21.09.2013 Views

Voorlichtingsblad van ForFarmers JUNI 2011 jaargang 35

Voorlichtingsblad van ForFarmers JUNI 2011 jaargang 35

Voorlichtingsblad van ForFarmers JUNI 2011 jaargang 35

SHOW MORE
SHOW LESS

You also want an ePaper? Increase the reach of your titles

YUMPU automatically turns print PDFs into web optimized ePapers that Google loves.

<strong>Voorlichtingsblad</strong> <strong>van</strong> <strong>ForFarmers</strong> <strong>JUNI</strong> <strong>2011</strong> <strong>jaargang</strong> <strong>35</strong><br />

VOERTAAL


2<br />

Klankbordgroepen<br />

<strong>ForFarmers</strong> is gestart met klankbordgroepen voor de verschillen-<br />

de sectoren. Per klankbordgroep schrijft een deelnemer over zijn<br />

bedrijf, zijn toekomstvisie, de rol en meerwaarde <strong>van</strong> de klank-<br />

bordgroep. In deze Voertaal presenteren we u varkenshouder<br />

Adriaan <strong>van</strong> Bergen.<br />

Mijn naam is Adriaan <strong>van</strong> Bergen, 50 jaar,<br />

ben getrouwd en heb vier kinderen in de<br />

leeftijd <strong>van</strong> 13 tot 22 jaar. In 1985 zijn we<br />

gestart met een vleesvarkensbedrijf te<br />

Duiven met de intentie om hier een gesloten<br />

bedrijf <strong>van</strong> te maken. Tot dan was<br />

ik werkzaam bij verschillende fokkerijgroeperingen,<br />

eerst als dierverzorger, later als<br />

inseminator.<br />

In verband met woningbouwplannen <strong>van</strong><br />

de gemeente Duiven tegenover onze bedrijfslocatie<br />

werd de bouwvergunning, voor<br />

de zeugenstal, die we wilden bouwen, ingetrokken.<br />

Daardoor stagneerde onze bedrijfsontwikkeling.<br />

Uiteindelijk is ons bedrijf<br />

verkocht aan de gemeente en zijn we<br />

in 1992 opnieuw gestart in Rosmalen. Omdat<br />

toen de verruimde ver<strong>van</strong>gingsreserve<br />

nog niet was toegestaan, zijn we opnieuw<br />

met vleesvarkens verdergegaan.<br />

In 1997, ten tijde <strong>van</strong> de varkenspest,<br />

waarbij we een jaar geen biggen konden<br />

opleggen, heb ik een opleiding makelaardij<br />

gevolgd. Vanaf 1999 heb ik diverse taxaties<br />

verricht voor opkoop c.q. verplaatsingsregelingen<br />

voor DLG en de Provincie Noord-<br />

Brabant. Sinds 2004 ben ik VastgoedCert<br />

Klankbordgroep varkenshouderij 2<br />

Zwarte Cross Festival 3<br />

Duurzaamheid bij <strong>ForFarmers</strong> 4<br />

Prijswinnaars Innovatiefonds 6<br />

Maximale eiwitproductie in de zomerdag 8<br />

Preventie <strong>van</strong> hittestress 10<br />

BEX geeft inzicht in mineralenefficiëntie 12<br />

Sojahullen <strong>van</strong> FarmFeed 13<br />

Reportage: optimale jongveeopfok 14<br />

gecertificeerd makelaar-taxateur Wonen/<br />

MKB/WOZ. Verder ben ik bestuurlijk actief<br />

in onze plaatselijke ZLTO afdeling.<br />

Er heeft zich nog geen bedrijfsopvolger<br />

aangediend, maar om de continuïteit <strong>van</strong><br />

het bedrijf te waarborgen wordt er momenteel<br />

bijgebouwd. Onze bedrijfsom<strong>van</strong>g<br />

groeit naar 5000 vleesvarkens. Mochten<br />

we geen bedrijfsopvolger vinden, dan blijft<br />

het bedrijf dankzij deze groei ook gewild<br />

voor aankoop door een andere varkenshouder.<br />

De huidige stallen worden deels<br />

emissiearm gemaakt middels een chemische<br />

luchtwasser en de klimaatregeling<br />

wordt ook up-to-date via centrale afzuiging<br />

en frequentiegestuurde ventilatoren. De<br />

nieuwbouw is voorzien <strong>van</strong> een ICV-systeem<br />

en in de stallen werken we met een<br />

brijvoerinstallatie en bijproducten.<br />

Afgelopen voorjaar ben ik benaderd om<br />

klankbordlid te worden bij <strong>ForFarmers</strong>.<br />

Daar heb ik positief op gereageerd omdat<br />

ik een bijdrage wil leveren aan het streven<br />

<strong>van</strong> <strong>ForFarmers</strong> om diverse zaken te bespreken,<br />

zodat <strong>ForFarmers</strong> een nog betere<br />

partner kan zijn voor de boeren.<br />

De eerste bijeenkomst is inmiddels ge-<br />

Nieuwbouw in de kalverhouderij 16<br />

Tips tegen hittestress bij geiten 17<br />

Fosfaatefficiëntie in de varkenshouderij 18<br />

Reportage: reductie dierdagdosering 20<br />

Biggen wegen is zinvol 22<br />

Feedcare ® : optimalisatie brijvoerrantsoen 24<br />

Voorkom hittestress bij pluimvee 26<br />

Reportage: innovatieve bedrijfsvoering 28<br />

Gildehoen: duurzaam kipconcept 30<br />

COLOFON<br />

Redactieadres: <strong>ForFarmers</strong>, Postbus 91, 7240 AB Lochem, T: +31(0)573 28 88 00, F: +31 (0)573 28 88 99<br />

Eindredactie: Afdeling communicatie. De eerstvolgende Voertaal verschijnt in augustus <strong>2011</strong>.<br />

weest. Hierbij hebben we onder andere<br />

de sterke punten en de aandachtspunten<br />

<strong>van</strong> <strong>ForFarmers</strong> besproken. Sterke punten<br />

zijn bijvoorbeeld de bereidheid <strong>van</strong><br />

<strong>ForFarmers</strong> om te veranderen en verder<br />

te ontwikkelen. Ook de open organisatie,<br />

de goede voorlichting en het voer <strong>van</strong><br />

goede prijs/kwailteit-verhouding zijn sterk.<br />

Als veehouder vinden we het belangrijk<br />

dat de voorlichters nieuwswaarde brengen<br />

tijdens een bedrijfsbezoek. Het scherp<br />

houden <strong>van</strong> de voorlichters (via trainingen<br />

of technische informatiedagen) is dus gewenst.<br />

Ook de communicatie tussen de<br />

voorlichters onderling, wanneer er meerdere<br />

bij één klant komen, vraagt aandacht.<br />

Verder hebben we aanpassingen en tips<br />

voor de website <strong>van</strong> <strong>ForFarmers</strong>, MyFor-<br />

Farmers en Agrisell besproken, gevraagd<br />

of het mogelijk is om informatiebijeenkomsten<br />

betreffende Vermogen Op Naam te<br />

organiseren en tips gegeven omtrent de<br />

klantbetrokkenheid en klantbinding <strong>van</strong><br />

<strong>ForFarmers</strong>.<br />

Het feit dat <strong>ForFarmers</strong> deze actiepunten<br />

oppakt geeft mijns inziens aan, dat er<br />

daadwerkelijk inhoud aan het initiatief <strong>van</strong><br />

klankbordgroepen wordt gegeven.<br />

INHOUD<br />

Belang <strong>van</strong> een goede grasmat 32<br />

Groenbemesters voor betere structuur 34<br />

Reportage: nieuwe aardappelbewaarloods 36<br />

Korte berichten akkerbouw 38<br />

Productierechten 39<br />

Luchtwassers nader bekeken 40<br />

Reportage: ervaring met nieuwbouw 42


Zwarte Cross Festival<br />

<strong>ForFarmers</strong> is dit jaar wederom aanwezig op het Zwarte Cross<br />

Festival in Lichtenvoorde, dat plaatsvindt op vrijdag 15, zaterdag<br />

16 en zondag 17 juli <strong>2011</strong> in Lichtenvoorde. Dit keer presenteren<br />

we de spectaculaire attractie <strong>ForFarmers</strong> bungeecar.<br />

Het Zwarte Cross Festival vindt dit jaar<br />

voor de vijftiende keer plaats en <strong>ForFarmers</strong><br />

is daar voor het derde jaar bij. Het festival<br />

biedt drie dagen plezier voor jong en oud,<br />

staat bekend als het grootste muziekfestival<br />

<strong>van</strong> Oost-Nederland en is het grootste<br />

motorcrossspektakel <strong>van</strong> Europa. U komt<br />

toch ook?<br />

<strong>ForFarmers</strong> heeft op het Zwarte Cross Festival<br />

een eigen VIP-parkeerplaats en een<br />

terrein, waarop zich het Hard Brok Café<br />

bevindt. Hier wordt u ont<strong>van</strong>gen door onze<br />

medewerkers en kunt u onder het genot<br />

<strong>van</strong> een hapje en een drankje bijpraten. U<br />

mag gratis een uniek “Hard Brok Café” Tshirt<br />

afhalen en u kunt uw chauffeurscapaciteiten<br />

testen op de rodeobulkwagen.<br />

De band “Bökkers dut Normaal” verzorgt<br />

op zaterdag en zondag een aantal optredens<br />

voor de gasten op het <strong>ForFarmers</strong> VIPterrein.<br />

Zij zingen dan ook het <strong>ForFarmers</strong><br />

lijflied “Boeren met ambitie”.<br />

De openingstijden <strong>van</strong> het <strong>ForFarmers</strong>-terrein<br />

zijn:<br />

Vrijdag 15 juli: 14.00 - 21.00 uur<br />

Zaterdag 16 juli: 10.00 - 17.00 uur<br />

Zondag 17 juli: 9.00 - 17.00 uur<br />

Let op: de locatie is veranderd ten opzichte<br />

<strong>van</strong> voorgaande jaren. Het <strong>ForFarmers</strong>-terrein<br />

bevindt zich nu op de Engelse Schans.<br />

<strong>ForFarmers</strong> bungeecar<br />

Dit jaar heeft <strong>ForFarmers</strong> een specta-<br />

culair evenement op het festivalterrein.<br />

Stap in de <strong>ForFarmers</strong> bungeecar en doe<br />

de ultieme test: wordt u de grootste brokkenpiloot<br />

<strong>van</strong> het Zwarte Cross Festival?<br />

De bungeecar is een spectaculaire attractie<br />

waarmee <strong>ForFarmers</strong> op het festivalterrein<br />

naast de discotent komt te staan. Met<br />

maximaal twee personen wordt u in een<br />

Dodge Viper naar een hoogte <strong>van</strong> zestig<br />

meter gehesen. De auto wordt losgeklikt<br />

en in een spectaculaire vrije val raast u in<br />

sneltreinvaart naar beneden! Dankzij de<br />

vier elastieken, gaat u vervolgens in de<br />

zesde versnelling weer naar boven. Beleef<br />

de kick <strong>van</strong> een vrije val!<br />

Op de website www.debestebrokkenmakers.nl<br />

vindt u meer informatie.<br />

Daar is tevens een routebeschrijving<br />

te vinden naar het <strong>ForFarmers</strong>-terrein, met<br />

VIP-parkeerplaats. Wanneer u in de buurt<br />

<strong>van</strong> Lichtenvoorde de borden “<strong>ForFarmers</strong>”<br />

aanhoudt, bent u op de goede weg!<br />

3


4<br />

Duurzaamheid integraal onderdeel<br />

bij de nutritionisten <strong>van</strong> <strong>ForFarmers</strong><br />

Leon Marchal, hoofd Research & Development (R&D), is één <strong>van</strong> de leden<br />

<strong>van</strong> de Task Force Duurzaamheid. Deze werkgroep bij <strong>ForFarmers</strong> heeft<br />

als doel om duurzaamheidsdoelstellingen binnen de organisatie te reali-<br />

seren. Wij vragen aan Leon, welke rol de nutritionisten <strong>van</strong> R&D op het<br />

gebied <strong>van</strong> duurzaamheid vervullen.<br />

De Task Force<br />

heeft duurzaamheid<br />

ingedeeld in<br />

meerdere thema’s.<br />

De thema’s, waar<br />

de nutritionisten<br />

<strong>van</strong> R&D aan<br />

werken zijn diergezondheid,mineralenreductie<br />

(fosfaat en stikstof) en<br />

voerefficiëntie. Op het gebied <strong>van</strong> diergezondheid<br />

werken we op dit moment<br />

sterk aan het item antibioticareductie.<br />

<strong>ForFarmers</strong> stopt dit jaar met de productie<br />

<strong>van</strong> gemedicineerd varkensvoer en<br />

daarom geven we de varkenshouders advies<br />

over alternatieve methoden om an-<br />

tibiotica te verstrekken, bijvoorbeeld via<br />

drinkwatermedicatie. Het is algemeen<br />

bekend dat zieke varkens minder voer<br />

opnemen, maar nog wel blijven drinken.<br />

Verschuiving <strong>van</strong> de antibioticagift<br />

<strong>van</strong> voermedicatie naar drinkwatermedicatie<br />

is vast niet de<br />

enige oplossing?<br />

Nee, het is juist ons streven dat er zo<br />

min mogelijk antibiotica op een veehouderijbedrijf<br />

wordt ingezet. Dit kan door<br />

verhoging <strong>van</strong> de diergezondheid op veehouderijbedrijven,<br />

want op bedrijven met<br />

gezonde dieren, wordt minder antibiotica<br />

ingezet. Onze bijdrage hieraan is de ontwikkeling<br />

<strong>van</strong> voeders, die de darmge-<br />

zondheid <strong>van</strong> het dier verbeteren. Want<br />

een gezonde darm, zorgt voor een goede<br />

opname en vertering <strong>van</strong> voedingsstoffen.<br />

Daarnaast speelt de darm een centrale<br />

rol bij de afweer <strong>van</strong> het dier. Hoe<br />

gezonder de darm, hoe minder gevoelig<br />

het dier is voor ziekte. Via onderzoek,<br />

het doen <strong>van</strong> proeven en het ontwikkelen<br />

<strong>van</strong> nieuwe voerconcepten is R&D hierbij<br />

betrokken.<br />

Ook heeft <strong>ForFarmers</strong> een dierenarts in<br />

dienst, die actief bekijkt hoe klanten het<br />

antibioticagebruik kunnen verminderen.<br />

Een manier om veehouders inzicht te geven<br />

in de bedrijfsgezondheidsstatus is<br />

het uitvoeren <strong>van</strong> een scan. Binnen de<br />

concepten Cowcare ® , Pigcare ® en Poultrycare<br />

® hebben we verschillende scans<br />

beschikbaar. Na het uitvoeren <strong>van</strong> een<br />

scan krijgt de veehouder tips om de diergezondheid<br />

verder te verbeteren. Hij kan<br />

hier dan binnen zijn bedrijfsmanagement<br />

rekening mee houden.<br />

Kortom, het werken aan antibioticareductie<br />

uit zich op drie gebieden:<br />

1. <strong>ForFarmers</strong> stopt met de productie<br />

<strong>van</strong> gemedicineerd voer.<br />

2. Via onze concepten Cowcare ® , Pigcare<br />

® en Poultrycare ® adviseren we<br />

veehouders, waardoor de bedrijfsgezondheidsstatus<br />

<strong>van</strong> het bedrijf hoger<br />

wordt.<br />

3. De nutritionisten ontwikkelen voeders,<br />

die sturen op een hogere darmgezondheid.<br />

Dit heeft een positieve<br />

invloed op de algemene gezondheid<br />

<strong>van</strong> het dier.


Hier wordt eendenkroos gekweekt als alternatieve eiwitbron voor de toepassing in veevoeders.<br />

Welke rol kan R&D vervullen in het<br />

item mineralenreductie?<br />

Vooral het item fosfaatreductie is actueel.<br />

Wij zorgen voor verbetering <strong>van</strong> de<br />

voeders, zodat het dier het fosfaat in het<br />

voer beter om kan zetten naar een nuttig<br />

product (fosfaat is een onderdeel <strong>van</strong> eiwit),<br />

denk aan fosfaat in melk of fosfaat<br />

in vlees. Het kengetal voederconversie<br />

speelt een belangrijke rol bij de verbetering<br />

<strong>van</strong> de fosfaatefficiëntie: hoe scherper<br />

de voederconversie, hoe efficiënter<br />

het dier met het fosfaat in veevoer om<br />

kan gaan. Op het gebied <strong>van</strong> ammoniakreductie<br />

bij varkens liggen een aantal<br />

voerconcepten op de spreekwoordelijke<br />

plank, maar het is op dit moment nog<br />

wachten op de noodzakelijke wettelijke<br />

erkenning als erkende emissiefactor.<br />

Verder begeleiden wij onze voorlichters,<br />

zodat zij de veehouders <strong>van</strong> de beste adviezen<br />

kunnen voorzien.<br />

Vorig jaar schreven we in Voertaal<br />

over het project eendenkroos als<br />

veevoer. Wat is de status <strong>van</strong> dit<br />

project?<br />

“De eerste resultaten <strong>van</strong> eendenkroos<br />

als alternatieve eiwitbron voor de toepassing<br />

in veevoeders zijn positief. De<br />

productie bevindt zich op dit moment<br />

nog in de opschalingsfase. Nog dit teeltseizoen<br />

gaan we op onze proeflocatie<br />

naar 0,5 tot 1 hectare teelt. Eendenkroos<br />

is een snelgroeiend, eiwitrijk gewas,<br />

dat relatief eenvoudig geteeld kan<br />

worden. Het kan na de oogst direct als<br />

nat product ingezet worden op veehouderijbedrijven.<br />

Rundveehouders kunnen<br />

het bijvoorbeeld direct toepassen, door<br />

het door het ruwvoer te mengen. Drogen<br />

met restwarmte <strong>van</strong> een biovergister<br />

geeft de mogelijkheid tot opslag voor<br />

de winterdag of eventueel levering aan<br />

<strong>ForFarmers</strong>. In de fabriek wordt het dan<br />

vermengd met andere grondstoffen tot<br />

compleet mengvoer. We zien eendenkroos<br />

als een nieuwe aanvulling op het<br />

gebied <strong>van</strong> lokale eiwitteelt. Met name<br />

in de biologische sector is hier een grote<br />

behoefte aan.<br />

Welke resultaten heeft <strong>ForFarmers</strong><br />

in 2010 behaald?<br />

Over de hele linie hebben we ons in 2010<br />

verbeterd ten opzichte <strong>van</strong> vorige jaren.<br />

We streven ieder jaar naar een verbetering<br />

<strong>van</strong> 2% op de gebieden voer-, stikstof-<br />

en fosfaatefficiëntie.<br />

Wat houdt voerefficiëntie in?<br />

Voerefficiëntie is de vraag, hoeveel melk,<br />

vlees of eieren de dieren per kg voer kunnen<br />

produceren. We proberen ervoor te<br />

zorgen dat een dier minder voer nodig<br />

heeft om hetzelfde of meer te kunnen<br />

produceren. Minder kilogrammen voer<br />

betekent, bij een ongeveer vergelijkbaar<br />

grondstofpatroon, uiteindelijk ook minder<br />

land-, water- en fosfaatgebruik voor<br />

de teelt en minder kilometers transport.<br />

Dit draagt dus bij aan een verdere verduurzaming<br />

<strong>van</strong> onze voedselproductie.<br />

5


6<br />

Prijswinnaars Innovatiefonds<br />

De innovatieve ideeën in de rundveehouderij, die afgelopen december een geldprijs uit<br />

het Innovatiefonds Farmers for Farmers hebben gewonnen, worden in deze Voertaal nader<br />

beschreven. Wilt u ook kans maken op een geldbedrag? Meld uw innovatie dan aan via de website<br />

www.farmersforfarmers.eu. Binnenkort gaat de jury de nieuwste inzendingen beoordelen.<br />

Klara heeft voorrang<br />

Melkveehouders Jaap en Marente Hupkes<br />

en Johan Hissink uit Voorst hebben sinds<br />

december 2009 een melkrobot. Dit willen<br />

ze combineren met weidegang. “Niet alleen<br />

omwille <strong>van</strong> het imago <strong>van</strong> de sector, maar<br />

ook uit kostenoogpunt en ter bevordering<br />

<strong>van</strong> de diergezondheid willen we de dieren<br />

in de wei houden. Maar onze huiskavel<br />

bedraagt zeven hectare. Dit is voor de<br />

honderd melkkoeien te klein om de hele zomer<br />

in geweid te worden. Aan de overkant<br />

<strong>van</strong> een weg ligt een ander weideperceel<br />

<strong>van</strong> tien hectare. Voorheen brachten we<br />

de koeien daar ‘s ochtends na het melken<br />

naartoe en haalden we ze later op de dag<br />

weer op, maar nu de koeien door een melkrobot<br />

worden gemolken, willen we dat ze<br />

de gehele dag terug kunnen naar de robot.<br />

Daarom is het idee <strong>van</strong> een koeoversteek<br />

ontstaan. Compleet met veeroosters in de<br />

weg.”<br />

Vernieuwend aan dit idee is het feit dat<br />

er voor realisatie <strong>van</strong> deze koeoversteekplaats<br />

eerst twee verkeersbesluiten genomen<br />

moesten worden. Het eerste besluit<br />

is dat de weg een 30 kilometerzone wordt,<br />

het tweede besluit houdt in dat de gemeen-<br />

Volgens Marente en Jaap Hupkes zijn binnenkort de vergunningen rond en dan gaat de schop de grond in.<br />

De officiële opening <strong>van</strong> de koeoversteek vindt plaats op zaterdag 17 september <strong>2011</strong>.<br />

te een ontheffing geeft <strong>van</strong> het verbod dat<br />

gehouden dieren geen vrije toegang tot de<br />

openbare weg mogen. De overheid stelde<br />

de volgende criteria: de weg, waar de koeoversteekplaats<br />

gerealiseerd wordt, mag<br />

geen verbindingsweg zijn. Het moet bovendien<br />

een weg zijn, waar de verkeersfrequentie<br />

laag is. “Dat is bij deze weg het<br />

geval. Het is een weg voor aanwonenden<br />

en wordt gebruikt als toeristische route.<br />

De aanwonenden reageren positief op ons<br />

idee. Zij zijn blij met het besluit dat er minder<br />

snel over de weg gereden wordt en zien<br />

ook veel liever koeien in de wei (in hun achtertuin).<br />

Wij zijn met dit idee voorlopers in<br />

de sector. Ons idee is daarom uitgeroepen<br />

tot pilotproject en hiermee hopen we dat<br />

andere melkveehouders, in verschillende<br />

delen <strong>van</strong> het land, eenzelfde mogelijkheid<br />

krijgen. We weten al dat naast de gemeente<br />

Voorst nu vijf andere gemeenten in<br />

Nederland bezig zijn met wijziging <strong>van</strong> de<br />

twee verkeersbesluiten. We zijn blij dat dit<br />

initiatief zo goed wordt opgepakt door de<br />

overheid.”<br />

De ondernemers houden rekening met de<br />

omgeving. Zo gaat de oversteekplaats in<br />

de zomermaanden alleen bij daglicht open,<br />

na 19.00 uur kunnen de koeien alleen nog<br />

maar in het huisperceel komen. En omdat<br />

de weg een toeristische route is, waar veel<br />

mensen te voet, te paard of met paard en<br />

wagen over gaan, worden er aan beide zijden<br />

<strong>van</strong> de veeroosters mooie, in het landschap<br />

passende, hekken geplaatst.


