Handboek Nood- en ontruimingsplan De Rijver

Handboek
Nood- en ontruimingsplan
De Rijver
Betreft locatie De Rijver, Multifunctioneel Centrum
Nienhuis Ruyskade 26
1399 HH Muiderberg
Opdrachtgever Gemeente Muiden
Contactpersoon De heer P. Augenbroe
Datum 13 december 2010
Versie 1.0
Auteur Van der Schaaf Advies BV
Groenendaal 35
4003 EM Tiel
Contactpersoon Boaz van der Schaaf
auteur
KvK registratie 11058399 te Tiel
Pierre van der Schaaf 13-12-2010
Versie 2.0
1

1 INHOUDSOPGAVE
1 Inhoudsopgave.....................................................................2
2 Inleiding ..............................................................................3
2.1 Wat is De Rijver? ..................................................................3
2.2 Het ontruimingsplan..............................................................3
2.2.1 Doelgroep............................................................................3
2.2.2 Nut en noodzaak ..................................................................4
2.2.3 Toepasbaarheid ....................................................................4
2.2.4 Ondertekening locatieverantwoordelijke(n) ..............................5
2.2.5 Leeswijzer ...........................................................................5
3 Situatietekening ...................................................................6
4 Gebouw, installatie- en organisatiegegevens ............................7
4.1 Overzicht pand .....................................................................7
4.1.1 Aantal aanwezigen................................................................7
4.1.2 BHV-organisatie ...................................................................8
4.1.3 Gebouwindeling....................................................................8
4.1.4 Technische installaties...........................................................8
5 Alarmeringsprocedure intern en extern.................................. 10
5.1 Interne alarmering.............................................................. 10
5.1.1 In geval van ontruimingsalarm ............................................. 10
5.1.2 In geval van mondelinge melding ......................................... 10
5.2 Externe alarmering ............................................................. 11
6 Stroomschema alarmering ................................................... 12
7 Wijze van ontruiming en ontruimingsorganisatie..................... 13
7.1 Werkwijze.......................................................................... 13
7.2 Verzamelplaats................................................................... 14
7.3 Bevoegdheden ................................................................... 15
8 wat te doen bij brand- of ontruimingsalarm door gebruikers .... 15
8.1 Bij het ontdekken van brand ................................................ 15
8.2 Bij een ontruimingsalarm / slow-whoopsignaal ....................... 15
9 Taken Telefonist(e) ............................................................. 16
9.1 Wat te doen bij een mondelinge/telefonische brandmelding?.... 16
9.2 Wat te doen bij een melding via de handbrand- of rookmelder? 17
10 Taken Hoofd BHV................................................................ 18
11 Taken Ploegleider / BHV-er .................................................. 19
12 Taken Ontruimingsploeg ...................................................... 20
13 Taken directie / Crisis Management Team.............................. 20
14 Tekening ........................................................................... 21
15 Verklaring symbolen ........................................................... 22
16 Logboek ontruimingsplan..................................................... 23
17 Brandveiligheidsplan ........................................................... 24
17.1 Brandmeldsysteem ............................................................. 24
17.2 Logboek Brandmeldinstallatie ............................................... 24
17.3 Beheerder Brandmeldinstallatie (v/h Opgeleid Persoon)........... 24
17.4 Heetwerk........................................................................... 25
17.5 Wijzigingen in het gebouw ................................................... 26
18 Nazorg .............................................................................. 27
Pierre van der Schaaf 13-12-2010
Versie 2.0
2

2 INLEIDING
2.1 Wat is De Rijver?
De Rijver is een Multifunctioneel Centrum, waar de gemeenschap van Muiderberg
terecht kan voor een groot aantal activiteiten op het gebied van sport, muziek,
cultuur, creativiteit en zorg en welzijn. Naast een professioneel aanbod van
informatie en diensten, treft men hier activiteiten aan van clubs en verenigingen die
door vrijwilligers worden georganiseerd.
In De Rijver hebben ook De Bibliotheek, het Centrum voor Jeugd en Gezin, Versa
Welzijn en de buitenschoolse opvang onderdak gevonden. Bij De Bibliotheek bevindt
zich een gezellige ontmoetingsruimte waar men aan een grote tafel rustig een
krantje kan lezen of een kopje koffie kan drinken.
De gebruikers van De Rijver worden, naast door professionele beheerders, dagelijks
overdag (tot ca. 15.30 uur) ondersteund door de mensen van Stichting Philadelphia,
een landelijke organisatie die woon- en dagbestedinglocaties beheert voor mensen
die zorg en/of ondersteuning nodig hebben.
De Rijver beschikt over een gymzaal, een grote repetitieruimte, een foyer en diverse
activiteitenruimtes die allemaal te huur zijn voor sociaal-maatschappelijke
doeleinden.
2.2 Het ontruimingsplan
Dit ontruimingsplan is qua inhoud en indeling vormgegeven volgens de richtlijnen
van de norm NEN 8112. Een ontruimingsplan is een basisdocument dat continu aan
verandering onderhevig is, maar op hoofdlijnen hetzelfde blijft.
2.2.1 Doelgroep
Dit ontruimingsplan is bedoeld voor alle gebruikers van het pand. Het bestuur van
iedere hurende stichting/vereniging moet kennis hebben genomen van de inhoud
van dit plan en moet tekenen voor ontvangst ervan.
De aanwezige activiteitenleiders moeten in voldoende mate op de hoogte zijn van dit
ontruimingsplan. Daarnaast moet iedere stichting/vereniging zorgen voor voldoende
BHV-ers tijdens een activiteit, waar zij voor verantwoordelijk zijn.
Bij calamiteiten zullen de BHV-ers van de verschillende organisaties samen op
moeten treden om de gevolgen de calamiteit te beperken. In een gemeenschappelijk
pand geldt voor alle aanwezigen een gemeenschappelijke verantwoordelijkheid.
Pierre van der Schaaf 13-12-2010
Versie 2.0
3

