Ontwerpbestemmingsplan Kern Werkendam - Gemeente Werkendam
Ontwerpbestemmingsplan Kern Werkendam - Gemeente Werkendam
Ontwerpbestemmingsplan Kern Werkendam - Gemeente Werkendam
You also want an ePaper? Increase the reach of your titles
YUMPU automatically turns print PDFs into web optimized ePapers that Google loves.
<strong>Ontwerpbestemmingsplan</strong><br />
<strong>Kern</strong> <strong>Werkendam</strong><br />
<strong>Gemeente</strong> <strong>Werkendam</strong>
<strong>Ontwerpbestemmingsplan</strong><br />
<strong>Kern</strong> <strong>Werkendam</strong><br />
<strong>Gemeente</strong> <strong>Werkendam</strong><br />
Toelichting<br />
Bijlagen<br />
Regels<br />
Bijlage<br />
Verbeelding<br />
Schaal 1:1.000<br />
Datum:<br />
15 maart 2011<br />
Projectgegevens:<br />
TOE01-WER00014-01C<br />
REG01-WER00014-01D<br />
TEK01-WER00014-01D<br />
SVB01-WER00010-01A<br />
Identificatienummer:<br />
NL.IMRO.0870.01BP1008kernWKD-ON01<br />
Postbus 435 – 5240 AK Rosmalen<br />
T (073) 523 39 00 – F (073) 523 39 99<br />
E info@croonen.nl – I www.croonen.nl
<strong>Ontwerpbestemmingsplan</strong> <strong>Kern</strong> <strong>Werkendam</strong> <strong>Gemeente</strong> <strong>Werkendam</strong><br />
Inhoud<br />
1 Inleiding 1<br />
1.1 Aanleiding 1<br />
1.2 Doel 1<br />
1.3 Ligging en begrenzing plangebied 1<br />
1.4 Bij het plan behorende stukken 2<br />
1.5 Leeswijzer 3<br />
2 Beleidsaspecten 5<br />
2.1 Rijksbeleid 5<br />
2.2 Provinciaal beleid 8<br />
2.3 Provinciaal beleid 8<br />
2.4 Regionaal beleid 14<br />
2.5 <strong>Gemeente</strong>lijk beleid 16<br />
3 Beschrijving bestaande situatie 27<br />
3.1 De huidige topografische situatie 27<br />
3.2 De huidige functionele situatie 28<br />
3.3 Ondergrond 28<br />
3.4 Historische ontwikkeling/stedenbouwkundige geschiedenis 32<br />
3.5 Landschappelijke situatie 39<br />
4 Milieuhygiënische- en planologische aspecten 41<br />
4.1 Geluid 41<br />
4.2 Hinderlijke bedrijvigheid 44<br />
4.3 Luchtkwaliteit 47<br />
4.4 Externe veiligheid 49<br />
4.5 Verkeer 52<br />
4.6 Flora en fauna 54<br />
4.7 Water 57<br />
4.8 Kabels en leidingen 62<br />
5 Het bestemmingsplan 63<br />
5.1 Het juridische plan 63<br />
5.2 Planregels 63<br />
5.3 Bestemmingen 64<br />
6 Haalbaarheid 71<br />
6.1 Financieel 71<br />
6.2 Maatschappelijk 71<br />
7 Bronnen 73<br />
7.1 Boeken en rapporten 73<br />
7.2 Websites 74<br />
Croonen Adviseurs
<strong>Ontwerpbestemmingsplan</strong> <strong>Kern</strong> <strong>Werkendam</strong> <strong>Gemeente</strong> <strong>Werkendam</strong><br />
Bijlage:<br />
— Nota van inspraakreacties en wettelijk vooroverleg voorontwerpbestemmingsplan<br />
‘<strong>Kern</strong> <strong>Werkendam</strong>’<br />
Separate bijlage:<br />
— Startnotitie herziening bestemmingsplannen kernen <strong>Werkendam</strong> en Nieuwendijk.<br />
Croonen Adviseurs
<strong>Ontwerpbestemmingsplan</strong> <strong>Kern</strong> <strong>Werkendam</strong> <strong>Gemeente</strong> <strong>Werkendam</strong><br />
1 Inleiding<br />
1.1 Aanleiding<br />
1.2 Doel<br />
Het voorliggende bestemmingsplan vormt een integrale herziening van de kern <strong>Werkendam</strong>,<br />
met uitzondering van het centrumgebied en de omliggende bedrijventerreinen.<br />
In de kern geldt momenteel een groot aantal bestemmingsplannen: een aantal<br />
grotere en een aantal kleinere herzieningen, wijzigingen en uitwerkingen op deze grotere<br />
bestemmingsplannen.<br />
De aanleiding voor de integrale herziening is drieledig. Ten eerste speelt de gedateerdheid<br />
van alle vigerende bestemmingsplannen en de verschillende herzieningen, wijzigingen<br />
en uitwerkingen een rol. In de Wet ruimtelijke ordening (Wro) is geregeld dat<br />
bestemmingsplannen niet ouder mogen zijn dan 10 jaar.<br />
De tweede, niet minder belangrijke overweging, is het verkrijgen van eenduidige juridische<br />
regels voor de gehele kern. Momenteel kent het grote aantal vigerende bestemmingsplannen<br />
evenzoveel variaties in regels. Dit is niet consistent in relatie tot de toetsings-<br />
en handhavingstaak van de gemeente en daarbij bovendien moeilijk –zo niet<br />
onmogelijk– uit te leggen aan burgers.<br />
De derde aanleiding heeft te maken met een beperkt aantal recente ontwikkelingen op<br />
basis van eerder verleende vrijstellingen/ontheffingen. Deze ontwikkelingen worden<br />
middels voorliggend plan geformaliseerd.<br />
Het doel van voorliggend bestemmingsplan is het bieden van een actuele en eenduidige<br />
juridische regeling voor het toegestane gebruik en de toegestane bouwwerken binnen<br />
het plangebied. Onder actueel wordt hierbij verstaan een regeling gebaseerd op de<br />
huidige ruimtelijke ontwikkelingen, op het huidige (ruimtelijke) rijks-, provinciaal/regionaal<br />
en gemeentelijk beleid en op de thans aanwezige functionele en ruimtelijke<br />
structuur van de kern. Tevens heeft het begrip actueel betrekking op het hanteren<br />
van een plansystematiek, vormgegeven volgens de thans bestaande juridische inzichten.<br />
Eenduidigheid van beleid houdt in dat voor het grondgebied van de gehele kern<br />
eenzelfde regeling bestaat voor vergelijkbare situaties.<br />
Deze regeling heeft overwegend een conserverend karakter. Nieuwe grootschalige<br />
ontwikkelingen worden niet mogelijk gemaakt.<br />
1.3 Ligging en begrenzing plangebied<br />
Het plangebied is gelegen in de gemeente <strong>Werkendam</strong> en wordt gevormd door de bebouwde<br />
kom van <strong>Werkendam</strong>. Het historisch centrum van <strong>Werkendam</strong> maakt geen<br />
onderdeel uit van het plangebied. Dit geldt ook voor de buitendijkse bedrijventerreinen<br />
en het bedrijventerrein ‘Bruine Kilhaven 1 t/m 5’.<br />
Croonen Adviseurs<br />
1
<strong>Ontwerpbestemmingsplan</strong> <strong>Kern</strong> <strong>Werkendam</strong> <strong>Gemeente</strong> <strong>Werkendam</strong><br />
Ten noorden van <strong>Werkendam</strong> stroomt de Boven-Merwede/Nieuwe Merwede. Op de<br />
plaatsen waar vroeger het Steurgat en de Bakkerskil uitmondden in de Merwede, liggen<br />
nu de Biesboschhaven, de jachthaven en de Beatrixhaven. Ten oosten van <strong>Werkendam</strong><br />
loopt de autosnelweg A27/E311.<br />
Aan de zuidzijde wordt het plangebied begrensd door de Dijkgraaf den Dekkerweg. Aan<br />
de noord- en westzijde vormen de Sasdijk en de Bandijk de begrenzing van het plangebied.<br />
Aan de oostzijde komt de begrenzing van het plangebied overeen met de bebouwde<br />
komgrens. De begrenzing van het plangebied is te zien op navolgende afbeelding.<br />
Begrenzing van het plangebied<br />
1.4 Bij het plan behorende stukken<br />
Het bestemmingsplan ‘<strong>Kern</strong> <strong>Werkendam</strong>’ bestaat uit drie delen: een verbeelding, regels<br />
en een toelichting. De verbeelding en de regels vormen het juridisch bindende<br />
deel van het bestemmingsplan. De toelichting bevat een motivatie en verantwoording<br />
van de keuzes die in het bestemmingsplan zijn gemaakt. Daarnaast zijn in de toelichting<br />
onder andere het vigerende beleid en diverse milieuaspecten beschreven.<br />
Croonen Adviseurs<br />
2
<strong>Ontwerpbestemmingsplan</strong> <strong>Kern</strong> <strong>Werkendam</strong> <strong>Gemeente</strong> <strong>Werkendam</strong><br />
1.5 Leeswijzer<br />
In hoofdstuk 2 van de toelichting wordt een samenvatting gegeven van het relevante<br />
nationale, provinciale en gemeentelijke beleid. Hoofdstuk 3 bevat een beschrijving van<br />
de huidige ruimtelijke functionele structuur van het plangebied.<br />
In hoofdstuk 4 worden de milieuhygiënische en planologische randvoorwaarden uiteengezet.<br />
De juridische opzet van het plan wordt toegelicht in hoofdstuk 5. In hoofdstuk<br />
6 komt de economische en maatschappelijke haalbaarheid aan de orde.<br />
Croonen Adviseurs<br />
3
<strong>Ontwerpbestemmingsplan</strong> <strong>Kern</strong> <strong>Werkendam</strong> <strong>Gemeente</strong> <strong>Werkendam</strong><br />
Croonen Adviseurs<br />
4
<strong>Ontwerpbestemmingsplan</strong> <strong>Kern</strong> <strong>Werkendam</strong> <strong>Gemeente</strong> <strong>Werkendam</strong><br />
2 Beleidsaspecten<br />
In dit hoofdstuk wordt ingegaan op de beleidsaspecten die van toepassing zijn op het<br />
plangebied.<br />
2.1 Rijksbeleid<br />
2.1.1 Nota Ruimte<br />
Op 27 februari 2006 is de Nota Ruimte ‘Ruimte voor ontwikkeling’ in werking getreden.<br />
In de Nota Ruimte is het nationaal ruimtelijk beleid vastgelegd tot 2020, met een doorkijk<br />
naar 2030. Hoofddoel van het nationaal ruimtelijk beleid is om op een duurzame<br />
en efficiënte wijze ruimte te scheppen voor de verschillende ruimtevragende functies,<br />
de leefbaarheid van Nederland te waarborgen en te vergroten en de ruimtelijke kwaliteit<br />
van stad en platteland te verbeteren. Meer specifiek richt het kabinet zich hierbij<br />
op vier algemene doelen:<br />
— versterking van de internationale concurrentiepositie van Nederland;<br />
— bevordering van krachtige steden en een vitaal platteland;<br />
— borging en ontwikkeling van belangrijke (inter)nationale ruimtelijke waarden;<br />
— borging van de veiligheid.<br />
Deze vier doelen worden in onderlinge samenhang nagestreefd, met de algemene<br />
wens om de economische, ecologische en sociaal-culturele waarden van de ruimte te<br />
versterken en duurzaam te ontwikkelen. Hierbij wil het Rijk zich niet meer met alles<br />
bemoeien, maar strategisch op hoofdlijnen sturen. Onder het motto: ‘decentraal wat<br />
kan, centraal wat moet’ hebben decentrale overheden (provincies en gemeenten) meer<br />
ruimte gekregen om hun eigen weg te gaan. Het accent verschuift daarmee van het<br />
stellen van beperkingen naar het stimuleren van ontwikkelingen. Met andere woorden:<br />
het Rijk legt meer de nadruk op ‘ontwikkelingsplanologie’ en minder op ‘toelatingsplanologie’.<br />
In de Nota Ruimte zijn uitspraken opgenomen die een specifiek nationaal ruimtelijk belang<br />
dienen of die zorgen voor een gegarandeerde basiskwaliteit voor alle bewoners<br />
van Nederland. Deze (algemene) basiskwaliteit is de ondergrens voor alle ruimtelijke<br />
plannen, dus datgene waar een ruimtelijk plan minimaal aan moet voldoen. Hiervoor<br />
zijn in de Nota Ruimte generieke regels opgenomen, waaraan alle betrokken partijen<br />
zijn gebonden.<br />
Een belangrijke generieke regel is dat in iedere gemeente voldoende ruimte wordt geboden<br />
om te voorzien in de natuurlijke bevolkingsaanwas en de lokaal georiënteerde<br />
bedrijvigheid. Bundeling van verstedelijking (wonen, werken en voorzieningen) staat<br />
hierbij voorop. Dat betekent dat nieuwe functies of bebouwing grotendeels geconcentreerd<br />
tot stand moet komen: in bestaand bebouwd gebied, aansluitend op het bestaande<br />
bebouwde gebied of in nieuwe clusters daarbuiten. De ruimte die in het bestaande<br />
stedelijke gebied aanwezig is, moet door verdichting optimaal gebruikt worden.<br />
Croonen Adviseurs<br />
5
<strong>Ontwerpbestemmingsplan</strong> <strong>Kern</strong> <strong>Werkendam</strong> <strong>Gemeente</strong> <strong>Werkendam</strong><br />
Het onderhavige bestemmingsplan ‘<strong>Kern</strong> <strong>Werkendam</strong>’ is in grote lijnen een beheerplan.<br />
Er slechts enkele nieuwe ontwikkelingen mogelijk gemaakt in bestaand bebouwd<br />
gebied. De aandacht voor handhaving (conservering) en het creëren van intensivering<br />
binnen de bebouwde kom, maken dat het bestemmingsplan conform het ruimtelijke<br />
rijksbeleid is.<br />
Behalve generieke regels, waaraan alle betrokken partijen zijn gebonden, creëert het<br />
rijk voor ruimtelijke waarden van nationaal belang, de Nationaal Ruimtelijke Hoofdstructuur,<br />
ook waarborgen om die te kunnen behouden en ontwikkelen. De Nationale<br />
Ruimtelijke Hoofdstructuur omvat gebieden en netwerken, die voor de ruimtelijke<br />
structuur en het functioneren van Nederland van grote betekenis zijn. Voor deze elementen<br />
draagt het rijk dan ook in het algemeen een grotere verantwoordelijkheid dan<br />
daarbuiten. Ze staan voor complexe en/of kostbare opgaven die rijksbemoeienis noodzakelijk<br />
maken. Het gaat in de stedelijke sfeer om elementen en opgaven, die voortkomen<br />
uit ontwikkelingen met betrekking tot de economie, de infrastructuur en de verstedelijking<br />
en uit het onderlinge verband van deze drie ruimtevragende functies. In de<br />
meer landelijke gebieden gaat het om elementen en opgaven, die voortkomen uit<br />
waarden en ontwikkelingen met betrekking tot water, natuur, cultuurhistorie en landschap.<br />
Het plangebied is niet gelegen binnen een van de gebieden en netwerken die vallen<br />
onder de Nationale Ruimtelijke Hoofdstructuur.<br />
2.1.2 Nota Belvedère<br />
De nota Belvedère is geformuleerd door de vier ministeries OC&W, VROM, LNV en V&W.<br />
De voornaamste reden voor het in deze nota geformuleerde beleid is de ‘toenemende<br />
landschappelijke vervlakking’. Om de vervlakking tegen te gaan moet cultuurhistorie<br />
sterker richtinggevend worden voor de inrichting van de ruimte. Het Rijksbeleid zal<br />
daarvoor goede voorwaarden scheppen.<br />
In de nota worden gebieden gewaardeerd voor wat betreft hun cultuurhistorie. Er worden<br />
twee soorten gebieden onderscheiden. Op de eerste plaats de Belvederegebieden:<br />
‘hoge gecombineerde cultuurhistorische waarden’. Op de tweede plaats de<br />
gebieden met ‘sectorale cultuurhistorische waarden en een lage ruimtelijke dynamiek’.<br />
De gemeente <strong>Werkendam</strong> behoort tot de tweede soort gebieden. Het beleid richt zich<br />
in die gebieden op het herkenbaar houden van de historisch gegroeide situatie en het<br />
beschermen van waardevolle elementen. Er wordt vanuit gegaan dat er vele kleinschalige<br />
ontwikkelingen plaats zullen vinden en deze moeten worden begeleid.<br />
Voor het gebied waaronder de kern <strong>Werkendam</strong> wordt geschaard ziet de nota, provincie<br />
en gemeente als verantwoordelijke. Het Rijk meet zichzelf een rol aan waarin ze<br />
randvoorwaarden aangeeft en faciliteert. Het Rijk levert dan vooral kennis, informatie<br />
en wetten en regels die de activiteiten van provincie en gemeenten ondersteunen.<br />
Croonen Adviseurs<br />
6
<strong>Ontwerpbestemmingsplan</strong> <strong>Kern</strong> <strong>Werkendam</strong> <strong>Gemeente</strong> <strong>Werkendam</strong><br />
2.1.3 Panorama Krayenhoff - Linieperspectief’<br />
Het plandocument ‘Panorama Krayenhoff - Linieperspectief’ is opgesteld als basis voor<br />
de bescherming en ontwikkeling van de Nieuwe Hollandse Waterlinie. Centraal staat<br />
het bevorderen en ook het bewaken van de samenhang bij het werken aan de Linie.<br />
Het Linieperspectief schetst een op cultuurhistorie gefundeerde ruimtelijke visie in de<br />
vorm van drie kaarten (de Blauwe, Groene en Rode Kaart). De afweging in het integrale<br />
ruimtelijke beleid moet nog gestalte krijgen in de provinciale streekplannen.<br />
Blijkens de Blauwe Kaart vormde het gebied ten zuidoosten van de kern <strong>Werkendam</strong> in<br />
het verleden een inundatievlak van de Nieuwe Hollandse Waterlinie. Dit inundatievlak,<br />
de kom van de Uppelsepolder, lag voor het Werk aan de Bakkerskil uit 1878 en het<br />
Fort aan de Uppelse Dijk uit 1847 (fort Altena).<br />
Belvedèrebegrenzing ‘Nieuwe Hollandse Waterlinie’<br />
Als aanzet voor de planologische verankering in streekplannen heeft de visie op de<br />
toekomst van de waterlinie een vertaling gekregen in drie planologische regimes. Dat<br />
zijn de ‘open velden’, de ‘verdichtingsvelden’ en de ‘liniegezichten’. Het gebied ten<br />
zuidoosten van de kern <strong>Werkendam</strong> is aangeduid als ‘open veld’. Het regime voor deze<br />
gebieden is erop gericht de landschappelijke openheid te behouden en te versterken.<br />
Factoren als rust, leegte, grondgebonden landbouw en vernatting staan er centraal.<br />
Ten oosten van de kern bevindt zich een gebied dat is aangewezen als verdichtingsveld.<br />
Deze gebieden behoren niet tot het eigenlijke militair-historische complex, maar<br />
zijn van belang om de werking van de Linie in het terrein te verhelderen. Volgens de<br />
lijnvisie bieden de verdichtingsvelden de mogelijkheid om het landschappelijk contrast<br />
met de open inundatievlakken op te bouwen. Verschillende functies zijn daarbij denkbaar.<br />
<strong>Kern</strong> <strong>Werkendam</strong> is gelegen buiten de begrenzing van het Belvedèregebied ‘Nieuwe<br />
Hollandse Waterlinie’. Op bovenstaande afbeelding is de begrenzing weergegeven.<br />
Croonen Adviseurs<br />
7
<strong>Ontwerpbestemmingsplan</strong> <strong>Kern</strong> <strong>Werkendam</strong> <strong>Gemeente</strong> <strong>Werkendam</strong><br />
2.1.4 Monumentenbeleid<br />
Een deel van het culturele erfgoed wordt beschermd via de Monumentenwet (1988).<br />
Deze wet geeft het Rijk de mogelijkheid om objecten met een leeftijd hoger dan 50 jaar<br />
aan te wijzen als rijksmonument. Rijksmonumenten worden wettelijk beschermd via<br />
het vergunningenstelsel en bij restauratie zijn financiële middelen beschikbaar. De<br />
‘Monumentenwet’ geeft daarnaast de mogelijkheid tot aanwijzing van beschermde<br />
stads- en dorpsgezichten. Onder stads- en dorpsgezicht worden groepen van onroerende<br />
zaken bedoeld die een bijzondere eigenschap hebben en in welke zich een of meer<br />
monumenten bevinden. De aanwijzing zorgt voor extra bescherming via aangepaste<br />
bestemmingsplannen en het daarbij horende vergunningenstelsel. De leeftijdsgrens<br />
van 50 jaar schuift steeds op, er komen daarom steeds meer gebouwen bij die rijksmonument<br />
kunnen worden.<br />
De Monumentenwet richt zich voornamelijk op bescherming. Wanneer het gewenst is<br />
dat monumenten gebruikt worden voor het stimuleren van ontwikkelingen, zullen andere<br />
instrumenten een rol moeten spelen. De Monumentenwet geeft aan gemeenten de<br />
vrijheid om zelf monumenten aan te wijzen en een monumentenlijst op te stellen. Een<br />
gemeentelijk monument mag jonger zijn dat 50 jaar, maar kan geen gebruik maken<br />
van de middelen die het Rijk ter beschikking stelt.<br />
Binnen het plangebied staan momenteel drie rijksmonumenten en een gemeentelijk<br />
monument. De kern <strong>Werkendam</strong> is niet aangewezen als beschermd stads- of dorpsgezicht<br />
in de zin van de Monumentenwet.<br />
2.2 Provinciaal beleid<br />
Binnen het plangebied staan momenteel drie rijksmonumenten en één gemeentelijk<br />
monument. De kern <strong>Werkendam</strong> is niet aangewezen als beschermd stads- of dorpsgezicht<br />
in de zin van de Monumentenwet.<br />
2.3 Provinciaal beleid<br />
2.3.1 Structuurvisie Ruimtelijke Ordening<br />
Op 1 oktober 2010 is de Structuurvisie Ruimtelijke Ordening (SVRO) vastgesteld door<br />
Provinciale Staten. De SVRO bevat de hoofdlijnen van het provinciaal ruimtelijk beleid<br />
tot 2025 (met een doorkijk naar 2040). De visie is bindend voor het ruimtelijk handelen<br />
van de provincie Noord-Brabant en vormt de basis voor de wijze waarop de provincie<br />
de instrumenten inzet die de Wet ruimtelijke ordening biedt. Eén van deze instrumenten<br />
is de provinciale verordening. In de Verordening Ruimte zijn de kaderstellende<br />
elementen uit de SVRO vertaald in concrete regels die van toepassing zijn op (gemeentelijke)<br />
bestemmingsplannen.<br />
De SVRO bevat de hoofdlijnen van het provinciaal ruimtelijk beleid tot 2025 (met een<br />
doorkijk naar 2040). De visie is bindend voor het ruimtelijk handelen van de provincie<br />
Noord-Brabant en vormt de basis voor de wijze waarop de provincie de instrumenten<br />
inzet die de Wet ruimtelijke ordening biedt.<br />
Croonen Adviseurs<br />
8
<strong>Ontwerpbestemmingsplan</strong> <strong>Kern</strong> <strong>Werkendam</strong> <strong>Gemeente</strong> <strong>Werkendam</strong><br />
Eén van deze instrumenten is de provinciale verordening. In de Verordening Ruimte zijn<br />
de kaderstellende elementen uit de SVRO vertaald in concrete regels die van toepassing<br />
zijn op (gemeentelijke) bestemmingsplannen.<br />
De SVRO gaat in op de ruimtelijke kwaliteiten van de provincie Noord-Brabant. Mens,<br />
markt en milieu zijn binnen de provincie in evenwicht. Daarom kiest de provincie in<br />
haar ruimtelijke beleid tot 2025 voor de verdere ontwikkeling van gevarieerde en aantrekkelijke<br />
woon-, werk- en leefmilieus en voor een kennisinnovatieve economie met<br />
als basis een klimaatbestendig en duurzaam Brabant. Het principe van behoud en<br />
ontwikkeling van het landschap is in de structuurvisie de ‘rode’ draad die de ruimtelijke<br />
ontwikkelingen stuurt. De provincie wil het contrastrijke Brabantse landschap herkenbaar<br />
houden en verder versterken. Daarom wordt ingezet op de ontwikkeling van robuuste<br />
landschappen, een beleefbaar landschap vanaf het hoofdwegennet en behoud<br />
en versterking van aanwezige landschapskwaliteiten.<br />
Binnen de stedelijke structuur worden twee ontwikkelingsperspectieven onderscheiden:<br />
— Stedelijk concentratiegebied (stedelijke regio’s): in het stedelijk concentratiegebied,<br />
inclusief de bijbehorende zoekgebieden voor verstedelijking, wordt de bovenlokale<br />
verstedelijkingsbehoefte opgevangen. Enerzijds om de steden voldoende draagvlak<br />
te geven voor hun functie als economische en culturele motor, anderzijds om het<br />
dichtslibben van het landelijk gebied tegen te gaan.<br />
— Overig stedelijk gebied (landelijke regio’s): het overig stedelijk gebied, met de bijbehorende<br />
zoekgebieden voor verstedelijking, voorziet in de opvang van de lokale verstedelijkingsbehoefte.<br />
Grootschalige verstedelijking is ongewenst en voor woningbouw<br />
geldt het principe ‘bouwen voor migratiesaldo-nul’.<br />
Het plangebied valt onder het overig stedelijk gebied. Bij de opvang van de verstedelijkingsbehoefte<br />
wordt het accent sterker verlegd van nieuwe uitleg naar het bestaand<br />
stedelijk gebied, door in te zetten op herstructurering en onderhoud. Beheer en<br />
(her)ontwikkeling van de bestaande voorraad vragen specifieke aandacht. Er wordt ingezet<br />
op zorgvuldig ruimtegebruik door de ruimte binnen het bestaand bebouwd gebied<br />
zo goed mogelijk te benutten. Hierbij dient rekening te worden gehouden met de<br />
gebiedskenmerken en kwaliteiten van de omgeving.<br />
Voor heel Noord-Brabant zijn gebiedspaspoorten opgesteld. In de gebiedspaspoorten is<br />
aangegeven welke landschapskenmerken bepalend zijn voor de kwaliteit van een gebied<br />
of een landschapstype. Daarnaast zijn de provinciale ambities weergegeven voor<br />
de ontwikkeling van de landschapskwaliteit. Nieuwe ontwikkelingen kunnen een bijdrage<br />
leveren aan de ontwikkeling van nieuwe en gebiedseigen kwaliteiten. Voor de<br />
gemeente <strong>Werkendam</strong> geldt het gebiedspaspoort Land van Heusden en Altena. Het<br />
Land van Heusden en Altena maakt onderdeel uit van het jonge rivierkleilandschap<br />
met hogere meer zandige oeverwallen langs de rivieren en lager gelegen open rivierkommen<br />
in het binnenland.<br />
Croonen Adviseurs<br />
9
<strong>Ontwerpbestemmingsplan</strong> <strong>Kern</strong> <strong>Werkendam</strong> <strong>Gemeente</strong> <strong>Werkendam</strong><br />
Kenmerkend voor het Land van Heusden en Altena zijn de rationeel ingerichte grootschalige<br />
en open rivierkleipolders en langgerekte meer besloten oeverwallen. Langs de<br />
rivieren de Afgedamde Maas, de Bergsche Maas en de Nieuwe Merwede ligt een kralenketting<br />
van (kerk)dorpen.<br />
2.3.2 Verordening Ruimte<br />
In de Wet ruimtelijke ordening (Wro) is vastgelegd hoe de bevoegdheden op het gebied<br />
van ruimtelijke ordening zijn verdeeld tussen rijk, provincies en gemeenten. De provincie<br />
