gratis e-sample - Uitgeverij Nieuwezijds
gratis e-sample - Uitgeverij Nieuwezijds
gratis e-sample - Uitgeverij Nieuwezijds
Create successful ePaper yourself
Turn your PDF publications into a flip-book with our unique Google optimized e-Paper software.
TIJS VAN DEN BOOMEN<br />
ZZP<br />
2013<br />
handboek voor<br />
zelfstandigen<br />
e-<strong>sample</strong><br />
‘Een onontbeerlijk handboek ... moet gewoon in<br />
de boekenkast van elke zelfstandige staan.’<br />
– nrc handelsblad
’s Nachts schrijven, dacht Oblomov, wanneer moet je dan slapen? Maar ja,<br />
misschien verdient hij wel iets van vijfduizend per jaar! Een goede boterham!<br />
Maar dan moet je ook niets anders doen dan schrijven, je gedachten,<br />
je ziel verspillen aan beuzelarijen, voortdurend van mening veranderen,<br />
je verstand en verbeeldingskracht verkopen, je natuur geweld aandoen, je<br />
opwinden, koken, branden, geen rust kennen en altijd onderweg zijn… En<br />
maar schrijven, schrijven, als een rad, als een machine: morgen schrijven,<br />
overmorgen schrijven; of het nu een feestdag is of de zomer aanbreekt, hij<br />
moet schrijven! Wanneer heeft hij eens tijd om te stoppen en uit te rusten?<br />
De ongelukkige!<br />
– Ivan Gontsjarov, Oblomov
ZZP 2013<br />
Handboek voor zelfstandigen<br />
tijs van den boomen<br />
Dit <strong>gratis</strong> e-<strong>sample</strong> bevat vier van de veertien hoofdstukken uit de<br />
gedrukte versie van dit boek, die te koop is in de boekhandel of via<br />
www.zzp-freelancen.nl.<br />
UITGEVERIJ N IEUWEZIJDS
Vooraf<br />
Life is what you choose luidt de kop van een reclame op Coca-Cola-automaten.<br />
‘Voortaan parkeer ik op de plek van de directeur’ is een van de reacties<br />
van de hippe jongeman die een blikje omhooghoudt. Andere mogelijkheden<br />
die geopperd worden: ‘Ik doe nu mijn stropdas af’ en ‘Ik zeg dat ik vrijdag<br />
thuis werk’. Als je ideaal van een vrij leven zo bescheiden is, dan is een<br />
eigen zaak misschien een brug te ver.<br />
Ondanks de crisis blijft het aantal zelfstandigen groeien, elk jaar beginnen<br />
tachtig- tot negentigduizend mensen voor zichzelf. Niet met de ambitie om<br />
een groot bedrijf op te zetten, maar als manier om hun talenten in vrijheid<br />
te ontplooien. Volgens de Rabobank gaat het om een nieuw type ondernemer:<br />
‘de verpersoonlijking van de netwerkeconomie in Nederland.’ Onderzoeker<br />
Arjan van den Born beschouwt hen als ‘de bijen van de kenniseconomie<br />
die zorgen voor bloeiende organisaties en groeiende industrieën.’<br />
Het afgelopen decennium nam het aantal zelfstandigen met iets meer<br />
dan de helft toe; in sectoren als de zakelijke dienstverlening, de culturele<br />
5<br />
Netwerkeconomie
Zelfstandigen zijn<br />
gelukkiger<br />
Erkenning door de<br />
Sociaal-Economische<br />
Raad (SER)<br />
Vooraf<br />
sector en de bouw was de groei nog sterker. Ook vrouwen, hoogopgeleiden,<br />
niet-westerse allochtonen en 45-plussers scoorden bovengemiddeld.<br />
De economische crisis heeft geen rem gezet op het aantal zelfstandigen:<br />
de groei ging gewoon verder en half 2012 waren er volgens het CBS bijna<br />
driekwart miljoen ondernemingen waarin slechts één persoon werkzaam<br />
is. Dat is niet helemaal hetzelfde als een zzp’er, een Zelfstandige Zonder<br />
Personeel, omdat het CBS bijvoorbeeld ook de zelfstandige boer meerekent<br />
en de cafébaas die in zijn eentje werkt, maar de trend is helder: de moderne<br />
economie drijft steeds meer op flexibele, gespecialiseerde krachten. Dat is<br />
echter maar een deel van de verklaring voor de opmars van de eigen baas:<br />
minstens zo belangrijk zijn de drang tot zelfontplooiing en de behoefte aan<br />
vrijheid van de zelfstandige zelf.<br />
‘Mensen die een vrij beroep uitoefenen zijn gelukkiger dan mensen die<br />
voor een baas werken. Dat verschil is vrij groot. Het hebben van een vrij<br />
beroep heeft meer invloed op je geluk dan een hoog inkomen. Vrijelijk over<br />
je eigen tijd beschikken, doen wat je wilt, dat is blijkbaar belangrijk.’ Aldus<br />
Ruut Veenhoven, hoogleraar Sociale condities voor menselijk geluk aan de<br />
Erasmus Universiteit en al ruim dertig jaar onderzoeker op het gebied van<br />
geluk en levenskunst. Er is één maar: ‘Je moet natuurlijk wel tegen de onzekerheid<br />
kunnen die erbij hoort.’<br />
Ook volgens onderzoek van Princeton University word je gelukkiger<br />
door te investeren in ervaringen dan door het najagen van bezit. Nobelprijswinnaar<br />
Daniel Kahneman en econoom Angus Deaton analyseerden<br />
450 duizend enquêtes waarin mensen gevraagd werd hoe ze zich voelen.<br />
Net als Veenhoven komen ook deze Amerikaanse onderzoekers met een<br />
ontbindende voorwaarde: je jaarinkomen moet minstens 75 duizend dollar<br />
bedragen, pas daarboven leidt meer geld niet tot meer geluk.<br />
In 2010 kregen de kleine zelfstandigen twee eigen zetels in de SER, de Sociaal-Economische<br />
Raad. Aan werknemerszijde kreeg FNV Zelfstandigen<br />
een officiële plaats aan de onderhandelingstafel, aan werkgeverszijde<br />
schoof het Platform Zelfstandige Ondernemers (PZO) aan. Dat was een late<br />
erkenning van het economische belang van de kleine zelfstandige, want<br />
alle propaganda over small is beautiful ten spijt is de nadruk lang blijven<br />
6
Vooraf<br />
liggen op bedrijven met een hoofdkantoor, een afdeling research en een<br />
marketingbudget.<br />
Natuurlijk had je altijd al zelfstandigen, maar die bevonden zich aan de<br />
rand van de economie en moesten zich in de ogen van de mainstream tevreden<br />
stellen met de kruimels. Een eigen praktijk werd vaak gezien als<br />
‘opstapje naar een echte baan’. In werkelijkheid moesten de meeste zelfstandigen<br />
er toen al niet aan denken onder een baas te moeten werken, en<br />
de meeste gruwen daar onverminderd van. Ook voor veel werknemers was<br />
een eigen praktijk al veel langer een heimelijke droom. Want een eigen baas<br />
bepaalt zelf wat hij doet, wanneer hij dat doet en voor welke prijs.<br />
Nieuw is wel dat zo veel mensen de sprong naar zelfstandigheid wagen<br />
en met succes hun lot in eigen hand nemen. Twintigers die al tijdens hun<br />
studie beginnen met ondernemen, dertigers die na een paar jaar ervaring<br />
in loondienst als zelfstandige de markt opgaan, veertigers die de kans grijpen<br />
om hun beste jaren voor zichzelf te gelde te maken, vijftigers en zestigers<br />
die geen zin hebben om vroegtijdig te gaan rentenieren en die hun<br />
kennis en ervaring inzetten om nog een keer te vlammen.<br />
‘Ik kan me niet voorstellen dat ik nog voor een baas zou werken, dat ik<br />
ondergeschikte zou zijn’, zegt Jeroen Smit, schrijver van de besteller over de<br />
ondergang van ABN Amro. Acht jaar geleden nam hij ontslag: ‘Dat is een<br />
van de beste beslissingen die ik in mijn leven heb genomen. Ik vind het onbegrijpelijk<br />
dat nog zoveel goed opgeleide, oudere mensen het willen, werken<br />
voor een baas.’<br />
Onder zelfstandigen vind je ook arbeidsongeschikten die een geheel<br />
nieuwe weg inslaan, timmermannen die er genoeg van hebben om zich<br />
door hun baas te laten verhuren en dat liever zelf doen, hobbyisten die hun<br />
kunde en contacten verzilveren, handelaren die met een paar uur per dag<br />
op hun zolder werken meer verdienen dan vroeger met lange dagen op de<br />
beursvloer, moeders die een deeltijdonderneming starten voor de uren dat<br />
de kinderen op school zitten, gehaaide reclamejongens die met tijdelijke allianties<br />
de hoofdprijs binnenhalen, postbezorgers die eindelijk hun roeping<br />
als acteur durven volgen.<br />
Bijna net zo verschillend als de motieven zijn ook de benamingen waarmee<br />
zelfstandigen worden aangeduid: eenmanszaken, self navigators, mi-<br />
7<br />
‘Onbegrijpelijk dat nog<br />
zoveel goed opgeleide<br />
mensen voor een<br />
baas willen werken’
Term freelancer<br />
verliest terrein<br />
Naslagwerk<br />
Vooraf<br />
cro-ondernemers, vrijberoepsbeoefenaren, ik-bv’s, eenpitters en natuurlijk<br />
freelancers.<br />
De laatste tien jaar wint de aanduiding zelfstandige zonder personeel<br />
terrein, beter bekend onder de afkorting zzp’er. Deze ambtelijke term<br />
stamt oorspronkelijk uit de koker van het ministerie van Sociale Zaken<br />
en Werkgelegenheid en werd in de bouwwereld gretig overgenomen om de<br />
vele bouwvakkers aan te duiden die voor zichzelf begonnen. Het gaf hen<br />
een officieel randje, een welkome buffer tegen het predicaat beunhaas.<br />
Vandaaruit vond het begrip zowel zijn weg naar de chiquere wereld van de<br />
interimmers en consultants, als naar de onderkant van de markt: ook illegale<br />
werksters bieden zich tegenwoordig aan als zzp’er. Niet zo vreemd dus<br />
dat grappenmakers zeggen dat zzp’er eigenlijk staat voor Zielepoot Zonder<br />
Pensioen of voor Zotten Zonder Perspectief. En dat zzp’ers vervolgens liever<br />
voluit ‘zelfstandige ondernemers’ genoemd willen worden, of desnoods<br />
‘zelfstandige professionals’. Dit concludeert de ZZP Barometer tenminste<br />
op basis van een enquête onder ruim 1.300 zelfstandigen.<br />
Tegelijk begon het woord freelancer slijtage te vertonen. In het online<br />
computerspel Entropia Universe zijn freelancers de laagste kaste, kleine<br />
krabbelaars die geld verdienen met het verzamelen van dierenzweet. En in<br />
de folder Present! – hoe presenteer je jezelf als journalistiek ondernemer adviseert<br />
de Nederlandse Vereniging van Journalisten (NVJ) haar eigen achterban<br />
om zich zelfstandig ondernemer te noemen in plaats van freelancejournalist:<br />
‘De ene term heeft een zakelijke associatie, de andere een sociale.’<br />
Overigens is er ook een tegenbeweging zichtbaar. Op grote billboards<br />
langs de snelweg vraagt een groot adviesbureau om ‘Freelance Finance<br />
Professionals’. En zo begint de term freelancer, mede door de internationale<br />
toepasbaarheid, mogelijk aan een nieuwe toekomst.<br />
Desalniettemin hebben de uitgever en auteur van dit boek besloten om<br />
de titel Handboek Freelancen – waaronder het al sinds 1996 verschijnt – met<br />
ingang van 2011 definitief te veranderen in ZZP – Handboek voor zelfstandigen.<br />
Elk jaar verschijnt hiervan een geactualiseerde editie.<br />
Dit handboek is een naslagwerk voor startende en ervaren zelfstandigen.<br />
Het is een leidraad om een eigen praktijk op te zetten of om een bestaande<br />
praktijk door te lichten. Dit boek maakt je vertrouwd met de basisbegrip-<br />
8
Vooraf<br />
pen van bedrijfsvoering, want verkoopbare kwaliteiten zijn niet veel waard<br />
als je niet over een minimum aan verkoopkwaliteiten beschikt.<br />
Het handboek behandelt de belangrijkste algemene aspecten van het<br />
zelfstandig ondernemerschap, zaken die voor elke eigen baas hetzelfde zijn.<br />
Voor specifieke informatie zoals vestigingsvergunningen en vereiste diploma’s<br />
kun je terecht bij de Kamer van Koophandel of bij je beroepsvereniging.<br />
Een greep uit de onderwerpen in dit handboek: hoe ontwikkel je een<br />
krachtig netwerk? Welke eisen stelt de fiscus aan het ondernemerschap?<br />
Wie bezit het auteursrecht en wanneer wordt dit overgedragen? Welke<br />
stappen kun je ondernemen tegen wanbetalers? Aan welke eisen voldoet<br />
een goede offerte? Moet je een eigen website hebben? Wanneer is een verzekering<br />
tegen arbeidsongeschiktheid nodig? Is een auto van de zaak voordeliger?<br />
Hoe onderbouw je gesprekken met financiers?<br />
Laat je niet afschrikken door de omvang en detaillering van dit boek. Het<br />
eerste hoofdstuk vat de zelfstandige praktijk in 69 stappen samen (zie de<br />
gekleurde pagina’s). Bij elke stap staan verwijzingen naar de verdere inhoud<br />
van het boek. Maar je kunt natuurlijk ook de inhoudsopgave gebruiken<br />
om díe zaken op te zoeken waarover je op dat moment iets wilt of moet<br />
weten. In de startfase is het meestal niet interessant om te weten hoe je<br />
‘overtollig geld’ het beste kunt beleggen. En omgekeerd is de liquiditeit<br />
meestal geen probleem als je een aantal jaren bezig bent.<br />
Sommige zaken hoef je maar één keer uit te zoeken. Of helemaal niet: als<br />
je niet btw-plichtig bent, kun je dat deel gewoon overslaan. Ook auteursrecht<br />
en samenwerking in een maatschap zijn niet voor iedereen belangrijk.<br />
Als je een enorme weerstand hebt tegen boekhouden, kun je de hele financiële<br />
administratie uitbesteden. Dat kost geld en belemmert het inzicht<br />
in je reilen en zeilen, maar het kan wel.<br />
Tot slot: ondernemen is geen wetenschap. Intuïtie, originaliteit en flair spelen<br />
net zo goed een rol als vakkennis, reflectie en financieel inzicht. Een<br />
zelfstandige praktijk is geen machine die je van a tot z kunt doorgronden.<br />
Het is eerder een levend organisme dat je regelmatig moet voeden, maar<br />
dat je tegelijk ook de kans moet geven om zich te ontwikkelen in een richting<br />
die je aanvankelijk misschien niet had voorzien.<br />
9<br />
Stappenplan
Poen, pret en prestige<br />
Vooraf<br />
Een goede praktijk past als een tweede huid, zorg dus dat ze meegroeit<br />
met je behoeften. Of dat nu het grote geld is, een avontuurlijk leven of inhoudelijke<br />
verdieping. Of alle drie.<br />
10
Inhoud<br />
1 Start 15<br />
In 69 stappen een nieuwe praktijk opzetten of een<br />
bestaande doorlichten. Ideaal voor de ZZT’er, de<br />
Zelfstandige Zonder Tijd.<br />
Weet wat je wilt · Verken de markt · Zoek opdrachten · Maak<br />
afspraken met je klant · Regel je financiën · Zorg voor zekerheid<br />
· Bespaar op belastingen · Timmer je zaak juridisch af ·<br />
Organiseer je werk<br />
2 Ondernemende tijden 29<br />
Zelfstandigen profiteren van de flexibilisering van de<br />
economie, ook in turbulente tijden. Mits het goede<br />
ondernemers zijn met realistische doelen.<br />
Crisis? Welke crisis? · Diensteneconomie · E-lancers · Kennis<br />
en ervaring · Wat een ondernemer moet kunnen · Concrete<br />
doelen · Nadelen van een eigen praktijk · Het klimmen der jaren<br />
· Combinatie met baan<br />
11
Inhoud<br />
3 De markt op 51<br />
Marketing is de complete communicatie met je markt:<br />
wat kunnen klanten van je verwachten.<br />
Alle keuzes monden uit in één zin: je marketingformule.<br />
Aanbod en doelgroepen kiezen · Het alternatieve<br />
marktonderzoek · Marketingprincipes · Persoon & presentatie<br />
· Specialisatie · Kwaliteit · Tarief · Gratis? · Werkplek · De<br />
formule · Bedrijfsnaam of eigen naam · Huisstijl<br />
4 Klanten werven 83<br />
Om opdrachten binnen te halen moet je de boer op en<br />
daarbij speelt je netwerk een grote rol. Begin op tijd met<br />
je acquisitie, want als de opdrachten teruglopen ben je te<br />
laat.<br />
Netwerken · Werving · Bestaande klanten binden · Nieuwe<br />
klanten benaderen · Website · Twitteren · Mailen · Schrijven ·<br />
Bellen · Face to face<br />
5 Contracten 119<br />
Zonder heldere afspraken heb je binnen de kortste keren<br />
conflicten. Door de voorwaarden zelf op papier te zetten,<br />
houd je bovendien het initiatief.<br />
Briefing · De offerte · Algemene leveringsvoorwaarden ·<br />
Onderhandelen · Ondertekende opdracht · Raamovereenkomst<br />
· Auteursrecht regelen · Huwelijkse voorwaarden<br />
6 Het geld 145<br />
Een investeringsbegroting en een exploitatiebegroting<br />
volstaan meestal om te weten waar je financieel staat.<br />
Een korte handleiding.<br />
De grondregel · Investeren · Bezittingen · Financieren · Eigen<br />
vermogen · Lang vreemd vermogen · Kort vreemd vermogen<br />
· Financieringsplan · Winst · Cashflow · Wanbetaling ·<br />
Declarabele uren<br />
12
Inhoud<br />
7 Belastingen 173<br />
Zorg dat de fiscus je erkent als zelfstandig ondernemer, dan<br />
betaal je veel minder belasting. Verdiep je dus in de eisen<br />
die de Belastingdienst stelt.<br />
Bewijs van zelfstandigheid (VAR) · Het urencriterium · Pseudoondernemers<br />
· Btw<br />
8 De aangifte 195<br />
Je hoeft niet te wachten op de blauwe envelop met de<br />
belastingaanslag. Maak zelf vooraf een schatting, zodat je<br />
weet hoeveel je ongeveer netto zult overhouden.<br />
Het verzamelinkomen · Aftrekposten · De aanslag · Netto<br />
besteedbaar inkomen · Rekenschema’s · Reserveren ·<br />
Kantoorruimte · Auto<br />
9 Risico’s afdekken 231<br />
Ook in slechte tijden moet een zelfstandige voor zichzelf<br />
zorgen. Je kunt je verzekeren, maar er zijn meer manieren<br />
om risico’s op te vangen.<br />
Collectieve verzekeringen · Ziektekosten ·<br />
Arbeidsongeschiktheid · Zwangerschap · Persoonlijke financiële<br />
planning · Juridisch conflict · Overige verzekeringen<br />
10 De boekhouding 255<br />
Een hekel aan papierwerk? Je kunt de boekhouding<br />
uitbesteden, maar ook dan is het handig om de principes<br />
van de administratie te begrijpen.<br />
Basisopzet · Gemengde kosten · Factuur · Automatiseren ·<br />
Boekhouder<br />
11 Rechtsvormen 273<br />
Voor de meeste zelfstandigen is een eenmanszaak de<br />
beste rechtsvorm. Voor samenwerkingsverbanden zijn er<br />
meerdere manieren om de aansprakelijkheid te regelen.<br />
13
Inhoud<br />
14<br />
Aansprakelijkheid · Vergunningen en diploma’s · Eenmanszaak<br />
· Maatschap · Vennootschap onder firma (vof) · Commanditaire<br />
vennootschap (cv) · De natuurlijke personen vergeleken ·<br />
Besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid (bv) ·<br />
Stichting · Coöperatieve vereniging<br />
12 Het werk organiseren 291<br />
Zonder praktische inslag is een eigen praktijk lastig te<br />
realiseren. Zet je organisatie goed op poten, dan heb je er<br />
zo min mogelijk omkijken naar.<br />
Bereikbaarheid · Techniek & spullen · Timemanagement ·<br />
Scheiding werk en privé · Kinderopvang · RSI · Duurzaamheid<br />
13 Combinatie met uitkering 307<br />
Een uitkering kan een springplank naar zelfstandigheid<br />
zijn. En omgekeerd kan de bijstand in tijden van crisis een<br />
vangnet zijn.<br />
AOW · Bijstand · Bbz voor starters · Bbz voor gevestigde<br />
ondernemers · Studiebeurs · WIA · WW<br />
14 De toekomst 319<br />
Een praktijk is altijd in beweging, en anders is de<br />
buitenwereld dat wel. Houd jezelf en je zaak dus regelmatig<br />
tegen het licht en stuur waar nodig bij.<br />
Hoe houd je het leuk? · Inhoudelijke ontwikkeling · Meer<br />
omzet. Of juist minder? · Klantenbestand doorlichten · Nieuwe<br />
doelgroepen · Orderportefeuille · Uitbesteden · Samenwerken ·<br />
Stoppen<br />
Voorbeeld financieel plan<br />
Adressen 335<br />
Literatuur 339<br />
Index 343<br />
Over de auteur 349
1 Start<br />
In 69 stappen een nieuwe praktijk opzetten of een<br />
bestaande doorlichten. Ideaal voor de ZZT’er, de<br />
Zelfstandige Zonder Tijd.<br />
Weet wat je wilt · Verken de markt · Zoek opdrachten · Maak afspraken<br />
met je klant · Regel je financiën · Zorg voor zekerheid · Bespaar op belastingen<br />
· Timmer je zaak juridisch af · Organiseer je werk<br />
Of je hem nu zzp’er, freelancer of eigen baas noemt, hij is een zelfstandig<br />
ondernemer, net als een slager, een fabrikant en een aannemer. Het verschil<br />
met andere ondernemers is dat de zelfstandige meestal diensten verkoopt<br />
in plaats van producten. Specialistische kennis en ervaring staan centraal,<br />
de investeringen in machines, voorraden en gebouwen zijn vaak laag en de<br />
start is relatief gemakkelijk omdat weinig of geen vergunningen nodig zijn.<br />
Als er al een onderscheid te maken is tussen freelancers en mensen met<br />
een eigen praktijk, dan is het misschien dat een freelancer naar zijn klanten<br />
toe gaat en dat iemand met een eigen praktijk zijn klanten ontvangt. De<br />
freelancer is dan degene die ’s morgens in de spiegel kijkt of hij er professioneel<br />
genoeg uitziet, de man of vrouw met een praktijk aan huis kijkt of er<br />
15<br />
Spiegel
Ondernemingsplan<br />
niet heilig<br />
Rekenschema’s<br />
Hoofdstuk 1<br />
geen kinderfietsjes of lege flessen in de gang staan waarover de klant, letterlijk<br />
of figuurlijk, zou kunnen vallen.<br />
De grens tussen een eigen praktijk en een eigen bedrijf is evenmin duidelijk<br />
te trekken: een videoproducent met een studio en vijftigduizend euro<br />
aan apparatuur wordt meestal een zelfstandige genoemd, een kleine boekhouder<br />
met een kantoor heeft een bedrijf. De fiscus hanteert het begrip<br />
zelfstandige overigens niet, maar kent alleen ondernemers.<br />
Is het ingewikkeld om een eigen praktijk op te zetten? Het lijkt er wel op als<br />
je de dikte van dit boek in aanmerking neemt. Of als je bij een bank of bij de<br />
Kamer van Koophandel een model-ondernemingsplan haalt. Maar laat je<br />
niet intimideren: het is helemaal niet nodig om je praktijk vast te leggen in<br />
een lijvig plan. Meestal is het voldoende om de hoofdlijnen voor jezelf kort<br />
op papier te zetten. Een gestructureerde aanpak is belangrijker dan een<br />
plan dat in de praktijk toch niet uitkomt.<br />
Dat een ondernemingsplan niet heilig is, blijkt ook uit onderzoek van het<br />
onderzoeksinstituut EIM. Slechts veertig procent van de tweeduizend onderzochte<br />
bedrijven had zo’n plan bij aanvang. Hun winst was niet hoger<br />
dan die van de ondernemers zonder plan, wel hadden ze een hogere<br />
omzet.<br />
In 69 stappen leidt dit hoofdstuk je langs alle aspecten van een zelfstandige<br />
praktijk. Je kunt de stappen gebruiken als handleiding om een nieuwe<br />
praktijk op te zetten of een bestaande door te lichten. Je kunt er ook een<br />
officieel ondernemingsplan mee schrijven. Beperk je tot de punten die voor<br />
jou essentieel zijn. Actualiteit is belangrijker dan omvang: stel een plan regelmatig<br />
bij, liefst één keer per jaar (zie pagina 319).<br />
Elk van de stappen verwijst naar een of meer paragrafen of passages in<br />
het boek. Daarmee is dit hoofdstuk tevens een alternatieve inhoudsopgave,<br />
die je op een doelgerichte manier door het boek loodst. Bijvoorbeeld naar<br />
de schema’s waarmee je de financiën kunt doorrekenen. Uitleg over de samenhang<br />
tussen de schema’s vind je op pagina 217.<br />
De schema’s staan ook op de website die bij dit boek hoort. Op zzpfreelancen.<br />
nl kun je je eigen cijfers invullen, waarna je de schema’s kunt<br />
downloaden en opslaan. Schat je kansen realistisch in: vermijd zowel<br />
luchtfietserij als zwartgalligheid.<br />
16
Start<br />
Het is onmogelijk om op alles voorbereid te zijn. Als je op alle fronten zekerheid<br />
wilt, blijf je jaren bezig met uitzoeken, plannen schrijven en herschrijven.<br />
Op die manier blijf je dus op je plaats. Absolute zekerheid en een<br />
eigen praktijk gaan niet samen. Elke zelfstandige leert door vallen. En door<br />
daarna weer op te staan. En zo verder.<br />
Door te beginnen, door naar buiten te treden verken je langzaam je<br />
markt en ontdek je wellicht geheel nieuwe markten. Geen papieren marktonderzoek<br />
dus, maar actieonderzoek. Zo verken je je grenzen. Forceer jezelf<br />
niet, het is belangrijk om lol in je praktijk te houden en enthousiasme<br />
uit te blijven stralen. Geloof in jezelf, maar neem geen opdrachten aan die<br />
te groot of te complex zijn. Want met een verknalde klus verspeel je je<br />
naam.<br />
Actie dus, maar wel gericht. Welke doelen stel je je? Welke stappen ga je<br />
ondernemen om meer betalende opdrachtgevers te krijgen? Hoeveel tijd en<br />
geld ga je daarin steken? In een actieplan neem je de essentie van je praktijk<br />
op. Van tijd tot tijd loop je het actieplan na. Heb je de doelen gehaald? En<br />
waren de begrote kosten reëel? Zo kun je beoordelen of je nog op schema<br />
ligt, of dat het nodig is om je plannen bij te stellen.<br />
In plaats van een actieplan kun je ook een mission statement schrijven:<br />
een korte samenvatting van de doelen die je wilt bereiken. Zo’n statement<br />
moet SMART zijn: Short, Measurable, Achievable, Realistic en Time-bound.<br />
Een derde mogelijkheid is een strategie uitstippelen. In dat geval staan<br />
niet je doelen centraal, maar de manier waarop je te werk wilt gaan. Als je<br />
bijvoorbeeld nieuwe doelgroepen voor kunst wilt interesseren, kunnen artistieke<br />
tupperware parties een verrassende ingang zijn.<br />
Het uitwerken van plannen is geen rechtlijnig proces waar automatisch<br />
de enig juiste oplossing uit rolt. Plannen uitwerken is kiezen. Als je bijvoorbeeld<br />
kiest voor een lagere uurprijs dan je concurrenten, beïnvloedt dat de<br />
winstverwachting en het aantal klanten dat je moet werven.<br />
Soms kom je niet onder een ondernemingsplan uit, bijvoorbeeld als je een<br />
lening van de bank wilt. Er zijn veel modelplannen in omloop – onder andere<br />
van de Kamer van Koophandel – maar deze zijn niet toegespitst op<br />
zelfstandigen. Bovendien komt een invuloefening slecht over.<br />
17<br />
Actieonderzoek<br />
Mission statement<br />
Strategie formuleren
Persoonlijk plan<br />
Hoofdstuk 1<br />
Een ondernemingsplan is een presentatie van je bedrijf en is dus altijd<br />
een persoonlijk document. Het is een uitgebreide versie van het actieplan,<br />
aangevuld met je persoonlijke gegevens. Laat voorgedrukte standaardwerkjes<br />
dus voor wat ze zijn.<br />
18
Weet wat je wilt<br />
Start<br />
1. Kies een branche die past bij je kennis en ervaring en waar je hart naar<br />
uitgaat. Dat is belangrijker dan een branche die op dit moment in de<br />
mode is. Maar overdrijf niet: de vraag naar hoefsmeden en loodzetters<br />
is beperkt. Zie pagina 38, 57 en 325.<br />
2. Ken je kwaliteiten als ondernemer. En je tekortkomingen. Geboren ondernemers<br />
zijn zeldzaam, leg dus vast welke zwakke punten je wilt<br />
verbeteren en welke je ondervangt door taken uit te besteden. Zie pagina<br />
39 en 174.<br />
3. Leg je doelen vast voor de korte termijn (1 tot 2 jaar) en de lange termijn<br />
(3 tot 5 jaar). Een goed hulpmiddel zijn de drie p’s: poen, pret en<br />
prestige. Durf te groeien, of het nu in de breedte is of in de diepte. Zie<br />
pagina 43, 92, 164 en 323.<br />
4. Bepaal hoeveel tijd je aan je praktijk wilt besteden. Dat is afhankelijk<br />
van je privéleven, maar ook van de vraag of je je ziel en zaligheid kwijt<br />
kunt in je werk of dat h et vooral een manier is om geld te verdienen.<br />
Zie pagina 44 en 171.<br />
5. Bedenk of je fulltime ondernemer wilt zijn of een ‘hybride ondernemer’<br />
die zijn praktijk uitoefent naast een vaste baan. Bedenk ook of zo’n<br />
baan door positieve motieven wordt ingegeven (contacten, verdieping)<br />
of door negatieve (angst, status). Zie pagina 48 en 329.<br />
6. Beslis hoeveel je wilt verdienen, en vooral hoeveel je minimaal moet<br />
verdienen gezien je financiële verplichtingen. Zie pagina 41 en 215.<br />
7. Bedenk of je alleen wilt werken of samen met anderen. En of die anderen<br />
bij voorkeur ondergeschikten zijn of gelijkwaardige partners. Zie<br />
pagina 330.<br />
8. Organiseer steun en feedback. Zorg dat iemand je regelmatig een spiegel<br />
voorhoudt. Dat kan een ervaren adviseur zijn, een vriend, je partner<br />
of een collega-zelfstandige. Zie pagina 46, 75 en 322.<br />
19
Hoofdstuk 1<br />
Verken de markt<br />
9. Formuleer het aanbod vanuit het perspectief van je klanten. Niet jouw<br />
kennis staat centraal, maar wat je voor de klant kunt betekenen. Een<br />
goed hulpmiddel is de elevator pitch. Zie pagina 35, 52 en 58.<br />
10. Kies de doelgroepen die je wilt bedienen. Zoek bij voorkeur een niche<br />
waar je min of meer vrij spel hebt. Zie pagina 53 en 325.<br />
11. Bepaal welke diensten je aan welke doelgroepen wilt aanbieden.<br />
Spreid je risico’s en zorg dat er minstens één cash cow bij zit. En liefst<br />
ook een star. Zie pagina 53, 60 en 323.<br />
12. Leg je formule vast in één zin. Zo’n verbaal visitekaartje legt je Unique<br />
Selling Point (USP) vast. Geef klanten de tijd om aan je formule te wennen,<br />
een jaar is de minimale termijn om je eraan te verbinden. Zie pagina<br />
77.<br />
13. Breng je concurrenten in kaart en leer van ze. Benchmarking is daarvoor<br />
een goed instrument. Wees concurrenten te slim af, of werk juist<br />
met ze samen. Zie pagina 52.<br />
14. Bepaal op welke specifieke klanten je je gaat richten. Actieonderzoek<br />
is een goede methode: al onderzoekend ben je aan het werk, al werkend<br />
onderzoek je de markt. Zie pagina 54, 94 en 325.<br />
15. Bepaal je uurprijs. Soms is een prijs per woord gebruikelijk, of per patiënt,<br />
foto, rechtszaak, consult. Maar maak ook in die gevallen een<br />
koppeling naar het tarief dat je per uur verdient, want uren zijn het<br />
belangrijkste kapitaal van een zelfstandige. Ook als hij iets <strong>gratis</strong> aanbiedt.<br />
Zie pagina 64, 68 en 72.<br />
16. Differentieer je tarieven, bijvoorbeeld naar de aard en spoedeisendheid<br />
van de opdracht, de status van de opdrachtgever en je persoonlijke<br />
motivatie. Als ondernemer mag je namelijk zelf bepalen wie je<br />
hoeveel vraagt. Zie pagina 65.<br />
20
Zoek opdrachten<br />
Start<br />
17. Voorkom afhankelijkheid van één of enkele grote opdrachtgevers, en<br />
niet alleen omdat de fiscus dat eist. Bepaal hoeveel opdrachtgevers je<br />
minimaal wilt hebben en hoe groot de grootste mag zijn. Zie pagina 178<br />
en 324.<br />
18. Geef je praktijk een herkenbare, aansprekende naam, bijvoorbeeld je<br />
eigen naam. Check of de domeinnaam nog vrij is, zodat je de naam van<br />
je praktijk consequent kunt gebruiken in al je uitingen. Zie pagina 78.<br />
19. Zorg dat je vindbaar bent. Met een traditioneel visitekaartje of met<br />
een website. Liefst met beide. Zie pagina 79 en 100.<br />
20. Begin op tijd met acquisitie. Welke opdrachten wil je binnenhalen? Bij<br />
welke opdrachtgevers? Op welke manier benader je ze? Hoeveel geld<br />
en tijd kost dat? Welke actie onderneem je, uitgesplitst naar kwartalen?<br />
Zie pagina 33, 83 en 89.<br />
21. Koester je huidige netwerk, want bij bestaande klanten kom je veel<br />
makkelijker binnen dan bij nieuwe. Welke personen en bedrijven maken<br />
er deel van uit? In welke branche zitten ze? Hoe wil je met ze verder?<br />
Zie pagina 92 en 325.<br />
22. Vergroot je netwerk. Wie wil je aan je netwerk toevoegen en hoe pak je<br />
dat aan? Je kunt een agent of bemiddelingsbureau inschakelen, maar<br />
