©Chiro Mandelburcht - www.chiromandelburcht.be/kulderzipken
©Chiro Mandelburcht - www.chiromandelburcht.be/kulderzipken
©Chiro Mandelburcht - www.chiromandelburcht.be/kulderzipken
Create successful ePaper yourself
Turn your PDF publications into a flip-book with our unique Google optimized e-Paper software.
Lokeren 2007<br />
<strong>©Chiro</strong> <strong>Mandelburcht</strong> - <strong>www</strong>.<strong>chiromandelburcht</strong>.<strong>be</strong>/<strong>kulderzipken</strong>
Inleiding<br />
Prinses Prieeltje moet trouwen van haar vader, koning Jozef. Hij vaardigt een wedstrijd uit: diegene<br />
die de drie baardharen van de moeder van de duivel kan uittrekken mag met zijn dochter trouwen.<br />
Kulderzipken slaagt er per ongeluk in de moeder van de duivel te ontharen. Koning Jozef is er<br />
helemaal niet tevreden mee dat zo'n boerenpummel als Kulderzipken gewonnen heeft. Ook de moeder<br />
van de duivel is niet tevreden. Zij wil haar zoon met de prinses zien trouwen. Dan kan de duivel een<br />
hele slechte koning worden (en kan zij de baas spelen). Koning Jozef en de moeder van de duivel<br />
verzinnen allerlei opdrachten waarin Kulderzipken onmogelijk kan slagen, en natuurlijk mag hij<br />
alleen op het kasteel blijven en met prinses Prieeltje trouwen als hij in zijn opdracht slaagt. Elke dag<br />
krijgt Kulderzipken dus een nieuwe opdracht, waarin hij natuurlijk slaagt. Op het einde van het<br />
verhaal mag Kulderzipken met Prieeltje trouwen.<br />
Koningin Angina en prinses Prieeltje vinden Kulderzipken een hele toffe kerel. Kulderzipken vertelt<br />
fantastische verhalen over gevaarlijke avonturen die hij <strong>be</strong>leefde. De gebroeders Grimm<br />
sympathiseren met Kulderzipken en helpen hem bij zijn opdrachten met hun knotsgekke uitvindingen.<br />
Koning Jozef vaardigt steeds wetten uit die hem het <strong>be</strong>st passen.<br />
1
Personages<br />
Koning Jozef<br />
Koningin Angina<br />
Prinses Prieeltje<br />
Gebroeders Grimm<br />
Koning Jozef regeert met ijzeren hand over zijn land. Wat<br />
hij wil zal ook ge<strong>be</strong>uren. Hij houd van wetten uitvaardigen,<br />
jagen en bier drinken. Hij wil niet dat Prieeltje trouwt met<br />
een eenvoudige boerenjongen zoals Kulderzipken. Prinses<br />
Prieeltje heeft er dan ook niet altijd de gemakkelijkste papa<br />
aan ...<br />
Zo hard papa Jozef is, zo zacht is mama Angina. Koningin<br />
Angina is niet echt slim en is nooit direct mee met de<br />
grapjes van Kulderzipken. Ze vind Kulderzipken trouwens<br />
wel een leuke jongen. Eigenlijk verwend ze Prieeltje wel<br />
wat. Moeten we dus nog zeggen dat er tussen papa koning<br />
en mama koningin heel wat geruzied wordt over de<br />
opvoeding van dochterlief?<br />
Het minste wat je van Prieeltje kan zeggen, is dat ze haar<br />
eigen willetje heeft. Zo wil ze nooit, ofte nooit, ofte nooit<br />
trouwen, want "als je trouwt, word je dik en lelijk en<br />
vervelend en dan moet je de hele dag zitten haken en valt je<br />
haar uit en je <strong>be</strong>gint te zeuren.". Tot ze Kulderzipken leert<br />
kennen ...<br />
Als je de gebroeders Grimm gezien hebt, heb je meteen<br />
kennis gemaakt met het voltallige kasteelpersoneel. Zij zijn<br />
de <strong>be</strong>dienden van de koning. En dat ze niet al te snugger<br />
zijn en ook niet zo handig, zal je ook snel ontdekken. Zo<br />
zeggen ze tegen prinses Prieeltje "meneer de prinses", want<br />
de koning heeft hen gezegd <strong>be</strong>leefd te zijn en iedereen met<br />
"meneer" aan te spreken. Ook zij vinden Kulderzipken wel<br />
een toffe gast, en daarom helpen ze hem met hun<br />
uitvindingen.<br />
2
Kulderzipken<br />
Moeder van de Duivel<br />
Duivel<br />
Koning Jozef<br />
Koningin Angina<br />
Prinses Prieeltje<br />
Kulderzipken<br />
Grimm 1<br />
Grimm 2<br />
Moeder Duivel<br />
De Duivel<br />
Kulderzipken is een jongen van gewone komaf die als bij<br />
toeval in het kasteel <strong>be</strong>landt en dan nog eens als bij toeval<br />
de wedstrijd wint die koning Jozef uitschrijft. Maar zal hij<br />
met de prinses mogen trouwen? Zijn naam leidt alvast tot<br />
heel wat verwarring in het kasteel. De gebroeders Grimm<br />
noemen hem soms Keldertrapken, dan weer<br />
Keuterdropken, dan weer Zulderkindje en heel soms<br />
Zulderkipken.<br />
Moeder Duivel heeft een zoon, De Duivel. Ze zou niets<br />
liever willen dan dat hij, en niet Kulderzipken, met prinses<br />
Prieeltje trouwt. Op die manier is ze namelijk zelf ook<br />
"binnen" in het kasteel en kan zij de plak zwaaien!<br />
De Duivel is een ietwat sullige jongen die zwaar onder de<br />
sloef ligt van zijn moeder. Hij speelt graag met poppen,<br />
maakt graag muziek en helpt de mensen graag. Toch<br />
pro<strong>be</strong>ert hij heel erg slecht en vals te zijn om zijn mama<br />
blij te maken. Dat draait echter altijd verkeerd uit.<br />
Personage Acteur<br />
kandidaat 1 ( Grootvizier van Ka<strong>be</strong>ljonië )<br />
kandidaat 2<br />
blote bosmens<br />
de knoerifast<br />
3
Decor<br />
Troonzaal<br />
Ieder kasteel heeft een troonzaal, zo ook het kasteel van koning Jozef. In de troonzaal staan twee<br />
mooie grote tronen voor de koning en de koningin en daarnaast een schommel voor prinses Prieeltje.<br />
Er staat ook een lessenaar met daarop een dik boek een een hoop papier (grondwet en wetteksten).<br />
Kamer van de Grimms<br />
De kamer van de grimms staat vol met rare uitvindingen en zeer oude boeken. Deze kamer heeft ook<br />
een paar ramen waar ze met hun telescoop door kunnen kijken<br />
Hoogste <strong>be</strong>rg van de wereld<br />
De hoogste <strong>be</strong>rg van de wereld is een eenzame <strong>be</strong>rg midden in de zee. Op de <strong>be</strong>rg groeit een bloem<br />
met een parel die Kulderzipken zal moeten plukken. Er staan ook een aantal bordjes (zie tekst dag 4).<br />
Kerker<br />
Diep onder het kasteel zijn er verschillende kerkers. In één van die kerkers is een diepe vergeetput, in<br />
in die vergeetput zit de knoerifast (dag 6).<br />
Keuken<br />
In de keuken wordt er gekookt, wat anders?<br />
4
Dag 1: De duivel en zijn moeder (deel 1)<br />
Samenvatting<br />
De koning wil een waardige troonopvolger. Het liefst iemand die rijk is, goed kan vechten en<br />
<strong>be</strong>lastingen kan heffen. Kortom, iemand zoals hemzelf. Daarom moet prinses Prieeltje trouwen. De<br />
koning heeft een aantal kandidaten uitgezocht, maar prinses Prieeltje moet er niets van weten.<br />
Tenslotte vaardigt de koning dan maar een wedstrijd uit, de winnaar mag dan met de prinses trouwen.<br />
Personages<br />
koning Jozef, koningin Angina, prinses Prieeltje, gebroeders Grimm, kandidaat ( Grootvizier van<br />
Ka<strong>be</strong>ljonië )<br />
Materiaal<br />
opeetmachine<br />
Decors<br />
troonzaal<br />
Tekst<br />
De koning, de koningin en de prinses zitten op hun troon. De Grimms staan ook in de troonzaal.<br />
Verteller: Het kampthema van dit jaar is Kulderzipken. Koning Jozef wil dat zijn dochter, prinses<br />
Prieeltje gaat trouwen. Maar prinses Prieeltje is nogal een koppige jongedame en zij wil helemaal niet<br />
trouwen. Want van trouwen daar wordt je dik en lelijk van en je haar valt er van uit en dan ga je<br />
zeuren. Maar de koning is vast<strong>be</strong>raden. De prinses moet en zal trouwen. Het enige waar koningin<br />
Angina mee in zit is dat ze nooit op tijd een mooie jurk voor het trouwfeest zal vinden. Om een<br />
geschikte kandidaat te vinden heeft de koning <strong>be</strong>sloten om alle rijke mannen naar het kasteel te laten<br />
komen zodat prinses Prieeltje er eentje kan uitkiezen om mee te trouwen.<br />
Prieeltje: Ik zeg dat ik niet wil!<br />
Koning: Je moet!<br />
Prieeltje: Ik wil niet!<br />
Koning: En ik zeg je dat je moet!<br />
Prieeltje: Ik wil niet trouwen dus trouw ik niet!<br />
Koning: Je moet omdat je zal en je zal omdat je moet. En je moet vooral omdat ik het je zeg. Het<br />
staat in de grondwet dat jij moet trouwen. En de wet is de wet. Grimms, roep de eerste kandidaat<br />
binnen.<br />
Grims: Jazeker meneer Jozef de koning.<br />
De Grimms halen de eerste kandidaat. Prieeltje zit boos te mokken op de schommel.<br />
5
Grims 1: Meneer de kandidaat, mogen wij u vragen om naar binnen te treden voor de troon van<br />
meneer de koning Jozef.<br />
Koning: Welgekomen edele kandidaat bruidegom. Grimm, u mag <strong>be</strong>ginnen met de voorstelling.<br />
Koningin: Wacht even, wacht even. Het huwelijk kan pas over drie maanden plaatsvinden.<br />
Koning: Waarom?<br />
