1 Veel voorkomende criminaliteit in Roermond - Wijkraad kapel in
1 Veel voorkomende criminaliteit in Roermond - Wijkraad kapel in
1 Veel voorkomende criminaliteit in Roermond - Wijkraad kapel in
Create successful ePaper yourself
Turn your PDF publications into a flip-book with our unique Google optimized e-Paper software.
<strong>Veel</strong> <strong>voorkomende</strong> <strong>crim<strong>in</strong>aliteit</strong> <strong>in</strong> <strong>Roermond</strong><br />
1
<strong>Veel</strong> <strong>voorkomende</strong> <strong>crim<strong>in</strong>aliteit</strong> <strong>in</strong> <strong>Roermond</strong>:<br />
Van twistpunt naar speerpunt?!<br />
Edward J. van der Torre (redactie)<br />
Afke Bessel<strong>in</strong>k<br />
V<strong>in</strong>cent Dijk<br />
Nick Koeman<br />
Laurens van der Varst<br />
3
Colofon:<br />
Omslagontwerp: Sven Borsje, drukkerij Goos<br />
Druk: Drukkerij Goos<br />
Foto’s omslag: Hollandse Hoogte<br />
Trefwoorden: veel <strong>voorkomende</strong> <strong>crim<strong>in</strong>aliteit</strong>, lokaal veiligheidsbeleid, <strong>in</strong>tegraal<br />
veiligheidsbeleid, crim<strong>in</strong>ologie, <strong>Roermond</strong><br />
ISBN: 978-90-74356-13-8<br />
4
Inhoudsopgave<br />
Hoofdstuk 1<br />
Inleid<strong>in</strong>g: de rode draad 9<br />
1.1 De rode draad: een strategische veiligheidsanalyse 9<br />
1.2 Onderzoeksopzet: wat is er aan de hand? 9<br />
1.3 Dom<strong>in</strong>ant perspectief: vitale stad met een <strong>crim<strong>in</strong>aliteit</strong>sprobleem 11<br />
Hoofdstuk 2<br />
Lokale <strong>crim<strong>in</strong>aliteit</strong>: omvang en trends 15<br />
2.1 Inleid<strong>in</strong>g 15<br />
2.2 De AD Misdaadmeter: geen fraaie score 15<br />
2.3 Crim<strong>in</strong>aliteit <strong>in</strong> <strong>Roermond</strong>: de trends 18<br />
2.3.1 Won<strong>in</strong>g<strong>in</strong>braak 18<br />
2.3.2 Auto-<strong>in</strong>braak 21<br />
2.3.3 Bedreig<strong>in</strong>g 23<br />
2.3.4 Mishandel<strong>in</strong>g 25<br />
2.3.5 Straatroof 27<br />
2.4 Afsluit<strong>in</strong>g 29<br />
Hoofdstuk 3<br />
De subjectieve veiligheid: lokale verschillen 31<br />
3.1 Inleid<strong>in</strong>g: verschillen tussen de wijken 31<br />
3.2 Veiligheidsscan: verbeterde subjectieve veiligheid 31<br />
3.3 Leefbaarheidsonderzoek <strong>Roermond</strong>: aandachtspunten 33<br />
3.4 Burgerschap: een kwalitatief beeld 36<br />
3.5 Burgerpanel: <strong>in</strong> reactie op onze stell<strong>in</strong>gen en vragen 38<br />
Hoofdstuk 4<br />
Een profielanalyse: misdrijven, daders en slachtoffers 43<br />
4.1 Inleid<strong>in</strong>g 43<br />
4.2 Won<strong>in</strong>g<strong>in</strong>braak 43<br />
4.2.1 Het misdrijf: een beperkte buit 43<br />
4.2.2 De daders: veel <strong>Roermond</strong>se werklozen 44<br />
4.2.3 Slachtoffers 47<br />
4.3 Auto-<strong>in</strong>braak 47<br />
4.3.1 Het misdrijf: autoaccessoires als buit 47<br />
4.3.2 De daders: mannelijke recidivisten, afkomstig uit <strong>Roermond</strong> 48<br />
4.3.3 Slachtoffers 50<br />
4.4 Straatroof 51<br />
4.4.1 Het misdrijf: disproportioneel geweld, beperkte opbrengst 51<br />
4.4.2 De daders: veel jonge allochtone mannen uit <strong>Roermond</strong> 52<br />
5
4.4.3 Slachtoffers 54<br />
4.5 Bedreig<strong>in</strong>g 55<br />
4.5.1 Het misdrijf: vaak met voorgeschiedenis 55<br />
4.5.2 De daders: mannelijke recidivisten, woonachtig <strong>in</strong> <strong>Roermond</strong> 56<br />
4.5.3 Slachtoffers 58<br />
4.6 Mishandel<strong>in</strong>g 59<br />
4.6.1 Het misdrijf: impulsief gedrag en disproportioneel geweld 59<br />
4.6.2 De daders: mannelijke ‘Nederlandse’ recidivisten uit <strong>Roermond</strong> 60<br />
4.6.3 Slachtoffers 62<br />
4.7 Aangifteloze delicten en radicaliser<strong>in</strong>g 63<br />
4.8 Patronen en oorzaken 64<br />
Hoofdstuk 5<br />
Beleidsmaatregelen 71<br />
5.1 Inleid<strong>in</strong>g 71<br />
5.2 Gemeente <strong>Roermond</strong>: Beleidsorganisatie 71<br />
5.3 Wijkgericht werken 74<br />
5.3.1 Herstructurer<strong>in</strong>g: de basis wordt gelegd 76<br />
5.3.2 Sociale veiligheid: vooruitgang en drempels 78<br />
5.4 Doelgroepgerichte maatregelen 83<br />
5.4.1 Jeugdgroepen <strong>in</strong> beeld: meer dan overlast 83<br />
5.4.2 Verslaafden: drang & dwang 86<br />
5.5 Delictgerichte maatregelen 90<br />
5.5.1 Sfeerbeheer: veiliger uitgaan 90<br />
5.5.2 Cameratoezicht 91<br />
5.5.3 Het collectieve w<strong>in</strong>kelverbod 92<br />
5.5.4 Project aanpak auto-<strong>in</strong>braken 94<br />
5.5.5 Politiekeurmerk veilig wonen 95<br />
5.6 Het Veiligheidshuis Midden-Limburg: van start 96<br />
5.7 Politie en justitie: maatregelen en verdachten 97<br />
5.8 Politieke <strong>in</strong>breng 102<br />
Hoofdstuk 6<br />
Conclusies en aanbevel<strong>in</strong>gen 107<br />
6.1 Conclusies 107<br />
6.2 Aanbevel<strong>in</strong>gen 120<br />
Bijlage 1 Methodologische verantwoord<strong>in</strong>g (129)<br />
Bijlage 2 Respondentenlijst (131)<br />
Bijlage 3 Literatuurlijst (133)<br />
Bijlage 4 De Strategische Veiligheidsanalyse (141)<br />
6
Hoofdstuk 1<br />
Inleid<strong>in</strong>g: de rode draad<br />
1.1 De rode draad: een strategische veiligheidsanalyse<br />
We schetsen <strong>in</strong> dit <strong>in</strong>leidende hoofdstuk de rode draad van dit onderzoek. Dit doen we<br />
allereerst door bondig de onderzoeksopzet te presenteren (1.2). De essentie van die opzet<br />
bestaat uit de koppel<strong>in</strong>g van beleidsmaatregelen aan crim<strong>in</strong>ologisch onderzoek naar de daders<br />
en slachtoffers van delicten.<br />
Daarna typeren we op hoofdlijnen enkele markante en belangrijke kenmerken van <strong>Roermond</strong>.<br />
Die kenmerken zijn belangrijk om de lokale veiligheidssituatie en de werk<strong>in</strong>g van het<br />
veiligheidsbeleid te begrijpen (1.3). Deze punten zijn herkenbaar voor de <strong>in</strong>gevoerde lezer en<br />
op onderdelen wellicht opmerkelijk voor de lezer die m<strong>in</strong>der bekend is met de gang van zaken<br />
<strong>in</strong> <strong>Roermond</strong>.<br />
1.2 Onderzoeksopzet: wat is er aan de hand?<br />
De gemeente <strong>Roermond</strong> wordt geconfronteerd met opvallende misdaadscores. Ze vallen om<br />
verschillende redenen op.<br />
In de eerste plaats scoort de gemeente hoog <strong>in</strong> de zogeheten Misdaadmeter van het Algemeen<br />
Dagblad. <strong>Roermond</strong> staat <strong>in</strong> 2007 namelijk op de derde plaats genoteerd. We laten nu nog <strong>in</strong><br />
het midden wat dit nu waard is, maar het is <strong>in</strong> elk geval opmerkelijk dat deze Limburgse stad<br />
er volgens deze landelijke krant slechter voor staat wat lokale <strong>crim<strong>in</strong>aliteit</strong> betreft dan tal van<br />
grote steden met erkende probleem- of prachtwijken.<br />
In de tweede plaats is de <strong>crim<strong>in</strong>aliteit</strong> juist <strong>in</strong> <strong>Roermond</strong> gemiddeld genomen beduidend hoger<br />
dan die <strong>in</strong> de andere gemeenten <strong>in</strong> de politieregio Limburg-Noord. Het valt onder meer op dat<br />
<strong>Roermond</strong> ‘hoger’ of ‘slechter’ scoort dan Venlo, de centrumgemeente van de politieregio.<br />
Dit levert vervolgens onmiddellijk discussies op over de vraag wat dergelijke misdaadscores<br />
hebben te betekenen voor de verdel<strong>in</strong>g van de politiesterkte. We laten deze discussie nu<br />
rusten, maar we komen er <strong>in</strong> het slothoofdstuk op terug.<br />
In de derde plaats valt op dat <strong>Roermond</strong> vooral <strong>in</strong> economisch opzicht een uitermate positieve<br />
ontwikkel<strong>in</strong>g doormaakt. Het w<strong>in</strong>kelbestand groeit, de stad telt een fraai outlet center, er zijn<br />
ook <strong>in</strong> de zwakkere wijken tal van fysieke <strong>in</strong>grepen gedaan, particuliere <strong>in</strong>vesteerder stellen<br />
vertouwen <strong>in</strong> de stad en haar bestuurders, zoals blijkt uit tal van private <strong>in</strong>vester<strong>in</strong>gen.<br />
Dientengevolge is het arbeidsaanbod gegroeid en is de werkloosheid gedaald. Deze positieve<br />
ontwikkel<strong>in</strong>gen maken de misdaadscore(s) van de stad opvallend. Dit komt ook doordat de<br />
stad eerder een objectief misdaadprobleem kent (relatief veel aangiftes) dan een subjectief<br />
veiligheidsprobleem: veel mensen voelen zich veilig <strong>in</strong> de stad, zeker <strong>in</strong> het centrum (zie<br />
hoofdstuk 3).<br />
9
De gemeente, justitie en politie willen dat een veiligheidsonderzoek een scherp beeld<br />
verschaft van de objectieve <strong>crim<strong>in</strong>aliteit</strong> en van de subjectieve veiligheidssituatie. Dit dient<br />
vervolgens gestalte te geven aan het veiligheidsbeleid en de externe effecten daarvan.<br />
Er zijn <strong>in</strong> de afgelopen jaren verschillende onderzoeken uitgevoerd naar de veiligheid <strong>in</strong><br />
<strong>Roermond</strong>. Het betreft <strong>in</strong> het bijzonder onderzoek naar de subjectieve veiligheid (o.a. Kolar<br />
en Boekhoorn, 2005), maar ook: naar de leefbaarheid <strong>in</strong> de wijken van <strong>Roermond</strong> (Lewerissa<br />
en Capellen, 2005); naar - radicaliserende - jeugdgroepen (Moors, 2007); naar de relatie<br />
tussen de politie (met name de wijkagent) en wijkbewoners (Vegter, Van Duijn en Zondervan,<br />
2007). Dit levert veel <strong>in</strong>formatie op die we zullen benutten. We v<strong>in</strong>den echter ook dat het zo<br />
langzamerhand moeilijk is geworden om door de bomen het bos te zien. We proberen te<br />
komen tot een heldere <strong>crim<strong>in</strong>aliteit</strong>sanalyse, waarna de stap wordt gezet naar aanbevel<strong>in</strong>gen<br />
om te komen tot een doeltreffend <strong>in</strong>tegraal veiligheidsbeleid.<br />
De hoofdbestanddelen van het onderzoek<br />
Het onderzoek kent vier hoofdbestanddelen:<br />
A. Een <strong>crim<strong>in</strong>aliteit</strong>sanalyse: het objectieve beeld<br />
Het komt er <strong>in</strong> essentie op neer om een beschrijvende en verklarende analyse te maken van de<br />
<strong>crim<strong>in</strong>aliteit</strong> <strong>in</strong> <strong>Roermond</strong>. Dit doen we langs de volgende sporen:<br />
• Een beschrijv<strong>in</strong>g en analyse van de ontwikkel<strong>in</strong>gen wat betreft de aard, omvang,<br />
spreid<strong>in</strong>g en ontwikkel<strong>in</strong>g van de veel<strong>voorkomende</strong> <strong>crim<strong>in</strong>aliteit</strong> <strong>in</strong> <strong>Roermond</strong>. We<br />
richten ons hier, en <strong>in</strong> de rest van het onderzoek, conform de offerteaanvraag op vijf<br />
delicten: won<strong>in</strong>g<strong>in</strong>braak, auto-<strong>in</strong>braak, bedreig<strong>in</strong>g, mishandel<strong>in</strong>g en straatroof. Zie<br />
hoofdstuk 2.<br />
• Een analyse van de daders, slachtoffers en verschijn<strong>in</strong>gsvormen van de (belangrijkste<br />
vormen van) <strong>crim<strong>in</strong>aliteit</strong> <strong>in</strong> <strong>Roermond</strong>. Hierbij maken we gebruik van zogeheten<br />
profiellijsten. Zie hoofdstuk 4.<br />
• Verklar<strong>in</strong>gen van de belangrijkste vormen van <strong>crim<strong>in</strong>aliteit</strong> <strong>in</strong> <strong>Roermond</strong>. Zie met<br />
name hoofdstuk 4, maar ook de samenvattende bev<strong>in</strong>d<strong>in</strong>gen <strong>in</strong> hoofdstuk 6.<br />
B. Een <strong>crim<strong>in</strong>aliteit</strong>sanalyse: het subjectieve beeld<br />
Er was onderzoek voorhanden naar subjectieve veiligheid. We beperken ons grotendeels tot<br />
een secundaire analyse van beschikbaar onderzoeksmateriaal. De aandacht gaat daarbij uit<br />
naar:<br />
• Een secundaire analyse (op basis van beschikbare onderzoeken) van de<br />
ontwikkel<strong>in</strong>gen <strong>in</strong> <strong>Roermond</strong> wat betreft de subjectieve veiligheid. Zie hoofdstuk 3.<br />
10
• Een typer<strong>in</strong>g van het lokale burgerschap (hoofdstuk 3).<br />
• We hebben enkele (actuele) vragen voorgelegd aan het zogeheten burgerpanel dat op<br />
gezette tijden door de gemeente <strong>Roermond</strong> wordt geraadpleegd. Zie hoofdstuk 3.<br />
C. Een analyse van het veiligheidsbeleid<br />
We analyseren het lokale veiligheidsbeleid langs de volgende sporen:<br />
• Een analyse van het huidige veiligheidsbeleid, zowel <strong>in</strong>houdelijk als organisatorisch,<br />
waaronder de samenwerk<strong>in</strong>g <strong>in</strong> de veiligheidsketen. We geven geen totaaloverzicht,<br />
maar richten ons op de belangrijkste lokale maatregelen. Zie hoofdstuk 5.<br />
• Een beschrijv<strong>in</strong>g van gewenst toekomstig lokaal veiligheidsbeleid: het realiseren van<br />
afstemm<strong>in</strong>g tussen de ontwikkel<strong>in</strong>gen op het gebeid van <strong>crim<strong>in</strong>aliteit</strong> én het lokale<br />
veiligheidsbeleid. We formuleren aanbevel<strong>in</strong>gen <strong>in</strong> hoofdstuk 6.<br />
D. Politieke <strong>in</strong>vloed op de beleidsplannen van de regiopolitie<br />
We gaan <strong>in</strong> op de volgende beschrijvende en prescriptieve onderzoekslijnen:<br />
• De <strong>in</strong>vloedsuitoefen<strong>in</strong>g van de gemeenteraad van <strong>Roermond</strong> op de regiopolitie<br />
Limburg-Noord. Zie hoofdstuk 5.<br />
• Mogelijkheden tot politieke <strong>in</strong>vloedsuitoefen<strong>in</strong>g op de regiopolitie Limburg-Noord.<br />
Zie voor een bondige analyse hoofdstuk 5. Zie hoofdstuk 6 voor aanbevel<strong>in</strong>gen.<br />
1.3 Dom<strong>in</strong>ant perspectief: vitale stad met een <strong>crim<strong>in</strong>aliteit</strong>sprobleem<br />
De veiligheidssituatie en het veiligheidsbeleid <strong>in</strong> <strong>Roermond</strong> hebben enkele belangrijke en<br />
deels bijzondere kenmerken. Het betreft de volgende kenmerken:<br />
1. Publiek ondernemerschap én toegenomen onveiligheid<br />
De gemeente <strong>Roermond</strong> is een bijzondere gemeente met verschillende gezichten. De<br />
gemeente is aan de ene kant namelijk enorm vitaal, mede dankzij opmerkelijke<br />
vormen van zogenoemd publiek ondernemerschap van de lokale politiek, en meer <strong>in</strong><br />
het bijzonder het college van burgemeester en wethouders. Dit heeft geresulteerd <strong>in</strong><br />
een b<strong>in</strong>nenstad met een fraai en florerend w<strong>in</strong>kelbestand, volop watersportactiviteiten,<br />
een outlet center en tal van fysieke <strong>in</strong>grepen <strong>in</strong> de hele stad. Dit trekt bezoekers c.q.<br />
klanten naar de stad, het geeft gezelligheid en sfeer, het stemt trots, het leidt tot een<br />
ruim arbeidsaanbod en het draagt bij aan sociale stabiliteit, want veel bewoners en<br />
11
ondernemers voelen zich verbonden met <strong>Roermond</strong>. Het is goed voor het imago van<br />
de stad. <strong>Roermond</strong> is dus een stad met we<strong>in</strong>ig <strong>in</strong>woners, maar ze telt tegelijkertijd veel<br />
bezoekers, ook uit Duitsland en België. De bereikbaarheid van <strong>Roermond</strong> neemt<br />
bovendien enorm toe door de aanleg van een goede snelwegverb<strong>in</strong>d<strong>in</strong>g.<br />
Aan de andere kant kent <strong>Roermond</strong> een substantieel veiligheidsprobleem. Dit heeft de<br />
gemeente zelfs op de derde plaats doen belanden van de zogenoemde misdaadmeter<br />
van het Algemeen Dagblad. Er kan weliswaar kritiek worden geuit op de<br />
methodologie van deze meter, maar ook uit dit onderzoek blijkt dat de lokale<br />
<strong>crim<strong>in</strong>aliteit</strong> fors is en dat verschillende vormen van <strong>crim<strong>in</strong>aliteit</strong> (met name<br />
won<strong>in</strong>g<strong>in</strong>braak) zijn toegenomen.<br />
2. Tussen servet en tafellaken<br />
De gemeente <strong>Roermond</strong> krijgt bij het lokale veiligheidsbeleid te maken met structurele<br />
en realistische schaarsteproblemen. <strong>Roermond</strong> is, met circa 54.500 <strong>in</strong>woners, te groot<br />
voor het servet en te kle<strong>in</strong> voor het tafellaken. Dit betekent dat de gemeente achter het<br />
net vist als ze subsidies probeert te krijgen voor het lokale veiligheidsbeleid <strong>in</strong> het<br />
kader van het Grote Steden Beleid of bij het streven naar prachtwijken. <strong>Roermond</strong><br />
heeft weliswaar substantiële veiligheidsproblemen, maar er is niet één enkel probleem<br />
dat zo groot is dat dit resulteert <strong>in</strong> bovenlokaal gesubsidieerde grote projecten of<br />
programma’s. Dit is bijvoorbeeld <strong>in</strong> Venlo (met Hektor) en Heerlen (met Hartslag) wel<br />
gebeurd.<br />
Deze problemen zouden verm<strong>in</strong>derd kunnen worden door een daadkrachtig<br />
gemeenschappelijk veiligheidsbeleid, maar de vorm<strong>in</strong>g van een dergelijk beleid wordt<br />
bemoeilijkt door politiek-bestuurlijke factoren en twisten (zie 4 en 5).<br />
3. Lokaal beleid: micro én macro<br />
Het publiek ondernemerschap krijgt zowel macro (op stads- en regioniveau) als micro<br />
gestalte. We bedoelen hiermee dat er macro een stedelijke visie en grote politiekbestuurlijke<br />
betrokkenheid is bij het lokaal economische beleid en op, zeg maar, het<br />
‘verkopen van de stad’. Micro uit zich dit <strong>in</strong> directe bestuurlijke betrokkenheid bij<br />
concrete problemen. De bestuurlijke microbetrokkenheid is kenmerkend voor de<br />
lokale b<strong>in</strong>d<strong>in</strong>g die velen met de stad hebben. Bij het veiligheidsbeleid valt op dat er<br />
geregeld wel de bestuurlijke microbemoeienis is, maar dat het sluitstuk op stedelijk<br />
(macro)niveau ontbreekt, want er is geen gedeelde visie op het veiligheidsbeleid die<br />
tot uitdrukk<strong>in</strong>g komt <strong>in</strong> een gemeenschappelijk veiligheidsplan of –programma. Voor<br />
de periode 2004-2006 was wel een <strong>in</strong>tegraal veiligheidsplan opgesteld, maar dit is niet<br />
gebeurd <strong>in</strong> 2007, al zijn alle betrokkenen zich ervan bewust dat er <strong>in</strong> 2008 een<br />
gemeenschappelijk veiligheidsplan of –programma opgesteld zal moeten worden. In<br />
2007 heeft het bestuur ervoor gekozen om zich eerst te richten op de gemeentelijke<br />
her<strong>in</strong>del<strong>in</strong>g en om vervolgens, mede op basis van dit onderzoek, een<br />
veiligheidsprogramma op te stellen. Er zijn wel tal van beleidsmaatregelen getroffen:<br />
zie hoofdstuk 5.<br />
12
De politiek-bestuurlijke prioriteiten hangen nauw samen met het publiek<br />
ondernemerschap. Ze zijn onder meer gericht op een goede economie (zoals dat onder<br />
meer tot uitdrukk<strong>in</strong>g komt <strong>in</strong> het w<strong>in</strong>kelbestand en het outlet center) en op de fysieke<br />
herstructurer<strong>in</strong>g van de kwetsbare wijken <strong>in</strong> <strong>Roermond</strong>.<br />
4. Crim<strong>in</strong>aliteit en veiligheidsbeleid: van twistpunt naar speerpunt?!<br />
De vorm<strong>in</strong>g van een gemeenschappelijk veiligheidsbeleid stagneert (ook) doordat de<br />
verhoud<strong>in</strong>gen <strong>in</strong> de driehoeksrelatie tussen bestuur, justitie en politie zijn<br />
gepolitiseerd. De politiser<strong>in</strong>g resulteert er met name <strong>in</strong> dat bestuur en politie elkaar<br />
over en weer - en niet zelden via de media - verwijten te we<strong>in</strong>ig te doen. Het bestuur<br />
wenst doeltreffende repressie, meer zichtbaar en beschikbaar ‘blauw’ en voelt zich niet<br />
altijd serieus genomen. De politie v<strong>in</strong>dt op haar beurt dat bestuur en politiek zich sterk<br />
richten op gebeurtenissen en <strong>in</strong>cidenten, en dat het bestuurlijk veiligheidsbeleid<br />
versterk<strong>in</strong>g behoeft, met name bij de preventie van onveiligheid en <strong>crim<strong>in</strong>aliteit</strong>. Er<br />
wordt <strong>in</strong> dit verband wel gezegd dat de repressie op ‘orde’ is en dat er nu gewerkt<br />
moet worden aan de aanpak aan ‘de voorkant’ van het veiligheids- en<br />
<strong>crim<strong>in</strong>aliteit</strong>sprobleem. Wij trekken zelf overigens een wat andere conclusie: preventie<br />
is nuttig, maar de kans op strafrechtelijke vervolg<strong>in</strong>g zou juist bij enkele<br />
veel<strong>voorkomende</strong> delicten (zoals won<strong>in</strong>g<strong>in</strong>braak en auto-<strong>in</strong>braak) omhoog moeten (zie<br />
hoofdstuk 6).<br />
Er wordt <strong>in</strong> <strong>Roermond</strong>, door bestuur en politiek, een discussie gevoerd over de vraag<br />
hoe zij <strong>in</strong>vloed uit kunnen oefenen op de politie-<strong>in</strong>zet <strong>in</strong> de gemeente. De <strong>Roermond</strong>se<br />
politiek meent dat de besluitvorm<strong>in</strong>g op regionaal niveau - waar de burgemeester van<br />
<strong>Roermond</strong> als plaatsvervangend korpsbeheerder aan deelneemt - over de verdel<strong>in</strong>g van<br />
politiesterkte over de regio onvoldoende ‘blauw’ oplevert voor <strong>Roermond</strong> als ‘tweede<br />
stad’ <strong>in</strong> de politieregio. Politiek en bestuur claimen geregeld <strong>in</strong>vloed op het beheer<br />
over de politie (onder meer de sterkteverdel<strong>in</strong>g), maar de realiteit is dat het beheer<br />
berust bij het regionaal college, het dagelijks bestuur daarvan en de beheersdriehoek.<br />
Dit is een steeds terugkerend twistpunt. Wij hebben een veiligheidsanalyse uitgevoerd:<br />
de beoordel<strong>in</strong>g van de regionale sterkteverdel<strong>in</strong>g maakt daar geen deel vanuit. We<br />
doen <strong>in</strong> het slothoofdstuk wel aanbevel<strong>in</strong>gen die erop aansturen dat bestuur, politie,<br />
justitie en andere partners beter samenwerken en een veiligheidsprogramma opstellen,<br />
zodat de beschikbare politiecapaciteit <strong>in</strong> elk geval doelmatiger en doeltreffender wordt<br />
benut. Bovendien denken we dat een bestuurlijk veiligheidsprogramma meer<br />
mogelijkheden biedt om de lokale politie-<strong>in</strong>spann<strong>in</strong>gen op te voeren dan een beroep op<br />
beheer of louter een roep om meer politie. Dat laat onverlet dat de beperkte<br />
politiecapaciteit zich laat voelen <strong>in</strong> <strong>Roermond</strong> en dat we v<strong>in</strong>den dat tijdelijke extra<br />
<strong>in</strong>zet van flexibele politiecapaciteit nodig is bij relatief hoge <strong>crim<strong>in</strong>aliteit</strong>sscores, zoals<br />
(momenteel) het geval is <strong>in</strong> <strong>Roermond</strong>. Lokale bestuurders redeneren wat dit betreft<br />
als volgt: “Waar band is, moet geblust worden”. We verwijzen naar de aanbevel<strong>in</strong>gen<br />
<strong>in</strong> hoofdstuk 6.<br />
13
Het veiligheidsbeleid was en is geregeld een twistpunt van de bovenste plank.<br />
Respondenten erkennen volmondig dat het een speerpunt behoort te worden en dat het<br />
belangrijk is om een gemeenschappelijk veiligheidsbeleid of –programma te vormen.<br />
Een dergelijk beleid of programma bestaat nu nog niet, al zijn er wel tal van<br />
beleidsmaatregelen <strong>in</strong>gevoerd: zie hoofdstuk 5.<br />
14
Hoofdstuk 2<br />
Lokale <strong>crim<strong>in</strong>aliteit</strong>: omvang en trends<br />
2.1 Inleid<strong>in</strong>g<br />
In dit hoofdstuk staan de scores van de gemeente <strong>Roermond</strong> voor wat betreft de lokale<br />
<strong>crim<strong>in</strong>aliteit</strong> centraal. We presenteren eerst, <strong>in</strong> paragraaf 2.2, bondig de uitkomsten van de<br />
zogeheten AD Misdaadmeter. Op deze meter staat de gemeente <strong>Roermond</strong> <strong>in</strong> 2006 op de<br />
derde plaats. Dit was en is een schokkende score voor de gemeente, los van het feit dat er<br />
(methodologische) kritiek mogelijk is op deze misdaadmeter.<br />
In paragraaf 2.2 presenteren we de belangrijkste ontwikkel<strong>in</strong>gen <strong>in</strong> de gemeente <strong>Roermond</strong><br />
ten aanzien van vijf delicten: won<strong>in</strong>g<strong>in</strong>braak, auto-<strong>in</strong>braak, straatroof, bedreig<strong>in</strong>g en<br />
mishandel<strong>in</strong>g. We vergelijken de scores <strong>in</strong> <strong>Roermond</strong> met die <strong>in</strong> de politieregio en <strong>in</strong> het<br />
politiedistrict en we treffen ook vergelijk<strong>in</strong>gen met de gemeenten Venlo en Weert.<br />
2.2 De AD Misdaadmeter: geen fraaie score<br />
S<strong>in</strong>ds 2001 voert het Algemeen Dagblad jaarlijks een landelijk onderzoek uit naar<br />
gemeentelijke <strong>crim<strong>in</strong>aliteit</strong>: de AD Misdaadmeter. Dit onderzoek tracht alle Nederlandse<br />
gemeenten te scoren en onderl<strong>in</strong>g te vergelijken op basis van de zogenaamde ‘misdaadscore’.<br />
De krant maakt daartoe gebruik van gegevens die afkomstig zijn uit het zogeheten GIDS<br />
registratiesysteem van de politie. Het betreft registraties van misdrijven.<br />
De misdaadscore wordt gebaseerd op cijfers over de volgende twaalf delicten: autodiefstal,<br />
bedreig<strong>in</strong>g, mishandel<strong>in</strong>g, overval, straatroof, won<strong>in</strong>g<strong>in</strong>braak, auto-<strong>in</strong>braak, diefstal uit<br />
box/garage/schuur/tu<strong>in</strong>huis, diefstal brom- en snorfiets, oplicht<strong>in</strong>g, verniel<strong>in</strong>g auto en<br />
zakkenrollerij.<br />
Om gemeenten te vergelijken hanteert de krant een ‘sleutel’. Die bestaat eruit dat ze zich<br />
baseert op het aantal aangiften en <strong>in</strong>cidentmeld<strong>in</strong>gen per 10.000 <strong>in</strong>woners. Een handvol<br />
gemeenten met m<strong>in</strong>der dan 4.000 <strong>in</strong>woners worden niet onderzocht.<br />
15
De top-10 van de misdaadmeter 2006 is als volgt:<br />
Tabel 2.1: Top-10 AD-misdaadmeter 2006<br />
Positie Gemeente Positie 2005 Totaalscore 2006<br />
1 E<strong>in</strong>dhoven 2 145<br />
2 Rotterdam 1 323<br />
3 <strong>Roermond</strong> 4 381<br />
4 Arnhem 7 462<br />
5 Tilburg 3 475<br />
6 ’s-Hertogenbosch 5 483<br />
7 Nijmegen 10 516<br />
8 Utrecht 8 530<br />
9 Amsterdam 6 544<br />
10 Breda 9 556<br />
<strong>Roermond</strong>: de lokale top-10<br />
De misdaadmeter levert een ‘lokale top-10’ op: een lijst met de tien meest <strong>voorkomende</strong><br />
delicten <strong>in</strong> <strong>Roermond</strong>. Die top-10 bestaat voornamelijk uit vermogensdelicten (7) en uit twee<br />
geweldsdelicten: mishandel<strong>in</strong>g en bedreig<strong>in</strong>g.<br />
Tabel 2.2: Aantal delicten <strong>in</strong> 2006, naar aard, AD-misdaadmeter<br />
Kwalificatie Type delict 2006<br />
1 Auto-<strong>in</strong>braak Vermogensdelict 892<br />
2 Diefstal uit bedrijf Vermogensdelict 351<br />
3 Mishandel<strong>in</strong>g Geweldsdelict 331<br />
4 Won<strong>in</strong>g <strong>in</strong>braak Vermogensdelict 326<br />
5 Verniel<strong>in</strong>g van auto Vandalisme 321<br />
6 W<strong>in</strong>keldiefstal Vermogensdelict 281<br />
7 Bedreig<strong>in</strong>g Geweldsdelict 223<br />
8 Autodiefstal Vermogensdelict 158<br />
9 Diefstal uit garage/tu<strong>in</strong>schuur Vermogensdelict 101<br />
10 Oplicht<strong>in</strong>g Vermogensdelict 87<br />
Lokale reacties: kritiek én besef<br />
Het onderzoek van het AD leidt tot consternatie <strong>in</strong> <strong>Roermond</strong>. Hoe kan het toch dat een<br />
economisch zo florerende gemeente op plek drie staat? Heeft de gemeente een serieus<br />
veiligheidsprobleem? Is dit louter een objectief probleem of ook subjectief? Wat zijn de<br />
oorzaken van de lokale <strong>crim<strong>in</strong>aliteit</strong> en volstaat het lokale veiligheidsbeleid?<br />
De reacties zijn <strong>in</strong> zekere z<strong>in</strong> dubbelhartig. De uitkomsten van de misdaadmeter worden aan<br />
de ene kant serieus genomen. Politiek-bestuurlijk v<strong>in</strong>dt men de derde plaats ontoelaatbaar.<br />
Aan de ander kant wordt er kritiek geuit op de werkwijze van het AD.<br />
We gaan eerst <strong>in</strong> op de methodologische kritiek ‘vanuit’ <strong>Roermond</strong> op de misdaadmeter.<br />
Daarbij beperken we ons tot kritiek of kantteken<strong>in</strong>gen die we van onze kant onderschrijven.<br />
Het betreft de volgende belangrijke punten:<br />
16
• De misdaadcijfers worden louter gerelateerd aan het aantal <strong>in</strong>woners. De scores<br />
worden per 10.000 <strong>in</strong>woners berekend. Dit pakt ongelukkig uit voor <strong>Roermond</strong>, omdat<br />
deze kle<strong>in</strong>e stad met 54.301 <strong>in</strong>woners nu eenmaal wel een regionale en zelfs<br />
grensoverschrijdende centrumfunctie vervult. Dit betekent dat de stad veel bezoekers –<br />
die afkomen op w<strong>in</strong>kels, recreatiemogelijkheden en uitgaansgelegenheden – kent en<br />
dat creëert crim<strong>in</strong>ele gelegenheidsstructuren.<br />
• De mogelijkheden tot <strong>in</strong>braak <strong>in</strong> won<strong>in</strong>gen en bedrijven hangt logischerwijs samen<br />
met de aard en omvang van het won<strong>in</strong>gen- en bedrijvenbestand. <strong>Roermond</strong> maakt er<br />
veel werk van om bedrijven naar de stad te trekken. De stad telt bovendien veel<br />
won<strong>in</strong>gen, die ook sterk verschillen naar aard: wijken met relatief veel (fraaie)<br />
koopwon<strong>in</strong>gen en wijken met juist relatief veel (goedkope) huurwon<strong>in</strong>gen. Dat zijn<br />
won<strong>in</strong>gen die ‘gevoelig’ zijn voor <strong>in</strong>braak. Dit alles roept de vraag op of scores over<br />
won<strong>in</strong>g<strong>in</strong>braak of bedrijfs<strong>in</strong>braak niet (ook) gerelateerd zouden moeten worden aan<br />
het aantal won<strong>in</strong>gen en bedrijven.<br />
• Het w<strong>in</strong>kelbestand <strong>in</strong> <strong>Roermond</strong>, de recreatieve mogelijkheden en de gezellige<br />
Limburgse volksgeest leiden ertoe dat – grote delen van – de stad prettiger en veiliger<br />
aanvoelen dan uit de misdaadcijfers blijkt. Met andere woorden: de objectieve<br />
onveiligheid is groter dan de subjectieve. In deze contraredener<strong>in</strong>g schuilt wel het<br />
gevaar dat relatief goede subjectieve scores bijdragen aan onderschatt<strong>in</strong>g of zelfs<br />
veronachtzam<strong>in</strong>g van de objectieve scores. Hier moet meteen bij worden opgemerkt<br />
dat veel onze respondenten hier ook zelf op wijzen.<br />
Deze kantteken<strong>in</strong>gen laten onverlet dat <strong>in</strong> <strong>Roermond</strong> het besef is doorgebroken dat de stad<br />
kampt met een misdaadprobleem en dat de <strong>crim<strong>in</strong>aliteit</strong>scijfers simpelweg omlaag gebracht<br />
moeten worden. Burgemeester Van Beers zegt <strong>in</strong> 2005 (<strong>Roermond</strong> staat dan op plaats 4) al<br />
het volgende <strong>in</strong> het Algemeen Dagblad over de hoge noter<strong>in</strong>g van <strong>Roermond</strong>:<br />
“Ik baal sterk van zo’n hoge noter<strong>in</strong>g, maar het verrast me niet. We hebben als kle<strong>in</strong>e<br />
gemeente te maken met problematiek van grote steden. Autodiefstallen gebeuren veel<br />
omdat dieven zo de grens over zijn”. 1<br />
Op de dag dat de AD misdaadmeter wordt gepubliceerd - zaterdag 21 april 2007 - <strong>in</strong>formeert<br />
het College van Burgemeester en Wethouder de gemeenteraad middels een zogeheten<br />
raads<strong>in</strong>formatiebrief. 2 Het College betreurt het hoge slachtofferschap en toont zich<br />
teleurgesteld dat de <strong>in</strong>spann<strong>in</strong>gen van de zorg- en veiligheidspartners niet tot uit<strong>in</strong>g komen <strong>in</strong><br />
een dal<strong>in</strong>g van de cijfers. Het College kondigt stevige maatregelen aan. Diezelfde dag wordt<br />
een persbericht uitgevaardigd, waar<strong>in</strong> een aantal projecten wordt opgesomd: Drang & Dwang,<br />
het Veiligheidshuis Midden-Limburg en de Taskforce Auto-<strong>in</strong>braak. Zie hierover hoofdstuk<br />
5. De burgemeester:<br />
1<br />
Joolen van, O., Wessels, K., Hoe werkt de misdaadmeter?, Algemeen Dagblad, 7 mei 2005.<br />
2<br />
Raads<strong>in</strong>formatiebrief naar aanleid<strong>in</strong>g van de misdaadmeter van het Algemeen Dagblad, KC 2007/UIT/00248,<br />
21 april 2007.<br />
17
“Ik heb er vertrouwen <strong>in</strong> dat onze aanpak en het gezamenlijk optrekken met politie,<br />
justitie en zorgpartners <strong>in</strong> de nabije toekomst tot een positief resultaat en een dal<strong>in</strong>g op<br />
deze misdaadmeter zal leiden”. 3<br />
De VVD-fractie stelt diezelfde maand schriftelijke vragen. Er wordt onder meer gevraagd om<br />
een extern onderzoek naar de <strong>crim<strong>in</strong>aliteit</strong> <strong>in</strong> <strong>Roermond</strong>. Het college en de korpschef van de<br />
politieregio Limburg-Noord scharen zich achter dit voorstel. 4<br />
2.3 Crim<strong>in</strong>aliteit <strong>in</strong> <strong>Roermond</strong>: de trends<br />
Deze paragraaf presenteert en analyseert de ontwikkel<strong>in</strong>gen <strong>in</strong> <strong>Roermond</strong> en <strong>in</strong> de politieregio<br />
Limburg-Noord voor wat de vijf delicten betreft die <strong>in</strong> dit onderzoek centraal staan:<br />
won<strong>in</strong>g<strong>in</strong>braak; auto-<strong>in</strong>braak; straatroof, bedreig<strong>in</strong>g en mishandel<strong>in</strong>g. De trendanalyse is<br />
gebaseerd op alle misdrijven waarvan aangifte is gedaan of die het onderwerp zijn geworden<br />
van opspor<strong>in</strong>gactiviteiten. 5 De cijfers zijn aangeleverd door de politieregio Limburg-Noord.<br />
We gaan per delict steeds eerst <strong>in</strong> op de scores op regio- en districtsniveau en daarna op de<br />
scores b<strong>in</strong>nen de gemeente <strong>Roermond</strong>. Vervolgens vergelijken we de score van de drie<br />
grootste gemeenten <strong>in</strong> de politieregio: <strong>Roermond</strong> (54.301 <strong>in</strong>woners), Venlo (92.052 <strong>in</strong>woners)<br />
en Weert (48.575 <strong>in</strong>woners). 6<br />
2.3.1 Won<strong>in</strong>g<strong>in</strong>braak<br />
Politieregio en district <strong>Roermond</strong>: een toename<br />
Tussen 2003 en 2007 neemt het aantal won<strong>in</strong>g<strong>in</strong>braken <strong>in</strong> de politieregio Limburg-Noord toe<br />
met 5,5%: van 2.035 naar 2.146.<br />
Tabel 2.3: Politieregio Limburg-Noord: won<strong>in</strong>g<strong>in</strong>braken <strong>in</strong> de periode 2003-2007<br />
Won<strong>in</strong>g<strong>in</strong>braak 2003 2004 2005 2006 2007 03 vs 7 Politieregio Limburg-Noord<br />
07<br />
(10.865)<br />
- 512.587 <strong>in</strong>woners<br />
2.035 1.701 2.507 2.476 2.146 +111, +5,5%<br />
District <strong>Roermond</strong> telt van de vier politiedistricten de meeste won<strong>in</strong>g<strong>in</strong>braken. In 2003 gaat<br />
het om 705 en <strong>in</strong> 2007 om 769 <strong>in</strong>braken: dat is een stijg<strong>in</strong>g van 9,1%. Het valt op dat de<br />
ontwikkel<strong>in</strong>g bepaald niet stabiel is: eerst een forse dal<strong>in</strong>g (<strong>in</strong> 2004), dan een forse stijg<strong>in</strong>g (<strong>in</strong><br />
2005), gevolgd door een ger<strong>in</strong>ge toename (<strong>in</strong> 2006) en tot slot weer een stevige toename <strong>in</strong><br />
2007.<br />
3 Persbericht: Crim<strong>in</strong>aliteitscijfers <strong>Roermond</strong>, <strong>Roermond</strong>, 21 april 2007.<br />
4 Artikel 43-vragen <strong>in</strong>zake de AD misdaadmeter, publicatie: 21 april 2007, KC/2007/UIT/00266, 8 mei 2007.<br />
5 Dit geldt voor alle cijfers die we <strong>in</strong> deze paragraaf presenteren.<br />
6 Het <strong>in</strong>wonersaantal per 1 januari 2006. Bron: CBS Statl<strong>in</strong>e, mei 2007.<br />
7 vs= versus. Het betreft een vergelijk<strong>in</strong>g tussen de aantallen <strong>in</strong> 2007 en de aantallen <strong>in</strong> 2003.<br />
18
De stijg<strong>in</strong>g <strong>in</strong> de periode 2003 tot en met 2007 valt wel hoger uit <strong>in</strong> politiedistrict Weert, maar<br />
de totaalscore van 524 <strong>in</strong>braken <strong>in</strong> 2007 is nog altijd beduidend lager dan die <strong>in</strong> het district<br />
<strong>Roermond</strong>.<br />
Alleen <strong>in</strong> district Venlo neemt het aantal won<strong>in</strong>g<strong>in</strong>braken af: van 450 <strong>in</strong> 2003 naar 408 <strong>in</strong><br />
2007. De score <strong>in</strong> district Venray schommelt, maar komt <strong>in</strong> 2007 bijna weer uit op de score<br />
van 2003: zie tabel 2.4.<br />
Tabel 2.4: Vier districten, won<strong>in</strong>g<strong>in</strong>braak<br />
Won<strong>in</strong>g<strong>in</strong>braak 2003 2004 2005 2006 2007 03 vs 07<br />
District Venlo<br />
- 137.609 <strong>in</strong>woners<br />
450 510 894 627 408 -42, -9,3%<br />
District <strong>Roermond</strong><br />
- 121.403 <strong>in</strong>woners<br />
705 470 599 639 769 +64, +9,1%<br />
District Weert<br />
- 132.177 <strong>in</strong>woners<br />
442 335 442 509 524 +82, +18,6%<br />
District Venray<br />
- 121.398 <strong>in</strong>woners<br />
438 386 572 701 445 +7, +1,6%<br />
Gemeente <strong>Roermond</strong>: een forse toename <strong>in</strong> 2007, maar een grillig patroon<br />
In 2007 telt de gemeente <strong>Roermond</strong> <strong>in</strong> totaal 502 won<strong>in</strong>g<strong>in</strong>braken. Dat is een forse stijg<strong>in</strong>g<br />
ten opzichte van het jaar 2006, toen de teller op 380 <strong>in</strong>braken stond.<br />
Het valt op dat de ontwikkel<strong>in</strong>g <strong>in</strong> <strong>Roermond</strong> grillig is. Immers, <strong>in</strong> 2003 worden er al bij al<br />
ook 461 won<strong>in</strong>g<strong>in</strong>braken genoteerd. Dat is een forse score, maar <strong>in</strong> het jaar erna valt een<br />
stevige afname te noteren naar 218 <strong>in</strong>braken. De gemiddelde scores van 384 won<strong>in</strong>g<strong>in</strong>braken<br />
per jaar wijkt sterk af van de hoogste en laagste score.<br />
De scores van de overige gemeenten <strong>in</strong> het politiedistrict staan vermeld <strong>in</strong> tabel 2.5.<br />
Tabel 2.5: District <strong>Roermond</strong>, won<strong>in</strong>g<strong>in</strong>braak<br />
Won<strong>in</strong>g<strong>in</strong>braak 2003 2004 2005 2006 2007 03 vs 07<br />
<strong>Roermond</strong><br />
- 54.301 <strong>in</strong>woners<br />
461 218 358 380 502 +41, +8,9%<br />
Echt en Susteren<br />
- 32.295 <strong>in</strong>woners<br />
109 158 151 142 141 +32, +29,4%<br />
Roerdalen<br />
- 21.286 <strong>in</strong>woners<br />
101 70 59 71 81 -20, -19,8%<br />
Beesel<br />
- 13.521 <strong>in</strong>woners<br />
34 24 31 46 45 +11, +32,4%<br />
Totaal<br />
- 121.403 <strong>in</strong>woners<br />
705 470 599 639 769 +64, +9,1%<br />
Politieregio Limburg-Noord 2.035 1.701 2.507 2.476 2.146 +111, +5,5%<br />
19
De wijken <strong>in</strong> <strong>Roermond</strong>: Hoogvonderen scoort het hoogst<br />
De tien wijken <strong>in</strong> <strong>Roermond</strong> met de meeste won<strong>in</strong>g<strong>in</strong>braken <strong>in</strong> 2007 kennen een gezamenlijke<br />
stijg<strong>in</strong>g van ruim 22% (n=70).<br />
Tabel 2.6 vermeldt de tien wijken <strong>in</strong> <strong>Roermond</strong> met de meeste won<strong>in</strong>g<strong>in</strong>braken. De wijk<br />
Hoogvonderen scoort <strong>in</strong> 2007 verreweg het hoogst met 94. Dit is maar liefst een<br />
verdriedubbel<strong>in</strong>g: van 28 <strong>in</strong> 2003 naar 94 <strong>in</strong> 2007.<br />
Er zijn vier andere wijken waar <strong>in</strong> de onderzoeksperiode het aantal won<strong>in</strong>g<strong>in</strong>braken stijgt:<br />
• Sterrenberg: +23<br />
• Maasniel: +22<br />
• Kastelenbuurt: +22<br />
• Vrijveld: +22<br />
De sterkste dal<strong>in</strong>g valt te noteren <strong>in</strong> de Kemp. Het aantal won<strong>in</strong>g<strong>in</strong>braken daalt <strong>in</strong> de<br />
onderzoeksperiode ook aanzienlijk <strong>in</strong> het <strong>Roermond</strong>se Veld: van 64 naar 43. Toch staat deze<br />
wijk met 43 <strong>in</strong>braken nog steeds op de derde plaats <strong>in</strong> de top-10.<br />
Tabel 2.6: top-10 wijken <strong>in</strong> <strong>Roermond</strong><br />
Won<strong>in</strong>g<strong>in</strong>braak 2003 2004 2005 2006 2007 03 vs 07<br />
Hoogvonderen 28 8 33 35 94 +66<br />
Maasniel 23 14 37 39 45 +22<br />
<strong>Roermond</strong>se Veld 64 19 30 46 43 -21<br />
Kastelenbuurt 19 11 20 41 41 +22<br />
Sterrenberg 14 15 15 14 37 +23<br />
<strong>Roermond</strong> B<strong>in</strong>nenstad West 39 24 27 24 36 -3<br />
Vrijveld 13 19 15 28 35 +22<br />
Kemp 64 18 10 20 21 -43<br />
Herten 23 24 28 27 18 -5<br />
Componistenbuurt 25 5 15 5 12 -13<br />
Totaal 312 157 230 279 382 +70, +22,4%<br />
Gemeente <strong>Roermond</strong> 461 218 358 380 502 +41, +8,9%<br />
Politieregio Limburg-Noord 2.035 1.701 2.507 2.476 2.146 +111, +5,5%<br />
Vergelijkenderwijs: <strong>Roermond</strong>, Venlo en Weert<br />
Er worden <strong>in</strong> 2007 beduidend meer won<strong>in</strong>g<strong>in</strong>braken genoteerd <strong>in</strong> <strong>Roermond</strong> dan <strong>in</strong> de twee<br />
andere grote steden <strong>in</strong> de politieregio Limburg-Noord. Sterker, er worden <strong>in</strong> <strong>Roermond</strong> (502)<br />
nagenoeg evenveel won<strong>in</strong>g<strong>in</strong>braken genoteerd dan <strong>in</strong> Venlo en Weert samen (503).<br />
De stijg<strong>in</strong>g valt <strong>in</strong> de onderzoeksperiode <strong>in</strong> <strong>Roermond</strong> ook hoger uit dan die <strong>in</strong> Weert. In<br />
Venlo valt een afname te noteren. Zie tabel 2.7.<br />
20
Tabel 2.7: Top-3 gemeenten, won<strong>in</strong>g<strong>in</strong>braak<br />
Won<strong>in</strong>g<strong>in</strong>braak 2003 2004 2005 2006 2007 03 vs 07<br />
Venlo<br />
- 92.052 <strong>in</strong>woners<br />
304 378 719 468 287 -17, -5,6%<br />
<strong>Roermond</strong><br />
- 54.301 <strong>in</strong>woners<br />
461 218 358 380 502 +41, +8,9%<br />
Weert<br />
- 48.575 <strong>in</strong>woners<br />
190 148 155 146 216 +26, +13,7%<br />
Totaal 955 744 1.232 994 1.005 +50, +5,2%<br />
2.3.2 Auto-<strong>in</strong>braak<br />
Politieregio: een stevige dal<strong>in</strong>g<br />
In de onderzoeksperiode neemt het aantal van auto-<strong>in</strong>braken (diefstal uit de auto) <strong>in</strong> de gehele<br />
politieregio af met 22%: van 5.441 naar 4.244.<br />
Tabel 2.8: Politieregio Limburg-Noord: auto-<strong>in</strong>braak <strong>in</strong> de periode 2003-2007<br />
Auto-<strong>in</strong>braak<br />
Politieregio Limburg-Noord<br />
2003 2004 2005 2006 2007 03 vs 07<br />
(25.931)<br />
- 512.587 <strong>in</strong>woners<br />
5.441 5.969 5.060 5.217 4.244 -1197, -22%<br />
District <strong>Roermond</strong> telt <strong>in</strong> 2007 de meeste auto-<strong>in</strong>braken: 1.153. De dal<strong>in</strong>g is echter ook <strong>in</strong> dit<br />
district het grootst: van 1.708 <strong>in</strong> 2003 naar precies 1.153 <strong>in</strong> 2003. dat is een dal<strong>in</strong>g van 32,5%<br />
(n=555). De drie andere districten laten de volgende dal<strong>in</strong>gen noteren:<br />
• District Venlo: een dal<strong>in</strong>g van 392 (-29,6%)<br />
• District Venray: een dal<strong>in</strong>g van 229 (-17,8%)<br />
• District Weert: een dal<strong>in</strong>g van 21 (-1,9%)<br />
Tabel 2.9: Vier districten, auto-<strong>in</strong>braak<br />
Auto-<strong>in</strong>braak 2003 2004 2005 2006 2007 03 vs 07<br />
District Venlo<br />
- 137.609 <strong>in</strong>woners<br />
1.325 1.325 1.211 1.055 933 -392, -29,6%<br />
District Weert<br />
- 132.177 <strong>in</strong>woners<br />
1.119 1.828 1.108 1.192 1.098 -21, -1,9%<br />
District <strong>Roermond</strong><br />
- 121.403 <strong>in</strong>woners<br />
1.708 1.282 1.331 1.463 1.153 -555, -32,5%<br />
District Venray<br />
- 121.398 <strong>in</strong>woners<br />
1.289 1.534 1.410 1.507 1.060 -229, -17,8%<br />
Gemeente <strong>Roermond</strong>: forse afname van het aantal auto-<strong>in</strong>braken<br />
De gemeente <strong>Roermond</strong> kent b<strong>in</strong>nen haar district de sterkste afname van het aantal auto<strong>in</strong>braken.<br />
In de gemeente daalt dit aantal namelijk met 42,1%, hetgeen neerkomt op en dal<strong>in</strong>g<br />
met 504 auto-<strong>in</strong>braken.<br />
In de gemeenten Echt en Susteren en Roerdalen daalt het aantal auto-<strong>in</strong>braken ook, met<br />
respectievelijk 14,5% (n=38) en 14,2% (n=25). Het valt op dat het aantal auto-<strong>in</strong>braken <strong>in</strong> de<br />
21
onderzoeksperiode toenemen <strong>in</strong> Beesel: (16,4%; n=12), al valt er s<strong>in</strong>ds 2005 jaarlijks wel een<br />
afname te noteren.<br />
Tabel 2.10: District <strong>Roermond</strong>, auto-<strong>in</strong>braak<br />
Auto-<strong>in</strong>braak 2003 2004 2005 2006 2007 03 vs 07<br />
<strong>Roermond</strong><br />
- 54.301 <strong>in</strong>woners<br />
1.197 852 743 1.019 693 -504, -42,1%<br />
Echt en Susteren<br />
- 32.295 <strong>in</strong>woners<br />
262 239 290 187 224 -38, -14,5%<br />
Roerdalen<br />
176 128 190 168 151 -25, -14,2%<br />
- 21.286 <strong>in</strong>woners<br />
Beesel<br />
- 13.521 <strong>in</strong>woners<br />
Totaal<br />
- 121.403 <strong>in</strong>woners<br />
73 63 108 89 85 +12, +16,4%<br />
1.708 1.282 1.331 1.463 1.153 -555, -32,5%<br />
Politieregio Limburg-Noord 5.441 5.969 5.060 5.217 4.244 -1197, -22%<br />
De meeste auto-<strong>in</strong>braken <strong>in</strong> de B<strong>in</strong>nenstad en <strong>in</strong> het <strong>Roermond</strong>se Veld<br />
In de tien wijken met de meeste auto-<strong>in</strong>braken tekent zich eenzelfde trend af. Het aantal daalt<br />
namelijk <strong>in</strong> acht wijken en <strong>in</strong> twee wijken doet zich een ger<strong>in</strong>ge stijg<strong>in</strong>g voor. Het betreft<br />
Hoogvonderen (+6) en Herten (+13).<br />
De sterkste dal<strong>in</strong>g heeft plaats <strong>in</strong> het <strong>Roermond</strong>se Veld en <strong>in</strong> <strong>Roermond</strong> B<strong>in</strong>nenstad West. In<br />
deze wijken daalt het aantal auto-<strong>in</strong>braken met respectievelijk 59,6% (n=121) en 57,7%<br />
(n=153). De dal<strong>in</strong>g <strong>in</strong> de overige wijken staat (ook) <strong>in</strong> tabel 2.11 vermeld.<br />
De meeste auto-<strong>in</strong>braken worden <strong>in</strong> 2007 gepleegd <strong>in</strong> <strong>Roermond</strong> B<strong>in</strong>nenstad West (112) en <strong>in</strong><br />
het <strong>Roermond</strong>se Veld (82). Het hoge aantal auto-<strong>in</strong>braken <strong>in</strong> het <strong>Roermond</strong>se Veld wordt,<br />
door <strong>in</strong>gevoerde respondenten, verklaard uit de ligg<strong>in</strong>g: tegen het centrum aan, waardoor<br />
bezoekers ook (gratis) <strong>in</strong> het <strong>Roermond</strong>se Veld parkeren.<br />
Tabel 2.11: Top 10 wijken, auto-<strong>in</strong>braak<br />
Auto-<strong>in</strong>braak 2003 2004 2005 2006 2007 03 vs 07<br />
<strong>Roermond</strong> B<strong>in</strong>nenstad West 265 183 108 196 112 -153,<br />
<strong>Roermond</strong>se Veld 203 124 96 154 82 -121<br />
Vrijveld 92 77 74 95 70 -22<br />
Hammerveld/Voorstad 113 70 84 128 70 -43<br />
Maasniel 72 47 44 55 45 -27<br />
Hoogvonderen 35 47 38 37 41 +6<br />
Herten 28 45 33 51 41 +13<br />
Kemp 44 18 19 29 31 -13<br />
Sterrenberg 25 16 15 27 24 -1<br />
Kastelenbuurt 48 24 17 17 21 -27<br />
Totaal 925 651 528 789 537 -388, -42,0%<br />
Gemeente <strong>Roermond</strong> 1.197 852 743 1.019 693 -504, -42,1%<br />
Politieregio Limburg-Noord 5.441 5.969 5.060 5.217 4.244 -1197, -22%<br />
22
Vergelijkenderwijs: <strong>Roermond</strong>, Venlo en Weert<br />
De gemeente <strong>Roermond</strong> noteert <strong>in</strong> 2007 de meeste auto-<strong>in</strong>braken: 693 <strong>in</strong> totaal. Dit verschilt<br />
niet veel met de gemeente Venlo (n=672). In Weert komt de teller uit op 595 auto-<strong>in</strong>braken.<br />
<strong>Roermond</strong> kent echter ook de sterkste afname: van 1.197 <strong>in</strong> 2003 naar 693 <strong>in</strong> 2007. Dit is een<br />
afname met 504 auto-<strong>in</strong>braken, hetgeen maar liefst neerkomt op een dal<strong>in</strong>g met 42,1%.<br />
Tabel 2.12: Top-3 gemeenten, auto-<strong>in</strong>braak<br />
Auto-<strong>in</strong>braak 2003 2004 2005 2006 2007 03 vs 07<br />
<strong>Roermond</strong><br />
- 54.301 <strong>in</strong>woners<br />
1.197 852 743 1.019 693 -504, -42,1%<br />
Venlo<br />
- 92.052<br />
941 818 769 725 672 -269, -28,6%<br />
Weert<br />
- 48.575<br />
530 919 485 670 595 +65, +12,3%<br />
Totaal 2.668 2.589 1.997 2.414 1.960 -708, -26,5%<br />
2.3.3 Bedreig<strong>in</strong>g<br />
Politieregio en district <strong>Roermond</strong>: een toename<br />
Het aantal bedreig<strong>in</strong>gen neemt <strong>in</strong> de politieregio Limburg-Noord <strong>in</strong> de onderzoeksperiode toe<br />
met ruim 16%: van 912 naar 1.061.<br />
Tabel 2.13: Politieregio Limburg-Noord: bedreig<strong>in</strong>g <strong>in</strong> de periode 2003 - 2007<br />
Bedreig<strong>in</strong>g<br />
Politieregio Limburg-Noord<br />
2003 2004 2005 2006 2007 03 vs 07<br />
(5.390)<br />
- 512.587 <strong>in</strong>woners<br />
912 1.157 1.126 1.134 1.061 +149, +16,3%<br />
District <strong>Roermond</strong> telt <strong>in</strong> 2007 de meeste bedreig<strong>in</strong>gen: 339. In district Venlo komt de teller<br />
uit op 328. de twee andere districten tellen beduidend m<strong>in</strong>der bedreig<strong>in</strong>gen: 206 (district<br />
Weert) en 188 (district Venray).<br />
Tabel 2.14: Vier districten, bedreig<strong>in</strong>g<br />
Bedreig<strong>in</strong>g 2003 2004 2005 2006 2007 03 vs 07<br />
District Venlo<br />
- 137.609 <strong>in</strong>woners<br />
266 363 319 348 328 +62, +23,3%<br />
District <strong>Roermond</strong><br />
- 132.177 <strong>in</strong>woners<br />
285 394 388 366 339 +54, +18,9%<br />
District Weert<br />
- 121.403 <strong>in</strong>woners<br />
180 222 222 220 206 +26, +14,4%<br />
District Venray<br />
- 121.398 <strong>in</strong>woners<br />
181 178 197 200 188 +7, +3,9%<br />
Gemeente <strong>Roermond</strong>: een aanzienlijke toename<br />
In de gemeente <strong>Roermond</strong> wordt <strong>in</strong> 2007 precies 231 keer een bedreig<strong>in</strong>g genoteerd. Dit is ten<br />
opzichte van 2003 een aanzienlijke stijg<strong>in</strong>g met 42 bedreig<strong>in</strong>gen (22%). In het laatste jaar<br />
heeft zich wel een dal<strong>in</strong>g voorgedaan: van 262 naar 231.<br />
23
Tabel 2.15: District <strong>Roermond</strong>, bedreig<strong>in</strong>g<br />
Bedreig<strong>in</strong>g 2003 2004 2005 2006 2007 03 vs 07<br />
<strong>Roermond</strong><br />
- 54.301 <strong>in</strong>woners<br />
189 262 243 262 231 +42, +22,2%<br />
Echt en Susteren<br />
- 32.295 <strong>in</strong>woners<br />
50 67 76 50 69 +19, +38%<br />
Roerdalen<br />
28 40 44 29 20 -8, -28,6%<br />
- 21.286 <strong>in</strong>woners<br />
Beesel<br />
- 13.521 <strong>in</strong>woners<br />
Totaal<br />
- 121.403 <strong>in</strong>woners<br />
Politieregio Limburg-Noord<br />
- 512.587 <strong>in</strong>woners<br />
18 25 25 25 19 +1, ~<br />
285 394 388 366 339 +54, +18,9%<br />
912 1.157 1.126 1.134 1.061 +149, +16,3%<br />
De wijken <strong>in</strong> <strong>Roermond</strong>: de meeste bedreig<strong>in</strong>gen <strong>in</strong> de b<strong>in</strong>nenstad<br />
De wijk <strong>Roermond</strong> B<strong>in</strong>nenstad West noteert <strong>in</strong> 2007 de meeste bedreig<strong>in</strong>gen: 43. In de<br />
onderzoeksperiode blijft dit aantal nagenoeg gelijk, want <strong>in</strong> 2003 noteerde de wijk 44<br />
bedreig<strong>in</strong>gen. De trend is <strong>in</strong> vijf jaar tijd echter grillig, met een piek van 71 bedreig<strong>in</strong>gen <strong>in</strong><br />
2006. In het laatste jaar valt dus een forse dal<strong>in</strong>g te noteren.<br />
In de rest van de gemeente worden <strong>in</strong> 2007 de meeste bedreig<strong>in</strong>gen geregistreerd <strong>in</strong><br />
Hammerveld/Voorstad (29), het <strong>Roermond</strong>se Veld (22) en De Kemp (18). Zie tabel 2.16.<br />
Tabel 2.16: Top-10 wijken, bedreig<strong>in</strong>g<br />
Bedreig<strong>in</strong>g 2003 2004 2005 2006 2007 03 vs 07<br />
<strong>Roermond</strong> B<strong>in</strong>nenstad West 44 56 53 71 43 -1<br />
Hammerveld/Voorstad 16 19 14 18 29 +13<br />
<strong>Roermond</strong>se Veld 18 31 28 22 22 -4<br />
Kemp 9 14 30 25 18 +9<br />
Vrijveld 10 5 8 3 14 +4<br />
Sterrenberg 11 19 10 18 13 +2<br />
Maasniel 10 14 9 11 11 +1<br />
Spickerhoven 5 8 7 6 8 +3<br />
Kastelenbuurt 7 2 4 13 7 ~<br />
Hoogvonderen 9 11 7 9 7 -2<br />
Totaal 139 179 170 196 172 +33, +23,7%<br />
Gemeente <strong>Roermond</strong> 189 262 243 262 231 +42, +22,2%<br />
Politieregio Limburg-Noord 912 1.157 1.126 1.134 1.061 +149, +16,3%<br />
Vergelijkenderwijs: <strong>Roermond</strong>, Venlo en Weert<br />
Het valt op dat de gemeente Venlo de sterkste stijg<strong>in</strong>g kent van het aantal bedreig<strong>in</strong>gen: van<br />
