Aan het werk met autisme: (sociale) economie anders ... - De Ploeg
Aan het werk met autisme: (sociale) economie anders ... - De Ploeg
Aan het werk met autisme: (sociale) economie anders ... - De Ploeg
You also want an ePaper? Increase the reach of your titles
YUMPU automatically turns print PDFs into web optimized ePapers that Google loves.
Handboek Management SE<br />
11. Zoeken naar een duurzame<br />
samen<strong>werk</strong>ing tussen zorg<strong>werk</strong><br />
partners<br />
Een kritische evaluatie van <strong>het</strong><br />
Antwerpse ZOWE-net<strong>werk</strong><br />
Nathalie Vallet, docent Universiteit Antwerpen<br />
Kristien S<strong>met</strong>, projectmede<strong>werk</strong>er <strong>De</strong> <strong>Ploeg</strong><br />
Annemie Smits, projectmede<strong>werk</strong>er & teamcoach <strong>De</strong> <strong>Ploeg</strong><br />
Inleiding<br />
In <strong>het</strong> voorliggend artikel staan <strong>het</strong> opzet, de <strong>werk</strong>wijze en de resultaten<br />
van de evaluatiefase van <strong>het</strong> ZOWE-project centraal.<br />
ZOWE is een ESF-gefinancierd project dat in 2009 leidde tot de oprichting<br />
van een Antwerps zorg-<strong>werk</strong> net<strong>werk</strong>. Het project had tot doel om<br />
een nieuwe <strong>met</strong>hodiek te ontwikkelen voor <strong>werk</strong>zoekenden <strong>met</strong> een psychiatrische<br />
problematiek in de regio Antwerpen. Een gelijktijdige aandacht<br />
voor zowel de zorg of <strong>het</strong> welzijn van de <strong>werk</strong>zoekende, als voor<br />
een gepaste job 1 stond hierbij centraal. Na de ontwikkelingsfase werd in<br />
een evaluatiefase de duurzame verderzetting van de ZOWE-<strong>met</strong>hodiek<br />
onderzocht: wat na de stopzetting van de projectgebonden ESF-financiering?<br />
Hiervoor werd een speciale ZOWE-taskforce opgericht. <strong>De</strong>ze<br />
bestond uit vertegenwoordigers van de ZOWE-stuurgroep aangevuld<br />
<strong>met</strong> een vertegenwoordiging van de doelgroep en een externe procesbegeleider.<br />
<strong>De</strong>sgewenst en in functie van de behandelde onderwerpen werden<br />
er bijkomende mede<strong>werk</strong>ers vanuit de partnerorganisaties<br />
betrokken. Het ging vooral om mede<strong>werk</strong>ers die tijdens <strong>het</strong> project de<br />
concrete begeleiding en coaching hadden verzorgd van 25 cliënten. 2 <strong>De</strong><br />
evaluatiefase nam de vorm aan van een leermoment waarin vooral de<br />
1 Onder andere in <strong>het</strong> reguliere arbeidscircuit, in een beschutte of <strong>sociale</strong> <strong>werk</strong>plaats, in arbeidszorg<br />
en/of in <strong>het</strong> vrijwilligerscircuit<br />
2<br />
27 cliënten hadden zich aangemeld voor een ZOWE-begeleiding waarvan 25 effectief werden begeleid<br />
Afl. 8 – november 2012 Organisatieontwikkeling 11 / 1
Handboek Management SE<br />
overdraagbaarheid van de opgedane kennis en ervaring naar de toekomst<br />
toe centraal stond.<br />
<strong>De</strong> onderliggende zoektocht naar een duurzame samen<strong>werk</strong>ing tussen<br />
de regionale zorg- en arbeidsvoorzieningssector kan alvast inspirerend<br />
<strong>werk</strong>en voor andere <strong>sociale</strong> <strong>economie</strong> (SE) organisaties. Enerzijds kunnen<br />
SE-leidinggevenden een gelijksoortige aanpak hanteren bij de evaluatie<br />
van hun eigen zorg-<strong>werk</strong> net<strong>werk</strong>initiatieven. Anderzijds kunnen ze verder<br />
aan de slag <strong>met</strong> de binnen <strong>het</strong> ZOWE-project geïdentificeerde types<br />
van verbeterpunten én de hierbij horende oplossingen (i.e. Zijn ze herkenbaar?<br />
Kunnen we ze gebruiken of toepassen?). Daarnaast is <strong>het</strong> artikel<br />
ook interessant voor de Vlaamse en federale beleidsverantwoordelijken<br />
betrokken bij de uitbouw van toekomstige zorg-<strong>werk</strong> ketens, waaronder<br />
<strong>het</strong> Vlaams departement voor Welzijn, Volksgezondheid en Gezin (WVG),<br />
de Rijksdienst voor Ziekte- en Invaliditeitsverzekering (RIZIV), <strong>het</strong> Vlaams<br />
departement voor Werk en Sociale Economie (WSE), de Vlaamse Dienst<br />
voor Arbeidsbemiddeling (VDAB) en de Rijksdienst voor Arbeidsvoorzieningen<br />
(RVA). Het ZOWE-project sluit immers als praktijkervaring (casus)<br />
aan bij twee beleidsintenties, namelijk de zogenaamde W 2 beleidsnota en<br />
de artikel 107-nota van de Vlaamse Gemeenschap, waarover meer in de<br />
conclusie van <strong>het</strong> artikel.<br />
Ten slotte ronden we deze inleidende paragraaf af <strong>met</strong> de structuur van<br />
<strong>het</strong> artikel. In een eerste deel staan we stil bij de opstart van de evaluatie<br />
en de wens om <strong>het</strong> ZOWE-net<strong>werk</strong> vooral zichtbaar te maken. In een<br />
volgende paragraaf komt de <strong>werk</strong>wijze aan bod. Naast de opeenvolgende<br />
evaluatieactiviteiten staan we eveneens stil bij de beoogde interactieve,<br />
reflectieve en lerende aanpak. <strong>Aan</strong>sluitend komen de resultaten van<br />
de verschillende evaluatieactiviteiten aan bod. We ronden <strong>het</strong> artikel ten<br />
slotte af <strong>met</strong> enkele meer algemene beschouwingen omtrent de toegevoegde<br />
waarde van deze evaluatie-oefening in <strong>het</strong> kader van twee<br />
recente beleidsinitiatieven, namelijk de W 2 beleidsnota en de artikel 107nota<br />
van de Vlaamse Gemeenschap.<br />
Het ZOWE-net<strong>werk</strong> bestond uit een zevental partners. Gezien de<br />
nadruk op de overgang van zorg naar <strong>werk</strong> ging <strong>het</strong> enerzijds om twee<br />
zorgpartners, namelijk de psychiatrische centra van <strong>het</strong> Ziekenhuisnet<strong>werk</strong><br />
Antwerpen (ZNA) en <strong>het</strong> psychiatrisch centrum Bethanië (PC Bethanië).<br />
Anderzijds ging <strong>het</strong> om vijf <strong>werk</strong>partners, namelijk <strong>De</strong> <strong>Ploeg</strong><br />
(GOB), <strong>het</strong> Antwerps Net<strong>werk</strong> Arbeidszorg (vzw ANA), Werkhaven stad<br />
Antwerpen (SE-bedrijf stad Antwerpen), de Gespecialiseerde Trajectbepalings-<br />
en Begeleidingsdienst van de Vlaamse Gemeenschap (GTB) en<br />
de Vlaamse Dienst voor Arbeidsbemiddeling (VDAB).<br />
Organisatieontwikkeling 11 / 2 Afl. 8 – november 2012
Handboek Management SE<br />
Het project kende verschillende fasen. Een eerste fase liep van december<br />
2009 tot en <strong>met</strong> juni 2011 en was gericht op de uit<strong>werk</strong>ing van een<br />
nieuwe <strong>met</strong>hodiek én de begeleiding van een beperkte groep cliënten.<br />
Via deze begeleiding zou de ontwikkelde <strong>met</strong>hodiek alvast zo praktisch<br />
en bruikbaar mogelijk worden gemaakt. Het ZOWE-project getuigde<br />
hierdoor van een uitgesproken praktijkgerichte aanpak. In deze eerste<br />
fase werd <strong>het</strong> ZOWE-project structureel ondersteund door <strong>het</strong> periodiek<br />
overleg van twee organen, namelijk een ZOWE-team én een<br />
ZOWE-stuurgroep. In <strong>het</strong> ZOWE-team zaten de operationele experten<br />
