18.09.2013 Views

3.2.04 Rouwverwerking.pdf

3.2.04 Rouwverwerking.pdf

3.2.04 Rouwverwerking.pdf

SHOW MORE
SHOW LESS

You also want an ePaper? Increase the reach of your titles

YUMPU automatically turns print PDFs into web optimized ePapers that Google loves.

Situaties Ziekte en gezondheid <strong>Rouwverwerking</strong> p 1<br />

<strong>Rouwverwerking</strong><br />

1. WAT IS ROUW? ............................................................................................................................... 1<br />

2. DE KERN VAN HET ROUWPROCES.................................................................................................. 2<br />

3. REGELEN VAN PRAKTISCHE ZAKEN .............................................................................................. 3<br />

4. VORMEN VAN EEN BEELD VAN DE TOEDRACHT VAN HET OVERLIJDEN ..................................... 4<br />

5. AANVAARDING VAN HET VERLIES................................................................................................ 5<br />

6. COMPLICATIES ............................................................................................................................... 7<br />

7. SIGNALEN VAN STAGNERENDE ROUW.......................................................................................... 9<br />

8. VERTROUWEN OP GOD ................................................................................................................ 10<br />

LITERATUUR..................................................................................................................................... 13<br />

1. Wat is rouw?<br />

Het woord rouw is afgeleid van het Oudnederlandse woord `beroofd zijnʹ. We vinden dat bij<br />

voorbeeld in Genesis 43: 14, waar Jacob uitroept: ʺEn mij aangaande, als ik van kinderen beroofd<br />

ben, zo ben ik beroofd.ʺ (St. Vert.). In dat woord klinkt iets door van het smartelijke,<br />

overweldigende en onacceptabele. Rouw is moeilijk. In de eerste plaats omdat het zo<br />

verdrietig kan zijn en daarom zwaar om te dragen. Moeilijk ook in de betekenis van<br />

ongrijpbaar. Het is soms niet of nauwelijks te bevatten. Daarbij komt dat het verloop voor de<br />

betrokkene vaak onvoorspelbaar lijkt. Zó kun je je redelijk voelen, om kort daarop helemaal<br />

van slag te zijn. Tenslotte is het moeilijk omdat in de rouw zoveel verschillende factoren een<br />

rol spelen. Denk aan de doodsoorzaak en de aard van de relatie. Of ook aan de mate waarin<br />

het verwacht werd, iemands gezondheidstoestand, geestelijk leven en de sociale omgeving.<br />

Dat alles maakt dat rouw een overrompelend en chaotisch karakter kan hebben. In het<br />

onderstaande doen we een poging om hierin de weg te kunnen vinden.<br />

Gemeente Vandaag © Steunpunt Gemeenteopbouw 2006


Situaties Ziekte en gezondheid <strong>Rouwverwerking</strong> p 2<br />

2. De kern van het rouwproces<br />

Om te beginnen moeten we in de gaten houden waar het in de rouw om gaat. Dat zijn in de<br />

kern van de zaak twee opgaven, waarvan de eerste meer naar binnen en de andere meer<br />

naar buiten is gericht:<br />

• loslaten van de band met de overledene, en:<br />

• aanpassen aan de nieuwe situatie.<br />

Verwachting opgeven<br />

Om misverstanden te voorkomen: loslaten betekent niet dat men iemand zou moeten<br />

vergeten! Vaak is het juist zo, dat men veel vaker aan de overledene denkt dan tijdens diens<br />

leven. Die herinneringen zijn vaak waardevol en steunend, al zijn ze ook gemengd met<br />

verdriet en soms ook met problematische gevoelens zoals schuld en boosheid. Loslaten<br />

betekent wel dat men de werkelijkheid van het verlies onder ogen ziet. Alle wensen en<br />

verwachtingen die men nog ten opzichte van de overledene had, moeten worden opgegeven.<br />

In de tweede plaats is genoemd de aanpassing aan de nieuwe omstandigheden die met het<br />

verlies zijn ontstaan. Die kunnen zeer verschillend zijn. Een vrouw met opgroeiende<br />

kinderen die haar man verliest, staat voor heel andere opgaven dan een meisje dat haar<br />

jongere zusje verliest, op wie ze vaak moest passen en voor wie ze zich sterk<br />

verantwoordelijk voelde. De verantwoordelijkheden die uit de veranderde omstandigheden<br />

voortvloeien, kunnen zwaar drukken, terwijl iemand zich innerlijk verwond en zwak voelt.<br />