kan door middel van een planologische verordening regels formuleren waarmee<br />
gemeenten bij het opstellen van ruimtelijke plannen rekening moeten houden. De provincie<br />
Noord-Brabant heeft hiertoe de Verordening Ruimte opgesteld. De Verordening<br />
Ruimte bestaat uit twee delen. Fase 1 van de verordening is vastgesteld op<br />
23 april 2010 en is in werking getreden op 1 juni 2010. Fase 2 van de verordening is<br />
deels een herziening van fase 1, waarbij de verordening op onderdelen wordt aangevuld<br />
en gewijzigd. Fase 2 is vastgesteld op 17 december 2010 en treedt op 1 maart<br />
2011 in werking.<br />
In fase 1 van de Verordening Ruimte zijn regels opgenomen met betrekking tot stedelijke<br />
ontwikkeling (onder andere op het gebied van wonen en werken), ecologische<br />
hoofdstructuur (EHS), waterberging, intensieve veehouderij, glastuinbouw en Ruimtevoor-Ruimte.<br />
Fase 2 bevat regels voor een groot aantal andere aspecten, waaronder<br />
windturbines, bovenregionale detailhandel en leisure, grondwaterwinning en hoogwaterbescherming.<br />
Daarnaast wordt een aantal regels uit fase 1 aangevuld/herzien. Zo<br />
bevat fase 2 een regeling met betrekking tot compensatie bij wijzigingen van de EHSbegrenzing<br />
en worden een zorgplicht voor ruimtelijke kwaliteit en investeringsregels<br />
voor landschapsontwikkeling geïntroduceerd. De regels zijn een doorvertaling van het<br />
provinciaal beleid zoals dat is opgenomen in de Ontwerp Structuurvisie Ruimtelijke Ordening.<br />
De regels van de Verordening Ruimte zijn er, in lijn met het beleid van de SVRO, op gericht<br />
om het leeuwendeel van de stedelijke ontwikkelingen plaats te laten vinden in de<br />
stedelijke regio’s en in het bestaand stedelijk gebied. De begrenzingen van de stedelijke<br />
en landelijke regio´s zijn vastgelegd in de kaarten behorende bij fase 1 van de Verordening<br />
Ruimte. In de verordening zijn ook het bestaand stedelijk gebied, de zoekgebieden<br />
voor stedelijke ontwikkeling en de ecologische hoofdstructuur begrensd.<br />
Verordening Ruimte fase 1<br />
Het grootste gedeelte van het plangebied is op de kaarten behorende bij de Verordening<br />
Ruimte aangeduid als ‘bestaand stedelijk gebied’. Buiten het plangebied zijn het<br />
gebied ten westen van de Borcharenweg, het gebied ten zuiden van de Draepkilweg en<br />
de percelen ten noorden van de Lange Wiep aangemerkt als ‘zoekgebied voor stedelijke<br />
ontwikkeling’.<br />
Het Nationaal Park De Biesbosch, ten westen van de kern, maakt deel uit van de ecologische<br />
hoofdstructuur net zoals de Merwede en de waterlopen het Steurgat, de Bruine<br />
Kil en de Bakkerskil ten zuiden van de kern.<br />
Croonen Adviseurs<br />
10
<strong>Ontwerpbestemmingsplan</strong> <strong>Kern</strong> <strong>Werkendam</strong> <strong>Gemeente</strong> <strong>Werkendam</strong><br />
Daarnaast is in het zuiden ook het gebied tussen de Dijkgraaf en Dekkerweg, de Weerenweg<br />
en de Grotewaardweg aangewezen als ecologische hoofdstructuur.<br />
In de Verordening Ruimte is beschreven hoe deze gebieden moeten worden beschermd.<br />
De gebieden aangewezen als ecologische hoofdstructuur maken geen onderdeel<br />
uit van het plangebied.<br />
Het agrarisch gebied rondom de kern is grotendeels aangewezen als verwevingsgebied.<br />
Percelen in het noorden, oosten en zuiden van het plangebied maken onderdeel<br />
uit van deze verwevingsgebieden. In verwevingsgebieden is sprake van een menging<br />
van functies van ondermeer landbouw, wonen en natuur. In deze gebieden is nieuwvestiging<br />
van intensieve veehouderijen niet wenselijk maar moet hervestiging en uitbreiding<br />
wel mogelijk zijn op plaatsen waar de ruimtelijke kwaliteit of aanwezige functies<br />
zich daar niet tegen verzetten. De Merwede en de waterlopen ten zuiden van het<br />
plangebied zijn aangewezen als extensiveringsgebied. Extensiveringsgebieden zijn een<br />
ruimtelijk begrensd gedeelte van een reconstructiegebied met het primaat wonen of<br />
natuur, waar uitbreiding, hervestiging of nieuwvestiging van intensieve veehouderijen<br />
niet is toegestaan.<br />
Verordening Ruimte fase 2<br />
Op de kaarten behorende bij fase 2 van de Verordening Ruimte is het gebied ten westen<br />
van de kern <strong>Werkendam</strong> aangewezen als ‘winterbed’. Tussen het gebied aangewezen<br />
als ‘winterbed’ en de kern loopt een primaire waterkering met beschermingszone.<br />
De Bruine Kil en de Bakkerskil, die tevens aangewezen zijn als ‘ecologische hoofdstructuur’,<br />
zijn ook aangewezen als ‘zoekgebied voor behoud en herstel watersystemen’<br />
en als aardkundig en cultuurhistorisch waardevol gebied.<br />
Het gebied ten noorden, oosten en zuiden van de kern valt onder het Nationaal Landschap<br />
De Hollandse Waterlinie. Een deel van dit gebied is ook aangewezen als cultuurhistorisch<br />
waardevol gebied, het gaat om de inundatiegebieden en forten van de Nieuwe<br />
Hollandse Waterlinie.<br />
Een deel van het gebied ten noorden, oosten en zuiden van de kern is aangewezen als<br />
agrarisch gebied. Gebieden ten westen en zuiden van de kern zijn aangewezen als<br />
groenblauwe mantel. In de groenblauwe structuur (ecologische hoofdstructuur en<br />
groenblauwe mantel) is het beleid met name gericht op het behoud en de ontwikkeling<br />
van natuurwaarden. In de agrarische structuur is de ontwikkeling van landbouw van belang,<br />
en daarnaast de ontwikkeling van natuur, landschap, recreatie, wonen en werken.<br />
2.3.3 Uitwerkingsplan Land van Heusden en Altena<br />
De streekplanuitwerking van de landelijke regio Land van Heusden en Altena geeft voor<br />
de gemeenten Aalburg, <strong>Werkendam</strong> en Woudrichem de nieuwe ruimtelijke ontwikkelingen<br />
aan voor de periode tot 2015 met een doorkijk naar 2020. In de landelijke regio is<br />
vraag naar ongeveer 92 hectare bruto bedrijventerrein tot 2020, waarvan 65 hectare<br />
bruto voor de periode tot 2015. Daarnaast dienen er ongeveer 2800 woningen gebouwd<br />
te worden tot 2015.<br />
Croonen Adviseurs<br />
11
<strong>Ontwerpbestemmingsplan</strong> <strong>Kern</strong> <strong>Werkendam</strong> <strong>Gemeente</strong> <strong>Werkendam</strong><br />
Het Uitwerkingsplan Land van Heusden en Altena (vastgesteld door Gedeputeerde Staten<br />
op 21 december 2004) wordt onder meer gebruikt als kader voor de beoordeling<br />
en de ontwikkeling van ruimtelijke plannen, zoals bestemmingsplannen, die door de<br />
gemeenten worden opgesteld. Bij de planvorming is rekening gehouden met de plannen<br />
voor de Wijde Biesbosch van het project Revitalisering Landelijk Gebied.<br />
De rust, kleinschaligheid en de openheid zijn volgens het uitwerkingsplan 'het goud'<br />
van het gebied. De landelijke regio vormt daarmee een waardevol contrast met de verstedelijkte<br />
gebieden aan de overzijde van de grote rivieren. Doelstelling van het uitwerkingsplan<br />
is het duurzaam behouden en versterken van deze waarden. De drie gemeenten<br />
concentreren het merendeel van nieuwe stedelijke ontwikkelingen in en bij<br />
de kernen op de oeverwal. De gezamenlijke keuze de open ruimtes tussen de kernen<br />
te behouden waardoor de kernen als aparte eenheden herkenbaar blijven, is een voorbeeld<br />
van regionale afstemming.<br />
De gemeenten in de landelijke regio Land van Heusden en Altena mogen ten minste<br />
zoveel woningen bouwen als nodig is voor de eigen bevolkingsgroei. De locaties voor<br />
woningbouw zijn verspreid in de regio gelegen en vrijwel bij iedere kern liggen zoekgebieden<br />
voor verstedelijking. Gemiddeld wordt meer dan 50% van de te bouwen woningen<br />
in de regio in het bestaande stedelijke gebied bijgebouwd.<br />
De gemeente <strong>Werkendam</strong> zal tot 2015 ongeveer 400 woningen binnen het bestaand<br />
stedelijk gebied bouwen. In het Uitwerkingsplan worden mogelijkheden voor inbreiding<br />
en herstructurering aangegeven. Kansen voor herstructurering zijn er bij De Burcht en<br />
op het terrein van het oude Goezate. Ook de herstructurering van een aantal oude wijken<br />
biedt kansen voor verdichting.<br />
Daarnaast zullen enkele nieuwe woon- en werkgebieden ontwikkeld worden. Door de<br />
ontwikkeling van het woongebied Werkensepolder II (circa 185 ha.) wordt de kern aan<br />
de noordzijde duurzaam afgerond. In het Uitwerkingsplan wordt aangegeven dat voor<br />
het gebied tussen de sportvelden en de Binnenvliet een transformatie afweegbaar is.<br />
Op deze locatie zouden stedelijke voorzieningen op het vlak van sport en recreatie<br />
ontwikkeld kunnen worden. Voor de ontwikkeling van een regionaal bedrijventerrein<br />
wordt aan de zuidzijde van de kern circa 40 ha. bruto gereserveerd.<br />
Op de plankaart van het Uitwerkingsplan zijn rond de bestaand kern enkele gebieden<br />
aangeduid waarvoor transformatie tot woongebied afweegbaar is. Aan de westzijde zijn<br />
twee gebieden aangewezen als potentiële woningbouwlocatie. Aan de zuidzijde van de<br />
kern worden een bedrijventerrein ontwikkeld. Tevens wordt hier ruimte gereserveerd<br />
voor een toekomstige uitbreiding van dit bedrijventerrein. Verder wordt op de plankaart<br />
aangegeven dat centrumontwikkeling in de kern <strong>Werkendam</strong> plaats dient te vinden in<br />
een zone aan weerszijden van de Hoogstraat. Volgens het Uitwerkingsplan liggen hier<br />
kansen voor centrumondersteunende functies, stedelijk wonen en dergelijke.<br />
Vitale centrumgebieden worden van grote betekenis geacht, omdat ze het hart vormen<br />
van steden en dorpen.<br />
Croonen Adviseurs<br />
12
<strong>Ontwerpbestemmingsplan</strong> <strong>Kern</strong> <strong>Werkendam</strong> <strong>Gemeente</strong> <strong>Werkendam</strong><br />
Uitsnede uit de kaart behorende bij het Uitwerkingsplan (bron: Provincie Noord-Brabant)<br />
Zones langs het Steurgat, de Bruine Kil en de Bakkerskil zijn bestemd voor het beheer<br />
van het kreeksysteem. Deze onderdelen van het landschappelijk raamwerk van het gebied<br />
vormen de structuurdrager van de landschapsstructuur. Het beleid voor deze gebied<br />
krijgt verder inhoud in het kader van de revitalisering van het landelijk gebied,<br />
door de waterschappen of wordt uitgewerkt in de kader van de Groene Hoofdstructuur.<br />
Behalve de bestaande haven aan de Boven-Merwede is tussen de Bruine Kil en het<br />
Steurgat een zoekgebied voor een nieuwe haven aangegeven.<br />
Croonen Adviseurs<br />
13
<strong>Ontwerpbestemmingsplan</strong> <strong>Kern</strong> <strong>Werkendam</strong> <strong>Gemeente</strong> <strong>Werkendam</strong><br />
2.3.4 Cultuurhistorische Waardenkaart<br />
Met het uitbrengen van de Cultuurhistorische Waardenkaart en het Kookboek Cultuurhistorie<br />
wil de provincie Noord-Brabant een ‘handvat’ bieden voor het inpassen van cultuurhistorische<br />
waardevolle elementen binnen de ruimtelijke ordening. Het uitgangspunt<br />
is niet het bewaren van ‘monumenten’, maar het inpassen van cultuurhistorisch<br />
waardevolle elementen in de landschappelijke structuur. De kaart bestaat uit een inventarisatie<br />
van historische geografie, historische stedenbouw en bouwkunst, historische<br />
groenstructuren en archeologie, waaraan een waardering is gekoppeld. De consequenties<br />
voor het plangebied zijn beschreven in hoofdstuk 3.<br />
2.3.5 Water in Beeld<br />
In het Tweede Waterhuishoudingsplan en de Partiële Herziening Waterhuishoudingsplan<br />
2003-2006 van de provincie Noord-Brabant heeft de provincie een aantal doelstellingen<br />
geformuleerd, gericht op een impuls van verandering van de waterhuishouding.<br />
Herstel van veerkracht van watersystemen, verminderen van verdroging van natuurgebieden,<br />
vermindering van droogteschade voor de landbouw, weer laten meanderen<br />
van beken, ruimte geven aan water, zijn enkele kenschetsen van deze verandering.<br />
De ruimtelijke ordening is een belangrijke factor in het bereiken van waterdoelstellingen.<br />
Door een ruimtelijke planning die wordt afgestemd op het watersysteem, kunnen<br />
waterdoelstellingen ondersteund en versterkt worden. Belangrijk voor het maken van<br />
een ruimtelijke vertaling van waterbeleid is de beschikbaarheid van kaarten. Uit de inventarisatiefase<br />
van het project ‘Water als ordenend principe’ bleek dat de beschikbare<br />
hydrologische informatie onbruikbaar was. Het bovenstaande heeft geleid tot het<br />
opstellen van het rapport ‘Watersystemen in beeld’.<br />
2.3.6 Aardkundige Waardenkaart<br />
De provincie Noord-Brabant wil haar aardkundige waarden behouden. Aardkundige<br />
verschijnselen zijn van grote betekenis voor zowel de belevingswaarde, als de natuurpotentie<br />
van een landschap. Daarnaast zijn ze ons enige archief met betrekking tot de<br />
oudere geschiedenis van het landschap, waardoor ze zowel wetenschappelijke als<br />
educatieve betekenis hebben. In het streekplan waren de aardkundig waardevolle gebieden<br />
als globaal begrensd opgenomen. Op 30 november 2004 hebben Gedeputeerde<br />
Staten de Aardkundige Waardenkaart Noord-Brabant vastgesteld. Hierop zijn de<br />
grenzen van de aardkundig waardevolle gebieden nauwkeurig vastgelegd. Wat een en<br />
ander betekent voor het plangebied is aangegeven in paragraaf 3.3.3.<br />
2.4 Regionaal beleid<br />
2.4.1 StructuurvisiePlus ‘Land van Heusden en Altena’<br />
De StructuurvisiePlus ‘Land van Heusden en Altena’, door de gemeenteraad van de<br />
gemeente <strong>Werkendam</strong> vastgesteld op 27 september 2004, is opgesteld in opdracht<br />
van de gemeenten Aalburg, <strong>Werkendam</strong>, Woudrichem en het Hoogheemraadschap Alm<br />
en Biesbosch. Met het plan wordt beoogd om een aantal knelpunten gezamenlijk op te<br />
lossen.<br />
Croonen Adviseurs<br />
14
<strong>Ontwerpbestemmingsplan</strong> <strong>Kern</strong> <strong>Werkendam</strong> <strong>Gemeente</strong> <strong>Werkendam</strong><br />
Oplossingen worden gezocht voor de allocatie van bedrijven, het waterbeheer binnendijks,<br />
de ruimtevraag voor de waterafvoer in de benedenrivieren, de hinder voor bewoners<br />
van de verkeerssituatie langs de A27 en de bouw van voldoende en goede woningen.<br />
Met de samenwerking worden drie doeleinden nagestreefd:<br />
— aandacht voor de ruimtelijke kwaliteit en duurzaamheid;<br />
— vernieuwing en afstemming van het ruimtelijk beleid van de gemeenten, het waterschap<br />
en de provincie;<br />
— het verkrijgen van een breed draagvlak door een breed, open en interactief planproces.<br />
Een belangrijk vraagstuk dat in de StructuurvisiePlus aan bod komt, heeft betrekking<br />
op woonwensen en leefbaarheid. Het streven is dat bewoners uit de afzonderlijke kernen<br />
hun woonwensen kunnen realiseren en dat de beschikbaarheid van voorzieningen<br />
daarop wordt afgestemd.<br />
Uitsnede uit de StructuurvisiePlus ‘Land van Heusden en Altena’<br />
Croonen Adviseurs<br />
15
<strong>Ontwerpbestemmingsplan</strong> <strong>Kern</strong> <strong>Werkendam</strong> <strong>Gemeente</strong> <strong>Werkendam</strong><br />
Onderdeel van de StructuurvisiePlus is de plankaart. Op deze kaart zijn onder meer de<br />
hoofdlijnen voor de ontwikkeling van de kernen aangegeven. Door middel van contouren<br />
is per kern de afweegbare ruimte voor nieuwe stedelijke functies gedefinieerd. Voor<br />
<strong>Werkendam</strong> zijn aan de oostzijde van de kern twee gebieden als zoekzone voor woonuitbreidingen<br />
aangegeven. Uitbreiding van bedrijventerreinen vindt plaats aan de zuidzijde<br />
van de kern. De StructuurvisiePlus voorziet geen grote ruimtelijke veranderingen<br />
binnen het plangebied van onderhavig bestemmingsplan.<br />
2.5 <strong>Gemeente</strong>lijk beleid<br />
2.5.1 Kwalitatief Beleidskader woningbouw 2005-2015<br />
De nota ‘Kwalitatief Beleidskader woningbouw 2005-2015’ bevat een verkenning ten<br />
behoeve van het te voeren woningbouwbeleid van de gemeente <strong>Werkendam</strong>. De nota<br />
vormt de basis voor het formuleren van kwalitatieve uitgangspunten voor het woningbouwprogramma.<br />
Verschillende invalshoeken worden met elkaar in verband gebracht<br />
om tot één samenhangend beleidskader te komen. Het betreft de volgende invalshoeken:<br />
1 doelgroepen;<br />
2 koop/huur;<br />
3 woningtypen/kwaliteitseisen;<br />
4 particulier opdrachtgeverschap;<br />
5 toewijzingsbeleid.<br />
Ten aanzien van de doelgroepen waarop het beleid zich in de gemeente <strong>Werkendam</strong><br />
dient te richten, worden in de notitie de volgende uitspraken gedaan:<br />
‘Tot 2015 dienen in de woningproductie 118 ouderwoningen te worden gerealiseerd ten<br />
behoeve van te realiseren woonzorgcomplexen en 15 zelfstandige ouderenwoningen.<br />
Voor het zogenaamde clusterwonen en begeleid/beschermd wonen moet ruimtelijke re-<br />
servering plaatsvinden. De in deze vorm te realiseren wooneenheden tellen echter niet<br />
mee in het woningbouwcontingent.<br />
Voor ouderen zonder zorgvraag al dan niet met een lichte functiebeperking en niet-<br />
ouderen met zo’n functiebeperking moeten tot 2015 353 nieuwe levensloop woningen<br />
worden gerealiseerd.<br />
Aan het eind van iedere verhuisketen staat een starter. Starters zijn daarom het meest<br />
geholpen met een dynamische woningmarkt waarbinnen veel wordt verhuisd. Vanwege<br />
de op dit moment stagnerende economie wordt er minder verhuisd en daarom is er spe-<br />
ciale aandacht voor starters nodig in Sleeuwijk en <strong>Werkendam</strong>. Het bouwen van direct<br />
voor starters gelabelde nieuwbouw koopwoningen in Sleeuwijk is een oplossing. Voorts<br />
dient zowel in <strong>Werkendam</strong> als Sleeuwijk een evenredig deel van de vrijkomende huurwo-<br />
ningen te worden toegewezen aan starters (vastleggen in prestatieafspraken) Er is spra-<br />
ke van een toenemende vraag naar passende huisvesting vanuit de doelgroepen (oude-<br />
ren) en in het algemeen naar meer kwaliteit. Doorstromers zijn zeer belangrijk voor de<br />
starters op de woningmarkt. Doorstroming is te stimuleren door in de nieuwbouwsector<br />
de passende woningen te bouwen voor de doorstromers.<br />
Croonen Adviseurs<br />
16
<strong>Ontwerpbestemmingsplan</strong> <strong>Kern</strong> <strong>Werkendam</strong> <strong>Gemeente</strong> <strong>Werkendam</strong><br />
Vooral de bouw van ouderen woningen (zowel koop als huur) en overige koopwoningen in<br />
midden en bovensegment stimuleert de doorstroming. Spelregels voor toewijzing van<br />
woningen aan urgenten dienen te worden vastgelegd in prestatieafspraken’.<br />
Blijkens het Kwalitatief Beleidskader Woningbouw 2005-2015 houdt gronduitgifte op<br />
basis van particulier opdrachtgeverschap een inspanningsverplichting voor de gemeente<br />
in. Uit het beleidskader komt naar voren dat voor de kern <strong>Werkendam</strong> in totaal 429<br />
woningen worden geraamd, waarvan tweederde koopwoningen en een eenderde<br />
huurwoningen zal moeten zijn. De aspecten van het kwaliteitskader zijn per kern cijfermatig<br />
vertaald. Voor de kern <strong>Werkendam</strong> levert dit het volgende beeld op:<br />
Tabel: Kwaliteitskader in cijfers voor de kern <strong>Werkendam</strong><br />
WoZoCo VZZ LLW Starter Overig Totaal<br />
Huursector 29 47 66 143<br />
Koopsector 95 191 286<br />
WoZoCo=woningen in woonzorgcomplex<br />
VZZ=Verspreid zelfstandig gelegen ouderenwoningen met zorg<br />
LLW=levensloop woning<br />
Starter=nieuwbouwwoning die uitsluitend bestemd is voor starter op de woningmarkt<br />
Overig=alle nieuw te bouwen woningen die niet behoren tot een van de hiervoor genoemde categorieën.<br />
Veelal zijn dat doorstroomwoningen die echter ook voor starters toegankelijk zijn. Alle woningen in koop-<br />
en huursector zijn doorstroomwoningen met uitzondering van de direct gelabelde starterswoningen.<br />
Onderhavig bestemmingsplan omvat het juridisch regelen van de bestaande situatie.<br />
Het bestemmingsplan voorziet niet rechtstreeks in de oprichting van nieuwe woningen.<br />
2.5.2 Groenstructuurplan<br />
In 1998 is door de gemeente <strong>Werkendam</strong> een Groenstructuurplan vastgesteld. Dit plan<br />
bevatte de hoofdlijnen van het ruimtelijk beleid voor het openbaar groen. Inmiddels is<br />
in 2009 opnieuw een Groenstructuurplan vastgesteld. Immers, in de afgelopen periode<br />
van tien jaar zijn er, bijvoorbeeld op het gebied van omgaan met het milieu en de relatie<br />
met water, nieuwe inzichten ontstaan.<br />
Voor de kern <strong>Werkendam</strong> geldt dat de gemeente de dragers van de groenstructuur<br />
wenst te behouden en te versterken. Daartoe zijn in het Groenstructuurplan drie thema’s<br />
geformuleerd. Het thema ‘Boomstructuur’ richt zich op het fasegewijs aanvullen/omvormen<br />
van doorgaande boomstructuren, behoud en herstel parkzones met verspreide<br />
bomen langs dorpsranden en het aanvullen van kleinere schakels. Het tweede<br />
thema ‘Natuur het dorp in’ richt zich op het tot stand brengen van groene raamwerken<br />
in de kern <strong>Werkendam</strong>, die ervoor moeten zorgen dat bepaalde flora- en faunasoorten<br />
de ruimte krijgen. Gedacht kan worden aan het ontwikkelen van natuurlijke oevers en<br />
natuurlijk bermbeheer op dijken en buitenwegen. Het laatste thema ‘spelen en wandelen’<br />
richt zich onder andere op het koppelen van het centrum met de Cloppenwaard.<br />
Navolgende afbeelding geeft een overzicht van de hoofdgroenstructuur, gebaseerd op<br />
de thema’s van het Groenstructuurplan.<br />
Croonen Adviseurs<br />
17
<strong>Ontwerpbestemmingsplan</strong> <strong>Kern</strong> <strong>Werkendam</strong> <strong>Gemeente</strong> <strong>Werkendam</strong><br />
Uitsnede uit het Groenstructuurplan (bron: gemeente <strong>Werkendam</strong>)<br />
In het groenstructuurplan is per kern aangegeven hoe aan de verschillende thema’s<br />
van het structuurplan concreet invulling kan worden gegeven. Voor <strong>Werkendam</strong> zijn<br />
concreet 27 aandachtspunten verwoord. Hiervan zijn de volgende punten van belang<br />
voor het plangebied:<br />
1 natuur in de Cloppenwaard verbinden met het dorp, kansen voor struinnatuur; laarzenpad;<br />
2 accentueren van de aantakkingen van het dorp op de rivierdijk;<br />
Croonen Adviseurs<br />
18
<strong>Ontwerpbestemmingsplan</strong> <strong>Kern</strong> <strong>Werkendam</strong> <strong>Gemeente</strong> <strong>Werkendam</strong><br />
3 plein wordt binnenkort opnieuw ingericht; waarborgen voldoende aanplant van grote<br />
bomen. Dit nu te functioneel ogende parkeerplein opnemen in de boomstructuur,<br />
bomen toevoegen;<br />
4 laantje: behoud monumentale kwaliteit. Boomstructuur met eerste grootte bomen<br />
behouden/herstellen in geval van doorzetten van de Kastanjeziekte;<br />
5 relatie van het dorp met de dijk, de aantakkingen zijn waardevolle plekken! Sfeer<br />
versterken, aanzetten met bomen indien mogelijk;<br />
6 snoeibeheer bomen intensief: niet in overeenstemming wijksfeer. Omvormen naar<br />
nevenstructuur op termijn (zie tevens Kappenwaard);<br />
7 behoud en herstel hoofdboomstructuur Sigmondstraat, koppeling maken richting<br />
Van Randwijklaan;<br />
8 knelpunt ruimtelijke kwaliteit: De Kwinter. Gebouw en terreininrichting sluiten niet<br />
aan op sfeer omgeving. Oplossing RO. Kans: groener beeld bij het dijkje;<br />
9 behoud en herstel hoofdboomstructuur; enkelzijdige laanstructuur Van Randwijklaan/Raadhuislaan;<br />
10 kans: samenhang in deze ‘groene long’ verbeteren en behouden. Zichten en bomen;<br />
11 ontwikkeling RO Postelstraat; bomen 1e of 2e grootte planten als nevenstructuur.<br />
12 maken ontbrekende schakel in boomhoofdstructuur: Werkina;<br />
13 dijkverzwaring (eigendom waterschap) aangrijpen om prettigere verblijfsruimte te<br />
maken van dijk, aansluitend op plan Cloppenwaard; koppeling stedelijk-landelijk.<br />