of veldmede<strong>werk</strong>ers van alle betrokken partners. Zij legden zich toe op<br />
de feitelijke trajectontwikkeling én -begeleiding. <strong>De</strong> ZOWE-stuurgroep<br />
bestond uit de beleidsexperten of -verantwoordelijken van alle betrokken<br />
partnerorganisaties. Zij legden zich toe op de algemene opvolging<br />
en monitoring van de ontwikkelde <strong>met</strong>hodiek.<br />
Van juli 2011 tot juli 2012 grepen parallel de volgende fasen plaats.<br />
Enerzijds was er de communicatie- en disseminatiefase waarbij de ontwikkelde<br />
<strong>met</strong>hodiek een breder draagvlak én meer bekendheid moest<br />
krijgen binnen de Vlaamse zorg- en arbeidsvoorzieningssector. Hierin<br />
werd onder andere een <strong>werk</strong>geversbrochure uitge<strong>werk</strong>t <strong>met</strong> informatie<br />
over de te<strong>werk</strong>stelling en begeleiding van <strong>werk</strong>nemers <strong>met</strong> een psychiatrische<br />
problematiek. Anderzijds was er de evaluatiefase.<br />
Op 4juni 2012 werd <strong>het</strong> ZOWE-project afgesloten <strong>met</strong> een sectorbreed<br />
congres. Hierop waren vooral organisaties actief in de Vlaamse<br />
zorg- en arbeidsvoorzieningssector uitgenodigd. Daarnaast waren ook<br />
diverse politieke beleidsverantwoordelijken aanwezig. Via een panelgesprek<br />
<strong>met</strong> deze laatsten, kregen de vaststellingen en conclusies van de<br />
ZOWE-taskforce alvast een meer beleidsmatige inkleuring. <strong>De</strong> toekomst<br />
zal evenwel moeten uitwijzen wat de concrete gevolgen hiervan zijn.<br />
1. <strong>De</strong> start van de evaluatie: <strong>het</strong> ZOWEnet<strong>werk</strong><br />
en de ontwikkelde<br />
<strong>met</strong>hodiek zichtbaar maken<br />
<strong>De</strong> evaluatiefase start vanuit een algemene en vermoedelijk voor veel net<strong>werk</strong>en<br />
ook vrij herkenbare problematiek. Net<strong>werk</strong>en definiëren we pragmatisch<br />
als samen<strong>werk</strong>ingsverbanden tussen onafhankelijke organisaties<br />
die samen een welbepaalde opdracht zoals een activiteit of dienstverlening<br />
realiseren. Elke organisatie levert hiervoor als “partner” de nodige<br />
inspanningen. Bij wijze van voorbeeld kan <strong>het</strong> gaan om ter beschikking<br />
gestelde middelen zoals geld, mede<strong>werk</strong>ers en infrastructuur, of om<br />
Afl. 8 – november 2012 Organisatieontwikkeling 11 / 3
Handboek Management SE<br />
gedeelde kennis, kunde en competenties. Een belangrijke beweegreden<br />
om zo’n net<strong>werk</strong> op te richten is de overtuiging dat de partners samen<br />
meer kunnen realiseren dan elk afzonderlijk.<br />
<strong>De</strong> algemene problematiek van waaruit de evaluatiefase is gestart, heeft<br />
betrekking op de bestaansreden of identiteit van <strong>het</strong> net<strong>werk</strong>. Door de<br />
sterk praktijkgerichte aanpak (zie inleiding) is <strong>het</strong> na verloop van tijd<br />
immers niet meer duidelijk wat elke partner precies heeft bijgedragen,<br />
alsook wat nu <strong>het</strong> uiteindelijk resultaat is: hoe ziet de integrale ZOWE<strong>met</strong>hodiek<br />
er precies uit? <strong>De</strong> operationele dynamiek waarbij elke partner<br />
zich toelegt op de eigen professionele begeleiding van de cliënten, leidt<br />
tot een soort van enthousiast organisch vuur<strong>werk</strong> waardoor <strong>het</strong> overzicht<br />
gaandeweg vertroebelt. In <strong>het</strong> kader van een evaluatie is de vraag “wat<br />
hebben we nu eigenlijk samen gerealiseerd?” of “wat is <strong>het</strong> sluitstuk van<br />
ons vuur<strong>werk</strong>?” dan ook zeer relevant. Zo’n totaaloverzicht vergemakkelijkt<br />
bovendien een verdere verbetering en ontwikkeling van de ZOWE<strong>met</strong>hodiek.<br />
In <strong>het</strong> kader van de eerder vermelde overdraagbaarheid (i.e.<br />
een breder draagvlak in de Vlaamse zorg- en arbeidsvoorzieningssector)<br />
leidt dit eveneens tot een grotere beheersbaarheid en op die manier tot<br />
een verderzetting van de ZOWE-<strong>met</strong>hodiek.<br />
<strong>De</strong> opdracht van de ZOWE-taskforce die <strong>het</strong> evaluatieproces leidde,<br />
luidde dan ook: maak de samen ontwikkelde ZOWE-<strong>met</strong>hodiek zichtbaar<br />
en zo ook verbeterbaar, beheersbaar en (verder) toepasbaar naar de toekomst<br />
toe.<br />
2. <strong>De</strong> <strong>werk</strong>wijze: een interactieve,<br />
reflectieve en lerende aanpak<br />
<strong>De</strong> evaluatie bestaat uit een reeks van opeenvolgende activiteiten verdeeld<br />
over een vijftal plenaire <strong>werk</strong>sessies van telkens een halve dag. <strong>Aan</strong><br />
de plenaire <strong>werk</strong>sessies nemen alle leden van de ZOWE-taskforce deel.<br />
Voor en na de <strong>werk</strong>sessies grijpen er een aantal reflectieve sessies plaats.<br />
Hieraan nemen enkel de ZOWE-projectverantwoordelijke en de externe<br />
procesbegeleider deel. Samen ordenen, analyseren en interpreteren ze<br />
de resultaten van de afgelopen <strong>werk</strong>sessie. Dit vormt dan de input van de<br />
daarop volgende <strong>werk</strong>sessie.<br />
Wanneer we stilstaan bij de aard van de opeenvolgende activiteiten binnen<br />
de evaluatiefase, dan gaat <strong>het</strong> concreet om:<br />
1. <strong>De</strong> identificatie van de opeenvolgende stappen binnen de ZOWE<strong>met</strong>hodiek<br />
(de zorg-<strong>werk</strong> keten), inclusief de centrale opdracht per stap<br />
(wat gebeurt er precies?) en de gebruikte <strong>werk</strong>wijzen (hoe ziet de<br />
Organisatieontwikkeling 11 / 4 Afl. 8 – november 2012
Handboek Management SE<br />
begeleiding van de doelgroep er uit? Welke principes en technieken<br />
staan hierbij centraal?). <strong>De</strong>ze identificatie is algemeen en dus niet partnerspecifiek.<br />
2. <strong>De</strong> identificatie van de partnerprofielen binnen elke stap van de<br />
ZOWE-<strong>met</strong>hodiek, inclusief de partnerspecifieke opdracht (i.e. wat doet<br />
deze partner precies in deze stap?) en de gebruikte <strong>werk</strong>wijze (welke<br />
specifieke begeleiding verstrekt deze partner aan de doelgroep?).<br />
<strong>De</strong>ze identificatie is in tegenstelling tot de vorige activiteit wél partnerspecifiek.<br />
3. <strong>De</strong> inventarisatie van de sterke punten en troeven ervaren door de<br />
partners binnen élke stap van de ZOWE-<strong>met</strong>hodiek. <strong>De</strong>ze inventarisatie<br />
vormt <strong>het</strong> voorwerp van te behouden krachtpunten.<br />
4. <strong>De</strong> inventarisatie van de knelpunten, belemmeringen en moeilijkheden<br />
ervaren door de partners binnen elke stap van de ZOWE-<strong>met</strong>hodiek.<br />
<strong>De</strong>ze inventarisatie vormt <strong>het</strong> voorwerp van beoogde<br />
verbeterpunten.<br />
5. <strong>De</strong> typering van de geïnventariseerde kracht- en verbeterpunten binnen<br />
elke stap. <strong>De</strong> typering verwijst naar de verschilende soorten van<br />
