20.09.2013 Views

scriptie - AcuteZorg.nl

scriptie - AcuteZorg.nl

scriptie - AcuteZorg.nl

SHOW MORE
SHOW LESS

Create successful ePaper yourself

Turn your PDF publications into a flip-book with our unique Google optimized e-Paper software.

O. de Graaf<br />

Centrale Huisartsenpost:<br />

Toekomstvisie van Huisartsen<br />

Begeleiders:<br />

Drs. P. Giesen, huisarts-onderzoeker<br />

Dr. H. Mokkink, methodoloog<br />

Kenniscentrum huisartsenposten<br />

en spoedeisende zorg<br />

Afdeling: Kwaliteit van Zorg<br />

UMC St. Radboud Nijmegen<br />

November 2003 – maart 2004<br />

Wetenschappelijke stage<br />

Geneeskunde<br />

een<br />

pilot-studie


Inhoudsopgave<br />

Blz.<br />

Samenvatting……………………………………………………………………… 3<br />

1. I<strong>nl</strong>eiding………………………………………………………………………… 4<br />

2. Vraagstelling……………………………………………………………………. 6<br />

3. Methode<br />

3.1 Literatuur………………………………………………………………..7<br />

3.2 Pilot studie……………………………………………………………....7<br />

4. Resultaten<br />

4.1 Literatuur………………………………………………………………..10<br />

4.2 Pilotstudie……………………………………………………………… 14<br />

5. Discussie………………………………………………………………………… 18<br />

6. Kanttekeningen en aanbevelingen……………………………………………...20<br />

Literatuurlijst……………………………………………………………………... 21<br />

Bijlage 1. Begeleidende brief enquête……………………………………………... 22<br />

Bijlage 2: Enquête: Hoe oordelen huisartsen over de huisartsenpost en wat is hun<br />

toekomstvisie?………………………………………………...23<br />

Bijlage 3: Resultaten enquête……………………………………………………….29<br />

Bijlage 4: Schriftelijke commentaren huisartsen…………………………………... 32<br />

Centrale Huisartsenpost:<br />

Toekomstvisie van huisartsen 2<br />

O. de Graaf


Samenvatting<br />

I<strong>nl</strong>eiding<br />

Nu de huisartsenposten (HAP) in Nederland de organisatievorm geworden is van waaruit de<br />

huisartsenzorg buiten kantoortijd in Nederland wordt geleverd, komt de discussie op gang<br />

over de toekomst van de huisartsenpost. De problematiek binnen de keten van spoedeisende<br />

zorg lijkt deze discussie te versterken Met de komst van de huisartsenposten ontstaan er<br />

kansen om de samenwerking in de keten spoedeisende zorg te verbeteren, waarbij het voor de<br />

hand lijkt te liggen om samenwerking te zoeken met de ziekenhuis-SEH.<br />

Doel<br />

Onderzoeken wat de visie is van de huisartsen op de huisartsenpost over hun takenpakket, de<br />

gewenste organisatievorm in relatie met de SEH en de gewenste samenwerking met de SEH.<br />

Methode<br />

Het betreft een transversale pilotstudie middels een schriftelijke enquête onder huisartsen,<br />

aangesloten bij huisartsenpost Gelders Riviere<strong>nl</strong>and te Tiel.<br />

Resultaten<br />

Methode<br />

Het betreft een transversale pilotstudie middels een schriftelijke enquête onder huisartsen,<br />

aangesloten bij huisartsenpost Tiel.<br />

De respons van de pilot-enquête is 84% (n=64). 67,2% ziet de medische zorg buiten<br />

kantoortijd als huisartsenwerk. 50,1% van de huisartsen vindt de gevestigde huisartsen niet<br />

verantwoordelijk voor de spoedzorg buiten kantoortijd. Meer dan 90% vind niet-spoedeisende<br />

zaken niet op de post thuis horen. (Triage van) A1 en A2 toestandsbeelden wordt door meer<br />

dan 65% tot het takenpakket van de huisarts op de huisartsenpost gerekend. Als het gaat om<br />

verrichtingen ziet ruim driekwart van de huisartsen voor zichzelf wel een taak weggelegd als<br />

het gaat om catheteriseren, reanimeren en ademweg vrijmaken, defibrilleren en hechten. Bij<br />

de gewenste organisatievorm kiest 81,3 % niet voor waarneemgroepen. 40,6% is het eens met<br />

een organisatievorm waarbij de HAP los van het ziekenhuis en de SEH is gesitueerd.<br />

Organisatorische en inhoudelijke integratie van de HAP met de SEH geeft verdeeldheid.<br />

45,3% wil wel de verantwoordelijkheid als huisarts houden over de triage. 53,1% van de<br />

huisartsen is voorstander van samenwerking op facilitair gebied. 83,1% is voorstander van<br />

een elektronisch patiëntendossier. 50% is voor wederzijdse personele ondersteuning, 71,9%<br />

ziet voordeel in gezame<strong>nl</strong>ijke zorg aan de patiënt.<br />

Conclusie<br />

Huisartsen willen blijven deelnemen aan de keten van spoedeisende zorg. Maar de<br />

verantwoordelijkheid voor deze zorg staan ze liever af.<br />

De meeste huisartsen zijn het eens met de organisatievorm waarbij de HAP los staat van de<br />

SEH en het ziekenhuis, maar de integratie-modellen worden niet verworpen. Echter de<br />

huisartsen willen een duidelijke taakverdeling tussen SEH en HAP met de<br />

verantwoordelijkheid voor de triage.<br />

Centrale Huisartsenpost:<br />

Toekomstvisie van huisartsen 3<br />

O. de Graaf


1 I<strong>nl</strong>eiding<br />

Nu de huisartsenposten (HAP) in Nederland de organisatievorm geworden is van waaruit de<br />

huisartsenzorg buiten kantoortijd in Nederland wordt geleverd, komt de discussie op gang over de<br />

toekomst van de huisartsenpost. Deze discussie wordt uitgelokt door de wens tot efficiënte<br />

dienstverlening, financiële overwegingen en personeelstekorten. Daarnaast speelt het simpele feit dat<br />

huisartsenposten de eerste jaren van hun bestaan vaak in noodgebouwen werden gehuisvest en mede<br />

door nieuw- en verbouw van ziekenhuizen nu uitzien naar andere huisvesting. De problematiek binnen<br />

de keten van spoedeisende zorg lijkt deze discussie te versterken: er is een matige samenwerking en<br />

afstemming tussen de verschillende aanbieders van spoedeisende zorg. Door veel zelfverwijzers<br />

ontstaat er een verkeerde-echelon-problematiek, wat weer leidt tot inefficiënte hulpverlening met<br />

doublures en kostbare hulp als gevolg. 1,2,3<br />

Met de komst van de huisartsenposten ontstaan er kansen om de keten spoedeisende zorg te<br />

verbeteren. 3 4 Voor zover bekend zien huisartsen sinds de komst van huisartsenposten voor zichzelf<br />

een duidelijker positie binnen de keten spoedeisende zorg 3,5 maar er is echter ook een groep huisartsen<br />

die geen verantwoordelijkheid meer wil nemen voor de huisartsenspoedzorg buiten kantoortijden 6 .<br />

Vanuit de overheid wordt een herstructurering van de spoedeisende zorg gestimuleerd. Daarbij wordt<br />

de huisarts als een belangrijke schakel in de keten spoedeisende zorg beschouwd. Er zijn grootse<br />

begrotingsplannen aangekondigd en daarbij heeft het ministerie besloten om de veranderingen vanuit<br />

het veld te laten ontwikkelen, en zich er als overheid zo min mogelijk mee te bemoeien. 7 Het woord is<br />

nu dus aan de huisartsen.<br />

Bij het zoeken naar een geschikte verbetering van de spoedeisende eerstelijnszorg, lijkt het voor de<br />

hand te liggen om samenwerking te zoeken met de ziekenhuis-SEH, vanuit de gedachte dat<br />

verregaande integratie een win/win-situatie kan opleveren die kan leiden tot efficiëntere en meer op de<br />

patiënt afgestemde zorg. Bovendien kan de huisarts zich beter positioneren in de keten spoedeisende<br />

zorg en zo komen tot een bevruchtende samenwerking met ambulancehulpverlening en medische<br />

specialisten 3 .<br />

Op een aantal plaatsen in Nederland wordt al getracht een verregaand samenwerkingsverband met de<br />

SEH van het ziekenhuis aan te gaan. Deze samenwerkingsverbanden kunnen verschillende vormen<br />

aannemen, zoals HAP los van het ziekenhuis, een HAP gelokaliseerd voor de SEH, of een HAP<br />

8 9 10<br />

volledig geïntegreerd in de SEH.<br />

Hoewel verdere integratie van de schakels in de keten spoedeisende zorg een logische stap lijkt is het<br />

de vraag of de beoogde winst misschien minstens zoveel verlies oplevert. Er zijn immers ook<br />

Centrale Huisartsenpost:<br />

Toekomstvisie van huisartsen 4<br />

O. de Graaf


elemmerende factoren voor verregaande integratie te noemen zoals mogelijk toenemende werkdruk<br />

voor huisartsen, territoriumafbakening, verschillende beroepsculturen en veranderende<br />

financieringsstromen 3 5 . Bovendien kan de lokale situatie belemmerend werken op verregaande<br />

integratie, bijvoorbeeld een excentrische lokatie van ziekenhuizen met grote afstand tot de patiënt.<br />

Al deze factoren zorgen voor persoo<strong>nl</strong>ijke invulling met betrekking tot mate van integratie van de<br />

huisartsenpost met de SEH.<br />

Kortom, er bestaat mogelijk een heel spectrum van samenwerkingmodellen, dat loopt van het<br />

volkomen los staan van HAP en SEH tot het volledig geïntegreerde model.<br />

Uitgaande van het principe van veilige, doelmatige en op de patiënt afgestemde zorg zou een volledig<br />

geïntegreerde model HAP-SEH er in hoofdlijnen als volgt uit kunnen zien:<br />

• Gebruik ziekenhuisfaciliteiten (ruimte, catering, schoonmaak, sterilisatie etc.)<br />

• Uitgebreide diagnostische mogelijkheden (bv. lab., röntgen, ECG)<br />

• Gezame<strong>nl</strong>ijke ruimte SEH en HAP<br />

• Gezame<strong>nl</strong>ijke triage: - Telefonisch via één centraal spoednummer (bijv. 1-1-3)<br />

- Aan de poort<br />

• Gemeenschappelijk ondersteunend personeel<br />

• Nauwe samenwerking tussen huisartsen en specialisten: Samen aan het bed van de patiënt<br />

• Inzet huisartsen en specialisten afhankelijk van deskundigheidniveau en beschikbaarheid<br />

• HAP is organisatorisch verbonden met het ziekenhuis (elders nader uit te werken)<br />

Samenhangend met dit model, kan er verder gedacht worden over:<br />

• Taakdifferentiatie voor huisartsen (telefoon/regiearts, consultarts of visitearts)<br />

• Wederzijdse opleidingsplaatsen op de SEH/HAP voor HAIO’s en AGIO’s<br />

• 24-uurs bezetting van de huisartsenpost<br />

Artsen zijn over het algemeen te weinig aanwezig in het debat over de wijze waarop de<br />

gezondheidszorg zou moeten worden ingericht. Dit terwijl juist zij dagelijks te maken hebben met<br />

bovengenoemde problematiek. 11 Daarom willen we ons in dit onderzoek vooral richten op de<br />

huisartsen en specialisten die zich dan als eerste dienen uit te spreken over de toekomstige<br />

wenselijkheid en mate van integratie van de HAP en de SEH. Op basis van hun mening kunnen er<br />

mogelijk meerdere modellen of groeimodellen ontstaan. Dit onderzoek richt zich op de visie van de<br />

huisarts.<br />

Centrale Huisartsenpost:<br />

Toekomstvisie van huisartsen 5<br />

O. de Graaf


2 Vraagstelling<br />

1. Wat is er bekend in de (internationale) literatuur over relatie van de HAP met de SEH?<br />

2. Welk takenpakket zien de huisartsen voor zichzelf in de toekomst binnen de ANW diensten?<br />

a. met betrekking tot de te leveren zorg<br />

b. met betrekking tot acute toestandsbeelden<br />

c. met betrekking tot verrichtingen<br />

3. Wat is de toekomstvisie van huisartsen over de mate van samenwerking tussen HAP en de<br />

SEH?<br />

a. met betrekking tot de organisatievorm<br />

b. met betrekking tot facilitatie door ziekenhuizen<br />

c. met betrekking tot inhoudelijke samenwerking<br />

Centrale Huisartsenpost:<br />

Toekomstvisie van huisartsen 6<br />

O. de Graaf


3 Methode<br />

3.1 Literatuur<br />

In Nederland zijn de laatste jaren over huisartsenposten veel artikelen gepubliceerd. Om me te<br />

oriënteren heb ik gebruik gemaakt van de literatuur die op het Kenniscentrum Huisartsenposten van<br />

het UMCN aanwezig was.<br />

Daarnaast heb ik op Medline en Pubmed gezocht naar Nederlandse literatuur met als zoektermen:<br />