Het toevoegen van een mooi element (muurtje, hekje, voetpaden, nader uit te detailleren)<br />
zal <strong>Werkendam</strong> een eigen gezicht aan het water geven;<br />
14 ontoegankelijke groenstructuur aan de noordoostrand van de kern <strong>Werkendam</strong>.<br />
Kans: rand aanzetten en ontsluiten. Aandacht voor koppelingen met de wijk. In<br />
combinatie met de reeds vastgestelde maatregelen uit het waterplan. Toevoegen<br />
van bruggetjes, ommetje, streefbeeld is Acacialaan Sleeuwijk. Mogelijkheden financiering<br />
fonds rood-met-groen koppeling;<br />
15 kans inrichting historisch dijklint; accentueren van kruisingen, kleinschalige sfeer<br />
doorzetten;<br />
16 entree zuidoost: aanzetten met bomen (boomweide) ter plaatse van voormalige rijbanen;<br />
17 in verband met kastanjeziekte; behoud en herstel boomstructuur. Bijvoorbeeld jonge<br />
kastanjes nu al weg halen, plant carré aan rond kerkhof in andere soort. Bij<br />
eventueel toekomstig wegvallen van het ‘Laantje’ door ziekte is er dan in ieder geval<br />
nog een groen kader voor de begraafplaats;<br />
18 groene kwaliteit van Kerkewiel en Laantje doortrekken; Hertenkamp herinrichten<br />
als wandelpark met het monument als centraal punt;<br />
19 dokpark. Huidige inrichting gedateerd plus actuele kwestie sanering bodem. Voorstel:<br />
integrale herinrichting met kansen voor verbeteren van sociale veiligheid en<br />
overzicht;<br />
20 zware laanstructuur beëindigen met accent (plaatsen kunstobject);<br />
21 vanuit het waterplan worden natuurlijke oevers gemaakt waar dit praktisch gezien<br />
mogelijk is. Groenstructuur hierbij waarborgen op termijn;<br />
22 wijkgebonden planvoorstel Hofjes: parkeerproblematiek, snippergroen.<br />
Croonen Adviseurs<br />
19
<strong>Ontwerpbestemmingsplan</strong> <strong>Kern</strong> <strong>Werkendam</strong> <strong>Gemeente</strong> <strong>Werkendam</strong><br />
Bij de toekomstige ontwikkeling van de kern zal aan deze aandachtspunten (verbeterpunten)<br />
invulling gegeven worden.<br />
2.5.3 Waterplan <strong>Werkendam</strong> 2008-2015<br />
Achtergrond<br />
Bij de zorg voor het water zijn diverse afdelingen van de gemeente <strong>Werkendam</strong> en het<br />
waterschap Rivierenland betrokken. Water trekt zich natuurlijk niets aan van de bestuurlijke<br />
grenzen en de taakverdeling die tussen betrokken beheerders is overeengekomen.<br />
Voor een goed en kosteneffectief waterbeheer (dat is afgestemd op de ruimtelijke<br />
ontwikkelingen in de gemeente) is een goede afstemming en samenwerking tussen<br />
de gemeente en het waterschap dan ook een absolute voorwaarde. Om deze samenwerking<br />
vorm te geven hebben de gemeente <strong>Werkendam</strong> en het waterschap Rivierenland<br />
een gemeenschappelijk waterplan ontwikkeld voor de vijf kernen in de gemeente<br />
<strong>Werkendam</strong>: <strong>Werkendam</strong>, Sleeuwijk, Nieuwendijk, Hank en Dussen. Het Waterplan<br />
<strong>Werkendam</strong> 2008-2015 is in november 2007 vastgesteld door de raad van de<br />
gemeente <strong>Werkendam</strong>. Er is tevens een Uitvoeringsprogramma Waterplan 2008-2015<br />
vastgesteld. Aan het einde van deze paragraaf wordt globaal op de inhoud van het uitvoeringsprogramma<br />
ingegaan.<br />
Doel<br />
Het hoofddoel van het gemeentelijke waterplan is het realiseren van een gezond en<br />
veerkrachtig watersysteem, dat voldoet aan de landelijke en Europese normen en dat<br />
is gebaseerd op een gezamenlijke visie van gemeente en waterschap op een duurzame<br />
waterhuishouding in de gemeente. In het waterplan worden concrete afspraken gemaakt<br />
over de stedelijke wateropgave (kwantiteit en kwaliteit) en de vereiste inspanningen<br />
om het watersysteem vóór 2015 op orde te brengen en te houden. Belangrijke<br />
nevendoelstellingen zijn:<br />
— Het afstemmen van waterbeleid binnen en buiten de gemeente, zodat de stedelijke<br />
wateropgaven gerealiseerd worden tegen de laagst maatschappelijke kosten.<br />
— Het vergroten van het maatschappelijk bewustzijn van water; daartoe worden bij de<br />
uitvoering van het plan waar mogelijk bewoners betrokken.<br />
— Het maken van concrete afspraken over ambities, maatregelen, de bekostiging en<br />
de doorwerking daarvan in de ruimtelijke ordening en (meerjaren)begrotingen van<br />
beide partijen. Kosteneffectiviteit en laagst maatschappelijke kosten zijn hierbij<br />
voorwaarde.<br />
Conclusies voor de kern <strong>Werkendam</strong><br />
In de kern van <strong>Werkendam</strong> voert het westelijke deel vrij af naar het lager gelegen oostelijke<br />
deel, waar het overtollige water zich verzamelt. In het oostelijke deel kunnen<br />
daardoor bij hevige neerslag flinke peilstijgingen optreden en is er een wateropgave<br />
met een omvang van 0,8 ha. Vooral bij de kinderboerderij en bij het gemeentehuis op<br />
de taluds vindt inundatie plaats.<br />
Wanneer de afvoer vanuit de kern naar het landelijke gebied wordt begrensd (‘niet afwentelen’)<br />
neemt de wateropgave fors toe. Een aantal duikers in de Voorstevliet is krap<br />
en belemmert de afvoer, waardoor in het Kerkewiel en de Voorstevliet hoge waterstanden<br />
kunnen voorkomen.<br />
Croonen Adviseurs<br />
20
<strong>Ontwerpbestemmingsplan</strong> <strong>Kern</strong> <strong>Werkendam</strong> <strong>Gemeente</strong> <strong>Werkendam</strong><br />
De wateren in de kern worden gevoed door kwel, waardoor er geen watertekort is gedurende<br />
drogere perioden. Er wordt geen water ingelaten in de kern. Het Nonnegatswiel<br />
heeft een goede waterkwaliteit en ecologische kwaliteit en vormt daarnaast een<br />
belangrijk ruimtelijke element in het stedelijk gebied. In het nabijgelegen Kerkewiel waren<br />
regelmatig problemen met de waterkwaliteit, botulisme, algengroei en de ecologische<br />
kwaliteit was laag. Dit kwam vooral door voedselrijke kwel en bagger en in mindere<br />
mate door de (zeer kleine) overstort die erop uitkomt. In het verleden is er al beluchting<br />
in het wiel geplaatst. Inmiddels zijn aanvullende maatregelen uitgevoerd: baggeren,<br />
verflauwen van een deel van de oevers, aanplanten oever- en waterplanten en<br />
aanleg van een vissteiger. De ontwikkeling tot een gezonder water(ecosysteem), dus<br />
water- en ecologische kwaliteit, zal de komende jaren worden gevolg door gemeente en<br />
waterschap. De situatie zou verder verbeterd kunnen worden door de verversing te<br />
verbeteren door regenwater van afgekoppeld verhard oppervlak naar het Kerkewiel te<br />
leiden. De inbreidingslocatie De Burcht biedt hier kansen voor.<br />
De ecologische kwaliteit in de Voorstevliet is laag, de watergang is smal en er komt een<br />
riooloverstort uit een bergbezinkbassin op uit. Het verontreinigde water uit de riooloverstort<br />
op de watergang aan de Havenstraat -Hooftlanden blijft lang aanwezig in<br />
de ontvangende watergang omdat er weinig doorvoer is. De vijver in het Oude Dokpark<br />
biedt kansen voor natuurvriendelijke oevers en vernatting.<br />
Concrete maatregelen Uitvoeringsprogramma Waterplan<br />
In het Uitvoeringsprogramma van het Waterplan zijn verscheidene maatregelen met<br />
betrekking tot de omgang met water in de kern <strong>Werkendam</strong> opgenomen. Een gedeelte<br />
van deze maatregelen betreft het aanleggen van natuurvriendelijke oevers langs bestaande<br />
waterlopen en vijvers (onder andere Werkensevliet, de Kooi). Daarnaast zijn<br />
maatregelen geformuleerd die gericht zijn op het vergroten van de waterbergingscapaciteit<br />
en afvoer van het water in het gebied. Tevens wordt aangegeven op welke wijze<br />
de afkoppeling van water bij nieuwe locatieontwikkelingen ingepast kan worden in het<br />
bestaande watersysteem (onder andere locatie De Burcht en Sigmondschool).<br />
2.5.4 Welstandsnota<br />
Sinds 1 juli 2004 kan welstandstoetsing van bouwplannen alleen nog maar plaatsvinden<br />
als de gemeente beschikt over een welstandsnota, waarin de toetsingscriteria van<br />
bouwplannen zijn opgenomen. De gemeente <strong>Werkendam</strong> beschikt over een dergelijk<br />
nota. In de welstandsnota <strong>Werkendam</strong> zijn vier welstandsniveaus geformuleerd:<br />
Niveau 1:<br />
In de eerste plaats zijn die gebieden aangewezen die van cruciale betekenis zijn voor<br />
het totaalbeeld van de kernen en het landschap.<br />
Verder is niveau 1 toegekend aan gebieden met hoge cultuurhistorische, architectonische,<br />
landschappelijke of stedenbouwkundige waarde. In een beschermd dorpsgezicht<br />
met niveau 1 zal de welstandscommissie op meer beoordelingsaspecten adviseren en<br />
de criteria bij deze beoordelingsaspecten ook nauwgezetter toepassen.<br />
Croonen Adviseurs<br />
21
<strong>Ontwerpbestemmingsplan</strong> <strong>Kern</strong> <strong>Werkendam</strong> <strong>Gemeente</strong> <strong>Werkendam</strong><br />
Voor individuele monumenten en de directe belendingen wordt altijd niveau 1 gehanteerd,<br />
ongeacht het niveau van het gebied waarin ze liggen. Niveau 1 wordt ook toegekend<br />
aan nieuw te ontwikkelen gebieden waarvoor een hoog ambitieniveau is vastgelegd<br />
in het stedenbouwkundig plan of het beeldkwaliteitplan.<br />
Niveau 2: regulier<br />
Onder dit niveau vallen de gebieden die om een zorgvuldige afstemming vragen van<br />
nieuwe bouwkundige ingrepen. Niveau 2 is van toepassing op de meeste coherente<br />
woon- werk- en leefomgevingen. In de gemeente kunnen we globaal de volgende gebieden<br />
onderscheiden die onder niveau 2 vallen:<br />
— buurt- en ontsluitingswegen;<br />
— dorps- en stadsranden;<br />
— woonbuurten;<br />
— bedrijventerreinen op prominente locaties;<br />
— buitengebied.<br />
Niveau 3: soepel<br />
Niveau 3 geldt in principe alleen voor gebieden met een beperkte betekenis voor het<br />
openbare ruimte, zoals industrieterreinen, of gebieden waar zeer bewust gekozen is<br />
voor een grote mate van vrijheid. Deze gebieden kunnen afwijkingen van de bestaande<br />
ruimtelijke structuur (voor zover aanwezig) zonder al te veel problemen verdragen. Er<br />
zal bij de welstandstoetsing niet gedetailleerd op architectonische kwaliteiten worden<br />
beoordeeld. Onder dit niveau vallen de volgende gebiedssoorten:<br />
— op zichzelf gelegen gebieden die weinig invloed uitoefenen op de omgeving;<br />
— bedrijventerreinen met een laag representatief gehalte;<br />
— gebieden waar de beeldwaarde weinig prioriteit heeft.<br />
Niveau 4: welstandsvrij<br />
In gebieden met niveau 4 worden plannen niet getoetst aan redelijke eisen van welstand.<br />
Wel geldt hier de excessenregeling. Niveau 4 kan gelden voor sommige nietopenbaar<br />
toegankelijke gebieden, zoals kazerneterreinen, of voor een nieuw te ontwikkelen<br />
gebied waarin, bij wijze van experiment, geen beperkingen worden gesteld aan<br />
onderlinge afstemming en architectonische vormgeving. Bouwplannen worden in deze<br />
gebieden overigens wel aan alle andere voorschriften getoetst, zoals het bouwbesluit<br />
en het bestemmingsplan, waarin zaken als rooilijnen, goot- en nokhoogte kunnen worden<br />
vastgelegd.<br />
Croonen Adviseurs<br />
22
<strong>Ontwerpbestemmingsplan</strong> <strong>Kern</strong> <strong>Werkendam</strong> <strong>Gemeente</strong> <strong>Werkendam</strong><br />
Binnen de kern <strong>Werkendam</strong> zijn verschillende typen deelgebieden te onderscheiden.<br />
Zie navolgende afbeelding ter verduidelijking.<br />
Uitsnede uit de Welstandsnota (bron: gemeente <strong>Werkendam</strong>)<br />
H2 Gemengd woonlint: Sportlaan, Hooftlanden. Voor dit gebied geldt een welstandsniveau<br />
1<br />
H3 Historisch stedelijke bebouwing: Hoogstraat e.o. Voor dit gebied geldt een welstandsniveau<br />
1<br />
H4 Gemengde bebouwing: Zevenhuizen. Voor dit gebied geldt een welstandsniveau<br />
1<br />
H5a Dijkbebouwing: Sasdijk, Bandijk, Vissersdijk, Zandwei. Voor dit gebied geldt een<br />
welstandsniveau 1<br />
H5b Dijkbebouwing: Werkensedijk. Voor dit gebied geldt een welstandsniveau 1<br />
W3 Woongebied - Tuinwijk Bruigomstraat en omgeving. Voor dit gebied geldt een<br />
welstandsniveau 2<br />
W4 Woongebied - Sigmondstraat en omgeving - Wierinxwal en omgeving. Voor dit<br />
gebied geldt een welstandsniveau 2<br />
W5 Woongebied - Graaf van Hornelaan/De Graaff en omgeving - Hofstee en omgeving.<br />
Voor dit gebied geldt een welstandsniveau 2<br />
W6 Woongebied - Pauwelsweer/Talingpad en omgeving - Zilverschoon/Klaproos en<br />
omgeving. Voor dit gebied geldt een welstandsniveau 2<br />
W8 Woongebied - Binnengriend e.o. Voor dit gebied geldt een welstandsniveau 2<br />
W9 Individuele woningbouw. Voor dit gebied geldt een welstandsniveau 2<br />
Croonen Adviseurs<br />
23
<strong>Ontwerpbestemmingsplan</strong> <strong>Kern</strong> <strong>Werkendam</strong> <strong>Gemeente</strong> <strong>Werkendam</strong><br />
W12 Bijzondere verkavelingsgebied/woningtypologie Fort. Voor dit gebied geldt een<br />
welstandsniveau 2<br />
B2 Bedrijventerrein. Voor dit gebied geldt een welstandsniveau 2<br />
G1 Parken en groengebieden. Voor dit gebied geldt een welstandsniveau 2<br />
T4 Op zich zelf staande bebouwing: voorzieningen. Voor dit gebied geldt een welstandsniveau<br />
2.<br />
De gemeente verwacht in 2011 nieuw welstandbeleid vast te stellen. In het nieuwe beleid<br />
is ervoor gekozen om een indeling te maken in gebieden met een welstandtoets en<br />
welstandsvrije gebieden. Voor de gebieden in het plangebied die onder welstandsniveau<br />
1 vallen, blijft een welstandstoets verplicht, de overige gebieden worden welstandsvrije<br />
gebieden.<br />
2.5.5 Vigerende bestemmingsplannen<br />
De huidige juridisch-planologische basis voor het ruimtelijk beleid met betrekking tot<br />
de kern <strong>Werkendam</strong> wordt gevormd door 8 bestemmingsplannen of herzieningen van<br />
bestemmingsplannen van verschillende datum. Onderstaande tabel bevat een overzicht<br />
van de vigerende bestemmingsplannen in het plangebied.<br />
Tabel: Vigerende bestemmingsplannen kern <strong>Werkendam</strong><br />
Bestemmingsplan vaststelling goedkeuring<br />
<strong>Kern</strong> <strong>Werkendam</strong> 24 juni 1997 20 januari 1998<br />
Wijzigingsplan I bestemmingsplan <strong>Werkendam</strong> (per-<br />
ceel Vissersdijk huisnrs. 77-79)<br />
1 e herziening bestemmingsplan kern <strong>Werkendam</strong><br />
(perceel Laantje 2)<br />
Wijzigingsplan II bestemmingsplan kern <strong>Werkendam</strong><br />
(perceel Zandwei)<br />
Wijzigingsplan III bestemmingsplan kern <strong>Werkendam</strong><br />
(perceel Vissersdijk)<br />
Croonen Adviseurs<br />
24<br />
19 januari 1999 n.v.t.<br />
5 oktober 1999<br />
5 september 2000 2 november 2000<br />
29 juni 1999 24 augustus 1999<br />
18 januari 2000 n.v.t.<br />
Wijzigingsplan IV Oud Sas1 13 juni 2000 n.v.t .<br />
13 juni 2000<br />
Woongebied Werkense Polder 1 september 1992 5 maart 1993<br />
De Werkense Polder 26 augustus 1986 12 december 1986<br />
Cultureel Centrum 25 mei 1993 18 augustus 1993<br />
Onderhavig bestemmingsplan vormt één integrale herziening van bovengenoemde bestemmingsplannen.<br />
1 Bij besluit van 15 december 2005 hebben Gedeputeerde Staten van Noord-Brabant voor onderhavig<br />
bestemmingsplan vrijstelling verleend van de herzieningsplicht ingevolge artikel 33, lid 2 WRO, voor ten<br />
hoogste 10 jaren na datum goedkeuring
<strong>Ontwerpbestemmingsplan</strong> <strong>Kern</strong> <strong>Werkendam</strong> <strong>Gemeente</strong> <strong>Werkendam</strong><br />
2.5.6 Startnotitie herziening bestemmingsplannen kern <strong>Werkendam</strong> en Nieuwendijk<br />
Door de afdeling Ruimtelijke Ordening en Volkshuisvesting van de gemeente <strong>Werkendam</strong><br />
is de ‘startnotitie herziening bestemmingsplannen kernen <strong>Werkendam</strong> en Nieuwendijk’<br />
opgesteld. In de notitie zijn de uitgangspunten voor de actualisering van beide<br />
bestemmingsplannen geformuleerd. Deze startnotitie is als separate bijlage opgenomen<br />
bij dit bestemmingsplan.<br />
Croonen Adviseurs<br />
25
<strong>Ontwerpbestemmingsplan</strong> <strong>Kern</strong> <strong>Werkendam</strong> <strong>Gemeente</strong> <strong>Werkendam</strong><br />
Croonen Adviseurs<br />
26
<strong>Ontwerpbestemmingsplan</strong> <strong>Kern</strong> <strong>Werkendam</strong> <strong>Gemeente</strong> <strong>Werkendam</strong><br />
3 Beschrijving bestaande situatie<br />
Voor het opstellen van een bestemmingsplan is het van belang dat de uitgangssituatie,<br />
de bestaande situatie in het plangebied, goed in beeld wordt gebracht. In dit hoofdstuk<br />
volgt een beschrijving van deze bestaande situatie.<br />
3.1 De huidige topografische situatie<br />
De kern <strong>Werkendam</strong> is gelegen in het Land van Heusden en Altena. Ten oosten van de<br />
kern loopt de snelweg A27. De Dijkgraaf den Dekkerweg vormt de hoofdweg die vanaf<br />
knooppunt De Tol naar de kern <strong>Werkendam</strong> leidt. De Borcharenweg, Sportlaan en Van<br />
Randwijklaan vormen de hoofdontsluitingsweg die door de bebouwde kom loopt. Ten<br />
zuidoosten van de kern sluit de Borcharenweg aan op de Dijkgraaf den Dekkerweg.<br />
De kern <strong>Werkendam</strong> ligt aan de Merwede, op de plaats waar vroeger het riviertje De<br />
Werken uitmondde. Ten zuiden van <strong>Werkendam</strong> lopen de Bakkerskil, het Steurgat en<br />
de Bruine Kil. De relatie met het water is in de loop der tijd bepalend geweest voor de<br />
ontwikkeling van het dorp. Veel inwoners van <strong>Werkendam</strong> verdienden hun brood met<br />
de visserij, dijkenbouw of griendproductie- en verwerking. Ook tegenwoordig heeft <strong>Werkendam</strong><br />
door middel van zijn binnenhavens nog een belangrijke binding met het water.<br />
Het plangebied wordt globaal gevormd door de naoorlogse woonuitbreidingen van<br />
<strong>Werkendam</strong>, inclusief de historische linten Vissersdijk en Werkensedijk. Het oude centrum<br />
(Hoogstraat, Lijnbaan, Gedempte Haven) valt niet binnen het plangebied van dit<br />
bestemmingsplan. Ook de havens en bedrijventerreinen aan de zuidzijde van de kern<br />
vallen buiten de begrenzing.<br />
Er zijn verschillende ruimtelijke dragers van het plangebied te onderscheiden. Allereerst<br />
zijn er de historische dijklinten. Ten aanzien van de Vissersdijk geldt dat het patroon<br />
van de omliggende wijken zich heeft geschikt naar de oriëntatie van deze dijk en<br />
het oorspronkelijke verkavelingspatroon. De grillig kronkelende Werkensedijk ligt daarentegen<br />
als het ware los van zijn omgeving. Door zijn herkenbare verschijningsvorm en<br />
de aanwezige wielen, vormt deze dijk zowel een beeld- als structuurbepalend element<br />
in het noordelijk deel van het plangebied. Een tweede categorie van ruimtelijke dragers<br />
wordt gevormd door de wijkontsluitingswegen die door het plangebied lopen. Het betreft<br />
(gedeelten van) de Borcharenweg, de Sportlaan, de Raadhuislaan, de Van Randwijklaan<br />
en de Sigmondstraat. De laatste categorie ruimtelijke dragers wordt gevormd<br />
door de restanten de Bakkerskil en de negentiende-eeuwse binnenhaven (zie paragraaf<br />
3.3). Hoewel grote delen van deze watergangen gedempt of gewijzigd zijn, is hun<br />
ligging in de plattegrond van het plangebied nog duidelijk afleesbaar.<br />
Croonen Adviseurs<br />
27
<strong>Ontwerpbestemmingsplan</strong> <strong>Kern</strong> <strong>Werkendam</strong> <strong>Gemeente</strong> <strong>Werkendam</strong><br />
Een bijzondere ruimtelijke situatie binnen het plangebied is te vinden in de omgeving ’t<br />
Laantje, vanwaar zicht is op het Kerkewiel, de naastgelegen begraafplaats en de bebouwing<br />
langs de Werkensedijk. Ook de omgeving van het Nonnewater heeft een sterk<br />
afwijkend karakter van de rest van het plangebied en kan om die reden als bijzonder<br />
worden gekarakteriseerd. Het wijkje Zevenhuizen in de omgeving van de oude Binnenhaven<br />
vormt door de enigszins ongeplande structuur langs stegen een derde gebied<br />
met een bijzondere ruimtelijke inrichting. Tot slot wordt ook het Raadhuisplein en omgeving<br />
genoemd. Het betreft een clustering van publieke functies die centraal in de naoorlogse<br />
woonwijken is gelegen. De schaal en maat van de aanwezige bebouwing en<br />
de ruime opzet van de openbare ruimte wijken duidelijk af van de omliggende woonwijken.<br />
3.2 De huidige functionele situatie<br />
In het plangebied domineert de woonfunctie. Het overgrote deel van het plangebied<br />
bestaat uit woonuitbreidingen uit de naoorlogse periode. Slechts op enkele plaatsen in<br />
het plangebied komt detailhandel of bedrijvigheid voor. Verspreid komen maatschappelijke<br />
doeleinden voor in het plangebied. Een clustering van publieke voorzieningen is<br />
te vinden in de omgeving van het Raadhuisplein. Het merendeel van de centrumfunctie<br />
bevindt zich in de omgeving van de Hoogstraat en daarmee buiten de begrenzing van<br />
het plangebied.<br />
Binnen het plangebied liggen enkele grote watergangen die met elkaar in verbinding<br />
staan. In het zuidelijk gedeelte van het plangebied loopt een watergang langs de Bandijk,<br />
Dijkgraaf den Dekkerweg en Borcharenweg. Deze watergang vervolgt langs de<br />
Sportlaan en sluit aan op een gedeelte van de oude Vervoornsche Vliet. Een andere<br />
grote watergang die door het plangebied loopt is een oude loop van De Bakkerskil.<br />
3.3 Ondergrond<br />
3.3.1 Geologische situatie<br />
In de ondergrond bevindt zich op een diepte van zo’n 11 m-mv een pakket grindhoudend<br />
grof zand dat in het Pleistoceen is afgezet door de Rijn. In het Holoceen is deze<br />
laag bedekt met lagen veen, klei en zand. Door de invloed van de Maas en Rijn is het<br />
veenvormingsproces verscheidene malen onderbroken. Dit heeft geresulteerd in een<br />
ondergrond waarin lagen veen en klei in laagjes opeengestapeld is.<br />
Blijkens de toelichting op de Bodemkaart van Nederland schaal 1:50.000, wordt de<br />
geologische situatie in de omgeving van de kern <strong>Werkendam</strong> gekenmerkt door de<br />
aanwezigheid van Holocene afzettingen. Aan de zuidzijde van de Werkensedijk is sprake<br />
van stroom- en komafzettingen (Westland Formatie - Afzettingen van Tiel). Het betreft<br />
fluviatiele afzettingen in een perimariene gebied. Aan de noordzijde van de Werkensedijk<br />
komen zoetegetijdenafzettingen (Westland Formatie - Afzettingen van Tiel III)<br />
voor. Deze afzettingen zijn vlak na de inbraak tijdens de St. Elisabethvloed van 1421<br />
gevormd.<br />
Croonen Adviseurs<br />
28
<strong>Ontwerpbestemmingsplan</strong> <strong>Kern</strong> <strong>Werkendam</strong> <strong>Gemeente</strong> <strong>Werkendam</strong><br />
Door zeer hoge rivierstanden in 1421 en 1422 drong het water van de Merwede via<br />
geulen die tijdens de St. Elisabethvloed waren ontstaan het gebied in. Vanuit de bestaande<br />
stroomsystemen werden grofzandig zavel en klei gesedimenteerd. Plaatselijk<br />
bedekte deze nieuwe laag veengronden en eerder afgezette zoete-getijdenafzettingen.<br />
Door inklinking van het veen liggen deze gronden tegenwoordig laag. De hoog gelegen<br />
stroomruggronden van het riviertje De Werken verhinderde dat het vloedwater ten zuiden<br />
van de huidige Werkensedijk werd afgezet.<br />
Behalve aan de noordzijde van de Werkensedijk zijn ook zoetwatergetijdeafzettingen<br />
langs het Steurgat en de Bruine Kil afgezet. Nadat het gebied ten oosten van de Werkensedijk/Kornssche<br />
Dijk in 1461 was omdijkt ging het sedimentatieproces in het westen<br />
door. Dit verklaart de hogere ligging van het gebied ten westen van deze dijk. Door<br />
overstromingen vanuit killen als het Steurgat en de Bakkerskil werd nog lange tijd materiaal<br />
afgezet.<br />
