21.09.2013 Views

JJe J T I

JJe J T I

JJe J T I

SHOW MORE
SHOW LESS

You also want an ePaper? Increase the reach of your titles

YUMPU automatically turns print PDFs into web optimized ePapers that Google loves.

Ina Broekhuizen-Slot en Henk Sloëtjes<br />

De eerste T-Ford die door de firma Kuip werd aangekocht De foto dateert uit ± 1920.<br />

Het was een open auto, de kap is er door de firma zelf opgebouwd.<br />

i<br />

<strong>JJe</strong> J T I<br />

csK nip<br />

6 Jaarboek 2004


Jaarboek 2004 7<br />

Tijmen (geboren 16-6-1890) wordt in de archieven<br />

van de Kamer van Koophandel als gevolmachtigde<br />

Tijmenszoon Kuip (Kuiper) en Catharina Trijman. Op<br />

13-2-1817 trouwt hij Trijntje de Waard uit Nibbixwoud.<br />

Het is zijn tweede huwelijk.<br />

Op 3-7-1820 wordt hun zoon Tijmen geboren. Hij<br />

wordt wagenmaker en trouwt op 2-5-1844 te Wognum<br />

met Hester (of Haasje) Mak uit Spanbroek,<br />

geboren 16-9-1822, overleden 5-3-1902. Tijmen<br />

overlijdt 21-11-1899.<br />

Hun zoon Carel wordt geboren op 12-7-1855. Ook<br />

zijn beroep is wagenmaker. Hij trouwt op 21-2-1889<br />

met Elisabeth Bot (geboren op 13-9-1863, overleden<br />

te Westerblokker, Huize Bethlehem, op 3-3-1948).<br />

Zij krijgen negen kinderen: Tijmen, Johannes, Nicolaas<br />

(Nico), Cornelis, Margaretha Christina, Hester<br />

Maria, Carolus, Cornelia Elisabeth en Petrus (Piet).<br />

Carel overlijdt op 5-6-1912, waarna zijn vrouw het<br />

bedrijf, samen met haar kinderen Tijmen, Nico en<br />

later Piet, voortzet onder de naam 'Wed. C. Kuip en<br />

Zonen'. Zoon Carel vertrekt naar Hem en begint daar<br />

een carrosseriebedrijf, dat nog steeds bestaat.<br />

In 1799 vestigt Tijmen Kuip (2-3-1768 tot 23-10-<br />

1823) zich als herbergier/wagenmaker in Wognum.<br />

Hij is geboren in Enkhuizen. Zijn ouders zijn Pieter<br />

Korte genealogie<br />

Op 1 januari 1999 stopte de Fa. Kuip met het garagebedrijf<br />

aan de Oosteinderweg in Wognum. Hiermee<br />

kwam een einde aan de tweehonderdjarige geschiedenis<br />

van deze onderneming. Begonnen als wagenmakerij<br />

groeide de Fa. Kuip voor de Tweede Wereldoorlog<br />

uit tot een vermaard carrosseriebedrijf, dat bussen en<br />

vrachtwagens bouwde, een buslijn exploiteerde,<br />

auto 's repareerde en verhuurde en een rijwielhandel<br />

dreef. Daarnaast werden enige tijd café De Eendracht<br />

(tegenover Oude Hoornseweg) en café De<br />

Hervatting (nu café Stam) uitgebaat. In een poging<br />

iets van de rijke bedrijfsgeschiedenis vast te leggen,<br />

volgen hieronder een korte genealogie van de familie<br />

alsmede de weergave van drie interviews met mensen<br />

die bij de Fa. Kuip betrokken waren: mevr. V. M.<br />

Kuip-Komen uit Haarlem en mevrouw C. Bijman-<br />

Kuip en de heer C. Kuip, beiden uit Wognum.<br />

Landbouwtentoonstelling in Opmeer1927. Deze buggy is vervaardigd in de electrische wagenmakerij.<br />

Rechts naast het voertuig staan de ontwerpers en makers ervan: Tijmen, Nic en Karei Kuip. Links staa<br />

heer Veldhuis uit Hoorn. Hij maakte tuigen en kappen en hij bekleedde de producten van de Firma Ku


