22.09.2013 Views

Download Proeftoets - Proeftoetsen

Download Proeftoets - Proeftoetsen

Download Proeftoets - Proeftoetsen

SHOW MORE
SHOW LESS

Create successful ePaper yourself

Turn your PDF publications into a flip-book with our unique Google optimized e-Paper software.

<strong>Proeftoets</strong> Haagsstudiepunt<br />

BI – 2HV – BIOLOGIE VOOR JOU: THEMA 4-5 – REP<br />

1a. Noem de primaire en secundaire geslachtskenmerken bij jongens.<br />

b. Noem de primaire en secundaire geslachtskenmerken bij meisjes.<br />

2. Waarvoor dient de hypofyse?<br />

3. Benoem de onderdelen.<br />

c<br />

.<br />

d<br />

.<br />

4a. Noem 4 kenmerken van een zaadcel.<br />

b. Noem 4 kenmerken van een eicel.<br />

b<br />

.<br />

5. Wanneer vindt de ovulatie en menstruatie plaats in de menstruatiecyclus?<br />

6. Leg uit wat er gebeurd na de bevruchting.<br />

e<br />

.<br />

a<br />

.<br />

7. Bij de geboorte kunnen drie fasen worden onderscheiden. Noem deze.<br />

8. Welke stof in een celkern bevat de informatie voor erfelijke eigenschappen?<br />

9. Hoeveel chromosomen bevat de kern van de zaadcel van de man?<br />

10. Bevatten chromosomen in de cellen van je maag de informatie voor je oogkleur? Verklaar je<br />

antwoord.<br />

11. In de afbeelding hieronder is een stamboom van enkele soorten organismen schematisch<br />

getekend. Elk rondje stelt een soort voor.<br />

a. Welke soort is eerder ontstaan: 1, 6 of 9?<br />

b. Welke soort is uitgestorven: 1 of 6?<br />

c. Welke soort is ingewikkelder gebouwd: 1 of 11?<br />

d. Welke soort is een gemeenschappelijke voorouder van 2, 3, 8 en 10?<br />

1<br />

2 3 4<br />

. 6<br />

. 5<br />

12<br />

7 8<br />

13<br />

10<br />

11


<strong>Proeftoets</strong> Haagsstudiepunt<br />

BI – 2HV – BIOLOGIE VOOR JOU: THEMA 4-5 – ANTWOORDEN<br />

1a. - primair: balzak en penis<br />

- secundair: borsthaar, baardgroei, zwaardere stem, gespierde lichaamsbouw<br />

b. - primair: schaamlippen en vagina<br />

- secundair: borsten, bredere heupen, ronde lichaamsvormen<br />

2. Vormt hormonen wardoor de voortplantingsorganen beginnen te functioneren.<br />

3a. baarmoeder<br />

b. baarmoedermond<br />

c. eierstok<br />

d. eileider<br />

e. vagina<br />

4a. - erg klein<br />

- kan zelf bewegen<br />

- bevat geen reservevoedsel<br />

- vele miljoenen per zaadlozing<br />

b. - (in verhouding) groot<br />

- kan niet zelf bewegen<br />

- bevat veel reservevoedsel<br />

- meestal 1 eicel per vier weken<br />

5. De ovulatie vindt meestal om de ongeveer 4 weken plaats. De menstruatie vindt 14 dagen na de<br />

ovulatie plaats.<br />

6. De bevruchting vindt plaats in een eileider. De bevruchte eicel deelt zich een aantal keren. Het<br />

klompje eicellen wordt naar de baarmoeder vervoerd. Daar vindt de innesteling plaats, in het<br />

baarmoederslijmvlies. Zo ontstaat het embryo. Na enkele weken ontstaat in de baarmoeder de<br />

placenta. Tijdens de zwangerschap worden de borsten (melkklieren) groter.<br />

7. ontsluiting, uitdrijving, nageboorte<br />

8. DNA<br />

9. 23<br />

10. ja<br />

11a. nr. 6<br />

b. nr. 6<br />

c. nr. 1<br />

d. nr. 10

Hooray! Your file is uploaded and ready to be published.

Saved successfully!

Ooh no, something went wrong!