Op de hoogtekaart is duidelijk zichtbaar dat het gebied ten westen van de kern <strong>Werkendam</strong><br />
door de rivierafzettingen een hogere ligging heeft gekregen. De lagere ligging<br />
van het gebied ten noorden van de Werkensedijk is mede te verklaren door de inklinking<br />
van overspoelde veenlagen.<br />
Op de hoogtekaart is zichtbaar dat de gronden ten noorden van de Werkensedijk lager zijn gelegen. Door<br />
overstromingen in de jaren na de St. Elisabethvloed (1421) is daar bovenop de aanwezige veengronden en<br />
fluviatiele afzettingen een nieuw sedimentatiepakket afgezet. De stroomruggronden langs het riviertje De<br />
Werken zijn de hoger gelegen gronden die langs de Werkensedijk liggen. <strong>Werkendam</strong> ligt op deze hogere rug.<br />
Het gebied ten zuiden van <strong>Werkendam</strong> ligt hoger doordat het sedimentatieproces na het gereedkomen van de<br />
Werkensedijk/Kornschedijk in 1461 nog enkele eeuwen is doorgegaan.<br />
Croonen Adviseurs<br />
29
<strong>Ontwerpbestemmingsplan</strong> <strong>Kern</strong> <strong>Werkendam</strong> <strong>Gemeente</strong> <strong>Werkendam</strong><br />
3.3.2 Bodemkundige situatie<br />
Blijkens de Bodemkaart van Nederland, schaal 1:50.000 worden de gronden in het<br />
plangebied gekenmerkt door de aanwezigheid van vaaggronden. Bodemvorming heeft<br />
hier plaatsgevonden onder natte omstandigheden. In de bodem heeft zich geen duidelijk<br />
profiel gevormd (vaaggronden). In de poldervaaggronden kunnen zowel diepe als<br />
ondiepe winter- en zomergrondwaterstanden voorkomen.<br />
Aan de oostzijde van het plangebied betreft het zeekleigronden: materiaal is afgezet<br />
onder invloed van getijdenbewegingen. Sedimentatie van zeeklei heeft hier plaatsgevonden<br />
in een zoet milieu (op de bodemkaart aangegeven met de toevoeging e…). Aan<br />
de westzijde van het plangebied treft men rivierkleigronden. Deze gronden bestaan<br />
overwegend uit (zware) zavel en lichte klei. De volgende typen poldervaaggronden komen<br />
binnen het plangebied voor:<br />
Rivierkleigronden - Kalkloze poldervaaggronden (Rn67C, zavel en lichte klei)<br />
De gronden ter hoogte van de Werkensedijk vallen onder deze eenheid. Het gaat om<br />
zogenaamde stroom-op-kom-op-stroom gronden. De bovenlaag bestaat voornamelijk<br />
uit lichte klei. Tussen de 40 en 80 cm diepte gaat de lichte klei over in compacte kalkloze<br />
zware klei.<br />
Rivierkleigronden - Kalkhoudende poldervaaggronden (Rn52A, zavel)<br />
De gronden van deze soort die liggen tussen <strong>Werkendam</strong> en Sleeuwijk zijn ontstaan als<br />
gevolg van oeverwaldoorbraken onder invloed van hoge waterstanden in de Merwede.<br />
Rivierkleigronden - Kalkhoudende poldervaaggronden (eRn66A, zavel en lichte klei)<br />
Deze bodemsoort komt voor langs de randen van kommen. De kalkrijke toplaag bestaat<br />
uit zoetegetijdenafzettingen. Ten zuiden van <strong>Werkendam</strong> is de kalkrijke kleibovengrond<br />
afgezet vanuit de Merwede. Aan de noordzijde heeft sedimentatie plaatsgevonden<br />
in de jaren na de St. Elisabethsvloed, waarbij veen is overspoeld (toevoeging<br />
v…). Een veenlaag bevindt zich onder Door de inklinking van het veen hebben deze<br />
gronden een lage ligging.<br />
Rivierkleigronden - kalkhoudende poldervaaggronden (Rn95A, zware zavel en lichte<br />
klei)<br />
De gronden in de noordwestelijke punt van het plangebied vallen onder de kalkhoudende<br />
poldervaaggronden. Dit zijn gronden die met name voorkomen langs de randen<br />
van de stroomruggen, op de overgang van de zware komkleigebieden. De bovengrond<br />
is enigszins ontkalkt.<br />
Croonen Adviseurs<br />
30
<strong>Ontwerpbestemmingsplan</strong> <strong>Kern</strong> <strong>Werkendam</strong> <strong>Gemeente</strong> <strong>Werkendam</strong><br />
Rivierkleigronden - kalkhoudende poldervaaggronden (associatie Rn52A/Rn15A, zavel)<br />
Deze gronden liggen in een smalle strook langs de Bakkerskil ten zuiden van de kern<br />
<strong>Werkendam</strong>. Na de St. Elisabethsvloed is langs de Bakkerskil een bovenlaag van kalkrijke<br />
zavel afgezet die plaatselijk op een diepte tussen de 60cm en 80 cm overgaat in<br />
matig fijn zand.<br />
Uitsnede uit de bodemkaart<br />
Croonen Adviseurs<br />
31
<strong>Ontwerpbestemmingsplan</strong> <strong>Kern</strong> <strong>Werkendam</strong> <strong>Gemeente</strong> <strong>Werkendam</strong><br />
Zeekleigronden - Kalkrijke poldervaaggronden (eMn25A, zware zavel)<br />
Deze gronden hebben een homogene profielopbouw. Vanaf 100 a 140 cm komt dikwijls<br />
zware kalkloze rivierklei voor. Deze gronden hebben een relatief hoog siltgehalte,<br />
waardoor de capillaire opstijging van water in de bodem groot is. De gronden van deze<br />
eenheid die zich ten noorden van de Werkensedijk bevinden zijn afgezet als gevolg van<br />
een dijkdoorbraak ter hoogte van het Nonnegatswiel.<br />
Zeekleigronden - Kalkrijke poldervaaggronden (associatie eMn22A/eMn25A, zware<br />
zavel)<br />
Deze associatie ligt langs de Bruine Kil en Bakkerskil ten zuiden van <strong>Werkendam</strong>. Het<br />
betreft perimariene afzettingen die na de St. Elisabethsvloed afgezet zijn. In dit gebied<br />
komen smalle banen voor waar zand ondieper dan 80 cm begint (eMn22A) naast gedeelten<br />
waar zand dieper dan 80 cm begint of zelfs binnen 120 cm niet voorkomt<br />
(eMn25A). Het zand is overwegend zeer fijn tot matig fijn, plaatselijk zelfs matig grof,<br />
en bevat veelal enkele dunne humeuze bandjes.<br />
3.3.3 Bijzondere aardkundige objecten en structuren<br />
Blijkens de Aardkundige Waardenkaart van de provincie Noord-Brabant zijn er in het<br />
plangebied geen aardkundig waardevolle gebieden gelegen. Ten zuidwesten van de<br />
kern <strong>Werkendam</strong> ligt de Biesbosch. Dit gebied is op de Aardkundige Waardenkaart<br />
aangeduid als aardkundig waardevol gebied.<br />
3.4 Historische ontwikkeling/stedenbouwkundige geschiedenis<br />
3.4.1 Naam - toponymie<br />
Aan het begin van de twaalfde eeuw wordt het riviertje de Werken aangeduid als Wirkene(munde).<br />
De nederzetting <strong>Werkendam</strong> wordt voor het eerst in 1230 vermeld als<br />
Werkine. Het toponiem <strong>Werkendam</strong> betekent ‘waterkering (op de stroom)’ in de Werkine.<br />
3.4.2 Archeologie<br />
Archeologische verwachtingswaarde<br />
Blijkens de Indicatieve Kaart Archeologische Waarden is de kern <strong>Werkendam</strong> grotendeels<br />
gelegen in een gebied met een lage archeologische verwachtingswaarde. Dit betekent<br />
dat de kans op het aantreffen van archeologische sporen bij bodemingrepen gering<br />
is. Ter hoogte van de Werkensedijk loopt een zone met een hoge archeologische<br />
verwachtingswaarde. De hoge verwachtingswaarde hangt samen met ligging van de<br />
stroomrug van het riviertje de Werken.<br />
Beschermde archeologische monumenten<br />
Binnen de grenzen van het plangebied liggen twee archeologische monumenten die<br />
van rijkswege beschermd zijn. Het eerste betreft een laatmiddeleeuws kloostercomplex<br />
aan de Voorstevliet. In de bodem bevinden zich restanten van een omgracht klooster of<br />
hofstede (Uithof Floreffe).<br />
Croonen Adviseurs<br />
32
<strong>Ontwerpbestemmingsplan</strong> <strong>Kern</strong> <strong>Werkendam</strong> <strong>Gemeente</strong> <strong>Werkendam</strong><br />
Het tweede terrein, dat gedeeltelijk binnen het plangebied is gesitueerd, bevat restanten<br />
van een burcht uit de Late Middeleeuwen. De laatste bovengrondse restanten van<br />
deze Burcht van <strong>Werkendam</strong> zijn in 1841 verdwenen. Pas in de twintigste eeuw is de<br />
slotgracht gedempt.<br />
Op het bestemmingsplan zijn beide archeologische monumenten voorzien van een<br />
dubbelbestemming.<br />
Uitsnede uit de Archeologische verwachtingskaart<br />
3.4.3 Historisch-geografische ontwikkeling<br />
Historisch watersysteem en ontginningsgeschiedenis<br />
Al kort na de St. Elisabethsvloed in 1421 werden om delen van het Land van Heusden<br />
en Altena dijken aangelegd. De Kornschedijk/Werkensedijk werd in 1461 aangelegd.<br />
Verscheidene wielen in deze dijk herinneren nog aan de overstromingen die plaatsvonden<br />
als gevolg van hoge waterstanden in de Merwede, waarbij het water via de toen<br />
nog open verbindingen (Steurgat, Bruine Kil en Bakkerskil) het land binnendrong. Het<br />
gebied ten zuiden van Werkendijk bleef lange tijd onbedijkt. Pas in 1739 zou de Sasdijk<br />
of Nieuwe Dijk worden opgeworpen om de Killen in de Biesbosch af te sluiten. Uitzondering<br />
vormden de Bakkerskil en het Steurgat, die een open verbinding tussen de<br />
Merwede en de Biesbosch bleven vormen.<br />
<strong>Werkendam</strong> lag omstreeks 1900 in het boezemgebied ‘Nieuwland van Altena’, dat<br />
werd gevormd door de Werkensche Polder, de Vervoorne Polder en de Uppelsche Polder.<br />
Ontwatering van dit gebied vond plaats middels de Werkense Boezem, een gegraven<br />
watergang langs de Schenkeldijk en Nieuwe Dijk. Elke polder werd daarbij bemalen<br />
door één windmolen. In kades en dijken bevonden zich sluisjes om de waterstand te<br />
reguleren.<br />
Croonen Adviseurs<br />
33
<strong>Ontwerpbestemmingsplan</strong> <strong>Kern</strong> <strong>Werkendam</strong> <strong>Gemeente</strong> <strong>Werkendam</strong><br />
Ter hoogte van Nieuwendijk kwam de Werkensche Boezem uit. Samen met de boezems<br />
van de Alm en de Gantel werd deze boezem bemalen door het stoomgemaal te<br />
Nieuwendijk. Op deze plek bevonden zich ook drie uitwateringssluizen: De Almsluis, de<br />
Werkense Sluis en de Zevenbansesluis. Met name na het graven van de Bergse Maas<br />
in 1902-1903 vormde het gemaal ‘Drie Sluizen’ een belangrijke schakel in de afwatering<br />
van de polders in het Land van Heusden en Altena naar de Biesbosch.<br />
Navolgende afbeelding geeft een beeld van het oude watersysteem in de omgeving van<br />
<strong>Werkendam</strong>.<br />
Historisch watersysteem in de omgeving van <strong>Werkendam</strong> omstreeks 1900 (bron: Adviesbureau Cuijpers)<br />
Blijkens de toenmalige topografische kaart waren de gronden in de directe omgeving<br />
van het dorp omstreeks 1900 voornamelijk in gebruik als weiland. Langs de Werkensedijk,<br />
op de hogere gronden van de stroomrug van de Werken liggen akkerlanden.<br />
Ook bevindt zich in de directe omgeving van de aanwezige dijkbebouwing in veel gevallen<br />
een kleine boomgaard.<br />
Croonen Adviseurs<br />
34
<strong>Ontwerpbestemmingsplan</strong> <strong>Kern</strong> <strong>Werkendam</strong> <strong>Gemeente</strong> <strong>Werkendam</strong><br />
In de minder goed ontwaterde kom van de Werkense Polder komen naast graslanden<br />
ook grienden voor. Langs de randen van de killen en boezems en de Merwede bevonden<br />
zich grienden en rietgorzen. De griendproductie vormde na de St. Elisabethsvloed<br />
een belangrijke bedrijfstak in <strong>Werkendam</strong>. Van het rijshout werden onder meer zinkstukken<br />
gemaakt die gebruikt werden bij de aanleg van dijken. In <strong>Werkendam</strong> ontstonden<br />
ook mandenmakerijen als toeleverancier van de visserij. Veel bewoners van het<br />
dorp verdienden hun brood als griendwerker in de Biesbosch.<br />
Plangebied omstreeks 1900 (bron: Adviesbureau Cuijpers)<br />
Militair landschap<br />
Het Land van Altena vormde het zuidelijkste deel van de Oude Hollandse Waterlinie.<br />
Tijdens oorlogshandelingen in 1672 is het gebied geïnundeerd. Met de invoering van<br />
de Vestingwet in 1874 ging het gebied ten zuiden en zuidoosten van <strong>Werkendam</strong> als<br />
inundatiegebied onderdeel uitmaken van de Nieuwe Hollandse Waterlinie.<br />
In de periode 1878-1882 werd het bestaande fort aan de Uppelsche Dijk versterkt. Tevens<br />
werden nieuwe forten aangelegd aan het Steurgat en aan de Bakkerskil. Laatstgenoemd<br />
verdedigingswerk diende ter verdediging van de in 1815 gebouwde inundatiesluis<br />
(de Papsluis).<br />
Croonen Adviseurs<br />
35
<strong>Ontwerpbestemmingsplan</strong> <strong>Kern</strong> <strong>Werkendam</strong> <strong>Gemeente</strong> <strong>Werkendam</strong><br />
3.4.4 Stedenbouwkundige ontwikkeling<br />
De nederzetting <strong>Werkendam</strong> is ontstaan op de plek waar omstreeks 1230 het riviertje<br />
De Werken, die een verlandende zijtak van de Alm vormde, werd afgedamd. De oudste<br />
woongebieden in de kern lagen aan weerszijden van de dam. De Kruisstraat en<br />
Hoogstraat werden als eerste bebouwd, later volgde de Vissersdijk. De T-vormige aansluiting<br />
van deze dijken vormde één van de bepalende onderdelen van de stedenbouwkundige<br />
structuur van het dorp. Een tweede kenmerk van de structuur is de vertakking<br />
van de dijken in de kern. Meerdere dijken (Sasdijk, Werkensedijk, Vissersdijk)<br />
komen in <strong>Werkendam</strong> samen.<br />
Een bijzonder gebied was Zevenhuizen, waar de woonhuizen zich bevonden langs stegen.<br />
In de negentiende eeuw werd tussen de Hoogstraat en Zevenhuizen een binnenhaven<br />
gerealiseerd. Een groot deel van de laag gelegen huizen was toen via het water<br />
toegankelijk. Aan het eind van de negentiende eeuw verdichte de bestaande structuur<br />
zich.<br />
Vanaf het begin van de twintigste eeuw vonden enkele uitbreidingen op een planmatige<br />
wijze plaats. De in 1913 opgericht woningbouwvereniging ‘<strong>Werkendam</strong> vooruit’<br />
speelde hierin een belangrijke rol. In de jaren ’30 werd bijvoorbeeld nabij ’t Laantje een<br />
kleine tuinwijk gerealiseerd (omgeving Bruigomstraat). De structuur van de oude kern<br />
werd voor de Eerste Wereldoorlog al gewijzigd door het dempen van een deel van de<br />
binnenhaven dat parallel en direct ten westen van de Visserdijk lag. In 1957 werd het<br />
noordelijk gedeelte bij de wijk Zevenhuizen gedicht. De ruimtes tussen de lineaire wegen<br />
werden opgevuld.<br />
Pas na de Tweede Wereldoorlog is sprake van een planmatige uitbreiding van de kern<br />
op een meer omvangrijke schaal. In de periode 1945-1965 werden de woongebieden<br />
Sigondstraat en omgeving en Wierinxwal en omgeving gerealiseerd. Kenmerkend zijn<br />
de (half)open bouwblokken, een stedenbouwkundige patroon waarbij zich aan alle zijden<br />
van een rechthoekig bouwblok bebouwing bevindt. De woningen hebben een traditionele<br />
verschijningsvorm. Met name de oudere woningen zijn voorzien van details en<br />
ornamenten die typerend zijn voor de Wederopbouwstijl. Tussen 1960 en 1975 is het<br />
woongebied dat zich in het zuidoostelijk gedeelte van het plangebied bevindt ontwikkeld.<br />
Het gaat om de woongebieden De Graaf en omgeving en Hofstee en omgeving.<br />
Het stedenbouwkundig patroon van deze wijk is ontworpen vanuit de gedachte van de<br />
Forum-beweging. Direct ten zuiden van de Sportlaan is sprake van een eenvoudig patroon<br />
van strokenbouw: een stedenbouwkundig patroon van rechte en parallel lopende<br />
straten waarlangs de woningen in één rooilijn staan. Aan de rand van het gebied zijn<br />
stedenbouwkundige stempels toegepast.<br />
Croonen Adviseurs<br />
36
<strong>Ontwerpbestemmingsplan</strong> <strong>Kern</strong> <strong>Werkendam</strong> <strong>Gemeente</strong> <strong>Werkendam</strong><br />
Het patroon van woningen die met de achterzijde gegroepeerd zijn rond een parkeerterrein,<br />
wordt in Wittingsweer, Loonsweer en Eemkerck herhaald.<br />
In de Eemkerck zijn de woningen met de achterzijde gegroepeerd rondom een parkeerterrein. Hetzelfde pa-<br />
troon is toegepast bij Wittingsweer en Loonsweer (stedenbouwkundige stempel)<br />
De woongebieden Zilverschoon/Klaproos en Pauwelsweer/Talingpad zijn in de periode<br />
1975-1985 gerealiseerd. Kenmerkend is het patroon van woonerven en woonpaden.<br />
Het woongebied Binnengriend en omgeving, dat ten noordoosten van de Werkensedijk<br />
is gelegen, werd in de jaren ’90 van de vorige eeuw ontwikkeld. Per straat is een onderscheid<br />
in architectuur toegepast, waardoor binnen de wijk een gevarieerd beeld is<br />
bestaat. Van recente datum is de omgeving van het Raadhuisplein. Op de plaats van<br />
een sportveldencomplex is rond het begin van deze eeuw heringericht waarbij naast<br />
woningbouw ook diverse openbare gebouwen (gemeentehuis, school) gerealiseerd zijn.<br />
3.4.5 Monumenten<br />
In hoofdstuk twee is aangegeven dat zich binnen het plangebied drie rijksmonumenten<br />
bevinden. Op de begraafplaats aan de Kerkstraat bevindt zich een grafmonument van<br />
de familie Sigmond, dat omstreeks 1872 is opgetrokken in eclectische stijl. In de<br />
noordwestelijke hoek van de begraafplaats bevindt zich een tweede grafmonument dat<br />
de status van rijksmonument is toegewezen. Het betreft het grafmonument van de familie<br />
Van Houweninge dat omstreeks 1851 in neogotische stijl is opgetrokken. Het<br />
derde rijksmonument binnen het plangebied is de Joodse begraafplaats aan De Kooi.<br />
De begraafplaats is in 1852 op particulier initiatief aangelegd, ten zuidoosten van de<br />
toenmalige kern <strong>Werkendam</strong>.<br />
In het plangebied is één gemeentelijk monument aanwezig. Dit betreft het Groene<br />
Kruis gebouw op Plein 13. Op de verbeelding zijn zowel het gemeentelijke monument<br />
als de rijksmonumenten voorzien van een aanduiding.<br />
Croonen Adviseurs<br />
37
<strong>Ontwerpbestemmingsplan</strong> <strong>Kern</strong> <strong>Werkendam</strong> <strong>Gemeente</strong> <strong>Werkendam</strong><br />
3.4.6 Bijzondere relicten en structuren, ruimtelijke karakteristiek<br />
Twee bijzondere relicten in de kern van <strong>Werkendam</strong> zijn het Nonnegatswiel en het Kerkewiel.<br />
Deze zijn ontstaan als gevolg van doorbraken in de Werkensedijk. Als gevolg<br />
van de enorme kracht van het binnenstromende water werd de grond weggespoeld,<br />
waardoor grote waterplassen ontstonden. In beide gevallen is het tracé van de dijk bij<br />
herstelwerkzaamheden om het ontstane wiel gelegd.<br />
Door zijn omvang en de aanwezige beplanting rondom het water is het Nonnegatswiel een bijzondere plek<br />
binnen het plangebied. Daarnaast geldt dat het dijktracé een grote slinger om de plas maakt, hetgeen bij-<br />
draagt aan de karakteristiek van deze plek<br />
Dat de aanwezigheid van het Kerkewiel van invloed is geweest op de ruimtelijke structuur van <strong>Werkendam</strong> is<br />
zichtbaar vanaf ’t Laantje. De Werkensedijk is als het ware om de waterplas heen gekruld. Door de aanwezige<br />
bebouwing heeft dit wiel een ander karakter dan bovengenoemde Nonnegatswiel. Aan de westelijke zijde<br />
(links op de foto) bevindt zich een begraafplaats<br />
Tussen beide wielen bevindt zich in de dijk nog een slinger. Blijkens de toenmalige topografische<br />
kaart van omstreeks 1900 lag er nog een klein wiel aan de noordzijde van<br />
de dijk, ter hoogte van de vloedakkers. Dit wiel is in de loop van de twintigste eeuw gedempt.<br />
Croonen Adviseurs<br />
38
<strong>Ontwerpbestemmingsplan</strong> <strong>Kern</strong> <strong>Werkendam</strong> <strong>Gemeente</strong> <strong>Werkendam</strong><br />
Een andere bijzondere karakteristiek van de kern <strong>Werkendam</strong> is de lintbebouwing<br />
langs de Werkensedijk en de Vissersdijk. Door de afwijkende, veelal historische bebouwing<br />
is de oorspronkelijke stedenbouwkundige structuur van het dorp nog goed<br />
herkenbaar.<br />
3.4.7 Molenbiotoop<br />
Ter bescherming van de windvang van functionerende historische windmolens heeft de<br />
Vereniging tot behoud van molens in Nederland De Hollandsche Molen een handleiding<br />
uitgegeven die aanbevelingen en richtlijnen voor de inrichting van de omgeving van molens<br />
bevat. Een van de richtlijnen betreft de bouwhoogte van gebouwen in de omgeving<br />
van molens. Om windvang te garanderen kan er in de omgeving van windmolens niet<br />
onbeperkt gebouwd worden. Ook de Kroon heeft in het verleden de windvang rondom<br />
molens in bescherming genomen.<br />
Ten oosten van de kern <strong>Werkendam</strong> bevindt zich aan de Schenkeldijk de achtkantige<br />
poldermolen ‘Vervoorne Polder’. Deze maalvaardige molen uit circa 1700 ligt op een<br />
afstand van zo’n 590 m van de plangrens. Aangezien de molenbiotoop van deze historische<br />
windmolen 400 m bedraagt, valt het plangebied niet binnen deze beschermingszone.<br />
3.5 Landschappelijke situatie<br />
De volgende beschrijving van het landschappelijk raamwerk rond de kern <strong>Werkendam</strong><br />
is opgenomen in het Uitwerkingsplan Land van Heusden en Altena:<br />
‘De kern <strong>Werkendam</strong> is georiënteerd op de Merwede. De oude dijk langs de Merwede<br />
en de uitwatering van enkele riviertjes op de Merwede waren de oorsprong van Wer-<br />
kendam. Het landschappelijk raamwerk wordt in het noordoosten bepaald door het<br />
open en laag gelegen landschap van de polder de Werken.<br />
In het oosten van <strong>Werkendam</strong> is er tussen de Schans en de ontsluitingsweg naar de Tol<br />
op de uitloper van een hoger gelegen oeverwal nog ruimte voor een verdere ontwikke-<br />
ling van de kern. Aan de noordwestzijde wordt <strong>Werkendam</strong> hard begrensd door de Bo-<br />
ven-Merwede. Dit water vormt ook een natuurgebied. Aan de zuidzijde van <strong>Werkendam</strong><br />
is een fraai kreken- en dijkenlandschap gelegen. Daarnaast wordt de zuidzijde geken-<br />
merkt door het bedrijventerrein Bruine Kilhaven. Het landschappelijk raamwerk in dit<br />
deel is enerzijds gelegen ten westen van de Bruine Kil en beslaat de Verrezen Polder,<br />
het Steurgat en de polders richting de Biesbosch, anderzijds ten oosten van de Bak-<br />
kerskil.’<br />
Croonen Adviseurs<br />
39
<strong>Ontwerpbestemmingsplan</strong> <strong>Kern</strong> <strong>Werkendam</strong> <strong>Gemeente</strong> <strong>Werkendam</strong><br />
Croonen Adviseurs<br />
40
<strong>Ontwerpbestemmingsplan</strong> <strong>Kern</strong> <strong>Werkendam</strong> <strong>Gemeente</strong> <strong>Werkendam</strong><br />
4 Milieuhygiënische- en planologische<br />
aspecten<br />
4.1 Geluid<br />
Op grond van het bepaalde in het Besluit ruimtelijke ordening is het bij het opstellen<br />
van een bestemmingsplan verplicht om inzicht te bieden in de relevante planologische<br />
en milieuhygiënische aspecten.<br />
4.1.1 Wegverkeerslawaai<br />
Een nieuwe situatie als bedoeld in de Wet geluidhinder omvat de oprichting van nieuwe<br />
geluidsgevoelige bestemmingen (zoals woningen, scholen, kleuterdagverblijven) of de<br />
aanleg van nieuwe wegen of de reconstructie van bestaande wegen.<br />
Op een afstand van zo’n 1,5 km ten oosten van het plangebied loopt de autosnelweg<br />
A27/E311. Ten zuiden van het plangebied loopt de Dijkgraaf den Dekkerweg, die een<br />
belangrijke ontsluitingsfunctie voor de kern <strong>Werkendam</strong> vervult. Op deze weg geldt een<br />
maximumsnelheid van 80 km/h. In de kern lopen enkele wegen met een stroomfunctie.<br />
Het betreft de Borcharenweg, Sportlaan, Raadhuislaan, Van Randwijklaan, Sigmondstraat,<br />
Amerscamp, Nieuweweg, Bandijk en de Sasdijk. Voor deze wegen geldt<br />
binnen de bebouwde kom een maximumsnelheid van 50 km/h. Op de overige wegen<br />
binnen de bebouwde kom geldt een 30 km/h- regime.<br />
De breedte van de geluidszone langs wegen is geregeld in artikel 74 Wgh en is gerelateerd<br />
aan het aantal rijstroken van de weg en het type (binnenstedelijk of buitenstedelijk).<br />
De betreffende zonebreedtes zijn in tabel 4 weergegeven.<br />
Tabel: Zonebreedtes Wet geluidhinder (bron: art. 74 Wet geluidhinder)<br />
Aantal rijstroken<br />
Croonen Adviseurs<br />
41<br />
Zonebreedte (M)<br />
Stedelijk gebied Buitenstedelijk gebied<br />
5 of meer - 600<br />
3 of meer 350 -<br />
3 of 4 - 400<br />
2 200 250<br />
Op navolgende afbeelding zijn de geluidszones van de verschillende wegen weergegeven.
