21.09.2013 Views

December 2011 - Peellandse Molenstichting

December 2011 - Peellandse Molenstichting

December 2011 - Peellandse Molenstichting

SHOW MORE
SHOW LESS

You also want an ePaper? Increase the reach of your titles

YUMPU automatically turns print PDFs into web optimized ePapers that Google loves.

Peellands Molennieuws<br />

<strong>Peellandse</strong> <strong>Molenstichting</strong><br />

74<br />

dec ‘11


Peellands Molennieuws is een uitgave van de <strong>Peellandse</strong> <strong>Molenstichting</strong>.<br />

Een abonnement op dit blad is inbegrepen in het lidmaatschap van de Vriendenkring<br />

van de stichting. De minimale contributie om lid te zijn van de Vriendenkring<br />

bedraagt € 10,- per jaar.<br />

Secretariaat:<br />

<strong>Peellandse</strong> <strong>Molenstichting</strong><br />

p.a. Zomerland 104, 5663 HW Geldrop<br />

Tel: 040-2863567<br />

Email: peellandsemolens@gmail.com<br />

Postgiro P5706031 t.n.v. <strong>Peellandse</strong> <strong>Molenstichting</strong><br />

Redactie:<br />

Mark Dwarswaard, Wiro van Heugten, Geert van Stekelenburg en Hans Tielemans.<br />

Het typewerk, de lay-out en de eindredactie zijn verzorgd door Mark Dwarswaard<br />

en Geert van Stekelenburg<br />

Uw artikelen, commentaar en ideeën kunt u sturen naar:<br />

Redactie Peellands Molennieuws<br />

p.a. Geert van Stekelenburg<br />

Tel: 0493-693504<br />

Email: e.vanstekelenburg@chello.nl<br />

Uiterste inzenddatum voor het volgende nummer: 15 maart 2012<br />

Omslagfoto: roeden voor molen ‘De Grooten Bentel’ in Turnhout in de maak bij<br />

Adriaens Molenbouw in Weert (foto: Jan Tielemans)<br />

Peellands Molennieuws<br />

ISSN 1574-2512<br />

2


De voormolen<br />

Beste lezers, vrienden van de <strong>Peellandse</strong> <strong>Molenstichting</strong><br />

We hebben met het Peellands Molennieuws bijna een mijlpaal bereikt en<br />

we zijn van plan u met het volgende nummer, jubileumnummer 75, een<br />

mooie blijvende herinnering aan de molens in Peelland te bezorgen. Met<br />

wat up's en down's en soms wat sprokkelen met kopij is het toch gelukt<br />

om gemiddeld drie keer per jaar een uitgave van het “Peellands Molennieuws”<br />

bij u in de bus te krijgen. Hulde hiervoor aan de redactieleden die<br />

dit al vele jaren met zoveel inzet gedaan hebben en hopelijk nog heel lang<br />

blijven doen. Over molens raak je namelijk nooit uitgeschreven.<br />

Binnen de <strong>Peellandse</strong> <strong>Molenstichting</strong> hebben we het afgelopen jaar ook<br />

niet stil gezeten, neem bijvoorbeeld maar eens een kijkje op onze nieuwe<br />

website: www.peellandsemolenstichting.nl . In het najaar voerden we actie<br />

om nieuwe molenaars te werven. Vooral de aandacht in de pers en op<br />

de radio heeft ons daar bij geholpen. We zullen er zeker nog een vervolg<br />

aan geven, met name daar waar dit het begeleiden van de leerling molenaars<br />

betreft.<br />

Mark Dwarswaard heeft intussen zitting genomen in het bestuur, daarmee<br />

stopt echter het zoeken naar meer nieuw muldersbloed niet. Van Piet<br />

Meulendijks nemen we als bestuurslid aan het einde van dit jaar helaas<br />

afscheid. Al snel genoeg na zijn examen in 1987 kwam Piet het bestuur<br />

versterken, hij is dus ruim tweeëntwintig jaar actief geweest in het bestuur.<br />

Via deze weg wil ik Piet heel hartelijk bedanken voor zijn inzet en<br />

inspiratie en ik hoop hem nog heel vaak tegen te komen op zijn molen in<br />

Liessel of tijdens een van onze activiteiten.<br />

Namens de <strong>Peellandse</strong> <strong>Molenstichting</strong><br />

wens ik iedereen een heel gelukkig en<br />

gezond 2012 toe.<br />

Voorzitter Marc van Deursen<br />

3


Uitgelicht<br />

Molenaarsexamen<br />

Het molenaarsexamen is vaak een spannende en zenuwslopende bezigheid<br />

voor de molenaar kandidaat. Hij of zij hoopt natuurlijk met succes zijn<br />

examen af e kunnen sluiten. Maar ook voor de stage begeleider<br />

(voorheen gast gevend molenaar genoemd) en zelfs de examencommissie<br />

is zo’n examen dag vaak enerverend .<br />

Hieronder volgen drie verslagen van een examen dag die plaats vond op<br />

molen ’t Nupke in Geldrop op 14 oktober jongsleden. Het eerste verslag<br />

beschrijft de situatie gezien door de ogen van de kandidaat, het tweede<br />

geeft de visie van een van de examinatoren weer en tot slot het laatste<br />

verslag, dat gemaakt is door de molenaar van de examenmolen.<br />

Het molenaarsexamen:<br />

…… door de ogen van een kandidaat<br />

Het was in de vroege ochtend van vrijdag 14 Oktober <strong>2011</strong> dat ik meteen<br />

na het ontwaken uit mijn raam naar buiten keek om te zien of er wind was.<br />

Natuurlijk houd je de weersvoorspelling goed in de gaten, maar toch is de<br />

teleurstelling groot als blijkt dat het inderdaad ook niet waait. Toch de<br />

hoop maar behouden, ik hoef pas om 14:00 uur mijn examen te doen,<br />

misschien neemt de wind dan wat toe.<br />

De verdere ochtend doorgekomen met een kennis die bij ons op bezoek<br />

is gekomen. Ik kon er toch niks aan helpen om de hele tijd met mijn gedachten<br />

