24.09.2013 Views

Audiometrie Inleiding Testen in het algemeen. De ... - audiciensinfo

Audiometrie Inleiding Testen in het algemeen. De ... - audiciensinfo

Audiometrie Inleiding Testen in het algemeen. De ... - audiciensinfo

SHOW MORE
SHOW LESS

You also want an ePaper? Increase the reach of your titles

YUMPU automatically turns print PDFs into web optimized ePapers that Google loves.

<strong>Inleid<strong>in</strong>g</strong><br />

<strong>Audiometrie</strong><br />

Als Praktijk Assistent ontvangt u vrijwel dagelijks audiogrammen van KNO-artsen en Audiologische Centra.<br />

Daarnaast worden er naar alle waarschijnlijkheid ook gehoortesten bij u <strong>in</strong> de vestig<strong>in</strong>g gemaakt door de<br />

dienstdoende audiciens. Als Praktijk Assistent moet u die audiogrammen wellicht <strong>in</strong> de computer <strong>in</strong>voeren en<br />

<strong>het</strong> is van belang dat u weet waar u <strong>het</strong> over hebt. Ook wordt van u verwacht dat u op dit gebied een serieuze<br />

gesprekspartner voor uw cliënt bent. Dan kan <strong>het</strong> niet anders, dan dat u voldoende kennis van zaken heeft<br />

betreffende audiogrammen en audiometrie. U moet <strong>het</strong> snappen, kunnen uitleggen en er wordt zelfs van u<br />

verwacht dat u eenvoudige screen<strong>in</strong>g audiometrie zelfstandig kunt uitvoeren. Reden genoeg om ons <strong>in</strong> <strong>het</strong><br />

kader van deze lesstof te verdiepen <strong>in</strong> <strong>het</strong> fenomeen audiometrie.<br />

<strong>Testen</strong> <strong>in</strong> <strong>het</strong> <strong>algemeen</strong>.<br />

Rond audiometrie hangt van oudsher altijd een wat mysterieus waasje. Veel mensen doen alsof <strong>het</strong> verrichten<br />

van een gehoortest iets heel bijzonders is dat alleen gedaan mag worden door de KNO-arts of een Audiologisch<br />

Centrum.<br />

We moeten ons tevens realiseren dat er een groot aantal soorten gehoortesten bestaan. Zo kunt u <strong>in</strong> uw<br />

handen klappen en vragen of de persoon die u wilt testen dat gehoord heeft. Geeft hij antwoord, dan hebt u <strong>in</strong><br />

feite een gehoortest gedaan. Niet zo’n geweldige, maar <strong>in</strong> pr<strong>in</strong>cipe is <strong>het</strong> er een.<br />

Bij de meeste gehoortesten laat men de cliënt een een zuivere toon horen om vervolgens te vragen of hij de<br />

aangeboden toon gehoord heeft. Zo ja dan maken we de toon wat zachter en laten we <strong>het</strong> opnieuw horen.<br />

Hoort hij <strong>het</strong> nog steeds, dan maken we <strong>het</strong> weer zachter, net zolang tot <strong>het</strong> punt gevonden is waarop uw<br />

cliënt aangeeft de toon niet meer te horen. U heeft dan de drempel gevonden van de geluidsterkte van de<br />

<strong>in</strong>gestelde frequentie waarbij uw cliënt nog net wel en net niet meer kan horen.<br />

Om dit soort testen uit te kunnen voeren hebben we geijkte apparatuur nodig, maar <strong>het</strong> pr<strong>in</strong>cipe is erg<br />

eenvoudig.<br />

Hieronder behandelen we een aantal testen die <strong>in</strong> praktijk worden uitgevoerd.<br />

<strong>De</strong> Ew<strong>in</strong>g test<br />

Een van de eerste gehoortesten die een mens <strong>in</strong> zijn leven onderg<strong>in</strong>g was de Ew<strong>in</strong>g-test. <strong>De</strong>ze test wordt<br />

uitgevoerd op <strong>het</strong> consultatiebureau. Het k<strong>in</strong>d dat getest wordt moet ongeveer 7-9 maanden oud zijn.<br />

Aanvankelijk is een pasgeboren k<strong>in</strong>d volop bezig met <strong>het</strong> ordenen van de <strong>in</strong>formatiestromen die op gang<br />

beg<strong>in</strong>nen te komen, door te voelen, te proeven, te brabbelen, te pakken en al dat soort d<strong>in</strong>gen die nog geleerd<br />

moeten worden. Rond de zevende maand krijgen baby’s daar nog een prikkel bij en dat is <strong>het</strong> lokaliseren van<br />

geluid. Als de baby een geluid hoort heeft hij/zij de neig<strong>in</strong>g te gaan zoeken wat dat geluid is, door te gaan kijken<br />

<strong>in</strong> de richt<strong>in</strong>g waar <strong>het</strong> geluid vandaan komt.<br />

Doordat de baby gaat kijken, gaat zoeken, weet je dat <strong>het</strong> geluid gehoord is.


Figuur Fout! Geen tekst met opgegeven opmaakprofiel <strong>in</strong> document.-1 <strong>De</strong> uitvoer<strong>in</strong>g van een Ew<strong>in</strong>g test (illustratie<br />

afkomstig uit klank en balans van Ir. C.L. van Ligtenberg)<br />

Bij de Ew<strong>in</strong>g test wordt van die prikkel gebruik gemaakt. <strong>De</strong> moeder gaat <strong>in</strong> een stoel zitten en houdt haar k<strong>in</strong>d<br />

op schoot. Een 2 de persoon houdt <strong>het</strong> k<strong>in</strong>d bezig door ermee te spelen en/of aandacht te vragen. Heel stiekem<br />

laat een 3 de persoon achter <strong>het</strong> k<strong>in</strong>d, zonder dat die <strong>het</strong> kan zien aankomen, een geluidje horen. Kijkt <strong>het</strong> k<strong>in</strong>d<br />

om, dan is <strong>het</strong> geslaagd; zoniet volgt er een herkans<strong>in</strong>g. <strong>De</strong>ze manier van werken wordt uitgebeeld <strong>in</strong> Figuur<br />

Fout! Geen tekst met opgegeven opmaakprofiel <strong>in</strong> document.-1<br />

<strong>De</strong>ze test lijkt heel primitief, maar toch kun je door de geluiden <strong>in</strong> sterkte te variëren en door de klank van <strong>het</strong><br />

geluid goed te kiezen, al op jonge leeftijd behoorlijk wat <strong>in</strong>formatie verzamelen over <strong>het</strong> gehoor van een k<strong>in</strong>d<br />

dat zelf nog niet kan reageren. Op <strong>het</strong> moment is er een heel scala aan speelgoedgeluiden en er zijn speciale<br />

tabellen <strong>in</strong> omloop waar<strong>in</strong> je kunt zien welke geluidproducerende zaken je zoal kunt gebruiken en welke<br />

toonhoogte <strong>in</strong> dat geluid dom<strong>in</strong>ant aanwezig is. Daarnaast staat dan ook nog hoe hard <strong>het</strong> geluid bij<br />

benader<strong>in</strong>g is, zodat ook een <strong>in</strong>dicatie voor eventueel gehoorverlies te geven is. Wel is enige medewerk<strong>in</strong>g van<br />

<strong>het</strong> k<strong>in</strong>d noodzakelijk.<br />

Tegenwoordig wordt deze test uitgevoerd met gebruik van een CD met diverse geluiden welke <strong>in</strong>gesteld<br />

kunnen worden <strong>in</strong> sterkte en frequentieband, deze zijn dan ook geijkt.<br />

Het opsporen van slechthorendheid bij k<strong>in</strong>deren is heel belangrijk voor de ontwikkel<strong>in</strong>g van <strong>het</strong> k<strong>in</strong>d. Met name<br />

<strong>het</strong> leren verstaan en spreken hangt voor een groot deel samen met een goed gehoor. Heeft een k<strong>in</strong>d<br />

gehoorverlies, dan kun je dat maar <strong>het</strong> beste zo vroeg mogelijk weten, zodat je zo snel mogelijk maatregelen<br />

kunt nemen opdat <strong>het</strong> k<strong>in</strong>d wel gaat horen. Te denken valt daarbij aan hoortoestellen, Baha’s (zie hoofdstuk<br />

Fout! Verwijz<strong>in</strong>gsbron niet gevonden.) en zelfs Cochleaire implantaten (zie hoofdstuk Fout! Verwijz<strong>in</strong>gsbron<br />

niet gevonden.) Op die manier is de ontwikkel<strong>in</strong>g en <strong>het</strong> leerproces van een k<strong>in</strong>d <strong>het</strong> beste gediend.<br />

<strong>De</strong> Ew<strong>in</strong>g test heeft echter zijn langste tijd gehad. Door gebruik te maken van moderne technologie <strong>in</strong><br />

comb<strong>in</strong>atie met vernieuwde kennis zijn er een aantal testen ontwikkeld, waarmee op nog jongere leeftijd kan<br />

worden vastgesteld of er sprake van gehoorverlies is. Daarnaast zijn deze met<strong>in</strong>gen vaak nog makkelijker en<br />

betrouwbaarder dan de Ew<strong>in</strong>g test, temeer omdat <strong>het</strong> k<strong>in</strong>dje niet echt mee hoeft te werken. Meer hierover <strong>in</strong><br />

de volgende hoofdstukken.<br />

Oto Akoestische Emissie (OAE)<br />

Een hele merkwaardige eigenschap van ons oor is dat <strong>het</strong> niet alleen geluiden waarneemt, maar zelf ook<br />

geluidjes produceert. Hoe en waarom die geluidjes gemaakt worden is nog lang niet bekend, maar feit is dat ze<br />

meetbaar zijn.<br />

<strong>De</strong> eerste onderzoeker die dit constateerde was ene Dr. Kemp. Hij constateerde dat als je iemand een geluid<br />

laat horen, dat <strong>het</strong> oor dan 5 – 10 ms later ( 5 /1000 tot 10 /1000 seconde later) zelf ook een geluidje maakt.<br />

Dit verschijnsel wordt Oto Akoestische Emissie genoemd of kortweg OAE en is ook bekend onder de naam<br />

Kemp-echo.<br />

Met uiterst nauwkeurige meetapparatuur was Kemp als eerste <strong>in</strong> staat om deze geluidjes te registreren. Hij<br />

onderzocht dat fenomeen bij heel veel mensen <strong>in</strong> diverse leeftijdscategorieën en kwam tot de ontdekk<strong>in</strong>g dat


OAE bij vrijwel alle leeftijden werkte en meetbaar was. Dus ook bij kle<strong>in</strong>e pasgeboren baby’s. Sterker nog hij<br />

vond <strong>in</strong> de eerste maanden zelfs een sterke echo.<br />

Figuur Fout! Geen tekst met opgegeven opmaakprofiel <strong>in</strong> document.-2 Oto Acoustische Emissie <strong>in</strong> praktijk (illustratie<br />

afkomstig van www.hoorzaken.nl)<br />

Hij kwam er op deze manier achter dat je al vlak na de geboorte kon vaststellen of een k<strong>in</strong>d wel of niet hoorde.<br />

Later kon hij ook b<strong>in</strong>nen bepaalde grenzen vaststellen van hoeveel gehoorverlies er dan sprake was.<br />

Aanvankelijk was de apparatuur waarmee deze met<strong>in</strong>gen gemaakt moesten worden nog heel groot en<br />

bovendien peperduur, maar gaande de tijd werd de apparatuur zo goedkoop en handzaam dat de test nu als<br />

standaard op de consultatiebureaus wordt toegepast.<br />

Ten behoeve van zo’n met<strong>in</strong>g krijgt <strong>het</strong> k<strong>in</strong>dje een kle<strong>in</strong>e probe (meetsonde) <strong>in</strong> de gehoorgang geschoven. Hier<br />

komt <strong>het</strong> stimulerende pulsgeluidje uit en er zit ook een piepkle<strong>in</strong> microfoontje <strong>in</strong> die <strong>het</strong> door <strong>het</strong> oor<br />

geproduceerde geluidje opvangt. Zo u op de foto van Figuur Fout! Geen tekst met opgegeven opmaakprofiel <strong>in</strong><br />

document.-2 kunt zien is <strong>het</strong> voor <strong>het</strong> k<strong>in</strong>d absoluut niet belastend, <strong>het</strong> slaapt gewoon lekker door.<br />

<strong>De</strong>ze met<strong>in</strong>g is door zijn gemak, zijn vroegtijdige toepasbaarheid en zijn onafhankelijkheid van de medewerk<strong>in</strong>g<br />

van <strong>het</strong> k<strong>in</strong>d enorm populair geworden en vervangt de Ew<strong>in</strong>g test.<br />

Audiciens doen met deze meetmethode nog helemaal niets. Wel zien we dat we een categorie hele jonge<br />

k<strong>in</strong>deren voor aanpass<strong>in</strong>g van hoortoestellen krijgen die we vroeger niet hadden. We zien nu ook k<strong>in</strong>deren van<br />

jonger dan een half jaar.<br />

Bera – test<br />

Een andere gehoortest die uitgevoerd kan worden zonder dat de medewerk<strong>in</strong>g van de patiënt benodigd is, is<br />

de Bera test. Bera staat voor Bra<strong>in</strong>stem Evoked Response <strong>Audiometrie</strong> (vertal<strong>in</strong>g: audiometrie door met<strong>in</strong>g<br />

van de <strong>in</strong> de hersenstam opgewekte responsjes). <strong>De</strong>ze vorm van audiometrie werkt als volgt.<br />

Terwijl de patiënt lekker ligt (te slapen), worden hem een aantal elektroden op <strong>het</strong> hoofd en op beide mastoids<br />

geplakt. Vervolgens laten men een geluid horen. Met behulp van de elektroden kan gemeten worden of er<br />

daarna zenuwactiviteit plaats v<strong>in</strong>dt als reactie op <strong>het</strong> geluid. Als dat gebeurt, dan weet je dat <strong>het</strong> geluid<br />

gehoord is. Als stimuli (de geluiden die men laat horen) worden klikachtige geluiden gebruikt.<br />

<strong>De</strong> test wordt vaak verricht bij patiënten die geen goede response (kunnen) geven bij normale<br />

toonaudiometrie. Je kunt dan denken aan mensen die niet goed reageren, zoals verstandelijk gehandicapten,<br />

maar ook hele jonge k<strong>in</strong>deren.<br />

<strong>De</strong>ze test die net zo m<strong>in</strong> als de vorige erg belastend voor de patiënt is, geeft op een meer nauwkeurige manier<br />

aan of er gehoorverlies <strong>in</strong> met name de hoge tonen is. Voor <strong>het</strong> spraakverstaan zijn juist de hoge tonen erg<br />

belangrijk en dus is de verkregen <strong>in</strong>formatie uitermate z<strong>in</strong>vol.