<strong>Ontwerpbestemmingsplan</strong> <strong>Kern</strong> <strong>Werkendam</strong> <strong>Gemeente</strong> <strong>Werkendam</strong><br />
Geluidzoneringskaart voor de kern <strong>Werkendam</strong><br />
Het onderhavige bestemmingsplan omvat het juridisch regelen van de bestaande situatie.<br />
Het bestemmingsplan voorziet niet in de oprichting van nieuwe gevoelige bestemmingen<br />
of de aanleg of reconstructie van wegen. Er is dus geen sprake van een<br />
nieuwe situatie. Daarom bestaat er bij de opstelling van dit bestemmingsplan geen onderzoeksplicht<br />
naar wegverkeerslawaai. Op grond daarvan is er afgezien van de opstelling<br />
van een akoestische rapportage wegverkeerslawaai.<br />
4.1.2 Industrielawaai<br />
Ten noorden en westen van de kern van <strong>Werkendam</strong> bevinden zich de bedrijventerreinen<br />
Biesboschhaven/Beatrixhaven en Steurgat. Op deze terreinen zijn diverse bedrijven<br />
gevestigd die op grond van de Wet geluidhinder worden aangemerkt als geluidszoneringsplichtige<br />
inrichtingen. Het betreft voornamelijk scheeps(af)bouwbedrijven.<br />
Op grond van de Wet geluidhinder dient rondom een terrein waarop zich volgens het<br />
bestemmingsplan geluidszoneringsplichtige bedrijven kunnen vestigen, een geluidszone<br />
te worden vastgesteld. In 2006 heeft Schoonderbeek en Partners Advies b.v. een<br />
akoestisch onderzoek uitgevoerd naar de akoestische effecten van deze bedrijven.<br />
Croonen Adviseurs<br />
42
<strong>Ontwerpbestemmingsplan</strong> <strong>Kern</strong> <strong>Werkendam</strong> <strong>Gemeente</strong> <strong>Werkendam</strong><br />
Dit onderzoek laat zien dat een deel van de geluidszone binnen het plangebied ligt. De<br />
ligging van de geprojecteerde zone is gelijk aan die van de geluidszone die is opgenomen<br />
in het bestemmingsplan <strong>Kern</strong> <strong>Werkendam</strong>, zoals vastgesteld in 1997.<br />
Geluidzonering bedrijventerreinen<br />
4.1.3 Spoorweglawaai<br />
Op een afstand van zo'n 2.000 m van het plangebied ligt de spoorlijn Dordrecht-<br />
Gorinchem (traject nummer 671). Ingevolge het Besluit geluidhinder spoorwegen bedraagt<br />
de zonebreedte ter hoogte van dit traject 1.000 m. Het plangebied ligt ruim<br />
daarbuiten.<br />
Croonen Adviseurs<br />
43
<strong>Ontwerpbestemmingsplan</strong> <strong>Kern</strong> <strong>Werkendam</strong> <strong>Gemeente</strong> <strong>Werkendam</strong><br />
4.1.4 Stiltegebieden<br />
Blijkens de kaarten, behorend bij het Streekplan Noord-Brabant 2002, is het plangebied<br />
niet gelegen in of nabij een stiltegebied. Het natuurgebied De Biesbosch, dat ten<br />
westen van de kern <strong>Werkendam</strong> ligt, is gedeeltelijk aangewezen als stiltegebied.<br />
4.2 Hinderlijke bedrijvigheid<br />
4.2.1 Niet-agrarische bedrijvigheid<br />
In het nieuwe bestemmingsplan ‘<strong>Kern</strong> <strong>Werkendam</strong>’ wordt de huidige bedrijfsactiviteit<br />
positief bestemd. Bij ingrijpende verandering van de bedrijfsvoering of verkoop van de<br />
bedrijfsruimte behoort een aanpassing van het bestemmingsplan tot de mogelijkheden.<br />
In april 2009 is een nieuwe VNG-uitgave van ‘Bedrijven en milieuzonering’ uitgebracht.<br />
Daarin wordt een vernieuwde systematiek voor de beoordeling van de aanvaardbaarheid<br />
van milieubelastende functies geïntroduceerd. Ten opzichte van de vorige publicatie<br />
zijn naast de gewenste richtafstanden ten opzichte van rustige woongebieden, ook<br />
gewenste richtafstanden in gebieden met functiemenging opgenomen.<br />
Voor het plangebied geldt dat het bovengenoemde onderscheid in omgevingstype niet<br />
van toepassing is. Er zijn geen zones waar veel functiemenging voor komt. Om die reden<br />
valt het gehele plangebied te typeren als rustige woonwijk.<br />
Omgevingtype ‘rustige woonomgeving’<br />
De categorie-indeling voor dit omgevingstype gaat uit van tien milieucategorieën. In het<br />
plangebied is een aantal niet-agrarische bedrijven, bedrijfjes en instellingen gevestigd,<br />
waarvan allen geen onevenredige hinder voor de omgeving teweegbrengen. Het betreft<br />
bedrijven in de milieucategorie 1, 2 en 3.1 uit de categorie-indeling volgens de publicatie<br />
‘Bedrijven en Milieuzonering’, uitgave 2009. In onderstaande tabel zijn deze bedrijven<br />
weergegeven.<br />
Tabel: Niet-agrarische bedrijven en instellingen in ‘rustige woonomgeving’<br />
nr. Adres Soort bedrijf Cat. *)<br />
1 Binnengriend 27<br />
2 Bruigomstraat 1<br />
3 Elzengriend<br />
4 Floreffestraat 26<br />
5 Graaf van Hornelaan 1<br />
Kerkgebouwen e.d.<br />
Chr. Gereformeerde Kerk <strong>Werkendam</strong><br />
Kerkgebouwen e.d.<br />
Gereformeerde <strong>Gemeente</strong><br />
Rioolgemalen<br />
Bergbezinkbasin<br />
Supermarkten, warenhuizen<br />
Albrecht Culemborg b.v. - supermarkt<br />
Tennisbanen met verlichting<br />
Tennisvereniging <strong>Werkendam</strong><br />
Croonen Adviseurs<br />
44<br />
2<br />
2<br />
2<br />
1<br />
3.1
<strong>Ontwerpbestemmingsplan</strong> <strong>Kern</strong> <strong>Werkendam</strong> <strong>Gemeente</strong> <strong>Werkendam</strong><br />
6 Graaf van Hornelaan 44<br />
7<br />
Hooftlanden ong.<br />
8 Hooftlanden ong.<br />
9 Hooftlanden 1<br />
10 Hooftlanden 15<br />
11 Kerckelant 3<br />
12 Kruisstraat 56<br />
13 Oudsas 11<br />
14 Raadhuislaan 2<br />
15 Raadhuislaan 2<br />
16 Raadhuislaan 2<br />
17 Raadhuislaan 4<br />
18 Raadhuislaan 17<br />
19 Raadhuislaan 19<br />
20 Raadhuislaan 19<br />
21 Raadhuisplein 1<br />
22 Raadhuisplein 1<br />
23 Raadhuisplein 1<br />
24 Sasdijk 66<br />
25 Sportlaan 4<br />
26 Sportlaan 42<br />
Buurt- en clubhuizen<br />
Muziekvereniging ‘Irene’<br />
Rioolgemalen<br />
Bergbezinkbasin<br />
Gasdukregel- en meetruimte, categorie B en C<br />
Gasreducer Intergas<br />
Buurt- en clubhuizen<br />
Stichting Cultureel Centrum<br />
Dierenartsenpraktijk<br />
Strikkers<br />
Verpleeghuis<br />
Stichting Christelijk Protestants Bejaardenhuis<br />
Bouwbedrijven algemeen ≤ 2.000 m²<br />
Gebr. Ritmeester b.v.<br />
Overige zakelijke dienstverlening: kantoor<br />
Hakkers <strong>Werkendam</strong> b.v. (aannemer in waterbouw)<br />
Artsenpraktijk, kliniek, dagverblijf<br />
B.A. Baggerman-Tandarts<br />
Artsenpraktijk, kliniek, dagverblijf<br />
Yvel tandartsen<br />
Artsenpraktijk, kliniek, dagverblijf<br />
Doctershoek<br />
Verpleeghuis<br />
Verzorgingstehuis Stichting Stromenland<br />
Brandweerkazernes<br />
Brandweerkazerne gemeente <strong>Werkendam</strong><br />
Cafés, bars<br />
Sportcafé Up en Down<br />
Sporthallen<br />
Sporthal De Crosser<br />
Rioolgemaal<br />
Diverse gemalen<br />
Rioolgemalen<br />
Diverse gemalen<br />
Openbaar bestuur (kantoren e.d.)<br />
<strong>Gemeente</strong>huis<br />
Hotels en pensions met keuken<br />
Bed & Breakfast Het Sashuis<br />
Scholen voor basis- en algemeen voortgezet onder-<br />
wijs<br />
DS Groenenwegenschool<br />
Benzineservicstations zonder LPG<br />
Total Nederland b.v.<br />
Croonen Adviseurs<br />
45<br />
2<br />
2<br />
2<br />
2<br />
1<br />
2<br />
3.1<br />
1<br />
1<br />
1<br />
1<br />
2<br />
3.1<br />
1<br />
3.1<br />
2<br />
2<br />
1<br />
1<br />
2<br />
2
<strong>Ontwerpbestemmingsplan</strong> <strong>Kern</strong> <strong>Werkendam</strong> <strong>Gemeente</strong> <strong>Werkendam</strong><br />
27 Sportlaan/Vissersdijk<br />
28 Talingpad 54<br />
29 Van Randwijklaan 47<br />
30 Van Randwijklaan 49<br />
31 Werkensedijk 45<br />
32 Werkensedijk 47<br />
33 Werkina 1<br />
34 Werkina 1<br />
35 Werkina 1<br />
36 Wilgenlaan 2a<br />
Rioolgemalen<br />
Hoogheemraadschap Alm & Biesbosch<br />
Hondendressuurterreinen<br />
Hondenvereniging ‘t Klaske<br />
Artsenpraktijk, kliniek, dagverblijf<br />
Tandartsenpraktijk R.W. Kort<br />
Banken, verzekeringsmaatschappijen, beurzen<br />
Van der Straaten Assurantiekantoor<br />
Detailhandel voor zover n.e.g.<br />
B. Beumer<br />
Akkerbouwbedrijf<br />
G. van den Steenhoven<br />
Sporthallen<br />
Beachsportvereniging <strong>Werkendam</strong><br />
Gasdukregel- en meetruimte, categorie B en C<br />
Gasreducer intergas<br />
Zwembaden niet overdekt<br />
Zwembad Werkina<br />
Switchhouses<br />
Telefooncentrale PTT<br />
*) categorie-indeling volgens de publicatie ‘Bedrijven en Milieuzonering’, uitgave 2009<br />
Bij milieuzonering geldt dat ook gekeken dient te worden naar bedrijven in de nabijheid<br />
van het plangebied. Met name aan de westelijke en zuidwestelijk kant van het plangebied<br />
bevinden zich bedrijven die voor milieuhinder kunnen zorgen. Betonmortelcentrale<br />
<strong>Werkendam</strong>, Sasdijk 71 a.<br />
4.2.2 Agrarische bedrijvigheid<br />
De Wet geurhinder en veehouderij (Wgv) vormt vanaf 1 januari 2007 het toetsingskader<br />
voor de milieuvergunning, als het gaat om geurhinder vanwege dierenverblijven van<br />
veehouderijen.<br />
De Wet geurhinder en veehouderij geeft normen voor de geurbelasting die een veehouderij<br />
mag veroorzaken op een geurgevoelig object (bijvoorbeeld een woning). De<br />
geurbelasting wordt berekend en getoetst met het verspreidingsmodel V-Stacks vergunning.<br />
Dit geldt alleen voor dieren waarvoor geuremissiefactoren zijn opgenomen in<br />
de Regeling geurhinder en veehouderij. Voor dieren zonder geuremissiefactor gelden<br />
minimaal aan te houden afstanden. De Regeling geurhinder en veehouderij is gepubliceerd<br />
op 18 december 2006.<br />
Ingevolge artikel 4, eerste lid van de Wet geurhinder en veehouderij dient de afstand<br />
tussen een veehouderij en een geurgevoelig object ten minste 100 meter (indien een<br />
geurgevoelig object binnen de bebouwde kom is gelegen) of 50 meter (buiten de bebouwde<br />
kom te bedragen).<br />
Croonen Adviseurs<br />
46<br />
2<br />
3.1<br />
1<br />
1<br />
1<br />
2<br />
3.1<br />
2<br />
4.1<br />
2
<strong>Ontwerpbestemmingsplan</strong> <strong>Kern</strong> <strong>Werkendam</strong> <strong>Gemeente</strong> <strong>Werkendam</strong><br />
Deze afstand wordt gemeten op dezelfde wijze waarop de afstand volgens de oude<br />
stankregelgeving (de Richtlijn veehouderij en stankhinder 1996) bepaald moest worden.<br />
In de directe omgeving van het plangebied zijn drie intensieve veehouderijen gelegen.<br />
Voor de betreffende bedrijven is een milieuvergunning verleend. De directe omgeving<br />
van de bedrijven is op grond van de geldende regelgeving aan te merken als een voor<br />
stank gevoelig object behorende tot categorie I (de bebouwde kom). Op grond hiervan<br />
zouden zich in een nieuwe situatie, bepaalde afstanden moeten worden aangehouden<br />
tussen de veehouderijen en de bebouwde kom (de zogenaamde geurcontouren, voorheen<br />
stankcirkels genoemd). Deze afstanden worden onder de huidige omstandigheden<br />
niet altijd gehaald. Het nieuwe bestemmingsplan ‘<strong>Kern</strong> <strong>Werkendam</strong>’, waar voorliggende<br />
toelichting bij hoort, heeft evenwel betrekking op bestaande situaties. Voor<br />
nieuw te realiseren woningen en andere gevoelige bestemmingen moeten de afstanden<br />
wel aangehouden worden.<br />
4.3 Luchtkwaliteit<br />
Hoofdstuk vijf van de Wet milieubeheer vormt het kader voor de beoordeling van de<br />
luchtkwaliteit in de buitenlucht. De Wet milieubeheer spreekt van grenswaarden en<br />
plandrempels. Grenswaarden zijn normen waaraan in een bepaald jaar voldaan dient<br />
te worden. Plandrempels zijn normen die jaarlijks strenger worden en langzaam groeien<br />
naar het nivo van de uiteindelijk te bereiken grenswaarde.<br />
De milieukwaliteitseisen voor luchtkwaliteit hebben tot doel het beschermen van de<br />
mens en het milieu tegen de schadelijke effecten van vervuilende stoffen in de buitenlucht.<br />
Voor diverse stoffen zijn grenswaarden opgenomen. Voor de Nederlandse situatie<br />
zijn op dit moment fijnstof (PM10) en stikstofdioxide (NO2) de meest kritische vervuilingen.<br />
De luchtkwaliteit wordt bepaald door de aanwezige stoffen in de achtergrondconcentratie,<br />
bijdrage vanwege industriële en agrarische activiteiten en de bijdrage vanwege<br />
emissies van het verkeer.<br />
Vanaf de inwerkingtreding van het Besluit luchtkwaliteit in 2001 is gebleken dat op<br />
veel plaatsen in Nederland niet aan de normstelling voor luchtkwaliteit kon worden<br />
voldaan. Als gevolg daarvan zijn vele ontwikkelingen komen stil te liggen.<br />
Op basis van ervaringen in het verleden blijkt dat kleinschalige plannen vrijwel geen invloed<br />
hebben op de lokale luchtkwaliteit. Anderzijds betekent dit ook dat met kleinschalige<br />
ingrepen nauwelijks een verbetering van de lokale luchtkwaliteit te realiseren<br />
is. Doordat in grote gebieden van ons land niet aan de normstelling kan worden voldaan<br />
is het zaak om grootschalige verbeteringen door te voeren die een significant effect<br />
hebben op de landelijke luchtkwaliteit.<br />
Deze grootschalige maatregelen zijn samengebracht in het Nationaal Samenwerkingsprogramma<br />
(NSL). In dit NSL zijn alle ‘grote’ projecten ondergebracht die een duidelijke<br />
invloed hebben op de luchtkwaliteit.<br />
Croonen Adviseurs<br />
47
<strong>Ontwerpbestemmingsplan</strong> <strong>Kern</strong> <strong>Werkendam</strong> <strong>Gemeente</strong> <strong>Werkendam</strong><br />
Daarnaast zijn hier ook de gezamenlijk te nemen maatregelen in opgenomen. Het ligt<br />
in de planning dat het NSL in de loop van 2009 formeel wordt vastgesteld.<br />
Met de komst van het NSL komt er ook een eind aan het individueel toetsen van elk<br />
nieuw plan aan de normen voor luchtkwaliteit. Dit op basis van de ervaring waaruit<br />
blijkt dat kleine plannen geen of een verwaarloosbare invloed hebben op de lokale<br />
luchtkwaliteit.<br />
Op basis van artikel 5.16 van de Wet milieubeheer is het ‘Besluit niet in betekenende<br />
mate bijdragen’ van kracht. In dit besluit wordt geregeld welke nieuwe ontwikkelingen<br />
van een dermate beperkte omvang zijn dat de invloed van deze plannen op de lokale<br />
luchtkwaliteit niet meer individueel getoetst hoeft te worden. Als norm is hierbij aangehouden<br />
dat plannen waarvan de invloed op de lokale luchtkwaliteit minder is dan 3%<br />
van de grenswaarde voor PM10 en NO2 als niet significant worden aangemerkt. De<br />
plannen worden niet relevant geacht voor de lokale luchtkwaliteit.<br />
Omdat het NSL op dit moment nog niet formeel is vastgesteld, is in het ‘Besluit niet in<br />
betekenende mate bijdragen’ een overgangsregeling opgenomen tot het moment dat<br />
het NSL formeel is vastgesteld. Gedurende deze termijn wordt een striktere grens aangehouden<br />
waaronder plannen als niet significant worden beoordeeld. Tot aan het van<br />
kracht worden van het NSL geldt dat de invloed op de lokale luchtkwaliteit minder dan<br />
1% van de grenswaarde voor PM10 en NO2 dient te zijn om het plan als niet significant<br />
aan te merken.<br />
Op basis van artikel 4 van het ‘Besluit niet in betekenende mate bijdragen’ is een ministeriële<br />
regeling van kracht geworden (‘Regeling niet in betekenende mate bijdragen’).<br />
In deze regeling wordt voor de bouw van woningbouwlocaties de concrete omvang<br />
benoemd waarmee aan de 1% norm van het ‘Besluit niet in betekenende mate<br />
bijdragen’ wordt voldaan.<br />
Woningbouwlocaties vallen onder deze 1% norm indien via één ontsluitingsweg niet<br />
meer dan 1.500 nieuwe woningen worden ontsloten of maximaal 3000 nieuwe woningen<br />
via twee ontsluitingswegen met een gelijkmatige verkeersverdeling.<br />
Kantoor locaties vallen onder deze 1% norm indien via een ontsluitingsweg niet meer<br />
dan 33.333 m² bruto vloeroppervlak wordt ontsloten of maximaal 66.666 m² vloeroppervlak<br />
via twee ontsluitingswegen met een gelijkmatige verdeling.<br />
Onderhavige bestemmingsplan omvat het juridisch regelen van de bestaande situatie.<br />
Het bestemmingsplan voorziet niet rechtstreeks in de oprichting van nieuwe gevoelige<br />
bestemmingen. Het verrichten van een onderzoek naar de luchtkwaliteit is in dit stadium<br />
derhalve niet vereist. Mochten zich in de toekomst evenwel nieuwe woningbouwontwikkelingen<br />
voordoen, wat slechts mogelijk is na een nadere besluitvormingsprocedure,<br />
dan zal de luchtkwaliteit alsnog in de overwegingen moeten worden betrokken.<br />
Croonen Adviseurs<br />
48
<strong>Ontwerpbestemmingsplan</strong> <strong>Kern</strong> <strong>Werkendam</strong> <strong>Gemeente</strong> <strong>Werkendam</strong><br />
4.4 Externe veiligheid<br />
4.4.1 Beleidsvisie externe veiligheid <strong>Werkendam</strong><br />
De gemeente <strong>Werkendam</strong> heeft de ‘Beleidsvisie externe veiligheid <strong>Werkendam</strong>’ (mei<br />
2010) laten opstellen door Oranjewoud. De beleidsvisie geeft een overzicht van de externe<br />
veiligheidssituatie in gemeente <strong>Werkendam</strong> door middel van een signaleringskaart.<br />
Op grond daarvan is een beleidslijn opgesteld voor het omgaan met de consequenties<br />
van externe veiligheid (plaatsgebonden risico’s en groepsrisico’s) op de ruimtelijke<br />
inrichting.<br />
4.4.2 Transport van gevaarlijke stoffen<br />
Met betrekking tot de routering van gevaarlijke stoffen is de Wet vervoer gevaarlijke<br />
stoffen van belang. <strong>Gemeente</strong>n mogen voor de zogenaamde routeplichtige stoffen binnen<br />
hun grenzen gemeentelijke wegen aanwijzen, waarover deze gevaarlijke stoffen<br />
mogen worden vervoerd (en daarbuiten dus niet).<br />
Redenen voor routering zijn bijvoorbeeld kwetsbare situaties zoals dichte bebouwing,<br />
de aanwezigheid van een ziekenhuis of de ligging van een waterwingebied. De gemeente<br />
kan vervolgens ook vrijstelling verlenen aan bedrijven als deze hiertoe een verzoek<br />
indienen. Alle rijkswegen (enkele tunnels onder belangrijke vaarwegen daargelaten)<br />
en de meeste provinciale wegen zijn aangewezen als route voor gevaarlijke stoffen.<br />
Voor het vervoer van gevaarlijke stoffen in nieuwe situaties is de grenswaarde voor het<br />
Plaatsgebonden Risico (de kans per jaar dat een persoon, die daar permanent aanwezig<br />
is en onbeschermd is, op die plaats overlijdt als rechtstreeks gevolg van een ongeval<br />
bij een risicovolle activiteit) gesteld op een niveau van 10 -6 per jaar. Voor de bescherming<br />
tegen ontwrichting van de samenleving wordt gebruik gemaakt van het<br />
Groepsrisico. Het Groepsrisico geeft aan wat de kans is op een ongeval met tien of<br />
meer dodelijke slachtoffers in de omgeving van de beschouwde bron.<br />
Blijkens de ‘Risicoatlas wegtransport gevaarlijke stoffen’ heeft de autosnelweg A27<br />
geen PR 10 -6 -contour. De autosnelweg A15 kent voor het deel van het tracé dat een PR<br />
10 -6- contour dat is gelegen nabij de gemeente <strong>Werkendam</strong> (aan de overzijde van de<br />
Merwede). Ten aanzien van het groepsrisico kan op basis van gegevens uit de Risicoatlas<br />
geconcludeerd worden dat van een overschrijding van de oriënterende waarde geen<br />
sprake is. Dit bestemmingsplan heeft een formeel-juridische betekenis, in die zin dat<br />
de bestaande situatie in het plangebied wordt voorzien van bestemmingsregels. Er is<br />
dan ook geen sprake van een toename van het groepsrisico.<br />
Op de kaart ‘Individueel risico gevaarlijke stoffen weg op rijkswegen in 2002’ (zie navolgende<br />
afbeelding) is het individueel risico weergegeven. Het individueel risico van<br />
een bepaalde activiteit is de kans per jaar op een bepaalde plaats, dat een continu<br />
daar aanwezig gedacht persoon die onbeschermd is, komt te overlijden als gevolg van<br />
een mogelijk ongeluk met die activiteit. De activiteit is in dit geval het vervoer van gevaarlijke<br />
stoffen op rijkswegen.<br />
Croonen Adviseurs<br />
49
<strong>Ontwerpbestemmingsplan</strong> <strong>Kern</strong> <strong>Werkendam</strong> <strong>Gemeente</strong> <strong>Werkendam</strong><br />
Voor bestaande situaties geldt dat die kans maximaal 10 -5 per jaar mag zijn, ofwel 1 op<br />
100.000. Voor nieuwe situaties is deze kans 10 -6 per jaar, ofwel 1 op 1.000.000.<br />
Het IR heeft betrekking op een jaar en wordt veelal weergegeven in de vorm van zogenaamde<br />
(iso)-risicocontouren. Dit zijn lijnen op een topografische kaart die punten met<br />
hetzelfde risico met elkaar verbinden. Aan het gebied tussen de weg en de verschillende<br />
risicocontouren zijn verschillende ruimtelijke consequenties verbonden. Blijkens de<br />
kaart bezit de rijkssnelweg A27 een 10 -7 -contour van 50 meter en meer. Een deel van<br />
de rijkssnelweg A15 nabij <strong>Werkendam</strong> kent een 10 -6 -contour tot 25 meter. Het plangebied<br />
is ruim (circa 2 km) buiten deze zone gelegen. Daarmee wordt de wettelijke<br />
grenswaarde niet overschreden.<br />
Blijkens de signaleringskaart die onderdeel uitmaakt van de ‘Beleidsvisie externe veiligheid<br />
<strong>Werkendam</strong>’ kent ook de Dijkgraaf den Dekkerweg een risicocontour vanwege<br />
het transport van gevaarlijke stoffen. Daarnaast ligt ten noorden van de kern de Merwede.<br />
Aan het transport van stoffen over de Merwede zijn in principe veiligheidsrisico’s<br />
verbonden. Het risicogebied ligt tot aan de wal, omdat deze brandbare stoffen zich niet<br />
door de lucht maar over het wateroppervlak verspreiden.<br />
4.4.3 Risicovolle inrichtingen<br />
Blijkens de RisicoKaart Noord-Brabant komt in het plangebied geen instelling (bedrijf)<br />
voor dat vanwege de opslag van gevaarlijke stoffen een risico veroorzaakt voor de omgeving.<br />
Wel komt in de omgeving van het plangebied één bedrijf voor als bedoeld in het<br />
Besluit Externe Veiligheid Inrichtingen (Bevi). Het gaat om de A. Kieboom en ZN. B.V.<br />
aan de Biesboschhaven Zuid 30. Op het terrein van deze instelling bevindt zich een<br />