al in Geldrop te zijn. Hoe zou het Maurice en Anja vergaan zijn?<br />

De dagen die we op ’t Nupke hebben geoefend waren telkens heel gezellig<br />

en het kon ook haast niet anders of mijn voorgangers moesten het examen<br />

positief afronden.<br />

Terwijl de klok liet weten dat het laat genoeg was om naar mijn examen te<br />

gaan kreeg ik nog de laatste succeswensen toegezegd. Op naar Geldrop!<br />

In Geldrop aangekomen bleek ik veel te vroeg te zijn. Een journaliste van<br />

het Eindhovens Dagblad was de zojuist geslaagde Anja aan het interviewen.<br />

Hoewel het eigenlijk lunchpauze was vroeg de examencommissie<br />

mij of het een probleem was om nu meteen te beginnen. Dat liet ik mij<br />

4


geen tweede keer zeggen, in Nuenen stond een molen op mij te wachten<br />

dus meteen aan de slag dan maar. De zenuwen waren er uiteraard wel,<br />

maar niet meer dan gezonde spanning. Het proefexamen op de Zeldenrust<br />

te Oss heeft me genoeg zelfvertrouwen gegeven om er helemaal<br />

voor te gaan. De wind was toch een beetje gaan waaien, hoewel de richting<br />

varieerde van Zuidoost tot Noordoost.<br />

Ik besloot de molen in het midden op het Oosten neer te zetten en er vier<br />

volle zeilen voor te leggen. De molen begon, na een klein duwtje te lopen<br />

en ik kon de molen gelukkig gewoon op de wind vangen.<br />

Na wat vragen over de verschillende wieksystemen (Ten Have, is dat het<br />

systeem met al die kleine klepjes? in de molen naar de kap geklommen<br />

Het examen van Anja Brouwer (2e van links). De examencommissie bestaande<br />

uit: (v.l.n.r.) Paul Sijben, Geert van de Winkel, Mark Dwarswaard en<br />

Hub van Erve.<br />

voor het tweede deel van het examen. De vragen vond ik meevallen. Hoewel<br />

ik sommige vragen niet helemaal begreep of soms op het goede<br />

spoor gebracht moest worden, dacht ik dat ik de meeste vragen wel goed<br />

kon beantwoorden. Het viel me ook op dat er geen vragen werden gesteld<br />

over de bouw van andere type molens, een meevallertje.<br />

5


Dit gedeelte ging me goed af en we besloten het examen met een aantal<br />

vragen aan de tafel naast de maalbak. Hier kwamen de vragen over het<br />

weer, een weerkaartje en nog wat algemene vragen over molens. Onder<br />

het genot van een welverdiend bekertje fris (ik had dorst gekregen van al<br />

dat gepraat) probeerde ik ook dit deel van het examen goed af te ronden.<br />

Aan het einde van het examen moest ik even plaatsmaken voor overleg<br />

van de examencommissie. Ik had vooraf besloten zoveel mogelijk van het<br />

examen te genieten en dat heb ik ook gedaan. Ik was redelijk zeker van<br />

mijn zaak, dus stapte ook vrolijk de molen weer binnen om de uitslag aan<br />

te horen. Deze uitslag was positief, en dus kreeg ik de felicitaties van iedereen<br />

in de molen en een blits speldje aangereikt. Na nog even te hebben<br />

gebuurt met de aanwezigen moest het volgende examen alweer beginnen<br />

en besloot ik naar Nuenen te vertrekken om mijn voorrecht om met<br />

molens te mogen draaien meteen te gebruiken. De molen bleef tot laat in<br />

de avond gewoon lopen en ondertussen kreeg ik te horen dat alle kandidaten<br />

die dag in ’t Nupke geslaagd zijn!<br />

Het was een fantastische dag en daarvoor wil ik iedereen hartelijk danken!<br />

Jeroen van Boxmeer<br />

…… door de ogen van de examinator<br />

Op vrijdag 14 oktober waren er op korenmolen ’t Nupke in Geldrop vier<br />

kandidaten. Alle vier slaagden, waarbij de examencommissie bij drie kandidaten<br />

unaniem over de uitslag besliste. Jeroen was één van die drie.<br />

Het was goed merkbaar dat hij veel ervaring opgedaan heeft op de diverse<br />

molens in Peelland, want de praktijk leverde voor hem geen probleem<br />

op, al zorgde het krimpend leggen van de bezetketting even voor wat verwarring.<br />

Dit corrigeerde hij snel.<br />

Je kunt het versteken van de vang, het smeren van assen en kruiwerken<br />

gerust aan Jeroen overlaten, althans… theoretisch dan. Helaas is het<br />

examen nog niet zover dat zulke zaken praktisch geëxamineerd kunnen<br />

worden (ik ben daar wel voorstander van). Ook de theoretische kennis<br />

van de korenmolen was prima in orde, maar wat wil je als je zoveel maalt<br />

als ze op de Roosdonck doen. Deze theoretische kennis is voor een examen<br />

van De Hollandsche Molen geen hoofdzaak; “Het Gilde van Vrijwillige<br />

Molenaars” leidt alleen op om voor de prins te draaien.<br />

Het onderdeel andere molenfuncties gaf ook weinig problemen al moesten<br />

we Jeroen niet te ver doorzagen over de pelmolen (en Ten Have is<br />

6


niet met klepjes!). Maar zoals gezegd; malen voor de prins. En pelmolens<br />

staan hier niet in de buurt. Over het laatste onderdeel, door velen als<br />

moeilijkste ervaren, het weer, wist hij ook alle vragen wel goed te beantwoorden.<br />

Alleen had hij toch nog de neiging om te vangen met de staart<br />

als je in een bui de molen niet stil krijgt, zelfs niet in een zaam. Toen hem<br />

gevraagd werd wat dan de gevolgen zijn als je de bezetketting los maakt<br />

terwijl de molen zeer hard draait wist hij wel dat je dan de kans loopt dat<br />

de kap van de molen gaat en je toch beter nog even kunt wachten! Zolang<br />

duurt een bui toch ook weer niet.<br />

Al met al hadden we als examencommissie weinig tijd nodig om het oordeel<br />

te vellen: geslaagd!<br />

Mark Dwarswaard<br />

…… en door de ogen van de molenaar<br />

Op vrijdag 14 oktober zijn de landelijke examens vrijwillig molenaar afgenomen<br />