Koningin: Ik heb immers nog niets om aan te trekken en als moeder van de bruid wil ik natuurlijk<br />
een bijzondere mooi jurk.<br />
De kandidaat en de Grims knikken van ja en mompelen: "Ja natuurlijk". De koning is een <strong>be</strong>etje<br />
boos.<br />
Koning: Stom kalf! Grimm, <strong>be</strong>gin er maar aan!<br />
Terwijl Grimm 1 de uitleg geeft <strong>be</strong>eld Grimm 2 alles uit. Prieeltje trekt rare smoelen naar de<br />
kandidaat.<br />
Grimm 1: Mijnheer de Grootvizier van Ka<strong>be</strong>ljonië, 1 meter 80, 75kg rond. Hij <strong>be</strong>zit drie kastelen,<br />
enkele bossen, een boerderij, 12 kleine heuvels en twee mooie visvijvers.<br />
De kandidaat steekt voorzichtig drie vingers omhoog.<br />
Grimm 1: Verschoning, drie mooie visvijvers.<br />
Kandidaat: En ik kan ook mooi dansen punt. Maakt enkele debiele danspasjes.<br />
Koning: Dan zijn we nu op het moment gekomen waarop we allen reeds lang wachten. Mijn geliefde<br />
dochter, lief kind, wil jij met deze heer trouwen?<br />
Prieeltje: Whaa, schei nu toch eens uit (roepend). Ik wil niet trouwen moet zo'n rijke oude lelijke<br />
ballerina. En hij heeft een stomme kop en ik wil helemaal niet trouwen. Als je trouwt wordt je dik en<br />
lelijk en vervelend. Bah! En je haar valt uit en dan moet je altijd breien en dan ga je zeuren. Dus ik<br />
trouw niet en zeker niet met dat stomme scharminkel daar. Dan trouw ik nog liever met hen! (Wijst<br />
naar de Grimms, die schrikken van het complement.).<br />
Grimms: Wel<strong>be</strong>dankt meneer de mejuffrouw de prinses Prieeltje.<br />
Kandidaat: Excuseer, komma maar waarom zeggen jullie altijd meneer de prinses vraagteken? De<br />
prinses is toch een meisje, komma dat is toch een ijzeren fout vraagteken?<br />
Grimm 2: Neen, want wij moeten dat van meneer de koning doen.<br />
Grimm 1: Ja, meneer de majesteit de koning Jozef heeft geschreven in de grondwet dat we iedereen<br />
met meneer moeten aanspreken, meneer de Grootvizier van Ka<strong>be</strong>ljonië.<br />
Grimm 2: Wij doen gewoon ons werk, meneer.<br />
Koning: Stilte! Prieel, blijf hier!<br />
Prieeltje loopt weg.<br />
Prieeltje: Als jij mij dwingt te trouwen dan steek ik je kasteel in brand! En daarna loop ik weg!<br />
Koningin: (huilerig) Maar kindje toch!<br />
Prieeltje verdwijnt van de bühne.<br />
Koning: Mijn waarde kandidaat, mijn excuses voor deze vertoning. Zoals u kunt zien heeft mijn<br />
dochter nogal een pittig temperament. Grimm zal u wel uitlaten.<br />
Kandidaat: U zult me toch op de hoogte houden van de verder verwikkelingen, komma nietwaar<br />
vraagteken?<br />
6
De grimms steken de kandidaat buiten en die verdwijnt uit het <strong>be</strong>eld.<br />
Koning: Grimms, kom hier.<br />
De koning gaat voor de lessenaar staan en de Grimms springen er haastig achter.<br />
Koning: Grimms, noteer: "Ik, koning Jozef, verorder bij aanwezige slagkracht, het organiseren van<br />
een wedstrijd dienaangaande van de stelling ..." (tegen de Grimms, de Grimms knikken instemmend)<br />
Goed hé! "een zeer moeilijke wedstrijd, en de winnaar van de wedstrijd mag" nee, nee, "moét met<br />
mijn dochter trouwen." Euh... tenminste als het een goede winnaar is hé, niet zo'n oelewapper, maar<br />
iemand die euh, rijk is en verstand heeft van regeren en vechten en heffen van <strong>be</strong>lastingen. Iemand<br />
zoals ik dus. En voeg daar nog iets bij over de achterwaartse opgang van het onderwerp.<br />
De Grimms noteren alles, schrappen veel en laten een paar papier ronddwarrelen.<br />
De koning loopt terug naar zijn troon.<br />
Koning: Zo. Dat lijkt me héél duidelijk.<br />
Koningin: (<strong>be</strong>zorgd) Maar Jozef, als ze moet trouwen dan gaat onze dochter lopen en dan steekt ze<br />
het kasteel in brand! Waar moeten wij dan gaan wonen?<br />
Koning: (verveeld en boos) Angina, ofwel schikt ze zich naar de wet ofwel kan ze trouwen met die<br />
paljas van daarnet.<br />
De koning springt recht en wordt heel erg boos.<br />
Koning: Ik wil potverdomme een goed opvolger! Grimms! Jullie houden je <strong>be</strong>zig met het opstellen<br />
van een opgave voor de wedstrijd. Verzin iets goeds, of jullie worden onthoofd, gekookt en dan hak<br />
ik persoonlijk uw vingers af met mijn opeetmachine.<br />
De Grimms ver<strong>be</strong>rgen verschrikt hun handen achter hun rug. De koning gaat op de schommel gaan<br />
zitten.<br />
Koning: En als dat wicht het waagt om mijn kasteel in brand te steken, dan, dan, dan krijgt ze een<br />
week lang ... geen dessert!<br />
7
Dag 2: De duivel en zijn moeder (deel 2)<br />
Samenvatting<br />
Diegene die de drie gouden haren van de moeder van de duivel kan uittrekken mag met Prieeltje<br />
trouwen. Per toeval wint Kulderzipken de wedstrijd. De koning ziet dat echter niet zitten en geeft<br />
Kulderzipken dan maar een andere prijs.<br />
Personages<br />
koning Jozef, duivel, moeder van de duivel, prinses Prieeltje, gebroeders Grimm, kandidaat 1,<br />
kandidaat 2, Kulderzipken<br />
Materiaal<br />
krop sla, mini-bijltje, takje, konijn, gouden haren, poppen<br />
Decors<br />
troonzaal, kamer van de gebroeders Grimm<br />
Tekst<br />
Verteller: Gisteren heb<strong>be</strong>n we gezien dat de koning iemand zocht om met prinses Prieeltje te<br />
trouwen. Die zag dat echter niet direct zitten. Ten einde raad heeft de koning dan maar aan de<br />
gebroeders Grimm de opdracht gegeven om een wedstrijd te verzinnen. De winnaar kan dan met de<br />
prinses trouwen.<br />
We zien de gebroeders Grimm in hun kamer. Ze zijn aan het zoeken in boeken naar mogelijke<br />
opdrachten.<br />
Grimms: (om de <strong>be</strong>urt een woord) eieren zoeken, kookwedstrijd, champignons pocheren,<br />
worstelwedstrijd, paalzitten, tekenwedstrijd<br />
De koning komt binnen met zijn opeetmachine. Eén van de Grimms laat een boek openvallen op de<br />
grond. De Grimms steken hun vuisten in de lucht, bang dat de koning hun vingers zal opeten.<br />
Grimm 1: Genade uwe koninklijke meneer de majesteit.<br />
Grimm 2: Niet bijten alstublieft, meneer de sire.<br />
Koning: Wel, welke opdracht heb<strong>be</strong>n jullie verzonnen?<br />
De Grimms kijken elkaar vragend aan. Dan ziet één van de twee het boek liggen op de grond. Hij<br />
raapt het op.<br />
Grimm 1: Ah, kijk hier. Een boek over de duivel.<br />
Grimm 2 wijst naar het boek.<br />
Grimm 2: En dat is de moeder van de duivel.<br />
Grimm 1: Ja! Enneuh, de moeder van de duivel heeft drie gouden haren op haar kin. Wie die haren<br />
kan uittrekken is gewonnen meneer de koning.<br />
8
Koning: Ah, wie dat kan moet wel heel erg dapper zijn! Een ware opvolger voor mij, een kerel, een<br />
vechter, een echte man! Roep dit <strong>be</strong>richt maar rond! Maar vertel er niet bij dat het hier <strong>be</strong>treft het<br />
huwelijk met mijn dochter. Want ze zou kunnen kwaad worden en dan gaat ze lopen en dan steekt ze<br />
mijn kasteel in brand. (kijkt een <strong>be</strong>etje zielig) Mijn mooie kasteel! Er is niets waarvan ik zoveel houd<br />
als van mijn kasteel.<br />
Grimms knikken instemmend en maken een drinkgebaar.<br />
Koning: En een biertje natuurlijk.<br />
De koning verdwijnt en de Grimms springen samen op één fiets en rijden rond terwijl ze door een<br />
trechter roepen:<br />
Grimm 1: Goedemiddag, <strong>be</strong>nt u nog aan het eten, smakelijk.<br />
Grimm 2: Waarde landgenoten van zijne koninklijke hoogheid Jozef. Wie erin slaagt de drie gouden<br />
haren op de kin van de moeder van de duivel uit te trekken ...<br />
Grimm 1: Ja, wie dus daarin slaagt<br />
Grimm 2: Die krijgt een euh ....<br />
Grimm 1: een heel bijzondere prijs<br />
Grimm 2: Ja. Een héél bijzondere prijs. Tot zover het <strong>be</strong>richt van zijn majesteit de koning.<br />
Grimm 1: Goeiemiddag, en <strong>be</strong>nt u nog aan het eten, smakelijk.<br />
De Grimms fietsen nog even in het rond. Ondertussen zijn de duivel en zijn moeder opgekomen.<br />
Daarna verdwijnen ze uit het zicht. De duivel is met poppen aan het spelen.<br />
Duivel: ... en ga jij nu ook maar lekker slapen, hé popje ...<br />
Moeder: Hou daar mee op jongen, je <strong>be</strong>n daar veel te groot voor ... Een echte duivel speelt niet met<br />
poppen. Ik schaam me voor je. Jij verdient klappen!<br />
Duivel: Nee geen klappen moeke, nee!<br />
Moeder van de duivel maakt een gebaar dat de duivel dichter moet komen. Aarzelend doet hij dat.<br />
Moeder: Voortaan ga jij wreed zijn en slecht en gruwelijk en griezelig en vies en boos en vals, of<br />
anders ...<br />