‘huisartsenpost’, ‘spoedeisende hulp’, ‘toekomst’.<br />

Daarnaast heb ik gezocht in de archieven van de o<strong>nl</strong>ine Nederlandse tijdschriften Medisch Contact en<br />

Huisarts en Wetenschap. Daarbij is gebruik gemaakt van bovenstaande zoektermen.<br />

Verder heb ik nog gezocht naar internationale literatuur over integratie van de HAP en SEH. Bekend<br />

is, dat in Denemarken en Engeland de ontwikkeling van huisartsenposten verder gevorderd is dan in<br />

Nederland. Om artikelen over toekomstperspectief te vinden heb ik wederom in Medline en Pubmed<br />

gezocht. Ingevoerde termen zijn: ‘Out-of-hours services’, al of niet gecombineerd met ‘cooperatives’,<br />

‘General Practitioner’, ‘Emergency Department’, ‘future’ en ‘collaboration’<br />

Aan de hand van de zogenoemde sneeuwbalmethode (via referenties uit gevonden artikelen) heb ik<br />

naar verdere relevante artikelen gezocht.<br />

3.2 Pilot-studie<br />

Design<br />

Het betreft een transversale pilotstudie middels een schriftelijke enquête onder huisartsen in januari<br />

2004. Non-responders werden na 3 weken opgebeld met het verzoek alsnog te reageren.<br />

Populatie<br />

76 huisartsen werkzaam in het adherentiegebied van de huisartsenpost Gelders Riviere<strong>nl</strong>and te Tiel.<br />

Centrale Huisartsenpost:<br />

Toekomstvisie van huisartsen 7<br />

O. de Graaf


Ontwikkeling van de enquête<br />

De enquête bestaat uit 3 onderdelen. Deel A gaat over de huisartskenmerken, deel B richt zich op het<br />

oordeel over de kwaliteit van de huidige huisartsenpost. Deze onderdelen zijn ontwikkeld uit eerdere<br />

enquêtes over tevredenheid onder huisartsen .5<br />

Deel C van de enquête gaat over de toekomstvisie van de huisartsen met betrekking tot de HAP en<br />

SEH. Deze studie beperkt zich tot dit deel.<br />

Het onderdeel over toekomstvisie kwam als volgt tot stand:<br />

1. Wij zijn begonnen het onderzoeksdomein te bepalen, met daarin onderwerpen die volgens ons<br />

relevant waren. Dit domein werd bepaald vanuit eigen ervaring als huisarts expert. Een aantal<br />

lezingen en vier discussieavonden met huisartsen over dit thema leverden daarbij eveneens<br />

onderwerpen. Tenslotte gebruikten we rapporten over toekomstvisie.<br />

2. Vanuit dit domein en de bijbehorende onderwerpen hebben we vragen gemaakt en gepoogd<br />

deze te rangschikken.<br />

3. De concept vrage<strong>nl</strong>ijst werd in twee rondes ter beoordeling voorgelegd aan 5 huisartsen en 4<br />

deskundige huisartsen. Deze beoordeelden de vragen op relevantie, zinsbouw, inhoud en<br />

technische constructie van de enquête. Na elke ronde werd de vrage<strong>nl</strong>ijst door de<br />

onderzoekers bijgesteld.<br />

4. Deze bijgestelde versie werd voorgelegd aan de begeleider-methodoloog en de begeleiderhuisarts.<br />

Deze hebben de enquête beoordeeld op met name zinsbouw, begrijpelijkheid en<br />

volledigheid. Aan de hand van dit commentaar werd de vrage<strong>nl</strong>ijst wederom aangepast.<br />

5. Hieruit ontstond de pilot-enquête, die uitgezet werd onder huisartsen van de huisartsenpost<br />

Tiel . De enquête is als bijlage toegevoegd.<br />

6. Tijdens de looptijd van het onderzoek is de enquête ter beoordeling aan de<br />

begeleidingcommissie voorgelegd. Commentaar van deze commissie zal worden meegenomen<br />

in de tweede pilot.<br />

7. Na analyse werd de ontstane vrage<strong>nl</strong>ijst uitgezet in een tweede pilot in de regio Arnhem.<br />

Centrale Huisartsenpost:<br />

Toekomstvisie van huisartsen 8<br />

O. de Graaf


Variabelen<br />

Onafhankelijke variabelen<br />

• Leeftijd van de huisarts<br />

• Geslacht van de huisarts<br />

• Percentage diensten dat afgelopen jaar is uitbesteedt<br />

Afhankelijke variabelen<br />

• Gewenst takenpakket, onderverdeeld in:<br />

o Zorg<br />

o Toestandsbeelden<br />

o Verrichtingen<br />

• Gewenste organisatievorm (waarneemgroepen, HAP los van ziekenhuis, HAP in ziekenhuis maar<br />

los van SEH, Integratie met verantwoordelijkheid van de huisarts, Integratie met<br />

verantwoordelijkheid voor derden, waarbij huisartdeelname facultatief is, 24-uurs-structuur)<br />

• Gewenste samenwerking (facilitatie, triage, samenwerking SEH, verregaande samenwerking SEH,<br />

taakdifferentiatie en opleidingsplaatsen)<br />

Analyse<br />

De gegevens werden ingevoerd in een accessprogramma. Los bijgeschreven opmerking werden<br />

verzameld en gegroepeerd in een tekstverwerker.<br />

Omdat dit onderzoek een eerste pilotonderzoek is, werd er een kwantitatieve analyse uitgevoerd: door<br />

middel van het uitrekenen van de Crohnbachs-alfa konden we de betrouwbaarheid meten. Daarnaast<br />

hebben we met behulp van de factor-analyse de variantie bepaald.<br />

Daarnaast werd in een kwalitatieve analyse uitgevoerd. Vragen die vaak niet ingevuld zijn, of die<br />

unaniem beantwoord zijn, werden door de onderzoekers kritisch bekeken, waarna besloten werd om de<br />

vraag in de enquête te houden, dan wel eruit te halen. Ook bijgeschreven opmerkingen van de artsen<br />

werden bekeken, en zonodig werden vragen veranderd, verwijderd of toegevoegd.<br />

Centrale Huisartsenpost:<br />

Toekomstvisie van huisartsen 9<br />

O. de Graaf


4 Resultaten<br />

4.1 Literatuur<br />

Nederlandse literatuur<br />

Uit het onderzoek naar de Nederlandse artikelen kwamen een aantal bruikbare artikelen naar voren.<br />

Grofweg kunnen deze in 3 hoofdgroepen geplaatst worden:<br />

1. Tevredenheid huisartsen na invoering HAP,<br />

2. Onderzoek knelpunten en mogelijke oplossingen<br />

3. Locatie van de HAP in relatie tot ziekenhuis; integratie of niet?<br />

1. Tevredenheid van huisartsen na invoering van de HAP<br />

Uit onderzoek van Giesen 5 blijkt dat huisartsen tevreden zijn over de nieuwe dienstenstructuur. Het<br />

aantal diensturen nam met 80 procent af, de subjectieve werkdruk nam af en de arbeidssatisfactie nam<br />

toe; bovendien was de belasting door negatief gedrag van patiënten veel lager dan bij huisartsen in<br />

kleinschalige dienstenstructuren. In dit artikel wordt ook de gedachten van de huisartsen over de<br />

toekomst onderzocht. Huisartsen neigen tot samenwerking met het ziekenhuis. 56% is voorstander van<br />

samenwerking op facilitair gebied. Ook uit de locatie van de HAP blijkt dat samenwerking met het<br />

ziekenhuis voorkeur heeft (60% wil als HAP binnen 200m van het ziekenhuis vandaan gevestigd zijn).<br />

Er blijkt ook angst te zijn om samen te werken. Deze angst wordt gevormd door identiteitsbehoud en<br />

cultuurverschillen tussen 1 e en 2 e lijn.<br />

2. Onderzoek naar knelpunten en mogelijke oplossingen<br />

Nu de HAP dé gevestigde instantie is voor huisartsenzorg buiten kantooruren doen zich nieuwe<br />

problemen voor. Er zijn nu grofweg drie aanbieders van spoedeisende zorg: de huisartsenzorg,<br />

ambulancehulpverlening en de spoedeisende hulp van het ziekenhuis. De huisartsenzorg heeft terrein<br />

verloren op de spoedeisende hulpverlening; veel mensen gaan naar de SEH of bellen 112 terwijl zij net<br />

zo goed door de HAP geholpen kunnen worden: verkeerde-echelonproblematiek. Dit leidt tot<br />

capaciteitsproblemen door inefficiënt gebruik van materiaal en mensen in parallelle organisaties.<br />

Er vindt weinig afstemming plaats tussen verschillende zorgaanbieders. Dit is te verklaren door<br />

verkokering van de beroepsgroepen en eigenbelang (denk aan territoriumdrift, financieel voordeel<br />

zoals Eerste Poli Bezoeken voor het ziekenhuis, onzekerheid en angst voor kritiek).<br />

Om deze capaciteitsproblemen het hoofd te bieden is het absoluut nodig om tot een afstemming van<br />

2 3 4<br />

terrein en taken te komen tussen de verschillende zorgaanbieders!<br />

Centrale Huisartsenpost:<br />

Toekomstvisie van huisartsen 10<br />

O. de Graaf


Een voorbeeld van een betere afstemming tussen huisarts en specialist is onderzocht door Uden in<br />

Maastricht 8 . Hier is een vergelijkend onderzoek gedaan tussen 2 modellen:<br />

1. HAP is vóór de SEH gesitueerd. Dit houdt in dat elke patiënt die de SEH bezoekt zonder<br />

verwijzing, eerst door een huisarts wordt gezien; deze behandelt zelf, of verwijst patiënt door.<br />

2. Bij het tweede model is de HAP los van de SEH geplaatst; dit is de situatie zoals die feitelijk in<br />

heel Nederland nog bestaat.<br />

Uit dit onderzoek blijkt dat:<br />

• meer contacten tussen huisarts en patiënt bij het eerste model<br />

• het aantal zelfverwijzers in het eerste model is vele malen lager dan in het tweede model.<br />

• de huisarts handelt in het eerste model beduidend meer niet-ernstige traumata (bv. sport) af<br />

De conclusie uit dit onderzoek is, dat er bij het eerste model duidelijk minder zelfverwijzers zijn, en<br />

dat met dit model het poortwachterschap van de huisarts ook buiten kantooruren is versterkt. Daar<br />

staat wel tegenover de werkbelasting voor de huisarts groter wordt.<br />

Een andere vorm van samenwerking is in IJmuiden onderzocht 13 . Daar zijn huisartsenbedden in het<br />

ziekenhuis geplaatst. Deze bedden zijn bedoeld voor patiënten die zich voor een korte periode niet<br />

alleen kunnen redden, en hulp nodig hebben van verplegend personeel, gesuperviseerd door een<br />

huisarts. De conclusie van dit onderzoek is, dat de huisartsen de huisartsenbedden zien als een reëel<br />

alternatief voor patiënten met een kortdurende intensieve zorgbehoefte op zowel verpleegkundig als<br />

medisch niveau. Er moet echter wel aan een behoorlijk aantal randvoorwaarden voldaan worden. De<br />

belangrijksten daarvan zijn: - Te klein beddencapaciteit van de dichtstbijzijnde ziekenhuizen<br />

- Geen/te weinig bedden in flankerende zorg (bv. verpleeghuizen)<br />

- Beperkte opvangmogelijkheden door thuiszorg<br />

- Aanwezigheid van klinische bedden binnen de infrastructuur van<br />

een ziekenhuis<br />

- Achterwacht huisarts<br />

- Aanwezigheid verpleegkundig personeel<br />

3. Locatie van de huisartsenpost in relatie tot het ziekenhuis; integratie of niet<br />

Er zijn tot nu toe 2 onderzoeken uitgevoerd naar integratie van de huisartsenpost met de SEH<br />