genoemd. Zijn beroep is rijtuigfabrikant/wagenmaker.<br />

Piet (monteur/vennoot Fa. Kuip), geboren 22-8-1906,<br />

overleden 6-2-1985, trouwt op 13-7-1933 met Veronica<br />

Maria Komen (geboren 30-3-1910, overleden 12-<br />

12-2003) uit Spierdijk. Zij krijgen acht kinderen.<br />

Nico (schilder), geboren op 13-7-1893, komt na zijn<br />

diensttijd in de zaak, voornamelijk als boekhouder.<br />

Hij trouwt 15-5-1934 met Cornelia Gerarda Bleeker,<br />

geboren 13-1-1913 te Avenhorn. Ook zij krijgen acht<br />

kinderen: Karei, Kees, Bets, Nico, Wil, Annie, Corrie<br />

en Agnes. Na het overlijden van Tijmen op 1-5-1957<br />

en het vertrek van Piet naar Haarlem in 1963, is Nico<br />

degene die de zaak voortzet als garage en rijschool,<br />

met zijn zonen Kees (geboren 11-4-1936) en Nico<br />

(geboren 12-1-1939). Nadat hij op 4-3-1974 is overleden<br />

en nadat de rijschool in 1990 verzelfstandigd is<br />

o.l.v. Kees, wordt de bedrijfsvoering gedaan door<br />

Nico's weduwe Corrie Kuip-Bleeker en haar zoon<br />

Nico, die monteur is. Op 1 januari 1999 wordt garage<br />

Kuip gesloten. Nico wordt die maand zestig jaar en er<br />

is geen opvolger. Het doek valt voor het dan precies<br />

tweehonderd jaar oude bedrijf. Corrie Kuip overlijdt<br />

op 22-6-2002.<br />

Het verhaal van Kees Kuip<br />

Kees Kuip (11-04-1936) is de tweede zoon van Nico<br />

Kuip en Cornelia Bleeker. Hij werd, evenals zijn<br />

broers en zusters, geboren in het mooie, oude huis<br />

aan de Raadhuisstraat 6, waar hij nu zelf woont. In<br />

het voorjaar van 2003 vertelt Kees Kuip over zijn<br />

familie en over het bedrijf.<br />

Aktes<br />

„Mijn vroegste herinnering aan opoe Kuip, de weduwe<br />

C. Kuip dus, bestaat eruit dat ik met mijn moeder<br />

naar Westerblokker ga op de fiets. Opoe lag daar in<br />

het verzorgingshuis in bed. Ze overleed in 1948. Opa<br />

Carel Kuip was wagenmaker, ik heb hem niet gekend,<br />

want hij was al in 1912 overleden. We hebben nog<br />

een debiteurenboek van zijn vader, mijn overgrootvader<br />

dus. Dat was wagenmaker Tijmen Kuip (geboren<br />

in 1820, overleden in 1899). Het boek beschrijft de<br />

jaren 1867, 1868 en 1869. Tijmen Kuip was kerkmeester.<br />

Zijn naam staat op de steen in het muurtje<br />

naast het Frisiagebouw aan de Kerkstraat. Die steen<br />

werd in 1877 gelegd bij de bouw van het Sint Agnes<br />

Kijk, er zijn ook nog twee aktes bewaard gebleven.<br />

Deze dateert uit 1921, daarin is te lezen dat café De<br />

Hervatting toen overgenomen is van Nan Edel voor<br />

7000,- gulden. Later werd dit café Centraal genoemd.<br />

En in deze akte van 1925 staat dat Tijmen Kuip, de<br />

oudste zoon van Carel, gevolmachtigde werd over de<br />

volgende bezittingen: café Centraal (nu: café Stam),<br />

Firma Kuip carrosserie- en rijtuigfabriek en Firma<br />

Kuip auto-omnibusdienst. Die busdienst was overgenomen<br />

van K. Eilander."<br />

Het gezin van Nicolaas Kuip en Cornelia Kuip-Bleeker. V.l.n.r. boven: Karei, Nico, Bets, Wil en Kees.<br />

Onder: Nico Kuip, Annie, Corry, Agnes en Cornelia Kuip-Bleeker.<br />

8 Jaarboek 2004


Jaarboek 2004 9<br />

Ome Tijmens laatste werkstuk was een tweewielige<br />

dresseerkar, een tonneautje. Hij staat nog op zolder.<br />

Ik zie hem nog 't lemoen buigen, ook weer met<br />

kokend water, 't Was eigenlijk al uit de tijd, 't paardenspul<br />

raakte over. Hij maakte ook cabines en laadbakken<br />

op vrachtauto's en veewagens. De opbouw<br />

was van hout, dan het plaatwerk erop. Er kwam een<br />

speciale plaatwerker voor de ronde hoekjes.<br />

De wals die ze bij dit werk gebruikten staat nog in de<br />

werkplaats, die wals hadden ze zelf gefabriceerd. Er<br />

staat nog meer gereedschap. Een lintzaag en hele<br />

oude draaibank bijvoorbeeld, die aangedreven werd<br />

door riemen."<br />

„Drie zoons van Carel Kuip en Elisabeth Bot werkten<br />

bij de firma Kuip. Mijn vader Nico was taxi-ondernemer<br />

en hij deed de boekhouding. Ome Piet was monteur,<br />

lasser en bankwerker en ome Tijmen deed de<br />

wagen- en carrosseriebouw. Vooral voor, in en vlak na<br />

de oorlog maakte en herstelde hij wagens. Driewielde<br />

karren, kruiwagens, hooiwagens. Daarmee stonden ze<br />

op de Landbouwtentoonstelling in Opmeer.<br />

Het smeedwerk aan de wagens werd uitbesteed onder<br />

anderen aan smid Nipshagen. Het beslag, portierkrukken,<br />

scharnieren, haken en ogen, werd gekocht bij de<br />

firma Keverling in Joure. Er werd ook gereedschap<br />

gemaakt, boezemschoppen bijvoorbeeld. De boezem<br />

zelf werd gebogen van dun hout. Dat gebeurde met<br />

kokend heet water. Daarna werd de houten steel met<br />

ijzerdraad aan de boezem bevestigd.<br />

Ze kochten bomen voor het hout bij Eecen in Oudkarspel,<br />

ook in Hoorn was een houtzagerij. De bomen<br />

moesten een bepaalde tijd in het water liggen. Ik weet<br />

nog dat ik één keer met vader naar de Berkmeer ben<br />

geweest. Daar stonden hoge iepen bij de boerderij<br />

van Dekker. Die wilde hij kopen. Iepenhout heeft een<br />

fijne structuur, het is buigzaam. Het werd gebruikt<br />

voor zijkanten, bakken en de carrosserie. Vurenhout<br />

was voor de bodem. Het afvalhout stookten we op in<br />

de kachel. In de werkplaats stonden allerlei machines:<br />

een zaagmachine, een draaibank, een schaafmachine.<br />

Hout<br />

Het wagenpark van de firma Kuip in 1925 voor de RK kerk op het Grote Noord in Hoorn: de T-Ford lijkwagen,<br />

de Renault, de Overland, de Graham en de Buick. Let op de met zwarte hoezen omfloerste koplampen.


