23.09.2013 Views

gratis e-sample - Uitgeverij Nieuwezijds

gratis e-sample - Uitgeverij Nieuwezijds

gratis e-sample - Uitgeverij Nieuwezijds

SHOW MORE
SHOW LESS

Create successful ePaper yourself

Turn your PDF publications into a flip-book with our unique Google optimized e-Paper software.

TIJS VAN DEN BOOMEN<br />

ZZP<br />

2013<br />

handboek voor<br />

zelfstandigen<br />

e-<strong>sample</strong><br />

‘Een onontbeerlijk handboek ... moet gewoon in<br />

de boekenkast van elke zelfstandige staan.’<br />

– nrc handelsblad


’s Nachts schrijven, dacht Oblomov, wanneer moet je dan slapen? Maar ja,<br />

misschien verdient hij wel iets van vijfduizend per jaar! Een goede boterham!<br />

Maar dan moet je ook niets anders doen dan schrijven, je gedachten,<br />

je ziel verspillen aan beuzelarijen, voortdurend van mening veranderen,<br />

je verstand en verbeeldingskracht verkopen, je natuur geweld aandoen, je<br />

opwinden, koken, branden, geen rust kennen en altijd onderweg zijn… En<br />

maar schrijven, schrijven, als een rad, als een machine: morgen schrijven,<br />

overmorgen schrijven; of het nu een feestdag is of de zomer aanbreekt, hij<br />

moet schrijven! Wanneer heeft hij eens tijd om te stoppen en uit te rusten?<br />

De ongelukkige!<br />

– Ivan Gontsjarov, Oblomov


ZZP 2013<br />

Handboek voor zelfstandigen<br />

tijs van den boomen<br />

Dit <strong>gratis</strong> e-<strong>sample</strong> bevat vier van de veertien hoofdstukken uit de<br />

gedrukte versie van dit boek, die te koop is in de boekhandel of via<br />

www.zzp-freelancen.nl.<br />

UITGEVERIJ N IEUWEZIJDS


Vooraf<br />

Life is what you choose luidt de kop van een reclame op Coca-Cola-automaten.<br />

‘Voortaan parkeer ik op de plek van de directeur’ is een van de reacties<br />

van de hippe jongeman die een blikje omhooghoudt. Andere mogelijkheden<br />

die geopperd worden: ‘Ik doe nu mijn stropdas af’ en ‘Ik zeg dat ik vrijdag<br />

thuis werk’. Als je ideaal van een vrij leven zo bescheiden is, dan is een<br />

eigen zaak misschien een brug te ver.<br />

Ondanks de crisis blijft het aantal zelfstandigen groeien, elk jaar beginnen<br />

tachtig- tot negentigduizend mensen voor zichzelf. Niet met de ambitie om<br />

een groot bedrijf op te zetten, maar als manier om hun talenten in vrijheid<br />

te ontplooien. Volgens de Rabobank gaat het om een nieuw type ondernemer:<br />

‘de verpersoonlijking van de netwerkeconomie in Nederland.’ Onderzoeker<br />

Arjan van den Born beschouwt hen als ‘de bijen van de kenniseconomie<br />

die zorgen voor bloeiende organisaties en groeiende industrieën.’<br />

Het afgelopen decennium nam het aantal zelfstandigen met iets meer<br />

dan de helft toe; in sectoren als de zakelijke dienstverlening, de culturele<br />

5<br />

Netwerkeconomie


Zelfstandigen zijn<br />

gelukkiger<br />

Erkenning door de<br />

Sociaal-Economische<br />

Raad (SER)<br />

Vooraf<br />

sector en de bouw was de groei nog sterker. Ook vrouwen, hoogopgeleiden,<br />

niet-westerse allochtonen en 45-plussers scoorden bovengemiddeld.<br />

De economische crisis heeft geen rem gezet op het aantal zelfstandigen:<br />

de groei ging gewoon verder en half 2012 waren er volgens het CBS bijna<br />

driekwart miljoen ondernemingen waarin slechts één persoon werkzaam<br />

is. Dat is niet helemaal hetzelfde als een zzp’er, een Zelfstandige Zonder<br />

Personeel, omdat het CBS bijvoorbeeld ook de zelfstandige boer meerekent<br />

en de cafébaas die in zijn eentje werkt, maar de trend is helder: de moderne<br />

economie drijft steeds meer op flexibele, gespecialiseerde krachten. Dat is<br />

echter maar een deel van de verklaring voor de opmars van de eigen baas:<br />

minstens zo belangrijk zijn de drang tot zelfontplooiing en de behoefte aan<br />

vrijheid van de zelfstandige zelf.<br />

‘Mensen die een vrij beroep uitoefenen zijn gelukkiger dan mensen die<br />

voor een baas werken. Dat verschil is vrij groot. Het hebben van een vrij<br />

beroep heeft meer invloed op je geluk dan een hoog inkomen. Vrijelijk over<br />

je eigen tijd beschikken, doen wat je wilt, dat is blijkbaar belangrijk.’ Aldus<br />

Ruut Veenhoven, hoogleraar Sociale condities voor menselijk geluk aan de<br />

Erasmus Universiteit en al ruim dertig jaar onderzoeker op het gebied van<br />

geluk en levenskunst. Er is één maar: ‘Je moet natuurlijk wel tegen de onzekerheid<br />

kunnen die erbij hoort.’<br />

Ook volgens onderzoek van Princeton University word je gelukkiger<br />

door te investeren in ervaringen dan door het najagen van bezit. Nobelprijswinnaar<br />

Daniel Kahneman en econoom Angus Deaton analyseerden<br />

450 duizend enquêtes waarin mensen gevraagd werd hoe ze zich voelen.<br />

Net als Veenhoven komen ook deze Amerikaanse onderzoekers met een<br />

ontbindende voorwaarde: je jaarinkomen moet minstens 75 duizend dollar<br />

bedragen, pas daarboven leidt meer geld niet tot meer geluk.<br />

In 2010 kregen de kleine zelfstandigen twee eigen zetels in de SER, de Sociaal-Economische<br />

Raad. Aan werknemerszijde kreeg FNV Zelfstandigen<br />

een officiële plaats aan de onderhandelingstafel, aan werkgeverszijde<br />

schoof het Platform Zelfstandige Ondernemers (PZO) aan. Dat was een late<br />

erkenning van het economische belang van de kleine zelfstandige, want<br />

alle propaganda over small is beautiful ten spijt is de nadruk lang blijven<br />

6


Vooraf<br />

liggen op bedrijven met een hoofdkantoor, een afdeling research en een<br />

marketingbudget.<br />

Natuurlijk had je altijd al zelfstandigen, maar die bevonden zich aan de<br />

rand van de economie en moesten zich in de ogen van de mainstream tevreden<br />

stellen met de kruimels. Een eigen praktijk werd vaak gezien als<br />

‘opstapje naar een echte baan’. In werkelijkheid moesten de meeste zelfstandigen<br />

er toen al niet aan denken onder een baas te moeten werken, en<br />

de meeste gruwen daar onverminderd van. Ook voor veel werknemers was<br />

een eigen praktijk al veel langer een heimelijke droom. Want een eigen baas<br />

bepaalt zelf wat hij doet, wanneer hij dat doet en voor welke prijs.<br />

Nieuw is wel dat zo veel mensen de sprong naar zelfstandigheid wagen<br />

en met succes hun lot in eigen hand nemen. Twintigers die al tijdens hun<br />

studie beginnen met ondernemen, dertigers die na een paar jaar ervaring<br />

in loondienst als zelfstandige de markt opgaan, veertigers die de kans grijpen<br />

om hun beste jaren voor zichzelf te gelde te maken, vijftigers en zestigers<br />

die geen zin hebben om vroegtijdig te gaan rentenieren en die hun<br />

kennis en ervaring inzetten om nog een keer te vlammen.<br />

‘Ik kan me niet voorstellen dat ik nog voor een baas zou werken, dat ik<br />

ondergeschikte zou zijn’, zegt Jeroen Smit, schrijver van de besteller over de<br />

ondergang van ABN Amro. Acht jaar geleden nam hij ontslag: ‘Dat is een<br />

van de beste beslissingen die ik in mijn leven heb genomen. Ik vind het onbegrijpelijk<br />

dat nog zoveel goed opgeleide, oudere mensen het willen, werken<br />

voor een baas.’<br />

Onder zelfstandigen vind je ook arbeidsongeschikten die een geheel<br />

nieuwe weg inslaan, timmermannen die er genoeg van hebben om zich<br />

door hun baas te laten verhuren en dat liever zelf doen, hobbyisten die hun<br />

kunde en contacten verzilveren, handelaren die met een paar uur per dag<br />

op hun zolder werken meer verdienen dan vroeger met lange dagen op de<br />

beursvloer, moeders die een deeltijdonderneming starten voor de uren dat<br />

de kinderen op school zitten, gehaaide reclamejongens die met tijdelijke allianties<br />

de hoofdprijs binnenhalen, postbezorgers die eindelijk hun roeping<br />

als acteur durven volgen.<br />

Bijna net zo verschillend als de motieven zijn ook de benamingen waarmee<br />

zelfstandigen worden aangeduid: eenmanszaken, self navigators, mi-<br />

7<br />

‘Onbegrijpelijk dat nog<br />

zoveel goed opgeleide<br />

mensen voor een<br />

baas willen werken’


Term freelancer<br />

verliest terrein<br />

Naslagwerk<br />

Vooraf<br />

cro-ondernemers, vrijberoepsbeoefenaren, ik-bv’s, eenpitters en natuurlijk<br />

freelancers.<br />

De laatste tien jaar wint de aanduiding zelfstandige zonder personeel<br />

terrein, beter bekend onder de afkorting zzp’er. Deze ambtelijke term<br />

stamt oorspronkelijk uit de koker van het ministerie van Sociale Zaken<br />

en Werkgelegenheid en werd in de bouwwereld gretig overgenomen om de<br />

vele bouwvakkers aan te duiden die voor zichzelf begonnen. Het gaf hen<br />

een officieel randje, een welkome buffer tegen het predicaat beunhaas.<br />

Vandaaruit vond het begrip zowel zijn weg naar de chiquere wereld van de<br />

interimmers en consultants, als naar de onderkant van de markt: ook illegale<br />

werksters bieden zich tegenwoordig aan als zzp’er. Niet zo vreemd dus<br />

dat grappenmakers zeggen dat zzp’er eigenlijk staat voor Zielepoot Zonder<br />

Pensioen of voor Zotten Zonder Perspectief. En dat zzp’ers vervolgens liever<br />

voluit ‘zelfstandige ondernemers’ genoemd willen worden, of desnoods<br />

‘zelfstandige professionals’. Dit concludeert de ZZP Barometer tenminste<br />

op basis van een enquête onder ruim 1.300 zelfstandigen.<br />

Tegelijk begon het woord freelancer slijtage te vertonen. In het online<br />

computerspel Entropia Universe zijn freelancers de laagste kaste, kleine<br />

krabbelaars die geld verdienen met het verzamelen van dierenzweet. En in<br />

de folder Present! – hoe presenteer je jezelf als journalistiek ondernemer adviseert<br />

de Nederlandse Vereniging van Journalisten (NVJ) haar eigen achterban<br />

om zich zelfstandig ondernemer te noemen in plaats van freelancejournalist:<br />

‘De ene term heeft een zakelijke associatie, de andere een sociale.’<br />

Overigens is er ook een tegenbeweging zichtbaar. Op grote billboards<br />

langs de snelweg vraagt een groot adviesbureau om ‘Freelance Finance<br />

Professionals’. En zo begint de term freelancer, mede door de internationale<br />

toepasbaarheid, mogelijk aan een nieuwe toekomst.<br />

Desalniettemin hebben de uitgever en auteur van dit boek besloten om<br />

de titel Handboek Freelancen – waaronder het al sinds 1996 verschijnt – met<br />

ingang van 2011 definitief te veranderen in ZZP – Handboek voor zelfstandigen.<br />

Elk jaar verschijnt hiervan een geactualiseerde editie.<br />

Dit handboek is een naslagwerk voor startende en ervaren zelfstandigen.<br />

Het is een leidraad om een eigen praktijk op te zetten of om een bestaande<br />

praktijk door te lichten. Dit boek maakt je vertrouwd met de basisbegrip-<br />

8


Vooraf<br />

pen van bedrijfsvoering, want verkoopbare kwaliteiten zijn niet veel waard<br />

als je niet over een minimum aan verkoopkwaliteiten beschikt.<br />

Het handboek behandelt de belangrijkste algemene aspecten van het<br />

zelfstandig ondernemerschap, zaken die voor elke eigen baas hetzelfde zijn.<br />

Voor specifieke informatie zoals vestigingsvergunningen en vereiste diploma’s<br />

kun je terecht bij de Kamer van Koophandel of bij je beroepsvereniging.<br />

Een greep uit de onderwerpen in dit handboek: hoe ontwikkel je een<br />

krachtig netwerk? Welke eisen stelt de fiscus aan het ondernemerschap?<br />

Wie bezit het auteursrecht en wanneer wordt dit overgedragen? Welke<br />

stappen kun je ondernemen tegen wanbetalers? Aan welke eisen voldoet<br />

een goede offerte? Moet je een eigen website hebben? Wanneer is een verzekering<br />

tegen arbeidsongeschiktheid nodig? Is een auto van de zaak voordeliger?<br />

Hoe onderbouw je gesprekken met financiers?<br />

Laat je niet afschrikken door de omvang en detaillering van dit boek. Het<br />

eerste hoofdstuk vat de zelfstandige praktijk in 69 stappen samen (zie de<br />

gekleurde pagina’s). Bij elke stap staan verwijzingen naar de verdere inhoud<br />

van het boek. Maar je kunt natuurlijk ook de inhoudsopgave gebruiken<br />

om díe zaken op te zoeken waarover je op dat moment iets wilt of moet<br />

weten. In de startfase is het meestal niet interessant om te weten hoe je<br />

‘overtollig geld’ het beste kunt beleggen. En omgekeerd is de liquiditeit<br />

meestal geen probleem als je een aantal jaren bezig bent.<br />

Sommige zaken hoef je maar één keer uit te zoeken. Of helemaal niet: als<br />

je niet btw-plichtig bent, kun je dat deel gewoon overslaan. Ook auteursrecht<br />

en samenwerking in een maatschap zijn niet voor iedereen belangrijk.<br />

Als je een enorme weerstand hebt tegen boekhouden, kun je de hele financiële<br />

administratie uitbesteden. Dat kost geld en belemmert het inzicht<br />

in je reilen en zeilen, maar het kan wel.<br />

Tot slot: ondernemen is geen wetenschap. Intuïtie, originaliteit en flair spelen<br />

net zo goed een rol als vakkennis, reflectie en financieel inzicht. Een<br />

zelfstandige praktijk is geen machine die je van a tot z kunt doorgronden.<br />

Het is eerder een levend organisme dat je regelmatig moet voeden, maar<br />

dat je tegelijk ook de kans moet geven om zich te ontwikkelen in een richting<br />

die je aanvankelijk misschien niet had voorzien.<br />

9<br />

Stappenplan


Poen, pret en prestige<br />

Vooraf<br />

Een goede praktijk past als een tweede huid, zorg dus dat ze meegroeit<br />

met je behoeften. Of dat nu het grote geld is, een avontuurlijk leven of inhoudelijke<br />

verdieping. Of alle drie.<br />

10


Inhoud<br />

1 Start 15<br />

In 69 stappen een nieuwe praktijk opzetten of een<br />

bestaande doorlichten. Ideaal voor de ZZT’er, de<br />

Zelfstandige Zonder Tijd.<br />

Weet wat je wilt · Verken de markt · Zoek opdrachten · Maak<br />

afspraken met je klant · Regel je financiën · Zorg voor zekerheid<br />

· Bespaar op belastingen · Timmer je zaak juridisch af ·<br />

Organiseer je werk<br />

2 Ondernemende tijden 29<br />

Zelfstandigen profiteren van de flexibilisering van de<br />

economie, ook in turbulente tijden. Mits het goede<br />

ondernemers zijn met realistische doelen.<br />

Crisis? Welke crisis? · Diensteneconomie · E-lancers · Kennis<br />

en ervaring · Wat een ondernemer moet kunnen · Concrete<br />

doelen · Nadelen van een eigen praktijk · Het klimmen der jaren<br />

· Combinatie met baan<br />

11


Inhoud<br />

3 De markt op 51<br />

Marketing is de complete communicatie met je markt:<br />

wat kunnen klanten van je verwachten.<br />

Alle keuzes monden uit in één zin: je marketingformule.<br />

Aanbod en doelgroepen kiezen · Het alternatieve<br />

marktonderzoek · Marketingprincipes · Persoon & presentatie<br />

· Specialisatie · Kwaliteit · Tarief · Gratis? · Werkplek · De<br />

formule · Bedrijfsnaam of eigen naam · Huisstijl<br />

4 Klanten werven 83<br />

Om opdrachten binnen te halen moet je de boer op en<br />

daarbij speelt je netwerk een grote rol. Begin op tijd met<br />

je acquisitie, want als de opdrachten teruglopen ben je te<br />

laat.<br />

Netwerken · Werving · Bestaande klanten binden · Nieuwe<br />

klanten benaderen · Website · Twitteren · Mailen · Schrijven ·<br />

Bellen · Face to face<br />

5 Contracten 119<br />

Zonder heldere afspraken heb je binnen de kortste keren<br />

conflicten. Door de voorwaarden zelf op papier te zetten,<br />

houd je bovendien het initiatief.<br />

Briefing · De offerte · Algemene leveringsvoorwaarden ·<br />

Onderhandelen · Ondertekende opdracht · Raamovereenkomst<br />

· Auteursrecht regelen · Huwelijkse voorwaarden<br />

6 Het geld 145<br />

Een investeringsbegroting en een exploitatiebegroting<br />

volstaan meestal om te weten waar je financieel staat.<br />

Een korte handleiding.<br />

De grondregel · Investeren · Bezittingen · Financieren · Eigen<br />

vermogen · Lang vreemd vermogen · Kort vreemd vermogen<br />

· Financieringsplan · Winst · Cashflow · Wanbetaling ·<br />

Declarabele uren<br />

12


Inhoud<br />

7 Belastingen 173<br />

Zorg dat de fiscus je erkent als zelfstandig ondernemer, dan<br />

betaal je veel minder belasting. Verdiep je dus in de eisen<br />

die de Belastingdienst stelt.<br />

Bewijs van zelfstandigheid (VAR) · Het urencriterium · Pseudoondernemers<br />

· Btw<br />

8 De aangifte 195<br />

Je hoeft niet te wachten op de blauwe envelop met de<br />

belastingaanslag. Maak zelf vooraf een schatting, zodat je<br />

weet hoeveel je ongeveer netto zult overhouden.<br />

Het verzamelinkomen · Aftrekposten · De aanslag · Netto<br />

besteedbaar inkomen · Rekenschema’s · Reserveren ·<br />

Kantoorruimte · Auto<br />

9 Risico’s afdekken 231<br />

Ook in slechte tijden moet een zelfstandige voor zichzelf<br />

zorgen. Je kunt je verzekeren, maar er zijn meer manieren<br />

om risico’s op te vangen.<br />

Collectieve verzekeringen · Ziektekosten ·<br />

Arbeidsongeschiktheid · Zwangerschap · Persoonlijke financiële<br />

planning · Juridisch conflict · Overige verzekeringen<br />

10 De boekhouding 255<br />

Een hekel aan papierwerk? Je kunt de boekhouding<br />

uitbesteden, maar ook dan is het handig om de principes<br />

van de administratie te begrijpen.<br />

Basisopzet · Gemengde kosten · Factuur · Automatiseren ·<br />

Boekhouder<br />

11 Rechtsvormen 273<br />

Voor de meeste zelfstandigen is een eenmanszaak de<br />

beste rechtsvorm. Voor samenwerkingsverbanden zijn er<br />

meerdere manieren om de aansprakelijkheid te regelen.<br />

13


Inhoud<br />

14<br />

Aansprakelijkheid · Vergunningen en diploma’s · Eenmanszaak<br />

· Maatschap · Vennootschap onder firma (vof) · Commanditaire<br />

vennootschap (cv) · De natuurlijke personen vergeleken ·<br />

Besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid (bv) ·<br />

Stichting · Coöperatieve vereniging<br />

12 Het werk organiseren 291<br />

Zonder praktische inslag is een eigen praktijk lastig te<br />

realiseren. Zet je organisatie goed op poten, dan heb je er<br />

zo min mogelijk omkijken naar.<br />

Bereikbaarheid · Techniek & spullen · Timemanagement ·<br />

Scheiding werk en privé · Kinderopvang · RSI · Duurzaamheid<br />

13 Combinatie met uitkering 307<br />

Een uitkering kan een springplank naar zelfstandigheid<br />

zijn. En omgekeerd kan de bijstand in tijden van crisis een<br />

vangnet zijn.<br />

AOW · Bijstand · Bbz voor starters · Bbz voor gevestigde<br />

ondernemers · Studiebeurs · WIA · WW<br />

14 De toekomst 319<br />

Een praktijk is altijd in beweging, en anders is de<br />

buitenwereld dat wel. Houd jezelf en je zaak dus regelmatig<br />

tegen het licht en stuur waar nodig bij.<br />

Hoe houd je het leuk? · Inhoudelijke ontwikkeling · Meer<br />

omzet. Of juist minder? · Klantenbestand doorlichten · Nieuwe<br />

doelgroepen · Orderportefeuille · Uitbesteden · Samenwerken ·<br />

Stoppen<br />

Voorbeeld financieel plan<br />

Adressen 335<br />

Literatuur 339<br />

Index 343<br />

Over de auteur 349


1 Start<br />

In 69 stappen een nieuwe praktijk opzetten of een<br />

bestaande doorlichten. Ideaal voor de ZZT’er, de<br />

Zelfstandige Zonder Tijd.<br />

Weet wat je wilt · Verken de markt · Zoek opdrachten · Maak afspraken<br />

met je klant · Regel je financiën · Zorg voor zekerheid · Bespaar op belastingen<br />

· Timmer je zaak juridisch af · Organiseer je werk<br />

Of je hem nu zzp’er, freelancer of eigen baas noemt, hij is een zelfstandig<br />

ondernemer, net als een slager, een fabrikant en een aannemer. Het verschil<br />

met andere ondernemers is dat de zelfstandige meestal diensten verkoopt<br />

in plaats van producten. Specialistische kennis en ervaring staan centraal,<br />

de investeringen in machines, voorraden en gebouwen zijn vaak laag en de<br />

start is relatief gemakkelijk omdat weinig of geen vergunningen nodig zijn.<br />

Als er al een onderscheid te maken is tussen freelancers en mensen met<br />

een eigen praktijk, dan is het misschien dat een freelancer naar zijn klanten<br />

toe gaat en dat iemand met een eigen praktijk zijn klanten ontvangt. De<br />

freelancer is dan degene die ’s morgens in de spiegel kijkt of hij er professioneel<br />

genoeg uitziet, de man of vrouw met een praktijk aan huis kijkt of er<br />

15<br />

Spiegel


Ondernemingsplan<br />

niet heilig<br />

Rekenschema’s<br />

Hoofdstuk 1<br />

geen kinderfietsjes of lege flessen in de gang staan waarover de klant, letterlijk<br />

of figuurlijk, zou kunnen vallen.<br />

De grens tussen een eigen praktijk en een eigen bedrijf is evenmin duidelijk<br />

te trekken: een videoproducent met een studio en vijftigduizend euro<br />

aan apparatuur wordt meestal een zelfstandige genoemd, een kleine boekhouder<br />

met een kantoor heeft een bedrijf. De fiscus hanteert het begrip<br />

zelfstandige overigens niet, maar kent alleen ondernemers.<br />

Is het ingewikkeld om een eigen praktijk op te zetten? Het lijkt er wel op als<br />

je de dikte van dit boek in aanmerking neemt. Of als je bij een bank of bij de<br />

Kamer van Koophandel een model-ondernemingsplan haalt. Maar laat je<br />

niet intimideren: het is helemaal niet nodig om je praktijk vast te leggen in<br />

een lijvig plan. Meestal is het voldoende om de hoofdlijnen voor jezelf kort<br />

op papier te zetten. Een gestructureerde aanpak is belangrijker dan een<br />

plan dat in de praktijk toch niet uitkomt.<br />

Dat een ondernemingsplan niet heilig is, blijkt ook uit onderzoek van het<br />

onderzoeksinstituut EIM. Slechts veertig procent van de tweeduizend onderzochte<br />

bedrijven had zo’n plan bij aanvang. Hun winst was niet hoger<br />

dan die van de ondernemers zonder plan, wel hadden ze een hogere<br />

omzet.<br />

In 69 stappen leidt dit hoofdstuk je langs alle aspecten van een zelfstandige<br />

praktijk. Je kunt de stappen gebruiken als handleiding om een nieuwe<br />

praktijk op te zetten of een bestaande door te lichten. Je kunt er ook een<br />

officieel ondernemingsplan mee schrijven. Beperk je tot de punten die voor<br />

jou essentieel zijn. Actualiteit is belangrijker dan omvang: stel een plan regelmatig<br />

bij, liefst één keer per jaar (zie pagina 319).<br />

Elk van de stappen verwijst naar een of meer paragrafen of passages in<br />

het boek. Daarmee is dit hoofdstuk tevens een alternatieve inhoudsopgave,<br />

die je op een doelgerichte manier door het boek loodst. Bijvoorbeeld naar<br />

de schema’s waarmee je de financiën kunt doorrekenen. Uitleg over de samenhang<br />

tussen de schema’s vind je op pagina 217.<br />

De schema’s staan ook op de website die bij dit boek hoort. Op zzpfreelancen.<br />

nl kun je je eigen cijfers invullen, waarna je de schema’s kunt<br />

downloaden en opslaan. Schat je kansen realistisch in: vermijd zowel<br />

luchtfietserij als zwartgalligheid.<br />

16


Start<br />

Het is onmogelijk om op alles voorbereid te zijn. Als je op alle fronten zekerheid<br />

wilt, blijf je jaren bezig met uitzoeken, plannen schrijven en herschrijven.<br />

Op die manier blijf je dus op je plaats. Absolute zekerheid en een<br />

eigen praktijk gaan niet samen. Elke zelfstandige leert door vallen. En door<br />

daarna weer op te staan. En zo verder.<br />

Door te beginnen, door naar buiten te treden verken je langzaam je<br />

markt en ontdek je wellicht geheel nieuwe markten. Geen papieren marktonderzoek<br />

dus, maar actieonderzoek. Zo verken je je grenzen. Forceer jezelf<br />

niet, het is belangrijk om lol in je praktijk te houden en enthousiasme<br />

uit te blijven stralen. Geloof in jezelf, maar neem geen opdrachten aan die<br />

te groot of te complex zijn. Want met een verknalde klus verspeel je je<br />

naam.<br />

Actie dus, maar wel gericht. Welke doelen stel je je? Welke stappen ga je<br />

ondernemen om meer betalende opdrachtgevers te krijgen? Hoeveel tijd en<br />

geld ga je daarin steken? In een actieplan neem je de essentie van je praktijk<br />

op. Van tijd tot tijd loop je het actieplan na. Heb je de doelen gehaald? En<br />

waren de begrote kosten reëel? Zo kun je beoordelen of je nog op schema<br />

ligt, of dat het nodig is om je plannen bij te stellen.<br />

In plaats van een actieplan kun je ook een mission statement schrijven:<br />

een korte samenvatting van de doelen die je wilt bereiken. Zo’n statement<br />

moet SMART zijn: Short, Measurable, Achievable, Realistic en Time-bound.<br />

Een derde mogelijkheid is een strategie uitstippelen. In dat geval staan<br />

niet je doelen centraal, maar de manier waarop je te werk wilt gaan. Als je<br />

bijvoorbeeld nieuwe doelgroepen voor kunst wilt interesseren, kunnen artistieke<br />

tupperware parties een verrassende ingang zijn.<br />

Het uitwerken van plannen is geen rechtlijnig proces waar automatisch<br />

de enig juiste oplossing uit rolt. Plannen uitwerken is kiezen. Als je bijvoorbeeld<br />

kiest voor een lagere uurprijs dan je concurrenten, beïnvloedt dat de<br />

winstverwachting en het aantal klanten dat je moet werven.<br />

Soms kom je niet onder een ondernemingsplan uit, bijvoorbeeld als je een<br />

lening van de bank wilt. Er zijn veel modelplannen in omloop – onder andere<br />

van de Kamer van Koophandel – maar deze zijn niet toegespitst op<br />

zelfstandigen. Bovendien komt een invuloefening slecht over.<br />

17<br />

Actieonderzoek<br />

Mission statement<br />

Strategie formuleren


Persoonlijk plan<br />

Hoofdstuk 1<br />

Een ondernemingsplan is een presentatie van je bedrijf en is dus altijd<br />

een persoonlijk document. Het is een uitgebreide versie van het actieplan,<br />

aangevuld met je persoonlijke gegevens. Laat voorgedrukte standaardwerkjes<br />

dus voor wat ze zijn.<br />

18


Weet wat je wilt<br />

Start<br />

1. Kies een branche die past bij je kennis en ervaring en waar je hart naar<br />

uitgaat. Dat is belangrijker dan een branche die op dit moment in de<br />

mode is. Maar overdrijf niet: de vraag naar hoefsmeden en loodzetters<br />

is beperkt. Zie pagina 38, 57 en 325.<br />

2. Ken je kwaliteiten als ondernemer. En je tekortkomingen. Geboren ondernemers<br />

zijn zeldzaam, leg dus vast welke zwakke punten je wilt<br />

verbeteren en welke je ondervangt door taken uit te besteden. Zie pagina<br />

39 en 174.<br />

3. Leg je doelen vast voor de korte termijn (1 tot 2 jaar) en de lange termijn<br />

(3 tot 5 jaar). Een goed hulpmiddel zijn de drie p’s: poen, pret en<br />

prestige. Durf te groeien, of het nu in de breedte is of in de diepte. Zie<br />

pagina 43, 92, 164 en 323.<br />

4. Bepaal hoeveel tijd je aan je praktijk wilt besteden. Dat is afhankelijk<br />

van je privéleven, maar ook van de vraag of je je ziel en zaligheid kwijt<br />

kunt in je werk of dat h et vooral een manier is om geld te verdienen.<br />

Zie pagina 44 en 171.<br />

5. Bedenk of je fulltime ondernemer wilt zijn of een ‘hybride ondernemer’<br />

die zijn praktijk uitoefent naast een vaste baan. Bedenk ook of zo’n<br />

baan door positieve motieven wordt ingegeven (contacten, verdieping)<br />

of door negatieve (angst, status). Zie pagina 48 en 329.<br />

6. Beslis hoeveel je wilt verdienen, en vooral hoeveel je minimaal moet<br />

verdienen gezien je financiële verplichtingen. Zie pagina 41 en 215.<br />

7. Bedenk of je alleen wilt werken of samen met anderen. En of die anderen<br />

bij voorkeur ondergeschikten zijn of gelijkwaardige partners. Zie<br />

pagina 330.<br />

8. Organiseer steun en feedback. Zorg dat iemand je regelmatig een spiegel<br />

voorhoudt. Dat kan een ervaren adviseur zijn, een vriend, je partner<br />

of een collega-zelfstandige. Zie pagina 46, 75 en 322.<br />

19


Hoofdstuk 1<br />

Verken de markt<br />

9. Formuleer het aanbod vanuit het perspectief van je klanten. Niet jouw<br />

kennis staat centraal, maar wat je voor de klant kunt betekenen. Een<br />

goed hulpmiddel is de elevator pitch. Zie pagina 35, 52 en 58.<br />

10. Kies de doelgroepen die je wilt bedienen. Zoek bij voorkeur een niche<br />

waar je min of meer vrij spel hebt. Zie pagina 53 en 325.<br />

11. Bepaal welke diensten je aan welke doelgroepen wilt aanbieden.<br />

Spreid je risico’s en zorg dat er minstens één cash cow bij zit. En liefst<br />

ook een star. Zie pagina 53, 60 en 323.<br />

12. Leg je formule vast in één zin. Zo’n verbaal visitekaartje legt je Unique<br />

Selling Point (USP) vast. Geef klanten de tijd om aan je formule te wennen,<br />

een jaar is de minimale termijn om je eraan te verbinden. Zie pagina<br />

77.<br />

13. Breng je concurrenten in kaart en leer van ze. Benchmarking is daarvoor<br />

een goed instrument. Wees concurrenten te slim af, of werk juist<br />

met ze samen. Zie pagina 52.<br />

14. Bepaal op welke specifieke klanten je je gaat richten. Actieonderzoek<br />

is een goede methode: al onderzoekend ben je aan het werk, al werkend<br />

onderzoek je de markt. Zie pagina 54, 94 en 325.<br />

15. Bepaal je uurprijs. Soms is een prijs per woord gebruikelijk, of per patiënt,<br />

foto, rechtszaak, consult. Maar maak ook in die gevallen een<br />

koppeling naar het tarief dat je per uur verdient, want uren zijn het<br />

belangrijkste kapitaal van een zelfstandige. Ook als hij iets <strong>gratis</strong> aanbiedt.<br />

Zie pagina 64, 68 en 72.<br />

16. Differentieer je tarieven, bijvoorbeeld naar de aard en spoedeisendheid<br />

van de opdracht, de status van de opdrachtgever en je persoonlijke<br />

motivatie. Als ondernemer mag je namelijk zelf bepalen wie je<br />

hoeveel vraagt. Zie pagina 65.<br />

20


Zoek opdrachten<br />

Start<br />

17. Voorkom afhankelijkheid van één of enkele grote opdrachtgevers, en<br />

niet alleen omdat de fiscus dat eist. Bepaal hoeveel opdrachtgevers je<br />

minimaal wilt hebben en hoe groot de grootste mag zijn. Zie pagina 178<br />

en 324.<br />

18. Geef je praktijk een herkenbare, aansprekende naam, bijvoorbeeld je<br />

eigen naam. Check of de domeinnaam nog vrij is, zodat je de naam van<br />

je praktijk consequent kunt gebruiken in al je uitingen. Zie pagina 78.<br />

19. Zorg dat je vindbaar bent. Met een traditioneel visitekaartje of met<br />

een website. Liefst met beide. Zie pagina 79 en 100.<br />

20. Begin op tijd met acquisitie. Welke opdrachten wil je binnenhalen? Bij<br />

welke opdrachtgevers? Op welke manier benader je ze? Hoeveel geld<br />

en tijd kost dat? Welke actie onderneem je, uitgesplitst naar kwartalen?<br />

Zie pagina 33, 83 en 89.<br />

21. Koester je huidige netwerk, want bij bestaande klanten kom je veel<br />

makkelijker binnen dan bij nieuwe. Welke personen en bedrijven maken<br />

er deel van uit? In welke branche zitten ze? Hoe wil je met ze verder?<br />

Zie pagina 92 en 325.<br />

22. Vergroot je netwerk. Wie wil je aan je netwerk toevoegen en hoe pak je<br />

dat aan? Je kunt een agent of bemiddelingsbureau inschakelen, maar<br />

ook dan zul je nog zelf nieuwe contacten moeten leggen. Zie pagina 97<br />

en 329.<br />

23. Let op je uiterlijke presentatie, niet alleen bij je kleding, maar ook bij je<br />

brieven, mails, telefoontjes en andere communicatie. Want je krijgt<br />

nooit een tweede kans voor de eerste indruk. Zie pagina 58 en 117.<br />

24. Leer goed schrijven, of laat je anders helpen. Een goed hulpmiddel bij<br />

het schrijven van een brief of folder is AIDA: Attention, Interest, Desire,<br />