op Korenmolen ’t Nupke in Geldrop. Er waren vier kandidaten,<br />

Maurice van Hoven uit Veldhoven, Anja de Brouwer uit Best, Jeroen van<br />

Boxmeer uit Gemert, en Henk Verbunt uit Valkenswaard.<br />

Onder het genot van een kop koffie en de door een van de kandidaten<br />

meegebrachte koek hebben we op 13 augustus met elkaar kennis gemaakt<br />

en is de molen uitgebreid bekeken. Daarna zijn de kandidaten regelmatig<br />

komen oefenen om de vang en de zeilen in de vingers te krijgen.<br />

Dan 14 oktober: een spannende dag. De examencommissie, bestaande<br />

uit Marc Dwarswaard, Hub van Erven, P. Sijben en G. van de Winkel, waren<br />

ruim op tijd aanwezig evenals de eerste kandidaat Maurice van Hoven<br />

om nog even een kop koffie en een plak kruidkoek te gebruiken.<br />

Om 9.30 uur begonnen de examens. Helaas was er niet genoeg wind om<br />

de molen te laten draaien. Bij het op- en afzeilen van de molen speelde<br />

de examencommissie voor Jan de Wind zodat Maurice kon tonen dat hij<br />

de vang onder controle had.<br />

Na het praktische en het theoretische gedeelte een paar spannende minuten<br />

wachten. Dan het verlossende moment: Geslaagd!<br />

Om 11.15 uur was Anja aan de beurt. De koek heeft ze door de zenuwen<br />

niet opgegeten. Nu was de wind opgekomen en had de examencommissie<br />

het wat makelijker. Na anderhalf uur zweten kwam ook voor Anja het<br />

verlossende “geslaagd” uit de mond van de examencommissie.<br />

Na de lunch was Jeroen aan de beurt. Ruim binnen de geplande tijd had<br />

ook hij het zo fel begeerde speldje op zijn borst.<br />

7


Als laatste was Henk, tevens de oudste van de vier, aan de beurt. Ook hij<br />

werd flink aan de tand gevoeld. Het op de wind zetten en het opzeilen<br />

ging goed. Dan de tocht door de molen en het weer en dan de spannende<br />

laatste minuten wachten. De spanning was te snijden. Dan ook voor Henk<br />

het verlossende “geslaagd”.<br />

Na met de examencommissie nog even te hebben nagekaart onder het<br />

genot van een welverdiend biertje, konden we rond 18.30 uur de molen<br />

afsluiten en naar huis gaan.<br />

Voor ons: Frans, Hans en onze leerling Dave, was het een lange en drukke<br />

maar heel gezellige dag met een mooi resultaat, vier molenaars er bij<br />

in zuidoost Brabant.<br />

Maurice, Anja, Jeroen en Henk, nogmaals gefeliciteerd met het behalen<br />

van jullie diploma en dat jullie nog lang plezier mogen hebben in het molenaars<br />

vak.<br />

Hans Tielemans<br />

De beide molenaars, Frans Tullemans (links) en Hans Tielemans, druk aan het<br />

werk op een “normale” werkdag op ‘t Nupke.<br />

(Foto: website www.hetnupke.nl)<br />

8


Vulstukken<br />

Verhaegen roeden bij Adriaens Molenbouw in Weert<br />

Onlangs ontving ik per email een uitnodiging van Wim Adriaens om de<br />

werkplaats van zijn bedrijf te komen bezoeken want men was op dat moment<br />

bezig met de fabricage van een stel geklonken roeden volgens de<br />

Verhaegen methode. Wim wist namelijk dat ik geïnteresseerd ben in het<br />

klinken van roeden, omdat de roeden van mijn eigen molen binnen enkele<br />

jaren aan vervanging toe zijn. Ik zou graag willen dat deze niet zomaar<br />

vervangen gaan worden door een nieuw stel gelaste roeden, maar gerestaureerd<br />

worden, zoals onlangs ook met de roeden van de molen van<br />

Uden is gebeurd. Indien dit niet mogelijk blijkt te zijn dan zou een nieuw<br />

stel geklonken Potroeden de volgende optie zijn. Toen ik hier laatst met<br />

Wim over sprak, gaf hij al aan dat hij zich tegen die tijd graag zou verdiepen<br />

in het klinken van Potroeden en dat dit eventueel ook wel door zijn<br />

bedrijf gedaan kon worden.<br />

Aan de uitnodiging van Wim<br />

Adriaens werd gevolg gegeven<br />

en op een zaterdagochtend<br />

ging ik samen met<br />

twee leerlingen (Jan Tielemans<br />

en Riekus Meijering)<br />

naar de werkplaats van Molenbouwer<br />

Adriaens aan de<br />

Oude Steeg in Weert.<br />

Meteen al bij binnenkomst<br />

zagen we tot onze stomme<br />

verbazing een compleet<br />

opgehekte buitenroe liggen.<br />

Twee Verhaegenroeden, de<br />

rechter roe is nog niet geheel<br />

geklonken .<br />

(Foto: Geert van Stekelenburg)<br />

9


Nou maakt een molenroe op de grond naast een molen altijd al een behoorlijke<br />

indruk vanwege zijn enorme lengte (in dit geval ging het om een<br />

lengte van 25,40 meter), maar als je hem dan ook nog helemaal opgehekt<br />

en voorzien van complete voorzoom binnen ziet liggen naast een kale<br />

mooi gekromde binnenroe, verrast je dat enorm.<br />

Wim Adriaens, die ons al opwachtte in de werkplaats vertelde dat dit gevlucht<br />

bestemd is voor de “Grote Bentelmolen” (ook wel “De Grooten Bentel”,<br />

“Oranjemolen”of “Coppensmolen” genoemd) in Turnhout, België. Architect<br />

Lou Jansen, de huidige eigenaar van de “Grote Bentelmolen”, liet<br />

deze in 1969-1970 herstellen door molenbouwer Caers uit Kasterlee.<br />

Sindsdien doet de molen dienst als zijn woning en architectenbureau. De<br />

molen raakte uitwendig opnieuw weer in verval en Adriaens Molenbouw<br />

uit Weert begon in het voorjaar van 2010 met herstelwerkzaamheden,<br />

toen demonteerde men de roeden en de kap.<br />

De nieuwe buitenroe,<br />

waarvan overigens al het<br />

houtwerk geïmpregneerd<br />

is, zal natuurlijk alvorens<br />

vervoerd te worden naar<br />

Turnhout gedemonteerd<br />

worden, nadat alle houten<br />

onderdelen genummerd<br />

zijn.<br />

Ook in de molenbouwerswereld<br />

heeft de moderne<br />

wetenschap zijn intrede<br />

gedaan: Wim vertelde dat<br />

het model van de twee<br />

roeden met behulp van<br />

een computerprogramma<br />

wordt uitgezet. Daarna<br />

worden de metalen platen<br />

met een laser gesneden.<br />

Bij dit snijden worden<br />

meteen ook de heklat-<br />

10<br />

Het door Adriaens zelf ontworpen<br />

klinkapparaat.<br />

(Foto: Jan Tielemans)


gaten en de klinkgaten aangebracht. Deze laatste hebben een doorsnede<br />

van 8 mm en worden later nog opgeboord tot een dikte van 10,5 mm.<br />

Vervolgens worden de uitgesneden platen gemetalliseerd. Metalliseren (of<br />

schooperen) zorgt voor een perfecte roestwerende en beschermende<br />

laag. Bij metalliseren wordt zink gesmolten en gelijkmatig over het metaal<br />

verdeeld. Daarna wordt nog een laag primer aangebracht op de platen.<br />

Dan wordt de roe in elkaar geschroefd en op een stalen balk bevestigd<br />

(op enkele punten zelfs vast gelast) om hem te kunnen richten.<br />

Wim Adriaens geeft uitleg over het klinkproces van de roeden<br />

(Foto: Riekus Meijering)<br />

Daarna kan men beginnen met het klinken. Hiervoor worden klinknagels<br />

met een ronde kop gebruikt. (In tegenstelling tot de fabricage van Potroeden:<br />