Dwars op de weg gezet voor de foto. Een autobus,<br />

door Tijmen Kuip na de oorlog gebouwd op een<br />

Opel-chassis. Voor de neus werd gebruik gemaakt<br />

van onderdelen van de Nash uit 1929. Nico vond<br />

de bus te 'ouderwets', hij had liever meer 'stroomlijn'<br />

gezien.<br />

Auto's in de oorlog<br />

„In de oorlog kwam ik vaak in de werkplaats. Er werden<br />

veel fietsen gerepareerd, Ko Manshanden deed<br />

dat. Banden had je toen niet meer, het waren massieve<br />

banden gemaakt van autobanden, en soms ook<br />

houten wielen. In de oorlog was er verder niet zoveel<br />

te doen, wat reparatiewerk en zolen onder klompen<br />

slaan. Wij hadden een Ford met een gasgenerator<br />

erin. Onze knecht Nico Broers werkte voor de ondergrondse.<br />

Hij leende die auto soms. Hij reed bij De<br />

Hulk toen hij aangehouden werd door landwachten.<br />

Hij vluchtte en de auto is daar blijven staan. Die werd<br />

in beslag genomen.<br />

Mijn vader moest voor verhoor naar de Euterpestraat<br />

in Amsterdam komen. Iedereen zei: „Ga niet, je komt<br />

nooit meer terug." Maar hij ging wel, hield vol dat hij<br />

van het verzetswerk van zijn knecht niets wist en 's<br />

avonds was-ie weer thuis." Na de oorlog kregen we<br />

bericht dat we de Ford weer konden ophalen. Hij<br />

stond, met andere gevorderde auto's, bij de Hollandia-kaasfabriek<br />

in Purmerend. Met een vrachtwagentje<br />

van Roemer hebben we de Ford toen opgehaald.<br />

Ik mocht mee. We namen hem op sleeptouw. Er zaten<br />

kogelgaten in de achterruit en een paar kleine gaatjes<br />

in de voorbank.<br />

De Duitsers vorderden op een bepaald moment alle<br />

auto's, dus die werden zoveel mogelijk verborgen. We<br />

hadden een bus in aanbouw, een Citroen Diesel (19persoons).<br />

Die bus werd verstopt in de hooiberg bij de<br />

boerderij van Laan aan de Oosteinderweg. Tijdens de<br />

razzia in maart 1945 is de boerderij verbrand en de bus<br />

ook. Ook de boerderij van Roemer aan de Kerkstraat is<br />

toen verbrand. Daar hadden ze een Miele wasmachine.<br />

Die kreeg vader later voor onderdelen. De kogelgaten<br />

zaten erin, hij staat nu nog op zolder. De Cadillac lijk-<br />

10 Jaarboek 2004<br />

wagen stond in de boet bij Krijnsen aan de Westeinderweg<br />

en in een oude schuur op de Kerkstraat stond onze<br />

Chevrolet-bus (voor 21 personen).<br />

Na de oorlog kwamen alle auto's weer opperdan.<br />

Er waren in die tijd niet veel auto's op het dorp. Dirk<br />

Weeder had een Pontiac, de dokter had een auto, bij<br />

Roemer hadden ze T-Fordjes en vrachtwagens en Jan<br />

Houter reed een Chevrolet. Wij hadden twee of drie<br />

auto's. In de loop der jaren waren dat onder meer een<br />

Ford, DeSoto, Oldsmobile, Graham en een Buick. De<br />

laatste was een hele mooie auto, de schijnwerper is<br />

nog bewaard gebleven. Later werden er auto's bijgekocht.<br />

Ze werden gebruikt voor taxi, voor verhuur<br />

met en zonder chauffeur en voor rouw- en trouwrijden.<br />

Soms leenden we de Studebaker van Weeder. We<br />

bouwden ook legervoertuigen om. Dat waren dumpvoertuigen,<br />

waar we een laadbak en een cabine op<br />

maakten. Ze waren bestemd voor transportbedrijven<br />

zoals Stam en Roemer."<br />

Lijkauto<br />

„Als begrafenisauto hadden we eerst een T-Ford. De<br />

bak heeft later nog lang achter het huis van ome Piet<br />

gestaan als kippenhok. Het chassis stond jarenlang<br />

achter de garage, 't Was een kaal chassis, als kinderen<br />

speelden we erop.<br />

Voor de oorlog kochten we een Cadillac (uit 1929).<br />

Dat moest de nieuwe lijkauto worden. Op de Cadillac<br />

hebben we zelf een nieuwe carrosserie gebouwd. Het<br />

werd een wat moderner model, meer gestroomlijnd.<br />

Zwarte gordijnen erin, kruisen aan de zijkant. Er<br />

waren ook rollers bij om de kist naar binnen te schuiven.<br />

Deze lijkauto heeft dienst gedaan tot 1957, toen<br />

begaf hij 't. De laatste rit was met Piet Blom, die<br />

woonde in een klein huisje bij de molen aan de Oost-<br />

De T-Ford lijkwagen. Het chassis stond later jaren<br />

achter de garage. De bak eindigde als kippenhok<br />

in de tuin van Piet Kuip, Oosteinderweg 11.


