19.09.2013 Views

Artikel FV 05.pdf - Postzegel Vereniging Nunspeet

Artikel FV 05.pdf - Postzegel Vereniging Nunspeet

Artikel FV 05.pdf - Postzegel Vereniging Nunspeet

SHOW MORE
SHOW LESS

Create successful ePaper yourself

Turn your PDF publications into a flip-book with our unique Google optimized e-Paper software.

Wat kunnen we tegenwoordig nog met<br />

de FILATELIE? (5)<br />

In ons vorige verhaal traden enkele mensen op die Duitsland verzamelen. Aan het eind van het verhaal<br />

trokken we de conclusie dat ze een fatsoenlijk land verzamelden, althans in filatelistisch opzicht. (Over de<br />

politiek-historische aspecten van dat land zullen we het in dit bestek niet hebben.) Onze laatste opmerking<br />

was dat er ook andere, dus minder fatsoenlijke landen zijn.<br />

Om een voorbeeld daarvan te vinden hoeven we niet ver van ons vorige onderwerp te zoeken. We gaan<br />

naar de voormalige DDR. In de “gloriedagen” van deze “Deutsche Demokratische Republik” hadden de<br />

zegels van dit land een kwalijke reputatie: niet alleen door de vaak weerzinwekkende propagandistische<br />

afbeeldingen, maar vooral door het uitgifte– en verkoopbeleid van de posterijen. We stuiten daarbij allereerst<br />

op het verschijnsel van de zogenaamde sperwaarden (Sperrwerte). Het Duitse woord “Sperre” kan<br />

vertaald worden als “verbod” en als “blokkade” en beide begrippen zijn hier van toepassing. De betreffende<br />

zegels waren geblokkeerd voor de normale verkoop (zie onderaan) en internationaal verboden op wedstrijdtentoonstellingen.<br />

Hoe zit het precies?<br />

Vanaf 1955 begon men van bepaalde series één waarde te drukken in een aanzienlijk lagere oplage dan<br />

de rest. Deze zegel was slechts voor een beperkt aantal mensen aan sommige loketten te koop. Het leeuwendeel<br />

werd ver boven de nominale waarde (ook op fdc’s) verkocht aan de buitenlandse handel met als<br />

doel aan deviezen te komen.<br />

Een communistisch land als de DDR had een erg gesloten economie. De meeste producten uit dit land<br />

hadden een slechte kwaliteit of liepen jaren in ontwikkeling en vormgeving achter. Er was dus weinig export<br />

naar het Westen, maar men had uit het Westen toch diverse hoogwaardige producten nodig. Om die<br />

te kunnen betalen waren die deviezen dus onmisbaar.<br />

Hierboven drie zegels (Michel nrs 474, 476 en 477) uit een serie van zeven met de sperwaarde van 15<br />

pfennig . In 2007 was de catalogusprijs van deze zegel 20 keer die van de twee andere.<br />

Van de hiernaast afgebeelde zegels (Michel 504, 506<br />

en 507) is wederom die van 15 pfennig de sperwaarde.<br />

Deze zegel is (gestempeld) zelfs 80 keer zoveel waard<br />

als zijn buren. 507 is een Rembrandtzegel met de onjuiste<br />

naam “HARMENSZ REMBRANDT VAN RYN”.<br />

Alle afgebeelde zegels zijn afgeweekt van een in deplorabele<br />

staat verkerende speciale enveloppe (geen wonder<br />

met de kwaliteit van het DDR papier van toen) en afgestempeld met de tekst “Frieden und Verständigung”:<br />

een graag gebruikte propagandistische kreet.<br />

In de westerse kringen van “echte” filatelisten was de afschuw met betrekking tot de sperwaarde zo groot<br />

dat de catalogi deze schadelijke uitgiften merkten met een zwart ruitje (♦) en/of een cursieve tekst.<br />

Het komische is dat anno 2009 niemand zich meer druk maakt over de sperwaarden, de catalogus niet en<br />

ook de jury nauwelijks. Het wordt wel gesignaleerd natuurlijk, maar de inzending wordt niet (meer) gediskwalificeerd.<br />

(De DDR heeft zijn leven natuurlijk ook gebeterd door zichzelf op te heffen….)<br />

Zoals gezegd was er in de DDR geen normale verkoop van de sperwaarden. Slechts op vertoon van een<br />

filatelistenpas kon de “gewone” burger aan een filatelistenloket twee series (tegen de normale prijs, dat<br />

wel) kopen. Soms werden deze zegels geplakt op brieven naar ruilvrienden of familieleden in het buitenland<br />

(waaronder West-Duitsland).


