Create successful ePaper yourself
Turn your PDF publications into a flip-book with our unique Google optimized e-Paper software.
<strong>Johannes</strong> 2 : 1 <strong>–</strong> <strong>11</strong><br />
Lezen:<strong>Johannes</strong> 1 : 1 <strong>–</strong> 18<br />
Tekst: <strong>Johannes</strong> 2 : 1 <strong>–</strong> <strong>11</strong><br />
Zingen: Psalm <strong>11</strong>8 : 1 en 10 T<br />
Lb 328 : 1 (voor de lezing)<br />
Lb 328 : 2 en 3 (na de lezing)<br />
Gez. 32 : 1 (na de preek)<br />
Psalm 103 : 4 en 9 (na de belijdenis)<br />
Psalm 86 : 5 en 7<br />
Geliefde gemeente van onze Heer Jezus Christus,<br />
Het is feest in Kana. Een dorpje in het noorden van Israel. Vlak bij Nazareth. Twee mensen<br />
gaan trouwen. Dan zijn mensen blij. Dat hoort bij een trouwerij. Bruid en bruidegom hebben<br />
mooie kleren aan, de bruid heeft een mooi bruidsboeket, familieleden en vrienden krijgen<br />
een bloem, een corsage opgespeld. Er wordt lekker gegeten, het glas wordt geheven. Er<br />
komen mensen langs die feliciteren. Er wordt een feestkrant gemaakt, er worden stukjes<br />
gedaan, en er wordt hartelijk gelachen. <strong>De</strong> vrolijke stemming zit er goed in. Feestvieren…dat<br />
konden ze toen ook al, in de tijd van de Bijbel. Uitbundig. Het trouwfeest duurde daar ook<br />
best lang: zeven dagen, een hele week zou het gaan duren in Kana. Ook de Here Jezus was<br />
uitgenodigd. Met zijn leerlingen, de discipelen. Hij had in de dagen daarvoor enkele mannen<br />
in zijn gezelschap gekregen. Andreas en Petrus, Filippus. Zou de Here Jezus die uitnodiging<br />
aannemen? Kon Hij dat wel doen? Hij is net begonnen met zijn werk. <strong>Johannes</strong> had gezegd:<br />
Jezus is het lam, dat de zonden van de wereld wegneemt. Dát klinkt serieus. Zoals<br />
<strong>Johannes</strong> in zijn prediking steeds ernstige woorden zei: “<strong>De</strong> bijl ligt al aan de wortel van de<br />
boom: iedere boom die geen vrucht draagt wordt omgehakt en in het vuur geworpen”<br />
(Matteus 3 : 10). Als het zo serieus ligt, dan is het toch niet de tijd om feest te vieren.<br />
<strong>Johannes</strong> zou vast niet op zo’n uitnodiging ingaan. Hij zou geen wijn drinken op het feest. Hij<br />
mocht geen wijn drinken, had de engel al voor zijn geboorte gezegd. Hij moest zich tegoed<br />
doen aan sprinkhanen en wilde honing. Maar Jezus dan? Heeft Hij wel de tijd om naar een<br />
trouwerij te gaan? Pást dit bij zijn komst op aarde? Moet hij niet zeggen tegen het<br />
bruidspaar: fijn dat jullie me uitgenodigd hebben, maar ik kan er niet op ingaan. Ik heb<br />
belangrijker dingen te doen? Het is Hem later wel verweten, door de mensen. Ze hebben het<br />
wel van Hem gezegd: “wat een veelvraat, wat een dronkaard”(Matt. <strong>11</strong> : 19). Maar Jezus…<br />
Hij gaat wél naar het feest. Zo ontmoeten we Hem in Kana. Midden tussen lachende, vrolijke<br />
en blijde mensen. Want Hij moet daar zijn grootheid laten zien.<br />
Op de bruiloft in Kana laat Christus voor het eerst zijn grootheid zien.<br />
1. waarom Hij dat doet<br />
2. hoe Hij dat doet<br />
3. wat de gevolgen ervan zijn<br />
1. waarom Hij dat doet<br />
<strong>Johannes</strong> telt de dagen. <strong>De</strong> doper heeft Jezus voorgesteld aan het publiek: daar is het lam<br />
Gods. <strong>De</strong> volgende dag gaan twee van de discipelen van de Doper met Jezus mee. <strong>De</strong><br />
volgende dag besloot Jezus om naar Galilea te gaan. Daar roept Hij Nathanaël onder de<br />
vijgeboom vandaan. En op de derde dag (de eerste woorden van onze tekst)…dat is zoveel<br />