Luisteren<br />

Om hierbij tot steun te kunnen zijn, moet de naaste weten wie de overledene voor de<br />

nabestaande was en wie en wat iemand mist. Dat vraagt geduld, luisteren en begrip. De wil<br />

ook om je open te stellen voor de verhalen over de overledene en je te verdiepen in de aard<br />

van de relatie die de nabestaande met de overledene had. Want zo neemt een mens afscheid:<br />

door terug te blikken, de fotoʹs van wat was te bekijken, herinneringen op te halen en te<br />

vertellen wat je dan denkt en hoe dat voelt. Hoe intenser de band was, hoe vaker dat gebeurt<br />

en hoe meer tijd dat vraagt. Niet alleen de omgeving, maar ook de nabestaande zelf moet<br />

daar recht aan doen.<br />

Inleven<br />

In het ondersteunen bij de aanpassing aan de nieuwe situatie is het van belang dat men<br />

beseft welke nieuwe opgaven het verlies voor de nabestaande met zich meebrengt. Dat<br />

vereist dat men zijn ogen de kost geeft, zich verplaatst in de situatie van de ander, attent is<br />

en bereid een helpende hand te bieden.<br />

Gemeente Vandaag © Steunpunt Gemeenteopbouw 2006


Situaties Ziekte en gezondheid <strong>Rouwverwerking</strong> p 3<br />

Complexe opgaven<br />

In de praktijk lopen beide opgaven, loslaten en aanpassen, door elkaar heen. Ze beïnvloeden<br />

elkaar ook. Een weduwe die in beslag wordt genomen door het oplossen van acute financiële<br />

nood, komt onvoldoende toe aan de verwerking, die daardoor kan stagneren. Een andere<br />

weduwe kan zoveel moeite hebben met de innerlijke verwerking, dat ze de opvoeding van<br />

de kinderen verwaarloost. Daardoor wordt ze later geconfronteerd met een losgeslagen<br />

gezin. De dingen moeten ook hier in evenwicht zijn en daarbij is de steun van anderen vaak<br />

onmisbaar.<br />

Inspanning<br />

We spraken niet zonder reden over rouw als `opgaveʹ. In het woord `rouwverwerkingʹ<br />

herkennen we het woord `werkʹ. Dat betekent dat rouw een (enorme) inspanning van de<br />

nabestaande vraagt. Behalve zwaar, is het ook `rauw werkʹ, omdat het zoʹn pijn kan doen. De<br />

kerntaken van rouwverwerking hebben we hiervoor kort aangeduid, maar daar zijn bij<br />

nader inzien bijzondere opgaven aan te onderscheiden. Over vier daarvan willen we iets<br />

meer zeggen:<br />

• regelen van praktische zaken direct na het overlijden;<br />

• vormen van een beeld van de toedracht van het overlijden;<br />

• aanvaarding van het verlies en de complicaties die daarbij kunnen optreden;<br />

• in alle dingen vertrouwen op God.<br />

3. Regelen van praktische zaken<br />

Tal van zaken moeten worden geregeld: de eventuele identificatie, het opstellen van de<br />

advertentie, vorm geven aan de begrafenisplechtigheid, het opbaren enz. De manier waarop<br />

dat gebeurt, kan de verdere verwerking sterk beïnvloeden. Een zorgvuldige regeling van de<br />

zakelijke en praktische aangelegenheden is daarom op zijn plaats. De ruimte ontbreekt om<br />

hier concreter te worden. Ik volsta daarom met twee verwijzingen. Ds. P. Vermaat schreef<br />

over de zaken die rond het overlijden een rol spelen, een lezenswaardig boek, getiteld<br />

`Liever toch bezoekʹ (1996a). In de `Gids na een overlijdenʹ, een uitgave van het Landelijk<br />

Steunpunt <strong>Rouwverwerking</strong> te Utrecht, vindt men een goede leidraad voor de zakelijke<br />

dingen die geregeld moeten worden. 1<br />

1 Deze gids wordt twee keer per jaar bijgewerkt<br />

Gemeente Vandaag © Steunpunt Gemeenteopbouw 2006


Situaties Ziekte en gezondheid <strong>Rouwverwerking</strong> p 4<br />

4. Vormen van een beeld van de toedracht van het overlijden<br />

Willen we een verlies kunnen verwerken, dan moeten we weten wat er is gebeurd. Deze<br />

behoefte zien we het sterkst bij onverwachte en niet natuurlijke doodsoorzaken. Bij een<br />

dodelijke ziekte of een natuurlijke doodsoorzaak zoals een hartaanval bij iemand die al<br />

langer hartklachten had, is men van de oorzaak vaak al op de hoogte. Maar ook dan kunnen<br />

onverwachte gebeurtenissen tot dringende vragen leiden. Zo kan de indruk bestaan dat<br />

medische fouten van artsen de directe aanleiding waren en men wil daar dan terecht<br />

duidelijkheid over.<br />

Onbeantwoorde vragen<br />

`Wat is er gebeurd?ʹ is vaak de eerste vraag die we stellen als we met iets onverwachts<br />

worden geconfronteerd. Een antwoord daarop betekent een confrontatie met de vaak<br />

schokkende, naakte feiten van een onverhoeds einde.<br />

Vertraging rouwproces<br />

Familie of instanties hebben soms de neiging om de nabestaande daartegen te beschermen.<br />