!
2.2.2 Nut en noodzaak
Er zijn veel wisselende factoren in De Rijver. Deze factoren concentreren zich op:
− Groepsgrootte;
− Groepswisselingen;
− Uiteenlopende mate van zelfredzaamheid betreffende de verschillende
groepen gebruikers:
o Ouderen;
o Kinderen, jongeren en baby’s;
o Aanwezigen met lichamelijk en / of geestelijke beperkingen;
− En tot slot, wisselende openingstijden.
Hoe groter de variatie binnen een factor is, des te belangrijker wordt een succesvolle
BHV-organisatie met een deugdelijk ontruimingsplan.
Kortom, hoe groter de groep aanwezigen en hoe lager de zelfredzaamheid (slecht ter
been, laag inschattingsvermogen van een noodsituatie), des te belangrijker is het
dat er BHV-ers aanwezig zijn die:
1) Eerste hulp (EHBO) kunnen verlenen;
2) Een beginnende brand kunnen bestrijden;
3) Het pand veilig en effectief kunnen ontruimen;
4) Duidelijk kunnen communiceren met externe hulpverleners.
Kortom, na het afgaan van het ontruimingsalarm, telt elke seconde.
U moet altijd uitgaan van een daadwerkelijk alarm.
Het niet serieus nemen van een ontruimingsalarm kan ernstige gevolgen hebben
voor de aanwezigen die zichzelf niet in veiligheid kunnen brengen.
Start dus altijd direct met ontruimen, terwijl de (minimaal) twee aangewezen
BHV-ers ter plaatse de brandmelding controleren.
Ga nooit zomaar uit van een storing. Storingen zijn immers bijna net zo zeldzaam als
een daadwerkelijke brand!
2.2.3 Toepasbaarheid
Dit ontruimingsplan is toepasbaar bij situaties en als voorbereiding op situaties,
zoals:
− Brand;
− Overige rookontwikkeling;
− Gaslekkage;
− Waterlekkage;
− Bommelding.
Pierre van der Schaaf 13-12-2010
Versie 2.0
4

2.2.4 Ondertekening locatieverantwoordelijke(n)
Eindverantwoordelijk voor deze locatie en het ontruimingsplan is de Gemeente
Muiden.
Als vertegenwoordiger van Gemeente Muiden zal de heer Paul Augenbroe tekenen.
Het tekenen voor ontvangst van een kopie van dit ontruimingsplan. Deze aftekenlijst
is te vinden in de bijlage XX.
2.2.5 Leeswijzer
Hieronder vind u gebruikte afkortingen en vaktermijnen die u in dit plan worden
gebruikt.
BMP Brandmeldpaneel Slow-whoop Ontruimingsalarm
/-sirene
BMC Brandmeldcentrale
ORP Ontruimingspaneel
BHV Bedrijfshulpverlening
HBHV Hoofd BHV
CBHV Commandant BHV
PAC Particuliere
Alarmcentrale
HBM Handbrandmelder
BSH Brandslanghaspel
MFA Multifunctionele
Accommodatie
Pierre van der Schaaf 13-12-2010
Versie 2.0
5

3 SITUATIETEKENING
Locatie: Multifunctioneel Centrum De Rijver
Adres: Nienhuis Ruyskade 26
1399 HH Muiderberg
Pierre van der Schaaf 13-12-2010
Versie 2.0
6