ook dan zul je nog zelf nieuwe contacten moeten leggen. Zie pagina 97<br />
en 329.<br />
23. Let op je uiterlijke presentatie, niet alleen bij je kleding, maar ook bij je<br />
brieven, mails, telefoontjes en andere communicatie. Want je krijgt<br />
nooit een tweede kans voor de eerste indruk. Zie pagina 58 en 117.<br />
24. Leer goed schrijven, of laat je anders helpen. Een goed hulpmiddel bij<br />
het schrijven van een brief of folder is AIDA: Attention, Interest, Desire,<br />
Action. Zie pagina 111 en 113.<br />
25. Zeg vaker ‘nee’, dat kan heel goed zijn voor je profiel. Je kunt een opdracht<br />
doorspelen aan iemand in je netwerk. Behalve als het om een<br />
slechte opdrachtgever gaat: die geef je de bons. Zie pagina 61 en 325.<br />
21
Hoofdstuk 1<br />
Maak afspraken met je klant<br />
26. Bepaal waar je gaat werken: bij je klanten, thuis of op een apart kantoor.<br />
Een kantoor buiten de deur is door de fiscale aftrekbaarheid<br />
goedkoper dan je denkt. Bovendien zorgt het voor een scheiding tussen<br />
werk en privé. Zie pagina 73 en 299.<br />
27. Zorg voor een goede briefing en offerte. Zeker als je de eerste keer voor<br />
een klant werkt, zijn heldere, schriftelijke afspraken onontbeerlijk.<br />
Door ze zelf op papier te zetten houd je bovendien het initiatief in handen.<br />
Zie pagina 119, 121, 132 en 178.<br />
28. Hang geen smoesjes op als je een deadline niet gaat halen of een klus<br />
dreigt te verknallen. Betrouwbaarheid is een essentiële eigenschap<br />
van zelfstandigen en een slechte reputatie spreekt zich snel rond. Zie<br />
pagina 38 en 296.<br />
29. Oefen in onderhandelen, want voor niks gaat de zon op. Bepaal van te<br />
voren je ondergrens en houd je daaraan. En durf stiltes te laten vallen.<br />
Zie pagina 66 en 130.<br />
30. Breng meerwerk in rekening. De term stamt uit de bouw, maar is<br />
bruikbaar in alle situaties waarin sprake is van extra werk dat niet te<br />
voorzien was, of van aanvullende eisen die de opdrachtgever achteraf<br />
stelde. Zie pagina 127.<br />
31. Regel bij samenwerking wie waarvoor verantwoordelijk is. Dat is vooral<br />
belangrijk als je bemiddelt bij het inschakelen van derden. Zorg dat<br />
je niet aansprakelijk bent als de klant niet betaalt, of bereken voor dat<br />
risico extra geld. Zie pagina 62 en 289.<br />
32. Verdiep je in de leveringsvoorwaarden van je opdrachtgever, want<br />
vaak is hij in staat die eenzijdig op te leggen. Concentreer je op bepalingen<br />
die voor jou onaanvaardbaar zijn en laat die doorstrepen. Zie<br />
pagina 130.<br />
33. Bewaak je auteursrecht, want het kan tot zeventig jaar na je dood een<br />
inkomstenbron zijn. Om het auteursrecht te verkrijgen hoef je niets te<br />
doen, om het je niet te laten afnemen door uitgevers of producenten<br />
des te meer. Zie pagina 82, 124, 136, 283 en 331.<br />
22
Start<br />
34. Houd je ideeën voor je, want ze zijn niet beschermd. Tegelijk moet je<br />
ideeën delen om ze aan de man te kunnen brengen. Laat eventueel<br />
vooraf een geheimhoudingsverplichting ondertekenen, maar wees<br />
niet te angstvallig. Zie pagina 55, 118 en 119.<br />
35. Laat conflicten niet uit de hand lopen. Houd je hoofd erbij en bijt je<br />
niet vast in je emotionele gelijk: soms is het verstandiger om je verlies<br />
te nemen. Zie pagina 251.<br />
36. Schakel op tijd een incassobureau in, want sommige klanten zijn alleen<br />
gevoelig voor dreigementen. Wees vooral alert bij bedrijven met<br />
financiële problemen: bij een faillissement vis je meestal achter het<br />
net. Zie pagina 169.<br />
37. Bewaak je kwaliteit, want dat is je belangrijkste troef. Misschien ben<br />
je zelf erg tevreden over de kwaliteit van je werk, maar je opdrachtgevers<br />
niet. Ook als het gelijk aan jouw kant zou liggen, heb je toch een<br />
probleem. Zie pagina 62, 118, 134 en 326.<br />
23
Hoofdstuk 1<br />
Regel je financiën<br />
38. Zorg voor vermogen. De investeringen voor een zelfstandige praktijk<br />
zijn relatief bescheiden, maar een beetje startkapitaal heb je meestal<br />
wel nodig. Eigen vermogen hoeft niet van jezelf te zijn: een lening van<br />
vrienden of familie valt er ook onder. En het is tevens de basis om makkelijker<br />
geld te lenen van een bank. Zie pagina 149, 153, 156 en 283.<br />
39. Bereken je minimale omzet op basis van de opdrachten die je al op zak<br />
hebt. Trek er de kosten af die je daarvoor moet maken en je kent je<br />
minimale nettowinst. Doe hetzelfde met de redelijkerwijs te verwachten<br />
omzet en je weet waar je waarschijnlijk op kunt rekenen. Zie pagina<br />
161.<br />
40. Doe de boekhouding zoveel mogelijk zelf, dat bevordert het zicht op je<br />
zaak. Een boekhoudprogramma kan behulpzaam zijn, maar overdrijf<br />
je automatiseringsdrift niet. Zie pagina 146, 174 en 256.<br />
41. Maak een liquiditeitsprognose als je krap dreigt te komen zitten. Het<br />
is een hulpmiddel om bottlenecks in je kasstroom te ontdekken en op<br />
tijd maatregelen te treffen. Zie pagina 164.<br />
42. Verzilver tijdig de goodwill van je praktijk, want het is niet makkelijk<br />
een zelfstandige praktijk rechtstreeks te verkopen. Let ook op het afrekenen<br />
van de opgebouwde oudedagsreserve. Zie pagina 331.<br />
24
Zorg voor zekerheid<br />
Start<br />
43. Combineer je praktijk met een beperkt dienstverband. Vooral in de<br />
startfase kan dat handig zijn, op termijn dreigt echter het gevaar dat<br />
je aandacht te veel versnippert en je zaak niet echt van de grond komt.<br />
Zie pagina 36, 48, 184, 234 en 249.<br />
44. Heb je een uitkering, gebruik deze dan als springplank. Zowel de ww,<br />
de wia, als de Wet Werk en Bijstand hebben startersregelingen en ook<br />
een studiebeurs staat een eigen praktijk niet in de weg. aow’ers kunnen<br />
zelfs onbeperkt ondernemen. Zie pagina 307.<br />
45. Zorg voor een financiële buffer, dat komt zowel je nachtrust als de<br />
kwaliteit van je orderportefeuille ten goede. Drie maanden is wel het<br />
absolute minimum. Zie pagina 41, 151, en 325.<br />
46. Maak van ondernemen geen heilig moeten. Check regelmatig of je<br />
praktijk wel voldoet aan wat je je ten doel had gesteld. Zo niet, dan is<br />
stoppen een serieuze optie. Voor zelfstandigen die het tijdelijk niet<br />
redden is er het Besluit bijstandverlening zelfstandigen. Zie pagina 312<br />
en 320.<br />
47. Regel je oudedag. Je kunt een lijfrente of banksparen overwegen, maar<br />
als je voldoende discipline hebt is het voordeliger om je geld zelf vast te<br />
zetten. Zie pagina 198, 202, 241 en 251.<br />
48. Verzeker je goed, maar niet te goed. Een ziektekostenverzekering is<br />
verplicht, een aansprakelijkheidsverzekering is onmisbaar, een uitvaartverzekering<br />
bijna altijd overbodig. En de arbeidsongeschiktheidsverzekering<br />
zit daartussen in. Zie pagina 231, 236 en 253.<br />
25
Hoofdstuk 1<br />
Bespaar op belastingen<br />
49. Vraag een var aan en zorg dat je een var-wuo krijgt. Verplicht is die<br />
niet, wel heel handig omdat opdrachtgevers dan geen risico lopen op<br />
naheffingen. Zie pagina 134, 175 en 329.<br />
50. Zoek uit over welke diensten je btw in rekening moet brengen. Niet jíj<br />
bent namelijk btw-plichtig, maar je activiteiten kunnen dat wel zijn.<br />
Btw-heffing brengt papierwerk met zich mee, maar het kan financieel<br />
voordelig uitpakken. Zie pagina 147, 166, 188, 190 en 261.<br />
51. Bereken de belastingvrijstelling waar je gebruik van kunt maken, ondernemers<br />
kunnen heel wat aftrekposten opvoeren. Bereken ook je heffingskorting.<br />
Zie pagina 198 en 206.<br />
52. Bereken je netto besteedbaar inkomen. Van de nettowinst mag je eerst<br />
de belastingvrijstelling en heffingskorting aftrekken voordat je belasting<br />
gaat betalen. Zie pagina 213 en 217.<br />
53. Reserveer geld voor de btw-verrekening en de belastingaanslagen.<br />
Vooral de periode na de start is lastig: dan kun je zowel een voorlopige<br />
aanslag voor het komende jaar krijgen als een definitieve aanslag voor<br />
het voorgaande. Zie pagina 213 en 219.<br />
54. Zorg dat buitenlandse opdrachtgevers geen belasting en premies inhouden<br />
op je honorarium, want dan betaal je dubbel. Vraag eventueel<br />
een E101-verklaring aan bij de Sociale Verzekeringsbank. Zie pagina 198.<br />
55. Neem een boekhouder of accountant in de arm, want de bonnetjes inschrijven<br />
kun je prima zelf, maar de belastingaangifte kun je beter uitbesteden.<br />
Dat levert meestal meer op dan het kost. Zie pagina 174.<br />
56. Bereken of je je auto op de zaak zet of privé houdt. In principe is het<br />
gunstig om auto’s ouder dan drie jaar privé te houden en de zakelijke<br />
kilometers à 19 cent te declareren bij je bedrijf. Zie pagina 221.<br />
57. Huur een kantoor buitenshuis en de fiscus betaalt mee. Voor het aftrekken<br />
van een kantoor aan huis gelden strenge eisen, soms is een<br />
verbouwing noodzakelijk. Zie pagina 219 en 275.<br />
26
Timmer je zaak juridisch af<br />
Start<br />
58. Meld je aan bij de Kamer van Koophandel, want sinds 1 januari 2010<br />
moeten alle zelfstandigen zich inschrijven. Zie pagina 265, 276, 281 en<br />
287.<br />
59. Zoek uit welke vergunningen en diploma’s je nodig hebt en regel die.<br />
Dankzij de deregulering heeft dat meestal niet veel om het lijf. Zie pagina<br />
275.<br />
60. Kies een rechtsvorm en stel een samenwerkingsovereenkomst op als<br />
je vast met iemand samenwerkt. Incidentele samenwerking kun je ook<br />
per offerte regelen. Zie pagina 277, 282, 284, 289 en 329.<br />
61. Word lid van een beroepsvereniging, brancheorganisatie of vakbond<br />
voor zelfstandigen. Zo sla je vier vliegen in een klap: juridische ondersteuning,<br />
uitwisseling van kennis, collectieve belangenbehartiging en<br />
de mogelijkheid tot netwerken. Zie pagina 89, 129, 240, 252 en 322.<br />
27
Hoofdstuk 1<br />
Organiseer je werk<br />
62. Zorg dat je bereikbaar bent. Maar overdrijf niet: 24 uur per dag bereikbaar<br />
zijn is voor de meeste zelfstandigen niet nodig. Zie pagina 291.<br />
63. Investeer in goede, betrouwbare spullen. Weeg de aanschafkosten af<br />
tegen de tijd die je bespaart. En vergeet daarbij de uren (of dagen) die<br />
onderhoud en installatie kosten niet. Zie pagina 293.<br />
64. Voorkom rsi, want het kan je lange tijd uit de running houden en dan<br />
komt er geen geld binnen. De belangrijkste remedie is simpel: neem<br />
voldoende pauze en zorg voor beweging. Zie pagina 304.<br />
65. Houd je uren een tijdje bij, zo krijg je grip op je belangrijkste kapitaal:<br />
tijd. Bovendien eist de fiscus het soms. Bekijk hoeveel uren declarabel<br />
zijn en welke bezettingsgraad haalbaar is. Maak een<br />
nacalculatie, zodat je in de toekomst reëler kunt offreren. Zie pagina<br />
69, 128, 172, 181, 262 en 324.<br />
66. Werk gedisciplineerd. Zowel luiheid als stress bedreigen de zelfstandig<br />
ondernemer. Je hoeft geen negen tot vijf ritme aan te houden, maar<br />
regelmaat helpt wel. Kies de tips voor timemanagement die bij je passen.<br />
Zie pagina 296 en 321.<br />
67. Neem kinderopvang. Een eigen praktijk laat zich goed combineren<br />
met zorgtaken. Soms te goed. Zorg dat je rustig kunt werken, de fiscus<br />
betaalt mee. Zie pagina 301.<br />
68. Besteed werk uit aan een andere zelfstandige, een uitzendkracht, een<br />
stagiair of een specialist uit een lage-lonenland. Of begin een echt bedrijf<br />
met personeel. Zie pagina 327.<br />
69. Houd het leuk, zet op tijd de ramen open. Jaag niet te veel achter vastgestelde<br />
doelen aan, dat belemmert het zicht op onverwachte kansen<br />
die zich aandienen. Zie pagina 321, 325 en 326.<br />
28
3 De markt op<br />
Marketing is de complete communicatie met je markt:<br />
wat kunnen klanten van je verwachten.<br />
Alle keuzes monden uit in één zin: je marketingformule.<br />
Aanbod en doelgroepen kiezen · Het alternatieve marktonderzoek · Marketingprincipes<br />
· Persoon & presentatie · Specialisatie · Kwaliteit · Tarief<br />
· Gratis? · Werkplek · De formule · Bedrijfsnaam of eigen naam · Huisstijl<br />
Een eigen baas begint bij zijn eigen wensen, capaciteiten en mogelijkheden.<br />
Maar meteen daarna komt de markt in zicht. De vraag: ‘Wat wil de klant?’<br />
is net zo belangrijk als de vraag uit het vorige hoofdstuk: ‘Wat wil ik?’<br />
Het zelfstandig ondernemerschap is een kort leven beschoren als er geen<br />
klanten zijn die voor je diensten willen betalen. Een marktgerichte benadering<br />
betekent kijken naar de behoeften van de klant. Jouw deskundigheid<br />
moet bijdragen aan de vervulling van die behoeften.<br />
Klant en zelfstandig ondernemer zijn partijen die tot overeenstemming<br />
moeten komen. Dat betekent niet dat je moet buigen als een knipmes of<br />
aan elke gril moet toegeven. Als zelfstandige ben je een volwaardige partner,<br />
die op basis van gelijkwaardigheid met zijn klanten omgaat. Neem de<br />
eisen en wensen van de klant net zo serieus als die van jezelf.<br />
51<br />
Neem de klant net<br />
zo serieus als jezelf
Formuleer het aanbod<br />
vanuit het perspectief<br />
van je klanten<br />
Breng je concurrenten<br />
in kaart en leer van ze<br />
Hoofdstuk 3<br />
Aanbod en doelgroepen kiezen<br />
Welke diensten bied je aan en aan welke doelgroepen bied je ze aan? De<br />
marktafbakening voltrekt zich in drie stappen.<br />
I. Aanbod formuleren<br />
Formuleer je aanbod op een klantgerichte manier. Begin niet bij de dienst,<br />
maar bij het probleem dat je voor de klant oplost. Zorg dat de omschrijving<br />
aansluit bij het taalgebruik van de klant. Dat dwingt je om je diensten door<br />
zijn ogen te bekijken – een goede voorbereiding voor de acquisitie.<br />
Vaak wordt een strikte scheiding gehanteerd tussen producten en diensten.<br />
Producten zijn tastbaar en kunnen op voorraad worden geproduceerd,<br />
diensten niet. Maar zo absoluut is dit verschil niet: bijna alle producten<br />
gaan gepaard met een dienst (bijvoorbeeld garantie op een wasmachine).<br />
En omgekeerd zijn diensten meestal gekoppeld aan producten<br />
(bijvoorbeeld het eindrapport van een organisatieadviseur, de tekst van<br />
een vertaler en de afdrukken van een fotograaf).<br />
De scheiding tussen producten en diensten wordt bovendien steeds<br />
kleiner: ze vloeien langzaam in elkaar over. Massaproducten maken plaats<br />
voor productie op bestelling, geheel aangepast aan de wensen van de klant.<br />
Diensten worden gestandaardiseerd tot massagoederen, niet toevallig hebben<br />
banken het over hun ‘financiële producten’.<br />
Om je gedachten te scherpen kun je het aanbod van je concurrenten bestuderen:<br />
wat doen ze, waar zijn ze goed in, wat werkt? Benchmarking heet<br />
dat: je activiteiten vergelijken met de sterkste spelers op de markt. Rank<br />
Xerox – producent van kopieermachines – heeft het ver geschopt met ‘afkijken’<br />
(zie ook pagina 55).<br />
Benchmarking heeft twee voordelen: je voorkomt dat je opnieuw het wiel<br />
moet uitvinden en je vermijdt dat je dienst te veel afwijkt van wat de markt<br />
gewend is. Bestaande diensten zijn namelijk gemakkelijker te verkopen<br />
dan geheel nieuwe.<br />
Vervolgens ga je sleutelen aan het aanbod, want met alleen imiteren zul je<br />
geen klanten trekken. Zorg dat je diensten op enkele punten voldoende verschillen<br />
van die van de concurrentie, bijvoorbeeld door je te specialiseren.<br />
52
De markt op<br />
Je kunt ook een bijzondere dienst aan je aanbod toevoegen als lokkertje<br />
om klanten binnen te halen. Zo’n dienst mag arbeidsintensief zijn, je mag<br />
er zelfs op toeleggen, als er maar een basisdienstverlening tegenover staat<br />
waaraan wel voldoende te verdienen is (zie pagina 71).<br />
II. Doelgroepen kiezen<br />
Zelfstandigen leveren bijna altijd maatwerk, hun diensten zijn toegespitst<br />
op de specifieke situatie van de klant. Vaak zijn bedrijven en organisaties<br />
hun belangrijkste klanten, want die hebben voldoende geld om mensen in<br />
te huren. Maar ook privépersonen kunnen afnemer zijn.<br />
Hoewel elke klant anders is, is het meestal toch mogelijk verschillende<br />
groepen te onderscheiden met eenzelfde soort behoefte. Indeling van klanten<br />
in doelgroepen (segmentering) maakt de markt inzichtelijker en maakt<br />
het mogelijk je diensten gericht aan te bieden.<br />
Net zoals diensten niet al te vernieuwend moeten zijn, moet je ervoor<br />
uitkijken dat je doelgroep niet al te sterk afwijkt van die van je concurrenten.<br />
Het is gemakkelijker om te concurreren op een bestaande markt dan<br />
een onaangeboorde markt te veroveren. Op een bestaande markt kun je<br />
natuurlijk wel zoeken naar een niche, een deelmarkt die voor grote spelers<br />
te klein is om apart te benaderen.<br />
Een organisatieadviseur kan zich bijvoorbeeld exclusief richten op toneelgezelschappen,<br />
een boekhouder op kapperszaken, een tuinarchitect<br />
op dakterrasbezitters en een masseuse op zwarte vrouwen.<br />
III. Aanbod en doelgroepen combineren<br />
De doelgroepen en diensten kun je tegen elkaar afzetten in een matrix.<br />
Daarin geef je aan welke diensten voor welke doelgroepen interessant zijn.<br />
Op basis hiervan ga je klanten werven.<br />
Het lijkt aantrekkelijk om in elk hokje een kruisje te zetten: hoe meer<br />
kruisjes, hoe meer kansen. Maar dat is alleen op papier zo, weinig kansrijke<br />
combinaties kun je beter laten rusten. Door te kiezen steek je je energie, tijd<br />
en geld alleen in reële combinaties.<br />
53<br />
Kies de doelgroepen<br />
die je wilt bedienen<br />
Welke diensten voor<br />
welke doelgroepen?
Op welke specifieke<br />
klanten ga je je richten?<br />
Hoofdstuk 3<br />
Van zijn reportages uit Oost-Azië publiceert een fotograaf regelmatig foto’s in een<br />
landelijk dagblad. Dat is goed voor zijn imago en geeft inhoudelijke voldoening,<br />
maar het is moeilijk om daarvan te leven.<br />
Vakbladen betalen over het algemeen beter, het grote geld zit bij commerciële<br />
opdrachtgevers. Ook beurzen en subsidies kunnen een goede inkomstenbron zijn.<br />
Door verschillende soorten opdrachtgevers te combineren, maakt de fotograaf zijn<br />
eigen reportages financieel haalbaar.<br />
Behalve met reportages kan een fotograaf geld verdienen door foto’s in opdracht<br />
te maken. Ook het voeren van de fotoredactie biedt mogelijkheden, omdat nogal<br />
wat vakbladen daarvoor zelf niet de kennis en de contacten hebben.<br />
Diensten<br />
54<br />
Doelgroepen<br />
Publieksbladen Vakbladen Bedrijven Fondsen<br />
Eigen reportages • • •<br />
Opdrachtfoto’s • • •<br />
Fotoredactie •<br />
Het alternatieve marktonderzoek<br />
Na de kwalitatieve afbakening is het zaak erachter te komen of de markt<br />
groot genoeg is. Daarvoor is marktonderzoek nodig. Zo’n onderzoek is niet<br />
voorbehouden aan dure bureaus die vuistdikke rapporten schrijven op basis<br />
van enquêtes en analyses van het verzorgingsgebied.<br />
Het internet is natuurlijk een ware Fundgrube, kijk daarnaast ook bij de<br />
Kamer van Koophandel (KvK), de gemeente waarop je je richt, je brancheorganisatie<br />
en het Centraal Bureau voor de Statistiek (CBS).<br />
Meestal is aanvullend marktonderzoek nodig, toegespitst op je eigen situatie.<br />
Bijvoorbeeld als je klanten nauwelijks in kaart zijn gebracht of als<br />
je een (relatief) nieuwe dienst aanbiedt. Dat onderzoek kun je <strong>gratis</strong> doen,<br />
sterker nog, je kunt je ervoor laten betalen. Want voor zelfstandigen voldoet<br />
een actiegericht marktonderzoek meestal.<br />
In een actieonderzoek test je de combinatie dienst/doelgroep in de praktijk.<br />
Actiegericht betekent dat er geen strikte scheiding is tussen het marktonderzoek<br />
en het werken als eigen baas. Al onderzoekend ben je aan het<br />
werk, al werkend onderzoek je de markt.
De markt op<br />
Hanteer in de onderzoeksfase van meet af aan reële prijzen. Als je in het<br />
begin een laag tarief in rekening brengt, zal dat het marktonderzoek vertekenen.<br />
Er lijkt dan een grote markt braak te liggen, terwijl de klanten alleen<br />
maar afkomen op prijzen waarvan je helemaal niet kunt leven.<br />
Praat met potentiële klanten. Verplaats je in de klant en geef je oren en<br />
ogen goed de kost. Terwijl je de plannen uitwerkt, presenteer je je aan potentiële<br />
klanten en bouw je een netwerk van contacten op.<br />
Bespreek je ideeën met bevriende ondernemers in je vakgebied. Het is<br />
kortzichtig om alle andere zelfstandigen als concurrenten te beschouwen.<br />
Zoek naar mensen die zich vooral als collega opstellen. Zo laat je je adviseren<br />
en breid je en passant je netwerk van contacten uit. Collega’s weten dat<br />
je ‘in de markt bent’ en kunnen opdrachten aan jou uitbesteden of met je<br />
samenwerken (zie ook pagina 141).<br />
Breng je concurrenten in de breedste zin in beeld. Het verschil met<br />
benchmarking is dat je bij concurrentieonderzoek niet alleen naar de top<br />
kijkt, maar naar alle concurrenten. Welke diensten bieden ze aan en welke<br />
markten bedienen ze? Hoe succesvol opereren zij op jouw markt? Wat<br />
zijn hun sterke punten en wat hun zwakke? Welke prijzen hanteren ze en<br />
welke service bieden ze? Onderscheid je je voldoende met je aanbod en/of<br />
doelgroepen?<br />
Marketingprincipes<br />
Natuurlijk is het niet genoeg om je markt te kennen. Of je nu timmerman of<br />
kunstenaar bent, je zult de markt actief moeten bewerken. ‘Zolang je niet<br />
wordt gezien of gehoord, doet de kwaliteit van wat je maakt er niet toe’,<br />
motiveert hoogleraar Cultureel ondernemerschap Nachoem Wijnberg de<br />
noodzaak om aandacht te genereren.<br />
Nogal wat zelfstandigen hebben een hekel aan het woord marketing omdat<br />
ze daarbij denken aan reclameslogans. Maar reclame is slechts een<br />
klein aspect van marketing. Je marketing is de hele communicatie met de<br />
markt. Het gaat om alles waarmee je naar buiten treedt, van de omschrijving<br />
van de diensten die je aanbiedt tot de boodschap op je voicemail, van<br />
je visitekaartje tot de tarieven die je hanteert: ‘Ik ben duur dus ik ben goed.’<br />
55<br />
Wees niet te angstvallig<br />
met je ideeën<br />
‘Ik ben duur dus<br />
ik ben goed’
De vier klassieke<br />
marketinginstrumenten.<br />
Plus twee extra<br />
Hoofdstuk 3<br />
Idealiter begin je niet met het bepalen van je diensten, die je vervolgens<br />
met marketingtechnieken moet zien te verkopen, maar leer je eerst je klanten<br />
en hun behoeften zo goed kennen dat je op basis daarvan diensten kunt<br />
formuleren die zichzelf verkopen.<br />
Slechts weinig zelfstandigen gaan zo fundamenteel te werk – vaak staat<br />
het soort werk dat ze willen doen of hun specialisatie voorop – maar het is<br />
wel belangrijk om je te realiseren dat marketing onlosmakelijk verbonden<br />
is met de essentie van je praktijk. Of je nu besluit om een nieuwe dienst<br />
aan te bieden, een deel van je markt af te stoten of geen stropdas te dragen<br />
als je opdrachtgevers bezoekt, het heeft allemaal met marketing te maken.<br />
Wil je een samenhangend plan kunnen maken, dan is het nodig om naar<br />
alle middelen te kijken die tot je beschikking staan. Traditioneel onderscheiden<br />
bedrijven vier marketinginstrumenten: Product, Prijs, Plaats,<br />
Presentatie.<br />
Deze vier P’s vormen de basis voor het marketingplan. De marketingwetten<br />
gelden uiteraard ook voor zelfstandigen, toch liggen de accenten<br />
anders. Zo wijkt het relatieve belang van de vier instrumenten af, daarom<br />
houdt dit hoofdstuk een andere volgorde aan. Bovendien heeft de zelfstandige<br />
meer pijlen op zijn boog.<br />
Bij zelfstandigen is de presentatie niet los te zien van de persoon, sterker<br />
nog: persoon en presentatie zijn één geheel en bovendien het belangrijkste<br />
instrument dat je hebt (pagina 57). Daarna komt het dienstenpakket dat<br />
je aanbiedt, waarbij het erom gaat of je je voldoende specialiseert (pagina<br />
60) en of je genoeg kwaliteit levert (pagina 62). Vervolgens leg je de prijs<br />
oftewel het tarief vast (pagina 64) en overweeg je wat je <strong>gratis</strong> weg gaat<br />
geven (pagina 71). Tot slot moet je de plaats bepalen waar je je diensten<br />
aanbiedt én de plaats vanwaaruit je werkt (pagina 73).<br />
Het marketingplan is bij zelfstandigen geen dik boekwerk, vaak is het<br />
beter om je aanpak vast te leggen in een korte, bondige formule (pagina<br />
77). Ook in de keuze van je naam (pagina 78) en je huisstijl (pagina<br />
80) vindt je marketingaanpak zijn weerslag.<br />
56
Persoon & presentatie<br />
De markt op<br />
Persoon en onderneming zijn bij zelfstandigen niet te scheiden: je bént je<br />
onderneming. Ook je dienstverlening is onlosmakelijk met je persoon verbonden:<br />
jij bepaalt hoe je je diensten invult en daarmee wat je klanten te<br />
bieden hebt.<br />
Deze persoonlijke manier van dienstverlening kan een groot voordeel<br />
zijn ten opzichte van grote bedrijven, die alleen gestandaardiseerde diensten<br />
aanbieden en klanten slechts als dossiers zien. Met persoonlijke aandacht,<br />
inzet en betrokkenheid kun je klanten over de streep trekken. Medewerkers<br />
van grote bedrijven vinden het vaak leuk om met een ondernemer<br />
te werken: geen stroperige procedures, een frisse wind, nieuw elan. Vaak<br />
speelt een tikje jaloezie daarbij een rol: zelf zouden ze ook liever niet de hele<br />
dag met steeds dezelfde mensen vergaderen.<br />
Vertrouwen speelt bij dienstverlening een doorslaggevende rol, vooraf<br />
staat nooit onomstotelijk vast welk aanbod het beste is. De klant weet dus<br />
nooit zeker of hij de opdracht wel aan de juiste gunt. Deze fundamentele<br />
onzekerheid moet je zien weg te nemen door persoonlijk contact.<br />
Persoonlijke contacten spelen altijd een grote rol in zaken. Ook dat geeft<br />
de zelfstandige een voorsprong: de klant weet bij hem zeker dat hij met<br />
de beslisser zelf aan tafel zit en niet met een junior consultant die aan het<br />
werk moet worden gehouden. Ook op de arbeidsmarkt wordt persoonlijkheid<br />
overigens steeds belangrijker, er is een verschuiving zichtbaar van<br />
‘wat kan ik?’ naar ‘wie ben ik?’<br />
De houding: ‘Ik ben goed, dus ze nemen me wel’, is onvoldoende. Niet<br />
alleen je deskundigheid is belangrijk, maar ook de manier waarop je die<br />
naar buiten brengt. Gelijk hebben is één ding, gelijk krijgen is minstens zo<br />
belangrijk.<br />
Je moet jezelf presenteren en verkopen. Niet je karakter of je mooie blauwe<br />
ogen, maar je capaciteiten, ervaring en professionaliteit. Jezelf verkopen<br />
betekent niet dat je jezelf moet verloochenen, of dat je je als voetveeg moet<br />
laten gebruiken. Idealen en principes vormen een wezenlijk onderdeel van<br />
iemands persoon, houd je grenzen dus goed in de gaten. Beperk je daarbij<br />
wel tot belangrijke principes en laat vastgeroeste patronen en stokpaardjes<br />
57<br />
Jij bént je onderneming<br />
Onzekerheid<br />
wegnemen<br />
Principes en<br />
stokpaardjes
Formuleer je aanbod<br />
concreet en begrijpelijk<br />
Elevator pitch<br />
Let op je uiterlijke<br />
presentatie<br />
Hoofdstuk 3<br />
varen. Pas dan is wisselwerking en wederzijdse afstemming met de klant<br />
mogelijk.<br />
Veel mensen vinden het gênant om zichzelf te verkopen, ze denken al snel<br />
dat ze opscheppen of met zichzelf te koop lopen. Eerlijk zijn over je capaciteiten<br />
betekent dat je ze niet moet overdrijven, maar zeker ook dat je ze niet<br />
moet onderschatten of bagatelliseren. Niemand zit te wachten op een eigen<br />
baas die mompelt dat hij het ‘ook allemaal niet zo precies weet’. Maar ook<br />
een bluffer zal vaak zijn neus stoten. In een goede presentatie zijn deskundigheid<br />
en dienstbaarheid in evenwicht. Vertel ook niet alleen gladde succesverhalen:<br />
een aanstekelijk verhaal over een mislukking of blunder kan<br />
het ijs breken en een springplank zijn om inhoudelijk op je vak in te gaan.<br />
Je moet helder kunnen uitleggen wat je praktijk inhoudt. Zorg dat je een<br />
globaal verhaaltje in je hoofd hebt voor presentaties, borrels en andere momenten<br />
waarop mensen vragen: ‘Wat doe jij nou eigenlijk?’ Begin niet meteen<br />
met een uitvoerig betoog, waarschijnlijk zit je gesprekspartner daar<br />
helemaal niet op te wachten. Pas als hij geïnteresseerd blijkt, kom je met<br />
een uitgebreid verhaal.<br />
Als mensen glazig gaan kijken, is je boodschap niet afgestemd op de toehoorder.<br />
Houd het concreet en begrijpelijk voor buitenstaanders. ‘Ik ben<br />
betrokken bij het implementeren van veranderingsprocessen bij distributiesystemen’,<br />
klinkt anders dan: ‘Ik adviseer klanten hoe ze hun spullen<br />
sneller op de juiste plek krijgen.’ Anekdotes en voorbeelden blijven langer<br />
hangen dan abstracte beschouwingen, vooral cijfers spreken tot de verbeelding.<br />
‘De spullen staan nu binnen twee dagen in het rek van de supermarkt,<br />
vroeger duurde dat een halve week.’<br />
Een goed hulpmiddel om jezelf te trainen is de elevator pitch: je hebt minder<br />
dan een minuut om een wildvreemde in de lift uit te leggen wat je doet<br />
en waarom het interessant zou kunnen zijn om met jou te werken. Maar<br />
aan je moeder, de buurman of de krantenbezorger uitleggen wat je doet, is<br />
vaak minstens zo moeilijk. Probeer het maar eens.<br />
Besteed ook aandacht aan je uiterlijke presentatie, je krijgt nooit een tweede<br />
kans voor de eerste indruk. Details als kleding, visitekaartjes en verzorging<br />
van je correspondentie zijn van groot belang. Zorg dat ze in overeen-<br />
58
De markt op<br />
stemming zijn met het imago dat je nastreeft en met de codes die in je beroep<br />
gangbaar zijn. Een stropdas betekent voor een kunstschilder niet<br />
hetzelfde als voor een financieel adviseur. Een handgeschreven factuur kan<br />
origineel zijn voor een tekenaar, voor een computerprogrammeur is zo’n<br />
manier van declareren vooral sukkelig.<br />
De wereld van de haute finance verlangt hongerige honden (‘Wij dromen<br />
geld, wij denken geld, wij zijn geld’), de reclamewereld wil hippe trendwatchers<br />
en crisismanagers moeten rust en weloverwogenheid uitstralen.<br />
Maar altijd geldt: probeer niet te voldoen aan beelden die niet bij je passen.<br />