Dat is begrijpelijk, maar bij nader inzien niet wenselijk, omdat onbeantwoorde vragen het<br />

rouwproces kunnen vertragen. Daarbij dient men overigens niet alleen aan volwassenen,<br />

maar ook aan kinderen te denken!<br />

Als we op vragen naar de toedracht antwoord geven in de trant van: `Je krijgt hem of haar er<br />

toch niet mee terugʹ, of: `Laat dat nu maar rusten. Je hebt het zo al moeilijk genoeg en dan<br />

word je nog meer overstuurʹ, beseffen we niet hoe ontzettend belangrijk dit voor de<br />

nabestaanden kan zijn.<br />

In deze gevallen kan het bureau slachtofferhulp (te bereiken via de politie) behulpzaam zijn<br />

bij het verkrijgen van de gewenste informatie. Die hebben daar ervaring mee. Zij kunnen bij<br />

voorbeeld bemiddelen in een gesprek met een officier van justitie, politie of brandweer.<br />

Informeren bij instanties<br />

Een bijzondere situatie doet zich voor als er sprake is van dood door schuld. Vooral dan zijn<br />

een zorgvuldige informatievoorziening evenals begeleiding in de (vaak langdurige)<br />

juridische procedures van groot belang. Daarbij gaat het er zeer zakelijk aan toe en voor de<br />

nabestaanden kan dat een harde ervaring zijn. Ook hierbij kunnen naasten, maar ook het<br />

bureau slachtofferhulp goede diensten bewijzen, door nabestaanden daarbij te begeleiden.<br />

Gemeente Vandaag © Steunpunt Gemeenteopbouw 2006


Situaties Ziekte en gezondheid <strong>Rouwverwerking</strong> p 5<br />

5. Aanvaarding van het verlies<br />

Aanvaarding is één van de belangrijkste opgaven als het besef van het definitieve verlies<br />

eenmaal doordringt. Ontkenning, schuldgevoelens of protest helpen immers niet. Het is ook<br />

één van de moeilijkste en pijnlijkste opgaven. Wat zo intens en onlosmakelijk met elkaar<br />

verweven leek, is onherstelbaar losgescheurd.<br />

Moeilijke opgave<br />

Men moet die werkelijkheid, hoe smartelijk ook, onder ogen leren zien.<br />

Zeker in het begin kan een voortdurende confrontatie met de werkelijkheid teveel zijn. Onze<br />

psyche bepaalt als het ware zelf de grenzen van ons incasseringsvermogen. Als de<br />

werkelijkheid geleidelijk aan doordringt, zien we vaak dat `herbelevingʹ en `vermijdingʹ zich<br />

afwisselen. Bij herbelevingen komen spontaan gedachten op aan de overledene, die meteen<br />

ook alle felle emoties door het lijf jagen, die met het gemis verbonden zijn. Daarin zien we<br />

dat de confrontatie met het definitieve verlies zich voluit aandient. De herbelevingen worden<br />

vaak afgewisseld met perioden van vermijding van situaties en voorwerpen die aan de<br />

overledene doen denken, want anders zou het teveel worden.<br />

Vermijding op zich is niet erg, evenmin als heftige emotionele buien. Het wordt een<br />

probleem als deze reacties zich vastzetten. Beweging is gezond, bevriezen ongezond. Voor<br />

de naaste omgeving is het in deze periode moeilijk om de nabestaande nabij te zijn. Zoals de<br />

nabestaande het verlies heeft te aanvaarden, zo heeft de naaste hem of haar te aanvaarden.<br />

Dat betekent vooral: er zijn en het (soms hartverscheurende en schijnbaar ontroostbare)<br />

verdriet trachten mee te dragen. Dat is bepaald niet gemakkelijk en daar mag ook best begrip<br />

voor zijn.<br />

Trouw op bezoek<br />

Ik stip een aantal aandachtspunten aan. Trouw op bezoek komen en daarbij geduldig<br />

luisteren naar ogenschijnlijk steeds dezelfde verhalen (maar wie goed luistert, ontdekt<br />

meestal de kleine veranderingen die op een gezonde ontwikkeling duiden).<br />

Bidden<br />

Ook als christen nabij zijn, door voor en samen met iemand te bidden, en een stukje uit de<br />

Bijbel te lezen wat iemand dierbaar is. Praktisch voor de ander zorgen als die niet meer kan<br />