4 GEBOUW, INSTALLATIE- EN
ORGANISATIEGEGEVENS
4.1 Overzicht pand
Gegevens locatie:
Naam: De Rijver Multifunctioneel Centrum
AdresL Nienhuis Ruyskade 26
Postcode/plaats: 1399 HH Muiderberg (gemeente Muiden)
Telefoonnummer: 0294 – 26 29 53 (algemeen / 09.00 – 16.00u)
Telefoonnummer: 0294 – 26 24 07 (buitenschoolse opvang / 14.00 – 18.30u)
4.1.1 Aantal aanwezigen
Het aantal wisselt per uur en per dag.
Hieronder een globale indicatie van het gelijktijdig aanwezige aantal personen op
week- en weekenddagen.
Weekdagen:
− 09.00 – 16.00 uur: 8 verstandelijk/lichamelijk beperkten
met 1 begeleider (Philadelphia);
− 08.30 – 15.00 uur: 30 kinderen, leeftijd 8 t/m 12 jaar
met 2 docenten (schoolklas) in het
gymnastieklokaal;
− 15.00 – 19.00 uur: 30 kinderen, leeftijd 8 t/m 12 jaar
met 3 begeleiders in de buitenschoolse opvang;
− 09.00 – 22.00 uur: 2 bezoekers van de openbare bibliotheek.
Weekdagen en weekenden:
− 16.00 – 19.00 uur: 10 kinderen, leeftijd 6 t/m 12 jaar
met docent (gym, toneel, karate, etc.)
− 17.00 – 23.00 uur: 30-50 volwassenen (muziekvereniging, sport,
toneel, kaarten, etc.)
Incidenteel:
− Muziek- of toneeluitvoeringen met 150 personen (uitvoerend en publiek);
− Vogeltjesmarkt met 100 bezoekers.
Pierre van der Schaaf 13-12-2010
Versie 2.0
7

4.1.2 BHV-organisatie
− HBHV: Hoofd Bedrijfshulpverlening.
Reguliere functie: Zakelijk Leider;
− CBHV: Commandant Bedrijfshulpverlening:
De BHV-er die als eerst aanwezig is bij het Brandmeldpaneel;
− BHV-ers: Bedrijfshulpverleners:
vrijwilligers van diverse organisaties die zijn een (herhalings)opleiding
hebben gehad en regelmatig bijeenkomen, oefenen en samenwerken.
4.1.3 Gebouwindeling
De Rijver heeft 1 bouwlaag en is xx m 2 groot.
Compartimentering en brandscheidingen
Het pand heeft 2 brandcompartimenten, te weten de oudbouw (uit 19xx) en de
nieuwbouw (opgeleverd in 2009):
− De brandscheiding tussen deze compartimenten is 30 minuten brandwerend.
Brandscheidingen naar CV-ruimte en gaskast zijn 60 minuten brandwerend;
− De dubbele deur in de hoofdgang en de schuifdeur tussen de twee
keukendelen zijn voorzien van een kleefmagneet. Deze deuren zijn
zelfsluitend bij een slow-whoop signaal.
− De sportzaaldeuren en bijbehorende kozijnen zijn eveneens brandwerend en
zelfsluitend. Zij zijn niet voorzien van kleefmagneten, omdat deze deuren
zich niet in de gangen bevinden.
Er is wel/geen asbest aanwezig.
4.1.4 Technische installaties
Brandmeldcentrale
− Siemens FC2020na, locatie: bij brandweeringang (entree oude Rijver);
− Locatie Ontruimingspaneel (ORP): bij kantoor van de beheerder
(hoofdentree);
− Doormelding naar de Regionale Meldkamer Brandweer Gooi- en Vechtstreek:
o Directe, onvertraagde doormelding via Openbaar telefoonnet;
o Doormeld pandcode: OMS 1008
− Handbrandmelders en rookmelders in het hele pand;
− Hittemelders in beide keukdelen;
− Flitslicht nabij Brandweeringang;
− Nevenindicators aanwezig.
Pierre van der Schaaf 13-12-2010
Versie 2.0
8

Overige installaties
− Luchtbehandeling, is gekoppeld aan de brandmeldcentrale en schakelt
automatisch uit na een alarmmelding;
− CV-installatie, gelijk aan luchtbehandelingsinstallatie;
Er zit een afsluiter van deze installatie aan de buitenzijde van het pand;
− Lift-, brandblus-, overdruk- of rookafvoerinstallaties zijn niet aanwezig.
Communicatiemiddelen intern
Er zijn geen portofoons of andere communicatiemiddelen aanwezig.
Het pand is relatief klein en ten dele overzichtelijk.
Op meerdere momenten op de dag zijn er geen mensen in het pand aanwezig. Ter
voorkoming van diefstal van de kostbare communicatiemiddelen, en de geringe
omvang van het pand, is het mogelijk om de interne communicatie mondeling te
laten verlopen.
Communicatiemiddelen extern
Er zijn telefoontoestellen aanwezig in het pand op de volgende locaties:
− Beheerderskantoor (bij hoofdentree), 0294 – 26 29 53;
− Buitenschoolse opvang (ruimte naast brandmeldpaneel), 0294 – 26 24 07;
− Calamiteitentelefoon op de gang (analoge lijn?).
o Dit toestel is geblokkeerd voor uitgaande telefoongesprekken naar
service-, interregionale en internationale nummers.
o Mobiele nummers mogen niet worden geblokkeerd om het Hoofd BHV
te kunnen bereiken (evt. enkele nummers toestaan?)
Pierre van der Schaaf 13-12-2010
Versie 2.0
9

