22.09.2013 Views

Uitwerkingen van de opgaven - Roel Hendriks

Uitwerkingen van de opgaven - Roel Hendriks

Uitwerkingen van de opgaven - Roel Hendriks

SHOW MORE
SHOW LESS

You also want an ePaper? Increase the reach of your titles

YUMPU automatically turns print PDFs into web optimized ePapers that Google loves.

<strong>Uitwerkingen</strong> § 1<br />

Opgave 1<br />

U 5,5 V<br />

R = = = 25 Ω<br />

I 0,22 A<br />

Opgave 2<br />

U 9,0 V<br />

I = = = 0,27 mA<br />

R 33 kΩ<br />

De letter k (= kilo = 1000) in <strong>de</strong> noemer wordt automatisch <strong>de</strong> letter m (= milli = 0,001) in <strong>de</strong><br />

uitkomst. Als je dit toepast, hoef je niet door 33000 te <strong>de</strong>len, maar slechts door 33.<br />

Opgave 3<br />

U = I ⋅ R = 1,3 mA ⋅ 4,7 kΩ = 6,1V<br />

Als je <strong>de</strong> letters m en k met elkaar vermenigvuldigt, komt er 1 uit. Je hoeft dus alleen maar 1,3 met<br />

4,7 te vermenigvuldigen.<br />

Opgave 4<br />

Blauw, grijs, oranje, goud<br />

Opgave 5<br />

Oranje, wit, bruin, goud<br />

Opgave 6<br />

22x10 2 Ω = 2200 Ω = 2,2 kΩ met een tolerantie <strong>van</strong> 5%.<br />

Opgave 7<br />

47x10 1 Ω = 470 Ω met een tolerantie <strong>van</strong> 5%.<br />

Opgave 8<br />

R = 82x10 3 Ω = 82 kΩ<br />

U 1,5 V<br />

I = = = 0,018 mA = 18 μA<br />

R 82 kΩ<br />

Dit spreek je uit als 18 microampère. Hierbij is <strong>de</strong> Griekse letter μ (mu) gelijk aan een miljoenste.<br />

Opgave 9<br />

De weerstan<strong>de</strong>n 270 Ω en 330 Ω.<br />

<strong>Uitwerkingen</strong> Elektronica, De kleurco<strong>de</strong> <strong>van</strong> weerstan<strong>de</strong>n, www.roelhendriks.eu<br />

1


<strong>Uitwerkingen</strong> § 2<br />

Opgave 1<br />

Ongeveer 0,5 V<br />

Opgave 2<br />

Doorlaatrichting<br />

Sperrichting<br />

Opgave 3<br />

Opgave 4<br />

a.<br />

PTC-weerstand (of kortweg PTC)<br />

b.<br />

Min<strong>de</strong>r fel. Als <strong>de</strong> PTC wordt verwarmd, stijgt zijn weerstand. De stroom zal daardoor afnemen en<br />

zal <strong>de</strong> lamp min<strong>de</strong>r fel gaan bran<strong>de</strong>n.<br />

Opgave 5<br />

S wordt geopend → L1 gaat uit → <strong>de</strong> LDR wordt niet meer beschenen → <strong>de</strong> weerstand <strong>van</strong> <strong>de</strong><br />

LDR neemt toe → <strong>de</strong> stroom in <strong>de</strong> rechter schakeling neemt af → L2 schijnt zwakker (of gaat uit).<br />