(denk aan die andere rouwtaak; het aanpassen aan de dagelijkse werkelijkheid die eisen<br />

stelt). Kijk daarbij wel uit voor een doenerigheid die de nood van de ander als het ware<br />

overschreeuwt. Ook niet van alles en nog wat aandragen, zoals:<br />

Gemeente Vandaag © Steunpunt Gemeenteopbouw 2006


Situaties Ziekte en gezondheid <strong>Rouwverwerking</strong> p 6<br />

Valkuilen<br />

`Het leven gaat weer verder, daar moet je wel aan denken hoor!ʹ (`Dat is nu net het<br />

probleem, want dat zie ik helemaal niet meer zitten!ʹ).<br />

`Wees dankbaar voor alle het goede wat je samen hebt mogen belevenʹ. (`Daarom had ik juist<br />

zo graag samen verder willen leven!ʹ).<br />

`Je moet wel om je kinderen denken hoor, want die hebben je nodig.ʹ (`Dat maakt nu juist zo<br />

wanhopig, dat ik voor ze moet zorgen, terwijl ik het niet kan.ʹ).<br />

`Nu is het nog erg vers, maar over een poosje zal het wel beter gaan, als je niet meer zo vaak<br />

aan hem denktʹ. (`Hoepel op! Hoe zou ik ooit minder aan hem kunnen denken? Alles<br />

herinnert aan hem. Anderen interesseren me helemaal niet.ʹ).<br />

`Er zijn er die het nog moeilijker hebben, want jij hebt tenminste nog afscheid kunnen<br />

nemen.ʹ (`Moet ik het leed van die anderen er dan ook nog bijnemen?ʹ).<br />

Aanvaarden is géén passief berusten, maar, om met Ter Horst te spreken een `leedgevechtʹ.<br />

Een gevecht dat nog lang niet voorbij is, terwijl de omgeving alweer met andere dingen<br />

bezig is. Juist dan voelt de nabestaande zich vaak zo eenzaam en onbegrepen. Daarom<br />

herhalen we nog maar eens het woordje trouw in het meeleven met en steunen van de<br />

nabestaande.<br />

Laagtijdagen<br />

Vooral op dagen waarop iemand extra aan het verlies wordt herinnerd (een verjaardag, de<br />

dag van het overlijden) kunnen wonden weer opengaan. Ter Horst noemt die treffend<br />

`laagtijdagenʹ. Alleen al het tonen dat je er weet van hebt, is dan als balsem in de wond.<br />

Als het goed is, neemt de heftigheid van de herbelevingen en vermijding geleidelijk aan af.<br />

Iemand betrapt er zich op dat zij weer eens om een grapje lacht. Of dat men even kan<br />

genieten van muziek, de natuur, een boek, of wat dan ook. Dat zijn tekenen dat er<br />

vooruitgang is. Sommigen voelen zich daar schuldig over, maar het is goed om ze als<br />

tekenen van herstel te aanvaarden en er dankbaar voor te zijn. De gedachte dat ook de<br />

overledene dat iemand gegund zou hebben, blijkt hier nogal eens te helpen.<br />

Afleiding<br />

Uit de afwisseling tussen herbeleving en vermijding kunnen we ook leren dat het niet goed<br />

is om altijd en uitsluitend over het gemis te praten. Soms is het beter om afleiding te zoeken<br />

en iets anders te gaan doen, bijv. een wandeling maken, samen een klus opknappen of wat<br />

dan ook. Het is niet eenvoudig om aan te geven wanneer het daarvoor het gewenste moment<br />

is. Mensen kunnen er te moe of lusteloos voor zijn. Het kan goed zijn om dan toch te<br />

stimuleren, maar het mag geen forceren worden. Het beste is om dit eerlijk met de<br />

nabestaande te bespreken.<br />

Gemeente Vandaag © Steunpunt Gemeenteopbouw 2006


Situaties Ziekte en gezondheid <strong>Rouwverwerking</strong> p 7<br />

Zorg door de gemeente<br />

Vooral voor nabestaanden die alleen achterblijven of anderszins behoefte hebben aan<br />

meeleven, kan de christelijke gemeente veel betekenen. Hier ligt zelfs een bijbelse opdracht.<br />

Een goed voorbeeld daarvan is de `Marakringʹ waar ds. Vermaat (1996b) over schrijft. Het is<br />

een open groep van gemeenteleden die een verlies geleden hebben en die regelmatig bij<br />

elkaar komen. Men zou ook kunnen denken aan een vorm van mantelzorg, waarbij<br />

nabestaanden worden bezocht door gemeenteleden die zelf niet direct te kampen hebben<br />

met de verwerking van een verlies.<br />

6. Complicaties<br />

Het loslatingproces kan door allerlei complicaties belemmerd worden.<br />

• Het overlijden kwam door onachtzaamheid of zelfs door opzet. Een gewelddadige of<br />

te voorkomen dood is naar verhouding moeilijker te aanvaarden. De nabestaanden<br />

blijven dan soms achter met gevoelens van zinloosheid, haat naar de schuldige(n),<br />

onveiligheid (want blijkbaar kan zoiets je zomaar overkomen) of aangedaan onrecht.<br />