kracht- en verbeterpunten, alsook naar de onderliggende soorten of<br />
pistes van oplossingen. <strong>De</strong>ze typering maakt de beoogde kracht- en<br />
verbeterpunten voldoende overzichtelijk en beheersbaar.<br />
6. <strong>De</strong> oplijsting van concrete oplossingen per soort van verbeterpunt binnen<br />
elke stap. <strong>De</strong>ze activiteit leidt tot alternatieve beleidspistes voor de<br />
toekomstige ontwikkeling en tot een verderzetting van de ZOWE<strong>met</strong>hodiek.<br />
Bij de concrete en praktische realisatie van deze evaluatieactiviteiten<br />
staan een aantal principes centraal.<br />
Vooreerst is er de beoogde interactieve aanpak: de leden van de ZOWEtaskforce<br />
bepalen mee hoe elke evaluatieactiviteit precies verloopt. Tijdens<br />
de <strong>werk</strong>sessies vraagt de externe procesbegeleider aan de deelnemers<br />
om de respectievelijke evaluatieactiviteiten te realiseren aan de<br />
hand van uitge<strong>werk</strong>te schema’s en denkkaders. <strong>De</strong>ze vertonen een sterk<br />
pragmatisch en “hands-on” karakter, alhoewel ze in hun essentie teruggaan<br />
naar de zogenaamde paradigmatische vormen van strategische<br />
beleidsvorming. 1 Elke partner vult deze eerst eigenhandig in, waarna een<br />
plenaire bespreking van de verschillende resultaten volgt. Indien één of<br />
meerdere partners hun verhaal niet kwijt kunnen in <strong>het</strong> gehanteerde<br />
schema of denkkader, dan worden deze na discussie en in functie van de<br />
specifieke wensen en noden door de externe procesbegeleider aangepast.<br />
Indien de partners meer tijd vragen om de schema’s in te vullen en/<br />
of <strong>met</strong> hun achterban af te toetsen, dan wordt de timing en planning van<br />
de evaluatiefase eveneens aangepast. En als één of meerdere partners bij-<br />
1 o.a. Vallet 2010a, 2010b en 2011.<br />
Afl. 8 – november 2012 Organisatieontwikkeling 11 / 5
Handboek Management SE<br />
komende aandachtspunten cruciaal vinden, dan worden de schema’s<br />
opnieuw aangepast aan deze inductieve logica, in essentie de feitelijke<br />
beleving van de ZOWE-partners. Kortom, <strong>het</strong> evaluatieproces is geen<br />
strak, top-down proces waarbij de externe procesbegeleider een soort<br />
van rationeel, algemeen geldend evaluatieformat vooropstelt. Het is eerder<br />
een geleidelijk aan bijgestuurd bottom-up proces waarbij de externe<br />
procesbegeleider een maat<strong>werk</strong> evaluatie ontwikkelt die zo dicht mogelijk<br />
aansluit bij de feitelijke belevingswereld van de betrokken net<strong>werk</strong>partners.<br />
Hierdoor is er eerder sprake van een uitgesproken<br />
organischproces.<br />
Daarnaast wordt er gekozen voor een reflectieve aanpak: de leden van de<br />
ZOWE-taskforce denken samen na over de integrale ZOWE-<strong>met</strong>hodiek<br />
via de aangereikte schema’s en de tussentijdse syntheses en opmerkingen<br />
vanwege de externe procesbegeleider. Ze reflecteren niet enkel over hun<br />
eigen rol, maar eveneens over die van de anderen én van <strong>het</strong> geheel.<br />
<strong>De</strong>ze aanpak wordt door de externe procesbegeleider gerealiseerd door<br />
bijvoorbeeld te vragen of de ZOWE-partners de ingevulde schema’s van<br />
hun collega-partner begrijpen, kunnen toelichten en willen aftoetsen aan<br />
hun oorspronkelijke ideeën over wat deze collega-partner precies doet<br />
(bv. Is deze informatie nieuw? Is dit een verassing? Is dit door ons geweten?).<br />
Samen geïnformeerd en gericht discussiëren over elke partner binnen<br />
<strong>het</strong> net<strong>werk</strong>, vergroot niet enkel <strong>het</strong> inzicht binnen <strong>het</strong> net<strong>werk</strong>,<br />
maar ook buiten <strong>het</strong> net<strong>werk</strong> of voor derden en buitensta<strong>anders</strong>. Gaandeweg<br />
wordt duidelijk wat de ZOWE-<strong>met</strong>hodiek precies inhoudt. Kortom,<br />
door de reflectieve aanpak wordt <strong>het</strong> ZOWE-net<strong>werk</strong> in al zijn facetten of<br />
als geheel zichtbaar.<br />
Ten slotte wordt er gekozen voor een lerende aanpak: de leden van de<br />
ZOWE-taksforce nemen op een gestructureerde en vergelijkende wijze<br />
kennis van de eigenheid, alsook van de sterktes en zwaktes van de<br />
ZOWE-<strong>met</strong>hodiek en <strong>het</strong> net<strong>werk</strong>. Het lerend vermogen wordt door de<br />
externe procesbegeleider gestimuleerd door bijvoorbeeld te <strong>werk</strong>en <strong>met</strong><br />
vergelijkbare schema’s (bv. Wat hebben de partners gemeen en wat<br />
niet?), <strong>met</strong> bewust ingebouwde herzieningsmomenten (bv. Herbekijk na<br />
oefening B nog eens oefening A en corrigeer desgewenst A. Nu je dit<br />
weet over je collega-partner, wat wil je of moet je dan aanpassen voor<br />
jezelf?), <strong>met</strong> ter discussie gestelde duidingen (bv. Ik zou dit als externe<br />
procesbegeleider typeren als knelpunt X, zijn jullie <strong>het</strong> hiermee eens?) en<br />
<strong>met</strong> de ontwikkeling van een gemeenschappelijk taalgebruik of net<strong>werk</strong>jargon.<br />
Dit laatste verwijst naar de vaak Babylonische spraakverwarring<br />
tussen de zorg- en <strong>werk</strong>partners. Wat de ene partner bijvoorbeeld een<br />
coach noemt, noemt de andere partner een trajectbegeleider en nog een<br />
andere partner een dossierbeheerder. Dit onderling verschillend taalgebruik<br />
leidt tot conceptuele en <strong>met</strong>hodische onduidelijkheden binnen <strong>het</strong><br />
Organisatieontwikkeling 11 / 6 Afl. 8 – november 2012
Handboek Management SE<br />
net<strong>werk</strong>. Kortom, via de lerende aanpak verkleinen en verdwijnen deze<br />
onduidelijkheden.<br />
3. <strong>De</strong> resultaten: <strong>het</strong> ontdekken van de<br />
toegevoegde waarde inclusief de<br />
verbeterpunten en oplossingen van<br />
<strong>het</strong> ZOWE-net<strong>werk</strong><br />
Zoals hiervoor aangehaald staat <strong>het</strong> <strong>werk</strong>en <strong>met</strong> schema’s en denkkaders<br />
in de evaluatiefase vrij centraal. Let wel, dit gebeurt niet op een strakke,<br />
rationele en volledig vooraf geplande wijze, maar op een organische<br />
wijze <strong>met</strong> ruimte voor aanpassingen en maat<strong>werk</strong>.<br />
In deze vierde paragraaf overlopen we de opeenvolgende activiteiten uit<br />
de evaluatiefase (zie paragraaf 3). We geven telkens weer welke schema’s<br />
en denkkaders hierin centraal staan, wat de ervaringen zijn bij <strong>het</strong><br />
gebruik ervan en wat <strong>het</strong> uiteindelijk resultaat is.<br />
3.1. <strong>De</strong> identificatie van de algemene ZOWE-<strong>met</strong>hodiek<br />
Het zichtbaar maken van de ZOWE-<strong>met</strong>hodiek start <strong>met</strong> <strong>het</strong> in kaart<br />
brengen van <strong>het</strong> zogenaamde kernproces. Concreet bestaat dit uit de<br />
belangrijkste opeenvolgende stappen binnen de ZOWE-<strong>met</strong>hodiek, alsook<br />
de algemene opdracht en <strong>met</strong>hodische accenten per stap. Zoals<br />
