjaar <strong>en</strong> zomer.<br />
Door meer CO 2 neemt de plant<strong>en</strong>groei<br />
toe; klimaatverandering<strong>en</strong> kunn<strong>en</strong> dit<br />
<strong>effect</strong> versterk<strong>en</strong> <strong>en</strong> verzwakk<strong>en</strong>.<br />
Door teg<strong>en</strong>gestelde <strong>effect</strong><strong>en</strong> <strong>op</strong> grote<br />
ijskapp<strong>en</strong> (afsmelt<strong>en</strong> door hogere temperatur<strong>en</strong>,<br />
aangroei door meer neerslag),<br />
blijft de snelheid van verandering van de<br />
zeespiegel vooralsnog in de orde van 1<br />
mm per jaar. Hogere zeewatertemperatur<strong>en</strong><br />
kunn<strong>en</strong> e<strong>en</strong> desintegratie van del<strong>en</strong><br />
van de Antarctische ijskap tot gevolg<br />
hebb<strong>en</strong>, waardoor e<strong>en</strong> zeespiegelstijging<br />
in de orde van 5 m over <strong>en</strong>kele honderd<strong>en</strong><br />
jar<strong>en</strong> in principe mogelijk is.<br />
3. Indirecte gevolg<strong>en</strong>. Deze word<strong>en</strong> voorzi<strong>en</strong><br />
<strong>op</strong> het gebied van land- <strong>en</strong> tuinbouw,<br />
voedselvoorzi<strong>en</strong>ing, watervoorzi<strong>en</strong>ing,<br />
<strong>en</strong>ergievoorzi<strong>en</strong>ing, volksgezondheid,<br />
kustbeveiliging, bouw<strong>en</strong> <strong>en</strong> won<strong>en</strong>. <strong>Het</strong><br />
tweede deelrapport zal daar <strong>op</strong> ingaan.<br />
4. Detectie. De berek<strong>en</strong>de temperatuurstijging<br />
door het to<strong>en</strong>em<strong>en</strong>d CO 2 -gehalte<br />
is uit <strong>met</strong>ing<strong>en</strong> nog niet vastgesteld,<br />
maar naar alle waarschijnlijkheid valt het<br />
tijdstip van detectie vóór het jaar 2000.<br />
5. Voorkom<strong>en</strong> <strong>en</strong> bestrijd<strong>en</strong>.<br />
De commissie me<strong>en</strong>t dat de vooruitzicht<strong>en</strong><br />
<strong>op</strong> de ontwikkeling van <strong>met</strong>hod<strong>en</strong> om<br />
CO 2 uit de atmosfeer te verwijder<strong>en</strong> of<br />
om de emissie van CO 2 in de atmosfeer<br />
te beperk<strong>en</strong> het niet aannemelijk maakt<strong>en</strong><br />
dat de to<strong>en</strong>ame van het CO 2 -gehalte zou<br />
Figuur 4. Omslag van het eerste rapport van de<br />
CO2-commissie van de Gezondheidsraad, uitgegev<strong>en</strong><br />
in 1983.<br />
kunn<strong>en</strong> word<strong>en</strong> voorkom<strong>en</strong>. <strong>Het</strong> st<strong>op</strong>zett<strong>en</strong><br />
of sterk verminder<strong>en</strong> van de CO 2 -<br />
emissie door beperking van het gebruik<br />
van fossiele brandstof lijkt vooralsnog de<br />
<strong>en</strong>ige mogelijkheid.<br />
<strong>Het</strong> rapport sloot af <strong>met</strong> e<strong>en</strong> tweetal aanbeveling<strong>en</strong>.<br />
In Nederland zou volg<strong>en</strong>s<br />
de commissie e<strong>en</strong> instantie in het lev<strong>en</strong><br />
moet<strong>en</strong> word<strong>en</strong> geroep<strong>en</strong>, die tot taak<br />
had de Regering <strong>op</strong> de hoogte te houd<strong>en</strong><br />
van de stand van zak<strong>en</strong> rond het CO 2 -<br />
vraagstuk. Verder adviseerde de commissie<br />
om het onderzoek <strong>op</strong> het gebied<br />
van de CO 2 - problematiek, zowel in<br />
internationaal verband als in Nederland<br />
te stimuler<strong>en</strong>.<br />
Evaluatie<br />
<strong>Het</strong> is verleidelijk maar ook riskant deze<br />
conclusies van de Gezondheidsraad<br />
Commissie te toets<strong>en</strong> aan onze huidige<br />
k<strong>en</strong>nis. Ze dater<strong>en</strong> van 1983, vóór het<br />
IPCC <strong>en</strong> vóór de aanzi<strong>en</strong>lijke wet<strong>en</strong>schappelijke<br />
inspanning van later jar<strong>en</strong>.<br />
Toch kan word<strong>en</strong> vastgesteld dat de<br />
conclusies betreff<strong>en</strong>de de koolstofcyclus<br />
<strong>en</strong> de aard <strong>en</strong> omvang van de mondiale<br />
klimaatverandering ook nu nog geld<strong>en</strong><br />
binn<strong>en</strong> de marges van de huidige onzekerheid.<br />
De uitspraak over de detectie<br />
1901- 1930 1931-1960<br />
Temperatuur etmaalgemiddeld 9,1 °C 9,3 ºC<br />
Temperatuur gemiddeld minimum 5,0 ºC 5,3 ºC<br />
Temperatuur gemiddeld maximum 13,4 °C 13,5 ºC<br />
Neerslag jaarsom gemiddeld 769 mm 766 mm<br />
Tabel 1. Klimaat De Bilt.<br />
van het antr<strong>op</strong>og<strong>en</strong>e temperatuursignaal<br />
vóór het jaar 2000 is juist geblek<strong>en</strong>. Mitigatie,<br />
reductie van CO 2 -emissies zoals<br />
beoogd in het latere Klimaatverdrag <strong>en</strong><br />
het daar<strong>op</strong> volg<strong>en</strong>de Kyoto Protocol,<br />
werd door de GR Commissie duidelijk<br />
niet voorzi<strong>en</strong>.<br />
Reacties<br />
Na het uitkom<strong>en</strong> van het deeladvies van<br />
de GR ontstond er <strong>en</strong>ige bestuurlijke<br />
verwarring. Meerdere departem<strong>en</strong>t<strong>en</strong><br />
voeld<strong>en</strong> zich aangesprok<strong>en</strong> <strong>en</strong> er werd<br />
voorgesteld om e<strong>en</strong> interdepartem<strong>en</strong>tale<br />
commissie <strong>met</strong> dit probleem te belast<strong>en</strong>.<br />
De Wet<strong>en</strong>schappelijke Raad voor het<br />
Regeringsbeleid (WRR) werd g<strong>en</strong>oemd<br />
<strong>en</strong> als het over onderzoek ging werd<br />
gekek<strong>en</strong> naar de Raad voor het Natuur-<br />
<strong>en</strong> Milieuonderzoek (RMNO). De CO 2 -<br />
commissie van de GR hoefde zich <strong>met</strong><br />
dit geharrewar gelukkig niet te bemoei<strong>en</strong><br />
<strong>en</strong> ging gewoon verder <strong>met</strong> de voorbereiding<br />
van het tweede deeladvies (Over de<br />
maatschappelijke gevolg<strong>en</strong> van het CO 2 -<br />
probleem), dat in deel 2 van dit artikel<br />
zal word<strong>en</strong> besprok<strong>en</strong>.<br />
Als eindresultaat van het vele bestuurlijke<br />
overleg over het eerste deeladvies volgde<br />
in januari 1985, twee jaar na het uitkom<strong>en</strong><br />
van het advies, de <strong>op</strong>richting van<br />
de Werkgeme<strong>en</strong>schap CO 2 -problematiek<br />
bij ZWO/NWO <strong>en</strong> later in datzelfde jaar<br />
de eerste gesprekk<strong>en</strong> tuss<strong>en</strong> VROM <strong>en</strong><br />
de KNAW <strong>met</strong> als inzet het besluit om<br />
e<strong>en</strong> perman<strong>en</strong>te CO 2 -commissie onder<br />
te br<strong>en</strong>g<strong>en</strong> bij de KNAW. Dat laatste liet<br />
echter nog <strong>en</strong>kele jar<strong>en</strong> <strong>op</strong> zich wacht<strong>en</strong>.<br />
Ook werd<strong>en</strong> het RIVM <strong>en</strong> het KNMI in<br />
1987 door VROM aangewez<strong>en</strong> als zog<strong>en</strong>aamde<br />
“refer<strong>en</strong>tie-institut<strong>en</strong>”, institut<strong>en</strong><br />
waar<strong>op</strong> de overheid t<strong>en</strong> behoeve van haar<br />
beleid kon terugvall<strong>en</strong> voor betrouwbare<br />
informatie over het klimaatprobleem.<br />
Wij hebb<strong>en</strong> niet de indruk dat dat in de<br />
praktijk veel heeft betek<strong>en</strong>d. Pas to<strong>en</strong> er<br />
in 1989 sprake was van de ontwikkeling<br />
van e<strong>en</strong> Additioneel Programma Mondiale<br />
Luchtverontreiniging <strong>en</strong> Klimaatverandering,<br />
verzocht minister Nijpels het<br />
RIVM <strong>en</strong> het KNMI <strong>met</strong> e<strong>en</strong> voorstel<br />
te kom<strong>en</strong> in overleg <strong>met</strong> andere onderzoeksinstelling<strong>en</strong>.<br />
Resultaat hiervan was<br />
het bek<strong>en</strong>de NOP.<br />
Voor e<strong>en</strong> meer gedetailleerde beschrijving<br />
van de gebeurt<strong>en</strong>iss<strong>en</strong> na het uitkom<strong>en</strong><br />
van het eerste deeladvies van de<br />
CO 2 -Commissie van de GR zij verwez<strong>en</strong><br />
naar het proefschrift van Gerda Dinkelman,<br />
Verzuring <strong>en</strong> broeikas<strong>effect</strong>. (Dinkelman,1995).<br />
In het volg<strong>en</strong>de nummer van Meteoro-<br />
METEOROLOGICA 3 - <strong>2008</strong> 21<br />
Meteorologica-sept-<strong>2008</strong>-def.indd 21 24-9-<strong>2008</strong> 8:36:35
logica besprek<strong>en</strong> we het werk van de<br />
Werkgeme<strong>en</strong>schap CO 2 -problematiek,<br />
het tweede deeladvies van de GR, <strong>en</strong> de<br />
verdere ontwikkeling<strong>en</strong> tot 1990.<br />
Literatuur<br />
Calder, Nigel, 1974: De Weermachinerie <strong>en</strong> de dreiging<br />
van het ijs. Uitg. Bosch <strong>en</strong> Keuning, ISBN 90 246 6935<br />
9.<br />
Dinkelman, Gerda, 1995: Verzuring <strong>en</strong> broeikas<strong>effect</strong>, de<br />
wisselwerking tuss<strong>en</strong> problem<strong>en</strong> <strong>en</strong> <strong>op</strong>lossing<strong>en</strong> in het<br />
Nederlands luchtverontreinigingsbeleid (1970 1994).<br />
Acad. Proefschrift, Univ. van Amsterdam.<br />
G<strong>en</strong>der<strong>en</strong>, A.M. van, 1967: Aardse <strong>en</strong> astronomische oorzak<strong>en</strong><br />
van klimaatverandering<strong>en</strong>. Supplem<strong>en</strong>t bij Hemel<br />
<strong>en</strong> Dampkring, no.5.<br />
Figuur 2. Pot<strong>en</strong>tiële nattebol temperatuur (θ w in °ºC) van de HiRLAM run van <strong>22</strong> <strong>juni</strong> <strong>2008</strong> 00 UTC<br />
voor Tw<strong>en</strong>te. Onderin de atmosfeer (p > 700 hPa) is er in de avond na passage van de backb<strong>en</strong>tocclusie<br />
e<strong>en</strong> sterke afname van θ w zichtbaar.<br />
<strong>22</strong><br />
METEOROLOGICA 3 - <strong>2008</strong><br />
Gezondheidsraad, 1983: Deeladvies inzake CO 2 - problematiek.<br />
Lablans, W.N., 1970: Moet de to<strong>en</strong>em<strong>en</strong>de emissie van<br />
kooldioxide als e<strong>en</strong> verontreiniging van de atmosfeer<br />
word<strong>en</strong> beschouwd? Chemisch Weekblad, 17 april, 26-<br />
29.<br />
Manabe, S. and R.T. Wetherald, 1967: Thermal equilibrium<br />
of the atmosphere with a giv<strong>en</strong> distribution of relative<br />
humidity. J. Atm. Sci., 24, 241- 259.<br />
Meadows, D<strong>en</strong>nis, 1972: Rapport van de Club van Rome,<br />
De gr<strong>en</strong>z<strong>en</strong> aan de groei. Uitg. <strong>Het</strong> Spectrum, Aula 500.<br />
Oerlemans, J. and H.M. van d<strong>en</strong> Dool, 1978: Energy-balance<br />
climate models:stability experim<strong>en</strong>ts with a refined<br />
albedo and updated coeffici<strong>en</strong>ts for infrared emission. J.<br />
Atm. Sci., 35, 371- 381.<br />
Sluijs, Jero<strong>en</strong> P. van der, 1997: Anchoring amid uncertainty;<br />
on the managem<strong>en</strong>t of uncertainties in risk assessm<strong>en</strong>t<br />
of anthr<strong>op</strong>og<strong>en</strong>ic climate change. Acad. Proefschrift,<br />
Universiteit Utrecht.<br />
SMIC, 1971: Inadvert<strong>en</strong>t climate modification, Report<br />
of the Study of Man’s Impact on Climate (SMIC), MIT<br />
Press, Cambridge, Mass.<br />
Tans, P., J. Ypma <strong>en</strong> T. Thole, 1973: Verandert de m<strong>en</strong>s het<br />
klimaat <strong>op</strong> aarde? IMOU Verslag V- 73-11.<br />
WMO, 1979: Proceedings of the World Climate Confer<strong>en</strong>ce,<br />
WMO No. 537<br />
WRR, 1977: De kom<strong>en</strong>de 25 jaar. E<strong>en</strong> toekomstverk<strong>en</strong>ning<br />
voor Nederland.<br />
Zwaar <strong>onweer</strong> <strong>en</strong> grote <strong>hagel</strong>st<strong>en</strong><strong>en</strong> <strong>op</strong> <strong>22</strong> <strong>juni</strong> <strong>2008</strong><br />
JEROEN VAN ZOMEREN (KNMI)<br />
E<strong>en</strong> combinatie van onstabiliteit, windschering <strong>en</strong> e<strong>en</strong> koufront zorgde <strong>op</strong> <strong>22</strong> <strong>juni</strong> <strong>2008</strong> voor veel neerslag in<br />
korte tijd <strong>en</strong> voor 3 tot 5 cm grote <strong>hagel</strong>st<strong>en</strong><strong>en</strong>. Bov<strong>en</strong>di<strong>en</strong> werd er tuss<strong>en</strong> 12.13 <strong>en</strong> 13.00 UTC e<strong>en</strong> bliksemactiviteit<br />
van meer dan 500 ontlading<strong>en</strong> in e<strong>en</strong> gebied van 50 x 50 km ge<strong>met</strong><strong>en</strong>. In dit artikel wordt deze situatie<br />
nader geanalyseerd <strong>en</strong> verklaard.<br />
Figuur 1. Syn<strong>op</strong>tische analyse van <strong>22</strong> <strong>juni</strong> <strong>2008</strong><br />
12 UTC.<br />
De syn<strong>op</strong>tische situatie<br />
Op <strong>22</strong> <strong>juni</strong> beweegt e<strong>en</strong> lagedrukgebied<br />
van Ierland via Schotland naar het<br />
noordoost<strong>en</strong> (figuur 1). E<strong>en</strong> bijbehor<strong>en</strong>d<br />
warmtefront is om 12 UTC Nederland<br />
al gepasseerd, waardoor er warme lucht<br />
naar Nederland stroomt <strong>en</strong> de temperatuur<br />
snel <strong>op</strong>lo<strong>op</strong>t tot 28-29°C in het<br />
oost<strong>en</strong>. E<strong>en</strong> “glaz<strong>en</strong>” koufront in kouadvectie<br />