als: twee dagen later, is Hij te vinden op het feest. Dit valt dus nog binnen de eerste week<br />
van Jezus’publieke optreden. Nog geen week aan het werk, en dan al feestvieren. Is dít nu<br />
zo nodig? Er zijn zieken genoeg die op een Redder liggen te wachten! Laat de Here daar<br />
maar direkt wat aan doen! Maar nee, dít gaat voor. Hij slaat de uitnodiging niet af. Hij Woord<br />
is vlees geworden en het heeft onder ons gewoond. Het was zijn messiaanse taak om onder<br />
de mensen te verkeren, en Hij kwam niet alleen om van verdriet te verlossen. Hij kwam niet<br />
alleen delen in het verdriet, maar ook in de vreugde. Hij kwam om onze blijdschap te<br />
verlossen. Dat klinkt misschien wat vreemd. Moet het geluk en de blijdschap van mensen<br />
worden verlost?<br />
1
Midden op het feest komt zijn moeder naar Jezus toe. <strong>De</strong> wijn was bijna op, en dus zegt ze<br />
tegen Hem: ze hebben geen wijn meer. Wat bedoelt Maria daarmee te zeggen? Het staat er<br />
allemaal zo kort, het gesprek tussen Jezus en zijn moeder. Het roept in alle kortheid heel wat<br />
vragen op. Was Maria bezorgd, en komt ze nu naar haar Kind toe…”jongen, dit is heel<br />
vervelend, doe er alstublieft wat aan”? Zo is het wel uitgelegd. Hier is een probleem, maar<br />
haar Zoon kan dit wel oplossen. Maar hoe wist Maria dat? Had ze Jezus al eens eerder een<br />
wonder zien doen? We lezen daar niet van, en moeten er ook niet van uitgaan. Jezus was<br />
nog maar net met zijn publieke werk begonnen, en aan het eind staat dat hier in Kana het<br />
eerste teken is gedaan. Maria kon dus nog niet weten wat voor wondere dingen haar jongen<br />
allemaal kon. Maar het lijkt er toch wel op dat ze die kant uitdacht…als je het antwoord hoort<br />
van Jezus: “Wat wilt u van me, mijn tijd is nog niet gekomen”. Dat klinkt als een afwijzing.<br />
Maria wordt op haar plaats gezet, voor ons gevoel. Jezus maakt zelf wel uit, wanneer de tijd<br />
rijp is voor een wonder. U vraagt nu iets van me, waar ik nog niet aan toe ben. Dan lijkt het<br />
toch echt dat Maria om een wonder vroeg. We zijn er verlegen mee. Er zal vast meer gezegd<br />
zijn tussen die twee, maar wat?<br />
We zullen dat zo moeten uitleggen: Maria stelt vast dat ze geen wijn meer hebben. Hoe dat<br />
kwam? Waren er meer gasten, dan waar op gerekend was? Hadden de mensen het flink op<br />
een drinken gezet, zodat de voorraad uitgeput was? In elk geval: dit is niet best. Zoals het er<br />
nu uitziet zal het feest voortijdig tot een einde komen. Een schande voor het bruidspaar. Je<br />
hoort het de mensen al zeggen: nou, dat is ook wat, word je uitgenodigd voor een feest,<br />
maar ze hebben met de wijn niet eens op ons gerekend. Waren we eigenlijk wel zo welkom?<br />
Er komt over het feest een schaduw te liggen. Een smet op het geluk van deze twee jonge<br />
mensen. Gaat het niet vaak zo? Met geluk? We kunnen onze uitbundige momenten hebben,<br />
maar hoe kwetsbaar is blijdschap. Soms durf je niet gelukkig te zijn, altijd bang dat er iets<br />
ergs gebeurt. Je hebt al te vaak meegemaakt dat mooie momenten ineens wreed werden<br />
afgebroken door iets ergs wat je overkwam. Je bent dolgelukkig met je pasgeboren kindje,<br />
maar dan merk je <strong>–</strong>soms plotseling: er klopt iets niet. Je gaat naar de dokter, en die<br />
constateert een ernstige handicap. Je bent druk bezig je voor te bereiden op je trouwdag,<br />
maar twee weken voor de trouwdag sterft de a.s. bruidegom door een ongeluk. Een huwelijk<br />
dat zo gelukkig begon wordt na verloop van tijd overschaduwd door zorg en verdriet. Kun je<br />
eigenlijk wel blij en opgetogen leven met de mooie momenten in je leven. Op aarde was als<br />
