optimaal debiteurenbeheer 3.pdf - Crion
optimaal debiteurenbeheer 3.pdf - Crion
optimaal debiteurenbeheer 3.pdf - Crion
You also want an ePaper? Increase the reach of your titles
YUMPU automatically turns print PDFs into web optimized ePapers that Google loves.
I .... ...mmm .. .<br />
.<br />
............... ...-............. -..............-............. ..... ........... ..... .... ......... ",' .......-. --,'-'<br />
................... .......... --..... ........... ',-'-"'" ....,-........... ...... "-,'" ....... ..................... ................ ........... ...... ',"<br />
--.......... .-....-....-.... ...'- -,-..<br />
I<br />
..:il.:I:~~:I.tl;~~iE~....~~~.~~i.~~s.~.......i<br />
6.1. Inleiding<br />
De N.D.D. is een openbare instelling die opgericht werd om de Belgische export<br />
te bevorderen en die onder staatsgarantie werkt. Delcredere verzekert de commer-<br />
ciële en politieke risico's op aIle landen, alhoewel dit in de praktijk meestal (en<br />
ook aIs gevolg van een akkoord met Cobac) beperkt is tot de landen buiten West-<br />
Europa. In 1992 had zij ongeveer 2 miljard omzet.<br />
In het buitenland heeft men gelijkaardige overheidsinstellingen bv. COFACE in<br />
Frankrijk, SACE in Italië en ECGD in Groot-Brittannië.<br />
- Naast<br />
- Tevens<br />
- Terloops<br />
6.2. Welke exporttransacties worden verzekerd<br />
het verzekeren van kortlopend krediet, zoals bij de commerciële krediet-<br />
verzekeraars, neemt Delcredere ook het risico op middellange (1 à 5 jaar) en<br />
lange termijn (van 5 tot 15 jaar, vnl. voor investeringsgoederen) over.<br />
verzekert de N.D.D. politieke risico's (wanneer<br />
bepaalde gebeurtenissen<br />
in het land de debiteur verbinderen te betalen bv. deviezenschaarste, oorlogen,<br />
rampen, wijziging van overheidsmaatregelen). Ze neemt eveneens het risico over<br />
van het in gebreke blijven van overheidsdebiteuren of rmanciële instellingen<br />
(wanneer die zich bv. garant stell en voor de goede afloop van een transactie)<br />
alsook de risico's m.b.t. inbeslagneming, beschadiging van aannemersmateriaal,<br />
onrechtmatig opeisen van bankgaranties,verlies van in consignatie geleverde<br />
goederen. Via Delcredere is ook dekking mogelijk legen wisselkoersrisico en<br />
fmanciering in vreemde deviezen. De verzekering voor deze risico's is mogelijk,<br />
zowel in het geval ze vóór als na de effectieve levering plaats hebben.<br />
vermelden we bier nog dat de exportrmanciering op halflange of<br />
lange termijn wordt verzekerd via bemiddeling van Creditexport. Zij onder-<br />
zoekt alle financieringsaanvragen van meer dan 35 miljoen BEF en waarvan de<br />
Hoofdstuk IV : Risicodekking -<br />
148<br />
-
- De<br />
- De<br />
betating gespreid is over meer dan 2 jaar, die haar worden voorgelegd door een<br />
aangesloten bank. Via Copromex worden subsidies verstrekt teneinde de<br />
tarieven van Creditexport terug te brengen tot het peil van de minimumtarieven<br />
die tot stand komen op grond van een internationale consensus tussen de<br />
industrielanden.<br />
Het Herdiscontering- en Waarborginstituut (H.W.I.) vervult dezelfde functie<br />
a1s Creditexport voor aUe financieringen tot max. 35 miljoen en gespreid over<br />
max. 2jaar.<br />
6.3. Werking en premie I<br />
werking komt grotendeels overeen met die van de commerciële krediet-<br />
verzekering, met dit verschil dat Delcredere de privé ondernemingen tot 90 %<br />
en de overheidsdebiteuren tot 95 % kan verzekeren.<br />
Voor de practische werking verwijzen we daarom naar 4.2.<br />
kostprijs hangt zeer sterk samen met de duur van het risico :<br />
* de premies voor korte tennijn transacties liggen meestal tussen 0,3 en<br />
0,9 %;<br />
* middellange termijntransacties kosten tussen 1,5 en 3,5 %;<br />
* de lange termijn verzekeringspremie ligt tussen 2,5 en 5 %.<br />
oplopen tot 12 % indien de kredietperiode 15 jaar bedraagt.<br />
Dit kan echter<br />
De premie is ook afhankelijk van de risicoklasse die een welbepaald land<br />
aangemeten krijgt : de risico's in Libanon, Gabon, Zaïre of Polen tiggen anders<br />
dan in Saoedi Arabië, Thailand of Canada. Deze risicoklassen kunnen natuurlijk<br />
vrij snel wijzigen. Het is ook niet uitgesloten dat bepaalde landen voUedig<br />
geweigerd worden wegens bepaalde gebeurtenissen bv. Joegoslavië.<br />
De premies kunnen verhoogd worden indien de exporteur bijkomende wensen<br />
heeft : het verzekeren van het resiliatierisico kost bv. tussen 0,1 en 0,25 % extra<br />
voor een termijn van 3 maanden.<br />
Optimaal <strong>debiteurenbeheer</strong> -<br />
149<br />
-
6.4. Besluit<br />
Delcredere neemt risico' s die commerciële kredietverzekeraars niet wensen te<br />
dragen zoals : politi eke risico's, commerciële risico's in exotische landen, transac-<br />
ties van middellange en lange tennijn, risico op overheidsdebiteuren, ...<br />
Vandaar dat de doelgroep en de beoogde transacties volledig buiten het gebied<br />
van de kredietverzekering en factoring vall.<br />
Dit "hoger staatsdoel" weerspiegelt zich ook in de resultaten : tot 1988 draaide de<br />
N .D.D. ongeveer break-even, nadien noteerde zij vrij hoge verliezen.<br />
In de praktijk zijn het dus meer de grote ondernemingen die voor een welbepaald<br />
segment van hun activiteit beroep doen op Delcredere. In sommige gevallen zijn<br />
K.M.O. 's met zeer gespeciaIiseerde activiteiten onder contract. Er is echter altijd<br />
één gemeenschappelijke noerner, nl. export buiten West-Europa.<br />
.<br />
.<br />
i<br />
...........~ .<br />
........................................ ....~ ......................... .......~I<br />
....... .......,........... .............,....... .........<br />
............................. ... ....." ....... .. .........<br />
............... .......... .,.................................. ........ ....<br />
. ...:......ï~.....lì.....i~....,.~~~.....:.....<br />
7.1. Inleiding I<br />
De excess of loss polis (kortweg excess loss genoemd) biedt, aan bedrijven die zelf<br />
instaan voor de debiteurenadministratie en -analyse, de zekerheid dat de<br />
gecumuleerde verliezen nooit een bepaald bedrag zullen overschrijden. M.a. w. de<br />
verzekerde zal nooit dreigen in faling te gaan doordat de verliezen op debiteuren te<br />
groot geworden zijn. Het doel van de excess loss verzekering is dus het ondraag-<br />
lijke over te nemen. Politieke en oorlogsrisico's worden wel uitgesloten.<br />
- De<br />
7.2. Werking I<br />
verzekeraar en de verzekerde bepalen in onderling overleg de franchise, wat<br />
de klant als "normaal" verlies op dubieuze debiteuren kan of wenst te onder-<br />
gaan.<br />
Hoofdstuk IV : Risicodekking -<br />
150<br />
-
- Aan<br />
-<br />
- De<br />
- Excess<br />
de verzekerde worden noch kredietlimieten per debiteur, noch specifieke<br />
vorderingssystemen opgelegd. In de praktijk is er weJ een regelmatige (trimeste-<br />
riëJe) controle op de debiteurenboekhouding. De ondememing kan weJ handelen<br />
naar goeddunken maar mocht men een verwaarlozing vaststellen van de opvol-<br />
ging, dan kan de polis eenzijdig door de verzekeraar opgezegd worden.<br />
Wanneer het bedrag van de samengetelde schadegevallen hoven de onderhandel-<br />
de vrijstelling komt, wordt de verzekerde voor 90 % van het verlies vergoed.<br />
7.3. Doelgroep en premie<br />
loss verzekeringen geven nog meer vrijheid aan de ondememing. Deze<br />
mag beslissen aan wie hij zalleveren, welke betalingsvoorwaarden gelden, hoe<br />
de opvolging gebeurt, ...<br />
Daaruit ontspringt automatisch de vereiste dat de verzekerde voldoende compe-<br />
tent is inzake <strong>debiteurenbeheer</strong> en dat hij zeJf voor een deel van de verliezen<br />
instaat. Dit zowel voor de gewone verliezen als voor een gedeelte van de<br />
uitzonderlijke verliezen (er wordt immers nooit 100 % vergoed).<br />
Daardoor beperken deze kredietverzekeraars zich tot bedrijven met een voldoen-<br />
de reserve (eigen middelen) en met bekwame kredietanalisten, dus bedrijven met<br />
een hoge omzet (vanaf :t 500 miljoen DEF).<br />
premie is geen percentage van de omzet van de verzekerde maar wel een<br />
overeengekomen bedrag. Deze som is, nog veel meer dan bij andere verzeke-<br />
ringen, afhankelijk van de overeengekomen modaliteiten vnl. inzake franchise.<br />
Om toch een idee te geven van een kostprijs vermelden we volgend voorbeeld :<br />
de klant produceert textiel, haalt een omzet van 500 miljoen per jaar en verkoopt<br />
50 % in de Benelux aan detailhandel en distributieketens. Hij exporteert de rest<br />
naar doorverkopers en agenten in de overige landen van West-Europa. Deze<br />
ondememing had een gecumuJeerd verlies in de laatste 3 jaar van 5 miljoen<br />
BEF. Ze bemiddelde een franchise van 3 miljoen BEF per jaar. De premie<br />
bedroeg 900.000 BEF per jaar. Omgerekend in procenten geeft dit dus 0,18 %.<br />
Optimaal <strong>debiteurenbeheer</strong> -<br />
IS1<br />
-
- Ook<br />
- In<br />
- Gezien<br />
7.4. Ondernemingen actief op markt<br />
België is er slechts één maatschappij officieel actief op die markt, nl. de<br />
Brusselse Financial Risk Management Insurers of kortweg FIRM.<br />
In 1987 richtte dhr. Bernard Rosen Firm op. De aandeelhouders zijn o.a. CEAI<br />
(Petrofina -<br />
36<br />
%), Unibra (28 %), en Prominvest (14 %). Het kapitaal bedraagt<br />
300 miljoen BEF. In 1991 werd 274 miljoen BEF aan premies binnengehaald en<br />
draaide Firm voor het eerst break-even. In 1992 steeg hun omzet naar 350<br />
miljoen BEF.<br />
het kleine aanbod in België kan het nuttig zijn om over de grens te<br />
kijken. We denken hierbij aan de Britse Pan Financial, AIG in Frankrijk,<br />
Royal in Nederland,<br />
...<br />
de klassieke kredietverzekeraars zijn begonnen met aanverwante produc-<br />
ten: Cobac, AC Namur, NCM in Nederland, SFAC in Frankrijk, Hermes in<br />
Duitsland,<br />
...<br />
Het gaat hier meestal om een systeem met franchises, waarbij bv. de eerste 5<br />
mio. BEF aan schade ten laste valt van de verzekerde. Daarboven draagt de<br />
verzekeraar vaak de schade voor 90 %. Eventueel kan er ook een maximum uit<br />
te betalen bedrag worden overeengekomen. De verzekeraar blijft echter meestal<br />
eisen dat er voor de debiteuren limieten worden aangevraagd, wat niet het geval<br />
is bij de zuivere excess loss.<br />
7.5. Besluit<br />
Het is duidelijk dat dit product enkel geschikt is voor grote bedrijven, die<br />
voldoende competent personeel in dienst hebben. Door het uiterst beperkte aanbod<br />
liggen contacten met buitenlandse kredietverzekeraars voor de hand.<br />
Doordat dergelijke contracten meestal moeilijker verlopen kan hiervoor best beroep<br />
gedaan worden op een makelaar. In hetgeen voIgt bespreken we daarom enkele<br />
aspecten van de makelarij.<br />
Hoofdstuk IV : Risicodekking -<br />
152<br />
-
Ii)<br />
~:p.faJc~la;'rl<br />
- Een<br />
- De<br />
- K1einere<br />
- Vit<br />
- Indien<br />
8.1. Inleiding<br />
verzekeringsmakelaar heeft als taak de risico's die een bedrijf ondergaat<br />
correct in te schatten en op zoek te gaan naar een goedkope en adequate oplos-<br />
sing.<br />
meeste makelaars zijn zeer breed georiënteerd : van brandverzekering tot<br />
verzekeringen tegen varkenspest.<br />
makelaars (omzet < dan 100 miljoen BEF) beperken zich meestal tot<br />
de klassieke. verzekeringen. De grotere maatschappijen kunnen zich dieper<br />
specialiseren op bepaalde terreinen. Vandaar dat de top 20 van de verzekerings-<br />
makelaars bekwamer is inzake het verzekeren van financiële risico's, dan de<br />
makelaar om de hoek met twee bedienden.<br />
8.2. Rol van de makelaar en kostprijs<br />
één of meerdere verkennende gesprekken distilleert de makelaar de behoefte<br />
van zijn klant. Doordat hij weet wat het aanbod is op de markt, kan hij vrij<br />
vlug beslissen welke verzekeringspolissen in aanmerking zouden kunnen komen.<br />
Die maatschappijen worden vervolgens uitgenodigd om hun voorstellen te<br />
formuleren. Nadien wordt er een volledige vergelijking gemaakt met alle pro's<br />
en contra's. Het spreekt voor zich dat zowel naar de eigenschappen van het pro-<br />
duct, als naar de prijs evenals naar de addertjes wordt gekeken. De besluiten<br />
worden besproken met de k1ant.<br />
de klant een contract aangaat met één van die verzekeraars, dan ontvangt<br />
de makelaar op regelmatige tijdstippen een commissie van de verzekerings-<br />
maatschappij. Meestal schommelt deze commissie tussen 5 en ] 5 % van de<br />
betaalde premies, afhankelijk van de grootte van de contracten, de verzekerings-<br />
maatschappij zelf, het aantal contracten die de makelaar reeds aangebracht heeft,<br />
Optimaal <strong>debiteurenbeheer</strong> -<br />
153<br />
-
- Vele<br />
- Vandaar<br />
. . . En<br />
hier kan het schoentje wringen : langs de ene kant moet de makelaar zo<br />
objectief mogelijk oordelen, anderzijds zou hij kunnen kiezen voor diegene die<br />
de meeste commissie wil uitbetalen. Om dit te vermijden is het noodzakelijk om<br />
te werken met een professionele makelaar (m.a.w. een voldoende grote) en is<br />
een open bespreking van aIle gegevens achteraf absoluut noodzakelijk.<br />
Eventueel kan bedongen worden om de verschillende prijsvoorstellen te mogen<br />
inzien of om aanwezig te zijn bij de gesprekken.<br />
makelaars grijpen, om het debiteurenrisico in te dekken, onmiddellijk<br />
naar de klassieke kredietverzekeraars Cobac en AC Namur. We mogen echter<br />
verwachten van specialisten dat ze aIle oplossingen onderzoeken. Indien de klant<br />
een voldoende zakencijfer heeft, zou een excess loss verzekering misschien te<br />
overwegen zijn. Inzake export naar een welbepaald land kan het misschien beter<br />
zijn om te werken met een factoringmaatschappij die eveneens instaat voor de<br />
debiteurenopvolging ter plaatse. Het is ook mogelijk dat de klant beter geen<br />
verzekering neemt, maar beter gebruik maakt van een banktechniek. Oit laatste<br />
geval zou betekenen dat de makelaar een advies geeft, waardoor hij zijn recht op<br />
zijn commissie ontzegt.<br />
dat er stemmen opgaan opdat de klant zijn makelaar zou betalen als<br />
risicobeheerder, net zoals hij gebruik maakt van de diensten van een extern<br />
boekhouder. Oit zou in elk geval de objectiviteit waarborgen en een eind maken<br />
aan de tweeslachtige situatie waarin de makelaar soms verkeert : het belang van<br />
de klant of zijn eigen belang.<br />
8.3. Ondernemingen actief op de markt<br />
Zoals reeds besproken zijn er een 20-tal grote makelaars en een hele resem<br />
kleinere. Oe meeste werken op alle terreinen, sommige specialiseren zich op<br />
enkele vlakken en richten eventueel aparte cellen op voor bepaalde aspecten van het<br />
verzekeringswezen, bv. debiteurenrisico.<br />
Hieronder sommen we de 20 grootste makelaars op met hun totale ornzet (in<br />
miljoen) in 1990 en met het aantal personeelsleden.<br />
Hoofdstuk IV .<br />
: Risicodekking<br />
154<br />
.
