22.09.2013 Views

Bijvijver De Stok te Roosendaal 2011 - comp - Geduld Brengt Vis

Bijvijver De Stok te Roosendaal 2011 - comp - Geduld Brengt Vis

Bijvijver De Stok te Roosendaal 2011 - comp - Geduld Brengt Vis

SHOW MORE
SHOW LESS

You also want an ePaper? Increase the reach of your titles

YUMPU automatically turns print PDFs into web optimized ePapers that Google loves.

Rapport <strong>Vis</strong>serijkundig Onderzoek<br />

<strong>Bijvijver</strong> <strong>De</strong> <strong>Stok</strong><br />

<strong>te</strong> <strong>Roosendaal</strong>


Rapport<br />

<strong>Vis</strong>serijkundig Onderzoek<br />

<strong>Bijvijver</strong> <strong>De</strong> <strong>Stok</strong><br />

<strong>te</strong> <strong>Roosendaal</strong><br />

Op 10 november <strong>2011</strong><br />

uitgevoerd in opdracht van<br />

Hengelsportvereniging <strong>Geduld</strong> <strong>Brengt</strong> <strong>Vis</strong><br />

Door:<br />

P.A.D.M. Wijmans


Statuspagina<br />

Ti<strong>te</strong>l <strong>Vis</strong>serijkundig Onderzoek <strong>Bijvijver</strong> <strong>De</strong> <strong>Stok</strong> <strong>te</strong> <strong>Roosendaal</strong><br />

Sportvisserij Nederland<br />

Samens<strong>te</strong>lling<br />

Postbus 162<br />

3720 AD BILTHOVEN<br />

Telefoon 030-605 84 00<br />

Telefax 030-603 98 74<br />

E-mail info@sportvisserijnederland.nl<br />

Homepage www.sportvisserijnederland.nl<br />

Opdrachtgever Hengelsportvereniging <strong>Geduld</strong> <strong>Brengt</strong> <strong>Vis</strong><br />

Adres Van Anrooylaan 1, 4702 HA <strong>Roosendaal</strong><br />

Telefoonnummer 0165-540095<br />

E-mail secretaris@gbvroosendaal.nl<br />

Homepage www.gbvroosendaal.nl<br />

Au<strong>te</strong>ur(s) P.A.D.M. Wijmans<br />

E-mailadres wijmans@sportvisserijnederland.nl<br />

Aantal pagina’s 53<br />

Foto’s Sportvisserij Nederland<br />

Trefwoorden vijver, <strong>Vis</strong>serijkundig onderzoek, <strong>Roosendaal</strong><br />

Versie <strong>De</strong>finitief<br />

Projectnummer AVK<strong>2011</strong>020<br />

Datum 08-02-2012<br />

Bibliografische referentie:<br />

P.A.D.M. Wijmans, 2012. Rapport <strong>Vis</strong>serijkundig Onderzoek <strong>Bijvijver</strong> <strong>De</strong> <strong>Stok</strong> <strong>te</strong><br />

<strong>Roosendaal</strong>. Sportvisserij Nederland, Bilthoven in opdracht van Hengelsportvereniging<br />

<strong>Geduld</strong> <strong>Brengt</strong> <strong>Vis</strong>, <strong>Roosendaal</strong>.<br />

© Sportvisserij Nederland, Bilthoven<br />

Niets uit dit rapport mag worden vermenigvuldigd door middel van druk, fotokopie,<br />

microfilm of op welke andere wijze dan ook zonder voorafgaande schrif<strong>te</strong>lijke<br />

toes<strong>te</strong>mming van de copyrighthouder en de Hengelsportvereniging <strong>Geduld</strong> <strong>Brengt</strong> <strong>Vis</strong>,<br />

<strong>Roosendaal</strong>.<br />

Sportvisserij Nederland is niet aansprakelijk voor gevolgschade, alsmede schade welke<br />

voortvloeit uit toepassing van de resulta<strong>te</strong>n van werkzaamheden of andere gegevens<br />

verkregen van Sportvisserij Nederland.


Samenvatting<br />

Op 10 november <strong>2011</strong> is op verzoek van Hengelsportvereniging <strong>Geduld</strong><br />

<strong>Brengt</strong> <strong>Vis</strong> door Sportvisserij Nederland een visserijkundig onderzoek<br />

uitgevoerd in de <strong>Bijvijver</strong> <strong>De</strong> <strong>Stok</strong> <strong>te</strong> <strong>Roosendaal</strong>. <strong>De</strong> slech<strong>te</strong> vangs<strong>te</strong>n en<br />

overmatige wa<strong>te</strong>rplan<strong>te</strong>n groei vormen de aanleiding voor het onderzoek.<br />

<strong>De</strong> HSV wil graag we<strong>te</strong>n hoe het huidige visbestand er uitziet en welke<br />

maatregelen genomen kunnen worden om de vangs<strong>te</strong>n en de<br />

bevisbaarheid <strong>te</strong> verbe<strong>te</strong>ren.<br />

Tijdens het onderzoek zijn de soor<strong>te</strong>nsamens<strong>te</strong>lling, de leng<strong>te</strong>-opbouw<br />

van de verschillende vissoor<strong>te</strong>n en de conditie van de gevangen vis<br />

vastgelegd. <strong>De</strong> visstandbemons<strong>te</strong>ring werd uitgevoerd met behulp van<br />

zegen- en elektrovisserij.<br />

Tijdens de bemons<strong>te</strong>ring van de vijver zijn zes vissoor<strong>te</strong>n gevangen.<br />

<strong>De</strong> vangst bestond qua aantallen vooral uit baars, op afstand gevolgd<br />

door snoek en zeelt. Qua gewicht bestond de vangst vooral uit karper, op<br />

afstand gevolgd door zeelt en snoek. <strong>De</strong> snoek was de meest gevangen<br />

roofvissoort. Tevens is ook paling en ruisvoorn aangetroffen.<br />

Het wa<strong>te</strong>r in de vijver is erg helder en het doorzicht bedraagt in de<br />

zomerperiode circa één me<strong>te</strong>r. Op de bodem is een dunne baggerlaag<br />

aanwezig. <strong>De</strong> <strong>Bijvijver</strong> <strong>De</strong> <strong>Stok</strong> kan het best worden getypeerd als het<br />

ruisvoorn-snoek ondiep viswa<strong>te</strong>rtype. Langs de oevers wordt redelijk veel<br />

oevervegetatie aangetroffen en vrij veel drijfbladvegetatie. Er zijn veel<br />

onderwa<strong>te</strong>rplan<strong>te</strong>n aanwezig in de vijver, die in de zomerperiode bijna de<br />

gehele vijver bedekken.<br />

In de <strong>Bijvijver</strong> <strong>De</strong> <strong>Stok</strong> wordt regelmatig gevist, voornamelijk op karper.<br />

<strong>De</strong> bereikbaarheid van het wa<strong>te</strong>r is goed. <strong>De</strong> bevisbaarheid van de vijver<br />

is redelijk. Vrijwel de gehele oever is goed <strong>te</strong> bevissen, maar door de vele<br />

wa<strong>te</strong>rplan<strong>te</strong>n groeit in de zomerperiode vrijwel het gehele wa<strong>te</strong>r dicht,<br />

waardoor het vissen erg bemoeilijkt wordt.<br />

In het rapport worden aanbevelingen gedaan voor het toekomstig beheer<br />

van de <strong>Bijvijver</strong> <strong>De</strong> <strong>Stok</strong>. Aanbevolen wordt onder andere om vis uit <strong>te</strong><br />

zet<strong>te</strong>n en schuilgelegenheid <strong>te</strong> creëren.


Inhoudsopgave<br />

1 Inleiding .................................................................................. 9<br />

2 Algemene gegevens ................................................................ 11<br />

2.1 Gebiedsbeschrijving ........................................................ 11<br />

2.2 <strong>Vis</strong>recht en bevissing ...................................................... 12<br />

2.3 Gevoerd beheer .............................................................. 13<br />

3 <strong>Vis</strong>wa<strong>te</strong>rtypering en draagkracht .............................................. 15<br />

3.1 Typering van het wa<strong>te</strong>r ................................................... 15<br />

3.2 Draagkracht van het wa<strong>te</strong>r .............................................. 17<br />

4 Uitvoering van het visserijkundig onderzoek .............................. 19<br />

4.1 <strong>Vis</strong>standbemons<strong>te</strong>ring ..................................................... 19<br />

4.2 <strong>Vis</strong>onderzoek en gegevensverwerking ............................... 19<br />

5 Resulta<strong>te</strong>n visserijkundig onderzoek ......................................... 21<br />

5.1 Soor<strong>te</strong>nsamens<strong>te</strong>lling ...................................................... 21<br />

5.2 Leng<strong>te</strong>-frequentie en conditie ........................................... 22<br />

6 Bespreking en knelpun<strong>te</strong>n ....................................................... 24<br />

6.1 Bespreking .................................................................... 24<br />

6.2 Knelpun<strong>te</strong>n .................................................................... 25<br />

7 Aanbevelingen ....................................................................... 27<br />

7.1 <strong>Vis</strong>standbeheer .............................................................. 27<br />

7.2 Inrichtingsmaatregelen ................................................... 31<br />

7.3 Overige aanbevelingen .................................................... 34<br />

7.4 Factsheet ...................................................................... 36<br />

Li<strong>te</strong>ratuur ...................................................................................... 37<br />

Bijlagen ........................................................................................ 39


1 Inleiding<br />

Op verzoek van de Hengelsportvereniging <strong>Geduld</strong> <strong>Brengt</strong> <strong>Vis</strong> is op<br />

10 november <strong>2011</strong> door Sportvisserij Nederland een visserijkundig<br />

onderzoek uitgevoerd in de <strong>Bijvijver</strong> <strong>De</strong> <strong>Stok</strong> <strong>te</strong> <strong>Roosendaal</strong>.<br />

9<br />

- Inleiding -<br />

Aanleiding voor het onderzoek vormen de slech<strong>te</strong> vangs<strong>te</strong>n en overmatige<br />

wa<strong>te</strong>rplan<strong>te</strong>ngroei waardoor de vijver in de zomerperiode vrijwel<br />

onbevisbaar is. <strong>De</strong> HSV wil graag we<strong>te</strong>n hoe het huidige visbestand eruit<br />

ziet en welke maatregelen genomen kunnen worden om de vangs<strong>te</strong>n en<br />

de bevisbaarheid <strong>te</strong> verbe<strong>te</strong>ren.<br />

<strong>De</strong> <strong>Bijvijver</strong> <strong>De</strong> <strong>Stok</strong> <strong>te</strong> <strong>Roosendaal</strong>.<br />

In hoofdstuk 2 wordt het wa<strong>te</strong>r, de bevissing en het gevoerd beheer<br />

beschreven. In hoofdstuk 3 wordt een uitleg gegeven over de<br />

visstandtypering van de Nederlandse ondiepe en stilstaande wa<strong>te</strong>ren en er<br />

wordt een uitleg gegeven over de draagkracht van een wa<strong>te</strong>r.<br />

In hoofdstuk 4 wordt een beschrijving gegeven van het uitgevoerde<br />

onderzoek naar de visstand en de gegevensverwerking.<br />

In hoofdstuk 5 worden de resulta<strong>te</strong>n van de visstandbemons<strong>te</strong>ring<br />

beschreven aan de hand van de soortsamens<strong>te</strong>lling, de leng<strong>te</strong>-<br />

© 2012 Sportvisserij Nederland /<br />

Hengelsportvereniging <strong>Geduld</strong> <strong>Brengt</strong> <strong>Vis</strong>


- <strong>Bijvijver</strong> <strong>De</strong> <strong>Stok</strong> <strong>te</strong> <strong>Roosendaal</strong> -<br />

frequentieverdeling en de conditie van de aangetroffen visstand.<br />

Vanuit de bespreking worden knelpun<strong>te</strong>n geformuleerd in hoofdstuk 6. In<br />

hoofdstuk 7 worden op basis van de gesignaleerde knelpun<strong>te</strong>n<br />

aanbevelingen gedaan op het gebied van <strong>Vis</strong>standbeheer en/of<br />

Inrichtingsmaatregelen. Het rapport wordt afgeslo<strong>te</strong>n met bijlagen en<br />

profielen van de aangetroffen vissoor<strong>te</strong>n.<br />

Figuur 1.1 Ligging <strong>Bijvijver</strong> <strong>De</strong> <strong>Stok</strong>.<br />

© 2012 Sportvisserij Nederland /<br />

Hengelsportvereniging <strong>Geduld</strong> <strong>Brengt</strong> <strong>Vis</strong><br />

Topografische ondergrond: © Topografische Dienst, Emmen<br />

10


2 Algemene gegevens<br />

2.1 Gebiedsbeschrijving<br />

11<br />

- Algemene gegevens -<br />

<strong>De</strong> <strong>Bijvijver</strong> <strong>De</strong> <strong>Stok</strong> is een stadsvijver, gelegen in de gemeen<strong>te</strong><br />

<strong>Roosendaal</strong>. <strong>De</strong> afmetingen van het wa<strong>te</strong>r zijn ongeveer 130 bij 110<br />

me<strong>te</strong>r. Het totale wa<strong>te</strong>roppervlak bedraagt 1,6 hectare. <strong>De</strong> gemiddelde<br />

diep<strong>te</strong> van het wa<strong>te</strong>r is twee me<strong>te</strong>r. <strong>De</strong> groots<strong>te</strong> diep<strong>te</strong> is ongeveer twee<br />

me<strong>te</strong>r zeventig.<br />

Figuur 1.2 Overzichtskaart van de <strong>Bijvijver</strong> <strong>De</strong> <strong>Stok</strong>.<br />

Topografische ondergrond: © Topografische Dienst, Emmen<br />

Het wa<strong>te</strong>r is het gehele jaar door erg helder, met een doorzicht van circa<br />

1 me<strong>te</strong>r in de zomerperiode, tot 2 me<strong>te</strong>r of meer (dus fei<strong>te</strong>lijk<br />

bodemzicht) in de win<strong>te</strong>r. <strong>De</strong> taludhelling is vrij s<strong>te</strong>il. <strong>De</strong> oevers waren<br />

oorspronkelijk beschoeid met hout, maar in de loop der jaren is de<br />

© 2012 Sportvisserij Nederland /<br />

Hengelsportvereniging <strong>Geduld</strong> <strong>Brengt</strong> <strong>Vis</strong>


- <strong>Bijvijver</strong> <strong>De</strong> <strong>Stok</strong> <strong>te</strong> <strong>Roosendaal</strong> -<br />

beschoeiing gro<strong>te</strong>ndeels weggerot. <strong>De</strong> oevers zijn begroeid met gras<br />

(gazon), met plaatselijk bomen en struiken.<br />

Langs de oevers wordt redelijk veel oevervegetatie aangetroffen,<br />

voornamelijk riet en lisdodde. In de vijver wordt veel drijfbladvegetatie,<br />

vooral gele plomp, aangetroffen. Onderwa<strong>te</strong>rvegetatie is veelvuldig<br />

aanwezig, vooral aarvederkruid en hoornblad.<br />

<strong>De</strong> vijver wordt voornamelijk gevoed door regenwa<strong>te</strong>r. Het wa<strong>te</strong>r staat<br />

niet in open verbinding met wa<strong>te</strong>r uit de omgeving.<br />

<strong>De</strong> bodem van de vijver bestaat vooral uit zand met klei. Op delen van de<br />

bodem is een dunne baggerlaag van circa 10 tot 30 centime<strong>te</strong>r aanwezig<br />

voor een deel bestaande uit plan<strong>te</strong>nres<strong>te</strong>n.<br />

Door sportvissers worden soms aalscholvers in de vijver gesignaleerd.<br />

2.2 <strong>Vis</strong>recht en bevissing<br />

Eigenaar van het wa<strong>te</strong>r en het visrecht is de gemeen<strong>te</strong> <strong>Roosendaal</strong>. Het<br />

volledige visrecht wordt door de HSV gehuurd. Er is geen beroepsvisser<br />

actief op het wa<strong>te</strong>r.<br />

Hengelsportvereniging <strong>Geduld</strong> <strong>Brengt</strong> <strong>Vis</strong> heeft circa 900 leden en is<br />

aangeslo<strong>te</strong>n bij Sportvisserij Zuidwest Nederland. <strong>De</strong> vijver is niet<br />

opgenomen in de Landelijke of Federatieve Lijst van <strong>Vis</strong>wa<strong>te</strong>ren. Het<br />

wa<strong>te</strong>r mag alleen bevist worden door sportvissers die lid zijn van HSV<br />

<strong>Geduld</strong> <strong>Brengt</strong> <strong>Vis</strong> of door sportvissers die lid zijn van één van de<br />

hengelsportverenigingen, aangeslo<strong>te</strong>n bij de <strong>Roosendaal</strong>se Hengelsport<br />

Agglomeratie 1 . Er worden geen dag-, week- of maandvergunningen voor<br />

het wa<strong>te</strong>r uitgegeven. Voor de viswa<strong>te</strong>ren van HSV <strong>Geduld</strong> <strong>Brengt</strong> <strong>Vis</strong><br />

gelden de volgende aanvullende bepalingen:<br />

• Meenemen van karper, snoek, aal, forel is verboden;<br />

• Voeren tot minimum beperken;<br />

• Maximaal vissen met 2 hengels;<br />

• Nachtvissen toegestaan met apar<strong>te</strong> nachtvisvergunning.<br />

Verder gelden de voorwaarden zoals opgenomen in de Landelijke Lijst van<br />

<strong>Vis</strong>wa<strong>te</strong>ren en de Federatieve Lijst van <strong>Vis</strong>wa<strong>te</strong>ren.<br />