Het eerste onderzoek betreft een intern rapport, uitgebracht door een Commissie Kansen &<br />

Bedreigingen aan het bestuur van de huisartsenpost in Enschede 9 . Deze commissie heeft verkennende<br />

gesprekken gevoerd met betrokken partijen. Deze partijen hebben hun visie en toekomstplannen naar<br />

voren gebracht:<br />

• Raad van Bestuur van het MST wil een nieuw specialisme oprichten: een vierjarige opleiding<br />

tot Spoedeisende Hulparts. Verder wil de raad starten met het opleiden en inzetten van triageverpleegkundigen.<br />

Tenslotte wil de raad CHPE en SEH fysiek en functioneel integreren.<br />

Centrale Huisartsenpost:<br />

Toekomstvisie van huisartsen 11<br />

O. de Graaf


• Medisch specialisten willen bij integratie één loket en een triage-verpleegkundige die bepaalt<br />

of een patiënt door specialist dan wel huisarts wordt gezien. Korte lijnen zijn wenselijk; dit<br />

komt naar hun mening de kwaliteit van zorg ten goede met als gevolg een daling van het<br />

aantal ziekenhuisopnames. De financiële gevolgen voor zelfstandig gevestigde specialisten<br />

moeten echter wel nog in kaart worden gebracht. Ook de bevoegdheden van een mogelijke<br />

triage-verpleegkundige moeten nog vastgelegd.<br />

• Afdeling Spoedeisende Hulp (SEH) verwacht dat het aantal zelfverwijzers drastisch zal dalen<br />

en dat de werkbelasting van de huisarts tijdens diensten toe zal nemen met ongeveer 35%. Één<br />

poort HAP/SEH lijkt de SEH voor de patiënt het meest duidelijk. En voor de huisarts is het<br />

voordeel dat deze gebruik kan maken van de faciliteiten van het ziekenhuis.<br />

• Huisartsen verwachten een duidelijke toename van hun werkbelasting. Er zal dan ook zeker<br />

personeel bij moeten komen; men denkt aan het inzetten van praktijkondersteuners. Het grote<br />

voordeel dat ook de huisartsen zien is, dat integratie de mogelijkheid biedt de krachten te<br />

bundelen nu het aanbod aan huisartsenzorg afneemt en de vraag ernaar stijgt. Echter, de triage<br />

die op een geïntegreerde post plaats zal vinden moet volgens hen een huisartsgeneeskundige<br />

triage zijn; de huisartsen moeten dus invloed krijgen op de opleiding van de triageverpleegkundigen.<br />

Een ander aandachtspunt van de huisartsen is dat de huisarts niet mag veranderen in een soort<br />

acute hulparts. De kans hierop is extra groot als men 7 x 24-uurs huisartsenzorg wil gaan<br />

verlenen op de geïntegreerde post: “Shoppen” en “by- passen” van de eigen huisarts wordt dan<br />

te gemakkelijk (ook het behoud van de eigen identiteit als huisarts is hierbij belangrijk).<br />

• Doktersassistenten zien een integratie als bedreiging en uitholling van hun functie omdat het<br />

patiëntencontact nog verder zal afnemen en ook het contact met de huisarts zal dalen (als<br />

callcenter en post fysiek gescheiden worden). Wellicht kan men hen deel laten nemen aan de<br />

opleiding tot triage-verpleegkundige.<br />

Het tweede onderzoek betreft integratie van verschillende zorgaanbieders op het gebied van de ANWzorg<br />

in de regio Tilburg (Twee Steden Ziekenhuis, St. Elisabeth ziekenhuis, DHV, GGD, GGZ) 14 . Het<br />

onderzochte model gaat uit van één centraal callcenter dat bij alle klachten gebeld moet worden (dus<br />

geen zelfverwijzers). De klacht wordt dan behandeld door een medisch centralist die een<br />

zelfzorgadvies geeft of doorverwijst naar HAP/ SEH.<br />

De resultaten uit het onderzoek naar dit model zijn samen te vatten onder een paar noemers:<br />

• Volledige integratie: 55% van de ondervraagde cliënten geeft aan geen genoegen te zullen<br />

nemen met een zelfzorgadvies van de medisch centralist en zullen dan waarschij<strong>nl</strong>ijk toch nog<br />

als zelfverwijzer naar de HAP/ SEH komen. En bepaalde groepen zoals ouderen, chronisch<br />

zieken en terminale patiënten vragen persoo<strong>nl</strong>ijkere zorg.<br />

Centrale Huisartsenpost:<br />

Toekomstvisie van huisartsen 12<br />

O. de Graaf


De belangrijkste punten van twijfel zijn de bereikbaarheid van het centrale telefoonnummer en<br />

de deskundigheid en toetsbaarheid van de centralist. Het model staat of valt met deze factoren.<br />

• Taakintegratie en coöperatie: er moeten goede afspraken gemaakt worden tussen CPA en<br />

callcenter over welke patiënten waar thuis horen en er moeten duidelijke triage criteria worden<br />

opgesteld om te voorkomen dat échte spoedgevallen worden opgehouden. Gemeenschappelijk<br />

gebruik van patiënteninformatie wordt door alle hulpverleners als belangrijk ervaren; evenals<br />

protocollen en afspraken over de samenwerking en onderlinge taakverdeling.<br />

Op het terrein van de coöperatie moet ook de mogelijke integratie van CPA en callcenter<br />

bekeken worden.<br />

• Informatie: interne informatie- overdracht is van weze<strong>nl</strong>ijk belang. Daarnaast moet er ook een<br />

duidelijke communicatie naar de patiënt zijn, waarin wordt uitgelegd hoe de ANW-zorg<br />

geregeld is en wat er verwacht wordt voor een optimaal functioneren van het model.<br />

Tenslotte is er zeer recentelijk door Leenen een artikel geschreven over gescheiden wegen van<br />

spoedzorg en electieve zorg, waarbij de huisarts mogelijk verdwijnt uit de spoedeisende zorg 15 . Het<br />

probleem volgens hem is dat de spoedzorg in Nederland is georganiseerd rond het electieve<br />

zorgproces. Dat betekent vanuit huisartsenperspectief:<br />

- Huisartsenposten zijn te kostbaar en moeten verdwijnen<br />

- Huisartsen moeten vervangen worden door SEH-artsen<br />

- Deze specialistische zorg kan eventueel aangevuld worden met huisartsen<br />

- Via een call-center kan er worden getriëerd door verpleegkundigen<br />

Zijn visie is dus dat de verantwoordelijkheid van de spoedeisende eerstelijnszorg niet langer voor de<br />

rekening van de huisarts is.<br />

Internationale literatuur<br />

In de internationale literatuur is veel onderzoek gedaan naar huisartsenposten en de gevolgen daarvan<br />

voor de huisartsen en kwaliteit van zorg. Maar er is geen gepubliceerd onderzoek gedaan naar de<br />

toekomstvisie van huisartsen (general practitioners). Wel heeft Lattimer et al 17 in 1996 een aantal<br />

voorstellen gedaan naar een vervangende service voor spoedzorg buiten kantoortijden. Hierbij stelde<br />

hij drie modellen voor aan huisartsen in het noorden van Engeland: een HAP, een SEH/HAP<br />

geïntegreerd en als derde gebruik van call-centres. Uit het onderzoek werd duidelijk dat 83% van de<br />

ondervraagde huisartsen in ieder geval een van de drie modellen zou willen proberen. Integratie werd<br />

al meest populair aangegeven. De behoefte om de spoedzorg buiten kantoortijden te veranderen was<br />

reeds toen dus al aanwezig. De belangrijkste motivaties hierbij zijn voor de huisartsen verminderde<br />

werktijden en werkbelasting. Randvoorwaarden die werden genoemd waren: goede financiering van<br />

de post, beloning voor de artsen, duidelijke voorlichting naar patiënten over het doel van de zorg<br />

buiten kantoortijden. Er moeten goede afspraken gemaakt worden met ziekenhuis en ambulance).<br />

Centrale Huisartsenpost:<br />

Toekomstvisie van huisartsen 13<br />

O. de Graaf


4.2 Pilot-studie<br />

Van de 76 verstuurde vrage<strong>nl</strong>ijsten zijn er, na herinnering, 64 geretourneerd naar het kenniscentrum.<br />

Dat is een respons van 84,2%. Hiervan zijn 49 man en 15 vrouw. De gemiddelde leeftijd is 46,8 jaar.<br />

De helft besteedt de diensten nooit uit. 70% van de respondenten besteedt de diensten minder vaak dan<br />

10% uit. 2 huisartsen besteden de diensten allemaal uit.<br />

Takenpakket met betrekking tot de te leveren zorg<br />

Een groot deel van de huisartsen ziet de medische zorg buiten kantoortijd wel als huisartsenwerk.<br />

67,2% reageert positief, terwijl er 15,6% oneens is. Daarentegen ziet 50,1% de medische zorg buiten<br />

kantoortijden zeker niet als de organisatorische verantwoordelijkheid van de gevestigde huisartsen. In<br />

de bijgeschreven opmerkingen is verdeeldheid over de verantwoordelijkheid voor de zorg buiten<br />

kantoortijden. Sommigen zien de verzekeraar als verantwoordelijke, anderen juist niet de verzekeraar,<br />

maar de huisarts zelf. (zie tabel 1, bijlage 3 & tabel 1, bijlage 4)<br />

Over de te leveren zorg hebben huisartsen een duidelijk oordeel.<br />

De niet-spoedeisende zaken, zoals 2 e opinion, patiënten die overdag niet kunnen komen en langer<br />

bestaande klachten horen volgens de huisartsen niet op de post thuis. Meer dan 90% zegt dit geen zorg<br />

voor de huisarts op de huisartsenpost te vinden. 65,6% vindt ook vergeten herhaalrecepten geen zorg<br />

voor de huisartsenpost.<br />

De spoedeisende zaken zien huisartsen wel als hun zorg. Hieronder vallen ongevallen die naar de post<br />

kunnen komen (82,9% voor) en de zelfverwijzers naar de SEH (50% voor, 29,7% tegen). Het ter<br />

plaatse komen van de HA bij ongevallen heeft meer weerstand: 32,8% voor, 50,1% tegen. Er is enige<br />

verdeeldheid over de zorg voor psychiatrische crisis en terminale zorg. Bij beiden zijn ongeveer 43%<br />

huisartsen voor en ongeveer 35% huisartsen tegen. Uit kwalitatieve opmerkingen komt naar voren dat<br />

patiënten die eenmaal onder behandeling van de GGZ zijn, daar ook buiten kantoortijd rechtstreeks<br />

terecht moeten kunnen. Wat betreft terminale zorg vinden veel huisartsen dat hiervoor de eigen<br />

huisarts privé bereikbaar moet zijn. (tabel 2, bijlage 3 & tabel 2, bijlage 4).<br />

Takenpakket met betrekking tot toestandsbeelden<br />

Over zorg bij genoemde acute toestandsbeelden zijn de huisartsen redelijk eensgezind De grote<br />

meerderheid vind de A1 en A2-toestandsbeelden allemaal tot het toekomstig takenpakket van de<br />

huisarts op de huisartsenpost horen. Ongeveer 80% vindt dat met name de acute buik, benauwdheid,<br />

CVA, en insult hiertoe behoren. Rond de 65% vindt dat bewusteloosheid, mogelijk Myocard Infarct en<br />

suïcide tot het takenpakket behoort. Kwalitatieve opmerkingen gaan veelal over de triage: triage over<br />

deze ziektebeelden blijft taak van de huisarts. (tabel 3, bijlage 3 & tabel 3, bijlage 4)<br />

Centrale Huisartsenpost:<br />

Toekomstvisie van huisartsen 14<br />

O. de Graaf


Takenpakket met betrekking tot verrichtingen<br />

Ruim driekwart van de huisartsen ziet voor zichzelf wel een taak weggelegd als het gaat om<br />

catheteriseren, reanimeren, ademweg vrijmaken, defibrilleren en hechten (de laatste zelfs 92,2%<br />

positief). Er is verdeeldheid over het aa<strong>nl</strong>eggen van een infuus (34,1% voor, 41,6% tegen) en het<br />

toedienen van O2 (40,6% voor, 31,3% tegen.) Geen taak voor zichzelf zien de huisartsen als het gaat<br />

om saturatie meten (50% tegen), thuisthrombolyse (45,9% tegen) en intuberen (68,8% tegen).<br />