Action. Zie pagina 111 en 113.<br />

25. Zeg vaker ‘nee’, dat kan heel goed zijn voor je profiel. Je kunt een opdracht<br />

doorspelen aan iemand in je netwerk. Behalve als het om een<br />

slechte opdrachtgever gaat: die geef je de bons. Zie pagina 61 en 325.<br />

21


Hoofdstuk 1<br />

Maak afspraken met je klant<br />

26. Bepaal waar je gaat werken: bij je klanten, thuis of op een apart kantoor.<br />

Een kantoor buiten de deur is door de fiscale aftrekbaarheid<br />

goedkoper dan je denkt. Bovendien zorgt het voor een scheiding tussen<br />

werk en privé. Zie pagina 73 en 299.<br />

27. Zorg voor een goede briefing en offerte. Zeker als je de eerste keer voor<br />

een klant werkt, zijn heldere, schriftelijke afspraken onontbeerlijk.<br />

Door ze zelf op papier te zetten houd je bovendien het initiatief in handen.<br />

Zie pagina 119, 121, 132 en 178.<br />

28. Hang geen smoesjes op als je een deadline niet gaat halen of een klus<br />

dreigt te verknallen. Betrouwbaarheid is een essentiële eigenschap<br />

van zelfstandigen en een slechte reputatie spreekt zich snel rond. Zie<br />

pagina 38 en 296.<br />

29. Oefen in onderhandelen, want voor niks gaat de zon op. Bepaal van te<br />

voren je ondergrens en houd je daaraan. En durf stiltes te laten vallen.<br />

Zie pagina 66 en 130.<br />

30. Breng meerwerk in rekening. De term stamt uit de bouw, maar is<br />

bruikbaar in alle situaties waarin sprake is van extra werk dat niet te<br />

voorzien was, of van aanvullende eisen die de opdrachtgever achteraf<br />

stelde. Zie pagina 127.<br />

31. Regel bij samenwerking wie waarvoor verantwoordelijk is. Dat is vooral<br />

belangrijk als je bemiddelt bij het inschakelen van derden. Zorg dat<br />

je niet aansprakelijk bent als de klant niet betaalt, of bereken voor dat<br />

risico extra geld. Zie pagina 62 en 289.<br />

32. Verdiep je in de leveringsvoorwaarden van je opdrachtgever, want<br />

vaak is hij in staat die eenzijdig op te leggen. Concentreer je op bepalingen<br />

die voor jou onaanvaardbaar zijn en laat die doorstrepen. Zie<br />

pagina 130.<br />

33. Bewaak je auteursrecht, want het kan tot zeventig jaar na je dood een<br />

inkomstenbron zijn. Om het auteursrecht te verkrijgen hoef je niets te<br />

doen, om het je niet te laten afnemen door uitgevers of producenten<br />

des te meer. Zie pagina 82, 124, 136, 283 en 331.<br />

22


Start<br />

34. Houd je ideeën voor je, want ze zijn niet beschermd. Tegelijk moet je<br />

ideeën delen om ze aan de man te kunnen brengen. Laat eventueel<br />

vooraf een geheimhoudingsverplichting ondertekenen, maar wees<br />

niet te angstvallig. Zie pagina 55, 118 en 119.<br />

35. Laat conflicten niet uit de hand lopen. Houd je hoofd erbij en bijt je<br />

niet vast in je emotionele gelijk: soms is het verstandiger om je verlies<br />

te nemen. Zie pagina 251.<br />

36. Schakel op tijd een incassobureau in, want sommige klanten zijn alleen<br />

gevoelig voor dreigementen. Wees vooral alert bij bedrijven met<br />

financiële problemen: bij een faillissement vis je meestal achter het<br />

net. Zie pagina 169.<br />

37. Bewaak je kwaliteit, want dat is je belangrijkste troef. Misschien ben<br />

je zelf erg tevreden over de kwaliteit van je werk, maar je opdrachtgevers<br />

niet. Ook als het gelijk aan jouw kant zou liggen, heb je toch een<br />

probleem. Zie pagina 62, 118, 134 en 326.<br />

23


Hoofdstuk 1<br />

Regel je financiën<br />

38. Zorg voor vermogen. De investeringen voor een zelfstandige praktijk<br />

zijn relatief bescheiden, maar een beetje startkapitaal heb je meestal<br />

wel nodig. Eigen vermogen hoeft niet van jezelf te zijn: een lening van<br />

vrienden of familie valt er ook onder. En het is tevens de basis om makkelijker<br />

geld te lenen van een bank. Zie pagina 149, 153, 156 en 283.<br />

39. Bereken je minimale omzet op basis van de opdrachten die je al op zak<br />

hebt. Trek er de kosten af die je daarvoor moet maken en je kent je<br />

minimale nettowinst. Doe hetzelfde met de redelijkerwijs te verwachten<br />

omzet en je weet waar je waarschijnlijk op kunt rekenen. Zie pagina<br />

161.<br />

40. Doe de boekhouding zoveel mogelijk zelf, dat bevordert het zicht op je<br />

zaak. Een boekhoudprogramma kan behulpzaam zijn, maar overdrijf<br />

je automatiseringsdrift niet. Zie pagina 146, 174 en 256.<br />

41. Maak een liquiditeitsprognose als je krap dreigt te komen zitten. Het<br />

is een hulpmiddel om bottlenecks in je kasstroom te ontdekken en op<br />

tijd maatregelen te treffen. Zie pagina 164.<br />

42. Verzilver tijdig de goodwill van je praktijk, want het is niet makkelijk<br />

een zelfstandige praktijk rechtstreeks te verkopen. Let ook op het afrekenen<br />

van de opgebouwde oudedagsreserve. Zie pagina 331.<br />

24


Zorg voor zekerheid<br />

Start<br />

43. Combineer je praktijk met een beperkt dienstverband. Vooral in de<br />

startfase kan dat handig zijn, op termijn dreigt echter het gevaar dat<br />

je aandacht te veel versnippert en je zaak niet echt van de grond komt.<br />

Zie pagina 36, 48, 184, 234 en 249.<br />

44. Heb je een uitkering, gebruik deze dan als springplank. Zowel de ww,<br />

de wia, als de Wet Werk en Bijstand hebben startersregelingen en ook<br />

een studiebeurs staat een eigen praktijk niet in de weg. aow’ers kunnen<br />

zelfs onbeperkt ondernemen. Zie pagina 307.<br />

45. Zorg voor een financiële buffer, dat komt zowel je nachtrust als de<br />

kwaliteit van je orderportefeuille ten goede. Drie maanden is wel het<br />

absolute minimum. Zie pagina 41, 151, en 325.<br />

46. Maak van ondernemen geen heilig moeten. Check regelmatig of je<br />

praktijk wel voldoet aan wat je je ten doel had gesteld. Zo niet, dan is<br />

stoppen een serieuze optie. Voor zelfstandigen die het tijdelijk niet<br />

redden is er het Besluit bijstandverlening zelfstandigen. Zie pagina 312<br />

en 320.<br />

47. Regel je oudedag. Je kunt een lijfrente of banksparen overwegen, maar<br />

als je voldoende discipline hebt is het voordeliger om je geld zelf vast te<br />

zetten. Zie pagina 198, 202, 241 en 251.<br />

48. Verzeker je goed, maar niet te goed. Een ziektekostenverzekering is<br />

verplicht, een aansprakelijkheidsverzekering is onmisbaar, een uitvaartverzekering<br />

bijna altijd overbodig. En de arbeidsongeschiktheidsverzekering<br />

zit daartussen in. Zie pagina 231, 236 en 253.<br />

25


Hoofdstuk 1<br />

Bespaar op belastingen<br />

49. Vraag een var aan en zorg dat je een var-wuo krijgt. Verplicht is die<br />

niet, wel heel handig omdat opdrachtgevers dan geen risico lopen op<br />

naheffingen. Zie pagina 134, 175 en 329.<br />

50. Zoek uit over welke diensten je btw in rekening moet brengen. Niet jíj<br />

bent namelijk btw-plichtig, maar je activiteiten kunnen dat wel zijn.<br />

Btw-heffing brengt papierwerk met zich mee, maar het kan financieel<br />

voordelig uitpakken. Zie pagina 147, 166, 188, 190 en 261.<br />

51. Bereken de belastingvrijstelling waar je gebruik van kunt maken, ondernemers<br />

kunnen heel wat aftrekposten opvoeren. Bereken ook je heffingskorting.<br />

Zie pagina 198 en 206.<br />

52. Bereken je netto besteedbaar inkomen. Van de nettowinst mag je eerst<br />

de belastingvrijstelling en heffingskorting aftrekken voordat je belasting<br />

gaat betalen. Zie pagina 213 en 217.<br />

53. Reserveer geld voor de btw-verrekening en de belastingaanslagen.<br />

Vooral de periode na de start is lastig: dan kun je zowel een voorlopige<br />

aanslag voor het komende jaar krijgen als een definitieve aanslag voor<br />

het voorgaande. Zie pagina 213 en 219.<br />

54. Zorg dat buitenlandse opdrachtgevers geen belasting en premies inhouden<br />

op je honorarium, want dan betaal je dubbel. Vraag eventueel<br />

een E101-verklaring aan bij de Sociale Verzekeringsbank. Zie pagina 198.<br />

55. Neem een boekhouder of accountant in de arm, want de bonnetjes inschrijven<br />

kun je prima zelf, maar de belastingaangifte kun je beter uitbesteden.<br />

Dat levert meestal meer op dan het kost. Zie pagina 174.<br />

56. Bereken of je je auto op de zaak zet of privé houdt. In principe is het<br />

gunstig om auto’s ouder dan drie jaar privé te houden en de zakelijke<br />

kilometers à 19 cent te declareren bij je bedrijf. Zie pagina 221.<br />

57. Huur een kantoor buitenshuis en de fiscus betaalt mee. Voor het aftrekken<br />

van een kantoor aan huis gelden strenge eisen, soms is een<br />

verbouwing noodzakelijk. Zie pagina 219 en 275.<br />

26


Timmer je zaak juridisch af<br />

Start<br />

58. Meld je aan bij de Kamer van Koophandel, want sinds 1 januari 2010<br />

moeten alle zelfstandigen zich inschrijven. Zie pagina 265, 276, 281 en<br />

287.<br />

59. Zoek uit welke vergunningen en diploma’s je nodig hebt en regel die.<br />

Dankzij de deregulering heeft dat meestal niet veel om het lijf. Zie pagina<br />

275.<br />

60. Kies een rechtsvorm en stel een samenwerkingsovereenkomst op als<br />

je vast met iemand samenwerkt. Incidentele samenwerking kun je ook<br />

per offerte regelen. Zie pagina 277, 282, 284, 289 en 329.<br />

61. Word lid van een beroepsvereniging, brancheorganisatie of vakbond<br />

voor zelfstandigen. Zo sla je vier vliegen in een klap: juridische ondersteuning,<br />

uitwisseling van kennis, collectieve belangenbehartiging en<br />

de mogelijkheid tot netwerken. Zie pagina 89, 129, 240, 252 en 322.<br />

27


Hoofdstuk 1<br />

Organiseer je werk<br />

62. Zorg dat je bereikbaar bent. Maar overdrijf niet: 24 uur per dag bereikbaar<br />

zijn is voor de meeste zelfstandigen niet nodig. Zie pagina 291.<br />

63. Investeer in goede, betrouwbare spullen. Weeg de aanschafkosten af<br />

tegen de tijd die je bespaart. En vergeet daarbij de uren (of dagen) die<br />

onderhoud en installatie kosten niet. Zie pagina 293.<br />

64. Voorkom rsi, want het kan je lange tijd uit de running houden en dan<br />

komt er geen geld binnen. De belangrijkste remedie is simpel: neem<br />

voldoende pauze en zorg voor beweging. Zie pagina 304.<br />

65. Houd je uren een tijdje bij, zo krijg je grip op je belangrijkste kapitaal:<br />

tijd. Bovendien eist de fiscus het soms. Bekijk hoeveel uren declarabel<br />

zijn en welke bezettingsgraad haalbaar is. Maak een<br />

nacalculatie, zodat je in de toekomst reëler kunt offreren. Zie pagina<br />

69, 128, 172, 181, 262 en 324.<br />

66. Werk gedisciplineerd. Zowel luiheid als stress bedreigen de zelfstandig<br />

ondernemer. Je hoeft geen negen tot vijf ritme aan te houden, maar<br />

regelmaat helpt wel. Kies de tips voor timemanagement die bij je passen.<br />

Zie pagina 296 en 321.<br />

67. Neem kinderopvang. Een eigen praktijk laat zich goed combineren<br />

met zorgtaken. Soms te goed. Zorg dat je rustig kunt werken, de fiscus<br />

betaalt mee. Zie pagina 301.<br />

68. Besteed werk uit aan een andere zelfstandige, een uitzendkracht, een<br />

stagiair of een specialist uit een lage-lonenland. Of begin een echt bedrijf<br />

met personeel. Zie pagina 327.<br />

69. Houd het leuk, zet op tijd de ramen open. Jaag niet te veel achter vastgestelde<br />

doelen aan, dat belemmert het zicht op onverwachte kansen<br />

die zich aandienen. Zie pagina 321, 325 en 326.<br />

28


3 De markt op<br />

Marketing is de complete communicatie met je markt:<br />

wat kunnen klanten van je verwachten.<br />

Alle keuzes monden uit in één zin: je marketingformule.<br />

Aanbod en doelgroepen kiezen · Het alternatieve marktonderzoek · Marketingprincipes<br />

· Persoon & presentatie · Specialisatie · Kwaliteit · Tarief<br />

· Gratis? · Werkplek · De formule · Bedrijfsnaam of eigen naam · Huisstijl<br />

Een eigen baas begint bij zijn eigen wensen, capaciteiten en mogelijkheden.<br />

Maar meteen daarna komt de markt in zicht. De vraag: ‘Wat wil de klant?’<br />

is net zo belangrijk als de vraag uit het vorige hoofdstuk: ‘Wat wil ik?’<br />

Het zelfstandig ondernemerschap is een kort leven beschoren als er geen<br />

klanten zijn die voor je diensten willen betalen. Een marktgerichte benadering<br />

betekent kijken naar de behoeften van de klant. Jouw deskundigheid<br />

moet bijdragen aan de vervulling van die behoeften.<br />

Klant en zelfstandig ondernemer zijn partijen die tot overeenstemming<br />

moeten komen. Dat betekent niet dat je moet buigen als een knipmes of<br />

aan elke gril moet toegeven. Als zelfstandige ben je een volwaardige partner,<br />

die op basis van gelijkwaardigheid met zijn klanten omgaat. Neem de<br />

eisen en wensen van de klant net zo serieus als die van jezelf.<br />

51<br />

Neem de klant net<br />

zo serieus als jezelf


Formuleer het aanbod<br />

vanuit het perspectief<br />

van je klanten<br />

Breng je concurrenten<br />

in kaart en leer van ze<br />

Hoofdstuk 3<br />

Aanbod en doelgroepen kiezen<br />

Welke diensten bied je aan en aan welke doelgroepen bied je ze aan? De<br />

marktafbakening voltrekt zich in drie stappen.<br />

I. Aanbod formuleren<br />

Formuleer je aanbod op een klantgerichte manier. Begin niet bij de dienst,<br />

maar bij het probleem dat je voor de klant oplost. Zorg dat de omschrijving<br />

aansluit bij het taalgebruik van de klant. Dat dwingt je om je diensten door<br />

zijn ogen te bekijken – een goede voorbereiding voor de acquisitie.<br />

Vaak wordt een strikte scheiding gehanteerd tussen producten en diensten.<br />

Producten zijn tastbaar en kunnen op voorraad worden geproduceerd,<br />

diensten niet. Maar zo absoluut is dit verschil niet: bijna alle producten<br />

gaan gepaard met een dienst (bijvoorbeeld garantie op een wasmachine).<br />

En omgekeerd zijn diensten meestal gekoppeld aan producten<br />

(bijvoorbeeld het eindrapport van een organisatieadviseur, de tekst van<br />

een vertaler en de afdrukken van een fotograaf).<br />

De scheiding tussen producten en diensten wordt bovendien steeds<br />

kleiner: ze vloeien langzaam in elkaar over. Massaproducten maken plaats<br />

voor productie op bestelling, geheel aangepast aan de wensen van de klant.<br />

Diensten worden gestandaardiseerd tot massagoederen, niet toevallig hebben<br />

banken het over hun ‘financiële producten’.<br />

Om je gedachten te scherpen kun je het aanbod van je concurrenten bestuderen:<br />

wat doen ze, waar zijn ze goed in, wat werkt? Benchmarking heet<br />

dat: je activiteiten vergelijken met de sterkste spelers op de markt. Rank<br />

Xerox – producent van kopieermachines – heeft het ver geschopt met ‘afkijken’<br />

(zie ook pagina 55).<br />

Benchmarking heeft twee voordelen: je voorkomt dat je opnieuw het wiel<br />

moet uitvinden en je vermijdt dat je dienst te veel afwijkt van wat de markt<br />

gewend is. Bestaande diensten zijn namelijk gemakkelijker te verkopen<br />

dan geheel nieuwe.<br />

Vervolgens ga je sleutelen aan het aanbod, want met alleen imiteren zul je<br />

geen klanten trekken. Zorg dat je diensten op enkele punten voldoende verschillen<br />

van die van de concurrentie, bijvoorbeeld door je te specialiseren.<br />

52


De markt op<br />

Je kunt ook een bijzondere dienst aan je aanbod toevoegen als lokkertje<br />

om klanten binnen te halen. Zo’n dienst mag arbeidsintensief zijn, je mag<br />

er zelfs op toeleggen, als er maar een basisdienstverlening tegenover staat<br />

waaraan wel voldoende te verdienen is (zie pagina 71).<br />

II. Doelgroepen kiezen<br />

Zelfstandigen leveren bijna altijd maatwerk, hun diensten zijn toegespitst<br />

op de specifieke situatie van de klant. Vaak zijn bedrijven en organisaties<br />

hun belangrijkste klanten, want die hebben voldoende geld om mensen in<br />

te huren. Maar ook privépersonen kunnen afnemer zijn.<br />

Hoewel elke klant anders is, is het meestal toch mogelijk verschillende<br />

groepen te onderscheiden met eenzelfde soort behoefte. Indeling van klanten<br />

in doelgroepen (segmentering) maakt de markt inzichtelijker en maakt<br />

het mogelijk je diensten gericht aan te bieden.<br />

Net zoals diensten niet al te vernieuwend moeten zijn, moet je ervoor<br />

uitkijken dat je doelgroep niet al te sterk afwijkt van die van je concurrenten.<br />

Het is gemakkelijker om te concurreren op een bestaande markt dan<br />

een onaangeboorde markt te veroveren. Op een bestaande markt kun je<br />

natuurlijk wel zoeken naar een niche, een deelmarkt die voor grote spelers<br />

te klein is om apart te benaderen.<br />

Een organisatieadviseur kan zich bijvoorbeeld exclusief richten op toneelgezelschappen,<br />

een boekhouder op kapperszaken, een tuinarchitect<br />

op dakterrasbezitters en een masseuse op zwarte vrouwen.<br />

III. Aanbod en doelgroepen combineren<br />

De doelgroepen en diensten kun je tegen elkaar afzetten in een matrix.<br />

Daarin geef je aan welke diensten voor welke doelgroepen interessant zijn.<br />

Op basis hiervan ga je klanten werven.<br />

Het lijkt aantrekkelijk om in elk hokje een kruisje te zetten: hoe meer<br />

kruisjes, hoe meer kansen. Maar dat is alleen op papier zo, weinig kansrijke<br />

combinaties kun je beter laten rusten. Door te kiezen steek je je energie, tijd<br />

en geld alleen in reële combinaties.<br />

53<br />

Kies de doelgroepen<br />

die je wilt bedienen<br />

Welke diensten voor<br />

welke doelgroepen?


Op welke specifieke<br />

klanten ga je je richten?<br />

Hoofdstuk 3<br />

Van zijn reportages uit Oost-Azië publiceert een fotograaf regelmatig foto’s in een<br />

landelijk dagblad. Dat is goed voor zijn imago en geeft inhoudelijke voldoening,<br />

maar het is moeilijk om daarvan te leven.<br />

Vakbladen betalen over het algemeen beter, het grote geld zit bij commerciële<br />

opdrachtgevers. Ook beurzen en subsidies kunnen een goede inkomstenbron zijn.<br />

Door verschillende soorten opdrachtgevers te combineren, maakt de fotograaf zijn<br />

eigen reportages financieel haalbaar.<br />

Behalve met reportages kan een fotograaf geld verdienen door foto’s in opdracht<br />

te maken. Ook het voeren van de fotoredactie biedt mogelijkheden, omdat nogal<br />

wat vakbladen daarvoor zelf niet de kennis en de contacten hebben.<br />

Diensten<br />

54<br />

Doelgroepen<br />

Publieksbladen Vakbladen Bedrijven Fondsen<br />

Eigen reportages • • •<br />

Opdrachtfoto’s • • •<br />

Fotoredactie •<br />

Het alternatieve marktonderzoek<br />

Na de kwalitatieve afbakening is het zaak erachter te komen of de markt<br />

groot genoeg is. Daarvoor is marktonderzoek nodig. Zo’n onderzoek is niet<br />

voorbehouden aan dure bureaus die vuistdikke rapporten schrijven op basis<br />

van enquêtes en analyses van het verzorgingsgebied.<br />

Het internet is natuurlijk een ware Fundgrube, kijk daarnaast ook bij de<br />

Kamer van Koophandel (KvK), de gemeente waarop je je richt, je brancheorganisatie<br />

en het Centraal Bureau voor de Statistiek (CBS).<br />

Meestal is aanvullend marktonderzoek nodig, toegespitst op je eigen situatie.<br />

Bijvoorbeeld als je klanten nauwelijks in kaart zijn gebracht of als<br />

je een (relatief) nieuwe dienst aanbiedt. Dat onderzoek kun je <strong>gratis</strong> doen,<br />

sterker nog, je kunt je ervoor laten betalen. Want voor zelfstandigen voldoet<br />

een actiegericht marktonderzoek meestal.<br />

In een actieonderzoek test je de combinatie dienst/doelgroep in de praktijk.<br />

Actiegericht betekent dat er geen strikte scheiding is tussen het marktonderzoek<br />

en het werken als eigen baas. Al onderzoekend ben je aan het<br />

werk, al werkend onderzoek je de markt.


De markt op<br />

Hanteer in de onderzoeksfase van meet af aan reële prijzen. Als je in het<br />

begin een laag tarief in rekening brengt, zal dat het marktonderzoek vertekenen.<br />

Er lijkt dan een grote markt braak te liggen, terwijl de klanten alleen<br />

maar afkomen op prijzen waarvan je helemaal niet kunt leven.<br />

Praat met potentiële klanten. Verplaats je in de klant en geef je oren en<br />

ogen goed de kost. Terwijl je de plannen uitwerkt, presenteer je je aan potentiële<br />

klanten en bouw je een netwerk van contacten op.<br />

Bespreek je ideeën met bevriende ondernemers in je vakgebied. Het is<br />

kortzichtig om alle andere zelfstandigen als concurrenten te beschouwen.<br />

Zoek naar mensen die zich vooral als collega opstellen. Zo laat je je adviseren<br />

en breid je en passant je netwerk van contacten uit. Collega’s weten dat<br />

je ‘in de markt bent’ en kunnen opdrachten aan jou uitbesteden of met je<br />

samenwerken (zie ook pagina 141).<br />

Breng je concurrenten in de breedste zin in beeld. Het verschil met<br />

benchmarking is dat je bij concurrentieonderzoek niet alleen naar de top<br />

kijkt, maar naar alle concurrenten. Welke diensten bieden ze aan en welke<br />

markten bedienen ze? Hoe succesvol opereren zij op jouw markt? Wat<br />

zijn hun sterke punten en wat hun zwakke? Welke prijzen hanteren ze en<br />

welke service bieden ze? Onderscheid je je voldoende met je aanbod en/of<br />

doelgroepen?<br />

Marketingprincipes<br />

Natuurlijk is het niet genoeg om je markt te kennen. Of je nu timmerman of<br />

kunstenaar bent, je zult de markt actief moeten bewerken. ‘Zolang je niet<br />

wordt gezien of gehoord, doet de kwaliteit van wat je maakt er niet toe’,<br />

motiveert hoogleraar Cultureel ondernemerschap Nachoem Wijnberg de<br />

noodzaak om aandacht te genereren.<br />

Nogal wat zelfstandigen hebben een hekel aan het woord marketing omdat<br />

ze daarbij denken aan reclameslogans. Maar reclame is slechts een<br />

klein aspect van marketing. Je marketing is de hele communicatie met de<br />

markt. Het gaat om alles waarmee je naar buiten treedt, van de omschrijving<br />

van de diensten die je aanbiedt tot de boodschap op je voicemail, van<br />

je visitekaartje tot de tarieven die je hanteert: ‘Ik ben duur dus ik ben goed.’<br />

55<br />

Wees niet te angstvallig<br />

met je ideeën<br />

‘Ik ben duur dus<br />

ik ben goed’


De vier klassieke<br />

marketinginstrumenten.<br />

Plus twee extra<br />

Hoofdstuk 3<br />

Idealiter begin je niet met het bepalen van je diensten, die je vervolgens<br />

met marketingtechnieken moet zien te verkopen, maar leer je eerst je klanten<br />

en hun behoeften zo goed kennen dat je op basis daarvan diensten kunt<br />

formuleren die zichzelf verkopen.<br />

Slechts weinig zelfstandigen gaan zo fundamenteel te werk – vaak staat<br />

het soort werk dat ze willen doen of hun specialisatie voorop – maar het is<br />

wel belangrijk om je te realiseren dat marketing onlosmakelijk verbonden<br />

is met de essentie van je praktijk. Of je nu besluit om een nieuwe dienst<br />

aan te bieden, een deel van je markt af te stoten of geen stropdas te dragen<br />

als je opdrachtgevers bezoekt, het heeft allemaal met marketing te maken.<br />

Wil je een samenhangend plan kunnen maken, dan is het nodig om naar<br />

alle middelen te kijken die tot je beschikking staan. Traditioneel onderscheiden<br />

bedrijven vier marketinginstrumenten: Product, Prijs, Plaats,<br />

Presentatie.<br />

Deze vier P’s vormen de basis voor het marketingplan. De marketingwetten<br />

gelden uiteraard ook voor zelfstandigen, toch liggen de accenten<br />

anders. Zo wijkt het relatieve belang van de vier instrumenten af, daarom<br />

houdt dit hoofdstuk een andere volgorde aan. Bovendien heeft de zelfstandige<br />

meer pijlen op zijn boog.<br />

Bij zelfstandigen is de presentatie niet los te zien van de persoon, sterker<br />

nog: persoon en presentatie zijn één geheel en bovendien het belangrijkste<br />

instrument dat je hebt (pagina 57). Daarna komt het dienstenpakket dat<br />

je aanbiedt, waarbij het erom gaat of je je voldoende specialiseert (pagina<br />

60) en of je genoeg kwaliteit levert (pagina 62). Vervolgens leg je de prijs<br />

oftewel het tarief vast (pagina 64) en overweeg je wat je <strong>gratis</strong> weg gaat<br />

geven (pagina 71). Tot slot moet je de plaats bepalen waar je je diensten<br />

aanbiedt én de plaats vanwaaruit je werkt (pagina 73).<br />

Het marketingplan is bij zelfstandigen geen dik boekwerk, vaak is het<br />

beter om je aanpak vast te leggen in een korte, bondige formule (pagina<br />

77). Ook in de keuze van je naam (pagina 78) en je huisstijl (pagina<br />

80) vindt je marketingaanpak zijn weerslag.<br />

56


Persoon & presentatie<br />

De markt op<br />

Persoon en onderneming zijn bij zelfstandigen niet te scheiden: je bént je<br />

onderneming. Ook je dienstverlening is onlosmakelijk met je persoon verbonden:<br />

jij bepaalt hoe je je diensten invult en daarmee wat je klanten te<br />

bieden hebt.<br />

Deze persoonlijke manier van dienstverlening kan een groot voordeel<br />

zijn ten opzichte van grote bedrijven, die alleen gestandaardiseerde diensten<br />

aanbieden en klanten slechts als dossiers zien. Met persoonlijke aandacht,<br />

inzet en betrokkenheid kun je klanten over de streep trekken. Medewerkers<br />

van grote bedrijven vinden het vaak leuk om met een ondernemer<br />

te werken: geen stroperige procedures, een frisse wind, nieuw elan. Vaak<br />

speelt een tikje jaloezie daarbij een rol: zelf zouden ze ook liever niet de hele<br />

dag met steeds dezelfde mensen vergaderen.<br />

Vertrouwen speelt bij dienstverlening een doorslaggevende rol, vooraf<br />

staat nooit onomstotelijk vast welk aanbod het beste is. De klant weet dus<br />

nooit zeker of hij de opdracht wel aan de juiste gunt. Deze fundamentele<br />

onzekerheid moet je zien weg te nemen door persoonlijk contact.<br />

Persoonlijke contacten spelen altijd een grote rol in zaken. Ook dat geeft<br />

de zelfstandige een voorsprong: de klant weet bij hem zeker dat hij met<br />

de beslisser zelf aan tafel zit en niet met een junior consultant die aan het<br />

werk moet worden gehouden. Ook op de arbeidsmarkt wordt persoonlijkheid<br />

overigens steeds belangrijker, er is een verschuiving zichtbaar van<br />

‘wat kan ik?’ naar ‘wie ben ik?’<br />

De houding: ‘Ik ben goed, dus ze nemen me wel’, is onvoldoende. Niet<br />

alleen je deskundigheid is belangrijk, maar ook de manier waarop je die<br />

naar buiten brengt. Gelijk hebben is één ding, gelijk krijgen is minstens zo<br />

belangrijk.<br />

Je moet jezelf presenteren en verkopen. Niet je karakter of je mooie blauwe<br />

ogen, maar je capaciteiten, ervaring en professionaliteit. Jezelf verkopen<br />

betekent niet dat je jezelf moet verloochenen, of dat je je als voetveeg moet<br />

laten gebruiken. Idealen en principes vormen een wezenlijk onderdeel van<br />

iemands persoon, houd je grenzen dus goed in de gaten. Beperk je daarbij<br />

wel tot belangrijke principes en laat vastgeroeste patronen en stokpaardjes<br />

57<br />

Jij bént je onderneming<br />

Onzekerheid<br />

wegnemen<br />

Principes en<br />

stokpaardjes


Formuleer je aanbod<br />

concreet en begrijpelijk<br />

Elevator pitch<br />

Let op je uiterlijke<br />

presentatie<br />

Hoofdstuk 3<br />

varen. Pas dan is wisselwerking en wederzijdse afstemming met de klant<br />

mogelijk.<br />

Veel mensen vinden het gênant om zichzelf te verkopen, ze denken al snel<br />

dat ze opscheppen of met zichzelf te koop lopen. Eerlijk zijn over je capaciteiten<br />

betekent dat je ze niet moet overdrijven, maar zeker ook dat je ze niet<br />

moet onderschatten of bagatelliseren. Niemand zit te wachten op een eigen<br />

baas die mompelt dat hij het ‘ook allemaal niet zo precies weet’. Maar ook<br />

een bluffer zal vaak zijn neus stoten. In een goede presentatie zijn deskundigheid<br />

en dienstbaarheid in evenwicht. Vertel ook niet alleen gladde succesverhalen:<br />

een aanstekelijk verhaal over een mislukking of blunder kan<br />

het ijs breken en een springplank zijn om inhoudelijk op je vak in te gaan.<br />

Je moet helder kunnen uitleggen wat je praktijk inhoudt. Zorg dat je een<br />

globaal verhaaltje in je hoofd hebt voor presentaties, borrels en andere momenten<br />

waarop mensen vragen: ‘Wat doe jij nou eigenlijk?’ Begin niet meteen<br />

met een uitvoerig betoog, waarschijnlijk zit je gesprekspartner daar<br />

helemaal niet op te wachten. Pas als hij geïnteresseerd blijkt, kom je met<br />

een uitgebreid verhaal.<br />

Als mensen glazig gaan kijken, is je boodschap niet afgestemd op de toehoorder.<br />

Houd het concreet en begrijpelijk voor buitenstaanders. ‘Ik ben<br />

betrokken bij het implementeren van veranderingsprocessen bij distributiesystemen’,<br />

klinkt anders dan: ‘Ik adviseer klanten hoe ze hun spullen<br />

sneller op de juiste plek krijgen.’ Anekdotes en voorbeelden blijven langer<br />

hangen dan abstracte beschouwingen, vooral cijfers spreken tot de verbeelding.<br />

‘De spullen staan nu binnen twee dagen in het rek van de supermarkt,<br />

vroeger duurde dat een halve week.’<br />

Een goed hulpmiddel om jezelf te trainen is de elevator pitch: je hebt minder<br />

dan een minuut om een wildvreemde in de lift uit te leggen wat je doet<br />

en waarom het interessant zou kunnen zijn om met jou te werken. Maar<br />

aan je moeder, de buurman of de krantenbezorger uitleggen wat je doet, is<br />

vaak minstens zo moeilijk. Probeer het maar eens.<br />

Besteed ook aandacht aan je uiterlijke presentatie, je krijgt nooit een tweede<br />

kans voor de eerste indruk. Details als kleding, visitekaartjes en verzorging<br />

van je correspondentie zijn van groot belang. Zorg dat ze in overeen-<br />

58


De markt op<br />

stemming zijn met het imago dat je nastreeft en met de codes die in je beroep<br />

gangbaar zijn. Een stropdas betekent voor een kunstschilder niet<br />

hetzelfde als voor een financieel adviseur. Een handgeschreven factuur kan<br />

origineel zijn voor een tekenaar, voor een computerprogrammeur is zo’n<br />

manier van declareren vooral sukkelig.<br />

De wereld van de haute finance verlangt hongerige honden (‘Wij dromen<br />

geld, wij denken geld, wij zijn geld’), de reclamewereld wil hippe trendwatchers<br />

en crisismanagers moeten rust en weloverwogenheid uitstralen.<br />

Maar altijd geldt: probeer niet te voldoen aan beelden die niet bij je passen.<br />

