22.09.2013 Views

(2010), Pionieren in de proeftuin - Cab

(2010), Pionieren in de proeftuin - Cab

(2010), Pionieren in de proeftuin - Cab

SHOW MORE
SHOW LESS

Create successful ePaper yourself

Turn your PDF publications into a flip-book with our unique Google optimized e-Paper software.

<strong>Pionieren</strong> <strong>in</strong> <strong>de</strong> proeftu<strong>in</strong><br />

Nieuwe teelten <strong>in</strong> <strong>de</strong> Veenkoloniën


k;lfb - CAB, Gron<strong>in</strong>gen<br />

<strong>Pionieren</strong> <strong>in</strong> <strong>de</strong> Proeftu<strong>in</strong><br />

<strong>Pionieren</strong> <strong>in</strong> <strong>de</strong> proeftu<strong>in</strong><br />

Nieuwe teelten <strong>in</strong> <strong>de</strong> Veenkoloniën?<br />

He<strong>in</strong> Vrolijk,<br />

m.m.v. Marije Nann<strong>in</strong>ga en Jan Dirk Gar<strong>de</strong>nier<br />

maart <strong>2010</strong><br />

1


Inhoud<br />

<strong>Pionieren</strong> <strong>in</strong> <strong>de</strong> Proeftu<strong>in</strong> 1<br />

Inhoud 2<br />

Inleid<strong>in</strong>g 3<br />

Hoofdstuk 1 6<br />

Productiefactoren 6<br />

1.1 Bo<strong>de</strong>mgesteldheid<br />

1.2 Grondprijs<br />

1.3 On<strong>de</strong>rnemerschap<br />

1.4 Arbeid<br />

1.5 Kapitaal<br />

1.6 Praktijkgerichte kennis<strong>in</strong>frastructuur.<br />

1.7 Voorlopige conclusies<br />

6<br />

6<br />

6<br />

7<br />

7<br />

7<br />

8<br />

Hoofdstuk 2 9<br />

Thuismarkt en clustervorm<strong>in</strong>g 9<br />

Hoofdstuk 3 13<br />

Economische or<strong>de</strong>n<strong>in</strong>g 13<br />

Hoofdstuk 4 15<br />

Conclusies en suggesties 15<br />

Bijlage 1 17<br />

Gesprekspartners 17<br />

Bijlage 2 18<br />

Belangrijkste literatuur 18<br />

Bijlage 3 19<br />

Saffraanbollen en narcissen 19<br />

Bijlage 4 22<br />

Belangrijkste ontwikkel<strong>in</strong>gen 1990-2005 22<br />

Bijlage 5 23<br />

Afsluiten<strong>de</strong> bijeenkomst 10 <strong>de</strong>cember 2009 23<br />

2


Inleid<strong>in</strong>g<br />

Pag<strong>in</strong>a 3 van 28<br />

De akkerbouw <strong>in</strong> <strong>de</strong> Veenkoloniën wordt nog steeds sterk gedom<strong>in</strong>eerd door zetmeelaardappelen en<br />

suikerbieten (en granen). De teelt en verwerk<strong>in</strong>g van <strong>de</strong>ze gewassen hebben <strong>de</strong> afgelopen <strong>de</strong>cennia <strong>in</strong><br />

hoge mate geprofiteerd van het Gemeenschappelijk Landbouw Beleid. Dit EU-beleid is <strong>de</strong> laatste jaren<br />

grondig herzien, met als resultaat dat na 2013 <strong>de</strong> boeren en <strong>de</strong> verwerkers het zon<strong>de</strong>r productiesubsidies<br />

moeten stellen. On<strong>de</strong>r <strong>in</strong>vloed van <strong>de</strong>ze beleidswijzig<strong>in</strong>g en <strong>in</strong> comb<strong>in</strong>atie met een voortschrij<strong>de</strong>n<strong>de</strong><br />

opbrengstverhog<strong>in</strong>g per hectare, lijkt het onvermij<strong>de</strong>lijk dat voor <strong>de</strong>ze traditionele gewassen een steeds<br />

kle<strong>in</strong>er areaal nodig is . Om <strong>de</strong>ze toekomstige krimp te kunnen compenseren zal nu al meer prioriteit<br />

gegeven moet wor<strong>de</strong>n aan het (ver<strong>de</strong>r) ontwikkelen van nieuwe landbouwactiviteiten, vooral gezien <strong>de</strong><br />

lange perio<strong>de</strong> die nodig is om <strong>in</strong>novaties te realiseren en een nieuwe teelt enige omvang te geven.<br />

Om nieuwe activiteiten van <strong>de</strong> grond te trekken, bijv. <strong>in</strong> <strong>de</strong> agrosector, kunnen grofweg twee verschillen<strong>de</strong><br />

wegen wor<strong>de</strong>n bewan<strong>de</strong>ld. De ene bena<strong>de</strong>r<strong>in</strong>g is – extreem gesteld – zoeken naar nieuwe gewassen die<br />

door <strong>de</strong>skundigen als kansrijk wor<strong>de</strong>n gezien, en vervolgens proberen <strong>de</strong> boeren en tu<strong>in</strong><strong>de</strong>rs <strong>in</strong> een<br />

bepaal<strong>de</strong> regio voor <strong>de</strong>ze teelten te <strong>in</strong>teresseren, al of niet door hen subsidie als lokmid<strong>de</strong>l voor te hou<strong>de</strong>n.<br />

Vaak beperkt men <strong>de</strong> zoektocht tot slechts een of enkele veelbeloven<strong>de</strong> gewassen. Zo wordt <strong>in</strong> <strong>de</strong><br />

Veenkoloniën al heel lang gezocht naar een vier<strong>de</strong> gewas, naast zetmeelaardappelen, suikerbieten en<br />

granen. In <strong>de</strong>ze bena<strong>de</strong>r<strong>in</strong>g eisen overhe<strong>de</strong>n en kennis<strong>in</strong>stell<strong>in</strong>gen meestal een belangrijke rol op, vanuit<br />

hun (vaak stilzwijgen<strong>de</strong>) overtuig<strong>in</strong>g dat <strong>de</strong> agrarische on<strong>de</strong>rnemers niet over voldoen<strong>de</strong> kennis en geld<br />

beschikken om nieuwe teelten te i<strong>de</strong>ntificeren of tot ontwikkel<strong>in</strong>g te brengen.<br />

De an<strong>de</strong>re bena<strong>de</strong>r<strong>in</strong>g is dat vooral wordt uitgegaan van <strong>de</strong> bestaan<strong>de</strong> activiteiten van <strong>de</strong> agrarische<br />

on<strong>de</strong>rnemers <strong>in</strong> het betreffen<strong>de</strong> gebied. Waar liggen hun capaciteiten, vooral qua on<strong>de</strong>rnemerschap, en hoe<br />

kunnen vanuit die capaciteiten nieuwe activiteiten wor<strong>de</strong>n ontwikkeld? Deze vraag is belangrijker dan <strong>de</strong><br />

vraag naar teelten die el<strong>de</strong>rs een succes zijn of lijken te wor<strong>de</strong>n, zoals bij <strong>de</strong> eerste bena<strong>de</strong>r<strong>in</strong>g voorop<br />

staat. Ver<strong>de</strong>r geldt het uitgangspunt: laat <strong>in</strong> <strong>de</strong> beg<strong>in</strong>fase zoveel mogelijk bloemen bloeien, want dan wordt<br />

sneller dui<strong>de</strong>lijk welke bloemen <strong>in</strong> <strong>de</strong> praktijk goed gedijen en niet alleen op papier voldoen<strong>de</strong><br />

overlev<strong>in</strong>gskansen hebben. Sterker nog: als er te we<strong>in</strong>ig nieuwe d<strong>in</strong>gen wor<strong>de</strong>n uitgeprobeerd, bijv. omdat<br />

er te we<strong>in</strong>ig on<strong>de</strong>rnemerschap is, dan is het zaak om voor voldoen<strong>de</strong> vers (on<strong>de</strong>rnemers)bloed te zorgen,<br />

door jongeren te <strong>in</strong>teresseren of door on<strong>de</strong>rnemers van buiten aan te trekken.<br />

In <strong>de</strong>ze notitie ga ik uit van <strong>de</strong> laatste bena<strong>de</strong>r<strong>in</strong>g, vanuit <strong>de</strong> overtuig<strong>in</strong>g dat <strong>de</strong>ze misschien m<strong>in</strong><strong>de</strong>r<br />

spectaculair is (zeker voor ambtenaren en politici) maar uite<strong>in</strong><strong>de</strong>lijk meer perspectief biedt dan <strong>de</strong> eerste .<br />

Ik verwijs hierbij naar <strong>de</strong> ontwikkel<strong>in</strong>gen op het gebied van het algemene <strong>in</strong>novatiebeleid. Vanaf <strong>de</strong> jaren<br />

‘70, toen dui<strong>de</strong>lijk werd dat zon<strong>de</strong>r <strong>in</strong>novatie veel westerse economieën <strong>in</strong> steeds grotere problemen zou<strong>de</strong>n<br />

komen, had<strong>de</strong>n overhe<strong>de</strong>n aanvankelijk <strong>de</strong> illusie dat zij <strong>in</strong> staat zijn kansrijke activiteiten te selecteren<br />

(‘pick<strong>in</strong>g w<strong>in</strong>ners’). Het gevolg was dat allerlei lan<strong>de</strong>n en regio’s met ongeveer hetzelf<strong>de</strong> lijstje kwamen,<br />

meestal met veel high tech technologieën. Me<strong>de</strong> on<strong>de</strong>r <strong>in</strong>vloed van Porter (1990), en <strong>in</strong> Ne<strong>de</strong>rland van<br />

Jacobs et al (1990), kwam men erachter dat het beter was aansluit<strong>in</strong>g te zoeken bij bedrijven die vanouds al<br />

sterk waren en on<strong>de</strong>rsteun<strong>in</strong>g nodig had<strong>de</strong>n bij product- en proces<strong>in</strong>novaties (‘back<strong>in</strong>g w<strong>in</strong>ners’) . Zo werd<br />

<strong>in</strong> Ne<strong>de</strong>rland <strong>de</strong> low tech snijbloemensector aangewezen als speerpunt <strong>in</strong> het <strong>in</strong>novatiebeleid.<br />

De laatste jaren groeit het besef dat veran<strong>de</strong>r<strong>in</strong>gen zo snel kunnen gaan dat ook bij sterke on<strong>de</strong>rnem<strong>in</strong>gen<br />

en clusters resultaten behaald <strong>in</strong> het verle<strong>de</strong>n geen garantie zijn voor successen <strong>in</strong> <strong>de</strong> toekomst. Deze<br />

veran<strong>de</strong>r<strong>in</strong>gen wor<strong>de</strong>n bovendien door nieuwe on<strong>de</strong>rnem<strong>in</strong>gen vaak sneller opgepikt dan door bestaan<strong>de</strong><br />

bedrijven. De overheid moet zich dus vooral richten op het stimuleren van <strong>in</strong>novatief on<strong>de</strong>rnemerschap,<br />

want (nieuwe) on<strong>de</strong>rnemers kunnen beter dan ambtenaren, politici of wetenschappers, nieuwe<br />

mogelijkhe<strong>de</strong>n zien én realiseren, vooral omdat ze zelf risico willen en kunnen lopen. Deze zienswijze kan<br />

wor<strong>de</strong>n aangeduid als ‘creat<strong>in</strong>g potential w<strong>in</strong>ners’ (Vrolijk 2009).<br />

In <strong>de</strong>ze notitie wordt gekeken naar het lange-termijn perspectief voor <strong>de</strong> Veenkoloniën wat betreft <strong>de</strong> teelt,<br />

en mogelijk verwerk<strong>in</strong>g, van niet-traditionele gewassen. Hierbij is uitgegaan van een breed spectrum, <strong>in</strong> feite<br />

CAB, Mart<strong>in</strong>ikerkhof 30, 9712 JH Gron<strong>in</strong>gen, T (050) 311 51 13, E cab@cabgron<strong>in</strong>gen.nl, I www.cabgron<strong>in</strong>gen.nl, Rabobank 12.88.88.806, KvK 02060926, BTW NL806242139


Pag<strong>in</strong>a 4 van 28<br />

alles wat niet valt on<strong>de</strong>r zetmeelaardappelen, suikerbieten, granen, veehou<strong>de</strong>rij en energiegewassen.<br />

Hoewel <strong>de</strong> laatste twee categorieën <strong>in</strong> <strong>de</strong> Veenkoloniën van recente datum zijn, en dus niet on<strong>de</strong>r <strong>de</strong><br />

traditionele landbouw van <strong>de</strong> Veenkoloniën vallen, blijven <strong>de</strong>ze activiteiten hier toch buiten beschouw<strong>in</strong>g. Dit<br />

betekent dat <strong>de</strong>ze notitie vooral gaat over alle activiteiten die meestal on<strong>de</strong>r <strong>de</strong> tu<strong>in</strong>bouw wor<strong>de</strong>n gerekend,<br />

<strong>in</strong>cl. <strong>de</strong> bollenteelt die soms als akkerbouw wordt gezien.<br />

Natuurlijk kent <strong>de</strong> tu<strong>in</strong>bouw <strong>in</strong> <strong>de</strong> Veenkoloniën al een lange historie, al is het aan<strong>de</strong>el van dit on<strong>de</strong>r<strong>de</strong>el van<br />

<strong>de</strong> landbouw hier een stuk lager dan <strong>in</strong> <strong>de</strong> rest van Ne<strong>de</strong>rland. Bovendien gaat het voornamelijk om teelten<br />

die al langere tijd bestaan, vooral el<strong>de</strong>rs <strong>in</strong> ons land. Niettem<strong>in</strong> zijn er een aantal re<strong>de</strong>nen om <strong>de</strong> tu<strong>in</strong>bouw -<br />

<strong>in</strong>cl. <strong>de</strong> bollenteelt en boomkwekerij, en zowel glas- als vollegrondsteelt - na<strong>de</strong>r on<strong>de</strong>r <strong>de</strong> loep te nemen.<br />

1. Zijn zetmeelaardappelen en suikerbieten producten waarvan <strong>de</strong> afzet via <strong>de</strong> coöperaties<br />

gegaran<strong>de</strong>erd is en <strong>de</strong> prijs tot dusver stabiel en betrekkelijk hoog was dankzij het EU-beleid, <strong>in</strong> <strong>de</strong><br />

tu<strong>in</strong>bouw gaat het om producten die op <strong>de</strong> vrije markt wor<strong>de</strong>n verhan<strong>de</strong>ld en overwegend een sterk<br />

fluctuerend afzet- en prijsverloop kennen. Dit betekent dat <strong>de</strong> telers risico’s moeten nemen en<br />

creatief moeten zijn om <strong>de</strong> ergste risico’s af te <strong>de</strong>kken of te on<strong>de</strong>rvangen. Ervar<strong>in</strong>g op dit gebied is<br />

van essentieel belang voor het van <strong>de</strong> grond trekken van nieuwe teelten<br />

2. Zetmeelaardappelen en suikerbieten zijn bulkproducten, zeker bij <strong>de</strong> teelt, zodat alle aandacht is<br />

gericht op schaalvergrot<strong>in</strong>g en kostprijsverlag<strong>in</strong>g. Bij nieuwe teelten daarentegen gaat het om<br />

producten die vaak een kle<strong>in</strong>schalige teelt kennen en zich vooral door meerwaar<strong>de</strong> – en niet alleen<br />

door lagere kosten - moeten on<strong>de</strong>rschei<strong>de</strong>n van bestaan<strong>de</strong> producten. De tu<strong>in</strong>bouw is van oudsher<br />

vertrouwd met creatieve oploss<strong>in</strong>gen om <strong>in</strong> te spelen op <strong>de</strong>ze eisen vanuit <strong>de</strong> markt.<br />

3. De enige on<strong>de</strong>r<strong>de</strong>len van <strong>de</strong> landbouw die op termijn <strong>in</strong> Ne<strong>de</strong>rland kunnen overleven wor<strong>de</strong>n<br />

gekarakteriseerd door een hoge kennis<strong>in</strong>tensiteit (en niet teveel conflicten met an<strong>de</strong>re gebruikers<br />

van het Ne<strong>de</strong>rlandse landschap). Hoewel ook <strong>de</strong> traditionele akkerbouw en <strong>de</strong> veehou<strong>de</strong>rij een<br />

re<strong>de</strong>lijk hoog kennisniveau hebben, heeft <strong>de</strong>ze kennis eer<strong>de</strong>r betrekk<strong>in</strong>g op proces- dan op<br />

product<strong>in</strong>novaties. An<strong>de</strong>rs gezegd: meer op <strong>de</strong> wijze van (grootschalig) produceren dan op het<br />

ontwikkelen van nieuwe producten en van aangepaste market<strong>in</strong>g- en productieprocessen, wat <strong>in</strong><br />

<strong>de</strong> tu<strong>in</strong>bouw meer op <strong>de</strong> voorgrond staat.<br />

4. Bij <strong>in</strong>novaties, en daar moet Ne<strong>de</strong>rland het van hebben, gaat het altijd om nieuwe comb<strong>in</strong>aties van<br />

bestaan<strong>de</strong> producten en praktijken. Nieuwe teelten maken alleen kans van slagen als zij<br />

voortbouwen op wat er al is, dus als daarbij gebruik wordt gemaakt van <strong>de</strong> sterke kanten van <strong>de</strong><br />

huidige activiteiten .<br />

Dit laatste uitgangspunt vormt <strong>de</strong> basis van <strong>de</strong> on<strong>de</strong>rzoeksmethodiek die <strong>in</strong> on<strong>de</strong>rhavige notitie wordt<br />

gebruikt, <strong>de</strong> zogeheten Diamant van Michael Porter (1990). De grondgedachte van Porter is dat een regio of<br />

land over specifieke comparatieve voor<strong>de</strong>len beschikt die ervoor zorgen dat bij bepaal<strong>de</strong> economische<br />

activiteiten <strong>de</strong> bedrijven uit die regio het beter (kunnen) doen dan hun concurrenten uit an<strong>de</strong>re regio’s of<br />

lan<strong>de</strong>n. De Porter-bena<strong>de</strong>r<strong>in</strong>g kan ook wor<strong>de</strong>n gebruikt voor een <strong>in</strong>schatt<strong>in</strong>g van <strong>de</strong> toekomstige of<br />

gewenste situatie: <strong>in</strong> hoeverre en op welke punten biedt een regio voldoen<strong>de</strong> mogelijkhe<strong>de</strong>n om uit te<br />

groeien tot een levensvatbaar cluster voor bepaal<strong>de</strong> producten of productieprocessen.<br />

In <strong>de</strong>ze notitie wordt <strong>de</strong>ze vraag vooral toegespitst op <strong>de</strong> tu<strong>in</strong>bouw en <strong>de</strong> niet-traditionele akkerbouw <strong>in</strong> <strong>de</strong><br />

Veenkoloniën en het omr<strong>in</strong>gen<strong>de</strong> gebied. Daarbij kijk ik vooral naar <strong>de</strong> volgen<strong>de</strong> twee<br />

toekomstperspectieven voor <strong>de</strong> agrosector:<br />

a) een bijdrage leveren aan het mondiale voedselprobleem voor een groeien<strong>de</strong> wereldbevolk<strong>in</strong>g die<br />

steeds hogere eisen aan voedsel kan en wil stellen (kwantitatief en kwalitatief), door <strong>de</strong> productie<br />

en export niet van voedsel maar van uitgangsmateriaal, apparatuur en an<strong>de</strong>re agrarische<br />

kennisproducten om el<strong>de</strong>rs <strong>in</strong> <strong>de</strong> wereld meer en beter voedsel te kunnen produceren en om <strong>de</strong><br />

schaarser wor<strong>de</strong>n<strong>de</strong> landbouwgron<strong>de</strong>n beter te benutten; <strong>in</strong> <strong>de</strong>ze notitie beperk ik mij tot <strong>de</strong><br />

specialisatie richt<strong>in</strong>g uitgangsmateriaal.


