24.09.2013 Views

optimaal debiteurenbeheer 3.pdf - Crion

optimaal debiteurenbeheer 3.pdf - Crion

optimaal debiteurenbeheer 3.pdf - Crion

SHOW MORE
SHOW LESS

You also want an ePaper? Increase the reach of your titles

YUMPU automatically turns print PDFs into web optimized ePapers that Google loves.

I .... ...mmm .. .<br />

.<br />

............... ...-............. -..............-............. ..... ........... ..... .... ......... ",' .......-. --,'-'<br />

................... .......... --..... ........... ',-'-"'" ....,-........... ...... "-,'" ....... ..................... ................ ........... ...... ',"<br />

--.......... .-....-....-.... ...'- -,-..<br />

I<br />

..:il.:I:~~:I.tl;~~iE~....~~~.~~i.~~s.~.......i<br />

6.1. Inleiding<br />

De N.D.D. is een openbare instelling die opgericht werd om de Belgische export<br />

te bevorderen en die onder staatsgarantie werkt. Delcredere verzekert de commer-<br />

ciële en politieke risico's op aIle landen, alhoewel dit in de praktijk meestal (en<br />

ook aIs gevolg van een akkoord met Cobac) beperkt is tot de landen buiten West-<br />

Europa. In 1992 had zij ongeveer 2 miljard omzet.<br />

In het buitenland heeft men gelijkaardige overheidsinstellingen bv. COFACE in<br />

Frankrijk, SACE in Italië en ECGD in Groot-Brittannië.<br />

- Naast<br />

- Tevens<br />

- Terloops<br />

6.2. Welke exporttransacties worden verzekerd<br />

het verzekeren van kortlopend krediet, zoals bij de commerciële krediet-<br />

verzekeraars, neemt Delcredere ook het risico op middellange (1 à 5 jaar) en<br />

lange termijn (van 5 tot 15 jaar, vnl. voor investeringsgoederen) over.<br />

verzekert de N.D.D. politieke risico's (wanneer<br />

bepaalde gebeurtenissen<br />

in het land de debiteur verbinderen te betalen bv. deviezenschaarste, oorlogen,<br />

rampen, wijziging van overheidsmaatregelen). Ze neemt eveneens het risico over<br />

van het in gebreke blijven van overheidsdebiteuren of rmanciële instellingen<br />

(wanneer die zich bv. garant stell en voor de goede afloop van een transactie)<br />

alsook de risico's m.b.t. inbeslagneming, beschadiging van aannemersmateriaal,<br />

onrechtmatig opeisen van bankgaranties,verlies van in consignatie geleverde<br />

goederen. Via Delcredere is ook dekking mogelijk legen wisselkoersrisico en<br />

fmanciering in vreemde deviezen. De verzekering voor deze risico's is mogelijk,<br />

zowel in het geval ze vóór als na de effectieve levering plaats hebben.<br />

vermelden we bier nog dat de exportrmanciering op halflange of<br />

lange termijn wordt verzekerd via bemiddeling van Creditexport. Zij onder-<br />

zoekt alle financieringsaanvragen van meer dan 35 miljoen BEF en waarvan de<br />

Hoofdstuk IV : Risicodekking -<br />

148<br />

-


- De<br />

- De<br />

betating gespreid is over meer dan 2 jaar, die haar worden voorgelegd door een<br />

aangesloten bank. Via Copromex worden subsidies verstrekt teneinde de<br />

tarieven van Creditexport terug te brengen tot het peil van de minimumtarieven<br />

die tot stand komen op grond van een internationale consensus tussen de<br />

industrielanden.<br />

Het Herdiscontering- en Waarborginstituut (H.W.I.) vervult dezelfde functie<br />

a1s Creditexport voor aUe financieringen tot max. 35 miljoen en gespreid over<br />

max. 2jaar.<br />

6.3. Werking en premie I<br />

werking komt grotendeels overeen met die van de commerciële krediet-<br />

verzekering, met dit verschil dat Delcredere de privé ondernemingen tot 90 %<br />

en de overheidsdebiteuren tot 95 % kan verzekeren.<br />

Voor de practische werking verwijzen we daarom naar 4.2.<br />

kostprijs hangt zeer sterk samen met de duur van het risico :<br />

* de premies voor korte tennijn transacties liggen meestal tussen 0,3 en<br />

0,9 %;<br />

* middellange termijntransacties kosten tussen 1,5 en 3,5 %;<br />

* de lange termijn verzekeringspremie ligt tussen 2,5 en 5 %.<br />

oplopen tot 12 % indien de kredietperiode 15 jaar bedraagt.<br />

Dit kan echter<br />

De premie is ook afhankelijk van de risicoklasse die een welbepaald land<br />

aangemeten krijgt : de risico's in Libanon, Gabon, Zaïre of Polen tiggen anders<br />

dan in Saoedi Arabië, Thailand of Canada. Deze risicoklassen kunnen natuurlijk<br />

vrij snel wijzigen. Het is ook niet uitgesloten dat bepaalde landen voUedig<br />

geweigerd worden wegens bepaalde gebeurtenissen bv. Joegoslavië.<br />

De premies kunnen verhoogd worden indien de exporteur bijkomende wensen<br />

heeft : het verzekeren van het resiliatierisico kost bv. tussen 0,1 en 0,25 % extra<br />

voor een termijn van 3 maanden.<br />

Optimaal <strong>debiteurenbeheer</strong> -<br />

149<br />

-


6.4. Besluit<br />

Delcredere neemt risico' s die commerciële kredietverzekeraars niet wensen te<br />

dragen zoals : politi eke risico's, commerciële risico's in exotische landen, transac-<br />

ties van middellange en lange tennijn, risico op overheidsdebiteuren, ...<br />

Vandaar dat de doelgroep en de beoogde transacties volledig buiten het gebied<br />

van de kredietverzekering en factoring vall.<br />

Dit "hoger staatsdoel" weerspiegelt zich ook in de resultaten : tot 1988 draaide de<br />

N .D.D. ongeveer break-even, nadien noteerde zij vrij hoge verliezen.<br />

In de praktijk zijn het dus meer de grote ondernemingen die voor een welbepaald<br />

segment van hun activiteit beroep doen op Delcredere. In sommige gevallen zijn<br />

K.M.O. 's met zeer gespeciaIiseerde activiteiten onder contract. Er is echter altijd<br />

één gemeenschappelijke noerner, nl. export buiten West-Europa.<br />

.<br />

.<br />

i<br />

...........~ .<br />

........................................ ....~ ......................... .......~I<br />

....... .......,........... .............,....... .........<br />

............................. ... ....." ....... .. .........<br />

............... .......... .,.................................. ........ ....<br />

. ...:......ï~.....lì.....i~....,.~~~.....:.....<br />

7.1. Inleiding I<br />

De excess of loss polis (kortweg excess loss genoemd) biedt, aan bedrijven die zelf<br />

instaan voor de debiteurenadministratie en -analyse, de zekerheid dat de<br />

gecumuleerde verliezen nooit een bepaald bedrag zullen overschrijden. M.a. w. de<br />

verzekerde zal nooit dreigen in faling te gaan doordat de verliezen op debiteuren te<br />

groot geworden zijn. Het doel van de excess loss verzekering is dus het ondraag-<br />

lijke over te nemen. Politieke en oorlogsrisico's worden wel uitgesloten.<br />

- De<br />

7.2. Werking I<br />

verzekeraar en de verzekerde bepalen in onderling overleg de franchise, wat<br />

de klant als "normaal" verlies op dubieuze debiteuren kan of wenst te onder-<br />

gaan.<br />

Hoofdstuk IV : Risicodekking -<br />

150<br />

-


- Aan<br />

-<br />

- De<br />

- Excess<br />

de verzekerde worden noch kredietlimieten per debiteur, noch specifieke<br />

vorderingssystemen opgelegd. In de praktijk is er weJ een regelmatige (trimeste-<br />

riëJe) controle op de debiteurenboekhouding. De ondememing kan weJ handelen<br />

naar goeddunken maar mocht men een verwaarlozing vaststellen van de opvol-<br />

ging, dan kan de polis eenzijdig door de verzekeraar opgezegd worden.<br />

Wanneer het bedrag van de samengetelde schadegevallen hoven de onderhandel-<br />

de vrijstelling komt, wordt de verzekerde voor 90 % van het verlies vergoed.<br />

7.3. Doelgroep en premie<br />

loss verzekeringen geven nog meer vrijheid aan de ondememing. Deze<br />

mag beslissen aan wie hij zalleveren, welke betalingsvoorwaarden gelden, hoe<br />

de opvolging gebeurt, ...<br />

Daaruit ontspringt automatisch de vereiste dat de verzekerde voldoende compe-<br />

tent is inzake <strong>debiteurenbeheer</strong> en dat hij zeJf voor een deel van de verliezen<br />

instaat. Dit zowel voor de gewone verliezen als voor een gedeelte van de<br />

uitzonderlijke verliezen (er wordt immers nooit 100 % vergoed).<br />

Daardoor beperken deze kredietverzekeraars zich tot bedrijven met een voldoen-<br />

de reserve (eigen middelen) en met bekwame kredietanalisten, dus bedrijven met<br />

een hoge omzet (vanaf :t 500 miljoen DEF).<br />

premie is geen percentage van de omzet van de verzekerde maar wel een<br />

overeengekomen bedrag. Deze som is, nog veel meer dan bij andere verzeke-<br />

ringen, afhankelijk van de overeengekomen modaliteiten vnl. inzake franchise.<br />

Om toch een idee te geven van een kostprijs vermelden we volgend voorbeeld :<br />

de klant produceert textiel, haalt een omzet van 500 miljoen per jaar en verkoopt<br />

50 % in de Benelux aan detailhandel en distributieketens. Hij exporteert de rest<br />

naar doorverkopers en agenten in de overige landen van West-Europa. Deze<br />

ondememing had een gecumuJeerd verlies in de laatste 3 jaar van 5 miljoen<br />

BEF. Ze bemiddelde een franchise van 3 miljoen BEF per jaar. De premie<br />

bedroeg 900.000 BEF per jaar. Omgerekend in procenten geeft dit dus 0,18 %.<br />

Optimaal <strong>debiteurenbeheer</strong> -<br />

IS1<br />

-


- Ook<br />

- In<br />

- Gezien<br />

7.4. Ondernemingen actief op markt<br />

België is er slechts één maatschappij officieel actief op die markt, nl. de<br />

Brusselse Financial Risk Management Insurers of kortweg FIRM.<br />

In 1987 richtte dhr. Bernard Rosen Firm op. De aandeelhouders zijn o.a. CEAI<br />

(Petrofina -<br />

36<br />

%), Unibra (28 %), en Prominvest (14 %). Het kapitaal bedraagt<br />

300 miljoen BEF. In 1991 werd 274 miljoen BEF aan premies binnengehaald en<br />

draaide Firm voor het eerst break-even. In 1992 steeg hun omzet naar 350<br />

miljoen BEF.<br />

het kleine aanbod in België kan het nuttig zijn om over de grens te<br />

kijken. We denken hierbij aan de Britse Pan Financial, AIG in Frankrijk,<br />

Royal in Nederland,<br />

...<br />

de klassieke kredietverzekeraars zijn begonnen met aanverwante produc-<br />

ten: Cobac, AC Namur, NCM in Nederland, SFAC in Frankrijk, Hermes in<br />

Duitsland,<br />

...<br />

Het gaat hier meestal om een systeem met franchises, waarbij bv. de eerste 5<br />

mio. BEF aan schade ten laste valt van de verzekerde. Daarboven draagt de<br />

verzekeraar vaak de schade voor 90 %. Eventueel kan er ook een maximum uit<br />

te betalen bedrag worden overeengekomen. De verzekeraar blijft echter meestal<br />

eisen dat er voor de debiteuren limieten worden aangevraagd, wat niet het geval<br />

is bij de zuivere excess loss.<br />

7.5. Besluit<br />

Het is duidelijk dat dit product enkel geschikt is voor grote bedrijven, die<br />

voldoende competent personeel in dienst hebben. Door het uiterst beperkte aanbod<br />

liggen contacten met buitenlandse kredietverzekeraars voor de hand.<br />

Doordat dergelijke contracten meestal moeilijker verlopen kan hiervoor best beroep<br />

gedaan worden op een makelaar. In hetgeen voIgt bespreken we daarom enkele<br />

aspecten van de makelarij.<br />

Hoofdstuk IV : Risicodekking -<br />

152<br />

-


Ii)<br />

~:p.faJc~la;'rl<br />

- Een<br />

- De<br />

- K1einere<br />

- Vit<br />

- Indien<br />

8.1. Inleiding<br />

verzekeringsmakelaar heeft als taak de risico's die een bedrijf ondergaat<br />

correct in te schatten en op zoek te gaan naar een goedkope en adequate oplos-<br />

sing.<br />

meeste makelaars zijn zeer breed georiënteerd : van brandverzekering tot<br />

verzekeringen tegen varkenspest.<br />

makelaars (omzet < dan 100 miljoen BEF) beperken zich meestal tot<br />

de klassieke. verzekeringen. De grotere maatschappijen kunnen zich dieper<br />

specialiseren op bepaalde terreinen. Vandaar dat de top 20 van de verzekerings-<br />

makelaars bekwamer is inzake het verzekeren van financiële risico's, dan de<br />

makelaar om de hoek met twee bedienden.<br />

8.2. Rol van de makelaar en kostprijs<br />

één of meerdere verkennende gesprekken distilleert de makelaar de behoefte<br />

van zijn klant. Doordat hij weet wat het aanbod is op de markt, kan hij vrij<br />

vlug beslissen welke verzekeringspolissen in aanmerking zouden kunnen komen.<br />

Die maatschappijen worden vervolgens uitgenodigd om hun voorstellen te<br />

formuleren. Nadien wordt er een volledige vergelijking gemaakt met alle pro's<br />

en contra's. Het spreekt voor zich dat zowel naar de eigenschappen van het pro-<br />

duct, als naar de prijs evenals naar de addertjes wordt gekeken. De besluiten<br />

worden besproken met de k1ant.<br />

de klant een contract aangaat met één van die verzekeraars, dan ontvangt<br />

de makelaar op regelmatige tijdstippen een commissie van de verzekerings-<br />

maatschappij. Meestal schommelt deze commissie tussen 5 en ] 5 % van de<br />

betaalde premies, afhankelijk van de grootte van de contracten, de verzekerings-<br />

maatschappij zelf, het aantal contracten die de makelaar reeds aangebracht heeft,<br />

Optimaal <strong>debiteurenbeheer</strong> -<br />

153<br />

-


- Vele<br />

- Vandaar<br />

. . . En<br />

hier kan het schoentje wringen : langs de ene kant moet de makelaar zo<br />

objectief mogelijk oordelen, anderzijds zou hij kunnen kiezen voor diegene die<br />

de meeste commissie wil uitbetalen. Om dit te vermijden is het noodzakelijk om<br />

te werken met een professionele makelaar (m.a.w. een voldoende grote) en is<br />

een open bespreking van aIle gegevens achteraf absoluut noodzakelijk.<br />

Eventueel kan bedongen worden om de verschillende prijsvoorstellen te mogen<br />

inzien of om aanwezig te zijn bij de gesprekken.<br />

makelaars grijpen, om het debiteurenrisico in te dekken, onmiddellijk<br />

naar de klassieke kredietverzekeraars Cobac en AC Namur. We mogen echter<br />

verwachten van specialisten dat ze aIle oplossingen onderzoeken. Indien de klant<br />

een voldoende zakencijfer heeft, zou een excess loss verzekering misschien te<br />

overwegen zijn. Inzake export naar een welbepaald land kan het misschien beter<br />

zijn om te werken met een factoringmaatschappij die eveneens instaat voor de<br />

debiteurenopvolging ter plaatse. Het is ook mogelijk dat de klant beter geen<br />

verzekering neemt, maar beter gebruik maakt van een banktechniek. Oit laatste<br />

geval zou betekenen dat de makelaar een advies geeft, waardoor hij zijn recht op<br />

zijn commissie ontzegt.<br />

dat er stemmen opgaan opdat de klant zijn makelaar zou betalen als<br />

risicobeheerder, net zoals hij gebruik maakt van de diensten van een extern<br />

boekhouder. Oit zou in elk geval de objectiviteit waarborgen en een eind maken<br />

aan de tweeslachtige situatie waarin de makelaar soms verkeert : het belang van<br />

de klant of zijn eigen belang.<br />

8.3. Ondernemingen actief op de markt<br />

Zoals reeds besproken zijn er een 20-tal grote makelaars en een hele resem<br />

kleinere. Oe meeste werken op alle terreinen, sommige specialiseren zich op<br />

enkele vlakken en richten eventueel aparte cellen op voor bepaalde aspecten van het<br />

verzekeringswezen, bv. debiteurenrisico.<br />

Hieronder sommen we de 20 grootste makelaars op met hun totale ornzet (in<br />

miljoen) in 1990 en met het aantal personeelsleden.<br />

Hoofdstuk IV .<br />

: Risicodekking<br />

154<br />

.


Naam van de makelaar Omzet in mil- Person eel<br />

joen BEF<br />

1. Van Breda & Co 1500 390<br />

2. Thilly Van Eesel 1439 397<br />

3. Henrijean 1251 287<br />

4. Boels & Begault 1219 383<br />

5. Groep DEM Insurance 406 150<br />

6. Menage & Jowa 380 180<br />

7. Wille mot 278 70<br />

8. T.C.D.Thibault-Coson-De Nef 277 55<br />

9. Almaver<br />

255 62<br />

10. Assur Invest 236 20<br />

11. Belgibo 215 36<br />

12. Afidif 204 67<br />

13. Devrieze<br />

183 83<br />

14. Groep Eurasca 181 76<br />

15. Hyveka 150 48<br />

16. Assupar 145 45<br />

17. Alexander & Alexander Belgium 133 49<br />

18. Cooreman & Saverijs 120 45<br />

19. Jean Crab 114 34<br />

20. Lejeune et fils<br />

Optimaal <strong>debiteurenbeheer</strong> -<br />

102 46<br />

155<br />

-


8.4. Besluit<br />

Een goode makelaar kent aIle mogelijke risico's evenals de oplossingen. Daarbij<br />

voIgt hij van zeer nabij de veranderingen, zowel op de binnenlandse als op de<br />

buitenlandse marlct. Daardoor kan hij de risico's van de klant beperkt houden aan<br />

een aanvaardbare prijs. Zijn objectiviteit staat buiten kijf, waardoor hij ook advies<br />

kan geven tegen zijn eigen belangen.<br />

Een onderneming die gebruik maakt van de diensten van een dergelijke makelaar<br />

za1 niet alleen geld besparen maar heeft alle risico's in de hand.<br />

ii!:il!l;ti!!!!~~ß!!~~iJ~nl~~~lgg~~fíi!çåU<br />

.........................................................................--....................................................<br />

......................................... ...--......................-- -..... ..........-.-............................. ....<br />

. . .<br />

. . . . . . . . . . . . . . - . .<br />

- . . . . . . . . . . . . . . . - . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . - . . . , . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .<br />

............................,............,......-...........-......-.-...,.............--.......................................<br />

..<br />

.. .........................<br />

9.1. Inleiding<br />

Elke exporteur die verkoopt in een andere munt loopt een wisselkoersrisico. Als<br />

de vreemde munt devalueert de<br />

t.o.V.<br />

Belgische frank in de peri ode tussen de<br />

levering (of soms vanaf het order) van de goederen en de effectieve betaling door<br />

de debiteur, kan de exporteur zijn winst zien verschrompelen of kunnen er zelfs<br />

bepaalde transacties verlieslatend geworden zijn.<br />

9.2. Via interne oplossingen<br />

9.2.1. Facturering in een weinig risicovolle munt<br />

De exporteur kan voorstellen om te factureren in een munt die stabiel is, dus die<br />

weinig schommelt t.o.v. de Belgische frank. We denken hierbij bijvoorbeeld aan<br />

de Duitse Mark en de Ecu. Deze laatste munt blijkt een goed compromis te zijn als<br />

men moeilijk tot een overeenkomst geraakt inzake factureringsmunt.<br />

Hoofdstuk IV -<br />

: Risicodekking<br />

156<br />

-


9.2.2. Wisselclausule<br />

Bij het opstellen van een contract kan men bedingen dat de mogelijkheid bestaat om<br />

de prijs aan te passen aan de wisselkoers van de betalingsdag. Daarmee wordt<br />

het wisselkoersrisico afgewenteld op de importeur.<br />

In de praktijk blijkt het vrij moeilijk te zijn om een sluitende c1ausule op te stellen<br />

die aanvaard wordt door de importeur.<br />

9.2.3. Wijzigen van vervaldag<br />

De exporteur die een opwaardering van de BEF t.o. v. de facturatiemunt<br />

verwacht, kan extra betalingstermijn toekennen aan zijn debiteur. Voor de debiteur<br />

is een langere krediettermijn aardig meegenomen en ook de exporteur kan er<br />

voordeel bij halen.<br />

Als de exporteur een ontwaarding van de BEF t.o.v. de facturatiemunt ver-<br />

wacht, kan hij bv. door extra korting toe te kennen, proberen sneller de gelden te<br />

ontvangen.<br />

- De<br />

- Eén<br />

9.3. Via banktechnieken<br />

9.3.1. Contante dekking I<br />

exporteur die een vordering in deviezen opgemaakt heeft met een vaste<br />

vervaldag, leent bij zijn bank hetzelfde bedrag, in dezelfde munt en met een<br />

zelfde vervaldag. Die lening zet hij op de contantmarkt om in BEF.<br />

Op vervaldag zal de buitenlandse koper door zijn betaling de lening terugbetalen.<br />

