1 Achterwiel ophanging C4 (84-96) - Dutch Corvette Supplies
1 Achterwiel ophanging C4 (84-96) - Dutch Corvette Supplies
1 Achterwiel ophanging C4 (84-96) - Dutch Corvette Supplies
You also want an ePaper? Increase the reach of your titles
YUMPU automatically turns print PDFs into web optimized ePapers that Google loves.
<strong>Achterwiel</strong> <strong>ophanging</strong> <strong>C4</strong> (<strong>84</strong>-<strong>96</strong>) © <strong>Dutch</strong> <strong>Corvette</strong> <strong>Supplies</strong><br />
De oudste <strong>C4</strong> modellen zijn inmiddels meer dan 20 jaar oud, en ook hier gaan langzamerhand “ouderdoms<br />
verschijnselen” merkbaar worden.<br />
Het is zinvol om de achterwiel<strong>ophanging</strong> dan ook eens kritisch te gaan bekijken. In grote lijnen verschilt de<br />
werking van <strong>C4</strong> <strong>ophanging</strong> niet zoveel van die van de eerdere series (C2 en C3). Toch waren er enkele<br />
belangrijke wijzigingen. De <strong>C4</strong> kreeg een spoorstang-unit A (rear tie rods) die de achterwielen met het<br />
differentieel B (cardan) verbond. Deze werd met een aluminium blok tegen het differentieel vastgezet. Aan de<br />
wielzijde (naafhouder C ) werd een kogeleind D gebruikt, vergelijkbaar met de spoorstang einden aan de<br />
voorzijde. Met deze spoorstang einden wordt de sporing van de wielen ingesteld. Ook wordt het “rol”gedrag<br />
hiermee gecontroleerd. Tevens wordt hiermee de stuur”stijfheid” zover mogelijk naar achteren verplaatst. De<br />
reden hiervoor is dat de vervorming, door zijdelingse krachten op de band ontstaan, geminimaliseerd wordt.<br />
Houd in gedachten dat toen de <strong>C4</strong> op de markt kwam, deze een van de (toenmalig) breedste bandenmaten had.<br />
Dat werd nog “erger” toen er voor steeds bredere banden gekozen werd. Daarom alleen al is het verwonderlijk<br />
dat de spoortstang unit nog zo’n lang leven beschoren is en nauwelijks vervangen hoeft te worden. De standaard<br />
unit geeft goede stijfheid en weinig slijtage, mits de spoorstang einden regelmatig met vet worden gesmeerd.<br />
Met kan deze spoorstang unit testen (als het al niet bij de APK werd gedaan) door de auto aan de achterzijde op<br />
de krik te zetten en het wiel te bewegen. Dit doet men door een helper de band aan voor- en achterkant vast te<br />
laten pakken en het wiel naar binnen en buiten te bewegen. Er mag slechts minimale speling op deze stuurkogels<br />
zitten. Let op, aan de kant van het differentieel zitten ook 2 kogel punten. Ook moeten de stofhoesjes (voor de<br />
APK) in goede staat zijn. Deze unit is alleen nieuw te verkrijgen als aluminium blok met de 2 stuurstokken. De<br />
spoorstang einden aan de buitenkant zijn wel los verkrijgbaar. Verwar wiellager speling niet met speling in de<br />
spoorstangen.<br />
Er bestaan (aftermarket) spoorstang-units met kogelgewricht-scharnierpunten (heim joints). Op zich werken deze<br />
goed, en zijn ook goed instelbaar, maar kunnen slecht tegen vuil. De slijtage is dan groot en daarom worden deze<br />
alleen aanbevolen voor circuit gebruik. Ook winters weer (sneeuw en ijs) geeft bij deze “heim joints” problemen.<br />
Ook overdracht van geluid wordt door deze constructie versterkt.<br />
De controle stangen E (spindle control rods) hebben de functie van achterste draagarm en houden de<br />
achteras op zijn plaats. De C2 en C3 modellen hadden een enkele draagarm, maar bij de <strong>C4</strong> werd deze draagarm<br />
verbetert door een korte en een lange verbindingsstang toe te passen. Deze 4 controle stangen (2 per kant)<br />
krijgen zeer grote krachten te verwerken op het moment dat er geremd of geaccelereerd wordt.<br />
1
Het doel van deze 4 stangen is om het duik- en lifteffect op te vangen. Dit houd in dat elke keer bij remmen en<br />
optrekken deze stangen belast worden. Wanneer men hier over nadenkt zal men zich realiseren dat er immense<br />
krachten op komen vooral als men zich bedenkt dat er 100.000 km of meer mee gereden is. Laten wij eens in<br />
ogenschouw nemen wat er gebeurt op het moment van remmen. Wanneer de achteras armen (stangen) naar<br />
voren gedrukt worden, komt er belasting op de bussen aan beide kanten van de stang, en op het moment van<br />
optrekken gebeurt hetzelfde aan de andere kant van de bussen, want er wordt nu aan getrokken. Dit houd in dat<br />
de bussen in deze armen zeer intensief belast worden.<br />
De originele stangen met rubber bussen werden ontworpen om deze krachten op te vangen. Wanneer de auto<br />