223 <strong>in</strong> 2003 naar 278 <strong>in</strong> 2007. Dat komt neer op een stijg<strong>in</strong>g met 24,7%.<br />
De trend is <strong>in</strong> <strong>Roermond</strong> vrijwel hetzelfde, maar er v<strong>in</strong>den m<strong>in</strong>der bedreig<strong>in</strong>gen plaats. In<br />
2007 komt de teller uit op 231, en <strong>in</strong> 2003 was dat nog 189.<br />
24
Weert noteert m<strong>in</strong>der bedreig<strong>in</strong>gen: 110 keer <strong>in</strong> 2007. Dat is vrijwel hetzelfde als <strong>in</strong> 2003,<br />
toen er 102 bedreig<strong>in</strong>gen werden geregistreerd.<br />
Tabel 2.17: Top-3 gemeenten, bedreig<strong>in</strong>g<br />
Bedreig<strong>in</strong>g 2003 2004 2005 2006 2007 03 vs 07<br />
Venlo<br />
- 92.052 <strong>in</strong>woners<br />
223 296 269 296 278 +55, +24,7%<br />
<strong>Roermond</strong><br />
- 54.301 <strong>in</strong>woners<br />
189 262 243 262 231 +42, +22,2%<br />
Weert<br />
- 48.575 <strong>in</strong>woners<br />
102 117 127 111 110 +8, +7,8%<br />
Totaal 514 675 639 669 619 +105, 20,4%<br />
2.3.4 Mishandel<strong>in</strong>g<br />
Politieregio: een toename<br />
In de onderzoeksperiode neemt het aantal mishandel<strong>in</strong>gen <strong>in</strong> de politieregio Limburg-Noord<br />
geleidelijk aan toe met ruim 17%: van 1.808 naar 2.117.<br />
Tabel 2.18: Politieregio Limburg-Noord: mishandel<strong>in</strong>g <strong>in</strong> de periode 2003-2007<br />
Mishandel<strong>in</strong>g<br />
Politieregio Limburg-Noord<br />
2003 2004 2005 2006 2007 03 vs 07<br />
(5.390)<br />
- 512.587 <strong>in</strong>woners<br />
1.808 1.915 2.111 2.049 2.117 +309, +17,1%<br />
De meeste mishandel<strong>in</strong>gen worden <strong>in</strong> 2007 gedaan <strong>in</strong> district Venlo: 733. Dat is beduidend<br />
meer dan <strong>in</strong> 2003, toen de teller uitkwam op 592. In district <strong>Roermond</strong> worden <strong>in</strong> 2007<br />
m<strong>in</strong>der mishandel<strong>in</strong>gen genoteerd, namelijk 613. Dat zijn 68 mishandel<strong>in</strong>gen meer dan <strong>in</strong><br />
2003.<br />
Tabel 2.19: Vier districten, mishandel<strong>in</strong>g<br />
Mishandel<strong>in</strong>g 2003 2004 2005 2006 2007 03 vs 07<br />
District Venlo (3.400)<br />
- 137.609 <strong>in</strong>woners<br />
592 662 719 694 733 +141, +23,8%<br />
District <strong>Roermond</strong> (3.001)<br />
- 132.177 <strong>in</strong>woners<br />
545 622 602 619 613 +68, +12,5%<br />
District Weert (1.932)<br />
- 121.403 <strong>in</strong>woners<br />
363 331 439 389 410 +47, +12,9%<br />
District Venray (1.667)<br />
- 121.398 <strong>in</strong>woners<br />
308 300 351 347 361 +53, +17,2%<br />
Gemeente <strong>Roermond</strong>: een (relatief) lichte stijg<strong>in</strong>g<br />
Het aantal mishandel<strong>in</strong>gen stijgt <strong>in</strong> de onderzoeksperiode – dus tussen 2003 en 2007 – (met)<br />
van 377 naar 405. Dat is een stijg<strong>in</strong>g van 7,4%. De stijg<strong>in</strong>g valt daarmee lager uit dan<br />
gemiddeld <strong>in</strong> de regio en dan <strong>in</strong> de andere gemeenten <strong>in</strong> district <strong>Roermond</strong>.<br />
25
Tabel 2.20: District <strong>Roermond</strong>, mishandel<strong>in</strong>g<br />
Mishandel<strong>in</strong>g 2003 2004 2005 2006 2007 03 vs 07<br />
<strong>Roermond</strong><br />
- 54.301 <strong>in</strong>woners<br />
377 425 374 384 405 +28, +7,4%<br />
Echt en Susteren<br />
- 32.295 <strong>in</strong>woners<br />
88 105 123 130 116 +28, +31,8%<br />
Roerdalen<br />
50 46 53 44 42 -8, -16%<br />
- 21.286 <strong>in</strong>woners<br />
Beesel<br />
- 13.521 <strong>in</strong>woners<br />
Totaal<br />
- 121.403 <strong>in</strong>woners<br />
Politieregio Limburg-Noord<br />
- 512.587 <strong>in</strong>woners<br />
30 46 52 61 50 +20, ~<br />
545 622 602 619 613 +68, +12,5%<br />
1.808 1.915 2.111 2.049 2.117 +309, +17,1%<br />
De wijken <strong>in</strong> <strong>Roermond</strong>: de b<strong>in</strong>nenstad scoort hoog<br />
De wijk <strong>Roermond</strong> B<strong>in</strong>nenstad West telt <strong>in</strong> 2007 de meeste mishandel<strong>in</strong>gen: <strong>in</strong> totaal 128. Dat<br />
is nagenoeg dezelfde score als <strong>in</strong> 2003, met 129 mishandel<strong>in</strong>gen.<br />
De wijk Kemp staat met 33 mishandel<strong>in</strong>gen op de tweede plaats <strong>in</strong> de top-10. Er valt een<br />
aanzienlijke stijg<strong>in</strong>g te noteren <strong>in</strong> Maasniel (van 13 naar 31 mishandel<strong>in</strong>gen) en juist een<br />
afname <strong>in</strong> het <strong>Roermond</strong>se Veld: van 43 naar 30 mishandel<strong>in</strong>gen.<br />
Tabel 2.21: Top-10 wijken, mishandel<strong>in</strong>g<br />
Mishandel<strong>in</strong>g 2003 2004 2005 2006 2007 03 vs 07<br />
<strong>Roermond</strong> B<strong>in</strong>nenstad West 129 133 116 129 128 -1<br />
Kemp 25 22 34 31 33 +8<br />
Maasniel 13 22 11 17 31 +18<br />
<strong>Roermond</strong>se Veld 43 45 47 39 30 -13<br />
Spickerhoven 13 19 4 9 18 +5<br />
Tegelarijeveld 11 17 14 6 16 +5<br />
Vrijveld 11 6 8 13 16 +5<br />
Swalmen-Centrum 12 14 7 8 14 +2<br />
Hoogvonderen 7 5 8 12 13 +6<br />
Sterrenberg 11 32 16 14 12 +1<br />
Totaal 275 315 265 278 311 +36, +13,1%<br />
Gemeente <strong>Roermond</strong> 377 425 374 384 405 +28, +7,4%<br />
Politieregio Limburg-Noord 1.808 1.915 2.111 2.049 2.117 +309, +17,1%<br />
Vergelijkenderwijs: <strong>Roermond</strong>, Venlo en Weert<br />
De gemeente Venlo noteert <strong>in</strong> 2007 de meeste mishandel<strong>in</strong>gen: 577. Dat is beduidend meer<br />
dan <strong>in</strong> <strong>Roermond</strong>, waar <strong>in</strong> 2007 de teller stil staat bij 405 mishandel<strong>in</strong>gen.<br />
26
In de onderzoeksperiode valt de stijg<strong>in</strong>g ook het hoogst uit <strong>in</strong> Venlo, want die bedraagt<br />
namelijk 112 mishandel<strong>in</strong>gen (24,1%). In de gemeente <strong>Roermond</strong> komt de stijg<strong>in</strong>g uit op 28<br />
mishandel<strong>in</strong>gen en daarmee op 7,4%.<br />
Het aantal mishandel<strong>in</strong>gen ligt, wederom, een stuk lager <strong>in</strong> Weert. Daar worden <strong>in</strong> 2007<br />
precies 215 mishandel<strong>in</strong>gen opgenomen.<br />
Tabel 2.22: Top-3 gemeenten, mishandel<strong>in</strong>g<br />
Mishandel<strong>in</strong>g 2003 2004 2005 2006 2007 03 vs 07<br />
Venlo<br />
- 92.052 <strong>in</strong>woners<br />
465 548 581 589 577 +112, +24,1%<br />
<strong>Roermond</strong><br />
- 54.301 <strong>in</strong>woners<br />
377 425 374 384 405 +28, +7,4%<br />
Weert<br />
- 48.575 <strong>in</strong>woners<br />
230 199 287 227 215 -15, -6,5%<br />
Totaal 1.072 1.172 1.242 1.200 1.197 +125, +11,7%<br />
2.3.5 Straatroof<br />
Politieregio: een lichte dal<strong>in</strong>g<br />
In de politieregio Limburg-Noord neemt het aantal straatroven <strong>in</strong> de onderzoeksperiode licht<br />
af: van 201 naar 187. Dat is een dal<strong>in</strong>g van 7%.<br />
Tabel 2.23: Politieregio Limburg-Noord: straatroof <strong>in</strong> de periode 2003-2007<br />
Straatroof<br />
Politieregio Limburg-Noord<br />
2003 2004 2005 2006 2007 03 vs 07<br />
(1.045)<br />
- 512.587 <strong>in</strong>woners<br />
201 190 222 245 187 -14, -7.0%<br />
De politiedistricten Venlo (60) en <strong>Roermond</strong> (75) tellen <strong>in</strong> 2007 – en <strong>in</strong> andere jaren - veel<br />
meer straatroven dan de districten Weert (24) en Venray (28).<br />
Het valt op dat het aantal straatroven <strong>in</strong> de onderzoeksperiode behoorlijk daalt <strong>in</strong><br />
politiedistrict Venlo, maar ligt stijgt <strong>in</strong> district <strong>Roermond</strong>.<br />
Tabel 2.24: Vier districten, straatroof<br />
Straatroof 2003 2004 2005 2006 2007 03 vs 07<br />
District Venlo (392)<br />
- 137.609 <strong>in</strong>woners<br />
81 81 91 79 60 -21, -25,9%<br />
District <strong>Roermond</strong> (374)<br />
- 132.177 <strong>in</strong>woners<br />
69 54 73 103 75 +6, +8,7%<br />
District Weert (151)<br />
- 121.403 <strong>in</strong>woners<br />
35 32 27 33 24 -11, -31,4%<br />
District Venray (128)<br />
- 121.398 <strong>in</strong>woners<br />
16 23 31 30 28 +12, ~<br />
27
Gemeente <strong>Roermond</strong>: een lichte overall stijg<strong>in</strong>g, forse dal<strong>in</strong>g <strong>in</strong> 2007<br />
Het verloop van het aantal straatroven <strong>in</strong> de gemeente <strong>Roermond</strong> is grillig. Er wordt een forse<br />
toename geregistreerd <strong>in</strong> 2006, want <strong>in</strong> dat jaar worden er namelijk 90 straatroven genoteerd<br />
en het jaar daarvoor nog 61. In 2007 daalt dit aantal weer naar 65 <strong>in</strong> een jaar tijd.<br />
Er worden we<strong>in</strong>ig straatroven gepleegd <strong>in</strong> de drie andere gemeenten <strong>in</strong> het politiedistrict<br />
<strong>Roermond</strong>. Zie tabel 2.25.<br />
Tabel 2.25: District <strong>Roermond</strong>, straatroof<br />
Straatroof 2003 2004 2005 2006 2007 03 vs 07<br />
<strong>Roermond</strong><br />
- 54.301 <strong>in</strong>woners<br />
61 49 61 90 65 +4, 6,6%<br />
Echt en Susteren<br />
- 32.295 <strong>in</strong>woners<br />
4 1 5 10 7 +3, ~<br />
Roerdalen<br />
1 3 4 1 1 ~<br />
- 21.286 <strong>in</strong>woners<br />
Beesel<br />
- 13.521 <strong>in</strong>woners<br />
Totaal<br />
- 121.403 <strong>in</strong>woners<br />
Politieregio Limburg-Noord<br />
- 512.587 <strong>in</strong>woners<br />
De wijken <strong>in</strong> <strong>Roermond</strong>: concentratie<br />
3 1 3 2 2 -1, ~<br />
69 54 73 103 75 +6, +8,7%<br />
201 190 222 245 187 -14, -7.0%<br />
De straatroven zijn geografisch geconcentreerd <strong>in</strong> <strong>Roermond</strong>. Verreweg de meeste straatroven<br />
v<strong>in</strong>den plaats <strong>in</strong> de b<strong>in</strong>nenstad (24 maal <strong>in</strong> 2007) of <strong>in</strong> het <strong>Roermond</strong>se Veld (13 maal <strong>in</strong><br />
2007). Er hebben zich geen opvallende schommel<strong>in</strong>gen voorgedaan.<br />
Tabel 2.26: Top 10 wijken, straatroof<br />
Straatroof 2003 2004 2005 2006 2007 03 vs 07<br />
<strong>Roermond</strong> B<strong>in</strong>nenstad West 21 16 28 35 24 +3<br />
<strong>Roermond</strong>se Veld 12 6 11 17 13 +1<br />
Maasniel 1 2 5 9 6 +5<br />
Componistenbuurt 4 3 1 4 6 +2<br />
Hammerveld/Voorstad 4 3 5 6 5 +1<br />
Vrijveld 3 2 3 5 3 ~<br />
Hatenboer 1 0 1 1 2 +1<br />
Totaal 46 32 54 77 59 +13, +28,3%<br />
Gemeente <strong>Roermond</strong> 61 49 61 90 65 +4, +6,6%<br />
Vergelijkenderwijs: <strong>Roermond</strong>, Venlo en Weert<br />
In 2007 telt de gemeente <strong>Roermond</strong> de meeste straatroven, te weten 65. Venlo noteert 55<br />
straatroven en Weert 21 straatroven. In Venlo en Weert is het aantal straatroven aanzienlijk<br />
afgenomen <strong>in</strong> de onderzoeksperiode. In <strong>Roermond</strong> wordt echter een lichte stijg<strong>in</strong>g genoteerd.<br />
28
Tabel 2.27: Top-3 gemeenten, straatroof<br />
Straatroof 2003 2004 2005 2006 2007 03 vs 07<br />
<strong>Roermond</strong><br />
- 54.301 <strong>in</strong>woners<br />
61 49 61 90 65 +4, +6,6%<br />
Venlo<br />
- 92.052 <strong>in</strong>woners<br />
77 80 82 77 55 -22, -28,6%<br />
Weert<br />
- 48.575 <strong>in</strong>woners<br />
31 27 24 29 21 -10, -32,3%<br />
Totaal 169 156 167 196 141 -28, -16,6%<br />
2.4 Afsluit<strong>in</strong>g: een grillig patroon<br />
In de gemeente <strong>Roermond</strong> stijgt bij drie van de vijf onderzochte delicten – won<strong>in</strong>g<strong>in</strong>braak;<br />
auto-<strong>in</strong>braak; straatroof; bedreig<strong>in</strong>g; mishandel<strong>in</strong>g - het aantal zaken <strong>in</strong> de onderzoeksperiode,<br />
dus van 2003 tot en met 2007. 8 Percentueel gezien stijgt <strong>in</strong> deze periode het aantal<br />
bedreig<strong>in</strong>gen het meest. De won<strong>in</strong>g<strong>in</strong>braak kent een grillig verloop. De stijg<strong>in</strong>g is overall, dat<br />
wil zeggen van 2003 tot en met 2007, beperkt met 8,9%. Het laatste jaar laat een forse stijg<strong>in</strong>g<br />
zien: met 32%. In het laatste jaar valt echter juist ook weer een forse dal<strong>in</strong>g van 28% te<br />
noteren van de straatroof. Overall wordt echter een toename met 6,6% geregistreerd wat<br />
straatroof betreft. Het aantal aangiften van auto-<strong>in</strong>braak daalt fors <strong>in</strong> <strong>Roermond</strong>.<br />
Resumerend zijn de aangiftecijfers als volgt :<br />
• Bedreig<strong>in</strong>g: van 189 <strong>in</strong> 2003 naar 231 <strong>in</strong> 2007 (+22%)<br />
• Won<strong>in</strong>g<strong>in</strong>braak: van 461 <strong>in</strong> 2003 naar 502 <strong>in</strong> 2007 (+8,9%); met een stijg<strong>in</strong>g van 380<br />
<strong>in</strong> 2006 naar 502 <strong>in</strong> 2007 (+32%);<br />
• Mishandel<strong>in</strong>g: van 377 <strong>in</strong> 2003 naar 405 <strong>in</strong> 2007 (+7,4%);<br />
• Straatroof: van 61 <strong>in</strong> 2003 naar 65 <strong>in</strong> 2007 (+6,6%); met een forse dal<strong>in</strong>g van 90 <strong>in</strong><br />
2006 naar 65 <strong>in</strong> 2007 (-28%).<br />
• Auto-<strong>in</strong>braak: van 1.197 <strong>in</strong> 2003 naar 693 <strong>in</strong> 2007 (-42,7%)<br />
Tabel 2.28 geeft de vergelijk<strong>in</strong>g weer tussen <strong>Roermond</strong> en Venlo per delicttype. Uit deze<br />
tabel blijkt nog eens dat het <strong>crim<strong>in</strong>aliteit</strong>spatroon <strong>in</strong> <strong>Roermond</strong> grillig is. Gevoelsmatig is de<br />
situatie <strong>in</strong> 2007 verslechterd vanwege de stijg<strong>in</strong>g van het aantal won<strong>in</strong>g<strong>in</strong>braken: een delict<br />
dat gevoelig ligt, omdat nu eenmaal het privé-dome<strong>in</strong> wordt betreden. Toch is er sprake van<br />
een dal<strong>in</strong>g van de vijf onderzochte delicten <strong>in</strong> <strong>Roermond</strong> <strong>in</strong> de onderzoeksperiode – dus van<br />
2003 tot en met 2007 – van 2.250 naar 1.900. Dit komt met name door de afname van de<br />
auto-<strong>in</strong>braak: een delict dat doorgaans een m<strong>in</strong>der grote buit oplevert en gemiddeld een<br />
m<strong>in</strong>der grote schok teweegbrengt bij het slachtoffer dan won<strong>in</strong>g<strong>in</strong>braak. Kortom: er zijn<br />
m<strong>in</strong>der misdrijven <strong>in</strong> 2007 dan <strong>in</strong> 2006 of 2003, maar daarmee valt bepaald niet zomaar te<br />
zeggen dat het <strong>crim<strong>in</strong>aliteit</strong>spatroon gunstig is. Sterker, de lokale crim<strong>in</strong>ele<br />
gelegenheidsstructuren zijn fors, onder meer vanwege bestaande en ‘doorbrekende’<br />
dadergroepen, zo zal blijken uit hoofdstuk 4.<br />
We kunnen op basis van de geraadpleegde gegevens niet met zekerheid zeggen of een<br />
dadercategorie is overgestapt van auto-<strong>in</strong>braak naar won<strong>in</strong>g<strong>in</strong>braak, maar dat de groep<br />
8<br />
Het betreft zaken waarvan aangifte is gedaan of die het onderwerp zijn geworden van opspor<strong>in</strong>gactiviteiten. Zie<br />
paragraaf 2.3.<br />
29
potentiële daders niet is verm<strong>in</strong>derd staat wel vast. Ook constateren we <strong>in</strong> hoofdstuk 4 dat er<br />
een nieuwe dadergroep opkomt, namelijk de jongeren en jongvolwassenen, zowel autochtoon<br />
als allochtoon. Dat kan ook bijdragen aan de verschuiv<strong>in</strong>g, omdat verslaafden relatief vaak<br />
auto-<strong>in</strong>braak plegen. De afname van de auto-<strong>in</strong>braak heeft deels ook te maken met gerichte<br />
maatregelen: zie hoofdstuk 5.<br />
Het totaal aantal misdrijven was <strong>in</strong> 2003 en is <strong>in</strong> 2007 hoger <strong>in</strong> <strong>Roermond</strong> dan <strong>in</strong> Venlo, al is<br />
het verschil kle<strong>in</strong>er geworden. <strong>Roermond</strong> telt dus vooral ook meer misdrijven per <strong>in</strong>woners,<br />
omdat er de stad nu eenmaal m<strong>in</strong>der <strong>in</strong>woners telt dan Venlo. We denken wel dat <strong>Roermond</strong><br />
meer bezoekers telt, maar we beschikken niet over harde gegevens hieromtrent.<br />
Voor drie van de vijf delicten geldt dat de gemeente <strong>Roermond</strong> <strong>in</strong> absolute z<strong>in</strong> hoger scoort<br />
dan al de andere gemeenten, dus <strong>in</strong>clusief Venlo. Het betreft won<strong>in</strong>g<strong>in</strong>braak, auto-<strong>in</strong>braak en<br />
straatroof. 9 Het valt op dat er <strong>in</strong> 2007 vooral relatief veel won<strong>in</strong>g<strong>in</strong>braken worden gepleegd<br />
<strong>Roermond</strong>. In Venlo wordt wel vaker aangifte gedaan van mishandel<strong>in</strong>g en bedreig<strong>in</strong>g dan <strong>in</strong><br />
<strong>Roermond</strong>.<br />
Tabel 2.28: Vergelijk<strong>in</strong>g <strong>Roermond</strong> en Venlo per type delict<br />
Won<strong>in</strong>g<strong>in</strong>braak 2003 2004 2005 2006 2007 03 vs 07<br />
Venlo<br />
304 378 719 468 287 -17, -5,6%<br />
- 92.052 <strong>in</strong>woners<br />
<strong>Roermond</strong><br />
- 54.301 <strong>in</strong>woners<br />
461 218 358 380 502 +41, +8,9%<br />
Auto-<strong>in</strong>braak 2003 2004 2005 2006 2007 03 vs 07<br />
<strong>Roermond</strong><br />
- 54.301 <strong>in</strong>woners<br />
1.197 852 743 1.019 693 -504, -42,1%<br />
Venlo<br />
- 92.052<br />
941 818 769 725 672 -269, -28,6%<br />
Bedreig<strong>in</strong>g 2003 2004 2005 2006 2007 03 vs 07<br />
Venlo<br />
- 92.052 <strong>in</strong>woners<br />
223 296 269 296 278 +55, +24,7%<br />
<strong>Roermond</strong><br />
- 54.301 <strong>in</strong>woners<br />
189 262 243 262 231 +42, +22,2%<br />
Mishandel<strong>in</strong>g 2003 2004 2005 2006 2007 03 vs 07<br />
Venlo<br />
- 92.052 <strong>in</strong>woners<br />
465 548 581 589 577 +112, +24,1%<br />
<strong>Roermond</strong><br />
- 54.301 <strong>in</strong>woners<br />
377 425 374 384 405 +28, +7,4%<br />
Straatroof 2003 2004 2005 2006 2007 03 vs 07<br />
<strong>Roermond</strong><br />
- 54.301 <strong>in</strong>woners<br />
61 49 61 90 65 +4, +6,6%<br />
Venlo<br />
- 92.052 <strong>in</strong>woners<br />
77 80 82 77 55 -22, -28,6%<br />
Totalen 2003 2004 2005 2006 2007 03 vs 07<br />
<strong>Roermond</strong><br />
- 54.301 <strong>in</strong>woners<br />
2.250 2.123 2.373 2.462 1.900 -350, -15%<br />
Venlo<br />
- 92.052 <strong>in</strong>woners<br />
2.045 1.803 1.826 1.828 1.865 -180, -8,8%<br />
9 Dit geldt voor het jaar 2007.<br />
30
Hoofdstuk 3<br />
De subjectieve veiligheid: lokale verschillen<br />
3.1 Inleid<strong>in</strong>g: verschillen tussen de wijken<br />
Er bestaan aanzienlijke en historisch gewortelde verschillen tussen de wijken <strong>in</strong> <strong>Roermond</strong>.<br />
De verschillen tussen de meest welvarende wijken en de meest kwetsbare zijn sprekend. De<br />
wijken het <strong>Roermond</strong>se Veld en, <strong>in</strong> m<strong>in</strong>der mate, Donderberg en de Kemp staan te boek als<br />
kwetsbare wijken. Vooral <strong>in</strong> het <strong>Roermond</strong>se Veld en <strong>in</strong> de Componistenbuurt is de<br />
werkloosheid hoog en is het besteedbaar <strong>in</strong>komen laag. De wijken tellen ook relatief veel<br />
goedkope huurwon<strong>in</strong>gen. Hier staat tegenover dat het <strong>in</strong>komen en het aantal koophuizen juist<br />
hoog is <strong>in</strong> Herten/Merum/Ool, Roerzicht/Voorstad, Roer/Roerzuid en De Wijher. Deze forse<br />
verschillen verklaren de nadruk die wordt gelegd op de wijkgerichte aanpak van<br />
veiligheidsproblemen (zie hoofdstuk 5).<br />
De grote verschillen <strong>in</strong> <strong>Roermond</strong> leiden tot een lokale discussie over de verdel<strong>in</strong>g van<br />
welvaart en veiligheid. Sommige respondenten maken een scherp onderscheid tussen aan de<br />
ene kant het centrum en de voorstad en aan de andere kant de wijken en buurten <strong>in</strong> de rest van<br />
de stad. Andere respondenten wijzen erop dat dit scherpe onderscheid niet meer kan worden<br />
gemaakt, omdat wijken zoals De Kemp en Donderberg een gemengd karakter hebben<br />
gekregen.<br />
We gaan eerst <strong>in</strong> op een veiligheidssurvey die is uitgevoerd door Kolar en Boekhoorn (2005)<br />
en vervolgens <strong>in</strong> paragraaf 3.3 op een leefbaarheidsonderzoek (Lewerissa en Capellen, 2005).<br />
Daarna typeren we het burgerschap <strong>in</strong> <strong>Roermond</strong> (3.4). Daarbij baseren we ons op onderzoek<br />
van Vegter, Duijn en Zondervan uit 2007. Ten slotte presenteren we de antwoorden die het<br />
zogeheten burgerpanel heeft gesteld op enkele vragen die wij hen, met hulp van TNS Nipo,<br />
hebben gesteld (3.5).<br />
3.2 Veiligheidsscan: verbeterde subjectieve veiligheid<br />
Voor de hele gemeente geldt dat iets meer dan één op de vijf bewoners (21%) zich ‘<strong>in</strong> het<br />
afgelopen jaar’ regelmatig tot vaak onveilig heeft gevoeld, zo blijkt uit onderzoek dat <strong>in</strong><br />
oktober 2005 is gepubliceerd. In 2002 lag dit percentage nog op 27%.<br />
Per wijk: Donderberg, <strong>Roermond</strong>se Veld en De Kemp relatief onveilig<br />
De lokale diversiteit komt tot uitdrukk<strong>in</strong>g <strong>in</strong> de scores op wijkniveau. De wijk Donderberg<br />
scoort het slechtst: 32% voelt zich regelmatig tot vaak onveilig. In het <strong>Roermond</strong>se Veld ligt<br />
het percentage op 30% en <strong>in</strong> De Kemp op 28%. Hoogvonderen behoort tot de middenmoot,<br />
met een percentage van 21,5%. De bewoners van Ool/Herten/Merum/Aan de Rijksweg voelen<br />
zich met m<strong>in</strong>st vaak onveilig, want daar komt de score uit op 11%.<br />
31
Tabel 3.1 Onveiligheidsgevoelens<br />
Wijk 1999 2002 2005<br />
1 Donderberg 33 38,8 32,1<br />
2 Het <strong>Roermond</strong>se Veld 40,6 31,9 30,3<br />
3 De Kemp 30,9 30,6 28,4<br />
4 Vrijveld 25 24,7 24,7<br />
5 Maas(haven)/B<strong>in</strong>nenstad 28,1 30,2 24,9<br />
6 Hoogvonderen 30,3 31,9 21,5<br />
7 Kitskensberg 25 18,7 19,3<br />
8 Maasniel/Tegelarijveld/Broekh<strong>in</strong> 24,2 26,2 19,1<br />
9 Roer(zicht/zuid) Voorstad 18,1 24,1 16,4<br />
10 Leeuwen/Asenray/De Wijher 16,4 21,0 15,3<br />
11 Kapel/Muggenbroek 22,2 24,4 14,8<br />
12<br />
Ool/Herten/Merum/Aan de<br />
Rijksweg<br />
12,5 18,9 11,0<br />
De delicten: een wisselend beeld<br />
In het survey is aan de bewoners gevraagd welke vormen van <strong>crim<strong>in</strong>aliteit</strong> en algemene<br />
overlast ‘regelmatig tot vaak’ voorkomen <strong>in</strong> hun woonomgev<strong>in</strong>g. Het valt op dat alleen de<br />
scores van ‘fietsendiefstal’ en ‘overlast jongeren’ zijn gestegen, respectievelijk van 17,8%<br />
naar 22,3% en van 23,1% naar 24,3%.<br />
Tabel 3.2 Meest <strong>voorkomende</strong> <strong>crim<strong>in</strong>aliteit</strong>/overlast<br />
Type <strong>crim<strong>in</strong>aliteit</strong>/overlast 2002 2005<br />
1 Verniel<strong>in</strong>gen aan auto’s 27,6 25,7<br />
2 Rondhangende jongeren 23,1 24,3<br />
3 Fietsendiefstal 17,8 22,3<br />
4 Inbraak won<strong>in</strong>gen 24,1 19,4<br />
5 Verniel<strong>in</strong>g straatmeubilair 22,0 19,2<br />
De verschillende vormen van <strong>crim<strong>in</strong>aliteit</strong> en overlast zijn ongelijk verdeeld over de<br />
gemeenten, zo blijkt uit het onderzoek. In de hieronder genoemde wijken komen de genoemde<br />
vormen van <strong>crim<strong>in</strong>aliteit</strong> en overlast veel voor volgens de bewoners:<br />
• Overlast door groepen jongeren: Maas(haven)/B<strong>in</strong>nenstad (45%); Donderberg<br />
(35%) en Hoogvonderen (33%).<br />
• Fietsendiefstal en diefstal uit auto’s: Donderberg (40%; 30%) en<br />
Maas(haven)/B<strong>in</strong>nenstad (35%; 31%).<br />
• Won<strong>in</strong>g<strong>in</strong>braak: Kapel/Muggenbroek (33%) en Leeuwen/Asenray/De Wijher<br />
(28%).<br />
• Publiek dronkenschap: Maas(haven)/B<strong>in</strong>nenstad (48%) en Donderberg (22%).<br />
32
Overlast: <strong>in</strong>dicatiescores<br />
Het onderzoek heeft voor verschillende overlastproblemen zogeheten <strong>in</strong>dicatiescores<br />
berekend. Voor wat betreft vermogensdelicten; overlast en dreig<strong>in</strong>g en verloeder<strong>in</strong>g zijn de<br />
drie (top 3) hoogste en laagste scores <strong>in</strong> 2005 als volgt verdeeld over de gemeente (de scores<br />
lopen van 0 = zeer veel overlast tot 10 = geen overlast en staan tussen haakjes vermeld):<br />
• Overlast van vermogendelicten:<br />
o De meeste overlast: Donderberg (3,4); Maas(haven)/B<strong>in</strong>nenstad (3,5);<br />
Hoogvonderen (3,8).<br />
o De m<strong>in</strong>ste overlast: Kitskensberg (4,9); Ool/Herten/Merum/Aan de<br />
Rijksweg & Leeuwen/Asenray/de Wijher (4,8).<br />
• Overlast en dreig<strong>in</strong>g:<br />
o De meeste overlast: Maas(haven)/B<strong>in</strong>nenstad (4,3); Donderberg (4,6);<br />
<strong>Roermond</strong>se Veld (5,0).<br />
o De m<strong>in</strong>ste overlast: Leeuwen/Asenray/De Wijher (6,6);<br />
Ool/Herten/Merum/Aan de Rijksweg (6,4); Roer (zicht/zuid)/Voorstad<br />
(6,2).<br />
• Verloeder<strong>in</strong>g<br />
o De meeste overlast: De Kemp (3,5); Donderberg 3,6);<br />
Maas(haven)/B<strong>in</strong>nenstad 3,7).<br />
o De m<strong>in</strong>ste overlast: Roer(zicht/zuid)/Voorstad (5,7);<br />
Ool/Herten/Merum/Aan de Rijksweg (5,6); Leeuwen/Asenray/de Wijher<br />
(5,6).<br />
3.3 Leefbaarheidsonderzoek <strong>Roermond</strong>: aandachtspunten<br />
Er is ook een onderzoek naar leefbaarheid <strong>in</strong> <strong>Roermond</strong> uitgevoerd (Lewerissa en Capellen,<br />
2005). Ongeveer 75% van de bevolk<strong>in</strong>g voelt zich veilig <strong>in</strong> <strong>Roermond</strong>, zo blijkt uit dit<br />
onderzoek. ‘Veilige’ wijken zijn Herten (94%), de Wijher (89%) en Asenray (89%). Een<br />
we<strong>in</strong>ig veilig gevoel is er <strong>in</strong> Donderberg (56%), B<strong>in</strong>nenstad (54%) en <strong>Roermond</strong>se Veld<br />
(42%).<br />
Andere relevante uitkomsten van dit onderzoek zijn:<br />
• De bewoners van Hoogvonderen (32%), Herten (41%) en Asenray (49%) v<strong>in</strong>den<br />
het m<strong>in</strong>st dat hun wijk een eigen karakter heeft. Bewoners van de B<strong>in</strong>nenstad<br />
(77%), Roerzicht/Voorstad (84% en De Wijher (75%) v<strong>in</strong>den juist wel dat hun<br />
wijk een eigen karakter heeft.<br />
• Bewoners van de Kemp (70%) en Roerzicht/Voorstad (74%) zijn het meest trots<br />
op hun eigen wijk. Wijken waar bewoners we<strong>in</strong>ig trots op zijn, zijn Vrijveld (53%)<br />
Hoogvonderen (51%) <strong>Roermond</strong>se Veld (48%) en Donderberg (41%).<br />
33
• In de Kemp, Leeuwen en de Wijher wil meer dan 80% van de bevolk<strong>in</strong>g <strong>in</strong> hun<br />
huidige huis blijven wonen. In Donderberg (62%) en Vrijveld (63%) liggen de<br />
percentages het laagst.<br />
• De zorgen van bewoners spitsen zich toe op gezondheid (genoemd <strong>in</strong> 11 van de 13<br />
wijken = 11:13), verkeersveiligheid (9:13), <strong>crim<strong>in</strong>aliteit</strong> (8:13), werkeloosheid<br />
(8:13) en <strong>in</strong> m<strong>in</strong>dere mate milieu (4:13). Overlast <strong>in</strong> wijken <strong>in</strong> <strong>Roermond</strong> spitst<br />
zich toe op rommel op straat (8:13), lawaai (8:13), (groepen) jongeren (8:13),<br />
hondenpoep (6:13) en verkeersdrukte (4:13).<br />
• Het onderzoek van Lewerissa en Capellen heeft de onveilige plekken <strong>in</strong> elke wijk<br />
<strong>in</strong> kaart gebracht. Hieruit blijkt dat donkere, open ruimtes met groenvoorzien<strong>in</strong>g<br />
tot de grootste onveiligheidsgevoelens leiden (ple<strong>in</strong>en, parken, hofjes,<br />
speeltu<strong>in</strong>tjes, ruimte rond w<strong>in</strong>kelcentra/supermarkten, maar ook de Spoorlaan).<br />
Deze locaties zijn trekpleisters voor hangroepen, crim<strong>in</strong>ele activiteiten en<br />
vandalisme, volgens de buurtbewoners.<br />
• Bewoners doen verschillende suggesties voor verbeter<strong>in</strong>gen. Ten eerste worden<br />
fysieke maatregelen voorgesteld: het aanbrengen van meer verlicht<strong>in</strong>g op donkere<br />
plekken en het bijhouden van de openbare ruimte. Daarnaast wordt een grotere<br />
<strong>in</strong>spann<strong>in</strong>g van de politie verwacht. Meer blauw <strong>in</strong> de avonduren, het beter<br />
afhandelen van meld<strong>in</strong>gen en aangiftes en het begeleiden van de buurtwacht. De<br />
<strong>in</strong>woners v<strong>in</strong>den dat zijzelf ook een aantal stappen kunnen zetten. Betere sociale<br />
controle, onderl<strong>in</strong>ge samenwerk<strong>in</strong>g tussen burgers en het aanspreken van elkaar op<br />
gedrag moeten bijdragen aan de veiligheid. Tot slot zien veel bewoners een<br />
oploss<strong>in</strong>g <strong>in</strong> het maken van meer opvanglocaties voor jongeren. De buurten zijn<br />
opvallend eensgez<strong>in</strong>d over deze opties.<br />
34
Tabel 3.3 Veiligheidsgevoelens per wijk<br />
Wijk<br />
Voelt zich:<br />
Veilig / Onveilig<br />
Type <strong>crim<strong>in</strong>aliteit</strong>/overlast<br />
Donderberg 56% / 42% Geluidsoverlast<br />
Groepenjongeren<br />
Hondenpoep<br />
Jongeren op straat<br />
Het <strong>Roermond</strong>se Veld 42% / 58% Geluidsoverlast<br />
Verkeersdrukte<br />
Hondenpoep<br />
Rommel op straat<br />
Groepen Jongeren<br />
De Kemp/Kapel<br />
Muggenbroek/Kitskensberg<br />
77% / 23% Lawaai<br />
Stank<br />
Jongeren<br />
Vrijveld 70% / 25% Lawaai<br />
Hondenpoep<br />
Rommel op straat<br />
Groepen jongeren<br />
B<strong>in</strong>nenstad 54% / 45% Verkeersdrukte<br />
Lawaai<br />
Hondenpoep<br />
Rommel op straat<br />
Groepen jongeren<br />
Hoogvonderen 70% / 30% Rommel op straat<br />
Groepen jongeren<br />
Lawaai<br />
Herten/Merum/Ool 94% / 5% Rommel op straat<br />
Lawaai<br />
Hondenpoep<br />
Groep jongeren<br />
Moedwillig vandalisme<br />
Inbraak<br />
Maasniel/Tegelarijveld 71% / 30% Lawaai<br />
Hondenpoep<br />
Rommel op straat<br />
Roerzicht/Voorstad 82% / 12% Groepen jongeren<br />
Roer/Roerzuid 83% / 16% Lawaai<br />
Hondenpoep<br />
Rommel op straat<br />
Groepen jongeren<br />
Leeuwen 87% / 13% Verkeersdrukte<br />
Rommel op straat<br />
Stand <strong>in</strong>dustrie<br />
De Wijher 89% / 11% M<strong>in</strong>der dan gemiddeld<br />
Asenray 89% / 11% Stank agrarische bedrijven<br />
Verkeersdrukte<br />
35
3.4 Burgerschap: een kwalitatief beeld<br />
Variatie <strong>in</strong> burgerschap<br />
De grote verschillen tussen de wijken komen tot uitdrukk<strong>in</strong>g <strong>in</strong> het lokale burgerschap.<br />
<strong>Roermond</strong> telt welvarende wijken (zoals de wijken Roer-Zuid en Voorstad St. Jacob), waar<br />
mensen wonen die zich overwegend sterk verbonden voelen met de gemeente en die zich<br />
aangetrokken voelen tot het lokale woongenoot <strong>in</strong> hun wijk en vaak ook tot de vele<br />
voorzien<strong>in</strong>gen die de stad kent.<br />
Een onderzoek dat is uitgevoerd <strong>in</strong> het stadscentrum onderscheidt vier stijlen van<br />
burgerschap, namelijk: verantwoordelijken, plichtsgetrouwen, pragmatici en buitenstaanders<br />
(Vegter, Van Duijn en Zondervan, 2007: 167-185). Het type burgerschap is een <strong>in</strong>dicatie voor<br />
onder meer de houd<strong>in</strong>g van burgers ten aanzien van en vertrouwen <strong>in</strong> de (lokale) politiek, hun<br />
maatschappelijke betrokkenheid en actie- en samenwerk<strong>in</strong>gsbereidheid.<br />
De onderzoekers concluderen dat de kenmerkende burgerschapsstijl van de <strong>in</strong>woners van<br />
<strong>Roermond</strong>-Centrum die van de verantwoordelijken is (Vegter, Van Duijn en Zondervan,<br />
2007: 195). In het algemeen zijn dit burgers met moderne opvatt<strong>in</strong>gen en een relatief hoge<br />
status. Enkele kernelementen van dit burgerprofiel zijn: maatschappelijke betrokkenheid,<br />
dienen van het algemene belang, politieke <strong>in</strong>teresse en vertrouwen <strong>in</strong> de overheid, een<br />
coöperatieve maar kritische houd<strong>in</strong>g ten aanzien van de overheid. Naast de zogeheten<br />
verantwoordelijken wordt de burgerschapsstijl <strong>in</strong> het centrum gekenmerkt door pragmatici.<br />
Dit type kenmerkt zich door selectieve <strong>in</strong>teresse, zowel <strong>in</strong> maatschappelijke betrokkenheid als<br />
<strong>in</strong> overheidsbeleid. De houd<strong>in</strong>g ten aanzien van de overheid is relatief neutraal (niet<br />
volgzaam, lichtelijk kritisch). Het eigen belang staat hierbij voorop. Het zijn als het ware<br />
middenklasse burgers met een hedonistische <strong>in</strong>slag.<br />
‘Kwetsbaar’ burgerschap<br />
Het globale beeld dat <strong>in</strong> het onderzoek wordt geschetst voor het stadscentrum kunnen we<br />
verbijzonderen voor het burgerschap <strong>in</strong> de meest kwetsbare wijken. Het gaat <strong>in</strong> het bijzonder<br />
om de traditionele autochtone bewoners van het <strong>Roermond</strong>se Veld, de componistenbuurt en<br />
delen van De Kemp. Deze delen van de stad hebben met elkaar gemeen dat er sprake is van<br />
economische homogeniser<strong>in</strong>g: veel mensen met lage <strong>in</strong>komens. Tegelijkertijd voltrekt zich<br />
een proces van heterogeniser<strong>in</strong>g: meer allochtonen en een steeds grotere sociaal-culturele<br />
pluriformiteit.<br />
De cultuur van de traditionele autochtone bewoners vertoont <strong>in</strong> de drie genoemde wijken<br />
belangrijke overeenkomsten:<br />
• In kle<strong>in</strong>e kr<strong>in</strong>g (de familie, het gez<strong>in</strong>, de buurt) zijn de sociale contacten <strong>in</strong>tensief,<br />
maar ‘de buitenwereld’ wordt op afstand gehouden. Tot die buitenwereld behoren<br />
ook medewerkers van gemeente of politie. De gemeentelijke aanpak en die van de<br />
politie proberen de banden aan te halen door middel van wijkcoörd<strong>in</strong>atoren,<br />
jongerenwerkers en wijkagent. Dit is een <strong>in</strong>spann<strong>in</strong>g die een lange adem vergt, met<br />
36
name bij het w<strong>in</strong>nen van vertrouwen en het vergaren van <strong>in</strong>formatie over<br />
misstanden.<br />
• Er bestaat een duidelijke scheidslijn tussen de (traditionele) autochtone bewoners<br />
en de allochtone <strong>in</strong>woners van deze drie wijken. In het gunstige geval leeft men als<br />
het ware zijn of haar eigen leven: langs elkaar heen en met neutrale of zwak<br />
negatieve gevoelens tegenover allochtone bewoners. Die negatieve gevoelens zijn<br />
sterker bij een andere categorie autochtone bewoners, maar deze bewoners doen<br />
vooral <strong>in</strong> eigen of vertrouwde kr<strong>in</strong>g negatieve of discrim<strong>in</strong>erende uitlat<strong>in</strong>gen. Een<br />
derde categorie keert zich <strong>in</strong> uit<strong>in</strong>gen of gedrag<strong>in</strong>gen geregeld tegen allochtone<br />
bewoners. Dit draagt bij een polarisatie tussen gevestigde bewoners en allochtone<br />
nieuwkomers.<br />
• De polarisatie houdt verband met het steeds extremere gedrag van (ook)<br />
autochtone jongeren: softdruggebruik, alcoholconsumptie, een agressievere<br />
houd<strong>in</strong>g tegenover anderen, waaronder de politie en soms <strong>in</strong> het bijzonder<br />
allochtonen.<br />
• Er is een categorie gevestigde bewoners waarvoor geldt dat meerdere generaties<br />
b<strong>in</strong>nen families of gez<strong>in</strong>nen een groot deel van hun arbeidsleven werkloos of<br />
arbeidsongeschikt zijn of zijn geweest. Dit gaat altijd gepaard met armoede en<br />
deels ook met een zekere “verloeder<strong>in</strong>g van waarden en normen”. Er zijn<br />
bijvoorbeeld “enkele families waarvan de telgen vier generaties geleden al werden<br />
opgesloten en geverbaliseerd door de veldwachter”. In sommige kr<strong>in</strong>gen is<br />
normafwijkend gedrag – zoals huiselijk geweld; geweld op straat; non-acceptatie<br />
van politie-<strong>in</strong>terventies; hennepteelt – nagenoeg genormaliseerd geraakt.<br />
Desondanks wordt de schuld van lokale overlast of <strong>crim<strong>in</strong>aliteit</strong> vaak extern, bij<br />
anderen, gezocht.<br />
• Deze leefstijl wijkt fors af van de meer conformistische arbeidersculturen die ook<br />
voorkomen <strong>in</strong> deze wijken. Dat zijn bewoners die waarde hechten aan werk en die<br />
<strong>in</strong> aanleg bereid zijn zich naar veel wetten en gewoontes te schikken. Zij hebben<br />
een positieve of neutrale houd<strong>in</strong>g tegenover overheidsfunctionarissen die <strong>in</strong> hun<br />
ogen goedwillend en praktisch zijn. Dat laatste is een belangrijke voorwaarde voor<br />
bewoners: overheidsfunctionarissen moeten praktisch en direct handelen en<br />
communiceren.<br />
In de kwetsbare wijken, zoals het <strong>Roermond</strong>se Veld, Donderberg en De Kemp - hebben zich<br />
de afgelopen decennia allochtone bewoners gevestigd. De samenstell<strong>in</strong>g van de wijken is<br />
hierdoor aanzienlijk gewijzigd. Zie voor de cijfers hoofdstuk 5. Respondenten geven aan dat<br />
de verhoud<strong>in</strong>gen tussen autochtone en allochtone bewoners op <strong>in</strong>dividueel niveau op beperkte<br />
schaal problemen opleveren, onder meer vanwege de sociale distantie. Niettem<strong>in</strong> gebruikt een<br />
categorie traditionele autochtone burgers verbale uit<strong>in</strong>gen die duiden op meer of m<strong>in</strong>der<br />
extreme rechtse gevoelens. Dergelijke radicaliser<strong>in</strong>g valt buiten het bereik van dit onderzoek,<br />
maar het wordt wel beschreven <strong>in</strong> de studie ‘Extreem? Moeilijk!’ (Moors, 2007).<br />
37
Het valt op dat de communicatie, ook van overheidswege, met een aanzienlijk deel van de<br />
allochtone bevolk<strong>in</strong>g moeizaam verloopt. Het is lastig de allochtone bewoners bij activiteiten<br />
<strong>in</strong> hun wijk te betrekken. Een categorie allochtone bewoners neemt afstand van de<br />
Nederlandse of <strong>Roermond</strong>se samenlev<strong>in</strong>g. Respondenten stellen (het risico van) radicaliser<strong>in</strong>g<br />
vast, maar ze kunnen geen uitsluitsel geven over de precieze aard en omvang daarvan.<br />
3.5 Burgerpanel: <strong>in</strong> reactie op onze stell<strong>in</strong>gen en vragen<br />
De gemeente <strong>Roermond</strong> kent een zogenoemd burgerpanel. Dat is een representatieve groep<br />
bewoners waaraan desgewenst vragen gesteld kunnen worden. TNS Nipo verzorgd deze<br />
publieksraadpleg<strong>in</strong>g. We hebben langs deze weg, beg<strong>in</strong> 2008, enkele stell<strong>in</strong>gen en vragen<br />
voorgelegd aan 197 <strong>in</strong>woners van <strong>Roermond</strong> beg<strong>in</strong> 2008.<br />
Veiligheidsbelev<strong>in</strong>g: geen vooruitgang of verslechter<strong>in</strong>g volgens een ruime meerderheid<br />
Twee stell<strong>in</strong>gen hebben betrekk<strong>in</strong>g op de veiligheidsbelev<strong>in</strong>g. De eerste stell<strong>in</strong>g is als volgt<br />
geformuleerd: “Ik heb de afgelopen twee jaar meer last gekregen van <strong>crim<strong>in</strong>aliteit</strong> <strong>in</strong><br />
<strong>Roermond</strong>”.<br />
Ruim 36% v<strong>in</strong>dt dat de situatie niet wezenlijk is veranderd. Deze <strong>in</strong>woners reageren dus<br />
neutraal. Het valt echter op dat evenveel respondenten (36%) v<strong>in</strong>dt dat zij meer last hebben<br />
gekregen van de <strong>crim<strong>in</strong>aliteit</strong> <strong>in</strong> <strong>Roermond</strong>. Precies 13% van de respondenten kiest voor de<br />
uiterste antwoordcategorie: zij zijn het dus ‘helemaal eens’ met de stell<strong>in</strong>g dat de<br />
<strong>crim<strong>in</strong>aliteit</strong>soverlast is toegenomen. Precies 27% v<strong>in</strong>dt dat de <strong>crim<strong>in</strong>aliteit</strong>soverlast is<br />
afgenomen. De uiterste antwoordcategorie kruist 3% van de respondenten aan.<br />
Figuur 3.1: Overlast door <strong>crim<strong>in</strong>aliteit</strong><br />
40%<br />
35%<br />
30%<br />
25%<br />
20%<br />
15%<br />
10%<br />
5%<br />
0%<br />
13%<br />
Ik heb de afgelopen twee jaar meer last gekregen van<br />
<strong>crim<strong>in</strong>aliteit</strong> <strong>in</strong> <strong>Roermond</strong><br />
23%<br />
36%<br />
Helemaal mee eens M ee eens Niet mee eens, niet mee<br />
oneens<br />
38<br />
24%<br />
3%<br />
1%<br />
M ee oneens Helemaal mee oneens Weet niet /geen men<strong>in</strong>g
De tweede stell<strong>in</strong>g heeft betrekk<strong>in</strong>g op de leefbaarheid <strong>in</strong> <strong>Roermond</strong> en luidt: “De<br />
leefbaarheid van mijn omgev<strong>in</strong>g is de afgelopen twee jaar verbeterd”.<br />
Nu kiest maar liefst 45% voor een neutraal antwoord, hetgeen <strong>in</strong>houdt dat ze geen belangrijke<br />
verander<strong>in</strong>gen hebben waargenomen <strong>in</strong> de leefbaarheid <strong>in</strong> hun woonomgev<strong>in</strong>g. In totaal 34%<br />
antwoordt negatief en v<strong>in</strong>dt dus dat de leefbaarheid <strong>in</strong> twee jaar tijd achteruit is gegaan.<br />
Slechts 18% van de respondenten v<strong>in</strong>dt dat de leefbaarheid erop vooruit is gegaan.<br />
Figuur 3.2 Leefbaarheid<br />
50%<br />
45%<br />
40%<br />
35%<br />
30%<br />
25%<br />
20%<br />
15%<br />
10%<br />
5%<br />
0%<br />
1%<br />
Helemaal mee<br />
eens<br />
Resumerend zijn er dus meer respondenten die v<strong>in</strong>den dat de veiligheidssituatie is<br />
verslechterd dan <strong>in</strong>woners die menen dat het is verbeterd, al houdt de grootste categorie het<br />
op een status quo. De respondenten oordelen negatiever over de leefbaarheid dan over de<br />
<strong>crim<strong>in</strong>aliteit</strong>. Daar staat tegenover dat de respondenten bij de stell<strong>in</strong>g over <strong>crim<strong>in</strong>aliteit</strong> eerder<br />
geneigd zijn de uiterste – dat wil zeggen de meest negatieve - antwoordcategorie aan te<br />
kruisen. Dat betekent dat er een aanzienlijke m<strong>in</strong>derheid is v<strong>in</strong>dt dat de <strong>crim<strong>in</strong>aliteit</strong>soverlast<br />
<strong>in</strong> belangrijke mate is toegenomen.<br />
Veiligheid: prioriteiten<br />
De leefbaarheid van mijn omgev<strong>in</strong>g is de afgelopen twee jaar verbeterd<br />
17%<br />
45%<br />
Mee eens Niet mee eens,<br />
niet mee oneens<br />
Het burgerpanel is gevraagd of zij v<strong>in</strong>den dat gemeente en politie de goede prioriteiten<br />
hebben gesteld bij het veiligheidsbeleid. Precies 35% van de respondenten is positief over de<br />
prioriteitstell<strong>in</strong>g. Evenveel burgers – precies 35% dus – is neutraal: ze kiezen voor de optie<br />
‘niet mee eens, niet mee oneens’. Ruim een vijfde (21%) van de respondenten v<strong>in</strong>dt die er<br />
verkeerde prioriteiten worden gesteld. Bijna tien procent (9%) heeft geen men<strong>in</strong>g.<br />
39<br />
28%<br />
6%<br />
Mee oneens Helemaal mee<br />
oneens<br />
3%<br />
Weet niet/geen<br />
men<strong>in</strong>g
Figuur 3.3. Prioriteitsstell<strong>in</strong>g gemeente/politie<br />
40%<br />
35%<br />
30%<br />
25%<br />
20%<br />
15%<br />
10%<br />
5%<br />
0%<br />
De politie en de gemeente hebben de afgelopen twee jaar goede prioriteiten gesteld<br />
op het gebied van veiligheid<br />
3%<br />
Helemaal mee<br />
eens<br />
32%<br />
35%<br />
Mee eens Niet mee eens,<br />
niet mee oneens<br />
We hebben ook gevraagd welke prioriteiten de burgers zouden stellen. Het betreft een open<br />
vraag. De volgende zaken worden meer dan tien keer genoemd: de overlast of <strong>crim<strong>in</strong>aliteit</strong><br />
van hangjongeren (24 keer), verkeersh<strong>in</strong>der en parkeeroverlast (24 keer), veiligheid op straat<br />
(20 keer), <strong>in</strong>braak of diefstal (19 keer), drugshandel of drugsgebruik (15 keer) en de zichtbare<br />
aanwezigheid van (wijk)agenten (13 keer).<br />
Aanspreekpunten bij onveiligheid: wisselende antwoorden<br />
De gemeente en politie hebben de afgelopen jaren geprobeerd om de contacten met de<br />
bevolk<strong>in</strong>g over veiligheid en veiligheidsbeleid te versterken. Er is getracht om de drempel om<br />
contact op te nemen bij klachten over overlast of leefbaarheid en bij <strong>crim<strong>in</strong>aliteit</strong> omlaag te<br />
brengen. Het is een belangrijke bouwsteen van het zogenoemde wijkbeheer of wijkgerichte<br />
veiligheidsbeleid. De volgende stell<strong>in</strong>g is voorgelegd aan het panel: “Als ik problemen heb op<br />
het gebied van veiligheid weet ik welke mensen, van de politie of de gemeente, ik <strong>in</strong> mijn wijk<br />
daarover kan aanspreken”<br />
40<br />
19%<br />
2%<br />
Mee oneens Helemaal mee<br />
oneens<br />
9%<br />
Weet niet/geen<br />
men<strong>in</strong>g
Figuur 3.4 Aanspreekpunt burgers<br />
40%<br />
35%<br />
30%<br />
25%<br />
20%<br />
15%<br />
10%<br />
5%<br />
0%<br />
Als ik problemen heb op het gebied van veiligheid weet ik welke mensen, van de<br />
politie of de gemeente, ik <strong>in</strong> mijn w ijk daarover kan aanspreken<br />
8%<br />
De antwoorden stellen teleur <strong>in</strong> het licht van de zo wijkgerichte doelstell<strong>in</strong>gen. Het valt op dat<br />
maar liefst 46% van respondenten niet weet wie het aanspreekpunt op het gebied van<br />
veiligheid is <strong>in</strong> zijn wijk. Hier staat tegenover dat 36% wel weet welke functionarissen zij<br />
kunnen aanspreken op en over onveilige situaties.<br />
Opvang van drugsverslaafden: 72% wil een 24-uursopvang<br />
We hebben de burgers <strong>in</strong> het panel, tenslotte, gevraagd wat ze v<strong>in</strong>den van een 24-uurs<br />
voorzien<strong>in</strong>gen voor uit het stadscentrum geweerde drugsverslaafden. Het valt op dat maar<br />
liefst 72% van de respondenten het idee van een 24-uursopvang steunt. Bijna tien procent<br />
(9%) keert zich tegen een dergelijke opvangvoorzien<strong>in</strong>g.<br />
Figuur 3.5 Verslaafdenopvang<br />
50%<br />
45%<br />
40%<br />
35%<br />
30%<br />
25%<br />
20%<br />
15%<br />
10%<br />
5%<br />
0%<br />
28%<br />
17%<br />
Helemaal mee eens M ee eens Niet mee eens, niet mee<br />
oneens<br />
41<br />
37%<br />
9%<br />
1%<br />
M ee oneens Helemaal mee oneens Weet niet/ geen men<strong>in</strong>g<br />
Er zou een 24-uursopvang moeten komen voor de opvang van verslaafden die<br />
worden geweerd uit het centrum van <strong>Roermond</strong><br />
28%<br />
Helemaal mee<br />
eens<br />
44%<br />
15%<br />
Mee eens Niet mee eens,<br />
niet mee oneens<br />
6%<br />
3%<br />
Mee oneens Helemaal mee<br />
oneens<br />
4%<br />
Weet niet/geen<br />
men<strong>in</strong>g
Hierbij moet wel worden bedacht dat het publieke draagvlak bij dit soort voorzien<strong>in</strong>gen<br />
uite<strong>in</strong>delijk afhangt van de precieze randvoorwaarden en van de gekozen locatie. Het zou<br />
bijvoorbeeld onredelijk zijn om zo’n opvang te vestigen <strong>in</strong> een nieuwbouwwijk, kort nadat de<br />
nieuwbouwhuizen zijn verkocht.<br />
42
Hoofdstuk 4<br />
Een profielanalyse: misdrijven, daders en slachtoffers<br />
4.1 Inleid<strong>in</strong>g<br />
Dit hoofdstuk presenteert de profielanalyse die we hebben uitgevoerd van vijf delicten:<br />
won<strong>in</strong>g<strong>in</strong>braak, auto-<strong>in</strong>braak, straatroof, bedreig<strong>in</strong>g en mishandel<strong>in</strong>g. Voor elk delict<br />
presenteren en analyseren we het misdrijf, kenmerken van de daders en slachtofferkenmerken.<br />
De slotparagraaf (4.8) maakt de balans op door aangetroffen patronen en oorzaken te<br />
beschrijven. De werkwijze wordt verantwoord <strong>in</strong> de bijlage.<br />
Een belangrijk effect van onze werkwijze is dat we ons richten op delicten waarvan aangifte<br />
wordt gedaan. Dat is geen probleem vanwege de onderzoeksopdracht. Dat neemt niet weg dat<br />
het – op grond van ons veldwerk en deels op recent eerder onderzoek – waardevol is om te<br />
wijzen op enkele belangrijke vormen van aangifteloze delicten. We doen dit <strong>in</strong> paragraaf 4.7.<br />
4.2 Won<strong>in</strong>g<strong>in</strong>braak<br />
We hebben 117 won<strong>in</strong>g<strong>in</strong>braken geanalyseerd. Dit leverde <strong>in</strong>formatie op over 53 verdachten<br />
en 96 slachtoffers.<br />
4.2.1 Het misdrijf: een beperkte buit<br />
Plaats delict: het meest <strong>in</strong> de B<strong>in</strong>nenstad en <strong>in</strong> het <strong>Roermond</strong>se Veld<br />
De meeste won<strong>in</strong>g<strong>in</strong>braken v<strong>in</strong>den plaats <strong>in</strong> de b<strong>in</strong>nenstad (16,2%, n=19) en <strong>in</strong> het<br />
<strong>Roermond</strong>se Veld: 12% (n=14). Daarna volgen de Kastelenbuurt (9,4%, n=11) en Maasniel<br />
(8,5%, n=10). Tenslotte werd <strong>in</strong> de volgende wijken eenmaal <strong>in</strong>gebroken: Componistenbuurt,<br />
De Kemp, Hoogvonderen, Kapel en Vrijveld.<br />
Van ongeveer eenvijfde (n=24) van de zaken valt de wijk waar de woon<strong>in</strong>braak heeft<br />
plaatsgevonden niet te achterhalen uit BPS.<br />
De cijfers <strong>in</strong> hoofdstuk 2 geven een wat ander beeld van de pleegplaats. Daarbij moet worden<br />
bedacht dat de steekproef <strong>in</strong> dit hoofdstuk vooral is gericht op een analyse van de aard van de<br />
misdrijven en op en analyse van de daders en slachtoffers. Anders gezegd: wat pleegplaats<br />
betreft geven de totaalcijfers van 2007 die we <strong>in</strong> hoofdstuk 2 gebruiken een beter beeld dan de<br />
cijfers <strong>in</strong> deze paragraaf en <strong>in</strong> dit hoofdstuk.<br />
Tijdstip van de <strong>in</strong>braak: meestal na 18:00 uur<br />
Ruim 30% (n=36) van de <strong>in</strong>braken wordt overdag gepleegd, dat wil zegen tussen 06:00 uur en<br />
18:00 uur. Van 41% van de zaken is bekend dat de <strong>in</strong>braak <strong>in</strong> de avonduren (20,5%, n=24) of<br />
43
<strong>in</strong> de nacht (20,5%, n=24) heeft plaatsgevonden. De meeste <strong>in</strong>braken worden dus tussen 18:00<br />
uur en 06:00 uur gepleegd. Van 33 zaken (28,2 %) is het tijdstip van het delict onbekend.<br />
Een beperkte buit<br />
Een krappe meerderheid van de won<strong>in</strong>g<strong>in</strong>braken kent geen van braakschade: 52,1%. Bij 56<br />
zaken (47,9%) is dit wel het geval. Het betreft voornamelijk kapotte ramen en ontzette deuren.<br />
In totaal zijn bij 117 won<strong>in</strong>g<strong>in</strong>braken precies 178 goederen buit gemaakt. De buit betreft <strong>in</strong> de<br />
helft van de gevallen elektronische apparatuur (49,4%, n=88). Deze elektronische buit bestaat<br />
uit:<br />
• Laptop/PC: 10,7%<br />
• GSM: 12,4%<br />
• Mp3-speler: 1,7%<br />
• ‘Overige elektronica’ (cd’s, dvd’s, tv’s, computerspellen en camera’s): 25,8%.<br />
Bij 25 won<strong>in</strong>g<strong>in</strong>braken (14,1%) is geld ontvreemd. Bij drie zaken betreft het meer dan 1.000<br />
euro. De ‘overige buit’ betreft vooral kled<strong>in</strong>g, juwelen, paspoorten, bankpassen, auto’s en<br />
sleutels.<br />
Het valt op dat de buit beperkt is. In kwantitatieve z<strong>in</strong> (aantal ontvreemde goederen) worden<br />
er per won<strong>in</strong>g<strong>in</strong>braak we<strong>in</strong>ig goederen buit gemaakt. En <strong>in</strong> kwalitatieve z<strong>in</strong> (waarde van de<br />
buit) valt op dat de buit gemiddeld genomen bepaald niet hoog is. Dit is een <strong>in</strong>dicatie dat de<br />
daders de gelegenheidsstructuren, <strong>in</strong>clusief de pakkans, vanuit hun perspectief bezien positief<br />
<strong>in</strong>schatten. De buit is namelijk ger<strong>in</strong>g en het betreft een delict waarvoor geldt dat er bijna per<br />
def<strong>in</strong>itie aangifte wordt gedaan én een opspor<strong>in</strong>gsonderzoek wordt gestart. Dit laatste<br />
betekent dat de pakkans niet kle<strong>in</strong> hoeft te zijn, want opspor<strong>in</strong>gs<strong>in</strong>spann<strong>in</strong>gen raken vaak pas<br />
bekend bij aanhoud<strong>in</strong>gen. Zeker bij seriedaders bestaat de kans dat de pakkans wordt<br />
onderschat. Een <strong>in</strong>dicatie hiervoor bestaat uit recente aanhoud<strong>in</strong>gen van <strong>in</strong>brekers <strong>in</strong><br />
<strong>Roermond</strong>, want die aanhoud<strong>in</strong>gen kwamen namelijk tot stand op basis van op youtube<br />
geplaatste beelden die waren gemaakt door (kr<strong>in</strong>gen rond) jonge <strong>in</strong>brekers 10 .<br />
4.2.2 De daders: veel <strong>Roermond</strong>se werklozen<br />
Leeftijd: bijna altijd mannen, vaak jonger dan 35 jaar<br />
Een ruime meerderheid van de verdachten is een man: 83%. Er zijn 8 vrouwelijke verdachten<br />
en van 1 verdachte is het geslacht niet geregistreerd.<br />
De meeste verdachten zijn 35 jaar of jonger. Precies 30% (n=16) valt namelijk <strong>in</strong> de<br />
leeftijdscategorie van 26 tot 35 jaar en 11% (n=6) is tussen de 22 en 25 jaar oud. Ruim 13%<br />
(n=7) is ouder dan 19 en niet ouder dan 21 jaar. Bijna een kwart van de verdachten (24,5%,<br />
n=13) is tussen de 12 en 18 jaar en dus m<strong>in</strong>derjarig.<br />
