AUTOMOBIEL - ECMD
AUTOMOBIEL - ECMD
AUTOMOBIEL - ECMD
You also want an ePaper? Increase the reach of your titles
YUMPU automatically turns print PDFs into web optimized ePapers that Google loves.
De nieuwe Steinbuch<br />
DE<br />
<strong>AUTOMOBIEL</strong><br />
handboek voor auto bezitters,<br />
monteurs en technici<br />
onder eindredactie en coördinatie van<br />
drs. ing. G. P. A. Mom<br />
cluster elektro<br />
deel 8<br />
DE ELEKTRISCHE<br />
INSTALLATIE<br />
H. de Boer<br />
Th. Dobbelaar<br />
G.Mom<br />
Kluwer Voertuigtechniek - Deventer
CIP-GEGEVENS KONINKLIJKE BIBLIOTHEEK, DEN HAAG<br />
Automobiel<br />
De automobiel: handboek voor autobezitters, monteurs en technici / onder eindred. en<br />
coördinatie van G. P. A. Mom. - Deventer [etc.]: Kluwer Technische Boeken. - (De nieuwe<br />
Steinbuch)<br />
Cluster elektro<br />
Dl. 8: De elektrische installatie / H. de Boer, Th. Dobbelaar, G. Mom / [redactionele<br />
begeleiding E. J. Schukking]' - lil.<br />
Met lit. opg., reg.<br />
ISBN 90-201-1825-0<br />
SISO 657.77 UDC 621.31:629.11 UGl 650<br />
Trefw.: elektrische installaties motorvoertuigen / elektriciteitsleer / autotechniek.<br />
Aan deel 8, DE ELEKTRISCHE INSTALLATIE, werkten mee:<br />
H. H. de Boer, Apeldoorn: hoofdstuk 2,6, 7, 8<br />
Th. Dobbelaar, Eindhoven: hoofdstuk 3,4, 5, 9<br />
G. P.A. Mom, Nijmegen: hoofdstuk 1,2,6,8<br />
Omslagtekening: Wim Niessink<br />
Algehele coördinatie en eindredactie: G. P. A. Mom<br />
Redactionele begeleiding: E. J. Schukking<br />
ISBN 90201 18250<br />
D/1986/0108/159<br />
NUGI 832/834<br />
(Ç) 1986 Kluwer BedrijfsInformatie - Deventer<br />
Ie druk 1986<br />
5e oplage 1994<br />
De redactie van Kluwer Technische Boeken heeft veel zorg gewijd aan de samenstelling van<br />
de tekst. Een fout in deze uitgave is echter niet uitgesloten. Kluwer Technische Boeken B.V.<br />
aanvaardt geen aansprakelijkheid voor eventuele fouten.<br />
Niets uit deze uitgave mag worden verveelvoudigd en/of openbaar gemaakt door middel van<br />
druk, fotokopie, microfilm of op welke andere wijze ook, zonder voorafgaande schriftelijke<br />
toestemming van Kluwer Technische Boeken B.V.<br />
No part of this book may be reproduced in any form, by print, photoprint, microfilm or any<br />
other means without written permission from the publisher.
DE NIEUWE STEINBUCH<br />
Toen Kluwer Technische Boeken BV in 1983 besloot, het handboek STEINBUCH,<br />
DE <strong>AUTOMOBIEL</strong> op een geheel nieuwe leest te schoeien en mij verzocht, deze<br />
taak als eindredacteur en coördinator uit te voeren, bestond de 'bijbel van de<br />
autotechniek' al meer dan zestig jaar. In deze periode hebben vele duizenden, in en<br />
buiten de Nederlandse autobranche, hun eerste autotechnische kennis geput uit<br />
'STEINBUCH', op school of, na het werk, door zelfstudie ..<br />
In 1922 gestart als een tweedelige uitgave (Motor en Auto) van de hand van G. F.<br />
Steinbuch, was DE <strong>AUTOMOBIEL</strong> al snel het toonaangevende Nederlandse<br />
handboek van de garagepraktijk en het lager en middelbaar technisch onderwijs<br />
geworden.<br />
Na de oorlog werd de bewerking overgenomen door ir. G.J. Tonkes en J.S. Buyze,<br />
beiden aan de toenmalige Autotechnische School te Apeldoorn verbonden. Toen<br />
ook werd een derde deel (Elektro) aan het handboek toegevoegd.<br />
Vanaf het eind van de jaren zestig heeft de heer Buyze de gigantische taak van de<br />
voortdurende bijwerking alleen op zich genomen, waaraan hij al zijn vrije uren<br />
opofferde. Na zijn pensionering had hij er een dagtaak aan. Op 6 oktober 1983<br />
overleed de heer Buyze, nadat hij er in meer dan dertigjaar voor gezorgd had dat zijn<br />
naam en die van STEINBUCH voor vele oud-MTS'ers, monteurs en talloze anderen<br />
in de autobranche, synoniem waren geworden.<br />
De beslissing om STEINBUCH geheel opnieuw op te zetten, werd iRgegeven door<br />
drie overwegingen.<br />
Ten eerste hadden de gedurende zestigjaar van druk tot druk uitgevoerde bewerkingen<br />
de serie er niet overzichtelijker op gemaakt.<br />
Verder zijn de ontwikkelingen in de autotechniek van de laatste tien jaar zeer snel<br />
gegaan, terwijl ook de gevarieerdheid van in de auto toegepaste technieken is<br />
toegenomen. Een overzicht over alle specialisaties kan door één bewerker steeds<br />
moeilijker worden opgebracht. In de loop der jaren werden dan ook steeds meer<br />
gespecialiseerde gastschrijvers aangetrokken.<br />
Ten slotte was het wel duidelijk, dat een NIEUWE STEINBUCH, wilde zij alle<br />
moderne aspecten van de auto behandelen, moest worden uitgebreid, ook al konden<br />
vele verouderde onderwerpen uit de inhoudsopgave worden afgevoerd, eenvoudig<br />
omdat ze niet meer in de auto van nu voorkomen. De in één deelaspect van de auto<br />
geïnteresseerde lezer zou zo gedwongen worden, een wel zeer prijzig boekwerk aan<br />
te schaffen, waarin hij (of zij) slechts enkele hoofdstukken van zijn gading zou<br />
vinden.<br />
5
Het idee van een tiendelige NIEUWE STEINBUCH was daarmee geboren. Het<br />
werd voorgelegd aan een selectie van publicisten en praktijkdeskundigen op het<br />
gebied van de autotechniek, die daarna in redactie- en beoordelingscommissies<br />
zitting namen, waardoor het standaardwerkkarakter van de nieuwe serie gewaarborgd<br />
werd. Tevens werd een algemeen coördinator aangetrokken, die o.a. tot taak<br />
kreeg een aantal deskundigen te verzoeken, als auteur aan de nieuwe opzet bij te<br />
dragen.<br />
Het van de grond af aan opbouwen van een nieuw handboek bood tevens de<br />
mogelijkheid, een verregaande uniformiteit in het niveau van de verschillende delen<br />
door te voeren, terwijl dit niveau ook iets werd opgetrokken. In principe wordt van<br />
de lezer geen voorkennis verwacht, maar het 'eindniveau' ligt op het peil van het<br />
middelbaar technisch onderwijs. De leesbaarheid staat echter voorop: STEIN-<br />
BUCH blijft een leesboek, geen rekenboek.<br />
In het algemeen wordt in de gehele STEINBUCH-serie het principe gehanteerd, dat<br />
geen nieuw begrip wordt ingevoerd zonder een gelijktijdige uitleg. Dit streven heeft<br />
natuurlijk zijn grenzen: een zekere, zij het minimale voorkennis van enkele elementaire<br />
wiskundige bewerkingen wordt aanwezig verondersteld, zoals het isoleren van<br />
een term uit een vergelijking, de wetenschap dat lip identiek is met p - I, en meer van<br />
dergelijke basisprincipes. Een andere aanpak zou de serie al snel uit haar voegen<br />
doen groeien.<br />
Toch is ernaar gestreefd, consequent de uitleg een hogere prioriteit te geven dan het<br />
rekenen. Hoofdzaak blijft het begrip van de samenhang der dingen, en omdat<br />
'begrijpen' nu eenmaal niet hetzelfde is als 'rekenen' moet soms uit plaatsoverwegingen<br />
een keuze vóór het eerste en tegen het laatste worden gemaakt. Overeenkomstig<br />
de algemene opzet van de serie, namelijk dat na lezing van STEINBUCH de auto als<br />
gebruiksvoorwerp 'doorzichtig' en hanteerbaar moet zijn geworden, zijn alleen<br />
formules opgenomen, indien en voorzover zij een samenvatting van de gegeven<br />
uitleg vormen.<br />
Aan nog een andere belangrijke pijler van de zestigjarige STEINBUCH werd niets<br />
gewijzigd: STEINBUCH blijft een praktijk boek, waarin overigens de theorie niet<br />
wordt geschuwd, voorzover zij voor het begrijpen van die praktijk noodzakelijk<br />
wordt geacht. Maar de concrete auto als gebruiksvoorwerp blijft het uitgangspunt<br />
van de gehele serie.<br />
Om de hanteerbaarheid van een tiendelige STEINBUCH als naslagwerk te garanderen<br />
is tevens een verregaande uniformering in de opzet van elk deel doorgevoerd.<br />
Elk deel begint met een historische inleiding op het betreffende onderwerp. Daarna<br />
volgt steeds een theoriehoofdstuk, waarin de basisprincipes uiteengezet worden.<br />
Vervolgens wordt het onderwerp in zijn verschillende onderdelen in hoofdstukken<br />
behandeld, zoveel mogelijk gesplitst in 'principes' en 'uitvoeringsvormen'. Elk van<br />
deze 'praktische hoofdstukken' eindigt met een paragraaf over storingen, diagnose<br />
en testapparatuur van het betreffende onderdeel. Elk deel wordt afgesloten met een<br />
hoofdstuk over algemene diagnose en testapparatuur, dat tevens als 'ingang' dienst<br />
doet voor de storingsparagrafen van de afzonderlijke hoofdstukken.<br />
Ook namens de overige medewerkers aan het project, die ik hierbij van harte dank<br />
voor hun inzet en samenwerking, spreek ik ten slotte de hoop en verwachting uit, dat<br />
6
de NIEUWE STEINBUCH opnieuw het toonaangevende handboek van de Nederlandstalige<br />
markt wordt: een naslagwerk met encyclopedische én onderwijskundige<br />
trekken, bruikbaar zowel in het technisch onderwijs en de autobranche, als voor de<br />
technisch geïnteresseerde leek, die in deze serie alle belangrijke begrippen en onderdelen<br />
behandeld vindt die hij in de omgang met zijn auto kan tegenkomen.<br />
Nijmegen, juli 1985 G.P.A. Mom<br />
Bij de tweede oplage van de eerste druk<br />
De verheugend grote belangstelling voor de nieuwe Steinbuch-serie, tot Ultmg<br />
komend in het betrekkelijk snel uitverkocht raken van dit achtste deel, maakte een<br />
bijdruk noodzakelijk, waarin slechts de belangrijkste zet- en andere fouten konden<br />
worden gecorrigeerd.<br />
Daardoor kan deze tweede oplage in het onderwijs zonder problemen naast de<br />
eerste gebruikt worden.<br />
Nijmegen, april 1987 G.P.A.Mom<br />
Bij de derde oplage van de eerste druk<br />