hierbij gebruikt men namelijk afgeplatte nagels). Alleen het gedeelte<br />

van de roe dat later in de askop komt, wordt voorzien van klinknagels met<br />

afgeplatte koppen en op die plaats worden de klinkgaten verzonken geboord.<br />

De klinknagel met een dikte van 10 mm wordt vooraf heet gestookt<br />

met een brander en dan heet geklonken, waardoor het klinkgat, dat een<br />

halve mm groter in doorsnee is dan de nagel, in zijn geheel gevuld wordt.<br />

De Verhaegen roede wordt aan de voor en achterkant gevormd door ijzeren<br />

platen met omgezette randen, waartegen vlakke stroken worden geklonken.<br />

De platen die gebruikt worden zijn zijn 5 mm. dik. Men begint<br />

met één enkele zijplaat aan het einde van de roe, verderop worden het er<br />

twee en in het midden worden er drie platen op elkaar geklonken. Dat wil<br />

11


zeggen dat op die plaatsen de klinknagel door 4 lagen metaal heen gaat<br />

(inclusief boven- of onderplaat waaraan de zijplaten worden bevestigd).<br />

Hier worden dus ook langere klinknagels gebruikt dan aan het eind van<br />

een roe. Het klinkapparaat zelf is overigens bedacht en ontworpen door<br />

het bedrijf zelf.<br />

Na het klinken wordt de achterkant van de klinknagel, aan de binnenkant<br />

van de roe dus, behandeld met zinkverf. Als de roe klaar is wordt het geheel<br />

nog eens getectyleerd. Een dergelijke roe zou dus misschien wel<br />

zo’n honderd jaar mee kunnen gaan. “Op deze manier maken we ons zelf<br />

nog overbodig”, merkte Wim dan ook in de loop van ons gesprek op, toen<br />

na deze uitleg ook nog eens het volledig impregneren van alle houtwerk<br />

van het gevlucht ter sprake kwam.<br />

Het gehele proces van het klinken van een dergelijk roede is natuurlijk<br />

Inkijkje in de buitenroe. Bovenaan (de uiteindelijke achterkant van de roe) ziet<br />

u nog bouten en moeren, onder zijn al klinknagels te zien.<br />

(Foto: Geert van Stekelenburg)<br />

kostbaarder dan dat van een gelaste roede. Voor een geklonken roede<br />

worden 120 manuren uitgetrokken, wat natuurlijk heel wat meer is dan<br />

voor een gelaste roede. Maar je hebt dan wel een zeer degelijk en historisch<br />

verantwoord gevlucht aan je molen.<br />

12


Dit stel roeden voor de molen van Turnhout is niet het eerste stel dat in de<br />

werkplaats van Adriaens gemaakt wordt: onder andere de standerdmolen<br />

van Diest is ook al eens voorzien van een Verhaegengevlucht uit Weert.<br />

En de laatste roeden werden geklonken in 2005 voor de Witte molen in<br />

Buitenroe lbevestigd op een ijzeren balk om hem daarmee te kunnen richten.<br />

(Foto: Geert van Stekelenburg)<br />

Sint Niklaas. Het klinken van roeden schijnt overigens steeds vaker weer<br />

plaats te vinden: Wim vertelde dat op dit moment in Wessem, in de werkplaats<br />

van Verdonkschot, gewerkt wordt aan een stel onvervalste geklonken<br />

Potroeden. Misschien moeten we daar binnenkort ook maar eens een<br />

kijkje gaan nemen.<br />

Een ding vergat ik nog te vragen na onze hartelijke ontvangst en zeer interessante<br />

rondleiding in de werkplaats van Adriaens Molenbouw in<br />

Weert: welke tekst komt er op het metalen merkplaatje dat, zoals gebruikelijk,<br />

op het nieuwe gevlucht bevestigd gaat worden? Wordt dit:<br />

“Verhaegen-Adriaens” , “Adriaens-Verhaegen” of alleen “Adriaens”?<br />

Geert van Stekelenburg<br />

13


Loskomende roede van ’t Nupke in Geldrop<br />

Korenmolen ’t Nupke in Geldrop heeft een houten as met een gietijzeren<br />

insteekkop van de Fa. van Aarschot uit Herentals. Al jaren hebben wij het<br />

probleem dat de roeden in het voorjaar los komen en de roedewiggen een<br />

paar keer aangehaald moeten worden.<br />

Na de assenkop eens goed<br />

te hebben bekeken, blijkt<br />

dat er in de roegaten geen<br />

wig kanten zijn ingegoten<br />

(zie fig. 1). Dit betekent dat<br />

de roedewiggen maar op<br />

een klein oppervlak dragen<br />

en plaatselijk zeer belast<br />

worden . Door het gewicht<br />

van de roede met hekkens<br />

Figuur 1<br />

en windborden, worden de<br />

roedewiggen ingedrukt en<br />

komen de roeden los te<br />

zitten.<br />

Een paar jaar geleden heeft<br />

de Fa. Adriaens uit Weert<br />

nieuwe roedewiggen geplaatst<br />

met contra wiggen<br />

in de roegaten (fig. 2). Maar<br />

ook deze oplossing hielp<br />

niet. De roewiggen dragen<br />

Figuur 2<br />

dan wel over de volle lengte<br />

maar de contra wiggen schuiven naar binnen. Dus de roeden kwamen<br />

toch steeds weer los.<br />

Nu hebben we een oplossing<br />

gevonden die hopelijk<br />

wel voldoet.<br />

In de roegaten zijn houten<br />

platen geschoven, die even<br />

lang zijn als de roegaten en<br />

waar aan beide kanten een<br />

wig kant is geschaafd, een<br />

Figuur 3<br />

soort dubbele uitgevoerde<br />

14


contra wig (fig. 3). De roewiggen dragen nu over de volle lengte waardoor<br />

de belasting beter verdeeld wordt. Doordat de contrawig uit één stuk is,<br />

kan deze ook niet meer schuiven.<br />

Hans Tielemans<br />

Wiggen en contrawiggen liggen klaar om gemonteerd te worden.<br />

(Foto: Hans Tielemans)<br />

15


Wie’s nou de mulder van...<br />

Wie’s nou de mulder van… Opwetten<br />

Deze rubriek bestaat intussen al een hele tijd, maar het viel me op dat het<br />

steeds ging om molenaars van windmolens die tot nu toe geïnterviewd<br />

werden. Dat kon ook niet anders, want in het werkgebied van de <strong>Peellandse</strong><br />