reeds eerder aangehaald geeft dit een totaalbeeld: waar staat de ZOWE<strong>met</strong>hodiek<br />
voor? Waar dragen we <strong>met</strong> zijn allen toe bij? Wat doen we<br />
samen voor de cliënt?<br />
<strong>De</strong> gehanteerde schema’s of denkkaders bij deze evaluatieactiviteit worden<br />
bewust beperkt gehouden. Ze bestaan uit één centrale hamvraag en<br />
een viertal hierbij horende hoe-vragen, namelijk:<br />
– Wanneer we vertrekken vanuit de cliënt, welke opeenvolgende vormen<br />
van begeleiding en ondersteuning ontvangt deze dan van ons<br />
allen samen (de hamvraag)?<br />
– Hoe kunnen we deze begeleiding en ondersteuning gevat omschrijven<br />
(<strong>met</strong> <strong>werk</strong>woorden)?<br />
– Hoe kunnen we deze begeleiding en ondersteuning <strong>met</strong>hodisch typeren<br />
(<strong>met</strong> trefwoorden)?<br />
– Hoe kunnen we deze begeleiding en ondersteuning (vervolgens) procesmatig<br />
ordenen (<strong>met</strong> stappen en eventueel <strong>met</strong> trajecten doorheen<br />
deze stappen)?<br />
Afl. 8 – november 2012 Organisatieontwikkeling 11 / 7
Handboek Management SE<br />
– Hoe kunnen we de structurele of organisatorische voorzieningen<br />
omschrijven (via organen of functies opgericht en erkend binnen <strong>het</strong><br />
ZOWE-project)?<br />
<strong>De</strong>ze vragen worden eerst in kleine groepjes voorbereid (o.a. <strong>met</strong> flipover)<br />
en daarna <strong>met</strong> iedereen samen besproken. <strong>De</strong> reacties en ervaringen<br />
vanwege de leden van de taskforce zijn divers. Ze leiden alvast tot<br />
een aanpassing van de evaluatietiming: meer tijd voor verheldering en<br />
consensusvorming. Enkele interessante ervaringen voor dit artikel zijn:<br />
– Gevat omschrijven wat er precies aan begeleiding en ondersteuning<br />
wordt verstrekt, gebeurt sterk vanuit wat ieder afzonderlijk doet. Naast<br />
en zelfs in de plaats van gevatte <strong>werk</strong>woorden, wordt hierbij uitvoerig<br />
gebruik gemaakt van nagestreefde doelen (bv. we willen vooral X nastreven),<br />
onderliggende deontologische codes (bv. we vinden Y belangrijk),<br />
gewoontes in de algehele organisatie en/of sector (bv. we <strong>werk</strong>en nu<br />
eenmaal zo in onze organisatie, los <strong>het</strong> ZOWE-project), bezorgdheden<br />
en ervaren knelpunten (bv. we kunnen X niet altijd garanderen). Het<br />
eerste resultaat van deze oefening is dan ook een vrij complex, gedetailleerd,<br />
weinig overzichtelijk en moeilijk te begrijpen en overschouwen<br />
geheel. Telkens opnieuw ordenen, selecteren en doordringen tot de<br />
essentie is dan ook een grote uitdaging in deze evaluatieactiviteit.<br />
– Elke stap <strong>met</strong>hodisch typeren leidt vooral tot conceptuele onduidelijkheden.<br />
Dit geldt niet enkel tussen de zorgpartners enerzijds en de <strong>werk</strong>partners<br />
anderzijds, maar eveneens tussen de zorg- of <strong>werk</strong>partners<br />
onderling en tussen de verschillende functies van eenzelfde organisatie.<br />
Welke lading dekt bijvoorbeeld de <strong>met</strong>hode van een assessment, of hoe<br />
verloopt een degelijk intake-interview precies, of wat is <strong>het</strong> doel van een<br />
stage? Tijdens deze vaak Babylonische spraakverwarringen ontstaat er<br />
een indrukwekkende lijst van beroeps- en sectorgebonden afkortingen<br />
en vakjargon. <strong>De</strong>ze telkens opnieuw verduidelijken en grondig uitklaren<br />
voor de hele groep vormt dan ook een belangrijk aandachtspunt.<br />
– Het identificeren van stappen en trajecten doorheen deze evaluatie<br />
wordt bemoeilijkt door diverse factoren. Vooreerst is er de uitgesproken<br />
beroep- of sectorgebonden focus waardoor niet zozeer de stappen<br />
binnen <strong>het</strong> ZOWE-project, maar wel binnen de eigen zorg- of<br />
<strong>werk</strong><strong>met</strong>hodiek centraal staan. In dit opzicht worden de te onderscheiden<br />
stappen binnen de ZOWE-<strong>met</strong>hodiek vaak verward <strong>met</strong> opeenvolgende,<br />
<strong>met</strong>hodische handelingen binnen <strong>het</strong> eigen beroep (bv. als<br />
begeleider start ik normaal gezien steeds <strong>met</strong> X, dan doe ik Y en ten<br />
slotte doe ik Z. Ik zou zo dus binnen <strong>het</strong> ZOWE-project 3 <strong>met</strong>hodische<br />
stappen onderscheiden. 1 ). Daarnaast identificeren niet alle partners<br />
1 … alhoewel de eerste twee stappen X en Y misschien samen één stap vormen in <strong>het</strong> ZOWE-project<br />
(vb. de intake fase), de derde stap Z reeds tot een volgende stap in <strong>het</strong> ZOWE-project behoort (vb. de<br />
begeleidingsfase) én de begeleider in kwestie geen rol opneemt in <strong>het</strong> verder verloop van <strong>het</strong> ZOWEproject,<br />
maar dat er desalniettemin nog wel stappen volgen in de integrale ZOWE-<strong>met</strong>hodiek.<br />
Organisatieontwikkeling 11 / 8 Afl. 8 – november 2012
Handboek Management SE<br />
eenzelfde aantal stappen. Problemen ontstaan vooral bij stappen<br />
waarin de bijdragen vanwege de partners onderling sterk verschillen.<br />
Wie meer doet in een bepaalde stap heeft blijkbaar de neiging om<br />
meer (deel)stappen te onderscheiden; wie minder doet, ziet minder<br />
(deel)stappen. Over de trajecten die kunnen doorlopen worden doorheen<br />
de stappen van de ZOWE-<strong>met</strong>hodiek bestaat er meer eensgezindheid.<br />
Een gepaste visuele voorstelling vinden is echter een<br />
uitdaging: trajecten voorstellen via terugkerende pijlen die de terugkeermogelijkheden<br />
van cliënten voorstellen? Of via stippellijnen die<br />
<strong>het</strong> soepele in plaats van strakke verloop weerspiegelen? Of via parallelle<br />
lijnen die de talrijke keuzemogelijkheden en diversiteit weerspiegelen?<br />
Kortom, <strong>met</strong>hodische handelingen samenvoegen en vooral<br />
blijven vertrekken vanuit <strong>het</strong> perspectief van de ZOWE-cliënt (bv. wat<br />
ervaart/doorloopt deze achtereenvolgens?) is bij de identificatie van<br />
stappen en trajecten een belangrijke boodschap.<br />
– Het oplijsten van structurele en organisatorische voorzieningen wordt<br />
bemoeilijkt door <strong>het</strong> feit dat dit in <strong>het</strong> oorspronkelijke ZOWE-projectvoorstel<br />
slechts summier werd voorzien en gespecificeerd. Buiten <strong>het</strong><br />
ZOWE-team en de ZOWE-stuurgroep werden er bijvoorbeeld geen<br />
specifieke ZOWE-functies of -rollen omschreven. In de praktijk zet elke<br />
partner de eigen –meestal reguliere – functies in om de ZOWE-<strong>met</strong>hodiek<br />
te realiseren. Verschillende functiebenamingen, vaak terug te<br />
brengen tot wat gebruikelijk is in de zorg- en <strong>werk</strong>sector, zorgen echter<br />
voor de nodige begripsverwarring. Wat doet de jobcoach van de<br />
VDAB bijvoorbeeld precies, en in hoeverre is dit verschillend van of<br />
gelijkend op de GTB-begeleider of jobcoach van <strong>De</strong> <strong>Ploeg</strong>? Functies<br />
systematisch vergelijken en uitklaren is dan ook een belangrijk aandachtspunt<br />
in deze evaluatieactiviteit.<br />