‘Een ondernemer is iemand die zijn hond meeneemt naar zijn werk’, luidt<br />

een fraaie omschrijving. Blijf jezelf, je bent geen opgepoetste werknemer<br />

die glimlachend in een tv-commercial moet verkondigen: ‘Ik ben KPN.’<br />

Onconventionaliteit kan voordelig zijn. Door af te wijken van de gangbare<br />

normen op je vakgebied, onderscheid je je van je concurrenten. Maar<br />

onderschat het conservatisme van de meeste klanten niet. Te veel onderscheid<br />

maakt ze zenuwachtig terwijl je juist moet proberen om hun onzekerheid<br />

te reduceren.<br />

De beslissing om je in te huren wordt meestal niet genomen waar je bij<br />

bent. Het is dus handig als je een boekje of folder kunt achterlaten met de<br />

belangrijkste informatie, of als je kunt verwijzen naar je website waar alle<br />

informatie keurig op een rij staat, met referenties van succesvolle projecten.<br />

Als je complexe diensten aanbiedt die onderling sterk verschillen, kan<br />

het goed zijn om voor elke dienst een aparte folder of website te maken zodat<br />

klanten geen overbodige informatie hoeven te lezen. Uiteraard moeten<br />

folders actueel zijn, goed ontworpen en goed geschreven: beter geen folder<br />

dan een slechte. Hetzelfde geldt voor een website (zie pagina 100).<br />

Een portfolio of presentatiemap is wat ouderwets geworden, maar het is<br />

nog steeds een bruikbare manier om werk te presenteren dat op een website<br />

of in een brochure niet goed tot zijn recht komt. Bovendien geeft het je<br />

de gelegenheid om bij klanten langs te gaan en persoonlijk contact op te<br />

bouwen.<br />

59<br />

Folder, website<br />

of portfolio


Combineer diensten<br />

en doelgroepen<br />

Zorg voor één<br />

melkkoe en liefst<br />

ook nog een ster<br />

Hoofdstuk 3<br />

Specialisatie<br />

Met de afbakening van je markt (pagina 51) heb je je diensten al grofweg<br />

vastgelegd. Nu is het tijd voor een verdere uitwerking. Net als producten<br />

hebben diensten een levenscyclus: ze komen op, groeien uit, krimpen in en<br />

sterven af.<br />

In de beginfase zijn klanten wantrouwig omdat de dienst zijn nut nog<br />

niet ten volle heeft bewezen. In de groeifase accepteren de klanten de<br />

dienst, zijn er nog weinig concurrenten en zijn de prijzen hoog. Dit zijn de<br />

stars waarvan je moet profiteren. In de rijpe fase kun je ook nog redelijk<br />

verdienen aan de dienst: weliswaar zijn er inmiddels veel meer kapers op<br />

de kust, maar er zijn nog genoeg klanten om alle aanbieders aan het werk<br />

te houden. Dit zijn de cash cows. De volgende fase is gevaarlijk: de prijzen<br />

staan onder druk door hevige concurrentie en de dienst raakt achterhaald<br />

doordat klanten het zelf kunnen of doordat ze uitwijken naar nieuwe<br />

diensten.<br />

Een bestaande dienst kan op een andere markt een tweede jeugd beleven.<br />

Voor een decorbouwer die in de armlastige toneelwereld niet genoeg<br />

kan verdienen, kan de inrichting van cafés een goede aanvulling van zijn<br />

orderportefeuille zijn. Mogelijkheden liggen er ook bij werkzaamheden die<br />

organisaties tot nog toe niet uitbesteden. Veel bedrijven zijn er al aan gewend<br />

dat ze de catering en het schrijven van brochures door derden kunnen<br />

laten verzorgen. Misschien is er ook wel een markt voor functioneringsgesprekken.<br />

Een goede praktijk heeft minstens één melkkoe in zijn dienstenpakket,<br />

en liefst ook nog een ster. Deze leggen de economische basis voor de ontwikkeling<br />

van nieuwe diensten, voor arbeidsintensieve specialisaties en<br />

voor projecten waar je hart naar uitgaat maar die niet veel opbrengen.<br />

Gebruik je energie zo efficiënt mogelijk. Het kost veel tijd om één lezing<br />

te geven: je moet researchen, een opbouw bedenken, een tekst schrijven<br />

en instuderen, beeldmateriaal verzamelen en in een slideshow zetten. Om<br />

nog maar te zwijgen van de zenuwen: komt het wel over? De tweede keer<br />

is al een stuk gemakkelijker en hoe vaker je dat verhaal houdt, hoe minder<br />

inspanning het kost. Terwijl het tarief hetzelfde blijft.<br />

60


De markt op<br />

Als je voor een opdracht veel informatie hebt vergaard, is het vaak mogelijk<br />

om die kennis ook voor andere opdrachtgevers aan te wenden. Een ervaren<br />

spreker heeft een aantal standaardverhalen waaruit hij kan putten.<br />

Die voorziet hij van een inleiding op maat, een paar toepasselijke anekdotes<br />

en een uitsmijter die zijn publiek nog lang zal heugen.<br />

Uiteraard mogen de opdrachten elkaar niet bijten en moet je ervoor waken<br />

dat je werk voldoende exclusief blijft. Een organisatieadviseur kan zijn<br />

kennis verwerken in een cursus, een journalist kan een idee zowel voor de<br />

radio als voor de krant en een weblog gebruiken. Hetzelfde geldt voor de<br />

programmeur die een applicatie heeft ontwikkeld, de architect die een ingenieuze<br />

plattegrond heeft uitgedacht. Zelfs de kunstenaar hoeft niet te<br />

wanhopen: hij kan genummerde zeefdrukken op de markt brengen.<br />

Een andere strategie is iets twee keer aan dezelfde opdrachtgever verkopen:<br />

gewoon een kwestie van je dienst in tweeën delen en beide helften<br />

apart aanbieden: beginnerscursus, gevorderdencursus. Of in drieën: intake,<br />

behandeling, nazorg. Zelfs bij het ontwikkelen van een geheel nieuwe,<br />

originele dienst moet je proberen te dubbelen: probeer het onderzoek en de<br />

studie die je nodig hebt als project te verkopen.<br />

Specialisatie houdt ook in dat je niet alle opdrachten moet aannemen<br />

waarvoor je wordt gevraagd. Natuurlijk moet je een klant niet te snel ‘nee’<br />

verkopen, maar er zijn goede redenen om af te zien van een klus:<br />

• De opdracht wijkt te veel af van de grote lijn die je hebt uitgestippeld.<br />

Een beleefde weigering voorkomt dat je specialisatie in het gedrang komt<br />

en verheldert je profiel voor de buitenwereld.<br />

• Je bent niet competent genoeg. Erkennen dat je onvoldoende bent toegerust<br />

voor een opdracht getuigt van professionaliteit, niet van zwakte.<br />

• Het werk is onder je niveau of de opdracht is niet interessant. Een opdracht<br />

weigeren kan je marktwaarde soms verhogen. Dat werkt alleen<br />

als je al een zekere reputatie hebt.<br />

• Je hebt het te druk.<br />

• De betaling is slecht.<br />

• De opdrachtgever is onbetrouwbaar of uitgesproken vervelend.<br />

61<br />

Standaardiseer<br />

Zeg vaker ‘nee’


Regel de<br />

verantwoordelijkheid<br />

bij samenwerking<br />

Bewaak je kwaliteit, dat<br />

is je belangrijkste troef<br />

Hoofdstuk 3<br />

In de eerste vier gevallen is het goed om collega-zelfstandigen achter de<br />

hand te hebben naar wie je met een gerust hart kunt doorverwijzen. Vaak<br />

zal een collega aan wie je een opdracht doorspeelt in de omgekeerde situatie<br />

ook aan jou denken.<br />

Bemiddelen bij een opdracht gaat een stap verder dan doorverwijzen. Je<br />

neemt de verantwoordelijkheid voor de klus op je en schakelt zelf andere<br />

zelfstandigen of bedrijven in. Zorg dat de verantwoordelijkheden en afspraken<br />

goed op papier staan. Bij grotere klussen breng je de tijd in rekening<br />

die je kwijt bent met de coördinatie.<br />

Om de financiële risico’s te beperken is het raadzaam om vast te leggen<br />

dat de ingeschakelde zelfstandigen – nadat jij hun werk hebt goedgekeurd<br />

– rechtstreeks aan de klant factureren. Zo vermijd je dat zij jou aansprakelijk<br />

kunnen stellen als de klant onverhoopt niet zou betalen. Zeker bij<br />

het uitbesteden van drukwerk kan het om veel geld gaan. Als de financiële<br />

verantwoordelijkheid geheel bij jou ligt, is het redelijk om daarvoor kosten<br />

in rekening te brengen, bijvoorbeeld een percentage van de omzet.<br />

Met een netwerk van zelfstandigen kun je opdrachtgevers continuïteit<br />

garanderen (zie pagina 329). Bovendien kun je op die manier opdrachten<br />

aannemen die te groot en te complex zijn voor jou alleen. Het verschil<br />

tussen zelfstandigen en grote dienstverlenende bureaus vervaagt op deze<br />

manier.<br />

Kwaliteit<br />

De kwaliteit van je diensten moet goed zijn, anders val je snel door de<br />

mand. Maar dat wil niet zeggen dat je per se op topkwaliteit moet mikken.<br />

De snelle, flexibele levering van redelijk goede diensten kan lucratiever zijn<br />

dan vechten om de top van de markt.<br />

Leg een kwaliteitsstandaard aan voor je diensten. Die standaard moet<br />

passen bij het deel van de markt dat je wilt bereiken en de prijs die je wilt<br />

realiseren. In elk geval moet de kwaliteit van je dienstverlening constant<br />

zijn. Want één misser kan je al je naam kosten.<br />

Misschien ben je zelf heel tevreden over je dienstverlening, maar als de<br />

klant teleurgesteld is, is er toch iets grondig mis. Diensten komen tot stand<br />

62


De markt op<br />

in de wisselwerking tussen jou en je klant. De kwaliteit is dus niet eenzijdig<br />

vast te stellen.<br />

Een evaluatiegesprek kan een goed middel zijn om een indruk te krijgen<br />

van de manier waarop je werk is ontvangen. Leg, als de opdracht zich daartoe<br />

leent, al bij aanvang een afspraak vast voor de evaluatie, dat maakt een<br />

serieuze indruk en voorkomt dat het wordt vergeten. Voor adviseurs biedt<br />

een evaluatiegesprek bovendien een uitgelezen kans om de acceptatie van<br />

hun adviezen te bekijken, voor de klant is het een stimulans om ze in praktijk<br />

te brengen.<br />

Veel mensen vinden het moeilijk om een eerlijk oordeel te geven, dat<br />

geldt ook voor klanten. Liever dan een negatief oordeel te geven murmelen<br />

ze ‘akkoord’ en gaan vervolgens naar een ander. Let op indirecte signalen<br />

en bied ruimte voor kritiek. Vraag klanten expliciet waarom ze je inhuren.<br />

Als je goed luistert en een beetje doorvraagt, kunnen daar verrassende antwoorden<br />

uitkomen. Misschien zijn die niet zo leuk, maar ze geven je wel<br />

zelfinzicht.<br />

Soms wordt onderscheid gemaakt tussen de proceskwaliteit (de wijze<br />

waarop de dienst tot stand is gekomen) en de outputkwaliteit. Bij de proceskwaliteit<br />

draait het om de interactie met de klant, om aandacht, respect en<br />

een professionele houding, bij de outputkwaliteit om de effectiviteit van het<br />

resultaat. Maar bij veel zelfstandigen zijn proces en resultaat nauwelijks te<br />

scheiden. Een coach kan bijvoorbeeld al snel zien waar het fout zit bij zijn<br />

klant en wat die zou moeten veranderen. Maar de essentie is juist dat die<br />

daar tijdens het coachingsproces zelf achterkomt.<br />

Het lidmaatschap van een beroepsvereniging kan de klant vertrouwen<br />

geven in de kwaliteit van je dienstverlening. Maar lang niet alle beroepsverenigingen<br />

beoordelen de kwaliteit van hun leden, ook zijn er verenigingen<br />

die alleen grote bureaus toelaten.<br />

Een brutalere manier om je kwaliteit duidelijk te maken is de slogan ‘niet<br />

goed, geld terug’. Je maakt in één klap duidelijk dat je geen gezeur wilt over<br />

het resultaat en dat je er alle vertrouwen in hebt dat het goed komt. Het risico<br />

dat een klant daadwerkelijk niet zal betalen is over het algemeen gering.<br />

En als het toch zo ver komt, is het verlies beperkt, want een langetermijnrelatie<br />

met zo iemand zat er toch al niet in.<br />

63<br />

Vraag klanten expliciet<br />

waarom ze je inhuren<br />

‘Niet goed, geld terug’


‘Wat de gek ervoor geeft’<br />

Bepaal je tarief<br />

Hoofdstuk 3<br />

Tarief<br />

De waarde van een dienst is moeilijk vast te stellen, want elke dienst is<br />

meer of minder uniek. Wat is het financiële voordeel van een reorganisatievoorstel,<br />

van een goed vormgegeven visitekaartje, van een schilderij in de<br />

wachtkamer van een notaris?<br />

De maximale prijs van een pak spaghetti is redelijk objectief vast te stellen.<br />

Ongetwijfeld heeft de Consumentenbond vergelijkend warenonderzoek<br />

gedaan naar de verschillende merken. Lastiger wordt het al bij exclusieve<br />

producten die inspelen op een hang naar stijl, imago en kwaliteit. Een<br />

dienst is nog veel moeilijker te waarderen.<br />

Centraal staat dan ook wat de klant gewend en bereid is te betalen. Oneerbiedig<br />

uitgedrukt: ‘Wat de gek ervoor geeft.’ De beste tip die dichter<br />

Ingmar Heytze naar eigen zeggen ooit kreeg was om zijn tarieven te verdubbelen:<br />

‘Sindsdien leef ik letterlijk van mijn gedichten.’<br />

Sommige zelfstandigen kiezen een strategie die alternatieve restaurants<br />

ook wel gebruiken: de klant bepaalt achteraf zelf wat het hem waard was.<br />

Dit is volgens trendwatcher Justien Marseille ‘de economie van het gunnen’.<br />

Deze ‘andersom economie’ heeft volgens haar de toekomst. Soms krijgt een<br />

zelfstandige driemaal meer dan hij dacht, soms veel minder, soms wordt<br />

hij in natura betaald. Of niet. In de startfase kan het een interessante optie<br />

zijn – werken in ruil voor een ov-Jaarkaart of een kantoorplek – maar voor<br />

een serieuze praktijk is het een wat wankele basis.<br />

Tot voor kort gaven sommige beroepsverenigingen richtprijzen voor<br />

tarieven in hun branche, maar zij durven dat niet meer sinds de NMa, de<br />

Nederlandse Mededingingsautoriteit, hun concurrentievervalsing verwijt<br />

en dreigt met processen.<br />

Je tarief vaststellen doe je in drie stappen. Eerst bepaal je je basistarief, vervolgens<br />

spits je dat toe op een specifieke opdracht en ten slotte kijk je of het<br />

psychologisch goed overkomt.<br />

Stap 1 Basistarief bepalen<br />

Achterhaal bij collega’s en opdrachtgevers welke tarieven in je vakgebied<br />

gangbaar zijn. Een indicatie kun je ook ontlenen aan de site freep.nl/freep/<br />

64


De markt op<br />

tarieven. Kijk ook naar de salarissen die in je branche worden betaald (zie<br />

pagina 70).<br />

Over het algemeen zal hieruit niet één vast tarief volgen, maar eerder een<br />

bandbreedte waarbinnen de tarieven zich bewegen. Bepaal je eigen positie<br />

op dit speelveld. Grofweg zijn er vier factoren die je moet wegen.<br />

• Ervaring.<br />

• Status.<br />

• Opleiding.<br />

• Mate van specialisatie.<br />

Hoe hoger je op deze factoren scoort, hoe meer je aan de bovenkant van de<br />

tarieven uit je branche kunt gaan zitten en omgekeerd.<br />

Omdat zelfstandigen weinig vaste kosten hebben, kunnen ze meestal<br />

goedkoper werken dan dienstverlenende bedrijven in dezelfde branche.<br />

Duik echter niet te veel onder de prijzen van de bureaus waarmee je concurreert.<br />

Als je onder de marktprijs gaat werken, tast je je geloofwaardigheid<br />

aan. Prijsconcurrentie is een slechte methode om opdrachten te verwerven.<br />

Het verkoopargument: ‘Ik ben goedkoper dan een echt bureau’, zal<br />

de klant al snel vertalen in: ‘Jij bent slechter dan een echt bureau.’<br />

Soms is schipperen noodzakelijk om op een niet te hoge totaalprijs uit<br />

te komen. Hanteer in zo’n geval je gevraagde uurtarief en bereken niet alle<br />

uren door, dat is beter dan alle uren in rekening brengen tegen een lagere<br />

prijs. Het voordeel zul je merken bij vervolgopdrachten en bij meerwerk (zie<br />

pagina 127).<br />

Stap 2 Tarief toespitsen<br />

Als je voor jezelf een basistarief hebt bepaald, kun je daar vervolgens mee<br />

gaan variëren. Je bent ondernemer, dus je mag zelf bepalen welke prijs je<br />

wanneer hanteert. Je prijs is een instrument, durf ermee te spelen. Doe dat<br />

echter niet in het wilde weg, dat komt ongeloofwaardig over en kan er gemakkelijk<br />

toe leiden dat het een kwestie van loven en bieden wordt. Marktwerking<br />

is leuk, maar probeer koehandel zoveel mogelijk te vermijden.<br />

65<br />

Werk niet onder<br />

de marktprijs<br />

Differentieer je tarieven


Argumenten bij<br />

onderhandelingen<br />

Nacht- en<br />

weekendtoeslag<br />

Prestige drukt de prijs<br />

Hoofdstuk 3<br />

Op de volgende pagina’s vind je een achttal factoren die je kunt laten<br />

meewegen bij het opslagpercentage dat je in rekening brengt, of de korting<br />

die je verleent. Je kunt elke factor van een positief of negatief percentage<br />

voorzien en vervolgens alle percentages optellen, maar dat is alleen ogenschijnlijk<br />

objectief.<br />

Loop de factoren vooral na om je gedachten te scherpen en probeer zo<br />

tot een min of meer gefundeerd tarief voor een specifieke klus te komen.<br />

Door op deze manier te werk te gaan, heb je bovendien bij eventuele onderhandelingen<br />

argumenten paraat. Zie ook pagina 130.<br />

• Aard van de opdracht. Het tarief stijgt met het belang en de complexiteit<br />

van de klus.<br />

• Spoedeisendheid. Als de opdracht nacht- of weekendwerk vereist, is een<br />

toeslag van vijftig procent redelijk.<br />

• Lengte van de opdracht. Kortlopende opdrachten waarvoor veel concentratie<br />

en inleving nodig is, vergen een hogere uurprijs dan langlopende<br />

contracten die een aantal dagdelen per week in beslag nemen.<br />

• Soort werk. In navolging van de reclamewereld splitsen steeds meer<br />

branches hun werkzaamheden uit: adviesuren zijn duurder dan administratieve<br />

uren, creatieve uren duurder dan reisuren. Ook als je werkt<br />

met een gewogen gemiddelde van de verschillende soorten werk die je<br />

verricht, is het goed om per opdracht te kijken hoe de balans tussen dure<br />

en goedkope uren ligt.<br />

• Gebruik van eigen apparatuur. Als je zelf dure apparatuur mee moet<br />

brengen, kun je dat laten doorwerken in je tarief.<br />

• Soort opdrachtgever. Kleine organisaties hebben meestal meer moeite<br />

met de hoogte van het honorarium dan grote. Die laatste hechten vooral<br />

belang aan de kwaliteit, uitvoering en continuïteit. Tegelijk zijn ze ook<br />

kritischer en harder in de onderhandelingen. Ideële organisaties die met<br />

vrijwilligers werken, vormen het andere uiterste.<br />

• Status van de opdrachtgever. Het prestige van een opdracht drukt de<br />

prijs, je kunt er later immers mee pronken. Landelijke kranten benutten<br />

dit mechanisme feilloos en betalen veel minder dan sponsored magazines<br />

en bedrijfsbladen.<br />

66


De markt op<br />

• Regio. Uit een vergelijkend onderzoek onder 2.800 zelfstandigen van<br />

freelancematch.nl blijkt dat het uurtarief in Amsterdam 7 euro hoger ligt<br />

dan het Nederlands gemiddelde. En dat een opdrachtgever in de Randstad<br />

tweemaal zoveel betaalt voor het vertalen van een tekst of het bouwen<br />

van een website dan in Drenthe.<br />

• Persoonlijke afwegingen. Je motieven om opdrachten aan te nemen<br />

kunnen verschillen. Commerciële opdrachten moeten meer geld opbrengen<br />

dan klussen die je hart hebben. Het is jouw keuze hoeveel je vraagt<br />

en hoeveel of juist hoe weinig je dan verdient.<br />

Stap 3 Verpakken<br />

Ook psychologische factoren kun je bij de uiteindelijke vaststelling een rol<br />

laten spelen. Vijftig euro en honderd euro zijn duidelijke barrières: ga je<br />

erboven of eronder zitten? Bij dagprijzen zijn vijfhonderd en duizend euro<br />

psychologische grenzen.<br />

De prijsstelling kan ook een statement zijn: een interim-manager die 155<br />

euro per uur vraagt, suggereert dat er een gedegen calculatie aan zijn prijs<br />

ten grondslag ligt. Een tarotlezer die op een braderie twintig euro vraagt<br />

voor een halfuur toekomstvoorspelling, kan zijn drempel verlagen door<br />

daarnaast een klein consult van tien minuten aan te bieden voor €7,50. Een<br />

vormgever kan ervoor kiezen om speciaal voor particuliere klanten een<br />

prijs inclusief btw te hanteren om zo duidelijk te maken dat ze bij hem precies<br />

weten waar ze aan toe zijn en dat er geen verborgen kosten zijn.<br />

Een speechwriter krijgt van een aidspreventie-organisatie de vraag of hij hun<br />

toespraak voor de jaarlijkse Wereld Aids Dag wil schrijven. Tarieven voor<br />

speechwriters liggen tussen 40 en 80 euro per uur. Omdat hij dit werk al jaren doet<br />

en een goede reputatie heeft, hanteert hij 65 euro per uur als basistarief.<br />

De opdrachtgever is hem sympathiek, evenals het doel van de presentatie:<br />

de noodklok luiden voor de situatie in Rusland en Oost-Azië, waar het aantal<br />

besmettingen explodeert. De organisatie heeft hem meteen al verteld dat ze<br />

armlastig is, dus hij staat op het punt om vijftig procent korting te geven. Maar<br />

dan realiseert hij zich dat het een lastige klus is: de opdrachtgever kan niet goed<br />

aangeven wat de kern van het verhaal is, verder blijken er intern verschillen van<br />

67<br />

Tarief als statement


Uurprijs versus stukprijs<br />

Royalty’s<br />

Hoofdstuk 3<br />

mening te bestaan. Bovendien is er haast bij en zal er waarschijnlijk nogal wat<br />

overwerk aan te pas komen.<br />

Daar staat tegenover dat de status van de opdracht weliswaar niet zo hoog is,<br />

maar dat de opdrachtgever ervoor wil zorgen dat zijn naam op de aftiteling komt<br />

en op de hand-out van de tekst na afloop. Bij nader inzien besluit hij de korting<br />

te beperken tot dertig procent en dus komt hij op een uurtarief van 0,70 × €65 =<br />

€45,50. In zijn offerte rondt de speechwriter het uurtarief voor deze opdracht af op<br />

45 euro, de totale klus van 2,5 dag komt daarmee op 900 euro.<br />

Uiteraard vermeldt hij expliciet welke eenmalige korting hij heeft gehanteerd,<br />

zodat hij bij mogelijke verdere opdrachten opnieuw zelf zijn afweging kan maken.<br />

Declaratie van het aantal gewerkte uren tegen een afgesproken uurtarief is<br />

gunstiger dan werken tegen een vaste prijs die vooraf is bedongen. Adviseurs,<br />

trainers en fotomodellen werken allang met uurtarieven of dagprijzen,<br />

maar ook andere branches – zoals de reclame – stappen over op urendeclaratie.<br />

Dat wil niet zeggen dat je onbeperkt uren in rekening kunt brengen:<br />

opdrachtgevers willen vooraf een goede indicatie van het aantal uren.<br />

Ook eisen ze steeds vaker een gespecificeerde verantwoording achteraf: de<br />

tijd is voorbij dat een advocaat zijn declaratie kon opmaken aan de hand<br />

van de dikte van het dossier.<br />

In sommige branches zijn uurtarieven nog nauwelijks gangbaar: vertalers<br />

krijgen per woord betaald (minimaal 6,2 eurocent per woord voor<br />

literaire vertalingen, twaalf tot vijfentwintig eurocent voor technische vertalingen),<br />

notulisten per vergadering en portretschilders per schilderij. De<br />

NVJ vindt dat freelancejournalisten per uur moeten worden betaald, maar<br />

nog steeds is stukloon gebruikelijk, tussen de dertig en zestig eurocent per<br />

woord. En dat is aanzienlijk minder dan de woordprijs van een redacteur<br />

in loondienst, die kost de uitgever zeker het dubbele.<br />

Het tarief kan ook worden gekoppeld aan de waarde van de transactie.<br />

Architecten verdienen bijvoorbeeld tussen de tien en vijftien procent van<br />

de bouwsom. Auteurs krijgen royalty’s over de verkochte boeken, gebruikelijk<br />

is tien procent van de winkelprijs exclusief btw over de eerste vijfduizend<br />

verkochte exemplaren, 12,5 procent over de volgende vijfduizend en<br />

vijftien procent over de rest. Een voorschot is gebruikelijk: maximaal de<br />

helft van de verwachte royalty’s.<br />

68


De markt op<br />

Verder zijn gemengde beloningen mogelijk, bijvoorbeeld een laag uurtarief<br />

met een bonus die afhankelijk is van het resultaat. Helemaal op basis<br />

van no cure no pay werken is zeldzaam in Nederland.<br />

Hoe de betaling ook geregeld is, leg voor jezelf altijd een link met de hoeveelheid<br />

tijd die je in de opdracht steekt. Met een nacalculatie kun je berekenen<br />

welk uurtarief je hebt gerealiseerd. Sommige zelfstandigen komen<br />

dan tot de ontdekking dat ze minder verdienen dan een werkster die zwart<br />

schoonmaakt. Dat risico is bijvoorbeeld niet denkbeeldig bij zelfstandigen<br />

die per ‘contactuur’ worden betaald, zoals docenten. Het tarief voor de<br />

twee uur lesgeven kan wel hoog zijn, maar je moet kijken naar alle uren<br />

voorbereiding, begeleiding en evaluatie die daarbij horen, want dat bepaalt<br />

je werkelijke uurtarief.<br />

Houd ook rekening met inflatie. Het leven wordt elk jaar duurder en de<br />

lonen van werknemers stijgen eveneens elk jaar met een paar procent. Als<br />

je als zelfstandige al een paar jaar op hetzelfde uurloon zit, is het tijd om je<br />

tarieven weer eens onder de loep te nemen. Elke drie tot vijf jaar moet je er<br />

tien procent bovenop doen om niet structureel in te teren.<br />

Veel buitenstaanders – zowel mensen in loondienst als opdrachtgevers die<br />

geen ervaring hebben met het inschakelen van zelfstandigen – vinden de<br />

uurtarieven ongekend hoog. Zo berekende Het Parool dat kickboxer Sem<br />

Schilt tijdens een K1 toernooi meer dan vier miljoen dollar per uur verdiende.<br />

Hij had door zijn snelle knockouts immers niet meer dan 353 seconden<br />

nodig om het prijzengeld van 400 duizend dollar te winnen. De rekensom<br />

klopt, maar de enthousiaste verslaggever vergat voor het gemak de lange<br />

jaren die Schilt in zijn trainingen steekt.<br />

Het klopt dat zelfstandigen per opdracht over het algemeen relatief goed<br />

betaald krijgen. Dat is ook nodig want een eigen baas kan in de praktijk<br />

maar een deel van zijn bestede uren daadwerkelijk declareren. Een werknemer<br />

kan in de tijd van de baas slap, moe of ongeïnspireerd zijn, maar een<br />

zelfstandige kan zijn baaldagen niet in rekening brengen. Hij moet zelf zijn<br />

vakgebied bijhouden, want als zijn kennis veroudert, prijst hij zichzelf uit<br />

de markt. Bovendien moet hij acquisitie plegen en zijn administratie doen.<br />

Hij moet reserveren voor slappe tijden en ziekte. Tijdens zijn vakantie heeft<br />

69<br />

Maak een nacalculatie<br />

Inflatie<br />

Zelfstandigen zijn<br />

goedkoop


Ruttenorm<br />

Leg een relatie met de<br />

lonen in je branche<br />

Hoofdstuk 3<br />

hij geen inkomsten, laat staan dat hij vakantiegeld krijgt zoals iemand met<br />

een baan of uitkering. Verder heeft een eigen baas overheadkosten en moet<br />

hij zijn eigen verzekeringen betalen en zijn pensioen opbouwen. Dat zit allemaal<br />

in het uurtarief verdisconteerd.<br />

Om duidelijk te maken dat je het uurloon van een werknemer en het uurtarief<br />

van een zelfstandige niet met elkaar mag vergelijken, rekende onderzoeker<br />

Arjan van den Born voor wat Mark Rutte per uur zou moeten vragen<br />

om aan zijn salaris als minister-president te komen. In 2012 verdiende<br />

Rutte 144.000 euro per jaar. Hij kost de Staat echter veel meer, onder andere<br />

een auto met chauffeur, pensioen en huisvesting. Van den Born komt zo op<br />

440.000 euro per jaar.<br />

Nu werkt Rutte wel buitengewoon hard, maar een deel van zijn tijd besteedt<br />

hij aan de VVD en die telt dus niet mee. Toch blijven er 1.800 declarabele<br />

uren over, wat voor een zelfstandige een topprestatie is. Maar dan nog<br />

zal hij als interim-premier 250 euro per uur moeten vragen. Van den Born<br />

stelt voor dat bedrag de Ruttenorm te noemen en dus op te houden om interim-managers<br />

die 85 euro per uur vragen te betitelen als graaiers.<br />

Is je klant van dit voorbeeld niet onder de indruk? Wijs hem er dan op<br />

dat hij jou alleen betaalt zo lang de klus duurt, een werknemer kost hem<br />

dat bedrag elk uur opnieuw, jaar in, jaar uit.<br />

Om onwennige klanten te overtuigen kun je een relatie leggen met de lonen<br />

in je branche. Neem daarvoor het brutomaandsalaris dat je met jouw leeftijd,<br />

opleiding en ervaring in loondienst zou hebben. Actuele informatie<br />

vind je bijvoorbeeld op loonwijzer.nl, een site van de FNV en de Universiteit<br />

van Amsterdam.<br />

Bij dat brutomaandsalaris komen verborgen loonkosten als werkgeverslasten,<br />

pensioenopbouw, dertiende maand en vakantietoeslag (ongeveer 33<br />

procent) en de overheadkosten (stel 25 procent). Dat maandsalaris moet je<br />

dus met 1,33 × 1,25 × 12 maanden = 20 vermenigvuldigen om op de jaaromzet<br />

te komen die je moet verdienen met je declarabele uren.<br />

Stel vervolgens dat je 70 procent declarabel kunt werken – en dat is flink<br />

aanpoten – dan kom je met 44 werkweken van 38 uur op 1.170 uur (zie pagina<br />

171). De berekende jaaromzet moet je door dit aantal uren delen om<br />

op het uurtarief uit te komen.<br />

70


De markt op<br />

Kortom: maandsalaris × 20 : 1.170, ofwel maandsalaris × 0,017. Als indicatie<br />

kun je dus 1,7 procent van het brutomaandsalaris hanteren. Een salaris<br />

van €3.000 zou dus overeenkomen met een uurprijs van €51.<br />

Een gedetailleerde berekening van je tarief kun je maken op de site<br />

zzptarief.nl. Het bruto-inkomen dat je per maand wilt verdienen, corrigeer<br />

je voor de kosten die je moet maken, het aantal factureerbare uren en de<br />

‘gemiste werknemersbaten’, zoals een dertiende maand en bonussen.<br />

Gratis?<br />

Internet heeft de moderne mens veel goeds gebracht, maar helaas ook de<br />

gedachte dat alles van waarde <strong>gratis</strong> is. En dat plaatst een ondernemer voor<br />

een lastig dilemma.<br />

In de digitale wereld zijn de transactiekosten nagenoeg nul – een programmeur<br />

heeft nauwelijks extra kosten als zijn computerspel door een<br />

miljoen mensen wordt gedownload in plaats van door tien – en dus is het<br />

logisch dat daar de zogenaamde <strong>gratis</strong>-economie begon. Inmiddels heeft<br />

deze zich echter uitgebreid naar de reële wereld: <strong>gratis</strong> kranten, <strong>gratis</strong> telefoon,<br />