Naam van de makelaar Omzet in mil- Person eel<br />
joen BEF<br />
1. Van Breda & Co 1500 390<br />
2. Thilly Van Eesel 1439 397<br />
3. Henrijean 1251 287<br />
4. Boels & Begault 1219 383<br />
5. Groep DEM Insurance 406 150<br />
6. Menage & Jowa 380 180<br />
7. Wille mot 278 70<br />
8. T.C.D.Thibault-Coson-De Nef 277 55<br />
9. Almaver<br />
255 62<br />
10. Assur Invest 236 20<br />
11. Belgibo 215 36<br />
12. Afidif 204 67<br />
13. Devrieze<br />
183 83<br />
14. Groep Eurasca 181 76<br />
15. Hyveka 150 48<br />
16. Assupar 145 45<br />
17. Alexander & Alexander Belgium 133 49<br />
18. Cooreman & Saverijs 120 45<br />
19. Jean Crab 114 34<br />
20. Lejeune et fils<br />
Optimaal <strong>debiteurenbeheer</strong> -<br />
102 46<br />
155<br />
-
8.4. Besluit<br />
Een goode makelaar kent aIle mogelijke risico's evenals de oplossingen. Daarbij<br />
voIgt hij van zeer nabij de veranderingen, zowel op de binnenlandse als op de<br />
buitenlandse marlct. Daardoor kan hij de risico's van de klant beperkt houden aan<br />
een aanvaardbare prijs. Zijn objectiviteit staat buiten kijf, waardoor hij ook advies<br />
kan geven tegen zijn eigen belangen.<br />
Een onderneming die gebruik maakt van de diensten van een dergelijke makelaar<br />
za1 niet alleen geld besparen maar heeft alle risico's in de hand.<br />
ii!:il!l;ti!!!!~~ß!!~~iJ~nl~~~lgg~~fíi!çåU<br />
.........................................................................--....................................................<br />
......................................... ...--......................-- -..... ..........-.-............................. ....<br />
. . .<br />
. . . . . . . . . . . . . . - . .<br />
- . . . . . . . . . . . . . . . - . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . - . . . , . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .<br />
............................,............,......-...........-......-.-...,.............--.......................................<br />
..<br />
.. .........................<br />
9.1. Inleiding<br />
Elke exporteur die verkoopt in een andere munt loopt een wisselkoersrisico. Als<br />
de vreemde munt devalueert de<br />
t.o.V.<br />
Belgische frank in de peri ode tussen de<br />
levering (of soms vanaf het order) van de goederen en de effectieve betaling door<br />
de debiteur, kan de exporteur zijn winst zien verschrompelen of kunnen er zelfs<br />
bepaalde transacties verlieslatend geworden zijn.<br />
9.2. Via interne oplossingen<br />
9.2.1. Facturering in een weinig risicovolle munt<br />
De exporteur kan voorstellen om te factureren in een munt die stabiel is, dus die<br />
weinig schommelt t.o.v. de Belgische frank. We denken hierbij bijvoorbeeld aan<br />
de Duitse Mark en de Ecu. Deze laatste munt blijkt een goed compromis te zijn als<br />
men moeilijk tot een overeenkomst geraakt inzake factureringsmunt.<br />
Hoofdstuk IV -<br />
: Risicodekking<br />
156<br />
-
9.2.2. Wisselclausule<br />
Bij het opstellen van een contract kan men bedingen dat de mogelijkheid bestaat om<br />
de prijs aan te passen aan de wisselkoers van de betalingsdag. Daarmee wordt<br />
het wisselkoersrisico afgewenteld op de importeur.<br />
In de praktijk blijkt het vrij moeilijk te zijn om een sluitende c1ausule op te stellen<br />
die aanvaard wordt door de importeur.<br />
9.2.3. Wijzigen van vervaldag<br />
De exporteur die een opwaardering van de BEF t.o. v. de facturatiemunt<br />
verwacht, kan extra betalingstermijn toekennen aan zijn debiteur. Voor de debiteur<br />
is een langere krediettermijn aardig meegenomen en ook de exporteur kan er<br />
voordeel bij halen.<br />
Als de exporteur een ontwaarding van de BEF t.o.v. de facturatiemunt ver-<br />
wacht, kan hij bv. door extra korting toe te kennen, proberen sneller de gelden te<br />
ontvangen.<br />
- De<br />
- Eén<br />
9.3. Via banktechnieken<br />
9.3.1. Contante dekking I<br />
exporteur die een vordering in deviezen opgemaakt heeft met een vaste<br />
vervaldag, leent bij zijn bank hetzelfde bedrag, in dezelfde munt en met een<br />
zelfde vervaldag. Die lening zet hij op de contantmarkt om in BEF.<br />
Op vervaldag zal de buitenlandse koper door zijn betaling de lening terugbetalen.<br />
Het wisselkoersrisico werd aldus volledig uitgeschakeld.<br />
probleem, aIs de debiteur niet kan betalen dan moet de exporteur de<br />
deviezen aankopen op de contantmarkt om zijn lening terug te betalen. Steeg de<br />
vreemde munt ondertussen, dan doet de exporteur verlies.<br />
Optimaal <strong>debiteurenbeheer</strong> -<br />
157<br />
-
9.3.2. Dekking op termijn (wisseltermijncontracten)<br />
De exporteur kan zijn deviezen die hij verwacht te ontvangen in de toekomst,<br />
reeds verkopen op termijn aan zijn bankier. De leveringsdatum van die deviezen<br />
za1 dus samenvallen met de datum waarop de debiteur moet betalen. De exporteur<br />
kent dus op voorhand het juiste bedrag in BEF dat hij zal ontvangen nadat de<br />
debiteur heeft betaald.<br />
De koers die zal toegepast worden, is de tennijnkoers. Dit is de contante wissel-<br />
koers van de dag van het sluiten van het contract met de report of deport van de<br />
munt t.O.V. de BEF.<br />
Dit wordt bepaald door het renteverschil tussen de moot en de BEF.<br />
We spreken over report wanneer de intrestvoet van de vreemde munt lager ligt dan<br />
die van de BEF. In dat geval zal de termijnkoers hoger zijn dan de contantkoers.<br />
Bij deport is dat het omgekeerde.<br />
9.3.3. Deviezenoptie en andere technieken<br />
De hierboven vermelde wisseltermijncontracten dekken de exporteur volledig af<br />
maar sluiten ook de mogelijkheid uit om winst te maken als de koersen gunstig<br />
evolueren.<br />
Andere financiële technieken (voor grotere bedragen) laten dit wel toe. Doordat ze<br />
echter sterk aanleunen bij speculatie, vallen ze buiten de opzet van deze studie en<br />
beperken we ons tot een opsomming.<br />
Voor de exporteur bestaat er nog :<br />
* het aankopen van een putoptie : dit geeft het recht (niet de verplichting) om<br />
op" een welbepaald tijdstip zijn deviezen te verkopen tegen een voordien<br />
overeengekomen prijs.<br />
* een calloptie schrijven : dit verplicht de schrijver tot verkoop van de devie-<br />
zen indien de koper zijn optierecht uitoefent.<br />
* deviezenswap : is bedoeld voor verrichtingen op lange termijn en ten belope<br />
van minimum 50 miljoen BEF. Een swap kan omschreven worden als het<br />
Hoofdstuk IV : Risicodekking -<br />
158<br />
-
uilen van een schuld of belegging in een bepaalde munt tegen een schuld of<br />
een belegging in een andere munt. Daardoor kan het wisselkoersrisico van een<br />
bepaalde munt gewijzigd worden in die van een andere munt.<br />
* disconto à forfait : de bank verdisconteert geaccepteerde wissels zonder<br />
wisselregres tegen de exporteur (zie H V : 3.3.4). Zodra de wissel verdiscon-<br />
teerd is, is het wisselkoersrisico dus uitgesloten. Deze techniek wordt slechts<br />
toegepast voor bedragen die grater zijn dan 5 miljoen BEF en die slaan op<br />
vorderingen betaalbaar op middelIange termijn (meestal voor investeringsgoe-<br />
deren).<br />
"," ,.. ","' --_..-...... ...... ...., '....,',......<br />
-. ..... .. '.. .-'<br />
.. ....-- ... ............ ,.,....----- ............ ...............-................ -.............. ....... ...-..-.......<br />
"""}}".'."".""""."I.::".'.".""'::'::k"'..'k""'.".'.."..'.}">"'."...'.:>:"..""