Van de filatelistisch (over)gefrankeerde<br />

brieven naar familie en/of ruilpartners in<br />

het buitenland laten we hier een voorbeeld<br />

zien uit 1972. Van de complete<br />

serie (Michel nrs 1792-1797) is die van<br />

15 pfennig weer de sperwaarde. De extreme<br />

prijsverschillen van de eerder afgebeelde<br />

voorbeelden zijn inmiddels teruggebracht<br />

tot wat draaglijker proporties.<br />

Van de totale cataloguswaarde van<br />

€6 staat er €4,50 bij de sperwaarde.<br />

Inmiddels hadden de autoriteiten een<br />

ander plan bedacht om via de postzegels<br />

aan deviezen te komen. Als je nu<br />

eens alle andere zegels onder de nominale<br />

waarde beschikbaar zou stellen<br />

werden er waarschijnlijk veel meer van<br />

verkocht dan tegen de normale prijs. In een simpel voorbeeldje: 3 miljoen zegels van 20 pfennig verkopen<br />

voor 10 pfennig levert meer op dan 1 miljoen tegen de nominale waarde. Er moest alleen worden voorkomen<br />

dat die goedkoop verkochte zegels via een omweg alsnog door DDR burgers gebruikt zouden worden<br />

voor frankering en daarom werden ze uitsluitend gestempeld (= bedrukt) aangeboden en in grote<br />

hoeveelheden “gedumpt” op de westerse markt. Dat gebeurde in een tijd waarin de welvaart in de westerse<br />

landen toenam en het verzamelen van een motief of thema in zwang kwam. Ten gerieve van de landenverzamelaars<br />

werden ook de oersaaie port– en dienstzegels, waar men anders niet zo gemakkelijk<br />

aan kon komen, op deze wijze aan de man gebracht. In tegenstelling met wat we eerder hebben gezien<br />

met zegels van Berlijn (vol in het midden) zijn de zegels uit de DDR meestal van een hoekstempeltje voorzien<br />

en onder de loep is gemakkelijk te zien dat het geen echt stempel is. Deze massaontwaarding is een<br />

vorm van afstempeling die in het Duits heel eufemistisch wordt aangeduid als Gefälligkeitsentwertung”<br />

(welwillendheidsstempel), maar of de filatelie er wel bij vaart is een ander verhaal.<br />

Hiernaast een drietal zegels met de beschreven<br />

afstempeling en een exemplaar uit<br />

dezelfde serie met een “echt” stempel. Het<br />

zal nu niemand meer verbazen dat de toonaangevende<br />

Michel catalogus deze beide<br />

vormen van afstempeling in twee aparte kolommen<br />

heeft gezet en de echte afstempeling<br />

aanzienlijk hoger waardeert.<br />

Ook de andere voormalige Oostbloklanden hebben zich aan massaproductie en massaontwaarding bezondigd<br />

om dezelfde redenen als de DDR. We tonen enkele voorbeelden van Polen (uit het “topjaar” 1964<br />

met 123 zegels) en Tsjechoslowakije, eveneens uit 1964, met veelgevraagde thema’s als katten, bloemen,<br />

sport en ruimtevaart. Het laatstgenoemde land gebruikt voor zijn afstempeling<br />

doorgaans een soort veredeld rolstempel.<br />

Bulgarije, Hongarije en Roemenië passen in hetzelfde rijtje als de reeds genoemde Oostbloklanden, maar<br />

wij gaan voor de hierna volgende afbeeldingen even in een ander werelddeel kijken .


Het idee om door de verkoop van postzegels aan geld te komen werd niet alleen omarmd door communistische<br />

staten. Berucht werden in dit verband een achttal gebieden aan de Perzische Golf die tussen 1971<br />

en 1973 zouden samengaan tot wat we nu kennen als “Verenigde Arabische Emiraten”: Ajman (inclusief<br />

Manama), Dubai, Abu Dhabi, Fujeira, Ras al Khaimah, Sjarjah (inclusief Khor Fakkan) en Umm al Qiwain.<br />

Begrippen als socialisme, communisme of democratie in de betekenis die ze in de DDR hadden zijn hier<br />

niet van toepassing, maar dat wil niet zeggen dat de heersers geen geld nodig hadden. (Niet overal in de<br />

Arabische wereld zwom men toen in de olie.) Deze gebiedjes hadden maar een beperkt postverkeer en<br />

waren alle veel te klein voor een eigen postzegeldrukkerij. Het maken en distribueren van postzegels werd<br />

daarom uitbesteed aan een “agency”. Er zijn meer van deze agencies werkzaam in de wereld en veel<br />

kleinere, vroegere ontwikkelingslanden hebben de postzegelbusiness eveneens uitbesteed.<br />

Nou, dat van die Golfstaten hebben we geweten! De remmen waren helemaal los. Van elk motief dat<br />

maar enigszins in de mode was werden gigantische hoeveelheden zegels op de wereld losgelaten. De<br />

meeste zegels waren niet bedoeld om ooit op poststukken geplakt te worden en de oplagen stonden in<br />

geen verhouding tot de postale behoefte. Maar ja, als er een markt is met vraag (van de verzamelaars die<br />

steeds meer hadden te besteden), dan ontstaat er aanbod. Zakelijk gezien een volkomen logisch proces.<br />

De meest on-arabische onderwerpen verschenen op de zegels uit de Golfstaten: Britse oorlogsschepen,<br />

Duitse locomotieven, Italiaanse voetballers, Spaanse, Franse en Nederlandse schilders.<br />