Opgave 6<br />

a.<br />

Als je <strong>de</strong> potmeter als variabele weerstand gebruikt, wordt <strong>de</strong> stroom in <strong>de</strong> stroomkring niet<br />

helemaal nul en gaat <strong>de</strong> lamp niet helemaal uit.<br />

b.<br />

Opgave 7<br />

a.<br />

Vlak na het aandoen wordt <strong>de</strong> NTC-weerstand warmer waardoor zijn weerstand afneemt. De<br />

stroom door <strong>de</strong> lamp wordt daardoor groter.<br />

b.<br />

Om <strong>de</strong> toename <strong>van</strong> <strong>de</strong> stroomsterkte tegen te gaan, moet <strong>de</strong> spanning lager wor<strong>de</strong>n. De schuif<br />

moet dus naar bene<strong>de</strong>n geschoven wor<strong>de</strong>n.<br />

<strong>Uitwerkingen</strong> Elektronica, Dio<strong>de</strong> en an<strong>de</strong>re bijzon<strong>de</strong>re weerstan<strong>de</strong>n, www.roelhendriks.eu<br />

2


Opgave 8<br />

a.<br />

ACEGHDFB<br />

b.<br />

BFEGHDCA<br />

c.<br />

I<br />

U<br />

=<br />

R<br />

6,0 − 0,7 − 0,7<br />

=<br />

=<br />

1,00 k<br />

4,6 mA<br />

<strong>Uitwerkingen</strong> Elektronica, Dio<strong>de</strong> en an<strong>de</strong>re bijzon<strong>de</strong>re weerstan<strong>de</strong>n, www.roelhendriks.eu<br />

3


<strong>Uitwerkingen</strong> § 3<br />

Opgave 1<br />

Een i<strong>de</strong>ale spanningsbron levert bij elke stroomsterkte <strong>de</strong>zelf<strong>de</strong> spanning.<br />

Opgave 2<br />

Een spanningsbron wordt belast als er een apparaat op is aangesloten en dus een stroom moet<br />

leveren.<br />

Opgave 3<br />

Een gestabiliseer<strong>de</strong> voeding levert bij elke stroomsterkte <strong>de</strong>zelf<strong>de</strong> spanning zolang <strong>de</strong>ze<br />

stroomsterkte niet te groot is.<br />

Opgave 4<br />

Als <strong>de</strong> batterij geen stroom levert (dus onbelast is).<br />

Opgave 5<br />

De microfoon hoeft geen stroom te leveren (hij levert alleen spanning).<br />

De luidspreker <strong>van</strong> 600 Ω<br />

Opgave 6<br />

a.<br />

15 V<br />

b.<br />

0,40 A<br />

c.<br />

U 15 V<br />

RI = = = 37,5 Ω<br />

I 0,40 A<br />

d.<br />

De klemspanning is <strong>de</strong> helft <strong>van</strong> <strong>de</strong> bronspanning.<br />

De belastingsweerstand RL is dan even groot als <strong>de</strong> inwendige weerstand: 37,5 Ω dus.<br />

Opgave 7<br />

a.<br />

Zie hiernaast.<br />

b.<br />

Zie hiernaast.<br />

c.<br />

4,8 V<br />

<strong>Uitwerkingen</strong> Elektronica, Spanningsbronnen, www.roelhendriks.eu<br />

4


Opgave 8<br />

a.<br />

10 kΩ<br />

U B =<br />

⋅16<br />

V = 8,0 V<br />

10 kΩ + 10 kΩ<br />

Twee parallelle weerstan<strong>de</strong>n <strong>van</strong> 10 kΩ hebben een ver<strong>van</strong>gingsweerstand <strong>van</strong> 5 kΩ.<br />

Dus RI = 5 kΩ.<br />

Als een spanningsbron met UB = 8,0 V en RI = 5 kΩ wordt belast met RL = 5 kΩ, is <strong>de</strong><br />

klemspanning <strong>de</strong> helft <strong>van</strong> <strong>de</strong> bronspanning. Deze is dus 4,0 V.<br />

<strong>Uitwerkingen</strong> Elektronica, Spanningsbronnen, www.roelhendriks.eu<br />