Figuur Fout! Geen tekst met opgegeven opmaakprofiel <strong>in</strong> document.-3 Uitvoer<strong>in</strong>g van een Bera met<strong>in</strong>g (illustratie<br />

afkomstig van www.kno.nl)<br />

Zowel de Bera test als de OAE worden voornamelijk toegepast <strong>in</strong> Ziekenhuizen en op Audiologische Centrums.<br />

<strong>De</strong> Nederlandse audicien houdt zich hier nog niet mee bezig. <strong>De</strong>ze lesstof is er dan ook uitsluitend voor<br />

bedoeld om u een goed gesprekspartner van uw voorschrijver en uw cliënt te maken.<br />

Stemvork proeven<br />

Met een eenvoudige stemvork kun je een aantal proeven doen waarmee je op eenvoudige manier <strong>in</strong>formatie<br />

kunt verzamelen over <strong>het</strong> gehoor van uw cliënt. Eerlijkheid gebiedt de zeggen, dat ze door de komst van steeds<br />

makkelijker te bedienen elektronische meetapparatuur, steeds m<strong>in</strong>der gebruikt worden. Toch willen we hier<br />

een aantal van die simpele doch doeltreffende meetmethoden de revue laten passeren.<br />

<strong>De</strong> R<strong>in</strong>ne – test<br />

<strong>De</strong>ze test is vrij simpel uit te voeren met een stemvork en geeft een <strong>in</strong>dicatie of we te maken hebben met een<br />

perceptieve vorm van slechthorendheid (b<strong>in</strong>nenoor) of een vorm van geleid<strong>in</strong>gsslechthorendheid.<br />

Om de test uit te voeren slaat u de stemvork aan een houdt de stemvork stevig op <strong>het</strong> mastoïd van uw cliënt en<br />

vraagt hem aan te geven wanneer hij <strong>het</strong> geluid niet meer hoort. Op <strong>het</strong> moment waarop hij dit meldt, houdt u<br />

de stemvork voor <strong>het</strong> oor van uw cliënt Wordt de toon dan opnieuw gehoord, dan hebben we te maken met<br />

een perceptieve vorm van slechthorendheid (een stor<strong>in</strong>g <strong>in</strong> <strong>het</strong> slakkenhuis).<br />

Wordt de toon voor <strong>het</strong> oor niet meer gehoord dan is er sprake van een geleid<strong>in</strong>gslechthorendheid, een<br />

stor<strong>in</strong>g die zich ergens bev<strong>in</strong>dt tussen de stijgbeugelvoetplaat en de buitenkant van de gehoorgang.<br />

Je kunt de test ook uitvoeren door de stemvork telkens kort voor <strong>het</strong> oor te houden en op de schedel te<br />

plaatsen. Daar waar de toon <strong>het</strong> langst gehoord wordt bepaalt de uitkomst als hierboven.<br />

Voor <strong>het</strong> oor = R<strong>in</strong>ne positief = Vorm van perceptie slechthorendheid<br />

Op de schedel = R<strong>in</strong>ne negatief = Vorm van geleid<strong>in</strong>gslechthorendheid<br />

Bepal<strong>in</strong>g van <strong>het</strong> beste oor<br />

Bij toonaudiometrie hoort u met de met<strong>in</strong>g te beg<strong>in</strong>nen op <strong>het</strong> beste oor. <strong>De</strong> makkelijkste manier om te weten<br />

te komen welk oor dat is, is dat u vraagt aan de cliënt welk oor zijn beste oor is. Doorgaans kan uw cliënt hier<br />

vlot antwoord op geven, gaat hij erg lang twijfelen, dan kunt u ervan uit gaan dat <strong>het</strong> verschil uiterst kle<strong>in</strong> is en<br />

mag u de oren als gelijk geschouwen.<br />

U kunt er ook een beetje show bij maken met een stemvork, maar bedenk daarbij dat u <strong>het</strong> verschil tussen l<strong>in</strong>ks<br />

en rechts aan <strong>het</strong> bepalen bent bij één specifieke frequentie, t.w. de frequentie van de stemvork.<br />

Bovenstaande regel is makkelijker en m<strong>in</strong>stens zo betrouwbaar.<br />

Een ander trucje om <strong>het</strong> beste oor te achterhalen is te vragen met welk oor men telefoneert. Dat doet men<br />

vrijwel altijd met <strong>het</strong> beste oor.


Voor verdere <strong>in</strong>take verwijzen wij u naar hoofdstuk Fout! Verwijz<strong>in</strong>gsbron niet gevonden..<br />

<strong>De</strong> Weber – test<br />

Met een stemvork is nog een simpele doch doeltreffende gehoortest te verrichten, waarbij gekeken kan<br />

worden <strong>in</strong> welk deel van <strong>het</strong> oor de stor<strong>in</strong>g te v<strong>in</strong>den is en dat is de Weber test. <strong>De</strong>ze test wordt als volgt<br />

uitgevoerd.<br />

U slaat de stemvork aan en zet hem precies <strong>in</strong> <strong>het</strong> midden van <strong>het</strong> hoofd, dat kan zijn op <strong>het</strong> voorhoofd, maar<br />

ook bovenop <strong>het</strong> hoofd, als <strong>het</strong> maar precies op de middellijn van de schedel is. Ook kun je de stemvork tegen<br />

de tanden van uw cliënt drukken maar dit is over <strong>het</strong> <strong>algemeen</strong> iets m<strong>in</strong>der fris. Nu vraagt u aan uw cliënt of hij<br />

de toon l<strong>in</strong>ks of rechts harder hoort of op beide oren even sterk (<strong>in</strong> <strong>het</strong> midden).<br />

Als er sprake is van een perceptiestor<strong>in</strong>g (een stor<strong>in</strong>g <strong>in</strong> <strong>het</strong> slakkenhuis) hoort uw cliënt de toon <strong>in</strong> <strong>het</strong> beste<br />

oor, is er sprake van een vorm van geleid<strong>in</strong>gslechthorendheid (van de stijgbeugelvoetplaat <strong>in</strong> <strong>het</strong> ovale venster,<br />

tot de <strong>in</strong>gang van de gehoorgang) dan hoort uw cliënt de toon harder <strong>in</strong> <strong>het</strong> slechte oor.<br />

<strong>De</strong> proef van Schwabach<br />

Hierbij slaat u de stemvork aan en plaatst hem op <strong>het</strong> midden van <strong>het</strong> hoofd van uw cliënt. U vraagt hem<br />

vervolgens aan te geven als hij helemaal niets meer hoort. Zodra dat door de cliënt aangegeven wordt, plaatst<br />

u de stemvork op uw eigen hoofd en bepaalt u hoeveel geluid u <strong>in</strong> dB’s bij benader<strong>in</strong>g hoort. Dat is dan gelijk<br />

<strong>het</strong> gehoorverlies van <strong>het</strong> beste oor van uw cliënt. Houdt daarbij echter wel reken<strong>in</strong>g met uw eventuele eigen<br />

gehoorverlies. Als u bijvoorbeeld weet dat u zelf 20 dB verlies heeft, dan moet u dat nog bij de <strong>in</strong>geschatte<br />

geluidsterkte optellen.<br />

Bedenk u wederom dat u bij één specifieke toon een zeer globale drempel aan <strong>het</strong> bepalen bent. Het gebruik<br />

van meerdere stemvorken zou een optie kunnen zijn, maar dan is <strong>het</strong> maken van een screen<strong>in</strong>g audiogram een<br />

snellere en meer nauwkeurige optie<br />

Onderzoekers die zelf een groot gehoorverlies hebben, kunnen de proef van Schwabach niet uitvoeren.<br />

Toonaudiometrie<br />

<strong>De</strong> meest toegepaste gehoortest is wel <strong>het</strong> maken van een normaal toonaudiogram.<br />

<strong>De</strong> gedachte achter <strong>het</strong> audiogram vormt <strong>het</strong> aanbieden van zuivere tonen waarna gevraagd wordt of de toon<br />

wel of niet gehoord werd. We zoeken op die manier naar de drempel die nog net wel en net niet gehoord<br />

wordt. <strong>De</strong>ze gevonden drempel drukken we uit als gehoorverlies ten opzichte van <strong>het</strong> gemiddelde gezonde<br />

gehoor, de 0 dB lijn.<br />

Bij en voor <strong>het</strong> maken van een toonaudiogram bestaan een hoop spelregels<br />

<strong>De</strong> meetopstell<strong>in</strong>g<br />

Om te beg<strong>in</strong>nen maken we een toonaudiogram met een audiometer. Oorspronkelijk was dat een apparaat met<br />

een aantal knoppen erop, waarmee je <strong>in</strong> een rustige omgev<strong>in</strong>g een gehoortest kon afnemen. <strong>De</strong> meetwaarden<br />

stonden bij de pijl van de draaiknoppen. <strong>De</strong> gevonden waarden werden middels pen en papier veilig gesteld.<br />

Figuur Fout! Geen tekst met opgegeven opmaakprofiel <strong>in</strong> document.-4 Een wat ouderwetse audiometer met<br />

draaiknoppen


Door de tijd heen werden de draaiknoppen vervangen door tiptoetsen en kon je de meetwaarden aflezen <strong>in</strong><br />

een display.<br />

Bovendien werden de audiometers veel geavanceerder zodat je er meerdere met<strong>in</strong>gen mee kon doen. Ook<br />

kwam er een microfoon op de audiometer te zitten, waarmee je je cliënt kunt toespreken als die de<br />

koptelefoon draagt en hierdoor nog onbereikbaarder is geworden.<br />

Figuur Fout! Geen tekst met opgegeven opmaakprofiel <strong>in</strong> document.-5 Een AD 27 audiometer van Interacoustic met<br />

tiptoetsen<br />

Dit soort audiometers zijn er <strong>in</strong> vele uitvoer<strong>in</strong>gen, van heel eenvoudig tot uiterst geavanceerd. Hieronder <strong>in</strong><br />

Figuur Fout! Geen tekst met opgegeven opmaakprofiel <strong>in</strong> document.-6 een uiterst geavanceerde audiometer op<br />

<strong>het</strong> Audiologisch Centrum te Amersfoort.<br />

Figuur Fout! Geen tekst met opgegeven opmaakprofiel <strong>in</strong> document.-6 Geavanceerde audiometer op <strong>het</strong> AC Amersfoort<br />

(illustratie afkomstig uit Klank en Balans)<br />

Let bij deze foto op <strong>het</strong> staande plaatje op de audiometer, dat er voor moet zorgen dat de cliënt niet kan zien<br />

wanneer de stimulus knop wordt <strong>in</strong>gedrukt en dus de toon wordt aangeboden.<br />

Tegenwoordig zijn veel audiometers een onderdeel van een totaalopstell<strong>in</strong>g geworden, die gekoppeld is aan<br />

een Aurical of een Aff<strong>in</strong>ity. Daarbij zijn alle meet<strong>in</strong>strumenten die een audicien <strong>in</strong> de dagelijkse praktijk nodig<br />

heeft verzameld en <strong>in</strong> elkaar geschoven tot één compact geheel. <strong>De</strong> bedien<strong>in</strong>g v<strong>in</strong>dt plaats met de muis van de<br />

computer, <strong>het</strong> toetsenbord of een speciale console zoals bij de Aff<strong>in</strong>ity (zie Figuur Fout! Geen tekst met<br />

opgegeven opmaakprofiel <strong>in</strong> document.-7) Op uw beeldscherm ziet u wat u meet en wat u doet. Bovendien<br />

worden de gemeten waarden direct <strong>in</strong> de computer <strong>in</strong>gevoerd en bewaard. Het tekenen van audiogrammen is<br />

nu voorbij, want u kunt een audiogram direct uit de computer pr<strong>in</strong>ten. Bovendien zijn de digitale<br />

audiogrammen direct te gebruiken b<strong>in</strong>nen <strong>het</strong> software programma Noah (hoofdstuk Fout! Verwijz<strong>in</strong>gsbron<br />

niet gevonden.) als bron voor <strong>het</strong> berekenen van de <strong>in</strong>stell<strong>in</strong>gen voor hoortoestellen.


Figuur Fout! Geen tekst met opgegeven opmaakprofiel <strong>in</strong> document.-7 Aff<strong>in</strong>ity audiometer met bijbehorende hoortoestel<br />

meetbox<br />

<strong>De</strong> stille ruimte<br />

<strong>Audiometrie</strong> wordt verricht <strong>in</strong> een stille omgev<strong>in</strong>g. In ziekenhuizen en Audiologische Centra heeft men vaak de<br />

beschikk<strong>in</strong>g over een speciaal voor dit doel <strong>in</strong>gerichte ruimte, die van buitenaf b<strong>in</strong>nendr<strong>in</strong>gende geluiden tot<br />

een absoluut m<strong>in</strong>imum beperkt. Dit soort cab<strong>in</strong>es kosten veel geld, zijn vaak erg benauwd en kle<strong>in</strong> om <strong>in</strong> te<br />

werken. . Belangrijk is te bedenken dat er <strong>in</strong> Ziekenhuizen en Audiologische Centra ook gehoormet<strong>in</strong>gen met<br />

patiënten gedaan moeten worden die amper gehoorverlies hebben. Elk geluidje van 10 tot 20 dB kunnen zij<br />

horen. Zij zullen deze geluiden ervaren als h<strong>in</strong>derlijke omgev<strong>in</strong>gsgeluiden tijdens gehoortesten.<br />

<strong>De</strong>ze classificatie patiënten kent de audicien normaliter niet. Bij de audicien komen doorgaans alleen cliënten<br />

die al een behoorlijk gehoorverlies hebben en waardoor de geluidsisolatie van de meetruimte iets m<strong>in</strong>der<br />

precies komt.