<strong>Molenstichting</strong> bestonden tot een paar jaar geleden geen werkende<br />

watermolens meer. Daaraan kwam een einde toen er o.a. de gemeente<br />

Nuenen c.a. aan toegevoegd werd. Daar ligt op de rivier de Kleine<br />

Dommel onder andere de Opwettense watermolen. Deze draait weer na<br />

een onderbreking van heel wat jaren en als het er over uitgaat kan hij ook<br />

weer malen.<br />

Binnen Nuenen is er lang over gesproken hoe het verder moest gaan met<br />

deze watermolen nadat de familie Van Hoorn er niet meer actief op was.<br />

Wie zou de molen kopen en wat de koper ermee, was de grote vraag.<br />

Uiteindelijk kocht Peter (beter bekend als Peer Geboers) de molen. Hij<br />

begon een restaurant in een gedeelte van de molen (de voormalige oliemolen)<br />

en in een gereconstrueerde droogschuur. Hij had ook wel belangstelling<br />

om de molen weer te laten draaien.<br />

Hij kwam met Tonny van den Boomen uit Tongelre, die meewerkt aan het<br />

samenstellen van een boek over Nuenen-West, in aanraking. Deze wist<br />

wel een molenaar in de persoon van Martijn Coenraads. Dat is nu ongeveer<br />

twee jaar geleden. Omdat er nogal wat werkzaamheden rond de molen<br />

en het restaurant verzet moesten worden duurde het nog even voordat<br />

Martijn echt actief kon worden. Vorig jaar op <strong>Peellandse</strong> Molendag<br />

was de molen voor het eerst weer open (draaien kon nog niet) en was<br />

publiek voor het eerst welkom. Dat laatste heeft men geweten, want er<br />

waren zeker duizend mensen op af gekomen. Het in goede banen laten<br />

lopen van een en ander baarde zoveel zorgen, dat er verder toen niets<br />

gedaan kon worden.<br />

Het is nu een jaar later en het werd eens tijd Martijn op de molen te gaan<br />

interviewen samen met zijn nieuwe compagnon Mark Dwarswaard. Dit<br />

gebeurde op een zondag in november, de enige dag van de uiterst droge<br />

maand dat het eens regende. Iedere zondagmiddag van één tot vier uur<br />

16


zijn Martijn en Mark aanwezig, binnenkort ook regelmatig met Jeroen van<br />

Boxmeer. Deze laatste gaat samen met Mark bij Martijn voor watermolenaar<br />

leren. Voor Mark is het de bedoeling dat hij er iedere zondag is en<br />

dat hij ’s zaterdags in Eerde bij Erwin Janssen op de windmolen draait.<br />

Jeroen draait als pas geslaagde (jongste) molenaar ook op molen “de<br />

Roosdonck” in Nuenen en “de Bijenkorf” in Gemert.Voor Martijn blijkt min<br />

of meer een jongensdroom uit te zijn gekomen door molenaar op de Opwettense<br />

watermolen te zijn geworden. Als kind was hij al bijzonder geïn-<br />

Mark Dwarswaard weegt meel af in de watermolen van Opwetten.<br />

(Foto: Wiro van Heugten)<br />

teresseerd en draaide lang mee bij Edwin van Bussel op de watermolen<br />

van Coll. Het is dan ook niet verwondlijk, dat hij al op achttienjarige leeftijd<br />

als jongste (water)molenaar slaagde. Dat was op 19 mei 1999, dus 12½<br />

jaar geleden. Later werd hij ook actief bij Holten’s molen in Deurne, maar<br />

zijn liefde bleek toch meer te liggen bij watermolens. Toen Tonny van den<br />

Boomen hem benaderde en hij in contact kwam met de nieuwe eigenaar<br />

was hij dan ook blij verrast. Uiteraard was het even kijken wat Peer Geboers<br />

precies met de molen wilde, maar dat bleek volgens Martijn wel<br />

goed te zitten en de contacten met hem en zijn vrouw Stans zijn bijzonder<br />

goed. Zij verzorgt trouwens mede het winkeltje, waar naast gewoon meel<br />

opvallend veel speltmeel wordt verkocht. Afgelopen jaar is trouwens op<br />

17


Martijn Coenraads en Mark Dwarswaard bezig met het buiten-<br />

luiwerk van de watermolen.<br />

(Foto: Wiro van Heugten)<br />

een stuk grond in de buurt van de molen weer eens spelt verbouwd. Er<br />

zijn weer ouderwetse bovengrondse elektriciteitsdraden aangebracht en<br />

de volgende klus is om binnen in de graanmolen elektriciteit te installeren.<br />

Dat is er namelijk niet aanwezig. Bij het rondwandelen door de molen blijken<br />

nog veel oude zaken aanwezig te zijn. Alleen de inscripties op balken<br />

en wanden geven al een hoop informatie over de knechten die meer dan<br />

18


een eeuw geleden al eens even de rust hadden de eerste letters van hun<br />

naam in het hout te krassen of te schilderen. Heel bijzonder is ook het<br />

piepkleine kantoortje. Voor de echte molenliefhebbers is het natuurlijk<br />

heel bijzonder dat er onderin de graanmolen nog wat over is van de oude<br />

houtzagerij. Het moet mogelijk zijn om dat weer in orde te maken. Zo te<br />

zien moet alles nog redelijk gemakkelijk te reconstrueren zijn. Daarnaast<br />

valt er voor de echte molenliefhebber nog meer te smullen. Het stenen<br />

open leggen van de graanmolen gebeurt nog niet met een steenkraan<br />

maar op de ouderwetse wijze en dat hebben Mark en Martijn al eens succesvol<br />

uitgeprobeerd. (Zie het artikel in “Op de Bil”) Intussen zijn ze ruim<br />

drie maanden regelmatig op de molen en kunnen ze volop vooruit.<br />

Opvallend is dat je op deze molen op een andere manier met het weer te<br />

maken hebt: terwijl een windmolenaar nog kort van tevoren naar het weer<br />

kan kijken of hij kan malen is een watermolenaar daar al dagen eerder<br />

mee bezig. Toch blijkt dat molen de zondag van mijn bezoek voldoende<br />

water te hebben ondanks de droge maand. Het water is overigens nog<br />

wel eens een probleem en dan zie je dat dit vroeger ook gespeeld moet<br />

hebben. De molens van Opwetten en Coll liggen namelijk niet zo ver van<br />

elkaar af op dezelfde rivier en zijn dus afhankelijk van hetzelfde water. Ze<br />