10 ‘Scooterdieven opgepakt na eigen <strong>in</strong>ternetfilmpje’, Dagblad De Limbuger, 11 januari 2008<br />
44
Ten slotte zijn 10 verdachten tussen de 36 en 45 jaar en is één verdachte de leeftijd van 46<br />
jaar gepasseerd.<br />
Tabel 4.1 Leeftijd daders won<strong>in</strong>g<strong>in</strong>braak<br />
Leeftijd Aantal verdachten Percentage<br />
12-18 jaar 13 24,5 %<br />
19-21 jaar 7 13,2 %<br />
22-25 jaar 6 11,3 %<br />
26-35 jaar 16 30,2 %<br />
36-45 jaar 10 18,9 %<br />
46–55 jaar 1 1.9 %<br />
Totaal 53 100,0%<br />
Etnische achtergrond: vaak de categorie ‘overige allochtonen’<br />
De precieze komaf van de daders loopt sterk uiteen. Veertien verdachten (26%) hebben een<br />
andere nationaliteit dan de <strong>in</strong> de vragenlijst was opgenomen als antwoordcategorie. Het<br />
betreft, met uitzonder<strong>in</strong>g van één Duitse man, niet-westerse verdachten uit: Algerije (1), Azië<br />
(1), Duitsland (1), Griekenland (1), Iran (1), Irak (2), Kosovo (1), Servië (1) en Tunesië (4).<br />
Naast deze twee categorieën troffen we de volgende etniciteit aan: Marokkaans (2), Turks (1),<br />
Antilliaans (2) en Sur<strong>in</strong>aams (2).<br />
In totaal hebben 17 verdachten de Nederlandse etniciteit (32%). Van 15 verdachten staat de<br />
afkomst niet <strong>in</strong> BPS geregistreerd.<br />
Tabel 4.2 Etniciteit daders won<strong>in</strong>g<strong>in</strong>braak<br />
Etniciteit Aantal verdachten Percentage<br />
Nederlands 17 32,0 %<br />
Marokkaans 2 3,8 %<br />
Turks 1 1,9 %<br />
Antilliaans 2 3,8 %<br />
Sur<strong>in</strong>aams 2 3,8 %<br />
Anders 14 26,4 %<br />
Onbekend 15 28, 3 %<br />
Totaal 53 100,0%<br />
Woonplaats: vooral <strong>Roermond</strong><br />
Van 39 verdachten is de woonplaats (deels) bekend. Ruim tachtig procent van deze<br />
verdachten (n = 32) woont <strong>in</strong> <strong>Roermond</strong>.<br />
De <strong>Roermond</strong>se verdachten wonen het meest <strong>in</strong> het <strong>Roermond</strong>se Veld: het betreft 9 personen<br />
(17%). Het woonadres van de verdachten is verder als volgt verdeeld over de gemeente:<br />
• De Kemp (13%, n=7)<br />
• Componistenbuurt (9%, n=5)<br />
• Hoogvonderen (7,5%, n=4)<br />
• B<strong>in</strong>nenstad (6%, n=3).<br />
45
Van vier verdachten is wel bekend dat ze <strong>in</strong> <strong>Roermond</strong> wonen, maar staat geen woonadres<br />
vermeld <strong>in</strong> BPS. Er valt evenm<strong>in</strong> uit de registratie op te maken dat het personen betreft zonder<br />
vast woon- of verblijfplaats.<br />
Zes verdachten wonen niet <strong>in</strong> <strong>Roermond</strong>, maar <strong>in</strong> de volgende gemeenten: Nijmegen (2x),<br />
Heerlen (2x), Den Haag 1 (x), Boxtel (1x). Eén verdachte woont <strong>in</strong> Duitsland (1x).<br />
Antecedenten: veel recidivisten<br />
Een meerderheid van de verdachten heeft tenm<strong>in</strong>ste één antecedent: 73,6% (n=39). Ruim een<br />
kwart (26,4%, n=14) van de verdachten heeft geen antecedenten: ze zijn first offenders. Van<br />
vier verdachten valt uit de registratie niet op te maken of ze over antecedenten beschikken.<br />
Bijna de helft van de verdachten (48%, n=19) heeft tussen de 2 en 10 antecedenten. Van deze<br />
verdachten hebben 4 personen tussen de 2 en 5 antecedenten en 15 tussen de 6 en 10.<br />
Tabel 4.3 Antecedenten daders won<strong>in</strong>g<strong>in</strong>braak<br />
Aantal antecedenten Categorie Aantal Percentage<br />
1 4 10,3%<br />
2 - 5 Meerpleger 11 4 10,3%<br />
6 - 10 Meer-<br />
/veelpleger<br />
15 38,4%<br />
Meer dan 10 <strong>Veel</strong>pleger 12 16 41%<br />
Totaal 39 100,0%<br />
Vier verdachten hebben 41 antecedenten en één verdachte heeft door de jaren heen niet<br />
m<strong>in</strong>der dan 51 antecedenten opgebouwd.<br />
Arbeid of studie: veel werklozen<br />
Van 31 verdachten is bekend of ze werk verrichten of een studie volgen. Slechts twee<br />
verdachten blijken een baan te hebben. Eén verdachte werkt opmerkelijk genoeg bij de sociale<br />
dienst en een verdachte werkt bij een bouwbedrijf, als voeger.<br />
Van veel verdachten is bekend dat ze werkloos zijn: 39,1% (n=18). Verder volgen tien<br />
verdachten een opleid<strong>in</strong>g, vaak een beroepsopleid<strong>in</strong>g. Eén verdachte is arbeidsongeschikt.<br />
Van 22 verdachten kan op basis van BPS geen uitspraak gedaan worden over het beroep of de<br />
studie.<br />
11 Def<strong>in</strong>itie meerpleger: Een persoon van 18 jaar of ouder die <strong>in</strong> het gehele crim<strong>in</strong>ele verleden 2 tot en met 10<br />
processen-verbaal tegen zich zag opgemaakt, waarvan tenm<strong>in</strong>ste 1 <strong>in</strong> het peiljaar.<br />
12 Def<strong>in</strong>itie (meerderjarige) veelpleger: Een persoon van 18 jaar of ouder die <strong>in</strong> het gehele crim<strong>in</strong>ele verleden<br />
meer dan 10 processen-verbaal tegen zich opgemaakt, waarvan tenm<strong>in</strong>ste 1 <strong>in</strong> het peiljaar.<br />
46
Harddrugs: 27 verdachten zijn gebruiker of verslaafd<br />
Van 27 verdachten staat <strong>in</strong> BPS vermeld of ze harddrugs gebruiken of hieraan verslaafd zijn.<br />
Zestien verdachten worden aangemerkt als harddrugsgebruiker en twaalf als verslaafde. Van<br />
zeven verdachten staat vast dat ze geen harddrugs gebruiken.<br />
4.2.3 Slachtoffers<br />
Ruim 60% van de won<strong>in</strong>g<strong>in</strong>braak wordt aangegeven door een man en 39% door een vrouw.<br />
Een meerderheid van de slachtoffers is van Nederlandse komaf: bijna 70% (n=67). Twee<br />
slachtoffers zijn Marokkaans en één slachtoffer is van Antilliaanse komaf.<br />
Precies dertien slachtoffers hebben een andere etniciteit dan stond vermeld als<br />
antwoordcategorie, waarvan bekend: Rusland (1), Bosnië (1), Afghanistan (1), Schotland (1),<br />
Peru (1). Van nog eens dertien personen is de etniciteit onbekend.<br />
Tabel 4.4 Etniciteit slachtoffers won<strong>in</strong>g<strong>in</strong>braak<br />
Etniciteit Aantal slachtoffers Percentage<br />
Nederlands 67 69, 8 %<br />
Marokkaans 2 2, 1 %<br />
Antilliaans 1 1,1%<br />
Anders 13 13,5 %<br />
Onbekend 13 13,5 %<br />
Totaal 96 100,0%<br />
4.3 Auto-<strong>in</strong>braak<br />
We hebben gegevens verzameld over 122 auto-<strong>in</strong>braken. Het leverde <strong>in</strong>formatie op over 62<br />
verdachten en 83 slachtoffers.<br />
4.3.1 Het misdrijf: autoaccessoires als buit<br />
<strong>Veel</strong> auto-<strong>in</strong>braken hebben plaats op straat (76%), en dus bijvoorbeeld niet <strong>in</strong> een<br />
parkeergarage. Precies 8 keer wordt <strong>in</strong> de nabijheid van een won<strong>in</strong>g (bijvoorbeeld een oprit of<br />
een carport) <strong>in</strong>gebroken <strong>in</strong> een auto.<br />
Het tijdstip van het delict is tamelijk gelijkmatig verdeeld. De meeste <strong>in</strong>braken worden<br />
overdag (31,3%, n=35) en ‘s nachts (27,6%, n=31) gepleegd. Ruim een vijfde van de auto<strong>in</strong>braken<br />
heeft <strong>in</strong> de avonduren (20,5%, n=23) plaats.<br />
De buit bestaat voornamelijk uit allerhande autoaccessoires, zoals autoradio’s, cd-spelers en<br />
navigatiesystemen. Dit was zo bij 40 <strong>in</strong>braken. Dit is vaak de primaire of beoogde buit, dat<br />
wil zeggen de reden om <strong>in</strong> te breken <strong>in</strong> juist deze auto. Niettem<strong>in</strong> wordt de auto doorzocht op<br />
andere waardevolle zaken, hetgeen onder meer resulteert <strong>in</strong> waardepapieren, telefoons, lap<br />
tops of cd’s als buit. Soms is het vermoeden dat er een laptop of een navigatiesysteem aan<br />
47
oord is reden genoeg om <strong>in</strong> te breken. Een gemonteerde standaard kan bijvoorbeeld leiden<br />
tot het vermoeden dat er een navigatiesysteem <strong>in</strong> het handschoenenkasje ligt.<br />
Het precieze motief valt vaak niet goed op te maken uit BPS. Dit neemt niet weg dat het de<br />
verdachten bij 17 zaken (27,4%) duidelijk te doen was om geld. Bij 6 zaken g<strong>in</strong>g het om<br />
zogeheten verwerv<strong>in</strong>gs<strong>crim<strong>in</strong>aliteit</strong>: een delict met als doel drugs of alcohol te kunnen kopen.<br />
Vier zaken waren een vorm van impulsief gedrag: een verdachte ziet een uitgelezen kans om<br />
de hand te leggen op een gewenste buit en grijpt deze. Zo wordt onder meer een TomTom<br />
gestolen die de eigenaar <strong>in</strong> de standaard had laten staan.<br />
4.3.2 De daders: mannelijke recidivisten, afkomstig uit <strong>Roermond</strong><br />
Voornamelijk meerderjarige mannen<br />
De overgrote meerderheid van de verdachten (90,3%, n=56) is een man. Bij slechts bij twee<br />
delicten is de verdachte een vrouw.<br />
In totaal 12 verdachten zijn tussen de 12 en 18 jaar oud, en dus m<strong>in</strong>derjarig (19,4%). Tien<br />
verdachten (16,1%) zijn net meerderjarig: ze zijn tussen de 19 en 21 jaar. Evenveel<br />
verdachten (16,1%, n=10) vallen <strong>in</strong> de leeftijdscategorie van 22 tot en met 25 jaar. Precies<br />
negen verdachten (14,5%) zijn 26 jaar of ouder en maximaal 35 jaar oud. De grootste<br />
categorie is die van de verdachten van 36 tot en met 45 jaar: het betreft 18 verdachten (29%).<br />
De overige drie verdachten bev<strong>in</strong>den zich <strong>in</strong> de leeftijdscategorie 26 tot en met 55 jaar (4.8%)<br />
Tabel 4.5 Leeftijd verdachten auto-<strong>in</strong>braken<br />
Leeftijd Aantal verdachten Percentage<br />
12-18 jaar 12 19,4%<br />
19-21 jaar 10 16,1%<br />
22-25 jaar 10 16,1%<br />
26-35 jaar 9 14,5%<br />
36-45 jaar 18 29,0%<br />
46–55 jaar 3 4,8%<br />
Totaal 62 100,0%<br />
De verdachten hebben voornamelijk een Nederlandse komaf: 53,2% (n=33). In totaal heeft<br />
30,6% van de verdachtenpopulatie een niet-Nederlandse komaf (n=19). Drie verdachten<br />
hebben de Marokkaanse en Poolse etniciteit en twee de Duitse. Van 9 verdachten is de<br />
etniciteit niet opgenomen <strong>in</strong> BPS (16,1%).<br />
48
Tabel 4.6 Etniciteit verdachten auto-<strong>in</strong>braken<br />
Etniciteit Aantal verdachten Percentage<br />
Nederlands 33 53,2%<br />
Marokkaans 3 4,8%<br />
Antilliaans 1 1,6%<br />
Pools 3 4,8%<br />
Duits 2 3,2%<br />
Anders 11 17,7%<br />
Onbekend 9 14,5%<br />
Totaal 62 100,0%<br />
Woonplaats: vaak <strong>Roermond</strong> of omgev<strong>in</strong>g<br />
Van 57 verdachten is de woonplaats bekend. Precies 28 van deze personen wonen <strong>in</strong><br />
<strong>Roermond</strong>, en meer <strong>in</strong> het bijzonder <strong>in</strong> de volgende wijken:<br />
• B<strong>in</strong>nenstad (6)<br />
• <strong>Roermond</strong>se Veld (6)<br />
• Herten (5)<br />
• Vrijveld (3)<br />
• De Kemp (2).<br />
Zeven verdachten hebben geen vaste woon- of verblijfplaats, maar het is duidelijk dat ze vaak<br />
<strong>in</strong> <strong>Roermond</strong> bivakkeren. Precies 13 verdachten wonen <strong>in</strong> een dorp of gemeente dat <strong>in</strong> de<br />
buurt van <strong>Roermond</strong> ligt. Het betreft de volgende gemeenten: Baexem (2), Helden (1),<br />
Ittervoort (1), Posterholt (1), S<strong>in</strong>t Odiliënberg (1), Stramproy (1), Wessem (1).<br />
Zeven verdachten wonen op grotere afstand van <strong>Roermond</strong>: Venlo (2), Maastricht (1),<br />
E<strong>in</strong>dhoven (1), Sevenum (1), Grubbenvorst (1) en Geldrop (1). Drie verdachten komen uit<br />
Duitsland (Elsdorf, Wuppertal, Gangelt) en drie verdachten uit Polen.<br />
Antecedenten: 77% is recidivist<br />
Van de 62 verdachten hebben 48 personen antecedenten op hun naam: dat is 77,4%. Precies<br />
14,5% van de verdachten zijn first offenders (n=9). Van vijf verdachten (8,1%) is onbekend of<br />
zij antecedenten op hun naam hebben.<br />
Er zijn 15 verdachten met één antecedent. Er zijn <strong>in</strong> totaal 32 verdachten met 2 of meer<br />
antecedenten, waarvan 16 met meer dan 11 antecedenten. Precies 9 verdachten hebben tussen<br />
de 2 en 5 antecedenten opgebouwd en 7 verdachten tussen de 6 en 10.<br />
49
Tabel 4.7 Antecedenten daders auto-<strong>in</strong>braken<br />
Aantal antecedenten Categorie Aantal Percentage<br />
1 15 31,9%<br />
2 - 5 Meerpleger 9 19,1%<br />
6 - 10 Meer-<br />
/veelpleger<br />
7 14,9%<br />
Meer dan 10 <strong>Veel</strong>pleger 16 34,0%<br />
Totaal 47 100,0%<br />
Er zijn enkele uitermate actieve veelplegers: één verdachte met 58 antecedenten, drie<br />
verdachten met 86 antecedenten en één verdachte met niet m<strong>in</strong>der dan 101 antecedenten.<br />
Harddrugs: oudere verdachten gebruiken of zijn verslaafd<br />
Van de verdachtenpopulatie is van 19 personen bekend dat ze harddrugs gebruiken. Voor 15<br />
verdachten geldt dat ze hieraan verslaafd zijn. De leeftijd van deze 15 verdachten is als volgt:<br />
leeftijdscategorie 12-18 jaar (3); 26-35 jaar (3); 36-45 jaar (6); 46-55 jaar (2) en ouder dan 55<br />
jaar (1).<br />
Er kan onderscheid gemaakt worden tussen twee dadercategorieën. Het betreft <strong>in</strong> de eerste<br />
plaats de oudere en verslaafde dader die onder meer delicten (<strong>in</strong> casu auto-<strong>in</strong>braak) pleegt om<br />
harddrugs te kopen. In de tweede plaats zijn er jonge verdachten die <strong>in</strong> een auto <strong>in</strong>breken<br />
omwille van de buit of (ook) impulsief, omdat zich een kans aandient.<br />
Arbeid: werkloos of eenvoudig werk<br />
Van 18 verdachten (29%) is niets bekend over de werksituatie of over een eventuele<br />
opleid<strong>in</strong>g. Precies 27 verdachten (43,5%) is werkloos (n=27) en 5 verdachten volgen een<br />
opleid<strong>in</strong>g (8,1%).<br />
In totaal 12 verdachten werken. Het betreft zonder uitzonder<strong>in</strong>g monotoon en slecht betaald<br />
werk, voornamelijk <strong>in</strong> de bouwsector.<br />
Van negen verdachten (14,5) is bekend dat ze schulden hebben opgebouwd. Van verreweg de<br />
meeste verdachten (82%, n=51) is niets bekend over eventuele schulden.<br />
4.3.3 Slachtoffers<br />
De meerderheid van de slachtoffers is een man: 65,1% (n=54). Er zijn 29 vrouwelijke<br />
slachtoffers (34,9%).<br />
Een ruime meerderheid van de slachtoffers is van Nederlandse komaf: 67,5% (n=56). Van 15<br />
slachtoffers (18%) valt de komaf niet op te maken uit de registratie.<br />
50
Het valt op dat 6 slachtoffers Duitsers zijn (7,2%). De overige slachtoffers waarvan de<br />
afkomst bekend is zijn afkomstig uit: Marokko (2), Colombia (1), Servië (1), Kroatië (1) en<br />
uit Latijns-Amerika (1).<br />
Tabel 4.8 Etniciteit slachtoffers auto-<strong>in</strong>braken<br />
Etniciteit Aantal slachtoffers Percentage<br />
Nederlands 56 67,5%<br />
Marokkaans 2 2,4%<br />
Duits 6 7,2%<br />
Anders 4 4,8%<br />
Onbekend 15 18,1%<br />
Totaal 83 100,0%<br />
4.4 Straatroof<br />
We hebben 101 straatroven bestudeerd. We presenteren <strong>in</strong>formatie over 40 verdachten en 85<br />
slachtoffers.<br />
4.4.1 Het misdrijf: disproportioneel geweld, beperkte opbrengst<br />
Geweldgebruik en wapenbezit<br />
Het valt op dat er bij bijna driekwart van de straatroven geen wapen wordt gebruikt. Het<br />
betreft om precies te zijn 72 zaken, hetgeen neerkomt op 71%. Bij 13 straatroven (13%) wordt<br />
wel een wapen gebruikt. Het gaat om de volgende wapens: mes (9), kurkentrekker (1),<br />
schroevendraaier (1), vl<strong>in</strong>dermes (1) een eenmaal een vuurwapen. Van 16 zaken is het<br />
onbekend of er een wapen <strong>in</strong> het spel was.<br />
Er staat <strong>in</strong> BPS bij 43 zaken niets vermeld over het geweldgebruik. Klaarblijkelijk omdat het<br />
gebruik van fysiek ger<strong>in</strong>g was, bijvoorbeeld omdat er een tas werd afgerukt bij het slachtoffer.<br />
Het is daarmee natuurlijk nog wel een ernstig delict en het zal zo hoogstwaarschijnlijk ook<br />
worden ervaren door het slachtoffer, maar het fysieke geweld is beperkt.<br />
Voor zover er fysiek geweld wordt gebruikt, gaat het relatief vaak om onnodig of<br />
disproportioneel geweld. Het betreft 29 zaken: dat is afgerond 29%. Uit de literatuur is<br />
bekend dat disproportioneel geweld vaak samenhangt met het feit dat de dader ongewapend<br />
is. Het kost dan kennelijk meer moeite – ook fysiek – om het slachtoffer te overmeesteren.<br />
We treffen dit verband ook <strong>in</strong> dit onderzoek aan. Immers, van de 29 zaken waarbij<br />
disproportioneel geweld wordt gebruikt, betreft het tot 26 keer toe een ongewapende overval.<br />
Buit: vooral GSM’s<br />
In totaal zijn bij de 101 bestudeerde straatroven 106 goederen ontvreemd. Het valt op dat<br />
mobiele telefoons het meest buit worden gemaakt, namelijk <strong>in</strong> bijna 35% van de gevallen<br />
(n=37). Hierna volgt met bijna 25% contant geld, voor <strong>in</strong> totaal niet meer dan 100 euro. Er<br />
51
wordt bij zeven overvallen meer geld geroofd en er worden 12 tassen buit gemaakt. De<br />
categorie ‘overig’ bestaat onder meer uit fietsen, p<strong>in</strong>passen, creditcards en rijbewijzen.<br />
Bij recent onderzoek naar straatroof <strong>in</strong> Amsterdams bleek de GSM ook de meest gewilde buit<br />
(Van der Torre e.a., 2008). In Amsterdam en <strong>Roermond</strong> is wel een kantteken<strong>in</strong>g op z’n plaats,<br />
want het vermoeden bestaat (bij de politie) dat er geregeld valse aangifte wordt gedaan van<br />
GSM-roof. We kunnen geen uitsluitsel geven over de omvang hiervan.<br />
4.4.2 De daders: veel jonge allochtone mannen uit <strong>Roermond</strong><br />
Leeftijd: jonge mannelijke verdachten<br />
Het valt op dat bijna de helft van de verdachten m<strong>in</strong>derjarig is, want ruim 47% (n=19) is<br />
tussen de 12 en 18 jaar oud. Nog eens een kwart (n=10) is iets ouder, want tussen de 19 en 21<br />
jaar. De overige verdachten vallen <strong>in</strong> de volgende leeftijdscategorieën: 22 tot en met 25 jaar<br />
(4x), 26 tot en met 35 jaar (5x) en 36 tot en met 45 jaar (2x).<br />
Tabel 4.9 Leeftijd verdachten straatroof<br />
Leeftijd Aantal verdachten Percentage<br />
12-18 jaar 19 47,5%<br />
19-21 jaar 10 25,0%<br />
22-25 jaar 4 10%<br />
26-35 jaar 5 12,5%<br />
36-45 jaar 2 5,0%<br />
Totaal 40 100,0%<br />
Verreweg de meeste verdachten zijn een man: het gaat om 37 van de 40 verdachten (92,5%).<br />
We troffen <strong>in</strong> de dossiers drie vrouwelijke verdachten aan.<br />
Van de verdachtenpopulatie hebben 8 verdachten het misdrijf alleen gepleegd: een<br />
zogenoemd solomisdrijf. Er zijn 26 verdachten waarvan bekend is dat zij de straatroof <strong>in</strong><br />
groepsverband hebben gepleegd: 16 keer met één andere persoon, 9 keer met twee anderen en<br />
eenmaal betrof het een drietal.<br />
Woonplaats: driekwart van de daders komt uit <strong>Roermond</strong> of de directe omgev<strong>in</strong>g<br />
Precies driekwart (n=30) van de verdachten woont <strong>in</strong> <strong>Roermond</strong> en omgev<strong>in</strong>g. Het valt op dat<br />
de woonplaats uiteen loopt. De meeste daders komen weliswaar uit het <strong>Roermond</strong>se Veld en<br />
de Componistenbuurt, maar het betreft niet meer dan vier personen per buurt.<br />
Drie verdachten verblijven illegaal <strong>in</strong> Nederland. De overige zeven verdachten wonen <strong>in</strong><br />
E<strong>in</strong>dhoven (2x), Geleen (2x), Gor<strong>in</strong>chem (1x), Maastricht (1x) en Nijmegen (1x).<br />
52
Etnische achtergrond: de categorie ‘overig’ scoort hoog<br />
Bijna een derde van de verdachten is van Nederlandse komaf (32,5%, n=13). Vijf verdachten<br />
kunnen tot de klassieke etnische groepen worden gerekend, want 2 verdachten zijn<br />
Marokkaans (5%), 1 Antilliaans, 1 Sur<strong>in</strong>aams en 1 Turks (2,5%).<br />
Het valt op dat de categorie ‘overig’ hoog scoort met <strong>in</strong> totaal 13 verdachten. Zeven van deze<br />
verdachten komen uit Afrika (maar niet uit Marokko), vijf verdachten komen uit Bosnië en<br />
één uit Iran. Van de overige 9 verdachten is de etniciteit niet geregistreerd.<br />
Tabel 4.10 Etniciteit verdachten straatroof<br />
Etniciteit Aantal verdachten Percentage<br />
Nederlands 13 32,5%<br />
Marokkaans 2 5,0%<br />
Turks 1 2,5%<br />
Antilliaans 1 2,5%<br />
Sur<strong>in</strong>aams 1 2,5%<br />
Anders 13 32,5%<br />
Onbekend 9 22,5%<br />
Totaal 40 100,0%<br />
Antecedenten: veel recidivisten<br />
Slechts twee van de veertig verdachten hebben geen antecedenten en zijn dus first offenders.<br />
Dit betekent dat 95% (n=38) van de verdachten over antecedenten beschikken. Van deze 38<br />
verdachten heeft ruim een kwart (n=10) één antecedent op z’n naam staan.<br />
De helft (n=19) van de recidivisten heeft tussen de 2 en 10 antecedenten opgebouwd. Voor 9<br />
van deze verdachten geldt dat ze tussen de 2 en de 5 antecedenten op hun naam hebben staan.<br />
Tien verdachten hebben tussen de 6 en de 10 antecedenten. Bijna een kwart van de<br />
recidivisten (24%, n=9) heeft 11 of meer antecedenten op z’n conto staan. De koploper is een<br />
verdachte met 17 antecedenten.<br />
Tabel 4.11 Antecedenten verdachten straatroof<br />
Aantal antecedenten Categorie Aantal Percentage<br />
1 10 26,3%<br />
2 - 5 Meerpleger 9 23,7%<br />
6 - 10 Meer-<br />
/veelpleger<br />
10 26,3%<br />
Meer dan 10 <strong>Veel</strong>pleger 9 23,7%<br />
Totaal 38 100,0%<br />
53
Harddrugs: bijna eenderde gebruikt<br />
In totaal is van 9 verdachten bekend dat ze harddrugsgebruiker zijn (29%). Van drie<br />
verdachten staat vast dat zij verslaafd zijn aan harddrugs. Twee van deze verdachten zijn<br />
beg<strong>in</strong> tw<strong>in</strong>tig (21 en 22 jaar). De andere verdachte is 26 jaar. Vier verdachten gebruiken geen<br />
harddrugs en bij 27 verdachten is het onduidelijk of onbekend of ze harddrugs gebruiken.<br />
In absolute z<strong>in</strong> ligt het aantal verdachten dat harddrugs gebruikt lager dan onder de auto<strong>in</strong>brekers.<br />
Maar het feit dat er ook jonge verdachten zijn die harddrugs gebruiken toont aan<br />
dat er wel degelijk een aanwas is van nieuwe ‘gebruikende’ verdachten. Het aandeel van de<br />
klassieke junk neemt weliswaar af <strong>in</strong> de misdaadstatistieken, maar het drugsprobleem<br />
verdwijnt zeker niet vanzelf uit deze statistieken of van de straten.<br />
Arbeid: we<strong>in</strong>ig verdachten met een baan<br />
Precies een kwart van de verdachten (n=10) is werkloos en evenveel verdachten volgen een<br />
opleid<strong>in</strong>g. Het valt op dat slechts zes verdachten een baan hebben. Het betreft de volgende<br />
beroepen: hovenier, timmerman, vrijwilligerswerk, boer en horecamedewerkers (2x). Van<br />
twee verdachten is bekend zij arbeidsongeschikt zijn. Het g<strong>in</strong>g hierbij om een Bosniër van 23<br />
en een Nederlander van 31.<br />
Voor 12 verdachten geldt dat BPS niets vermeld over de arbeidssituatie of over een opleid<strong>in</strong>g.<br />
4.4.3 De slachtoffers<br />
Het onderzoek levert <strong>in</strong>formatie op over 85 slachtoffers. Ruim 58% (n=50) van hen is een<br />
man en 42% (n=35) een vrouw.<br />
Van maar liefst 61% (n=52) van de slachtoffers is de etniciteit niet duidelijk geregistreerd.<br />
Van 23 verdachten (27,1%) is bekend dat zij van Nederlandse komaf zijn. Eén persoon is<br />
Sur<strong>in</strong>aams en negen slachtoffers vallen <strong>in</strong> een andere categorie dan de gehanteerde<br />
standaardcategorieën. Het betreft zes Duitsers, één Indonesiër, één Algerijn en één slachtoffer<br />
uit Marokko<br />
Tabel 4.12 Etniciteit slachtoffers straatroof<br />
Etniciteit Aantal slachtoffers Percentage<br />
Nederlands 23 27,1%<br />
Marokkaans 1 1,2%<br />
Sur<strong>in</strong>aams 1 1,2%<br />
Duits 6 7,1%<br />
Anders 2 2,4%<br />
Onbekend 52 61,2%<br />
Totaal 85 100,0%<br />
54
Voor 22 slachtoffers (21,8%) geldt dat ze volgens de registratie letsel hebben opgelopen bij de<br />
straatroofdirect. Er wordt 20 keer meld<strong>in</strong>g gemaakt van fysiek letsel en twee keer van<br />
psychische schade. Bij 61 (60%) slachtoffers wordt geregistreerd dat er geen letsel is ontstaan<br />
en van 2 slachtoffers is onbekend of er sprake is van letsel.<br />
Het letsel is geclassificeerd. Zeven (32%) slachtoffers hebben ‘licht’ letsel opgelopen, zes<br />
(27%) ‘matig tot ernstig’ en nog eens zes ‘ernstig’. Bij dit ernstige letsel is steeds een arts<br />
geraadpleegd. Van één slachtoffer ‘met letsel’ is niet geregistreerd wat de ernst hiervan is.<br />
4.5 Bedreig<strong>in</strong>g<br />
We hebben <strong>in</strong>formatie verzameld over 102 bedreig<strong>in</strong>gen. We hebben gegevens over 74<br />
verdachten en over 97 slachtoffers geanalyseerd.<br />
4.5.1 Het misdrijf<br />
Pleegplaats en tijdstip: vaak overdag <strong>in</strong> een won<strong>in</strong>g<br />
De meeste bedreig<strong>in</strong>gen hebben plaats <strong>in</strong> een won<strong>in</strong>g. Het gaat om 40 zaken, hetgeen<br />
neerkomt op 39,2%. Bijna een kwart van deze delicten (24,5%, n=25) heeft plaats op straat.<br />
Verder is de plaats delict 11 keer een bedrijfspand en 10 keer een horecagelegenheid. Onder<br />
de categorie ‘anders’ vallen onder meer drie bedreig<strong>in</strong>gen op school. Voor vier zaken geldt<br />
dat de precieze locatie niet blijkt uit de registratie.<br />
De meeste bedreig<strong>in</strong>gen hebben overdag, tussen 06.00 en 18.00 uur, plaats: het betreft 52<br />
delicten (51%). Precies 22 delicten (21,6) worden <strong>in</strong> de avonduren – dus tussen 18.00 uur en<br />
00.00 uur - gepleegd. In totaal 14 delicten deden zich <strong>in</strong> de nacht voor.<br />
Motief: onduidelijk, maar wel vaak een voorgeschiedenis<br />
Het precieze motief van een bedreig<strong>in</strong>g is vaak ongewis. Dit is het geval bij 45 zaken. Bij 22<br />
bedreig<strong>in</strong>gen is alcoholgebruik of drugsgebruik <strong>in</strong> die z<strong>in</strong> <strong>in</strong> het spel dat dit een rol speelt bij<br />
de escalatie. Precies vier bedreig<strong>in</strong>gen zijn terug te voeren tot een zakelijk – f<strong>in</strong>ancieel –<br />
geschil tussen dader en slachtoffer. Voor acht zaken geldt dat de escalatie plaatsheeft <strong>in</strong> een<br />
kort tijdsbestek. We hebben dit getypeerd als impulsief gedrag.<br />
Bijna alle bedreig<strong>in</strong>gen die <strong>in</strong> een won<strong>in</strong>g worden geuit zijn zogenoemd huiselijk geweld, <strong>in</strong><br />
die z<strong>in</strong> dat de bedreig<strong>in</strong>gen worden geuit b<strong>in</strong>nen een relatie dan wel b<strong>in</strong>nen een gez<strong>in</strong>s- of<br />
familiesituatie. Dit soort geweld heeft vervolgens bijna zonder uitzonder<strong>in</strong>g een<br />
voorgeschiedenis die bekend is geraakt <strong>in</strong> de sociale omgev<strong>in</strong>g van dader en slachtoffer of bij<br />
professionals, zoals leerkrachten, maatschappelijk werkers en politiemensen. De zaak heeft<br />
met andere woorden een voorgeschiedenis en <strong>in</strong> die voorfase raken er signalen bekend bij<br />
derden. Dit biedt mogelijkheden tot preventief <strong>in</strong>grijpen en dat is een belangrijk<br />
aangrijp<strong>in</strong>gspunt bij de aanpak ervan.<br />
55
Ook andersoortige bedreig<strong>in</strong>gen hebben vaak een voorgeschiedenis, al kan het een voorfase<br />
van enkele uren betreffen. Dit laatste is bijvoorbeeld geregeld het geval bij bedreig<strong>in</strong>gen <strong>in</strong> de<br />
horeca: aan het delict gaan verbale ruzies vooraf of conflicten omtrent toegang of<br />
verwijder<strong>in</strong>g. De zakelijke ruzies slepen vaak ook al een tijd voort.<br />
Wapengebruik: bij een kwart van de bedreig<strong>in</strong>gen<br />
Bij 66 zaken (65%) gebruikt de dader geen wapen. Dit is wel het geval bij ruim een kwart van<br />
de bedreig<strong>in</strong>gen (26,5%, n=27). Het betreft 3 keer een mes en 3 keer een pistool. In de overige<br />
gevallen is gebruik gemaakt van allerhande wapentuig, zoals bakstenen, een hamer, een<br />
hangslot en een ijzeren buis.<br />
4.5.2 Daders: mannelijke recidivisten, woonachtig <strong>in</strong> <strong>Roermond</strong><br />
Geslacht en leeftijd: vooral mannen tussen de 26 en 55 jaar<br />
Bijna alle verdachten zijn mannen: 91,9% (n=68). Vijf verdachten zijn vrouwen en van één<br />
persoon staat het geslacht niet vermeld. Van 72 verdachten is de leeftijd bekend. De meeste<br />
verdachten zijn ouder dan 26 jaar en jonger dan 55 jaar (56,7%, n=42). Precies 12 verdachten<br />
zijn m<strong>in</strong>derjarig.<br />
Tabel 4.13 Leeftijd verdachten bedreig<strong>in</strong>g<br />
Leeftijd Aantal verdachten Percentage<br />
12-18 jaar 12 16,2%<br />
19-21 jaar 5 6,8%<br />
22-25 jaar 10 13,5%<br />
26-35 jaar 14 18,9 %<br />
36-45 jaar 14 18,9 %<br />
46-55 jaar 14 18,9 %<br />
56 jaar 3 4,1%<br />
Onbekend 2 2,7%<br />
Totaal 74 100,0%<br />
Etniciteit: slecht geregistreerd<br />
Het is opmerkelijk dat de etniciteit slordig wordt vermeld <strong>in</strong> BPS. En dat terwijl huiselijk<br />
geweld – een deelcategorie van dit delict – toch juist prioriteit geniet. De etniciteit is van<br />
slechts 21 verdachten bekend. Vijf van deze verdachten zijn Marokkaans, twee Nederlands en<br />
eveneens 2 verdachten zijn Turks, Antilliaans en Bosnisch. De 10 andere verdachten waarvan<br />
de etniciteit bekend is zijn afkomstig uit: België (1), Duitsland (1), Engeland (2), Iran (1), Irak<br />
(1), Italië (1), Somalië (1), Libanon (1) en de Molukken (1).<br />
56
Tabel 4.14 etniciteit verdachten bedreig<strong>in</strong>g<br />
Etniciteit Aantal verdachten Percentage<br />
Nederlands 2 2,7%<br />
Marokkaans 5 6,6%<br />
Turks 2 2,7%<br />
Antilliaans 2 2,7%<br />
Anders 10 13,5%<br />
Onbekend 53 71,6%<br />
Totaal 74 100,0%<br />
Woonplaats: geconcentreerd <strong>in</strong> <strong>Roermond</strong><br />
Van 72 verdachten is bekend waar zij wonen. De meerderheid woont <strong>in</strong> <strong>Roermond</strong>: 63,5%<br />
(n=47). De meeste verdachten wonen <strong>in</strong> het <strong>Roermond</strong>se Veld (13), de B<strong>in</strong>nenstad (10) of De<br />
Kemp (7). Drie verdachten wonen niet <strong>in</strong> Nederland, één verdachte is dakloos en één<br />
verdachte is illegaal. De resterende verdachten (27%) zijn afkomstig uit omr<strong>in</strong>gende<br />
gemeenten en steden, zoals Venlo (3x), Maastricht (1x), E<strong>in</strong>dhoven (1x) en Amsterdam (2x).<br />
Antecedenten: bijna 80% is recidivist<br />
Bijna tachtig procent van de verdachten (79,7%, n=59) heeft antecedenten. Precies 15<br />
verdachten (20,3%) zijn first offender.<br />
Er zijn 8 verdachten met één antecedent en 16 personen hebben tussen de 2 en 5 antecedenten<br />
opgebouwd. Er zijn 16 verdachten die beschikken over tenm<strong>in</strong>ste 6 en maximaal 10<br />
antecedenten. Er zijn, tenslotte, 19 verdachten met meer dan tien antecedenten. De top-5<br />
bestaat uit 3 verdachten met ieder 31 antecedenten, een verdachte met 49 antecedenten en één<br />
met 76.<br />
Tabel 4.15 Antecedenten verdachten bedreig<strong>in</strong>g<br />
Aantal antecedenten Categorie Aantal Percentage<br />
1 8 13,6%<br />
2 - 5 Meerpleger 16 27,1%<br />
6 - 10 Meer-<br />
/veelpleger<br />
16 27,1%<br />
Meer dan 10 <strong>Veel</strong>pleger 19 32,2%<br />
Totaal 59 100,0%<br />
Harddrugs: vaak onduidelijk (maar ook m<strong>in</strong>der relevant)<br />
Voor 60 verdachten geldt dat het onbekend of onduidelijk is of ze harddrugs gebruiken. Dit<br />
wordt waarschijnlijk niet systematisch vermeld, omdat de klassieke junkies geen belangrijke<br />
dadercategorie zijn.<br />
Van 13 verdachten staat vast dat ze harddrugs gebruiken. Tien verdachten staan te boek als<br />
drugsverslaafd.<br />
57
Arbeid: een derde is werkloos<br />
Van de 74 verdachten is ruim een derde werkloos (34%, n=25). Van 28 verdachten is het<br />
beroep onbekend. Elf verdachten zijn student en 3 verdachten zijn arbeidsongeschikt. Precies<br />
zeven verdachten werken, onder meer als vorkheftruckchauffeur, militair, oud ijzer handelaar.<br />
4.5.3 Slachtoffers<br />
Geslacht van het slachtoffer: gelijk verdeeld<br />
Iets meer dan de helft van de slachtoffers zijn mannen: <strong>in</strong> totaal 52 personen (53%). Er zijn<br />
b<strong>in</strong>nen onze steekproef 45 vrouwen het slachtoffer geworden van bedreig<strong>in</strong>g (46%).<br />
Als we het geslacht van het slachtoffer relateren aan de locatie van het plaats delict dan valt<br />
het volgende op. Vrouwen zijn relatief vaak slachtoffer geworden <strong>in</strong> een won<strong>in</strong>g. In totaal<br />
hebben we 40 zaken bestudeerd die plaats hadden <strong>in</strong> een won<strong>in</strong>g en dat leverde 27<br />
vrouwelijke slachtoffers op. Opvallend is dat met name mannen het slachtoffer van bedreig<strong>in</strong>g<br />
zijn op straat (15), <strong>in</strong> een bedrijfspand (10) of <strong>in</strong> een horecagelegenheid (8).<br />
Etniciteit: niet goed geregistreerd<br />
Het valt op dat de etniciteit van zeer veel slachtoffer niet goed wordt vermeld <strong>in</strong> BPS. Wat dit<br />
betreft gaat de aandacht nog altijd meer uit naar de daders, want daarvan wordt de etniciteit<br />
beduidend beter geregistreerd. Toch is <strong>in</strong>formatie over de etniciteit van het slachtoffer<br />
belangrijk, onder meer omdat het aanknop<strong>in</strong>gspunten biedt voor preventief beleid <strong>in</strong>dien zou<br />
blijken dat bepaalde groepen (etnisch of <strong>in</strong> wijken of op locaties, zoals de horeca) relatief<br />
vaak het slachtoffer worden van vormen van bedreig<strong>in</strong>g.<br />
Voor zover de etniciteit bekend is loopt deze uiteen. Het betreft namelijk drie Nederlanders,<br />
drie Turken, twee Marokkanen en een Sur<strong>in</strong>amer.<br />
Tabel 4.16 Etniciteit slachtoffers bedreig<strong>in</strong>g<br />
Etniciteit Aantal slachtoffers Percentage<br />
Nederlands 3 3,1%<br />
Marokkaans 2 2,1%<br />
Turks 3 3,1%<br />
Sur<strong>in</strong>aams 1 1,0%<br />
Onbekend 88 90,7%<br />
Totaal 97 100,0%<br />
Uit de sociale omgev<strong>in</strong>g van de dader<br />
Driekwart van de slachtoffers heeft geen antecedenten op zijn of haar naam (75,5%, n=77). In<br />
totaal hebben 18 slachtoffers antecedenten opgebouwd. Acht personen hebben één antecedent,<br />
7 slachtoffers tussen de 2 en 5 antecedenten en 3 slachtoffers tussen de 6 en 10 antecedenten.<br />
58
Een meerderheid (57,7%, n=56) van de slachtoffers leeft <strong>in</strong> dezelfde sociale kr<strong>in</strong>g als de<br />
dader. Dit houdt verband met de constater<strong>in</strong>g dat de bedreig<strong>in</strong>g vaak een voorgeschiedenis<br />
heeft <strong>in</strong> een sociaal milieu, vaak b<strong>in</strong>nen het gez<strong>in</strong>, familie of buurt, maar soms ook <strong>in</strong> kr<strong>in</strong>gen<br />
van horecabezoekers.<br />
In totaal zijn bij 56 zaken dader en slachtoffer kennissen of (gewezen?) vrienden van elkaar.<br />
Het valt op dat het bij slechts 9 zaken gaat om familie. Dit betekent dat het geweld <strong>in</strong><br />
won<strong>in</strong>gen niet zo vaak het klassieke huiselijke geweld betreft: geweld tussen man en vrouw.<br />
Het betreft vaker geweld tussen bekenden of tussen ongehuwde personen die wel een relatie<br />
hebben of hebben gehad.<br />
4.6 Mishandel<strong>in</strong>g<br />
We hebben bijna honderd mishandel<strong>in</strong>gen geanalyseerd: om precies te zijn 99. Dit levert<br />
<strong>in</strong>formatie op over 81 verdachten en over 87 slachtoffers.<br />
4.6.1 Het misdrijf: impulsief gedrag en disproportioneel geweld<br />
Plaats delict: vooral een won<strong>in</strong>g of de straat<br />
De mishandel<strong>in</strong>gen hebben voornamelijk op dezelfde soort locaties plaats als bedreig<strong>in</strong>gen.<br />
Precies 40 mishandel<strong>in</strong>gen (40%) worden <strong>in</strong> een won<strong>in</strong>g gepleegd en 37 (37%) op straat. Een<br />
substantieel percentage (12%, n=12) heeft plaats <strong>in</strong> de horeca.<br />
Verder zijn de bestudeerde zaken gepleegd <strong>in</strong> bedrijfspanden (2x), op school (2x), <strong>in</strong> de bus<br />
(1x) en <strong>in</strong> de gevangenis (1x).<br />
Mishandel<strong>in</strong>gen worden, anders dan bedreig<strong>in</strong>gen, relatief vaak ’s nachts gepleegd (46,5%,<br />
n=46). Precies 27 (27%) zaken hebben overdag plaats en 24 (24%) <strong>in</strong> de avonduren.<br />
Motief: relatief veel impulsief geweld<br />
Bij 38 zaken is sprake van impulsief gedrag. We bedoelen hiermee dat het geweld geen<br />
‘begrijpelijke’ voorgeschiedenis van weken, maanden of jaren. Het betreft <strong>in</strong> deze gevallen<br />
een conflict dat klaarblijkelijk <strong>in</strong> een kort tijdsbestek groeit en escaleert. Dit maakt het lastig<br />
om preventief <strong>in</strong> te grijpen, al kan het <strong>in</strong> een horecazaak wel gebeuren dat een mishandel<strong>in</strong>g<br />
voortkomt uit een spann<strong>in</strong>g die <strong>in</strong> enkele uren of m<strong>in</strong>uten is opgebouwd. Impulsief gedrag<br />
heeft vooral plaats op straat (16), <strong>in</strong> een won<strong>in</strong>g (11) of <strong>in</strong> de horeca (7).<br />
Bij 12 mishandel<strong>in</strong>gen is alcohol of drugs de belangrijkste reden van het geweld. Het gaat hier<br />
<strong>in</strong> zekere z<strong>in</strong> om impulsief gedrag, maar de ongeremdheid van de dader heeft bij deze<br />
mishandel<strong>in</strong>gen sterk te maken met (vooral) alcoholgebruik.<br />
59
We troffen 24 zaken aan die zijn terug te voeren tot een conflict <strong>in</strong> de relationele sfeer. Van<br />
deze zaken is het plaats delict tot 18 keer toe een won<strong>in</strong>g. Het gaat hier vaak om zogeheten<br />
huiselijk geweld.<br />
Bij vijf zaken had de mishandel<strong>in</strong>g te maken met een zakelijk dispuut (5x). Nog eens twee<br />
keer betrof het een dispuut <strong>in</strong> de wereld van de georganiseerde misdaad.<br />
Voor 15 zaken geldt dat het motief onduidelijk of onbekend is.<br />
Mishandel<strong>in</strong>g gaat bij maar liefst 75 zaken gepaard met disproportioneel geweld. Het betreft<br />
fysiek geweld, zoals slaan en schoppen, maar ook het gooien van voorwerpen (strijkijzer, fles)<br />
en bedreig<strong>in</strong>g met bijvoorbeeld een mes.<br />
Wapengebruik: bij 22 mishandel<strong>in</strong>gen<br />
Verreweg de meeste mishandel<strong>in</strong>gen worden met ‘handen en voeten’ gepleegd, want bij 72<br />
zaken (73%) is geen wapen <strong>in</strong> het spel. De geweldstoepass<strong>in</strong>g is vaak disproportioneel als er<br />
geen wapen wordt gebruikt. Dat is zo bij niet m<strong>in</strong>der dan 58 zaken.<br />
Bij 22 mishandel<strong>in</strong>gen is dit dus wel zo. Het betreft tot 12 keer toe een mes en 1 keer een<br />
vuurwapen. Bij negen mishandel<strong>in</strong>gen wordt een voorwerp of vervoermiddel als wapen<br />
gebruikt, op een dusdanige manier dat het gaat om gedrag dat <strong>in</strong> artikel 4 van de Wet Wapens<br />
en Munitie strafbaar is gesteld. Het betreft tot drie keer toe een auto, drie keer een bierfles,<br />
eenmaal een asbak, een ijzeren staaf en tenslotte één keer een strijkijzer. Wapengebruik gaat<br />
bij 17 zaken samen met disproportioneel geweld.<br />
4.6.2 De daders: mannelijke ‘Nederlandse’ recidivisten uit <strong>Roermond</strong><br />
Nederlandse daders<br />
Een ruime meerderheid van de verdachten is een man: 87,7%, (n=71). Negen verdachten zijn<br />
vrouwen en van één persoon staat het geslacht niet geregistreerd.<br />
Een meerderheid van de verdachten is van Nederlandse komaf: 65,4% (n=53). Deze categorie<br />
wordt op afstand gevolgd door 6 verdachten met de Marokkaanse etniciteit. Verder troffen we<br />
aan: 4 Duitse verdachten, 5 verdachten van Turkse komaf, 5 Britten en 4 Antilliaanse<br />
verdachten. Andere etniciteiten zijn: Somalisch (1), Servisch (1), Bosnisch (1),<br />
Azerbeidzjaans (1)<br />
60
Tabel 4.17 Etniciteit verdachten mishandel<strong>in</strong>g<br />
Etniciteit Aantal verdachten Percentage<br />
Nederlands 53 65,4%<br />
Marokkaans 6 7,4%<br />
Turks 5 6,2%<br />
Antilliaans 4 4,9%<br />
Anders 13 16,1%<br />
Totaal 81 100,0%<br />
Vooral tw<strong>in</strong>tigers en dertigers<br />
Van 79 verdachten is de leeftijd bekend. De meeste verdachten vallen <strong>in</strong> de categorie van 22<br />
tot 45 jaar: 59,2% (n=48). Ruim 27% van de verdachten is tussen de 26 en 35 jaar oud. Er zijn<br />
10 m<strong>in</strong>derjarige verdachten (tussen de 12 en 18 jaar), 9 jongvolwassen verdachten (tussen de<br />
19 en 21 jaar) en 12 verdachten zijn ouder zijn dan 46 jaar.<br />
Tabel 4.18 Leeftijd verdachten mishandel<strong>in</strong>g<br />
Leeftijd Aantal verdachten Percentage<br />
12-18 jaar 10 12,3%<br />
19-21 jaar 9 11,1%<br />
22-25 jaar 13 16,0%<br />
26-35 jaar 22 27,2%<br />
36-45 jaar 13 16,0%<br />
46-55 jaar 8 9,9%<br />
56 jaar of ouder 4 4,9%<br />
Onbekend 2 2,5%<br />
Totaal 81 100,0%<br />
Woonplaats: geconcentreerd <strong>in</strong> <strong>Roermond</strong><br />
Van de verdachtenpopulatie (n=81) wonen er 60 <strong>in</strong> <strong>Roermond</strong>. B<strong>in</strong>nen <strong>Roermond</strong> bestaat de<br />
top-4 uit het <strong>Roermond</strong>se Veld (13), de B<strong>in</strong>nenstad (9), De Kemp (9) en Sterrenberg (6). Drie<br />
verdachten wonen <strong>in</strong> Duitsland, twee op legerbasis Elmpt. Ten slotte beschikken drie<br />
verdachten niet over een vaste woon- of verblijfplaats.<br />
Antecedenten: 80% is recidivist<br />
Ruim 80% (n=65) van de verdachten van mishandel<strong>in</strong>g heeft antecedenten. Van alle<br />
recidivisten is 21,5% (n=14) van de verdachten eenmaal veroordeeld.<br />
Er zijn <strong>in</strong> totaal 31 (47,7%) recidivisten met tussen de 2 en 10 antecedenten, waaronder 22<br />
recidivisten met tussen de 2 en 5 antecedenten, en 9 recidivisten met tussen de 6 en 10<br />
antecedenten. De verdachtenpopulatie telt 20 personen met meer dan 10 antecedenten<br />
(30,8%). Enkele uitermate actieve veelplegers zijn een dader met 45 antecedenten, één met 75<br />
en de veelpleger die de kroon spant heeft niet m<strong>in</strong>der dan 140 antecedenten opgebouwd.<br />
61
Tabel 4.19 Antecedenten verdachten mishandel<strong>in</strong>g<br />
Aantal antecedenten Categorie Aantal Percentage<br />
1 14 21,5%<br />
2 - 5 Meerpleger 22 33,9%<br />
6 - 10 Meer-<br />
/veelpleger<br />
9 13,8%<br />
Meer dan 10 <strong>Veel</strong>pleger 20 30,8%<br />
Totaal 65 100,0%<br />
Harddrugs en alcohol: alcohol is een groter probleem<br />
Van 13 verdachten (16%) is bekend dat zij harddrugs gebruiken. Negen van hen zijn hieraan<br />
verslaafd. Het staat van 15 verdachten vast dat ze geen harddrugs gebruiken.<br />
Voor een meerderheid van de verdachten geldt dat uit de registratie valt op te maken dat ze<br />
met een ‘alcoholprobleem’ kampen en dat dit een rol – niet perse als hoofdmotief – heeft<br />
gespeeld bij het delict of de voorgeschiedenis daarvan. Over zes verdachten staat vermeld dat<br />
zij kampen met een zware alcoholverslav<strong>in</strong>g.<br />
Arbeid: vaak werkloos of een laag betaalde baan<br />
Over 81 verdachten staat <strong>in</strong> de registratie iets vermeld over werk of opleid<strong>in</strong>g. Van de totale<br />
populatie – dus van de 81 verdachten - is ruim een vijfde werkloos: 22% (n=18). Ruim een<br />
derde van de verdachten heeft een baan en van 10 verdachten is bekend dat zij een opleid<strong>in</strong>g<br />
volgen. Twee verdachten zijn arbeidsongeschikt. Voor zover de verdachten werken betreft het<br />
eenvoudig en monotoon, en dus laag betaald werk.<br />
4.6.3 Slachtoffers<br />
De meeste slachtoffers van mishandel<strong>in</strong>g zijn vrouwen: 54% (n=47). De overige slachtoffers<br />
zijn dus een man.<br />
Bijna zestig procent van de slachtoffers heeft de Nederlandse etniciteit: het gaat om precies te<br />
zijn om 58,6% (n=51). Het is verder bekend dat er 10 Turkse en 4 Marokkaanse personen<br />
slachtoffer zijn. De resterende slachtoffers waarvan de etniciteit bekend is, zijn afkomstig uit:<br />
Bulgarije (1), Djibouti (1), Polen (1), Servië (1), Wit-Rusland (1) en het Verengd Kon<strong>in</strong>krijk<br />
(1). Van 18,4% (n=16) staat opmerkelijk genoeg niet geregistreerd wat de etniciteit is.<br />
Tabel 4.20 Etniciteit slachtoffers mishandel<strong>in</strong>g<br />
Etniciteit Aantal slachtoffers Percentage<br />
Nederlands 51 58,6%<br />
Marokkaans 4 4,6%<br />
Turks 10 11,5%<br />
Anders 6 6,9%<br />
Onbekend 16 18,4%<br />
Totaal 87 100,0%<br />
62
De meeste slachtoffers zijn tussen de 26 en 35 jaar oud (23,0%, n=20) of tussen de 36 en 45<br />
jaar (21,8%, n=19). Er zijn 10 m<strong>in</strong>derjarige slachtoffers 12 slachtoffers vallen <strong>in</strong> de<br />
leeftijdscategorie van 22 tot en met 25 jaar. In totaal 14 slachtoffers zijn ouder dan 46 jaar.<br />
Tabel 4.21 Leeftijd slachtoffers mishandel<strong>in</strong>g<br />
Leeftijd Aantal slachtoffers Percentage<br />
12-18 jaar 10 11,5%<br />
19-21 jaar 9 10,3%<br />
22-25 jaar 12 13,8%<br />
26-35 jaar 20 23,0%<br />
36-45 jaar 19 21,8%<br />
46-55 jaar 7 8,0%<br />
56 jaar of ouder 7 8,0%<br />
Onbekend 3 3,4%<br />
Totaal 87 100,0%<br />
Bijna een derde heeft antecedenten<br />
Bijna een derde van de slachtoffers heeft antecedenten: 31% (n=27). Zestig verdachten zijn<br />
dus first offender (69%). Van de slachtoffers met antecedenten hebben 12 personen één<br />
antecedent. Precies 9 slachtoffers hebben tussen de 2 en 5 antecedenten en 3 personen tussen<br />
de 6 en 10. Twee personen hebben 11 of meer antecedenten. De één heeft 32 antecedenten en<br />
de ander 13.<br />
Verhoud<strong>in</strong>g dader en slachtoffer: vaak bekenden van elkaar<br />
Bij 38 zaken (38%) zijn dader en slachtoffer onbekenden van elkaar. Bij veel andere zaken –<br />
<strong>in</strong> totaal 35 (35%) – zijn (waren?) dader en slachtoffer vrienden van elkaar. Bij weer 17<br />
andere zaken (17%) gaat het om familieleden. Voor 9 zaken geldt dat het onduidelijk is wat<br />
de verhoud<strong>in</strong>g tussen dader en slachtoffer is.<br />
Het valt dus, net als bij bedreig<strong>in</strong>gen, op dat dader en slachtoffer vaak uit dezelfde sociale<br />
kr<strong>in</strong>gen komen. Tel hier nog bij op dat de slachtoffers van bedreig<strong>in</strong>g en mishandel<strong>in</strong>g relatief<br />
vaak – dat wil zeggen vaker beduidend vaker dan bij de andere onderzochte delicten – over<br />
antecedenten beschikken. Dit is een <strong>in</strong>dicatie voor wat diffuus slachtoffer-/daderschap wordt<br />
genoemd. We lichten (onder andere) dit toe <strong>in</strong> de afsluitende analyserende paragraaf.<br />
4.7 Aangifteloze delicten en radicaliser<strong>in</strong>g<br />
We richten ons <strong>in</strong> dit onderzoek op delicten waarvan veelvuldig aangifte wordt gedaan. Dit is<br />
<strong>in</strong> overeenstemm<strong>in</strong>g met de strekk<strong>in</strong>g van de onderzoeksvragen, maar het levert strikt<br />
genomen een vertekend beeld op, <strong>in</strong> die z<strong>in</strong> dat er ook delicten zijn waar niet zo snel aangifte<br />
van wordt gedaan. De precieze omvang van deze delicten valt moeilijker <strong>in</strong> kaart te brengen.<br />
63
Hoewel dit buiten dit onderzoek valt, willen we wijzen op drie verschijnselen waarop<br />
verschillende respondenten en (soms) andere bronnen de aandacht vestigen:<br />
• Er hebben delicten plaats ‘achter de voordeur’. Het betreft deels het klassieke<br />
‘huiselijke geweld’, zoals geweld tussen mensen die een relatie met elkaar hebben of<br />
hebben gehad. Dit soort geweld wordt vandaag de dag eerder gespot door onder meer<br />
de politie, de politie treedt eerder op en er wordt eerder tot aanhoud<strong>in</strong>g en vervolg<strong>in</strong>g<br />
overgegaan. Dit neemt niet weg dat respondenten – dat wil zeggen mensen waarmee<br />
we een vraaggesprek hebben gevoerd, maar ook mensen die we op straat hebben<br />
gesproken – de aandacht vestigen op de kwetsbare positie van vrouwen en jongen<br />
meisjes b<strong>in</strong>nen bepaalde gez<strong>in</strong>nen <strong>in</strong> een achterstandspositie. De respondenten wijzen<br />
op ‘verborgen geweld’ tegen meisjes. Ze zijn <strong>in</strong> bepaalde autochtone kr<strong>in</strong>gen bezorgd<br />
over mogelijk seksueel misbruik van (jonge) vrouwen.<br />
• Drugshandel is een zogeheten consensual crime, hetgeen betekent dat dealer en<br />
verslaafde elkaar weten te v<strong>in</strong>den en een gezamenlijk belang hebben bij het<br />
afschermen ervan. Dit geldt ook voor de teelt van softdrugs: teler en afnemer doen<br />
zaken en wensen geen pottenkijkers. Een relatief groot maar onbekend deel van de<br />
drugsdelicten wordt dan ook niet geregistreerd. Respondenten wijzen erop dat<br />
<strong>Roermond</strong> de nodige drugshandel en drugsoverlast telt, al voegen ze daar zonder<br />
uitzonder<strong>in</strong>g aan toe dat het geen stempel drukt op wijken of buurten, zoals dat <strong>in</strong><br />
bijvoorbeeld Venlo, Maastricht of Heerlen wel het geval was of is.<br />
• Naar aanleid<strong>in</strong>g van <strong>in</strong>cidenten met Lonsdalers en negatieve publiciteit over racisme,<br />
is er onderzoek gedaan <strong>in</strong> Noord en Midden Limburg naar extreem gedrag van<br />
jongeren (Moors, 2007). Het onderzoek wijst uit dat <strong>Roermond</strong> geen specifiek<br />
probleem heeft met extreem gedrag, onwenselijke polarisatie of radicaliser<strong>in</strong>g, maar er<br />
wordt wel een gevoelige situatie geconstateerd. Jongeren, maar ook bewoners <strong>in</strong><br />
achterstandswijken, geven aan dat zij zich geïsoleerd en <strong>in</strong> de steek gelaten voelen. Ze<br />
ervaren dit als een mogelijke voed<strong>in</strong>gsbodem voor agressie en etnische spann<strong>in</strong>gen.<br />
Het reeds uitgevoerde onderzoek geeft volgens ons - en volgens respondenten - niet<br />
scherp aan wat nu precies de mate en aard van polarisatie of radicaliser<strong>in</strong>g is <strong>in</strong><br />
<strong>Roermond</strong>. Een antwoord op deze vragen vergt nader onderzoek op lokaal niveau. Dit<br />
lijkt te meer relevant omdat sommige respondenten menen dat zij meer beg<strong>in</strong>nende<br />
radicaliser<strong>in</strong>g constateren dan Moors. We kunnen hierover op basis van ons onderzoek<br />
naar veel<strong>voorkomende</strong> <strong>crim<strong>in</strong>aliteit</strong> geen uitsluitsel geven.<br />
4.8 Patronen en oorzaken<br />
a. Concentraties: geografisch en sociaal<br />
De profielanalyse attendeert op enkele concentraties van het lokale <strong>crim<strong>in</strong>aliteit</strong>spatroon. Het<br />
betreft <strong>in</strong> de eerste plaats geografische concentratie. Deze concentratie komt het meest<br />
duidelijk naar voren uit de woonplaats van de daders. Voor zowel won<strong>in</strong>g<strong>in</strong>braak, auto<strong>in</strong>braak,<br />
bedreig<strong>in</strong>g als mishandel<strong>in</strong>g geldt dat het <strong>Roermond</strong>se Veld en de B<strong>in</strong>nenstad de top-<br />
64
2 vormen. Er wonen, b<strong>in</strong>nen onze steekproef, ook relatief veel daders van bedreig<strong>in</strong>g en<br />
mishandel<strong>in</strong>g <strong>in</strong> De Kemp. De concentratie kent wel zijn grenzen, want de daders van<br />
straatroof wonen bijvoorbeeld juist verspreid over de stad.<br />
Deze concentratie hangt samen met de kwetsbaarheid van bepaalde wijken en groepen. De<br />
kwetsbaarheid van het <strong>Roermond</strong>se Veld hangt samen met lokale sociale structuren, terwijl<br />
die van de B<strong>in</strong>nenstad eerder heeft te maken met gelegenheidsstructuren.<br />
b. Kwetsbare wijken: achterstanden<br />
De kwetsbare wijken <strong>in</strong> <strong>Roermond</strong> kennen veel armoede en marg<strong>in</strong>aliteit. Dit geldt het meest<br />
voor het <strong>Roermond</strong>se Veld (zie a), en <strong>in</strong> m<strong>in</strong>der mate voor de Donderberg en De Kemp, maar<br />
<strong>in</strong> Donderberg juist weer wel <strong>in</strong> de Componistenbuurt. De armoede en marg<strong>in</strong>aliteit komen tot<br />
uitdrukk<strong>in</strong>g <strong>in</strong> kengetallen: daar is de werkloosheid hoog en het <strong>in</strong>komen laag. In bepaalde<br />
gez<strong>in</strong>nen en families heerst al van generatie op generatie armoede en marg<strong>in</strong>aliteit.<br />
Uit de profielanalyse blijkt dat relatief veel daders werkloos zijn of laag betaalde arbeid<br />
verrichten. Voor wat werkloosheid betreft troffen we het volgende aan:<br />
• Won<strong>in</strong>g<strong>in</strong>braak: van 31 verdachten <strong>in</strong>formatie over opleid<strong>in</strong>g of arbeidspositie; 18<br />
werkloze verdachten.<br />
• Auto-<strong>in</strong>braak: van 44 verdachten <strong>in</strong>formatie over opleid<strong>in</strong>g of arbeidspositie; 27<br />
werkloze verdachten.<br />
• Straatroof: van 28 verdachten <strong>in</strong>formatie over opleid<strong>in</strong>g of beroep; 10 werkloze<br />
verdachten (en 2 arbeidsongeschikten).<br />
• Bedreig<strong>in</strong>g: van 46 verdachten <strong>in</strong>formatie over opleid<strong>in</strong>g of beroep; 25 werkloze<br />
verdachten (en 3 arbeidsongeschikten).<br />
• Mishandel<strong>in</strong>g: van 58 verdachten <strong>in</strong>formatie over opleid<strong>in</strong>g of beroep; 18 werkloze<br />
verdachten (en 2 arbeidsongeschikten).<br />
Armoede leidt bepaald niet perse of automatisch tot <strong>crim<strong>in</strong>aliteit</strong> en overlast. Immers, de<br />
meeste mensen met een laag <strong>in</strong>komen plegen nu eenmaal geen delicten. De <strong>crim<strong>in</strong>aliteit</strong> en<br />