Huisartsen schrijven dat bij veel van de in de vraag genoemde handelingen ervaring en kundigheid<br />

vergen. Artsen willen wel deze handelingen op zich nemen met hulp van ambulance-personeel en<br />

goede apparatuur (Tabel 4, bijlage 3 & tabel 4, bijlage 4).<br />

Samenwerking met betrekking tot de organisatievorm<br />

De huisartsen konden bij deze vraag per voorgestelde organisatievorm aangeven of ze het eens,<br />

neutraal of oneens waren.<br />

- Terug naar de oude waarneemgroepen is 6,3% mee eens.<br />

- De HAP los van het ziekenhuis en de SEH geeft verdeeldheid (40,6% is eens, maar 25% is oneens).<br />

- Bij een organisatievorm waarbij de HAP wel in het ziekenhuis is gevestigd, maar los staat van de<br />

SEH is 28,1 % eens, en 31,3 % oneens.<br />

- Organisatorische en inhoudelijke integratie van de HAP met de SEH geeft bij elk genoemde model<br />

evenveel voor als tegenstanders (allemaal rond de 35%).<br />

- 82,8% vindt dat de huisartsenpost niet 24 uur per dag geopend moet zijn (Tabel 5, Bijlage 3)<br />

Met betrekking tot de organisatievorm kwamen er veel kwalitatieve opmerkingen (27x). Deze<br />

opmerkingen lopen uiteen van financiële randvoorwaarden tot eigen ideeën m.b.t. organisatievorm en<br />

samenwerking met CPA en SEH. Een enkeling vind dat de verantwoordelijkheid afgeschoven kan<br />

worden op andere partijen, maar de meeste opmerkingen gaan over behoud van identiteit en<br />

verantwoordelijkheid. (Tabel 5, bijlage 4)<br />

Samenwerking met betrekking tot facilitatie door ziekenhuis<br />

53,1% van de huisartsen is voorstander van samenwerking op facilitair gebied. Bij een samenwerking<br />

op facilitair gebied bestaan er verschillende vormen<br />

1. Bij algemeen facilitair (schoonmaak, catering e.d.) is er een kleine meerderheid die wil<br />

samenwerken (40,6% voor samenwerking, 29,7% tegen).<br />

2. Op Medisch facilitair gebied (hechtmateriaal, medisch instrumentarium, sterilisatie) is 75% van de<br />

huisartsen voorstander voor samenwerking.<br />

3. Bij diagnostisch facilitair (Röntgen, ECG, lab) is 57,8% positief over een samenwerking op dit<br />

gebied. 20,3% is tegenstander.<br />

Er zijn wederom vrij veel opmerkingen geplaatst. Hieruit spreekt het voordeel van samenwerking op<br />

de verschillende gebieden (zoals: gevolg van samenwerking is betere zorg; samen maakt het leuker;<br />

Centrale Huisartsenpost:<br />

Toekomstvisie van huisartsen 15<br />

O. de Graaf


voor adequate zorg is samenwerking CPA, SEH en HAP noodzakelijk). Er zijn ook opmerkingen over<br />

belasting van de huisarts waarbij diagnostische faciliteiten beter bij de specialist kunnen blijven.<br />

(tabel 6, bijlage 3 & tabel 6 bijlage 4)<br />

Samenwerking met betrekking tot triage<br />

Van de huisartsen vindt 71,9% dat er een duidelijke taakverdeling moet komen tussen de HAP en de<br />

SEH. 57,8 % heeft voorkeur voor 1 centraal spoednummer voor huisarts, ambulance en Spoedeisende<br />

hulp (‘1-1-3’). 45,3% ziet de huisarts als verantwoordelijke voor de triage, 17,2% juist niet. Tenslotte<br />

is 60,9% voorstander van triage door de huisarts aan de poort van de HAP/SEH. Uit de bijschriften<br />

wordt duidelijk dat een aantal huisartsen de triage willen uit besteden: “Maakt niet uit waar triage<br />

gebeurd, als desbetreffende maar voldoende deskundig is”. “Een balie, waarbij assistente verwijst naar<br />

HAP, SEH of Ambulance”. (Tabel 7, bijlage 3 & Tabel 7, bijlage 4)<br />

Medisch inhoudelijke samenwerking<br />

81,3 % van de ondervraagde huisartsen is voorstander van een gezame<strong>nl</strong>ijk elektronisch<br />

patiëntendossier. Volgens een aantal artsen had dat er al lang moeten zijn. Wederzijdse personeelsinzet<br />

is 50,0% voor. Samenwerking met specialisten met betrekking tot de transmurale afspraken wordt<br />

positief door de huisartsen ontvangen. Deze afspraken zijn onderverdeeld in Diagnostisch,<br />

Farmacotherapeutisch en Vervolgafspraken. Alle drie scoren ze rond de 80%. Bij de opmerkingen<br />

worden veel voordelen van inhoudelijke samenwerking genoemd (maakt het vak weer leuker; er wordt<br />

een overzichtelijke geheel gecreëerd; meer professioneel, meer commercieel) Er worden ook nadelen<br />

genoemd, zoals “verlies van identiteit”; “dit is de ideale situatie, in werkelijkheid onmogelijk”.(Tabel<br />

8, bijlage 3, tabel 8, bijlage 4)<br />

Verregaande samenwerking<br />

Van de huisartsen wil 71,9 % samenwerken met specialisten op het gebied van opvang bij<br />

piekbelasting. Bij de stelling over het verlenen van gezame<strong>nl</strong>ijke zorg en consultatie van elkaar stemt<br />

81,3 % voor. De medisch specialist naar de patiënt thuis laten gaan heeft iets meer weerstand, maar er<br />

lijkt nog een kleine voorkeur voor te zijn, echter zijn er ook veel neutralen. (42,2% voor, 39,1% is<br />

neutraal) Een observatiebed op de HAP leidt tot verdeeldheid (43,8% eens, 35,9% oneens).<br />

De helft vindt samenwerking prima door verdwijnen van verzuiling en samen sterk staan, maar er<br />

worden ook opmerkingen gemaakt zoals: Huisartsenzorg en specialistische zorg zijn niet<br />

uitwisselbaar; bed hoort op SEH, één verantwoordelijke arts per patiënt. (Tabel 9, bijlage 2).<br />

Centrale Huisartsenpost:<br />

Toekomstvisie van huisartsen 16<br />

O. de Graaf


Overige stellingen met betrekking tot taakdifferentiatie en opleidingsplaatsen<br />

Uit de cijfers blijkt, dat de huisartsen een taakdifferentiatie tot regie-, consult- of visitearts waarderen<br />

(43,8 % voor, 26,6 % tegen). Er worden wel een paar randvoorwaarden genoemd, waarbij financiën de<br />

belangrijkste is.<br />

Over opleidingsplaatsen wordt positief gereageerd (65,6% voorstander, 7,8% tegen), maar uit de<br />

opmerkingen komt naar voren dat de huisartsen eerder een specialist in opleiding op de HAP zien, dan<br />

een HAIO op de SEH. (Tabel 10, bijlage 3 & tabel 10, bijlage 4)<br />

Betrouwbaarheid van de pilot<br />

Bij meten van de betrouwbaarheid wordt met name gekeken naar de interne consistentie. Er wordt<br />

gemeten of de vragen in de enquête, die nu bij elkaar staan, inderdaad hetzelfde meten. Een maat om<br />

de interne consistentie te meten is de coëfficiënt alfa, of de Crohnbach’s Alfa. Deze waarden moet<br />

boven de 0.65 liggen.<br />

Van de vragen over het toekomstig takenpakket (C 52 t/m C 55) zijn de Crohnbach’s Alfa waarden<br />

redelijk hoog. 0.58 tot 0.90. Dit onderdeel is redelijk betrouwbaar<br />

Daarentegen bij het onderdeel toekomstige samenwerking zijn de Crohnbach Alfa waarden laag.<br />

Uitzondering hierbij is cluster C 70 t/m C72c, waarbij de Alfa van .76 een hogere betrouwbaarheid<br />

meet. (tabel 11, bijlage 3).<br />

Validiteit<br />

Bij validiteit wordt gemeten of de vragen inderdaad meten wat ze moeten meten. Daartoe wordt<br />

bepaald hoeveel (virtuele) factoren er nodig zijn om de variantie te kunnen verklaren. Vervolgens<br />

wordt er gekeken welke ladingen (waarden) de verschillende factoren hebben. Deze waarden zouden<br />

bij een hoge validiteit hoog uit moeten komen. Daarnaast kunnen de vragen bij een valide vraag door 1<br />

factor worden verklaard.<br />

In deze vrage<strong>nl</strong>ijst liggen de factorladingen ver uit elkaar. Bij de meeste vragen zijn er 2 factoren<br />

nodig om de variantie te verklaren Dat betekent dat deze pilotstudie een vrij lage validiteit heeft. (zie<br />

tabel 11, bijlage 3).<br />

Centrale Huisartsenpost:<br />

Toekomstvisie van huisartsen 17<br />

O. de Graaf


5 Discussie<br />

Bij dit onderzoek is slechts 1 post met 76 huisartsen aangeschreven. Dit is niet erg veel, maar omdat<br />

de respons van 84% (n=64) hoog is, geeft dit onderzoek toch een redelijk betrouwbaar beeld van de<br />

toekomstvisie van huisartsen in de betreffende regio.<br />

Takenpakket<br />

Huisartsen zien de zorg buiten kantoortijden wel als huisartsenwerk, maar zij zijn verdeeld over de<br />

vraag of zij daar zelf in willen participeren. Bovendien ziet de meerderheid zichzelf als gevestigde<br />

huisarts niet meer verantwoordelijk voor de medische zorg buiten kantoortijden. Huisartsen rekenen<br />

de spoedeisende zorg buiten kantoortijd wel tot het takenpakket van de huisarts op de huisartsenpost,<br />

maar ze vinden wel dat een aantal handelingen en toestandsbeelden in samenwerking moet met de<br />

specialistische spoedeisende zorg (ambulance). De huisarts moet geen veredelde ambulanceverpleegkundige<br />

worden.<br />

Bekend is inmiddels het standpunt van de club van 100, waarin de huisarts de organisatorische<br />

verantwoordelijkheid afstaat aan specialist, ziekenhuis of zorgverzekeraar, echter de huisarts blijft wel<br />

(facultatief) deelnemen aan de spoedeisende eerstelijnszorg buiten kantoortijden 6 . Dit staat haaks op<br />

het huidige standpunt van de Landelijke Huisartsen Vereniging. Deze ziet de zorg buiten kantoortijd<br />

nog wel als verantwoordelijkheid van de huisarts. De facultatieve deelname ligt in het straatje van de<br />

specialisten en zorgverzekeraars, want na het ontstaan van de HAP zien vooral zij de mogelijkheid de<br />

eerstelijns spoedzorg, en dan met name de triage, over te dragen aan de veel goedkopere<br />

verpleegkundige/assistente, aldus Leenen in zijn meest recente artikel 17 . Maar een meerderheid van de<br />

huisartsen vindt juist de triage nog wel de verantwoordelijkheid van de huisarts. Dit wordt ondermeer<br />

duidelijk uit het feit dat de huisartsen de door ons genoemde toestandsbeelden allemaal tot het<br />

takenpakket rekenen. In de bijschriften staan een aantal opmerkingen over de onmisbaarheid van de<br />

huisarts bij de triage van deze beelden. Ook in de literatuur kwam al naar voren dat huisartsen voor<br />

zichzelf een grote taak zien bij de triage, waarbij in Maastricht de huisartsenpost voor de SEH kwam<br />

te staan. En in Enschede willen de huisartsen bij een integratie invloed krijgen op de opleiding van de<br />

triage-verpleegkundigen. Dus de trend op dit moment is, dat de huisartsen de verantwoordelijkheid<br />

door willen geven aan anderen, maar zeker niet willen verdwijnen uit de eerstelijns spoedeisende zorg<br />

buiten kantoortijden.<br />

Centrale Huisartsenpost:<br />

Toekomstvisie van huisartsen 18<br />

O. de Graaf


Samenwerking HAP/SEH<br />

Over organisatorische en inhoudelijke integratie van de HAP met de SEH heerst verdeeldheid onder<br />

de huisartsen. De artsen in Tiel zijn het in ieder geval eens dat terug naar de waarneemgroepen geen<br />

optie is. Er lijkt een lichte neiging naar de huidige situatie in Tiel, met de HAP op het<br />

ziekenhuisterrein, los van de SEH. Dat is te verwachten, want dit is de huidige situatie in Tiel.<br />