beweegt <strong>op</strong> dat mom<strong>en</strong>t over<br />
Nederland naar het oost<strong>en</strong> <strong>en</strong> zorgt voor<br />
net g<strong>en</strong>oeg converg<strong>en</strong>tie om <strong>bui<strong>en</strong></strong> te<br />
lat<strong>en</strong> ontstaan. Na het koufront beweegt<br />
de backb<strong>en</strong>tocclusie (zie kader) over<br />
Nederland oostwaarts, waarna de pot<strong>en</strong>tiële<br />
natte-bol temperatuur (θ w ) <strong>op</strong> 850<br />
hPa 8°C daalt (figuur 2).<br />
De <strong>bui<strong>en</strong></strong> zijn door verticale windschering,<br />
verandering van windsnelheid <strong>en</strong>/of<br />
–richting <strong>met</strong> de hoogte <strong>en</strong> de onstabiliteit<br />
snel zeer hevig <strong>en</strong> beweg<strong>en</strong> <strong>met</strong> e<strong>en</strong><br />
hoge snelheid van ongeveer 80 km/u,<br />
noordoostwaarts. Opvall<strong>en</strong>d is ook de<br />
wind, die na de passage van het koufront<br />
aan zee tot windkracht 7 uit het zuidwest<strong>en</strong><br />
aantrekt <strong>en</strong> windstot<strong>en</strong> bevat van<br />
rond 40 kn<strong>op</strong><strong>en</strong> <strong>op</strong> land. Deze windstot<strong>en</strong><br />
ontstond<strong>en</strong> door sterke kou-advectie<br />
in de gr<strong>en</strong>slaag, in combinatie <strong>met</strong> sterke<br />
instraling.<br />
Onstabiliteit<br />
De ballon<strong>op</strong>lating van 12 UTC van De<br />
Bilt (hier niet getoond) geeft aan dat<br />
de atmosfeer pot<strong>en</strong>tieel onstabiel is. Er<br />
wordt e<strong>en</strong> CAPE-waarde (Convective<br />
Available Pot<strong>en</strong>tial Energy) van 425 J/<br />
kg berek<strong>en</strong>d. Hieruit kan e<strong>en</strong> theoreti-<br />
Figuur 3. KOUW: conditionele kans <strong>op</strong> meer dan<br />
200 bliksemontlading<strong>en</strong> in 5 minut<strong>en</strong> tuss<strong>en</strong> 12<br />
<strong>en</strong> 18 UTC .<br />
Meteorologica-sept-<strong>2008</strong>-def.indd <strong>22</strong> 24-9-<strong>2008</strong> 8:36:36
Figuur 4. Radarbeeld van 12.00 UTC.<br />
sche maximale ‘updraft’ (stijgstroom)<br />
word<strong>en</strong> bepaald <strong>met</strong> de formule w =<br />
(2×CAPE) 1/2 , waarbij w de maximale<br />
stijgstroomsnelheid in m/s is. Met e<strong>en</strong><br />
CAPE van 425 J/kg voor De Bilt levert<br />
dit e<strong>en</strong> maximale stijgstroom van 29<br />
m/s <strong>op</strong>. <strong>Het</strong> is ge<strong>en</strong> extreme waarde maar<br />
wel e<strong>en</strong> indicatie dat er <strong>onweer</strong>s<strong>bui<strong>en</strong></strong><br />
kunn<strong>en</strong> ontstaan. Deze <strong>en</strong>ergie wordt<br />
nog wel teg<strong>en</strong>gehoud<strong>en</strong> door e<strong>en</strong> kleine<br />
hoeveelheid CIN (Convective INhibition,<br />
de hoeveelheid <strong>en</strong>ergie die e<strong>en</strong> pakketje<br />
lucht teg<strong>en</strong>houdt om te kunn<strong>en</strong> stijg<strong>en</strong>)<br />
van -26 J/kg. Voordat deze <strong>en</strong>ergie vrij<br />
kan kom<strong>en</strong> moet er òf e<strong>en</strong> <strong>op</strong>waartse forcering<br />
zijn òf de temperatuur <strong>en</strong>/of dauwpunt<br />
in de onderste laag van de atmosfeer<br />
moet to<strong>en</strong>em<strong>en</strong>. De ballon<strong>op</strong>lating van<br />
12 UTC van Ess<strong>en</strong> (Duitsland) had <strong>met</strong><br />
990 J/kg al e<strong>en</strong> stuk meer <strong>en</strong>ergie.<br />
Schering<br />
Belangrijk voor deze situatie is ook de<br />
verticale windschering. De wind neemt<br />
fors toe <strong>met</strong> de hoogt; <strong>op</strong> 3 km staat 60<br />
kn<strong>op</strong><strong>en</strong> <strong>en</strong> <strong>op</strong> 9 km hoogte (~300 hPa)<br />
85 kn<strong>op</strong><strong>en</strong>, wat veel wind is voor deze<br />
tijd van het jaar.<br />
Om 12 UTC<br />
ligt er e<strong>en</strong> zuidwest-noordoost<br />
georiënteerde<br />
straalstroom <strong>op</strong><br />
300 hPa bov<strong>en</strong><br />
het oost<strong>en</strong> van<br />
Engeland. De<br />
maximale wind<br />
is 100-110 kn<strong>op</strong><strong>en</strong><br />
<strong>en</strong> deze<br />
s t r a a l s t r o o m<br />
beweegt langzaam<br />
richting<br />
N e d e r l a n d .<br />
Omdat de wind<br />
<strong>met</strong> de hoogte to<strong>en</strong>eemt, kunn<strong>en</strong> de <strong>bui<strong>en</strong></strong><br />
die ontstaan relatief lang blijv<strong>en</strong> bestaan<br />
doordat de ‘downdraft’ (daalstroom) <strong>en</strong><br />
de stijgstroom gescheid<strong>en</strong> blijv<strong>en</strong> <strong>en</strong><br />
elkaar niet uitdov<strong>en</strong>.<br />
KOUW, zwaar <strong>onweer</strong> verwachting<br />
KOUW (Kansverwachting<strong>en</strong> Onweer t<strong>en</strong><br />
behoeve van Uitgifte Weeralarm tot 12<br />
uur vooruit), e<strong>en</strong> statistische <strong>onweer</strong>sverwachting,<br />
gaf <strong>met</strong> de run van 06 UTC,<br />
100% kans <strong>op</strong> meer dan 1 ontlading <strong>en</strong><br />
e<strong>en</strong> conditionele (<strong>en</strong> absolute) kans van<br />
50-70% <strong>op</strong> meer dan 200 ontlading<strong>en</strong> in<br />
5 minut<strong>en</strong> (figuur 3), voornamelijk in het<br />
oost<strong>en</strong> van het land. Eerdere verwachting<strong>en</strong><br />
van KOUW gav<strong>en</strong> iets andere waard<strong>en</strong><br />
maar voor het oost<strong>en</strong> war<strong>en</strong> dit ge<strong>en</strong><br />
grote afwijking<strong>en</strong>. De 12 UTC run gaf<br />
e<strong>en</strong> preciezere locatie waar het zwaarste<br />
<strong>onweer</strong> plaats zou gaan vind<strong>en</strong>. Maar<br />
<strong>op</strong> het mom<strong>en</strong>t dat de run beschikbaar<br />
was war<strong>en</strong> de <strong>bui<strong>en</strong></strong> al <strong>op</strong> hun hevigst <strong>en</strong><br />
vrijwel het land uit. Dat het <strong>onweer</strong> hevig<br />
zou zijn gaf KOUW goed aan.<br />
Backb<strong>en</strong>tocclusie<br />
E<strong>en</strong> backb<strong>en</strong>tocclusie is e<strong>en</strong> geoccludeerd<br />
front dat om e<strong>en</strong> lagedrukgebied<br />
van richting verandert <strong>en</strong> de karakteristiek<strong>en</strong><br />
heeft van e<strong>en</strong> koufront.<br />
De pot<strong>en</strong>tiële nattebol temperatuur (θ w )<br />
wordt verkreg<strong>en</strong> door e<strong>en</strong> luchtpakketje<br />
<strong>op</strong> e<strong>en</strong> bepaalde hoogte droog-adiabatisch<br />
<strong>op</strong> te till<strong>en</strong> totdat deze verzadigd<br />
is, <strong>en</strong> vervolg<strong>en</strong>s nat-adiabatisch te lat<strong>en</strong><br />
dal<strong>en</strong> naar 1000 hPa. De pot<strong>en</strong>tiële nattebol<br />
temperatuur is voor adiabatische<br />
process<strong>en</strong> constant <strong>en</strong> le<strong>en</strong>t zich goed<br />
om verschill<strong>en</strong>de luchtsoort<strong>en</strong> te onderscheid<strong>en</strong>.<br />
Met name de waarde <strong>op</strong> 850<br />
hPa, die niet wordt beïnvloed door de<br />
gr<strong>en</strong>slaag, wordt hiervoor gebruikt.<br />
Figuur 5. Kans <strong>op</strong> <strong>hagel</strong> tuss<strong>en</strong> 00.00 - 23.55<br />
UTC.<br />
Waarneming<strong>en</strong><br />
Door de hoge treksnelheid duurd<strong>en</strong> de<br />
<strong>bui<strong>en</strong></strong> maar kort. Ondanks dat door de<br />
relatieve kleinschaligheid de meeste<br />
<strong>bui<strong>en</strong></strong> door de maz<strong>en</strong> van het meetnet<br />
he<strong>en</strong> zijn gegaan, is er wel het één <strong>en</strong><br />
ander te zi<strong>en</strong>. Onder andere is er in Hupsel<br />
bij e<strong>en</strong> bui e<strong>en</strong> windstoot van 20 m/s<br />
gerapporteerd, in Beek is in 10 minut<strong>en</strong><br />
Figuur 6. Links: supercell om 12.45 UTC t<strong>en</strong> zuidoost<strong>en</strong> van Almelo. Rechts: klassieke supercell <strong>met</strong> RFD: ‘Rear Flank Downdraft’ (daalstroom aan de voorzijde<br />
van bui), FFD: ‘Forward Flank Downdraft’ (daalstroom aan de achterzijde van bui) Up: stijgstroom. (Bron: Lemon <strong>en</strong> Doswell, 1979).<br />
METEOROLOGICA 3 - <strong>2008</strong> 23<br />
Meteorologica-sept-<strong>2008</strong>-def.indd 23 24-9-<strong>2008</strong> 8:36:37
Figuur 7. Onweersint<strong>en</strong>siteit om 12.20 UTC.<br />
9 mm neerslag gevall<strong>en</strong> <strong>met</strong> 500 <strong>met</strong>er<br />
zicht.<br />
De eerste cel ontstond nabij Wo<strong>en</strong>sdrecht<br />
rond 10.30 UTC <strong>en</strong> ontwikkelde<br />
zich raz<strong>en</strong>dsnel <strong>op</strong>/nabij het koufront,<br />
dat ook te herk<strong>en</strong>n<strong>en</strong> is aan de (lichte)<br />
<strong>bui<strong>en</strong></strong> bov<strong>en</strong> de Wadd<strong>en</strong>. Rond 11.30<br />
UTC ontwikkel<strong>en</strong> zich t<strong>en</strong> zuidwest<strong>en</strong><br />
van deze bui nog <strong>en</strong>kele <strong>bui<strong>en</strong></strong> terwijl de<br />
eerste cel sterk is gegroeid <strong>en</strong> zich splitst<br />
in meerdere (zware) cell<strong>en</strong>. Net na 12.00<br />
UTC (figuur 4) zijn de <strong>bui<strong>en</strong></strong> zo hevig<br />
dat er in e<strong>en</strong> gebied van 50 x 50 km<br />
meer dan 500 ontlading<strong>en</strong> per 5 minut<strong>en</strong><br />
word<strong>en</strong> gehaald <strong>en</strong> er uit de zwaarste<br />
<strong>bui<strong>en</strong></strong> <strong>hagel</strong>st<strong>en</strong><strong>en</strong> van 4-5 cm dia<strong>met</strong>er<br />
vall<strong>en</strong>. Na 13.30 UTC beweg<strong>en</strong> de <strong>bui<strong>en</strong></strong><br />
over de gr<strong>en</strong>s naar Duitsland. In de<br />
avond beweg<strong>en</strong> over Zuid-Limburg nog<br />
<strong>en</strong>kele zware <strong>onweer</strong>s<strong>bui<strong>en</strong></strong> oostwaarts.<br />
<strong>Het</strong> <strong>hagel</strong>kaartje (figuur 5) geeft de route<br />
van de <strong>bui<strong>en</strong></strong> goed weer. Daarnaast geeft<br />
het <strong>hagel</strong>kaartje ook goed weer hoe hevig<br />
de <strong>hagel</strong> was in de <strong>bui<strong>en</strong></strong>. Niet alle <strong>bui<strong>en</strong></strong><br />
bewog<strong>en</strong> dezelfde kant <strong>op</strong>. K<strong>en</strong>merk<strong>en</strong>d<br />
24<br />
METEOROLOGICA 3 - <strong>2008</strong><br />
voor e<strong>en</strong> supercell, e<strong>en</strong><br />
zware <strong>onweer</strong>sbui <strong>met</strong><br />
e<strong>en</strong> persist<strong>en</strong>t roter<strong>en</strong>de<br />
stijgstroom, is dat ze<br />
vaak de neiging hebb<strong>en</strong><br />
om naar rechts (of<br />
links) af te buig<strong>en</strong> t<strong>en</strong><br />
<strong>op</strong>zichte van de algehele<br />
trekrichting.<br />
Meerdere <strong>bui<strong>en</strong></strong> hadd<strong>en</strong><br />
ook uiterlijke k<strong>en</strong>merk<strong>en</strong><br />
van e<strong>en</strong> supercell.<br />
Op de radarbeeld<strong>en</strong> van<br />
12.45 UTC (figuur 6a)<br />
zijn treff<strong>en</strong>de gelijk<strong>en</strong>iss<strong>en</strong><br />
te zi<strong>en</strong> <strong>met</strong> de<br />
theorie (figuur 6b).<br />
Vooral <strong>op</strong>vall<strong>en</strong>d is de<br />
V-notch ([1]), de Vvorm<br />
aan de noordoostkant<br />
van de bui. Dit wordt veroorzaakt<br />
door e<strong>en</strong> int<strong>en</strong>se stijgstroom, waaromhe<strong>en</strong><br />
de stroming divergeert.<br />
Opvall<strong>en</strong>d was dat in de media iedere<strong>en</strong><br />
sprak over de <strong>hagel</strong>st<strong>en</strong><strong>en</strong> <strong>en</strong> het <strong>onweer</strong><br />
nauwelijks werd g<strong>en</strong>oemd. Uiteraard zijn<br />
<strong>hagel</strong>st<strong>en</strong><strong>en</strong> van 4-5 cm in Nederland<br />
zeer uitzonderlijk, maar de <strong>onweer</strong>sint<strong>en</strong>siteit<br />
was ev<strong>en</strong>e<strong>en</strong>s hevig. Tuss<strong>en</strong><br />
12.13 <strong>en</strong> 13.00 UTC is er e<strong>en</strong> bliksemactiviteit<br />
van meer dan 500 ontlading<strong>en</strong><br />
in e<strong>en</strong> gebied van 50 x 50 km ge<strong>met</strong><strong>en</strong><br />
(figuur 7). Dat de vele ontlading<strong>en</strong> minder<br />
indruk hebb<strong>en</strong> gemaakt dan de <strong>hagel</strong>st<strong>en</strong><strong>en</strong><br />
valt af te leid<strong>en</strong> uit de hoeveelheid<br />
inslag<strong>en</strong>. De hoeveelheid wolk-tot-wolk<br />
ontlading<strong>en</strong> is vele mal<strong>en</strong> groter dan het<br />
aantal inslag<strong>en</strong>.<br />
<strong>Het</strong> was e<strong>en</strong> uitzonderlijke situatie. <strong>Het</strong><br />
was duidelijk dat de juiste condities voor<br />
hevig <strong>onweer</strong> <strong>en</strong> <strong>hagel</strong> aanwezig war<strong>en</strong>,<br />
maar de vraag was wanneer de <strong>bui<strong>en</strong></strong><br />
zich precies zoud<strong>en</strong> gaan ontwikkel<strong>en</strong><br />