De moeder geeft hem een stevige draai rond zijn oren.<br />
Moeder: Heb je dat <strong>be</strong>richt van daarnet niet gehoord? Wie mijn drie gouden haren kan uittrekken<br />
krijgt een bijzondere prijs. Wat zou dat zijn? Waar is mijn kristallen bol?<br />
De moeder van de duivel gaat aan een tafeltje zitten waarop onder een doek een kristallen bol ligt.<br />
Moeder: Aha, de koning en de Grimms heb<strong>be</strong>n net een gesprek. De koning vraagt aan de Grimms of<br />
ze het <strong>be</strong>richt goed verspreid heb<strong>be</strong>n. De Grimms zeggen dat ze niets over de prijs, het huwelijk met<br />
prinses Prieeltje, gezegd heb<strong>be</strong>n.<br />
De moeder van de duivel legt het doek terug over de bol.<br />
Moeder: Zo, de prijs is een huwelijk met prinses Prieeltje. Zoon!<br />
De duivel die ondertussen weer met zijn poppen <strong>be</strong>zig was staat recht.<br />
Duivel: Ja moeke?<br />
Moeder: Wij moeten die wedstrijd winnen. Jij verkleed je als houthakker en ik als konijn. We gaan<br />
naar het kasteel, jij trekt mijn drie gouden haren uit en hup!<br />
Duivel: Hup?<br />
9
Moeder: Ja, hup! Je wordt de slechtste koning allertijden!<br />
Duivel: (niet echt enthousiast) Oh! En mijn popjes dan?<br />
Moeder geeft hem weer een klap.<br />
Moeder: Is dat nu eindelijk eens gedaan met die kinderachtigheid? Je word de nieuwe koning.<br />
Duivel: Ik wil niet graag koning zijn... Dan moet ik nog jagen en bier drinken ook! En ik kan niet<br />
vechten, en ook niet met pensioen gaan.<br />
Moeder: (maakt rare <strong>be</strong>wegingen met haar handen) Apezweren in azijn, rotte blikjes vol tonijn!<br />
De moeder van de duivel verandert in een konijn. De duivel verkleed zich als houthakker (met een<br />
mini-bijltje en een takje) en gaat met het konijn naar het kasteel (de troonzaal). Daar staan nog twee<br />
andere kandidaten. Eén met een schaar, de ander met een tang. De duivel gaat ook in de rij staan.<br />
Kandidaat 1: (tegen kandidaat 2) Kijk, ik heb een schaar meegebracht. Daarmee moet ik toch zeker<br />
die haren af kunnen knippen.<br />
Kandidaat 2: Ik heb een tang meegebracht. Volgens mij zitten die haren heel goed vast. En kijk naar<br />
die jongen achter mij, die heeft een bijltje meegebracht (<strong>be</strong>ide kandidaten lachen met de duivel).<br />
Duivel: Eigenlijk <strong>be</strong>n ik houthakker, en ik oefen mij in het houthakken. Kijk maar: hak, hak, hak,<br />
hak. (De duivel hakt met het mini-bijltje op het takje.)<br />
Kulderzipken komt aangelopen met een krop sla.<br />
Kulderzipken: Lekker koolsavooi! Wie heeft er zin in een sappig koolblad?<br />
Kandidaat 1: Bwah, savooi. Dat is konijnenvoer!<br />
Duivel: Konijnenvoer? Hé, kom es ier. Ik wil wel een blaadje sla voor mijn moede..., euh, mijn<br />
konijn.<br />
Kulderzipken gaat naar de duivel en stelt zich voor.<br />
Kulderzipken: Goedemiddag, Kulderzipken is de naam. Ik <strong>be</strong>n een eenvoudige boerenjongen. Wat<br />
een mooi konijn!<br />
Kulderzipken neemt het konijn over van de duivel.<br />
Kulderzipken: Jij krijgt van mij een lekker koolblad. Hé, maar, wat hangt er aan de kin van dat<br />
<strong>be</strong>est?<br />
Duivel: Nee, afblijven!<br />
Kulderzipken: Zijn dat splinters of zo? Wacht, Kulderzipken zal die er wel vlug uithalen.<br />
Onder protest van de duivel trekt Kulderzipken de drie gouden haren uit het konijn. Met een knal<br />
verandert het konijn terug in de moeder van de Duivel. De twee kandidaten lopen gillend als meisjes<br />
weg.<br />
Duivel: Euhm, mag ik u voorstellen, mijn moeke, de moeder van de duivel.<br />
De Grimms komen samen met de koning aangelopen.<br />
Koning: Wat is dat hier voor lawaai?<br />
Grimm 1: De moeder van de duivel! We heb<strong>be</strong>n een winnaar meneer de koning Jozef!<br />
Grimm 2 neemt de drie gouden haren uit de hand van Kulderzipken en toont ze aan de koning.<br />
Grimm 2: Zie je meneer de sire, dit zijn de drie gouden haren van de moeder van de duivel. Proficiat<br />
meneer ...<br />
De Grimms geven Kulderzipken een hand.<br />
10
Kulderzipken: Kulderzipken is de naam. Ik <strong>be</strong>n een eenvoudige boerenjongen.<br />
Koning Jozef is duidelijk niet tevreden met de winnaar en kijkt nogal boos.<br />
Koning: Ja, dat zie je straks wel... Een eenvoudige boerenjongen... Een wel héél eenvoudige<br />
boerenjongen... (mompelend) Nu moet ik nog een feest organiseren voor die pummel.<br />
Kulderzipken is ondertussen een <strong>be</strong>etje met Prieeltje aan het praten.<br />
Prieeltje: Zeg, Kulderzipken, heb jij je prijs eigenlijk al gekregen?<br />
Kulderzipken: Neen, misschien heb ik wel een zak met goud gewonnen, of een paard of zo! Ik zal<br />
even aan de koning vragen hoe het zit. En als ik terugkom, dan vertel ik jou een verhaal over een man<br />
met twee hoofden.<br />
Prieeltje kijkt heel blij.<br />
Kulderzipken: Koning Jozef, hoe zit dat met mijn prijs?<br />
Koning: Die prijs ... Grimms! Kom hier!<br />
(stilletjes tegen de Grimms) Die prijs ... verzin iets... ik wil zo vlug mogelijk van die kerel verlost zijn.<br />
De Grimms gaan voor Kulderzipken staan en <strong>be</strong>ginnen duidelijk de prijs te verzinnen.<br />
Grimm 1: De prijs voor meneer Zipperkulke ...<br />
Kulderzipken: Kulderzipken<br />
Grimm 2: de prijs is euh .. is een euh, verblijf ...<br />
Grimm 1: een veertiendaags verblijf in een kasteel<br />
Grimm 2: namelijk dit kasteel<br />
Grimm 1: maaltijden in<strong>be</strong>grepen!<br />
Grimm 2: Proficiat meneer Klapperdingske. En dan nu ... muziek!<br />
De muziek <strong>be</strong>gint te spelen en iedereen <strong>be</strong>halve de koning en de moeder van de duivel danst weg.<br />
Daarna stopt de muziek.<br />
Moeder: Koning Jozef, u mag zo'n landloper niet met uw dochter laten trouwen.<br />
Koning: (op depressieve toon) Ja, dat weet ik ook wel.<br />
Moeder: Je moet een nieuwe opdracht verzinnen. En ik zal u daarbij helpen ...<br />
(op een zo bitcherig mogelijke toon) Koning Jozef, ik <strong>be</strong>n uw vriendin. Ik denk dat ik hier een tijdje<br />
zal blijven. U vindt dat toch goed hé?<br />
Koning: Wel euh, eigenlijk, ...<br />
De moeder van de duivel brult als een woeste leeuw en kijkt hem boos aan.<br />
Koning: (verschrikt) Ja, tuurlijk is dat goed... Welkom mevrouw.<br />
11
Dag 3: De blote bosmens (deel 1)<br />
Samenvatting<br />
De moeder van de duivel verzint een heel moeilijke opdracht voor Kulderzipken. Hij moet de parel<br />
plukken die in de bloem op de hoogste <strong>be</strong>rg van de wereld groeit. Om het nog een <strong>be</strong>etje moeilijker te<br />
maken <strong>be</strong>palen ze dat het in één uur moet ge<strong>be</strong>uren. Koning Jozef loopt het hele verhaal rond met een<br />
boog en pijlen en is tussendoor constant aan het <strong>be</strong>denken waar hij allemaal op zou kunnen jagen<br />
(everzwijnen, duiven, eekhoorntjes, patrijzen, ...). De duivel lummelt het hele verhaal rond en pruts<br />
aan van alles en nog wat. Zo speelt hij oa. met het zwaard en de pijlen van de koning en krijgt hij<br />
daarvoor klappen van zijn moeder.<br />
Personages<br />
Kulderzipken, koningin Angina, koning Jozef, Grimms, duivel, moeder van de duivel, Prieeltje<br />
Materiaal<br />
pijl en boog, aardappelen, drie aardappelschilmesjes, drie wetteksten voor de koning, filosofische<br />
<strong>be</strong>rgklimschoenen, kaart van de hoogste <strong>be</strong>rg van de wereld<br />
Decors<br />
troonzaal, kamer Grimms, keuken<br />
Tekst<br />
Verteller: Weten jullie nog wat er gisteren ge<strong>be</strong>urd is? Gisteren heeft Kulderzipken de drie gouden<br />
haren van de moeder van de duivel uitgetrokken. De <strong>be</strong>loning daarvoor was dat hij mocht trouwen<br />
met prinses Prieeltje. Dat ziet de koning echter niet zitten, maar nu mag hij wel veertien dagen op het<br />
kasteel blijven logeren. Dit geheel tegen de zin van de moeder van de duivel die Kulderzipken zo vlug<br />
mogelijk buiten wil zodat haar eigen zoon, de duivel, met prinses Prieeltje kan trouwen en koning<br />
worden. Vandaag krijgt Kulderzipken een nieuwe opdracht. Maar de opdracht is zo moeilijk dat het<br />
bijna onmogelijk is om er in te slagen.<br />
Prieeltje zit op haar schommel en koningin Agina op haar troon. Kulderzipken is een spannend<br />
verhaal aan het vertellen over 14 rovers, een ravijn en het woordje 'oei'. Tijdens het vertellen <strong>be</strong>eld<br />
hij het verhaal uit.<br />
Kulderzipken: En opeens stond ik tussen 14 rovers! Ze hadden knotsen bij, en zwaarden en messen.<br />
