Protestantse Gemeente te Hoofddorp de Lichtkring

Protestantse Gemeente te Hoofddorp de Lichtkring
Viering van de laatste zondag van het kerkelijk jaar Christus Koning
Ouderling van dienst is Aletta Keijzer
Diaken van dienst zijn Pia Jonkman, Gart Jan Bouwmeester, Lian van Uxem
Het orgel wordt bespeeld door Jan Keijzer
De kostersdienst staat o.l.v. Gert van Oenen
De lector is Peerke Voskamp
Met medewerking van de nieuwe cantorij o.l.v. Marianne Voskamp
Zondag 25 november 2012
Hartelijk welkom in deze dienst waarin ds W. T. Knoeff voorgaat
In deze viering gedenken wij degenen die het afgelopen jaar gestorven zijn. Hun namen zullen worden
genoemd, en worden bijgeschreven op het gedachtenisdoek. Voor ieder van hen branden wij vandaag een
kaars. Ook is er gelegenheid voor iedereen om in de viering een eigen gedachtenislichtje te branden.
Op deze bijzondere zondag vieren wij samen het avondmaal, in verbondenheid met elkaar,
met wie ons voorgingen en voortleven in ons hart, en met de Heer van de wereldwijde kerk.
Wij wensen iedereen, en in het bijzonder familie en vrienden van hen wier namen wij vandaag noemen, een
gezegende viering toe.
DE VOORBEREIDING
Tijdens orgelspel bereiden wij ons voor op de dienst
Welkom en mededelingen (ovd)
Wij staan op en worden stil voor God
Groet
Vg: De Heer zij met U
Gem: OOK MET U ZIJ DE HEER
Vg: Onze hulp is in de naam van de Heer
Gem: DIE HEMEL EN AARDE GEMAAKT HEEFT
Vg: Die trouw houdt tot in eeuwigheid
Gem: EN NIET LAAT VAREN HET WERK VAN ZIJN HANDEN
1

Drempelgebed
God van alle tijden,
uw hart gaat uit naar iedere mens
die weerloos is, en klein;
uw hart gaat uit naar iedere mens
die lijdt aan dit leven, aan pijnlijk verlies.
Zo staan wij voor U vandaag,
als mensen die het leven niet in eigen macht hebben,
weerloos, verdrietig, dankbaar,
met gebroken dromen, ontroerende herinneringen.
Open u dan voor ons, met alles wat in ons is,
en kom tegemoet aan wat wij nodig hebben
Laat uw dauw van vrede dalen in onze tijd.
GEM. AMEN
Intochtslied: Psalm 33: 2 en 7; voorafgaand en afgesloten met de antifoon door de cantorij
"Want ik weet welke gedachte ik over u koester", luidt het woord des Heren.
"Gedachten van vrede en niet van onheil om u een hoopvolle toekomst te geven."
2
Zingt al wie leeft van Gods genade,
want waarheid is al wat Hij zegt.
Op trouw gegrondvest zijn zijn daden,
op liefde rust zijn heilig recht.
Die zich openbaarde / overal op aarde,
alles spreekt van Hem.
Heemlen hoog verheven, / vol van blinkend leven,
schiep Hij door zijn stem.
We gaan zitten
Kyrië en gloria
Kyriëgebed (diaken)
Diaken: Roepen wij tot God, om de nood van de wereld,
en prijzen wij Zijn Naam, want Zijn barmhartigheid kent geen einde.
Diaken: ….
7
Heil hem, die hoopt in vrees en beven
op Gods genadig aangezicht.
Wie op zijn gunst vertrouwt zal leven,
God houdt het oog op hem gericht.
Ja, Hij kent de zijnen, / Hij laat niet verkwijnen
wie zijn hulp verbeidt.
Koninklijk van gaven / wil de HERE laven
wie ontbering lijdt.
2