Pag<strong>in</strong>a 5 van 28<br />

b) medic<strong>in</strong>ale toepass<strong>in</strong>gen van gewassen en planten, met het oog op enerzijds een sterke toename<br />

van welvaarts- en ou<strong>de</strong>rdoms’ziekten’ die met <strong>de</strong> gangbare medicijnen waarschijnlijk moeilijk<br />

aangepakt kunnen wor<strong>de</strong>n, en an<strong>de</strong>rzijds <strong>de</strong> behoefte van <strong>de</strong> farmaceutische en cosmeticasector<br />

aan nieuwe ‘natuurlijke’ grondstoffen. In bijlage 3 is <strong>in</strong>formatie opgenomen over twee producten die<br />

‘mo<strong>de</strong>l’ kunnen staan voor <strong>de</strong>ze twee toekomstperspectieven, te weten saffraanbollen en<br />

narcissen voor <strong>de</strong> productie van galantam<strong>in</strong>e.<br />

Hierna geef ik eerst een schets van <strong>de</strong> productiefactoren die <strong>in</strong> <strong>de</strong> Veenkoloniën beschikbaar zijn, waarmee<br />

bedoeld wordt: alle factoren die je nodig hebt om <strong>de</strong> producten te maken, zoals bo<strong>de</strong>mgesteldheid,<br />

arbeidskrachten, on<strong>de</strong>rnemerschap, kapitaal en kennis. Daarna kijk ik naar het hele cluster, zowel naar <strong>de</strong><br />

afzet als naar <strong>de</strong> toeleveren<strong>de</strong> sectoren, waarbij <strong>de</strong> analyse wordt toegespitst op <strong>de</strong> bovengenoem<strong>de</strong> twee<br />

toekomstperspectieven. Tot slot zeg ik heel kort iets over economische or<strong>de</strong>n<strong>in</strong>g, en sluit ik af met enkele<br />

voorlopige conclusies en suggesties.<br />

Bijlage 1 bevat <strong>de</strong> namen van <strong>de</strong> personen met wie ik heb gesproken bij <strong>de</strong> voorbereid<strong>in</strong>g van <strong>de</strong>ze notitie.<br />

Bijlage 2 geeft een overzicht van <strong>de</strong> belangrijkste literatuur, naast alle digitale en mon<strong>de</strong>l<strong>in</strong>ge <strong>in</strong>formatie die<br />

ik heb gebruikt.<br />

Dankbaar heb ik gebruik gemaakt van <strong>de</strong> commentaren op <strong>de</strong> conceptversie, van o.a. , Adrie Akkeman<br />

(DLV Plant), Anneke Bouwers en Jan Deuten van <strong>de</strong> Gemeente Emmen, Bertus Buizer (Buizer Advies),<br />

Theo Elzenga (Rijksuniversiteit Gron<strong>in</strong>gen), Dirk Os<strong>in</strong>ga (AOC Friesland), Henk Schipper en Chris-Thijs<br />

Staats (akkerbouwers), Rob Verpoorte (Universiteit Lei<strong>de</strong>n), Klaas Wijnholds en Romke Wustman (PPO<br />

WUR).<br />

Bijlage 5 bevat <strong>in</strong>formatie over <strong>de</strong> afsluiten<strong>de</strong> bijeenkomst op 10 <strong>de</strong>cember 2009


Hoofdstuk 1<br />

Productiefactoren<br />

1.1 Bo<strong>de</strong>mgesteldheid<br />

In het algemeen wordt hoog opgegeven over <strong>de</strong> kwaliteit van <strong>de</strong> grond <strong>in</strong> <strong>de</strong> Veenkoloniën, zowel door<br />

mensen uit <strong>de</strong> gebied zelf als daarbuiten. De dalgron<strong>de</strong>n zijn van <strong>de</strong>rmate kwaliteit dat <strong>in</strong> pr<strong>in</strong>cipe elk gewas<br />

kan wor<strong>de</strong>n geteeld, natuurlijk reken<strong>in</strong>g hou<strong>de</strong>nd met <strong>de</strong> vereiste temperatuur en met <strong>de</strong> lengte van het<br />

seizoen. Dat <strong>de</strong> grond niet overal zo waterdoorlaatbaar is, is voor sommige teelten zoals tulpen wel een<br />

probleem. Vooral voor <strong>de</strong> biologische teelt lijkt een belangrijk na<strong>de</strong>el dat <strong>de</strong> veenkoloniale bo<strong>de</strong>m een i<strong>de</strong>aal<br />

kiembed voor onkrui<strong>de</strong>n is. In het verle<strong>de</strong>n was dit een belangrijke re<strong>de</strong>n dat er relatief veel kunstmest werd<br />

gestrooid. Tegenwoordig wordt er juist veel dierlijke mest gebruikt. Vanwege <strong>de</strong> mestproblemen bij <strong>de</strong><br />

<strong>in</strong>tensieve veehou<strong>de</strong>rij is het uitrij<strong>de</strong>n van dierlijke mest <strong>de</strong> laatste jaren een aantrekkelijke kostenbespar<strong>in</strong>g<br />

(en dus een soort <strong>in</strong>komstenbron) gewor<strong>de</strong>n voor veel veenkoloniale boeren, waarbij een extra<br />

bijkomstigheid is dat het goed <strong>in</strong> het bouwplan past. Ook <strong>de</strong> comb<strong>in</strong>atie van akkerbouw en <strong>in</strong>tensieve<br />

veehou<strong>de</strong>rij op <strong>de</strong> boer<strong>de</strong>rij zelf (gemengd bedrijf nieuwe stijl) komt steeds meer voor.<br />

Voor vrijwel alle teelten van uitgangs- en voortkwek<strong>in</strong>gsmateriaal geldt tot dusver dat <strong>de</strong> grond vrij moet zijn<br />

van aardappelmoeheid (AM). Dit is een probleem <strong>in</strong> <strong>de</strong> Veenkoloniën vanwege <strong>de</strong> overheersen<strong>de</strong> teelt van<br />

zetmeelaardappelen. In pr<strong>in</strong>cipe zijn er verschillen<strong>de</strong> metho<strong>de</strong>n om <strong>de</strong> grond m<strong>in</strong> of meer AM-vrij te krijgen,<br />

zoals het perceel on<strong>de</strong>r water zetten (<strong>in</strong>undatie), chemische ontsmett<strong>in</strong>gsmid<strong>de</strong>len gebruiken, en <strong>de</strong> teelt<br />

van raketblad. In <strong>de</strong> praktijk is <strong>in</strong>undatie maar beperkt mogelijk i.v.m. waterbeschikbaarheid, vlaklegg<strong>in</strong>g van<br />

<strong>de</strong> grond, etc. De twee<strong>de</strong> metho<strong>de</strong> wordt steeds lastiger i.v.m. strengere regelgev<strong>in</strong>g voor chemische<br />

ontsmett<strong>in</strong>g. En <strong>de</strong> <strong>de</strong>r<strong>de</strong> metho<strong>de</strong> vraagt extra areaal of is niet altijd afdoen<strong>de</strong>.<br />

Zoals wel vaker het geval is bij <strong>in</strong>novaties, is <strong>de</strong> meest effectieve oploss<strong>in</strong>g afkomstig van <strong>de</strong> organisatie die<br />

het meeste last had van het AM-probleem, <strong>de</strong> AVEBE en zijn boeren. Deze zijn er <strong>in</strong> geslaagd om enkele<br />

AM-resistente rassen te ontwikkelen, zodat het besmett<strong>in</strong>gsniveau <strong>in</strong> <strong>de</strong> Veenkoloniën behoorlijk omlaag is<br />

gegaan.<br />

Recentelijk heeft <strong>de</strong> EU het besluit genomen om vanaf 1/7/<strong>2010</strong> <strong>de</strong> teelt van bloembollen (en an<strong>de</strong>re<br />

voortkwek<strong>in</strong>gsgewassen) ook toe te staan op gron<strong>de</strong>n die niet AM-vrij zijn. Deze maatregel geldt als<br />

zodanig niet voor agrarische producten die alleen buiten <strong>de</strong> EU wor<strong>de</strong>n verkocht (voorzover het<br />

importeren<strong>de</strong> land <strong>de</strong>ze eisen niet overneemt). Dit betekent dat er een track<strong>in</strong>g & trac<strong>in</strong>g systeem moet<br />

komen om te kunnen garan<strong>de</strong>ren dat het product op AM-vrije grond is geteeld. De <strong>in</strong>druk bestaat dat dit EUbesluit<br />

een voor<strong>de</strong>el is voor gebie<strong>de</strong>n met veel AM, zoals <strong>de</strong> Veenkoloniën. Het betekent ook dat <strong>de</strong><br />

aanwezigheid van AM niet langer een belemmer<strong>in</strong>g hoeft te zijn voor het (ver<strong>de</strong>r) ontwikkelen van an<strong>de</strong>re<br />

teelten, voorzover <strong>de</strong> afzet is gericht op an<strong>de</strong>re EU-lan<strong>de</strong>n.<br />

1.2 Grondprijs<br />

Weliswaar ligt <strong>de</strong> gemid<strong>de</strong>l<strong>de</strong> grondprijs <strong>in</strong> <strong>de</strong> Veenkoloniën lager dan <strong>in</strong> <strong>de</strong> rest van Ne<strong>de</strong>rland, maar het is<br />

<strong>de</strong> vraag of dat echt een comparatief voor<strong>de</strong>el is. Om te beg<strong>in</strong>nen wordt het verschil met West- en Zuid-<br />

Ne<strong>de</strong>rland steeds kle<strong>in</strong>er, o.a. door <strong>de</strong> <strong>in</strong>plaats<strong>in</strong>g van veehou<strong>de</strong>rs (zie ver<strong>de</strong>rop). En bovendien is <strong>de</strong><br />

grondprijs relatief hoog als we een vergelijk<strong>in</strong>g maken met an<strong>de</strong>re Europese lan<strong>de</strong>n. Misschien hebben <strong>de</strong><br />

boeren <strong>in</strong> <strong>de</strong> Veenkoloniën zelfs een na<strong>de</strong>el want <strong>de</strong> f<strong>in</strong>ancier<strong>in</strong>gsmogelijkhe<strong>de</strong>n op basis van <strong>de</strong> grond zijn<br />

hier aanmerkelijk kle<strong>in</strong>er dan <strong>in</strong> <strong>de</strong> Randstad, omdat daar <strong>de</strong> grond eer<strong>de</strong>r an<strong>de</strong>re bestemm<strong>in</strong>gen krijgt die<br />

veel meer opleveren dan <strong>de</strong> agrarische functie (zoals won<strong>in</strong>g- en wegenbouw).<br />

1.3 On<strong>de</strong>rnemerschap<br />

Vrijwel alle gesprekspartners zijn er over eens dat er relatief we<strong>in</strong>ig on<strong>de</strong>rnemerschap is <strong>in</strong> <strong>de</strong> Veenkoloniën<br />

en dat <strong>de</strong> oorzaak daarvan vooral gelegen is <strong>in</strong> <strong>de</strong> van oudsher dom<strong>in</strong>ante positie van <strong>de</strong><br />

landbouwcoöperaties zoals AVEBE en SuikerUnie. De afzet was nagenoeg gegaran<strong>de</strong>erd, het g<strong>in</strong>g en gaat<br />

Pag<strong>in</strong>a 6 van 28


Pag<strong>in</strong>a 7 van 28<br />

nog steeds om bulkproductie, en <strong>de</strong> prijs was altijd re<strong>de</strong>lijk stabiel. Alle aandacht is gericht op<br />

opbrengstverhog<strong>in</strong>g , kosten- en ziektebeheers<strong>in</strong>g, en schaalvergrot<strong>in</strong>g.<br />

De toename <strong>in</strong> <strong>de</strong> schaalgrootte is mogelijk gemaakt door <strong>de</strong> Her<strong>in</strong>richt<strong>in</strong>g maar ook door het feit dat veel<br />

boeren <strong>in</strong> <strong>de</strong> Veenkoloniën geen opvolger hebben of zelfs willen hebben , zodat het land aan <strong>de</strong> overige<br />

boeren ter beschikk<strong>in</strong>g kan komen (als het tenm<strong>in</strong>ste niet wordt opgekocht door veehou<strong>de</strong>rs uit West- en<br />

Zuid-Ne<strong>de</strong>rland die daar meestal met veel geld zijn uitgekocht).<br />

Veelzeggend is ver<strong>de</strong>r dat <strong>de</strong> afgelopen <strong>de</strong>cennia <strong>de</strong> <strong>in</strong>stroom <strong>in</strong> het agrarisch on<strong>de</strong>rwijs enorm is gedaald,<br />

althans voor <strong>de</strong> traditionele studiericht<strong>in</strong>gen; dit geldt zowel voor <strong>de</strong> akkerbouw als voor <strong>de</strong> tu<strong>in</strong>bouw.<br />

Weliswaar is dat voor heel Ne<strong>de</strong>rland een onmiskenbare trend, maar <strong>de</strong> <strong>in</strong>druk is dat het <strong>in</strong> en rond <strong>de</strong><br />

Veenkoloniën har<strong>de</strong>r gaat dan el<strong>de</strong>rs.<br />

1.4 Arbeid<br />

In <strong>de</strong> akkerbouw is loonarbeid nagenoeg verdwenen <strong>in</strong> Ne<strong>de</strong>rland, vooral on<strong>de</strong>r <strong>in</strong>vloed van mechanisatie.<br />

De tu<strong>in</strong>bouw daarentegen is nog altijd re<strong>de</strong>lijk arbeids<strong>in</strong>tensief.<br />

Agrarische bedrijven die arbeidskrachten nodig hebben, kunnen <strong>in</strong> pr<strong>in</strong>cipe gebruik maken van <strong>de</strong> volgen<strong>de</strong><br />

circuits:<br />

1. <strong>de</strong> reguliere arbeidsmarkt<br />

2. <strong>de</strong> parttime arbeidsmarkt hoofdzakelijk bestaan<strong>de</strong> uit huisvrouwen en scholieren/stu<strong>de</strong>nten<br />

3. <strong>de</strong> ‘maatschappelijke arbeidsmarkt’ bestaan<strong>de</strong> uit reïntegratie trajecten, lerend werken en<br />

vrijwilligerswerk<br />

Speelt dit laatste circuit een belangrijke rol bij het succes van verbre<strong>de</strong> landbouw (maar ook bij botanische<br />

tu<strong>in</strong>en, zie 3.), <strong>in</strong> Veenkoloniën lijkt dit nauwelijks een rol van betekenis te spelen. Ook <strong>de</strong> parttime<br />

arbeidsmarkt, ooit misschien <strong>de</strong> belangrijkste peiler on<strong>de</strong>r <strong>de</strong> Ne<strong>de</strong>rlandse tu<strong>in</strong>bouw, lijkt <strong>in</strong> <strong>de</strong><br />