kunnen elkaar behoorlijk dwarszitten met het opstuwen van het water.<br />

Omdat dit eeuwenlang een probleem op kon leveren zijn al eens in 1545<br />

(!) pegels (waterhoogten) vastgesteld. Deze gelden trouwens nu nog,<br />

maar zijn toevallig in beide gevallen zowel op Coll als Opwetten niet in<br />

orde. Wanneer men zich op Opwetten daaraan precies zou houden, zou<br />

volgens Martijn de watermolen van Coll niet goed kunnen draaien. En als<br />

Coll het water opstuwt kan Opwetten niet vooruit. Nu is het maar goed dat<br />

in de meeste gevallen ’s zaterdags op Coll wordt gemalen en ’s zondags<br />

op Opwetten.<br />

Na dit uitgebreide bezoek aan de Opwettense watermolen met rondleiding<br />

door enthousiaste jonge molenaars ben ik er van overtuigd dat het<br />

(voorlopig) wel goed zit met een molen waarover sommige molenliefhebbers<br />

nog wel eens afgevraagd zullen hebben of het daar nog wel ooit<br />

goed mee zou komen.<br />

Wiro van Heugten<br />

19


Op de bil<br />

Over hoe je een loper terug legt<br />

Op woensdagavond 7 september dit jaar hebben Martijn Coenraads en ik<br />

op de Opwettense watermolen de loper van het kunststeen koppel (aan<br />

de oostzijde van de molen) terug gelegd. Nog in de tijd van de familie Van<br />

Hoorn is die open gelegd.<br />

Niet dat we er mee gaan malen; de steen is gescheurd en één van de<br />

ijzeren banden is eraf geroest. Met het andere (blauwe) koppel kunnen<br />

we wel malen. Maar de opengelegde steen lag nogal in de weg; waar een<br />

steen ligt kan geen graan opgeslagen worden en kunnen geen bezoekers<br />

staan. Bovendien lag de loper voor een deel over het trapgat.<br />

Omdat het op 11 september Speltfeest was op het terrein van Peer Geboers,<br />

de huidige eigenaar, wilden we de steen maar terugleggen, zodat<br />

ook het publiek niet meer over de ligger naar achteren kan lopen (ze komen<br />

dan te dicht bij het gaande werk). Dus dichtleggen maar dat koppel.<br />

Dat was makkelijker gezegd dan gedaan; de molen is niet uitgerust met<br />

een steenkraan! We moesten ouderwets aan de gang met een steenreep.<br />

Maar hoe gaat dat in zijn werk? We hadden op een filmvond van de <strong>Peellandse</strong><br />

<strong>Molenstichting</strong>, jaren geleden, filmbeelden gezien van het openleggen<br />

door Van Hoorn, maar dat was te lang geleden. En de film is, voor<br />

zover wij weten, niet gedigitaliseerd… En we hadden ook geen tijd meer<br />

om die te bekijken. Dan maar gewoon beginnen.<br />

We hadden wel geluk; de steenreep zat nog met de teers en de klamant<br />

om de opengelegde steen. En om de nog aanwezige rol in de balklaag.<br />

We hebben de steenreep gecontroleerd en deze leek ons, hoewel stoffig<br />

van aard, toch nog in goede staat. Het andere einde van de steenreep zat<br />

om een as, die vergelijkbaar is met die van een vangtrommel: een doorgaande<br />

as met in het midden een soort van grote trommel. Aan beide uiteinden<br />

van de as kan de steenreep gewonden worden, corresponderend<br />

met de beide koppels.<br />

Niet ver van deze as zit een windas met daarin nog maar één doorgaande<br />

spaak. Na enig speurwerk vonden we de tweede in een hoekje van de<br />

steenzolder, tussen de stapel met kuiponderdelen. Deze spaak vervol-<br />

20


gens ook in de windas gestoken en vast gespied. Om deze windas zat de<br />

windreep compleet gewonden. We hebben deze windreep afgewonden<br />

waarbij het stof der jaren van het touw kwam. Deze windreep hebben we<br />

toen om de trommel gewonden.<br />

En dan maar proberen…<br />

Eerst wind je de windreep alleen maar strakker om de windas, totdat die<br />

1. De steenreep 2. De klamant 3. De teers 4. Rol in de balk waarover<br />

(1) loopt 5. De loper 6. Steenhouten [2 st] op juk 7.Rol [2<br />

st] 8. Steenspie [3 stuks] 9. Trapspie 10. Het ringhout 11. De<br />

handboom (stootijzer) 12. De ligger met bolspil<br />

(Tekening: Mark Dwarswaard)<br />

helemaal strak zit, dan volgt het strakker trekken van de steenreep, tot<br />

beide repen op spanning staan. Her en der begon wat licht gekraak van<br />

wat houten onderdelen die al ruim 15 jaar werkloos waren. Het verwachtte<br />

zware sjorren aan de spaken (en mogelijk bezwijken daarvan) t.g.v. het<br />

lichten van de gewichtige loper bleef uit; terwijl ik de windas rustig door<br />

draaide bleek de steen bij Martijn al omhoog te komen, los van de steenhouten<br />

waar de loper al die tijd op heeft gelegen.<br />

21


Dat hebben ze vroeger toch maar mooi gemaakt, het lichten van een<br />

steen op deze manier kost amper kracht!<br />

Ik kon rustig door winden totdat de loper overeind stond. Door de forse<br />

dikte bleef deze staan. Martijn kreeg deze maar met moeite over zijn<br />

dooie punt geduwd. De steen staat n.l. pal onder de rol. Uiteindelijk lukte<br />

het hem de steen voorzichtig omver te duwen. Ik moest dan steeds de<br />

windas wat laten vieren. Ook dit kon volledig beheersbaar, zonder moeite<br />

gebeuren. Terwijl ik had verwacht dat als de steen z’n gewicht in de strijd<br />

1. De steenreep 2. Doorgaande as t.b.v. lichten kunststeen koppel<br />

3. Gedeelte van de as (2) t.b.v. blauwe koppel 4. Trommel met windreep<br />

(5) 5. Windreep 6. Wind as 7. Spaken van de wind as<br />

(kaapstander)<br />

(Tekening: Mark Dwarswaard)<br />

zou gooien (al z’n 1500 kilo’s) ik het windkoppel amper meer zou kunnen<br />

houden, maar ook dit was keurig doordacht gemaakt. Toen de steen bijna<br />

weer vlak lag heeft Martijn er de steenspieën onder gedaan, waarna we<br />

de loper daarop konden laten rusten. De steen lag wel weer met de bovenkant<br />

boven, maar nog niet op z’n plek; die lag pas half over de ligger.<br />

Hoe nu die zware steen op z’n plaats te schuiven. Met de steenreep om<br />

de windas leek ons niet zo goed voor de lagering van die as en op alle<br />

andere manieren zat er wel een balk of het spoorwiel in de weg…<br />

Toen ging ons beide tegelijk een licht op! (niet zo vreemd aangezien we<br />

allebei in de lichtstad geboren zijn). We meenden in de eerder genoemde<br />

22


erg met onderdelen ook enkele rollen gezien te hebben. Die waren hier<br />

natuurlijk voor!<br />

Dat leek wel zo, maar de bolspil stak hier toch nog behoorlijk bovenuit,<br />

daar kreeg je de steen niet langs.<br />

Eerst de vonderbalk los gehaald van de lichtboom en laten zakken. Toen<br />

was de bolspil voldoende gezakt en konden we proberen of we de steen<br />

1. Steenspil 2. Ketting met grote vierkante schakel<br />

3. Hijsblok (katrol) aan hanebalk van een spant 4. Luias<br />

5. Gaffelwiel met gaffeltouw<br />

(Tekening: Mark Dwarswaard)<br />

konden verrollen. Dat konden we. Heel gemakkelijk zelfs, de zware steen<br />

bood geen enkele weerstand en de loper lag boven de ligger… in N-Z<br />

richting, we moesten de steen nog wel wat in westelijke richting brengen,<br />

naar het blauwe koppel toe. Dus de loper met de handboom (in het geval<br />

van Opwetten een stootijzer) en de steenspieën wat omhoog gespied zodat<br />

we de rollen in de andere richting konden brengen. De loper lag toen<br />

recht boven de ligger. Maar nog wel met de rollen en de steenspieën ertussen.<br />