Het wisselkoersrisico werd aldus volledig uitgeschakeld.<br />

probleem, aIs de debiteur niet kan betalen dan moet de exporteur de<br />

deviezen aankopen op de contantmarkt om zijn lening terug te betalen. Steeg de<br />

vreemde munt ondertussen, dan doet de exporteur verlies.<br />

Optimaal <strong>debiteurenbeheer</strong> -<br />

157<br />

-


9.3.2. Dekking op termijn (wisseltermijncontracten)<br />

De exporteur kan zijn deviezen die hij verwacht te ontvangen in de toekomst,<br />

reeds verkopen op termijn aan zijn bankier. De leveringsdatum van die deviezen<br />

za1 dus samenvallen met de datum waarop de debiteur moet betalen. De exporteur<br />

kent dus op voorhand het juiste bedrag in BEF dat hij zal ontvangen nadat de<br />

debiteur heeft betaald.<br />

De koers die zal toegepast worden, is de tennijnkoers. Dit is de contante wissel-<br />

koers van de dag van het sluiten van het contract met de report of deport van de<br />

munt t.O.V. de BEF.<br />

Dit wordt bepaald door het renteverschil tussen de moot en de BEF.<br />

We spreken over report wanneer de intrestvoet van de vreemde munt lager ligt dan<br />

die van de BEF. In dat geval zal de termijnkoers hoger zijn dan de contantkoers.<br />

Bij deport is dat het omgekeerde.<br />

9.3.3. Deviezenoptie en andere technieken<br />

De hierboven vermelde wisseltermijncontracten dekken de exporteur volledig af<br />

maar sluiten ook de mogelijkheid uit om winst te maken als de koersen gunstig<br />

evolueren.<br />

Andere financiële technieken (voor grotere bedragen) laten dit wel toe. Doordat ze<br />

echter sterk aanleunen bij speculatie, vallen ze buiten de opzet van deze studie en<br />

beperken we ons tot een opsomming.<br />

Voor de exporteur bestaat er nog :<br />

* het aankopen van een putoptie : dit geeft het recht (niet de verplichting) om<br />

op" een welbepaald tijdstip zijn deviezen te verkopen tegen een voordien<br />

overeengekomen prijs.<br />

* een calloptie schrijven : dit verplicht de schrijver tot verkoop van de devie-<br />

zen indien de koper zijn optierecht uitoefent.<br />

* deviezenswap : is bedoeld voor verrichtingen op lange termijn en ten belope<br />

van minimum 50 miljoen BEF. Een swap kan omschreven worden als het<br />

Hoofdstuk IV : Risicodekking -<br />

158<br />

-


uilen van een schuld of belegging in een bepaalde munt tegen een schuld of<br />

een belegging in een andere munt. Daardoor kan het wisselkoersrisico van een<br />

bepaalde munt gewijzigd worden in die van een andere munt.<br />

* disconto à forfait : de bank verdisconteert geaccepteerde wissels zonder<br />

wisselregres tegen de exporteur (zie H V : 3.3.4). Zodra de wissel verdiscon-<br />

teerd is, is het wisselkoersrisico dus uitgesloten. Deze techniek wordt slechts<br />

toegepast voor bedragen die grater zijn dan 5 miljoen BEF en die slaan op<br />

vorderingen betaalbaar op middelIange termijn (meestal voor investeringsgoe-<br />

deren).<br />

"," ,.. ","' --_..-...... ...... ...., '....,',......<br />

-. ..... .. '.. .-'<br />

.. ....-- ... ............ ,.,....----- ............ ...............-................ -.............. ....... ...-..-.......<br />

"""}}".'."".""""."I.::".'.".""'::'::k"'..'k""'.".'.."..'.}">"'."...'.:>:"..""


een bepaald krediet. Mocht de rente op de leveringsdatum gestegen zijn, dan<br />

geniet hij toch de intrestvoet van 6 maanden voordien.<br />

Is de rente gedaald, dan kan de ondememing toch beslissen om zich op een andere<br />

manier te financieren.<br />

M.a. w. hiermee kan men op voorhand zijn financieringskosten vastleggen.<br />

:-;.:.:-:-'.;.:.:-:.:.:-:.:.:.:.:.:-:.;.;.:-:.;.;.:-:-:-:.;.:-:-:.:.;.:-:';:':':':'::':';':':':':':-:-:':-:-;':';':':-:':':-.-:':':-:':-:-:';':':';';';';':-:-:-:';-:';':';';':';':':-:':':-:';':',-:-:-;.:-:-:.:.'-;,:-:,:,:,:-:",:,:,:,:-:,:-:-,.:-:-:-:.:.:-'.;-:-:-:.;.:.;.;..;.;.;.;.;.:.;-.,:.:.:-:.:-:.;".;.:.:-:.;.:.;.:.;.;.;.;-:':-:'-',':-:':':':-:-:-;':-:';':':'::':;":-:::';..-:':':'<br />

Indien een bedrijf zich niet wenst te verzekeren tegen de mogelijke insolventie van<br />

zijn debiteuren, kan ze toch bepaalde garanties zooken of bedingen.<br />

In voorgaande hoofdstukken kwamen reeds een groot aantal technieken ruim-<br />

schoots aanbod. Hieronder sommen we die mogelijkheden nog eens op samen met<br />

enkele die we nog mooten zien. Deze laatste altematieven komen vnl. uit H V : 3.5<br />

en werden besproken als waarborgen voor de bank. Het spreekt voor zich dat een<br />

aantal van die waarborgen ook leveranciers van pas kunnen komen.<br />

* betating bij bestelling, vóór of bij levering (zie H II : 2.1.1., 2.1.3. en<br />

2.1.4.);<br />

* gecertificeerde cheque (zie H II : 2.2.1.2.);<br />

* geavatiseerde wissel (zie H II : 2.2.1.3. en H V : 2.2.2.8.);<br />

* bankfinanciering of leasing vanwege de koper (zie H II : 2.2.1.6. en H VI :<br />

3.2.1.);<br />

* forfaiting (zie H V : 3.3.4.);<br />

* confirminghouse (zie H II : 2.2.2.7.);<br />

* onherroopetijk documentair krediet (zie H II : 2.2.2.6.);<br />

* eigendomsvoorbehoud (zie HI: 11.);<br />

* voorrecht van de onbetaalde verkoper (zie H V : 3.5.4.);<br />

*<br />

roilhandel (zie H II : 2.2.2.9.);<br />

* compensatie (zie H II : 2.2.1.5., 2.2.2.9. en 2.5.2.);<br />

* consignatie (zie H 1I : 2.2.2.10.);<br />

* warrantage (zie H V : 3.2.4.3. en H II : 2.2.2.11.);<br />

* wisselendossement (zie H II : 2.2.1.3.);<br />

Hoofdstuk IV : Risicodekking -<br />

160<br />

-


*<br />

terugname van de goederen (zie H II : 2.5.1.);<br />

* overdracht van het voordeel van een<br />

3.5.5.);<br />

* hypotheek (zie H V : 3.5.2.);<br />

* borgtocht (zie H V : 3.5.10.);<br />

* garantie (zie H II : 2.2.2.8. en H V : 3.5.11.);<br />

* effecten of goederen in pand (zie H V : 3.5.7.);<br />

* cessie van schuldvordering (zie H V : 3.5.9.);<br />

levensverzekeringspolis (zie H V :<br />

* bewarend beslag, aI dan niet onder derden (zie H II : 3.4.7.);<br />

* proces wegens wanbetaling via gerecht of arbitrage (zie H II : 3.4. en 3.5.);<br />

* pauliaanse vordering (zie H II : 3.4.8.);<br />

* omzetting in aandelen of in lange termijn lening (zie H II : 2.5.5.).<br />

Optimaal <strong>debiteurenbeheer</strong> .<br />

161<br />

.


HOOFDSTUK V : FINANCIERINGSVORMEN OP<br />

r...........................<br />

I<br />

KORTE TERMUN<br />

n. ..................... ....... ..' .......... ............. ._............._ ............ __n<br />

..............................................................................................................................<br />

:::::::!::::î~..fi1~ldîhg.. ........................<br />

::~\~\:r:i \/::~/ ::~:~f~j~:~: :~~; ::\\(:?:~: ::~;~~::jjjj<br />

........... ..--.-.... .... ,- .. ..... ..<br />

. /}\\\~::~?<br />

- De<br />

- Liquiditeitsspanningen<br />

- Dergelijke<br />

- Om<br />

meeste gefailleerde ondernemingen hebben binnen de drie jaar na hun op-<br />

richting hun boeken neergelegd, vnl. ten gevolge van liquiditeitsproblemen. Dit<br />

ondanks het feit dat hun activiteit meestal rendabel was. Onze falingswet is<br />

zodanig geconcipieerd dat van zodra een handelaar zijn betalingen staakt en zijn<br />

krediet aan het wankelen is (geen kredieten meer bekomt van banken, leveran-<br />

ciers, ...) om het even welke schuldeiser of het parket de faling kan aanvragen.<br />

Tenzij de ondememing zelf de aanvraag doet. Het hoofdaccent ligt voomamelijk<br />

op het niet nakomen van de korte termijn schulden.<br />

kunnen ontstaan doordat debiteuren te lang wachten met<br />

het betalen van hun facturen maar ook omwille van andere redenen. Voorbeel-<br />

den daarvan zijn o.m. : een tekort aan eigen vermogen of vreemd vermogen op<br />

lange termijn; investeringen in vast actief (gebouwen, machines, wagens, ...)<br />

met korte termijn financiering; een niet rendabele activiteit; een belangrijke<br />

aflossing van een termijn schuld; een lange exploitatiecyclus waardoor een aan-<br />

zienlijke prefinanciering dient te gebeuren alvorens de goederen of diensten<br />

gefactureerd en geïnd kunnen worden; gedeelte van de voorraad die onverkoop-<br />

baar geworden is; leveranciers die voortaan sneller of zelfs contant willen<br />

betaald worden; banken die hun verstrekte kredieten willen verminderen of<br />

vervroegd terugbetaald zien; ...<br />

liquiditeitstekorten kan men gelukkig op meerdere wijzen opvangen.<br />

We ZUllen in dit hoofdstuk een zo ruim mogelijke waaier aan rmancieringsop-<br />

lossingen bespreken en dit ongeacht de oorzaak van die kastekorten.<br />

zoveel mogelijk dergelijke problemen te vermijden, doet men er trouwens<br />

goed aan vooraf een aantal gulden regels in acht te nernen :<br />

Hoofdstuk V : Financieringsvormen op korte termijn -<br />

162<br />

-


* zowel bij de start van het bedrijf als bij elke latere belangrijke investering<br />

in vast actief, personeel, voorraad,<br />

... dient men na te gaan welke middelen<br />

er vereist zijn (eigen en vreemde middelen) en of de investering wel renda-<br />

bel za) zijn;<br />

* men moot er steeds voor zorgen dat activa die voor een langere periode in<br />

het bedrijf blijven, ook gefinancierd worden met middelen die voor een<br />

langere termijn ( ><br />

1 jaar) ter<br />

beschikking blijven;<br />

* om een evenwichtige financiële structuur te hebben, is het aangeraden een<br />

veiligheidsmarge te voorzien. M.a.w. zorgen dat er een overschot is aan<br />

langlopende financiële middelen Lo.v. de korte termijn verplichtingen om<br />

zodoonde liquiditeitsspanningen op te vangen. Anders uitgedrukt : het netto<br />

bedrijfskapitaal (zie H III : 2.3.3.) moot positief zijn. De grootte van de<br />

veiligheidsmarge verschilt van bedrijf tot bedrijf (veelal tussen 10 en<br />

25 %). Die marge moot ook niet te groot zijn, want dat zou kunnen wijzen<br />

op inefficiënte aanwending van middelen met rendabiliteitsverlies tot<br />

gevolg;<br />

* om maand na maand te weten welke kastekorten of -overschotten er zuBen<br />

. r~. ..<br />

..........<br />

- Aangezien<br />

zijn, is een kasplanning het aangewezen instrument. Het zal u toolaten uw<br />

liquiditeitsbehooften vooraf te kennen om zodoonde naar een oplossing te<br />

zooken. Er kunnen zelfs 3 versies gemaakt worden, nl. een pessimistische,<br />

een normale en een<br />

.<br />

....---. .... ...... ......- ................. -.-,-. .... .-,.. ,..... ..-, ... ........ ......... ... ................ .......<br />

âi!êéy~~~;;ii$1


- De<br />

- Voor<br />

- De<br />

voordelen van leverancierskrediet zijn niet te onderschatten :<br />

* het is een gemakkelijk te bekomen kredietvorm;<br />

* er worden geen voorwaarden opgeIegd. behoudens de aatlkoop zeIf;<br />

* er worden geen waarborgen gevraagd;<br />

* het is nagenoog altijd kosteloos. er moot zelden een meerprijs betaald<br />

worden voor het bekomen van een betalingstennijn.<br />

positieve aspekten van die kredietvorm zijn zo aantrekketij~ dat vele bedrij-<br />

yen bij het optreden van liquiditeitsspanningen hun leveranciers slechts na<br />

vervaldag gaan betalen en dus rekken op leverancierskrediet. A1s dat in<br />

beperkte mate en tiefst occasioneel gebeurt, zuBen de Ieveranciers<br />

dit oogluikend<br />

toostaan. A1s het emstigere vormen aanneemt, riskeert de afnemer voortaan een<br />

hogere prijs te moeten betaIen, verwijlintresten te worden aangerekend. tegen<br />

rembours te mooten betalen of gewoonweg niet meer beleverd te worden.<br />

zij die geen kastekorten kennen, kan het dikwijls interessant zijn de<br />

leveranciers contant te betalen (zelfs door tijdelijk krediet op te nemen) en<br />

daarvoor een korting te bekomen. Dit cijfervoorbeeld toont dit overduidelijk<br />

aan :<br />

* stel dat de betatingsvoorwaarden van uw leverancier 30 dagen na factuur-<br />

datum zijn, en dat contante betaling binnen de 10 dagen u een korting van<br />

2 % oplevert. Op jaarbasis betekent dit een intrestvoet van 36 % (360<br />

dagen : 20 dagen = 18 x 2% korting). Zelfs indien u voor die 20 dagen<br />

dient te lenen zal de huidige jaarintrestvoet bij de bank (bv. 15 %) aanzien-<br />

lijk lager tiggen;<br />

* indien de voorwaarden 60 dagen zijn of contant -2 % dan is dit slechts een<br />

jaarintrestvoot van 14,5 % .<br />

Wellicht<br />

is het dan niet meer voordelig;<br />

* bij 3 % korting gaat men opnieuw naar een intrestvoet van 21,5 % en is<br />

contante betating wel aangewezen.<br />

Hoofdstuk V : Financieringsvormen op korte termijn -<br />

164<br />

-


I<br />

I<br />

..<br />

I ~:i~~i@~ãf~ri><br />

3.1. Inleiding<br />

In de eerste plaats is het de bedoeling een overzicht te geven van de verschillende<br />

soorten kredieten die banken kunnen bieden om liquiditeitsspanningen te verhelpen.<br />

Vervolgens bespreken we welke criteria die instellingen hanteren bij het toekennen<br />

van die financieringen, om ten slotte te eindigen met de te verstrekken waarborgen.<br />

Dit alles wordt bekeken vanuit het standpunt van de kredietbehoeftigde leveran-<br />

cÏer. Het spreekt voor zich dat wat het voordeligste is voor de klant, het niet noOO-<br />

zakelijk ook is voor de bank.<br />

3.2. Kredietvormen voor vol. binnenlandse verrichtingen<br />

3.2.1. Kaskrediet<br />

Definitie<br />

Het kaskrediet is een kredietvorm waarmee de bank een klant toelaat geld op te<br />

nemen door middel van een debet-stand in rekening-courant en dit tot een<br />

bepaald overeengekomen maximumbedrag (kredietlijn).<br />

Naast het normale kaskrediet bestaat er ook :<br />

* kasfaciliteit : dit is een kaskrediet dat slechts gedurende zeer korte periOOes<br />

(bv. max. 10 dagen) per maand mag worden opgenomen, om o.a.<br />

einde van de maand de lonen te betalen.<br />

op het<br />

* seizoenkrediet : is een kaskrediet dat de hedoeHng heeft de klant in staat te<br />

stellen seizoenpieken in zijn aan- en/of verkoop te overbruggen.<br />

* vestigingskrediet of voorschotten in kas : is eveneens een kaskrediet dat<br />

speciaal bestemd is voor jongeren beneden de 35 jaar die zich voor het eerst<br />

als zeIfstandige vestigen. Het maximale bedrag is vaak 1.000.000 BEF met<br />

een looptijd van maximum 5 jaar. De rentevoet is vergelijkbaar met die van<br />

Optimaal <strong>debiteurenbeheer</strong> -<br />

165<br />

-


een investeringskrediet en ligt vast voor de hele duur van het krediet. Deze<br />

kredietvorm kan wel verschillen naargelang de bank die men raadpleegt.<br />

Kenmerken<br />

- de<br />

- de<br />

- meestal<br />

- het<br />

begunstigde mag naar eigen goeddunken gebruik maken van dit krediet.<br />

weliswaar binnen het vooraf vastgestelde kredietplafond. Dit zal de bank tot<br />

enige voorzichtigheid aansporen bij de toekenning ervan. Dit komt eveneens<br />

omdat de bank hier niet overgaat tot herfinanciering of herdiscontering. wat haar<br />

eigen thesaurie zou verbeteren.<br />

intresten worden dagelijks berekend maar slechts trimesterieel aangerekend.<br />

is er geen duur bepaald. soms max. 1 jaar. soms met een terugbeta-<br />

lingsplan.<br />

krediet wordt stelselmatig aangezuiverd met de binnenkomende betalingen<br />

op die rekening.<br />

Kostprijs<br />

- er<br />

- daarboven<br />

- vervolgens<br />

- bij<br />

is een basisrentevoet die gelijk is voor alle grootbanken (12 % op 01104/93).<br />

Bij kleinere instellingen kan het soms tot 0.5 % goedkoper zijn.<br />

komt een handelsmarge tussen 0.25 en<br />

2 % (vaak 1 %) afhankelijk<br />

van het risico. de verstrekte omzet op rekening. de hoogte van de kredietlijn. de<br />

standing van de kredietnemer.<br />

...<br />

wordt een reservatieprovisie van 0.125 of 0.25 % per trimester<br />

aangerekend op de toegesane kredietlijn of op de hoogste trimesteriële debetstand<br />

indien hoger;<br />

het overschrijden van de kredietlijn wordt een soort boete aangerekend.<br />

overschrijdingsprovisie genoemd. die er meestal op neerkomt dat men de<br />

intrestvoet verhoogt met 1 % (bij sommige banken zal men voor<br />

het overschrij-<br />

dingsbedrag de intrestvoet verhogen met 4%) en aan het einde van de maand<br />

0.5 % op het norninaal bedrag van de overschrijding. M.a.w. een overschrijding<br />

van de kredietlijn wordt gesanctioneerd met minstens 6% verhoging van de<br />

normaal toegepaste rentevoet.<br />

Hoofdstuk V : Financieringsvormen op korte termijn -<br />

166<br />

-


Conclusie<br />

Alhoewel het kaskrediet de meest gebruikte en soepelste vorm is van korte<br />

termijn krediet, is het nominaal de duurste kredietvorm (alles inclusief veelal rond<br />

15 %). lndien de opname wisselvallig gebeurt, zal deze kredietvorm niet zo duur<br />

uitvallen. Men betaalt slechts intrest op de opgenomen bedragen en slechts voor de<br />

gebruikte periode. Probeer dan wet om slechts een reserveringsprovisie te moeten<br />

betalen op de hoogste trimesteriële debetstand. Het wordt daarentegen zeer duur als<br />

men op permanente wijze en vol. voor een groot gedeelte van de kredietlijn<br />

gebruik maakt van<br />

het kaskrediet.<br />

Van de totale korte termijn kredietverlening in 1989 werd volgens de jaarverslagen<br />

van de Belgische Vereniging der Banken, 89 % verstrekt via kaskredietvormen<br />

(met inbegrip van vaste voorschotten), 9,5 % via discontokredieten en 1,5 % via<br />

acceptkredieten.<br />

3.2.2. Varianten van het kaskrediet<br />

Doordat het normale kaskrediet geen zelf-liquiderend karakter heeft, m.a. w. er<br />

staat geen specifiek neutralizerende verrichting tegenover, zijn er een aantal<br />

speciale vormen ontworpen die wet dit aspect hebben en zelfs een waarborg<br />

verschaffen. Wat de banken altijd verkiezen.<br />

Voor elke variante die hierna voIgt, zullen slechts de verschillen met het normale<br />

kaskrediet besproken worden alsook een conclusie wanneer het opportuun lijkt.<br />