een bepaald krediet. Mocht de rente op de leveringsdatum gestegen zijn, dan<br />
geniet hij toch de intrestvoet van 6 maanden voordien.<br />
Is de rente gedaald, dan kan de ondememing toch beslissen om zich op een andere<br />
manier te financieren.<br />
M.a. w. hiermee kan men op voorhand zijn financieringskosten vastleggen.<br />
:-;.:.:-:-'.;.:.:-:.:.:-:.:.:.:.:.:-:.;.;.:-:.;.;.:-:-:-:.;.:-:-:.:.;.:-:';:':':':'::':';':':':':':-:-:':-:-;':';':':-:':':-.-:':':-:':-:-:';':':';';';';':-:-:-:';-:';':';';':';':':-:':':-:';':',-:-:-;.:-:-:.:.'-;,:-:,:,:,:-:",:,:,:,:-:,:-:-,.:-:-:-:.:.:-'.;-:-:-:.;.:.;.;..;.;.;.;.;.:.;-.,:.:.:-:.:-:.;".;.:.:-:.;.:.;.:.;.;.;.;-:':-:'-',':-:':':':-:-:-;':-:';':':'::':;":-:::';..-:':':'<br />
Indien een bedrijf zich niet wenst te verzekeren tegen de mogelijke insolventie van<br />
zijn debiteuren, kan ze toch bepaalde garanties zooken of bedingen.<br />
In voorgaande hoofdstukken kwamen reeds een groot aantal technieken ruim-<br />
schoots aanbod. Hieronder sommen we die mogelijkheden nog eens op samen met<br />
enkele die we nog mooten zien. Deze laatste altematieven komen vnl. uit H V : 3.5<br />
en werden besproken als waarborgen voor de bank. Het spreekt voor zich dat een<br />
aantal van die waarborgen ook leveranciers van pas kunnen komen.<br />
* betating bij bestelling, vóór of bij levering (zie H II : 2.1.1., 2.1.3. en<br />
2.1.4.);<br />
* gecertificeerde cheque (zie H II : 2.2.1.2.);<br />
* geavatiseerde wissel (zie H II : 2.2.1.3. en H V : 2.2.2.8.);<br />
* bankfinanciering of leasing vanwege de koper (zie H II : 2.2.1.6. en H VI :<br />
3.2.1.);<br />
* forfaiting (zie H V : 3.3.4.);<br />
* confirminghouse (zie H II : 2.2.2.7.);<br />
* onherroopetijk documentair krediet (zie H II : 2.2.2.6.);<br />
* eigendomsvoorbehoud (zie HI: 11.);<br />
* voorrecht van de onbetaalde verkoper (zie H V : 3.5.4.);<br />
*<br />
roilhandel (zie H II : 2.2.2.9.);<br />
* compensatie (zie H II : 2.2.1.5., 2.2.2.9. en 2.5.2.);<br />
* consignatie (zie H 1I : 2.2.2.10.);<br />
* warrantage (zie H V : 3.2.4.3. en H II : 2.2.2.11.);<br />
* wisselendossement (zie H II : 2.2.1.3.);<br />
Hoofdstuk IV : Risicodekking -<br />
160<br />
-
*<br />
terugname van de goederen (zie H II : 2.5.1.);<br />
* overdracht van het voordeel van een<br />
3.5.5.);<br />
* hypotheek (zie H V : 3.5.2.);<br />
* borgtocht (zie H V : 3.5.10.);<br />
* garantie (zie H II : 2.2.2.8. en H V : 3.5.11.);<br />
* effecten of goederen in pand (zie H V : 3.5.7.);<br />
* cessie van schuldvordering (zie H V : 3.5.9.);<br />
levensverzekeringspolis (zie H V :<br />
* bewarend beslag, aI dan niet onder derden (zie H II : 3.4.7.);<br />
* proces wegens wanbetaling via gerecht of arbitrage (zie H II : 3.4. en 3.5.);<br />
* pauliaanse vordering (zie H II : 3.4.8.);<br />
* omzetting in aandelen of in lange termijn lening (zie H II : 2.5.5.).<br />
Optimaal <strong>debiteurenbeheer</strong> .<br />
161<br />
.
HOOFDSTUK V : FINANCIERINGSVORMEN OP<br />
r...........................<br />
I<br />
KORTE TERMUN<br />
n. ..................... ....... ..' .......... ............. ._............._ ............ __n<br />
..............................................................................................................................<br />
:::::::!::::î~..fi1~ldîhg.. ........................<br />
::~\~\:r:i \/::~/ ::~:~f~j~:~: :~~; ::\\(:?:~: ::~;~~::jjjj<br />
........... ..--.-.... .... ,- .. ..... ..<br />
. /}\\\~::~?<br />
- De<br />
- Liquiditeitsspanningen<br />
- Dergelijke<br />
- Om<br />
meeste gefailleerde ondernemingen hebben binnen de drie jaar na hun op-<br />
richting hun boeken neergelegd, vnl. ten gevolge van liquiditeitsproblemen. Dit<br />
ondanks het feit dat hun activiteit meestal rendabel was. Onze falingswet is<br />
zodanig geconcipieerd dat van zodra een handelaar zijn betalingen staakt en zijn<br />
krediet aan het wankelen is (geen kredieten meer bekomt van banken, leveran-<br />
ciers, ...) om het even welke schuldeiser of het parket de faling kan aanvragen.<br />
Tenzij de ondememing zelf de aanvraag doet. Het hoofdaccent ligt voomamelijk<br />
op het niet nakomen van de korte termijn schulden.<br />
kunnen ontstaan doordat debiteuren te lang wachten met<br />
het betalen van hun facturen maar ook omwille van andere redenen. Voorbeel-<br />
den daarvan zijn o.m. : een tekort aan eigen vermogen of vreemd vermogen op<br />
lange termijn; investeringen in vast actief (gebouwen, machines, wagens, ...)<br />
met korte termijn financiering; een niet rendabele activiteit; een belangrijke<br />
aflossing van een termijn schuld; een lange exploitatiecyclus waardoor een aan-<br />
zienlijke prefinanciering dient te gebeuren alvorens de goederen of diensten<br />
gefactureerd en geïnd kunnen worden; gedeelte van de voorraad die onverkoop-<br />
baar geworden is; leveranciers die voortaan sneller of zelfs contant willen<br />
betaald worden; banken die hun verstrekte kredieten willen verminderen of<br />
vervroegd terugbetaald zien; ...<br />
liquiditeitstekorten kan men gelukkig op meerdere wijzen opvangen.<br />
We ZUllen in dit hoofdstuk een zo ruim mogelijke waaier aan rmancieringsop-<br />
lossingen bespreken en dit ongeacht de oorzaak van die kastekorten.<br />
zoveel mogelijk dergelijke problemen te vermijden, doet men er trouwens<br />
goed aan vooraf een aantal gulden regels in acht te nernen :<br />
Hoofdstuk V : Financieringsvormen op korte termijn -<br />
162<br />
-
* zowel bij de start van het bedrijf als bij elke latere belangrijke investering<br />
in vast actief, personeel, voorraad,<br />
... dient men na te gaan welke middelen<br />
er vereist zijn (eigen en vreemde middelen) en of de investering wel renda-<br />
bel za) zijn;<br />
* men moot er steeds voor zorgen dat activa die voor een langere periode in<br />
het bedrijf blijven, ook gefinancierd worden met middelen die voor een<br />
langere termijn ( ><br />
1 jaar) ter<br />
beschikking blijven;<br />
* om een evenwichtige financiële structuur te hebben, is het aangeraden een<br />
veiligheidsmarge te voorzien. M.a.w. zorgen dat er een overschot is aan<br />
langlopende financiële middelen Lo.v. de korte termijn verplichtingen om<br />
zodoonde liquiditeitsspanningen op te vangen. Anders uitgedrukt : het netto<br />
bedrijfskapitaal (zie H III : 2.3.3.) moot positief zijn. De grootte van de<br />
veiligheidsmarge verschilt van bedrijf tot bedrijf (veelal tussen 10 en<br />
25 %). Die marge moot ook niet te groot zijn, want dat zou kunnen wijzen<br />
op inefficiënte aanwending van middelen met rendabiliteitsverlies tot<br />
gevolg;<br />
* om maand na maand te weten welke kastekorten of -overschotten er zuBen<br />
. r~. ..<br />
..........<br />
- Aangezien<br />
zijn, is een kasplanning het aangewezen instrument. Het zal u toolaten uw<br />
liquiditeitsbehooften vooraf te kennen om zodoonde naar een oplossing te<br />
zooken. Er kunnen zelfs 3 versies gemaakt worden, nl. een pessimistische,<br />
een normale en een<br />
.<br />
....---. .... ...... ......- ................. -.-,-. .... .-,.. ,..... ..-, ... ........ ......... ... ................ .......<br />
âi!êéy~~~;;ii$1
- De<br />
- Voor<br />
- De<br />
voordelen van leverancierskrediet zijn niet te onderschatten :<br />
* het is een gemakkelijk te bekomen kredietvorm;<br />
* er worden geen voorwaarden opgeIegd. behoudens de aatlkoop zeIf;<br />
* er worden geen waarborgen gevraagd;<br />
* het is nagenoog altijd kosteloos. er moot zelden een meerprijs betaald<br />
worden voor het bekomen van een betalingstennijn.<br />
positieve aspekten van die kredietvorm zijn zo aantrekketij~ dat vele bedrij-<br />
yen bij het optreden van liquiditeitsspanningen hun leveranciers slechts na<br />
vervaldag gaan betalen en dus rekken op leverancierskrediet. A1s dat in<br />
beperkte mate en tiefst occasioneel gebeurt, zuBen de Ieveranciers<br />
dit oogluikend<br />
toostaan. A1s het emstigere vormen aanneemt, riskeert de afnemer voortaan een<br />
hogere prijs te moeten betaIen, verwijlintresten te worden aangerekend. tegen<br />
rembours te mooten betalen of gewoonweg niet meer beleverd te worden.<br />
zij die geen kastekorten kennen, kan het dikwijls interessant zijn de<br />
leveranciers contant te betalen (zelfs door tijdelijk krediet op te nemen) en<br />
daarvoor een korting te bekomen. Dit cijfervoorbeeld toont dit overduidelijk<br />
aan :<br />
* stel dat de betatingsvoorwaarden van uw leverancier 30 dagen na factuur-<br />
datum zijn, en dat contante betaling binnen de 10 dagen u een korting van<br />
2 % oplevert. Op jaarbasis betekent dit een intrestvoet van 36 % (360<br />
dagen : 20 dagen = 18 x 2% korting). Zelfs indien u voor die 20 dagen<br />
dient te lenen zal de huidige jaarintrestvoet bij de bank (bv. 15 %) aanzien-<br />
lijk lager tiggen;<br />
* indien de voorwaarden 60 dagen zijn of contant -2 % dan is dit slechts een<br />
jaarintrestvoot van 14,5 % .<br />
Wellicht<br />
is het dan niet meer voordelig;<br />
* bij 3 % korting gaat men opnieuw naar een intrestvoet van 21,5 % en is<br />
contante betating wel aangewezen.<br />
Hoofdstuk V : Financieringsvormen op korte termijn -<br />
164<br />
-
I<br />
I<br />
..<br />
I ~:i~~i@~ãf~ri><br />
3.1. Inleiding<br />
In de eerste plaats is het de bedoeling een overzicht te geven van de verschillende<br />
soorten kredieten die banken kunnen bieden om liquiditeitsspanningen te verhelpen.<br />
Vervolgens bespreken we welke criteria die instellingen hanteren bij het toekennen<br />
van die financieringen, om ten slotte te eindigen met de te verstrekken waarborgen.<br />
Dit alles wordt bekeken vanuit het standpunt van de kredietbehoeftigde leveran-<br />
cÏer. Het spreekt voor zich dat wat het voordeligste is voor de klant, het niet noOO-<br />
zakelijk ook is voor de bank.<br />
3.2. Kredietvormen voor vol. binnenlandse verrichtingen<br />
3.2.1. Kaskrediet<br />
Definitie<br />
Het kaskrediet is een kredietvorm waarmee de bank een klant toelaat geld op te<br />
nemen door middel van een debet-stand in rekening-courant en dit tot een<br />
bepaald overeengekomen maximumbedrag (kredietlijn).<br />
Naast het normale kaskrediet bestaat er ook :<br />
* kasfaciliteit : dit is een kaskrediet dat slechts gedurende zeer korte periOOes<br />
(bv. max. 10 dagen) per maand mag worden opgenomen, om o.a.<br />
einde van de maand de lonen te betalen.<br />
op het<br />
* seizoenkrediet : is een kaskrediet dat de hedoeHng heeft de klant in staat te<br />
stellen seizoenpieken in zijn aan- en/of verkoop te overbruggen.<br />
* vestigingskrediet of voorschotten in kas : is eveneens een kaskrediet dat<br />
speciaal bestemd is voor jongeren beneden de 35 jaar die zich voor het eerst<br />
als zeIfstandige vestigen. Het maximale bedrag is vaak 1.000.000 BEF met<br />
een looptijd van maximum 5 jaar. De rentevoet is vergelijkbaar met die van<br />
Optimaal <strong>debiteurenbeheer</strong> -<br />
165<br />
-
een investeringskrediet en ligt vast voor de hele duur van het krediet. Deze<br />
kredietvorm kan wel verschillen naargelang de bank die men raadpleegt.<br />
Kenmerken<br />
- de<br />
- de<br />
- meestal<br />
- het<br />
begunstigde mag naar eigen goeddunken gebruik maken van dit krediet.<br />
weliswaar binnen het vooraf vastgestelde kredietplafond. Dit zal de bank tot<br />
enige voorzichtigheid aansporen bij de toekenning ervan. Dit komt eveneens<br />
omdat de bank hier niet overgaat tot herfinanciering of herdiscontering. wat haar<br />
eigen thesaurie zou verbeteren.<br />
intresten worden dagelijks berekend maar slechts trimesterieel aangerekend.<br />