<strong>gratis</strong> films, <strong>gratis</strong> vliegreizen. En daarmee zijn de verwachtingen van<br />

de consument drastisch veranderd: als die iets niet snel kan horen/lezen/<br />

zien/ervaren, dan hoeft hij het niet.<br />

Chris Anderson, hoofdredacteur van Wired, schreef er een boek over:<br />

Free. Dat is, heel consequent, <strong>gratis</strong> te downloaden, zowel in het Engels als<br />

in het Nederlands en zelfs als luisterboek. Hoe hij zijn geld verdient? Met<br />

duurbetaalde lezingen.<br />

Ook voor een kleine zelfstandige is het aantrekkelijk een deel van zijn<br />

diensten <strong>gratis</strong> te maken: het verhoogt zijn naamsbekendheid en bindt<br />

klanten. Zo verkoopt rapper Mos Def zijn albums via zijn T-shirts. Als je<br />

zo’n shirt koopt, krijg je er een link bij waarmee je zijn nieuwste album<br />

<strong>gratis</strong> kunt downloaden.<br />

Bedenk dus waar je potentiële klanten zitten en wat ze zoeken. Hoe paai<br />

je ze met <strong>gratis</strong> producten of diensten? Maar vooral: hoe ga je er uiteindelijk<br />

aan verdienen? Denk na over de verhouding tussen wat je weggeeft en<br />

waarvoor betaald moet worden. En wees daarbij niet te bang: als je alle<br />

71<br />

De <strong>gratis</strong>-economie<br />

Zorg dat je er<br />

uiteindelijk aan verdient


Fremium-model<br />

Geef de show weg en<br />

laat betalen voor de<br />

drank, of andersom<br />

Hoofdstuk 3<br />

informatie angstvallig afschermt, kan weliswaar niemand iets van je stelen,<br />

maar verkoop je ook niks.<br />

In het <strong>gratis</strong> e-book dat bij dit handboek hoort, staan vier van de veertien<br />

hoofdstukken integraal opgenomen. Daarbij komt nog een bonushoofdstuk<br />

dat de praktijk van een startend ontwerper doorrekent bij wijze van<br />

voorbeeld. We geven ruim eenderde van de inhoud weg, juist omdat we<br />

erop vertrouwen dat echte ondernemers graag betalen voor de complete<br />

versie. Als is het alleen al omdat daarin de actuele fiscale aftrekposten en<br />

tarieven staan (zie pagina 198).<br />

Het idee dat je iets kunt weggeven om iets anders te verkopen is overigens<br />

al oud: Gilette gaf begin vorige eeuw al <strong>gratis</strong> scheermeshouders weg om<br />

zo de mesjes te kunnen verkopen. Het <strong>gratis</strong> aanbieden van mobiele telefoons<br />

werkt nog steeds op dezelfde manier: je moet er een abonnement bij<br />

afsluiten.<br />

Het moderne <strong>gratis</strong>-model werkt echter anders: wat je weggeeft heeft<br />

een waarde op zichzelf: het is ook te gebruiken als je er geen andere spullen<br />

bijkoopt. Als bedrijf heb je dus geen garantie dat mensen ook iets zullen<br />

kopen. Ook de verhouding ligt anders: gaf Gilette vijf procent van zijn<br />

product weg om 95 procent te kunnen verkopen, nu is de verhouding vaak<br />

omgekeerd.<br />

Een voorbeeld is het fremium-model: naast de <strong>gratis</strong> versie is er een uitgebreide<br />

versie waarvoor je moet betalen. Veel games werken zo: je mag ze<br />

een aantal dagen <strong>gratis</strong> gebruiken, of tot een bepaald level. Een variant is<br />

dat slechts een beperkt aantal klanten ze <strong>gratis</strong> krijgt (de eerste duizend<br />

bijvoorbeeld), of alleen een bepaalde groep – zo mogen bedrijven die minder<br />

dan drie jaar oud zijn en minder dan een miljoen dollar omzetten software<br />

van Microsoft <strong>gratis</strong> gebruiken via het programma BizSpark. Ook<br />

netwerken als LinkedIn gebruiken het fremium-model, en software-ontwikkelaars<br />

als QuickTime.<br />

Steeds gaat het erom een samenspel te vinden tussen weggeven en verkopen.<br />

Je kunt de show weggeven en mensen laten betalen voor de drank,<br />

zoals striptenten doen. Maar je kunt ook een voorbeeld nemen aan casino’s<br />

72


De markt op<br />

die de tegenovergestelde werkwijze hanteren: de drankjes weggeven en de<br />

show verkopen.<br />

Psychologisch geraffineerd is het Deense fitnesscentrum dat een <strong>gratis</strong><br />

lidmaatschap aanbiedt op voorwaarde dat je minstens een keer per week<br />

komt. Wie een week niet komt opdagen betaalt het volle lidmaatschap<br />

voor een hele maand. Een ideale stok achter de deur om je in het zweet te<br />

werken.<br />

Werkplek<br />

In het ideale geval onderzoekt een zelfstandige in welke regio of plaats zijn<br />

dienst het beste aanslaat en vestigt daar vervolgens zijn praktijk. Het is<br />

aantrekkelijk om een deel van het land te kiezen waar jouw dienst nog niet<br />

wordt aangeboden, zo zou je diensten die in de Randstad hun bestaansrecht<br />

hebben bewezen misschien kunnen introduceren in het oosten van<br />

het land. Ook vestiging in een kleine stad kan een goede optie zijn: het is gemakkelijker<br />

om de beste vormgever van Zeist te worden dan van Utrecht.<br />

Voor een grote stad kun je kiezen vanwege de contacten en de nabijheid<br />

van grote opdrachtgevers. De meeste uitgevers en krantenredacties zitten<br />

nu eenmaal in Amsterdam, voor architecten is Rotterdam belangrijker.<br />

Meestal gaan zelfstandigen niet zo rigoureus te werk bij het bepalen van<br />

hun standplaats: ze wonen al ergens en van daaruit gaan ze aan de slag. Ze<br />

kunnen zich dat meestal veroorloven, ze zijn veel minder plaatsgebonden<br />

dan winkels en fabrieken. Externe contacten vinden plaats bij de klant of<br />

op locatie. Internet maakt bovendien de fysieke vestigingsplaats minder<br />

belangrijk.<br />

Je moet wel goed afwegen in welk gebied je klanten wilt werven. Omdat<br />

de meeste zelfstandigen gespecialiseerde diensten aanbieden, is het verzorgingsgebied<br />

doorgaans tamelijk groot. In de eigen wijk of stad zijn vaak<br />

te weinig klanten. Maar definieer je gebied ook niet te ruim: de reisafstanden<br />

en de inspanningen om je klanten te benaderen worden dan steeds<br />

groter.<br />

Veel zelfstandigen werken vanuit hun huis omdat ze weinig mensen hoeven<br />

te ontvangen. Als je af en toe een representatieve ontvangst- en verga-<br />

73<br />

Standplaats<br />

Thuis werken


Kantoorzwervers<br />

Eigen kantoor<br />

Hoofdstuk 3<br />

derruimte nodig hebt, zorg dan dat je die ergens kunt huren, liefst met faciliteiten<br />

als een beamer en koffie. Het is ook handig om een paar restaurants<br />

achter de hand te hebben om een lunchafspraak te maken, of de lobby van<br />

een hotel of een rustig café. Let op de uitstraling (publiek, bediening) en de<br />

bereikbaarheid (openbaar vervoer, parkeren).<br />

Voor een praktijk aan huis is meestal geen toestemming nodig van huisbaas<br />

of gemeente (bestemmingsplan). Natuurlijk ligt het wat anders als je<br />

’s avonds trompetles geeft of als je voor een grote toestroom van verkeer in<br />

je straat zorgt. Een pand mag niet worden onttrokken aan de woonbestemming:<br />

je moet er dus wel blijven wonen.<br />

Thuiswerken is goedkoop, maar het heeft ook nadelen: de scheiding tussen<br />

zaak en privé is erg klein. Werk dat niet klaar is, grijnst je verwijtend<br />

aan vanaf het bureau, huisgenoten komen onder werktijd even langs om<br />

iets te vragen of een praatje te maken. Een aparte werkkamer en duidelijke<br />

afspraken zijn vaak hard nodig. Ook een aparte telefoon voor zakelijk gebruik<br />

kan helpen om afstand te scheppen. Zorg er in elk geval voor dat de<br />

telefoon niet wordt opgenomen door kinderen – ‘Wie ben jij?’ – of door al<br />

te eerlijke huisgenoten – ‘Hij ligt nog in bed.’ Zie verder ook pagina 299.<br />

Als de muren op je afkomen kun je natuurlijk ook in een café, bibliotheek,<br />

museum, café, galerie, treincoupé of park gaan werken: your office is<br />

where you are. Sommige zelfstandigen nemen deze slogan van de Amerikaanse<br />

economen Luchetti en Stone zo letterlijk dat ze hun laptop permanent<br />

opengeklapt houden. Kantoorzwervers worden ze in de horeca wel<br />

genoemd, altijd op zoek naar <strong>gratis</strong> wifi en een stopcontact.<br />

Voor een paar uurtjes is het leuk, maar kijk kritisch naar de kosten – je<br />

kunt meestal niet de hele dag op één kopje koffie teren – en je productiviteit.<br />

Werk je bijvoorbeeld wel geconcentreerd als je steeds mensen om je<br />

heen hebt? Voel je je vrij om moeilijke zakelijke gesprekken te voeren per<br />

telefoon? En moet je klussen niet steeds afbreken omdat je niet de juiste<br />

spullen bij de hand hebt?<br />

Als je een kantoor wilt huren, zijn niet alleen de kosten belangrijk. Bekijk<br />

ook of de sfeer en uitstraling van het pand bij je passen. Een kamertje in een<br />

kantoorkolos op een afgelegen bedrijventerrein is meestal weinig inspirerend<br />

en even lunchen in de stad met een opdrachtgever is er dan niet bij.<br />

74


De markt op<br />

Ook het adres zelf zorgt voor uitstraling. De Bijlmerdreef in Amsterdam-<br />

Zuidoost roept andere associaties op dan de Herengracht in het centrum.<br />

Een architectuurcriticus maakt met het eerste adres een bijdetijdsere indruk<br />

dan met het tweede. Voor een financieel adviseur ligt dat waarschijnlijk<br />

anders, tenzij hij zich op beleggende allochtonen richt.<br />

Bedrijfsverzamelgebouwen voor kleine ondernemingen zijn vaak relatief<br />

goedkoop en bieden soms faciliteiten als vergaderruimtes en telefoonbeantwoording.<br />

De nabijheid van andere ondernemers kan stimulerend werken,<br />

het verzacht in elk geval de eenzaamheid van het bestaan als eigen<br />

baas. Adressen vind je bij de Nederlandse Vereniging voor Bedrijvencentra.<br />

Ook universiteiten beschikken steeds vaker over een eigen bedrijfsverzamelgebouw.<br />

Check of het mogelijk is om de eerste jaren een easy in easy out<br />

contract te krijgen, waarmee je niet vastzit aan de huurtermijn van vijf jaar<br />

die bij bedrijfsruimtes gebruikelijk is.<br />

Door de crisis op de kantorenmarkt is het overigens steeds gemakkelijker<br />

geworden een tijdelijke ruimte te huren, bijvoorbeeld in een gebouw dat<br />

via een gemeentelijke broedplaatsenregeling of via een antikraakbureau<br />

wordt verhuurd. Vaak is de uitstraling wat rauw – afbladderende systeemplafonds,<br />

kapotte vloerbedekking – maar daar staat tegenover dat de kosten<br />

laag zijn en dat je meestal veel ruimte hebt. En zo lang de crisis aanhoudt,<br />

valt het met de onzekerheid wel mee: simpelweg je boeltje oppakken<br />

en een ander pand betrekken.<br />

Je kunt ook kiezen voor het andere uiterste: een compleet ingericht, state<br />

of the art flexkantoor. Sommige kun je per uur of per dagdeel huren, de<br />

meeste hanteren abonnementen of strippenkaarten waarmee je de kosten<br />

kunt drukken. Er zijn zelfs geheel <strong>gratis</strong> kantoren, inclusief <strong>gratis</strong> lunch (zie<br />

seats2meet.com).<br />

Virtuele kantoren zijn een soort veredelde postbussen. Je naamplaatje<br />

komt aan de deur, een receptioniste neemt de telefoon aan en houdt de fax<br />

in de gaten. Soms mag je ook gebruikmaken van de vergaderruimtes. Zo’n<br />

postadres kan handig zijn als je indruk wilt maken op klanten.<br />

Je kunt ook zelf een kantoor huren met andere zelfstandigen. Doordat je<br />

mensen zelf uitkiest, is de kans op uitwisseling van ideeën en netwerken<br />

groter dan bij een bedrijfsverzamelgebouw. Het huurcontract staat meest-<br />

75<br />

Bedrijfs verzamelgebouw<br />

Antikraak<br />

Gezamenlijk kantoor


Coworking<br />

Postbus<br />

Hoofdstuk 3<br />

al op naam van een van de huurders, diegene is dus aansprakelijk als de<br />

groep uiteen zou vallen. Soms is het mogelijk om als maatschap een ruimte<br />

te huren, anders is een kleine harde kern een alternatief.<br />

Als kantoorgenoten ongeveer dezelfde werkzaamheden hebben, is er<br />

sprake van horizontale samenwerking. Daarbij kun je vakinhoudelijke informatie<br />

uitwisselen en elkaar werk toeschuiven als je zelf geen tijd hebt.<br />

Bij verticale samenwerking – zelfstandigen van verschillende disciplines<br />

die samen een productieketen vormen, zoals een fotograaf, illustrator,<br />

vormgever, tekstschrijver en reclamemaker – kun je elkaars expertise<br />

inschakelen bij opdrachten. Beide samenwerkingsverbanden lenen zich<br />

voor het aannemen van grotere opdrachten: samen kun je grotere klussen<br />

aannemen. Maak wel goede afspraken over de risico’s (zie pagina 278 en<br />

329).<br />

Een moderne variant is coworking: je deelt op een flexibele manier werkruimte,<br />

maar het eigenlijke doel is om samen te werken met gelijkgestemden,<br />

om nieuwe mensen te ontmoeten en ideeën uit te wisselen. De praktische<br />

uitwerking is divers: sommige mensen stellen hun kantoor open voor<br />

passanten, dat is eigenlijk een soort desksurfing. Anderen vragen een bijdrage<br />

per uur of per dag. Ook zijn er communities waarvan je tegen betaling<br />

lid kunt worden. Op coworker.nl vind je een aantal plekken en adressen.<br />

Zowel thuiswerkers als kantoorhuurders kunnen overwegen een postbus<br />

te nemen. Voor 140 euro per jaar heb je een postbusnummer. Voordelen:<br />

• De post komt vroeger, in principe voor negen uur ’s morgens. In veel<br />

woonwijken wordt de post pas ’s middags bezorgd.<br />

• De uitstraling is zakelijker. Dat geldt zeker als je een privé-adres hebt<br />

als Weerschijnvlinder 7 in Amersfoort of Laan van Dada in de Rotterdamse<br />

vinexwijk Nesselande.<br />

• Het postadres blijft hetzelfde als je verhuist.<br />

• Je privacy is beter gewaarborgd.<br />

76


De markt op<br />

Er kleven ook nadelen aan een postbus:<br />

• Je moet elke dag naar het postkantoor. Je kunt kiezen voor een zakelijke<br />

doorzendservice van postbus naar thuisadres of kantooradres. De post<br />

is dan wel later en je bent zo’n vierhonderd euro per jaar kwijt.<br />

• De anonieme associatie. Deze kan op gespannen voet staan met het<br />

persoonlijke karakter van je dienstverlening. Het lijkt alsof je iets te verbergen<br />

hebt.<br />

De formule<br />

Je hebt je diensten en doelgroepen geformuleerd en je marketinginstrumenten<br />

gekozen. Nu is het de kunst om deze kluwen van keuzes samen te<br />

vatten in één zin: je formule. Dit is de bondigste omschrijving van je<br />

praktijk.<br />

Je formule hangt nauw samen met je Unique Selling Point (USP), datgene<br />

waarin je praktijk zich onderscheidt van die van andere dienstverleners. Je<br />

USP bepaalt of klanten jou kiezen om zaken mee te doen. Het moet gericht<br />

zijn op een deel van de markt dat nog niet wordt bediend. Dat klinkt alsof je<br />

op zoek moet naar de pot goud aan het einde van de regenboog, of naar de<br />

heilige graal. Maar zo zeldzaam is zo’n USP helemaal niet, elke zelfstandige<br />

kan ergens de beste in zijn. Dat kan de prijs zijn, de plaats, de service, de<br />

aard van je dienst, je persoon.<br />

De formule beschrijft wat de buitenwereld van je kan verwachten. Het is<br />

een verbaal visitekaartje. Als je die zin goed formuleert – en dat betekent<br />

dus ook dat je je werkzaamheden goed afbakent – kun je daaraan je hele<br />

presentatie ophangen. Houd je formule kort, tien woorden is zo ongeveer<br />

het maximum. Als de zin te lang wordt, betekent dat meestal dat je nog<br />

niet tot de kern van je formule bent doorgedrongen.<br />

Een formule kan een investering voor jaren zijn. Als je formule goed<br />

doordacht is, kun je je er een hele tijd aan verbinden. Geef klanten de tijd<br />

om te wennen aan je dienst en aan je manier van dienstverlenen. En geef je<br />

formule de kans om zich te bewijzen en om te rijpen. Verander je formule<br />

niet te snel, dat is slecht voor je herkenbaarheid en imago. Een jaar is een<br />

minimale termijn om een concept echt goed uit te proberen. Voor sommige<br />

77<br />

Leg je formule<br />

vast in één zin<br />

Geef je formule<br />

minimaal een<br />

jaar de kans


Tagline<br />

Werk onder je<br />

eigen naam<br />

Hoofdstuk 3<br />

zelfstandigen is dat een lange tijd. Rusteloosheid en ideeënrijkdom – op<br />

zichzelf sterke eigenschappen voor een ondernemer – kunnen zich in de<br />

startfase wreken.<br />

In sommige branches kun je je formule gebruiken als tagline, ook wel<br />

pay-off genoemd. Dat is een vaste regel die je vermeldt op brieven, faxen, emails,<br />

memo’s. Maar de tagline kun je ook gebruiken op je antwoordapparaat,<br />

brochures en website. Het Nederlands Zuivelbureau wist de voordelen<br />

van melk ooit krachtig onder de aandacht te brengen met: ‘Melk de witte<br />

motor’.<br />

Slechts weinig mensen kunnen het zich permitteren om een viool te laten<br />

bouwen. Om haar praktijk rendabel te maken besluit een vioolbouwster haar<br />

dienstenpakket uit te breiden. Ze helpt mensen bij de aanschaf van een viool: welk<br />

type past bij je, waar vind je een goede en hoe verzeker je die het beste. Klanten<br />

kunnen ook bij haar terecht voor onderhoud en restauratie. Soms helpt ze ook om<br />

een viool te verkopen, bijvoorbeeld als erfgenamen niet weten wat ze ermee aan<br />

moeten.<br />

Om haar formule herkenbaar te maken, gebruikt ze een tekstueel trucje: ‘Het<br />

ABC van violen: Advisering, Bemiddeling en Constructie’.<br />

Bedrijfsnaam of eigen naam<br />

Bij de formule heb je nog een hele zin tot je beschikking, maar het moet nog<br />

korter. Een zelfstandige praktijk moet immers een naam hebben.<br />

Veel zelfstandigen werken onder hun eigen naam. Daarvoor is veel te zeggen:<br />

je persoon is het belangrijkste marketinginstrument en die is niet te<br />

scheiden van de dienstverlening die je levert. Maar met de keuze voor je eigen<br />

naam ben je nog niet klaar: wat doe je met de beroepsaanduiding en met<br />

eventuele titels? Benamingen slijten. Zo klinkt ‘managementconsultant’<br />

misschien wel weids, maar het is tegelijk een holle term. Je kunt ook volstaan<br />

met naam en branche: ‘drs Leonard Verbunt, interim-management’.<br />

Ook kun je overwegen je praktijk een echte naam te geven, bijvoorbeeld<br />

om te benadrukken dat je een nieuw soort dienstverlening aanbiedt, of een<br />

nieuw concept: ‘InterM, drs L. Verbunt, interim-manager’. Misschien wek<br />

je liever de indruk dat het een groot bureau is (Verbunt & Co, interim-ma-<br />

78


De markt op<br />

nagement en strategische advisering, drs L. Verbunt, directeur), of wil je op<br />

de persoonlijke toer gaan (Leonard, interim-management, drs L. Verbunt).<br />

Gebruik de naam die je kiest consequent. Niet alleen bij de ondertekening<br />

van brieven, maar ook bij advertenties, het naamplaatje op de deur en<br />

de tenaamstelling van je bankrekening.<br />

Onderdruk de neiging om in het e-mailadres braaf alle voorletters en de<br />

volledige achternaam te gebruiken. Want ‘lbtverbunt’ is onuitspreekbaar,<br />

moeilijk correct te typen en nog moeilijker te onthouden. Dan is ‘l.verbunt’<br />

al een hele vooruitgang, simpelweg ‘verbunt’ of ‘leonard’ is nog beter. Het<br />

is gunstig om een eigen domeinnaam te hebben, zelfs als je niet direct van<br />

plan bent om een website op te zetten, want dat komt je e-mailadres ten<br />

goede: leonard@verbunt.nl.<br />

Enkele overwegingen bij de keuze van een bedrijfsnaam:<br />

• Een naam moet kort en pakkend zijn. Pr- en communicatiebureau De<br />

Wolven vergeet je niet snel, dat de naam van een van de partners De Wolf<br />

is maakt het nog beter.<br />

• Vermijd afkortingen en namen met meer dan drie letttergrepen.<br />

• Gebruik geen generieke voorvoegsels. Begin je naam dus niet met algemeenheden<br />

als Nederlandse, software of organisatie.<br />

• Check of de bijbehorende domeinnaam voor je website beschikbaar is.<br />

Je kunt het gewoon uitproberen door de gewenste naam als url in te tikken.<br />

Blijkt je naam al weg te zijn, dan is de site sidn.nl handig: daar is van<br />

alle Nederlandse domeinnamen te vinden door wie ze geregistreerd zijn.<br />

Je kunt proberen de naam over te nemen, of een andere uitgang nemen<br />

als eu, com, org en tv.<br />

• Pas op met de omschrijving van je diensten. Als je je activiteiten verlegt,<br />

moet je namelijk ook meteen je naam veranderen.<br />

• Hoed je voor modieuze invallen. Hoofdletters op vreemde plaatsen<br />

en afwijkende lettertekens zoals sterretjes, punten en apenstaartjes<br />

zijn modieus, wees er dus voorzichtig mee. ‘DesigN’ en ‘rob*rob’ zijn nu<br />

misschien hip, waarschijnlijk zijn ze over een paar jaar hopeloos gedateerd.<br />

Eigenlijk moet je deze visuele trucjes alleen gebruiken als er een<br />

79<br />

Gebruik je bedrijfsnaam<br />

consequent<br />

Check of de<br />

domeinnaam nog vrij is


Visitekaartje<br />

Mobiel nummer<br />

vermelden?<br />

Hoofdstuk 3<br />

80<br />

inhoudelijke reden aan ten grondslag ligt. Reclamebureau N=5 doet een<br />

uitspraak over zijn werkwijze, namelijk dat het niet gelooft in het grootschalig<br />

testen van campagnes.<br />

• Probeer vooraan te komen in alfabetische opsommingen. Namen bestaande<br />

uit cijfers komen daar nog voor de A. Vandaar de populariteit<br />

van het kengetal van de vestigingsplaats als voorvoegsel: 010 Uitgevers,<br />

020 Makelaars, et cetera.<br />

• Houd rekening met internationale contacten. Demakersvan, een Rotterdams<br />

bureau voor industriële vormgeving dat onder andere gekantkloste<br />

stalen hekken laat maken in India, voert om die reden de<br />

ondertitel dutch design house.<br />

Huisstijl<br />

Formule en naam komen samen in het visitekaartje. Eigenlijk is je kaartje<br />

de kortst mogelijke samenvatting van het ondernemingsplan. Verrassend<br />

veel mensen bewaren visitekaartjes. Bij tijd en wijle bladeren ze door hun<br />

bak met kaartjes. Omdat ze gericht iemand zoeken, om inspiratie op te<br />

doen of simpelweg uit verstrooiing. Zo kun je onverwacht in iemands gedachten<br />

terugkeren.<br />

Voor veel zelfstandigen is het visitekaartje een helse opgave. Hoe moet<br />

het eruitzien en wat moet erop staan? Een goed visitekaartje is geen kwestie<br />

van een dure vormgever inschakelen, het gaat om de keuzes die daaraan<br />

voorafgaan. Soms is een goedkoop standaardkaartje uit een automaat<br />

beter dan een zeer gestileerd kaartje waarmee je jezelf overschreeuwt. De<br />

branche stelt ook eisen. Een journalist kan zich gemakkelijker een beduimeld<br />

visitekaartje veroorloven dan een marktonderzoeker. Voor een archivaris<br />

kan een Rolodex-kaartje met zijn gegevens een speelse oplossing zijn:<br />

goedkoop en de klant kan het in één beweging opbergen.<br />

Je bepaalt zelf wat wel en wat niet op je visitekaartje komt. Vermeld je je<br />

06-nummer bijvoorbeeld? Dat betekent wel dat iedereen je altijd mobiel<br />

kan bellen, ook al die mensen die je op een congres achteloos je kaartje<br />

hebt gegeven. Misschien is het wel persoonlijker om bij belangrijke contac-


De markt op<br />

ten je mobiele nummer met de hand op je kaartje te schrijven voordat je het<br />

overhandigt.<br />

Een bandenplakker-aan-huis wil juist dat iedereen hem mobiel kan bereiken,<br />

bij hem zijn de adresgegevens overbodig. Een webdesigner zou zijn<br />

kaartje kunnen beperken tot een QR-code, zo’n blokjespatroon dat je met je<br />

mobiele telefoon kunt aflezen en dat je naar zijn website leidt. En als je een<br />

ijzersterke formule hebt bedacht, kun je die centraal stellen op je kaartje.<br />

Een nieuwe variant van het aloude visitekaartje is het digitale kaartje.<br />

Op sites als about.me, flavors.me en central.ly maak je in een handomdraai<br />

een eigen homepage met daarop al je gegevens. Niet alleen je adres, telefoonnummer<br />

en een contactformulier, maar ook alle sociale media waarop<br />

je actief bent. Dit visitekaartje is vooral handig als doorverwijspagina, die<br />

je bijvoorbeeld onderaan aan je mails zet.<br />

Bekijk het ontwerp van je visitekaartje kritisch en test het bij anderen.<br />

Neem twijfels serieus, maar durf ook de knoop door te hakken. Als je blijft<br />

twijfelen, is dat vaak een teken dat je nog niet goed weet wat je wilt uitdrukken<br />

en wie je als ondernemer wilt zijn. In dat geval loont het de moeite<br />

om opnieuw te beginnen: wie ben ik, wat wil ik en voor wie?<br />

Je kunt je beperken tot een visitekaartje, maar je kunt je huisstijl ook<br />

laten terugkomen op je briefpapier, facturen, folders, website, advertenties,<br />

verpakkingen en auto.<br />

Een huisstijl kan heel simpel zijn, bijvoorbeeld een stempel met je logo<br />

dat je overal op zet. Of alleen een sticker, die je op A4’tjes, facturen, folders,<br />

prijslijsten, enveloppen en cadeautjes plakt. Ook een afwijkend lettertype<br />

en een ijle spatiëring kunnen heel opvallend zijn. Of twee kleine gaatjes in<br />

alle papieren die de deur uitgaan. Of alleen een kleur. Of een A4-papier<br />

waar je aan de onderkant een strook van afsnijdt, zodat je een afwijkend<br />

formaat creëert. Houd het simpel en subtiel. En consequent.<br />

Als je kiest voor een huisstijl, doe het dan ook goed. Meestal is het verstandig<br />

om een grafisch ontwerper in te schakelen. Let daarbij op de volgende<br />

punten:<br />

• Kijk naar visitekaartjes en huisstijlen die je mooi vindt. Achterhaal<br />

door wie ze ontworpen zijn.<br />

81<br />

Sticker<br />

Tips bij het inschakelen<br />

van een grafisch<br />

ontwerper


Officiële eisen<br />

Hoofdstuk 3<br />

• Zorg voor een goede briefing. De vormgever moet weten wat je wilt uitstralen,<br />

wie je wilt zijn. Een goed hulpmiddel is het aanleggen van een<br />

verzameling visitekaartjes, folders, logo’s en advertenties die je bevallen.<br />

Daarmee kun je de gewenste sfeer verduidelijken.<br />

• Leg vast wat er allemaal ontworpen moet worden. Je kunt ook kiezen<br />

voor trapsgewijze invoering: eerst visitekaartjes en briefpapier, en pas<br />

later facturen, enveloppen en brochures.<br />

• Maak een lijstje van alle informatie die op je briefpapier moet komen.<br />

Officieel moet briefpapier in elk geval bevatten: bedrijfsnaam, postadres,<br />

telefoonnummer, inschrijvingsnummer Kamer van Koophandel, btwnummer<br />

en bankrekeningnummer. Maar op die manier wordt het wel<br />

heel vol. Je kunt er ook voor kiezen om alleen je naam of logo te vermelden<br />

en de andere gegevens er zelf op te printen als het nodig is. Ook kun<br />

je kiezen voor een plaatwissel: een deel van je briefpapier met alleen<br />

naam of logo, de rest compleet.<br />

• Briefpapier moet ook in zwart-wit goed leesbaar zijn. Maak een kopie<br />

om dat te checken.<br />

• Maak duidelijke afspraken over de prijs. Zorg voor een heldere fasering:<br />

eerste schets, definitief ontwerp, drukproeven. Keur het ontwerp af als<br />

je niet tevreden bent.<br />

• Regel het auteursrecht. Volgens de Beroepsorganisatie Nederlandse<br />

Ontwerpers (BNO) is het redelijk dat je een ‘onbeperkte, exclusieve licentie’<br />

krijgt: briefpapier en visitekaartjes mag je <strong>gratis</strong> bijdrukken. Voor<br />

nieuwe toepassingen – zoals je logo op aanstekers – moet je bijbetalen,<br />

bovendien moet je je aan de inhoudelijke richtlijnen van de vormgever<br />

houden. Je mag de huisstijl niet aan derden verkopen.<br />

Het is ook mogelijk om het auteursrecht helemaal af te kopen, dat kost<br />

tussen de vijftig en tweehonderd procent van de totale opdracht. Bedenk<br />

wel dat je dan nog steeds niet het recht hebt om een logo te wijzigen,<br />

het persoonlijkheidsrecht blijft immers bij de vormgever liggen (zie pagina<br />

136).<br />

82


7 Belastingen<br />

Zorg dat de fiscus je erkent als zelfstandig ondernemer, dan<br />

betaal je veel minder belasting. Verdiep je dus in de eisen<br />

die de Belastingdienst stelt.<br />

Bewijs van zelfstandigheid (VAR) · Het urencriterium · Pseudo-ondernemers<br />

· Btw<br />

Er mag veel geklaagd worden over het slechte fiscale ondernemersklimaat<br />

in Nederland, feit is dat zelfstandige ondernemers aanzienlijk minder belasting<br />

betalen dan werknemers. In 2012 schreef het Centraal Planbureau:<br />

‘Van een verdiende euro houden zij 15 tot 25 cent meer over dan werknemers.’<br />

Hoe lager de winst, hoe groter het belastingvoordeel.<br />

Daarbij komt nog dat ondernemers niet alleen meer officiële vrijstellingen<br />

hebben, ze kunnen bovendien een deel van hun kosten via de zaak laten<br />

lopen. Maar dan moet je wel officieel door de fiscus erkend worden als<br />

ondernemer.<br />

Het is voor zelfstandigen niet altijd eenvoudig om te bepalen onder welk<br />

belastingregime zij vallen en op welke faciliteiten zij een beroep kunnen<br />

doen. Met dat probleem kampen vooral starters. Drie vragen spelen een rol:<br />

173<br />

Belastingregime


Boekhouder<br />

Hoofdstuk 7<br />

• Wat is je status? Ben je voor de fiscus zelfstandig, in loondienst of is er<br />

sprake van een tussenvorm? Het antwoord op deze vraag is ook essentieel<br />

voor de relatie met je opdrachtgever: voor een zelfstandige hoeft die<br />

geen sociale premies af te dragen.<br />

• Welke belastingen en premies moet je betalen? Zelfstandigen betalen<br />

inkomstenbelasting over hun winst, bij werknemers wordt loonbelasting<br />

ingehouden. Over hun omzet moeten de meeste zelfstandigen btw in rekening<br />

brengen.<br />

• Welke aftrekposten mag je opvoeren?<br />

De jaarrekening en belastingaangifte kun je het beste overlaten aan een<br />

boekhouder, accountant of fiscalist. Toch is het belangrijk om zelf inzicht<br />

te hebben in de grondbeginselen en de aftrekmogelijkheden. Dan weet je in<br />

de loop van het jaar globaal waar je aan toe bent. Bovendien is een boekhouder<br />

goedkoper als je hem gericht kunt voorzien van de juiste informatie.<br />

Ook kun je beter tegenspel bieden: jij bent tenslotte degene die dagelijks<br />

met je zaak bezig is. Je kent de ins en outs dus beter dan iemand die er maar<br />

een paar uur per jaar over nadenkt.<br />

De checklist op pagina 209 geeft de belangrijkste belastingfaciliteiten<br />

weer. Op pagina 270 staan tips voor als je een boekhouder of accountant<br />

wilt zoeken.<br />

Bewijs van zelfstandigheid (VAR)<br />

De termen zelfstandige, eigen baas en freelancer zijn in het dagelijks taalgebruik<br />

gemeengoed, maar juridisch hebben ze geen betekenis. Formeel<br />

bestaan er alleen ondernemers en werknemers. Je bent het een of het ander.<br />

Tenminste, dat is de bedoeling van de overheid. In de praktijk ontbreekt<br />

echter een duidelijke definitie van het ondernemerschap en zo kan het gebeuren<br />

dat de Belastingdienst iemand als ondernemer beschouwt en hem<br />

in aanmerking laat komen voor alle fiscale voordelen die bij het ondernemerschap<br />

horen en dat diezelfde persoon voor de sociale zekerheid een<br />

werknemer is, voor wie sociale zekerheidspremies moeten worden afgedragen.<br />

Dat kan zelfs als de zelfstandige en de opdrachtgever dat helemaal<br />

174


Belastingen<br />

niet willen. Voor werknemers geldt namelijk een verzekeringsplicht. En of<br />

iemand wel of geen werknemer is hangt uitsluitend af van de manier waarop<br />

het werk wordt ingevuld. Wat een zelfstandige en zijn opdrachtgever<br />

onderling afspreken speelt officieel geen enkele rol. Een btw-nummer en<br />

inschrijving bij de Kamer van Koophandel geven evenmin zekerheid.<br />

De onduidelijkheid wordt veroorzaakt doordat twee soorten wetgeving<br />

op elkaar botsen: de belastingwetgeving en de wetgeving voor werknemersverzekeringen.<br />

