CMC 1 prothese/duimbasis prothese - Lievensberg ziekenhuis

Orthopedie
CMC 1 prothese/
Duimbasis prothese

Inleiding
Binnenkort wordt u geopereerd aan uw duim. Er wordt een
prothese in het duimbasisgewricht geplaatst. In deze folder
vindt u informatie over het duimbasisgewricht, de aanleiding
van de operatie, de operatie, de nabehandeling en de
richtlijnen. De informatie die de orthopedisch chirurg u
gegeven heeft, staat hier nogmaals voor u op een rij.
Het duimbasisgewricht
Het duimbasisgewricht is een zadelvormig gewricht, dat wordt
gevormd door het eerste middenhandsbotje en een botje van
de handwortel. In het duimbasisgewricht kan de duim in vrijwel
alle richtingen bewegen.
1
Het duimbasisgewricht
1. duimbasis artrose
1

Oorzaak van de klachten
De klachten die u heeft als u een duimbasis prothese krijgt,
worden veroorzaakt door artrose van het duimbasisgewricht.
Artrose betekent slijtage van het kraakbeen in het gewricht. De
gewrichtsvlakken kunnen hierdoor niet meer soepel langs
elkaar glijden. Artrose kan verschillende oorzaken hebben:
De kraakbeenlaag op het gewricht slijt langzaam,
waardoor het onderliggende bot gedeeltelijk of helemaal
vrij komt te liggen. Dit komt het meest voor bij mensen van
middelbare leeftijd of ouder. Artrose van het duimbasisgewricht
komt meer voor bij vrouwen dan bij mannen.
Een ontstekingsreactie van het gewicht (bv. reumatoïde
artritis) kan het kraakbeen vernietigen, waardoor er slijtage
van het kraakbeen optreedt.
Een trauma van de duim, zoals een breuk of bandletsel,
kan posttraumatische artrose veroorzaken. Dit kan jaren
na de aandoening nog optreden.
Klachten
Veel voorkomende klachten bij artrose van het duimbasisgewricht
zijn:
- Pijn in de duimmuis en aan de duimbasis. Deze pijn kan
toenemen bij knijp en draaibewegingen.
- Nachtpijn.
- Zwelling aan de duimmuis.
- Vermindering van kracht en/ of beweeglijkheid van de
duim.
- Een doof gevoel van de duim.
- Een afwijkende stand van de duim, waarbij de duimmuis
naar binnen wijkt en de rest van de duim gaat
overstrekken.
De diagnose wordt gesteld op basis van de klachten,
lichamelijk onderzoek en aanvullend röntgenonderzoek.
2

Behandeling klachten
In een vroeg stadium van artrose is operatief ingrijpen nog niet
nodig. Uw arts kan u een aantal zaken adviseren om de
klachten te verminderen:
- Medicatie: pijnstillers die ook ontstekingsremmend
werken.
- Een spalk, waardoor de duimbasis rust krijgt.
- Injecties met verdoving en ontstekingsremmers. Deze
injecties kunnen worden gegeven wanneer u een
ontstoken, gezwollen duimbasisgewricht heeft en dienen
om de ontsteking te bestrijden.
In een later stadium van artrose, of bij onvoldoende effect van
de genoemde maatregelen, kan de orthopedisch chirurg u een
operatie adviseren: een duimbasis prothese (CMC 1
prothese).
De operatie
De orthopedisch chirurg heeft u geadviseerd om een
duimbasis prothese te laten plaatsen.
Bij de operatie worden uw onderarm en uw hand verdoofd. De
orthopedisch chirurg maakt een wond aan de bovenzijde van
de duimbasis, in de lengterichting van de pols. Het versleten
kraakbeen wordt verwijderd en de prothese wordt geplaatst.
De huid wordt gesloten met oplosbare hechtingen en u krijgt
een gipsspalk om de hand en de onderarm. Deze draagt u de
eerste 2 weken na de operatie dag en nacht. Het buigen en
strekken van de vingers is belangrijk, al direct na de operatie.
De opnameduur is gemiddeld 1 nacht.
3

Duimbasis prothese / CMC 1 prothese
4

Nabehandeling
Twee weken na de operatie komt u op controle op de
polikliniek (verbandkamer), voor wondcontrole. Er wordt
tevens een röntgenfoto gemaakt. De afneembare spalk hoeft u
alleen ’s nachts te dragen. Deze spalk draagt u tot vier weken
na de operatie. Overdag kunt u de bewegingen van de hand
en de duim oefenen. U mag er nog géén kracht mee zetten.
Zes weken na de operatie komt u op controle op de
verbandkamer. Er wordt gekeken naar uw herstel. U gaat
verder oefenen, zonodig onder begeleiding van de
fysiotherapeut.
Complicaties
Bij iedere operatie bestaat de kans op complicaties. Het is van
belang dat u hiervan op de hoogte bent. Bij een duimbasis
prothese zijn dat:
- Nabloeding.
- Wondinfectie.
- Zenuwbeschadiging. Omdat er een wond in de huid
gemaakt wordt, kan een huidzenuw beschadigd raken. Dit
geeft een doof gevoel in een gedeelte van de huid rondom
de wond. Meestal verdwijnen deze klachten vanzelf. Soms
zijn ze echter blijvend.
- Langdurige zwelling en stijfheid van de hand en de
vingers.
- Loslating van de prothese op langere termijn.
5

Algemene praktische adviezen
- Gebruik de pijnstillers die u bij ontslag meekrijgt. Deze zijn
pijnstillend en ontstekingsremmend. Als de pijn afneemt
kunt u hiermee stoppen.
- Het kan soms maanden duren voordat de stijfheid en het
dove gevoel verminderen. Het is daarom belangrijk de
vingers regelmatig te bewegen en de hand hoog te
houden.
- Twee weken na de operatie, moet u de spalk overdag
aflaten. Dan gaat u de duim bewegen. Het is belangrijk om
hiermee te oefenen.
- De eerste weken na de operatie mag u nog geen kracht
zetten met de geopereerde hand.
- Twee weken na de operatie mag de wond, als deze droog
is, kortdurend nat worden met schoon, stromend water. U
mag de wond de eerste vier weken na de operatie nog niet
weken (ligbad, zwembad, afwaswater). Gebruik nog geen
zeep, want de huid is nog kwetsbaar.
Wanneer moet u de arts waarschuwen?
Na de operatie kan uw duim en het gebied rondom de wond
dik en warm aanvoelen. Dit wordt geleidelijk aan minder. Het
is ook mogelijk dat u blauwe plekken rondom de wond heeft.
Deze verdwijnen vanzelf.
In onderstaande gevallen moet u de arts waarschuwen:
- Als de operatiewond veel gaat lekken.
- Als u koorts krijgt, hoger dan 38,5°C.
- Als de gehele hand dik, rood en pijnlijk wordt.
Belt u tijdens kantooruren naar de polikliniek orthopedie:
0164 - 278877.
Belt u ’s avonds en in het weekend naar de afdeling
orthopedie :0164 - 278570.
september 2010
6