19.09.2013 Views

Die Nacht Nederlands Philharmonisch Orkest Alphons Diepenbrock ...

Die Nacht Nederlands Philharmonisch Orkest Alphons Diepenbrock ...

Die Nacht Nederlands Philharmonisch Orkest Alphons Diepenbrock ...

SHOW MORE
SHOW LESS

Create successful ePaper yourself

Turn your PDF publications into a flip-book with our unique Google optimized e-Paper software.

Verleidingen voor het oor<br />

Een concert voor een warme nazomeravond. De<br />

romanticus Bruckner gaf zijn bekendste symfonie<br />

de bijnaam ‘Romantische’ mee. En <strong>Die</strong>penbrock<br />

laat ons een zinnenprikkelende zwoele nacht<br />

beleven op een prachtige tekst van Hölderlin.<br />

Symfonisch gedicht met solo en tutti<br />

Het was Gustav Mahler die in zijn oeuvre experimenteerde met het<br />

symfonische lied. Een lied waarbij niet de piano, maar een heel symfonieorkest<br />

de vocalist begeleidde. Vaak ging het om een instrumentatie<br />

van een piano lied, maar enkele stukken, zoals Das Lied von der<br />

Erde componeerde Mahler direct voor orkest. <strong>Alphons</strong> <strong>Die</strong>penbrock,<br />

goed bevriend met Mahler, was gefascineerd door het symfonische<br />

lied. Naast bewerkingen van pianoliederen schreef hij enkele orkestliederen<br />

die behoren tot de beste muziek die hij heeft gecomponeerd.<br />

Veel waren op tekst van Novalis, maar <strong>Die</strong> <strong>Nacht</strong> is gebaseerd op de<br />

eerste stanza van het gedicht ‘Brot und Wein’ van Friedrich Hölderlin.<br />

In dit lied gaat <strong>Die</strong>penbrock vrijwel geheel uit van de ‘kleuren’ die hij<br />

met het orkest kan maken. Heel precies volgt hij de tekst die gaat<br />

over de nacht die gevallen is over een klein stadje en alles en iedereen<br />

tot rust heeft gebracht. Woord voor woord schildert hij met<br />

muziek de sfeer die de tekst oproept. Soms is dat letterlijk, zoals de<br />

vioolsolo op het ‘Saitenspiel’, het kabbelende water op ‘Brunnen’ en<br />

het trompetsignaal heel in de verte als de ‘Wächter’ voorbijkomt.<br />

Maar nog veel meer roept de componist emoties op die hij heel subtiel<br />

door het orkest laat inkleuren. Daarbij gebruikt hij het orkest met<br />

voorzichtigheid en instrumenteert zodanig dat de zangeres nooit<br />

overstemd wordt. Maar eigenlijk heeft zij een bijna bescheiden rol.<br />

Het stuk is niet zozeer een lied als wel een symfonisch gedicht met<br />

obligate zangpartij. De zangeres brengt slechts de woorden; het<br />

orkest werkt het verhaal verder uit en kleurt het in. Dat neemt niet<br />

weg dat de tekst onmisbaar is om het orkestrale verhaal nauwgezet<br />

te volgen. Het maakt deze compositie tot een prachtige synthese van<br />

woord en muziek. <strong>Die</strong>penbrock heeft zich op deze wijze nooit meer<br />

overtroffen.<br />

Eenvoudig bestaan<br />

In de allerlaatste minuten van het jaar 1873 zette Anton Bruckner de<br />

laatste maatstreep van zijn Derde symfonie en schreef daarbij de<br />

woorden: ‘Helemaal klaar, 31 december 1873, ’s nachts’. Veel tijd om<br />

deze grootse arbeid te overdenken gunde hij zich niet. Amper twee<br />

dagen later zette hij de eerste schetsen op papier van een nieuwe<br />

symfonie, waarover hij al een tijdje liep na te denken. Het hele jaar<br />

1874 zou het werk aan de Vierde symfonie hem in beslag nemen voordat<br />

hij deze in november voltooide. Nu had Bruckner in deze tijd ook<br />

niet veel anders omhanden. Hij woonde in Wenen en had geen vast<br />

werk. Hij leidde een eenvoudig bestaan en leefde op bescheiden voet.<br />

Hij at meestal buitenshuis, waarbij vooral herberg ‘Riedhof’ favoriet<br />

was. Het lag dicht bij het Allgemeines Krankenhaus en Bruckner was<br />

dol op de gruwelijke medische verhalen die de daar dinerende artsen<br />

elkaar vertelden. Verder was hij vaak te vinden in de diverse danslokalen<br />

van de stad waar hij nauwgezet met wie hij een balboekje<br />

bijhield met daarin de namen van de dames met wie hij danste.<br />

Wellicht verwachtte hij dat het ooit nog eens tot een relatie met één<br />

van hen zou komen, maar die hoop was ijdel.<br />

Eindeloos schaven<br />

Meteen nadat de Vierde klaar was, begon Bruckner aan de Vijfde<br />

symfonie. Maar zoals gewoonlijk liet hij, onzeker als hij was, een eenmaal<br />

voltooid werk niet gauw los. Eindeloos bleef hij schaven en verbeteren<br />

en schreef soms hele nieuwe versies. Met de Vierde maakte<br />

hij het helemaal bont. In 1878 begon hij aan een grondige herziening<br />

waarbij hij het derde en het vierde deel volledig nieuw schreef. Maar<br />

de nieuwe finale, die hij de titel Volksfest had meegegeven, beviel<br />

hem nog steeds niet. In 1880 maakte hij weer een nieuwe finale, die<br />

echter voor een deel teruggreep op de oorspronkelijke versie van<br />

1874. Tot een uitvoering was het, ondanks diverse pogingen van<br />

Bruckner, nog steeds niet gekomen. Tot in 1881 Hans Richter, toenmalig<br />

chef-dirigent van de Wiener Philharmoniker, belangstelling<br />

toonde. In een officieel abonnementsconcert durfde hij het echter<br />

niet aan en de première vond plaats tijdens een besloten concert van<br />

de Akademische Wagner-Verein. Bruckner bleef worstelen met het<br />

werk. Voortdurend kwam hij met kleine en grote revisies en het zou<br />

tot 1888 duren voordat hij, na een laatste proefdruk nog grondig gereviseerd<br />

te hebben, een definitieve partituur kon laten uitgeven. In juni<br />

1886 kwam de doorbraak voor Bruckner, toen zijn Zevende symfonie

Hooray! Your file is uploaded and ready to be published.

Saved successfully!

Ooh no, something went wrong!