5


<strong>Uitwerkingen</strong> § 4<br />

Opgave 1<br />

Q<br />

I =<br />

t<br />

Opgave 2<br />

Ampère<br />

Opgave 3<br />

Q 12 C<br />

I = = = 4 A<br />

t 3s<br />

Opgave 4<br />

Q 10 C<br />

t = = = 25 s<br />

I 0,4 A<br />

Opgave 5<br />

Q = I ⋅t<br />

= 9,0 mA ⋅ 60 s = 540 mC = 0,54 C<br />

Opgave 6<br />

Q<br />

C =<br />

U<br />

Opgave 7<br />

Farad<br />

Opgave 8<br />

De ene plaat <strong>van</strong> <strong>de</strong> con<strong>de</strong>nsator is positief gela<strong>de</strong>n en <strong>de</strong> an<strong>de</strong>re plaat is negatief gela<strong>de</strong>n.<br />

Opgave 9<br />

Q = C ⋅U<br />

= 10 µ F ⋅9,0<br />

V = 90 µ C<br />

Opgave 10<br />

Q 22 μC<br />

C = = = 0,088 μF<br />

U 250 V<br />

= 88 nF<br />

Opgave 11<br />

Q 20 μC<br />

U = = = 0,20 kV = 200 V<br />

C 100 nF<br />

Opmerking<br />

Micro ge<strong>de</strong>eld door nano is kilo, want een miljoenste ge<strong>de</strong>eld door een miljardste is duizend.<br />

<strong>Uitwerkingen</strong> Elektronica, Stroomsterkte en lading; opslag <strong>van</strong> lading in een con<strong>de</strong>nsator, www.roelhendriks.eu<br />

6


Opgave 12<br />

a.<br />

48 µF<br />

b.<br />

27 µF en 33 µF<br />

Opgave 13<br />

Q = I ⋅t<br />

= 2,2 mA ⋅3,0<br />

s = 6,6 mC<br />

Q 6,6 mC<br />

U<br />

= = = 13 V<br />

C 0,5 mF<br />

<strong>Uitwerkingen</strong> Elektronica, Stroomsterkte en lading; opslag <strong>van</strong> lading in een con<strong>de</strong>nsator, www.roelhendriks.eu<br />

7


<strong>Uitwerkingen</strong> § 5<br />

Opgave 1<br />

a.<br />

RC-tijd = RC = 120 kΩ · 330 nF = 39600 µs = 39,6 ms<br />

Be<strong>de</strong>nk hierbij dat k (= kilo) keer n (= nano) gelijk is aan µ (= micro).<br />

b.<br />

0,7·RC = 0,7 x 39,6 ms = 27,7 ms.<br />

Opgave 2<br />

a.<br />

5,2 V<br />

b.<br />

0,7∙RC = 0,35 s.<br />

RC = 0,50 s<br />

c.<br />

RCtijd 0,50 s<br />

R = = = 0,227 MΩ = 227 kΩ<br />

C 2,2 μF<br />

Opgave 3<br />

a.<br />

RC = 47 μF ∙ 680 kΩ = 32 s<br />

b.<br />

De spanning over <strong>de</strong> con<strong>de</strong>nsator is gehalveerd na 0,7∙RC = 0,7∙32 s = 22 s<br />

c.<br />

Opgave 4<br />

a.<br />

De weerstandswaar<strong>de</strong> <strong>van</strong> R moet klein zijn zodat <strong>de</strong> con<strong>de</strong>nsator zich vrij snel ontlaadt. Als er dan<br />

weer een piek (ook een lage piek) komt, wordt <strong>de</strong> con<strong>de</strong>nsator opnieuw opla<strong>de</strong>n en brandt <strong>de</strong> led.<br />

b.<br />

De waar<strong>de</strong> <strong>van</strong> C moet groter wor<strong>de</strong>n zodat er meer lading op <strong>de</strong> platen gebracht moet wor<strong>de</strong>n. De<br />

stroomsterkte door <strong>de</strong> led is dan groter.<br />

Opgave 5<br />

De con<strong>de</strong>nsator wordt voortdurend opgela<strong>de</strong>n en ontla<strong>de</strong>n. Er loopt dus steeds lading naar of <strong>van</strong> <strong>de</strong><br />

con<strong>de</strong>nsatorplaten.<br />

<strong>Uitwerkingen</strong> Elektronica, Het op- en ontla<strong>de</strong>n <strong>van</strong> een con<strong>de</strong>nsator, www.roelhendriks.eu<br />