Fujeira vertoont schilderijen van Picasso,<br />

Gauguin en Titiaan, Ajman laat<br />

de ”anatomische les” van Rembrandt<br />

zien, Ras al Khaima is op de Japanse<br />

tour en als klap op de vuurpijl zien we<br />

uit Umm al Qiwain een schilderij op<br />

een kerstzegel.<br />

Men hoeft geen kenner te zijn van het<br />

Midden-Oosten om te beseffen dat al<br />

deze zegels het “land van herkomst”<br />

helemaal niet eens in mochten. In een<br />

conservatieve islamitische samenleving<br />

is het afbeelden van personen<br />

sowieso al een discutabele zaak en bloot is gewoon ondenkbaar.<br />

Een christelijke zegel is natuurlijk helemaal uit den<br />

boze.<br />

Alle zegels hebben een opgedrukt hoekstempeltje. We hebben<br />

hier dan ook te maken met plaatjes die zijn gemaakt met de<br />

bedoeling ze er uit te laten zien als postzegels, doch, zoals al eerder opgemerkt,<br />

niet om ze op poststukken te plakken. Maar (en dat was precies de opzet van<br />

sjeik, emir en agency) verzamelaars van kunst op (post-)zegels kunnen niet altijd<br />

weerstand bieden aan zo’n aanbieding.<br />

Omdat de relatie met postaal<br />

verkeer helemaal zoek was<br />

werden de zegels van deze<br />

“roofstaten” door de FIP<br />

(Fédération Internationale de<br />

Philatélie) in de ban gedaan<br />

en daar zitten ze nog steeds.<br />

In wedstrijdinzendingen zijn ze<br />

dan ook niet toegestaan.<br />

We laten hier een selectie<br />

schilderkunst uit deze<br />

“verboden waar” zien.<br />

Natuurlijk zijn er ook echte postzegels uit de betreffende landen. Zeker als deze zitten op gelopen poststukken<br />

is er helemaal niks mis mee.


We hebben inmiddels al een aantal vormen<br />

van welwillendheidsstempels op zegels<br />

voorbij zien komen. Ze zijn er<br />

(natuurlijk) ook op poststukken en postwaardestukken.<br />

Bij veel postadministraties<br />

bestond en/of bestaat het voorschrift<br />

dat de verantwoordelijke beambte dan<br />

nog een tweede stempel op het betreffende<br />

stuk moet plaatsen.<br />

Op wedstrijdtentoonstellingen scoren echt<br />

gelopen stukken (en bij postwaardestukken<br />

ook postfrisse exemplaren) veel beter<br />

dan maakwerk. Het is dan ook verleidelijk<br />

voor een inzender op een stuk met welwillendheidsstempel<br />

alsnog een adres te plaatsen.<br />

Helaas voor deze persoon: hij (of zij) valt door dat<br />

dubbele stempel onmiddellijk door de mand. (Vaak is<br />

trouwens ook de frankering niet toereikend en natuurlijk<br />

ontbreken de codetekens van een sorteercentrum.)<br />

Op het derde (postwaarde)stuk is (al in 1934)<br />

inderdaad iemand in die fout gegaan. Hij pleegde zijn<br />

daad ook niet alléén, maar letterlijk “in vereniging”.<br />

Gelet op de tekst onder “Drucksache!” (vrij vertaald<br />

“instelling waar men reclame– en gelegenheidsstempels<br />

kan verkrijgen”) ook heel openlijk en met vermelding<br />

van zijn gironummer in het adresstempeltje....<br />

Dit uit een nalatenschap afkomstige stuk werd enkele<br />

jaren geleden op een veiling gekocht voor €15, maar<br />

het kan ook DM 30 zijn (beide bedragen zijn in potlood<br />

aangegeven op de omslag waarin het stuk werd<br />

opgestuurd). Ook het veilinghuis is niet bescheiden in<br />

zijn begeleidende tekst. Maar wat hebben we eigenlijk<br />

in handen? Een postwaardestuk met “privater Zudruck”.<br />

Niets bijzonders dus. Maar kennelijk toch een<br />

antwoord op de vraag: “Hoe ga ik (na 75 jaar) de geschiedenis<br />

in als een beroemd filatelist?” Simpel:<br />

gewoon veel stukken met welwillendheidsstempels<br />

laten maken. Fijn voor de erfgenamen.<br />

Is er niet een positiever einde van dit artikel te bedenken<br />

dan zulk sarcastisch gemopper? We<br />

doen een poging: als we dan niet opgewekt<br />

zijn dan plaatsen we een opwekking.<br />

Als u gestempeld materiaal verzamelt,<br />

blijf dan zoeken tot u een echt gelopen<br />

exemplaar vindt. Dat geeft uiteindelijk een<br />

beter gevoel en als u met uw materiaal<br />

meedoet aan een tentoonstelling ook een<br />

beter resultaat.<br />

Sjoerd Bangma (Bestuurslid KNBF belast met Filatelistische<br />

Vorming).

Hooray! Your file is uploaded and ready to be published.

Saved successfully!

Ooh no, something went wrong!