5 ALARMERINGSPROCEDURE INTERN EN EXTERN
5.1 Interne alarmering
5.1.1 In geval van ontruimingsalarm
1) De aanwezigen worden gewaarschuwd door middel van de
sirene/slow-whoop;
2) Er vindt automatische doormelding plaats naar de Regionale Meldkamer
Brandweer Gooi- en Vechtstreek;
3) BHV-ers verzamelen bij het ontruimingspaneel (ORP), dat is in het
beheerderskantoor bij de hoofdingang.
(de entree voor de externe hulpverlening vind zich bij de nooduitgang van
de buitenschoolse opvang. Hier zit het Brandmeldpaneel (BMP), waarde de
brandweer direct kan zien in welk bouwdeel de brand zich bevind);
4) De eerst gearriveerde BHV-er neemt de leiding.
Deze persoon wordt vanaf hier in de tekst Commandant BHV (CBHV)
genoemd en mag de leiding op eigen initiatief zelf overdragen;
5) CBHV leest af op het ORP waardoor de alarm is gedaan;
6) CBHV stuurt tenminste twee BHV-ers samen naar de locatie van de
calamiteit voor controle.
CBHV blijft op de centrale positie voor de coördinatie;
7) De calamiteitlocatie is te vinden door het volgen van de nevenindicatoren
(rode lampjes, zie foto rechts) boven de deuren;
8) De twee BHV-ers komen terug op rapport op te maken bij CBHV;
9) CBHV meldt calamiteit telefonisch aan Regionale Meldkamer Brandweer:
Telefoonnummer: 035 – 655 68 40 Meldcode: OMS 1008
Vermeld daarbij:
a) Naam van de melder;
b) De Rijver, Nienhuis Ruyskade 26 te Muiderberg;
c) Aard en omvang van de calamiteit;
d) Mogelijk aantal slachtoffers.
5.1.2 In geval van mondelinge melding
Is er sprake van:
1) Brand: druk direct een breekglaasje in van de dichtstbijzijnde
handbrandmelder;
2) Gaslekkage: druk geen handbrandmelder in, maar evacueer alle
aanwezigen door deze persoonlijk te waarschuwen;
3) Bommelding: druk geen handbrandmelder in, maar evacueer alle
aanwezigen door deze persoonlijk te waarschuwen.
Pierre van der Schaaf 13-12-2010
Versie 2.0
10

5.2 Externe alarmering
Externe alarmering heeft het doel om de externe hulpverleningsdiensten, zoals
brandweer, politie en ambulance, ter plaatse te krijgen.
De CBHV geeft opdracht de externe hulpverleners te waarschuwen, zodra er een
calamiteit is geconstateerd of kan worden bevestigd.
Bel 112, vraag om politie, brandweer of ambulance en vermeld daarbij:
− Uw naam;
− De Rijver, Nienhuis Ruyskade 26 te Muiderberg;
− Aard en omvang van de calamiteit;
− Mogelijk aantal slachtoffers.
Pierre van der Schaaf 13-12-2010
Versie 2.0
11

6 STROOMSCHEMA ALARMERING
Mondelinge
brandmelding
Activeer
handbrandmelder
2 BHV-ers gaan
ter plaatse
BHV-ers
koppelen terug
aan CBHV
vals alarm
CBHV breekt
ontruiming af
CBHV bericht
Brandweer
Rookmelder is
geactiveerd
Slow-whoop
CBHV leest
brandlocatie af
op ORP
brand
brand
CBHV bericht
Brandweer:
- slachtoffers,
- omvang, etc.
Legenda:
BHV Bedrijfshulpverlener
CBHV Commandant Bedrijfshulpverlening
HBHV Hoofd Bedrijfshulpverlening
ORP Ontruimingspaneel
Overige BHV-ers
starten
ontruiming
Overige BHV-ers
continueren
ontruiming
BHV-ers
bestrijden
beginnende brand
Automatische
uitschakeling CV+
luchtbehandeling
Automatische
doormelding
naar Brandweer
CBHV bericht
HBHV via
Telefonist
HBHV ter
plaatse
Brandweer ter
plaatse
HBHV of CBHV
begeleidt
Brandweer
Pierre van der Schaaf 13-12-2010
Versie 2.0
12