ijdel glas uw blijdschap licht te schenden…schreef iemand eens. IJdel glas, je pakt het net<br />
even te stevig vast en je houdt de scherven in je hand. Nou, dat dreigt er dus in Kana te<br />
gebeuren. Dit was in de ogen van de feestgangers ernstig. Konden ze in het begin nog vrolijk<br />
lachen…het lachen vergaat hen nu. <strong>De</strong> bruiloft lijkt een flop te worden, een complete<br />
mislukking. En er is geen mens die uitkomst kan bieden in deze noodsituatie. Dát ligt er in<br />
die woorden van Maria.<br />
En dan reageert de Here Jezus: “wat wilt u van me?” <strong>De</strong> oude vertaling had: “wat heb ik met<br />
u van node”? Dat klinkt als een afwijzing. Wat heb ik met deze mislukking van het feest te<br />
maken? Het lijkt of de Heiland zich ervan afmaakt. <strong>De</strong> nieuwe vertaling heeft dat niet zo, en<br />
lijkt beter. “Wat wilt u van me”? Dat klinkt minder afwijzend. Lees het als: “bedoelt u hier iets<br />
mee? Wilt u iets van me? Kan Ik u een plezier doen?” <strong>De</strong> Here maakt zich er helemaal niet<br />
van af. Hij grijpt straks immers in. Maar dat doet Hij zometeen. Nu nog niet. Mijn tijd is nog<br />
niet gekomen. Nog even geduld. Waarom zou dat zijn? Dat vraag je je wel eens af. Waarom<br />
moeten mensen eerst een poos tobben? Waarom grijpt God niet direkt in? Hij ziet toch wel<br />
hoe moeilijk ik het heb? Waarom is God niet op afroep beschikbaar? Waarom duurt het zo<br />
lang voor er zicht komt op een baan? Waarom komt Hij niet direkt met een oplossing voor<br />
het conflict? Zou Hij dat expres doen? Zijn tijd is zeker nog niet gekomen. Moeten we<br />
misschien eerst goed doorkrijgen, hoe onze arm tekort is, deuren voor ons gesloten zijn? We<br />
zijn niet tegen de dingen opgewassen. Dat moeten goed binnekomen, zodat we er klein<br />
onder worden. Merk eerst maar eens hoe diep je erin zit. Een mens moet vaak eerst voelen.<br />
Het leven is niet maakbaar, we kneden de omstandigheden niet naar onze wensen. Een<br />
actuele boodschap vandaag. In de volmaakbaar-heidscultuur, waar het ene record na het<br />
andere sneuvelt, en alles alleen nog maar beter en hoger en perfecter moet. Christus wil wel<br />
helpen, maar Hij wacht nog. Laat ze eerst hun onmacht maar eens beseffen. Als Hij dán<br />
2
ingrijpt, zijn de mensen veel meer onder de indruk. Wie eerst de nood gevoeld en doorvoeld<br />
heeft, zal extra verwonderd zijn: dat het toch nog weer goed komt, hoe is dit toch in de<br />
wereld mogelijk? Mijn tijd is nog niet gekomen…het leert ons wachten, maar ook afwachten,<br />
verwachten…uitzien naar God, naar Christus. Oh HERE kom ons bevrijden, zelfs op de<br />
gelukkigste momenten zijn we maar broze mensen, met kleine mogelijkheden. Heer, het<br />
moet toch echt van U komen…wij kunnen het niet. Zelfs onze feesten hebben redding nodig.<br />
En dan zie je, hoe de Here Jezus toch écht serieus met zijn werk is begonnen. Hij komt de<br />
blijdschap bevrijden. Hoor maar.<br />
2. hoe Hij zijn grootheid laat zien<br />
Christus start zijn werk op een bruiloft. Nee, Hij begint niet met preken. Een trouwpartij<br />
markeert het begin van zijn ambtsdienst. Waarom? Hij zet hiermee de toon. Wat Hij doet<br />
staat in het licht van bruiloftsvreugde. Later vragen de farizeeën Hem: hoe zit het eigenlijk<br />
met uw discipelen? Die vasten niet, ze eten en drinken maar. Ja, zegt Christus, en vindt u<br />
dat vreemd? Het ligt voor de hand. Ze vieren immers feest? Ze hebben hun Bruidegom bij<br />
zich…die Bruidegom, dat is Jezus. Als een Bruidegom zet Hij zijn stappen door het land,<br />
doet Hij dorpen en steden aan, spreekt tot de mensen. Zo hebt U Christus toch ook leren<br />