is er geen duur bepaald. soms max. 1 jaar. soms met een terugbeta-<br />
lingsplan.<br />
krediet wordt stelselmatig aangezuiverd met de binnenkomende betalingen<br />
op die rekening.<br />
Kostprijs<br />
- er<br />
- daarboven<br />
- vervolgens<br />
- bij<br />
is een basisrentevoet die gelijk is voor alle grootbanken (12 % op 01104/93).<br />
Bij kleinere instellingen kan het soms tot 0.5 % goedkoper zijn.<br />
komt een handelsmarge tussen 0.25 en<br />
2 % (vaak 1 %) afhankelijk<br />
van het risico. de verstrekte omzet op rekening. de hoogte van de kredietlijn. de<br />
standing van de kredietnemer.<br />
...<br />
wordt een reservatieprovisie van 0.125 of 0.25 % per trimester<br />
aangerekend op de toegesane kredietlijn of op de hoogste trimesteriële debetstand<br />
indien hoger;<br />
het overschrijden van de kredietlijn wordt een soort boete aangerekend.<br />
overschrijdingsprovisie genoemd. die er meestal op neerkomt dat men de<br />
intrestvoet verhoogt met 1 % (bij sommige banken zal men voor<br />
het overschrij-<br />
dingsbedrag de intrestvoet verhogen met 4%) en aan het einde van de maand<br />
0.5 % op het norninaal bedrag van de overschrijding. M.a.w. een overschrijding<br />
van de kredietlijn wordt gesanctioneerd met minstens 6% verhoging van de<br />
normaal toegepaste rentevoet.<br />
Hoofdstuk V : Financieringsvormen op korte termijn -<br />
166<br />
-
Conclusie<br />
Alhoewel het kaskrediet de meest gebruikte en soepelste vorm is van korte<br />
termijn krediet, is het nominaal de duurste kredietvorm (alles inclusief veelal rond<br />
15 %). lndien de opname wisselvallig gebeurt, zal deze kredietvorm niet zo duur<br />
uitvallen. Men betaalt slechts intrest op de opgenomen bedragen en slechts voor de<br />
gebruikte periode. Probeer dan wet om slechts een reserveringsprovisie te moeten<br />
betalen op de hoogste trimesteriële debetstand. Het wordt daarentegen zeer duur als<br />
men op permanente wijze en vol. voor een groot gedeelte van de kredietlijn<br />
gebruik maakt van<br />
het kaskrediet.<br />
Van de totale korte termijn kredietverlening in 1989 werd volgens de jaarverslagen<br />
van de Belgische Vereniging der Banken, 89 % verstrekt via kaskredietvormen<br />
(met inbegrip van vaste voorschotten), 9,5 % via discontokredieten en 1,5 % via<br />
acceptkredieten.<br />
3.2.2. Varianten van het kaskrediet<br />
Doordat het normale kaskrediet geen zelf-liquiderend karakter heeft, m.a. w. er<br />
staat geen specifiek neutralizerende verrichting tegenover, zijn er een aantal<br />
speciale vormen ontworpen die wet dit aspect hebben en zelfs een waarborg<br />
verschaffen. Wat de banken altijd verkiezen.<br />
Voor elke variante die hierna voIgt, zullen slechts de verschillen met het normale<br />
kaskrediet besproken worden alsook een conclusie wanneer het opportuun lijkt.<br />
3.2.2.1. Voorschotten op in pand gegeven facturen<br />
- Het<br />
- De<br />
in pand geven van de facturen gebeurt volgens de wet op het endossement<br />
van facturen (van 25/10/1921, gewijzigd op 3110311958). De bank verkiest de<br />
inpandname hoven de eigendomsoverdracht, aangezien ze bij dit laatste geen<br />
verhaal heeft op haar k1ant wanneer de debiteur rechtmatige verweermiddelen<br />
opwerpt.<br />
formaliteiten gebeuren in 2 fasen :<br />
Optimaal <strong>debiteurenbeheer</strong> -<br />
167<br />
-
-<br />
- Om<br />
- De<br />
- De<br />
- Die<br />
-<br />
* het overhandigen aan de bank van de originele en een gelijkluidend ver-<br />
klaarde factuur, geëndosseerd door de rechthebbende, ten titel van pand;<br />
* het betekenen aan de koper van het pandendossement. Dat gebeurt via het<br />
versturen van de origineel geëndosseerde factuur, bij middel van een<br />
aangetekende brief met bericht van ontvangst. Vaak vereist de bank zelfs<br />
dat de debiteur uitdrukkelijk de factuur aanvaardt.<br />
Deze procedure heeft tot gevolg dat de debiteur alleen aan de bank bevrijdend<br />
kan betalen. Weliswaar kan de debiteur dezelfde verweermiddelen opwerpen als<br />
tegen zijn leverancier bv. geen of gebrekkige levering, reeds betaald vóór de<br />
betekening van het endossement,<br />
...<br />
zich te beveiligen zal de bank zich het recht voorbehouden facturen op niet<br />
kredietwaardige klanten te weigeren en slechts de facturen te bevoorschotten tot<br />
60 à 90 %. Vaak 80 % en uiteraard binnen de kredietlijn. Soms vereist de bank<br />
dat de klant een kredietverzekering afsluit, wat dus extra kosten met zich<br />
meebrengt.<br />
kosten van de aangetekende brieven zijn voor de klant, alsook een admini-<br />
stratieve kost van 0,1 of 0,2 % op het factuurbedrag. Voorts zal de leverancier<br />
enkele valutadagen verliezen omdat de bank slechts na controle en administratie-<br />
ve verwerking de ontvangen betalingen zal doorstorten.<br />
meeste banken die deze kredietvorm nog toepassen, aanvaarden slechts<br />
facturen waarvan het bedrag 100.000 BEF overschrijdt.<br />
procedure wordt echter niet toegepast wanneer de debiteur een buitenlan-<br />
der is. Het zou eventueel wel kunnen via art. 1690 van het Burgerlijk Wetboek<br />
dat een authentieke akte of een deurwaardersexploot vereist inzake betekening.<br />
Maar dan dienen eveneens de pleegvormen opgelegd door de wetgeving van het<br />
land van de debiteur nageleefd te worden.<br />
Wanneer een andere bank een inschrijving heeft op het handelsfonds van de<br />
leverancier, zal deze financieringstechniek maar zelden worden toegepast. De<br />
kans is immers groot dat in geval van faling van de leverancier de curator<br />
voorrang geeft aan degene die vooraf een inschrijving had.<br />
Hoofdstuk V : Financieringsvormen op korte termijn -<br />
168<br />
-
Conclusie : het is een omslachtige procedure, zowel voor de bank als voor de<br />
Idant. De bank zal daarom deze kredietvorm slechts voorstellen bij gebrek aan<br />
altematieven. Ook de Idant apprecieert niet zozeer dat zijn debiteuren telkens een<br />
aangetekende brief ontvangen. Het geeft trouwens aan dat er liquiditeitsspanningen<br />
heersen en er geen andere waarborgen voor de bank voorhanden zijn.<br />
3.2.2.2. Voorschotten op vorderingsstaten<br />
- Bij<br />
- De<br />
- De<br />
- Hier<br />
- Zoals<br />
- Voorts<br />
deze kredietvorm wordt een kaskrediet ter beschikking gesteld aan geregis-<br />
treerde aannemers die werken uitvoeren voor de overheid of voor privé-<br />
bouwheren.<br />
bank zal het volledig werk, in de vorm van het contract, in pand nemen en<br />
bij deurwaardersexploot (tussen 4.000 en 5.000 BEF) betekenen aan de bouw-<br />
heer/debiteur. Deze laatste zallater slechts aan de bank bevrijdend kunnen<br />
betalen.<br />
beschikbaarstelling van het krediet, in principe 80 % van de schuldvordering,<br />
gebeurt naargelang de vooruitgang der werken. Dat wordt vastgesteld aan de<br />
hand van "staten van vooruitgang der werken" of "processen-verbaal van<br />
voorlopige oplevering". Die vorderingsstaten worden vervolgens samen met de<br />
factuur aan de bank overgedragen.<br />
ook zullen de deurwaarderskosten en de administratieve bijdrage van 0.1 of<br />
0,2 % op het vorderingsbedrag ten laste vallen van de klant.<br />
bij in pand name van facturen (zie H V : 3.2.2.1.) geldt hier ook het<br />
verhoogde risico voor de bank wanneer een andere reeds een inschrijving heeft<br />
op het handelsfonds.<br />
geldt nog een speciale regeling voor aannemingen ten laste van de<br />
overheid. De bank dient daarvoor een afzonderlijke rekening te openen omdat<br />
die vorderingsstaten niet als waarborg kunnen dienen voor andere verstrekte<br />
kredieten.<br />
Optimaal <strong>debiteurenbeheer</strong> -<br />
169<br />
-
Conc1usie : normaal zouden we hetzelfde moeten zeggen als voor de voorschotten<br />
op facturen, alleen is deze kredietvorm en de daaraan verbonden procedure<br />
couranter en meer aanvaard in de aannemingssector.<br />
3.2.2.3. Voorschotten op effecten en &oederen<br />
- Over<br />
- De<br />
- Edelstenen,<br />
het algemeen za1 de bank niet de totale waarde van<br />
de effecten fmancie-<br />
ren, wel by. 80 à 90 % voor staatsobligaties of door de staat gewaarborgd;<br />
70 à 80 % voor de andere obligaties; 50 à 60 % voor beursgenoteerde aandelen<br />
(niet-beursgenoteerde worden vermeden); 80 % voor vastgoedcertificaten.<br />
Kasbons worden daarentegen wel aan 100 % bevoorschot.<br />
cliënt die de effecten in pand geeft blijft nietternin genieten van de daaraan<br />
verbonden intresten of dividenden.<br />
goudstaven, antieke voorwerpen en dergelijke worden door de<br />
banken gelijkgesteld met effecten. Die kunnen zij uiteraard ook in pand nemen.<br />
Het kredietpercentage zal afhankelijk zijn van o.m. de geschatte waarde bij<br />
gedwongen verkoop en de verhandelbaarheid.<br />
3.2.2.4. Tijdelijk toegestane overschrijding<br />
De bedoeling daarvan is dringende liquiditeitsbehoeften op te vangen onder de<br />
vorm van een tijdelijke uitbreiding van het toegestane kaskrediet. Dit kan gebeuren<br />
voor een bepaalde periode (max. 1 maand) of voor een bepaalde verrichting (max.<br />
8 dagen). Na die terrnijn dient men opnieuw binnen zijn kredietlirniet te zijn, zoniet<br />
wordt de toe stand als onregelmatig aanzien.<br />
Conc1usie : de banken tonen daarmee hun goede wil en hun vertrouwen in de klant.<br />
Alleen is de overschrijding zeer duur (:t 6 % boven het normale kaskrediettarief,<br />
zie H V : 3.2.1.).<br />
Hoofdstuk V : Financieringsvormen op korte termijn -<br />
170<br />
-
3.2.2.5. Verrichtineen onder eewoon voorbehoud<br />
De klant kan aan de bank zijn cheques, wissel op minder dan 15 dagen, postgiro's<br />
en kwitanties op derden ter inning (incasso) aanbieden. De bank zal het desbetref-<br />
fend bedrag reeds aan zijn klant ter beschikking stellen door zijn rekening te<br />
crediteren. De bank zal echter slechts val uta toekennen 2 dagen na de dag waarop<br />
zij zelf het geld heeft ontvangen. Vanaf die datum ontvangt de klant creditrente.<br />
Indien de klant het bedrag vóór de valutadag opneemt zal een kaskredietintrest<br />
aangerekend worden.<br />
Vanzelfsprekend zal de cliënt het bedrag dienen terug te betalen aan de bank als de<br />
te innen documenten onbetaald weerkomen.<br />
3.2.3. Vaste voorschotten<br />
Definitie<br />
Een vast voorschot (ook straight loan genoemd) is een lening waarvan het bedrag,<br />
de duur en de rentevoet vooraf bepaald zijn.<br />
Kenmerken<br />
- Het<br />
- De<br />
- Die<br />
- De<br />
- De<br />
geleende bedrag, in principe min. 10 miljoen DEF, moet op de vervaldag<br />
(1,2 of 3 weken tot 1,3,6 of 12 maanden later) aan de bank terugbetaald worden.<br />
intresten worden achteraf aangerekend.<br />
kredietvorm dient voor het opvangen van, naar bedrag en naar duur, welom-<br />
schreven liquiditeitsbehoeften.<br />
klant gebruikt het bedrag naar eigen goeddunken, zonder verantwoording af<br />
te leggen aan de bank. Het heeft dus geen zelf-liquiderend karakter. De bank<br />
kan ook niet overgaan tot herdiscontering.<br />
toekenning gebeurt over het algemeen binnen een kredietlijn, zoniet gaat het<br />
om een geïsoleerde verrichting waarvan de bank het doel zal wensen te kennen.<br />
Optimaal <strong>debiteurenbeheer</strong> -<br />
171<br />
-
Kostprijs<br />
- Daarboven<br />
- Er<br />
- Er<br />
is een basisrentevoet, gebaseerd op de BIBOR (Brussels Interbank Offered<br />
Rate), die meestal verschilt van bank tot bank en dagelijks wordt aangepast.<br />
Op 01104/93 bedroeg de rentevoet voor een opname van 1 maand :t 8,75 %,<br />
voor 6 maand :t 7,88%. Naarmate de leningsperiode korter en het opgenomen<br />