Glorialied: Gezang 109: 1, 3 en 5
DIENST VAN HET WOORD
Gebed van de zondag/ gebed bij de opening van de Schrift
Moment met de kinderen
Kinderlied:
Witte zwanen, zwarte zwanen
wie gaat er mee naar ENGELland varen?
ENGELland is gesloten,
de sleutel is gebroken.
Is er dan geen TIMMERMAN
die de sleutel maken kan?
Laat doorgaan, laat doorgaan
wie achter is moet voorgaan.
3
Komende uit de verdrukking,
en de kleren wit als sneeuw
in het bloed des Lams gewassen
van het vuil van deze eeuw,
in vervolgingen standvastig
wachtende op U, hun Heer,
overwonnen zij de satan
en de wereld neemt een keer.
5
Nu omstraalt hen licht des hemels
en de levensbron ontspringt
waar zij juichen U ter ere
waar hun koor uw glorie zingt.
Vrede is hun deel voor immer,
liefde is hun eeuwig recht,
alle waarheid zal het winnen
en het blinkt van uw gezicht.
Na het zingen van dit lied wordt de kaars aangestoken en gaan de kinderen van groep1-8 /10 plussers met
Hanneke Anker en Willemien van Oenen achter het licht aan naar de kindernevendienst. De kinderen hebben in
de nevendienst hun eigen dienst met gaven en gebeden en komen voor de gedachtenis bij ons terug.
Lezing: Openbaring 7: 2 -4, 9 -17
2 Ik zag in het oosten een andere engel opstijgen, die het zegel van de levende God had. De vier engelen die de
opdracht hadden gekregen om schade toe te brengen aan het land en de zee riep hij met luide stem
toe: 3 ‘Laat het land en de zee en ook de bomen nog ongemoeid! Eerst moeten wij het zegel van onze God op
het voorhoofd van zijn dienaren aanbrengen.’4 Toen hoorde ik het aantal van hen die het zegel droegen:
honderdvierenveertigduizend in totaal, afkomstig uit elke stam van Israël.
3

9 Hierna zag ik dit: een onafzienbare menigte, die niet te tellen was, uit alle landen en volken, van elke stam en
taal. In het wit gekleed en met palmtakken in hun hand stonden ze voor de troon en voor het lam. 10 Luid
riepen ze: ‘De redding komt van onze God die op de troon zit en van het lam!’ 11 Alle engelen stonden om de
troon en de oudsten en de vier wezens heen. Ze bogen zich diep neer voor de troon en aanbaden God 12 met
de woorden: ‘Amen! Lof, majesteit en wijsheid, dank en eer en macht en kracht komen onze God toe, tot in
eeuwigheid. Amen.’
13 Een van de oudsten sprak mij aan: ‘Wie zijn dat daar in het wit, en waar komen ze vandaan?’ 14 Ik
antwoordde: ‘U weet het zelf, heer.’ Hij zei tegen me: ‘Dat zijn degenen die uit de grote verschrikkingen
gekomen zijn. Ze hebben hun kleren witgewassen met het bloed van het lam. 15 Daarom staan ze voor Gods
troon en zijn ze dag en nacht in zijn tempel om hem te vereren. En hij die op de troon zit zal bij hen
wonen. 16 Dan zullen ze geen honger meer lijden en geen dorst, de zon zal hen niet meer steken, de hitte hen
niet bevangen. 17 Want het lam midden voor de troon zal hen hoeden, hen naar de waterbronnen van het
leven brengen. En God zal alle tranen uit hun ogen wissen.’
Zingen: Psalm 23 Cantorij en allen
Cantorij: Want mijn herder is de Heer:
Nooit zal er mij iets ontbreken.
Refrein: Allen
1.
Mijn herder is de Heer:
het ontbreekt mij aan niets.
Hij legt mij in grazige weiden,
Hij geeft rust aan mijn ziel,
Hij leidt mij naar rustige waat’ren
om mijn ziel te verkwikken. Refrein: allen
2.
Hij leidt mij in het rechte spoor
omwille van zijn naam.
Al moet ik door donkere dalen,
Ik vrees geen kwaad.
Uw staf en uw stok zijn mijn troost,
Gij zijt steeds bij mij. Refrein: allen
Uitleg en verkondiging
3.
Gij bereidt voor mij een tafel
voor het oog van mijn vijand.
Gij zalft met olie mijn hoofd
en mijn beker vloeit over. Refrein: allen
4.
Mij volgen uw heil en uw mildheid
al de dagen van mijn leven.
In het huis van mijn Heer wil ik wonen.
Tot in lengte van dagen. Refrein: allen
5.
Glorie aan den Vader en de Zoon
en de Heilige Geest,
die is en die was en die komt
in de eeuwen der eeuwen.
Meditatief moment: In Paradisum (Requiem no. 7) Gabriel Fauré Arr. W.T. Knoeff
In paradisum deducant angeli:
in tuo adventu suscipiant te matyres,
et perducant te in civitatem sanctum Jerusalem.
Chorus angelorum te suscipiant, et cum lazaro
quondam pauper acternam habeas requiem.
Naar het paradijs zullen engelen je begeleiden,
bij aankomst zullen heiligen je begroeten
en je leiden in de heilige stad Jerusalem.
Koren van engelen zullen je ontvangen
en met Lazarus, de eens zo arme man,
zal eeuwige rust je verheugen.
4