7 WIJZE VAN ONTRUIMING EN
ONTRUIMINGSORGANISATIE
Gezien de beperkte zelfredzaamheid van een groot aantal aanwezigen, is het zaak
alle aanwezigen zo snel mogelijk het pand te laten verlaten.
Na het afgaan van het ontruimingsalarm telt elke seconde.
Er moet altijd vanuit worden gegaan dat het een daadwerkelijk alarm betreft. Het
niet serieus nemen van een alarm kan grote nadelige tot noodlottige gevolgen
hebben voor de aanwezigen.
7.1 Werkwijze
Gezien de beperkte grootte van het pand, wordt er altijd gekozen voor een volledige
ontruiming van het gehele pand.
Denk altijd aan uw eigen veiligheid!
Prioriteiten
Bij ontruiming van een pand wordt altijd een volgorde qua prioriteit gesteld:
1) Personen evacueren
a) uit de ruimte waar de brand zich bevind;
b) uit de tegenover- en naastliggende ruimten;
c) uit alle overige ruimten.
Help personen met:
d) een beperkte zelfredzaamheid (slachtoffers, kinderen, lichamelijk en
verstandelijk beperkten, ouderen);
2) Pas nadat alle personen zijn geëvacueerd kan eventueel worden gedacht
aan kostbare goederen.
De BHV-ers controleren elke ruimte op achterblijvers en voorkomen dat mensen
alsnog het pand betreden.
Wijs iedereen naar de dichtstbijzijnde nooduitgang (dat is niet perse de hoofdingang)
en vertel directief dat iedereen zich naar de verzamelplaats moet begeven.
Let op:
Leer van de veel gemaakte fouten bij een ontruimingsoefening en controleer:
− Alle toiletten:
Welk geslacht u ook heeft: controleer het heren- en damestoilet!
− Kasten en opslagruimten:
Kinderen en zelfs volwassenen kunnen zich gaan verstoppen uit angst!
Zoek grondig, maar denk aan uw veiligheid;
Pierre van der Schaaf 13-12-2010
Versie 2.0
13

!
− Afgesloten ruimten:
Dit hoeft niet te betekenen dat hier niemand aanwezig is.
Meld aan de CBHV wat u heeft geconstateerd. Ook als u een ruimte niet heeft
kunnen controleren omdat deze was afgesloten. Dit is belangrijke informatie voor de
brandweer.
7.2 Verzamelplaats
De verzamelplaats bevindt zich op het grasveld aan de dijk.
Alle aanwezigen gaan naar dezelfde verzamelplaats.
De BSO mag na toestemming van het Hoofd BHV verzamelen bij Villa Zeezicht
(binnen of op het plein), in verband met de kou of het toiletbezoek van de kinderen.
Verlaat nooit zonder toestemming de algemene verzamelplaats!
Ga nooit naar huis!
De brandweer kan in de veronderstelling zijn dan u nog binnen bent en voor niets de
brand betreden!
Pierre van der Schaaf 13-12-2010
Versie 2.0
14

7.3 Bevoegdheden
− Bij brand en/of na het afgaan van het ontruimingsalarm, is elke BHV-er
bevoegd om het pand te ontruimen;
− Voor overige calamiteiten zonder ontruimingsalarm, waarbij minder acuut
gevaar bestaat, neemt men eerst contact op met het Hoofd BHV;
− Na toestemming van de Manager DMO, is alleen het HBHV bevoegd
eventuele pers te woord te staan.
8 WAT TE DOEN BIJ BRAND- OF
ONTRUIMINGSALARM DOOR GEBRUIKERS
8.1 Bij het ontdekken van brand
− Blijf kalm;
− Meld de brand door het indrukken van een handbrandmelder;
− Aanwezigen veiligstellen, denk aan uw gasten en eigen veiligheid;
− Voorkom uitbreiding door:
o Ramen en deuren te sluiten;
o Zelf te blussen in geval van een beginnende brand;
− Maak gebruik van de dichtstbijzijnde nooduitgang;
− Volg instructies van de BHV-ers (herkenbaar aan het gele vest), uw
leidinggevende en/of externe hulpverleners;
− Blijf bij rookontwikkeling laag bij de grond;
− Deurkrukken kunnen heet zijn! Voel eerst met de rug van uw hand aan de
deur en deurkruk, voordat u de deur opent;
− Ga direct naar de aangegeven verzamelplaats. Dit is op het grasveld aan de
dijk bij het daar aangegeven verzamelpunt;
− Verlaat nooit zonder toestemming de verzamelplaats;
Ga nooit zomaar naar huis. De brandweer kan dan in de veronderstelling zijn
dat u nog in het gebouw bent!
8.2 Bij een ontruimingsalarm / slow-whoopsignaal
− U hoort het ontruimingssignaal;
− Pak uw waardevolle papieren/handtas indien binnen handbereik.
Houd uw tas tegen uw borst vast.
− Sluit deuren en ramen;
− Instrueer uw bezoekers/gasten, u bent verantwoordelijk voor hen!
− Verlaat direct het gebouw;
− Maak gebruik van de dichtstbijzijnde nooduitgang;
− Volg instructies van de BHV-ers (herkenbaar aan het gele vest), uw
leidinggevende en/of externe hulpverleners;
Pierre van der Schaaf 13-12-2010
Versie 2.0
15