LPG-opslag.<br />
Croonen Adviseurs<br />
50
<strong>Ontwerpbestemmingsplan</strong> <strong>Kern</strong> <strong>Werkendam</strong> <strong>Gemeente</strong> <strong>Werkendam</strong><br />
In het plangebied komen enkele kwetsbare objecten voor. Het gaat daarbij om onderwijsinstelling<br />
De Regenboog en peuterspeelzaal Dombo.<br />
Uitsnede Risicokaart Noord-Brabant. In het plangebied komen geen bedrijven voor die vanwege de opslag van<br />
gevaarlijke stoffen een risico veroorzaken voor de omgeving. Ten zuidwesten van het plangebied bevindt zich<br />
een bedrijf (A. Kieboom en Zn. B.V.) waarvoor enkele risicocontouren gelden<br />
Op de signaleringskaart die onderdeel uitmaakt van de ‘Beleidsvisie externe veiligheid<br />
<strong>Werkendam</strong>’ staan geen risicovolle inrichtingen aangeduid die binnen het plangebied<br />
vallen. Onderstaande tabel geeft een overzicht van de risicovolle inrichtingen in de omgeving<br />
van het plangebied.<br />
Tabel: Risicovolle inrichtingen in de directe omgeving van het plangebied<br />
Nr. Eigenaar Adres<br />
12 Maropol Holding Velsenstraat 2<br />
13 Polyproducts Bruningsstraat 10<br />
15 Van den Heuvel Hulsenboschstraat 2<br />
20 Anne Goes beheer Vierlinghstraat 12d<br />
24 Deltabrug beheer Leeghwaterstraat<br />
26 Kieboom Biesboschhaven Z 20<br />
27 V&W Biesboschhaven N<br />
28 Tankstation A. Kieboom Biesboschhaven Z 30a<br />
Bron: <strong>Gemeente</strong> <strong>Werkendam</strong><br />
Croonen Adviseurs<br />
51
<strong>Ontwerpbestemmingsplan</strong> <strong>Kern</strong> <strong>Werkendam</strong> <strong>Gemeente</strong> <strong>Werkendam</strong><br />
In de ‘Beleidsvisie externe veiligheid <strong>Werkendam</strong>’ wordt ten aanzien van plaatsgebonden<br />
risico’s die verband houden met stationaire risicobronnen opgemerkt, dat zich<br />
geen urgente saneringssituaties voordoen (peildatum november 2006). Wel zijn er situaties<br />
waar niet urgente sanering van toepassing is. Het gaat daarbij om enkele tankstations.<br />
4.4.4 Consequenties voor bestemmingsplan<br />
Dit bestemmingsplan heeft een formeel-juridische betekenis, in die zin dat de bestaande<br />
situatie in het plangebied wordt voorzien van bestemmingsregels. Er is dan<br />
ook geen sprake van een toename van het groepsrisico. Wel wordt middels de voorschiften<br />
van dit bestemmingsplan uitgesloten dat kwetsbare objecten binnen bestaande<br />
risicocontouren gerealiseerd kunnen worden.<br />
4.5 Verkeer<br />
4.5.1 Wegenstructuur<br />
Bij een functionele indeling van wegen en straten wordt een onderscheid gemaakt tussen<br />
wegen met een stroomfunctie, die van belang zijn voor de verkeerscirculatie, en de<br />
straten met een woon- en verblijfsfunctie.<br />
Op basis van de verschijningsvorm, zoals de rijbaanbreedte, de verkeersbelasting en<br />
de plaats binnen het totale wegen- en stratenpatroon hebben de volgende (gedeelten<br />
van) wegen een belangrijke stroomfunctie:<br />
— Dijkgraaf Den Dekkerweg;<br />
— Borcharenweg;<br />
— Sportlaan;<br />
— Raadhuislaan;<br />
— Van Randwijklaan;<br />
— Sigmondstraat;<br />
— Amerscamp;<br />
— Nieuweweg;<br />
— Bandijk;<br />
— Sasdijk.<br />
Gezien hun beperkte belang voor de verkeerskundige structuur van de kern <strong>Werkendam</strong>,<br />
zijn de overige wegen geclassificeerd als wegen met een woon- en verblijfsfunctie.<br />
Op navolgende afbeelding is de verkeerskundige structuur in de kern van <strong>Werkendam</strong><br />
aangegeven.<br />
Croonen Adviseurs<br />
52
<strong>Ontwerpbestemmingsplan</strong> <strong>Kern</strong> <strong>Werkendam</strong> <strong>Gemeente</strong> <strong>Werkendam</strong><br />
Verkeerskundige structuur<br />
Voor de meeste wegen in de kern <strong>Werkendam</strong> is een maximumsnelheid van 30 km/h<br />
vastgesteld. Uitzondering zijn bovengenoemde wegen met een stroomfunctie. Op deze<br />
wegen geldt een maximumsnelheid van 50 km/h. Op de Dijkgraaf den Dekkerweg, die<br />
gedeeltelijk binnen het plangebied valt, geldt een maximumsnelheid van 80 km/h.<br />
4.5.2 Parkeren<br />
Het parkeerbeleid van de gemeente <strong>Werkendam</strong> is erop gericht om de balans tussen<br />
behoefte en aanbod in evenwicht te houden. Vanuit de realiteit dat de mogelijkheden<br />
in bepaalde gebieden beperkt zijn, is soms maatwerk vereist.<br />
Een deel van de woningen in de kern beschikt over parkeergelegenheid op eigen terrein.<br />
In de woonstraten vindt het parkeren ook op de rijbaan plaats. Concentratie van<br />
parkeerplaatsen zijn onder meer te vinden op het Raadhuisplein, het Plein en bij de<br />
sportgelegenheden aan de Graaf van Hornelaan.<br />
4.5.3 Langzaamverkeersroutes<br />
In de kern <strong>Werkendam</strong> liggen meerdere langzaamverkeersroutes. Het gaat daarbij<br />
voornamelijk om korte verbindingspaden in en tussen de woongebieden. Met name in<br />
de woonwijken ten zuiden van de Sportlaan en Hooftlaan bevinden zich veel langzaamverkeersroutes.<br />
Croonen Adviseurs<br />
53
<strong>Ontwerpbestemmingsplan</strong> <strong>Kern</strong> <strong>Werkendam</strong> <strong>Gemeente</strong> <strong>Werkendam</strong><br />
4.6 Flora en fauna<br />
4.6.1 Standaardrapportage prioritaire soorten<br />
Blijkens de opgaven van Het Natuurloket komen er binnen de kilometerhokken waarin<br />
het plangebied gelegen is verscheidene beschermde diersoorten voor. Onderstaande<br />
tabel geeft hiervan een overzicht.<br />
Tabel: Overzicht beschermde diersoorten<br />
Kilometervlak FFlijst 1 FFlijst 2/3 Habitat/Vogelrichtlijn Rode Lijst<br />
x:120/y:424 3 vaatplantsoorten<br />
3 zoogdiersoorten<br />
2 amfibiesoorten<br />
x:120/y:425 4 vaatplantsoorten<br />
3 amfibiesoorten<br />
x:121/y:423 3 vaatplantsoorten<br />
3 amfibiesoorten<br />
38 watervogelsoorten<br />
1 vissoort<br />
38 watervogelsoorten<br />
1 vissoort<br />
1 libellensoort<br />
21 watervogelsoorten<br />
2 vissoorten<br />
x:121/y:424 4 amfibiesoorten 36 broedvogelsoorten<br />
x:121/y:425 3 vaatplantsoorten<br />
1 zoogdiersoort<br />
4 amfibiesoorten<br />
15 watervogelsoorten<br />
34 broedvogelsoorten<br />
1 vissoort<br />
1 libellensoort<br />
Croonen Adviseurs<br />
54<br />
27 watervogelsoorten<br />
1 vissoort<br />
31 watervogelsoorten<br />
1 vissoort<br />
1 libellensoort<br />
5 watervogelsoorten<br />
2 vissoorten<br />
4 watervogelsoorten<br />
23 watervogelsoorten<br />
1 vissoort<br />
1 libellensoort<br />
1 vaatplantsoort<br />
2 vissoorten<br />
3 vaatplantsoorten<br />
1 vissoort<br />
2 libellensoorten<br />
1 vissoort<br />
2 vaatplantsoorten<br />
3 broedvogelsoorten<br />
8 vaatplantsoorten<br />
1 vissoort<br />
Voor soorten van FFlijst 1 geldt een vrijstelling: bij het uitvoeren van ruimtelijke ingrepen<br />
is het voor deze soorten niet meer noodzakelijk een ontheffing aan te vragen. Indien<br />
er als gevolg van een ruimtelijk plan effecten optreden ten aanzien van soorten<br />
die op FFlijst 2 en 3 staan, dan dient ontheffing voor de werkzaamheden aangevraagd<br />
te worden. Ook voor soorten die op de Rode lijst staan of die door die middel de Habitatrichtlijn<br />
of Vogelrichtlijn beschermd zijn, dient een ontheffing aangevraagd te worden<br />
bij verstorende werkzaamheden.<br />
Het gebied binnen de vijf kilometerhokken (zie afbeelding 21) wordt gekenmerkt door<br />
de aanwezigheid van bebouwing. Rondom de kern <strong>Werkendam</strong> bevinden zich akker- en<br />
weilanden. Aan de noordzijde van de kern loopt de Boven Merwede, aan de zuidzijde<br />
bevinden zich een gedeelte van de Bakkerskil. Een gedeelte van het gebied is bebouwd.<br />
Ter plaatse van het plangebied komt vrijwel uitsluitend bebouwing voor. In het<br />
plangebied lopen enkele watergangen.<br />
2 libellensoorten
<strong>Ontwerpbestemmingsplan</strong> <strong>Kern</strong> <strong>Werkendam</strong> <strong>Gemeente</strong> <strong>Werkendam</strong><br />
4.6.2 Habitatrichtlijn- en natuurbeschermingsgebieden<br />
Het plangebied is niet aangewezen als Habitatrichtlijngebied, Vogelrichtlijngebied of<br />
Natuurbeschermingswetgebied. Ten westen en ten zuiden van de kern <strong>Werkendam</strong> bevinden<br />
zich enkele Habitatrichtlijn- en Vogelrichtlijngebieden. Het gaat om een zone<br />
langs de Bakkerskil (Habitatrichtlijn), een zone langs de Bruine Kil (Habitatrichtlijn),<br />
een zone langs het Steurgat (Habitatrichtlijn en Vogelrichtlijn) en een zone langs de<br />
Merwede. Deze zones maken allen onderdeel uit van de Biesbosch, het natuurgebied<br />
waarvoor een ontwerp-aanwijzingsbesluit geldt in het kader van Natura 2000 gebieden.<br />
Kilometerhokken Natuurloket<br />
Croonen Adviseurs<br />
55
<strong>Ontwerpbestemmingsplan</strong> <strong>Kern</strong> <strong>Werkendam</strong> <strong>Gemeente</strong> <strong>Werkendam</strong><br />
4.6.3 Habitatrichtlijnsoorten in Noord-Brabant<br />
Door de provincie Noord-Brabant is een handleiding opgesteld voor het omgaan met<br />
Habitatrichtlijnsoorten (die thans beschermd zijn middels de Flora- en faunawet van<br />
2002). Daarbij is het zaak om in een vroeg stadium te inventariseren of in het plangebied<br />
beschermde soorten aanwezig zijn.<br />
De betreffende nota geeft een stappenplan voor het omgaan met Habitatrichtlijnsoorten.<br />
Door het stappenplan te doorlopen, kan voorkomen worden dat een reeds lopend<br />
project wordt stilgezet vanwege de aanwezigheid van een Habitatrichtlijnsoort.<br />
Stap 1 De verspreidingskaarten van de soorten raadplegen om te zien of het plangebied<br />
ligt binnen de aangegeven (mogelijke) verspreidingscontouren van de Habitatrichtlijnsoorten.<br />
Stap 1 is doorlopen. Blijkens de verspreidingskaarten<br />
komt de rivierrombout ter hoogte van het plangebied (vrijwel) zeker voor. De<br />
volgende soorten komen mogelijk voor: de heikikker, de poelkikker, de rugstreeppad,<br />
de groene glazenmaker, de bever en diverse vleermuissoorten.<br />
Stap 2 Is dit het geval dan de toelichting bij de betreffende kaarten nader bestuderen.<br />
Een soort zal namelijk niet overal binnen het aangegeven gebied voorkomen,<br />
maar alleen op plaatsen die geschikt zijn als leefgebied voor die soort.<br />
Rivierrombout De Rivierrombout is een specialist van stromend water. Veel libellen van<br />
stromend water komen voor in kleine rivieren, beken of nog kleinere stro-<br />
mende wateren. De Rivierrombout is de enige libellensoort die uitsluitend<br />
voorkomt in de benedenloop van grote rivieren, op plaatsen met een zandige<br />
bodem en schoon en zuurstofrijk water. De larven hebben warme, minder<br />
snel stromende delen nodig. Het is niet precies bekend waarom de Rivier-<br />
rombout is teruggekeerd in de Nederlandse rivieren.<br />
Heikikker De Heikikker is een soort van vochtige heide en hoogveen, schrale graslan-<br />
den en allerlei moerassige, venige gebieden. Op vrijwel alle vindplaatsen van<br />
de soort is sprake van veenvorming. De voortplantingswateren zijn voedsel-<br />
arm tot matig voedselrijk en vaak licht zuur. Omdat de voortplantingswateren<br />
van nature al enigszins zuur zijn, is de soort zeer kwetsbaar voor verzuring.<br />
Poelkikker De Poelkikker wordt vooral aangetroffen in kleine en relatief voedselarme wa-<br />
teren op zandgrond zoals drinkpoelen, vennen, hoogveenwateren en slootjes.<br />
In voedselrijkere wateren in bijvoorbeeld het rivierengebied, komt de soort al-<br />
leen voor in wateren met een uitbundige oever- en watervegetatie.<br />
Rugstreeppad Rugstreeppadden zijn typische pioniers die zich ook in tijdelijke wateren zoals<br />
overstromingsvlakten van beken en rivieren kunnen voortplanten. In Noord-<br />
Brabant komt de soort vooral in vennen voor. Ook op opgespoten terreinen<br />
voor nieuwbouwprojecten en industrieterreinen kan zich binnen korte tijd een<br />
populatie ontwikkelen.<br />
Groene Glazenmaker De Groene Glazenmaker is een karakteristiek soort van petgaten, meren,<br />
plassen, oude rivierlopen met dichte Krabbescheervelden, omgeven door<br />
houtwallen, ruigtes en moerasbossen. Ook sloten en andere watergangen<br />
kunnen een geschikt leefgebied vormen, indien er Krabbescheervegetaties<br />
Croonen Adviseurs<br />
56
<strong>Ontwerpbestemmingsplan</strong> <strong>Kern</strong> <strong>Werkendam</strong> <strong>Gemeente</strong> <strong>Werkendam</strong><br />
voorkomen en een geschikt beheer wordt toegepast. De Groene Glazenmaker<br />
is één van de weinig libellensoorten die strikt gebonden is aan een bepaalde<br />
plantensoort in dit geval Krabbescheer. Krabbescheervegetaties moeten voor<br />
de Groene Glazenmaker homogeen zijn van karakter en mogen niet te oud en<br />
niet te jong zijn. Krabbescheer komt in Noord-Brabant meestal voor op plaat-<br />
sen waar grondwater opkwelt. Het jaarlijks schonen van sloten is schadelijk<br />
voor deze soort.<br />
Het plangebied betreft een bebouwde kom, waarin enige watergangen voorkomt. De<br />
kans op aanwezigheid van beschermde soorten is klein, maar niet uitgesloten.<br />
Blijkens de Dassenkaart van de provincie Noord-Brabant, ligt het plangebied niet in een<br />
voor deze beschermde diersoort belangrijk gebied.<br />
4.6.4 Consequenties voor het bestemmingsplan<br />
Het onderhavige bestemmingsplan legt de bestaande situatie in het plangebied vast.<br />
Er zijn geen bouwwerkzaamheden of andere werken gepland die het leefgebied van<br />
eventueel in het plangebied aanwezige beschermde soorten kunnen aantasten. Er is<br />
daarom afgezien van een nader onderzoek naar deze soorten.<br />
4.7 Water<br />
4.7.1 Regelgeving en bevoegdheid<br />
Het plangebied van dit bestemmingsplan valt binnen het beheersgebied van Waterschap<br />
Rivierenland. Het beleid van het waterschap is vastgelegd in het Waterbeheerplan<br />
2010 - 2015 ‘werken aan een veilig en schoon Rivierenland’. Het Waterbeheerplan<br />
betreft omvat alle watertaken van het waterschap: waterkwantiteit, waterkwaliteit,<br />
waterkering en waterketen. Het plan bouwt voort op bestaand beleid, waaronder het<br />
Nationaal Bestuursakkoord Water en de Kaderrichtlijn Water. Het Waterschap Rivierenland<br />
heeft in samenwerking met de gemeente <strong>Werkendam</strong> gemeenschappelijk waterplan<br />
ontwikkeld (zie paragraaf 2.4.3).<br />
Waterschap Rivierenland zorgt voor het beheer van de waterkwaliteit en –kwantiteit, de<br />
vaarwegen, de primaire en secundaire waterkeringen en de rioolwaterzuiveringsinstallaties.<br />
Het waterschap hanteert een aantal uitgangspunten met betrekking tot de watertoets<br />
die op grond van het Besluit ruimtelijke ordening (Bro) in ieder geval in een bestemmingsplan<br />
opgenomen moet worden. Ruimtelijke ingrepen mogen geen negatieve<br />
gevolgen hebben voor de waterhuishouding. Waterdoelen moeten worden gediend en<br />
het is van belang dat ook rekening wordt gehouden met het beheer en het onderhoud<br />
van het watersysteem en de dijken. Bij de watertoets wordt aandacht besteedt aan de<br />
volgende vier thema’s:<br />
1 Waterneutraal inrichten: waterbergingscompensatie indien het verhard oppervlak<br />
toeneemt.<br />
2 Schoon inrichten: ten behoeve van de waterkwaliteit moet hemelwater van nieuwbouwprojecten<br />
niet worden afgevoerd via de riolering, maar worden afgekoppeld.<br />
Croonen Adviseurs<br />
57
<strong>Ontwerpbestemmingsplan</strong> <strong>Kern</strong> <strong>Werkendam</strong> <strong>Gemeente</strong> <strong>Werkendam</strong><br />
3 Veilig inrichten: negatieve effecten van ingrepen op de waterkeringen moeten voorkomen<br />
moeten worden.<br />
4 Bijzondere wateren en voorzieningen: oppervlaktewateren of speciale waterhuishoudkundige<br />
infrastructurele voorzieningen moeten goed meegenomen worden in<br />
het ruimtelijke plan.<br />
In onderstaande paragrafen met betrekking tot de waterhuishouding komen de genoemde<br />
thema’s aan bod.<br />
4.7.2 Gebiedsbeschrijving<br />
De kern <strong>Werkendam</strong> is gelegen aan de Boven-Merwerde. De nederzetting is ontstaan<br />
aan de monding van het riviertje de Werken. Later is een haven aan de monding van<br />
de Bakkerskil ontstaan. Hoewel de haven in het historisch centrum van <strong>Werkendam</strong> in<br />
de twintigste eeuw is gedempt, telt de kern tegenwoordig enkele binnenhavens: de<br />
Biesboschhaven, de jachthavens Bruinekil en Steurgat en de Beatrixhaven. Eerstgenoemde<br />
havens bevinden zich aan de monding van het Steurgat. Op deze plaats bevindt<br />
zich eveneens een schutsluis.<br />
Het grootste deel van het plangebied wordt aan vier zijden omgeven door waterkeringen.<br />
Aan de zijde van de Merwede (west) ligt de Bandijk/Sasdijk.<br />
Dit is een primaire waterkering. Aan de noordzijde loopt de Werkensedijk, aan de oostzijde<br />
de Schenkelsedijk en aan de zuidzijde een meer recent gerealiseerde dijk (gedeeltelijk<br />
ter vervanging van de Vervoornse kade) die min of meer parallel loopt aan de<br />
Dijkgraaf den Dekkerweg.<br />
In de omgeving van de kern <strong>Werkendam</strong> liggen enkele gebiedjes met natte natuurwaarden.<br />
Ten noorden van de kern, langs de rivier de Boven-Merwede, liggen de Cloppenwaard<br />
en Kwellingen. Ten zuiden van de kern zijn met name de zones van het<br />
Steurgat, de Bakkerskil en de Bruine Kil ecologisch waardevol vanwege de natte omstandigheden.<br />
4.7.3 Bodemopbouw<br />
Blijkens de Bodemkaart van Nederland, schaal 1:50.000 worden de bodemopbouw<br />
gekenmerkt door de aanwezigheid van vaaggronden (Rn95A, Rn52A, Rn67C eRn66Av<br />
en eMn25A). Bodemvorming heeft hier plaatsgevonden onder natte omstandigheden.<br />
In de bodem heeft zich geen duidelijk profiel gevormd (vaaggronden). In de poldervaaggronden<br />
kunnen zowel diepe als ondiepe winter- en zomergrondwaterstanden<br />
voorkomen.<br />
4.7.4 Grondwater<br />
De gegevens ten aanzien van het grondwater zijn afgeleid van de bodemkaart. Ter<br />
plaatse van het plangebied worden grondwatertrappen IV, VI en VII aangetroffen. Blijkens<br />
tabel 8 bedraagt de gemiddelde hoogste grondwaterstand bij watertrap VI 40-<br />
80 cm onder peil.<br />
Croonen Adviseurs<br />
58
<strong>Ontwerpbestemmingsplan</strong> <strong>Kern</strong> <strong>Werkendam</strong> <strong>Gemeente</strong> <strong>Werkendam</strong><br />
De watertrappen IV en VII hebben betrekking op een gemiddeld hoogste grondwaterstand<br />
van meer dan 40, respectievelijk meer dan 80 cm onder peil. De gemiddelde<br />
laagste grondwaterstand bedraagt in alle drie gevallen in ieder geval meer dan 80 cm<br />
onder peil.<br />
Tabel: Indeling grondwatertrappen<br />
grondwatertrap I II III IV V VI VII<br />
gemiddelde hoogste<br />
grondwaterstand in<br />
cm beneden maaiveld<br />
gemiddelde laagste<br />
grondwaterstand in<br />
cm beneden maaiveld<br />
- - 40 80<br />
120 >120 >120
<strong>Ontwerpbestemmingsplan</strong> <strong>Kern</strong> <strong>Werkendam</strong> <strong>Gemeente</strong> <strong>Werkendam</strong><br />
4.7.5 Oppervlaktewater<br />
In het plangebied bevinden zich meerdere watergangen. Van noemenswaardige omvang<br />
is onder meer een restant van het voormalige ‘Gat van het hoofd’, een uitloper<br />
van de Bakkerskil. Ook delen van de Vervoornse Vliet zijn nog aanwezig. Aan de zuidzijde<br />
van het plangebied, grenzend aan de Dijkgraaf den Dekkerweg, bevindt zich een<br />
grote watergang.<br />
Binnen de kern <strong>Werkendam</strong> liggen tegenwoordig nog twee wateren die gevormd zijn als<br />
gevolg van een dijkdoorbraak: het Nonnegatswiel en het Kerkewiel. Onderdeel van het<br />
Waterplan <strong>Werkendam</strong> 2008-2010 is een uitvoeringsprogramma. Een kort overzicht<br />
van de concrete maatregelen die zijn voorgesteld ten aanzien van het watersysteeem<br />
in de kern <strong>Werkendam</strong> is opgenomen in paragraaf 2.4.3 van deze toelichting.<br />
Onderstaande afbeelding geeft een overzicht van de bestaande oppervlaktewateren<br />
binnen het plangebied.<br />
Watergangen en waterleidingen binnen het plangebied<br />
Alle A-, B- en C-watergangen in het plangebied zijn op de verbeelding opgenomen binnen<br />
de bestemming ‘Water’. Ten behoeve van de A-watergangen, die zich in het zuidoosten<br />
van het plangebied bevinden, is een vrijwaringszone van 5 meter opgenomen.<br />
Croonen Adviseurs<br />
60
<strong>Ontwerpbestemmingsplan</strong> <strong>Kern</strong> <strong>Werkendam</strong> <strong>Gemeente</strong> <strong>Werkendam</strong><br />
4.7.6 Beschermingszones primaire en regionale waterkeringen<br />
Volgens de Overzichtskaart waterkeringen (artikel 37 Keur van het Waterschap Rivierenland)<br />
is de Bandijk/Sasdijk een primaire waterkering. De Werkensedijk, Schenkeldijk<br />
en de dijk direct ten zuiden van de Dijkgraaf den Dekkerweg zijn regionale waterkeringen.<br />
Het waterschap onderscheidt de volgende drie zones waarop de Keur van het waterschap<br />
van toepassing is:<br />
— kernzone: de waterkering zelf (inclusief een aanwezige steun-/pipingberm) met aan<br />
weerszijden een strook van 4 m, gerekend vanuit de teen van de waterkering;<br />
— beschermingszone: een strook van 20 m aan weerszijden van de kernzone;<br />
— buitenbeschermingszone:<br />
– buitendijks: de strook gelegen tussen de beschermingszone en het zomerbed<br />
van de rivier;<br />
– binnendijks: een strook van 100 m gerekend vanaf de beschermingszone.<br />
Voor de primaire waterkeringen zijn deze zones vastgesteld. De regionale waterkeringen<br />
kennen standaard echter alleen een kernzone en beschermingszone.<br />
Een groot deel van de bestaande bebouwing ligt in de kernzone of beschermingszone<br />
van de Werkensedijk. Ten aanzien van de andere genoemde dijken geldt dat slechts<br />
een gering aantal woningen binnen de kernzone ligt, echter wel binnen de beschermingszone.<br />