3.2.2.1. Voorschotten op in pand gegeven facturen<br />

- Het<br />

- De<br />

in pand geven van de facturen gebeurt volgens de wet op het endossement<br />

van facturen (van 25/10/1921, gewijzigd op 3110311958). De bank verkiest de<br />

inpandname hoven de eigendomsoverdracht, aangezien ze bij dit laatste geen<br />

verhaal heeft op haar k1ant wanneer de debiteur rechtmatige verweermiddelen<br />

opwerpt.<br />

formaliteiten gebeuren in 2 fasen :<br />

Optimaal <strong>debiteurenbeheer</strong> -<br />

167<br />

-


-<br />

- Om<br />

- De<br />

- De<br />

- Die<br />

-<br />

* het overhandigen aan de bank van de originele en een gelijkluidend ver-<br />

klaarde factuur, geëndosseerd door de rechthebbende, ten titel van pand;<br />

* het betekenen aan de koper van het pandendossement. Dat gebeurt via het<br />

versturen van de origineel geëndosseerde factuur, bij middel van een<br />

aangetekende brief met bericht van ontvangst. Vaak vereist de bank zelfs<br />

dat de debiteur uitdrukkelijk de factuur aanvaardt.<br />

Deze procedure heeft tot gevolg dat de debiteur alleen aan de bank bevrijdend<br />

kan betalen. Weliswaar kan de debiteur dezelfde verweermiddelen opwerpen als<br />

tegen zijn leverancier bv. geen of gebrekkige levering, reeds betaald vóór de<br />

betekening van het endossement,<br />

...<br />

zich te beveiligen zal de bank zich het recht voorbehouden facturen op niet<br />

kredietwaardige klanten te weigeren en slechts de facturen te bevoorschotten tot<br />

60 à 90 %. Vaak 80 % en uiteraard binnen de kredietlijn. Soms vereist de bank<br />

dat de klant een kredietverzekering afsluit, wat dus extra kosten met zich<br />

meebrengt.<br />

kosten van de aangetekende brieven zijn voor de klant, alsook een admini-<br />

stratieve kost van 0,1 of 0,2 % op het factuurbedrag. Voorts zal de leverancier<br />

enkele valutadagen verliezen omdat de bank slechts na controle en administratie-<br />

ve verwerking de ontvangen betalingen zal doorstorten.<br />

meeste banken die deze kredietvorm nog toepassen, aanvaarden slechts<br />

facturen waarvan het bedrag 100.000 BEF overschrijdt.<br />

procedure wordt echter niet toegepast wanneer de debiteur een buitenlan-<br />

der is. Het zou eventueel wel kunnen via art. 1690 van het Burgerlijk Wetboek<br />

dat een authentieke akte of een deurwaardersexploot vereist inzake betekening.<br />

Maar dan dienen eveneens de pleegvormen opgelegd door de wetgeving van het<br />

land van de debiteur nageleefd te worden.<br />

Wanneer een andere bank een inschrijving heeft op het handelsfonds van de<br />

leverancier, zal deze financieringstechniek maar zelden worden toegepast. De<br />

kans is immers groot dat in geval van faling van de leverancier de curator<br />

voorrang geeft aan degene die vooraf een inschrijving had.<br />

Hoofdstuk V : Financieringsvormen op korte termijn -<br />

168<br />

-


Conclusie : het is een omslachtige procedure, zowel voor de bank als voor de<br />

Idant. De bank zal daarom deze kredietvorm slechts voorstellen bij gebrek aan<br />

altematieven. Ook de Idant apprecieert niet zozeer dat zijn debiteuren telkens een<br />

aangetekende brief ontvangen. Het geeft trouwens aan dat er liquiditeitsspanningen<br />

heersen en er geen andere waarborgen voor de bank voorhanden zijn.<br />

3.2.2.2. Voorschotten op vorderingsstaten<br />

- Bij<br />

- De<br />

- De<br />

- Hier<br />

- Zoals<br />

- Voorts<br />

deze kredietvorm wordt een kaskrediet ter beschikking gesteld aan geregis-<br />

treerde aannemers die werken uitvoeren voor de overheid of voor privé-<br />

bouwheren.<br />

bank zal het volledig werk, in de vorm van het contract, in pand nemen en<br />

bij deurwaardersexploot (tussen 4.000 en 5.000 BEF) betekenen aan de bouw-<br />

heer/debiteur. Deze laatste zallater slechts aan de bank bevrijdend kunnen<br />

betalen.<br />

beschikbaarstelling van het krediet, in principe 80 % van de schuldvordering,<br />

gebeurt naargelang de vooruitgang der werken. Dat wordt vastgesteld aan de<br />

hand van "staten van vooruitgang der werken" of "processen-verbaal van<br />

voorlopige oplevering". Die vorderingsstaten worden vervolgens samen met de<br />

factuur aan de bank overgedragen.<br />

ook zullen de deurwaarderskosten en de administratieve bijdrage van 0.1 of<br />

0,2 % op het vorderingsbedrag ten laste vallen van de klant.<br />

bij in pand name van facturen (zie H V : 3.2.2.1.) geldt hier ook het<br />

verhoogde risico voor de bank wanneer een andere reeds een inschrijving heeft<br />

op het handelsfonds.<br />

geldt nog een speciale regeling voor aannemingen ten laste van de<br />

overheid. De bank dient daarvoor een afzonderlijke rekening te openen omdat<br />

die vorderingsstaten niet als waarborg kunnen dienen voor andere verstrekte<br />

kredieten.<br />

Optimaal <strong>debiteurenbeheer</strong> -<br />

169<br />

-


Conc1usie : normaal zouden we hetzelfde moeten zeggen als voor de voorschotten<br />

op facturen, alleen is deze kredietvorm en de daaraan verbonden procedure<br />

couranter en meer aanvaard in de aannemingssector.<br />

3.2.2.3. Voorschotten op effecten en &oederen<br />

- Over<br />

- De<br />

- Edelstenen,<br />

het algemeen za1 de bank niet de totale waarde van<br />

de effecten fmancie-<br />

ren, wel by. 80 à 90 % voor staatsobligaties of door de staat gewaarborgd;<br />

70 à 80 % voor de andere obligaties; 50 à 60 % voor beursgenoteerde aandelen<br />

(niet-beursgenoteerde worden vermeden); 80 % voor vastgoedcertificaten.<br />

Kasbons worden daarentegen wel aan 100 % bevoorschot.<br />

cliënt die de effecten in pand geeft blijft nietternin genieten van de daaraan<br />

verbonden intresten of dividenden.<br />

goudstaven, antieke voorwerpen en dergelijke worden door de<br />

banken gelijkgesteld met effecten. Die kunnen zij uiteraard ook in pand nemen.<br />

Het kredietpercentage zal afhankelijk zijn van o.m. de geschatte waarde bij<br />

gedwongen verkoop en de verhandelbaarheid.<br />

3.2.2.4. Tijdelijk toegestane overschrijding<br />

De bedoeling daarvan is dringende liquiditeitsbehoeften op te vangen onder de<br />

vorm van een tijdelijke uitbreiding van het toegestane kaskrediet. Dit kan gebeuren<br />

voor een bepaalde periode (max. 1 maand) of voor een bepaalde verrichting (max.<br />

8 dagen). Na die terrnijn dient men opnieuw binnen zijn kredietlirniet te zijn, zoniet<br />

wordt de toe stand als onregelmatig aanzien.<br />

Conc1usie : de banken tonen daarmee hun goede wil en hun vertrouwen in de klant.<br />

Alleen is de overschrijding zeer duur (:t 6 % boven het normale kaskrediettarief,<br />

zie H V : 3.2.1.).<br />

Hoofdstuk V : Financieringsvormen op korte termijn -<br />

170<br />

-


3.2.2.5. Verrichtineen onder eewoon voorbehoud<br />

De klant kan aan de bank zijn cheques, wissel op minder dan 15 dagen, postgiro's<br />

en kwitanties op derden ter inning (incasso) aanbieden. De bank zal het desbetref-<br />

fend bedrag reeds aan zijn klant ter beschikking stellen door zijn rekening te<br />

crediteren. De bank zal echter slechts val uta toekennen 2 dagen na de dag waarop<br />

zij zelf het geld heeft ontvangen. Vanaf die datum ontvangt de klant creditrente.<br />

Indien de klant het bedrag vóór de valutadag opneemt zal een kaskredietintrest<br />

aangerekend worden.<br />

Vanzelfsprekend zal de cliënt het bedrag dienen terug te betalen aan de bank als de<br />

te innen documenten onbetaald weerkomen.<br />

3.2.3. Vaste voorschotten<br />

Definitie<br />

Een vast voorschot (ook straight loan genoemd) is een lening waarvan het bedrag,<br />

de duur en de rentevoet vooraf bepaald zijn.<br />

Kenmerken<br />

- Het<br />

- De<br />

- Die<br />

- De<br />

- De<br />

geleende bedrag, in principe min. 10 miljoen DEF, moet op de vervaldag<br />

(1,2 of 3 weken tot 1,3,6 of 12 maanden later) aan de bank terugbetaald worden.<br />

intresten worden achteraf aangerekend.<br />

kredietvorm dient voor het opvangen van, naar bedrag en naar duur, welom-<br />

schreven liquiditeitsbehoeften.<br />

klant gebruikt het bedrag naar eigen goeddunken, zonder verantwoording af<br />

te leggen aan de bank. Het heeft dus geen zelf-liquiderend karakter. De bank<br />

kan ook niet overgaan tot herdiscontering.<br />

toekenning gebeurt over het algemeen binnen een kredietlijn, zoniet gaat het<br />

om een geïsoleerde verrichting waarvan de bank het doel zal wensen te kennen.<br />

Optimaal <strong>debiteurenbeheer</strong> -<br />

171<br />

-


Kostprijs<br />

- Daarboven<br />

- Er<br />

- Er<br />

is een basisrentevoet, gebaseerd op de BIBOR (Brussels Interbank Offered<br />

Rate), die meestal verschilt van bank tot bank en dagelijks wordt aangepast.<br />

Op 01104/93 bedroeg de rentevoet voor een opname van 1 maand :t 8,75 %,<br />

voor 6 maand :t 7,88%. Naarmate de leningsperiode korter en het opgenomen<br />

bedrag kleiner is, zal de rentevoet wat hoger liggen.<br />

komt een marge van 0,25 tot 2 % (meestal 1 %) naargelang de<br />

klant, het kredietbedrag en het beleid van de bank.<br />

is geen trimesteriële provisie zoals bij kaskrediet.<br />

Conc1usie<br />

Hoofdzakelijk onder concurrentiële druk beginnen de banken deze kredietvorm,<br />

die vroeger eerder bestemd was voor de grote ondernemingen, ook aan de middel-<br />

grote bedrijven (vanaf 50 miljoen omzet) toe te kennen. Ook de termijnen zijn<br />

dikwijls korter. Men aanvaardt nu reeds straight loans van enkele dagen (voor iets<br />

grotere bedragen is de bank zelfs bereid aan "over night" te doen, nt. voor 1 dag<br />

en dat zowel voor opnames als voor deposito's). Het minimum bed rag van de<br />

voorschotten is eveneens de laatste tijd fel verminderd, nt. 3 à 5 miljoen BEF<br />

komt al frequent voor.<br />

Daardoor zijn de verschillen inzake soepelheid met het nogal dure kaskrediet<br />

omzeggens onbestaande. Het enige wat de leverancier te doen staat indien hij van<br />

deze goedkope kredietvorm gebruik wil maken, is erom vragen bij zijn bankier,<br />

desnoods door de concurrentie te laten spelen.<br />

Zoals reeds hoger besproken (zie H V : 2) kan het zeUs aangewezen zijn kredieten<br />

op te nemen om zijn leveranciers contant te betalen en alzo kortingen te beko-<br />

men. Zeker met de lage rentevoeten van straight loans hoekt men al vlug winst op<br />

een dergelijke transactie.<br />

Indien de bankier echter een voorstel doet waarbij t.a. v. de kredietbehoefte of we 1<br />

de termijn te lang, of we 1 het bedrag te hoog is, dient de klant wel goed te bereke-<br />

nen dat hij tijdens een gedeelte van die periode niet (of althans niet teveeI) credi-<br />

teur staat bij de bank. Of anders gezegd : opletten dat er niet teveel of te lang<br />

geleend wordt in verhouding tot de liquiditeitsbehoefte.<br />

Hoofdstuk V : Financieringsvormen op korte termijn -<br />

172<br />

-


3.2.4. Discontokrediet<br />

3.2.4.1. Disconto van wissels<br />

Definitie<br />

De wisselbrief of kortweg wissel is een handelspapier, verplicht<br />

opgemaakt in de<br />

vonnen bepaald door de wet, waannee de uitgever (trekker) aan een aangeduide<br />

persoon (betrokkene) de opdracht geeft een zeker bedrag te betalen op een<br />

welbepaalde plaats en vervaldag, aan de wettelijke houder van de wissel.<br />

Kenmerken<br />

- De<br />

- Oe<br />

- Om<br />

- De<br />

- Dorniciliëren<br />

-<br />

betrokkene aanvaardt deze betalingsverbintenis door aan de wissel zijn<br />

acceptatie toe te voegen door middel van zijn handtekening.<br />

wisseltrekking valt samen met een commerciële transactie. Er bestaat dus een<br />

onderliggende schuldvordering maar die staat juridisch los van de wissel.<br />

meer zekerheid tot betaling te hebben kan de begunstigde vragen naar de<br />

tussenkomst van een vreemde borggever (avalgever).<br />

endossant is de overdrager, die door rugtekening (endossement) een nieuwe<br />

verwerver (geëndosseerde) aanduidt. De laatst geëndosseerde heeft recht op<br />

betaling, doch de vorige rugtekenaars blijven borg staan voor de betaling. Het<br />

mogen vorderen van de betaling bij een vorige rugtekenaar noemt men het<br />

regresrecht.<br />

is het betaalbaar stellen van de wissel bij een bank.<br />

Wanneer er weigering is van betaling door de betrokkene, spreekt men van<br />

protest. Dit wordt binnen de 8 dagen na vervaldag van de wissel vastgesteld bij<br />

authentieke akte (opgemaakt door een deurwaarder of postbeambte). Indien de<br />

wissel was geaccepteerd door de betrokkene, zal er publicatie gebeuren van dit<br />

protest in de "Moniteur der Protesten", voor zover er niet werd betaald uiterlijk<br />

tegen de lOe dag van de maand volgend op de registratiedatum van het protest.<br />

Oit heeft aanzienlijke gevolgen voor de betrokkene daar de banken, kredietver-<br />

zekeraars, handelsinlichtingenbureaus, factoringbedrijven, grote ondernemingen.<br />

Optimaal <strong>debiteurenbeheer</strong> -<br />

173<br />

-


-<br />

- Zij<br />

... zich daarop baseren voor het bepalen van de kredietwaardigheid van hun<br />

debiteuren.<br />

Wanneer een bank de wissel verdisconteert, op aanvraag van de klant welis-<br />

waar, dan koopt ze in feite de wissel. De bank betaalt de nominale waarde van<br />

de wissel verminderd met de discontokosten.<br />

stelt twee soorten discontokredieten ler beschikking van haar klanten<br />

: het<br />

cliëntendisconto en het leveranciersdisconto. Slechts zeer zelden zal de bank een<br />

niet geaccepteerde wissel verdisconteren, want de betrokkene kan op vervaldag<br />

beweren dat hij niet gebonden is door de wissel brief.<br />

Cliëntendisconto (cedentendisconto)<br />

- Het<br />

- Dit<br />

- Het<br />

- De<br />

is de trekker (leverancier) die bij zijn bank de wissel aanbiedt ter disconto<br />

en zodoende het nominaal bedrag ontvangt, verminderd met de kosten.<br />

gebeurt gewoonlijk in het kader van een discontokredietlijn en onder<br />

bepaalde voorwaarden, nl. getrokken op een solvabele betrokkene en het totaal<br />

openstaand bedrag op een betrokkene mag niet te hoog zijn in verhouding tot<br />

zijn solvabiliteit. Het is aan de bank om die criteria te interpreteren.<br />

doel is de leverancier betalingsuitstel te laten verlenen aan zijn afnemer,<br />

maar toch via verdiscontering reeds het geld ter beschikking te stellen.<br />

trekker is gehouden het wisselbedrag, vermeerderd met de protestkosten,<br />

terug te betalen indien de betrokkene op<br />

vervaldag in gebreke is gebleven.<br />

Vandaar dat de banken deze kredietvorm verkiezen boven het kaskrediet :<br />

het bezorgt hen twee schuldenaars en de wissel heeft een zelf-liquiderend karak-<br />

ter.<br />

Leveranciersdisconto<br />

- Het<br />

- Het<br />

is de betrokkene (aankoper) die bij zijn bank de wissel aanbiedt ter<br />

disconto, waarbij de trekker het nominaal bedrag ontvangt terwijl de betrokkene<br />

in staat voor de kosten.<br />

gebeurt eveneens in het kader van een discontokredietlijn en onder bepaal-<br />

de voorwaarden.<br />

Hoofdstuk V : Financieringsvormen op korte termijn -<br />

174<br />

-


- Het<br />

- Voor<br />

- Er<br />

- Ook<br />

doel is hier om de koper in staat te stell en een betalingsuitstel te bekomen<br />

(dat hij anders van zijn leverancier niet zou gekregen hebben) of we I om te<br />

genieten van een korting voor contante betaling.<br />

hier blijft de trekker aansprakelijk voor de niet-betating op vervaldag<br />

vanwege de betrokkene, a1hoewel de wissel werd getrokken op aanvraag van de<br />

betrokkene. Deze aansprakelijkheid kan men vermijden door de bank van de<br />

betrokkene voor aval te laten tekenen.<br />

zijn echter een aantal rechterlijke uitspraken geweest die de banken, bij het<br />

toekennen van leveranciersdiscontokrediet,<br />

voortaan tot voorzichtigheid zul1en<br />

aansporen. Het gaat om uitspraken die het verhaal van de bank op de trekker,<br />

nadat de betrokkene (klant van de bank) in gebreke is gebleven, op de helling<br />

zetten. Meer bepaald wanneer de bank had moeten weten dat haar klant in<br />

financiële moeilijkheden verkeerde. Door een dergelijk krediet toe te kennen laat<br />

de bank aan de trekker immers geloven dat de betrokkene nog voldoende sol va-<br />

bel is.<br />

de bank die de wissel verdisconteert ligt het risico iets hoger daar men<br />

zich in het begin van de exploitatiecyc1us bevindt, nt. de aankoop. De aankoper<br />

heeft immers nog niet noodzakelijk doorverkocht. Als het tot een protest komt.<br />

is het tegen de klant zelf van de verdisconterende bank.<br />

Kostprijs<br />

- Er<br />

- Voorts<br />

- Vervolgens<br />

is vooreerst de basisrentevoet die verschilt naargelang de wissel herdiscon-<br />

teerbaar is bij de Nationale Bank van België of niet. Dit is meestal het geval<br />

gezien de ruime criteria. De herdiscontering gebeurt over het algemeen via het<br />

H. W.I. (Herdisconterings- en Waarborginstituut). Op 01/04/93 bedroeg de rente-<br />

voet respectievelijk 10,75 en 11,25 %. De rentevoet kan lichtjes verschillen van<br />

bank tot bank.<br />

komt daar bovenop een marge die verschilt volgens het bedrag van de<br />

wissel en de hoedanigheid van de ondertekenaars (tussen 0,5 en I %).<br />

is er een provisie per borderel (0,10 tot 0,25 % op het totale<br />

wisselbedrag) alsook een minimum discontorecht, invorderings- en berichts-<br />

kosten (samen :Ì: 200 BEF).<br />

Optimaal <strong>debiteurenbeheer</strong> -<br />

175<br />

-


- Opgelet:<br />

Conclusie<br />

- Men<br />

- Het<br />

- Op<br />

* de intresten en de kosten (samen vonnen zij het agio) worden op voorhand<br />

betaald;<br />

* wanneer het een cedentdisconto is. betaalt de trekker het agio. Is het een<br />

leveranciersdisconto. dan betaalt de betrokkene.<br />

het eerste zieht lijkt het verdisconteren van wissels goedkoper dan het<br />

opnemen van kaskrediet. Oit is echter niet altijd het geval. aangezien de discon-<br />

tokost op voorhand moet worden betaald op het volledige bedrag en voor de<br />

gehele looptijd van de wissel. Bij kaskrediet rekent de bank de kosten slechts<br />

trimesterieel aan en alleen op het bedrag dat werd opgevraagd. alsook slechts<br />

voor het aantal dagen dat men het krediet nodig had. Als men veel wissels in<br />

zijn bezit heeft kan men via selectie dit probleem voor een gedeelte opvangen.<br />