Het resultaat van deze eerste evaluatieactiviteit is een schematisch overzicht<br />
zoals weergegeven in bijlage 1. Dit overzicht vormt <strong>het</strong> algemeen<br />
referentiekader voor de volgende activiteit, namelijk de opmaak van de<br />
verschillende partnerprofielen (zie 3.2.).<br />
Zoals blijkt uit <strong>het</strong> schematisch overzicht in bijlage 1, bestaat de ZOWE<strong>met</strong>hodiek<br />
uit 5 stappen die telkens verbonden zijn <strong>met</strong> een welbepaalde<br />
opdracht en <strong>met</strong> <strong>het</strong> gebruik van diverse <strong>met</strong>hoden, al dan niet simultaan<br />
of opeenvolgend gebruikt. <strong>De</strong> trajecten of de “procesflow” doorheen<br />
deze stappen is niet lineair (zie circulaire pijlen). In elke stap bestaat<br />
immers de mogelijkheid tot terugkeer naar een vorige stap, tot herhaling<br />
of continuering van de huidige stap (bv. een extra stage) en tot een definitieve<br />
stopzetting van de stap. In functie van de gaandeweg zichtbaar<br />
wordende behoeften en mogelijkheden van de cliënt, ontstaan er zo verschillende<br />
maat<strong>werk</strong>trajecten. Het beginpunt is gekend, maar de duurtijd<br />
en <strong>het</strong> eindresultaat niet. Doorgaans zijn de zorgpartners meer actief in<br />
de eerste stappen en de <strong>werk</strong>partners in de latere stappen. Maar dit is<br />
Afl. 8 – november 2012 Organisatieontwikkeling 11 / 9
Handboek Management SE<br />
geen strikte opdeling. Zo blijven de zorgpartners bijvoorbeeld steeds<br />
paraat voor extra hulp in de latere stappen van <strong>het</strong> traject. Een (tijdelijke)<br />
terugval van de cliënt is mogelijk. En zo zijn de <strong>werk</strong>partners steeds consulteerbaar<br />
voor extra hulp of adviezen in de eerste stappen van <strong>het</strong> traject.<br />
Meer over deze partnerprofielen in de volgende activiteit van de<br />
evaluatiefase (zie 3.2.).<br />
3.2. <strong>De</strong> identificatie van de partnerprofielen<br />
Om een goed zicht te krijgen op de specifieke bijdrage van elke ZOWEpartner,<br />
vervolgen we de evaluatieoefening <strong>met</strong> de identificatie van de<br />
zogenaamde partnerprofielen. Qua schema’s en denkkaders gebruiken<br />
we dezelfde als hiervoor (zie 3.1.): elke partner overloopt dezelfde vragen<br />
zoals aangehaald in de voorgaande evaluatiefase, maar specificeert deze<br />
nu voor de eigen bijdrage. In dit opzicht geeft elke partner weer in<br />
welke stap hij of zij welke specifieke begeleiding en ondersteuning realiseert,<br />
welke bijzondere <strong>met</strong>hodiek (inclusief principes & technieken) hiervoor<br />
wordt aangewendt en welke functies hiervoor binnen de eigen<br />
organisatie verantwoordelijk en bevoegd zijn. Indien we alle partnerprofielen<br />
samen bekijken, dan zien we duidelijk: wie doet wat, wanneer en op<br />
welke wijze binnen de integrale ZOWE-<strong>met</strong>hodiek. Kortom, de verschillende<br />
net<strong>werk</strong>bijdragen vanwege elke partner binnen de ZOWE-<strong>met</strong>hodiek<br />
worden zichtbaar.<br />
<strong>De</strong>ze partnerprofielen worden opnieuw in kleine groepjes voorbereid<br />
(o.a. via flip-over), maar vooraleer ze gezamenlijk worden besproken,<br />
worden ze aangevuld door de achterban van elke partner. Hiervoor organiseert<br />
elke partner afzonderlijke gesprekken en debatten <strong>met</strong> de eigen<br />
mede<strong>werk</strong>ers die betrokken zijn bij <strong>het</strong> ZOWE-project. <strong>De</strong>ze interne consultatierondes<br />
garanderen dat <strong>het</strong> overzicht per partner de situatie weergeeft<br />
voor al haar betrokken functies en hiërarchische geledingen (bv. de<br />
veldmede<strong>werk</strong>ers, de leidinggevenden, de coördinatoren, de projectverantwoordelijken).<br />
Omwille van deze interne consultatierondes laten we<br />
iets meer tijd tussen de eerste en de daaropvolgende <strong>werk</strong>sessies. Bovendien<br />
worden er meerdere <strong>werk</strong>sessies besteedt aan de plenaire bespreking<br />
in de taskforce. Alle ZOWE-partners hebben immers veel vragen en<br />
bedenkingen bij de partnerprofielen die ze, vaak voor de eerste keer, zo<br />
uitgebreid aan bod zien komen.<br />
<strong>De</strong> reacties en ervaringen vanwege de leden van de task-force zijn<br />
opnieuw divers. Samengevat komen ze neer op <strong>het</strong> volgende:<br />
– <strong>De</strong> eerder gesignaleerde Babylonische spraakverwarring (zie 3.1.) kent<br />
in deze evaluatieactiviteit een heus hoogtepunt. Pas nu wordt duidelijk<br />
wat de échte, in plaats van de eerder veronderstelde verschillen en<br />
Organisatieontwikkeling 11 / 10 Afl. 8 – november 2012
Handboek Management SE<br />
gelijkenissen zijn. Vroegere vanzelfsprekendheden over wie wat doet,<br />
zijn dat na deze grondige en kritische oefening duidelijk niet meer.<br />
– Het wordt duidelijk waar de feitelijke complementariteit en overlappingen<br />
tussen de partners binnen de ZOWE-<strong>met</strong>hodiek zitten (bv. wie is<br />
er allemaal bezig <strong>met</strong> intakegesprekken? Wie bewaakt eigenlijk de dossieropvolging?<br />
Wie zorgt er allemaal voor stageplaatsen? Wie heeft er<br />
expertise ontwikkeld inzake feedbackgesprekken? Enzovoort.). Ingevolge<br />
de dynamiek van <strong>het</strong> organisch vuur<strong>werk</strong>, kon dit niet eerder op<br />
een systematische en volledige wijze in kaart worden gebracht.<br />
– <strong>De</strong> meeste ZOWE-partners leren bij over de ander en herzien in functie<br />
van feitelijkheden de vroeger gevormde percepties die ze eerder hadden<br />
gevormd bij de start van <strong>het</strong> ZOWE-project (i.e. eerste kennismaking<br />
bij de opstart).<br />
– <strong>De</strong> informatie-uitwisseling overstijgt vaak deze van <strong>het</strong> ZOWE-net<strong>werk</strong>.<br />
Veel partners leren bij over de algemene (reguliere) <strong>werk</strong>ing van<br />
de zorg of <strong>werk</strong>sector, inclusief de hierbij horende beleidskaders. Dit<br />
verruimt alvast de blik waarmee de ZOWE-partners naar elkaar kijken.<br />
Er is duidelijk leven buiten <strong>het</strong> ZOWE-net<strong>werk</strong>.<br />
– Vanuit de partnerspecifieke oefening worden de resultaten van de<br />
voorgaande evaluatieactiviteit (zie 3.1.) enigszins bijgestuurd. Nu<br />
wordt <strong>het</strong> immers vaak pas duidelijk wat er onder de algemene concepten<br />
precies wordt verstaan. In dit opzicht is de totale evaluatieoefening<br />
geen lineair, maar wel een iteratief of wederkerend proces<br />
waarin voorgaande evaluatieactiviteiten soms worden herzien. Hiervoor<br />
voldoende tijd, ruimte en bewegingsvrijheid voorzien is alvast<br />
zeer belangrijk.<br />
Het resultaat van deze tweede evaluatieactiviteit is een partnerspecifieke<br />
aanvulling van <strong>het</strong> schema uit bijlage 1. Omwille van <strong>het</strong> uitgebreide,<br />
maar ook enigszins vertrouwelijke karakter van deze oefening nemen we<br />
<strong>het</strong> uiteindelijke resultaat ervan niet op in dit artikel.<br />
3.3. <strong>De</strong> inventarisatie en typering van kracht- en<br />
