19.09.2013 Views

Bonaire, een geologische verkenningstocht door Nationaal Park ...

Bonaire, een geologische verkenningstocht door Nationaal Park ...

Bonaire, een geologische verkenningstocht door Nationaal Park ...

SHOW MORE
SHOW LESS

Create successful ePaper yourself

Turn your PDF publications into a flip-book with our unique Google optimized e-Paper software.

BONAIRE<br />

EEN GEOLOGISCHE VERKENNINGSTOCHT DOOR NATIONAAL PARK WASHINGTON-SLAGBAAI<br />

Jan van den Koppel<br />

jhvdk@wxs.nl<br />

Inleiding<br />

De oudste gest<strong>een</strong>ten van <strong>Bonaire</strong> zijn net als die van Aruba en Curaçao vulkanisch en stammen uit<br />

het Midden-Krijt. De vulkanieten op <strong>Bonaire</strong> verschillen qua samenstelling met die van de andere twee<br />

eilanden. <strong>Bonaire</strong> zou ontstaan zijn als deel van <strong>een</strong> vulkanische eilandenboog. De lavaformaties op<br />

Aruba en Curaçao zijn omhoog geschoven fragmenten van <strong>een</strong> oceanisch plateau. Veel onderzoekers<br />

menen dat dit plateau in de Pacifische Oceaan ontstaan is. In mijn artikel over <strong>Bonaire</strong> dat in GEA nr 4<br />

(december 2011) versch<strong>een</strong>, heb ik aan deze verschillende ontstaanswijzen aandacht besteed. In dat<br />

artikel zijn ook de Neogene en Kwartaire kalkst<strong>een</strong>formaties, die zo gezichtsbepalend zijn voor de drie<br />

eilanden, aan bod gekomen.<br />

Hieronder vindt u het verslag van <strong>een</strong> tocht <strong>door</strong> het <strong>Nationaal</strong> <strong>Park</strong> Washington-Slagbaai waar zich<br />

het Noord-Complex (afb.1) van de vulkanische <strong>Bonaire</strong> Washikemba Formatie (BWF) bevindt.<br />

Wie de eilanden bezoekt en <strong>een</strong> beschrijving wil van de formaties en gest<strong>een</strong>ten, is aangewezen op<br />

<strong>een</strong> aantal dissertaties van Nederlandse geologen. Op mijn tocht <strong>door</strong> het park heb ik gebruik<br />

gemaakt van het werk van de Leidse geoloog Johan Karl Martin (1886) 1 , de dissertatie van P.J<br />

Pijpers (1933) 2 en van <strong>een</strong> ‘Field Trip’ uit 1977. 3<br />

De <strong>Bonaire</strong> Washikemba Formatie<br />

De oudste gest<strong>een</strong>ten van <strong>Bonaire</strong> stammen uit het Midden-Krijt (Albien en Cenomanien) en hebben<br />

de magmatische signatuur van <strong>een</strong> vulkanische eilandboog. Ze zijn bedekt <strong>door</strong> sedimenten uit het<br />

Vroeg-Tertiair, Neog<strong>een</strong> en Kwartair maar<br />

komen op twee plekken aan de oppervlakte. Het<br />

Noord-Complex dat voor <strong>een</strong> groot deel<br />

samenvalt met het <strong>Nationaal</strong> <strong>Park</strong> en het Zuid-<br />

Complex dat ten oosten van Kralendijk ligt<br />

(afb.1). De BWF is bimodaal van samenstelling<br />

(er komen zowel SiO2 – arme als SiO2 – rijkere<br />

vulkanieten voor). Het Noord-Complex is <strong>een</strong> 5<br />

km dikke formatie bestaande uit onderzees<br />

afgezette basalten, dolerieten, rhyodacieten met<br />

inschakelingen van kiezelkalkstenen en verder<br />

pyroclastische- en tuf-afzettingen. Het Noord-<br />

Complex is goed toegankelijk en is in het<br />

verleden uitgebreider bestudeerd dan het Zuid-<br />

Complex. De BWF is vóórdat het bedekt werd<br />

<strong>door</strong> sedimenten, onder <strong>een</strong> hoek van 30 tot 60 0<br />

in noordoostelijke richting schuingesteld. De<br />

gest<strong>een</strong>ten van de formatie tonen de sporen van<br />

metamorfose (prehniet-pumpellyite facies).<br />

1<br />

Johan Karl Martin: Geologische Studien Ueber Niederlaendisch West Indien Auf Grund Eigener Untersuchungsreisen’<br />