Men laat dan slechts de gewenste wissels verdisconteren.<br />

mag niet vergeten dat het bekomen van een geaccepteerde wissel Diet zo<br />

evident is. Oat is nog minder het geval met een leverancierswissel. Op over-<br />

heidsinstellingen mag men trouwens geen wissels trekken. Grote bedrijven<br />

weigeren dit eveneens uit principe. Het is evenwel aanvaardbaarder in bepaalde<br />

sectoren zoals by. textiel. grafische. hout- en meubelsector. Oetailhandelaars zijn<br />

over het algemeen bereid om wissels te accepteren. Trouwens tijdens de negotia-<br />

tiefase kan men altijd proberen een wissel te bedingen..<br />

is wel een kredietvorm die de bank gemakkelijker zal toekennen dan bv.<br />

een kaskrediet en veelal zonder noemenswaardige waarborgen. Soms wordt wet<br />

een kredietverzekering vereist.<br />

3.2.4.2. Disconto van orderbriefjes (promessen)<br />

Definitie<br />

Een promesse of orderbriefje is een gedagtekend geschrift. waarbij de onderteke-<br />

naar (betrokkene) zich verbindt om op een bepaalde plaats en datum een bepaalde<br />

som te betalen aan de nemer of diens order.<br />

Hoofdstuk V : Financieringsvormen op korte termijn -<br />

176<br />

-


Kenmerken<br />

- Het<br />

- Voor<br />

- Het<br />

- Bij<br />

- Vaak<br />

orderbriefje kan via endossement overgedragen worden.<br />

niet-betating op de vervaldag spreekt men eveneens van protest.<br />

is het de klant die aan zijn bank een promessekrediet aanvraagt,<br />

waarbij hij<br />

een promesse ondertekent aan order van de bank en vervolgens ter disconto<br />

aanbiedt.<br />

is een kredietvorm die de bedoeling heeft om aan een zeer gespecifieerde<br />

kredietbehoefte te voldoen, zowel in tijd a1s qua bedrag.<br />

de bank heeft het een risicograad die vergelijkbaar is met dit van het<br />

kaskrediet. Er is immers geen controle over het gebruik en er is slechts verhaal<br />

tegen de ondertekenaar (voor zover geen endossement). Niettemin is de promes-<br />

se altijd beperkt in duur, dikwijls 1 tot 3 maanden.<br />

Kostprijs<br />

- Er<br />

- Die<br />

- Voorts<br />

- Belangrijk<br />

is een basisrentevoet, nt. meestal dezelfde als voor kaskrediet tenzij de<br />

intrestvoet van vaste voorschotten wordt toegepast.<br />

rentevoet wordt vervolgens met een marge verhoogd. Vaak ligt dit tussen 1<br />

en 2 %, afhankelijk van de grootte van het bedrag, de looptijd en de hoedanig-<br />

heid van de klant.<br />

is er een provisie van 0,25 % per begonnen kwartaal.<br />

is dat, zoals bij het verdisconteren van wissels, de intresten bier<br />

eveneens vooraf moeten worden betaald.<br />

Conc1usie<br />

- Promessen<br />

- Het<br />

zijn niet zo populair omwille van de vereiste administratie en hun<br />

kostprijs. Die is vaak dezelfde a1s van het kaskrediet terwijl dit laatste een<br />

grotere soepelheid biedt.<br />

kan gebeuren dat een debiteur bereid is om een promesse te tekenen<br />

waardoor dit in feite neerkomt op een geaccepteerde wissel met aIle gevolgen<br />

daaraan verbonden. Weliswaar zal de verdisconteringskost hoger liggen dan die<br />

van wissels.<br />

Optimaal <strong>debiteurenbeheer</strong> -<br />

177<br />

-


3.2.4.3. Disconto van warranten (inpandname van goederen)<br />

Definitie<br />

Een warrant is een handelseffect aan order, dat goederen vertegenwoordigt, die in<br />

bewaring zijn gegeven bij een derde, nl. een uitbater van een depot of magazijn.<br />

De warrant wordt verschaft door die derde-houder en vervolgens geëndosseerd<br />

door de kredietnemer aan de bank.<br />

De warrant (volgens de warrantwet van 20/1111862) bestaat in feite uit twee<br />

delen : de warrant zelf die het bezitsrecht op de goederen via pand vertegen-<br />

woordigt en de ceel die het eigendomsrecht over die goederen bevat. In de praktijk<br />

worden beiden altijd samen afgestaan.<br />

Kenmerken<br />

- De<br />

- De<br />

bank zal die warranten, voor zover ze een waardebedrag en een vervaldag<br />

vermelden, verdisconteren wanneer het herdisconteren bij de Nationale Bank<br />

van België mogelijk is. Daartoo moot de warrant beantwoorden aan bepaalde<br />

voorwaarden zoals :<br />

* aard van de goederen (mooten vnl. vlot verhandelbaar zijn);<br />

* hoedanigheid van de klant (moot betrouwbaar zijn);<br />

* veiligheid van het magazijn of opslagplaats (de derde-houder moot erkend<br />

zijn by. N.V. Warrant);<br />

* onder zeer strikte voorwaarden kan de opslag eveneens gebeuren bij de<br />

kredietnemer bv. garagisten en over<br />

het algemeen seizoongebonden produc-<br />

tiebedrijven. Er kan ook een schikking getroffen worden met de douane, de<br />

zogenaamde fictieve depots bij invoor van goederen. In uitzonderlijke<br />

gevallen aanvaardt de bank vervoors- en verzekeringsdocumenten in pand te<br />

nemen;<br />

* verzekering van de goederen.<br />

bank zal voorzichtigheidshalve tussen 50 en 80 % van de waarde der goede-<br />

ren, vermeld op de warrant, verdisconteren. Zij geeft bovendien de voorkeur aan<br />

grondstoffen eerder dan aan afgewerkte producten. De voorkeur gaat ook naar<br />

gooderen waarvan de waarde vast is of slechts matig evolueert.<br />

Hoofdstuk V : Financieringsvormen op korte termijn -<br />

178<br />

-


- Nadat<br />

de klant het geleende bedrag op vervaldag aan de bank heeft terugbe-<br />

taald, zal deze laatste de warrant gerugtekend terugbezorgen aan haar klanL<br />

Kostprijs<br />

- Er<br />

- Die<br />

- Daarboven<br />

- De<br />

is vooreerst de basisrentevoet, die dezelfde is als voor wisseldisconto.<br />

wordt verhoogd met een marge tussen 0.5 en 1 %.<br />

komt in principe een provisie van 0,125 % op het bedrag van de in<br />

disconto gegeven warrant.<br />

klant zal eveneens kosten hebben La.v. de derde-houder alsook 0,01 % op<br />

het warrantbedrag voor de certifiëring door de NationaIe Bank.<br />

Conc1usie<br />

- Qua<br />

- Voorts<br />

- Niet<br />

kostprijs kan men hetzelfde zeggen als bij wisseldisconto, nl. het Jigt lager<br />

als bij kaskrediet maar inzake bedrag en termijn is het minder tlexibel.<br />

mag men niet vergeten dat men voor een geruime tijd zijn goederen niet<br />

meer ter beschikking heeft. Men moet ze dus een tijd kunnen missen.<br />

aile goederen worden aanvaard, vaak bedraagt de waarde der goederen<br />

eveneens meerdere miljoenen BEF.<br />

Optimaal <strong>debiteurenbeheer</strong> -<br />

179<br />

-


- Voor<br />

- Indien<br />

- De<br />

- Eenmaal<br />

3.3. Kredietvormen voor exportverrichtingen<br />

3.3.1. Kaskredieten en Vaste Voorschotten in deviezen<br />

toegekend, is het gebruik van kaskredieten in BEF (zie H V : 3.2.1.) in<br />

principe aan geen verdere voorwaarden verbonden. Kaskredieten in deviezen<br />

waren tot voor kort aan de wisselreglementering van het B.L.I.W. (Belgisch<br />

Luxemburgs Instituut voor de Wissel) onderworpen : de debetstanden moesten<br />

gestaafd worden door uitvoerdocumenten. Daardoor verloor dit krediet haar<br />

kenmerken van soepelheid en waren andere financieringsmogelijk.heden vaak<br />

interessanter en goedkoper. Vandaag is er geen toezicht meer van het B.L.I.W.<br />

en kunnen banken zonder ristricties financiële verrichtingen in deviezen afslui-<br />

ten.<br />

grotere bedragen (groter dan 500.000 BEF) kan de uitvoerder een vast<br />

voorschot of staight loan vragen in deviezen ter financiering van het toegestane<br />

betalingsuitstel. Hier moeten we toch opmerken dat de minimum bedragen van<br />

vaste voorschotten in deviezen veellager zijn dan voor straight loans in BEF (5<br />

à 10 miljoen). De Iooptijd van het voorschot schommelt meestal tussen 1 en 6<br />

maanden. Dat sluit echter niet uit dat sommige bankiers voor belangrijke<br />

bedragen voorschotten van enkele dagen geven.<br />

er geen binnenkomende betalingen zijn in die deviezen vanwege bv.<br />

debiteuren, dan loopt de kredietontlener eveneens een wisselrisico. Hij kan zich<br />

daartegen indekken via allerlei technieken (zie H V : 9).<br />

tarifering hangt af van de gekozen munt en kan dus variëren tussen 5 en<br />

20 %. Een vergelijking met de binnenlandse rentevoeten dringt zich dus op. In<br />

1993 Hjken financieringen in US dollars, Britse ponden, Japanse yens, Zwitserse<br />

franken en Nederlandse gulden te overwegen waard.<br />

De basisrentevoet voor vaste voorschotten in deviezen is gebaseerd op de Libor<br />

(London Interbank Offered Rate) en dat wordt verhoogd met een marge zoals<br />

voor de binnenlandse kredieten. Kaskredieten in deviezen zijn meestal, net zoals<br />

Hoofdstuk V : Financieringsvormen op korte termijn -<br />

180<br />

-


- Mocht<br />

- De<br />

- Men<br />

- Een<br />

in BEF, enkele procenten (:t 3 %) duurder en worden nog eens verhoogd met<br />

een trimesteriële provisie.<br />

zal over het algemeen financiering in deviezen aangaan wanneer er factu-<br />

ratie aan debiteuren en/of betaIingen aan leveranciers in vreemde munten<br />

gebeurt. Vaste voorschotten in deviezen zijn o.m. in combinatie met documen-<br />

taire kredieten (zie H II : 2.2.2.6.) zeker aan te raden. doordat de factuur-<br />

bedragen van exportfacturen groter zijn en het aantal debiteuren beperkter is.<br />

Daarbij komt dat de bankier bij de tookenning ervan vrij soopel is.<br />

3.3.2. Handelsaccepten .. exportwissels<br />

betalingsuitstel kan een exporteur ook laten financieren door, net zoals voor<br />

binneo1andse debiteuren, een wissel te trekken op de importeur, deze te laten<br />

accepteren en te verdisconteren bij zijn bankier (zie H II : 2.2.2.3.). Deze<br />

situatie is dus volledig vergelijkbaar met het cedentdiscontokrediet. Het kunnen<br />

zowel Belgische als buitenlandse wissels zijn (behalve bij Franse debiteuren<br />

waarvoor een Franse wissel is vereist).<br />

de buitenlandse betrokkene de wissel (ook soms witte wissel genoemd)<br />

op vervaldag niet honoreren, dus in gebreke blijven, moot de trekker voor de<br />

nodige provisie zorgen. Om dit te vermijden kan de trekker het aval van de<br />

bankier van de koper vragen. In dat geval is het zelfs raadzamer de koper te<br />

vragen bij ondertekening van het contract een avalbelofte voor te leggen van zijn<br />

bank.<br />

wissel kan opgesteld zijn in BEF of in deviezen. Handelsaccepten in deviezen<br />

kunnen gefinancierd worden in de buitenlandse munt of in BEF. In het eerste<br />

geval zal er verdisconteerd worden op basis van de rentevoot van deze deviezen<br />

en bestaat er geen wisselkoorsrisico, daar de bank op de vervaldag van de wissel<br />

terugbetaald wordt met de door de buitenlandse koper betaalde deviezen.<br />

Wanneer echter het handelsaccept dat opgesteld werd in deviezen, verdisconteerd<br />

wordt in BEF, dan loopt de exporteur wet wisselkoersrisico. Hij financiert zich<br />

01. in BEF en op vervaldag zal hij deviezen moeten terugbetalen aan zijn<br />

Optimaal <strong>debiteurenbeheer</strong> -<br />

181<br />

-


- De<br />

- Of<br />

bankier. Dit risico kan hij uitschakelen door o.m. de deviezen die hij zal ontvan-<br />

gen, aan zijn bankier op termijn te verkopen via een termijncontract (zie H IV :<br />

9.3.2.). De kost van deze termijndekking moot uiteraard ingerekend worden in<br />

de totale financieringskost.<br />

intrestlasten lopen vanaf de verdiscontering tot de vervaldag van de wissel,<br />

plus 10 à 20 dagen. Dit is de tijdspanne die de fondsen nodig zullen hebben om<br />

de bank te bereiken. De basisrentevoet bedroeg 10,75 % op 01104/93 indien<br />

verdiscontering in BEF. Dit wordt vermeerderd met een marge van meestal<br />

en een endosseringsprovisie van 0,125 %. De kosten worden bij het begin<br />

betaald.<br />

Over het algemeen gaat het om gecertificeerde handelsaccepten, nt. met de<br />

stempel van de Nationale Bank waardoor herdiscontering bij het H.W.I. moge-<br />

lijk is. Zoniet staat de basisrentevoet 0,5 % duurder. De voorwaarden waaraan<br />

men moet voldoon zijn gemakkelijk te realiseren, o.m. een max. betalingsuitstel<br />

van 120 dagen (uitz. 180) en facturatie in BEF of in een ander EG munt.<br />

Zoals bij gewone wissels bestaat hier ook het onderscheid tussen cedentdisconto<br />

en leveranciersdisconto (zie H V : 3.2.4.1.).<br />

er met handelsaccepten zal kunnen gewerkt worden, zal afhangen van het<br />

exportland en van de bereidheid van de importeur om de nodige administratie te<br />

verrichten.<br />

Voor export naar sommige Westeuropese landen en met name naar Frankrijk<br />

worden wissels vaak gebruikt (o.m. L.C.R. wissel, zie H II : 2.2.2.3.). Naar<br />

andere of verder gelegen gebieden wordt er eerder zelden met wissels gewerkt,<br />

o.m. omwille van de mooilijkheden om de wissel correct geaccepteerd te<br />

krijgen : vaak vergt het een bijkomende opvolgingsprocedure om de wissel te<br />

bekomen en het kan voorkomen dat een minder correcte debiteur een andere<br />

vervaldag op de wissel aanbrengt of hem niet geaccepteerd terugstuurt. Door de<br />

afstand tusseil trekker en betrokkene zijn deze kleine misverstanden niet zo snel<br />

opgelost. Dikwijls heeft de uitvoerder geen andere keuze dan de volgende keer<br />

niet meer te leveren of deze gewoonten te aanvaarden. Daarbij komt dat het<br />

discontokrediet vnl. rust op de solvabiliteit van de betrokkene, en<br />

Hoofdstuk V : Financieringsvormen op korte termijn -<br />

dat is<br />

182<br />

1 %<br />

-


- Kaskredieten<br />

- Op<br />

- De<br />

-<br />

mooilijker na te gaan in verre exportlanden. M.a.w. geen enkele bankier zal<br />

happig zijn om "exotische" wissels te verdisconteren.<br />

Deze problemen kan de exporteur enigzins vermijden door een lokale wissel<br />

(voor zover dat document daar bestaat) te trekken op de importeur. Een<br />

dergelijke buitenlandse wissel kan vervolgens door de exporteur of importeur<br />

verdisconteerd worden bij een plaatselijke bank. Uiteraard is die wissel en de<br />

verdiscontering ervan onderworpen aan de lokale wetgeving en intrestvooten.<br />

Het inwinnen van voorafgaande informatie is daarom absoluut noodzakelijk.<br />

3.3.3. Bankaccepten I<br />

zijn relatief duur. Handelsaccepten of wissels zijn soms niet<br />

wenselijk of cornmercieel niet haalbaar. Een goedkope korte termijn financiering<br />

voor een exporteur is de financiering met bankaccepten. Bij een bank accept geeft<br />

de bankier de toelating aan haar k1ant om in het kader van een kredietopening<br />

een wissel op haar te trekken ter financiering van een welomschreven uitvoer-<br />

transactie en de bank verbindt zich om deze wissel te accepteren. Het bank accept<br />

of blauwe wissel genoomd, moet samen met de vereiste documenten (factuur,<br />

bewijs van uitvoer) afgegeven worden aan de bank.<br />

Een bankaccept is dus getrokken op en geaccepteerd door een betrokkene met<br />

een hoge solvabiliteit. Een dergelijke schuldbekentenis kan uiteraard vrij gemak-<br />

kelijk verdisconteerd worden bij een financiële instelling (vaak de betrokkene<br />

bank zelO. In de meeste gevallen zal de bank zijn eigen accepten herdisconteren<br />

bij het Herdisconterings- en Waarborginstituut (H.W.I.).<br />

geen enkel ogenblik wordt de importeur betrokken bij het bankaccept. Hij<br />

weet dus niet dat zijn klantenvordering gefinancierd wordt. Enkel de expor-<br />

teurltrekker verbindt zich om op vervaldag voor de nodige provisie te zorgen.<br />

vervaldag van het bank accept moot overeensternmen met de datum waarop de<br />

exporteur het geld van de koper verwacht. In sommige gevallen vraagt de<br />

bankier een kredietverzekering of vestigt hij een voorrecht op de goederen. De<br />

Optimaal <strong>debiteurenbeheer</strong> -<br />

183<br />

-


- Het<br />

- De<br />

- Onder<br />

- Bankaccepten<br />

terugbetaling van het accept gebeurt met de door de importeur overgemaakte<br />

fondsen.<br />

Doordat de Idant (trekker) de wissel blanco endosseert en die terug afstaat aan<br />

de bank, kan de bank haar gewoon wisselverhaal (regres) uitoefenen op de<br />

trekker. M.a.w. indien op vervaldag van de wissel geen dekking aanwezig is,<br />

zal de trekker gedebiteerd worden in rekening-courant. Hierdoor kan een<br />

onregelmatige debetstand ontstaan. De wissel kan niet geprotesteerd worden,<br />

daar de betrokkene de bank zelf is.<br />

komt regelmatig voor dat in een documentair krediet bepaald wordt dat de<br />

realisatie ervan kan geschieden tegen afgifte van een bankaccept. De<br />

kredietopenende bank is in het kader van het documentair krediet meestal ook de<br />

betrokkene en de verdisconteerder van het bank . accept<br />

verdiscontering gebeurt tegen een officieel vastgestelde rentevoet (9,75 % op<br />

01104/93) vermeerderd met een marge (vaak 1 %) en een acceptprovisie voor de<br />

handtekening van de bank van 0,125% per maand. De kosten worden onmiddel-<br />

lijk betaald. Over het algemeen gebeurt de toekenning van een dergelijk krediet<br />

in het kader van een bankacceptkredietlijn. Deze rentevoet is relatief laag en<br />

moet gezien worden in het kader van exportstimuli. Iedere bank beschikt over<br />

een herdiscontolijn en zal tot mobilisatie van handelspapier overgaan in functie<br />

van haarthesauriebehoeften.<br />

bepaalde voorwaarden kan de Nationale Bank van België (N .B.B.)<br />

bankaccepten certificeren, d.w.z. dat zij door haar stempel op de wissel te<br />

plaatsen, verklaart dat het papier aan de gestelde vormvereisten voldoet. Niet<br />

gecertificeerde bankaccepten krijgen een verhoogde basisrentevoet met 0,5 %.<br />

kunnen eveneens in deviezen getrokken worden. Een bankaccept<br />

verdisconteerd in deviezen is aangewezen indien de exporteur een vordering<br />

heeft in deviezen en indien hij zijn wisselkoersrisico wenst in te dekken. De<br />

toegepaste rentevoet is uiteraard de rentevoet van de betrokken munt. Een<br />

vergelijking met financiering in BEF dringt zich dus op.<br />

Het wisselrisico blijft evenwel bestaan wanneer de importeur niet tijdig betaalt.<br />

De bank zal trouwens in dat geval het acceptkrediet omzetten in een kaskrediet.<br />

Hoofdstuk V : Financieringsvormen op korte termijn -<br />

184<br />

-


- In<br />

Wenst men echter een bankaccept te verdisconteren in BEF terwijl de vordering<br />

op de koper in deviezen is uitgedrukt, dan kan men nog altijd het wisselrisico<br />

uitschakelen door een termijncontract, nI. hier een termijnverkoop van de te<br />

ontvangen munt, met de bank af te sluiten (zie H IV : 9.3.2.).<br />

de praktijk stellen we vast dat men inzake export minder en minder de<br />

techniek van bankaccepten gebruikt ten voordele van kaskredieten in deviezen en<br />

vaste voorschotten (al dan niet in deviezen).<br />

3.3.4. Forfaiting I<br />

Forfaiting is een techniek waarbij de forfaiteur (de bank van de exporteur) de<br />

schuldvordering koopt van de uitvoorder tegen onmiddellijke storting van 100 %<br />

van het factuurbedrag (minus de kosten). De bank ziet af van zijn verhaalrecht<br />

t.o.V. de exporteur, voor zover de prestaties correct zijn uitgevoord. Het systeem<br />

vertoont veel gelijkenissen met factoring, alhoewel het hier doorgaans gaat om<br />

schuldvorderingen die betrekking hebben op uitrustingsgoederen en die betalings-<br />

uitstellen genieten van 6 maanden tot 5 jaar. Over het algemeen zal de bank<br />

vragen dat er wissels of orderbriefjes op eersterangs debiteuren worden getrokken<br />

of het aval dragen van de bank van de buitenlandse koper. In bepaalde landen heeft<br />

aval geen juridische waarde (bv. USA). In dat geval moot een waarborg ad hoc<br />

verstrekt worden in een afzonderlijk document, bv. een stand by letter of credit<br />

