21.09.2013 Views

De waarde van - Timing

De waarde van - Timing

De waarde van - Timing

SHOW MORE
SHOW LESS

You also want an ePaper? Increase the reach of your titles

YUMPU automatically turns print PDFs into web optimized ePapers that Google loves.

Hoewel deze tekst op het eerste oog niet veel anders uitgelegd lijkt te kunnen worden en wel werd vastgesteld dat<br />

sprake was <strong>van</strong> een arbeidsovereenkomst, was het Gerechtshof het niet met de werkgever eens dat ten aanzien <strong>van</strong><br />

die arbeidsovereenkomst ook een proeftijd gold.<br />

Het Gerechtshof overwoog dat het in ieder geval zo moet zijn dat:<br />

<strong>De</strong> werknemer tenminste een handtekening heeft gezet onder – al dan niet de arbeidsovereenkomst zelf – enig document<br />

dat verwijst naar een regeling met de toepasselijkheid waar<strong>van</strong> de werknemer instemt en waarin een proeftijdbeding<br />

vast en niet facultatief is opgenomen.<br />

Daar<strong>van</strong> was geen sprake. Het uiteindelijke oordeel <strong>van</strong> het Hof luidde dan ook dat geen proeftijd was overeengekomen.<br />

Van een ontslag in de proeftijd kon dus evenmin sprake zijn en de werkgever moest de arbeidsovereenkomst<br />

volledig uitdienen.<br />

Rechtbank Dordrecht heeft op 8 september 2011 (LNJ BS1170) een vonnis gewezen waarin het ging om de geldigheid<br />

en toepasselijkheid <strong>van</strong> een concurrentiebeding. <strong>De</strong> werkgever had de arbeidsovereenkomst met daarin het<br />

concurrentiebeding in concept per e-mail aan de werknemer toegezonden. Hierna was over de inhoud (per e-mail)<br />

gecorrespondeerd, waarna de werknemer een e-mail stuurde met de tekst: “Zo is het akkoord wat mij betreft”. Er<br />

was dus niets ondertekend.<br />

<strong>De</strong> werknemer besloot om in de proeftijd ontslag te nemen en om als zelfstandige voor een opdrachtgever <strong>van</strong><br />

werkgever te gaan werken. Hier<strong>van</strong> was de werkgever niet gecharmeerd en vorderde dat de werknemer zich zou<br />

houden aan het concurrentiebeding.<br />

<strong>De</strong> vraag was of het concurrentiebeding wel was overeengekomen, ondanks het feit dat niet was voldaan aan de<br />

eis <strong>van</strong> schriftelijkheid. <strong>De</strong> rechtbank oordeelde dat aan dit vereiste de gedachte ten grondslag ligt dat de werknemer<br />

de consequenties <strong>van</strong> het voor hem bezwarende beding goed moet hebben overwogen. In deze kwestie stond<br />

volgens de rechtbank vast dat de arbeidsovereenkomst per e-mail is verzonden en de werknemer zijn akkoordverklaring<br />

per e-mail heeft gegeven. Die situatie kon volgens de rechtbank gelijk worden gesteld met de situatie dat<br />

de werknemer de arbeidsovereenkomst per post had ont<strong>van</strong>gen en per brief zijn akkoordverklaring zou hebben<br />

gegeven. Het concurrentiebeding was dus wel geldig overeengekomen: de werknemer mocht niet voor de betreffende<br />

opdrachtgever werken.<br />

<strong>Timing</strong> | DE WAARDE VAn DE DigiTALE HAnDTEKEning ALfER DE HoLLAnDER<br />

6

Hooray! Your file is uploaded and ready to be published.

Saved successfully!

Ooh no, something went wrong!