(1888) uitgegeven bij E.J.Brill te Leiden<br />

2<br />

P.J. Pijpers: Geology and Paleontology of <strong>Bonaire</strong>. Dissertatie (Utrecht 1933)<br />

3 GUA Papers of Geology Series 1, No 10-1977<br />

Afb.1 Ver<strong>een</strong>voudigde <strong>geologische</strong> kaart van <strong>Bonaire</strong>


afb.2 Geologische kaart van noordwest <strong>Bonaire</strong> met excursie stops<br />

Het grootste deel van noordwest <strong>Bonaire</strong> wordt ingenomen <strong>door</strong> <strong>Park</strong> Washington-Slagbaai.<br />

(I) Neog<strong>een</strong> en Kwartaire Kalkst<strong>een</strong>, (II) Eocene Kalkst<strong>een</strong> en conglomeraten (Rincon formatie),<br />

Noord Complex van de Washikemba formatie uit het Boven-Krijt:<br />

(III) Kussenlava’s, kiezelkalkst<strong>een</strong>, tufst<strong>een</strong>, conglomeraten, (IV)Agglomeraten, onderzeese<br />

pyroclastische afzettingen, lapilli tuf (V) Andesitische lavastromen, basalt, doleriet, intrusie van lapilli<br />

tufst<strong>een</strong>, kiezel. (VI) Doleriet plug, (VII) Dacitische/rhyolitische lavastromen, (VIII) Dacitisch<br />

rhyodacitische sills.<br />

B – Brandaris (241 m), P- <strong>Park</strong>eerplaats/uitzichtspunt. Nummering 1 t/m 6 heeft betrekking op<br />

excursiestops.<br />

Het Noord Complex van de BWF bestaat uit <strong>een</strong> 5 km dik pakket vulkanisch gest<strong>een</strong>te, onder water<br />

gevormd. Het pakket helt (30 – 60 0 ) naar het noord oosten. De samenstelling is bimodaal, dwz, ze<br />

bevat basalten, dolerieten naast meer zuurdere lava’s als daciet en rhyoliet. Op sommige plekken zijn<br />

er niet-vulkanische afzettingen zoals kiezel en kiezelachtige kalkstenen . Er zijn kussenlava’s,<br />

dolerietintrusies, lapilli tufst<strong>een</strong>, conglomeraten, in het midden van de formatie treffen we<br />

rhyodacitische sills (bijv. de Brandaris) met de typische kolomvormige afkoelingsstructuur. In de<br />

kiezelachtige fragmenten zijn afdrukken van ammonieten uit het laat-Albien (108-100 Ma) , verder<br />

Inoceramiden en foraminiferen uit het Turoon en Coniacien (Beets e.a.1977). Ouderdomsbepaling aan<br />

de hand van de vulkanieten is lastig gebleken , ze zijn voor <strong>een</strong> zeer groot deel omgezet. Thomson<br />

e.a. (2004) vindt 96 Ma en Wright en Wyld (2011) 98,2 Ma voor de rhyolieten zodat nu aangenomen<br />

wordt dat de vulkanische activiteit op <strong>Bonaire</strong> geduurd heeft van 108 tot 95 Ma. De samenstelling van<br />

de vulkanieten wijst op <strong>een</strong> vulkanische eilandboog sequentie en in dit opzicht verschilt <strong>Bonaire</strong> van<br />

Aruba en Curaçao.<br />

(getekend naar Beets e.a. 1977, 1984 en Thomson e.a. 2004)


Goto meer met uitzicht over <strong>Park</strong> Washington-Slagbaai<br />

Vanaf Kralendijk rijden we langs de kustweg richting Karpata ,passeren de afslag naar Rincon en<br />

slaan vlak voor de ingang van het Goto meer rechtsaf. We rijden <strong>door</strong> tot aan de parkeerplaats rechts<br />

van de weg. (afb.2). Het uitzicht vanaf deze kleine parkeerplaats is grandioos (afb.3). Vóór ons het<br />