8


Opgave 6<br />

Gelei<strong>de</strong>r<br />

Isolator<br />

Kantelfrequentie<br />

Opgave 7<br />

a.<br />

1<br />

fK =<br />

2πRC<br />

b.<br />

1<br />

=<br />

3<br />

−6<br />

2π<br />

⋅1,<br />

0 ⋅10<br />

⋅10<br />

⋅10<br />

= 16 Hz<br />

1<br />

1<br />

R = =<br />

− 6<br />

2πf<br />

KC<br />

2π<br />

⋅ 250 ⋅ 22 ⋅10<br />

c.<br />

= 29 Ω<br />

1 1<br />

C = = = 0,66 mF<br />

2πf<br />

R 2π<br />

⋅ 30 ⋅8<br />

K<br />

<strong>Uitwerkingen</strong> Elektronica, Het op- en ontla<strong>de</strong>n <strong>van</strong> een con<strong>de</strong>nsator, www.roelhendriks.eu<br />

9


<strong>Uitwerkingen</strong> § 6<br />

Opgave 1<br />

Een asymmetrische voeding heeft alleen een pluspool en een minpool.<br />

Een symmetrische voeding heeft een pluspool, een minpool en een mid<strong>de</strong>naftakking.<br />

Opgave 2<br />

De potentiaal <strong>van</strong> een punt <strong>van</strong> <strong>de</strong> schakeling is <strong>de</strong> spanning <strong>van</strong> dat punt ten opzichte <strong>van</strong> aar<strong>de</strong>.<br />

Opgave 3<br />

U 9 V<br />

I = = = 1A<br />

R 9 Ω<br />

De spanningen zijn 4 V en 5 V.<br />

A: 9 V<br />

B: 5 V<br />

C: 0 V<br />

Opgave 4<br />

U 12 V<br />

I = = = 1A<br />

R 12 Ω<br />

De spanningen zijn 5 V en 7 V.<br />

D: 12 V<br />

E: 7 V<br />

F en I: 0 V<br />

H: -7 V<br />

G: -12 V<br />

Opgave 5<br />

De luidspreker <strong>van</strong> 600 Ω geeft <strong>de</strong> kleinste belasting voor het IC.<br />

De stroomsterkte bij <strong>de</strong> ingang <strong>van</strong> het IC is zeer klein.<br />

Opgave 6<br />

a.<br />

Tussen 0 V en 9 V.<br />

b.<br />

Het doel <strong>van</strong> <strong>de</strong> koppelcon<strong>de</strong>nsator is om ervoor te zorgen dat <strong>de</strong> gemid<strong>de</strong>l<strong>de</strong> spanning over <strong>de</strong><br />

luidspreker nul is. De koppelcon<strong>de</strong>nsator houdt <strong>de</strong> gelijkspanning tegen en laat alleen <strong>de</strong><br />

wisselspanning door.<br />

<strong>Uitwerkingen</strong> Elektronica, Voeding, aar<strong>de</strong>, IC’s, www.roelhendriks.eu<br />

10


Opgave 7<br />

a.<br />

b.<br />

1 1<br />

fK = =<br />

= 26 Hz<br />

2πRC<br />

2π ⋅600⋅10μ<br />

c.<br />

Hoger<br />

<strong>Uitwerkingen</strong> Elektronica, Voeding, aar<strong>de</strong>, IC’s, www.roelhendriks.eu<br />

