Interview met prof. dr. Ad Masclee, leider van researchlijn 2 - NUTRIM
Interview met prof. dr. Ad Masclee, leider van researchlijn 2 - NUTRIM
Interview met prof. dr. Ad Masclee, leider van researchlijn 2 - NUTRIM
Create successful ePaper yourself
Turn your PDF publications into a flip-book with our unique Google optimized e-Paper software.
Prof. <strong>dr</strong>. <strong>Ad</strong> <strong>Masclee</strong>, onderzoekslijn 2<br />
“Nutrim is voor ons een visitekaartje”<br />
Onderzoekslijn 2 (Gut-liver homeostasis) is de jongste <strong>van</strong> de vier Nutrim-lijnen. “We<br />
zijn het kleintje”, zegt onderzoeks<strong>leider</strong> <strong>prof</strong>. <strong>dr</strong>. <strong>Ad</strong> <strong>Masclee</strong> gekscherend over de<br />
groep, die in 2008 geformeerd werd. De plannen en ambities voor de komende jaren<br />
zijn echter groots. “Ik ben wel eens ‘jaloers’ op universitaire collega’s die naast<br />
onderzoek en onderwijs geen patiëntenzorg hoeven te doen”, zegt de Maag-, Darm-,<br />
Leverarts. “Het is een eeuwige strijd hoe wij clinici onze tijd het beste verdelen.<br />
Tegelijkertijd zou ik de patiëntenzorg niet willen missen. Het inspireert en motiveert je<br />
tot nieuwe onderzoeksvragen. Uiteindelijk moet al ons onderzoek de patiënt ten goede<br />
komen.”<br />
In onderzoekslijn 2 is alle onderzoek naar het functioneren <strong>van</strong> de lever en het<br />
maagdarmkanaal gebundeld. Welke rol spelen de darmmicrobiota bij het ontstaan <strong>van</strong><br />
ziekten in de darm maar ook daarbuiten, zoals luchtwegaandoeningen? Hoe kun je de<br />
afweer <strong>van</strong> de darm manipuleren via het zenuwstelsel? Hoe kun je vetstapeling in de lever<br />
op een patiëntvriendelijke manier vaststellen en behandelen?<br />
“Over die laatste: de belangrijkste leverziekte <strong>van</strong> dit moment is ontsteking door vetstapeling<br />
in de lever. Daar heeft naar schattig wel 10-15 % <strong>van</strong> de mensen <strong>met</strong> overgewicht last <strong>van</strong>.<br />
Het kan op termijn leiden tot chronische leverziekten en littekenvorming, dus dat willen we<br />
graag tijdig opsporen en behandelen. We zoeken naar patiëntvriendelijke <strong>met</strong>hoden om<br />
leververvetting op te sporen en natuurlijk naar behandelingsvormen. Al denk ik dat<br />
verandering <strong>van</strong> lifestyle de belangrijkste hulpmiddelen blijven om die ziekte te behandelen.”<br />
Voor dit onderzoek wil <strong>Masclee</strong> graag <strong>met</strong> onderzoekslijn 1 (<strong>met</strong>abool syn<strong>dr</strong>oom)<br />
samenwerken.<br />
Vetrijke voeding<br />
Een ander onderzoeksveld is de neuroimmunologie: de interactie tussen het centrale<br />
zenuwstelsel, het zenuwstelsel in de darm en de afweer. Zo kan de afweer <strong>van</strong> de darm via<br />
het zenuwstelsel beïnvloed worden. “Via vetrijke voeding blijk je de grote buikzenuw, de<br />
nervus vagus, te kunnen stimuleren en via deze weg cellen betrokken bij afweer en<br />
ontsteking. Dat bleek vorig jaar uit promotieonderzoek binnen de groep <strong>van</strong> <strong>prof</strong>. Wim<br />
Buurman. Zo blijk je een ontsteking in het maagdarmkanaal te kunnen activeren of remmen.<br />
Dat is ongelofelijk interessant.<br />
Verder kijken we naar de signaalfunctie in de darm. Een heleboel klachten in de darm treden<br />
op na het eten. Bij patiënten <strong>met</strong> een overgevoelige darm is die signaalfunctie verscherpt<br />
afgesteld. We kijken bijvoorbeeld of bepaalde voedingstoffen die serotonine vrijmaken, die<br />
signaalfunctie kunnen versterken of juist remmen.” En binnen het Top Institute Food and<br />
Nutrition (TIFN) werkt lijn 2 bijvoorbeeld aan een groot onderzoek naar de invloed <strong>van</strong><br />
voedings- en genotmiddelen en <strong>van</strong> zuurstoftekort op darmfunctie (signaalfunctie,<br />
doorlaatbaarheid) en darmschade.<br />
<strong>Masclee</strong> ziet in de toekomst graag (nog) meer accent op voedingsaspecten bij darm- en<br />
leveraandoeningen. “Nutrim heeft naam en aanzien als voedingsinstituut, dus ik vind dat we<br />
ons klinisch onderzoek meer in dat licht moeten zetten. Wij horen echt bij Nutrim, dat is een<br />