‘Een ondernemer is iemand die zijn hond meeneemt naar zijn werk’, luidt<br />
een fraaie omschrijving. Blijf jezelf, je bent geen opgepoetste werknemer<br />
die glimlachend in een tv-commercial moet verkondigen: ‘Ik ben KPN.’<br />
Onconventionaliteit kan voordelig zijn. Door af te wijken van de gangbare<br />
normen op je vakgebied, onderscheid je je van je concurrenten. Maar<br />
onderschat het conservatisme van de meeste klanten niet. Te veel onderscheid<br />
maakt ze zenuwachtig terwijl je juist moet proberen om hun onzekerheid<br />
te reduceren.<br />
De beslissing om je in te huren wordt meestal niet genomen waar je bij<br />
bent. Het is dus handig als je een boekje of folder kunt achterlaten met de<br />
belangrijkste informatie, of als je kunt verwijzen naar je website waar alle<br />
informatie keurig op een rij staat, met referenties van succesvolle projecten.<br />
Als je complexe diensten aanbiedt die onderling sterk verschillen, kan<br />
het goed zijn om voor elke dienst een aparte folder of website te maken zodat<br />
klanten geen overbodige informatie hoeven te lezen. Uiteraard moeten<br />
folders actueel zijn, goed ontworpen en goed geschreven: beter geen folder<br />
dan een slechte. Hetzelfde geldt voor een website (zie pagina 100).<br />
Een portfolio of presentatiemap is wat ouderwets geworden, maar het is<br />
nog steeds een bruikbare manier om werk te presenteren dat op een website<br />
of in een brochure niet goed tot zijn recht komt. Bovendien geeft het je<br />
de gelegenheid om bij klanten langs te gaan en persoonlijk contact op te<br />
bouwen.<br />
59<br />
Folder, website<br />
of portfolio
Combineer diensten<br />
en doelgroepen<br />
Zorg voor één<br />
melkkoe en liefst<br />
ook nog een ster<br />
Hoofdstuk 3<br />
Specialisatie<br />
Met de afbakening van je markt (pagina 51) heb je je diensten al grofweg<br />
vastgelegd. Nu is het tijd voor een verdere uitwerking. Net als producten<br />
hebben diensten een levenscyclus: ze komen op, groeien uit, krimpen in en<br />
sterven af.<br />
In de beginfase zijn klanten wantrouwig omdat de dienst zijn nut nog<br />
niet ten volle heeft bewezen. In de groeifase accepteren de klanten de<br />
dienst, zijn er nog weinig concurrenten en zijn de prijzen hoog. Dit zijn de<br />
stars waarvan je moet profiteren. In de rijpe fase kun je ook nog redelijk<br />
verdienen aan de dienst: weliswaar zijn er inmiddels veel meer kapers op<br />
de kust, maar er zijn nog genoeg klanten om alle aanbieders aan het werk<br />
te houden. Dit zijn de cash cows. De volgende fase is gevaarlijk: de prijzen<br />
staan onder druk door hevige concurrentie en de dienst raakt achterhaald<br />
doordat klanten het zelf kunnen of doordat ze uitwijken naar nieuwe<br />
diensten.<br />
Een bestaande dienst kan op een andere markt een tweede jeugd beleven.<br />
Voor een decorbouwer die in de armlastige toneelwereld niet genoeg<br />
kan verdienen, kan de inrichting van cafés een goede aanvulling van zijn<br />
orderportefeuille zijn. Mogelijkheden liggen er ook bij werkzaamheden die<br />
organisaties tot nog toe niet uitbesteden. Veel bedrijven zijn er al aan gewend<br />
dat ze de catering en het schrijven van brochures door derden kunnen<br />
laten verzorgen. Misschien is er ook wel een markt voor functioneringsgesprekken.<br />
Een goede praktijk heeft minstens één melkkoe in zijn dienstenpakket,<br />
en liefst ook nog een ster. Deze leggen de economische basis voor de ontwikkeling<br />
van nieuwe diensten, voor arbeidsintensieve specialisaties en<br />
voor projecten waar je hart naar uitgaat maar die niet veel opbrengen.<br />
Gebruik je energie zo efficiënt mogelijk. Het kost veel tijd om één lezing<br />
te geven: je moet researchen, een opbouw bedenken, een tekst schrijven<br />
en instuderen, beeldmateriaal verzamelen en in een slideshow zetten. Om<br />
nog maar te zwijgen van de zenuwen: komt het wel over? De tweede keer<br />
is al een stuk gemakkelijker en hoe vaker je dat verhaal houdt, hoe minder<br />
inspanning het kost. Terwijl het tarief hetzelfde blijft.<br />
60
De markt op<br />
Als je voor een opdracht veel informatie hebt vergaard, is het vaak mogelijk<br />
om die kennis ook voor andere opdrachtgevers aan te wenden. Een ervaren<br />
spreker heeft een aantal standaardverhalen waaruit hij kan putten.<br />
Die voorziet hij van een inleiding op maat, een paar toepasselijke anekdotes<br />
en een uitsmijter die zijn publiek nog lang zal heugen.<br />
Uiteraard mogen de opdrachten elkaar niet bijten en moet je ervoor waken<br />
dat je werk voldoende exclusief blijft. Een organisatieadviseur kan zijn<br />
kennis verwerken in een cursus, een journalist kan een idee zowel voor de<br />
radio als voor de krant en een weblog gebruiken. Hetzelfde geldt voor de<br />
programmeur die een applicatie heeft ontwikkeld, de architect die een ingenieuze<br />
plattegrond heeft uitgedacht. Zelfs de kunstenaar hoeft niet te<br />
wanhopen: hij kan genummerde zeefdrukken op de markt brengen.<br />
Een andere strategie is iets twee keer aan dezelfde opdrachtgever verkopen:<br />
gewoon een kwestie van je dienst in tweeën delen en beide helften<br />
apart aanbieden: beginnerscursus, gevorderdencursus. Of in drieën: intake,<br />
behandeling, nazorg. Zelfs bij het ontwikkelen van een geheel nieuwe,<br />
originele dienst moet je proberen te dubbelen: probeer het onderzoek en de<br />
studie die je nodig hebt als project te verkopen.<br />
Specialisatie houdt ook in dat je niet alle opdrachten moet aannemen<br />
waarvoor je wordt gevraagd. Natuurlijk moet je een klant niet te snel ‘nee’<br />
verkopen, maar er zijn goede redenen om af te zien van een klus:<br />
• De opdracht wijkt te veel af van de grote lijn die je hebt uitgestippeld.<br />
Een beleefde weigering voorkomt dat je specialisatie in het gedrang komt<br />
en verheldert je profiel voor de buitenwereld.<br />
• Je bent niet competent genoeg. Erkennen dat je onvoldoende bent toegerust<br />
voor een opdracht getuigt van professionaliteit, niet van zwakte.<br />
• Het werk is onder je niveau of de opdracht is niet interessant. Een opdracht<br />
weigeren kan je marktwaarde soms verhogen. Dat werkt alleen<br />
als je al een zekere reputatie hebt.<br />
• Je hebt het te druk.<br />
• De betaling is slecht.<br />
• De opdrachtgever is onbetrouwbaar of uitgesproken vervelend.<br />
61<br />
Standaardiseer<br />
Zeg vaker ‘nee’
Regel de<br />
verantwoordelijkheid<br />
bij samenwerking<br />
Bewaak je kwaliteit, dat<br />
is je belangrijkste troef<br />
Hoofdstuk 3<br />
In de eerste vier gevallen is het goed om collega-zelfstandigen achter de<br />
hand te hebben naar wie je met een gerust hart kunt doorverwijzen. Vaak<br />
zal een collega aan wie je een opdracht doorspeelt in de omgekeerde situatie<br />
ook aan jou denken.<br />
Bemiddelen bij een opdracht gaat een stap verder dan doorverwijzen. Je<br />
neemt de verantwoordelijkheid voor de klus op je en schakelt zelf andere<br />
zelfstandigen of bedrijven in. Zorg dat de verantwoordelijkheden en afspraken<br />
goed op papier staan. Bij grotere klussen breng je de tijd in rekening<br />
die je kwijt bent met de coördinatie.<br />
Om de financiële risico’s te beperken is het raadzaam om vast te leggen<br />
dat de ingeschakelde zelfstandigen – nadat jij hun werk hebt goedgekeurd<br />
– rechtstreeks aan de klant factureren. Zo vermijd je dat zij jou aansprakelijk<br />
kunnen stellen als de klant onverhoopt niet zou betalen. Zeker bij<br />
het uitbesteden van drukwerk kan het om veel geld gaan. Als de financiële<br />
verantwoordelijkheid geheel bij jou ligt, is het redelijk om daarvoor kosten<br />
in rekening te brengen, bijvoorbeeld een percentage van de omzet.<br />
Met een netwerk van zelfstandigen kun je opdrachtgevers continuïteit<br />
garanderen (zie pagina 329). Bovendien kun je op die manier opdrachten<br />
aannemen die te groot en te complex zijn voor jou alleen. Het verschil<br />
tussen zelfstandigen en grote dienstverlenende bureaus vervaagt op deze<br />
manier.<br />
Kwaliteit<br />
De kwaliteit van je diensten moet goed zijn, anders val je snel door de<br />
mand. Maar dat wil niet zeggen dat je per se op topkwaliteit moet mikken.<br />
De snelle, flexibele levering van redelijk goede diensten kan lucratiever zijn<br />
dan vechten om de top van de markt.<br />
Leg een kwaliteitsstandaard aan voor je diensten. Die standaard moet<br />
passen bij het deel van de markt dat je wilt bereiken en de prijs die je wilt<br />
realiseren. In elk geval moet de kwaliteit van je dienstverlening constant<br />
zijn. Want één misser kan je al je naam kosten.<br />
Misschien ben je zelf heel tevreden over je dienstverlening, maar als de<br />
klant teleurgesteld is, is er toch iets grondig mis. Diensten komen tot stand<br />
62
De markt op<br />
in de wisselwerking tussen jou en je klant. De kwaliteit is dus niet eenzijdig<br />
vast te stellen.<br />
Een evaluatiegesprek kan een goed middel zijn om een indruk te krijgen<br />
van de manier waarop je werk is ontvangen. Leg, als de opdracht zich daartoe<br />
leent, al bij aanvang een afspraak vast voor de evaluatie, dat maakt een<br />
serieuze indruk en voorkomt dat het wordt vergeten. Voor adviseurs biedt<br />
een evaluatiegesprek bovendien een uitgelezen kans om de acceptatie van<br />
hun adviezen te bekijken, voor de klant is het een stimulans om ze in praktijk<br />
te brengen.<br />
Veel mensen vinden het moeilijk om een eerlijk oordeel te geven, dat<br />
geldt ook voor klanten. Liever dan een negatief oordeel te geven murmelen<br />
ze ‘akkoord’ en gaan vervolgens naar een ander. Let op indirecte signalen<br />
en bied ruimte voor kritiek. Vraag klanten expliciet waarom ze je inhuren.<br />
Als je goed luistert en een beetje doorvraagt, kunnen daar verrassende antwoorden<br />
uitkomen. Misschien zijn die niet zo leuk, maar ze geven je wel<br />
zelfinzicht.<br />
Soms wordt onderscheid gemaakt tussen de proceskwaliteit (de wijze<br />
waarop de dienst tot stand is gekomen) en de outputkwaliteit. Bij de proceskwaliteit<br />
draait het om de interactie met de klant, om aandacht, respect en<br />
een professionele houding, bij de outputkwaliteit om de effectiviteit van het<br />
resultaat. Maar bij veel zelfstandigen zijn proces en resultaat nauwelijks te<br />
scheiden. Een coach kan bijvoorbeeld al snel zien waar het fout zit bij zijn<br />
klant en wat die zou moeten veranderen. Maar de essentie is juist dat die<br />
daar tijdens het coachingsproces zelf achterkomt.<br />
Het lidmaatschap van een beroepsvereniging kan de klant vertrouwen<br />
geven in de kwaliteit van je dienstverlening. Maar lang niet alle beroepsverenigingen<br />
beoordelen de kwaliteit van hun leden, ook zijn er verenigingen<br />
die alleen grote bureaus toelaten.<br />
Een brutalere manier om je kwaliteit duidelijk te maken is de slogan ‘niet<br />
goed, geld terug’. Je maakt in één klap duidelijk dat je geen gezeur wilt over<br />
het resultaat en dat je er alle vertrouwen in hebt dat het goed komt. Het risico<br />
dat een klant daadwerkelijk niet zal betalen is over het algemeen gering.<br />
En als het toch zo ver komt, is het verlies beperkt, want een langetermijnrelatie<br />
met zo iemand zat er toch al niet in.<br />
63<br />
Vraag klanten expliciet<br />
waarom ze je inhuren<br />
‘Niet goed, geld terug’
‘Wat de gek ervoor geeft’<br />
Bepaal je tarief<br />
Hoofdstuk 3<br />
Tarief<br />
De waarde van een dienst is moeilijk vast te stellen, want elke dienst is<br />
meer of minder uniek. Wat is het financiële voordeel van een reorganisatievoorstel,<br />
van een goed vormgegeven visitekaartje, van een schilderij in de<br />
wachtkamer van een notaris?<br />
De maximale prijs van een pak spaghetti is redelijk objectief vast te stellen.<br />
Ongetwijfeld heeft de Consumentenbond vergelijkend warenonderzoek<br />
gedaan naar de verschillende merken. Lastiger wordt het al bij exclusieve<br />
producten die inspelen op een hang naar stijl, imago en kwaliteit. Een<br />
dienst is nog veel moeilijker te waarderen.<br />
Centraal staat dan ook wat de klant gewend en bereid is te betalen. Oneerbiedig<br />
uitgedrukt: ‘Wat de gek ervoor geeft.’ De beste tip die dichter<br />
Ingmar Heytze naar eigen zeggen ooit kreeg was om zijn tarieven te verdubbelen:<br />
‘Sindsdien leef ik letterlijk van mijn gedichten.’<br />
Sommige zelfstandigen kiezen een strategie die alternatieve restaurants<br />
ook wel gebruiken: de klant bepaalt achteraf zelf wat het hem waard was.<br />
Dit is volgens trendwatcher Justien Marseille ‘de economie van het gunnen’.<br />
Deze ‘andersom economie’ heeft volgens haar de toekomst. Soms krijgt een<br />
zelfstandige driemaal meer dan hij dacht, soms veel minder, soms wordt<br />
hij in natura betaald. Of niet. In de startfase kan het een interessante optie<br />
zijn – werken in ruil voor een ov-Jaarkaart of een kantoorplek – maar voor<br />
een serieuze praktijk is het een wat wankele basis.<br />
Tot voor kort gaven sommige beroepsverenigingen richtprijzen voor<br />
tarieven in hun branche, maar zij durven dat niet meer sinds de NMa, de<br />
Nederlandse Mededingingsautoriteit, hun concurrentievervalsing verwijt<br />
en dreigt met processen.<br />
Je tarief vaststellen doe je in drie stappen. Eerst bepaal je je basistarief, vervolgens<br />
spits je dat toe op een specifieke opdracht en ten slotte kijk je of het<br />
psychologisch goed overkomt.<br />
Stap 1 Basistarief bepalen<br />
Achterhaal bij collega’s en opdrachtgevers welke tarieven in je vakgebied<br />
gangbaar zijn. Een indicatie kun je ook ontlenen aan de site freep.nl/freep/<br />
64
De markt op<br />
tarieven. Kijk ook naar de salarissen die in je branche worden betaald (zie<br />
pagina 70).<br />
Over het algemeen zal hieruit niet één vast tarief volgen, maar eerder een<br />
bandbreedte waarbinnen de tarieven zich bewegen. Bepaal je eigen positie<br />
op dit speelveld. Grofweg zijn er vier factoren die je moet wegen.<br />
• Ervaring.<br />
• Status.<br />
• Opleiding.<br />
• Mate van specialisatie.<br />
Hoe hoger je op deze factoren scoort, hoe meer je aan de bovenkant van de<br />
tarieven uit je branche kunt gaan zitten en omgekeerd.<br />
Omdat zelfstandigen weinig vaste kosten hebben, kunnen ze meestal<br />
goedkoper werken dan dienstverlenende bedrijven in dezelfde branche.<br />
Duik echter niet te veel onder de prijzen van de bureaus waarmee je concurreert.<br />
Als je onder de marktprijs gaat werken, tast je je geloofwaardigheid<br />
aan. Prijsconcurrentie is een slechte methode om opdrachten te verwerven.<br />
Het verkoopargument: ‘Ik ben goedkoper dan een echt bureau’, zal<br />
de klant al snel vertalen in: ‘Jij bent slechter dan een echt bureau.’<br />
Soms is schipperen noodzakelijk om op een niet te hoge totaalprijs uit<br />
te komen. Hanteer in zo’n geval je gevraagde uurtarief en bereken niet alle<br />
uren door, dat is beter dan alle uren in rekening brengen tegen een lagere<br />
prijs. Het voordeel zul je merken bij vervolgopdrachten en bij meerwerk (zie<br />
pagina 127).<br />
Stap 2 Tarief toespitsen<br />
Als je voor jezelf een basistarief hebt bepaald, kun je daar vervolgens mee<br />
gaan variëren. Je bent ondernemer, dus je mag zelf bepalen welke prijs je<br />
wanneer hanteert. Je prijs is een instrument, durf ermee te spelen. Doe dat<br />
echter niet in het wilde weg, dat komt ongeloofwaardig over en kan er gemakkelijk<br />
toe leiden dat het een kwestie van loven en bieden wordt. Marktwerking<br />
is leuk, maar probeer koehandel zoveel mogelijk te vermijden.<br />
65<br />
Werk niet onder<br />
de marktprijs<br />
Differentieer je tarieven
Argumenten bij<br />
onderhandelingen<br />
Nacht- en<br />
weekendtoeslag<br />
Prestige drukt de prijs<br />
Hoofdstuk 3<br />
Op de volgende pagina’s vind je een achttal factoren die je kunt laten<br />
meewegen bij het opslagpercentage dat je in rekening brengt, of de korting<br />
die je verleent. Je kunt elke factor van een positief of negatief percentage<br />
voorzien en vervolgens alle percentages optellen, maar dat is alleen ogenschijnlijk<br />
objectief.<br />
Loop de factoren vooral na om je gedachten te scherpen en probeer zo<br />
tot een min of meer gefundeerd tarief voor een specifieke klus te komen.<br />
Door op deze manier te werk te gaan, heb je bovendien bij eventuele onderhandelingen<br />
argumenten paraat. Zie ook pagina 130.<br />
• Aard van de opdracht. Het tarief stijgt met het belang en de complexiteit<br />
van de klus.<br />
• Spoedeisendheid. Als de opdracht nacht- of weekendwerk vereist, is een<br />
toeslag van vijftig procent redelijk.<br />
• Lengte van de opdracht. Kortlopende opdrachten waarvoor veel concentratie<br />
en inleving nodig is, vergen een hogere uurprijs dan langlopende<br />
contracten die een aantal dagdelen per week in beslag nemen.<br />
• Soort werk. In navolging van de reclamewereld splitsen steeds meer<br />
branches hun werkzaamheden uit: adviesuren zijn duurder dan administratieve<br />
uren, creatieve uren duurder dan reisuren. Ook als je werkt<br />
met een gewogen gemiddelde van de verschillende soorten werk die je<br />
verricht, is het goed om per opdracht te kijken hoe de balans tussen dure<br />
en goedkope uren ligt.<br />
• Gebruik van eigen apparatuur. Als je zelf dure apparatuur mee moet<br />
brengen, kun je dat laten doorwerken in je tarief.<br />
• Soort opdrachtgever. Kleine organisaties hebben meestal meer moeite<br />
met de hoogte van het honorarium dan grote. Die laatste hechten vooral<br />
belang aan de kwaliteit, uitvoering en continuïteit. Tegelijk zijn ze ook<br />
kritischer en harder in de onderhandelingen. Ideële organisaties die met<br />
vrijwilligers werken, vormen het andere uiterste.<br />
• Status van de opdrachtgever. Het prestige van een opdracht drukt de<br />
prijs, je kunt er later immers mee pronken. Landelijke kranten benutten<br />
dit mechanisme feilloos en betalen veel minder dan sponsored magazines<br />
en bedrijfsbladen.<br />
66
De markt op<br />
• Regio. Uit een vergelijkend onderzoek onder 2.800 zelfstandigen van<br />
freelancematch.nl blijkt dat het uurtarief in Amsterdam 7 euro hoger ligt<br />
dan het Nederlands gemiddelde. En dat een opdrachtgever in de Randstad<br />
tweemaal zoveel betaalt voor het vertalen van een tekst of het bouwen<br />
van een website dan in Drenthe.<br />
• Persoonlijke afwegingen. Je motieven om opdrachten aan te nemen<br />
kunnen verschillen. Commerciële opdrachten moeten meer geld opbrengen<br />
dan klussen die je hart hebben. Het is jouw keuze hoeveel je vraagt<br />
en hoeveel of juist hoe weinig je dan verdient.<br />
Stap 3 Verpakken<br />
Ook psychologische factoren kun je bij de uiteindelijke vaststelling een rol<br />
laten spelen. Vijftig euro en honderd euro zijn duidelijke barrières: ga je<br />
erboven of eronder zitten? Bij dagprijzen zijn vijfhonderd en duizend euro<br />
psychologische grenzen.<br />
De prijsstelling kan ook een statement zijn: een interim-manager die 155<br />
euro per uur vraagt, suggereert dat er een gedegen calculatie aan zijn prijs<br />
ten grondslag ligt. Een tarotlezer die op een braderie twintig euro vraagt<br />
voor een halfuur toekomstvoorspelling, kan zijn drempel verlagen door<br />
daarnaast een klein consult van tien minuten aan te bieden voor €7,50. Een<br />
vormgever kan ervoor kiezen om speciaal voor particuliere klanten een<br />
prijs inclusief btw te hanteren om zo duidelijk te maken dat ze bij hem precies<br />
weten waar ze aan toe zijn en dat er geen verborgen kosten zijn.<br />
Een speechwriter krijgt van een aidspreventie-organisatie de vraag of hij hun<br />
toespraak voor de jaarlijkse Wereld Aids Dag wil schrijven. Tarieven voor<br />
speechwriters liggen tussen 40 en 80 euro per uur. Omdat hij dit werk al jaren doet<br />
en een goede reputatie heeft, hanteert hij 65 euro per uur als basistarief.<br />
De opdrachtgever is hem sympathiek, evenals het doel van de presentatie:<br />
de noodklok luiden voor de situatie in Rusland en Oost-Azië, waar het aantal<br />
besmettingen explodeert. De organisatie heeft hem meteen al verteld dat ze<br />
armlastig is, dus hij staat op het punt om vijftig procent korting te geven. Maar<br />
dan realiseert hij zich dat het een lastige klus is: de opdrachtgever kan niet goed<br />
aangeven wat de kern van het verhaal is, verder blijken er intern verschillen van<br />
67<br />
Tarief als statement
Uurprijs versus stukprijs<br />
Royalty’s<br />
Hoofdstuk 3<br />
mening te bestaan. Bovendien is er haast bij en zal er waarschijnlijk nogal wat<br />
overwerk aan te pas komen.<br />
Daar staat tegenover dat de status van de opdracht weliswaar niet zo hoog is,<br />
maar dat de opdrachtgever ervoor wil zorgen dat zijn naam op de aftiteling komt<br />
en op de hand-out van de tekst na afloop. Bij nader inzien besluit hij de korting<br />
te beperken tot dertig procent en dus komt hij op een uurtarief van 0,70 × €65 =<br />
€45,50. In zijn offerte rondt de speechwriter het uurtarief voor deze opdracht af op<br />
45 euro, de totale klus van 2,5 dag komt daarmee op 900 euro.<br />
Uiteraard vermeldt hij expliciet welke eenmalige korting hij heeft gehanteerd,<br />
zodat hij bij mogelijke verdere opdrachten opnieuw zelf zijn afweging kan maken.<br />
Declaratie van het aantal gewerkte uren tegen een afgesproken uurtarief is<br />
gunstiger dan werken tegen een vaste prijs die vooraf is bedongen. Adviseurs,<br />
trainers en fotomodellen werken allang met uurtarieven of dagprijzen,<br />
maar ook andere branches – zoals de reclame – stappen over op urendeclaratie.<br />
Dat wil niet zeggen dat je onbeperkt uren in rekening kunt brengen:<br />
opdrachtgevers willen vooraf een goede indicatie van het aantal uren.<br />
Ook eisen ze steeds vaker een gespecificeerde verantwoording achteraf: de<br />
tijd is voorbij dat een advocaat zijn declaratie kon opmaken aan de hand<br />
van de dikte van het dossier.<br />
In sommige branches zijn uurtarieven nog nauwelijks gangbaar: vertalers<br />
krijgen per woord betaald (minimaal 6,2 eurocent per woord voor<br />
literaire vertalingen, twaalf tot vijfentwintig eurocent voor technische vertalingen),<br />
notulisten per vergadering en portretschilders per schilderij. De<br />
NVJ vindt dat freelancejournalisten per uur moeten worden betaald, maar<br />
nog steeds is stukloon gebruikelijk, tussen de dertig en zestig eurocent per<br />
woord. En dat is aanzienlijk minder dan de woordprijs van een redacteur<br />
in loondienst, die kost de uitgever zeker het dubbele.<br />
Het tarief kan ook worden gekoppeld aan de waarde van de transactie.<br />
Architecten verdienen bijvoorbeeld tussen de tien en vijftien procent van<br />
de bouwsom. Auteurs krijgen royalty’s over de verkochte boeken, gebruikelijk<br />
is tien procent van de winkelprijs exclusief btw over de eerste vijfduizend<br />
verkochte exemplaren, 12,5 procent over de volgende vijfduizend en<br />
vijftien procent over de rest. Een voorschot is gebruikelijk: maximaal de<br />
helft van de verwachte royalty’s.<br />
68
De markt op<br />
Verder zijn gemengde beloningen mogelijk, bijvoorbeeld een laag uurtarief<br />
met een bonus die afhankelijk is van het resultaat. Helemaal op basis<br />
van no cure no pay werken is zeldzaam in Nederland.<br />
Hoe de betaling ook geregeld is, leg voor jezelf altijd een link met de hoeveelheid<br />
tijd die je in de opdracht steekt. Met een nacalculatie kun je berekenen<br />
welk uurtarief je hebt gerealiseerd. Sommige zelfstandigen komen<br />
dan tot de ontdekking dat ze minder verdienen dan een werkster die zwart<br />
schoonmaakt. Dat risico is bijvoorbeeld niet denkbeeldig bij zelfstandigen<br />
die per ‘contactuur’ worden betaald, zoals docenten. Het tarief voor de<br />
twee uur lesgeven kan wel hoog zijn, maar je moet kijken naar alle uren<br />
voorbereiding, begeleiding en evaluatie die daarbij horen, want dat bepaalt<br />
je werkelijke uurtarief.<br />
Houd ook rekening met inflatie. Het leven wordt elk jaar duurder en de<br />
lonen van werknemers stijgen eveneens elk jaar met een paar procent. Als<br />
je als zelfstandige al een paar jaar op hetzelfde uurloon zit, is het tijd om je<br />
tarieven weer eens onder de loep te nemen. Elke drie tot vijf jaar moet je er<br />
tien procent bovenop doen om niet structureel in te teren.<br />
Veel buitenstaanders – zowel mensen in loondienst als opdrachtgevers die<br />
geen ervaring hebben met het inschakelen van zelfstandigen – vinden de<br />
uurtarieven ongekend hoog. Zo berekende Het Parool dat kickboxer Sem<br />
Schilt tijdens een K1 toernooi meer dan vier miljoen dollar per uur verdiende.<br />
Hij had door zijn snelle knockouts immers niet meer dan 353 seconden<br />
nodig om het prijzengeld van 400 duizend dollar te winnen. De rekensom<br />
klopt, maar de enthousiaste verslaggever vergat voor het gemak de lange<br />
jaren die Schilt in zijn trainingen steekt.<br />
Het klopt dat zelfstandigen per opdracht over het algemeen relatief goed<br />
betaald krijgen. Dat is ook nodig want een eigen baas kan in de praktijk<br />
maar een deel van zijn bestede uren daadwerkelijk declareren. Een werknemer<br />
kan in de tijd van de baas slap, moe of ongeïnspireerd zijn, maar een<br />
zelfstandige kan zijn baaldagen niet in rekening brengen. Hij moet zelf zijn<br />
vakgebied bijhouden, want als zijn kennis veroudert, prijst hij zichzelf uit<br />
de markt. Bovendien moet hij acquisitie plegen en zijn administratie doen.<br />
Hij moet reserveren voor slappe tijden en ziekte. Tijdens zijn vakantie heeft<br />
69<br />
Maak een nacalculatie<br />
Inflatie<br />
Zelfstandigen zijn<br />
goedkoop
Ruttenorm<br />
Leg een relatie met de<br />
lonen in je branche<br />
Hoofdstuk 3<br />
hij geen inkomsten, laat staan dat hij vakantiegeld krijgt zoals iemand met<br />
een baan of uitkering. Verder heeft een eigen baas overheadkosten en moet<br />
hij zijn eigen verzekeringen betalen en zijn pensioen opbouwen. Dat zit allemaal<br />
in het uurtarief verdisconteerd.<br />
Om duidelijk te maken dat je het uurloon van een werknemer en het uurtarief<br />
van een zelfstandige niet met elkaar mag vergelijken, rekende onderzoeker<br />
Arjan van den Born voor wat Mark Rutte per uur zou moeten vragen<br />
om aan zijn salaris als minister-president te komen. In 2012 verdiende<br />
Rutte 144.000 euro per jaar. Hij kost de Staat echter veel meer, onder andere<br />
een auto met chauffeur, pensioen en huisvesting. Van den Born komt zo op<br />
440.000 euro per jaar.<br />
Nu werkt Rutte wel buitengewoon hard, maar een deel van zijn tijd besteedt<br />
hij aan de VVD en die telt dus niet mee. Toch blijven er 1.800 declarabele<br />
uren over, wat voor een zelfstandige een topprestatie is. Maar dan nog<br />
zal hij als interim-premier 250 euro per uur moeten vragen. Van den Born<br />
stelt voor dat bedrag de Ruttenorm te noemen en dus op te houden om interim-managers<br />
die 85 euro per uur vragen te betitelen als graaiers.<br />
Is je klant van dit voorbeeld niet onder de indruk? Wijs hem er dan op<br />
dat hij jou alleen betaalt zo lang de klus duurt, een werknemer kost hem<br />
dat bedrag elk uur opnieuw, jaar in, jaar uit.<br />
Om onwennige klanten te overtuigen kun je een relatie leggen met de lonen<br />
in je branche. Neem daarvoor het brutomaandsalaris dat je met jouw leeftijd,<br />
opleiding en ervaring in loondienst zou hebben. Actuele informatie<br />
vind je bijvoorbeeld op loonwijzer.nl, een site van de FNV en de Universiteit<br />
van Amsterdam.<br />
Bij dat brutomaandsalaris komen verborgen loonkosten als werkgeverslasten,<br />
pensioenopbouw, dertiende maand en vakantietoeslag (ongeveer 33<br />
procent) en de overheadkosten (stel 25 procent). Dat maandsalaris moet je<br />
dus met 1,33 × 1,25 × 12 maanden = 20 vermenigvuldigen om op de jaaromzet<br />
te komen die je moet verdienen met je declarabele uren.<br />
Stel vervolgens dat je 70 procent declarabel kunt werken – en dat is flink<br />
aanpoten – dan kom je met 44 werkweken van 38 uur op 1.170 uur (zie pagina<br />
171). De berekende jaaromzet moet je door dit aantal uren delen om<br />
op het uurtarief uit te komen.<br />
70
De markt op<br />
Kortom: maandsalaris × 20 : 1.170, ofwel maandsalaris × 0,017. Als indicatie<br />
kun je dus 1,7 procent van het brutomaandsalaris hanteren. Een salaris<br />
van €3.000 zou dus overeenkomen met een uurprijs van €51.<br />
Een gedetailleerde berekening van je tarief kun je maken op de site<br />
zzptarief.nl. Het bruto-inkomen dat je per maand wilt verdienen, corrigeer<br />
je voor de kosten die je moet maken, het aantal factureerbare uren en de<br />
‘gemiste werknemersbaten’, zoals een dertiende maand en bonussen.<br />
Gratis?<br />
Internet heeft de moderne mens veel goeds gebracht, maar helaas ook de<br />
gedachte dat alles van waarde <strong>gratis</strong> is. En dat plaatst een ondernemer voor<br />
een lastig dilemma.<br />
In de digitale wereld zijn de transactiekosten nagenoeg nul – een programmeur<br />
heeft nauwelijks extra kosten als zijn computerspel door een<br />
miljoen mensen wordt gedownload in plaats van door tien – en dus is het<br />
logisch dat daar de zogenaamde <strong>gratis</strong>-economie begon. Inmiddels heeft<br />
deze zich echter uitgebreid naar de reële wereld: <strong>gratis</strong> kranten, <strong>gratis</strong> telefoon,<br />
<strong>gratis</strong> films, <strong>gratis</strong> vliegreizen. En daarmee zijn de verwachtingen van<br />
de consument drastisch veranderd: als die iets niet snel kan horen/lezen/<br />
zien/ervaren, dan hoeft hij het niet.<br />
Chris Anderson, hoofdredacteur van Wired, schreef er een boek over:<br />
Free. Dat is, heel consequent, <strong>gratis</strong> te downloaden, zowel in het Engels als<br />
in het Nederlands en zelfs als luisterboek. Hoe hij zijn geld verdient? Met<br />
duurbetaalde lezingen.<br />
Ook voor een kleine zelfstandige is het aantrekkelijk een deel van zijn<br />
diensten <strong>gratis</strong> te maken: het verhoogt zijn naamsbekendheid en bindt<br />
klanten. Zo verkoopt rapper Mos Def zijn albums via zijn T-shirts. Als je<br />
zo’n shirt koopt, krijg je er een link bij waarmee je zijn nieuwste album<br />
<strong>gratis</strong> kunt downloaden.<br />