Moeilijker nog is het als de nabestaande tevens veroorzaker is. Iemand maakt bijv.<br />

een verkeersovertreding waardoor een inzittende om het leven komt.<br />

• Een overlijden na een langdurige ziekte. Dit kan de verzorgers uitputten en hen<br />

gemakkelijk isoleren van anderen. Omdat de zorg hen geheel kan absorberen,<br />

kunnen nabestaanden daarna in een gat vallen.<br />

• Dood van een kind. Het is niet de bedoeling hiermee andere situaties te<br />

bagatelliseren, maar dit is één van de moeilijkste overlijdens. We zien dit ook in het<br />

trieste feit dat er nogal wat huwelijken na het overlijden van een kind onder druk<br />

komen te staan. Mensen worden soms zo op zichzelf teruggeworpen dat ze<br />

vreemden worden voor zichzelf en elkaar. Het risico op echtscheiding is niet<br />

denkbeeldig. We spreken hier uiteraard in het algemeen, want het verschilt van geval<br />

tot geval.<br />

• Botsende manieren om met het verlies om te gaan binnen het gezin. Als de<br />

overledene door sommigen als `heiligʹ worden behandeld, en ook elk voorwerp dat<br />

hem of haar toebehoorde, terwijl de anderen ook over diens negatieve kanten willen<br />

praten.<br />

Zo kan een beklemmende en explosieve atmosfeer ontstaan, waarin geen ruimte is om op<br />

een reële en eerlijke manier met ieders (verschillende) rouwemoties en gedachten om te<br />

gaan.<br />

• Gezondheidsproblemen voorafgaand aan het overlijden. Nabestaanden die in<br />

lichamelijk of psychisch opzicht al zwak waren, zijn vaak in een minder goede<br />

conditie om het verlies te verwerken.<br />

Gemeente Vandaag © Steunpunt Gemeenteopbouw 2006


Situaties Ziekte en gezondheid <strong>Rouwverwerking</strong> p 8<br />

• Eenzaamheid. Elders in dit hoofdstuk is aangegeven hoe enorm belangrijk steun van<br />

anderen is. Wie dat ontbeert, heeft het extra moeilijk om het verlies te verwerken. Met<br />

name wil ik hier de aandacht vestigen op weduwnaars. Uit meerdere<br />

onderzoekingen is gebleken dat zij een groter risico lopen op vereenzaming en<br />

bijkomende problemen dan weduwen. De laatsten blijken naar verhouding beter in<br />

staat zich in emotioneel en sociaal opzicht te redden.<br />

• Complicaties in de relatie tot de overledene. Er kan bijvoorbeeld sprake zijn van een te<br />

grote afhankelijkheid. Als de ander dan wegvalt, kan de nabestaande niet alleen<br />

verder en een depressie ontwikkelen. Vaak wordt op anderen een onmatig beroep<br />

gedaan voor nabijheid en hulp, zonder daar zinvol gebruik van te maken. Dat zet de<br />

contacten met hen onder druk. In zoʹn geval is er sprake van een<br />

persoonlijkheidsprobleem bij de nabestaande, dat verhuld wordt in een rouwgewaad<br />

en daardoor moeilijk bespreekbaar is.<br />

Een relatie kan ook gekenmerkt zijn geweest door tegenstrijdigheden. Ze idealiseerden de<br />

overledene, maar tegelijkertijd hadden ze een hekel aan hem. Dat kan het geval zijn als de<br />

overledene een overheersend iemand was, die de ander nauwelijks ruimte gaf zichzelf te<br />

zijn. De nabestaande kan dan achterblijven met moeilijke gevoelens van zowel boosheid als<br />

schuld.<br />

Soms worden pijnlijke zaken ontkend of weggeduwd. Eens sprak ik een oudere vrouw die<br />

onbedaarlijk begon te huilen nadat ik het gesprek begon met de opmerking: ʺIk heb<br />

begrepen dat uw vader is overleden.ʺ Snikkend herhaalde ze zachtjes het woord vader,<br />

waarna eruit kwam dat hij haar jarenlang misbruikt had, maar dat ze er nooit met anderen<br />

over had gesproken. Haar leven was verwoest, maar ze durfde er niet over praten om niet in<br />

conflict te komen met anderen die een ideaalbeeld van hem hadden.<br />

Een ander voorval betrof een gehuwde vrouw die een geheime verhouding had gehad met<br />

een eveneens gehuwde ambtsdrager, die na een slopende ziekte overleed. Ze zat met<br />

verwarde schuld‐ en rouwgevoelens die ze niet `mochtʹ hebben en waar ze met niemand<br />

over durfde praten. Weer anderen ontkennen dat de dode door roekeloos gedrag zelf<br />

schuldig was aan zijn dood, waardoor ze niet in staat zijn de rouw realistisch met anderen te<br />

delen en verder te komen.<br />

Opletten<br />

Men dient op een genuanceerde wijze met deze complicaties om te gaan. Als die er zijn, dan<br />

is de kans op stagnerende rouw groter dan wanneer die er niet zijn. Maar het is niet zo dat ze<br />