<strong>en</strong> waar deze het hevigst zoud<strong>en</strong> zijn. Er<br />
Figuur 8. Links: geknakte bom<strong>en</strong> bij Hummelo (foto: Erwin Klein). Rechts: <strong>hagel</strong>st<strong>en</strong><strong>en</strong> in Arnhem – Klar<strong>en</strong>dal (foto: Jorrit Teerink).<br />
was ge<strong>en</strong> sprake van e<strong>en</strong> <strong>bui<strong>en</strong></strong>lijn die<br />
Nederland in trok <strong>en</strong> goed te volg<strong>en</strong> was.<br />
De <strong>bui<strong>en</strong></strong> moest<strong>en</strong> nog ontstaan <strong>en</strong> als<br />
e<strong>en</strong> bui ontstond was dit binn<strong>en</strong> <strong>en</strong>kele<br />
minut<strong>en</strong> e<strong>en</strong> <strong>onweer</strong>sbui. To<strong>en</strong> de <strong>bui<strong>en</strong></strong><br />
om 10.30 UTC e<strong>en</strong>maal ontstond<strong>en</strong> was<br />
het e<strong>en</strong> kwestie van nowcast<strong>en</strong>, aan de<br />
hand van de waarneming<strong>en</strong> (radar, satelliet,<br />
actuals) de <strong>bui<strong>en</strong></strong> volg<strong>en</strong> <strong>en</strong> bepal<strong>en</strong><br />
waar ze he<strong>en</strong> zoud<strong>en</strong> beweg<strong>en</strong> <strong>en</strong> het<br />
hevigst zijn.<br />
Gevolg<strong>en</strong><br />
In Heerl<strong>en</strong> raakte één persoon gewond<br />
bij e<strong>en</strong> brand door e<strong>en</strong> inslag in e<strong>en</strong><br />
woning. Daarnaast is er veel schade<br />
veroorzaakt door wateroverlast, wind-<br />
Wallcloud occlusie<br />
Vanaf de grond was er nabij Almelo<br />
rond 12:30 UTC e<strong>en</strong> wallcloud (wolk<strong>en</strong>muur)<br />
te zi<strong>en</strong>, <strong>met</strong> zelfs ev<strong>en</strong> e<strong>en</strong><br />
indicatie dat er e<strong>en</strong> funnel aanwezig<br />
was (figuur 9). De wolk<strong>en</strong>muur is e<strong>en</strong><br />
visualisatie van e<strong>en</strong> sterke stijgstroom<br />
<strong>en</strong> is te zi<strong>en</strong> als e<strong>en</strong> verlaagde (mogelijk<br />
roter<strong>en</strong>de) wolk<strong>en</strong>basis waaruit het niet<br />
reg<strong>en</strong>t. E<strong>en</strong> roter<strong>en</strong>de wolk<strong>en</strong>muur is<br />
e<strong>en</strong> visualisatie van e<strong>en</strong> mesocycloon,<br />
e<strong>en</strong> roter<strong>en</strong>de stijgstroom in e<strong>en</strong> zware<br />
bui, wat de bui per definitie tot e<strong>en</strong><br />
supercell maakt, mits de mesocycloon<br />
persist<strong>en</strong>t roteert. E<strong>en</strong> wolk<strong>en</strong>muur<br />
wordt gevormd door e<strong>en</strong> stijgstroom<br />
(figuur 6) die vochtige, door reg<strong>en</strong><br />
gekoelde lucht van de “Forward Flank<br />
Downdraft” (daalstroom aan de voorzijde<br />
van de bui) inzuigt. Deze vochtige<br />
lucht cond<strong>en</strong>seert snel nadat deze<br />
omhoog wordt gezog<strong>en</strong> waardoor hier<br />
de wolk<strong>en</strong>basis zakt. Windhoz<strong>en</strong> vorm<strong>en</strong><br />
zich voornamelijk vanuit (roter<strong>en</strong>de)<br />
wolk<strong>en</strong>mur<strong>en</strong> <strong>en</strong> naast grote<br />
<strong>hagel</strong>st<strong>en</strong><strong>en</strong>, zwaar <strong>onweer</strong> <strong>en</strong> (zeer)<br />
zware windstot<strong>en</strong> zijn windhoz<strong>en</strong> dan<br />
ook zeker iets om rek<strong>en</strong>ing mee te houd<strong>en</strong><br />
bij supercells.<br />
Meteorologica-sept-<strong>2008</strong>-def.indd 24 24-9-<strong>2008</strong> 8:36:42
Figuur 9. Wolk<strong>en</strong>muur <strong>met</strong> e<strong>en</strong> slurf nabij Almelo<br />
(foto: Bernard Hulshof).<br />
stot<strong>en</strong> <strong>en</strong> vooral door <strong>hagel</strong>. Zo trof e<strong>en</strong><br />
<strong>hagel</strong>bui auto’s die stond<strong>en</strong> geparkeerd<br />
<strong>op</strong> e<strong>en</strong> fabrieksterrein <strong>en</strong> in de hav<strong>en</strong> in<br />
Emd<strong>en</strong>. Hierbij werd<strong>en</strong> 30.000 nieuwe<br />
Volkswag<strong>en</strong>s vernield ([2]). De meeste<br />
auto’s liep<strong>en</strong> flinke lakschade <strong>en</strong> gebrok<strong>en</strong><br />
ruit<strong>en</strong> <strong>op</strong>. Foto’s (figuur 8) <strong>en</strong> de<br />
videobeeld<strong>en</strong> via Youtube ([3]) gev<strong>en</strong> de<br />
gevolg<strong>en</strong> goed weer.<br />
Met dank aan: Robert Mureau, Sander<br />
Tijm, Rudolf van Westrh<strong>en</strong><strong>en</strong>, Maurice<br />
Schmeits, Ernst de Vreede, Frans Debie,<br />
Rob Gro<strong>en</strong>land, Bernard Hulshof, Erwin<br />
Klein <strong>en</strong> Jorrit Teerink voor het gebruik<br />
van de foto’s.<br />
Literatuur<br />
Lemon L.R. and C. A. Doswel III, 1979: Severe Thunderstorm<br />
Evolution and Mesocyclone Structure as Related<br />
to Tornadog<strong>en</strong>esis, Monthly Weather Review, 107, 1190.<br />
Internetbronn<strong>en</strong><br />
[1]http://www.zamg.ac.at/eu<strong>met</strong>rain/EUMeTrain2005/<br />
Supercell/phys.htm<br />
[2] http://www.nuzakelijk.nl/ , http://www.nu.nl<br />
[3]http://nl.youtube.com/watch?v=Yk4vQbCaEKQ<br />
http://nl.youtube.com/watch?v=GLoKpOGe_P8<br />
http://nl.youtube.com/watch?v=8EdnyqtpJcw<br />
http://nl.youtube.com/watch?v=KsVaBTGCFcc<br />
Opmerkelijke publicaties<br />
Lage temperatur<strong>en</strong> in de stratosfeer <strong>en</strong> warme<br />
Nederlandse winters<br />
De stratosfeer, de statisch stabiele zeer<br />
ijle luchtlaag bov<strong>en</strong> e<strong>en</strong> hoogte van 10<br />
km, is de laatste dec<strong>en</strong>nia afgekoeld,<br />
waarschijnlijk door afnem<strong>en</strong>de ozonconc<strong>en</strong>traties<br />
<strong>en</strong> to<strong>en</strong>em<strong>en</strong>de kooldioxideconc<strong>en</strong>traties.<br />
Bov<strong>en</strong> De Bilt word<strong>en</strong><br />
bijna elke winter <strong>op</strong>nieuw recordlage<br />
temperatur<strong>en</strong> ge<strong>met</strong><strong>en</strong> [1]. <strong>Het</strong> record<br />
ligt nu <strong>op</strong> -87,2°C, waarg<strong>en</strong>om<strong>en</strong> <strong>op</strong><br />
e<strong>en</strong> hoogte van 21,5 km <strong>op</strong> 19 februari<br />
<strong>2008</strong>. Tegelijkertijd word<strong>en</strong> de winters<br />
in Nederland steeds zachter. Vanaf 1950<br />
is de gemiddelde januaritemperatuur <strong>op</strong><br />
1,5 m hoogte in De Bilt <strong>met</strong> gemiddeld<br />
0,46°C per decade gesteg<strong>en</strong>. Deze stijging<br />
is sterker dan <strong>op</strong> grond van het broeikas<strong>effect</strong><br />
valt te verwacht<strong>en</strong>. Er zijn inmiddels<br />
aanwijzing<strong>en</strong> dat de oorzaak van de<br />
vele zachte winters van de laatste 20 jaar<br />
in Nederland <strong>en</strong> omgeving deels moet<br />
word<strong>en</strong> gezocht in de stratosfeer. Vooral<br />
Mark Baldwin <strong>en</strong> medewerkers (Baldwin<br />
et al, 2001, 2003, 2007; Thompson et al.,<br />
2002) mak<strong>en</strong> duidelijk dat de stratosfeer<br />
in de winter e<strong>en</strong> meetbare invloed uitoef<strong>en</strong>t<br />
<strong>op</strong> het weer nabij het aard<strong>op</strong>pervlak<br />
<strong>op</strong> gematigde breedte. Schuurmans <strong>en</strong><br />
Van Dorland hebb<strong>en</strong> hierover in 2003 in<br />
Meteorologica al gerapporteerd.<br />
Baldwin <strong>en</strong> zijn medewerkers hebb<strong>en</strong> uit<br />
waarneming<strong>en</strong> e<strong>en</strong> duidelijk statistisch<br />
verband aangetoond tuss<strong>en</strong> de sterkte<br />
AARNOUT VAN DELDEN (IMAU)<br />
van de stratosferische vortex bov<strong>en</strong> de<br />
pool <strong>en</strong> de NAO-index. De NAO-index<br />
is e<strong>en</strong> maat voor de sterkte van de west<strong>en</strong>wind<strong>en</strong><br />
nabij het aard<strong>op</strong>pervlak bov<strong>en</strong><br />
de Atlantische Oceaan tuss<strong>en</strong> IJsland <strong>en</strong><br />
de Azor<strong>en</strong>. De polaire<br />
stratosferische<br />
cyclonale vortex ontstaat<br />
door afkoeling<br />
van de atmosfeer in<br />
de polaire nacht. <strong>Het</strong><br />
blijkt dat e<strong>en</strong> sterke<br />
<strong>en</strong> koude (zwakke<br />
<strong>en</strong> relatief minder<br />
koude) stratosferische<br />
polaire vortex<br />
gepaard gaat <strong>met</strong> e<strong>en</strong><br />
positieve (negatieve)<br />
NAO-index. Bij e<strong>en</strong><br />
hoge NAO-index<br />
zijn de depressies in<br />
dit gebied sterker.<br />
We kunn<strong>en</strong> dus stell<strong>en</strong><br />
dat lagere temperatur<strong>en</strong><br />
bov<strong>en</strong> de<br />
pool in de stratosfeer<br />
gepaard gaan <strong>met</strong> e<strong>en</strong><br />
hogere NAO-index<br />
<strong>en</strong> daarmee diepere<br />
depressies <strong>op</strong> de<br />
Atlantische oceaan,<br />
waardoor e<strong>en</strong> gemid-<br />
deld sterkere aanvoer van zachte maritieme<br />
lucht in west Eur<strong>op</strong>a in stand wordt<br />
gehoud<strong>en</strong> <strong>en</strong> daarmee minder koude winters.<br />
Figuur 1 laat zi<strong>en</strong> dat de NAO-index<br />
<strong>en</strong> de temperatuur aan het aard<strong>op</strong>pervlak<br />
Figuur 1: Scatterplot waarmee het verband tuss<strong>en</strong> de NAO-index <strong>en</strong><br />
de gemiddelde januaritemperatuur in De Bilt wordt aangetoond. <strong>Het</strong><br />
verband tuss<strong>en</strong> NAO <strong>en</strong> temperatuur voor de extreem koude maand<strong>en</strong><br />
(1963, 1979, 1985, 1987, 1996 <strong>en</strong> 1997) lijkt systematisch anders dan<br />
het verband voor de andere maand<strong>en</strong>. Dit heeft zeer waarschijnlijk te<br />
mak<strong>en</strong> <strong>met</strong> het verlo<strong>op</strong> van de winter, bijvoorbeeld de aanwezigheid van<br />
e<strong>en</strong> sneeuwdek, in de voorgaande maand<strong>en</strong> in de omgeving van Nederland<br />
(bron NAO-index: [4]; bron temperatuur: [5]).<br />
METEOROLOGICA 3 - <strong>2008</strong> 25<br />
Meteorologica-sept-<strong>2008</strong>-def.indd 25 24-9-<strong>2008</strong> 8:36:45
Figuur 2: E<strong>en</strong> SSW (sudd<strong>en</strong> stratospheric warming) van het type 'vortexverplaatsing' (a) (februari<br />
1984) <strong>en</strong> e<strong>en</strong> SSW van het type 'vortexsplitsing' (b) (februari 1979). De contour<strong>en</strong> corresponder<strong>en</strong><br />
<strong>met</strong> de ge<strong>op</strong>ot<strong>en</strong>tiaal <strong>op</strong> 10 hPa (label in km; contourinterval: 0.4 km). Gebied<strong>en</strong> waar de pot<strong>en</strong>tiële<br />
vorticiteit bov<strong>en</strong> e<strong>en</strong> bepaalde kritische waarde uitkomt word<strong>en</strong> donker weergegev<strong>en</strong>. De meeste<br />
SSW’s kom<strong>en</strong> voor in februari (bron: Charlton and Polvani, 2007).<br />
in De Bilt in de maand januari positief<br />
gecorreleerd zijn. Thompson et al. (2002)<br />
lat<strong>en</strong> zi<strong>en</strong> dat lage wintertemperatur<strong>en</strong><br />
aan het aard<strong>op</strong>pervlak in West-Eur<strong>op</strong>a<br />
relatief vaak gepaard gaan <strong>met</strong> e<strong>en</strong> zwakke<br />
stratosferische polaire vortex.<br />
De NAO-index stijgt sinds begin deze<br />
eeuw niet meer ondanks de Biltse stratosferische<br />
kouderecords <strong>en</strong> ondanks de<br />
verdere stijging van de kooldioxideconc<strong>en</strong>traties.<br />
Dit blijkt sam<strong>en</strong> te hang<strong>en</strong> <strong>met</strong><br />
e<strong>en</strong> to<strong>en</strong>ame, vanaf 1999, van de frequ<strong>en</strong>tie<br />
van zog<strong>en</strong>aamde sudd<strong>en</strong> stratospheric<br />
warmings (SSW’s). E<strong>en</strong> SSW is wellicht<br />
het meest spectaculaire <strong>met</strong>eorologische<br />
f<strong>en</strong>ome<strong>en</strong> in de winter-stratosfeer. SSW’s<br />
ontstaan als gevolg van het “brek<strong>en</strong>” van<br />
grootschalige golv<strong>en</strong> die vanaf het aard<strong>op</strong>pervlak<br />
de stratosfeer indring<strong>en</strong>. Dit<br />
proces lijkt <strong>op</strong> het brek<strong>en</strong> van e<strong>en</strong> zeegolf<br />
nabij het strand. Tijd<strong>en</strong>s e<strong>en</strong> SSW stijgt<br />
de temperatuur in e<strong>en</strong> groot gedeelte van<br />
de Arctische stratosfeer binn<strong>en</strong> één of<br />
twee dag<strong>en</strong> <strong>met</strong> <strong>en</strong>kele ti<strong>en</strong>tall<strong>en</strong> grad<strong>en</strong>.<br />
De stratosfeer na e<strong>en</strong> SSW herstelt niet<br />
snel. <strong>Het</strong> duurt vaak minst<strong>en</strong>s één maand<br />
voordat de ”normale” lage temperatur<strong>en</strong><br />
die vóór de SSW heerst<strong>en</strong> weer word<strong>en</strong><br />
waarg<strong>en</strong>om<strong>en</strong> (dit is vooral het geval bij<br />
SSW’s waarbij vortexsplitsing <strong>op</strong>treedt,<br />
waarover later meer). Stralingsafkoeling<br />
moet dit bewerkstellig<strong>en</strong> <strong>en</strong> dit proces<br />