− Blijf bij rookontwikkeling laag bij de grond;
− Deurkrukken kunnen heet zijn! Voel eerst met de rug van uw hand aan de
deur en deurkruk, voordat u de deur opent;
− Ga direct naar de aangegeven verzamelplaats. Dit is op het grasveld aan de
dijk bij het daar aangegeven verzamelpunt;
− Verlaat nooit zonder toestemming de verzamelplaats.
Ga nooit zomaar naar huis. De brandweer kan dan in de veronderstelling zijn
dat u nog in het gebouw bent!
9 TAKEN TELEFONIST(E)
Er is geen vaste receptioniste of beheerder in De Rijver aanwezig die vanuit een
vaste post het overzicht op het pand heeft. Waar bij een regulier dorpshuis veelal
één persoon verantwoordelijk is voor de locatie, is het op De Rijver lastiger om vaste
taken toe te bedelen.
De begeleider van Philadelphia is wel regelmatig en op vaste tijden aanwezig, deze
zal in geval van een calamiteit zijn cliënten in veiligheid moeten brengen. Daardoor
kan hij geen structurele coördinerende rol spelen in aansturing van de totale BHVploeg.
De Commandant BHV (eerst aanwezige bij het Ontruimingspaneel) zal iemand
aanwijzen die telefonisch communiceert naar externe hulpverleners.
9.1 Wat te doen bij een mondelinge/telefonische
brandmelding?
De CBHV geeft u instructie de functie Telefonist op u te nemen:
1) Druk altijd direct een handbrandmelder in;
2) Stel de melder de volgende vragen:
o Diens naam;
o Aard en omvang van de calamiteit;
o Mogelijk aantal slachtoffers;
3) Bel 112, vraag om brandweer en vermeld daarbij:
o Uw naam;
o De Rijver, Nienhuis Ruyskade 26 te Muiderberg;
o Aard en omvang van de calamiteit;
o Mogelijk aantal slachtoffers.
4) Bel het Hoofd BHV op ……………
5) Koppel uw genomen acties z.s.m. terug aan de CBHV.
Pierre van der Schaaf 13-12-2010
Versie 2.0
16

9.2 Wat te doen bij een melding via de handbrand-
of rookmelder?
Een geactiveerde handbrandmelder is altijd een bewuste actie. De kans dat dit een
daadwerkelijke brand betreft is groot, dus het gehele pand moet worden
gecontroleerd.
Ga nooit gelijk uit van baldadige jongeren. Wellicht heeft iemand in ruimte A rook
geconstateerd, maar op zijn vlucht in gang B een handbrandmelder geactiveerd.
De CBHV zal eerst controleren waar en welke calamiteit er plaatsvindt.
De CBHV geeft u instructie de functie Telefonist op u te nemen:
1) Stel de CBHV de volgende vragen:
o Aard en omvang van de calamiteit;
o Mogelijk aantal slachtoffers;
2) Bel 112, vraag om politie, brandweer of ambulance en vermeld daarbij:
o Uw naam;
o De Rijver, Nienhuis Ruyskade 26 te Muiderberg;
o Aard en omvang van de calamiteit;
o Mogelijk aantal slachtoffers.
3) Bel het Hoofd BHV op ……………….
4) Koppel uw genomen acties z.s.m. terug aan de CBHV.
Pierre van der Schaaf 13-12-2010
Versie 2.0
17

10 TAKEN HOOFD BHV
Het Hoofd BHV:
− Wordt gewaarschuwd via de telefonist(e), in opdracht van CBHV;
− Begeeft zich direct naar de plaats van de calamiteit in De Rijver.
Houdt zich onderwijl aan alle verkeersregels en denkt aan veiligheid in het
verkeer!
Eenmaal ter plaatse:
− Beoordeelt het verloopt en coördinatie in handen van de CBHV;
− Controleert of externe hulpverleners:
a) Zijn gealarmeerd (automatisch of handmatig);
b) Telefonisch extra informatie hebben ontvangen omtrent aard calamiteit
en mogelijk aantal slachtoffers;
− Zorgt voor opvang externe hulpverleners:
o Stelt sleutels en plattegronden ter beschikking;
o Geeft het aantal vermisten door en vermoedelijke locatie;
− Waarschuwt verantwoordelijk manager bij Gemeente Muiden
(Manager afdeling DMO) en vraagt voor deze specifieke calamiteit om:
o inzet perswoordvoerder of;
o toestemming voor pers te woord te staan.
− Hanteert de ‘HBHV checklist’.
Checklist verantwoordelijkheden HBHV:
Is de brandweer / externe hulpverlener gealarmeerd?
Is de BHV-ploeg volledig ingezet?
Zijn er vermisten geconstateerd op de verzamelplaats?
Wordt de brandweer begeleidt?
Krijgt de brandweer informatie, plattegronden en sleutels?
Is er voldoende terugkoppeling van de BHV-ers?
Pierre van der Schaaf 13-12-2010
Versie 2.0
18