Bedenk dus waar je potentiële klanten zitten en wat ze zoeken. Hoe paai<br />
je ze met <strong>gratis</strong> producten of diensten? Maar vooral: hoe ga je er uiteindelijk<br />
aan verdienen? Denk na over de verhouding tussen wat je weggeeft en<br />
waarvoor betaald moet worden. En wees daarbij niet te bang: als je alle<br />
71<br />
De <strong>gratis</strong>-economie<br />
Zorg dat je er<br />
uiteindelijk aan verdient
Fremium-model<br />
Geef de show weg en<br />
laat betalen voor de<br />
drank, of andersom<br />
Hoofdstuk 3<br />
informatie angstvallig afschermt, kan weliswaar niemand iets van je stelen,<br />
maar verkoop je ook niks.<br />
In het <strong>gratis</strong> e-book dat bij dit handboek hoort, staan vier van de veertien<br />
hoofdstukken integraal opgenomen. Daarbij komt nog een bonushoofdstuk<br />
dat de praktijk van een startend ontwerper doorrekent bij wijze van<br />
voorbeeld. We geven ruim eenderde van de inhoud weg, juist omdat we<br />
erop vertrouwen dat echte ondernemers graag betalen voor de complete<br />
versie. Als is het alleen al omdat daarin de actuele fiscale aftrekposten en<br />
tarieven staan (zie pagina 198).<br />
Het idee dat je iets kunt weggeven om iets anders te verkopen is overigens<br />
al oud: Gilette gaf begin vorige eeuw al <strong>gratis</strong> scheermeshouders weg om<br />
zo de mesjes te kunnen verkopen. Het <strong>gratis</strong> aanbieden van mobiele telefoons<br />
werkt nog steeds op dezelfde manier: je moet er een abonnement bij<br />
afsluiten.<br />
Het moderne <strong>gratis</strong>-model werkt echter anders: wat je weggeeft heeft<br />
een waarde op zichzelf: het is ook te gebruiken als je er geen andere spullen<br />
bijkoopt. Als bedrijf heb je dus geen garantie dat mensen ook iets zullen<br />
kopen. Ook de verhouding ligt anders: gaf Gilette vijf procent van zijn<br />
product weg om 95 procent te kunnen verkopen, nu is de verhouding vaak<br />
omgekeerd.<br />
Een voorbeeld is het fremium-model: naast de <strong>gratis</strong> versie is er een uitgebreide<br />
versie waarvoor je moet betalen. Veel games werken zo: je mag ze<br />
een aantal dagen <strong>gratis</strong> gebruiken, of tot een bepaald level. Een variant is<br />
dat slechts een beperkt aantal klanten ze <strong>gratis</strong> krijgt (de eerste duizend<br />
bijvoorbeeld), of alleen een bepaalde groep – zo mogen bedrijven die minder<br />
dan drie jaar oud zijn en minder dan een miljoen dollar omzetten software<br />
van Microsoft <strong>gratis</strong> gebruiken via het programma BizSpark. Ook<br />
netwerken als LinkedIn gebruiken het fremium-model, en software-ontwikkelaars<br />
als QuickTime.<br />
Steeds gaat het erom een samenspel te vinden tussen weggeven en verkopen.<br />
Je kunt de show weggeven en mensen laten betalen voor de drank,<br />
zoals striptenten doen. Maar je kunt ook een voorbeeld nemen aan casino’s<br />
72
De markt op<br />
die de tegenovergestelde werkwijze hanteren: de drankjes weggeven en de<br />
show verkopen.<br />
Psychologisch geraffineerd is het Deense fitnesscentrum dat een <strong>gratis</strong><br />
lidmaatschap aanbiedt op voorwaarde dat je minstens een keer per week<br />
komt. Wie een week niet komt opdagen betaalt het volle lidmaatschap<br />
voor een hele maand. Een ideale stok achter de deur om je in het zweet te<br />
werken.<br />
Werkplek<br />
In het ideale geval onderzoekt een zelfstandige in welke regio of plaats zijn<br />
dienst het beste aanslaat en vestigt daar vervolgens zijn praktijk. Het is<br />
aantrekkelijk om een deel van het land te kiezen waar jouw dienst nog niet<br />
wordt aangeboden, zo zou je diensten die in de Randstad hun bestaansrecht<br />
hebben bewezen misschien kunnen introduceren in het oosten van<br />
het land. Ook vestiging in een kleine stad kan een goede optie zijn: het is gemakkelijker<br />
om de beste vormgever van Zeist te worden dan van Utrecht.<br />
Voor een grote stad kun je kiezen vanwege de contacten en de nabijheid<br />
van grote opdrachtgevers. De meeste uitgevers en krantenredacties zitten<br />
nu eenmaal in Amsterdam, voor architecten is Rotterdam belangrijker.<br />
Meestal gaan zelfstandigen niet zo rigoureus te werk bij het bepalen van<br />
hun standplaats: ze wonen al ergens en van daaruit gaan ze aan de slag. Ze<br />
kunnen zich dat meestal veroorloven, ze zijn veel minder plaatsgebonden<br />
dan winkels en fabrieken. Externe contacten vinden plaats bij de klant of<br />
op locatie. Internet maakt bovendien de fysieke vestigingsplaats minder<br />
belangrijk.<br />
Je moet wel goed afwegen in welk gebied je klanten wilt werven. Omdat<br />
de meeste zelfstandigen gespecialiseerde diensten aanbieden, is het verzorgingsgebied<br />
doorgaans tamelijk groot. In de eigen wijk of stad zijn vaak<br />
te weinig klanten. Maar definieer je gebied ook niet te ruim: de reisafstanden<br />
en de inspanningen om je klanten te benaderen worden dan steeds<br />
groter.<br />
Veel zelfstandigen werken vanuit hun huis omdat ze weinig mensen hoeven<br />
te ontvangen. Als je af en toe een representatieve ontvangst- en verga-<br />
73<br />
Standplaats<br />
Thuis werken
Kantoorzwervers<br />
Eigen kantoor<br />
Hoofdstuk 3<br />
derruimte nodig hebt, zorg dan dat je die ergens kunt huren, liefst met faciliteiten<br />
als een beamer en koffie. Het is ook handig om een paar restaurants<br />
achter de hand te hebben om een lunchafspraak te maken, of de lobby van<br />
een hotel of een rustig café. Let op de uitstraling (publiek, bediening) en de<br />
bereikbaarheid (openbaar vervoer, parkeren).<br />
Voor een praktijk aan huis is meestal geen toestemming nodig van huisbaas<br />
of gemeente (bestemmingsplan). Natuurlijk ligt het wat anders als je<br />
’s avonds trompetles geeft of als je voor een grote toestroom van verkeer in<br />
je straat zorgt. Een pand mag niet worden onttrokken aan de woonbestemming:<br />
je moet er dus wel blijven wonen.<br />
Thuiswerken is goedkoop, maar het heeft ook nadelen: de scheiding tussen<br />
zaak en privé is erg klein. Werk dat niet klaar is, grijnst je verwijtend<br />
aan vanaf het bureau, huisgenoten komen onder werktijd even langs om<br />
iets te vragen of een praatje te maken. Een aparte werkkamer en duidelijke<br />
afspraken zijn vaak hard nodig. Ook een aparte telefoon voor zakelijk gebruik<br />
kan helpen om afstand te scheppen. Zorg er in elk geval voor dat de<br />
telefoon niet wordt opgenomen door kinderen – ‘Wie ben jij?’ – of door al<br />
te eerlijke huisgenoten – ‘Hij ligt nog in bed.’ Zie verder ook pagina 299.<br />
Als de muren op je afkomen kun je natuurlijk ook in een café, bibliotheek,<br />
museum, café, galerie, treincoupé of park gaan werken: your office is<br />
where you are. Sommige zelfstandigen nemen deze slogan van de Amerikaanse<br />
economen Luchetti en Stone zo letterlijk dat ze hun laptop permanent<br />
opengeklapt houden. Kantoorzwervers worden ze in de horeca wel<br />
genoemd, altijd op zoek naar <strong>gratis</strong> wifi en een stopcontact.<br />
Voor een paar uurtjes is het leuk, maar kijk kritisch naar de kosten – je<br />
kunt meestal niet de hele dag op één kopje koffie teren – en je productiviteit.<br />
Werk je bijvoorbeeld wel geconcentreerd als je steeds mensen om je<br />
heen hebt? Voel je je vrij om moeilijke zakelijke gesprekken te voeren per<br />
telefoon? En moet je klussen niet steeds afbreken omdat je niet de juiste<br />
spullen bij de hand hebt?<br />
Als je een kantoor wilt huren, zijn niet alleen de kosten belangrijk. Bekijk<br />
ook of de sfeer en uitstraling van het pand bij je passen. Een kamertje in een<br />
kantoorkolos op een afgelegen bedrijventerrein is meestal weinig inspirerend<br />
en even lunchen in de stad met een opdrachtgever is er dan niet bij.<br />
74
De markt op<br />
Ook het adres zelf zorgt voor uitstraling. De Bijlmerdreef in Amsterdam-<br />
Zuidoost roept andere associaties op dan de Herengracht in het centrum.<br />
Een architectuurcriticus maakt met het eerste adres een bijdetijdsere indruk<br />
dan met het tweede. Voor een financieel adviseur ligt dat waarschijnlijk<br />
anders, tenzij hij zich op beleggende allochtonen richt.<br />
Bedrijfsverzamelgebouwen voor kleine ondernemingen zijn vaak relatief<br />
goedkoop en bieden soms faciliteiten als vergaderruimtes en telefoonbeantwoording.<br />
De nabijheid van andere ondernemers kan stimulerend werken,<br />
het verzacht in elk geval de eenzaamheid van het bestaan als eigen<br />
baas. Adressen vind je bij de Nederlandse Vereniging voor Bedrijvencentra.<br />
Ook universiteiten beschikken steeds vaker over een eigen bedrijfsverzamelgebouw.<br />
Check of het mogelijk is om de eerste jaren een easy in easy out<br />
contract te krijgen, waarmee je niet vastzit aan de huurtermijn van vijf jaar<br />
die bij bedrijfsruimtes gebruikelijk is.<br />
Door de crisis op de kantorenmarkt is het overigens steeds gemakkelijker<br />
geworden een tijdelijke ruimte te huren, bijvoorbeeld in een gebouw dat<br />
via een gemeentelijke broedplaatsenregeling of via een antikraakbureau<br />
wordt verhuurd. Vaak is de uitstraling wat rauw – afbladderende systeemplafonds,<br />
kapotte vloerbedekking – maar daar staat tegenover dat de kosten<br />
laag zijn en dat je meestal veel ruimte hebt. En zo lang de crisis aanhoudt,<br />
valt het met de onzekerheid wel mee: simpelweg je boeltje oppakken<br />
en een ander pand betrekken.<br />
Je kunt ook kiezen voor het andere uiterste: een compleet ingericht, state<br />
of the art flexkantoor. Sommige kun je per uur of per dagdeel huren, de<br />
meeste hanteren abonnementen of strippenkaarten waarmee je de kosten<br />
kunt drukken. Er zijn zelfs geheel <strong>gratis</strong> kantoren, inclusief <strong>gratis</strong> lunch (zie<br />
seats2meet.com).<br />
Virtuele kantoren zijn een soort veredelde postbussen. Je naamplaatje<br />
komt aan de deur, een receptioniste neemt de telefoon aan en houdt de fax<br />
in de gaten. Soms mag je ook gebruikmaken van de vergaderruimtes. Zo’n<br />
postadres kan handig zijn als je indruk wilt maken op klanten.<br />
Je kunt ook zelf een kantoor huren met andere zelfstandigen. Doordat je<br />
mensen zelf uitkiest, is de kans op uitwisseling van ideeën en netwerken<br />
groter dan bij een bedrijfsverzamelgebouw. Het huurcontract staat meest-<br />
75<br />
Bedrijfs verzamelgebouw<br />
Antikraak<br />
Gezamenlijk kantoor
Coworking<br />
Postbus<br />
Hoofdstuk 3<br />
al op naam van een van de huurders, diegene is dus aansprakelijk als de<br />
groep uiteen zou vallen. Soms is het mogelijk om als maatschap een ruimte<br />
te huren, anders is een kleine harde kern een alternatief.<br />
Als kantoorgenoten ongeveer dezelfde werkzaamheden hebben, is er<br />
sprake van horizontale samenwerking. Daarbij kun je vakinhoudelijke informatie<br />
uitwisselen en elkaar werk toeschuiven als je zelf geen tijd hebt.<br />
Bij verticale samenwerking – zelfstandigen van verschillende disciplines<br />
die samen een productieketen vormen, zoals een fotograaf, illustrator,<br />
vormgever, tekstschrijver en reclamemaker – kun je elkaars expertise<br />
inschakelen bij opdrachten. Beide samenwerkingsverbanden lenen zich<br />
voor het aannemen van grotere opdrachten: samen kun je grotere klussen<br />
aannemen. Maak wel goede afspraken over de risico’s (zie pagina 278 en<br />
329).<br />
Een moderne variant is coworking: je deelt op een flexibele manier werkruimte,<br />
maar het eigenlijke doel is om samen te werken met gelijkgestemden,<br />
om nieuwe mensen te ontmoeten en ideeën uit te wisselen. De praktische<br />
uitwerking is divers: sommige mensen stellen hun kantoor open voor<br />
passanten, dat is eigenlijk een soort desksurfing. Anderen vragen een bijdrage<br />
per uur of per dag. Ook zijn er communities waarvan je tegen betaling<br />
lid kunt worden. Op coworker.nl vind je een aantal plekken en adressen.<br />
Zowel thuiswerkers als kantoorhuurders kunnen overwegen een postbus<br />
te nemen. Voor 140 euro per jaar heb je een postbusnummer. Voordelen:<br />
• De post komt vroeger, in principe voor negen uur ’s morgens. In veel<br />
woonwijken wordt de post pas ’s middags bezorgd.<br />
• De uitstraling is zakelijker. Dat geldt zeker als je een privé-adres hebt<br />
als Weerschijnvlinder 7 in Amersfoort of Laan van Dada in de Rotterdamse<br />
vinexwijk Nesselande.<br />
• Het postadres blijft hetzelfde als je verhuist.<br />
• Je privacy is beter gewaarborgd.<br />
76
De markt op<br />
Er kleven ook nadelen aan een postbus:<br />
• Je moet elke dag naar het postkantoor. Je kunt kiezen voor een zakelijke<br />
doorzendservice van postbus naar thuisadres of kantooradres. De post<br />
is dan wel later en je bent zo’n vierhonderd euro per jaar kwijt.<br />
• De anonieme associatie. Deze kan op gespannen voet staan met het<br />
persoonlijke karakter van je dienstverlening. Het lijkt alsof je iets te verbergen<br />
hebt.<br />
De formule<br />
Je hebt je diensten en doelgroepen geformuleerd en je marketinginstrumenten<br />
gekozen. Nu is het de kunst om deze kluwen van keuzes samen te<br />
vatten in één zin: je formule. Dit is de bondigste omschrijving van je<br />
praktijk.<br />
Je formule hangt nauw samen met je Unique Selling Point (USP), datgene<br />
waarin je praktijk zich onderscheidt van die van andere dienstverleners. Je<br />
USP bepaalt of klanten jou kiezen om zaken mee te doen. Het moet gericht<br />
zijn op een deel van de markt dat nog niet wordt bediend. Dat klinkt alsof je<br />
op zoek moet naar de pot goud aan het einde van de regenboog, of naar de<br />
heilige graal. Maar zo zeldzaam is zo’n USP helemaal niet, elke zelfstandige<br />
kan ergens de beste in zijn. Dat kan de prijs zijn, de plaats, de service, de<br />
aard van je dienst, je persoon.<br />
De formule beschrijft wat de buitenwereld van je kan verwachten. Het is<br />
een verbaal visitekaartje. Als je die zin goed formuleert – en dat betekent<br />
dus ook dat je je werkzaamheden goed afbakent – kun je daaraan je hele<br />
presentatie ophangen. Houd je formule kort, tien woorden is zo ongeveer<br />
het maximum. Als de zin te lang wordt, betekent dat meestal dat je nog<br />
niet tot de kern van je formule bent doorgedrongen.<br />
Een formule kan een investering voor jaren zijn. Als je formule goed<br />
doordacht is, kun je je er een hele tijd aan verbinden. Geef klanten de tijd<br />
om te wennen aan je dienst en aan je manier van dienstverlenen. En geef je<br />
formule de kans om zich te bewijzen en om te rijpen. Verander je formule<br />
niet te snel, dat is slecht voor je herkenbaarheid en imago. Een jaar is een<br />
minimale termijn om een concept echt goed uit te proberen. Voor sommige<br />
77<br />
Leg je formule<br />
vast in één zin<br />
Geef je formule<br />
minimaal een<br />
jaar de kans
Tagline<br />
Werk onder je<br />
eigen naam<br />
Hoofdstuk 3<br />
zelfstandigen is dat een lange tijd. Rusteloosheid en ideeënrijkdom – op<br />
zichzelf sterke eigenschappen voor een ondernemer – kunnen zich in de<br />
startfase wreken.<br />
In sommige branches kun je je formule gebruiken als tagline, ook wel<br />
pay-off genoemd. Dat is een vaste regel die je vermeldt op brieven, faxen, emails,<br />
memo’s. Maar de tagline kun je ook gebruiken op je antwoordapparaat,<br />
brochures en website. Het Nederlands Zuivelbureau wist de voordelen<br />
van melk ooit krachtig onder de aandacht te brengen met: ‘Melk de witte<br />
motor’.<br />
Slechts weinig mensen kunnen het zich permitteren om een viool te laten<br />
bouwen. Om haar praktijk rendabel te maken besluit een vioolbouwster haar<br />
dienstenpakket uit te breiden. Ze helpt mensen bij de aanschaf van een viool: welk<br />
type past bij je, waar vind je een goede en hoe verzeker je die het beste. Klanten<br />
kunnen ook bij haar terecht voor onderhoud en restauratie. Soms helpt ze ook om<br />
een viool te verkopen, bijvoorbeeld als erfgenamen niet weten wat ze ermee aan<br />
moeten.<br />
Om haar formule herkenbaar te maken, gebruikt ze een tekstueel trucje: ‘Het<br />
ABC van violen: Advisering, Bemiddeling en Constructie’.<br />
Bedrijfsnaam of eigen naam<br />
Bij de formule heb je nog een hele zin tot je beschikking, maar het moet nog<br />
korter. Een zelfstandige praktijk moet immers een naam hebben.<br />
Veel zelfstandigen werken onder hun eigen naam. Daarvoor is veel te zeggen:<br />
je persoon is het belangrijkste marketinginstrument en die is niet te<br />
scheiden van de dienstverlening die je levert. Maar met de keuze voor je eigen<br />
naam ben je nog niet klaar: wat doe je met de beroepsaanduiding en met<br />
eventuele titels? Benamingen slijten. Zo klinkt ‘managementconsultant’<br />
misschien wel weids, maar het is tegelijk een holle term. Je kunt ook volstaan<br />
met naam en branche: ‘drs Leonard Verbunt, interim-management’.<br />
Ook kun je overwegen je praktijk een echte naam te geven, bijvoorbeeld<br />
om te benadrukken dat je een nieuw soort dienstverlening aanbiedt, of een<br />
nieuw concept: ‘InterM, drs L. Verbunt, interim-manager’. Misschien wek<br />
je liever de indruk dat het een groot bureau is (Verbunt & Co, interim-ma-<br />
78
De markt op<br />
nagement en strategische advisering, drs L. Verbunt, directeur), of wil je op<br />
de persoonlijke toer gaan (Leonard, interim-management, drs L. Verbunt).<br />
Gebruik de naam die je kiest consequent. Niet alleen bij de ondertekening<br />
van brieven, maar ook bij advertenties, het naamplaatje op de deur en<br />
de tenaamstelling van je bankrekening.<br />
Onderdruk de neiging om in het e-mailadres braaf alle voorletters en de<br />
volledige achternaam te gebruiken. Want ‘lbtverbunt’ is onuitspreekbaar,<br />
moeilijk correct te typen en nog moeilijker te onthouden. Dan is ‘l.verbunt’<br />
al een hele vooruitgang, simpelweg ‘verbunt’ of ‘leonard’ is nog beter. Het<br />
is gunstig om een eigen domeinnaam te hebben, zelfs als je niet direct van<br />
plan bent om een website op te zetten, want dat komt je e-mailadres ten<br />
goede: leonard@verbunt.nl.<br />
Enkele overwegingen bij de keuze van een bedrijfsnaam:<br />
• Een naam moet kort en pakkend zijn. Pr- en communicatiebureau De<br />
Wolven vergeet je niet snel, dat de naam van een van de partners De Wolf<br />
is maakt het nog beter.<br />
• Vermijd afkortingen en namen met meer dan drie letttergrepen.<br />
• Gebruik geen generieke voorvoegsels. Begin je naam dus niet met algemeenheden<br />
als Nederlandse, software of organisatie.<br />
• Check of de bijbehorende domeinnaam voor je website beschikbaar is.<br />
Je kunt het gewoon uitproberen door de gewenste naam als url in te tikken.<br />
Blijkt je naam al weg te zijn, dan is de site sidn.nl handig: daar is van<br />
alle Nederlandse domeinnamen te vinden door wie ze geregistreerd zijn.<br />
Je kunt proberen de naam over te nemen, of een andere uitgang nemen<br />
als eu, com, org en tv.<br />
• Pas op met de omschrijving van je diensten. Als je je activiteiten verlegt,<br />
moet je namelijk ook meteen je naam veranderen.<br />
• Hoed je voor modieuze invallen. Hoofdletters op vreemde plaatsen<br />
en afwijkende lettertekens zoals sterretjes, punten en apenstaartjes<br />
zijn modieus, wees er dus voorzichtig mee. ‘DesigN’ en ‘rob*rob’ zijn nu<br />
misschien hip, waarschijnlijk zijn ze over een paar jaar hopeloos gedateerd.<br />
Eigenlijk moet je deze visuele trucjes alleen gebruiken als er een<br />
79<br />
Gebruik je bedrijfsnaam<br />
consequent<br />
Check of de<br />
domeinnaam nog vrij is
Visitekaartje<br />
Mobiel nummer<br />
vermelden?<br />
Hoofdstuk 3<br />
80<br />
inhoudelijke reden aan ten grondslag ligt. Reclamebureau N=5 doet een<br />
uitspraak over zijn werkwijze, namelijk dat het niet gelooft in het grootschalig<br />
testen van campagnes.<br />
• Probeer vooraan te komen in alfabetische opsommingen. Namen bestaande<br />
uit cijfers komen daar nog voor de A. Vandaar de populariteit<br />
van het kengetal van de vestigingsplaats als voorvoegsel: 010 Uitgevers,<br />
020 Makelaars, et cetera.<br />
• Houd rekening met internationale contacten. Demakersvan, een Rotterdams<br />
bureau voor industriële vormgeving dat onder andere gekantkloste<br />
stalen hekken laat maken in India, voert om die reden de<br />
ondertitel dutch design house.<br />
Huisstijl<br />
Formule en naam komen samen in het visitekaartje. Eigenlijk is je kaartje<br />
de kortst mogelijke samenvatting van het ondernemingsplan. Verrassend<br />
veel mensen bewaren visitekaartjes. Bij tijd en wijle bladeren ze door hun<br />
bak met kaartjes. Omdat ze gericht iemand zoeken, om inspiratie op te<br />
doen of simpelweg uit verstrooiing. Zo kun je onverwacht in iemands gedachten<br />
terugkeren.<br />
Voor veel zelfstandigen is het visitekaartje een helse opgave. Hoe moet<br />
het eruitzien en wat moet erop staan? Een goed visitekaartje is geen kwestie<br />
van een dure vormgever inschakelen, het gaat om de keuzes die daaraan<br />
voorafgaan. Soms is een goedkoop standaardkaartje uit een automaat<br />
beter dan een zeer gestileerd kaartje waarmee je jezelf overschreeuwt. De<br />
branche stelt ook eisen. Een journalist kan zich gemakkelijker een beduimeld<br />
visitekaartje veroorloven dan een marktonderzoeker. Voor een archivaris<br />
kan een Rolodex-kaartje met zijn gegevens een speelse oplossing zijn:<br />
goedkoop en de klant kan het in één beweging opbergen.<br />
Je bepaalt zelf wat wel en wat niet op je visitekaartje komt. Vermeld je je<br />
06-nummer bijvoorbeeld? Dat betekent wel dat iedereen je altijd mobiel<br />
kan bellen, ook al die mensen die je op een congres achteloos je kaartje<br />
hebt gegeven. Misschien is het wel persoonlijker om bij belangrijke contac-
De markt op<br />
ten je mobiele nummer met de hand op je kaartje te schrijven voordat je het<br />
overhandigt.<br />
Een bandenplakker-aan-huis wil juist dat iedereen hem mobiel kan bereiken,<br />
bij hem zijn de adresgegevens overbodig. Een webdesigner zou zijn<br />
kaartje kunnen beperken tot een QR-code, zo’n blokjespatroon dat je met je<br />
mobiele telefoon kunt aflezen en dat je naar zijn website leidt. En als je een<br />
ijzersterke formule hebt bedacht, kun je die centraal stellen op je kaartje.<br />
Een nieuwe variant van het aloude visitekaartje is het digitale kaartje.<br />
Op sites als about.me, flavors.me en central.ly maak je in een handomdraai<br />
een eigen homepage met daarop al je gegevens. Niet alleen je adres, telefoonnummer<br />
en een contactformulier, maar ook alle sociale media waarop<br />
je actief bent. Dit visitekaartje is vooral handig als doorverwijspagina, die<br />
je bijvoorbeeld onderaan aan je mails zet.<br />
Bekijk het ontwerp van je visitekaartje kritisch en test het bij anderen.<br />
Neem twijfels serieus, maar durf ook de knoop door te hakken. Als je blijft<br />
twijfelen, is dat vaak een teken dat je nog niet goed weet wat je wilt uitdrukken<br />
en wie je als ondernemer wilt zijn. In dat geval loont het de moeite<br />
om opnieuw te beginnen: wie ben ik, wat wil ik en voor wie?<br />
Je kunt je beperken tot een visitekaartje, maar je kunt je huisstijl ook<br />
laten terugkomen op je briefpapier, facturen, folders, website, advertenties,<br />
verpakkingen en auto.<br />
Een huisstijl kan heel simpel zijn, bijvoorbeeld een stempel met je logo<br />
dat je overal op zet. Of alleen een sticker, die je op A4’tjes, facturen, folders,<br />
prijslijsten, enveloppen en cadeautjes plakt. Ook een afwijkend lettertype<br />
en een ijle spatiëring kunnen heel opvallend zijn. Of twee kleine gaatjes in<br />
alle papieren die de deur uitgaan. Of alleen een kleur. Of een A4-papier<br />
waar je aan de onderkant een strook van afsnijdt, zodat je een afwijkend<br />
formaat creëert. Houd het simpel en subtiel. En consequent.<br />
Als je kiest voor een huisstijl, doe het dan ook goed. Meestal is het verstandig<br />
om een grafisch ontwerper in te schakelen. Let daarbij op de volgende<br />
punten:<br />
• Kijk naar visitekaartjes en huisstijlen die je mooi vindt. Achterhaal<br />
door wie ze ontworpen zijn.<br />
81<br />
Sticker<br />
Tips bij het inschakelen<br />
van een grafisch<br />
ontwerper
Officiële eisen<br />
Hoofdstuk 3<br />
• Zorg voor een goede briefing. De vormgever moet weten wat je wilt uitstralen,<br />
wie je wilt zijn. Een goed hulpmiddel is het aanleggen van een<br />
verzameling visitekaartjes, folders, logo’s en advertenties die je bevallen.<br />
Daarmee kun je de gewenste sfeer verduidelijken.<br />
• Leg vast wat er allemaal ontworpen moet worden. Je kunt ook kiezen<br />
voor trapsgewijze invoering: eerst visitekaartjes en briefpapier, en pas<br />
later facturen, enveloppen en brochures.<br />
• Maak een lijstje van alle informatie die op je briefpapier moet komen.<br />
Officieel moet briefpapier in elk geval bevatten: bedrijfsnaam, postadres,<br />
telefoonnummer, inschrijvingsnummer Kamer van Koophandel, btwnummer<br />
en bankrekeningnummer. Maar op die manier wordt het wel<br />
heel vol. Je kunt er ook voor kiezen om alleen je naam of logo te vermelden<br />
en de andere gegevens er zelf op te printen als het nodig is. Ook kun<br />
je kiezen voor een plaatwissel: een deel van je briefpapier met alleen<br />
naam of logo, de rest compleet.<br />
• Briefpapier moet ook in zwart-wit goed leesbaar zijn. Maak een kopie<br />
om dat te checken.<br />
• Maak duidelijke afspraken over de prijs. Zorg voor een heldere fasering:<br />
eerste schets, definitief ontwerp, drukproeven. Keur het ontwerp af als<br />
je niet tevreden bent.<br />
• Regel het auteursrecht. Volgens de Beroepsorganisatie Nederlandse<br />
Ontwerpers (BNO) is het redelijk dat je een ‘onbeperkte, exclusieve licentie’<br />
krijgt: briefpapier en visitekaartjes mag je <strong>gratis</strong> bijdrukken. Voor<br />
nieuwe toepassingen – zoals je logo op aanstekers – moet je bijbetalen,<br />
bovendien moet je je aan de inhoudelijke richtlijnen van de vormgever<br />
houden. Je mag de huisstijl niet aan derden verkopen.<br />
Het is ook mogelijk om het auteursrecht helemaal af te kopen, dat kost<br />
tussen de vijftig en tweehonderd procent van de totale opdracht. Bedenk<br />
wel dat je dan nog steeds niet het recht hebt om een logo te wijzigen,<br />
het persoonlijkheidsrecht blijft immers bij de vormgever liggen (zie pagina<br />
136).<br />
82
7 Belastingen<br />
Zorg dat de fiscus je erkent als zelfstandig ondernemer, dan<br />
betaal je veel minder belasting. Verdiep je dus in de eisen<br />
die de Belastingdienst stelt.<br />
Bewijs van zelfstandigheid (VAR) · Het urencriterium · Pseudo-ondernemers<br />
· Btw<br />
Er mag veel geklaagd worden over het slechte fiscale ondernemersklimaat<br />
in Nederland, feit is dat zelfstandige ondernemers aanzienlijk minder belasting<br />
betalen dan werknemers. In 2012 schreef het Centraal Planbureau:<br />
‘Van een verdiende euro houden zij 15 tot 25 cent meer over dan werknemers.’<br />
Hoe lager de winst, hoe groter het belastingvoordeel.<br />
Daarbij komt nog dat ondernemers niet alleen meer officiële vrijstellingen<br />
hebben, ze kunnen bovendien een deel van hun kosten via de zaak laten<br />
lopen. Maar dan moet je wel officieel door de fiscus erkend worden als<br />
ondernemer.<br />
Het is voor zelfstandigen niet altijd eenvoudig om te bepalen onder welk<br />
belastingregime zij vallen en op welke faciliteiten zij een beroep kunnen<br />
doen. Met dat probleem kampen vooral starters. Drie vragen spelen een rol:<br />
173<br />
Belastingregime
Boekhouder<br />
Hoofdstuk 7<br />
• Wat is je status? Ben je voor de fiscus zelfstandig, in loondienst of is er<br />
sprake van een tussenvorm? Het antwoord op deze vraag is ook essentieel<br />
voor de relatie met je opdrachtgever: voor een zelfstandige hoeft die<br />
geen sociale premies af te dragen.<br />
• Welke belastingen en premies moet je betalen? Zelfstandigen betalen<br />
inkomstenbelasting over hun winst, bij werknemers wordt loonbelasting<br />
ingehouden. Over hun omzet moeten de meeste zelfstandigen btw in rekening<br />
brengen.<br />
• Welke aftrekposten mag je opvoeren?<br />
De jaarrekening en belastingaangifte kun je het beste overlaten aan een<br />
boekhouder, accountant of fiscalist. Toch is het belangrijk om zelf inzicht<br />
te hebben in de grondbeginselen en de aftrekmogelijkheden. Dan weet je in<br />
de loop van het jaar globaal waar je aan toe bent. Bovendien is een boekhouder<br />
goedkoper als je hem gericht kunt voorzien van de juiste informatie.<br />
Ook kun je beter tegenspel bieden: jij bent tenslotte degene die dagelijks<br />
met je zaak bezig is. Je kent de ins en outs dus beter dan iemand die er maar<br />
een paar uur per jaar over nadenkt.<br />
De checklist op pagina 209 geeft de belangrijkste belastingfaciliteiten<br />
weer. Op pagina 270 staan tips voor als je een boekhouder of accountant<br />
wilt zoeken.<br />
Bewijs van zelfstandigheid (VAR)<br />
De termen zelfstandige, eigen baas en freelancer zijn in het dagelijks taalgebruik<br />
gemeengoed, maar juridisch hebben ze geen betekenis. Formeel<br />
bestaan er alleen ondernemers en werknemers. Je bent het een of het ander.<br />
Tenminste, dat is de bedoeling van de overheid. In de praktijk ontbreekt<br />
echter een duidelijke definitie van het ondernemerschap en zo kan het gebeuren<br />
dat de Belastingdienst iemand als ondernemer beschouwt en hem<br />
in aanmerking laat komen voor alle fiscale voordelen die bij het ondernemerschap<br />
horen en dat diezelfde persoon voor de sociale zekerheid een<br />
werknemer is, voor wie sociale zekerheidspremies moeten worden afgedragen.<br />
Dat kan zelfs als de zelfstandige en de opdrachtgever dat helemaal<br />
174
Belastingen<br />
niet willen. Voor werknemers geldt namelijk een verzekeringsplicht. En of<br />
iemand wel of geen werknemer is hangt uitsluitend af van de manier waarop<br />
het werk wordt ingevuld. Wat een zelfstandige en zijn opdrachtgever<br />
onderling afspreken speelt officieel geen enkele rol. Een btw-nummer en<br />
inschrijving bij de Kamer van Koophandel geven evenmin zekerheid.<br />
De onduidelijkheid wordt veroorzaakt doordat twee soorten wetgeving<br />
op elkaar botsen: de belastingwetgeving en de wetgeving voor werknemersverzekeringen.<br />
Jarenlang leidde dat tot grote onzekerheid bij opdrachtgevers:<br />