Ver<strong>van</strong>gen tepelvoering<br />

Melkveehouder Marty Reurink uit Neede<br />

ontwikkelde, samen met zijn vader Wim,<br />

een apparaat om zonder al te veel inspanning<br />

de tepelvoering <strong>van</strong> de tepelbekers<br />

<strong>van</strong> de melkrobot te ver<strong>van</strong>gen. “Hiervoor<br />

heb ik een oude geboortekrik, die al jaren<br />

op zolder lag, gebruikt. Op deze geboortekrik<br />

heb ik met behulp <strong>van</strong> een oude schuddertand<br />

een houder gelast, waarin de tepelbeker<br />

past. De voering kan nu met de<br />

krik door de beker getrokken worden. Dit<br />

vergt heel wat minder inspanning dan alles<br />

met de hand ver<strong>van</strong>gen.”<br />

Marty houdt zich aan het advies om elke<br />

2.500 melkbeurten de tepelvoeringen te<br />

ver<strong>van</strong>gen. “Om de 2,5 week moet ik bij<br />

acht tepelbekers de voering ver<strong>van</strong>gen.<br />

Omdat dit zo vaak per jaar plaatsvindt,<br />

wilde ik de handeling vereenvoudigen. Het<br />

moest me minder arbeid en lichamelijke<br />

inspanning kosten. Want een niet prettige<br />

handeling stel ik eerder uit. Terwijl het regelmatig<br />

ver<strong>van</strong>gen <strong>van</strong> de tepelvoering<br />

juist positief is voor de speenkwaliteit <strong>van</strong><br />

de uiers. Ik vind het belangrijk om de uiergezondheid<br />

bij het melkvee op peil te houden.<br />

Daarom hebben we er een minder lichaamsbelastende<br />

handeling <strong>van</strong> gemaakt.<br />

Deze innovatie is een goedkope oplossing<br />

én het levert veel arbeidsgemak op.”<br />

Marty Reurink toont de werking <strong>van</strong> de tepelvoeringver<strong>van</strong>ger, een aangepaste geboortekrik. Hij heeft de<br />

innovatie op werkhoogte gehangen, zodat hij de werkzaamheden met rechte rug kan uitvoeren.<br />

“Dit is het!”<br />

Hebt u ook een goed idee? Een idee waar niet alleen uzelf, maar de gehele sector profijt <strong>van</strong> kan hebben? Meld<br />

uw innovatie dan aan via de website www.farmersforfarmers.eu. Stuur het inschrijfformulier in en maak kans<br />

op een geldprijs <strong>van</strong> maximaal € 5.000,- om uw idee verder te ontwikkelen. Twee keer per jaar beoordeelt een<br />

onafhankelijke jury welke inzendingen een prijs gewonnen hebben en daar koppelen ze een geldbedrag aan.<br />

Een baanbrekend idee wint € 5.000,-, de prestigeprijs bedraagt € 2.500,- en als aanmoedigingsprijs wordt<br />

€ 1.000,- uitgekeerd. De jury beoordeelt het idee, niet of de innovatie al is uitgevoerd / in werking is of niet.<br />

7


8<br />

Maximale e<br />

Zodra de buitentemperatuur stijgt,<br />

daalt het eiwitgehalte in de melk.<br />

Het gaat veelal om een daling <strong>van</strong><br />

tienden <strong>van</strong> procenten, maar een<br />

tiende minder melkeiwit geeft bij<br />

een productie <strong>van</strong> 700.000 kilo-<br />

gram melk al snel € 1.500,- minder<br />

aan melkopbrengst per jaar. Wij<br />

presenteren u de belangrijkste suc-<br />

cesfactoren om het eiwitgehalte in<br />

de melk tijdens de zomer op niveau<br />

te houden.<br />

<strong>ForFarmers</strong> heeft onderzocht waarom het ene<br />

bedrijf een grotere daling in het eiwitgehalte<br />

heeft dan het andere. Factoren als diergezondheid,<br />

huisvesting, klimaat, de voeding en het<br />

voerregime zijn bij het onderzoek meegenomen.<br />

Afhankelijk <strong>van</strong> lactatiestadium en<br />

leeftijd<br />

Het is algemeen bekend dat het eiwitgehalte<br />

bij koeien afhankelijk is <strong>van</strong> het lactatiestadium<br />

(grafiek 1). Zo heeft een nieuwmelkte koe een<br />

lager eiwitgehalte in de melk dan een oudmelkte<br />

koe. Daarnaast hebben jongere dieren een hoger<br />

eiwitgehalte dan oudere dieren. Ook speelt<br />

het afkalfseizoen een rol. Dieren, die in de zomermaanden<br />

afkalven hebben meer moeite om<br />

hun energievoorziening op peil te brengen en te<br />

houden (hittestress), dan dieren die in de winter<br />

afkalven.<br />

Verschillende succesfactoren<br />

Het onderzoek is door <strong>ForFarmers</strong>-rundveevoorlichter<br />

Bas Haarhuis uitgevoerd bij een tweetal<br />

typen melkveebedrijven. Bedrijven met een beperkte<br />

eiwitdip gedurende de zomermaanden<br />

versus bedrijven met een grote eiwitdip. De bedrijven<br />

met een grote eiwitdip lieten tweetiende<br />

procent meer verval in eiwitpercentage gedurende<br />

de zomermaanden zien.<br />

Op het gebied <strong>van</strong> de succesfactoren diergezondheid,<br />

huisvesting, klimaat, voeding en voer-


iwitproductie in de zomerdag<br />

regime, zijn een aantal belangrijke verschillen<br />

gekomen. Deze worden in grafiek 2<br />

weergegeven.<br />

Succesfactoren huisvesting<br />

Uit grafiek 2 blijkt dat de bezettingsgraad<br />

en de maatvoering <strong>van</strong> de ligboxen en het<br />

voerhek belangrijke factoren zijn. Bedrijven<br />

met een overbezetting aan het voerhek<br />

en met een krap aantal ligplekken hebben<br />

meer last <strong>van</strong> een daling in het eiwitgehalte,<br />

dan bedrijven die voor elke koe een<br />

geschikte ligplek of voerplaats hebben.<br />

Gedurende de koelere perioden blijken<br />

deze vormen <strong>van</strong> overbezetting relatief<br />

minder gevolgen te hebben dan in de zomer.<br />

Bij een hogere temperatuur heeft de<br />

koe meer behoefte aan ruimte om te vreten<br />

en te liggen, zodat ze haar lichaamswarmte<br />

kwijt kan.<br />

Succesfactor klimaat<br />

Ook wordt het belang <strong>van</strong> een regelbaar<br />

klimaat in de stal nog eens bevestigd.<br />

Bedrijven die op warme dagen de koeien<br />

verkoeling kunnen bieden via ventilatoren/<br />

sproeiers op het dak of een geïsoleerd dak,<br />

zijn beter in staat om het eiwitgehalte in de<br />

melk op niveau te houden.<br />

Succesfactor voeding<br />

Om de daling <strong>van</strong> het eiwitgehalte tot een<br />

minimum te beperken is het belangrijk<br />

dat de koeien voer blijven opnemen. De<br />

drogestofopname dient dus gestimuleerd<br />

te worden. De bedrijven, waar het eiwitgehalte<br />

in de melk gedurende de zomer<br />

nauwelijks daalt, hanteren een aangepast<br />

voerregime. 90% <strong>van</strong> deze bedrijven voert<br />

meerdere malen per dag en/of verwijdert<br />

vaker het restvoer. Fris en smakelijk voer,<br />

onbeperkt gevoerd, is cruciaal voor het op<br />

peil houden <strong>van</strong> het eiwitgehalte. Daarnaast<br />

wordt de schade <strong>van</strong> broei in de kuil,<br />

en dus een lagere voeropname, op veel bedrijven<br />

onderschat.<br />

Uit het onderzoek blijkt tevens dat pensbuffering<br />

een belangrijk hulpmiddel is ter<br />

voorkoming <strong>van</strong> de daling in het eiwitgehalte.<br />

Ruim 60% <strong>van</strong> de bedrijven met een beperkte<br />

daling voegen bufferende mineralen<br />

zoals Univit Buffer aan het rantsoen toe.<br />

Bij bedrijven met een grote daling zien we<br />

dat 20% bufferende mineralen verstrekt.<br />

Zorg voor goede klauwgezondheid<br />

Op de bedrijven, die zomers een grotere<br />

daling in het eiwitgehalte hebben, scoren<br />

de koeien relatief slechter op klauwgezondheid<br />

dan op de bedrijven die het eiwitgehalte<br />

beter op peil weten te houden. Uit het<br />

onderzoek blijkt dat een goede klauwgezondheid<br />

<strong>van</strong> groot belang is om een daling<br />

<strong>van</strong> het eiwitgehalte tegen te gaan. Een<br />

goede klauwgezondheid is immers cruciaal<br />

voor een hoge drogestofopname. Hoe meer<br />

drogestof een koe opneemt, hoe beter het<br />

eiwitgehalte op peil blijft.<br />

Conclusie<br />

Om het eiwitgehalte gedurende de zomer<br />

op peil te houden, dient u te zorgen voor<br />

een gezonde melkkoe, die –met behulp <strong>van</strong><br />

verschillende managementmaatregelen–<br />

volop aan het eten blijft.<br />

Aandachtspunten samengevat<br />

• Voorkom overbezetting, geef iedere koe<br />

een vreet- en ligplek<br />

• Tref klimaatmaatregelen, biedt koeien<br />

tijdens de zomerdag verkoeling<br />

• Zorg voor een fris en smakelijk rantsoen,<br />

dat onbeperkt beschikbaar is<br />

• Geef onbeperkt fris drinkwater<br />

• Voer bufferende mineralen<br />

• Bewaak een goede klauwgezondheid<br />

Grafiek 1. Verloop <strong>van</strong> het eiwitpercentage in de melk gedurende een jaar, bij verschillende<br />

lactatiegroepen<br />

4,10<br />

3,90<br />

3,70<br />

3,50<br />

Eiwit %<br />

3,30<br />

3,10<br />

2,90<br />

jan. febr. mrt. apr. mei jun. jul. aug. sept. okt. nov. dec.<br />

Eiwit % 0-60 dgn<br />

Eiwit % 61-120 dgn<br />

Eiwit % 121-200 dgn<br />

Eiwit % 200-305 dgn<br />

Grafiek 2. De belangrijkste verschillen tussen bedrijven met weinig daling <strong>van</strong> het eiwit-<br />

gehalte en bedrijven met Lage een grote eiwit dip daling versus <strong>van</strong> hoge het eiwit eiwitgehalte, dip gemeten in de maand juli<br />

100%<br />

90%<br />

80%<br />

70%<br />

60%<br />

50%<br />

40%<br />

30%<br />

20%<br />

10%<br />

0%<br />

Bezetting ligboxen voldoet<br />

Maatvoering ligboxen voldoet<br />

Bezetting voerhek voldoet<br />

Maatvoering voerhek voldoet<br />

Geen broei<br />

Verwijderd restvoer elke dag<br />

Verstrekt bufferende voeders<br />

Kan stalklimaat beïnvloeden<br />

Warme dag anders weiden<br />

Lage dip<br />

Hoge dip<br />

9


10<br />

Preventie <strong>van</strong> hittestress<br />

De ideale omgevingstemperatuur voor koeien ligt tussen de 5 °C en 15 °C. Wordt de temperatuur<br />

veel hoger en is de luchtvochtigheid hoog, dan kunnen de koeien flink last krijgen <strong>van</strong> hittestress.<br />

Koeien met hittestress hebben een versnelde<br />

en oppervlakkige ademhaling. Ze doen<br />

dit om de overtollige warmte aan de omgeving<br />

af te geven. Met name bij de vertering<br />

<strong>van</strong> ruwvoer in de pens (fermentatie) komt<br />

veel warmte vrij. Koeien proberen deze<br />

overmaat aan warmte te reguleren door<br />

minder voer op te nemen. Wanneer de koe<br />

in stress raakt, kan dit leiden tot een 25%<br />

lagere voeropname.<br />

Doordat er minder ruwvoer wordt verteerd,<br />

neemt de herkauwactiviteit af en daalt het<br />

vetgehalte. Bovendien komt de energievoorziening<br />

en dus de melk- en eiwitproductie<br />

onder druk te staan. Daarnaast heeft<br />

hittestress ook een negatieve uitwerking op<br />

uiergezondheid, vruchtbaarheid en klauwgezondheid.<br />

Rantsoen en voeropname<br />

Bij hittestress is het zinvol om te kiezen voor<br />

een rantsoen dat veel energie levert, terwijl<br />

bij de vertering er maar weinig warmte vrijkomt.<br />

Zo geeft de vertering <strong>van</strong> snijmaïs<br />

minder warmteproductie dan die <strong>van</strong> bijvoorbeeld<br />

graskuil. Ook tussen krachtvoeders<br />

bestaan verschillen. <strong>ForFarmers</strong> houdt<br />

hier bij de samenstelling <strong>van</strong> de voeders<br />

rekening mee. Voeders met een hoger aandeel<br />

bestendig zetmeel en beschermd vet<br />

omzeilen de warmteproductie in de pens en<br />

voorzien de koeien toch in hun hogere energiebehoefte.<br />

Ook goed verteerbare energie<br />

Actie Univit BUffer<br />

Bestel minimaal 500 kg Univit Buffer (15039)<br />

en ont<strong>van</strong>g het unieke <strong>ForFarmers</strong> strandlaken cadeau!<br />

(Deze actie loopt tot 1 september <strong>2011</strong>. Maximaal twee strandlakens per klant.)<br />

uit celwanden geeft een lagere warmteproductie.<br />

Supplement Energie booster is hierin<br />

uniek en daarom uitermate geschikt om bij<br />

hoge temperaturen te verstrekken.<br />

Om de dip in drogestofopname zoveel mogelijk<br />

te beperken is het vooral <strong>van</strong> belang<br />

dat het ruwvoer fris, smakelijk en <strong>van</strong> goede<br />

kwaliteit is. Verstrek daarom broeivrij ruwvoer.<br />

Houd hier bij het uitkuilen rekening<br />

mee, zorg voor een voersnelheid <strong>van</strong> minimaal<br />

twee meter per week in de zomer. Ook<br />

wordt het voer bij warme dagen aan het<br />

voerhek eerder warm en onsmakelijk. Het<br />

vaker voeren en restvoer verwijderen werkt<br />

stimulerend op de voeropname.<br />

Bufferen<br />

Normaalgesproken is structuurrijk ruwvoer<br />

het middel om pensverzuring tegen te gaan.<br />

Bij hittestress valt het effect hier<strong>van</strong> vaak<br />

tegen, omdat juist het ruwvoer minder goed<br />

door de melkkoe wordt opgenomen. Voor<br />

deze situatie heeft <strong>ForFarmers</strong> Univit Buffer<br />

beschikbaar. Dit mineralenmengsel bevat<br />

als extra een combinatie <strong>van</strong> specifieke buffers.<br />

Hiermee wordt het eventueel gevormde<br />

zuur in de pens snel geneutraliseerd. Door<br />

de specifieke buffers heeft Univit Buffer een


ProBleemloos melken in de zomer<br />

In de zomerperiode is het belangrijk om bij de melkrobot te zorgen<br />

voor extra hygiëne en het werken aan de preventie <strong>van</strong> hittestress.<br />

In het kort volgen enkele belangrijke punten waaraan u kunt denken.<br />

Robotruimte:<br />

Hygiëne in de robotruimte.<br />

• Bestrijd vliegen, zowel in de ruimte als<br />

in de stal<br />

• Voorkom melkresten, reinig de ruimte<br />

dagelijks en sluit melkseparatieemmers<br />

vliegvrij af (gebruik eventueel een zeef)<br />

• Voorkom rechtstreekse zoninstraling op<br />

de camera/laser <strong>van</strong> de robot.<br />

Melkrobot:<br />

Een aangenaam verblijf <strong>van</strong> de koe in de<br />

melkrobot.<br />

• Bestrijd vliegen op de koe<br />

• Houd de koeien schoon. Scheer de<br />

staarten en uiers op tijd<br />

• Wees alert op een schone voerbak<br />

• Zorg voor een aangenaam klimaat in de<br />

robot. Een ventilator naast de robot kan<br />

uitkomst bieden<br />

• Laat niet teveel koeien in de wachtruimte<br />

(max. vijf per robot).<br />

grotere buffercapaciteit en een langdurigere<br />

werking dan natriumbicarbonaat. De dosering<br />

<strong>van</strong> Univit Buffer is normaalgesproken<br />

125 gram, maar op dagen met hittestress<br />

dient de gift te worden verdubbeld tot 250<br />

gram per koe. Pensverzuring wordt op die<br />

manier voorkomen en het verlies aan zouten,<br />

doordat de koeien zweten, wordt snel weer<br />

aangevuld. De maatregelen ter preventie<br />

<strong>van</strong> hittestress kunnen het beste nog enkele<br />

weken na de warme periode worden toegepast.<br />

Dorst<br />

De koe gebruikt water om haar vochtverlies<br />

aan te vullen, maar ook om zich te koelen.<br />

De wateropname kan stijgen tot meer dan<br />

150 liter per dag. Onbeperkt vers en schoon<br />

drinkwater moet daarom <strong>van</strong>zelfsprekend<br />

voorhanden zijn.<br />

Niet alleen de hoeveelheid, maar ook de bereikbaarheid<br />

<strong>van</strong> water is <strong>van</strong> belang. Een<br />

extra drinkbak tijdens warme dagen is geen<br />

overbodige luxe.<br />

Wanneer u nog vragen heeft naar aanleiding<br />

<strong>van</strong> dit artikel, dan kunt u contact opnemen<br />

met uw voorlichter <strong>van</strong> <strong>ForFarmers</strong>.<br />

Melksysteem:<br />

De melkkwaliteit vormt in de zomerperiode<br />

een hoger risico.<br />

• Reinig minimaal drie keer per dag (dit is<br />

vooral bij overcapaciteit <strong>van</strong> belang).<br />

• Besteed extra aandacht aan de reiniging<br />

<strong>van</strong> de kleppen en afsluiters bij de tank.<br />

• Berg de melkfilters schoon en droog op.<br />

Ruim vieze filters direct op in verband<br />

met het aantrekken <strong>van</strong> vliegen<br />

• Zorg voor voldoende reinigingsmiddel,<br />

desinfectiemiddel en of spraymiddel.<br />

Preventie<br />

Voorkom hittestress door:<br />

• Het aanbieden <strong>van</strong> voldoende vers drinkwater<br />

en schaduw of beschutting tegen<br />

zonlicht<br />

• De koeien binnen te houden tijdens de<br />

warmste perioden <strong>van</strong> de dag en te beweiden<br />

tijdens de koelere perioden<br />

• Extra luchtverplaatsing in de stal door<br />

ventilatoren<br />

• Overbezetting in de stal te vermijden<br />

• Vaker te voeren en restvoer sneller weg<br />

te halen. Voorkom broei in de kuil<br />

• Geconcentreerder voer aan te bieden.<br />

Denk bijvoorbeeld aan:<br />

- krachtvoer met meer energie en<br />

eiwit per kg<br />

- meer snijmaïs, minder graskuil<br />

- een verhoging <strong>van</strong> het basisrantsoen<br />

met Supplement Energie booster<br />

• Verstrek Univit Buffer <strong>van</strong>af het begin<br />

<strong>van</strong> de zomer (125 gram per koe).<br />

Verdubbel de dosering op warme dagen<br />

(250 gram) en ga door met deze maatregelen<br />

tot enkele weken ná de warme<br />

periode.<br />

oPen dAg<br />

vrijdAg 8 jUli<br />

10.00 tot 16.00 UUr<br />

De familie Roeterdink uit Bathmen heeft<br />

onlangs haar bedrijf uitgebreid met een<br />

nieuwe ligboxenstal. De nieuwe 3 + 3 ligboxenstal<br />

is tegen de bestaande stal gebouwd.<br />

Hierdoor beschikt het bedrijf nu<br />

over een ligboxenstal met een 1 + 0 + 6<br />

+ 0 + 3 opstelling en een capaciteit voor<br />

circa 300 melkkoeien. De droogstaande<br />

koeien worden apart gehuisvest.<br />

De koeien worden gemolken in een 2 x<br />

24 stand Swingover melkstal. De melkstal<br />

beschikt over twee middenuitgangen<br />

waardoor de koeien zeer snel de<br />

melkstal kunnen verlaten (semi rapid<br />

exit). Als boxbedekking zijn koematrassen<br />

gemonteerd. De geproduceerde<br />

melk wordt buiten de stal opgeslagen in<br />

een staande silotank.<br />

Om u de gelegenheid te geven de<br />

nieuwe stal te bezichtigen, nodigen<br />

familie Roeterdink en de deelnemende<br />

bedrijven u <strong>van</strong> harte uit<br />

voor een bezoek aan de open dag<br />

op vrijdag 8 juli <strong>2011</strong>.<br />

Adres:<br />

Familie Roeterdink<br />

Arkelsteijnweg 2<br />

PC Bathmen<br />

U wordt verzocht om de open dag niet in<br />

bedrijfskleding te bezoeken.<br />

11


12<br />

BEX geeft inzicht in de<br />

mineralenefficiëntie<br />

De uitstoot <strong>van</strong> fosfaat op varkens- en rundveebedrijven moet in<br />

<strong>2011</strong> tien miljoen kg verminderen. Om deze doelstellingen te kun-<br />

nen realiseren is het <strong>van</strong> groot belang dat iedere rundveehouder<br />

weet hoe de fosfaatefficiëntie op zijn bedrijf is. Deelname aan de<br />

bedrijfsspecifieke excretie (BEX) kan hier inzicht in geven.<br />

Het mestbeleid hanteert normen voor<br />

mestproductie, de zogenaamde excretieforfaits.<br />

Voor melkveehouders die daar<strong>van</strong><br />

willen afwijken, heeft het ministerie <strong>van</strong><br />

LNV de ‘Handreiking bedrijfsspecifieke<br />

Tabel 1. Gemiddelde BEX-deelnemer<br />

Kenmerk Gemiddeld<br />

Kg melk/ha 17.084<br />

Aantal jongvee/10 melkkoeien<br />

7,5<br />

Kg krachtvoer/100 kg melk 22,4<br />

Gram Re/kg drogestof 154<br />

Gram P/kg drogestof 3,6<br />

Oppervlakte grasland (ha) 34,6<br />

Oppervlakte bouwland (ha) 10,3<br />

Quotum/bedrijf 742.007<br />

Aantal melkkoeien 86,3<br />

Melkproductie per<br />

melkkoe (kg)<br />

8.598<br />

Gemiddeld Ureum 21,0<br />

Voordeel BEX in kg stikstof 1760<br />

Voordeel BEX in kg fosfaat 946<br />

Voordeel BEX stikstof in % 12,5<br />

Voordeel BEX fosfaat in % 18,1<br />

excretie melkvee’ (BEX) opgesteld. Met<br />

deze handreiking kunnen zij de bedrijfsspecifieke<br />

mestproductie voor hun bedrijf berekenen.<br />

Ook voor extensieve bedrijven is<br />

deelname interessant. Men verkrijgt inzicht<br />

in fosfaat- en stikstofproductie, waardoor<br />

men mogelijk efficiëntieslagen kan maken.<br />

<strong>ForFarmers</strong> adviseert haar klanten om uit<br />

te zoeken of deelname aan de bedrijfsspecifieke<br />

excretie interessant is.<br />

Deelname aan BEX loont<br />

<strong>ForFarmers</strong> klanten die nu al meedoen aan<br />

de bedrijfsspecifieke excretie, halen gemiddeld<br />

een fosfaatvoordeel <strong>van</strong> 18.1 procent<br />

en een stikstofvoordeel <strong>van</strong> 12.5 procent.<br />

Dit blijkt uit een eerste analyse <strong>van</strong> de gegevens<br />

over het jaar 2010 (zie tabel 1). Veel<br />

melkveebedrijven hoeven dus minder mest<br />

af te voeren. Daardoor worden er minder<br />

kosten gemaakt. Minder mestafvoer bete-<br />

Tabel 2. B€X voeders in assortiment <strong>ForFarmers</strong><br />

kent tevens behoud <strong>van</strong> veel kilogrammen<br />

organische stof, stikstof, fosfaat en overige<br />

mineralen op het bedrijf.<br />

Het fosfaatvoordeel ontstaat, doordat de<br />

BEX aantoont dat er op het melkveebedrijf<br />

in werkelijkheid minder stikstof en fosfaat<br />

wordt geproduceerd, dan volgens forfaitaire<br />

norm is bepaald. Bedrijfsspecifiek komt<br />

het bedrijf gunstiger uit.<br />

Resultaten veehouders <strong>ForFarmers</strong><br />

Ruim 60% <strong>van</strong> alle melkveehouderijbedrijven<br />

maakten in 2010 gebruik <strong>van</strong> de bedrijfsspecifieke<br />

excretie. Dit aantal is de<br />

laatste jaren fors toegenomen. Ruim 80<br />

procent <strong>van</strong> alle <strong>ForFarmers</strong> klanten hebben<br />

voorbereidende maatregelen getroffen,<br />

in de vorm <strong>van</strong> het opmeten en analyseren<br />

<strong>van</strong> de kuilen, om deel te kunnen<br />

nemen aan de BEX.<br />

Artikelnummer Naam MELK WDVE FEB<br />

20046 Super Plusmixbrok 920 105 5<br />

20146 Super efficientbrok 1000 100 -25<br />

20296 Super Energiebalansbrok 1000 100 0<br />

20196 Super MELK Optimaalbrok 1080 100 -5<br />

20815 Supplement Uniek* 880 200 -25<br />

20845 Supplement Rumen* 880 175 175<br />

208<strong>35</strong> Supplement Stimulans* 1200 85 -50<br />

20132 Supplement Enegie booster 1260 80 -20<br />

* Dit artikel is ook in meelvorm verkrijgbaar


<strong>ForFarmers</strong> heeft de cijfers <strong>van</strong> een groot<br />