Goto meer, waar men altijd wel flamingo’s kan aantreffen. Op de achtergrond liggen de heuvels van<br />

park Washington-Slagbaai. Deze heuvels hebben <strong>een</strong> rhyodacitische samenstelling en men treft er de<br />

bekende prismatische afkoelingszuilen aan. We staan nog steeds op de parkeerplaats waar<br />

achterlangs <strong>een</strong> korrelige (lapilli) pyroclastische afzetting afgewisseld wordt met gegradeerde tuflagen<br />

(afb.4A en B) .Vanaf de parkeerplaats rijden we 100 m naar beneden tot aan de oever van het meer.<br />

Stop 1: Rhyodacitische afzetting bij Goto meer.<br />

afb.3 Uitzicht over het Goto meer<br />

en de heuvels in <strong>Park</strong> Washington-<br />

Slagbaai.<br />

De foto is genomen vanaf de kleine<br />

parkeerplaats even vóór excursiestop<br />

1 op de detailkaart (afb.2) De weg<br />

loopt parallel aan de smalle ingang<br />

van het Goto meer. De tekening komt<br />

weer uit de Field trip, GUA Papers of<br />

Geology Series 1, No 10-1977. Johan<br />

Karl Martin (1888) over het Goto meer:<br />

‘In landschaftlicher hinsicht ist Goto<br />

von ganz hervorragender schönheit. ‚<br />

Dat <strong>Bonaire</strong> qua vulkanische formatie<br />

afwijkt van Aruba en Curaçao was<br />

hem al opgevallen gezien zijn<br />

opmerking over het vulkanische<br />

heuvellandschap van het <strong>Park</strong> : ‘ Relief<br />

und Formation erscheinen zu dem von<br />

Curaçao und Aruba Bekannten<br />

durchaus fremdartig’<br />

Voor wie bekend is met de vulkanische afzettingen op de andere twee eilanden ziet hier <strong>een</strong><br />

afwijkende formatie. De heuvel rechts van de weg toont de overwegend zeshoekige prismatische<br />

kopjes van zuilen met <strong>een</strong> rhyodacitische samenstelling (afb 4C). Ze zijn onderdeel van <strong>een</strong><br />

intrusieplaat (sill) die onder water <strong>door</strong>loopt en op het kleine schiereilandje in het Goto meer weer aan<br />

de oppervlakte komt (afb.4D)<br />

afb.4 Stop 1<br />

A. Rondom de parkeerplaats liggen pyroclastische<br />

afzettingen die veel lapilli bevatten en die afgewisseld<br />

worden met gegradeerde tuflagen. B. Blok lapillituf<br />

gevonden in de omgeving van de parkeerplaats.<br />

C. Even voorbij de parkeerplaats liggen prismatische<br />

afkoelingszuilen met <strong>een</strong> rhyodacitische samenstelling.<br />

Het is het deel van <strong>een</strong> intrusieplaat (sill). D. De sill zet<br />

zich onder water voort en verschijnt weer aan de<br />

oppervlakte op het kleine schiereilandje in het Goto meer.


De weg volgend komt men uiteindelijk in het dorpje Rincon dat in <strong>een</strong> depressie in het<br />

heuvellandschap ligt. In Rincon, wijzen borden naar het Washington Slagbaai <strong>Nationaal</strong> <strong>Park</strong>.<br />

Stop 2: doleriet, kiezel en tuf.<br />

Afb.5 Het <strong>Nationaal</strong> <strong>Park</strong> Washington- Slagbaai<br />