Op grond van de Keur van het Waterschap Rivierenland is het verboden om, zonder<br />
goedkeuring van het bestuursorgaan, werkzaamheden te verrichten in, op, onder en<br />
boven de kern- en beschermingszones van waterstaatswerken. Voor activiteiten in de<br />
keurzones van primaire en regionale waterkeringen geldt een vergunnings- en ontheffingsplicht<br />
op grond van de Keur.<br />
In het kader van het thema ‘veilig inrichten’ is ter bescherming van de waterkeringen<br />
de dubbelbestemming ‘Waterstaat – Waterkering’ opgenomen.<br />
4.7.7 Riolering<br />
Het plangebied is gelegen in het rioleringsgebied <strong>Werkendam</strong>. Het betreft een gemengd<br />
stelsel. Voor de nieuwbouwwijken geldt, dat een gescheiden stelsel aanwezig is.<br />
De rioolwatertransportleiding in het plangebied is, inclusief beschermingszone, op de<br />
verbeelding opgenomen en voorzien van de dubbelbestemming ‘Leiding – Riool’.<br />
4.7.8 Geplande veranderingen<br />
Het onderhavige bestemmingsplan heeft tot doel de bestaande situatie van een juridische<br />
regelgeving te voorzien. Er zijn geen veranderingen gepland die van invloed zouden<br />
kunnen zijn op de watersituatie in het plangebied of daarbuiten. Met betrekking tot<br />
de thema’s ‘waterneutraal inrichten’ en ‘schoon inrichten’ kan dan ook gesteld worden<br />
dat het verhard oppervlak niet toeneemt en er ook geen maatregelen getroffen hoeven<br />
te worden met betrekking tot het hemelwaterafvoer.<br />
Croonen Adviseurs<br />
61
<strong>Ontwerpbestemmingsplan</strong> <strong>Kern</strong> <strong>Werkendam</strong> <strong>Gemeente</strong> <strong>Werkendam</strong><br />
4.7.9 Watertoets<br />
Sinds 1 november 2003 is de zogenaamde Watertoets verplicht. Dat wil zeggen dat in<br />
elk ruimtelijk plan (dus ook bestemmingsplan) gemotiveerd moet worden aangegeven<br />
hoe met het water in het gebied wordt omgegaan en wat de ruimtelijke veranderingen<br />
voor het water betekenen. Ook is het overleg met de waterbeheerder(s) onderdeel van<br />
deze watertoets.<br />
De gemeente heeft het voorontwerp bestemmingsplan ‘<strong>Kern</strong> <strong>Werkendam</strong>’ ter advies<br />
aan het waterschap voorgelegd. Ten aanzien van dit voorontwerpbestemmingsplan<br />
heeft het waterschap een aantal opmerkingen gemaakt. Deze opmerkingen zijn verwerkt<br />
in voorliggend ontwerpbestemmingsplan.<br />
4.8 Kabels en leidingen<br />
Er zijn in en nabij het plangebied geen hoogspanningsleidingen, hogedrukleidingen,<br />
andere ondergrondse leidingen, straalpaden of invliegfunnels aanwezig waarvan de<br />
aanwezigheid van invloed kan zijn op de ontwikkelingen in het plangebied. Wel ligt binnen<br />
het plangebied een rioolwatertransportleiding. Voor een beschrijving hiervan wordt<br />
verwezen naar paragraaf 4.7.7.<br />
Croonen Adviseurs<br />
62
<strong>Ontwerpbestemmingsplan</strong> <strong>Kern</strong> <strong>Werkendam</strong> <strong>Gemeente</strong> <strong>Werkendam</strong><br />
5 Het bestemmingsplan<br />
5.1 Het juridische plan<br />
Het bestemmingsplan is het instrument bij uitstek voor de gemeentelijke ruimtelijke<br />
ordening. Afhankelijk van het beleid kan een bestemmingsplan een meer of minder<br />
globaal karakter dragen. Veelal wordt in relatie tot globaliteit in één adem ook het begrip<br />
flexibiliteit genoemd. Het betreft hier echter verschillende begrippen. In een globale<br />
regeling zijn veel activiteiten zonder nadere toetsing toegelaten. Alleen die activiteiten<br />
zijn verboden waarvan zeker lijkt dat deze uit een oogpunt van goede ruimtelijke<br />
ordening in het betreffende plangebied niet kunnen worden toegelaten. Het betreft dus<br />
een regeling die veel ruimte biedt.<br />
Een flexibele regeling daarentegen biedt in beginsel minder ruimte en laat zonder nadere<br />
toetsing alleen die activiteiten toe, waarvan zeker is dat die uit een oogpunt van<br />
goede ruimtelijke ordening geen bezwaar ontmoeten. Andere activiteiten zijn verboden<br />
maar kunnen, als er in het concrete geval geen bezwaar tegen bestaat alsnog worden<br />
toegelaten aan de hand van een nadere beoordeling. Overigens kan zowel met globaliteit<br />
als flexibiliteit uiteindelijk tot hetzelfde resultaat worden gekomen. Er zijn namelijk<br />
allerlei tussen- en mengvormen mogelijk.<br />
Het onderhavige bestemmingsplan heeft tot doel een juridisch-planologische regeling<br />
te scheppen voor het plangebied. Het juridische gedeelte van het bestemmingsplan<br />
bestaat uit de regels en de verbeelding (plankaart). Voor wat betreft de systematiek<br />
van de regels en de verbeelding (plankaart) is aansluiting gezocht bij de SVBP (Standaard<br />
Vergelijkbare BestemmingsPlannen) 2008. Hieronder worden de in het plangebied<br />
voorkomende bestemmingen beschreven.<br />
5.2 Planregels<br />
Hoofdstuk 1: Inleidende regels<br />
Dit hoofdstuk bevat twee artikelen. In het eerste artikel zijn de begrippen opgenomen<br />
die van belang zijn voor de toepassing van het plan. Het tweede artikel betreft de wijze<br />
van meten, waarin wordt aangegeven hoe bij de toepassing van de bestemmingsregels<br />
wordt gemeten.<br />
Hoofdstuk 2: Bestemmingsregels<br />
In dit hoofdstuk worden planregels gegeven voor de binnen het plangebied toegestane<br />
functies. Per bestemming zijn de toegelaten gebruiksvormen van de gronden aangegeven.<br />
In beginsel is iedere vorm van bebouwing die past binnen de desbetreffende bestemming<br />
tot een bepaalde omvang rechtstreeks toegestaan.<br />
In paragraaf 5.3 wordt nader ingegaan op de verschillende artikelen van hoofdstuk 2.<br />
Croonen Adviseurs<br />
63
<strong>Ontwerpbestemmingsplan</strong> <strong>Kern</strong> <strong>Werkendam</strong> <strong>Gemeente</strong> <strong>Werkendam</strong><br />
Hoofdstuk 3: Algemene regels<br />
Dit hoofdstuk bevat de volgende algemene regels:<br />
— Een anti-dubbeltelregel.<br />
— Algemene bouwregels: hierin is een regeling voor bestaande maatvoeringen opgenomen.<br />
— Algemene gebruiksregels: hierin worden alle vormen van gebruik, die in strijd zijn<br />
met de aan de grond gegeven bestemming, verboden. Ook wordt de maximale omvang<br />
van een ondergeschikte functie geregeld.<br />
— Algemene aanduidingsregels: hierin worden regels gegeven voor de gronden ter<br />
plaatse van de aanduidingen ‘geluidzone – industrie’ en ‘vrijwaringszone - watergang’.<br />
— Algemene afwijkingsregels: hierin wordt geregeld in welke gevallen burgemeester<br />
en wethouders ontheffing kunnen verlenen.<br />
— Overige regels: hierin worden regels gesteld met het oog op de uitsluiting van de<br />
aanvullende werking van de Bouwverordening en voor verwijzing naar andere wettelijke<br />
regelingen.<br />
Hoofdstuk 4: Overgangs- en slotregels<br />
Dit hoofdstuk bevat:<br />
— Het overgangsrecht: hierin is bepaald dat bouwwerken, die op het moment van de<br />
tervisielegging van het plan aanwezig zijn, mogen blijven bestaan, ook al is er strijd<br />
met de bouwregels. Het gebruik van grond en opstallen, dat afwijkt van de regels op<br />
het moment van inwerkingtreding van het plan, mag worden gehandhaafd.<br />
— De slotregel.<br />
5.3 Bestemmingen<br />
Agrarisch<br />
De voor ‘Agrarisch’ aangewezen gronden zijn bestemd voor agrarisch grondgebruik, extensief<br />
(dag)recreatief medegebruik, en voor behoud, herstel en ontwikkeling van de<br />
specifieke bij het gebied behorende landschappelijke-, ecologische- en cultuurhistorische<br />
waarden.<br />
Er mogen uitsluitend gebouwen ten behoeve van agrarisch grondgebruik worden gebouwd.<br />
Voor het bouwen van deze gebouwen en voor het bouwen van bouwwerken,<br />
geen gebouwen zijnde, zijn regels opgenomen. Burgemeester en wethouders kunnen<br />
nadere eisen stellen aan de plaats en omvang van bouwwerken.<br />
De specifieke gebruiksregels geven aan waar de gronden in ieder geval niet voor gebruikt<br />
mogen worden. Ter bescherming van de landschappelijke, ecologische en cultuurhistorische<br />
waarden is een is een omgevingsvergunning vereist voor het uitvoeren<br />
van bepaalde werken en werkzaamheden.<br />
Croonen Adviseurs<br />
64
<strong>Ontwerpbestemmingsplan</strong> <strong>Kern</strong> <strong>Werkendam</strong> <strong>Gemeente</strong> <strong>Werkendam</strong><br />
Bedrijf<br />
De voor ‘Bedrijf’ aangewezen gronden zijn bestemd voor bedrijven in de milieucategorieën<br />
1 en 2 van de bij deze planregels behorende Staat van bedrijfsactiviteiten (bijlage<br />
1), al dan niet in combinatie met ondergeschikte kantoorvoorzieningen en productiegebonden<br />
detailhandel. De volgende functies zijn aangeduid op de verbeelding: een<br />
nutsvoorziening, een nutsbedrijf, een verkooppunt van motorbrandstoffen zonder lpg,<br />
een bedrijfswoning, en een aannemersbedrijf, ten hoogste tot en met categorie 3.1 van<br />
de bij deze planregels behorende Staat van bedrijfsactiviteiten.<br />
Er zijn bouwregels opgenomen voor het bouwen van bedrijfsgebouwen, gebouwen ten<br />
behoeve van nutsvoorzieningen, bedrijfswoningen en bijbehorende aan- en uitbouwen<br />
en bijgebouwen, en voor bouwwerken, geen gebouwen zijnde. Met uitzondering van<br />
aan- en uitbouwen en bijgebouwen mogen gebouwen alleen binnen het bouwvlak worden<br />
gebouwd. Burgemeester en wethouders kunnen nadere eisen stellen aan de<br />
plaats en omvang van bouwwerken.<br />
Het bevoegd gezag kan, indien aan de genoemde voorwaarden wordt voldaan, een<br />
omgevingsvergunning verlenen voor het bouwen van een grotere nutsvoorziening, voor<br />
een afwijkende situering voor de bouw van bijbehorende bouwwerken en voor bijgebouwen<br />
vanuit medisch-sociale noodzaak.<br />
De specifieke gebruiksregels geven aan waar de gronden in ieder geval niet voor gebruikt<br />
mogen worden. Het bevoegd gezag kan een omgevingsvergunning verlenen voor<br />
het afwijken van de gebruiksregels voor een bedrijf dat niet in de Staat van bedrijfsactiviteiten<br />
voorkomt, voor het gebruik van een bijgebouw als afhankelijke woonruimte<br />
ten behoeve van mantelzorg en voor een aan-huis-verbonden beroep of bedrijf.<br />
Detailhandel<br />
De voor 'Detailhandel' aangewezen gronden zijn bestemd voor detailhandel, uitsluitend<br />
op de begane grond, al dan niet in combinatie met ondergeschikte kantoorvoorzieningen.<br />
Er zijn regels opgenomen voor het bouwen van gebouwen en bouwwerken, geen gebouwen<br />
zijnde. Burgemeester en wethouders kunnen nadere eisen stellen aan de<br />
plaats en omvang van bouwwerken. De specifieke gebruiksregels geven aan waar de<br />
gronden in ieder geval niet voor gebruikt mogen worden.<br />
Dienstverlening<br />
De voor 'Dienstverlening' aangewezen gronden zijn bestemd voor dienstverlening.<br />
Er zijn regels opgenomen voor het bouwen van gebouwen en bouwwerken, geen gebouwen<br />
zijnde. Burgemeester en wethouders kunnen nadere eisen stellen aan de<br />
plaats en omvang van bouwwerken. De specifieke gebruiksregels geven aan waar de<br />
gronden in ieder geval niet voor gebruikt mogen worden.<br />
Croonen Adviseurs<br />
65
<strong>Ontwerpbestemmingsplan</strong> <strong>Kern</strong> <strong>Werkendam</strong> <strong>Gemeente</strong> <strong>Werkendam</strong><br />
Groen<br />
De voor ‘Groen’ aangewezen gronden zijn bestemd voor groenvoorzieningen, bermen,<br />
overige beplantingen, (dag)recreatief medegebruik en voor evenementen. Ter plaatse<br />
van de betreffende aanduidingen zijn een hondentrainingsveld, een onderdoorgang en<br />
een verhard sportveld toegestaan.<br />
Op of in deze gronden mogen uitsluitend gebouwen voor het hondentrainingsveld worden<br />
gebouwd. Er zijn bouwregels opgenomen voor het bouwen van deze gebouwen en<br />
voor het bouwen van bouwwerken, geen gebouwen zijnde. Het bevoegd gezag kan een<br />
omgevingsvergunning verlenen voor het bouwen van gebouwen voor beheer en onderhoud.<br />
Horeca<br />
De voor 'Horeca' aangewezen gronden zijn bestemd voor horeca(bedrijven) categorie 2.<br />
Ter plaats van de betreffende aanduidingen zijn horeca categorie 3 en maatschappelijke<br />
voorzieningen toegestaan.<br />
Er zijn regels opgenomen voor het bouwen van gebouwen en bouwwerken, geen gebouwen<br />
zijnde. Burgemeester en wethouders kunnen nadere eisen stellen aan de<br />
plaats en omvang van bouwwerken. De specifieke gebruiksregels geven aan waar de<br />
gronden in ieder geval niet voor gebruikt mogen worden.<br />
Kantoor<br />
De voor 'Kantoor' aangewezen gronden zijn bestemd voor kantoren en voor wonen, uitsluitend<br />
ter plaatse van de aanduiding 'wonen'.<br />
Er zijn regels opgenomen voor het bouwen van gebouwen en bouwwerken, geen gebouwen<br />
zijnde. Burgemeester en wethouders kunnen nadere eisen stellen aan de<br />
plaats en omvang van bouwwerken.<br />
De specifieke gebruiksregels geven aan waar de gronden in ieder geval niet voor gebruikt<br />
mogen worden. Het bevoegd gezag kan een omgevingsvergunning verlenen voor<br />
het afwijken van de gebruiksregels voor het gebruik van een bijgebouw als afhankelijke<br />
woonruimte ten behoeve van mantelzorg en voor een aan-huis-verbonden beroep of<br />
bedrijf.<br />
Maatschappelijk<br />
De voor 'Maatschappelijk' aangewezen gronden zijn bestemd voor het uitoefenen van<br />
activiteiten gericht op sociale, maatschappelijke, educatieve, (para)medische en openbare<br />
dienstverlening, waaronder begrepen: gezondheidszorg, onderwijs, religie, jeugd-<br />
en kinderopvang, verenigingsleven en overheidsinstellingen. Ter plaatse van de betreffende<br />
aanduidingen zijn toegestaan: een bedrijfswoning, een begraafplaats, een kinderboerderij,<br />
de instandhouding en bescherming van Rijksmonumenten, en de instandhouding<br />
en bescherming van cultuurhistorisch waardevolle bebouwing.<br />
Croonen Adviseurs<br />
66
<strong>Ontwerpbestemmingsplan</strong> <strong>Kern</strong> <strong>Werkendam</strong> <strong>Gemeente</strong> <strong>Werkendam</strong><br />
Er zijn bouwregels opgenomen voor het bouwen van gebouwen, bedrijfswoningen en<br />
bijbehorende aan- en uitbouwen en bijgebouwen, en voor bouwwerken, geen gebouwen<br />
zijnde. Met uitzondering van aan- en uitbouwen en bijgebouwen mogen gebouwen<br />
alleen binnen het bouwvlak worden gebouwd. Burgemeester en wethouders kunnen<br />
nadere eisen stellen aan de plaats en omvang van bouwwerken.<br />
Het bevoegd gezag kan, indien aan de genoemde voorwaarden wordt voldaan, een<br />
omgevingsvergunning verlenen voor een afwijkende situering voor de bouw van bijbehorende<br />
bouwwerken en voor het bouwen van een grotere oppervlakte aan aan- en uitbouwen<br />
en bijgebouwen vanuit medisch-sociale noodzaak.<br />
De specifieke gebruiksregels geven aan waar de gronden in ieder geval niet voor gebruikt<br />
mogen worden. Het bevoegd gezag kan, indien aan de genoemde voorwaarden<br />
wordt voldaan, een omgevingsvergunning verlenen voor het gebruik van een (vrijstaand)<br />
bijgebouw als afhankelijke woonruimte ten behoeve van mantelzorg en voor<br />
een aan-huis-verbonden beroep of bedrijf.<br />
Sport<br />
De voor 'Sport' aangewezen gronden zijn bestemd voor het uitoefenen van sportactiviteiten<br />
in de open lucht en/of binnen, al dan niet in combinatie met ondergeschikte horeca<br />
categorie 2 en kantoorvoorzieningen.<br />
Er zijn regels opgenomen voor het bouwen van gebouwen en bouwwerken, geen gebouwen<br />
zijnde. Burgemeester en wethouders kunnen nadere eisen stellen aan de<br />
plaats en omvang van bouwwerken. De specifieke gebruiksregels geven aan waar de<br />
gronden in ieder geval niet voor gebruikt mogen worden.<br />
Tuin<br />
De voor ‘Tuin’ aangewezen gronden zijn bestemd voor tuinen, gazons of open terreinen,<br />
behorende bij de op de aangrenzende gronden gelegen hoofdgebouwen.<br />
Er mogen uitsluitend uit- en aanbouwen behorende bij de op aangrenzende gronden<br />
gelegen hoofdgebouwen worden gebouwd. Voor het bouwen van deze uit- en aanbouwen<br />
en voor het bouwen van bouwwerken, geen gebouwen zijnde, zijn bouwregels opgenomen.<br />
Burgemeester en wethouders kunnen nadere eisen stellen aan de plaats en<br />
omvang van bouwwerken.<br />
Verkeer<br />
De voor ‘Verkeer’ aangewezen gronden zijn bestemd voor verkeer-, verblijf- en parkeervoorzieningen,<br />
gericht op verblijf en afwikkeling van het doorgaande verkeer, voor evenementen<br />
en voor een onderdoorgang ter plaatse van de betreffende aanduiding.<br />
Op of in deze gronden mogen uitsluitend gebouwen ten behoeve van nutsvoorzieningen<br />
worden gebouwd.<br />
Croonen Adviseurs<br />
67
<strong>Ontwerpbestemmingsplan</strong> <strong>Kern</strong> <strong>Werkendam</strong> <strong>Gemeente</strong> <strong>Werkendam</strong><br />
Voor het bouwen van deze gebouwen en voor het bouwen van bouwwerken, geen gebouwen<br />
zijnde, zijn bouwregels opgenomen. Burgemeester en wethouders kunnen nadere<br />
eisen stellen aan de plaats en omvang van bouwwerken.<br />
Water<br />
De voor ‘Water’ aangewezen gronden zijn bestemd voor het ontvangen, bergen en/of<br />
afvoeren van water, (ondergrondse) waterbergings- en infiltratievoorzieningen, waterhuishoudkundige<br />
voorzieningen en voor (dag)recreatief medegebruik.<br />
Op of in deze gronden mogen geen gebouwen worden gebouwd. Er zijn bouwregels opgenomen<br />
voor het bouwen van bouwwerken, geen gebouwen zijnde. Burgemeester en<br />
wethouders kunnen nadere eisen stellen aan de plaats en omvang van bouwwerken.<br />
Het bevoegd gezag kan een omgevingsvergunning verlenen voor het bouwen van gebouwen<br />
voor beheer en onderhoud.<br />
Wonen<br />
De voor ‘Wonen’ aangewezen gronden zijn bestemd voor het wonen. Ter plaatse van de<br />
betreffende aanduiding zijn de gronden bestemd voor: garageboxen, dienstverlening,<br />
kantoor, maatschappelijk, aan-huis-verbonden beroep of bedrijf, bed & breakfast, de<br />
instandhouding en bescherming van gemeentelijke monumenten, en de instandhouding<br />
en bescherming van cultuurhistorisch waardevolle bebouwing.<br />
Hoofdgebouwen mogen uitsluitend binnen het bouwvlak worden gebouwd. De toegestane<br />
bebouwingstypologie is op de verbeelding weergegeven. De bestaande goot- en<br />
bouwhoogte mag niet verhoogd worden. Er zijn bouwregels opgenomen voor het bouwen<br />
van aan- en uitbouwen en bijgebouwen, voor het bouwen van garageboxen, en<br />
voor het bouwen van bouwwerken, geen gebouwen zijnde. Burgemeester en wethouders<br />
kunnen nadere eisen stellen aan de plaats en omvang van bouwwerken.<br />
Het bevoegd gezag kan, indien aan de voorwaarden wordt voldaan, een omgevingsvergunning<br />
verlenen voor diepere hoofdgebouwen, voor een afwijkende situering of oppervlakte<br />
voor de bouw van bijbehorende bouwwerken en voor het bouwen van een<br />
grotere oppervlakte aan aan- en uitbouwen en bijgebouwen vanuit medisch-sociale<br />
noodzaak.<br />
De specifieke gebruiksregels geven aan waar de gronden in ieder geval niet voor gebruikt<br />
mogen worden. Het bevoegd gezag kan, indien aan de genoemde voorwaarden<br />
wordt voldaan, een omgevingsvergunning verlenen voor een aan-huis-verbonden beroep<br />
of bedrijf, voor het gebruik van een (vrijstaand) bijgebouw als afhankelijke woonruimte<br />
ten behoeve van mantelzorg en voor een bed and breakfast.<br />
Leiding - Riool<br />
De voor ‘Leiding – Riool’ aangewezen gronden zijn, behalve voor de andere daar voorkomende<br />
bestemmingen, mede bestemd voor een rioolpersleiding ter plaatse van de<br />
aanduiding ‘hartlijn leiding – riool’.<br />
Croonen Adviseurs<br />
68
<strong>Ontwerpbestemmingsplan</strong> <strong>Kern</strong> <strong>Werkendam</strong> <strong>Gemeente</strong> <strong>Werkendam</strong><br />
Op deze gronden mogen alleen bouwwerken worden gebouwd ten behoeve van het beheer<br />
en onderhoud van de rioolpersleiding en ter vervanging vernieuwing of verandering<br />
van bestaande bouwwerken. Het bevoegd gezag kan een omgevingsvergunning<br />
verlenen voor de bouw van bouwwerken ten dienste van de andere geldende bestemmingen,<br />
mits geen onevenredige afbreuk wordt gedaan aan de functie van de rioolpersleiding<br />
en alvorens de beheerder van de rioolpersleiding is gehoord.<br />
Ter bescherming van de rioolpersleiding is voor het uitvoeren van bepaalde werken en<br />
werkzaamheden een omgevingsvergunning vereist.<br />
Waarde – Archeologie 1<br />
De voor 'Waarde - Archeologie' aangewezen gronden zijn, behalve voor de andere daar<br />
voorkomende bestemmingen, mede bestemd voor de bescherming van het AMKterrein.<br />
Op deze gronden mogen alleen bouwwerken worden gebouwd ter vervanging van bestaande<br />
bouwwerken, met grondwerkzaamheden tot maximaal 0,3 m. Het bevoegd gezag<br />
kan een omgevingsvergunning verlenen voor het afwijken van dit verbod nadat archeologisch<br />
onderzoek is uitgevoerd.<br />
Ter bescherming van archeologische waarden is voor het uitvoeren van bepaalde werken<br />
en werkzaamheden een omgevingsvergunning vereist.<br />
Burgemeester en wethouders zijn bevoegd het plan te wijzigen door deze dubbelbestemming<br />
geheel of gedeeltelijk te verwijderen indien op basis van archeologisch onderzoek<br />
is aangetoond dat ter plaatse geen archeologische waarden (meer) aanwezig<br />
zijn.<br />
Waarde – Archeologie 2<br />
De voor 'Waarde - Archeologie' aangewezen gronden zijn, behalve voor de andere daar<br />
voorkomende bestemmingen, mede bestemd voor de bescherming van de aanwezige<br />
archeologische waarden.<br />
Op deze gronden mogen alleen bouwwerken worden gebouwd ter vervanging van bestaande<br />
bouwwerken, of bouwwerken met een oppervlakte van maximaal 50 m², beide<br />
met grondwerkzaamheden tot maximaal 0,3 m. Het bevoegd gezag kan een omgevingsvergunning<br />