zij voelden het zwaard van de naheffingen boven hun hoofd<br />
hangen. En soms kwam dat zwaard ook met een akelige klap naar beneden.<br />
Deze onduidelijkheid leidde tot een wildgroei van ondernemersverklaringen,<br />
verklaringen sociale verzekeringen, zelfstandigheidsverklaringen,<br />
freelanceovereenkomsten en accountantsverklaringen.<br />
Pas in 2005 is de patstelling doorbroken met de introductie van de VARwuo,<br />
de Verklaring arbeidsrelatie winst uit onderneming. Hiermee beslist<br />
de Belastingdienst vooraf over je status. Zo onmogelijk als de afkorting is,<br />
zo vreemd is ook het woord zelf: je moet je zelfstandigheid bewijzen met<br />
een woord dat teruggrijpt op een loondienstverband: arbeidsrelatie. Maar<br />
hoofdzaak is dat het werkt: uit de opgedane jurisprudentie blijkt dat opdrachtgevers<br />
niets meer hoeven te vrezen als een zelfstandige een VAR-wuo<br />
kan overleggen. Het enige wat de opdrachtgever nog moet doen is controleren<br />
of de omschrijving van de werkzaamheden op de VAR past bij de overeengekomen<br />
opdracht, een kopie van de VAR en van het identiteitsbewijs<br />
van de zelfstandige maken en deze in zijn administratie opbergen. Zelfs als<br />
de Belastingdienst de VAR later alsnog ongeldig verklaart, kan de opdrachtgever<br />
niets gebeuren. Dat is een belangrijke zekerheid als je zelf als opdrachtgever<br />
optreedt: vraag een zelfstandige die je voor een klus inschakelt<br />
altijd om een VAR (zie pagina 329). Aan de zekerheid van de VAR dreigt een<br />
einde te komen. Om de sterke groei van het aantal afgegeven VAR’s in te<br />
dammen, besloot kabinet Rutte I de verantwoordelijkheid weer terug te<br />
leggen bij opdrachtgevers en opdrachtnemers. Daartoe wordt momenteel<br />
een module ontwikkeld, die beide partijen samen moeten invullen. Invoering<br />
wordt op zijn vroegst in 2014 verwacht.<br />
Overigens is een VAR niet verplicht. Je hebt er geen nodig als je voor consumenten<br />
werkt en evenmin als je opdrachtgevers er niet om vragen. Au-<br />
175<br />
Zorg voor een VAR-wuo<br />
Uitzondering<br />
voor auteurs
Omschrijving<br />
werkzaamheden<br />
Automatische<br />
verlenging vervalt<br />
Hoofdstuk 7<br />
teurs die voornamelijk op royaltybasis werken worden bij voorbaat als ondernemer<br />
aangemerkt. En tenslotte is een VAR niet nodig voor freelanceauteurs<br />
en -redactiemedewerkers die op jaarbasis minder dan 7.200 euro<br />
per uitgeverij verdienen (exclusief royalty’s en inclusief onkostenvergoedingen).<br />
Bij een verbintenis die korter duurt dan een jaar moet je het bedrag<br />
naar rato verlagen. Als je drie maanden voor een uitgeverij werkt mag je<br />
dus maximaal 1.800 euro verdienen.<br />
<strong>Uitgeverij</strong>en maken soms nog gebruik van de ‘eigen verklaring auteurs<br />
en redactiemedewerkers’. Deze is bestemd voor auteurs en redactiemedewerkers<br />
die geen VAR-wuo kunnen krijgen omdat ze een ander hoofdberoep<br />
hebben, waar ze meer dan de helft van hun tijd aan besteden en meer dan<br />
de helft van hun geld mee verdienen. Ook een uitkering of een pensioen kan<br />
als hoofdberoep worden beschouwd. Met die verklaring kun je een fictief<br />
dienstverband voorkomen (zie pagina 184).<br />
Een VAR vraag je aan bij de Belastingdienst, het formulier kun je downloaden<br />
op belastingdienst.nl. Een VAR geldt voor een kalenderjaar en je kunt<br />
haar gedurende het hele jaar aanvragen. Behandeling van de aanvraag<br />
duurt drie tot acht weken.<br />
Een VAR is alleen geldig voor de soort werkzaamheden waarvoor je haar<br />
hebt aangevraagd. Zelfstandigen die heel uiteenlopende werkzaamheden<br />
ontplooien, moeten dus meerdere VAR’s aanvragen. Omschrijf je werkzaamheden<br />
echter niet te eng, want dan blijf je bezig. Te ruim mag helaas<br />
niet van de fiscus. Advisering is te vaag, marketingadvisering mag wel. Het<br />
kan ook handig zijn om na de omschrijving ‘waaronder begrepen …’ te zetten<br />
en op de puntjes wat aanpalende diensten te vermelden. Als je een<br />
grote klus krijgt aangeboden die echt op een heel ander terrein ligt en de<br />
opdrachtgever is bang voor naheffingen, kan het slim zijn daarvoor een<br />
aparte VAR aan te vragen.<br />
Als je drie jaar achter elkaar dezelfde VAR had gekregen, dan stuurde de<br />
Belastingdienst je tot nu toe automatisch een nieuwe toe. Aan deze automatische<br />
verlening komt in 2013 een einde, in plaats daarvan komt er een<br />
online module voor 2014. Als je omstandigheden gedurende het jaar wijzigen<br />
– bijvoorbeeld een ander soort werkzaamheden – dan moet je dat<br />
melden.<br />
176
Er zijn vier verschillende VAR’s:<br />
• VAR-loon, voor mensen in loondienst.<br />
Belastingen<br />
• VAR-row (resultaten uit overige werkzaamheden) voor mensen die<br />
tussen loondienst en zelfstandigheid in zitten, deze worden ook wel<br />
pseudo-ondernemers genoemd (zie pagina 184).<br />
• VAR-wuo (winst uit onderneming) voor zelfstandige ondernemers.<br />
• VAR-dga (directeur-grootaandeelhouder) voor ondernemers met een bv.<br />
Alleen de VAR-dga en de VAR-wuo geven je opdrachtgever de garantie dat er<br />
geen sociale premies hoeven worden afgedragen. Als je het niet eens bent<br />
met de beslissing van de Belastingdienst, kun je binnen zes weken beroep<br />
aantekenen.<br />
De criteria voor de beoordeling van de VAR zijn niet openbaar, zo blijkt uit<br />
de toelichting op de wet. Wel staat vast dat de fiscus de antwoorden in onderlinge<br />
samenhang beoordeelt. En: hoe meer vlaggetjes er omhoog gaan,<br />
hoe groter de kans dat je een VAR-wuo krijgt.<br />
Een VAR-aanvraag kun je maar op één manier invullen: eerlijk. Of, zoals<br />
de fiscus zelf stelt: ‘duidelijk, stellig en zonder voorbehoud’. Maar houd wel<br />
in je achterhoofd dat bij de beoordeling vooral wordt gelet op de onderstaande<br />
aspecten. Beperk je overigens tot het aankruisen van de voorgedrukte<br />
vakjes en schrijf geen toelichtend commentaar in de kantlijn. De<br />
formulieren worden automatisch verwerkt en dat leidt dus tot vertraging.<br />
• Minimaal drie verschillende opdrachtgevers (vraag 2e, 2f en 3e). Als je<br />
bijna geheel afhankelijk bent van een van die opdrachtgevers, kan dat<br />
betekenen dat er toch geen sprake is van zelfstandigheid.<br />
Bij de vragen 2e en 3e gaat het om verwachtingen, deze moet je zo reëel<br />
mogelijk inschatten. De fiscus kan echter niets doen als je praktijk zich<br />
in werkelijkheid toch anders ontwikkelt. Anders ligt het bij 2f, daar gaat<br />
het om het aantal opdrachtgevers dat je hebt gehad, dat is een kwestie<br />
van tellen. Toch is ook dat niet helemaal eenduidig.<br />
De Belastingdienst kijkt bij het bepalen van het aantal opdrachtgevers<br />
officieel naar rechtspersonen. Maar als je voor verschillende werkmaatschappijen<br />
onder verschillende contracten werkt, mag je die apart tellen.<br />
177<br />
Tips om de VARaanvraag<br />
in te vullen<br />
Aantal opdrachtgevers
Voorkom<br />
afhankelijkheid<br />
Gezagsverhouding<br />
Visitekaartjes en<br />
offertes helpen<br />
Hoofdstuk 7<br />
178<br />
Dat geldt bijvoorbeeld in de media, waar steeds meer bladen, omroepen<br />
en uitgeverijen door fusies onderdeel zijn geworden van één bedrijf, maar<br />
waar de redacties onafhankelijk beslissen met wie ze werken en onder<br />
welke voorwaarden.<br />
Bij grote, langlopende opdrachten kun je in een bepaald jaar sterk op één<br />
opdrachtgever leunen. Dat geldt bijvoorbeeld voor de vertaler die anderhalf<br />
jaar bezig is met een romancyclus, of voor de interim-manager die<br />
een jaar achtereen voor één klant werkt. De fiscus zal in zulke gevallen<br />
de andere vuistregels zwaarder laten wegen. Ook de voorgaande jaren en<br />
de perspectieven op langere termijn worden bij de beoordeling betrokken.<br />
De Belastingdienst accepteert een starter met twee opdrachtgevers<br />
minder gemakkelijk dan een gevestigde zelfstandige met een lange staat<br />
van dienst die tijdelijk voor één klant werkt.<br />
Het is overigens niet alleen om fiscale redenen belangrijk om minstens<br />
drie opdrachtgevers te hebben. Voor een zelfstandige is het gevaarlijk om<br />
te afhankelijk te zijn van één klant: het wordt dan heel moeilijk om nee te<br />
zeggen tegen opdrachten of om te onderhandelen over de prijs. In feite<br />
heb je dan de nadelen van een dienstverband, zonder de bijbehorende<br />
zekerheden en bescherming.<br />
• Geen gezagsverhouding (2g, 3d, 4g). Je moet vrijheid hebben in de uitvoering<br />
van de opdracht, onder andere in de manier van aanpak en in de<br />
uren waarop je werkt. Deze vrijheid is natuurlijk niet absoluut, want in<br />
veel gevallen zal de opdrachtgever immers instructies geven. Hij kan tegen<br />
de cursusleider zeggen op welke tijden hij in welk lokaal wordt verwacht<br />
en tegen de interim-kraanmachinist dat die de veiligheidsregels<br />
moet volgen die in zijn bedrijf gelden. Het gaat erom dat je niet, zoals een<br />
werknemer, alle aanwijzingen hoeft op te volgen.<br />
Slechts weinig zelfstandigen zijn zo vrij dat ze zonder toestemming van<br />
de opdrachtgever een ander kunnen sturen om de klus uit te voeren.<br />
Dat is logisch: het gaat meestal om dienstverlening en de opdrachtgever<br />
heeft voor jou gekozen, en niet voor een ander (zie ook pagina 135). Ook<br />
hierbij geldt dat de fiscus kijkt naar de samenhang met andere facetten.<br />
• Wijze van presentatie (4a, 4b). Je vergroot je kansen door naar buiten te<br />
treden met eigen briefpapier, visitekaartjes, facturen, brochures en an-
Belastingen<br />
dere vormen van reclame. Ook in offertes en contracten kun je je zelfstandigheid<br />
tot uitdrukking brengen, net zoals met het voeren van een<br />
boekhouding.<br />
• Het financiële risico dat je loopt (2i, 3c, 4i). Ben je afhankelijk van opdrachten<br />
of is er sprake van een gegarandeerd inkomen door de opdrachtgever?<br />
Word je doorbetaald bij ziekte en tijdens vakanties? En als<br />
de klant niet tevreden is: krijg je dan betaald? Het financiële risico heeft<br />
alleen betrekking op je werk als eigen baas, niet op een eventueel inkomen<br />
uit loondienst.<br />
• De traditie van de branche waarin je actief bent (2k). Adviseurs worden<br />
sneller als zelfstandige geaccepteerd dan postbodes. De fiscus kijkt extra<br />
kritisch naar branches waar bedrijven bij wijze van bezuinigingsmaatregel<br />
op grote schaal mensen ontslaan om ze vervolgen als zelfstandige<br />
in te huren. Dat gebeurde bijvoorbeeld in de thuiszorg, waar werknemers<br />
een voorgedrukte VAR-aanvraag kregen van hun werkgever. De bescherming<br />
van mensen die tegen hun zin ‘verzelfstandigd worden’ is terecht,<br />
maar helaas vielen de naar schatting vijfduizend werkelijk zelfstandige<br />
thuishulpen daardoor tussen wal en schip.<br />
Inmiddels erkent de fiscus dat je ook in de thuiszorg echt zelfstandig<br />
kunt zijn, zelfs als je via een bemiddelingsbureau werkt. Op 15 mei 2012<br />
draaide het Gerechtshof Leeuwarden namelijk een beslissing van de<br />
fiscus terug om een verpleegkundige, die 2,5 dag bij een ziekenhuis in<br />
loondienst werkte en de rest van haar tijd via een thuiszorgorganisatie<br />
bij particulieren, haar zelfstandigenaftrek te ontnemen. De vrouw kon<br />
opgelucht ademhalen.<br />
• De wijze waarop je aan je opdrachten komt (2j, 2l). De fiscus is extra<br />
alert op mensen die zelfstandig gaan werken voor een opdrachtgever bij<br />
wie ze eerder in loondienst waren (zie ook het vorige punt). Het is echter<br />
zeker niet verboden. Wat niet mag is voor een bedrijf hetzelfde soort<br />
werk in loondienst én als zelfstandige uitvoeren.<br />
Ook detachering is een enigszins heikel punt: de opdrachtgever betaalt<br />
het detacheringsbureau, dat jou vervolgens uitbetaalt. Als al je werk via<br />
één bureau loopt, heb je dus maar één opdrachtgever terwijl je wel voor<br />
meerdere klanten werkt. Bij bemiddeling speelt dit risico niet.<br />
179<br />
Doorbetaling bij<br />
vakanties?<br />
Detachering en<br />
bemiddeling
Een bv als<br />
hulpconstructie<br />
Recht op WW<br />
Hoofdstuk 7<br />
• De omvang van je praktijk (2d, 3a, 4f). Het formulier vraagt bij 3a naar<br />
de jaarinkomsten, voor een zelfstandige is dat de omzet. Als de omzet<br />
onder de €10.000 ligt kan de ficus twijfels hebben of de beroepsbeoefening<br />
wel gericht is op de verwerving van een inkomen.<br />
• Wat vind je er zelf van? Op basis van bovenstaande overwegingen kun<br />
je ten slotte bij vraag 2c invullen of je zelf je werkzaamheden beoordeelt<br />
als winst uit onderneming.<br />
Voor mensen die geen VAR krijgen, kunnen bedrijven als Uniforce en ZZP<br />
Oké een uitweg zijn. Door de oprichting van een bv, waarvan jij als zelfstandige<br />
directeur-grootaandeelhouder (dga) wordt, kan de fiscus je relatie met<br />
je opdrachtgevers niet aanmerken als een dienstverband, want als directeur<br />
ben je immers werknemer van je eigen bv.<br />
Uniforce krijgt twintig procent van de aandelen in handen, ZZP Oké certificeert<br />
de aandelen en neemt alleen de juridische zeggenschap over. Beide<br />
bedrijven mikken vooral op zelfstandigen met een hoge omzet die lang ergens<br />
werken, zoals interim-managers en ICT’ers.<br />
Dit is een dure constructie: de jaarlijkse kosten bedragen rond de €2.000<br />
en daarnaast rekent Uniforce nog €950 oprichtingskosten en ZZP Oké ongeveer<br />
€2.000. Verder heb je met een bv geen recht op de zelfstandigenaftrek<br />
en startersaftrek. Daar staat tegenover dat je wel verzekerd bent voor<br />
de werknemersverzekeringen: je bent immers in loondienst bij je eigen bv.<br />
Stel je daar overigens niet te veel van voor: bij ziekte krijg je de eerste twee<br />
jaar niets (bij Uniforce moet je in principe een ziekteverzuimverzekering<br />
afsluiten voor die periode), daarna kom je in de WIA, de opvolger van de<br />
WAO (zie pagina 315).<br />
Wel heb je recht op WW, maar die krijg je pas als de bv jou niet meer kan<br />
uitbetalen. Je bedrijf wordt stopgezet, de bv wordt uit de roulatie gehaald<br />
en je meldt je aan bij de WW. De maximale uitkering bedraagt ongeveer<br />
33.000 euro per jaar. Dat lijkt veel, maar als je bedenkt dat de constructie<br />
eigenlijk alleen interessant is voor zelfstandigen met een omzet vanaf ruwweg<br />
€100.000 per jaar valt dat tegen (zie pagina 286).<br />
Misschien zal de bv-constructie in de toekomst ook gebruikt gaan worden<br />
door mensen met lagere omzetten bij wie de fiscus een verkapt loondienstverband<br />
constateert, bijvoorbeeld werknemers die na ontslag als<br />
180
Belastingen<br />
zzp’er voor hun oude baas zijn gaan werken. Bedenk wel dat het voor hen<br />
financieel altijd gunstiger is als ze wel als echte zelfstandige opereren en<br />
als zodanig erkend worden met een VAR.<br />
Het urencriterium<br />
Het is zeer voordelig als de Belastingdienst je erkent als ondernemer. Niet<br />
alleen omdat je dan een VAR-wuo krijgt, maar ook vanwege een groot aantal<br />
belastingvoordelen waarvan alleen ondernemers gebruik kunnen maken.<br />
Deze belastingfaciliteiten zijn bedoeld als tegemoetkoming voor de<br />
risico’s die ondernemers lopen. Om het ondernemerschap te stimuleren<br />
zijn deze faciliteiten de laatste jaren flink uitgebreid.<br />
Of je gebruik mag maken van deze faciliteiten beoordeelt de fiscus achteraf,<br />
op basis van je feitelijke situatie. Het kan voorkomen dat je voor een<br />
bepaald jaar een VAR hebt gehad, maar dat de fiscus bij de belastingaanslag,<br />
die na afloop van dat jaar wordt opgelegd, oordeelt dat je in datzelfde<br />
jaar toch geen zelfstandig ondernemer was. Je opdrachtgever krijgt daar<br />
geen last mee, maar jij bent wel je voordelen kwijt.<br />
Je vergroot je kansen door je zo veel mogelijk als ondernemer te presenteren<br />
en te gedragen. Probeer door de ogen van de fiscus naar je praktijk<br />
te kijken. Ontdek de zwakke plekken in je verhaal en doe daar wat aan. Je<br />
kunt je vragen – desnoods anoniem – voorleggen aan de <strong>gratis</strong> belastingtelefoon,<br />
maar aan de antwoorden kun je geen rechten ontlenen.<br />
Als je onzeker blijft over je zelfstandigheid kun je beter zelf op de Belastingdienst<br />
afstappen dan je kop in het zand steken. Of, zoals wijlen Herman<br />
Brood opmerkte naar aanleiding van een onverwacht bezoek van de fiscus:<br />
‘… en toen hebben we besloten dat ik mijn schuldenlast met kunst zou afkopen.<br />
Eén op de twee schilderijen die ik maak, moet ik aan de Belastingdienst<br />
ter beschikking stellen. Gedurende de rest van mijn leven. Ik moet<br />
het eerste schilderij nog brengen. Je moet ze wel maken, natuurlijk. Maar<br />
de dialoog is tot stand gebracht en daar gaat het om. Het hoeft geen drama<br />
te zijn, de belastingen, als je maar in gesprek met ze bent.’<br />
Voor een aantal belastingfaciliteiten – zoals de zelfstandigen- en startersaftrek<br />
– geldt de aanvullende eis dat je 1.225 uur per jaar in je onderneming<br />
181<br />
Beoordeling achteraf<br />
Minimaal 1.225<br />
uren per jaar
Controles<br />
Voer je website op<br />
Hoofdstuk 7<br />
steekt én dat je minstens de helft van alle gewerkte uren aan je bedrijf besteedt.<br />
Stel dat je 1.300 uur als zelfstandige werkt en daarnaast een baan<br />
hebt van vier dagen per week, dan voldoe je niet aan die laatste voorwaarde.<br />
Een baan van drie dagen per week zou in principe wel kunnen. Voor<br />
starters geldt alleen de eis van 1.225 uur, zij mogen naast hun praktijk dus<br />
wel onbeperkt voor een baas werken.<br />
De eis van 1.225 uur betekent niet dat je voor zoveel uren opdrachten<br />
moet uitvoeren. Ook alle interne werkzaamheden zoals studie, administratie<br />
en opdrachtverwerving horen erbij. Als je meerdere bedrijven hebt<br />
mag je de uren bij elkaar optellen, maar alleen van die bedrijven die de<br />
fiscus als zodanig erkent. Stel dat de fiscus je klussenwerkplaats als onderneming<br />
ziet, maar je inkomsten als kunstenaar als ‘resultaat uit overige<br />
werkzaamheden’, dan mag je die laatste uren niet meetellen om aan de<br />
1.225 uur te komen.<br />
Je kunt dit voorkomen door de werkzaamheden van je onderneming<br />
ruim genoeg te omschrijven. Als de klusser-kunstenaar uit bovenstaand<br />
voorbeeld duidelijk kan maken dat zijn kluswerkzaamheden en zijn kunst<br />
in elkaar overlopen en een samenhangende praktijk vormen, komt hij wel<br />
aan de 1.225 uur en daarmee aan de zelfstandigenaftrek.<br />
Door de forse verhogingen van de zelfstandigen- en startersaftrek claimen<br />
steeds meer mensen dat ze ondernemer zijn. De fiscus is sindsdien<br />
scherper gaan controleren en wil steeds vaker een precies overzicht van je<br />
urenbesteding zien. Dat geldt vooral in de beginfase, als je een praktijk<br />
com bineert met een betaalde baan en bij een gering aantal opdrachtgevers<br />
of een aanhoudend lage winst. De afgelopen jaren zagen nogal wat zelfstandigen<br />
het aantal gewerkte uren door de crisis teruglopen en daarmee lopen<br />
ze het risico dat ze niet alleen minder omzet hadden, maar dat ze achteraf<br />
ook nog eens meer belasting moeten betalen omdat vrijstellingen zouden<br />
kunnen vervallen, als ze niet hard kunnen maken dat ze extra veel tijd in<br />
acquisitie, studie of verdieping hebben gestoken.<br />
Interessant is de recente uitspraak van de Hoge Raad dat je ook het bouwen<br />
van een website, zelfs als dat disproportioneel veel tijd kost, mee mag<br />
tellen. Theaterbelichter Roan Lo-A-Njoe won de zaak tegen de fiscus die<br />
hem niet wilde erkennen als zelfstandige omdat hij slechts 1.000 euro per<br />
jaar verdiende, maar wel 700 uur per jaar in zijn website zulu.nl stak.<br />
182
Belastingen<br />
Een zelfstandig theaterproducent die haar beroepsopleiding tot heks<br />
opvoerde om aan 1.225 uur te komen was minder fortuinlijk. Die opleiding<br />
lag volgens de rechter te veel in de privésfeer om te worden meegeteld.<br />
Ook als je geen 1.225 uur haalt, kun je als ondernemer worden aangemerkt.<br />
Je kunt alleen geen aanspraak maken op een deel van de ondernemersvrijstellingen<br />
en de fiscus kan na een aantal jaren vraagtekens zetten bij je<br />
ondernemerschap, vooral als je een loondienstverband naast je zaak hebt.<br />
Als het niet lukt om de fiscus te overtuigen, worden de inkomsten voortaan<br />
beschouwd als ‘resultaten uit overige werkzaamheden’ en vervallen de<br />
ondernemersvrijstellingen geheel. Naar de VAR-wuo kun je dan ook fluiten:<br />
voortaan krijg je een VAR-row.<br />
De Belastingdienst kijkt altijd naar een kalenderjaar. Ook als je halverwege<br />
het jaar begint, geldt de eis van 1.225 uur. Met ziekte en arbeidsongeschiktheid<br />
houdt de fiscus geen rekening: alleen de uren tellen die je daadwerkelijk<br />
hebt gewerkt, en niet de uren die je had kunnen werken als je niet<br />
ziek zou zijn geweest.<br />
Ook voor starters geldt dat ze 1.225 uur moeten werken, ze mogen wel de<br />
uren meetellen die ze voor de start hebben gemaakt. Voor hen geldt niet de<br />
eis dat ze minimaal de helft van hun uren aan hun zaak moeten besteden.<br />
Arbeidsongeschikte starters hoeven slechts 800 uur te maken.<br />
Voor vrouwelijke ondernemers die een kind krijgen geldt de eis van 1.225<br />
uur niet. De fiscus houdt er rekening mee dat zij, net als werkneemsters,<br />
een maand of vier niet werken en zichzelf zwangerschaps- en bevallingsverlof<br />
gunnen. De wet noemt niet het aantal uren dat een zwangere ondernemer<br />
gewerkt moet hebben, maar introduceert een fictie. Op grond van<br />
deze fictie worden vrouwelijke ondernemers geacht hun werkzaamheden<br />
niet te hebben onderbroken in de periode van zwangerschap en bevalling.<br />
In de praktijk zal de fiscus je als ondernemer beschouwen als je in het jaar<br />
waarin je kind wordt geboren minstens 700 tot 800 uur hebt gewerkt. Als<br />
je kind eind december ter wereld komt, mag je dus formeel geen uren voor<br />
bevallingsverlof claimen in het aansluitende jaar.<br />
Overigens is fiscale zelfstandigheid niet per se noodzakelijk. Sommige zelfstandigen<br />
zien bewust af van de fiscale voordelen en laten zich inhuren<br />
183<br />
Zwangerschap<br />
Huurlingen
Combinatie met<br />
een baan<br />
VAR-row biedt<br />
geen zekerheid<br />
Hoofdstuk 7<br />
door bemiddelingsbureaus die alles voor hen regelen: pensioen, sociale lasten,<br />
verzekeringen, contracten met de klant tot aan een leaseauto toe. Zij<br />
zijn de moderne ‘vrije lansiers’, de huurlingen die steeds bij een ander leger<br />
vechten.<br />
Pseudo-ondernemers<br />
Mensen met een vaste baan, die daarnaast af en toe als zelfstandige klussen<br />
uitvoeren, krijgen meestal een VAR-row (resultaat uit overige werkzaamheden).<br />
Met een VAR-row is de fiscus van oordeel dat je activiteiten<br />
weliswaar gericht zijn op het maken van winst, maar dat ze te incidenteel<br />
zijn om van een echt bedrijf te spreken.<br />
Deze zelfstandigen worden in het dagelijks spraakgebruik ook wel pseudo-ondernemers<br />
of schijnzelfstandigen genoemd. Dat wil niet zeggen dat<br />
ze niet serieus met hun werk bezig zijn, sommigen willen hun baan aanhouden<br />
en simpelweg niet verder groeien. Voor anderen zijn de incidentele<br />
klussen juist een opstapje naar een echte eigen zaak.<br />
De VAR-row biedt de opdrachtgever geen zekerheid over naheffingen, hij<br />
moet zelf beoordelen of er sprake is van een fictief dienstverband (officieel<br />
moet hij de ‘inhoudingsplicht en afdrachtplicht arbeidsrelatie’ bepalen).<br />
Een dienstverband kent drie elementen:<br />
• Er is een loonbetalingsverplichting.<br />
• Er is een verplichting tot het verrichten van persoonlijke arbeid. Dat<br />
betekent dat de werknemer zich bij het verrichten van het werk niet mag<br />
laten vervangen door een ander, behalve wanneer de werkgever hiervoor<br />
toestemming heeft gegeven.<br />
• De werknemer staat in een gezagsverhouding tot de werkgever. Dat<br />
betekent dat de werkgever opdrachten en aanwijzingen kan geven met<br />
betrekking tot de inhoud van het werk of de inzet en discipline van de<br />
werknemer. Feiten die op een gezagsrelatie wijzen: vaste werktijden,<br />
verplicht minimaal aantal uren, doorbetaling bij ziekte of vakantie, toestemming<br />
nodig om op vakantie te gaan, werken op het kantoor van de<br />
opdrachtgever, vermelding van de zelfstandige op de interne telefoonlijst<br />
van de opdrachtgever of in het colofon, vast honorarium dat gebaseerd<br />
184
Belastingen<br />
is op cao-schalen, vaste onkostenvergoeding, inspraak in de medezeggenschapsraad,<br />
gelijksoortig werk wordt bij de opdrachtgever meestal in<br />
loondienst verricht.<br />
Mogelijkheid één is dat alle drie de elementen aanwezig zijn. Er is dan<br />
sprake van een fictief dienstverband als aan nog drie andere voorwaarden<br />
wordt voldaan, namelijk:<br />
• De opdracht duurt minstens dertig dagen.<br />
• Je werkt doorgaans minstens op twee dagen per week (dat zegt niks<br />
over het aantal uren).<br />
• Het honorarium is doorgaans meer dan veertig procent van het<br />
wettelijk minimumloon (zo’n €550 per maand).<br />
Bij een fictief dienstverband moet de opdrachtgever loonbelasting plus<br />
werknemerspremies inhouden. Dat is geen keuze: opdrachtgever en zelfstandige<br />
kunnen die verplichting niet omzeilen door onderling vast te leggen<br />
dat er geen sprake is van een dienstverband. De fiscus en UWV hebben<br />
het recht om tot vijf jaar terug te kijken.<br />
Zo’n fictief dienstverband biedt je wel de bescherming van werknemersverzekeringen<br />
als de WW en de WIA, maar geeft geen recht op bijvoorbeeld<br />
vakantiegeld, doorbetaling bij ziekte en automatische loonsverhogingen<br />
volgens de cao.<br />
Je kunt eventueel voor ‘verlonen’ kiezen via een bedrijf als Payroll of via een<br />
uitzendbureau, maar dat verandert niets aan je werknemersstatus. Het<br />
enige verschil is dat je voor de duur van die opdracht werknemer wordt van<br />
het verlonings bedrijf en dat loonheffing en werknemerspremies via dat bedrijf<br />
lopen. Je bent dus geen zelfstandige, sterker nog: het feit dat je je opdracht<br />
laat verlonen kan de fiscus tegen je gebruiken als je voor andere<br />
klussen wel als zelfstandige aangemerkt wilt worden.<br />
Verlonen gebeurt vaak met de gages van artiesten, muzikanten en sporters.<br />
De opdrachtgever kan een verloningsbedrijf of payroll service in de<br />
arm nemen. Je kunt dat ook zelf doen, zodat je kunt letten op de kosten die<br />
ze rekenen, de snelheid van uitbetalen en de hulp die ze bieden bij vragen.<br />
185<br />
Fictief dienstverband<br />
Verlonen
Ontbrekende<br />
gezagsverhouding<br />
Winstsysteem<br />
Loonbelastingsysteem<br />
Hoofdstuk 7<br />
Reken je niet rijk met de kleinevergoedingsregeling, een bedrag van 163<br />
euro per dag dat je als fictieve kostenpost mag opvoeren en dat buiten de<br />
verloning wordt gehouden. Aan het einde van het jaar moet je namelijk<br />
aangifte doen en als je echte kosten lager blijken te zijn, moet je bijbetalen.<br />
Mogelijkheid twee is dat er geen gezagsverhouding is. Soms is dat lastig te<br />
bepalen, de opdrachtgever geeft immers wel instructies. Hij kan tegen de<br />
vormgever zeggen dat deze eerst het handelsdrukwerk moet ontwerpen en<br />
pas later de folder. Hij kan tegen de journalist zeggen dat teksten in Word-<br />
Perfect hopeloos uit de tijd zijn en dat hij voortaan alleen nog maar teksten<br />
in Word accepteert. Hij kan tegen de fotograaf zeggen dat de foto er vanavond<br />
moet liggen.<br />
Zolang instructies beperkt zijn en de opdrachtnemer in grote mate vrij is<br />
om te bepalen hoe, waar en wanneer hij de opdracht uitvoert, kun je ervan<br />
uitgaan dat een gezagsverhouding ontbreekt. Er is dan noch sprake van<br />
een fictieve dienstbetrekking, noch van de plicht om werknemerspremies<br />
te betalen.<br />
Met de VAR-row in de hand mag de opdrachtnemer vervolgens zelf kiezen<br />
hoe hij zijn inkomsten afrekent met de fiscus, via het winstsysteem of<br />
via het loonbelastingsysteem.<br />
Kiezen voor het winstsysteem lijkt het eenvoudigst. Je vermeldt de inkomsten<br />
op het belastingbiljet onder het kopje ‘resultaat uit overige werkzaamheden’,<br />
trekt de onkosten ervan af en over het verschil betaal je inkomstenbelasting.<br />
Je mag afschrijvingen en beroepskosten opvoeren, maar<br />
je hebt geen recht op ondernemersvrijstellingen. Onkostenvergoedingen<br />
worden belast. Tot voor een paar jaar terug kon je bij een belastingcontrole<br />
volstaan met een schoenendoos met bonnetjes, tegenwoordig moet je een<br />
serieuze administratie voeren, met een begin- en eindbalans en een<br />
resultatenrekening.<br />
Wie al die administratieve rompslomp niet wil, kan kiezen voor het<br />
loonbelastingsysteem. Tenminste, als je opdrachtgever het daarmee eens<br />
is. De opdrachtgever moet nu direct loonbelasting inhouden op je inkomen,<br />
zodat je niet bruto wordt uitbetaald, maar netto. De inhouding betreft<br />
alleen de loonbelasting en de premies voor de volksverzekeringen en<br />
niet, zoals bij gewone werknemers, de premies voor de werknemersverze-<br />
186
Belastingen<br />
keringen. Zelfstandige en opdrachtgever moeten dit samen doorgeven aan<br />
de Belastingdienst.<br />
Deze regeling heet ‘opting-in’. Omdat opting-in alleen voor de belasting<br />
geldt, zijn er verder geen consequenties aan verbonden voor de opdrachtgever.<br />
Hij hoeft niet door te betalen bij ziekte of vakantie en hij kan van<br />
de ene op de andere dag afscheid nemen van de zelfstandige. Omgekeerd<br />
kun jij dat ook. Het voordeel van opting-in is dat je afspraken kunt maken<br />
over fiscale faciliteiten als de fiets of computer van de zaak, onbelaste studiekostenvergoeding<br />
en vrijgestelde pensioenopbouw. Het nadeel is dat je<br />
geen onkosten meer mag aftrekken. In de ogen van de fiscus ben je immers<br />
een soort werknemer en dat betekent dat je vrijwel geen aftrekposten hebt.<br />
Als je veel onkosten maakt, biedt het winstsysteem de meeste voordelen.<br />
Als je nauwelijks onkosten maakt en een hekel hebt aan boekhouden, ben<br />
je beter af met opting-in.<br />