En ze kwamen dichterbij. Gelukkig was er een kleintje bij, waar ik, hupsaké, over kon springen. Maar<br />
dan stond ik plotseling aan de rand van een ravijn.<br />
Koningin: Oei! Een ravijn?<br />
Kulderzipken: Oei! Inderdaad. Dat zei ik ook. Oei! En toen ge<strong>be</strong>urde er iets dat eigenlijk bijna niet<br />
te geloven is. Die rovers die bleven stokstijf staan. En die werden bleek en misselijk en moesten<br />
overgeven.<br />
Prieeltje giechelt en doet het overgeefgebaar na.<br />
Kulderzipken: En die hoofdman zei tegen mij: "alsjeblieft jongen, doe dat nooit meer, zo dat woord<br />
12
zeggen, foei zonder 'f' (spreek uit als ffff).<br />
Koningin: Foei zonder 'f' (spreek uit als ffff)?<br />
Prieeltje: Oei, mama!<br />
Koningin: Oh, oei! Daar werden ze dus ziek van!<br />
Kulderzipken: Dus ik zei tegen die hoofdman: "ok, ik zal dat woord nooit meer zeggen, maar dan<br />
moeten jullie mij laten gaan". Ik gaf die rovers nog een hand (geeft een hand aan Prieeltje en de<br />
koningin), en zei: "ik <strong>be</strong>n blij dat ik jullie ziekte niet heb, want oeioeioeioei, dat is erg!".<br />
Prieeltje <strong>be</strong>gint te lachen en te giechelen.<br />
Kulderzipken: En toen vielen ze allemaal dood op de grond neer.<br />
Koningin Angina trekt een dom gezicht alsof ze er niets van verstaat.<br />
Koningin: Ze vielen dood? Waarom dan?<br />
Prieeltje: Omdat Kulderzipken oeioeioeioei zei!<br />
Koningin: Oh! Hahaha! Wat knap gevonden van jou, Kulderzipken!<br />
Koning Jozef komt binnengestormt en <strong>be</strong>gint te roepen.<br />
Koning: Boerenzoon, haast je naar de keuken. Er moet hier nog gewerkt worden ook!<br />
Prieeltje: Maar papa, Kulderzipken was hier toch als gast? Omdat hij de gouden haren van de moeder<br />
van de duivel heeft uitgetrokken.<br />
Koning: Het staat in de wet dat ook gasten moeten helpen in de keuken.<br />
Koning Jozef leest wet voor:<br />
"Wie in die hoedanigheid van gast bij koning Jozef komt logeren dan wel er te gast is, is verplicht bij<br />
grondwet te schillen de meervoudige aardappelen zoals vastgelegd in de keuken ten paleize."<br />
Die wet heb ik net uitgevaardigd. Goed hé.<br />
Kulderzipken gaat naar de keuken en zit samen met de Grimms aardappelen te schillen.<br />
Koning: En jij, moet jij je balletoefeningen niet doen? Jij hebt toch iets <strong>be</strong>ters te doen dan naar<br />
verhaaltjes te luisteren. Is het niet eens tijd om een knappe jongen te leren kennen, een rijke man die<br />
ook zeer moedig is, kortom, iemand die verstand heeft van <strong>be</strong>lastingen en oorlog en zo, zoals ik ...<br />
Prinses Prieeltje staat verveeld recht en doet lomp een paar balletoefeningen. Koningin Angina houd<br />
haar daarbij recht. Op dat moment komen de duivel en zijn moeder binnen.<br />
Moeder: Goeiemorgen majesteit. Wij zijn op het kasteel gebleven omdat wij u onze diensten willen<br />
aanbieden.<br />
Koning: En wat voor diensten mogen dat dan wel zijn?<br />
Moeder: Kan ik u even onder vier oren spreken, koning Jozef?<br />
Koning: Prieel, Angina, oren dicht.<br />
De koningin en Prieeltje steken hun vingers in hun oren.<br />
Koning: Zo, waarmee wil u mij helpen?<br />
Moeder: Stel u voor majesteit, dat Prieeltje op dat Kulderzipken verliefd wordt, en stel u voor dat ze<br />
dan met elkaar willen trouwen, wie wordt dan de nieuwe koning?<br />
Koning: Die boerenpummel!<br />
Moeder: Juist! Zou u die boerenpummel dus geen nieuwe opdracht geven? Als hij niet in die<br />
13
opdracht slaagt, dan moet hij onmiddellijk het kasteel verlaten.<br />
Koning: En u heeft een voorstel?<br />
Moeder: Ja!<br />
Al fluisterend gaan <strong>be</strong>iden van het podium weg. De duivel volgt hen en Koningin Angina en prinses<br />
Prieeltje gaan ook weg. Prinses Prieeltje gaat een <strong>be</strong>etje bij Kulderzipken zitten. Ze <strong>be</strong>gint blijkbaar<br />
al een <strong>be</strong>etje verliefd te worden. Even later komt de koning terug en hij gaat naar Kulderzipken.<br />
Koning: Er is blijkbaar een vergissing ge<strong>be</strong>urd met de wedstrijd. Er is namelijk nog een opgave voor<br />
jou, Kulderzipken. Dat was ik op mijn koninklijke wijze heel even een <strong>be</strong>etje vergeten.<br />
De Grimms willen de koning onderbreken.<br />
Grimms: Verschoning majesteit ...<br />
Koning: Zwijgen en schillen! Het staat in de wet.<br />
De koning neemt een perkamenten rol en leest voor:<br />
"Wet <strong>be</strong>houdende het winnen van een veertiendaags verblijf nopens het kasteel <strong>be</strong>helzende een<br />
vergissing. Gewinnende Kulderzipken is vergeven tot verplichtingstoe een nieuwe opdracht te<br />
ondergaan. Zeggende en schrijvende zijne majesteit koning Jozef."<br />
Dat <strong>be</strong>n ik. De opdracht is heel eenvoudig: je gaat naar de hoogste <strong>be</strong>rg van de wereld, en daar groeit<br />
een bloem. En in die bloem zit een parel. En die ga je voor me halen.<br />
Grimms: Maar meneer de majesteit ...<br />
Koning: Zwijgen en schillen! De wet is de wet. En als het je niet lukt, dan wordt je aan de deur gezet.<br />
Kulderzipken: Dan zal ik dat maar doen zeker.<br />
De koning vertrekt en Kulderzipken en de Grimms blijven achter.<br />
Grimm 1: Als meneer de Kollezwipken hulp nodig heeft, zijn deze <strong>be</strong>dienden steeds <strong>be</strong>reid alle<br />
handen die ze heb<strong>be</strong>n toe te steken!<br />
Kulderzipken: Graag, maar hoe kunnen jullie mij helpen?<br />
Grimm 2: Kom maar mee.<br />
Kulderzipken en de Grimms gaan samen naar de kamer van de Grimms. De Grimms zoeken even tot<br />
ze een landkaart vinden van de hoogste <strong>be</strong>rg van de wereld.<br />
Grimm 1: Zie je, de hoogste <strong>be</strong>rg van de wereld ligt hier.<br />
Kulderzipken: Maar het zal maanden duren eer ik die <strong>be</strong>rg <strong>be</strong>klommen heb.<br />
Grimm 2: Daarvoor heb<strong>be</strong>n wij een oplossing. Wij heb<strong>be</strong>n speciale filosofische klimschoenen<br />
uitgevonden.<br />
Kulderzipken: Wat is dat filosofisch?<br />
Grimm 1: Filosofisch <strong>be</strong>tekent heel ingewikkeld.<br />
Grimm 2: Filosofie is dus ideaal voor het <strong>be</strong>klimmen van hoogste <strong>be</strong>rgen van werelden!<br />
Kulderzipken doet de <strong>be</strong>rgschoenen aan en kan op de muren lopen. De moeder van de duivel ziet<br />
Kulderzipken op zijn duizendste gemakken de muren van het kasteel oplopen.<br />
Moeder: Koning Jozef! Koning Jozef! We moeten iets doen! Kulderzipken kan op de muren lopen.<br />
Koning Jozef komt aangelopen.<br />
Moeder: Zo zal hij allicht in zijn opdracht slagen. Dat <strong>be</strong>tekent dat hij op het kasteel mag blijven en<br />
dan zal Prieel verliefd op hem worden en stel je voor dat ze dan willen trouwen... Dan wordt die<br />
14
oerenpummel van een Kulderzipken koning.<br />
Koning: Dat mogen we niet laten ge<strong>be</strong>uren!<br />
Moeder: We moeten de opdracht wat moeilijker maken. Je moet hem één uur de tijd geven, dan lukt<br />
het hem nooit.<br />
Duivel: Tenzij met een vliegende deur.<br />
Moeder: Zwijg jongen, de koning en ik zijn <strong>be</strong>langrijke zaken aan het <strong>be</strong>spreken. (de duivel krijgt<br />
weer klappen)<br />
Koning: Neen, ik heb een <strong>be</strong>ter idee. Wat we moeten doen is de opdracht wat moeilijker maken. Ik<br />
zal hem één uur de tijd geven om die parel te plukken. Dat lukt hem nooit. Dan kan ik hem<br />
buitenschoppen!<br />
De gebroeders Grimm staan uit het raam naar Kulderzipken te kijken. De koning roept Kulderzipken.<br />
De duivel en zijn moeder gaan weg.<br />
Koning: Kulderzipken! Ik was in al mijn koninklijke waardigheid vergeten een kleinigheid te melden<br />
in verband met de opgave. Je hebt één uur de tijd om de parel van de bloem op de hoogste <strong>be</strong>rg van de<br />
wereld te plukken. Het staat in de wet.<br />
De koning neemt een rol en leest voor:<br />
"Wet <strong>be</strong>treffende de uurta<strong>be</strong>l inzake de <strong>be</strong>voegde parel van de hoogste <strong>be</strong>rg ter wereld. Aangetekende<br />
Kulderzipken heeft het overeen gekomen volgens voorzien..."<br />
Kulderzipken: Majesteit, ik geloof u.<br />
Koning: (duidelijk tevreden) Goed, dat uur gaat nu in.<br />
Koning Jozef vertrekt.<br />
Kulderzipken: Dat is wel erg weinig tijd.<br />
Grimm 1: Ik moet <strong>be</strong>kennen dat het onmogelijk is. Met geen enkele van onze toch wel unieke en<br />
bijzondere uitvindingen kunnen wij u helpen, meneer Kolderflupken.<br />