In de <strong>Bijvijver</strong> <strong>De</strong> <strong>Stok</strong> wordt regelmatig gevist, voornamelijk door<br />

karpervissers. <strong>De</strong> vijver wordt gemiddeld door enkele sportvissers per dag<br />

bezocht. Op topdagen loopt dit op tot ongeveer 10 personen.<br />

<strong>De</strong> bereikbaarheid van het wa<strong>te</strong>r is goed. Men kan de auto vlakbij de<br />

vijver langs de weg parkeren en er zijn normaal gesproken voldoende<br />

parkeermogelijkheden aanwezig. In de weekenden en tijdens de<br />

vakantieperioden kan het ech<strong>te</strong>r door bezoekers van het nabij gelegen<br />

zwembad erg druk worden waardoor parkeren lastig is. <strong>De</strong> vijver is <strong>te</strong><br />

voet of met de fiets vanaf de weg eenvoudig <strong>te</strong> bereiken. <strong>De</strong><br />

bevisbaarheid van de vijver is vrij slecht. Vrijwel de gehele oever is goed<br />

<strong>te</strong> bevissen, maar door de vele wa<strong>te</strong>rplan<strong>te</strong>n in de zomerperiode groeit<br />

vrijwel het gehele wa<strong>te</strong>r dicht, waardoor het vissen soms vrijwel<br />

onmogelijk is.<br />

1 <strong>De</strong> aangeslo<strong>te</strong>n hengelsportverenigingen zijn HSV Esox, HSV Philips en<br />

HSV de Puitaal.<br />

© 2012 Sportvisserij Nederland /<br />

Hengelsportvereniging <strong>Geduld</strong> <strong>Brengt</strong> <strong>Vis</strong><br />

12


- Algemene gegevens -<br />

<strong>De</strong> algemene indruk van de hengelvangs<strong>te</strong>n is dat er redelijk karper van<br />

een gemiddeld groot formaat gevangen wordt. Als bijvangst tijdens het<br />

karpervissen worden regelmatig gro<strong>te</strong> zeel<strong>te</strong>n gevangen. Witvis wordt<br />

vrijwel niet gevangen. Er wordt redelijk snoek gevangen, van een<br />

wisselend formaat. <strong>De</strong> conditie van de gevangen vissen is over het<br />

algemeen goed.<br />

2.3 Gevoerd beheer<br />

Het wa<strong>te</strong>rkwali<strong>te</strong>itsbeheer is in handen van Wa<strong>te</strong>rschap Brabantse <strong>De</strong>lta.<br />

<strong>De</strong> gemeen<strong>te</strong> <strong>Roosendaal</strong> is wa<strong>te</strong>rkwanti<strong>te</strong>its- en oeverbeheerder.<br />

In 1992 (Zoe<strong>te</strong>meyer & van der Spiegel, 1992) en 2000 (Gerlach, 2000)<br />

is door de toenmalige OVB een visserijkundig onderzoek uitgevoerd.<br />

In oktober 1999 heeft een gro<strong>te</strong> viss<strong>te</strong>rf<strong>te</strong> plaats gevonden waarbij<br />

(vrijwel) de gehele populatie voorn en brasem is dood gegaan. In 2001 is<br />

voor het laatst vis uitgezet in de vijver, dit betrof karper en zeelt. In de<br />

win<strong>te</strong>r van 2000/2001 heeft weer viss<strong>te</strong>rf<strong>te</strong> plaatsgevonden waarbij een<br />

groot deel van de uitgezet<strong>te</strong> karpers en een deel van het oorspronkelijke<br />

karperbestand is dood gegaan.<br />

Twee maal per jaar worden de wa<strong>te</strong>rplan<strong>te</strong>n middels een maaiveegboot<br />

gemaaid door de gemeen<strong>te</strong>. Tevens worden de oevers gemaaid om de<br />

vijver goed bevisbaar <strong>te</strong> houden.<br />

Er was gro<strong>te</strong> belangs<strong>te</strong>lling tijdens het verwerken van de vangst.<br />

13<br />

© 2012 Sportvisserij Nederland /<br />

Hengelsportvereniging <strong>Geduld</strong> <strong>Brengt</strong> <strong>Vis</strong>


- <strong>Vis</strong>wa<strong>te</strong>rtypering en draagkracht -<br />

3 <strong>Vis</strong>wa<strong>te</strong>rtypering en draagkracht<br />

3.1 Typering van het wa<strong>te</strong>r<br />

<strong>De</strong> inrichting van een wa<strong>te</strong>r bepaalt in s<strong>te</strong>rke ma<strong>te</strong> welke visstand zich<br />

ui<strong>te</strong>indelijk kan ontwikkelen. <strong>De</strong> aanwezigheid van wa<strong>te</strong>rplan<strong>te</strong>n is hierbij<br />

een belangrijke sturende factor. Wa<strong>te</strong>rplan<strong>te</strong>n vervullen in meerdere<br />

opzich<strong>te</strong>n een belangrijke functie voor de aanwezige visstand. <strong>De</strong><br />

volgende typen wa<strong>te</strong>rplan<strong>te</strong>n kunnen worden onderscheiden:<br />

• bovenwa<strong>te</strong>rplan<strong>te</strong>n (emerse wa<strong>te</strong>rplan<strong>te</strong>n, o.a. riet, lisdodde)<br />

• onderwa<strong>te</strong>rplan<strong>te</strong>n (submerse wa<strong>te</strong>rplan<strong>te</strong>n, o.a. wa<strong>te</strong>rpest,<br />

hoornblad)<br />

• drijfbladplan<strong>te</strong>n (o.a. gele plomp, wa<strong>te</strong>rlelie)<br />

Veel vissoor<strong>te</strong>n gebruiken in het voorjaar (de res<strong>te</strong>n van) wa<strong>te</strong>rplan<strong>te</strong>n<br />

om de eieren op af <strong>te</strong> zet<strong>te</strong>n. Het zijn vooral de boven- en<br />

onderwa<strong>te</strong>rplan<strong>te</strong>n die hiervoor het meest worden benut. <strong>De</strong> plan<strong>te</strong>n<br />

bieden de vis daarnaast bescherming <strong>te</strong>gen predatoren (roofvis, vise<strong>te</strong>nde<br />

vogels) en beschutting <strong>te</strong>gen stroming. Vooral voor jonge vis is deze<br />

beschutting erg belangrijk. Op en tussen de plan<strong>te</strong>n bevinden zich<br />

bovendien tal van organismen die een belangrijke voedselbron vormen<br />

voor vis.<br />

In een natuurlijke situatie is een geleidelijke overgang van land naar<br />

wa<strong>te</strong>r <strong>te</strong> zien, waarbij oevervegetatie overgaat in bovenwa<strong>te</strong>rplan<strong>te</strong>n,<br />

gevolgd door drijfbladplan<strong>te</strong>n en vervolgens onderwa<strong>te</strong>rplan<strong>te</strong>n. <strong>De</strong><br />

taludhelling en het doorzicht van het wa<strong>te</strong>r bepalen hierbij de<br />

groeimogelijkheden. Omdat wa<strong>te</strong>rplan<strong>te</strong>n voor hun groei zonlicht nodig<br />

hebben, zijn de groeimogelijkheden in ondiep en helder wa<strong>te</strong>r beduidend<br />

be<strong>te</strong>r dan in diep en/of troebel wa<strong>te</strong>r. Onderwa<strong>te</strong>rplan<strong>te</strong>n zijn in de regel<br />

indicatief voor helder wa<strong>te</strong>r.<br />

Een wa<strong>te</strong>r met een rijk wa<strong>te</strong>rplan<strong>te</strong>nbestand kan ruim<strong>te</strong> bieden aan veel<br />

verschillende vissoor<strong>te</strong>n, waaronder plan<strong>te</strong>nminnende vissoor<strong>te</strong>n als<br />

ruisvoorn en zeelt. In een troebel, plan<strong>te</strong>narm wa<strong>te</strong>r zal zich over het<br />

algemeen een soor<strong>te</strong>narme visstand ophouden, met de brasem<br />

waarschijnlijk als meest voorkomende vissoort. <strong>De</strong> verschillende typen<br />

wa<strong>te</strong>ren, variërend van helder en begroeid tot troebel en onbegroeid, zijn<br />

door Sportvisserij Nederland onderverdeeld in vijf “viswa<strong>te</strong>rtypen” (zie<br />

ook figuur 1.3):<br />

• het baars-blankvoorntype,<br />

• het ruisvoorn-snoektype,<br />

• het snoek-blankvoorntype,<br />

• het blankvoorn-brasemtype,<br />

• en het brasem-snoekbaarstype.<br />

15<br />

© 2012 Sportvisserij Nederland /<br />

Hengelsportvereniging <strong>Geduld</strong> <strong>Brengt</strong> <strong>Vis</strong>


- <strong>Bijvijver</strong> <strong>De</strong> <strong>Stok</strong> <strong>te</strong> <strong>Roosendaal</strong> -<br />

Figuur 1.3 <strong>De</strong> viswa<strong>te</strong>rtypen van het ondiepe, stilstaande wa<strong>te</strong>r.<br />

© 2012 Sportvisserij Nederland /<br />

Hengelsportvereniging <strong>Geduld</strong> <strong>Brengt</strong> <strong>Vis</strong><br />

16<br />

Baarsblankvoorn<br />

viswa<strong>te</strong>rtype<br />

Ruisvoornsnoek<br />

viswa<strong>te</strong>rtype<br />

Snoekblankvoorn<br />

viswa<strong>te</strong>rtype<br />

Blankvoornbrasem<br />

viswa<strong>te</strong>rtype<br />

Brasemsnoekbaars<br />

viswa<strong>te</strong>rtype


- <strong>Vis</strong>wa<strong>te</strong>rtypering en draagkracht -<br />

<strong>De</strong> wa<strong>te</strong>rkwali<strong>te</strong>it in de vijver is goed. Het wa<strong>te</strong>r is erg helder met een<br />

doorzicht in de zomerperiode van circa 1 me<strong>te</strong>r. Tijdens het visserijkundig<br />

onderzoek in de win<strong>te</strong>r bedroeg doorzicht circa 2,3 me<strong>te</strong>r.<br />

Groen- of blauwalgen werden niet waargenomen, en <strong>te</strong>vens is een dunne<br />

baggerlaag aanwezig. Langs de oevers wordt redelijk veel oevervegetatie<br />

aangetroffen, voornamelijk riet en lisdodde. In de vijver wordt vrij veel<br />

drijfbladvegetatie aangetroffen, met name gele plomp. Er zijn veel<br />

onderwa<strong>te</strong>rplan<strong>te</strong>n aanwezig in de vijver, vooral aarvederkruid en<br />

hoornblad. <strong>De</strong>ze bedekken in de zomerperiode bijna de gehele vijver, ook<br />

in de diepe delen van 2,5 me<strong>te</strong>r en meer. Dit kan in de zomerperiode lage<br />

zuurstofgehal<strong>te</strong>n opleveren. In de vroege och<strong>te</strong>nduren kan in wa<strong>te</strong>ren met<br />

veel wa<strong>te</strong>rplan<strong>te</strong>n het zuurstofgehal<strong>te</strong> s<strong>te</strong>rk dalen doordat wa<strong>te</strong>rplan<strong>te</strong>n ’s<br />

nachts zuurstof opnemen.<br />

<strong>De</strong> vijver wordt qua milieukenmerken getypeerd als het zogenaamde<br />

ruisvoorn-snoek ondiep viswa<strong>te</strong>rtype. Dit viswa<strong>te</strong>rtype wordt gekenmerkt<br />

door een s<strong>te</strong>rke groei van wa<strong>te</strong>rplan<strong>te</strong>n (bedekking van meer dan 60%)<br />

en een gemiddeld doorzicht in de zomer van meer dan 70 centime<strong>te</strong>r.<br />

Kenmerkende vissoor<strong>te</strong>n van dit wa<strong>te</strong>rtype zijn ruisvoorn, snoek, zeelt,<br />

kroeskarper en gro<strong>te</strong> modderkruiper. <strong>De</strong>ze soor<strong>te</strong>n zijn optimaal<br />

aangepast aan de plan<strong>te</strong>nrijke, periodiek zuurstofarme omstandigheden.<br />

3.2 Draagkracht van het wa<strong>te</strong>r<br />

17<br />

<strong>De</strong> huidige situatie van de<br />

vijvers: het ruisvoorn-snoek<br />

ondiep viswa<strong>te</strong>rtype<br />

Onder de draagkracht van een wa<strong>te</strong>rtype wordt verstaan de maximale<br />

hoeveelheid vis (uitgedrukt in kilogrammen per hectare) die afhankelijk<br />

van de heersende milieuomstandigheden (bodemsamens<strong>te</strong>lling,<br />

voedselrijkdom, zichtdiep<strong>te</strong>, diep<strong>te</strong>verloop, wa<strong>te</strong>rplan<strong>te</strong>n) bij een goede<br />

conditie van de kenmerkende vissoor<strong>te</strong>n in dat wa<strong>te</strong>rtype kan<br />

voorkomen.<br />

In een wa<strong>te</strong>r van het ruisvoorn-snoek ondiep viswa<strong>te</strong>rtype is de<br />

draagkracht ongeveer 100 tot 350 kilogram vis per hectare, waarbij de<br />

spreiding in draagkracht afhankelijk is van de voedselrijkdom en inrichting<br />

van het wa<strong>te</strong>r. In de <strong>Bijvijver</strong> <strong>De</strong> <strong>Stok</strong> is de voedselrijkdom naar<br />

verwachting laag op basis van het zeer heldere wa<strong>te</strong>r en de zandbodem.<br />

Op grond van de heersende milieu-omstandigheden zal de draagkracht<br />

van de vijver ongeveer 100 tot 200 kilogram vis per hectare bedragen.<br />

© 2012 Sportvisserij Nederland /<br />

Hengelsportvereniging <strong>Geduld</strong> <strong>Brengt</strong> <strong>Vis</strong>


- <strong>Bijvijver</strong> <strong>De</strong> <strong>Stok</strong> <strong>te</strong> <strong>Roosendaal</strong> -<br />

Eén van de gro<strong>te</strong> karpers gevangen tijdens het visserijkundig onderzoek.<br />

© 2012 Sportvisserij Nederland /<br />

Hengelsportvereniging <strong>Geduld</strong> <strong>Brengt</strong> <strong>Vis</strong><br />

18


- Uitvoering van het visserijkundig onderzoek -<br />

4 Uitvoering van het visserijkundig<br />

onderzoek<br />

4.1 <strong>Vis</strong>standbemons<strong>te</strong>ring<br />

Tijdens de visstandbemons<strong>te</strong>ring is de <strong>Bijvijver</strong> <strong>De</strong> <strong>Stok</strong> met een zegen<br />

van 225 me<strong>te</strong>r leng<strong>te</strong> bevist. Met de zegen zijn in totaal drie trekken<br />

uitgevoerd.<br />

Tevens zijn met een elektro-visapparaat met een vermogen van vijf kW,<br />

de oevers afgevist. <strong>De</strong> gevangen vis is direct met beugels overgebracht in<br />

<strong>te</strong>ilen en naar de verwerkingsplaats gebracht.<br />

Met de zegen is in de plas 1,1 van de 1,6 hectare wa<strong>te</strong>r bevist. Met het<br />

elektrovisapparaat is vrijwel de gehele oeverleng<strong>te</strong> bevist. Hiermee is<br />

ruimschoots voldaan aan de richtlijnen van het STOWA handboek<br />

(STOWA, 2002) voor visstandbemons<strong>te</strong>ringen.<br />

4.2 <strong>Vis</strong>onderzoek en gegevensverwerking<br />

Alle gevangen vis is kort voor de soortbepaling en het me<strong>te</strong>n en wegen in<br />

een speciale verdovingsvloeistof licht verdoofd. Hierdoor kon de vis<br />

gemakkelijk geme<strong>te</strong>n en gewogen worden zonder al <strong>te</strong> veel kans op<br />

beschadiging en stressverschijnselen.<br />

<strong>De</strong> gegevens zijn ingevoerd in het <strong>comp</strong>u<strong>te</strong>rprogramma Piscaria.<br />

Piscaria is de landelijke databank van STOWA en Sportvisserij Nederland,<br />

waarin diverse onderzoeksbureaus, wa<strong>te</strong>rbeheerders en<br />

hengelsportorganisaties visserijgegevens invoeren. <strong>De</strong> databank wordt<br />

beheerd door Sportvisserij Nederland en is gekoppeld aan in<strong>te</strong>rnationale<br />

netwerken. Meer informatie is <strong>te</strong> vinden op www.piscaria.nl. Het<br />

programma Piscaria berekent vervolgens tabellen, aandeelgrafieken,<br />

leng<strong>te</strong>frequentie-verdelingen en conditiegrafieken volgens de door STOWA<br />

vastges<strong>te</strong>lde standaarden, welke aanslui<strong>te</strong>n bij de Kaderrichtlijn wa<strong>te</strong>r.<br />

Tabellen<br />

In tabel 5.1 wordt per vissoort de gevangen aantallen en de biomassa<br />

(gewicht) vermeld. <strong>De</strong> biomassa is bepaald aan de hand van een voor<br />

Nederland algemeen geldende leng<strong>te</strong>-gewichtsrelatie (Klein Bre<strong>te</strong>ler & de<br />

Laak, 2003). Van iedere vissoort is ook het berekende minimum en<br />

maximum gewicht vermeld. Voor de hengelsport belangrijke vissoor<strong>te</strong>n<br />

(brasem, (spiegel)karper, graskarper, snoek, snoekbaars, winde en zeelt)<br />

zijn de gewogen (in het veld bepaalde) maximum gewich<strong>te</strong>n vermeld. In<br />

de tabel zijn ook de minimum- en maximum leng<strong>te</strong>s van de gevangen<br />

vissen vermeld, het totaal aantal gevangen vissen en het berekende<br />

vangstgewicht.<br />

19<br />

© 2012 Sportvisserij Nederland /<br />

Hengelsportvereniging <strong>Geduld</strong> <strong>Brengt</strong> <strong>Vis</strong>