Verschillende aandachtige lezers wezen mij op fouten in de tekst en de tekeningen,<br />
waarvoor mijn hartelijke dank. Op de correcties van deze en enkele andere onvolkomenheden<br />
na is deze oplage verder gelijk aan de vorige.<br />
Gent, april 1990 G.P.A.Mom<br />
7
Woord vooraf bij<br />
DE ELEKTRISCHE<br />
INSTALLATIE<br />
DE ELEKTRISCHE INSTALLATIE vormt samen met deel 9, ELEKTRONICA<br />
IN DE AUTO, de cluster ELEKTRO van de nieuwe STEINBUCH-serie.<br />
Het wordt steeds moeilijker, een strikte scheiding vol te houden tussen de klassieke<br />
auto-elektriciteit en de moderne elektronica. Veel van de conventionele elektrische<br />
apparatuur is al vele jaren van elektronische componenten voorzien; anderzijds<br />
komt de uitleg van veel elektronische schakelingen al snel in de lucht te hangen als<br />
niet de apparatuur, waarvan ze de werking regelen, bij de uitleg wordt betrokken.<br />
Toch valt de indeling in een elektriciteits- en een elektronicadeel op vele gronden te<br />
rechtvaardigen.<br />
Daar is op de eerste plaats de traditie van het onderwijs, dat beide onderwerpen als<br />
min of meer gescheiden vakgebieden behandelt, niet in de laatste plaats omdat de<br />
benadering, theoretisch en praktisch, zo verschillend is.<br />
Verder is er in de autotechniek de laatste jaren niets zo razendsnel geëvolueerd als de<br />
elektronica. Dat alleen al rechtvaardigt opname in een apart deel, dat dan betrekkelijk<br />
gemakkelijk aan nieuwe ontwikkelingen kan worden aangepast.<br />
En ten slotte is er wel degelijk ook een karakterverschil tussen beide vakgebieden: de<br />
auto-elektriciteit houdt zich bezig met de conventionele elektro-mechanische componenten,<br />
die alle een rechtstreekse, praktische toepassing zijn van de negentiendeeeuwse<br />
elektriciteitsleer: magnetisme, inductie, lading, en de krachtwerking ervan.<br />
De meeste van deze componenten bestaan langer dan de auto en het is de<br />
mechanisch-elektrische verfijning ervan die ze voor de auto geschikt heeft gemaakt.<br />
De elektronica daarentegen, zeker in de vorm van halfgeleiders en IC's, is een naoorlogs<br />
verschijnsel. Er komt in het algemeen geen mechanica aan te pas.<br />
Het is niet goed mogelijk, een waterdichte definitie van het vakgebied Elektronica te<br />
geven. Gaat men uit van de praktische omschrijving, dat zij het transport van<br />
elektrische energie in gassen, vacuüm en halfgeleiders behandelt, dan komt ook in<br />
dit deel de elektronica ruimschoots aan bod.<br />
Om toch een werkbaar indelingscriterium voor de onderwerpen van de delen 8 en 9<br />
te hebben, verengen we de definitie tot de 'regel- en schakelelektronica', want tot dit<br />
gebied beperkt zich de toepassing van de auto-elektronica grotendeels.<br />
'Elektrische machines' tegenover 'schakelelektronica', dat is dus grof gezegd het<br />
onderscheid tussen de delen 8 en 9.<br />
Maar een absolute scheiding is, we zeiden het al, niet vol te houden. Steeds meer<br />
dringen elektronische componenten in de elektrische apparatuur door (spanningsregeling,<br />
ontsteking, knipperlichtinstallatie, instrumentenbord). Vandaar dat ook in<br />
8<br />
I<br />
J
dit deel enige aandacht aan de basisprincipes van de halfgeleidertechniek wordt<br />
besteed, maar alleen voorzover dit onmisbaar is voor een goed begrip van de<br />
hoofdzaak: de elektrische apparatuur. Deel 9 blijft als een zelfstandig deel te<br />
gebruiken.<br />
De nieuwe opzet van STEINBUCH maakt het mogelijk, een aantal traditionele<br />
onderwerpen, die echter niet meer in de moderne auto voorkomen, radicaal naar de<br />
geschiedenis te verwijzen. Daartoe behoren de gelijkstroomdynamo en de magneetontsteking.<br />
Ook een aantal onderdelen, die men vergeefs zal zoeken in de personenauto,<br />
moesten vervallen, zoals de vliegwieldynamo en de serieparallelschakelaar.<br />
Bedrijfswagentoepassingen, ook de elektrotechnische, treft men immers aan in deel<br />
10 van deze serie.<br />
Door deze nieuwe verdeling van de stof komt er in dit deel meer ruimte voor een<br />
vollediger behandeling van de elektrische hulpapparatuur (hoofdstuk 7), waarover<br />
tot nu toe nauwelijks voor een breed publiek bereikbare informatie beschikbaar<br />
was.<br />
Nieuw is ook de historische plaatsbepaling van de auto-elektriciteit (hoofdstuk I),<br />
waarvoor uitgebreid literatuuronderzoek werd verricht.<br />
In hoofdstuk 2 wordt de elektriciteitsleer uiteengezet; doel is, basiskennis aan te<br />
reiken die voor het begrijpen van de werkingsprincipes van de elektrische componenten<br />
noodzakelijk is.<br />
De opzet van hoofdstuk 2 is zodanig, dat het enerzijds als een introductie in de<br />
elektriciteitsleer kan worden gelezen, en anderzijds voor diegenen die op de hoogte<br />
zijn van de hier geboden basiskennis kan dienst doen als een naslaghoofdstuk voor<br />
definities en formules.<br />
Het register is dan ook zo samengesteld, dat de lezer die hoofdstuk 2 wenst over te<br />
slaan, deze definities gemakkelijk en snel kan terugzoeken.<br />
Voor bepaalde basisbegrippen uit andere vakgebieden (zoals moment, de relatie<br />
tussen snelheid en afgelegde weg, tussen koppel en cirkelfrequentie) is ervan uitgegaan,<br />
dat de lezer in andere, toekomstig te verschijnen delen van deze serie te rade<br />
gaat.<br />
De hoofdstukken 3 tot en met 8 behandelen vervolgens de conventionele elektrische<br />
systemen. Volledig elektronische componenten, zoals sommige ontstekingssystemen,<br />
komen in deel 9 aan de orde.<br />
Elk van deze hoofdstukken is voorzover mogelijk identiek opgebouwd: eerst de<br />
principes, waarbij wordt aangesloten op de theorie van hoofdstuk 2, vervolgens de<br />
concrete uitvoeringsvormen. Hierbij is een zo representatief mogelijke keuze gemaakt<br />
uit de heden ten dage op de markt zijnde apparatuur voor 'eerste montage',<br />
d.w.z. de apparatuur die in de fabriek in de auto wordt gemonteerd.<br />
Elk hoofdstuk wordt door een paragraaf over storingen en diagnose afgesloten. De<br />
hierbij genoemde testapparatuur (ankertesters, bougietesters, enz.) wordt zo behandeld,<br />
dat men ermee kan werken. Hun interne werking, zoals voor de draaispoelmeter<br />
en de oscilloscoop in hoofdstuk 9 wel behandeld, komt dus niet aan de orde.<br />
De belangrijkste universele meetapparatuur en diagnosesystemen komen ten slotte<br />
apart aan bod in hoofdstuk 9.<br />
Het spreekt intussen bijna vanzelf, dat zeer rigoreus het SI wordt gehanteerd<br />
(NEN 999, NEN 1000 en NEN 3069), terwijl ook consequent van de genormaliseer-<br />
9
de tekensymbolen gebruik gemaakt is (NEN 5152 en NEN 5158). Deze normen<br />
worden uitgegeven door het Nederlands Normalisatie-Instituut (NNI).<br />
Ook het Belgisch Instituut voor Normalisatie (BIN) geeft normen uit op het gebied<br />
van de elektrotechniek. Behalve algemene normen in de C 03-serie (Elektrotechniek,<br />
schema's en symbolen), worden in de R Ol-serie elektrotechnische normen voor<br />
wegvoertuigen uitgebracht.<br />
Het NNI en het BIN werken op wereldniveau samen met het ISO (International<br />
Organization for Standardization) en op Europees niveau met het CEN (Comité<br />
Européen de Normalisation): vele ISO-normen zijn intussen door de CEN-leden als<br />
nationale normen overgenomen.<br />
Op elektrotechnisch gebied is binnen het NNI het Nederlands Elektrotechnisch<br />
Comité (NEC) actief, dat op wereldniveau (binnen het ISO) deel uitmaakt van de<br />
International Electrotechnical Commission (lEC) en op Europees niveau van het<br />
Comité Européen de Normalisation Electrotechnique (CENELEC). De Belgische<br />
pendant van het NEC is het Belgisch Elektrotechnisch Comité (BEC). Voorzover<br />
nodig zijn bij de diverse onderwerpen in dit deel ook andere dan de Nederlandse<br />
normen betrokken.<br />
Bij het totstandkomen van dit deel is veel steun ontvangen van een groot aantal<br />
personen en bedrijven. Wij danken de vele importeurs en toeleveringsbedrijven voor<br />
het verstrekken van het zo onmisbare documentatie- en illustratiemateriaal. Het is<br />
ondoenlijk al deze personen en bedrijven hier afzonderlijk te noemen. Wij hebben<br />
gemeend, onze dank tot uitdrukking te kunnen brengen door in de onderschriften<br />
van de illustraties tussen haakjes de herkomst van de betreffende illustratie aan te<br />
geven.<br />
Wij willen verder in het bijzonder bedanken de heren G.J. Schoolderman (MTS-<br />
Apeldoorn) en ir. L. S. H. Dik (HTS-Apeldoorn) voor hun opbouwend commentaar<br />
tijdens de opzet van dit deel, de laatste bovendien voor zijn adviezen inzake de<br />
stroomkringschema's. Ook bedanken we de heren J. C. F. van der Meer (Varta-<br />
Nederland) en R. Elslander (Acifit) voor hun bereidwilligheid, de tekst van hoofdstuk<br />
4 kritisch door te nemen. Dank zijn wij ook verschuldigd aan de heer G.J. Pouw<br />
(Automanet Transmark) voor het doornemen van hoofdstuk 3.<br />
Ir. T. T. J. Jaspers (HTS-Apeldoorn) bekeek hoofdstuk 2 en het theoretisch gedeelte<br />
van de hoofdstukken 3 en 5 grondig, terwijl de heer F. A. van Duuren (Pionier-<br />
Automobielen Club) de feitelijkheid van hoofdstuk I controleerde. Voor het Nederlandse<br />
merkenbestand van elektrische autoapparatuur konden wij een beroep doen<br />
op de heer P. C. van Loon (Aldoc). Ing. W. Stroobants (Herent, België) ten slotte<br />
werkte de gehele eindtekst door en leverde uitgebreid commentaar, terwijl Ir. P. W.<br />
Hoekstra (Rijksdienst voor het wegverkeer) uitgebreide informatie verschafte over<br />
EEG- en ECE-normen. Hen allen zijn wij voor hun steun zeer erkentelijk.<br />