werkt traag in de stratosfeer.<br />
SSW’s zijn vrij zeldzaam. Uit e<strong>en</strong> rec<strong>en</strong>te<br />
studie van Charlton <strong>en</strong> Polvani (2007),<br />
waarbij uit de ERA-40 heranalyse [2]<br />
26<br />
METEOROLOGICA 3 - <strong>2008</strong><br />
e<strong>en</strong> SSW-klimatologie (voor de jar<strong>en</strong><br />
tuss<strong>en</strong> 1957 <strong>en</strong> 2002) is geconstrueerd,<br />
blijkt dat de frequ<strong>en</strong>tie van het voorkom<strong>en</strong><br />
van e<strong>en</strong> sterke SSW zeer variabel<br />
is. De maximale sterkte die de polaire<br />
vortex bereikt in de winter hangt mede af<br />
van het al of niet <strong>op</strong>tred<strong>en</strong> van e<strong>en</strong> SSW<br />
in de eerste helft van de winter. Gemiddeld<br />
kom<strong>en</strong> sterke SSW’s in november,<br />
december of januari slechts e<strong>en</strong>s in de<br />
twee jaar voor, maar vanaf de winter van<br />
1988-1989 tot aan de winter van 1997-<br />
1998 was er ge<strong>en</strong> <strong>en</strong>kele sterke SSW<br />
in deze maand<strong>en</strong>! De afwezigheid van<br />
SSW’s in de jar<strong>en</strong> 90 kan de gemiddeld<br />
lage polaire stratosferische temperatur<strong>en</strong><br />
in deze periode dus ook verklar<strong>en</strong>. Dit<br />
was tev<strong>en</strong>s de periode waarin de NAOindex<br />
in de winter hoger was dan gemiddeld<br />
<strong>en</strong> ook de periode waarin de winters<br />
in Nederland relatief zeer zacht war<strong>en</strong><br />
(afgezi<strong>en</strong> van die van 1996 <strong>en</strong> 1997). <strong>Het</strong><br />
lijkt er<strong>op</strong> dat het al of niet voorkom<strong>en</strong><br />
van sterke SSW’s in het begin of in het<br />
midd<strong>en</strong> van de winter e<strong>en</strong> grote invloed<br />
heeft <strong>op</strong> de NAO-index in de rest van de<br />
winter (omdat zoals gezegd de gevolg<strong>en</strong><br />
van de SSW vaak minst<strong>en</strong>s e<strong>en</strong> maand<br />
aanhoud<strong>en</strong>), <strong>en</strong> daardoor ook <strong>op</strong> de wintertemperatuur<br />
in Nederland.<br />
De zaak ligt eig<strong>en</strong>lijk nog ingewikkelder.<br />
Charlton <strong>en</strong> Polvani (2007) lat<strong>en</strong><br />
namelijk zi<strong>en</strong> dat er twee soort<strong>en</strong> SSW’s<br />
zijn (figuur 2): de SSW die sam<strong>en</strong>hangt<br />
<strong>met</strong> e<strong>en</strong> verplaatsing van de vortex van<br />
de pool naar lagere breedte <strong>en</strong> de SSW<br />
die sam<strong>en</strong>hangt <strong>met</strong> e<strong>en</strong> splitsing van de<br />
vortex in twee aparte stukk<strong>en</strong>. <strong>Het</strong> laatste<br />
type SSW beïnvloedt de stratosferische<br />
temperatuur in het Arctische gebied <strong>op</strong><br />
grotere schaal <strong>en</strong> langduriger dan de eerste<br />
soort, waarbij de vortex nauwelijks in<br />
kracht afneemt <strong>en</strong> zich binn<strong>en</strong> pakweg<br />
e<strong>en</strong> week weer <strong>op</strong> de oorspronkelijke<br />
positie bov<strong>en</strong> de pool bevindt. De recordlage<br />
stratosferische temperatur<strong>en</strong> die in<br />
<strong>2008</strong> bov<strong>en</strong> De Bilt <strong>op</strong>, respectievelijk,<br />
<strong>22</strong> januari <strong>en</strong> 19 februari zijn waarg<strong>en</strong>om<strong>en</strong><br />
war<strong>en</strong> te wijt<strong>en</strong> aan e<strong>en</strong> verplaatsing<br />
van de koude polaire vortex richting<br />
West-Eur<strong>op</strong>a waarbij aan de rand van<br />
de vortex (dichtbij de Noordpool) tegelijkertijd<br />
e<strong>en</strong> sterke temperatuurstijging<br />
<strong>op</strong>trad. Overig<strong>en</strong>s zoud<strong>en</strong> de SSW’s van<br />
januari <strong>en</strong> februari j.l. niet aan de criteria<br />
voor e<strong>en</strong> “sterke SSW” van Charlton <strong>en</strong><br />
Polvani voldo<strong>en</strong>.<br />
SSW’s waarbij vortexsplitsing <strong>op</strong>treedt<br />
zijn relatief zeldzaam. Van de 18 int<strong>en</strong>se<br />
SSW’s die <strong>op</strong> het noordelijk halfrond<br />
tuss<strong>en</strong> 1957 <strong>en</strong> 2002 in de maand<strong>en</strong><br />
november, december <strong>en</strong> januari zijn<br />
voorgekom<strong>en</strong>, ging<strong>en</strong> 8 gepaard <strong>met</strong> e<strong>en</strong><br />
splitsing van de vortex. Bov<strong>en</strong> het zuidelijk<br />
halfrond is er nog maar één SSW<br />
van dit type waarg<strong>en</strong>om<strong>en</strong>, namelijk in<br />
september 2002. Dit geval trok grote<br />
belangstelling. <strong>Het</strong> maartnummer van het<br />
jaar 2005 van Journal of the Atmospheric<br />
Sci<strong>en</strong>ces is hieraan gewijd. Ook <strong>op</strong> de<br />
“SPARC-meeting” in Bologna [3] in de<br />
eerste week van september war<strong>en</strong> SSW’s<br />
onderwerp van grote belangstelling.<br />
Literatuur<br />
Baldwin, M.P., and T.J. Dunkerton, 2001: Stratospheric<br />
harbingers of anomalous weather regimes. Sci<strong>en</strong>ce, 294,<br />
581-584.<br />
Baldwin, M.P., D.B. Steph<strong>en</strong>son, D.W.J. Thompson, T.J.<br />
Dunkerton, A.J. Charlton, A. O’Neill, 2003: Stratospheric<br />
memory and ext<strong>en</strong>ded-range weather forecasts, Sci<strong>en</strong>ce,<br />
301, 636-640.<br />
Baldwin, M.P., M. Dameris, and T.G. Shepherd, 2007: How<br />
Will The Stratosphere Affect Climate Change? Sci<strong>en</strong>ce,<br />
316, 1576-1577.<br />
Charlton, A.J., and L.M. Polvani, 2007: A new look at stratospheric<br />
warmings. Part I: Climatology and modeling<br />
b<strong>en</strong>chmarks. J.Climate, 20, 449-469.<br />
Schuurmans, C, <strong>en</strong> R. van Dorland, 2003: Voorbod<strong>en</strong> uit<br />
de stratosfeer. Meteorologica, 1-2003, 25-29.<br />
Thompson, D.W.J., M.P. Baldwin, and J.M. Wallace, 2002:<br />
Stratospheric connection to northern hemisphere wintertime<br />
weather: implications for prediction, J. Climate,<br />
15, 1421-1428.<br />
Internetbronn<strong>en</strong><br />
[1] http://www.knmi.nl/VinkCMS/news_detail.<br />
jsp?id=40635<br />
[2] http://www.ecmwf.int/research/era/do/get/era-40<br />
[3] http://www.atmosp.physics.utoronto.ca/SPARC/<br />
[4] http://www.cpc.noaa.gov/products/precip/CWlink/pna/<br />
nao_index.html<br />
[5] http://www.knmi.nl/klimatologie/<br />
Meteorologica-sept-<strong>2008</strong>-def.indd 26 24-9-<strong>2008</strong> 8:36:46
Hoofd Research Afdeling (M/V)<br />
De <strong>met</strong>eorologische research afdeling<br />
van Meteo Consult is gevestigd in Wag<strong>en</strong>ing<strong>en</strong>.<br />
Vanuit deze afdeling word<strong>en</strong><br />
nieuwe techniek<strong>en</strong> <strong>en</strong> modell<strong>en</strong> ontwikkeld<br />
om de di<strong>en</strong>stverl<strong>en</strong>ing aan onze<br />
klant<strong>en</strong> te <strong>op</strong>timaliser<strong>en</strong>. Dat kan door<br />
nauwkeuriger weersverwachting<strong>en</strong> te<br />
ontwikkel<strong>en</strong> of door product<strong>en</strong> te bed<strong>en</strong>k<strong>en</strong><br />
die nog beter aansluit<strong>en</strong> <strong>op</strong> de w<strong>en</strong>s<strong>en</strong><br />
van onze klant<strong>en</strong> <strong>op</strong> het gebied van<br />
veiligheid, economie <strong>en</strong> milieu. Zowel<br />
fysische modellering als statistische verwerking<strong>en</strong><br />
word<strong>en</strong> regelmatig toegepast.<br />
Binn<strong>en</strong> de groei<strong>en</strong>de afdeling werk<strong>en</strong><br />
mom<strong>en</strong>teel 10 academici aan diverse<br />
project<strong>en</strong>, zowel voor Meteo Consult<br />
als voor onze buit<strong>en</strong>landse dochterbedrijv<strong>en</strong>.<br />
Naar aanleiding van het artikel van Baas,<br />
Bosveld <strong>en</strong> Klein Baltink (Meteorologica<br />
<strong>juni</strong> <strong>2008</strong>) wil ik graag de volg<strong>en</strong>de aanvulling<strong>en</strong><br />
gev<strong>en</strong>.<br />
<strong>Het</strong> valt mij <strong>op</strong> dat in de vakliteratuur,<br />
wet<strong>en</strong>schappelijke artikel<strong>en</strong> <strong>en</strong> nu ook<br />
in Meteorologica (<strong>juni</strong> <strong>2008</strong>; maar ook<br />
al eerdere artikel<strong>en</strong>) de term Low Level<br />
Jet (LLJ) gebruikt wordt, terwijl dat<br />
onjuist is.<br />
De onderhavige jet is namelijk ge<strong>en</strong> jet.<br />
E<strong>en</strong> jet (jet stream) wordt gedefinieerd<br />
als e<strong>en</strong> lange smalle band van hogere<br />
windsnelhed<strong>en</strong>. Hoe hoog doet er hier<br />
niet veel toe (60 kt in de luchtvaart<strong>met</strong>eorologie),<br />
maar altijd is e<strong>en</strong> jet e<strong>en</strong><br />
smalle band. Daar is in het geval van<br />
het Nachtelijk Wind Maximum (NWM)<br />
ge<strong>en</strong> sprake van, het is juist e<strong>en</strong> windmaximum<br />
<strong>op</strong> geringe hoogte dat e<strong>en</strong> zeer<br />
grote horizontale uitgestrektheid beslaat.<br />
We moet<strong>en</strong> het dus gewoon NWM noem<strong>en</strong>,<br />
zoals in de inleiding al wordt aangegev<strong>en</strong>.<br />
<strong>Het</strong> is jammer dat daarna de<br />
foutieve Amerikaanse b<strong>en</strong>aming wordt<br />
gehanteerd.<br />
Functieprofiel<br />
<strong>Het</strong> afdelingshoofd heeft e<strong>en</strong> bov<strong>en</strong>gemiddeld<br />
WO werk- <strong>en</strong> d<strong>en</strong>kniveau, <strong>met</strong><br />
k<strong>en</strong>nis <strong>en</strong>/of ervaring <strong>op</strong> het gebied van<br />
de <strong>met</strong>eorologie. Hij of zij geeft direct<br />
leiding aan de medewerkers <strong>en</strong> rapporteert<br />
aan de algeme<strong>en</strong> directeur. <strong>Het</strong><br />
afdelingshoofd is (<strong>op</strong> termijn) als projectleider<br />
betrokk<strong>en</strong> bij meerdere research<br />
project<strong>en</strong>. <strong>Het</strong> afdelingshoofd is lid van<br />
e<strong>en</strong> internationaal orgaan binn<strong>en</strong> onze<br />
groep voor strategische ontwikkeling<strong>en</strong><br />
<strong>op</strong> het gebied van de <strong>met</strong>eorologie.<br />
Verder is hij/zij (<strong>op</strong> termijn) lid van het<br />
managem<strong>en</strong>t team.<br />
Compet<strong>en</strong>ties<br />
<strong>Het</strong> afdelingshoofd moet goed kunn<strong>en</strong><br />
organiser<strong>en</strong> <strong>en</strong> plann<strong>en</strong>, is analy-<br />
Ingezond<strong>en</strong> brief<br />
De Low Level Jet is ge<strong>en</strong> jet<br />
TIJMEN DE BOER<br />
LUCHTVAART-HOOFDMETEOROLOOG B.D.<br />
<strong>Het</strong> is zelfs makkelijk in het Engels weer<br />
te gev<strong>en</strong>: Nocturnal Wind Maximum, <strong>met</strong><br />
dezelfde afkorting, wat will<strong>en</strong> we nog<br />
meer?<br />
Deze term wordt gelukkig ook regelmatig<br />
gebruikt in Boundary Layer Meteorology.<br />
<strong>Het</strong> zuivere Nachtelijk Wind Maximum<br />
wordt naar mijn <strong>op</strong>vatting, anders dan in<br />
het artikel verwoord, alle<strong>en</strong> maar bepaald<br />
door de combinatie uitstraling <strong>en</strong> ontk<strong>op</strong>peling.<br />
Als er sprake is van advecties<br />
<strong>en</strong> geowindverandering<strong>en</strong> is het ge<strong>en</strong><br />
zuivere koek meer <strong>en</strong> zull<strong>en</strong> deze <strong>effect</strong><strong>en</strong><br />
de sterkte <strong>en</strong> hoogte van het NWM<br />
verander<strong>en</strong> of bepal<strong>en</strong>. In veel van die<br />
gevall<strong>en</strong> vindt het dan ook niet meer over<br />
e<strong>en</strong> groot horizontaal gebied plaats, maar<br />
juist in e<strong>en</strong> beperkte zone waar de advectie<br />
<strong>op</strong>treedt. Dan kun je weer aan e<strong>en</strong> jet<br />
d<strong>en</strong>k<strong>en</strong>…! Welke soort dan ook.<br />
Ik wil er verder <strong>met</strong> nadruk <strong>op</strong> wijz<strong>en</strong>,<br />
<strong>en</strong> dat is voor praktijk<strong>met</strong>eorolog<strong>en</strong> van<br />
groot belang, dat anders dan in de eer-<br />
tisch sterk <strong>en</strong> e<strong>en</strong> inspirer<strong>en</strong>d leider.<br />
E<strong>en</strong> goede uitdrukkingsvaardigheid in<br />
Nederlands <strong>en</strong> Engels, zowel in woord<br />
als geschrift, spreekt voor zich. Verder<br />
verwacht<strong>en</strong> wij eig<strong>en</strong>schapp<strong>en</strong> als<br />
stressbest<strong>en</strong>digheid, flexibiliteit <strong>en</strong> e<strong>en</strong><br />
ondernem<strong>en</strong>de instelling om goede<br />
resultat<strong>en</strong> te lever<strong>en</strong>.<br />
Meteo Consult biedt e<strong>en</strong> inspirer<strong>en</strong>de<br />
werkomgeving, e<strong>en</strong> goede beloning <strong>en</strong><br />
e<strong>en</strong> prettige informele werksfeer bij de<br />
marktleider <strong>op</strong> het gebied van <strong>met</strong>eorologie<br />
in Eur<strong>op</strong>a.<br />
Voor meer informatie over deze functie<br />
kunt u contact <strong>op</strong>nem<strong>en</strong> <strong>met</strong> de heer<br />