- <strong>Bijvijver</strong> <strong>De</strong> <strong>Stok</strong> <strong>te</strong> <strong>Roosendaal</strong> -<br />

Aandeelgrafieken<br />

Het aandeel van de vissoort in de aantallen en in gewicht is in twee<br />

grafieken weergegeven. In de aantalsaandeelgrafiek wordt het aantal<br />

gevangen vissen op 100% ges<strong>te</strong>ld en wordt het aandeel op aantalbasis<br />

van elke vissoort berekend. In de vangstaandeelsgrafiek wordt het<br />

vangstgewicht op 100% ges<strong>te</strong>ld en wordt het aandeel op gewichtsbasis<br />

van elke vissoort hierin vermeld.<br />

Leng<strong>te</strong>-frequentiegrafiek<br />

Van de meest belangrijke vissoor<strong>te</strong>n zijn leng<strong>te</strong>-frequentiegrafieken<br />

weergegeven in Hoofdstuk 5. Per centime<strong>te</strong>rklasse (X-as) worden de<br />

gevangen aantallen (Y-as) weergegeven.<br />

Conditie<br />

Van de belangrijks<strong>te</strong> gevangen vissoor<strong>te</strong>n zijn de leng<strong>te</strong> en het individuele<br />

gewicht bepaald, zodat de conditie van een vis kan worden berekend. Als<br />

maat voor de conditie van de vis wordt genomen de verhouding tussen<br />

het geme<strong>te</strong>n gewicht en het "normaalgewicht" van de vis. Het<br />

normaalgewicht is door de (voormalige) OVB empirisch bepaald aan de<br />

hand van talrijke metingen van leng<strong>te</strong> en gewicht van vissen uit een reeks<br />

van wa<strong>te</strong>ren (Klein Bre<strong>te</strong>ler & de Laak, 2003).<br />

Wanneer de conditiefactor kleiner is dan 0,9 is de conditie van de vis<br />

onvoldoende. Ligt de conditiefactor tussen de 0,9 en 1,1 dan is de conditie<br />

voldoende. Is de conditiefactor gro<strong>te</strong>r dan 1,1 dan is de conditie goed.<br />

Figuur 1.4 Overzichtskaart uitgevoerde visserijen.<br />

© 2012 Sportvisserij Nederland /<br />

Hengelsportvereniging <strong>Geduld</strong> <strong>Brengt</strong> <strong>Vis</strong><br />

20<br />

Topografische ondergrond: © Topografische Dienst, Emmen


21<br />

- Resulta<strong>te</strong>n visserijkundig onderzoek -<br />

5 Resulta<strong>te</strong>n visserijkundig onderzoek<br />

5.1 Soor<strong>te</strong>nsamens<strong>te</strong>lling<br />

Tijdens de bemons<strong>te</strong>ring van de <strong>Bijvijver</strong> <strong>De</strong> <strong>Stok</strong> zijn zes vissoor<strong>te</strong>n<br />

gevangen. Er zijn 117 exemplaren gevangen, met een totaal gewicht van<br />

81,9 kilogram. In de onderstaande tabel zijn van de gevangen vissoor<strong>te</strong>n,<br />

het aantal, gewicht en de leng<strong>te</strong> weergegeven.<br />

Tabel 5.1 Globaal overzicht van de gevangen vissoor<strong>te</strong>n.<br />

Min.<br />

Leng<strong>te</strong><br />

(cm)<br />

Max.<br />

Leng<strong>te</strong><br />

(cm)<br />

Min.<br />

Gewicht<br />

(g)<br />

Max.<br />

gewicht<br />

(g)<br />

<strong>Vis</strong>soort Aantal<br />

Hoeveelheid<br />

(in kg)<br />

Baars 54 6 17 1,6 2 60<br />

Karper 2 82 88 21,2 9440 14510<br />

Spiegelkarper 2 84 85 24,2 11870 17545<br />

Aal/Paling 7 23 70 1,7 19 655<br />

Rietvoorn/Ruisvoorn 2 4 12


- <strong>Bijvijver</strong> <strong>De</strong> <strong>Stok</strong> <strong>te</strong> <strong>Roosendaal</strong> -<br />

5.2 Leng<strong>te</strong>-frequentie en conditie<br />

Project : <strong>Bijvijver</strong> de <strong>Stok</strong> <strong>Roosendaal</strong><br />

Aantallen<br />

30<br />

25<br />

20<br />

15<br />

10<br />

5<br />

Van de belangrijks<strong>te</strong> vissoor<strong>te</strong>n is de leng<strong>te</strong>-frequentieverdeling en de<br />

conditie in grafieken weergegeven. <strong>De</strong> grafieken zijn hieronder per<br />

vissoort toegelicht.<br />

Baars<br />

Van de baars zijn in totaal 54 exemplaren gevangen met een leng<strong>te</strong> die<br />

varieerde van 6 tot 17 centime<strong>te</strong>r. <strong>De</strong> conditie van de gevangen baarzen<br />

was ruim voldoende.<br />

LF diagram voor Baars<br />

0<br />

0 5 10 15 20 25 30 35 40 45 50 55<br />

Leng<strong>te</strong> in cm.<br />

Project : <strong>Bijvijver</strong> de <strong>Stok</strong> <strong>Roosendaal</strong><br />

Aantallen<br />

10<br />

9<br />

8<br />

7<br />

6<br />

5<br />

4<br />

3<br />

2<br />

1<br />

© 2012 Sportvisserij Nederland /<br />

Hengelsportvereniging <strong>Geduld</strong> <strong>Brengt</strong> <strong>Vis</strong><br />

22<br />

Project : <strong>Bijvijver</strong> de <strong>Stok</strong> <strong>Roosendaal</strong><br />

Conditiefactor<br />

1,5<br />

1<br />

Conditiediagram voor Baars<br />

0,5<br />

0 5 10 15 20 25 30 35 40 45 50 55<br />

Leng<strong>te</strong> in cm<br />

Snoek<br />

Van de roofvissoort snoek zijn 28 exemplaren gevangen met een leng<strong>te</strong><br />

die varieerde van 12 tot 70 centime<strong>te</strong>r. <strong>De</strong> conditie van de gevangen 0+snoekjes<br />

(12 tot 25 centime<strong>te</strong>r leng<strong>te</strong>) was matig tot slecht, de volwassen<br />

snoeken hadden een voldoende conditie.<br />

LF diagram voor Snoek<br />

0<br />

0 10 20 30 40 50 60 70 80 90 100 110 120 130 140<br />

Leng<strong>te</strong> in cm.<br />

Project : <strong>Bijvijver</strong> de <strong>Stok</strong> <strong>Roosendaal</strong><br />

Conditiefactor<br />

1,5<br />

1<br />

Conditiediagram voor Snoek<br />

0,5<br />

0 10 20 30 40 50 60 70 80 90 100 110 120 130 140<br />

Leng<strong>te</strong> in cm<br />

Zeelt<br />

Van de plan<strong>te</strong>nminnende vissoort zeelt zijn 22 exemplaren gevangen met<br />

een leng<strong>te</strong> die varieerde van 10 tot 54 centime<strong>te</strong>r. <strong>De</strong> conditie van de<br />

gevangen zeel<strong>te</strong>n was voldoende.


Project : <strong>Bijvijver</strong> de <strong>Stok</strong> <strong>Roosendaal</strong><br />

Aantallen<br />

5<br />

4<br />

3<br />

2<br />

1<br />

LF diagram voor Zeelt<br />

0<br />

0 5 10 15 20 25 30 35 40 45 50 55 60 65 70<br />

Leng<strong>te</strong> in cm.<br />

Project : <strong>Bijvijver</strong> de <strong>Stok</strong> <strong>Roosendaal</strong><br />

Aantallen<br />

5<br />

4<br />

3<br />

2<br />

1<br />

23<br />

Conditiefactor<br />

1,5<br />

1<br />

- Resulta<strong>te</strong>n visserijkundig onderzoek -<br />

Project : <strong>Bijvijver</strong> de <strong>Stok</strong> <strong>Roosendaal</strong><br />

Conditiediagram voor Zeelt<br />

0,5<br />

0 5 10 15 20 25 30 35 40 45 50 55 60 65 70<br />

Leng<strong>te</strong> in cm<br />

Aal/Paling<br />

Van de vissoort paling zijn 7 exemplaren gevangen met een leng<strong>te</strong> die<br />

varieerde van 23 tot 70 centime<strong>te</strong>r. <strong>De</strong> conditie van de gevangen palingen<br />

was voldoende.<br />

LF diagram voor Aal/Paling<br />

0<br />

0 10 20 30 40 50 60 70 80 90 100 110 120<br />

Leng<strong>te</strong> in cm.<br />

Project : <strong>Bijvijver</strong> de <strong>Stok</strong> <strong>Roosendaal</strong><br />

Conditiefactor<br />

1,5<br />

1<br />

Conditiediagram voor Aal/Paling<br />

0,5<br />

0 10 20 30 40 50 60 70 80 90 100 110 120<br />

Leng<strong>te</strong> in cm<br />

Verder zijn nog vier karpers gevangen, waarvan twee spiegelkarpers (van<br />

84 en 85 centime<strong>te</strong>r) en twee schubkarpers (van 82 en 88 centime<strong>te</strong>r).<br />

Tevens zijn nog twee ruisvoorns (van 4 en 12 centime<strong>te</strong>r leng<strong>te</strong>)<br />

gevangen.<br />

Het binnenhalen van de zegen tijdens het visserijkundig onderzoek.<br />

© 2012 Sportvisserij Nederland /<br />

Hengelsportvereniging <strong>Geduld</strong> <strong>Brengt</strong> <strong>Vis</strong>


- <strong>Bijvijver</strong> <strong>De</strong> <strong>Stok</strong> <strong>te</strong> <strong>Roosendaal</strong> -<br />

6 Bespreking en knelpun<strong>te</strong>n<br />

6.1 Bespreking<br />

Soor<strong>te</strong>n<br />

Tijdens de visstandbemons<strong>te</strong>ring van de <strong>Bijvijver</strong> <strong>De</strong> <strong>Stok</strong> zijn zes<br />

vissoor<strong>te</strong>n aangetroffen. <strong>De</strong> soortdiversi<strong>te</strong>it is daarmee laag <strong>te</strong> noemen.<br />

Tot de hoofdgroep eurytope vissoor<strong>te</strong>n (geen voorkeur voor plan<strong>te</strong>n of<br />

stroming) behoren de soor<strong>te</strong>n baars, karper en paling. Tot de groep<br />

limnofiele vissoor<strong>te</strong>n (soor<strong>te</strong>n die behoren tot het plan<strong>te</strong>nrijke milieu met<br />

stilstaand wa<strong>te</strong>r) behoren ruisvoorn, snoek en zeelt.<br />

Aantallen en gewicht<br />

<strong>De</strong> baars was qua aantallen de meest voorkomende vissoort (54 stuks,<br />

46%). Andere veel gevangen vissoor<strong>te</strong>n zijn snoek (28 stuks, 24%) en<br />

zeelt (22 stuks, 19%).<br />

Qua gewicht bestond de vangst voor het groots<strong>te</strong> deel uit karper (55%,<br />

45,4 kg). Hiervan waren twee spiegelkarpers met een gezamenlijk<br />

gewicht van 24,2 kg. Ook zeelt en snoek (respectievelijk 27%, 22,1 kg,<br />

en 14%, 11,1 kg) zijn qua gewicht veel gevangen.<br />

Conditie<br />

<strong>De</strong> conditie van baars, paling, zeelt en volwassen snoek was (ruim)<br />

voldoende. <strong>De</strong> conditie van de 0+-snoekjes was matig tot slecht.<br />

Roofvissen<br />

Er zijn twee roofvissoor<strong>te</strong>n aangetroffen tijdens het visserijkundig<br />

onderzoek; snoek en baars. <strong>De</strong> belangrijks<strong>te</strong> roofvissoort in de vijver is de<br />

snoek (met een gewichtsaandeel in de vangst van 14%, 11,1 kg).<br />

Er zijn 28 snoeken gevangen in de vijver. Het snoekbestand is redelijk<br />

omvangrijk, maar vertoont een vrij onevenwichtige opbouw, met veel<br />

juveniele exemplaren (0+ jaarklasse) en enkele vissen van oudere<br />

jaarklassen. Een dergelijke leeftijdsopbouw van snoek is typisch voor een<br />

wa<strong>te</strong>r van het ruisvoorn-snoek viswa<strong>te</strong>rtype.<br />

<strong>De</strong> leefomstandigheden voor de snoek in de vijvers zijn vrij goed. Het<br />

wa<strong>te</strong>r is erg helder en erg rijk aan vegetatie (vooral onderwa<strong>te</strong>r- en<br />

drijfbladvegetatie), wat gunstig is voor jonge snoek. Tussen de vegetatie<br />

kunnen zij jagen en beschutting vinden <strong>te</strong>gen gro<strong>te</strong>re soortgeno<strong>te</strong>n. Er is<br />

ech<strong>te</strong>r erg weinig prooivis aanwezig in de vijver, vooral voor de 0+snoekjes.<br />

Voor de gro<strong>te</strong>re exemplaren dienen vooral de baarzen én de<br />

kleine snoekjes als voedsel.<br />

<strong>De</strong> matige/slech<strong>te</strong> conditie van de 0+-snoekjes wordt veroorzaakt door<br />

een gebrek aan voedsel. Er is vrijwel geen prooivis (


- Bespreking en knelpun<strong>te</strong>n -<br />

juveniele snoekjes aanwezig in de vijver. Er zijn slechts één kleine<br />

ruisvoorn en één jonge baars gevangen. Gedurende het voorjaar en de<br />

zomer zal het voedsel voor de snoekjes vooral bestaan hebben uit jonge<br />

baarzen, zeeltjes én andere snoekjes.<br />

<strong>De</strong> baars is de meest gevangen roofvissoort (54 stuks, maar met een<br />

gewichtsaandeel in de vangst van bijna 2%) in de vijver. <strong>De</strong> baars vervult<br />

een vrij geringe rol als roofvis.<br />

Vergelijking met eerdere onderzoeken (zie Bijlage II)<br />

In 1992 werden nog tien vissoor<strong>te</strong>n, bijna 2900 vissen en bijna 200<br />

kilogram vis in de vijver gevangen. Na de viss<strong>te</strong>rf<strong>te</strong>s in 1999 en 2000<br />

werden tijdens het visserijkundig onderzoek in 2000 nog maar zes<br />

vissoor<strong>te</strong>n, bijna 400 vissen en ruim 170 kilogram vis gevangen. <strong>De</strong><br />

soor<strong>te</strong>n blankvoorn en brasem (waarvan in 1992 nog respectievelijk 1766<br />

en 991 stuks werden gevangen), kolblei en vetje werden in 2000 niet<br />

meer aangetroffen. Ook in <strong>2011</strong> zijn deze soor<strong>te</strong>n niet meer aangetroffen.<br />

<strong>De</strong> visstand in <strong>2011</strong> is vrijwel hetzelfde als in 2000; er is minder karper<br />

en kleine baars gevangen, maar de vissoor<strong>te</strong>n zijn gelijk gebleven.<br />

6.2 Knelpun<strong>te</strong>n<br />

<strong>Vis</strong>stand<br />

<strong>De</strong> visstand van de <strong>Bijvijver</strong> <strong>De</strong> <strong>Stok</strong> bestaat vooral uit soor<strong>te</strong>n die<br />

kenmerkend zijn voor een ruisvoorn-snoek viswa<strong>te</strong>rtype, zoals snoek en<br />

zeelt. Gezien de leefomstandigheden in de vijver, de vele wa<strong>te</strong>rplan<strong>te</strong>n en<br />

het heldere wa<strong>te</strong>r, is dit ook logisch.<br />

Opvallend is ech<strong>te</strong>r het vrijwel ontbreken van ruisvoorn, een soort die<br />

kenmerkend is voor het viswa<strong>te</strong>rtype. Ook het ontbreken van blankvoorn<br />

en brasem in de vangst is opvallend. <strong>De</strong>ze soor<strong>te</strong>n worden in vrijwel alle<br />

Nederlandse wa<strong>te</strong>ren aangetroffen en komen ook als begeleidende<br />

vissoor<strong>te</strong>n in vrijwel alle wa<strong>te</strong>ren van het ruisvoorn-snoek viswa<strong>te</strong>rtype<br />

voor. <strong>De</strong> viss<strong>te</strong>rf<strong>te</strong>s in 1999 en 2000 (zie § 2.3) zijn waarschijnlijk de<br />

voornaams<strong>te</strong> oorzaken van het verdwijnen van blankvoorn en brasem uit<br />

de vijver. Mogelijk heeft ech<strong>te</strong>r ook de aalscholver bijgedragen. Predatie<br />

door aalscholvers is ook een mogelijke oorzaak voor het vrijwel ontbreken<br />

van ruisvoorn in de vijver. In de zomerperiode is er meer dan voldoende<br />

beschutting <strong>te</strong> vinden <strong>te</strong>gen predatie door aalscholvers door de vele<br />

wa<strong>te</strong>rplan<strong>te</strong>n. Maar in de win<strong>te</strong>r, als de wa<strong>te</strong>rplan<strong>te</strong>n zijn afgestorven,<br />

hebben de aalscholvers in de vijver vrij spel. Door de HSV wordt<br />

aangegeven dat er sporadisch ook aalscholvers worden gesignaleerd op<br />

de vijver.<br />

Sportvisserijmogelijkheden<br />

<strong>De</strong> mogelijkheden voor sportvissers om de vijver <strong>te</strong> bevissen zijn vrij<br />

gering. In de zomerperiode is de vijver geheel begroeid met wa<strong>te</strong>rplan<strong>te</strong>n,<br />

waardoor het voor sportvissers vrijwel onmogelijk is de vijver <strong>te</strong> bevissen.<br />

