Huishoudelijk reglement - Gemeente Keerbergen

De gemeentelijke begraafplaats is voor begravingen, bijzettingen en asuitstrooiïngen
toegankelijk:
Van maandag tot en met zaterdag van 8 uur tot 17 uur.
De burgemeester kan hierop een afwijking toestaan.
De gemeentelijke begraafplaats is voor werkzaamheden toegankelijk:
- van 1 maart tot 30 september van 8 uur tot 20 uur
- van 1 oktober tot de laatste dag van februari: van 8 tot 17 uur.
De burgemeester kan hierop een afwijking toestaan.
Artikel 80
De gemeente staat niet in voor de bewaking van de op de graven geplaatste
voorwerpen.
Het gemeentebestuur kan niet aansprakelijk gesteld worden voor de diefstallen of
beschadigingen welke op de begraafplaats ten nadele van de nabestaanden
zouden gepleegd worden aan de graven, erop aangebrachte gedenktekens,
beplantingen en andere voorwerpen.
Artikel 81
Op de begraafplaats zijn alle handelingen waardoor de orde of de aan de doden
verschuldigde eerbied verstoord wordt.
Het is in het bijzonder verboden:
- aanplakbrieven of opschriften aan te brengen, behoudens in de gevallen bepaald
bij decreet van 16 januari 2004 of dit huishoudelijk reglement;
- goederen te koop aan te bieden of zijn diensten aan te bieden.
Artikel 82
Het is eveneens verboden:
- de grasperken en de aanplantingen van de begraafplaats en aanhorigheden te
betreden of op welke wijze dan ook te beschadigen;
- de graftekens en alle hulde- en versieringsvoorwerpen op welke wijze ook te
beschadigen;
- binnen de omheining van de begraafplaats en de aanhorigheden vuilnis en afval
neer te leggen, tenzij op de daartoe bestemde plaatsen;
- op de begraafplaats of de aanhorigheden zich te gedragen op een wijze die met
de ernst en de stilte der plaats en met de eerbied verschuldigd aan de doden niet
overeenstemt;
- met voertuigen de begraafplaats binnen te rijden, tenzij om uitzonderlijke redenen
waartoe toelating verleend wordt door de burgemeester;
- opschriften of grafschriften aan te brengen die de welvoegelijkheid, de orde en de
aan de doden verschuldigde eerbied verstoren.
20