Mogelijkheid drie treffen we aan bij de ‘gelijkgestelden’, de zelfstandigen<br />
die volgens het Rariteitenbesluit gelijk worden gesteld met mensen in loondienst.<br />
Bij hen is er een verplichting tot het verrichten van arbeid en wordt<br />
er loon betaald, maar er is geen gezagsverhouding. Dat betekent dat er wel<br />
loonbelasting en werknemerspremies worden ingehouden, maar dat je<br />
geen dienstverband hebt volgens het arbeidsrecht.<br />
Het Rariteitenbesluit werd veel gebruikt door de omroepen, die mensen<br />
vijf jaar achter elkaar een contract voor tien of elf maanden gaven. Deze<br />
contracten staan overigens onder druk door de Flexwet, officieel de Wet<br />
flexibiliteit en zekerheid.<br />
De Flexwet probeert zoveel mogelijk mensen onder een arbeidscontract<br />
te vangen door de introductie van het ‘rechtsvermoeden van werknemerschap’.<br />
Als je langer dan drie maanden voor een werkgever werkt – hetzij<br />
wekelijks (maakt niet uit voor hoeveel uur), hetzij maandelijks minimaal<br />
twintig uur – dan heb je automatisch een arbeidscontract. Tenzij de werkgever<br />
hard kan maken dat er geen sprake is van een gezagsverhouding. De<br />
bewijslast is daarmee dus omgekeerd. En het valt niet mee om aan te tonen<br />
op welk moment de instructies aan een werknemer die zijn taak zelfstandig<br />
moet uitvoeren, overgaan in een gedetailleerde omschrijving van de<br />
opdracht aan een ondernemer.<br />
187<br />
Rariteitenbesluit<br />
Flexwet
Hoofdstuk 7<br />
Verder legt de wet vast wanneer tijdelijke arbeidscontracten worden<br />
omgezet in een dienstverband voor onbepaalde tijd. Na de derde verlenging<br />
– dus bij het vierde contract – krijg je automatisch een contract voor<br />
onbepaalde tijd. Hetzelfde geldt als je langer dan drie jaar achtereen bij een<br />
werkgever onder contract staat, zonder tussenpozen van drie maanden of<br />
langer. Ook uitzendkrachten vallen onder de Flexwet en kunnen, na een<br />
aanloopperiode van een halfjaar, op dezelfde wijze een vast dienstverband<br />
krijgen bij hun uitzendbureau.<br />
De Flexwet is bedoeld om de rechtspositie van verkapte werknemers te<br />
verstevigen, maar heeft ook bijeffecten voor zelfstandigen. Uit angst voor<br />
een vast dienstverband worden er steeds minder contracten volgens het<br />
Rariteitenbesluit afgesloten. Mensen krijgen nu vaak tijdelijke arbeidscontracten<br />
volgens de cao en na het derde contract houdt de relatie op. In<br />
verband met de crisis geldt met ingang van 2010 voor jongeren tot 27 jaar<br />
een uitzondering: zij kunnen vier keer achter elkaar een tijdelijk contract<br />
krijgen. Zo hoopt de regering de jeugdwerkloosheid te bestrijden.<br />
Btw<br />
Btw is een indirecte belasting die wordt geheven bij de levering van een<br />
product of het verrichten van een dienst. Als een pak melk in de winkel<br />
€0,85 kost, is daarvan €0,80 voor de winkelier en €0,05 voor de fiscus (eerste<br />
levensbehoeften vallen onder het 6-procenttarief). De afkorting btw staat<br />
voor ‘belasting over de toegevoegde waarde’ en is geregeld in de Wet op<br />
de Omzetbelasting. Btw wordt een indirecte belasting genoemd, omdat ze<br />
niet verbonden is aan een persoon. Individuele omstandigheden spelen dus<br />
geen rol, het tarief is voor iedereen gelijk.<br />
Alleen de uiteindelijke consument van het product of de dienst moet de<br />
btw betalen. Maar voordat iets wordt geconsumeerd, gaat het door vele<br />
handen die er waarde aan toevoegen. Niemand weet vooraf wanneer de<br />
productieketen eindigt. Daarom betalen ook ondernemers btw over hun<br />
inkopen. Later kunnen zij deze terugvorderen bij de belasting. Deze voorgeschoten<br />
btw – de fiscus spreekt van voorbelasting – wordt verrekend met<br />
de btw die ze zelf in rekening hebben gebracht aan hun afnemers. Voor de<br />
188
Belastingen<br />
ondernemer is de btw-plicht financieel neutraal, soms is het zelfs voordelig<br />
(zie pagina 194).<br />
Voor de bepaling van de btw-plicht hanteert de Belastingdienst een ruimere<br />
definitie van ‘ondernemerschap’ dan bij de inkomstenbelasting. Ook<br />
als je eerder hebt geconstateerd dat je voor de inkomstenbelasting geen<br />
ondernemer bent, kan het zijn dat je toch btw in rekening moet brengen.<br />
Je activiteiten zijn btw-plichtig als er sprake is van ‘deelname aan het<br />
economisch verkeer’. De soort activiteit bepaalt welk btw-tarief je moet<br />
heffen. De zelfstandige zelf wordt namelijk niet belast, maar zijn verrichtingen.<br />
Ook nevenactiviteiten kunnen onder de btw-plicht vallen. Voor incidentele<br />
btw-plichtige klussen hoef je doorgaans geen btw in rekening te<br />
brengen. Ook over vacatiegeld voor bestuurswerkzaamheden die buiten je<br />
ondernemersactiviteiten vallen hoef je geen btw in rekening te brengen.<br />
Onderstaande lijst geeft een grove indeling van de activiteiten, maar de Belastingdienst<br />
bepaalt uiteindelijk onder welk tarief je verrichtingen vallen.<br />
Neem bij twijfel vooraf contact op.<br />
• Algemeen tarief (21 procent): onder andere voor dienstverlening en<br />
duurzame producten.<br />
• Verlaagd tarief (6 procent): onder andere voor eerste levensbehoeften,<br />
voorbehoedmiddelen, boeken, catalogi, treinkaartjes, mu seumbezoek,<br />
sport en tentoonstellingen. Sinds 2000 vallen ook enkele arbeidsintensieve<br />
diensten onder dit tarief: de reparatie van kleren, schoenen en fietsen,<br />
het knippen van haren en de verbouw van particuliere woningen.<br />
In 2010 kwamen daar het schilderen, stukadoren en isoleren van huizen<br />
ouder dan twee jaar bij, alsmede schoonmaakwerkzaamheden in huis.<br />
Sinds 1 juli 2012 vallen ook beeldende kunst, theater, concertbezoek, cabaret<br />
en musicals weer onder het lage tarief.<br />
• Bijzondere tarieven voor enkele uitzonderingen: bijvoorbeeld 12,5 procent<br />
voor in opdracht gemaakte sieraden waarbij de opdrachtgever de<br />
grondstoffen levert.<br />
Voor filmers is er een curieuze manier om de btw op hun producties fors<br />
te verlagen. Als een film- of videoproductie uitsluitend of nagenoeg uit-<br />
189<br />
Deelname aan het<br />
economisch verkeer<br />
Bepaal de BTW-plicht<br />
van je activiteiten<br />
Printprijsregeling
Vrijgestelde diensten<br />
Btw binnen de<br />
Europese Unie<br />
Hoofdstuk 7<br />
190<br />
sluitend bestemd is voor gebruik door de opdrachtgever zelf, dan kun je<br />
gebruikmaken van de printprijsregeling. De omzetbelasting wordt dan<br />
berekend over een fictieve prijs van 5 euro per uitzendminuut. Reken<br />
even mee: stel dat een instructiefilm van een twintig minuten 20.000<br />
euro kost. Normaal is de btw dan 0,21 × 20.000 = 4.200 euro. Met de<br />
printprijsregeling is dat 0,21 × 20 × 5 = 21 euro. Als je opdrachtgever geen<br />
btw kan aftrekken, scheelt hem dat ruim vierduizend euro.<br />
• Vrijgesteld van btw zijn onder andere diensten van artsen, verpleegkundigen<br />
en verzekeringsadviseurs. Ook vrijgesteld is onderwijs gericht op<br />
het functioneren in een werkkring of het uitoefenen van een beroep, mits<br />
erkend in het Centraal Register Kort Beroepsonderwijs. Bij het CRKBO<br />
kunnen zowel opleidingen als zelfstandigen zich aanmelden. Als je geen<br />
erkende onderwijsbevoegdheid hebt, worden met een audit achtereenvolgens<br />
je zorgvuldigheids-, rechtszekerheids-, redelijkheids-, betrouwbaarheids-<br />
en kenbaarheidsbeginsel getoetst. Zonder erkenning ben je<br />
verplicht 21 procent btw in rekening te brengen, ook als de instelling<br />
waar je lesgeeft wel vrijgesteld is. Als je slechts incidenteel lesgeeft, ben je<br />
wel vrijgesteld van btw.<br />
Met het werk van journalisten en schrijvers ligt het lastiger. Journalistieke<br />
werkzaamheden zijn vrijgesteld. Die betreffen het vergaren en verstrekken<br />
van nieuws. De radiopresentator die een zelf geschreven tekst<br />
voorleest, verricht werk dat vrijgesteld is. Maar de presentator die andermans<br />
tekst voorleest niet. Het is ingewikkeld en de wet is niet erg<br />
duidelijk. Uit jurisprudentie valt af te leiden dat werk van journalisten<br />
en schrijvers alleen is vrijgesteld als het hun eigen gedachtegoed betreft.<br />
Een jaarverslag schrijven voor een bedrijf is dan niet vrijgesteld, reclameteksten<br />
evenmin, maar een reportage in de krant wel. Het blijft een<br />
grijs gebied.<br />
Bij vrijgestelde activiteiten mag je – anders dan bij het nultarief – zelf<br />
geen btw aftrekken.<br />
Als je diensten verleent binnen de Europese Unie stuur je een factuur zonder<br />
btw met de opmerking: ‘btw verlegd’. Dit is een ‘intracommunautaire<br />
dienst’, die je vermeldt op je btw-aangifte. Gebruik hiervoor de ‘opgaaf intracommunautaire<br />
prestaties (icp)’ op de site van de fiscus. Diensten die in
Belastingen<br />
het land van de afnemer zijn vrijgesteld van btw of die zijn belast met nul<br />
procent hoef je niet te vermelden.<br />
Er geldt een uitzondering voor onder andere restaurants, catering, vervoer,<br />
entreekaartjes en verhuur en onderhoud van onroerend goed.<br />
Bij deze uitzonderingen is het van belang waar je de dienst verricht. Als<br />
je de dienst gewoon in Nederland verricht, dan hef jij het Nederlandse btwtarief<br />
en vermeld je dat op je gewone aangifte onder het kopje ‘prestaties<br />
binnenland’ (dus niet bij de icp). De afnemer geeft de btw vervolgens aan<br />
in eigen land.<br />
Als je je dienst in een ander EU-land verricht, dan is de wetgeving van dat<br />
betreffende land van toepassing. Vraag de buitenlandse belastingdienst of<br />
je de btw mag verleggen. Als dat mag, dan geldt de hoofdregel: de ondernemer<br />
die diensten afneemt geeft de btw aan in eigen land. Deze diensten<br />
hoef je vervolgens niet te vermelden bij de icp.<br />
Als de buitenlandse belastingdienst vindt dat je de btw niet mag verleggen,<br />
dan moet je je daar registeren en een factuur sturen met de buitenlandse<br />
btw en moet je daar aangifte doen.<br />
Als een EU-ondernemer een dienst voor jou verricht mag je de btw altijd<br />
naar Nederland verleggen. Je krijgt een factuur zonder btw en vervolgens<br />
geef jij btw over die dienst op in jouw aangifte. Die btw moet je dus betalen.<br />
Als je btw-plichtig bent, dan geef je datzelfde btw-bedrag ook op als voorbelasting,<br />
zodat je per saldo niets betaalt.<br />
Ook hier gelden bovengenoemde uitzonderingen. Als je een van die diensten<br />
afneemt in het EU-land – je slaapt bijvoorbeeld in een hotel, neemt een<br />
taxi of gaat naar een voorstelling – dan betaal je daar de btw. De btw geef je<br />
niet op in je aangifte omzetbelasting, je kunt de btw wel in het betreffende<br />
land digitaal terugvragen.<br />
Als je diensten verricht in een niet-EU-land, dan stuur je een factuur met de<br />
vermelding nul procent omzetbelasting. Alleen als het gaat om een dienst<br />
uit het rijtje uitzonderingen stuur je wel een factuur met btw, deze geef je<br />
aan in de rubriek ‘prestaties binnenland’.<br />
Als je diensten afneemt uit een niet-EU-land, dan krijg je een factuur<br />
zonder btw. Net als bij een dienst van een EU-ondernemer geef je deze<br />
191<br />
Btw buiten de<br />
Europese Unie
Combinatie van<br />
verschillende tarieven<br />
Btw-nummer<br />
Hoofdstuk 7<br />
dienst op in de aangifte omzetbelasting. Als je btw-plichtig bent, geef<br />
je dat btw-bedrag vervolgens op als voorbelasting en betaal je per saldo<br />
niets.<br />
Al met al blijft btw in het buitenland een ingewikkelde zaak. Op de site<br />
van de Belastingdienst staat een handig hulpmiddel waaarmee je stap voor<br />
stap kunt bepalen wat je moet doen. Helaas is dit stappenplan lastig te vinden,<br />
daarom hier het rechtstreekse adres: bit.ly/uvu1Nm.<br />
Als je activiteiten btw-plichtig zijn, moet je altijd btw in rekening brengen<br />
over je diensten. Om btw terug te krijgen over je inkopen moet je bonnen<br />
met aparte btw-vermelding kunnen laten zien. Voor de btw is een deugdelijke<br />
boekhouding vereist. Als de fiscus jaren later constateert dat de btwadministratie<br />
niet deugt, krijg je een naheffing.<br />
Het is mogelijk dat je voor een deel van je activiteiten btw-plichtig bent<br />
en dat een ander deel is vrijgesteld. In dat geval mag je niet alle btw aftrekken<br />
die je zelf hebt voorgeschoten. Formeel mag je alleen die btw aftrekken,<br />
die verband houdt met je btw-plichtige activiteiten. Sommige kosten zijn<br />
exact toe te wijzen, maar de meeste niet. In de praktijk maak je een verdeelsleutel<br />
om te bepalen welk deel van de ‘voorbelasting’ aftrekbaar is, meestal<br />
naar rato van de omzet. Maak hier over van tevoren afspraken met de<br />
belastinginspecteur. Je kunt dat natuurlijk ook door je boekhouder of accountant<br />
laten doen.<br />
Ook over de onkosten die je opvoert bereken je btw. Je zet de onkosten<br />
zonder btw op de factuur, onderaan tel je honorarium en onkosten bij elkaar<br />
op en vervolgens bereken je de btw over het totaal. De btw van de bijkomende<br />
kosten volgt daarbij de btw van de hoofdzaak. Als persfotograaf<br />
bereken je dus 21 procent over je materiaalkosten, als kunstfotograaf 6 procent.<br />
Niet btw-plichtigen voeren de onkosten inclusief btw op.<br />
Zelfstandigen nemen deel aan het economisch verkeer en dus moeten ze<br />
formeel allemaal een btw-nummer aanvragen, ook als al hun werkzaamheden<br />
zijn vrijgesteld. Als je uitsluitend vrijgestelde diensten verleent, heeft<br />
de fiscus er meestal geen bezwaar tegen als je geen btw-nummer aanvraagt.<br />
Sterker nog, soms krijgen zelfstandigen als journalisten en docen-<br />
192
Belastingen<br />
ten niet zo gemakkelijk een btw-nummer. Dat kan vervelend zijn als je een<br />
bestelauto voor je zaak koopt en in aanmerking wilt komen voor de lagere<br />
wegenbelasting voor ondernemers (zie pagina 226). Dring in dat soort gevallen<br />
aan op erkenning als btw-plichtige.<br />
Je bent verantwoordelijk voor de btw die je betaalt aan leveranciers en<br />
aan zelfstandigen die je zelf inhuurt. Als de fiscus constateert dat iemand<br />
niet btw-plichtig is en toch btw aan jou in rekening heeft gebracht, vordert<br />
hij de btw bij jou terug. Je betaalt dan dus dubbel. Als je vermoedt dat iemand<br />
ten onrechte btw berekent, kun je de inspectie Omzetbelasting vragen<br />
of diegene wel btw-plichtig is.<br />
Bij je aanmelding als startende ondernemer geef je op hoeveel investeringen<br />
en omzet je verwacht. Als je verwacht minder dan €1.883 btw per<br />
jaar te moeten afdragen (bij een tarief van 21 procent betekent dat een omzet<br />
exclusief btw van bijna €9.000), dan hoef je maar eens per jaar aangifte<br />
te doen. Daarboven heb je de keuze of je per maand of per kwartaal aangifte<br />
doet. De meeste zelfstandigen kiezen voor een kwartaalaangifte.<br />
Bij je btw-aangifte verreken je de btw die je hebt betaald en de btw die<br />
je hebt ontvangen van klanten. Het gaat daarbij om de factuurdatum: als<br />
je een factuur hebt gestuurd, moet je de btw daarover afdragen, ook als<br />
de klant nog niet heeft betaald. Het omgekeerde geldt ook: je mag de btw<br />
aftrekken over facturen die je van leveranciers hebt gekregen maar die je<br />
nog niet hebt betaald. Als je meer hebt ontvangen dan betaald, moet je dat<br />
bedrag overmaken aan de Belastingdienst. Heb je meer betaald dan ontvangen,<br />
dan krijg je het saldo terug.<br />
Bij langlopende projecten is er een manier om de btw-betaling uit te stellen.<br />
De meeste zelfstandigen sturen elke maand een deelfactuur, ze moeten<br />
dus elke maand de btw afdragen. Maar als je met de opdrachtgever<br />
afspreekt dat hij maandelijkse voorschotten uitbetaalt in plaats van deelfacturen,<br />
dan geldt de btw-plicht pas aan het einde van de rit, namelijk op<br />
het moment dat je de eindfactuur stuurt.<br />
Als je spullen van de zaak privé gebruikt, mag je de btw daarover niet<br />
aftrekken, je bent dan immers consument. Dat geldt bij gemengde kosten<br />
als studiereizen en relatiegeschenken en bij het privégebruik van de auto<br />
van de zaak (zie pagina 263). Bij de laatste btw-aangifte van het jaar verreken<br />
je dit privégebruik.<br />
193<br />
Kwartaalaangifte<br />
Privégebruik
Regeling voor kleine<br />
ondernemers<br />
Ontheffingsverzoek<br />
Hoofdstuk 7<br />
Er is een speciale regeling voor ondernemers die weinig omzet hebben, de<br />
Kleine Ondernemingsregeling (KOR). Deze is bedoeld om kleine ondernemers<br />
te stimuleren om zo’n administratie op te zetten. Als je minder dan<br />
€1.345 per jaar hoeft af te dragen, mag je de btw houden. Als je minder dan<br />
€1.883 maar meer dan €1.345 moet afdragen dan is de vermindering 2,5<br />
maal €1.883 minus het bedrag dat je zou moet betalen (bij de winst- en verliesrekening<br />
geef je die op als ‘buitengewone baten’). De btw die je mag<br />
houden wordt dan wel als inkomen beschouwd waarover je inkomstenbelasting<br />
moet betalen (bij de winst- en verliesrekening geef je die op als ‘buitengewone<br />
baten’). Bij zelfstandigen die samenwerken in een maatschap<br />
kan een slimme verdeling van de facturering extra KOR opleveren (zie pagina<br />
278).<br />
Bij een kleine omzet is het goed om de stand van je btw-afdracht aan het<br />
einde van het jaar in de gaten te houden. Als je de KOR-grens nog niet hebt<br />
bereikt, kan het aantrekkelijk zijn om investeringen die je toch wilt doen<br />
te versnellen. Maar laat je niet verleiden tot luxe-investeringen die eigenlijk<br />
niet nodig zijn. De fiscus betaalt dan wel een stukje mee, maar het grootste<br />
deel van het weggegooide geld blijft afkomstig van jou.<br />
Buitenlandse inkopen tellen niet mee voor de KOR. In je btw-aangifte<br />
verantwoord je die aankopen als verwerving, die je vervolgens als voorbelasting<br />
gewoon kunt aftrekken. Maar btw over verwervingen mag je niet<br />
meenemen voor de berekening van de KOR.<br />
Als je permanent een kleine omzet hebt, kun je een verzoek indienen om<br />
van de btw-plicht te worden ontheven. Als de belastinginspecteur dit verzoek<br />
inwilligt, wordt je btw-nummer opgeheven en hoef je geen btw-administratie<br />
meer te voeren.<br />
Ook financieel kan dat gunstig zijn, bijvoorbeeld voor kunstenaars die<br />
vooral aan particulieren of stichtingen verkopen. Hun werk wordt namelijk<br />
goedkoper. Daar staat tegenover dat je de KOR als inkomstenbron<br />
kwijtraakt.<br />
194
13 Combinatie met<br />
uitkering<br />
Een uitkering kan een springplank naar zelfstandigheid<br />
zijn. En omgekeerd kan de bijstand in tijden van crisis een<br />
vangnet zijn.<br />
AOW · Bijstand · Bbz voor starters · Bbz voor gevestigde ondernemers ·<br />
Studiebeurs · WIA · WW<br />
Een praktijk starten met een uitkering is meestal mogelijk. Vaak wordt een<br />
deel van de inkomsten ingehouden op je uitkering. Maar zelfs als je volledig<br />
wordt gekort, kan een uitkering nog een goede springplank zijn om te experimenteren<br />
met een eigen praktijk en om contacten op te bouwen.<br />
Uitkerende instanties kijken soms vreemd aan tegen zelfstandigen en<br />
lang niet alle ambtenaren zijn op de hoogte van de mogelijkheden. Vraag<br />
eerst om een oriënterend gesprek over je plannen. Laat zien dat je los wilt<br />
komen van de uitkering en dat je dat planmatig aanpakt. Stel je als ondernemer<br />
op en reageer professioneel als je plannen worden afgewezen. Vraag<br />
om een schriftelijke motivatie, dan kun je rustig kijken welke stappen je<br />
nog kunt ondernemen. Informatie vind je bijvoorbeeld op weethoehetzit.nl.<br />
Openheid is een belangrijke troef in contacten met een uitkerende instantie.<br />
Beschouw de uitkeringsverstrekker als een klant die garant staat<br />
307<br />
Gebruik een uitkering<br />
of beurs als springplank
AOW en pensioen<br />
worden niet gekort<br />
Hoofdstuk 13<br />
voor een deel van je omzet, met wie je op basis van gelijkwaardigheid moet<br />
onderhandelen.<br />
Tenzij anders vermeld worden in dit hoofdstuk de bedragen gehanteerd<br />
zoals die golden op 1 juli 2012.<br />
AOW<br />
Steeds meer mensen werken na hun vijfenzestigste door als zelfstandige, of<br />
zetten na hun pensionering een eigen praktijk op. Stonden er in 2006 nog<br />
minder dan 42.000 ondernemers van 65 jaar en ouder ingeschreven bij het<br />
Handelsregister, vijf jaar later was dat aantal ruim verdubbeld tot 95.000.<br />
De motieven verschillen: sommigen weigeren hun ervaring weg te gooien,<br />
anderen willen eindelijk eens gaan doen wat hun hart ingeeft. En er is een<br />
groeiende groep die financieel wel moet, omdat het opgebouwde pensioen<br />
tekort schiet.<br />
Oudere starters hebben geen recht op startersaftrek en slechts op de<br />
helft van de zelfstandigenaftrek (zie pagina 199), maar verder staat hun<br />
weinig in de weg. De winst als ondernemer heeft geen consequenties voor<br />
je AOW en voor het pensioen dat je als werknemer in loondienst hebt opgebouwd,<br />
maar soms wel voor vroegpensioenuitkeringen. Vraag dit na bij je<br />
pensioenfonds of je voormalige werkgever.<br />
Bijstand<br />
Een eigen praktijk naast een uitkering krachtens de Wet Werk en Bijstand<br />
kan alleen als je werkzaamheden bescheiden van omvang zijn – in elk geval<br />
minder dan 1.225 uur per jaar, oftewel 23,5 uur per week – en als het<br />
duidelijk is dat je er (nog) niet van kunt leven. Als je meer tijd in je praktijk<br />
stopt of als je praktijk levensvatbaar is, word je verwezen naar het Besluit<br />
bijstandverlening zelfstandigen (zie pagina 310).<br />
Je kunt proberen een jaar vrijstelling te krijgen van de sollicitatieplicht,<br />
zodat je alle tijd kunt besteden aan het voorbereiden van je praktijk. De<br />
bijstandsuitkering loopt door, op voorwaarde dat je je laat begeleiden door<br />
een deskundige. Voor de kosten die je maakt bij de voorbereiding van je<br />
308
Combinatie met uitkering<br />
bedrijf kun je een renteloze lening aanvragen. Deze lening wordt omgezet<br />
in een lening mét rente zodra je echt begint als zelfstandige.<br />
In sommige steden kun je toestemming vragen voor bedrijfsmatige<br />
werkzaamheden op ‘bescheiden schaal’. Deze regeling is vooral interessant<br />
voor zelfstandigen die veel kosten maken – zoals fotografen en videomakers<br />
– omdat je de kosten dan mag verrekenen met je inkomsten. Reserveren<br />
voor belastingen en premies is niet toegestaan. Mocht de fiscus je een<br />
belastingaanslag opleggen en die niet kwijtschelden, dan verleent de sociale<br />
dienst bijzondere bijstand als je op dat moment te weinig verdient.<br />
Er bestaat geen landelijke regeling voor het op bescheiden schaal voeren<br />
van bedrijfsactiviteiten. Zo’n regeling bestaat zelfs niet meer op gemeentelijk<br />
niveau. Je zult dus op individueel niveau moeten proberen wat<br />
te regelen met je klantmanager. Vaak zijn ze gevoelig voor het argument<br />
dat een eigen beroepspraktijk de enige manier is om werkervaring op te<br />
doen. Soms wordt een minimumomzet geëist, in andere steden ontbreekt<br />
zo’n drempel. De maximale winst is meestal zo’n 6.000 euro per jaar. Soms<br />
wordt een verrekening geaccepteerd op basis van een winst- en verliesrekening<br />
op jaarbasis, anders moet je per opdracht aangeven welke kosten<br />
je daarvoor hebt gemaakt. Vooral bij algemene kosten – zoals de huur van<br />
werkruimte – levert dat problemen op.<br />
Een jaarlijkse verrekening is gunstiger. Je uitkering wordt voorlopig gekort<br />
op basis van een schatting van de winst. Daarvoor wordt de winst van<br />
het voorgaande jaar als leidraad gebruikt. Aan het einde van het jaar vindt<br />
de definitieve afrekening plaats. Alle winst wordt dan verrekend met de<br />
ontvangen bijstand.<br />
Bij incidentele hoge inkomsten geldt een andere regeling. Als je in een<br />
periode meer verdient dan de bijstandsnorm, krijg je over die maanden<br />
geen uitkering, maar het verdiende bedrag mag je houden. Het is dus gunstig<br />
als je in een korte periode veel verdient. Je moet wel aannemelijk kunnen<br />
maken dat je alleen gedurende die periode aan een opdracht hebt gewerkt.<br />
Bij incidentele hoge inkomsten wordt scherp op je eigen vermogen<br />
gelet: het maximaal toegestane vermogen voor een alleenstaande is 5.685<br />
euro.<br />
Noem je werk vooral nooit een onderneming, dat is een directe aanleiding<br />
om de bijstandsuitkering stop te zetten. Je moet je eigen vermogen<br />
309<br />
Werkzaamheden op<br />
’bescheiden schaal‘<br />
Jaarlijkse verrekening<br />
Incidentele hoge<br />
inkomsten<br />
Noem het oriëntatie,<br />
geen onderneming
Bijzondere bijstand<br />
Hoofdstuk 13<br />
dan aanspreken. Benadruk dat het gaat om incidentele opdrachten en dat<br />
je je oriënteert op de mogelijkheden om zelfstandig ondernemer te worden.<br />
(Overigens staat het je altijd vrij om je uitkering tijdelijk stop te zetten.<br />
Daarmee verspeel je je recht op bijstand niet.)<br />
Zorg voor een degelijke presentatie met een plan van activiteiten, een uitgewerkte<br />
marktbenadering, een presentatiemap, ondersteunende brieven<br />
van opdrachtgevers of fondsen. Zorg dat je altijd een goede boekhouding<br />
bijhoudt, zodat je kunt aantonen hoe hoog je kosten zijn. Het is veruit het<br />
gemakkelijkste en duidelijkste om een aparte bankrekening te gebruiken<br />
voor je zakelijke inkomsten en uitgaven. Een zelfstandige met een uitkering<br />
kan zich in principe gewoon inschrijven bij de Kamer van Koophandel<br />
en een btw-nummer aanvragen. Vraag wel om schriftelijke toestemming<br />
van je klantmanager. Wijs erop dat je de KvK-inschrijving en het btw-nummer<br />
niet in eerste plaats nodig hebt als start voor het zelfstandig ondernemerschap<br />
(anders word je naar de Bbz verwezen, zie hieronder), maar als<br />
opstap naar een baan of om maatschappelijk actief te kunnen zijn.<br />
Bbz voor starters<br />
Bbz (Besluit bijstandverlening zelfstandigen) is een bijzondere vorm van<br />
bijstand. Zowel startende zelfstandigen met een uitkering van UWV WERKbedrijf<br />
(voorheen CWI) als mensen met een werkloosheidsuitkering en<br />
gedeeltelijk arbeidsongeschikten kunnen er een beroep op doen. De regeling<br />
staat ook open voor maatschappen en vof’s, voor werknemers die op<br />
korte termijn worden bedreigd met werkloosheid en partners van werklozen.<br />
Uitgesloten zijn mensen die zelf ontslag hebben genomen. Eisen:<br />
• Je voldoet aan de ureneis van de fiscus: je moet op jaarbasis minstens<br />
1.225 uur in je zaak steken. Soms vervalt deze eis, bijvoorbeeld bij<br />
gedeeltelijk arbeidsongeschikten.<br />
• Je bent in het bezit van de benodigde vergunningen en diploma’s. Voor<br />
zelfstandigen is dat meestal geen probleem.<br />
• Je hebt weinig kans op arbeid in loondienst.<br />
• Je inkomen en vermogen liggen onder het bijstandsniveau. Ook het<br />
inkomen van de partner telt daarbij mee.<br />
310
• Je gezondheid is voldoende voor een eigen praktijk.<br />
• Je leeftijd ligt tussen de achttien en vijfenzestig.<br />
• Het bedrijf wordt in Nederland uitgeoefend.<br />
Combinatie met uitkering<br />
Een goed onderbouwd ondernemingsplan is een vereiste, het plan wordt<br />
meestal extern getoetst op levensvatbaarheid en concurrentievervalsing.<br />
Je kunt vier verschillende vormen van ondersteuning aanvragen. Ook een<br />
combinatie is mogelijk.<br />
• Een rentedragende lening voor investeringen van maximaal €34.134. De<br />
rente is acht procent en de looptijd van de lening is maximaal tien jaar,<br />
meestal korter. Je kunt pas startkapitaal aanvragen als je kunt aantonen<br />
dat je geen gewone lening of microkrediet kunt krijgen. Soms is het voldoende<br />
als je dat aannemelijk kunt maken, bijvoorbeeld als het om een<br />
klein bedrag gaat.<br />
• Starters kunnen een renteloze lening krijgen voor aanloop- en onderzoekskosten.<br />
Begeleiding door een erkende adviesinstelling is een voorwaarde.<br />
Als je daadwerkelijk van start gaat, wordt de lening rentedragend.<br />
• Een aanvullende uitkering voor levensonderhoud voor maximaal 36<br />
maanden op bijstandsniveau. Dit is een renteloze lening, die je alleen<br />
moet terugbetalen als je inkomsten gedurende de verstrekkingsperiode<br />
toereikend zijn. Daarvoor bekijkt het UWV WERKbedrijf elk half jaar hoeveel<br />
winst je maakt. De aanvraag voor deze lening kun je rechtstreeks<br />
richten tot UWV WERKbedrijf (een afwijzing van een bank is niet nodig).<br />
• Een tegemoetkoming in de begeleidingskosten. Als je net begonnen bent<br />
met een bedrijf heb je misschien behoefte aan deskundige begeleiding.<br />
In het eerste jaar na de start kan de gemeente een bedrag beschikbaar<br />
stellen voor begeleidingskosten.<br />
De behandeling van een Bbz-aanvraag duurt maximaal zes maanden.<br />
Vooral de aanvragen voor startkapitaal worden vaak afgewezen. Tijdens<br />
de behandeling van de aanvraag mag je wel voorbereidingen treffen om je<br />
onderneming op te zetten, maar je mag nog niet werken.<br />
311<br />
Levensvatbaarheid<br />
Renteloze lening<br />
Aanvullende uitkering<br />
voor 36 maanden
Maak van ondernemen<br />
geen heilig moeten<br />
Bedrijfskapitaal<br />
‘om niet’<br />
Oudere zelfstandigen<br />
Hoofdstuk 13<br />
Bbz voor gevestigde ondernemers<br />
Het Besluit bijstandverlening zelfstandigen (Bbz) staat ook open voor gevestigde<br />
ondernemers met wie het tijdelijk slecht gaat. Als richtlijn geldt dat<br />
je minimaal anderhalf jaar eigen baas bent.<br />
Ondanks de economische crisis kloppen weinig mensen voor steun aan<br />
bij UWV WERKbedrijf. Onbekendheid met de regeling speelt een rol, maar<br />
er is vaak ook een praktisch probleem. Je hebt de cijfers van de afgelopen<br />
drie jaar nodig om te laten zien hoe je bedrijf ervoor staat en om aan te<br />
tonen dat het in principe levensvatbaar is. Maar juist bij problemen blijkt<br />
de boekhouder vaak wegbezuinigd. Bovendien is er schaamte om met de<br />
billen bloot te gaan. Tegenover zichzelf kunnen veel zelfstandigen al nauwelijks<br />
toegeven hoe slecht het gaat, laat staan tegenover een ambtenaar.<br />
Dat je bedrijf economisch bestaansrecht heeft, is niet alleen een eis van<br />
UWV WERKbedrijf. Die vraag moet je ook jezelf serieus stellen. Heeft je<br />
praktijk wel een reëel perspectief? Heeft het zin om door te knokken en<br />