Terpstra, tel 0317 399800. E<strong>en</strong> assessm<strong>en</strong>t<br />
kan deel uitmak<strong>en</strong> van de selectieprocedure.<br />
Uw sollicitatie <strong>met</strong> motivatie <strong>en</strong> CV<br />
kunt u verstur<strong>en</strong> aan mevr. H. Berger.<br />
E-mail: PZ@weer.nl.<br />
ste paragraaf van het artikel vermeld,<br />
de gr<strong>en</strong>slaag door stralingsafkoeling al<br />
voor zonsondergang stabiel wordt! En<br />
wel ongeveer anderhalf uur voor zonsondergang<br />
bij mooi weer (in- <strong>en</strong> uitstraling)<br />
in de zomerperiode. Dat zijn de zo<br />
beroemde uurtjes voor o.a. ballonvaarders<br />
die ge<strong>en</strong> thermiek of teveel turbul<strong>en</strong>tie<br />
mog<strong>en</strong> hebb<strong>en</strong>.<br />
De bevinding<strong>en</strong> in het artikel kom<strong>en</strong><br />
verder mooi overe<strong>en</strong> <strong>met</strong> de ervaring die<br />
ik in 30 jaar <strong>op</strong> Schiphol heb <strong>op</strong>gedaan<br />
aangaande deze materie. Door de jar<strong>en</strong><br />
he<strong>en</strong> heb ik ca. 200 “cabauw-grafiekjes”<br />
uitgezet, waarvan er hier erg<strong>en</strong>s in e<strong>en</strong><br />
kast nog zo’n 150 moet<strong>en</strong> ligg<strong>en</strong>. E<strong>en</strong><br />
deel daarvan heb ik gebruikt om bij het<br />
20-jarig bestaan van “de Mast” (1993)<br />
het belang van die <strong>met</strong>ing<strong>en</strong> ook voor de<br />
praktijk<strong>met</strong>eoroloog, <strong>en</strong> dus niet alle<strong>en</strong><br />
voor de wet<strong>en</strong>schappers, voor e<strong>en</strong> groter<br />
gehoor duidelijk te mak<strong>en</strong>.<br />
De grafiekjes werd<strong>en</strong> uitgezet <strong>met</strong> behulp<br />
van het halfuurlijkse MEMA bericht. Zie<br />
figuur 1.<br />
METEOROLOGICA 3 - <strong>2008</strong> 27<br />
Meteorologica-sept-<strong>2008</strong>-def.indd 27 24-9-<strong>2008</strong> 8:36:46
Figuur 1. Mema-bericht. Kolomm<strong>en</strong> van links<br />
naar rechts: hoogte indicatie, T, Td, wind <strong>en</strong><br />
windstoot. (Hier e<strong>en</strong> jong NWM van 10 kt <strong>op</strong><br />
140 m).<br />
Dankzij Cabauw zijn we vaak in staat de<br />
dikte van de mist te gev<strong>en</strong> (<strong>en</strong> dus e<strong>en</strong><br />
betere prognose van het mom<strong>en</strong>t van<br />
<strong>op</strong>loss<strong>en</strong>), e<strong>en</strong> inschatting te do<strong>en</strong> van<br />
het tijdstip van onstabiel word<strong>en</strong> van de<br />
gr<strong>en</strong>slaag (beter zicht, hardere wind) <strong>en</strong><br />
in de luchtvaart<strong>met</strong>eorologie het gev<strong>en</strong><br />
van waarschuwing<strong>en</strong> voor windschering,<br />
<strong>en</strong>z.<br />
Zelfs advectie van drogere lucht, wat in<br />
e<strong>en</strong> nachtelijk stabiele situatie vaak aan<br />
de grondwaarneming<strong>en</strong> niet of nauwelijks<br />
te zi<strong>en</strong> is, is <strong>met</strong> behulp van Cabauw<br />
scherp waar te nem<strong>en</strong> <strong>en</strong> verbetert de<br />
mist- of zichtverwachting aanzi<strong>en</strong>lijk.<br />
(“Er komt ge<strong>en</strong> mist meer”, hoorde ik<br />
dan iemand of mezelf in de nachtdi<strong>en</strong>st<br />
roep<strong>en</strong>.)<br />
Jammer is dat in het artikel die verbinding<br />
naar de praktijk ontbreekt. <strong>Het</strong> artikel<br />
doet het voorkom<strong>en</strong> dat dit f<strong>en</strong>ome<strong>en</strong><br />
alle<strong>en</strong> bov<strong>en</strong> Cabauw voorkomt, maar <strong>op</strong><br />
zijn minst moet vermeld word<strong>en</strong> dat het<br />
bov<strong>en</strong> heel Nederland <strong>en</strong> nog wel e<strong>en</strong><br />
beetje verder <strong>op</strong>treedt. Niet voor niets<br />
heeft Blackadar het in 1957 voor het<br />
eerst beschrev<strong>en</strong> in Amerika.<br />
Voor de praktijk<strong>met</strong>eorolog<strong>en</strong> zou<br />
e<strong>en</strong> handreiking <strong>met</strong> hapklare brokjes<br />
gew<strong>en</strong>st zijn. Ik zal er e<strong>en</strong> paar aanreik<strong>en</strong>:<br />
1) <strong>Het</strong> maximum van de windsnelheid in<br />
het NWM vindt gemiddeld plaats rond<br />
Dank aan Tijm<strong>en</strong> de Boer voor zijn<br />
reactie <strong>en</strong> nuttige aanvulling<strong>en</strong> vanuit de<br />
praktijk. In ons artikel hebb<strong>en</strong> we ervoor<br />
gekoz<strong>en</strong> consequ<strong>en</strong>t de term low-level<br />
jet (LLJ) te gebruik<strong>en</strong> omdat dit in de<br />
literatuur de meest gangbare b<strong>en</strong>aming<br />
is. De dominantie van de term LLJ<br />
is wellicht te verklar<strong>en</strong> doordat analyses<br />
aan het nachtelijk windmaximum<br />
(NWM) meestal uitsluit<strong>en</strong>d plaatsvind<strong>en</strong><br />
aan verticale profiel<strong>en</strong> van de horizontale<br />
wind. En aan e<strong>en</strong> <strong>en</strong>kel windprofiel <strong>met</strong><br />
e<strong>en</strong> duidelijk maximum (dus in elk geval<br />
‘jetlike’) is natuurlijk verder niets te zi<strong>en</strong><br />
over de horizontale uitgestrektheid. In<br />
28<br />
Reactie<br />
METEOROLOGICA 3 - <strong>2008</strong><br />
Figuur 2. E<strong>en</strong> Cabauw diagram van e<strong>en</strong> winterse mistsituatie (MEMA later ingevoegd).<br />
01 uur UTC. Dat heeft te mak<strong>en</strong> <strong>met</strong> de<br />
oscillatie van de verschil-vector “grondwind-geowind”<br />
rond de geowind (zie<br />
artikel) die <strong>op</strong> onze breedte ruim 15 uur<br />
duurt <strong>en</strong> waarbij de maximum windsnelheid<br />
dan bereikt wordt “halverwege”, als<br />
de wind in het NWM ev<strong>en</strong>wijdig is aan<br />
de geowind.<br />
2) E<strong>en</strong> redelijke b<strong>en</strong>adering van de windsnelheid<br />
in het NWM in de nacht of<br />
vroege ocht<strong>en</strong>d is gemiddeld 3 á 4 keer<br />
de actuele grondwindsnelheid.<br />
Als je e<strong>en</strong> verwachting uit moet sprek<strong>en</strong><br />
aangaande het kom<strong>en</strong>de NWM, kun je<br />
vrij gemakkelijk het volg<strong>en</strong>de aannem<strong>en</strong>:<br />
3) De verwachte hoogte van het <strong>op</strong>tred<strong>en</strong><br />
is 1,5 á 2 keer de geowind in het kwadraat<br />
(in <strong>met</strong>ers).<br />
4) De verwachte snelheid is te b<strong>en</strong>ader<strong>en</strong><br />
door de verschilvector geowind-grondwind<br />
<strong>op</strong> te tell<strong>en</strong> bij de geowind. Neem<br />
hiervoor dan de grondwind die er staat<br />
artikel<strong>en</strong> wordt er regelmatig e<strong>en</strong> alinea<br />
gewijd aan de verschill<strong>en</strong>de interpretaties<br />
van de term ‘low-level jet’. Meestal<br />
om duidelijk te mak<strong>en</strong> in welk type LLJ<br />
(lees: maximum onderin het windprofiel)<br />
de auteur geïnteresseerd is. De typering<br />
heeft dan veelal betrekking <strong>op</strong> de ontstaanswijze<br />
van de LLJ.<br />
De horizontale uitgestrektheid is ge<strong>en</strong><br />
punt van discussie. We hebb<strong>en</strong> dan ook<br />
nerg<strong>en</strong>s de suggestie will<strong>en</strong> wekk<strong>en</strong> dat<br />
het NWM alle<strong>en</strong> bov<strong>en</strong> Cabauw voorkomt.<br />
Over het algeme<strong>en</strong> komt het NWM<br />
overal voor waar zich door stralingsafkoeling<br />
<strong>en</strong> ontk<strong>op</strong>peling e<strong>en</strong> sterke<br />
inversie gevormd heeft. Niet voor niets<br />
is e<strong>en</strong> andere voorgestelde b<strong>en</strong>aming<br />
aan het begin van de avond, dus als de<br />
“wind is gaan ligg<strong>en</strong>”<br />
De k<strong>en</strong>nis hierbov<strong>en</strong> heb ik maar gedeeltelijk<br />
zelf <strong>op</strong>gedaan. Die eer gaat natuurlijk<br />
vooral naar de wet<strong>en</strong>schappers die<br />
dit fantastische verschijnsel mede hebb<strong>en</strong><br />
ontrafeld <strong>en</strong> die dat aan de praktijkm<strong>en</strong>s<strong>en</strong><br />
hebb<strong>en</strong> will<strong>en</strong> <strong>en</strong> kunn<strong>en</strong><br />
duidelijk mak<strong>en</strong>. In mijn geval <strong>en</strong> actieve<br />
periode noem ik dan vooral Van Uld<strong>en</strong>,<br />
De Bruin, Holtslag <strong>en</strong> Wieringa. <strong>Het</strong><br />
zijn ook de diverse publicaties die zij al<br />
dan niet binn<strong>en</strong> het KNMI <strong>op</strong> hun naam<br />
hebb<strong>en</strong> staan waaruit ik jar<strong>en</strong>lang <strong>met</strong><br />
plezier heb geput.<br />
Verder ook zeker dank aan Peter Baas,<br />
Fred Bosveld <strong>en</strong> H<strong>en</strong>k Klein Baltink<br />
die <strong>met</strong> hun artikel in Meteorologica<br />
het Nachtelijk Windmaximum weer e<strong>en</strong>s<br />
promin<strong>en</strong>t onder de aandacht hebb<strong>en</strong><br />
gebracht. En dat verdi<strong>en</strong>t het!<br />
‘inversie wind maximum’. Is er sprake<br />
van advectie of van e<strong>en</strong> verandering in de<br />
geowind, dan zal het uiteindelijke NWM<br />
afwijk<strong>en</strong> van het tekstboekgeval. Dit<br />
neemt niet weg dat er nog steeds sprake<br />
kan zijn van e<strong>en</strong> NWM.<br />
Terecht wijst De Boer er<strong>op</strong> dat de<br />
gr<strong>en</strong>slaag, beginn<strong>en</strong>d bij het aard<strong>op</strong>pervlak,<br />
al stabiel wordt voordat de zon<br />
ondergaat. Dit was onnauwkeurig geformuleerd<br />
in ons artikel. Door het (bij<br />
onbewolkte hemel) altijd aanwezige<br />
langgolvige stralingsverlies zal de netto<br />
straling al geruime tijd voor zonsondergang<br />
negatief word<strong>en</strong>. Door onze analyse<br />
te richt<strong>en</strong> <strong>op</strong> de situatie van 6 uur na<br />
Meteorologica-sept-<strong>2008</strong>-def.indd 28 24-9-<strong>2008</strong> 8:36:47
zonsondergang hebb<strong>en</strong> we hier impliciet<br />
rek<strong>en</strong>ing meegehoud<strong>en</strong>.<br />
Zoals gememoreerd door De Boer is in de<br />
jar<strong>en</strong> zev<strong>en</strong>tig van de vorige eeuw door<br />
wet<strong>en</strong>schappers van het KNMI onderzoek<br />
gedaan naar het NWM. Veelal <strong>op</strong><br />
basis van de Cabauwmast-waarneming<strong>en</strong><br />
<strong>en</strong> campagnegewijze radiosonde-<strong>op</strong>la-<br />
ting<strong>en</strong> in Cabauw. Door de langjarige<br />
meetreeks van de gr<strong>en</strong>slaagwindprofiler<br />
in Cabauw te combiner<strong>en</strong> <strong>met</strong> de mastwaarneming<strong>en</strong><br />
werd het nu mogelijk om<br />
e<strong>en</strong> gedetailleerde klimatologie <strong>op</strong> te<br />
stell<strong>en</strong> van het NWM.<br />
De praktische handreiking<strong>en</strong> voor het<br />
mak<strong>en</strong> van verwachting<strong>en</strong> voor NWM's<br />
zoals De Boer die aangeeft vorm<strong>en</strong> e<strong>en</strong><br />
leerzame aanvulling <strong>op</strong> ons verhaal. De<br />
g<strong>en</strong>oemde praktijkregels kom<strong>en</strong> inderdaad<br />
overe<strong>en</strong> <strong>met</strong> onze ervaring<strong>en</strong> <strong>met</strong> de<br />
Cabauwdataset.<br />
Peter Baas, Fred Bosveld <strong>en</strong> H<strong>en</strong>k Klein<br />
Baltink.<br />
Zomerschool “Atmosferische Gr<strong>en</strong>slag<strong>en</strong>”<br />
in Les Houches<br />
Van 17 tot 27 <strong>juni</strong> <strong>2008</strong> werd in Les<br />
Houches (nabij Chamonix, Frankrijk)<br />
e<strong>en</strong> internationale zomerschool gehoud<strong>en</strong><br />
over de atmosferische gr<strong>en</strong>slaag.<br />
Deze was bedoeld voor promov<strong>en</strong>di <strong>en</strong><br />
<strong>juni</strong>or onderzoekers <strong>op</strong> dit vakgebied. De<br />
zomerschool werd georganiseerd door<br />
Han van D<strong>op</strong> (UU), Bert Holtslag <strong>en</strong><br />
Jordi Vila (beid<strong>en</strong> WU). Logistieke steun<br />
werd gegev<strong>en</strong> door Kees van d<strong>en</strong> Dries<br />
(WU), Yvonne Wouda (UU) <strong>en</strong> de lokale<br />
organisatie van Les Houches. De faciliteit<strong>en</strong><br />
in Les Houches zijn eig<strong>en</strong>dom van<br />
de Universiteit van Gr<strong>en</strong>oble <strong>en</strong> hebb<strong>en</strong><br />
internationaal faam gekreg<strong>en</strong> door de<br />
fantastische ligging in de Alp<strong>en</strong> <strong>en</strong> door<br />
de vele internationale bije<strong>en</strong>komst<strong>en</strong> <strong>op</strong><br />
het gebied van de natuurwet<strong>en</strong>schapp<strong>en</strong>.<br />
De organisatie van de zomerschool past<br />
goed in de Nederlandse traditie van<br />
gr<strong>en</strong>slaagonderzoek <strong>en</strong> het internationaal<br />
uitdrag<strong>en</strong> van k<strong>en</strong>nis hieromtr<strong>en</strong>t.<br />
Deelnemers <strong>en</strong> doc<strong>en</strong>t<strong>en</strong> aan de gr<strong>en</strong>slaagzomerschool in Les Houches.<br />
Korte bericht<strong>en</strong><br />
In het verled<strong>en</strong> werd in 1981 door Frans<br />
Nieuwstadt <strong>en</strong> Han van D<strong>op</strong> al e<strong>en</strong> cursus<br />