aantal <strong>van</strong> deze bedrijven geanalyseerd.<br />

Gemiddeld komen we dan uit op de getallen<br />

in tabel 1.<br />

Voorwaarden voor deelname aan de BEX<br />

Mocht u ook mee willen doen met de bedrijfsspecifieke<br />

excretie dan moet u onder<br />

andere aan de volgende voorwaarden voldoen:<br />

• De kuilen moeten geanalyseerd en opgemeten<br />

worden.<br />

• Er dient op 1 januari <strong>van</strong> een nieuw jaar<br />

voorraadbepaling plaats te vinden.<br />

Betere fosforbenutting met B€X<br />

voeders<br />

LTO en de Nederlandse Vereniging Diervoederindustrie<br />

(Nevedi) hebben afspraken<br />

gemaakt over een efficiëntere benutting<br />

<strong>van</strong> fosfor via ‘het voerspoor’ om<br />

zodoende de uitstoot <strong>van</strong> fosfaat door de<br />

Nederlandse varkens- en rundveehouderij<br />

te verminderen.<br />

Door de gemaakte afspraken om de fosfaatefficiëntie<br />

op bedrijven te verbeteren<br />

komen voeders met een laag fosforgehalte<br />

steeds meer in de belangstelling.<br />

<strong>ForFarmers</strong> heeft in haar assortiment een<br />

uitgebreide keuze aan voeders met een<br />

laag fosforgehalte aangeduid als B€X voeders<br />

(zie tabel 2). Door het gebruik <strong>van</strong> de<br />

B€X voeders daalt de aanvoer <strong>van</strong> bruto<br />

fosfor via krachtvoer, waarbij er nog steeds<br />

voldoende fosforaanbod voor de melkkoe is<br />

om de melkproductie op peil te houden. Bovendien<br />

is de inzet <strong>van</strong> deze voeders niet<br />

nadelig voor diergezondheid en dierwelzijn.<br />

Vraag uw <strong>ForFarmers</strong> voorlichter naar de<br />

mogelijkheden.<br />

Nieuws uit de markt<br />

<strong>van</strong> FarmFeed<br />

Veel veehouders zijn met een relatief beperkte ruwvoervoorraad<br />

uit de winter gekomen en de droogte <strong>van</strong> de afgelopen maanden<br />

heeft voor een verdere achterstand gezorgd. Nu staan ze voor<br />

de vraag, wanneer ze het beste snijmaïs kunnen kopen.<br />

Dit voorjaar kregen we bij FarmFeed diverse<br />

snijmaïskuilen aangeboden voor redelijke<br />

prijzen. Kopers waren op dat moment afwachtend,<br />

onzeker over het komende groeiseizoen.<br />

De regen bleef uit en de vraag naar<br />

ingekuilde maïs nam toe. Op datzelfde moment<br />

werden de verkopers afwachtend. Zij<br />

noemden als reden: “Ik wacht nog, de prijs<br />

stijgt nog wel” of “Misschien hebben we de<br />

mais voor het eigen vee nodig, wanneer het<br />

klimaat zo droog blijft”.<br />

Van een aanbodgestuurde markt, zijn we nu<br />

naar een vraaggestuurde markt geswitched.<br />

Dit heeft gevolgen voor de prijsvorming.<br />

Momenteel is er nog voldoende ingekuilde<br />

snijmaïs beschikbaar, maar dit kan snel veranderen.<br />

Wellicht kunt u samen met uw voorlichter<br />

de balans opmaken. Hoeveel ruwvoer hebt u<br />

voor uw vee nodig? Hoeveel is er al beschikbaar<br />

en wat verwacht u de komende tijd nog<br />

te krijgen? Wanneer moet u beslissen om te<br />

gaan kopen?<br />

Wanneer u maïs aan te bieden hebt, dan horen<br />

we dit graag.<br />

FeedMail<br />

Met FeedMail bent u, via e-mail, nog eerder<br />

op de hoogte <strong>van</strong> aanbiedingen of de<br />

komst <strong>van</strong> nieuwe of betere producten op<br />

het gebied <strong>van</strong> ruwvoeders, vochtige voeders,<br />

enkelvoudige voeders en strooisels.<br />

Meld u aan voor FeedMail via de “button” op<br />

www.farmfeed.eu<br />

Sojahullen als ruwvoerver<strong>van</strong>ger<br />

Bij de oliewinning uit sojabonen blijven<br />

twee producten over die geschikt zijn als<br />

veevoer: eiwitrijk sojaschroot en ruwe<br />

celstofrijke sojahullen.<br />

Sojaschroot is een bekende, veel gebruikte<br />

eiwitbron in de veevoeding. Sojahullen<br />

zijn juist in te zetten bij een ruwvoertekort.<br />

Ze bevatten veel goede en geleidelijk verteerbare<br />

ruwe celstof. Het fosforgehalte<br />

is laag en door de geleidelijke afbraak <strong>van</strong><br />

de ruwe celstof is de kans op pensverzuring<br />

nihil. Bij melkkoeien kunt u tot drie<br />

kilogram sojahullen in het rantsoen opnemen.<br />

Bespreek dit met uw voorlichter.<br />

Sojahullen zijn in brokvorm maar ook in<br />

ongeperste vorm beschikbaar. FarmFeed<br />

kan sojahullen geblazen en gekipt leveren<br />

in vrachten <strong>van</strong>af zestien ton. De prijs-/<br />

kwaliteitverhouding is gunstig, maar bij<br />

enkelvoudige voeders gelden dagprijzen.<br />

Vraag ons daarom naar een passende offerte.<br />

Sojahullen: (Gehalten per kg ds)<br />

Droge stof 88 %<br />

VEM 1021<br />

DVE 85<br />

OEB -17<br />

P 1,5<br />

13


14<br />

Reportage<br />

Eastland Frona 419, temidden <strong>van</strong> de familie Hilhorst (rechts) en <strong>ForFarmers</strong> voorlichter jongveeopfok Jordi Berends en rundveespecialist Henk Woolderink (links).<br />

Optimale jongveeopfok<br />

De basis voor een succesvolle<br />

melkkoe<br />

Familie Hilhorst uit Laag Keppel was in 2008 winnaar <strong>van</strong> de<br />

<strong>ForFarmers</strong> Unimel melkpoederactie. Ze wonnen het kalf Eastland<br />

Frona 419, afkomstig <strong>van</strong> fokker Oosterink uit Angeren. We zijn nu<br />

twee jaar verder en benieuwd hoe het met Frona 419 gaat.<br />

‘We ervaren haar als een mooi geschenk.<br />

Ze kwam bij ons als kalf <strong>van</strong> een half jaar<br />

oud en ze groeide zonder problemen goed<br />

mee met ons eigen jongvee. Eind maart <strong>van</strong><br />

dit jaar heeft ze haar tweede kalf gekregen.<br />

Haar eerste lijst heeft ze afgesloten met<br />

een productie <strong>van</strong> 7.1<strong>35</strong> liter, 4,15% vet,<br />

3,58% eiwit en een lactatiewaarde <strong>van</strong> 99”,<br />

vertellen melkveehouders Johan en Rita<br />

Hilhorst.<br />

Samen met hun zoon John runnen ze het<br />

melkveebedrijf. John is een fokkerijliefhebber<br />

en heeft er hobby aan om zelf de juiste<br />

stier bij de juiste melkkoe te kiezen. Hij kan<br />

dan ook precies vertellen met welke stieren<br />

Frona 419, zelf dochter <strong>van</strong> Survivor, is<br />

geïnsemineerd. “Op een leeftijd <strong>van</strong> vijftien<br />

maanden hebben we Frona 419 geïnsemineerd<br />

met Kian. Jammer genoeg kwam<br />

hier<strong>van</strong> geen levend kalf ter wereld. We kozen<br />

voor Kian omdat Frona zelf veel lengtemaat<br />

en melkrijkheid heeft. Daarentegen<br />

kan ze aan kracht en laatrijpheid compensatie<br />

gebruiken. Ook wil ik graag bloedlijnen<br />

benutten die meer de no-nonsense koe


fokken. De show is hobby en de slagroom<br />

op de taart. Maar ik geniet daar pas <strong>van</strong><br />

wanneer de dieren zonder extra aandacht<br />

met de veestapel meedraaien. De tweede<br />

inseminatie is <strong>van</strong> de stier Tiamo. Ze kreeg<br />

een vaarskalf, die hebben we nu in de opfok.<br />

Tot nu een onopvallend dier, maar we melken<br />

twee dochters <strong>van</strong> Tiamo en dat lijkt, ik<br />

zeg het niet gauw, uitzonderlijk goed. Véél<br />

kwaliteit in combinatie met jeugd. Ik wil<br />

overigens niet ongenoemd laten dat familie<br />

Oosterink een knappe prestatie heeft geleverd<br />

in het fokken <strong>van</strong> Frona.”<br />

Verschijning in de stal<br />

De ondernemers vertellen dat Frona 419<br />

een goede en praktische melkkoe is. Johan:<br />

“Haar beenwerk en uier zijn goed, maar ze<br />

is geen opvallende verschijning in de stal.<br />

Na de geboorte <strong>van</strong> haar tweede kalf zit ze<br />

nu op een melkproductie <strong>van</strong> ongeveer 37<br />

liter per dag met 4,64% vet en 3,26% eiwit.<br />

Haar lactatiewaarde is ook een punt toegenomen<br />

tot 100 punten.”<br />

Exterieurkenmerken<br />

Hilhorst neemt deel aan het bedrijfsinspectierapport.<br />

Dit geeft ze meer inzicht in de<br />

fokwaarde <strong>van</strong> de melkkoeien, vooral op<br />

het gebied <strong>van</strong> exterieur. Op basis <strong>van</strong> dit<br />

rapport krijgt elke melkkoe punten voor<br />

bepaalde exterieurkenmerken. Frona 419<br />

is als volgt gescoord: frame: 83, robuustheid:<br />

84, uier: 89, benen: 83 en algemeen<br />

voorkomen: 85.<br />

In september 2010 heeft Hilhorst Frona<br />

419 nog mee mogen nemen naar de fokkerijkeuring<br />

in Eibergen. “Helaas hebben we<br />

toen geen prijs met haar gewonnen, maar<br />

het is wel een leuke waardering dat ze mee<br />

kan komen met andere keuringskoeien. Ze<br />

draaide zeer goed mee. Samen met bedrijfsgenoot<br />

Ria (v. Paramount) stonden ze<br />

op de derde en vierde plaats in de kampioenskeuring<br />

bij de vaarzen.”<br />

Optimale jongveeopfok<br />

Goede melkkoeien komen deels voort uit<br />

het fokkerijbeleid, maar ook de jongveeopfok<br />

speelt een belangrijke rol. Wordt het<br />

jongvee goed verzorgd, dan kan het dier<br />

later als melkkoe goed presteren. Het jongvee<br />

bij Hilhorst wordt de eerste dagen na<br />

de geboorte opge<strong>van</strong>gen in eenlingboxen<br />

op stro. Daarna gaan ze over naar een<br />

groepshok op stro, waar ze Unimel kalveropfokmelk<br />

krijgen via een kalverdrinkautomaat.<br />

Dit bevalt de familie Hilhorst prima.<br />

Johan vertelt: “We hebben sinds 2007 een<br />

kalverdrinkautomaat. We kozen hiervoor<br />

<strong>van</strong>wege ons eigen gemak (beter voor de<br />

rug) en omdat het kalf nu een uitgekiendere<br />

voeding krijgt, dat beter past bij het<br />

dier. Het voordeel <strong>van</strong> een drinkautomaat<br />

is dat het kalf altijd melk kan drinken en dat<br />

de melk ook de juiste temperatuur heeft.”<br />

Voordeel kalverdrinkautomaat<br />

Een ander voordeel <strong>van</strong> de kalverdrinkautomaat<br />

is de mogelijkheid om in de wintermaanden<br />

de concentratie <strong>van</strong> het melkpoeder<br />

te verhogen. “Tijdens de koude<br />

maanden moet een kalf harder werken om<br />

haar lichaam op temperatuur te houden.<br />

We kunnen haar daarbij ondersteunen door<br />

geconcentreerdere melk aan te bieden.”<br />

De juiste instelling <strong>van</strong> het apparaat wordt<br />

besproken met Jordi Berends, specialist<br />

jongveeopfok bij <strong>ForFarmers</strong>.<br />

Jordi vertelt: “Een optimale jongveeopfok<br />

is <strong>van</strong> belang om te komen tot sterke en<br />

productieve vaarzen. De familie Hilhorst<br />

heeft dit goed in de gaten en zijn ook bereid<br />

om hierin te investeren. Door <strong>van</strong>af de<br />

geboorte tot aan het spenen een duidelijke<br />

structuur te hanteren, wordt er volop aandacht<br />

geschonken aan de kwetsbaarste<br />

periode in de jongveeopfok. Belangrijke<br />

punten daarbij zijn het minimaal tien dagen<br />

individueel huisvesten <strong>van</strong> de jonge kalveren,<br />

het voeren op de norm en het zo vlak<br />

mogelijk laten verlopen <strong>van</strong> veranderingen<br />

(bijvoorbeeld qua rantsoen). Daardoor zien<br />

we goede resultaten op het melkveebedrijf<br />

<strong>van</strong> Hilhorst.”<br />

John en jongveespecialist Jordi Berends controleren<br />

de afstelling <strong>van</strong> de kalverdrinkautomaat.<br />

BEDRIjFSGEGEVENS<br />

V.l.n.r.: John, Johan en rundveespecialist Henk<br />

Woolderdink analyseren het rantsoen.<br />

Johan, Rita en John Hilhorst uit Laag Keppel<br />

houden ruim 100 melkkoeien en hebben<br />

58 hectare grond ter beschikking. Tien<br />

hectare grond wordt benut voor de verbouw<br />

<strong>van</strong> mais, de overige grond is grasland.<br />

De koeien realiseren een gemiddelde productie<br />

<strong>van</strong> 10.303 kg melk met 4,26% vet<br />

en 3,54% eiwit. De gemiddelde leeftijd bedraagt<br />

4.08 jaar. Hilhorst vindt duurzaamheid<br />

belangrijk, ze zijn bewust bezig om de<br />

gemiddelde levensproductie <strong>van</strong> de veestapel<br />

te verhogen. “Op oudere leeftijd kunnen<br />

de koeien de productie gemakkelijker aan.”<br />

Hilhorst kiest voor een eenvoudig rantsoen<br />

voor de melkkoeien. Ze krijgen vooral gras<br />

en mais, daar wordt nog drie tot vier kg<br />

graanborstel als eiwitbron en krachtvoerver<strong>van</strong>ger<br />

bijgevoerd. Verder krijgen de<br />

koeien vruchtbaarheidsmineralen. Tijdens<br />

warme dagen besteed Hilhorst extra aandacht<br />

aan het voorkomen <strong>van</strong> hittestress bij<br />

de melkkoeien. Hij geeft ze dan natriumbicarbonaat<br />

door het rantsoen.<br />

De droogstaande koeien blijven binnen<br />

en worden in twee groepen gehouden. De<br />

eerste groep (begin droogstand) krijgt<br />

meer structuur in de vorm <strong>van</strong> graszaadhooi<br />

(roodzwenkgras). De tweede groep,<br />

die in de laatste twee tot drie weken voor<br />

kalven zit, krijgt meer <strong>van</strong> het rantsoen <strong>van</strong><br />

de melkkoeien. Beide groepen krijgen ook<br />

droogstandsmineralen.<br />

De pasgeboren kalveren krijgen de eerste<br />

week biestmelk, daarna gaan ze naar een<br />

kalverdrinkautomaat. Kalveren die <strong>van</strong> de<br />

melk af zijn krijgen graskuil en krachtvoerbrok.<br />

In juni gaat het jongvee, dat minimaal<br />

acht maanden oud is, naar buiten en dan<br />

krijgen ze alleen vers weidegras.<br />

De ambitie <strong>van</strong> Hilhorst:<br />

Gestaag groeien en zorgen dat het bedrijf<br />

kan worden voortgezet door zoon John.<br />

15


16<br />

Tips bij nieuwbouw in<br />

de rosékalverhouderij<br />

De rosésector heeft zich de laatste vijf jaar sterk geprofessionali-<br />

seerd. De sector is volop in ontwikkeling. Er vindt veel nieuwbouw<br />

<strong>van</strong> rosékalverstallen plaats. In dit artikel geven wij u een aantal<br />

adviezen en aanbevelingen met betrekking tot de nieuwbouw.<br />

Plannen beginnen met het bepalen <strong>van</strong> de<br />

toekomstvisie <strong>van</strong> het bedrijf. Wij raden<br />

u aan uw plan voor te leggen aan de accountant<br />

en eventueel de bank. Als deze<br />

partijen positief staan tegenover uw plannen,<br />

dan kunt u de afdeling BOMAP <strong>van</strong><br />

<strong>ForFarmers</strong> inschakelen. Zij stellen vast of<br />

de plannen ook haalbaar zijn binnen de huidige<br />

wet- en regelgeving.<br />

BOMAP werkzaamheden<br />

Allereerst controleert BOMAP het bestemmingsplan.<br />

De grootte <strong>van</strong> uw bouwblok<br />

is belangrijk, maar zeker zo belangrijk is<br />

bijvoorbeeld het feit of uw locatie aangemerkt<br />

is als intensieve locatie (reconstructiegebieden)<br />

of dat er voldoende grond beschikbaar<br />

is om uitbreiding onder de vlag<br />

<strong>van</strong> grondgebonden veehouderij te kunnen<br />

realiseren. Dit verschilt per provincie en<br />

gemeente.<br />

Zodra er bestemmingsplantechnisch voldoende<br />

mogelijkheden zijn, kijken we naar<br />

de wetgeving rondom Natura 2000. Elke<br />

provincie heeft hier een eigen beleid in, dit<br />

betekent dus maatwerk. Daarna is de wet<br />

“Ammoniak en Veehouderij” aan de beurt.<br />

Hierbij is het <strong>van</strong> belang of de locatie buiten<br />

de 250 meter <strong>van</strong> een verzuringsgevoelig<br />

gebied ligt.<br />

Natuurlijke of mechanische ventilatie<br />

Als al deze punten positief zijn bekijken<br />

we de wet “Geurhinder en veehouderij”.<br />

Dit gaat om de beoordeling of er qua geur<br />

voldoende ruimte voor de uitbreiding is ten<br />

opzichte <strong>van</strong> een geurgevoelig object in de<br />

buurt. In de rosékalverhouderij wordt <strong>van</strong><br />

oudsher natuurlijke ventilatie toegepast.<br />

Deze vorm veroorzaakt meer geurhinder<br />

dan het toepassen <strong>van</strong> mechanische ventilatie.<br />

Soms geeft het toepassen <strong>van</strong> mechanische<br />

ventilatie dus meer uitbreidingsmogelijkheden.<br />

Op dit moment worden er door de overheid<br />

nog geen aanvullende eisen op het gebied<br />

<strong>van</strong> emissie gesteld, maar voor deelname<br />

aan de Maatlat Duurzame Veehouderij (bij<br />

toepassen <strong>van</strong> MIA/Vamil) is het gebruik<br />

<strong>van</strong> een emissiearm systeem noodzakelijk.<br />

Momenteel lopen er proeven met verschillende<br />

systemen in roostervloeren, luchtwassers<br />

en mestbanden. Overweeg of dit<br />

voor u ook interessant kan zijn.<br />

Kunnen uw plannen volgens de huidi<br />

worden, dan is het tijd voor de bouwt<br />

handige leidraad.<br />

Opfok<br />

• In een opfokstal is 1,5 m² per dier<br />

verplicht.<br />

• Het is aan te raden de ligplaatsen te<br />

verwarmen. Dit kan bijvoorbeeld door<br />

vier leidingen onder de houten roosters<br />

te monteren. Tijdens de koude dagen<br />

<strong>van</strong> afgelopen winter kunnen de hokken<br />

extra verwarmd worden.<br />

• Zorg voor gasaansluitingen op logische<br />

plaatsen, bijvoorbeeld in de voerkeuken<br />

en bij luchtinlaten.<br />

• Brede gangpaden zorgen voor veel<br />

werkplezier en bieden in de toekomst<br />

kansen voor automatisering <strong>van</strong> het<br />

voersysteem.<br />

Afmest<br />

• In een afmeststal is 1,8 m² per dier verplicht,<br />

maar meer ruimte (2 m²) heeft<br />

positieve effecten op de ontwikkeling<br />

<strong>van</strong> de dieren. Zorg voor voldoende<br />

vreetruimte aan het voerhek en maak<br />

de stallen niet te diep om een goed<br />

overzicht te houden.<br />

• Zorg voor stevig, gemakkelijk hanteerbaar<br />

en draaibaar hekwerk. We raden<br />

u aan om de schoftboom aan de kant<br />

<strong>van</strong> de voergang voor de staander te<br />

monteren, zodat er meer ruimte voor<br />

het kalf ontstaat.<br />

• Maak een weloverwogen beslissing<br />

met betrekking tot het ventilatiesysteem.<br />

De voordelen <strong>van</strong> het mecha-


ge wet- en regelgeving gerealiseerd<br />

ekening. Onderstaande tips zijn een<br />

nisch ventileren (onderdruk- of voergangventilatie)<br />

zijn bijvoorbeeld het<br />

constante stalklimaat, het hebben <strong>van</strong><br />

meer mogelijkheden op emissiegebied<br />

en de mogelijkheid tot het inbouwen<br />

<strong>van</strong> groeicurven, die rekening houden<br />

met de groei <strong>van</strong> de kalveren.<br />

• Dakisolatie wordt steeds meer toegepast.<br />

Het voordeel <strong>van</strong> isolatie is de<br />

betere geleiding <strong>van</strong> luchtstromen en<br />

de geringere temperatuursverschillen<br />

in de stal. Het isoleren <strong>van</strong> muren levert<br />

als voordeel dat er in koude jaargetijden<br />

geen condensvorming aan de<br />

binnenzijde <strong>van</strong> de muur optreedt.<br />

• Vloeren zijn er in alle soorten en maten.<br />

Kies voor een systeem waarbij<br />

op langere termijn nog aanpassingen<br />

mogelijk zijn op het gebied <strong>van</strong> emissie<br />

en comfort. Zo blijft u flexibel in uw<br />

bedrijfsvoering.<br />

• Zorg voor voldoende licht, zonder<br />

daarbij overbodige warmte binnen te<br />

halen. Voorkom lichtplaten op de zonkant,<br />

kies liever voor natuurlijk licht via<br />

de zijkanten en de kopgevel. Kunstlicht<br />

in de vorm <strong>van</strong> natrium-lampen, LED-<br />

TL of HF-TL doen ook hun intrede in de<br />

rosésector. Het advies blijft 16 uur licht<br />

en 8 uur donker.<br />

• Water, in de vorm <strong>van</strong> ruime waterbakjes,<br />

is aan te bevelen. Zorg voor een<br />

rondpompsysteem met verwarmingselement.<br />

Voorraadvaten e.d. zijn vaak<br />

een bron <strong>van</strong> bacteriën, laat deze liever<br />

achterwege.<br />

Hittestress bij geiten<br />

De lammerij, de meest intensieve periode in de geitenhouderij, is<br />

voor de meesten alweer achter de rug. De verse geiten zijn opgestart,<br />

het is nu tijd om vooruit te kijken. De warme maanden <strong>van</strong><br />

het jaar vragen om extra maatregelen, zodat de (producerende)<br />

geiten goed op de been blijven.<br />

Jaarlijks ervaart een geit stress door een<br />

combinatie <strong>van</strong> een te hoge temperatuur<br />

gepaard met een hoge luchtvochtigheid. De<br />

huisvesting heeft invloed op de mate <strong>van</strong><br />

stress. Wanneer de dieren het klimaat als<br />

onprettig ervaren, zoeken ze de meest koele<br />

plekjes op. Beton is dan bijvoorbeeld een geliefde<br />

plek om te gaan liggen.<br />

In tijden <strong>van</strong> hittestress worden druk bezette<br />

plekken, zoals bij de waterbakken, extra<br />

smerig. Vochtige plekken creëren een goed<br />

klimaat voor ziekteverwekkers en vliegen. De<br />

kans op uierontsteking en een toename <strong>van</strong><br />

het celgetal is dan ook hoger. U kunt vochtige<br />

plekken drogen door bijvoorbeeld Brecalsan<br />

Box te strooien. Dit kalkpoeder zorgt voor<br />

een, voor ziekteverwekkers, ongunstige pH.<br />

Voedingstechnische aanpassingen<br />

Hittestress uit zich ook in een verlaagde drogestofopname.<br />

Daarnaast laten de dieren<br />

minder herkauwactiviteit zien. Hierdoor is<br />

een lagere productie in zowel liters als gehalten<br />

te verwachten. Wij adviseren u om de<br />

pens in de zomermaanden te ‘bufferen’. Hiermee<br />

voorkomt u een pH-daling in de pens. Dit<br />

kan door natriumbicarbonaat te verstrekken.<br />

Vanwege het ‘korte’ effect in de pens is het<br />

wel <strong>van</strong> belang dat de geiten dit product de<br />

gehele dag kunnen opnemen.<br />

Bij <strong>ForFarmers</strong> kunt u Univit Buffer bestellen.<br />

Dit mineralenmengsel realiseert een langdurige<br />

buffering <strong>van</strong> de pens.<br />

Ook drinkwater is een stabilisator <strong>van</strong> de<br />

pens. Zeker met warm weer is de behoefte<br />

aan drinkwater groot. Geef de geiten onbeperkt<br />

de beschikking tot vers drinkwater.<br />

Algemene tips bij warm weer:<br />

• Vermijd stressvolle situaties, zoals<br />

klauwbekappen, in de warmste periode<br />

• Denk tijdig aan het uitmesten. Hoe minder<br />

mest in de pot, hoe minder warmte<br />

op stal<br />

• Maak uw windbreekgaas schoon voor<br />

extra luchtinlaat<br />

• Geef onbeperkt vers drinkwater<br />

• Meten is weten! Stem de giften <strong>van</strong><br />

pensbuffers af op de temperatuur en<br />

luchtvochtigheid<br />

• Bied vaker vers voer met geleidelijk verteerbare<br />

krachtvoeders aan<br />

17


18<br />

Fosfaatefficiëntie:<br />

eerste praktijkcijfers 2010<br />

Uit het rekenprogramma Check, dat wordt gebruikt om uw mestboekhouding te maken, kan <strong>ForFarmers</strong><br />