overlast liggen ook besloten <strong>in</strong> de leefstijl en cultuur van een deel van de autochtone en<br />
allochtone bewoners van deze wijken. Die cultuur keurt bepaalde vormen van norm- en<br />
regeloverschrijdend gedrag goed. Dit heeft vergaande gevolgen: alleen armoedebestrijd<strong>in</strong>g<br />
(hoe nodig ook) helpt niet, want de oorzaken van <strong>crim<strong>in</strong>aliteit</strong> schuilen ook <strong>in</strong> gewortelde<br />
culturen en leefstijlen (zie i). De meeste kansen zouden de jongeren nog moeten krijgen en<br />
grijpen, al baart juist het jongerengedrag zorgen.<br />
c. Een klassieke dadergroep: de drunkies<br />
<strong>Roermond</strong> kent een omvangrijke groep zogeheten ‘drunkies’: alcohol- en drugsverslaafden.<br />
De schatt<strong>in</strong>gen van onze respondenten lopen uiteen van 120 tot 200 personen. Middels het<br />
‘Drang & Dwang’-project wordt deze groep uit het centrum van <strong>Roermond</strong> geweerd en<br />
richt<strong>in</strong>g zorg<strong>in</strong>stell<strong>in</strong>gen geleid. Het aandeel van deze categorie onder de daders lijkt kle<strong>in</strong>er<br />
te worden en het aandeel van de jeugd en jongvolwassenen <strong>in</strong> de misdaadstatistieken groeit.<br />
65
Toch zien we deze groep of categorie bij de volgende delicten terug als substantiële<br />
dadergroep:<br />
• Won<strong>in</strong>g<strong>in</strong>braak: van 27 daders bevat BPS <strong>in</strong>formatie over harddrugsgebruik; 12<br />
daders zijn verslaafd aan harddrugs. De totale steekproef telt 53 verdachten; de kans is<br />
groot dat de meeste verdachten waarover niets wordt verteld over het<br />
harddrugsgebruik niet verslaafd zijn.<br />
• Auto-<strong>in</strong>braak: van 24 daders bevat BPS <strong>in</strong>formatie over harddrugsgebruik; 19 daders<br />
zijn verslaafd aan harddrugs. De totale steekproef telt 62 verdachten; de kans is groot<br />
dat de meeste verdachten waarover niets wordt verteld over het harddrugsgebruik niet<br />
verslaafd zijn.<br />
<strong>Roermond</strong> is een prom<strong>in</strong>ente stad <strong>in</strong> Midden-Limburg. De stad is voor alcohol- en<br />
drugsverslaafden uit omr<strong>in</strong>gende gemeenten om meerdere redenen aantrekkelijk. Het aanbod<br />
van verdovende middelen is groter, er zijn opvangvoorzien<strong>in</strong>gen en illegale verblijfsplaatsen.<br />
De anonimiteit is ook groter dan <strong>in</strong> omr<strong>in</strong>gende plattelandsgemeenten. Deze<br />
aantrekk<strong>in</strong>gskracht draagt bij aan de <strong>crim<strong>in</strong>aliteit</strong> en overlast van verslaafden <strong>in</strong> <strong>Roermond</strong>.<br />
d. Transitie: aanwas van allochtone daders<br />
<strong>Roermond</strong> is een stad <strong>in</strong> beweg<strong>in</strong>g (zie f). Dit komt onder meer tot uitdrukk<strong>in</strong>g <strong>in</strong> de<br />
pluraliser<strong>in</strong>g van de bevolk<strong>in</strong>gssamenstell<strong>in</strong>g. Het aantal allochtonen, <strong>in</strong>clusief het aantal niet<br />
Westerse allochtone, is gestaag gegroeid <strong>in</strong> de afgelopen decennia. Dit heeft onder meer<br />
geresulteerd <strong>in</strong> de aanwas van (jonge) allochtone daders. Het valt op dat het gaat om daders<br />
met nogal uiteenlopende etniciteiten. De profielanalyse levert de volgende <strong>in</strong>formatie op:<br />
• Won<strong>in</strong>g<strong>in</strong>braak: van 38 van de 53 verdachten is de etniciteit bekend; het gaat bij 21<br />
zaken niet om een dader met de Nederlandse etniciteit.<br />
• Auto-<strong>in</strong>braak: van 53 van de 62 verdachten is de etniciteit bekend; het gaat bij 20<br />
zaken niet om een dader met de Nederlandse etniciteit.<br />
• Straatroof: van 31 van de 40 verdachten is de etniciteit bekend; het gaat bij 18 zaken<br />
niet om een dader met de Nederlandse etniciteit.<br />
• Bedreig<strong>in</strong>g: opmerkelijk genoeg is van slechts 21 van de 74 verdachten de etniciteit<br />
bekend; het gaat bij 19 zaken niet om een dader met de Nederlandse etniciteit.<br />
• Mishandel<strong>in</strong>g: van alle 81 verdachten is de etniciteit bekend; het gaat bij 28 zaken niet<br />
om een dader met de Nederlandse etniciteit.<br />
e. Aanwas van jonge daders<br />
Het aandeel van jongeren van 12 tot en met 21 jaar is substantieel. Het precieze aandeel<br />
verschilt per delict (het aandeel is het hoogst bij straatroof en laagst bij bedreig<strong>in</strong>g), maar het<br />
verklaart mede de hoge misdaadscores die <strong>Roermond</strong> vandaag de dag heeft. Bij de aanpak van<br />
de <strong>crim<strong>in</strong>aliteit</strong> van deze jonge daders is urgentie geboden, omdat het gevaar bestaat dat ze de<br />
meerplegers van vandaag en de veelplegers van morgen zijn (zie h). De profielanalyse levert<br />
de volgende <strong>in</strong>formatie op:<br />
• Won<strong>in</strong>g<strong>in</strong>braak: <strong>in</strong> totaal 53 verdachten; 13 daders zijn tussen de 12 en 18 jaar, en 7<br />
daders tussen de 19 en 21 jaar.<br />
66
• Auto-<strong>in</strong>braak: <strong>in</strong> totaal 62 verdachten; 12 daders zijn tussen de 12 en 18 jaar, en 10<br />
daders tussen de 19 en 21 jaar.<br />
• Straatroof: <strong>in</strong> totaal 40 verdachten; 19 daders zijn tussen de 12 en 18 jaar, en 10 daders<br />
tussen de 19 en 21 jaar.<br />
• Bedreig<strong>in</strong>g: van <strong>in</strong> totaal 72 verdachten is de leeftijd bekend; 12 daders zijn tussen de<br />
12 en 18 jaar, en 5 daders tussen de 19 en 21 jaar.<br />
• Mishandel<strong>in</strong>g: van <strong>in</strong> totaal 79 verdachten is de leeftijd bekend; 10 daders zijn tussen<br />
de 12 en 18 jaar, en 9 daders tussen de 19 en 21 jaar.<br />
f. Een stad <strong>in</strong> beweg<strong>in</strong>g: crim<strong>in</strong>ele gelegenheidsstructuren<br />
<strong>Roermond</strong> is een stad met we<strong>in</strong>ig <strong>in</strong>woners, maar ze telt tegelijkertijd veel bezoekers. Dit<br />
hangt samen met de centrumfunctie die de stad vervult door het aanbod van w<strong>in</strong>kels,<br />
recreatiemogelijkheden, horeca en tal van voorzien<strong>in</strong>gen, van onderwijs<strong>in</strong>stell<strong>in</strong>gen tot aan<br />
het aanbod van zorg en opvang, bijvoorbeeld ook voor drugsverslaafden. Hier komt nog eens<br />
bij dat de stad op steenworp afstand ligt van Duitsland en België. De bereikbaarheid van<br />
<strong>Roermond</strong> neemt enorm toe door de bijna voltooide aanleg van een goede snelwegverb<strong>in</strong>d<strong>in</strong>g.<br />
Tel hierbij op dat de aantrekk<strong>in</strong>gskracht van <strong>Roermond</strong> ook nog eens verder toe zal nemen<br />
omdat de lokale economie naar alle waarschijnlijkheid zal blijven groeien.<br />
Tabel 4.22 Overzicht <strong>in</strong>woners <strong>Roermond</strong><br />
2006 2007<br />
Inwoners<br />
<strong>Roermond</strong><br />
Leeftijd (%)<br />
Aantal (absoluut) 45.460 54.250<br />
Autochtonen (%) 86 88<br />
Allochtonen (%) 14 12<br />
0 t/m 15 jaar 17 16<br />
16 t/m 24 jaar 12 11<br />
25 t/m 44 jaar 29 28<br />
45 t/m 64 jaar 28 28<br />
65 jaar en ouder 15 16<br />
* De toename van het aantal <strong>in</strong>woners is het gevolg van de toevoeg<strong>in</strong>g van<br />
Swalmen tot <strong>Roermond</strong><br />
Bron: CBS<br />
De stad is dus volop <strong>in</strong> beweg<strong>in</strong>g. Naast het economische en commerciële succes van de stad<br />
valt op dat de bevolk<strong>in</strong>gssamenstell<strong>in</strong>g ook pluriformer is geworden. Het aantal allochtone<br />
bewoners is gestaag toegenomen. In de wijken en buurten met een pluriforme samenstell<strong>in</strong>g<br />
zijn de <strong>in</strong>komens laag. Dat geldt ook voor de traditionele autochtone bewoners van deze<br />
wijken en buurten.<br />
Al deze beweg<strong>in</strong>gen <strong>in</strong> de stad resulteren bij elkaar opgeteld <strong>in</strong> crim<strong>in</strong>ele<br />
gelegenheidsstructuren. Er zijn mensen op straat en <strong>in</strong> het alledaagse sociale verkeer stuiten<br />
potentiële daders op mogelijke slachtoffers en doelwitten, zoals auto’s of (op dat moment<br />
verlaten) won<strong>in</strong>gen. Uit ons onderzoek blijkt dat relatief veel daders afkomstig zijn uit de<br />
67
kwetsbare buurten <strong>in</strong> <strong>Roermond</strong>: de ene keer zijn het autochtone daders en de andere keer<br />
allochtonen.<br />
g. Delicten met een voorgeschiedenis<br />
De profielanalyse toont aan dat met name bedreig<strong>in</strong>gen en mishandel<strong>in</strong>g een voorgeschiedenis<br />
kennen: soms van uren (<strong>in</strong> de horeca), maar vaak van weken, maanden of zelfs jaren. Hiermee<br />
hangt samen dat er over de achterliggende of eerdere conflicten signalen bekend raken: <strong>in</strong> de<br />
sociale omgev<strong>in</strong>g van daders en slachtoffers, maar ook bij professionele <strong>in</strong>stanties. Die<br />
professionele <strong>in</strong>stantie is bij veel zaken de politie, maar ook maatschappelijke <strong>in</strong>stell<strong>in</strong>gen,<br />
onderwijs<strong>in</strong>stell<strong>in</strong>gen, scholen, medici en corporaties zullen er vaak van op de hoogte raken.<br />
Dit biedt belangrijke aanknop<strong>in</strong>gspunten bij de aanpak ervan, want (vroeg)signaler<strong>in</strong>g maakt<br />
het mogelijk om <strong>in</strong> te grijpen: preventief, repressief of met maatregelen daar tussen<strong>in</strong> die we<br />
betitelen als prepressie. We gaan hier bij de aanbevel<strong>in</strong>gen nader op <strong>in</strong>. Hier beperken we ons<br />
tot de constater<strong>in</strong>g dat het bij de uit de hand gelopen zaken niet doeltreffend is <strong>in</strong>gegrepen om<br />
dit te voorkomen. Nu is er ongetwijfeld een categorie conflicten die haast onvermijdelijk<br />
escaleert en het is ook waar dat escalatie een momentum is om – dit keer – doeltreffend <strong>in</strong> te<br />
grijpen.<br />
Hier staat tegenover dat respondenten van verschillende <strong>in</strong>stanties – uit preventieve en<br />
repressieve hoek – erkennen dat <strong>Roermond</strong> nog geen sluitende “ketenaanpak” om slepende<br />
conflicten vroegtijdig te onderkennen en doeltreffend aan te pakken. Stuk voor stuk<br />
benadrukken de respondenten dat het juist bij bedreig<strong>in</strong>gen en mishandel<strong>in</strong>gen – of bij<br />
“huiselijk geweld”- eerder en doortastender op te treden. Ze wijzen daarbij op de<br />
problematische leef- en opvoed<strong>in</strong>gssituatie <strong>in</strong> een categorie <strong>Roermond</strong>se gez<strong>in</strong>nen.<br />
Respondenten wijzen op grote leerachterstanden, gez<strong>in</strong>sbreed drankgebruik, slechte<br />
eetpatronen, gebroken gez<strong>in</strong>nen, gez<strong>in</strong>sconflicten, psychische problemen en vetes of<br />
conflicten <strong>in</strong> straten, wijken en b<strong>in</strong>nen of tussen families. Sommige respondenten wijzen erop<br />
dat dit soort problemen duidelijk voor het voetlicht kwam door de schokkende brand op 12<br />
juli 2002, waarbij 6 k<strong>in</strong>deren uit één gez<strong>in</strong> om het leven kwamen. Ze v<strong>in</strong>den dat de alertheid<br />
voor dit soort zaken door deze ramp is toegenomen, <strong>in</strong> comb<strong>in</strong>atie met de (landelijke)<br />
aandacht voor huiselijk geweld en opvoed<strong>in</strong>gsproblemen, maar ze hopen op extra<br />
<strong>in</strong>vester<strong>in</strong>gen <strong>in</strong> de aanpak van dit soort geweld en de oorzaken daarvan. De profielanalyse<br />
bevestigt het belang hiervan, want naast calculerende delicten of gelegenheidsdelicten levert<br />
het geweld dat wortelt <strong>in</strong> sociale problemen of misstanden een bijdrage aan het huidige<br />
volume van de <strong>crim<strong>in</strong>aliteit</strong> <strong>in</strong> <strong>Roermond</strong>.<br />
Het valt niet alleen op dat daders en slachtoffers van bedreig<strong>in</strong>gen en vooral mishandel<strong>in</strong>gen<br />
vaak uit dezelfde sociale kr<strong>in</strong>gen komen. De slachtoffers van deze delicten beschikken relatief<br />
vaak over antecedenten:<br />
• Bedreig<strong>in</strong>g: van de 97 slachtoffers hebben er 18 antecedenten<br />
• Mishandel<strong>in</strong>g: van de 87 slachtoffers hebben er 27 antecedenten<br />
Dit is een <strong>in</strong>dicatie voor wat diffuus slachtoffer-/daderschap wordt genoemd. We bedoelen<br />
hiermee dat de slachtoffers van het ene moment de dader op het andere moment geweest <strong>in</strong><br />
68
het conflict geweest kan zijn. Dit betekent dat er <strong>in</strong> feite meerdere daders zijn en dat het de<br />
vraag is wanneer tegen wie repressief of preventief zou moeten worden opgetreden.<br />
h. Crim<strong>in</strong>ele loopbanen: tijdige preventie en repressie<br />
Uit onderzoek van Slotboom en Wiebrens (2003) blijkt dat de kans op recidive fors stijgt als<br />
daders ongeveer zes antecedenten hebben opgebouwd. Hoewel er verschillen bestaan per<br />
delict en dadergroep, is het <strong>in</strong> elk geval belangrijk om onderscheid te maken tussen personen<br />
met 2 tot 5 antecedenten en daders met tenm<strong>in</strong>ste 6 antecedenten. Het is belangrijk dat met<br />
name bij jonge verdachten de kans op recidive fors stijgt <strong>in</strong>dien ze over zes antecedenten<br />
beschikken, en zeker als ze deze <strong>in</strong> kort tijdsbestek opbouwen en het onder andere<br />
geweldsdelicten betreft. De les luidt dat het belangrijk is om vroegtijdig daadkrachtig <strong>in</strong> te<br />
grijpen, dan wil zeggen reeds vanaf bij het tweede delict en zeker voor het vijfde, omdat het<br />
po<strong>in</strong>t of no return dan al bereikt kan zijn (Slotboom en Wiebrens, 2004). 13 Zo mogelijk<br />
preventief, maar ook met repressie of met serieuze dreig<strong>in</strong>g daarmee kan maar beter niet te<br />
lang worden gewacht, omdat een crim<strong>in</strong>ele loopbaanpad dus als na vijf of zes antecedenten<br />
<strong>in</strong>geslagen kan zijn.<br />
Uit de profielanalyse blijkt het aandeel van personen met 2 tot 5 antecedenten per delict als<br />
volgt te zijn:<br />
• Won<strong>in</strong>g<strong>in</strong>braak: 4 verdachten<br />
• Auto-<strong>in</strong>braak: 9 verdachten<br />
• Straatroof: 9 verdachten<br />
• Bedreig<strong>in</strong>g: 16 verdachten<br />
• Mishandel<strong>in</strong>g: 22 verdachten<br />
i. Culturele verklar<strong>in</strong>gen: <strong>crim<strong>in</strong>aliteit</strong>sbevorderende levensstijlen<br />
De oorzaken schuilen ook <strong>in</strong> cultuurpatronen. Die zijn deels het product van sociaaleconomische<br />
leefomstandigheden, maar het is ook een oorzaak op zich. Het gaat <strong>in</strong> <strong>Roermond</strong><br />
onder meer om de culturen <strong>in</strong> autochtone gez<strong>in</strong>nen en families met hoge werkloosheid, soms<br />
van generatie op generatie. De kwetsbare wijken kennen veel armoede en marg<strong>in</strong>aliteit. Dit is<br />
<strong>in</strong> bepaalde autochtone gez<strong>in</strong>nen en families als zo van generatie op generatie. De<br />
<strong>crim<strong>in</strong>aliteit</strong> en overlast liggen ook besloten <strong>in</strong> de leefstijl en cultuur van een deel van de<br />
autochtone bewoners van deze wijken. Die cultuur keurt bepaalde vormen van norm- en<br />
regeloverschrijdend gedrag goed. Dit heeft vergaande gevolgen: alleen armoedebestrijd<strong>in</strong>g<br />
(hoe nodig ook) helpt niet, want het gaat namelijk ook om gewortelde culturen en leefstijlen.<br />
De meeste kansen zouden de jongeren nog moeten krijgen en grijpen, al baart juist het<br />
jongerengedrag en de aanwas van jonge daders zorgen.<br />
De autochtone gez<strong>in</strong>sproblematiek komt concreet – op microniveau dus - tot uitdrukk<strong>in</strong>g <strong>in</strong><br />
de problematische leef- en opvoed<strong>in</strong>gssituatie <strong>in</strong> een categorie <strong>Roermond</strong>se gez<strong>in</strong>nen.<br />
Respondenten wijzen op grote leerachterstanden, gez<strong>in</strong>sbreed drankgebruik, slechte<br />
eetpatronen, gebroken gez<strong>in</strong>nen, gez<strong>in</strong>sgeweld en psychische problemen. Verschillende<br />
13 Er moet natuurlijk ook worden opgetreden bij het eerste delict, zeker als de omstandigheden daarom vragen,<br />
maar veel daders plegen één delict en recidiveren nooit.<br />
69
espondenten wijzen erop dat dit soort problemen onder meer aan het daglicht kwamen bij de<br />
schokkende brand <strong>in</strong> de Jupiterstraat op 12 juli 2002, waarbij 6 k<strong>in</strong>deren uit één gez<strong>in</strong> met<br />
talrijke problemen om het leven kwamen.<br />
Het valt op dat aandeel van allochtone daders fors is. Het is deels moeilijk om aan te geven <strong>in</strong><br />
welke mate dit komt door cultuurpatronen, omdat het opmerkelijk vaak gaat om allochtonen<br />
uit de categorie ‘overig’. Maar, het valt bijvoorbeeld wel op dat onder meer <strong>in</strong> de<br />
crim<strong>in</strong>ologische literatuur over <strong>crim<strong>in</strong>aliteit</strong> onder Marokkaanse jongens en jongvolwassenen<br />
steeds vaker het standpunt wordt <strong>in</strong>genomen dat hun oververtegenwoordig<strong>in</strong>g <strong>in</strong> de<br />
misdaadstatistieken zeker niet alleen te maken heeft met sociaaleconomische<br />
omstandigheden, maar ook met de Marokkaanse cultuur, <strong>in</strong>clusief fricties met de dom<strong>in</strong>ante<br />
cultuurpatronen <strong>in</strong> Nederland (Werdmölder, 2005). Een belangrijke oorzaak van Marokkaanse<br />
<strong>crim<strong>in</strong>aliteit</strong> is de neig<strong>in</strong>g van opvoeders en jongeren om de schuld of oorzaak van<br />
<strong>crim<strong>in</strong>aliteit</strong> te zoeken <strong>in</strong> maatschappelijke omstandigheden. De jongeren kampen bovendien<br />
met een cultuurconflict tussen de straatnormen van vrienden, de strenge regels b<strong>in</strong>nen de<br />
muren van het ouderlijk huis en de grote normatieve ruimte die het met name het Nederlandse<br />
onderwijssysteem laat bestaan. Een permissieve opstell<strong>in</strong>g van hulpverleners of politie kan<br />
ook onbedoelde effecten hebben, <strong>in</strong> die z<strong>in</strong> dat ook daar<strong>in</strong> rechtvaardig<strong>in</strong>gen of<br />
mogelijkheden worden gezien voor normafwijkend of zelfs crim<strong>in</strong>eel gedrag.<br />
70
Hoofdstuk 5<br />
Beleidsmaatregelen<br />
5.1. Inleid<strong>in</strong>g<br />
Dit hoofdstuk beschrijft en analyseert beleidsmaatregelen. We geven geen totaaloverzicht,<br />
maar richten ons op de belangrijkste lokale maatregelen ten aanzien van de door ons<br />
onderzochte delictvormen. 14 We gaan eerst bondig <strong>in</strong> op de beleidsorganisatie (5.2) en daarna<br />
op belangrijke clusters van maatregelen: wijkgericht (5.3), doelgroepgericht (5.4) en<br />
delictgericht (5.5). Vervolgens beschrijven we de opricht<strong>in</strong>g van het Veiligheidshuis Midden-<br />
Limburg (5.6) en gaan we <strong>in</strong> op belangrijke <strong>in</strong>spann<strong>in</strong>gen van politie en justitie (5.7), al<br />
participeren die bij vrijwel alle <strong>in</strong> andere paragrafen beschreven beleidsmaatregelen. Ten<br />
slotte gaan we <strong>in</strong> op de <strong>in</strong>vloed van de lokale politiek op de politie (5.8).<br />
5.2 Gemeente <strong>Roermond</strong>: beleidsorganisatie<br />
Het collegeprogramma<br />
In het collegeprogramma – bruggen bouwen – is veiligheid één van de onderwerpen. Het<br />
programma onderstreept dat het gemeentebestuur de regie bij het veiligheidsbeleid heeft en<br />
dat samenwerk<strong>in</strong>g met justitie, politie en andere ketenpartners is geboden. De belangrijkste<br />
andere partners zijn de Sticht<strong>in</strong>g Wel.kom, won<strong>in</strong>gcorporatie Wonen-Zuid en de GGZ Noord-<br />
en Midden-Limburg (GGZ-NML). Integraal veiligheidsbeleid wordt ondergebracht <strong>in</strong> één<br />
portefeuille, namelijk die van de burgemeester. Dit wijkt af van de toedel<strong>in</strong>g <strong>in</strong> het vorige<br />
college, toen de veiligheidsportefeuille was verdeeld over meerdere bestuurders. Wethouders<br />
hebben wel beleidsterre<strong>in</strong>en <strong>in</strong> hun portefeuille die raken aan het veiligheidsbeleid. Het betreft<br />
maatschappelijke zorg, volksgezondheid, jeugd, wijkbeheer en wijkontwikkel<strong>in</strong>g.<br />
Het programma wil meer blauw op straat en er wordt prioriteit verleend aan het opbouwen<br />
van het Veiligheidshuis Midden-Limburg (VML). Er wordt gesteld dat er meer aandacht<br />
behoort te komen voor preventie, maar dat repressie noodzakelijk blijft. Burgers dienen door<br />
middel van burgerparticipatie <strong>in</strong> staat gesteld te worden om meer <strong>in</strong>vloed uit te oefenen op<br />
hun woonomgev<strong>in</strong>g. Het bestuur moedigt eigen <strong>in</strong>itiatieven bij de aanpak van veiligheid en<br />
overlast aan. Dit past <strong>in</strong> het bredere beleid om de sociale cohesie <strong>in</strong> de stad te vergroten.<br />
Het burgerjaarverslag 2006 somt enkele (meer) concrete elementen van het lokale<br />
veiligheidsbeleid op:<br />
• De aanpak van stelselmatige daders of veelplegers, met specifieke aandacht voor<br />
jeugd<strong>crim<strong>in</strong>aliteit</strong>.<br />
• Het versterken van de opspor<strong>in</strong>g en de handhav<strong>in</strong>g.<br />
• Het versterken van het zichtbare toezicht en van de controle <strong>in</strong> de publieke ruimte.<br />
14 We hebben daarom onder meer de aanpak van de overbewon<strong>in</strong>g niet <strong>in</strong> het onderzoek betrokken, ook al levert<br />
dit ongetwijfeld een bijdrage aan de lokale veiligheid.<br />
71
• Uitbreid<strong>in</strong>g van (op delicten of locaties) gerichte preventieprojecten.<br />
• Geweld en overlast <strong>in</strong> het publieke dome<strong>in</strong>.<br />
De burgemeester voert verschillende vormen van veiligheidsoverleg:<br />
• Portefeuillehoudersoverleg Integrale Veiligheid. In dit wekelijkse overleg worden<br />
(politieke) voorstellen ten aanzien van de <strong>in</strong>tegrale veiligheid besproken, alsook<br />
lopende projecten, veiligheidsthema’s en mogelijke recente <strong>in</strong>cidenten of relevante<br />
gebeurtenissen. De andere deelnemers zijn: het hoofd van de afdel<strong>in</strong>g Kab<strong>in</strong>et en<br />
Communicatie, de coörd<strong>in</strong>ator <strong>in</strong>tegrale veiligheid, de beleidsmedewerker veiligheid<br />
en het hoofd Stadstoezicht.<br />
• Tweewekelijks veiligheidsoverleg. Dit is een extern overleg van de deelnemers aan het<br />
portefeuillehoudersoverleg met de politiechef van de basiseenheid en twee<br />
beleidsmedewerkers (van politie en justitie). De commandant van de brandweer neemt<br />
zo nodig deel aan dit overleg.<br />
• Overleg lokale driehoek. Er wordt s<strong>in</strong>ds 2007 elk kwartaal overleg gevoerd tussen de<br />
burgemeester, de politiechef en de officier van justitie.<br />
Integraal Veiligheidsplan 2004-2006<br />
Het meest recente veiligheidsplan - Integraal Veiligheidsbeleid 2004-2006 - van de gemeente<br />
<strong>Roermond</strong> heeft betrekk<strong>in</strong>g op de periode 2004-2006. Bij de bepal<strong>in</strong>g van de <strong>in</strong>houd van dit<br />
beleid is uitvoerig <strong>in</strong> kaart gebracht wat de problemen zijn. Het beleidsplan kent naast<br />
algemene prioriteiten veel speerpunten. Deze speerpunten zijn deels gericht op lokale<br />
<strong>crim<strong>in</strong>aliteit</strong> en deels op leefbaarheidsvraagstukken. Het veiligheidsplan onderscheidt vijf<br />
hoofdthema’s: veiligheid <strong>in</strong> wijken; jeugd en veiligheid; geweld <strong>in</strong> het publieke dome<strong>in</strong>;<br />
overlast <strong>in</strong> het publieke dome<strong>in</strong>; en veilige woonomgev<strong>in</strong>g. Deze thema’s worden uitgewerkt<br />
<strong>in</strong> 34 speerpunten, variërend van auto-<strong>in</strong>braken tot het onderhoud van vijvers. Het<br />
veiligheidsplan somt naast allerhande activiteiten ook partners op. Mede door het grote aantal<br />
punten en maatregelen is het volledige plan nooit richt<strong>in</strong>ggevend geworden, <strong>in</strong> die z<strong>in</strong> dat niet<br />
duidelijk was wat nu echt de speerpunten waren en wat nu de kern van de<br />
veiligheidsproblemen <strong>in</strong> <strong>Roermond</strong> is. In de praktijk is het zwaartepunt komen te liggen op de<br />
maatregelen die we <strong>in</strong> dit hoofdstuk beschrijven en is al doende duidelijk geworden waar de<br />
prioriteiten liggen.<br />
De voortgang van acties die voortvloeien uit het beleidsplan is drie keer per jaar voorgelegd<br />
aan de commissie Algemene Zaken van de gemeenteraad. In september 2006 is een<br />
e<strong>in</strong>devaluatie opgesteld. Die evaluatie stelt dat de operationele samenwerk<strong>in</strong>g te vaak blijft<br />
steken vanwege onduidelijkheid over de beschikbaarheid van mensen en middelen, waardoor<br />
ideeën of <strong>in</strong>itiatieven deels niet ten uitvoer worden gebracht. 15 Er moet meer committent over<br />
de <strong>in</strong>zet van menskracht en middelen op strategisch niveau komen. Dit tekort wordt nog<br />
15 Voor de periode 2003-2006 wordt <strong>in</strong> totaal € 1.008.000 beschikbaar gesteld voor de totstandkom<strong>in</strong>g van de<br />
veiligheidsprojecten. Het betrof een <strong>in</strong>cidentele uitgave van € 200.000 gevolg door een verhog<strong>in</strong>g <strong>in</strong> 2005 met €<br />
58.000 en <strong>in</strong> 2006 nog eens met € 750.000.<br />
72
steeds benadrukt door respondenten. Zij geven aan dat er wel hard is gewerkt aan<br />
verschillende maatregelen, waarbij zelfs gedurfde maatregelen niet geschuwd zijn, zoals de<br />
gemeentelijke <strong>in</strong>zet van particuliere beveiligers. Zie de paragrafen 5.3, 5.4 en 5.5 voor een<br />
overzicht van belangrijke maatregelen.<br />
Voor de periode 2004-2006 was er dus wel een <strong>in</strong>tegraal veiligheidsplan opgesteld, maar dit is<br />
niet gebeurd <strong>in</strong> 2007. Dit wordt toegeschreven aan de bestuurlijke prioriteit voor de<br />
gemeentelijke her<strong>in</strong>del<strong>in</strong>g en aan het feit dat <strong>in</strong> 2007 gevraagd is om – eerst - een extern<br />
veiligheidsonderzoek uit te laten voeren. Alle betrokkenen zijn zich ervan bewust dat er <strong>in</strong><br />
2008 een gemeenschappelijk veiligheidsplan of –programma opgesteld zal moeten worden.<br />
Door het ontbreken hiervan is 2007 <strong>in</strong> strategisch opzicht een soort “tussenjaar” geworden.<br />
In een motie van 18 mei 2006 worden de burgemeester en het college verzocht om – <strong>in</strong> goed<br />
overleg met de politie (korpsleid<strong>in</strong>g) en openbaar m<strong>in</strong>isterie (hoofdofficier van justitie) – te<br />
komen tot een plan van aanpak. Dit heeft geresulteerd <strong>in</strong> een raadsvoorstel d.d. 8 augustus<br />
2006. Het raadsvoorstel voorziet <strong>in</strong> een stuurgroep (de lokale driehoek plus de toenmalige<br />
wethouder <strong>in</strong>tegrale veiligheid), een ambtelijke projectgroep en een klankbordgroep waar<strong>in</strong><br />
raadsleden plaatsnemen. Verder wordt <strong>in</strong> het raadsvoorstel een persoonsgerichte en<br />
locatiegerichte aanpak voorgesteld. Het raadsvoorstel werd <strong>in</strong> september 2006 door de<br />
commissie Algemene Zaken niet rijp geacht voor behandel<strong>in</strong>g <strong>in</strong> de gemeenteraad.<br />
Ambtelijke organisatie<br />
Het <strong>in</strong>tegrale veiligheidsbeleid ligt ambtelijk <strong>in</strong> handen van de coörd<strong>in</strong>ator <strong>in</strong>tegrale<br />
veiligheid. Deze coörd<strong>in</strong>ator valt onder het cluster veiligheid van de afdel<strong>in</strong>g Kab<strong>in</strong>et &<br />
Communicatie. Zijn taak is het ontwikkelen, formuleren en implementeren van<br />
veiligheidsbeleid. Daarnaast geeft hij <strong>in</strong>houd aan de gemeentelijke regierol met betrekk<strong>in</strong>g tot<br />
lokale veiligheidsvraagstukken en is hij aanspreekpunt voor de aanpak van <strong>in</strong>tegrale<br />
veiligheid. Hij merkt <strong>in</strong> de praktijk dat ‘regie’ bepaald niet betekent dat de gemeente het voor<br />
het zeggen heeft. Tot slot adviseert hij over openbare orde en veiligheidsvraagstukken. De<br />
coörd<strong>in</strong>ator IVB wordt ondersteund door een beleidsmedewerker.<br />
De gemeente <strong>Roermond</strong> telt voorts drie wijkcoörd<strong>in</strong>atoren. Zij leggen zich toe op de sociale<br />
ontwikkel<strong>in</strong>g - of: ‘het wijkbeheer’ – van drie kwetsbare wijken <strong>in</strong> <strong>Roermond</strong>, te weten: het<br />
<strong>Roermond</strong>se Veld, De Kemp en Donderberg. De wijkcoörd<strong>in</strong>atoren waren eerst<br />
ondergebracht bij de sector Zorg en Activer<strong>in</strong>g, maar ze maken s<strong>in</strong>ds augustus 2007 deel uit<br />
van het cluster veiligheid. Deze coörd<strong>in</strong>atoren fungeren als schakel tussen de gemeente en<br />
partners die belangrijke wijkgerichte activiteiten vervullen, zoals Wel.kom, Wonen-Zuid en<br />
de wijkagenten die <strong>in</strong> Limburg-Noord gebiedsmentoren worden genoemd. De<br />
wijkcoörd<strong>in</strong>atoren hebben de opdracht om de sociale ontwikkel<strong>in</strong>g – <strong>in</strong>clusief de veiligheid –<br />
<strong>in</strong> de meest kwetsbare wijken te verbeteren. Hiertoe werken zij samen met<br />
projectcoörd<strong>in</strong>atoren die zich toeleggen op de fysieke ontwikkel<strong>in</strong>g van deze wijken, dat wil<br />
zeggen op de sloop, nieuwbouw en renovatie van won<strong>in</strong>gen en andere panden. De koppel<strong>in</strong>g<br />
tussen de sociale ontwikkel<strong>in</strong>gen en fysieke <strong>in</strong>grepen ligt <strong>in</strong> handen van de wethouder<br />
wijkbeheer en -ontwikkel<strong>in</strong>g.<br />
73
Deze wethouder heeft hiermee een belangrijke taak, zo volgt uit onderzoek van Gabriëls en<br />
Nauta (2003). Zij concluderen namelijk dat er een “kloof gaapt tussen de pretentie van de<br />
gemeente <strong>Roermond</strong> om <strong>in</strong>tegraal te werken en de bestuurlijk-organisatorische werkelijkheid”<br />
(2003:45). Zij wijten dit voornamelijk aan de verschillende werkwijzen tussen de afdel<strong>in</strong>g die<br />
is belast met de fysieke verander<strong>in</strong>gen (de sector Ruimte) en de afdel<strong>in</strong>g Zorg en Activer<strong>in</strong>g<br />
die zich richt op de sociale verbeter<strong>in</strong>gen. Bij deze laatste sector werken de<br />
veiligheidscoörd<strong>in</strong>atoren. Tot voor kort betrof het één coörd<strong>in</strong>ator met drie wijken – het<br />
<strong>Roermond</strong>se Veld, De Kemp en Donderberg – <strong>in</strong> zijn portefeuille. Dit is een veel te zware<br />
opgave voor één ambtenaar, zo concluderen Gabriëls en Nauta: “Inmiddels is dat besef ook<br />
bij de gemeente doorgedrongen en heeft men drie wijkcoörd<strong>in</strong>atoren benoemd” (2003:46).<br />
Die wijkmanagers heten <strong>in</strong>middels dus wijkcoörd<strong>in</strong>atoren en zij maken vandaag de dag deel<br />
uit van het cluster veiligheid van de afdel<strong>in</strong>g Kab<strong>in</strong>et & Communicatie. De ‘sociale’<br />
(wijkbeheer) en ‘fysieke’ poot liggen <strong>in</strong> één hand, namelijk <strong>in</strong> de portefeuille van de<br />
wethouder wijkbeheer en –ontwikkel<strong>in</strong>g.<br />
De gemeente levert de coörd<strong>in</strong>ator (0,6fte) van het Veiligheidshuis Midden-Limburg (VML).<br />
Die beschikt over managementondersteun<strong>in</strong>g (0,6fte). 16 Het VML coörd<strong>in</strong>eert onder meer het<br />
zogeheten Drang & Dwang-project (zie 5.4) en beoogt - ook los van dit project –<br />
samenwerk<strong>in</strong>g tot stand te brengen tussen de gemeente, politie, justitie en zorg. 17 Het VML is<br />
<strong>in</strong> opricht<strong>in</strong>g. Dit blijkt overduidelijk uit een dispuut dat tijdens ons onderzoek speelt, want de<br />
gemeente v<strong>in</strong>dt namelijk dat de politie draalt bij het aanwijzen van een politiefunctionaris die<br />
plaatsneemt <strong>in</strong> het veiligheidshuis en zo zorgt voor stagnatie. Het toont aan dat het VML <strong>in</strong> de<br />
k<strong>in</strong>derschoenen staat, al geldt dat niet voor de beleidsprocessen – Dwang & Drang;<br />
casusoverleg – die er onder worden gebracht.<br />
De afdel<strong>in</strong>g Stadstoezicht - een onderdeel van de sector Ruimte - legt zich toe op toezicht op<br />
straat. De stadswachten en de medewerkers van stadstoezicht (met opspor<strong>in</strong>gsbevoegdheid)<br />
maken deel uit van deze afdel<strong>in</strong>g. De toezichthouders (BOA’s) vullen de politie aan. Ze<br />
leggen zich toe op handhav<strong>in</strong>g van de APV en op het bewaren van de rust. Er zijn ook<br />
zogeheten “wijkboa’s”, die (dus) surveilleren <strong>in</strong> de wijken en die zijn bekostigd uit<br />
beschikbaar gestelde extra middelen. Het betrof, om precies te zijn, tot twee keer een bedrag<br />
van 150.000 euro.<br />
De afdel<strong>in</strong>g Stadstoezicht kent een veiligheidsloket. Bewoners en ondernemers kunnen hier<br />
terecht met vragen en meld<strong>in</strong>gen over (on)veiligheid. Er kan ook aangifte worden gedaan van<br />
diefstal en verniel<strong>in</strong>gen.<br />
5.3 Wijkgericht werken<br />
De gemeente <strong>Roermond</strong> kiest voor “wijkgericht werken”. Dit houdt <strong>in</strong> dat de kansen en<br />
problemen <strong>in</strong> een wijk het startpunt vormen voor de beleidsvorm<strong>in</strong>g en ook centraal behoren<br />
te staan bij de beleidsuitvoer<strong>in</strong>g. Dit vergt en verondersteld burgerparticipatie: communicatie<br />
tussen gemeente, <strong>in</strong>stell<strong>in</strong>gen en burgers over lokale omstandigheden en het daarbij passende<br />
16 De gemeente Weert levert 0.8 fte.<br />
17 Position paper Veiligheidshuis Midden-Limburg en i.o., <strong>Roermond</strong>/Weert, 28 juni 2006.<br />
74
eleid. 18 Het wijkgerichte beleid valt uiteen <strong>in</strong> de twee hierboven genoemde sporen: het<br />
‘sociale’ (de sociale ontwikkel<strong>in</strong>g en leefbaarheid) en het ‘fysieke’ (de won<strong>in</strong>gbouw en<br />
verdere fysieke <strong>in</strong>richt<strong>in</strong>g van een wijk). De hoofddoelstell<strong>in</strong>g bestaat uit het verbeteren van<br />
de leefbaarheid. Dat is dis breder dan veiligheid, hetgeen weer een ruimer begrip is dan de<br />
veel<strong>voorkomende</strong> <strong>crim<strong>in</strong>aliteit</strong> die <strong>in</strong> dit onderzoek centraal staat.<br />
Er is halverwege de jaren negentig tot deze wijkgerichtheid besloten. In 1995 wordt<br />
geconstateerd dat <strong>Roermond</strong> drie achterstandswijken kent: het <strong>Roermond</strong>se Veld, De Kemp<br />
en Donderberg. Dit wordt nog eens herbevestigd door de zogeheten Werkgroep 2000. De drie<br />
wijken hebben, zij het <strong>in</strong> uiteenlopende mate, te maken met een ongelukkige comb<strong>in</strong>atie van<br />
homogeniser<strong>in</strong>g én heterogeniser<strong>in</strong>g.<br />
De economische situatie van de bewoners homogeniseert: een laag opleid<strong>in</strong>gsniveau en veel<br />
werkloosheid, vaak van generatie op generatie en dientengevolge armoede, los van de vraag<br />
hoe dit precies wordt gedef<strong>in</strong>ieerd. Dit hangt samen met het won<strong>in</strong>genbestand: veel<br />
verouderde en goedkope (huur)won<strong>in</strong>gen met een relatief slechte kwaliteit. De dom<strong>in</strong>antie<br />
van koopwon<strong>in</strong>gen en het aanbod van betere huurwon<strong>in</strong>gen elders <strong>in</strong> stad en regio dragen bij<br />
aan de voortschrijdende economische homogeniser<strong>in</strong>g van de huurderpopulatie. <strong>Veel</strong> mensen<br />
die daartoe <strong>in</strong> staat zijn verlaten de achterstandswijken van <strong>Roermond</strong>. Deze<br />
verhuisbeweg<strong>in</strong>gen tasten de lokale sociale controle aan, omdat bestaande sociale verbanden<br />
en contacten worden doorbroken. Lokale street-level ambtenaren (politie, jongerenwerk)<br />
moeten contacten zien op te bouwen met de nieuwkomers. Dit alles is ook een belast<strong>in</strong>g voor<br />
de won<strong>in</strong>gcorporaties: ze krijgen te maken met huurachterstanden, met overlast, met<br />
verloeder<strong>in</strong>g en allerhande vormen van ongepast huurdergedrag. Zo ontstaat de situatie dat<br />
fysieke <strong>in</strong>grepen door de corporaties noodzakelijk zijn, maar zich tegelijkertijd m<strong>in</strong>der snel<br />
terug laten verdienen. De fysieke en sociale problemen raken met elkaar verweven en het is<br />
daarom begrijpelijk dat de gemeente en haar partners bij het zoeken naar oploss<strong>in</strong>gen ook een<br />
fysiek en sociaal pad onderscheiden.<br />
De populatie van de drie wijken heterogeniseert juist wat komaf betreft. Dit verschilt per wijk.<br />
In het <strong>Roermond</strong>se Veld bestaat de bevolk<strong>in</strong>g voor circa eenderde uit allochtonen. Gabriëls en<br />
Nauta concluderen <strong>in</strong> 2003 heel voorzichtig dat er spann<strong>in</strong>gen bestaan <strong>in</strong> de drie wijken, ook<br />
langs etnische lijn: “Af en toe is er sprake van discrim<strong>in</strong>atie. Turkse vrouwen hebben<br />
regelmatig te kampen met discrim<strong>in</strong>erend gedrag van autochtonen (…) Het beeld van welig<br />
tierende <strong>in</strong>tolerantie <strong>in</strong> het <strong>Roermond</strong>se Veld zou niet terecht zijn. Hoewel veel mensen<br />
kankeren op het feit dat er veel ‘buitenlanders’ zijn, gaat men toch over het algemeen<br />
vriendelijk om met buren en bekenden van allochtone komaf” (p. 38). Moors (2007) is<br />
stelliger. <strong>Veel</strong> autochtone bewoners voelen zich vervreemd van hun buurt, zo concludeert hij.<br />
Dit komt deels door sloop en tijdelijke kaalslag, maar zeker ook door de toestroom van<br />
allochtonen, waarmee velen niet of nauwelijks sociale contacten onderhouden. Autochtone<br />
jongeren voelen een zekere afkeer tot allochtone groepen, al gaat het eerder om een extreme<br />
houd<strong>in</strong>g dan om rechts extremisme of radicaliser<strong>in</strong>g (Moors, 2007).<br />
Het wijkgericht werken wordt geconcentreerd <strong>in</strong> de drie wijken, maar het is daar niet<br />
exclusief op gericht. De focus op deze drie wijken is bij de totstandkom<strong>in</strong>g van het<br />
18 Nota Wijkontwikkel<strong>in</strong>g <strong>in</strong> relatie tot burgerparticipatie<br />
75
wijkgerichte werken gerechtvaardigd vanwege de bestaande problemen. Wij richten ons op<br />
deze wijken, maar we zijn het eens met respondenten die benadrukken dat de fysieke en<br />
sociale wijkgerichte activiteiten <strong>in</strong> ‘de rest van <strong>Roermond</strong>’ versterkt moeten worden.<br />
5.3.1 Herstructurer<strong>in</strong>g: de basis wordt gelegd<br />
De herstructurer<strong>in</strong>g van de drie wijken beoogt de fysieke kwaliteit te verbeteren, om zo bij te<br />
dragen aan een toename van de leefbaarheid. Hierbij speelt de sloop van verouderde<br />
huurwon<strong>in</strong>gen, om deze vervolgens te vervangen door betere huurwon<strong>in</strong>gen of<br />
koopwon<strong>in</strong>gen, een belangrijke rol. Zo wordt toegewerkt naar wat <strong>in</strong> beleidsjargon<br />
won<strong>in</strong>gdifferentiatie wordt genoemd, waarmee wordt bedoeld dat de bevolk<strong>in</strong>gsamenstell<strong>in</strong>g<br />
verandert door de verhoud<strong>in</strong>g tussen huur- en koopwon<strong>in</strong>gen te wijzigen. Het is, vervolgens,<br />
de bedoel<strong>in</strong>g dat sociale problemen - <strong>in</strong>clusief <strong>crim<strong>in</strong>aliteit</strong> - verm<strong>in</strong>deren.<br />
Het oordeel over de <strong>in</strong>vloed van herstructurer<strong>in</strong>g op sociale problemen hangt <strong>in</strong> de eerste<br />
plaats af van de nagestreefde ambities. Indien het de bedoel<strong>in</strong>g is verschillende<br />
bevolk<strong>in</strong>gsgroepen te laten <strong>in</strong>tegreren of om de sociale cohesie te versterken, dan zullen de<br />
resultaten zeker op de korte termijn - en los van andere maatregelen - tegenvallen. Gabriëls en<br />
Nauta (2003:42-43) memoreren dat differentiatie van won<strong>in</strong>gen en bewoners bepaald niet<br />
vanzelf leidt tot meer <strong>in</strong>teractie tussen uiteenlopende groepen, zoals verschillende<br />
<strong>in</strong>komensgroepen, autochtonen en allochtonen. Ze stellen ook dat de wijken dan weliswaar<br />
meer gaan lijken op de gemiddelde wijk <strong>in</strong> <strong>Roermond</strong>, maar dat daarmee “(…) de sociale<br />
problemen waarmee sommige burgers worstelen echter nog niet opgelost [zijn]” (p. 43). Dit is<br />
ongetwijfeld waar, maar de differentiatie betekent wel dat de concentratie van problemen<br />
afneemt. Voorts wordt een worst case scenario voorkomen: een verdere achteruitgang van<br />
won<strong>in</strong>gen en kruip-door-sloop-door van de bewoners, waardoor de sociale problemen,<br />
overlast en lokale <strong>crim<strong>in</strong>aliteit</strong> stijgen. Dit risico is en wordt <strong>in</strong> <strong>Roermond</strong> verkle<strong>in</strong>d. Hier<br />
komt bij dat er enkele straten en complexen zijn gesloopt - bijvoorbeeld een groot flatcomplex<br />
<strong>in</strong> de Componistenbuurt - met zeer grote sociale problemen, hetgeen haast op zich al een<br />
merkbaar gunstig effect had op de wijk. En hoewel sommige groepen problemen blijven<br />
onderv<strong>in</strong>den of veroorzaken, trekken er ook juist groepen naar de wijk die een stabiel sociaal<br />
leven leiden en die - zodra ze deel gaan nemen aan onderwijs, het sociale leven en zich<br />
begeven op de lokale markt – bijdragen aan de weerbaarheid van de wijk. Zelfs als ze zich<br />
afzonderen van - een deel van - het lokale sociale leven zullen ze <strong>in</strong> elk geval niet zo snel<br />
problemen veroorzaken, delicten plegen of overlast veroorzaken.<br />
Gabriëls en Nauta (2003) waarschuwen voor het gevaar dat problemen worden<br />
“weggecijferd”, hetgeen <strong>in</strong> zou houden dat wijkscores tevreden stemmen en problemen<br />
daarmee worden ontkend of niet worden aangepakt. We begrijpen deze waarschuw<strong>in</strong>g heel<br />
goed, maar er kan ook anders worden geredeneerd. De wijkgebonden sociale problemen<br />
worden kle<strong>in</strong>er en daardoor kunnen de beschikbare middelen – als deze tenm<strong>in</strong>ste niet<br />
afnemen - gerichter en effectiever <strong>in</strong>gezet worden.<br />
Herstructurer<strong>in</strong>g vergt lastige en lange besluitvorm<strong>in</strong>gstrajecten. Wie wil <strong>in</strong>vesteren <strong>in</strong> een<br />
wijk? Welke w<strong>in</strong>kels of w<strong>in</strong>kelketens willen zich <strong>in</strong> een wijk vestigen? Het leidt tot een<br />
overgangs- of tussenfase waar<strong>in</strong> de herstructurer<strong>in</strong>g ook voor problemen zorgt. Het betreft<br />
76
lege plekken op sloopplaatsen, vervuil<strong>in</strong>g van dergelijke plekken, leegstaande panden en met<br />
name onzekerheid bij huurders over de toekomst van de wijk.<br />
De herstructurer<strong>in</strong>g vordert gestaag <strong>in</strong> <strong>Roermond</strong>. Op hoofdlijnen is de stand van zaken als<br />
volgt:<br />
• <strong>Roermond</strong>se Veld. De visie op de herontwikkel<strong>in</strong>g van het <strong>Roermond</strong>se Veld wordt<br />
beschreven <strong>in</strong> de nota ‘Balanceren, participeren, renoveren’ (<strong>Roermond</strong>, 1999). De<br />
herstructurer<strong>in</strong>g vergt m<strong>in</strong>imaal een decennium. Het is de bedoel<strong>in</strong>g de verhoud<strong>in</strong>g<br />
tussen huur- en koopwon<strong>in</strong>gen fors te veranderen. Het aantal huurwon<strong>in</strong>gen zal – zo<br />
wordt <strong>in</strong> 1998 beoogd - dalen van 61,3% <strong>in</strong> 1999 naar m<strong>in</strong>der dan 40% <strong>in</strong> 2015:<br />
Tabel 5.1: won<strong>in</strong>gvoorraad <strong>Roermond</strong>se Veld<br />
Won<strong>in</strong>gvoorraad 1999 2015<br />
Huurwon<strong>in</strong>gen 1.155 (61,3%) 785 (39,0%)<br />
Koopwon<strong>in</strong>gen 729 (38,7%) 1.226 (60,9%)<br />
Totaal 1.884 (100%) 2.011 (100%)<br />
Er zijn s<strong>in</strong>ds 1999 ongeveer 300 won<strong>in</strong>gen gesloopt, waarvan 278 huurwon<strong>in</strong>gen. Er<br />
zijn 383 nieuwe won<strong>in</strong>gen en appartementen gebouwd en er staat nog een aantal<br />
nieuwbouwprojecten op stapel. Een aantal won<strong>in</strong>gen dat rondom WO II <strong>in</strong> het hart van<br />
de wijk is gebouwd, is gerenoveerd. Enkele <strong>in</strong> het oog spr<strong>in</strong>gende projecten zijn een<br />
multifunctioneel centrum (De Velderie), een nieuwe basisschool (De Zonnewijzer), de<br />
aanleg van een nieuw wijkple<strong>in</strong> en van enkele kle<strong>in</strong>schalige w<strong>in</strong>keleenheden.<br />
• De Kemp-Kitskensberg. In april 2000 is een wijkontwikkel<strong>in</strong>gsplan voor De Kemp en<br />
Kitskensberg/Heide opgesteld: Structuurvisie voor de wijken De Kemp en<br />
Kitskensberg/Heide (<strong>Roermond</strong>, 2000). Er zijn 14 ontwikkel<strong>in</strong>gslocaties aangewezen.<br />
De openbare ruimte wordt her<strong>in</strong>gericht. De parkeergelegenheid wordt uitgebreid, de<br />
verkeersveiligheid wordt verbeterd, evenals de openbare verlicht<strong>in</strong>g en er worden<br />
groenvoorzien<strong>in</strong>gen aangelegd. Hiernaast wordt ook <strong>in</strong> deze wijken het won<strong>in</strong>gaanbod<br />
gedifferentieerd: meer koopwon<strong>in</strong>gen en huurwon<strong>in</strong>gen voor de middenklasse. In<br />
2007 waren <strong>in</strong> totaal ongeveer 133 portiekflats gesloopt. Er zijn 500<br />
nieuwbouwwon<strong>in</strong>gen gepland. De werkzaamheden zijn <strong>in</strong> het centrumgebied<br />
vergevorderd.<br />
• Donderberg. De Componistenbuurt <strong>in</strong> de wijk Donderberg kent veel sociale<br />
problemen. Dit komt mede door het grote aantal sociale huurwon<strong>in</strong>gen, waaronder<br />
verloederde hoogbouwcomplexen aan de rand van de buurt. De leefomgev<strong>in</strong>g raakte<br />
vervuild, mensen voelden zich onveilig en de onderl<strong>in</strong>ge sociale contacten namen<br />
steeds verder af (Leefbaarheidonderzoek Componistenbuurt, 2006). Er is onder meer<br />
besloten tot sloop en nieuwbouw. In 2005 is de zogeheten ‘Gitaarflat’ gedeeltelijke<br />
gesloopt en vervangen door 60 koopappartementen. De voormalige Contrabasflat is<br />
gerenoveerd en staat nu te boek ‘Beethovenstaete’. In 2006 en 2007 zijn grootscheepse<br />
renovaties uitgevoerd aan twee andere flats: ‘De Trommel’ en ‘De Harp’. In 2007 is<br />
gestart met de herontwikkel<strong>in</strong>g van de ‘Tubaflat’.<br />
77
In 2005 en 2006 heeft won<strong>in</strong>gcorporatie Wonen Zuid honderd sociale huurwon<strong>in</strong>gen<br />
te koop aangeboden. De meeste zijn <strong>in</strong>middels verkocht. Het is de bedoel<strong>in</strong>g om <strong>in</strong> de<br />
Componistenbuurt-Oost 100 tot 120 dure of duurdere won<strong>in</strong>gen te bouwen.<br />
Met deze fysieke <strong>in</strong>grepen is een belangrijke basis gelegd. De herstructurer<strong>in</strong>g doorbreekt de<br />
‘negatieve’ homogeniser<strong>in</strong>g (steeds meer mensen <strong>in</strong> dezelfde slechte economische positie) en<br />
verm<strong>in</strong>dert daarmee de crim<strong>in</strong>ele gelegenheidsstructuren <strong>in</strong> deze wijken. Zonder<br />
herstructurer<strong>in</strong>g had het hoogstwaarschijnlijk niet mogelijk of uitermate kostbaar geweest om<br />
de objectieve en subjectieve veiligheid <strong>in</strong> de periode tussen 2008 en 2012 <strong>in</strong> deze wijken te<br />
verbeteren.<br />
Dit alles neemt niet weg dat er restproblemen bestaan bij de herstructurer<strong>in</strong>g van de drie<br />
wijken. Respondenten wijzen op een aantal belangrijke zaken. In de eerste plaats laat het<br />
voorzien<strong>in</strong>genniveau gedeeltelijk te wensen over. Het gaat daarbij onder meer om het<br />
w<strong>in</strong>kelbestand. Verschillende respondenten wijzen erop dat de markt van allochtone<br />
ondernemers beperkt is.<br />
In de tweede plaats zorgt de langdurige herstructurer<strong>in</strong>g nog steeds voor onzekerheid. Die<br />
onzekerheid kan een reden zijn (geweest) om een de wijk te verlaten, maar het werpt ook<br />
drempels op om er te gaan wonen of er als ondernemer te <strong>in</strong>vesteren. Hoewel deze<br />
onzekerheid onderkend is door het bestuur, en er nu reken<strong>in</strong>g mee wordt gehouden om nieuwe<br />
projecten, blijft het een factor.<br />
In de derde plaats geven respondenten toe dat er <strong>in</strong> de drie wijken wel erg veel won<strong>in</strong>gen zijn<br />
gesloopt. Dit resulteerde niet alleen <strong>in</strong> (tijdelijke) leegstand en lege plekken, maar het heeft<br />
ook geleid tot bez<strong>in</strong>n<strong>in</strong>g. Er is bijvoorbeeld <strong>in</strong> het <strong>Roermond</strong>se Veld nog eens goed gekeken<br />
naar de sociale structuren <strong>in</strong> bepaalde straten en die bleken betrekkelijk stabiel te zijn en de<br />
problemen bleven er b<strong>in</strong>nen de perken. Dit heeft er soms toe geleid dat is afgezien van sloop.<br />
De portefeuillehouder wijkontwikkel<strong>in</strong>g – belast met het sociale spoor – heeft daar een rol bij<br />
gespeeld.<br />
5.3.2 Sociale veiligheid: vooruitgang en drempels<br />
Het tweede spoor van de wijkgerichtheid betreft de sociale veiligheid of leefbaarheid. De drie<br />
wijkcoörd<strong>in</strong>atoren spelen hierbij een belangrijke rol. Het <strong>Roermond</strong>se Veld en de Donderberg<br />
hebben ieder een eigen wijkcoörd<strong>in</strong>ator. De coörd<strong>in</strong>ator van de Kemp heeft ook Swalmen <strong>in</strong><br />
zijn portefeuille gekregen.<br />
De drie coörd<strong>in</strong>atoren hebben elk een eigen operationeel netwerk opgebouwd. De<br />
belangrijkste <strong>in</strong>stanties of functionarissen b<strong>in</strong>nen dit netwerk zijn de gebiedsmentor van de<br />
politie, de welzijnsorganisatie Wel.kom, won<strong>in</strong>gcorporatie Wonen-Zuid, de bijzondere<br />
opspor<strong>in</strong>gsambtenaren, bewonersorganisaties en soms nog andere belangrijke lokale personen<br />
of <strong>in</strong>stanties, zoals de Sticht<strong>in</strong>g Multiculturele Jongeren (SMJ). 19<br />
19 De welzijnssticht<strong>in</strong>g Wel.kom werkt <strong>in</strong> het <strong>Roermond</strong>se Veld, de Kemp en Donderberg. Ze richt zich op preventieve<br />
maatregelen, bewonersactiver<strong>in</strong>g en bewonersparticipatie. De Sticht<strong>in</strong>g opereert vanuit twee jongerencentra: <strong>in</strong> het<br />
<strong>Roermond</strong>se Veld (De Terp) en <strong>in</strong> Donderberg (Gotcha!). Het jongerenwerk zich op jongeren <strong>in</strong> de leeftijd van 16 tot en met<br />
78
De coörd<strong>in</strong>atoren en die netwerken richten zich op de specifieke omstandigheden <strong>in</strong> hun wijk.<br />
Een grove <strong>in</strong>ventarisatie die ten behoeve van het <strong>in</strong>tegraal veiligheidsbeleid 2004-2006 is<br />
gemaakt, houdt op hoofdlijnen nog steeds stand. In de Donderberg zijn de jeugdoverlast en de<br />
drugsoverlast belangrijke problemen, evenals de veiligheid <strong>in</strong> het w<strong>in</strong>kelcentrum, zowel voor<br />
w<strong>in</strong>kelend publiek als w<strong>in</strong>keliers. In De Kemp gaat het specifiek om drugsoverlast (dealen en<br />
thuisteelt) en meer <strong>in</strong> het algemeen om sociaal-maatschappelijke problemen, waarbij<br />
respondenten zonder uitzonder<strong>in</strong>g wijzen op <strong>in</strong>stabiele gez<strong>in</strong>nen, tekortschietende opvoed<strong>in</strong>g,<br />
achterblijvende schoolprestaties en dus op het gevaar van marg<strong>in</strong>aliser<strong>in</strong>g. Deze algemene<br />
problematiek speelt ook <strong>in</strong> het <strong>Roermond</strong>se Veld. Daar is de jeugdoverlast fors. Die overlast<br />
wordt onder meer veroorzaakt door een zichtbare groep Marokkaanse jongeren. Ten tijde van<br />
de <strong>in</strong>ventarisatie worden er veel auto-<strong>in</strong>braken gepleegd, maar dat aantal is <strong>in</strong>middels<br />
afgenomen. De gemeente heeft overlast gevende panden <strong>in</strong> de Kon<strong>in</strong>g<strong>in</strong> Regentesselaan<br />
gekocht en gesloopt.<br />
Voor zover er <strong>in</strong> de <strong>in</strong>ventarisatie wordt gesproken over overlast gaat het <strong>in</strong> feite deels ook<br />
om <strong>crim<strong>in</strong>aliteit</strong>, zo blijkt uit hoofdstuk 4 en uit <strong>in</strong>terviews met respondenten. Uit die<br />
<strong>in</strong>terviews blijkt ook dat ervoor is gekozen om het wijkgericht werken te richten op de<br />