A. De ingang van het <strong>Park</strong>. De huisjes herbergen<br />

<strong>een</strong> museum, bibliotheek en het kantoor van de<br />

<strong>Park</strong> Ranger. Ter voorbereiding is <strong>een</strong> bezoek<br />

aan het museum de moeite waard. Men vindt er<br />

o.a <strong>een</strong> expositie over de geologie van het<br />

eiland, de flora en de fauna en verder iets over<br />

de geschiedenis van het eiland. De bibliotheek is<br />

vrij toegankelijk en bevat <strong>een</strong> verzameling<br />

boeken en artikelen over het eiland.<br />

B. Eén van de vele wandelpaden <strong>door</strong> het <strong>Park</strong>.<br />

Dit gedeelte van het <strong>Park</strong> behoorde vroeger tot<br />

de plantage Slagbaai. Het ziet er voor<br />

Antilliaanse begrippen groen uit. Dit pad leidt<br />

naar de Brandaris waar van men midden op de<br />

foto de top kan zien. Op de <strong>geologische</strong><br />

detailkaart zijn all<strong>een</strong> wegen aangegeven<br />

bedoeld voor de auto. Deze wegen zijn op<br />

sommige stukken voor gewone personenauto’s<br />

slecht berijdbaar. Men kan het beste <strong>een</strong> Jeep,<br />

Pick-Up of mountain-bike gebruiken om het <strong>Park</strong><br />

te <strong>door</strong>kruisen. C. Langs het pad naar de<br />

Brandaris staat deze boom met <strong>een</strong> kolonie<br />

Bromelia’s (Tillandsia Recurvata). Deze epiphyt<br />

komt ook op zuilcactussen voor. De lokale naam<br />

is heel toepasselijk: Barba di kadushi (lett. baard<br />

van de cactus) of Barba di Palu (lett. baard van<br />

de boom). D. Detail van de Bromelia. E. De<br />

Groene Leguaan werd vroeger op alle eilanden<br />

veel gegeten. Hier<strong>door</strong> ging de populatie sterk<br />

achteruit. Omdat ze ook nog <strong>een</strong>s uitermate<br />

schuw waren, zag je ze maar sporadisch . Hier<br />

op <strong>Bonaire</strong> zijn ze al jaren beschermd en dat is<br />

te merken. Dit exemplaar, van kop tot staart<br />

minstens 1,5 m zat midden op het pad en was<br />

absoluut niet van plan opzij te gaan.<br />

Vanaf de ingang van het park is het <strong>een</strong> paar honderd meter naar Saliña Matijs, één van de vele<br />

binnenmeren op <strong>Bonaire</strong>. Ter hoogte van deze saliña, links langs de weg, bevindt zich <strong>een</strong> kleine<br />

dolerietintrusie (afb.6A en VI op de<br />

<strong>geologische</strong> kaart). De doleriet is sterk<br />

verweerd. De inzet laat<br />

bolschilverwering zien. Martin (1888)<br />

merkt op dat hij deze verweringsvorm<br />

bij diorieten op <strong>Bonaire</strong> vaker<br />

aangetroffen heeft dan op Aruba en<br />

Curaçao. Volgens hem is dit verschil in<br />

verwering het gevolg van <strong>een</strong><br />

textuurverschil tussen de verschillende<br />

diorieten: ‘…denn sie ist nur dem<br />

körnigen Diabase eigen, der auf<br />

<strong>Bonaire</strong> fast ausschliesslich vorkommt,<br />

während auf Curaçao und Aruba dichte<br />

Varietäten vorherrschen.’<br />

Afb. 6 Stop 2 (bij Saliña Mathijs) :Verweerde doleriet, kiezelkalkst<strong>een</strong> en fijngelaagde tufst<strong>een</strong>.<br />

A. Dolerietintrusie. De inzet toont <strong>een</strong> detail met bolschilverwering. B. Brokstuk met kiezel en kalkst<strong>een</strong> ( ‘Cherty<br />

Limestone’). C. Links <strong>een</strong> stuk fijngelaagde tufst<strong>een</strong> dat zich in het museum bevindt. Rechts <strong>een</strong> stuk fijngelaagde<br />

tufst<strong>een</strong> dat bij deze locatie gevonden is.