de fosfaatefficiëntie herleiden. Daartoe is per bedrijf de aangevoerde hoeveelheid fosfaat gerelateerd<br />

aan de hoeveelheid fosfaat in de afgevoerde dierlijke producten (kg big of kg varkensvlees). Via een<br />

tussenberekening is de gemiddelde fosfaatbenutting bekeken.<br />

Uit een inventarisatie <strong>van</strong> de eerste praktijkberekeningen<br />

<strong>van</strong> <strong>ForFarmers</strong>-klanten<br />

over het jaar 2010 blijkt dat de zeugenhouders<br />

een gemiddelde fosfaatbenutting bereiken<br />

<strong>van</strong> 40,1% terwijl de vleesvarkenshouders<br />

op een niveau <strong>van</strong> 48,2% uitkomen.<br />

Vergeleken met de landelijke cijfers over de<br />

periode 2007-2009 (zie tabel) betekent dit<br />

een duidelijk verbeterde efficiëntie op de<br />

bedrijven <strong>van</strong> <strong>ForFarmers</strong>-klanten.<br />

In het programma Check zijn intussen 250<br />

berekeningen <strong>van</strong> klanten opgenomen. Het<br />

gaat dan om de berekening <strong>van</strong> de stalbalans<br />

<strong>van</strong> heel 2010, dit is een officiële berekening<br />

die elke varkenshouder aan het<br />

begin <strong>van</strong> het jaar verplicht moet insturen<br />

naar de overheid.<br />

Voor bepaling <strong>van</strong> bovengenoemde benuttingpercentages<br />

is een selectie gemaakt<br />

<strong>van</strong> bedrijven waar alleen maar zeugen<br />

liggen of alleen maar vleesvarkens, dit om<br />

een goede beoordeling <strong>van</strong> het kengetal<br />

per diercategorie mogelijk te maken.<br />

Eerste conclusies<br />

• Zeugenhouderij<br />

De overheid heeft zich, in overleg met de<br />

sector, als doel gesteld om in 2013 uit te<br />

komen op een gemiddelde benutting op<br />

zeugenhouderijen <strong>van</strong> 43% terwijl het


niveau over de periode 2007-2009 rond de<br />

37% lag. Bij de <strong>ForFarmers</strong> klanten ligt de<br />

benutting nu op 40,1%, dus hier is men ongeveer<br />

halverwege met het realiseren <strong>van</strong><br />

de doelstelling.<br />

Wanneer we echter kijken naar de spreiding<br />

tussen de bedrijven, dan blijkt dat slechts<br />

één op de vier zeugenbedrijven boven de<br />

42% scoort en één op de acht bedrijven boven<br />

de 43%. In de komende periode zullen<br />

we met name de goed scorende zeugenbedrijven<br />

verder analyseren, zodat we kunnen<br />

verklaren waarom deze bedrijven beter uitkomen<br />

met hun benutting.<br />

• Vleesvarkenshouderij<br />

De doelstelling voor de vleesvarkenssector<br />

is het bereiken <strong>van</strong> een gemiddelde benutting<br />

<strong>van</strong> 47% in 2013. Positief is dus dat<br />

Diercategorie Gem. landelijk<br />

2007-2009<br />

EEn fosfaatEfficiëntiE <strong>van</strong> 59%<br />

De fosfaatefficiëntie op het vleesvarkensbedrijf <strong>van</strong> Wilfried<br />

Zieverink uit Ruurlo ligt op 59%. Hij realiseert dus zeer efficiënte<br />

resultaten. Waardoor komt dit?<br />

onze klanten, op basis <strong>van</strong> een eerste inventarisatie,<br />

gemiddeld genomen dit niveau<br />

in 2010 al bereikten. Het is wel zo<br />

dat op individueel niveau ongeveer de helft<br />

<strong>van</strong> de bedrijven een lagere benutting kent.<br />

Zij zullen tot 2013 een verbetering moeten<br />

doorvoeren. Om deze bedrijven te ondersteunen,<br />

zorgen we voor extra inzicht in<br />

de fosfaatefficiëntieverbetering op vleesvarkensbedrijven.<br />

We weten dat met name<br />

het kengetal voederconversie een grote invloed<br />

heeft op de benutting <strong>van</strong> het aangevoerde<br />

fosfaat.<br />

Vervolg<br />

We verwachten op korte termijn <strong>van</strong> in<br />

totaal ongeveer 400 bedrijven de fosfaatefficiëntie<br />

in beeld te brengen. Op basis<br />

<strong>van</strong> deze informatie analyseren we in welke<br />

De klanten <strong>van</strong> <strong>ForFarmers</strong> scoren gemiddeld gelijk tot beter dan de landelijke streefwaarden<br />

Fosfaatefficiëntie in procenten bij <strong>ForFarmers</strong> ten opzichte <strong>van</strong> de landelijke cijfers. De landelijke cijfers <strong>van</strong> 2010 zijn nog niet bekend.<br />

Gem. <strong>ForFarmers</strong><br />

2010<br />

mate de efficiëntie te verbeteren is door<br />

het nemen <strong>van</strong> managementmaatregelen.<br />

Handvatten voor het adviseren op dit gebied<br />

komen voort uit het analyseren <strong>van</strong> de<br />

bedrijfsvoering <strong>van</strong> bedrijven, die bovengemiddeld<br />

presteren.<br />

Per diercategorie wordt, met name voor<br />

de groep varkenshouders die onvoldoende<br />

scoren, een plan <strong>van</strong> aanpak opgesteld.<br />

Met dit plan <strong>van</strong> aanpak werkt de voorlichter<br />

samen met de varkenshouder gericht<br />

aan verbetering <strong>van</strong> de fosfaatbenutting.<br />

Deze maatregelen (bijv. een verlaging <strong>van</strong><br />

het voerverbruik) leveren geld op!<br />

In een volgende editie <strong>van</strong> Voertaal zullen<br />

we nader op de te nemen maatregelen ingaan.<br />

Streefwaarde<br />

landelijk <strong>2011</strong><br />

Streefwaarde<br />

landelijk 2012<br />

Zeugen 37 40 40 43<br />

Vleesvarkens 41 48 44 47<br />

Wilfried Zieverink<br />

“Dit zal vooral komen door de scherpe voederconversie die Zieverink realiseert. Deze ligt op zijn bedrijf bij 2,47, terwijl een<br />

gemiddeld vleesvarkensbedrijf rond de 2,60 scoort. Hieruit concludeer ik dat de vleesvarkens bij Zieverink het voer beter benutten”,<br />

vertelt Rene Kuipers, technisch specialist varkenshouderij bij <strong>ForFarmers</strong>.<br />

Wilfried bevestigt deze aanname. Niet alleen via Agroscoop ® heeft hij inzicht in de technische prestaties <strong>van</strong> zijn 750 vleesvarkens.<br />

Hij houdt ook al jaren deze prestaties in Excel werkbladen bij, waardoor hij kan aantonen dat de voederconversie scherp<br />

is. “De voeropname/dier/dag ligt rond de 2,15. We voeren wel voeders met een hoog EW-gehalte, het luxere voer. Dit past<br />

het beste bij de Topigs 50 x Pietrain, het type varken dat ik huisvest. Iedere varkenshouder zal weten dat de voederconversie<br />

scherper is bij voer met een hoger EW-gehalte.”<br />

De gezondheid <strong>van</strong> de dieren speelt ook een rol bij het realiseren <strong>van</strong> een scherpe voederconversie. Zieverink past all-in/all-out<br />

per stal toe. Voordat er nieuwe varkens komen maakt hij alles goed schoon. “Verder werk ik met gezond uitgangsmateriaal.<br />

De biggen <strong>van</strong> de fokker realiseren een hoge gezondheid, ik krijg een goed product, hoef nauwelijks medicijnen in te zetten.”<br />

Een ander kengetal waar Zieverink goed op scoort is de classificatie <strong>van</strong> de varkens. De dieren realiseren veel spier en weinig<br />

spek. “Op het laatste classificatieformulier stond dat de dieren 67 mm spier hadden. Dit is wel erg hoog, meestal realiseren de<br />

dieren die ik aflever een spierdikte <strong>van</strong> 63 mm. Maar dit toont wel aan hoe efficiënt de dieren met het voer om kunnen gaan.”<br />

19


20<br />

Reportage<br />

Varkenshouder Toebes realiseert<br />

een dierdagdosering <strong>van</strong> 3,32<br />

De omschakeling naar een vierwekensysteem heeft de dierge-<br />

zondheid op het varkensbedrijf <strong>van</strong> Clemens Toebes uit Harreveld<br />

verbeterd. Van een dierdagdosering <strong>van</strong> 11,54 in 2009 daalde het<br />

bedrijf naar een huidige dierdagdosering <strong>van</strong> 3,32. Toebes reali-<br />

seert dit op een bestaand bedrijf, met stallen <strong>van</strong> vijftien jaar oud<br />

en zonder SPF-uitgangsmateriaal.<br />

“Het is voor ons geen doel op zich geweest<br />

om zo laag mogelijk uit te komen in dierdagdosering.<br />

Maar we merken dat de omschakeling<br />

<strong>van</strong> een weeksysteem naar een<br />

vierwekensysteem voor veel profijt heeft<br />

gezorgd. De gezondheid <strong>van</strong> de dieren is<br />

verbeterd en de werkzaamheden zijn beter<br />

in te plannen.”<br />

Varkenshouder Clemens Toebes vertelt en-<br />

thousiast over de omschakeling naar een<br />

vierwekensysteem en de voordelen, die<br />

hij nu ervaart. Wat heeft de omschakeling<br />

opgeleverd? “In het afgelopen halfjaar is<br />

het aantal levend geboren biggen per zeug<br />

praktisch gelijk gebleven, maar de uitval tot<br />

spenen is gedaald <strong>van</strong> 12% naar 8,7% en de<br />

uitval na spenen is gedaald <strong>van</strong> 2,5% naar<br />

2%. Daardoor zien we in totaal toch vier<br />

procent minder uitval en daardoor dus meer<br />

gespeende biggen per zeug/jaar.”<br />

Kengetal dierdagdosering<br />

De verbetering in de gezondheid is tevens<br />

duidelijk terug te vinden in de dierdagdosering.<br />

In 2009 bedroeg dit getal bij Toebes<br />

11,54; in 2010 5,38 en op dit moment ligt<br />

het op 3,32. <strong>ForFarmers</strong> dierenarts Rutger<br />

Jansen is benieuwd naar de middelen, die<br />

Toebes nog wel inzet. “We gebruiken nog<br />

antibiotica tegen luchtwegproblemen bij<br />

biggen.” Rutger vraagt aan de varkenshouder,<br />

waarom er in 2009 nog een dierdagdosering<br />

<strong>van</strong> 11,54 was. “We hebben <strong>van</strong>wege<br />

hoest toen een koppelbehandeling bij de gespeende<br />

biggen toegepast.” Rutger: “Een<br />

koppelbehandeling telt zwaarder mee in de<br />

uiteindelijke berekening <strong>van</strong> de dierdagdosering<br />

(zie kader), waardoor het bedrijf dus<br />

al snel een hogere dierdagdosering krijgt.<br />

Maar de 11,54 die Toebes toen scoorde, is<br />

ook al zeer netjes.”


Toename diergezondheid<br />

Na de omschakeling naar een meerwekensysteem<br />

is de dierdagdosering nog meer<br />

gedaald. Dat komt, omdat de diergezondheid<br />

is toegenomen. Toebes kan nu all-in/<br />

all-out toepassen, de diergroepen gescheiden<br />

houden en ze trekken kleding en schoeisel<br />

per diergroep aan. “Na elke ronde zijn de<br />

kraamhokken leeg en worden ze schoongemaakt<br />

en ontsmet. En we werken met verschillende<br />

kleuren overalls en laarzen, wisselen<br />

per afdeling <strong>van</strong> naald en handschoen<br />

enzovoort. Ook op twee vleesvarkensbedrijven<br />

wordt all-in/all-out toegepast. Hier<br />

wordt in drie keer afgeleverd (voorlopers,<br />

middengroep en achterblijvers), waarna de<br />

stal schoongemaakt kan worden. De twee<br />

grotere vleesvarkensbedrijven leggen twee<br />

leeftijden op. De biggen komen per sexe en<br />

grootte bij elkaar in een hok.”<br />

Toebes merkt op dat de technische resultaten<br />

op de vleesvarkensbedrijven omhoog<br />

gaan dankzij de toename <strong>van</strong> de diergezondheid<br />

op zijn bedrijf.<br />

Aandacht voor medicijnreductie<br />

Toebes is bewust bezig met medicijnreductie.<br />

Hij vertelt: “In het kader <strong>van</strong> maatschap-<br />

pelijke acceptatie <strong>van</strong> de varkenssector<br />

moeten we kritisch kijken naar de medicijnen<br />

die gegeven worden. Vooral na de<br />

MRSA-problematiek moeten we als sector<br />

de doelstellingen voor reductie gewoon halen.<br />

Ik heb het idee dat veel varkenshouders<br />

hier serieus mee aan de slag zijn. Toch ervaar<br />

ik, dat medicatie soms noodzakelijk is.”<br />

Rutger Jansen vult aan dat het soms niet<br />

anders kan. “Maar er zijn wel verschillende<br />

opties. De dierenarts kan eerste, tweede, of<br />

derde keus middelen voorschijven. Eerste<br />

keus middelen zijn veilig en smalwerkend.<br />

Tweede keus middelen werken breder en<br />

derde keus middelen kunnen ingezet worden<br />

wanneer andere antibiotica niet helpen.<br />

Alleen vind ik dat er ook naar andere managementmaatregelen<br />

moet worden gekeken.<br />

Bijvoorbeeld een aanpassing in het klimaat<br />

of de voeding. <strong>ForFarmers</strong> zorgt voor<br />

de juiste voedingstechnische aanpassingen.<br />

En met behulp <strong>van</strong> de Pigcare ® -Scan kunnen<br />

we de biosecurity op het bedrijf beoordelen.<br />

Zo krijgt de varkenshouder tips op welk gebied<br />

hij het management kan aanpassen ter<br />

verbetering <strong>van</strong> de diergezondheid.”<br />

UitlEg ovER hEt kEngEtal diERdagdosERing (ddd)<br />

Het kengetal dierdagdosering (DDD) is opgesteld om het antibioticagebruik op bedrijven<br />

onderling met elkaar te kunnen vergelijken. Het kengetal is de optelsom <strong>van</strong><br />

de behandelde kilo’s dier delen door het gemiddeld aantal aanwezige kilo’s levende<br />

have.<br />

Als eerste de optelsom <strong>van</strong> de behandelde kilo’s dier. Van alle geleverde antibiotica<br />

wordt per jaar berekend hoeveel kilo levend dier hiermee behandeld kan worden. Preparaten<br />

met een langere werkingsduur tellen zwaarder. Naxcel (derde keus middel) is<br />

bijvoorbeeld vijf dagen werkzaam per dosering, Procpen (eerste keus middel) is dat<br />

slechts één dag.<br />

Ten tweede het gemiddeld aantal aanwezige kilo’s levende have op het bedrijf. Hiervoor<br />

gelden de volgende criteria (methode volgens het LEI/MARAN):<br />

Aantal gemiddeld aanwezige zeugen x 220 kilo<br />

Aantal gemiddeld aanwezige gelten x 107,5 kg<br />

Aantal gemiddeld aanwezige volwassen beren x <strong>35</strong>0 kg<br />

Aantal aanwezige kilo’s biggen wordt gebaseerd op aantal zeugen x 5,7 x 12,5 kg<br />

Aantal gemiddeld aanwezige vleesvarkens x 70,2 kg<br />

Het LEI heeft op basis <strong>van</strong> een steekproef onder 48 zeugenbedrijven en 72 vleesvarkenbedrijven,<br />

een schatting gemaakt <strong>van</strong> het Nederlands gemiddelde. Zeugenbedrijven<br />

realiseren in deze rapportage (MARAN 2009) een gemiddelde <strong>van</strong> 25 DDD<br />

en vleesvarkenbedrijven komen uit op een gemiddelde <strong>van</strong> 16 DDD. Het werkelijk<br />

Nederlands gemiddelde ligt tussen de 21 en 30 voor zeugenbedrijven en tussen de 11<br />

en 20 voor vleesvarkenbedrijven. Gesloten bedrijven kunnen de DDD berekenen per<br />

diergroep. Dit alles is mogelijk via de site www.antibioticawijzer.nl.<br />

BEDRIjFSGEGEVENS<br />

Mariët en Clemens Toebes.<br />

Clemens en Mariët Toebes uit Harreveld (Gld.)<br />

hebben samen met Clemens broer Willy en<br />

zijn vrouw Marion en zoon Derk meerdere varkensbedrijven.<br />

Clemens en Mariët verzorgen<br />

vijfhonderd vermeerderingszeugen incl. biggenopfok.<br />

Op de gesloten locatie in Zieuwent<br />

waar Willy met zijn gezin woont, worden 400<br />

Finse fokzeugen gehouden. Deze zijn voor de<br />

fokkerij <strong>van</strong> Topigs 50 fokzeugen. Deze zeugen<br />

zijn vrij <strong>van</strong> een zevental aandoeningen,<br />

waaronder Mycoplasma en APP. Deze hoge<br />

gezondheidsstatus vormt indirect de basis, samen<br />

met de weerstand en robuustheid, <strong>van</strong> de<br />

Topigs 50, voor de lage aantal dierdagdoseringen<br />

(DDD). Clemens en Mariët kruisen deze<br />

Topigs 50 zeugen met Pietrain.<br />

De biggen gaan na tien weken naar meerdere<br />

vleesvarkensbedrijven. Zo heeft Toebes twee<br />

stallen <strong>van</strong> 2.000 en 1.800 vleesvarkens en<br />

maken ze gebruik <strong>van</strong> een vaste afnemer voor<br />

540 dieren en een voergeldstal voor 750 dieren.<br />

De vleesvarkens worden geleverd aan de<br />

Duitse slachterij Westfleisch. De overtallige<br />

biggen worden via Reuling Intervar afgezet.<br />

Toebes wordt bij de voeding geadviseerd door<br />

voorlichter Roy Nieuwenhuis. De volgende<br />

producten worden ingezet: In de kraamstal<br />

krijgen de zeugen Super Smullacto. Na spenen<br />

(tot insemineren) krijgen ze Bronstbooster<br />

en extra melasse (Smulextra Stroop). In<br />

de wachtstal en de zeugen aan het begin <strong>van</strong><br />

de dracht krijgen Super Grodra. Aan het einde<br />

<strong>van</strong> de dracht wordt Super Maxitop gegeven.<br />

De biggen krijgen <strong>van</strong>af vijf dagen leeftijd<br />

Nuklospray Yoghurt en <strong>van</strong>af veertien dagen<br />

leeftijd wordt geleidelijk overgeschakeld<br />

op Bambig. Na spenen krijgen de biggen<br />

eerst 0,3 kg Bambig in droogvoer. In<br />

een dag of drie wordt dan overgeschakeld<br />

op Super Speenkorrel. Om hierbij een<br />

speendip te voorkomen, voert Toebes gedurende<br />

vier dagen Bambig in brijvorm bij.<br />

Op het drinkwater <strong>van</strong> de gespeende biggen<br />

zit Selko-pH.<br />

De ambitie <strong>van</strong> Toebes:<br />

technisch goed blijven draaien met dieren<br />

met een hoge gezondheid.<br />

21


22<br />

Structureel biggen w<br />

De aanleiding voor <strong>ForFarmers</strong> om de bigvitaliteitscheck te ont-<br />

wikkelen is dat het aantal biggen per zeug per jaar enorm stijgt,<br />

maar de bigvitaliteit <strong>van</strong> de extra geboren biggen vaak achter-<br />

blijft. Om ook de extra biggen vitaal op de wereld te zetten, is<br />

goede zeugenvoeding belangrijk. Inzicht in de geboortegewichten<br />

<strong>van</strong> de biggen is een handig hulpmiddel om het beste voedings-<br />

advies te kunnen geven.<br />

Varkenshouders en onze voorlichters<br />

zijn enorm enthousiast over de bigvitaliteitscheck.<br />

Deze aanpak geeft extra<br />

structuur in de begeleiding op het boerenerf.<br />

Het eerste jaar verliep zo succesvol<br />

dat inmiddels meerdere bedrijven<br />

voor de tweede keer aan het wegen zijn.<br />

Uit de praktijk blijkt dat wegen een gemakkelijke<br />

manier is om inzicht te krijgen<br />

in de bigvitaliteit. Het zijn cijfers die spreken.<br />

De bedrijven, die al vroeg mee hebben<br />

gedaan aan de bigvitaliteitscheck,<br />

willen meer. Ze hebben de adviezen, die<br />

bij de eerste weging zijn ontstaan, opgevolgd,<br />

aanpassingen gedaan en nu willen<br />

ze graag monitoren of de aanpassingen<br />

effect hebben gehad of dat er nog andere<br />

maatregelen moeten worden genomen<br />

In overleg met de voorlichter pakken varkenshouders<br />

de bigvitaliteitscheck structureel<br />

op in het begeleidingsprogramma.<br />

25,0%<br />

20,0%<br />

15,0%<br />

10,0%<br />

5,0%<br />

0,0%<br />

Procentuele verdeling geboortegewichten (gram/big)<br />

Dankzij de bigvitaliteitscheck ont<strong>van</strong>gen<br />

ze zinvolle informatie en nieuwe inzichten<br />

op dit deelgebied.<br />

Uniformiteit<br />

Biggewicht is dé belangrijkste maat voor<br />

bigvitaliteit. Zwaardere biggen groeien<br />

harder en hebben een hogere overlevingskans.<br />

Naast het biggewicht is uniformiteit<br />

binnen de toom belangrijk. Uniformiteit<br />

geeft minder werk en een betere<br />

diergezondheid, omdat er minder biggen<br />

worden overgelegd. Daarbij vertaalt een<br />

hoog biggewicht zich ook naar voordelen<br />

voor de vleesvarkenshouders, met name<br />

in de groei per dag. 500 gram geboortewicht<br />

extra resulteert namelijk ook in 50<br />

gram groei extra bij het vleesvarken.<br />

Naar behoefte voeren<br />

Ook andere parameters op het bedrijf<br />

spelen een rol bij de resultaten. Om een<br />

nog beter inzicht te krijgen wordt er dit<br />

Grafiek 1. Bijsturen na wegen geeft resultaat<br />

De kolommen geven de procentuele verdeling <strong>van</strong> de wegingen weer. De rode lijn is het streeftraject en de<br />

blauwe lijn geeft de praktijk <strong>van</strong> alle 50.000 wegingen (<strong>van</strong> alle deelnemende bedrijven) weer.<br />