kennen? <strong>De</strong> Bruidegom heeft zijn bruid, zijn volk, zijn gemeente, opgezocht. Die bruiloft in<br />
Kana is tekenend voor waar Hij mee bezig is. Dáárom dus eerst dit. <strong>Johannes</strong> trok zich terug<br />
uit het volle leven. Hij moest zich ophouden in de woestijn. Die kon niet anders dan vasten.<br />
Hij moest boete preken aan het volk: Mensen kijk uit, het oordeel komt eraan. Maar<br />
Christus…Hij komt evangelie verkondigen. Hij zegt feestelijke woorden. Verlossend, helpend<br />
en troostend: gelukkig wie nederig van hart zijn, gelukkig de treurenden, gelukkig de<br />
zachtmoedigen, gelukkig wie hongeren en dorsten naar de gerechtigheid, gelukkig de<br />
barmhartigen…allemaal felicitaties, achter elkaar. Oók en zelfs als Hij scherp wordt, en zijn<br />
“wee jullie” uitroept, dan zit daar liefde achter. Jezus striemt de harten van mensen niet om<br />
ze pijn te doen, maar om te trekken. Hij wil het hen wel toeroepen: kóm op! Kóm dan toch!<br />
Blijf niet zitten waar je zit in je zonden, in je bitterheid, in je kramp, in je kortzichtigheid… kóm<br />
en doe mee met het feest!!! Dát is het karakter van Jezus’ werk.<br />
Je ziet het in Kana voor ogen. Maar nou loopt het spaak. <strong>De</strong> wijn raakt op. Dat is erg. Niet<br />
omdat het dan ineens niet meer gezellig kan zijn. Voor heel wat mensen wordt het pas<br />
gezellig als de alcohol op tafel komt. Bij kratten vol wordt het aange-sleept. We gaan ons<br />
eens een avondje bezatten. Dat is hier niet aan de orde. Wijn…dat moeten we lezen in het<br />
licht van de Bijbel. Psalm 104 laat zien waarom God de wijn heeft gegeven aan de mensen.<br />
Vers 15 zegt dat de wijn het mensenhart verheugt. Wijn is er om de feestvreugde te<br />
verhogen, mensen blij te maken. Dat vreugdemiddel, geschenk van God…raakt op. Dat was<br />
niet alleen erg voor het bruidspaar en al die mensen daar. Hún feest dreigt in het water te<br />
vallen, maar Zíjn feest...hoe moet het daarmee gaan? Dít mag niet een voorbode worden<br />
van Zíjn werk. Dat mag niet in het teken komen te staan van de flop! Straks krijgen de<br />
mensen gelijk die zeggen dat Christus als Verlosser mislukt is. En daarom grijpt Christus<br />
tenslotte in. Er stonden daar in de zaal reinigingsvaten. Grote kruiken. Met een gezamenlijke<br />
inhoud van wel 400 of meer liter. Dat water werd gebruikt om de voeten te wassen van de<br />
gasten, of de handen. Die moeten nu tot de rand toe gevuld worden. Dan laat hij de dienaren<br />
een beker met water daaruit tappen. Breng dat naar de ceremoniemeester, de man die moet<br />
zorgen dat het feest goed loopt. Hij drinkt ervan…en hij proeft nog eens goed. Hé, het is wijn.<br />
Góede wijn. Hij gaat naar de bruidegom: waarom heb je de beste wijn voor het laatst<br />
bewaard? Een compliment voor de wijn en dus voor het werk van Christus. Ineens zijn er<br />
honderden liters wijn in de feestzaal. Het feest kan door, op een uitbundige manier, met wijn<br />
van prima kwaliteit. Niks mislukking…niet van het feest daar, en ook niet van Christus’ feest.<br />
Het leven met Hem is uitbundig, royaal. Kijkt u ook zo tegen het leven met Christus aan?<br />
Leven met Jezus is een feest! Overvloedig feest en het smaakt prima. Er wordt veel<br />
gesproken over kwaliteit van het leven. Met Christus krijgt je leven hoogste kwaliteit.<br />
Dit begin is vol belofte. Als het begín al zo is, wat zal het eind dan zijn? Straks is er weer een<br />
bruiloft. <strong>Johannes</strong> mag in de hemel kijken en ziet dat het feest is daar. <strong>De</strong> bruiloft van het<br />