GEDACHTENIS
Zingen: Gezang 273: 1 en 2
Tijdens dit lied komen de kinderen terug
Inleiding op de gedachtenis
Zingen: Cantorij
Koester de namen die wij hier gedenken,
dat zij geborgen zijn in uw genade,
dat zij gekend zijn bij U en bij ons.
Refrein:
Laat de zon van uw aangezicht over ons opgaan
zegen ons allen met het licht van uw ogen!
Zie met ontferming naar onze aarde,
houd in uw hoede wie haar bewonen.
Houd ons omsloten, thuis in uw zegen.
Refrein
Wij gaan staan
2
Heer, herinner U hun luistrend
wakker liggen in de nacht
en hun roepen in het duister,
de armzaalgheid van hun kracht,
en wil zeer aandachtig lezen
in de rimpels van hun huid
de verscheurdheid van hun wezen,
en wis hunne zonden uit.
Wij noemen de namen van de overleden gemeenteleden uit ons midden in het afgelopen jaar
Voor ieder wordt een kaars aangestoken door de ouderling van dienst
5

Allen:
Wij gedenken:
De namen van mensen, die bij ons behoorden, maar wier uitvaart elders en door anderen is verzorgd,
noemen wij nu.
.........................................
Wij staan ook stil bij onze eigen overleden geliefden
die wij vanmorgen in onze harten mee hebben genomen, de kerk in.
-1 kaars aansteken-
een moment van stilte
Allen:
-----------------------------------------------------------------------
Een mooi moment; er is gelegenheid voor een ieder in de kerk, die dat wil
om zelf een kaarsje te branden hier, voor in de kerk, voor het podium
als onderstreping van uw persoonlijke gebed,
een tastbare uiting van uw roep tot God .
Mag ik u uitnodigen –als u wilt- om langs deze zijde naar voren te komen.
6

Ondertussen zingen wij: Als alles duister is
Afsluiting gedenken
DIENST VAN GAVEN EN GEBEDEN
Gebeden:
Voorbeden, stil gebed
Mededelingen
Collecten
De 1 e collecte is voor de diakonie
De 2 e collecte is bestemd voor de wijkkerk
Tafellied/ Tafelgebed/instellingswoorden Zo delen wij vandaag
Gedenken wij de mens
die ons eens voorging,
die ons de weg wees
naar Gods koninkrijk,
waar niemand wordt verdrukt of uitgesloten,
waar ieder wordt aanvaard zoals zij is.
Zo wilde hij de duisternis verjagen
van alle onrecht, angst, verdriet en pijn.
Hij bracht de hemel dichter bij de aarde
en gaf de mensen liefde, hoop en licht.
Hij wilde ons niet zomaar achterlaten;
dus nam hij brood, de avond voor zijn dood,
brak het en zei: “Neemt, eet, dit is mijn lichaam”.
Zo nam hij ook de beker met de wijn en sprak:
“Drinkt allen, want dit is mijn bloed,
dat wordt vergoten voor het heil der mensen.
Als je dit samen doet, denkt dan aan mij.
7

Onze Vader die in de hemel zijt. Uw naam worde geheiligd, Uw koninkrijk kome, Uw wil geschiede, op aarde
zoals in de hemel. Geef ons heden ons dagelijks brood, en vergeef ons onze schulden, zoals ook wij onze
schuldenaars vergeven, en leid ons niet in verzoeking, maar verlos ons van de boze. Want van U is het
koninkrijk, en de kracht, en de heerlijkheid, in eeuwigheid. Amen
Vredesgroet
Delen van brood, wijn en druivensap onder orgelspel of zang van/met de cantorij
Dankgebed
Voor het slotlied worden de jongste kinderen binnengebracht door Jasper en Els
Slotlied (staande) Gezang 299: 1, 2, 4, 9, 10
Cantorij zingt vers 2 en 9
2
Gij waart hun rots, hun burg en al hun macht;
Gij, Heer, hun loods en licht in storm en nacht;
Gij hebt uw pelgrims veilig thuis gebracht.
Halleluja, halleluja!
4
Hun is de prijs, de lauwerkrans, de kroon;
toch zijn wij één: zij zingend voor de troon,
wij in de wereld, wachtend op Gods Zoon.
Halleluja, halleluja!
9
Daar is de Koning als een jonge held!
Hem komen allen tegemoet gesneld,
van vreugde stralend, scharen ongeteld.
Halleluja, halleluja!
10
Van alle einders, van de verste kust
zullen zij vinden vrede, feest en rust,
U lovend, Vader, Zoon, Heilige Geest!
Halleluja, halleluja!
8

Zegen
De gemeente antwoordt zingend met:
De uitgangscollecte is bestemd voor Pastoraat Hoofddorp
IEDEREEN IS VAN HARTE UITGENODIGD VOOR KOFFIE, THEE OF FRIS
9