persé tot problemen in de verwerking leiden. Integendeel, ook in die gevallen slagen de<br />

meeste nabestaanden erin om met het verlies toch bevredigend te functioneren. Andersom is<br />

het ontbreken van complicaties geen reden om zonder meer aan te nemen dat de verwerking<br />

wel goed zal verlopen. Kortom, bij een ingrijpend verlies moet men altijd attent zijn op<br />

signalen van stagnerende rouw, maar bij complicaties moet men daar extra aandacht aan<br />

besteden.<br />

Gemeente Vandaag © Steunpunt Gemeenteopbouw 2006


Situaties Ziekte en gezondheid <strong>Rouwverwerking</strong> p 9<br />

7. Signalen van stagnerende rouw<br />

Specifieke signalen van rouw die zich vastzet, zijn:<br />

• een alles overheersend verlangen naar en bezig zijn met de overledene, alsof die nog<br />

leeft. (Als voorbeeld noem ik de moeder die de zolder van haar huis geheel had<br />

ingericht met de spullen van haar overleden zoon. Als ze het om welke reden dan<br />

ook moeilijk had, trok ze zich daar terug en sprak met hem, alsof hij nog leefde. Dat<br />

gaf grote spanningen met de andere gezinsleden en zij leefde steeds meer in een<br />

schijnwereld.);<br />

• verbijstering en ongeloof;<br />

• ontkennen of vermijden van bepaalde aspecten van het verlies en het niet onder ogen<br />

zien van de gevolgen voor zichzelf als nabestaande;<br />

• gevoelens van verbittering, agressie en schuld.<br />

Daarbij komen vaak ook meer algemene leedsignalen, zoals:<br />

• zich terugtrekken uit sociale contacten;<br />

• de normale verantwoordelijkheden verwaarlozen en geheel opgaan in het eigen<br />

verdriet;<br />

• doodswensen;<br />

• misbruik van slaapmiddelen en/of sterke drank;<br />

• depressiviteit;<br />

• stoornissen in het eten en slapen.<br />

Nu zijn dergelijke signalen in de eerste weken of maanden na het verlies niet ongewoon.<br />

Terecht wordt gesteld dat rouw niet binnen een of twee jaar over hoeft te zijn; want rouw<br />

gaat nooit over. Maar we moeten het normale gemis en rouwverdriet niet verwarren met<br />

tekenen van problematische rouw. Die kunnen wel degelijk te lang duren. We moeten<br />

voorzichtig zijn in het hanteren van bepaalde termijnen, maar op grond van onderzoek is er<br />

toch wel iets over te zeggen. In de regel is het zo dat de situatie rond zes maanden na het<br />

verlies een redelijke voorspeller vormt voor hoe het verder zal gaan. Anders gezegd: als zich<br />

op dat moment nog steeds veel van de signalen voordoen die hiervoor zijn genoemd, dan is<br />

er reden tot zorg. Dit dient open en eerlijk met de nabestaande besproken te worden.<br />

Open vragen<br />

Vraag maar heel concreet of men last heeft van genoemde signalen. Op zijn minst dient men<br />

in die gevallen advies in te winnen bij een hulpverlener.<br />

Gemeente Vandaag © Steunpunt Gemeenteopbouw 2006


Situaties Ziekte en gezondheid <strong>Rouwverwerking</strong> p 10<br />

Indien er ernstige problemen in de verwerking ontstaan, gaan die de mogelijkheden van de<br />

naaste omgeving om hulp te bieden, vaak te boven. Samen kan zo nodig gezocht worden<br />

naar hulp. De huisarts is daarvoor veelal het eerste adres. Ook als de ander dat niet wil, kun<br />

je als naaste een advies inwinnen, waarbij niet meteen de naam van de ander genoemd hoeft<br />

te worden.<br />

Verwijzing<br />

Laat een verwijzing naar hulp echter geen afwijzing worden! De naaste omgeving zal ook en<br />

juist dan moeten blijven meeleven. Degene die nabestaanden bijstaat, doet er vooral bij<br />

problemen wel goed aan eigen grenzen in acht te nemen. Als men het gevoel heeft dat het te<br />

zwaar wordt, als er spanningen komen in het contact, dan wel dat men zich zorgen maakt<br />

over de vraag of de verwerking wel goed verloopt, dan moet men dit met anderen en zo<br />

nodig met een ambtsdrager of hulpverlener bespreken. Het is beter op tijd een stapje terug te<br />

doen, dan uiteindelijk vanwege uitputting of irritatie het contact te moeten beëindigen.<br />