Een alternatieve oploss<strong>in</strong>g, die <strong>in</strong> de audiciensbranche nog wel eens gebruikt wordt om een betere<br />

geluidsislolatie te bereiken, is een eenpersoons cab<strong>in</strong>e waar<strong>in</strong> de cliënt wordt geplaatst, terwijl de audicien<br />

buiten de cab<strong>in</strong>e blijft. Dit is de situatie zoals we die ook <strong>in</strong> <strong>het</strong> AA – educatiecentrum te Doesburg kennen. Zie<br />

Figuur Fout! Geen tekst met opgegeven opmaakprofiel <strong>in</strong> document.-8. <strong>De</strong>ze cab<strong>in</strong>e wordt spottend nog wel<br />

eens de doodkist of de ijskast genoemd.<br />

Figuur Fout! Geen tekst met opgegeven opmaakprofiel <strong>in</strong> document.-8 Meetopstell<strong>in</strong>g <strong>in</strong> <strong>het</strong> AA - tra<strong>in</strong><strong>in</strong>gscentrum te<br />

Doesburg<br />

<strong>De</strong> voorkeur gaat er echter naar uit om een meetruimte <strong>in</strong> te richten die zo geluidsarm mogelijk is, waarbij een<br />

goed contact tussen audiometrist en cliënt mogelijk blijft. Daarbij wordt gekeken naar geluidsisolatie, dubbel of<br />

driedubbel glas en ook de deuren kennen vaak speciale voorzien<strong>in</strong>gen om <strong>het</strong> geluid zo goed mogelijk af te<br />

schermen (dubbele sponn<strong>in</strong>g en valdorpels). Ondanks alle goede zorgen zijn er echter een hoop meetruimten<br />

die absoluut niet aan de normen voldoen. Met name verkeers- en contactgeluiden dr<strong>in</strong>gen toch tot de<br />

meetruimte door. Het zijn overigens doorgaans de lagere meetfrequenties van de audiogrammen die hierdoor<br />

een afwijk<strong>in</strong>g laten zien.<br />

Ook de koptelefoon heeft nog een dempende werk<strong>in</strong>g (zie hoofdstuk 0), maar blijf goed opletten dat de met<strong>in</strong>g<br />

die u met een cliënt maakt, <strong>in</strong> een relatief stille omgev<strong>in</strong>g wordt verricht. Zijn er toevalligerwijs<br />

omstandigheden waardoor meten onmogelijk is, wacht dan even of stel uw met<strong>in</strong>g uit naar een ander tijdstip.<br />

<strong>De</strong> koptelefoon<br />

Wat alle audiometers, oud of nieuw, nog steeds hebben is een koptelefoon. Die koptelefoon hoort als een<br />

soort Siamese tweel<strong>in</strong>g bij de audiometer. U mag nooit een koptelefoon van de ene audiometer gebruiken op<br />

de andere. Dat heeft als reden dat de met<strong>in</strong>gen die we maken uiterst precies verricht moeten kunnen worden.<br />

Om die reden dient een audiometer m<strong>in</strong>imaal één keer per jaar geijkt te worden. <strong>De</strong> fabrikant of importeur van<br />

<strong>het</strong> apparaat controleert dan heel nauwkeurig of de gewenste geluidsterkte nog wel klopt. Indien er<br />

afwijk<strong>in</strong>gen zijn worden die bijgesteld. Een hele grote rol speelt daar<strong>in</strong> de koptelefoon. Als je een andere<br />

koptelefoon op de audiometer aansluit, is de ijk<strong>in</strong>g verloren gegaan en ben je eigenlijk onz<strong>in</strong> aan <strong>het</strong> meten.<br />

Uiteraard kent een koptelefoon een l<strong>in</strong>ker en een rechter kanaal. <strong>De</strong>ze zijn vrijwel altijd te herkennen aan een<br />

rode en blauwe zijde voor respectievelijk rechts en l<strong>in</strong>ks. Een van de meest gemaakte fouten bij audiometrie is<br />

dat de koptelefoon verkeerd om op <strong>het</strong> hoofd van de te meten cliënt wordt geplaatst.<br />

Bij de meeste audiometers is de eigenlijke koptelefoon omhuld door een geluidswerende kap. <strong>De</strong>ze kap moet<br />

er voor zorgen dat, hoewel de met<strong>in</strong>gen <strong>in</strong> een stille ruimte behoren plaats te v<strong>in</strong>den, eventueel nog<br />

b<strong>in</strong>nengedrongen geluid <strong>het</strong> oor van de cliënt niet bereikt. <strong>De</strong>ze kappen klemmen vaak behoorlijk op <strong>het</strong> hoofd


van uw cliënt en zijn we<strong>in</strong>ig comfortabel om te dragen. Bovendien sluiten ze ook nog behoorlijk strak aan op de<br />

huid. Het dragen van een bril en oorbellen wordt over <strong>het</strong> <strong>algemeen</strong> ontraden. <strong>De</strong> oorbellen omdat ze pijn<br />

kunnen veroorzaken als ze klem komen te zitten, de bril omdat hij mogelijk geluidslekkage kan veroorzaken.<br />

Ook moeten we er zorg voor dragen dat er geen haren tussen de koptelefoon en de huid komen te zitten,<br />

eveneens om geluidslekkage te voorkomen.<br />

Aan <strong>het</strong> goed opzetten van de koptelefoon lijkt hier wat overdreven veel aandacht besteed. Er is echter<br />

gebleken dat de positie en lekkage van de koptelefoon grote meetfouten kunnen veroorzaken, om nog maar te<br />

zwijgen over <strong>het</strong> verwisselen van l<strong>in</strong>ker en rechter oren.<br />

Iedere koptelefoon maakt contact met de huid van de cliënt. Uit hygiënische voorzorg en om besmett<strong>in</strong>g van<br />

cliënten te voorkomen, dient de koptelefoon voor iedere gehoormet<strong>in</strong>g even met een des<strong>in</strong>fecterende tissue<br />

gere<strong>in</strong>igd te worden. Gebruik liever geen alcohol, alcohol zorgt ervoor dat de rubbers snel hard worden.<br />

U doet dit <strong>in</strong> <strong>het</strong> bijzijn van uw cliënt voordat u gaat meten en nadat u gemeten heeft.<br />

<strong>De</strong> beengeleider of oscillator<br />

Met de koptelefoon wordt <strong>het</strong> geluid aangeboden op de oorschelp en <strong>in</strong> de gehoorgang van de cliënt. We<br />

meten op die manier de gehele gehoorketen. (gehoorgang, middenoor, b<strong>in</strong>nenoor en de signaalverwerk<strong>in</strong>g<br />

naar en door de hersenen).<br />

We kunnen er ook voor kiezen gebruik te maken van een oscillator blokje. Dat is een kle<strong>in</strong> blokje dat middels<br />

een beugel op <strong>het</strong> mastoïd wordt geplaatst.<br />

Figuur Fout! Geen tekst met opgegeven opmaakprofiel <strong>in</strong> document.-9 <strong>De</strong> plaats<strong>in</strong>g van een oscillator t.b.v. een<br />

beengeleid<strong>in</strong>gsmet<strong>in</strong>g<br />

Dit blokje zet de aangeboden toon om <strong>in</strong> een trill<strong>in</strong>g met dezelfde frequentie. <strong>De</strong>ze trill<strong>in</strong>g wordt doorgegeven<br />

aan <strong>het</strong> rotsbeen of mastoid. In <strong>het</strong> mastoid is <strong>het</strong> slakkenhuis ondergebracht, waar<strong>in</strong> de haarcellen b<strong>in</strong>nen <strong>het</strong><br />

orgaan van Corti gelegen zijn. Doordat de totale omgev<strong>in</strong>g rond deze trilharen beg<strong>in</strong>t te trillen, worden ook<br />

deze trilharen zelf <strong>in</strong> beweg<strong>in</strong>g gebracht, <strong>het</strong>geen de cliënt ervaart als geluid met een toonhoogte gelijk aan de<br />

toonhoogte die u middels de oscillator heeft aangeboden.<br />

Volgens bovenstaande werkwijze laat u <strong>het</strong> geluid aan de cliënt horen zonder dat dit geluid <strong>het</strong> middenoor<br />

passeert. Een eventueel gebrek of stor<strong>in</strong>g aan dit middenoor heeft op deze manier geen <strong>in</strong>vloed op <strong>het</strong><br />

gehoorresultaat van uw cliënt.<br />

Als u vervolgens de met<strong>in</strong>g met de oscillator vergelijkt met de met<strong>in</strong>g m.b.v. de koptelefoon, dan kunt u <strong>het</strong><br />

verschil berekenen tussen deze twee met<strong>in</strong>gen, <strong>het</strong>geen overeenkomt met <strong>het</strong> gehoorverlies van <strong>het</strong><br />

geleid<strong>in</strong>gsdeel van <strong>het</strong> gehoor.<br />

<strong>De</strong>ze oscillator is een absoluut precisie-<strong>in</strong>strument en is erg kwetsbaar voor schokken en vallen. Om die reden<br />

zit er vaak een tasje omheen, ter bescherm<strong>in</strong>g bij vallen en stoten. Dit tasje moet u uiteraard eerst verwijderen<br />

voordat u gaat meten. Hang de oscillator altijd netjes aan de daarvoor bestemde haak op en laat hem nooit op<br />

de grond liggen.<br />

<strong>De</strong> oscillator vormt net als de koptelefoon een onverbreekbare eenheid met de audiometer en mag nooit<br />

uitgeruild worden met andere audiometers.<br />

Ook de oscillator komt <strong>in</strong> contact met de huid van uw cliënt en dient regelmatig schoongemaakt te worden,<br />

liefst <strong>in</strong> <strong>het</strong> bijzijn van uw cliënt.<br />

<strong>De</strong> responseknop<br />

Bij <strong>het</strong> maken van een audiogram worden uw cliënt tonen aangeboden, waarbij hij moet aangeven wanneer hij<br />

die hoort. Het signaal dat door de cliënt gegeven moet worden ten teken dat hij de stimulus gehoord heeft


moet vooraf goed worden afgesproken. Zo kunt u afspreken dat de cliënt “JA” zegt of zijn hand opsteekt (Figuur<br />

Fout! Geen tekst met opgegeven opmaakprofiel <strong>in</strong> document.-6). Ook kan gebruik gemaakt worden van een<br />

responseknop. Dat is een drukknop die uw cliënt <strong>in</strong> zijn hand krijgt, waarop hij moet drukken als hij een toon<br />

hoort. Aan uw kant, gaat dan een LED branden waardoor u weet dat de toon gehoord is. Het gebruik van een<br />

drukknop maakt de met<strong>in</strong>g doorgaans iets sneller, maar heeft als nadeel dat u snel <strong>het</strong> contact met uw cliënt<br />

verliest. U hoeft hem per slot van reken<strong>in</strong>g niet meer aan te kijken, u zit maar naar dat lampje te kijken.<br />

Iedereen heeft zo zijn eigen voorkeur van werken. Bij gebruik van een cab<strong>in</strong>e is <strong>het</strong> gebruik van de drukknop<br />

aan te raden,<br />

Response geven door JA te laten zeggen geeft <strong>het</strong> nadeel dat er een stukje akoestische masker<strong>in</strong>g optreedt<br />

wanneer de cliënt telkens een verhoud<strong>in</strong>gsgewijs hard geluid moet maken, door JA te zeggen. <strong>De</strong> voorkeur gaat<br />

uit naar <strong>het</strong> gebruik van de responseknop, waarbij we nog een keer aanbevelen om regelmatig naar de cliënt<br />

kijken, Een gezichtsuitdrukk<strong>in</strong>g vertelt u soms zeer veel.<br />

<strong>De</strong> luidheid van <strong>het</strong> aangeboden signaal<br />

Met <strong>het</strong> uitvoeren van een audiogram proberen we <strong>het</strong> gehoorverlies bij een bepaalde toonhoogte op een zo<br />

nauwkeurig mogelijke manier te bepalen. <strong>De</strong> geluidsterkte op een audiometer is <strong>in</strong> te stellen van – 10 dB tot +<br />

120 of 130 dB en is <strong>in</strong>stelbaar <strong>in</strong> stappen van 5 dB en bij kl<strong>in</strong>ische audiometers soms ook <strong>in</strong> stappen van 1 dB.<br />

Afhankelijk van de audiometer waarop gewerkt wordt, zal de sterkte <strong>in</strong>gesteld worden m.b.v. een draaiknop,<br />

een tiptoets, een toetsenbord, of een muis.<br />

Regelmatige check-up<br />

Het verdient aanbevel<strong>in</strong>g om iedere keer als u een audiogram gaat maken, <strong>het</strong> geluid van de audiometer te<br />

controleren. In met name de snoeren van de koptelefoon kunnen door veelvuldig gebruik breuken ontstaan<br />

waardoor <strong>het</strong> geluid krakerig overkomt of <strong>in</strong> <strong>het</strong> geheel niet hoorbaar is. Controleer ook de responseknop en<br />

<strong>het</strong> functioneren van de toespreekmicrofoon.<br />

Doorgaans kent u uw eigen gehoordrempel. Het grof controleren van de ijk<strong>in</strong>g kunt u doen door zelf de<br />

koptelefoon even op te zetten en te luisteren of u uw eigen drempel op de juiste sterkte meet. Zo ja dan kunt u<br />

doorgaan, zo neen, dan dient de audiometer meer uitgebreid gecontroleerd te worden.<br />

Overhoren<br />

Als we m.b.v. een koptelefoon op <strong>het</strong> ene oor een toon laten horen, dan zal die toon bij de hogere<br />

geluidsterkten ook op <strong>het</strong> andere oor hoorbaar kunnen worden. Dat komt doordat de hoofdtelefoon als<br />

beengeleider gaat werken en de schedel <strong>in</strong> trill<strong>in</strong>g brengt en dus ook de vloeistof <strong>in</strong> de cochlea.<br />

Een andere manier waardoor <strong>het</strong> aangeboden geluid <strong>het</strong> andere oor bereikt is, is door geluidslekkage van de<br />

kussens van de koptelefoon. Dit weggelekte geluid gaat om <strong>het</strong> hoofd heen en bereikt voor een deel <strong>het</strong><br />

andere oor. Om die reden wordt aangeraden om tijdens <strong>het</strong> maken van audiogrammen de bril af te laten<br />

zetten.<br />

Bovenstaande verschijnselen gaan spelen bij een geluidsterkte van 50 – 60 dB. Bij die sterkte wordt <strong>het</strong> geluid<br />

op <strong>het</strong> contralaterale oor (<strong>het</strong> tegenoverliggende oor) “net wel / net niet” waargenomen. Laten we echter een<br />

geluid van 90 dB horen, dan moeten we er reken<strong>in</strong>g mee houden dat dit geluid op <strong>het</strong> contralaterale oor met<br />

een geluidsterkte van zo’n 40 dB aankomt. Hebben we te maken met één goed oor en één doof oor, dan zou<br />

dit tot valse waarnem<strong>in</strong>gen kunnen leiden. <strong>De</strong> cliënt zegt dan dat hij de toon van 90 dB op rechts (zijn slechte<br />

oor) hoort, terwijl hij <strong>in</strong> werkelijkheid een toon hoort op l<strong>in</strong>ks (zijn goede oor) ter grootte van 40 dB, omdat de<br />

drempel van dit oor bijvoorbeeld maar 35 dB is.<br />

U moet daarbij weten dat <strong>het</strong> bij kle<strong>in</strong>e geluids<strong>in</strong>tensiteiten heel moeilijk te constateren is, met welk oor je een<br />

bepaald geluid hoort en dat die opdracht voor een slechthorende nog veel moeilijker is.<br />

Dit verschijnsel van <strong>het</strong> waarnemen van een toon, terwijl die toon werd aangeboden op <strong>het</strong> andere oor,<br />

noemen we overhoren. Overhoren is <strong>in</strong> praktijk wellicht de grootste oorzaak van meetfouten <strong>in</strong>


audiogrammen. Met name bij a-symmetrische gehoorverliezen is de kans op overhoren vrij groot en moeten<br />

we bij <strong>het</strong> meten goed oppassen.<br />

Als we tijdens <strong>het</strong> meten van de beengeleid<strong>in</strong>g m.b.v. de oscillator een toon aanbieden op <strong>het</strong> mastoïd, wordt<br />

door <strong>het</strong> trilblokje de hele schedel <strong>in</strong> beweg<strong>in</strong>g gebracht (een soort contactgeluid). Het aangeboden geluid<br />

komt op deze manier even hard op <strong>het</strong> l<strong>in</strong>ker, als op <strong>het</strong> rechter oor aan. Ook dit noemen we overhoren.<br />