Het twee maal per jaar maaien van de wa<strong>te</strong>rvegetatie vormt slechts een<br />

geringe en vooral tijdelijke oplossing voor dit probleem. Het wa<strong>te</strong>r wordt<br />

momen<strong>te</strong>el dan ook slechts bevist door een kleine groep fanatieke<br />

25<br />

© 2012 Sportvisserij Nederland /<br />

Hengelsportvereniging <strong>Geduld</strong> <strong>Brengt</strong> <strong>Vis</strong>


- <strong>Bijvijver</strong> <strong>De</strong> <strong>Stok</strong> <strong>te</strong> <strong>Roosendaal</strong> -<br />

karpervissers, die bereidt zijn veel tijd <strong>te</strong> s<strong>te</strong>ken in het schonen van een<br />

s<strong>te</strong>k om op karper <strong>te</strong> kunnen vissen.<br />

Naast de overmatige groei van wa<strong>te</strong>rplan<strong>te</strong>n bepaalt vooral de visstand de<br />

mogelijkheden voor de sportvisserij. <strong>De</strong> vijver herbergt een klein, maar<br />

mooi karperbestand, dat bestaat uit gro<strong>te</strong> vissen tot 35 pond. Daarnaast<br />

is er een goed zeeltbestand aanwezig, met meerdere vissen boven de<br />

50 centime<strong>te</strong>r. <strong>De</strong> bestanden van andere vissoor<strong>te</strong>n zijn ech<strong>te</strong>r klein,<br />

zoals snoek, of (vrijwel) niet aanwezig, zoals ruisvoorn, blankvoorn en<br />

brasem.<br />

Geconcludeerd kan worden dat in de huidige situatie de <strong>Bijvijver</strong> <strong>De</strong> <strong>Stok</strong><br />

als viswa<strong>te</strong>r voor het overgro<strong>te</strong> deel van de circa 900 leden van de HSV<br />

niet in<strong>te</strong>ressant is.<br />

Gro<strong>te</strong> hoeveelheden wa<strong>te</strong>rplan<strong>te</strong>n in de zegen.<br />

© 2012 Sportvisserij Nederland /<br />

Hengelsportvereniging <strong>Geduld</strong> <strong>Brengt</strong> <strong>Vis</strong><br />

26


7 Aanbevelingen<br />

7.1 <strong>Vis</strong>standbeheer<br />

27<br />

- Aanbevelingen -<br />

Een goede mogelijkheid om de visstand en de sportvisserijmogelijkheden<br />

in de <strong>Bijvijver</strong> <strong>De</strong> <strong>Stok</strong> <strong>te</strong> verbe<strong>te</strong>ren, is het uitzet<strong>te</strong>n van vis. Afhankelijk<br />

van het gewens<strong>te</strong> eindbeeld zijn er diverse scenario’s mogelijk door het<br />

uitzet<strong>te</strong>n van verschillende vissoor<strong>te</strong>n en dichtheden. Hieronder worden<br />

drie scenario’s beschreven met de uit <strong>te</strong> zet<strong>te</strong>n vissoor<strong>te</strong>n, hoeveelheden<br />

en de mogelijkheden voor de sportvissers.<br />

Scenario 1: natuurvijver<br />

In dit scenario wordt het huidige karak<strong>te</strong>r van de vijver het meest<br />

behouden: een vijver van het ruisvoorn-snoek viswa<strong>te</strong>rtype met veel<br />

wa<strong>te</strong>rplan<strong>te</strong>n, helder wa<strong>te</strong>r en een passende visstand. Door de<br />

visuitzettingen zullen de huidige sportvisserijmogelijkheden in de vijver<br />

worden verbe<strong>te</strong>rd en zal naast karper, zeelt en snoek, ook op ruisvoorn<br />

en graskarper gevist kunnen worden. Voorges<strong>te</strong>ld wordt een kleine<br />

hoeveelheid graskarper, ruisvoorn en eventueel een kleine hoeveelheid<br />

(spiegel)karper uit <strong>te</strong> zet<strong>te</strong>n.<br />

Graskarper<br />

Met het uitzet<strong>te</strong>n van graskarper wordt beoogd de hoeveelheid<br />

wa<strong>te</strong>rplan<strong>te</strong>n <strong>te</strong> verminderen zodat er open plekken ontstaan waar door<br />

sportvissers gevist kan worden. Om dit <strong>te</strong> bereiken hoeft slechts een<br />

kleine hoeveelheid graskarper <strong>te</strong> worden uitgezet, voorges<strong>te</strong>ld wordt 30<br />

kilogram uit <strong>te</strong> zet<strong>te</strong>n. Dit zou genoeg moe<strong>te</strong>n zijn om voldoende open<br />

plekken <strong>te</strong> creëren zonder dat <strong>te</strong> veel wa<strong>te</strong>rplan<strong>te</strong>n worden weggevre<strong>te</strong>n.<br />

Daarnaast is de graskarper door zijn kracht en vechtlust natuurlijk ook<br />

een hele mooie sportvis die in plan<strong>te</strong>nrijke wa<strong>te</strong>ren erg groot kan worden.<br />

Leng<strong>te</strong>n van meer dan één me<strong>te</strong>r en gewich<strong>te</strong>n boven de 25 pond zijn<br />

mogelijk.<br />

<strong>De</strong> graskarper is een s<strong>te</strong>rke, vechtlustige sportvis én een<br />

wa<strong>te</strong>rplan<strong>te</strong>n beheerder bij uits<strong>te</strong>k.<br />

© 2012 Sportvisserij Nederland /<br />

Hengelsportvereniging <strong>Geduld</strong> <strong>Brengt</strong> <strong>Vis</strong>


- <strong>Bijvijver</strong> <strong>De</strong> <strong>Stok</strong> <strong>te</strong> <strong>Roosendaal</strong> -<br />

Bij het uitzet<strong>te</strong>n van graskarper moet rekening gehouden worden met<br />

vraat door aalscholvers. Bij voorkeur worden daarom gro<strong>te</strong>re vissen van<br />

minimaal 1 tot 2 kilogram uitgezet óf worden de graskarpers in het<br />

vroege voorjaar (maart) uitgezet. Aalscholvers vormen in kleine,<br />

afgeslo<strong>te</strong>n wa<strong>te</strong>ren vooral in de win<strong>te</strong>rperiode een probleem. Door de<br />

graskarper dus in het voorjaar uit <strong>te</strong> zet<strong>te</strong>n, zal het risico op wegvraat<br />

door aalscholvers flink worden verminderd. Een andere mogelijkheid is de<br />

graskarper in het najaar uit <strong>te</strong> zet<strong>te</strong>n, en de vijver <strong>te</strong>gen aalscholvers <strong>te</strong><br />

beschermen door bijvoorbeeld het spannen van draden.<br />

Ruisvoorn<br />

<strong>De</strong> ruisvoorn is een vis die, net als de snoek<br />

en zeelt, thuishoort in s<strong>te</strong>rk begroeide<br />

wa<strong>te</strong>ren zoals de <strong>Bijvijver</strong> <strong>De</strong> <strong>Stok</strong> en daar in<br />

gro<strong>te</strong> aantallen kan voorkomen. Ech<strong>te</strong>r zijn<br />

tijdens het visserijkundig onderzoek slecht<br />

twee kleine ruisvoorns aangetroffen. Ook in de eerdere visstandonderzoeken<br />

is weinig ruisvoorn gevangen. Voorges<strong>te</strong>ld wordt<br />

100 kilogram ruisvoorn uit <strong>te</strong> zet<strong>te</strong>n en <strong>te</strong> kijken of de vissoort aanslaat in<br />

de vijver en goed gevangen wordt door sportvissers.<br />

(Spiegel)karper<br />

In de <strong>Bijvijver</strong> <strong>De</strong> <strong>Stok</strong> is karperbestand<br />

aanwezig van slechts enkele, maar wel gro<strong>te</strong><br />

vissen. Tijdens de visstandbemons<strong>te</strong>ring zijn<br />

4 karpers (waaronder 2 spiegelkarpers)<br />

aangetroffen, variërend in leng<strong>te</strong> van 82 tot<br />

88 cm, met een totaalgewicht van 45,4 kg. <strong>De</strong> karpers hebben een goede<br />

conditie en er is geen sprake van overbezetting. <strong>De</strong> karper plant zich in<br />

Nederlandse wa<strong>te</strong>ren slechts weinig succesvol voort en ook in de <strong>Bijvijver</strong><br />

<strong>De</strong> <strong>Stok</strong> zijn geen jonge/kleine karpertjes gevangen die duiden op<br />

succesvolle voortplanting. Om het karperbestand in de vijver op peil <strong>te</strong><br />

houden of <strong>te</strong> vergro<strong>te</strong>n zijn dus in de toekomst uitzettingen noodzakelijk.<br />

Het huidige bestand van enkele gro<strong>te</strong> karpers is geliefd onder de<br />

karpervissers die de vijver bevissen. Zij willen dan ook graag de gro<strong>te</strong><br />

vissen behouden zonder dat deze in gewicht afnemen. Om toch het<br />

karperbestand <strong>te</strong> kunnen verjongen en <strong>te</strong> vergro<strong>te</strong>n, maar ook het huidige<br />

bestand van gro<strong>te</strong> vissen <strong>te</strong> behouden, kan ervoor gekozen worden een<br />

kleine hoeveelheid karper uit <strong>te</strong> zet<strong>te</strong>n. Aanbevolen wordt om éénmalig<br />

maximaal 10 karpers (K3) uit <strong>te</strong> zet<strong>te</strong>n. Door zowel spiegel- als<br />

schubkarpers uit <strong>te</strong> zet<strong>te</strong>n kan de diversi<strong>te</strong>it aan beschubbingsvormen in<br />

het bestand worden behouden.<br />

Karpers<strong>te</strong>rf<strong>te</strong><br />

Het uitzet<strong>te</strong>n van karper is de laats<strong>te</strong> jaren riskant gebleken op kleinere en afgeslo<strong>te</strong>n wa<strong>te</strong>ren. In<br />

een aantal gevallen treedt in het voorjaar s<strong>te</strong>rf<strong>te</strong> op onder het oorspronkelijke karperbestand. Om<br />

de verspreiding van ziek<strong>te</strong>n door het uitzet<strong>te</strong>n van ‘vreemde’ karpers zoveel mogelijk <strong>te</strong><br />

voorkomen, dienen de karpers <strong>te</strong> worden betrokken bij gerepu<strong>te</strong>erde vishandelaren, hoewel ook dit<br />

geen garantie biedt. <strong>De</strong> vereniging dient het risico <strong>te</strong> onderkennen dat na een uitzetting s<strong>te</strong>rf<strong>te</strong><br />

onder het al aanwezige karperbestand kan optreden.<br />

© 2012 Sportvisserij Nederland /<br />

Hengelsportvereniging <strong>Geduld</strong> <strong>Brengt</strong> <strong>Vis</strong><br />

28


- Aanbevelingen -<br />

Scenario 2: gemengde vijver<br />

Met dit scenario wordt geprobeerd de vijver voor meerdere typen<br />

sportvissers aantrekkelijk <strong>te</strong> maken, door <strong>te</strong> streven naar het snoekblankvoorn<br />

viswa<strong>te</strong>rtype. Voorges<strong>te</strong>ld wordt graskarper, witvis<br />

(blankvoorn, brasem) en (spiegel)karper uit <strong>te</strong> zet<strong>te</strong>n.<br />

Graskarper<br />

Met het uitzet<strong>te</strong>n van graskarper wordt beoogd de hoeveelheid<br />

wa<strong>te</strong>rplan<strong>te</strong>n flink <strong>te</strong> verminderen zodat het groots<strong>te</strong> deel van de vijver<br />

open is, en bevisbaar voor sportvissers. Om dit <strong>te</strong> bereiken dient meer<br />

graskarper <strong>te</strong> worden uitgezet, voorges<strong>te</strong>ld wordt 100 kilogram uit <strong>te</strong><br />

zet<strong>te</strong>n. Dit zou genoeg moe<strong>te</strong>n zijn om het merendeel van het wa<strong>te</strong>r vrij<br />

van wa<strong>te</strong>rplan<strong>te</strong>n <strong>te</strong> maken, zonder dat de vijver kaal gevre<strong>te</strong>n wordt.<br />

Naast zijn rol als wa<strong>te</strong>rplan<strong>te</strong>nbeheerder is de graskarper natuurlijk ook in<br />

dit scenario een zeer in<strong>te</strong>ressan<strong>te</strong> vissoort voor de sportvisser.<br />

Witvis<br />

In een wa<strong>te</strong>r van het snoek-blankvoorn viswa<strong>te</strong>rtype hoort een gezond<br />

bestand aan witvis voor <strong>te</strong> komen, zoals blankvoorn en brasem. Beide<br />

soor<strong>te</strong>n zijn sinds de gro<strong>te</strong> viss<strong>te</strong>rf<strong>te</strong> van 1999 niet meer in de vijver<br />

aangetroffen. Blankvoorn en brasem zijn belangrijke sportvissen, vooral<br />

voor de recreatievisser. Voorges<strong>te</strong>ld wordt om 100 kilogram blankvoorn<br />

en 50 kilogram brasem uit <strong>te</strong> zet<strong>te</strong>n.<br />

Bij het uitzet<strong>te</strong>n van witvis dient <strong>te</strong>rdege<br />

rekening gehouden <strong>te</strong> worden met de invloed<br />

die de aalscholver heeft op de visstand.<br />

Ervaring leert dat in kleine, afgeslo<strong>te</strong>n<br />

wa<strong>te</strong>ren een groot deel van de uitgezet<strong>te</strong> vis<br />

< 40 cm in kor<strong>te</strong> tijd door aalscholvers kan<br />

worden weggevangen. Het uitzet<strong>te</strong>n van<br />

witvis, zoals blankvoorn, brasem en winde<br />

heeft dan weinig zin, mits vooraf<br />

maatregelen zijn genomen. Indien ervoor gekozen wordt witvis uit <strong>te</strong><br />

zet<strong>te</strong>n, dienen eerst gaaskooien geplaatst <strong>te</strong> worden. In paragraaf 7.2<br />

wordt een advies gegeven over het plaatsen van gaaskooien.<br />

Belangrijk is verder dat de afkomst van<br />

de pootvis bekend is. Veel van de brasem<br />

en blankvoorn die wordt aangeboden in<br />

de handel is afkomstig van groot wa<strong>te</strong>r<br />

(zoals de gro<strong>te</strong> rivieren of het<br />

IJsselmeer). <strong>De</strong>ze vissen hebben moei<strong>te</strong><br />

zich aan <strong>te</strong> passen aan de omstandigheden in kleinere wa<strong>te</strong>ren. Dit leidt<br />

na enkele maanden meestal tot een aanzienlijke s<strong>te</strong>rf<strong>te</strong> onder de<br />

uitgezet<strong>te</strong> vis. Daarom is aan <strong>te</strong> raden vis <strong>te</strong> betrekken van vishandelaren<br />

die vis verkopen afkomstig uit klein(er) wa<strong>te</strong>r óf, wat natuurlijk nog be<strong>te</strong>r<br />

is, gekweek<strong>te</strong> vis aan <strong>te</strong> kopen. <strong>De</strong>ze vis heeft als voordeel dat ze gewend<br />

is aan het leven in (kweek-)vijvers en het aanwezige voedsel, waardoor<br />

ze dus ui<strong>te</strong>rma<strong>te</strong> geschikt is om <strong>te</strong> worden uitgezet in visvijvers.<br />

29<br />

© 2012 Sportvisserij Nederland /<br />

Hengelsportvereniging <strong>Geduld</strong> <strong>Brengt</strong> <strong>Vis</strong>


- <strong>Bijvijver</strong> <strong>De</strong> <strong>Stok</strong> <strong>te</strong> <strong>Roosendaal</strong> -<br />

Er kan ook gekozen worden om in plaats van blankvoorn en brasem,<br />

eenzelfde hoeveelheid kruiskarper uit <strong>te</strong> zet<strong>te</strong>n. Voor meer info over de<br />

kruiskarper, zie scenario 3.<br />

(Spiegel)karper<br />

Om de vijver voor een gro<strong>te</strong>re groep karpervissers in<strong>te</strong>ressant <strong>te</strong> maken,<br />

wordt voorges<strong>te</strong>ld het karperbestand <strong>te</strong> vergro<strong>te</strong>n, door meer karper uit<br />

<strong>te</strong> zet<strong>te</strong>n. <strong>De</strong> vis zal niet de groot<strong>te</strong> bereiken die het huidige<br />

karperbestand heeft, maar zal een stuk makkelijker <strong>te</strong> vangen zijn.<br />

Aanbevolen wordt om in totaal 40 karpers (K3) uit <strong>te</strong> zet<strong>te</strong>n, verdeeld<br />

over twee uitzettingen met een tussenpose van twee jaar. Door zowel<br />

spiegel- en schubkarpers uit <strong>te</strong> zet<strong>te</strong>n kan de diversi<strong>te</strong>it aan<br />

beschubbingsvormen in het bestand worden behouden.<br />

Scenario 3: visvijver<br />

In dit scenario wordt beoogd de vijver vooral voor de recreatievisser (zie<br />

Bijlage IV) in<strong>te</strong>ressant <strong>te</strong> maken. Dit type visser, waartoe het groots<strong>te</strong><br />

deel van de sportvissers behoort, is minder kieskeurig wat betreft de soort<br />

en groot<strong>te</strong> van de vis. Belangrijker is een goed bereik- en bevisbare<br />

viss<strong>te</strong>k en een goede kans op de vangst van een vis. Voorges<strong>te</strong>ld wordt<br />

graskarper en kruiskarper uit <strong>te</strong> zet<strong>te</strong>n.<br />

Graskarper<br />

Met het uitzet<strong>te</strong>n van graskarper wordt beoogd de hoeveelheid<br />

wa<strong>te</strong>rplan<strong>te</strong>n flink <strong>te</strong> verminderen zodat het groots<strong>te</strong> deel van de vijver<br />

open is en bevisbaar voor sportvissers. Om dit <strong>te</strong> bereiken wordt<br />

voorges<strong>te</strong>ld 100 kilogram uit <strong>te</strong> zet<strong>te</strong>n.<br />