Eerst de rollen eruit gehaald door de steen nog wat op te spieën.<br />

23


Daarna de drie steenspiën iedere keer een stukje onder de steen vandaan<br />

halen door de steen wat op te lichten met de handboom. Uiteindelijk<br />

waren de spieën er ook onderuit en lag de loper met de rijn om de bolspil,<br />

de loper was terug op z’n plek! Stop de tijd!<br />

Daar hadden we dus ca. 3 uur over gedaan. De oude mulders van Opwetten<br />

zullen wel hebben gegierd van de lach in hun graf, of zouden ze juist<br />

trots op ons zijn omdat het ons toch maar is gelukt? Een eventuele vol-<br />

De loper, met behulp van klamant en teers bevestigd aan de steenreep,<br />

wordt opgehesen.<br />

(Foto: Martijn Coenraads)<br />

gende keer zal wel makkelijker gaan omdat je dan weet wat je moet doen.<br />

Toen ze vroeger om de paar weken de stenen bilden zal dat vast ook<br />

sneller gegaan zijn.<br />

Om de vonderbalk nog terug omhoog te brengen, de steenspil en de kuipdelen<br />

terug te plaatsen was het nu te laat geworden. Omdat er nog geen<br />

licht was aangelegd in de molen werkten we in het begin van de avond<br />

nog bij het schijnsel van de ondergaande zon, maar toen het door de<br />

schemer toch echt te duister werd, hebben we de werkzaamheden met<br />

een zaklamp aangelicht.<br />

24


De zaterdag er op (dus daags voor het Speltfeest) hebben Martijn en ik de<br />

vonderbalk met bolspil weer omhoog gewerkt en daarna moest de steenspil<br />

natuurlijk nog terug op z’n plek. We hadden al een hijsblok gevonden<br />

aan een hanenbalk bij de nok, met de reep er nog in. Aan het ene uiteinde<br />

van de reep hing een stuk ketting met één grote vierkante schakel. Deze<br />

paste mooi over het vierkante deel van het staakijzer. Als we zouden<br />

gaan hijsen zou de schakel zich strak trekken om het staakijzer. Voor de<br />

veiligheid nog maar een wigje bij gedaan. Eerst probeerde Martijn de<br />

steenspil te lichten door aan het andere uiteinde van de reep te trekken.<br />

Ondanks dat de kracht door het hijsblok was gehalveerd was de spil nog<br />

te zwaar. Omdat de luias toch al in de weg zat met deze werkzaamheden<br />

kwamen we op het idee deze maar te gebruiken; het andere uiteinde van<br />

de reep om de luias gewikkeld en Martijn begon met behulp van het gaffeltouw<br />

de steenspil te lichten. Ik hoefde alleen met de klauw allerlei obstakels<br />

te omzeilen (zo’n steenronsel steekt dan toch wel weer ver uit als<br />

die langs de meelring en de steen moet).<br />

Zonder al te veel moeite kregen we de steenspil op de plek waar die<br />

hoort; tussen ijzerbalk en rijn, al protesteerde de hanenbalk wel lichtelijk.<br />

Daarna de kuip terug geplaatst (één kuipdeel weggelaten zodat de bezoekers<br />

de steen kunnen zien liggen).<br />

’t Is weer een mooi gezicht zo, met die twee complete koppels.<br />

Blijft nog wel de vraag waarom de koppels zo ver voor in de molen liggen,<br />

dat wil zeggen; zo ver bij het waterrad vandaan?<br />

Het waterwiel zit ruim 2 meter van de wand af waarachter het waterrad zit.<br />

Daardoor zit je nu met veel ruimte achter de koppels en het spoorwiel<br />

waar je weinig mee kan; er met graan naar toe (opslag dus) is geen optie,<br />

je komt amper langs de koppels gekropen.<br />

Dat kwam later met het plaatsen van de zagerij wel uit, of is het toen juist<br />

aangepast? Is er toen een nieuwe (ijzeren) as in gegaan en is de boel<br />

toen omgelegd?<br />

Wie het weet mag het zeggen…<br />

Mark Dwarswaard<br />

Een nog op de molen aanwezige<br />

serie steenspieën.<br />

(Foto: Martijn Coenraads)<br />

25


Toen en nu<br />

26


De Antoniusmolen in d’Eerd<br />

Op de oude foto uit de jaren ‘30, nog zonder muldershuis (foto: collectie Mark<br />

Dwarswaard). De nieuwe foto is genomen op november <strong>2011</strong>. Na voltooiing van<br />

de restauratie door Molenbouw De Jongh in de staat van 16 september 1944 (de<br />

laatste dag dat de molen maalde vóór de verwoesting door de Duitsers). Rechts<br />

achter de molen het muldershuis van Van Riel. (foto: Aart Dwarswaard)<br />

27


Uitgemalen<br />

Verdwenen molens in Peelland 18<br />

Tot nu toe is in deze rubriek pas één keer aandacht besteed aan verdwenen<br />

molens in het noordwestelijke gedeelte van het werkgebied van de<br />

<strong>Peellandse</strong> <strong>Molenstichting</strong>. Daarmee bedoel ik met name de huidige gemeente<br />

Laarbeek. Daar heb ik nog alleen de standerdmolen van Lieshout<br />

behandeld. Het werd dus tijd om ook aan die hoek weer eens aandacht te<br />

besteden en nu in de vorm van een watermolen. Dan denk ik vooral aan<br />

de<br />

Watermolen van Rixtel<br />

Deze watermolen was gelegen op de (Grote) Aa aan de oostzijde van<br />

Aarle-Rixtel vlakbij het vroegere kasteel van Rixtel bekend als het Guldenhuis.<br />