Jarenlang leidde dat tot grote onzekerheid bij opdrachtgevers:<br />

zij voelden het zwaard van de naheffingen boven hun hoofd<br />

hangen. En soms kwam dat zwaard ook met een akelige klap naar beneden.<br />

Deze onduidelijkheid leidde tot een wildgroei van ondernemersverklaringen,<br />

verklaringen sociale verzekeringen, zelfstandigheidsverklaringen,<br />

freelanceovereenkomsten en accountantsverklaringen.<br />

Pas in 2005 is de patstelling doorbroken met de introductie van de VARwuo,<br />

de Verklaring arbeidsrelatie winst uit onderneming. Hiermee beslist<br />

de Belastingdienst vooraf over je status. Zo onmogelijk als de afkorting is,<br />

zo vreemd is ook het woord zelf: je moet je zelfstandigheid bewijzen met<br />

een woord dat teruggrijpt op een loondienstverband: arbeidsrelatie. Maar<br />

hoofdzaak is dat het werkt: uit de opgedane jurisprudentie blijkt dat opdrachtgevers<br />

niets meer hoeven te vrezen als een zelfstandige een VAR-wuo<br />

kan overleggen. Het enige wat de opdrachtgever nog moet doen is controleren<br />

of de omschrijving van de werkzaamheden op de VAR past bij de overeengekomen<br />

opdracht, een kopie van de VAR en van het identiteitsbewijs<br />

van de zelfstandige maken en deze in zijn administratie opbergen. Zelfs als<br />

de Belastingdienst de VAR later alsnog ongeldig verklaart, kan de opdrachtgever<br />

niets gebeuren. Dat is een belangrijke zekerheid als je zelf als opdrachtgever<br />

optreedt: vraag een zelfstandige die je voor een klus inschakelt<br />

altijd om een VAR (zie pagina 329). Aan de zekerheid van de VAR dreigt een<br />

einde te komen. Om de sterke groei van het aantal afgegeven VAR’s in te<br />

dammen, besloot kabinet Rutte I de verantwoordelijkheid weer terug te<br />

leggen bij opdrachtgevers en opdrachtnemers. Daartoe wordt momenteel<br />

een module ontwikkeld, die beide partijen samen moeten invullen. Invoering<br />

wordt op zijn vroegst in 2014 verwacht.<br />

Overigens is een VAR niet verplicht. Je hebt er geen nodig als je voor consumenten<br />

werkt en evenmin als je opdrachtgevers er niet om vragen. Au-<br />

175<br />

Zorg voor een VAR-wuo<br />

Uitzondering<br />

voor auteurs


Omschrijving<br />

werkzaamheden<br />

Automatische<br />

verlenging vervalt<br />

Hoofdstuk 7<br />

teurs die voornamelijk op royaltybasis werken worden bij voorbaat als ondernemer<br />

aangemerkt. En tenslotte is een VAR niet nodig voor freelanceauteurs<br />

en -redactiemedewerkers die op jaarbasis minder dan 7.200 euro<br />

per uitgeverij verdienen (exclusief royalty’s en inclusief onkostenvergoedingen).<br />

Bij een verbintenis die korter duurt dan een jaar moet je het bedrag<br />

naar rato verlagen. Als je drie maanden voor een uitgeverij werkt mag je<br />

dus maximaal 1.800 euro verdienen.<br />

<strong>Uitgeverij</strong>en maken soms nog gebruik van de ‘eigen verklaring auteurs<br />

en redactiemedewerkers’. Deze is bestemd voor auteurs en redactiemedewerkers<br />

die geen VAR-wuo kunnen krijgen omdat ze een ander hoofdberoep<br />

hebben, waar ze meer dan de helft van hun tijd aan besteden en meer dan<br />

de helft van hun geld mee verdienen. Ook een uitkering of een pensioen kan<br />

als hoofdberoep worden beschouwd. Met die verklaring kun je een fictief<br />

dienstverband voorkomen (zie pagina 184).<br />

Een VAR vraag je aan bij de Belastingdienst, het formulier kun je downloaden<br />

op belastingdienst.nl. Een VAR geldt voor een kalenderjaar en je kunt<br />

haar gedurende het hele jaar aanvragen. Behandeling van de aanvraag<br />

duurt drie tot acht weken.<br />

Een VAR is alleen geldig voor de soort werkzaamheden waarvoor je haar<br />

hebt aangevraagd. Zelfstandigen die heel uiteenlopende werkzaamheden<br />

ontplooien, moeten dus meerdere VAR’s aanvragen. Omschrijf je werkzaamheden<br />

echter niet te eng, want dan blijf je bezig. Te ruim mag helaas<br />

niet van de fiscus. Advisering is te vaag, marketingadvisering mag wel. Het<br />

kan ook handig zijn om na de omschrijving ‘waaronder begrepen …’ te zetten<br />

en op de puntjes wat aanpalende diensten te vermelden. Als je een<br />

grote klus krijgt aangeboden die echt op een heel ander terrein ligt en de<br />

opdrachtgever is bang voor naheffingen, kan het slim zijn daarvoor een<br />

aparte VAR aan te vragen.<br />

Als je drie jaar achter elkaar dezelfde VAR had gekregen, dan stuurde de<br />

Belastingdienst je tot nu toe automatisch een nieuwe toe. Aan deze automatische<br />

verlening komt in 2013 een einde, in plaats daarvan komt er een<br />

online module voor 2014. Als je omstandigheden gedurende het jaar wijzigen<br />

– bijvoorbeeld een ander soort werkzaamheden – dan moet je dat<br />

melden.<br />

176


Er zijn vier verschillende VAR’s:<br />

• VAR-loon, voor mensen in loondienst.<br />

Belastingen<br />

• VAR-row (resultaten uit overige werkzaamheden) voor mensen die<br />

tussen loondienst en zelfstandigheid in zitten, deze worden ook wel<br />

pseudo-ondernemers genoemd (zie pagina 184).<br />

• VAR-wuo (winst uit onderneming) voor zelfstandige ondernemers.<br />

• VAR-dga (directeur-grootaandeelhouder) voor ondernemers met een bv.<br />

Alleen de VAR-dga en de VAR-wuo geven je opdrachtgever de garantie dat er<br />

geen sociale premies hoeven worden afgedragen. Als je het niet eens bent<br />

met de beslissing van de Belastingdienst, kun je binnen zes weken beroep<br />

aantekenen.<br />

De criteria voor de beoordeling van de VAR zijn niet openbaar, zo blijkt uit<br />

de toelichting op de wet. Wel staat vast dat de fiscus de antwoorden in onderlinge<br />

samenhang beoordeelt. En: hoe meer vlaggetjes er omhoog gaan,<br />

hoe groter de kans dat je een VAR-wuo krijgt.<br />

Een VAR-aanvraag kun je maar op één manier invullen: eerlijk. Of, zoals<br />

de fiscus zelf stelt: ‘duidelijk, stellig en zonder voorbehoud’. Maar houd wel<br />

in je achterhoofd dat bij de beoordeling vooral wordt gelet op de onderstaande<br />

aspecten. Beperk je overigens tot het aankruisen van de voorgedrukte<br />

vakjes en schrijf geen toelichtend commentaar in de kantlijn. De<br />

formulieren worden automatisch verwerkt en dat leidt dus tot vertraging.<br />

• Minimaal drie verschillende opdrachtgevers (vraag 2e, 2f en 3e). Als je<br />

bijna geheel afhankelijk bent van een van die opdrachtgevers, kan dat<br />

betekenen dat er toch geen sprake is van zelfstandigheid.<br />

Bij de vragen 2e en 3e gaat het om verwachtingen, deze moet je zo reëel<br />

mogelijk inschatten. De fiscus kan echter niets doen als je praktijk zich<br />

in werkelijkheid toch anders ontwikkelt. Anders ligt het bij 2f, daar gaat<br />

het om het aantal opdrachtgevers dat je hebt gehad, dat is een kwestie<br />

van tellen. Toch is ook dat niet helemaal eenduidig.<br />

De Belastingdienst kijkt bij het bepalen van het aantal opdrachtgevers<br />

officieel naar rechtspersonen. Maar als je voor verschillende werkmaatschappijen<br />

onder verschillende contracten werkt, mag je die apart tellen.<br />

177<br />

Tips om de VARaanvraag<br />

in te vullen<br />

Aantal opdrachtgevers


Voorkom<br />

afhankelijkheid<br />

Gezagsverhouding<br />

Visitekaartjes en<br />

offertes helpen<br />

Hoofdstuk 7<br />

178<br />

Dat geldt bijvoorbeeld in de media, waar steeds meer bladen, omroepen<br />

en uitgeverijen door fusies onderdeel zijn geworden van één bedrijf, maar<br />

waar de redacties onafhankelijk beslissen met wie ze werken en onder<br />

welke voorwaarden.<br />

Bij grote, langlopende opdrachten kun je in een bepaald jaar sterk op één<br />

opdrachtgever leunen. Dat geldt bijvoorbeeld voor de vertaler die anderhalf<br />

jaar bezig is met een romancyclus, of voor de interim-manager die<br />

een jaar achtereen voor één klant werkt. De fiscus zal in zulke gevallen<br />

de andere vuistregels zwaarder laten wegen. Ook de voorgaande jaren en<br />

de perspectieven op langere termijn worden bij de beoordeling betrokken.<br />

De Belastingdienst accepteert een starter met twee opdrachtgevers<br />

minder gemakkelijk dan een gevestigde zelfstandige met een lange staat<br />

van dienst die tijdelijk voor één klant werkt.<br />

Het is overigens niet alleen om fiscale redenen belangrijk om minstens<br />

drie opdrachtgevers te hebben. Voor een zelfstandige is het gevaarlijk om<br />

te afhankelijk te zijn van één klant: het wordt dan heel moeilijk om nee te<br />

zeggen tegen opdrachten of om te onderhandelen over de prijs. In feite<br />

heb je dan de nadelen van een dienstverband, zonder de bijbehorende<br />

zekerheden en bescherming.<br />

• Geen gezagsverhouding (2g, 3d, 4g). Je moet vrijheid hebben in de uitvoering<br />

van de opdracht, onder andere in de manier van aanpak en in de<br />

uren waarop je werkt. Deze vrijheid is natuurlijk niet absoluut, want in<br />

veel gevallen zal de opdrachtgever immers instructies geven. Hij kan tegen<br />

de cursusleider zeggen op welke tijden hij in welk lokaal wordt verwacht<br />

en tegen de interim-kraanmachinist dat die de veiligheidsregels<br />

moet volgen die in zijn bedrijf gelden. Het gaat erom dat je niet, zoals een<br />

werknemer, alle aanwijzingen hoeft op te volgen.<br />

Slechts weinig zelfstandigen zijn zo vrij dat ze zonder toestemming van<br />

de opdrachtgever een ander kunnen sturen om de klus uit te voeren.<br />

Dat is logisch: het gaat meestal om dienstverlening en de opdrachtgever<br />

heeft voor jou gekozen, en niet voor een ander (zie ook pagina 135). Ook<br />

hierbij geldt dat de fiscus kijkt naar de samenhang met andere facetten.<br />

• Wijze van presentatie (4a, 4b). Je vergroot je kansen door naar buiten te<br />

treden met eigen briefpapier, visitekaartjes, facturen, brochures en an-


Belastingen<br />

dere vormen van reclame. Ook in offertes en contracten kun je je zelfstandigheid<br />

tot uitdrukking brengen, net zoals met het voeren van een<br />

boekhouding.<br />

• Het financiële risico dat je loopt (2i, 3c, 4i). Ben je afhankelijk van opdrachten<br />

of is er sprake van een gegarandeerd inkomen door de opdrachtgever?<br />

Word je doorbetaald bij ziekte en tijdens vakanties? En als<br />

de klant niet tevreden is: krijg je dan betaald? Het financiële risico heeft<br />

alleen betrekking op je werk als eigen baas, niet op een eventueel inkomen<br />

uit loondienst.<br />

• De traditie van de branche waarin je actief bent (2k). Adviseurs worden<br />

sneller als zelfstandige geaccepteerd dan postbodes. De fiscus kijkt extra<br />

kritisch naar branches waar bedrijven bij wijze van bezuinigingsmaatregel<br />

op grote schaal mensen ontslaan om ze vervolgen als zelfstandige<br />

in te huren. Dat gebeurde bijvoorbeeld in de thuiszorg, waar werknemers<br />

een voorgedrukte VAR-aanvraag kregen van hun werkgever. De bescherming<br />

van mensen die tegen hun zin ‘verzelfstandigd worden’ is terecht,<br />

maar helaas vielen de naar schatting vijfduizend werkelijk zelfstandige<br />

thuishulpen daardoor tussen wal en schip.<br />

Inmiddels erkent de fiscus dat je ook in de thuiszorg echt zelfstandig<br />

kunt zijn, zelfs als je via een bemiddelingsbureau werkt. Op 15 mei 2012<br />

draaide het Gerechtshof Leeuwarden namelijk een beslissing van de<br />

fiscus terug om een verpleegkundige, die 2,5 dag bij een ziekenhuis in<br />

loondienst werkte en de rest van haar tijd via een thuiszorgorganisatie<br />

bij particulieren, haar zelfstandigenaftrek te ontnemen. De vrouw kon<br />

opgelucht ademhalen.<br />

• De wijze waarop je aan je opdrachten komt (2j, 2l). De fiscus is extra<br />

alert op mensen die zelfstandig gaan werken voor een opdrachtgever bij<br />

wie ze eerder in loondienst waren (zie ook het vorige punt). Het is echter<br />

zeker niet verboden. Wat niet mag is voor een bedrijf hetzelfde soort<br />

werk in loondienst én als zelfstandige uitvoeren.<br />

Ook detachering is een enigszins heikel punt: de opdrachtgever betaalt<br />

het detacheringsbureau, dat jou vervolgens uitbetaalt. Als al je werk via<br />

één bureau loopt, heb je dus maar één opdrachtgever terwijl je wel voor<br />

meerdere klanten werkt. Bij bemiddeling speelt dit risico niet.<br />

179<br />

Doorbetaling bij<br />

vakanties?<br />

Detachering en<br />

bemiddeling


Een bv als<br />

hulpconstructie<br />

Recht op WW<br />

Hoofdstuk 7<br />

• De omvang van je praktijk (2d, 3a, 4f). Het formulier vraagt bij 3a naar<br />

de jaarinkomsten, voor een zelfstandige is dat de omzet. Als de omzet<br />

onder de €10.000 ligt kan de ficus twijfels hebben of de beroepsbeoefening<br />

wel gericht is op de verwerving van een inkomen.<br />

• Wat vind je er zelf van? Op basis van bovenstaande overwegingen kun<br />

je ten slotte bij vraag 2c invullen of je zelf je werkzaamheden beoordeelt<br />

als winst uit onderneming.<br />

Voor mensen die geen VAR krijgen, kunnen bedrijven als Uniforce en ZZP<br />

Oké een uitweg zijn. Door de oprichting van een bv, waarvan jij als zelfstandige<br />

directeur-grootaandeelhouder (dga) wordt, kan de fiscus je relatie met<br />

je opdrachtgevers niet aanmerken als een dienstverband, want als directeur<br />

ben je immers werknemer van je eigen bv.<br />

Uniforce krijgt twintig procent van de aandelen in handen, ZZP Oké certificeert<br />

de aandelen en neemt alleen de juridische zeggenschap over. Beide<br />

bedrijven mikken vooral op zelfstandigen met een hoge omzet die lang ergens<br />

werken, zoals interim-managers en ICT’ers.<br />

Dit is een dure constructie: de jaarlijkse kosten bedragen rond de €2.000<br />

en daarnaast rekent Uniforce nog €950 oprichtingskosten en ZZP Oké ongeveer<br />

€2.000. Verder heb je met een bv geen recht op de zelfstandigenaftrek<br />

en startersaftrek. Daar staat tegenover dat je wel verzekerd bent voor<br />

de werknemersverzekeringen: je bent immers in loondienst bij je eigen bv.<br />

Stel je daar overigens niet te veel van voor: bij ziekte krijg je de eerste twee<br />

jaar niets (bij Uniforce moet je in principe een ziekteverzuimverzekering<br />

afsluiten voor die periode), daarna kom je in de WIA, de opvolger van de<br />

WAO (zie pagina 315).<br />

Wel heb je recht op WW, maar die krijg je pas als de bv jou niet meer kan<br />

uitbetalen. Je bedrijf wordt stopgezet, de bv wordt uit de roulatie gehaald<br />

en je meldt je aan bij de WW. De maximale uitkering bedraagt ongeveer<br />

33.000 euro per jaar. Dat lijkt veel, maar als je bedenkt dat de constructie<br />

eigenlijk alleen interessant is voor zelfstandigen met een omzet vanaf ruwweg<br />

€100.000 per jaar valt dat tegen (zie pagina 286).<br />

Misschien zal de bv-constructie in de toekomst ook gebruikt gaan worden<br />

door mensen met lagere omzetten bij wie de fiscus een verkapt loondienstverband<br />

constateert, bijvoorbeeld werknemers die na ontslag als<br />

180


Belastingen<br />

zzp’er voor hun oude baas zijn gaan werken. Bedenk wel dat het voor hen<br />

financieel altijd gunstiger is als ze wel als echte zelfstandige opereren en<br />

als zodanig erkend worden met een VAR.<br />

Het urencriterium<br />

Het is zeer voordelig als de Belastingdienst je erkent als ondernemer. Niet<br />

alleen omdat je dan een VAR-wuo krijgt, maar ook vanwege een groot aantal<br />

belastingvoordelen waarvan alleen ondernemers gebruik kunnen maken.<br />

Deze belastingfaciliteiten zijn bedoeld als tegemoetkoming voor de<br />

risico’s die ondernemers lopen. Om het ondernemerschap te stimuleren<br />

zijn deze faciliteiten de laatste jaren flink uitgebreid.<br />

Of je gebruik mag maken van deze faciliteiten beoordeelt de fiscus achteraf,<br />

op basis van je feitelijke situatie. Het kan voorkomen dat je voor een<br />

bepaald jaar een VAR hebt gehad, maar dat de fiscus bij de belastingaanslag,<br />

die na afloop van dat jaar wordt opgelegd, oordeelt dat je in datzelfde<br />

jaar toch geen zelfstandig ondernemer was. Je opdrachtgever krijgt daar<br />

geen last mee, maar jij bent wel je voordelen kwijt.<br />

Je vergroot je kansen door je zo veel mogelijk als ondernemer te presenteren<br />

en te gedragen. Probeer door de ogen van de fiscus naar je praktijk<br />

te kijken. Ontdek de zwakke plekken in je verhaal en doe daar wat aan. Je<br />

kunt je vragen – desnoods anoniem – voorleggen aan de <strong>gratis</strong> belastingtelefoon,<br />

maar aan de antwoorden kun je geen rechten ontlenen.<br />

Als je onzeker blijft over je zelfstandigheid kun je beter zelf op de Belastingdienst<br />

afstappen dan je kop in het zand steken. Of, zoals wijlen Herman<br />

Brood opmerkte naar aanleiding van een onverwacht bezoek van de fiscus:<br />

‘… en toen hebben we besloten dat ik mijn schuldenlast met kunst zou afkopen.<br />

Eén op de twee schilderijen die ik maak, moet ik aan de Belastingdienst<br />

ter beschikking stellen. Gedurende de rest van mijn leven. Ik moet<br />

het eerste schilderij nog brengen. Je moet ze wel maken, natuurlijk. Maar<br />

de dialoog is tot stand gebracht en daar gaat het om. Het hoeft geen drama<br />

te zijn, de belastingen, als je maar in gesprek met ze bent.’<br />

Voor een aantal belastingfaciliteiten – zoals de zelfstandigen- en startersaftrek<br />

– geldt de aanvullende eis dat je 1.225 uur per jaar in je onderneming<br />

181<br />

Beoordeling achteraf<br />

Minimaal 1.225<br />

uren per jaar


Controles<br />

Voer je website op<br />

Hoofdstuk 7<br />

steekt én dat je minstens de helft van alle gewerkte uren aan je bedrijf besteedt.<br />

Stel dat je 1.300 uur als zelfstandige werkt en daarnaast een baan<br />

hebt van vier dagen per week, dan voldoe je niet aan die laatste voorwaarde.<br />

Een baan van drie dagen per week zou in principe wel kunnen. Voor<br />

starters geldt alleen de eis van 1.225 uur, zij mogen naast hun praktijk dus<br />

wel onbeperkt voor een baas werken.<br />

De eis van 1.225 uur betekent niet dat je voor zoveel uren opdrachten<br />

moet uitvoeren. Ook alle interne werkzaamheden zoals studie, administratie<br />

en opdrachtverwerving horen erbij. Als je meerdere bedrijven hebt<br />

mag je de uren bij elkaar optellen, maar alleen van die bedrijven die de<br />

fiscus als zodanig erkent. Stel dat de fiscus je klussenwerkplaats als onderneming<br />

ziet, maar je inkomsten als kunstenaar als ‘resultaat uit overige<br />

werkzaamheden’, dan mag je die laatste uren niet meetellen om aan de<br />

1.225 uur te komen.<br />

Je kunt dit voorkomen door de werkzaamheden van je onderneming<br />

ruim genoeg te omschrijven. Als de klusser-kunstenaar uit bovenstaand<br />

voorbeeld duidelijk kan maken dat zijn kluswerkzaamheden en zijn kunst<br />

in elkaar overlopen en een samenhangende praktijk vormen, komt hij wel<br />

aan de 1.225 uur en daarmee aan de zelfstandigenaftrek.<br />

Door de forse verhogingen van de zelfstandigen- en startersaftrek claimen<br />

steeds meer mensen dat ze ondernemer zijn. De fiscus is sindsdien<br />

scherper gaan controleren en wil steeds vaker een precies overzicht van je<br />

urenbesteding zien. Dat geldt vooral in de beginfase, als je een praktijk<br />

com bineert met een betaalde baan en bij een gering aantal opdrachtgevers<br />

of een aanhoudend lage winst. De afgelopen jaren zagen nogal wat zelfstandigen<br />

het aantal gewerkte uren door de crisis teruglopen en daarmee lopen<br />

ze het risico dat ze niet alleen minder omzet hadden, maar dat ze achteraf<br />

ook nog eens meer belasting moeten betalen omdat vrijstellingen zouden<br />

kunnen vervallen, als ze niet hard kunnen maken dat ze extra veel tijd in<br />

acquisitie, studie of verdieping hebben gestoken.<br />

Interessant is de recente uitspraak van de Hoge Raad dat je ook het bouwen<br />

van een website, zelfs als dat disproportioneel veel tijd kost, mee mag<br />

tellen. Theaterbelichter Roan Lo-A-Njoe won de zaak tegen de fiscus die<br />

hem niet wilde erkennen als zelfstandige omdat hij slechts 1.000 euro per<br />

jaar verdiende, maar wel 700 uur per jaar in zijn website zulu.nl stak.<br />

182


Belastingen<br />

Een zelfstandig theaterproducent die haar beroepsopleiding tot heks<br />

opvoerde om aan 1.225 uur te komen was minder fortuinlijk. Die opleiding<br />

lag volgens de rechter te veel in de privésfeer om te worden meegeteld.<br />

Ook als je geen 1.225 uur haalt, kun je als ondernemer worden aangemerkt.<br />

Je kunt alleen geen aanspraak maken op een deel van de ondernemersvrijstellingen<br />

en de fiscus kan na een aantal jaren vraagtekens zetten bij je<br />

ondernemerschap, vooral als je een loondienstverband naast je zaak hebt.<br />

Als het niet lukt om de fiscus te overtuigen, worden de inkomsten voortaan<br />

beschouwd als ‘resultaten uit overige werkzaamheden’ en vervallen de<br />

ondernemersvrijstellingen geheel. Naar de VAR-wuo kun je dan ook fluiten:<br />

voortaan krijg je een VAR-row.<br />

De Belastingdienst kijkt altijd naar een kalenderjaar. Ook als je halverwege<br />

het jaar begint, geldt de eis van 1.225 uur. Met ziekte en arbeidsongeschiktheid<br />

houdt de fiscus geen rekening: alleen de uren tellen die je daadwerkelijk<br />

hebt gewerkt, en niet de uren die je had kunnen werken als je niet<br />

ziek zou zijn geweest.<br />

Ook voor starters geldt dat ze 1.225 uur moeten werken, ze mogen wel de<br />

uren meetellen die ze voor de start hebben gemaakt. Voor hen geldt niet de<br />

eis dat ze minimaal de helft van hun uren aan hun zaak moeten besteden.<br />

Arbeidsongeschikte starters hoeven slechts 800 uur te maken.<br />

Voor vrouwelijke ondernemers die een kind krijgen geldt de eis van 1.225<br />

uur niet. De fiscus houdt er rekening mee dat zij, net als werkneemsters,<br />

een maand of vier niet werken en zichzelf zwangerschaps- en bevallingsverlof<br />

gunnen. De wet noemt niet het aantal uren dat een zwangere ondernemer<br />

gewerkt moet hebben, maar introduceert een fictie. Op grond van<br />

deze fictie worden vrouwelijke ondernemers geacht hun werkzaamheden<br />

niet te hebben onderbroken in de periode van zwangerschap en bevalling.<br />

In de praktijk zal de fiscus je als ondernemer beschouwen als je in het jaar<br />

waarin je kind wordt geboren minstens 700 tot 800 uur hebt gewerkt. Als<br />

je kind eind december ter wereld komt, mag je dus formeel geen uren voor<br />

bevallingsverlof claimen in het aansluitende jaar.<br />

Overigens is fiscale zelfstandigheid niet per se noodzakelijk. Sommige zelfstandigen<br />

zien bewust af van de fiscale voordelen en laten zich inhuren<br />

183<br />

Zwangerschap<br />

Huurlingen


Combinatie met<br />

een baan<br />

VAR-row biedt<br />

geen zekerheid<br />

Hoofdstuk 7<br />

door bemiddelingsbureaus die alles voor hen regelen: pensioen, sociale lasten,<br />

verzekeringen, contracten met de klant tot aan een leaseauto toe. Zij<br />

zijn de moderne ‘vrije lansiers’, de huurlingen die steeds bij een ander leger<br />

vechten.<br />

Pseudo-ondernemers<br />

Mensen met een vaste baan, die daarnaast af en toe als zelfstandige klussen<br />

uitvoeren, krijgen meestal een VAR-row (resultaat uit overige werkzaamheden).<br />

Met een VAR-row is de fiscus van oordeel dat je activiteiten<br />

weliswaar gericht zijn op het maken van winst, maar dat ze te incidenteel<br />

zijn om van een echt bedrijf te spreken.<br />

Deze zelfstandigen worden in het dagelijks spraakgebruik ook wel pseudo-ondernemers<br />

of schijnzelfstandigen genoemd. Dat wil niet zeggen dat<br />

ze niet serieus met hun werk bezig zijn, sommigen willen hun baan aanhouden<br />

en simpelweg niet verder groeien. Voor anderen zijn de incidentele<br />

klussen juist een opstapje naar een echte eigen zaak.<br />

De VAR-row biedt de opdrachtgever geen zekerheid over naheffingen, hij<br />

moet zelf beoordelen of er sprake is van een fictief dienstverband (officieel<br />

moet hij de ‘inhoudingsplicht en afdrachtplicht arbeidsrelatie’ bepalen).<br />

Een dienstverband kent drie elementen:<br />

• Er is een loonbetalingsverplichting.<br />

• Er is een verplichting tot het verrichten van persoonlijke arbeid. Dat<br />

betekent dat de werknemer zich bij het verrichten van het werk niet mag<br />

laten vervangen door een ander, behalve wanneer de werkgever hiervoor<br />

toestemming heeft gegeven.<br />

• De werknemer staat in een gezagsverhouding tot de werkgever. Dat<br />

betekent dat de werkgever opdrachten en aanwijzingen kan geven met<br />

betrekking tot de inhoud van het werk of de inzet en discipline van de<br />

werknemer. Feiten die op een gezagsrelatie wijzen: vaste werktijden,<br />

verplicht minimaal aantal uren, doorbetaling bij ziekte of vakantie, toestemming<br />

nodig om op vakantie te gaan, werken op het kantoor van de<br />

opdrachtgever, vermelding van de zelfstandige op de interne telefoonlijst<br />

van de opdrachtgever of in het colofon, vast honorarium dat gebaseerd<br />

184


Belastingen<br />

is op cao-schalen, vaste onkostenvergoeding, inspraak in de medezeggenschapsraad,<br />

gelijksoortig werk wordt bij de opdrachtgever meestal in<br />

loondienst verricht.<br />

Mogelijkheid één is dat alle drie de elementen aanwezig zijn. Er is dan<br />

sprake van een fictief dienstverband als aan nog drie andere voorwaarden<br />

wordt voldaan, namelijk:<br />

• De opdracht duurt minstens dertig dagen.<br />

• Je werkt doorgaans minstens op twee dagen per week (dat zegt niks<br />

over het aantal uren).<br />

• Het honorarium is doorgaans meer dan veertig procent van het<br />

wettelijk minimumloon (zo’n €550 per maand).<br />

Bij een fictief dienstverband moet de opdrachtgever loonbelasting plus<br />

werknemerspremies inhouden. Dat is geen keuze: opdrachtgever en zelfstandige<br />

kunnen die verplichting niet omzeilen door onderling vast te leggen<br />

dat er geen sprake is van een dienstverband. De fiscus en UWV hebben<br />

het recht om tot vijf jaar terug te kijken.<br />

Zo’n fictief dienstverband biedt je wel de bescherming van werknemersverzekeringen<br />

als de WW en de WIA, maar geeft geen recht op bijvoorbeeld<br />

vakantiegeld, doorbetaling bij ziekte en automatische loonsverhogingen<br />

volgens de cao.<br />

Je kunt eventueel voor ‘verlonen’ kiezen via een bedrijf als Payroll of via een<br />

uitzendbureau, maar dat verandert niets aan je werknemersstatus. Het<br />

enige verschil is dat je voor de duur van die opdracht werknemer wordt van<br />

het verlonings bedrijf en dat loonheffing en werknemerspremies via dat bedrijf<br />

lopen. Je bent dus geen zelfstandige, sterker nog: het feit dat je je opdracht<br />

laat verlonen kan de fiscus tegen je gebruiken als je voor andere<br />

klussen wel als zelfstandige aangemerkt wilt worden.<br />

Verlonen gebeurt vaak met de gages van artiesten, muzikanten en sporters.<br />

De opdrachtgever kan een verloningsbedrijf of payroll service in de<br />

arm nemen. Je kunt dat ook zelf doen, zodat je kunt letten op de kosten die<br />

ze rekenen, de snelheid van uitbetalen en de hulp die ze bieden bij vragen.<br />

185<br />

Fictief dienstverband<br />

Verlonen


Ontbrekende<br />

gezagsverhouding<br />

Winstsysteem<br />

Loonbelastingsysteem<br />

Hoofdstuk 7<br />

Reken je niet rijk met de kleinevergoedingsregeling, een bedrag van 163<br />

euro per dag dat je als fictieve kostenpost mag opvoeren en dat buiten de<br />

verloning wordt gehouden. Aan het einde van het jaar moet je namelijk<br />

aangifte doen en als je echte kosten lager blijken te zijn, moet je bijbetalen.<br />

Mogelijkheid twee is dat er geen gezagsverhouding is. Soms is dat lastig te<br />

bepalen, de opdrachtgever geeft immers wel instructies. Hij kan tegen de<br />

vormgever zeggen dat deze eerst het handelsdrukwerk moet ontwerpen en<br />

pas later de folder. Hij kan tegen de journalist zeggen dat teksten in Word-<br />

Perfect hopeloos uit de tijd zijn en dat hij voortaan alleen nog maar teksten<br />

in Word accepteert. Hij kan tegen de fotograaf zeggen dat de foto er vanavond<br />

moet liggen.<br />

Zolang instructies beperkt zijn en de opdrachtnemer in grote mate vrij is<br />

om te bepalen hoe, waar en wanneer hij de opdracht uitvoert, kun je ervan<br />

uitgaan dat een gezagsverhouding ontbreekt. Er is dan noch sprake van<br />

een fictieve dienstbetrekking, noch van de plicht om werknemerspremies<br />

te betalen.<br />

Met de VAR-row in de hand mag de opdrachtnemer vervolgens zelf kiezen<br />

hoe hij zijn inkomsten afrekent met de fiscus, via het winstsysteem of<br />

via het loonbelastingsysteem.<br />

Kiezen voor het winstsysteem lijkt het eenvoudigst. Je vermeldt de inkomsten<br />

op het belastingbiljet onder het kopje ‘resultaat uit overige werkzaamheden’,<br />

trekt de onkosten ervan af en over het verschil betaal je inkomstenbelasting.<br />

Je mag afschrijvingen en beroepskosten opvoeren, maar<br />

je hebt geen recht op ondernemersvrijstellingen. Onkostenvergoedingen<br />

worden belast. Tot voor een paar jaar terug kon je bij een belastingcontrole<br />

volstaan met een schoenendoos met bonnetjes, tegenwoordig moet je een<br />

serieuze administratie voeren, met een begin- en eindbalans en een<br />

resultatenrekening.<br />

Wie al die administratieve rompslomp niet wil, kan kiezen voor het<br />

loonbelastingsysteem. Tenminste, als je opdrachtgever het daarmee eens<br />

is. De opdrachtgever moet nu direct loonbelasting inhouden op je inkomen,<br />

zodat je niet bruto wordt uitbetaald, maar netto. De inhouding betreft<br />

alleen de loonbelasting en de premies voor de volksverzekeringen en<br />

niet, zoals bij gewone werknemers, de premies voor de werknemersverze-<br />

186


Belastingen<br />

keringen. Zelfstandige en opdrachtgever moeten dit samen doorgeven aan<br />

de Belastingdienst.<br />

Deze regeling heet ‘opting-in’. Omdat opting-in alleen voor de belasting<br />

geldt, zijn er verder geen consequenties aan verbonden voor de opdrachtgever.<br />

Hij hoeft niet door te betalen bij ziekte of vakantie en hij kan van<br />

de ene op de andere dag afscheid nemen van de zelfstandige. Omgekeerd<br />

kun jij dat ook. Het voordeel van opting-in is dat je afspraken kunt maken<br />

over fiscale faciliteiten als de fiets of computer van de zaak, onbelaste studiekostenvergoeding<br />

en vrijgestelde pensioenopbouw. Het nadeel is dat je<br />

geen onkosten meer mag aftrekken. In de ogen van de fiscus ben je immers<br />

een soort werknemer en dat betekent dat je vrijwel geen aftrekposten hebt.<br />

Als je veel onkosten maakt, biedt het winstsysteem de meeste voordelen.<br />

Als je nauwelijks onkosten maakt en een hekel hebt aan boekhouden, ben<br />

je beter af met opting-in.<br />

Mogelijkheid drie treffen we aan bij de ‘gelijkgestelden’, de zelfstandigen<br />

die volgens het Rariteitenbesluit gelijk worden gesteld met mensen in loondienst.<br />