Kruiskarper<br />

<strong>De</strong> kruiskarpers is een kruisingsvorm tussen een (mannelijke)<br />

schubkarper en een (vrouwelijke) goudvis. <strong>De</strong> resul<strong>te</strong>rende kruising heeft<br />

kenmerken van beide oudersoor<strong>te</strong>n. <strong>De</strong> vis lijkt s<strong>te</strong>rk op een giebel, maar<br />

heeft in <strong>te</strong>gens<strong>te</strong>lling tot de giebel meestal wel kleine bekdraden. <strong>De</strong><br />

kruiskarpers zijn meestal bruinig van kleur, zoals een normale<br />

schubkarper.<br />

Kruiskarpers zijn goed bestand <strong>te</strong>gen aalscholverpredatie, maar niet<br />

volledig aalscholverbes<strong>te</strong>ndig. Een minimale leng<strong>te</strong> bij uitzet van ongeveer<br />

30 centime<strong>te</strong>r is noodzakelijk om niet <strong>te</strong> worden gepakt door aalscholvers.<br />

© 2012 Sportvisserij Nederland /<br />

Hengelsportvereniging <strong>Geduld</strong> <strong>Brengt</strong> <strong>Vis</strong><br />

30


- Aanbevelingen -<br />

<strong>De</strong> leng<strong>te</strong> moet in het najaar bereikt zijn, omdat de aalscholvers met<br />

name in de win<strong>te</strong>r visvijvers bezoeken.<br />

In enkele tientallen visvijvers zijn de laats<strong>te</strong> jaren kruiskarpers uitgezet.<br />

<strong>De</strong> verenigingen zijn positief over de vangs<strong>te</strong>n, en onder sportvissers zijn<br />

de kruiskarpers erg populair. Ook voor de jeugd zijn kruiskarpers een<br />

prima vissoort vanwege de goede vangbaarheid, strijdlust en het vrij<br />

geringe formaat.<br />

Om een waardevolle aanvulling op het visbestand <strong>te</strong> zijn, dienen<br />

kruiskarpers in vrij hoge dichtheden (ca 300 – 400 kg/ha) <strong>te</strong> worden<br />

uitgezet. Voorges<strong>te</strong>ld wordt 400 kilogram kruiskarper in de <strong>Bijvijver</strong> <strong>De</strong><br />

<strong>Stok</strong> uit <strong>te</strong> zet<strong>te</strong>n.<br />

7.2 Inrichtingsmaatregelen<br />

Aanbrengen schuilgelegenheid<br />

Omdat onzeker is of de aalscholver van invloed is op de visstand van de<br />

<strong>Bijvijver</strong> <strong>De</strong> <strong>Stok</strong>, maar dit zeker niet kan worden uitgeslo<strong>te</strong>n, wordt<br />

aanbevolen meer schuilgelegenheid aan <strong>te</strong> brengen in de vijver.<br />

Om de visstand <strong>te</strong>gen predatie door aalscholvers <strong>te</strong> beschermen kunnen<br />

slechts preventieve maatregelen genomen worden. <strong>De</strong> aalscholver is<br />

immers een beschermde vogelsoort. Van belang is dat er voor vissen<br />

voldoende structuren in het wa<strong>te</strong>r zijn die schuilmogelijkheid bieden.<br />

In de <strong>Bijvijver</strong> <strong>De</strong> <strong>Stok</strong> is plaatselijk al structuur aanwezig, zoals<br />

wa<strong>te</strong>rplan<strong>te</strong>n in de zomerperiode en ingroeiende takken van bomen en<br />

struiken langs een klein deel van de oever. In de win<strong>te</strong>rperiode s<strong>te</strong>rven de<br />

wa<strong>te</strong>rplan<strong>te</strong>n ech<strong>te</strong>r af en blijft alleen de beschutting van ingroeiende<br />

takken over.<br />

Om vissen in de vijver meer schuilgelegenheid <strong>te</strong> bieden, vooral in de<br />

win<strong>te</strong>rperiode als alle wa<strong>te</strong>rplan<strong>te</strong>n zijn afgestorven, kan gebruik gemaakt<br />

worden van onderwa<strong>te</strong>rstructuren. <strong>De</strong>ze structuren zijn van groot belang<br />

voor vis. Niet alleen als schuilmogelijkheid <strong>te</strong>gen aalscholvers, maar ook<br />

voor diverse andere toepassingen.<br />

Een school blankvoorns die beschutting zoekt tussen de takken.<br />

31<br />

© 2012 Sportvisserij Nederland /<br />

Hengelsportvereniging <strong>Geduld</strong> <strong>Brengt</strong> <strong>Vis</strong>


- <strong>Bijvijver</strong> <strong>De</strong> <strong>Stok</strong> <strong>te</strong> <strong>Roosendaal</strong> -<br />

Zo kunnen onderwa<strong>te</strong>rstructuren dienst doen als paaisubstraat<br />

(bijvoorbeeld voor baars) en als foerageergebied (bijvoorbeeld voor snoek<br />

die in een hinderlaag ligt). Daarnaast vormen onderwa<strong>te</strong>rstructuren een<br />

goede ondergrond voor mosseltjes en (draad)algen om op <strong>te</strong> groeien, wat<br />

door vissen weer als voedselbron gebruikt kan worden.<br />

Als onderwa<strong>te</strong>rstructuren kunnen bijvoorbeeld bomen, takkenbossen<br />

(rijshout) of oude kerstbomen worden gebruikt. <strong>De</strong>ze laats<strong>te</strong> dienen dan<br />

wel <strong>te</strong> worden verzwaard om <strong>te</strong> kunnen worden afgezonken. <strong>De</strong><br />

levensduur van degelijke onderwa<strong>te</strong>rstructuren is ongeveer 10 jaar.<br />

Hierna is het hout zover ach<strong>te</strong>ruitgegaan (verrot), dat het zijn waarde<br />

voor vis verliest. Door het gebruik van diverse soor<strong>te</strong>n hout en takken<br />

kunnen verschillende effec<strong>te</strong>n bereikt worden.<br />

In de oeverzone aangebrach<strong>te</strong> bomen, takken en andere<br />

onderwa<strong>te</strong>rstructuren bieden vissen een schuilplaats en<br />

beschutting <strong>te</strong>gen de aalscholver.<br />

Als bijvoorbeeld kerstbomen gebruikt worden, zal meer kleinere vis tot de<br />

structuren aangetrokken worden, omdat de dichtheid van de takken en<br />

dus de beschutting groot is. Als takken of bomen worden gebruikt met<br />

een minder gro<strong>te</strong> dichtheid, zoals eiken of beuken, dan zullen gro<strong>te</strong>re<br />

vissen worden aangetrokken. Indien onderwa<strong>te</strong>rstructuren worden<br />

geplaatst dienen wel waarschuwings-borden of markeringen <strong>te</strong> worden<br />

geplaatst, zodat sportvissers deze structuren kunnen vermijden. Indien de<br />

structuren in de oeverzones worden aangebracht, dient dit bij voorkeur op<br />

locaties <strong>te</strong> gebeuren waar weinig gevist of gerecreëerd wordt, zodat de<br />

bevisbaarheid van het wa<strong>te</strong>r niet verminderd.<br />

Voorges<strong>te</strong>ld wordt op een aantal locaties in de plas structuren in de oever<br />

aan <strong>te</strong> leggen in de vorm van bomen. <strong>De</strong>ze dienen met de kruin richting<br />

het wa<strong>te</strong>r gelegd <strong>te</strong> worden (zie foto vorige pagina). <strong>De</strong> voorges<strong>te</strong>lde<br />

locaties worden aangegeven in Figuur 1.5.<br />

© 2012 Sportvisserij Nederland /<br />

Hengelsportvereniging <strong>Geduld</strong> <strong>Brengt</strong> <strong>Vis</strong><br />

32


- Aanbevelingen -<br />

Gaaskooien plaatsen<br />

Indien wordt beslo<strong>te</strong>n blankvoorn en brasem uit <strong>te</strong> zet<strong>te</strong>n in de vijver (zie<br />

paragraaf 7.1, scenario 2), is het nodig de beschuttingsmogelijkheden<br />

voor de visstand verder <strong>te</strong> vergro<strong>te</strong>n door het plaatsen van gazen kooien.<br />

In 2009 is Sportvisserij Nederland gestart met enkele experimen<strong>te</strong>n<br />

waarbij met diverse methoden is getracht de invloed van de aalscholver<br />

op de visstand <strong>te</strong> verminderen. Eén ervan is het plaatsen van gro<strong>te</strong> gazen<br />

kooien in het viswa<strong>te</strong>r zodat vissen zich hierin kunnen verschuilen.<br />

Tijdens dit experiment zijn in meerdere visvijvers gaaskooien geplaatst<br />

om de negatieve effec<strong>te</strong>n van aalscholverpredatie <strong>te</strong> voorkomen. <strong>De</strong><br />

gaaskooien zijn gemaakt volgens de beschrijving in het onderstaande<br />

kader. Een deel van de gaaskooien was voorzien van schaduwgaas. Na<br />

het plaatsen zijn de clus<strong>te</strong>rs van gaaskooien gemarkeerd, zodat ook<br />

sportvissers kunnen zien waar ze staan.<br />

Na enkele jaren kan worden geconcludeerd dat het plaatsen van<br />

gaaskooien een positief effect kan hebben op de hengelvangs<strong>te</strong>n en de<br />

visstand. Wel is het belangrijk dat er voldoende kooien worden geplaatst,<br />

ongeveer 2 tot 3% van het totaal oppervlak.<br />

Gaaskooien<br />

<strong>De</strong> gaaskooien worden gemaakt van schapengaas (merk Ursus<br />

zincalu), met een hoog<strong>te</strong> van 1,30 me<strong>te</strong>r. <strong>De</strong> groot<strong>te</strong> van de<br />

mazen verloopt, bovenaan zijn mazen 2 keer 15x15 cm (hoog<strong>te</strong> x<br />

breed<strong>te</strong>), 5 keer 10x15 en onderaan zijn de mazen 10 keer 5x15<br />

cm. Het schapengaas wordt geleverd op rollen van 50 me<strong>te</strong>r. Van<br />

de rol worden stukken afgeknipt van ongeveer 2,5 me<strong>te</strong>r, welke<br />

tot cilinders worden gemaakt met een doorsnede van 80 cm. <strong>De</strong><br />

cilinders worden aan elkaar vastgekoppeld tot units van 3x3 stuks.<br />

Hierbij is gebruik gemaakt van ringkrammen (17 mm) die met een<br />

speciale ringkrammentang worden samengeknepen.<br />

<strong>De</strong> helft van de gaaskooien wordt voorzien van zogehe<strong>te</strong>n<br />

schaduwgaas. Het schaduwgaas wordt aan de bovenzijde ook<br />

vastgezet met ringkrammen. Bovenaanzicht unit<br />

Dimensies per unit: 2,4 m X 2,4 m = 5,76 m2 per stuk, 1,3 m hoog, 7,5 m3 per stuk<br />

Indien beslo<strong>te</strong>n wordt tot plaatsing van gaaskooien, wordt voorges<strong>te</strong>ld om<br />

54 units (zie onderstaande foto) <strong>te</strong> plaatsen. Dit komt overeen met 2%<br />

van het oppervlak van de vijver. <strong>De</strong> voorges<strong>te</strong>lde locaties worden<br />

aangegeven in figuur 1.5. Men kan er ook voor kiezen om de kooien<br />

eventueel op andere locaties <strong>te</strong> plaatsen. Voor meer informatie over het<br />

gebruik van gaaskooien als schuilgelegenheid, kan contact opgenomen<br />

worden met Sportvisserij Nederland.<br />

33<br />

© 2012 Sportvisserij Nederland /<br />

Hengelsportvereniging <strong>Geduld</strong> <strong>Brengt</strong> <strong>Vis</strong>


- <strong>Bijvijver</strong> <strong>De</strong> <strong>Stok</strong> <strong>te</strong> <strong>Roosendaal</strong> -<br />

Plaatsing van gaaskooien in een visplas.<br />

Kos<strong>te</strong>n voor verbe<strong>te</strong>ring van het viswa<strong>te</strong>r kunnen eventueel deels gedekt<br />

worden uit het Fonds Verbe<strong>te</strong>ring Sportvisserijmogelijkheden van<br />

Sportvisserij Nederland (ook voor wa<strong>te</strong>ren die niet zijn ingebracht in de<br />

Landelijke Lijst van <strong>Vis</strong>wa<strong>te</strong>ren).<br />

7.3 Overige aanbevelingen<br />

Hengelvangstregistratie<br />

Aanbevolen wordt om met hengelvangstregistratie <strong>te</strong> beginnen. Door<br />

hengelvangstregistraties (HVR) kunnen, voor met de hengel vangbare<br />

soor<strong>te</strong>n, goede kwalitatieve gegevens over de visstand verkregen worden.<br />

Om door HVR een goed beeld van de visstand <strong>te</strong> krijgen, zijn gegevens<br />

van zoveel mogelijk vissoor<strong>te</strong>n nodig. <strong>De</strong>ze gegevens zijn <strong>te</strong> verkrijgen<br />

door zoveel mogelijk typen sportvissers, zoals witvisvissers, karpervissers<br />

en roofvisvissers, mee <strong>te</strong> la<strong>te</strong>n doen aan HVR.<br />

Het is van belang dat de vangstregistratie op een nauwkeurige wijze<br />

wordt bijgehouden en verzameld. Het wordt dan ook aanbevolen om de<br />

vangstregistratie vanuit een centraal punt <strong>te</strong> coördineren en de gegevens<br />

centraal <strong>te</strong> verzamelen. Hiervoor dient een coördinator <strong>te</strong> worden<br />

aanges<strong>te</strong>ld. Na het verzamelen dienen de gegevens gerappor<strong>te</strong>erd <strong>te</strong><br />

worden aan de ach<strong>te</strong>rban, zodat zij gemotiveerd blijven. <strong>De</strong>ze<br />

<strong>te</strong>rugkoppeling kan eventueel gedaan worden in het clubblad of via de<br />

websi<strong>te</strong> van een vereniging of federatie.<br />

Sportvisserij Nederland is sinds 2007 actief bezig met hengelvangstregistratie.<br />

Het doel is aangeslo<strong>te</strong>n organisaties en sportvissers een solide<br />

platform voor HVR <strong>te</strong> bieden, en met de verzamelde gegevens op<br />

individueel, lokaal, regionaal en landelijk niveau be<strong>te</strong>r zicht <strong>te</strong> krijgen op<br />

de ontwikkelingen in de visstand. Ook voor wa<strong>te</strong>rbeheerders kan door<br />

middel van HVR een waardevol inzicht in de visstand worden verkregen,<br />

© 2012 Sportvisserij Nederland /<br />

Hengelsportvereniging <strong>Geduld</strong> <strong>Brengt</strong> <strong>Vis</strong><br />

34


zeker in het licht van de Kaderrichtlijn Wa<strong>te</strong>r.<br />

35<br />

- Aanbevelingen -<br />

Hengelsportverenigingen, federaties of specialis<strong>te</strong>norganisaties kunnen<br />

zich op www.vangs<strong>te</strong>nregistratie.nl aanmelden, en na registratie gebruik<br />

maken van het programma HVR online.<br />

Vervolgonderzoek<br />

Nadat de aanbevelingen zijn uitgevoerd kan over een aantal jaren weer<br />

een visserijkundig onderzoek worden uitgevoerd om opnieuw de<br />

samens<strong>te</strong>lling en kwali<strong>te</strong>it van de visstand in de vijver vast <strong>te</strong> leggen. Ook<br />

kan dan worden bekeken of aanvullende maatregelen wenselijk zijn.<br />

Topografische ondergrond: © Topografische Dienst, Emmen<br />

Figuur 1.5 Voorges<strong>te</strong>lde locaties aanbrengen schuilgelegenheid in de<br />

<strong>Bijvijver</strong> <strong>De</strong> <strong>Stok</strong>.<br />

© 2012 Sportvisserij Nederland /<br />

Hengelsportvereniging <strong>Geduld</strong> <strong>Brengt</strong> <strong>Vis</strong>


- <strong>Bijvijver</strong> <strong>De</strong> <strong>Stok</strong> <strong>te</strong> <strong>Roosendaal</strong> -<br />

7.4 Factsheet<br />

Een factsheet is een formulier waarin door de visrechthebbende(n) alle<br />

kenmerken van een wa<strong>te</strong>r of wa<strong>te</strong>rsys<strong>te</strong>em worden opgenomen, zoals<br />

ligging, groot<strong>te</strong>, visrech<strong>te</strong>nsituatie, visstand, bereik- en bevisbaarheid, ed.<br />