heb jij daar wel zin in? Waarom wil je eigenlijk verder: is dat uit positieve<br />
motieven of is het simpelweg koppigheid of trots die je ervan weerhoudt op<br />
te geven? En zou het geen opluchting zijn om ermee op te houden?<br />
Er zijn drie verschillende vormen van ondersteuning:<br />
• Een rentedragende lening voor bedrijfskapitaal tot €185.402. De rente is<br />
acht procent, de lening moet je binnen tien jaar aflossen.<br />
• Een bedrijfskapitaal ‘om niet’ van maximaal €9.270. Zelfstandigen met<br />
een duurzaam laag inkomen kunnen deze eenmalige gift aanvragen om<br />
investeringen te doen. Om in aanmerking te komen voor dit ‘bedrijfskapitaal<br />
om niet’ mag het eigen vermogen niet hoger zijn dan €178.431. Bij<br />
een eigen vermogen tussen €42.459 en €178.431 geldt de eis dat het eigen<br />
vermogen niet meer dan is dan dertig procent van het totale vermogen.<br />
• Een aanvullende uitkering van een jaar. Soms kan deze tweemaal worden<br />
verlengd. De uitkering wordt verstrekt als renteloze lening. Deze<br />
hoef je niet terug te betalen als je vermogen lager is dan €178.431.<br />
Als je 55 jaar of ouder bent en al minstens tien jaar als zelfstandige werkt,<br />
hoeft je bedrijf niet levensvatbaar te zijn om in aanmerking te komen voor<br />
312
Combinatie met uitkering<br />
Bbz. Wel moet het bruto-inkomen uit je bedrijf minimaal €7.363 bedragen<br />
en mag je geen andere manieren hebben om aan geld te komen, zoals een<br />
partner die je onderhoudt.<br />
Op basis van een schatting krijg je een aanvulling tot bijstandsniveau,<br />
na afloop van het boekjaar wordt die verrekend. Als je vermogen minder<br />
is dan €124.902, hoef je de ontvangen bijstand niet terug te betalen, daarboven<br />
wordt de uitkering omgezet in een renteloze lening. De aanvullende<br />
bijstand eindigt als je onder de inkomensgrens van €7.363 zakt of als je de<br />
aow-leeftijd bereikt.<br />
Oudere zelfstandigen kunnen soms tevens bijstand in de vorm van bedrijfskapitaal<br />
krijgen. Het maximum is €9.270, de sociale dienst bepaalt of<br />
je daarvoor in aanmerking komt. Als je vermogen lager is dan €124.902 is<br />
dit bedrijfskapitaal een gift.<br />
Als je je bedrijf binnen twaalf maanden definitief wilt beëindigen, dan kun<br />
je op basis van de Bbz een renteloze lening krijgen in de vorm van een uitkering<br />
tot bijstandsniveau. Dit kan gedurende maximaal een jaar, met een<br />
mogelijke verlenging van een jaar. Deze renteloze lening kan geheel of gedeeltelijk<br />
worden kwijtgescholden als je eigen vermogen lager is dan<br />
€178.431 of als je eigen vermogen tussen de €42.459 en €178.431 ligt en minder<br />
bedraagt dan dertig procent van het totale vermogen.<br />
Voor zelfstandigen boven de 55 jaar die binnen achttien maanden definitief<br />
met hun bedrijf willen stoppen, is er de IOAZ, de Wet Inkomensvoorziening<br />
Oudere en gedeeltelijk Arbeidsongeschikte Zelfstandigen. De naam<br />
van deze uitkering klopt eigenlijk niet meer, want sinds 2006 kunnen gedeeltelijk<br />
arbeidsongeschikte zelfstandigen er geen beroep meer op doen.<br />
Studiebeurs<br />
Sinds 2012 worden ondernemende studenten ‘niet meer bestraft’, zoals minister<br />
Verhagen het noemde: ze mogen zoveel verdienen als ze willen en<br />
hoeven hun studiebeurs niet terug te betalen. Er zit echter een flinke adder<br />
onder het gras: dat geldt alleen voor het jaar waarin je afstudeert. Alle andere<br />
jaren geldt een maximum (over 2012 is dat €13.363 en over 2013 €13.531).<br />
Wat je meer verdient, moet je terugbetalen.<br />
313<br />
Stoppen
Kosten aftrekken mag,<br />
belasting reserveren niet<br />
Reisproduct inleveren<br />
Gelijkmatige verdeling<br />
Hoofdstuk 13<br />
• Het gaat om je verzamelinkomen, daaronder valt dus ook de winst uit<br />
onderneming. Van je inkomsten als zelfstandige mag je natuurlijk wel<br />
eerst de kosten aftrekken. Geld reserveren voor de belasting is niet toegestaan.<br />
• Sinds 2010 betaal je nooit meer terug dan je aan studiefinanciering en<br />
‘studentenreisproduct’ hebt ontvangen. Heb je het gehele jaar studiefinanciering<br />
genoten en één euro te veel bijverdiend, dan betaal je dus<br />
slechts die ene euro terug. Heb je bijvoorbeeld €5.000 te veel verdiend<br />
en slechts €3.500 aan beurs en reisproduct gehad, dan betaal je slechts<br />
€3.500 terug.<br />
• In principe moet je je beurs stopzetten en je reisproduct inleveren als je<br />
te veel bijverdient. Maar bij een bedrijf is natuurlijk lastig te voorzien<br />
hoeveel je uiteindelijk in een jaar verdient. Geen probleem: je hebt tot<br />
1 juli van het jaar daarna de tijd om de beurs alsnog met terugwerkende<br />
kracht stop te zetten. Zorg dus dat je voor 1 juli beschikt over een definitieve<br />
aanslag.<br />
• Probleem bij het achteraf stopzetten van je beurs is wel dat je de toegekende<br />
studiefinanciering moet terugbetalen en een boete krijgt voor de<br />
tijd dat je ten onrechte <strong>gratis</strong> reisde (97 euro per halve maand.). Daar<br />
staat tegenover dat als je later geen diploma haalt, de eventuele schuld<br />
voor de reisvoorziening (in 2013 bijna 100 euro per maand) vervalt. Als je<br />
bang bent dat de inkomsten uit je bedrijf te hoog zullen worden, kun je<br />
het beste je studiefinanciering door laten lopen en je reisproduct stopzetten.<br />
• Als je slechts een deel van het jaar studiefinanciering hebt ontvangen,<br />
dan telt alleen het inkomen in de maanden dat je studiefinanciering had<br />
mee bij de berekening van je bijverdiensten. Bij winst uit onderneming<br />
doet de Dienst Uitvoering Onderwijs, de opvolger van Informatie Beheer<br />
Groep, alsof die gelijkmatig verdeeld is over het jaar: je netto winst wordt<br />
door twaalf gedeeld.<br />
• De terugbetaling van een studiebeurs begint twee jaar na beëindiging<br />
van de studiefinanciering, de renteteller loopt in deze aanloopfase wel<br />
gewoon door. Na vijftien jaar stopt de plicht tot terugbetaling, ook als de<br />
lening nog niet geheel is afgelost.<br />
314
Combinatie met uitkering<br />
• Het bedrag dat je maandelijks moet terugbetalen wordt bepaald door de<br />
complete schuld plus de berekende rente over de looptijd (15 jaar) te delen<br />
door het aantal maanden, dus door 15 × 12 = 180. Als je vindt dat je dat<br />
bedrag niet kunt opbrengen, kun je een draagkrachtmeting aanvragen.<br />
• Als peiljaar wordt twee jaar teruggekeken: in 2013 wordt dus 2011 als peiljaar<br />
gebruikt. Bij een bedrijf kunnen de inkomsten sterk wisselen. DUO<br />
ziet dit echter als beroepsrisico en het is niet mogelijk om bij dalende<br />
inkomsten een ander jaar op te geven. Het is dus nadelig als je peiljaar<br />
net een topjaar blijkt te zijn. Je kunt dan een met redenen omkleed verzoek<br />
indienen om een ander jaar te mogen gebruiken. Dit heet een peiljaarverlegging.<br />
• Als het tijdelijk slecht gaat met je bedrijf heb je de mogelijkheid om gedurende<br />
een of meerdere periodes niet af te lossen. Per keer moet je minimaal<br />
een aflosvrije periode van drie aaneengesloten kalendermaanden<br />
opnemen, in totaal mag je maximaal zestig aflosvrije maanden aanvragen.<br />
Dit zijn de zogenaamde jokermaanden.<br />
• Versneld aflossen mag ook, dat is gunstig want dan betaal je minder<br />
rente.<br />
WIA<br />
De arbeidsongeschiktheidswetgeving is in 2006 ingrijpend veranderd. De<br />
WIA (Wet werk en inkomen naar arbeidsvermogen) is in de plaats gekomen<br />
van de WAO (Wet op de arbeidsongeschiktheidsverzekering). De Wet reïntegratie<br />
arbeidsgehandicapten is eveneens afgeschaft. De WAO blijft nog<br />
wel bestaan voor mensen die voor 1 januari 2004 een arbeidsongeschiktheidsuitkering<br />
toegekend kregen.<br />
De WIA omvat zowel de IVA (Inkomensvoorziening voor volledig en<br />
duurzaam arbeidsongeschikten) als de WGA (uitkering in verband met<br />
Werkhervatting van gedeeltelijk arbeidsongeschikten). Ook bevat de WIA<br />
regels voor mensen die minder dan 35 procent arbeidsongeschikt zijn en<br />
geen uitkering ontvangen, maar voor wie passende vervangende arbeid gezocht<br />
moet worden.<br />
315<br />
Peiljaar<br />
Jokermaanden<br />
Arbeidsongeschiktheid
Individuele reïntegratie<br />
Kredieten<br />
Extra fiscale aftrekpost<br />
Voortzetting<br />
bestaande praktijk<br />
Hoofdstuk 13<br />
Een eigen praktijk naast een WIA-uitkering is mogelijk. Uit de reïntegratievisie<br />
(het rapport waarin je mogelijkheden staan om weer aan het werk te<br />
komen) moet blijken of het zelfstandig ondernemerschap een optie is. Je<br />
kunt voor advies en begeleiding tijdens het starttraject een beroep doen op<br />
de IRO (Individuele Reïntegratieovereenkomst). Hiervoor is een budget van<br />
5.000 euro per persoon beschikbaar.<br />
Je hoeft je uren niet bij te houden en de sollicitatieplicht wordt opgeschort.<br />
Inkomsten uit je praktijk worden verrekend met je uitkering. Je<br />
kunt een starterskrediet krijgen van maximaal €34.134, daarnaast kun je<br />
een voorbereidingskrediet krijgen. Beide leningen hebben een looptijd van<br />
maximaal tien jaar. Verder zijn er vergoedingen voor begeleiding, vervoer<br />
en aanpassingen op en rond de werkplek. Onafhankelijk advies kun je inwinnen<br />
bij de Welder Groep (voorheen Breed Platform Verzekerden en<br />
Werk), weldergroep.nl.<br />
Mensen met een WAO-uitkering die als zelfstandige te weinig verdienen,<br />
kunnen vier jaar lang een inkomenssuppletie van maximaal twintig procent<br />
krijgen. Die kun je aanvragen tot uiterlijk een halfjaar na afsluiting<br />
van het boekjaar. Deze regeling geldt niet voor WIA-uitkeringsgerechtigden.<br />
Ook de Belastingdienst heeft een faciliteit voor geheel of gedeeltelijk arbeidsongeschikten<br />
die een bedrijf beginnen. Sinds 2007 krijgen zij in het<br />
eerste jaar na de start een fiscale aftrekpost van €12.000, in het tweede jaar<br />
is dat €8.000 en in het derde jaar €4.000. Het urencriterium is voor deze<br />
groep startende ondernemers verminderd tot 800 uren (zie pagina 181).<br />
WW<br />
Met een uitkering volgens de Werkloosheidswet (WW) moet je beschikbaar<br />
zijn voor de arbeidsmarkt. Dat geldt alleen voor het aantal uren dat je die<br />
uitkering krijgt. Bij een parttime baan ben je dus ook parttime werkloos.<br />
Als je naast je baan al regelmatig werkte als zelfstandige, mag je dat blijven<br />
doen. De omvang van je zelfstandige werkzaamheden moet je bij aanvang<br />
van de werkloosheid melden bij het Uitvoeringsinstituut Werknemersverzekeringen<br />
(UWV). Het is belangrijk om al die uren op te voeren,<br />
ook de incidentele klussen. Het UWV neemt het gemiddelde over het afgelo-<br />
316
Combinatie met uitkering<br />
pen halfjaar. Dat gemiddelde aantal uren mag je als zelfstandige werken<br />
zonder dat je uitkering wordt verminderd.<br />
Als je vanuit een ww-uitkering een nieuwe praktijk wilt opzetten, begin je<br />
met de onderzoeksperiode. Je mag dan een ondernemingsplan schrijven en<br />
de markt verkennen, maar mag je nog geen productieve uren maken. Als je<br />
besluit te starten zijn er twee mogelijkheden:<br />
• Je zet je uitkering gedeeltelijk stil. Voor de uren dat je als zelfstandige aan<br />
de slag gaat krijg je geen uitkering meer. Let op: dit is een onomkeerbaar<br />
proces. Als je opgeeft dat je twintig uur per week in je zaak gaat steken<br />
en het worden er maar tien, dan heb je pech.<br />
Let er tevens op dat je alle uren opgeeft die je als zelfstandige werkt, dus<br />
ook de niet-productieve uren voor acquisitie en administratie. Als je na 1<br />
januari 2010 bent gestart hoef je de reisuren tussen je huis en je vaste<br />
werkplek niet op te geven, andere reisuren blijven wel meetellen (bijvoorbeeld<br />
naar klanten of naar wisselende werkplekken).<br />
Het UWV controleert het aantal opgegeven uren streng, bijvoorbeeld<br />
door bij de Belastingdienst te checken of je gebruikmaakt van de zelfstandigenaftrek.<br />
Als dat zo is, dan stelt het UWV dat je, uitgaande van<br />
een vijfdaagse werkweek, naast je 1.225 zelfstandige uren per jaar nog<br />
maar maximaal voor 16 uur per week een uitkering kunt krijgen. De<br />
enige verdediging die je nog zou kunnen aanvoeren is dat de Belastingdienst<br />
de reisuren naar een vaste werkplek wel meetelt en het UWV niet.<br />
Maar de reisafstand moet wel heel groot zijn om daarmee echt een verschil<br />
te rechtvaardigen.<br />
Lange tijd was de UWV-voorlichting over de opgave van het aantal uren<br />
ver onder de maat: veel startende zelfstandigen dachten dat ze alleen<br />
de declarabele uren hoefden op te geven en werden met terugwerkende<br />
kracht als fraudeur neergezet. De Nationale Ombudsman tikte het UWV<br />
hard op de vingers en de minster dwong het UWV de drieduizend klagers<br />
opnieuw te beoordelen en daarbij ‘ruimhartig’ te werk te gaan. Inmiddels<br />
is de voorlichting van het UWV op dit punt echter wel duidelijk: geef dus<br />
alle uren op.<br />
317<br />
Nieuwe praktijk<br />
Alle uren opgeven
Half jaar proberen<br />
Terug naar de WW<br />
Hoofdstuk 13<br />
• Je kiest voor een startperiode van maximaal zes maanden om de levensvatbaarheid<br />
van het bedrijf te bewijzen. Als je hiervoor toestemming<br />
krijgt van je werkcoach, mag je die hele periode opdrachten binnenhalen<br />
en uitvoeren. Je hoeft niet te solliciteren, je hoeft geen uren op te geven en<br />
inkomsten worden verrekend met je uitkering. Deze verrekening gebeurt<br />
pas na twee jaar, omdat ook wordt gekeken naar de inkomsten ná dat<br />
halve jaar. Let op: het UWV hanteert bij de verrekening een hoger inkomen<br />
dan de Belastingdienst doordat het aftrekposten als de zelfstandigheidsaftrek,<br />
de startersaftrek en de MKB-vrijstelling erbij optelt.<br />
Na de proefperiode van zes maanden kun je beslissen of je echt gaat<br />
beginnen. Als je stopt, loopt je uitkering gewoon door, er is dan niets<br />
veranderd. Als je wel start, wordt je uitkering helemaal of gedeeltelijk<br />
stopgezet. In dat laatste geval moet je je uren bijhouden, net als bij de<br />
eerste mogelijkheid.<br />
Als het zelfstandig ondernemerschap niet lukt, kun je opnieuw een beroep<br />
doen op de WW. Als je minder dan 18 maanden recht had op WW, dan kun<br />
je de uitkering hervatten als je binnen 18 maanden met je bedrijf stopt. Had<br />
je langer dan 18 maanden recht op WW, dan geldt dat aantal maanden als<br />
herlevingstermijn. Bijvoorbeeld:<br />
• Je hebt recht op twaalf maanden WW. Na twee maanden uitkering begin<br />
je een eigen bedrijf. Zes maanden later zie je dat het niks wordt. Dan krijg<br />
je opnieuw een WW-uitkering en wel voor de resterende tien maanden.<br />
• Je hebt recht op twintig maanden WW. Na zes maanden uitkering begin<br />
je voor jezelf, maar 19 maanden later stop je daar weer mee. Je kunt dan<br />
voor de resterende veertien maanden weer een WW-uitkering krijgen.<br />
• Als je in de boven beschreven situatie twee maanden later met je bedrijf<br />
zou stoppen (dus na 21 maanden), dan heb je geen recht meer op WW.<br />
318
Voorbeeld financieel plan<br />
Bezittingen<br />
Een ontwerper investeert in een snelle computer, een kleurenprinter en een<br />
scanner. De apparatuur kost €6.600 (inclusief 21 procent btw is dat €7.986). Hij<br />
gebruikt de inventaris die hij al heeft. Van zijn oma heeft hij onlangs een mooi<br />
bureau geërfd, samen met de lichtbak en de tekentafel die nog uit zijn studietijd<br />
stammen, schat hij de waarde op €6.000. Daarvan heeft hij geen btw-bonnen, dus<br />
hij kan die btw ook niet terugvorderen. Dat kan wel met de btw over de voorraad<br />
papier en materiaal die hij moet aanschaffen (€750 plus €158 btw).<br />
Hij wil een buffer van €5.000 hebben voor de eerste drie maanden<br />
levensonderhoud. Hij stuurt zijn potentiële klanten een zeefdruk van zijn logo,<br />
dit begroot hij op €400 exclusief btw. De openingsreceptie begroot hij op €200<br />
exclusief btw.
Voorbeeld financieel plan<br />
De ontwerper kwam op een investering van €20.620. Aan spaargeld en een lening<br />
van zijn broer heeft hij €8.050. Samen met de inventaris die hij inbrengt, is zijn<br />
eigen vermogen €14.050. Zijn eerste klant is bereid om hem een voorschot te geven<br />
van €2.500 op een langlopende opdracht.<br />
Voor het resterende bedrag benadert hij de bank waar hij al lang een privérekening<br />
heeft lopen. Deze vindt dat hij maar weinig zekerheid kan geven, alleen<br />
de computerapparatuur is interessant als onderpand. De bank schat de waarde<br />
daarvan bij gedwongen verkoop op eenderde. Hij kan dus een lening krijgen van<br />
€2.200 met een looptijd van twee jaar. Daarnaast kan hij een rekening-courant<br />
krijgen met een maximum van €2.000. Volgens zijn berekening heeft hij dat bedrag<br />
bijna helemaal nodig.<br />
Investeringsbegroting Financieringsplan<br />
Verbouwingen 0 Spaargeld 3.550<br />
Machines 0 Persoonlijk krediet 0<br />
Inventaris 6.000 Verhoging hypotheek 0<br />
Kantoorapparatuur 6.600 Lening bekenden 4.500<br />
Auto 0 Inbreng spullen 6.000<br />
Vaste activa 12.600 Eigen vermogen 14.050<br />
Voorraad 750 Banklening 2.200<br />
Voorfin. btw 1.670 Lening sociale dienst 0<br />
Waarborgsommen 0 Leasing 0<br />
Kas, bank 5.000 Lang vreemd vermogen 2.200<br />
Vlottende activa 7.420<br />
Rekening-courant 1.870<br />
Reclame 400 Voorschotten 2.500<br />
Opening 200 Leverancierskrediet 0<br />
Aanloopkosten 600 Kort vreemd vermogen 4.370<br />
20.620 20.620
Exploitatie<br />
Voorbeeld financieel plan<br />
Volgens een grove schatting denkt de startende ontwerper een omzet te halen<br />
van €50.000. Hij schat de bijbehorende directe kosten op vijf procent (€2.500). Zijn<br />
brutowinst is dan €47.500. De indirecte kosten begroot hij op €6.000 en daarmee<br />
komt zijn nettowinst op €41.500.<br />
Omzet 50.000<br />
Directe kosten – 2.500<br />
Brutowinst 47.500<br />
Indirecte kosten – 6.000<br />
Nettowinst 41.500<br />
De berekening van de ontwerper is erg grof. Hij maakt daarom een gedetailleerdere<br />
begroting. Eerst bekijkt hij zijn verwachte opbrengst, daarna zijn kosten.<br />
Twee opdrachten heeft hij al binnen. Voor een bedrijfsverzamelgebouw gaat<br />
hij de bewegwijzering ontwerpen voor €15.000. Dat is de klant die hem €2.500<br />
wil voorschieten. En voor een luxe meubelzaak gaat hij een reeks brochures<br />
maken voor €25.000. Verder wil hij een aantal bedrijven aanschrijven met het<br />
aanbod een huisstijl te ontwerpen. Hij biedt daarvoor een vaste offerte aan van<br />
€1.000. Van de zevenhonderd bedrijven die hij aanschrijft, hoopt hij minimaal één<br />
procent als klant te krijgen. Dat zou nog eens €7.000 omzet opleveren. Aan kleine<br />
opdrachten, bijvoorbeeld folders voor middenstanders in de buurt, visitekaartjes<br />
voor particulieren en geboortekaartjes, denkt hij zeker tien klanten te werven.<br />
Gemiddeld rekent hij voor deze klanten op €300 omzet. De totale omzet zou dan<br />
€50.000 zijn, waarvan €40.000 zeker is. Dat is viervijfde deel.<br />
Het grootste deel van zijn kosten is niet toe te wijzen aan afzonderlijke<br />
opdrachten. Alleen de presentatiekosten zijn duidelijk gerelateerd aan een klus.<br />
Hiervoor begroot de ontwerper een vast percentage van de omzet (5 procent).<br />
De vaste kosten specificeert hij zo ver mogelijk. Zijn boekhouding besteedt hij<br />
uit. Omdat hij de bonnen zelf inschrijft, kost dit maar €450. Aan telefoon en porti<br />
rekent hij €50 per maand en voor kleine kantoorbenodigdheden €250 per jaar. De<br />
totale kantoorkosten komen daarmee op €1.300 per jaar.<br />
Zijn acquisitieplan voorziet in een mailing aan zevenhonderd bedrijven. Met<br />
drukkosten erbij begroot hij dit op €600. Voor zijn werk verwacht hij 5.000 kilo-
Voorbeeld financieel plan<br />
meter per jaar te rijden met zijn privé-auto. Daarvoor mag hij 19 cent per kilometer<br />
opvoeren, in totaal €950.<br />
De rentekosten kan hij berekenen aan de hand van zijn financieringsplan. De<br />
lening van zijn broer is renteloos. Voor de banklening van €2.200 betaalt hij tien<br />
procent rente per jaar. Voor de rekening-courant rekent de bank veertien procent<br />
per jaar. In totaal betaalt hij dus €482 rente. Met een afschrijvingsschema berekent<br />
hij dat zijn afschrijvingen €2.220 bedragen.<br />
Om te kijken welk risico hij loopt, maakt de hij twee exploitatiebegrotingen:<br />
een minimale en een maximale variant. In de eerste gaat hij alleen uit van de<br />
opdrachten die hij al zeker op zak heeft. In de tweede staan alle verwachte<br />
opdrachten. In beide begrotingen hanteert hij dezelfde indirecte kosten.<br />
Afschrijvingen<br />
Bedrijfsmiddel Aanschaf Rest Termijn Per jaar<br />
Computer 4.000 0 5 800<br />
Printer 1.600 0 5 320<br />
Scanner 1.000 0 5 200<br />
Inventaris 6.000 1.500 5 900<br />
2.220
Autokosten<br />
Gegevens<br />
Aanschafprijs 5.000<br />
Afschrijvingstermijn 5<br />
Restwaarde 0<br />
Verbruik (km/liter) 13<br />
Brandstofprijs 1,95<br />
Onderhoud per km 0,05<br />
Wegenbelasting 1.200<br />
Verzekering 400<br />
Cataloguswaarde 20.000<br />
Bijtelling 25%<br />
Voorbeeld financieel plan<br />
Kilometers<br />
Privé 10.000 10.000 10.000<br />
Zaak 5.000 10.000 20.000<br />
Totaal 15.000 20.000 30.000<br />
Totale autokosten<br />
Afschrijving 1.000 1.000 1.000<br />
Wegenbelasting 1.200 1.200 1.200<br />
Verzekering 400 400 400<br />
Onderhoud en reparatie 750 1.000 1.500<br />
Brandstof 2.250 3.000 4.500<br />
Aftrekpost bij auto op zaak<br />
5.600 6.600 8.600<br />
Autokosten op zaak 5.600 6.600 8.600<br />
Af: bijtelling privégebruik –5.000 –5.000 –5.000<br />
Af: bijtelling btw over privégebruik –540 –540 –540<br />
Aftrekpost bij auto privé<br />
60 1.060 3.060<br />
Autokosten op zaak (€0,19 per<br />
zakelijke km)<br />
950 1.900 3.800<br />
Meeraftrek auto privé 890 840 740
Voorbeeld financieel plan<br />
Exploitatiebegroting<br />
Minimaal Maximaal<br />
Omzet 40.000 50.000<br />
Directe kosten (5%) – 2.000 – 2.500<br />
Brutowinst 38.000 47.500<br />
Algemeen 1.300 1.300<br />
Verkoop 600 600<br />
Reizen 950 950<br />
Rente 482 482<br />
Afschrijving 2.220 2.220<br />
Indirecte kosten – 5.552 – 5.552<br />
Nettowinst 32.448 41.948<br />
Over de berekende nettowinst moet nog belasting worden betaald. Op pagina<br />
213 en volgende zal blijken dat de ontwerper niet veel belasting hoeft te betalen.<br />
Om te beginnen heeft hij recht op de startersaftrek voor beginnende ondernemers.<br />
Daarnaast heeft hij recht op de zelfstandigenaftrek, oudedagsreserve,<br />
investeringsaftrek, MKB-vrijstelling en heffingskortingen. Daar staat tegenover dat<br />
hij ervoor kiest om zich te verzekeren voor arbeidsongeschiktheid, wat hem €4.000<br />
per jaar kost, dat bedrag is aftrekbaar.<br />
Hij berekent dat hij in de minimale variant €538 belasting moet betalen plus €877<br />
zorgpremie. Het netto besteedbaar inkomen bedraagt dan €27.033. In de maximale<br />
variant zou hij per jaar €33.047 overhouden.<br />
De ontwerper had al voor zichzelf berekend dat hij privé €2.467 per maand<br />
nodig heeft, dat is €29.600 op jaarbasis. In de minimale variant komt hij dus €2.567<br />
te kort, in de maximale variant haalt hij het echter ruimschoots. Overigens moet<br />
hij van het netto-inkomen nog wel zijn zorgverzekering betalen, die kost ook een<br />
duizend euro. Gedeeltelijk wordt dat gecompenseerd door de zorgtoeslag waar hij<br />
recht op heeft en hij besluit de gok te wagen.
Liquiditeit<br />
Voorbeeld financieel plan<br />
De ontwerper begroot zijn liquiditeit voor het minimale scenario, omdat het in dat<br />
geval wel eens krap zou kunnen worden. Op 1 januari heeft hij €5.000 aan liquide<br />
middelen, alle investeringen zijn dan gedaan en voor de klus van de bewegwijzering<br />
heeft hij €2.500 voorschot gehad. Zowel op 1 februari als op 1 juni betaalt het<br />
bedrijfsverzamelgebouw een deelfactuur van €5.000 plus €1050 btw voor het werk<br />
dat al af is. Op 1 september is de klus helemaal klaar en verstuurt de ontwerper de<br />
eindfactuur van €5.000 plus €1050 btw. Daarop vermeldt hij dat hij op 1 januari al<br />
€2.500 voorschot heeft ontvangen, hij ontvangt dus slechts €2.500 plus €1050 btw.<br />
De meubelzaak betaalt op 1 juni €12.500 plus btw en op 1 september de overige<br />
€12.500 plus btw.<br />
De directe kosten bedragen vijf procent van de omzet, daar komt nog 21 procent<br />
btw bij. In de minimale variant gaat de ontwerper ervan uit dat hij na augustus<br />
geen nieuwe klussen krijgt en vallen de directe kosten vanaf september dus weg.<br />
De indirecte kosten lopen wel door. Deze zijn gedeeltelijk belast met btw (kantoor<br />
en verkoop, beide voor 21 procent). Elke maand lost hij €170 af, daardoor neemt de<br />
rente elke maand af (de rekening-courant is hier voor het gemak opgevat als een<br />
gewone lening).<br />
Over het eerste kwartaal krijgt de ontwerper btw terug: hij heeft pas €1.050 btw<br />
ontvangen en hij heeft €1.670 voorgeschoten over de investeringen en €254 over de<br />
inkopen en indirecte kosten. De andere kwartalen moet hij wel btw afdragen. In<br />
april komt hij €1.042 rood te staan, in mei zelfs €4.279. Op basis van deze begroting<br />
gaat de ontwerper met de meubelzaak praten over verdere spreiding van de<br />
betaling. Als de meubelzaak al op 1 april betaalt komt hij niet in de rode cijfers.
Liquiditeitsbegroting<br />
Voorbeeld financieel plan<br />
jan feb mrt apr mei jun jul aug sep okt nov dec<br />
Beginsaldo 5.000 1.756 4.564 1.324 –1.042–4.279 13.661 7.006 3.77419.517 13.113 10.184<br />
Wegwijzers 6.050 6.050 3.550<br />
Brochure 15.125 15.125<br />
Directe kosten –298 –298 –298 –298 –298 –298 –298 –298<br />
Algemeen –129 –129 –129 –129 –129 –129 –129 –129 –129 –129 –129 –129<br />
Verkoop –60 –60 –60 –60 –60 –60 –60 –60 –60 –60 –60 –60<br />
Reizen –79 –79 –79 –79 –79 –79 –79 –79 –79 –79 –79 –79<br />
Rente –41 –39 –37 –36 –34 –32 –31 –29 –27 –25 –24 –22<br />
Aflossing –170 –170 –170 –170 –170 –170 –170 –170 –170 –170 –170 –170<br />
Btw-afdracht 874 –3.421 –3.473<br />
Privé-opname –2.467–2.467–2.467–2.467–2.467–2.467–2.467–2.467–2.467–2.467–2.467–2.467<br />
Eindsaldo 1.756 4.564 1.324 -1.042 -4.279 13.661 7.006 3.774 19.517 13.113 10.184 7.257
Bezetting<br />
Voorbeeld financieel plan<br />
De ontwerper had zijn omzet in de maximale variant begroot op €50.000 en hij<br />
hanteert een uurprijs van €65. Hij moet dus 50.000 : 65 = 769 declarabele uren<br />
maken. Omdat hij nog niet veel ervaring heeft denkt hij eenderde meer tijd kwijt te<br />
zijn aan de uitvoering van opdrachten. In totaal moet hij dus 1,33 × 769 = 1.023 uur<br />
aan de uitvoering van zijn opdrachten werken.<br />
Hij wil maar 42 weken per jaar werken en heeft dus 42 × 40 = 1.680 uur per jaar<br />
beschikbaar voor zijn praktijk. Zijn bezettingsgraad komt daarmee op 1.023 : 1.680<br />
= 61 procent. Dat is aan de hoge kant.<br />
Belasting<br />
De ontwerper uit hoofdstuk 6 investeerde €6.600 in apparatuur, als starter mag<br />
hij zijn afschrijvingstermijn zelf bepalen en hij kiest ervoor de helft af te schrijven<br />
in het eerste jaar. Hij heeft al jaren een vaste relatie, maar hij woont zelfstandig.<br />
Zijn particuliere arbeidsongeschiktheidsverzekering (AOV) kost €4.000 per jaar. In<br />
de minimale variant bedraagt zijn nettowinst in het eerste jaar €32.470 (zie pagina<br />
163). Hij maakt gebruik van de oudedagsreserve tot €1.000.<br />
Belastingvrijstelling<br />
Zelfstandigenaftrek 7.280<br />
Startersaftrek 2.123<br />
S&o-aftrek (‘Willie Wortel’-aftrek) 0<br />
Meewerkaftrek 0<br />
Willekeurig afschrijven 3.300<br />
Oudedagsreserve 1.000<br />
Investeringsaftrek 0<br />
Verliescompensatie 0<br />
Stakingsaftrek 0<br />
Totale belastingvrijstelling<br />
(exclusief AOV- en MKB-vrijstelling)<br />
13.703
Voorbeeld financieel plan<br />
Heffingskorting<br />
Algemene heffingskorting 2.001<br />
Arbeidskorting 1.723<br />
Combinatiekorting 0<br />
Aanvullende combinatiekorting 0<br />
Alleenstaande-ouderkorting 0<br />
Aanvullende alleenstaande-ouderkorting 0<br />
Ouderenkorting 0<br />
Alleenstaande-ouderenkorting 0<br />
Beleggingskortingen 0<br />
Totale heffingskorting 3.724<br />
Netto besteedbaar inkomen<br />
a. Nettowinst 32.448<br />
b. Belastingvrijstelling excl. MKB-vrijstelling 13.703<br />
c. Mkb-vrijstelling = (a – zelfstandigenaftrek – startersaftrek) × 0,14 3.226<br />
d. Aov-premie 4.000<br />
e. Bijtelling auto (25% nieuwwaarde) 0<br />
f. Belastbaar bedrag = a – b – c – d + e 11.519<br />
g. Belasting 1e schijf = 37 % over eerste 19.645 van f 4.262<br />
h. Belasting 2e en 3e schijf = 42 % over volgende 36.345 van f 0<br />
i. Belasting 4e schijf = 52 % over de rest van f 0<br />
j. Belasting voor heffingskorting = g + h + i 4.262<br />
k. Heffingskorting 3.724<br />
l. Belasting = j – k 538<br />
m. Zorgpremie = 0,0565 × (f + d) 877<br />
n. Totaal netto besteedbaar inkomen (a – d – l – m) 27.033
Inkomen<br />
Voorbeeld financieel plan<br />
Vervolgens berekent de ontwerper hoeveel hij privé minimaal nodig heeft. Met<br />
behulp van een berekening die losjes is gebaseerd op de indeling van het Nationaal<br />
Instituut voor Budgetvoorlichting (Nibud) becijfert hij dat zijn vaste lasten als<br />
privépersoon €1.017 per maand bedragen (huur, heffingen, energiebedrijf, telefoon,<br />
sportclub, zorgverzekering). Hij schat dat hij daarnaast elke maand €775 uitgeeft<br />
aan eten, drinken en persoonlijke verzorging. Voor vakanties, kleren en andere<br />
posten waarvoor hij geld moet reserveren begroot hij €675 per maand.<br />
Benodigd inkomen<br />
Woonlasten 700<br />
Heffingen 50<br />
Telefoon 100<br />
Verzekeringen 117<br />
Schoolkosten 0<br />
Abonnementen 50<br />
Vervoer 0<br />
Afbetalingen 0<br />
Totaal vaste lasten 1.017<br />
Inventaris 100<br />
Onderhoud huis en tuin 75<br />
Kleding en schoenen 200<br />
Niet-vergoede ziektekosten 0<br />
Vakantie/recreatie 300<br />
Totaal reserveringsuitgaven 675<br />
Voeding en versnaperingen 350<br />
Was- en schoonmaakartikelen 90<br />
Persoonlijke verzorging 115<br />
Overige huishoudgeld 220<br />
Totaal huishoudelijke uitgaven 775<br />
Totaal benodigd inkomen per maand 2.467<br />
Totaal benodigd inkomen per jaar 29.600<br />
Hoeveel heb je<br />
minimaal nodig?