Jaarboek 2004 11<br />

Ook ome Piet reed op de lijnbus. Een bekend verhaal<br />

is dat hij een keer op de Huygendijk van de dijk af<br />

gerold is. Er kwam een tegenligger aan, die niet opzij<br />

ging. De bus raakte in de berm en ome Piet kon hem<br />

niet meer houden. De kap raakte los en brak af, de<br />

mensen lagen in de kap. De bus rolde nog effies verder,<br />

't Was een pittige buiteling, maar volgens 't<br />

horen waren er geen gewonden.<br />

Er is hier nog een contract van voor de oorlog voor de<br />

levering van vijf carrosserieën aan de WACO. In<br />

1933 werden de door ons ontworpen autobussen op<br />

de RAI in Amsterdam bekroond. De autobusdienst is<br />

in 1942 verkocht aan de WACO. De papieren van die<br />

overdracht zijn nog aanwezig.<br />

Na de oorlog hebben we zelf een nieuwe bus<br />

gebouwd. Ik heb gezien hoe dat gebeurde. Er kwam<br />

een gebruikt vrachtwagenchassis binnen en oom Tijmen<br />

maakte er een vierkant geval op. Vader was daar<br />

niet zo erg over te spreken, hij wilde dat het meer<br />

gestroomlijnd was. Dat was een Opel 6-cilinder.<br />

Daarnaast hadden we een Chevrolet. Die was gemaakt<br />

van een vrachtwagen. Er werden ramen in de bak<br />

gezet, houten bankjes erin. Hij werd gebruikt om<br />

arbeiders in te rijden. Bijvoorbeeld voor de DUW<br />

(Dienst Uitvoerende Werken) naar de Wieringermeer<br />

en later naar de Hoogovens. Ook in de lijkwagen werden<br />

banken gezet. Je had niks anders, vlak na de oorlog.<br />

De bussen waren bestemd voor personenvervoer.<br />

Onze chauffeurs waren Jan de Jong en Piet Meilink.<br />

Telefoon 7<br />

Wed. C. KUIP & ZONEN, Wognum<br />

Onderceleekenden levcien<br />

alie soorten Hord Auto's<br />

Ingericht voor het maken van specia'e<br />

Carrosscricn «oor Luxe Auto's. Omnibussen cn<br />

Vrachtauto's.<br />

Solied werk. Mom model. Oinvurreerendi: prijzen.<br />

AUTOMOBIELEN<br />

Telefoon 7 \<br />

AUTOVERHURING<br />

5 en 6 persoons Auto's en<br />

luxe Autobussen<br />

Billijk Tarief. Vraagt prijsopgaaf.<br />

Wed. C. KUIP & ZONEN, Wognum<br />

Electrische y<br />

Wagenmakerij WOGMUM<br />

levert alle soorten Wagens en Rijtuigen<br />

Solied Werk - Naar elk model<br />

Reparatiën Spoedig en billijk.<br />

Aanbevel. Wed. C KUIP & ZONFN<br />

De Diamond T uit 1939, kenteken G-13346. Deze<br />

bus werd na de oorlog gekocht van BAB, Buitelaars<br />

Auto Bedrijf. Later werd het K.A.B.: Kuips<br />

Auto Bedrijf. De bus was in gebruik tot ± 1962.<br />

Kees en Nico stellen: „Een mooi rijdende bus, die<br />

je op een paar centimeter langs de bomen kon<br />

sturen. Hadden we 'm maar bewaard."<br />

„Voor de oorlog had de firma Kuip een vaste lijnbusdienst.<br />

Op alle werkdagen van Hoorn naar Alkmaar<br />

en ook altijd op dinsdag naar Purmerend. Chauffeurs<br />

waren Jaap Smit en Cor Schutte.<br />

Uit met de bus<br />

einderweg. Onderweg naar de kerk deed de Cadillac<br />

het opeens niet meer. Hij is toen door de volgauto<br />

opgeduwd, bumper aan bumper. Het verhaal gaat dat<br />

de voorloper van de sokken geduwd werd, omdat de<br />

chauffeur van de volgauto niet zien kon in welk tempo<br />

die man liep. Zelf heb ik ook nog wel in de lijkauto<br />

gereden. Je had dan een donker pak aan. Vader had<br />

er een zwarte jas voor met een pet. Ik herinner me<br />

dat we eens in Limburg een overledene op moesten<br />

halen. We bleven een nacht over. Het was heel heet<br />

weer en onderweg ging tweemaal de bobine stuk. De<br />

Cadillac heeft lang buiten gestaan. Er zijn wel mensen<br />

geweest die hem wilden gebruiken als cross-auto.<br />

De barnstenen knop die op de versnellingspook zat, is<br />

eraf gehaald. Nee, de auto kon niet op slot. Trouwens<br />

de bussen konden ook niet op slot, de mensen waren<br />

vroeger niet zo 'steelderig'. Later stond de Cadillac<br />

wel binnen, achter in de garage. We hebben hem 45<br />

jaar bewaard. Van moeder mocht-ie niet verkocht<br />

worden. We hadden ook een Isobloc, een Franse bus<br />

met de motor achterin. Het was een hospitaalauto<br />

geweest, 't Schakelen daarin ging vrij moeilijk. Ook<br />

reden we een Diamond T, daar waren we gek op.<br />

Die kon je op de centimeter af sturen, ja, die stuurde<br />

magnifiek! Later hadden we een DAF, gekocht van<br />

Beuk uit Noordwijk, en een Austin voor ongeveer<br />

veertig personen"