(zie H II : 2.2.2.8.). De forfaitingkosten voor de exporteur zijn afhankelijk van de<br />

discontovoet, de toogende betalingstermijn en het risico van het betrokken land,<br />

debiteur en/of bank die voor aval tekende. Men kan de kostenstructuur in feite<br />

vergelijken met die van verdiscontering van wissels (zie H V : 3.2.4.1. en 3.3.2.).<br />

Forfaitdisconto biedt de exporteur dus een onmiddellijke betating en sluit betatings-<br />

wissel- (zie H IV : 9.3.3.) en politiek risico uit.<br />

Optimaal <strong>debiteurenbeheer</strong> -<br />

185<br />

-


3.4. Criteria die banken hanteren bij kredietverstrekking<br />

3.4.1. TerugbetaIingscapaciteit van de klant<br />

De bank dient immers te weten of de kredietnemer de verstrekte kredieten kan<br />

terugbetalen. Daartoe zal de bank de jaarrekening van de klant onderwerpen aan<br />

een grondige analyse.<br />

Zij zal o.m. de solvabiliteits-, liquiditeits- en rendabiliteitsratio (vnl. de cash flow)<br />

alsook de stoek-, debiteuren- en leveranciersrotatie berekenen (zie H ITl : 2) en<br />

vanzelfsprekend vereisen dat die voldoende bevredigend zijn.<br />

Om een evolutie waar te nemen gaat de bank de jaarrekeningen van de laatste 2<br />

(soms 3) jaren vergelijken.<br />

Voor startende, zeer jonge of sterk groeiende ondernemingen is het wenselijk een<br />

ondernemingsplan te kunnen voorleggen. Oat zou naast een voorstelling van de<br />

aetiviteit, de klanten en de leveranciers moeten bestaan uit een investeringsplan,<br />

een financieringsplan en uit een rendabiliteitsprognose.<br />

3.4.2. Financieringsbehoefte<br />

Vooreerst moet een hoofdregel gerespeeteerd worden, nt. dat lange termijn<br />

financieringen dienen voor het verwerven van vast aetief (vnl. terreinen, gebou-<br />

wen, machines en voertuigen) en korte termijn financieringen voor het aansehaffen<br />

en voeden van het vlottend aetief (vnl. stock en handelsvorderingen).<br />

De klant zal aan de hand van berekeningen aan de bank tonen waar,<br />

waarom er tekorten zijn.<br />

- De<br />

3.4.3. Persoonlijkheid van de klant<br />

hoeveel en<br />

bedrijfsleider van een onderneming dient eerlijk en integer te zijn. Zijn<br />

verleden zal daarom nagegaan worden.<br />

Hoofdstuk V : Financieringsvormen op korte termijn -<br />

186<br />

-


- Ook<br />

- Als<br />

- Anderzijds<br />

Hij moet blijk geven van professionalisme en over voldoende beroepskennis te<br />

beschikken. Hij dient eveneens de nodige werklust, creativiteit, organisatietalent,<br />

overtuigingskracht en gezond verstand aan de dag te leggen.<br />

in het verleden moet hij al zijn verplichtingen t.a. v. de bank nagekomen<br />

zijn.<br />

banken zich soms verregaand verbinden t.a.v. bepaalde klanten, dan heeft<br />

het dikwijls te maken met de persoonlijkheid van de kredietnemer.<br />

is het ook zo dat banken zeer voorzichtig zijn met startende bedrij-<br />

ven omwille van gebrek aan informatie en ervaring omtrent bovenstaande<br />

punten.<br />

3.4.4. Economische sector waartoe de klant behoort<br />

Economische sectoren in moeilijkheden zoals momenteel bv. textiel, transport,<br />

drukkerij, electronica en informatica (vnl. hardware) zuBen het bij de banken iets<br />

moeilijker hebben. In het tegenovergestelde geval is het altijd aangewezen cijfers<br />

m.b.t. uw sector te kunnen voorleggen. Die zijn te bekomen via eigen marktstu-<br />

dies, Nationale Bank, beroepsfederaties, Kamers van Koophandel, publicaties in de<br />

kranten en tijdschriften,<br />

3.4.5. Rendabiliteit voor de bank<br />

...<br />

Dit aspect komt de dag van vandaag meer en meer aan bod en in hoofdzaak bij het<br />

bepalen van de financieringskostprijs. Wanneer een klant een veri aging van de<br />

standaardtarieven wenst, omdat hij bv. over een voordeligere offerte van een<br />

concurrerende bank beschikt, zal zijn bank gaan kijken naar haar totale rendabiliteit<br />

op die klant. Is die ruim positief dan zijn<br />

haalbaar.<br />

tariefverlagingen gemakkelijker<br />

Dit kunnen dan toegevingen zijn op : de marges, trimestriële of andere provisies,<br />

valutadagen (bv. dagvaluta), zichtvergoeding voor creditstanden, dossier- en<br />

Optimaal <strong>debiteurenbeheer</strong> -<br />

187<br />

-


studiekosten, gunstigere wisselkoersen, ristorno's inzake buitenlandse transferts,<br />

- De<br />

voor investeringskredieten zelfs een lagere basisrentevoet,...<br />

- In<br />

3.4.6. Waarborgen I<br />

laatste instantie komen de waarborgen. Als de bank geen positief antwoord<br />

heeft kunnen geven aan bovenvermelde criteria, zal zij geen kredieten verstrek-<br />

ken. Immers, korte tijd na de kredietverlening zou de bank misschien reeds<br />

moeten overgaan tot de uitwinning van de waarborgen, wat ten slotte haar<br />

hoofdtaak niet is.<br />

Niettemin zal de bank die tot kredietverlening heeft beslist nagenoeg altijd één of<br />

meerdere waarborgen vragen.<br />

tendens van de jaren tachtig, wegens concurrentie tussen financiële<br />

instellingen, was gericht naar het vragen van minder waarborgen. De banken<br />

vroegen vnl. mindel" zakelijke waarborgen en meer en meer morele waarborgen.<br />

Met de verslechtering van de conjunctuur vanaf 1991 zien we echter een kente-<br />

ring. De banken verstrekken minder gemakkelijk kredieten, zeggen ze vlugger<br />

op en vragen in verhouding met vroeger meer zakelijke waarborgen.<br />

Gezien de grote verscheidenheid aan waarborgen hebben we die in een aparte<br />

afdeling besproken.<br />

Hoofdstuk V : Financieringsvormen op korte termijn -<br />

188<br />

-


- Alhoewel<br />

- De<br />

- Er<br />

- Ook<br />

3.5. Soonen waarborgen I<br />

3.5.1. Inleiding<br />

de essentiële waarborg van de banken te vinden zou moeten zijn in de<br />

waarde van de bedrijfsleiders van de kredietbehoeftigde ondememing en in de<br />

waarde van de ondememing zelf, zuIlen de bankiers veelal andere waarborgen<br />

vereisen. Banken verstrekken in principe slechts notoriëteitskredieten (zonder<br />

waarborg) tot max. 30 % van het eigen vermogen van een ondememing. De<br />

banken verantwoorden hun waarborgeis door te steIl en dat zij een veiligheid<br />

wensen voor de onzekere toekomst t.g. v. verandering van bedrijfsleiders,<br />

verkeerde beslissingen, verhevigde concurrentie, neerdalende conjunctuur,<br />

Voorts mogen de verleende kredieten niet aanzien worden als risicokapitaal maar<br />

wet als vreemd vermogen dat ten aile tijden moot kunnen terugbetaald worden.<br />

De aangerekende kosten, vnl. intresten, zijn slechts een vergoeding voor het<br />

gebruik van het geld en niet voor een risico zoals de eigenaars van een ondeme-<br />

ming lopen met hun ingebracht kapitaal. Aangezien banken niet delen in de<br />

winsten van hun kIant, willen zij daarom ook niet de gevolgen dragen bij<br />

eventuele verliezen.<br />

waarborgen hebben uiteindelijk tot doe} bij niet-terugbetaling of bij faling<br />

van de kredietnemer, de desbetreffende bank een zekere bevoorrechting te<br />

verlenen t.a. v.<br />

de andere schuldeisers.<br />

zijn 3 so orten schuldeisers :<br />

* de wetteIijke of ingevolge een overeenkomst bevoorrechte schuldeisers bv.<br />

degenen die een hypotheek of pand handelsfonds hebben;<br />

* de schuldeisers die een wettelijk recht van voorrang bezitten bv. de belas-<br />

tingsadministratie, R.S.Z., werknemers;<br />

* de niet bevoorrechte of chirografaire schuldeisers bv. de gewone leveran-<br />

ciers.<br />

de waarborgen kunnen onderverdeeld worden in verschillende categorieën.<br />

Volgens de juridische indeling heeft men :<br />

Optimaal <strong>debiteurenbeheer</strong> -<br />

189<br />

...<br />

-


- Hierna<br />

lie zakelijke of reële zekerheden . die hebben betrekking op een voorwerp al<br />

dan niet lichamelijk en al dan niet toebehorend aan de kredietnemer, bv.<br />

hypotheek, pand handelsfonds, kredietverzekeringspolis;<br />

lie persoonlijke of morele zekerheden . geven een vorderingsrecht op perso-<br />

nen, al dan niet de kredietnemer, en via deze personen op hun patrimonium<br />

of op een bepaald good. De waarde van deze zekerheden hangt af van de<br />

kredietwaardigheid en soms van de moraliteit van de borgsteller. Dat is het<br />

gevaJ bij de borgsteHing, bankgarantie, de verbintenis niet te vervreemden<br />

of te hypothekeren, volmacht tot hypothekeren.<br />

voIgt een opsomming en een korte bespreking van de verschillende<br />

waarborgen. De kosten die gepaard gaan met het verschaffen van een waarborg<br />

zijn dikwijJs te verwaarJozen. Als dit niet het gevaJ is, wordt het vermeld.<br />

3.5.2. Hypotheek I<br />

Definitie<br />

De hypotheek is een zakelijk recht op onroerende goederen zoals terreinen,<br />

gebouwen, bouwwerken, recht van vruchtgebruik, van erfpacht en van opstal<br />

alsook op schepen.<br />

Opmerking : machines, materieel en meubilair die deel uit maken van een gebouw<br />

of exclusief bestemd zijn voor de bedrijfsexploitatie vallen onder de hypotheek.<br />

Kenmerken<br />

- Om<br />

- De<br />

een geldige hypotheek te vestigen, is een notariële akte vereist. Om<br />

tegenstelbaar te zijn t.a. v. derden, is eveneens een inschrijving vereist in het<br />

register van hypotheekbewaring. De datum van de inschrijving bepaalt de rang.<br />

Na 30 jaar moot de inschrijving hernieuwd worden.<br />

banken wensen meestal een Ie rang inschrijving. Het bedrag van de hypo-<br />

thekaire inschrijving zal zelden 80 % van de venale waarde<br />

verkoop) van de goederen overschrijden. Dit komt omdat normaal<br />

(in gedwongen<br />

slechts 80 %<br />

gefinancierd wordt, uitzonderlijk 100 % voor niet-industriële huizen en gronden.<br />

Hoofdstuk V : Financieringsvormen op korte termijn -<br />

190<br />

-


Aangezien er meestal meer gefinancierd wordt, zullen de banken terzelfdertijd<br />

het handelsfonds in pand nemen voor het resterende gedeelte.<br />

Conc1usie<br />

- Het<br />

- Er<br />

- Het<br />

is een van de meest interessante waarborgen die een bank kan verwerven,<br />

voor zover ze Ie rang heeft. Ze komt over het algemeen voor bij investerings-<br />

kredieten voor gebouwen.<br />

zijn allerlei kosten, nt. inschrijvingskosten, registratierechten, aktekosten en<br />

honoraria van de notaris die de kostprijs aanzienlijk verhogen. Bijvoorbeeld voor<br />

een inschrijvingsbedrag van 5 miljoen BEF bedragen de totale hypotheekkosten<br />

:t 115.000 BEF; voor een inschrijvingsbedrag van 10 miljoen BEF bedraagt het<br />

:t 195.000 BEF.<br />

is daarom raadzamer eerst andere alternatieven te overwegen en te nego-<br />

tiëren met de bank bv. verbintenis om niet te vervreemden of te hypothekeren,<br />

belofte tot verlenen van hypotheek; volmacht geven tot hypothekeren; onher-<br />

roepelijke opdracht; ...<br />

3.5.3. Inpandnarne van het handelsfonds<br />

Definitie<br />

Het pand op een handelsfonds van een ondememing is een zakelijk recht waarbij<br />

de schuldeiser-pandnemer (dit kan alleen een erkende instelling zijn zoals een bank)<br />

een voorrecht verwerft op de naam, het cliënteel, het uithangbord, de handelsin-<br />

richting, de handelsmerken, het huurcontract, het meubilair, het materleel, de<br />

voorraden ten belope van SO %, de openstaande vorderingen en het kasgeld.<br />

Kenmerken<br />

- Het<br />

in pand geven van het handelsfonds belet de eigenaar niet de daarvan<br />

deeluitmakende goederen te gebruiken en te verkopen. AIleen frauduleuze<br />

verrichtingen zijn strafbaar. De bank zal zich echter nooit kunnen verhalen tegen<br />

de aankoper die ter goeder trouw was.<br />

Optimaal <strong>debiteurenbeheer</strong> -<br />

191 -


- Wanneer<br />

- De<br />

- Het<br />

- De<br />

het meubilair en het materieel onroerend worden door bestemming of<br />

incorporatie, maken ze geen deel meer uit van het handelsfonds maar van het<br />

desbetreffend onroerend goed en onrechtstreeks van degene die er een hypotheek<br />

op heeft.<br />

inpandname kan bij authentieke (voor notaris) of bij onderhandse akte<br />

(nagenoeg altijd) geschieden. Zoals bij een hyPOtheek is de inpandname slechts<br />

tegenstelbaar aan derden vanaf de inschrijving in een speciaal register bij de<br />

hypotheekbewaarder. De inschrijving blijft 10 jaar geldig tenzij tijdige verlen-<br />

ging, na 30 jaar is een nieuwe akte vereist.<br />

inschrijving gebeurt voor het bedrag van de hoofdschuld (het krediet)<br />

vermeerderd met 3 jaar intresten en 10 % voor de kosten. Uiteraard verkiezen<br />

de banken een Ie rang boven een 2e rang inschrijving.<br />

voorrecht van de onbetaalde verkoper en het voorrecht van<br />

van de gebouwen primeren op de rechten van<br />

pand heeft.<br />

Conc1usie<br />

- Alhoewel<br />

- De<br />

- Ook<br />

de verhuurder<br />

degene die het handelsfonds in<br />

banken er frequent beroep op doen, aanzien ze niettemin deze waar-<br />

borg als bijkomstig of aanvullend, vaak bij een hypotheek of bij gebrek aan<br />

andere waarborgen. Dikwijls wordt die waarborg eveneens gevraagd bij het<br />

toekennen van korte termijn kredieten (vnl. kaskrediet en vaste voorschotten).<br />

waarde als waarborg wordt bepaald door 25 % van de stocks op te tellen bij<br />

30 à 50 % van de schuldvorderingen, het overige gedeelte van het handelsfonds<br />

komt niet in aanmerking, tenzij na schatting door een expert. Wanneer de<br />

kredietnemer reeds jaren klant is bij dezelfde bank en zij het volste vertrouwen<br />

heeft in die Idant, gebeurt het niet zelden dat de bank op een andere manier de<br />

waarborg zal inschatten. Dit gebeurt dan door 50 % van de stocks te vermeerde-<br />

ren met 100 % van de openstaande vorderingen. Het totaal bedrag daarvan<br />

wordt vervolgens verminderd met een marge van 10 à 20 %.<br />

bier zijn er niet te onderschatten registratierechten en andere kosten. Die<br />

zijn :!: vergelijkbaar met de hypotheek, alleen vallen de notariskosten en honora-<br />

ria weg gezien er geen authentieke akte vereist is. Bijvoorbeeld voor een in-<br />

Hoofdstuk V : Financieringsvormen op korte termijn -<br />

192<br />

-


- Staat<br />

schrijvingsbedrag van 5 miljoen BEF bedragen de totale kosten :f: 35.000 BEF;<br />

voor een inschrijvingsbedrag van 10 miljoen BEF bedraagt het :f: 65.000 BEF.<br />

men redelijk sterk t.a. v. zijn bank dan kan men proberen slechts een<br />

volmacht of een belofte te geven tot inpandname van het handelsfonds. Dat de<br />

kosten lager zullen uitvaUen spreekt voor zich. Deze<br />

afgezwakte waarborgvor-<br />

men komen wel frequenter voor bij hypotheken op onroerende goederen (zie<br />

H V : 3.5.13. en 3.5.14.).<br />

3.5.4. Voorrecht van de onbetaalde verkoper van roerende goederen<br />

Definitie<br />

Het is een voorrecht dat toekomt aan de onbetaald gebleven verkoper van roerende<br />

goederen, voor zover die goederen door de aankoper niet werden vervreemd bv.<br />

verkocht, er geen veranderingen aan zijn gebracht of niet onroerend<br />

zijn geworden<br />

door incorporatie of bestemming, tenzij het gaat om machines of ander bedrijfsuit-<br />

rustingsmateriaal.<br />

Het is juist dit laatste dat het meest voorkomt als voorreeht van<br />

verkoper en waarover we het zullen hebben.<br />

de onbetaalde<br />

De wet (art. 20,50 Hypotheekwet en art. 546 Faillissementswet) zegt dat de<br />

onbetaald gebleven verkoper van machines, toestellen, gereedschappen en<br />

ander bedrijfsuitrustingsmaterieel voor nijverheids-, handels- of ambachtsonder-<br />

nemingen, gedurende 5 jaar een voorrecht behoudt op die goederen, zelfs indien zij<br />

onroerend zijn geworden door bestemming of incorporatie.<br />

Kenmerken<br />

- Hiertoe<br />

is vereist dat binnen 15 dagen na de levering een door de verkoper<br />

eensluidend verklaard afschrift van de al dan niet aanvaarde factuur of van<br />

elke andere akte waaruit de verkoop blijkt, wordt neergelegd op de griffie van<br />

de Rechtbank van Koophandel van de woon- of verblijfplaats van de koper. Als<br />

op de faetuur geen leveringsdatum voorkomt, geldt de factuurdatum als referen-<br />

Optimaal <strong>debiteurenbeheer</strong> -<br />

193<br />

-


- Uiteraard<br />

- Ook<br />

- De<br />

- Dit<br />

tie. Door deze laatste regel toe te passen kunnen nalatige leveranciers toch nog<br />

in extremis een voorrecht bekomen.<br />

voorrecht primeert op de rechten van de pandhoudende schuldeiser van het<br />

handelsfonds, ongeacht of de factuur vóór of na de inschrijving van het pand op<br />

het handelsfonds is uitgeschreven.<br />

bank zal i.g. v. kredietverstrekking op haar beurt dit voorrecht van de<br />

verkoper ontvangen via cessie van de factuur of via subrogatie.<br />

Conc1usie<br />

-<br />

Deze waarborg wordt door de financiële instellingen nagenoeg altijd genomen<br />

bij imanciering op atbetaling indien het om machines, voortuigen,<br />

... handelt.<br />

Over het algemeen is het de bank van de aankoper die financiert en derhalve het<br />

voorrecht zal overnemen. Voor aankopen uit bepaalde landen by. Oostenrijk,<br />

kan de Belgische bank dit voorrecht niet bekomen. Zij zal dan mooten uitkijken<br />

naar andere waarborgen bv. inpandname van het handelsfonds.<br />

vervalt het voorrecht wanneer de koper de gooderen verder doorver-<br />

koopt.<br />

wanneer de verkoop van dergelijk good niet specifiek gepaard gaat met een<br />

financiering vanwege een financiële instelling, is het toch aangeraden de<br />

publiciteitsvereisten na te leven. Een extra zekerheid is graag meegenomen.<br />