2de weging: apr <strong>2011</strong><br />

1ste weging: jan <strong>2011</strong><br />

Streven<br />

Praktijk<br />

< 700 700 - 900 900 - 1100 1100 - 1300 1300 - 1500 1500 - 1700 1700 - 1900 > 1900


egen is zinvol<br />

jaar extra aandacht besteed aan de relaties<br />

tussen bigvitaliteit en bijvoorbeeld<br />

genetica, het verloop in spekdikte bij de<br />

zeug en het gehanteerde voerschema.<br />

Voer daarbij naar behoefte en beoordeel<br />

daarbij iedere fase <strong>van</strong> de cyclus. De conditie<br />

<strong>van</strong> de zeug is erg belangrijk. Zeugen<br />

in een ruime conditie werpen vaak<br />

lichtere biggen en een hoger aantal doodgeboren<br />

biggen.<br />

Lichte biggen<br />

In grafiek 1 zijn de resultaten weergegeven<br />

<strong>van</strong> een praktijkweging met lichte<br />

biggen. In januari, bij de eerste weging<br />

(blauwe kolom) bleken er teveel lichte<br />

biggen te zijn. Het gemiddelde toomgewicht<br />

lag net iets onder de 20 kg. Lichte<br />

biggen leiden tot een hogere uitval bij<br />

de biggen, daarnaast vertaalt het zich<br />

ook door naar het uiteindelijke vleesvarkensbedrijf<br />

waar de varkens minder hard<br />

groeien.<br />

Na de eerste weging was het advies om de<br />

zeugen in de kraamstal meer te voeren dan<br />

in de vorige cyclus. Er werd altijd zuinig gevoerd<br />

en de eindvoergift was nooit hoger<br />

dan 6 kg. Hieruit concludeerde de voorlichter<br />

dat de voergift te langzaam werd verhoogd.<br />

Hij adviseerde om in de eerste week<br />

na werpen sneller met de voergift omhoog<br />

te gaan, waardoor de zeugen binnen een<br />

week op 4,8 kg voer zitten. Dit moest dan<br />

vervolgens opgebouwd worden naar een<br />

eindvoergift <strong>van</strong> 7 kg.<br />

De resultaten <strong>van</strong> dit advies staan in de<br />

Grafiek 2. Goede verdeling toch aanleiding tot verdieping<br />

30,0%<br />

25,0%<br />

20,0%<br />

15,0%<br />

10,0%<br />

5,0%<br />

0,0%<br />

Bedrijf<br />

Pierik<br />

Streefwaarde<br />

Praktijk<br />

< 700 700 - 900 900 - 1100 1100 - 1300 1300 - 1500 1500 - 1700 1700 - 1900 > 1900<br />

meet BigvitAliteit voor een Bigg€r Big<br />

Om een plan <strong>van</strong> aanpak te maken voor een betere bigvitaliteit op uw bedrijf, beschikt<br />

<strong>ForFarmers</strong> over de bigvitaliteitscheck. Voor het goed kunnen analyseren <strong>van</strong> de bigvitaliteit,<br />

hebben we de geboortegewichten <strong>van</strong> veertig biggentomen op uw bedrijf<br />

nodig. U meet de gewichten, daarna verzorgt uw voorlichter een analyse <strong>van</strong> de geboortegewichten<br />

<strong>van</strong> uw biggen. Dit maakt sturen op bigvitaliteit mogelijk.<br />

tweede weging (groene kolom) weergegeven.<br />

Op het oog beoordeelde de<br />

varkenshouder de biggen lichter bij de<br />

geboorte. Dat bleek niet zo te zijn. De<br />

geboortegewichten <strong>van</strong> de biggen zijn inmiddels<br />

met 54 gram gestegen tot 1418<br />

gram, waarmee het gemiddelde toomgewicht<br />

ook met ruim 1 kg tot 21 kg gestegen<br />

is.<br />

Inseminatieleeftijd<br />

Ook de leeftijd <strong>van</strong> insemineren en de<br />

ontwikkeling <strong>van</strong> de opfokgelten is essentieel.<br />

Want één <strong>van</strong> de belangrijkste<br />

U ont<strong>van</strong>gt een bedrijfsspecifiek advies voor de voeding<br />

<strong>van</strong> uw dragende en lacterende zeugen. Het<br />

voordeel is dat u in veel gevallen al direct het advies<br />

kunt toepassen en dus snel resultaat ziet. Vraag uw<br />

voorlichter naar de mogelijkheden.<br />

Kijk ook eens op de nieuwe website www.debestebiggen.eu.<br />

Test uw kennis over bigvitaliteit en maak<br />

daarbij kans op een vitaliteitsarrangement. Ook<br />

staan er filmreportages en praktische tips over het<br />

krijgen <strong>van</strong> vitale biggen.<br />

www.debestebiggen.eu<br />

conclusies <strong>van</strong> de 50.000 biggewichten,<br />

die <strong>ForFarmers</strong> het afgelopen jaar geanalyseerd<br />

heeft, is dat er bij de gelten,<br />

waar<strong>van</strong> het biggewicht 150 gram per big<br />

onder het gemiddelde ligt, meer problemen<br />

voorkomen. Het is wel zo dat de biggewichten<br />

bij gelten lager mogen liggen,<br />

zodat er niet teveel geboorteproblemen<br />

optreden.<br />

Analyse per cyclus<br />

Een goede verdeling <strong>van</strong> de geboortegewichten<br />

(grafiek 2) doet vermoeden dat<br />

de bigvitaliteitscheck overbodig is en dat<br />

aanpassingen aan de voerschema’s of het<br />

kraamstalmanagement niet noodzakelijk<br />

zijn. Niets is minder waar. Een analyse<br />

per cyclus kan tot verrassende gegevens<br />

leiden. Op dit praktijkbedrijf blijkt, dat de<br />

uniformiteit <strong>van</strong> de biggen bij de gelten<br />

te wensen overlaat. De gelten worden vrij<br />

licht aangedekt. Daarom is de instroom<br />

<strong>van</strong> gelten op dit bedrijf onder de loep<br />

genomen en geoptimaliseerd. Doel <strong>van</strong><br />

de optimalisatie is dat de gelten voor de<br />

eerste dekking en aan het begin <strong>van</strong> de<br />

dracht zwaarder worden, zodat er aan<br />

het einde <strong>van</strong> de dracht meer voer voor<br />

de groei <strong>van</strong> de biggen overblijft. Op die<br />

manier wordt de bigvitaliteit op dit bedrijf<br />

dus verder verbeterd.<br />

23


24<br />

Feedcare ® maakt nauwkeuriger optim<br />

Ruim een jaar geleden heeft <strong>ForFarmers</strong> Feedcare ® geïntrodu-<br />

ceerd. Met behulp <strong>van</strong> Feedcare ® kunt u structureel bijproducten,<br />

in de verschillende fases <strong>van</strong> het voerproces monitoren. Zo houdt<br />

u meer grip op de kwaliteit <strong>van</strong> het brijvoer.<br />

De kwaliteit <strong>van</strong> bijproducten is een belangrijke<br />

factor voor een goede voeropname.<br />

Zeker in de zomermaanden kunnen sneller<br />

gisten en schimmels in het product optreden.<br />

Deze zorgen voor smaakbederf en<br />

energieverlies <strong>van</strong> het bijproduct, met als<br />

gevolg dat de varkens minder voer tot zich<br />

nemen, waardoor ze minder hard groeien.<br />

Het Feedcare ® programma geeft u inzicht<br />

in de kwaliteit <strong>van</strong> uw bijproducten en de<br />

werking <strong>van</strong> de brijvoerinstallatie. Er worden<br />

analyses gemaakt om te bekijken of er<br />

zwakke punten in uw brijvoersysteem zitten.<br />

Deze analyses worden per fase in het<br />

proces uitgevoerd. Uw bijproductenspecialist<br />

verzamelt de monsters op uw bedrijf.<br />

Deze monsters worden op het laboratorium<br />

<strong>van</strong> <strong>ForFarmers</strong> onderzocht.<br />

Rapport Feedcare<br />

In een speciaal daarvoor ontwikkelde<br />

Feedcare ® -database verwerkt uw bijproductenspecialist<br />

de uitslagen <strong>van</strong> de analyses<br />

en presenteert deze in een overzichtelijk<br />

rapport. Per fase krijgt u een algemene<br />

beoordeling <strong>van</strong> het betreffende onderdeel,<br />

een plan <strong>van</strong> aanpak (dit is het advies om<br />

kwaliteitsverlies <strong>van</strong> bijproducten te voorkomen)<br />

en de vermelding, wanneer er weer<br />

monsters genomen worden.<br />

Brijteam <strong>ForFarmers</strong><br />

De specialisten <strong>van</strong> het brijteam hebben<br />

altijd inzicht in alle monsteruitslagen en bespreken<br />

dit eens per zes weken met elkaar.<br />

Zo krijgt iedereen voldoende informatie om<br />

u nog beter te kunnen adviseren.<br />

Gestructureerde aanpak Feedcare ®<br />

Feedcare ® draagt bij aan een planmatige aanpak op het brijbedrijf.<br />

Het grote voordeel <strong>van</strong> Feedcare ® is het advies per fase, over de uit<br />

te voeren maatregelen. Hierbij enkele voorbeelden per fase:<br />

Aankoop en opslag bijproducten<br />

• Het is belangrijk dat aangekochte producten<br />

kwalitatief goed zijn.<br />

• Houd registratielijsten bij <strong>van</strong> de aangekochte<br />

bijproducten. Maak bijvoorbeeld<br />

gebruik <strong>van</strong> de lijsten uit de bijproductenmap<br />

<strong>van</strong> <strong>ForFarmers</strong>.<br />

• Onderzoek alle ont<strong>van</strong>gen bijproducten op<br />

smaak, geur, drogestof en pH.<br />

• Onderzoek ont<strong>van</strong>gen producten vier keer<br />

per jaar op gisten en schimmels.<br />

• Onderzoek deze ook op nutriënten (houdbaarheid<br />

en kwaliteit).<br />

• De monsteruitslagen in Feedcare ® kunnen<br />

u helpen de bijproducten te kiezen die bij<br />

uw bedrijf passen. Een hogere omloop-<br />

snelheid maakt het bijvoorbeeld mogelijk<br />

ook andere producten in te zetten dan<br />

wanneer de omloopsnelheid laag is.<br />

Watermanagement<br />

• Resten water kunnen de brijsmaak en<br />

kwaliteit <strong>van</strong> de brij negatief beïnvloeden.<br />

• Zorg ervoor dat de wateropslagvaten leeg<br />

kunnen lopen door tussen de opslagen te<br />

pendelen.<br />

• Zuur het brijwatervat maandelijks aan.<br />

• Onderzoek het water vierjaarlijks op gisten,<br />

schimmels en entero’s.<br />

• Neem monsters bij de bron of WMO, het<br />

brijwatervat, het bruikwater en de drinknippel.<br />

Tarwezetmeel<br />

De Feedcare ® -database bevat inmiddels<br />

veel informatie over de verschillende<br />

grondstoffen, die ingezet worden<br />

op bijproductenbedrijven. Als voorbeeld<br />

bespreken we nu het product tarwezetmeel.<br />

Dit is een vloeibaar bijproduct, dat<br />

ontstaat bij het uitwassen <strong>van</strong> verse tarwebloem.<br />

De voordelen <strong>van</strong> deze energieleverancier<br />

in het rantsoen zijn de<br />

smakelijkheid, de gunstige pH (3 tot 4)<br />

en het vormt een goede basis in het brijrantsoen.<br />

Om de constantheid <strong>van</strong> tarwezetmelen<br />

te kunnen beoordelen worden de gemiddeld<br />

gevonden waarden vergeleken met<br />

de door de leverancier opgegeven waarden.<br />

Bovendien wordt de variatie in de<br />

uitslagen bepaald. Wanneer er grote afwijkingen<br />

zijn tussen de gemiddelde uitslagen<br />

<strong>van</strong> bijvoorbeeld het zetmeel <strong>van</strong> een<br />

bijproduct en de opgegeven hoeveelheid<br />

zetmeel in het product volgens de leverancier,<br />

dan wordt de matrixwaarde <strong>van</strong> het<br />

betreffende bijproduct in nauw overleg met<br />

de nutritionist <strong>van</strong> <strong>ForFarmers</strong> aangepast.<br />

Deze aanpassingen worden dan recht-<br />

Kuil<br />

• In een kuil wordt er geconserveerd door<br />

het maximaal onttrekken <strong>van</strong> zuurstof aan<br />

de kuil.<br />

• Laat de drogestof <strong>van</strong> de in te kuilen CCM<br />

niet boven de 65% uitkomen.<br />

• Zuur de kuil aan volgens het advies <strong>van</strong> de<br />

fabrikant.<br />

• Zuur in de zomer de snijvlakken extra aan.<br />

• Gebruik een vogelnet in plaats <strong>van</strong> een zeil<br />

voor het afdekken <strong>van</strong> snijvlakken. Dit vermindert<br />

de kans op gistvorming.<br />

• Onderzoek de kuil jaarlijks op drogestof,<br />

zetmeel, ZEA en DON en eventueel op<br />

maalfijnheid.<br />

Voormengsel<br />

• Een voormengsel is maximaal een week<br />

houdbaar.<br />

• Zuur een voormengsel eventueel aan bij<br />

aanmaken.<br />

• Gebruik een goede tarwezetmeel zodat de<br />

pH voldoende laag is.<br />

• Onderzoek het voormengsel vierjaarlijks<br />

op gisten/schimmels en pH.


aliseren mogelijk<br />

Resultaten Agroscoop ® bijproducten, periode 1-1-2010 tot 31-12-2010<br />

Landelijk<br />

bijproducten<br />

(VW)<br />

20%<br />

laagste<br />

20%<br />

hoogste<br />

Voerwinst/gem. aanwezig vleesvarken 94 67 122<br />

Aantal vleesvarkens 2.403 1.783 2.311<br />

Gecorricgeerde voerconversie 2,58 2,71 2,49<br />

Gecorrigeerde groei/dier/dag 785 770 796<br />

Gecorrigeerde EW-conversie 2,86 2,96 2,75<br />

Pakketprijs totaal voer/100 EW 18,48 19,33 18,22<br />

Gecorrigeerd voerkosten/kg gewicht 0,53 0,57 0,5<br />

streeks doorvertaald in het berekende<br />

rantsoen. Het rantsoen blijft altijd actueel<br />

en sluit aan bij de nutritionele normen.<br />

Technische resultaten<br />

Bedrijven die met Feedcare ® bezig<br />

zijn en de opslagverliezen weten te<br />

• Beoordeel wekelijks de drogestof,<br />

geur, smaak en pH op het bedrijf.<br />

Menger<br />

• In de menger komen verschillende producten<br />

bij elkaar. Mengen veroorzaakt<br />

gisten. Daarom zijn mengsels beperkt<br />

houdbaar.<br />

• Controleer het automatisch reinigingsproces<br />

<strong>van</strong> de menger regelmatig.<br />

• Maak de menger om de veertien dagen<br />

schoon met een hogedrukspuit.<br />

• Controleer maandelijks het indoseerproces.<br />

• Controleer het roerproces <strong>van</strong> bijproductensilo’s<br />

tijdens en voor indoseren.<br />

• Controleer jaarlijks de indoseervolgorde.<br />

Stuurvloeistof<br />

• Stuurvloeistof is het hart <strong>van</strong> de brijvoerinstallatie.<br />

Als de stuurvloeistof<br />

niet goed is, heeft dit een negatieve<br />

invloed op alle mengsels.<br />

• Spoel de leidingen elke dag minimaal<br />

beperken, realiseren een betere<br />

voederconversie. Vooral bij de<br />

huidige hoge pakketprijzen leidt<br />

dit tot de hoogste voerwinsten.<br />

feed<br />

één keer honderd procent door.<br />

• Voer de stuurvloeistof op aan oudere<br />

varkens.<br />

• Gebruik liever geen zuivelproducten<br />

om te sturen.<br />

• Maak eventueel een mengsel <strong>van</strong><br />

water en tarwezetmeel om meer<br />

stuurvloeistof op te kunnen voeren.<br />

Eindmengsels<br />

• Tussen de menger en de trog kan<br />

er nog veel verkeerd gaan. Om dit<br />

te achterhalen is controle <strong>van</strong> het<br />

eindmengsel nodig.<br />

• Voorkom tussenopslag. Ledig<br />

tussenopslag dagelijks<br />

en laat de tussen-<br />

opslagtank automatisch reinigen.<br />

• Maak leidingen en valbuizen met<br />

een rioolslang schoon.<br />

• Controleer de eindmengsels uit<br />

de trog wekelijks op drogestof,<br />

smaak, geur en pH.<br />

25


26<br />

Nuttige voorbereidingen voor<br />

de warme zomerdagen<br />

Dagen met een temperatuur groter dan 32 ºC en met een hogere luchtvochtigheid (meer dan 70%)<br />

zorgen voor problemen met hittestress bij het pluimvee. De grootste problemen ziet men bij hard<br />

groeiende dieren, zoals vleeskuikens ouder dan vier weken en kalkoenen ouder dan twaalf weken.<br />

Maar ook vleeskuikenouderdieren jonger dan <strong>35</strong> weken zijn gevoelig voor hoge temperaturen. Hoe<br />

kan men het beste hittestress bij het pluimvee voorkomen?<br />

Een te hoge som <strong>van</strong> temperatuur (in graden)<br />

en luchtvochtigheid (in procenten) in<br />

de stal kan hittestress veroorzaken. Komt<br />

de som boven de 110 punten uit, dan is het<br />

risico op hittestress bij pluimvee groot. Een<br />

rekenvoorbeeld: in de stal is het 33 ºC en<br />

de relatieve luchtvochtigheid loopt op tot<br />

80%. In totaal is dit 33 + 80 = 113 punten.<br />

Bij deze waarde kunnen de dieren last krijgen<br />

<strong>van</strong> hittestress.<br />

Vooral bij lang aanhoudende hoge temperaturen<br />

kan het in de avonduren misgaan<br />

bij de dieren, omdat ze dan eerder uitgeput<br />

zijn en omdat de relatieve luchtvochtigheid<br />

gedurende de dag hoger wordt.<br />

Wat te doen?<br />

Het voorkomen <strong>van</strong> hittestress begint met<br />

een goede voorbereiding. Zorg er voor dat<br />

de opzetaantallen bij koppels die geslacht<br />

worden <strong>van</strong>af eind april tot aan half september<br />

aangepast zijn aan de zomerbezetting.<br />

In de tabel ziet u een overzicht <strong>van</strong> de<br />

maximale zomerbezettingsnorm.<br />

Ventilatiebehoefte en hoeveelheid<br />

inlaatopeningen goed in balans<br />

Voor pluimvee wordt over het algemeen<br />

Aanbeveling zomerbezetting bij vleeskuikens<br />

(uitgezonderd wettelijke bepalingen)<br />

een maximale ventilatiebehoefte gerekend<br />

<strong>van</strong> 3,6m 3 /kilogram/uur en in stallen met<br />

tunnelventilatie bedraagt het maximaal<br />

5m 3 /kilogram/uur.<br />

De laatste jaren zijn in veel stallen grote<br />

gevelventilatoren bijgeplaatst om extra<br />

lucht bij de dieren te brengen. Maar een<br />

goede afstelling <strong>van</strong> de inlaatopening en<br />

het aantal te openen inlaatventielen is minstens<br />

zo belangrijk. Wanneer de klepopening<br />

onvoldoende is, loopt de onderdruk<br />

te hoog op. De luchtverdeling in de stal is<br />

dan niet meer optimaal, waardoor er meer<br />

problemen met hittestress ontstaan. Ter<br />

voorkoming <strong>van</strong> een verkeerde klepopening<br />

kunt u uw installateur een berekening<br />

laten maken. Ook uw voorlichter is u hierbij<br />

graag behulpzaam.<br />

Test de installatie<br />

Tijdens de leegstand is het mogelijk om de<br />

gehele elektrische installatie en de noodstroomvoorziening<br />

te testen. Dit is belangrijk,<br />

want met name de accu wil regelmatig<br />

problemen geven. Tevens kunt u dan alle<br />

elektromotoren laten lopen en controleren<br />

of de aggregaat en de zekeringen voldoende<br />

capaciteit hebben. Controleer ook<br />

Aflevergewicht Max. kilogram per m2 Opzetaantal per m2 bij 3%<br />

uitval*<br />

1500 33 22,3<br />

1750 34 20,1<br />

2000 36 18,6<br />

2250 38 17,5<br />

2500 40 16,5<br />

Ad *: Ofwel maximale bezetting na het uitladen<br />

of de luchtverdeling in de stal goed is. Dit<br />

kan door een rookproef te doen. Vraag uw<br />

voorlichter om u hierbij te helpen.<br />

Schone ventilatoren voor meer lucht<br />

Voordat de warme dagen beginnen, is het<br />

belangrijk de ventilatoren maar ook een<br />

eventuele luchtwasser achter de ventilatoren<br />

goed schoon te maken. Met vuile ventilatoren,<br />

luchtwasser en/of inlaatventielen<br />

kan gemakkelijk 10 tot 25% ventilatiecapaciteit<br />

verloren gaan. In het voorjaar is het


handig om te testen of de nevelkoeling nog<br />

afdoende werkt. Maak, indien nodig, de<br />

nozzels schoon of ver<strong>van</strong>g ze. Let er ook op<br />

dat het koelsysteem schoon is. In stilstaand<br />

water kunnen gemakkelijk kiemen groeien,<br />

die schadelijk zijn voor mens en dier.<br />

Een week voor de warmte<br />

Het is verstandig om voor de warmte begint,<br />

de kuikens al wat te laten wennen aan<br />

de hogere staltemperaturen. Het is beter<br />

om in de zomer de bandbreedte anders in<br />

te stellen, zie tabel.<br />

Tijdens de warme dag<br />

Door de lucht in de stal goed te bewegen<br />

is het mogelijk om de gevoelstemperatuur<br />

voor het pluimvee fors te verlagen. Hiermee<br />

is hittestress te voorkomen.<br />

Pluimvee kan de hitte ook reguleren door<br />

versneld te gaan ademhalen. Dit kost het<br />

dier echter veel energie en hierdoor verbruikt<br />

ze extra mineralen en vitaminen.<br />

Verstrek daarom een hittestressmix of extra<br />

vitaminen. Dit zal positief bijdragen aan<br />

de vitaliteit <strong>van</strong> de dieren. De kuikens zijn<br />

beter bestand tegen de warmte.<br />

Streefwaarden staltemperatuur bij normale en hoge buitentemperaturen<br />

Gewenste bandbreedte: 3 ºC tot 4 ºC. (Let op: per stal kunnen de gewenste waarden sterk verschillen!)<br />