Onder meer om te voorkomen dat de nabestaande zo met een nieuw verlies wordt<br />

geconfronteerd.<br />

8. Vertrouwen op God<br />

Hiervoor hebben we het vooral gehad over de psychische, sociale en praktische aspecten van<br />

rouw en hoe daarmee omgegaan kan worden. Als het loslatingproces zich daartoe beperkt,<br />

wordt er niets blijvends uit gewonnen. Zeker, dankbare en troostrijke herinneringen kunnen<br />

meegaan. Waardevolle lessen kunnen worden getrokken en met en ten nutte van anderen<br />

worden gedeeld. Maar ook die zijn vergankelijk. Velen voelen dat aan, ook al zijn ze geen<br />

christen. De mens heeft een ingeschapen besef van de eeuwigheid. Vandaar dat vele<br />

nabestaanden behalve met de vraag naar het wat en hoe, ook bezig zijn met die naar het<br />

waarom en waartoe.<br />

Zingeving<br />

Die vragen verwijzen naar een andere, geestelijke dimensie van rouwverwerking, naar de<br />

zin ervan: `Waarom moest juist hem dat treffen, terwijl er nog zoveel schorem gezond<br />

rondloopt?ʹ, `Waarom juist zoʹn lief kind, als zij?ʺ, `Waarom moest dat ons overkomen? We<br />

hebben al zoveel ellende gehad?ʹ We beluisteren hierin verschillende accenten. Bij de één<br />

gaat het om de overledene, maar het kan ook op de nabestaande zelf betrekking hebben. Er<br />

klinkt ontroostbaarheid in door, maar ook wel protest en opstand.<br />

Maar dat ligt voor een christen anders, zal iemand zeggen. Ja, maar dat betekent niet dat het<br />

dan automatisch gemakkelijker is om met deze vragen om te gaan. Ook christenen kunnen<br />

Gemeente Vandaag © Steunpunt Gemeenteopbouw 2006


Situaties Ziekte en gezondheid <strong>Rouwverwerking</strong> p 11<br />

daar intens mee worstelen. Daar kunnen ook de vragen naar iemands eeuwige bestemming<br />

bijkomen, evenals de vraag hoe men zelf tegenover God staat, of men zelf bereid is Hem te<br />

ontmoeten. Het geloof dat tot overgave komt, is een gave. Ook een christen zit soms zo vol<br />

met zichzelf en het leed waardoor voor die gave geen ruimte is.<br />

Isolement<br />

Men kan zichzelf beklagenswaardig gaan vinden en zelfmedelijden ontwikkelen. De andere<br />

kant daarvan is dat men veeleisend en dus vol verwijten naar anderen is, omdat die nu<br />

eenmaal nooit het gemis kunnen vervullen. Ook bitterheid kan zich ontwikkelen en opstand<br />

tegen God. De ruimte om nog naar anderen om te zien wordt steeds kleiner en het isolement<br />

dientengevolge steeds groter. Vanuit verbondenheid met de nabestaande en aansluitend bij<br />

diens verdriet, mag en moet iemand op dit gedrag worden aangesproken. Het verdriet en de<br />

pijn van de ander kunnen iemand een soort onaantastbaarheid geven, maar dat is niet goed.<br />

We zouden zo iemand anders aan zijn lot overlaten.<br />

Worsteling met God<br />

De `waarom‐vraagʹ is in de praktijk geen op zichzelf staande, filosofische vraag. Daarachter<br />

gaat vaak een ontredderd leven schuil, waar iemand geen raad mee weet. In de waarom‐<br />

vraag stoten we op de geestelijke frontlinie van al die grote en kleine worstelingen in het<br />

dagelijkse leedgevecht. De moeite met aanvaarding wordt hierin toegespitst op de strijd om<br />

aanvaarding‐uit‐Gods‐vaderhand (Zondag 10, HC). Dit vraagt niet om een theologische<br />

beschouwing of een rechtzinnig debat over God en het lijden. Voor de nabestaande is hier<br />

allereerst eerlijkheid nodig tegenover God en zichzelf.<br />

Dat veronderstelt de dagelijkse, biddende omgang met God en Zijn Woord. Pas dan ontstaat<br />

er werkelijk uitzicht. Hoe sterk wij ook zijn (met de gaven die God gaf), hoeveel steun<br />

anderen ons ook geven (doordat God ze op onze weg bracht), ook daarvan geldt dat die<br />

vergankelijk zijn. Alleen Gods Woord en werk blijven in eeuwigheid. In en over de dood<br />

heen reikt Zijn macht. Jezus Christus is immers gestorven én opgestaan (1 Kor. 15: 19‐20).<br />

Winst uit verlies<br />

Bij een ontbindende gebeurtenis mag met Hem verbondenheid worden ervaren. In de Bijbel<br />

lezen we op meerdere plaatsen dat de Heer belooft dat Hij een vader zal zijn voor wezen en<br />

een man voor weduwen. Zo dichtbij wil God komen. Zo wordt uit verlies winst geboren.<br />