3.5.5. Overdracht van het voordeel van een levensverzekeringspolis<br />

Definitie<br />

Een levensverzekeringspolis is een polis waarbij de verzekeraar een bepaald<br />

bedrag zal uitkeren aan de begunstigde van de verzekerde of aan de verzekerde<br />

zelf bij respectievelijk het overlijden van de verzekerde of op een<br />

van de verzekerde (meestal rond zijn pensioon).<br />

Het voordeel van zo'n polis kan afgestaan worden aan bv. een bank.<br />

Hoofdstuk V : Financieringsvormen op korte termijn -<br />

bepaalde leeftijd<br />

194<br />

-


Kenmerken<br />

- De<br />

- Ofwel<br />

bevat de polis reeds een afkoopwaarde, dit is het geval vanaf het derde<br />

jaar, waarop de bank zich kan baseren bij het bepalen van het toe te kennen<br />

krediet. Of we 1 kan de bank van de bedrijfsleider-klant het aangaan van een<br />

overlijdenspolis vereisen wanneer de bank vindt dat het reilen en zeilen van de<br />

onderneming teveel atllankelijk is van die bedrijfsleider. De jaarprernie<br />

bedraagt al vlug :l:: 5.500 BEF per miljoen krediet voor iemand van 35 jaar en<br />

met een 10 jarige duurtijd.<br />

formaliteiten zijn niet zo omslachtig, nt. overhandigen van de originele polis<br />

aan de bank met een brief en een aanhangsel aan de polis, eveneens ondertekend<br />

door de verzekeraar, waarbij het voordeel wordt overgedragen aan de bank en<br />

waarbij de verzekeraar bevestigt dat hij de bank zal verwittigen als de prernies<br />

niet meer worden gestort. Er wordt ook vermeld dat de bank op elk ogenblik de<br />

afkoopwaarde mag eisen.<br />

Conc1usie<br />

Deze waarborg is in feite alleen maar mogelijk als de polis reeds een afkoopwaar-<br />

de bezit of we I omdat ze opgelegd wordt door de bank voor de hierboven om-<br />

schreven reden.<br />

3.5.6. Overdracht van het voordeel van een kredietverzekering<br />

Definitie<br />

De kredietverzekering is een overeenkomst waardoor een verzekeraar zich verbindt<br />

t.a. v. de verzekerde de schade te vergoeden die hij zou kunnen Iijden tengevolge<br />

de insolventie van zijn debiteuren. Het voordeel van een dergelijke polis kan<br />

eveneens overgedragen worden aan een bank.<br />

Optimaal <strong>debiteurenbeheer</strong> -<br />

195<br />

-


Kenmerken<br />

- Zoals<br />

- Dezelfde<br />

- Bij<br />

- Er<br />

zijn twee soorten polissen : de individuele polis die slechts een aangeduide<br />

debiteur verzekert en de abonnementspolis die aIle goedgekeurde debiteuren<br />

verzekert. Dat laatste komt het vaakst voor.<br />

de Nationale Delcrederedienst is men vnl. gespecialiseerd in het verzekeren<br />

van de uitvoer naar niet Westeuropese landen. Ook politi eke risico's worden er<br />

gedekt. Voor het overige zijn het vnl. COBAC en AC-Namur die in België als<br />

kredietverzekeraars voorkomen (zie H IV : 4 en 6).<br />

in het hoofdstuk risicodekking tegen debiteuren werd besproken, zijn er<br />

allerlei beperkingen verbonden aan die polis bv. beperkte uitbetaling, niet elke<br />

debiteur wordt aanvaard, ...<br />

formaliteiten als bij een levensverzekeringspolis zijn van toepassing<br />

inzake overdracht van het voordeel ten behoeve van de bank.<br />

Conclusie<br />

De bank zal in principe zo'n polis vereisen wanneer zij een discontokrediet of een<br />

kaskrediet tegen inpandname van facturen verstrekt. In dit geval zal de kredietne-<br />

mer moeten rekenen op een meerkost voor het bekomen van zijn krediet (tussen<br />

0,20 % en 1 % op de verzekerde omzet). Hij is dan wel voortaan verzekerd tegen<br />

mogelijke insolvente debiteuren.<br />

3.5.7. Inpandgeving van effecten, goederen, facturen, vorderingssta-<br />

ten, wisselbrieven, orderbriefjes en cheques.<br />

Deze waarborgen zijn reeds uitvoerig besproken, vnl. bij de korte termijn kredie-<br />

ten of bij de betalingsmiddeIlen :<br />

* effecten en goederen (zie H V : 3.2.2.3., 3.2.4.3. en H II : 2.2.2.11.);<br />

*<br />

facturen (zie H V : 3.2.2.1.);<br />

* vorderingsstaten (zie H V : 3.2.2.2.);<br />

* wisselbrieven (zie H V : 3.2.4.1.. 3.3.2. en H II : 2.2.1.3. en 2.2.2.3.);<br />

* orderbriefjes (zie H V : 3.2.4.2. en H II : 2.2.1.3.);<br />

Hoofdstuk V : Financieringsvormen op korte termijn -<br />

196<br />

-


* cheques (zie H V : 3.2.2.5. en H II : 2.2.1.2. en 2.2.2.2.).<br />

3.5.8. Inpandname van een bankrekening<br />

Definitie<br />

Het gaat om gelden die de klant ler garantie aan de bank heeft overgemaakt en die<br />

op een speciale rekening zijn geplaatst.<br />

Kenmerken<br />

- Dit<br />

- Er<br />

is al1een maar mogelijk bij uw eigen bank, zoniet gaat het om een cessie<br />

van een schuldvordering op een andere bank (zie H V : 3.5.9.).<br />

wordt een deponeringscertiticaat gecreëerd dat de bank in pand neemt.<br />

Conc1usie<br />

De bank zal dit over het algemeen vragen wanneer zij zichzelf moet garant stel1en<br />

ten aanzien van bv. een leverancier van haar klant.<br />

3.5.9. Overdracht (cessie) van een schuldvordering<br />

Definitie<br />

Volgens art. 1689 en 1690 van het Burgerlijk Wetboek verkrijgt de overnemer het<br />

bezit ten opzichte van de overdrager door het ontvangen van de titet. Ten<br />

aanzien van derden gebeurt dit pas na de overdracht aan de schuldenaar te hebben<br />

betekend via deurwaardersexploot of doordat de schuldenaar in een authentieke akte<br />

de overdracht aanneemt. M.a. w. het vol staat de schuldvorderingstitel af te staan<br />

(om een bewijs te hebben wordt best in een geschrift voorzien dat dit bevestigt)<br />

opdat de eigendom ervan overgaat. Ten aanzien van derden o.m. de debiteur van<br />

die schuldvordering, is vereist dat hij van die overdracht op de hoogte wordt<br />

gesteld en dat hij dus aan iemand anders moet betalen.<br />

Optimaal <strong>debiteurenbeheer</strong> -<br />

197<br />

-


In het parlement ligt een wetsontwerp kJaar dat het deurwaardersexploot of de<br />

- Bij<br />

- Na<br />

authentieke akte in deze materie vervangt door een aangetekende brief. Eenmaal<br />

gestemd zal deze overdrachtsvorm aan belang winnen.<br />

Kenmerken<br />

- Allerlei<br />

- Bij<br />

schuldvorderingen zijn denkbaar : bv. een algemene schuldbekentenis<br />

van een particulier of handelaar, een vordering op een bankrekening bij een<br />

andere bank dan degene aan wie men cedeert, een vorderingsstaat in het kader<br />

van werken of leveringen.<br />

cessie ontvangt de bank de eigendom van de titel met zijn nadelen o.m. de<br />

verweermiddelen van de debiteur, het insolvabiliteitsrisico op de debiteur,<br />

maar uiteraard ook met de voordelen, o.m. het recht op betaling, de voorrech-<br />

ten, geen beslag mogelijk door derden.<br />

inpandname van schuldvorderingen is er geen overdracht van eigendom,<br />

maar kan de betekening t.a. v. de debiteur soepeler verlopen. Een aangetekende<br />

brief met bewijs van ontvangst is vaak voldoende.<br />

de betekening aan de debiteur kan deze laatste slechts bevrijdend betalen<br />

aan de overnemer bv. een bank.<br />

Conclusie<br />

Gezien de omslachtige en dure procedure en de daaraan verbonden imago proble-<br />

men, alsook de risico's voor de bank m.b.t. het bestaan van<br />

de vordering, de<br />

solvabiliteit van de debiteur, ... wordt deze waarborgvorm niet zo frequent toege-<br />

past.<br />

3.5.10.Borgtocht<br />

Definitie<br />

De borgtocht (borgstelling) is een overeenkomst waarbij een derde (de borg) zich<br />

tegenover de schuldeiser verbindt tot betaling van de schuld (huidige of toekom-<br />

stige) van de schuldenaar wanneer deze laatste de schuld zelf niet betaalt.<br />

Hoofdstuk V : Financieringsvormen op korte termijn -<br />

198<br />

...<br />

-


Kenmerken<br />

- Het<br />

- De<br />

- De<br />

- Hij<br />

- AIs<br />

- De<br />

- De<br />

- Ook<br />

- Een<br />

-<br />

- Een<br />

kan tot doel hebben het vermogen van de schuldenaar, dat onvoldoende<br />

blijkt te zijn, uit te breiden met dat van de borg of we 1 om in bepaalde gevallen<br />

de bestuurders of vennoten van een vennootschap nauwer te verbinden. Ze<br />

bewijzen daardoor vertrouwen te hebben in hun vennootschap.<br />

bank evalueert de borg op basis van o.m. zijn achtbaarheid en vermogen<br />

(roerend en onroerend).<br />

borg staat in voor de hoofdschuld, vermeerderd met de intresten en<br />

andere kosten vanaf de datum waarop de bank de betaling eist. AI is de borg-<br />

stellingstermijn verstreken, toch blijft de borg gehouden voor het nakomen van<br />

de verbintenissen aangegaan tijdens die termijn.<br />

mag bij de uitwinning wel de verweermiddelen van de schuldenaar opwer-<br />

pen<br />

tegen de schuldeiser.<br />

het gaat om een solidaire borg dan is de bank niet verplicht om eerst de<br />

schuldenaar uit te winnen (rechterlijk te vervolgen) wanneer die in gebreke<br />

bleef. De bank kan zich onmiddellijk tegen de borg keren.<br />

borg die betaald heeft, wordt in de rechten van de schuldeiser gesubro-<br />

geerd (in de plaats gesteld).<br />

eñgenamen van de borg zijn eveneens aansprakelijk, uiteraard na het<br />

overlijden van de borg.<br />

een andere bank kan zich borg stellen.<br />

variante op de borgtocht is een intentieverklaring. Die wordt vaak door<br />

een moederbedrijf aan de bank toegekend ten voordele van een filiaal. Het is wel<br />

afhankelijk van de bewoording of het slechts een morele verbintenis inhoudt van<br />

waakzaarnheid,<br />

... dan wel een echte borgstelling.<br />

Wanneer door het optreden van de schuldeiser de borg verhinderd is na de<br />

uitwinning in de rechten te treden van de schuldeiser, dan vervalt de borgtocht<br />

(art. 2037 van het Burgerlijk Wetboek; maar de bank zal die mogelijkheid<br />

expliciet uitsluiten).<br />

borgstelling kan via een onderhandse akte waardoor de kosten nagenoeg<br />

onbestaand zijn.<br />

Optimaal <strong>debiteurenbeheer</strong> -<br />

199<br />

-


Conc1usie<br />

De banken appreciëren ten zeerste deze waarborgvorm en vragen hem dan ook<br />

vaak aan de zaakvoerder of bestuurder wanneer hij een krediet vraagt voor zijn<br />

onderneming. De bedrijfsleider toont daarmee volgens de banken dat hij in zijn<br />

zaak gelooft.<br />

Als bestuurder. mag het verstrekken van een solidaire borgstelling ten voordele van<br />

zijn vennootschap slechts het laatste a1ternatief zijn, tenzij men meer belang hecht<br />

aan het aspect van kosteloosheid.<br />

Het is aangeraden om een solidaire borgstelling in de tijd te beperken want de bank<br />

zal deze waarborg later nooit spontaan afstaan. Zoniet zal de eventueel veel latere<br />

uitwinning ervan als een verrassing overkomen.<br />

De borg probeert best eveneens te vermijden dat de bank de solidariteit oplegt,<br />

zodat zij ten minste eerst de schuldenaar moet uitwinnen.<br />

3.5.11. Garantie<br />

Definitie<br />

Het verschil met de borgtocht is dat de garantie geen bijkomstige maar wel een<br />

zelfstandige verbintenis inhoudt vanwege de garant.<br />

Kenmerken<br />

- De<br />

- De<br />

- De<br />

zelfstandigheid houdt in dat de garant onmiddellijk kan aangesproken<br />

worden tot betaling, wanneer de schuldenaar in gebreke bleef.<br />

garant kan tegen de schuldeiser niet de verweermiddelen van<br />

de schuldenaar<br />

opwerpen en hij zal bij betaling niet in de rechten van de schuldeiser worden<br />

gesubrogeerd. Hij heeft trouwens zijn eigen schuld voldaan.<br />

vervaldag maakt wel een einde aan aUe verplichtingen, ook aan verbintenis-<br />

sen die werden aangegaan voor die datum.<br />

Hoofdstuk V : Fïnancieringsvormen op korte termijn -<br />

200<br />

-


Conc1usie<br />

Het komt dikwijls voor dat de bank als garant optreedt voor haar klant (bankga-<br />

rantie) bv. :<br />

* bij aannemingswerken voor een bepaald percentage (5 à 10 %) van de totale<br />

opdrachtsom ten voordele van de opdrachtgever (ook retention money bond<br />

genoemd; varianten zoaIs bid bond, performance bond en advance payment<br />

bond komen ook vaak voor);<br />

* aIs avaI op een geaccepteerde wissel t.v. v. de trekker of de houder (zie H II :<br />

2.2.1.3. en 2.2.2.3.);<br />

* in het kader van importtransacties t.v. v. de buitenlandse leverancier of zijn<br />

bank (zie H II : 2.2.2.6. en 2.2.2.8.);<br />

* wanneer een huurgarantie wordt gevraagd.<br />

Vanzelfsprekend zal de bank daarvoor een vergoeding vragen (dikwijls 0,25 % per<br />

trimester op het gegarandeerde bedrag).<br />

3.5.12. Verbintenis om niet te vervreemden noch te hypothekeren<br />

Definitie<br />

De kredietnemer verbindt zich ertoe om één of meerdere onroerende goederen<br />

(veelal gebouwen) niet te verkopen of te laten hypothekeren zonder voorafgaande<br />

toelating van de bank.<br />

Conc1usie<br />

De bank zal slechts zelden vrede nemen met een dergelijke zekerheid, gezien ze<br />

alleen steunt op een gegeven woord van de kredietnemer. lndien de bank een<br />

dergelijke waarborg aanvaardt, dan zal het in principe voor kredieten van korte<br />

duur zijn.<br />

Optimaal <strong>debiteurenbeheer</strong> -<br />

201<br />

-


3.5.13. Belofte om hypotheek te verlenen<br />

Definitie<br />

Het gaat om een belofte die de klant aan de bank verleent, waarbij hij zich<br />

verbindt een hypotheek te verstrekken wanneer de kredieten niet zouden terugbe-<br />

taald zijn op een overeengekomen vervaldag.<br />

Conc1usie<br />

De mico's voor de bank zijn hier nagenoeg identiek als bij 3.5.12. aangezien niets<br />

de k1ant belet om zijn belofte niet na te komen.<br />

3.5.14. Volmacht tot hypothekeren (notarieel mandaat)<br />

Definitie<br />

De volmacht tot hypothekeren is een authentieke akte (voor de notaris) waardoor<br />

de k1ant een onherroepelijke volmacht geeft aan de bank om op een of meerdere<br />

gebouwen hypotheek te nemen.<br />

Kenmerken<br />

- Dit<br />

- De<br />

gaat altijd gepaard met een verbintenis tot niet vervreemden noch hypothe-<br />

keren.<br />

bank kan de volmacht uitvoeren wanneer de kredieten niet op tijd worden<br />

terugbetaald of bij verslechtering van de solvabiliteit van de klant.<br />

Conc1usie<br />

In tegenstelling met 3.5.11. en 3.5.12. komt de volmacht tot hypothekeren<br />

frequenter voor, ook al blijft de bank hier een serieus risico lopeno De k1ant kan<br />

immers het gebouw toch vóór het vestigen van de hypotheek verkopen. Bij<br />

faillissement van de kredietnemer zit de bank eveneens in de problemen. Het grote<br />

voordeel is echter dat zolang er geen hypotheek is genomen er aanzienlijk minder<br />

Hoofdstuk V : Financieringsvormen op korte termijn -<br />

202<br />

-


kosten zijn : bv. voor een volmacht van 5 miljoen BEF bedragen de kosten<br />

:t 21.000 BEF; voor 10 miljoen BEF bedraagen ze :t 26.000 BEF.<br />

Om het risico bij fating te beperken. bv. geen inschrijving of slechts tijdens<br />

verdachte periode. zuBen de banken soms een volmacht tot hypothekeren vragen<br />

aan de vennoot of een derde m.b.t. zijn persoontijke onroerende goederen.<br />

3.5.15. Onherroepelijke opdracht<br />

Definitie<br />

Die opdracht bestaat uit een brief die over het algemeen door de verkoper van een<br />

gebouw (klant). via zijn bank verstuurd wordt aan de notaris die de verkoopakte<br />

zal verlijden. Daarin wordt aan de notaris de onherroepelijke opdracht ter kennis<br />

gebracht. nt. dat hij de opbrengst van de verkoop op de rekening van de verkoper<br />

moet storten.<br />

Conc1usie<br />

De waarde van deze waarborg steunt bier nogmaals op de nauwlettendheid en<br />

eerlijkheid van de betrokken personen. Niettemin kan het overbruggingskrediet.<br />

dat op basis daarvan wordt verstrekt. korte liquiditeitsspanningen opvangen.<br />

3.5.16. Verbintenis van de vennoten tot niet opvragen van de ver-<br />

Definitie<br />

strekte voorschotten<br />

De vennoten bel oven aan de bank dat de door hen verstrekte voorschotten aan hun<br />

ondememing. veelal via rekening-courant. niet teruggenomen worden a1vorens de<br />

bankkredieten zijn aangezuiverd.<br />

Optimaal <strong>debiteurenbeheer</strong> -<br />

203<br />

-


Kenmerken<br />

- De<br />

- De<br />

- Om<br />

- De<br />

vennoten richten vaak een ondememing op met te beperkt kapitaal. De<br />

bedoeling is enerzijds het risicodragend kapitaal te beperken en anderzijds<br />

registratierechten en notariële ~relonen te minimaliseren. Na enige tijd zijn ze<br />

toch genoodzaakt om aan bun ondememing voorschotten te verstrekken, al dan<br />

niet tegen vergoeding.<br />

bank zal terzelfdertijd vragen dat de onderneming zich eveneens verbindt de<br />

voorschotten niet terug te betalen.<br />

bank zal echter ook eisen dat de vennoten zich m.b.t. hun voorschotten<br />

achterstellen ten voordele van de bank. M.a.w. bij liquidatie van de ondeme-<br />

ming dient de aan de vennoten toekomende liquidatie-uitkering ter aanzuivering<br />

van de bankkredieten.<br />

zich extra te beveiligen zal de bank soms vragen dat de vennoot een wissel<br />

trekt op zijn vennootschap voor hetzelfde bedrag als de verstrekte voorschot-<br />

ten. Die wissel wordt vervolgens geëndosseerd aan de bank waardoor deze<br />

laatste steeds een stok achter de deur houdt voor het geval er onregelmatigheden<br />

gebeuren.<br />

Conclusie<br />

Deze waarborg wordt frequent toegepast wegens de eenvoud en het kosteloos<br />

karakter. Wil de bank een nog grotere zekerheid, dan kan ze nog altijd de voor-<br />

schotten in pand nemen. Er is dan wel een betekening bij deurwaardersexploot<br />

vereist.<br />

3.5.17. Bankexclusiviteit<br />

Definitie<br />

De klant verbindt zich ertoe al zijn f"manciële verrichtingen aan zijn bank toe te<br />

vertrouwen.<br />

Hoofdstuk V : Financieringsvormen op korte termijn -<br />

204<br />

-


Conc1usie<br />

Dit heeft als nadeel dat de c1iënt niet a1tijd de beste prijs zal bekomen. Anderzijds<br />

is het een vorm van loyauteit t.a. v. de bank die veelal zal resulteren in een grotere<br />

kredietverstrekking en/of geringere waarborgen. De bank heeft immers een<br />

onmiddellijke en volledige eontrole op de aetiviteiten en het beheer van de onderne-<br />

mingo<br />

- Het<br />

- Vele<br />

- Volgens<br />

3.5.18. Belangrijke opmerkingen<br />

de wet van 14/07/1976 m.b.t. de reehten en pliehten der eehtgenoten,<br />

kan een niet verbonden echtgenoot de daden gesteld door de andere eehtgenoot,<br />

aI dan niet in het kader van zijn beroep, nietig laten verklaren wanneer die<br />

daden een nadelige invloed kunnen hebben op het huwelijk. De bank zal daarom<br />

niet nalaten het akkoord te vragen van de echtgenoot van de handelaar of<br />

vennoot die zich ten privé titel of met zijn privé goederen verbindt.<br />

tijdstip waarop een waarborg wordt verstrekt, is zeer belangrijk in geval<br />

van faling. In het faillissementsvonnis zal de reehtbank een periode<br />

bepa]en (de<br />

zogenaamde verdaehte periode, nl. max. 6 maanden vóór de uitspraak) waarin<br />

alle zekerheden die tijdens die periode zijn gesteld ter waarborg van bestaande<br />

schu]den, kunnen beschouwd worden a1s een bedrieglijke benadeling van de<br />

andere sehuldeisers. Daarom zal de bank ze]den waehten tot het ogenblik dat<br />

haar klant het financiee] zeer moeilijk stelt om waarborgen te vragen en open-<br />

baar te maken (a]s dit omwille van de tegenste]baarheid vereist is).<br />

van de hierboven besproken waarborgen kunnen uiteraard ook door<br />

derden, anderen dan de kredietnemer, gesteld worden t.a.v. de banken.<br />

Optimaal <strong>debiteurenbeheer</strong> -<br />

205<br />

-


We hebben reeds hierboven geschreven dat vele KMO's opgericht worden met<br />

onvoldoende kapitaal.<br />

Na enige tijd zien de vennoten zich echter wegens de Iiquiditeitsspanningen<br />

genoodzaakt voorschotten, at dan niet tegen vergoeding, te verstrekken aan hun<br />

onderneming. Ook in het verdere bestaan van de onderneming kunnen tijdelijke<br />

liquiditeitstekorten optreden, die eveneens kunnen opgevangen worden via voor-<br />

schotten (meestal via rekening-courant). Niets belet dat eveneens derden die<br />

voorschotten verstrekken.<br />

Financiële of andere instellingen die de solvabiliteit van een dergelijke onderneming<br />

berekenen, zullen deze voorschotten in principe bij het eigen vermogen optellen.<br />