Bij hen is er een verplichting tot het verrichten van arbeid en wordt<br />

er loon betaald, maar er is geen gezagsverhouding. Dat betekent dat er wel<br />

loonbelasting en werknemerspremies worden ingehouden, maar dat je<br />

geen dienstverband hebt volgens het arbeidsrecht.<br />

Het Rariteitenbesluit werd veel gebruikt door de omroepen, die mensen<br />

vijf jaar achter elkaar een contract voor tien of elf maanden gaven. Deze<br />

contracten staan overigens onder druk door de Flexwet, officieel de Wet<br />

flexibiliteit en zekerheid.<br />

De Flexwet probeert zoveel mogelijk mensen onder een arbeidscontract<br />

te vangen door de introductie van het ‘rechtsvermoeden van werknemerschap’.<br />

Als je langer dan drie maanden voor een werkgever werkt – hetzij<br />

wekelijks (maakt niet uit voor hoeveel uur), hetzij maandelijks minimaal<br />

twintig uur – dan heb je automatisch een arbeidscontract. Tenzij de werkgever<br />

hard kan maken dat er geen sprake is van een gezagsverhouding. De<br />

bewijslast is daarmee dus omgekeerd. En het valt niet mee om aan te tonen<br />

op welk moment de instructies aan een werknemer die zijn taak zelfstandig<br />

moet uitvoeren, overgaan in een gedetailleerde omschrijving van de<br />

opdracht aan een ondernemer.<br />

187<br />

Rariteitenbesluit<br />

Flexwet


Hoofdstuk 7<br />

Verder legt de wet vast wanneer tijdelijke arbeidscontracten worden<br />

omgezet in een dienstverband voor onbepaalde tijd. Na de derde verlenging<br />

– dus bij het vierde contract – krijg je automatisch een contract voor<br />

onbepaalde tijd. Hetzelfde geldt als je langer dan drie jaar achtereen bij een<br />

werkgever onder contract staat, zonder tussenpozen van drie maanden of<br />

langer. Ook uitzendkrachten vallen onder de Flexwet en kunnen, na een<br />

aanloopperiode van een halfjaar, op dezelfde wijze een vast dienstverband<br />

krijgen bij hun uitzendbureau.<br />

De Flexwet is bedoeld om de rechtspositie van verkapte werknemers te<br />

verstevigen, maar heeft ook bijeffecten voor zelfstandigen. Uit angst voor<br />

een vast dienstverband worden er steeds minder contracten volgens het<br />

Rariteitenbesluit afgesloten. Mensen krijgen nu vaak tijdelijke arbeidscontracten<br />

volgens de cao en na het derde contract houdt de relatie op. In<br />

verband met de crisis geldt met ingang van 2010 voor jongeren tot 27 jaar<br />

een uitzondering: zij kunnen vier keer achter elkaar een tijdelijk contract<br />

krijgen. Zo hoopt de regering de jeugdwerkloosheid te bestrijden.<br />

Btw<br />

Btw is een indirecte belasting die wordt geheven bij de levering van een<br />

product of het verrichten van een dienst. Als een pak melk in de winkel<br />

€0,85 kost, is daarvan €0,80 voor de winkelier en €0,05 voor de fiscus (eerste<br />

levensbehoeften vallen onder het 6-procenttarief). De afkorting btw staat<br />

voor ‘belasting over de toegevoegde waarde’ en is geregeld in de Wet op<br />

de Omzetbelasting. Btw wordt een indirecte belasting genoemd, omdat ze<br />

niet verbonden is aan een persoon. Individuele omstandigheden spelen dus<br />

geen rol, het tarief is voor iedereen gelijk.<br />

Alleen de uiteindelijke consument van het product of de dienst moet de<br />

btw betalen. Maar voordat iets wordt geconsumeerd, gaat het door vele<br />

handen die er waarde aan toevoegen. Niemand weet vooraf wanneer de<br />

productieketen eindigt. Daarom betalen ook ondernemers btw over hun<br />

inkopen. Later kunnen zij deze terugvorderen bij de belasting. Deze voorgeschoten<br />

btw – de fiscus spreekt van voorbelasting – wordt verrekend met<br />

de btw die ze zelf in rekening hebben gebracht aan hun afnemers. Voor de<br />

188


Belastingen<br />

ondernemer is de btw-plicht financieel neutraal, soms is het zelfs voordelig<br />

(zie pagina 194).<br />

Voor de bepaling van de btw-plicht hanteert de Belastingdienst een ruimere<br />

definitie van ‘ondernemerschap’ dan bij de inkomstenbelasting. Ook<br />

als je eerder hebt geconstateerd dat je voor de inkomstenbelasting geen<br />

ondernemer bent, kan het zijn dat je toch btw in rekening moet brengen.<br />

Je activiteiten zijn btw-plichtig als er sprake is van ‘deelname aan het<br />

economisch verkeer’. De soort activiteit bepaalt welk btw-tarief je moet<br />

heffen. De zelfstandige zelf wordt namelijk niet belast, maar zijn verrichtingen.<br />

Ook nevenactiviteiten kunnen onder de btw-plicht vallen. Voor incidentele<br />

btw-plichtige klussen hoef je doorgaans geen btw in rekening te<br />

brengen. Ook over vacatiegeld voor bestuurswerkzaamheden die buiten je<br />

ondernemersactiviteiten vallen hoef je geen btw in rekening te brengen.<br />

Onderstaande lijst geeft een grove indeling van de activiteiten, maar de Belastingdienst<br />

bepaalt uiteindelijk onder welk tarief je verrichtingen vallen.<br />

Neem bij twijfel vooraf contact op.<br />

• Algemeen tarief (21 procent): onder andere voor dienstverlening en<br />

duurzame producten.<br />

• Verlaagd tarief (6 procent): onder andere voor eerste levensbehoeften,<br />

voorbehoedmiddelen, boeken, catalogi, treinkaartjes, mu seumbezoek,<br />

sport en tentoonstellingen. Sinds 2000 vallen ook enkele arbeidsintensieve<br />

diensten onder dit tarief: de reparatie van kleren, schoenen en fietsen,<br />

het knippen van haren en de verbouw van particuliere woningen.<br />

In 2010 kwamen daar het schilderen, stukadoren en isoleren van huizen<br />

ouder dan twee jaar bij, alsmede schoonmaakwerkzaamheden in huis.<br />

Sinds 1 juli 2012 vallen ook beeldende kunst, theater, concertbezoek, cabaret<br />

en musicals weer onder het lage tarief.<br />

• Bijzondere tarieven voor enkele uitzonderingen: bijvoorbeeld 12,5 procent<br />

voor in opdracht gemaakte sieraden waarbij de opdrachtgever de<br />

grondstoffen levert.<br />

Voor filmers is er een curieuze manier om de btw op hun producties fors<br />

te verlagen. Als een film- of videoproductie uitsluitend of nagenoeg uit-<br />

189<br />

Deelname aan het<br />

economisch verkeer<br />

Bepaal de BTW-plicht<br />

van je activiteiten<br />

Printprijsregeling


Vrijgestelde diensten<br />

Btw binnen de<br />

Europese Unie<br />

Hoofdstuk 7<br />

190<br />

sluitend bestemd is voor gebruik door de opdrachtgever zelf, dan kun je<br />

gebruikmaken van de printprijsregeling. De omzetbelasting wordt dan<br />

berekend over een fictieve prijs van 5 euro per uitzendminuut. Reken<br />

even mee: stel dat een instructiefilm van een twintig minuten 20.000<br />

euro kost. Normaal is de btw dan 0,21 × 20.000 = 4.200 euro. Met de<br />

printprijsregeling is dat 0,21 × 20 × 5 = 21 euro. Als je opdrachtgever geen<br />

btw kan aftrekken, scheelt hem dat ruim vierduizend euro.<br />

• Vrijgesteld van btw zijn onder andere diensten van artsen, verpleegkundigen<br />

en verzekeringsadviseurs. Ook vrijgesteld is onderwijs gericht op<br />

het functioneren in een werkkring of het uitoefenen van een beroep, mits<br />

erkend in het Centraal Register Kort Beroepsonderwijs. Bij het CRKBO<br />

kunnen zowel opleidingen als zelfstandigen zich aanmelden. Als je geen<br />

erkende onderwijsbevoegdheid hebt, worden met een audit achtereenvolgens<br />

je zorgvuldigheids-, rechtszekerheids-, redelijkheids-, betrouwbaarheids-<br />

en kenbaarheidsbeginsel getoetst. Zonder erkenning ben je<br />

verplicht 21 procent btw in rekening te brengen, ook als de instelling<br />

waar je lesgeeft wel vrijgesteld is. Als je slechts incidenteel lesgeeft, ben je<br />

wel vrijgesteld van btw.<br />

Met het werk van journalisten en schrijvers ligt het lastiger. Journalistieke<br />

werkzaamheden zijn vrijgesteld. Die betreffen het vergaren en verstrekken<br />

van nieuws. De radiopresentator die een zelf geschreven tekst<br />

voorleest, verricht werk dat vrijgesteld is. Maar de presentator die andermans<br />

tekst voorleest niet. Het is ingewikkeld en de wet is niet erg<br />

duidelijk. Uit jurisprudentie valt af te leiden dat werk van journalisten<br />

en schrijvers alleen is vrijgesteld als het hun eigen gedachtegoed betreft.<br />

Een jaarverslag schrijven voor een bedrijf is dan niet vrijgesteld, reclameteksten<br />

evenmin, maar een reportage in de krant wel. Het blijft een<br />

grijs gebied.<br />

Bij vrijgestelde activiteiten mag je – anders dan bij het nultarief – zelf<br />

geen btw aftrekken.<br />

Als je diensten verleent binnen de Europese Unie stuur je een factuur zonder<br />

btw met de opmerking: ‘btw verlegd’. Dit is een ‘intracommunautaire<br />

dienst’, die je vermeldt op je btw-aangifte. Gebruik hiervoor de ‘opgaaf intracommunautaire<br />

prestaties (icp)’ op de site van de fiscus. Diensten die in


Belastingen<br />

het land van de afnemer zijn vrijgesteld van btw of die zijn belast met nul<br />

procent hoef je niet te vermelden.<br />

Er geldt een uitzondering voor onder andere restaurants, catering, vervoer,<br />

entreekaartjes en verhuur en onderhoud van onroerend goed.<br />

Bij deze uitzonderingen is het van belang waar je de dienst verricht. Als<br />

je de dienst gewoon in Nederland verricht, dan hef jij het Nederlandse btwtarief<br />

en vermeld je dat op je gewone aangifte onder het kopje ‘prestaties<br />

binnenland’ (dus niet bij de icp). De afnemer geeft de btw vervolgens aan<br />

in eigen land.<br />

Als je je dienst in een ander EU-land verricht, dan is de wetgeving van dat<br />

betreffende land van toepassing. Vraag de buitenlandse belastingdienst of<br />

je de btw mag verleggen. Als dat mag, dan geldt de hoofdregel: de ondernemer<br />

die diensten afneemt geeft de btw aan in eigen land. Deze diensten<br />

hoef je vervolgens niet te vermelden bij de icp.<br />

Als de buitenlandse belastingdienst vindt dat je de btw niet mag verleggen,<br />

dan moet je je daar registeren en een factuur sturen met de buitenlandse<br />

btw en moet je daar aangifte doen.<br />

Als een EU-ondernemer een dienst voor jou verricht mag je de btw altijd<br />

naar Nederland verleggen. Je krijgt een factuur zonder btw en vervolgens<br />

geef jij btw over die dienst op in jouw aangifte. Die btw moet je dus betalen.<br />

Als je btw-plichtig bent, dan geef je datzelfde btw-bedrag ook op als voorbelasting,<br />

zodat je per saldo niets betaalt.<br />

Ook hier gelden bovengenoemde uitzonderingen. Als je een van die diensten<br />

afneemt in het EU-land – je slaapt bijvoorbeeld in een hotel, neemt een<br />

taxi of gaat naar een voorstelling – dan betaal je daar de btw. De btw geef je<br />

niet op in je aangifte omzetbelasting, je kunt de btw wel in het betreffende<br />

land digitaal terugvragen.<br />

Als je diensten verricht in een niet-EU-land, dan stuur je een factuur met de<br />

vermelding nul procent omzetbelasting. Alleen als het gaat om een dienst<br />

uit het rijtje uitzonderingen stuur je wel een factuur met btw, deze geef je<br />

aan in de rubriek ‘prestaties binnenland’.<br />

Als je diensten afneemt uit een niet-EU-land, dan krijg je een factuur<br />

zonder btw. Net als bij een dienst van een EU-ondernemer geef je deze<br />

191<br />

Btw buiten de<br />

Europese Unie


Combinatie van<br />

verschillende tarieven<br />

Btw-nummer<br />

Hoofdstuk 7<br />

dienst op in de aangifte omzetbelasting. Als je btw-plichtig bent, geef<br />

je dat btw-bedrag vervolgens op als voorbelasting en betaal je per saldo<br />

niets.<br />

Al met al blijft btw in het buitenland een ingewikkelde zaak. Op de site<br />

van de Belastingdienst staat een handig hulpmiddel waaarmee je stap voor<br />

stap kunt bepalen wat je moet doen. Helaas is dit stappenplan lastig te vinden,<br />

daarom hier het rechtstreekse adres: bit.ly/uvu1Nm.<br />

Als je activiteiten btw-plichtig zijn, moet je altijd btw in rekening brengen<br />

over je diensten. Om btw terug te krijgen over je inkopen moet je bonnen<br />

met aparte btw-vermelding kunnen laten zien. Voor de btw is een deugdelijke<br />

boekhouding vereist. Als de fiscus jaren later constateert dat de btwadministratie<br />

niet deugt, krijg je een naheffing.<br />

Het is mogelijk dat je voor een deel van je activiteiten btw-plichtig bent<br />

en dat een ander deel is vrijgesteld. In dat geval mag je niet alle btw aftrekken<br />

die je zelf hebt voorgeschoten. Formeel mag je alleen die btw aftrekken,<br />

die verband houdt met je btw-plichtige activiteiten. Sommige kosten zijn<br />

exact toe te wijzen, maar de meeste niet. In de praktijk maak je een verdeelsleutel<br />

om te bepalen welk deel van de ‘voorbelasting’ aftrekbaar is, meestal<br />

naar rato van de omzet. Maak hier over van tevoren afspraken met de<br />

belastinginspecteur. Je kunt dat natuurlijk ook door je boekhouder of accountant<br />

laten doen.<br />

Ook over de onkosten die je opvoert bereken je btw. Je zet de onkosten<br />

zonder btw op de factuur, onderaan tel je honorarium en onkosten bij elkaar<br />

op en vervolgens bereken je de btw over het totaal. De btw van de bijkomende<br />

kosten volgt daarbij de btw van de hoofdzaak. Als persfotograaf<br />

bereken je dus 21 procent over je materiaalkosten, als kunstfotograaf 6 procent.<br />

Niet btw-plichtigen voeren de onkosten inclusief btw op.<br />

Zelfstandigen nemen deel aan het economisch verkeer en dus moeten ze<br />

formeel allemaal een btw-nummer aanvragen, ook als al hun werkzaamheden<br />

zijn vrijgesteld. Als je uitsluitend vrijgestelde diensten verleent, heeft<br />

de fiscus er meestal geen bezwaar tegen als je geen btw-nummer aanvraagt.<br />

Sterker nog, soms krijgen zelfstandigen als journalisten en docen-<br />

192


Belastingen<br />

ten niet zo gemakkelijk een btw-nummer. Dat kan vervelend zijn als je een<br />

bestelauto voor je zaak koopt en in aanmerking wilt komen voor de lagere<br />

wegenbelasting voor ondernemers (zie pagina 226). Dring in dat soort gevallen<br />

aan op erkenning als btw-plichtige.<br />

Je bent verantwoordelijk voor de btw die je betaalt aan leveranciers en<br />

aan zelfstandigen die je zelf inhuurt. Als de fiscus constateert dat iemand<br />

niet btw-plichtig is en toch btw aan jou in rekening heeft gebracht, vordert<br />

hij de btw bij jou terug. Je betaalt dan dus dubbel. Als je vermoedt dat iemand<br />

ten onrechte btw berekent, kun je de inspectie Omzetbelasting vragen<br />

of diegene wel btw-plichtig is.<br />

Bij je aanmelding als startende ondernemer geef je op hoeveel investeringen<br />

en omzet je verwacht. Als je verwacht minder dan €1.883 btw per<br />

jaar te moeten afdragen (bij een tarief van 21 procent betekent dat een omzet<br />

exclusief btw van bijna €9.000), dan hoef je maar eens per jaar aangifte<br />

te doen. Daarboven heb je de keuze of je per maand of per kwartaal aangifte<br />

doet. De meeste zelfstandigen kiezen voor een kwartaalaangifte.<br />

Bij je btw-aangifte verreken je de btw die je hebt betaald en de btw die<br />

je hebt ontvangen van klanten. Het gaat daarbij om de factuurdatum: als<br />

je een factuur hebt gestuurd, moet je de btw daarover afdragen, ook als<br />

de klant nog niet heeft betaald. Het omgekeerde geldt ook: je mag de btw<br />

aftrekken over facturen die je van leveranciers hebt gekregen maar die je<br />

nog niet hebt betaald. Als je meer hebt ontvangen dan betaald, moet je dat<br />

bedrag overmaken aan de Belastingdienst. Heb je meer betaald dan ontvangen,<br />

dan krijg je het saldo terug.<br />

Bij langlopende projecten is er een manier om de btw-betaling uit te stellen.<br />

De meeste zelfstandigen sturen elke maand een deelfactuur, ze moeten<br />

dus elke maand de btw afdragen. Maar als je met de opdrachtgever<br />

afspreekt dat hij maandelijkse voorschotten uitbetaalt in plaats van deelfacturen,<br />

dan geldt de btw-plicht pas aan het einde van de rit, namelijk op<br />

het moment dat je de eindfactuur stuurt.<br />

Als je spullen van de zaak privé gebruikt, mag je de btw daarover niet<br />

aftrekken, je bent dan immers consument. Dat geldt bij gemengde kosten<br />

als studiereizen en relatiegeschenken en bij het privégebruik van de auto<br />

van de zaak (zie pagina 263). Bij de laatste btw-aangifte van het jaar verreken<br />

je dit privégebruik.<br />

193<br />

Kwartaalaangifte<br />

Privégebruik


Regeling voor kleine<br />

ondernemers<br />

Ontheffingsverzoek<br />

Hoofdstuk 7<br />

Er is een speciale regeling voor ondernemers die weinig omzet hebben, de<br />

Kleine Ondernemingsregeling (KOR). Deze is bedoeld om kleine ondernemers<br />

te stimuleren om zo’n administratie op te zetten. Als je minder dan<br />

€1.345 per jaar hoeft af te dragen, mag je de btw houden. Als je minder dan<br />

€1.883 maar meer dan €1.345 moet afdragen dan is de vermindering 2,5<br />

maal €1.883 minus het bedrag dat je zou moet betalen (bij de winst- en verliesrekening<br />

geef je die op als ‘buitengewone baten’). De btw die je mag<br />

houden wordt dan wel als inkomen beschouwd waarover je inkomstenbelasting<br />

moet betalen (bij de winst- en verliesrekening geef je die op als ‘buitengewone<br />

baten’). Bij zelfstandigen die samenwerken in een maatschap<br />

kan een slimme verdeling van de facturering extra KOR opleveren (zie pagina<br />

278).<br />

Bij een kleine omzet is het goed om de stand van je btw-afdracht aan het<br />

einde van het jaar in de gaten te houden. Als je de KOR-grens nog niet hebt<br />

bereikt, kan het aantrekkelijk zijn om investeringen die je toch wilt doen<br />

te versnellen. Maar laat je niet verleiden tot luxe-investeringen die eigenlijk<br />

niet nodig zijn. De fiscus betaalt dan wel een stukje mee, maar het grootste<br />

deel van het weggegooide geld blijft afkomstig van jou.<br />

Buitenlandse inkopen tellen niet mee voor de KOR. In je btw-aangifte<br />

verantwoord je die aankopen als verwerving, die je vervolgens als voorbelasting<br />

gewoon kunt aftrekken. Maar btw over verwervingen mag je niet<br />

meenemen voor de berekening van de KOR.<br />

Als je permanent een kleine omzet hebt, kun je een verzoek indienen om<br />

van de btw-plicht te worden ontheven. Als de belastinginspecteur dit verzoek<br />

inwilligt, wordt je btw-nummer opgeheven en hoef je geen btw-administratie<br />

meer te voeren.<br />

Ook financieel kan dat gunstig zijn, bijvoorbeeld voor kunstenaars die<br />

vooral aan particulieren of stichtingen verkopen. Hun werk wordt namelijk<br />

goedkoper. Daar staat tegenover dat je de KOR als inkomstenbron<br />

kwijtraakt.<br />

194


13 Combinatie met<br />

uitkering<br />

Een uitkering kan een springplank naar zelfstandigheid<br />

zijn. En omgekeerd kan de bijstand in tijden van crisis een<br />

vangnet zijn.<br />

AOW · Bijstand · Bbz voor starters · Bbz voor gevestigde ondernemers ·<br />

Studiebeurs · WIA · WW<br />

Een praktijk starten met een uitkering is meestal mogelijk. Vaak wordt een<br />

deel van de inkomsten ingehouden op je uitkering. Maar zelfs als je volledig<br />

wordt gekort, kan een uitkering nog een goede springplank zijn om te experimenteren<br />

met een eigen praktijk en om contacten op te bouwen.<br />

Uitkerende instanties kijken soms vreemd aan tegen zelfstandigen en<br />

lang niet alle ambtenaren zijn op de hoogte van de mogelijkheden. Vraag<br />

eerst om een oriënterend gesprek over je plannen. Laat zien dat je los wilt<br />

komen van de uitkering en dat je dat planmatig aanpakt. Stel je als ondernemer<br />

op en reageer professioneel als je plannen worden afgewezen. Vraag<br />

om een schriftelijke motivatie, dan kun je rustig kijken welke stappen je<br />

nog kunt ondernemen. Informatie vind je bijvoorbeeld op weethoehetzit.nl.<br />

Openheid is een belangrijke troef in contacten met een uitkerende instantie.<br />

Beschouw de uitkeringsverstrekker als een klant die garant staat<br />

307<br />

Gebruik een uitkering<br />

of beurs als springplank


AOW en pensioen<br />

worden niet gekort<br />

Hoofdstuk 13<br />

voor een deel van je omzet, met wie je op basis van gelijkwaardigheid moet<br />

onderhandelen.<br />

Tenzij anders vermeld worden in dit hoofdstuk de bedragen gehanteerd<br />

zoals die golden op 1 juli 2012.<br />

AOW<br />

Steeds meer mensen werken na hun vijfenzestigste door als zelfstandige, of<br />

zetten na hun pensionering een eigen praktijk op. Stonden er in 2006 nog<br />

minder dan 42.000 ondernemers van 65 jaar en ouder ingeschreven bij het<br />

Handelsregister, vijf jaar later was dat aantal ruim verdubbeld tot 95.000.<br />

De motieven verschillen: sommigen weigeren hun ervaring weg te gooien,<br />

anderen willen eindelijk eens gaan doen wat hun hart ingeeft. En er is een<br />

groeiende groep die financieel wel moet, omdat het opgebouwde pensioen<br />

tekort schiet.<br />

Oudere starters hebben geen recht op startersaftrek en slechts op de<br />

helft van de zelfstandigenaftrek (zie pagina 199), maar verder staat hun<br />

weinig in de weg. De winst als ondernemer heeft geen consequenties voor<br />

je AOW en voor het pensioen dat je als werknemer in loondienst hebt opgebouwd,<br />

maar soms wel voor vroegpensioenuitkeringen. Vraag dit na bij je<br />

pensioenfonds of je voormalige werkgever.<br />

Bijstand<br />

Een eigen praktijk naast een uitkering krachtens de Wet Werk en Bijstand<br />

kan alleen als je werkzaamheden bescheiden van omvang zijn – in elk geval<br />

minder dan 1.225 uur per jaar, oftewel 23,5 uur per week – en als het<br />

duidelijk is dat je er (nog) niet van kunt leven. Als je meer tijd in je praktijk<br />

stopt of als je praktijk levensvatbaar is, word je verwezen naar het Besluit<br />

bijstandverlening zelfstandigen (zie pagina 310).<br />

Je kunt proberen een jaar vrijstelling te krijgen van de sollicitatieplicht,<br />

zodat je alle tijd kunt besteden aan het voorbereiden van je praktijk. De<br />

bijstandsuitkering loopt door, op voorwaarde dat je je laat begeleiden door<br />

een deskundige. Voor de kosten die je maakt bij de voorbereiding van je<br />

308


Combinatie met uitkering<br />

bedrijf kun je een renteloze lening aanvragen. Deze lening wordt omgezet<br />

in een lening mét rente zodra je echt begint als zelfstandige.<br />

In sommige steden kun je toestemming vragen voor bedrijfsmatige<br />

werkzaamheden op ‘bescheiden schaal’. Deze regeling is vooral interessant<br />

voor zelfstandigen die veel kosten maken – zoals fotografen en videomakers<br />

– omdat je de kosten dan mag verrekenen met je inkomsten. Reserveren<br />

voor belastingen en premies is niet toegestaan. Mocht de fiscus je een<br />

belastingaanslag opleggen en die niet kwijtschelden, dan verleent de sociale<br />

dienst bijzondere bijstand als je op dat moment te weinig verdient.<br />

Er bestaat geen landelijke regeling voor het op bescheiden schaal voeren<br />

van bedrijfsactiviteiten. Zo’n regeling bestaat zelfs niet meer op gemeentelijk<br />

niveau. Je zult dus op individueel niveau moeten proberen wat<br />

te regelen met je klantmanager. Vaak zijn ze gevoelig voor het argument<br />

dat een eigen beroepspraktijk de enige manier is om werkervaring op te<br />

doen. Soms wordt een minimumomzet geëist, in andere steden ontbreekt<br />

zo’n drempel. De maximale winst is meestal zo’n 6.000 euro per jaar. Soms<br />

wordt een verrekening geaccepteerd op basis van een winst- en verliesrekening<br />

op jaarbasis, anders moet je per opdracht aangeven welke kosten<br />

je daarvoor hebt gemaakt. Vooral bij algemene kosten – zoals de huur van<br />

werkruimte – levert dat problemen op.<br />

Een jaarlijkse verrekening is gunstiger. Je uitkering wordt voorlopig gekort<br />

op basis van een schatting van de winst. Daarvoor wordt de winst van<br />

het voorgaande jaar als leidraad gebruikt. Aan het einde van het jaar vindt<br />

de definitieve afrekening plaats. Alle winst wordt dan verrekend met de<br />

ontvangen bijstand.<br />

Bij incidentele hoge inkomsten geldt een andere regeling. Als je in een<br />

periode meer verdient dan de bijstandsnorm, krijg je over die maanden<br />

geen uitkering, maar het verdiende bedrag mag je houden. Het is dus gunstig<br />

als je in een korte periode veel verdient. Je moet wel aannemelijk kunnen<br />

maken dat je alleen gedurende die periode aan een opdracht hebt gewerkt.<br />

Bij incidentele hoge inkomsten wordt scherp op je eigen vermogen<br />

gelet: het maximaal toegestane vermogen voor een alleenstaande is 5.685<br />

euro.<br />

Noem je werk vooral nooit een onderneming, dat is een directe aanleiding<br />

om de bijstandsuitkering stop te zetten. Je moet je eigen vermogen<br />

309<br />

Werkzaamheden op<br />

’bescheiden schaal‘<br />

Jaarlijkse verrekening<br />

Incidentele hoge<br />

inkomsten<br />

Noem het oriëntatie,<br />

geen onderneming


Bijzondere bijstand<br />

Hoofdstuk 13<br />

dan aanspreken. Benadruk dat het gaat om incidentele opdrachten en dat<br />

je je oriënteert op de mogelijkheden om zelfstandig ondernemer te worden.<br />

(Overigens staat het je altijd vrij om je uitkering tijdelijk stop te zetten.<br />

Daarmee verspeel je je recht op bijstand niet.)<br />

Zorg voor een degelijke presentatie met een plan van activiteiten, een uitgewerkte<br />

marktbenadering, een presentatiemap, ondersteunende brieven<br />

van opdrachtgevers of fondsen. Zorg dat je altijd een goede boekhouding<br />

bijhoudt, zodat je kunt aantonen hoe hoog je kosten zijn. Het is veruit het<br />

gemakkelijkste en duidelijkste om een aparte bankrekening te gebruiken<br />

voor je zakelijke inkomsten en uitgaven. Een zelfstandige met een uitkering<br />

kan zich in principe gewoon inschrijven bij de Kamer van Koophandel<br />

en een btw-nummer aanvragen. Vraag wel om schriftelijke toestemming<br />

van je klantmanager. Wijs erop dat je de KvK-inschrijving en het btw-nummer<br />

niet in eerste plaats nodig hebt als start voor het zelfstandig ondernemerschap<br />

(anders word je naar de Bbz verwezen, zie hieronder), maar als<br />

opstap naar een baan of om maatschappelijk actief te kunnen zijn.<br />

Bbz voor starters<br />

Bbz (Besluit bijstandverlening zelfstandigen) is een bijzondere vorm van<br />

bijstand. Zowel startende zelfstandigen met een uitkering van UWV WERKbedrijf<br />

(voorheen CWI) als mensen met een werkloosheidsuitkering en<br />

gedeeltelijk arbeidsongeschikten kunnen er een beroep op doen. De regeling<br />

staat ook open voor maatschappen en vof’s, voor werknemers die op<br />

korte termijn worden bedreigd met werkloosheid en partners van werklozen.<br />

Uitgesloten zijn mensen die zelf ontslag hebben genomen. Eisen:<br />

• Je voldoet aan de ureneis van de fiscus: je moet op jaarbasis minstens<br />

1.225 uur in je zaak steken. Soms vervalt deze eis, bijvoorbeeld bij<br />

gedeeltelijk arbeidsongeschikten.<br />

• Je bent in het bezit van de benodigde vergunningen en diploma’s. Voor<br />

zelfstandigen is dat meestal geen probleem.<br />

• Je hebt weinig kans op arbeid in loondienst.<br />

• Je inkomen en vermogen liggen onder het bijstandsniveau. Ook het<br />

inkomen van de partner telt daarbij mee.<br />

310


• Je gezondheid is voldoende voor een eigen praktijk.<br />

• Je leeftijd ligt tussen de achttien en vijfenzestig.<br />

• Het bedrijf wordt in Nederland uitgeoefend.<br />

Combinatie met uitkering<br />

Een goed onderbouwd ondernemingsplan is een vereiste, het plan wordt<br />

meestal extern getoetst op levensvatbaarheid en concurrentievervalsing.<br />

Je kunt vier verschillende vormen van ondersteuning aanvragen. Ook een<br />

combinatie is mogelijk.<br />

• Een rentedragende lening voor investeringen van maximaal €34.134. De<br />

rente is acht procent en de looptijd van de lening is maximaal tien jaar,<br />

meestal korter. Je kunt pas startkapitaal aanvragen als je kunt aantonen<br />

dat je geen gewone lening of microkrediet kunt krijgen. Soms is het voldoende<br />

als je dat aannemelijk kunt maken, bijvoorbeeld als het om een<br />

klein bedrag gaat.<br />

• Starters kunnen een renteloze lening krijgen voor aanloop- en onderzoekskosten.<br />

Begeleiding door een erkende adviesinstelling is een voorwaarde.<br />

Als je daadwerkelijk van start gaat, wordt de lening rentedragend.<br />

• Een aanvullende uitkering voor levensonderhoud voor maximaal 36<br />

maanden op bijstandsniveau. Dit is een renteloze lening, die je alleen<br />

moet terugbetalen als je inkomsten gedurende de verstrekkingsperiode<br />

toereikend zijn. Daarvoor bekijkt het UWV WERKbedrijf elk half jaar hoeveel<br />

winst je maakt. De aanvraag voor deze lening kun je rechtstreeks<br />

richten tot UWV WERKbedrijf (een afwijzing van een bank is niet nodig).<br />

• Een tegemoetkoming in de begeleidingskosten. Als je net begonnen bent<br />

met een bedrijf heb je misschien behoefte aan deskundige begeleiding.<br />

In het eerste jaar na de start kan de gemeente een bedrag beschikbaar<br />

stellen voor begeleidingskosten.<br />

De behandeling van een Bbz-aanvraag duurt maximaal zes maanden.<br />

Vooral de aanvragen voor startkapitaal worden vaak afgewezen. Tijdens<br />

de behandeling van de aanvraag mag je wel voorbereidingen treffen om je<br />

onderneming op te zetten, maar je mag nog niet werken.<br />

311<br />

Levensvatbaarheid<br />

Renteloze lening<br />

Aanvullende uitkering<br />

voor 36 maanden


Maak van ondernemen<br />

geen heilig moeten<br />

Bedrijfskapitaal<br />

‘om niet’<br />

Oudere zelfstandigen<br />

Hoofdstuk 13<br />

Bbz voor gevestigde ondernemers<br />

Het Besluit bijstandverlening zelfstandigen (Bbz) staat ook open voor gevestigde<br />

ondernemers met wie het tijdelijk slecht gaat. Als richtlijn geldt dat<br />

je minimaal anderhalf jaar eigen baas bent.<br />

Ondanks de economische crisis kloppen weinig mensen voor steun aan<br />

bij UWV WERKbedrijf. Onbekendheid met de regeling speelt een rol, maar<br />

er is vaak ook een praktisch probleem. Je hebt de cijfers van de afgelopen<br />

drie jaar nodig om te laten zien hoe je bedrijf ervoor staat en om aan te<br />

tonen dat het in principe levensvatbaar is. Maar juist bij problemen blijkt<br />

de boekhouder vaak wegbezuinigd. Bovendien is er schaamte om met de<br />

billen bloot te gaan. Tegenover zichzelf kunnen veel zelfstandigen al nauwelijks<br />

toegeven hoe slecht het gaat, laat staan tegenover een ambtenaar.<br />

Dat je bedrijf economisch bestaansrecht heeft, is niet alleen een eis van<br />

UWV WERKbedrijf. Die vraag moet je ook jezelf serieus stellen. Heeft je<br />

praktijk wel een reëel perspectief? Heeft het zin om door te knokken en<br />

heb jij daar wel zin in? Waarom wil je eigenlijk verder: is dat uit positieve<br />

motieven of is het simpelweg koppigheid of trots die je ervan weerhoudt op<br />

te geven? En zou het geen opluchting zijn om ermee op te houden?<br />

Er zijn drie verschillende vormen van ondersteuning:<br />

• Een rentedragende lening voor bedrijfskapitaal tot €185.402. De rente is<br />

acht procent, de lening moet je binnen tien jaar aflossen.<br />

• Een bedrijfskapitaal ‘om niet’ van maximaal €9.270. Zelfstandigen met<br />

een duurzaam laag inkomen kunnen deze eenmalige gift aanvragen om<br />

investeringen te doen. Om in aanmerking te komen voor dit ‘bedrijfskapitaal<br />

om niet’ mag het eigen vermogen niet hoger zijn dan €178.431. Bij<br />

een eigen vermogen tussen €42.459 en €178.431 geldt de eis dat het eigen<br />

vermogen niet meer dan is dan dertig procent van het totale vermogen.<br />

• Een aanvullende uitkering van een jaar. Soms kan deze tweemaal worden<br />

verlengd. De uitkering wordt verstrekt als renteloze lening. Deze<br />

hoef je niet terug te betalen als je vermogen lager is dan €178.431.<br />

Als je 55 jaar of ouder bent en al minstens tien jaar als zelfstandige werkt,<br />

hoeft je bedrijf niet levensvatbaar te zijn om in aanmerking te komen voor<br />

312


Combinatie met uitkering<br />

Bbz. Wel moet het bruto-inkomen uit je bedrijf minimaal €7.363 bedragen<br />

en mag je geen andere manieren hebben om aan geld te komen, zoals een<br />

partner die je onderhoudt.<br />

Op basis van een schatting krijg je een aanvulling tot bijstandsniveau,<br />

na afloop van het boekjaar wordt die verrekend. Als je vermogen minder<br />

is dan €124.902, hoef je de ontvangen bijstand niet terug te betalen, daarboven<br />

wordt de uitkering omgezet in een renteloze lening. De aanvullende<br />

bijstand eindigt als je onder de inkomensgrens van €7.363 zakt of als je de<br />

aow-leeftijd bereikt.<br />

Oudere zelfstandigen kunnen soms tevens bijstand in de vorm van bedrijfskapitaal<br />

krijgen. Het maximum is €9.270, de sociale dienst bepaalt of<br />

je daarvoor in aanmerking komt. Als je vermogen lager is dan €124.902 is<br />

dit bedrijfskapitaal een gift.<br />

Als je je bedrijf binnen twaalf maanden definitief wilt beëindigen, dan kun<br />

je op basis van de Bbz een renteloze lening krijgen in de vorm van een uitkering<br />

tot bijstandsniveau. Dit kan gedurende maximaal een jaar, met een<br />

mogelijke verlenging van een jaar. Deze renteloze lening kan geheel of gedeeltelijk<br />

worden kwijtgescholden als je eigen vermogen lager is dan<br />

€178.431 of als je eigen vermogen tussen de €42.459 en €178.431 ligt en minder<br />

bedraagt dan dertig procent van het totale vermogen.<br />

Voor zelfstandigen boven de 55 jaar die binnen achttien maanden definitief<br />

met hun bedrijf willen stoppen, is er de IOAZ, de Wet Inkomensvoorziening<br />

Oudere en gedeeltelijk Arbeidsongeschikte Zelfstandigen. De naam<br />

van deze uitkering klopt eigenlijk niet meer, want sinds 2006 kunnen gedeeltelijk<br />

arbeidsongeschikte zelfstandigen er geen beroep meer op doen.<br />

Studiebeurs<br />

Sinds 2012 worden ondernemende studenten ‘niet meer bestraft’, zoals minister<br />