De laatste klant. Nico Kuip tankt de auto van Piet<br />

Smit (van de Zomerdijk) vol. Het benzinemerk is<br />

WFS (Westfriese Sietzes, een onderdeel van Shell).<br />

Er werd verder voornamelijk 's zomers gereden.<br />

Schoolreisjes en uitjes van ouden van dagen, naar de<br />

Efteling, Avifauna, Oud-Valkeveen, Artis of het<br />

Openluchtmuseum. Ritjes met voetbalclubs en dagjes<br />

uit met verenigingen en bijvoorbeeld ook met misdienaars<br />

uit verschillende dorpen.<br />

We reden ook naar het sanatorium Deckerswald bij<br />

Nijmegen. Daar lagen tbc-patiënten. Familieleden uit<br />

Wognum en omgeving gingen daar zondags op<br />

bezoek. Om zes uur 's ochtends weg en rond tien, elf<br />

uur 's avonds weer thuis.<br />

Soms gingen we op kloosterbezoek. De hele familie<br />

ging naar een zuster of broeder die een jubileum vierde.<br />

Dat waren prachtige dagen! Ik ben wel eens mee<br />

geweest met Piet Meilink. We kregen er natuurlijk<br />

ook eten, maar we aten apart. De zusters hadden het<br />

beste met ons voor. Ze hadden lekkere chocoladepudding<br />

gemaakt, maar wij lustten het niet. We deden het<br />

in onze zakdoeken en gooiden alles in het toilet.<br />

„Hoe smaakte de pudding?" vroegen de zusters later.<br />

We hebben een tijdlang drie bussen gehad. Eén, die<br />

verbouwde vrachtwagen, is verkocht als kermisauto.<br />

Die zagen we later nog wel eens terug."<br />

12<br />

Benzinepomp<br />

„Toen ik twaalf jaar was, leerde ik van vader autorijden.<br />

In de garage reed ik al. Ik vond 't prachtig! Toen<br />

ik zeventien was, reed ik met de bus. Dat stuurde<br />

zwaar, hoor! Een ritje naar Sijbekarspel, doe jij dat<br />

maar, zei vader. Op de Parallelweg heb ik nog eens<br />

een bekeuring gehad, daarna reed ik niet meer in het<br />

dorp. Op m'n achttiende haalde ik m'n rijbewijs. Ik<br />

kreeg één les bij Schneiders in Hoorn. „Je rijdt als<br />

een taxichauffeur", zei die, „zo wild! Goed kijken<br />

moetje en rustig rijden!"<br />

We handelden in tweedehands auto's en er werden in<br />

de garage reparaties verricht. Zolang ik weet heeft er<br />

een benzinepomp gestaan. Eerst een handbenzinepomp,<br />

zo'n ronde, die je oppompte tot vijf liter. Als<br />

het peilglas vol was, liet je het leeglopen in de tank. Er<br />

werd ondertussen een praatje gemaakt, sigaretje erbij.<br />

Later hadden we benzine van Shell, super, normaal en<br />

diesel. In 1994 werd er een overeenkomst gesloten<br />

om de pomp op te heffen en te saneren. De SUBAT,<br />

de vereniging van brandstofhandelaars, kocht destijds<br />

veel stations op. In '96 is alles gesaneerd. De grond<br />

was vervuild, de hele operatie kostte 300.000 gulden.<br />

De tank zat een beetje scheef, de laatste liters liepen<br />

altijd zo de grond in. De leiding die van de tank naar<br />

de benzinepomp liep was ook verrot. Af en toe kwam<br />

er een nieuwe tank, de eerste had een capaciteit van<br />

1000 liter. In het begin lagen ze voor de garage, later<br />

ook in het grasveld. Daar is het gelukkig schoon<br />

gebleven. De bussen zijn in '65 en '66 verkocht.<br />

Vader wou geen risico nemen, het werk werd minder<br />

en hij wilde niet investeren in nieuw materiaal. Jammer,<br />

er waren drie jongens die dag en nacht wilden<br />

werken, maar een nieuwe bus kostte 30.000,- gulden,<br />

Daarvoor moest er geld opgenomen worden en dat<br />

wilde hij niet. Er kwam iemand die de bussen met<br />

vergunning wilde kopen. Vader stemde toe en verkocht<br />

ze. 't Was een triest afscheid. Wanneer ik met<br />

de lesauto reed in het voorjaar, zag ik die toerbussen<br />

weer gaan. Dan was er altijd een gevoel van spijt.<br />

Vader overleed in 1974, op 80-jarige leeftijd."<br />

Kuip's autobedrijf<br />

AUTOREPARATIE, DOORSMEERSTATION, VAMOR AUTORUSCHOOL<br />

1687 AA WOGNUM - Oos.einderv.eg 7 - Te,. (02297, 1214-1248<br />

Bankrelatie : Rabobank, Wognum<br />

bankrek.nr. 37.16.00.189<br />

Postgiro : 11 28 05<br />

NOTA voor é.<br />

Verkoop :<br />

Auto's, bromfietsen<br />

Shell benzine en olie<br />

Autobanden


Jaarboek 2004 13<br />

Het gezin van Piet Kuip en Vroon Kuip-Komen. V.l.n.r. boven: Wijnand, Tessa, Jan, Karei, Bets en Piet Kuip.<br />