De reden daartoe is dat die voorschotten in de praktijk niet zo gemakkelijk uit het<br />

bedrijf kunnen gehaald worden.<br />

Het gebeurt echter, zoals we reeds zagen, dat bv. banken vragen om die privé<br />

kredieten achter te stellen. Dit komt in feite neer op een pseudo kapitaalsverho-<br />

ging.<br />

I .. .. ... ..<br />

.<br />

..........-.......................................<br />

..~1Il111 .1<br />

5.1. Inleiding<br />

Zoals reeds vermeld, bestaat factoring uit 3 grote dienstverleningen. N aast het<br />

overnemen door de factor van de debiteurenadministratie en/of risicodekking op<br />

debiteuren (zie H II : 3.8. en H IV : 5), zal veela1 terzelfdertijd een f"manciering<br />

verstrekt worden op de openstaande facturen in de portefeuille van de factor. De<br />

financiering is vanzelfsprekend een faciliteit die geboden wordt en geen verplich-<br />

ting.<br />

Hoofdstuk V : Financieringsvormen op korte termijn -<br />

206<br />

-


- Vooreerst<br />

- Uit<br />

- Zodra<br />

- In<br />

5.2. Toetredingsvoorwaarden<br />

zijn er de reeds geciteerde voorwaarden inzake debiteurenadministratie<br />

en/of risicodekking (zie H II : 3.8.3. en H IV : 5.3.).<br />

Indien financiering is gewenst, zal de factor ook het volgende vereisen :<br />

* de klant mag niet factureren vóór de verkoop en levering van de goederen<br />

of vóór het beëindigen van de dienst, m.a.w. vorderingsstaten, deeltijdse<br />

facturatie en consignatiefacturen worden niet aanvaard.<br />

* de klant moet een rninimale rmanciële structuur bezitten. De factor<br />

aanvaardt geen negatief eigen vermogen of recente aanzienlijke verliezen.<br />

de praktijk blijkt dat vooral ondernemingen in de volgende sectoren in<br />

aanmerking komen : textiel, informatica, burotica, speelgoed, meubelen,<br />

bouwmaterialen en andere soorten groothandel, alsook bepaalde diensten bv.<br />

schoonmaak, vertalingen, drukkerij, interimbureaus. Sectoren die met in<br />

aanmerking komen zijn : aanneming, trading, bedrijven die actief zijn in verse<br />

producten en in levende planten en dieren.<br />

5.3. Werking I<br />

de klant aan zijn factor een copie van de geëndosseerde factuur overhan-<br />

digt kan hij een rmanciering tot Max. 80 à 90 % (in geval van een formule met<br />

risicodekking) van het factuurbedrag inc1usief B.T.W. bekomen. Na betaling<br />

door de debiteur zal de factor het niet gefinancierde gedeelte vrijgeven. Wanneer<br />

er geen risicodekking tegen insolventie van de debiteuren in de gekozen facto-<br />

ringformule zit. zal het financieringspercentage schommelen tussen Max. 70 en<br />

75 % van het factuurbedrag inc1usief B.T.W.<br />

de praktijk gebeurt bij de factor alles boekhoudkundig via een rekening-<br />

courant waarop alle geëndosseerde facturen worden geboekt. Vervolgens wordt<br />

het met bevoorschotbare gedeelte op een waarborgrekening overgeboekt. Die<br />

waarborg wordt vrij gegeven wanneer de debiteur betaald heeft. De kosten<br />

(factoringrecht en intresten) worden onmiddellijk na afgifte van de copie-factuur<br />

Optimaal <strong>debiteurenbeheer</strong> -<br />

207<br />

-


- Bij<br />

- Zolang<br />

-<br />

- Bij<br />

-<br />

in rekening gebracht en worden vereffend met de eerst volgende betaalde<br />

factuurbedragen.<br />

betwistingen zal de factor onmiddellijk de financiering intrekken, over het<br />

algemeen door andere facturen minder te bevoorschotten, tot er een oplossing<br />

komt.<br />

de factuur onbetaald blijft, zal de leverancier intresten betalen, voor<br />

zover hij tenminste financiering heeft opgenomen. Wanneer<br />

de factuur verzekerd<br />

is, stoppen de intresten te lopen rond i: 100 dagen na vervaldag wegens de<br />

uitbetaling door de factor. Wanneer de factuur niet verzekerd is, zal de factor op<br />

i: 90 dagen na vervaldag de vordering meestal aan de klant terugbezorgen. De<br />

verstrekte financiering komt dan in mindering van het financieringsgedeelte van<br />

de overige facturen.<br />

Wanneer de risicodekking in de gekozen formule zit, zuBen de meeste factors<br />

het financieringspercentage, by. 85 %, eveneens afhankelijk maken van de<br />

toegekende kredietlimieten op iedere debiteur. M.a.w. een factuur van 0,5<br />

miljoen BEF op een debiteur die gedekt is tot slechts 0,2 miljoen BEF, zal<br />

slechts recht geven op 85 % financiering van 0,2 miljoen BEF.<br />

een normaal factorabele ondememing zal de factor hoogstens 3 à 4 keer het<br />

eigen vermogen financieren. Bij een zeer goed factorabel bedrijf, o.m. wanneer<br />

het gemiddeld factuurbedrag zeer laag Jigt (bv. < 50.000 BEF) en er een zeer<br />

goede debiteurenspreiding is (bv. grootste debiteur < 5 % van de ornzet), zal de<br />

factor soms tot 10 maaI of meer het eigen vermogen financieren:<br />

Het is dus goed mogeJijk dat, indien het toegepaste financieringscoëfficiënt bv.<br />

85 % op het totaal aan openstaande facturen meer zou bedragen dan de vermelde<br />

3 à 4 keer het eigen vermogen, de factor de financieringsmogelijkheid zal<br />

plafoneren tot een maximaaI bedrag.<br />

Wanneer volgens de factor de kans op betwiste facturen hoven het normale ligt<br />

of er is een concentratie op enkele debiteuren, dan zal de factor eerder het<br />

f"mancieringscoëfficiënt naar beneden halen, by. naar .<br />

60 %<br />

Uiteraard worden deze afwijkingen na analyse van het dossier in de definitieve<br />

ofTerte meegedeeJd.<br />

Hoofdstuk V : Financieringsvormen op korte termijn -<br />

208<br />

-


- De<br />

- Indien<br />

- Over<br />

- Inzake<br />

- De<br />

5.4. Financieringsvormen en kostprijs<br />

Een factor verstrekt hoofdzakelijk 2 soorten fmanciering.<br />

- Vooreerst<br />

heeft men het klassieke kaskrediet (zie H V : 3.2.1.) waarvan de<br />

basisrentevoet (12 % op 01/04/93). venneerderd wordt met een marge (tussen<br />

0,25 en 2,5 %). Bij de meeste factors wordt er eveneens nog een trimesteriële<br />

provisie aangerekend (0,125 of 0,25 % op de hoogste debetstand).<br />

Voor bedrijven die rond de 100 miljoen BEF omzet draaien, zullen de meeste<br />

factors bereid zijn om vaste voorschotten (straight loans van bv. min.<br />

BEF en min. 1 maand) toe te kennen (zie H V : 3.2.3.).<br />

Ook bier is er een basisrentevoet (gebaseerd op de BffiOR) die echter kan<br />

verscbillen naargelang de factor en een marge tussen 0,25 en .<br />

1 %<br />

5 miljoen<br />

Over het algemeen zijn de factors eveneens bereid te financieren in deviezen,<br />

zowel via kaskrediet als via vaste voorschotten.<br />

intresten worden bij elke afrekening berekend en over het algemeen in<br />

mindering gebracht van het gefinancierde gedeelte. Daardoor ligt bij de<br />

factors de nominale rentevoet vaak wat hoger (:to,25 %) dan bij een bank die<br />

dezelfde rentevoet hanteert maar slechts trimesterieel de intresten aanrekent.<br />

5.5. Voordelen I<br />

extra financieringsfaciliteit kan de factoringklant in staat stellen voortaan zijn<br />

leveranciers contant te betalen, waardoor kortingen verkrijgbaar zijn.<br />

de financiering wordt aangewend om zijn leveranciers- en bankschulden<br />

te vereffenen, ontstaan er betere solvabiliteits- en rendabiliteitsratio's.<br />

het algemeen za1 men via die extra middelen stipter zijn betalingsver-<br />

plichtingen t.a. v. wie ook kunnen nakomen.<br />

tarieven van kaskrediet en vaste voorschotten zijn de factors zelden<br />

duurder dan de banken. Sommige factors aanvaarden dat de bankier van de<br />

klant de factoringfinanciering verstrekt. Het gaat dan meestal om de bank die<br />

Optimaal <strong>debiteurenbeheer</strong> -<br />

209<br />

-


- Factoringfinanciering<br />

- In<br />

eveneens aandeelhouder is van de desbetreffende factor. In dat geval zijn het<br />

uiteraard de tarieven van de bank die van toepassing zijn.<br />

voigt de omzet, meer bepaald het openstaand bedrag op de<br />

debiteuren, waardoor een factor veel beter dan een bank op bv. seizoenpieken en<br />

omzetgroei zal kunnen inspelen.<br />

vergelijking met hetgeen een bank aan korte termijnkredieten zal verstrekken<br />

in een ondemerning op basis van het handelsfonds, zal een factor vaak hoger<br />

scoren, zeker<br />

bij jonge ondememingen.<br />

5.6. Concurrentieverschillen<br />

De verschillen tussen de factors onderling liggen hoofdzakelijk op het vlak van:<br />

* de aangerekende marge;<br />

* het al dan niet toepassen van de trimesteriële provisie;<br />

* aanpak m.b.t. betwiste en gedeeltelijk gedekte facturen;<br />

* het toekennen van vaste voorschotten, alsook hun minimumbedragen en<br />

-duur;<br />

* het aantal afrekeningsdagen, m.a.w. hoeveel valutadagen verlies;<br />

*<br />

inkoopimanciering, m.a. w. financieren van aankoopfacturen of stockfinancie-<br />

ring genoemd. Dit wordt maar door enkele factors toegepast en dan nog onder<br />

strikte voorwaarden, bv. na voorleggen van verkooporders;<br />

* het imancieringscoëfficiënt en het maximum geimancierd bedrag. Dit kan<br />

verschillen naargelang de gevoeligheden van de factor m.b.t. bepaalde risico's<br />

in het dossier, alleen na analyse van het dossier zal het kredietcomité van de<br />

factor een definitief voorstel doen;<br />

* het imancieren in deviezen.<br />

Hoofdstuk V : Financieringsvormen op korte termijn -<br />

210<br />

-


5.7. Conclusie<br />

Als een bedrijf alleen nut heeft aan die flexibele en extra kredietverstrekking. maar<br />

weinig of niets kan aanvangen of besparen met de daaraan gekoppelde debiteu-<br />

renadministratie en/of risicodekking, dan is factoring vanzelfsprekend duur. Men<br />

dient immers steeds naast de intrestlast ook een factoringrecht voor die diensten te<br />

betalen. Factoring is daarentegen interessant o.m. qua kostprijs als men de drie<br />

diensten tenvolle kan benutten.<br />

Optimaal <strong>debiteurenbeheer</strong> -<br />

211<br />

-


HOOFDSTUK VI<br />

I~~~~~~~~~~~~~~~~~~~I<br />

li~'~I.JI!iili~<br />

. ."...................,.............................<br />

. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . - . . . . . , . . . . . . . . . .<br />

...................................................<br />

........... ......................................<br />

...................................................<br />

: OPLOSSINGEN VOOR LANGDURIGE<br />

LIQUIDITEITSSPANNINGEN<br />

Wanneer een ondememing vaststelt dat zij reeds geruime tijd met aanzienlijke<br />

thesauriespanningen zit, meer bepaald wanneer de korte termijn middelen niet meer<br />

vols18an om de korte termijn schulden te vereffenen, dan dient het bedrijf in<br />

kwestie naar een lange termijn oplossing uit te kijken. Gebeurt dit niet dan onts18at<br />

er gevaar dat leveranciers, personeel, overheid (met betrekking tot R.S.Z.,<br />