Veenkoloniën nauwelijks nog van betekenis, <strong>in</strong> ie<strong>de</strong>r geval veel m<strong>in</strong><strong>de</strong>r dan <strong>in</strong> <strong>de</strong> traditionele<br />

tu<strong>in</strong>bouwgebie<strong>de</strong>n. Werken <strong>in</strong> <strong>de</strong> horeca of schappen vullen <strong>in</strong> <strong>de</strong> supermarkt heeft voor scholieren <strong>in</strong> <strong>de</strong><br />

Veenkoloniën blijkbaar meer aantrekk<strong>in</strong>gskracht.<br />

Blijft over <strong>de</strong> reguliere arbeidsmarkt, waarop eigenlijk alleen mensen uit Oost-Europa zich nog aanbie<strong>de</strong>n.<br />

Vooral Polen vormen een onmisbaar fundament on<strong>de</strong>r <strong>de</strong> Ne<strong>de</strong>rlandse tu<strong>in</strong>bouw. Niet alleen zijn ze relatief<br />

goedkoop (maar voor hoe lang?), ze hebben ook een arbeidsmoraal die wordt gewaar<strong>de</strong>erd. De positie van<br />

<strong>de</strong> Polen geldt ook voor <strong>de</strong> Veenkoloniën. Sterker nog, <strong>de</strong> <strong>in</strong>druk wordt gewekt dat <strong>in</strong> en rond <strong>de</strong><br />

Veenkoloniën het gemakkelijker is om Polen ‘on<strong>de</strong>r te brengen’ dan <strong>in</strong> <strong>de</strong> overvolle Randstad (een<br />

onverwachts comparatief voor<strong>de</strong>el?).<br />

1.5 Kapitaal<br />

Zoals gezegd, lijken <strong>de</strong> mogelijkhe<strong>de</strong>n voor f<strong>in</strong>ancier<strong>in</strong>g op basis van <strong>de</strong> grond als on<strong>de</strong>rpand <strong>in</strong> <strong>de</strong><br />

Veenkoloniën aanmerkelijk kle<strong>in</strong>er dan <strong>in</strong> Zuid- en West-Ne<strong>de</strong>rland, vooral vanwege het gebrek aan<br />

alternatieve (lees: niet-agrarische) aanwend<strong>in</strong>gen van die grond. Niet uitgesloten is dat <strong>de</strong> aangekondig<strong>de</strong><br />

afbouw van <strong>de</strong> productiegerelateer<strong>de</strong> subsidies voor zetmeelaardappelen en suikerbieten eveneens een<br />

<strong>de</strong>mpen<strong>de</strong> werk<strong>in</strong>g heeft (gehad) op <strong>de</strong> f<strong>in</strong>ancier<strong>in</strong>gsmogelijkhe<strong>de</strong>n. Maar sommige gesprekspartners<br />

hebben ook <strong>de</strong> <strong>in</strong>druk dat van <strong>de</strong> plaatselijke banken te we<strong>in</strong>ig stimuler<strong>in</strong>g van het on<strong>de</strong>rnemerschap uitgaat<br />

Voor <strong>de</strong> huidige boeren is <strong>de</strong>ze situatie wellicht niet zo’n groot probleem omdat ze <strong>in</strong> het algemeen over<br />

aardig wat eigen vermogen beschikken, maar voor nieuwe boeren en voor an<strong>de</strong>re teelten ligt dat<br />

waarschijnlijk an<strong>de</strong>rs.<br />

1.6 Praktijkgerichte kennis<strong>in</strong>frastructuur.<br />

Afgezien van het Hilbrands Laboratorium voor Bo<strong>de</strong>mziekten (HLB) <strong>in</strong> Wijster, zijn er <strong>in</strong> en rond <strong>de</strong><br />

Veenkoloniën drie proefbedrijven van Praktijkon<strong>de</strong>rzoek Plant & Omgev<strong>in</strong>g (PPO) van <strong>de</strong> Wagen<strong>in</strong>gen<br />

Universiteit & Researchcentrum (WUR).


Pag<strong>in</strong>a 8 van 28<br />

- Valthermond, richt zich vooral op grootschalige teelten op dalgron<strong>de</strong>n<br />

- Marwijksoord, gespecialiseerd op <strong>de</strong> teelt van zetmeelaardappelen (op zandgrond)<br />

- Noordbroek, <strong>de</strong> kle<strong>in</strong>ste van <strong>de</strong> drie, gespecialiseerd <strong>in</strong> boomkwekerij en bloembollen<br />

Daarnaast is er <strong>de</strong> Sticht<strong>in</strong>g Praktijkon<strong>de</strong>rzoek Noor<strong>de</strong>lijke Akkerbouw (SPNA) met twee proefboer<strong>de</strong>rijen <strong>in</strong><br />

<strong>de</strong> Kollumerwaard (lichte zavel) en <strong>in</strong> Beerta (zware klei).<br />

Opvallend is dat er niet zo heel veel samenwerk<strong>in</strong>g of afstemm<strong>in</strong>g lijkt te zijn tussen <strong>de</strong>ze drie<br />

kennis<strong>in</strong>stell<strong>in</strong>gen. S<strong>in</strong>ds kort is er een prille samenwerk<strong>in</strong>g tussen HLB en <strong>de</strong> Rijksuniversiteit Gron<strong>in</strong>gen.<br />

PPO en <strong>de</strong> rest van <strong>de</strong> WUR werken natuurlijk al veel langer samen.<br />

1.7 Voorlopige conclusies<br />

Vanuit <strong>de</strong> traditionele tu<strong>in</strong>bouw- en bollengebie<strong>de</strong>n is er behoefte aan nieuwe locaties, omdat daar het<br />

beschikbare areaal afneemt en <strong>de</strong> ziekte- en <strong>in</strong>fectiedruk toeneemt. De Veenkoloniën vormen wat dat<br />

betreft zeker een alternatief. Nu even wat m<strong>in</strong><strong>de</strong>r omdat er bij bijna alle bolgewassen een overcapaciteit is,<br />

maar zodra <strong>de</strong> markt weer aantrekt zal er weer opnieuw wor<strong>de</strong>n gezocht naar nieuwe arealen.<br />

Bedacht moet wor<strong>de</strong>n dat tot ongeveer <strong>de</strong> jaren ’70 migratie naar an<strong>de</strong>re <strong>de</strong>len van Ne<strong>de</strong>rland feitelijk het<br />

enige alternatief was voor Westerse tu<strong>in</strong><strong>de</strong>rs of bollenboeren die nieuwe locaties nodig had<strong>de</strong>n. De<br />

afgelopen <strong>de</strong>cennia echter is emigratie naar het buitenland, vooral naar het Zui<strong>de</strong>lijk halfrond, ook b<strong>in</strong>nen<br />

bereik gekomen; dit geldt nog het sterkst voor <strong>de</strong> glastu<strong>in</strong>bouw. In <strong>de</strong>ze nieuwe situatie is het voor<strong>de</strong>el van<br />

<strong>de</strong> Veenkoloniën qua grondprijs veel betrekkelijker gewor<strong>de</strong>n, want <strong>in</strong> <strong>de</strong> rest van Europa of <strong>in</strong> an<strong>de</strong>re<br />

wereld<strong>de</strong>len is die grondprijs nog vele malen lager. Hetzelf<strong>de</strong> geldt voor <strong>de</strong> beschikbaarheid van (goedkope)<br />

arbeidskrachten. Dus qua productiekosten is het buitenland bijna altijd stukken goedkoper, vooral nu <strong>de</strong><br />

mogelijkhe<strong>de</strong>n van vervoer en (digitale) communicatie over <strong>de</strong> grenzen zoveel groter zijn gewor<strong>de</strong>n.<br />

In feite is het belangrijkste voor<strong>de</strong>el van b<strong>in</strong>nenlandse alternatieven, zoals <strong>de</strong> Veenkoloniën, gelegen <strong>in</strong> wat<br />

economen transactiekosten noemen. Zeker buiten <strong>de</strong> EU maar ook <strong>in</strong> veel EU-lan<strong>de</strong>n gaan economische<br />

transacties vaak gebukt on<strong>de</strong>r allerlei extra kosten en h<strong>in</strong><strong>de</strong>rnissen, die te maken hebben met<br />

ondoorzichtige han<strong>de</strong>lsrelaties, extra risico’s, bureaucratische rompslomp, culturele verschillen e.d. Dit zou<br />

tot <strong>de</strong> conclusie kunnen lei<strong>de</strong>n dat nieuwe teelten <strong>in</strong> <strong>de</strong> Veenkoloniën vooral gestimuleerd kunnen wor<strong>de</strong>n<br />

door een ver<strong>de</strong>re verlag<strong>in</strong>g van <strong>de</strong> transactiekosten, wat voor een belangrijk <strong>de</strong>el een taak is voor <strong>de</strong><br />

overheid omdat het groten<strong>de</strong>els gaat om wet- en regelgev<strong>in</strong>g.<br />

De <strong>in</strong> Ne<strong>de</strong>rlandse verhoud<strong>in</strong>gen lage grondprijs <strong>in</strong> <strong>de</strong> Veenkoloniën leidt <strong>in</strong> <strong>de</strong> huidige situatie eer<strong>de</strong>r tot<br />

ver<strong>de</strong>re grootschaligheid van bestaan<strong>de</strong> teelten. Voorzover er nieuwe agrarische activiteiten plaatsv<strong>in</strong><strong>de</strong>n<br />

hebben <strong>de</strong>ze tot dusver bijna uitsluitend betrekk<strong>in</strong>g op grondgebon<strong>de</strong>n veehou<strong>de</strong>rs, die el<strong>de</strong>rs zijn<br />

uitgekocht en <strong>in</strong> <strong>de</strong> Veenkoloniën een goedkoper alternatief kunnen v<strong>in</strong><strong>de</strong>n. Het is <strong>de</strong> vraag of <strong>de</strong>ze<br />

zogeheten <strong>in</strong>plaats<strong>in</strong>g voldoen<strong>de</strong> toegevoeg<strong>de</strong> waar<strong>de</strong> oplevert, gelet op <strong>de</strong> hoge kwaliteit van <strong>de</strong><br />

veenkoloniale grond (nog afgezien van <strong>de</strong> slechte vooruitzichten voor <strong>de</strong> Ne<strong>de</strong>rlandse zuivelsector).<br />

De ver<strong>de</strong>re opschal<strong>in</strong>g van <strong>de</strong> bestaan<strong>de</strong> teelten en <strong>de</strong> <strong>in</strong>stroom van veehou<strong>de</strong>rs zijn ook geen oploss<strong>in</strong>g<br />

voor het hoofdprobleem van <strong>de</strong> Veenkoloniën, het gebrek aan on<strong>de</strong>rnemerschap (gelukkig nog vele<br />

uitzon<strong>de</strong>r<strong>in</strong>gen daargelaten) en <strong>de</strong> beperkte f<strong>in</strong>anciële mogelijkhe<strong>de</strong>n om nieuwe teelten uit te proberen.


Hoofdstuk 2<br />

Thuismarkt en clustervorm<strong>in</strong>g<br />

Pag<strong>in</strong>a 9 van 28<br />

Als contrast met wat hierna volgt, eerst een zeer korte schets van <strong>de</strong>ze twee on<strong>de</strong>r<strong>de</strong>len bij <strong>de</strong><br />

zetmeelaardappelen, nog steeds het belangrijkste agro-product <strong>in</strong> <strong>de</strong> Veenkoloniën .<br />

Bij dit product v<strong>in</strong><strong>de</strong>n <strong>de</strong> teelt en <strong>de</strong> verwerk<strong>in</strong>g <strong>in</strong> hetzelf<strong>de</strong> gebied plaats, vooral omdat <strong>de</strong> vervoers- en<br />

opslagkosten zeer hoog zijn bij <strong>de</strong> grondstof – zetmeelaardappelen bevatten ongeveer 80% water en<br />

kunnen niet lang bewaard wor<strong>de</strong>n -, en betrekkelijk laag bij het e<strong>in</strong>dproduct (droge stof die lang houdbaar<br />

is). Dit heeft ertoe geleid dat het regionale cluster relatief groot is: naast <strong>de</strong> telers en AVEBE bestaat het<br />

zetmeelcluster voor ongeveer <strong>de</strong> helft uit toelever<strong>in</strong>g en distributie, en ook <strong>de</strong>ze on<strong>de</strong>r<strong>de</strong>len bev<strong>in</strong><strong>de</strong>n zich<br />

groten<strong>de</strong>els <strong>in</strong> en rond <strong>de</strong> Veenkoloniën. Deze regionale concentratie lijkt ook te gel<strong>de</strong>n voor het Duitse<br />

aardappelzetmeelbedrijf Emsland, net over <strong>de</strong> grens.<br />

De ontstaansgeschie<strong>de</strong>nis en <strong>de</strong> groei van het zetmeelcluster is sterk beïnvloed door <strong>de</strong> vroeger dom<strong>in</strong>ante<br />

positie van <strong>de</strong> textiel- en van <strong>de</strong> papier- en karton<strong>in</strong>dustrie <strong>in</strong> Twente resp. Gron<strong>in</strong>gen en NW-Duitsland,<br />

waar<strong>in</strong> van oudsher veel aardappelzetmeel wordt gebruikt, vooral als kleefstof. Om die re<strong>de</strong>n zijn <strong>de</strong> nonfood-toepass<strong>in</strong>gen<br />

bij AVEBE en Emsland belangrijker dan bij <strong>de</strong> meeste an<strong>de</strong>re zetmeelfabrikanten, waar<br />

<strong>de</strong> food-toepass<strong>in</strong>gen meer op <strong>de</strong> voorgrond hebben gestaan.<br />

Ook <strong>in</strong> <strong>de</strong> tu<strong>in</strong>bouw is er sprake van regionale cluster<strong>in</strong>g, maar vanwege <strong>de</strong> aard van het product en het<br />

productieproces is het patroon verschillend. In <strong>de</strong> eerste plaats is <strong>de</strong> verwerk<strong>in</strong>gsfase bij <strong>de</strong> meeste<br />

tu<strong>in</strong>bouwproducten relatief kle<strong>in</strong>, het gaat <strong>in</strong> <strong>de</strong> keten vooral om <strong>de</strong> teelt, en daarnaast han<strong>de</strong>l, distributie en<br />

toelever<strong>in</strong>g . Alleen bij blik- en diepvriesgroenten speelt <strong>de</strong> <strong>in</strong>dustriële verwerk<strong>in</strong>g enige rol van betekenis.<br />

Toen IGLO haar fabriek <strong>in</strong> Hoogeveen sloot, werd het areaal vollegronds-groenten <strong>in</strong> <strong>de</strong> regio meteen een<br />

stuk kle<strong>in</strong>er.<br />

In <strong>de</strong> twee<strong>de</strong> plaats gaat het bijna uitsluitend om consumentenproducten (b2c), dit <strong>in</strong> tegenstell<strong>in</strong>g tot<br />

zetmeelaardappelen, suikerbieten en melk, die voor een groot <strong>de</strong>el <strong>in</strong> halffabrikaten wor<strong>de</strong>n omgezet, die<br />

bovendien gemakkelijker en goedkoper te vervoeren zijn. Bij <strong>de</strong> tu<strong>in</strong>bouw is <strong>de</strong> nabijheid van<br />

bevolk<strong>in</strong>gscentra van groot belang. Het is daarom niet verwon<strong>de</strong>rlijk dat vanouds her <strong>de</strong> tu<strong>in</strong>bouw bij <strong>de</strong><br />

grote ste<strong>de</strong>n <strong>in</strong> het Westen is geconcentreerd. S<strong>in</strong>ds <strong>de</strong> export een hoge vlucht heeft genomen, is ook <strong>de</strong><br />

aanwezigheid van ma<strong>in</strong>ports als Schiphol (vooral bij snijbloemen en verse groente) en Rotterdam (overige<br />

tu<strong>in</strong>bouwproducten) van groot belang. Dit betekent dat ook <strong>de</strong> rest van het tu<strong>in</strong>bouwcluster, en dat is vooral<br />

<strong>de</strong> han<strong>de</strong>l, <strong>de</strong> distributie en toelever<strong>in</strong>g zoals kassenbouw, <strong>in</strong> het Westen van Ne<strong>de</strong>rland is gevestigd.<br />

Het <strong>in</strong>ternationale succes van <strong>de</strong> Ne<strong>de</strong>rlandse tu<strong>in</strong>bouw leid<strong>de</strong> ertoe dat er een tekort aan areaal <strong>in</strong> West-<br />

Ne<strong>de</strong>rland ontstond. Bovendien werd er daar een zware wissel op het milieu getrokken door het gebruik van<br />

bestrijd<strong>in</strong>gsmid<strong>de</strong>len. Het gevolg was een zoektocht naar nieuwe arealen, bijv. <strong>in</strong> Noord-Ne<strong>de</strong>rland. De rest<br />

van het cluster, zoals <strong>de</strong> han<strong>de</strong>l, zit echter nog steeds <strong>in</strong> het Westen . Bovendien werd ie<strong>de</strong>re <strong>in</strong>novatie<br />

aangegrepen om ook <strong>de</strong> teelt zoveel mogelijk <strong>in</strong> het Westen te hou<strong>de</strong>n. Een voorbeeld is het gebruik van<br />

netten zodat <strong>de</strong> teelt van tulpenbollen ook op <strong>de</strong> natte kleigron<strong>de</strong>n daar kon plaatsv<strong>in</strong><strong>de</strong>n.<br />

Om kort te gaan: het lijkt erop dat bij <strong>de</strong> traditionele tu<strong>in</strong>bouwgewassen <strong>de</strong> agrarische bedrijven <strong>in</strong> <strong>de</strong><br />