Onder: Tiny, Vronie, Vroon Kuip-Komen en Ria.<br />

Veronica Maria Kuip-Komen wordt geboren op 20<br />

maart 1910 in Spierdijk, als dochter van Weijert<br />

Komen (timmerman/doodgraver) en Catharina Leek.<br />

Ze trouwt op 20 juli 1933 met Piet Kuip. Hij wordt<br />

geboren op 22 augustus 1906, als jongste zoon van<br />

Carolus Kuip en Elizabeth Bot. Piet en Vronie Kuip<br />

krijgen acht kinderen: Bets (overleden), Tiny, Carel,<br />

Wijnand, Tessa, Vronie, Maria en Jan.<br />

Het verhaal van Vronie Kuip-Komen<br />

de garage is in 1984 een scène van de speelfilm 'De<br />

prooi' opgenomen. Ze zijn een dag bezig geweest, op<br />

straat, in de garage en achter het huis. Joop Dooderer<br />

was erbij. Nico heeft nog een klein rolletje gespeeld.<br />

In 1999 is de garage gesloten. Na tweehonderd jaar<br />

was de firma Kuip te Wognum verleden tijd."<br />

„In 1962 was ik zelf begonnen met een rijschool,<br />

namens de firma Kuip. Er kwam vraag naar rijles, eerst<br />

een paar uurtjes in de week. Ik begon met lessen van<br />

acht gulden per uur. De eerste lesauto was een Opel<br />

Rekord van nog geen jaar oud. De rijschool ging steeds<br />

beter lopen. Ik draaide soms weken van zestig uur.<br />

Jarenlang 's morgens om half acht beginnen tot negen<br />

uur 's avonds. Na negenen dan nog auto's opknappen<br />

en spuiten. In 1990 ben ik zelfstandig verder gegaan<br />

als rijschool Kees Kuip. Ome Tijmen was in 1957<br />

overleden en ome Piet vertrok in 1963 naar Haarlem.<br />

Mijn vader bleef dus over, mijn broer Karei heeft een<br />

paar jaar bij hem gewerkt. Hij vertrok later naar C. de<br />

Jong, reisbureau De Magneet. Dat reisbureau was een<br />

samenwerkingsproject van Beemster, De Jong en<br />

Schilder. Ze hadden ook mijn vader gevraagd om mee<br />

te doen, maar die had er geen trek in. Mijn broer<br />

Nico kwam in het bedrijf, hij heeft altijd in de garage<br />

gewerkt. Hij verkocht fietsen, auto's en brommers.In<br />

Rijschool


Het gesprek vindt plaats in oktober 2003 in een verzorgingshuis<br />

in Haarlem, waar mevrouw Kuip (93)<br />

sinds anderhalfjaar woont. Haar dochter Vronie (56)<br />

is ook aanwezig en vult het verhaal van haar moeder<br />

aan met haar jeugdherinneringen. Twee maanden na<br />

dit gesprek, op 12 december 2003, is mevrouw Kuip<br />

overleden.<br />

Kennismaking<br />

„Ik woonde in Spierdijk. Daar reed de bus van Kuip<br />

elke dag langs, voorbij ons huis. Dat ene chauffeurtje<br />

leek me wel een leuk iemand. Toen mijn ouwe tante<br />

ging trouwen, mocht ik een jongen mee vragen naar<br />

de bruiloft, een bruiloftsvrijer. Ik heb toen een brief<br />

geschreven naar Kuip in Wognum. Nee, Piet wist nergens<br />

van. Ik wist zelfs niet hoe hij heette. Moeder<br />

Kuip zag de brief en dacht dat Piet wel een bekeuring<br />

zou hebben, hoorde ik later. Piet schreef terug dat hij<br />

wel zin had an een feestje, hij had dan in ieder geval<br />

weer eens een vrije dag. Na die bruiloft is het aangebleven.<br />

Piet woonde in die tijd daar waar nu café Stam<br />

is. Hij was op de ambachtsschool geweest. Toen hij<br />

zestien was, reed hij al op de bus. In een korte broek.<br />

De mensen zeiden: „Moeten we met dat jochie mee?"<br />

Nee, hij had geen rijbewijs, dat hoefde toen nog niet.<br />

Toen we trouwden gingen we met de auto naar Hoorn<br />

om foto's te laten maken. Ik droeg een zwarte jurk."<br />

Zwarte handen<br />

„Piet was de monteur. Hij maakte liever auto's dan<br />

dat hij erin zat. Altijd had ie zwarte handen en smerige,<br />

zwarte overalls. En in het begin van ons trouwen<br />

had ik nog geen wasmachine! Eerst woonden we in<br />

het huis waar nu Kees Kuip woont (Raadhuisstraat 6).<br />

Dat was een prachthuis! Van die mooie bloemen in<br />

het plafond, 't Was van een timmerman die het zelf<br />

gezet had. Daar hebben we jammer genoeg maar kort<br />

gewoond. Piets oudere broer Nic ging trouwen en<br />

omdat het zijn huis was, kwam die er nu in te wonen.<br />

Wij verhuisden naar de Oosteinderweg (nu nr 11,<br />

bewoond door G. Groot), dat door de Firma Kuip<br />

voor ons was gekocht. Het was een rothuis. Ik had<br />

niet eens een aanrecht, alleen een boenbank en er was<br />

een regenwaterbak. Vader zei: „We zalle eerst maar<br />

een aanrechie voor je make, moidje." We hebben daar<br />

tot 1963 gewoond, alle kinderen zijn er geboren."<br />

Herinneringen<br />

„Piet was gek van voetballen. Vaak reed hij op zondagmiddag<br />

naar Volendam om daar naar een wedstrijd<br />

te kijken. Hij ging dan met de bus en iedereen<br />

die wilde mocht mee. Bij Spartanen heeft hij tot zijn<br />

47-ste gevoetbald.<br />

14 Jaarboek 2004<br />

Piet Kuip bij de benzinepomp.<br />

Ook vervoerde hij de spelers en de decors van de<br />

toneelgroep Het Westfries Kleintoneel. Jo van Vliet<br />

uit Wognum was daar de regisseur van, de spelers<br />

kwamen uit de omgeving. Ze traden op in allerlei<br />

dorpen in de buurt. Het toneelstuk 'De Wachter' naar<br />

het boek van mevrouw Visser-Roosendaal hebben ze<br />

vijftig keer gespeeld. Kijk, hier heb ik nog een<br />

molentje als aandenken aan die voorstellingen. Piet<br />

was dan altijd laat thuis, hoor. Nee, zelf ging ik nooit<br />

mee. Daar had ik geen tijd voor. De monteurs in die<br />

tijd waren Toon Kloet en Gert Bijman en ook Jan<br />

Meester werkte in de werkplaats. Ze reden ook rouwtjes<br />

en trouwtjes. Piet werkte tot het laatst aan toe,<br />

dan kwam hij met zwarte handen aanzetten. Zo met<br />

die handen in de witte handschoenen en rijen maar!<br />

Wat had ik er dan een werk aan om die handschoenen<br />

weer schoon te krijgen. Piet was altijd aan het werk,


Jaarboek 2004 15<br />

Op pad met regisseur, spelers en decors van Het Westfries Kleintoneel. Links regisseur Jo van Vliet,<br />

rechts Piet Kuip. Het potkacheltje hoort bij de rekwisieten van het toneelstuk De Wachter naar het boek<br />

van J. Visser-Roosendaal.<br />

Eén dag in het jaar gingen we uit met het gezin in een<br />

van de bussen of met de DeSoto. Het duurde wel lang<br />

voordat we eindelijk wegreden. Moe zei steeds: „Ik<br />

geloof nooit dat we wegraken!" Pa had altijd nog<br />

klusjes te doen. Maar toch gingen we tenslotte, naar<br />

Panorama Mesdag, naar de Echoput of naar de piramide<br />

van Austerlitz. Ook weet ik nog heel goed dat<br />

hij regelmatig voor de deur stond te toeteren. Dan<br />

riep hij: „Wil er nog iemand mee?" Iedereen die wilde<br />

mocht dan meerijden. Als het slecht weer was,<br />

haalde hij ons uit school. Vader reed ook altijd met<br />

het schoolreisje. Later deed Kees dat. Misschien<br />

kwam het wel door mij dat de school naderhand geen<br />

gebruik meer maakte van de diensten van de firma<br />

Kuip. Ik schreef namelijk links. Dat kon natuurlijk<br />

niet, het moest met rechts van juffrouw Kamp en zuster<br />

Elfrieda. Vader vroeg aan dokter hoe het zat met<br />

linkshandigen. Dokter zei: als ze echt links is, moet<br />

ze links schrijven. Toch mocht het niet. Toen zei pa:<br />

van de oude lijkwagen stond bij ons achter in de tuin.<br />

Die werd gebruikt als kippenhok en we speelden er<br />

ook wel eens in.<br />

tot 's avonds laat. De rouwauto heeft Piet in de plaat<br />

gezet, Tijmen deed het houtwerk. Nic liep er omheen<br />

te commanderen. De klanten vroegen altijd om Piet.<br />

„M'n auto wul niet, Piet, kom je effen kijken?" Ook<br />

boerenwerk, trekkers die het niet deden, Piet moest<br />

komen om het te maken, 't Gebeurde ook wel dat<br />

mensen die met pech op de E 10 stonden, 's nachts<br />

bij ons aanklopten om hulp. Ikzelf kwam nooit in de<br />

werkplaats. De kinderen haalden hun vader op. Daarin<br />

was ik anders dan de andere vrouwen, Gré Kuip<br />

bijvoorbeeld was de eerste vrouw in Wognum die een<br />

rijbewijs had."<br />

Dochter Vronie Kuip herinnert zich nog goed de geur<br />

in de werkplaats.<br />

„Het rook er naar olie en benzine. We mochten er ook<br />

wel spelen, bijvoorbeeld als het vakantie was of met<br />

slecht weer. Ome Tijmen was altijd met hout bezig, hij<br />

was wat behoudender. Als het kleppertijd was, maakte<br />

hij kleppers voor ons. En kijk, dit voetenbankje hier<br />

onder tafel heeft Tijmen ook gemaakt. Als er niemand<br />

was, mochten wij de benzinepomp bedienen. Wanneer<br />

er een buitenlander kwam om te tanken moesten we<br />

mijn broer Carel roepen, die sprak alle talen. De bak


De befaamde Cadillac lijkwagen. Op basis van een 1929 Cadillac sedan (later 7-persoons cabriolet) in ±<br />