11


<strong>Uitwerkingen</strong> § 7<br />

Opgave 1<br />

a.<br />

T = 1 , 4RC<br />

= 1,4 ⋅ 33 kΩ ⋅ 20 nF = 924 μs = 0,92 ms<br />

b.<br />

1 1<br />

f = = = 1,1kHz<br />

T 0,92 ms<br />

c.<br />

Opgave 2<br />

a.<br />

THOOG = 0 , 7RC<br />

= 0,7 ⋅ (33 + 47) kΩ<br />

⋅1μF<br />

= 56 ms<br />

b.<br />

TLAAG = 0 , 7RC<br />

= 0,7 ⋅ 47 kΩ<br />

⋅1μF<br />

= 33 ms<br />

c.<br />

T=THOOG + TLAAG = 89 ms.<br />

1 1<br />

f = = = 11Hz<br />

T 89 ms<br />

d.<br />

Opgave 3<br />

Lager<br />

Zachter<br />

<strong>Uitwerkingen</strong> Elektronica, De 555 timer, www.roelhendriks.eu<br />

12


Opgave 4<br />

Als er meer licht op <strong>de</strong> LDR valt, wordt zijn weerstand kleiner. De oplaad- en ontlaadtijd <strong>van</strong> <strong>de</strong><br />

con<strong>de</strong>nsator wordt daarmee kleiner en dus neemt <strong>de</strong> toonhoogte toe.<br />

Opgave 5<br />

a.<br />

Omdat <strong>de</strong> uitgang hoog is, lijkt pin 7 binnenin het IC niet verbon<strong>de</strong>n.<br />

Con<strong>de</strong>nsator C laadt zich dan op via R2 en R1.<br />

Het duurt 0,7·(R1+R2)·C voordat <strong>de</strong> con<strong>de</strong>nsatorspanning <strong>van</strong> 1/3·VCC naar 2/3·VCC is gegaan.<br />

Bij <strong>de</strong>ze spanning klapt het IC om.<br />

b.<br />

Omdat <strong>de</strong> uitgang laag is, lijkt (schijnbaar) pin 7 binnenin het IC verbon<strong>de</strong>n met aar<strong>de</strong>.<br />

Con<strong>de</strong>nsator C ontlaadt zich dan via R2.<br />

Het duurt 0,7·R2·C voordat <strong>de</strong> con<strong>de</strong>nsatorspanning <strong>van</strong> 2/3·VCC naar 1/3·VCC is gegaan.<br />

Bij <strong>de</strong>ze spanning klapt het IC om.<br />

c.<br />

Bij een symmetrische blokspanning is <strong>de</strong> tijd dat het signaal hoog is gelijk aan <strong>de</strong> tijd dat het<br />

signaal laag is. Dat is hier niet het geval want 0,7·(R1+R2)·C is altijd groter dan 0,7·R2·C.<br />

<strong>Uitwerkingen</strong> Elektronica, De 555 timer, www.roelhendriks.eu<br />

13


<strong>Uitwerkingen</strong> § 8<br />

Opgave 1<br />

a.<br />

De voedingsspanning <strong>van</strong> 9 V wordt in twee gelijke helften ver<strong>de</strong>eld.<br />

De potentiaal <strong>van</strong> <strong>de</strong> miningang (U-) is dus 4,5 V<br />

b.<br />

De voedingsspanning <strong>van</strong> 9 V wordt ver<strong>de</strong>eld in <strong>de</strong> verhouding 2 staat tot 1.<br />

Dit wordt dan 6 V staat tot 3 V. De potentiaal <strong>van</strong> <strong>de</strong> plusingang (U+) is dus 3 V.<br />

Omdat U+ kleiner is dan U-, is <strong>de</strong> uitgangspotentiaal laag en brandt <strong>de</strong> led niet.<br />

c.<br />

Droge aar<strong>de</strong> geleidt <strong>de</strong> stroom zeer slecht.<br />

De weerstand tussen <strong>de</strong> twee draadjes is dan groter dan 10 MΩ.<br />

De potentiaal <strong>van</strong> <strong>de</strong> plusingang (U+) is dan groter dan die <strong>van</strong> <strong>de</strong> miningang (U- = 4,5 V).<br />