In de directe omgeving liggen brokstukken gelaagde kiezelkalkst<strong>een</strong> (afb.6B) , marine sedimenten die<br />

er op wijzen dat tenminste <strong>een</strong> deel van de formatie onderzees afgezet is en verder stukken<br />

fijngelaagde tufst<strong>een</strong>.<br />

Stop 3: kussenlava en conglomeraten<br />

Vanaf de ingang van het park is dit de tweede zijweg. Het is <strong>een</strong> gebied waarin men kussenlava’s en<br />

conglomeraten kan vinden. Deze laatste vallen op <strong>door</strong> hun kleur die sterk aan die van de veel<br />

voorkomende blauwgroene hagedis (blausana) doet denken.<br />

Afb.7 Stop 3<br />

A.Fragment van <strong>een</strong> kussenlava? B.Conglomeraten met kleuren die lopen van groen naar<br />

groenblauw als van turkoois.<br />

De blauwgroene kleur van de conglomeraten zit aan de buitenkant. Eén van de fragmenten is<br />

<strong>door</strong>gezaagd en de binnenkant heeft <strong>een</strong> bruine kleur waarin witte veldspaat fenokristen zitten en<br />

verspreid korreltjes magnetiet. (afb.8A t/m C).<br />

Afb.8 conglomeraat fragment nader bekeken.<br />

A. Een conglomeraat fragment uit de formatie. B. De st<strong>een</strong> is <strong>door</strong>gezaagd en laat <strong>een</strong><br />

roodbruine binnenkant zien met op het oog maar twee mineralen: kleine opake zwarte<br />

mineralen die sterk magnetisch zijn: magnetiet en verder helder witte plagioklaas dat volgens<br />

<strong>een</strong> brekingsindexbepaling andesien is. De roodbruine kern ontl<strong>een</strong>t zijn hardheid van 6<br />

waarschijnlijk aan silificatie.C. Een groenwit kristal dat op de groenblauwe korst zit ontl<strong>een</strong>t zijn<br />

groene kleur aan zeer fijnkorrelige groene materie die op het <strong>door</strong>zichtige kristal ligt. Het<br />

<strong>door</strong>zichtige deel van het kristal heeft <strong>een</strong> radiaalstralige textuur. De brekingsindex ligt tussen<br />

1,49 en 1,50. Dit zal <strong>een</strong> zeoliet zijn.<br />

Langs de oostkust, buiten het Nationale <strong>Park</strong>, ligt Lagun (zie kaart afb.1) . Lagun maakt deel uit van<br />

het Zuid-Complex van de BWF. De gekleurde conglomeraten zijn ook hier volop aanwezig. Meestal<br />

zijn de korrels van de secundaire mineralen die voor deze opvallende kleuren zorgen zo klein dat ze


met de microscoop niet te zien zijn. In sommige blauwgekleurde lapilli (afb.9B) zaten holten waarin<br />

wel zichtbaar korreltjes zaten. Deze zijn microscopisch (brekingsindex, pleochroïsme) vergeleken met<br />

bekende referentie mineralen. Conclusie: De blauwgroene kleur wordt zeer waarschijnlijk veroorzaakt<br />

<strong>door</strong> de aanwezigheid van pumpellyiet, chloriet en kleimineralen. Ook prehniet lijkt aanwezig te zijn.<br />

Afb.9 Vulkanische afzetting bij Lagun (Zuid-Complex BWF)<br />

A.Sterk verweerde vulkanische afzetting. Op de top is nog net <strong>een</strong> deel van <strong>een</strong> Kwartair kalkterras<br />

zichtbaar. B. Detail van de afzetting met blauwgroene lapilli. C. Microscopisch onderzoek aan <strong>een</strong><br />

blauwgroen fragment. All<strong>een</strong> de polarisator is ingeschakeld (dubbele pijl geeft de polarisatie richting aan)<br />

zodat we pleochroïsme kunnen waarnemen. Fragment zou pumpellyiet kunnen zijn. D. Pumpellyiet uit de<br />

mineralen referentiedoos. E. De brekingsindex van dit fragmentje ligt rond de 1,62. Het is vermoedelijk<br />

prehniet.<br />

Omzetting van de verschillende vulkanische gest<strong>een</strong>ten<br />

Wie slijpplaatjes van vulkanieten uit Eifel en Auvergne bekijkt ziet goed herkenbare mineralen die<br />

nauwelijks aangetast zijn <strong>door</strong> de tand des tijds. Ook de handstukken in het veld zien er meestal ‘vers’ uit.<br />

