Aftekenlijst MBL-R1A - Zeeverkennersgroep Karel Doorman
Aftekenlijst MBL-R1A - Zeeverkennersgroep Karel Doorman
Aftekenlijst MBL-R1A - Zeeverkennersgroep Karel Doorman
Create successful ePaper yourself
Turn your PDF publications into a flip-book with our unique Google optimized e-Paper software.
Instructie<br />
Nautisch Technische Commissie <strong>Karel</strong> <strong>Doorman</strong><br />
E-mail ntckd@kareldoorman.nl<br />
ZEEVERKENNERSGROEP KAREL DOORMAN<br />
Clubhuisadres Telefoon 0164-258212<br />
Vermuidenweg 8 E-mail info@kareldoorman.nl<br />
4612 PK Bergen op Zoom Website www.kareldoorman.nl<br />
<strong>MBL</strong>-<strong>R1A</strong><br />
Datum: 20-10-2011<br />
Versie: 2.1<br />
<strong>MBL</strong>-<strong>R1A</strong> (≈ CWO-rbIII) Naam Kandidaat: ……………………<br />
O G Vaardigheden Praktijk<br />
Het schip vaar- en nachtklaar maken.<br />
Het schip controleren op aanwezigheid van verplichte inventaris.<br />
De roeicommando’s kennen en kunnen opvolgen.<br />
De roeitechnieken van de lelievlet kennen en fysiek beheersen.<br />
De juiste (scheeps-)terminologie kennen en communiceren.<br />
Het schip kunnen afvaren (onder alle omstandigheden).<br />
De volgende roeimanoeuvre’s (met en) zonder roer kunnen uitvoeren:<br />
Slalomvaren.<br />
(Punt)aanleg (hoger- en lagerwal).<br />
Aanleg langszij een schip of afmeerplaats.<br />
Kontaanleg (hoger- en lagerwal).<br />
Het schip goed kunnen afmeren.<br />
Met het schip kunnen:<br />
Wrikken.<br />
Bomen.<br />
Jagen.<br />
Handelen bij slepen.<br />
Het schip kunnen afstoppen en verhalen.<br />
Met het schip ankeren en anker op gaan.<br />
Handelen bij door-, in- en uitvaren van brug en sluis.<br />
De regels van het BPR kunnen toepassen.<br />
Man overboordmanoeuvre.<br />
Met het schip kunnen loskomen van aan de grond (krengen, vlot trekken).<br />
Verschillende peilingen kunnen maken:<br />
Dwarspeiling.<br />
Aanvaringspeilingen:<br />
Achtergrondpeiling.<br />
Boordpeiling.<br />
Ankerpeiling.<br />
Het gebruikelijke onderhoud tijdens het (winter- en) vaarseizoen plegen.<br />
Vaardigheden Theorie<br />
Onderdelen Schip en Tuig<br />
Alle onderdelen van de lelievlet en haar tuig benoemen:<br />
Casco met alle losse en vaste onderdelen, roer en midzwaard.<br />
Rondhout en -beslagen.<br />
Complete staand- en lopendwant van de ‘standaard’ lelievlet.<br />
Zeilplan met bijbehorende onderdelen.<br />
Overige inventaris behorende bij een ‘standaard’ lelievletuitrusting.<br />
De onderdelen van het anker kennen en de volgende ankers herkennen en kunnen typeren:<br />
Hollands stokanker, dreg(anker), klapdreg(anker), paraplu-anker, Danforth anker, Britanny anker, poolanker,<br />
klipanker (klapanker), ploegschaaranker (CQR-anker).<br />
1
O G<br />
Instructie<br />
Datum: 20-10-2011<br />
Versie: 2.1<br />
Nautisch Technische Commissie <strong>Karel</strong> <strong>Doorman</strong><br />
E-mail ntckd@kareldoorman.nl<br />
<strong>MBL</strong>-<strong>R1A</strong><br />
Naam Kandidaat: ……………………<br />
Reglementen<br />
De volgende inhoud van de hoofdstukken uit het BPR kunnen toepassen:<br />
Hoofdstuk 1. Algemene bepalingen<br />
Hoofdstuk 2. Kentekens<br />
Hoofdstuk 3. Optische tekens van schepen<br />
Hoofdstuk 4. Geluidsseinen<br />
Hoofdstuk 5. Verkeerstekens<br />
Hoofdstuk 6. Vaarregels<br />
Hoofdstuk 7. Regels voor het ligplaats nemen<br />
Hoofdstuk 8. Aanvullende bepalingen<br />
Hoofdstuk 9. Bijzondere bepalingen voor de scheepvaart op de in beheer bij het Rijk zijnde vaarwegen en op<br />
andere met name genoemde vaarwegen<br />
Bijlage 6. Geluidsseinen<br />
Bijlage 7. Verkeerstekens<br />
Bijlage 15. Kleine schepen<br />
Bijlage 16. Zeilplanken<br />
Weten dat naast het BPR ook nog andere reglementen kunnen gelden en weten waar het BPR en deze andere<br />
reglementen gevonden kunnen worden.<br />
Weten welke andere reglementen bovendien nog op welke vaarwateren binnen zijn vaargebied gelden.<br />
Weten dat voor het varen met bepaalde schepen een Klein Vaarbewijs verplicht is.<br />
Roeitheorie<br />