Over een HAP in het ziekenhuis, en een integratie met de SEH zijn de huisartsen verdeeld.<br />

Zoals al blijkt uit de literatuur 5 , zijn de artsen tevreden over de huidige dienstenstructuur van een<br />

huisartsenpost los van de SEH op het ziekenhuisterrein. Daarbij bestaat er de angst om te integreren,<br />

zoals uit verschillende artikelen blijkt 3 5 . Een integratie moet aan veel randvoorwaarden voldoen, wil<br />

het voor de huisartsen een goede vervangende optie zijn voor de huidige post. Wat in ieder geval<br />

duidelijk uit deze enquête naar voren komt, is dat andere organisatiemodellen niet door de huisartsen<br />

worden verworpen.<br />

Op inhoudelijk gebied is het moeilijk een eenduidig beeld te krijgen van wat de artsen willen. Een<br />

trend lijkt nu te zijn dat op het gebied van facilitatie de huisartsen willen samenwerken met het<br />

ziekenhuis. Bij een samenwerkingsverband met de andere disciplines in de spoedeisende zorg blijft de<br />

triage de verantwoordelijkheid van de huisartsen. Deze triage zou via een centraal spoednummer<br />

geregeld kunnen worden (1-1-3). De transmurale standaarden, en daarnaast het gezame<strong>nl</strong>ijk<br />

patiëntendossier bevordert de continuïteit en verbetert de kwaliteit van zorg. Doktersassistentes en<br />

verpleegkundigen kunnen elkaar heel goed aanvullen. Ook specialisten en huisartsen kunnen elkaar<br />

aanvullen, qua kennis en inzichten, maar door opvang door de minder belastte partij.<br />

Bovenstaande samenwerking gaat richting een integratie. In de literatuur zijn al onderzoeken<br />

besproken over integratie van HAP en SEH 9 14 15 . Duidelijk hierbij is dat de huisarts een prominente rol<br />

in de spoedzorg wil blijven houden. Als je dan bovenstaande bekijkt, ligt de uitkomst inderdaad in de<br />

lijn der verwachtingen, dat de huisartsen deel gaan nemen in zo’n nieuwe structuur. Vooral de triage<br />

blijft taak van de huisarts. Bij “takenpakket” is de discussie over deze triage al aan bod gekomen.<br />

Opvallend in de uitslag van dit onderzoek is, dat huisartsen vinden dat verpleegkundigen niet kunnen<br />

trieëren. Dat moet aan de huisartsenassistentes over gelaten worden, ter voorkoming van een uitholling<br />

van hun functie, waar ze bang voor zijn. 9<br />

Naast enkele kritische specialisten, zien veel specialisten een voordeel in samenwerking tussen<br />

huisartsen en specialisten 9 . Met name de specialisten op de SEH, die met de komst van de huisarts in<br />

het ziekenhuis het aantal zelfverwijzers naar de SEH ziet dalen, staan positief tegenover de komst van<br />

de huisarts in het ziekenhuis.<br />

Centrale Huisartsenpost:<br />

Toekomstvisie van huisartsen 19<br />

O. de Graaf


6 Kanttekeningen en aanbevelingen<br />

Kanttekeningen<br />

Dit onderzoek betreft een pilot-studie in een beperkte populatie in een beperkte regio. Dit is dus niet<br />

representatief voor heel Nederland. Daarnaast scoort deze studie bij het beoordelen van de<br />

betrouwbaarheid en validiteit erg laag, met name het deel over de gewenste samenwerking. Deze<br />

studie kan daarom het best worden opgevat als een eerste verkennend onderzoek.<br />

Bij het ontwikkelen van de enquête zijn twee achterliggende aspecten bevraagd: inhoudelijk en<br />

organisatorische aspecten. Het blijkt er moeilijk om deze zaken strikt te scheiden. Dat is, blijkt bij de<br />

analyse, ook niet helemaal gelukt.<br />

Veel huisartsen hebben bij het beantwoorden van de vragen in het onderdeel “Organisatievorm”voor<br />

de optie “neutraal”gekozen. Bij dit deel van de enquête kregen de huisartsen slechts de keuze uit eens,<br />

neutraal of oneens. Dit dwingt de huisartsen waarschij<strong>nl</strong>ijk te veel in een bepaalde richting, en daarom<br />

kan het zijn dat veel respondenten voor de veilige “neutraal” kiezen. In de vervolg-pilot is dit<br />

inmiddels veranderd in een 5-keuze antwoord.<br />

Aanbevelingen<br />

Op dit moment loopt de 2 e pilot-studie in Arnhem. De enquête moet daarna weer verder worden<br />

bijgesteld. Denk aan een betere scheiding tussen inhoudelijk en organisatische aspecten. Maar ook de<br />

groepering en formulering van verschillende vragen moet worden verbeterd. Vervolgens kan de<br />

vrage<strong>nl</strong>ijst op meerdere plaatsen in Nederland worden uitgezet, zodat er een meer betrouwbaar<br />

resultaat uit komt. Sommige uitkomsten zijn “post-specifiek”. Door ook andere posten in het<br />

onderzoek mee te nemen, kunnen deze factoren eruit worden gefilterd.<br />

Naast de huisartsen zijn ook specialisten gebaat bij een integratie. Hierover loopt momenteel een<br />

onderzoek op het kenniscentrum.<br />

Centrale Huisartsenpost:<br />

Toekomstvisie van huisartsen 20<br />

O. de Graaf


Literatuurlijst<br />

1. Netten P.M., van der Zee P.M., Bleeker M.W.P., Smulders C., De eerste lijn voorbij.<br />

Inventariserend onderzoek naar zelfverwijzers op de spoedeisende hulp. Med Contact<br />

2002;57(3): 87-89<br />

2. IJzermans C.J., Mentink S. et al., Contacten buiten kantooruren: klachten gepresenteerd aan de<br />

huisarts en aan de Spoedeisende Hulp. NTvG 2002;146(30): 1413-17<br />

3. Giesen P., Fraanje W., Klomp M., Rammelende keten, afstemming van taken spoedeisende<br />

zorg is dringend gewenst. Med Contact 2003;58(47):1810-12<br />

4. Ariëns E.A.R., Kleur bekennen op de Spoedeisende Hulp. Medisch Vandaag, 5 nov 2003<br />

5. Giesen P, Hiemstra N, Mokkink H, De Haan J, Grol R. Tevreden over diensten, centrale<br />

huisartsenpost voldoet aan verwachtingen.<br />

Med Contact 2002;57(45):1657-1660<br />

6. Anoniem, Club van 100, Manifest 2004. www.huisartsvandaag.<strong>nl</strong>. 28 nov. 2003<br />

7. Hoogervorst H, Beleidsvisie acute zorg, Ministerie van VWS,Kamerstuk 10-10-2003<br />

8. Uden C.J.T. van, Poortwachter hersteld. Med Contact 2003;58(39):1482-85<br />

9. Davids A.J. et al. Samen of alleen; Rapport Commissie Kansen en Bedreigingen Integratie<br />

CHPE-SEH, 19 juni 2003<br />

10. Anoniem. Veel haken en ogen rond integratie SEH en Huisartsenpost, Nieuwsartikel. Med<br />

Contact 2003;58(48):1847<br />

11. Maassen H., Een nieuw kompas. Medisch Contact 2003;58(48):1850-53<br />

12. Hiemstra, N.A.M., CHN, Ervaringen en visie van huisartsen 1 jaar na de start, Verslag<br />

wetenschappelijke stage WOK/KUN, september 2000<br />

13. Moll van Charante E.P, IJzermans C.J, Bindels P.J.E, Huisartsenbedden in een ziekenhuis.<br />

Med Contact 2000;55(14)<br />

14. Breedveld E., Brekelmans R. et al., Ex- ante evaluatie ANW- model; een analyse vanuit<br />

cliënten- en medewerkersperspectief. Tilburg, oktober 2003<br />

15. Leenen L.P.H., Gescheiden wegen, efficiëntere zorg door aparte spoedzorgstructuur, Med<br />

Contact 2004;59(10):360-63<br />

16. Lattimer V. et al., Future provision of out of hours primary medical care. BMJ 1996;312:352-<br />

356<br />

Centrale Huisartsenpost:<br />

Toekomstvisie van huisartsen 21<br />

O. de Graaf


Bijlagen<br />

Bijlage 1: Begeleidende brief enquête<br />

Zeer geachte Collega,<br />

Graag willen wij uw mening horen op over twee onderwerpen:<br />

1. Uw oordeel over de huidige zorg op de Huisartsenpost.<br />

2. Uw visie op de toekomst van de Huisartsenpost<br />

We willen heel graag weten hoe uw oordeel is over de huidige kwaliteit van onze<br />

huisartsenpost: Immers U werkt er zelf, hoort ervaringen van patiënten en anderen. Uw<br />

oordeel kan heel behulpzaam zijn om de kwaliteit van de zorg te verbeteren.<br />

Daarnaast zijn we heel benieuwd hoe U over de toekomst denkt. Deze toekomst ligt voor ons<br />

open en bevat een heel spectrum aan organisatiemodellen. In de zich snel veranderende<br />

wereld is het, naar onze mening, van groot belang dat huisartsen nadenken over de toekomst<br />

en daar zelf actief richting aan geven.<br />

Uw mening wordt zeer op prijs gesteld, en stelt ons in staat, een door de beroepsgroep<br />

gedragen toekomstbeleid te helpen ontwikkelen.<br />

Wij willen u vriendelijk verzoeken de enquête liefst binnen 2 weken aan het Kenniscentrum te<br />

zenden door middel van de bijgevoegde portvrije retourenveloppe. Een postzegel is dus niet<br />

nodig.<br />

Uiteraard worden uw gegevens vertrouwelijk en anoniem verwerkt door het Universitair<br />

Medisch Centrum St. Radboud, te Nijmegen.<br />

Mocht u vragen hebben, dan kunt u onderstaand telefoonnummer bellen.<br />

Hartelijk dank voor uw bijdrage!!<br />

Bestuur en management HAP Gelders Riviere<strong>nl</strong>and Tiel<br />

………….., voorzitter ………………., directeur<br />

Kenniscentrum ”Huisartsenposten en huisartsenspoedzorg”<br />

Projectleider-onderzoeker: Paul Giesen, huisarts<br />

Student onderzoeker: Onno de Graaf<br />

Afd. Kwaliteit van Zorg, UMC St. Radboud Nijmegen<br />

WOK 229, P.O. Box 9101, 6500 HB Nijmegen. P.Giesen@voha.umcn.<strong>nl</strong><br />

Tel.nr. Onno de Graaf: 06-12436000<br />

Centrale Huisartsenpost:<br />

Toekomstvisie van huisartsen 22<br />

O. de Graaf


Bijlage 2: Pilot-enquête, deel C: Toekomstvisie<br />

Hoe oordelen huisartsen over de huisartsenpost en wat is hun toekomstvisie?<br />