Ondanks deze steun inzake de tekst en de illustraties en onze eigen zorg om een<br />
degelijk standaardwerk samen te stellen, pretenderen wij geenszins dat hiermee het<br />
laatste woord over de auto-elektriciteit is gezegd. Wij staan dan ook uitdrukkelijk<br />
open voor kritiek en suggesties ter verbetering, zowel van de zijde van de<br />
geïnteresseerde lezer als uit de lespraktijk van het technisch onderwijs.<br />
10<br />
de schrijvers
INHOUD<br />
DE NIEUWE STEINBUCH<br />
Woord vooraf bij DE ELEKTRISCHE INSTALLATIE<br />
Gedetailleerde inhoudsopga ve<br />
I DE ELEKTRISCHE INSTALLATIE IN HISTORISCH PERSPECTIEF<br />
2 GRONDBEGINSELEN VAN DE ELEKTRICITEITSLEER<br />
3 DE LAADINSTALLATIE<br />
4 DE ACCU<br />
5 DE STARTINSTALLATIE<br />
6 DE ONTSTEKING<br />
7 ELEKTRISCHE HULPAPPARATUUR<br />
8 VERLICHTING, BEDRADING EN SCHEMA'S<br />
9 MEETAPPARATUUR EN DIAGNOSE<br />
Lijst van grootheden, eenheden en hun symbolen<br />
Litera tuuroverzich t<br />
Register<br />
I1
GEDET AILLEERDE<br />
INHOUDSOPGAVE<br />
DE ELEKTRISCHE INSTALLATIE IN<br />
HISTORISCH PERSPECTIEF 17<br />
1.1 Typering van de moderne elektrische installatie 17<br />
1.2 De voorgeschiedenis 18<br />
1.3 De ontwikkeling van de elektrische systemen in de auto 21<br />
1.3.1 De ontsteking: van gasvlam naar contactpuntloze transistorontsteking 21<br />
1.3.2 De accu: van bunsencel naar onderhoudsvrije loodaccu 29<br />
1.3.3 Het laadcircuit: van 'electro-dynamo' naar draaistroomgenerator 32<br />
1.3.4 Het startcircuit: van pneumatische starter naar de seriemotor met reductie 35<br />
1.3.5 Signalering en verlichting: van uitlaatfluit naar drieassige ellipsoïde 38<br />
1.3.6 Hulpapparatuur en accessoires 44<br />
1.4 Het ontstaan van de toeleveringsindustrie 47<br />
2 GRONDBEGINSELEN VAN DE ELEKTRICITEITSLEER<br />
2.1 Inleiding 52<br />
2.2 Grondbegrippen in de gelijkstroomtheorie 52<br />
2.2.1 Elektrische stroomgeleiding 52<br />
2.2.2 Stroom, spanning, weerstand, arbeid en vermogen 59<br />
2.2.3 Schakelingen van bronnen en verbruikers 67<br />
2.3 Het elektrostatisch veld 76<br />
2.3.1 Toepassingen in de autotechniek 76<br />
2.3.2 Veldgrootheden 77<br />
2.3.3 Condensatoren 80<br />
2.3.4 Schakelverschijnselen 87<br />
2.4 Het elektromagnetisch veld 91<br />
2.4.1 Toepassingen in de autotechniek 91<br />
2.4.2 Veldgrootheden 91<br />
2.4.3 Elektromagneten en ferromagnetisme 97<br />
2.4.4 Elektromagnetische inductie 105<br />
2.4.5 Schakel verschijnselen 109<br />
2.4.6 Elektromagnetische krachtwerking 110<br />
2.5 Wisselstroom 120<br />
2.5.1 Toepassingen in de autotechniek 120<br />
12<br />
52
2.5.2 Enkele fundamentele begrippen 120<br />
2.5.3 Weerstanden, spoelen en condensatoren, aangesloten op een<br />
wisselspanning 124<br />
2.6 Enkele elektronische componenten en schakelingen 132<br />
2.6.1 Inleiding 132<br />
2.6.2 Diodes 133<br />
2.6.3 De transistor als schakelaar 137<br />
3 DE LAAD INSTALLATIE 142<br />
3.1 Opbouwen functie van het laadcircuit 142<br />
3.2 De draaistroomgenerator 144<br />
3.2.1 Het werkingsprincipe 144<br />
3.2.2 De generatorkarakteristieken 154<br />
3.2.3 Uitvoeringsvormen 155<br />
3.3 De monofasegenerator 167<br />
3.4 Spanningsregeling en beveiliging 170<br />
3.4.1 Het principe van de spanningsregeling 170<br />
3.4.2 De mechanische spanningsregelaar 173<br />
3.4.3 De elektronische spanningsregelaar 174<br />
3.4.4 Beveiligingen tegen overbelasting 183<br />
3.5 De aandrijving 184<br />
3.6 Het bepalen van het benodigde generatorvermogen 185<br />
3.7 Storingen en onderhoud 186<br />
3.7.1 Storingen aan de generator en de regelaar 186<br />
3.7.2 Het inspecteren en testen van de onderdelen van de generator 194<br />
3.7.3 De generatortestbank 197<br />
4 DE ACCU 199<br />
4.1 Soorten accu's 199<br />
4.2 De werking van de loodaccu 201<br />
4.3 Belangrijke begrippen en eigenschappen van startaccu's<br />
4.3.1 Genormaliseerde begrippen en algemene eigenschappen<br />
4.3.2 Eigenschappen van de startaccu in bedrijf 211<br />
4.4 De 'onderhoudsvrije' startaccu 213<br />
4.4.1 De antimoon- en de calciumaccu 213<br />
4.4.2 Opbouwen constructie 215<br />
4.5 Onderhoud en testen van startaccu's 219<br />
4.5.1 Onderhoud en opslag 219<br />
4.5.2 Laadmethoden en acculaders 221<br />
4.5.3 Het testen van de accu 225<br />
5 DE STARTINSTALLATIE<br />
20p<br />
206<br />
5.1 Inleiding 227<br />
5.2 Het werkingsprincipe en de principiële opbouw van de startmotor 229<br />
227<br />
13
5.3 Karakteristieke eigenschappen van de startmotor 234<br />
5.3.1 De eigenschappen van de seriemotor 234<br />
5.3.2 De eigenschappen van de motor met permanente magneten 237<br />
5.3.3 Vergelijking van de seriemotor en de motor met permanente magneten 239<br />
5.3.4 De startmotor en de accukarakteristieken 240<br />
5.4 Uitvoeringsvormen 243<br />
5.4.1 Soorten startmotoren 243<br />
5.4.2 De startmotor met bendixkoppeling 243<br />
5.4.3 De startmotor met relais 245<br />
5.4.4 De startmotor met permanente magneten 251<br />
5.4.5 Startmotoren met schuifanker en met verschuifbare rondselas 252<br />
5.5 Overige onderdelen van het startcircuit 255<br />
5.6 Storingen en onderhoud 256<br />
5.6.1 Het inspecteren en testen van de onderdelen van de startmotor 256<br />
5.6.2 De startmotortestbank 261<br />
6 DE ONTSTEKING 264<br />
6.1 Inleiding 264<br />
6.2 De conventioneel-inductieve batterijontsteking 266<br />
6.2.1 Het principe van opbouwen werking 266<br />
6.2.2 De bobine 272<br />
6.2.3 De verdeler 278<br />
6.2.4 De bougie 287<br />
6.3 Elektronische ontstekingssystemen 296<br />
6.3.1 Inleiding 296<br />
6.3.2 De transistorontsteking 297<br />
6.3.3 De thyristorontsteking 301<br />
6.4 Storingen en onderhoud 303<br />
6.4.1 Storingsanalyse 303<br />
6.4.2 Enkele bijzondere testapparaten 312<br />
6.4.3 Het testen van de afzonderlijke ontstekingscomponenten 316<br />
7 ELEKTRISCHE HULPAPPARATUUR 320<br />
7.1 Inleiding 320<br />
7.2 Elektromotoren en pompen 321<br />
7.2.1 Het principe van werking en opbouw 321<br />
7.2.2 Uitvoeringsvormen 323<br />
7.3 Controle- en signaleringsapparatuur 334<br />
7.4 Overige hulpapparatuur 351<br />
7.5 Storingen en onderhoud 363<br />
14
8 VERLICHTING, BEDRADING EN SCHEMA'S<br />
8.1 Inleiding 364<br />
8.2 De verlichting 365<br />
8.2.1 Verlichtingstheorie 365<br />
8.2.2 Gloeilampen 368<br />
8.2.3 Koplampen 369<br />
8.2.4 Overige verlichting 379<br />
8.3 Bedrading, zekeringen en schakelaars 384<br />
8.3.1 De bedrading 384<br />
8.3.2 Zekeringen 389<br />
8.3.3 Schakelaars 391<br />
8.4 Schema's 392<br />
8.5 Storingen en onderhoud 406<br />
9 MEETAPPARATUUR EN DIAGNOSE 410<br />
9.1 Inleiding 410<br />
9.2 Draaispoelinstrumenten 410<br />
9.2.1 Opbouwen werking 410<br />
9.2.2 Voltmeters, ampèremeters en ohmmeters 414<br />
9.2.3 De contacthoekmeter 416<br />
9.2.4 De rotatiefrequentiemeter 417<br />
9.3 De ontstekingsafstellamp en de cilinderbalanstest 418<br />
9.4 De garagescoop 420<br />
9.5 Scoopmotortesters 425<br />
9.6 Controle, diagnose en onderhoud 428<br />
Lijst van grootheden, eenheden en hun symbolen 433<br />
Literatuuroverzicht 437<br />
Register 439<br />
364<br />
15
LIJST VAN GROOTHEDEN,<br />
EENHEDEN EN HUN SYMBOLEN<br />
Zie voor tekensymbolen en code1etters van elektrische schema's tabel 8.5 (hoofdstuk 8) en voor genormaliseerde<br />
aanduidingen op meetinstrumenten tabe19.1 (hoofdstuk 9)<br />
symbool<br />
A<br />
B<br />
c<br />
('<br />
D<br />
ti<br />
e<br />
F<br />
f f<br />
G<br />
11<br />
naam<br />
grootheid<br />
oppervlak<br />
magnetische Iluxdichtheid, magnetische<br />
inductie<br />
capaciteit<br />
parasitaire capaciteit<br />
nominale capaciteit (accu)<br />
constante<br />
lichtsnelheid<br />
elektrische Iluxdichtheid,<br />
diëlek trische verplaatsing<br />
diameter, doorsnede<br />
elektrische veldsterkte<br />
verlichtingssterk te<br />
grondtal van de natuurlijke logaritme<br />
kracht<br />
frequentie<br />
aantal vonken (bougie)<br />
geleiding<br />
magnetische veldsterkte<br />
stroom(sterkte)<br />
nullaststroom<br />
ankerstroom<br />
basisstroom (transistor)<br />
blokkeerstroom (elektromotor)<br />
collectorstroom (transistor)<br />
totale stroom van de conlÎnuverbruikers<br />
(generator)<br />
emillerstroom (transistor)<br />
fasestroom (generator)<br />
gatestroom (thyristor)<br />
gemiddelde stroom<br />
lijnstroom (generator)<br />
houdstroom (thyristor)<br />
naam<br />
vierkante meter<br />
tesla<br />
eenheid<br />
farad F<br />
ampère-uur Ah<br />
meter per seconde<br />
symbool<br />
m<br />
coulomb per vier- C<br />
kante meter m 2<br />
meter m<br />
V<br />
volt per meter<br />
m<br />
lux Ix<br />
newton N<br />
hertz Hz<br />
siemens S<br />
A<br />
ampère per meter<br />
m<br />
ampère A<br />
433
grootheid eenheid<br />
symbool naam naam symbool<br />
lm, i maximale stroom<br />
Im te meten stroom (draaispoelmeter)<br />
In nominale stroom<br />
1 0 ontlaadstroom (accu)<br />
lp primaire stroom (bobine)<br />
I, secundaire stroom (bobine)<br />
lshunl shuntstroom (draaispoelmeter)<br />
I, topwaarde. maximale stroom<br />
I" top-topwaarde (wisselstroom)<br />
Iz zenerstroom (zenerdiode)<br />
I lichtsterkte candela cd<br />
L (coëlliciënt van) zelfinductie henry H<br />
L lichtdichtheid candela per vier- cd<br />
kante meter m 2<br />
lengte meter m<br />
I w werkzame lengte (anker)<br />
I, totale werkzame lengte (anker)<br />
N aantal windingen<br />
IJ rotatiefrequentie per seconde s-t<br />
P vermogen watt W<br />
P d dissipatievermogen (halfgeleiders)<br />
P, efrectief vermogen<br />
p aantal pool paren<br />
Q.