De uitgangspotentiaal <strong>van</strong> <strong>de</strong> opamp is dus hoog en <strong>de</strong> led brandt.<br />

d.<br />

Als <strong>de</strong> aar<strong>de</strong> vochtiger wordt, daalt zijn weerstand en daarmee ook <strong>de</strong> potentiaal <strong>van</strong> <strong>de</strong> plusingang.<br />

De potentiaal <strong>van</strong> <strong>de</strong> miningang moet dan ook dalen om <strong>de</strong> led te laten bran<strong>de</strong>n.<br />

De schuif <strong>van</strong> <strong>de</strong> potmeter moet dus naar bene<strong>de</strong>n geschoven wor<strong>de</strong>n.<br />

Opgave 2<br />

a.<br />

Als S gesloten is, is <strong>de</strong> potentiaal <strong>van</strong> <strong>de</strong> plusingang 10 V.<br />

De twee weerstan<strong>de</strong>n <strong>van</strong> 10 kΩ splitsen <strong>de</strong> voedingsspanning in twee gelijke helften.<br />

De potentiaal <strong>van</strong> <strong>de</strong> miningang is dus 5,0 V.<br />

Omdat 10 V groter is dan 5,0 V, is <strong>de</strong> uitgang <strong>van</strong> <strong>de</strong> opamp hoog.<br />

b.<br />

RC = 100 kΩ ⋅100<br />

µ F = 10 s<br />

t = 0 , 7RC<br />

= 0,7 ⋅10<br />

s = 7 s<br />

Opgave 3<br />

a.<br />

Als je bei<strong>de</strong> schakelaars gelijktijdig indrukt, ontstaat er kortsluiting.<br />

b.<br />

Als <strong>de</strong> led brandt, is <strong>de</strong> uitgang hoog. De miningang moet dan daarvoor laag geweest zijn. S2 is dus<br />

als laatste ingedrukt.<br />

Opgave 4<br />

Bij het na<strong>de</strong>ren <strong>van</strong> <strong>de</strong> staaf wor<strong>de</strong>n <strong>de</strong> elektronen in <strong>de</strong> antenne door <strong>de</strong> afstoten<strong>de</strong> kracht naar<br />

rechts geduwd. De potentiaal <strong>van</strong> <strong>de</strong> plusingang komt zodoen<strong>de</strong> on<strong>de</strong>r <strong>de</strong> potentiaal <strong>van</strong> <strong>de</strong><br />

miningang <strong>van</strong> <strong>de</strong> opamp te liggen. Het gevolg is dat <strong>de</strong> led uitgaat.<br />

Als <strong>de</strong> afstand tussen <strong>de</strong> staaf en <strong>de</strong> antenne weer groter wordt, bewegen <strong>de</strong> elektronen in <strong>de</strong><br />

antenne weer naar links en stijgt <strong>de</strong> potentiaal <strong>van</strong> <strong>de</strong> plusingang weer.<br />

<strong>Uitwerkingen</strong> Elektronica, De opamp, www.roelhendriks.eu<br />

14


<strong>Uitwerkingen</strong> § 9<br />

Opgave 1<br />

a.<br />

Niet-inverteren<strong>de</strong> versterker<br />

b.<br />

R1<br />

+ R2<br />

470 + 10<br />

A = = = 48<br />

R1<br />

10<br />

c.<br />

U UIT = A⋅U<br />

IN = 48 ⋅ 0,15 V = 7,2 V<br />

d.<br />

De gemid<strong>de</strong>l<strong>de</strong> spanning over <strong>de</strong> luidspreker is nul.<br />

Opgave 2<br />

a.<br />

Inverteren<strong>de</strong> versterker<br />

b.<br />

R2<br />

330<br />

A = − = − = −15<br />

R 22<br />

1<br />

Opgave 3<br />

Linker potmeter: naar A.<br />

Rechter potmeter: naar A.<br />

Opgave 4<br />

a.<br />

Als bei<strong>de</strong> weerstan<strong>de</strong>n even groot zijn, wordt <strong>de</strong> voedingsspanning in twee gelijke helften gesplitst.<br />