verbeterpunten<br />
Een volgende reeks evaluatieactiviteiten heeft betrekking op de evaluatie<br />
stricto senso. Nu de algemene ZOWE-<strong>met</strong>hodiek én de partnerspecifieke<br />
bijdragen bekend zijn (zie 3.1. en 3.2.), volgt de inventarisatie van de<br />
door de ZOWE-partners ervaren kracht- en verbeterpunten. <strong>De</strong> krachtpunten<br />
zijn de te behouden troeven die een duurzame verderzetting van<br />
de ZOWE-<strong>met</strong>hodiek garanderen. <strong>De</strong> verbeterpunten zijn de te remediëren<br />
knelpunten die een duurzame verderzetting kunnen belemmeren.<br />
Omwille van <strong>het</strong> beoogde overzicht groeperen we nadien de geïnventariseerde<br />
kracht- en verbeterpunten in types van aanverwante kracht- en<br />
Afl. 8 – november 2012 Organisatieontwikkeling 11 / 11
Handboek Management SE<br />
verbeterpunten. Elk type impliceert ook een ander type oplossing, iets<br />
wat in de volgende evaluatieactiviteit aan bod komt.<br />
<strong>De</strong> gebruikte schema’s en denkkaders zijn divers. Vooreerst vragen we<br />
aan de ZOWE-partners om per stap de door hen ervaren kracht- én verbeterpunten<br />
op te lijsten (o.a. via flip-over en PC). Dit voegen ze<br />
(opnieuw) toe aan <strong>het</strong> schema uit bijlage 1. Op basis hiervan maken we<br />
per stap een totaaloverzicht van alle kracht- en verbeterpunten. Ook<br />
gaan we na wat de gelijke of generieke kracht- en verbeterpunten zijn,<br />
die door de meeste partners en/of over alle stappen heen geldig zijn of<br />
ervaren worden. Daar tegenover staan de partner- en stapspecifieke<br />
kracht- en verbeterpunten. Dit totaaloverzicht vormt de basis voor een<br />
vrij uitvoerige bespreking en discussie <strong>met</strong> zijn allen. Vanuit dit totaaloverzicht<br />
identificeren de externe procesbegeleider en de ZOWE-projectverantwoordelijke<br />
vervolgens types van gelijksoortige kracht- en<br />
verbeterpunten. Dit gebeurt tijdens enkele bijeenkomsten tussen de<br />
<strong>werk</strong>sessies van de taskforce door. Samen ordenen, analyseren én interpreteren<br />
ze de resultaten van de evaluatie stricto senso. Het resultaat van<br />
deze typering leggen ze ten slotte terug voor aan de taskforce, die desgewenst<br />
wijzigingen en aanvullingen kan doorvoeren. Opnieuw geeft dit<br />
aanleiding tot verdiepende discussies.<br />
Analoog <strong>met</strong> de bespreking van de vorige evaluatieactiviteiten, kunnen<br />
we diverse interessante ervaringen noteren. Een overzicht:<br />
– Tijdens de gezamenlijke discussies wordt er veel aandacht besteed aan<br />
de precieze aard van de gesignaleerde kracht- of verbeterpunten: wat<br />
is nu eigenlijk precies <strong>het</strong> probleem en is dit wel een probleem? Hoe<br />
kunnen we dit probleem of deze sterkte zo correct mogelijk omschrijven?<br />
Wat is de kern van de zaak? Voldoende ruimte voorzien voor de<br />
verdieping en de scherpstelling van elk kracht- en verbeterpunt is dan<br />
ook de boodschap. Dit vergroot immers de algehele beheersbaarheid<br />
van de evaluatie-oefening;<br />
– Omwille van de onderlinge verbanden tussen de gesignaleerde krachten<br />
verbeterpunten is deze oefening geen eenvoudige opgave: wat is<br />
immers de kip en wat is <strong>het</strong> ei? Welk kracht- of verbeterpunt komt er<br />
eerst en wat volgt er dan “logischerwijze”? Voldoende analyse en oog<br />
voor verbanden en samenhang is dan ook belangrijk.<br />
– Een precieze toewijzing van kracht- en verbeterpunten aan welbepaalde<br />
stappen is niet altijd mogelijk. Soms laat een kracht- en verbeterpunt<br />
zich eigenlijk gelden doorheen de integrale ZOWE-<strong>met</strong>hodiek,<br />
of dus doorheen àlle stappen, maar soms ook niet (bv. probleem X<br />
stelt zich enkel in fase 3).<br />
– Het typeren van de opgelijste kracht- en verbeterpunten leidt wel<br />
degelijk tot een verheldering van de evaluatie stricto senso. Maar de<br />
toewijzing van deze kracht- en verbeterpunten aan de geïdentificeerde<br />
types is niet altijd éénduidig en vanzelfsprekend. Soms bestaat hierom-<br />
Organisatieontwikkeling 11 / 12 Afl. 8 – november 2012
Handboek Management SE<br />
trent de nodige dubbelzinnigheid (bv. indien er bepaalde informatie<br />
niet doorstroomt naar alle ZOWE-partners is dit dan een knelpunt verwant<br />
aan de ZOWE-<strong>met</strong>hodiek zelf, of aan de partnerrelatie binnen<br />
ZOWE?).<br />
– Het oplijsten van kracht- en verbeterpunten doet af en toe vragen rijzen<br />
bij de hiervoor gemaakte evaluatieactiviteiten (zie 3.1. en 3.2.).<br />
Soms moeten deze opnieuw worden aangevuld of aangepast. Hierdoor<br />
neemt <strong>het</strong> integrale evaluatieproces duidelijk (opnieuw) <strong>het</strong><br />
karakter aan van een wederkerig of iteratief, in plaats van een lineair<br />
proces.<br />
– Ten slotte zorgen de discussies opnieuw voor een verdere wederzijdse<br />
kennismaking van de partners: wie ervaart wat als kracht- en verbeterpunt?<br />
Welke verschillende ervaringen en percepties leven er binnen<br />
<strong>het</strong> ZOWE-net<strong>werk</strong>?<br />
Het resultaat van deze evaluatieactiviteit is tweeledig. Enerzijds is er de<br />
partnerspecifieke aanvulling van <strong>het</strong> schema uit bijlage 1, die we omwille<br />
van de omvang en <strong>het</strong> vertrouwelijk karakter ervan opnieuw niet toevoegen<br />
aan dit artikel. Anderzijds is er de lijst van de types van kracht- en<br />
verbeterpunten. <strong>De</strong>ze bevindt zich in bijlage 2.<br />
Samenvattend kunnen we stellen dat er in bijlage 2 een zestal types kunnen<br />
worden geïdentificeerd. Achtereenvolgens zijn er de zuiver <strong>met</strong>hodische<br />
kracht- en verbeterpunten die te maken hebben <strong>met</strong> <strong>het</strong> wezen zelf<br />
van de ZOWE-<strong>met</strong>hodiek. Dit soort van knelpunten vergt een verdere<br />
scherpstelling of aanpassing van de ZOWE-<strong>met</strong>hodiek (bv. de kwaliteit<br />
van <strong>het</strong> assessment, de vormgeving van de verslagen). Vervolgens zijn er<br />
de kracht- en verbeterpunten <strong>met</strong> betrekking tot de relatie <strong>met</strong> de client.<br />
<strong>De</strong>rgelijke problemen vereisen een meer optimaal bereik en een betere<br />
bediening van de client (bv. een garantie op maat<strong>werk</strong> begeleiding in de<br />
nazorg). Daarnaast zijn er de kracht- en verbeterpunten <strong>met</strong> betrekking<br />
tot de partnerrelatie. <strong>De</strong>rgelijke knelpunten vereisen eerder structurele en<br />
organisationele oplossingen (bv. de realisatie van een confidentiële informatiedoorstroom,<br />
de inbedding van de ZOWE-taken in de reguliere <strong>werk</strong>ing).<br />
<strong>De</strong> laatste drie types zijn allen institutionele kracht- en<br />
verbeterpunten. Ze hebben te maken <strong>met</strong> gangbare wetgevende kaders<br />
en beleidskaders. Zo onderscheiden we kracht- en verbeterpunten <strong>met</strong><br />
betrekking tot statuten, de financiering en <strong>het</strong> bestaande aanbod op de<br />
arbeidsmarkt (bv. de wachtlijsten).<br />