Verhagen het noemde: ze mogen zoveel verdienen als ze willen en<br />

hoeven hun studiebeurs niet terug te betalen. Er zit echter een flinke adder<br />

onder het gras: dat geldt alleen voor het jaar waarin je afstudeert. Alle andere<br />

jaren geldt een maximum (over 2012 is dat €13.363 en over 2013 €13.531).<br />

Wat je meer verdient, moet je terugbetalen.<br />

313<br />

Stoppen


Kosten aftrekken mag,<br />

belasting reserveren niet<br />

Reisproduct inleveren<br />

Gelijkmatige verdeling<br />

Hoofdstuk 13<br />

• Het gaat om je verzamelinkomen, daaronder valt dus ook de winst uit<br />

onderneming. Van je inkomsten als zelfstandige mag je natuurlijk wel<br />

eerst de kosten aftrekken. Geld reserveren voor de belasting is niet toegestaan.<br />

• Sinds 2010 betaal je nooit meer terug dan je aan studiefinanciering en<br />

‘studentenreisproduct’ hebt ontvangen. Heb je het gehele jaar studiefinanciering<br />

genoten en één euro te veel bijverdiend, dan betaal je dus<br />

slechts die ene euro terug. Heb je bijvoorbeeld €5.000 te veel verdiend<br />

en slechts €3.500 aan beurs en reisproduct gehad, dan betaal je slechts<br />

€3.500 terug.<br />

• In principe moet je je beurs stopzetten en je reisproduct inleveren als je<br />

te veel bijverdient. Maar bij een bedrijf is natuurlijk lastig te voorzien<br />

hoeveel je uiteindelijk in een jaar verdient. Geen probleem: je hebt tot<br />

1 juli van het jaar daarna de tijd om de beurs alsnog met terugwerkende<br />

kracht stop te zetten. Zorg dus dat je voor 1 juli beschikt over een definitieve<br />

aanslag.<br />

• Probleem bij het achteraf stopzetten van je beurs is wel dat je de toegekende<br />

studiefinanciering moet terugbetalen en een boete krijgt voor de<br />

tijd dat je ten onrechte <strong>gratis</strong> reisde (97 euro per halve maand.). Daar<br />

staat tegenover dat als je later geen diploma haalt, de eventuele schuld<br />

voor de reisvoorziening (in 2013 bijna 100 euro per maand) vervalt. Als je<br />

bang bent dat de inkomsten uit je bedrijf te hoog zullen worden, kun je<br />

het beste je studiefinanciering door laten lopen en je reisproduct stopzetten.<br />

• Als je slechts een deel van het jaar studiefinanciering hebt ontvangen,<br />

dan telt alleen het inkomen in de maanden dat je studiefinanciering had<br />

mee bij de berekening van je bijverdiensten. Bij winst uit onderneming<br />

doet de Dienst Uitvoering Onderwijs, de opvolger van Informatie Beheer<br />

Groep, alsof die gelijkmatig verdeeld is over het jaar: je netto winst wordt<br />

door twaalf gedeeld.<br />

• De terugbetaling van een studiebeurs begint twee jaar na beëindiging<br />

van de studiefinanciering, de renteteller loopt in deze aanloopfase wel<br />

gewoon door. Na vijftien jaar stopt de plicht tot terugbetaling, ook als de<br />

lening nog niet geheel is afgelost.<br />

314


Combinatie met uitkering<br />

• Het bedrag dat je maandelijks moet terugbetalen wordt bepaald door de<br />

complete schuld plus de berekende rente over de looptijd (15 jaar) te delen<br />

door het aantal maanden, dus door 15 × 12 = 180. Als je vindt dat je dat<br />

bedrag niet kunt opbrengen, kun je een draagkrachtmeting aanvragen.<br />

• Als peiljaar wordt twee jaar teruggekeken: in 2013 wordt dus 2011 als peiljaar<br />

gebruikt. Bij een bedrijf kunnen de inkomsten sterk wisselen. DUO<br />

ziet dit echter als beroepsrisico en het is niet mogelijk om bij dalende<br />

inkomsten een ander jaar op te geven. Het is dus nadelig als je peiljaar<br />

net een topjaar blijkt te zijn. Je kunt dan een met redenen omkleed verzoek<br />

indienen om een ander jaar te mogen gebruiken. Dit heet een peiljaarverlegging.<br />

• Als het tijdelijk slecht gaat met je bedrijf heb je de mogelijkheid om gedurende<br />

een of meerdere periodes niet af te lossen. Per keer moet je minimaal<br />

een aflosvrije periode van drie aaneengesloten kalendermaanden<br />

opnemen, in totaal mag je maximaal zestig aflosvrije maanden aanvragen.<br />

Dit zijn de zogenaamde jokermaanden.<br />

• Versneld aflossen mag ook, dat is gunstig want dan betaal je minder<br />

rente.<br />

WIA<br />

De arbeidsongeschiktheidswetgeving is in 2006 ingrijpend veranderd. De<br />

WIA (Wet werk en inkomen naar arbeidsvermogen) is in de plaats gekomen<br />

van de WAO (Wet op de arbeidsongeschiktheidsverzekering). De Wet reïntegratie<br />

arbeidsgehandicapten is eveneens afgeschaft. De WAO blijft nog<br />

wel bestaan voor mensen die voor 1 januari 2004 een arbeidsongeschiktheidsuitkering<br />

toegekend kregen.<br />

De WIA omvat zowel de IVA (Inkomensvoorziening voor volledig en<br />

duurzaam arbeidsongeschikten) als de WGA (uitkering in verband met<br />

Werkhervatting van gedeeltelijk arbeidsongeschikten). Ook bevat de WIA<br />

regels voor mensen die minder dan 35 procent arbeidsongeschikt zijn en<br />

geen uitkering ontvangen, maar voor wie passende vervangende arbeid gezocht<br />

moet worden.<br />

315<br />

Peiljaar<br />

Jokermaanden<br />

Arbeidsongeschiktheid


Individuele reïntegratie<br />

Kredieten<br />

Extra fiscale aftrekpost<br />

Voortzetting<br />

bestaande praktijk<br />

Hoofdstuk 13<br />

Een eigen praktijk naast een WIA-uitkering is mogelijk. Uit de reïntegratievisie<br />

(het rapport waarin je mogelijkheden staan om weer aan het werk te<br />

komen) moet blijken of het zelfstandig ondernemerschap een optie is. Je<br />

kunt voor advies en begeleiding tijdens het starttraject een beroep doen op<br />

de IRO (Individuele Reïntegratieovereenkomst). Hiervoor is een budget van<br />

5.000 euro per persoon beschikbaar.<br />

Je hoeft je uren niet bij te houden en de sollicitatieplicht wordt opgeschort.<br />

Inkomsten uit je praktijk worden verrekend met je uitkering. Je<br />

kunt een starterskrediet krijgen van maximaal €34.134, daarnaast kun je<br />

een voorbereidingskrediet krijgen. Beide leningen hebben een looptijd van<br />

maximaal tien jaar. Verder zijn er vergoedingen voor begeleiding, vervoer<br />

en aanpassingen op en rond de werkplek. Onafhankelijk advies kun je inwinnen<br />

bij de Welder Groep (voorheen Breed Platform Verzekerden en<br />

Werk), weldergroep.nl.<br />

Mensen met een WAO-uitkering die als zelfstandige te weinig verdienen,<br />

kunnen vier jaar lang een inkomenssuppletie van maximaal twintig procent<br />

krijgen. Die kun je aanvragen tot uiterlijk een halfjaar na afsluiting<br />

van het boekjaar. Deze regeling geldt niet voor WIA-uitkeringsgerechtigden.<br />

Ook de Belastingdienst heeft een faciliteit voor geheel of gedeeltelijk arbeidsongeschikten<br />

die een bedrijf beginnen. Sinds 2007 krijgen zij in het<br />

eerste jaar na de start een fiscale aftrekpost van €12.000, in het tweede jaar<br />

is dat €8.000 en in het derde jaar €4.000. Het urencriterium is voor deze<br />

groep startende ondernemers verminderd tot 800 uren (zie pagina 181).<br />

WW<br />

Met een uitkering volgens de Werkloosheidswet (WW) moet je beschikbaar<br />

zijn voor de arbeidsmarkt. Dat geldt alleen voor het aantal uren dat je die<br />

uitkering krijgt. Bij een parttime baan ben je dus ook parttime werkloos.<br />

Als je naast je baan al regelmatig werkte als zelfstandige, mag je dat blijven<br />

doen. De omvang van je zelfstandige werkzaamheden moet je bij aanvang<br />

van de werkloosheid melden bij het Uitvoeringsinstituut Werknemersverzekeringen<br />

(UWV). Het is belangrijk om al die uren op te voeren,<br />

ook de incidentele klussen. Het UWV neemt het gemiddelde over het afgelo-<br />

316


Combinatie met uitkering<br />

pen halfjaar. Dat gemiddelde aantal uren mag je als zelfstandige werken<br />

zonder dat je uitkering wordt verminderd.<br />

Als je vanuit een ww-uitkering een nieuwe praktijk wilt opzetten, begin je<br />

met de onderzoeksperiode. Je mag dan een ondernemingsplan schrijven en<br />

de markt verkennen, maar mag je nog geen productieve uren maken. Als je<br />

besluit te starten zijn er twee mogelijkheden:<br />

• Je zet je uitkering gedeeltelijk stil. Voor de uren dat je als zelfstandige aan<br />

de slag gaat krijg je geen uitkering meer. Let op: dit is een onomkeerbaar<br />

proces. Als je opgeeft dat je twintig uur per week in je zaak gaat steken<br />

en het worden er maar tien, dan heb je pech.<br />

Let er tevens op dat je alle uren opgeeft die je als zelfstandige werkt, dus<br />

ook de niet-productieve uren voor acquisitie en administratie. Als je na 1<br />

januari 2010 bent gestart hoef je de reisuren tussen je huis en je vaste<br />

werkplek niet op te geven, andere reisuren blijven wel meetellen (bijvoorbeeld<br />

naar klanten of naar wisselende werkplekken).<br />

Het UWV controleert het aantal opgegeven uren streng, bijvoorbeeld<br />

door bij de Belastingdienst te checken of je gebruikmaakt van de zelfstandigenaftrek.<br />

Als dat zo is, dan stelt het UWV dat je, uitgaande van<br />

een vijfdaagse werkweek, naast je 1.225 zelfstandige uren per jaar nog<br />

maar maximaal voor 16 uur per week een uitkering kunt krijgen. De<br />

enige verdediging die je nog zou kunnen aanvoeren is dat de Belastingdienst<br />

de reisuren naar een vaste werkplek wel meetelt en het UWV niet.<br />

Maar de reisafstand moet wel heel groot zijn om daarmee echt een verschil<br />

te rechtvaardigen.<br />

Lange tijd was de UWV-voorlichting over de opgave van het aantal uren<br />

ver onder de maat: veel startende zelfstandigen dachten dat ze alleen<br />

de declarabele uren hoefden op te geven en werden met terugwerkende<br />

kracht als fraudeur neergezet. De Nationale Ombudsman tikte het UWV<br />

hard op de vingers en de minster dwong het UWV de drieduizend klagers<br />

opnieuw te beoordelen en daarbij ‘ruimhartig’ te werk te gaan. Inmiddels<br />

is de voorlichting van het UWV op dit punt echter wel duidelijk: geef dus<br />

alle uren op.<br />

317<br />

Nieuwe praktijk<br />

Alle uren opgeven


Half jaar proberen<br />

Terug naar de WW<br />

Hoofdstuk 13<br />

• Je kiest voor een startperiode van maximaal zes maanden om de levensvatbaarheid<br />

van het bedrijf te bewijzen. Als je hiervoor toestemming<br />

krijgt van je werkcoach, mag je die hele periode opdrachten binnenhalen<br />

en uitvoeren. Je hoeft niet te solliciteren, je hoeft geen uren op te geven en<br />

inkomsten worden verrekend met je uitkering. Deze verrekening gebeurt<br />

pas na twee jaar, omdat ook wordt gekeken naar de inkomsten ná dat<br />

halve jaar. Let op: het UWV hanteert bij de verrekening een hoger inkomen<br />

dan de Belastingdienst doordat het aftrekposten als de zelfstandigheidsaftrek,<br />

de startersaftrek en de MKB-vrijstelling erbij optelt.<br />

Na de proefperiode van zes maanden kun je beslissen of je echt gaat<br />

beginnen. Als je stopt, loopt je uitkering gewoon door, er is dan niets<br />

veranderd. Als je wel start, wordt je uitkering helemaal of gedeeltelijk<br />

stopgezet. In dat laatste geval moet je je uren bijhouden, net als bij de<br />

eerste mogelijkheid.<br />

Als het zelfstandig ondernemerschap niet lukt, kun je opnieuw een beroep<br />

doen op de WW. Als je minder dan 18 maanden recht had op WW, dan kun<br />

je de uitkering hervatten als je binnen 18 maanden met je bedrijf stopt. Had<br />

je langer dan 18 maanden recht op WW, dan geldt dat aantal maanden als<br />

herlevingstermijn. Bijvoorbeeld:<br />

• Je hebt recht op twaalf maanden WW. Na twee maanden uitkering begin<br />

je een eigen bedrijf. Zes maanden later zie je dat het niks wordt. Dan krijg<br />

je opnieuw een WW-uitkering en wel voor de resterende tien maanden.<br />

• Je hebt recht op twintig maanden WW. Na zes maanden uitkering begin<br />

je voor jezelf, maar 19 maanden later stop je daar weer mee. Je kunt dan<br />

voor de resterende veertien maanden weer een WW-uitkering krijgen.<br />

• Als je in de boven beschreven situatie twee maanden later met je bedrijf<br />

zou stoppen (dus na 21 maanden), dan heb je geen recht meer op WW.<br />

318


Voorbeeld financieel plan<br />

Bezittingen<br />

Een ontwerper investeert in een snelle computer, een kleurenprinter en een<br />

scanner. De apparatuur kost €6.600 (inclusief 21 procent btw is dat €7.986). Hij<br />

gebruikt de inventaris die hij al heeft. Van zijn oma heeft hij onlangs een mooi<br />

bureau geërfd, samen met de lichtbak en de tekentafel die nog uit zijn studietijd<br />

stammen, schat hij de waarde op €6.000. Daarvan heeft hij geen btw-bonnen, dus<br />

hij kan die btw ook niet terugvorderen. Dat kan wel met de btw over de voorraad<br />

papier en materiaal die hij moet aanschaffen (€750 plus €158 btw).<br />

Hij wil een buffer van €5.000 hebben voor de eerste drie maanden<br />

levensonderhoud. Hij stuurt zijn potentiële klanten een zeefdruk van zijn logo,<br />

dit begroot hij op €400 exclusief btw. De openingsreceptie begroot hij op €200<br />

exclusief btw.


Voorbeeld financieel plan<br />

De ontwerper kwam op een investering van €20.620. Aan spaargeld en een lening<br />

van zijn broer heeft hij €8.050. Samen met de inventaris die hij inbrengt, is zijn<br />

eigen vermogen €14.050. Zijn eerste klant is bereid om hem een voorschot te geven<br />

van €2.500 op een langlopende opdracht.<br />

Voor het resterende bedrag benadert hij de bank waar hij al lang een privérekening<br />

heeft lopen. Deze vindt dat hij maar weinig zekerheid kan geven, alleen<br />

de computerapparatuur is interessant als onderpand. De bank schat de waarde<br />

daarvan bij gedwongen verkoop op eenderde. Hij kan dus een lening krijgen van<br />

€2.200 met een looptijd van twee jaar. Daarnaast kan hij een rekening-courant<br />

krijgen met een maximum van €2.000. Volgens zijn berekening heeft hij dat bedrag<br />

bijna helemaal nodig.<br />

Investeringsbegroting Financieringsplan<br />

Verbouwingen 0 Spaargeld 3.550<br />

Machines 0 Persoonlijk krediet 0<br />

Inventaris 6.000 Verhoging hypotheek 0<br />

Kantoorapparatuur 6.600 Lening bekenden 4.500<br />

Auto 0 Inbreng spullen 6.000<br />

Vaste activa 12.600 Eigen vermogen 14.050<br />

Voorraad 750 Banklening 2.200<br />

Voorfin. btw 1.670 Lening sociale dienst 0<br />

Waarborgsommen 0 Leasing 0<br />

Kas, bank 5.000 Lang vreemd vermogen 2.200<br />

Vlottende activa 7.420<br />

Rekening-courant 1.870<br />

Reclame 400 Voorschotten 2.500<br />

Opening 200 Leverancierskrediet 0<br />

Aanloopkosten 600 Kort vreemd vermogen 4.370<br />

20.620 20.620


Exploitatie<br />

Voorbeeld financieel plan<br />

Volgens een grove schatting denkt de startende ontwerper een omzet te halen<br />

van €50.000. Hij schat de bijbehorende directe kosten op vijf procent (€2.500). Zijn<br />

brutowinst is dan €47.500. De indirecte kosten begroot hij op €6.000 en daarmee<br />

komt zijn nettowinst op €41.500.<br />

Omzet 50.000<br />

Directe kosten – 2.500<br />

Brutowinst 47.500<br />

Indirecte kosten – 6.000<br />

Nettowinst 41.500<br />

De berekening van de ontwerper is erg grof. Hij maakt daarom een gedetailleerdere<br />

begroting. Eerst bekijkt hij zijn verwachte opbrengst, daarna zijn kosten.<br />

Twee opdrachten heeft hij al binnen. Voor een bedrijfsverzamelgebouw gaat<br />

hij de bewegwijzering ontwerpen voor €15.000. Dat is de klant die hem €2.500<br />

wil voorschieten. En voor een luxe meubelzaak gaat hij een reeks brochures<br />

maken voor €25.000. Verder wil hij een aantal bedrijven aanschrijven met het<br />

aanbod een huisstijl te ontwerpen. Hij biedt daarvoor een vaste offerte aan van<br />

€1.000. Van de zevenhonderd bedrijven die hij aanschrijft, hoopt hij minimaal één<br />

procent als klant te krijgen. Dat zou nog eens €7.000 omzet opleveren. Aan kleine<br />

opdrachten, bijvoorbeeld folders voor middenstanders in de buurt, visitekaartjes<br />

voor particulieren en geboortekaartjes, denkt hij zeker tien klanten te werven.<br />

Gemiddeld rekent hij voor deze klanten op €300 omzet. De totale omzet zou dan<br />

€50.000 zijn, waarvan €40.000 zeker is. Dat is viervijfde deel.<br />

Het grootste deel van zijn kosten is niet toe te wijzen aan afzonderlijke<br />

opdrachten. Alleen de presentatiekosten zijn duidelijk gerelateerd aan een klus.<br />

Hiervoor begroot de ontwerper een vast percentage van de omzet (5 procent).<br />

De vaste kosten specificeert hij zo ver mogelijk. Zijn boekhouding besteedt hij<br />

uit. Omdat hij de bonnen zelf inschrijft, kost dit maar €450. Aan telefoon en porti<br />

rekent hij €50 per maand en voor kleine kantoorbenodigdheden €250 per jaar. De<br />

totale kantoorkosten komen daarmee op €1.300 per jaar.<br />

Zijn acquisitieplan voorziet in een mailing aan zevenhonderd bedrijven. Met<br />

drukkosten erbij begroot hij dit op €600. Voor zijn werk verwacht hij 5.000 kilo-


Voorbeeld financieel plan<br />

meter per jaar te rijden met zijn privé-auto. Daarvoor mag hij 19 cent per kilometer<br />

opvoeren, in totaal €950.<br />

De rentekosten kan hij berekenen aan de hand van zijn financieringsplan. De<br />

lening van zijn broer is renteloos. Voor de banklening van €2.200 betaalt hij tien<br />

procent rente per jaar. Voor de rekening-courant rekent de bank veertien procent<br />

per jaar. In totaal betaalt hij dus €482 rente. Met een afschrijvingsschema berekent<br />

hij dat zijn afschrijvingen €2.220 bedragen.<br />

Om te kijken welk risico hij loopt, maakt de hij twee exploitatiebegrotingen:<br />

een minimale en een maximale variant. In de eerste gaat hij alleen uit van de<br />

opdrachten die hij al zeker op zak heeft. In de tweede staan alle verwachte<br />

opdrachten. In beide begrotingen hanteert hij dezelfde indirecte kosten.<br />

Afschrijvingen<br />

Bedrijfsmiddel Aanschaf Rest Termijn Per jaar<br />

Computer 4.000 0 5 800<br />

Printer 1.600 0 5 320<br />

Scanner 1.000 0 5 200<br />

Inventaris 6.000 1.500 5 900<br />

2.220


Autokosten<br />

Gegevens<br />

Aanschafprijs 5.000<br />

Afschrijvingstermijn 5<br />

Restwaarde 0<br />

Verbruik (km/liter) 13<br />

Brandstofprijs 1,95<br />

Onderhoud per km 0,05<br />

Wegenbelasting 1.200<br />

Verzekering 400<br />

Cataloguswaarde 20.000<br />

Bijtelling 25%<br />

Voorbeeld financieel plan<br />

Kilometers<br />

Privé 10.000 10.000 10.000<br />

Zaak 5.000 10.000 20.000<br />

Totaal 15.000 20.000 30.000<br />

Totale autokosten<br />

Afschrijving 1.000 1.000 1.000<br />

Wegenbelasting 1.200 1.200 1.200<br />

Verzekering 400 400 400<br />

Onderhoud en reparatie 750 1.000 1.500<br />

Brandstof 2.250 3.000 4.500<br />

Aftrekpost bij auto op zaak<br />

5.600 6.600 8.600<br />

Autokosten op zaak 5.600 6.600 8.600<br />

Af: bijtelling privégebruik –5.000 –5.000 –5.000<br />

Af: bijtelling btw over privégebruik –540 –540 –540<br />

Aftrekpost bij auto privé<br />

60 1.060 3.060<br />

Autokosten op zaak (€0,19 per<br />

zakelijke km)<br />

950 1.900 3.800<br />

Meeraftrek auto privé 890 840 740


Voorbeeld financieel plan<br />

Exploitatiebegroting<br />

Minimaal Maximaal<br />

Omzet 40.000 50.000<br />

Directe kosten (5%) – 2.000 – 2.500<br />

Brutowinst 38.000 47.500<br />

Algemeen 1.300 1.300<br />

Verkoop 600 600<br />

Reizen 950 950<br />

Rente 482 482<br />

Afschrijving 2.220 2.220<br />

Indirecte kosten – 5.552 – 5.552<br />

Nettowinst 32.448 41.948<br />

Over de berekende nettowinst moet nog belasting worden betaald. Op pagina<br />

213 en volgende zal blijken dat de ontwerper niet veel belasting hoeft te betalen.<br />

Om te beginnen heeft hij recht op de startersaftrek voor beginnende ondernemers.<br />

Daarnaast heeft hij recht op de zelfstandigenaftrek, oudedagsreserve,<br />

investeringsaftrek, MKB-vrijstelling en heffingskortingen. Daar staat tegenover dat<br />

hij ervoor kiest om zich te verzekeren voor arbeidsongeschiktheid, wat hem €4.000<br />

per jaar kost, dat bedrag is aftrekbaar.<br />

Hij berekent dat hij in de minimale variant €538 belasting moet betalen plus €877<br />

zorgpremie. Het netto besteedbaar inkomen bedraagt dan €27.033. In de maximale<br />

variant zou hij per jaar €33.047 overhouden.<br />

De ontwerper had al voor zichzelf berekend dat hij privé €2.467 per maand<br />

nodig heeft, dat is €29.600 op jaarbasis. In de minimale variant komt hij dus €2.567<br />

te kort, in de maximale variant haalt hij het echter ruimschoots. Overigens moet<br />

hij van het netto-inkomen nog wel zijn zorgverzekering betalen, die kost ook een<br />

duizend euro. Gedeeltelijk wordt dat gecompenseerd door de zorgtoeslag waar hij<br />

recht op heeft en hij besluit de gok te wagen.


Liquiditeit<br />

Voorbeeld financieel plan<br />

De ontwerper begroot zijn liquiditeit voor het minimale scenario, omdat het in dat<br />

geval wel eens krap zou kunnen worden. Op 1 januari heeft hij €5.000 aan liquide<br />

middelen, alle investeringen zijn dan gedaan en voor de klus van de bewegwijzering<br />

heeft hij €2.500 voorschot gehad. Zowel op 1 februari als op 1 juni betaalt het<br />

bedrijfsverzamelgebouw een deelfactuur van €5.000 plus €1050 btw voor het werk<br />

dat al af is. Op 1 september is de klus helemaal klaar en verstuurt de ontwerper de<br />

eindfactuur van €5.000 plus €1050 btw. Daarop vermeldt hij dat hij op 1 januari al<br />

€2.500 voorschot heeft ontvangen, hij ontvangt dus slechts €2.500 plus €1050 btw.<br />

De meubelzaak betaalt op 1 juni €12.500 plus btw en op 1 september de overige<br />

€12.500 plus btw.<br />

De directe kosten bedragen vijf procent van de omzet, daar komt nog 21 procent<br />

btw bij. In de minimale variant gaat de ontwerper ervan uit dat hij na augustus<br />

geen nieuwe klussen krijgt en vallen de directe kosten vanaf september dus weg.<br />

De indirecte kosten lopen wel door. Deze zijn gedeeltelijk belast met btw (kantoor<br />

en verkoop, beide voor 21 procent). Elke maand lost hij €170 af, daardoor neemt de<br />

rente elke maand af (de rekening-courant is hier voor het gemak opgevat als een<br />

gewone lening).<br />

Over het eerste kwartaal krijgt de ontwerper btw terug: hij heeft pas €1.050 btw<br />

ontvangen en hij heeft €1.670 voorgeschoten over de investeringen en €254 over de<br />

inkopen en indirecte kosten. De andere kwartalen moet hij wel btw afdragen. In<br />

april komt hij €1.042 rood te staan, in mei zelfs €4.279. Op basis van deze begroting<br />

gaat de ontwerper met de meubelzaak praten over verdere spreiding van de<br />

betaling. Als de meubelzaak al op 1 april betaalt komt hij niet in de rode cijfers.


Liquiditeitsbegroting<br />

Voorbeeld financieel plan<br />

jan feb mrt apr mei jun jul aug sep okt nov dec<br />

Beginsaldo 5.000 1.756 4.564 1.324 –1.042–4.279 13.661 7.006 3.77419.517 13.113 10.184<br />

Wegwijzers 6.050 6.050 3.550<br />

Brochure 15.125 15.125<br />

Directe kosten –298 –298 –298 –298 –298 –298 –298 –298<br />

Algemeen –129 –129 –129 –129 –129 –129 –129 –129 –129 –129 –129 –129<br />

Verkoop –60 –60 –60 –60 –60 –60 –60 –60 –60 –60 –60 –60<br />

Reizen –79 –79 –79 –79 –79 –79 –79 –79 –79 –79 –79 –79<br />

Rente –41 –39 –37 –36 –34 –32 –31 –29 –27 –25 –24 –22<br />

Aflossing –170 –170 –170 –170 –170 –170 –170 –170 –170 –170 –170 –170<br />

Btw-afdracht 874 –3.421 –3.473<br />

Privé-opname –2.467–2.467–2.467–2.467–2.467–2.467–2.467–2.467–2.467–2.467–2.467–2.467<br />

Eindsaldo 1.756 4.564 1.324 -1.042 -4.279 13.661 7.006 3.774 19.517 13.113 10.184 7.257


Bezetting<br />

Voorbeeld financieel plan<br />

De ontwerper had zijn omzet in de maximale variant begroot op €50.000 en hij<br />

hanteert een uurprijs van €65. Hij moet dus 50.000 : 65 = 769 declarabele uren<br />

maken. Omdat hij nog niet veel ervaring heeft denkt hij eenderde meer tijd kwijt te<br />

zijn aan de uitvoering van opdrachten. In totaal moet hij dus 1,33 × 769 = 1.023 uur<br />

aan de uitvoering van zijn opdrachten werken.<br />

Hij wil maar 42 weken per jaar werken en heeft dus 42 × 40 = 1.680 uur per jaar<br />

beschikbaar voor zijn praktijk. Zijn bezettingsgraad komt daarmee op 1.023 : 1.680<br />

= 61 procent. Dat is aan de hoge kant.<br />

Belasting<br />

De ontwerper uit hoofdstuk 6 investeerde €6.600 in apparatuur, als starter mag<br />

hij zijn afschrijvingstermijn zelf bepalen en hij kiest ervoor de helft af te schrijven<br />

in het eerste jaar. Hij heeft al jaren een vaste relatie, maar hij woont zelfstandig.<br />

Zijn particuliere arbeidsongeschiktheidsverzekering (AOV) kost €4.000 per jaar. In<br />

de minimale variant bedraagt zijn nettowinst in het eerste jaar €32.470 (zie pagina<br />

163). Hij maakt gebruik van de oudedagsreserve tot €1.000.<br />

Belastingvrijstelling<br />

Zelfstandigenaftrek 7.280<br />

Startersaftrek 2.123<br />

S&o-aftrek (‘Willie Wortel’-aftrek) 0<br />

Meewerkaftrek 0<br />

Willekeurig afschrijven 3.300<br />

Oudedagsreserve 1.000<br />

Investeringsaftrek 0<br />

Verliescompensatie 0<br />

Stakingsaftrek 0<br />

Totale belastingvrijstelling<br />

(exclusief AOV- en MKB-vrijstelling)<br />

13.703


Voorbeeld financieel plan<br />

Heffingskorting<br />

Algemene heffingskorting 2.001<br />

Arbeidskorting 1.723<br />

Combinatiekorting 0<br />

Aanvullende combinatiekorting 0<br />

Alleenstaande-ouderkorting 0<br />

Aanvullende alleenstaande-ouderkorting 0<br />

Ouderenkorting 0<br />

Alleenstaande-ouderenkorting 0<br />

Beleggingskortingen 0<br />

Totale heffingskorting 3.724<br />

Netto besteedbaar inkomen<br />

a. Nettowinst 32.448<br />

b. Belastingvrijstelling excl. MKB-vrijstelling 13.703<br />

c. Mkb-vrijstelling = (a – zelfstandigenaftrek – startersaftrek) × 0,14 3.226<br />

d. Aov-premie 4.000<br />

e. Bijtelling auto (25% nieuwwaarde) 0<br />

f. Belastbaar bedrag = a – b – c – d + e 11.519<br />

g. Belasting 1e schijf = 37 % over eerste 19.645 van f 4.262<br />

h. Belasting 2e en 3e schijf = 42 % over volgende 36.345 van f 0<br />

i. Belasting 4e schijf = 52 % over de rest van f 0<br />

j. Belasting voor heffingskorting = g + h + i 4.262<br />

k. Heffingskorting 3.724<br />

l. Belasting = j – k 538<br />

m. Zorgpremie = 0,0565 × (f + d) 877<br />

n. Totaal netto besteedbaar inkomen (a – d – l – m) 27.033


Inkomen<br />

Voorbeeld financieel plan<br />

Vervolgens berekent de ontwerper hoeveel hij privé minimaal nodig heeft. Met<br />

behulp van een berekening die losjes is gebaseerd op de indeling van het Nationaal<br />

Instituut voor Budgetvoorlichting (Nibud) becijfert hij dat zijn vaste lasten als<br />

privépersoon €1.017 per maand bedragen (huur, heffingen, energiebedrijf, telefoon,<br />

sportclub, zorgverzekering). Hij schat dat hij daarnaast elke maand €775 uitgeeft<br />

aan eten, drinken en persoonlijke verzorging. Voor vakanties, kleren en andere<br />

posten waarvoor hij geld moet reserveren begroot hij €675 per maand.<br />

Benodigd inkomen<br />

Woonlasten 700<br />

Heffingen 50<br />

Telefoon 100<br />

Verzekeringen 117<br />

Schoolkosten 0<br />

Abonnementen 50<br />

Vervoer 0<br />

Afbetalingen 0<br />

Totaal vaste lasten 1.017<br />

Inventaris 100<br />

Onderhoud huis en tuin 75<br />

Kleding en schoenen 200<br />

Niet-vergoede ziektekosten 0<br />

Vakantie/recreatie 300<br />

Totaal reserveringsuitgaven 675<br />

Voeding en versnaperingen 350<br />

Was- en schoonmaakartikelen 90<br />

Persoonlijke verzorging 115<br />

Overige huishoudgeld 220<br />

Totaal huishoudelijke uitgaven 775<br />

Totaal benodigd inkomen per maand 2.467<br />

Totaal benodigd inkomen per jaar 29.600<br />

Hoeveel heb je<br />

minimaal nodig?