symbool<br />
V<br />
()<br />
w<br />
Uo~cm<br />
Uh<br />
Uh<br />
UI><br />
U". U"o<br />
U donf<br />
U",<br />
U,<br />
U lotcm<br />
U;<br />
Uk<br />
Uk;<br />
U ko<br />
UI.<br />
UI<br />
Um.Û<br />
Uunt.•t<br />
Up<br />
U,<br />
U,<br />
U,<br />
U,<br />
U,<br />
H-;<br />
~v.,<br />
XdX,J<br />
naam<br />
tijd<br />
grootheid<br />
laadtijd<br />
ontlaadtijd<br />
inschakeltijd (regelaar)<br />
uitschakel tijd (regelaar)<br />
spanning(sverschil)<br />
bronspanning, nullastspanning.<br />
rustspanning<br />
gemiddelde waarde van de rimpelspanning<br />
(generator)<br />
bronspanning<br />
brandspanning, vonkspanning (bougie)<br />
spanning over diode<br />
doorslagspanning<br />
doofspanning (bougie)<br />
drempelspanning<br />
fasespanning<br />
gemiddelde spanning<br />
inductiespanning<br />
klemspanning<br />
laadspanning (accu)<br />
ontlaadspanning (accu)<br />
inductiespanning<br />
lijnspanning (generator)<br />
maximale spanning<br />
ontsteekspanning (bougie)<br />
primaire spanning (bobine)<br />
secundaire spanning (bobine)<br />
topwaarde. maximale spanning<br />
tegenspanning<br />
spanningsval, spanningsverlies<br />
zenerspanning<br />
potentiaal<br />
snelheid<br />
arbeid, energie<br />
laadenergie (accu)<br />
ontlaadenergie (accu)<br />
capacitieve (inductieve)<br />
reactant ie (wisselstroom)<br />
impedantie van een condensator<br />
(spoel) (wisselstroom)<br />
aantal cilinders, aantal statordraden<br />
Groo/Ir"cienmer Griekse symbolen<br />
~ temperatuurcoëlllciënt<br />
~ doorlopen hoek<br />
I/ stroom versterkingsfactor<br />
(transistor)<br />
soortelijke geleiding<br />
naam<br />
seconde<br />
uur<br />
maand<br />
volt<br />
eenheid<br />
volt V<br />
m<br />
meter per seconde<br />
s<br />
newtonmeter Nm<br />
joule J<br />
ohm n<br />
ohm n<br />
per kelvin<br />
radiaal<br />
siemens per meter<br />
symbool<br />
s<br />
h<br />
mnd<br />
v<br />
s<br />
m<br />
435
symbool<br />
'I<br />
0<br />
J.<br />
JI<br />
Ilo<br />
Il,<br />
e<br />
p<br />
E<br />
f. o<br />
f.,<br />
LITERATUUROVERZICHT<br />
Onderstaand overzicht is niet volledig, maar geeft een beredeneerde opsomming van<br />
de belangrijkste bronnen, die voor het samenstellen van dit deel zijn geraadpleegd en<br />
die voor verdere studie nodig kunnen zijn.<br />
Voor hoofdstuk I werd voor de voorgeschiedenis vooral gebruik gemaakt van C.<br />
Ly/e Cwnmins, Internal fire; Oregon (USA) 1976 en van K. Satte/bery, Vom<br />
Elektron zur Elektronik. Eine Geschichte der Elektrizität. Aarau (Zwitserland)<br />
1982 2 .<br />
Informatie over de vroege Engelse geschiedenis leverde C.F. Caullter, The light car.<br />
A technical history of cars with engines ofless than 1600 cc capacity; London 1970 2 .<br />
Over Duitsland: W. Lehr, Die Entstehung der elektrischen Kraftfahrzeugausrüstung.<br />
Teil I in: ATZ 63-9 (sept. 1961), p. 260-265 en Teil 2 in: ATZ 63-11 (nov.<br />
1961), p. 380-384.<br />
Voor de eerste dertig jaar van deze eeuw werd gebruik gemaakt van een aantal<br />
contemporaine overzichtswerken, waarvan de belangrijkste zijn: E. Klaiber, W.<br />
Lippart, Die Elektrische Ausrüstung des Kraftfahrzeuges. Teil I: Zündung; Berlin<br />
1928, M. Sainturat, Allumage électrique des moteurs; Paris 1910 en S. Parker Smith,<br />
The electrical equipment of automobiles; London 1931 2 •<br />
Informatie over de afgelopen vijftig jaar is in overvloed te vinden in eerdere drukken<br />
van de Steinbuch-serie (Deventer, diverse uitgaven).<br />
Over de vroege geschiedenis van de accu vooral: K.-J. Eu/er, Van Ritter bis Tudor.<br />
Zur Erfindung des Bleiakkumulators. In: Technikgeschichte Bd 48 (1981) I, p.<br />
28-46.<br />
Een groot aantal bedrijfsbrochures, jubileumboeken en tijdschriftartikelen, waarvan<br />
de opsomming dit overzicht veel te omvangrijk zou maken, leverde informatie<br />
over de verschillende merken. Al~ een standaardwerk geldt: F. Schildberyer, Bosch<br />
und die Zündung; Stuttgart 1952.<br />
Voor accessoires en instrumenten kan men o.a. terecht in J. Day, The Bosch book of<br />
the motor car. lts evolution and engineering development; Glasgow jLondon 1975 2<br />
en in het genoemde boek van Caunter.<br />
Voor hoofdstuk 2 werd o.a. gebruikgemaakt van Th. Dobbelaar, Elektriciteitsleer<br />
voor de motorvoertuigentechniek; Deventer 1984 2 , dat ook als basis diende voor de<br />
theorieparagrafen van de hoofdstukken 3, 5 en 8. Verder zijn van belang: K.-H.<br />
437
Wagener, Elektrofachkunde der Kraftfahrzeugtechnik; Darmstadt 1976 2 en de<br />
onder MTS-docenten bekende schoolboeken van Th. van Pelt en E. Knol in de serie<br />
Elektrotechniek voor het middelbaar technisch onderwijs (Den Haag/Rotterdam,<br />
diverse delen).<br />
Voor de praktische hoofdstukken 3 t/m 9 werd vooral geput uit een jarenlange<br />
ervaring in het middelbaar autotechnisch onderwijs. Daarnaast stonden voor de<br />
toepassingen vooral ter beschikking: Bosch Technische Unterrichtung (inmiddels in<br />
Nederlandse vertaling uitgebracht; Oudewater, diverse delen) en het Kraftfahrtechnisches<br />
Taschenbuch; Stuttgart 1984 19 .<br />
Voor hoofdstuk 3 biedt de uitgave Wisselstroomdynamo 's; Voorschoten 1984, een<br />
bruikbaar overzicht, terwijl voor de theorieparagraafvan hoofdstuk 4 o.a. als basis<br />
dienden: E. Witte, Blei- und Stahlakkumulatoren; Düsseldorf(Varta Fachbuchreihe<br />
Band 4) 1977 4 en H.A. K iehne e.a., Batterien; Grafenau (expert verlag) 1980.<br />
Van de testapparatuur voor ontstekingssystemen (hoofdstuk 6) biedt B. Kierdorf,<br />
Elektriciteit en elektronica van auto's; Deventer 1985 een gedateerd, maar nog<br />
bruikbaar overzicht.<br />
Verder boden het documentatiemateriaal, de handboeken en brochures van de vele<br />
toeleveringsbedrijven en importeurs een onmisbare basis voor de beschrijving van<br />
de concrete uitvoeringsvormen.<br />
Zie ten slotte voor de diverse uitgaven op het gebied van de normalisatie van het<br />
NNI en het BIN: het Woord Vooraf bij deze uitgave en de inleiding bij hoofdstuk 8.<br />
438
REGISTER<br />
Onderstaand register is een gecombineerd zaken- en namenregister. Van de namen<br />
zijn alleen de persoonsnamen (hoofdstuk I) en de merknamen van de toeleveringsbedrijven<br />
opgenomen, voorzover deze voorkomen in de tekst (dus niet in de<br />
onderschriften van afbeeldingen).<br />
Belangrijke onderdelen met een samengestelde naam (bijv. 'drooggeladen accu') zijn<br />
tweemaal opgenomen (ook onder: 'accu, drooggeladen'). Ook is een aantal strikt<br />
genomen onjuiste of niet-genormaliseerde, en daarom in dit boek niet of nauwelijks<br />
gebruikte termen opgenomen, omdat zij in het dagelijks spraakgebruik veelvuldig<br />
worden toegepast. Achter deze termen treft men dan een verwijzing naar de in dit<br />
boek gehanteerde aan.<br />
De cursief gezette paginanummers duiden de plaats aan, waar men een de.linitie van<br />
het begrip of een heschrijving van het betreffende onderdeel kan vinden.<br />
aanjagermotor . 334<br />
aanjagerschakelaar . 386<br />
aansluitschema 403<br />
aansteker. . . . . 17<br />
aantrekspoel. . . . 246, 253<br />
'absoluut onderhoudsvrije' accu 183,215-217<br />
acetyleenlamp . . . . . . . . 40<br />
accu .... 17,19-21,29-32,73,142,199-226<br />
alkalische. . . . . . . . 31,199<br />
'absoluut onderhoudsvrije'. 183,215-217<br />
'droge' . . . 218<br />
drooggeladen 221<br />
edison-. . . 199<br />
hulp-. . . . 201<br />
'onderhoudsvrij volgens DIN' 214-215<br />
staal-. . . . 199<br />
start-. . . . . . . . .. 31-32, 199-200<br />
tractie-. . . . . . . . . . . 200<br />
accu mei hoog start vermogen 214-215<br />
accubak. . . 201,215<br />
accubatterij. . 199,264<br />
accu beveiliging. 348-349<br />
accucapacileil . 207-210<br />
accucel . . . . . . 20 I<br />
accucelspanning 202,222<br />
accuconditiemeter 335-336<br />
accukarak terislieken<br />
24(}-242<br />
acculaders. . .<br />
223-224<br />
acculevensduur<br />
.. 213<br />
accu-onderhoud<br />
219-226<br />
accuplaten . . 29,31, /99-200,201,216-219<br />
accupoolklem .<br />
388<br />
accuspanning, on belaste.<br />
. . 205<br />
accu lcm pera t uurvoeler<br />
.. 183<br />
accu test. . . . . . . .<br />
225-226<br />
accuzuur, zie: elektrolyt<br />
AC Delco .... 28,32,201,213,216,288,322<br />
achterlicht . . . . . 42,370,380<br />
achterlicht/stoplicht . . . . . . 368<br />
achterruitverwarming. 17,46,356-357<br />
achterruit wisser . . . . 326<br />
achteruitrijlicht 42, 364,382<br />
Acifil. . . . 30,201<br />
A~. . . . . ~<br />
afbuigplaten . . . . 422<br />
afzonderlijke bekrachtiging 117, 166<br />
air conditioning . . . 17,46<br />
alarmlichtschakeling . . 356<br />
alkalische accu. 31, 199<br />
Allen. . . . . . . 427<br />
alnico-staal . . . . . . 324<br />
alternator, zie: generator<br />
439
Ampère, Andrè-Marie.<br />
ampèremeter . .<br />
analoge weergave<br />
anker. . . .<br />
ankerreactie . .<br />
ankertester . .<br />
ankerwikkeling<br />
anode ...<br />
anodestelsel . .<br />
antenne. . . .<br />
antennemotor .<br />
antimoongehalte van accu's<br />
arbeid. elek trische<br />
arbeidsfactor .<br />
arbeidsstroom . .<br />
asymmetrisch dimlicht<br />
atoommodel van Bohr<br />
Autolite .<br />
automatische schakelaar.<br />
20,111<br />
334-335.414--415<br />
. . . .. 334<br />
. 231-233<br />
233,235.236.237,239<br />
. 258-259<br />
116, 232. 257-259<br />
55,133<br />
422<br />
.. 357<br />
.. 331<br />
32,212,213-215<br />
62<br />
. .. 128<br />
... 342<br />
43,370-371<br />
52<br />
143,288<br />
33<br />
Bailly. Henri. . . 50<br />
bajonetaansluiting 368<br />