11 TAKEN PLOEGLEIDER / BHV-ER
1) Alle aanwezigen verlaten direct het gebouw;
2) BHV-ers verzamelen bij het ontruimingspaneel (ORP), dat is nabij de
nooduitgang aan de dijkzijde van het pand.
(Dit is tevens de entree voor de externe hulpverlening, aangezien de
brandweer hier direct kan zien in welk bouwdeel de brand zich bevind);
3) De eerst gearriveerde BHV-er neemt de leiding. Deze persoon wordt vanaf
hier in de tekst Commandant BHV (CBHV) genoemd en mag de leiding op
eigen initiatief zelf overdragen;
4) CBHV leest af op het ORP, waardoor het ontruimingsalarm is afgegaan:
i) Een geactiveerde handbrandmelder (HBM) of rookmelder;
ii) Een storing.
Ga echter nooit uit van een storing zonder in het pand te
controleren of er daadwerkelijk nergens brand of rook is.
5) CBHV stuurt tenminste twee BHV-ers samen naar de locatie van de
calamiteit voor controle.
CBHV blijft op de centrale positie voor de coördinatie;
6) De calamiteitlocatie is te vinden door het volgen van de nevenindicatoren
(rode lampjes, zie foto rechts) die boven de deuren zitten.
7) De overige BHV-ers starten de ontruimingsprocedure (zie hoofdstuk 7);
8) De twee BHV-ers komen terug op rapport op te maken bij CBHV;
9) CBHV meldt de calamiteit rechtstreeks telefonisch aan
Regionale Meldkamer Brandweer Gooi- en Vechtstreek:
Telefoonnummer: 035 – 655 68 40 Meldcode: OMS 1008
Meld daarbij:
a) Uw melder;
b) De Rijver, Nienhuis Ruyskade 26 te Muiderberg;
c) Aard en omvang van de calamiteit;
d) Mogelijk aantal slachtoffers.
Voor overige calamiteiten, bel 112.
Aanvullende richtlijnen
− De CBHV spreekt niet met de pers.
Pierre van der Schaaf 13-12-2010
Versie 2.0
19

12 TAKEN ONTRUIMINGSPLOEG
Ontruiming van het pand wordt gedaan door de BHV-ers, CBHV en HBHV.
Er is geen aparte ontruimingsploeg geïnstrueerd.
13 TAKEN DIRECTIE / CRISIS MANAGEMENT TEAM
Het Crisis Management Team bestaat uit:
− Hoofd BHV;
− Manager DMO;
− Staflid van de Brandweer / politie / GGD;
− Perswoordvoerder.
Het CMT heeft de volgende taken:
− Het coördineren van de bijstand;
− Het onderbrengen van geëvacueerden;
− Het ter beschikking stellen van een perswoordvoerder;
− Het laten informeren van pers en familie;
− Het informeren van de nieuwsmedia (in overleg met de brandweer);
− Het onderhouden van de contacten met de overige overheidsinstanties;
− Het coördineren van de nazorg (zie Hoofdstuk 18);
− Het verzorgen van een evaluatie.
(Psycho)Traumatische hulpverlening
Er kan contact worden gelegd met een extern bureau voor psychotraumatische
hulpverlening. Voor contactgegevens, do’s and don’ts, zie Hoofdstuk 18.
Kosten zijn op basis van nacalculatie.
Pierre van der Schaaf 13-12-2010
Versie 2.0
20

14 TEKENING
De Rijver heeft 1 bouwlaag.
Pierre van der Schaaf 13-12-2010
Versie 2.0
21

15 VERKLARING SYMBOLEN
Afsluiter gas
Afsluiter water
Groepenkast elektra
Hoofdschakelaar CV
Ontruimingspaneel
Brandmeldpaneel
Brandwerende scheiding
Handbrandblusser /
blusmiddel klein
Brandslanghaspel
Handbrandmelder
EHBO-koffer / verbanddoos
Pierre van der Schaaf 13-12-2010
Versie 2.0
22
AED
Verzamelplaats
Hoofdingang

16 LOGBOEK ONTRUIMINGSPLAN
Versie Soort wijziging Door Akkoord Datum
1.0
concept
Nieuw document Van der Schaaf
Advies BV
Paul Augenbroe 3-nov-2010
Pierre van der Schaaf 13-12-2010
Versie 2.0
23