“voorkant van het probleem”, dat wil zeggen op preventie en op jongeren die geen<br />
“probleemgedrag vertonen”. Dit geldt bij uitstek voor welzijns<strong>in</strong>stell<strong>in</strong>gen die zich baseren op<br />
de filosofie “liever voorkomen dan genezen”. Naast deze preventieve <strong>in</strong>steek is het de<br />
bedoel<strong>in</strong>g om zo mogelijk snel en doortastend te reageren op lokale wensen en noden. De<br />
gedachte is dat eenvoudige of kle<strong>in</strong>e zaken op wijkniveau belangrijk kunnen zijn en dat de<br />
overheid <strong>in</strong> staat moet zijn om daar snel op te reageren.<br />
Het “wijkgerichte werken” stoelt op verschillende sublokale overlegvormen. Het betreft <strong>in</strong> het<br />
bijzonder de zogeheten Wijkbrief<strong>in</strong>gs. In de drie aandachtswijken wordt wekelijks<br />
operationeel overleg gevoerd door de wijkcoörd<strong>in</strong>ator, de gebiedsmentor, de<br />
bewonersondersteuner van welzijnsorganisatie Wel.kom, een medewerker van<br />
won<strong>in</strong>gcorporatie Wonen-Zuid en een bijzonder opspor<strong>in</strong>gsambtenaar (BOA). Er wordt<br />
gesproken over gesignaleerde problemen, geuite wensen en verbeterpunten. Het overleg heeft<br />
voornamelijk betrekk<strong>in</strong>g op de lokale leefbaarheid. Het gaat over h<strong>in</strong>der of overlast,<br />
verniel<strong>in</strong>gen of beschadig<strong>in</strong>gen, vuil op straat en wensen of klachten van bewoners of<br />
w<strong>in</strong>keliers. Dit soort thema’s sluit aan op de preventieve <strong>in</strong>steek van het wijkgerichte netwerk,<br />
alsook op de gedachte dat het belangrijk is om adequaat te reageren op wensen van burgers.<br />
Het overleg gaat <strong>in</strong> m<strong>in</strong>dere mate over verstor<strong>in</strong>gen van de openbare orde of over strafbare<br />
feiten. Voor zover dit wel zo is gaat het met name om verkeersgedrag, auto-<strong>in</strong>braak en<br />
won<strong>in</strong>g<strong>in</strong>braak of hardnekkige overlast.<br />
De wijken kennen ook zogeheten wijkspreekuren, die burgers of ondernemers <strong>in</strong> staat stellen<br />
problemen of wensen onder de aandacht te brengen van politie en gemeente. Er wordt eens <strong>in</strong><br />
de zes weken overleg tussen de gemeente, de won<strong>in</strong>gsticht<strong>in</strong>g, de politie, welzijnsorganisatie<br />
Wel.kom en de wijkraad of bewonersorganisatie. Het overleg wordt gericht op problemen <strong>in</strong><br />
de directe leefomgev<strong>in</strong>g van bewoners die door middel van een eenmalige actie aangepakt<br />
23 jaar, <strong>in</strong> het bijzonder hanggroep-jongeren en risicojeugd. Wel.kom werkt ook outreachend, dit wil zeggen dat jongeren die<br />
niet ‘<strong>in</strong> beeld’ zijn door medewerkers worden opgezocht bij hun eigen hangplek.<br />
79
kunnen worden. Het kan gaan om een slecht verlicht wandelpad, een gemakkelijk te forceren<br />
toegangsdeur van berg<strong>in</strong>gen, maar ook om illegale vuilstortplaatsen of gevaarlijke<br />
oversteekplaatsen. De zogeheten wijkrondgang maakt deel uit van dit overleg. Het is,<br />
eenvoudig gezegd, een professionele wandeltocht door de wijk zodat een concreet probleem<br />
meteen kan worden beoordeeld en opgepakt.<br />
Naast deze frequente operationele overlegvormen zijn er op beleidsniveau twee wijkgerichte<br />
overlegvormen <strong>in</strong> het leven geroepen. Tenm<strong>in</strong>ste vier keer per paar wordt overleg gevoerd<br />
over de beleidsuitvoer<strong>in</strong>g op middellange termijn. Het gaat daarbij niet om <strong>in</strong>cidenten of<br />
concrete zaken, maar louter om structurele problemen. Er wordt tenm<strong>in</strong>ste twee keer per jaar<br />
ook overleg gevoerd over het toekomstige beleid.<br />
Wijkgerichte sociale activiteiten: belangrijke functies<br />
De sociale pijler van het “wijkgerichte werken” vervult een aantal belangrijke functies. In de<br />
eerste plaats dragen de preventieve <strong>in</strong>spann<strong>in</strong>gen eraan bij dat groepen jongeren op het rechte<br />
pad blijven. Het betreft <strong>in</strong> het bijzonder de <strong>in</strong>spann<strong>in</strong>gen van welzijns<strong>in</strong>stanties. Hierbij spelen<br />
onder meer de jongerencentra De Terp (het <strong>Roermond</strong>se Veld) en Gotcha! (de Donderberg)<br />
een voorname rol: het zijn belangrijke ontmoet<strong>in</strong>gsplaatsen <strong>in</strong> deze wijken.<br />
In de tweede plaats sluit het “wijkgerichte werken” aan op lokale gebruiken en gewoontes,<br />
waarbij sport, religie, lokale horeca en carnavalsverenig<strong>in</strong>gen deel uitmaken van het sociale<br />
leven. Het beleidsnetwerk sluit zo aan op sociale netwerken en zo kunnen contacten tussen<br />
street-level functionarissen (jongerenwerkers, politiemensen) en mensen <strong>in</strong> de omgev<strong>in</strong>g van<br />
jongeren worden benut om hen op het rechte pad te houden of – na een <strong>in</strong>cidentele uitglijder –<br />
weer te brengen.<br />
In de derde plaats wordt gezorgd voor agender<strong>in</strong>g van de tijdelijke (maar niet perse<br />
kortstondige) problemen die worden veroorzaakt door de herstructurer<strong>in</strong>g, zoals leegstaande<br />
panden met illegale bewoners, donkere plekken, kale plekken waar illegaal afval wordt<br />
gedumpt of verniel<strong>in</strong>gen aan panden <strong>in</strong> aanbouw. Deze tijdelijke problematiek bleek en blijkt<br />
soms fors en een snelle(re) reactie hierop is waardevol.<br />
In de vierde plaats zijn op onderdelen bewonerswensen gehonoreerd bij de herstructurer<strong>in</strong>g<br />
van de wijken. In sommige gevallen is afgezien van (nog meer) sloop, mede omdat straten of<br />
complexen een stabiele sociale structuur kennen. Bij de <strong>in</strong>richt<strong>in</strong>g van speelplaatsen zijn<br />
afspraken gemaakt met bewoners, ook over het gebruik ervan en het toezicht erop. In de<br />
praktijk werden speelplaatsen nogal eens vernield, maar na gericht overleg – ook met<br />
(potentiële) vernielers – is het gelukt om dit te verm<strong>in</strong>deren. De buurt is ook verantwoordelijk<br />
gemaakt voor de <strong>in</strong>richt<strong>in</strong>g van de speelveldjes, bijvoorbeeld bij het speelveld op het<br />
Gelderseple<strong>in</strong>.<br />
80
Wijkgerichte sociale activiteiten: problemen en drempels<br />
Hier staat een aantal problemen of drempels tegenover. Het gaat, <strong>in</strong> de eerste plaats, om<br />
klassieke problemen en dilemma’s van uitvoer<strong>in</strong>gsorganisaties <strong>in</strong> de maatschappelijke<br />
frontl<strong>in</strong>ie. Dergelijke <strong>in</strong>stanties kampen bijna per def<strong>in</strong>itie met chronische overvrag<strong>in</strong>g, omdat<br />
de vraag naar hun diensten groot is en de middelen begrensd zijn. Dit laat zich des te meer<br />
voelen <strong>in</strong> <strong>Roermond</strong>: een ‘kle<strong>in</strong>e stad’ die <strong>in</strong> de drie wijken kampt met problemen die eerder<br />
passen bij die van ‘grote stadswijken’. Onder zulke omstandigheden dienen uitvoerende<br />
ambtenaren te selecteren aan welke doelgroepen zij hun schaarse tijd en middelen spenderen.<br />
Dit leidt <strong>in</strong> de regel tot zogenoemde “cream<strong>in</strong>g”: ambtenaren geven de voorkeur aan klanten<br />
en doelgroepen die het meeste vooruitzicht bieden op succes. In casu betekent dit dat het<br />
wijkgerichte werken <strong>in</strong> essentie wordt gericht op de benaderbare groepen die het rechte pad<br />
nog niet of <strong>in</strong>cidenteel hebben verlaten. En voor zover het wijkgerichte werk wordt gericht op<br />
crim<strong>in</strong>ele jongeren, dan staan preventieve <strong>in</strong>spann<strong>in</strong>gen centraal. Dit is <strong>in</strong> <strong>Roermond</strong> niet<br />
louter een operationele tactiek of vuistregel: het stemt overeen met de preventieve beleidslijn.<br />
De keerzijde is wel dat er we<strong>in</strong>ig sociale controle en dwang wordt uitgeoefend die het rechte<br />
pad hebben verlaten en die – nog een stap verder – het slechte pad lijken te kiezen. We delen<br />
hiermee op jongeren en jongvolwassenen die stelselmatig de openbare orde verstoren en die –<br />
op niet-<strong>in</strong>cidentele basis - delicten plegen. Dit is een zorgelijk selectieproces vanuit de<br />
<strong>in</strong>valshoek van ons onderzoek dat nu eenmaal is gericht op – de reductie van - de lokale<br />
<strong>crim<strong>in</strong>aliteit</strong>. De gemeente <strong>Roermond</strong> onderkend dit probleem. Dit blijkt onder meer uit het<br />
feit dat prioriteit wordt verleend aan het <strong>in</strong>richten van het veiligheidshuis, dat zich onder meer<br />
richt op de aanpak van jeugdige meerplegers en veelplegers.<br />
In de tweede plaats zijn de jeugdproblematiek en de jeugd<strong>crim<strong>in</strong>aliteit</strong> onoverzichtelijker en<br />
dynamischer geworden. We bedoelen hiermee dat het hechte sociale <strong>Roermond</strong>se leven van<br />
weleer drastisch is veranderd <strong>in</strong> enkele decennia tijd. De geijkte probleemfamilies en<br />
problematische personen waren <strong>in</strong> een nog niet zo grijs verleden alom bekend: bij bewoners,<br />
gemeente en politie. Dit betekende allerm<strong>in</strong>st dat ze geen overlast veroorzaakten of delicten<br />
pleegden, maar wel dat dit <strong>in</strong> zekere z<strong>in</strong> b<strong>in</strong>nen de perken kon worden gehouden. Hoewel<br />
deze schets ongetwijfeld een karikatuur is, is het voor menig respondent wel een soort ijkpunt,<br />
want vandaag de dag is de situatie bepaald anders. Er komen snel nieuwe jeugdgroepen en<br />
jongeren op die voor overlast zorgen en die delicten plegen, zo blijkt ook uit het<br />
daderonderzoek <strong>in</strong> hoofdstuk 4. Deze jongeren zijn ook niet wijkgebonden: ze verplaatsen<br />
zich door de stad en door de regio, soms ook bij het plegen van delicten. De samenstell<strong>in</strong>g van<br />
de groepen fluctueert ook. Dit is vooral een probleem omdat het wijkgerichte werken veel<br />
sterker wordt gericht op groepen dan op <strong>in</strong>dividuen. De snelle aanwas, de mobiliteit en de<br />
wisselende samenstell<strong>in</strong>g van groepen leiden ertoe dat er wijkgebonden lang niet altijd op tijd<br />
contact wordt gelegd met jongeren, zodat preventieve <strong>in</strong>spann<strong>in</strong>gen nog effect kunnen<br />
sorteren. De gemeente <strong>Roermond</strong> en haar operationele netwerk richten zich overigens meer en<br />
meer op <strong>in</strong>dividuele personen en hun problemen of gedrag<strong>in</strong>gen, onder meer bij de uitvoer<strong>in</strong>g<br />
van het convenant wijkgericht jongerenwerk, bij het drang & dwang-beleid en door middel<br />
van het veiligheidshuis (zie 5.4).<br />
In de derde plaats heeft het wijkgerichte overleg zo zijn beperk<strong>in</strong>gen. Het is <strong>in</strong> zoverre<br />
functioneel dat er zaken en beslispunten worden benoemd en dat <strong>in</strong>dividuele deelnemers op<br />
81
asis hiervan stappen ondernemen. De voorbereid<strong>in</strong>g en opvolg<strong>in</strong>g van het overleg zijn echter<br />
niet optimaal. Er wordt niet van tevoren een agenda opgesteld die de deelnemers ertoe<br />
beweegt of dw<strong>in</strong>gt om bepaalde gesprekspunten voor te bereiden. Er wordt mondjesmaat<br />
genotuleerd en er wordt niet gewerkt met verplichtende afsprakenlijsten. Hier komt bij dat de<br />
deelnemers beperkte mogelijkheden hebben om mensen of middelen b<strong>in</strong>nen hun eigen<br />
organisatie <strong>in</strong> te schakelen voor wijkgerichte activiteiten. Dit hangt samen met het feit dat er<br />
geen natuurlijke overloop bestaat tussen de frequente operationele wijkgerichte<br />
overlegvormen en de bestuurlijke overlegvormen over veiligheid. <strong>Veel</strong> hangt af van eigen<br />
<strong>in</strong>itiatief van de deelnemers van de overlegvormen en van hun overred<strong>in</strong>gskracht of <strong>in</strong>formele<br />
positie b<strong>in</strong>nen de eigen organisatie. Dit komt onder meer door het ontbreken van een<br />
strategisch veiligheidsprogramma dat budgetten, personeel, middelen en<br />
verantwoordelijkheden verdeeld.<br />
In de vierde plaats bestaat er <strong>in</strong> de praktijk een zekere afstand tussen aan de ene kant het sterk<br />
preventieve wijkgerichte werken en aan de andere kant de harde veiligheidstaak: het toezicht<br />
en de handhav<strong>in</strong>g, <strong>in</strong>clusief repressie. Er is geen strategisch programma dat helder opdrachten<br />
en doelstell<strong>in</strong>gen verb<strong>in</strong>dt aan de wijkgerichte activiteiten van onder meer de<br />
welzijns<strong>in</strong>stell<strong>in</strong>gen. Het is vervolgens niet vreemd dat jongerenwerkers zich sterker<br />
committeren aan de wijk en aan de jongeren waarmee ze contact hebben, dan aan externe<br />
doelstell<strong>in</strong>gen, zoals het terugdr<strong>in</strong>gen van de recidive of het verm<strong>in</strong>deren van de overlast en<br />
<strong>crim<strong>in</strong>aliteit</strong>. Bij gebrek aan dergelijke doelstell<strong>in</strong>gen ontstaat er ook veel ruimte voor<br />
jongerenwerkers om <strong>in</strong>formatie over overlast of <strong>crim<strong>in</strong>aliteit</strong> niet of uitermate selectief te<br />
verstrekken aan politiemensen. Het is dan ook logisch dat er <strong>in</strong> retrospect (ook voor ons)<br />
onduidelijkheid bestaat over de precieze effecten van de <strong>in</strong>spann<strong>in</strong>gen van jongerenwerkers.<br />
In de vijfde plaats bestaat er <strong>in</strong> bepaalde opzichten een forse afstand tussen kwetsbare groepen<br />
<strong>in</strong> de drie wijken en ‘het stadhuis’. Gabriëls en Nauta (2003) wijzen erop dat groepen<br />
bewoners van het <strong>Roermond</strong>se Veld het gevoel hebben dat allerhande grote en kle<strong>in</strong>e<br />
achterstandsproblemen <strong>in</strong> hun buurt door het bestuur worden genegeerd. Zo zou de<br />
armoedeproblematiek worden ontkend of worden onderschat en zouden lokale <strong>in</strong>itiatieven of<br />
ideeën onvoldoende worden gehonoreerd. Wij spraken ook respondenten die bij het<br />
stadsbestuur onverschilligheid bespeurden over hun wijk. Sommigen spraken van een<br />
verdeelde stad. Beleidsmakers op ‘het stadhuis’ v<strong>in</strong>den dit onterechte kritiek: ze wijzen op al<br />
de wijkgerichte <strong>in</strong>spann<strong>in</strong>gen en kunnen dan <strong>in</strong>derdaad een dossier op tafel leggen dat vol<br />
staat met geleverde <strong>in</strong>spann<strong>in</strong>gen en geboekte resultaten. Maar toch is dit gevoel <strong>in</strong> sommige<br />
sociale kr<strong>in</strong>gen hardnekkig. Dat houdt verband met de grote en historische verschillen <strong>in</strong> de<br />
stad en met de concrete problemen waarmee <strong>in</strong>woners kampen. Dit levert <strong>in</strong>derdaad<br />
problemen op bij het realiseren van wijkgerichte <strong>in</strong>itiatieven en bij het van de grond tillen van<br />
burgerparticipatie. Wij v<strong>in</strong>den dat zeker niet alle problemen <strong>in</strong> de drie wijken beleidstekorten<br />
zijn. Dat is ook niet wat Gabriëls en Nauta constateren, maar het lijkt er soms wel op. De<br />
problemen kunnen niet zomaar op het conto van de overheid worden geschreven. In de meest<br />
kwetsbare delen van <strong>Roermond</strong> wonen namelijk ook personen met een tamelijk onverschillige<br />
houd<strong>in</strong>g die er, op hun beurt, bepaald niet alles te doen wat mogelijk is om zich bijvoorbeeld<br />
te bekwamen en een baan te zoeken en te v<strong>in</strong>den.<br />
82
5.4 Doelgroepgerichte maatregelen<br />
5.4.1 Jeugdgroepen <strong>in</strong> beeld: meer dan overlast<br />
Groepen jongeren veroorzaken overlast <strong>in</strong> <strong>Roermond</strong>, met name <strong>in</strong> de drie wijken en <strong>in</strong> het<br />
centrum, zo blijkt uit verschillende bronnen (o.a. Lewerissa en Capellen, 2005). Voorts<br />
hebben we <strong>in</strong> hoofdstuk 4 ook geconstateerd dat er een aanwas is van jonge daders. Dit wordt<br />
bevestigd door verschillende respondenten. Velen herkennen dit beeld, los van hun precieze<br />
functie <strong>in</strong> het operationele netwerk.<br />
De lokale jeugdproblematiek heeft <strong>in</strong> 2005 geresulteerd <strong>in</strong> twee met elkaar verbonden<br />
besluiten. In de eerste plaats is besloten tot het <strong>in</strong>voeren van de ‘jeugd <strong>in</strong> beeld’-methodiek.<br />
Dit is een landelijke werkwijze die is ontwikkeld <strong>in</strong> opdracht van het programmabureau<br />
Politie & Wetenschap (Ferwerda en Kloosterman, 2005). De werkwijze schrijft een traject<br />
voor dat systeemkennis – dat wil zeggen gegevens uit BPS – koppelt aan de straatkennis van<br />
operationele functionarissen van politie, gemeente en welzijns<strong>in</strong>stanties. Het resulteert <strong>in</strong> een<br />
beschrijv<strong>in</strong>g van drie soorten jeugdgroepen: ‘h<strong>in</strong>derlijke’, ‘overlastgevende’ en ‘crim<strong>in</strong>ele’<br />
groepen.<br />
In de tweede plaats is er ten behoeve van het Wijkgericht Jongerenwerk een convenant<br />
afgesloten tussen de gemeente <strong>Roermond</strong>, de politie Limburg-Noord en de sticht<strong>in</strong>g Wel.kom.<br />
Het convenant roept <strong>in</strong> de drie wijken een nieuwe overlegvorm <strong>in</strong> het leven: het<br />
jongerenoverleg. Dit maandelijkse overleg staat onder voorzitterschap van de<br />
wijkcoörd<strong>in</strong>atoren en de deelnemers zijn: jongerenwerkers en de opbouwwerker van<br />
Wel.kom, de gebiedsmentor en politiemensen die zijn belast met de politiële jeugdtaak.<br />
Het jongerenoverleg wordt gericht op <strong>in</strong> beeld gebrachte jeugdgroepen. Er is <strong>in</strong> elke wijk een<br />
jeugdgroep aangepakt, alsook een jeugdgroep op het Munsterple<strong>in</strong>. Dit wordt aangeduid als<br />
“groepen pellen”. Dit bestaat eruit dat wordt bezien wat de precieze samenstell<strong>in</strong>g is van de<br />
groep en hoe de taakverdel<strong>in</strong>g eruit lijkt te zien: wie zijn de aanstichters van de overlast of<br />
<strong>crim<strong>in</strong>aliteit</strong>, wie verstoren de openbare orde of rechtsorde en wat zijn de zogeheten<br />
meelopers? De groep wordt <strong>in</strong> de gaten gehouden, aangesproken en er wordt toezicht<br />
gehouden. Dit heeft geleid tot een afname van de overlast. Daarnaast “(…) heeft de aanpak<br />
tevens geleid tot het ‘elim<strong>in</strong>eren’ van één van de genoemde groepen, een groep is niet meer<br />
actueel aanwezig en een groep [zal] verder door de politie (…) worden aangepakt” (Evaluatie<br />
Wijkgericht Jongerenwerk: het groepenpellen, p. 6). De effecten van de aanpak en de<br />
<strong>in</strong>dividuele leden van de groepen worden <strong>in</strong> het jongerenoverleg besproken. Dit heeft er<strong>in</strong><br />
geresulteerd dat de politie een strafrechtelijk onderzoek is gestart naar een aantal jongeren. De<br />
sticht<strong>in</strong>g Wel.kom heeft de begeleid<strong>in</strong>g van enkele jongeren op zich genomen en ze heeft<br />
getracht jongeren door te verwijzen naar onder meer bureau jeugdzorg, de<br />
leerplichtambtenaar en de reclasser<strong>in</strong>g.<br />
De werkwijze heeft naast deze nog bescheiden externe effecten tot op heden vooral gunstige<br />
procesopbrengsten: “De samenwerk<strong>in</strong>g wordt door partijen als zeer prettig ervaren. Vanuit<br />
een aanvankelijke terughoudendheid wordt er nu open en rechtstreeks met elkaar<br />
gecommuniceerd” (Evaluatie Wijkgericht Jongerenwerk: het groepenpellen, p. 6). Dit neemt<br />
83
niet weg dat er nog een aantal drempels of belemmer<strong>in</strong>g bestaat. In de eerste plaats blijkt de<br />
jeugdproblematiek van de leden van dit soort groepen veel tijd en energie te vergen van de<br />
partners. De problemen blijken “nog complexer en omvangrijker” dan gedacht. De <strong>in</strong>terne<br />
evaluatie somt op: schoolverzuim, onafgeronde opleid<strong>in</strong>g, werkloosheid, (overmatig)<br />
softdrugs- en alcoholgebruik en <strong>crim<strong>in</strong>aliteit</strong>. Deze zware werklast overvraagt de<br />
convenantpartners en vergt dat er door de drie <strong>in</strong>stanties meer middelen worden gereserveerd.<br />
De <strong>in</strong>terne evaluatie (p. 7) pleit voor “het structureel <strong>in</strong>bedden b<strong>in</strong>nen de deelnemende<br />
organisaties (…)”.<br />
In de tweede plaats blijkt de reikwijdte van het convenant tussen drie partners te beperkt. Het<br />
blijkt al snel nodig om andere <strong>in</strong>stanties <strong>in</strong> te schakelen, zoals bureau jeugdzorg, de jeugd<br />
GGZ, het CAD of justitiële <strong>in</strong>stanties, zoals de reclasser<strong>in</strong>g. Dit lukt nog wel op basis van<br />
persoonlijke contacten en bij concrete casus, maar op structurele basis zijn er onvoldoende<br />
vrije middelen (personeel, <strong>in</strong>terventies, plaatsen) beschikbaar. Dit zou opgelost kunnen<br />
worden door <strong>in</strong> een convenant afspraken te maken over de beschikbaarheid van dergelijke<br />
partijen.<br />
In de derde plaats komt er met het jongerenoverleg weer een overlegvorm bij. Het betreft <strong>in</strong><br />
dit geval een groepsgerichte overlegvorm, terwijl (deels) dezelfde partijen ook al wijkgericht<br />
overleg voeren. En dan overlapt het jongerenoverleg deels ook weer met het justitiële<br />
casusoverleg, al hapert die afstemm<strong>in</strong>g onder meer omdat dit justitiële overleg niet is<br />
berekend op deze extra <strong>in</strong>stroom van casus. Er tekent zich overlegdrukte af. We citeren de<br />
<strong>in</strong>terne evaluatie (p. 5):<br />
“De structuur gericht op <strong>in</strong>dividuele jongeren is nog niet adequaat operationeel. De<br />
samenwerk<strong>in</strong>g tussen met name het 12+ overleg en het casuïstiekoverleg verliep<br />
aanvankelijk erg stroef. In de beoogde samenwerk<strong>in</strong>g tussen partijen c.q. de <strong>in</strong>breng<br />
van casussen vanuit het groepenpellen was niet voorzien. Met name het 12+ overleg is<br />
nog niet volledig <strong>in</strong>houdelijk georiënteerd en kenmerkt zich door een hoog proces- en<br />
procedure gehalte. Niet alle casussen worden even snel en adequaat opgepakt” .<br />
In de vierde plaats is er nog geen goed registratiesysteem beschikbaar en blijkt het moeilijk<br />
om de jeugdgroepen goed <strong>in</strong> kaart te brengen, omdat deze niet perse wijkgebonden zijn,<br />
voortdurend wisselen van samenstell<strong>in</strong>g en er ook groepen verdwijnen en opkomen. De<br />
problematiek blijkt ook moeilijk te vangen <strong>in</strong> leeftijden. Aanvankelijk was het<br />
jongerenoverleg gericht op jongeren van 12 tot en met 18 jaar. Dit is uitgebreid naar<br />
jongvolwassenen tot 23 jaar.<br />
Wel jeugd<strong>crim<strong>in</strong>aliteit</strong>, maar geen crim<strong>in</strong>ele jeugdgroepen <strong>in</strong> beeld gebracht<br />
In juni 2007 is de rapportage Jeugdgroepen <strong>in</strong> Beeld van de politieregio Limburg-Noord<br />
verschenen. Het brengt met behulp van de zogeheten shortlist-methodiek jeugdgroepen <strong>in</strong><br />
kaart. De uitkomst is voor wat betreft <strong>Roermond</strong> opmerkelijk. De gemeente <strong>Roermond</strong> telt<br />
volgens deze rapportage namelijk geen enkele crim<strong>in</strong>ele jeugdgroep, zes h<strong>in</strong>derlijke en één<br />
overlast gevende. Dit staat haaks op de uitkomsten van de profielanalyse <strong>in</strong> hoofdstuk 4. We<br />
stellen vast dat er een aanwas is van jonge daders. Tel hierbij op dat veel jeugd<strong>crim<strong>in</strong>aliteit</strong> nu<br />
84
eenmaal groeps<strong>crim<strong>in</strong>aliteit</strong> is en het is merkwaardig dat de teller uitkomt op nul. De<br />
rapportage telt <strong>in</strong> <strong>Roermond</strong> wel vijf jeugdige veelplegers en 39 jeugdige meerplegers.<br />
De uitkomsten van dit onderzoek hebben vergaande gevolgen. Immers, de afspraak luidt dat<br />
de gemeente en de welzijns<strong>in</strong>stell<strong>in</strong>gen zich toeleggen op de aanpak van h<strong>in</strong>derlijke en<br />
overlast gevende jeugdgroepen en dat politie en justitie de aanpak van crim<strong>in</strong>ele jeugdgroepen<br />
ter hand nemen. Zo geredeneerd hoeven politie en justitie geen jeugdgroep ‘te pellen’. De<br />
gemeente beschikt niet over uitvoerende ambtenaren die <strong>in</strong>terventies plegen, waardoor de<br />
aanpak van de <strong>in</strong> beeld gebrachte jeugdgroepen bijna geheel <strong>in</strong> handen zou worden gelegd<br />
van het jongerenwerk. Dit kan niet de bedoel<strong>in</strong>g zijn, zo realiseren respondenten zich. Ze<br />
concluderen dat het <strong>in</strong> feite zo behoort te zijn dat de <strong>in</strong>tegrale aanpak per def<strong>in</strong>itie beg<strong>in</strong>t<br />
nadat een jeugdgroep <strong>in</strong> kaart is gebracht, dus los van het precieze label. Immers, wat een<br />
overlastgroep lijkt te zijn kan een rustige groep zijn waar bewoners onnodig veel aanstoot van<br />
nemen. Maar een overlast gevende groep kan ook crim<strong>in</strong>eel zijn of daartoe uitgroeien.<br />
Integraliteit is nodig om jongerenwerkers een stok achter de deur te geven: preventie heeft bij<br />
lastige groepen niet snel effect zonder repressieve dreig<strong>in</strong>g. Politie en justitie hebben<br />
jongerenwerkers en de reclasser<strong>in</strong>g nodig om recidive te voorkomen.<br />
Respondenten concluderen dat de gehanteerde werkwijze - onbedoeld - klaarblijkelijk geen<br />
valide beeld geeft van de jeugdgroepen <strong>in</strong> <strong>Roermond</strong>. Op basis van ons onderzoek kunnen we<br />
hierover geen uitsluitsel geven, maar de volgende zaken spelen ongetwijfeld een rol. De<br />
methodiek maakt onder meer gebruik van systeemkennis: de registraties over aanhoud<strong>in</strong>gen<br />
en veroordel<strong>in</strong>gen. Er is vrijwel zeker <strong>in</strong> Limburg-Noord en <strong>in</strong> <strong>Roermond</strong> meer<br />
onderregistratie dan <strong>in</strong> de randstad, waar nu eenmaal meer capaciteit bij de politie voorhanden<br />
is, zodat bij jeugd<strong>crim<strong>in</strong>aliteit</strong> bijvoorbeeld vaker kan worden doorgerechercheerd naar<br />
mogelijke mededaders. Dit leidt <strong>in</strong> <strong>Roermond</strong> tot m<strong>in</strong>der geregistreerde antecedenten van<br />
jongeren. Op dat moment wordt de straatkennis belangrijker, maar die is ook al m<strong>in</strong>der, omdat<br />
de uitvoer<strong>in</strong>gsorganisatie kle<strong>in</strong> is. Bovendien richt die zich sterk op de drie<br />
achterstandswijken. Hoe het ook zij: we bevelen aan om de methodiek bij een volgende<br />
analyse aan te passen op de situatie <strong>in</strong> <strong>Roermond</strong>. Te meer omdat juist bij onderregistratie van<br />
jeugd<strong>crim<strong>in</strong>aliteit</strong> relatief vaak reeds alert opgetreden zal moeten worden bij het tweede of<br />
derde antecedent, omdat de kans bestaat dat de desbetreffende jeugddel<strong>in</strong>quent <strong>in</strong> feite<br />
beduidend meer delicten heeft gepleegd (maar waar hij niet voor is aangehouden).<br />
Indien er daadwerkelijk nul crim<strong>in</strong>ele jeugdgroepen <strong>in</strong> <strong>Roermond</strong> zouden zijn, dan luidt de<br />
conclusie eenvoudigweg dat de aanpak van ‘groepen pellen’ niet geschikt is voor het<br />
bestrijden van de lokale jeugd<strong>crim<strong>in</strong>aliteit</strong>. Wij houden het erop dat de crim<strong>in</strong>ele<br />
jeugdgroepen er wel degelijk zijn, al bestaat de mogelijkheid dat het geen groepen zijn <strong>in</strong> de<br />
klassiek sociologische betekenis (een tamelijk vaste kle<strong>in</strong>e sociale structuur), maar wisselende<br />
groepjes of kliekjes. Die vallen lastiger <strong>in</strong> beeld te brengen. Het <strong>in</strong> beeld brengen mag dan<br />
ook geen doel op zich worden. Het gaat nu eenmaal om de reductie van jeugdoverlast en<br />
jeugd<strong>crim<strong>in</strong>aliteit</strong>.<br />
85
5.4.2 Verslaafden: drang & dwang<br />
Het stadscentrum van <strong>Roermond</strong> kampt <strong>in</strong> 2005 met overlast en <strong>crim<strong>in</strong>aliteit</strong> van een<br />
zogeheten categorie “drunkies”: drugs- en alcoholverslaafden. Er worden dan circa 65<br />
drugsverslaafden geteld en 20 alcoholisten. Er maken 86 personen gebruik van de dagopvang,<br />
gevestigd op een <strong>in</strong>dustrieterre<strong>in</strong>, net buiten het centrum. Deze opvang telt <strong>in</strong> 2005 slechts 10<br />
structurele bezoekers. Er wordt geconcludeerd dat deze categorie de openbare orde zwaarder<br />
belast dan nodig is. Er wordt een pad <strong>in</strong>geslagen dat <strong>in</strong> theorie preventie en repressie<br />
comb<strong>in</strong>eert.<br />
Daartoe wordt <strong>in</strong> 2006 een convenant afgesloten met een lange titel: “OGGz-convenant <strong>in</strong><br />
<strong>Roermond</strong>: Het ontwikkelen van <strong>in</strong>dividuele behandelplannen op basis van ketenopvang en<br />
zonodig justitieel <strong>in</strong>grijpen”. Het wordt gemakshalve “drang en dwang” genoemd. De aanpak<br />
wordt afgestemd op de omstandigheden van <strong>in</strong>dividuele drunkies. Het gaat dus om maatwerk,<br />
waarbij geldt: “zorg voor repressie”. Er worden onder drang <strong>in</strong>dividuele trajecten opgesteld.<br />
Het kan gaan om behandel<strong>in</strong>g, maar ook om huisvest<strong>in</strong>g (begeleid wonen), benutt<strong>in</strong>g van de<br />
dag- en nachtopvang of werkzaamheden, zoals het opruimen van zwerfvuil. Bij een categorie<br />
volstaat drang niet en dan wordt dwang toegepast. Dit betekent dat een strafrechtelijke sanctie<br />
wordt bevroren, <strong>in</strong>dien een traject wordt doorlopen: “Mocht het <strong>in</strong>dividu zich aan het traject<br />
onttrekken, dan gaat justitie alsnog de straf opleggen”. Een belangrijke schakel bij dit alles is<br />
het zogeheten dienstencentrum: “Getracht wordt de klanten beter <strong>in</strong> zicht te brengen en hulp-<br />
en dienstverleners een betere basis te bieden voor het aangaan van trajecten. Doel is uitstroom<br />
van de klanten uit de opvangvoorzien<strong>in</strong>g te bevorderen en mensen weer regie over het eigen<br />
leven te laten nemen” (Tweede Tussenrapportage Drang en Dwang, p. 2).<br />
Dit convenant roept wederom de nodige overlegvormen <strong>in</strong> het leven. Het betreft <strong>in</strong> de eerste<br />
plaats de stuurgroep. Het voorzitterschap ligt <strong>in</strong> handen van de portefeuillehouder <strong>in</strong> het<br />
college van burgemeester & wethouders en deelnemers zijn de directeuren van de betrokken<br />
<strong>in</strong>stell<strong>in</strong>gen (de sticht<strong>in</strong>g MOV, de GGz NML en het RIAGG), de chef basiseenheid<br />
<strong>Roermond</strong> en justitie. Het betreft <strong>in</strong> de tweede plaats beleidsoverleg tussen deze <strong>in</strong>stanties,<br />
wederom onder voorzitterschap van de gemeente. S<strong>in</strong>ds juli 2007 wordt er ook, <strong>in</strong> de derde<br />
plaats, casusoverleg gevoerd. Dit staat onder voorzitterschap van de coörd<strong>in</strong>ator van het<br />
veiligheidshuis en bestaat uit operationele vertegenwoordigers van de genoemde <strong>in</strong>stell<strong>in</strong>gen,<br />
aangevuld met stadstoezicht.<br />
Verslaafden die vandaag de dag <strong>in</strong> de publieke ruimte <strong>in</strong> het centrum overlast veroorzaken<br />
vanwege drank- of drugsgebruik krijgen een (tijdelijke) gebiedsontzegg<strong>in</strong>g opgelegd. Politie<br />
of toezichthouders sturen hen zonodig naar het dienstencentrum.<br />
Tabel 5.2: Resultaten gebiedsontzegg<strong>in</strong>gen op basis van Drang en Dwang 2007<br />
Gebiedsontzegg<strong>in</strong>g: April mei Juni Juli Augustus september<br />
Voor 4 dagen 16 8 2 2 4 4<br />
Voor 3 maanden 5 3 2 1 3 2<br />
86
Het dienstencentrum biedt dagopvang aan dak- en thuisloze verslaafden. Er wordt methadon<br />
verstrekt en het telt een gebruikersruimte. S<strong>in</strong>ds de open<strong>in</strong>g van het centrum <strong>in</strong> maart 2007<br />
stijgt het aantal verslaafden dat methadon verstrekt krijgt. Het aantal bezoekers van de<br />
gebruikersruimte is, na een fl<strong>in</strong>ke stijg<strong>in</strong>g <strong>in</strong> het voorjaar, gedaald.<br />
Tabel 5.3: Methadonverstrekk<strong>in</strong>g door GGZ Noord- en Midden Limburg 2007<br />
Maart April Mei juni Juli augustus September Oktober<br />
aantal<br />
cliënten<br />
78 79 79 89 94 94 75 91<br />
Tabel 5.4: Resultaten bezoekers gebruikersruimte door GGZ Noord- en Midden Limburg 2007<br />
Maart April Mei juni Juli augustus september Oktober<br />
Bezoekers 148 272 412 514 347 107 151 98<br />
alcohol 59 112 184 250 252 70 95 40<br />
Drugs 89 160 228 300 151 37 59 60<br />
spuiten 0 3 1 0 0 2 0 0<br />
ascorb<strong>in</strong>e 0 6 0 0 0 0 0 0<br />
Het dienstencentrum kent een dag- en nachtopvang voor verslaafden, op twee verschillende<br />
locaties. De dagopvang is gevestigd op een nabij het centrum gelegen <strong>in</strong>dustrieterre<strong>in</strong>, pal<br />
naast de sociale werkplaats. De dagopvang heeft een gebruikersruimte en is open tot 16.00<br />
uur. De nachtopvang is <strong>in</strong> het centrum gesitueerd en kent geen gebruikersruimte. Deze opvang<br />
is open vanaf 20.00 uur. De capaciteit bedraagt tw<strong>in</strong>tig plaatsen, waarvan er vier zijn<br />
gereserveerd voor vrouwen. Eenmaal <strong>in</strong> de nachtopvang kan de verslaafde niet meer naar<br />
buiten (en weer naar b<strong>in</strong>nen) tot de volgende ochtend. De opvang heeft zich verplicht om<br />
iedereen op te nemen die zich meldt. Er slapen geregeld meer dan 20 mensen <strong>in</strong> de<br />
nachtopvang. Deze drukte draagt bij aan de onderl<strong>in</strong>ge agressie en geweld. Er wordt op<br />
drukke nachten en extra nachtwaker <strong>in</strong>gezet. Respondenten geven aan dat het <strong>in</strong> praktijk<br />
vanwege capaciteitsgebrek zo nu en dan voorkomt dat mensen weggestuurd worden. Dit<br />
wordt tegengesproken door andere respondenten. In ieder geval is het zo dat de vraag naar<br />
nachtopvang zich moeilijk laat voorspellen. Er is daarom niet gekozen voor uitbreid<strong>in</strong>g.<br />
(Tweede tussenrapportage Drang en Dwang, november 2007).<br />
Tabel 5.5: Bezett<strong>in</strong>gscijfers dienstencentrum dag- en nachtopvang <strong>Roermond</strong> 2007 20<br />
Jan. Feb. Maa. Apr. Mei Jun. Jul. Aug. Sep.<br />
Dagopvang 232 195 352 412 452 488 482 454 518<br />
Nachtopvang 303 292 411 496 437 494 458 436 568<br />
De bezoekers van het dienstencentrum raken bekend met de hulpverleners en omgekeerd, zo<br />
is de bedoel<strong>in</strong>g. Hun situatie kan worden geagendeerd voor het casusoverleg. De tweede<br />
tussenrapportage geeft - voor de periode van juni tot en met oktober 2007 - een verwarrend en<br />
rommelig overzicht van het aantal cliënten dat is besproken of <strong>in</strong> besprek<strong>in</strong>g is. Er zijn 31<br />
cliënten besproken, zo blijkt. Er zijn 10 personen “uitgestroomd”. Het betreft twee<br />
verhuiz<strong>in</strong>gen “uit <strong>Roermond</strong>”. Het is onduidelijk of deze personen buiten <strong>Roermond</strong> over<br />
gepaste huisvest<strong>in</strong>g beschikken. Over de overige 8 personen wordt vermeld dat ze zijn<br />
uitgestroomd naar “succesvolle hulpverlen<strong>in</strong>gstrajecten”. Het blijft onduidelijk om welke<br />
hulpverlen<strong>in</strong>gstrajecten het gaat en er wordt ook niet omschreven waar het “succes” aan wordt<br />
afgemeten. Vanwege de lastige aard van de doelgroep is het de vraag of op zo’n korte termijn<br />
20 Vanaf maart 2007 is het dienstencentrum van start gegaan. Hiermee is de locatie van de dagopvang gewijzigd.<br />
87
al succes kan worden geclaimd. Het risico van een terugval of recidive is nu eenmaal fors, zo<br />
leren de praktijk en talrijke studies. Voorts zijn er 23 cliënten <strong>in</strong> besprek<strong>in</strong>g. Het betreft één<br />
“zorgwekkende zorgmijder”, zes “zorgmijders” en drie veelplegers. De rapportage geeft<br />
vervolgens een opsomm<strong>in</strong>g van 16 voorgestelde trajecten van deze 23 cliënten:<br />
zwerfvuilproject (3), GGZ (6), eigen won<strong>in</strong>g of kamer (3), crisisopvang (1), detentie (1),<br />
sociaal pension (1) en RIAGG. Het is onduidelijk of het gaat om één traject per persoon of<br />
(ook) om comb<strong>in</strong>aties. Relevante zaken worden niet vermeld, zoals geslacht, leeftijd, etniciteit<br />
of de aard van de verslav<strong>in</strong>g.<br />
Het opstarten van hulpverlen<strong>in</strong>gstrajecten komt dus van de grond, maar kampt ook met de<br />
nodige problemen. De hulpverleners van de GGZ werken nog veel vanaf hun eigen<br />
vertrouwde werkplek (aan het Laurentiusple<strong>in</strong>) en ze komen mondjesmaat <strong>in</strong> het<br />
dienstencentrum. Er zijn daarom wekelijks spreekuren en consultaties <strong>in</strong>gesteld en er komt<br />
“frequent” een arts <strong>in</strong> het centrum. Er zijn ook de nodige personele wissel<strong>in</strong>gen geweest,<br />
onder meer bij de GGZ. En, last but not least, wordt de problematiek van de doelgroep er niet<br />
gemakkelijker op door ze naar het dienstencentrum te verwijzen. Het centrum biedt<br />
mogelijkheden, dat zeker, maar bepaald geen garanties of eenvoudige oploss<strong>in</strong>gen op<br />
<strong>in</strong>dividueel niveau.<br />
Naast de hulpverlen<strong>in</strong>gstrajecten geeft justitie gestalte aan het strafrechtelijke spoor. E<strong>in</strong>d<br />
2007 is een eerste zogeheten themazitt<strong>in</strong>g georganiseerd <strong>in</strong> het kader van drang en dwang.<br />
Vrijwel alle verdachten zijn veroordeeld bij deze zitt<strong>in</strong>g.<br />
In het GGZ Centrum <strong>Roermond</strong> zijn 12 plaatsen gereserveerd voor psychiatrische<br />
verslaafdenopvang <strong>in</strong> een begeleid wonen project. Het is niet geheel duidelijk of de<br />
beschikbare capaciteit volstaat. Bekend is wel dat het aantal personen met ‘dubbele<br />
problematiek’ (verslav<strong>in</strong>g en psychiatrische problemen) dat zich <strong>in</strong> de regio <strong>Roermond</strong><br />
ophoudt groter is. In 2005 wordt gesproken over 25 daklozen met een dubbeldiagnostiek <strong>in</strong><br />
<strong>Roermond</strong>. In totaal worden ongeveer 100 daklozen geteld. 21 De opvang is vrijwillig en hangt<br />
dus af van de persoonlijke motivatie van de verslaafden. Niet alle psychiatrische patiënten<br />
zijn bereid of <strong>in</strong> staat om, met succes, begeleid te wonen.<br />
De verslaafdenopvang <strong>in</strong> het centrum van de stad leverde aanvankelijk weerstand op van<br />
bewoners. Hoe de overlast van deze verslaafden <strong>in</strong> het centrum beoordeeld moet worden is<br />
niet helder. Respondenten oordelen verschillend. De één zegt dat de overlast meevalt en<br />
anderen spreken over veel of aanzienlijke overlast. Deze laatste respondenten wijzen er ook<br />
op dat verslaafden delicten blijven plegen.<br />
Een ander traject dat <strong>in</strong> 2005 door GGZ-NML Verslav<strong>in</strong>gszorg is opgestart, is het<br />
zwerfvuilproject <strong>in</strong> <strong>Roermond</strong>. 22 Doel van het project is het aanbieden van werk aan<br />
bijstandsgerechtigde verslaafden, die niet <strong>in</strong> staat zijn om deel te nemen aan één van de<br />
<strong>in</strong>tegratietrajecten. Het project biedt de verslaafden een vaste baan waardoor zij langzaam<br />
maar zeker een dagritme behoren te ontwikkelen. De bedoel<strong>in</strong>g is dat verslaafden zo hun<br />
21 Schouw, bezoek regionale driehoek aan <strong>Roermond</strong>, 2005.<br />
22 Memo Commissie Algemene Zaken, 18 juni 2007<br />
88
leven weer op de rails krijgen. Een bijkomend voordeel is dat de wijken waar het<br />
zwerfvuilproject wordt <strong>in</strong>gezet schoner en netter worden.<br />
Het project biedt plaats aan maximaal twaalf verslaafden en werd bekostigd middels een<br />
subsidie van de Gedeputeerde Staten. In 2006 zijn ‘slechts’ vijf deelnemers van start gegaan.<br />
S<strong>in</strong>ds 1 juli 2007 wordt het project betaald uit middelen <strong>in</strong> het kader van drang en dwang.<br />
S<strong>in</strong>dsdien is deelname niet langer noodzakelijkerwijs gekoppeld aan een bijstandsuitker<strong>in</strong>g.<br />
Het aantal deelnemers is gestegen naar negen.<br />
Gunstige externe effecten <strong>in</strong> het centrum én restproblemen<br />
Er bestaat onder de respondenten overeenstemm<strong>in</strong>g over een belangrijk extern effect: de<br />
overlast <strong>in</strong> het stadscentrum door “drunkies” is afgenomen. Dit laat onverlet dat er - naast de<br />
voorzichtige en matig gedocumenteerde start bij het begeleiden van cliënten naar<br />
‘uitstroomtrajecten’ - restproblemen bestaan en neveneffecten optreden.<br />
In de eerste plaats verschuift de overlast deels naar de wijken buiten het centrum. Die overlast<br />
wordt met name veroorzaakt door verslaafden die zich wel weg laten sturen uit het<br />
stadscentrum, maar die het dienstencentrum geheel, gedeeltelijk of regelmatig mijden en dan<br />
op straat verblijven. Zij veroorzaken niet alleen overlast, zo melden respondenten en zo blijkt<br />
uit de profielanalyse, maar plegen ook nog steeds (vermogens)delicten. Er wordt ook <strong>in</strong> drugs<br />
gehandeld<br />
In de tweede plaats is er een “opvanggat” tussen 16.00 uur en 20.00 uur, omdat de dagopvang<br />
dan is gesloten en de nachtopvang nog niet open is. De gedachte hierachter is dat zo een<br />
beroep wordt gedaan op de zelfredzaamheid van verslaafden: om zich <strong>in</strong> die uren te redden,<br />
maar ook om zo gemotiveerd te blijven om het pad naar een regulier bestaan <strong>in</strong> te slaan.<br />
Gedurende deze vier uren veroorzaken verslaafden overlast. Ondernemers en politie geven<br />
aan dat ze <strong>in</strong> deze periode ook delicten plegen, deels op de route van de ene opvanglocatie<br />
naar de andere. Er wordt ook drugs verhandeld.<br />
In de derde plaats valt op dat de balans door dreigt te slaan naar opvang en beoogde<br />
hulpverlen<strong>in</strong>gstrajecten. Er wordt steevast gesproken of geschreven over cliënten en niet over<br />
(potentiële) daders. Voor zover wordt gesproken over repressie wordt veelal gedoeld op het<br />
opleggen van gebiedsverboden en de handhav<strong>in</strong>g daarvan, maar dat is heel wat anders dan<br />
strafrechtelijk optreden tegen veel<strong>voorkomende</strong> <strong>crim<strong>in</strong>aliteit</strong> en drugshandel. De dreig<strong>in</strong>g van<br />
strafrechtelijke sancties blijft onontbeerlijk bij het terugdr<strong>in</strong>gen van de <strong>crim<strong>in</strong>aliteit</strong> en<br />
overlast. Het is de vraag of verslaafden die delicten blijven plegen opgevangen moeten<br />
worden. Er moet sprake zijn van een ruil: opvang <strong>in</strong> ruil voor gepast gedrag op straat. “Zorg<br />
voor repressie” is een goed startpunt, maar tegen personen die geboden kansen niet benutten<br />
of zelfs misbruiken moet repressief worden opgetreden, ook omdat dan voor anderen duidelijk<br />
wordt wat er op het spel staat. Anders gezegd: “zorg voor repressie” is het startpunt, maar wat<br />
de volgende stappen zijn behoort af te hangen van het gedrag van de verslaafden zelf. Het is<br />
daarom verstandig om <strong>in</strong> tussenrapportages voortaan bij te houden welke bezoekers van de<br />
dag- en nachtopvang worden aangehouden of veroordeeld en welke gevolgen dit heeft voor de<br />
persoonlijke trajecten.<br />
89
5.5 Delictgerichte maatregelen<br />
5.5.1 Sfeerbeheer: veiliger uitgaan<br />
<strong>Roermond</strong> kampte <strong>in</strong> 2005 en 2006 met <strong>crim<strong>in</strong>aliteit</strong> en overlast van het uitgaanspubliek <strong>in</strong><br />
het stadscentrum, alsook op de routes daar naartoe. Het betrof onderl<strong>in</strong>ge conflicten en<br />
geweld, maar nog meer allerhande vormen van h<strong>in</strong>derlijk of irritant gedrag: wild plassen,<br />
openbare dronkenschap, luidruchtigheid en verniel<strong>in</strong>gen. In deze periode worden de<br />
open<strong>in</strong>gstijden voor cafés <strong>in</strong> de Veldstraat en op het Stationsple<strong>in</strong> verruimd. Dit is voor<br />
politiek en bestuur een reden te meer om de problemen met het uitgaanspubliek aan te<br />
pakken. Daartoe wordt <strong>in</strong> juli 2006 de zogeheten pilot Sfeerbeheer - gesubsidieerd door<br />
prov<strong>in</strong>cie en gemeente - gestart. Dit sluit aan op het project Veilig Uitgaan. Dat omvat<br />
maatregelen zoals cameratoezicht, ur<strong>in</strong>oirs op de routes, het <strong>in</strong>richten van een mobiele<br />
fietsenstall<strong>in</strong>g, parkeerbeheer en extra schoonmaakwerkzaamheden op zondagochtend.<br />
Sfeerbeheer voorziet <strong>in</strong> toezicht. Hiertoe worden op enkele geijkte uitgaanslocaties en<br />
(vooral) staproutes particuliere beveiligers (van het bedrijf Red Security) <strong>in</strong>gezet. Naast<br />
aanwezigheid van politie en beveilig<strong>in</strong>g op de Veldstraat en het Stationsple<strong>in</strong> betreft het<br />
voornamelijk de volgende routes:<br />
• Voorstad St. Jacob – Herten<br />
• Kapellerlaan - He<strong>in</strong>sbergerweg-Melick<br />
• Kon<strong>in</strong>g<strong>in</strong>nelaan – Donderberg<br />
• Oranjelaan - Maria Theresialaan – Kasteel Hillenraedtstraat<br />
• Charles Ruysstraat - Bredeweg – Maasniel – Tegelarijveld - Swalmen<br />
Er gaat een tamelijk heftige discussie <strong>in</strong> de lokale driehoek vooraf aan de <strong>in</strong>zet van deze<br />
particuliere beveiligers. Politie en justitie vrezen dat echt politiewerk zo geprivatiseerd raakt<br />
en dat daarmee de stur<strong>in</strong>g en controle op de kwaliteit van het werk <strong>in</strong> de waagschaal wordt<br />
geplaatst. Bestuur en politiek houden voet bij stuk en de driehoek stemt <strong>in</strong> met het<br />
sfeerbeheer, onder meer omdat de “operationele regie” over de <strong>in</strong>zet van de particuliere<br />
beveiligers <strong>in</strong> handen van de politie wordt gelegd. De gemeente, politie en het<br />
beveilig<strong>in</strong>gsbedrijf maken werkafspraken over de tijden en locaties van het sfeerbeheer en de<br />
registratie door de beveiligers.<br />
De naamgev<strong>in</strong>g van het project en van de beveiligers – “sfeerbeheer” en “sfeerbeheerders” –<br />
onderstreept dat het niet gaat om ordehandhav<strong>in</strong>g, maar om toezicht, het aanspreken van<br />
stappers die op het punt staan over de schreef te gaan of die zich reeds misdragen en het zo<br />
nodig mobiliseren van politiemensen.<br />
De sfeerbeheerders worden <strong>in</strong> de regel <strong>in</strong>gezet van 23:00 uur tot 05:00 uur gedurende<br />
uitgaansavonden en -nachten. Bij evenementen <strong>in</strong> de stad werken ze langer door. Er is ook bij<br />
de Tweede Kerstnacht, Oud & Nieuw en tijdens twee carnavalsnachten gebruik gemaakt van<br />
de particuliere beveiligers. Van september 2006 tot en met juli 2007 is het sfeerbeheer op 44<br />
dagen <strong>in</strong>gezet. Daarbij is er <strong>in</strong> totaal 264 manuren gesurveilleerd. De surveillance bestaan uit<br />
observaties op geijkte staplocaties vanuit een herkenbare auto waar twee particuliere<br />
90
eveiligers <strong>in</strong> zitten. Daarnaast surveilleert het beveilig<strong>in</strong>gsbedrijf met 3 of 4 auto’s op<br />
staproutes door heel <strong>Roermond</strong>.<br />
Het beveilig<strong>in</strong>gsbedrijf rapporteert wekelijks haar bev<strong>in</strong>d<strong>in</strong>gen aan de veiligheidscoörd<strong>in</strong>ator<br />
van de gemeente. De sfeerbeheerders hebben naar schatt<strong>in</strong>g 500 tot 600 jongeren<br />
aangesproken op hun gedrag. Dit heeft één keer geresulteerd <strong>in</strong> een gespannen situatie. De<br />
particuliere beveiligers houden ook personen staande en leveren deze verdachten over aan de<br />
politie. Politie en justitie tonen zich tevreden over de wijze waarop gestalte wordt gegeven<br />
aan het sfeerbeheer (Veiligheidsrapportage <strong>Roermond</strong> 2 van 2007, 14 augustus 2007). Het<br />
gedrag van de stappers is verbeterd, zo stellen respondenten.<br />
In 2008 zullen de sfeerbeheerders meer samenwerken met horecaondernemers. De totale <strong>in</strong>zet<br />
voor 2008 wordt vooraf geraamd op 720 uren. Om het effect te kunnen meten zullen op de<br />
huidige probleemlocaties een nulmet<strong>in</strong>g en vervolgmet<strong>in</strong>gen onder het uitgaanspubliek<br />
worden uitgevoerd.<br />
5.5.2 Cameratoezicht<br />
Op de geijkte uitgaanslocaties is de gemeente <strong>Roermond</strong> <strong>in</strong> 2000 van start gegaan met<br />
cameratoezicht: op de Veldstraat en bij het Stationsple<strong>in</strong> worden camera’s gehangen. Het<br />
gebied kampt <strong>in</strong> die tijd met geweldsdelicten, vermogensdelicten en verniel<strong>in</strong>gen. De daders<br />
en slachtoffers zijn vaak stappers. Deze <strong>crim<strong>in</strong>aliteit</strong> wordt onvoldoende beteugeld door<br />
maatregelen <strong>in</strong> het kader van het project ‘Veilig Uitgaan’.<br />
Het uitgaansgebied telt vandaag de dag 18 camera’s, waaronder 4 beweegbare die kunnen<br />
<strong>in</strong>zoomen. De overige camera’s hebben een vaste stand. De beelden worden 24 uur per dag<br />
opgenomen en na uiterlijk zeven dagen weer gewist, tenzij ze worden gebruikt bij<br />
strafrechtelijk onderzoek. Op zogeheten hot times worden de beelden live uitgekeken. Het<br />
gaat vandaag de dag om elke vrijdag- en zaterdagavond, van 22:00 uur tot 06:00 uur. 23 De<br />
beelden werden aanvankelijk ook uitgekeken op vrijdagmiddag: tussen 14:00 uur en 18:00<br />
uur. Dit bleek echter overbodig vanwege het ger<strong>in</strong>ge aantal <strong>in</strong>cidenten. 24<br />
De beelden worden live bekeken <strong>in</strong> de monitorkamer door een medewerker van afdel<strong>in</strong>g<br />
Stadstoezicht: de zogeheten operator. 25 De monitorkamer is bij de politie ondergebracht om<br />
zo de communicatie tussen de operator en de politie te vereenvoudigen. De operator staat met<br />
een portofoon <strong>in</strong> verb<strong>in</strong>d<strong>in</strong>g met de wachtcommandant van de politie. Hij kan ook contact<br />
opnemen met de coörd<strong>in</strong>ator van de groep Veilig Uitgaan, die aanwezig is <strong>in</strong> het<br />
uitgaansgebied. De operator attendeert niet alleen op strafbare feiten of misstanden, maar ook<br />
op gedrag<strong>in</strong>gen die erop duiden dat er iets verkeerd zou kunnen gaan.<br />
23<br />
De beelden werden oorspronkelijk tot 04:00 bekeken, echter door verruim<strong>in</strong>g van de open<strong>in</strong>gstijden van de<br />
cafés aan de Veldstraat en het Stationsple<strong>in</strong> van 03:00 tot 05:00 werd besloten om de monitorperiode uit te<br />
breiden<br />
24<br />
Kadernota cameratoezicht 2005.<br />
25<br />
De gemeente beschikt over een totaal van 5 operators, die speciaal zijn opgeleid om de systemen te bedienen<br />
en de monitoren gericht te bekijken<br />
91
Bestuur en politie zijn tevreden over de effecten van cameratoezicht. Er zijn geen<br />
effectmet<strong>in</strong>gen uitgevoerd, maar de <strong>crim<strong>in</strong>aliteit</strong> <strong>in</strong> het cameragebied is afgenomen zo stellen<br />
respondenten. Vanwege deze gunstige ervar<strong>in</strong>gen en vanwege ordeverstor<strong>in</strong>gen op<br />
nabijgelegen locaties is het cameratoezicht <strong>in</strong>middels tot twee keer toe uitgebreid. Op 12 april<br />
2005 besluit de gemeenteraad tot cameratoezicht op het Stationsvoorple<strong>in</strong>: een ple<strong>in</strong> dat <strong>in</strong> het<br />
verlengde ligt van het uitgaansgebied. Daar worden vier beweegbare camera’s geplaatst. De<br />
meest recente uitbreid<strong>in</strong>g betreft cameratoezicht op het Munsterple<strong>in</strong>. Dit wordt niet<br />
<strong>in</strong>gegeven door uitgaansgeweld, maar door problemen die worden veroorzaakt door<br />
(hang)jongeren op dit ple<strong>in</strong>. De camera’s zijn <strong>in</strong> 2007 geplaatst. De politie constateert<br />
s<strong>in</strong>dsdien een vooruitgang die ze toeschrijft aan het cameratoezicht.<br />
Er is besloten om de effecten van cameratoezicht (beter) te meten. Er zullen <strong>in</strong> 2008<br />
effectmet<strong>in</strong>gen worden uitgevoerd.<br />
5.5.3 Het collectieve w<strong>in</strong>kelverbod<br />
<strong>Roermond</strong> telt een groot aantal w<strong>in</strong>kels. Ze zijn geconcentreerd <strong>in</strong> de b<strong>in</strong>nenstad en <strong>in</strong> het<br />
Designer Outlet Center. Dit resulteert niet alleen <strong>in</strong> een grote toestroom van reguliere klanten,<br />