ballastweerstand . 298, 304<br />
basculekoppeling. 38<br />
balie rij . . . . . 19. 75, 199<br />
batterijontsteking 22, 26-29<br />
ballery sensing. . 181<br />
Barlow. . . . . 20<br />
Barrachini. Alfredo . 42<br />
basis (transistor) 138<br />
BEC. . . . . . 10<br />
bedrading. . . . 17. 18,384-386,406<br />
bedradingscapaciteit . . 267,287<br />
bedradingsschema . . . . . 403<br />
bedrijfsspanning. . 142, 170,408<br />
bedrijfstemperatuur (bougie) . . . 294<br />
beeldbuis. . . . . . . . . . . 421<br />
bekrachtigingswijzen (el. machines) 117-119<br />
belastingskarakteristiek (generator) . 154<br />
Benz. Kar1 . 23, 32<br />
bermlamp. . . . 381<br />
Beru. . . . 288, 358<br />
beveiliging (accu). 348-349<br />
beveiliging (draaispoelmeter) . . . 412<br />
beveiliging (generator). 183-184<br />
bifocuskoplamp . . . . . 376<br />
bijzondere verlichting. 369,380-383<br />
bimetaal . . . . . . . 333<br />
bimetaalmeter . 336,338-339<br />
BIN . . . . 10,365<br />
bladzekering. . . 390<br />
Blériot, Louis . 40<br />
blok keerstroom 230, 322<br />
blokschema. . . 392<br />
bobine. 25.27,96, 108,266-278,298,301-302,<br />
304-305,310,318-319<br />
440<br />
bobinecapaciteit. parasitaire . ...... 267<br />
bobinekabel . .<br />
. . 275,286, 304<br />
bobinetester . .<br />
307,314,318-319<br />
Bohr, atoommodel van<br />
52<br />
Boisson. . . . . . .<br />
43<br />
Boogstein. . . . . .<br />
201<br />
borstel, zie: koolborstel<br />
Bosch .. 26-29,32-37,42-45,48,50,143,161,<br />
176, 179. 183. 186, 240, 243, 250, 251, 288, 295,<br />
296,300,322.323,422,425<br />
Bosch, Robert. . . . . . . . . . 24--26,48<br />
bougie 22. 23, 25. 28, 86. 266. 269, 27(}-271, 277,<br />
287-296.307.430<br />
afslag- . .<br />
edelmetaalgloei-.koperkernkortgesloten<br />
.<br />
koude .<br />
platina-.<br />
U- ...<br />
vervuilde<br />
warme.<br />
wervel kamerbougiecapaciteit<br />
bougie-elektroden<br />
308<br />
bougiekabels<br />
bougietester .<br />
bougievonk .<br />
Bouton.<br />
bowdenkabel<br />
brandpuntsafstand<br />
brandspanning (bougie) .<br />
brandstofpomp . . . .<br />
breedstraler. . . . . .<br />
British Lighting and Ignition Co ..<br />
Brolt .<br />
bronspanning . .<br />
buisjesplaat (accu)<br />
buislamp . . .<br />
Bunsen. Robert .<br />
bunsencel . . . .<br />
buskruitontsteking .<br />
calciumhoudende accuplaten.<br />
capacitantie. . . . . . . .<br />
capaciteit van de accu. . . .<br />
capaciteit van de condensator<br />
capaciteitsmeting (accu). .<br />
capaciteitsrendement (accu)<br />
capaciteitswet . . . .<br />
capacitieve ontsteking.<br />
301-303<br />
capacitieve opnemer .<br />
capacitieve reactantie.<br />
25<br />
28,295<br />
17,358-359<br />
28,295<br />
311<br />
294<br />
295<br />
295<br />
311<br />
294<br />
296<br />
267<br />
287,288,291,293,295,302,<br />
...... 266,304,307<br />
. . . . . . 308, 315-316<br />
264. 266,27(}-271,288-290<br />
24<br />
.. 345<br />
.. 370<br />
270,310<br />
46,323<br />
.. 381<br />
48<br />
36,38,48<br />
74,205,210<br />
31,200-201<br />
... 382<br />
19<br />
19,22,29<br />
21<br />
32,213-215<br />
.. 126<br />
207-208<br />
80<br />
315<br />
207<br />
82<br />
18,29,264,273,296,<br />
422-423<br />
.. 126
capacitieve vonkdeel<br />
CAV.<br />
CEAC ..<br />
CEN ...<br />
CENELEC<br />
centrifugaal vervroeging .<br />
centrifugaalvervroegingskromme .<br />
Centurion. . . . . . . . .<br />
Champion . . . . . . . .<br />
chemische werking el. stroom<br />
Chloride . . . .<br />
Cibié .<br />
cilinderbalanstest .<br />
claxon . .<br />
clignoteur. . . .<br />
coaxkabel. . . .<br />
collector (transistor)<br />
commutatie. . . .<br />
commutator. . . .<br />
compensatieweerstand<br />
com pou nd bek rach tiging.<br />
compoundmotor .<br />
...... 270<br />
32,35,36,40,48<br />
30,201<br />
10<br />
10<br />
27,282<br />
282,314<br />
201<br />
26,28,288<br />
57-58,201-206<br />
... 201<br />
. . . . . 43, 44,50<br />
. . . . . . .. 420<br />
17,39-40,350,360-361,364<br />
17,43,354-355<br />
.. 357<br />
..... 138<br />
... 233-234<br />
32,228,230,232,257<br />
174<br />
. . 119<br />
. . 229<br />
40,361<br />
27,80-87,125-126,128-129<br />
84<br />
. 283<br />
compressorhoorn.<br />
condensator. .<br />
een heids-. .<br />
ontstekings- .<br />
vlakkeplaat- .<br />
condensa torisola tietest<br />
condensatoroscillatie .<br />
condensatortester<br />
connector. . . .<br />
con tact. . . . .<br />
contacthezelting .<br />
contactdoos. . .<br />
contact hoek . . .<br />
contacthoekmeter<br />
contacthoeksturing .<br />
contactpotentiaal. .<br />
contactpuntjes, zie: onderbreker<br />
contactregelaar . . . . . . .<br />
continuverbruikers . . . . . .<br />
controle- en signaleringsapparatuur .<br />
320,334-350<br />
curiepunt<br />
cut-out. . . .<br />
Daimier, Goltlieb .<br />
Daniell, John . . .<br />
darlingtontransistor<br />
298-299,300<br />
decimale voorvoegsels (SI) .<br />
De Dion<br />
DE-lamp ..<br />
Delco ...<br />
Delco-Remy.<br />
Delcotronic .<br />
83-84<br />
. 315<br />
. 311<br />
305,315,319<br />
.. 389<br />
386-389<br />
402<br />
. . 389<br />
278,312<br />
279,416-417<br />
. 301<br />
. 58-59<br />
173-174<br />
17<br />
100<br />
33<br />
. . . . . . . . 24<br />
. . . . . . .. 19<br />
140-14/,176-177, 181,<br />
82<br />
24<br />
376-377<br />
33,36,50<br />
143,272<br />
29<br />
demagnetisatiespoel . . . . . . 173<br />
denderen van de onderbrekerarm . 281<br />
Deneef. . . . . . . 43<br />
derdeborstelgenerator . 33<br />
derdehorstelmotor 322,326<br />
diamagnetisme. . . . 98,100<br />
diëlektricum. . . . . 80,84<br />
diëlektrische constante 80<br />
diëlek trische verplaatsing 79<br />
Diesel, Rudolf. . 35<br />
digitale weergave. . . . 334<br />
dimlicht 42,370-375,377, 406<br />
DIN ... 206,208,214-215,229,334,365,384<br />
diode. . . 133-137,196-197,415<br />
grendel- . . . . . . 166<br />
plus- en min- 151,161, 188-190<br />
polariteits- . . . . . . 184<br />
sterpunt- . . . . . 166, 175<br />
veld-. . . 161,164,175,186-187<br />
vermogens- 134<br />
zener- .. 136-137,175-178,181,184,298,<br />
336,416<br />
diodedrempel 152<br />
dipool . . . 77<br />
dissipatie . . 134<br />
doofspanning (bougie). 289<br />
doorslagspanning 85,86, 290<br />
draadboom . . . . . . . . 386<br />
draaispoelmeter . . . 21, 383,410-418<br />
draaistroomgenerator . 35, 142, 144-166<br />
drempelspanning. . . . ... 134<br />
driehoekschakeling. . 149-150, 154<br />
driepuntspanningsregela'ar. 174<br />
driftsnelheid (elektronen) 54<br />
'droge' accu. . . 218<br />
drooggeladen accu 221<br />
drukmeter. . . . 338-339<br />
drukschakelaar . 338, 353<br />
Ducellier .. 42,50,142,143,167,232,281,322<br />
duplolamp . . . . . 42, 368, 370<br />
Dyerkoppeling. . . . 38<br />
dynamo, zie: generator<br />
dynastart .<br />
dweil .<br />
ECE .<br />
ECE-keurmerk .<br />
ECE-Reglementen<br />
ECI-inspuiting. .<br />
edelmetaalbougie.<br />
Edison, Thomas<br />
edisonaccu . . .<br />
EEG-keurmerk .<br />
EEG-Richtlijnen.<br />
eenheidscondensator<br />
eenheidsspoel . . .<br />
35,38-39,50<br />
280,416-417<br />
364,372,374<br />
364<br />
. . 364<br />
.. 323<br />
28,295<br />
31<br />
199<br />
364<br />
364<br />
84<br />
98<br />
441
eenleidersysteem . . . . . . . . .. 18, 384<br />
effectieve waarde (wisselstroom) 123-124, 151-152<br />
EIC Magnetos. . 48<br />
Eisemann, Ernst . 25-26, 48<br />
elektrische arbeid. 62<br />
elektro-auto. . . . . 30-31<br />
elektrodenafstand (bougie) 290-291, 302, 309, 311<br />
elektrolyse . . . . . . .. 19<br />
elektrolyt. . . . . . . 55,202,210-211<br />
elektromagneet . . . . 9/,103,117<br />
elektromagnetische koppeling 33/<br />
elektromagnetisme. . . .. 20,57,9/-//9<br />
elektromotor . . . 20,21,35-38,39-40,45-46,<br />
//0-//9,227-263,32/-334<br />
elektromotor met permanente magneten. . 228,<br />
237-242,251-252,324-328<br />
elektromotorische spanning<br />
elektronenkanon.<br />
elektronenschil. . .<br />
elektronenspin . . .<br />
elektronenstraalbuis<br />
elektronica . . . .<br />
elektronische ontsteking.<br />
elektronische opnemer .<br />
elektronische spanningsregelaar<br />
elektropneumatische hoorn<br />
elektrotechnische tekening.<br />
e-macht. . . . .<br />
emitter (transistor) . . . .<br />
energie. . . . . . . . .<br />
energie van een condensator.<br />
energie van een spoel . .<br />
energiebronnen . . . .<br />
energierendement (accu) .<br />
equipotentiaalvlak . . .<br />
Europees koplampsysteem .<br />
Eyquem . . . . . . . .<br />
fanfarehoorn . .<br />
Faraday, Michael<br />
Faraday, kooi van<br />
Faraday-Lenz, inductiewet van.<br />
fasen, zie: statorspoelen<br />
faseverschil . .<br />
Faure, Camille. .<br />
Ferodo Ltd . . .<br />
ferromagnetisme .<br />
Fizeau, Armand-Hippolyte<br />
flitsbuis . . . .<br />
flux, elektrische<br />
lek- . . . .<br />
magnetische.<br />
pool- ....<br />
fluxdichtheid, elektrische<br />
magnetische. .<br />
Folberth, William . . .<br />
442<br />
74<br />
421<br />
53<br />
99-100<br />
.. 421<br />
... 8<br />
28,265,296-303<br />
. . 299<br />
174-183<br />
40,361<br />
364-365<br />
88<br />
. 138<br />
59<br />
82-83<br />
. 108<br />
73-76<br />
207<br />
78<br />
370<br />
26, 28, 33, 288<br />
40,361<br />
20<br />
78<br />
/06<br />
122<br />
19,29<br />
50<br />
99-100<br />
27<br />
418<br />
79<br />
104<br />
93<br />
116, 145,234-237<br />
79<br />
93<br />
45<br />
formeren (accu)<br />
fotocel . .<br />
fotodiode. .<br />
fotometer. .<br />
fototransistor<br />
fourieranalyse<br />
frequentie. .<br />
Fulmen.<br />
functiegroepen, elek trische .<br />
19,216<br />