Maskeren<br />

Om overhoren tegen te gaan wordt maskeren toegepast. Als we een oor maskeren, stellen we <strong>het</strong> oor tijdelijk<br />

buiten werk<strong>in</strong>g door <strong>het</strong> naar iets anders te laten luisteren. Je kunt dan denken aan bijvoorbeeld een lekker<br />

muziekje op <strong>het</strong> l<strong>in</strong>ker oor, terwijl je <strong>het</strong> rechter oor aan <strong>het</strong> meten bent. Maar dat muziekje is uiteraard te<br />

dom<strong>in</strong>ant aanwezig en lijdt te veel af van de werkelijke met<strong>in</strong>g. Om die reden wordt hiervoor een zacht<br />

ruistoontje genomen, dat <strong>in</strong> harmonie is met de geluiden die op <strong>het</strong> tegenoverliggende oor gemeten worden.<br />

Dat ruisje wordt de maskeerruis genoemd. Bij toonaudiometrie wordt hiervoor smalleband ruis genomen, bij<br />

spraakaudiometrie speech noise. Uiteraard mag de ruistoon niet al te hard gemaakt worden, want dan zou hij<br />

h<strong>in</strong>derlijk zijn en de concentratie van <strong>het</strong> andere oor afleiden.<br />

Bij <strong>het</strong> meten van de beengeleid<strong>in</strong>g is <strong>het</strong> altijd noodzakelijk om te maskeren, omdat overhoren al plaats v<strong>in</strong>dt<br />

vanaf<br />

0 dB. Wat u op <strong>het</strong> rotsbeen van <strong>het</strong> ene oor aanbiedt, komt vrijwel net zo hard aan op <strong>het</strong> andere oor. U weet<br />

dus nooit welk oor u meet en ook hier biedt masker<strong>in</strong>g de uitkomst.<br />

Je laat m.b.v. de koptelefoon een ruistoon horen op <strong>het</strong> oor dat je niet aan <strong>het</strong> meten bent, terwijl je gelijktijdig<br />

s<strong>in</strong>ustonen via de beengeleideroscillator laat horen op <strong>het</strong> oor dat je wel wilt meten.<br />

Het onbedoeld overhoren van <strong>het</strong> signaal dat aangeboden wordt t.b.v. beengeleid<strong>in</strong>gsmet<strong>in</strong>gen is een veel<br />

voorkomende fout<br />

Er zijn speciale regels hoe je de sterkte van de aan te bieden maskeerruis moet berekenen. (Methode volgens<br />

Plateau van Hood). In <strong>het</strong> kader van deze opleid<strong>in</strong>g gaat deze theorie echter te ver. U weet middels<br />

bovenstaande theorie echter wel waar <strong>het</strong> bij overhoren en maskeren over gaat en u kunt, zeker voor uw<br />

cliënt, een goed gesprekspartner zijn.<br />

Toonhoogte<br />

Toonaudiometrie wordt ook wel octaaf audiometrie genoemd. Dat komt omdat de tonen die we aanbieden<br />

telkens een octaaf hoger liggen. Een octaaf is een verdubbel<strong>in</strong>g van de toonhoogte. <strong>De</strong> laagste toon die we<br />

meten is er een van 125 Hz, gevolgd door een octaaf hoger 250 Hz, dan weer een octaaf hoger 500 Hz, 1000 Hz,<br />

2000 Hz, 4000 Hz en 8000 Hz. Hoe men ooit aan die toonhoogtes is gekomen? Het zijn allemaal veelvouden van<br />

2, maar dan afgerond. Reken maar mee:<br />

2 = 2 1 = 2<br />

2 x 2 = 2 2 = 4<br />

2 x 2 x 2 = 2 3 = 8<br />

2 x 2 x 2 x 2 = 2 4 = 16<br />

2 x 2 x 2 x 2 x 2 = 2 5 = 32<br />

2 x 2 x 2 x 2 x 2 x 2 = 2 6<br />

2 x 2 x 2 x 2 x 2 x 2 x 2 = 2 7 = 128 125 Hz<br />

2 x 2 x 2 x 2 x 2 x 2 x 2 x 2 = 2 8 = 256 250 Hz<br />

2 x 2 x 2 x 2 x 2 x 2 x 2 x 2 x 2 = 2 9 = 512 500 Hz<br />

2 x 2 x 2 x 2 x 2 x 2 x 2 x 2 x 2 x 2 = 2 10 = 1024 1000 Hz<br />

2 x 2 x 2 x 2 x 2 x 2 x 2 x 2 x 2 x 2 x 2 = 2 11 = 2048 2000 Hz<br />

2 x 2 x 2 x 2 x 2 x 2 x 2 x 2 x 2 x 2 x 2 x 2 = 2 12 = 4096 4000 Hz<br />

2 x 2 x 2 x 2 x 2 x 2 x 2 x 2 x 2 x 2 x 2 x 2 x 2 = 2 13 = 8192 8000 Hz<br />

Omdat <strong>het</strong> voor sommige gehoorverliezen belangrijk is om ook tussenliggende waarden te kennen, kun je bij<br />

de meeste audiometers ook de frequenties 750, 1500, 3000 en 6000 Hz meten. <strong>De</strong>ze waarden liggen telkens <strong>in</strong><br />

= 64


<strong>het</strong> midden tussen twee orig<strong>in</strong>ele meetfrequenties zoals hierboven berekend <strong>in</strong>, maar wel weer telkens een<br />

octaaf hoger.<br />

750 Hz als zijnde <strong>het</strong> midden tussen 500 Hz en 1000 Hz<br />

750 x 2 = 1500 Hz 1500 x 2 = 3000 Hz en 3000 x 2 = 6000 Hz<br />

<strong>De</strong> toonhoogte van de audiometer is <strong>in</strong> te stellen met een draaiknop, een drukknop, <strong>het</strong> specifieke console van<br />

de Aff<strong>in</strong>ity, <strong>het</strong> toetsenbord van de computer of de muis.<br />

<strong>De</strong> <strong>in</strong>terrupter.<br />

Om de toon aan uw cliënt te kunnen aanbieden moet u op een “knop drukken”. <strong>De</strong>ze knop heet de <strong>in</strong>terrupter<br />

ofwel de onderbreker. <strong>De</strong>ze term komt uit vervlogen tijden toen <strong>het</strong> geluid juist uit werd gedrukt i.p.v. aan. Wij<br />

praten gewoon over de drukknop. Het <strong>in</strong>schakelen van <strong>het</strong> geluid mag nooit met een klik gepaard gaan.<br />

Immers zou uw cliënt kunnen reageren op de klik i.p.v. op de aangeboden toon. Het is dus zaak dat de toon<br />

langzaam wordt opgebouwd. Dit stelt speciale eisen aan die drukknop, die dan ook regelmatig op een<br />

geluidloze werk<strong>in</strong>g gecontroleerd moet worden.<br />

Sommige drukknoppen moet je daadwerkelijk met je v<strong>in</strong>ger <strong>in</strong>drukken. Er zijn er ook die je moet aantippen.<br />

Tegenwoordig zie je veel dat de stimulus moet worden aangeboden door met de muis te klikken of door de<br />

spatiebalk van <strong>het</strong> toetsenbord <strong>in</strong> te drukken. Er is ook een “fly over” toepass<strong>in</strong>g op de Aurical te v<strong>in</strong>den. Door<br />

de muis over een speciaal vlak te bewegen krijgt de cliënt een geluid te horen. Het voordeel van deze<br />

werkwijze is, dat de cliënt u nooit kan zien drukken of klikken, waardoor vals spelen niet tot de mogelijkheden<br />

behoort.<br />

Screen<strong>in</strong>g audiometrie en diagnostische audiometrie<br />

In praktijk kennen we drie soorten audiometrie, de screen<strong>in</strong>g audiometrie, de diagnostische audiometrie en<br />

de kl<strong>in</strong>ische audiometrie. Bij screen<strong>in</strong>g audiometrie verrichten we een snelle gehoormet<strong>in</strong>g, om een globale<br />

<strong>in</strong>druk te krijgen van de conditie van een oor. Is deze conditie beneden de norm, dan dient er uitgebreid<br />

audiometrisch onderzoek gedaan te worden en dan praten we over diagnostische audiometrie.<br />

Screen<strong>in</strong>g audiometrie<br />

Voor een screen<strong>in</strong>g audiogram nemen we slechts een beperkt aantal meetfrequenties (1000, 2000, 4000 en<br />

soms 8000; vervolgens weer 1000, 500 en 250 Hz) Bij diagnostische audiometrie worden alle hogere octaven<br />

van 125 Hz gemeten en <strong>in</strong>dien nodig ook nog frequenties hier tussen<strong>in</strong> .<br />

Bovendien wordt er bij diagnostische audiometrie ook gekeken naar de beengeleid<strong>in</strong>g, <strong>het</strong>geen we bij<br />

screen<strong>in</strong>g helemaal over slaan. Indien nodig wordt er ook gemaskeerd, iets dat bij screen<strong>in</strong>g audiometrie ook<br />

nooit gebeurt.<br />

Screen<strong>in</strong>g audiometrie wordt veel en vaak als “gratis gehoortest” verricht. Daarbij is <strong>het</strong> van belang dat de<br />

onderzoeker een snelle schift<strong>in</strong>g maakt tussen de cliënten die echt zorg nodig hebben en cliënten die nog te<br />

goed horen om voor aanpass<strong>in</strong>g <strong>in</strong> aanmerk<strong>in</strong>g te komen. Tot nu toe gaan we hierbij vaak uit dat de<br />

vergoed<strong>in</strong>gsgrens bepalend is voor wie voor verdere zorg <strong>in</strong> aanmerk<strong>in</strong>g komt. In de toekomst moeten we daar<br />

echter bijzonder mee oppassen, omdat naar mijn overtuig<strong>in</strong>g dan ook kle<strong>in</strong>ere verliezen voor compensatie <strong>in</strong><br />

aanmerk<strong>in</strong>g gaan komen, maar dan wellicht zonder tegemoetkom<strong>in</strong>g van kosten door de zorgverzekeraar.<br />

Stelt u zich <strong>in</strong>zake deze eens voor dat u een gezichtsbeperk<strong>in</strong>g heeft van -3 en uw opticien zegt dat hij u niet<br />

wilt helpen omdat <strong>het</strong> ziekenfonds pas bij -6 gaat vergoeden.<br />

Om de werkzaamheden zo optimaal mogelijk te verdelen, wordt er steeds vaker een beroep gedaan op de<br />

praktijk assistent om ook screen<strong>in</strong>g audigrammen voor haar/zijn reken<strong>in</strong>g te nemen.<br />

Diagnostische audiometrie


Als we een uitermate goede en degelijke afspiegel<strong>in</strong>g willen hebben van de conditie van iemand zijn gehoor,<br />

zullen we dat gehoor onderwerpen aan diagnostische audiometrie. <strong>De</strong>ze precieze manier van audiometreren<br />

geeft een zuiver beeld van <strong>het</strong> gehoorverlies van de cliënt. Het brengt de gehoordrempels zonodig gemaskeerd<br />

<strong>in</strong> beeld en ook de beengeleid<strong>in</strong>g wordt (gemaskeerd) gemeten. Ook wordt om een goed beeld van de vorm<br />

van slechthorendheid te verkrijgen spraakaudiometrie gedaan waarover later meer.<br />

Kl<strong>in</strong>ische audiometrie<br />

Bij kl<strong>in</strong>ische audiometrie wordt niet alleen <strong>het</strong> gehoorverlies <strong>in</strong> beeld gebracht maar worden ook andere<br />

met<strong>in</strong>gen verricht waardoor beter gelocaliseerd kan worden waar de stor<strong>in</strong>g <strong>in</strong> <strong>het</strong> gehoor zich bev<strong>in</strong>dt. We<br />

denken hierbij aan <strong>het</strong> verrichten van impedantiemet<strong>in</strong>gen, Sisi testen, Balans testen, Tone decay met<strong>in</strong>gen,<br />

Bera en OAE met<strong>in</strong>gen.<br />

<strong>De</strong> audicien beperkt zich slechts tot <strong>het</strong> maken van screen<strong>in</strong>g en diagnostische audiometrie,<br />

Notatie<br />

Het is een goed gebruik dat iedereen een audiogram op dezelfde manier <strong>in</strong>vult. Doet u dat m.b.v. de computer,<br />

dan zal <strong>het</strong> programma vrijwel altijd de juiste symbolen kiezen, behorende bij die met<strong>in</strong>g die u zojuist gemaakt<br />

heeft en waarvan u nu de gevonden waarde wenst op te slaan. Werkt u echter met een audiometer die nog<br />

niet op de computer is aangesloten, dan zult u zelf de symbolen moeten <strong>in</strong>vullen en moet u dat uiteraard op de<br />

juiste manier doen.<br />

Ook wanneer u audiogrammen uitleest, moet u weten welke symbolen staan voor welke met<strong>in</strong>gen.<br />

Bij toonaudiometrie worden <strong>het</strong> l<strong>in</strong>ker en rechter oor tegenwoordig haast altijd <strong>in</strong> twee aparte karakteristieken<br />

geplaatst. Een enkele keer worden ze nog <strong>in</strong> slechts één audiogram getekend, maar meestal <strong>in</strong> twee losse. Het<br />

voordeel van <strong>het</strong> <strong>in</strong> één karakteristiek plaatsen is, dat je sneller <strong>het</strong> verschil tussen l<strong>in</strong>ks en rechts kunt<br />

vaststellen. Het nadeel is dat als u alle meetwaarden <strong>in</strong> één audiogram plaatst <strong>het</strong> al snel een rommelig geheel<br />

wordt, zoniet een zootje.<br />

Als er gebruik wordt gemaakt van twee audiogramvormen, dan staat <strong>het</strong> rechter audiogram l<strong>in</strong>ks op <strong>het</strong> papier<br />

en <strong>het</strong> l<strong>in</strong>ker audiogram rechts op <strong>het</strong> papier. Als u uw audiogram voor u op tafel hebt liggen, en uw cliënt zit<br />

tegenover u, zit zijn l<strong>in</strong>keroor rechts en zijn rechter oor l<strong>in</strong>ks. En zo is <strong>het</strong> gekomen, die onz<strong>in</strong>.<br />