Geologisch gezien zijn deze vulkanische producten jong, de oudste afzettingen stammen uit het begin<br />

van het Mioc<strong>een</strong>. Hoe anders op <strong>Bonaire</strong>. De vulkanische formatie (BWF) van <strong>Bonaire</strong> is veel ouder - ze<br />

stamt uit het laat-Krijt- en ze is onder water gevormd. Vooral dit laatste aspect heeft er voor gezorgd dat<br />

er grote veranderingen plaats gevonden hebben. Thomson e.a.(2004) hebben de diverse omzettingen van<br />

de vulkanische gest<strong>een</strong>ten beschreven. Het gest<strong>een</strong>te van de BWF heeft al snel laaggradige<br />

metamorfose (‘burial metamorphism’) ondergaan. De oorspronkelijke pyroxenen, hoornblendes en<br />

plagioklazen zijn hier<strong>door</strong> omgezet in <strong>een</strong> mineraalassemblage behorende bij de prehniet, pumpellyite en<br />

zeoliet fase. Zeewater in contact met het warme gest<strong>een</strong>te heeft voor omzetting gezorgd en verder heeft<br />

het tropisch klimaat voor de nodige verwering, mechanisch en chemisch, gezorgd. Van de<br />

oorspronkelijke rhyodacieten is 50 tot 60% omgezet, de basalten zijn meer dan 50% omgezet. De<br />

grondmassa van de meeste gest<strong>een</strong>ten is voor <strong>een</strong> groot deel (~50%) omgezet in kleimineralen. De<br />

plagioklazen zijn troebel <strong>door</strong> omzetting in sericiet en soms in calciet (afb.11). Veel van de primaire<br />

mineralen zoals olivijn en clinopyroxenen zijn als zodanig niet meer te herkennen. Ze zijn omgezet in<br />

chloriet, pumpellyiet, prehniet of ijzeroxiden zoals limoniet (afb10). Ze geven aan de losse verweerde<br />

gest<strong>een</strong>ten in het veld <strong>een</strong> bruingele kleur (afb.9).<br />

De afbeeldingen 10 t/m 13 geven <strong>een</strong> indruk van deze omzettingen.


Afb.10 Sterk<br />

verweerde brokken<br />

Bruingeel is de kleur<br />

van de verweerde<br />

metadacieten en –<br />

rhyodacieten. De<br />

witte mineralen zijn<br />

veldspaat<br />

fenokristen, andere<br />

mineralen zijn niet<br />

meer te herkennen.<br />

Afb.11 Veldspaat fenokristen in<br />

<strong>een</strong> slijpplaatje van <strong>een</strong> verweerde<br />

rhyodaciet.<br />

Bij het linkerplaatje is all<strong>een</strong> de<br />

polarisator ingeschakeld (PPL).. We<br />

zien <strong>een</strong> overwegend groenachtige<br />

matrix, het gevolg van verregaande<br />

omzetting en verwering. Bij het<br />

rechterplaatje is ook de analysator<br />

ingeschakeld (XPL). De veldspaten<br />

zijn vlekkerig <strong>door</strong> verwering, er is<br />

tweelingvorming De veldspaten liggen<br />

in <strong>een</strong> cluster bij elkaar<br />

(glomeroporfyritische textuur), <strong>een</strong><br />

textuur die hier veel voorkomt. Kwarts<br />

komt hier all<strong>een</strong> voor in de matrix.<br />

Afb.12. Twee slijpplaatjes<br />

met omzetting van de primair<br />

mafische mineralen<br />

De oorspronkelijke mafische<br />

mineralen zijn omgezet in<br />

chloriet, pumpellyiet ijzeroxiden<br />

en kleimineralen.<br />

Linkerplaatjes in PPL,<br />

rechterplaatjes in XPL. De<br />

beeldbreedte: 0,7 mm.