Kulderzipken: Dan zal het niet lukken. Jammer. Dan zal ik maar teruggaan naar mijn hut van takken<br />
en dooie bladeren. Dankjewel meneer Grimmen. (geeft een hand aan de Grimms)<br />
Op dat moment klopt de duivel op de deur.<br />
Duivel: Ik stoor zeker?<br />
Grimm 1: Ja, maar desalniettemin, welgekomen.<br />
Duivel: (met leedvermaak) Ja, de koning heeft u goed liggen, hé Kulderzipken. Zo op één uurtje heen<br />
en weer naar de hoogste <strong>be</strong>rg van de wereld. Haha, dat kan niet hé.<br />
Grimm 2: Nee, dat kan inderdaad niet meneer de zoon van meneer de mevrouw de duivel.<br />
De Grimms kijken een <strong>be</strong>etje boos, en schudden hun hoofd.<br />
Duivel: Dat zegt mijn moeke ook. Tenzij, ... met een vliegende deur zegt ze.<br />
De Grimms kijken veel<strong>be</strong>tekenend naar elkaar en mompelen: "een vliegende deur!"<br />
Duivel: Oei, dat had ik misschien niet mogen zeggen. Jongens, ik heb niets gezegd hé, en zeker niet<br />
over een vliegende deur.<br />
De Grimms schudden hun hoofd dat de duivel er niet moet mee inzitten.<br />
Duivel: Het <strong>be</strong>ste nog.<br />
De duivel gaat weer weg.<br />
15
Dag 4: De blote bosmens (deel 2)<br />
Samenvatting<br />
Kulderzipken heeft een zeer moeilijke opdracht gekregen. Hij moet in één uur een parel plukken uit<br />
een bloem op de hoogste <strong>be</strong>rg van de wereld. Dat is maar op één manier mogelijk. Per ongeluk<br />
verteld de duivel hoe: met een vliegende deur. Kulderzipken vliegt op een deur naar de hoogste <strong>be</strong>rg<br />
van de wereld en leert daar de blote bosmens kennen. Hij neemt de blote bosmens mee naar het<br />
kasteel en daar is het feest.<br />
Personages<br />
koning, koningin, gebroeders Grimm, prinses Prieeltje, Kulderzipken, duivel en zijn moeder, blote<br />
bosmens<br />
Materiaal<br />
knots (blote bosmens), deur (om mee te vliegen), boeken (voor de Grimms om in te zoeken)<br />
Decors<br />
troonzaal, kamer van de Grimms, hoogste <strong>be</strong>rg van de wereld<br />
Tekst<br />
Verteller: Gisteren heeft Kulderzipken een zeer moeilijke opdracht gekregen. Hij moet naar de<br />
hoogste <strong>be</strong>rg van de wereld gaan en daar groeit en bloem en in die bloem zit een parel en die moet hij<br />
gaan halen. En alsof dat nog niet moeilijk genoeg is moet hij dat allemaal in één uur doen. Het is dan<br />
ook goed te verstaan dat noch Kulderzipken noch de gebroeders Grimm dachten dat het mogelijk was.<br />
Tot de duivel zich versprak. Weet je nog wat hij zei? Hij zei: "Dat is inderdaad onmogelijk, tenzij met<br />
een vliegende deur!". En dat heb<strong>be</strong>n Kulderzipken en de Grimms goed gehoord!<br />
Grimm 1: Ja, dat is het!<br />
Grimm 2: Een vliegende deur!<br />
Grimm 1 gaat een deur gaan halen en legt die op de grond. Grimm 2 bladert in een dik boek op zoek<br />
naar een manier om de deur te doen vliegen.<br />
Grimm 1: Kulvertipken, neem u plaats op deze deur. Nu moet u vliegen.<br />
Kulderzipken: Hoe, vliegen?<br />
Grimm 1: U hebt toch al volgens zien vliegen, en bijen?<br />
Kulderzipken zit op de deur en fladdert met zijn armen.<br />
Grimm 1: Misschien moet u er wel bij tsjilpen, meneer.<br />
Kulderzipken <strong>be</strong>gint te tsjilpen, maar ook dat helpt niet.<br />
Grimm 2: Ja, ik heb het gevonden! Vliegende deur ... Hoe te vliegen ... Men neme een deur uit zijn<br />
hengsels en zette er zich schrijlings op.<br />
16
Kulderzipken en Grimm 1 zetten de deur op zijn zijkant en Kulderzipken gaat er schrijlings op zitten.<br />
En de deur <strong>be</strong>gint te vliegen! Kulderzipken vliegt weg met de deur.<br />
Grimms: Leve de luchtvaart! Tot binnen een uurtje, Kulderzipken! Vergeet de parel niet!<br />
Kulderzipken: Vaarwel Grimms! Bedankt!<br />
Kulderzipken vliegt een <strong>be</strong>etje rond met de deur en komt dan aan bij de hoogste <strong>be</strong>rg van de wereld.<br />
Kulderzipken: Kijk, daar is een hele hoge <strong>be</strong>rg. Dat moet wel de hoogste <strong>be</strong>rg van de wereld zijn!<br />
Kulderzipken landt op de <strong>be</strong>rg.<br />
Kulderzipken: Hallo, is hier iemand?<br />
Kulderzipken ziet de bloem staan. Hij bukt zich en leest enkele bordjes:<br />
Kulderzipken: "niemant is hir welkom", "ga trug" en "maak u uit de voette"<br />
Net als hij de parel uit de bloem wil nemen, hoort hij een schrille hoge stem gillen.<br />
Blote bosmens: Heelaa!<br />
Omdat de <strong>be</strong>rg heel klein is en Kulderzipken zijn deur in het midden van de <strong>be</strong>rg geparkeerd heeft,<br />
zien Kulderzipken en de Blote Bosmens elkaar niet.<br />
Blote bosmens: Hela, wat doet die deur hier? Is daar misschien iemand ... doe eens open!<br />
De blote bosmens slaat enkele keren hard met zijn knots tegen de deur.<br />
Kulderzipken: Ik <strong>be</strong>n Kulderzipken, een eenvoudige boerenjongen, en ik kom alleen maar een parel<br />
plukken.<br />
Blote bosmens: Hela, dat mag toch niet?<br />
Kulderzipken: Waarom niet?<br />
Blote bosmens: Omdat ik dat zeg! Want ik <strong>be</strong>n de blote bosmens, hela, pas maar op, want ik sla<br />
iedereen dood met mijn knoooots!<br />
De blote bosmens slaat meermaals op de deur.<br />
Kulderzipken: U slaat "iedereen" dood?<br />
Blote bosmens: Ja, iedereen, dood! Gedaan ermee, kapot!<br />
Kulderzipken: Maar, maar, ik <strong>be</strong>n niet "iedereen". Ik <strong>be</strong>n Kulderzipken. Dus u mag mij niet<br />
doodslaan.<br />
Blote bosmens: Ik sla iedereen dood. Hij is niet "iedereen", hij is Kulderzipken.<br />
De blote bosmens slaat met de knots op zijn eigen hoofd.<br />
Blote bosmens: Héla, je hebt gelijk. Da's jammer, want ik had je graag ... (<strong>be</strong>gint te grienen) ... en het<br />
is al zo lang geleden... dat ik nog eens iemand heb doodgeslagen. Ik <strong>be</strong>n hier niet graag. Mag ik<br />
binnen?<br />
Kulderzipken: Maar natuurlijk!<br />
Kulderzipken open de deur.<br />
Kulderzipken: Maar als je hier niet graag <strong>be</strong>nt, waarom <strong>be</strong>n je hier dan?<br />
Blote bosmens: Ik <strong>be</strong>n eens een keertje verdwaald. En toen <strong>be</strong>n ik hier terechtgekomen, op de<br />
hoogste <strong>be</strong>rg van de wereld. En toen durfde ik niet meer naar <strong>be</strong>neden, want ik heb ... hoogtevrees.<br />
Kulderzipken: Arme blote bosmens! Weet je wat? Ik pluk die parel en dan mag jij met mij mee<br />
vliegen op mijn vliegende deur.<br />
17
Blote bosmens: Op jouw vliegende deur? Hela! (geeft een klap met zijn knots aan Kulderzipken) Je<br />
weet toch dat ik hoogtevrees heb?<br />
Kulderzipken: Ja maar, ik weet een heel goed middeltje tegen hoogtevrees. Je moet gewoon heel<br />
hard aan iets anders denken. Bijvoor<strong>be</strong>eld aan dieren met een 'd'.<br />
Blote bosmens: Dieren met een 't'? Zoals tolfijn?<br />
Kulderzipken: (aarzelend) Ja, je zal zien dat het werkt.<br />
Kulderzipken plukt de parel en gaat met de blote bosmens schrijlings op de deur gaan zitten. Samen<br />
vliegen ze terug naar het kasteel (naar de troonzaal). Ondertussen somt de blote bosmens constant<br />
dieren met een 'd' op.<br />
Blote bosmens: tromedaris, tuif, tiepzeevis, traak, twergkonijn, triftkikker, tinosaurus, teense tog,<br />
tomme koe, tashond, talmatier, ...<br />
Ze komen aan in het kasteel en iedereen is er.<br />
Koning: (aarzelend) Proficiat Kulderzipken.<br />
Koningin: Dat heb je heel goed gedaan jongen.<br />
Prieeltje: (heel blij) Nu mag hij nog een tijdje blijven, hé papa?<br />
Koning: Goed, daneuh, mag je nog wel een paar dagen blijven. Voorlopig. Muziek!<br />
De muziek <strong>be</strong>gint te spelen. De Grimms dansen met elkaar, de koning zit verveeld op zijn troon.<br />
Kulderzipken danst met Prieeltje en de moeder dans boos met haar zoon. De blote bosmens danst met<br />
de koningin en slaat af en toe met zijn knots op haar hoofd.<br />
Blote bosmens: (tegen koningin) Zeg, <strong>be</strong>n jij "iedereen"?<br />
Koningin: Nee.<br />
Blote bosmens: Wat jammer, ik had je graag doodgeslagen, ik vind je namelijk sympathiek.<br />
Prieeltje: Ik <strong>be</strong>n zo blij dat je terug <strong>be</strong>nt, nu kan je weer spannende verhalen vertellen over ridders en<br />
draken.<br />
Kulderzipken: Ik <strong>be</strong>n ook blij dat ik nog eventjes op het kasteel mag blijven. Ik zal je een verhaal<br />
vertellen over een leeuw die mensen opat die Frans spraken. Dus die tijger zei tegen iedereen die hij<br />
tegenkwam, "graaw, parlez-vous français?". En als je dan zei: "oui, bien sûr", dan vrat hij je meteen<br />