Veenkoloniën niet veel ver<strong>de</strong>r kunnen komen dan opereren aan <strong>de</strong> marge van een netwerk dat overwegend<br />

<strong>in</strong> West-Ne<strong>de</strong>rland tot ontwikkel<strong>in</strong>g is gekomen, en daar ook zal willen blijven. Veelbetekenend is dat na <strong>de</strong><br />

jaren ’60 er nauwelijks telers vanuit het westen naar <strong>de</strong> Veenkoloniën of omr<strong>in</strong>gen<strong>de</strong> gebie<strong>de</strong>n zijn verhuisd;<br />

wel hebben sommigen een <strong>de</strong>el van hun teelt <strong>in</strong> <strong>de</strong> Veenkoloniën on<strong>de</strong>rgebracht <strong>in</strong> <strong>de</strong> vorm van<br />

contractteelt (zie paragraaf 4).<br />

Uitgangsmateriaal<br />

Een van <strong>de</strong> we<strong>in</strong>ige on<strong>de</strong>r<strong>de</strong>len van <strong>de</strong> tu<strong>in</strong>bouwketen die <strong>in</strong> Noord-Ne<strong>de</strong>rland wel zelfstandig tot<br />

ontwikkel<strong>in</strong>g is gekomen, heeft betrekk<strong>in</strong>g op het uitgangsmateriaal. Het dui<strong>de</strong>lijkst is dit bij <strong>de</strong><br />

aardappelteelt waar <strong>de</strong> pootaardappelen vooral <strong>in</strong> <strong>de</strong> noor<strong>de</strong>lijke kuststreek van Friesland en Gron<strong>in</strong>gen, en


Pag<strong>in</strong>a 10 van 28<br />

<strong>in</strong> <strong>de</strong> prov<strong>in</strong>cie Flevoland, wor<strong>de</strong>n verbouwd, terwijl <strong>de</strong> consumptieaardappelteelt zich heeft geconcentreerd<br />

<strong>in</strong> Zuid-West-Ne<strong>de</strong>rland (zie Vrolijk, <strong>in</strong> Snij<strong>de</strong>rs et al 2007).<br />

Een an<strong>de</strong>r voorbeeld is <strong>de</strong> teelt van rozenon<strong>de</strong>rstammen, die vanaf <strong>de</strong> jaren ’20 <strong>in</strong> <strong>de</strong> omgev<strong>in</strong>g van<br />

W<strong>in</strong>schoten tot ontwikkel<strong>in</strong>g kwam (zie uitgebrei<strong>de</strong>r Keun<strong>in</strong>g 1989, p. 163). Dit regionale cluster is <strong>in</strong>mid<strong>de</strong>ls<br />

groten<strong>de</strong>els ter ziele, omdat er an<strong>de</strong>re teeltmetho<strong>de</strong>n zijn geïntroduceerd en <strong>de</strong> rozenteelt zelf nagenoeg uit<br />

Ne<strong>de</strong>rland is verdwenen.<br />

Wat zijn nu bij verschillen<strong>de</strong> vormen van uitgangsmateriaal <strong>de</strong> perspectieven voor Noord-Ne<strong>de</strong>rland <strong>in</strong> het<br />

algemeen en <strong>de</strong> Veenkoloniën <strong>in</strong> het bijzon<strong>de</strong>r, <strong>in</strong> termen van thuismarkt en clustervorm<strong>in</strong>g? Om te<br />

beg<strong>in</strong>nen moet on<strong>de</strong>rscheid wor<strong>de</strong>n gemaakt tussen generatief uitgangsmateriaal, <strong>in</strong> <strong>de</strong> vorm van zaad, en<br />

vegetatief materiaal, <strong>in</strong> <strong>de</strong> vorm van bollen. De eerste categorie is vooral geconcentreerd <strong>in</strong> West-Friesland<br />

en <strong>in</strong> en rond het Westland. De twee<strong>de</strong> categorie is geconcentreerd <strong>in</strong> Lisse en Noord-Holland voorzover<br />

het gaat om sierteelt. Alleen bij <strong>de</strong> aardappelen gaat het om een Noor<strong>de</strong>lijke specialiteit: <strong>de</strong><br />

pootaardappelen wor<strong>de</strong>n geteeld <strong>in</strong> Flevoland plus <strong>de</strong> noor<strong>de</strong>lijke rand van Ne<strong>de</strong>rland, vanwege <strong>de</strong><br />

comb<strong>in</strong>atie van lichte kleigrond en w<strong>in</strong>d van zee, waardoor <strong>de</strong> bladluisdruk <strong>in</strong> <strong>de</strong>ze regio’s lager is en het<br />

pootgoed langer virusvrij blijft. Ook <strong>de</strong> kennis<strong>in</strong>frastructuur bev<strong>in</strong>dt zich groten<strong>de</strong>els <strong>in</strong> <strong>de</strong>ze regio, hoewel<br />

ook op dit terre<strong>in</strong> ‘Wagen<strong>in</strong>gen’ (<strong>de</strong> WUR) heel veel activiteiten naar zich toe trekt.<br />

.<br />

Na het faillissement van KSH is AVEBE het enige bedrijf <strong>in</strong> Ne<strong>de</strong>rland dat zich bezighoudt met <strong>de</strong><br />

verwerk<strong>in</strong>g van zetmeelaardappelen. Aangezien ongeveer 85% daarvan wordt verbouwd <strong>in</strong> <strong>de</strong><br />

Veenkoloniën ligt het voor <strong>de</strong> hand dat ook <strong>de</strong> teelt van het benodig<strong>de</strong> pootgoed daar plaatsv<strong>in</strong>dt. Bij<br />

AVEBE gebeurt dat s<strong>in</strong>ds 2001 bij een eigen dochteron<strong>de</strong>rnem<strong>in</strong>g, Averis, met het hoofdkantoor <strong>in</strong> Foxhol<br />

en het al veel ou<strong>de</strong>re kweek<strong>in</strong>stituut Karna <strong>in</strong> Valthermond. Evenals an<strong>de</strong>re pootgoedhan<strong>de</strong>lshuizen maakt<br />

Averis gebruik van een beperkt aantal zelfstandige kwekers die zijn gespecialiseerd <strong>in</strong> <strong>de</strong> kweek en selectie<br />

van nieuwe rassen. Het verschil met <strong>de</strong> consumptieaardappelen is dat bij <strong>de</strong> zetmeelaardappel er geen<br />

scheid<strong>in</strong>g is tussen enerzijds <strong>de</strong> pootgoedbedrijven en an<strong>de</strong>rzijds <strong>de</strong> verwerkers<br />

An<strong>de</strong>re bedrijven <strong>in</strong> en rond <strong>de</strong> Veenkoloniën die belangrijk zijn voor uitgangsmateriaal zijn :<br />

• Grow Group uit Naaldwijk. Naast <strong>de</strong> locaties <strong>in</strong> Naaldwijk en <strong>in</strong> Brabant (2x) heeft <strong>de</strong>ze<br />

on<strong>de</strong>rnem<strong>in</strong>g s<strong>in</strong>ds 2007 een locatie <strong>in</strong> Erica, die helemaal is <strong>in</strong>gericht voor <strong>de</strong> biologische<br />

groenteplantenkweek;<br />

• Vandijke Semo <strong>in</strong> Scheemda: zaaiza<strong>de</strong>n (<strong>de</strong>els op biologische basis), ook uitgangsmateriaal voor<br />

koolzaad;<br />

• Wiersum Plantbreed<strong>in</strong>g <strong>in</strong> W<strong>in</strong>schoten<br />

• Graanzaadvere<strong>de</strong>l<strong>in</strong>gsbedrijf Semundo <strong>in</strong> Vierhuizen.<br />

Op het niveau van meer fundamenteel toegepast on<strong>de</strong>rzoek kan <strong>de</strong> basiseenheid Plantenfysiologie van <strong>de</strong><br />

Faculteit Wiskun<strong>de</strong> Natuurwetenschappen van <strong>de</strong> RuG gevestigd <strong>in</strong> het Biologisch Centrum <strong>in</strong> Haren<br />

wor<strong>de</strong>n genoemd. De kennis die daar wordt ontwikkeld heeft on<strong>de</strong>r meer betrekk<strong>in</strong>g op <strong>de</strong> processen die<br />

zich afspelen <strong>in</strong> <strong>de</strong> celmembraan. Met <strong>de</strong>ze specifieke expertise wordt on<strong>de</strong>rzoek gedaan naar opname en<br />

transport van nutrienten, <strong>de</strong> herkenn<strong>in</strong>g van pathogene micro-organismen door planten en tolerantie van<br />

planten voor a-biotisch stress, zoals lage temperatuur of hoge zoutconcentraties <strong>in</strong> <strong>de</strong> bo<strong>de</strong>m. Deze<br />

basiseenheid doet on<strong>de</strong>r meer on<strong>de</strong>rzoek voor Ne<strong>de</strong>rlandse zaadvere<strong>de</strong>l<strong>in</strong>gsbedrijven, die – zoals gezegd<br />

– <strong>in</strong> het Noor<strong>de</strong>n nagenoeg ontbreken.<br />

Medic<strong>in</strong>ale (toepass<strong>in</strong>gen van) planten<br />

Terwijl <strong>de</strong> consument <strong>de</strong> laatste <strong>de</strong>cennia steeds meer belangstell<strong>in</strong>g krijgt voor medicijnen en cosmetica op<br />

natuurlijke basis, wor<strong>de</strong>n <strong>in</strong> Ne<strong>de</strong>rland <strong>de</strong> mogelijkhe<strong>de</strong>n om wetenschappelijk on<strong>de</strong>rzoek te doen op dit<br />

terre<strong>in</strong> steeds ger<strong>in</strong>ger. Illustratief is dat <strong>de</strong> Rijksuniversiteit Utrecht enkele jaren gele<strong>de</strong>n zijn leerstoel op dit<br />

terre<strong>in</strong> niet heeft verlengd. Hetzelf<strong>de</strong> zal gebeuren bij <strong>de</strong> Universiteit Lei<strong>de</strong>n: als prof. Rob Verpoorte over<br />

een paar jaar met pensioen gaat, zal zijn leerstoel farmacognosie niet wor<strong>de</strong>n gecont<strong>in</strong>ueerd. Dit betekent


Pag<strong>in</strong>a 11 van 28<br />

dat <strong>de</strong> Rijksuniversiteit Gron<strong>in</strong>gen straks nog <strong>de</strong> enige plek <strong>in</strong> Ne<strong>de</strong>rland is waar on<strong>de</strong>rzoek plaatsv<strong>in</strong>dt op<br />

het gebied van <strong>de</strong> farmaceutische biologie.<br />

In het algemeen geldt voor Ne<strong>de</strong>rland dat er vanuit <strong>de</strong> medische en farmaceutische wetenschap altijd<br />

we<strong>in</strong>ig aandacht is geweest voor on<strong>de</strong>rzoek naar medic<strong>in</strong>ale planten, dit <strong>in</strong> tegenstell<strong>in</strong>g tot Duitsland,<br />

Oostenrijk, Zwitserland en Polen. F<strong>in</strong>ancier<strong>in</strong>g van dit soort on<strong>de</strong>rzoek, bijv. via NWO, is <strong>in</strong> Ne<strong>de</strong>rland ook<br />

heel lastig. Tot dusver komt <strong>de</strong> f<strong>in</strong>ancier<strong>in</strong>g vooral uit <strong>in</strong>ternationale en buitenlandse fondsen.<br />

Vanuit <strong>de</strong> <strong>in</strong>dustrie is er niettem<strong>in</strong> wel belangstell<strong>in</strong>g voor on<strong>de</strong>rzoek, al blijkt het moeilijk <strong>de</strong> verschillen<strong>de</strong><br />

partijen op enkele gemeenschappelijke noemers te krijgen. Uit vrees dat <strong>de</strong> kennis op dit terre<strong>in</strong> verloren<br />

gaat met het vertrek van prof. Verpoorte, heeft <strong>de</strong> prov<strong>in</strong>cie Zuid Holland, <strong>in</strong> samenwerk<strong>in</strong>g met <strong>de</strong> RL, het<br />

<strong>in</strong>itiatief genomen voor <strong>de</strong> opricht<strong>in</strong>g van een Kenniscentrum Inhoudstoffen (vanaf 1 januari <strong>2010</strong>). Daarbij<br />

wordt aansluit<strong>in</strong>g gezocht bij <strong>de</strong> doelstell<strong>in</strong>gen van <strong>de</strong> Greenport Zuid Holland en bij het programma Flowers<br />

en Food.<br />

Ook moet gewezen wor<strong>de</strong>n op <strong>de</strong> sp<strong>in</strong>-off bedrijven die vanuit <strong>de</strong> universiteiten op dit terre<strong>in</strong> zijn ontstaan.<br />

Vanuit <strong>de</strong> RL gaat het om een drietal bedrijfjes: Holland Bio Diversity (HBD), PRISNA en Explant. Daarnaast<br />

is er een sp<strong>in</strong>-off vanuit TNO Lei<strong>de</strong>n: Fytagoras. In Utrecht lijkt het aantal sp<strong>in</strong>-offs ger<strong>in</strong>ger, terwijl<br />

Gron<strong>in</strong>gen zelfs nog helemaal moet beg<strong>in</strong>nen op dit terre<strong>in</strong>.<br />

Een an<strong>de</strong>re voed<strong>in</strong>gsbo<strong>de</strong>m voor on<strong>de</strong>rzoek naar medic<strong>in</strong>ale planten zijn <strong>de</strong> botanische tu<strong>in</strong>en. Ook <strong>de</strong>ze<br />

zijn voornamelijk <strong>in</strong> het Westen van Ne<strong>de</strong>rland te v<strong>in</strong><strong>de</strong>n. Botanische tu<strong>in</strong>en <strong>in</strong> Noord-Oost Ne<strong>de</strong>rland zijn<br />

gevestigd <strong>in</strong> Pieterburen, Buitenpost en Del<strong>de</strong>n (bij Almelo); <strong>de</strong> botanische tu<strong>in</strong> Hortus <strong>in</strong> Haren is niet<br />

langer lid van <strong>de</strong> Ne<strong>de</strong>rlandse verenig<strong>in</strong>g voor botanische tu<strong>in</strong>en, en heeft vooral een recreatie-functie. De<br />

Botanische Tu<strong>in</strong>en drijven <strong>in</strong> hoge mate op sponsoren, vrijwilligerswerk en op reïntegratietrajecten.<br />

Enkele bedrijven die zich bezighou<strong>de</strong>n met <strong>de</strong> han<strong>de</strong>l <strong>in</strong> medicijnen en cosmetica op natuurlijke basis zijn<br />

Weleda (<strong>de</strong> marktlei<strong>de</strong>r op dit gebied, met het hoofdkantoor <strong>in</strong> Zwitserland), Chi International, Dusart, VSM<br />

en Biohorma (Dr. Vogel). De laatste twee bedrijven beschikken <strong>in</strong> Ne<strong>de</strong>rland over eigen kweektu<strong>in</strong>en, resp.<br />

<strong>in</strong> Alkmaar en Elburg. Alle genoem<strong>de</strong> bedrijven zijn gevestigd <strong>in</strong> het Westen van ons land.<br />

Bional <strong>in</strong> Gorredijk was een van <strong>de</strong> we<strong>in</strong>ige han<strong>de</strong>lsbedrijven die <strong>in</strong> Noord-Ne<strong>de</strong>rland was gevestigd (vanaf<br />

1977). Na enkele noodlij<strong>de</strong>n<strong>de</strong> jaren en met het pensioen <strong>in</strong> zicht heeft <strong>de</strong> eigenaar <strong>in</strong> 2007 zijn bedrijf<br />

verkocht aan Omega Pharma uit Belgie. Een an<strong>de</strong>r bedrijf is Bloem <strong>in</strong> W<strong>in</strong>schoten. Naar verluidt verhuist dit<br />

bedrijf b<strong>in</strong>nenkort naar Duitsland. In ie<strong>de</strong>r geval is het s<strong>in</strong>ds kort niet langer certificaathou<strong>de</strong>r bij Skal voor<br />

biologische han<strong>de</strong>l en verwerk<strong>in</strong>g.<br />

Wat betreft <strong>de</strong> teelt zijn er meer activiteiten <strong>in</strong> Noord-Ne<strong>de</strong>rland. Toegespitst op <strong>de</strong> Veenkoloniën gaat het<br />

on<strong>de</strong>rmeer om <strong>de</strong> volgen<strong>de</strong> gewassen<br />

• Arnica, o.a. voor kneuz<strong>in</strong>gen, wordt geteeld door een gespecialiseer<strong>de</strong> biologische kwekerij uit<br />

Dw<strong>in</strong>geloo, die arnica over <strong>de</strong> hele wereld verkoopt.<br />

• V<strong>in</strong>gerhoedskruid, waarvan <strong>de</strong> digox<strong>in</strong>e wordt gebruikt voor <strong>de</strong> behan<strong>de</strong>l<strong>in</strong>g van bepaal<strong>de</strong><br />

hartritmestoornissen<br />

• mariadistel (on<strong>de</strong>rsteunt <strong>de</strong> lever bij <strong>de</strong> afbraak van nicot<strong>in</strong>e, alcohol, vetrijk voedsel)<br />