maar ook <strong>in</strong> crim<strong>in</strong>ele gelegenheidsstructuren. E<strong>in</strong>d 2002 lieten veel w<strong>in</strong>keliers weten dat ze<br />
zich zorgen maakten over het aantal w<strong>in</strong>keldiefstallen.<br />
De w<strong>in</strong>kel<strong>crim<strong>in</strong>aliteit</strong> en daarop gebaseerde klachten zijn de opmaat van het pilotproject<br />
W<strong>in</strong>kel Veilig!. Dit project wordt getrokken door de afdel<strong>in</strong>g Stadstoezicht van de gemeente<br />
<strong>Roermond</strong>. Het project bestaat er <strong>in</strong> essentie uit dat vier medewerkers van Stadstoezicht<br />
surveilleren <strong>in</strong> het w<strong>in</strong>kelgebied. De <strong>in</strong>voer<strong>in</strong>g van het project verloopt eerst stroef, maar<br />
wordt <strong>in</strong> een stroomversnell<strong>in</strong>g gebracht door f<strong>in</strong>anciële bijdragen van Rijk en Prov<strong>in</strong>cie. Het<br />
project start uite<strong>in</strong>delijk <strong>in</strong> december 2004 en kent een looptijd van één jaar. Na dit jaar wordt<br />
geconcludeerd dat de toezichthouders te vaak te maken krijgen met dezelfde groep<br />
(potentiële) w<strong>in</strong>keldieven en overlast gevende personen. Er wordt bedacht hoe hier effectiever<br />
tegen valt op te treden. Dat mondt uit <strong>in</strong> het project Collectief w<strong>in</strong>kelverbod.<br />
Het collectieve w<strong>in</strong>kelverbod is een vorm van publiek-private samenwerk<strong>in</strong>g. Er wordt<br />
namelijk samengewerkt tussen de gemeente (met name de afdel<strong>in</strong>g Stadstoezicht), het<br />
Centrummanagement, de politie, justitie en ondernemers: het Grootw<strong>in</strong>kelbedrijf, het<br />
Designer Outlet Center en de veiligheidscommissie van de samenwerkende <strong>Roermond</strong>se<br />
Ondernemers. Deze publiek-private constructie werkt door <strong>in</strong> de doelstell<strong>in</strong>gen die een<br />
comb<strong>in</strong>atie zijn van veiligheid, imagobuild<strong>in</strong>g en lokale economie. Het is namelijk allereerst<br />
de bedoel<strong>in</strong>g om het aantal aangiftes van w<strong>in</strong>keldiefstal met 20% te verm<strong>in</strong>deren, <strong>in</strong> de<br />
periode van (ijkjaar) 2006 tot en met 2009. Er worden <strong>in</strong> 2006 <strong>in</strong> totaal 270 aangiftes<br />
opgenomen. Daarnaast “(…) zal het project bijdragen aan een verhoogd veiligheidsgevoel<br />
voor ondernemer, verkoopmedewerkers én klanten, iets wat een positieve impuls kan hebben<br />
op bested<strong>in</strong>gsgedrag, omzetresultaten en imago van <strong>Roermond</strong> als w<strong>in</strong>kelstad”. 26<br />
26 Samen op weg naar veiliger w<strong>in</strong>kelen <strong>in</strong> <strong>Roermond</strong>, p. 2.<br />
92
Tabel 5.6: W<strong>in</strong>keldiefstal: aangiftes en OM-verdachten<br />
2004 2005 2006 2007<br />
Aangifte<br />
opgenomen<br />
262 256 270 202<br />
Verdachte OM 129 117 111 93<br />
Het project bestaat er <strong>in</strong> essentie uit dat door deelnemende w<strong>in</strong>keliers altijd aangifte wordt<br />
gedaan van strafbare feiten <strong>in</strong> de w<strong>in</strong>kel. Wie hierop wordt betrapt, krijgt <strong>in</strong> eerste <strong>in</strong>stantie<br />
een verbod van één jaar om de desbetreffende w<strong>in</strong>kel te betreden. Indien hij of zij <strong>in</strong> dat jaar<br />
recidiveert - dat wil zeggen nog eens een strafbaar feit pleegt <strong>in</strong> een bij het project<br />
aangesloten w<strong>in</strong>kel - dan wordt een verbod opgelegd tot het betreden van al de deelnemende<br />
w<strong>in</strong>kels. Wie het verbond overtreedt, pleegt een misdrijf en wordt overgedragen aan de<br />
politie.<br />
Het secretariaat van het Centrummanagement helpt bij de tenuitvoerlegg<strong>in</strong>g van het project.<br />
Zij registreert relevante strafbare feiten en zij vaardigt - op basis van een mandaat - het<br />
collectieve w<strong>in</strong>kelverbod uit. Zij beheert hiertoe een database met de persoonsgegevens en bij<br />
voorkeur ook een foto (eventueel een uitdraai van camerabeelden) van personen met een<br />
collectief w<strong>in</strong>kelverbod. Deze database is louter toegankelijk voor de deelnemers aan het<br />
project.<br />
Inmiddels hebben circa 300 ondernemers zich bij het project aangesloten. Dat is ruim 90%<br />
van het w<strong>in</strong>kelbestand. De ondernemers verplichten zich hiermee onder meer tot het<br />
ophangen van een deursticker met spelregels. Die sticker vermeldt dat er altijd aangifte wordt<br />
gedaan, het wijst op de mogelijkheid van een collectief w<strong>in</strong>kelverbod en het vermeldt dat<br />
persoonsgegevens bij een strafbaar feit kunnen worden doorgegeven.<br />
De w<strong>in</strong>keliers treffen veiligheidsmaatregelen <strong>in</strong> en rondom een w<strong>in</strong>kel. Eén zo’n maatregel<br />
betreft het vormen van zogeheten belcirkel met nabijgelegen w<strong>in</strong>kels, zodat w<strong>in</strong>keliers zo<br />
nodig niet alleen de politie, maar ook elkaar kunnen mobiliseren. Voorts verzorgt de<br />
gemeente kosteloze tra<strong>in</strong><strong>in</strong>gen die w<strong>in</strong>kelmedewerkers helpen bij het voorkomen van en<br />
reageren op misdrijven of misstanden <strong>in</strong> de w<strong>in</strong>kel.<br />
Ondernemers die het slachtoffer worden van w<strong>in</strong>keldiefstal - of een ander strafbaar feit -<br />
worden bezocht door de projectcoörd<strong>in</strong>ator. Het bezoek kan worden benut voor ondersteun<strong>in</strong>g<br />
bij de afwikkel<strong>in</strong>g van de zaak en eventueel voor adviser<strong>in</strong>g over de beveilig<strong>in</strong>g van de<br />
w<strong>in</strong>kel. De projectcoörd<strong>in</strong>ator heeft bij willekeurig uitgekozen w<strong>in</strong>kels geprobeerd om als een<br />
dief zijn slag te slaan. Deze actie wordt mystery crime shopper genoemd en dient ertoe om<br />
w<strong>in</strong>keliers bewust te maken van crim<strong>in</strong>ele kansen en om hen te attenderen op mogelijke<br />
preventieve maatregelen.<br />
Het project collectief W<strong>in</strong>kelverbod is <strong>in</strong> deze vorm <strong>in</strong> november 2007 van start gegaan. Het<br />
is derhalve nog te vroeg om uitspraken te doen over de externe effecten. In de eerste tien<br />
weken van het project worden 14 personen betrapt op w<strong>in</strong>keldiefstal. Zij zijn overgedragen<br />
aan de politie en hun gegevens zijn opgenomen <strong>in</strong> de database. Het voornemen bestaat om het<br />
93
project <strong>in</strong> de toekomst uit te breiden tot alle w<strong>in</strong>kelcentra <strong>in</strong> <strong>Roermond</strong>, tot de Huis- en<br />
tu<strong>in</strong>boulevard PRIGA-park en het Retailpark bij de A73.<br />
5.5.4 Project aanpak auto-<strong>in</strong>braken<br />
Het aantal aangiften van auto-<strong>in</strong>braak stijgt <strong>in</strong> 2006 fors ten opzichte van de twee voorgaande<br />
jaren. Dit heeft <strong>in</strong> directe z<strong>in</strong> nadelige effecten voor bewoners en bezoekers die hiervan het<br />
slachtoffer worden. Er zijn ook <strong>in</strong>directe kosten voor ondernemers, omdat slachtofferschap of<br />
berichtgev<strong>in</strong>g over dit soort <strong>crim<strong>in</strong>aliteit</strong> mogelijk mensen ervan weerhoudt om naar<br />
<strong>Roermond</strong> te komen. Het valt op dat het aantal aangiftes van auto-<strong>in</strong>braak fluctueert, zo blijkt<br />
uit het onderstaande schema.<br />
Tabel 5.7 Aangiftes auto-<strong>in</strong>braak <strong>in</strong> <strong>Roermond</strong><br />
Jaar Aangiftes van auto-<strong>in</strong>braak <strong>in</strong><br />
<strong>Roermond</strong><br />
2003 1.197<br />
2004 852<br />
2005 743<br />
2006 1.019<br />
In juni 2007 wordt het project aanpak auto-<strong>in</strong>braken <strong>in</strong> het leven geroepen door de lokale<br />
driehoek. Het project staat onder regie van de gemeente en ligt <strong>in</strong> handen van coörd<strong>in</strong>atoren<br />
van de recherche van het politiedistrict <strong>Roermond</strong>, een beleidsmedewerker van het Openbaar<br />
M<strong>in</strong>isterie, een coörd<strong>in</strong>ator van de afdel<strong>in</strong>g stadstoezicht en de coörd<strong>in</strong>ator <strong>in</strong>tegraal<br />
veiligheidsbeleid.<br />
Het is de bedoel<strong>in</strong>g om het aantal auto-<strong>in</strong>braken te verm<strong>in</strong>deren. Hiertoe worden preventieve<br />
en repressieve maatregelen getroffen en er wordt nazorg gepleegd. 27 Hoewel er enkel<br />
hotspots zijn met relatief veel auto-<strong>in</strong>braken (de Spoorlaan Noord, de Ster en de omgev<strong>in</strong>g<br />
van het Ziekenhuis) wordt dit delict door de hele gemeente heen gepleegd, zo constateert de<br />
werkgroep. Zij richt zich daarom op de gehele gemeente. 28<br />
De preventieve maatregelen beogen de fysieke kwaliteit van parkeerplaatsen te verbeteren en<br />
de sociale controle te versterken. Er wordt verlicht<strong>in</strong>g geplaatst en er wordt groen gesnoeid,<br />
zodat er betere zichtlijnen ontstaan, waardoor burgers kunnen zien wat er op een parkeerplaats<br />
gebeurt. Er worden ook waarschuw<strong>in</strong>gsborden geplaatst die mensen aansporen om geen buit<br />
achter te laten <strong>in</strong> de auto. Op de drie hot spots voert de afdel<strong>in</strong>g Stadstoezicht s<strong>in</strong>ds december<br />
2006 het project ‘kl<strong>in</strong>ken poetsen’ uit. Dit bestaat uit de controle van geparkeerde auto’s,<br />
waarbij de toezichthouders erop letten of alle ramen en deuren goed zijn afgesloten en op een<br />
eventuele buit. Zo nodig attenderen zij autobezitters op mogelijkheden tot betere preventieve<br />
maatregelen. Ook los van deze controleacties worden burgers geattendeerd op het belang van<br />
<strong>in</strong>braakpreventie. Stadstoezicht houdt ook toezicht op de tijden en locaties met de meeste<br />
auto-<strong>in</strong>braken.<br />
27<br />
Gemeente <strong>Roermond</strong>, Project terugdr<strong>in</strong>gen auto-<strong>in</strong>braken: overzicht totaalpakket aan veiligheidsmaatregelen,<br />
2007<br />
28<br />
Gemeente <strong>Roermond</strong>, Situatieschets auto-<strong>in</strong>braken, 2007<br />
94
De repressie bestaat uit het verhogen van de pakkans van verdachten. Dit hangt <strong>in</strong> feite nauw<br />
samen met enkele van de preventieve maatregelen. Er wordt immers meer toezicht gehouden<br />
op hot times en hot spots en burgers worden geattendeerd op auto-<strong>in</strong>braak. Burgers worden<br />
aangespoord om verdachte omstandigheden te melden via 0900-8844.<br />
De nazorg komt <strong>in</strong> feite neer op een persoons- en doelgroepgerichte aanpak van de geijkte<br />
daders: veelplegers, <strong>in</strong> het bijzonder verslaafden en daklozen. Dit is <strong>in</strong> feite geen nieuwe<br />
maatregel <strong>in</strong> het kader van het project, maar een werkwijze die deel uitmaakt van het<br />
gevoerde beleid.<br />
Het project bestaat s<strong>in</strong>ds 25 juni 2007, want op die dag keurde de lokale driehoek het plan van<br />
aanpak goed. Het valt op dat het aantal aangiftes van auto-<strong>in</strong>braken <strong>in</strong> 2007 sterk daalt, naar<br />
693. Dit kan alleen al om chronologische redenen niet volledig op het conto van de<br />
maatregelen van het project worden geschreven. Het komt wellicht doordat potentiële<br />
slachtoffers alerter zijn geworden: door maatregelen <strong>in</strong> het kader van het project, maar<br />
bijvoorbeeld ook vanwege slachtofferschap (persoonlijk of <strong>in</strong> hun sociale omgev<strong>in</strong>g) of<br />
vanwege de berichtgev<strong>in</strong>g over auto-<strong>in</strong>braak. Het valt ook niet uit te sluiten dat deze score<br />
past <strong>in</strong> het grillige verloop van het aantal aangiftes van auto-<strong>in</strong>braak s<strong>in</strong>ds 2003 (zie schema).<br />
5.5.5 Politiekeurmerk veilig wonen<br />
In de periode van 2002 tot en met 2007 wordt <strong>in</strong> <strong>Roermond</strong> werk gemaakt van het doorvoeren<br />
van het Politiekeurmerk Veilig Wonen (PKVW) <strong>in</strong> bestaande won<strong>in</strong>gen. Het is geen<br />
gemeentelijk, maar een bovenlokaal project. Er wordt <strong>in</strong> het politiedistrict <strong>Roermond</strong> een<br />
werkgroep <strong>in</strong> het leven geroepen. Het komt er <strong>in</strong> essentie op neer dat zogeheten<br />
preventieadviseurs bewoners bewegen tot het treffen van preventieve maatregelen. Er wordt<br />
een veiligheidsanalist aangesteld (gef<strong>in</strong>ancierd door de politie Limburg-Noord) om de aard en<br />
omvang van de won<strong>in</strong>g<strong>in</strong>braak <strong>in</strong> kaart te brengen.<br />
Er worden <strong>in</strong> <strong>Roermond</strong> per wijk <strong>in</strong>formatieavonden georganiseerd. Er worden filmbeelden<br />
vertoond die <strong>in</strong>formatie verschaffen over <strong>in</strong>braakmethodes en over de mogelijkheden om de<br />
slachtofferkans te verm<strong>in</strong>deren. Bewoners worden op deze <strong>in</strong>formatieavonden aangemoedigd<br />
om een zogeheten won<strong>in</strong>gpreadvies aan te vragen. Dit advies wordt verstrekt door speciaal<br />
opgeleide medewerkers van de afdel<strong>in</strong>g Stadstoezicht. De preventieadviseurs <strong>in</strong>specteren de<br />
won<strong>in</strong>gen en verstrekken een gratis advies over mogelijkheden om het huis beter te<br />
beveiligen. Na aanpass<strong>in</strong>gen kan een gratis e<strong>in</strong>dcontrole worden uitgevoerd, waarbij wordt<br />
bezien of het huis veilig genoeg is om het certificaat Keurmerk Veilig Won<strong>in</strong>g uit te reiken.<br />
In de periode van 2002 tot 2007 zijn alle 55.538 huishoudens <strong>in</strong> het politiedistrict <strong>Roermond</strong><br />
twee maal benaderd omtrent een gratis advies. De (huidige) gemeente <strong>Roermond</strong> telt 22.859<br />
won<strong>in</strong>gen. Er worden <strong>in</strong> <strong>Roermond</strong> <strong>in</strong> totaal 3.329 adviezen uitgebracht. Dit resulteert <strong>in</strong> 289<br />
uitgereikte certificaten. Dit is niet veel. Wel blijkt dat 80% van de won<strong>in</strong>gen na een advies<br />
beter zijn beveiligd, zonder dat volledig wordt voldaan aan de voorwaarden voor een<br />
certificaat. Dit heeft uiteenlopende redenen: f<strong>in</strong>anciën, uitstel, esthetische overweg<strong>in</strong>gen of<br />
technisch omstandigheden.<br />
95
Hoe valt het effect te beoordelen? In won<strong>in</strong>gen die voldoen aan de normen van het keurmerk,<br />
wordt zelden of nooit <strong>in</strong>gebroken, want veel (won<strong>in</strong>g)<strong>in</strong>brekers kiezen liever een ander<br />
doelwit als zij worden geconfronteerd met een goed beveiligd huis. Dit zijn <strong>in</strong>dividuele<br />
effecten. Het aantal won<strong>in</strong>g<strong>in</strong>braken is <strong>in</strong> <strong>Roermond</strong> fors gestegen <strong>in</strong> 2007. De omvang van<br />
dit delict schommelt <strong>in</strong> de periode van 2003 tot 2007, want het aantal aangiftes komt per jaar<br />
achtereenvolgens uit op 461 (2003), 218 (2004), 358 (2005), 380 (2006) en 502 (2007). Meer<br />
en betere beveilig<strong>in</strong>g van won<strong>in</strong>gen heeft ongetwijfeld een gunstig effect. Maar, ondanks alle<br />
<strong>in</strong>spann<strong>in</strong>gen is slechts een kle<strong>in</strong> percentage van de bestaande won<strong>in</strong>gen <strong>in</strong> <strong>Roermond</strong> beter of<br />
goed beveiligd met behulp van de op het keurmerk gebaseerde werkwijze.<br />
5.6 Het Veiligheidshuis Midden-Limburg: van start<br />
In mei 2007 is het Veiligheidshuis Midden-Limburg (VML) gestart. Het is gericht op het<br />
verm<strong>in</strong>deren van de <strong>crim<strong>in</strong>aliteit</strong> en overlast. Het veiligheidshuis kent vestig<strong>in</strong>gen <strong>in</strong><br />
<strong>Roermond</strong> en Weert. Er is gekozen voor een bovenlokale en gedeconcentreerde aanpak. Het<br />
jaar 2007 is een “opstartjaar”.<br />
De sleutelopdracht van het veiligheidshuis bestaat eruit om een persoonsgerichte aanpak te<br />
realiseren van mensen waarvoor <strong>in</strong> het algemeen geldt dat de <strong>in</strong>formatie over hen is verspreid<br />
over verschillende <strong>in</strong>stanties. In die persoonsgerichte aanpak staat het (structureel) veranderen<br />
van de persoonlijke van mensen voorop. Er wordt getracht gedragsverander<strong>in</strong>g teweeg te<br />
brengen en zo de <strong>crim<strong>in</strong>aliteit</strong> terug te dr<strong>in</strong>gen of te stoppen. Er wordt per persoon een aanpak<br />
gezocht en ten uitvoer gebracht, die kan bestaan uit preventie, repressie en nazorg. Het<br />
veiligheidshuis richt zich <strong>in</strong> de eerste plaats op veelplegers en meerplegers, zowel<br />
volwassenen als m<strong>in</strong>derjarigen. Hier is, <strong>in</strong> de tweede plaats, de aanpak van huiselijk geweld<br />
bijgekomen. In de derde plaats neemt het veiligheidshuis de nazorg aan ex-gedet<strong>in</strong>eerden – <strong>in</strong><br />
de hele regio - ter hand. In de vierde plaats ziet het veiligheidshuis toe op een persoongerichte<br />
aanpak van personen waarmee hulpverleners <strong>in</strong> contact weten te treden door middel van het<br />
project ‘drang en dwang’. In de vijfde plaats is het meldpunt radicaliser<strong>in</strong>g en extremisme bij<br />
het veiligheidshuis ondergebracht.<br />
De persoongerichte aanpak wordt vastgesteld <strong>in</strong> zogeheten casusoverleg. De coörd<strong>in</strong>ator van<br />
het veiligheidshuis heeft <strong>in</strong> de <strong>in</strong>voer<strong>in</strong>gsfase – als zogeheten kwartiermaker – geconstateerd<br />
dat <strong>Roermond</strong> een veelheid aan casusoverleg kent. Er heerst regelrechte overlegdrukte die wel<br />
moet leiden tot misverstanden, doublures en een verkwist<strong>in</strong>g van overlegtijd. Het<br />
veiligheidshuis lijkt een belangrijke rol te kunnen vervullen bij het stroomlijnen en<br />
samenvoegen of saneren van al deze overlegvormen:<br />
“Op <strong>in</strong>itiatief van het Veiligheidshuis zijn enkele overleggen samengevoegd en anders<br />
vorm gegeven. Het Veiligheidshuis Midden-Limburg is aaneengesloten bij het<br />
justitieel casusoverleg jeugd, het justitieel casusoverleg volwassenen, het netwerk 12+,<br />
het overleg ‘drang en dwang’ (…). Met name op het gebied van jeugd zijn er al<br />
diverse goede overleggen en casemanagers actief. De meerwaarde van het<br />
Veiligheidshuis ligt hier met name <strong>in</strong> dossiervorm<strong>in</strong>g en monitor<strong>in</strong>g van afspraken”<br />
96
Het veiligheidshuis heeft <strong>in</strong> <strong>Roermond</strong> persoonsgerichte zorgplannen opgesteld en ten uitvoer<br />
gebracht voor 15 volwassen veelplegers en voor 5 jeugdige veel- en meerplegers. Hiernaast is<br />
dit bij één dader van huiselijk geweld gebeurd. Het veiligheidshuis heeft ook de nazorg<br />
gecoörd<strong>in</strong>eerd van 47 ex-gedet<strong>in</strong>eerden die <strong>in</strong> <strong>Roermond</strong> wonen. Tenslotte heeft het<br />
veiligheidshuis “de regie gevoerd” bij de dossiervorm<strong>in</strong>g en daarop gebaseerde aanpak van 31<br />
verslaafden die <strong>in</strong> beeld zijn gekomen via het project drang en dwang. Er zal ook nog verder<br />
gestalte moeten worden gegeven aan de werk<strong>in</strong>g van het meldpunt radicaliser<strong>in</strong>g en<br />
extremisme.<br />
De gemeentelijke coörd<strong>in</strong>ator is 3 werkdagen <strong>in</strong> <strong>Roermond</strong> en 2 dagen <strong>in</strong> het veiligheidshuis<br />
<strong>in</strong> Weert aanwezig. Een belangrijke taak bestaat uit het stroomlijnen van de overlegvormen.<br />
Het veiligheidshuis herbergt de volgende overlegvormen:<br />
• Zorgoverleg 18-<br />
• Justitieel Casusoverleg Volwassenen<br />
• Justitieel Casusoverleg Jeugd<br />
• <strong>Veel</strong>plegersoverleg Volwassenen<br />
• <strong>Veel</strong>plegersoverleg Jeugd<br />
• Casusoverleg Volwassenen<br />
• Casusoverleg Jeugd<br />
• Strafzakenoverleg OM<br />
5.7 Politie en justitie: maatregelen en verdachten<br />
Politie<br />
De politie heeft een aandeel bij vrijwel alle <strong>in</strong> dit hoofdstuk beschreven beleidslijnen. Dit laat<br />
onverlet dat de politie nog een aantal andere belangrijke <strong>in</strong>spann<strong>in</strong>gen levert <strong>in</strong> <strong>Roermond</strong>. Ze<br />
doet daarvan ook verslag <strong>in</strong> de zogeheten managementrapportages (MARAP’s). Daarnaast<br />
levert de politie nog een aantal belangrijke <strong>in</strong>spann<strong>in</strong>gen <strong>in</strong> <strong>Roermond</strong>.<br />
Het betreft niet <strong>in</strong> de laatste plaats een klassieke politietaak: het verlenen van noodhulp, zeven<br />
dagen <strong>in</strong> de week en 24 uur per dag. Een tweede kerntaak bestaat uit surveillance en toezicht,<br />
met bijzondere aandacht voor locaties (hot spots) en tijden (hot times), zoals bij piekuren <strong>in</strong> de<br />
horeca, bij toeristendrukte en op hangplekken. Een derde kerntaak bestaat uit strafrechtelijke<br />
handhav<strong>in</strong>g van de rechtsorde. Het aantal verdachten is een <strong>in</strong>dicatie voor de omvang en het<br />
effect van deze taak: zie verderop. Deze kerntaak omvat ook het opnemen van aangiftes en<br />
brengt dientengevolge slachtofferzorg met zich mee.<br />
De politie geeft uitvoer<strong>in</strong>g aan een aantal drugsgerelateerde projecten. Ze ziet, zoals we reeds<br />
beschreven, <strong>in</strong> het kader van “drang en dwang” toe op het strafrechtelijk optreden, vooral bij<br />
overtred<strong>in</strong>g van opgelegde gebiedsverboden. De politie houdt ook toezicht op de zogeheten<br />
drunkies, <strong>in</strong> het bijzonder op locaties – net buiten het centrum – waar de verslaafden zich<br />
vandaag de dag vaker ophouden vanwege het aangescherpte optreden <strong>in</strong> het stadscentrum.<br />
De politie heeft ook een districtelijk overlastteam – van vier politiemensen - <strong>in</strong> het leven<br />
geroepen om op te treden tegen drugsoverlast. Dit team handelt meld<strong>in</strong>gen over drugsoverlast<br />
97
af en neemt deel aan <strong>in</strong>vallen bij drugspanden. Het start ook onderzoeken of <strong>in</strong>terventies op<br />
basis van een toegenomen stroom <strong>in</strong>formatie via Meld Misdaad Anoniem of via persoonlijke<br />
contacten van de teamleden. Het team voert ook bij evenementen drugscontroles uit.<br />
De politie controleert – ook buiten het team om – overlast gevende locaties. Het betreft<br />
drugsoverlast, maar bijvoorbeeld ook overlast die wordt veroorzaakt door jongeren. Er wordt<br />
soms overgegaan tot sluit<strong>in</strong>g en zo mogelijk wordt er een bestemm<strong>in</strong>g gezocht. Hierbij kan<br />
onder meer worden gedacht aan een café aan de Regentesselaan en het voormalige GAK<br />
kantoor.<br />
De politie levert ook, zoals we reeds beschreven, een bijdrage aan de persoonsgerichte aanpak<br />
van daders. Het betreft onder meer verslaafde daders, maar <strong>in</strong> toenemende mate ook jeugdige<br />
daders of jongvolwassenen. De politie neemt deel aan verschillende vormen van casusoverleg.<br />
Politiemensen hebben ook veel- en meerplegers, zoals dat heet, geadopteerd. Dit betekent dat<br />
agenten nauwlettend <strong>in</strong> de gaten houden, door middel van gesprekken, maar ook door <strong>in</strong> het<br />
registratiesysteem te volgen, of deze personen bij bepaalde gebeurtenissen of delicten (weer)<br />
<strong>in</strong> beeld komen, bijvoorbeeld als verdachte.<br />
De politie geeft daarnaast ook gestalte aan een op (jeugd)groepen gerichte aanpak van<br />
<strong>crim<strong>in</strong>aliteit</strong>, zo bleek reeds uit paragraaf 5.4.1. De politie heeft onder meer een aandeel gehad<br />
bij het gedetailleerd <strong>in</strong> kaart brengen van drie jeugdgroepen. Eén van die groepen is het<br />
onderwerp geworden van strafrechtelijk onderzoek. Vandaag de dag telt <strong>Roermond</strong> volgens<br />
de gehanteerde methodiek nul crim<strong>in</strong>ele jeugdgroepen. De politie zou zich toeleggen op de<br />
(strafrechtelijke) aanpak van dit soort groepen en het bestuur op de aanpak van h<strong>in</strong>derlijke en<br />
overlastgevende groepen. Dit laat onverlet dat de politie toezicht houdt en surveilleert, met<br />
bijzondere aandacht voor hot spots, <strong>in</strong>clusief de locaties waar jeugdgroepen <strong>in</strong> alle soorten en<br />
maten zich ophouden. De politie bezoekt ook de jongerencentra.<br />
De politie surveilleert niet alleen op hangplekken van jongeren en jongvolwassenen. Ze legt<br />
op dit soort ‘v<strong>in</strong>dplaatsen’ ook contact met hen en met omwonenden. Om het contact met de<br />
jongeren te verbeteren worden zogeheten politiejunioren aangesteld. Zij richten zich op het<br />
opbouwen van relaties met jongeren en nemen deel aan specifieke jongerenprojecten.<br />
Bij de aanpak en preventie van jeugd<strong>crim<strong>in</strong>aliteit</strong> richt de politie zich ook op<br />
onderwijs<strong>in</strong>stell<strong>in</strong>gen. Ze onderhoudt contacten met scholen, met bijzondere aandacht voor<br />
enkele scholen (zogeheten geadopteerde scholen), en geeft uitvoer<strong>in</strong>g aan het convenant<br />
Veilige School.<br />
De politie heeft ook voorzien <strong>in</strong> een verbeterde afwikkel<strong>in</strong>g van eenvoudige strafzaken die <strong>in</strong><br />
een periode van zes uur worden afgehandeld. Hiertoe is een protocol afhandel<strong>in</strong>g “blauwe<br />
mappen” opgesteld. Het zogeheten bureau werkvoorbereid<strong>in</strong>g neemt de <strong>in</strong>take van de zaak ter<br />
hand, waarna een zaak <strong>in</strong> handen wordt gegeven van politiemedewerkers van een<br />
basiseenheid. Daartoe worden politiemensen ‘vrijgemaakt’, zodat zij de ruimte om de zaken<br />
daadwerkelijk af te handelen.<br />
98
De politie maakt ook meer werk van opspor<strong>in</strong>g. Het project “scoren met sporen” benut<br />
gepensioneerde politieagenten en vrijwilligers geschoold bij het uitvoeren van<br />
sporenonderzoek op de plaats delict. Zodoende kunnen meer sporen worden verzameld en<br />
neemt de kans toe om een zaak op te lossen.<br />
De zogeheten taakaccenthouders verkeer leggen zich toe op het terugdr<strong>in</strong>gen van het aantal<br />
ongevallen met letsel en dodelijke afloop. Daarnaast wordt onderzoek gedaan naar<br />
verkeersituaties die bewoners onveilig v<strong>in</strong>den. Dit kan resulteren <strong>in</strong> allerhande maatregelen.<br />
Het verkeershandhav<strong>in</strong>gsteam richt zich op snelheidsovertred<strong>in</strong>gen.<br />
De handhav<strong>in</strong>g van de openbare orde en rechtorde <strong>in</strong> het kader van het project Veilig Uitgaan<br />
vergt s<strong>in</strong>ds maart 2007 meer van de politie, omdat de Kon<strong>in</strong>klijke Marechaussee haar bijdrage<br />
aan dit project toen heeft stop gezet. Er is beg<strong>in</strong> 2007 een medewerker openbare orde en<br />
evenementen aangesteld bij de politie, omdat het aantal lokale evenementen groeit en vraagt<br />
om een meer professionele aanpak.<br />
De politie sluit aan op het wijkgericht werken. Er is veel contact tussen gebiedsmentoren,<br />
BOA’s, stadstoezicht, won<strong>in</strong>gcorporaties, welzijnswerk en de wijkcoörd<strong>in</strong>atoren. Dit heeft<br />
onder meer geresulteerd <strong>in</strong> buurtpreventie en buurtbemiddel<strong>in</strong>g, waarbij de politie<br />
samenwerkt met Wel.kom.<br />
De politie experimenteert <strong>in</strong> het centrum met wat ze de “wijkagent van het jaar” noemt. De<br />
wijkagent heeft daar “tu<strong>in</strong>stoelgesprekken” gehouden met de bewoners. Dit houdt <strong>in</strong> dat er op<br />
verschillende data <strong>in</strong>loopspreekuren zijn georganiseerd en de bewoners de gelegenheid<br />
hebben gehad om hun klachten en problemen te uiten bij de wijkagent. In de rest van de<br />
wijken worden meer traditionele wijkspreekuren georganiseerd voor de bevolk<strong>in</strong>g.<br />
Er bestaat <strong>in</strong> <strong>Roermond</strong> een aanzienlijke sociale afstand tussen overheid en allochtone<br />
gez<strong>in</strong>nen. De politie tracht relaties op te bouwen en richt zich daarbij op allochtone moeders.<br />
Een agente spreekt deze moeders aan op school.<br />
Justitie<br />
In het kader van gebiedsgebonden werken, telt <strong>Roermond</strong> een gebiedsofficier en een<br />
parketsecretaris die regelmatig overleg plegen met de partners. Er is ook een parketsecretaris<br />
‘op locatie’ werkzaam. In 2006 zijn door de politie aan het OM 1.164 OM-verdachten<br />
aangereikt, die strafbare feiten hebben gepleegd <strong>in</strong> de gemeente <strong>Roermond</strong> en <strong>in</strong> 2007 waren<br />
dit er 1.309.<br />
Het OM is <strong>in</strong> diverse overlegvormen vertegenwoordigd: het tweewekelijkse<br />
veiligheidsoverleg; de lokale driehoek die vier keer per jaar vergadert; het OM is voorzitter<br />
van het justitieel casusoverleg <strong>in</strong> het veiligheidshuis.<br />
Er wordt nauw samengewerkt met de politie en gemeente, onder andere bij het opstellen van<br />
<strong>in</strong>tegrale plannen op het gebied van verschillende delicten: won<strong>in</strong>g<strong>in</strong>braak, auto-<strong>in</strong>braak en<br />
straatroof. Er is ook meegewerkt aan het <strong>in</strong>voeren van het collectief w<strong>in</strong>kelverbod.<br />
99
De jaarplannen van het OM geven prioriteiten weer. 29 In de eerste plaats wordt voorrang<br />
gegeven aan risicojeugd. De beleidslijn is om vroeg, snel en consequent te reageren op<br />
jeugdige verdachten. In 2005 wordt door het succes van het net gestarte casusoverleg jeugd<br />
een sterk verhoogde <strong>in</strong>stroom van jeugdzaken waargenomen. Het heeft dan prioriteit om de<br />
processen-verbaal snel te verwerken. In 2006 is jeugdgroepen <strong>in</strong> beeld gestart en het OM wil<br />
aan de hand van dit systeem beter <strong>in</strong>schatten of de “goede” jeugdzaken b<strong>in</strong>nenkomen. Dit<br />
streven om de “goede zaken” aan te pakken is overigens breder dan dit project of het<br />
jeugddossier.<br />
In de tweede plaats wordt gekeken naar de aanpak van veelplegers. In 2005 wordt voor het<br />
eerste gebruik gemaakt van veelplegerslijsten, die besproken worden <strong>in</strong> een casusoverleg.<br />
Daarnaast komt er meer aandacht voor nazorg van verslaafden die weer vrijgekomen. De<br />
focus ligt op een persoonsgerichte benader<strong>in</strong>g. In 2006 krijgt de verbeter<strong>in</strong>g van de koppel<strong>in</strong>g<br />
tussen het strafrechterlijke en hulpverlen<strong>in</strong>gstraject aandacht. Daarnaast is er een verschuiv<strong>in</strong>g<br />
van een persoonsgerichte naar een categoriegerichte aanpak van veelplegers. In 2007 wordt<br />
dit beleid doorgezet, met wederom meer aandacht voor nazorg. Het past bij de aanpak van<br />
veelplegers om bij de rechtbank verhoogde straffen en ISD-maatregelen te eisen. In 2005<br />
wordt, net als <strong>in</strong> 2007, tot drie keer toe een ISD-maatregel opgelegd. In 2006 geen enkele<br />
keer.<br />
Het OM heeft gestalte gegeven aan een aangescherpt voorgeleid<strong>in</strong>genbeleid. In 2006 worden<br />
89 personen voorgeleid, die delicten gepleegd hebben <strong>in</strong> de gemeente <strong>Roermond</strong>. In 2007 zijn<br />
dit er 126. Verdachten worden, zo mogelijk, <strong>in</strong> voorlopige hechtenis gehouden tot ze worden<br />
veroordeeld, zodat executie van straf aansluitend kan plaatsv<strong>in</strong>den.<br />
Verdachten: strafrechtelijke repercussies per delict<br />
De politie Limburg-Noord heeft, per delict, cijfers aangeleverd over het aantal verdachten. Dit<br />
is belangrijk, omdat het een <strong>in</strong>dicatie geeft van de kans dat een dader wordt geoormerkt als<br />
verdachte en (mogelijk) strafrechtelijk wordt vervolgd. Dit is weer belangrijk omdat het<br />
duidelijk maakt hoe groot ongeveer de kans is dat het plegen van een delict <strong>in</strong> <strong>Roermond</strong><br />
strafrechtelijke repercussies heeft. Dit is relevant, want naarmate de kans op strafrechtelijke<br />
repercussies toeneemt, nemen de crim<strong>in</strong>ele gelegenheidstructuren af, ook al worden die door<br />
nog meer factoren beïnvloed.<br />
We presenteren per delict tabellen met gegevens over het aantal <strong>in</strong>cidenten, aangiftes,<br />
verdachten en zogeheten OM-verdachten. Hierbij moet worden bedacht dat het aantal<br />
meld<strong>in</strong>gen hoger ligt dat het aantal aangiftes. Immers, niet elke meld<strong>in</strong>g mondt uit <strong>in</strong> aangifte.<br />
Een bewoner belt bijvoorbeeld dat hij ziet dat er <strong>in</strong> een auto wordt <strong>in</strong>gebroken (dit wordt<br />
geregistreerd als een <strong>in</strong>cident), of dat dit wordt geprobeerd, maar het komt uite<strong>in</strong>delijk niet tot<br />
29 Openbaar M<strong>in</strong>isterie (15 januari 2007), Terugblik 2006/Vooruitblik 2007 arrondissementsparket <strong>Roermond</strong>.<br />
Openbaar M<strong>in</strong>isterie (26 november 2007), Jaarplan 2005 arrondissementsparket <strong>Roermond</strong>.<br />
Openbaar M<strong>in</strong>isterie (30 januari 2006), Jaarplan 2006 arrondissementsparket <strong>Roermond</strong>.<br />
100
een aangifte. Een ‘verdachte’ (of: politieverdachte) is een persoon die door de politie wordt<br />
bestempeld als verdachte en die wordt gehoord over een zaak. Een ‘verdachte OM’ (of:<br />
justitieverdachte) is een persoon waarvan de politie – op basis van verzamelde bewijzen - het<br />
dossier doorstuurt naar het Openbaar M<strong>in</strong>isterie. Dit is een voorwaarde voor strafvervolg<strong>in</strong>g,<br />
maar justitie kan daar dan ook nog van afzien.<br />
Tabel 5.8: Won<strong>in</strong>g<strong>in</strong>braak <strong>Roermond</strong><br />
Aantal <strong>in</strong>cidenten 914<br />
Aantal aangiftes 502<br />
Verdachten 142<br />
Verdachten OM 25<br />
Strafvervolg<strong>in</strong>g OM 25 30<br />
Won<strong>in</strong>g<strong>in</strong>braak levert veel zoekzaken op, dat wil zeggen delicten waarvan wel meld<strong>in</strong>g wordt<br />
gemaakt of aangifte wordt gedaan, maar het levert doorgaans louter sporen op en meestal<br />
geen gemakkelijk identificeerbare verdachten. Er kunnen wel verdachten <strong>in</strong> beeld komen door<br />
buurtonderzoek, sporenonderzoek of kennis over modus operandi. Dit verklaart het ‘gat’<br />
tussen het aantal aangiftes en het aantal verdachten. Toch ligt het aantal verdachten dat bij de<br />
politie bekend raakt al bij al redelijk hoog. Er wordt echter bij een kle<strong>in</strong> aantal zaken de stap<br />
gezet van politieverdachte naar justitieverdachte, want <strong>in</strong> 2007 zijn slechts 22 dossiers<br />
doorgestuurd van politie naar justitie. Dit betekent dat de kans op strafrechtelijke repercussies<br />
bij dit delict bepaald niet groot is. Hierbij moet wel worden bedacht dat opspor<strong>in</strong>gsactiviteiten<br />
naar (groepen) <strong>in</strong>brekers tijd vergen en dat ze mogelijk na verloop van tijd - <strong>in</strong> 2008 –<br />
resulteren <strong>in</strong> ronde zaken: zaken met een steekhoudend bewijs en die uitmonden <strong>in</strong><br />
strafvervolg<strong>in</strong>g door justitie.<br />
We zien hetzelfde patroon terug bij auto-<strong>in</strong>braken. Sterker, bij dit delict is de kans op<br />
strafrechtelijke repercussies nog een stuk lager. Daar staat wel tegenover dat het aantal auto<strong>in</strong>braken<br />
<strong>in</strong> <strong>Roermond</strong> is gedaald en de omvang van dit delict hier dus klaarblijkelijk niet<br />
sterk van afhangt.<br />
Tabel 5.9: Auto-<strong>in</strong>braak, <strong>Roermond</strong><br />
Aantal <strong>in</strong>cidenten 1.363<br />
Aantal aangiftes 693<br />
Verdachten 46<br />
Verdachten OM 7<br />
Strafvervolg<strong>in</strong>g OM 5 31<br />
Bij bedreig<strong>in</strong>gen en mishandel<strong>in</strong>g tekent zich een geheel ander patroon af. Er zijn namelijk<br />
ongeveer net zoveel politieverdachten als aangiftes. Dit komt vooral doordat het slachtoffer<br />
(en omstanders c.q. ooggetuigen) vaak een goed signalement kunnen geven van de dader of<br />
daders, of simpelweg de naam weten. De kans op een repercussie <strong>in</strong> de vorm van een verhoor<br />
door de politie is dus groot. Van de 237 politieverdachten van bedreig<strong>in</strong>g worden 64 dossiers<br />
door de politie doorgestuurd naar justitie. Van de 442 politieverdachten van mishandel<strong>in</strong>g<br />
worden 193 dossier naar justitie gezonden. Dit zijn relatief veel zaken. Dit komt onder meer<br />
30 Het betreft 53 strafbare feiten.<br />
31 Het betreft 6 strafbare feiten.<br />
101
doordat het een landelijke beleidslijn is om bij vormen van huiselijk geweld sneller over te<br />
gaan tot strafrechtelijke vervolg<strong>in</strong>g.<br />
Tabel 5.10: Bedreig<strong>in</strong>g, <strong>Roermond</strong><br />
Aantal <strong>in</strong>cidenten 763<br />
Aantal aangiftes 231<br />
Verdachten 237<br />
Verdachten OM 101<br />
Strafvervolg<strong>in</strong>g OM 85 32<br />
Tabel 5.11: Mishandel<strong>in</strong>g, <strong>Roermond</strong><br />
Aantal <strong>in</strong>cidenten 896<br />
Aantal aangiftes 405<br />
Verdachten 442<br />
Verdachten OM 210<br />
Strafvervolg<strong>in</strong>g OM 178 33<br />
Er zijn veel politieverdachten (60) van straatroof <strong>in</strong> relatie tot het aantal aangiftes <strong>in</strong> 2007<br />
(65). Het lukt de politie klaarblijkelijk relatief vaak om – op basis van signalementen of<br />
bijvoorbeeld camerabeelden – verdachten <strong>in</strong> beeld te krijgen. De bewijslast blijkt zwaarder,<br />
want de politie heeft <strong>in</strong> 2007 van 20 verdachten het dossier naar justitie opgestuurd. Daarmee<br />
neemt de kans op strafvervolg<strong>in</strong>g en (dus) veroordel<strong>in</strong>g, lopende het strafrechtelijke traject<br />
rap af.<br />
Tabel 5.12: Straatroof, <strong>Roermond</strong><br />
Aantal <strong>in</strong>cidenten 91<br />
Aantal aangiftes 65<br />
Verdachten 60<br />
Verdachten OM 13<br />
Strafvervolg<strong>in</strong>g OM 13 34<br />
5.8 Politieke <strong>in</strong>breng<br />
Algemeen: wat leert de literatuur?<br />
De verhoud<strong>in</strong>gen tussen politiek, bevoegd gezag en politie zijn van oudsher het onderwerp<br />
van onderzoek. Dit onderzoek richt zich s<strong>in</strong>ds de Politiewet 1993 op de precieze<br />
verhoud<strong>in</strong>gen <strong>in</strong> het regionale politiebestel. Hoewel er regionale verschillen bestaan – die<br />
verschillen worden onder meer <strong>in</strong>gegeven door de (machts)verhoud<strong>in</strong>gen tussen de<br />
gemeenten <strong>in</strong> een politieregio – tekent zich een orthodoxie af <strong>in</strong> de vele onderzoeken. Die<br />
onderzoeken leren zonder uitzonder<strong>in</strong>g dat de <strong>in</strong>vloed van de lokale politiek op het<br />
functioneren van regionale politie beperkt is en zeker niet hiërarchisch, <strong>in</strong> de z<strong>in</strong> dat de<br />
politiek wensen formuleert en de politie vervolgens uitvoert. Dit valt te begrijpen op basis van<br />
32 Het betreft 98 strafbare feiten.<br />
33 Het betreft 184 strafbare feiten.<br />
34 Het betreft 16 strafbare feiten.<br />
102
de volgende belangrijke onderzoeksbev<strong>in</strong>d<strong>in</strong>gen (zie onder meer Rosenthal e.a. 1998;<br />
Huberts, 2007):<br />
• Er heeft zich een centralisatie en concentratie afgetekend van beheer en gezag bij<br />
sleutelfunctionarissen op regionaal niveau: de korpsbeheerder, de hoofdofficier van<br />
justitie, de korpschef en (de) burgemeesters <strong>in</strong> het dagelijks bestuur. In de praktijk<br />
worden veel beheerszaken gedelegeerd naar de korpschef en naar andere politiebazen,<br />
zoals de districtschef. Voor <strong>Roermond</strong> geldt dat de burgemeester plaatsvervangend<br />
korpsbeheerder is.<br />
• Een belangrijk element van het beheer bestaat uit de verdel<strong>in</strong>g van personeel en<br />
middelen over de eenheden en dienstonderdelen <strong>in</strong> de regio. Een belangrijke functie<br />
van het beheer bestaat eruit dat het <strong>in</strong> feite bepaalt <strong>in</strong> welke tegemoet gekomen kan<br />
worden aan beleidswensen – het gezag - op lokaal niveau, zoals die onder meer<br />
worden <strong>in</strong>gebracht door burgemeesters en gemeenteraad.<br />
• De centralisatie en concentratie van beheer verm<strong>in</strong>deren de <strong>in</strong>vloed van<br />
gemeenteraden en burgemeesters op het politiebeleid. In veel gemeenten lijken<br />
burgmeester en gemeenteraad zich hier naar te schikken. De ene keer contre coeur,<br />
maar de andere keer mogelijk uit (een zekere) tevredenheid over het veiligheidsniveau<br />
of over het functioneren van de (lokale) politie. Dit is niet het geval <strong>in</strong> <strong>Roermond</strong>:<br />
politiek en bestuur willen meer <strong>in</strong>vloed. In feite willen ze dat het (regionale) beheer<br />
zich schikt naar lokale gezagswensen of, sterker, ze claimen <strong>in</strong>vloed op beheer door<br />
bijvoorbeeld niet alleen te eisen dat de politie won<strong>in</strong>g<strong>in</strong>braak aanpakt, maar ook te<br />
eisen dat dit gebeurt met behulp van een specialistisch politieteam. Toch lopen<br />
bestuurders en politici dan ook <strong>in</strong> <strong>Roermond</strong> aan tegen de realiteit dat het beheer is<br />
geregionaliseerd en de facto voor een aanzienlijk deel berust bij politiechefs die zich<br />
hebben gecommitteerd aan regionale beleidsplannen en landelijke prestatieafspraken,<br />
waardoor er voor hen we<strong>in</strong>ig ruimte rest om te schuiven. Het specialistisch politieteam<br />
is er niet gekomen. Bestuurders en politici waren teleurgesteld.<br />
<strong>Roermond</strong>: empirische schets<br />
De <strong>Roermond</strong>se politiek wordt gekenmerkt door het directe contact tussen politici en<br />
<strong>in</strong>woners van de stad. Hierdoor worden veel <strong>in</strong>cidenten, klachten en problemen doorgegeven<br />
aan politici, die wensen dat daarop wordt gereageerd door de politie. Het is ook aanleid<strong>in</strong>g<br />
voor activisme <strong>in</strong> de raad. Dit komt vooral tot uitdrukk<strong>in</strong>g <strong>in</strong> een reeks moties en<br />
amendementen die betrekk<strong>in</strong>g hebben op de veiligheidsituatie en op het veiligheidsbeleid. Het<br />
betreft s<strong>in</strong>ds april 2004:<br />
• 22 april 2004: naar aanleid<strong>in</strong>g van toenemende jeugd<strong>crim<strong>in</strong>aliteit</strong> wordt gevraagd om<br />
samen met ketenpartners <strong>in</strong> veiligheid ouders meer te betrekken bij de<br />
verantwoordelijkheid voor het gedrag van het k<strong>in</strong>d en daarover periodiek te<br />
rapporteren.<br />
103
• 10 november 2005: naar aanleid<strong>in</strong>g van kooptoerisme wordt gevraagd het<br />
verkeersmanagement en de verkeershandhav<strong>in</strong>g beter te regelen en meertalig te laten<br />
zijn.<br />
• 10 november 2005: verzoek om het politiedistrict <strong>Roermond</strong> onder een<br />
basiseenheid/district te laten vallen.<br />
• 10 november 2005: verzoek om wijkspreekuren van de politie <strong>in</strong> Maasniel te laten<br />
realiseren door de korpsbeheerder.<br />
• 10 november 2005: B&W moet b<strong>in</strong>nen een half jaar <strong>in</strong> afstemm<strong>in</strong>g met politie en<br />
justitie komen met een rapportage waar<strong>in</strong> leerervar<strong>in</strong>gen en verbetervoorstellen<br />
worden gedaan over de verdel<strong>in</strong>g van verantwoordelijkheden over portefeuilles.<br />
• 10 november 2005: een misdaadanalist aan te stellen voor het district <strong>Roermond</strong>.<br />
• 18 mei 2006: de AD-misdaadmetercijfers zijn uit en er wordt verzocht om een plan<br />
van aanpak voor de aanpak van de misdaad met een analyse waarom deze tot nu toe<br />
niet goed (genoeg) bestreden is.<br />
• 29 juni 2006: zorgt voor beë<strong>in</strong>dig<strong>in</strong>g van methadonverstrekk<strong>in</strong>g vanuit de<br />
<strong>Veel</strong>ad<strong>in</strong>gstraat en tot het <strong>in</strong>richten van een gebruikersruimte <strong>in</strong> het dienstencentrum.<br />
• 28 juni 2007: verzoek om een overzicht van de posten <strong>in</strong> de begrot<strong>in</strong>g en CUP die<br />
betrekk<strong>in</strong>g hebben op een preventieve benader<strong>in</strong>g <strong>in</strong> het veiligheidsbeleid.<br />
• 4 september 2007: verzoek om <strong>in</strong>formatie over het project ‘stadsmar<strong>in</strong>iers’ uit<br />
Rotterdam.<br />
• 8 november 2007: vraagt aandacht voor en overzicht over problemen met jongeren en<br />
veiligheid.<br />
• 8 november 2007: er wordt geld vrijgemaakt voor een meldpunt discrim<strong>in</strong>atie <strong>in</strong><br />
<strong>Roermond</strong>.<br />
De afspraken en prioriteiten tussen het bestuur en politie worden weergegeven <strong>in</strong> jaarplan van<br />
het politiedistrict <strong>Roermond</strong>. Dit jaarplan wordt behandeld <strong>in</strong> de commissie Algemene Zaken<br />
van de gemeenteraad. Hierbij ontvangt de commissie zowel het jaarplan van de politie als de<br />
beschouw<strong>in</strong>g daarop van het college van B&W. De beschouw<strong>in</strong>g van het jaarplan 2006 (11<br />
oktober 2005) geeft aan dat het <strong>in</strong>tegraal veiligheidbeleidsplan mede ten grondslag heeft<br />
gelegen aan het jaarplan. De politie heeft de aangiftebereidheid, openlucht recreatie op de<br />
Maasplassen en de aandacht voor veel- en meerplegers centraal gesteld. Het bestuur is hier<br />
positief over. Bestuur en politici leveren commentaar op de politiële aanpak van jeugd. Het<br />
commentaar betreft de betrokkenheid van de politie bij overlast en h<strong>in</strong>derlijk gedrag. Het<br />
bestuur doet een dr<strong>in</strong>gend beroep op de politie hier als volwaardige partner aan mee te werken<br />
en zich dus niet te beperken tot de aanpak van crim<strong>in</strong>ele groepen.<br />
Het bestuur gaat <strong>in</strong> de beschouw<strong>in</strong>g politiejaarplan 2006 <strong>in</strong> op drugsproblematiek en het dak-<br />
en thuislozenprobleem. Hoewel het bestuur tevreden is over de aandacht hiervoor bij de<br />
politie, wordt betreurd dat er geen targets worden gesteld voor specifieke delicten. Deze<br />
targets zijn volgens het bestuur te veel geformuleerd voor verzamelbegrippen als<br />
veelplegeraanpak en drugsgerelateerde aanpak, en dus te we<strong>in</strong>ig specifiek (beschouw<strong>in</strong>g<br />
politiejaarplan 2006, 11 oktober 2005:3-4).<br />
De beschouw<strong>in</strong>g op het politiejaarplan 2007 (1 november 2006) wordt begonnen met het<br />
uitspreken van vertrouwen <strong>in</strong> een betere samenwerk<strong>in</strong>g tussen bestuur en politie. Naar<br />
aanleid<strong>in</strong>g van de evaluatie van het <strong>in</strong>tegraal veiligheidsbeleid en de hoge <strong>crim<strong>in</strong>aliteit</strong>scijfers,<br />
104
zullen voorstellen op het gebied van veiligheid (van politie en bestuur) <strong>in</strong>gepast worden <strong>in</strong> de<br />
begrot<strong>in</strong>gs- en beleidscyclus van de gemeente. Inhoudelijk wordt aandacht gevraagd voor<br />
drugsgerelateerde delicten, waarbij zowel repressief als preventief beleid het aantal delicten<br />
moet laten dalen. De prioriteiten voor 2007 verschillen niet veel van 2006, hoewel het bestuur<br />
aangeeft nadrukkelijker een regierol te vervullen bij verschillende projecten op het gebied van<br />
veiligheid. Als voorbeeld wordt de ontwikkel<strong>in</strong>g van het veiligheidshuis genoemd<br />
(beschouw<strong>in</strong>g politiejaarplan 2007, 1 november 2006).<br />
In de vergader<strong>in</strong>g van de commissie Algemene Zaken van 28 januari 2008 wordt <strong>in</strong> positieve<br />
z<strong>in</strong> meld<strong>in</strong>g gemaakt van de <strong>in</strong>vloed van de gemeenteraad en het college op het politiebeleid.<br />
In die vergader<strong>in</strong>g wordt gezegd dat de <strong>in</strong>vloed van <strong>Roermond</strong> op het districtelijk jaarplan<br />
2008 groot is. Het is eerder expliciet aan de orde gekomen <strong>in</strong> de vergader<strong>in</strong>g van 4 december<br />
2006, maar dan wordt de betrokkenheid als zorgpunt bestempeld en ger<strong>in</strong>g genoemd. Hoewel<br />
<strong>in</strong> de plannen (Jaarplan district <strong>Roermond</strong> 2006, 2007) van de politie consequent meld<strong>in</strong>g<br />
gemaakt wordt van het belang van <strong>in</strong>breng van de gemeente en het OM, en van de goede<br />
samenwerk<strong>in</strong>g tussen deze partners, worden er geen beleidsdoelen bij geformuleerd.<br />
Het valt op dat er <strong>in</strong> beperkte mate wordt gediscussieerd over de prioriteitstell<strong>in</strong>g van de<br />
politie. Hoewel de rapportages en jaarplannen op de agenda hebben gestaan, zijn er we<strong>in</strong>ig<br />
opmerk<strong>in</strong>gen genoteerd die een andere koers of aanpak vragen. Als gekeken wordt naar de<br />
algemene beschouw<strong>in</strong>g, wordt er aandacht gevraagd voor leefbaarheid en kle<strong>in</strong>e <strong>crim<strong>in</strong>aliteit</strong>.<br />
Wel is er consensus over het feit dat er meer aandacht besteed moet worden aan drugs en<br />
verslaafden: “… steeds meer burgers storen zich aan de prioriteiten van de politie, een korps<br />
dat wel jacht maakt op snelheidsovertreders en bestuurders die geen gordel dragen, maar geen<br />
oog lijkt te hebben voor de levendige drugshandel…” (Gemeenteraadsvergader<strong>in</strong>g <strong>Roermond</strong>,<br />
21 oktober 2005). In die raadsvergader<strong>in</strong>g wordt ook gesproken over het gebrek aan<br />
aanstur<strong>in</strong>g, over onvoldoende krachtig politieoptreden en over het gebrek aan mankracht bij<br />
de politie.<br />
Bij de algemene beschouw<strong>in</strong>gen van de raad <strong>in</strong> 2006 wordt <strong>in</strong>gegaan op een aantal specifieke<br />
veiligheidsthema’s. Dom<strong>in</strong>ant <strong>in</strong> het debat zijn de drugs- en verslaafdenproblematiek, het<br />
veiligheidsgevoel van burgers en – voor het eerst – de radicaliser<strong>in</strong>g van jongeren<br />
(Gemeenteraadsvergader<strong>in</strong>g <strong>Roermond</strong>, 27 oktober 2005). In 2007 wordt er tijdens de<br />
algemene beschouw<strong>in</strong>gen vooral gesproken over sociale veiligheid, samenwerk<strong>in</strong>g b<strong>in</strong>nen het<br />
veiligheidshuis, gebiedsgericht werken en het versterken van preventie<br />
(Gemeenteraadsvergader<strong>in</strong>g <strong>Roermond</strong>, 28 juni 2007).<br />
In algemene z<strong>in</strong> is de toon <strong>in</strong> het politieke debat over politiezaken ‘vriendelijk kritisch’. Dit<br />
valt <strong>in</strong> zekere z<strong>in</strong> op omdat <strong>in</strong> <strong>in</strong>terviews meld<strong>in</strong>g wordt gemaakt van politiser<strong>in</strong>g en van een<br />
beperkt of ger<strong>in</strong>g politiek vertrouwen <strong>in</strong> – de slagkracht van – de politie.<br />
105
Blokkades en mogelijke vooruitgang<br />
De gemeente <strong>Roermond</strong> krijgt bij het lokale veiligheidsbeleid te maken met structurele en<br />
realistische schaarsteproblemen. <strong>Roermond</strong> is, met circa 54.500 <strong>in</strong>woners, te groot voor het<br />
servet en te kle<strong>in</strong> voor het tafellaken. Dit betekent dat de gemeente achter het net vist als ze<br />
subsidies probeert te krijgen voor het lokale veiligheidsbeleid <strong>in</strong> het kader van het Grote<br />
Steden Beleid of bij het streven naar prachtwijken. <strong>Roermond</strong> heeft weliswaar substantiële<br />
veiligheidsproblemen, maar er is niet één enkel probleem dat zo groot is dat dit resulteert <strong>in</strong><br />
bovenlokaal gesubsidieerde grote projecten of programma’s. Dit is bijvoorbeeld <strong>in</strong> Venlo<br />
(met Hektor) en Heerlen (met Hartslag) wel gebeurd. Bij gebrek aan een gemeenschappelijk<br />
veiligheidsprogramma <strong>in</strong> <strong>Roermond</strong> is het uiteraard wel extra moeilijk om bovenlokale<br />
subsidies <strong>in</strong> de wacht te slepen, omdat lokale <strong>in</strong>formatie en planvorm<strong>in</strong>g logischerwijs<br />
voorafgaan aan subsidieverstrekk<strong>in</strong>g.<br />
Deze problemen zouden verm<strong>in</strong>derd kunnen worden door een daadkrachtig<br />
gemeenschappelijk veiligheidsbeleid, maar de vorm<strong>in</strong>g van een dergelijk beleid wordt dus<br />
bemoeilijkt door bureaupolitieke twisten. Door deze comb<strong>in</strong>atie van factoren komen de<br />
ruilrelaties tussen politiek, bestuur, politie en justitie onvoldoende van de grond bij het<br />
veiligheidsbeleid. Politieke wensen vallen moeilijk te honoreren omdat er geen bestuurlijk<br />