Leeftijd (dagen)<br />

Streefwaarde<br />

bij < 25 ºC<br />

Streefwaarde<br />

bij > 25 ºC<br />

0 34 34<br />

7 30 30<br />

14 28 28<br />

21 25 26<br />

28 22 23<br />

<strong>35</strong> 20 22<br />

42 19 21<br />

Geef de vitaminen vooral in de ochtend,<br />

omdat het minstens zes uur duurt, voordat<br />

het dier de vitaminen heeft opgenomen.<br />

Hittestressmix (drinkwatertoepassing) kan<br />

het beste in de middag, tijdens de warmte,<br />

worden gegeven, want de mineralen in de<br />

hittestressmix worden sneller opgenomen<br />

en stimuleren de wateropname. Zorg ervoor<br />

dat de kuikens voldoende beschikking<br />

hebben over water.<br />

Bij een te lage wateropname kunnen de<br />

dieren uitdrogen en ook meer last hebben<br />

<strong>van</strong> hittestress.<br />

Na de warmte<br />

Indien de dieren niet geleden hebben <strong>van</strong><br />

de warmte, kunnen ze weer snel normaal<br />

produceren. Geef direct na de warme periode<br />

nog een extra vitaminegift, om de dieren<br />

vitaal te houden.<br />

27


28<br />

Reportage<br />

‘Binnen onze groeistrategie hebben<br />

we aandacht voor de maatschappij’<br />

Vanwege een innovatieve bedrijfsvoering, financieel bewustzijn<br />

en maatschappelijk verantwoord ondernemen zijn pluimveehou-<br />

ders Twan en Jeroen Engelen uit Someren genomineerd voor<br />

Agrarisch Ondernemer <strong>van</strong> het jaar. Twan geeft inzicht in het on-<br />

dernemerschap <strong>van</strong> de familie.<br />

“We hebben veel geleerd <strong>van</strong> de aankoop<br />

<strong>van</strong> andere bedrijven. Dit geeft inzicht in de<br />

werkwijze <strong>van</strong> de eigenaar <strong>van</strong> dat bedrijf,<br />

waardoor we ook kijk op het ondernemerschap<br />

<strong>van</strong> een ander krijgen. De goede<br />

dingen <strong>van</strong> elk aangekocht bedrijf zorgen<br />

samen voor een optimale bedrijfsvoering<br />

op al onze bedrijven.”<br />

Groeistrategie<br />

Sinds 1993, toen Noud en Toos wisten dat<br />

hun zonen Twan en Jeroen interesse in de<br />

pluimveehouderij hadden, kochten ze stallen<br />

om te groeien. Twan vertelt: “In 1993,<br />

1996, 1997, 2004 en 2008 hebben we stallen<br />

op verschillende locaties aangekocht.<br />

Ons bedrijf omvatte uiteindelijk dus zes<br />

verschillende locaties in de gemeente Someren.<br />

We hebben voor groei gekozen in<br />

plaats <strong>van</strong> bijvoorbeeld een tweede tak.<br />

En deze groei is nodig om ervoor te zorgen<br />

dat drie ondernemers een goede boterham<br />

kunnen verdienen.”<br />

Zes verschillende locaties is niet optimaal.<br />

Liever hebben de ondernemers één locatie,<br />

maar dat gaat binnen de gemeente niet lukken.<br />

Wel heeft de gemeente Someren al jaren<br />

geleden aangegeven enkele locaties te<br />

stimuleren om te verplaatsen om de overheidsplannen<br />

te kunnen verwezenlijken. De<br />

familie Engelen is hierop ingegaan en na<br />

de nodige aanpassingen (o.a. een bestemmingsplanwijziging)<br />

wordt het bedrijf nu<br />

over drie locaties verdeeld. “De derde locatie<br />

is nog in ontwikkeling. Hier komt een<br />

nieuw te bouwen vermeerderingsbedrijf.”<br />

Zeven kleinere stallen<br />

Het nieuw te bouwen bedrijf zal bestaan<br />

uit zeven stallen met een oppervlakte <strong>van</strong><br />

1.000 m2 in plaats <strong>van</strong> drie grotere stallen<br />

met een oppervlakte <strong>van</strong> 2.000 – 2.500<br />

m2. Twan: “Daardoor krijgt het plan een<br />

vriendelijkere uitstraling. In het midden<br />

<strong>van</strong> de stallen komt een centrale gang voor<br />

de luchtbehandeling. Hiermee kunnen we


fijnstof, ammoniak en geur reduceren. Zo<br />

voldoen we dus ruim aan de milieueisen,<br />

die – naar mijn verwachting – alleen maar<br />

strenger zullen worden.”<br />

Landschappelijke inpassing<br />

De ondernemers houden ook op andere<br />

manieren rekening met het milieu en de<br />

omgeving. Een deel <strong>van</strong> de grond bij de<br />

nieuwe locatie staan ze af aan het Waterschap.<br />

Deze realiseert hier een ecologische<br />

verbindingszone. De nieuwbouw wordt<br />

landschappelijk ingepast. “Aan de zijde <strong>van</strong><br />

de verbindingszone leggen we sedum (vetplanten)<br />

op het dak. Verder gebruiken we<br />

bouwmaterialen in aardekleuren en passen<br />

we de bouwvorm aan, aan de omgeving.<br />

Daardoor valt het bedrijf zo min mogelijk<br />

op in het landschap.”<br />

Minder efficiency, meer dierwelzijn<br />

De ondernemers scoren op het gebied <strong>van</strong><br />

dierenwelzijn wettelijk hoger dan nodig (ze<br />

voldoen ruim aan de maatlat duurzame veehouderij)<br />

en de stallen worden brandveilig<br />

gebouwd. Door te kiezen voor een bedrijfsopzet<br />

<strong>van</strong> zeven kleine stallen in plaats <strong>van</strong><br />

drie grote en het toepassen <strong>van</strong> een centrale<br />

gang verwacht Twan dat het bedrijf<br />

over veertig jaar nog steeds voldoet aan<br />

de geldende wetgeving. “Hadden we voor<br />

efficiency gekozen door drie grotere stallen<br />

te bouwen, dan zie ik het wel gebeuren<br />

dat we over een aantal jaren deze stallen<br />

weer moeten opdelen, omdat de wetgeving<br />

dan andere eisen stelt aan het houden <strong>van</strong><br />

pluimvee.”<br />

Traditioneel legnest<br />

De inrichting <strong>van</strong> de nieuw te bouwen stallen<br />

is identiek aan de bestaande stallen.<br />

Twan: “Er komt een traditioneel legnest,<br />

met de waterlijn dicht bij het legnest en<br />

de voerlijnen daarnaast. Alleen omdat we<br />

nu voor kleinere stallen hebben gekozen,<br />

komt er maar één beun in het midden <strong>van</strong><br />

de stal.”<br />

De manier <strong>van</strong> verwarmen is wel anders.<br />

Vijftien procent <strong>van</strong> de ingaande lucht<br />

wordt via warmtewisselaars opgewarmd.<br />

Deze lucht komt via de nok <strong>van</strong> de stal naar<br />

binnen. Hierdoor is minimumventilatie (via<br />

zijkleppen) niet meer nodig.<br />

Invloed op kostprijs<br />

Voor de nieuwbouw moeten 50.000 productierechten<br />

worden aangekocht. Deze<br />

aanschaf omvat veertien procent <strong>van</strong> de totale<br />

kosten. Twan heeft, om de kostprijs te<br />

drukken, overwogen om in het buitenland<br />

een bedrijf te starten, maar in een ander<br />

land hebben andere factoren invloed op de<br />

totale kosten. Zo bedraagt de rente voor<br />

een lening daar bijvoorbeeld tien procent,<br />

terwijl de banken in Nederland vijf procent<br />

hanteren. Nederland blijft voor Engelen<br />

de beste keus. “We zijn een gezinsbedrijf.<br />

Werken beide met onze echtgenotes in het<br />

bedrijf en onze kinderen krijgen precies<br />

mee wat het inhoudt om een agrarische onderneming<br />

te runnen. Zouden we het principe<br />

<strong>van</strong> een gezinsbedrijf verlaten, dan is<br />

het veel moeilijker om je gezin te enthousiasmeren<br />

voor bijvoorbeeld bedrijfsovername.”<br />

Het hebben <strong>van</strong> de eigen regie is een belangrijke<br />

peiler op het bedrijf. “Het is onze<br />

toegevoegde waarde dat we zoveel mogelijk<br />

werkzaamheden, niet alleen rondom het<br />

werk in de stallen, maar ook in de boekhouding<br />

en het vermarkten <strong>van</strong> onze producten,<br />

zelf doen. Daardoor lopen we minder<br />

risico op het maken <strong>van</strong> fouten en kunnen<br />

we de focus leggen op een optimale kwaliteit<br />

<strong>van</strong> ons eindproduct.”<br />

Verder heeft Engelen het doel om een lagere<br />

kostprijs dan gemiddeld te halen. “Wij streven<br />

daarom naar een bepaalde bedrijfsom<strong>van</strong>g.<br />

Want in mijn ogen heeft elk bedrijf<br />

dat een groeiontwikkeling doormaakt, een<br />

lagere kostprijs dan gemiddeld.”<br />

BEDRIjFSGEGEVENS<br />

Op de foto staan de beide broers Engelen met hun<br />

gezin. V.l.n.r. Mariëlle met Jan, Jeroen, Tim, Twan,<br />

Michelle, Diane en Luc.<br />

Twan (37) en Jeroen (33) Engelen uit het<br />

Brabantse Someren hebben een drie locaties<br />

tellend pluimveebedrijf bestaande<br />

uit één opfokbedrijf (voor 90.000 opfokdieren)<br />

en twee vermeerderingsbedrijven<br />

(voor elk 55.000 vermeerderingsdieren) Al<br />

het pluimvee op het bedrijf is <strong>van</strong> het merk<br />

Ross. Het bedrijf hanteert een all-in/allout<br />

strategie en het voordeel <strong>van</strong> drie locaties<br />

is dat de risico’s op het gebied <strong>van</strong><br />

de werkzaamheden (arbeidspieken), maar<br />

ook de bedrijfsovernamemogelijkheden,<br />

gespreid zijn.<br />

De opfokstal is voorzien <strong>van</strong> twee drinksystemen:<br />

ronddrinkers en drinknippels. Zodoende<br />

zijn de ondernemers klantgerichter:<br />

het ene vermeerderingsbedrijf heeft ronddrinkers<br />

in de stal, het andere drinknippels.<br />

Verder hangen er spinfeeders in de stal, die<br />

ervoor zorgen dat het voer over de bodem<br />

wordt gestrooid. Dit bevordert het dierwelzijn.<br />

En er hangen springplateaus in de<br />

stal om het natuurlijke springgedrag en de<br />

beenontwikkeling <strong>van</strong> de jonge dieren te<br />

trainen.<br />

De opfokdieren komen als eendagskuikens<br />

op het bedrijf. Een deel <strong>van</strong> deze kuikens<br />

wordt geleverd door Opfok de KuikenaeR.<br />

Ze worden opgefokt tot ouderdieren voor<br />

zowel het eigen vermeerderingsbedrijf, als<br />

voor anderen. Op het vermeerderingsbedrijf<br />

worden op dit moment per dag ongeveer<br />

40.000 broedeieren geproduceerd.<br />

Het doel hierbij is om eieren <strong>van</strong> goede<br />

kwaliteit, met een hoog bevruchtingspercentage<br />

en een schone schaal te leveren.<br />

De ambitie <strong>van</strong> Engelen:<br />

Met veel werkplezier een bedrijf runnen<br />

met een positieve uitstraling naar de<br />

maatschappij.<br />

Foto: Gé Hirdes.<br />

29


30<br />

Goede resultaten<br />

Gildehoen-concept<br />

Er is veel positieve aandacht<br />

voor het Gildehoen-concept.<br />

De afzet <strong>van</strong> het pluimveevlees<br />

verloopt zeer succesvol. Wat<br />

zijn de ervaringen <strong>van</strong> de diver-<br />

se ketenpartners?<br />

Zowel onder pluimveehouders als in de<br />

markt leeft de introductie <strong>van</strong> het Gildehoen-concept,<br />

het nieuwe tussensegment<br />

tussen reguliere en biologische pluimveehouderij.<br />

De aan dit concept deelnemende<br />

veehouders zijn tevreden, consumenten<br />

kiezen bewust voor dit betaalbare duurzame<br />

kipproduct.<br />

Media-aandacht<br />

Op verschillende websites is te zien hoe de<br />

vleeskuikens gehouden worden. De vlees-<br />

kuikens leven minimaal 49 dagen en worden<br />

geslacht op een gewicht <strong>van</strong> rond de<br />

2.200 gram. De kuikens worden gevoerd<br />

met honderd procent plantaardig voer,<br />

waarin minimaal zeventig procent granen<br />

zitten. De kuikens hebben de beschikking<br />

over daglicht en afleidingsmateriaal. Dit<br />

wordt positief ont<strong>van</strong>gen door zowel de<br />

pluimveehouder als de consument. De bijdrage<br />

aan Solidaridad, die ervoor zorgt er<br />

een duurzame teelt <strong>van</strong> soja plaatsvindt,<br />

draagt ook positief bij aan de belangstelling<br />

<strong>van</strong> consumenten. De ketenpartners<br />

zijn trots op de positieve aandacht. Het<br />

concept komt positief in het daglicht, consumenten<br />

geven aan, dat het goed is dat<br />

de sector aandacht schenkt aan meer dierwelzijn<br />

bij de productie <strong>van</strong> kippenvlees.<br />

En het product is nog betaalbaar ook.<br />

Afzet groot succes<br />

Het project Gildehoen loopt al meer<br />

dan een kalenderjaar en vergde veel<br />

onderzoek en afstemming in de keten.<br />

Mede daardoor zijn de ketenpartners zeer<br />

tevreden dat de afzet <strong>van</strong> de vleesproducten<br />

nu al boven verwachting verloopt. In de<br />

tweede week na de introductie waren de<br />

kipproducten volledig uitverkocht. Een zeer<br />

goed teken dus. De kipproducten zijn nu in<br />

verschillende supermarkten verkrijgbaar,<br />

C1000 is hier als eerste mee begonnen. Bij<br />

C1000 worden de producten verkocht onder<br />

naam ‘Onze Kip’. De kip is verkrijgbaar<br />

in allerlei verschijningsvormen, <strong>van</strong> hele<br />

kip tot kipfilet en <strong>van</strong> kipkarbonade tot<br />

kipkluifjes. De aandacht die C1000 er aan<br />

geeft is positief. Op dit moment zijn ook<br />

andere supermarkten geïnteresseerd in de<br />

kipproducten, <strong>van</strong>daar dat de ketenpartners<br />

kunnen zorgen voor opschaling. Ze<br />

verwachten dat de afzet richting het einde<br />

<strong>van</strong> het jaar is verdubbeld ten opzichte <strong>van</strong><br />

mei <strong>2011</strong>.<br />

Technische resultaten<br />

De Hubbard JA 757 kuikens worden gevoerd<br />

met speciaal voor dit concept geproduceerde<br />

voeders. De pluimveehouder<br />

zet drie verschillende voerfasen in, welke<br />

zijn afgestemd op de leeftijd <strong>van</strong> het kuiken.<br />

De samenstellingen <strong>van</strong> het rantsoen<br />

wordt afgestemd op de behoefte <strong>van</strong> de<br />

langzaam groeiende kuikens. De dieren<br />

behalen een slachtgewicht <strong>van</strong> 2.200 gram<br />

met een netto voederconversie <strong>van</strong> 1,95.<br />

Deze resultaten worden gerealiseerd <strong>van</strong>wege<br />

de lagere bezetting <strong>van</strong> maximaal<br />

vijftien kuikens per vierkante meter. Verder<br />

zien we minder uitval en een langzamere<br />

groei. Na de eerste rondes realiseerden de<br />

deelnemende puimveehouders een gemiddelde<br />

uitval <strong>van</strong> 2,37%, waarbij een aantal<br />

veehouders in staat is gebleken om minder<br />

dan 0,5% uitval te realiseren.<br />

Ketenconcept<br />

Gildehoen is opgezet in samenwerking met<br />

broederij Morren, slachterij Esbro BV en<br />

<strong>ForFarmers</strong>. Het product wordt vermarkt<br />

door InterChicken, die de kipproducten<br />

aan supermarkten levert. Morren broedt<br />

de eieren uit en Esbro slacht de kuikens<br />

voor het Gildehoen. <strong>ForFarmers</strong> levert voeders<br />

en geeft advies aan veehouders in dit<br />

concept.<br />

Wanneer u nog vragen heeft over dit concept,<br />

dan kunt u contact opnemen met uw<br />

voorlichter.


In de vorige Voertaal kwam pluimveehouder Bert de Boer aan<br />

het woord over dit nieuwe concept. In deze Voertaal geven we<br />

de ervaringen <strong>van</strong> de ketenpartners. Hoe kijken zij aan tegen de<br />

resultaten <strong>van</strong> het Gildehoen-concept?<br />

Henk Morren, broederij Morren<br />

“De levering <strong>van</strong> kuikens binnen het Gildehoen-concept<br />

past mooi binnen de werkzaamheden<br />

<strong>van</strong> onze broederij. We hadden<br />

al ervaring met het broeden <strong>van</strong> kuikens voor<br />

de biologische sector en het Gildehoen-kuiken<br />

is een mooie aanvulling op ons assortiment.<br />

Natuurlijk vraagt het concept wel wat<br />

aanpassingen op het gebied <strong>van</strong> planning<br />

en logistiek, maar dat hebben we er graag<br />

voor over. We gebruiken voor dit concept de<br />

eendagskuikens die afkomstig zijn <strong>van</strong> onze<br />

Hubbard JA 757 moederdieren. Na uitkomst<br />

in de broederij zijn het erg plezierige kuikens.<br />

De kuikens zijn <strong>van</strong> een langzaamgroeiend<br />

ras en erg vitaal. Daardoor is het een fijn kuiken<br />

om mee te werken. Dat blijkt ook uit de<br />

contacten met de pluimveehouders. De uitval<br />

is bovengemiddeld laag, namelijk ver onder<br />

de 1%. Daar ben ik erg trots op. Sinds enkele<br />

maanden houd ik de resultaten <strong>van</strong> alle<br />

uitgebroede kuikens gedurende de eerste levensweek<br />

precies bij. De Gildehoen-kuikens<br />

blijken in de eerste zeven dagen tot nu toe<br />

honderd procent medicijn- en antibioticavrij<br />

te zijn. Ik vind dit een uitstekende prestatie!”<br />

jan Tjassens, <strong>ForFarmers</strong><br />

“Gildehoen is een goed concept naast onze<br />

reguliere vleeskuikens. Zowel de kuikens<br />

als de veehouders voelen zich goed bij het<br />

Gildehoen-concept. De veehouders zetten<br />

tweederde <strong>van</strong> het aantal kuikens op dan<br />

voorheen. De kuikens hebben meer ruimte<br />

in de stal. Door het sterke Hubbard-ras en<br />

de lagere bezetting is de uitval in de koppel<br />

beduidend lager, waardoor het arbeidsplezier<br />

voor de pluimveehouder toeneemt.<br />

Onze voorlichters en klanten komen met<br />

veel plezier in de Gildehoen stallen. De kuikens<br />

zijn levendig en zeer vitaal. Zodra de<br />

veehouder graan gaat strooien, komen de<br />

kuikens naar hem toe en lopen achter hem<br />

aan. Voor veehouders is het een prettig kuiken<br />

om mee te werken. Samenvattend is<br />

het mooi dat het traject, dat we ruim een<br />

jaar geleden samen met onze ketenpartners<br />

zijn gestart, nu tot een succes komt.<br />

Als sector zetten we ons in voor probleemloos<br />

kuikens houden zonder de inzet <strong>van</strong><br />

antibiotica. Dat is het streven <strong>van</strong> de hele<br />

sector!“<br />

GILDEHOEN<br />

joop Eskes, slachterij Esbro BV<br />

”Het is een mooi kuiken om mee te werken.<br />

Het Gildehoen-concept vergde wel aanpassingen<br />

in de slachterij, maar door onze ervaring<br />

met biologische kuikens wisten wij<br />

daar snel op in te spelen. De uniformiteit<br />

<strong>van</strong> de kuikens stemt mij positief en de<br />

uitval bij aankomst op de slachterij is zeer<br />

laag. Bij deze kuikens is de spreiding in gewichten<br />

zeer klein. De gewichten <strong>van</strong> de<br />

hennen en hanen liggen dichter bij elkaar.<br />

Het gewichtspercentage <strong>van</strong> het pluimveevlees<br />

is na inslachting iets lager dan bij<br />

regulier pluimvee. Daardoor zijn de slachtkosten<br />

voor dit concept iets hoger. We<br />

kunnen in deze slachterij goed met deze<br />

kuikens werken. Het is een mooi en stevig<br />

kuiken. Doordat de dieren een stevige huid<br />

hebben, komen er weinig beschadigingen<br />

voor. Wij ervaren het Gildehoen-kuiken als<br />

een mooi kuiken. Hier<strong>van</strong> kunnen we een<br />

goed kipproduct maken, betaalbaar geproduceerd,<br />

voor de bewuste consument.”<br />

31


32<br />

Bij frequent doorzaaien<br />

blijft het aandeel goede<br />

grassen groot<br />

Doordat melkveebedrijven steeds groter worden en meer melk per koe willen produceren, moet<br />

het ruwvoer <strong>van</strong> goede kwaliteit zijn. Dit lukt alleen, wanneer de botanische samenstelling <strong>van</strong> het<br />

grasland op peil blijft, zodat er voldoende opbrengst en voederwaarde <strong>van</strong> het grasland komt.<br />

Productmanager Plant René Verhoeven<br />

vertelt dat 55% <strong>van</strong> het Nederlandse grasland<br />

onder de maat is. En dat terwijl de<br />

hoge melkproducties <strong>van</strong> de Nederlandse<br />

veestapel vragen om gras met een hoge<br />

energiewaarde. Want hoogwaardig ruwvoer<br />

<strong>van</strong> het eigen melkveebedrijf is een<br />

belangrijke kostenverlager: goed gras bespaart<br />

tot 30% op de krachtvoerkosten.<br />

Daarom moet de botanische samenstelling<br />

<strong>van</strong> het grasland op peil zijn.<br />

Aandeel goede grassen<br />

Een goede methode om dit op blijvend<br />

grasland te realiseren is het toepassen<br />

<strong>van</strong> doorzaaien. Bij frequent doorzaaien,<br />

blijft het aandeel goede grassen groot,<br />

waardoor het moment <strong>van</strong> grasland ver-<br />

nieuwen kan worden uitgesteld. Door te<br />

kiezen voor de nieuwste grasrassen <strong>van</strong><br />

hoogwaardige kwaliteit, wordt blijvend<br />

grasland verbeterd. René: “De nieuwste<br />

rassen gaan efficiënt met stikstof om, zijn<br />

beter resistent tegen ziekten als kroonroest<br />

en weten topopbrengsten te realiseren.<br />

<strong>ForFarmers</strong> heeft hiervoor goede<br />

mengsels in haar assortiment.“<br />

Presentatie <strong>van</strong> René Verhoeven (midden) over het belang <strong>van</strong> een goede grasmat met op de voorgrond de nieuwe doorzaaimachine <strong>van</strong> Evers Agro.


Wanneer het aandeel goede grassen te<br />

laag is, raden wij u aan om het grasland te<br />

vernieuwen via scheuren en herinzaaien.<br />

Een andere methode is het toepassen <strong>van</strong><br />

rotatieteelt waarbij gras, mais en eventueel<br />

andere gewassen achtereenvolgend<br />

op hetzelfde perceel geteeld worden. Het<br />

voordeel op zandgrond is dat hierdoor het<br />

organische stofgehalte toeneemt.<br />

Belang <strong>van</strong> goede grasmat<br />

Half mei heeft René Verhoeven tijdens<br />

een demonstratie <strong>van</strong> een nieuwe doorzaaimachine<br />

<strong>van</strong> Evers Agro uit Almelo<br />

een korte presentatie gehouden over het<br />

belang <strong>van</strong> een goede grasmat. Tijdens<br />

deze demonstratie waren een aantal geinteresseerde<br />

loonwerkers aanwezig. Zo<br />

ook loonwerker Grefelman uit Luttenberg.<br />

Zijn reactie op de vraag wat hij <strong>van</strong><br />

de nieuwe doorzaaimachine vindt is: “Ik<br />

zie er zeker toekomst in, maar is de melkveehouder<br />

wel genoeg overtuigd <strong>van</strong> het<br />

belang <strong>van</strong> doorzaaien? Ziet de melkveehouder<br />

het profijt? Wij zijn voorzichtig,<br />

voordat we overgaan tot aanschaf <strong>van</strong><br />

deze machine, want een investering moet<br />

wel rendabel zijn.”<br />

Grotere capaciteit<br />

Nu blijken de aanschafkosten voor de<br />

nieuwe doorzaaimachine mee te vallen,<br />

deze ligt om en nabij de 25.000 euro.<br />

Voor 25 – 30 euro per hectare zou een<br />

loonwerker hiermee de werkzaamheden<br />

kunnen verrichten, dit in tegenstelling<br />

tot de 70 euro per hectare die ze nu voor<br />

het doorzaaien rekenen (excl. graszaad).<br />

Evers Agro: “Voordeel <strong>van</strong> deze nieuwe<br />

machine is de grotere capaciteit: de<br />

werkbreedte ligt op zes meter, in tegenstelling<br />

tot de standaard doorzaaimachines<br />

die 2,5 meter breed zijn. En de machine<br />

kan ook meerdere handelingen in<br />

één werkgang uitvoeren. De machine beschikt<br />

over een egalisatiebord voor grove<br />

oneffenheden zoals molshopen, twee<br />

rijen zware eggetanden die niet alleen de<br />

dode grassen maar ook de mestflarden<br />

en viltlagen losmaken en bovendien een<br />

zaaibed voor het graszaad creëren. Het<br />

graszaad wordt in de bodem vastgelegd<br />

en aangedrukt en de bodem wordt niet<br />

dichtgesmeerd. Wanneer het zaad vastligt<br />

in niet dichtgesmeerde grond, kan het<br />

eerder tot kieming overgaan.”<br />

Een hoge voerwaarde bespaart krachtvoer en vergroot de opname <strong>van</strong> het<br />

ruwvoer<br />

In dit voorbeeld is het verschil € 472,70, wanneer we een KVEM-prijs <strong>van</strong> € 0,163 aanhouden.<br />

Grasland Drogestofopbrengst VEM KVEM/ha<br />

Slecht 10 ton 850 8.500<br />

Nieuw 12 ton 950 11.400<br />

loonwerk velddAgen<br />

De Loonwerk Velddagen vinden plaats op woensdag 29 juni en<br />

donderdag 30 juni a.s., <strong>van</strong> 13.00 uur tot 22.30 uur. Er zijn dagelijks demonstraties<br />

om 14.00 uur en 19.30 uur.<br />

<strong>ForFarmers</strong> is op de Loonwerk Velddagen aanwezig en begeleidt bezoekers in vier<br />

stappen naar beter ruwvoer. Deze stappen sluiten aan bij de machines, die gedemonstreerd<br />

worden, en spelen in op de actualiteiten rond bemesting en inkuilmiddelen.<br />

Waar?<br />

U vindt de Loonwerk Velddagen op het perceel <strong>van</strong> Maatschap Wessels te Rijssen.<br />