299,408<br />
.. 300<br />
.. 367<br />
300,341<br />
. . 120<br />
. . 122<br />
30,201<br />
17<br />
Galvani. Luigi. . . 19<br />
galvanische cel. . . 19,59, 199<br />
gasontladingslamp. 56, 368<br />
gasontwikkeling (accu) . . . 205<br />
geleider. . . . . 54-55<br />
geleiding 55-57,64, 384<br />
soortelijke 65<br />
geleidingsvoeler . . 341<br />
gelijkrichter. . 161-/62<br />
gelijkrichter (accu lader) . . . 224<br />
gelijkrichting ..... 124,134-136,150-152<br />
gelijkspanningsomvormer . 301,418<br />
gemengde schakeling . . 70<br />
General Electric Comp.. . 43<br />
generator. . . . . . .. 17, 32-35, 142-198<br />
afzonderlijk bekrachtigde 166<br />
draaistroom- 35, 142, 144-166<br />
gelijkstroom- .... 9,21,32<br />
klauwpool- . /55-/59, /63-/64, 167-/70<br />
monofase-. 142, /67-/70<br />
sleepringloze 163-/64<br />
wisselstroom- 34, 142<br />
generator met permanente magneten 343<br />
generatorformlile. . . . . . //6<br />
generatorfreqllentie. . . . . .. .. /23<br />
generatorgelijkspanning . . . .. 170, 222<br />
generatorgelijkspanning, onbelaste .. 152<br />
generatorkarak teristieken /54-155<br />
generatorkoeling . . /62-/63<br />
generatorprincipe . . . //3<br />
generatorstoringen . /86-/98<br />
generatortestbank . /97-/98<br />
generatorvermogcn, benodigd /85-186<br />
getrapte reflector. . . . . . 375-377<br />
gevoeligheid (draaispoelmeter) 412-413<br />
glasfiber . . 366, 383<br />
glaszekering . . . 389<br />
gloei bougie . 17,358-359<br />
gloeilamp. 364,368-369<br />
golflengte van het licht 366<br />
golfwikkeling . . 232<br />
graetzschakeling . 136<br />
Gramme, Zénobe. 21<br />
Gramme-dynamo 21<br />
Graves, A.. 42<br />
groot licht . . . . 370, 377, 378
grootoppervlakplaat (accu)<br />
growler, zie: ankertester<br />
GS. . . . . . . . . . .<br />
halfgeleiders.<br />
hallsensor . .<br />
halogeenlamp<br />
378<br />
handremschakelaar . . . . . .<br />
Hefner-Alteneck, Friedrich von .<br />
Heila .....<br />
Henry, Joseph .<br />
Hitachi ...<br />
hittedraad. . .<br />
hoeksnelheid .<br />
homofoculaire koplamp.<br />
Honold, Gottlob. . .<br />
hoofd verlichting . . .<br />
hoogspanningskabels.<br />
hoorn . . . . . . .<br />
hulpaccu . . . . . .<br />
hulpapparatuur, elektrische<br />
hulpstartkabd. . . . .<br />
Hutchinson, Miller Reese<br />
hysteresis. . . . . . .<br />
29,201<br />
. . 201<br />
. . . . . . . . . . . 56-57<br />
............ 300<br />
. 43--44, 364,368-369,372-375,<br />
.. 349<br />
21<br />
43,376<br />
20<br />
143,249<br />
.. 354<br />
. . 121<br />
375-376<br />
. 25,42<br />
. . 369<br />
286-287,386<br />
39--40,350,360-361,364<br />
201<br />
320<br />
386<br />
39<br />
102-103, 176<br />
inbraakbeveiliging . . . . . . . . 350<br />
IEC . . . . 10,206,208<br />
ijzerverliezen 102-103, 153,267.276<br />
impedantie . 128-129<br />
impulsvormer . . . . . 300, 344<br />
inductantie . . 126<br />
inductie. . 20,93,97, IIJ5-109<br />
inductieve belasting. . . . . 351, 390<br />
inductieve ontsteking. . . . . 152,264<br />
inductieve opnemer. 300,415,417,424<br />
inductieve reactantie 126<br />
inductieve vonkdeel. 270<br />
inductiewet . . 106<br />
influentie. . . . . 81<br />
inschuifmagneet . . 253<br />
inspuiting, elektronische. 17<br />
installatieschema . . . . 403<br />
instrumentenbordverlichting . 382<br />
interieurverlichting . . 17,382<br />
intervalschakding . . 326-327<br />
intrinsieke halfgeleider 56<br />
inwendige weerstand . 74<br />
inwendige weerstand (accu) 209<br />
inwendige weerstand (startmotor) . 236, 238<br />
mn. . 53<br />
ionisatie . . . . . . . . SS, 289<br />
ISO .. 10,292,293,365<br />
isolatietester (condensator). . . 257-258<br />
isolator. . . . . . . 54, SS, 85, 275, 293, 386<br />
isolatorneus. .<br />
isoluxdiagram .<br />
Jaeger .<br />
Jeantaud<br />
Jenatzy.<br />
Jungner, W ..<br />
294,316<br />
. . 377<br />
334<br />
30<br />
30<br />
31<br />
kabel boom . . . 386<br />
kabelschoen. 386-388<br />
kathode. . . 55, 133<br />
kathodestelsel . . 421<br />
kentekenplaatverlichting 364,370,380<br />
Kettering, Charles 36,48,50<br />
kick-starter . . . . . 35<br />
kilometerteller. . . . 46--47,346<br />
Kirchholf, wellen van. . . 67-68<br />
klauwpoolgenerator 155-159,163-164,167-170<br />
klemaanduidingen van de generator. 155, 157<br />
klemaanduidingen van de startmotor 228-229<br />
klemkabelschoen . . . . . 386-388<br />
klemspanning. . 74, 117<br />
klemspanning van de accu. . 203,21 L 236,<br />
240--242<br />
klemspanning van de koplamp. . 409<br />
klimaatregeling 17,46<br />
klok . . . . . 347<br />
knipperlicht. . 43,354-356<br />
Kobe. 201<br />
koken van de accu . . . . 205<br />
kooi van Faraday 78<br />
koolborstel . . . 151,233-234,257<br />
koolborstelhouder 197, 234, 257<br />
koolborstelverschuiving . 233<br />
koperkernbougie . 28,295<br />
kopersluiting . . . 257-261,274,304,305,430<br />
koperverliezen . . . . . . . . . 153, 267, 276<br />
koplamp . . 40-44,364, 368,369-378,406--409<br />
koplampafstelapparaat 407-408<br />
koplampafstelling 4IJ6-4IJ9<br />
koplampglas. . . 37/,406<br />
koplampsproeier . 46,329<br />
koplampwisser . . 17,46,329<br />
koppelconstante . . 116<br />
koppdfactor. . . 108<br />
koppelformule . 230, 234<br />
kortverbruikers 17<br />
koude bougie . 294<br />
koudstartstroom . 208<br />
koudstartvermogen . 208<br />
krachtwerking van elektrische stroom. 57,<br />
76-77, 110-119<br />
Kriéger. . . . . . . .<br />
kruipsporen (verdelerkap)<br />
kruisspoelmeter . . . ,<br />
31<br />
286,307,430<br />
.. 337-338<br />
443
kurketrekkerregel<br />
kwartskristal . .<br />
laadcircuit . . . .<br />
laadinstalla tie . . .<br />
laadcircuitcontrole .<br />
laadfactor . . . . .<br />
laadkarakteristieken (accu).<br />
laadmethoden (accu) . .<br />
laadst roomcon trolelam p<br />
ladingsscheiding . . .<br />
ladingstoestand (accu).<br />
ladingszuil . . . .<br />
lamp, zie: gloeilamp<br />
lamphuis . . . .<br />
lampvoel . . . .<br />
Le Bon, Philippe.<br />
LCR-kring . .<br />
LDR-weerstand<br />
Leclanché. . .<br />
LED .....<br />
Leece-Neville-generator.<br />
leidingen, zie: bedrading<br />
leidingverliezen<br />
Leitner, H. .<br />
lek weerstand<br />
Lenoir, Jean.<br />
lens ....<br />
Lenz, wet van<br />
lichtbreking.<br />
lichtdichtheid<br />
lichteffect van elek trische stroom<br />
lichtemitterende diode. . . . .<br />
lichthoogte van de onderbreker.<br />
lichtopbrengst.<br />
lichtrendement .<br />
lichtsterkte . .<br />
lichtstroom . .<br />
lijnspanning (generator) .<br />
linkerhandregel<br />
Littelfuse Inc.<br />
Iitzedraad. . .<br />
Lodge ....<br />
loodaccu, zie: accu<br />
92-93<br />
. 347<br />
17,32-35<br />
142-198,428-429<br />
334-336<br />
207,223<br />
22/-222<br />
.. 221<br />
47,166,193,335<br />
. . . . . . 81<br />
205-206,211,225<br />
19<br />
372<br />
368,372,386<br />
22<br />
123, 132<br />
67,348<br />
19<br />
/95,300,340<br />
34<br />
384<br />
33<br />
67<br />
23,27<br />
366,376,408<br />
.... 106<br />
340,366,382<br />
.... 367<br />
58<br />
195,300,340<br />
280<br />
367<br />
367<br />
366<br />
366<br />
148<br />
112<br />
390<br />
305,386<br />
. . 288<br />
lorentzkracht . . 172, 229,411<br />
Lucas . . . 29,35,36,40,45,48,50,143, 159,<br />
180-183,232,250,322<br />
Lucas, H ...<br />
luchtspoel. .<br />
luswikkeling.<br />
luxmeter ..<br />
maagdelijke kromme<br />
maakcontact .<br />
maakschakelaar .<br />
444<br />
33<br />
97<br />
232<br />
408<br />
.. 101<br />
35/,402<br />
. . 391<br />
machine sensing . .<br />
magneetontsteking .<br />
magneetstaal<br />
magneticum. . . .<br />
magnetisatie. . . .<br />
magnetisch baanmoment<br />
magnetische kortsluiting.<br />
magnetische opnemer. .<br />
magnetische weerstand .<br />
magnetisch spinmoment .<br />
magnetiseringskromme .<br />
magnetisme, zie: elektromagnetisme<br />
. . . . . . . 181<br />
9,21,22,24-26,264<br />
103, 324<br />
97<br />
100<br />
100<br />
411<br />
300<br />
104-105, 275<br />
.. 100<br />
. 100-J02<br />
Marchal . . . . . . . . 42,43, 288<br />
Marchal, Pierre . . . . . . . 40,50<br />
Marelli. . . . 29,36,38,51,143,288<br />
Marelli, Ercole. . . . . . . . . 49<br />
Markus, Siegfried . . . . . . . . 24<br />
massasluiting . . 191,257-261,274,305<br />
massaverbindingen . . 388<br />
Matteucci, Felici. . 22<br />
Maxwell, wet van . . . . 94-96<br />
mechanische spanningsregelaar. 33,171-174<br />
meeneemnaaf(startmotor). . . . . 247<br />
meetinstrumenten, aanduidingen op. .. 413<br />
membraanschakelaar . . 338-339<br />
mengsdvoorverwarming. 357-358<br />
mescontact . . 388<br />
meterweerstand . . . . 413<br />
microcomputer . . . . 426<br />
middenaftakking, spoel met 167<br />
mistachterlicht. 381<br />
mistlampen 17,42, 364,380-38/<br />
Mitsuba . . . . . . . . . 322<br />
Mitsubishi . . 143,249,323,328<br />
momentele waarde. . ... 121<br />
monofasegenerator . 142,167-170<br />
monostabiele multivibrator 418--419<br />
Moritz, Jacobi von . 20<br />
Moto-Meter. .. ' 334<br />
Motocrafl. . 50, 288<br />
Motorola. . 50, 143<br />
motorformule . . 116<br />
motorprincipe . . . 112<br />
motortester . . 425--428<br />
multicontactdoos. . . 389<br />
multifocuskoplamp. 375-377<br />
multisteker . . . . . . 389<br />
National . . . . . .<br />
natuurlijke logaritme.<br />
NEC .<br />
NEN .<br />
neonlamp. . . . .<br />
neutrale lijn (startmotor)<br />
NGK ....<br />
Nippondenso . . .<br />
201<br />
88<br />
10<br />
10,364-365,385,392<br />
. . 315,368<br />
.... 230,233-234<br />
...... 2~288<br />
51,143,144,249,288,295
niveaumeters . . . . . . 339-341<br />