op.<br />
Prieeltje: Zeg Kulderzipken, mag ik die parel eens zien.<br />
Kulderzipken doet een goochelkunstje en haalt de parel van achter haar oor tevoorschijn.<br />
Kulderzipken: Mooi hé, hier je mag hem heb<strong>be</strong>n.<br />
Iedereen danst op de muziek het podium af, <strong>be</strong>halve de koning.<br />
18
Dag 5: De Krokoldezen<br />
Samenvatting<br />
Vandaag is het dag van de Krokoldesen. Iedereen met Krokoldees gekleed zijn, het Krokoldese<br />
volkslied zingen en Krokoldees dansen, of het kasteel stort in.<br />
Personages<br />
koning Jozef, koningin Angina, de duivel en zijn moeder, prinses Prieeltje, gebroeders Grimm,<br />
Kulderzipken, enkele on<strong>be</strong>kende gasten<br />
Materiaal<br />
vééél raar verkleedmateriaal<br />
Decors<br />
kamer Grimms, troonzaal<br />
Tekst<br />
Verteller: Gisteren heb<strong>be</strong>n we gezien hoe Kulderzipken met een vliegende deur naar de hoogste <strong>be</strong>rg<br />
van de wereld is gevlogen. Daar heeft hij niet alleen de parel uit de bloem geplukt, maar ook de blote<br />
bosmens ontmoet. Vandaag moet het feest van de Krokoldezen gevierd worden, of anders ... Ja, wie<br />
weet wat er dan gaat ge<strong>be</strong>uren?<br />
Kulderzipken is een verhaal aan het vertellen aan prinses Prieeltje en koningin Angina.<br />
Kulderzipken: Ik stond voor een afgrond, maar achter mij stonden zever groene slijmerige monsters.<br />
Koningin: Wat heb je dan gedaan?<br />
Prieeltje: Ja, wat heb je dan gedaan?<br />
Kulderzipken: Ik <strong>be</strong>n op mijn hoofd gaan staan!<br />
Prieeltje & koningin: Op je hoofd?<br />
Kulderzipken: Ja, want als je op je hoofd staat, zie je alles ondersteboven. Dan is onder boven. En zo<br />
vielen de monsters op hun kop! Ik vloog door de lucht, naar de overkant van het ravijn!<br />
Koning Jozef komt binnen en onderbreekt Kulderzipken.<br />
Koning: Kulderzipken, naar de Grimms voor je kostuum. Prieel, doe je oefeningen.<br />
Hij moet natuurlijk alles twee keer zeggen voor Prieeltje luistert. Prieeltje doet haar<br />
balletoefeningen, Kulderzipken gaat naar de Grimms en koning Jozef zelf gaat op de troon zitten<br />
naast een eeuwig breiende koningin Angina.<br />
Koning: Die boerenpummel loopt hier nog steeds rond. De duivel maakt zoveel lawaai 's nachts... en<br />
dat allemaal op de dag van de Krokoldezen! Ik was dat even vergeten op mijn eigen koninklijke wijze<br />
...<br />
19
Koningin: Oei, is het vandaag de dag van de Krokoldezen?<br />
Prieeltje: Is het weer die debiele stomme dag! Ik doe daar niet meer aan mee! Dat is toch allemaal<br />
zever.<br />
Koning: (krijgt bijna een hartaanval) Wat! Zever?!? Het staat in de grondwet! Zorgen jullie er maar<br />
voor dat jullie kostuums in orde zijn! Ik wil hier namelijk blijven wonen.<br />
We gaan naar Kulderzipken die ondertussen bij de Grimms is gearriveerd. Daar krijgen we een<br />
vreemd tafereel te zien. Ze heb<strong>be</strong>n allerlei raar materiaal mee: een grote hoed, een kip, een<br />
kaartenhoed, schoenen als handschoenen, ... Ze voeren een hevige maar niettemin vrij zinloze<br />
discussie. De ene Grimm neemt iets, hangt het rond Kulderzipken of plaatst het op zijn hoed of hoofd<br />
en zegt dat "Dit is Krokoldees", waarop de andere Grimm iets anders in zijn pollen pakt,<br />
Kulderzipken ermee <strong>be</strong>hangt en zegt: "neen, neen, dit is krokoldees".<br />
Kulderzipken: Wat is dat nu eigenlijk, Krokoldees?<br />
Grimm 1: Oh, gewoon een feest, meneer Zilverklupken.<br />
Grimm 2: Op dat feest draagt iedereen Krokoldese klederdracht.<br />
Kulderzipken: Wat is dat, Krokoldese klederdracht?<br />
Grimm 1: Dat weet niemand!<br />
Grimm 2: Er zijn geen Krokoldezen meer, denk ik. Ze zijn allemaal dood. 20.000 jaar geleden zijn ze<br />
... eh ... uitgestorven. Misschien heb<strong>be</strong>n ze wel nooit <strong>be</strong>staan.<br />
Kulderzipken: Maar als we niets weten over de Krokoldezen, waarom willen we er dan allemaal<br />
uitzien als Krokoldees?<br />
Grimm 1: Omdat dat de wet is! Het Krokoldezenfeest moet elk jaar gevierd worden en iedereen in<br />
het kasteel moet op z'n Krokoldees gekleed zijn, of het kasteel van koning Jozef stort in om<br />
middernacht! Dat is een grondwettelijke instorting van koning Jozef!<br />
Grimm 2: En vandaag is het Krokoldezendag!<br />
Beide Grimms stoppen even met verkleden, staan stil, draaien zich naar het publiek en zingen op de<br />
toon van 'Overal waar de meisjes zijn': 'Overal, overal, waar de Krokoldezen zijn daar is het ba-a-al.'<br />
Daarna doen ze verder.<br />
Kulderzipken: En wat ge<strong>be</strong>urt er dan op dat feest?<br />
Grimm 1: Er wordt gewoon gedanst.<br />
Kulderzipken: En wat voor dans?<br />
De Grimms kijken elkaar eens aarzelend aan.<br />
Grimm 2: Wie zal het zeggen, wie zal het zeggen ...<br />
De Grimms gaan door met het aankleden van Kulderzipken. Koning Jozef gaat naar Prieeltje en<br />
koningin Angina die balletpasjes aan het oefenen zijn.<br />
Koning: Prieel, heb je al een Krokoldees kostuum?<br />
Prieeltje: Neen, ik vind het een <strong>be</strong>lachelijk feest. Ik doe daar niet meer aan mee.<br />
Koning: Zo, dat vind je onnozel. En wat vind je dan als ons kasteel instort, op je hoofd, of als we<br />
dood zijn of geen kasteel meer heb<strong>be</strong>n en in een gewoon huis moeten gaan wonen?<br />
Prieeltje: Ons kasteel zal niet instorten gewoon omdat ik geen kostuum heb.<br />
Koning: (<strong>be</strong>gint woest te roepen) Het is mijn kasteel en het staat in de grondwet en wat in de<br />
grondwet staat is waar.<br />
20
Iedereen gaat van het podium. Even later komt iedereen verkleed terug. De Grimms zijn verkleed als<br />
siamese tweeling (ze zijn in één jas gekropen). Er zijn ook enkele on<strong>be</strong>kende personages aanwezig.<br />
Koning: Grimms, ik ga een toespraak houden.<br />
De Grimms gaan voor de koning staan met een rol perkament.<br />
Koning: "Waarde landgenoten, vanavond moet het feest der Krokoldezen gevierd worden, zoals bij<br />
wet <strong>be</strong>krachtigd wordt. Er zal moeten worden gegeten en gedronken en dienaangaande gedanst zoals<br />
ik, koning Jozeg, in de grondwet <strong>be</strong>krachtigde, of mijn kasteel zal instorten."<br />
De Grimms gebaren dat iedereen moet applaudiseren, wat dan ook alras met verve gedaan wordt.<br />
Koning: Nu gaan we het volkslied van de Krokoldezen zingen. Wie niet goed meedoet wordt<br />
opgehangen en krijgt nog een boete ook.<br />
Moeder: (tegen de Grimms) Ik ken het volkslied van de Krokoldezen niet.<br />
Grimm 1: Dat is helemaal niet erg. Niemand kent het volkslied van de Krokoldesen.<br />
De moeder van de duivel kijkt nogal verbaasd.<br />
Grimm 2: Ja, men geeft de gedachten vrij spel en zingt wat men ter plekke <strong>be</strong>denkt.<br />
Koning: Kooropzetting!<br />
Iedereen gaat in twee rijen staan.<br />
Grimm 2: Meneer de koning zijne majesteit telt af.<br />
Koning: 1, 2, 3 en 4<br />
Iedereen <strong>be</strong>gint te zingen op zijn eigen manier, verschillende teksten en toonaarden worden door<br />
elkaar geklutst. Na een tijdje eindigt iedereen met dezelfde zin: "Want wij vieren het<br />
Krokoldezenbal!".<br />
Koning: Zo, na het Krokoldese volkslied, moeten we nu Krokoldees dansen. Wie niet meedanst<br />
wordt bij wet veroordeeld tot een gevangenisstraf van acht jaar!<br />
Moeder: Krokoldees dansen, dat kan ik niet!<br />
Koning: De wet hieromtrent is heel duidelijk!<br />
Grimm 1: Ja, meneer de mevrouw de moeder van de duivel, er wordt Krokoldees gedanst op één<br />
<strong>be</strong>en.<br />
(tegen de andere Grimm) Mag ik u om verschoning vragen?<br />
Beide Grimms nemen het <strong>be</strong>en van de moeder van de duivel vast.<br />
Grimm 2: Je heft dus je ene <strong>be</strong>en op ...<br />
Moeder: Jajaja, ik heb het <strong>be</strong>grepen.<br />
Koning: Wie niet zeer smaakvol zal mee dansen, wordt dus veroordeeld tot een gevangenisstraf van<br />
acht jaar, want anders stort het kasteel in. Muziek, 1, 2, 3 en dansen!<br />
De muziek start en alle aanwezigen gaan in een kring staan op hun ene <strong>be</strong>en, het andere steken ze<br />
achteruit en wordt vastgehouden door de danser die achter hen staat. Opeens blijft iedereen stil<br />
staan. Sommigen gaan op de grond liggen. Ze zitten duidelijk met een ei in hun broek. Dan horen ze<br />
een kerkklok enkele twaalf keer slaan.<br />
Koning: Eindelijk! Het is middernacht en het kasteel staat er nog! Het Krokoldezenfeest is gelukt!<br />