17 BRANDVEILIGHEIDSPLAN
17.1 Brandmeldsysteem
De brandmeldinstallatie wordt jaarlijks gekeurd door installatiebedrijf Klik te
Amsterdam. Het onderhoudscontract omvat zowel de brandmeld- als
ontruimingsinstallatie.
17.2 Logboek Brandmeldinstallatie
Het logboek Brandmeldinstallatie ligt bij de beheerdersbalie (bij het
ontruimingspaneel), waarin alle benodigde gegevens zoals het testen en onderhoud
in worden bijgehouden.
17.3 Beheerder Brandmeldinstallatie
(v/h Opgeleid Persoon)
De tests worden uitgevoerd door de Zakelijk Leider. De Zakelijk Leider zal de training
Beheerder Brandmeldinstallatie (voorheen Opgeleid Persoon / OP) krijgen in 20xx.
De Beheerder BMI test de brandmeldinstallatie maandelijks op de vastgestelde
controlepunten. Deze staan in het logboek en worden daar ook in bijgehouden.
Geconstateerde afwijkingen worden dezelfde werkdag nog bij de Zakelijk Leider
gemeld, die op zijn/haar beurt actie met de installateur onderneemt.
De norm NEN 2654-1 stelt de volgende werkzaamheden voor de beheerder vast:
Maandelijkse controle:
1) Visuele controle van hoofdonderdelen (brandmeldcentrale, panelen,
lampentest, e.d.);
2) Controle correcte doormelding brandalarm;
3) Controle correcte doormelding storingsalarm;
Vier-maandelijkse controle (3 maal per jaar, waarvan 1 maal door installateur):
4) Visuele controle handbrandmelders;
5) Visuele controle automatische melders;
6) Veranderingen in ruimtegebruik, inrichting ventilatiesysteem of
bouwconstructie;
7) Controle alarmorganisatie;
8) Controle bescheiden;
9) Controle werking van alle meldergroepen.
Bron: NIBHV Beheerder Brandmeldinstallatie, januari 2006.
Pierre van der Schaaf 13-12-2010
Versie 2.0
24

17.4 Heetwerk
Voor het uitvoeren van ‘heet werk’, zoals gebruik van gasbranders
(dakwerkzaamheden), lasapparatuur, slijptol en ander gereedschap waar vuur,
vonken of gloeien van toepassing is, is gebruik van de heetwerk checklist
gewenst.
Heetwerk checklist
Datum checklist: _________________20____
Naam contactpersoon Gemeente Muiden: _______________________
Bedrijfsnaam uitvoerende partij (intern/extern*): _______________________
Naam contactpersoon uitvoerende partij: _______________________
Zijn alle veiligheidsmaatregelen genomen:
Algemeen
− Bruikbare brandblusser voorhanden ja/nee*
− Brandalarm actief ja/nee*
− Goed onderhouden gereedschap ja/nee*
Binnen een straal van 10 meter
− Alle brandbare zaken verwijderd ja/nee*
− Brandbare zaken afgedekt ja/nee*
− Naden en kieren afgedekt ja/nee*
− Vuurbestendige afdekking opgehangen ja/nee*
Brandwacht
− Continue toezicht van brandwacht ja/nee*
− Continue toezicht tot 60 min na werk ja/nee*
− Brandwacht uitgerust met brandblusser ja/nee*
− Brandwacht voldoende opgeleid ja/nee*
− Regelmatige controles tot 3 uur na werk ja/nee*
Toelichting Hoofd BHV
− Zijn alle genomen maatregelen voldoende? ja/nee*
− Aanvullende maatregelen nodig, zo ja: _______________________
_______________________
_______________________
− Start werkzaamheden, datum _________________20____
tijd _______________________
− Eind werkzaamheden, datum _________________20____
tijd _______________________
* doorhalen wat niet van toepassing is
Origineel formulier Hoofd BHV / Kopie formulier bij werkzaamheden.
Pierre van der Schaaf 13-12-2010
Versie 2.0
25

17.5 Wijzigingen in het gebouw
Wijzigingen in het gebouw worden bij voorkeur altijd getoetst aan de kennis van een
ervaren adviseurs met kennis van bouw, installaties en veiligheid.
Van der Schaaf Advies
Naam: Pierre van der Schaaf Boaz van der Schaaf
Telefoon: 06 – 538 481 85 06 – 1008 2191
Email: info@schaafadvies.nl boaz.vanderschaaf@schaafadvies.nl
Een installateur heeft niet altijd de specifieke kennis omtrent veiligheid, wet- en
regelgeving en vergunningen.
In de wijzigingsprocedure gekeken of aanpassingen aan installatie of gebouw nog
andere gevolgen hebben. Voorbeelden zijn: brandwerendheid van wanden en
deuren, nieuwe vluchtroutes, bereikbaarheid brandblusmiddelen,
luchttoevoerkanalen. Deze procedure voorkomt dat dergelijke zaken worden
vergeten.
Volgt.
Pierre van der Schaaf 13-12-2010
Versie 2.0
26

18 NAZORG
Contact met IVP wordt gelegd door het Crisis Management Team.
Overdag: 020 - 840 76 20
Buiten kantooruren: 0418 - 68 34 44
Pierre van der Schaaf 13-12-2010
Versie 2.0
27