Over <strong>het</strong> <strong>algemeen</strong> werden en worden hier veel fouten mee gemaakt, de computer <strong>in</strong>gevulde audiogrammen<br />

voorkomen dat.<br />

Voor met<strong>in</strong>gen aan <strong>het</strong> rechter oor wordt de kleur rood gebruikt. Voor <strong>het</strong> l<strong>in</strong>ker oor de kleur blauw. Verder<br />

worden de volgende symbolen gebruikt.<br />

Rechts L<strong>in</strong>ks<br />

Ongemaskeerde luchtgeleid<strong>in</strong>g O X<br />

Gemaskeerde luchtgeleid<strong>in</strong>g Δ ∏<br />

Verb<strong>in</strong>d<strong>in</strong>gsstreep symbolen<br />

luchtgeleid<strong>in</strong>g<br />

___________ _____________<br />

Ongemaskeerde beengeleid<strong>in</strong>g < ><br />

Gemaskeerde beengeleid<strong>in</strong>g [ ]<br />

Verb<strong>in</strong>d<strong>in</strong>gsstreep symbolen<br />

beengeleid<strong>in</strong>g<br />

- - - - - - - - - - - - - - - - - - - - -<br />

Het onthouden van l<strong>in</strong>ks ( X )en rechts ( O ) is doorgaans niet zo’n probleem m.b.v. <strong>het</strong> ezelsbruggetje RRR:<br />

Rood Rechs Rondje. Het symbool voor de gemaskeerde versie is hiervan af te lijden door van <strong>het</strong> vierkantje een<br />

kruis te maken en van de <strong>het</strong> rondje een driehoek<br />

Een ezelsbruggetje om deze symboliek van de beengeleid<strong>in</strong>g te onthouden biedt u wellicht <strong>het</strong> poppetje<br />

waarbij de symbolen gebruikt worden als koptelefoon


Controle audiometer<br />

Er is niets vervelender dan dat u na een lange dag werken tot de ontdekk<strong>in</strong>g komt dat er een stor<strong>in</strong>g <strong>in</strong> de<br />

audiometer zat, waardoor de gemeten audiogrammen achteraf onbetrouwbaar blijken te zijn. Om die reden is<br />

<strong>het</strong> zonder meer raadzaam uw audiometer regelmatig te controleren, zodat als er zich een stor<strong>in</strong>g voordoet, u<br />

weet vanaf wanneer die fout er op z’n ongunstigst <strong>in</strong> heeft gezeten. U zult <strong>in</strong> zo’n geval de tussenliggende<br />

audiogrammen over moeten meten.<br />

Het is daarom belangrijk te weten wie u <strong>in</strong> die periode gemeten heeft. Dit is veelal te achterhalen middels de<br />

agenda. Het blijft echter van belang om ook van mensen die voor een gratis gehoortest b<strong>in</strong>nen stappen, op z’n<br />

m<strong>in</strong>st naam en telefoonnummer te noteren, zodat <strong>in</strong> geval van problemen contact kan worden gezocht.<br />

Bij ieder audiogram noteren<br />

Het m<strong>in</strong>ste wat u bij een audiogram altijd moet <strong>in</strong>vullen is:<br />

◘ <strong>De</strong> naam van de cliënt<br />

◘ <strong>De</strong> geboortedatum van de cliënt<br />

◘ <strong>De</strong> datum waarop <strong>het</strong> gemaakt werd<br />

◘ Met welke audiometer <strong>het</strong> audiogram werd gemaakt<br />

◘ <strong>De</strong> naam van de audiometrist.<br />

Dagelijkse controle audiometer<br />

Alvorens er met met<strong>in</strong>gen gestart wordt, moet de audiometer, liefst aan <strong>het</strong> beg<strong>in</strong> van de dag, gecontroleerd<br />

worden op de volgende punten:<br />

<<br />

[ ]<br />

1. Branden de <strong>in</strong>dicatielampjes bij <strong>het</strong> aanzetten van <strong>het</strong> toestel?<br />

2. Zitten er geen knoppen of pluggen los?<br />

3. Zijn de kussens van de telefoons en/of die van de demp<strong>in</strong>gskappen nog goed?<br />

4. Snoeren eventueel uit de knoop halen en controleren op breuk.<br />

5. Controleer of de beengeleider niet rammelt.<br />

6. Controleer de batterijen, als deze gebruikt worden <strong>in</strong> <strong>het</strong> toestel.<br />

7. Zet de koptelefoon op, bied een signaal aan van ongeveer 60 dB en draai aan de snoeren bij de<br />

pluggen aan de audiometer en bij de pluggen aan de koptelefoon. Luister of er gekraak of zelfs<br />

wegvallen van <strong>het</strong> signaal te horen is.<br />

8. Plaats de beengeleider op <strong>het</strong> hoofd en controleer <strong>het</strong> snoer op dezelfde manier.<br />

9. Luister of alle frequenties aanwezig zijn. Hetzelfde geldt voor de smalle-bandruis.<br />

10. Controleer de spraakruis (speech noise).<br />

11. Controleer of de output ongeveer correct is, bijvoorbeeld door de eigen gehoordrempel kort te<br />

controleren<br />

12. Loop ook de standen van de verwakker na en luister of <strong>het</strong> signaal bij elke 5 dB verhog<strong>in</strong>g <strong>in</strong>derdaad<br />

harder wordt.<br />

13. Luister of de <strong>in</strong>terruptor niet klikt, bijvoorbeeld op 60 dB. Controleer of er geen brom te horen is en<br />

<strong>het</strong> signaal niet vervormt.<br />

14. Controleer of de cliëntknop goed werkt.<br />

15. Luister naar <strong>het</strong> spraaksysteem en de <strong>in</strong>tercom.<br />

Als u op bovenstaande manier de audiometer controleert, zullen stor<strong>in</strong>gen niet onopgemerkt blijven, verhoogt<br />

u uw kwaliteit en voorkomt u gezichtsverlies doordat u achteraf allerlei klanten moet terugroepen omdat de<br />

met<strong>in</strong>gen niet bleken te deugen.<br />

>


Intakegesprek<br />

Voor we een audiogram maken met een cliënt hebben we altijd een <strong>in</strong>leidend gesprek. Tijdens dit gesprek<br />

komen verschillende zaken aan de orde die van belang kunnen zijn voor ons onderzoek. Zo worden de<br />

gehoorklachten geïnventariseerd, er wordt gevraagd wanneer, en onder welke omstandigheden de klachten<br />

<strong>het</strong> meest ervaren worden, we vragen of slechthorendheid vaker <strong>in</strong> de familie voorkomt; we proberen te<br />

achterhalen en of er sprake kan zijn van lawaaislechthorendheid. Tal van vragen waarmee we <strong>in</strong>formatie<br />

verzamelen om een <strong>in</strong>druk te krijgen van de problemen en de mogelijke oorzaak en vorm van slechthorendheid<br />

waar we mee te maken hebben. Op deze manier proberen we ook een <strong>in</strong>druk te krijgen welk oor <strong>het</strong> beste is,<br />

waarmee we straks de met<strong>in</strong>g zullen beg<strong>in</strong>nen.<br />

Otoscopie<br />

Ook worden de oren met een otoscoop geïnspecteerd. Daarbij kijken we naar algemene bijzonderheden en<br />

bijzonderheden die te maken kunnen hebben met zaken uit <strong>het</strong> voorgaande gesprek <strong>in</strong> <strong>het</strong> bijzonder. Als<br />

voorbereid<strong>in</strong>g op <strong>het</strong> maken van een audiogram bekijken we of de gehoorgangen voldoende “schoon” zijn om<br />

de met<strong>in</strong>g te kunnen uitvoeren.<br />

Over <strong>het</strong> <strong>algemeen</strong> geldt daarbij dat als er nog een kle<strong>in</strong>e doorgang naar <strong>het</strong> trommelvlies zichtbaar is, dat er<br />

gemeten kan worden. Dit is overigens een ander uitgangspunt dan de beoordel<strong>in</strong>g voor <strong>het</strong> maken van<br />

oorafdrukken.<br />

In de lessen anatomie / pathologie / otoscopie komen bovenstaande onderwerpen uitgebreid aan de orde,<br />

reden waarom er hier verder geen aandacht aan wordt besteed.<br />

<strong>De</strong> toonaudiometrie met<strong>in</strong>g zelf<br />

We beg<strong>in</strong>nen met <strong>het</strong> meten van <strong>het</strong> gehoor altijd met beste oor. <strong>De</strong> manier waarop u kunt bepalen welk oor<br />

<strong>het</strong> beste is, is reeds behandeld <strong>in</strong> hoofdstuk 0. We beg<strong>in</strong>nen met <strong>het</strong> beste oor omdat we hier kunnen werken<br />

met de laagste geluidsterktes. Hier krijgt u hoogstwaarschijnlijk op alle frequenties response, <strong>het</strong>geen de<br />

met<strong>in</strong>g voor de slechthorende zelf een stuk gemakkelijker maakt. Heeft uw cliënt eenmaal de smaak te pakken,<br />

dan is <strong>het</strong> meten van een moeilijker oor makkelijker dan dat u <strong>in</strong> omgekeerde volgorde beg<strong>in</strong>t.<br />

Instructie<br />

Een goede <strong>in</strong>structie van uw cliënt is <strong>het</strong> halve werk. Daarbij dient u er op te letten, dat de <strong>in</strong>structie eenvoudig<br />

is, kort en doelgericht is. U legt uit aan uw cliënt dat de met<strong>in</strong>g oor voor oor wordt verricht en dat er begonnen<br />

wordt op <strong>het</strong> beste oor te weten …….. Vervolgens legt u uit dat uw cliënt tonen te horen krijgt. En dat hij op de<br />

responseknop moet drukken als hij een toon heeft gehoord. Vervolgens wordt de toon zachter gemaakt en<br />

herhaalt zich de procedure. U vertelt dat u erop uit bent om de geluidsterkte te v<strong>in</strong>den die uw cliënt nog net<br />

kan horen. Dus hij moet drukken als hij ook maar <strong>het</strong> m<strong>in</strong>ste van de toon verneemt. Vertel dat de test op<br />

verschillende toonhoogtes wordt herhaald. Laat de drukknop zien waar uw cliënt op moet drukken en<br />

demonstreer hoe.<br />

Re<strong>in</strong>ig<strong>in</strong>g kussens en opzetten koptelefoon<br />

Voor u beg<strong>in</strong>t maakt u de kussens van de koptelefoon nog even schoon met alcohol 70% en plaatst daarna de<br />

koptelefoon zorgvuldig op <strong>het</strong> hoofd van uw cliënt. Pas daarbij op dat de oorschelpen geheel b<strong>in</strong>nen de kussen<br />

vallen, dat de gehoorgang niet dichtgedrukt kan worden door de kussens en dat <strong>het</strong> kapsel van m.n. dames<br />

weer ongeschonden uit de strijd zal komen. Laat uw cliënt zijn bril afzetten en pas op met al te grote oorbellen.<br />

Tegenwoordig kunnen ook pierc<strong>in</strong>gs een belemmer<strong>in</strong>g zijn. Het kl<strong>in</strong>kt wellicht wat overbodig, maar ook<br />

hoortoestellen (miho’s en cic’s) moeten uitgedaan worden.<br />

Let goed op dat u de koptelefoon goed om op <strong>het</strong> hoofd zet. Op vrijwel alle koptelefoons zit aan de rechterkant<br />

een rode en aan de l<strong>in</strong>kerkant een blauwe marker<strong>in</strong>g. Het verkeerd om opzetten van de koptelefoon wordt als<br />

een doodzonde beschouwd.


Laat uw cliënt liever niet zelf de koptelefoon opzetten. <strong>De</strong> opgewekte spann<strong>in</strong>g <strong>in</strong> de beugel is vrij groot; de<br />

kappen zijn onhandig vast te houden en de kans is niet ondenkbaar dat de plaats<strong>in</strong>g misgaat. Plaats liever zelf<br />

de koptelefoon op <strong>het</strong> hoofd van de cliënt. Ga daarbij recht voor uw cliënt staan en zet eerst zorgvuldig de ene<br />

kant over <strong>het</strong> oor en daarna de andere. Als laatste stelt u de beugel op de goede maat af door deze naar<br />

beneden te schuiven. Vraag tot slot aan uw cliënt of de koptelefoon goed zit. Verricht deze handel<strong>in</strong>g<br />

voorzichtig en met zorg.<br />

Vraag vooraf aan uw cliënt om de zorgvuldig opgezette koptelefoon niet meer van plaats te veranderen.<br />

Bedenk uzelf dat vanaf dit moment uw cliënt nog slechter bereikbaar is geworden, doordat zijn gehoorverlies<br />

door de demp<strong>in</strong>gskap met zo’n 30 dB is toegenomen. Spreek hem daarom toe via de microfoon en de<br />

koptelefoon van de audiometer en wel op een voor hem goed hoorbare geluidsterkte.<br />

Leer uzelf, alvorens de 1000 Hz te gaan meten, aan om nòg een keer te kijken of de koptelefoon wel goed (li /<br />

re) op <strong>het</strong> hoofd geplaatst is.<br />

Luchtgeleid<strong>in</strong>g<br />

Bij sommige cliënten is <strong>het</strong> verstandig om alvorens met de echte met<strong>in</strong>g te beg<strong>in</strong>nen te controleren of de<br />

<strong>in</strong>structie goed is overgekomen door even te oefenen. Kijk daarbij of er op de juiste manier response wordt<br />

gegeven en schroom niet om alles nog een keer uit te leggen als blijkt dat uw <strong>in</strong>structie toch niet goed is<br />

overgekomen of begrepen. Beg<strong>in</strong> daarna pas met de echte met<strong>in</strong>g.<br />

Om de met<strong>in</strong>g vlot te laten verlopen beg<strong>in</strong>nen we met een toon die vrijwel alle slechthorenden nog wel kunnen<br />

horen t.w. 1000 Hz. U kiest een geluidsterkte waarvan u denkt dat hij ruim boven de <strong>in</strong>geschatte drempel ligt<br />

en laat deze toon horen door op de stimulus knop te drukken. Dit doet u door een aaneengesloten toon van<br />

ongeveer 1½ a 2 seconde aan te bieden. (niet korter dan anderhalve seconde en zeker niet langer dan 3<br />

seconden) Als uw cliënt deze toon gehoord heeft drukt hij op de responseknop en gaat er bij u op de console of<br />

<strong>in</strong> uw beeldscherm een signaal branden ter bevestig<strong>in</strong>g. Nu maakt u de toon 10 dB zachter en biedt hem<br />

opnieuw gedurende 2 seconde aan. <strong>De</strong> cliënt zal u wederom bevestigen de toon gehoord te hebben. Opnieuw<br />

maakt u de toon 10 dB zachter en herhaalt de procedure, tot de toon niet meer gehoord wordt. Als de toon<br />

niet meer gehoord wordt verhoogt u de toon <strong>in</strong> stappen van 5 dB tot de toon weer wel gehoord wordt.<br />

Vervolgens verlaagt u weer met stappen van 5 dB, tot u een waarde heeft gevonden die uw cliënt nog net kan<br />

horen, terwijl hij 5 dB m<strong>in</strong>der niet meer kan horen.<br />

<strong>De</strong> waarde die de drempel weergeeft is officieel de laagste waarde die uw cliënt twee van de drie keer dat hij<br />

aangeboden werd nog kon horen. <strong>De</strong> eerlijkheid gebied te bekennen dat hier met name bij screen<strong>in</strong>g<br />

audiometrie vaak m<strong>in</strong>der precies mee wordt omgesprongen, <strong>het</strong>geen te rechtvaardigen valt door nogmaals<br />

onder aandacht te brengen dat <strong>het</strong> bij een screen<strong>in</strong>g slechts gaat om een <strong>in</strong>dicatieve met<strong>in</strong>g.<br />