• maarts viooltje<br />

• angelica wortel<br />

• taxus: het nieuwe loof wordt gebruikt als cytostatica bij <strong>de</strong> behan<strong>de</strong>l<strong>in</strong>g van bepaal<strong>de</strong> vormen van<br />

kanker (merknaam taxol, dat overigens voor het overgrote <strong>de</strong>el op synthetische basis wordt<br />

geproduceerd). In <strong>de</strong> vorm van contractteelt wordt dit gewas door ongeveer zeven tu<strong>in</strong><strong>de</strong>rs <strong>in</strong><br />

Klazienaveen en omgev<strong>in</strong>g verbouwd <strong>in</strong> opdracht van een han<strong>de</strong>laar <strong>in</strong> Boskoop.<br />

Een aantal tu<strong>in</strong><strong>de</strong>rs was <strong>in</strong> het verle<strong>de</strong>n lid van een coöperatieve krui<strong>de</strong>ndrogerij <strong>in</strong> Ommen. Vergelijkbare<br />

coöperatieve krui<strong>de</strong>ndrogerijen waren er Westergeest, Doornspijk en Veghel. Deze zijn opgegaan <strong>in</strong> <strong>de</strong><br />

VNK ,die momenteel nog maar 1 vestig<strong>in</strong>g heeft <strong>in</strong> Ne<strong>de</strong>rland, <strong>in</strong> Bidd<strong>in</strong>ghuizen. Daarnaast zijn er<br />

vestig<strong>in</strong>gen <strong>in</strong> België en Bulgarije, Overigens gaat het niet alleen om medic<strong>in</strong>ale maar ook om aromatische<br />

krui<strong>de</strong>n voor <strong>de</strong> levensmid<strong>de</strong>lensector<br />

Wat betreft <strong>de</strong> toekomst is een belangrijke ontwikkel<strong>in</strong>g <strong>de</strong> toepass<strong>in</strong>g van krui<strong>de</strong>nextracten <strong>in</strong> <strong>de</strong><br />

veehou<strong>de</strong>rij, on<strong>de</strong>r meer als alternatief voor antibiotica. Momenteel loopt daarover een on<strong>de</strong>rzoek waar


Pag<strong>in</strong>a 12 van 28<br />

on<strong>de</strong>r meer <strong>de</strong> Universiteiten van Utrecht en Wagen<strong>in</strong>gen aan meedoen. Maar <strong>in</strong>mid<strong>de</strong>ls zijn er al heel wat<br />

veehou<strong>de</strong>rs die met krui<strong>de</strong>nextracten experimenteren. Ondui<strong>de</strong>lijk is <strong>in</strong> hoeverre <strong>de</strong> teelt van <strong>de</strong> betreffen<strong>de</strong><br />

krui<strong>de</strong>n <strong>in</strong> <strong>de</strong> Veenkoloniën plaatsv<strong>in</strong>dt.<br />

Medicijnen en cosmetica op natuurlijke basis betekent <strong>in</strong> toenemen<strong>de</strong> mate op biologische (‘organic’) basis,<br />

zeker bij mensen. Hoewel het lastig is om dit precies te meten, bestaat <strong>de</strong> <strong>in</strong>druk dat <strong>in</strong> <strong>de</strong> Veenkoloniën<br />

sprake is van een on<strong>de</strong>rvertegenwoordig<strong>in</strong>g van biologische bedrijven. Komt dat door gebrek aan ´groen<br />

on<strong>de</strong>rnemerschap´, of speelt een rol dat onkruid zo goed gedijt op <strong>de</strong> veenkoloniale grond?<br />

Samenvattend geldt voor <strong>de</strong> medic<strong>in</strong>ale (toepass<strong>in</strong>gen van) planten dat er veel nieuwe afzetmogelijkhe<strong>de</strong>n<br />

zich aandienen, zowel voor mensen als dieren. De bedrijvigheid op dit terre<strong>in</strong> <strong>in</strong> Noord-Ne<strong>de</strong>rland, en<br />

specifiek <strong>de</strong> Veenkoloniën, lijkt echter eer<strong>de</strong>r afgenomen dan toegenomen. Is een lichtpuntje dat <strong>de</strong><br />

Rijksuniversiteit Gron<strong>in</strong>gen straks nog <strong>de</strong> enige plek is waar wetenschappelijk on<strong>de</strong>rzoek op dit terre<strong>in</strong><br />

plaatsv<strong>in</strong>dt? Dat is sterk afhankelijk van <strong>de</strong> mogelijkhe<strong>de</strong>n om <strong>de</strong>ze wetenschappelijke kennis te<br />

comb<strong>in</strong>eren met an<strong>de</strong>re meer praktijkgerichte kennis en expertise. Bovendien moeten er ook bedrijven en<br />

organisaties zijn die <strong>de</strong>ze mogelijkhe<strong>de</strong>n commercieel willen en kunnen benutten. De nabijheid van<br />

Duitsland met een lange traditie op dit gebied kan een belangrijk voor<strong>de</strong>el zijn voor <strong>de</strong> Veenkoloniën om<br />

zich te richten op gewassen met medic<strong>in</strong>ale toepass<strong>in</strong>gen.


Hoofdstuk 3<br />

Economische or<strong>de</strong>n<strong>in</strong>g<br />

Pag<strong>in</strong>a 13 van 28<br />

Uit een on<strong>de</strong>rzoek naar sterke economische agro-clusters (Snij<strong>de</strong>rs et al 2007, Vrolijk 2009) komt naar<br />

voren dat daar meestal sprake is van m<strong>in</strong>imaal twee sterke on<strong>de</strong>rnem<strong>in</strong>gen die goed tegen elkaar<br />

opgewassen zijn (en vaak <strong>in</strong> hetzelf<strong>de</strong> gebied zijn gevestigd), plus soms nog een paar kle<strong>in</strong>e spelers. Dat<br />

patroon v<strong>in</strong><strong>de</strong>n we <strong>in</strong> Ne<strong>de</strong>rland <strong>in</strong> <strong>de</strong> mosselsector met als toonaangeven<strong>de</strong> bedrijven Roem van Yerseke<br />

en Pr<strong>in</strong>s & D<strong>in</strong>gemans (eveneens uit Yerseke), <strong>in</strong> <strong>de</strong> cacaosector waar zowel Gerkens Cacao (Cargill) en<br />

ADM aan <strong>de</strong> Zaan zijn gevestigd, en <strong>in</strong> <strong>de</strong> Brabantse fokvarkenssector (Snij<strong>de</strong>rs et al 2007). In het Noor<strong>de</strong>n<br />

zien we ook dit verschijnsel bij <strong>de</strong> pootaardappelen (Agrico en HZPC), tot voor kort <strong>in</strong> <strong>de</strong> suikersector (CSM<br />

en SuikerUnie) en tot op zekere hoogte <strong>in</strong> <strong>de</strong> aardappelzetmeel (AVEBE en Emsland, net over <strong>de</strong> grens).<br />

Behalve <strong>de</strong> stimulans om beter te zijn dan <strong>de</strong> an<strong>de</strong>r, heeft <strong>de</strong> concurrentie tussen <strong>de</strong>ze twee bedrijven het<br />

voor<strong>de</strong>el dat toeleveranciers en afnemers voldoen<strong>de</strong> keuzemogelijkhe<strong>de</strong>n hebben. Weliswaar zijn <strong>de</strong><br />

verschillen<strong>de</strong> marktpartijen sterk van elkaar afhankelijk, want dat is <strong>in</strong>herent aan economische clusters, door<br />

<strong>de</strong> rivaliteit wordt verme<strong>de</strong>n dat één partij <strong>de</strong> lakens uit<strong>de</strong>elt. Niet alleen wordt op die manier ongezon<strong>de</strong><br />

monopoliemacht voorkomen, ook <strong>de</strong> kwetsbaarheid van het cluster wordt kle<strong>in</strong>er, met als gevolg dat <strong>de</strong><br />

diverse clusterpartijen meer risico’s durven te nemen. On<strong>de</strong>rzoek op basis van <strong>de</strong> transactiekostentheorie,<br />

ontwikkeld door <strong>de</strong> Economie Nobelprijsw<strong>in</strong>naars Ronald Coase (<strong>in</strong> 1991) en Oliver Williamson (<strong>in</strong> 2009),<br />

laat zien dat toeleveranciers die met een bedrijf <strong>in</strong> zee gaan eer<strong>de</strong>r bereid zijn grote <strong>in</strong>vester<strong>in</strong>gen <strong>in</strong> kennis<br />

en specifieke productiemid<strong>de</strong>len te doen als men een alternatief heeft <strong>in</strong> het geval <strong>de</strong>ze partner eer<strong>de</strong>re<br />

beloften niet nakomt.<br />

Hoe is <strong>de</strong> situatie <strong>in</strong> dit opzicht bij <strong>de</strong> twee toekomstperspectieven die na<strong>de</strong>r zijn on<strong>de</strong>rzocht,<br />

uitgangsmateriaal en medic<strong>in</strong>ale toepass<strong>in</strong>gen? Bijlage 3 laat zien dat er sprake is van een onbevredigen<strong>de</strong><br />

situatie bij saffraankrokussen (categorie uitgangsmateriaal) en bij narcissen (categorie medic<strong>in</strong>ale<br />

toepass<strong>in</strong>gen). Bij bei<strong>de</strong> producten is er tot dusver slechts één serieuze han<strong>de</strong>lspartner. Dit maakt het voor<br />

<strong>de</strong> an<strong>de</strong>re on<strong>de</strong>r<strong>de</strong>len van het cluster nogal risicovol om zwaar <strong>in</strong> het cluster te <strong>in</strong>vesteren. In concreto: het<br />

is voor <strong>de</strong> telers <strong>in</strong> <strong>de</strong> Veenkoloniën een we<strong>in</strong>ig aantrekkelijk perspectief om afhankelijk te zijn van slechts<br />

één han<strong>de</strong>laar. De les voor <strong>de</strong> toekomst is <strong>de</strong>rhalve dat bij het opzetten van nieuwe teelten er m<strong>in</strong>imaal<br />

twee afzetkanalen gecreëerd moeten wor<strong>de</strong>n; hetzelf<strong>de</strong> geldt natuurlijk voor <strong>de</strong> toelever<strong>in</strong>g van belangrijke<br />

<strong>in</strong>put-factoren<br />

Twee an<strong>de</strong>re kenmerken van <strong>de</strong> Veenkoloniën die vallen on<strong>de</strong>r het kopje Economische Or<strong>de</strong> hebben<br />

betrekk<strong>in</strong>g op contractteelt en op <strong>de</strong> <strong>in</strong>stroom van on<strong>de</strong>rnemerschap.<br />

De <strong>in</strong>druk is dat het bij <strong>de</strong> veenkoloniale tu<strong>in</strong>bouw en bollenteelt voornamelijk om contractteelt gaat, waarbij<br />

dus alleen het teelttechnische risico – en niet het commerciële risico – bij <strong>de</strong> teler ligt . Dat geldt vooral bij<br />

lelies (naar schatt<strong>in</strong>g is ongeveer 80% contractteelt) en bij narcissen en hyac<strong>in</strong>ten; bij tulpen v<strong>in</strong><strong>de</strong>n we<br />

daarentegen meer teelt op eigen risico. Als re<strong>de</strong>n is genoemd is dat bijv. lelies een vrij korte levenscyclus<br />

kennen, zodat je dicht bij <strong>de</strong> markt moet zitten om <strong>de</strong> veran<strong>de</strong>r<strong>in</strong>gen op <strong>de</strong> afzetmarkt vroegtijdig <strong>in</strong> te<br />

schatten. Aangezien <strong>de</strong> han<strong>de</strong>laren <strong>in</strong> het Westen <strong>in</strong> dit opzicht een voorsprong hebben, ligt het voor <strong>de</strong><br />

hand dat zij – en niet <strong>de</strong> Veenkoloniale telers – het commerciële risico hebben. Het heeft <strong>de</strong>rhalve ook geen<br />

z<strong>in</strong> om boeren en telers <strong>in</strong> <strong>de</strong> Veenkoloniën over te halen om meer voor eigen risico te gaan werken. Het<br />

biedt meer perspectief dat contracttelers hun krachten zo veel mogelijk bun<strong>de</strong>len zodat zij m<strong>in</strong><strong>de</strong>r<br />

afhankelijk zijn van <strong>de</strong> opdrachtgevers uit het Westen.<br />

De <strong>in</strong>stroom van on<strong>de</strong>rnemers van el<strong>de</strong>rs is m<strong>in</strong>imaal, afgezien natuurlijk van <strong>de</strong> veehou<strong>de</strong>rij. Zijn er tot <strong>de</strong><br />

jaren ’60 wel wat akkerbouwers en tu<strong>in</strong><strong>de</strong>rs uit West-Ne<strong>de</strong>rland naar <strong>de</strong> Veenkoloniën en omr<strong>in</strong>gen<strong>de</strong><br />

gebie<strong>de</strong>n verhuisd, <strong>de</strong> laatste <strong>de</strong>cennia maken <strong>de</strong> Westerse agrariërs liever <strong>de</strong> stap naar het buitenland dan<br />

naar <strong>de</strong> Veenkoloniën.


Pag<strong>in</strong>a 14 van 28<br />

De <strong>in</strong>stroom vanuit het buitenland is eveneens te verwaarlozen, wat overigens voor heel Ne<strong>de</strong>rland <strong>in</strong> <strong>de</strong><br />

agro geldt (maar niet voor <strong>de</strong> voedselverwerken<strong>de</strong> <strong>in</strong>dustrie!). In Emmen zit een Duitse hortensiakweker, en<br />

een bedrijf uit Taiwan dat <strong>in</strong>mid<strong>de</strong>ls alweer is verdwenen


Hoofdstuk 4<br />

Conclusies en suggesties<br />

Pag<strong>in</strong>a 15 van 28<br />

Deze analyse lijkt op het eerste gezicht een we<strong>in</strong>ig rooskleurig beeld op te leveren voor <strong>de</strong> Veenkoloniën<br />

Toch is er om verschillen<strong>de</strong> re<strong>de</strong>nen nog geen re<strong>de</strong>n voor al te veel pessimisme.<br />

Zo is een belangrijk pluspunt dat <strong>de</strong> Rijksuniversiteit Gron<strong>in</strong>gen (RuG) over re<strong>de</strong>lijk unieke basiskennis<br />

beschikt, zowel bij <strong>de</strong> categorie uitgangsmateriaal (Biologie, vakgroep Plantfysiologie) als bij medic<strong>in</strong>ale<br />

planten (Farmacie, vakgroep Pharmaceutische Biologie). Het is <strong>de</strong> uitdag<strong>in</strong>g om een brug te slaan tussen<br />

het aca<strong>de</strong>mische dome<strong>in</strong> en het praktijkdome<strong>in</strong>, wat trouwens niet eenvoudig zal zijn. Ver<strong>de</strong>r is een enorm<br />

voor<strong>de</strong>el dat <strong>de</strong> Veenkoloniale dalgrond voor bijna alle teelten heel geschikt is.<br />

Is er re<strong>de</strong>n voor pessimisme als we kijken naar <strong>de</strong> teruggang <strong>in</strong> <strong>de</strong> arealen, vooral voor <strong>de</strong> tu<strong>in</strong>bouw en niettraditionele<br />

akkerbouwgewassen (zie bijlage 4)? Aangetekend moet wor<strong>de</strong>n dat die teruggang ook <strong>in</strong> <strong>de</strong> rest<br />

van Ne<strong>de</strong>rland heeft plaatsgevon<strong>de</strong>n, of daar zelfs groter was, zoals bij <strong>de</strong> lelieteelt. Vooral <strong>in</strong> <strong>de</strong> sierteelt en<br />

bij <strong>de</strong> groentegewassen is <strong>in</strong> <strong>de</strong> laatste <strong>de</strong>cennia een groot ge<strong>de</strong>elte van <strong>de</strong> productie overgeheveld naar<br />

het buitenland, zoals bij <strong>de</strong> rozenteelt misschien wel het meest dramatisch is geweest.<br />

Eigenlijk is het verbaz<strong>in</strong>gwekkend dat er <strong>in</strong> <strong>de</strong> Veenkoloniën nog op zo’n betrekkelijk grote schaal teelten<br />

plaatsv<strong>in</strong><strong>de</strong>n waarvan <strong>de</strong> rest van het cluster <strong>in</strong> het Westen is gesitueerd. On<strong>de</strong>rzoek naar clustervorm<strong>in</strong>g <strong>in</strong><br />

<strong>de</strong> Ne<strong>de</strong>rlandse agrosectoren laat namelijk zien dat bedrijven <strong>in</strong> <strong>de</strong> periferie het <strong>in</strong> het algemeen verliezen<br />

van bedrijven die <strong>in</strong> het centrum zijn gelegen (zie Snij<strong>de</strong>rs, Vrolijk en Jacobs 2007). Er zijn m.a.w. sterke<br />

mid<strong>de</strong>lpuntzoeken<strong>de</strong> krachten werkzaam, die voor perifere gebie<strong>de</strong>n – zoals <strong>de</strong> Veenkoloniën – na<strong>de</strong>lig<br />

uitpakken. Voeg daaraan toe dat zowel Gron<strong>in</strong>gen als Drenthe behoorlijk terre<strong>in</strong> hebben verloren <strong>in</strong><br />

Ne<strong>de</strong>rlandse agrosector (Vrolijk 2009), dan kan vastgesteld wor<strong>de</strong>n dat er <strong>in</strong> <strong>de</strong> Veenkoloniën blijkbaar toch<br />

nog aardig wat agrarische on<strong>de</strong>rnemers zijn die <strong>de</strong>ze tegenw<strong>in</strong><strong>de</strong>n goed kunnen trotseren en creatief<br />

kunnen omgaan met <strong>de</strong> na<strong>de</strong>len waarmee ze wor<strong>de</strong>n geconfronteerd.<br />