Loslaten wordt overgeven, want het krijgt een adres. En aanvaarding is niet slechts<br />

acceptatie van gemis, maar van Gods gave en opdracht voor de nieuwe omstandigheden<br />

waarin Hij de nabestaande plaatst.<br />

Zeker, dat gaat gepaard met pijn en verdriet. Deze woorden bedoelen dan ook niet een<br />

ontkenning daarvan. Als Jezus, die op het punt stond Lazarus uit de dood op te wekken,<br />

huilde bij het graf van Zijn vriend, dan hoeven ook wij ons niet te schamen voor onze nood!<br />

De realiteit van het gemis blijft en hoeft niet ontkend te worden.<br />

Gemeente Vandaag © Steunpunt Gemeenteopbouw 2006


Situaties Ziekte en gezondheid <strong>Rouwverwerking</strong> p 12<br />

We hebben oog en oor voor de smartelijke werkelijkheid van rouw, maar we zouden de Heer<br />

tekort doen als we niet duidelijk zouden aangeven dat Hij gemis in winst kan veranderen.<br />

En als dat nu niet (direct) zo gaat? Als we moeten constateren dat er geen geestelijke opening<br />

lijkt te komen? Dan zal de nabestaande gelovig toch op God mogen blijven hopen (Ps. 130).<br />

Geduldig helpen<br />

Voor de naasten geldt dat zij geroepen worden om geduldig, bescheiden en praktisch met de<br />

ander mee te blijven leven. Als die niet meer kan bidden en geloven, dan zullen zij dat<br />

mogen doen. Als de ander geen kracht meer heeft om verder te gaan, stappen zij, bij wijze<br />

van spreken, zoals de barmhartige Samaritaan van hun ezel, helpen de ander daarop en<br />

zorgen voor de nodige ondersteuning. We zullen daarbij moeten beseffen dat het veel strijd<br />

en tijd kan vragen, voordat iemand vrede met God vindt. Het leven kan (tijdelijk) elk<br />

perspectief verliezen. Dat kan zelfs de sterksten overkomen, en óók Gods kinderen.<br />

Denk maar aan David, die slechts met veel moeite Absalom kon loslaten en aan Jacob, die<br />

zich niet wilde laten troosten na het bericht van Jozefs dood en verlangde naar hereniging in<br />

het graf. Laten we daarvoor begrip tonen en iemand niet licht veroordelen. Wij kunnen en<br />

hoeven niet te zorgen dat de Heer ingrijpt in het leven van de nabestaande. Als naaste<br />

hebben we er slechts voor te zorgen dat we geen sta in de weg zijn voor de Heer om te<br />

werken op Zijn tijd. Niet meer, maar ook niet minder.<br />

Dr. J. van der Wal<br />

Gemeente Vandaag © Steunpunt Gemeenteopbouw 2006


Situaties Ziekte en gezondheid <strong>Rouwverwerking</strong> p 13<br />

Literatuur<br />

Campen, M. van (1987). De dood is het einde niet. Leven en sterven in het perspectief van 1<br />

Corinthe 15. ʹs‐Gravenhage: Boekencentrum.<br />

Elliot, Elisabeth (1992). Eenzaamheid; wildernis of weg tot God. Leiden: J.J. Groen en Zoon.<br />

Gids na een overlijden. (1995). Utrecht: LSR.<br />

Hemert, Gerda van (1996). Een kleine jongen. Leiden: J.J. Groen en Zoon.<br />

Horst, W. ter. (z.j.). Over troosten en verdriet. Kampen: Kok.<br />

Rimaris, Ruth (1996). Als tranen tot bloei komen. Leiden: J.J. Groen en Zoon.<br />

Ruler, A.A. van (1972). De dood wordt overwonnen. 1 Corinthe 15 in morgenwijdingen. Nijkerk:<br />

Callenbach.<br />

Schouten, Edith (1992). Als ouder alleen. Kampen: Kok Voorhoeve.<br />

Vermaat, P. (1996a). Liever toch bezoek. Over sterven en rouwverwerking. Kampen: Kok<br />

Voorhoeve.<br />

Vermaat, P. (1996b). Nooit meer blij? Woorden van troost voor wie achterbleef. Kampen: Kok<br />

Voorhoeve.<br />

Wal, Jan van der (1997). Rouwbegeleiding na een dodelijk verkeersongeval. In: Jan van den Bout<br />

en Evert van der Veen (red.) Helpen bij rouw. Utrecht: De Tijdstroom.<br />

JWal, J. van der (1997). Omgaan met rouw. In: J. van der Wal (red.). Omgaan met ...<br />

Heerenveen: J.J. Groen en Zoon. In druk.<br />

Werner, G. (1996). Toch vrede in je tranen. Barneveld: De Vuurbaak.<br />

Werner, G. (1997). Het leven gaat verder. Over sterven, begraven en daarna. Barneveld: De<br />

Vuurbaak.<br />

Naar boven<br />

Gemeente Vandaag © Steunpunt Gemeenteopbouw 2006

Hooray! Your file is uploaded and ready to be published.

Saved successfully!

Ooh no, something went wrong!