<strong>De</strong> hierboven beschreven procedure wordt achtereenvolgens herhaald voor de frequenties 2000 Hz, 4000 Hz<br />

en<br />

8000 Hz. Bedenk u hierbij steeds dat vrijwel alle ouderdomsverliezen een aflopend verlies <strong>in</strong> de hoge tonen<br />

laten zien. <strong>De</strong> eerste stimulus die u per frequentie aanbiedt, moet ruim boven de drempel liggen. Voor de<br />

hogere tonen neemt u als startpunt de drempel van de voorgaande frequentie + 20 dB.<br />

Voorbeeld: Drempel bepaald bij 1000 Hz = 35 dB<br />

Starten bij 2000 Hz met een stimulus van 35 + 20 = 55 dB<br />

Werd deze toon niet gehoord, ga dan <strong>in</strong> stappen van 10 dB omhoog totdat hij wel gehoord<br />

wordt.<br />

U zult nu merken dat uw cliënt de smaak al aardig te pakken heeft. Er beg<strong>in</strong>t een bepaalde rout<strong>in</strong>e te ontstaan.<br />

Die rout<strong>in</strong>e ontbrak nog bij de eerste met<strong>in</strong>g die u deed bij 1000 Hz. Dat is dan ook de reden dat u deze met<strong>in</strong>g<br />

nog een keertje controleert, door hem over te doen. Daarna meet u de lage tonen, <strong>in</strong> de volgorde 500, 250 en<br />

125 Hz.<br />

We herhalen de totale volgorde van meetfrequenties nog een keer:<br />

1000, 2000, 4000, 8000 controle 1000 500, 250 en 125 Hz


Op deze manier hebben we de complete hoordrempel voor de luchtgeleid<strong>in</strong>g bepaald en v<strong>in</strong>den we<br />

bijvoorbeeld een audiogram als <strong>in</strong> Figuur Fout! Geen tekst met opgegeven opmaakprofiel <strong>in</strong> document.-10 .<br />

Figuur Fout! Geen tekst met opgegeven opmaakprofiel <strong>in</strong> document.-10 Een compleet toonaudiogram<br />

Tussenliggende waarden<br />

Als u na <strong>het</strong> maken van <strong>het</strong> audiogram tot de ontdekk<strong>in</strong>g komt dat er ergens een grote sprong <strong>in</strong> <strong>het</strong><br />

gehoorverlies is tussen twee opeenvolgende frequenties, zoals <strong>in</strong> Figuur Fout! Geen tekst met opgegeven<br />

opmaakprofiel <strong>in</strong> document.-10 voor <strong>het</strong> rechter oor tussen 2000 en 4000 Hz, dan kunt u ook de<br />

tussenliggende waarde meten. Voor <strong>het</strong> diagnostisch vaststellen van een gehoordrempel is dit van groot<br />

belang, voor screen<strong>in</strong>gaudiometrie waarschuwen wij voor <strong>het</strong> willen meten van tussenliggende waarden t.b.v<br />

bijvoorbeeld. <strong>het</strong> opsporen van kle<strong>in</strong>e lawaaidips. <strong>De</strong>ze procedure kost veel tijd en doorgaans v<strong>in</strong>dt u hier zelf<br />

geen meerwaarde door. Immers bij screen<strong>in</strong>g audiometrie gaat <strong>het</strong> om een globale <strong>in</strong>dicatie van <strong>het</strong><br />

gehoorverlies.<br />

Fletcher <strong>in</strong>dex / Vergoed<strong>in</strong>gs<strong>in</strong>dex<br />

Als u met uw collega’s <strong>in</strong> gesprek bent, wilt u soms wel eens op makkelijke manier een snelle <strong>in</strong>dicatie geven<br />

van de ernst van <strong>het</strong> gehoorverlies van een van uw cliënten. Het was diezelfde Fletcher, van de Fletcher<br />

Munson – curve, die uitvond dat je een snelle <strong>in</strong>dexer<strong>in</strong>g kon maken door de gehoorverliezen bij 500, 1000 en<br />

2000 Hz te middelen. U krijgt dan een simpel getal (gemiddeld gehoorverlies) dat een bruikbare <strong>in</strong>druk geeft<br />

van <strong>het</strong> gehoorverlies van uw cliënt. Later is men dat de Fletcher – <strong>in</strong>dex gaan noemen. <strong>De</strong>ze Fletcher – <strong>in</strong>dex<br />

heeft men jaren gehanteerd als de bepalende factor of een cliënt al dan niet voor vergoed<strong>in</strong>g van<br />

hoortoestellen <strong>in</strong> aanmerk<strong>in</strong>g zou komen. Toen bij een herzien<strong>in</strong>g van <strong>het</strong> zorgstelsel, de drie Fletcherfrequenties<br />

werden gewijzigd <strong>in</strong> 1000, 2000 en 4000 Hz begon men heel oneerbiedig over de Fletcher-HI- <strong>in</strong>dex<br />

te praten. Aangezien Fletcher allang dood en begraven is en hij dus part nog deel aan deze nieuwe <strong>in</strong>dex heeft,<br />

is die term niet zo gunstig gekozen. Het zou meer op zijn plaats geweest zijn om de nieuwe <strong>in</strong>dex de<br />

Ziekenfonds<strong>in</strong>dex o.i.d. te noemen.<br />

<strong>De</strong> Fletcher <strong>in</strong>dex wordt voor verschillende andere doele<strong>in</strong>den gebruikt waarover later meer.<br />

Kijken we naar Figuur Fout! Geen tekst met opgegeven opmaakprofiel <strong>in</strong> document.-10 dan zien we een Fletcher<br />

– <strong>in</strong>dex van <strong>het</strong> rechter oor:<br />

(500 = 0 dB, 1000 Hz = 5 dB en 2000 Hz = 15 dB)<br />

(0 + 5 + 15) : 3 = 7 dB<br />

Bepalen we <strong>in</strong>dex die aan de vergoed<strong>in</strong>gsnorm ten grondslag ligt:<br />

(1000 Hz = 5 dB, 2000 Hz = 15 dB en 4000 Hz = 50 dB)<br />

(5 + 15 + 50) : 3 = 23 dB<br />

Vergoed<strong>in</strong>gsgrens hoortoestellen


Wellicht hier niet helemaal op zijn plaats, denken wij er toch goed aan te doen nog even de vergoed<strong>in</strong>gsnorm<br />

voor hoortoestellen te noemen. Een cliënt komt voor vergoed<strong>in</strong>g van hoortoestellen <strong>in</strong> aanmerk<strong>in</strong>g als zijn<br />

gemiddeld gehoorverlies gemeten over de frequenties 1000, 2000 en 4000 Hz groter is dan 35 dB en dan wel<br />

op <strong>het</strong> beste oor.<br />

Masker<strong>in</strong>g<br />

In <strong>het</strong> kader van deze lessen gaat <strong>het</strong> te ver om u precies te leren wanneer er sprake is van overhoren en<br />

wanneer er gemaskeerd moet worden. Wij verwijzen u <strong>in</strong>zake dit onderwerp naar hoofdstuk 0.<br />

In <strong>het</strong> <strong>algemeen</strong> maken wij u erop attent dat symmetrische gehoorverliezen we<strong>in</strong>ig risico op overhoren met<br />

zich mee brengen, maar a-symmetrische gehoorverliezen juist <strong>in</strong> <strong>het</strong> bijzonder.<br />

Wees daarom met a-symmetrische gehoorverliezen altijd terughoudend met uw conclusies en laat<br />

diagnostische audiometrie, waarbij ook gemaskeerd gemeten wordt, eerst duidelijkheid brengen om wat voor<br />

gehoorverlies <strong>het</strong> <strong>in</strong> werkelijkheid gaat.<br />

Beengeleid<strong>in</strong>g<br />

Eveneens buiten <strong>het</strong> bereik van deze leerstof valt <strong>het</strong> meten van de beengeleid<strong>in</strong>g. <strong>De</strong>ze met<strong>in</strong>g moet altijd<br />

gemaskeerd worden uitgevoerd omdat u met <strong>het</strong> geven van stimuli m.b.v. de oscillator nou eenmaal altijd<br />

twee cochlea’s tegelijk aanstuurt. Het meten van een ongemaskeerde beengeleid<strong>in</strong>g is onz<strong>in</strong>. U meet dan de<br />

beste beengeleid<strong>in</strong>g van een van de twee oren, maar u weet niet welke.<br />

<strong>De</strong> beengeleid<strong>in</strong>g – met<strong>in</strong>g is <strong>in</strong> feite bedoeld om de locatie van de gehoorstor<strong>in</strong>g te kunnen bepalen. Als we<br />

een beengeleid<strong>in</strong>g v<strong>in</strong>den die gelijk is aan de luchtgeleid<strong>in</strong>g, dan zit de stor<strong>in</strong>g kennelijk <strong>in</strong> <strong>het</strong> perceptieve deel<br />

van <strong>het</strong> oor. V<strong>in</strong>den we een duidelijk verschil tussen de luchtgeleid<strong>in</strong>g en de beengeleid<strong>in</strong>g, dan hebben we te<br />

maken met een geleid<strong>in</strong>gsverlies. Geleid<strong>in</strong>gsverliezen zijn meestal door de KNO-arts op te lossen, <strong>in</strong><br />

tegenstell<strong>in</strong>g tot de perceptieve verliezen. In Figuur Fout! Geen tekst met opgegeven opmaakprofiel <strong>in</strong><br />

document.-10 kunt u zien dat de lucht- en de beengeleid<strong>in</strong>g precies gelijk liggen, zodat we kunnen constateren<br />

dat er sprake is van een perceptief verlies.<br />

Figuur Fout! Geen tekst met opgegeven opmaakprofiel <strong>in</strong> document.-11 Audiogram met een geleid<strong>in</strong>g component<br />

In Figuur Fout! Geen tekst met opgegeven opmaakprofiel <strong>in</strong> document.-11 daarentegen kunnen we zien dat de<br />

beengeleid<strong>in</strong>g een stuk beter is dan de luchtgeleid<strong>in</strong>g. Hieruit kunnen we constateren dat er hier sprake is van<br />

een deel geleid<strong>in</strong>gsverlies dat zijn oorsprong heeft <strong>in</strong> <strong>het</strong> middenoor, trommelvlies en/of gehoorgang. <strong>De</strong><br />

beengeleid<strong>in</strong>gsdrempel laat evenwel zien dat er ook van een deel perceptief verlies sprake is. Dit deel van <strong>het</strong><br />

gehoorverlies, met name <strong>in</strong> de hoge tonen, v<strong>in</strong>dt zijn oorsprong <strong>in</strong> <strong>het</strong> slakkenhuis.<br />

Het verschil tussen de luchtgeleid<strong>in</strong>g en de beengeleid<strong>in</strong>g noemen we de air-bone-gap. In dit geval zo’n 20 - 25<br />

dB.<br />

<strong>De</strong> maximale air-bone-gap die er gevonden kan worden is 55 – 60 dB, want als we <strong>het</strong> hele geleid<strong>in</strong>gsysteem uit<br />

een oor weghalen, dan is <strong>het</strong> hierdoor ontstane gehoorverlies 55 tot 60 dB.


Wij raden Praktijk Assistenten aan uit hoofde van hun functie geen beengeleid<strong>in</strong>gen te meten<br />

UnComfortable level of UCL<br />

Het is van groot belang dat we <strong>het</strong> geluid van een hoortoestel nooit harder maken dan de cliënt nodig heeft of<br />

kan verdragen. <strong>De</strong> kans op verdere gehoorbeschadig<strong>in</strong>g door te harde geluiden is niet ondenkbeeldig als <strong>het</strong><br />

geluid van <strong>het</strong> hoortoestel niet op tijd gedempt wordt. Anderzijds kan <strong>het</strong> voor een slechthorende bijzonder<br />

onplezierig zijn als hij geluiden te horen krijgt die regelmatig te hard zijn; <strong>het</strong> zou zijn plezier om <strong>het</strong> toestel te<br />

dragen kunnen verm<strong>in</strong>deren.<br />

Helaas zien we vaak dat met <strong>het</strong> verwerven van een gehoorverlies ook de tolerantiegrens voor harde geluiden<br />

verandert. Je zou denken dat als je m<strong>in</strong>der goed hoort, dat je dan juist beter tegen harde geluiden zou kunnen.<br />

Gek genoeg is dat net andersom. Als je gehoordrempel daalt, dan stijgt meestal de gevoeligheid voor harde<br />

geluiden. Alleen bij geleid<strong>in</strong>gsverliezen groeit de tolerantie met <strong>het</strong> gehoorverlies mee, bij vrijwel alle andere<br />

soorten gehoorverlies zal een verhoogde gevoeligheid voor harde geluiden optreden.<br />

Om die reden willen we graag weten hoe hard we <strong>het</strong> geluid van een hoortoestel kunnen maken zonder dat de<br />

cliënt hier last van heeft. Dit meten we met een UCL-met<strong>in</strong>g (Un Comforbable Level – met<strong>in</strong>g).<br />

Hierbij wordt een geluid aangeboden dat <strong>in</strong> stappen van 5 dB, steeds een kle<strong>in</strong> beetje harder wordt gemaakt,<br />

totdat uw cliënt aangeeft dat hij <strong>het</strong> niet langer apprecieert als <strong>het</strong> nog harder wordt.. <strong>De</strong>ze met<strong>in</strong>g is een<br />

beetje omstreden, omdat hij bij onvoldoende <strong>in</strong>structie van de cliënt, niet helemaal zonder risico is. Als de<br />

cliënt namelijk stoer zijn kaken op elkaar houdt, even fl<strong>in</strong>k zijn, is de kans op lawaaibeschadig<strong>in</strong>g die zich uit <strong>in</strong><br />

de vorm van t<strong>in</strong>nitus, niet uit te sluiten.<br />

Om die reden wordt deze met<strong>in</strong>g vaak overgeslagen. Toch kan de UCL met<strong>in</strong>g een hoop goede <strong>in</strong>formatie<br />

opleveren t.b.v. <strong>het</strong> optimaal <strong>in</strong>stellen van hoortoestellen. Als de met<strong>in</strong>g wordt uitgevoerd is <strong>het</strong> altijd door een<br />

gediplomeerde audicien.<br />

Sommige programma’s waar hoortoestellen mee <strong>in</strong>gesteld kunnen worden calculeren (berekenen) een UCLwaarde<br />

als die <strong>in</strong> <strong>het</strong> audiogram niet terug te v<strong>in</strong>den is. Dat deze gecalculeerde waarde af kan wijken van de<br />

werkelijke waarde, laat zich raden. Reden waarom <strong>het</strong>, op een verantwoorde wijze, meten van een UCL toch <strong>in</strong><br />

onze ogen de voorkeur geniet.<br />

UCL-met<strong>in</strong>gen worden doorgaans uitgevoerd bij 500, 1000, 2000 en 4000 Hz<br />

