TRAMADOL HCl RETARD 50/100/150/200 mg - Meda Pharma

Symptomen van het serotoninesyndroom zijn: verwardheid, rusteloosheid, koorts, zweten, coördinatiestoornis (ataxie),
verhoging van de reflexen (hyperreflexie), ongecontroleerde spiersamentrekkingen (myoclonia) en diarree. Beëindiging
van het gebruik van de middelen die op dezelfde basis als tramadol hun werking uitoefenen, geeft een snelle verbetering.
Carbamazepine (een middel dat wordt gebruikt bij epilepsie) kan de werking van Tramadol HCl retard verminderen of verkorten.
Voorzichtigheid is geboden bij gelijktijdig gebruik van tramadol en cumarine-derivaten (bijvoorbeeld warfarine, dit is een
antistollingsmiddel).
De combinatie van bepaalde pijnstillers (zoals buprenorfine, nalbufine en pentazocine) en tramadol wordt ontraden, aangezien
het theoretisch mogelijk is dat de pijnstillende werking van tramadol wordt verminderd.
Voedsel heeft geen effect op de werking van Tramadol HCl retard.
Hoe moet u Tramadol HCl retard innemen en welke dosering moet u nemen?
Zoals voor alle pijnstillers geldt, moet de dosering van Tramadol HCl retard worden aangepast aan de ernst van uw pijn.
Uw arts zal u voorschrijven hoeveel en wanneer u de capsules moet innemen. In het algemeen neemt u de capsules iedere
12 uur, bijvoorbeeld ‘s ochtends en ‘s avonds op ongeveer hetzelfde tijdstip. De capsules moeten in zijn geheel met
vloeistof doorgeslikt worden en kunnen onafhankelijk van de maaltijd worden ingenomen. Hoeveel capsules u moet nemen
zal uw arts bepalen. Let er wel op dat u ze niet vaker dan één maal per 12 uur inneemt.
Volwassenen en kinderen ouder dan 12 jaar
De begindosering is meestal 50-100 mg, tweemaal per dag, ‘s morgens en ‘s avonds. De dosering kan geleidelijk verhoogd
worden naar 150-200 mg, tweemaal per dag afhankelijk van de ernst van de pijn. Normaal is de maximale dagdosis
400 mg. In bepaalde omstandigheden kan de dagdosis meer dan 400 mg zijn.
Patiënten die moeilijkheden hebben met slikken
Als u moeite heeft met slikken, dan kan uw dokter u adviseren de capsules te openen
Open de capsules boven een lepel door heel voorzichtig aan de uiteinden te trekken en te draaien. Breng alle pellets (de
kleine bolletjes) over op de lepel en slik de pellets door (de pellets mogen niet gekauwd worden). Spoel de mond met water.
Zorg ervoor dat er geen pellets achterblijven in de mond.
Wat moet u doen als u een dosering vergeten bent?
Als u een dosering vergeten bent, neem deze dan op het moment dat u er aan denkt. Neem de volgende dosering 12 uur
later (er ontstaat dus een nieuw doseringstijdstip).´
Raadpleeg bij twijfel uw arts of apotheker.
Wat moet u doen bij een overdosering?
In het geval van of bij het vermoeden van een overdosering, moet onmiddellijk een arts gewaarschuwd te worden.
Verschijnselen die wijzen op overdosering zijn: braken, kleine pupillen, sufheid, stuipen, verminderde ademhaling en verlaagde
bloeddruk met flauwvallen en coma, soms verminderde ademhaling.
Welke bijwerkingen kunnen optreden?
Behalve de gewenste effecten kan een geneesmiddel ook enige ongewenste reacties (bijwerkingen) veroorzaken.
De meest voorkomende bijwerkingen zijn misselijkheid en duizeligheid. Beide komen voor bij meer dan 10% van de
patiënten.
Aandoeningen van het immuunsysteem
• Zelden (0,01-0,1%): allergische reacties (bijvoorbeeld: moeizame ademhaling, kortademigheid, hijgen, plotselinge en
plaatselijke vochtophopingen), ernstige huidreacties
Voedings-en stofwisselingsstoornissen
• Zelden (0,01-0,1%): veranderingen van de eetlust
Psychische stoornissen
• Zelden (0,01-0,1%): Diverse psychische bijwerkingen kunnen optreden, die wat betreft sterke en soort van persoon tot
persoon (al naar gelang persoonlijkheid en duur van de medicatie) kunnen variëren. Daaronder vallen stemmingsveranderingen
(meestal vrolijke stemming, soms neerslachtigheid), veranderingen in de activiteit (meestal vermindering,
soms stijging) en veranderingen van begrips-en waarnemingsvermogen (bijvoorbeeld vermogen om beslissingen te
nemen, waarnemingsstoornissen), hallucinaties, verwarring, slaapstoornissen, nachtmerries.
Langdurig gebruik van tramadol kan leiden tot afhankelijkheid. Symptomen welke optreden bij ontwenning kunnen zijn:
agigatie, angst, zenuwachtigheid, slapeloosheid, bewegingsdrift, trillen, maagdarmverschijnselen.
Aandoeningen van het zenuwstelsel
• Zeer vaak (>10%): duizeligheid
• Vaak (1-10%): hoofdpijn, slaperigheid
• Zelden (0,01-0,1%): stuipen van epileptische aard. Stuipen van epileptische aard treden voornamelijk op na toediening
van een hoge dosis tramadol of bij het gelijktijdig gebruik van geneesmiddelen die de aanvalsdrempel voor stuipen
verlagen, of die zelf stuipen van epileptische aard veroorzaken (zoals antidepressiva en anti-psychotica).
Kriebelingen, jeuk of tintelingen zonder dat daar aanleiding voor is (paresthesie) en trillen.
• Zeer zelden (