Het uitgangssignaal <strong>van</strong> <strong>de</strong> opamp kan dan in positieve en in negatieve richting even groot zijn.<br />

b.<br />

Als <strong>de</strong> belasting een kleinere weerstand heeft, loopt er een grotere wisselstroom bij punt Q. In het<br />

i<strong>de</strong>ale geval leveren <strong>de</strong> con<strong>de</strong>nsatoren <strong>de</strong>ze stroom zodat <strong>de</strong> stroom bij P zeer klein blijft. De<br />

spanningsveran<strong>de</strong>ringen die <strong>de</strong> wisselstroom in Q veroorzaakt, zijn kleiner naarmate <strong>de</strong><br />

capaciteiten groter zijn.<br />

Opgave 5<br />

a.<br />

De ingangsstromen <strong>van</strong> een opamp zijn extreem klein.<br />

b.<br />

De verschilspanning (<strong>de</strong> spanning tussen <strong>de</strong> plusingang en <strong>de</strong> miningang) is bij een<br />

tegengekoppel<strong>de</strong> opamp altijd zeer klein.<br />

<strong>Uitwerkingen</strong> Elektronica, Met een opamp een signaal versterken, www.roelhendriks.eu<br />

15


Opgave 6<br />

a.<br />

UTHERMO = (41 µV/ o C) · ∆T = (41 µV/ o C) · 50 o C = 2,05 mV<br />

b.<br />

R2<br />

1MΩ<br />

A = − = − = −1000<br />

R 1kΩ<br />

U<br />

UIT<br />

1<br />

= A⋅U<br />

IN<br />

=<br />

−1000<br />

⋅ 2,05 mV = −2,<br />

05 V<br />

<strong>Uitwerkingen</strong> Elektronica, Met een opamp een signaal versterken, www.roelhendriks.eu<br />

16


<strong>Uitwerkingen</strong> § 10<br />

Opgave 1<br />

doorlaatrichting<br />

sperrichting<br />

Opgave 2<br />

De stroomversterking is het aantal keer dat <strong>de</strong> collectorstroom groter is dan <strong>de</strong> basisstroom.<br />

Opgave 3<br />

Tussen 0,5 V en 0,8 V.<br />

Opgave 4<br />

a.<br />

IC = 200 x 0,015 mA = 3 mA<br />

b.<br />

U = I x R = 3 mA x 2 kΩ = 6 V<br />

Opgave 5<br />

a.<br />

9,0 V – 0,6 V = 8,4 V<br />

b.<br />

IB = U / R = 8,4 V / 470 kΩ = 0,0179 mA<br />

c.<br />

IC = 400 x 0,0179 mA = 7,15 mA<br />

U = I x R = 7,15 mA x 270 Ω = 1,9 V<br />

d.<br />

UCE = 9,0 V – 1,9 V = 7,1 V<br />

Opgave 6<br />

De stroom die je krijgt door op c en d te drukken, wordt door <strong>de</strong> transistor enorm versterkt. Deze<br />

versterkte stroom loopt door L2.<br />

Opgave 7<br />

Als er even geen licht op <strong>de</strong> LDR valt, wordt zijn weerstand zeer groot en wordt <strong>de</strong> basisstroom<br />

nul. De collectorstroom wordt dan ook nul en gaat het lampje uit. Als je je vinger daarna weer<br />

weghaalt, blijft <strong>de</strong> LDR hoogohmig omdat <strong>de</strong> kamer verduisterd is.<br />

Opgave 8<br />

kleiner<br />

basisstroom<br />

collectorstroom<br />

toe<br />

af<br />

<strong>Uitwerkingen</strong> Elektronica, Zeer eenvoudige transistorschakelingen, www.roelhendriks.eu<br />

17

Hooray! Your file is uploaded and ready to be published.

Saved successfully!

Ooh no, something went wrong!