Het symbool waarmee de gevonden UCL-waarde wordt aangegeven is een U van Uncomfortable of een D van<br />

Discomfortable. Ook wordt nog wel eens <strong>het</strong> volgende symbool gebruikt , ┴ , maar dat is geen normsymbool.<br />

Most Comfortable Level of MCL<br />

Naast <strong>het</strong> feit dat we weten hoe hard <strong>het</strong> geluid maximaal mag worden, is <strong>het</strong> ook handig te weten bij welke<br />

geluidsterkte iemand zich lekker voelt, <strong>het</strong> beste kan verstaan en <strong>het</strong> als een prettige geluidsterkte ervaart. Op<br />

die sterkte willen we uiteraard <strong>het</strong> hoortoestel afstellen.<br />

Je kunt dat nameten door een toon telkens een beetje harder te maken en te vragen wanneer de cliënt hem<br />

lekker en goed kan horen. Als die waarde gegeven is, herhaalt u de met<strong>in</strong>g nog een keer maar nu van boven<br />

naar beneden. U beg<strong>in</strong>t hard en vraagt wanneer hij weer lekker kl<strong>in</strong>kt. Doorgaans ligt de gevonden waarde zeer<br />

dicht <strong>in</strong> de buurt van de waarde die <strong>in</strong> omgekeerde richt<strong>in</strong>g vond. Meestal ligt <strong>het</strong> MCL level <strong>in</strong> <strong>het</strong> midden<br />

tussen de hoordrempel en de UCL waarde.<br />

Het meten van de MCL waarde is een behoorlijk arbeids<strong>in</strong>tensief karwei en als je weet dat je toch telkens<br />

uitkomt om en nabij <strong>het</strong> midden tussen drempel en UCL, dan weet u nu ook waarom audiciens we<strong>in</strong>ig<br />

enthousiast zijn om hier heel veel tijd aan te besteden.<br />

Net als bij UCL met<strong>in</strong>gen wordt de MCL doorgaans gemeten bij 500, 1000, 2000 en 4000 Hz.<br />

Screen<strong>in</strong>g audiometrie door de Praktijk Assistent.<br />

We zijn t.b.v. toonaudiometrie op verschillende onderwerpen dieper op de materie doorgegaan, dan we <strong>in</strong> de<br />

andere hoofdstukken van audiometrie doen. <strong>De</strong> reden hiervoor is te zoeken <strong>in</strong> de wens dat Praktijk Assistenten<br />

<strong>in</strong> de directe toekomst ook screen<strong>in</strong>g audiometrie mogen verrichten. Met <strong>het</strong> uitgebreider behandelen van de<br />

benodigde hoofdstukken is de grond gelegd voor de practicumlessen screen<strong>in</strong>g audiometrie.


Spraakaudiometrie<br />

Een andere vorm van audiometrie die we <strong>in</strong> de audicienspraktijk dagelijks tegenkomen is spraakaudiometrie.<br />

Bij spraakaudiometrie laten we m.b.v. de koptelefoon woorden aan de cliënt horen en vragen aan hem of hij/zij<br />

die na wil zeggen. Door de geluidsterkte van de aangeboden woorden te variëren kunnen wij onderzoeken bij<br />

welke geluidsterkte uw cliënt <strong>het</strong> beste verstaat.<br />

<strong>De</strong> woorden die we aanbieden staan op een CD. Het betreft éénlettergrepige woorden zoals kieuw, goud, sap.<br />

Allemaal normale korte woorden, opgebouwd uit drie klanken (drie fonemen). We noemen dit soort woorden<br />

monosyllaben, eenlettergrepige woorden. Er staan 12 woorden <strong>in</strong> een spraakrijtje. Eén woord om te oefenen<br />

en de andere 11 zijn voor de met<strong>in</strong>g bedoeld. Voor iedere klank die goed verstaan wordt, scoort de cliënt 3 %.<br />

Bij alles goed, verdient hij daar dus 11 x 3 x 3 = 99 % mee, afgerond 100 %. Als alles verkeerd verstaan of zelfs<br />

niet gehoord wordt, is er sprake van 0 % score.<br />

Er bestaan ook andere woordlijsten die bijvoorbeeld gebruik maken van spondeeën (meer lettergrepige<br />

woorden), z<strong>in</strong>nen of onz<strong>in</strong>woorden. Tegenwoordig wordt meestal echter de NVA-lijst gebruikt die werd<br />

ontwikkeld door de Nederlandse Verenig<strong>in</strong>g van Audiologie.<br />

<strong>De</strong> gebruikte woordlijsten zijn fonetisch gebalanceerd, d.w.z. dat de gebruikte klanken evenredig vaak<br />

voorkomen <strong>in</strong> de Nederlandse taal. Ook zijn de spraakrijtjes nog eens gebalanceerd, opdat alle spraakrijtjes ook<br />

weer met elkaar te vergelijken zijn.<br />

<strong>De</strong> met<strong>in</strong>gen worden bij verschillende geluidsterkten gedaan waardoor een bijvoorbeeld een resultaat wordt<br />

verkregen zoals te zien is <strong>in</strong> Figuur Fout! Geen tekst met opgegeven opmaakprofiel <strong>in</strong> document.-12. Het l<strong>in</strong>ker<br />

en rechter oor worden, <strong>in</strong> tegenstell<strong>in</strong>g tot toonaudiometrie, vrijwel altijd <strong>in</strong> één karakteristiek gezet.<br />

Figuur Fout! Geen tekst met opgegeven opmaakprofiel <strong>in</strong> document.-12 Cliënt A: Spraakaudiogram met 30 dB<br />

drempelverschuiv<strong>in</strong>g en vrijwel maximale discrim<strong>in</strong>atie<br />

In bovenstaand figuur zien we de normale symboliek, zoals beschreven <strong>in</strong> hoofdstuk 0 , terugkomen. In dit<br />

geval dus een l<strong>in</strong>ker en een rechter oor met vrijwel een gelijk gehoorverlies. We zien dat bij een geluidsterkte<br />

van 40 dB nagenoeg 0 % van de woorden goed werd verstaan. Bij 60 dB is dat al opgelopen tot 63% en bij 90 dB<br />

is er nagenoeg sprake van 100 % spraakverstaan. L<strong>in</strong>ks <strong>in</strong> de figuur ziet u een zwarte kromme afgebeeld. Dit is<br />

de 0-lijn, die <strong>het</strong> spraakaudiogram van een goedhorende voorstelt. U ziet dat ons audiogram naar rechts<br />

verschoven is t.o.v. <strong>het</strong> audiogram van een goedhorende. Op de 50% lijn kunt u bij benader<strong>in</strong>g uittellen<br />

hoeveel dB <strong>het</strong> spraakaudiogram naar rechts is verschoven, t.w. 30 dB. <strong>De</strong>ze verschuiv<strong>in</strong>g zal nagenoeg<br />

overeenkomen met de Fletcher-<strong>in</strong>dex.<br />

Uit dit spraakaudiogram kunnen we concluderen dat we <strong>in</strong> staat zijn om met een goed gekozen versterk<strong>in</strong>g van<br />

een hoortoestel onze cliënt weer alles kunnen laten verstaan. We praten dan over een spraakdiscrim<strong>in</strong>atie van<br />

100 %.


Dit <strong>in</strong> tegenstell<strong>in</strong>g tot <strong>het</strong> spraakaudiogram <strong>in</strong> Figuur Fout! Geen tekst met opgegeven opmaakprofiel <strong>in</strong><br />

document.-13 waarbij u kunt zien dat, ongeacht hoe hard we <strong>het</strong> geluid maken, deze cliënt nooit meer<br />

woorden goed zal verstaan dan 80%. Zijn spraakdiscrim<strong>in</strong>atievermogen is nog slechts 80%.<br />

Figuur Fout! Geen tekst met opgegeven opmaakprofiel <strong>in</strong> document.-13 Cliënt B: Spraakaudiogram met<br />

discrim<strong>in</strong>atieverlies<br />

We zeggen ook wel dat er dan sprake is van een discrim<strong>in</strong>atieverlies van 20 %. Dit verschijnsel zien we vaak bij<br />

perceptieve gehoorverliezen. Met hoortoestellen is dit defect <strong>in</strong> spraakverstaan nagenoeg niet te<br />

compenseren. Met een hoortoestel kunnen we wel de drempelverschuiv<strong>in</strong>g, die <strong>in</strong> dit geval ± 25 dB bedraagt,<br />

compenseren, maar we kunnen geen verbeter<strong>in</strong>g <strong>in</strong> <strong>het</strong> spraakverstaan teweeg brengen. Dit <strong>in</strong> tegenstell<strong>in</strong>g<br />

tot onze vorige casus, waarbij we met voldoende volume ervoor konden zorgen dat cliënt weer 100% kon<br />

verstaan. <strong>De</strong> vooruitzichten voor de tweede cliënt zijn dan ook m<strong>in</strong>der rooskleurig van voor cliënt A.<br />

Naast discrim<strong>in</strong>atieverlies zien we nog een verschijnsel <strong>in</strong> spraakaudiogrammen optreden en dat is als er<br />

recruitment optreedt. Het verschijnsel recruitment houdt <strong>in</strong>, dat wanneer we <strong>het</strong> aangeboden geluid langzaam<br />

harder maken, de spraakdiscrim<strong>in</strong>atie de 100 % niet haalt. En sterker nog als we <strong>het</strong> aangeboden spraakgeluid<br />

nog harder maken, gaat uw cliënt juist m<strong>in</strong>der verstaan. Dit verschijnsel heet recruitment en wordt<br />

geïllustreerd <strong>in</strong> Figuur Fout! Geen tekst met opgegeven opmaakprofiel <strong>in</strong> document.-14 voor wat betreft<br />

Figuur Fout! Geen tekst met opgegeven opmaakprofiel <strong>in</strong> document.-14 Cliënt C: Spraakaudiogram met recruitment op<br />

<strong>het</strong> rechter oor.<br />

<strong>het</strong> rechter oor. Ook de vooruitzichten voor deze cliënt t.a.v. een hoortoestel zijn niet erg rooskleurig. We<br />

moeten met een hoortoestel precies mikken op een geluidsterkte van zo’n 80 dB. Is <strong>het</strong> geluid te zacht is er<br />

m<strong>in</strong>der spraakverstaan, maken we <strong>het</strong> geluid harder dan 80 dB dan wordt <strong>het</strong> spraakverstaan ook m<strong>in</strong>der.<br />

U ziet dat er veel <strong>in</strong>formatie te halen valt uit een spraakaudiogram <strong>in</strong> relatie en ten behoeve van <strong>het</strong> aanpassen<br />

van hoortoestellen. Het geeft ons een goede <strong>in</strong>druk omtrent de revalidatie-mogelijkheden die een<br />

slechthorende heeft en geeft ons een <strong>in</strong>dicatie hoe enthousiast we naar onze cliënt kunnen zijn.<br />

Vrije Veld audiometrie


Als we een hoortoestel aangepast hebben zijn we achteraf best nieuwsgierig naar <strong>het</strong> resultaat. Uw cliënt<br />

meldt wellicht dat <strong>het</strong> prima gaat, maar is dat <strong>in</strong> werkelijkheid dan ook zo? Hij kan <strong>het</strong> resultaat wel als een<br />

enorme verbeter<strong>in</strong>g ervaren, maar hebben we eruit gehaald wat er<strong>in</strong> zit? Dat kunnen we controleren met een<br />

Vrije Veld met<strong>in</strong>g (FF van Free Field).<br />

We gebruiken hiervoor spraakaudiometrie, maar laten <strong>het</strong> geluid niet horen via de koptelefoon, maar nu via<br />

luidsprekers. Uiteraard zorgen we ervoor dat alle geluidsterkten netjes geijkt zijn, waardoor we een vergelijk<strong>in</strong>g<br />

kunnen maken met de spraakaudiometrie die we aan <strong>het</strong> beg<strong>in</strong> van de aanpasprocedure hebben gemaakt.<br />

Figuur Fout! Geen tekst met opgegeven opmaakprofiel <strong>in</strong> document.-15 Spraakaudiogram met FF-met<strong>in</strong>g<br />

Uw cliënt draagt tijdens de met<strong>in</strong>g normaal zijn hoortoestellen op de gebruikstand. We laten hem <strong>in</strong> <strong>het</strong> vrije<br />

veld een spraaklijst met woorden nazeggen op een sterkte waarop een normaal horend mens alles goed zou<br />

kunnen verstaan (60dB). <strong>De</strong> hoortoestellen versterken voor de slechthorende <strong>het</strong> geluid tot <strong>het</strong> niveau waarop<br />

<strong>het</strong> maximale spraakverstaan (zonder hoortoestellen) bereikt wordt. <strong>De</strong>ze met<strong>in</strong>g kunnen we net als bij een<br />

normaal spraakaudiogram bij een bepaald aantal geluidsterktes uitvoeren, zodat er een spraakcurve ontstaat<br />

voor <strong>het</strong> resultaat met hoortoestellen.<br />

Als <strong>het</strong> goed is kunnen we een verbeter<strong>in</strong>g van <strong>het</strong> gehoor waarnemen en zou de gevonden spraaklijn <strong>in</strong> <strong>het</strong><br />

vrije veld <strong>in</strong> de buurt van de ideale lijn moeten liggen. Ligt hij echter verder naar rechts, dan geven we met de<br />

toestellen nog onvoldoende versterk<strong>in</strong>g. Ligt hij l<strong>in</strong>ks naast de ideale lijn, dan geven we teveel versterk<strong>in</strong>g.<br />

Zoals behandeld bij spraakaudiometrie is <strong>het</strong> met hoortoestellen helaas haast niet mogelijk om de maximale<br />

spraakdiscrim<strong>in</strong>atie te verbeteren. We controleren <strong>in</strong> de gevonden FF met<strong>in</strong>g of de spraakdiscrim<strong>in</strong>aliteit<br />

m<strong>in</strong>imaal gelijk is aan de maximale spraakdiscrim<strong>in</strong>atie van <strong>het</strong> beste oor. Uw cliënt hoort <strong>in</strong> <strong>het</strong> vrije veld<br />

namelijk met twee oren voorzien van twee hoortoestellen. <strong>De</strong> beste spraakdiscrim<strong>in</strong>atie is dan dom<strong>in</strong>ant <strong>in</strong> uw<br />

met<strong>in</strong>g.<br />

<strong>De</strong> symboliek van de FF-met<strong>in</strong>g is niet lekker genormaliseerd. In praktijk worden allerlei symbolen gebruikt.<br />

Noah kiest voor de letter L <strong>in</strong> kleur blauw voor een FF-met<strong>in</strong>g met alleen een toestel op l<strong>in</strong>ks, een rode R voor<br />

een met<strong>in</strong>g met een toestel alleen rechts en een zwarte T (Twee) voor een met<strong>in</strong>g met twee toestellen.<br />

Daarnaast zijn er nog vele andere symbolen <strong>in</strong> te stellen.<br />

In Figuur Fout! Geen tekst met opgegeven opmaakprofiel <strong>in</strong> document.-15 ziet u een spraakaudiogram met een<br />

FF met<strong>in</strong>g <strong>in</strong>gevuld voor een met<strong>in</strong>g met twee toestellen.<br />

<strong>De</strong> maximale spraakdiscrim<strong>in</strong>atie bedraagt zonder hoortoestellen 100 % op beide oren, met twee<br />

hoortoestellen wordt <strong>het</strong> zelfde percentage behaald en ligt de gevonden curve nagenoeg op de ideale lijn. Een<br />

zeer fraai resultaat dus.<br />

Insertion ga<strong>in</strong> met<strong>in</strong>gen (Insitu met<strong>in</strong>gen)<br />

Als we met een cliënt een vrije veld met<strong>in</strong>g verrichten, controleren we <strong>het</strong> resultaat van onze aanpass<strong>in</strong>g door<br />

de cliënt woorden te laten nazeggen, waaruit we kunnen constateren hoeveel spraakdiscrim<strong>in</strong>atie de<br />

hoortoestelaanpass<strong>in</strong>g heeft bereikt. Eigenlijk is dit een hele lompe en grove controlemogelijkheid waarbij<br />

alleen de grove klank van <strong>het</strong> toestel en de aangeboden versterk<strong>in</strong>g kunnen worden gecontroleerd. Kle<strong>in</strong>e<br />

nuanceverschillen <strong>in</strong> de <strong>in</strong>stell<strong>in</strong>g van <strong>het</strong> hoortoestel kunnen nagenoeg niet herkend worden.