ouder wordt verouderen ook de bussen in de controle stangen en worden deze zachter en zullen gaan slijten.<br />
Daardoor is het gedrag van de in- en uitgaande beweging anders dan toen de auto nog nieuw was. Hierdoor treed<br />
een vertraagde reactie op, wat merkbaar is aan het weggedrag. Wanneer men deze bussen vervangt wordt dit<br />
weggedrag aanzienlijk verbeterd. Deze bussen zijn als aftermarket set in hard (polyurethaan) “rubber”<br />
verkrijgbaar. GM levert alleen de complete stangen. Vervangen van deze bussen is vrij makkelijk zelf te doen.<br />
Er zijn ook (aftermarket) controle stangen te koop met kogelgewricht-scharnierpunten (heim joints) maar deze<br />
hebben de zelfde eigenschappen als hierboven reeds omschreven (zie rear tie-rods). Een voordeel kan zijn dat ze<br />
instelbaar zijn zodat het punt van het duik- en/of lifteffect beinvloed kan worden. Onder normale (geen circuit)<br />
omstandigheden heeft het niet zoveel zin.<br />
De reactiestangen F (rear spindle/strut rods) dienen voor de camber instelling van de achterwielen. In de<br />
basis is deze constructie eigenlijk nog vergelijkbaar met de modellen vanaf 1<strong>96</strong>3……….<br />
Deze stangen verbinden de wielnaaf met het differentieel. Bij de <strong>C4</strong> modellen is deze uitgevoerd in aluminium<br />
en door het verstellen ervan kan de camber van de achterwielen ingesteld worden. Aan de binnenkant<br />
(differentieelzijde) kan door het verdraaien van een excentrische bout G de reactiestang naar buiten of naar<br />
binnen gesteld worden.<br />
Om even uit te leggen wat camber is het volgende voorbeeld. Wanneer het wiel een hoek van precies 90° met de<br />
grond maakt is er 0° camber. Wanneer de bovenkant van het wiel naar binnen staat noemen wij dit negatieve<br />
camber, en staat het wiel naar buiten dan is de camber positief.<br />
Het doel is natuurlijk om zoveel mogelijk rubber op de weg te krijgen, ook in de bochten. In een rechte lijn<br />
rijdend is 0° camber instelling het beoogde doel, maar om ook in de bochten maximale camber te hebben wordt<br />
er eventueel een kleine wijziging in de camber afstelling gedaan om ook in de bochten zo dicht mogelijk deze 0°<br />
te bereiken. Een goede (standaard, normaal gebruik) afstelling zal tussen de 0° en + 0,4° P = positief komen te<br />
liggen, voor maximaal contact. Bij “performance” gebruik van de auto kan gekozen worden voor bijv. - 0,5° N<br />
= negatief omdat de body dan meer hellend gedrag “body roll” gaat vertonen, waardoor deze als het ware om het<br />
zwaartepunt kantelt en de hoek van de band met de weg in dat geval dus ook .<br />
Voor echte race-doeleinden (bochtenwerk) kan een nog extremere negatieve camber de juiste blijken te zijn.<br />
Het zal duidelijk zijn dat hoe meer er afgeweken wordt van de 0° instelling, hoe meer bandenslijtage er op zal<br />
treden wanneer in rechte lijn (en dat is bijna altijd) gereden wordt.<br />
Hieronder enkele standaard (GM) waarden voor de <strong>C4</strong> wiel instellingen:<br />
VOORZIJDE: Caster +6° ACHTERZIJDE: Camber +0,4°<br />
Camber +0,8° Toe 0°<br />
Toe 0°<br />
De reactiestangen voldeden uitstekend toen de auto nieuw was, maar ook hier heeft de tand des tijds normaal<br />
gesproken toegeslagen. De rubbers zijn slechter geworden, en elke keer dat men de bocht omgaat worden deze<br />
ingeduwd. Daardoor vertoont de wegligging een “slap” gedrag. De makkelijkste manier voor verbetering is om<br />
de bussen in de reactiestangen te vervangen door polyurethaan bussen. Men krijgt dan weer een spelingvrij,<br />
stugger en voorspelbaar weggedrag. Ook kan men instelbare aftermarket reactiestangen monteren, waarbij aan<br />
de ene kant linkse en aan de andere kant rechtse schroefdraad zit. Door in- of uitdraaien van de stang kan men<br />
hem verlengen of inkorten en daarmee de camber makkelijker instellen dan met de standaard excenterbouten, die<br />
in dit geval vervallen.<br />
Het is wel verstandig om uw auto opnieuw uit te laten lijnen.<br />
Wanneer de gehele achterwiel<strong>ophanging</strong> toch gecontroleerd wordt, neem dan ook even de moeite om de staat<br />
van de bussen van de achterste stabilisatorstang H (sway bar) te controleren. Vooral de busjes J aan de<br />
zijkant (scharnierpunten) willen nog wel eens teveel speling vertonen. Ook dit komt de wegligging in de bochten<br />
zeker ten goede. De bladveerrubbers kunnen tevens gecontroleerd worden.<br />
2