Bedankt allemaal, <strong>be</strong>dankt! (roept tegen Prieeltje) Zie je nu wel dat het waar is, dat de muren van het<br />
kasteel overeind gebleven zijn, het is waar want het staat in de wet!<br />
21
Prieeltje: Pff, wat een onzin.<br />
Iedereen gaat weg <strong>be</strong>halve de koning en de duivel en zijn moeder. De koning gaat op zijn troon zitten.<br />
De moeder van de duivel gaat in de andere troon zitten. De duivel lummelt wat rond.<br />
Moeder: Nu het feest van de Krokoldezen achter de rug is en je kasteel niet ingestort is, koning Jozef,<br />
kan je je weer concentreren op het buitensmijten van Kulderzipken. Je kan hem toch niet zomaar<br />
koning laten worden ... uw dochter ... uw koninkrijk ... mijn zoon!<br />
Koning: Neen, natuurlijk niet. Maar morgen komt er een nieuwe dag en dan geef ik hem zo'n<br />
moeilijke opdracht dat hij er nooit in slaagt. Dan kan ik hem eindelijk een trap onder zijn kont geven<br />
en uit mijn kasteel gooien.<br />
22
Dag 6: De Knoerifast (deel 1)<br />
Samenvatting<br />
Er klinkt een raar geluid in het kasteel: klokkenlawaai. Alle volwassenen weten blijkbaar waar het<br />
vandaan komt, maar prinses Prieeltje, Kulderzipken en de duivel mogen het niet weten. Het lawaai<br />
blijkt uit een kerken te komen waar de knoerifast opgesloten zit in een put. Prinses Prieeltje haalt hem<br />
er uit ...<br />
Personages<br />
koning Jozef, koningin Angina, gebroeders Grimm, de duivel en zijn moeder, Kulderzipken, prinses<br />
Prieeltje, de knoerifast<br />
Materiaal<br />
touw om uit de vergeetput te klimmen<br />
Decors<br />
troonzaal, kamer van de Grimms, kerker met vergeetput<br />
Tekst<br />
Verteller: Gisteren is het bal van de Krokoldesen goed afgelopen. Het kasteel is niet ingestort en dus<br />
is koning Jozef weer tevreden. Waar hij echter niet mee tevreden is is Kulderzipken. Prinses Prieeltje<br />
en Kulderzipken zijn een <strong>be</strong>etje verliefd aan het worden. Stel dat ze willen trouwen, dan wordt die<br />
eenvoudige boerenzoon koning. Dat kan toch helemaal niet!<br />
Kulderzipken is een verhaal aan het vertellen aan de koningin en Prieeltje. Ondertussen <strong>be</strong>eld hij het<br />
uit.<br />
Kulderzipken: "Ja Kulderzipken, nu is het met je gedaan", dacht ik. Want ik was helemaal alleen, in<br />
dat oneindig grote bos, vol bomen. En opeens voelde ik dat ik werd <strong>be</strong>keken. Die bomen, die hadden<br />
plots ogen gekregen. En hun takken, dat werden opeens armen. En met een geweldig gekraak trokken<br />
ze hun wortels uit de grond. En ze kwamen op mij af. En ik dacht: "ik moet iets doen!", want ik was<br />
helemaal omsingeld.<br />
Plotseling klinken er klokken. De koningin zit stokstijf alsof ze enorm verschoten heeft.<br />
Kulderzipken: En ik was bang, en ik <strong>be</strong>gon te roepen en te schreeuwen ...<br />
Opnieuw klinken er klokken.<br />
Prieeltje: Maar wat is dat mama?<br />
Koningin: Dat is ... hoe moet ik dat zeggen ... jij <strong>be</strong>nt nog veel te jong om dat te weten (lacht groen)<br />
da's gewoon niks, wat niet weet, wat niet deert.<br />
De koning en de duivel en zijn moeder komen binnengestormt.<br />
Moeder: Heb je dat gehoord! Dat is toch niet de .... (wijst naar <strong>be</strong>neden)<br />
23
Koning: Ja, dat is de ... (wijst naar <strong>be</strong>neden)<br />
Duivel: Wie is dat de .... (wijst ook naar <strong>be</strong>neden)<br />
De moeder van de duivel drukt haar zoon tegen haar borst.<br />
Moeder: Blijf maar heel dicht bij mij jongen, hij is heel gevaarlijk.<br />
Duivel: (wijst naar de koning) Wie? Hij?<br />
Koning & moeder: Nee! Hij! (wijzen naar de grond)<br />
Koning: De Grimms moeten maar een middel verzinnen om hem te kalmeren.<br />
Koning Jozef loopt zo vlug mogelijk naar de kamer van de Grimms.<br />
Koning: Grimms, ik wil niet hetzelfde meemaken als zeven jaar geleden! Dat was een ramp! Daarom<br />
<strong>be</strong>veel ik jullie, in naam der wet, doe iets, of ik laat jullie opsluiten samen met hem (wijst opnieuw<br />
naar de grond).<br />
Grimms: Met meneer, hem? (wijzen naar de grond)<br />
Grimm 1: Meneer de majesteit, in al onze eer en onze glorie ...<br />
Opnieuw klinken er klokken.<br />
Grimm 2: ... wij heb<strong>be</strong>n een middel gezocht om hem (wijzen alle twee tegelijk naar de grond) te<br />
kalmeren.<br />
Grimm 1: (leest voor uit een boek) En het middel heet: "de ge-ur van growentensojep".<br />
Grimm 2: Da's goed hé meneer de majesteit.<br />
Koning: Ah, en wat <strong>be</strong>tekent dat?<br />
Grimms: Oh, dat weten wij niet majesteit.<br />
Grimm 1: Dat is Latijn-Grieks.<br />
Grimm 2: Of ortepetetisch.<br />
Grimm 1: Of alle<strong>be</strong>i, in ieder geval een taal die wij niet kennen.<br />
De koning wordt boos.<br />
Grimm 2: Maar maar maar, meneer de majesteit, wij doen gewoon alsof er ...<br />
Beide Grimms doen alsof ze hun neus afdraaien.<br />
Grimms: ... NIETS aan de hand is.<br />
Grimm 1: Dan hopen we wij dat er gewoon helemaal...<br />
Grimms: (draaien opnieuw hun neus af) ... NIETS ge<strong>be</strong>urd.<br />
Koning: Ah, dat is een goed plan.<br />
De klokken klinken opnieuw en de koning loopt naar de troonzaal.<br />
Koning: Ik heb een goed plan: we doen gewoon alsof er (draait aan zijn neus) NIETS aan de hand is.<br />
Koningin: Jaah! Dat is een goed idee we doen gewoon alsof er ...<br />
De koning, de koningin, de duivel en de moeder van de duivel doen mee:<br />
... NIETS aan de hand is!<br />
De koning, de koningin, de duivel en de moeder van de duivel wandelen weg, al groen lachend en aan<br />
hun neus draaiend. De klokken klinken nogmaals.<br />
24
Prieeltje: Als ik zoveel lawaai maak, dan krijg ik straf. Ik zou toch wel eens willen weten waar dat<br />
lawaai vandaan komt. Ga je mee?<br />
Prinses Prieeltje neemt de hand van Kulderzipken vast en samen gaan ze op onderzoek. Ze passeren<br />
langs een kerker wanneer het lawaai nog luider klinkt.<br />
Prieeltje: Het komt hier vandaan!<br />
Aan de deur van de kerker staat een fakkel. Die neemt Kulderzipken mee. Samen zoeken ze de kelder<br />
af. Plotseling horen ze iets uit de vergeetput komen:<br />
Knoerifast: Je moeder was een ooievaar, dat vind ik toch een <strong>be</strong>etje raar. En bovendien, wie is dat<br />
daar? Een bakker, een vrijmetselaar?<br />
Kulderzipken: Ik zie niks.<br />
Knoerifast: Gooi die kandelaar misschien, als je mij eens goed wil zien!<br />
Prieeltje neemt de fakkel van Kulderzipken en gooit die naar <strong>be</strong>neden. In de put zit een lelijk raar<br />
mannetje.<br />
Knoerifast: Zeg eens eerlijk, jij lief kind, wat je zoal van me vind?<br />
Prieeltje: Ik vind je wel een grappig mannetje.<br />
Kulderzipken: (stoer) Wie <strong>be</strong>n jij?<br />
Knoerifast: Ik <strong>be</strong>n de Knoerifast, ik zit hier al vier eeuwen vast!<br />
Prieeltje: Al vier eeuwen? Och arme toch, ze zijn je vast vergeten.<br />
Knoerifast: Ja, en ik zit hier niet zo graag, daarom is dan ook mij vraag: wees eens heel lief voor mij<br />
en laat me alstublieft toch vrij.<br />
Prieeltje: Dat moet ik toch eerst aan mijn vader vragen.<br />
Knoerifast: Maar nee, da's niet nodig da je dat doet, je vader vind dat <strong>be</strong>st wel goed.<br />
Kulderzipken trekt prinses Prieeltje weg van de put.<br />
Kulderzipken: Kzou dat niet doen. T'is misschien een schurk, of een menseneter.<br />
Prieeltje: Zo'n lief mannetje, dat kan toch niet.<br />
Knoerifast: Prinsesje, jij <strong>be</strong>nt ook heel lief, toe laat me vrij, alsjeblief!<br />
Prieeltje: Zie je wel!<br />
Knoerifast: Lief prinsesje, gooi maar gauw een ladder of een stevig touw!<br />
De prinses zoekt een touw, maakt het vast en gooit het in de put.<br />
Kulderzipken: Maar prinses, dat mag toch niet!<br />
Prieeltje: Dat mag niet, dat mag niet, je lijkt wel mijn vader.<br />
De knoerifast klimt al giechelnd uit de put. En gaat dan achter hen staan.<br />
Knoerifast: (roept) Triestig ventje, stomme trut, ga maar spelen, in de put!<br />
De knoerifast duwt hen al lachend in de vergeetput. Prieeltje gilt. De knoerifast maakt het touw los,<br />
smijt het in de put en loopt weg.<br />
25
Dag 7: De Knoerifast (deel 2)<br />
Samenvatting<br />
Kulderzipken en prinses Prieeltje zitten nog altijd in de vergeetput. Ondertussen heeft de knoerifast<br />
alle inwoners van het kasteel in kippen veranderd. Uiteindelijk vinden Kulderzipken en de prinses de<br />
oplossing: groentensoep, en de knoerifast veranderd iedereen weer in normale mensen. Voor <strong>be</strong>wezen<br />
moed mag Kulderzipken met de prinses trouwen.<br />
Personages<br />