gehoud<strong>en</strong> in Schev<strong>en</strong>ing<strong>en</strong> over atmosferische<br />
turbul<strong>en</strong>tie <strong>en</strong> modeller<strong>en</strong> van<br />
luchtkwaliteit. In 1997 werd door Bert<br />
Holtslag <strong>en</strong> Peter Duynkerke e<strong>en</strong> bije<strong>en</strong>komst<br />
georganiseerd <strong>op</strong> de Academie<br />
van wet<strong>en</strong>schapp<strong>en</strong> te Amsterdam over<br />
de voortgaande inzicht<strong>en</strong> in bewolkte <strong>en</strong><br />
onbewolkte gr<strong>en</strong>slag<strong>en</strong>.<br />
Er was e<strong>en</strong> grote belangstelling om mee<br />
te mog<strong>en</strong> do<strong>en</strong> aan deze zomerschool<br />
(ruim 100 aanmelding<strong>en</strong>), maar er kond<strong>en</strong><br />
maar 50 person<strong>en</strong> word<strong>en</strong> toegelat<strong>en</strong>.<br />
Er werd door 17 doc<strong>en</strong>t<strong>en</strong> in totaal<br />
ongeveer 40 lezing<strong>en</strong> gegev<strong>en</strong> over de<br />
laatste inzicht<strong>en</strong> in gr<strong>en</strong>slaagconcept<strong>en</strong>,<br />
waarneming<strong>met</strong>hodes <strong>en</strong> de ontwikkeling<br />
in fijnmazige numerieke modell<strong>en</strong><br />
(Large-eddy simulation models). Daarnaast<br />
war<strong>en</strong> er reflecties <strong>op</strong> het vakgebied<br />
<strong>en</strong> werd door de deelnemers e<strong>en</strong><br />
postersessie verzorgd over hun eig<strong>en</strong><br />
onderzoek. Ook werd door de deelnemers<br />
actief deelg<strong>en</strong>om<strong>en</strong> aan practica<br />
<strong>met</strong> vele oef<strong>en</strong>ing<strong>en</strong> over de stof. De<br />
zomerschool werd door de deelnemers<br />
als zeer goed gewaardeerd (4.5 <strong>op</strong> schaal<br />
van 1-5).<br />
Uit de lezing<strong>en</strong> <strong>en</strong> discussies <strong>op</strong> de<br />
zomerschool bleek dat het vakgebied<br />
grote ontwikkeling<strong>en</strong> heeft doorgemaakt<br />
in de laatste jar<strong>en</strong>, maar ook dat er nog<br />
vele uitdaging<strong>en</strong> zijn om de k<strong>en</strong>nis verder<br />
te ontwikkel<strong>en</strong> <strong>en</strong> <strong>effect</strong>ief toe te pass<strong>en</strong>.<br />
De gr<strong>en</strong>slaagk<strong>en</strong>nis is daarbij niet alle<strong>en</strong><br />
van belang voor verdere ontwikkeling<br />
van weer- <strong>en</strong> klimaatmodell<strong>en</strong>, maar ook<br />
relevant bij verdere toepassing van wind<strong>en</strong>ergie<br />
<strong>en</strong> verbetering van luchtkwaliteit.<br />
<strong>Het</strong> volledige programma van de zomerschool,<br />
achtergrondinformatie <strong>en</strong> de pres<strong>en</strong>taties<br />
zijn beschikbaar <strong>op</strong> de website<br />
van de zomerschool (http://www.phys.<br />
uu.nl/~d<strong>op</strong>/summerschool/home.html ).<br />
METEOROLOGICA 3 - <strong>2008</strong> 29<br />
Meteorologica-sept-<strong>2008</strong>-def.indd 29 24-9-<strong>2008</strong> 8:36:51
Temperatuur<br />
Met in De Bilt e<strong>en</strong> etmaalgemiddelde<br />
van 10.2°C bezet de afgel<strong>op</strong><strong>en</strong> l<strong>en</strong>te e<strong>en</strong><br />
9 e plaats sinds 1901, voorafgegaan door<br />
vooral rec<strong>en</strong>te jar<strong>en</strong>, zie tabel 1 <strong>en</strong> figuur<br />
1. De gemiddelde maximum temperatuur<br />
werd in De Bilt vastgesteld <strong>op</strong> 14.8°C<br />
teg<strong>en</strong> 13.4 normaal <strong>en</strong> dat was goed voor<br />
e<strong>en</strong> ti<strong>en</strong>de plek sinds 1901, ver achter de<br />
recordhouder van vorig jaar (16.9°C).<br />
<strong>Het</strong> gemiddeld minimum bedroeg daar<br />
5.1°C teg<strong>en</strong> normaal 4.3°C <strong>en</strong> dat is niet<br />
bijzonder. Dat geldt ook voor de extrem<strong>en</strong><br />
in De Bilt: 27.4°C <strong>op</strong> 10 mei <strong>en</strong><br />
–4.4°C <strong>op</strong> 23 maart.<br />
2007 11.7<br />
1998 10.6<br />
1990, 2000 10.5<br />
1992, 1993, 1945, 1999 10.4<br />
<strong>2008</strong> 10.2<br />
1943, 2003 10.1<br />
Tabel 1. Hoogste gemiddelde temperatuur (De<br />
Bilt; l<strong>en</strong>te 1901-nu).<br />
Figuur 1. Afwijking temperatuur in °ºC (gemiddeld<br />
+1,1 °ºC).<br />
30<br />
METEOROLOGICA 3 - <strong>2008</strong><br />
Seizo<strong>en</strong>soverzicht<br />
LENTE 2007<br />
KLAAS YBEMA EN HARM ZIJLSTRA<br />
Sinds de “klimaatsprong van 88” is er maar één l<strong>en</strong>te geweest die kouder uitviel dan de nu geld<strong>en</strong>de normaalwaarde.<br />
Dat was in 1996. Met e<strong>en</strong> beetje goede wil mag je de l<strong>en</strong>tes van 1991, 1995, 2001 <strong>en</strong> 2006 “normaal”<br />
noem<strong>en</strong>, maar de rest zat er (soms flink) bov<strong>en</strong>. Gemiddeld<strong>en</strong> van meer dan 10 grad<strong>en</strong> zijn in De Bilt inmiddels<br />
niet meer ongebruikelijk. Ook dit jaar ging mee in die tr<strong>en</strong>d. Was het vorig jaar vooral april die voor<br />
records zorgde, ditmaal kwam het warmteoverschot vooral van de meimaand, die in het midd<strong>en</strong> <strong>en</strong> zuid<strong>en</strong><br />
van het land de laatste honderd jaar niet zo warm is geweest. De zon sche<strong>en</strong> vooral in het noord<strong>en</strong> aanzi<strong>en</strong>lijk<br />
meer dan normaal <strong>en</strong> daar verliep de l<strong>en</strong>te ook te droog. Dat was niet het geval in het zuid<strong>en</strong> waar juist e<strong>en</strong><br />
neerslagoverschot werd ge<strong>met</strong><strong>en</strong>. <strong>Het</strong> <strong>onweer</strong>de vaker dan normaal – vooral door e<strong>en</strong> actieve maartmaand<br />
– <strong>en</strong> <strong>op</strong> 1 <strong>en</strong> 12 maart stormde het aan de kust.<br />
<strong>Het</strong> aantal zomerse dag<strong>en</strong> (figuur 2) was<br />
uitzonderlijk. Met in De Bilt 9 teg<strong>en</strong> 3<br />
normaal, kwam<strong>en</strong> alle<strong>en</strong> de l<strong>en</strong>tes van<br />
1992 <strong>en</strong> 2000 <strong>met</strong> 12 nog hoger uit.<br />
Opmerkelijk is, dat ge<strong>en</strong> <strong>en</strong>kel station De<br />
Bilt in dit <strong>op</strong>zicht overtroefde.<br />
Door e<strong>en</strong> flink aantal koude nacht<strong>en</strong> in<br />
de eerste helft van april, kwam het aantal<br />
vorstdag<strong>en</strong> nog iets bov<strong>en</strong> normaal<br />
uit (figuur 3). De Bilt noteerde er 17<br />
teg<strong>en</strong> 14 normaal <strong>en</strong> Soesterberg haalde<br />
er 24, zie figuur 3. De meimaand was<br />
Figuur 2. Aantal dag<strong>en</strong> <strong>met</strong> T max > 25 °ºC<br />
(gemiddeld: 5.1, normaal: 2.4 , De Bilt: 9).<br />
verantwoordelijk voor e<strong>en</strong> overschot aan<br />
warme dag<strong>en</strong>. De 19 van De Bilt was<br />
e<strong>en</strong> ev<strong>en</strong>aring van het record van 1917.<br />
De l<strong>en</strong>te eindigde daar <strong>op</strong> 21 warme<br />
dag<strong>en</strong> (normaal 11), net iets minder dan<br />
in de l<strong>en</strong>tes van 1993 <strong>en</strong> 2007 (24) <strong>en</strong> die<br />
van 1952 (<strong>22</strong>). <strong>Het</strong> landelijk gemiddelde<br />
bedroeg 19, 1 lager dan vorig jaar.<br />
Zonneschijn <strong>en</strong> straling<br />
Dankzij e<strong>en</strong> vrij normale maart, e<strong>en</strong><br />
vrij zonnige april <strong>en</strong> e<strong>en</strong> zeer zonnige<br />
maart april mei l<strong>en</strong>te normaal<br />
Gemiddelde 5.9 8.9 15.7 10.2 8.9<br />
Afwijking +0.1 +0.6 +3.0 +1.3<br />
T max > 20°C 0 2 19 21 11<br />
T max > 25°C 0 0 9 9 3<br />
T max < 0°C 0 0 0<br />
T min < 0°C 9 8 0 17 14<br />
T min ≤ -5°C 0 0 0 0 1<br />
Tabel 2. Temperatuur in De Bilt (°ºC) <strong>en</strong> het aantal dag<strong>en</strong> <strong>met</strong> extreme maximum- <strong>en</strong> minimumtemperatur<strong>en</strong>.<br />
Figuur 3. Aantal vorstdag<strong>en</strong> (gemiddeld: 14, normaal<br />
13).<br />
Meteorologica-sept-<strong>2008</strong>-def.indd 30 24-9-<strong>2008</strong> 8:36:51
meimaand, boekte de l<strong>en</strong>te landelijk e<strong>en</strong><br />
overschot van 105 zonur<strong>en</strong>, zie figuur 4<br />
<strong>en</strong> tabel 3.<br />
Van 1 tot 15 mei boekte De Kooy e<strong>en</strong><br />
onafgebrok<strong>en</strong> reeks van heldere dag<strong>en</strong><br />
(>= 80 % zon) <strong>en</strong> de 19 dag<strong>en</strong> waar<strong>op</strong><br />
die plaats in mei eindigde, was goed voor<br />
e<strong>en</strong> landelijk record. De globale straling<br />
in De Bilt bedroeg 124.9 kJ/cm 2 teg<strong>en</strong><br />
116.1 normaal. In 1990, 2003 <strong>en</strong> 2007<br />
lag dit cijfer aanzi<strong>en</strong>lijk hoger. Landelijk<br />
liep de straling uite<strong>en</strong> van 124.1 kJ/cm 2<br />
te Deel<strong>en</strong> tot 143.8 <strong>op</strong> Terschelling.<br />
Onweer<br />
Vooral dankzij e<strong>en</strong> actieve maartmaand<br />
werd<strong>en</strong> er landelijk 35 <strong>onweer</strong>sdag<strong>en</strong><br />
geteld teg<strong>en</strong> 26 normaal (Tabel 4). Dat<br />
blijft achter bij de jar<strong>en</strong> 2005 <strong>en</strong> 2006 <strong>en</strong><br />
het record (41) van onder andere 1983.<br />
Sommige plaats<strong>en</strong> kwam<strong>en</strong> in totaal tot<br />
12 <strong>onweer</strong>sdag<strong>en</strong>, maar in het noordwest<strong>en</strong><br />
deed het verschijnsel zich nauwelijks<br />
Figuur 4. Afwijking van het aantal zonur<strong>en</strong><br />
(gemiddeld: +104 ur<strong>en</strong>).<br />
Figuur 5. Aantal dag<strong>en</strong> <strong>met</strong> <strong>onweer</strong> (gemiddeld:<br />
5, normaal: 3).<br />
voor (figuur 5). De Bilt telde 9 <strong>onweer</strong>sdag<strong>en</strong><br />
teg<strong>en</strong> 7 normaal.<br />
Neerslag<br />
Gemiddeld viel er in ons land 189 mm<br />
teg<strong>en</strong> 166 normaal. Vorig jaar bedroeg<br />
de oogst 181 mm <strong>en</strong> in het jaar daarvoor<br />
205. De Bilt kwam tot 159 mm (normaal<br />
171). Achter het gemiddelde verschuilt<br />
zich e<strong>en</strong> fiks contrast tuss<strong>en</strong> het natte zuid<strong>en</strong><br />
<strong>en</strong> het droge noord<strong>en</strong>, zie ook tabel<br />
5 <strong>en</strong> figuur 6.<br />
Maart was echter overal veel te nat. De<br />
neerslag was redelijk over de maand verdeeld<br />
<strong>met</strong> in de derde decade in Zeeland<br />
lokaal meer dan 80 mm <strong>en</strong> bijna ge<strong>en</strong><br />
droge dag<strong>en</strong>. De Bilt telde 31 (normaal<br />
30) dag<strong>en</strong> <strong>met</strong> 1 mm of meer <strong>en</strong> 3 (4)<br />
<strong>met</strong> 10 mm of meer. Ook De Bilt lag <strong>met</strong><br />
162 neerslagur<strong>en</strong> iets bov<strong>en</strong> de normaal<br />
van 151.<br />
aantal ur<strong>en</strong> zonloze dag<strong>en</strong><br />
maart 117 (+3) 3 (-4)<br />
april 185 (+27) 0 (-3)<br />
mei 260 (+56) 0 (-2)<br />
l<strong>en</strong>te 561 (+85) 3 (-9)<br />
maart 12 +7<br />
april 11 +3<br />
mei 12 -1<br />
l<strong>en</strong>te 35 +9<br />
Tabel 4. Aantal dag<strong>en</strong> <strong>met</strong> <strong>onweer</strong> in Nederland.<br />
maart april mei l<strong>en</strong>te normaal<br />
Landgemiddelde 117 36 37 189 166<br />
Afwijking +53 -9 -21 +23<br />
Neerslagduur (De Bilt) 100 30 32 162 151<br />
Afwijking +33 -14 -9 +11<br />
Tabel 5. Neerslag (in mm) <strong>en</strong> neerslagduur (in ur<strong>en</strong>).<br />
Tabel 3. Zonneschijn in De Bilt.<br />
Moeizaam <strong>op</strong> gang gekom<strong>en</strong> in maart,<br />
maar prima afgerond in mei, dat was de<br />
l<strong>en</strong>te van <strong>2008</strong>.<br />
Dit overzicht is e<strong>en</strong> sam<strong>en</strong>vatting van het<br />
uitgebreidere overzicht dat te vind<strong>en</strong> is in<br />
de Weerspiegel.<br />
Figuur 6. Seizo<strong>en</strong>som van de neerslag in mm (gemiddeld: 189 mm, normaal: 166 mm).<br />
METEOROLOGICA 3 - <strong>2008</strong> 31<br />
Meteorologica-sept-<strong>2008</strong>-def.indd 31 24-9-<strong>2008</strong> 8:36:52
32<br />
TELVENT<br />
Telv<strong>en</strong>t biedt sinds 1986 wereldwijd<br />
<strong>met</strong>eorologische <strong>op</strong>lossing<strong>en</strong>.<br />
Van het brede product portfolio, onder de naam<br />
METWORX ® , is door Telv<strong>en</strong>t o.a. het volg<strong>en</strong>de<br />
geleverd:<br />
Automated Weather Stations (AWS)-Networks<br />
(Nationale meetnett<strong>en</strong>):<br />
Australië (BOM), Nederland (KNMI), Zwitserland<br />
(MeteoSwiss), Kuwait, Brunei;<br />
Automated Weather Observation System<br />
(AWOS):<br />
Nederland (16 vliegveld<strong>en</strong>, incl. Schiphol<br />
Airport), België (18 vliegveld<strong>en</strong>, incl. Brussel),<br />
Hongarije, Peru, Kosovo, Zambia, Namibië,<br />
Spanje, UK, Duitsland;<br />
Automated Terminal Information Service (ATIS):<br />
België (3 vliegveld<strong>en</strong>, incl. Brussel D-ATIS), Iran<br />
(10 vliegveld<strong>en</strong>), Hongarije, Zuid-Africa (3<br />
vliegveld<strong>en</strong>), Barbados, Namibië;<br />
Low Level Windshear Alert System (LLWAS):<br />
Taiwan (2 vliegveld<strong>en</strong>), Kuwait International<br />