veiligheidsprogramma is waarop kan worden gestuurd en bijgestuurd. Een dergelijk<br />
programma zou ook de mogelijkheden voor de politici en bestuurders <strong>in</strong> de gemeente<br />
<strong>Roermond</strong> vergroten om activiteiten van politie en justitie <strong>in</strong> te passen <strong>in</strong> lokaal<br />
veiligheidsbeleid en daarbij - <strong>in</strong> de vorm van een ruilrelatie - <strong>in</strong>vloed uit te oefenen op het<br />
functioneren van politie en justitie. Een ruilrelatie biedt meer mogelijkheden dan een beroep<br />
op de formeel hiërarchische relatie, omdat politie en justitie nu eenmaal beschikken over<br />
beperkte middelen, een groot regulier werkaanbod en een eigen systeem van plann<strong>in</strong>g en<br />
verantwoord<strong>in</strong>g, waaronder de zogeheten prestatiecontracten. De term ruilrelatie kl<strong>in</strong>kt<br />
wellicht soft, maar het kan ook worden begrepen als een mogelijkheid om op belangrijke<br />
punten politieke garanties te vragen over lokale politie-<strong>in</strong>spann<strong>in</strong>gen en –prestaties. Zodra er<br />
op grond van bestuurlijke veiligheids<strong>in</strong>spann<strong>in</strong>gen gestalte wordt gegeven aan de ruilrelatie<br />
en samenwerk<strong>in</strong>g met politie en justitie, dan nemen de mogelijkheden toe om - onder meer als<br />
politieke <strong>in</strong>breng bij de politiële beleidscyclus – politieke <strong>in</strong>vloed uit te oefenen. Politiek en<br />
bestuur staan dan ook sterker als ze politie en justitie wijzen op een groeiend of lokaal<br />
<strong>crim<strong>in</strong>aliteit</strong>sprobleem, zoals bijvoorbeeld de won<strong>in</strong>g<strong>in</strong>braak, en daaraan het verzoek – of de<br />
eis – verb<strong>in</strong>den dat dit delict met een bepaald percentage zal moeten dalen.<br />
106
Hoofdstuk 6<br />
Conclusies en aanbevel<strong>in</strong>gen<br />
6.1 Conclusies<br />
De context<br />
1. Een ‘kle<strong>in</strong>e stad’ maakt grote sprongen<br />
De gemeente <strong>Roermond</strong> telt een bescheiden aantal <strong>in</strong>woners: 54.500. De gemeente kan echter<br />
met recht als een stad worden omschreven vanwege de centrumfunctie die het <strong>in</strong> veel<br />
opzichten vervult, hetgeen wordt gestimuleerd door de centrale ligg<strong>in</strong>g <strong>in</strong> Midden-Limburg,<br />
op korte afstand van Duitsland en België. <strong>Roermond</strong> heeft een sterke economische groei<br />
doorgemaakt: meer werkgelegenheid, m<strong>in</strong>der werkloosheid (maar nog wel hoge concentraties<br />
<strong>in</strong> enkele wijken), een groot en fraai w<strong>in</strong>kelaanbod, recreatie en horeca. Private <strong>in</strong>vesteerders<br />
stellen vertrouwen <strong>in</strong> de stad en haar bestuurders. Dit vertrouwen komt niet uit de lucht<br />
vallen: het is het resultaat van hard bestuurlijk werken en daadwerkelijk publiek<br />
ondernemerschap. Dit alles stemt trots, geeft de stad sfeer en draagt bij aan de kwaliteit van<br />
het sociale leven. Het trekt ook veel bezoekers naar de stad.<br />
So far, so good. De grote sprongen die de ‘kle<strong>in</strong>e stad’ heeft gemaakt, heeft ook keerzijden.<br />
Die bestaat met name uit een substantieel <strong>crim<strong>in</strong>aliteit</strong>sprobleem. Dit probleem houdt deels<br />
verband met de toegenomen drukte <strong>in</strong> de stad, hetgeen de kans op vermogendelicten en<br />
geweldsdelicten vergroot. Hier komt bij dat de bevolk<strong>in</strong>gssamenstell<strong>in</strong>g van <strong>Roermond</strong><br />
gestaag is veranderd. Die is namelijk meer pluriform geworden, voornamelijk <strong>in</strong> de zogeheten<br />
kwetsbare wijken <strong>in</strong> <strong>Roermond</strong> waar de werkloosheid nog altijd hoog is en waar de kans op<br />
crim<strong>in</strong>aliser<strong>in</strong>g van de jongeren en jongvolwassenen fors is. Dit alles heeft geresulteerd <strong>in</strong><br />
crim<strong>in</strong>ele gelegenheidsstructuren die veel vragen van het politieke systeem <strong>in</strong> een ‘kle<strong>in</strong>e<br />
stad’. Dit neemt niet weg dat er veel <strong>in</strong>spann<strong>in</strong>gen zijn geleverd, met name <strong>in</strong> drie wijken: het<br />
<strong>Roermond</strong>se Veld, Donderberg en de Kemp. Zie met name conclusie 12 en 13.<br />
2. De AD-misdaadmeter: agender<strong>in</strong>g<br />
De top-3 noter<strong>in</strong>g van <strong>Roermond</strong> <strong>in</strong> de misdaadmeter van het Algemeen Dagblad heeft de<br />
volle politiek-bestuurlijke aandacht gericht op het <strong>crim<strong>in</strong>aliteit</strong>sprobleem. Bestuurders en<br />
professionals leveren weliswaar kritiek op de misdaadmeter, waaronder kritiek die hout snijdt.<br />
Het Algemeen Dagblad relateert de geregistreerde lokale <strong>crim<strong>in</strong>aliteit</strong> namelijk aan het aantal<br />
<strong>in</strong>woners: ze presenteert scores ‘per 10.000 <strong>in</strong>woners’. Dat pakt juist <strong>in</strong> een ‘kle<strong>in</strong>e stad’ met<br />
veel bezoekers en bedrijfspanden ongunstig uit.<br />
Dit laat onverlet dat door politiek, bestuur, politie en justitie wordt erkend dat de lokale<br />
<strong>crim<strong>in</strong>aliteit</strong> hoog en té hoog is, los van de nuancer<strong>in</strong>gen die mogelijk zijn en los van de fraaie<br />
kanten van het lokale stadsleven.<br />
107
Het valt op dat er veel – <strong>in</strong> feite te veel – politiek-bestuurlijke aandacht uitgaat naar de ADmisdaadmeter<br />
en de nieuwe uitkomsten daarvan. De precieze positie die <strong>Roermond</strong> straks en<br />
<strong>in</strong> de komende jaren <strong>in</strong>neemt op de misdaadmeter is <strong>in</strong> feite niet belangrijk. Het komt er nu op<br />
aan om een lokaal veiligheidsprogramma te ontwikkelen, zo concluderen onze respondenten<br />
haast <strong>in</strong> koor. Het valt voorts op dat er geen eigen lokaal meet<strong>in</strong>strument is voor veiligheid.<br />
Dat zou er wel moeten komen en het dient eenvoudig en helder te zijn: zie aanbevel<strong>in</strong>gen.<br />
3. Veiligheid: wel microbemoeienis, maar geen strategisch kader<br />
Het publiek ondernemerschap krijgt zowel macro als micro gestalte. We bedoelen hiermee dat<br />
er macro een stedelijke visie en grote politiek-bestuurlijke betrokkenheid is bij het lokale<br />
economische beleid. Micro uit zich dit <strong>in</strong> directe bestuurlijke betrokkenheid bij concrete<br />
problemen. De bestuurlijke microbetrokkenheid is kenmerkend voor de lokale b<strong>in</strong>d<strong>in</strong>g die<br />
velen met de stad hebben. Bij het veiligheidsbeleid valt op dat de microbemoeienis er<br />
geregeld wel is, maar dat het sluitstuk op stedelijk (macro)niveau ontbreekt, want er is geen<br />
gedeelde visie op het veiligheidsbeleid die tot uitdrukk<strong>in</strong>g komt <strong>in</strong> een gemeenschappelijk<br />
veiligheidsprogramma.<br />
Crim<strong>in</strong>aliteit<br />
4. De situatie: een serieus <strong>crim<strong>in</strong>aliteit</strong>sprobleem<br />
<strong>Roermond</strong> is een stad met een serieus <strong>crim<strong>in</strong>aliteit</strong>sprobleem. Dit probleem mag niet worden<br />
verengd tot enkele wijken of dadergroepen, of tot één of enkele delicten. In 2007 spr<strong>in</strong>gt de<br />
forse score van het aantal aangiften van won<strong>in</strong>g<strong>in</strong>braak ten opzichte van 2006 bijvoorbeeld <strong>in</strong><br />
het oog: van 380 <strong>in</strong> 2006 naar 502 <strong>in</strong> 2007. De precieze score per delict is echter grillig (zie<br />
conclusie 5). De hardnekkigheid en omvang van het <strong>crim<strong>in</strong>aliteit</strong>sprobleem valt te begrijpen<br />
en te verklaren uit de forse crim<strong>in</strong>ele gelegenheidsstructuren <strong>in</strong> <strong>Roermond</strong>: zie conclusie 6.<br />
5. De cijfers: een grillig <strong>crim<strong>in</strong>aliteit</strong>spatroon<br />
In de gemeente <strong>Roermond</strong> stijgt bij drie van de vijf onderzochte delicten – won<strong>in</strong>g<strong>in</strong>braak;<br />
auto-<strong>in</strong>braak; straatroof; bedreig<strong>in</strong>g; mishandel<strong>in</strong>g - het aantal zaken <strong>in</strong> de onderzoeksperiode,<br />
dus van 2003 tot en met 2007. 35 Percentueel gezien stijgt <strong>in</strong> deze periode het aantal<br />
bedreig<strong>in</strong>gen het meest. De won<strong>in</strong>g<strong>in</strong>braak kent een grillig verloop. De stijg<strong>in</strong>g is overall, dat<br />
wil zeggen van 2003 tot en met 2007, beperkt met 8,9%. Het laatste jaar laat een forse stijg<strong>in</strong>g<br />
zien: met 32%. In het laatste jaar valt echter juist ook weer een forse dal<strong>in</strong>g van 28% te<br />
noteren van de straatroof. Overall wordt echter een toename met 6,6% geregistreerd wat<br />
straatroof betreft. Het aantal aangiften van auto-<strong>in</strong>braak daalt fors <strong>in</strong> <strong>Roermond</strong>.<br />
35<br />
Het betreft zaken waarvan aangifte is gedaan of die het onderwerp zijn geworden van opspor<strong>in</strong>gactiviteiten.<br />
Zie paragraaf 2.3.<br />
108
Resumerend zijn de aangiftecijfers als volgt :<br />
• Bedreig<strong>in</strong>g: van 189 <strong>in</strong> 2003 naar 231 <strong>in</strong> 2007 (+22%)<br />
• Won<strong>in</strong>g<strong>in</strong>braak: van 461 <strong>in</strong> 2003 naar 502 <strong>in</strong> 2007 (+8,9%); met een stijg<strong>in</strong>g van 380<br />
<strong>in</strong> 2006 naar 502 <strong>in</strong> 2007 (+32%);<br />
• Mishandel<strong>in</strong>g: van 377 <strong>in</strong> 2003 naar 405 <strong>in</strong> 2007 (+7,4%);<br />
• Straatroof: van 61 <strong>in</strong> 2003 naar 65 <strong>in</strong> 2007 (+6,6%); met een forse dal<strong>in</strong>g van 90 <strong>in</strong><br />
2006 naar 65 <strong>in</strong> 2007 (-28%).<br />
• Auto-<strong>in</strong>braak: van 1.197 <strong>in</strong> 2003 naar 693 <strong>in</strong> 2007 (-42,7%)<br />
Voor drie van de vijf delicten geldt dat de gemeente <strong>Roermond</strong> <strong>in</strong> absolute z<strong>in</strong> hoger scoort<br />
dan al de andere gemeenten, dus <strong>in</strong>clusief Venlo. Het betreft won<strong>in</strong>g<strong>in</strong>braak, auto-<strong>in</strong>braak en<br />
straatroof. 36 Het valt op dat er <strong>in</strong> 2007 vooral relatief veel won<strong>in</strong>g<strong>in</strong>braken worden gepleegd<br />
<strong>Roermond</strong>. In Venlo wordt wel vaker aangifte gedaan van mishandel<strong>in</strong>g en bedreig<strong>in</strong>g dan <strong>in</strong><br />
<strong>Roermond</strong>.<br />
Het <strong>crim<strong>in</strong>aliteit</strong>spatroon <strong>in</strong> <strong>Roermond</strong> is grillig. Gevoelsmatig is de situatie <strong>in</strong> 2007<br />
verslechterd vanwege de stijg<strong>in</strong>g van de won<strong>in</strong>g<strong>in</strong>braak: een delict dat gevoelig ligt, omdat nu<br />
eenmaal het privé-dome<strong>in</strong> wordt betreden. Toch daalt het aantal zaken <strong>in</strong> <strong>Roermond</strong> <strong>in</strong> de<br />
onderzoeksperiode – dus van 2003 tot en met 2007 – van 2.250 naar 1.900. Dit komt met<br />
name door de afname van de auto-<strong>in</strong>braak: een delict dat doorgaans een m<strong>in</strong>der grote buit<br />
oplevert en gemiddeld een m<strong>in</strong>der grote schok teweegbrengt bij het slachtoffer dan<br />
won<strong>in</strong>g<strong>in</strong>braak. Kortom: er zijn m<strong>in</strong>der zaken <strong>in</strong> 2007 dan <strong>in</strong> 2006 of 2003, maar daarmee valt<br />
bepaald niet zomaar te zeggen dat het <strong>crim<strong>in</strong>aliteit</strong>spatroon gunstig is. Sterker, de lokale<br />
crim<strong>in</strong>ele gelegenheidsstructuren zijn fors, onder meer vanwege bestaande en ‘doorbrekende’<br />
dadergroepen. Zie conclusie 6.<br />
6. Forse crim<strong>in</strong>ele gelegenheidsstructuren<br />
<strong>Roermond</strong> is een stad met een begrensd aantal <strong>in</strong>woners, maar ze telt tegelijkertijd veel<br />
bezoekers. De stad is dus volop <strong>in</strong> beweg<strong>in</strong>g. Naast het economische en commerciële succes<br />
van de stad valt op dat de bevolk<strong>in</strong>gssamenstell<strong>in</strong>g pluriformer is geworden. Het aantal<br />
allochtone bewoners is gestaag toegenomen. In de wijken en buurten met een pluriforme<br />
samenstell<strong>in</strong>g zijn de <strong>in</strong>komens laag. Dat geldt ook voor de traditionele autochtone bewoners<br />
van deze wijken en buurten. Al deze beweg<strong>in</strong>gen <strong>in</strong> de stad resulteren bij elkaar opgeteld <strong>in</strong><br />
crim<strong>in</strong>ele gelegenheidsstructuren. Er zijn mensen op straat en <strong>in</strong> het alledaagse sociale verkeer<br />
stuiten potentiële daders op mogelijke slachtoffers en doelwitten, zoals auto’s of (op dat<br />
moment verlaten) won<strong>in</strong>gen. Uit ons onderzoek blijkt dat relatief veel daders afkomstig zijn<br />
uit de kwetsbare buurten <strong>in</strong> <strong>Roermond</strong>: de ene keer zijn het autochtone daders en de andere<br />
keer allochtonen.<br />
36 Dit geldt voor het jaar 2007.<br />
109
Meer concreet zijn de lokale crim<strong>in</strong>ele kansen verder een optelsom van de volgende<br />
belangrijke elementen:<br />
• Dadergroepen: de drunkies. <strong>Roermond</strong> kent een omvangrijke groep zogeheten<br />
‘drunkies’: alcohol- en drugsverslaafden. De schatt<strong>in</strong>gen van onze respondenten lopen<br />
uiteen van 120 tot 200 personen. Middels het ‘Drang & Dwang’-project wordt deze<br />
groep uit het centrum van <strong>Roermond</strong> geweerd en richt<strong>in</strong>g zorg<strong>in</strong>stell<strong>in</strong>gen geleid. Het<br />
aandeel van deze categorie onder de daders lijkt kle<strong>in</strong>er te worden en het aandeel van<br />
de jeugd en jongvolwassenen <strong>in</strong> de misdaadstatistieken groeit. Toch zien we deze<br />
groep of categorie bij won<strong>in</strong>g<strong>in</strong>braak en auto-<strong>in</strong>braak terug als substantiële<br />
dadergroep.<br />
<strong>Roermond</strong> is een prom<strong>in</strong>ente stad <strong>in</strong> Midden-Limburg. De stad is voor alcohol- en<br />
drugsverslaafden uit omr<strong>in</strong>gende gemeenten aantrekkelijk: een groter aanbod van<br />
verdovende middelen, opvangvoorzien<strong>in</strong>gen en illegale verblijfsplaatsen. De<br />
anonimiteit is er ook groter.<br />
• Dadergroepen: de aanwas van (jonge) allochtone daders. Het aantal allochtonen,<br />
<strong>in</strong>clusief het aantal niet Westerse allochtone, is <strong>in</strong> <strong>Roermond</strong> gestaag gegroeid <strong>in</strong> de<br />
afgelopen decennia. Dit heeft onder meer geresulteerd <strong>in</strong> de aanwas van (jonge)<br />
allochtone daders. Het valt op dat het gaat om daders met nogal uiteenlopende<br />
etniciteiten. De allochtone daders worden, <strong>in</strong> onze steekproef, vooral aangehouden<br />
voor won<strong>in</strong>g<strong>in</strong>braak, straatroof en bedreig<strong>in</strong>g.<br />
• Dadergroepen: aanwas van jonge daders. Het aandeel van jongeren van 12 tot en met<br />
21 jaar is substantieel. Het precieze aandeel verschilt per delict (het aandeel is het<br />
hoogst bij straatroof en laagst bij bedreig<strong>in</strong>g), maar het verklaart mede de hoge<br />
misdaadscores die <strong>Roermond</strong> vandaag de dag heeft. Bij de aanpak van de <strong>crim<strong>in</strong>aliteit</strong><br />
van deze jonge daders is urgentie geboden, omdat het gevaar bestaat dat ze de<br />
meerplegers van vandaag en de veelplegers van morgen zijn.<br />
• Ger<strong>in</strong>ge kans op vervolg<strong>in</strong>g. De kans op daadwerkelijke vervolg<strong>in</strong>g blijkt <strong>in</strong><br />
<strong>Roermond</strong> bepaald niet hoog te zijn, zeker niet bij ‘zoekzaken’, dat wil zeggen<br />
delicten waarvoor geldt dat de aangever zelden of nooit weet wie de verdachte(n) is of<br />
zijn. In 2007 blijft het aantal zogeheten OM-verdachten bij won<strong>in</strong>g<strong>in</strong>braak namelijk<br />
steken op 25 (bij 502 aangiftes en 914 <strong>in</strong>cidenten) en bij auto-<strong>in</strong>braak op 7 (bij 693<br />
aangiftes en 1.363 <strong>in</strong>cidenten). Bij straatroof komt de teller uit op 13 OM-verdachten<br />
bij 65 aangiftes en 91 geregistreerde <strong>in</strong>cidenten. Dit blijft niet onopgemerkt bij de<br />
daders en ook niet bij potentiële daders <strong>in</strong> hun sociale omgev<strong>in</strong>g. De lage kans op<br />
strafrechtelijke vervolg<strong>in</strong>g bij won<strong>in</strong>g- en auto-<strong>in</strong>braak vergroot de kans op aanwas<br />
van (jonge) daders. Er kan dus niet worden gezegd dat de repressie <strong>in</strong> <strong>Roermond</strong> op<br />
orde is en dat het nu zaak is om preventieve maatregelen te treffen ‘aan de voorkant’<br />
van het probleem, al zijn extra preventieve maatregelen wel degelijk verstandig.<br />
In 2007 komt het aantal OM-verdachten bij bedreig<strong>in</strong>g uit op 101 en bij mishandel<strong>in</strong>g<br />
op 210. Deze aantallen liggen beduidend hoger, hetgeen gebruikelijk is omdat<br />
aangevers vaak op de hoogte zijn van de identiteit van de verdachte(n).<br />
110
• Slachtoffergedrag. We troffen <strong>in</strong> BPS geregeld mededel<strong>in</strong>gen aan waaruit viel op te<br />
maken dat slachtoffers niet gewend zijn om hun won<strong>in</strong>g of auto, steeds weer, goed te<br />
beveiligen. Dit houdt, zo vertellen respondenten, verband met de historische<br />
gewenn<strong>in</strong>g van veel <strong>in</strong>woners van <strong>Roermond</strong> aan een rustige en veilige leefomgev<strong>in</strong>g.<br />
Een deel van de bewoners lijkt de slachtofferkans te onderschatten, al ligt de schuld<br />
van een delict uiteraard niet bij het slachtoffer. Bovendien beveiligen de bewoners hun<br />
bezitt<strong>in</strong>gen steeds beter en wordt daar ook van overheidswege op aangedrongen.<br />
7. Het gevoel: ook subjectieve grilligheid<br />
Voor de hele gemeente geldt <strong>in</strong> 2005 - volgens een survey dat is uitgevoerd door Kolar en<br />
Boekhoorn (oktober 2005) - dat iets meer dan één op de vijf bewoners (21%) zich ‘<strong>in</strong> het<br />
afgelopen jaar’ regelmatig tot vaak onveilig heeft gevoeld. In 2002 lag dit percentage nog op<br />
27%. De lokale diversiteit komt tot uitdrukk<strong>in</strong>g <strong>in</strong> de scores op wijkniveau. De wijk<br />
Donderberg scoort het slechtst: 32% voelt zich regelmatig tot vaak onveilig. In het<br />
<strong>Roermond</strong>se Veld ligt het percentage op 30% en <strong>in</strong> De Kemp op 28%. Hoogvonderen behoort<br />
tot de middenmoot, met een percentage van 21,5%. De bewoners van Ool/Herten/Merum/Aan<br />
de Rijksweg voelen zich met m<strong>in</strong>st vaak onveilig, want daar komt de score uit op 11%.<br />
Beg<strong>in</strong> 2008 hebben we het zogeheten burgerpanel geraadpleegd. Een aanzienlijke m<strong>in</strong>derheid<br />
v<strong>in</strong>dt dat de <strong>crim<strong>in</strong>aliteit</strong>soverlast is toegenomen <strong>in</strong> de afgelopen twee jaar, zo blijkt uit deze<br />
peil<strong>in</strong>g. De volgende stell<strong>in</strong>g is voorgelegd aan het panel: “Ik heb de afgelopen twee jaar meer<br />
last gekregen van <strong>crim<strong>in</strong>aliteit</strong> <strong>in</strong> <strong>Roermond</strong>”. Ruim 36% v<strong>in</strong>dt dat de situatie niet wezenlijk is<br />
veranderd. Deze <strong>in</strong>woners reageren dus neutraal. Het valt echter op dat evenveel respondenten<br />
(36%) v<strong>in</strong>dt dat zij meer last hebben gekregen van de <strong>crim<strong>in</strong>aliteit</strong> <strong>in</strong> <strong>Roermond</strong>. Precies 13%<br />
van de respondenten kiest voor de uiterste antwoordcategorie: zij zijn het dus ‘helemaal eens’<br />
met de stell<strong>in</strong>g dat de <strong>crim<strong>in</strong>aliteit</strong>soverlast is toegenomen. Precies 27% v<strong>in</strong>dt dat de<br />
<strong>crim<strong>in</strong>aliteit</strong>soverlast is afgenomen.<br />
8. Armoede en werkloosheid: van <strong>in</strong>vloed, maar niet alleszeggend<br />
De kwetsbare wijken <strong>in</strong> <strong>Roermond</strong> kennen veel armoede en marg<strong>in</strong>aliteit. Dit geldt het meest<br />
voor het <strong>Roermond</strong>se Veld, en <strong>in</strong> m<strong>in</strong>der mate voor de Donderberg en De Kemp, maar <strong>in</strong><br />
Donderberg juist weer wel <strong>in</strong> de Componistenbuurt. De armoede en marg<strong>in</strong>aliteit komen tot<br />
uitdrukk<strong>in</strong>g <strong>in</strong> kengetallen: daar is de werkloosheid hoog en het <strong>in</strong>komen laag. In bepaalde<br />
gez<strong>in</strong>nen en families heerst al van generatie op generatie armoede en marg<strong>in</strong>aliteit. Uit de<br />
profielanalyse (hoofdstuk 4) blijkt dat relatief veel daders werkloos zijn of laag betaalde<br />
arbeid verrichten.<br />
Armoede leidt bepaald niet perse of automatisch tot <strong>crim<strong>in</strong>aliteit</strong> en overlast. Immers, de<br />
meeste mensen met een laag <strong>in</strong>komen plegen nu eenmaal geen delicten. De <strong>crim<strong>in</strong>aliteit</strong> en<br />
overlast liggen ook besloten <strong>in</strong> de leefstijl en cultuur van een deel van de autochtone en<br />
allochtone bewoners van deze wijken. Die cultuur keurt bepaalde vormen van norm- en<br />
regeloverschrijdend gedrag goed. Dit heeft vergaande gevolgen: alleen armoedebestrijd<strong>in</strong>g<br />
(hoe nodig ook) helpt niet bij <strong>crim<strong>in</strong>aliteit</strong>sbestrijd<strong>in</strong>g, want de oorzaken van <strong>crim<strong>in</strong>aliteit</strong><br />
schuilen ook <strong>in</strong> gewortelde culturen en leefstijlen. De meeste kansen zouden de jongeren nog<br />
111
moeten krijgen en grijpen, al baart juist het jongerengedrag zorgen. Het aandeel van jongeren<br />
en jongvolwassenen is mede gebaseerd op verkeerde keuzes die ze zelf maken en het is dus<br />
een belangrijke opgave om die keuzes te beïnvloeden.<br />
9. Delicten met een voorgeschiedenis: vooral bij bedreig<strong>in</strong>g en mishandel<strong>in</strong>g<br />
De profielanalyse toont aan dat met name bedreig<strong>in</strong>gen en mishandel<strong>in</strong>g een voorgeschiedenis<br />
kennen: soms van uren (<strong>in</strong> de horeca), maar vaak van weken, maanden of zelfs jaren. Hiermee<br />
hangt samen dat er over de achterliggende of eerdere conflicten signalen bekend raken: <strong>in</strong> de<br />
sociale omgev<strong>in</strong>g van daders en slachtoffers, maar ook bij professionele <strong>in</strong>stanties. Die<br />
professionele <strong>in</strong>stantie is bij veel zaken de politie, maar ook maatschappelijke <strong>in</strong>stell<strong>in</strong>gen,<br />
onderwijs<strong>in</strong>stell<strong>in</strong>gen, scholen, medici en corporaties zullen er vaak van op de hoogte raken.<br />
Dit biedt belangrijke aanknop<strong>in</strong>gspunten bij de aanpak ervan, want (vroeg)signaler<strong>in</strong>g maakt<br />
het mogelijk om <strong>in</strong> te grijpen.<br />
Beleid en politiek<br />
10. Crim<strong>in</strong>aliteit en veiligheidsbeleid: te vaak een twistpunt<br />
De vorm<strong>in</strong>g van een gemeenschappelijk veiligheidsbeleid stagneert doordat de verhoud<strong>in</strong>gen<br />
<strong>in</strong> de driehoeksrelatie tussen bestuur, justitie en politie zijn gepolitiseerd. De politiser<strong>in</strong>g<br />
resulteert er met name <strong>in</strong> dat bestuur en politie elkaar over en weer - en niet zelden via de<br />
media - verwijten te we<strong>in</strong>ig te doen. Het bestuur wenst doeltreffende repressie, meer zichtbaar<br />
en beschikbaar ‘blauw’ en voelt zich niet altijd serieus genomen. De politie v<strong>in</strong>dt op haar<br />
beurt dat bestuur en politiek zich sterk richten op gebeurtenissen en <strong>in</strong>cidenten, en dat het<br />
bestuurlijk veiligheidsbeleid versterk<strong>in</strong>g behoeft, met name bij de preventie van onveiligheid<br />
en <strong>crim<strong>in</strong>aliteit</strong>. Het veiligheidsbeleid was en is te vaak een twistpunt van de bovenste plank.<br />
11. Geen strategisch kader, wel beleidslijnen<br />
Bij het veiligheidsbeleid valt op dat er geregeld wel de bestuurlijke microbemoeienis is, maar<br />
dat het sluitstuk op stedelijk (macro)niveau ontbreekt, want er is geen gedeelde visie op het<br />
veiligheidsbeleid en ook geen gemeenschappelijk veiligheidsplan of –programma. Voor de<br />
periode 2004-2006 was wel een <strong>in</strong>tegraal veiligheidsplan opgesteld, maar dit is niet gebeurd<br />
<strong>in</strong> 2007 (zie 1.3), al zijn alle betrokkenen zich ervan bewust dat er <strong>in</strong> 2008 een<br />
gemeenschappelijk veiligheidsplan of –programma opgesteld zal moeten worden.<br />
Hoewel er geen strategisch kader is voor het veiligheidsbeleid zijn er wel beleidslijnen en<br />
maatregelen doorgevoerd: wijkgericht (zie 13); fysiek (zie 14); doelgroepgericht (zie 15) en<br />
delictgericht (zie 16).<br />
12. Wijkgerichte maatregelen: herstructurer<strong>in</strong>g legt een basis<br />
De herstructurer<strong>in</strong>g – sloop, nieuwbouw en renovatie die leiden tot een absolute en relatieve<br />
toename van het aantal koopwon<strong>in</strong>gen - heeft <strong>in</strong> de drie achterstandswijken een belangrijke<br />
basis gelegd om door middel van onder meer het veiligheidsbeleid de crim<strong>in</strong>ele<br />
112
gelegenheidsstructuren <strong>in</strong> deze wijken te verm<strong>in</strong>deren. Sterker, de herstructurer<strong>in</strong>g doorbreekt<br />
de ‘negatieve’ homogeniser<strong>in</strong>g (steeds meer mensen <strong>in</strong> dezelfde slechte economische positie)<br />
en verm<strong>in</strong>dert daarmee de crim<strong>in</strong>ele gelegenheidsstructuren <strong>in</strong> deze wijken. Nog anders<br />
gezegd: zonder de herstructurer<strong>in</strong>g had het hoogstwaarschijnlijk niet mogelijk of uitermate<br />
kostbaar geweest om de objectieve en subjectieve veiligheid <strong>in</strong> de periode tussen 2008 en<br />
2012 <strong>in</strong> deze wijken te verbeteren.<br />
13. Wijkgerichte maatregelen: vooruitgang en drempels bij sociaal beleid<br />
Er is gekozen om het wijkgericht werken te richten op de “voorkant van het probleem”, dat<br />
wil zeggen op preventie en op jongeren die geen “probleemgedrag vertonen”. De sociale<br />
pijler van het “wijkgerichte werken” vervult een aantal belangrijke functies. In de eerste<br />
plaats dragen de preventieve <strong>in</strong>spann<strong>in</strong>gen eraan bij dat groepen jongeren op het rechte pad<br />
blijven, mogelijk na één of enkele uitglijders. In de tweede plaats sluit het “wijkgerichte<br />
werken” aan op lokale gebruiken gewoontes, waarbij sport, religie, lokale horeca en<br />
carnavalsverenig<strong>in</strong>gen deel uitmaken van het sociale leven, <strong>in</strong>clusief de lokale normstell<strong>in</strong>g.<br />
In de derde plaats wordt gezorgd voor een agender<strong>in</strong>g van de tijdelijke (maar niet per se<br />
kortstondige) problemen die worden veroorzaakt door de herstructurer<strong>in</strong>g, zoals leegstaande<br />
panden met illegale bewoners, donkere plekken, kale plekken waar illegaal afval wordt<br />
gedumpt of verniel<strong>in</strong>gen aan panden <strong>in</strong> aanbouw. Deze tijdelijke problematiek bleek en blijkt<br />
soms fors en een snelle(re) reactie hierop is waardevol. In de vierde plaats zijn op onderdelen<br />
bewonerswensen gehonoreerd bij de herstructurer<strong>in</strong>g van de wijken. In sommige gevallen is<br />
afgezien van (nog meer) sloop.<br />
Hier staat een aantal problemen of drempels tegenover. Het gaat, <strong>in</strong> de eerste plaats, om het<br />
zogenoemde “cream<strong>in</strong>g”: ambtenaren geven de voorkeur aan klanten en doelgroepen die het<br />
meeste vooruitzicht bieden op succes. In casu betekent dit dat het wijkgerichte werken <strong>in</strong><br />
essentie wordt gericht op de benaderbare groepen die het rechte pad nog niet of <strong>in</strong>cidenteel<br />
hebben verlaten. En voor zover het wijkgerichte werk wordt gericht op crim<strong>in</strong>ele jongeren,<br />
dan staan preventieve <strong>in</strong>spann<strong>in</strong>gen centraal. De keerzijde is dat er we<strong>in</strong>ig sociale controle en<br />
dwang wordt uitgeoefend op jongeren die het rechte pad hebben verlaten en die – nog een<br />
stap verder – het slechte pad lijken te kiezen. Dit is een zorgelijk selectieproces vanuit de<br />
<strong>in</strong>valshoek van ons onderzoek dat nu eenmaal is gericht op – de reductie van - de lokale<br />
<strong>crim<strong>in</strong>aliteit</strong>. De gemeente <strong>Roermond</strong> onderkent dit probleem. Dit blijkt onder meer uit het<br />
feit dat prioriteit wordt verleend aan het <strong>in</strong>richten van het veiligheidshuis, dat zich onder meer<br />
richt op de aanpak van jeugdige meerplegers en veelplegers. In de tweede plaats zijn de<br />
jeugdproblematiek en de jeugd<strong>crim<strong>in</strong>aliteit</strong> onoverzichtelijker en dynamischer geworden. De<br />
snelle aanwas, de mobiliteit en de wisselende samenstell<strong>in</strong>g van groepen leiden ertoe dat er<br />
wijkgebonden lang niet altijd op tijd contact wordt gelegd met jongeren, zodat preventieve<br />
<strong>in</strong>spann<strong>in</strong>gen nog effect kunnen sorteren. De gemeente <strong>Roermond</strong> en haar operationele<br />
netwerk richten zich overigens meer en meer op <strong>in</strong>dividuele personen en hun problemen of<br />
gedrag<strong>in</strong>gen. In de derde plaats heeft het wijkgerichte overleg zo zijn beperk<strong>in</strong>gen. De<br />
voorbereid<strong>in</strong>g en opvolg<strong>in</strong>g van het overleg zijn niet optimaal. Er wordt mondjesmaat<br />
genotuleerd en er wordt niet gewerkt met verplichtende afsprakenlijsten. Hier komt bij dat de<br />
deelnemers beperkte mogelijkheden hebben om mensen of middelen b<strong>in</strong>nen hun eigen<br />
organisatie <strong>in</strong> te schakelen voor wijkgerichte activiteiten. In de vierde plaats bestaat er, mede<br />
113
door het ontbreken van een veiligheidsprogramma, <strong>in</strong> de praktijk een zekere afstand tussen<br />
aan de ene kant het sterk preventieve wijkgerichte werken en aan de andere kant de harde<br />
veiligheidstaak: het toezicht en de handhav<strong>in</strong>g, <strong>in</strong>clusief repressie. In de vijfde plaats bestaat<br />
er <strong>in</strong> bepaalde opzichten een forse afstand tussen kwetsbare groepen <strong>in</strong> de drie wijken en ‘het<br />
stadhuis’.<br />
14. Doelgroepgerichte maatregelen: jeugdgroepen<br />
De lokale jeugdproblematiek heeft <strong>in</strong> 2005 geresulteerd <strong>in</strong> twee met elkaar verbonden<br />
besluiten: het <strong>in</strong>voeren van de ‘jeugd <strong>in</strong> beeld’-methodiek en het afsluiten van een convenant<br />
tussen de gemeente <strong>Roermond</strong>, de politie Limburg-Noord en de sticht<strong>in</strong>g Wel.kom. Het<br />
convenant roept <strong>in</strong> drie wijken (<strong>Roermond</strong>se Veld, Donderberg en De Kemp) een nieuwe<br />
overlegvorm <strong>in</strong> het leven: het Jongerenoverleg. Het overleg wordt gericht op <strong>in</strong> beeld<br />
gebrachte jeugdgroepen. Er is <strong>in</strong> elke wijk een jeugdgroep aangepakt, alsook een jeugdgroep<br />
op het Munsterple<strong>in</strong>. Dit wordt aangeduid als “groepen pellen”. Dit bestaat eruit dat wordt<br />
bezien wat de precieze samenstell<strong>in</strong>g is van de groep en hoe de taakverdel<strong>in</strong>g eruit lijkt te<br />
zien. De werkwijze heeft totnogtoe bescheiden externe effecten, zo is onder meer één groep<br />
uit het stadsbeeld verdwenen en wordt een groep strafrechtelijk aangepakt. Er vallen tot op<br />
heden vooral gunstige procesopbrengsten te melden: “Vanuit een aanvankelijke<br />
terughoudendheid wordt er nu open en rechtstreeks met elkaar gecommuniceerd”, zo meldt de<br />
<strong>in</strong>terne evaluatie. (Evaluatie Wijkgericht Jongerenwerk: het groepen pellen, p. 6).<br />
Dit neemt niet weg dat er nog een aantal drempels of belemmer<strong>in</strong>g bestaat. In de eerste plaats<br />
blijkt de jeugdproblematiek van de leden van dit soort groepen veel tijd en energie te vergen<br />
van de partners om resultaten te kunnen boeken. De problemen blijken “nog complexer en<br />
omvangrijker” dan gedacht. De <strong>in</strong>terne evaluatie somt op: schoolverzuim, onafgeronde<br />
opleid<strong>in</strong>g, werkloosheid, (overmatig) softdrugs- en alcoholgebruik en <strong>crim<strong>in</strong>aliteit</strong>. Deze<br />
zware werklast overvraagt de convenantpartners en vergt dat er door de drie <strong>in</strong>stanties meer<br />
middelen worden gereserveerd. In de tweede plaats blijkt de reikwijdte van het convenant<br />
tussen drie partners te beperkt. Het blijkt al snel nodig om andere <strong>in</strong>stanties <strong>in</strong> te kunnen<br />
schakelen, zoals bureau jeugdzorg, de jeugd GGZ, het CAD of justitiële <strong>in</strong>stanties, zoals de<br />
reclasser<strong>in</strong>g. In de derde plaats komt er met het Jongerenoverleg weer een overlegvorm bij die<br />
deels overlapt met vele al bestaande overlegvormen. In de vierde plaats is er nog geen goed<br />
registratiesysteem beschikbaar en blijkt het moeilijk om de jeugdgroepen goed <strong>in</strong> kaart te<br />
brengen, omdat deze niet perse wijkgebonden zijn.<br />
In juni 2007 is de rapportage Jeugdgroepen <strong>in</strong> Beeld van de politieregio Limburg-Noord<br />
verschenen. Het brengt met behulp van de zogeheten shortlist-methodiek jeugdgroepen <strong>in</strong><br />
kaart. De gemeente <strong>Roermond</strong> telt volgend deze rapportage geen enkele crim<strong>in</strong>ele<br />
jeugdgroep, zes h<strong>in</strong>derlijke en één overlast gevende. Dit staat haaks op de uitkomsten van de<br />
profielanalyse <strong>in</strong> hoofdstuk 4. We stellen vast dat er een aanwas is van jonge daders. Tel<br />
hierbij op dat veel jeugd<strong>crim<strong>in</strong>aliteit</strong> nu eenmaal groeps<strong>crim<strong>in</strong>aliteit</strong> is en het is merkwaardig<br />
dat de teller uitkomt op nul. De uitkomsten van dit onderzoek hebben vergaande gevolgen.<br />
Immers, de afspraak luidt dat de gemeente en de welzijns<strong>in</strong>stell<strong>in</strong>gen zich toeleggen op de<br />
aanpak van h<strong>in</strong>derlijke en overlast gevende jeugdgroepen en politie en justitie de aanpak van<br />
114
crim<strong>in</strong>ele jeugdgroepen ter hand nemen. Zo geredeneerd hoeven politie en justitie geen<br />
jeugdgroep aan te pakken.<br />
Respondenten concluderen dat de gehanteerde werkwijze – onbedoeld – klaarblijkelijk geen<br />
valide beeld geven van de jeugdgroepen <strong>in</strong> <strong>Roermond</strong>.<br />
15. Doelgroepgerichte maatregelen: drang & dwang<br />
In 2006 is een convenant afgesloten met een lange titel: “OGGz-convenant <strong>in</strong> <strong>Roermond</strong>: Het<br />
ontwikkelen van <strong>in</strong>dividuele behandelplannen op basis van ketenopvang en zonodig justitieel<br />
<strong>in</strong>grijpen”. Het wordt gemakshalve “drang en dwang” genoemd. De aanpak wordt afgestemd<br />
op de omstandigheden van <strong>in</strong>dividuele verslaafden (“drunkies”). Het gaat om maatwerk,<br />
waarbij geldt: “zorg voor repressie”. Er worden onder drang <strong>in</strong>dividuele trajecten opgesteld.<br />
Het kan gaan om behandel<strong>in</strong>g, maar ook om huisvest<strong>in</strong>g (begeleid wonen), benutt<strong>in</strong>g van de<br />
dag- en nachtopvang of werkzaamheden, zoals het opruimen van zwerfvuil. Bij een categorie<br />
volstaat drang niet en dan wordt dwang toegepast. Dit betekent dat een strafrechtelijke sanctie<br />
wordt ‘bevroren’, <strong>in</strong>dien een traject wordt doorlopen: “Mocht het <strong>in</strong>dividu zich aan het traject<br />
onttrekken, dan gaat justitie alsnog de straf opleggen”. Een belangrijke schakel bij dit alles is<br />
het zogeheten dienstencentrum dat dagopvang en (op een andere locatie) nachtopvang biedt<br />
aan dak- en thuisloze verslaafden. Er wordt <strong>in</strong> de dagopvang methadon verstrekt en het telt<br />
een gebruikersruimte.<br />
Er bestaat onder de respondenten overeenstemm<strong>in</strong>g over een belangrijk extern effect: de<br />
overlast <strong>in</strong> het stadscentrum door “drunkies” is afgenomen. Dit laat onverlet dat er<br />
restproblemen bestaan en neveneffecten optreden. In de eerste plaats verschuift de overlast<br />
deels naar de wijken buiten het centrum. In de tweede plaats is er een “opvanggat” tussen<br />
16.00 uur en 20.00 uur, omdat de dagopvang dan is gesloten en de nachtopvang nog niet open<br />
is. Gedurende deze vier uren zorgen verslaafden voor overlast en ondernemers en politie<br />
geven aan dat ze <strong>in</strong> deze periode delicten plegen, deels op de route van de ene opvanglocatie<br />
naar de andere. Er wordt ook drugs verhandeld. In de derde plaats valt op dat de balans door<br />
dreigt te slaan naar opvang en beoogde hulpverlen<strong>in</strong>gstrajecten. Er wordt steevast gesproken<br />
of geschreven over “cliënten” en niet over (potentiële) daders. Voor zover wordt gesproken<br />
over “repressie”wordt veelal gedoeld op het opleggen van gebiedsverboden en de handhav<strong>in</strong>g<br />
daarvan, maar dat is heel wat anders dan strafrechtelijk optreden tegen veel<strong>voorkomende</strong><br />
<strong>crim<strong>in</strong>aliteit</strong>, <strong>in</strong>clusief drugshandel. De dreig<strong>in</strong>g van strafrechtelijke sancties blijft<br />
onontbeerlijk bij het terugdr<strong>in</strong>gen van de <strong>crim<strong>in</strong>aliteit</strong> en overlast. Het is nu eenmaal sterk de<br />
vraag of verslaafden die delicten blijven plegen opgevangen moeten worden. Er moet sprake<br />
zijn van een ruil: opvang <strong>in</strong> ruil voor gepast gedrag op straat. “Zorg voor repressie” is een<br />
goed startpunt, maar tegen personen die geboden kansen niet benutten of zelfs misbruiken<br />
moet repressief worden opgetreden, ook omdat dan voor anderen duidelijk wordt wat er op<br />
het spel staat. Anders gezegd: “zorg voor repressie” is het startpunt, maar wat de volgende<br />
stappen zijn behoort af te hangen van het gedrag van de verslaafden zelf.<br />
115
16. Delictgerichte maatregelen<br />
Er wordt een aantal belangrijke delictgerichte maatregelen getroffen. Het betreft <strong>in</strong> het<br />
bijzonder:<br />
• Sfeerbeheerders (particuliere beveiligers) houden toezicht op geijkte horecalocaties en<br />
horecaroutes. Dit sluit aan op eerder <strong>in</strong>gezette maatregelen <strong>in</strong> het kader van Veilig<br />
Uitgaan, zoals het plaatsen van ur<strong>in</strong>oirs, afspraken over de <strong>in</strong>zet van portiers, gerichte<br />
politie-<strong>in</strong>zet en extra schoonmaakwerkzaamheden. Dit lijkt effect te hebben: de horeca<br />
veroorzaakt m<strong>in</strong>der overlast. Er wordt nader onderzoek gedaan naar de effecten.<br />
• Cameratoezicht <strong>in</strong> het centrum: op geijkte horecalocaties (Veldstraat en Stationsple<strong>in</strong>),<br />
op het Stationsvoorple<strong>in</strong> en op het Munsterple<strong>in</strong>. Bestuur en politie zijn tevreden over<br />
de effecten. Er zijn geen effectmet<strong>in</strong>gen uitgevoerd, maar de <strong>crim<strong>in</strong>aliteit</strong> is gedaald <strong>in</strong><br />
het cameragebied, zo stellen respondenten.<br />
• Het project Collectief w<strong>in</strong>kelverbod is een vorm van publiek-private samenwerk<strong>in</strong>g<br />
die drempels opwerpt voor w<strong>in</strong>keldieven. Het project bestaat er <strong>in</strong> essentie uit dat door<br />
deelnemende w<strong>in</strong>keliers altijd aangifte wordt gedaan van strafbare feiten <strong>in</strong> de w<strong>in</strong>kel.<br />
Wie hierop wordt betrapt, krijgt <strong>in</strong> eerste <strong>in</strong>stantie een verbod van één jaar om de<br />
desbetreffende w<strong>in</strong>kel te betreden. Indien hij of zij <strong>in</strong> dat jaar recidiveert - dat wil<br />
zeggen nog eens een strafbaar feit pleegt <strong>in</strong> een bij het project aangesloten w<strong>in</strong>kel -<br />
dan wordt een verbod opgelegd tot het betreden van al de deelnemende w<strong>in</strong>kels. Wie<br />
het verbond overtreedt, pleegt een misdrijf en wordt overgedragen aan de politie. Het<br />
project collectief W<strong>in</strong>kelverbod is <strong>in</strong> deze vorm <strong>in</strong> november 2007 van start gegaan.<br />
Het is derhalve nog te vroeg om uitspraken te doen over de externe effecten.<br />
• In juni 2007 wordt het project aanpak auto-<strong>in</strong>braken <strong>in</strong> het leven geroepen door de<br />
lokale driehoek. Het project staat “onder regie” van de gemeente en bestaat uit<br />
coörd<strong>in</strong>atoren van de recherche van het politiedistrict <strong>Roermond</strong>, een<br />
beleidsmedewerker van het Openbaar M<strong>in</strong>isterie, een coörd<strong>in</strong>ator van de afdel<strong>in</strong>g<br />
stadstoezicht en de coörd<strong>in</strong>ator <strong>in</strong>tegraal veiligheidsbeleid. Het is de bedoel<strong>in</strong>g om het<br />
aantal auto-<strong>in</strong>braken te verm<strong>in</strong>deren. Hiertoe worden preventieve en repressieve<br />
maatregelen getroffen. Het valt op dat het aantal aangiftes van auto-<strong>in</strong>braken <strong>in</strong> 2007<br />
sterk daalt, naar 693. Dit kan alleen al om chronologische redenen zeker niet volledig<br />
op het conto van de maatregelen van het project worden geschreven. Het komt<br />
wellicht doordat potentiële slachtoffers alerter zijn geworden: door maatregelen <strong>in</strong> het<br />
kader van het project, maar bijvoorbeeld ook vanwege slachtofferschap (persoonlijk of<br />
<strong>in</strong> hun sociale omgev<strong>in</strong>g) of vanwege de berichtgev<strong>in</strong>g over auto-<strong>in</strong>braak. Het valt ook<br />
niet uit te sluiten dat deze score past <strong>in</strong> het grillige verloop van het aantal aangiftes van<br />
auto-<strong>in</strong>braak s<strong>in</strong>ds 2003, met bijvoorbeeld een score van 743 aangiften <strong>in</strong> 2005.<br />
• In de periode van 2002 tot en met 2007 wordt er <strong>in</strong> <strong>Roermond</strong> werk gemaakt van het<br />
doorvoeren van het Politiekeurmerk Veilig Wonen (PKVW) <strong>in</strong> bestaande won<strong>in</strong>gen.<br />
Het is geen gemeentelijk, maar een bovenlokaal project. Er wordt <strong>in</strong> het politiedistrict<br />
<strong>Roermond</strong> een werkgroep <strong>in</strong> het leven geroepen. In de periode van 2002 tot 2007 zijn<br />
116
alle 55.538 huishoudens <strong>in</strong> het politiedistrict <strong>Roermond</strong> twee maal benaderd omtrent<br />
een gratis advies. De (huidige) gemeente <strong>Roermond</strong> telt 22.859 won<strong>in</strong>gen. Er worden<br />
<strong>in</strong> <strong>Roermond</strong> <strong>in</strong> totaal 3.329 adviezen uitgebracht. Dit resulteert <strong>in</strong> het uitreiken van<br />
289 certificaten. Dit is niet veel. Wel blijkt dat 80% van de won<strong>in</strong>gen na een advies<br />
beter zijn beveiligd, zonder dat volledig wordt voldaan aan de voorwaarden voor een<br />
certificaat. De verbeterde beveilig<strong>in</strong>g van won<strong>in</strong>gen heeft ongetwijfeld, geïsoleerd,<br />
een gunstig effect op de omvang van het aantal won<strong>in</strong>gen<strong>in</strong>braken. Hier staat echter<br />
tegenover dat uit hoofdstuk 4 blijkt dat er gemotiveerde daders zijn. Bovendien is,<br />
ondanks alle <strong>in</strong>spann<strong>in</strong>gen, <strong>in</strong> de afgelopen vijf jaar slechts een kle<strong>in</strong> percentage van<br />
de bestaande won<strong>in</strong>gen <strong>in</strong> <strong>Roermond</strong> beter of goed beveiligd met behulp van de op het<br />
keurmerk gebaseerde werkwijze.<br />
17. Overlegdrukte<br />
Het veiligheidsdossier telt <strong>in</strong> <strong>Roermond</strong> te veel overlegvormen. Dit resulteert <strong>in</strong><br />
overlegdrukte. Vooral bij verschillende vormen van wijk- en casusoverleg voeren personen <strong>in</strong><br />
een deels wisselende samenstell<strong>in</strong>g <strong>in</strong> verschillende sett<strong>in</strong>gs overleg over dezelfde (soort)<br />
problemen en personen. Dit is ondoelmatig. De organisatie van de overlegvormen – de<br />
voorbereid<strong>in</strong>g, agendavorm<strong>in</strong>g en opvolgen – laat mede door deze overlegdrukte te wensen<br />
over.<br />
Naam Deelnemers<br />
1 Portefeuillehoudersoverleg Integrale<br />
- Portefeuillehouder<br />
Veiligheid<br />
- hoofd afdel<strong>in</strong>g K&C<br />
(wekelijks)<br />
- coörd<strong>in</strong>ator IVB<br />
- beleidsmedewerker veiligheid<br />
- hoofd Stadstoezicht.<br />
2 Tweewekelijks veiligheidsoverleg - portefeuillehouder<br />
- hoofd afdel<strong>in</strong>g K&C<br />
- coörd<strong>in</strong>ator IVB<br />
- beleidsmedewerker veiligheid<br />
- hoofd Stadstoezicht<br />
- chef basiseenheid<br />
- beleidsmedewerker politie<br />
- beleidsmedewerker OM<br />
- commandant brw (optioneel)<br />
3 Overleg lokale driehoek<br />
(ieder kwartaal)<br />
4<br />
117<br />
- burgemeester<br />
- politiechef<br />
- (gebieds) OvJ<br />
Portefeuillehoudersoverleg wijkontwikkel<strong>in</strong>g - portefeuillehouder wijkontwikkel<strong>in</strong>g<br />
- wijkcoörd<strong>in</strong>atoren<br />
- plancoörd<strong>in</strong>atoren<br />
5 Wijkbrief<strong>in</strong>gs<br />
(wekelijks)<br />
- gemeentelijke wijkcoörd<strong>in</strong>ator<br />
- gebiedsmentor politie<br />
- bewonersondersteuner Wel.kom<br />
- medewerker Wonen-Zuid
6 Wijkrondgang<br />
(Eenmaal/6 weken)<br />
7 Wijkoverleg<br />
(4 keer/jaar)<br />
8 Strategisch wijkoverleg<br />
(2 keer/jaar)<br />
9 Vangnetoverleg / Bemoeizorg<br />
(maandelijks)<br />
118<br />
- bijzonder opspor<strong>in</strong>gsambtenaar (BOA)<br />
- Gemeente<br />
- Wonen-Zuid<br />
- Gebiedsmentor politie<br />
- welzijnsorganisatie Wel.kom<br />
- wijkraad (of bewonersorganisatie)<br />
- stadstoezicht<br />
- Gemeente <strong>Roermond</strong><br />
- Bewonersgroepen/wijkraden<br />
- Gemeente <strong>Roermond</strong><br />
- Bewonersgroepen/wijkraden<br />
- RIAGG<br />
- CAD<br />
- Politie<br />
- AMW<br />
- Thuiszorg ML<br />
- Wonen Zuid<br />
- Wonen Roer en Maas<br />
- Stg. MOV<br />
- Gemeente <strong>Roermond</strong><br />
10 Casusoverleg Jeugd - wijkcoörd<strong>in</strong>ator gemeente<br />
- gebiedsmentor politie<br />
- medewerker jeugdzorg<br />
- jongerenwerkers/opbouwwerkers Wel.kom<br />
11 Jongerenoverleg<br />
(maandelijks)<br />
- wijkcoörd<strong>in</strong>ator gemeente<br />
- jongerenwerkers Wel.kom<br />
- opbouwwerker Wel.kom<br />
- medewerker jeugdzorg van de wijk<br />
(<strong>Roermond</strong>se Veld)<br />
- gebiedsmentor<br />
12 Stuurgroep jongeren - leid<strong>in</strong>ggevenden jongerenwerk<br />
- medewerkers afdel<strong>in</strong>g Zorg en Activer<strong>in</strong>g<br />
13 Stuurgroep wijkgericht jongeren<br />
(1 keer/6 weken)<br />
14 Stuurgroep Drang en Dwang (OGGZ overleg)<br />
(directeuren)<br />
- leid<strong>in</strong>ggevenden jongerenwerk<br />
- medewerkers afdel<strong>in</strong>g Zorg en Activer<strong>in</strong>g<br />
- Directeur sticht<strong>in</strong>g MOV Limburg<br />
- Directeur GGZ Noord- en Midden-Limburg<br />
- Districtschef politie <strong>Roermond</strong><br />
- Directeur RIAGG Midden-Limburg<br />
- OM<br />
- Wethouder Gemeente <strong>Roermond</strong>
15 Kerngroep OGGz - beleidsmedewerker sticht<strong>in</strong>g MOV Limburg<br />
- beleidsmedewerker GGZ Noord- en Midden-<br />
Limburg<br />
- beleidsmedewerker politie <strong>Roermond</strong><br />
- beleidsmedewerker RIAGG Midden-Limburg<br />
- OM<br />
- Gemeente <strong>Roermond</strong><br />
16<br />
t/m<br />
24<br />
Veiligheidshuis (VML) Casusoverlegvormen<br />
- Zorgoverleg 18-<br />
- Justitieel Casusoverleg<br />
Volwassenen<br />
- JCO Jeugd<br />
- <strong>Veel</strong>plegersoverleg Volwassenen<br />
- <strong>Veel</strong>plegersoverleg Jeugd<br />
- Casusoverleg Volwassenen<br />
- Casusoverleg Jeugd<br />
- Strafzakenoverleg OM<br />
119<br />
Diverse partners:<br />
- OM<br />
- Politie<br />
- Reclasser<strong>in</strong>g<br />
- GGZ/Riagg<br />
- GGD<br />
- Justitiële verslav<strong>in</strong>gszorg<br />
- Bemoeizorg<br />
- Bureau Slachtofferhulp<br />
- PI (MMD)<br />
- Zorg<strong>in</strong>stell<strong>in</strong>gen<br />
18. Over het servet en het tafellaken: beperkte ruilrelaties en politieke <strong>in</strong>vloed<br />
De gemeente <strong>Roermond</strong> krijgt bij het lokale veiligheidsbeleid te maken met structurele en<br />
realistische schaarsteproblemen. <strong>Roermond</strong> is, met circa 54.500 <strong>in</strong>woners, te groot voor het<br />
servet en te kle<strong>in</strong> voor het tafellaken. Dit betekent dat de gemeente achter het net vist als ze<br />
subsidies probeert te krijgen voor het lokale veiligheidsbeleid <strong>in</strong> het kader van het Grote<br />
Steden Beleid of bij het streven naar prachtwijken. <strong>Roermond</strong> heeft weliswaar substantiële<br />
veiligheidsproblemen, maar er is niet één enkel probleem dat zo groot is dat dit resulteert <strong>in</strong><br />
bovenlokaal gesubsidieerde grote projecten of programma’s. Dit is bijvoorbeeld <strong>in</strong> Venlo<br />
(met Hektor) en Heerlen (met Hartslag) wel gebeurd. Bij gebrek aan een gemeenschappelijk<br />
veiligheidsprogramma <strong>in</strong> <strong>Roermond</strong> is het uiteraard wel extra moeilijk om bovenlokale<br />
subsidies <strong>in</strong> de wacht te slepen, omdat lokale <strong>in</strong>formatie en planvorm<strong>in</strong>g logischerwijs<br />
voorafgaan aan subsidieverstrekk<strong>in</strong>g.<br />
Deze problemen zouden verm<strong>in</strong>derd kunnen worden door een daadkrachtig<br />
gemeenschappelijk veiligheidsbeleid, maar de vorm<strong>in</strong>g van een dergelijk beleid wordt dus<br />
bemoeilijkt door bureaupolitieke twisten. Door deze comb<strong>in</strong>atie van factoren komen de<br />
ruilrelaties tussen politiek, bestuur, politie en justitie onvoldoende van de grond bij het<br />
veiligheidsbeleid. Politieke wensen vallen moeilijk te honoreren omdat er geen bestuurlijk<br />
veiligheidsprogramma is waarop kan worden gestuurd en bijgestuurd. Een dergelijk<br />
programma zou ook de mogelijkheden voor de politici en bestuurders <strong>in</strong> de gemeente<br />
<strong>Roermond</strong> vergroten om activiteiten van politie en justitie <strong>in</strong> te passen <strong>in</strong> lokaal<br />
veiligheidsbeleid en daarbij - <strong>in</strong> de vorm van een ruilrelatie - <strong>in</strong>vloed uit te oefenen op het<br />
functioneren van politie en justitie. Een ruilrelatie biedt meer mogelijkheden dan een beroep
op de formeel hiërarchische relatie, omdat politie en justitie nu eenmaal beschikken over<br />
beperkte middelen, een groot regulier werkaanbod en een eigen systeem van plann<strong>in</strong>g en<br />
verantwoord<strong>in</strong>g, waaronder de zogeheten prestatiecontracten. Zodra er op grond van<br />
bestuurlijke veiligheids<strong>in</strong>spann<strong>in</strong>gen gestalte wordt gegeven aan de ruilrelatie en<br />
samenwerk<strong>in</strong>g met politie en justitie, dan nemen de mogelijkheden toe om - onder meer als<br />
politieke <strong>in</strong>breng bij de politiële beleidscyclus – politieke <strong>in</strong>vloed uit te oefenen.<br />
6.2 Aanbevel<strong>in</strong>gen<br />
1. Stel een veiligheidsprogramma op<br />
Er dient <strong>in</strong> het tweede kwartaal van 2008 een bestuurlijk veiligheidsprogramma te worden<br />
opgesteld. Hierbij kan worden voortgebouwd op reeds <strong>in</strong> gang gezet beleid, maar een<br />
<strong>in</strong>tensiver<strong>in</strong>g is nodig, evenals een verbeter<strong>in</strong>g van de onderl<strong>in</strong>ge verhoud<strong>in</strong>gen tussen<br />
politiek, bestuur, justitie en politie. Het opstellen van het plan vergt bestuurlijke prioriteit. Het<br />
is belangrijk dat er draagvlak bestaat voor het plan.<br />
Wij stellen dit programma niet op, maar we beschrijven wel <strong>in</strong> de eerste plaats de<br />
<strong>in</strong>houdelijke hoofdlijnen. Het is zaak om daarbij een duidelijk én overzichtelijk onderscheid te<br />
maken tussen doelgroepgerichte, delictgerichte en locatiegerichte maatregelen. Daarnaast<br />
v<strong>in</strong>den we zogeheten strategische preventie belangrijk. Zie de aanbevel<strong>in</strong>gen 2 tot en met 7.<br />
Bij het opstellen van het veiligheidsprogramma dienen bestuur, justitie en politie samen te<br />
werken, waarbij het bestuur het voorzitterschap verzorgt. Op onderdelen van het plan wordt<br />
bij het opstellen ervan samengewerkt met partners. Er dient capaciteit vrij te worden gemaakt<br />
voor het opstellen van dit programma. Het programma wordt opgesteld door een werkgroep<br />