Grote problemen zullen pas ontstaan als <strong>de</strong> huidige generatie pioniers ou<strong>de</strong>r wordt en er onvoldoen<strong>de</strong> ‘vers<br />

bloed’ wordt aangevoerd, vanuit <strong>de</strong> streek zelf (bedrijfsopvolg<strong>in</strong>g) of vanuit an<strong>de</strong>re regio’s. En dat betekent<br />

dat er nu ‘gezaaid’ moet wor<strong>de</strong>n om straks <strong>in</strong> <strong>de</strong> Veenkoloniën voldoen<strong>de</strong> nieuwe pioniers te hebben die<br />

bereid en <strong>in</strong> staat zijn om <strong>in</strong> te spelen op <strong>de</strong> behoeften aan nieuwe gewassen en nieuwe teeltmetho<strong>de</strong>n.<br />

In feite zijn er twee toekomstscenario’s. De eerste is een ver<strong>de</strong>re cont<strong>in</strong>uer<strong>in</strong>g van <strong>de</strong> huidige grootschalige<br />

landbouw, met zetmeelaardappelen, suikerbieten, granen en melkveehou<strong>de</strong>rij. Dit is <strong>de</strong> makkelijkste weg<br />

maar brengt ook een groot risico met zich mee. Het is niet uitgesloten dat een of meer van <strong>de</strong>ze activiteiten<br />

toch ten on<strong>de</strong>r gaat bij ver<strong>de</strong>re liberaliser<strong>in</strong>g van <strong>de</strong> wereldhan<strong>de</strong>l. Dit scenario zal er bovendien toe lei<strong>de</strong>n<br />

dat <strong>de</strong> agrarische diversificatie -die nu weliswaar marg<strong>in</strong>aal maar nog wel aanwezig is <strong>in</strong> <strong>de</strong> Veenkoloniën -<br />

steeds kle<strong>in</strong>er zal wor<strong>de</strong>n, bij gebrek aan vers bloed. Het twee<strong>de</strong> scenario is dat nu zwaar wordt <strong>in</strong>gezet op<br />

een breed pallet van hoogwaardige (nieuwe) teelten, zodat <strong>de</strong> boeren <strong>in</strong> <strong>de</strong> Veenkoloniën <strong>de</strong> mogelijkheid<br />

hebben om <strong>de</strong>ze an<strong>de</strong>re teelten die veel risico’s bevatten, te comb<strong>in</strong>eren met bestaan<strong>de</strong> teelten die nu nog<br />

een vrij stabiel afzet- en prijsverloop kennen (en straks wellicht veel m<strong>in</strong><strong>de</strong>r).<br />

Wat is er nodig om dit twee<strong>de</strong> scenario – veel moeilijker dan het eerste, maar met meer perspectief voor <strong>de</strong><br />

lange termijn – voldoen<strong>de</strong> kans van slagen te geven?<br />

Ten eerste wil ik pleiten voor <strong>de</strong> opricht<strong>in</strong>g van een soort forum waarop <strong>de</strong> huidige pioniers elkaar makkelijk<br />

kunnen ontmoeten, hun ervar<strong>in</strong>gen kunnen uitwisselen, zich kunnen bun<strong>de</strong>len om sterker te staan<br />

tegenover han<strong>de</strong>laren uit West-Ne<strong>de</strong>rland etc.<br />

Ten twee<strong>de</strong> zou <strong>de</strong> re<strong>de</strong>lijk oppervlakkige <strong>in</strong>ventarisatie die ik nu heb uitgevoerd, na<strong>de</strong>r geconcretiseerd<br />

moeten wor<strong>de</strong>n: wie is waar mee bezig, wat zijn <strong>de</strong> toekomstplannen en ambities, en welke h<strong>in</strong><strong>de</strong>rnissen<br />

moeten wor<strong>de</strong>n opgeruimd om <strong>de</strong>ze te kunnen verwezenlijken.


Pag<strong>in</strong>a 16 van 28<br />

Ten <strong>de</strong>r<strong>de</strong> zou ook <strong>de</strong> situatie aan <strong>de</strong> an<strong>de</strong>re kant van <strong>de</strong> grens <strong>in</strong> kaart gebracht moeten wor<strong>de</strong>n.<br />

Opvallend is dat bijna ie<strong>de</strong>reen vooral naar <strong>de</strong> ontwikkel<strong>in</strong>gen <strong>in</strong> het Westen kijkt en als het ware met <strong>de</strong> rug<br />

naar <strong>de</strong> Oosterburen staat. Terwijl daar een enorm afzetgebied ligt, zoals <strong>de</strong> han<strong>de</strong>laren <strong>in</strong> het Westen heel<br />

goed weten, maar ook een grotere diversiteit qua kennis<strong>in</strong>frastructuur, zeker op het gebied van medic<strong>in</strong>ale<br />

(toepass<strong>in</strong>gen van) planten. Bovendien maakt ook <strong>in</strong> Duitsland <strong>de</strong> landbouw een transformatieproces door,<br />

en ontstaan er nieuwe mogelijkhe<strong>de</strong>n voor grensoverschrij<strong>de</strong>n<strong>de</strong> specialisatie. Historisch gezien is er ook<br />

alle re<strong>de</strong>n om weer opnieuw <strong>de</strong> blik naar het Oosten te richten. Maar ook met het oog op <strong>de</strong> toekomst biedt<br />

het perspectief om zich te richten aan <strong>de</strong> an<strong>de</strong>re kant van <strong>de</strong> grens. Zo is om allerlei re<strong>de</strong>nen te verwachten<br />

dat <strong>de</strong> hoogtijdagen van <strong>de</strong> Zuid-Amerikaanse soja als belangrijkste <strong>in</strong>grediënt van het veevoer voor <strong>de</strong><br />

<strong>in</strong>tensieve veehou<strong>de</strong>rij <strong>de</strong>f<strong>in</strong>itief voorbij zijn. Dit betekent dat er behoefte ontstaat aan veevoergewassen die<br />

dicht bij <strong>de</strong> afzetmarkt wor<strong>de</strong>n geteeld. De Veenkoloniën heeft <strong>in</strong> dit opzicht een centrale ligg<strong>in</strong>g, tussen<br />

twee gebie<strong>de</strong>n met relatief veel <strong>in</strong>tensieve veehou<strong>de</strong>rij: Overijssel en Gel<strong>de</strong>rland, en Ne<strong>de</strong>rsaksen waar<br />

ruim <strong>de</strong> helft van <strong>de</strong> Duitse kippen en ongeveer een <strong>de</strong>r<strong>de</strong> van <strong>de</strong> Duitse varkens zijn on<strong>de</strong>rgebracht.<br />

Ten vier<strong>de</strong> moet wor<strong>de</strong>n nagedacht over het creëren van een soort kweekvijver voor nieuwe pioniers.<br />

AOC Terra kan hier<strong>in</strong> een belangrijke rol spelen, maar dat is niet <strong>de</strong> enige partij. Zowel het imago van <strong>de</strong><br />

Veenkoloniën als van landbouw/groene v<strong>in</strong>gers moeten aanzienlijk wor<strong>de</strong>n verhoogd om een <strong>de</strong>el van <strong>de</strong><br />

nieuwe generatie enthousiast te maken voor nieuwe teelten <strong>in</strong> <strong>de</strong> Veenkoloniën. De komst van een<br />

gerenommeerd bedrijf uit het Westen kan <strong>in</strong> dit opzicht een impuls geven. Maar ook hobbykwekers kunnen<br />

een belangrijke rol spelen, zoals het succes van <strong>de</strong> Ne<strong>de</strong>rlandse pootaardappel heeft laten zien.<br />

Tot slot: <strong>in</strong>novaties zijn een kwestie van een lange a<strong>de</strong>m, en mislukk<strong>in</strong>gen op <strong>de</strong> koop toe nemen. Dit<br />

betekent dat <strong>de</strong> partijpolitiek op afstand geplaatst moet wor<strong>de</strong>n, maar ook dat er een vorm van<br />

kredietverlen<strong>in</strong>g moet komen die op <strong>de</strong> lange termijn is gericht en waarbij <strong>de</strong> verliezen van <strong>de</strong> zeg 90%<br />

mislukk<strong>in</strong>gen kan wor<strong>de</strong>n gecompenseerd door <strong>de</strong> w<strong>in</strong>sten van <strong>de</strong> 10% successen. Het is zeer <strong>de</strong> vraag of<br />

<strong>de</strong>ze vorm van venture capital ‘spontaan’ vanuit <strong>de</strong> particuliere sector beschikbaar komt, zodat hier een taak<br />

voor <strong>de</strong> overheid lijkt te liggen. Benadrukt moet wor<strong>de</strong>n dat <strong>de</strong> f<strong>in</strong>anciële on<strong>de</strong>rsteun<strong>in</strong>g niet teveel gericht<br />

moet wor<strong>de</strong>n op subsidies, want dat is teveel korte termijn gericht en geeft vaak <strong>de</strong> verkeer<strong>de</strong> prikkels, maar<br />

op kredietverlen<strong>in</strong>g die goedkoper is, meer op lange termijn gericht en m<strong>in</strong><strong>de</strong>r afhankelijk van on<strong>de</strong>rpand,<br />

dan tot dusver wordt aangebo<strong>de</strong>n.


Bijlage 1<br />

Gesprekspartners<br />

Naam Organisatie Functie<br />

Adri Akkerman DLV Plant Senior Adviseur Boomteelt<br />

Jan Boer, <strong>de</strong> Vitis-Idaea On<strong>de</strong>rnemer <strong>in</strong> groene mogelijkhe<strong>de</strong>n<br />

Anneke Bouwers Gemeente Emmen beleidsadviseur Economie<br />

Jan Brouwer PPO Noordbroek Bedrijfslei<strong>de</strong>r<br />

Bertus Buizer Buizer Advies Adviseur en Projectmanager Organic Seeds<br />

Jan Deuten Gemeente Emmen Accountmanager<br />

Mark Elteren, van Teler<br />

Theo Elzenga Rijksuniversiteit Gron<strong>in</strong>gen Hoogleraar Plantfysiologie<br />

Wim Haan, <strong>de</strong> Add export Import Consultancy Eigenaar<br />

Oliver Kayser Rijksuniversiteit Gron<strong>in</strong>gen hoogleraar farmaceutische biologie<br />

Jaap Koot Owsiak Eigenaar<br />

Hans Kuper Agrifirm Adviseur<br />

Ben Lohues Teler<br />

Henk Jaap Meijer Emsland Group Abteilungsleiter F&E<br />

Marco M<strong>in</strong>nes GSE Me<strong>de</strong>-eigenaar<br />

Dirk Os<strong>in</strong>ga AOC-Friesland<br />

Henk Pleiter Arnica Kwekerij Eigenaar<br />

Henk Schipper Teler<br />

Chris-Thijs Staats Teler<br />

Peter Stolk Han<strong>de</strong>lsbedrijf Stolk Eigenaar<br />

Dirk Strijker Rijksuniversiteit Gron<strong>in</strong>gen Hoogleraar Plattelandsontwikkel<strong>in</strong>g<br />

Rick Vasen DLV Plant Adviseur<br />

Otto Vel<strong>de</strong>, te Teler<br />

Piet Verhulst DSD Gewasbescherm<strong>in</strong>g Adviseur<br />

Rob Verpoorte Universiteit Lei<strong>de</strong>n hoogleraar farmacognosie<br />

Klaas Wijnholds PPO Wagen<strong>in</strong>gen UR Specialist zetmeelaardappelen<br />

Romke Wustman PPO Wagen<strong>in</strong>gen UR Project manager<br />

Pag<strong>in</strong>a 17 van 28


Bijlage 2<br />

Belangrijkste literatuur<br />

Pag<strong>in</strong>a 18 van 28<br />

• DLG (2007) Landbouwkundige ontwikkel<strong>in</strong>gen en trends <strong>in</strong> <strong>de</strong> Veenkoloniën. On<strong>de</strong>rzoek en<br />

aanbevel<strong>in</strong>gen. Dienst Lan<strong>de</strong>lijk Gebied Gron<strong>in</strong>gen <strong>in</strong> opdracht van Directie Regionale Zaken<br />

Noord, M<strong>in</strong>isterie van LNV.<br />

• Jacobs, Dany, Patries Boekholt, en Walter Zegveld (1990), De economische kracht van Ne<strong>de</strong>rland,<br />

Den Haag: SMO.<br />

• Jacobs, Dany en Maureen Lankhuizen (2005), De sterke Ne<strong>de</strong>rlandse clusters volgens <strong>de</strong> Portermethodiek<br />

anno 2003, Rijksuniversiteit Gron<strong>in</strong>gen, <strong>in</strong> opdracht van het m<strong>in</strong>isterie van LNV.<br />

• LEI (2000), Verkenn<strong>in</strong>g bijzon<strong>de</strong>re <strong>in</strong>tensieve teelten, Landbouw-Economisch Instituut<br />

• Porter, Michael (1990), The Competitive Advantage of Nations, New York: Free Press.<br />

• Snij<strong>de</strong>rs, Hendrik, He<strong>in</strong> Vrolijk en Dany Jacobs (2007), De economische kracht van agrofood <strong>in</strong><br />

Ne<strong>de</strong>rland, Rijksuniversiteit Gron<strong>in</strong>gen, <strong>in</strong> opdracht van het m<strong>in</strong>isterie van LNV. (ook gepubliceerd<br />

door <strong>de</strong> Sticht<strong>in</strong>g Maatschappij en On<strong>de</strong>rnem<strong>in</strong>g)<br />

• Strijker, Dirk (2003), De Veenkolonien, verle<strong>de</strong>n tegenover toekomst, <strong>in</strong>: F.Boekema en J. van<br />

Brussel (2003), Theoretische en empirische aspecten van plattelandsvernieuw<strong>in</strong>g, Shaker,<br />

Maastricht<br />

• Vrolijk (2009), VERGANE GLORIE of NIEUW ELAN¬? De economische kracht van <strong>de</strong><br />

agribus<strong>in</strong>ess <strong>in</strong> Noord-Ne<strong>de</strong>rland, <strong>in</strong> het bijzon<strong>de</strong>r <strong>de</strong> prov<strong>in</strong>cie Gron<strong>in</strong>gen, <strong>in</strong> opdracht van <strong>de</strong><br />

prov<strong>in</strong>cie Gron<strong>in</strong>gen, maart 2009<br />

• Vrolijk (2009a), “De transformatie van <strong>de</strong> Ne<strong>de</strong>rlandse agrosector”, SPIL, 255 – 256 / 2009,<br />

nummer 1, pp. 22-26


Bijlage 3<br />

Saffraanbollen en narcissen<br />

Pag<strong>in</strong>a 19 van 28<br />

Saffraan is een duur specerij dat wordt gemaakt van <strong>de</strong> stempels uit <strong>de</strong> bloemen van <strong>de</strong> zogeheten<br />

saffraankrokussen, <strong>de</strong> Crocus sativus. De teelt en <strong>de</strong> verwerk<strong>in</strong>g v<strong>in</strong>dt plaats <strong>in</strong> Aziatische en Mediterrane<br />

lan<strong>de</strong>n, vooral <strong>in</strong> Iran en Afghanistan. De bloemen wor<strong>de</strong>n, meestal door vrouwen, handmatig geoogst en<br />

ontdaan van hun stempels. Deze stempels zijn na het drogen en schonen het uite<strong>in</strong><strong>de</strong>lijke product.<br />

Al eeuwenlang wordt bij <strong>de</strong>ze teelt m<strong>in</strong> of meer hetzelf<strong>de</strong> patroon gevolgd: na ongeveer zeven jaar<br />

bloemproductie wor<strong>de</strong>n <strong>de</strong> bollen opgerooid en opnieuw geplant op een nieuw of soms hetzelf<strong>de</strong> perceel.<br />

Dit materiaal is kle<strong>in</strong> van maat, niet erg sterk, en geeft een betrekkelijk lage opbrengst. Is het droge<br />

landklimaat <strong>in</strong> die lan<strong>de</strong>n uitermate geschikt voor <strong>de</strong> bloemproductie, dat geldt veel m<strong>in</strong><strong>de</strong>r voor <strong>de</strong><br />

productie van het uitgangsmateriaal. Bovendien ontbreekt het <strong>in</strong> het algemeen aan goe<strong>de</strong> bemest<strong>in</strong>g,<br />

irrigatie, ziektebestrijd<strong>in</strong>g etc. Wordt het uitgangsmateriaal <strong>in</strong> Ne<strong>de</strong>rland geproduceerd, dan blijkt dat<br />

ongeveer een verdrievoudig<strong>in</strong>g van <strong>de</strong> opbrengst te geven.<br />

Er zijn met an<strong>de</strong>re woor<strong>de</strong>n voor bei<strong>de</strong> partijen mogelijkhe<strong>de</strong>n om te profiteren van <strong>in</strong>ternationale<br />

arbeidsver<strong>de</strong>l<strong>in</strong>g. De eerste fase van <strong>de</strong> keten, het kweken en vermeer<strong>de</strong>ren van uitgangsmateriaal, kan<br />

het beste <strong>in</strong> Ne<strong>de</strong>rland plaatsv<strong>in</strong><strong>de</strong>n omdat we hier over <strong>de</strong> kennis en <strong>in</strong>frastructuur beschikken om het<br />

uitgangsmateriaal on<strong>de</strong>r gecontroleer<strong>de</strong> omstandighe<strong>de</strong>n op te kweken, terwijl <strong>de</strong> traditionele teeltgebie<strong>de</strong>n<br />

een overvloed hebben aan goedkope arbeidskrachten en gron<strong>de</strong>n plus een droog landklimaat, die nodig zijn<br />

voor <strong>de</strong> volgen<strong>de</strong> stappen <strong>in</strong> <strong>de</strong> keten .<br />