Zorgen voor een duurzame verderzetting van de ZOWE-<strong>met</strong>hodiek<br />
impliceert de aanpak van al deze types van kracht- en verbeterpunten.<br />
<strong>De</strong> typering maakt <strong>het</strong> geheel alvast overzichtelijk. Via een stappenplan<br />
kunnen de types één voor één worden aangepakt, ook door andere organisaties<br />
of beleidsverantwoordelijken.<br />
Afl. 8 – november 2012 Organisatieontwikkeling 11 / 13
Handboek Management SE<br />
3.4. Suggesties van oplossingen<br />
In een laatste evaluatieactiviteit gaan we op zoek naar pistes van oplossingen.<br />
<strong>De</strong>ze verschillen al naargelang de types van kracht- en verbeterpunten<br />
(zie 3.3.). Gegeven <strong>het</strong> helaas beperkte tijdsbestek – door <strong>het</strong><br />
organische en interactieve karakter was de tijd voorzien voor de eindfase<br />
snel opgebruikt – neemt deze activiteit de vorm aan van een plan van<br />
aanpak, en (nog) niet van concreet te realiseren acties.<br />
<strong>De</strong> gebruikte <strong>werk</strong>wijzen en denkkaders in deze evaluatieactiviteit zijn<br />
divers. Vooreerst vragen we aan de ZOWE-partners om de getypeerde<br />
kracht- en verbeterpunten (zie 3.3.) verder te koppelen aan types van<br />
oplossingen (o.a. via flip-over). Concreet maken we hierbij enerzijds<br />
gebruik van een opdeling tussen eenvoudige versus complexe oplossingen.<br />
Het verschil zit in beschikbare, snel en makkelijk toe te passen oplossingen<br />
versus afwezige, traag en moeilijk te traceren oplossingen.<br />
Anderzijds maken we een onderscheid tussen oplossingen die we zelf<br />
kunnen realiseren enerzijds, en oplossingen die we enkel via derden kunnen<br />
realiseren anderzijds. In <strong>het</strong> eerste geval kunnen de ZOWE-partners<br />
zelf de oplossing uit<strong>werk</strong>en én toepassen. In <strong>het</strong> tweede geval zijn ze<br />
afhankelijk van andere organisaties en/of functies (bv. beleidsverantwoordelijken).<br />
Indien we beide criteria samenvoegen ontstaat er een<br />
matrixvoorstelling <strong>met</strong> vier kwadranten. Linksonder bevinden zich de<br />
“quick-wins” (i.e. eenvoudig en zelf te realiseren) die op korte termijn de<br />
nodige vooruitgang, zuurstof en motivatie in <strong>het</strong> ZOWE-net<strong>werk</strong> kunnen<br />
brengen. Rechtsboven bevinden zich de oplossingen die lange, intensieve<br />
onderhandelingen vereisen en die slechts op termijn de nodige<br />
effecten zullen hebben (i.e. complex en via derden). <strong>Aan</strong> de hand van<br />
deze matrix kan er een realistisch plan van aanpak worden uitge<strong>werk</strong>t<br />
voor zowel de nabije als de verre toekomst. <strong>Aan</strong>vullend gaan de ZOWEpartners<br />
aan de slag <strong>met</strong> de quick-wins. In kleine groepjes bedenken ze<br />
alternatieve oplossingen voor de aldaar aangehaalde kracht- en verbeterpunten.<br />
Tijdens een discussie in groep schaven ze hun ideeën en verwachtingen<br />
hieromtrent bij. Ten slotte vormen de oplossingen die lange,<br />
intensieve onderhandelingen nodig hebben <strong>het</strong> voorwerp van een debat<br />
tijdens <strong>het</strong> afsluitende congres <strong>met</strong> de Vlaamse beleidsverantwoordelijken.<br />
1 Zij geven alvast hun bedenkingen omtrent wenselijke en haalbare<br />
pistes.<br />
Analoog <strong>met</strong> de vorige evaluatieactiviteiten, kunnen we enkele interessante<br />
ervaringen noteren:<br />
– Het typeren of toewijzen van oplossingen aan de verschillende kwadranten<br />
is een oefening “under construction”. Gaandeweg kan <strong>het</strong><br />
karakter van de oplossing immers wijzigen (bv. wijzigende beleidska-<br />
1 i.e. vertegenwoordigers van VDAB, GTB, WSE en WVG.<br />
Organisatieontwikkeling 11 / 14 Afl. 8 – november 2012
Handboek Management SE<br />
ders maken een eenvoudige oplossing plots toch complex). In dit<br />
opzicht gaat <strong>het</strong> om een voorlopige, tentatieve oefening en niet om<br />
een exacte wetenschap. Periodieke herzieningen en aanpassingen zijn<br />
dan ook aangewezen.<br />
– Het is soms moeilijk in te schatten of een oplossing eenvoudig is, dan<br />
wel complex. Vaak vereist dit een bijkomende, meer grondige analyse<br />
ter zake. <strong>De</strong> ZOWE-partners beschikken evenwel niet altijd over de<br />
noodzakelijke informatie.<br />
– Opnieuw spelen conceptuele en vakjargonmatige verschillen een rol.<br />
Het goed en ondubbelzinnig uitklaren van de voorgestelde pistes is<br />
dan ook moeilijk, maar wel zeer aangewezen.<br />
– <strong>De</strong> pistes goed doorpraten én uit<strong>werk</strong>en <strong>met</strong> de achterban van elke<br />
ZOWE-partner is zeer belangrijk. <strong>De</strong> uiteindelijke realisatie is immers<br />
vaak <strong>het</strong> <strong>werk</strong> van velen samen, ook zij die geen deel uitmaken van de<br />
opgerichte taskforce.<br />
Het resultaat van deze laatste evaluatieactiviteit werd opgenomen in <strong>het</strong><br />
schema uit bijlage 3.<br />
4. Conclusie<br />
In <strong>het</strong> voorliggende artikel hebben we de concrete aanpak van de evaluatie<br />
van <strong>het</strong> Antwerpse ZOWE-net<strong>werk</strong> toegelicht. Het doel van deze evaluatie<br />
is om tot een duurzame verderzetting te komen van de door dit<br />
net<strong>werk</strong> ontwikkelde ZOWE-<strong>met</strong>hodiek. <strong>De</strong>ze <strong>met</strong>hodiek is gericht op de<br />
begeleiding van <strong>werk</strong>zoekenden <strong>met</strong> een psychiatrische problematiek in<br />
de regio Antwerpen. Achtereenvolgens kwamen de opstart, de <strong>werk</strong>wijze<br />
en de resultaten van de evaluatie aan bod. Bij de evaluatie stonden we<br />
vooral stil bij de gebruikte schema’s en denkkaders, enkele interessante<br />
ervaringen vanwege de ZOWE-partners en concrete evaluatieresultaten.<br />
Dit zou andere SE-leidinggevenden alvast kunnen inspireren bij de evaluatie<br />
en aansturing van hun eigen zorg-<strong>werk</strong> initiatieven.<br />
In de conclusie van dit artikel zouden wij graag nog even stilstaan bij <strong>het</strong><br />
meer algemene belang en de toegevoegde waarde van de evaluatie van<br />
dit ZOWE-net<strong>werk</strong> voor andere zorg-<strong>werk</strong> net<strong>werk</strong>en. We doen dit in <strong>het</strong><br />
licht van de W 2 beleidsnota en <strong>het</strong> artikel 107 van de Vlaamse Gemeenschap.<br />
Tijdens <strong>het</strong> slotevent werd alvast duidelijk dat praktijk<strong>werk</strong>ers en<br />
beleidsverantwoordelijken elkaar goed kunnen vinden in <strong>het</strong> hele ZOWEverhaal.<br />
<strong>De</strong> beleidsverantwoordelijken die deelnamen aan <strong>het</strong> panelgesprek<br />
benadrukten dat <strong>het</strong> ZOWE-project er in geslaagd is om een succesvolle<br />
intersectorale samen<strong>werk</strong>ing op te starten zonder de W²<br />
conceptnota. Het resultaat en de conclusies zijn wel zeer gelijklopend<br />
<strong>met</strong> die van de <strong>werk</strong>groep W². In die zin kan <strong>het</strong> ZOWE-project volgens<br />