Kulderzipken, Prieeltje, de duivel en zijn moeder, koning, koningin, gebroeders Grimm, knoerifast<br />
Materiaal<br />
soepmateriaal (pot, kommen, mes, groenten, ...), mes & teddy<strong>be</strong>er & twee lepels voor de knoerifast<br />
Decors<br />
keuken, troonzaal, kerker<br />
Tekst<br />
Verteller: Weten jullie nog wat er gisteren ge<strong>be</strong>urd is? Prinses Prieeltje heeft de knoerifast uit de<br />
vergeetput gehaald en daarna heeft de knoerifast hen in de put geduwd: "triestig ventje, stomme trut,<br />
ga maar spelen, in de put!". Hopelijk geraken ze daar heelhuids uit!<br />
Iedereen <strong>be</strong>halve Kulderzipken en de prinses staan in de troonzaal en zijn een <strong>be</strong>etje aan het dansen.<br />
Koning: Is dat nu zo moeilijk, gewoon doen? Vooruit, doe gewoon, dat is een <strong>be</strong>vel.<br />
Koningin: Maar waar is ons prinsesje, en waar is Kulderzipken?<br />
Koning: Doe gewoon, bange afwasbak.<br />
Koningin: Ik <strong>be</strong>n wel bang, maar ik <strong>be</strong>n geen afwasbak!<br />
De klokken klinken zeer luid. Plotseling komt de knoerifast binnengestormt.<br />
Knoerifast: Goeiedag, hallo, koekoek, ik kom eens even op <strong>be</strong>zoek!<br />
Moeder: De knoerifast!<br />
Duivel: De wie?<br />
Iedereen: (wijzend naar de grond) De KNOERIFAST!<br />
Knoerifast: Aaaah!<br />
Al lachend en iedereen bang makend zit de knoerifast achter iedereen aan. In zijn ene hand houd hij<br />
twee lepels, in de andere een teddy<strong>be</strong>er. Allen de duivel is niet bang, hij is te dom en verstaat er niets<br />
van :-)<br />
Knoerifast: Hahaha, wat zijn ze bang! Oh lalal, ik denk dat ik wat tover ga! Hocus pocus kippesnot,<br />
drek van eiers met een vot! Potje vol met hazelippen, ik <strong>be</strong>tover jullie allemaal in domme kippen!<br />
26
Iedereen veranderd in een kip, de koning is de haan. De knoerifast gaat tevreden op de troon zitten en<br />
pest hen nog een <strong>be</strong>etje. Ondertussen zitten Kulderzipken en de prinses nog altijd in de put (letterlijk).<br />
Kulderzipken: Klim op mijn schouders.<br />
De prinses pro<strong>be</strong>ert op zijn schouders te klimmen.<br />
Prieeltje: Het gaat niet Kulderzipken.<br />
Kulderzipken: Prieel, je kroon.<br />
Kulderzipken neemt haar kroontje en bind het touw er aan vast. Hij gooit het uit de put. Na een paar<br />
keer pro<strong>be</strong>ren blijft het ergens aan vasthaken. Ze klimmen uit de put.<br />
Kulderzipken: Toen ik heel klein was, <strong>be</strong>n ik eens in het hol gevallen van een kabouterkoning. En<br />
die kabouters vonden mij zo lief dat ze me wilden houden. En toen <strong>be</strong>n ik zo kunnen ontsnappen.<br />
Prieeltje: Maar ik vind jou ook lief hoor!<br />
Prieeltje geeft Kulderzipken een kus!<br />
Kulderzipken: (duidelijk van zijn stuk gebracht) Echt waar?<br />
Prieeltje: Misschien had ik dat touw <strong>be</strong>ter niet gegooid.<br />
Kulderzipken: Ah, kom!<br />
Ze lopen <strong>be</strong>iden weg uit de kelder naar de troonzaal.<br />
Prieeltje: Oh nee, ze zijn ...<br />
Kulderzipken: ... <strong>be</strong>tovert ...<br />
Prieeltje: ... door ...<br />
Kulderzipken: ... de knoerifast! Vlug, de boeken van de Grimms!<br />
Kulderzipken en de prinses lopen vlug naar de kamer van de Grimms. Daar zoeken ze in alle boeken<br />
naar een oplossing.<br />
Kulderzipken: In deze boeken staat alles over alles. We moeten iets vinden over de knoerifast.<br />
Plotseling smijt Prieeltje alle andere boeken van de tafel en ze leest voor uit een boek:<br />
Prieeltje: Hier hier! De knoerifast slaapt altijd heel lang. Hij slaapt telkens zever jaar aan één stuk,<br />
dan is hij één dag wakker en dan slaapt hij opnieuw zeven jaar. Tijdens die ene dag <strong>be</strong>tovert hij<br />
iedereen die hij ziet. Hij maakt iedereen gek.<br />
Kulderzipken: Ja dat klopt, ze denken allemaal dat ze kippen zijn!<br />
Prieeltje: Vierhonderd jaar geleden heeft mijn over-over-over-over-over-over-overgrootvader hem<br />
gevangen genomen en opgesloten in de put. En zeven jaar geleden is hij nog eens ontsnapt. Toen<br />
heeft hij op één dag een heel dorp <strong>be</strong>tovert. Alle mensen dachten dat ze haringen waren.<br />
Kulderzipken: Haringen?<br />
Prieeltje: Ja, ze zijn allemaal in zee gesprongen, niemand heeft hen ooit nog terug gezien.<br />
Kulderzipken: Wat erg!<br />
Prieeltje: En toen de knoerifast na één dag weer in slaap viel heb<strong>be</strong>n ze hem weer in de put<br />
gesmeten. Maar er is gelukkig ook een middel om hem te kalmeren. Het is een soort spreuk: "de ge-ur<br />
van growentesojep".<br />
De prinses en Kulderzipken spreken de spreuk een paar keer uit tot ze hem verstaan heb<strong>be</strong>n: "de geur<br />
van groentensoep".<br />
Samen: De geur van groentensoep!<br />
27
Ze lopen vlug naar de keuken waar ze <strong>be</strong>ginnen groenten te snijden en soep te maken. Ondertussen is<br />
de knoerifast <strong>be</strong>ginnen rondlopen door het kasteel.<br />
Kulderzipken: Ik hoop maar dat die groentensoep op tijd klaar is voor de knoerifast ons vind.<br />
De klokken klinken. Kulderzipken en prinses Prieeltje verstoppen zich vlug. De knoerifast komt de<br />
keuken binnen.<br />
Knoerifast: Waar zijn ze toch, (tegen de teddy<strong>be</strong>er) waar zijn die twee? Misschien wel hier, (kijkt<br />
rond) toch niet, nee nee (slaat op de teddy<strong>be</strong>er).<br />
De knoerifast gaat weg en zoekt verder. Kulderzipken en de prinses komen weer tevoorschijn en<br />
werken verder aan de soep.<br />
Knoerifast: (haalt een groot mes uit) Dat kereltje en die prinses, snijd ik aan stukken met mijn mes!<br />
En dan gooi ik ze in een ravijn, aaaaaaah (doet alsof hij ze ziet vallen), boephf. Dat zal nogal een<br />
bloedbad zijn hahaha.<br />
Kulderzipken en de prinses komen uit de keuken met een grote kom soep. Overal in het kasteel zetten<br />
ze kleine kommetjes rond met soep.<br />
Kulderzipken: We zetten heel het kasteel vol soep, dat het goed ruikt!<br />
In de troonzaal komen ze de knoerifast tegen die hen als een gek aan het zoeken is.<br />
Knoerifast: (al zingend en dansend) Wat ik graaaaag in mijn neusgaten heeeeeb, is de geeuur van<br />
groowente-sooojep! Want van die growente-sojep geeuur, raak ik in een geweledig humeeuuur!<br />
Kulderzipken houd vlug een kom soep onder zijn neus. Als bij toverslag is de knoerifast volledig kalm<br />
geworden.<br />
Knoerifast: Wat krijgen we nu! Euh, hoe gaat het met u? (schud hen de hand) Akkerdzjie, wat <strong>be</strong>n ik<br />
blij dat ik je zie!<br />
Kulderzipken: Zeg knoerifast, zou je ons een plezier willen doen? Zou jij iedereen terug normaal<br />
willen maken?<br />
Knoerifast: Brave jongen, schone maagd, ik doe al wat je me vraagt!<br />
Prieeltje: Oh daar <strong>be</strong>n ik blij om, want abnormale ouders heb<strong>be</strong>n is echt niet prettig. Trouwens t'is zo<br />
al erg genoeg.<br />
Knoerifast: Ik hou voortaan echt wel mijn fatsoen, maar wilt gij dan wel iets voor mij doen? Ik zou<br />
graag eens gaan dansen, op een echt groot feest, (al grienend) want ik <strong>be</strong>n nog nooit op een feest<br />
geweest!<br />
De prinses troost hem, Kulderzipken vind dat niet leuk (jaloers).<br />
Prieeltje: Als jij iedereen terug tovert dan geven wij een groot feest voor jou.<br />
Knoerifast: Maar dat is prachtig, dat is lief, prinses, ge zijt mijn hartedief (omhelst de prinses).<br />
De knoerifast zwaait met zijn handen en iedereen is terug normaal.<br />
Koning: Knoerifast, normaal zou ik je weer zonder medelijden in de put laten smijten. Maar omdat<br />
mijn dochter de prinses het <strong>be</strong>loofd heeft gaan we voor jou feesten. Hoera voor de knoerifast!<br />
Iedereen: (zonder veel overtuiging) Hoera, hoera.<br />
Koning: En dan nu zou ik nog een speciale mededeling willen met u mededelen. U weet dat ik al<br />
lang op zoek <strong>be</strong>n naar een geschikte kandidaat om te trouwen met mijn dochter en om koning te<br />
worden zodat ik eindelijk op pensioen kan gaan. Wel nu, aangezien deze jongen hier (legt een hand<br />
op Kulderzipkens schouder) ons net allemaal heeft gered, <strong>be</strong>n ik hem heel dankbaar. Prieeltje, mijn<br />
dochter, lief kind, zou jij graag met Kulderzipken trouwen?<br />
28
Prieeltje: (zeer uitbundig) Ja, ja ja!<br />
Prieeltje springt in Kulderzipkens armen en geeft hem een dikke smakkerd.<br />
Kulderzipken: En nu kan het feest echt <strong>be</strong>ginnen, muziek!<br />
De muziek speelt en iedereen danst uitbundig.<br />
einde<br />
29