1937 gebouwd, tegelijk met een ambulance door de Fa. Kuip te Hem. Deze auto was in gebruik tot 1957.<br />

Nadat de Cadillac jaren in de garage had gestaan, werd hij in 2002 verkocht.<br />

„Als het niet mag, loopje maar gewoon weg!" Dat<br />

deed ik, ik voel nog die ogen van de juffrouw in mijn<br />

rug. Er zijn woorden over geweest op school. En<br />

daarna zijn we nooit meer met de bus van Kuip<br />

gegaan. Omdat het bij ons in huis altijd druk was,<br />

luisterde ik met Trees en Karei vaak 's avonds in de<br />

Diamond naar 'Sprong in het heelal', een hoorspel op<br />

de radio. Toen mijn zus Tiny trouwde, hebben we de<br />

bus versierd en met alle familieleden en vrienden gingen<br />

we naar de bruiloft in Amsterdam. Toen ik zestien<br />

was, verhuisden we naar Haarlem. Er waren in<br />

ons gezin geen zoons die in het bedrijf van Kuip wilden<br />

werken en moe wilde graag weg. Het was eigenlijk<br />

haar initiatief."<br />

16 Jaarboek 2004<br />

Weg uit Wognum<br />

Mevr. Kuip: „Piet kreeg nooit salaris, nooit een vast<br />

weekgeld. Ieder pakte uit de kas wat ie nodig had.<br />

Wij hadden het geld van de pomp. Dat wilde ik niet<br />

meer, ik wilde vast loon hebben.<br />

Via onze vroegere chauffeur Jan de Jong, die in Velzen<br />

woonde, lazen we een advertentie in de krant. Daarin<br />

vroegen ze een plaatwerker in een carrosseriebedrijf in<br />

Haarlem. Piet solliciteerde en hij werd direct aangenomen.<br />

Hij ging bij Jan in de kost, alleen in het weekend<br />

kwam hij naar Wognum. In 1963 zijn we verhuisd, we<br />

gingen boven de carrosseriefabriek wonen. Later zijn<br />

we nog twee keer verhuisd, 't Was destijds wel een<br />

overgang van Wognum naar de stad. Ik weet nog dat ik


Jaarboek 2004 17<br />

Cathrien Kuip werd geboren in de strenge winter van<br />

1929 (19-01-1929). „Mij is altijd het volgende verteld:<br />

toen jij gedoopt moest worden, ging ome Piet<br />

Kuip er 's nachts wel drie keer uit om de auto te laten<br />

lopen. Anders zou die de volgende morgen niet starten<br />

vanwege de ijzige kou." Cathrien groeide op in<br />

het huis dat destijds links naast de werkplaats stond.<br />

In de oorlog verhuisde het gezin naar het huis van<br />

opoe Kuip, rechts naast de garage (waar anno 2003<br />

Nico Kuip woont). Grootmoeder Kuip ging naar een<br />

bejaardenhuis in Blokker.<br />

„Mijn vader was wagenmaker en carrosseriebouwer.<br />

Als kind kwam ik vaak bij hem in de werkplaats.<br />

Krullen opruimen, spijkers opzoeken. Daar werkten<br />

ook Toon Kloet, Cor Bravenboer en Jan Meester.<br />

Ome Piet was plaatwerker en monteur, die deed<br />

eigenlijk alles. Vader maakte wagenwielen, maar ook<br />

bijvoorbeeld wagens en kruiwagens. Ik weet dat hij<br />

een cirkelzaag had, een schaafmachine en een deutendraaier<br />

(deut=naaf). De verbouw van de Cadillac<br />

tot lijkwagen eindjaren dertig heb ik bewust meege-<br />

Jeugdherinneringen<br />

Cathrien Bijman is een dochter van Tijmen Kuip en<br />

Clasina Bakker. Zij heeft vijf zussen (Lies, Gré, Tine,<br />

Clasien, Ria) en een broer (Carel). Lies, Gré en Carel<br />

zijn overleden. In 1960 trouwde Cathrien met Gerrit<br />

Bijman uit de Noordermeer.<br />

Het verhaal van Cathrien Bijman-Kuip<br />

en Gerrit Bijman<br />

in het begin niet goed durfde over te steken. De kinderen<br />

waren al lang aan de andere kant van de weg en ik<br />

stond maar te wachten." „Piet kende veel liedjes en hij<br />

had van die mooie uitspraken. Hij zei bijvoorbeeld:<br />

'drie maal de lengte van de haan is de hoogte van het<br />

kippenhok, de schuine kanten niet meegerekend'. Ook<br />

zei hij steevast na het eten: ik heb weer vorstelijk gegeten,<br />

Vroon! Ja, we hebben een goed huwelijk gehad en<br />

ik mis 'm nog altijd."<br />

Het gezin van Tijmen Kuip en Clasina Kuip-Bakker. Tijmen Kuip was in 1930 mede-oprichter van de RK<br />

Bond voor Groote Gezinnen. Hij bleef bestuurslid tot zijn overlijden.V.l.n.r. boven: Lies, Tijmen Kuip, Clasina<br />

Kuip-Bakker en Gré. Onder: Tine, Clasien, Karei, Ria en Cathrien.


Een foto uit 1940. Een veewagen staat voor de wagenmakerij en de garage.<br />

V.l.n.r. Tijmen Kuip, achterneef Tim Kuip en Toon Kloet. In de auto zit Ali Zwaan.<br />