Afb. 13 Omzetting van <strong>een</strong> calcium houdend mineraal in calciet.<br />

Slijpplaatje van <strong>een</strong>(meta)rhyodaciet. In dit voorbeeld is <strong>een</strong> oorspronkelijk mineraal omgezet in calciet.<br />

Het primaire mineraal is niet meer te herkennen maar zou <strong>een</strong> (calciumhoudende) plagioklaas of<br />

pyrox<strong>een</strong> geweest kunnen zijn.<br />

C = Calciet, Cl = Chloriet, K = kwarts, V = veldspaat. Beeldbreedte: 2,5 mm<br />

Stop 4: Heel veel amandelstenen.<br />

Op Aruba en <strong>Bonaire</strong> komen amandelstenen voor. Pijpers (1933) heeft op <strong>Bonaire</strong> <strong>een</strong><br />

onderscheid gemaakt tussen ‘diabaasamandelstenen’ en ‘porphyrietamandelstenen’<br />

Tegenwoordig zou men spreken van basalt of doleriet met amygdales en andesiet met<br />

amygdales. In 1934 is de commerciële waarde van deze halfedelstenen onderzocht. De<br />

eindconclusie was dat het niet mogelijk was “in deze st<strong>een</strong>en <strong>een</strong> bron van zelfs de<br />

bescheidenste welvaartsvermeerdering van <strong>Bonaire</strong> te zien “<br />

Op deze plek liggen opvallend veel stenen met <strong>een</strong> vesiculaire textuur. De holtes (vesicles) zijn<br />

meestal opgevuld met lichtblauwe chalcedoon. (Pijpers 1933, Westermann 1949).<br />

De BWF is onder water afgezet. De basis van de 5 km dikke formatie ligt bij Wecua (zie kaart<br />

afb.2). Volgens Beets e.a. (1984) zou deze basis op ongeveer 3500 m afgezet zijn.<br />

Afb.14 Amandelst<strong>een</strong><br />

(amygdales) met chalcedoon<br />

A. Twee amandelstenen. Het<br />

rechterexemplaar is <strong>een</strong><br />

fijnkorrelige<br />

‘diabaasamandelst<strong>een</strong>’ De<br />

opvulling bestaat uit blauwe<br />

chalcedoon . In <strong>een</strong> van de<br />

vesicles zitten in het chalcedoon<br />

prachtige sferollitisch gevormde<br />

chloriet kristallen. De holtes<br />

(vesicles) zijn uitgerekt en<br />

vertonen <strong>een</strong> gerichtheid die<br />

veroorzaakt kan zijn <strong>door</strong><br />

stroming van hete lava. B.<br />

Chalcedoon is onder de<br />

microscoop goed te herkennen<br />

aan de radiaalstralige textuur.<br />

Het fragment ligt in <strong>een</strong> vloeistof<br />

met brekingsindex 1,558 en de<br />

gekleurde Beckelijnen (zie pijl)<br />

geven aan dat de brekingsindex<br />

van de chalcedoon iets beneden<br />

deze waarde ligt.<br />

C. Hetzelfde fragment maar nu<br />

tussen gekruiste polarisatoren.<br />

Men ziet dan duidelijk dat de<br />

textuur veroorzaakt wordt <strong>door</strong><br />

vezelachtig kwarts.


Zouden we ons van Wecua in rechte lijn naar Saliña Matijs verplaatsen, dan gaan we omhoog in de<br />

formatie. De top van de formatie moet op <strong>een</strong> diepte van 1000 m gevormd zijn. Vesicles ontstaan in<br />

gasrijk magma. Op grote diepte zijn deze holtes <strong>door</strong> de grote waterdruk veel kleiner of afwezig. De<br />

amandelstenen op <strong>Bonaire</strong> zijn niet all<strong>een</strong> bij de top<br />