Neem op de A1 afslag 27 en volg de bewegwijzeringsborden.<br />

Kijk voor meer informatie op de website www.loonwerkvelddagen.nl.<br />

33


34<br />

Dankzij groenbemesters betere<br />

bodemstructuur<br />

Vanwege het droge voorjaar kan de graanoogst dit jaar vroeg uit-<br />

pakken. Via de inzet <strong>van</strong> de juiste groenbemester in combinatie<br />

met het beste zaaitijdstip heeft u nu de ruimte om aaltjesproble-<br />

men en bodemziekten gericht aan te pakken.<br />

Om aaltjesproblemen te voorkomen kunt<br />

u het beste aaltjesresistent bladrammenas<br />

of gele mosterd zaaien. Wanneer u<br />

zoekt naar verbetering <strong>van</strong> de bodemvruchtbaarheid<br />

of een betere vastlegging<br />

<strong>van</strong> de stikstof, dan kunt u niet-aaltjesresistent<br />

bladrammenas, gele mosterd,<br />

bladkool of een grasachtige groenbemester<br />

zaaien.<br />

Het hebben <strong>van</strong> een groenbemester zorgt<br />

voor een hoger organische stofpercentage<br />

in de bodem. Daardoor wordt de bodemstructuur<br />

verbeterd en kan de grond<br />

vocht en voedingsstoffen beter vasthouden<br />

(bufferen).<br />

Tip: zorg bij het zaaien <strong>van</strong> een groenbemester<br />

voor een goed zaaibed en voldoende<br />

stikstof als startgift.<br />

Enkele groenbemesters nader beschreven:<br />

• Bladrammenas:<br />

Bladrammenas heeft een snelle beginont-<br />

Overzicht teeltmaatregelen groenbemesters<br />

Gewas<br />

1000-korrel-<br />

gewicht (gr)<br />

Zaaizaad<br />

(kg/ha)1<br />

wikkeling en vormt in korte tijd een massaal<br />

gewas, waardoor het onkruid gemakkelijk<br />

wordt onderdrukt. Het kan ook bij late<br />

zaai nog voldoende gewas vormen om’s<br />

winters de bodem te beschermen. Wanneer<br />

de vorst intreedt vriest bladrammenas<br />

dood. De planten hebben penwortels, maar<br />

door de beperkte hoeveelheid zijwortels is<br />

de doorworteling <strong>van</strong> de grond en de wortelopbrengst<br />

veel minder dan bij grasgroenbemesters<br />

Bladrammenas wordt geteeld<br />

<strong>van</strong>wege de toevoer <strong>van</strong> organische stof,<br />

als stikstof <strong>van</strong>ggewas, als bietencystenaaltjesbestrijder<br />

of als bescherming <strong>van</strong> de<br />

grond tegen verstuiven. Naast resistentie<br />

tegen het bietencystenaaltje is het hebben<br />

<strong>van</strong> een multiresistentie bladrammenas tegen<br />

Melodoigyne chitwoodi en Melodoigyne<br />

fallax steeds belangrijker aan het worden.<br />

• Gele mosterd:<br />

Gele mosterd behoort tot de kruisbloemigen.<br />

Onder gunstige groeiomstandigheden<br />

kan het gewas in korte tijd veel organische<br />

stof produceren. Gele mosterd<br />

Zaaidiepte<br />

(cm)<br />

N-gift<br />

(kg/ha)<br />

Onder<br />

dekvrucht<br />

Bladrammenas 10-20 20-50 2-3 40-80 nee<br />

Gele mosterd 5-10 15-25 2-3 30-50 nee<br />

Bladkool 3-4 8-12 2-3 50-80 nee<br />

Engels raaigras 2-3 15-30 1-2 40-60 ja<br />

Italiaans raaigras 2-4 20-<strong>35</strong> 1-2 40-60 ja<br />

vormt dan een lang (één tot twee meter)<br />

en massaal gewas met een beperkte stevigheid.<br />

Meestal is een voorbewerking<br />

nodig (klepelen, maaien) om het gewas<br />

goed te kunnen onderploegen. Zijn de<br />

omstandigheden minder gunstig dan zal<br />

de groei tegenvallen. Gele mosterd wordt<br />

veelal gebruikt als groenbemester op laat<br />

vrijkomend land. Het gewas heeft een<br />

stevige penwortel die zich niet verdikt.<br />

In zes weken tijd is de grond tot zo’n 70<br />

centimeter doorworteld. Gele mosterd is<br />

sterk (nacht)vorstgevoelig. Bij een flinke<br />

nachtvorst vriezen de waterige stengels<br />

en bladeren kapot. Gele mosterd stelt<br />

niet veel eisen aan de grond en kan op<br />

de meeste grondsoorten geteeld worden.<br />

Alleen zure gronden zijn niet erg geschikt<br />

voor de teelt. Gele mosterd wordt vooral<br />

voor de toevoer <strong>van</strong> organische stof verbouwd<br />

en als antistuifgewas, vrijwel nooit<br />

voor voederdoeleinden. Voor bestrijding<br />

<strong>van</strong> bietencystenaaltjes is de zaaitijd <strong>van</strong><br />

het gewas meestal te laat.<br />

• Bladkool:<br />

Bladkool is goed wintervast en dient voor<br />

de winter goed ontwikkeld te zijn. Omdat<br />

bladkool traag kiemt is vroeg zaaien (voor<br />

1 september) gewenst.<br />

• Engels raaigras:<br />

Engels raaigras is wintervast en schiet in<br />

het voorjaar laat door. Hiermee voorkom<br />

je opslag in het volggewas. Engels raaigras<br />

zorgt verder voor een goede beworteling<br />

en smakelijk gras.<br />

• Italiaans raaigras:<br />

Italiaans raaigras is geschikt voor kortdurend<br />

grasland, vooral voor maaidoeleinden<br />

voor één tot maximaal twee jaar.<br />

Onder goede groeiomstandigheden geeft<br />

het een hoge productie. Het heeft een<br />

snellere beginontwikkeling dan Engels<br />

raaigras, maar is minder wintervast en<br />

minder standvastig.


Proefvelden groenbemesters<br />

Overzicht gewaseigenschappen groenbemesters<br />

De grondbedekking is een maat voor de bladmassa/m2 . Een hoog cijfer betekent veel blad per m2 Een hoog cijfer in de kolom “gevoeligheid vorst” betekent dat het gewas “weinig vorstgevoelig” is. Een laag cijfer staat voor “zeer vorstgevoelig”.<br />

Gewas Grondbedekking Gevoeligheid<br />

vorst<br />

Drogestofopbrengst bij goed<br />

geslaagd gewas (kg/ha)<br />

Effectieve organische<br />

stof (kg/ha)<br />

Bladrammenas 9 3 3900 850<br />

Gele mosterd 9 1 3900 850<br />

Bladkool 9 5 4000 850<br />

Engels raaigras 7 7 4200 1000<br />

Italiaans raaigras 9 5 4200 1100<br />

Zaaitijdstip groenbemesters<br />

Bladrammenas<br />

Gele mosterd<br />

Bladkool<br />

Engels raaigras<br />

Italiaans raaigras<br />

mrt april mei juni juli aug sept okt<br />

geel = zaaien onder dekvrucht (maart - half mei)<br />

groen = zaaien op braak land (mei - juni)<br />

rood = zaaien in vroege stoppel (juli - half aug.)<br />

blauw = late stoppel (half aug. - half sept.)<br />

<strong>35</strong>


36<br />

Reportage<br />

Een medewerker <strong>van</strong> pootgoedbedrijf Prinzen Somsen verplaatst de kisten. In de nieuwe bewaarloods kan 8.000 ton pootgoed bewaard worden.<br />

Nieuwbouw bewaarloods:<br />

capaciteit en efficiëntie zijn verbeterd<br />

Honderdvijftig hectare pootgoed, die in kisten worden gerooid, een<br />

eigen rassenvermeerdering en een nieuwe bewaarloods voor de be-<br />

waring <strong>van</strong> 8.000 ton aardappelen in kisten. Dat zijn enkele belang-<br />

rijke kenmerken <strong>van</strong> het pootgoedbedrijf Prinzen Somsen uit Aalten.<br />

“De nieuwe bewaarloods met een oppervlakte<br />

<strong>van</strong> 4.000 m 2 , is een verademing.<br />

We kunnen nu efficiënter werken,<br />

het pootgoed droogt mooier en daardoor<br />

kunnen we nog meer kwaliteit leveren.”<br />

Aan het woord zijn pootgoedtelers<br />

Anno Prinzen en Hilbert Somsen.<br />

In het verleden plaatsten ze de kisten nog<br />

in bestaande pluimveestallen, elke stal kon<br />

zo’n 500 ton bewaren. Hilbert Somsen vertelt:<br />

“We konden de kisten niet op elkaar<br />

stapelen. De nieuwe bewaarloods benutten<br />

we <strong>van</strong>af oktober 2010. Hier kunnen<br />

zes kisten op elkaar staan en hebben we de<br />

mogelijkheid om in totaal 8.000 ton pootaardappelen<br />

te bewaren. Dat is nog eens<br />

een capaciteitsverbetering!”<br />

De nieuwe bewaarloods verrees op de plek<br />

<strong>van</strong> de pluimveestallen. Tot 2004 hadden<br />

de zwagers Anno Prinzen en Hilbert Somsen<br />

naast het akkerbouwbedrijf nog een<br />

pluimveetak. Deze is beëindigd, omdat<br />

Anno’s vader toen uit het bedrijf stapte.<br />

Anno: “Wij hebben meer feeling met de akkerbouw,<br />

daarom zijn we daarin uitgebreid.<br />

We zijn geleidelijk gegroeid <strong>van</strong> 55 hectare<br />

naar het huidige aantal <strong>van</strong> 150 hectare<br />

pootgoed. Alle werkzaamheden, het poten,<br />

de bespuitingen, het rooien en de bewaring<br />

worden met vier medewerkers rondgezet.<br />

In de winter, tijdens het sorteren komen er<br />

extra krachten bij, want iedere aardappel<br />

moet gezien worden.”<br />

Leveren <strong>van</strong> kwaliteit<br />

Doel <strong>van</strong> de ondernemers is om een kwaliteitsproduct<br />

te leveren. Vooral bij export,<br />

op dit bedrijf wordt tweederde <strong>van</strong> de aardappelen<br />

geëxporteerd, is kwaliteit erg belangrijk.<br />

“Je wilt geen klachten krijgen dat<br />

er bacterieziek of schimmels (bv. Fusarium)<br />

in het pootgoed zit. Dit ontstaat vooral<br />

door versmering. Daarom is hygiënisch<br />

werken tijdens het rooien en in de opslag<br />

zo belangrijk. We beschikken over een kistenwasser,<br />

waar de kisten gedesinfecteerd


worden en we rooien de aardappelen ook in<br />

kisten. Het product komt onbeschadigd en<br />

schoon in de kisten. Na het rooien worden<br />

de kisten voor de droogwand gezet en zodra<br />

het product droog genoeg is, gaan de<br />

kisten naar een koelcel. De aardappelen<br />

blijven in dezelfde kist, waardoor we een<br />

handeling uitsparen. In de periode september<br />

t/m maart wordt het pootgoed gesorteerd,<br />

dan bekijken we iedere aardappel<br />

<strong>van</strong> dichtbij en lezen we ze uit op de gewenste<br />

kwaliteit.”<br />

Het gaat om de kilo’s<br />

In de koelcellen in de nieuw gebouwde bewaarloods<br />

wordt bij de koeling geen gebruik<br />

gemaakt <strong>van</strong> buitenlucht, maar <strong>van</strong><br />

mechanische koeling. Anno: “We hebben<br />

bewust gekozen voor andere koelcellen<br />

dan we in het verleden hadden. Mechanische<br />

koeling geeft minder indroging <strong>van</strong><br />

het pootgoed. Er verdwijnt minder vocht uit<br />

het pootgoed, waardoor er meer kilo’s in de<br />

kisten overblijven. En het gaat ons nu juist<br />

om de kilo’s, want we worden vooral op het<br />

aantal kilo’s dat we leveren uitbetaald.”<br />

Eigen vermeerdering<br />

Natuurlijk speelt de kwaliteit <strong>van</strong> het product<br />

mee bij de uitbetaling. Daarom is het<br />

voor de pootgoedtelers belangrijk om met<br />

gezond uitgangsmateriaal te beginnen.<br />

Omdat ze geregeld merkten, dat aangekocht<br />

pootgoed al bacterieziek was, hebben<br />

de ondernemers ervoor gekozen om<br />

hoogwaardig pootgoeduitgangsmateriaal<br />

te gaan vermeerderen. “Dit betekent dat<br />

er plantjes, honderd procent gezond uitgangsmateriaal,<br />

in het laboratorium worden<br />

gekweekt. Deze plantjes, <strong>van</strong> circa<br />

twee centimeter hoog, worden daarna in<br />

een kas uitgeplant. Hieraan komen twee<br />

tot vijf aardappelen per plant. Het volgende<br />

jaar worden deze knollen in het veld uitgeplant.<br />

Dit zijn zogenaamde miniknollen, de<br />

oogst heet tweedejaarsstam, daarna volgt<br />

een derdejaarsstam. De derdejaarsstam<br />

vermeerderen we tot eigen pootgoed. We<br />

proberen te komen tot vijf generaties pootgoed.<br />

Standaard worden enkele generaties<br />

meer geteeld, maar daardoor is er meer<br />

kans op besmetting.”<br />

De vermeerdering <strong>van</strong> plantjes en eerste-<br />

en tweedejaarsstam gebeurt niet op het<br />

bedrijf <strong>van</strong> Prinzen Somsen, maar wordt<br />

gedaan in nauwe samenwerking met een<br />

collega akkerbouwer.<br />

Bescherming noodzakelijk<br />

De kwaliteit <strong>van</strong> het eindproduct staat of<br />

valt ook met de juiste teeltomstandigheden.<br />

Op advies <strong>van</strong> voorlichter Ria Wolters<br />

zijn de pootgoedtelers vorig jaar overgegaan<br />

naar het gebruik <strong>van</strong> Olie H.” Ria<br />

vertelt: “Dit middel geeft een film over het<br />

blad. Het zorgt voor een goede bescherming<br />

tegen virusinfecties. En het kan goed<br />

in combinatie met andere middelen toegepast<br />

worden. Vorig jaar hebben Prinzen en<br />

Somsen bijvoorbeeld Olie H in combinatie<br />

met Ranman toegepast voor de beste<br />

knolbescherming. Op dit moment werken<br />

ze met Olie H en Valbon, want deze combinatie<br />

geeft de beste bescherming tegen<br />

Phytophthora.”<br />

Veldspuit op GPS<br />

Hilbert vertelt dat mensen geregeld aan<br />

hem vragen waarom ze hem zo vaak met<br />

een spuit in het perceel aardappelen zien.<br />

“Het is voor de consument moeilijk te begrijpen<br />

dat we de aardappelen moeten<br />

beschermen. We werken met streng geselecteerde,<br />

goedgekeurde middelen en we<br />

proberen de concentratie werkzaam middel<br />

zo laag mogelijk te houden. Bovendien werken<br />

we met een veldspuit op GPS. Zodra<br />

de GPS registreert dat we in een bepaalde<br />

rij al geweest zijn, dan sluiten de spuitdoppen,<br />

die boven die rij hangen, automatisch.<br />

Daardoor gaan we nooit twee keer met het<br />

middel over dezelfde aardappelplanten.”<br />

Hilbert Somsen maakt bij de veldspuit gebruik <strong>van</strong> GPS. Zo voorkomt hij dat er overlap <strong>van</strong> het middel op<br />

het gewas plaatsvindt. Hier spuit hij een combinatie <strong>van</strong> de middelen Olie H, Sumicidin en Valbon.<br />

BEDRIjFSGEGEVENS<br />

Anno Prinzen en Hilbert Somsen zijn blij met de<br />

nieuwe bewaarloods.<br />

Akkerbouwers Anno Prinzen en Hilbert<br />

Somsen uit Aalten (Gld.) verbouwen rond<br />

de honderdvijftig hectare pootaardappelen.<br />

Dit pootgoed wordt o.a. geleverd aan de<br />

HZPC, Averis Seeds en vrije afzet. Tweederde<br />

<strong>van</strong> dit pootgoed wordt geëxporteerd,<br />

de rest is pootgoed voor fabrieksaardappelen.<br />

De ondernemers verzetten<br />

alle werkzaamheden samen met vier medewerkers<br />

en in drukke tijden worden er nog<br />

enkele parttimers ingezet.<br />

Het bedrijf heeft twintig hectare grond in<br />

eigendom, het overige huren ze bij verschillende<br />

veehouders of andere ondernemers<br />

in de buurt. De gronden liggen in een cirkel<br />

<strong>van</strong> maximaal vijftien kilometer <strong>van</strong> het akkerbouwbedrijf.<br />

De grondsoort loopt uiteen<br />

<strong>van</strong> puur zand, leem tot klei. Dit maakt het<br />

telen <strong>van</strong> aardappelen gevarieerd, want<br />

elke grondsoort heeft weer zijn eigen voor-<br />

en nadelen.<br />

De ondernemers telen licentierassen, dit<br />

betekent dat er <strong>van</strong> te voren is bepaald<br />

hoeveel hectare <strong>van</strong> welke rassen ze gaan<br />

telen. De ondernemers willen graag de gehele<br />

winter aardappelen (gespreid) afzetten,<br />

daarom kiezen ze zowel voor vroege<br />

als late rassen. Op dit moment telen ze<br />

zo’n vijftien rassen, waaronder Altus, Asterix,<br />

Avarna, Aveka, Baraka, Bartina, Festien,<br />

Monalisa, Seresta en Spunta. Altus en<br />

Bartina zijn twee nieuwe rassen die in het<br />

kader <strong>van</strong> rasvernieuwing worden ingezet.<br />

Anno: “De verwachtingen <strong>van</strong> Altus zijn<br />

hoog. Het ras moet zich echter nog bewijzen.”<br />

Voor de gewasbescherming maakt het bedrijf<br />

gebruik <strong>van</strong> producten <strong>van</strong> <strong>ForFarmers</strong>.<br />

Voorlichter Ria Wolters adviseert de ondernemers<br />

over het gebruik en de inzet <strong>van</strong><br />

deze producten. Daarnaast geeft ze advies<br />

over de bemesting.<br />

De ambitie <strong>van</strong> Prinzen en<br />

Somsen:<br />

Bedrijfsoptimalisatie inclusief verdere<br />

automatisering.<br />

37


38<br />

Maïsdemovelden <strong>2011</strong><br />

<strong>ForFarmers</strong> heeft op een vijftal locaties demovelden met maïsrassen. Het doel <strong>van</strong> deze<br />

demovelden is om de rassen, die <strong>ForFarmers</strong> in haar rassenadvies voor <strong>2011</strong> heeft opgenomen<br />

én een aantal veelbelovende rassen voor de komende jaren te laten zien.<br />

Door de aangescherpte normen in de mestwetgeving wordt het vooral op zandgrond<br />

steeds moeilijker om een goede opbrengst te realiseren.<br />

De doelstelling <strong>van</strong> minimaal zestien ton drogestof moet op zandgrond echter te realiseren<br />

zijn.<br />

De velden zijn in <strong>2011</strong> gelegen op de volgende locaties:<br />

Rodedijk 2, Gelselaar<br />

Misterweg/hoek Meenkmolenweg, Winterswijk-Miste<br />

Rengersweg, Laren<br />

Rijksweg 101-111, Toldijk<br />

Zuthemerweg, Laag Zuthem<br />

Wanneer u een demoveld wilt bezoeken, alleen of in studieclubverband, en een toelichting<br />

wenst, dan kunt u uw voorlichter hiervoor raadplegen.<br />

Lelieshow Lemelerveld B(l)oeit!<br />

De lelie(bollen)teelt is al enige decennia prominent aanwezig in<br />

het oosten <strong>van</strong> het land. De leliebollen, die hier geteeld worden,<br />

zijn gewild <strong>van</strong>wege de goede broeikwaliteit <strong>van</strong> de bollen. Mede<br />

daardoor leek het enkele lelietelers een goede zaak om u in de<br />

gelegenheid te stellen, de prachtige en veelzijdige kleuren <strong>van</strong> de<br />

lelies te ontdekken. Dit kan <strong>van</strong> woensdag 3 augustus t/m zondag<br />

7 augustus in Lemelerveld.<br />

De wereld aan lelies<br />

De show Lemelerveld B(l)oeit! heeft dit jaar<br />

als thema: De wereld aan lelies. Het product<br />

lelies is letterlijk en figuurlijk een wereldproduct:<br />

naar allerlei windstreken worden de<br />

lelies geëxporteerd, waar de bol uiteindelijk<br />

door lokale bloemenkwekers tot bloei wordt<br />

getrokken. De lelieshow zal dit jaar opgebouwd<br />

worden rondom een aantal voor de<br />

leliebranche belangrijke afzetlanden.<br />

Openingstijden<br />

Lemelerveld B(l)oeit is <strong>van</strong> woensdag 3 augustus<br />

tot en met zaterdag 6 augustus geopend<br />

<strong>van</strong> 10.00 uur tot 21.00 uur. Zondag<br />

7 augustus zijn de deuren open <strong>van</strong> 13.00<br />

uur tot 18.00 uur. De entreeprijs is € 3,00<br />

voor iedereen <strong>van</strong>af 13 jaar. Voor jongere<br />

kinderen is de toegang gratis. ForFamers is<br />

bij deze show aanwezig. De locatie is Zaal<br />

Reimink, Dorpsstraat 2 in Lemelerveld.<br />

Graaninname<br />

De graanoogst is nabij. De meeste graanleveranciers<br />

hebben hun graanovereenkomst<br />

teruggestuurd naar <strong>ForFarmers</strong>.<br />

Belangrijk is dat u bij levering altijd uw leverbewijzen<br />

meeneemt en afgeeft op de<br />

ont<strong>van</strong>gstlocatie.<br />

Let op: wilt u uw granen niet afrekenen tegen<br />

een poolprijs, maar bent u geïnteresseerd<br />

in een dagprijs? Neem dan contact<br />

op met een medewerker <strong>van</strong> de afdeling<br />

Klantenservice tel.: +31 (0)573 28 88 11.<br />

Ook wanneer u <strong>van</strong> <strong>ForFarmers</strong> geen<br />

graanbrochure hebt ont<strong>van</strong>gen, dan kunt<br />

u dit bij een medewerker <strong>van</strong> de afdeling<br />

Klantenservice aangeven.<br />

fotografie Eelke Rieks Wilms


Productierechten<br />

In dit artikel staan de cijfers <strong>van</strong> 8 juni <strong>2011</strong> vermeld.<br />

Koopmelk<br />

De prijs <strong>van</strong> melkquotum schommelt sinds<br />

april tussen de 17,50 en 18 eurocent per %<br />

vet. Er is wat meer aanbod dan begin april<br />

maar dit blijft beperkt. Op dit moment is de<br />

vraag wat afwachtend, waarschijnlijk door<br />

de aanhoudende droogte.<br />

Leasemelk<br />

Ondanks een krap aanbod, is er in het huidige<br />

quotumjaar meer bemiddeld in leasemelk.<br />

De prijs ligt rond de 4,8 eurocent per<br />

% vet. De laatste weken wordt het aanbod<br />

iets ruimer. Dit is echter bij deze marktconforme<br />

prijs snel verleasd.<br />

Varkensrechten koop<br />

Door onduidelijke wetgeving is de vraag<br />

naar rechten afwachtend. De verkopers<br />

hebben ook geen haast waardoor er weinig<br />

handel is op dit moment.<br />

In Oost is er gehandeld voor 120 euro voor<br />

benutbare varkensrechten, op dit moment<br />

ligt de prijs iets lager.<br />

De prijs in Overig en Zuid ligt lager, maar<br />

daar is het aantal transacties zeer beperkt.<br />

Varkensrechten lease<br />

In de lease <strong>van</strong> varkensrechten gebeurt de<br />

laatste weken weinig. Een enkele transactie<br />

in Oost voor prijzen lager dan 18 euro<br />

per varkenseenheid. In Zuid en Overig zijn<br />

er bijna geen transacties. De leaser wacht<br />

nog af.<br />

Pluimveerechten<br />

De bemiddeling in pluimveerechten is rustig,<br />

af en toe wordt er een partij overgedragen.<br />

De prijs was in Oost circa 8,5 euro per<br />

pluimvee-eenheid. In Overig en Zuid is de<br />

prijs een fractie lager.<br />

Voor de lease <strong>van</strong> pluimveerechten geldt<br />

hetzelfde, maar het is nog vroeg in het jaar.<br />

De vraagprijs voor lease bedraagt circa<br />

€ 1,10 per pluimvee-eenheid in Oost. Zowel<br />

koop als lease zijn qua prijsniveau wat<br />

gedaald ten opzichte <strong>van</strong> begin dit jaar.<br />

Toeslagrechten<br />

Op dit moment is er veel vraag, maar weinig<br />

aanbod. De toeslagrechten, die nu worden<br />

aangeboden, zijn voor de koper te benutten<br />

<strong>van</strong>af 2012. Omdat de regelgeving in<br />

Grafiek: prijsverloop koopmelk 2009-2010-<strong>2011</strong>, prijs per % vet, excl. BTW<br />