A. Huisarts- en praktijkkenmerken<br />

1. Leeftijd: ………. jaar<br />

2. Geslacht:<br />

3. Praktijkvorm:<br />

Man<br />

Vrouw<br />

Solo<br />

Duo<br />

HOED-constructie (> 2 huisartsen)<br />

Gezondheidscentrum<br />

Anders: …………………………………………<br />

4. Hoeveel dagen per week bent u (gemiddeld) als huisarts in uw praktijk werkzaam?<br />

< 2 dagen<br />

2-3 dagen<br />

>4 dagen<br />

5. Aantal kilometers van praktijk tot de HAP<br />

< 5<br />

6-12<br />

13-18<br />

>18<br />

Centrale Huisartsenpost:<br />

Toekomstvisie van huisartsen 23<br />

O. de Graaf


6. Hoe vaak besteedt u uw diensten uit?<br />

Nooit → Sla vraag 7 over<br />

Ongeveer ………… % van mijn totale aantal diensten<br />

Altijd<br />

7. Geef in volgorde van belangrijkheid aan wat voor u een reden is om de dienst uit te besteden<br />

(u vult dus slechts de nummers van de 5 belangrijkste items in, de overgebleven 4 items<br />

vallen af )<br />

b.v.<br />

4 3 1 7 5<br />

1) Werkbelasting tijdens het dienstdoen<br />

2) Hoge werkbelasting overdag<br />

3) Arbeidssatisfactie tijdens het dienstdoen<br />

4) Onbekende patiënten tijdens dienstdoen<br />

5) Behoefte aan vakantie / vrije tijd<br />

6) Zwangerschap/zorg voor kinderen/huishouden<br />

7) Mijn leeftijd<br />

8) (chronische) Ziekte<br />

9) Anders: ………………………….<br />

Zeer belangrijk Belangrijk<br />

Centrale Huisartsenpost:<br />

Toekomstvisie van huisartsen 24<br />

O. de Graaf


C. Toekomstvisie<br />

Middels stellingen willen te weten komen wat uw visie is op de meest optimale<br />

toekomstige zorgverlening. Uw argumentatie, met daarbij eventuele<br />

randvoorwaarden, kunt u na ieder deelonderwerp opschrijven.<br />

Gewenst takenpakket<br />

52. In hoeverre bent u het eens met de volgende stellingen?<br />

Zeer Zeer<br />

eens oneens<br />

↓ ↓<br />

a. Medische zorg buiten kantoortijd is huisartsenwerk<br />

b. De gevestigde huisartsen blijven verantwoordelijk<br />

<br />

voor de medische zorg buiten kantoortijd <br />

Opmerkingen:…………………………………………………………………………………………...<br />

……………………………………………………………………………………………………………<br />

53. Welke zorg hoort volgens u tot het toekomstige takenpakket van de huisarts op de<br />

huisartsenpost?<br />

Zeer zeker Zeker niet<br />

↓ ↓<br />

a. Zorg voor terminale patiënten <br />

b. Zorg voor zelfverwijzers die nu naar de SEH gaan <br />

c. Zorg voor patiënten die om privé-reden overdag niet<br />

kunnen komen <br />

d. Zorg voor patiënten met langer bestaande,<br />

niet spoedeisende, klachten <br />

e. Zorg voor patiënten na straatongevallen en<br />

ongevallen in openbare gelegenheden:<br />

a. in staat om naar de post te komen <br />

b. niet in staat om naar de post<br />

te komen (HA komt ter plaatse) <br />

f. Zorg voor patiënten die vragen om een “2 nd opinion” <br />

g. Zorg voor patiënten met (vergeten) herhaalrecepten <br />

h. Zorg voor patiënten in een psychiatrische crisis <br />

Opmerkingen:…………………………………………………………………………………………<br />

…………………………………………………………………………………………………………<br />

Centrale Huisartsenpost:<br />

Toekomstvisie van huisartsen 25<br />

O. de Graaf


54. Welke toestandsbeelden horen volgens u tot het toekomstige takenpakket van de<br />

huisarts op de huisartsenpost?<br />

Zeer zeker Zeker niet<br />

↓ ↓<br />

a. Bewusteloosheid <br />

b. POB, mogelijk<br />

Myocard Infarct <br />

c. Acute buik <br />

d. Hartritmestoornis <br />

e. Ernstige benauwdheid <br />

f. Mogelijk CVA <br />

g. Insult <br />

h. Suïcide/vergiftiging <br />

Opmerkingen:…………………………………………………………………………………………<br />

…………………………………………………………………………………………………………<br />

55. Welke verrichtingen horen volgens u tot het toekomstige takenpakket van de huisarts<br />

op de huisartsenpost?<br />

Zeer zeker Zeker niet<br />

↓ ↓<br />

a. Hechten <br />

b. Infuus aa<strong>nl</strong>eggen <br />

c. Catheteriseren <br />

d. Uitvoeren thuistrombolyse <br />

e. Reanimeren <br />

f. Vrijmaken ademweg <br />

g. Intuberen <br />

h. O2 toedienen <br />

i. O2 saturatie meten <br />

j. Defibrilleren (middels AED) <br />

k. Anders:…………………………………………………………………………………..<br />

Centrale Huisartsenpost:<br />

Toekomstvisie van huisartsen 26<br />

O. de Graaf


Gewenste organisatievorm<br />

Mee Mee<br />

eens neutraal oneens<br />

56. Dienstregeling via waarneemgroepen, geen<br />

huisartsenposten (HAP) <br />

57. HAP is los van het ziekenhuis, als eigenstandige<br />

organisatie <br />

58. HAP is als eigenstandige organisatie gevestigd los<br />

van de SEH in het ziekenhuis <br />

59. HAP wordt geïntegreerd met de SEH, daarbij zijn de huisartsen<br />

verantwoordelijk voor de spoedeisende eerstelijnszorg,<br />

inclusief zelfverwijzers. HAP heeft eigen organisatiestructuur. <br />

60. Huisartsen zijn niet verantwoordelijk voor de<br />

organisatie. De huisartsenzorg buiten kantoortijd wordt<br />

verzorgd door samenwerkende disciplines binnen ziekenhuis<br />

Spoed Eisende Hulp: SEH spoedartsen, specialisten<br />

Ambulancepersoneel. Huisartsen worden ingehuurd door<br />

het ziekenhuis en deelname is dus facultatief. <br />

61. De huisartsenpost is 24 uur per dag geopend en vangt alle<br />

spoedeisende huisartsenzorg op <br />

Uw argumentatie t.a.v. bovenstaande stellingen (56 t/m 61):.....………………………………….<br />

……………………………………………………………………………………………………………<br />

……………………………………………………………………………………………………………<br />

Gewenste samenwerking HAP en ziekenhuis<br />

Mee Mee<br />

eens neutraal oneens<br />

62. Er is geen verdergaande samenwerking<br />

(samenwerking blijft zoals bv overdag gebruikelijk is) <br />

63. Samenwerking alleen op algemeen facilitair gebied<br />

(telefoon, schoonmaak, catering e.d.) <br />

64. De HAP maakt gebruik van medische faciliteiten<br />

(hechtmateriaal, medisch instrumentarium, sterilisatie) <br />

65. De HAP maakt gebruik van diagnostisch faciliteiten van<br />

het ziekenhuis (Röntgen, Lab, ECG) <br />

Uw argumentatie t.a.v. bovenstaande stellingen m.b.t. ruimtelijke vormgeving (62 t/m 65):.….<br />

……………………………………………………………………………………………………………<br />

……………………………………………………………………………………………………………<br />

……………………………………………………………………………………………………………<br />

Mee Mee<br />

eens neutraal oneens<br />

66. Er is een duidelijke taakverdeling tussen HAP en SEH<br />

Centrale Huisartsenpost:<br />

Toekomstvisie van huisartsen 27<br />

O. de Graaf


etreffende patiëntcategorieën <br />

67. Gezame<strong>nl</strong>ijke telefonisch triage voor de hele regio (“1-1-3”) <br />

(Huisarts, Ambulance, Spoedeisende Hulp)<br />

68. Gezame<strong>nl</strong>ijke triage voor de hele regio aan de poort<br />

van SEH/HAP <br />

69. Triage valt onder verantwoordelijkheid van de huisarts <br />

Uw argumentatie t.a.v. bovenstaande stellingen m.b.t. triage (66 t/m 69):.....…………………..<br />

……………………………………………………………………………………………………………<br />

……………………………………………………………………………………………………………<br />

Mee Mee<br />

eens neutraal oneens<br />

70. Een gezame<strong>nl</strong>ijk gebruik van het elektronisch patiëntendossier <br />

71. Wederzijdse ondersteunend personeelsinzet: Assistentes<br />

en verpleegkundigen worden bij HAP en SEH ingezet <br />

72. Samenwerking tussen huisartsen en specialisten<br />

met betrekking tot transmurale standaarden:<br />

a. gezame<strong>nl</strong>ijk beleid t.a.v. diagnostiek <br />

<br />

b. gezame<strong>nl</strong>ijk (farmaco)therapie <br />

c. afspraken t.a.v. vervolg/verwijs-afspraken met patiënt <br />

<br />

Uw argumentatie t.a.v. bovenstaande stellingen m.b.t. samenwerking HAP en SEH<br />

(70 t/m 72):………………………………………………………………………………………………<br />

……………………………………………………………………………………………………………<br />

……………………………………………………………………………………………………………<br />

Centrale Huisartsenpost:<br />

Toekomstvisie van huisartsen 28<br />

O. de Graaf


Mee Mee<br />

eens neutraal oneens<br />

73. Bij piekbelasting van één partij is er opvang door<br />

de andere partij <br />

74. HAP krijgt ondersteuning van medisch specialistisch zorg thuis <br />

75. De huisarts en specialist geven gezame<strong>nl</strong>ijk zorg aan de<br />

patiënt en consulteren elkaar waar nodig <br />

76. Er is een “observatiebed” op de afdeling aanwezig.<br />

Patiënt (bv. astma cardiale, hypo) kan enkele uren<br />

eerstelijns worden geobserveerd. <br />

Uw argumentatie t.a.v. bovenstaande stellingen over verregaande samenwerking<br />

(74 t/m 76):………………………………………………………………………………………………<br />

……………………………………………………………………………………………………………<br />

……………………………………………………………………………………………………………<br />

Mee Mee<br />

eens neutraal oneens<br />

77. Een taakdifferentiatie van huisartsen tot<br />

regie/telefoon-, consult- of visitearts <br />

78. Op de post zijn opleidingsplaatsen, zowel voor HAIO’s als<br />

voor AGIO’s die bij zowel SEH als HAP stage lopen <br />

Uw argumentatie t.a.v. bovenstaande overige stellingen (77 en 78):…………………………..<br />