bedrag kleiner is, zal de rentevoet wat hoger liggen.<br />
komt een marge van 0,25 tot 2 % (meestal 1 %) naargelang de<br />
klant, het kredietbedrag en het beleid van de bank.<br />
is geen trimesteriële provisie zoals bij kaskrediet.<br />
Conc1usie<br />
Hoofdzakelijk onder concurrentiële druk beginnen de banken deze kredietvorm,<br />
die vroeger eerder bestemd was voor de grote ondernemingen, ook aan de middel-<br />
grote bedrijven (vanaf 50 miljoen omzet) toe te kennen. Ook de termijnen zijn<br />
dikwijls korter. Men aanvaardt nu reeds straight loans van enkele dagen (voor iets<br />
grotere bedragen is de bank zelfs bereid aan "over night" te doen, nt. voor 1 dag<br />
en dat zowel voor opnames als voor deposito's). Het minimum bed rag van de<br />
voorschotten is eveneens de laatste tijd fel verminderd, nt. 3 à 5 miljoen BEF<br />
komt al frequent voor.<br />
Daardoor zijn de verschillen inzake soepelheid met het nogal dure kaskrediet<br />
omzeggens onbestaande. Het enige wat de leverancier te doen staat indien hij van<br />
deze goedkope kredietvorm gebruik wil maken, is erom vragen bij zijn bankier,<br />
desnoods door de concurrentie te laten spelen.<br />
Zoals reeds hoger besproken (zie H V : 2) kan het zeUs aangewezen zijn kredieten<br />
op te nemen om zijn leveranciers contant te betalen en alzo kortingen te beko-<br />
men. Zeker met de lage rentevoeten van straight loans hoekt men al vlug winst op<br />
een dergelijke transactie.<br />
Indien de bankier echter een voorstel doet waarbij t.a. v. de kredietbehoefte of we 1<br />
de termijn te lang, of we 1 het bedrag te hoog is, dient de klant wel goed te bereke-<br />
nen dat hij tijdens een gedeelte van die periode niet (of althans niet teveeI) credi-<br />
teur staat bij de bank. Of anders gezegd : opletten dat er niet teveel of te lang<br />
geleend wordt in verhouding tot de liquiditeitsbehoefte.<br />
Hoofdstuk V : Financieringsvormen op korte termijn -<br />
172<br />
-
3.2.4. Discontokrediet<br />
3.2.4.1. Disconto van wissels<br />
Definitie<br />
De wisselbrief of kortweg wissel is een handelspapier, verplicht<br />
opgemaakt in de<br />
vonnen bepaald door de wet, waannee de uitgever (trekker) aan een aangeduide<br />
persoon (betrokkene) de opdracht geeft een zeker bedrag te betalen op een<br />
welbepaalde plaats en vervaldag, aan de wettelijke houder van de wissel.<br />
Kenmerken<br />
- De<br />
- Oe<br />
- Om<br />
- De<br />
- Dorniciliëren<br />
-<br />
betrokkene aanvaardt deze betalingsverbintenis door aan de wissel zijn<br />
acceptatie toe te voegen door middel van zijn handtekening.<br />
wisseltrekking valt samen met een commerciële transactie. Er bestaat dus een<br />
onderliggende schuldvordering maar die staat juridisch los van de wissel.<br />
meer zekerheid tot betaling te hebben kan de begunstigde vragen naar de<br />
tussenkomst van een vreemde borggever (avalgever).<br />
endossant is de overdrager, die door rugtekening (endossement) een nieuwe<br />
verwerver (geëndosseerde) aanduidt. De laatst geëndosseerde heeft recht op<br />
betaling, doch de vorige rugtekenaars blijven borg staan voor de betaling. Het<br />
mogen vorderen van de betaling bij een vorige rugtekenaar noemt men het<br />
regresrecht.<br />
is het betaalbaar stellen van de wissel bij een bank.<br />
Wanneer er weigering is van betaling door de betrokkene, spreekt men van<br />
protest. Dit wordt binnen de 8 dagen na vervaldag van de wissel vastgesteld bij<br />
authentieke akte (opgemaakt door een deurwaarder of postbeambte). Indien de<br />
wissel was geaccepteerd door de betrokkene, zal er publicatie gebeuren van dit<br />
protest in de "Moniteur der Protesten", voor zover er niet werd betaald uiterlijk<br />
tegen de lOe dag van de maand volgend op de registratiedatum van het protest.<br />
Oit heeft aanzienlijke gevolgen voor de betrokkene daar de banken, kredietver-<br />
zekeraars, handelsinlichtingenbureaus, factoringbedrijven, grote ondernemingen.<br />
Optimaal <strong>debiteurenbeheer</strong> -<br />
173<br />
-
-<br />
- Zij<br />
... zich daarop baseren voor het bepalen van de kredietwaardigheid van hun<br />
debiteuren.<br />
Wanneer een bank de wissel verdisconteert, op aanvraag van de klant welis-<br />
waar, dan koopt ze in feite de wissel. De bank betaalt de nominale waarde van<br />
de wissel verminderd met de discontokosten.<br />
stelt twee soorten discontokredieten ler beschikking van haar klanten<br />
: het<br />
cliëntendisconto en het leveranciersdisconto. Slechts zeer zelden zal de bank een<br />
niet geaccepteerde wissel verdisconteren, want de betrokkene kan op vervaldag<br />
beweren dat hij niet gebonden is door de wissel brief.<br />
Cliëntendisconto (cedentendisconto)<br />
- Het<br />
- Dit<br />
- Het<br />
- De<br />
is de trekker (leverancier) die bij zijn bank de wissel aanbiedt ter disconto<br />
en zodoende het nominaal bedrag ontvangt, verminderd met de kosten.<br />
gebeurt gewoonlijk in het kader van een discontokredietlijn en onder<br />
bepaalde voorwaarden, nl. getrokken op een solvabele betrokkene en het totaal<br />
openstaand bedrag op een betrokkene mag niet te hoog zijn in verhouding tot<br />
zijn solvabiliteit. Het is aan de bank om die criteria te interpreteren.<br />
doel is de leverancier betalingsuitstel te laten verlenen aan zijn afnemer,<br />
maar toch via verdiscontering reeds het geld ter beschikking te stellen.<br />
trekker is gehouden het wisselbedrag, vermeerderd met de protestkosten,<br />
terug te betalen indien de betrokkene op<br />
vervaldag in gebreke is gebleven.<br />
Vandaar dat de banken deze kredietvorm verkiezen boven het kaskrediet :<br />
het bezorgt hen twee schuldenaars en de wissel heeft een zelf-liquiderend karak-<br />
ter.<br />
Leveranciersdisconto<br />
- Het<br />
- Het<br />
is de betrokkene (aankoper) die bij zijn bank de wissel aanbiedt ter<br />
disconto, waarbij de trekker het nominaal bedrag ontvangt terwijl de betrokkene<br />
in staat voor de kosten.<br />
gebeurt eveneens in het kader van een discontokredietlijn en onder bepaal-<br />
de voorwaarden.<br />
Hoofdstuk V : Financieringsvormen op korte termijn -<br />
174<br />
-
- Het<br />
- Voor<br />
- Er<br />
- Ook<br />
doel is hier om de koper in staat te stell en een betalingsuitstel te bekomen<br />
(dat hij anders van zijn leverancier niet zou gekregen hebben) of we I om te<br />
genieten van een korting voor contante betaling.<br />
hier blijft de trekker aansprakelijk voor de niet-betating op vervaldag<br />
vanwege de betrokkene, a1hoewel de wissel werd getrokken op aanvraag van de<br />
betrokkene. Deze aansprakelijkheid kan men vermijden door de bank van de<br />
betrokkene voor aval te laten tekenen.<br />
zijn echter een aantal rechterlijke uitspraken geweest die de banken, bij het<br />
toekennen van leveranciersdiscontokrediet,<br />
voortaan tot voorzichtigheid zul1en<br />
aansporen. Het gaat om uitspraken die het verhaal van de bank op de trekker,<br />
nadat de betrokkene (klant van de bank) in gebreke is gebleven, op de helling<br />
zetten. Meer bepaald wanneer de bank had moeten weten dat haar klant in<br />
financiële moeilijkheden verkeerde. Door een dergelijk krediet toe te kennen laat<br />
de bank aan de trekker immers geloven dat de betrokkene nog voldoende sol va-<br />
bel is.<br />
de bank die de wissel verdisconteert ligt het risico iets hoger daar men<br />
zich in het begin van de exploitatiecyc1us bevindt, nt. de aankoop. De aankoper<br />
heeft immers nog niet noodzakelijk doorverkocht. Als het tot een protest komt.<br />
is het tegen de klant zelf van de verdisconterende bank.<br />
Kostprijs<br />
- Er<br />
- Voorts<br />
- Vervolgens<br />
is vooreerst de basisrentevoet die verschilt naargelang de wissel herdiscon-<br />
teerbaar is bij de Nationale Bank van België of niet. Dit is meestal het geval<br />
gezien de ruime criteria. De herdiscontering gebeurt over het algemeen via het<br />
H. W.I. (Herdisconterings- en Waarborginstituut). Op 01/04/93 bedroeg de rente-<br />
voet respectievelijk 10,75 en 11,25 %. De rentevoet kan lichtjes verschillen van<br />
bank tot bank.<br />
komt daar bovenop een marge die verschilt volgens het bedrag van de<br />
wissel en de hoedanigheid van de ondertekenaars (tussen 0,5 en I %).<br />
is er een provisie per borderel (0,10 tot 0,25 % op het totale<br />
wisselbedrag) alsook een minimum discontorecht, invorderings- en berichts-<br />
kosten (samen :Ì: 200 BEF).<br />
Optimaal <strong>debiteurenbeheer</strong> -<br />
175<br />
-
- Opgelet:<br />
Conclusie<br />
- Men<br />
- Het<br />
- Op<br />
* de intresten en de kosten (samen vonnen zij het agio) worden op voorhand<br />
betaald;<br />
* wanneer het een cedentdisconto is. betaalt de trekker het agio. Is het een<br />
leveranciersdisconto. dan betaalt de betrokkene.<br />
het eerste zieht lijkt het verdisconteren van wissels goedkoper dan het<br />
opnemen van kaskrediet. Oit is echter niet altijd het geval. aangezien de discon-<br />
tokost op voorhand moet worden betaald op het volledige bedrag en voor de<br />
gehele looptijd van de wissel. Bij kaskrediet rekent de bank de kosten slechts<br />
trimesterieel aan en alleen op het bedrag dat werd opgevraagd. alsook slechts<br />
voor het aantal dagen dat men het krediet nodig had. Als men veel wissels in<br />
zijn bezit heeft kan men via selectie dit probleem voor een gedeelte opvangen.<br />
Men laat dan slechts de gewenste wissels verdisconteren.<br />
mag niet vergeten dat het bekomen van een geaccepteerde wissel Diet zo<br />
evident is. Oat is nog minder het geval met een leverancierswissel. Op over-<br />
heidsinstellingen mag men trouwens geen wissels trekken. Grote bedrijven<br />
weigeren dit eveneens uit principe. Het is evenwel aanvaardbaarder in bepaalde<br />
sectoren zoals by. textiel. grafische. hout- en meubelsector. Oetailhandelaars zijn<br />
over het algemeen bereid om wissels te accepteren. Trouwens tijdens de negotia-<br />
tiefase kan men altijd proberen een wissel te bedingen..<br />
is wel een kredietvorm die de bank gemakkelijker zal toekennen dan bv.<br />
een kaskrediet en veelal zonder noemenswaardige waarborgen. Soms wordt wet<br />
een kredietverzekering vereist.<br />
3.2.4.2. Disconto van orderbriefjes (promessen)<br />
Definitie<br />
Een promesse of orderbriefje is een gedagtekend geschrift. waarbij de onderteke-<br />
naar (betrokkene) zich verbindt om op een bepaalde plaats en datum een bepaalde<br />
som te betalen aan de nemer of diens order.<br />
Hoofdstuk V : Financieringsvormen op korte termijn -<br />
176<br />
-
Kenmerken<br />
- Het<br />
- Voor<br />
- Het<br />
- Bij<br />
- Vaak<br />
orderbriefje kan via endossement overgedragen worden.<br />
niet-betating op de vervaldag spreekt men eveneens van protest.<br />
is het de klant die aan zijn bank een promessekrediet aanvraagt,<br />
waarbij hij<br />
een promesse ondertekent aan order van de bank en vervolgens ter disconto<br />
aanbiedt.<br />
is een kredietvorm die de bedoeling heeft om aan een zeer gespecifieerde<br />
kredietbehoefte te voldoen, zowel in tijd a1s qua bedrag.<br />
de bank heeft het een risicograad die vergelijkbaar is met dit van het<br />
kaskrediet. Er is immers geen controle over het gebruik en er is slechts verhaal<br />
tegen de ondertekenaar (voor zover geen endossement). Niettemin is de promes-<br />
se altijd beperkt in duur, dikwijls 1 tot 3 maanden.<br />
Kostprijs<br />
- Er<br />
- Die<br />
- Voorts<br />
- Belangrijk<br />
is een basisrentevoet, nt. meestal dezelfde als voor kaskrediet tenzij de<br />
intrestvoet van vaste voorschotten wordt toegepast.<br />