Daarnaast kunnen in een factsheet ook eventuele knelpun<strong>te</strong>n en gewens<strong>te</strong><br />

of voorgenomen maatregelen worden aangegeven. Factsheets kunnen<br />

ieder moment worden aangepast en bevat<strong>te</strong>n daarom de meest actuele<br />

informatie. Een visrechthebbende, zoals een hengelsportvereniging, kan<br />

een factsheet gebruiken om al bekende gegevens <strong>te</strong> bundelen en <strong>te</strong><br />

bewaren, en eventuele kennisleem<strong>te</strong>s inzich<strong>te</strong>lijk <strong>te</strong> maken. Vooral zijn<br />

factsheets goed <strong>te</strong> gebruiken als informatieblad naar de wa<strong>te</strong>rbeheerder,<br />

zodat eventuele knelpun<strong>te</strong>n en wensen van de visrechthebbende<br />

eenvoudig inzich<strong>te</strong>lijk gemaakt kunnen worden richting de<br />

wa<strong>te</strong>rbeheerder. Een hengelsportvereniging kan voor elk viswa<strong>te</strong>r een<br />

factsheet ops<strong>te</strong>llen, zodat men een <strong>comp</strong>leet overzicht van de viswa<strong>te</strong>ren<br />

heeft.<br />

Factsheets worden al veelvuldig gebruikt voor (regionale) visplannen.<br />

Indien een visrechthebbende door de wa<strong>te</strong>rbeheerder wordt verplicht een<br />

visplan op <strong>te</strong> s<strong>te</strong>llen voor een wa<strong>te</strong>r, is meestal het inbrengen van een<br />

volledig ingevulde factsheet al voldoende om aan de verplichting <strong>te</strong><br />

voldoen. Een factsheet kan <strong>te</strong> allen tijde aangepast worden, indien er<br />

behoef<strong>te</strong> is om bijvoorbeeld extra informatie op <strong>te</strong> nemen.<br />

<strong>De</strong> factsheet van de <strong>Bijvijver</strong> <strong>De</strong> <strong>Stok</strong> is opgenomen in Bijlage III. <strong>De</strong>ze<br />

factsheet is <strong>te</strong> beschouwen als een eers<strong>te</strong> aanzet. Het is aan de HSV zelf<br />

om ontbrekende gegevens aan <strong>te</strong> vullen en de factsheet <strong>comp</strong>leet <strong>te</strong><br />

maken.<br />

© 2012 Sportvisserij Nederland /<br />

Hengelsportvereniging <strong>Geduld</strong> <strong>Brengt</strong> <strong>Vis</strong><br />

36


Li<strong>te</strong>ratuur<br />

37<br />

- Li<strong>te</strong>ratuur -<br />

Eck, G. van, <strong>2011</strong>. In<strong>te</strong>rne rapportage visserijkundig onderzoek <strong>Bijvijver</strong><br />

<strong>De</strong> <strong>Stok</strong>. Sportvisserij Nederland, afdeling Advisering en Begeleiding.<br />

Gerlach, G., 2000. Rapport visserijkundig onderzoek <strong>Bijvijver</strong> <strong>De</strong> <strong>Stok</strong> <strong>te</strong><br />

<strong>Roosendaal</strong>. Organisatie <strong>te</strong>r Verbe<strong>te</strong>ring van de Binnenvisserij,<br />

Nieuwegein.<br />

Klein Bre<strong>te</strong>ler, J.G.P. & G.A.J. de Laak, 2003. Leng<strong>te</strong>-gewichtsrelaties<br />

Nederlandse vissoor<strong>te</strong>n. OVB onderzoeksrapport OND00074, 13p.<br />

Organisatie <strong>te</strong>r Verbe<strong>te</strong>ring van de Binnenvisserij, Nieuwegein.<br />

STOWA, 2002. Handboek <strong>Vis</strong>standbemons<strong>te</strong>ring. Stichting Toegepast<br />

Onderzoek Wa<strong>te</strong>rbeheer. Rapport 2002/07. STOWA, Utrecht.<br />

Zoe<strong>te</strong>meyer, R.B., & B.J. Lucas, 2007. Basisboek visstandbeheer.<br />

Sportvisserij Nederland, Bilthoven.<br />

Zoe<strong>te</strong>meyer, R.B., & A. van der Spiegel, 1992. Rapport visserijkundig<br />

onderzoek <strong>Bijvijver</strong> <strong>De</strong> <strong>Stok</strong> <strong>te</strong> <strong>Roosendaal</strong>. Organisatie <strong>te</strong>r Verbe<strong>te</strong>ring<br />

van de Binnenvisserij, Nieuwegein.<br />

© 2012 Sportvisserij Nederland /<br />

Hengelsportvereniging <strong>Geduld</strong> <strong>Brengt</strong> <strong>Vis</strong>


Bijlagen<br />

39<br />

- Bijlagen -<br />

Bijlage I <strong>Vis</strong>wa<strong>te</strong>rrichtlijn .............................................................. 40<br />

Bijlage II Factsheet ....................................................................... 42<br />

Bijlage III Sportvisserijtypen ............................................................ 45<br />

Bijlage IV Profiel van de gevangen vissoor<strong>te</strong>n .................................... 47<br />

© 2012 Sportvisserij Nederland /<br />

Hengelsportvereniging <strong>Geduld</strong> <strong>Brengt</strong> <strong>Vis</strong>


- <strong>Bijvijver</strong> <strong>De</strong> <strong>Stok</strong> <strong>te</strong> <strong>Roosendaal</strong> -<br />

Bijlage I <strong>Vis</strong>wa<strong>te</strong>rrichtlijn<br />

<strong>De</strong> viswa<strong>te</strong>rrichtlijn van de EU (EU richtlijn 2006/44) wordt in Nederland<br />

ingevuld aan de hand van de functie Wa<strong>te</strong>r voor karperachtigen. In het<br />

nationaal wa<strong>te</strong>rplan 2 is de functie Wa<strong>te</strong>r voor karperachtigen toegekend<br />

aan alle rijkswa<strong>te</strong>ren. Er is geen Wa<strong>te</strong>r voor zalmachtigen aangewezen.<br />

Het doel van de viswa<strong>te</strong>rrichtlijn is de kwali<strong>te</strong>it <strong>te</strong> beschermen of <strong>te</strong><br />

verbe<strong>te</strong>ren van stromend of stilstaand zoet wa<strong>te</strong>r, waarin vissen leven of,<br />

indien de verontreiniging zou worden verminderd, zouden kunnen leven 3 .<br />

<strong>De</strong> richtlijn is gericht op een gezond ecosys<strong>te</strong>em en op economische<br />

benutting.<br />

<strong>De</strong> doels<strong>te</strong>llingen voor de functie Wa<strong>te</strong>r voor karperachtigen zijn<br />

vastgelegd in het BKMW (Besluit Kwali<strong>te</strong>itseisen en Monitoring Wa<strong>te</strong>r 4 ). In<br />

het BKMW zijn <strong>te</strong>vens gedetailleerde eisen aangegeven <strong>te</strong>n aanzien van<br />

de meetfrequentie van de verschillende parame<strong>te</strong>rs en de wijze van<br />

toetsing.<br />

<strong>De</strong> KRW bepaalt dat de viswa<strong>te</strong>rrichtlijn wordt ingetrokken op 22<br />

december 2013, aangezien er van wordt uitgegaan dat bepalingen van de<br />

KRW bescherming bieden aan wa<strong>te</strong>rsys<strong>te</strong>men.<br />

Normdoels<strong>te</strong>lling Wa<strong>te</strong>r voor karperachtigen<br />

parame<strong>te</strong>r eenheid norm<br />

Zuurgraad ph 6,5 ≤ pH ≤ 9,0*<br />

Temperatuur °C<br />

schommelingen in de pH <strong>te</strong>n opzich<strong>te</strong> van de natuurlijke pH waarde mogen<br />

niet meer dan ½ pH eenheid binnen de hierboven ges<strong>te</strong>lde waarde bedragen<br />

mits deze schommelingen niet de schadelijke werking van andere in het wa<strong>te</strong>r<br />

aanwezige stoffen verhogen<br />

de verhoging <strong>te</strong>n opzich<strong>te</strong> van de natuurlijke waarde dient minder <strong>te</strong> zijn dan:<br />

3°C<br />

met dien verstande dat de maximale <strong>te</strong>mperatuur van het wa<strong>te</strong>r de volgende<br />

waarde niet mag overschrijden:<br />

28°C<br />

en dat voor wa<strong>te</strong>ren waarin soor<strong>te</strong>n kunnen voorkomen die koud wa<strong>te</strong>r nodig<br />

hebben voor de voortplanting, de <strong>te</strong>mperatuur gedurende de<br />

Gesuspendeerde mg/l<br />

voortplantingperiode de volgende waarde niet mag overschrijden<br />

10°C<br />

≤ 50<br />

stoffen<br />

(rekenkundig gemiddelde van de uitkoms<strong>te</strong>n van het onderzoek)<br />

Smaak - de in een oppervlak<strong>te</strong>wa<strong>te</strong>rlichaam aanwezige vissen mogen niet worden<br />

gekenmerkt door een onnatuurlijke smaak zoals deze in het bijzonder kan<br />

optreden door de invloed van fenolen of olie<br />

Olie - Geen zichtbare oliefilm op het wa<strong>te</strong>roppervlak of oliebezinksel op de bodem.<br />

Geen schadelijke effec<strong>te</strong>n voor de vissen door produk<strong>te</strong>n op oliebasis<br />

Fosfaat µgP/l ≤ 200*<br />

<strong>De</strong> aangegeven waarde betreft het rekenkundig gemiddelde van de<br />

waarnemingen en is niet van toepassing op een oppervlak<strong>te</strong>wa<strong>te</strong>rlichaam<br />

waarin zich geen overmatige groei van hogere wa<strong>te</strong>rplan<strong>te</strong>n voordoet en het<br />

gemiddelde gehal<strong>te</strong> aan de algenbiomassa gedurende de maanden april tot en<br />

met sep<strong>te</strong>mber lager dan of gelijk is aan<br />

100 µg/l chlorofyl-a<br />

2<br />

Nationaal Wa<strong>te</strong>rplan 2009-2015, uitgave van het Min. van V&W, het Min. van<br />

VROM en het Min. LNV, 22 december 2009<br />

3<br />

Beheer- en ontwikkelplan voor de Rijkswa<strong>te</strong>ren 2010-2015 Min. van V&W,<br />

Rijkswa<strong>te</strong>rstaat december 2009<br />

4<br />

http://wet<strong>te</strong>n.overheid.nl/BWBR0003633/geldigheidsdatum_23-03-2010<br />

© 2012 Sportvisserij Nederland /<br />

Hengelsportvereniging <strong>Geduld</strong> <strong>Brengt</strong> <strong>Vis</strong><br />

40


41<br />

- Bijlagen -<br />

Ammonium mg N/l ≤ 0,8*<br />

Bij een wa<strong>te</strong>r<strong>te</strong>mperatuur van minder dan 10 C geldt als norm:<br />

≤ 4,0<br />

Biochemisch<br />

zuurstofverbruik<br />

mg O2/l ≤ 10<br />

Zuurstof mg O2/l ≥ 6*<br />

Ammoniak µg N/l ≤ 20<br />

Residueel chloor µg HOCI/l ≤ 5<br />

Nitiret µg N/l ≤ 300<br />

Koper µg Cu/l ≤ 30<br />

Zink µg Zn/l ≤ 200<br />

* Overschrijdingen van de norm als gevolg van een natuurlijke ges<strong>te</strong>ldheid van de bodem<br />

en de invloed daarvan op het wa<strong>te</strong>r worden niet beschouwd als overschrijding<br />

© 2012 Sportvisserij Nederland /<br />

Hengelsportvereniging <strong>Geduld</strong> <strong>Brengt</strong> <strong>Vis</strong>


- <strong>Bijvijver</strong> <strong>De</strong> <strong>Stok</strong> <strong>te</strong> <strong>Roosendaal</strong> -<br />

Bijlage II Resulta<strong>te</strong>n eerdere onderzoeken<br />

Globaal overzicht van de gevangen vissoor<strong>te</strong>n in 1992 (bron:<br />

Zoe<strong>te</strong>meyer & Van der Spiegel, 1992).<br />

© 2012 Sportvisserij Nederland /<br />

Hengelsportvereniging <strong>Geduld</strong> <strong>Brengt</strong> <strong>Vis</strong><br />

Min.<br />

Leng<strong>te</strong><br />

(cm)<br />

42<br />

Max.<br />

Leng<strong>te</strong><br />

(cm)<br />

Min.<br />

Gewicht<br />

(g)<br />

Max.<br />

gewicht<br />

(g)<br />

<strong>Vis</strong>soort Aantal<br />

Hoeveelheid<br />

(in kg)<br />

Blankvoorn 1766 9 16 22,2 6 42<br />

Ruisvoorn 23 10 22 0,8 9 130<br />

Brasem 991 8 48 46,5 4 1131<br />

Kolblei 7 14 24 0,6 29 176<br />

Karper 23 56 79 105,3 2581 7994<br />

Snoek 12 26 70 15,4 100 2707<br />

Baars 5 7 11 - 3 15<br />

Paling 6 27 93 0,7 26 373<br />

Zeelt 1 39 39 0,9 880 880<br />

Vetje 17 5 7 - - -<br />

Totaal 2851 192,4<br />

Globaal overzicht van de gevangen vissoor<strong>te</strong>n in 2000 (bron:<br />

Gerlach, 2000).<br />

Min.<br />

Leng<strong>te</strong><br />

(cm)<br />

Max.<br />

Leng<strong>te</strong><br />

(cm)<br />

Min.<br />

Gewicht<br />

(g)<br />

Max.<br />

gewicht<br />

(g)<br />

<strong>Vis</strong>soort Aantal<br />

Hoeveelheid<br />

(in kg)<br />

Ruisvoorn 4 13 20 0,2 23 102<br />

Karper 12 77 84 145,1 8910 14110<br />

Zeelt 13 4 48 7,6 1 1734<br />

Snoek 24 21 71 12,7 49 2615<br />

Baars 306 7 27 2,9 3 258<br />

Paling 18 24 77 4,9 25 990<br />

Totaal 377 173,4


Bijlage III Factsheet<br />

<strong>Bijvijver</strong> <strong>De</strong> <strong>Stok</strong><br />

<strong>Vis</strong>recht<br />

Verhuurder visrecht: Gemeen<strong>te</strong> <strong>Roosendaal</strong><br />

<strong>Vis</strong>rechthebbende: Hengelsportvereniging <strong>Geduld</strong> <strong>Brengt</strong> <strong>Vis</strong><br />

Schrif<strong>te</strong>lijke toes<strong>te</strong>mming: Verenigingslijst HSV <strong>Geduld</strong> <strong>Brengt</strong> <strong>Vis</strong> en<br />

<strong>Roosendaal</strong>se Hengelsport Agglomeratie<br />

Algemene beschrijving<br />

43<br />

- Bijlagen -<br />

Ligging: <strong>De</strong> <strong>Bijvijver</strong> <strong>De</strong> <strong>Stok</strong> is een visvijver, gelegen in de<br />

gemeen<strong>te</strong> <strong>Roosendaal</strong>, aan de rand van de stad.<br />

Groot<strong>te</strong>: 1,6 ha<br />

Gem. diep<strong>te</strong>: 2 me<strong>te</strong>r<br />

Wa<strong>te</strong>rtype: Vijver<br />

Functie: Wa<strong>te</strong>rberging, viswa<strong>te</strong>r<br />

Oever: Beschoeid met hout, maar in zeer slech<strong>te</strong> staat.<br />

Huidige ecologie & milieu<br />

Milieu: <strong>Vis</strong>standbemons<strong>te</strong>ring <strong>2011</strong><br />

Wa<strong>te</strong>rplan<strong>te</strong>nbedekking zomer Doorzicht: 100 cm <strong>Vis</strong>soort Aantal Kilogram<br />

Bovenwa<strong>te</strong>rplan<strong>te</strong>n: 5% Baggerlaag: 10-20 cm<br />

Baars 54 1,6<br />

Drijfbladplan<strong>te</strong>n: 10% Stroming: geen<br />

Karper 2 21,2<br />

Onderwa<strong>te</strong>rplan<strong>te</strong>n: 75% Substraat: zand met klei<br />

Spiegelkarper<br />

2 24,2<br />

Totaal: 90% <strong>Vis</strong>barriere: geen<br />

Aal/<br />

Paling<br />

7 1,7<br />

<strong>Vis</strong>stand: Kenmerkende vissoor<strong>te</strong>n: Rietvoorn/ 2


- <strong>Bijvijver</strong> <strong>De</strong> <strong>Stok</strong> <strong>te</strong> <strong>Roosendaal</strong> -<br />

Sportvisserij (situatie <strong>2011</strong>)<br />

<strong>Vis</strong>serijtype:<br />

© 2012 Sportvisserij Nederland /<br />

Hengelsportvereniging <strong>Geduld</strong> <strong>Brengt</strong> <strong>Vis</strong><br />

Karpervisser Recreatievisser<br />

Bereikbaarheid: goed/matig: soms problemen met parkeermogelijkheden tijdens weekend of vakanties.<br />

Bevisbaarheid: slecht: gro<strong>te</strong> hoeveelheid wa<strong>te</strong>rplan<strong>te</strong>n maken bevissing in de zomerperiode vrijwel<br />

onmogelijk.<br />

Voorzieningen: geen<br />

Aantal wedstrijden/jaar: geen<br />

Aantal vissers/dag: enkele sportvissers op werk- en weekenddagen, 10 tijdens topdagen<br />

<strong>Vis</strong>uitzettingen: • laats<strong>te</strong> uitzetting in 2001: karper en zeelt<br />

Hengelvangstregistratie: • geen<br />

Regelgeving: Voor de viswa<strong>te</strong>ren van HSV <strong>Geduld</strong> <strong>Brengt</strong> <strong>Vis</strong> gelden de volgende aanvullende<br />

bepalingen:<br />

• Meenemen van karper, snoek, aal, forel is verboden;<br />

• Voeren tot minimum beperken;<br />

• Maximaal vissen met 2 hengels;<br />

• Nachtvissen toegestaan met apar<strong>te</strong> nachtvisvergunning.<br />

Verder gelden de voorwaarden zoals opgenomen in de Landelijke Lijst van <strong>Vis</strong>wa<strong>te</strong>ren en<br />

de Federatieve Lijst van <strong>Vis</strong>wa<strong>te</strong>ren.<br />

Knelpun<strong>te</strong>n: • Geringe visstand, onder andere door aalscholvers<br />