verlenen voor het afwijken van dit verbod nadat archeologisch onderzoek<br />
is uitgevoerd.<br />
Ter bescherming van archeologische waarden is voor het uitvoeren van bepaalde werken<br />
en werkzaamheden een omgevingsvergunning vereist.<br />
Croonen Adviseurs<br />
69
<strong>Ontwerpbestemmingsplan</strong> <strong>Kern</strong> <strong>Werkendam</strong> <strong>Gemeente</strong> <strong>Werkendam</strong><br />
Burgemeester en wethouders zijn bevoegd het plan te wijzigen door deze dubbelbestemming<br />
geheel of gedeeltelijk te verwijderen indien op basis van archeologisch onderzoek<br />
is aangetoond dat ter plaatse geen archeologische waarden (meer) aanwezig<br />
zijn.<br />
Waarde – Archeologie 3<br />
De voor 'Waarde - Archeologie' aangewezen gronden zijn, behalve voor de andere daar<br />
voorkomende bestemmingen, mede bestemd voor de bescherming van de hoge archeologische<br />
verwachtingswaarden.<br />
Op deze gronden mogen alleen bouwwerken worden gebouwd ter vervanging van bestaande<br />
bouwwerken, of bouwwerken met een oppervlakte van maximaal 100 m², beide<br />
met grondwerkzaamheden tot maximaal 0,3 m. Het bevoegd gezag kan een omgevingsvergunning<br />
verlenen voor het afwijken van dit verbod nadat archeologisch onderzoek<br />
is uitgevoerd.<br />
Ter bescherming van archeologische waarden is voor het uitvoeren van bepaalde werken<br />
en werkzaamheden een omgevingsvergunning vereist.<br />
Burgemeester en wethouders zijn bevoegd het plan te wijzigen door deze dubbelbestemming<br />
geheel of gedeeltelijk te verwijderen indien op basis van archeologisch onderzoek<br />
is aangetoond dat ter plaatse geen archeologische waarden (meer) aanwezig<br />
zijn.<br />
Waterstaat – Waterkering<br />
De voor ‘Waterstaat – Waterkering’ aangewezen gronden zijn, behalve voor de andere<br />
daar voorkomende bestemmingen, mede bestemd voor voorzieningen voor de directe<br />
en indirecte kering van het water, en voor aanleg, instandhouding en/of bescherming<br />
van de waterkering.<br />
Op of in deze gronden mogen uitsluitend bouwwerken, geen gebouwen zijnde, worden<br />
gebouwd. Het bevoegd gezag kan een omgevingsvergunning verlenen voor het bouwen<br />
van bouwwerken ten dienste van de andere geldende bestemming.<br />
Ter bescherming van de functie van de waterkering is voor het uitvoeren van bepaalde<br />
werken en werkzaamheden een omgevingsvergunning vereist.<br />
Croonen Adviseurs<br />
70
<strong>Ontwerpbestemmingsplan</strong> <strong>Kern</strong> <strong>Werkendam</strong> <strong>Gemeente</strong> <strong>Werkendam</strong><br />
6 Haalbaarheid<br />
6.1 Financieel<br />
Het bestemmingsplan ‘<strong>Kern</strong> <strong>Werkendam</strong>’ is grotendeels een beheerplan, waarin de<br />
bestaande situatie is vastgelegd. Het plan betreft een herziening van een aantal verouderde<br />
bestemmingsplannen, waarbij het juridisch-planologisch regime is geactualiseerd.<br />
De bestaande (legale) situatie is positief bestemd.<br />
Het bestemmingsplan bevat geen nieuwe directe bouwmogelijkheden. De ontwikkelingen<br />
die mogelijk worden gemaakt in voorliggend bestemmingsplan, zijn overgenomen<br />
uit het vigerende bestemmingsplan voor de kern. Realisering van nieuwe woningen is<br />
slechts mogelijk gemaakt door middel van een wijzigingsbevoegdheid. Het opstellen<br />
van een exploitatieplan dan wel het sluiten van anterieure overeenkomsten met ontwikkelende<br />
partijen is dan ook niet aan de orde. Geconcludeerd kan worden dat voorliggend<br />
bestemmingsplan financieel uitvoerbaar is.<br />
6.2 Maatschappelijk<br />
6.2.1 Vooroverleg en inspraak<br />
Het voorontwerpbestemmingsplan ‘<strong>Kern</strong> <strong>Werkendam</strong>’ is conform artikel 10 van het<br />
Besluit ruimtelijke ordening in vooroverleg gezonden naar de betreffende personen en<br />
instanties. Daarnaast heeft het voorontwerpbestemmingsplan overeenkomstig de gemeentelijke<br />
inspraakverordening van 15 februari 2010 tot en met 1 maart 2010 ter inzage<br />
gelegen.<br />
Naar aanleiding van het vooroverleg zijn adviezen van het Waterschap Rivierenland,<br />
Provincie Noord-Brabant en de VROM-Inspectie regio Zuid ontvangen. Alleen de reactie<br />
van het waterschap heeft geleid tot aanpassing van het voorontwerpbestemmingsplan.<br />
Daarnaast zijn in de genoemde periode twee inspraakreacties bij de gemeente binnen<br />
gekomen. Één van deze reacties heeft geleid tot een aanpassing van het bouwvlak op<br />
de verbeelding.<br />
De resultaten uit het vooroverleg en de inspraak zijn in de nota ‘Inspraak ruimtelijke<br />
plannen’ samengevat. In deze nota, die als separate bijlage is toegevoegd, is aangegeven<br />
of de ingediende vooroverleg- en inspraakreacties hebben geleid tot aanpassing van<br />
het voorliggende bestemmingsplan.<br />
6.2.2 Vaststelling<br />
Na vooroverleg en inspraak zal het plan de procedure van artikel 3.8 en verder van de<br />
Wet ruimtelijke ordening doorlopen.<br />
De resultaten van deze procedures zullen te zijner tijd in deze toelichting worden vermeld.<br />
Croonen Adviseurs<br />
71
<strong>Ontwerpbestemmingsplan</strong> <strong>Kern</strong> <strong>Werkendam</strong> <strong>Gemeente</strong> <strong>Werkendam</strong><br />
Croonen Adviseurs<br />
72
<strong>Ontwerpbestemmingsplan</strong> <strong>Kern</strong> <strong>Werkendam</strong> <strong>Gemeente</strong> <strong>Werkendam</strong><br />
7 Bronnen<br />
7.1 Boeken en rapporten<br />
— Adviesgroep AVIV: Risicoatlas wegtransport gevaarlijke stoffen, Enschede, 24 maart<br />
2003.<br />
— <strong>Gemeente</strong>n Aalburg, <strong>Werkendam</strong> en Woudrichem en het Waterschap Hoogheemraadschap<br />
Alm en Biesbosch: StructuurvisiePlus Land van Heusden en Altena, z.p.,<br />
2004.<br />
— <strong>Gemeente</strong> <strong>Werkendam</strong>: Groenstructuurplan <strong>Werkendam</strong> 1998, <strong>Werkendam</strong>, 28<br />
april 1998.<br />
— <strong>Gemeente</strong> <strong>Werkendam</strong>: Welstandsnota <strong>Werkendam</strong>, <strong>Werkendam</strong>, december 2003.<br />
— <strong>Gemeente</strong> <strong>Werkendam</strong>: Kwalitatief Beleidskader woningbouw 2005-2015, <strong>Werkendam</strong>,<br />
2004.<br />
— <strong>Gemeente</strong> <strong>Werkendam</strong>: Kadernota Milieu 2005-2009 - <strong>Werkendam</strong>, Duurzaam en<br />
Leefbaar, <strong>Werkendam</strong>, 2005.<br />
— <strong>Gemeente</strong> <strong>Werkendam</strong>: Startnotitie herziening bestemmingsplannen kernen <strong>Werkendam</strong><br />
en Nieuwendijk, <strong>Werkendam</strong>, juni 2007.<br />
— <strong>Gemeente</strong> <strong>Werkendam</strong> & Waterschap Rivierenland: Waterplan <strong>Werkendam</strong> 2008-<br />
2015, Werkdam, 2007.<br />
— <strong>Gemeente</strong> <strong>Werkendam</strong>: Beleidsvisie externe veiligheid <strong>Werkendam</strong> (concept). <strong>Werkendam</strong>,<br />
februari 2007.<br />
— Groenedijk, T.: Nederlandse plaatsnamen. Hoogeveen, 2000.<br />
— Hollandsche Molen, de: Handleiding Molenbiotoop, Amsterdam, z.d. (1996).<br />
— Ministerie van Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en Milieu: Besluit geluidhinder<br />
spoorwegen, Den Haag, 2003.<br />
— Ministerie van Volkhuisvesting, Ruimtelijke Ordening en Milieu: Nota Ruimte, Den<br />
Haag, 2004.<br />
— Ministeries van OC&W, LNV, VROM & V&W: Belvedere - beleidsnota over de relatie<br />
cultuurhistorie en ruimtelijke inrichting, Den Haag, 1999.<br />
— Provincie Noord-Brabant: Monumenten Inventarisatie Project - gemeente <strong>Werkendam</strong>,<br />
’s-Hertogenbosch, 1990.<br />
— Provincie Noord-Brabant: Streekplan Noord-Brabant, ‘s-Hertogenbosch, 1992.<br />
— Provincie Noord-Brabant: Dassen in Noord-Brabant - Verspreidingsgebieden van de<br />
das in Noord-Brabant, ’s-Hertogenbosch, 1998.<br />
— Provincie Noord-Brabant: Kookboek cultuurhistorie en Cultuurhistorische Waardenkaart,<br />
‘s-Hertogenbosch, 2000.<br />
— Provincie Noord-Brabant: Watersystemen in Beeld - een beschrijving en kaarten van<br />
de grond- en oppervlaktewatersystemen van Noord-Brabant, ‘s-Hertogenbosch,<br />
2001.<br />
— Provincie Noord-Brabant: Brabant in Balans - Streekplan Noord-Brabant,<br />
‘s-Hertogenbosch, 2002-1.<br />
— Provincie Noord-Brabant: Rekening houden met Habitatrichtlijnsoorten in Noord-<br />
Brabant (CD-ROM), ‘s-Hertogenbosch, 2002-2.<br />
Croonen Adviseurs<br />
73
<strong>Ontwerpbestemmingsplan</strong> <strong>Kern</strong> <strong>Werkendam</strong> <strong>Gemeente</strong> <strong>Werkendam</strong><br />
— Provincie Noord-Brabant: Uitwerkingsplan Land van Heusden en Altena,<br />
’s-Hertogenbosch, 2004-1.<br />
— Provincie Noord-Brabant: Aardkundige Waardenkaart Noord-Brabant,<br />
‘s-Hertogenbosch, 2004-2.<br />
— Provincie Noord-Brabant: Gebiedsplan Wijde Biesbosch, ’s-Hertogenbosch, 2005.<br />
— Rijksdienst voor het Oudheidkundig Bodemonderzoek: Indicatieve Kaart van Archeologische<br />
Waarden (IKAW), CD-ROM, 2000-1;<br />
— Rijksdienst voor het Oudheidkundig Bodemonderzoek: Archeologische Monumenten<br />
Kaart (AMK), CD-ROM, 2000-2;<br />
— Staring Centrum: Bodemkaart van Nederland schaal 1:50.000, blad 44 Oost Oosterhout,<br />
Wageningen, 1990.<br />
— Stuurgroep Nationaal Project Nieuwe Hollandse Waterlinie: Panorama Krayenhoff -<br />
Linieperspectief, Utrecht, 2004.<br />
— Vereniging Nederlandse <strong>Gemeente</strong>n: Bedrijven en Milieuzonering, Den Haag, 2007.<br />
— Waterschap Rivierenland: Keur voor waterkeringen en wateren in Waterschap Rivierenland,<br />
Tiel, 3 januari 2005.<br />
7.2 Websites<br />
— www.kich.nl<br />
— www.natuurloket.nl<br />
Croonen Adviseurs<br />
74
Bijlage 1<br />
Nota van inspraakreacties en reacties<br />
wettelijk vooroverleg voorontwerpbestemmingsplan<br />
‘<strong>Kern</strong> <strong>Werkendam</strong>’
Nota van inspraakreacties en reacties wettelijk<br />
vooroverleg voorontwerpbestemmingsplan “<strong>Kern</strong><br />
<strong>Werkendam</strong>”<br />
1
1. Inleiding<br />
Toelichting<br />
Vanaf 15 februari 2010 heeft het voorontwerpbestemmingsplan “<strong>Kern</strong> <strong>Werkendam</strong>”<br />
gedurende 2 weken ter inzage gelegen. Tijdens deze termijn kon iedereen een<br />
schriftelijke inspraakreactie kenbaar maken. Verder is er een inloopavond geweest op<br />
17 februari 2010 waarbij tevens gebruik gemaakt kon worden van<br />
inspraakformulieren. Het gaat om een nieuw bestemmingsplan voor de kern van<br />
<strong>Werkendam</strong>. De volgende bestemmingsplannen worden vervangen:<br />
• “<strong>Kern</strong> <strong>Werkendam</strong>” (1998);<br />
• “Wijzigingsplan Vissersdijk huisnrs. 77-79” (1999);<br />
• “1 e herziening bestemmingsplan <strong>Kern</strong> <strong>Werkendam</strong>, perceel Laantje 2” (2000);<br />
• “Wijzigingsplan II, perceel Zandwei”, (1999);<br />
• “Wijzigingsplan III, perceel Vissersdijk”, (2000);<br />
• “Wijzigingsplan IV, Oud Sas 1”, (2000);<br />
• “Woongebied Werkense Polder” (1993);<br />
• “De Werkense Polder” (1986);<br />
• “Cultureel Centrum” (1993).<br />
Doel<br />
Het gaat om een actualisatie van bovenstaande bestemmingsplannen. Het doel van<br />
voorliggend bestemmingsplan is het bieden van een actuele en eenduidige juridische<br />
regeling voor het toegestane gebruik en de toegestane bouwwerken binnen het<br />
plangebied. Het bestemmingsplan heeft overwegend een conserverend karakter.<br />
Nieuwe grootschalige ontwikkelingen worden niet mogelijk gemaakt. Om het<br />
bestemmingsplan mogelijk te maken is voorafgaand aan de<br />
bestemmingsplanprocedure ex artikel 3.8 van de Wet ruimtelijke ordening, het<br />
bestemmingsplan voorbereid conform 1.3.1. Besluit ruimtelijke ordening.<br />
Inspraakreactie<br />
Het voorontwerpbestemmingsplan “<strong>Kern</strong> <strong>Werkendam</strong>” heeft vanaf 15 februari 2010<br />
gedurende 2 weken ter inzage gelegen. In deze periode stond voor een ieder de<br />
mogelijkheid open om een inspraakreactie over het voorontwerpbestemmingsplan bij<br />
het college van burgemeester en wethouders kenbaar te maken. Hierop zijn 2<br />
inspraakreacties binnengekomen:<br />
3
Opzet<br />
Een uitwerking van de inspraakreacties en de gemeentelijke beantwoording treft u in<br />
hoofdstuk 2 aan. Per inspraakreactie is de inhoudelijke strekking daarvan zakelijk<br />
weergegeven. Vervolgens wordt per inspraakreactie de inhoudelijke beantwoording<br />
van de gemeente weergegeven. In hoofdstuk 3 wordt op een zelfde wijze de reacties<br />
die binnengekomen zijn in het kader van het wettelijk voorverleg en het gemeentelijk<br />
beantwoording weergegeven. Tenslotte geeft hoofdstuk 4 inzicht in de onderdelen die<br />
zijn gewijzigd. Het betreft wijzigingen die voortkomen uit de ingebrachte<br />
inspraakreacties, het wettelijk vooroverleg en ambtelijke wijzigingen.<br />
4
2. Beantwoording inspraakreacties<br />
1.Inspraakreactie inspreker 1<br />
Ontvangstdatum 26 februari 2010<br />
Inhoud inspraakreactie Beantwoording gemeente<br />
Reclamant verzoekt tot het vergroten van het<br />
bestemmingsvlak ‘Wonen’ met 2 m aan de<br />
zijgevel van zijn perceel (evenals Werkina<br />
11). Hij geeft aan dat er vanuit<br />
verkeerstechnisch oogpunt geen<br />
belemmeringen zijn te verwachten.<br />
2. Inspraakreactie inspreker 2<br />
Ontvangstdatum 26 februari 2011<br />
Inhoud inspraakreactie Beantwoording gemeente<br />
Reclamanten verzoekt om de bestaande<br />
bestemmingen uit het geldende<br />
bestemmingsplan te handhaven. Volgens hen<br />
is de situering op de plankaart niet juist. Een<br />
gedeelte van het bouwblok staat nu op het<br />
terrein van de buurman.<br />
Vanuit stedenbouwkundig oogpunt is het onwenselijk<br />
om het bestemmingsvlak ‘Wonen’ uit te breiden. De<br />
huidige rooilijn bevordert een regelmatige ligging van<br />
de gevels van de woningen en beschermt het<br />
bestaande straatbeeld en openbaar gebied. Door een<br />
extra bouwmogelijkheid te creëren wordt deze<br />
rooilijn overschreden en kan een rommelig karakter<br />
ontstaan. Het perceel Werkina 11 is niet gelegen aan<br />
openbaar gebied en is om die reden geen<br />
vergelijkbare situatie.<br />
Conclusie: inspraakreactie is ongegrond<br />
De opmerking van reclamant is juist. Abusievelijk is<br />
het bouwvlak niet juist aangegeven. De verbeelding is<br />
aangepast aan zijn verzoek.<br />
Conclusie: inspraakreactie is gegrond<br />
5
3. Beantwoording reacties wettelijk vooroverleg<br />
1. Reactie wettelijk vooroverleg Prv Noord Brabant<br />
Ontvangstdatum 15 december 2009<br />
Inhoud reactie Beantwoording gemeente<br />
Geen opmerkingen Niet van toepassing<br />
2. Reactie wettelijk vooroverleg Waterschap Rivierenland<br />
Ontvangstdatum 16 december 2009<br />
Inhoud reactie Beantwoording gemeente<br />
1) Het hoofdstuk over waterrelevant beleid De waterparagraaf is aangepast en geactualiseerd.<br />
(H. 3.9.1) in de waterparagraaf van het<br />
bestemmingsplan is onvoldoende actueel. Het<br />
Waterschap verzoekt om de waterparagraaf<br />
hierop aan te passen.<br />
Conclusie: de reactie is gegrond<br />
2) De paragraaf over primaire en regionale<br />
waterkeringen (H. 3.9.7) is inhoudelijk niet<br />
geheel correct. Het Waterschap onderscheidt<br />
drie zones waarop de Keur van toepassing is:<br />
de kernzone, beschermingszone en<br />
buitenbeschermingszone. Voor de primaire<br />
waterkering zijn deze zones vastgesteld.<br />
Verzocht wordt om de tekst ‘dat zowel<br />
primaire als regionale waterkeringen een<br />
kernzone, beschermingszone en<br />
buitenbeschermingszone kennen’ aan te<br />
passen.<br />
3) Verzocht wordt de overgangsbepaling<br />
voor waterkeringen waarvoor geen legger<br />
werd vastgesteld (art. 37 Keur) te<br />
verwijderen. De tekst is hier niet van<br />
toepassing. Verder wordt verzocht om in te<br />
gaan op relevant beleid en beheer van de<br />
waterkeringen.<br />
4) Afb. 30 met de ligging van de<br />
De afbeelding is verwijderd.<br />
waterkeringen volgens de Keur is niet meer<br />
actueel. Verzocht wordt de figuur uit de tekst<br />
te verwijderen.<br />
5) Verzocht wordt om paragraaf H. 3.9.10<br />
aan te vullen met de wijze waarop het<br />
Waterschap inhoudelijk en procesmatig vorm<br />
wil geven aan de watertoets. Informatie<br />
hierover kan worden gevonden in de<br />
brochure ‘Partners in Water’ en het<br />
bijbehorende achtergronddocument.<br />
6) De rioolwatertransportleiding van het Het riool is op de verbeelding aangeduid conform<br />
waterschap moet worden beschermd in het opmerking.<br />
bestemmingsplan. Verzocht wordt dan ook<br />
om de rioolleiding met een aparte<br />
dubbelbestemming op te nemen op de<br />
plankaart.<br />
7) Verzocht wordt om de Keurzones van de Is dit aangepast?<br />
waterkeringen met een aparte<br />
dubbelbestemming ‘Waterstaat –<br />
Waterkering’ op te nemen op de plankaart.<br />
8) De B- en C-watergangen hebben onterecht Is dit aangepast?<br />
een vrijwaringszone van 5 m breed gekregen.<br />
Voor A-watergangen geldt een zone van 5 m,<br />
6
maar voor de overige waterkeringen geldt dit<br />
niet. Verder wordt er op gewezen dat alleen<br />
de A-watergangen primair als ‘Water’<br />
moeten worden bestemd. B- en Cwatergangen<br />
mogen wel de bestemming<br />
‘Water’ krijgen, maar dit is niet vereist.<br />
9) Verzocht wordt om de Keurzone van de<br />
A-watergang langs de Den Dekkerweg in het<br />
zuidoosten van het plangebied met een<br />
dubbelbestemming ‘Vrijwaringszone<br />
watergang’ op te nemen op de plankaart. De<br />
A-watergang ligt buiten het plangebied, maar<br />
de Keurzone ligt binnen de bestemming<br />
‘Maatschappelijk’.<br />
10) In de bestemmingsomschrijving van<br />
artikel 15 ‘Water’ zijn water en<br />
waterhuishoudkundige doeleinden niet als<br />
primaire bestemming opgenomen. Hierdoor<br />
wordt de waterhuishoudkundige functie van<br />
de A-watergangen onvoldoende<br />
veiliggesteld. Verzocht wordt om in de<br />
bestemmingsomschrijving op te nemen dat de<br />
gronden met de bestemming ‘Water’ in<br />
hoofdzaak bedoeld zijn voor:<br />
- waterhuishoudkundige doeleinden;<br />
- voorzieningen ten behoeve van de<br />
waterhuishouding, waterafvoer en<br />
waterberging;<br />
- kunstwerken, bruggen en<br />
waterstaatswerken.<br />
Alle overige bestemmingsomschrijvingen<br />
(zoals recreatief medegebruik, steigers en<br />
landschappelijke waarden) zijn volgens het<br />
waterschap ‘ondergeschikt’ en moeten als<br />
zodanig worden opgenomen.<br />
11) In artikel 15 worden een ontheffing van<br />
de bouwregels en een<br />
aanlegvergunningstelsel geregeld. In beide<br />
gevallen wordt ten onrechte geen rekening<br />
gehouden met het waterstaatkundige belang<br />
en de noodzaak om vooraf advies in te<br />
winnen bij de waterbeheerder. Verzocht<br />
wordt om de artikel 15.4 en 15.6 aan te<br />
passen naar het meegezonden voorbeeld.<br />
12) Verzocht wordt om gronden met de<br />
dubbelbestemming ‘Waterstaat –<br />
Waterkering’ primair te bestemming voor het<br />
‘waterkeren’. Alle overige<br />
bestemmingsomschrijvingen zijn volgens het<br />
waterschap ‘ondergeschikt’ en dienen als<br />
zodanig te worden opgenomen. Een<br />
voorbeeld is meegezonden.<br />
Op de verbeelding is conform verzoek op de locatie<br />
de aanduiding ‘vrijwaringszone – watergang’<br />
opgenomen.<br />
De planregels zijn aangepast conform opmerkingen.<br />
De planregels zijn aangepast conform opmerkingen.<br />
De bestemmingsomschrijving is aangepast conform<br />
opmerkingen.<br />
3. Reactie wettelijk vooroverleg Inspectie VROM Regionale Afdeling Zuid<br />
Ontvangstdatum<br />
Inhoud reactie Beantwoording gemeente<br />
Geen opmerkingen Niet van toepassing<br />
7
4. Aanpassingen voorontwerpbestemmingsplan<br />
Als gevolg van de inspraakreacties, het wettelijk voorverleg en ambtelijke<br />
wijzigingen is het voorontwerpbestemmingsplan op onderdelen gewijzigd. Hierna is<br />
een overzicht gegeven van de wijzigingen.<br />
Wijzigingen n.a.v. inspraakreacties<br />
Nr. Wijziging<br />
1 Kruisstraat 56: het bouwvlak is conform geldend bestemmingsplan aangepast.<br />
2<br />
3<br />
Wijzigingen n.a.v. reacties wettelijk vooroverleg<br />
Nr. Wijziging<br />
1 Waterschap Rivierenland: alle opmerkingen zijn verwerkt in het bestemmingsplan.<br />
2<br />
3<br />
Ambtelijke wijzigingen<br />
Nr. Wijziging<br />
1 Oud Sas 11: het bouwvlak is vergroot en aangepast aan de bestaande bebouwing.<br />
2 Sportlaan 4: de toegestane hoogte is aangepast aan de vergunde situatie.<br />
3 Wilgenlaan 35: conform de eigendomssituatie is het bestemmingsvlak aangepast.<br />
4 De Burcht: de plangrens is aangepast aan het bestemmingsplan voor deze locatie.<br />
5 Havenstraat 52: een gedeelte is in gebruik voor parkeren en fietsenhok. Dit gedeelte is bestemd<br />
als ‘Maatschappelijk’.<br />
6 Werkensedijk 45: conform de verleende ontheffing zijn de bestemmingen ‘Wonen’ en ‘Tuin’<br />
opgenomen.<br />
7 Sleeuwijksedijk 62: op deze locatie is conform verzoek een bouwvlak opgenomen voor een<br />
woning. Het gaat om de vervanging van een bestaande woning.<br />
8 Binnengriend 27: de contouren van het bouwvlak zijn aangepast en verruimd.<br />
9 Planregels: waar nodig zijn de planregels aangepast aan de Wet algemene bepalingen<br />
omgevingsrecht (Wabo) en bijbehorende besluiten.<br />
10 Verbeelding: het plangebied is opnieuw geïnventariseerd op bestaande goot- en bouwhoogtes<br />
van gebouwen. De bestaande afmetingen zijn vastgelegd op de verbeelding.<br />
11 Overige aanpasssingen: het gehele bestemmingsplan is waar nodig aangepast en geactualiseerd<br />
aan de hand van nieuwe beleidsstukken dan wel wetgeving.<br />
12<br />
13<br />
14<br />
15<br />
16<br />
17<br />
8