Een van <strong>de</strong> Ne<strong>de</strong>rlandse bedrijven die probeert <strong>in</strong> te spelen op <strong>de</strong>ze <strong>in</strong>ternationale arbeidsver<strong>de</strong>l<strong>in</strong>g is GSE,<br />

<strong>de</strong> afkort<strong>in</strong>g voor Grow<strong>in</strong>g Sales Exchange BV. Dit bedrijf uit Den Hel<strong>de</strong>r is <strong>in</strong> Ne<strong>de</strong>rland <strong>de</strong> grootste<br />

exporteur van saffraanbollen. De activiteiten van GSE zijn niet alleen han<strong>de</strong>l maar ook het opzetten van<br />

teeltprojecten <strong>in</strong> diverse lan<strong>de</strong>n, zoals Spanje Roemenie, Portugal, Iran, Marokko. En <strong>in</strong> Afghanistan waar<br />

GSE circa 30 hectare sativusbollen heeft aangeplant, waarbij het uitgangsmateriaal <strong>de</strong>els uit Ne<strong>de</strong>rland<br />

afkomstig was.<br />

Het bedrijf Owsiak, van Cees en Jaap Koot uit Castricum, is waarschijnlijk het eerste Ne<strong>de</strong>rlandse bedrijf<br />

dat uitgangsmateriaal voor <strong>de</strong> saffraanteelt is gaan telen, vanaf het beg<strong>in</strong> van <strong>de</strong> jaren ´90.<br />

In Noord-Ne<strong>de</strong>rland is <strong>de</strong> teelt ongeveer vier jaar gele<strong>de</strong>n begonnen. Een van <strong>de</strong> Noor<strong>de</strong>lijke pioniers op dit<br />

gebied is <strong>de</strong> maatschap van Henk Schipper en Lizanne Elberse uit Nieuw Bu<strong>in</strong>en. Ongeveer gelijkertijd<br />

heeft <strong>de</strong> Sticht<strong>in</strong>g Tu<strong>in</strong>bouwproject Friesland, met vestig<strong>in</strong>gen <strong>in</strong> Oosternijkerk en Kruisweg (Gr), met<br />

f<strong>in</strong>anciële on<strong>de</strong>rsteun<strong>in</strong>g van het SNN (Samenwerk<strong>in</strong>gsverband Noord Ne<strong>de</strong>rland), een start gemaakt met<br />

<strong>de</strong> productie van uitgangsmateriaal (ongeveer 1 hectare). Deze Sticht<strong>in</strong>g wil zich ontwikkelen tot een<br />

kenniscentrum voor <strong>de</strong> saffraanbollen en is, met steun van <strong>de</strong> Prov<strong>in</strong>cie Gron<strong>in</strong>gen, een vervolgproject<br />

begonnen met momenteel vier telers uit Gron<strong>in</strong>gen en Drenthe . Deze telers zullen voor eigen reken<strong>in</strong>g en<br />

risico <strong>de</strong> teelt van uitgangsmateriaal voortzetten, waarbij wordt gedacht aan een uitbreid<strong>in</strong>g <strong>in</strong> <strong>de</strong> komen<strong>de</strong><br />

jaren naar 10 tot 15 hectare. Naast kennisuitwissel<strong>in</strong>g en -vermeer<strong>de</strong>r<strong>in</strong>g wor<strong>de</strong>n met voorlicht<strong>in</strong>g en<br />

publiciteit nieuwe telers geworven.<br />

Zowel <strong>in</strong> <strong>de</strong> Veenkoloniën als op <strong>de</strong> zavelgron<strong>de</strong>n <strong>in</strong> <strong>de</strong> kuststrook van Gron<strong>in</strong>gen en Friesland is <strong>de</strong> grond<br />

uitermate geschikt voor <strong>de</strong> teelt van dit uitgangsmateriaal. Op kleigrond zijn meestal <strong>de</strong> opbrengsten wat<br />

m<strong>in</strong><strong>de</strong>r en is <strong>de</strong> teelt wat moeilijker, zo leren <strong>de</strong> ervar<strong>in</strong>gen tot dusver.<br />

Bovendien kan <strong>de</strong>ze teelt meestal heel goed <strong>in</strong> het bouwplan wor<strong>de</strong>n <strong>in</strong>gepast. De saffraan krokus is<br />

namelijk een herfstbloeien<strong>de</strong> krokus, terwijl an<strong>de</strong>re krokussen voorjaarsbloeiend zijn. Ook <strong>de</strong> comb<strong>in</strong>atie<br />

met tulpen of pootaardappelen is heel goed mogelijk .


Pag<strong>in</strong>a 20 van 28<br />

Voor <strong>de</strong> teelt van saffraankrokussen is het nuttig om ervar<strong>in</strong>g te hebben met an<strong>de</strong>re bollen, maar niet perse<br />

noodzakelijk. Het grote voor<strong>de</strong>el is dat <strong>de</strong> benodig<strong>de</strong> apparatuur, bijv, voor <strong>de</strong> behan<strong>de</strong>l<strong>in</strong>g tegen <strong>de</strong><br />

krokusaal, dan al aanwezig is. Bedrijven die op contractbasis bijv. lelies telen, missen het<br />

schuurverwerk<strong>in</strong>gs<strong>de</strong>el.<br />

Wat <strong>in</strong> ie<strong>de</strong>r geval nodig is, is een f<strong>in</strong>anciële reserve en een lange-termijn <strong>in</strong>stell<strong>in</strong>g. Het uitgangsmateriaal<br />

is relatief duur en tot dusver <strong>in</strong> slechts kle<strong>in</strong>e hoeveelhe<strong>de</strong>n te krijgen. Een kilogram plantgoed van krokus<br />

levert gemid<strong>de</strong>ld 2,3 kilogram krokussen op, zodat het enige tijd duurt voor er fl<strong>in</strong>k wat aanplant aanwezig<br />

is.<br />

Saffraan is het meest bekend als kleurstof en/of smaakmaker voor voed<strong>in</strong>gmid<strong>de</strong>len on<strong>de</strong>r an<strong>de</strong>re paella,<br />

rijst en thee etc, maar het wordt ook als gebruikt als kleurstof voor textiel en leer verwerk<strong>in</strong>g. Bovendien<br />

heeft <strong>de</strong> stof belangrijke farmaceutische toepass<strong>in</strong>gen. Zowel voor regulier als biologisch geteel<strong>de</strong> saffraan<br />

krokus is er marktpotentieel.<br />

De han<strong>de</strong>l <strong>in</strong> saffraan ligt traditioneel vooral <strong>in</strong> Spanje, maar ook India en Iran zijn belangrijke spelers op<br />

<strong>de</strong>ze markt. Voor het uitgangsmateriaal zijn er met name exportkansen richt<strong>in</strong>g Spanje, Portugal,<br />

Roemenië, India, Afghanistan en Iran. De vraag naar hoogwaardig uitgangsmateriaal is <strong>in</strong> potentie erg hoog<br />

gezien <strong>de</strong> opbrengstverhog<strong>in</strong>g die daarmee kan wor<strong>de</strong>n gerealiseerd, en <strong>de</strong> nog steeds stijgen<strong>de</strong> vraag<br />

naar het e<strong>in</strong>dproduct. Maar <strong>de</strong> vraag naar hoogwaardig en duur uitgangsmateriaal is meestal niet erg<br />

koopkrachtig en goed georganiseerd, omdat zij afkomstig is van een heel groot aantal kle<strong>in</strong>e en arme telers.<br />

Zo kan betwijfeld wor<strong>de</strong>n of <strong>de</strong> afzet naar Afghanistan ook zon<strong>de</strong>r subsidie en an<strong>de</strong>re vormen van<br />

on<strong>de</strong>rsteun<strong>in</strong>g zou hebben plaatsgevon<strong>de</strong>n.<br />

Bovendien is <strong>de</strong> markt nogal ondoorzichtig. Vaak is niet dui<strong>de</strong>lijk wanneer er vraag ontstaat, voor hoeveel<br />

en tegen welke prijs. Kortom, <strong>de</strong> vraag is niet erg duurzaam en stabiel. In Ne<strong>de</strong>rland is er eigenlijk maar 1<br />

speler waarmee een lange-termijn relatie opgebouwd kan wor<strong>de</strong>n, GSE. Deze vorm van kwetsbaarheid kan<br />

vooral een probleem wor<strong>de</strong>n als an<strong>de</strong>re lan<strong>de</strong>n ook hoogwaardig uitgangsmateriaal gaan leveren en daarbij<br />

wèl over een uitgebreid en stabiel han<strong>de</strong>lsnetwerk kunnen beschikken. Hoe groot dit gevaar is, is nog niet<br />

dui<strong>de</strong>lijk.<br />

Narcissen<br />

Narcissen blijken het alkaloï<strong>de</strong> galantham<strong>in</strong>e te bevatten, een stof voor een acetylchol<strong>in</strong>e-esteraseremmer<br />

die <strong>de</strong> symptomen van <strong>de</strong> ziekte van Alzheimer bestrijdt. Dit werd ont<strong>de</strong>kt door het Belgische bedrijf<br />

Janssen Pharmaceutica, on<strong>de</strong>r<strong>de</strong>el van het pharmaceutische bedrijf Johnson & Johnson, dat ook an<strong>de</strong>re<br />

mid<strong>de</strong>len tegen Alzheimer en vergelijkbare vormen van <strong>de</strong>mentie <strong>in</strong> haar pakket heeft (zoals het medicijn<br />

Rem<strong>in</strong>yl).<br />

De activiteiten van Janssen Pharmaceutica op dit gebied kwamen aan het licht toen halverwege <strong>de</strong> jaren<br />

´90 <strong>in</strong> Engeland plotsel<strong>in</strong>g grote hoeveelhe<strong>de</strong>n narcissenbollen wer<strong>de</strong>n opgekocht, ten behoeve van <strong>de</strong><br />

kl<strong>in</strong>ische proeven om <strong>de</strong>ze stof te testen en te registreren (wat <strong>in</strong>mid<strong>de</strong>ls is gebeurd).<br />

Naar aanleid<strong>in</strong>g hiervan hebben enkele bollentelers en prof. Rob Verpoorte van <strong>de</strong> Universiteit Lei<strong>de</strong>n het<br />

bedrijf Holland Biodiversity (HBD) opgericht, met als directeur, en tot dusver enige me<strong>de</strong>werker, Jos<br />

Zuidgeest die ooit een weefselkweekbedrijf had. Een haalbaarheidsstudie door dit bedrijf toon<strong>de</strong> aan dat er<br />

<strong>in</strong> tal van bolgewassen stoffen te v<strong>in</strong><strong>de</strong>n zijn met <strong>in</strong>teressante biologische werkzaamheid. In het verleng<strong>de</strong><br />

hiervan is er door <strong>de</strong> Prov<strong>in</strong>cie Zuid-Holland en <strong>de</strong> Universiteit Lei<strong>de</strong>n een Kenniscentrum Inhoudsstoffen<br />

opgericht (vanaf 1 januari <strong>2010</strong>), passend <strong>in</strong> <strong>de</strong> ka<strong>de</strong>r van <strong>de</strong> Greenport en het programma Flowers and<br />

Food van het Innovatieplatform.<br />

In <strong>de</strong> perio<strong>de</strong> 2006-2007 is door het HBD en <strong>de</strong> St. Tu<strong>in</strong>bouwproject Friesland on<strong>de</strong>rzocht wat specifiek<br />

voor Noord-Ne<strong>de</strong>rland <strong>de</strong> teelttechnische mogelijkhe<strong>de</strong>n van narcissen ten behoeve van Galantham<strong>in</strong>e zijn.<br />

Van <strong>de</strong> vier telers die bij het on<strong>de</strong>rzoek waren betrokken kwam er een uit <strong>de</strong> 2e Exlooermond (dalgrond) en<br />

een uit Vled<strong>de</strong>r (<strong>de</strong>kzand). De resultaten waren <strong>in</strong> het algemeen positief, vooral voor <strong>de</strong> Veenkoloniën..<br />

Tevens bleek uit het on<strong>de</strong>rzoek dat door gerichte teeltmaatregelen het gehalte galantham<strong>in</strong>e verhoogd kan<br />

wor<strong>de</strong>n.


Pag<strong>in</strong>a 21 van 28<br />

Tegelijkertijd is HBD samen met een Tsjechisch bedrijf bezig (geweest) met het <strong>in</strong> kaart brengen van een<br />

productiesysteem voor <strong>de</strong> extractie van galantham<strong>in</strong>e. Het patent op die stof verloopt namelijk <strong>in</strong> <strong>2010</strong>, en<br />

generieke productie wordt daardoor aantrekkelijk.<br />

Voorzover bekend zijn er <strong>in</strong> Ne<strong>de</strong>rland naast HBD geen an<strong>de</strong>re partijen bezig met <strong>de</strong> teelt of extractie van<br />

galantham<strong>in</strong>e. In die z<strong>in</strong> is er een overeenkomst met saffraankrokussen waar eigenlijk ook maar 1 speler <strong>in</strong><br />

<strong>de</strong> gehele keten actief is. Ver<strong>de</strong>r ziet het er naar uit dat <strong>de</strong> teelt van narcissen re<strong>de</strong>lijk grootschalig moet zijn<br />

om voldoen<strong>de</strong> galantham<strong>in</strong>e te kunnen produceren. Het is <strong>de</strong>rhalve <strong>de</strong> vraag of <strong>de</strong> Veenkoloniën - <strong>in</strong><br />

<strong>in</strong>ternationaal opzicht - niet te hoge grondprijzen heeft om voor <strong>de</strong>ze teelt <strong>in</strong> aanmerk<strong>in</strong>g te komen.<br />

Aan <strong>de</strong> an<strong>de</strong>re kant biedt Ne<strong>de</strong>rland meer mogelijkhe<strong>de</strong>n om on<strong>de</strong>r gecontroleer<strong>de</strong> omstandighe<strong>de</strong>n te<br />

telen. Juist bij farmaceutische toepass<strong>in</strong>gen is het van groot belang dat alle stappen van het<br />

productieproces gecontroleerd verlopen. Als dat betekent dat <strong>de</strong> teelt bij voorkeur <strong>in</strong> Ne<strong>de</strong>rland moet<br />

plaatsv<strong>in</strong><strong>de</strong>n, dan heeft het Veenkoloniale gebied betere papieren dan West Ne<strong>de</strong>rland, gezien <strong>de</strong> hogere<br />

grondprijzen en <strong>de</strong> beperkte beschikbaarheid van voldoen<strong>de</strong> geschikte gron<strong>de</strong>n aldaar.


Bijlage 4<br />

Belangrijkste ontwikkel<strong>in</strong>gen 1990-2005<br />

Pag<strong>in</strong>a 22 van 28<br />

Bron: Landbouwkundige ontwikkel<strong>in</strong>gen en trends <strong>in</strong> <strong>de</strong> Veenkoloniën. On<strong>de</strong>rzoek en aanbevel<strong>in</strong>gen.<br />

November 2007. Dienst Lan<strong>de</strong>lijk Gebied Gron<strong>in</strong>gen <strong>in</strong> opdracht van Directie Regionale Zaken Noord,<br />

M<strong>in</strong>isterie van LNV.<br />

• De afname van het areaal cultuurgrond (ongeveer 80% akkerbouw) is <strong>in</strong> bei<strong>de</strong> Veenkoloniale<br />

gebie<strong>de</strong>n dui<strong>de</strong>lijk groter dan <strong>in</strong> an<strong>de</strong>re akkerbouwgebie<strong>de</strong>n.<br />

- Gron<strong>in</strong>gen: -10%<br />

- Drenthe: -8%<br />

• Er heeft een afname plaatsgevon<strong>de</strong>n van het aantal bedrijven door een sterke toename van <strong>de</strong><br />

gemid<strong>de</strong>l<strong>de</strong> bedrijfsgrootte. De Veenkoloniale gebie<strong>de</strong>n hebben wat dat betreft een <strong>in</strong>haalslag<br />

gemaakt ten opzichte van an<strong>de</strong>re akkerbouwgebie<strong>de</strong>n. An<strong>de</strong>re gebie<strong>de</strong>n hebben over het<br />

algemeen hoger sal<strong>de</strong>ren<strong>de</strong> gewassen en daarom voor het zelf<strong>de</strong> ren<strong>de</strong>ment m<strong>in</strong><strong>de</strong>r<br />

grondoppervlakte nodig.<br />

• aardappelzetmeelteelt. Tot 2001 neemt <strong>de</strong> omvang van het areaal af, daarna ommekeer maar <strong>in</strong><br />

2005 is geen sprake meer van groei. Hogere productie per hectare (betere rassen, scherper<br />

plannen en aardappelen bijkopen of –huren van buurman)<br />

• Areaal bieten : afgenomen (suikeropbrengsten per hectare zijn gestegen)<br />

• Granen: nemen langzaam toe<br />

• Teelt consumptie- en pootaardappelen (heel kle<strong>in</strong> ge<strong>de</strong>elte van totale aardappel areaal) tussen<br />

1997 en 2000 tij<strong>de</strong>lijk sterk <strong>in</strong> areaal vergroot, ver<strong>de</strong>r afgenomen.<br />

• Tu<strong>in</strong>bouw open grond sterke toename beg<strong>in</strong> jaren 80, sterke dal<strong>in</strong>g tot 1988, herstel tot 1994,<br />

daarna weer afname tot 2005<br />

• Van 1996 tot 2003 tij<strong>de</strong>lijk aanzienlijk areaal hennep <strong>in</strong> Veenkoloniën.<br />

• Gestage opmars lelies 1984-1993. Daarna jaarlijkse fluctuaties, maar opwaartse trend. Na 2003<br />

scherpe dal<strong>in</strong>g.<br />

• Koolzaad, we<strong>in</strong>ig ontwikkel<strong>in</strong>gen van 2000-2005<br />

• Energiemaïs, we<strong>in</strong>ig over te zeggen. Leek eerst gestegen. Na 2005 eer<strong>de</strong>r stabiel tot afnemend<br />

• Gras- en maïsland, melkquota: tot 1985 <strong>in</strong> Noord-Ne<strong>de</strong>rland verschuiv<strong>in</strong>g van bouwland naar grasen<br />

maïsland (door groeien<strong>de</strong> melkveestapel), daarna neemt <strong>de</strong> behoefte aan land voor<br />

voe<strong>de</strong>rgewassen af, vanaf 1990 groeit het areaal voe<strong>de</strong>rgewassen langzaam (door toename<br />

melkquotum vanaf 1995).<br />

Veenkoloniën 2005: 25% van <strong>de</strong> cultuurgrond <strong>in</strong> gebruik voor voe<strong>de</strong>rw<strong>in</strong>n<strong>in</strong>g voor <strong>de</strong> veehou<strong>de</strong>rij.<br />

S<strong>in</strong>ds 1995 is per saldo het areaal gras- en maïsland toegenomen (per gemeente grote<br />

verschillen). Vanaf 1995 is melkquotum <strong>in</strong> Veenkoloniën substantieel gestegen.<br />

Vanaf 2003 pilot <strong>in</strong>plaats<strong>in</strong>g melkveehou<strong>de</strong>rij <strong>in</strong> <strong>de</strong> Veenkoloniën.