Airport, Spanje (2 vliegveld<strong>en</strong>);<br />
Runway Visual Range (RVR) s<strong>en</strong>sor:<br />
Hungary (Budapest), Kosovo (Prishtina), Kroatië<br />
(Zagreb), UK;<br />
World Area Forecast System (WAFS) -SADIS/ISCS:<br />
Korea (Inchon <strong>en</strong> Kimpo), Hongarije (Budapest),<br />
Kosovo (Prishtina), Kroatië (Zagreb);<br />
METEOROLOGICA 3 - <strong>2008</strong><br />
Forecaster Workstations:<br />
Koninklijke Luchtmacht, Belgische Luchtmacht;<br />
Meteorological Switching Systems:<br />
Koninklijke Luchtmacht, Belgische Luchtmacht;<br />
Italiaanse CAA.<br />
Met het modulaire softwarepakket van Telv<strong>en</strong>t,<br />
MetConsole ® , is het mogelijk alle<br />
product<strong>en</strong> in één systeem te integrer<strong>en</strong> <strong>en</strong> te<br />
pres<strong>en</strong>ter<strong>en</strong>:<br />
Contact gegev<strong>en</strong>s:<br />
Telv<strong>en</strong>t Environm<strong>en</strong>t Nederland<br />
Landzichtweg 70, 4105 DP, Culemborg<br />
Tel: +31 (0) 345 544 080<br />
Fax: +31 (0) 345 544 099<br />
Internet: www.telv<strong>en</strong>t.com<br />
Meteorologica-sept-<strong>2008</strong>-def.indd 32 24-9-<strong>2008</strong> 8:36:55
NVBM Mededeling<strong>en</strong><br />
VWK & NVBM - SYMPOSIUM 8 NOVEMBER <strong>2008</strong><br />
METEN IN DE METEOROLOGIE<br />
PROGRAMMA<br />
10.00-10.45 Invloed van stedelijk gebied <strong>op</strong> temperatuur<strong>met</strong>ing<strong>en</strong> (Theo Brandsma, KNMI,)<br />
De meeste sted<strong>en</strong> zijn warmer dan het omring<strong>en</strong>de platteland <strong>en</strong> vorm<strong>en</strong> daardoor e<strong>en</strong> warmte-eiland in het landschap,<br />
bek<strong>en</strong>d als Urban Heat Island (UHI). De grootte hiervan (verschil temperatuur in de stad <strong>en</strong> <strong>op</strong> het platteland) neemt af<br />
van het c<strong>en</strong>trum van de stad naar de buit<strong>en</strong>wijk<strong>en</strong> <strong>en</strong> is vooral afhankelijk van de omvang van de stad <strong>en</strong> de weersomstandighed<strong>en</strong>.<br />
In de pres<strong>en</strong>tatie gaan we in <strong>op</strong> de achtergrond<strong>en</strong> het UHI <strong>en</strong> <strong>op</strong> de mogelijke <strong>effect</strong><strong>en</strong> van het UHI <strong>op</strong> langjarige<br />
tr<strong>en</strong>ds, zowel wereldwijd als voor De Bilt.<br />
10.45-11.30 Waterdamp waarneming<strong>en</strong> <strong>met</strong> GPS (van ruis naar informatie) (Siebr<strong>en</strong> de Haan, KNMI)<br />
Waarneming<strong>en</strong> van vocht in de bov<strong>en</strong>lucht zijn schaars. Operationeel zijn alle<strong>en</strong> radiosonde waarneming<strong>en</strong> beschikbaar.<br />
De waar-neemfrequ<strong>en</strong>tie <strong>en</strong> bedekking van radiosonde is niet voldo<strong>en</strong>de voor de kleine atmosferische schal<strong>en</strong>. E<strong>en</strong> nieuwe<br />
bron voor vocht-waarneming<strong>en</strong> maakt gebruik van de signal<strong>en</strong> die het GPS navigatiesysteem van de satelliet<strong>en</strong> ontvangt.<br />
Deze signal<strong>en</strong> word<strong>en</strong> verstoord door de atmosfeer. Hieruit kan de totale hoeveelheid waterdamp word<strong>en</strong> geschat. E<strong>en</strong><br />
aantal voorbeeld<strong>en</strong> laat de relatie zi<strong>en</strong> van de waterdamp structur<strong>en</strong> <strong>en</strong> stevige <strong>onweer</strong>s<strong>bui<strong>en</strong></strong>.<br />
11.30-12.00 Koffie<br />
12.00-12.45 Achtergrond<strong>en</strong> van het <strong>met</strong><strong>en</strong> <strong>met</strong> de radar (Iwan Holleman of Hans Beekhuis, KNMI)<br />
We werp<strong>en</strong> e<strong>en</strong> blik <strong>op</strong> het nieuwe scanschema <strong>en</strong> de werking hiervan. Verder bested<strong>en</strong> we aandacht aan e<strong>en</strong> aantal basisprincipes<br />
van de radar: wat <strong>en</strong> hoe meet e<strong>en</strong> radar. U krijgt dan gelijk in deze introductie al e<strong>en</strong> beeld van de zogehet<strong>en</strong><br />
spanwijdte van e<strong>en</strong> radarbeeld; <strong>met</strong> andere woord<strong>en</strong>: hoe hoog in e<strong>en</strong> bui of wolk zit ik te kijk<strong>en</strong> <strong>op</strong> e<strong>en</strong> bepaalde afstand<br />
van de radar.<br />
12.45-13.45 Lunch<br />
13.45-14.30 Zin <strong>en</strong> onzin van de radar (Rob Gro<strong>en</strong>land, KNMI)<br />
In deze pres<strong>en</strong>tatie bested<strong>en</strong> we aandacht aan de diverse fout<strong>en</strong>bronn<strong>en</strong>, zoals valse reflecties, smeltring<strong>en</strong> <strong>en</strong> het niet<br />
<strong>op</strong>pakk<strong>en</strong> van motreg<strong>en</strong> <strong>op</strong> lage hoogte. Nieuw in de KNMI-radarbeeld<strong>en</strong> zijn de zogehet<strong>en</strong> d<strong>op</strong>plerbeeld<strong>en</strong>; hoe we deze<br />
moet<strong>en</strong> gebruik<strong>en</strong> zi<strong>en</strong> we in het laatste deel van deze pres<strong>en</strong>tatie.<br />
14.30-15.15 Meetinstrum<strong>en</strong>tarium <strong>met</strong>eorologisch meetnet (Wiel Waub<strong>en</strong>, KNMI)<br />
In deze pres<strong>en</strong>tatie wordt e<strong>en</strong> overzicht gegev<strong>en</strong> van de s<strong>en</strong>sor<strong>en</strong> die het KNMI <strong>en</strong> haar partners gebruik<strong>en</strong> in het automatische<br />
waarneemnetwerk. De s<strong>en</strong>sor<strong>en</strong> <strong>en</strong> hun eig<strong>en</strong>schapp<strong>en</strong> word<strong>en</strong> kort toegelicht. De s<strong>en</strong>sor<strong>en</strong> <strong>en</strong> algoritm<strong>en</strong> die<br />
gebruikt word<strong>en</strong> voor de automatisch visuele waarneming<strong>en</strong> van wolk<strong>en</strong>, zicht <strong>en</strong> weer word<strong>en</strong> in meer detail uite<strong>en</strong>gezet.<br />
Typische verschill<strong>en</strong> tuss<strong>en</strong> manuele <strong>en</strong> automatische waarneming<strong>en</strong> word<strong>en</strong> getoond. Nieuwe ontwikkeling<strong>en</strong> <strong>op</strong> instrum<strong>en</strong>tatiegebied<br />
kom<strong>en</strong> ook aan bod.<br />
15.15-15.45 Thee<br />
15.45-16.30 Wind <strong>en</strong> <strong>en</strong>ergie (Erik Holtslag, Ecofys)<br />
Wind<strong>en</strong>ergie groeit wereldwijd, zowel in af<strong>met</strong>ing<strong>en</strong> als in doelstelling<strong>en</strong> <strong>en</strong> relevantie. In deze pres<strong>en</strong>tatie is er aandacht<br />
voor de huidige stand van zak<strong>en</strong> van de techniek, voors <strong>en</strong> teg<strong>en</strong>s <strong>en</strong> kans<strong>en</strong> die wind<strong>en</strong>ergie bied om de ‘<strong>en</strong>ergiemix’ te<br />
vergro<strong>en</strong><strong>en</strong>. Tev<strong>en</strong>s is er aandacht voor de rol die de moderne <strong>met</strong>eoroloog speelt in de wind<strong>en</strong>ergie!<br />
16.30-….. Borrel<br />
Dit symposium wordt gehoud<strong>en</strong> bij de vakgroep Meteorologie <strong>en</strong> Luchtkwaliteit te Wag<strong>en</strong>ing<strong>en</strong>.<br />
Gebouw 204 (Atlasgebouw), Droev<strong>en</strong>daalsesteeg 4, 6708 PB Wag<strong>en</strong>ing<strong>en</strong>.<br />
Entreeprijs voor led<strong>en</strong> van de VWK <strong>en</strong> NVBM is 15,- inclusief lunch <strong>en</strong> borrel. Niet-led<strong>en</strong> betal<strong>en</strong> 20,-<br />
Inschrijv<strong>en</strong> tot uiterlijk 25 oktober bij Hele<strong>en</strong> ter Pelkwijk (pelkwijk@knmi.nl). De inschrijving is pas volledig als de <strong>en</strong>treeprijs<br />
is overgemaakt <strong>op</strong> rek<strong>en</strong>ingnummer: Postbank 626907, tnv NVBM, Wag<strong>en</strong>ing<strong>en</strong>.<br />
METEOROLOGICA 3 - <strong>2008</strong> 33<br />
Meteorologica-sept-<strong>2008</strong>-def.indd 33 24-9-<strong>2008</strong> 8:36:57
34<br />
column<br />
METEOROLOGICA 3 - <strong>2008</strong><br />
Hoe moeilijk het is e<strong>en</strong> lange ongestoorde<br />
waarnemingsreeks <strong>op</strong> te bouw<strong>en</strong> ondervond<br />
ik in 1990 to<strong>en</strong> ik in Marokko e<strong>en</strong> weerstation<br />
bezocht ev<strong>en</strong> t<strong>en</strong> zuid<strong>en</strong> van Oujda. Ik<br />
beschikte over e<strong>en</strong> vrij lange meetreeks van<br />
dit station <strong>en</strong> wilde deze gebruik<strong>en</strong> voor e<strong>en</strong><br />
onderzoek naar de ‘impact’ van e<strong>en</strong> toekomstig<br />
waterreservoir. <strong>Het</strong> station lag in e<strong>en</strong><br />
moeilijk bereikbare, dunbevolkte streek <strong>en</strong><br />
was midd<strong>en</strong> <strong>op</strong> e<strong>en</strong> pleintje van e<strong>en</strong> klein dorp<br />
geïnstalleerd. Kinder<strong>en</strong> speeld<strong>en</strong> er luidruchtig<br />
omhe<strong>en</strong>. Onze komst bleef niet on<strong>op</strong>gemerkt<br />
<strong>en</strong> binn<strong>en</strong> <strong>en</strong>kele minut<strong>en</strong> kwam e<strong>en</strong> man <strong>op</strong><br />
e<strong>en</strong> brommer <strong>met</strong> e<strong>en</strong> bezorgde blik in de<br />
og<strong>en</strong> het pleintje <strong>op</strong>gered<strong>en</strong>. De red<strong>en</strong> van zijn<br />
bezorgde gemoedstoestand werd snel duidelijk.<br />
To<strong>en</strong> ik het deurtje van de Stev<strong>en</strong>sonhut<br />
<strong>op</strong><strong>en</strong>de keek ik recht in het linkeroog van e<strong>en</strong><br />
broed<strong>en</strong>de vogel. Deze temperatuurreeks was<br />
duidelijk behept <strong>met</strong> e<strong>en</strong> systematische fout<br />
gedur<strong>en</strong>de het broedseizo<strong>en</strong>. Dit heet in vakjargon<br />
het broedkast<strong>effect</strong>. Hoewel. Ik d<strong>en</strong>k<br />
dat de kwikthermo<strong>met</strong>er allang verkocht was<br />
<strong>en</strong> dat de man <strong>op</strong> de brommer de temperatuur<br />
gewoon thuis aflas van zijn halal thermo<strong>met</strong>er<br />
gekocht bij de lokale HEMA.<br />
De thermo<strong>met</strong>erhut, waarin ik de broed<strong>en</strong>de<br />
vogel aantrof, is ontworp<strong>en</strong> door de Schot Thomas<br />
Stev<strong>en</strong>son. De hut die zijn naam draagt<br />
is jar<strong>en</strong>lang dé WMO-standaard geweest. In<br />
zijn geboorteland is Thomas hoofdzakelijk<br />
bek<strong>en</strong>d door zijn vuurtor<strong>en</strong>s, die hij bouwde<br />
<strong>met</strong> zijn broer David. Deze staan <strong>op</strong> plaatst<strong>en</strong><br />
<strong>met</strong> nam<strong>en</strong> als Sound of Mull, St. Abb’s Head,<br />
<strong>en</strong> Eilean Bàn. Dan begrijp je dat Thomas’<br />
zoon Schateiland schreef. Er werd overwog<strong>en</strong><br />
broer David naar de to<strong>en</strong> beroemde school<br />
van meester MacIntyre te stur<strong>en</strong>. Dat is leuk<br />
toeval, want hede t<strong>en</strong> dage maakt <strong>en</strong>e Steve<br />
McIntyre het lev<strong>en</strong> zuur van het IPCC. Steve<br />
vecht <strong>met</strong> verve de betrouwbaarheid van lange<br />
temperatuurreeks<strong>en</strong> aan. In september 2007<br />
werd tijd<strong>en</strong>s de World Confer<strong>en</strong>ce on Research<br />
Integrity aandacht aan deze discussie besteed.<br />
De Stev<strong>en</strong>sonhut is inmiddels uit de gratie <strong>en</strong><br />
ik moet derhalve <strong>met</strong> <strong>en</strong>ige schroom bek<strong>en</strong>n<strong>en</strong><br />
dat ik, als gastdoc<strong>en</strong>t bij het IHE te Delft, bijna<br />
20 jaar de Stev<strong>en</strong>sonhut heb aangeprez<strong>en</strong> als<br />
heilige standaard, aan stud<strong>en</strong>t<strong>en</strong> uit ontwikkelingsland<strong>en</strong>.<br />
Dit <strong>op</strong> het dak staand wanneer<br />
ik e<strong>en</strong> practicum inleidde. Naar e<strong>en</strong> idee van<br />
mijn voorganger, Jon Wieringa, was <strong>op</strong> het dak<br />
van het gebouw aan de Oude Delft e<strong>en</strong> volledig<br />
weerstation ingericht, inclusief e<strong>en</strong> Stev<strong>en</strong>sonhut.<br />
Vandaar. De stud<strong>en</strong>t<strong>en</strong> kond<strong>en</strong> zo waarneming<strong>en</strong><br />
verricht<strong>en</strong> vóór <strong>en</strong> na de hoorcolleges.<br />
Veel stud<strong>en</strong>t<strong>en</strong> bekleedd<strong>en</strong> thuis belangrijke<br />
functies in het waterbeheer <strong>en</strong> hadd<strong>en</strong> zo al e<strong>en</strong><br />
grote praktijkervaring. Als jong doc<strong>en</strong>t had ik<br />
Kwik II<br />
HENK DE BRUIN<br />
de ‘werking’ van e<strong>en</strong> Stev<strong>en</strong>sonhut braaf uit<br />
e<strong>en</strong> boekje bestudeerd <strong>en</strong> tijd<strong>en</strong>s mijn eerste<br />
inleiding legde ik uit dat de deur van de hut<br />
<strong>op</strong> het noordelijke halfrond naar het noord<strong>en</strong><br />
<strong>op</strong><strong>en</strong>gaat <strong>en</strong> <strong>op</strong> het zuidelijk halfrond naar het<br />
zuid<strong>en</strong>. De zon kan dan de thermo<strong>met</strong>er bij<br />