Schema’s voor<br />

berekening netto<br />

besteedbaar inkomen<br />

Genoeg?<br />

Voorbeeld financieel plan<br />

Per jaar bedraagt zijn tekort in de minimale variant dus €29.600 minus €27.033 is<br />

€2.567. In de maximale variant houdt hij netto €33.047 over, dat is ruim voldoende<br />

om van te leven (een surplus van €3.447).<br />

Hij kan het schema ook gebruiken om uit te rekenen hoeveel nettowinst hij<br />

moet maken om precies genoeg over te houden. Daarvoor vult hij het schema<br />

simpelweg andersom in (zie pagina 13). Zo komt hij op een nettowinst van<br />

€36.500 uit, daarbij hoort een omzet van bijna €44.300.<br />

Rekenschema’s<br />

Alle rekenschema’s staan ook op zzp-freelancen.nl. Achtereenvolgens zijn<br />

dat:<br />

1 Investeringsbegroting/financieringsplan.<br />

2 Afschrijvingen.<br />

3 Autokosten.<br />

4 Exploitatiebegroting.<br />

5 Liquiditeitsbegroting.<br />

6 Bezettingsgraad.<br />

7 Belastingvrijstelling.<br />

8 Heffingskorting.<br />

9 Netto besteedbaar inkomen.<br />

10 Benodigd inkomen.<br />

Deze schema’s hangen nauw samen en je kunt ze op verschillende manieren<br />

gebruiken. Je kunt beginnen aan de kant van de omzet en berekenen<br />

hoeveel je dan netto overhoudt, maar je kunt ook andersom werken: vanuit<br />

het bedrag dat je netto nodig hebt, berekenen hoeveel je moet omzetten.<br />

Van omzet naar netto inkomen<br />

Vermenigvuldig je tarief met het aantal declarabele uren en je weet hoe<br />

groot je omzet is. Deze omzet is het begin van je exploitatiebegroting (4).<br />

Om de nettowinst te bepalen moet je van de omzet de kosten aftrekken,<br />

onder andere de afschrijvingen (2), de zakelijke autokosten (3) en de rente


Voorbeeld financieel plan<br />

die je betaalt over je leningen. Deze rente kun je afleiden uit het financieringsplan<br />

(1). De berekende omzet heeft gevolgen voor het verloop van je<br />

liquiditeit (5) en voor je bezettingsgraad (6).<br />

Om te weten hoeveel je de overheid verschuldigd bent, bereken je eerst<br />

de belastingvrijstelling (7) en heffingskorting (8). Beide mag je aftrekken<br />

om je netto besteedbaar inkomen te bepalen (9). Vergelijk dat bedrag met<br />

het inkomen dat je nodig hebt om al je uitgaven te dekken (10) en stel je de<br />

vraag: is je omzet wel hoog genoeg?<br />

Van benodigd inkomen naar omzet<br />

Bereken hoeveel inkomen je netto nodig hebt (10) en hoe groot je belastingvrijstelling<br />

(7) en heffingskorting (8) zijn. Door schema (9) ‘achterstevoren’<br />

te gebruiken kun je nu bepalen hoe groot de nettowinst moet zijn. Schat<br />

eerst grofweg tussen welke twee bedragen de nettowinst moet liggen, bijvoorbeeld<br />

met stappen van een paar duizend euro. Voor beide bedragen<br />

bereken je met (9) het netto besteedbaar inkomen. Vervolgens verklein je<br />

de marge waartussen de winst moet liggen, et cetera. Het komt in deze fase<br />

niet op vijftig euro aan.<br />

Ook schema (4) gebruik je nu andersom: tel bij de berekende nettowinst<br />

de kosten op, onder andere de afschrijvingen (2), de zakelijke autokosten<br />

(3) en de rente over je leningen, die je afleidt uit het financieringsplan (1).<br />

Bovenaan de exploitatiebegroting (4) verschijnt de omzet die hoort bij het<br />

benodigde inkomen.<br />

Deel de omzet door je tarief en je weet hoeveel declarabele uren je moet<br />

maken. Stel je nu de vraag: is dat haalbaar? Het gaat er niet alleen om of je<br />

zoveel uren kunt verkopen, maar ook of de daarmee samenhangende bezettingsgraad<br />

(6) reëel is. Omdat de omzet niet altijd regelmatig binnenkomt,<br />

kun je voor de zekerheid ook nog de liquiditeit begroten (5).<br />

Startende zelfstandigen hebben soms de neiging om bij voorbaat uit te<br />

gaan van een inkomen op bijstandsniveau. Een betere doelstelling is het<br />

nettoloon dat je zou eisen als je zou solliciteren naar een vergelijkbare baan<br />

(zie pagina 69). Uiteraard blijft de vraag of de berekende omzet dit ondernemersloon<br />

mogelijk maakt.<br />

Haalbaar<br />

Ondernemersloon


Voorbeeld financieel plan<br />

Je kunt tot de conclusie komen dat je praktijk maar in een deel van je<br />

inkomsten kan voorzien en dat je daarnaast een deeltijdbaan nodig hebt<br />

(zie pagina 48). Een baan naast een eigen praktijk kost natuurlijk tijd.<br />

Je bezettingsgraad moet dat wel toelaten. Ook een uitkering kan voor een<br />

tijdelijke aanvulling op je inkomen zorgen (zie pagina 307).


Auteursrecht<br />

Adressen<br />

Benelux-Bureau voor de Intellectuele Eigendom<br />

Wettelijke registratie van tekeningen, modellen en merken in de Benelux<br />

Bordewijklaan 15 ◆ 2591 XR Den Haag ◆ (070) 349 11 11 ◆ www.boip.int<br />

Buma/Stemra<br />

Auteursrecht van muzikanten: openbaar maken (Buma) en verveelvoudigen<br />

(Stemra)<br />

Siriusdreef 22-28 ◆ Postbus 3080 ◆ 2130 KB Hoofddorp ◆ (023) 799 79 99<br />

◆ www.bumastemra.nl<br />

Octrooicentrum Nederland<br />

Prinses Beatrixlaan 2 ◆ Postbus 10366 ◆ 2501 HJ Den Haag ◆<br />

(088) 602 96 00 ◆ www.agentschap.nl/octrooicentrum<br />

Stichting Lira<br />

Inning en verdeling van auteurs- en aanverwante rechten voor schrijvers,<br />

vertalers en journalisten<br />

Kruisweg 793-795 ◆ Postbus 3060 ◆ 2130 KB Hoofddorp ◆ (023) 870 02 02 ◆<br />

www.lira.nl<br />

Pictoright<br />

Auteursrechtenorganisatie voor ontwerpers, illustratoren, fotografen,<br />

kunstenaars en architecten<br />

Sarphatistraat 606-608 ◆ Postbus 15887 ◆ 1001 NJ Amsterdam ◆ (020)<br />

589 18 40 ◆ www.pictoright.nl<br />

335


Adressen<br />

Belangen<br />

Alternatief Voor Vakbond (avv)<br />

Postbus 607 ◆ 3500 ap Utrecht ◆ www.avv.nu<br />

Federatie van Kunstenaarsverenigingen<br />

Aangesloten zijn onder andere verenigingen voor beeldend<br />

kunstenaars, fotografen, interieurarchitecten, kunstdocenten, musici,<br />

muziekinstrumentenmakers, ontwerpers, schrijvers en toneelspelers<br />

Piet Heinkade 5 ◆ 1019 BR Amsterdam ◆ (020) 519 18 46 ◆ www.fvkv.nl<br />

Fnv Zelfstandigen<br />

Varrolaan 100 ◆ Postbus 85400 ◆ 3508 AK Utrecht ◆ (088) 099 70 10 ◆<br />

www.fnv.nl/zelfstandigen ◆ www.fnvzzp.nl<br />

Platform Zelfstandige Ondernemers (PZO)<br />

Bezuidenhoutseweg 12 ◆ Postbus 93002 ◆ 2509 AA Den Haag ◆ (070)<br />

349 02 33 ◆ www.pzo.nl<br />

Stichting Belangenorganisatie Zelfstandigen Zonder Personeel (SBO ZZP)<br />

Michelangelostraat 14 ◆ 3066 NM Rotterdam ◆ (010) 251 98 28 ◆<br />

www.sbozzp.nl<br />

Vereniging van Zelfstandigen zonder Personeel (vzzp)<br />

Postbus 72 ◆ 3755 ZH Eemnes ◆ (035) 531 47 51 ◆ www.vzzp.nl<br />

Geld<br />

AgentschapNL (voorheen SenterNovem)<br />

Aanvraagformulieren voor s&o-aftrek<br />

Hanzelaan 310 ◆ 8017 JK Zwolle ◆ (088) 602 35 54 ◆<br />

www.agentschapnl.nl/wbso<br />

Belastingtelefoon voor ondernemers<br />

0800 0543 (<strong>gratis</strong>) ◆ www.belastingdienst.nl ◆ www.toeslagen.nl<br />

Belastingdienst<br />

Verklaring arbeidsrelatie (VAR)<br />

Postbus 418 ◆ 9700 AK Groningen ◆ www.belastingdienst.nl<br />

336


Nederlandse Bond voor Pensioenbelangen (nbp)<br />

Scheveningseweg 7 ◆ 2517 KS Den Haag ◆ (070) 360 19 21 ◆<br />

www.pensioenbelangen.nl<br />

Nederlandse Vereniging van Incasso-ondernemingen (nvi)<br />

Postbus 279 ◆ 1400 AG Bussum ◆ (035) 699 42 10 ◆ www.nvio.nl<br />

Adressen<br />

Stichting Suikeroom<br />

Participaties voor niet-westerse allochtonen<br />

WG-Plein 385 ◆ 1054 SG Amsterdam ◆ (020) 670 71 32 ◆ www.suikeroom.org<br />

Qredits<br />

Microkrediet voor starters en gevestigde ondernemers<br />

Wierdensestraat 27 ◆ Postbus 302 ◆ 7600 AH Almelo ◆ 0900-7733487<br />

(€0,55 per gesprek) ◆ www.qredits.nl<br />

Uitvoeringsinstituut Werknemersverzekering (UWV)<br />

(0900) 92 94 ◆ www.uwv.nl<br />

Vereniging van Bedrijfstakpensioenfondsen<br />

Prinses Margrietplantsoen 90 ◆ Postbus 93158 ◆ 2509 AD Den Haag ◆<br />

(070) 76 20 220 ◆ www.vb.nl<br />

Regels & cijfers<br />

Antwoordvoorbedrijven.nl/zzp<br />

Doorverwijspagina van de overheid met de belangrijkste links voor zzp’ers<br />

Centraal Bureau voor de Statistiek (CBS)<br />

Henri Faasdreef 312 ◆ Postbus 24500 ◆ 2490 HA Den Haag ◆ (070) 337 38 00<br />

CBS-weg 11 ◆ Postbus 4481 ◆ 6401 CZ Heerlen ◆ (045) 570 60 00 ◆<br />

www.cbs.nl<br />

Eim bv<br />

Branchegegevens en marktinformatie, MKB en ondernemerschap<br />

Bredewater 26 ◆ Postbus 7001 ◆ 2701 AA Zoetermeer ◆ (079) 322 22 00 ◆<br />

www.eim.panteia.nl<br />

337


Adressen<br />

KennisRing<br />

Informatie over werk, inkomen, gezondheid, zorg en welzijn<br />

www.socialezekerheid.nl<br />

Koninklijke Notariële Beroepsorganisatie<br />

Spui 184 ◆ Postbus 16020 ◆ 2500 BA Den Haag ◆ (070) 330 71 11 ◆<br />

www.notaris.nl<br />

Ondernemerschap.nl<br />

Kennissite MKB en ondernemerschap<br />

Overheid.nl<br />

Regels, wetten, vergunningen en nog veel meer<br />

Sociale Verzekeringsbank (SVB)<br />

Informatie over AOW, ANW en kinderbijslag; tevens vrijwillige premiebetaling<br />

AOW bij verblijf in buitenland<br />

Postbus 1100 ◆ 1180 BH Amstelveen ◆ (020) 656 56 56 ◆ www.svb.nl<br />

Syntens<br />

Achttien regionale centra, geven voorlichting en advies over technologische<br />

kennis<br />

Kelvinbaan 42 ◆ Postbus 1300 ◆ 3430 BN Nieuwegein ◆ (088) 444 04 44 ◆<br />

www.syntens.nl<br />

Vereniging van Kamers van Koophandel<br />

Watermolenlaan 1 ◆ Postbus 191 ◆ 3440 AD Woerden ◆ (0348) 42 69 11 ◆<br />

www.kvk.nl<br />

Verzekerenvoorzelfstandigen.nl<br />

Onafhankelijke site met informatie over de<br />

arbeidsongeschiktheidsverzekering (AOV)<br />

Welder Groep (voorheen Breed Platform Verzekerden en Werk)<br />

Onafhankelijk kenniscentrum over werk, uitkeringen en verzekeringen in<br />

relatie tot gezondheid en handicap.<br />

Koningin Wilhelminalaan 5 ◆ Postbus 2758 ◆ 3500 GT Utrecht ◆ advieslijn:<br />

0900 480 03 00 (werkdagen van 12 tot 17 uur, 30 cent per minuut) ◆<br />

www.weldergroep.nl<br />

338


Literatuur<br />

Auteursrecht<br />

• Auteursrecht in hoofdlijnen, N. van Lingen, Wolters-Noordhoff, 2007<br />

• Bescherming van de intellectuele eigendom, P.G.F.A. Geerts, Kluwer, 2009<br />

Belasting<br />

• BV!? Waarom, wanneer, E.P.J. Wasch, Kluwer, 2009<br />

• Elsevier Belasting Almanak, Reed Business Information, 2013<br />

• Fiscale Wijzer DGA 2007, Reed Business, 2010<br />

• Fiscale Wijzer Vrije Beroepen – Het handboek voor de ZPP’er, Dick de<br />

Ruiter, Reed Business, 2009<br />

• Handboek ondernemen, Belastingdienst, 2013 (<strong>gratis</strong>). Het complete<br />

starterspakket is ook te downloaden op Belastingdienst.nl<br />

• Kluwer Belastinggids 2013, Kluwer, 2013<br />

Financiën<br />

• Bedrijfsadministratie, M.P. Steenwinkel, Pearson Education, 2005<br />

• Beleggen voor Dummies, M. Kanis, Pearson Education, 2007<br />

• Boekhouden voor iedereen, C. Buitenhuis, Academic Service, 2007<br />

339


Literatuur<br />

• Fondsenboek – Officiële publicatie van de Vereniging van Fondsen in<br />

Nederland, Walburgpers, 2013. Elk halfjaar verschijnt een update op cd<br />

• Financieel management voor de niet financiële manager – NCOI,<br />

M. Nijman, <strong>Uitgeverij</strong> het Spectrum, 2010<br />

• Geldboek voor ondernemers – Een onderneming en uw privé-geldzaken,<br />

Ministerie van Economische Zaken, 2010 (<strong>gratis</strong>)<br />

• Geld & Gezin – Complete financiële vraagbaak, Erica Verdegaal, Bert<br />

Bakker, 2006<br />

• Jij en je geld – Ontdek je financiële persoonlijkheid, J. Stav, Business<br />

Contact, 2007<br />

Marketing<br />

• Scoren op inhuurmarktplaatsen – Handleiding voor zelfstandig<br />

ondernemers, Mark Bassie, FNV Zelfstandigen, 2011<br />

• Alles over verkopen – Gouden tips voor elke verkoper, Richte Lommert,<br />

2007<br />

• Calimeromarketing 2.0 – De nieuwe marketingfilosofie voor kleine<br />

ondernemers, freelancers en zzp’ers, Karen Romme, Freeman Media bv,<br />

2009<br />

• Invloed – De zes geheimen van het overtuigen, Robert Cialdini, Academic<br />

Service, 2009<br />

• Hoe LinkedIn nu ECHT gebruiken, Jan Vermeiren, Networking Coach,<br />

2009<br />

• Guerilla Marketing in 30 Days, Jay Conrad Levinson, Entrepreneur Press,<br />

2005<br />

• Guerrillamarketing – Nieuwe sluiproutes naar het hart van je klant, Cor<br />

Hospes, <strong>Uitgeverij</strong> Haystack, 2007<br />

• No Budget Marketing – Het slimme alternatief voor het vinden en binden<br />

van klanten, Jos Burgers, Sdu Uitgevers, 2006<br />

• Zakelijk twitteren voor beginners, Carlijn Postma, Haystack, 2010<br />

340


Ondernemen<br />

• Argumentenkaart Eigen Baas, De Argumentenfabriek, 2008<br />

• Ondernemerswijzer Online – Vraagbaak voor ondernemers in het<br />

mkb, onder redactie van A.M.P. Janssen , B.H.J. de Regt en P.F. van<br />

Oosten-de Boer, Sdu Uitgevers<br />

Literatuur<br />

• Een werkweek van 4 uur – leid een rijk leven zonder veel te doen, Timothy<br />

Ferriss, Forum, 2009<br />

• Eigen baas – Kort & Krachtig, Tijs van den Boomen, <strong>Uitgeverij</strong><br />

<strong>Nieuwezijds</strong>, 2010<br />

• Kollege Ich – Die Kunst allein zu arbeiten, Gudrun Sonnenberg, Pendo<br />

Verlag, 2005<br />

Praktisch<br />

• Slimmer werken met het kantoor in je tas – Complete gids voor de nomad<br />

worker, Gerald Essers, Academic Service, 2010<br />

• De Google Code – Stop met zoeken. Begin met vinden, Henk van Ess,<br />

Pearson Education Benelux bv, 2010<br />

• Getting things done – Prettig en efficiënt werken zonder stress, David<br />

Allen, Academic Service, 2007<br />

• Coach jezelf naar succes – 101 tips van een persoonlijke coach om je doelen<br />

te bereiken, thuis en op je werk, Talane Miedaner, <strong>Uitgeverij</strong> Maarten<br />

Muntinga, 2010<br />

• De essentie van netwerken, Ria de Jong, Sdu Uitgevers, 2006<br />

• De tijd van uw leven – Time management, Ron Witjas, <strong>Uitgeverij</strong> Thema,<br />

2004<br />

• Dromen, durven, doen – Het managen van de lastigste persoon op aarde:<br />

jezelf, Ben Tiggelaar, <strong>Uitgeverij</strong> het Spectrum, 2010<br />

• Excellent onderhandelen – Een praktische gids voor het best mogelijke<br />

resultaat in iedere onderhandeling, Roger Fisher, W. Ury, & B. Patton,<br />

Business Contact, 2007<br />

• FREE – Hoe het nieuwe Gratis de markt radicaal verandert, Chris<br />

Anderson, Nieuw Amsterdam Uitgevers, 2009<br />

341


Literatuur<br />

• Mindmappen – Voor een beter geheugen en creatiever denken, Tony<br />

Buzan & B. Buzan, Pearson Education, 2010<br />

• Orde op zaken – Alles wat je moet weten om georganiseerd te werken met<br />

een opgeruimd humeur!, Geerhard Bolte, <strong>Uitgeverij</strong> Haystack, 2007<br />

• Snellezen – Verhoog uw leessnelheid tot meer dan duizend woorden per<br />

minuut, Tony Buzan, Tirion Uitgevers, 2008<br />

• Succesvolle offertes, handleiding bij het schrijven van offertes en<br />

projectvoorstellen, Ron Plattel, Academic Service, 2007<br />

342


A<br />

Aanbiedingsbrief 132<br />

Aanbod formuleren 52<br />

Aandelen 246<br />

Aanloopkosten 151<br />

Aanmaning 168, 213<br />

Aanmerkelijk belang 284<br />

Aanslag 210<br />

Aansprakelijkheid 274<br />

Aansprakelijkheidsverzekering 253<br />

Acquisitie 83, 122<br />

Acquisitiefraude 252<br />

Actiegericht marktonderzoek 17, 54,<br />

102<br />

Afschrijven 147, 149, 163<br />

Aftrekposten 198<br />

AIDA 115<br />

Andersomeconomie 64<br />

AOW 198, 308<br />

Arbeidskorting 207<br />

Arbeidsongeschiktheidsverzekering<br />

204, 235<br />

Arbitrage 253<br />

Arbowetgeving 292<br />

Auteursrecht 82, 136, 331<br />

Auto van de zaak 221<br />

Index<br />

B<br />

Balans 256<br />

Bankspaarhypotheek 250<br />

Banksparen 250<br />

Bedrijfscoöperatie 289<br />

Bedrijfsverzamelgebouw 75<br />

Begroting 146<br />

Beherend vennoot 282<br />

Belastbaar inkomen 197<br />

Belastingaangifte 210, 256<br />

Bemiddelen bij een opdracht 62<br />

Benchmarking 52<br />

Bereikbaarheid 291<br />

Beroepsaansprakelijkheidsverzekering<br />

254<br />

Besluit bijstandverlening zelfstandigen<br />

(Bbz) 158, 236, 310<br />

Bestelauto 225<br />

Betalingstermijn 125<br />

Bevallingsverlof 183<br />

Bezettingsgraad 171<br />

Bijstand 236, 308<br />

Bijtelling auto 223<br />

Bindend advies 252<br />

Boekenonderzoek 261<br />

Boekhouder 270<br />

Boekhoudprogramma 268<br />

343


Index<br />

Boxen 195<br />

BPM 222<br />

Briefing 119<br />

Briefpapier 82<br />

Broodfonds 239<br />

Btw 188<br />

Btw-administratie 192, 257<br />

Btw-nummer 192, 210<br />

Btw-tarief 189<br />

Buitenlandse klussen 191, 198<br />

Burn-out 296<br />

Bv 180, 284<br />

C<br />

Cash cows 60<br />

Cashflow 146, 164<br />

Commanditaire vennootschap<br />

(cv) 282, 283<br />

Concurrentiebeding 49, 125, 135, 280<br />

Conflicten over betaling 167<br />

Contract 132<br />

Coöperatieve vereniging 289<br />

Coworking 76<br />

Crediteuren 259<br />

Credits 138<br />

Crowdfunding 154<br />

D<br />

Debiteuren 259<br />

Declarabele uren 170<br />

Definitieve aanslag 211<br />

Demotie 47<br />

Depositogarantiestelsel 245<br />

Desinvesteringsbijtelling 333<br />

Detacheringsbureau 37, 179<br />

Digitaal visitekaartje 81<br />

Directe kosten 161<br />

Doelen 42<br />

Doelgroepen 53<br />

Doorverwijzen 62<br />

Drie p’s 92, 326<br />

344<br />

Dubbel boekhouden 268<br />

Duizenddingendoekje 325<br />

Durfkapitaal 154, 247<br />

E<br />

E101-verklaring 198<br />

E-book 72, 140<br />

Eenmanszaak 276<br />

Eigen huis 247<br />

Eigen verklaring 176<br />

Eigen vermogen 152, 153<br />

E-lancers 36<br />

Elektronisch factureren 266<br />

Elevator pitch 58<br />

E-mail 85, 111<br />

E-mailadres 79, 98, 295<br />

Email Charter 111<br />

Ervaring 37<br />

Evaluatiegesprek 63<br />

Exploitatiebegroting 146, 160<br />

Exploitatierecht 137<br />

F<br />

Facebook 87<br />

Factor voor onervarenheid 171<br />

Factuur 264<br />

Faillissement 154, 169, 170, 274<br />

Faseren 164<br />

Fast companies 330<br />

Fictief dienstverband 176, 185<br />

Fiets van de zaak 229<br />

Financieel jaarverslag 256<br />

Financieringsplan 152, 159<br />

Fiscaal partnerschap 208<br />

Flex-bv 286<br />

Flexkantoor 75<br />

Flexwet 187, 329<br />

Freelancecontract 134<br />

Free publicity 98


G<br />

Gebruikelijkheidstoets 281<br />

Gebruikelijkloonregeling 285<br />

Geefwet 153<br />

Geheimhoudingsverklaring 142<br />

Gelijkgestelden 187<br />

Gemengde kosten 263<br />

Globalisering 35<br />

Goodwill 332<br />

Gratis 71, 122<br />

Grijs kenteken 225<br />

Guerilla marketing 91<br />

H<br />

Heffingskorting 206<br />

Herlevingstermijn 318<br />

Huisstijl 80<br />

Huwelijkse voorwaarden 142, 277, 282<br />

Hypotheek 153, 247<br />

I<br />

Incassobureau 168<br />

Indirecte kosten 161<br />

Inflatie 69, 324<br />

Inkomstenbelasting 196<br />

Inkomsten en uitgaven 146<br />

Innovatiefonds MKB+ 155<br />

Inspanningsverbintenis 133<br />

Inventarisverzekering 254<br />

Investeringsaftrek 203<br />

Investeringsbegroting 149<br />

J<br />

Jaarruimte 249<br />

K<br />

Kamer van Koophandel 276<br />

Kantoorapparatuur 293<br />

Killing fee 125<br />

Kinderopvang 301<br />

Kleine Ondernemingsregeling<br />

(KOR) 194<br />

Koopsompolis 249<br />

Kort vreemd vermogen 158<br />

Kosten en opbrengsten 146<br />

Kostenmaatschap 278<br />

Koude uitsluiting 143<br />

L<br />

Lang vreemd vermogen 156<br />

Leasing 158<br />

Levenscyclus 60<br />

Levensverzekering 251<br />

Leverancierskrediet 159<br />

Leveringsvoorwaarden 128<br />

Licentie 138<br />

Lifehacking 297<br />

Lijfrente 248<br />

LinkedIn 87<br />

Liquide middelen 146, 166<br />

Liquiditeitsproblemen 165<br />

Loonbelastingsysteem 186<br />

M<br />

Maatschap 277<br />

Mailing 111<br />

Management-bv 284<br />

Man/vrouw-firma 201, 281<br />

Marketinginstrumenten 55, 89<br />

Marktafbakening 52<br />

Marktonderzoek 54, 102<br />

Meerwerk 127, 252<br />

Meewerkaftrek 200<br />

Melkkoe 60<br />

Microkrediet 157<br />

Middeling 212<br />

MKB-vrijstelling 202<br />

Modeldepot 141<br />

Molestverzekering 254<br />

Mond-tot-mondreclame 94<br />

Index<br />

345


Index<br />

N<br />

Naam 78<br />

Naamsvermelding 137<br />

Nacalculatie 69, 128<br />

Naheffingen 211<br />

Natuurlijk persoon 273, 283<br />

Nederlandse Mededingingsautoriteit<br />

(NMa) 64<br />

Nee verkopen 61<br />

Negatieve kas 260<br />

Netto besteedbaar inkomen 213<br />

Nettowinst 161, 196<br />

Netwerken 84, 107, 329<br />

Niche 53<br />

O<br />

Obligaties 246<br />

Offerte 121<br />

Omzet 161, 323<br />

Onderhandelen 130<br />

Ondernemersaftrek 202<br />

Ondernemerskwaliteiten 39<br />

Ondernemersloon 157, 165<br />

Onkosten 204, 263, 267<br />

Ontbinden 126, 133<br />

Opbrengsten en kosten 146<br />

Opting-in 187<br />

Opvolgend werkgever 328<br />

Oudedagsreserve 202, 333<br />

Oudere zelfstandigen 46, 308, 313, 325<br />

Overheidsmarktplaats 95<br />

Overlijden 244, 332<br />

Overlijdensrisicoverzekering 251<br />

P<br />

Payroll 185<br />

Pensioen 248<br />

afkopen 242<br />

Pensioenregister 242<br />

Personal assistent 327<br />

Persoonlijke financiële planning 241<br />

346<br />

Persoonlijkheidsrecht 137<br />

Plagiaat 139<br />

Poen, pret en prestige 92, 326<br />

Postbus 76<br />

Post corporate society 37<br />

Presentatie 58<br />

Prijsconcurrentie 65<br />

Prijsopgave 121<br />

Printprijsregeling 189<br />

Privé-auto 221<br />

Provider 104, 295<br />

R<br />

Raamovereenkomst 134<br />

Rariteitenbesluit 187<br />

Rechtsbijstandverzekering 252<br />

Rechtsvorm 273<br />

Reclame 84, 102, 137<br />

Reiskosten 222<br />

Rekening-courantkrediet 158<br />

Reserveren 219<br />

Resultaatsverbintenis 133<br />

Rittenregistratie 225, 226<br />

Royalty’s 68, 126, 176<br />

RSI 304<br />

S<br />

Samenwerken 76, 277, 278, 329<br />

Schadevergoeding 133, 134<br />

Second opinion 134<br />

Segmentering 53<br />

S&o-aftrek (‘Willie Wortel’-aftrek) 199<br />

Spaarrekening 245<br />

Spamverbod 112<br />

Sponsored link 102<br />

Stakingsaftrek 204, 332<br />

Stars 60<br />

Startersaftrek 199<br />

Startfase 41<br />

Stichting 288<br />

Stoppen 331


Studiebeurs 313<br />

SWOT-analyse 320<br />

T<br />

Taakstelling 164<br />

Telefoneren 115, 302<br />

TenderNed 95<br />

Termijndeposito 245<br />

Thuiswerken 73<br />

Timemanagement 296<br />

Toerekenbaar tekortschieten 133<br />

Toeslagen 197, 235, 303<br />

Twitter 106<br />

U<br />

Uitgaven en inkomsten 146<br />

Uitkering, praktijk starten met 307<br />

Uitstel van betaling 213<br />

Unique Selling Point (USP) 77, 91<br />

Urenadministratie 128, 324<br />

Uurtarief 64, 127, 131, 171<br />

V<br />

Vangnetverzekering 238<br />

VAR (Verklaring arbeidsrelatie) 174<br />

Vaste activa 149<br />

Vennootschap onder firma (vof) 280,<br />

283<br />

Vereenvoudigde factuur 267<br />

Verliescompensatie 204<br />

Verlonen 185<br />

Vermogensrendementsheffing 154, 196<br />

Vermogenstoets 211, 237<br />

Verrekenbeding 143<br />

Verzamelinkomen 197<br />

Vier P’s 56<br />

Visitekaartje 80<br />

Vlottende activa 150<br />

Volksverzekeringen 233<br />

Voorbelasting 188<br />

Voorlopige aanslagen 212<br />

Voorschot 68, 125, 159, 165, 193<br />

Vooruit ontvangen betalingen 159<br />

Vreemd vermogen 156, 158<br />

W<br />

Wanbetalers 167<br />

Wanprestatie 133<br />

Website 59, 100<br />

Werknemersverzekeringen 234<br />

Werkruimte 73, 219<br />

Wet van Olvarit 93<br />

WIA 315<br />

Willekeurig afschrijven 202<br />

Winst 160, 196<br />

Winstsysteem 186<br />

WW 180, 316<br />

Z<br />

Zakelijke kas 257<br />

Zelfstandigenaftrek 199<br />

Zelfstandigheid 174<br />

Ziektekostenverzekering 234<br />

Zorgpremie 197, 219<br />

Zwangerschap 240<br />

Zwangerschapsverlof 183<br />

Zwart geld 261<br />

Index<br />

347


Over de auteur<br />

‘Een zelfstandige moet zijn eigen nieuwsgierigheid volgen, niet die van zijn<br />

opdrachtgevers.’<br />

Tijs van den Boomen (1960) studeerde bedrijfskunde aan de Technische<br />

Universiteit Eindhoven. Als zelfstandig adviseur begeleidde hij startende<br />

en gevestigde ondernemers, sinds 1993 werkt hij als journalist voor onder<br />

andere NRC Handelsblad, Intermediair, De Groene Amsterdammer en Spiegel<br />

Online.<br />

Met Geert-Jan Bron stelde hij in 2004 Wij zijn goed samen, een overlevingsgids<br />

voor freelancejournalisten. In 2007 publiceerde hij Eigen baas,<br />

van dit boek is inmiddels een uitgebreide en herziene editie verschenen.<br />

Behalve over ondernemen schrijft Van den Boomen over openbare ruimte,<br />

het domein dat zich uitstrekt van snelwegen tot shopping malls en van<br />

rotondes tot restgebieden, het territorium van weglopertjes, wegenbouwers<br />

en winkelende vrouwen. Hiervan getuigen onder andere zijn publicaties<br />

Asfaltreizen, Het land van Lely, De vierkante meter en De Mobiele stad.<br />

www.tijsvandenboomen.nl<br />

www.allesoverfreelancen.nl


Uitgegeven door: <strong>Uitgeverij</strong> <strong>Nieuwezijds</strong>, Amsterdam<br />

Fiscale adviezen: Jeep van Laar, De Bilt<br />

Check ondernemerschap: Robert van Deursen, Haarlem<br />

Omslagontwerp: Studio Jan de Boer, Amsterdam<br />

Zetwerk: Holland Graphics, Amsterdam<br />

© 1996, 1997, 1998, 2000 Tijs van den Boomen<br />

© 2002, 2003, 2004, 2006, 2008 Tijs van den Boomen, Wilma van Hoeflaken<br />

© 2010, 2011, 2012, 2013 Tijs van den Boomen<br />

ISBN 978 90 5712 377 1<br />

NUR 780<br />

Bij de productie van dit boek is gebruikgemaakt van pa-<br />

pier dat het keurmerk van de Forest Stewardship Council<br />

(FSC) mag dragen. Bij dit papier is het zeker dat de productie<br />

niet tot bosvernietiging heeft geleid.<br />

Niets uit deze uitgave mag worden verveelvoudigd en/of openbaar gemaakt door<br />

middel van druk, fotokopie, microfilm, geluidsband, elektronisch of op welke andere<br />

wijze ook en evenmin in een retrieval system worden opgeslagen zonder voorafgaande<br />

schriftelijke toestemming van de uitgever.<br />

Hoewel dit boek met veel zorg is samengesteld, aanvaarden schrijver noch uitgever<br />

enige aansprakelijkheid voor schade ontstaan door eventuele fouten en/of onvolkomenheden<br />

in dit boek.

Hooray! Your file is uploaded and ready to be published.

Saved successfully!

Ooh no, something went wrong!