Voldoende kennis hebben van de begrippen gebruikt in de roei- en scheepsterminologie.<br />
Alle roeicommando’s kennen en kunnen toepassen.<br />
Weten wat drift is en de driftbeperkende middelen kennen.<br />
Weten om te gaan met:<br />
Overgang van stil water naar stroom.<br />
Verdeling stroomsterkte over de breedte van de rivier.<br />
Zware inkomende golven van passerende scheepvaart.<br />
Stroming rond boeien en kribben.<br />
Schiemanswerk<br />
Verschillende touwsoorten van elkaar kunnen onderscheiden aan de hand van de opbouw, de vezels en de wijze<br />
waarop ze zijn geslagen.<br />
Een lijn(/touw) kunnen breien, onderhouden, opschieten en werpen.<br />
Een kikker (klamp) en bolder kunnen beleggen.<br />
Tenminste 15 knopen en/of steken kunnen leggen, weten hoe ze gebruikt worden en de voor- en nadelen kunnen<br />
benoemen.<br />
In driestrengs touw een oogsplits en een Spaanse takeling (eindsplits) kunnen maken.<br />
Een benaaide takeling en een benaaide seizing kunnen maken met takelgaren.<br />
Scheepsetiquette en Vlagvoering<br />
Weten hoe je je gedraagt op en rond het water.<br />
Goede gebruiken aan boord ten op zichte van mede watersporters.<br />
De vlag- en wimpelvoering voor de lelievlet kennen.<br />
Op correcte wijze weten om te gaan met de Nederlandse vlag.<br />
Navigatie<br />
De Wateralmanakken (1 en 2) kunnen gebruiken.<br />
De 16 streken van het (cardinale) kompasroos kennen.<br />
Met een waterkaart overweg kunnen en daarbij de belangrijkste waterkaarttekens en waterkaartsymbolen kennen.<br />
De vaarwegmarkeringen in het SIGNI-systeem kennen en kunnen toepassen:<br />
Markeringsvoorwerpen: bakens en betonning.<br />
Betonningsrichting.<br />
Laterale markering.<br />
Scheiding en samenkomst van vaarwateren.<br />
Bijzondere markering.<br />
Geleidelichten:<br />
Lichtenlijn.<br />
Sectorlichten.<br />
Markering van obstakels:<br />
Nauw vaarwater.<br />
Breed vaarwater en meren (cardinale betonning).<br />
Markering veilig vaarwater.<br />
Markering havens en aftakkingen.<br />
Lichtkarakters.<br />
E.H.B.O. en Veiligheid<br />
De 5 belangrijkste punten bij het verlenen van eerste hulp kennen.<br />
Weten wat te doen bij een bloedneus.<br />
Weten wat te doen bij blaren, splinters, schaaf- en snijwonden.<br />
Enig inzicht hebben in het gebruik van afdekkende druk- en snelverbanden.<br />
Het verschil weten tussen redding(s)middelen en hulpmiddelen en weten wat hiervan aan boord ligt.<br />
kareldoorman.nl<br />
2
O G<br />
Instructie<br />
Datum: 20-10-2011<br />
Versie: 2.1<br />
Nautisch Technische Commissie <strong>Karel</strong> <strong>Doorman</strong><br />
E-mail ntckd@kareldoorman.nl<br />
<strong>MBL</strong>-<strong>R1A</strong><br />
Naam Kandidaat: ……………………<br />
De redding(s)middelen kunnen gebruiken.<br />
De eisen die gesteld worden aan een redding(s)vest kennen.<br />
Kunnen aangeven waarom het belangrijk is om bij de omgeslagen boot te blijven.<br />
Het weerbericht kunnen interpreteren met betrekking tot de veiligheid en eigen vaardigheid.<br />
Het tijdig kunnen herkennen van plotselinge weersomslagen zoals onweer en zware windvlagen.<br />
De vaarproblematiek van andersoortige schepen kunnen onderkennen (zuiging, diepgang, etc.).<br />
Op de hoogte zijn van de verzekeringsvoorwaarden voor het schip en weten hoe bij averij te handelen.<br />
Persoonlijke Kenmerken<br />
Leiding kunnen geven en duidelijke beslissingen kunnen nemen.<br />
Schip en uitrusting schoon, veilig en in goede staat van onderhoud kunnen houden.<br />
Blijk geven de verantwoordelijkheid voor schip en bemanning, ook ten opzichte van derden, te kunnen dragen.<br />
Voldoende praktische ervaring hebben met het varen in roeiboten korter dan 7 meter.<br />
Opmerkingen<br />
Onderdelen Schip en Tuig<br />
-<br />
-<br />
-<br />
Reglementen<br />
-<br />
-<br />
-<br />
Roeitheorie<br />
-<br />
-<br />
-<br />
Schiemanswerk<br />
-<br />
-<br />
-<br />
Scheepsetiquette en Vlagvoering<br />
-<br />
-<br />
-<br />
Navigatie<br />
-<br />
-<br />
-<br />
E.H.B.O. en Veiligheid<br />
-<br />
-<br />
-<br />
kareldoorman.nl<br />
3