aflezing niet beschijn<strong>en</strong>. Fout, fout! Tuss<strong>en</strong> de<br />
twee keerkring<strong>en</strong> (62% van het totale aard<strong>op</strong>pervlak)<br />
kan de zon zowel in het noord<strong>en</strong> als in<br />
het zuid<strong>en</strong> staan <strong>en</strong> daar heeft e<strong>en</strong> Stev<strong>en</strong>sonhut<br />
dus twee deur<strong>en</strong>. Eén van de stud<strong>en</strong>t<strong>en</strong> waste<br />
mij <strong>met</strong> dit feit de or<strong>en</strong>. Nog e<strong>en</strong> geluk dat er<br />
ge<strong>en</strong> Inuit zich had ingeschrev<strong>en</strong> voor de cursus,<br />
want binn<strong>en</strong> de poolcirkels wordt het nog<br />
ingewikkelder. Zo blijkt maar weer: het meeste<br />
leer je van lesgev<strong>en</strong>. De Stev<strong>en</strong>sonhut <strong>en</strong> het<br />
bijbehor<strong>en</strong>de onderstel war<strong>en</strong> gemaakt aan de<br />
hand van e<strong>en</strong> formele KNMI-tek<strong>en</strong>ing. Tijd<strong>en</strong>s<br />
mijn eerste practicum waaide de hut van zijn<br />
onderstel. Op de tek<strong>en</strong>ing was niet aangegev<strong>en</strong><br />
dat de hut aan het onderstel moest word<strong>en</strong> vastgeschroefd.<br />
Gelukkig was het gevaarte niet van<br />
het dak gewaaid. Dat zou einde oef<strong>en</strong>ing hebb<strong>en</strong><br />
betek<strong>en</strong>d. Naast de temperatuur werd de<br />
luchtvochtigheid ge<strong>met</strong><strong>en</strong> <strong>met</strong> e<strong>en</strong> haarhygro<strong>met</strong>er,<br />
e<strong>en</strong> standaard natte- <strong>en</strong> drogebol thermo<strong>met</strong>er,<br />
<strong>en</strong> e<strong>en</strong> slingerpsychro<strong>met</strong>er. Verder<br />
war<strong>en</strong> er verschill<strong>en</strong>de stralingsinstrum<strong>en</strong>t<strong>en</strong>,<br />
inclusief de Campbell-Stokes <strong>en</strong> e<strong>en</strong> bi<strong>met</strong>aal<br />
Robitch. E<strong>en</strong> integrator, nog ontwikkeld door<br />
drs. Scho<strong>en</strong> van het KNMI, printte gemiddelde<br />
waard<strong>en</strong> van de Kipp-solari<strong>met</strong>er. . Heel<br />
modern allemaal dus. De stud<strong>en</strong>t<strong>en</strong> moest<strong>en</strong><br />
aan het eind e<strong>en</strong> rapport schrijv<strong>en</strong>. Opvall<strong>en</strong>d<br />
war<strong>en</strong> de grote verschill<strong>en</strong> die werd<strong>en</strong><br />
waarg<strong>en</strong>om<strong>en</strong>. Met name die tuss<strong>en</strong> de kwikthermo<strong>met</strong>er,<br />
de bi<strong>met</strong>aal thermograaf, het<br />
drogebol deel van de slingerpsychro<strong>met</strong>er <strong>en</strong><br />
de Six maximum- <strong>en</strong> minimumthermo<strong>met</strong>er.<br />
<strong>Het</strong> illustreert wederom hoe moeilijk het is om<br />
betrouwbare lange ongestoorde temperatuurreeks<strong>en</strong><br />
<strong>op</strong> te bouw<strong>en</strong>.<br />
Op het incid<strong>en</strong>tje over de Stev<strong>en</strong>sonhut in de<br />
tr<strong>op</strong><strong>en</strong> na hebb<strong>en</strong> mijn Delftse stud<strong>en</strong>t<strong>en</strong> het<br />
mij nooit moeilijk gemaakt. Dat geldt ook voor<br />
mijn latere Wag<strong>en</strong>ingse stud<strong>en</strong>t<strong>en</strong>. Op die <strong>en</strong>e<br />
late vrijdagocht<strong>en</strong>d na dan, to<strong>en</strong> ik <strong>met</strong> mijn<br />
mond vol tand<strong>en</strong> stond to<strong>en</strong> e<strong>en</strong> stud<strong>en</strong>te mij<br />
vroeg: “U heeft het steeds over temperatuur.<br />
Wat is dat eig<strong>en</strong>lijk?” Als iemand van u e<strong>en</strong><br />
kort antwoord weet dan houd ik me aanbevol<strong>en</strong>.<br />
Kort sam<strong>en</strong>gevat komt het allemaal<br />
neer <strong>op</strong> het volg<strong>en</strong>de. Iedere<strong>en</strong> weet dat de<br />
temperatuur <strong>op</strong> aarde stijgt. Slechts weinig<strong>en</strong><br />
wet<strong>en</strong> hoe je temperatuur nauwkeurig kan<br />
<strong>met</strong><strong>en</strong> <strong>en</strong> slechts e<strong>en</strong> <strong>en</strong>keling kan in één zin<br />
uitlegg<strong>en</strong> wat temperatuur eig<strong>en</strong>lijk is. Volg<strong>en</strong>s<br />
de kleinzoon van André A<strong>en</strong>g<strong>en</strong><strong>en</strong>t blijkt voor<br />
luchtdruk iets dergelijks te geld<strong>en</strong>.<br />
Meteorologica-sept-<strong>2008</strong>-def.indd 34 24-9-<strong>2008</strong> 8:36:58
Colofon<br />
Sponsors van de Nederlandse Ver<strong>en</strong>iging van<br />
BeroepsMeteorolog<strong>en</strong> zijn:<br />
SPECIALISTEN IN WEERSTATIONS<br />
P.O.BOX 4904, 5604 CC E I N D H O V E N<br />
w e b s i t e w w w. e k o p o w e r. n l<br />
Turfschipper 114<br />
<strong>22</strong>92 JB Watering<strong>en</strong><br />
0174-272330<br />
0174-272340<br />
info@catec.nl<br />
Redactieadres:<br />
Meteorologica<br />
Postbus 464<br />
6700 AL Wag<strong>en</strong>ing<strong>en</strong><br />
e-mail: leo.kroon@wur.nl<br />
Tel. 0317-482604<br />
Meteorologica (ISSN 0929-1504) verschijnt<br />
vier maal per jaar <strong>en</strong> is e<strong>en</strong> uitgave<br />
van de Nederlandse Ver<strong>en</strong>iging van<br />
BeroepsMeteorolog<strong>en</strong> (NVBM).<br />
Hoofdredacteur: Leo Kroon<br />
Redactieled<strong>en</strong>: Wim van d<strong>en</strong> Berg,<br />
Aarnout van Deld<strong>en</strong>, H<strong>en</strong>k van Dorp,<br />
Robert Mureau, Hele<strong>en</strong> ter Pelkwijk.<br />
Administratie: Hele<strong>en</strong> ter Pelkwijk<br />
(pelkwijk@knmi.nl)<br />
P<strong>en</strong>ningmeester: Kees Blom<br />
(blom@knmi.nl)<br />
Vormgeving: Rob Stev<strong>en</strong>s<br />
Verm<strong>en</strong>igvuldiging: C<strong>op</strong>yProfs, Almelo<br />
Abonnem<strong>en</strong>t<strong>en</strong>:<br />
Alle led<strong>en</strong> van de NVBM zijn automatisch<br />
geabonneerd <strong>op</strong> Meteorologica.<br />
Ook niet-led<strong>en</strong> kunn<strong>en</strong> zich abonner<strong>en</strong><br />
door 23,- Euro voor vier nummers over te<br />
mak<strong>en</strong> <strong>op</strong> Postbank gironummer 626907<br />
t<strong>en</strong> name van:<br />
www.catec.nl<br />
Postbus 1235, 3330 CE Zwijndrecht, Tel. 078-6101666<br />
Professionele<br />
Meteosystem<strong>en</strong><br />
NVBM-Meteorologica<br />
Postbus 464<br />
6700 AL Wag<strong>en</strong>ing<strong>en</strong><br />
onder vermelding van:<br />
- Abonnem<strong>en</strong>t Meteorologica<br />
- Uw adres<br />
Abonnem<strong>en</strong>t<strong>en</strong> word<strong>en</strong> telk<strong>en</strong>s aangegaan<br />
voor e<strong>en</strong> heel kal<strong>en</strong>derjaar; bij tuss<strong>en</strong>tijdse<br />
betaling word<strong>en</strong> de reeds versch<strong>en</strong><strong>en</strong><br />
nummers van dat jaar toegestuurd.<br />
Voor abonnees in het buit<strong>en</strong>land zijn<br />
de kost<strong>en</strong> 29,- Euro per jaar. Ook losse<br />
nummers kunn<strong>en</strong> <strong>op</strong> deze manier word<strong>en</strong><br />
besteld (zolang de voorraad strekt)<br />
voor 8,- Euro per stuk, onder vermelding<br />
van de gew<strong>en</strong>ste jaargang <strong>en</strong> nummer(s).<br />
Instelling<strong>en</strong> betal<strong>en</strong> 52,- Euro voor e<strong>en</strong><br />
abonnem<strong>en</strong>t.<br />
Einde abonnem<strong>en</strong>t:<br />
Afgeslot<strong>en</strong> abonnem<strong>en</strong>t<strong>en</strong> word<strong>en</strong> stilzwijg<strong>en</strong>d<br />
per kal<strong>en</strong>derjaar verl<strong>en</strong>gd. St<strong>op</strong>zetting<br />
di<strong>en</strong>t schriftelijk te geschied<strong>en</strong><br />
voor 15 november van het l<strong>op</strong><strong>en</strong>de jaar.<br />
De mededeling omtr<strong>en</strong>t st<strong>op</strong>zetting kunt<br />
U richt<strong>en</strong> aan NVBM-Meteorologica<br />
(adres: zie bov<strong>en</strong>).<br />
Lid word<strong>en</strong> van de NVBM:<br />
<strong>Het</strong> lidmaatschap van de NVBM kost 45,-<br />
Euro per jaar voor gewone led<strong>en</strong> <strong>en</strong> 34,-<br />
Euro per jaar voor buit<strong>en</strong>gewone led<strong>en</strong>.<br />
Meer informatie hierover is te vind<strong>en</strong> <strong>op</strong><br />
de NVBM website: www.nvbm.nl.<br />
Telv<strong>en</strong>t Netherlands<br />
Adres: Landzichtweg 70<br />
4105 DP, Culemborg<br />
Postbus 4<strong>22</strong><br />
4100 AK, Culemborg<br />
Nederland<br />
Tel: +31 (0) 345 544 080<br />
Fax: +31 (0) 345 544 099<br />
Internet: www.telv<strong>en</strong>t.com<br />
Artikel<strong>en</strong> uit Meteorologica mog<strong>en</strong> uitsluit<strong>en</strong>d<br />
word<strong>en</strong> overg<strong>en</strong>om<strong>en</strong> na voorafgaande<br />
schriftelijke toestemming van<br />
de redactie.<br />
Adverter<strong>en</strong> in Meteorologica is mogelijk.<br />
Advert<strong>en</strong>ties word<strong>en</strong> geplaatst <strong>op</strong> 3 format<strong>en</strong>:<br />
A5, A4 of A3.<br />
Uiterste inleverdata voor advert<strong>en</strong>ties<br />
zijn: 1 februari, 1 mei, 15 augustus <strong>en</strong> 1<br />
november voor respectievelijk nummer<br />
1, 2, 3 <strong>en</strong> 4.<br />
Tariev<strong>en</strong> kunt u <strong>op</strong>vrag<strong>en</strong> bij<br />
Leo Kroon<br />
Tel. 0317-482604<br />
e-mail: leo.kroon@wur.nl<br />
Sponsorschap NVBM:<br />
M<strong>en</strong> kan sponsor word<strong>en</strong> van de NVBM.<br />
E<strong>en</strong> sponsorschap wordt afgeslot<strong>en</strong> voor<br />
minimaal 1 jaar. E<strong>en</strong> sponsor heeft diverse<br />
recht<strong>en</strong>, o.a.:<br />
- <strong>Het</strong> plaats<strong>en</strong> van advert<strong>en</strong>ties in<br />
Meteorologica<br />
- Plaatsing van het firmalogo in het blad.<br />
- <strong>Het</strong> bijwon<strong>en</strong> van congress<strong>en</strong> e.d.<br />
georganiseerd door de NVBM.<br />
Voor meer informatie over het sponsorschap<br />
kunt u contact <strong>op</strong>nem<strong>en</strong> <strong>met</strong> Leo<br />
Kroon (zie bov<strong>en</strong>).<br />
METEOROLOGICA 3 - <strong>2008</strong><br />
Meteorologica-sept-<strong>2008</strong>-def.indd 35 23-9-<strong>2008</strong> 20:59:24
DeEE-23serievocht&temperatuur transmitters<br />
zijnmultifunctioneel,hebb<strong>en</strong>e<strong>en</strong>hog<strong>en</strong>auwkeurigheid,<br />
e<strong>en</strong>voudigemontage<strong>en</strong>service.Optioneelisere<strong>en</strong><br />
weer-<strong>en</strong>stralingskapvoor<strong>met</strong>eorologische<br />
toepassing<strong>en</strong>.Incorrosieveomgevingkanm<strong>en</strong>gebruik<br />
mak<strong>en</strong>vane<strong>en</strong><strong>op</strong>tionelecoating.<br />
Ultrasone Anemo<strong>met</strong>er 2Da<strong>en</strong>compact<br />
Meetwindsnelheid,windrichting<strong>en</strong>virtuele<br />
temperatuur.De2Dle<strong>en</strong>tzichuitstek<strong>en</strong>dvoorgebruik<br />
inzeeklimaat,proces,lucht<strong>en</strong>scheepvaart,<br />
<strong>met</strong>eorologie,langsrijksweg<strong>en</strong><strong>en</strong>z.<strong>en</strong>voldoetaande<br />
WMOeis<strong>en</strong>.<br />
Pyrano<strong>met</strong>er GSM3.3<br />
Meetbereik<br />
2<br />
:0-1300 W/m<br />
Uitgang<strong>en</strong> :0/4-20mA,0-5/10V<br />
Spectraalbereik :0.4-1.1µm<br />
Omgevingstemp. :-30...+60°C<br />
Toepassing<strong>en</strong> :Meteorologie<br />
Glastuinbouw<br />
Verkeer<br />
Professionele<strong>met</strong>eorologischeapparatuurvoor<br />
windsnelheid,windrichting,vocht,temperatuur,<br />
straling,baro<strong>met</strong>rischedruk,dauwpunt<strong>en</strong>neerslag.<br />
Disdro<strong>met</strong>er,de<strong>op</strong>timal<strong>en</strong>eerslag<strong>met</strong>er <strong>met</strong>laser.<br />
DeDisdro<strong>met</strong>erwerkt<strong>met</strong>e<strong>en</strong><strong>op</strong>tischelaserwaarmee<br />
nauwkeurigneerslaganalysesgemaaktkunn<strong>en</strong>word<strong>en</strong>.<br />
Des<strong>en</strong>sordetecteert<strong>en</strong>onderscheidtde hoeveelheid<br />
verschill<strong>en</strong>devorm<strong>en</strong>vanneerslagzoals: motreg<strong>en</strong>,<br />
reg<strong>en</strong>,<strong>hagel</strong><strong>en</strong>sneeuw.<br />
Windsnelheid<strong>en</strong> Windrichting Transmitter<br />
“FirstClass” hog<strong>en</strong>auwkeurigheid<br />
Meetbereik<strong>en</strong> :0.3...75m/s-0...360°<br />
Omgevingstemp. :-50...+80°C<br />
Toepassing<strong>en</strong> : Windparkrefer<strong>en</strong>tie<br />
Meteorologie<br />
Onderzoek<br />
Ultrasone Wind<strong>met</strong>er 3D<br />
Meetwindsnelheid<strong>en</strong>windrichtingin3dim<strong>en</strong>sies<br />
X, Y <strong>en</strong>Z,hogeprecisie,digitale<strong>en</strong>analogeuitgang<strong>en</strong>.<br />
Toepassing<strong>en</strong>:<br />
Meteorologie Airmonitoring<br />
Klimatologie Immisiecontrole<br />
Luchtvaart<br />
Vanstand-alonetotcompletesystem<strong>en</strong><br />
Voormeerinformatie,prijz<strong>en</strong>ofe<strong>en</strong>gespecificeerdeofferte<br />
www.catec.nl-info@catec.nl-tel:0174272330-fax:0174-272340<br />
Meteorologica-sept-<strong>2008</strong>-def.indd 36 23-9-<strong>2008</strong> 20:59:34