• Slech<strong>te</strong> bevisbaarheid door veel wa<strong>te</strong>rplan<strong>te</strong>n<br />

Gewens<strong>te</strong> situatie<br />

Streefbeelden Maatregelen<br />

• Be<strong>te</strong>re sportvismogelijkheden<br />

• Uitzet<strong>te</strong>n vis<br />

• Meer vis<br />

• Aanbrengen beschuttingsmogelijkheden<br />

Meer informatie<br />

/li<strong>te</strong>ratuur:<br />

Wijmans, P.A.D.M., <strong>2011</strong>. Rapport <strong>Vis</strong>serijkundig Onderzoek <strong>Bijvijver</strong> <strong>De</strong> <strong>Stok</strong> <strong>te</strong> <strong>Roosendaal</strong>.<br />

Sportvisserij Nederland, Bilthoven in opdracht van Hengelsportvereniging <strong>Geduld</strong> <strong>Brengt</strong> <strong>Vis</strong>,<br />

<strong>Roosendaal</strong>.<br />

Gerlach, G., 2000. Rapport visserijkundig onderzoek <strong>Bijvijver</strong> <strong>De</strong> <strong>Stok</strong> <strong>te</strong> <strong>Roosendaal</strong>. Organisatie<br />

<strong>te</strong>r Verbe<strong>te</strong>ring van de Binnenvisserij, Nieuwegein.<br />

Zoe<strong>te</strong>meyer, R.B., & A. van der Spiegel, 1992. Rapport visserijkundig onderzoek <strong>Bijvijver</strong> <strong>De</strong><br />

<strong>Stok</strong> <strong>te</strong> <strong>Roosendaal</strong>. Organisatie <strong>te</strong>r Verbe<strong>te</strong>ring van de Binnenvisserij, Nieuwegein.<br />

44


Bijlage IV Sportvisserijtypen<br />

45<br />

- Bijlagen -<br />

Sportvissers in Nederland vissen op verschillende manieren en op verschillende<br />

vissoor<strong>te</strong>n. <strong>De</strong> wensen en eisen die sportvissers s<strong>te</strong>llen aan visstand, viswa<strong>te</strong>r en<br />

viss<strong>te</strong>k zijn daardoor niet gelijk, maar lopen per type sportvisser aanzienlijk<br />

ui<strong>te</strong>en. Sportvissers die zich volledig rich<strong>te</strong>n op het vangen van één bepaalde<br />

vissoort, zullen vooral díe wa<strong>te</strong>ren bevissen waar deze vissoort in redelijke ma<strong>te</strong><br />

kan worden verwacht. Daarnaast zijn er vis<strong>te</strong>chnieken die specifieke eisen s<strong>te</strong>llen<br />

aan de inrichting van de oevers en de direc<strong>te</strong> omgeving. Er zijn bijvoorbeeld<br />

statische manieren om <strong>te</strong> vissen en meer actieve sportvisserijvormen, waarbij de<br />

hengelaar zich voortdurend verplaatst over, door of langs het wa<strong>te</strong>r. Vooral<br />

jeugdige en mindervalide hengelaars s<strong>te</strong>llen eisen aan de veiligheid,<br />

bereikbaarheid en toegankelijkheid van het wa<strong>te</strong>r.<br />

Op grond van de combinatie van bevis<strong>te</strong> vissoor<strong>te</strong>n, vis<strong>te</strong>chnieken en eisen die de<br />

sportvisser s<strong>te</strong>lt aan het viswa<strong>te</strong>r en zijn viss<strong>te</strong>k, is een indeling gemaakt van acht<br />

typen sportvissers. <strong>De</strong>ze typen sportvissers worden in het navolgende besproken.<br />

Recreatievisser<br />

Het groots<strong>te</strong> deel van de Nederlandse sportvissers kan<br />

worden gerekend tot het sportvisserstype recreatievisser. Dit<br />

type omvat sportvissers die met de vas<strong>te</strong> hengel of een<br />

werphengel vooral op brasem of blankvoorn vissen.<br />

Natuurbeleving, het avontuurlijk ontspannen aan de<br />

wa<strong>te</strong>rkant, vormt voor deze groep vaak een belangrijk<br />

motief.<br />

Karpervisser<br />

Karpervissers zijn grofweg in <strong>te</strong> delen in twee groepen. <strong>De</strong><br />

ene groep wil graag veel karpers vangen en de andere groep<br />

vangt het liefst gro<strong>te</strong> karpers. Dit verschil heeft belangrijke<br />

gevolgen voor de eisen die deze twee groepen aan het<br />

viswa<strong>te</strong>r en het visstandbeheer s<strong>te</strong>llen.<br />

Snoekvisser<br />

Voor de snoekvisser is een gezonde snoekstand dé<br />

voorwaarde voor een geschikt viswa<strong>te</strong>r. Voor de snoekvisser<br />

is niet alleen de aanwezigheid van voldoende aantallen, maar<br />

ook het formaat van de <strong>te</strong> vangen snoek van belang.<br />

© 2012 Sportvisserij Nederland /<br />

Hengelsportvereniging <strong>Geduld</strong> <strong>Brengt</strong> <strong>Vis</strong>


- <strong>Bijvijver</strong> <strong>De</strong> <strong>Stok</strong> <strong>te</strong> <strong>Roosendaal</strong> -<br />

Vliegvisser<br />

Vliegvissers vissen met imitaties van insec<strong>te</strong>n en vis(larven),<br />

die door de vis vooral visueel worden waargenomen. <strong>De</strong>ze<br />

vis<strong>te</strong>chniek is daardoor het meest effectief in helder wa<strong>te</strong>r. In<br />

beken worden vissoor<strong>te</strong>n als beekforel, vlagzalm, kopvoorn<br />

en winde door vliegvissers zeer gewaardeerd.<br />

Snoekbaarsvisser<br />

Snoekbaars is een zeer gewilde sportvis die vanaf de kant en<br />

vooral vanuit bootjes in voedselrijke, troebele en/of diepere<br />

wa<strong>te</strong>ren wordt bevist. Het formaat van de <strong>te</strong> vangen<br />

snoekbaars is hierbij niet van het groots<strong>te</strong> belang.<br />

Wedstrijdvisser<br />

Wedstrijdvissers willen in een bepaalde tijd zoveel mogelijk<br />

vis vangen. Het <strong>comp</strong>etitie-element vormt voor deze<br />

sportvissers het belangrijks<strong>te</strong> motief. Vooral voedselrijke<br />

wa<strong>te</strong>ren met harde, uniforme oevers en een dicht bestand<br />

aan witvis zijn geschikt als wedstrijdwa<strong>te</strong>r.<br />

Jeugdige visser<br />

Voor jeugdige sportvissers gelden bijzondere eisen voor wat<br />

betreft de veiligheid aan en rondom het viswa<strong>te</strong>r. Geschikt<br />

viswa<strong>te</strong>r voor de jeugd ligt in een goed bereikbare omgeving.<br />

Een gevarieerde visstand met makkelijk vangbare vissen is<br />

ui<strong>te</strong>raard een voordeel.<br />

Mindervalide sportvisser<br />

Mindervalide sportvissers s<strong>te</strong>llen specifieke eisen aan de<br />

toegankelijkheid van visplekken en de bevisbaarheid van het<br />

wa<strong>te</strong>r vanaf de oever.<br />

Bron:<br />

Zoe<strong>te</strong>meyer, R.B., & B.J. Lucas, 2002. Sportvisserijgebruik: Wat willen<br />

sportvissers? <strong>Vis</strong> & Wa<strong>te</strong>r magazine vol. 2 (4): 3-12.<br />

© 2012 Sportvisserij Nederland /<br />

Hengelsportvereniging <strong>Geduld</strong> <strong>Brengt</strong> <strong>Vis</strong><br />

46


- Bijlagen -<br />

Bijlage V Profiel van de gevangen vissoor<strong>te</strong>n<br />

Leefomgeving<br />

<strong>De</strong> baars is een algemene vissoort die in<br />

vele stilstaande of langzaam stromende<br />

wa<strong>te</strong>ren voorkomt. Hij leeft en jaagt in<br />

scholen, die in de regel uit individuen van<br />

gelijke groot<strong>te</strong> bestaan. <strong>De</strong>ze scholen<br />

bestaan meestal uit ongeveer 50 tot 200<br />

exemplaren, maar ook veel gro<strong>te</strong>re scholen<br />

zijn wel waargenomen. Hieruit blijkt de<br />

voorkeur van de baars voor ruim wa<strong>te</strong>r,<br />

zoals meren, plassen, kanalen en rivieren.<br />

Toch komt de baars ook in kleinere wa<strong>te</strong>ren<br />

voor. Snelstromend wa<strong>te</strong>r wordt ech<strong>te</strong>r<br />

gemeden. Omdat de baars op het zicht<br />

jaagt, dient het wa<strong>te</strong>r helder <strong>te</strong> zijn. Open<br />

wa<strong>te</strong>r is favoriet, maar vooral jonge baars<br />

houdt zich graag tussen de wa<strong>te</strong>rplan<strong>te</strong>n in<br />

de oeverzone op.<br />

Voortplanting<br />

<strong>De</strong> paaitijd valt in de maanden maart, april<br />

en mei, bij een wa<strong>te</strong>r<strong>te</strong>mperatuur van meer<br />

dan 8 °C. Vooral ondergelopen gebieden,<br />

waar de <strong>te</strong>mperatuur in het ondiepe wa<strong>te</strong>r<br />

snel kan stijgen, zijn geliefd als paaiplaats,<br />

maar ook tal van andere ondiepe plekken<br />

zijn geschikt.<br />

BAARS (Perca fluviatilis)<br />

47<br />

Voedsel<br />

<strong>De</strong> jonge baars leeft voornamelijk van<br />

dierlijk plankton. La<strong>te</strong>r worden hier ook<br />

andere ongewervelde dieren, zoals<br />

aasgarnalen en vlokreef<strong>te</strong>n, aan toegevoegd.<br />

Wanneer de baars een leng<strong>te</strong> van meer dan<br />

10 cm heeft bereikt, gaat vis(broed) in<br />

toenemende ma<strong>te</strong> deel uitmaken van het<br />

voedselpakket. Baars heeft een gro<strong>te</strong><br />

voorkeur voor spiering en kleinere<br />

soortgeno<strong>te</strong>n.<br />

Groei en leeftijd<br />

<strong>De</strong> groei in het eers<strong>te</strong> jaar bedraagt 6 tot 8<br />

cm. <strong>De</strong> maximale leng<strong>te</strong> is circa 50 cm.<br />

Binnen twee à drie jaar worden baarzen<br />

geslachtsrijp. Er is geen vas<strong>te</strong> leeftijd,<br />

leng<strong>te</strong> of gewicht waarbij baars volwassen<br />

is. Dit komt doordat de baars dwerggroei<br />

kan vertonen, waarbij hij klein blijft maar<br />

toch geslachtsrijp wordt.<br />

© 2012 Sportvisserij Nederland /<br />

Hengelsportvereniging <strong>Geduld</strong> <strong>Brengt</strong> <strong>Vis</strong>


- <strong>Bijvijver</strong> <strong>De</strong> <strong>Stok</strong> <strong>te</strong> <strong>Roosendaal</strong> -<br />

Leefomgeving<br />

<strong>De</strong> karper is een algemene vissoort in<br />

stilstaande en langzaam stromend wa<strong>te</strong>r. Ook<br />

in relatief snel stromend wa<strong>te</strong>r komt de karper<br />

wel voor, waar hij zich dan vooral op<br />

stromingsluwe plaatsen ophoudt.<br />

Van nature komt de karper niet in Nederland<br />

voor. Het oorspronkelijke verspreidingsgebied<br />

lag rond de Kaspische Zee, van waaruit de<br />

karper zich zowel naar het oos<strong>te</strong>n (China,<br />

Japan en Zuid-Rusland) als naar het wes<strong>te</strong>n<br />

(gebied rond de Zwar<strong>te</strong> Zee en de Donau)<br />

heeft uitgebreid. Via de Donau heeft de karper<br />

zich naar Midden-Europa kunnen verspreiden.<br />

<strong>De</strong>ze verspreiding werd versneld door de<br />

Romeinen, die rond het begin van de<br />

jaar<strong>te</strong>lling de karper uit de Donau of uit Klein-<br />

Azië haalden en voor de kweek naar Italië<br />

brach<strong>te</strong>n. In de eeuwen daarna zorgden<br />

monniken voor een gro<strong>te</strong> verspreiding van de<br />

karper over Europa. Vanaf de middeleeuwen<br />

(de 14e eeuw) kwam de karper, als <strong>te</strong>elt- en<br />

consumptievis, in kloos<strong>te</strong>rvijvers voor.<br />

In de loop der eeuwen zijn er allerlei<br />

verschillende varië<strong>te</strong>i<strong>te</strong>n van de karper ontwikkeld.<br />

Het oorspronkelijk in de<br />

middeleeuwen geïntroduceerde en daarna<br />

verwilderde type wordt wilde of boerenkarper<br />

genoemd. Hiernaast komen allerlei ge<strong>te</strong>elde<br />

varië<strong>te</strong>i<strong>te</strong>n voor, zoals schubkarper,<br />

spiegelkarper, rijenkarper en naaktkarper.<br />

Omdat de karper zich in Nederland nauwelijks<br />

met voldoende succes kan voortplan<strong>te</strong>n om<br />

een populatie in stand <strong>te</strong> houden, wordt de<br />

karperstand in veel wa<strong>te</strong>ren door uitzettingen<br />

op peil gehouden. Dankzij deze uitzettingen<br />

komt de karper momen<strong>te</strong>el in vrijwel alle<br />

wa<strong>te</strong>rtypen voor. In het oorspronkelijke<br />

verspreidingsgebied is de karper ech<strong>te</strong>r een<br />

bewoner van langzaam stromende rivieren en<br />

(afgeslo<strong>te</strong>n) rivierarmen.<br />

© 2012 Sportvisserij Nederland /<br />

Hengelsportvereniging <strong>Geduld</strong> <strong>Brengt</strong> <strong>Vis</strong><br />

KARPER (Cyprinus carpio)<br />

48<br />

Voortplanting<br />

<strong>De</strong> paaitijd valt, afhankelijk van in het<br />

bijzonder de wa<strong>te</strong>r<strong>te</strong>mperatuur, in mei en<br />

juni, maar kan soms doorgaan tot eind juli.<br />

<strong>De</strong> paai vindt plaats in met zach<strong>te</strong> vegetatie<br />

begroeide ondergelopen gebieden of in<br />

wa<strong>te</strong>rplan<strong>te</strong>nvegetaties in ondiep, rustig<br />

wa<strong>te</strong>r, waar de eieren aan de plan<strong>te</strong>n<br />

blijven plakken. Ook worden flab en<br />

obstakels als s<strong>te</strong>nen en fuiken wel als<br />

paaisubstraat gebruikt; soms worden de<br />

eieren op de kale bodem afgezet. Tijdens<br />

het paaien wordt een vrouwtje omringd<br />

door een aantal mannetjes die de afgezet<strong>te</strong><br />

eieren bevruch<strong>te</strong>n. Bij een voldoende hoge<br />

wa<strong>te</strong>r<strong>te</strong>mperatuur komen de eieren al na<br />

enkele dagen uit.<br />

Voedsel<br />

<strong>De</strong> karper is een omnivoor. <strong>De</strong><br />

samens<strong>te</strong>lling van het voedselpakket is<br />

s<strong>te</strong>rk afhankelijk van de aard van het wa<strong>te</strong>r<br />

en van het seizoen. Larven leven van<br />

zoöplankton en algen. Dat de karper is<br />

aangepast aan het foerageren op de bodem<br />

is al op jonge leeftijd zichtbaar, want bij<br />

een leng<strong>te</strong> van circa 2 cm beginnen<br />

juveniele karpertjes al van de bodem <strong>te</strong><br />

e<strong>te</strong>n. Het dieet van volwassen karpers<br />

bestaat vrijwel uitslui<strong>te</strong>nd uit bodemvoedsel,<br />

zoals insec<strong>te</strong>nlarven, wormen,<br />

kreeftachtigen en weekdieren. Daarnaast<br />

wordt ook plantaardig ma<strong>te</strong>riaal gege<strong>te</strong>n,<br />

zoals wa<strong>te</strong>rplan<strong>te</strong>n, algen en zaden.<br />

Groei en leeftijd<br />

Van de karperachtigen is de karper één van<br />

de snelst groeiende soor<strong>te</strong>n; vooral de<br />

verschillende kweekvormen zijn snelle<br />

groeiers. <strong>De</strong> karper wordt geslachtsrijp na 3<br />

tot 4 jaar (mannetjes) of 4 tot 5 jaar<br />

(vrouwtjes) bij een leng<strong>te</strong> van 40 tot 45<br />

cm. <strong>De</strong> maximale leng<strong>te</strong> is 120 cm.