Je bent voor die kle<strong>in</strong>e <strong>in</strong>stell<strong>in</strong>gswijzig<strong>in</strong>gen dus vaak afhankelijk van de bev<strong>in</strong>d<strong>in</strong>gen van een cliënt. Hij moet<br />

<strong>het</strong>geen hij hoort naar u vertalen <strong>in</strong> woorden en dat valt vaak niet mee. Eigenlijk zou u veel liever even met uw<br />

cliënt mee kunnen luisteren, om <strong>het</strong> resultaat van uw <strong>in</strong>stell<strong>in</strong>gswijzig<strong>in</strong>g te kunnen horen. Dat zou wellicht<br />

kunnen als we een kle<strong>in</strong> microfoontje achter <strong>het</strong> oorstukje <strong>in</strong> de gehoorgang van uw cliënt kunnen stoppen.<br />

Helaas is ons eigen gehoor dan nog niet <strong>in</strong> staat om de kle<strong>in</strong>e verschillen, die <strong>in</strong> de <strong>in</strong>stell<strong>in</strong>g bewerkstelligd<br />

werden, te herkennen. Om die reden heeft men deze microfoon aangesloten op een apparaat dat middels<br />

frequentie karakteristieken laat zien hoeveel <strong>in</strong>vloed uw wijzig<strong>in</strong>g <strong>in</strong> de <strong>in</strong>stell<strong>in</strong>g teweeg heeft gebracht.<br />

Figuur Fout! Geen tekst met opgegeven opmaakprofiel <strong>in</strong> document.-16 Insitu-met<strong>in</strong>g,<br />

naast <strong>het</strong> oor hangt de meetmicrofoon waarop <strong>het</strong> slangetje dat langs <strong>het</strong> oorstukje tot<br />

achter de tuit <strong>in</strong> de gehoorgang loopt is aangesloten<br />

Veel hoortoestel fitt<strong>in</strong>g programs, fabriekssoftware waarmee de hoortoestellen <strong>in</strong>gesteld worden, visualiseren<br />

de versterk<strong>in</strong>g en output van een hoortoestel ook, maar laten de <strong>in</strong>vloed van <strong>het</strong> gebruikte oorstukje verder<br />

buiten beschouw<strong>in</strong>g. Het al dan niet aanwezig zijn van vent<strong>in</strong>gen, alsmede de lengte van de tuit en <strong>het</strong> gekozen<br />

type van <strong>het</strong> oorstukje, zijn fenomenen die een behoorlijke <strong>in</strong>vloed hebben op <strong>het</strong> aan de cliënt aangeboden<br />

geluid.<br />

Met de Insitu met<strong>in</strong>gen (Insitu is Latijn voor op de plaats) wordt de <strong>in</strong>vloed van <strong>het</strong> oorstukje wel<br />

meegenomen, waardoor deze met<strong>in</strong>gen zich bij uitstek lenen voor <strong>het</strong> bestrijden van klachten.<br />

Bij Insitu met<strong>in</strong>gen komt de cliënt voor een luidsprekerbox te zitten. Hij heeft zijn hoortoestellen <strong>in</strong>, en langs<br />

<strong>het</strong> oorstukje ligt een dun slangetje dat tot net achter de tuit van <strong>het</strong> oorstukje uitsteekt en hier <strong>het</strong> geluid vlak<br />

voor <strong>het</strong> trommelvlies kan opvangen. Aan de buitenkant is <strong>het</strong> slangetje op een meetmicrofoon aangesloten<br />

die op zijn beurt weer aangesloten is op de Aurical. In de computer wordt <strong>het</strong> geluid dat opgevangen werd <strong>in</strong><br />

<strong>het</strong> oor van de cliënt vergeleken met <strong>het</strong> geluid dat de luidspreker <strong>in</strong> <strong>het</strong> vrije veld produceerde en door deze<br />

twee geluiden van elkaar af te trekken, kan <strong>het</strong> resultaat, de versterk<strong>in</strong>g, van <strong>het</strong> hoortoestel bekeken worden.<br />

Op deze manier zijn er kle<strong>in</strong>e nuanceverschillen <strong>in</strong> <strong>in</strong>stell<strong>in</strong>gen van hoortoestellen te analyseren, waarbij nog<br />

aangetekend kan worden, dat u vrijwel geen medewerk<strong>in</strong>g van uw cliënt nodig heeft, anders dan dat hij stil<br />

moet blijven zitten.<br />

Met name occlusie klachten (klachten over een vol gevoel <strong>in</strong> <strong>het</strong> oor, door afsluit<strong>in</strong>g van <strong>het</strong> oor door <strong>het</strong><br />

oorstukje) kunnen met deze technologie gemeten worden.<br />

Het verrichten van Insitu met<strong>in</strong>gen vraagt een bepaalde rout<strong>in</strong>e die je pas krijgt als je de met<strong>in</strong>gen regelmatig<br />

verricht. <strong>De</strong>ze met<strong>in</strong>gen kosten zeker als je er pas mee beg<strong>in</strong>t een hoop tijd. Tijd die je echter ook weer kunt<br />

besparen door m<strong>in</strong>der lang naar de juiste <strong>in</strong>stell<strong>in</strong>g te hoeven zoeken. Je moet dus ooit een keer beg<strong>in</strong>nen met<br />

deze met<strong>in</strong>gen en rout<strong>in</strong>e krijgen om tijd te kunnen w<strong>in</strong>nen.<br />

Door deze tegenstrijdigheid is de Insitu met<strong>in</strong>g <strong>in</strong> de audiciens praktijk een omstreden fenomeen. Er zijn<br />

audiciens die doen niet anders en er zijn audiciens die doen <strong>het</strong> nooit. Iets er tussen<strong>in</strong> gaat haast niet.


Tympanometrie<br />

Als er tijdens diagnostische audiometrie een air-bone gap gemeten wordt, weten we dat de stor<strong>in</strong>g ergens<br />

tussen de <strong>in</strong>gang van de gehoorgang en de voetplaat van de stijgbeugel <strong>in</strong> <strong>het</strong> ovale venster moet zitten. <strong>De</strong><br />

vraag is alleen waar?<br />

Om de functie van <strong>het</strong> middenoor te <strong>in</strong>ventariseren wordt gebruik gemaakt van tympanometrie (tympanum is<br />

trommelvlies). Hierbij wordt de werk<strong>in</strong>g van <strong>het</strong> middenoor systeem getest.<br />

Normaal gesproken zit er aan weerszijden van <strong>het</strong> trommelvlies lucht. Het trommelvlies kan daardoor gezien<br />

worden als een gespannen membraan. Als een geluidstrill<strong>in</strong>g <strong>het</strong> trommelvlies raakt, wordt een deel van die<br />

trill<strong>in</strong>g door <strong>het</strong> membraan opgenomen en een deel gereflecteerd. <strong>De</strong> hoeveelheid weerkaatste geluidsenergie<br />

hangt af van de mate van gespannenheid van dat trommelvlies. Staat <strong>het</strong> trommelvlies heel strak, dan wordt<br />

een groter deel teruggekaatst als dat <strong>het</strong> trommelvlies normaal gespannen staat. Bij een te slap trommelvlies<br />

wordt te veel energie geabsorbeerd en juist te we<strong>in</strong>ig gereflecteerd.<br />

In geval van een oorontstek<strong>in</strong>g zijn er twee mogelijkheden, als de buis van Eustachius afgesloten is, ontstaat er<br />

onderdruk <strong>in</strong> <strong>het</strong> oor en <strong>in</strong>dien er sprake is van een ontstoken oor (otitus media) dan ontstaat er overdruk <strong>in</strong><br />

<strong>het</strong> oor.<br />

Door <strong>in</strong> de gehoorgang de luchtdruk te variëren van een onderdruk naar een overdruk, zal “op een gegeven<br />

moment” de luchtdruk voor en achter <strong>het</strong> trommelvlies gelijk zijn. Dit uit zich <strong>in</strong> een perfecte harmonie tussen<br />

geabsorbeerd en gereflecteerd geluid. Op deze manier is <strong>het</strong> mogelijk een diagnose te stellen omtrent de<br />

conditie van <strong>het</strong> middenoor.<br />

Voor de uitvoer<strong>in</strong>g van de met<strong>in</strong>g wordt bij de patiënt een probe (een dopje) <strong>in</strong> <strong>het</strong> oor geschoven waarop een<br />

meetunit is aangesloten. Op deze meetunit zijn een luidsprekertje (telefoon), een meetmicrofoon en een<br />

pompje aangesloten. <strong>De</strong> probe sluit de gehoorgang luchtdicht af. Zie Figuur Fout! Geen tekst met opgegeven<br />

opmaakprofiel <strong>in</strong> document.-17<br />

Door de luchtdruk te variëren en gelijktijdig een toon te laten horen en de reflectie te meten wordt alle<br />

<strong>in</strong>formatie verzameld <strong>in</strong> de computer waarna de beweeglijkheid van <strong>het</strong> middenoor systeem wordt<br />

geïllustreerd <strong>in</strong> een karakteristiek, tympanogram genoemd.<br />

Figuur Fout! Geen tekst met opgegeven opmaakprofiel <strong>in</strong> document.-17 Tympanometrie opstell<strong>in</strong>g<br />

Stapedius reflex met<strong>in</strong>g<br />

Als we op een oor een geluid groter dan ± 85 dB laten horen, treedt <strong>in</strong> dat oor een relexmatige samentrekk<strong>in</strong>g<br />

van de musculus stapedius op. <strong>De</strong>ze samentrekk<strong>in</strong>g van <strong>het</strong> spiertje dat aan de stijgbeugel vastzit heet de<br />

stapedius reflex.<br />

Het plotsel<strong>in</strong>g samentrekken van dit spiertje maakt de stapedius m<strong>in</strong>der beweeglijk. Dit heeft tot gevolg dat je<br />

met de techniek van de tympanometrie kunt meten wanneer de stapedius reflex optreedt, want een strakker<br />

gespannen trommelvlies reflecteert een grotere hoeveelheid geluid.<br />

Het leuke is, dat die stapedius reflex altijd <strong>in</strong> twee oren tegelijk optreedt. Dus hoort iemand op l<strong>in</strong>ks een hard<br />

geluid, dan treedt er zowel <strong>in</strong> <strong>het</strong> l<strong>in</strong>ker als <strong>het</strong> rechter oor een stapedius reflex op.<br />

Bij bepaalde soorten gehoorverlies wijkt de geluids<strong>in</strong>tensiteit waarbij de stapedius reflex is op te wekken af en<br />

is hieraan <strong>het</strong> bewuste ziektebeeld te herkennen.


Van dit fenomeen wordt gebruik gemaakt om te onderzoeken of en wanneer de stapedius reflex plaats v<strong>in</strong>dt.<br />

Hierbij laat men <strong>het</strong> plotsel<strong>in</strong>g harde geluid op <strong>het</strong> niet gemeten oor horen. Of liever gezegd, men meet<br />

wanneer de stapedius reflex op <strong>het</strong> bewuste oor optreedt door de reflex op <strong>het</strong> andere oor te meten.<br />

<strong>De</strong>ze met<strong>in</strong>gen wordt <strong>in</strong> audiciens praktijken we<strong>in</strong>ig tot nooit toegepast. Naast <strong>het</strong> feit dat de meetapparatuur<br />

hiervoor simpelweg ontbreekt <strong>in</strong> de audicienspraktijk, is dit een met<strong>in</strong>g waarmee een medische diagnose kan<br />

worden onderbouwd en dat doen audiciens nou eenmaal niet. Bovenstaande kennis is dan ook alleen bedoeld<br />

om u goed gesprekspartner te laten zijn <strong>in</strong> richt<strong>in</strong>g van cliënten en voorschrijvers.<br />

Lektestmet<strong>in</strong>gen<br />

Ter controle van gehoorbescherm<strong>in</strong>g wordt vrijwel uitsluitend de lektestmet<strong>in</strong>g gedaan, tegenwoordig ook wel<br />

afdicht<strong>in</strong>gsmet<strong>in</strong>g genaamd. Om te kunnen controleren of een gehoorbeschermer voldoende demp<strong>in</strong>g van<br />

geluid geeft wordt niet de demp<strong>in</strong>g <strong>in</strong> dB’s gemeten maar de (lucht)afdicht<strong>in</strong>g van de gehoorbeschermer <strong>in</strong> de<br />

gehoorgang.<br />

<strong>De</strong> demp<strong>in</strong>g van <strong>het</strong> filter <strong>in</strong> de gehoorbeschermer is bekend. <strong>De</strong> enige spelbreker die een goede werk<strong>in</strong>g <strong>in</strong> de<br />

weg zou kunnen staan is dat er ergens een geluidslek van buiten <strong>het</strong> oor naar achter de gehoorbeschermer zit.<br />

Om dit te meten wordt <strong>het</strong> filter verwijderd en <strong>in</strong> plaats daarvan een probe <strong>in</strong>gezet waarmee lucht door de<br />

gehoorbeschermer kan worden geblazen. Door de luchtdruk te meten en te kijken of die gedurende een<br />

bepaalde periode m<strong>in</strong>der wordt kan de afdicht<strong>in</strong>g van de gehoorbeschermer worden beoordeeld.<br />

Daar deze met<strong>in</strong>g uitgebreid <strong>in</strong> <strong>het</strong> vak gehoorbescherm<strong>in</strong>g aan de orde zal komen, wordt er hier niet verder op<br />

<strong>in</strong>gegaan.

Hooray! Your file is uploaded and ready to be published.

Saved successfully!

Ooh no, something went wrong!