van de BWF te vinden maar ook bij de basis. (afb.15)<br />

Het magma dat de BWF gevormd heeft zal <strong>een</strong> grote<br />

gasinhoud gehad moeten hebben. Volgens Beets e.a.<br />

(1984) bestond de gasinhoud van het Washikemba<br />

magma vooral uit water(damp).<br />

Stop 5. Rhyodaciet<br />

Afb.15 Slijpplaatje met amygdule in basalt. Omgeving<br />

Wecua<br />

De lange as van deze opgevulde holte is 4 mm. De<br />

opvulling bestaat nu niet uit chalcedoon maar uit twee<br />

andere variëteiten van kwarts: microkristallijn kwarts (=<br />

kiezel of chert) en polykristallijne kwarts. De vindplaats, in<br />

de buurt van Wecua (zie kaart afb.2), ligt aan de basis van<br />

de Stop formatie. 5: Losse zuilen van rhyodaciet<br />

Stop 5 ligt op de weg richting Slagbaai.<br />

Rechts ligt de zee, links ligt de Brandaris,<br />

de hoogste heuvel van <strong>Bonaire</strong>. In de<br />

verte recht vooruit kan men nog net<br />

Saliña Slagbaai zien liggen. Langs de<br />

kant van de weg liggen verspreid zuilen<br />

en blokken waarvan sommige vloeilaminatie<br />

laten zien Flow banding volgens<br />

Wright en Wyld (2011)<br />

Afb.16. Rhyodaciet bij stop 5<br />

A. Eén van de vele losse<br />

zuilen langs de weg tussen<br />

Brandaris en het Goto meer.<br />

B. Sterk verweerd fragment<br />

van de zuil. Behalve veel<br />

veldspaat fenokristen en<br />

donkere mineralen bevat dit<br />

fragment ook kwarts.C. Een<br />

slijpplaatje laat veel<br />

veldspaatfenokristen zien,<br />

de mafisch mineralen zijn<br />

sterk omgezet. Kwarts is<br />

aanwezig maar all<strong>een</strong> in de<br />

matrix. .D. Langs de weg ligt<br />

dit blok rhyodaciet. Aan de<br />

zijkant ziet men <strong>een</strong><br />

gebande structuur,<br />

misschien het gevolg van<br />

flow banding. (Wright en<br />

Wyld, 2011)


Stop 6. Juwa pas<br />

De vulkanische formatie van <strong>Bonaire</strong> wijkt af van die van Aruba en Curaçao. Dat was Johan Karl<br />

Martin al in 1885 opgevallen gezien zijn opmerking over het vulkanische landschap van het <strong>Park</strong>:<br />

‘ Relief und Formation erscheinen zu dem von Curaçao und Aruba Bekannten durchaus fremdartig’<br />

De heuvels in de omgeving van de Juwa-pas vormen <strong>een</strong> duidelijke illustratie van deze verschillen<br />

(afb.17).<br />

Literatuur.<br />

Afb.17 Afkoelings zuilen met (rhyo)dacitische samenstelling in de Juwa<br />

pas<br />

Beets D.J., Mac Gillavry H.J., Klaver G.Th. (1977) Volcanic-sedimentary facies associations in<br />

the Washikemba Formation. Abstracts of the VII th Caribbean Geological Conference<br />

Curaçao, GUA papers of Geology, Series 1 No 9: 13,14. Volledig verslag in Geologie en<br />

Mijnbouw v57 : 97-384<br />

Beets, D.J., Maresch W.V., Klaver G.Th., Mottana A., Bocchio R., Beunk F.F., Monen H.P. (1984)<br />

Magmatic rock series and high-pressure metamorphism as constraints on the tectonic<br />

history of the southern Caribbean. Geological Society of America, Memoir 162<br />

Koppel, J.H. van den, (2011) Caribisch Nederland: <strong>Bonaire</strong>, eiland met <strong>een</strong> bewogen <strong>geologische</strong><br />

geschiedenis. Gea december 2011; nr. 4 : 102- 110.<br />

Thompson P.M.E., Kempton R.D., White R.V., Saunders A.D., Kerr A.C., Tarney J., Pringle M.S,<br />

(2004) Elemental HF-Nd isotopic and geochronological constraints on an island arc<br />

sequence associated with the Cretaceous Caribbean plateau: <strong>Bonaire</strong>, Dutch Antilles.<br />

Lithos 74 :91-116<br />

Westermann J.H., (1949) Overzicht van de <strong>geologische</strong> en mijnbouwkundige kennis der<br />

Nederlandse Antillen, Uitgave: Indisch Instituut, Amsterdam<br />

Wright J.E., Wyld S.J..(2011) Late Cretaceous subduction initiation on the eastern margin of the<br />

Caribbean-Colombian Oceanic Plateau: One great arc of the Caribbean? Geosphere; april 2011;<br />

vol 7; no.2 :468-493

Hooray! Your file is uploaded and ready to be published.

Saved successfully!

Ooh no, something went wrong!