Bijlage 5<br />

Afsluiten<strong>de</strong> bijeenkomst 10 <strong>de</strong>cember 2009<br />

Pag<strong>in</strong>a 23 van 28<br />

Programma voor 10 <strong>de</strong>cember 2009<br />

18.00 Welkom door He<strong>in</strong> Hilari<strong>de</strong>s, <strong>in</strong>terim programmamanager Agenda voor <strong>de</strong> Veenkoloniën<br />

18.05 Korte <strong>in</strong>leid<strong>in</strong>g over achtergrond van het project<br />

18.15 Maaltijd<br />

Tij<strong>de</strong>ns het eten een korte presentatie over ‘<strong>Pionieren</strong> <strong>in</strong> <strong>de</strong> proeftu<strong>in</strong>’ door He<strong>in</strong> Vrolijk<br />

19.00 Korte toelicht<strong>in</strong>g t.a.v. doel en opzet van <strong>de</strong> bijeenkomst<br />

19.10 Gespreksron<strong>de</strong> 1: Kennismaken en Verkennen<br />

Wie is waar mee bezig? Wat zijn belangrijke leerervar<strong>in</strong>gen? Welke thema’s, die hieron<strong>de</strong>r wor<strong>de</strong>n<br />

genoemd (en an<strong>de</strong>re), zijn <strong>in</strong>teressant en relevant? Op welke eer<strong>de</strong>re en an<strong>de</strong>re <strong>in</strong>itiatieven, b<strong>in</strong>nen en<br />

buiten <strong>de</strong> Veenkoloniën, kunnen we voortbouwen?<br />

20.00 Presentatie door Albert Dun over vezelhennepteelt <strong>in</strong> <strong>de</strong> Veenkoloniën<br />

20.20 Uitslag van <strong>de</strong> korte enquête<br />

20.30 Gespreksron<strong>de</strong> 2: Selecteren en Richten<br />

Welke thema’s en activiteiten hebben top prioriteit, en welke (voorlopig) niet? Welke mensen,<br />

groeper<strong>in</strong>gen, bedrijven en organisaties moeten daarbij wor<strong>de</strong>n betrokken, en hoe moeten we een en an<strong>de</strong>r<br />

organiseren?<br />

21.15 Terugkoppel<strong>in</strong>g en afspraken over vervolg<br />

21.30 Afsluit<strong>in</strong>g & Borrel


Enkele gesprekspunten<br />

Dit zijn slechts enkele handreik<strong>in</strong>gen voor het gesprek. Uite<strong>in</strong><strong>de</strong>lijk gaat het erom wat jullie aan <strong>de</strong> or<strong>de</strong><br />

willen stellen. Want nieuwe <strong>in</strong>itiatieven kunnen alleen van <strong>de</strong> grond komen en gaan groeien, als jullie<br />

als agrarische on<strong>de</strong>rnemers daar brood <strong>in</strong> zien en ‘hun tan<strong>de</strong>n <strong>in</strong> willen zetten’. Niet per se alle boeren<br />

en tu<strong>in</strong><strong>de</strong>rs (want alles beg<strong>in</strong>t kle<strong>in</strong>) maar wel voldoen<strong>de</strong> <strong>in</strong> aantal en kwaliteit om er echt iets van te<br />

maken.<br />

In <strong>de</strong> eerste gespreksron<strong>de</strong> wor<strong>de</strong>n <strong>de</strong> groepen zodanig samengesteld dat <strong>de</strong> verschei<strong>de</strong>nheid zo<br />

groot mogelijk is, terwijl <strong>in</strong> <strong>de</strong> twee<strong>de</strong> ron<strong>de</strong> juist <strong>de</strong> pioniers uit hetzelf<strong>de</strong> gebied of met <strong>de</strong>zelf<strong>de</strong><br />

teelten bij elkaar zitten.<br />

Gespreksron<strong>de</strong> 1: Kennismaken en Verkennen (tot 20.00 uur)<br />

• Een kennismak<strong>in</strong>gsrondje: persoonlijke situatie, welke teelten: nu en eer<strong>de</strong>r uitgeprobeerd,<br />

toekomstplannen.<br />

• Welke ervar<strong>in</strong>gen en aanleid<strong>in</strong>gen waren belangrijk om an<strong>de</strong>re teelten uit te proberen, en om<br />

er mee door te gaan? Welke an<strong>de</strong>re mensen en organisaties zijn van belang (geweest)?<br />

• Welke problemen en h<strong>in</strong><strong>de</strong>rnissen zijn jullie tegengekomen, en wat zijn mogelijkhe<strong>de</strong>n om<br />

daar creatief mee om te gaan?<br />

• Wat verwachten jullie van <strong>de</strong>ze bijeenkomst?<br />

• In hoeverre zijn sommige thema’s (zie ommezij<strong>de</strong>) persoonlijk relevant geweest, en <strong>in</strong> welk<br />

opzicht?<br />

• Op welke eer<strong>de</strong>re en an<strong>de</strong>re <strong>in</strong>itiatieven, b<strong>in</strong>nen en buiten <strong>de</strong> Veenkoloniën, zou<br />

voortgebouwd moeten wor<strong>de</strong>n, om vervolgactiviteiten voldoen<strong>de</strong> perspectief te geven?<br />

• Opmerk<strong>in</strong>gen over bepaal<strong>de</strong> on<strong>de</strong>r<strong>de</strong>len van het conceptrapport “<strong>Pionieren</strong> <strong>in</strong> <strong>de</strong> proeftu<strong>in</strong>”?<br />

Agenda voor <strong>de</strong> Veenkoloniën - CAB, Gron<strong>in</strong>gen<br />

24


Gespreksron<strong>de</strong> 2: Selecteren en Richten (tot 21.15 uur)<br />

• Korte uitwissel<strong>in</strong>g van <strong>de</strong> <strong>in</strong>formatie uit <strong>de</strong> eerste gespreksron<strong>de</strong>.<br />

• Wat kunnen we leren uit <strong>de</strong> ervar<strong>in</strong>gen met vezelhennep, en met an<strong>de</strong>re nieuwe gewassen?<br />

• Wat op <strong>de</strong> ene plek of bij <strong>de</strong> ene boer goed werkt, kan op een an<strong>de</strong>re plek of bij een an<strong>de</strong>re<br />

boeren toch mislukken – hoe om te gaan met specifieke verschillen en met verschei<strong>de</strong>nheid?<br />

• Welke thema’s en activiteiten hebben top prioriteit, en welke (voorlopig) niet?<br />

• Welke mensen, groeper<strong>in</strong>gen, bedrijven en organisaties moeten daarbij wor<strong>de</strong>n betrokken,<br />

en hoe moeten we een en an<strong>de</strong>r organiseren?<br />

• Concrete afspraken?<br />

• Input voor <strong>de</strong> terugkoppel<strong>in</strong>g: ……………<br />

THEMA’S<br />

A. Inspelen op <strong>de</strong> vraag. De meeste bedrijven op het gebied van an<strong>de</strong>re teelten zijn nog steeds<br />

<strong>in</strong> het Westen van Ne<strong>de</strong>rland gevestigd, waar ook <strong>de</strong> han<strong>de</strong>l zit. Maar het beschikbare areaal neemt<br />

daar af, en <strong>de</strong> ziekte- en <strong>in</strong>fectiedruk neemt toe. De Veenkoloniën kunnen voor die bedrijven een<br />

aantrekkelijk alternatief zijn. Hoe daarop <strong>in</strong> te spelen? Is contractteelt het enige alternatief, en heeft het<br />

vooral z<strong>in</strong> om als contracttelers meer gezamenlijk op te trekken? Is het nuttig om een soort marktdag te<br />

organiseren, met aan <strong>de</strong> ene kant boeren uit <strong>de</strong> Veenkoloniën (aanbod van teeltcapaciteit) en aan <strong>de</strong><br />

an<strong>de</strong>re kant <strong>de</strong> bedrijven die bepaal<strong>de</strong> producten willen verhan<strong>de</strong>len of die het telen van hun<br />

producten evt. willen uitbeste<strong>de</strong>n (vraag naar teeltcapaciteit)?<br />

B. De blik naar het Oosten. Tot dusver is men heel erg gericht op <strong>de</strong> ontwikkel<strong>in</strong>gen <strong>in</strong> <strong>de</strong> rest<br />

van Ne<strong>de</strong>rland, vooral op <strong>de</strong> han<strong>de</strong>l <strong>in</strong> het Westen. Maar aan <strong>de</strong> an<strong>de</strong>re kant van <strong>de</strong> grens zijn er ook<br />

allerlei ontwikkel<strong>in</strong>gen gaan<strong>de</strong> die voor boeren en tu<strong>in</strong><strong>de</strong>rs <strong>in</strong> <strong>de</strong> Veenkoloniën <strong>in</strong>teressant kunnen zijn.<br />

In hoeverre is er behoefte aan een bijeenkomst waarop bedrijven en kennis<strong>in</strong>stell<strong>in</strong>gen aan bei<strong>de</strong><br />

zij<strong>de</strong>n van <strong>de</strong> grens elkaar kunnen <strong>in</strong>formeren over activiteiten en expertise op het gebied van nieuwe<br />

teelten?<br />

C. Wie <strong>de</strong> jeugd heeft …… Hoe krijgen we voor elkaar dat over 10 tot 20 jaar er voldoen<strong>de</strong><br />

mensen zijn die op een of an<strong>de</strong>re manier hun boterham willen en kunnen verdienen met het<br />

ontwikkelen en exploiteren van nieuwe teelten? Is bedrijfsopvolg<strong>in</strong>g het enige probleem, of moet er<br />

meer gebeuren om een nieuwe generatie Pioniers van <strong>de</strong> Veenkoloniën te kweken? Is AOC Terra <strong>de</strong><br />

enige of belangrijkste speler bij <strong>de</strong>ze problematiek?<br />

D. On<strong>de</strong>rsteunen<strong>de</strong> kennis. Wat kunnen kennis<strong>in</strong>stell<strong>in</strong>gen doen om <strong>de</strong> (ver<strong>de</strong>re) ontwikkel<strong>in</strong>g<br />

van an<strong>de</strong>re teelten te bevor<strong>de</strong>ren? Aan welke kennis is behoefte (teelttechnisch, f<strong>in</strong>ancieel,<br />

organisatorisch), en hoe kan het proces van kennisuitwissel<strong>in</strong>g en –overdracht wor<strong>de</strong>n georganiseerd?<br />

Welke kennis<strong>in</strong>stell<strong>in</strong>gen komen <strong>in</strong> aanmerk<strong>in</strong>g, <strong>in</strong> Ne<strong>de</strong>rland of <strong>in</strong> Duitsland (zie 2)? In hoeverre is er<br />

behoefte aan studieclubs?<br />

E. Teelt van veevoe<strong>de</strong>rgewassen. Niet alleen door <strong>de</strong> <strong>in</strong>plaats<strong>in</strong>g van veehou<strong>de</strong>rs ontstaan<br />

nieuwe mogelijkhe<strong>de</strong>n voor <strong>de</strong>ze teelt. Ook het feit dat <strong>de</strong> gangbare import van soja uit vooral Zuid-<br />

Amerika op steeds meer problemen stuit, biedt nieuwe perspectieven voor eiwithou<strong>de</strong>n<strong>de</strong> gewassen <strong>in</strong><br />

<strong>de</strong> Veenkoloniën, zeker gezien <strong>de</strong> ligg<strong>in</strong>g t.o.v. <strong>de</strong> <strong>in</strong>tensieve veehou<strong>de</strong>rij <strong>in</strong> Overijssel en<br />

Nie<strong>de</strong>rsachsen. Wat moet er gebeuren om <strong>de</strong>ze mogelijkhe<strong>de</strong>n te verkennen en vervolgens te<br />

benutten?<br />

Agenda voor <strong>de</strong> Veenkoloniën - CAB, Gron<strong>in</strong>gen<br />

25


Aanmeld<strong>in</strong>gen voor <strong>de</strong> afsluiten<strong>de</strong> bijeenkomst op 10 <strong>de</strong>cember 2009 <strong>in</strong> Smeerl<strong>in</strong>g 1<br />

voornaam achternaam plaats belangrijkste gewas of activiteit<br />

He<strong>in</strong> Alt<strong>in</strong>g Jips<strong>in</strong>gboertange coöperatie biologische geitenhou<strong>de</strong>rij<br />

Harmannus Begeman Nieuwe Pekela cichorei<br />

Herald Beuker Klazienaveen groenteza<strong>de</strong>n<br />

Johan Blanke Ter Apel zetmeelaardappelen<br />

Mar<strong>in</strong>us Blauw Veendam lelies<br />

Bert Bru<strong>in</strong>s Ter Apel lelies, asperges<br />

Henk + Jan Deur<strong>in</strong>g Nieuw-Weerd<strong>in</strong>g lelies<br />

van Dijke Scheemda uitgangsmateriaal (Van Dijke Semo)<br />

Dill<strong>in</strong>gh Drouwenerveen asperge en blauwe bes<br />

H. Grol Tripscompagnie asperges<br />

H. Hartlief De Hoeve bevor<strong>de</strong>ren van <strong>de</strong> teelt van Cranberry<br />

Han Heij<strong>de</strong>n v.d. Vled<strong>de</strong>r cichorei<br />

Henko Klement Agrifirm-Meppel cichorei (Agrifirm)<br />

Edmond Kwanten Overschild wal- en hazelnoten<br />

Ard Lur<strong>in</strong>g Onstwed<strong>de</strong> o.a. saffraanbollen<br />

Arjan Mannetje, 't Bell<strong>in</strong>gwol<strong>de</strong> boomkwekerij<br />

Piet Ottens Ten Boer gewasbescherm<strong>in</strong>g (EcoProtecta)<br />

Ron Peters Erica proeftu<strong>in</strong><br />

A. Venhuizen Agrifirm-Meppel kennisontwikkel<strong>in</strong>g (Agrifirm)<br />

Ben Lohues Klazienaveen taxus, buxus<br />

Henk Schipper Nieuw Bu<strong>in</strong>en o.a. saffraan<br />

Johan Schuitema Musselkanaal gewasbescherm<strong>in</strong>g, zaaigoed<br />

Chris-Thijs Staats 2e Exlooermond o.a. tulpen,<br />

Otto Vel<strong>de</strong>, te Klazienaveen krui<strong>de</strong>n<br />

Piet Verhulst Dokkum gewasbescherm<strong>in</strong>g (DSD)<br />

Agenda voor <strong>de</strong> Veenkoloniën - CAB, Gron<strong>in</strong>gen<br />

1 Uitgenodigd waren alleen boeren en tu<strong>in</strong><strong>de</strong>rs die al enige tijd gewassen verbouwen die nieuw zijn voor<br />

<strong>de</strong> Veenkoloniën (<strong>de</strong> ‘pioniers’) plus enkele regionale bedrijven die op het terre<strong>in</strong> van <strong>de</strong> toelever<strong>in</strong>g<br />

opereren.<br />

26


CAB<br />

Mart<strong>in</strong>ikerkhof 30, 9712 JH Gron<strong>in</strong>gen<br />

T (050) 311 51 13<br />

E cab@cabgron<strong>in</strong>gen.nl<br />

I www.cabgron<strong>in</strong>gen.nl<br />

KvK 02060926<br />

BTW NL806242139

Hooray! Your file is uploaded and ready to be published.

Saved successfully!

Ooh no, something went wrong!