lam (<strong>Johannes</strong> 19 : 7). Hij heeft eens gezegd tegen zijn discipelen: ik zal daar met jullie de<br />
3
wijn nieuw drinken. Wat moet dát voor een feest worden. Blijdschap is hier breekbaar. Je<br />
staat tussen de scherven. Alles lijkt mislukt. Je leven een chaos. Wie helpt je in de nood?<br />
Vált hier nog te helpen? Wie lijmt de scherven? Wie maakt er weer iets moois van? Hoe kan<br />
ik nog ooit gelukkig zijn? Kijk dan omhoog naar Christus in Kana. Wat is Hij groot. Water<br />
wordt wijn. Dat is apart. Je merkt niets. Je hoort Jezus niet een woord zeggen, waardoor<br />
water verandert in wijn. Hij maakt geen gebaar. Nee, Hij doet zonder slag of stoot een<br />
scheppend wonder. Waarom zou Hij ook nu niet een scheppend wonder doen? Zou Hij niet<br />
vreugde kunnen scheppen in uw hart? Zou je niet een feestje te vieren hebben? Het kán. Ik<br />
hoor diep gekwetste broeders en zusters zeggen: ik ben blij met de Here Jezus en gelukkig<br />
met Hem. Nee, dan komt het hier niet allemaal weer in orde. Maar tóch is het feest…omdat<br />
je Hem kent, de Bruidegom. Het is niet teveel gezegd, want als ik Hem goed heb leren<br />
kennen, dan is Hij groot, en royaal…het leven met Hem is goed…beter…best!<br />
3. wat de gevolgen ervan zijn<br />
Dat klinkt mooi. Te mooi? Hoe kan ik dat nu geloven? Lees dan eens de laatste woorden van<br />
de tekst: “en zijn leerlingen geloofden in Hem”. Betekent dit dat ze voor die tijd nog niet<br />
geloofden? In hoofdstuk 1 lezen we ook al van geloof. Natanaël zegt tegen Jezus: “Rabbi, u<br />
bent de Zoon van God”. Er is geen reden om te denken dat de discipelen bij dat geloof<br />
achterble-ven. En toch staat hier: “en zijn leerlingen geloofden in Hem”. Ze komen verder.<br />
Hun vertrouwen groeit. Hoe meer ze van Christus zien…hoe dieper het geloof. Zo is Jezus<br />
hier aan het werk. Het geloof wordt versterkt. Dát komt ervan als Hij zich laat zien…zo groot<br />
als Hij is.<br />
Nu kunnen we ons dat indenken. Als je met eigen ogen ziet, wat er gebeurde. Maar wij zien<br />
het niet met eigen ogen. We hebben het van horen zeggen. Kunnen wij dan wel groeien in<br />
het geloof, na een preek over dit wijnwonder? Vergeet niet…de discipelen hebben op dat<br />
moment nog maar alleen het begín gezien. Wij weten veel meer van Jezus. Hij heeft op<br />
Pasen laten zien, hoe groot Hij is. Een toppunt van zijn heerlijkheid. Het begín roept al geloof<br />
op, hoe zal dat dan nu zijn? Jawel, maar ook Pasen hebben wij niet gezien. Vergeet dan niet<br />
het woord van Jezus uit ditzelfde evangelie: “Gelukkig zijn zij die niet zien, en toch geloven”<br />
(Joh. 20 : 29). Gelukkig…een feestelijk woord tegen het eind van dit Bijbelboek. Het feest<br />
blijft doorgaan tot het eind! En dat was het einde nog niet. Daarna werd het Pinksteren.<br />
Christus stort zijn Geest uit op de gemeente. <strong>De</strong> Geest van geloof. Door Hem helpt Christus<br />
nog altijd. Om te blijven in het geloof. Ook al zíe je het niet! Geloven tegen de klippen op!<br />
Gelóóf in de scheppende kracht van deze Christus. Zijn Geest legt het in ons hart. Geloof,<br />
een geschenk van boven. Bid erom, roep het af, smeek het af van de hemel: Heer, maak<br />
mijn geloof sterker door dit wonder van Kana. Maak het verlangen sterker naar dat feest te<br />
vieren met Hem. Troost me nu ik tussen de scherven sta. Geef vertrouwen. Dat eens<br />
ruimschoots wordt vergoed wat ik nu aan geluk moet missen. Heer, hier en nu is de<br />
blijdschap als ijdel glas licht te schenden, maar eenmaal zal de vreugde van de bruiloft<br />
nimmer enden. O Here, als ik dát toch mag geloven!!!! Kom mijn kleingeloof te hulp. Amen.<br />
4