visitekaartje voor ons.”<br />
Uniek cohort<br />
Een <strong>van</strong> de krachten <strong>van</strong> de groep is een bijzondere patiëntenpopulatie: het IBD-Zuid-<br />
Limburg cohort. IBD staat voor “chronische darmontstekingen”. Hierin zijn alle <strong>dr</strong>ieduizend<br />
patiënten <strong>met</strong> IBD uit Zuid-Limburg opgenomen, zowel de complexe als de eenvoudige<br />
gevallen; een op de populatie gebaseerd cohort. De komende twee jaar investeert<br />
onderzoekslijn 2 in het vervolmaken <strong>van</strong> dit cohort, door bloed, DNA, ontlasting en<br />
darmweefsel te verzamelen. “Een heleboel groepen in de wereld hebben die gegevens<br />
verzameld bij patiënten <strong>met</strong> IBD, maar dat zijn vaak patiënten die naar een academisch<br />
ziekenhuis verwezen worden, dus een geselecteerde topreferente populatie. Wij hebben alle<br />
patiënten uit een bevolkingsgroep <strong>van</strong> 600.000, dat is uniek in West-Europa. In de toekomst,
als het cohort compleet is, kunnen tal <strong>van</strong> andere onderzoeksgroepen hier gebruik <strong>van</strong><br />
maken. Wellicht zijn ook farmaceutische of voedingsindustrieën geïnteresseerd om<br />
bijvoorbeeld te kijken hoe geneesmiddelen of voedingsinterventies werken op die populatie.<br />
Dat biedt mogelijkheden voor valorisatie.”<br />
De eigen onderzoeksvragen die <strong>Masclee</strong> en collega’s bijvoorbeeld willen beantwoorden zijn:<br />
Hoe toon je aan of de darmziekte <strong>van</strong> een patiënt actief is? “Tot nu toe moeten we daarvoor<br />
steeds een invasief darmonderzoek doen, de endoscopie, maar liever zou je de<br />
ziekteactiviteit opsporen in een monster bloed of ontlasting. Dit onderzoek naar noninvasieve<br />
markers ontwikelen we samen samen <strong>met</strong> lijn 4. Afgelopen maand hebben we een<br />
eerste veelbelovende studie bij IBD-patiënten afgerond.<br />
Ook zijn we in lijn 2 geïnteresseerd in de bacteriën in de darm, de microbiota. In hoeverre<br />
leidt een veranderde samenstelling <strong>van</strong> die microbiota tot een veranderde afweer en<br />
misschien darmontsteking of ziekte? Dat doen we in samenwerking <strong>met</strong> de afdeling<br />
microbiologie uit het MUMC, maar ook <strong>met</strong> de groep <strong>van</strong> <strong>prof</strong>. de Vos <strong>van</strong> de Universiteit<br />
Wageningen.”<br />
Missie<br />
Wetenschappelijk onderzoek is voor <strong>Masclee</strong> onlosmakelijk verbonden <strong>met</strong> patiëntenzorg.<br />
“Ik ben er voorstander <strong>van</strong> dat ook basaal onderzoek nog meer wordt gekoppeld aan<br />
belangrijke klinische vraagstellingen. Dat zie ik als de missie, die we <strong>met</strong> alle onderzoekers<br />
uit lijn 2 dienen uit te <strong>dr</strong>agen. Door bijvoorbeeld assistenten in opleiding (AIO’s) bij zowel<br />
klinische als meer basale onderzoeksgroepen aan te stellen. Daarmee breng je die twee<br />
werelden dichter bij elkaar. Juist die interactie, waardoor we de klinische en basale expertise<br />
goed kunnen benutten, is onze kracht. De komende jaren moeten we groeien: zorgen voor<br />
goede onderzoeksoutput. Liefst niet te veel thema’s, maar focussen en dan de diepte<br />
ingaan.”<br />
Knelpunt daarbij is voor de clinici de vele taken die ze naast elkaar moeten uitoefenen. “We<br />
worden steeds meer opgeslokt door de patiëntenzorg. Daarnaast moeten we zorgen voor<br />
kwalitatief goed en hoogstaand onderzoek en ook nog onderwijs geven. Dat is en blijft een<br />
strijd. Hoe garanderen we op de langere termijn dat clinici nog onderzoek kunnen blijven<br />
doen ? Ik ben daarom wel eens jaloers op universitaire collega’s die geen patiëntenzorg<br />
hebben.”<br />
Tegelijkertijd zou hij de patiëntenzorg niet willen missen. “Ik koos al tijdens mijn studie voor<br />
dit vak, omdat het het theoretische <strong>van</strong> de internist combineert <strong>met</strong> het praktische <strong>van</strong> de<br />
chirurg. Achteraf beschouw ik de tijd voor ik hoogleraar werd als een luxe tijd. Ik kon me nog<br />
op één ding richten. Nu moet ik vooral zorgen dat anderen die mogelijkheid krijgen.”