maakt. Ik zie nog zo de tekening op de werkbank liggen.<br />

Vader maakte het houten frame en ome Piet het<br />

plaatwerk. De wielen hadden zilverkleurige randen.<br />

Er was een bank aan de voorkant, zwarte gordijntjes<br />

en houten kruisen die zilver geschilderd waren."<br />

Cathrien en de Cadillac zijn beiden van hetzelfde<br />

bouwjaar: 1929. Voordat het ombouwen begon,<br />

maakte vader Tijmen Kuip met zijn kinderen een<br />

tochtje naar Bergen aan Zee. Het werd een onvergetelijke<br />

rit. „De Cadillac was toen een open wagen.<br />

Vader wou er eerst wel eens mee uit zwieren. Dus<br />

reden we op een dag naar de kust. De meeste indruk<br />

maakte de koffer die achterop stond. Daarin zat allemaal<br />

eten en drinken voor ons."<br />

Ook weet mevrouw Bijman-Kuip nog heel goed dat<br />

18 Jaarboek 2004<br />

haar vader een splinter in zijn oog kreeg. „Hij werd<br />

naar het ziekenhuis in Alkmaar gebracht en ze vreesden<br />

daar voor zijn gezichtsvermogen.Van mijn zusjes<br />

en mij werd toen snel een foto gemaakt, zodat vader<br />

ons nog kon zien. Hij werd geopereerd, de operatie<br />

slaagde gelukkig, hij kon daarna weer normaal kijken."<br />

„Toen ik groter was, moest ik, samen met mijn<br />

zus Tine, altijd de bussen opknappen. Kort na de oorlog<br />

was dat. De ramen waren meestal smerig, alles<br />

moest goed schoongemaakt worden. Ik zei toen: ik ga<br />

later nooit in een autobedrijf, ik wil nooit meer<br />

wagens opknappen! Maar ja, ik trouwde met Gerrit<br />

en we hebben tientallen jaren een garage gehad."<br />

In de jaren na de oorlog kwam Gerrit Bijman bij de<br />

firma Kuip werken als monteur/chauffeur. Cathrien:<br />

„Hij reed 's morgens vroeg de bus met werkvolk naar


Jaarboek 2004 19<br />

In 1952/53 begon Gerrit Bijman voor zichzelf. Eerst<br />

gewoon bij huis aan de Koggeweg met autohandel en<br />

reparaties. In 1956/57 kwam daar de rijschool bij. In<br />

1962 kochten Gerrit en Cathrien huis en erf van Piet<br />

Beemsterboer aan de Kerkstraat, waar in 1978 een<br />

nieuw pand werd gezet. Voor beiden dus: een leven<br />

met, in en tussen auto's.<br />

link." Ook in de legendarische lijkwagen heeft Bijman<br />

vaak gereden. „Ik heb onder meer Cathriens<br />

grootmoeder Elisabeth Bot (de weduwe van Carolus<br />

Kuip) weggebracht. Mijn schoonmoeder was erg<br />

ziek en wilde nog graag een keer naar Lourdes. We<br />

hebben toen van de Cadillac een ziekenwagen<br />

gemaakt met witte gordijntjes en zo werd ze naar<br />

Schiphol vervoerd. Dat was in september 1950, ze is<br />

in november overleden. Aanvankelijk werd de lijkauto<br />

voor meerdere dorpen gebruikt, later stond hij veel<br />

te vaak stil. Tijdens zijn laatste rit, met Blom van de<br />

Oosteinderweg, kwam hij niet verder dan het viaduct.<br />

Ik reed er in een volgwagen achteraan. De rest van de<br />

tocht tot de kerk werd de Cadillac opgeduwd. Ze zeiden<br />

toen: „Die Piet Blom. Nooit heeft-ie een auto<br />

kunnen betalen en nu rijdt hij er een keer in, scheidt<br />

dat ding eruit!"<br />

Gerrit Bijman (1928) werkte eerst bij Pietje Vlaar, die<br />

op de Oude Hoornseweg in de garage van Jonker zat.<br />

„Op een dag moest ik naar garage Kuip toe, een<br />

motorcarrier wegbrengen. Ik raakte aan de praat met<br />

ome Piet. Die vertelde dat Kootje Manshande weg<br />

zou gaan. Er kwam dus een monteursplek vrij. „Voel<br />

jij er wat voor?" vroeg hij. Het stond me wel aan, de<br />

firma Kuip was immers een naam! Vlak na de oorlog<br />

begon ik er. Fietsen repareren, een enkele motorfiets<br />

of een auto. Later werden dat er meer. Ik heb wat een<br />

keren op een matje onder een auto gelegen. Zo op de<br />

harde grond. Nee, van Arbowetten had toen nog niemand<br />

gehoord!" Vanwege het gebrek aan chauffeurs<br />

ging Gerrit Bijman al snel rijden, ook toen hij nog geen<br />

rijbewijs had. „Eigenlijk heb ik rijden geleerd van Cor<br />

Schuit. Die had vlak na de oorlog een Fordje. Later<br />

moest ik afrijden, dat gebeurde vanuit de Keizerskroon<br />

in Hoorn. Bij Kuip was geen luxe wagen beschikbaar<br />

dus ik reed er in een bus naartoe. „Hier ga ik niet mee<br />

proefrijden", zei de examinator. „Die is veel te groot.<br />

Kom later maar terug met een gewone auto." Je haalde<br />

toentertijd alles in één keer: auto-, motor- en vrachtwagenrijbewijs.<br />

Ik huurde voor een gulden een motor bij<br />

Jo Roos op het Breed en daar reed ik mee af."<br />

Gerrit heeft veel ritjes gemaakt met de bussen van<br />

Kuip. „Met werkvolk, maar ook dagjes uit naar het<br />

Panorama Mesdag en naar het oude Schiphol. Of naar<br />

Amsterdam achter een paar Magneetbussen aan. Kuip<br />

had dan een bus verhuurd aan die organisatie. Gezweten<br />

daar, want ik wist er heg noch steg! Die ritjes 's<br />

morgens naar Den Helder, dan was het zo stil, je<br />

kwam maar vier auto's tegen. Ik ging om vijf uur<br />

weg, om acht uur was ik terug, dan werken in de<br />

garage en om vier uur weer heen. Om zes uur, half<br />

zeven terug en vaak ook 's avonds nog werken. De<br />

andere buschauffeurs waren Jan de Jong en Piet Mei­<br />

Op een matje onder de auto's<br />

Den Helder of de Wieringermeer. Daarna kwam hij<br />

bij ons in de keuken een koppie te doen. Ik kwam dan<br />

beneden en zag hem zitten. Hij ging eerst met mijn<br />

zus Clasien uit. „Je spoort niet, datje met hèm uitgaat!"<br />

zei ik tegen haar. Op een dag was mijn fiets<br />

stuk. Je moest thuis bidden en smeken om hem gerepareerd<br />

te krijgen. Op slot wou Gerrit het wel doen,<br />

maar alleen als hij een avondje met me uit mocht!"<br />

Ze stemde toe, de verkering raakte aan en in 1960<br />

trouwden Gerrit en Cathrien.

Hooray! Your file is uploaded and ready to be published.

Saved successfully!

Ooh no, something went wrong!