EUROPESE AAL of PALING (Anguilla anguilla)<br />

Leefomgeving<br />

<strong>De</strong> aal of paling is één van onze meest<br />

algemene vissoor<strong>te</strong>n. Omdat de aal een<br />

bijzonder groot aanpassingsvermogen heeft<br />

en weinig eisen aan het leefmilieu s<strong>te</strong>lt,<br />

komt hij voor in vrijwel ieder wa<strong>te</strong>rtype,<br />

van diepe, stilstaande wa<strong>te</strong>ren tot in de<br />

bovenloop (de forelzone) van beken en<br />

rivieren. <strong>De</strong> belangrijks<strong>te</strong> eis die de aal aan<br />

het leefgebied s<strong>te</strong>lt is dat dit vanuit zee<br />

bereikbaar moet zijn en dat hij, als<br />

schieraal, hiervandaan weer vrij naar zee<br />

kan trekken. <strong>De</strong> lichtschuwe aal is vooral in<br />

de schemering en 's nachts actief. Overdag<br />

graaft de aal zich in de bodem in of<br />

verbergt zich in hol<strong>te</strong>n in de oever of tussen<br />

en onder wa<strong>te</strong>rplan<strong>te</strong>n, boomwor<strong>te</strong>ls,<br />

s<strong>te</strong>nen of andere obstakels. <strong>De</strong> aal heeft<br />

een voorkeur voor relatief hoge wa<strong>te</strong>r<strong>te</strong>mperaturen;<br />

tijdens de win<strong>te</strong>rmaanden<br />

vertoont hij dan ook weinig activi<strong>te</strong>it en<br />

trekt zich in een schuilplaats <strong>te</strong>rug, passief<br />

wach<strong>te</strong>nd op een stijging van de<br />

wa<strong>te</strong>r<strong>te</strong>mperatuur in het voorjaar.<br />

Voortplanting<br />

<strong>De</strong> aal is een zogenaamde katadrome<br />

vissoort, die het groots<strong>te</strong> deel van zijn<br />

leven in zoet wa<strong>te</strong>r doorbrengt, maar zich in<br />

zee voortplant. Als ‘Leptocephaluslarve'<br />

verzamelen de jonge alen zich aan het<br />

begin van het jaar voor de Nederlandse<br />

kust. Nadat zij tot glasaal zijn<br />

gemetamorfoseerd trekken zij massaal het<br />

binnenwa<strong>te</strong>r op, waar zij in enkele jaren tot<br />

volwassen aal opgroeien. Wanneer de aal<br />

geslachtsrijp is geworden, wordt hij<br />

schieraal genoemd. <strong>De</strong> migratie van<br />

schieraal naar de paaigebieden, die<br />

waarschijnlijk in de Sargassozee bij de<br />

Bermudaeilanden liggen, komt in het najaar<br />

op gang.<br />

49<br />

- Bijlagen -<br />

Voedsel<br />

Het voedselpakket van de aal bestaat vooral<br />

uit op en nabij de bodem levende ongewervelden,<br />

zoals muggenlarven, vlokreef<strong>te</strong>n,<br />

aasgarnalen, wa<strong>te</strong>rpissebedden,<br />

haf<strong>te</strong>n en kokerjuffers. Ook vis(broed)<br />

behoort tot het voedsel. Alen met een<br />

leng<strong>te</strong> van meer dan 35 cm kunnen zich<br />

ontwikkelen tot specialistische vispredator;<br />

deze zogenaamde breedkop-alen jagen, net<br />

als de snoek, vanuit een schuilplaats op<br />

prooivis. Aal is geen 'lijkenvre<strong>te</strong>r', zoals zo<br />

vaak wordt beweerd. Wel kan de aal<br />

stukken afscheuren van prooien die veel<br />

gro<strong>te</strong>r zijn dan hijzelf door zich in de prooi<br />

vast <strong>te</strong> bij<strong>te</strong>n en snel rond de eigen as <strong>te</strong><br />

draaien.<br />

Groei en leeftijd<br />

<strong>De</strong> aal komt als glasaal het zoe<strong>te</strong> wa<strong>te</strong>r<br />

binnen, waar hij verblijft totdat hij<br />

geslachtsrijp is geworden en verandert in<br />

schieraal. Mannetjes worden dit bij een<br />

leng<strong>te</strong> van 30 tot 45 cm, vrouwtjes in de<br />

regel bij een leng<strong>te</strong> vanaf 55 cm.<br />

Soms blijven vrouwtjes ech<strong>te</strong>r veel langer<br />

in het zoe<strong>te</strong> wa<strong>te</strong>r en kunnen dan een<br />

beduidend gro<strong>te</strong>re leng<strong>te</strong> bereiken.<br />

Mannetjes blijven niet alleen kleiner, maar<br />

zijn ook eerder geslachtsrijp dan vrouwtjes.<br />

<strong>De</strong> leeftijd van mannelijke schieraal ligt<br />

tussen 5-14 jaar, die van vrouwtjes varieert<br />

van 7-18 jaar. <strong>De</strong> maximale leng<strong>te</strong> van de<br />

aal is – voorzover bekend - 1,55 me<strong>te</strong>r; het<br />

maximale gewicht 7,65 kg. <strong>De</strong> aal kan een<br />

aanzienlijke leeftijd bereiken. In gevangenschap<br />

kan deze vissoort meer dan 50 jaar<br />

oud worden. <strong>De</strong> ouds<strong>te</strong> aal bereik<strong>te</strong> zelfs<br />

een leeftijd van 85 jaar.<br />

© 2012 Sportvisserij Nederland /<br />

Hengelsportvereniging <strong>Geduld</strong> <strong>Brengt</strong> <strong>Vis</strong>


- <strong>Bijvijver</strong> <strong>De</strong> <strong>Stok</strong> <strong>te</strong> <strong>Roosendaal</strong> -<br />

RUISVOORN (Scardinius erythrophthalmus)<br />

Leefomgeving<br />

<strong>De</strong> ruisvoorn is een vis van helder, stilstaand<br />

of langzaam stromend wa<strong>te</strong>r dat rijk begroeid<br />

is met oever- en onderwa<strong>te</strong>rplan<strong>te</strong>n,<br />

afgewisseld met open stukken. <strong>De</strong>ze vis is<br />

vooral <strong>te</strong> vinden in de ondiepe oeverzone van<br />

vijvers, plassen, meren, kanalen en rivieren,<br />

waar hij zich meestal dicht onder de<br />

oppervlak<strong>te</strong> ophoudt.<br />

In beken is de ruisvoorn vooral <strong>te</strong> vinden in<br />

het stroomluwe wa<strong>te</strong>r van (afgesneden)<br />

meanders en molenkommen, waar zich<br />

vegetatie kan ontwikkelen. Hier kan de<br />

ruisvoorn wel in redelijke aantallen<br />

voorkomen.<br />

Voortplanting<br />

<strong>De</strong> paaitijd valt laat in het jaar, in de<br />

maanden mei tot en met juli, wanneer de<br />

wa<strong>te</strong>r<strong>te</strong>mperatuur meer dan 15˚C bedraagt.<br />

In deze periode trekt de ruisvoorn naar de<br />

paaiplaatsen in de oeverzone, die soms in<br />

zeer ondiep wa<strong>te</strong>r liggen. Hier worden de<br />

eieren aan wa<strong>te</strong>r- en oeverplan<strong>te</strong>n of aan<br />

ondergelopen gras afgezet.<br />

Voor een goede ontwikkeling van de eieren is<br />

de aanwezigheid van vegetatie essentieel;<br />

eieren die op de (meestal modderige) bodem<br />

<strong>te</strong>recht komen, gaan verloren.<br />

© 2012 Sportvisserij Nederland /<br />

Hengelsportvereniging <strong>Geduld</strong> <strong>Brengt</strong> <strong>Vis</strong><br />

50<br />

Voedsel<br />

Jonge ruisvoorn leeft voornamelijk van<br />

wa<strong>te</strong>rvlooien. Naarma<strong>te</strong> de ruisvoorn gro<strong>te</strong>r<br />

wordt, schakelt hij geleidelijk over op<br />

gro<strong>te</strong>re voedseldiertjes, zoals slakjes en<br />

kreeftachtigen. Ook in het wa<strong>te</strong>r gevallen<br />

insec<strong>te</strong>n worden gege<strong>te</strong>n; deze worden met<br />

de bovenstandige bek van de oppervlak<strong>te</strong><br />

gehapt.<br />

Daarnaast behoort ook plantaardig<br />

ma<strong>te</strong>riaal tot het voedselpakket van de<br />

ruisvoorn. Zowel verschillende soor<strong>te</strong>n<br />

zach<strong>te</strong> wa<strong>te</strong>rplan<strong>te</strong>n als draad- en<br />

kiezelalgen vormen een groot deel van het<br />

dieet.<br />

Groei en leeftijd<br />

<strong>De</strong> ruisvoorn groeit in het eers<strong>te</strong> jaar tot<br />

gemiddeld 6 cm. In het tweede of derde<br />

jaar is de ruisvoorn geslachtsrijp bij een<br />

leng<strong>te</strong> van ca. 15 cm, de vrouwtjes la<strong>te</strong>r<br />

dan de mannetjes.<br />

<strong>De</strong> ruisvoorn kan een leng<strong>te</strong> van 45 cm<br />

bereiken. <strong>De</strong> maximale leeftijd ligt tussen<br />

15 en 20 jaar.


Leefomgeving<br />

<strong>De</strong> snoek is een soort van stilstaand of<br />

langzaam stromend wa<strong>te</strong>r, zoals rivieren en<br />

brede beken. <strong>De</strong> snoek heeft een voorkeur<br />

voor helder wa<strong>te</strong>r met een gevarieerde<br />

begroeiing van oeverplan<strong>te</strong>n en<br />

onderwa<strong>te</strong>rplan<strong>te</strong>n, die voldoende<br />

schuilgelegenheid biedt. Gro<strong>te</strong>re exemplaren<br />

houden zich ook schuil ach<strong>te</strong>r obstakels.<br />

Voortplanting<br />

<strong>De</strong> paaitijd valt in de periode van half maart<br />

tot eind mei. Paaiplaatsen liggen in ondiep<br />

wa<strong>te</strong>r waar (res<strong>te</strong>n van) vegetatie aanwezig<br />

is, zoals ondergelopen grasland of oeverzones<br />

met riet en onderwa<strong>te</strong>r-plan<strong>te</strong>n.<br />

Zowel voor het afzet<strong>te</strong>n van de eieren als<br />

voor de opgroei van het broed is de<br />

aanwezigheid van vegetatie van groot belang.<br />

Indien niet voldoende schuil-gelegenheid in<br />

de vorm van wa<strong>te</strong>rplan<strong>te</strong>n in het<br />

opgroeigebied aanwezig is, vallen gro<strong>te</strong><br />

aantallen jonge snoekjes <strong>te</strong>n prooi aan<br />

gro<strong>te</strong>re soortgeno<strong>te</strong>n.<br />

Pas wanneer de snoek een leng<strong>te</strong> van meer<br />

dan 60 cm heeft bereikt, is hij veilig voor<br />

kannibalisme en niet langer gebonden aan de<br />

beschutting van wa<strong>te</strong>rplan<strong>te</strong>n.<br />

SNOEK (Esox lucius)<br />

51<br />

- Bijlagen -<br />

Voedsel<br />

<strong>De</strong> larven van de snoek leven van kleine<br />

kreeftachtigen, zoals mosselkreeftjes,<br />

wa<strong>te</strong>rvlooien en roeipootkreeftjes. La<strong>te</strong>r<br />

wordt het voedselpakket uitgebreid met<br />

insec<strong>te</strong>nlarven. Al bij een leng<strong>te</strong> van 10 cm<br />

bestaat het voedsel voornamelijk uit visjes<br />

en andere gewervelde dieren, zoals kikkers.<br />

Onder uitzonderlijke omstandigheden<br />

worden ook wel ongewervelde dieren<br />

gege<strong>te</strong>n.<br />

Groei en leeftijd<br />

<strong>De</strong> snoek is een snelle groeier. Binnen een<br />

jaar wordt een gemiddelde leng<strong>te</strong> bereikt<br />

van ongeveer 22 cm. Mannetjes worden bij<br />

een leng<strong>te</strong> van ongeveer 30 cm<br />

geslachtsrijp, vrouwtjes bij een leng<strong>te</strong> van<br />

35-40 cm.<br />

Onder gunstige omstandigheden kan de<br />

snoek binnen een jaar een leng<strong>te</strong> van 35<br />

cm bereiken en is dan na één jaar al<br />

geslachtsrijp. <strong>De</strong> maximale leng<strong>te</strong> van de<br />

snoek is 1,40 me<strong>te</strong>r. Dit geldt dan voor<br />

vrouwtjes. Mannetjes worden niet gro<strong>te</strong>r<br />

dan 85 cm.<br />

<strong>De</strong> maximale leeftijd van de snoek is circa<br />

25 jaar.<br />

© 2012 Sportvisserij Nederland /<br />

Hengelsportvereniging <strong>Geduld</strong> <strong>Brengt</strong> <strong>Vis</strong>


- <strong>Bijvijver</strong> <strong>De</strong> <strong>Stok</strong> <strong>te</strong> <strong>Roosendaal</strong> -<br />

Leefomgeving<br />

<strong>De</strong> zeelt is een bewoner van stilstaand of traag<br />

stromend wa<strong>te</strong>r met een zach<strong>te</strong> modderbodem<br />

en een goed ontwikkelde vegetatie met<br />

(onder)wa<strong>te</strong>r- en oeverplan<strong>te</strong>n.<br />

<strong>De</strong> zeelt is een vrij algemene vissoort, die<br />

voorkomt in tal van wa<strong>te</strong>rtypen, zoals gro<strong>te</strong><br />

meren en plassen, rivieren, kanalen, slo<strong>te</strong>n en<br />

beken. Een harde zandige of s<strong>te</strong>nige bodem,<br />

troebel wa<strong>te</strong>r, matige of s<strong>te</strong>rke stroming en<br />

gro<strong>te</strong> diep<strong>te</strong> maken een wa<strong>te</strong>r als leefgebied<br />

voor de zeelt minder geschikt.<br />

<strong>De</strong> zeelt verdraagt hoge wa<strong>te</strong>r<strong>te</strong>mperaturen,<br />

lage zuurstofconcentraties en hoge pHwaarden;<br />

<strong>te</strong>gen organische vervuiling lijkt de<br />

zeelt dan ook redelijk bestand. <strong>De</strong> zeelt is<br />

lichtschuw en zoekt vooral 's nachts naar<br />

voedsel. Overdag houdt hij zich gewoonlijk<br />

schuil tussen de wa<strong>te</strong>rplan<strong>te</strong>n of in de modder.<br />

In de win<strong>te</strong>r of 's zomers, als het erg warm is,<br />

doet de zeelt dit ook 's nachts.<br />

Voortplanting<br />

<strong>De</strong> paaitijd valt laat, in de maanden mei tot en<br />

met augustus. <strong>De</strong> wa<strong>te</strong>r<strong>te</strong>mperatuur dient<br />

minimaal 18°C <strong>te</strong> zijn, voordat de zeelt tot het<br />

afzet<strong>te</strong>n van de eitjes overgaat. Zeel<strong>te</strong>n paaien<br />

in groepjes <strong>te</strong>gelijk. <strong>De</strong> eitjes worden niet in<br />

één keer afgezet, maar met tussenpozen van<br />

enkele dagen.<br />

<strong>De</strong> gehele paaiperiode kan, afhankelijk van de<br />

omstandigheden, meer dan een week duren.<br />

© 2012 Sportvisserij Nederland /<br />

Hengelsportvereniging <strong>Geduld</strong> <strong>Brengt</strong> <strong>Vis</strong><br />

ZEELT (Tinca tinca)<br />

52<br />

Er wordt alleen gepaaid boven wa<strong>te</strong>rplan<strong>te</strong>n,<br />

waaraan de zeer kleverige eitjes zich<br />

vasthech<strong>te</strong>n. Eitjes die op de modderige<br />

bodem <strong>te</strong>recht komen, s<strong>te</strong>rven vrijwel altijd<br />

af; dit geldt ook voor de pas uitgekomen<br />

larven. <strong>De</strong> aanwezigheid van wa<strong>te</strong>rplan<strong>te</strong>n is<br />

dan ook van essentieel belang.<br />

Voedsel<br />

<strong>De</strong> larven van de zeelt leven in eers<strong>te</strong><br />

instantie van zoöplankton. La<strong>te</strong>r e<strong>te</strong>n zij ook<br />

kleine muggenlarven, wormpjes en<br />

slakkeneieren. Volwassen zeel<strong>te</strong>n zijn<br />

allese<strong>te</strong>rs, maar zoeken bij voorkeur in de<br />

bodem naar voedsel; de beide tastharen<br />

naast de bek wijzen hierop.<br />

Naast slakjes, kreeftachtigen, wormpjes,<br />

wa<strong>te</strong>rvlooien en muggenlarven maken ook<br />

plan<strong>te</strong>ndelen, algen en detritus deel uit van<br />

het voedselpakket.<br />

Groei en leeftijd<br />

<strong>De</strong> groei van de zeelt is betrekkelijk traag en<br />

s<strong>te</strong>rk afhankelijk van de omstandigheden. <strong>De</strong><br />

leng<strong>te</strong> na het eers<strong>te</strong> groeiseizoen varieert<br />

meestal tussen 3 en 6 cm, maar kan ook 12<br />

cm bedragen.<br />

<strong>De</strong> mannetjes groeien trager dan de<br />

vrouwtjes. <strong>De</strong> zeelt is na 3 tot 4 jaar<br />

geslachtsrijp bij een leng<strong>te</strong> van 9,5 cm<br />

(mannetjes) en 12,5 cm (vrouwtjes). <strong>De</strong><br />

maximale leng<strong>te</strong> is ca. 60 cm en de maximale<br />

leeftijd 15 à 20 jaar.


53<br />

- Bijlagen -<br />

© 2012 Sportvisserij Nederland /<br />

Hengelsportvereniging <strong>Geduld</strong> <strong>Brengt</strong> <strong>Vis</strong>


Sportvisserij Nederland<br />

Postbus 162<br />

3720 AD Bilthoven

Hooray! Your file is uploaded and ready to be published.

Saved successfully!

Ooh no, something went wrong!