B. T. W., bedrijfsvoorheffing.<br />

...)<br />

en banken meer en meer druk zuBen uitoefenen<br />

om betaald te worden, waardoor de fating niet lang meer kan uitblijven.<br />

We gaan in het kort een aantal van die mogelijkheden bespreken.<br />

r~~<br />

.'JÎ1.....IIIB<br />

~ ~ ~ ~ ~ ~<br />

~ ~ ~<br />

~<br />

~~ ~~ ~~ ~~<br />

~~~~~~~~<br />

~~ ~~1<br />

In de plaats van jaarlijks de winsten uit te keren aan de aandeelhouders via<br />

dividenden of aan de bestuurders onder de vorm van 18ntièmes, kan men voortaan<br />

beslissen dit bij de reseves onder te brengen. Zo blijven deze middelen binnen het<br />

bedrijf als werkkapitaal beschikbaar en verbetert dit eveneens de solvabiliteit.<br />

I..... ...s.................................................. ..... .~<br />

...... il~mM~:~!rmiJI!lml........J<br />

I 3.1. Inleiding<br />

Wanneer langdurige spanningen optreden zoals hierboven omschreven, kan het<br />

vols18an bv. om een gedeelte van de korte termijn kredieten bij de bank om te<br />

Hoofdstuk VI : Oplossingen voor -<br />

langdurige liquiditeitsspanningen<br />

212<br />

-


zetten in een lange termijn lening, of we I om er een aan te gaan zetfs indien men<br />

- Voor<br />

nog geen korte termijn kredieten heeft.<br />

Lange termijn kredieten hebben als voordeel dat ze over een langere peri ode<br />

kunnen worden terugbetaald. Doordat de intrestlast lager ligt en men de cash flow<br />

(winst + afschrijvingen) van meerdere jaren kan gebruiken, is de terugbetaling van<br />

dergelijke schulden draaglijker. Een lange termijn lening is door de bank eveneens<br />

moeilijker vroegtijdig opzegbaar, wat dus meer zekerheid aan de ontlener ver-<br />

- De<br />

schaft.<br />

3.2. Soorten<br />

3.2.1. Termijn- en wentelkredieten<br />

bankkredieten op lange termijn ( > 1 jaar) worden in feite in 2 categorieën<br />

onderverdeeld.<br />

Vooreerst is er de f"manciering op atbeta1ing, ook soms financiering, uitrus-<br />

tingsfinanciering of middellange termijnlening genoemd. Het is een kredietvorm<br />

die bedoeld is voor relatief beperkte investeringen bv. machines en voertuigen.<br />

De looptijd hangt af van de economische gebruiksduur van het gefinancierde<br />

voorwerp, maar blijft in principe beperkt tot max. 5 jaar. De kostprijs wordt<br />

uitgedrukt in een maandelijkse rentevoet (bv. 0.60 %), omdat er maandelijkse<br />

aflossingen zijn. Men gebruikt eveneens vaak deze kredietvorm voor voorafbeta-<br />

Hngen van belastingen, uit te betalen verlofgelden en eindejaarpremies.<br />

Vervolgens is er het termijnkrediet, ook investeringskrediet of lange termijn-<br />

lening genoemd. Dit is een kredietvorm voor grotere investeringen bv. gebou-<br />

wen en meestal voor een periode van 5 tot 15 jaar.<br />

het aanvullen van het bedrijfskapitaal zal men in de praktijk eerder gebruik<br />

maken van het termijnkrediet dan van een financiering op afbetaling.<br />

Die termijnlening zat veelal een aflossingsschema bevatten en een duurtijd<br />

hebben tussen de 3 en 5 jaar. De intrestvoet (tussen 8,45 en 8,78 % op 01104/93<br />

naargelang aflossingswijze) is vanzelfsprekend lager dan bij bv. kaskrediet of<br />

Optimaal <strong>debiteurenbeheer</strong> .<br />

213<br />

-


- Een<br />

- De<br />

discontokrediet. De rentevoot die de banken hanteren voor investeringskredieten<br />

is over het algemeen gebaseerd op die van de N.M.K.N. Voor grotere bedragen<br />

(> 50 miljoon BEF) en bedrijven (> 500 miljoon BEF) of voor zij die sterk<br />

zijn in het negotiëren, zullen de banken werken met de Prime Rate (op 01/04/93<br />

tussen 7.31 en 7.80 % naargelang duurtijd en aflossingswijze).<br />

mogelijkheid bestaat eveneens om een wentelkrediet, ook roll-over of<br />

revolving krediet genoomd, op te nemen. Dit is een krediet dat voor een vaste<br />

periode (1 à 10 jaar) wordt toegekend en wordt opgenomen onder de vorm van<br />

vaste voorschotten op korte termijn. Dit moot niet noodzakelijk met steeds<br />

hetzelfde bedrag en dezelfde looptijd gebeuren. Het is wel hernieuwbaar op het<br />

einde van elke deelperiode. De intrestvoet, gebaseerd op de BIBOR, die van<br />

bank tot bank kan verschillen, is eveneens relatief laag (8,25 % voor 3 maanden<br />

op 01/04/93) te vermeerderen met een marge tussen 0,25 en 1 %. Wel is het bij<br />

deze kredietvorm minder evident om een aflossingsschema in te bouwen, zodat<br />

vaak het totale bedrag op de vervaldag volledig moet worden terugbetaald. In<br />

principe zijn wentelkredieten bestemd voor grote bedrijven die minstens 10<br />

miljoen BEF als vast voorschot opnemen. Dankzij de concurrentie onder de<br />

fmanciële instellingen beginnen ze dergelijke kredietvormen eveneens aan<br />

middelgrote ondememingen toe te kennen, weliswaar soms mits verhoging van<br />

de marge op de BIBOR naar 1,5 tot 2 % .<br />

Het voordeel t.a.v. een termijnkrediet is dat men kan bedingen dat men niet<br />

verplicht is om steeds hetzelfde bedrag op te vragen als vast voorschot. In een<br />

deelperiode, meestal 3 of 6 maanden, van iets mindere thesauriebehooften kan<br />

een wat lager voorschot worden opgenomen. Daardoor zal de ondememing<br />

minder intresten betalen.<br />

3.2.2. Obligatie<br />

obligatie is een schuldtitel waaraan geen zeggenschap over de ondememing<br />

verbonden is, m.a.w. geen stemrecht. Het geeft meestal recht op een vast<br />

rendement, dus geen deelname in de winst en het heeft een specifieke looptijd.<br />

Hoofdstuk VI : Oplossingen voor -<br />

langdurige liquiditeitsspanningen<br />

214<br />

-


- Achtergestelde<br />

- De<br />

- Voor<br />

Bij liquidatie van de ondememing worden de obligatiehouders vóór de gewone<br />

en preferente aandeelhouders uitbetaald. Naargelang ze al dan niet aehtergesteld<br />

zijn of daarentegen gewaarborgd zijn (bv. via een hypotheek). zullen ze respee-<br />

tievelijk vallen onder de gewone aehtergestelde of bevoorreehte sehuldeisers.<br />

obligaties worden aanzien als quasi eigen vennogen. Men zal ze<br />

bij het eigen vennogen tellen voor het berekenen van de solvabiliteit.<br />

open bare uitgifte op de kapitaalmarkt van obligaties met vaste rente wordt<br />

nagenoeg volledig gedomineerd door emissies van de overheid zoals de staat,<br />

provincies. gemeenten, parastatalen....<br />

Grote ondememingen kunnen evenwel nog beroep doen op de markt van<br />

onderhandse obligatie-emissies.<br />

de andere bedrijven blijft de mogelijkheid om hun emissie aan een institu-<br />

tionele belegger te verkopen. Men spreekt hier van private of direete plaatsing.<br />

Als institutionele beleggers hebben we de :<br />

* holdings, die zijn veelal ter beurs genoteerd, bv. Generale Maatsehappij,<br />

G.B.L.. Almanij, Copeba. Eleetrorail, ...<br />

* investeringsmaatsehappijen. bv. Investeo. Benevent, Vlaamse Investerings-<br />

vennootsehap, G.I.M.V.. L.I.M.. ...<br />

* gemeensehappelijke beleggingsfondsen. pensioenfondsen. verzekerings-<br />

maatsehappijen en spaarbanken.<br />

Het is vnl. bij investeringsmaatschappijen dat een K.M.O. zijn obligaties kan<br />

plaatsen. voor zover aan bepaalde voorwaarden voldaan is : er is een min. en<br />

max. duur en bedrag (dikwijls min. 5 miljoen BEF voor 5 jaar). het moet een<br />

groeiend en rendabel bedrijf zijn.<br />

Om de versehillende soorten obligaties met hun modaliteiten te kennen,<br />

beter een daartoe gespecialiseerd werk te raadplegen of zieh reehtstreeks te<br />

wenden tot een investeringsmaatsehappij.<br />

Optimaal <strong>debiteurenbeheer</strong> -<br />

is het<br />

215<br />

-


Ii ø.li~~!~!l!f.~~IIIl!I!!1<br />

- Het<br />

- Als<br />

- Om<br />

- Het<br />

4.1. Vanwege de aandeelhouders of nieuwe privé investeerders.<br />

grote nadeel van extra kapitaal in te brengen t.o.V. extra schulden aan te<br />

gaan, is het feit clat dividenden met rlScaaI aftrekbaar zijn. Oit is wel het geval<br />

met intresten. Elk bedrijf moet zelf het juiste niveau van eigen en vreemd<br />

vermogen bepalen. In principe is het toch aangewezen om minstens 25 à 35 %<br />

eigen vermogen of solvabiliteit te hebben.<br />

de werkende vennoten of de bestuurders van een vennootschap willen<br />

intekenen op een kapitaalsverhoging, kunnen ze daarvoor een kapitaalkrediet<br />

aangaan. Oit gebeurt tegen een sterk verminderde financieringskost omdat de<br />

door de vennoot of bestuurder betaalde intresten voor hem ats bedrijfslasten<br />

aftrekbaar zijn. Weliswaar is die aftrek beperkt tot zijn bedrijfsinkomen uit die<br />

vennootschap en voor zover hij uit die vennootschap zijn belangrijkste inkomen<br />

betrekt. Oe kredietnemer betaalt in dat geval netto slechts ongeveer de helft van<br />

de aangerekende intresten (in 1992 kwam dat netto neer op :t 5 %).<br />

nieuwe investeerders aan te trekken zal men soms geneigd zijn een mini-<br />

male winstuitkering voorop te stellen. Normaalligt die, gezien het risico,<br />

5 % hoger dan de rentevoet van een staatsobligatie op 3 jaar. Als men er<br />

rekening mee houdt dat dividenden niet fiscaal aftrekbaar zijn en dat nieuwe<br />

investeerders vaak eisen clat hun aandelen door de oorspronkelijke aandeel-<br />

houders na enige jaren moeten worden teruggekocht (at dan niet met een<br />

meerwaarde), kan het een dure oplossing worden.<br />

4.2. Vanwege investerings- en venture capital maatschappijen<br />

onderscheid tussen investerings- en venture capital maatschappijen ligt vnl.<br />

in het beoogde rendement en in de inmenging in het ondernemingsbeleid. Bij<br />

venture capital wordt hoofdzakelijk een meerwaarde bij de latere wederverkoop<br />

Hoofdstuk VI : Oplossingen voor -<br />

langdurige liquiditeitsspanningen<br />

216<br />

3 à<br />

-


- Qua<br />

- Zoals<br />

- We<br />

- Investeringsmaatschappijen<br />

(al dan niet aan de aandeelhouders) van de aandelen nagestreefd en zal de<br />

zeggingsschap in de onderneming groter zijn.<br />

Gemakshalve zullen we ze allebei voortaan investeringsmaatschappijen noemen.<br />

kunnen naast het intekenen op obligaties (zie H VI :<br />

3.2.2.) eveneens participeren in het kapitaal van een onderneming. Ook om<br />

risicokapitaal te verstrekken aan hun klanten hebben de meeste grote banken<br />

aparte vennootschappen opgericht. Om dergelijke participaties te verwerven,<br />

moeten de ondernemingen evenwel aan bepaalde voorwaarden voldoen, zowel<br />

in bedrag (min. en max.), duur, omvang van het bedrijf, als soms naar groei,<br />

sector, creativiteit en rendement.<br />

vergoeding gaat het opnieuw om een jaarlijkse dividenduitkering (al dan<br />

niet een vast rendementspercentage) of om een meerwaarde bij de latere weder-<br />

verkoop van de aandelen (o.m. bij venture capital) of om een cumul van beiden.<br />

iedere aandeelhouder zal de investeringsmaatschappij eveneens recht<br />

hebben op toezicht en informatie over de onderneming. Soms zal zelfs een<br />

bestuurdersmandaat moeten worden afgestaan of begeleiding aanvaard worden.<br />

Dit kan echter het bedrijf ook ten goode komen.<br />

Wat wij onder 4.1. schreven, is hier eveneens van toepassing.<br />

kunnen als indeling van dergelijke maatschappijen het volgende hanteren :<br />

~ privé, behorend tot fmanciële instellingen of groepen :<br />

* Benevent (I en II); Brinvest; Ibel; Investco; Mezzafinance; Nobema;<br />

Vlaamse Investeringsvennootschap (V.I. V .)<br />

~ privé, onatñankelijk :<br />

* Advent Belgium; Belcofi; De Eik; Euroventures Benelux (I en II);<br />

~ gemengd:<br />

Gevepar; Indas; Kamolux; Lessius; Noro Group of Companies;<br />

Oranje Nassau<br />

* Isep; Alinvest (I en II); Shipinvest; Sidinvest<br />

~ overheid :<br />

*<br />

Optimaal <strong>debiteurenbeheer</strong> -<br />

G.I.M.V. (Gewestelijke Investeringsmaatschappij voor Vlaanderen);<br />

G .I.M.B. (Gewestelijke Investeringsmaatschappij voor Brussel);<br />

217<br />

-


- Liquiditeitsspanningen<br />

- Omgekeerd<br />

L.I.M. (Limburgse Investeringsmaatschappij); Kamofin; Participa-<br />

tiefonds van de Nationale Kas voor Beroepskrediet.<br />

kunnen eveneens, althans voor een gedeelte, worden<br />

opgevangen door een omzetstijging : via prijsverhoging van de verkochte<br />

producten en diensten of we I door hoeveelheidsvermeerdering. Ook een daling<br />

van de omzet via verI aging van het aantal verkochte eenheden, kan de kas-<br />

spanningen wegnemen. In hoofdstuk II hebben we gezien hoe men via een goed<br />

gevoerde debiteurenadministratie tot een versnelling kan komen van de verkoop-<br />

ontvangsten.<br />

te werk gaan is ook mogelijk. De uitgaven vertragen door een<br />

betere stockrotatie : vnl. verkopen uit de bestaande voorraad en zolang mogelijk<br />

wachten om hem opnieuw samen te stell en of op consignatie bestellen. Men kan<br />

ook extra betalingsuitstel vragen aan de leveranciers en andere schuldeisers<br />

(R.S.Z., B.T.W., bedrijfsvoorheffing,<br />

...), eventueel afbetalingsplannen nego-<br />

tiëren. Wat uiteraard ook helpt, is het verminderen van de uitgaven. Dit kan<br />

door investeringsprogramma' s uit te stellen of te schrappen en te snoeien in bv.<br />

personeel, gebruik van allerlei door extemen verschafte dienstverleningen,<br />

aankoop van goederen, ...<br />

raltl.II&;1I1....]<br />

Vanzelfsprekend wordt vooreerst gedacht aan met gebruikte activa by. terreinen,<br />

overtollige machines. Misschien kan men ook denken aan de verkoop van winstge-<br />

vende activa of zelfs bepaalde afdelingen van de ondememing. Eventueel kan men<br />

via een sale and lease back operatie of het terug buren van die activa, toch nog<br />

beschikken over het economisch gebruik ervan.<br />

Uiteraard zal men dit hier slechts als laatste reddingsmiddel aanwenden.<br />

Hoofdstuk VI : Oplossingen voor -<br />

langdurige liquiditeitsspanningen<br />

218<br />

-


II~jiEm~æl~~~~~)il<br />

Als de liquiditeitsmoeilijkheden niet intern en zelfstandig kunnen worden opgelost.<br />

kan een fusie of overname het voortbestaan van de onderneming verzekeren omdat<br />

daardoor allerlei so orten synergieën ontstaan :<br />

- operationele<br />

- met<br />

synergie-effeeten<br />

* schaalvergroting, nt. de variabele en vaste kosten per eenheid dalen;<br />

* voordelen uit ervaring. Door het fenomeen van de ervarings- of leercurve<br />

ontstaat er productiviteitsstijging en daling van het aantal defecten. Dit zal<br />

nog meer het geval zijn wanneer de activiteit gelijkaardig is;<br />

* bij verticale integratie, zowel bij voorwaartse of achterwaartse integratie<br />

van een aanverwant activiteitsstadium, ontstaan er eveneens tal van bespa-<br />

ringen en voordelen;<br />

* gezamentijk gebruik van bepaalde faciliteiten;<br />

operationele synergie-effecten<br />

*<br />

financiële en fiscale voordelen. De ontleningscapaciteit stijgt, men kan<br />

goedkoper nieuwe middelen aantrekken, recuperatie van fiscaal over-<br />

draagbare verliezen is mogelijk alsook vrijstelling op gerealiseerde meer-<br />

waarden op aandelen;<br />

* verwijderen van inefficiënt management.<br />

OptimaaJ <strong>debiteurenbeheer</strong> -<br />

219<br />

-


BIBLIOGRAFIE<br />

* Amcham, Rising insolvency risk per country in 1991 -<br />

per country, 06/1992.<br />

Respect<br />

of payment terms<br />

* Argenti J., Corporate collapse : the causes and symptoms, Mc Graw Hillbook,<br />

1976.<br />

* Assurances du crédit de Namur, Contract en brochures.<br />

* Bamps P., De gespierde consument, KB magazine, 1992.<br />

* BBL, Exportaudit : Studie- en analyseprogramma voor de export, 1992.<br />

* BBL, Factoring, BBL Berichten, 04/1984.<br />

* BBL, Financieel beheer bij KMO's, BBL Onderneming.<br />

* BBL, Het beheer van de wisselkoers- en renterisico's, 1988.<br />

* BBL, Het documentair krediet, 1989.<br />

* BBL, Het economisch finanCÎeel instrumentenbord, BBL Onderneming, 06/1990.<br />

* BBL, Het kapitaalkrediet, 1992.<br />

* BBL, Infotrade, BBL Onderneming.<br />

* BBL, Reglementation de l'I.B.L.C. : conseils pratiques aux exportateurs.<br />

* BBL, Starten voor eigen rekening, BBL Onderneming, 09/1989.<br />

* BBL, Telelink.<br />

* Becque E., De excess of loss polis, NCMV Exportflash, 10/1989.<br />

* Belgian Business, Oproep aan exporteurs, 12/1989.<br />

* Belgisch Arbitragebureau, Contract en brochures.<br />

* Belgische Kamer voor Nationale en Internationale Arbitrage, Contract en<br />

brochures.<br />

* Belgo Factors, Contract en brochures.<br />

* Benevent, Brochures.<br />

* Bijnens R., Kredietverzekering verduidelijkt : Basiskenrnerken -<br />

afrekening, C.I.S. International -<br />

F.M. C., 1992.<br />

funktie<br />

-<br />

* Bortier J., Heeft u genoeg netto-bedrijfskapitaal, Zelfstandig Ondernemen,<br />

02/93.<br />

* Braeckmans H., De overeenkomst : Persoonlijke zekerheidsrechten, Kluwer,<br />

1990.<br />

Bibliografie -<br />

prijs<br />

-<br />

220<br />

-


* Braeckmans H., Factoring: Eenjuridische analyse, C.E.D. Samson, 1979.<br />

* Bravec M., Halte aux impaye's, Trends Tendances, 03/1992.<br />

* Budget & Droits, Conditions générales : Loi plus stricte, 1992.<br />

* Budget & Oroits, Lettre recommandée, 1992.<br />

* Bureau Van Dijk, Brochure.<br />

* Carette J., International Commercial Banking, Generale Bank.<br />

* Cepina, Contract.<br />

* Cera, Een eigen bedrijf starten.<br />

* Cloquet A., Factuur, A.P.R.<br />

* Cobac, Contract en brochures.<br />

* Coeurnelle E., Lire un bilan, ce n'est pas tellement difficile, I'Echo de la<br />

Bourse.<br />

* Corluy W., De behandeling van het financieringsdossier door de bank,<br />

E.H.S.A.L., 1991.<br />

* Corluy W., Financiering en risicobeheer in de internationale handel, 1991.<br />

* Crédit Générale, Manuel des crédits, 1973.<br />

* Crédit Lyonnais, Exporter sur la Belgique : Moyens de paiement, 1987.<br />

* De Broqueville M., L'assurance crédit : un outil au service des exportateurs,<br />

Entreprendre, 10/1987.<br />

* Oelcredere, Brochures en contract.<br />

* De Markt, Factoring een totaaloplossing, 08/1988.<br />

* De Standaard, Kredietverzekeraar Cobac komt in Franse handen, 0111993.<br />

* De Winter, Gelezen en goedgekeurd, KB magazine, 1992.<br />

* Dirix E. en BaIlon G.L., De factuur, Story-Scientia, 1985.<br />

* Dochy A., Technieken voor de buitenlandse handel, BBL<br />

* Dumarey E., De Italiaanse bankwereld, NCMV Exportflash, 1988.<br />

* Dumarey E., Exportfinanciering met accepten, KB magazine, 1991.<br />

* Dun & Bradstreet International, Contract en brochures.<br />

* Edwards H., Credit management handbook, Gower publishing, 1988.<br />

* Facts, Magazine voor Factoring, een uitgave van Belgo Factors 1984, 1985,<br />

1986, 1989, 1990.<br />

Optimaal <strong>debiteurenbeheer</strong> -<br />

221<br />

-


*<br />

*<br />

*<br />

*<br />

*<br />

F.E.T..<br />

05/1992.<br />

Banken en verzekeraars versterken greep op Belgische topmakelaars.<br />

F.E.T.. Delcredere koopt 25 % van kredietverzekeraar COBAC. 04/1993.<br />

F.E.T.. Firm wit kapitaal verhogen tot 300 miljoen. 1991.<br />

F.E.Tot Overschrijving tussen EG banken is gemiddeld 5 dagen onderweg.<br />

1992.<br />

F.E.T., Dossier risicodekking. 04/1993.<br />

* Fidisco. Brochure.<br />

* Fredericq L. en S., Handboek van Belgisch handelsrecht. 1.<br />

* Generale Bank, De Delcredere dienst. G bulletin. 12/1987.<br />

Bruylant, 1988.<br />

* Generale Bank. De kredieten : Financieringsbehoeften van de ondernemingen.<br />

kredietvormen en zekerheden, Kluwer. 1985.<br />

* Generate Bank. Exporteren -<br />

Importeren.<br />

* Generate Bank, Exportfinanciering op halflange en lange termijn.<br />

* Generale Bank. Het documentair incasso. G bulletin, 12/1987.<br />

* Generate Bank. Optimaal gebruik van internationale betaaltechnieken.<br />

* Generale Bank, Uw wisselrisico beheersen.<br />

* Generale Bank, Veiligheid bij internationale transacties.<br />

* Gillijns L.. De kredietverzekeringsmarkt, NCMV Exportflash, 10/1989.<br />

* Gillijns L.. De kredietverzekeringspolis, NCMV Exportflash. 10/1990.<br />

* Graydon Dongelmans. Contract en brochures.<br />

* Hendrickx L., De konsignatie-overeenkomst, Z.O. Advies N.C.M.V.. 10/1991.<br />

* Hovius J. en Van De Belt A., Credit management. Vuga, 1988.<br />

*<br />

*<br />

International Factors, Contract en brochures.<br />

Investco, Brochures.<br />

* Kamer van Koophandel van Brussel, De algemene principes van de wisselcontro-<br />

*<br />

*<br />

*<br />

*<br />

*<br />

Ie, 08/1985.<br />

KB, Betalingstechnieken in de buitenlandse handel. 1990.<br />

KB, Dienstverlening aan bedrijven, 1989.<br />

KB, Electronisch bankieren, 1991.<br />

KB, Factoring, KB Weekberichten. 01/1981.<br />

KB, Het opstellen van verkoopcontracten in de buitenlandse handel, 1992.<br />

Bibliografie -<br />

222<br />

-


*<br />

*<br />

*<br />

*<br />

*<br />

*<br />

*<br />

*<br />

KB,<br />

Infocataloog, 1986.<br />

KB, Korte termijnfinanciering in de internationale handel.<br />

KB, L'assurance crédit, KB weekberichten, 05/1992.<br />

KB, Leidraad bij de wetgeving op de boekhouding en de jaarrekening van de<br />

onderneoùngen, 1989.<br />

KB, Op zoek naar financieel evenwicht in de onderneoùng, 1987.<br />

KB, Starters, 1990.<br />

KB, Tele-KB-Basic, KB Magazine, 1993.<br />

KB, Wisselreglementering en wisselrisico's in het intemationale betalingsver-<br />

keer.<br />

* Krebes, Brochures.<br />

* Locabel, Brochures.<br />

* Maes H., Voordelen van Arbitrage, F.E.T., 1993.<br />

* Merchiers Y., De overeenkomst : Factoring en aanverwante rechtsfiguren,<br />

Kluwer, 1990.<br />

* Michel P., Financer sa croissance, Trends Tendances, 06/1991.<br />

* Nally R., Le factoring : Ses effets sur la rentabilité de l' exploitation et son rôle<br />

dans Ie financement de l'entreprise, Les éditions d'organisation, 1969.<br />

* NCMV Exportflash, Groei in het exportbedrijf, 02/1990.<br />

* NCMV Exportflash, Leasing en export, 10/1988.<br />

* Ooghe H., Bedrijfsfinanciering, Kluwer, 1991.<br />

* Ooghe H., Falingsvoorspelling, E.H.S.A.L., 1989.<br />

* Ottoy P., Ruilen is de oplossing bij overstock, F.E.T., 12/92.<br />

* Phillippe D., De overeenkomst : De rechten en de bepaling van de inhoud van<br />

de overeenkomst, Kluwer, 1990.<br />

* Poot en Pauwels, Wat bij contractbreuk, NCMV Exportflash, 10/1990.<br />

* Quatennes, Leasen of kopen, Exportf1ash N.C.M.V., 1992.<br />

* Rathmes J., Recouvrement des créances, Gagnez, 1992.<br />

* Redding H. & Knight G., The Dun & Bradstreet Handbook of Credit and<br />

Collections, Thomas Cromwell company, 1974.<br />

* Richter P., Kredietverlening aan afnemers, Samson, 1971.<br />

* Safimex, Brochure.<br />

Optimaal <strong>debiteurenbeheer</strong> -<br />

223<br />

-


* Schoonjans J., Eigen vennogen : Financieringsmogelijkheden met participatie-<br />

vennootschappen, E.H.S.A.L., 1992.<br />

* SGS, Brochures.<br />

* Sogenal, La lettre de change relevé magnétique, 04/1988.<br />

* Sogenal, Pratiques bancaires Françaises Iiées à I' encaissement, 1990.<br />

* Stonne M., De overeenkomst : Contractuele mogelijkheden om geschillen<br />

altematief op te lossen, KJuwer, 1990.<br />

* Stonne M., Gerechtelijk recht, R.U.G., 1987.<br />

* Thierens F., Bankborgstelling of bankgarantie, KB magazine, 1992.<br />

* Timmerman G., Informatie is koopwaar, Belgian Business magazine, 10/1990.<br />

* Trends, Dossier leasing, 1992.<br />

* Van Acker J. en Vansina F., Fusies en ovemamen, E.H.S.A.L., 1992.<br />

* Vandebeek K., Het innen van vorderingen op Franse afnemers, KB magazine,<br />

12/1991.<br />

* Van den Bosch A., Financiering van de buitenlandse handel, Fabrimetal, 1991.<br />

* Van den Buick G., Forfaiting, F.E.T., 1988.<br />

* VanHecke, Brochures.<br />

* Van Houtte H., Enkele suggesties voor een efficiënte arbitrageprocedure,<br />

T.B.H., 1989.<br />

* Van Istendael A., Actueel boekhouden en handelsbeleid, 1985.<br />

* Van Malderghem R., Kredietbeheer, NCMV Exportflash, 10/1989.<br />

* Van Meerbeeck P., Leasing zonder BTW-zorgen, KB magazine, 1991.<br />

* Van Minnebruggen W., Onrechtmatige bedingen, KB magazine, 1991.<br />

* Visart M., Exporter sans souci, Trends Tendances, 1988.<br />

* Volcke 0., Factoring, een volledige debiteurenopvolging, NCMV Exportflash,<br />

10/1989.<br />

* Warrant, Brochures.<br />

* Wymeersch E., Handelsrecht, R.U.G, 1987.<br />

Bibliografie -<br />

224<br />

-

Hooray! Your file is uploaded and ready to be published.

Saved successfully!

Ooh no, something went wrong!