en die wordt aangestuurd door een stuurgroep, waar<strong>in</strong> naast de burgemeester onder andere een<br />
wethouder en strategische vertegenwoordigers van politie en justitie plaatsnemen.<br />
Neem <strong>in</strong> het programma maatregelen op die nodig zijn en overschrijdt daarbij zo nodig de<br />
beschikbare lokale veiligheidsbudgetten en -middelen. Dit leidt zonder twijfel tot<br />
overschrijd<strong>in</strong>g. Zoek vervolgens naar extra middelen: lokaal en bestuurlijk, maar daarna ook<br />
bovenlokaal.<br />
Bouw bij het opstellen van het plan ruilrelaties op tussen politiek en bestuur <strong>in</strong> <strong>Roermond</strong> en<br />
politie en justitie. Bezie welke middelen zij (extra) <strong>in</strong> kunnen zetten – al dan niet tijdelijk - om<br />
zo het effect van de bestuurlijke <strong>in</strong>spann<strong>in</strong>gen te versterken. Het is <strong>in</strong> het belang van politie en<br />
justitie dat de veiligheidsproblemen <strong>in</strong> <strong>Roermond</strong> beter worden beheerst, omdat dit bij<br />
<strong>in</strong>cidenten of bij toenames van een bepaalde delictsvorm steeds weer beslag legt op hun<br />
capaciteit<br />
Het veiligheidsprogramma dient onder meer te worden gebaseerd op de volgende externe<br />
doelstell<strong>in</strong>gen:<br />
120
(i) Het aantal aangiften van won<strong>in</strong>g<strong>in</strong>braak, auto-<strong>in</strong>braak, mishandel<strong>in</strong>g, straatroof en<br />
bedreig<strong>in</strong>g wordt <strong>in</strong> de periode 2008 – 2012 met 20% omlaag gebracht. Dit gaat<br />
niet of nauwelijks gepaard met een toename van de aangiften voor andere delicten<br />
of met een toename van de (geregistreerde meld<strong>in</strong>gen van) overlast.<br />
(ii) In 2012 voelt <strong>in</strong> heel <strong>Roermond</strong> tenm<strong>in</strong>ste 85% van de bewoners zich veilig tot<br />
zeer veilig <strong>in</strong> zijn woonomgev<strong>in</strong>g.<br />
(iii) In 2012 voelt <strong>in</strong> elke wijk <strong>in</strong> <strong>Roermond</strong> tenm<strong>in</strong>ste 75% van de bewoners zich<br />
veilig tot zeer veilig <strong>in</strong> zijn woonomgev<strong>in</strong>g.<br />
(iv) In 2012 voelt tenm<strong>in</strong>ste 90% van de bezoekers van <strong>Roermond</strong> zich veilig tot zeer<br />
veilig bij hun bezoek aan de stad.<br />
2. Doelgroepgerichte maatregelen (1): de “drunkies”<br />
Het daderonderzoek levert verschillende belangrijke doelgroepen op van het lokaal<br />
veiligheidsbeleid. Het betreft <strong>in</strong> de eerste plaats verslaafden, aan drugs of alcohol, die <strong>in</strong><br />
<strong>Roermond</strong> worden aangeduid als “drunkies”. We stellen de volgende maatregelen voor – die<br />
deels als <strong>in</strong> gang zijn gezet:<br />
• Het opstellen van lijsten met daarop alle verslaafde meerplegers en veelplegers;<br />
• Met behulp van deze lijsten wordt geschat welke maatregelen en <strong>in</strong>terventies nodig<br />
zijn, zoals geestelijke gezondheidszorg, verslav<strong>in</strong>gszorg, medische zorg,<br />
afkicktrajecten en ook ISD-plaatsen. Hier<strong>in</strong> moet worden voorzien <strong>in</strong> het<br />
veiligheidsprogramma.<br />
• De opvang van lokale verslaafden – dat wil zeggen verslaafden uit <strong>Roermond</strong> of de<br />
directe omgev<strong>in</strong>g – wordt gecont<strong>in</strong>ueerd en uitgebouwd. Het betreft naast de dag- en<br />
nachtopvang een kle<strong>in</strong>schalige voorzien<strong>in</strong>g voor 24-uursopvang. Deze opvang heeft<br />
echter niet onvoorwaardelijk plaats: er worden duidelijke voorwaarden gesteld aan het<br />
recht om gebruik te mogen maken van een opvangvoorzien<strong>in</strong>g. Wie gebruik maakt<br />
van een opvang en toch vermogens- en geweldsdelicten pleegt <strong>in</strong> <strong>Roermond</strong>, krijgt<br />
straf. Hij of zij mag na deze straf terugkeren <strong>in</strong> de opvangvoorzien<strong>in</strong>g, maar wie dan<br />
weer een delict pleegt <strong>in</strong> <strong>Roermond</strong> mag - zo stellen we voor - niet meer terugkeren <strong>in</strong><br />
deze voorzien<strong>in</strong>g. De gedachte hierachter is dat zorg goed is, maar een stok achter de<br />
deur noodzakelijk: bewoners van deze voorzien<strong>in</strong>g dienen te beseffen dat er wat voor<br />
hen op het spel staat, vooral omdat dan de kans op (<strong>crim<strong>in</strong>aliteit</strong>soverlast) voor de<br />
omgev<strong>in</strong>g het kle<strong>in</strong>st is.<br />
• De locatie van de 24-uursopvang dient slim te worden gekozen en er moet zeer serieus<br />
reken<strong>in</strong>g worden gehouden met omwonenden. Not <strong>in</strong> my backyard is onder bepaalde<br />
omstandigheden geen syndroom, maar realistische kritiek van burgers op een<br />
voorzien<strong>in</strong>g voor drugsverslaafden.<br />
• Het is belangrijk dat de medewerkers van zorg<strong>in</strong>stell<strong>in</strong>gen die verslaafden opvangen<br />
zich verantwoordelijk voelen voor het gedrag van deze verslaafden op straat. Dit<br />
wordt gestimuleerd door deze medewerkers te <strong>in</strong>formeren over het gedrag op straat,<br />
maar ook door sancties op te leggen aan bewoners of gebruikers die delicten plegen<br />
(bij recidive geen toegang meer tot de voorzien<strong>in</strong>g). Bewoners van de 24uursvoorzien<strong>in</strong>g<br />
of gebruikers van de dag- en nachtopvang die op straat voor overlast<br />
zorgen, krijgen werkstraffen opgelegd. Bij herhaaldelijke overlast worden een<br />
121
ewoner uit de 24-uursvoorzien<strong>in</strong>g geplaatst. Dit wordt vooraf met deze bewoners<br />
overeengekomen.<br />
• Indien er een gevangenisstraf wordt opgelegd aan een verslaafde dader wordt er altijd<br />
een reclasser<strong>in</strong>gsrapport opgesteld. Dit rapport wordt besproken <strong>in</strong> het casusoverleg<br />
(zie aanbevel<strong>in</strong>g 10). Het reclasser<strong>in</strong>gstraject wordt nog tijdens de detentie opgestart.<br />
• Er wordt scherp gelet op drugsgebruik en alcoholgebruik onder jongeren en onder<br />
andere nieuwe verslaafden: er worden afkicktrajecten gestart, zo enigsz<strong>in</strong>s mogelijk<br />
met behulp van de sociale omgev<strong>in</strong>g. Dit overlapt deels met de jeugdaanpak (zie 3).<br />
Het is belangrijk om te beseffen dat de groep ‘drunkies’ niet vanzelf verdwijnt: streetlevel<br />
functionarissen dienen nieuwe problematische gebruikers en verslaafden te<br />
spotten.<br />
3. Doelgroepgerichte maatregelen (2): jonge daders<br />
We stellen een aanwas van jonge daders vast. Het betreft m<strong>in</strong>derjarige jongeren, maar<br />
jongvolwassenen van 18 tot (ongeveer) 21 jaar. Het is een cruciale opgave om te voorkomen<br />
dat jonge meerplegers (m<strong>in</strong>derjarige met 2 tot 5 antecedenten) uitgroeien tot de veelplegers<br />
van morgen. In dat geval zou de <strong>crim<strong>in</strong>aliteit</strong> <strong>in</strong> <strong>Roermond</strong> namelijk niet dalen, maar stijgen.<br />
We stellen tenm<strong>in</strong>ste de volgende maatregelen voor - die deels al <strong>in</strong> gang zijn gezet of worden<br />
overwogen:<br />
• Het opstellen met lijsten met daarop alle veelplegers en meerplegers <strong>in</strong> de leeftijd van<br />
12 tot 21 jaar;<br />
• Met behulp van deze lijsten wordt geschat welke maatregelen en <strong>in</strong>terventies nodig<br />
zijn, zoals OTS, plaats<strong>in</strong>g bij de jeugd-GGZ, HALT-straffen, jeugddetentie,<br />
verslav<strong>in</strong>gszorg, schuldsaner<strong>in</strong>g, gez<strong>in</strong>scoaches of <strong>in</strong>terventies <strong>in</strong> gez<strong>in</strong>nen. Hier<strong>in</strong><br />
moet worden voorzien <strong>in</strong> het veiligheidsprogramma.<br />
• Het is belangrijk om te realiseren dat het cruciaal is om doortastend op te treden zodra<br />
jongeren recidiveren en voor de tweede, derde of vierde keer worden veroordeeld of<br />
aangehouden – en dus meerpleger zijn. Immers, onderzoek leert dat de kans op een<br />
crim<strong>in</strong>ele loopbaan of op stelselmatig daderschap zeer groot wordt vanaf het zesde<br />
antecedent. Het komt erop aan om de <strong>in</strong>dividuele omstandigheden goed te beoordelen<br />
en om preventie en repressie te comb<strong>in</strong>eren. We noemen dit laatste ‘prepressie’. Het<br />
komt erop aan om doeltreffend <strong>in</strong> te grijpen bij jonge daders die als het ware op ’t<br />
randje staan van stoppen of doorgaan met <strong>crim<strong>in</strong>aliteit</strong>. Prepressie kan bijvoorbeeld<br />
door bij een tweede delict een gez<strong>in</strong> opvoed<strong>in</strong>gsbegeleid<strong>in</strong>g te geven én een forse<br />
voorwaardelijk straf op te leggen aan de jeugddel<strong>in</strong>quent, waarbij politie én<br />
jongerenwerkers op de hoogte worden gesteld van de schorsende voorwaarden en daar<br />
ook op toezien.<br />
• Indien er een gevangenisstraf wordt opgelegd aan een dader tussen de 12 en 21 jaar<br />
wordt er altijd een reclasser<strong>in</strong>gsrapport opgesteld. Dit rapport wordt besproken <strong>in</strong> het<br />
casusoverleg. Het reclasser<strong>in</strong>gstraject wordt nog tijdens de detentie opgestart.<br />
122
4. Doelgroepgerichte maatregelen (3): allochtone daders<br />
Het valt op dat het aandeel van allochtone (jonge) daders groeit. Dit vergt, voor zover het gaat<br />
om jongeren of verslaafden, deels de hierboven beschreven maatregelen. Hier komt echter bij<br />
dat erop toegezien moet worden dat er goede relaties worden opgebouwd tussen aan de ene<br />
kant de hulpverlen<strong>in</strong>g en politie, en aan de andere kant de allochtone gemeenschap. Een<br />
complicerende factor daarbij is dat de etniciteit van de daders fors uiteen loopt. Dat laat weer<br />
onverlet dat het verstandig is dat hulpverleners en politie goed bekend zijn met de culturen en<br />
gewoontes van belangrijke etnische groepen <strong>in</strong> <strong>Roermond</strong>.<br />
5. Delictgerichte maatregelen<br />
De precieze aard van maatregelen die worden gericht op specifieke delicten (bijvoorbeeld<br />
won<strong>in</strong>g<strong>in</strong>braak of mishandel<strong>in</strong>g) of op clusters van delicten (vermogensdelicten of<br />
geweldsdelicten) lopen uiteen van meer preventie tot meer ‘klassieke’ repressie, <strong>in</strong> de vorm<br />
van het verhogen van de pakkans. Dit onderzoek toont aan dat er met het aanscherpen van<br />
zowel preventie als repressie nog vooruitgang geboekt kan worden:<br />
• Het is belangrijk dat er bij veel <strong>voorkomende</strong> vermogensdelicten – zoals<br />
won<strong>in</strong>g<strong>in</strong>braak en auto-<strong>in</strong>braak - altijd een forensisch (technisch) onderzoek naar<br />
sporen wordt uitgevoerd, altijd een buurtonderzoek wordt gedaan en ook altijd de<br />
modus operandi goed worden geregistreerd. Dit wordt al gedaan of geprobeerd, maar<br />
het is goed om het helder en duidelijk op te nemen als een element van het<br />
veiligheidsprogramma;<br />
• Er wordt bij alle delicten waarvan getuigen kunnen zijn een buurtonderzoek<br />
uitgevoerd onder bewoners of bezoekers;<br />
• Er worden <strong>in</strong> het veiligheidsprogramma targets (op jaarbasis) opgenomen over het<br />
aantal OM-verdachten dat wordt aangehouden voor drie belangrijke en veel<br />
<strong>voorkomende</strong> delicten <strong>in</strong> <strong>Roermond</strong>: won<strong>in</strong>g<strong>in</strong>braak, auto-<strong>in</strong>braak en straatroof.<br />
• Er wordt verder werk gemaakt van het aanmoedigen van preventieve maatregelen door<br />
bewoners en bezoekers (<strong>in</strong>braakpreventie). Vanwege het grote aantal won<strong>in</strong>g<strong>in</strong>braken<br />
zullen onorthodoxe maatregelen <strong>in</strong> wijken waar vaak wordt <strong>in</strong>gebroken effect sorteren<br />
– bijvoorbeeld bewoners aanspreken op mogelijkheden om <strong>in</strong> hun won<strong>in</strong>g <strong>in</strong> te breken<br />
en het gericht spotten van <strong>in</strong>braakkansen door politie en toezichthouders;<br />
• Mishandel<strong>in</strong>g en bedreig<strong>in</strong>g zijn delicten met een voorgeschiedenis. Er kunnen<br />
misdrijven worden voorkomen én opgespoord door slachtoffers aan te moedigen<br />
contact te zoeken met hulpverleners en/of politie. Professionals (politie, hulpverleners,<br />
maar bijvoorbeeld ook leerkrachten of medici) dienen alert te zijn op signalen die<br />
duiden op – herhal<strong>in</strong>g van – mishandel<strong>in</strong>g of bedreig<strong>in</strong>g;<br />
6. Wijkgerichte maatregelen<br />
Er is <strong>in</strong> de afgelopen jaren belangrijke vooruitgang geboekt door middel van locatiegerichte<br />
en wijkgerichte maatregelen, zoals cameratoezicht, sfeerbeheer, stadstoezicht en het<br />
aanstellen en functioneren van wijkcoörd<strong>in</strong>atoren die – samen met anderen – gestalte geven<br />
aan het wijkbeheer. Bij de wijkgerichte aanpak van onveiligheid wordt naar onze men<strong>in</strong>g<br />
123
terecht mede prioriteit verleend aan fysieke <strong>in</strong>grepen: het slopen van won<strong>in</strong>gen die <strong>in</strong> slechte<br />
staat verkeren en het aanpakken van de eenzijdigheid <strong>in</strong> het won<strong>in</strong>gbestand <strong>in</strong> kwetsbare<br />
wijken door het aandeel van sociale huurwon<strong>in</strong>gen te verm<strong>in</strong>deren.<br />
We raden aan om het <strong>in</strong>geslagen pad te cont<strong>in</strong>ueren <strong>in</strong> het veiligheidsprogramma en om wel<br />
een aantal vernieuw<strong>in</strong>gen door te voeren. We bevelen aan om de wijkcoörd<strong>in</strong>atoren om te<br />
vormen tot veiligheidsmanagers. Deze managers dienen over tijd, capaciteit en – een groter -<br />
budget te beschikken om gemeentelijke diensten en partners (zoals jongerenwerkers, maar zo<br />
nodig ook particuliere beveiligers) <strong>in</strong> te zetten voor concrete veiligheidsmaatregelen <strong>in</strong> een<br />
kwetsbare wijk of op een hot spot, zoals de b<strong>in</strong>nenstad. De managers kunnen het budget ook<br />
aanwenden om veiligheidswensen van burgers of ondernemers te honoreren.<br />
De veiligheidsmanagers blijven actief <strong>in</strong> de wijken waar de wijkcoörd<strong>in</strong>atoren nu werken,<br />
maar ze zijn niet per def<strong>in</strong>itie wijkgebonden. Zij opereren - per direct - <strong>in</strong> die gebieden waar<br />
veiligheidsmaatregelen nodig zijn om de doelstell<strong>in</strong>gen <strong>in</strong> het veiligheidsprogramma te<br />
realiseren.<br />
In het veiligheidsprogramma worden voor de kwetsbare wijken en voor de b<strong>in</strong>nenstad<br />
concrete targets opgenomen over de vooruitgang die geboekt dient te worden bij de objectieve<br />
veiligheid (geregistreerde <strong>crim<strong>in</strong>aliteit</strong>) en bij subjectieve veiligheid. De veiligheidsmanagers<br />
zijn verantwoordelijk voor het realiseren van deze targets.<br />
7. Strategische preventie: belangrijk op de (middel)lange termijn<br />
Het is verstandig om <strong>in</strong> het veiligheidsprogramma ook <strong>in</strong> te zetten op strategisch belangrijke<br />
vormen van preventie. Het effect van deze maatregelen wordt op de middellange termijn<br />
zichtbaar. Voor <strong>Roermond</strong> zijn of blijven de volgende vormen van preventiebeleid belangrijk:<br />
• Het voorzien <strong>in</strong> voldoende primaire functies <strong>in</strong> kwetsbare wijken. Het gaat hierbij om<br />
middenstand (waaronder w<strong>in</strong>kels), onderwijs<strong>in</strong>stell<strong>in</strong>gen, sportfaciliteiten en sociaalculturele<br />
voorzien<strong>in</strong>gen, waaronder voorzien<strong>in</strong>gen die speciaal op de jeugd gericht<br />
zijn. Het is ook belangrijk om het allochtone ondernemerschap te stimuleren, onder<br />
meer door te zorgen dat er geen onnodige drempels zijn bij het opstarten van kle<strong>in</strong>e<br />
ondernem<strong>in</strong>gen. Dit alles is van groot belang voor de mate van sociale controle <strong>in</strong> deze<br />
wijken;<br />
• Het stimuleren van arbeidsparticipatie, onder meer door middel van<br />
werkgelegenheidsprojecten voor werkloze jongeren en jongvolwassenen.<br />
Werkgelegenheid is uiteraard gebaat bij het afronden van een opleid<strong>in</strong>g aan een<br />
middelbare school. Er dienen targets te worden opgesteld voor het terugdr<strong>in</strong>gen van<br />
schooluitval;<br />
• Het voeren van een beleid dat is gericht op het verm<strong>in</strong>deren van economische<br />
achterstanden of “armoede”. Dit overlapt uiteraard deels met het bovenstaande punt,<br />
maar het is ook belangrijk om te helpen bij schuldsaner<strong>in</strong>g en om kwetsbare jongeren<br />
op school te leren om uit de schulden te blijven;<br />
• Het is verstandig en hard nodig dat won<strong>in</strong>gcorporaties <strong>in</strong>vesteren <strong>in</strong> de kwaliteit van<br />
hun won<strong>in</strong>gvoorraad en dat ze consistent – en dus streng – toezien op een goed<br />
124
huurderschap en zo nodig overgaan tot uitzett<strong>in</strong>g. Juist bij kwalitatief goede won<strong>in</strong>gen<br />
zullen huurders zich eerder gepast gedragen. Als de regels omtrent goed huurderschap<br />
helder zijn en de handhav<strong>in</strong>g consistent is, dan zal het gedrag van huurders verbeteren.<br />
• Het is <strong>in</strong> de ketsbare wijken <strong>in</strong> <strong>Roermond</strong> belangrijk om te waken over de<br />
opvoed<strong>in</strong>gssituatie. Opvoed<strong>in</strong>gsproblemen moeten worden gesignaleerd en hulp<br />
moeten worden aangeboden en, als de omstandigheden daarom vragen (bijvoorbeeld<br />
bij situaties die gevaar opleveren voor de gezondheid of veiligheid van k<strong>in</strong>deren,<br />
worden opgedrongen. Hierbij kan worden aangesloten bij de nota Op de Groei, die wil<br />
voorzien <strong>in</strong> een sluitende aanpak van de jeugdzorg.<br />
8. Het veiligheidsprogramma: bovenlokale subsidie zou rechtvaardig zijn<br />
Het zou rechtvaardig zijn als <strong>Roermond</strong> bij de versterk<strong>in</strong>g van het lokale veiligheidsbeleid<br />
gebruik kan maken van subsidies van Prov<strong>in</strong>cie en Rijk. Zelfs als de gemeente het ‘ideale<br />
veiligheidsbeleid’ zou voeren, en haar <strong>in</strong>spann<strong>in</strong>gen zou uitbreiden tot wat redelijkerwijs<br />
mogelijk is, dan nog zullen bovenlokale subsidies veel meerwaarde hebben. De bewoners van<br />
<strong>Roermond</strong> onderv<strong>in</strong>den nu te veel last van het feit dat hun gemeente buiten bureaucratische<br />
categorieën valt, zoals het Grote Steden Beleid of ‘de vogelaarwijken’. <strong>Roermond</strong> valt buiten<br />
allerhande bestuurlijke categorieën die de landelijke politiek hanteert en dat levert lokaal forse<br />
problemen op. Hier komt bij dat de stad geen media- en projectgenieke drugsproblemen kent<br />
die <strong>in</strong> andere steden hebben bijgedragen aan aanzienlijke subsidies.<br />
9. Programmaverantwoord<strong>in</strong>g: <strong>in</strong>tegrale monitor<strong>in</strong>g<br />
Het is belangrijk om de voortgang en effecten van het veiligheidsprogramma te monitoren<br />
door middel van voortgangsrapportages en een <strong>in</strong>tegrale monitor die een overzicht geeft van<br />
geleverde <strong>in</strong>spann<strong>in</strong>gen en van de objectieve en subjectieve veiligheid. Daarbij dient de<br />
subjectieve veiligheid zowel te worden gepeild onder bewoners als onder bezoekers van<br />
<strong>Roermond</strong>.<br />
10. Veiligheidshuis: casusoverleg en persongerichte aanpak cruciaal<br />
In het veiligheidshuis dient het casusoverleg omtrent aangehouden personen en over personen<br />
waarover meld<strong>in</strong>gen zijn gedaan centraal te staan. Dit overleg dient goed te worden<br />
voorbereid om <strong>in</strong>dividuele casus snel te kunnen bespreken. Het is belangrijk dat op basis van<br />
lijsten van aangehouden personen en lijsten van meld<strong>in</strong>gen een <strong>in</strong>schatt<strong>in</strong>g wordt gemaakt van<br />
de aard en omvang van de noodzakelijke persoongerichte <strong>in</strong>terventies. Het veiligheidshuis<br />
regisseert de persoonsgerichte aanpak van veel – en meerplegers en neemt het voortouw bij de<br />
aanpak van huiselijk geweld casusoverleg <strong>in</strong> het kader van het project ‘drang en dwang’.<br />
Personen worden niet alleen na aanhoud<strong>in</strong>g besproken, maar – bij detentie - juist ook <strong>in</strong> de<br />
periode dat ze weer vrij komen. Het behoort rout<strong>in</strong>e te zijn om reclasser<strong>in</strong>gsrapporten te<br />
benutten en om reclasser<strong>in</strong>g of nazorg nog voor vrijlat<strong>in</strong>g op te starten. Het veiligheidshuis<br />
start vroegtijdig met de coörd<strong>in</strong>atie van de nazorg van ex-gedet<strong>in</strong>eerden.<br />
125
Ten behoeve van het casusoverleg dient systeemkennis – kennis uit registraties van<br />
deelnemende <strong>in</strong>stanties – te worden gekoppeld aan straatkennis. Het is ook belangrijk om<br />
kennis over de thuissituatie van personen te koppelen aan kennis over hun gedrag op straat.<br />
11. Overlegdrukte aanpakken<br />
Het is noodzakelijk om de overlegvormen <strong>in</strong> <strong>Roermond</strong> kritisch te herbezien. Het is<br />
noodzakelijk om het aantal overlegvormen te verm<strong>in</strong>deren en de organisatie daarvan te<br />
verbeteren. Het veiligheidshuis dient het voortouw te nemen bij de aanpak van het<br />
casusoverleg.<br />
12. Meld misdaad<br />
Het moet mogelijk zijn om meer <strong>in</strong>formatie te verzamelen over lokale delicten en over lokale<br />
crim<strong>in</strong>elen. Dit moet een opdracht worden voor alle street-level functionarissen, dus niet<br />
alleen voor de politie. Dit kan uiteraard dilemma’s opleveren voor bijvoorbeeld<br />
jongerenwerkers of huisartsen. Het is juist daarom voor hen belangrijk dat ze problemen of<br />
misstanden zo vroeg mogelijk melden, dus bij voorkeur voordat er delicten worden gepleegd.<br />
Het moet duidelijk zijn waar meld<strong>in</strong>gen gedaan worden. Burgers moeten hiertoe ook worden<br />
aangezet, ook met behulp van meld misdaad anoniem. Het valt bij de misdrijfanalyse op dat<br />
we<strong>in</strong>ig zaken worden opgelost op basis van meld<strong>in</strong>gen door burgers.<br />
13. Ruil: veiligheidsprogramma en flexibele politie-<strong>in</strong>zet<br />
De <strong>crim<strong>in</strong>aliteit</strong> is op onderdelen relatief hoog <strong>in</strong> <strong>Roermond</strong>, dat wil zeggen <strong>in</strong> relatie tot de<br />
<strong>crim<strong>in</strong>aliteit</strong> <strong>in</strong> gemeenten <strong>in</strong> de rest van de regio, waaronder Venlo. Dit geldt onder meer<br />
voor won<strong>in</strong>g<strong>in</strong>braken. Politici en bestuurders v<strong>in</strong>den dat dit <strong>in</strong> elk geval tijdelijk extra<br />
<strong>in</strong>spann<strong>in</strong>gen van politie en justitie rechtvaardigt en vergt <strong>in</strong> <strong>Roermond</strong>. De redener<strong>in</strong>g is<br />
simpel en <strong>in</strong> feit breder dan louter <strong>Roermond</strong>: een toename of piek van <strong>crim<strong>in</strong>aliteit</strong> vergt een<br />
doortastende en flexibele reactie van de politie. Dit levert problemen op zodra er extra<br />
politiecapaciteit beschikbaar gesteld moet worden, omdat het dan niet meer gaat om lokaal<br />
gezag, maar om beheer. We raden de politieregio Limburg-Noord aan om op het niveau van<br />
regio en district flexibele capaciteit te reserveren en/of om deze <strong>in</strong> 2008 onder meer <strong>in</strong> te<br />
zetten <strong>in</strong> <strong>Roermond</strong>, zeker omdat het bestuur hier <strong>in</strong> het kader van de versterk<strong>in</strong>g van het<br />
lokale veiligheidsbeleid bestuurlijke maatregelen tegenover zal stellen. We zijn ons ervan<br />
bewust dat dit geen eenvoudige opdracht is vanwege de korpssterkte, maar de behoefte aan<br />
flexibele politie-<strong>in</strong>zet bestaat breed, dus ook buiten <strong>Roermond</strong> (zie bijvoorbeeld Bo<strong>in</strong>, Van<br />
der Torre en ’t Hart, 2003, maar ook Politie <strong>in</strong> Ontwikkel<strong>in</strong>g).<br />
14. Wijkgericht werken: de ‘rest van <strong>Roermond</strong>’<br />
Het is belangrijk en mogelijk om bij de versterk<strong>in</strong>g van het veiligheidsbeleid bij het zogeheten<br />
wijkgerichte werken <strong>in</strong> <strong>Roermond</strong> de bakens te verzetten van ‘veel aandacht voor de drie<br />
achterstandswijken’ naar ‘meer aandacht voor de rest van <strong>Roermond</strong>’. Het is mogelijk omdat<br />
er meer capaciteit beschikbaar komt en ook vanwege behaalde duurzame resultaten door de<br />
126
herstructurer<strong>in</strong>g. Het is belangrijk omdat anders het gevaar bestaat dat problemen elders <strong>in</strong> de<br />
stad onderbelicht zouden blijven.<br />
15. Jeugdgroepen: anders <strong>in</strong> beeld<br />
De zogeheten shortlist-methode om jeugdgroepen <strong>in</strong> beeld te brengen is op zich waardevol,<br />
maar strikte toepass<strong>in</strong>g van het <strong>in</strong>strumentarium werkt niet <strong>in</strong> <strong>Roermond</strong>. Het levert geen<br />
valide beeld op. Er komen nu geen crim<strong>in</strong>ele jeugdgroepen <strong>in</strong> beeld, terwijl die er wel zijn.<br />
We raden daarom aan om de methodiek af te stemmen op de omstandigheden <strong>in</strong> <strong>Roermond</strong>.<br />
127
128
Bijlage 1<br />
Methodologische verantwoord<strong>in</strong>g<br />
We hebben bij dit onderzoek gebruik gemaakt van verschillende kwantitatieve bronnen.<br />
De zogeheten AD-misdaadmeter tracht alle Nederlandse gemeenten te scoren en onderl<strong>in</strong>g te<br />
vergelijken op basis van een ‘misdaadscore’. Het onderzoek maakt daartoe gebruik van<br />
gegevens die afkomstig zijn uit het zogeheten GIDS registratiesysteem van de politie. Het<br />
betreft registraties van verschillende typen misdrijven: aangiftes en (s<strong>in</strong>ds 20056) meld<strong>in</strong>gen.<br />
De trendanalyse <strong>in</strong> hoofdstuk 2 is gebaseerd op <strong>crim<strong>in</strong>aliteit</strong>scijfers die bij het COT zijn<br />
aangeleverd door de politie Limburg-Noord. Het betreft <strong>in</strong> het BPS-systeem geregistreerde<br />
misdrijven waarvan aangifte is gedaan of die het onderwerp zijn geworden van<br />
opspor<strong>in</strong>gsactiviteiten. De cijfers kunnen enigsz<strong>in</strong>s verschillen met die van de<br />
maandrapportages van de politie, de zogeheten Maraps. De Maraps zijn namelijk louter<br />
gebaseerd op opgenomen aangiften.<br />
We hebben met behulp van een zogeheten profiellijst (zie bijlage 2) een analyse uitgevoerd<br />
naar <strong>in</strong> totaal 541 misdrijven met 310 verdachten en 448 slachtoffers. Daartoe hebben we BPS<br />
geraadpleegd. De onderstaande volgende tabel geeft een overzicht van het aantal bestudeerde<br />
zaken, daders en slachtoffers:<br />
Tabel 1: Overzicht van het aantal zaken, verdachten en slachtoffers dat bij de profielanalyse is bestudeerd.<br />
n zaken n verdachten n slachtoffers<br />
Won<strong>in</strong>g<strong>in</strong>braak 117 53 96<br />
Auto-<strong>in</strong>braak 122 62 83<br />
Straatroof 101 40 85<br />
Bedreig<strong>in</strong>g 102 74 97<br />
Mishandel<strong>in</strong>g 99 81 87<br />
Totaal 541 310 448<br />
We hebben handmatig een a-selecte steekproef getrokken <strong>in</strong> BPS. Eerst zijn per bestudeerd<br />
delicttype alle dossiernummers tussen 2004 en 2007 <strong>in</strong> een overzicht samengevoegd.<br />
Vervolgens is, vanaf december 2007, elke vijfde zaak bestudeerd.<br />
Op basis van de postcode is een wijk<strong>in</strong>del<strong>in</strong>g gemaakt van de pleegplaats, de woonplaats van<br />
de verdachte en de woonplaats van het slachtoffer.<br />
Hoofdstuk twee presenteert de <strong>crim<strong>in</strong>aliteit</strong>scijfers op regionaal-, district-, gemeente- en<br />
wijkniveau. Vanwege deze <strong>in</strong>del<strong>in</strong>g scoort de wijk Donderberg – die bestaat uit de buurten<br />
Sterrenwijk, Vliegeniersbuurt, Componistenbuurt en Kastelenbuurt bestaat - relatief gunstig,<br />
omdat de problemen geconcentreerd zijn <strong>in</strong> één buurt, namelijk de Componistenbuurt.<br />
Ten behoeve van hoofdstuk 3 (de subjectieve veiligheid: lokale verschillen) is samen met het<br />
TNS Nipo het zogeheten burgerpanel geraadpleegd. Dit heeft tussen 19 en 28 december 2007<br />
plaatsgevonden. In totaal zijn 175 burgers van 18 jaar en ouder via de computer ondervraagd<br />
129
en de uitkomsten hiervan zijn aangepast op geslacht en leeftijd. Die aanpass<strong>in</strong>g houdt <strong>in</strong> dat<br />
de uitkomsten van het burgerpanel gerelateerd worden aan de daadwerkelijke demografische<br />
gegevens van <strong>Roermond</strong>: de zogenaamde ideaalcijfers. Hiertoe zijn demografische gegevens<br />
van het CBS gebruikt.<br />
We hebben ook kwalitatieve bronnen geraadpleegd. We hebben vraaggesprekken gevoerd.<br />
Zie bijlage 2. We hebben ook talrijke geschreven bronnen geraadpleegd: zie bijlage 4.<br />
We hebben ook observaties uitgevoerd <strong>in</strong> <strong>Roermond</strong>. Daarbij hebben we straatgesprekken<br />
gevoerd.<br />
130
Bijlage 2<br />
Respondentenlijst<br />
Gemeente <strong>Roermond</strong>:<br />
Dhr. H. van Beers, Burgemeester<br />
Mevr. E. Berkx, Beleidsmedewerker Veiligheid<br />
Dhr. A. Dahmen, Senior wijkcoörd<strong>in</strong>ator <strong>Roermond</strong>se Veld<br />
Dhr. K. Geurts, Coörd<strong>in</strong>ator Integrale Veiligheidsbeleid<br />
Dhr. W. Kemp, Projectwethouder Jeugd<br />
Mevr. M. Cloosterman, Beleidsmedewerker Jeugd<br />
Dhr. F. Leenders, Beleidsmedewerker / wijkcoörd<strong>in</strong>ator<br />
Dhr. R. Mahieu, Hoofd afdel<strong>in</strong>g Kab<strong>in</strong>et en Communicatie<br />
Dhr. T. Schreurs, Wethouder F<strong>in</strong>anciën, Grondzaken, Eigendommen, Wijkbeheer en<br />
Wijkontwikkel<strong>in</strong>g<br />
Dhr. J. van Rey, Wethouder Volkshuisvest<strong>in</strong>g, Economische Zaken en Ruimtelijke Orden<strong>in</strong>g<br />
Politie<br />
Dhr. J. Amory, Gebiedsmentor Het Veld, Politiekorps Limburg-Noord<br />
Dhr. A. Keizer, Beleidsmedewerker District <strong>Roermond</strong>, Politiekorps Limburg-Noord<br />
Dhr R. Metsemakers, Gebiedsmentor Centrum en Vrijveld, Politiekorps Limburg-Noord<br />
Dhr. P. de Rooy, Teamchef basiseenheid <strong>Roermond</strong>, Politiekorps Limburg-Noord<br />
Mevr. E. Wassenberg, Tra<strong>in</strong>ee beleidsmedewerker politie Weert, Politiekorps Limburg-Noord<br />
Dhr. J.W. Weter<strong>in</strong>gs, Gebiedsmentor De Kemp, Kitskensdal, Kitskensberg en Kapel-<br />
Muggebroek, Politiekorps Limburg-Noord<br />
Dhr. P.J.M. van Hoek, Districtschef, Politiekorps Limurg-Nood<br />
131
Dhr. B. Rookhuijzen, korpschef Politie Limburg-Noord (per telefoon)<br />
Openbaar M<strong>in</strong>isterie<br />
Dhr. V. Scheepers, Beleidsmedewerker, Arondissementsparket <strong>Roermond</strong><br />
Dhr. W. Stienen, Officier van Justitie, Arondissementsparket <strong>Roermond</strong><br />
Mevr. N. Zandee, Hoofdofficier van Justitie, Arondissementsparket <strong>Roermond</strong><br />
Hulpverlen<strong>in</strong>g<br />
Mevr. M. Theuwissen, eerste leid<strong>in</strong>ggevende, GGZ Centrum <strong>Roermond</strong><br />
Mevr. H. Staaks, psychiatrisch verslaafdenzorg, GGZ Centrum <strong>Roermond</strong><br />
Mevr. M. Staps, Wijkteammanager, Sticht<strong>in</strong>g Wel.kom<br />
Mevr. F. Regli, Bewonersondersteuner, Sticht<strong>in</strong>g Wel.kom<br />
Dhr. G. Pouwels (de Terp)<br />
Veiligheidshuis<br />
Dhr. P. van der Heul, Coörd<strong>in</strong>ator Veiligheidshuis, Veiligheidshuis Midden-Limburg<br />
132
Bijlage 3<br />
Literatuurlijst<br />
AD Misdaadmeter 2007, http://misdaadmeter.i-serve.net/<br />
AD Misdaadmeter 2006, http://misdaadmeter.i-serve.net/<br />
Artikel 43-vragen <strong>in</strong>zake de AD misdaadmeter (publicatie 21 april 2007),<br />
KC/2007/UIT/00266, 8 mei 2007<br />
Bo<strong>in</strong>, A.R., E.J. van der Torre en P. ’t Hart, Blauwe Bazen: Het leiderschap van korpschefs,<br />
Kerckebosch, Zeist, Politie & Wetenschap, 2003.<br />
CBS Statl<strong>in</strong>e (2007), aantal <strong>in</strong>woners <strong>Roermond</strong> per 1 januari 2006, pag<strong>in</strong>a bezocht op 15<br />
december 2007<br />
CBS Statl<strong>in</strong>e (2005), Kerncijfers wijken en buurten <strong>Roermond</strong>, pag<strong>in</strong>a bezocht op 15<br />
december 2007<br />
College van Burgemeester en Wethouders <strong>Roermond</strong>, coalitieprogramma 2007-2010<br />
Ferwerda, H. en A. Kloosterman (2004), Jeugdgroepen <strong>in</strong> beeld. Stappenplan en<br />
randvoorwaarden voor de shortlistmethodiek. Advies- en Onderzoeksgroep Beke<br />
/Regiopolitie Gelderland Midden. Uitgegeven <strong>in</strong> de reeks "Programma Politie en<br />
Wetenschap", Politiekunde nr. 6.<br />
Gabriëls, R.H. en W.W. Nauta (2003), Voorbij de overhangende tak en de losliggende tegel:<br />
een onderzoek naar kwaliteit van leven <strong>in</strong> het <strong>Roermond</strong>se Veld, Maastricht, University of<br />
Maastricht, Uitgeverij Qualirma<br />
Gemeente <strong>Roermond</strong>, Project terugdr<strong>in</strong>gen auto-<strong>in</strong>braken: overzicht totaalpakket aan<br />
veiligheidsmaatregelen, 2007<br />
Gemeente <strong>Roermond</strong> (2007), Situatieschets auto-<strong>in</strong>braken, <strong>Roermond</strong><br />
Gemeente <strong>Roermond</strong> (2007), Evaluatie Pilot Sfeerbeheer, <strong>Roermond</strong><br />
Gemeente <strong>Roermond</strong> (2006), Werksafspraken Pilot Sfeerbeheer, <strong>Roermond</strong><br />
Gemeente <strong>Roermond</strong> (2004), Integraal Veiligheidsplan 2004-2006, <strong>Roermond</strong><br />
Gemeente <strong>Roermond</strong> (2006), Evaluatie Integraal Veiligheidsplan 2004-2006, <strong>Roermond</strong><br />
133
Gemeente <strong>Roermond</strong> (2007), Nota Wijkontwikkel<strong>in</strong>g <strong>in</strong> relatie tot Burgerparticipatie,<br />
<strong>Roermond</strong><br />
Gemeente <strong>Roermond</strong> (2007), Voorstel aan Burgemeester en Wethouders, Sfeerbeheer op de<br />
uitgaansroutes <strong>in</strong> 2008, <strong>Roermond</strong><br />
Gemeente <strong>Roermond</strong> (2006), Evaluatie Wijkgericht Jongerenwerk: het groepenpellen,<br />
<strong>Roermond</strong><br />
Gemeente <strong>Roermond</strong> (2005), Kadernota Cameratoezicht 2005, <strong>Roermond</strong><br />
Gemeente <strong>Roermond</strong> (2006), Kadernota Op de groei, <strong>Roermond</strong>, mei 2006<br />
Gemeente <strong>Roermond</strong> (2008), Informatie Zwerfvuilproject <strong>Roermond</strong>, <strong>Roermond</strong><br />
Gemeente <strong>Roermond</strong> (1999), Nota Balanceren, Participeren, Renoveren: Een visie op de<br />
herontwikkel<strong>in</strong>g van het <strong>Roermond</strong>se Veld, <strong>Roermond</strong><br />
Gemeente <strong>Roermond</strong> (2006), Leefbaarheidonderzoek Componistenbuurt, <strong>Roermond</strong><br />
Gemeente <strong>Roermond</strong> (2007), Veiligheidsrapportage <strong>Roermond</strong> 2 van 2007, <strong>Roermond</strong><br />
Gemeente <strong>Roermond</strong> (2007), Burgerjaarverslag van 2006<br />
Gemeente <strong>Roermond</strong> (2007), Brief aan de Prov<strong>in</strong>cie ter verkrijg<strong>in</strong>g van subsidie voor het<br />
project Sfeerbeheer, november 2007<br />
Gemeente <strong>Roermond</strong> (2008), E<strong>in</strong>devaluatie PKVW, 5 februari 2008<br />
Gemeente <strong>Roermond</strong> (2007), Samen op weg naar veiliger w<strong>in</strong>kelen <strong>in</strong> <strong>Roermond</strong>, <strong>Roermond</strong><br />
Gemeente <strong>Roermond</strong> (2007), Eerste tussenrapportage Drang en Dwang, juni 2007<br />
Gemeente <strong>Roermond</strong> (2007), Tweede tussenrapportage Drang en Dwang, <strong>Roermond</strong><br />
Gemeente <strong>Roermond</strong> (2006), OGGz-convenant <strong>in</strong> <strong>Roermond</strong>, <strong>Roermond</strong><br />
Gemeente <strong>Roermond</strong> (2005) Convenant wijkgericht jongerenwerk <strong>Roermond</strong>, 18 april 2005<br />
Gemeente <strong>Roermond</strong> (2007), Evaluatie sfeerbeheer op routes van en naar het uitgaansgebied,<br />
juli 2007<br />
Joolen, O. van. en K. Wessels, Hoe werkt de misdaadmeter?, Algemeen Dagblad, 7 mei<br />
2005.<br />
134
Kolar, C. en V. Boekhoorn (2005), Veiligheid <strong>in</strong> de gemeente <strong>Roermond</strong>, B&A Groep, Den<br />
Haag<br />
Lewerissa, A. en P. Capellen (2005), Leefbaarheid <strong>in</strong> <strong>Roermond</strong>: Eerste lokale sociale<br />
structuurschets van de gemeente <strong>Roermond</strong>, Spark result, Geleen<br />
Moors, H. (2007), Extreem? Moeilijk!: Extreem en radicaal gedrag van jongerengroepen <strong>in</strong><br />
Limburg, IVA, Tilburg<br />
Nijmeijer, C., Verstrate, A. en Broek, H. van den, Regionale samenwerk<strong>in</strong>g b<strong>in</strong>nen <strong>in</strong>tegraal<br />
veiligheidsbeleid, B&A groep, Den Haag, 1 november 2006<br />
Persbericht: Crim<strong>in</strong>aliteitscijfers <strong>Roermond</strong>, <strong>Roermond</strong>, 21 april 2007.<br />
Politie Limburg-Noord district <strong>Roermond</strong>, Jaarplan 2006, 11 oktober 2005<br />
Politie Limburg-Noord district <strong>Roermond</strong>, Jaarplan 2007: “Van kwantiteit naar kwaliteit”,<br />
november 2006<br />
Politie Limburg-Noord district <strong>Roermond</strong> 4-Marap 2006<br />
Politie Limburg-Noord district <strong>Roermond</strong> 4-Marap 2007<br />
Politie Limburg-Noord district <strong>Roermond</strong> 8-Marap 2006<br />
Politie Limburg-Noord district <strong>Roermond</strong> 8-Marap 2007<br />
Politie Limburg-Noord district <strong>Roermond</strong> 12-Marap 2005<br />
Politie Limburg-Noord district <strong>Roermond</strong> 12-Marap 2006<br />
Politie Limburg-Noord, Jaarplan 2006<br />
Politie Limburg-Noord, Jaarplan 2007<br />
Position paper Veiligheidshuis Midden-Limburg en i.o., <strong>Roermond</strong>/Weert, 28 juni 2006.<br />
Schouw (2005), Bezoek regionale driehoek aan <strong>Roermond</strong><br />
Slotboom, A. en C. Wiebrens (2004), Opsluiten of sleutelen? kosten en baten van detentie en<br />
resocialisatie, Justitiële verkenn<strong>in</strong>gen 2003, WODC<br />
Torre, E.J. van der, Wapengeweld en straatroof: een practijkgericht onderzoek naar daders,<br />
slachtoffers en gelegenheidsstructuren <strong>in</strong> de politieregio Amsterdam-Amstelland, COT<br />
Instituut voor Veiligheid en Crisismanagement / Advies- en onderzoeksgroep Beke, Den<br />
Haag, Mei 2007<br />
135
Vegter, F., Duijn, S. van., en I. Zondervan (2007), E<strong>in</strong>drapportage 0-met<strong>in</strong>g Evaluatie van het<br />
experiment ‘Wijkagent van het jaar’, Motivaction International B.V., Amsterdam<br />
VVD, CDA, PvdA, uitvoer<strong>in</strong>gsprogramma 2007-2010<br />
Werdmöller, H. (2005). Marokkaanse Lieverdjes. Amsterdam: Balans<br />
Amendementen<br />
07A26, 8 november 2007, Meldpunt discrim<strong>in</strong>atie, Groenl<strong>in</strong>ks<br />
06A06, 29 juni 2006, Jaarverantwoord<strong>in</strong>g 2005 (<strong>in</strong>cidenteel beschikbaar stellen budget €<br />
750.000 voor <strong>in</strong>tegrale veiligheid), CDA<br />
06A10, 29 juni 2006, Notie drang en dwang (methadonverstrekk<strong>in</strong>g en <strong>in</strong>richt<strong>in</strong>g<br />
gebruiksruimte), VVD<br />
06A11, 29 juni 2006, Cameratoezicht (vooraf overleg voeren met commissie AZC c.q. na<br />
overleg met commissie AZC), CDA / D66 / VVD / PvdA<br />
06A12, 29 juni 2006, Vervolgmaatregelen veiligheid op het Munsterple<strong>in</strong>, Groenl<strong>in</strong>ks<br />
05A01, 10 maart 2005, Meevaller €58.000 bestemmen voor projecten veiligheid, D66 / VVD /<br />
CDA / PvdA<br />
05A15, 10 november 2005, Huiselijk geweld/geweld b<strong>in</strong>nenshuis, SDR / BBR / Groenl<strong>in</strong>ks /<br />
L’97 / Coenen / Zijlstra / Heijnen<br />
Moties<br />
05M04, 27 januari 2005, Algemene identificatieplicht, PvdA<br />
05M05, 27 januari 2005, Algemene identificatieplicht, Groenl<strong>in</strong>ks / L’97 / Coenen<br />
05M07, 10 maart 2005, Kosten identificatieplicht en kwijtscheld<strong>in</strong>g, SDR<br />
04M15, 22 april 2004, Veiligheidsnota: verantwoordelijkheid ouders, VVD<br />
05M34, 10 november 2005, 1. Meertalige <strong>in</strong>fo op Website; 2. Klantvriendelijk optreden van<br />
Stadstoezicht, VVD<br />
05M38, 10 november 2005, Toegankelijkheid van sportactiviteiten voor jongeren, CDA<br />
136
05M41, 10 november 2005, Gemeente <strong>Roermond</strong> <strong>in</strong> één politiebasiseenheid, BBR / Heijnen /<br />
SDR<br />
05M42, 10 november 2005, Politie-wijkspreekuur <strong>in</strong>voeren <strong>in</strong> heel <strong>Roermond</strong> analoog aan<br />
Maasniel, BBR / Heijnen / SDR<br />
05M43, 10 november 2005, Aantal bestuurlijke boetes, BBR / Heijnen / SDR<br />
05M55, 10 november 2005, Handhav<strong>in</strong>gsfuncties m.b.t. Veiligheid concentreren bij één lid<br />
college, Stadspartij <strong>Roermond</strong><br />
05M60, 10 november 2005, Tegengaan van extreem gedrag/meldpunt extreemgedrag<br />
<strong>in</strong>stellen, PvdA<br />
05M70, 10 november 2005, Aanstellen misdaadanalist bij de politie, Heijnen / BBR / SDR<br />
06M02, 26 januari 2006, Convenant met de Sticht<strong>in</strong>g Marokkaanse Jongeren, Stadspartij<br />
<strong>Roermond</strong> / Groenl<strong>in</strong>ks / SDR<br />
06M18, 18 mei 2006, AD-Misdaadmeter (opstelen plan van aanpak), VVD / CDA / PvdA /<br />
D66 / Groenl<strong>in</strong>ks / Stadspartij <strong>Roermond</strong><br />
07M12, 28 juni 2007, Intensiver<strong>in</strong>g van het jeugd- en jongerenbeleid op diverse onderdelen,<br />
SP<br />
07M16, 28 juni 2007, Sociale stad en welzijn: <strong>in</strong>stellen van een meldpunt discrim<strong>in</strong>atie,<br />
Groenl<strong>in</strong>ks<br />
07M17, 28 juni 2007, Preventieve benader<strong>in</strong>g <strong>in</strong> het veiligheidsbeleid, PvdA<br />
07M26, 8 november 2007, Wijkregisseurs, CDA / BBR / DS / VVD<br />
07M27, 8 november 2007, Veilige scholen, Coalitie en Groenl<strong>in</strong>ks<br />
07M45, 8 november 2007, Aanvalsplan opvoed- en opgroeiproblemen, SP<br />
07M63, 8 november 2007, Vergrot<strong>in</strong>g aanbod activiteiten voor jeugd en jongeren, Stadspartij<br />
<strong>Roermond</strong><br />
Geraadpleegde besluitenlijsten<br />
Besluitenlijst van de openbare vergader<strong>in</strong>g van 08 oktober 2007, Commissie voor algemene<br />
zaken, cultuur, <strong>in</strong>formatievoorzien<strong>in</strong>g, communicatie en <strong>in</strong>tegrale veiligheid.<br />
137
Besluitenlijst van de openbare vergader<strong>in</strong>g van 11 december 2007, Commissie voor algemene<br />
zaken, cultuur, <strong>in</strong>formatievoorzien<strong>in</strong>g, communicatie en <strong>in</strong>tegrale veiligheid.<br />
Besluitenlijst van de openbare vergader<strong>in</strong>g van 03 september 2007, Commissie voor algemene<br />
zaken, cultuur, <strong>in</strong>formatievoorzien<strong>in</strong>g, communicatie en <strong>in</strong>tegrale veiligheid.<br />
Besluitenlijst van de openbare vergader<strong>in</strong>g van 18 juni 2007, Commissie voor algemene<br />
zaken, cultuur, <strong>in</strong>formatievoorzien<strong>in</strong>g, communicatie en <strong>in</strong>tegrale veiligheid.<br />
Besluitenlijst van de openbare vergader<strong>in</strong>g van 28 januari 2008, Commissie voor algemene<br />
zaken, cultuur, <strong>in</strong>formatievoorzien<strong>in</strong>g, communicatie en <strong>in</strong>tegrale veiligheid.<br />
Besluitenlijst van de openbare vergader<strong>in</strong>g van 5 januari 2007, Commissie voor algemene<br />
zaken, cultuur, <strong>in</strong>formatievoorzien<strong>in</strong>g, communicatie en <strong>in</strong>tegrale veiligheid.<br />
Besluitenlijst van de openbare vergader<strong>in</strong>g van 29 januari 2007 – deel 2, Commissie voor<br />
algemene zaken, cultuur, <strong>in</strong>formatievoorzien<strong>in</strong>g, communicatie en <strong>in</strong>tegrale veiligheid.<br />
Besluitenlijst van de openbare vergader<strong>in</strong>g van 4 december 2006, Commissie voor algemene<br />
zaken, cultuur, <strong>in</strong>formatievoorzien<strong>in</strong>g, communicatie en <strong>in</strong>tegrale veiligheid.<br />
Besluitenlijst van de openbare vergader<strong>in</strong>g van 15 juni 2006 – deel 2, Commissie voor<br />
algemene zaken, cultuur, <strong>in</strong>formatievoorzien<strong>in</strong>g, communicatie en <strong>in</strong>tegrale veiligheid.<br />
Besluitenlijst van de openbare vergader<strong>in</strong>g van 15 juni 2006, Commissie voor algemene<br />
zaken, cultuur, <strong>in</strong>formatievoorzien<strong>in</strong>g, communicatie en <strong>in</strong>tegrale veiligheid.<br />
Besluitenlijst van de openbare vergader<strong>in</strong>g van 1 mei 2006, Commissie voor algemene zaken,<br />
cultuur, <strong>in</strong>formatievoorzien<strong>in</strong>g, communicatie en <strong>in</strong>tegrale veiligheid.<br />
Besluitenlijst van de openbare vergader<strong>in</strong>g van 27 maart 2006, Commissie voor algemene<br />
zaken, cultuur, <strong>in</strong>formatievoorzien<strong>in</strong>g, communicatie en <strong>in</strong>tegrale veiligheid.<br />
Besluitenlijst van de openbare vergader<strong>in</strong>g van 20 februari 2006, Commissie voor algemene<br />
zaken, cultuur, <strong>in</strong>formatievoorzien<strong>in</strong>g, communicatie en <strong>in</strong>tegrale veiligheid.<br />
Besluitenlijst van de openbare vergader<strong>in</strong>g van 16 januari 2006, Commissie voor algemene<br />
zaken, cultuur, <strong>in</strong>formatievoorzien<strong>in</strong>g, communicatie en <strong>in</strong>tegrale veiligheid.<br />
Besluitenlijst van de openbare vergader<strong>in</strong>g van 06 december 2005, Commissie voor algemene<br />
zaken, cultuur, <strong>in</strong>formatievoorzien<strong>in</strong>g, communicatie en <strong>in</strong>tegrale veiligheid.<br />
Besluitenlijst van de openbare vergader<strong>in</strong>g van 13 oktober 2005, Commissie voor algemene<br />
zaken, cultuur, <strong>in</strong>formatievoorzien<strong>in</strong>g, communicatie en <strong>in</strong>tegrale veiligheid.<br />
138
Besluitenlijst van de openbare vergader<strong>in</strong>g van 5 september 2005, Commissie voor algemene<br />
zaken, cultuur, <strong>in</strong>formatievoorzien<strong>in</strong>g, communicatie en <strong>in</strong>tegrale veiligheid.<br />
Besluitenlijst van de openbare vergader<strong>in</strong>g van 24 mei 2005, Commissie voor algemene<br />
zaken, cultuur, <strong>in</strong>formatievoorzien<strong>in</strong>g, communicatie en <strong>in</strong>tegrale veiligheid.<br />
Besluitenlijst van de openbare vergader<strong>in</strong>g van 11 april 2005, Commissie voor algemene<br />
zaken, cultuur, <strong>in</strong>formatievoorzien<strong>in</strong>g, communicatie en <strong>in</strong>tegrale veiligheid.<br />
Besluitenlijst van de openbare vergader<strong>in</strong>g van 28 februari 2005, Commissie voor algemene<br />
zaken, cultuur, <strong>in</strong>formatievoorzien<strong>in</strong>g, communicatie en <strong>in</strong>tegrale veiligheid.<br />
Besluitenlijst van de openbare vergader<strong>in</strong>g van 17 januari 2005 , Commissie voor algemene<br />
zaken, cultuur, <strong>in</strong>formatievoorzien<strong>in</strong>g, communicatie en <strong>in</strong>tegrale veiligheid.<br />
Geraadpleegde notulen:<br />
Notulen Openbare raadsvergader<strong>in</strong>g <strong>Roermond</strong>, gehouden op 21 oktober 2004<br />
Notulen Openbare raadsvergader<strong>in</strong>g <strong>Roermond</strong>, gehouden op 4 november 2004<br />
Notulen Openbare raadsvergader<strong>in</strong>g <strong>Roermond</strong>, gehouden op 16 December 2004<br />
Notulen Openbare raadsvergader<strong>in</strong>g <strong>Roermond</strong>, gehouden op 27 januari 2005<br />
Notulen Openbare raadsvergader<strong>in</strong>g <strong>Roermond</strong>, gehouden op 10 maart 2005<br />
Notulen Openbare raadsvergader<strong>in</strong>g <strong>Roermond</strong>, gehouden op 21 april 2005<br />
Notulen Openbare raadsvergader<strong>in</strong>g <strong>Roermond</strong>, gehouden op 2 juni 2005<br />
Notulen Openbare raadsvergader<strong>in</strong>g <strong>Roermond</strong>, gehouden op 7 juni 2005<br />
Notulen Openbare raadsvergader<strong>in</strong>g <strong>Roermond</strong>, gehouden op 15 september 2005<br />
Notulen Openbare raadsvergader<strong>in</strong>g <strong>Roermond</strong>, gehouden op 27 oktober 2005<br />
Notulen Openbare raadsvergader<strong>in</strong>g <strong>Roermond</strong>, gehouden op 15 december 2005<br />
Notulen Openbare raadsvergader<strong>in</strong>g <strong>Roermond</strong>, gehouden op 26 januari 2006<br />
Notulen Openbare raadsvergader<strong>in</strong>g <strong>Roermond</strong>, gehouden op 9 maart 2006<br />
Notulen Openbare raadsvergader<strong>in</strong>g <strong>Roermond</strong>, gehouden op 6 april 2006<br />
139
Notulen Openbare raadsvergader<strong>in</strong>g <strong>Roermond</strong>, gehouden op 18 mei 2006<br />
Notulen Openbare raadsvergader<strong>in</strong>g <strong>Roermond</strong>, gehouden op 29 juni 2006<br />
Notulen Openbare raadsvergader<strong>in</strong>g <strong>Roermond</strong>, gehouden op 14 september 2006<br />
Notulen Openbare raadsvergader<strong>in</strong>g <strong>Roermond</strong>, gehouden op 26 oktober 2006<br />
Notulen Openbare raadsvergader<strong>in</strong>g <strong>Roermond</strong>, gehouden op 14 december 2006<br />
Notulen Openbare raadsvergader<strong>in</strong>g <strong>Roermond</strong>, gehouden op 2 januari 2006<br />
Notulen Openbare raadsvergader<strong>in</strong>g <strong>Roermond</strong>, gehouden op 16 januari 2007<br />
Notulen Openbare raadsvergader<strong>in</strong>g <strong>Roermond</strong>, gehouden op 8 februari 2007<br />
Notulen Openbare raadsvergader<strong>in</strong>g <strong>Roermond</strong>, gehouden op 15 maart 2007<br />
Notulen Openbare raadsvergader<strong>in</strong>g <strong>Roermond</strong>, gehouden op 19 april 2007<br />
Notulen Openbare raadsvergader<strong>in</strong>g <strong>Roermond</strong>, gehouden op 31 mei 2007<br />
Notulen Openbare raadsvergader<strong>in</strong>g <strong>Roermond</strong>, gehouden op 28 juni 2007<br />
Notulen Openbare raadsvergader<strong>in</strong>g <strong>Roermond</strong>, gehouden op 13 september 2007<br />
Notulen Openbare raadsvergader<strong>in</strong>g <strong>Roermond</strong>, gehouden op 18 oktober 2007<br />
140
Bijlage 4<br />
De Strategische Veiligheidsanalyse<br />
De Strategische Veiligheidsanalyse (SVA) bestaat uit drie pijlers:<br />
I Een typer<strong>in</strong>g van de lokale <strong>crim<strong>in</strong>aliteit</strong>: de aard van de lokale <strong>crim<strong>in</strong>aliteit</strong>. Een<br />
onderzoek naar de aard en omvang van de lokale <strong>crim<strong>in</strong>aliteit</strong>, waarbij er voor de<br />
belangrijkste vormen van <strong>crim<strong>in</strong>aliteit</strong> profielen worden gemaakt van daders en<br />
slachtoffers. Die profielen maken onder meer onderscheid tussen de belangrijkste<br />
dadergroepen: ze beschrijven persoonskenmerken, kenmerken van het delict (<strong>in</strong>clusief<br />
het motief en de werkwijze), en van het <strong>crim<strong>in</strong>aliteit</strong>spatroon, <strong>in</strong>clusief de<br />
opgebouwde antecedenten.<br />
II Een verklar<strong>in</strong>g van de lokale <strong>crim<strong>in</strong>aliteit</strong>: de achtergronden van de lokale<br />
<strong>crim<strong>in</strong>aliteit</strong>. Het betreft een verklarende analyse van de lokale <strong>crim<strong>in</strong>aliteit</strong> – <strong>in</strong>clusief<br />
de stijg<strong>in</strong>g of dal<strong>in</strong>g daarvan, <strong>in</strong> verleden en toekomst.<br />
Het onderzoek naar de verklar<strong>in</strong>gen van de aard en omvang van de lokale <strong>crim<strong>in</strong>aliteit</strong><br />
start met belangrijke strategische vragen:<br />
• Wat zijn de kritische variabelen, of: wat zijn de belangrijkste lokale<br />
oorzaken van <strong>crim<strong>in</strong>aliteit</strong>?<br />
• Wat zijn juist gunstige, vitale lokale ontwikkel<strong>in</strong>gen<br />
• Welke ketenpartner kan welke oorzaak beleidsmatig aanpakken?<br />
• Wat is de <strong>in</strong>vloed daarvan op de lokale <strong>crim<strong>in</strong>aliteit</strong>?<br />
III De beleidsvraag: Welk veiligheidsbeleid is effectief, gegeven de aard (I) en<br />
achtergronden (II) van de lokale <strong>crim<strong>in</strong>aliteit</strong>. En: hoe wordt momenteel gestalte<br />
gegeven aan het veiligheidsbeleid – en met welke effecten?<br />
141
Schematisch kan de SVA als volgt worden weergegeven:<br />
I. Aard<br />
Profielanalyse<br />
• Daders<br />
• Slachtoffers<br />
• Misdrijven<br />
III Beleidsvraag<br />
• Inhoud: maatregelen en effecten<br />
• Organisatie<br />
• Keten<br />
142<br />
II Achtergronden<br />
• Kritische variabelen<br />
• Belangrijkste lokale<br />
oorzaken