n-krislal . . . . . . . . 56,133<br />
nominale capaciteit (accu) . 207-208<br />
nominale spanning. . . . 74,207, 368<br />
normen. . . 9-10,206--211,155,157,228-229,<br />
364--365<br />
NTC-weerstand 66-(j7, 173, 333, 357<br />
nullast karakteristiek (generator) . . . . . 154<br />
Oersted, Hans . 20<br />
Ohm, wet van . 62<br />
ohmmeter . . . 415<br />
ohmse belasting 351<br />
oliedrukcontrole . 47<br />
oliepeilmeter. 34IJ<br />
omloopwisser 324<br />
omschakelaar 391<br />
onderbreker. 27,265,266,268, 278,28IJ-282,<br />
297-298,301,304,312,317<br />
onderbrekerarm . . . 280<br />
onderdrukruitewisser. . . . 45<br />
onderdrukschakelaar . . . . 353<br />
onderdrukverlating (ontsteking) 284-285<br />
onderdrukvervroeging (ontsteking) 283-284,419<br />
onderdrukvervroegingskromme . 283-284,314<br />
'onderhoudsvrije' accu . . . .. 213-219<br />
onderhoudsvrije accu volgens DIN . . 214-215<br />
onderlading (accu) 212<br />
ontsteekspanning. . . . 270,289,302, 309, 311<br />
ontsteking. 17,21-29,264-319, 43Q-432<br />
afslag- . 22<br />
ballerij- . . . . . 22,26-29<br />
buskruit- . . . . . 21<br />
capacitieve 28,264, 296, 3IJ1-3IJ3<br />
conventionele . . . . . . 265<br />
dynamo- . . . . . . . . 32<br />
elektronische 28,265,296-303<br />
gasvlam- . . . . . . . 22<br />
gloei-. . . . 21-22,264,294<br />
hoogspannings- 23, 25-26, 264<br />
inductieve. . . . . . 264<br />
kruipvonk- . . . . . . . 294<br />
laagspannings-. . . 24-25, 264<br />
magneet- . . . 9,21,22,24-26,264<br />
oppervlakte-. . 294<br />
Simms-Bosch- . . . . . . . . 25<br />
thyratron-. . . . . . . . 28<br />
thyristor- . 29,264,273, 296, 3IJ1-303<br />
transistor-. 29,265,296, 297-3IJ 1,431-432<br />
vonk- . . 21,264<br />
ontstekingsafstellamp .. .. 305,418-42IJ<br />
ontstekingsafstelling .. .... 3IJ4-3IJ5<br />
ontstekingscondensator . 283, 298, 305, 311<br />
ontstekingstijdstip . . . . . 264<br />
ontstekingstransformator . . 302<br />
ontstekingsverstelling . . 282-285<br />
ontstekingsvolgorde . .<br />
. . 266,308<br />
ontstoringscondensator .<br />
178,266,319<br />
ontstoringsweerstand . .<br />
. . 287,292<br />
openingshock (ontsteking) . 278,300,312<br />
opnemer ...<br />
.. 334<br />
capacitieve .<br />
422-423<br />
elektronische<br />
.. 299<br />
inductieve. .<br />
300,345<br />
magnetische.<br />
.. 300<br />
opslaghoorn . .<br />
39,361<br />
opslingering. .<br />
130-131<br />
OPUS-systeem<br />
29<br />
oscilloscoop. .<br />
42IJ-425<br />
oscilloscoopbeelden (generator). 178,187-190<br />
oscilloscoopbeelden (ontsteking) 309-312,319<br />
Osram . . . . . .<br />
... 40,43<br />
OllO, Nicolaus. . .<br />
24<br />
overgangsweerstand<br />
67, 69, 193, 281,409<br />
overlading (accu) .<br />
212<br />
overzich tsschema.<br />
392<br />
ozon .<br />
286<br />
Pacinolli, Antoine 21<br />
Page. . . 20<br />
Pal. . . . . . . 288<br />
Panasonic. . . . 201<br />
pantserplaatcel (accu) . 2IJI<br />
paraboloïde reflector . 44,370, 372, 375<br />
parallelballerij . . . . . . . ., 76<br />
parallelschakeling van condensatoren .. 87<br />
parallelschakeling van spanningsbronnen 76<br />
parallelschakeling van weerstanden . 69-70<br />
parallelwikkeling . . . . . . . . 232<br />
paramagnetisme . . . . . . 98-100<br />
Paris-Rhone. 35,50,142,143,167<br />
Pellorce. . . , 35, 36<br />
pendel wisser. . . , . . . 324<br />
periodetijd . . ... 121-122<br />
permanente magneet 91,103-104,117<br />
permeabiliteit 97,99,235,237<br />
permilliviteit . . 80,84-85<br />
Philips . . . . . 43, 369<br />
pistool van Volta. 18<br />
Pi xii, Hippolyte 20<br />
p-kristal . . . 57, 133<br />
Planté, Gaston. 19,21,29<br />
platinabougie . . . 295<br />
polarisatie. . . 19,85-86.97,205,341<br />
polaroidlicht . 44<br />
polyellipsoïde reflector . . . . 376-377<br />
pomp, elektrisch aangedreven . . . . 321-334<br />
pool flux . . . . . 116, 145,234-237<br />
poolschoen . . . . 116<br />
porseleinen zekering 390<br />
portierschakelaar. . 349<br />
portiervergrendeling, centrale 362<br />
445
potentiaal(verschil) .<br />
potentiometer .<br />
Prestolite. . .<br />
prisma ....<br />
PTC-weerstand<br />
pulsvertrager .<br />
pulsvormer . .<br />
putvorming (contactpunten)<br />
. . . . . . 61<br />
71,386,417,419<br />
. ..... 288<br />
. . . . 366, 382<br />
66-67,277,333,357<br />
. . 419<br />
300,344<br />
283,304<br />
quotiëntmeter . . . . . . . . . . . . . 337<br />
radio. . . . . . . . .. 17<br />
RalTard, Nicolas . . . . . 30<br />
RC-kring. . . 89-90,418-419<br />
rechterhandregel . 113<br />
rechtseschroefregel 92<br />
recombinatie (accu). 219<br />
reedcontact 347,353-353<br />
reedrelais . . . . . 352-353<br />
reflector . . . . . . . 370,380<br />
regelkarakteristiek (generator) .. l70-l71<br />
relais. . . . . .. 17, 104,351-353,378,386<br />
reluctantie . . . . . . . . 105<br />
remanent magnetisme. . . 21,99,101<br />
remlicht, zie: stoplicht<br />
remvoeringdiktesignalering . 342-343<br />
Remy Electric Co. . . 26, 36, 50<br />
rendement . . . . . . . . 59-60<br />
rendement van de accu . . 206-207<br />
rendement van de generator 153<br />
rendement van de gloeibougies . 358<br />
rendement van een startmotor . 242<br />
rendement van een spanningsbron 74<br />
resonantiefrequentie 131<br />
richtingaanwijzer. 42-43, 364, 370,379<br />
riemspanning . 185,193<br />
rimpelspanning 151<br />
ringanker. . . 21<br />
ringelektrode . 302<br />
Ritter, Johann . 19<br />
Rivaz, lsaac de. 22<br />
RL-kring. . . 127<br />
rollen pomp . . 323<br />
rondsel principe van Bendix 38,243-244<br />
roosterplaten (accu). . . . 29<br />
rotatiefrequentie . . . . . . ... 121<br />
rotatiefrequentiemeter 47,305,343-345,417-418<br />
rotor (brandstofpomp) . . . . . . 323<br />
rotor (generator) . 144, 158-159, 194<br />
klauwpool- . . . . 158-159<br />
sleepringloze . . . . . . . . . 161<br />
rotor (generator) met zelfstandige polen 160-l61<br />
rotor (ontsteking). 278,285-286,307,430<br />
rotorspoel. . . 158-/59, 191, 194<br />
rotorweerstand . . 311<br />
446<br />
ruitbediening, elektrische . . . . 46,219-231<br />
ruitesproeier . .. ..... 45, 328<br />
ruitewisser . . . 17,44-45,324-328,364<br />
ruitewissermotor . 238,324-328<br />
Rushmore, Samuel 37<br />
rustende contacten 386<br />
rustspanning (accu) . 205<br />
ruststroom . . . . 342<br />
SAE .<br />
Saunier, Baudry de .<br />
schakelaars . . .<br />
schakelcontacten . .<br />
schakeldiode . . .<br />
schakelverschij nselen<br />
schema's . . . .<br />
schietspoelanker .<br />
schijfankermotor .<br />
schijfcommutator.<br />
schuifanker . . .<br />
Scintilla .....<br />
scoopmotortester .<br />
sealed beam (koplamp)<br />
semafoor . . . . .<br />
sensor, zie: opnemer<br />
. . 206, 208, 352<br />
. . . . . . 24<br />
17,349,362,386<br />
...... 386<br />
...... 135<br />
87-90,109-110,268-270<br />
392-405<br />
21<br />
.. 332<br />
232,244<br />
37,243,252-253<br />
. 38,49<br />
425-428<br />
43,372<br />
. 42-43<br />
separator (accu) . 29,201,216<br />
seriebatterij . . . . 76<br />
seriebekrachtiging . . . 118<br />
seriecompoundmotor . 252-253<br />
seriekring . . . . . . 129-130<br />
seriemotor 119, 228,234-237, 239, 240, 245-250<br />
serieparallelschakelaar . . . . . 9,255<br />
serieschakeling van condensatoren 86-87<br />
serieschakeling van magnetische<br />
weerstanden. . . . . . . . . . 105<br />
serieschakeling van spanningsbronnen. 75-76<br />
serieschakeling van weerstanden . .. 68-69<br />
serieweerstand. . . 304, 311, 319,430<br />
serieweerstandstest . . . . . . . 315<br />
seriewikkeling . . . . . 232,255<br />
SEV(-Marchal). .. 45,50, 143, 163, 173,322<br />
shunt. . . . . . . 119,411,414<br />
shuntbekrachtiging . 118<br />
shuntmotor . . . . 228<br />
Siemens, Werner von 21<br />
signaleringslamp, zie: verklikkerlamp<br />
Simms, Frederick. . .<br />
Sinsteden, Wilhelm . .<br />
slagtijd (oscilloscoop) .<br />
sleepcontacten.<br />
sleepschijf .<br />
s1cepring . . . .<br />
sleutelschakelaar .<br />
sluithoek (ontsteking) .<br />
smeltveiligheid.<br />
Smith .<br />
25,48<br />
19,20<br />
423<br />
386<br />
159<br />
151<br />
350<br />
278<br />
389<br />
334
snelheidsmeter.<br />
snellader<br />
snelstartsysteem<br />
solenoïde. . .<br />
soortelijke weerstand<br />
spanband ..<br />
spanning(verschil) .<br />
spanningsbron. . .<br />
spanningsconstante .<br />
spanningsdeler. .<br />
spanningsimpuis .<br />
spanningsregelaar<br />
191-192, 409<br />
spanningsresonantie<br />
spanningsspoel. . .<br />
span ni ngssta bilisa tor<br />
spanningsverlies . .<br />
specilieke lichtsterkte<br />
Spica ..<br />
spiegel . . . . . .<br />
Splitdorf . . . . .<br />
staalaccu, zie: alkalische accu<br />
47,345-346<br />
.... 224<br />
. . . . 357<br />
42-43,95,97<br />
64-65<br />
. 411<br />
62<br />
54,73-74<br />
... 1/6<br />
70-71,175,182.298<br />
. . . . . . . 97<br />
17,33, /43, 170-/83,<br />
. . 130<br />
/73,174<br />
416,418<br />
67,256.28 I. 430<br />
367<br />
288<br />
366<br />
26<br />
stadslicht. . . . . . . . . 370,378<br />
standaardoscillogram (ontsteking). 268,309<br />
stappenmotor 347<br />
startaccu . . 31-32,199-200<br />
starterk rans. . . . 243, 244<br />
startkabel. . . . . . . 386<br />
startmotor 17, 21, 35-38, 119,227-263,429-430<br />
startmotor met bendixkoppeling . . . 243-244<br />
startmotor met permanente magneten. . . 228,<br />
237-242,25/-252<br />
startmotor met reductie. . . . . 37,249, 251<br />
startmotor met schuifanker . 37. 243, 252-253<br />
startmotor met verschuifbaar rondsel. 243,<br />
245-250<br />
startmotor met verschuilbare rondselas<br />
253-255<br />