rentevoet wordt vervolgens met een marge verhoogd. Vaak ligt dit tussen 1<br />
en 2 %, afhankelijk van de grootte van het bedrag, de looptijd en de hoedanig-<br />
heid van de klant.<br />
is er een provisie van 0,25 % per begonnen kwartaal.<br />
is dat, zoals bij het verdisconteren van wissels, de intresten bier<br />
eveneens vooraf moeten worden betaald.<br />
Conc1usie<br />
- Promessen<br />
- Het<br />
zijn niet zo populair omwille van de vereiste administratie en hun<br />
kostprijs. Die is vaak dezelfde a1s van het kaskrediet terwijl dit laatste een<br />
grotere soepelheid biedt.<br />
kan gebeuren dat een debiteur bereid is om een promesse te tekenen<br />
waardoor dit in feite neerkomt op een geaccepteerde wissel met aIle gevolgen<br />
daaraan verbonden. Weliswaar zal de verdisconteringskost hoger liggen dan die<br />
van wissels.<br />
Optimaal <strong>debiteurenbeheer</strong> -<br />
177<br />
-
3.2.4.3. Disconto van warranten (inpandname van goederen)<br />
Definitie<br />
Een warrant is een handelseffect aan order, dat goederen vertegenwoordigt, die in<br />
bewaring zijn gegeven bij een derde, nl. een uitbater van een depot of magazijn.<br />
De warrant wordt verschaft door die derde-houder en vervolgens geëndosseerd<br />
door de kredietnemer aan de bank.<br />
De warrant (volgens de warrantwet van 20/1111862) bestaat in feite uit twee<br />
delen : de warrant zelf die het bezitsrecht op de goederen via pand vertegen-<br />
woordigt en de ceel die het eigendomsrecht over die goederen bevat. In de praktijk<br />
worden beiden altijd samen afgestaan.<br />
Kenmerken<br />
- De<br />
- De<br />
bank zal die warranten, voor zover ze een waardebedrag en een vervaldag<br />
vermelden, verdisconteren wanneer het herdisconteren bij de Nationale Bank<br />
van België mogelijk is. Daartoo moot de warrant beantwoorden aan bepaalde<br />
voorwaarden zoals :<br />
* aard van de goederen (mooten vnl. vlot verhandelbaar zijn);<br />
* hoedanigheid van de klant (moot betrouwbaar zijn);<br />
* veiligheid van het magazijn of opslagplaats (de derde-houder moot erkend<br />
zijn by. N.V. Warrant);<br />
* onder zeer strikte voorwaarden kan de opslag eveneens gebeuren bij de<br />
kredietnemer bv. garagisten en over<br />
het algemeen seizoongebonden produc-<br />
tiebedrijven. Er kan ook een schikking getroffen worden met de douane, de<br />
zogenaamde fictieve depots bij invoor van goederen. In uitzonderlijke<br />
gevallen aanvaardt de bank vervoors- en verzekeringsdocumenten in pand te<br />
nemen;<br />
* verzekering van de goederen.<br />
bank zal voorzichtigheidshalve tussen 50 en 80 % van de waarde der goede-<br />
ren, vermeld op de warrant, verdisconteren. Zij geeft bovendien de voorkeur aan<br />
grondstoffen eerder dan aan afgewerkte producten. De voorkeur gaat ook naar<br />
gooderen waarvan de waarde vast is of slechts matig evolueert.<br />
Hoofdstuk V : Financieringsvormen op korte termijn -<br />
178<br />
-
- Nadat<br />
de klant het geleende bedrag op vervaldag aan de bank heeft terugbe-<br />
taald, zal deze laatste de warrant gerugtekend terugbezorgen aan haar klanL<br />
Kostprijs<br />
- Er<br />
- Die<br />
- Daarboven<br />
- De<br />
is vooreerst de basisrentevoet, die dezelfde is als voor wisseldisconto.<br />
wordt verhoogd met een marge tussen 0.5 en 1 %.<br />
komt in principe een provisie van 0,125 % op het bedrag van de in<br />
disconto gegeven warrant.<br />
klant zal eveneens kosten hebben La.v. de derde-houder alsook 0,01 % op<br />
het warrantbedrag voor de certifiëring door de NationaIe Bank.<br />
Conc1usie<br />
- Qua<br />
- Voorts<br />
- Niet<br />
kostprijs kan men hetzelfde zeggen als bij wisseldisconto, nl. het Jigt lager<br />
als bij kaskrediet maar inzake bedrag en termijn is het minder tlexibel.<br />
mag men niet vergeten dat men voor een geruime tijd zijn goederen niet<br />
meer ter beschikking heeft. Men moet ze dus een tijd kunnen missen.<br />
aile goederen worden aanvaard, vaak bedraagt de waarde der goederen<br />
eveneens meerdere miljoenen BEF.<br />
Optimaal <strong>debiteurenbeheer</strong> -<br />
179<br />
-
- Voor<br />
- Indien<br />
- De<br />
- Eenmaal<br />
3.3. Kredietvormen voor exportverrichtingen<br />
3.3.1. Kaskredieten en Vaste Voorschotten in deviezen<br />
toegekend, is het gebruik van kaskredieten in BEF (zie H V : 3.2.1.) in<br />
principe aan geen verdere voorwaarden verbonden. Kaskredieten in deviezen<br />
waren tot voor kort aan de wisselreglementering van het B.L.I.W. (Belgisch<br />
Luxemburgs Instituut voor de Wissel) onderworpen : de debetstanden moesten<br />
gestaafd worden door uitvoerdocumenten. Daardoor verloor dit krediet haar<br />
kenmerken van soepelheid en waren andere financieringsmogelijk.heden vaak<br />
interessanter en goedkoper. Vandaag is er geen toezicht meer van het B.L.I.W.<br />
en kunnen banken zonder ristricties financiële verrichtingen in deviezen afslui-<br />
ten.<br />
grotere bedragen (groter dan 500.000 BEF) kan de uitvoerder een vast<br />
voorschot of staight loan vragen in deviezen ter financiering van het toegestane<br />
betalingsuitstel. Hier moeten we toch opmerken dat de minimum bedragen van<br />
vaste voorschotten in deviezen veellager zijn dan voor straight loans in BEF (5<br />
à 10 miljoen). De Iooptijd van het voorschot schommelt meestal tussen 1 en 6<br />
maanden. Dat sluit echter niet uit dat sommige bankiers voor belangrijke<br />
bedragen voorschotten van enkele dagen geven.<br />
er geen binnenkomende betalingen zijn in die deviezen vanwege bv.<br />
debiteuren, dan loopt de kredietontlener eveneens een wisselrisico. Hij kan zich<br />
daartegen indekken via allerlei technieken (zie H V : 9).<br />
tarifering hangt af van de gekozen munt en kan dus variëren tussen 5 en<br />
20 %. Een vergelijking met de binnenlandse rentevoeten dringt zich dus op. In<br />
1993 Hjken financieringen in US dollars, Britse ponden, Japanse yens, Zwitserse<br />
franken en Nederlandse gulden te overwegen waard.<br />
De basisrentevoet voor vaste voorschotten in deviezen is gebaseerd op de Libor<br />
(London Interbank Offered Rate) en dat wordt verhoogd met een marge zoals<br />
voor de binnenlandse kredieten. Kaskredieten in deviezen zijn meestal, net zoals<br />
Hoofdstuk V : Financieringsvormen op korte termijn -<br />
180<br />
-
- Mocht<br />
- De<br />
- Men<br />
- Een<br />
in BEF, enkele procenten (:t 3 %) duurder en worden nog eens verhoogd met<br />
een trimesteriële provisie.<br />
zal over het algemeen financiering in deviezen aangaan wanneer er factu-<br />
ratie aan debiteuren en/of betaIingen aan leveranciers in vreemde munten<br />
gebeurt. Vaste voorschotten in deviezen zijn o.m. in combinatie met documen-<br />
taire kredieten (zie H II : 2.2.2.6.) zeker aan te raden. doordat de factuur-<br />
bedragen van exportfacturen groter zijn en het aantal debiteuren beperkter is.<br />
Daarbij komt dat de bankier bij de tookenning ervan vrij soopel is.<br />
3.3.2. Handelsaccepten .. exportwissels<br />
betalingsuitstel kan een exporteur ook laten financieren door, net zoals voor<br />
binneo1andse debiteuren, een wissel te trekken op de importeur, deze te laten<br />
accepteren en te verdisconteren bij zijn bankier (zie H II : 2.2.2.3.). Deze<br />
situatie is dus volledig vergelijkbaar met het cedentdiscontokrediet. Het kunnen<br />
zowel Belgische als buitenlandse wissels zijn (behalve bij Franse debiteuren<br />
waarvoor een Franse wissel is vereist).<br />
de buitenlandse betrokkene de wissel (ook soms witte wissel genoemd)<br />
op vervaldag niet honoreren, dus in gebreke blijven, moot de trekker voor de<br />
nodige provisie zorgen. Om dit te vermijden kan de trekker het aval van de<br />
bankier van de koper vragen. In dat geval is het zelfs raadzamer de koper te<br />
vragen bij ondertekening van het contract een avalbelofte voor te leggen van zijn<br />
bank.<br />
wissel kan opgesteld zijn in BEF of in deviezen. Handelsaccepten in deviezen<br />
kunnen gefinancierd worden in de buitenlandse munt of in BEF. In het eerste<br />
geval zal er verdisconteerd worden op basis van de rentevoot van deze deviezen<br />
en bestaat er geen wisselkoorsrisico, daar de bank op de vervaldag van de wissel<br />
terugbetaald wordt met de door de buitenlandse koper betaalde deviezen.<br />
Wanneer echter het handelsaccept dat opgesteld werd in deviezen, verdisconteerd<br />
wordt in BEF, dan loopt de exporteur wet wisselkoersrisico. Hij financiert zich<br />
01. in BEF en op vervaldag zal hij deviezen moeten terugbetalen aan zijn<br />
Optimaal <strong>debiteurenbeheer</strong> -<br />
181<br />
-
- De<br />
- Of<br />
bankier. Dit risico kan hij uitschakelen door o.m. de deviezen die hij zal ontvan-<br />
gen, aan zijn bankier op termijn te verkopen via een termijncontract (zie H IV :<br />
9.3.2.). De kost van deze termijndekking moot uiteraard ingerekend worden in<br />
de totale financieringskost.<br />
intrestlasten lopen vanaf de verdiscontering tot de vervaldag van de wissel,<br />
plus 10 à 20 dagen. Dit is de tijdspanne die de fondsen nodig zullen hebben om<br />
de bank te bereiken. De basisrentevoet bedroeg 10,75 % op 01104/93 indien<br />
verdiscontering in BEF. Dit wordt vermeerderd met een marge van meestal<br />
en een endosseringsprovisie van 0,125 %. De kosten worden bij het begin<br />
betaald.<br />
Over het algemeen gaat het om gecertificeerde handelsaccepten, nt. met de<br />
stempel van de Nationale Bank waardoor herdiscontering bij het H.W.I. moge-<br />
lijk is. Zoniet staat de basisrentevoet 0,5 % duurder. De voorwaarden waaraan<br />
men moet voldoon zijn gemakkelijk te realiseren, o.m. een max. betalingsuitstel<br />
van 120 dagen (uitz. 180) en facturatie in BEF of in een ander EG munt.<br />
Zoals bij gewone wissels bestaat hier ook het onderscheid tussen cedentdisconto<br />
en leveranciersdisconto (zie H V : 3.2.4.1.).<br />
er met handelsaccepten zal kunnen gewerkt worden, zal afhangen van het<br />
exportland en van de bereidheid van de importeur om de nodige administratie te<br />
verrichten.<br />
Voor export naar sommige Westeuropese landen en met name naar Frankrijk<br />
worden wissels vaak gebruikt (o.m. L.C.R. wissel, zie H II : 2.2.2.3.). Naar<br />
andere of verder gelegen gebieden wordt er eerder zelden met wissels gewerkt,<br />
o.m. omwille van de mooilijkheden om de wissel correct geaccepteerd te<br />
krijgen : vaak vergt het een bijkomende opvolgingsprocedure om de wissel te<br />
bekomen en het kan voorkomen dat een minder correcte debiteur een andere<br />
vervaldag op de wissel aanbrengt of hem niet geaccepteerd terugstuurt. Door de<br />
afstand tusseil trekker en betrokkene zijn deze kleine misverstanden niet zo snel<br />
opgelost. Dikwijls heeft de uitvoerder geen andere keuze dan de volgende keer<br />
niet meer te leveren of deze gewoonten te aanvaarden. Daarbij komt dat het<br />
discontokrediet vnl. rust op de solvabiliteit van de betrokkene, en<br />
Hoofdstuk V : Financieringsvormen op korte termijn -<br />
dat is<br />
182<br />
1 %<br />
-
- Kaskredieten<br />
- Op<br />
- De<br />
-<br />
mooilijker na te gaan in verre exportlanden. M.a.w. geen enkele bankier zal<br />
happig zijn om "exotische" wissels te verdisconteren.<br />
Deze problemen kan de exporteur enigzins vermijden door een lokale wissel<br />
(voor zover dat document daar bestaat) te trekken op de importeur. Een<br />
dergelijke buitenlandse wissel kan vervolgens door de exporteur of importeur<br />
verdisconteerd worden bij een plaatselijke bank. Uiteraard is die wissel en de<br />
verdiscontering ervan onderworpen aan de lokale wetgeving en intrestvooten.<br />