De molen wordt voor het eerst vermeld rond het jaar 1340 in het<br />

leenregister van de hertogen van Brabant en die eeuw ook nog een keer<br />

in 1377. In het jaar 1400 was hij in ieder geval een koren- en oliemolen.<br />

De eerste tijd gebruikte de pachter van de watermolen bovendien ook de<br />

windmolen in het dorp. Dat was in ieder geval zo in 1475. Die molens<br />

hoorden alle aan de heerlijkheid Rixtel, waarvan de heer op het vlakbij<br />

gelegen Guldenhuis zetelde. Bij controle van de waterstand van de diverse<br />

watermolens in de Meierij in 1545 door commissarissen aangesteld<br />

door keizer Karel V werd ook de watermolen van Rixtel aangedaan en<br />

bekeken. Geconstateerd werd dat de sluis te hoog lag en dat de rivier<br />

verzand was, waarna de opdracht volgde de Aa uit te diepen en de waterplaten<br />

te verlagen. Uit de beschrijving van die beambten blijkt dat het toen<br />

wellicht om één molencomplex ging. Dat blijkt later veranderd te zijn. In<br />

1651 was sprake van twee molengebouwen, waarbij de ene molen lag op<br />

de Grote Aa en de andere op de Kleine Aa. De ligging van beide molens<br />

wordt duidelijk bij de omschrijving in 1694. Toen lag de graanmolen namelijk<br />

aan ‘het innecomen van den grote dreve’ ofwel aan de oprit naar<br />

het kasteel, terwijl de oliemolen te vinden was ‘ter sijden van den voors.<br />

huyse’. Tijdens oorlogshandelingen aan het begin van de achttiende eeuw<br />

schijnt de graanmolen vernield te zijn en niet meer hersteld. In 1707 werd<br />

28


met Hendrik van der Meulen, molenaar op de windmolen in Aarle-Rixtel<br />

dat vanaf toen ‘…op den voors. olywatermolen to Rixel egene gane van<br />

wat nateure die soude mogen wesen, sal moge breecken of doen breecken’<br />

en daarmee bleef alleen de oliemolen over. Op de watermolen mocht<br />

dus geen graan meer gemalen worden. Uit de jaarlijkse controles naar de<br />

pegelstand (waterhoogte) blijkt dat hij al in 1684 een wintermolen was die<br />

alleen van begin oktober tot half maart mochten werken. Omdat hij dus<br />

maar een gedeelte van het jaar als watermolen mocht werken, bestond<br />

wel de officiële vergunning voor de nieuwe eigenaar van de heerlijkheden<br />

en daarmee van het kasteel en de molens in 1762 de wateroliemolen mede<br />

tot een ‘paardeolymoolen’ te gebruiken. Dat hield in dat hij buiten het<br />

winterseizoen een of meer paarden of ossen mocht inspannen om de oliemolen<br />

aan te drijven. Rond het jaar 1800 wist dominee Stephanus Hanewinkel<br />

in zijn boek<br />

‘Geschiedkundige en Aardrijkskundige<br />

Beschrijving<br />

enz.’ over deze molen te<br />

vertellen, dat hij de roem<br />

had, dat men nergens in de<br />

Meierij uit dezelfde hoeveelheid<br />

zaad meer en betere<br />

olie sloeg dan hier. Aan het<br />

begin van de negentiende<br />

eeuw werd de water- en<br />

rosoliemolen vernieuwd en<br />

het zal dan ook niet verwonderen<br />

dat bij inspectie in<br />

1831 het stenen gebouw in<br />

redelijk goed onderhouden<br />

staat verkeerde. In 1859<br />

bestonden de waterwerken<br />

uit één waterrad, een molensluis<br />

met twee openin-<br />

Kaart van de situatie rond<br />

de watermolen van<br />

Rixtel zoals die er<br />

rond 1830 uitzag.<br />

(Tekening: Wiro van<br />

Heugten)<br />

29


gen en een aparte lossluis met vier openingen. In 1872 vroeg de toenmalige<br />

eigenaar Johannes van de Vranden toestemming om de molen uit te<br />

mogen breiden met een koren- en boekweitmolen. Deze is er inderdaad<br />

gekomen blijkens een verzoek van de volgende molenaar Anthonie Francis<br />

Claaessens, die er in 1876 een stoommotor bij liet leggen met een<br />

’stoomdrukking’ van op zijn hoogst ‘vijf dampkringen’. Dat er stroomopwaarts<br />

kennelijk toch regelmatig overlast ondervonden werd van het opstuwen<br />

van het water blijkt uit het feit dat in 1883 de gemeente Helmond<br />

door onderhandse aankoop eigenaar werd van de watermolen voor het<br />

bedrag van 3.600 gulden en nog hetzelfde jaar de sluizen en het waterrad<br />

van de molen liet verwijderen. Daarmee kwam een einde aan zeker vijfeneenhalve<br />

eeuw watermolen van Rixtel. Nu herinnert nog alleen de straatnaam<br />

‘Oliemolen’ aan een zijweg aan de weg richting Bakel daaraan.<br />

Wiro van Heugten<br />

Het straatnaambord ‘Oliemolen’ aan de weg van Aarle-Rixtel naar<br />

Bakel dat als enige aan de voormalige watermolen herinnert.<br />

(Foto: Wiro van Heugten)<br />

30


Uit de oude doos<br />

31<br />

Deze keer twee verdwenen molens<br />

in onze omgeving, die allebei een<br />

kort leven beschoren waren.<br />

Boven: de stenen beltmolen van<br />

Stiphout, die gebouwd werd in<br />

1906. Dertig jaar later werd hij al<br />

weer onttakeld. De romp werd pas<br />

in 1998 afgebroken. (Zie database<br />

Verdwenen Molens nummer 2213).<br />

Hiernaast: Rachels’ molen (molen<br />

van Piet Rakels) in Someren. Deze<br />

achtkante koren– en oliemolen<br />

werd in 1898 gebouwd en in 1946 al<br />

weer gesloopt. (Zie database Verdwenen<br />

Molens nummer 2846).<br />

(Foto’s: collectie Geert van<br />

Stekelenburg)


<strong>Peellandse</strong> <strong>Molenstichting</strong><br />

Bestuur:<br />

Voorzitter: Marc van Deursen, Kerkstraat 33, 5711 GT Someren, 0493-495421<br />

Secretaris: Hans Tielemans, Zomerland 104, 5663 HW Geldrop, 040-2863567<br />

Penningmeester: Gerard Sturkenboom, Biss. Arnoutlaan 14, 5591 BL Heeze, 040-2262602<br />

Mark Dwarswaard, 06-83218118<br />

Wiro van Heugten, Derpsestraat 15, 5751 KA Deurne, 0493-312137<br />

Geert van Stekelenburg, Hofstraat 26, 5721 BB Asten, 0493-693504<br />

Charles de Theije, Randweg 22, 5754 RL Deurne, 0493-322348<br />

Molenkalender 2012:<br />

Nationale Molendagen: 12 en 13 mei<br />

Grote excursie: 26 mei<br />

<strong>Peellandse</strong> Molendag: 6 oktober<br />

Over molens en mulders in Peelland:<br />

www.peellandsemolenstichting.nl<br />

32

Hooray! Your file is uploaded and ready to be published.

Saved successfully!

Ooh no, something went wrong!