Schema’s voor<br />
berekening netto<br />
besteedbaar inkomen<br />
Genoeg?<br />
Voorbeeld financieel plan<br />
Per jaar bedraagt zijn tekort in de minimale variant dus €29.600 minus €27.033 is<br />
€2.567. In de maximale variant houdt hij netto €33.047 over, dat is ruim voldoende<br />
om van te leven (een surplus van €3.447).<br />
Hij kan het schema ook gebruiken om uit te rekenen hoeveel nettowinst hij<br />
moet maken om precies genoeg over te houden. Daarvoor vult hij het schema<br />
simpelweg andersom in (zie pagina 13). Zo komt hij op een nettowinst van<br />
€36.500 uit, daarbij hoort een omzet van bijna €44.300.<br />
Rekenschema’s<br />
Alle rekenschema’s staan ook op zzp-freelancen.nl. Achtereenvolgens zijn<br />
dat:<br />
1 Investeringsbegroting/financieringsplan.<br />
2 Afschrijvingen.<br />
3 Autokosten.<br />
4 Exploitatiebegroting.<br />
5 Liquiditeitsbegroting.<br />
6 Bezettingsgraad.<br />
7 Belastingvrijstelling.<br />
8 Heffingskorting.<br />
9 Netto besteedbaar inkomen.<br />
10 Benodigd inkomen.<br />
Deze schema’s hangen nauw samen en je kunt ze op verschillende manieren<br />
gebruiken. Je kunt beginnen aan de kant van de omzet en berekenen<br />
hoeveel je dan netto overhoudt, maar je kunt ook andersom werken: vanuit<br />
het bedrag dat je netto nodig hebt, berekenen hoeveel je moet omzetten.<br />
Van omzet naar netto inkomen<br />
Vermenigvuldig je tarief met het aantal declarabele uren en je weet hoe<br />
groot je omzet is. Deze omzet is het begin van je exploitatiebegroting (4).<br />
Om de nettowinst te bepalen moet je van de omzet de kosten aftrekken,<br />
onder andere de afschrijvingen (2), de zakelijke autokosten (3) en de rente
Voorbeeld financieel plan<br />
die je betaalt over je leningen. Deze rente kun je afleiden uit het financieringsplan<br />
(1). De berekende omzet heeft gevolgen voor het verloop van je<br />
liquiditeit (5) en voor je bezettingsgraad (6).<br />
Om te weten hoeveel je de overheid verschuldigd bent, bereken je eerst<br />
de belastingvrijstelling (7) en heffingskorting (8). Beide mag je aftrekken<br />
om je netto besteedbaar inkomen te bepalen (9). Vergelijk dat bedrag met<br />
het inkomen dat je nodig hebt om al je uitgaven te dekken (10) en stel je de<br />
vraag: is je omzet wel hoog genoeg?<br />
Van benodigd inkomen naar omzet<br />
Bereken hoeveel inkomen je netto nodig hebt (10) en hoe groot je belastingvrijstelling<br />
(7) en heffingskorting (8) zijn. Door schema (9) ‘achterstevoren’<br />
te gebruiken kun je nu bepalen hoe groot de nettowinst moet zijn. Schat<br />
eerst grofweg tussen welke twee bedragen de nettowinst moet liggen, bijvoorbeeld<br />
met stappen van een paar duizend euro. Voor beide bedragen<br />
bereken je met (9) het netto besteedbaar inkomen. Vervolgens verklein je<br />
de marge waartussen de winst moet liggen, et cetera. Het komt in deze fase<br />
niet op vijftig euro aan.<br />
Ook schema (4) gebruik je nu andersom: tel bij de berekende nettowinst<br />
de kosten op, onder andere de afschrijvingen (2), de zakelijke autokosten<br />
(3) en de rente over je leningen, die je afleidt uit het financieringsplan (1).<br />
Bovenaan de exploitatiebegroting (4) verschijnt de omzet die hoort bij het<br />
benodigde inkomen.<br />
Deel de omzet door je tarief en je weet hoeveel declarabele uren je moet<br />
maken. Stel je nu de vraag: is dat haalbaar? Het gaat er niet alleen om of je<br />
zoveel uren kunt verkopen, maar ook of de daarmee samenhangende bezettingsgraad<br />
(6) reëel is. Omdat de omzet niet altijd regelmatig binnenkomt,<br />
kun je voor de zekerheid ook nog de liquiditeit begroten (5).<br />
Startende zelfstandigen hebben soms de neiging om bij voorbaat uit te<br />
gaan van een inkomen op bijstandsniveau. Een betere doelstelling is het<br />
nettoloon dat je zou eisen als je zou solliciteren naar een vergelijkbare baan<br />
(zie pagina 69). Uiteraard blijft de vraag of de berekende omzet dit ondernemersloon<br />
mogelijk maakt.<br />
Haalbaar<br />
Ondernemersloon
Voorbeeld financieel plan<br />
Je kunt tot de conclusie komen dat je praktijk maar in een deel van je<br />
inkomsten kan voorzien en dat je daarnaast een deeltijdbaan nodig hebt<br />
(zie pagina 48). Een baan naast een eigen praktijk kost natuurlijk tijd.<br />
Je bezettingsgraad moet dat wel toelaten. Ook een uitkering kan voor een<br />
tijdelijke aanvulling op je inkomen zorgen (zie pagina 307).
Auteursrecht<br />
Adressen<br />
Benelux-Bureau voor de Intellectuele Eigendom<br />
Wettelijke registratie van tekeningen, modellen en merken in de Benelux<br />
Bordewijklaan 15 ◆ 2591 XR Den Haag ◆ (070) 349 11 11 ◆ www.boip.int<br />
Buma/Stemra<br />
Auteursrecht van muzikanten: openbaar maken (Buma) en verveelvoudigen<br />
(Stemra)<br />
Siriusdreef 22-28 ◆ Postbus 3080 ◆ 2130 KB Hoofddorp ◆ (023) 799 79 99<br />
◆ www.bumastemra.nl<br />
Octrooicentrum Nederland<br />
Prinses Beatrixlaan 2 ◆ Postbus 10366 ◆ 2501 HJ Den Haag ◆<br />
(088) 602 96 00 ◆ www.agentschap.nl/octrooicentrum<br />
Stichting Lira<br />
Inning en verdeling van auteurs- en aanverwante rechten voor schrijvers,<br />
vertalers en journalisten<br />
Kruisweg 793-795 ◆ Postbus 3060 ◆ 2130 KB Hoofddorp ◆ (023) 870 02 02 ◆<br />
www.lira.nl<br />
Pictoright<br />
Auteursrechtenorganisatie voor ontwerpers, illustratoren, fotografen,<br />
kunstenaars en architecten<br />
Sarphatistraat 606-608 ◆ Postbus 15887 ◆ 1001 NJ Amsterdam ◆ (020)<br />
589 18 40 ◆ www.pictoright.nl<br />
335
Adressen<br />
Belangen<br />
Alternatief Voor Vakbond (avv)<br />
Postbus 607 ◆ 3500 ap Utrecht ◆ www.avv.nu<br />
Federatie van Kunstenaarsverenigingen<br />
Aangesloten zijn onder andere verenigingen voor beeldend<br />
kunstenaars, fotografen, interieurarchitecten, kunstdocenten, musici,<br />
muziekinstrumentenmakers, ontwerpers, schrijvers en toneelspelers<br />
Piet Heinkade 5 ◆ 1019 BR Amsterdam ◆ (020) 519 18 46 ◆ www.fvkv.nl<br />
Fnv Zelfstandigen<br />
Varrolaan 100 ◆ Postbus 85400 ◆ 3508 AK Utrecht ◆ (088) 099 70 10 ◆<br />
www.fnv.nl/zelfstandigen ◆ www.fnvzzp.nl<br />
Platform Zelfstandige Ondernemers (PZO)<br />
Bezuidenhoutseweg 12 ◆ Postbus 93002 ◆ 2509 AA Den Haag ◆ (070)<br />
349 02 33 ◆ www.pzo.nl<br />
Stichting Belangenorganisatie Zelfstandigen Zonder Personeel (SBO ZZP)<br />
Michelangelostraat 14 ◆ 3066 NM Rotterdam ◆ (010) 251 98 28 ◆<br />
www.sbozzp.nl<br />
Vereniging van Zelfstandigen zonder Personeel (vzzp)<br />
Postbus 72 ◆ 3755 ZH Eemnes ◆ (035) 531 47 51 ◆ www.vzzp.nl<br />
Geld<br />
AgentschapNL (voorheen SenterNovem)<br />
Aanvraagformulieren voor s&o-aftrek<br />
Hanzelaan 310 ◆ 8017 JK Zwolle ◆ (088) 602 35 54 ◆<br />
www.agentschapnl.nl/wbso<br />
Belastingtelefoon voor ondernemers<br />
0800 0543 (<strong>gratis</strong>) ◆ www.belastingdienst.nl ◆ www.toeslagen.nl<br />
Belastingdienst<br />
Verklaring arbeidsrelatie (VAR)<br />
Postbus 418 ◆ 9700 AK Groningen ◆ www.belastingdienst.nl<br />
336
Nederlandse Bond voor Pensioenbelangen (nbp)<br />
Scheveningseweg 7 ◆ 2517 KS Den Haag ◆ (070) 360 19 21 ◆<br />
www.pensioenbelangen.nl<br />
Nederlandse Vereniging van Incasso-ondernemingen (nvi)<br />
Postbus 279 ◆ 1400 AG Bussum ◆ (035) 699 42 10 ◆ www.nvio.nl<br />
Adressen<br />
Stichting Suikeroom<br />
Participaties voor niet-westerse allochtonen<br />
WG-Plein 385 ◆ 1054 SG Amsterdam ◆ (020) 670 71 32 ◆ www.suikeroom.org<br />
Qredits<br />
Microkrediet voor starters en gevestigde ondernemers<br />
Wierdensestraat 27 ◆ Postbus 302 ◆ 7600 AH Almelo ◆ 0900-7733487<br />
(€0,55 per gesprek) ◆ www.qredits.nl<br />
Uitvoeringsinstituut Werknemersverzekering (UWV)<br />
(0900) 92 94 ◆ www.uwv.nl<br />
Vereniging van Bedrijfstakpensioenfondsen<br />
Prinses Margrietplantsoen 90 ◆ Postbus 93158 ◆ 2509 AD Den Haag ◆<br />
(070) 76 20 220 ◆ www.vb.nl<br />
Regels & cijfers<br />
Antwoordvoorbedrijven.nl/zzp<br />
Doorverwijspagina van de overheid met de belangrijkste links voor zzp’ers<br />
Centraal Bureau voor de Statistiek (CBS)<br />
Henri Faasdreef 312 ◆ Postbus 24500 ◆ 2490 HA Den Haag ◆ (070) 337 38 00<br />
CBS-weg 11 ◆ Postbus 4481 ◆ 6401 CZ Heerlen ◆ (045) 570 60 00 ◆<br />
www.cbs.nl<br />
Eim bv<br />
Branchegegevens en marktinformatie, MKB en ondernemerschap<br />
Bredewater 26 ◆ Postbus 7001 ◆ 2701 AA Zoetermeer ◆ (079) 322 22 00 ◆<br />
www.eim.panteia.nl<br />
337
Adressen<br />
KennisRing<br />
Informatie over werk, inkomen, gezondheid, zorg en welzijn<br />
www.socialezekerheid.nl<br />
Koninklijke Notariële Beroepsorganisatie<br />
Spui 184 ◆ Postbus 16020 ◆ 2500 BA Den Haag ◆ (070) 330 71 11 ◆<br />
www.notaris.nl<br />
Ondernemerschap.nl<br />
Kennissite MKB en ondernemerschap<br />
Overheid.nl<br />
Regels, wetten, vergunningen en nog veel meer<br />
Sociale Verzekeringsbank (SVB)<br />
Informatie over AOW, ANW en kinderbijslag; tevens vrijwillige premiebetaling<br />
AOW bij verblijf in buitenland<br />
Postbus 1100 ◆ 1180 BH Amstelveen ◆ (020) 656 56 56 ◆ www.svb.nl<br />
Syntens<br />
Achttien regionale centra, geven voorlichting en advies over technologische<br />
kennis<br />
Kelvinbaan 42 ◆ Postbus 1300 ◆ 3430 BN Nieuwegein ◆ (088) 444 04 44 ◆<br />
www.syntens.nl<br />
Vereniging van Kamers van Koophandel<br />
Watermolenlaan 1 ◆ Postbus 191 ◆ 3440 AD Woerden ◆ (0348) 42 69 11 ◆<br />
www.kvk.nl<br />
Verzekerenvoorzelfstandigen.nl<br />
Onafhankelijke site met informatie over de<br />
arbeidsongeschiktheidsverzekering (AOV)<br />
Welder Groep (voorheen Breed Platform Verzekerden en Werk)<br />
Onafhankelijk kenniscentrum over werk, uitkeringen en verzekeringen in<br />
relatie tot gezondheid en handicap.<br />
Koningin Wilhelminalaan 5 ◆ Postbus 2758 ◆ 3500 GT Utrecht ◆ advieslijn:<br />
0900 480 03 00 (werkdagen van 12 tot 17 uur, 30 cent per minuut) ◆<br />
www.weldergroep.nl<br />
338
Literatuur<br />
Auteursrecht<br />
• Auteursrecht in hoofdlijnen, N. van Lingen, Wolters-Noordhoff, 2007<br />
• Bescherming van de intellectuele eigendom, P.G.F.A. Geerts, Kluwer, 2009<br />
Belasting<br />
• BV!? Waarom, wanneer, E.P.J. Wasch, Kluwer, 2009<br />
• Elsevier Belasting Almanak, Reed Business Information, 2013<br />
• Fiscale Wijzer DGA 2007, Reed Business, 2010<br />
• Fiscale Wijzer Vrije Beroepen – Het handboek voor de ZPP’er, Dick de<br />
Ruiter, Reed Business, 2009<br />
• Handboek ondernemen, Belastingdienst, 2013 (<strong>gratis</strong>). Het complete<br />
starterspakket is ook te downloaden op Belastingdienst.nl<br />
• Kluwer Belastinggids 2013, Kluwer, 2013<br />
Financiën<br />
• Bedrijfsadministratie, M.P. Steenwinkel, Pearson Education, 2005<br />
• Beleggen voor Dummies, M. Kanis, Pearson Education, 2007<br />
• Boekhouden voor iedereen, C. Buitenhuis, Academic Service, 2007<br />
339
Literatuur<br />
• Fondsenboek – Officiële publicatie van de Vereniging van Fondsen in<br />
Nederland, Walburgpers, 2013. Elk halfjaar verschijnt een update op cd<br />
• Financieel management voor de niet financiële manager – NCOI,<br />
M. Nijman, <strong>Uitgeverij</strong> het Spectrum, 2010<br />
• Geldboek voor ondernemers – Een onderneming en uw privé-geldzaken,<br />
Ministerie van Economische Zaken, 2010 (<strong>gratis</strong>)<br />
• Geld & Gezin – Complete financiële vraagbaak, Erica Verdegaal, Bert<br />
Bakker, 2006<br />
• Jij en je geld – Ontdek je financiële persoonlijkheid, J. Stav, Business<br />
Contact, 2007<br />
Marketing<br />
• Scoren op inhuurmarktplaatsen – Handleiding voor zelfstandig<br />
ondernemers, Mark Bassie, FNV Zelfstandigen, 2011<br />
• Alles over verkopen – Gouden tips voor elke verkoper, Richte Lommert,<br />
2007<br />
• Calimeromarketing 2.0 – De nieuwe marketingfilosofie voor kleine<br />
ondernemers, freelancers en zzp’ers, Karen Romme, Freeman Media bv,<br />
2009<br />
• Invloed – De zes geheimen van het overtuigen, Robert Cialdini, Academic<br />
Service, 2009<br />
• Hoe LinkedIn nu ECHT gebruiken, Jan Vermeiren, Networking Coach,<br />
2009<br />
• Guerilla Marketing in 30 Days, Jay Conrad Levinson, Entrepreneur Press,<br />
2005<br />
• Guerrillamarketing – Nieuwe sluiproutes naar het hart van je klant, Cor<br />
Hospes, <strong>Uitgeverij</strong> Haystack, 2007<br />
• No Budget Marketing – Het slimme alternatief voor het vinden en binden<br />
van klanten, Jos Burgers, Sdu Uitgevers, 2006<br />
• Zakelijk twitteren voor beginners, Carlijn Postma, Haystack, 2010<br />
340
Ondernemen<br />
• Argumentenkaart Eigen Baas, De Argumentenfabriek, 2008<br />
• Ondernemerswijzer Online – Vraagbaak voor ondernemers in het<br />
mkb, onder redactie van A.M.P. Janssen , B.H.J. de Regt en P.F. van<br />
Oosten-de Boer, Sdu Uitgevers<br />
Literatuur<br />
• Een werkweek van 4 uur – leid een rijk leven zonder veel te doen, Timothy<br />
Ferriss, Forum, 2009<br />
• Eigen baas – Kort & Krachtig, Tijs van den Boomen, <strong>Uitgeverij</strong><br />
<strong>Nieuwezijds</strong>, 2010<br />
• Kollege Ich – Die Kunst allein zu arbeiten, Gudrun Sonnenberg, Pendo<br />
Verlag, 2005<br />
Praktisch<br />
• Slimmer werken met het kantoor in je tas – Complete gids voor de nomad<br />
worker, Gerald Essers, Academic Service, 2010<br />
• De Google Code – Stop met zoeken. Begin met vinden, Henk van Ess,<br />
Pearson Education Benelux bv, 2010<br />
• Getting things done – Prettig en efficiënt werken zonder stress, David<br />
Allen, Academic Service, 2007<br />
• Coach jezelf naar succes – 101 tips van een persoonlijke coach om je doelen<br />
te bereiken, thuis en op je werk, Talane Miedaner, <strong>Uitgeverij</strong> Maarten<br />
Muntinga, 2010<br />
• De essentie van netwerken, Ria de Jong, Sdu Uitgevers, 2006<br />
• De tijd van uw leven – Time management, Ron Witjas, <strong>Uitgeverij</strong> Thema,<br />
2004<br />
• Dromen, durven, doen – Het managen van de lastigste persoon op aarde:<br />
jezelf, Ben Tiggelaar, <strong>Uitgeverij</strong> het Spectrum, 2010<br />
• Excellent onderhandelen – Een praktische gids voor het best mogelijke<br />
resultaat in iedere onderhandeling, Roger Fisher, W. Ury, & B. Patton,<br />
Business Contact, 2007<br />
• FREE – Hoe het nieuwe Gratis de markt radicaal verandert, Chris<br />
Anderson, Nieuw Amsterdam Uitgevers, 2009<br />
341
Literatuur<br />
• Mindmappen – Voor een beter geheugen en creatiever denken, Tony<br />
Buzan & B. Buzan, Pearson Education, 2010<br />
• Orde op zaken – Alles wat je moet weten om georganiseerd te werken met<br />
een opgeruimd humeur!, Geerhard Bolte, <strong>Uitgeverij</strong> Haystack, 2007<br />
• Snellezen – Verhoog uw leessnelheid tot meer dan duizend woorden per<br />
minuut, Tony Buzan, Tirion Uitgevers, 2008<br />
• Succesvolle offertes, handleiding bij het schrijven van offertes en<br />
projectvoorstellen, Ron Plattel, Academic Service, 2007<br />
342
A<br />
Aanbiedingsbrief 132<br />
Aanbod formuleren 52<br />
Aandelen 246<br />
Aanloopkosten 151<br />
Aanmaning 168, 213<br />
Aanmerkelijk belang 284<br />
Aanslag 210<br />
Aansprakelijkheid 274<br />
Aansprakelijkheidsverzekering 253<br />
Acquisitie 83, 122<br />
Acquisitiefraude 252<br />
Actiegericht marktonderzoek 17, 54,<br />
102<br />
Afschrijven 147, 149, 163<br />
Aftrekposten 198<br />
AIDA 115<br />
Andersomeconomie 64<br />
AOW 198, 308<br />
Arbeidskorting 207<br />
Arbeidsongeschiktheidsverzekering<br />
204, 235<br />
Arbitrage 253<br />
Arbowetgeving 292<br />
Auteursrecht 82, 136, 331<br />
Auto van de zaak 221<br />
Index<br />
B<br />
Balans 256<br />
Bankspaarhypotheek 250<br />
Banksparen 250<br />
Bedrijfscoöperatie 289<br />
Bedrijfsverzamelgebouw 75<br />
Begroting 146<br />
Beherend vennoot 282<br />
Belastbaar inkomen 197<br />
Belastingaangifte 210, 256<br />
Bemiddelen bij een opdracht 62<br />
Benchmarking 52<br />
Bereikbaarheid 291<br />
Beroepsaansprakelijkheidsverzekering<br />
254<br />
Besluit bijstandverlening zelfstandigen<br />
(Bbz) 158, 236, 310<br />
Bestelauto 225<br />
Betalingstermijn 125<br />
Bevallingsverlof 183<br />
Bezettingsgraad 171<br />
Bijstand 236, 308<br />
Bijtelling auto 223<br />
Bindend advies 252<br />
Boekenonderzoek 261<br />
Boekhouder 270<br />
Boekhoudprogramma 268<br />
343
Index<br />
Boxen 195<br />
BPM 222<br />
Briefing 119<br />
Briefpapier 82<br />
Broodfonds 239<br />
Btw 188<br />
Btw-administratie 192, 257<br />
Btw-nummer 192, 210<br />
Btw-tarief 189<br />
Buitenlandse klussen 191, 198<br />
Burn-out 296<br />
Bv 180, 284<br />
C<br />
Cash cows 60<br />
Cashflow 146, 164<br />
Commanditaire vennootschap<br />
(cv) 282, 283<br />
Concurrentiebeding 49, 125, 135, 280<br />
Conflicten over betaling 167<br />
Contract 132<br />
Coöperatieve vereniging 289<br />
Coworking 76<br />
Crediteuren 259<br />
Credits 138<br />
Crowdfunding 154<br />
D<br />
Debiteuren 259<br />
Declarabele uren 170<br />
Definitieve aanslag 211<br />
Demotie 47<br />
Depositogarantiestelsel 245<br />
Desinvesteringsbijtelling 333<br />
Detacheringsbureau 37, 179<br />
Digitaal visitekaartje 81<br />
Directe kosten 161<br />
Doelen 42<br />
Doelgroepen 53<br />
Doorverwijzen 62<br />
Drie p’s 92, 326<br />
344<br />
Dubbel boekhouden 268<br />
Duizenddingendoekje 325<br />
Durfkapitaal 154, 247<br />
E<br />
E101-verklaring 198<br />
E-book 72, 140<br />
Eenmanszaak 276<br />
Eigen huis 247<br />
Eigen verklaring 176<br />
Eigen vermogen 152, 153<br />
E-lancers 36<br />
Elektronisch factureren 266<br />
Elevator pitch 58<br />
E-mail 85, 111<br />
E-mailadres 79, 98, 295<br />
Email Charter 111<br />
Ervaring 37<br />
Evaluatiegesprek 63<br />
Exploitatiebegroting 146, 160<br />
Exploitatierecht 137<br />
F<br />
Facebook 87<br />
Factor voor onervarenheid 171<br />
Factuur 264<br />
Faillissement 154, 169, 170, 274<br />
Faseren 164<br />
Fast companies 330<br />
Fictief dienstverband 176, 185<br />
Fiets van de zaak 229<br />
Financieel jaarverslag 256<br />
Financieringsplan 152, 159<br />
Fiscaal partnerschap 208<br />
Flex-bv 286<br />
Flexkantoor 75<br />
Flexwet 187, 329<br />
Freelancecontract 134<br />
Free publicity 98
G<br />
Gebruikelijkheidstoets 281<br />
Gebruikelijkloonregeling 285<br />
Geefwet 153<br />
Geheimhoudingsverklaring 142<br />
Gelijkgestelden 187<br />
Gemengde kosten 263<br />
Globalisering 35<br />
Goodwill 332<br />
Gratis 71, 122<br />
Grijs kenteken 225<br />
Guerilla marketing 91<br />
H<br />
Heffingskorting 206<br />
Herlevingstermijn 318<br />
Huisstijl 80<br />
Huwelijkse voorwaarden 142, 277, 282<br />
Hypotheek 153, 247<br />
I<br />
Incassobureau 168<br />
Indirecte kosten 161<br />
Inflatie 69, 324<br />
Inkomstenbelasting 196<br />
Inkomsten en uitgaven 146<br />
Innovatiefonds MKB+ 155<br />
Inspanningsverbintenis 133<br />
Inventarisverzekering 254<br />
Investeringsaftrek 203<br />
Investeringsbegroting 149<br />
J<br />
Jaarruimte 249<br />
K<br />
Kamer van Koophandel 276<br />
Kantoorapparatuur 293<br />
Killing fee 125<br />
Kinderopvang 301<br />
Kleine Ondernemingsregeling<br />
(KOR) 194<br />
Koopsompolis 249<br />
Kort vreemd vermogen 158<br />
Kosten en opbrengsten 146<br />
Kostenmaatschap 278<br />
Koude uitsluiting 143<br />
L<br />
Lang vreemd vermogen 156<br />
Leasing 158<br />
Levenscyclus 60<br />
Levensverzekering 251<br />
Leverancierskrediet 159<br />
Leveringsvoorwaarden 128<br />
Licentie 138<br />
Lifehacking 297<br />
Lijfrente 248<br />
LinkedIn 87<br />
Liquide middelen 146, 166<br />
Liquiditeitsproblemen 165<br />
Loonbelastingsysteem 186<br />
M<br />
Maatschap 277<br />
Mailing 111<br />
Management-bv 284<br />
Man/vrouw-firma 201, 281<br />
Marketinginstrumenten 55, 89<br />
Marktafbakening 52<br />
Marktonderzoek 54, 102<br />
Meerwerk 127, 252<br />
Meewerkaftrek 200<br />
Melkkoe 60<br />
Microkrediet 157<br />
Middeling 212<br />
MKB-vrijstelling 202<br />
Modeldepot 141<br />
Molestverzekering 254<br />
Mond-tot-mondreclame 94<br />
Index<br />
345
Index<br />
N<br />
Naam 78<br />
Naamsvermelding 137<br />
Nacalculatie 69, 128<br />
Naheffingen 211<br />
Natuurlijk persoon 273, 283<br />
Nederlandse Mededingingsautoriteit<br />
(NMa) 64<br />
Nee verkopen 61<br />
Negatieve kas 260<br />
Netto besteedbaar inkomen 213<br />
Nettowinst 161, 196<br />
Netwerken 84, 107, 329<br />
Niche 53<br />
O<br />
Obligaties 246<br />
Offerte 121<br />
Omzet 161, 323<br />
Onderhandelen 130<br />
Ondernemersaftrek 202<br />
Ondernemerskwaliteiten 39<br />
Ondernemersloon 157, 165<br />
Onkosten 204, 263, 267<br />
Ontbinden 126, 133<br />
Opbrengsten en kosten 146<br />
Opting-in 187<br />
Opvolgend werkgever 328<br />
Oudedagsreserve 202, 333<br />
Oudere zelfstandigen 46, 308, 313, 325<br />
Overheidsmarktplaats 95<br />
Overlijden 244, 332<br />
Overlijdensrisicoverzekering 251<br />
P<br />
Payroll 185<br />
Pensioen 248<br />
afkopen 242<br />
Pensioenregister 242<br />
Personal assistent 327<br />
Persoonlijke financiële planning 241<br />
346<br />
Persoonlijkheidsrecht 137<br />
Plagiaat 139<br />
Poen, pret en prestige 92, 326<br />
Postbus 76<br />
Post corporate society 37<br />
Presentatie 58<br />
Prijsconcurrentie 65<br />
Prijsopgave 121<br />
Printprijsregeling 189<br />
Privé-auto 221<br />
Provider 104, 295<br />
R<br />
Raamovereenkomst 134<br />
Rariteitenbesluit 187<br />
Rechtsbijstandverzekering 252<br />
Rechtsvorm 273<br />
Reclame 84, 102, 137<br />
Reiskosten 222<br />
Rekening-courantkrediet 158<br />
Reserveren 219<br />
Resultaatsverbintenis 133<br />
Rittenregistratie 225, 226<br />
Royalty’s 68, 126, 176<br />
RSI 304<br />
S<br />
Samenwerken 76, 277, 278, 329<br />
Schadevergoeding 133, 134<br />
Second opinion 134<br />
Segmentering 53<br />
S&o-aftrek (‘Willie Wortel’-aftrek) 199<br />
Spaarrekening 245<br />
Spamverbod 112<br />
Sponsored link 102<br />
Stakingsaftrek 204, 332<br />
Stars 60<br />
Startersaftrek 199<br />
Startfase 41<br />
Stichting 288<br />
Stoppen 331
Studiebeurs 313<br />
SWOT-analyse 320<br />
T<br />
Taakstelling 164<br />
Telefoneren 115, 302<br />
TenderNed 95<br />
Termijndeposito 245<br />
Thuiswerken 73<br />
Timemanagement 296<br />
Toerekenbaar tekortschieten 133<br />
Toeslagen 197, 235, 303<br />
Twitter 106<br />
U<br />
Uitgaven en inkomsten 146<br />
Uitkering, praktijk starten met 307<br />
Uitstel van betaling 213<br />
Unique Selling Point (USP) 77, 91<br />
Urenadministratie 128, 324<br />
Uurtarief 64, 127, 131, 171<br />
V<br />
Vangnetverzekering 238<br />
VAR (Verklaring arbeidsrelatie) 174<br />
Vaste activa 149<br />
Vennootschap onder firma (vof) 280,<br />
283<br />
Vereenvoudigde factuur 267<br />
Verliescompensatie 204<br />
Verlonen 185<br />
Vermogensrendementsheffing 154, 196<br />
Vermogenstoets 211, 237<br />
Verrekenbeding 143<br />
Verzamelinkomen 197<br />
Vier P’s 56<br />
Visitekaartje 80<br />
Vlottende activa 150<br />
Volksverzekeringen 233<br />
Voorbelasting 188<br />
Voorlopige aanslagen 212<br />
Voorschot 68, 125, 159, 165, 193<br />
Vooruit ontvangen betalingen 159<br />
Vreemd vermogen 156, 158<br />
W<br />
Wanbetalers 167<br />
Wanprestatie 133<br />
Website 59, 100<br />
Werknemersverzekeringen 234<br />
Werkruimte 73, 219<br />
Wet van Olvarit 93<br />
WIA 315<br />
Willekeurig afschrijven 202<br />
Winst 160, 196<br />
Winstsysteem 186<br />
WW 180, 316<br />
Z<br />
Zakelijke kas 257<br />
Zelfstandigenaftrek 199<br />
Zelfstandigheid 174<br />
Ziektekostenverzekering 234<br />
Zorgpremie 197, 219<br />
Zwangerschap 240<br />
Zwangerschapsverlof 183<br />
Zwart geld 261<br />
Index<br />
347
Over de auteur<br />
‘Een zelfstandige moet zijn eigen nieuwsgierigheid volgen, niet die van zijn<br />
opdrachtgevers.’<br />
Tijs van den Boomen (1960) studeerde bedrijfskunde aan de Technische<br />
Universiteit Eindhoven. Als zelfstandig adviseur begeleidde hij startende<br />
en gevestigde ondernemers, sinds 1993 werkt hij als journalist voor onder<br />
andere NRC Handelsblad, Intermediair, De Groene Amsterdammer en Spiegel<br />
Online.<br />
Met Geert-Jan Bron stelde hij in 2004 Wij zijn goed samen, een overlevingsgids<br />
voor freelancejournalisten. In 2007 publiceerde hij Eigen baas,<br />
van dit boek is inmiddels een uitgebreide en herziene editie verschenen.<br />
Behalve over ondernemen schrijft Van den Boomen over openbare ruimte,<br />
het domein dat zich uitstrekt van snelwegen tot shopping malls en van<br />
rotondes tot restgebieden, het territorium van weglopertjes, wegenbouwers<br />
en winkelende vrouwen. Hiervan getuigen onder andere zijn publicaties<br />
Asfaltreizen, Het land van Lely, De vierkante meter en De Mobiele stad.<br />
www.tijsvandenboomen.nl<br />
www.allesoverfreelancen.nl
Uitgegeven door: <strong>Uitgeverij</strong> <strong>Nieuwezijds</strong>, Amsterdam<br />
Fiscale adviezen: Jeep van Laar, De Bilt<br />
Check ondernemerschap: Robert van Deursen, Haarlem<br />
Omslagontwerp: Studio Jan de Boer, Amsterdam<br />
Zetwerk: Holland Graphics, Amsterdam<br />
© 1996, 1997, 1998, 2000 Tijs van den Boomen<br />
© 2002, 2003, 2004, 2006, 2008 Tijs van den Boomen, Wilma van Hoeflaken<br />
© 2010, 2011, 2012, 2013 Tijs van den Boomen<br />
ISBN 978 90 5712 377 1<br />
NUR 780<br />
Bij de productie van dit boek is gebruikgemaakt van pa-<br />
pier dat het keurmerk van de Forest Stewardship Council<br />
(FSC) mag dragen. Bij dit papier is het zeker dat de productie<br />
niet tot bosvernietiging heeft geleid.<br />
Niets uit deze uitgave mag worden verveelvoudigd en/of openbaar gemaakt door<br />
middel van druk, fotokopie, microfilm, geluidsband, elektronisch of op welke andere<br />
wijze ook en evenmin in een retrieval system worden opgeslagen zonder voorafgaande<br />
schriftelijke toestemming van de uitgever.<br />
Hoewel dit boek met veel zorg is samengesteld, aanvaarden schrijver noch uitgever<br />
enige aansprakelijkheid voor schade ontstaan door eventuele fouten en/of onvolkomenheden<br />
in dit boek.