Bron: Gerealiseerde omzet <strong>ForFarmers</strong> Prijsverloop Bomap. koopmelk 2009-2010-<strong>2011</strong><br />

prijs per % vet, excl btw<br />

Prijs<br />

prijs<br />

34<br />

31<br />

28<br />

25<br />

22<br />

19<br />

16<br />

13<br />

10<br />

1 4 7 10 13 16 19 22 25 28 31 34 37 40 43 46 49 52<br />

2014 kan veranderen, willen veel agrariërs<br />

voor elke hectare graag een toeslagrecht.<br />

Er hebben al meerdere transacties plaatsgevonden.<br />

Contact met BOMAP<br />

Heeft u vraag naar of aanbod <strong>van</strong> melkquotum,<br />

varkensrechten, pluimveerechten of<br />

Week<br />

Week<br />

bron: gerealiseerde omzet <strong>ForFarmers</strong> BOMAP<br />

toeslagrechten, neem dan contact op met<br />

de afdeling BOMAP <strong>van</strong> <strong>ForFarmers</strong> tel.:<br />

+31 (0)573 28 89 89. Of stuur een mail<br />

naar bomap@forfarmers.eu.<br />

Kijk op de website voor de actuele prijsinformatie.<br />

Specialisten productierechten v.l.n.r.: Clemens Goselink, Roel Visscher en Ria Zieverink.<br />

2009<br />

2010<br />

<strong>2011</strong><br />

39


40<br />

Wel of geen luchtwasser,<br />

de keus is aan u<br />

Voor de ondernemers, die voor de keuze staan om wel of geen lucht-<br />

wasser aan te schaffen, licht BOMAP in dit artikel toe, welke soor-<br />

ten luchtwassers er zijn. Ook krijgt u een indicatie <strong>van</strong> de jaarkosten.<br />

Er gaan verhalen rond dat alle varkens- en<br />

pluimveestallen in 2013 <strong>van</strong> een luchtwasser<br />

voorzien moeten zijn. Dit is onjuist.<br />

Een luchtwasser kan toegepast worden<br />

om de stal emissiearm te maken. Er zijn<br />

echter meer goedgekeurde emissiearme<br />

systemen. Een andere mythe is dat luchtwassers<br />

niet goed functioneren en altijd<br />

in storing staan. Het komt zeker voor, dat<br />

een luchtwasser in storing staat, het is tenslotte<br />

techniek. Maar in de praktijk draait<br />

de nieuwste generatie luchtwassers goed.<br />

Een ander veelgehoord item, is dat de veehouder<br />

de wasser uitzet om stroomkosten<br />

te besparen. In de praktijk blijken alle wassers<br />

volop te draaien. Bovendien controleren<br />

de gemeenten hier streng op. Een wasser<br />

uitzetten is dus geen optie.<br />

Wat wel zo is, is dat de luchtwasser jaarlijks<br />

extra kosten met zich meebrengt. De<br />

energiekosten verschillen per wasser, maar<br />

elke wasser brengt de nodige exploitatiekosten<br />

met zich mee.<br />

Waarom een luchtwasser<br />

Iedere ondernemer dient zelf een afweging<br />

te maken om wel of geen luchtwasser te<br />

plaatsen. Sommige ondernemers houden<br />

niet <strong>van</strong> de “toeters en bellen” in de mestkelder<br />

en kiezen daarom bewust voor een<br />

luchtwasser. De luchtwasser is een “End-of<br />

Pipe” systeem, de stal kan <strong>van</strong> binnen traditioneel<br />

worden uitgevoerd.<br />

Andere ondernemers maken liever eenmalig<br />

extra kosten voor een kelder, dan jaarlijks<br />

de extra kosten <strong>van</strong> de luchtwasser<br />

te hebben. Bovendien zitten zij ook niet te<br />

wachten op het extra onderhoud dat deze<br />

techniek met zich meebrengt.<br />

Er is ook een categorie ondernemers, die<br />

geen keuze hebben. Zij moeten op basis<br />

<strong>van</strong> de ligging <strong>van</strong> het bedrijf, op een plek<br />

waar geen uitbreiding <strong>van</strong> ammoniak en/<br />

of geuruitstoot mag plaatsvinden, wel een<br />

luchtwasser aanschaffen om überhaupt<br />

een vergunning te krijgen. Dit speelt bij-<br />

Schematisch overzicht <strong>van</strong> de werking <strong>van</strong> een luchtwasser<br />

NAAM:<br />

Chemisch luchtwassysteem 95 %<br />

ammoniakemissiereductie, voor<br />

kraamzeugen, gespeende biggen,<br />

guste en dragende zeugen,<br />

dekberen en vleesvarkens<br />

NUMMER:<br />

BWL 2008.09.V1<br />

Systeembeschrijving<br />

April 2009<br />

voorbeeld wanneer het bedrijf naast een<br />

Natura 2000 gebied ligt en/of de huidige<br />

geurbelasting te hoog is.<br />

Soorten luchtwassers<br />

Gaat u voor een luchtwasser, dan kunt u<br />

kiezen uit drie soorten wassers:<br />

1. Biologische wassers<br />

2. Chemische wassers<br />

3. Combiwassers<br />

Biologische luchtwasser<br />

Bij een biologische luchtwasser wordt de<br />

lucht meestal via de ruimte onder het waspakket,<br />

door het waspakket geleid. In deze<br />

ruimte onder het waspakket vindt alvast<br />

enige bevochtiging <strong>van</strong> de lucht plaats.<br />

Verder wordt hier de lucht optimaal verdeeld<br />

over het gehele aanstroomoppervlak<br />

<strong>van</strong> de wassectie. De wassectie bestaat<br />

uit een kolom met vulmateriaal dat continu<br />

wordt bevochtigd met wasvloeistof. Bij het<br />

passeren <strong>van</strong> de ventilatielucht door het<br />

luchtwassysteem wordt 70% <strong>van</strong> de ammoniak<br />

opge<strong>van</strong>gen in de wasvloeistof, hierbij<br />

vindt tevens een geurreductie plaats <strong>van</strong><br />

45%. De gereinigde ventilatielucht verlaat<br />

de luchtwasser vervolgens via een druppel<strong>van</strong>ger.<br />

De wasvloeistof wordt afgevoerd<br />

naar een aparte biologische sectie. De biologische<br />

sectie (nitrificatie) bestaat uit een<br />

kolom vulmateriaal waardoor continu waswater<br />

stroomt. Bacteriën die zich op het<br />

vulmateriaal en in de wasvloeistof bevinden<br />

zetten de ammoniak om in nitriet en/of nitraat.<br />

Met het spuiwater worden deze stoffen<br />

uit het wassysteem afgevoerd.<br />

Chemische luchtwasser<br />

Bij een chemische luchtwasser is sprake<br />

<strong>van</strong> een horizontale luchtstroom welke<br />

door een staande kolom vulmateriaal wordt<br />

geleid. Deze kolom vulmateriaal wordt<br />

continu bevochtigd met een aangezuurde<br />

wasvloeistof. Bij passage <strong>van</strong> de ventilatielucht<br />

door het luchtwassysteem wordt<br />

de ammoniak opge<strong>van</strong>gen in de wasvloeistof,<br />

waarna de gereinigde ventilatielucht<br />

het systeem verlaat. Door toevoeging <strong>van</strong><br />

zwavelzuur aan de wasvloeistof, wordt de<br />

ammoniak gebonden als ammoniumsulfaat,<br />

waarna deze met het spuiwater wordt af-


Investerings- en jaarkosten luchtwassers<br />

Combiwassers zijn 5% tot 25% duurder in investerings- en jaarkosten.<br />

Aantal<br />

Nieuwbouw Bestaande stallen<br />

vleesvarkens Investering jaarkosten Investering jaarkosten<br />

500 € 88,- € 27,50 € 130,- € 33,75<br />

1000 € 60,- € 19,50 € 103,- € 26,00<br />

2000 € 46,- € 15,75 € 85,- € 21,50<br />

3000 € 41,- € 14,00 € 75,- € 19,25<br />

4000 € 39,- € 13,75<br />

Bron: HAS Den Bosch 2010<br />

gevoerd. De chemische luchtwassers worden<br />

altijd opgebouwd uit standaard modules,<br />

welke gezamenlijk als unit bij de stal<br />

worden geplaatst. Bij de aanschaf <strong>van</strong> een<br />

chemische wasser kan worden gekozen<br />

voor een ammoniakreductie <strong>van</strong> 70% of<br />

een ammoniakreductie <strong>van</strong> 95%. De geurreductie<br />

<strong>van</strong> een chemische luchtwasser is<br />

altijd 30%.<br />

Combiwasser<br />

Er zijn twee soorten combiwassers op de<br />

markt, namelijk de puur biologische combiwassers<br />

en de combiwassers met een chemische<br />

stap, waarbij dus ook zwavelzuur<br />

wordt toegevoegd.<br />

De ammoniakemissie (inclusief geur- en<br />

stofemissie) wordt beperkt door de ventilatielucht<br />

te behandelen in een luchtwassysteem<br />

die is opgebouwd uit meerdere<br />

wasstappen. Meestal bestaat de installatie<br />

uit een watergordijn met daarachter een biologische<br />

of chemische wasser. Het watergordijn<br />

is in de voorruimte aanwezig waarin<br />

de lucht optimaal wordt verdeeld over het<br />

gehele aanstroomoppervlak <strong>van</strong> de wassectie.<br />

De biologische of chemische wasser<br />

betreft een kolom met vulmateriaal, waarover<br />

continu wasvloeistof wordt gesproeid.<br />

De gezuiverde lucht verlaat vervolgens via<br />

een druppel<strong>van</strong>ger de installatie. Bij het<br />

passeren <strong>van</strong> de ventilatielucht door het<br />

luchtwassysteem wordt de ammoniak opge<strong>van</strong>gen<br />

in de wasvloeistof.<br />

De bacteriën die zich bij een biologische<br />

combiwasser op het vulmateriaal en in de<br />

wasvloeistof bevinden, zetten de ammoniak<br />

om in nitriet en/of nitraat, waarna<br />

deze stoffen met het spuiwater worden afgevoerd.<br />

Bij een chemische combiwasser<br />

wordt de ammoniak gebonden door het toegevoegde<br />

zwavelzuur. De verwijdering <strong>van</strong><br />

stof en geurcomponenten gebeurt hoofdzakelijk<br />

in het eerste watergordijn. Een combiwasser<br />

geeft een ammoniakreductie <strong>van</strong><br />

85% en een geurreductie <strong>van</strong> 70% tot 85%,<br />

afhankelijk <strong>van</strong> het soort combiwasser.<br />

Spuiwater<br />

Het spuiwater <strong>van</strong> alle luchtwassers is erkend<br />

als meststof. Dit spuiwater kan als<br />

zodanig afgevoerd of op eigen grond aangewend<br />

worden.<br />

Wel of geen luchtwasser toepassen<br />

op uw bedrijf? De keuze is uiteindelijk<br />

aan de uzelf. Bij het maken <strong>van</strong><br />

deze keuze kan de afdeling BOMAP<br />

<strong>van</strong> <strong>ForFarmers</strong> u <strong>van</strong> dienst zijn.<br />

Voor vragen kunt u bellen naar tel:<br />

+31 (0)573 28 89 89.<br />

41


42<br />

Reportage<br />

Om te voldoen aan de Maatlat Duurzame Veehouderij heeft Pelgrom gekozen voor ruime looppaden en een ruime maatvoering <strong>van</strong> de boxen. Als boxenvulling<br />

heeft de melkveehouder gekozen voor een waterbed.<br />

“Ik haal plezier uit de diversiteit<br />

<strong>van</strong> het werk”<br />

Vorig jaar schreven we in Voertaal over de nieuwbouw bij melkvee-<br />

houder Ronald Pelgrom in Hummelo. BOMAP heeft de nieuwbouw-<br />

plannen getoetst aan de Maatlat Duurzame Veehouderij en de ver-<br />

gunningaanvragen verzorgd. Wij vragen Ronald naar zijn ervaringen.<br />

“Eind 2008 dacht ik voor het eerst aan<br />

nieuwbouwplannen. Het jongvee werd namelijk<br />

op een andere locatie gehuisvest en<br />

het melken in de 2x4 melkstal ging me ook<br />

tegenstaan. Omdat ik naast de melkveehouderij<br />

ook een ijsmakerij run, kwam ik<br />

tijd tekort. In het voorjaar <strong>van</strong> 2009 heb ik<br />

contact gezocht met BOMAP, zodat zij me<br />

verder konden helpen met de milieuvergunningsaanvraag<br />

en Maatlat Duurzame Veehouderij<br />

(MDV). We hebben besloten om<br />

rekening te houden met de MDV, zodat ik<br />

gebruik kan maken <strong>van</strong> het fiscale voordeel<br />

<strong>van</strong> de milieu-investeringsaftrek en het willekeurig<br />

afschrijven volgens de Vamil.”<br />

Ruime maatvoering<br />

Geerten Wassink <strong>van</strong> BOMAP vult aan: “we<br />

proberen bij nieuwbouw altijd rekening te<br />

houden met de eisen <strong>van</strong> de Maatlat, want<br />

het fiscale voordeel is zeer groot. Dit is mooi<br />

meegenomen.” De maatregelen die meetellen<br />

voor de MDV zijn bijvoorbeeld een ruime<br />

maatvoering <strong>van</strong> de boxen (op dit bedrijf<br />

1,15 meter breed en 2,5 tot 2,8 meter diep)<br />

en ruime looppaden <strong>van</strong> 3,5 tot vier meter.<br />

Als boxenvulling heeft de melkveehouder<br />

gekozen voor een waterbed. Geerten: “En<br />

dankzij dakisolatie en een klimaatcomputer<br />

reduceert Pelgrom de ammoniakemissie. Dit<br />

maakt de stal extra duurzaam.”<br />

Simpel met luxe<br />

Eind september 2010 is de nieuwe melkveestal<br />

met 73 ligplaatsen en een melkrobot<br />

in gebruik genomen. Er staat volgens<br />

Ronald een simpele, doelmatige stal, maar<br />

wel met de luxe <strong>van</strong> een melkrobot, een<br />

mestrobot en een automatisch klimaatsysteem.<br />

De bouw <strong>van</strong> de stal is goed verlopen.<br />

Ronald is daarbij blij, dat hij het project<br />

heeft aanbesteed. “Daardoor waren<br />

voor mij de kosten bij voorbaat duidelijk,<br />

zo kon ik onverwachte tegenvallers voorkomen.<br />

Bovendien heeft de aanbesteding een<br />

scherpe kostprijs voor de stal opgeleverd.”


Aandachtspunten robot<br />

Voor de keuze <strong>van</strong> het merk melkrobot<br />

heeft Ronald meerdere merken in werking<br />

gezien. De keuze viel op Lely, omdat dit bedrijf<br />

een totaalpakket levert, bestaande uit<br />

melkrobot, mestrobot en koeborstel. “Alles<br />

<strong>van</strong> één leverancier werkt prettiger.” Maar<br />

de melkveehouder heeft achteraf wel ervaren<br />

dat hij toch nog te weinig is voorbereid<br />

op het melken met een robot. “Er komen<br />

bij het robotmelken andere aandachtspunten<br />

naar voren, dan ik eerst had verwacht.<br />

Daarom is mijn tip aan melkveehouders,<br />

die overwegen om een melkrobot aan te<br />

schaffen, om een paar dagen bij een robotboer<br />

in de stal mee te lopen. Om te ervaren<br />

hoe de robot gedurende de dag functioneert<br />

en <strong>van</strong> de veehouder te horen, hoe<br />

het met het onderhoud en ver<strong>van</strong>ging <strong>van</strong><br />

materialen zit.”<br />

Voorzorgsmaatregelen<br />

De start in de nieuwe stal is naar tevredenheid<br />

verlopen. Alleen ervaart Pelgrom nu<br />

nog de naweeën <strong>van</strong> de invloed <strong>van</strong> een<br />

nieuwe roostervloer op de klauwen <strong>van</strong> de<br />

melkkoeien. “In nieuwe betonnen roosters<br />

zitten zuren, die er eerst uit moeten. We<br />

hebben de scherpe kanten <strong>van</strong> de roosters<br />

verwijderd (afbramen) en ze met lijnzaadolie<br />

ingesmeerd. En bij de koeien zijn extra<br />

voorzorgsmaatregelen genomen, zoals het<br />

aanbieden <strong>van</strong> extra structuur en Univit<br />

Mobiel. Univit Mobiel is een mineralenmengsel<br />

met organische sporenelementen,<br />

biotine en gisten. Er is ook een bekapbeurt<br />

overgeslagen. Helaas heeft dit nog niet<br />

voldoende geholpen. De klauwen hebben<br />

een opdonder gehad, waardoor de conditie<br />

<strong>van</strong> de koeien wat achteruit is gegaan. Mijn<br />

tip is dan ook om een nieuwbouw zo in te<br />

plannen, dat de stal klaar is, wanneer de<br />

De nieuwe ligboxenstal met links de ijsmakerij.<br />

koeien overdag nog naar buiten gaan. Dan<br />

kunnen de klauwen in de weide iets ontlast<br />

worden.”<br />

Fit naar nieuwe stal<br />

Geerten Wassink reageert hierop. “In de<br />

voorbereiding kan er wat aan dit probleem<br />

gedaan worden door de roosters ruim op<br />

tijd te bestellen. Ze kunnen beter een tijd<br />

op het erf liggen uitharden, dan dat ze<br />

direct na levering in de stal worden geplaatst.”<br />

En voorlichter Patrick Wevers vult<br />

aan: “De melkkoeien kunnen al ruim voor<br />

de overplaatsing worden voorbereid op de<br />

nieuwe stal. Met behulp <strong>van</strong> mineralen ter<br />

bevordering <strong>van</strong> de klauwgezondheid, het<br />

geven <strong>van</strong> extra structuur in het rantsoen<br />

en door de klauwen al regelmatig te controleren<br />

en zo nodig te behandelen gaat het<br />

melkvee fit over naar de nieuwe stal.”<br />

Denk aan het rendement<br />

Andere tips, die Ronald melkveehouders<br />

wil meegeven zijn: betrek goede adviseurs<br />

bij de plannen, wees open en eerlijk, dan<br />

krijg je daar ook een open en eerlijk antwoord<br />

voor terug en denk bij investeringen<br />

altijd om het rendement. Ronald: “Ik heb<br />

bijvoorbeeld bij calculaties altijd mezelf de<br />

vraag gesteld of ik daar wakker <strong>van</strong> ga liggen<br />

of niet. Deze nieuwbouw heeft de kostprijs<br />

met vijf tot zes cent per kg melk op het<br />

bedrijf verhoogd. Maar we hebben bij de<br />

berekeningen niet ingecalculeerd dat we op<br />

kosten zouden gaan besparen <strong>van</strong>wege de<br />

betere leefomstandigheden <strong>van</strong> ons melk-<br />

en jongvee. De dieren produceren meer kg<br />

melk, de leeftijd <strong>van</strong> de dieren wordt hoger<br />

en we zien lagere dierenartskosten. Alles<br />

wat we nu beter doen dan gecalculeerd,<br />

geeft ruimte in verdere verlaging <strong>van</strong> onze<br />

kostprijs.”<br />

BEDRIjFSGEGEVENS<br />

V.l.n.r.: Ronald Pelgrom, BOMAP specialist Geerten<br />

Wassink en voorlichter Patrick Wevers.<br />

Ronald Pelgrom woont samen met zijn vriendin<br />

Petra en zijn twee dochters op een melkveebedrijf<br />

in het Gelderse Hummelo. Hij<br />

houdt daar 60 melkkoeien en heeft 57 hectare<br />

grond. Tien hectare <strong>van</strong> de grond is voor<br />

het verbouwen <strong>van</strong> mais, op zes hectare<br />

worden consumptieaardappelen verbouwd<br />

en de overige percelen zijn grasland.<br />

Met de komst <strong>van</strong> de nieuwbouw heeft Pelgrom<br />

de mogelijkheid gecreëerd om anderen<br />

een kijkje te geven op het melkveebedrijf.<br />

Bij de ijsmakerij komt een terras en boven<br />

de stal zit een ont<strong>van</strong>gstruimte met zicht<br />

op de koeien in de stal. Ronald heeft bij de<br />

nieuwbouw geen enorme bedrijfsgroei voor<br />

ogen gehad. “Ik ben geen boer die naar 140<br />

koeien wil. Naast melkveehouder ben ik ook<br />

ijsmaker. Ik haal mijn plezier uit de diversiteit<br />

<strong>van</strong> mijn werk en het verbeteren <strong>van</strong> het bedrijfsrendement.”<br />

De melkkoeien produceren gemiddeld 9.100<br />

kg melk met 4,40% vet en 3,53% eiwit. Het<br />

melkquotum bedraagt 560.000 kg. Samen<br />

met voorlichter Patrick Wevers en robotspecialist<br />

Rob Rutgers is er voor het robotmelken<br />

een robotscan gemaakt. Daarnaast is<br />

er veel tijd gestoken in een aangepast rantsoen<br />

en ander krachtvoer voor het robotmelken.<br />

Hierbij wordt gestreefd naar verhoging<br />

<strong>van</strong> de vet- en eiwitgehaltes. Omdat Ronald<br />

kiest voor het aanbieden <strong>van</strong> veel eigen ruwvoer<br />

(scherpe voerkosten) worden er geen<br />

bijproducten gevoerd, die op korte termijn<br />

extra effect op het eiwitgehalte hebben.<br />

De toename <strong>van</strong> klauwproblemen en de toegenomen<br />

productie geeft een daling in de<br />

gehaltes. Patrick: “Wanneer een koe minder<br />

goed loopt, vreet ze minder, waardoor<br />

de gehaltes onder druk staan. Met behulp<br />

<strong>van</strong> een intensief klauwmanagement en een<br />

aangepast droogstandsmanagement werken<br />

we aan het verhogen <strong>van</strong> de gehaltes.”<br />

De ambitie <strong>van</strong> Pelgrom:<br />

Melk en ijs <strong>van</strong> goede kwaliteit maken<br />

met aandacht voor maatschappelijk<br />

verantwoord ondernemen.<br />

43


<strong>ForFarmers</strong><br />

Klantenservice T: +31 (0)573 28 88 11<br />

Weekenddienst T: +31 (0)573 28 89 22<br />

BOMAP T: +31 (0)573 28 89 89<br />

Subli paardenvoeders T: +31 (0)900 20 25 321<br />

FarmFeed<br />

Rundveehouderij T: +31 (0)573 40 84 50<br />

Varkenshouderij T: +31 (0)33 246 31 32<br />

<strong>ForFarmers</strong> verkoopleiders<br />

Rundveehouderij Noord Wilfred Jonkman T: +31 (0)6 22 24 67 99<br />

Rundveehouderij Midden en Vleesvee Henk <strong>van</strong> der Vegt T: +31 (0)6 51 34 43 25<br />

Rundveehouderij Zuid en Geiten en Schapen Gertie Klein Hegeman T: +31 (0)6 53 31 <strong>35</strong> 88<br />

Varkenshouderij Noord Richard Orriëns T: +31 (0)6 53 40 08 55<br />

Varkenshouderij Midden Rinze Exterkate T: +31 (0)6 22 37 33 09<br />

Varkenshouderij Brabant, Limburg, België Marleen <strong>van</strong> Sleuwen T: +31 (0)6 10 41 27 63<br />

Pluimveehouderij Jan Tjassens T: +31 (0)6 53 40 40 46<br />

Akkerbouw & Loonwerk Erik Schieven T: +31 (0)6 51 64 04 73<br />

<strong>ForFarmers</strong>, Postbus 91, 7240 AB Lochem, T: +31 (0)573 28 88 00, F: +31 (0)573 28 88 99, info@forfarmers.eu, www.forfarmers.eu

Hooray! Your file is uploaded and ready to be published.

Saved successfully!

Ooh no, something went wrong!