startmotorbediening. pneumatische.<br />
start mot orkarak teristieken.<br />
startmotormontage .<br />
startmotoronderhoud .<br />
startmotortestbank .<br />
startrclais.<br />
startschakelaar.<br />
.<br />
startslot. . .<br />
startsperrclais .<br />
startstroom . .<br />
statische elektriciteit<br />
statorreactie .<br />
stator(spoel) .<br />
steekzekering<br />
steker . . .<br />
stekercontacten<br />
stclinrichtingen (koplampen) .<br />
steradiaal.<br />
sterpunt<br />
253,<br />
35-36<br />
234-242<br />
.. 26/<br />
256-263<br />
26/-262<br />
38,246,260-261<br />
255-256<br />
38<br />
.. 255<br />
.. 256<br />
18,76-90<br />
... 155<br />
147,158,191,195-196<br />
390<br />
389<br />
386<br />
377<br />
366<br />
147<br />
sterpuntdioden. .<br />
sterschakeling . .<br />
stoelverwarming .<br />
stoplicht . . . .<br />
stoplichtschakelaar .<br />
stroboscoop. zie: ontstekingsafstellamp<br />
st roboscopisch effect<br />
stroombron. . . .<br />
stroomdichtheid . .<br />
stroomkringschema.<br />
stroommeettang . .<br />
stroomregulerende dynamo<br />
stroomrichting. . .<br />
stroomsterkte . .<br />
stroomverschilrelais<br />
stroomversterkingsfactor (transistor)<br />
st uurk olomschakelaar.<br />
sulfa teren (accu)<br />
superbobine . .<br />
Sun ...<br />
supergeleiding.<br />
synchrograaf. zie: verdelertester<br />
synchronisatieschakcling (oscilloscoop)<br />
systemen, elektrische<br />
SWF .<br />
.. 166,175<br />
147-/49, 153<br />
.... 359<br />
364,370,380<br />
338<br />
3/3,419<br />
. 74-75<br />
67,234,384<br />
392<br />
423<br />
33<br />
60-61,138<br />
6/<br />
347<br />
140<br />
386<br />
211<br />
271,272, 278<br />
319<br />
55<br />
424<br />
17<br />
45,322<br />
tachodynamo . . . . . . . . . . . 47,343<br />
tachometer. zie: rotatiefrequentiemeter<br />
T-anker, dubbel 21,24,25,27<br />
tegenkoppel 1/6-1/7<br />
tegenspanning . . . . . 116-/17,230,235,322<br />
tekensymbolen en codeletters. . . . . 400-402<br />
temperatuurafhankelijke weerstand. . . 66-67<br />
temperatuurcoëlliciënt . . 65-66, 277<br />
temperatuurcompensatie 33, 174, 177<br />
temperatuurmeter . 336-338<br />
temperatuurvoeler . . . . 368<br />
temperature sensing . 181. /83<br />
terugkoppelweerstand . 178<br />
terugslagtijd (oscilloscoop). 423<br />
thermische beveiliging. . . 322<br />
thermisch effect van elektrische stroom 57<br />
thermo-element . . . . . . . . 58<br />
Thomson, brug van. . . . . . 73<br />
Thomson-Bennett Magnetos LId 48<br />
Thomson-Houston Company . 43,48<br />
thyristor . . . . . . . . .. /37,301,418<br />
thyristorontsteking. 29,264,273,296,301-303<br />
tijdbasis (oscilloscoop) . . . . . . . . . 423<br />
tijdconstante 89-90. //0,271-272,275,301<br />
tijdmeter . . 347<br />
Tirill-procédé 33<br />
TL-buis. . . 56<br />
toerenteller, zie: rotatiefrequentiemeter<br />
topwaarde (wisselstroom) . . 12/<br />
top-topwaarde (wisselstroom) .... /21,423<br />
447
toroïde. . . . . .<br />
traagheidsschakelaar<br />
tractiebatterij . . .<br />
transforma torprincipe .<br />
transistor. .<br />
stuur- . . . . .<br />
vermogens- . . .<br />
transistorontsteking<br />
43/-432<br />
Trico .....<br />
triggereenheid .<br />
trillerbobine .<br />
trillerregelaar<br />
trillingskring<br />
trillingstijd .<br />
trillingsverschijnsel (ontsteking).<br />
trommelanker .<br />
Tudor ...<br />
Tudor, Henri .<br />
tune-up-tester .<br />
tussen lager (startmotor) .<br />
tweekanaalsoscilloscoop .<br />
tweekoplampsysteem (VS) .<br />
tweevonkenbobine . . . .<br />
U-bougie. . . . . . . . .<br />
uitlaatfiuil. .<br />
uitloopschakelaar (ruitewisser)<br />
95<br />
362<br />
30-31,200<br />
. . 107<br />
. /37-/4/<br />
... /75<br />
174, 175, 298, 322<br />
29,265,296,297-301.<br />
. . . . . 45<br />
. .. 4/8,424<br />
22,27,303,315<br />
33,173-/74<br />
129,267,302<br />
. . 122<br />
267-27/<br />
21<br />
30,201<br />
29-31,35<br />
425-428<br />
. . 250<br />
179,424<br />
. . 372<br />
272, 277-278<br />
. 295<br />
38-39<br />
. 326<br />
valentie-elektron. . . . . . . . . . . . 53<br />
Valeo .. 33,50,142-144,163,173,288,322,328<br />
variabele weerstand. . . 340<br />
Varley, Alfred . . . . . . 21<br />
Varta. . . . . . . . . . 30,201<br />
vasthoudspoel (startmotor) 246, 253<br />
VOO. . . . . 334<br />
VOR-weerstand 67<br />
VOU. . . . 426<br />
veerkernrelais . 352<br />
Veglia . . . . 334<br />
veld, homogeen 77,83-84,93, 116<br />
hoofd- . . . . . . 145<br />
radiaal. . . 77,93, 116<br />
veldenergie, elektrische . 82--83<br />
magnetische. . . . 108-109<br />
veldlijnen, elektrische. 77-78<br />
magnetische. . . . 92-93<br />
veldsterkte, coërcitieve . 102<br />
elektrische . 79<br />
magnetische. . . . 93-96<br />
veldwikkeling . . . 20,116,144,253,259-260<br />
ventilateur, elektrische . . . . . 46,331-334<br />
ventilateur met elektromagnetische<br />
koppeling. .<br />
verbreekcontact . . . . . . . .<br />
448<br />
46,331<br />
351,402<br />
verbreekschakelaar . . . . . . . . . . . 391<br />
verbruikers . . . . . .. 17, 143, 144<br />
verdeler. . . 27,266,278-287,307, 317<br />
verdelerkap . . . 278, 286, 307, 430<br />
verdelertester .. 313-314,316-319,430<br />
verklikkerlamp. .... 334, 380, 381,382<br />
verlichting .. 17, 4G-44, 365-383, 406-409<br />
verlichtingssterkte 367,408<br />
verlichtingstheorie . 365-367<br />
verliezen van de generator. . . . /53<br />
vermogen, elektrisch 59,62--63<br />
generator-. . /52<br />
lamp- . . . . . . . . 383<br />
vermogensdiode . . . . . 134<br />
verschuilbaar anker. 243,252-253<br />
verschuifbaar rondsel. 38,243,245-252<br />
verschuifbare rondselas . . 243,253-255<br />
verstelling van het ontstekingstijdstip .. 27,<br />
282-285,300,305,317,419<br />
verstelmotor . . . . .<br />
verstralers. . . . . .<br />
vervangingscapaciteit .<br />
vervangingsweerstand .<br />
vervroeging, zie: verstelling<br />
verwarming, achterruit- .<br />
interieur-. . . . .<br />
stoel-. . . . . . . .<br />
verwarmingselementen .<br />
vierkoplampsysteem (Europa)<br />
vierkoplampsysteem (VS)<br />
vliegwieldynamo . .<br />
vliegwielstartmotor .<br />
vloeistofgeleiding . .<br />
vlotter . . . . . .<br />
voeler, zie: opnemer<br />
Volckmar, Ernst.<br />
Volta, Alessandro<br />
voltmeter. . . .<br />
vonkbrug .<br />
vonkduur (ontsteking).<br />
vonkenergie (ontsteking).<br />
vonkoverslag (ontsteking) . . . .<br />
vonkspanning (ontsteking). . . .<br />
vonkeninductor, zie: trillerbobine<br />
329-331<br />
17,42,38/<br />
87<br />
. . 68-70<br />
17,46,356-357<br />
46,334<br />
.. 359<br />
356-360<br />
.. 373<br />
370,372,378<br />
... 9<br />
37<br />
55,341<br />
340<br />
29<br />
18<br />
304,336,4/4<br />
. . 3/4,315<br />
264,270-271,302,431<br />
264,266,301<br />
.... 288<br />
270,284,310<br />
voorbekrachtiging . . . 21,154, /64-166, 193<br />
voorschakelweerstand. . . . . . 250,298, 304<br />
voortplantingssnelheid (elektronen) . 54<br />
vreemde bekrachtiging .. 117<br />
V-riem. . . . 184-185<br />
vrije weglengte. . . . 290<br />
vrijloopdiode . . . . 177<br />
vrijloopkoppeling 37, 243, 247, 252, 257<br />
80%-vulstop. . . . . . . . . 340-341<br />
wachttijd (oscilloscoop) .<br />
Ward-Leonard. . . . .<br />
424<br />
33
warme bougie . . . . . . . . . .<br />
warmtebalans (bougie) . . . . . .<br />
warmte-effect van elektrische stroom<br />
warmtegraad (bougie) .<br />
wasthermostaat . .<br />
Watson, E. . . . . .<br />
wederzijdse inductie .<br />
Wegenverkeersreglement (WVR)<br />
wehneltcilinder. .<br />
weerstand, ballastcompensatie-<br />
.<br />
in wendige. . .<br />
inwendige (accu) .<br />
inwendige (startmotor)<br />
LOR-<br />
lek- . . .<br />
NTC- ..<br />
overgangs-<br />
PTC- ...<br />
soortelijke<br />
tem pera tuu ralhan kel ijke<br />
VOR- ....<br />
vervangings-. .<br />
weerstandsdraad .<br />
weissgebiedjes. .<br />
werkingsschema .<br />
wervelkamerbougie .<br />
wervelstroommeter .<br />
wervelst room verliezen<br />
Wheatstone, brug van.<br />
Wheatstone, Charles<br />
wikkelverhouding<br />
Wilco ....<br />
Winand, Paul .<br />
windingsluiting<br />
294<br />
294<br />
57<br />
294<br />
336<br />
48<br />
107-108, 266<br />
.. 364<br />
. . 421<br />
298,304<br />
174<br />
74<br />
209<br />
236,238<br />
67,348<br />
67<br />
66-{j7, 173,333,357<br />
67, 69, 193,281,409<br />
66-{j7, 277, 333, 357<br />
64-{j5<br />
66-{j7<br />
67<br />
68-70<br />
340,356<br />
J(iO<br />
.. 392<br />
. . 296<br />
354-346<br />
. /03<br />
. 7/-73<br />
21<br />
107,273, 298<br />
. . . . 201<br />
25<br />
191,257-261,430<br />
wisselcolltact . . . . . . 35/<br />
wisselschakelaar . . . . . 39/<br />
wisselspanning/stroom, driefase- /22, 142<br />
elTectieve waarde van.. /23-/24, 151-152<br />
gemiddelde waarde van. /23-/24<br />
monofase-. . . . . /23<br />
wis/was-inrichting 45,328<br />
wit licht. . . . . . . 366<br />
X-kanaal (oscilloscoop). . . . . . . . . 423<br />
Yuasa . . . . . . .<br />
Y-kanaal (oscilloscoop)<br />
zenergebied<br />
zoemer ..<br />
zwart lichaam<br />
zweven van de onderbrekerarm .<br />
. . 201<br />
422-423<br />
zaagtandspanning . . . . . . 423<br />
Zeiss-Ikon . . . . . . . . 45<br />
zekering . . . . 17,386,389-39/<br />
zekeringhouder . . . 390<br />
zekeringkarakteristiek. . ... 39/<br />
zelfbekrachtiging. . . 21,1/8<br />
zelfinductie . . . . . 20, /06-/07<br />
zelfinductiecoëlliciënt . 96-97, 107<br />
zelfontlading (accu). . 32,212<br />
zelfreinigende onderbreker. . 28/-282<br />
zelfreinigingstemperatuur (bougie) ... 294<br />
zenerdiode 136-/37,175-178,181,184,298,<br />
336,416<br />
134<br />
334<br />
366<br />
281<br />
449