Het inwinnen van voorafgaande informatie is daarom absoluut noodzakelijk.<br />
3.3.3. Bankaccepten I<br />
zijn relatief duur. Handelsaccepten of wissels zijn soms niet<br />
wenselijk of cornmercieel niet haalbaar. Een goedkope korte termijn financiering<br />
voor een exporteur is de financiering met bankaccepten. Bij een bank accept geeft<br />
de bankier de toelating aan haar k1ant om in het kader van een kredietopening<br />
een wissel op haar te trekken ter financiering van een welomschreven uitvoer-<br />
transactie en de bank verbindt zich om deze wissel te accepteren. Het bank accept<br />
of blauwe wissel genoomd, moet samen met de vereiste documenten (factuur,<br />
bewijs van uitvoer) afgegeven worden aan de bank.<br />
Een bankaccept is dus getrokken op en geaccepteerd door een betrokkene met<br />
een hoge solvabiliteit. Een dergelijke schuldbekentenis kan uiteraard vrij gemak-<br />
kelijk verdisconteerd worden bij een financiële instelling (vaak de betrokkene<br />
bank zelO. In de meeste gevallen zal de bank zijn eigen accepten herdisconteren<br />
bij het Herdisconterings- en Waarborginstituut (H.W.I.).<br />
geen enkel ogenblik wordt de importeur betrokken bij het bankaccept. Hij<br />
weet dus niet dat zijn klantenvordering gefinancierd wordt. Enkel de expor-<br />
teurltrekker verbindt zich om op vervaldag voor de nodige provisie te zorgen.<br />
vervaldag van het bank accept moot overeensternmen met de datum waarop de<br />
exporteur het geld van de koper verwacht. In sommige gevallen vraagt de<br />
bankier een kredietverzekering of vestigt hij een voorrecht op de goederen. De<br />
Optimaal <strong>debiteurenbeheer</strong> -<br />
183<br />
-
- Het<br />
- De<br />
- Onder<br />
- Bankaccepten<br />
terugbetaling van het accept gebeurt met de door de importeur overgemaakte<br />
fondsen.<br />
Doordat de Idant (trekker) de wissel blanco endosseert en die terug afstaat aan<br />
de bank, kan de bank haar gewoon wisselverhaal (regres) uitoefenen op de<br />
trekker. M.a.w. indien op vervaldag van de wissel geen dekking aanwezig is,<br />
zal de trekker gedebiteerd worden in rekening-courant. Hierdoor kan een<br />
onregelmatige debetstand ontstaan. De wissel kan niet geprotesteerd worden,<br />
daar de betrokkene de bank zelf is.<br />
komt regelmatig voor dat in een documentair krediet bepaald wordt dat de<br />
realisatie ervan kan geschieden tegen afgifte van een bankaccept. De<br />
kredietopenende bank is in het kader van het documentair krediet meestal ook de<br />
betrokkene en de verdisconteerder van het bank . accept<br />
verdiscontering gebeurt tegen een officieel vastgestelde rentevoet (9,75 % op<br />
01104/93) vermeerderd met een marge (vaak 1 %) en een acceptprovisie voor de<br />
handtekening van de bank van 0,125% per maand. De kosten worden onmiddel-<br />
lijk betaald. Over het algemeen gebeurt de toekenning van een dergelijk krediet<br />
in het kader van een bankacceptkredietlijn. Deze rentevoet is relatief laag en<br />
moet gezien worden in het kader van exportstimuli. Iedere bank beschikt over<br />
een herdiscontolijn en zal tot mobilisatie van handelspapier overgaan in functie<br />
van haarthesauriebehoeften.<br />
bepaalde voorwaarden kan de Nationale Bank van België (N .B.B.)<br />
bankaccepten certificeren, d.w.z. dat zij door haar stempel op de wissel te<br />
plaatsen, verklaart dat het papier aan de gestelde vormvereisten voldoet. Niet<br />
gecertificeerde bankaccepten krijgen een verhoogde basisrentevoet met 0,5 %.<br />
kunnen eveneens in deviezen getrokken worden. Een bankaccept<br />
verdisconteerd in deviezen is aangewezen indien de exporteur een vordering<br />
heeft in deviezen en indien hij zijn wisselkoersrisico wenst in te dekken. De<br />
toegepaste rentevoet is uiteraard de rentevoet van de betrokken munt. Een<br />
vergelijking met financiering in BEF dringt zich dus op.<br />
Het wisselrisico blijft evenwel bestaan wanneer de importeur niet tijdig betaalt.<br />
De bank zal trouwens in dat geval het acceptkrediet omzetten in een kaskrediet.<br />
Hoofdstuk V : Financieringsvormen op korte termijn -<br />
184<br />
-
- In<br />
Wenst men echter een bankaccept te verdisconteren in BEF terwijl de vordering<br />
op de koper in deviezen is uitgedrukt, dan kan men nog altijd het wisselrisico<br />
uitschakelen door een termijncontract, nI. hier een termijnverkoop van de te<br />
ontvangen munt, met de bank af te sluiten (zie H IV : 9.3.2.).<br />
de praktijk stellen we vast dat men inzake export minder en minder de<br />
techniek van bankaccepten gebruikt ten voordele van kaskredieten in deviezen en<br />
vaste voorschotten (al dan niet in deviezen).<br />
3.3.4. Forfaiting I<br />
Forfaiting is een techniek waarbij de forfaiteur (de bank van de exporteur) de<br />
schuldvordering koopt van de uitvoorder tegen onmiddellijke storting van 100 %<br />
van het factuurbedrag (minus de kosten). De bank ziet af van zijn verhaalrecht<br />
t.o.V. de exporteur, voor zover de prestaties correct zijn uitgevoord. Het systeem<br />
vertoont veel gelijkenissen met factoring, alhoewel het hier doorgaans gaat om<br />
schuldvorderingen die betrekking hebben op uitrustingsgoederen en die betalings-<br />
uitstellen genieten van 6 maanden tot 5 jaar. Over het algemeen zal de bank<br />
vragen dat er wissels of orderbriefjes op eersterangs debiteuren worden getrokken<br />
of het aval dragen van de bank van de buitenlandse koper. In bepaalde landen heeft<br />
aval geen juridische waarde (bv. USA). In dat geval moot een waarborg ad hoc<br />
verstrekt worden in een afzonderlijk document, bv. een stand by letter of credit<br />
(zie H II : 2.2.2.8.). De forfaitingkosten voor de exporteur zijn afhankelijk van de<br />
discontovoet, de toogende betalingstermijn en het risico van het betrokken land,<br />
debiteur en/of bank die voor aval tekende. Men kan de kostenstructuur in feite<br />
vergelijken met die van verdiscontering van wissels (zie H V : 3.2.4.1. en 3.3.2.).<br />
Forfaitdisconto biedt de exporteur dus een onmiddellijke betating en sluit betatings-<br />
wissel- (zie H IV : 9.3.3.) en politiek risico uit.<br />
Optimaal <strong>debiteurenbeheer</strong> -<br />
185<br />
-
3.4. Criteria die banken hanteren bij kredietverstrekking<br />
3.4.1. TerugbetaIingscapaciteit van de klant<br />
De bank dient immers te weten of de kredietnemer de verstrekte kredieten kan<br />
terugbetalen. Daartoe zal de bank de jaarrekening van de klant onderwerpen aan<br />
een grondige analyse.<br />
Zij zal o.m. de solvabiliteits-, liquiditeits- en rendabiliteitsratio (vnl. de cash flow)<br />
alsook de stoek-, debiteuren- en leveranciersrotatie berekenen (zie H ITl : 2) en<br />
vanzelfsprekend vereisen dat die voldoende bevredigend zijn.<br />
Om een evolutie waar te nemen gaat de bank de jaarrekeningen van de laatste 2<br />
(soms 3) jaren vergelijken.<br />
Voor startende, zeer jonge of sterk groeiende ondernemingen is het wenselijk een<br />
ondernemingsplan te kunnen voorleggen. Oat zou naast een voorstelling van de<br />
aetiviteit, de klanten en de leveranciers moeten bestaan uit een investeringsplan,<br />
een financieringsplan en uit een rendabiliteitsprognose.<br />
3.4.2. Financieringsbehoefte<br />
Vooreerst moet een hoofdregel gerespeeteerd worden, nt. dat lange termijn<br />
financieringen dienen voor het verwerven van vast aetief (vnl. terreinen, gebou-<br />
wen, machines en voertuigen) en korte termijn financieringen voor het aansehaffen<br />
en voeden van het vlottend aetief (vnl. stock en handelsvorderingen).<br />
De klant zal aan de hand van berekeningen aan de bank tonen waar,<br />
waarom er tekorten zijn.<br />
- De<br />
3.4.3. Persoonlijkheid van de klant<br />
hoeveel en<br />
bedrijfsleider van een onderneming dient eerlijk en integer te zijn. Zijn<br />
verleden zal daarom nagegaan worden.<br />
Hoofdstuk V : Financieringsvormen op korte termijn -<br />
186<br />
-
- Ook<br />
- Als<br />
- Anderzijds<br />
Hij moet blijk geven van professionalisme en over voldoende beroepskennis te<br />
beschikken. Hij dient eveneens de nodige werklust, creativiteit, organisatietalent,<br />
overtuigingskracht en gezond verstand aan de dag te leggen.<br />
in het verleden moet hij al zijn verplichtingen t.a. v. de bank nagekomen<br />
zijn.<br />
banken zich soms verregaand verbinden t.a.v. bepaalde klanten, dan heeft<br />
het dikwijls te maken met de persoonlijkheid van de kredietnemer.<br />
is het ook zo dat banken zeer voorzichtig zijn met startende bedrij-<br />
ven omwille van gebrek aan informatie en ervaring omtrent bovenstaande<br />
punten.<br />
3.4.4. Economische sector waartoe de klant behoort<br />
Economische sectoren in moeilijkheden zoals momenteel bv. textiel, transport,<br />
drukkerij, electronica en informatica (vnl. hardware) zuBen het bij de banken iets<br />
moeilijker hebben. In het tegenovergestelde geval is het altijd aangewezen cijfers<br />
m.b.t. uw sector te kunnen voorleggen. Die zijn te bekomen via eigen marktstu-<br />
dies, Nationale Bank, beroepsfederaties, Kamers van Koophandel, publicaties in de<br />
kranten en tijdschriften,<br />
3.4.5. Rendabiliteit voor de bank<br />
...<br />
Dit aspect komt de dag van vandaag meer en meer aan bod en in hoofdzaak bij het<br />
bepalen van de financieringskostprijs. Wanneer een klant een veri aging van de<br />
standaardtarieven wenst, omdat hij bv. over een voordeligere offerte van een<br />
concurrerende bank beschikt, zal zijn bank gaan kijken naar haar totale rendabiliteit<br />
op die klant. Is die ruim positief dan zijn<br />
haalbaar.<br />
tariefverlagingen gemakkelijker<br />
Dit kunnen dan toegevingen zijn op : de marges, trimestriële of andere provisies,<br />
valutadagen (bv. dagvaluta), zichtvergoeding voor creditstanden, dossier- en<br />
Optimaal <strong>debiteurenbeheer</strong> -<br />
187<br />
-
studiekosten, gunstigere wisselkoersen, ristorno's inzake buitenlandse transferts,<br />
- De<br />
voor investeringskredieten zelfs een lagere basisrentevoet,...<br />
- In<br />
3.4.6. Waarborgen I<br />
laatste instantie komen de waarborgen. Als de bank geen positief antwoord<br />
heeft kunnen geven aan bovenvermelde criteria, zal zij geen kredieten verstrek-<br />
ken. Immers, korte tijd na de kredietverlening zou de bank misschien reeds<br />
moeten overgaan tot de uitwinning van de waarborgen, wat ten slotte haar<br />
hoofdtaak niet is.<br />
Niettemin zal de bank die tot kredietverlening heeft beslist nagenoeg altijd één of<br />
meerdere waarborgen vragen.<br />
tendens van de jaren tachtig, wegens concurrentie tussen financiële<br />
instellingen, was gericht naar het vragen van minder waarborgen. De banken<br />
vroegen vnl. mindel" zakelijke waarborgen en meer en meer morele waarborgen.<br />
Met de verslechtering van de conjunctuur vanaf 1991 zien we echter een kente-<br />
ring. De banken verstrekken minder gemakkelijk kredieten, zeggen ze vlugger<br />
op en vragen in verhouding met vroeger meer zakelijke waarborgen.<br />
Gezien de grote verscheidenheid aan waarborgen hebben we die in een aparte<br />
afdeling besproken.<br />
Hoofdstuk V : Financieringsvormen op korte termijn -<br />
188<br />
-
- Alhoewel<br />
- De<br />
- Er<br />
- Ook<br />
3.5. Soonen waarborgen I<br />
3.5.1. Inleiding<br />
de essentiële waarborg van de banken te vinden zou moeten zijn in de<br />
waarde van de bedrijfsleiders van de kredietbehoeftigde ondememing en in de<br />
waarde van de ondememing zelf, zuIlen de bankiers veelal andere waarborgen<br />
vereisen. Banken verstrekken in principe slechts notoriëteitskredieten (zonder<br />