……………………………………………………………………………………………………………<br />

……………………………………………………………………………………………………………<br />

79. Heeft u zelf nog andere ideeën of toe te voegen vragen?<br />

……………………………………………………………………………………………………………<br />

……………………………………………………………………………………………………………<br />

……………………………………………………………………………………………………………<br />

Bedankt voor uw medewerking!<br />

Centrale Huisartsenpost:<br />

Toekomstvisie van huisartsen 29<br />

O. de Graaf


Bijlage 3: Resultaten<br />

Tabel 1: Algemene stellingen<br />

Vraag 52<br />

Med. zorg buiten<br />

kantoortijd is<br />

Huisartsenwerk<br />

Gevestigde HA’s<br />

blijven<br />

verantwoordelijk<br />

voor de med. zorg<br />

buiten kt-tijd<br />

Zeer eens 28,1 14,1<br />

Eens 39,1 18,8<br />

Neutraal 17,2 17,2<br />

Oneens 12,5 29,7<br />

Zeer oneens 3,1 20,3<br />

Niet ingevuld 0 0<br />

Tabel 2: Gewenste zorg<br />

Vraag 53<br />

Terminale zorg<br />

Zelfverwijzers<br />

SEH<br />

Patiënten die<br />

overdag<br />

verhinderd zijn<br />

Langer<br />

bestaande<br />

klachten<br />

Ongevallen die<br />

naar de post<br />

kunnen komen<br />

Ongevallen;<br />

huisarts komt<br />

ter plaatse<br />

2 nd opinion<br />

Herhaal-recept<br />

Psychiatrische<br />

crisis<br />

Zeer eens 21,9 17,2 0,0 0,0 43,8 7,8 0,0 4,7 9,4<br />

Eens 20,3 32,8 3,1 1,6 39,1 25,0 0,0 9,4 31,3<br />

Neutraal 20,3 17,2 4,7 7,8 6,3 17,2 1,6 20,3 21,9<br />

Oneens 17,2 17,2 12,5 17,2 3,1 20,3 10,9 25,0 15,6<br />

Zeer oneens 18,8 12,5 79,7 73,4 6,3 29,7 85,9 40,6 21,9<br />

Niet ingevuld 1,6 3,1 0,0 0,0 1,6 0,0 1,6 0,0 0,0<br />

Tabel 3: Toestandsbeelden<br />

Vraag 54<br />

Bewusteloosheid<br />

POB,<br />

mogeljk M-<br />

Infarct<br />

Acute buik<br />

Hartritmestoornis<br />

Benauwdheid<br />

Mogeijk<br />

CVA<br />

Zeer eens 32,8 32,8 60,9 34,4 35,9 45,3 39,1 20,3<br />

Eens 25,0 31,3 29,7 37,5 43,8 37,5 42,2 29,7<br />

Neutraal 12,5 17,2 3,1 17,2 12,5 10,9 10,9 25,0<br />

Oneens 12,5 12,5 4,7 7,8 4,7 3,1 3,1 10,9<br />

Zeer oneens 15,6 4,7 0,0 1,6 0,0 0,0 1,6 10,9<br />

Niet ingevuld 1,6 1,6 1,6 1,6 3,1 3,1 3,1 3,1<br />

Tabel 4: Verrichtingen<br />

Centrale Huisartsenpost:<br />

Toekomstvisie van huisartsen 30<br />

O. de Graaf<br />

Insult<br />

Vergiftiging


Vraag 55<br />

Hechten<br />

Infuus<br />

Catheter<br />

Thuisthrombolyse<br />

Reanimatie<br />

Vrijmaken<br />

ademweg<br />

Intuberen<br />

O2 toedienen<br />

O2 saturatie<br />

meten<br />

Defibrilleren.<br />

(AED)<br />

Zeer eens 73,4 23,4 45,3 14,1 54,7 50,0 3,1 15,6 12,5 21,9<br />

Eens 18,8 10,9 21,9 17,2 18,8 26,6 14,1 25,0 17,2 23,4<br />

Neutraal 7,8 25,0 14,1 23,4 12,5 9,4 14,1 28,1 18,8 20,3<br />

Oneens 0,0 17,2 9,4 9,4 3,1 4,7 26,6 17,2 21,9 14,1<br />

Zeer oneens 0,0 23,4 7,8 35,9 7,8 7,8 42,2 14,1 28,1 14,1<br />

Niet ingevuld 0,0 0,0 1,6 0,0 3,1 1,6 0,0 0,0 1,6 6,3<br />

Tabel 5: Gewenste organisatievorm<br />

Organisatievormen<br />

Waarneemgroepen<br />

HAP los van<br />

ziekenhuis<br />

HAP in ziekenhuis<br />

Integratie: HA is<br />

verantwoordelijk<br />

Integratie: HA niet<br />

verantw.<br />

HAP 24 uur open<br />

Eens 6,3 40,6 28,1 34,4 43,8 6,3<br />

Neutraal 10,9 34,4 39,1 29,7 15,6 10,9<br />

Oneens 81,3 25,0 31,3 34,4 39,1 82,8<br />

Niet ingevuld 1,6 0,0 1,6 1,6 1,6 0,0<br />

Tabel 6: Facilitaire voorzieningen<br />

Facilitaire voorzieningen<br />

Geen fac.<br />

samenwerkin<br />

Algemeen<br />

facilitair<br />

Medisch<br />

facilitair<br />

Diagnostisch<br />

facilitair<br />

Eens 21,9 40,6 75,0 57,8<br />

Neutraal 23,4 29,7 18,8 18,8<br />

Oneens 53,1 29,7 6,3 20,3<br />

Niet ingevuld 1,6 0,0 0,0 3,1<br />

Centrale Huisartsenpost:<br />

Toekomstvisie van huisartsen 31<br />

O. de Graaf


Tabel 7: Triage Tabel 8. Samenwerking<br />

Triage<br />

Taakverdeling<br />

1-1-3<br />

Triage aan<br />

de poort<br />

HA is<br />

verantw.<br />

voor triage<br />

Eens 71,9 57,8 60,9 45,3<br />

Neutraal 14,1 26,6 23,4 37,3<br />

Oneens 14,1 15,6 15,6 17,2<br />

Niet ingevuld 0,0 0,0 0,0 0,0<br />

Samenwerking<br />

Tabel 9: Verregaande samenwerking Tabel 10: Stellingen<br />

Verregaande<br />

samenwerking<br />

Opvang van<br />

elkaar<br />

Specialist<br />

thuis<br />

Gezamelijke<br />

zorg aan pt.<br />

Observatiebed<br />

Eens 71,9 42,2 81,3 43,8<br />

Neutraal 15,6 39,1 15,6 18,8<br />

Oneens 12,5 15,6 3,1 35,9<br />

Niet ingevuld 0,0 3,1 0,0 1,6<br />

Tabel 11: Betrouwbaarheid en validiteit<br />

Gezame<strong>nl</strong>ijk<br />

Pt-dossier<br />

Gez.<br />

personeel<br />

Diagnostisch<br />

afspraken<br />

Farmacoth.<br />

afspraken<br />

vervolgafspr<br />

Eens 81,3 50,0 85,9 76,6 79,7<br />

Neutraal 10,9 31,3 10,9 17,2 14,1<br />

Oneens 7,8 18,8 3,1 6,3 4,7<br />

Niet ingevuld 0,0 0,0 0,0 0,0 1,6<br />

Stellingen<br />

TaakdifferentiatieOpleidingsplaatsen<br />

Eens 43,8 65,6<br />

Neutraal 28,1 25,0<br />

Oneens 26,6 7,8<br />

Niet ingevuld 1,6 1,6<br />

Vraag Crohnbachs Alfa Laagste/hoogste factorlading<br />

C 52 0,66 .75 / .75<br />

C 53 0,58 .04 / .81 (.04 is bij factor 2 .80)<br />

C 54 0,90 .44 / .74<br />

C 55 0,87 .19 / .87 (.19 is bij factor 2 .88)<br />

C56 t/m C 61 -0,54 .03 / .78<br />

C 62 t/m C 65 0,04 .07 / .87 (.07 is bij factor 2 .90)<br />

C 66 t/m C 69 0,36 .03 / .93 (.03 is bij factor 2 .82)<br />

C 70 t/m C 72c 0,76 .03 / .95 (.03 is bij factor 2 .87)<br />

C73 t/m C 76 0,47 .12 / .83 (.12 is bij factor 2 .91)<br />

Centrale Huisartsenpost:<br />

Toekomstvisie van huisartsen 32<br />

O. de Graaf


Bijlage 4: Schriftelijke commentaren huisartsen<br />

Tabel 1: Stellingen m.b.t. takenpakket<br />

Aantal Opmerking<br />

opm.<br />

1 De verantwoordelijken zijn overheid en ziektekostenverzekeraars<br />

2 NIET overheid, NIET zorgverzekeraar, NIET specialist annex ziekenhuis<br />

NIET overheid, NIET zorgverzekeraar<br />

1 Dienst doen in kleine groep geeft ook groot aantal onbekende patiënten. De<br />

HAP is hulp bij spoedeisende zaken, en onderdeel van HA-vak. Kennis van<br />

patiënt helpt, pluis niet-pluis gevoel speelt een grote rol.<br />

1 b. Mede verantwoordelijk, dienst doen naar eigen kunnen in relatie met<br />

werkbelasting overdag<br />

1 52a. niet meer de verantwoordelijkheid<br />

Je wordt als slaaf gebruikt. De waardering is slecht en actie voeren mag niet.<br />

Van mij mag het morgen stoppen<br />

1 Mede door invoering HAP vind ik het geen verantwoordelijkheid meer<br />

1 Op HAP voel ik me geen HA, dus daarom geen verantwoordelijkheid<br />

1 Huisartsenwerk ja, maar hoeft niet door gevestigde huisartsen<br />

1 Je zou kunnen afspreken dat zorg buiten (ruime) kantoortijden geen<br />

huisartsenwerk is<br />

1 Med zorg buiten kantoortijd is HA-werk, maar med. zorg op HAP is geen<br />

HA-zorg meer<br />

1 Wel vereist: voldoende infrastructurele mogelijkheden om deze<br />

onvanzelfsprekende taak op een goed niveau te blijven doen<br />

1 Onbekende patiënten, te weinig tijd om in te leven<br />

1 Acute geneeskunde is weze<strong>nl</strong>ijk onderdeel van takenpakket. Indien bij<br />

onderhandelingen met zorgverzekeraar de honorering te laag wordt, dan moet<br />

er een andere oplossing gevonden worden. Huisartsen hoeven niet ??per sé??<br />

deze taak te vervullen<br />

1 7 x 24 ontkoppelen, en dan onderhandelen over ANW-diensten<br />

1 Beloning moet worden bijgesteld<br />

Centrale Huisartsenpost:<br />

Toekomstvisie van huisartsen 33<br />

O. de Graaf


Tabel 2: Zorg<br />

Aantal Opmerking<br />

opm.<br />

4 Terminale zorg zelf regelen<br />

1 Terminale zorg legt te veel workload op de post<br />

1 Hoe langer de HAP bestaat, hoe minder vrije tijd de HA opoffert voor<br />

terminale begeleiding<br />

1 b. verwondingen etc. wel, vage pijnklachten via normale tel. benadering<br />

2 c (pt kan overdag niet) en f (2nd opinion), ja, mits voor pt extra kosten<br />

Niet van zf-rekening, maar kontant afrekenen<br />

2 53 e.b. ambulance<br />

1 53 e.b. Vaak toch X-foto nodig<br />

3 h. alleen bij nieuwe episode, anders GGZ<br />

1 h. Wel taak door te verwijzen indien hulp gezocht wordt<br />

2 In samenspraak met SEH, CPA of GGZ (maw. Goede afstemming nodig)<br />

1 Alles oneens, tenzij zorg wordt herformuleerd, 24uurs zorg met betaling<br />

daarvoor<br />

1 Veel onterechte hulpvragen tijdens ANW-diensten<br />

Tabel 3: Toestandbeelden<br />

Aantal Opmerking<br />

opm.<br />

4 De primaire triage eventueel 1 e therapie start blijft de taak van de huisarts<br />

Acute geneeskunde is onderdeel huisartsenvak (mits goede samenwerking<br />

HAP-SEH)<br />

2 Aangenomen dat beelden nog niet vastgesteld zijn (dus triage van de beelden)<br />

1 Ik ben huisarts<br />

1 HA is geen Notartz, dat is een ander vak<br />

1 h. Samen met RIAGG<br />

1 Het publiek accepteerd geen cardiologische missers meer<br />

1 Op post en in auto zou er ECG apparaat kunnen komen, voor dokters die<br />

geschoold zijn (dus facultatieve taak)<br />

Centrale Huisartsenpost:<br />

Toekomstvisie van huisartsen 34<br />

O. de Graaf


Tabel 4: Verrichtingen<br />

Aantal Opmerking<br />

opm.<br />

1 k. - stelpen neusbloeding<br />

- reponeren geluxeerd schoudergewricht<br />

- Corpus alienum oog, neus, gehoorgang, vagina<br />

- abcesincisie<br />

- Bijregelen hypo- / hyperglycaemie<br />

1 k. ECG maken<br />

1 AED alleen indien ambu onderweg is<br />

1 Thrombolyse samen met ambu<br />

1 Intuberen vergt ervaring (dus niet zinnig als je het nooit doet). O2 en defib<br />

wel, mits met goede apparatuur.<br />

1 d. afh. van indicatie<br />

1 k. indien O2 aanwezig is<br />

1 Ik ben huisarts, dus in principe met eigen tas redzaam<br />

Centrale Huisartsenpost:<br />

Toekomstvisie van huisartsen 35<br />

O. de Graaf


Tabel 5: Gewenste organisatievorm<br />

Aantal Opmerking<br />

opm.<br />

1 Huisartsen blijven verantwoordelijk voor de HAP<br />

2 Huisartsen blijven verantwoordelijk voor de 1 e lijn<br />

Wij zijn de spil van de 1 e lijns Gezondheidszorg<br />

1 Huisartsen moeten dienst blijven doen<br />

1 Behoudt zelfstandigheid belangrijk<br />

2 Behoudt eigen identiteit belangrijk<br />

1 Huisartsen hebben een specifieke deskundigheid in veel voorkomende<br />

spoedeisende zorg<br />

1 Spoedeisende hulp maakt het vak leuk, ervaring is belangrijk. Zonder ervaring<br />

kunnen we het vak net zo goed uitkleden<br />

1 Zorg buiten werktijden overdag is geen echte huisartsenzorg en kan uitstekend<br />

door andere (basis)artsen/SEH-artsen gedaan worden<br />

1 Samenwerking met SEH/CPA is een logische vervolgstap<br />

2 Efficienter werken door spoedartsen onder 1 dak te plaatsen, en dan goed<br />

gehonoreerd<br />

1 Samenwerking is te overwegen, indien andere betaling/duidelijke afbakening<br />

zorg.<br />

1 Er is overlap, meerder structuren mogelijk<br />

1 Integratie van iedereen die met spoedeisende zorg en inschattingskwesties<br />

daaromheen te maken heeft, is dringend noodzakelijk<br />

1 Een voordeur, daarna triagedoor vepl of HA naar HAP of SEH doorsturen<br />

1 Huisartsenzorg van 8.00 tot 20.00, daarna volgens 60, wel HA aanwezig, maar<br />

niet verantwoordelijk voor de organisatie<br />

1 Als eerder: buiten werktijd geen HA-werk meer, overdag is de regio te groot en<br />

te druk voor spoedeisende hulp<br />

1 òf regeling van diensten via waarneemgroepen, òf alles uit handen geven. HAP<br />

is een verplichte nevenbaan<br />

1 ’s nachts facultatief, ’s avonds huisartsen verantwoordelijk<br />

1 Bij facultatieve deelname moet de post gehele dag geopend zijn<br />

1 59. Cave verlengde arm specialisten/veredelde EHBO-artsen<br />

1 60 Cave invoering zelfde structuur tijdens kantoortijden: opheffing 1 e lijn<br />