Afl. 8 – november 2012 Organisatieontwikkeling 11 / 15
Handboek Management SE<br />
hen dan ook gezien worden als een “good practice” voor andere (toekomstige)<br />
projecten. <strong>De</strong> Vlaamse beleidsverantwoordelijken koppelen<br />
daar eveneens concrete gevolgen aan vast. Zo werden de ZOWE-partners<br />
ondertussen betrokken bij de doorstroomtrajecten arbeidszorg en <strong>sociale</strong><br />
<strong>economie</strong>. Ook in <strong>het</strong> kader van artikel 107 rond de vernieuwing van de<br />
geestelijke gezondheidszorg wordt naar <strong>het</strong> ZOWE-project verwezen.<br />
Referenties<br />
Voor meer informatie over <strong>het</strong> ZOWE-traject kunnen geïnteresseerde<br />
lezers steeds terecht bij:<br />
www.deploeg.be/projecten<br />
contactpersoon: kristien.s<strong>met</strong>@deploeg.be<br />
Brochure “Investeren in bijzondere mensen. Win-win voor <strong>werk</strong>gevers<br />
en <strong>werk</strong>nemers. Antwerpen. Zowe-project” 2012.<br />
Voor meer informatie over de W2 beleidsnota en <strong>het</strong> artikel 107 van de<br />
Vlaamse Gemeenschap kunnen geïnteresseerde lezers steeds terecht bij:<br />
www.psy107.be<br />
https://hiva.kuleuven.be/resources/pdf/publicaties/R1212.pdf<br />
Voor meer informatie omtrent de gebruikte <strong>met</strong>hodiek kunnen geïnteresseerde<br />
lezers terecht in de volgende publicaties:<br />
Vallet Nathalie (2010a), <strong>De</strong> strategische odyssee van <strong>sociale</strong> <strong>economie</strong><br />
organisaties: alternatieve reisroutes na Ithaka, in: Over.Werk Tijdschrift<br />
van <strong>het</strong> Steunpunt WSE / Steunpunt Werkgelegenheid, 20:3, blz. 66-<br />
80.<br />
Vallet Nathalie (2010b), <strong>De</strong> strategische beleidsvorming in <strong>sociale</strong> <strong>economie</strong><br />
organisaties: <strong>het</strong> kritisch en genuanceerd verhaal van drie strategische<br />
muzes, in: Handboek management in de <strong>sociale</strong> <strong>economie</strong>, Brussel:<br />
Politeia; blz.4/1-4/21.<br />
Vallet Nathalie, Wouters T. (2011), Het paradigmatisch model voor strategische<br />
beleidsvorming gewikt en gewogen: valorisatie door SE-leidinggevenden,<br />
in: Handboek management in de <strong>sociale</strong> <strong>economie</strong>, Brussel:<br />
Politeia; blz. 8/1-8/26.<br />
Organisatieontwikkeling 11 / 16 Afl. 8 – november 2012
Handboek Management SE<br />
Bijlage 1: Schema identificatie opeenvolgende<br />
stappen, centrale opdracht, <strong>werk</strong>wijzen<br />
en partnerprofielen<br />
Afl. 8 – november 2012 Organisatieontwikkeling 11 / 17
Handboek Management SE<br />
Bijlage 2: Schema inventarisatie kracht-<br />
en verbeterpunten<br />
Type 1: de ZOWE-<strong>met</strong>hodiek<br />
1. Foute/juiste timing in 1 of meerdere fasen van <strong>het</strong> ZOWE-traject (productbeleid/ontwerp);<br />
2. Afwezigheid/aanwezigheid opdrachtbepaling en/of <strong>met</strong>hodiek van<br />
één of meerdere fasen van <strong>het</strong> ZOWE-traject (productbeleid/ontwerp);<br />
3. Afwezigheid/aanwezigheid uniforme codering (gemeenschappelijke<br />
taal) binnen ZOWE-<strong>met</strong>hodiek (productbeleid/ontwerp);<br />
4. Afwezigheid/aanwezigheid éénduidige toepassing ZOWE-<strong>met</strong>hodiek<br />
door (alle) partners (organisatie/coördinatie en afstemming) zie ook type<br />
3.2;<br />
5. Afwezigheid/aanwezigheid doorstroom van informatie aan (alle) partners<br />
(organisatie/coördinatie en afstemming);<br />
6. Wel/geen continuïteit in <strong>het</strong> structureel overleg tussen partners (als<br />
ZOWE project stopt) (organisatie/coördinatie en afstemming);<br />
7. Wel/geen continuïteit in toepassing ZOWE-<strong>met</strong>hodiek bij partners (als<br />
ZOWE project stopt) (organisatie/coördinatie en afstemming) zie ook<br />
type 2.6 en type 3.4;<br />
8. Wel/geen evenwichtig traject (zowel zorg voor individu als voor <strong>werk</strong>).<br />
Type 2: de cliënt-relatie<br />
1. Geen/wel duidelijk profiel cliënt of cliëntgroep (klantbeleid/profiel);<br />
2. Geen/wel bereik en zo inschakeling potentiële cliënten in ZOWE traject<br />
(kunnen alle behoeftige potentiële cliënten instromen in <strong>het</strong> traject?)<br />
(klantbeleid/bereik en werving);<br />
3. Geen garantie/wel garantie op éénduidige (en zo beheersbare) begeleiding<br />
en opvang cliënt (klantbeleid/service);<br />
4. Geen garantie/wel garantie op maat<strong>werk</strong> begeleiding (ad hoc) en<br />
opvang; geen/wel voorzieningen voor maat<strong>werk</strong> (ad hoc) begeleiding<br />
en opvang (klantbeleid/service);<br />
Organisatieontwikkeling 11 / 18 Afl. 8 – november 2012
Handboek Management SE<br />
5. Geen garantie/wel garantie op continue begeleiding en opvang cliënt<br />
tijdens ZOWE-traject (ook als iets fout loopt, bv. <strong>werk</strong>loosheidsval)<br />
(klantbeleid/service);<br />
6. Geen garantie/wel garantie op continue begeleiding en opvang cliënt<br />
nadien (als ZOWE project stopt (klantbeleid/service).<br />
Type 3: de partner-relatie<br />
1. Afwezigheid/aanwezigheid van een partner in een fase om zo een<br />
(noodzakelijke) bijdrage te leveren (bv. activiteit of <strong>met</strong>hodische kennis)<br />
(productbeleid/ontwerp);<br />
2. Verschillen/gelijkenissen in functies tussen partners (HRM/functielandschap<br />
& organisatie/coördinatie en afstemming);<br />
3. Afwezigheid/aanwezigheid van een hoge <strong>werk</strong>last bij <strong>het</strong> personeel<br />
van partner (HRM/stress);<br />
4. Afwezigheid/aanwezigheid inbedding ZOWE-<strong>met</strong>hodiek in de reguliere<br />
<strong>werk</strong>ing van partner, moeilijk/makkelijke inbedding ZOWE<strong>met</strong>hodiek<br />
in reguliere <strong>werk</strong>ing (als ZOWE project stopt) (HRM/taakomschrijving,<br />
opleiding en training & organisatie/coördinatie en afstemming).<br />
Type 4: de institutionele context-financiering<br />
1. Geen/wel voorzieningen vanuit wetgevend kader voor financiering<br />
cliënt (wetgevend kader/ hiaten);<br />
2. Onduidelijke/duidelijke financiering vanuit wetgevend kader (wetgevend<br />
kader/verduidelijking);<br />
3. Sterk projectgebonden financiering vanuit wetgevend kader voor<br />
cliënt; beperkte/onbeperkte financiering vanuit wetgevend kader (wat<br />
als ZOWE project stopt) (wetgevend kader/continuïteit).<br />
Type 5: institutionele context-statuten<br />
1. Geen/wel compatibele zorg-<strong>werk</strong> statuten (wetgevend kader/consistentie);<br />
2. Wel/geen codering van diagnose (wetgevend kader);<br />
3. Wel/geen kennis van statuten.<br />
Afl. 8 – november 2012 Organisatieontwikkeling 11 / 19
Handboek Management SE<br />
Type 6: institutionele context – organisatie bestaande aanbod bij<br />
derden<br />
1. Bestaande aanbod sluit niet/wel aan bij de doelgroep;<br />
2. Geen/wel wachtlijst;<br />
3. Geen/wel logge administratie;<br />
4. Bij derden: wel/geen kennis van de doelgroep.<br />
Organisatieontwikkeling 11 / 20 Afl. 8 – november 2012
Handboek Management SE<br />
Bijlage 3: Typering soorten oplossingen<br />
Afl. 8 – november 2012 Organisatieontwikkeling 11 / 21