1 Het karakter van het 1 e -lijns zorgaanbod moet liefst gedurende 24 uur gelijk<br />

blijven, dus de aanbieder moet 24 uur lang dezelfde beroepsgroep met dezelfde<br />

diagnostische attitude en mogelijkheden zijn<br />

1 60. Ideale vorm m.b.t. degenen die veel kunnen en willen en aantrekkelijk voor<br />

de oudere huisarts<br />

1 60. Mogelijk dat zorgverzekeraar hierop aanstuurt (financieel aantrekkelijk)<br />

1 Ondanks leeftijd teveel idealen t.a.v. ’t vak<br />

Centrale Huisartsenpost:<br />

Toekomstvisie van huisartsen 36<br />

O. de Graaf


Tabel 6: Stellingen m.b.t. facilitaire voorzieningen<br />

Aantal Opmerking<br />

opm.<br />

4 Als e.e.a. meer in elkaar geschoven wordt betere samenwerking/betere<br />

informatie/betere overdracht/minder kosten<br />

1 Voor adequate zorg buiten kantoortijden is een verregaande integratie en<br />

samenwerking van SEH, HAP en CPA noodzakelijk<br />

1 Alles samen, maakt het leuker, eindprodukt wordt beter<br />

1 Onderzoek in eigen beheer geeft mogelijkheden om patiënten zelfstandig te<br />

helpen<br />

1 Alles onder een dak maak het dan efficiënter door toegang tot alle<br />

hulpmiddelen<br />

1 Zie ook C 56-61. En wie dan zorgt voor schoonmaak en hechtmateriaal etc.<br />

vind ik een organisatieprobleem<br />

1 Samenwerking bevorderd relatie HA-spec.<br />

1 Samenwerking prima, kan verbeterd<br />

1 Diagn. fac. niet tot standaardtakenpakket<br />

1 Verminder de verzuiling; ketenzorg begint bij de huisarts<br />

1 Zelfstandigheid bewaren<br />

1 Voor nader onderzoek verwijzen. Tijds- en organisatie belasting te groot.<br />

1 Als huisartsen het op moeten knappen: HAP onafhankelijk<br />

Toekomstig meer spoedeisende hulp: Geïntegreerd<br />

1 Terugraportage van spec op HA zinnig?<br />

Tabel 7: Stellingen m.b.t. Triage<br />

Aantal Opmerking<br />

opm.<br />

1 HA is centraal beslissende persoon, niet specialist of ambu<br />

1 Triage onder verantw. van HA is reeds fictief<br />

1 Triage door doktersassistentes, niet door verpleegkundigen<br />

1 Alleen triage voor SPOEDgevallen, rest kan wachten en moet dus niet gezien<br />

worden<br />

1 Geen grootschalige triage<br />

1 Een balie, waarbij ass. verwijst naar HAP, SEH of Ambulance<br />

1 Maakt niet uit waar triage gebeurd, als desbetreffende maar voldoende<br />

deskundig is.<br />

1 Cave doorschuiven lastige patiënt: afh. van wie triage uitvoert<br />

1 Prima mogelijkheden om goed te selecteren en de verantwoordelijkheid te<br />

leggen waar deze in voorkomende gevallen thuishoort<br />

1 Als HAP/SEH bestaan blijven moet er verschil tussen patiënten zijn<br />

1 SEH moet geen “gesloten” afdeling zijn<br />

1 Voorwaarde: Taak van HA moet niet uitgebreid worden met deze financiële<br />

vergoeding<br />

Centrale Huisartsenpost:<br />

Toekomstvisie van huisartsen 37<br />

O. de Graaf


Tabel 8: Stellingen m.b.t. samenwerking HAP en SEH<br />

Aantal Opmerking<br />

opm.<br />

1 Zo krijgen we een overzichtelijk geheel / geen overbodige diagnostiek / ivoren<br />

torens weg / betere communicatie / aanspreekbaarheid wordt vergroot /<br />

kennisvergroting<br />

1 Prima, meer professionalisering en meer commercieel<br />

1 Het zou het vak weer leuker maken<br />

1 Samenwerking kan, mits het niet leidt tot een extra belasting voor de HA bij<br />

diagnostiek, behandeling en nazorg<br />

2 Dit is de ideale situatie, helaas is werkelijkheid anders<br />

1 Te veel toekomstmuziek<br />

1 Behoudt eigen identiteit belangrijk (of ga in dienstverband en vraag om uniform-metpet)<br />

1 71. De assistentes dienen vooral te functioneren als uitvoerders van<br />

huisartsenbeleid en zorg. Assistentes met twee petten op komen in conflict<br />

wat betreft de benadering in de 1 e of 2 e lijn, welke essentieel verschillend is<br />

(gezien de samenstelling van de 1 e dan wel 2 e lijns populatie)<br />

1 Het ontbreken van een fatsoe<strong>nl</strong>ijk EPD is niet meer van deze tijd<br />

1 70. Pat. dossier, alleen huisarts of op grotere schaal? Liefst ook inzage bij<br />

apotheek/specialist/landelijk<br />

1 Moeilijk om volgens protocol te werken (protocol = star. Mensen divers)<br />

Tabel 9: Stellingen m.b.t. verregaande samenwerking<br />

Aantal Opmerking<br />

opm.<br />

1 Samen staan we sterk / ook inhoudelijke kennis wordt vergroot<br />

1 Haal kloof tussen 1 e en 2 e lijn weg<br />

1 Elkaar helpen is prima, mits het niet structureel is<br />

3 Specialistische en HA-zorg zijn niet vervangbaar, niet inzetbaar over en weer<br />

Schoenmaker blijf bij je leest<br />

1 Er is maar 1 stuurman aan boord, overleg prima, eindoordeel bij 1 behandelaar<br />

1 74. Wat kunnen specialisten thuis doen?<br />

1 Specialist thuis te onzeker, en voegt daar weinig toe<br />

1 76. Bed hoort op SEH, onder supervisie specialist<br />

1 76. Bed alleen zinvol bij integratie van alle spoedeisende zorgverleners<br />

2 Bed is te belastend voor arts en assistentes<br />

1 Svp geen taakverzwaring voor HA<br />

1 75. Huidige situatie, wel veel meer intensiveren, ook overdag<br />

1 73. De gezondheidszorg kent pieken en dalen. De financiers moeten wennen<br />

aan dit feit en dus elke speler voldoende capaciteit geven om de pieken intern<br />

op te lossen<br />

Centrale Huisartsenpost:<br />

Toekomstvisie van huisartsen 38<br />

O. de Graaf


Tabel 10: Taakdifferentiatie en opleidingingsplaatsen<br />

Aantal Opmerking<br />

opm.<br />

1 78. Zou wederzijds respect vergroten, maar het is nauwelijks haalbaar<br />

1 We leren er wat van<br />

1 Visites zijn leuker, sommige collegae prefereren post prima<br />

1 Genoemde taken (regie/consult/visite) vragen om specifieke deskundigheid,<br />

(dus diff is prima)<br />

1 77. Aangeven van voorkeursdiensten prima, maar alle artsen moeten overal<br />

inzetbaar blijven<br />

1 Laat een deel van de spec. opleiding in de HAP ingevuld worden<br />

1 Laten we huisartsen blijven en dit ook aan de HAIO’s leren en zorgen dat ze<br />

voldoende ervaring opdoen zolang we verantwoordelijk zijn voor de 24-uurs<br />

zorg<br />

1 1 HAIO 1 opleider<br />

1 77 Extra vaardigheden voor artsen die dienst doen (=extra honorarium)<br />

Centrale Huisartsenpost:<br />

Toekomstvisie van huisartsen 39<br />

O. de Graaf


C 79. Ideeën en toe te voegen vragen<br />

Aantal Opmerking<br />

opm.<br />

1 De HAP kan zich facilitair ontwikkelen, bv inkoop materialen/noodinzet<br />

personeel<br />

1 Er moet een ouderenbeleid komen. Nachtdiensten zijn te zwaar.<br />

2 Ander computersysteem, met gekoppelde gegevensbestanden (pat. dossier )<br />

1 - Omloopass. Aanstellen<br />

- Overdrachtsmoment in het weekend invoeren<br />

- Feedbacksysteem ontwikkelen over patiënten die gezien zijn op de post<br />

- Efficiënter systeem mbt anamnese (soms 3x (ass., tel.arts, vis.arts))<br />

1 Herziening regioverdeling HAP’s. Een stadsHAP is niet te vergelijken met<br />

een plattelandsHAP.<br />

1 McDonalds concept op alle HAP’s toepassen: alles op een vaste plek volgens<br />

een afgesproken concept<br />

1 Logistieke oplossing moet er nog komen voor de topdrukte in weekend<br />

overdag. Belasting is veelal te groot, met als gevolg matige kwaliteit van zorg<br />

1 Minder dure auto (geen 4WD)<br />

1 De folder HAP: Waarin de oneige<strong>nl</strong>ijke gebruikers nog eens gewezen worden<br />

op de mogelijkheden en onmogelijkheden van de HAP<br />

1 Indien er een loskoppeling van de 24-uurs zorg komt, verandert de zorg en de<br />

taken van de huisarts (vraag 56 t/m 61)<br />

1 Er zouden ook overdag huisartsen op de SEH geconsulteerd moeten kunnen<br />

worden<br />

1 Waarschij<strong>nl</strong>ijk zullen in de toekomst veel meer HAP-waarnemers komen.<br />

Mogelijk tot een specialisme Spoedeisende EH 1 e lijn leiden.<br />

Zelf vind ik als oudere vrouwelijke HA de komst van de HAP een<br />

mogelijkheid om mijn diensten buitenshuis uit te voeren, dus alleen werken<br />

zoals ik dat op de praktijk ook doe. Dienst + huismoeder + vrouw zijn was 3 x<br />

niks!<br />

1 Nadruk moet komen op samenwerking. Alleen spoedeisende GNK buiten<br />

kantoortijden<br />

1 - Hoe lang bestaat de HUISARTS nog?<br />

- Hoe groot is de bias van de onderzoeker?<br />

1 HAP is cultuuromslag van solist naar org. Aandacht hiervoor is noodzakelijk<br />

1 Dienstdoen is veel leuker geworden sinds HAP. Laten we vooral positief<br />

doorgaan.<br />

Registratie als huisarts als je alleen als waarnemer dienst doet op HAP<br />

1 Schaarste bepaald toekomst meer dan onze visie<br />

1 Deze vragen zijn een mengeling van de realiteit van een tekort en het ideaal<br />

dat de meest ervaren arts (=huisarts) het moeilijkste werk (=triage) moet en<br />

kan blijven doen<br />

1 Nuttige enquête, ik ben zeer benieuwd naar verder visie-ontwikkeling<br />

Centrale Huisartsenpost:<br />

Toekomstvisie van huisartsen 40<br />

O. de Graaf


Opmerkingen over de enquête<br />

Aantal Opmerking<br />

opm.<br />

2 Nvt = weet niet ??<br />

1 55. c uw/??<br />

56 splitsing arts/patiënt<br />

64. (sterilisatie)<br />

1 B18 moeilijk te beoordelen<br />

1 Onduidelijke vraag: Org.? Medisch? Protocollen?<br />

Vaak bij vraag 54 en 55 zelfde commentaar<br />

1 62; 1 e ne 2 e regel is een contradictie<br />

2 55. Reanimeren, ademweg vrijmaken op de post??<br />

1 16-26, alleen gedifferentieerd in te vullen<br />

1 55 g endotracheale intubatie<br />

1 52. Medische zorg moet zijn huisartsenzorg<br />

Centrale Huisartsenpost:<br />

Toekomstvisie van huisartsen 41<br />

O. de Graaf

Hooray! Your file is uploaded and ready to be published.

Saved successfully!

Ooh no, something went wrong!