waarborg) tot max. 30 % van het eigen vermogen van een ondememing. De<br />
banken verantwoorden hun waarborgeis door te steIl en dat zij een veiligheid<br />
wensen voor de onzekere toekomst t.g. v. verandering van bedrijfsleiders,<br />
verkeerde beslissingen, verhevigde concurrentie, neerdalende conjunctuur,<br />
Voorts mogen de verleende kredieten niet aanzien worden als risicokapitaal maar<br />
wet als vreemd vermogen dat ten aile tijden moot kunnen terugbetaald worden.<br />
De aangerekende kosten, vnl. intresten, zijn slechts een vergoeding voor het<br />
gebruik van het geld en niet voor een risico zoals de eigenaars van een ondeme-<br />
ming lopen met hun ingebracht kapitaal. Aangezien banken niet delen in de<br />
winsten van hun kIant, willen zij daarom ook niet de gevolgen dragen bij<br />
eventuele verliezen.<br />
waarborgen hebben uiteindelijk tot doe} bij niet-terugbetaling of bij faling<br />
van de kredietnemer, de desbetreffende bank een zekere bevoorrechting te<br />
verlenen t.a. v.<br />
de andere schuldeisers.<br />
zijn 3 so orten schuldeisers :<br />
* de wetteIijke of ingevolge een overeenkomst bevoorrechte schuldeisers bv.<br />
degenen die een hypotheek of pand handelsfonds hebben;<br />
* de schuldeisers die een wettelijk recht van voorrang bezitten bv. de belas-<br />
tingsadministratie, R.S.Z., werknemers;<br />
* de niet bevoorrechte of chirografaire schuldeisers bv. de gewone leveran-<br />
ciers.<br />
de waarborgen kunnen onderverdeeld worden in verschillende categorieën.<br />
Volgens de juridische indeling heeft men :<br />
Optimaal <strong>debiteurenbeheer</strong> -<br />
189<br />
...<br />
-
- Hierna<br />
lie zakelijke of reële zekerheden . die hebben betrekking op een voorwerp al<br />
dan niet lichamelijk en al dan niet toebehorend aan de kredietnemer, bv.<br />
hypotheek, pand handelsfonds, kredietverzekeringspolis;<br />
lie persoonlijke of morele zekerheden . geven een vorderingsrecht op perso-<br />
nen, al dan niet de kredietnemer, en via deze personen op hun patrimonium<br />
of op een bepaald good. De waarde van deze zekerheden hangt af van de<br />
kredietwaardigheid en soms van de moraliteit van de borgsteller. Dat is het<br />
gevaJ bij de borgsteHing, bankgarantie, de verbintenis niet te vervreemden<br />
of te hypothekeren, volmacht tot hypothekeren.<br />
voIgt een opsomming en een korte bespreking van de verschillende<br />
waarborgen. De kosten die gepaard gaan met het verschaffen van een waarborg<br />
zijn dikwijJs te verwaarJozen. Als dit niet het gevaJ is, wordt het vermeld.<br />
3.5.2. Hypotheek I<br />
Definitie<br />
De hypotheek is een zakelijk recht op onroerende goederen zoals terreinen,<br />
gebouwen, bouwwerken, recht van vruchtgebruik, van erfpacht en van opstal<br />
alsook op schepen.<br />
Opmerking : machines, materieel en meubilair die deel uit maken van een gebouw<br />
of exclusief bestemd zijn voor de bedrijfsexploitatie vallen onder de hypotheek.<br />
Kenmerken<br />
- Om<br />
- De<br />
een geldige hypotheek te vestigen, is een notariële akte vereist. Om<br />
tegenstelbaar te zijn t.a. v. derden, is eveneens een inschrijving vereist in het<br />
register van hypotheekbewaring. De datum van de inschrijving bepaalt de rang.<br />
Na 30 jaar moot de inschrijving hernieuwd worden.<br />
banken wensen meestal een Ie rang inschrijving. Het bedrag van de hypo-<br />
thekaire inschrijving zal zelden 80 % van de venale waarde<br />
verkoop) van de goederen overschrijden. Dit komt omdat normaal<br />
(in gedwongen<br />
slechts 80 %<br />
gefinancierd wordt, uitzonderlijk 100 % voor niet-industriële huizen en gronden.<br />
Hoofdstuk V : Financieringsvormen op korte termijn -<br />
190<br />
-
Aangezien er meestal meer gefinancierd wordt, zullen de banken terzelfdertijd<br />
het handelsfonds in pand nemen voor het resterende gedeelte.<br />
Conc1usie<br />
- Het<br />
- Er<br />
- Het<br />
is een van de meest interessante waarborgen die een bank kan verwerven,<br />
voor zover ze Ie rang heeft. Ze komt over het algemeen voor bij investerings-<br />
kredieten voor gebouwen.<br />
zijn allerlei kosten, nt. inschrijvingskosten, registratierechten, aktekosten en<br />
honoraria van de notaris die de kostprijs aanzienlijk verhogen. Bijvoorbeeld voor<br />
een inschrijvingsbedrag van 5 miljoen BEF bedragen de totale hypotheekkosten<br />
:t 115.000 BEF; voor een inschrijvingsbedrag van 10 miljoen BEF bedraagt het<br />
:t 195.000 BEF.<br />
is daarom raadzamer eerst andere alternatieven te overwegen en te nego-<br />
tiëren met de bank bv. verbintenis om niet te vervreemden of te hypothekeren,<br />
belofte tot verlenen van hypotheek; volmacht geven tot hypothekeren; onher-<br />
roepelijke opdracht; ...<br />
3.5.3. Inpandnarne van het handelsfonds<br />
Definitie<br />
Het pand op een handelsfonds van een ondememing is een zakelijk recht waarbij<br />
de schuldeiser-pandnemer (dit kan alleen een erkende instelling zijn zoals een bank)<br />
een voorrecht verwerft op de naam, het cliënteel, het uithangbord, de handelsin-<br />
richting, de handelsmerken, het huurcontract, het meubilair, het materleel, de<br />
voorraden ten belope van SO %, de openstaande vorderingen en het kasgeld.<br />
Kenmerken<br />
- Het<br />
in pand geven van het handelsfonds belet de eigenaar niet de daarvan<br />
deeluitmakende goederen te gebruiken en te verkopen. AIleen frauduleuze<br />
verrichtingen zijn strafbaar. De bank zal zich echter nooit kunnen verhalen tegen<br />
de aankoper die ter goeder trouw was.<br />
Optimaal <strong>debiteurenbeheer</strong> -<br />
191 -
- Wanneer<br />
- De<br />
- Het<br />
- De<br />
het meubilair en het materieel onroerend worden door bestemming of<br />
incorporatie, maken ze geen deel meer uit van het handelsfonds maar van het<br />
desbetreffend onroerend goed en onrechtstreeks van degene die er een hypotheek<br />
op heeft.<br />
inpandname kan bij authentieke (voor notaris) of bij onderhandse akte<br />
(nagenoeg altijd) geschieden. Zoals bij een hyPOtheek is de inpandname slechts<br />
tegenstelbaar aan derden vanaf de inschrijving in een speciaal register bij de<br />
hypotheekbewaarder. De inschrijving blijft 10 jaar geldig tenzij tijdige verlen-<br />
ging, na 30 jaar is een nieuwe akte vereist.<br />
inschrijving gebeurt voor het bedrag van de hoofdschuld (het krediet)<br />
vermeerderd met 3 jaar intresten en 10 % voor de kosten. Uiteraard verkiezen<br />
de banken een Ie rang boven een 2e rang inschrijving.<br />
voorrecht van de onbetaalde verkoper en het voorrecht van<br />
van de gebouwen primeren op de rechten van<br />
pand heeft.<br />
Conc1usie<br />
- Alhoewel<br />
- De<br />
- Ook<br />
de verhuurder<br />
degene die het handelsfonds in<br />
banken er frequent beroep op doen, aanzien ze niettemin deze waar-<br />
borg als bijkomstig of aanvullend, vaak bij een hypotheek of bij gebrek aan<br />
andere waarborgen. Dikwijls wordt die waarborg eveneens gevraagd bij het<br />
toekennen van korte termijn kredieten (vnl. kaskrediet en vaste voorschotten).<br />
waarde als waarborg wordt bepaald door 25 % van de stocks op te tellen bij<br />
30 à 50 % van de schuldvorderingen, het overige gedeelte van het handelsfonds<br />
komt niet in aanmerking, tenzij na schatting door een expert. Wanneer de<br />
kredietnemer reeds jaren klant is bij dezelfde bank en zij het volste vertrouwen<br />
heeft in die Idant, gebeurt het niet zelden dat de bank op een andere manier de<br />
waarborg zal inschatten. Dit gebeurt dan door 50 % van de stocks te vermeerde-<br />
ren met 100 % van de openstaande vorderingen. Het totaal bedrag daarvan<br />
wordt vervolgens verminderd met een marge van 10 à 20 %.<br />
bier zijn er niet te onderschatten registratierechten en andere kosten. Die<br />
zijn :!: vergelijkbaar met de hypotheek, alleen vallen de notariskosten en honora-<br />
ria weg gezien er geen authentieke akte vereist is. Bijvoorbeeld voor een in-<br />
Hoofdstuk V : Financieringsvormen op korte termijn -<br />
192<br />
-
- Staat<br />
schrijvingsbedrag van 5 miljoen BEF bedragen de totale kosten :f: 35.000 BEF;<br />
voor een inschrijvingsbedrag van 10 miljoen BEF bedraagt het :f: 65.000 BEF.<br />
men redelijk sterk t.a. v. zijn bank dan kan men proberen slechts een<br />
volmacht of een belofte te geven tot inpandname van het handelsfonds. Dat de<br />
kosten lager zullen uitvaUen spreekt voor zich. Deze<br />
afgezwakte waarborgvor-<br />
men komen wel frequenter voor bij hypotheken op onroerende goederen (zie<br />
H V : 3.5.13. en 3.5.14.).<br />
3.5.4. Voorrecht van de onbetaalde verkoper van roerende goederen<br />
Definitie<br />
Het is een voorrecht dat toekomt aan de onbetaald gebleven verkoper van roerende<br />
goederen, voor zover die goederen door de aankoper niet werden vervreemd bv.<br />
verkocht, er geen veranderingen aan zijn gebracht of niet onroerend<br />
zijn geworden<br />
door incorporatie of bestemming, tenzij het gaat om machines of ander bedrijfsuit-<br />
rustingsmateriaal.<br />
Het is juist dit laatste dat het meest voorkomt als voorreeht van<br />
verkoper en waarover we het zullen hebben.<br />
de onbetaalde<br />
De wet (art. 20,50 Hypotheekwet en art. 546 Faillissementswet) zegt dat de<br />
onbetaald gebleven verkoper van machines, toestellen, gereedschappen en<br />
ander bedrijfsuitrustingsmaterieel voor nijverheids-, handels- of ambachtsonder-<br />
nemingen, gedurende 5 jaar een voorrecht behoudt op die goederen, zelfs indien zij<br />
onroerend zijn geworden door bestemming of incorporatie.<br />
Kenmerken<br />
- Hiertoe<br />
is vereist dat binnen 15 dagen na de levering een door de verkoper<br />
eensluidend verklaard afschrift van de al dan niet aanvaarde factuur of van<br />
elke andere akte waaruit de verkoop blijkt, wordt neergelegd op de griffie van<br />
de Rechtbank van Koophandel van de woon- of verblijfplaats van de koper. Als<br />
op de faetuur geen leveringsdatum voorkomt, geldt de factuurdatum als referen-<br />
Optimaal <strong>debiteurenbeheer</strong> -<br />
193<br />
-
- Uiteraard<br />
- Ook<br />
- De<br />
- Dit<br />
tie. Door deze laatste regel toe te passen kunnen nalatige leveranciers toch nog<br />
in extremis een voorrecht bekomen.<br />
voorrecht primeert op de rechten van de pandhoudende schuldeiser van het<br />
handelsfonds, ongeacht of de factuur vóór of na de inschrijving van het pand op<br />
het handelsfonds is uitgeschreven.<br />
bank zal i.g. v. kredietverstrekking op haar beurt dit voorrecht van de<br />
verkoper ontvangen via cessie van de factuur of via subrogatie.<br />
Conc1usie<br />
-<br />
Deze waarborg wordt door de financiële instellingen nagenoeg altijd genomen<br />
bij imanciering op atbetaling indien het om machines, voortuigen,<br />
... handelt.<br />
Over het algemeen is het de bank van de aankoper die financiert en derhalve het<br />
voorrecht zal overnemen. Voor aankopen uit bepaalde landen by. Oostenrijk,<br />
kan de Belgische bank dit voorrecht niet bekomen. Zij zal dan mooten uitkijken<br />
naar andere waarborgen bv. inpandname van het handelsfonds.<br />
vervalt het voorrecht wanneer de koper de gooderen verder doorver-<br />
koopt.<br />
wanneer de verkoop van dergelijk good niet specifiek gepaard gaat met een<br />
financiering vanwege een financiële instelling, is het toch aangeraden de<br />
publiciteitsvereisten na te leven. Een extra zekerheid is graag meegenomen.<br />
3.5.5. Overdracht van het voordeel van een levensverzekeringspolis<br />
Definitie<br />
Een levensverzekeringspolis is een polis waarbij de verzekeraar een bepaald<br />
bedrag zal uitkeren aan de begunstigde van de verzekerde of aan de verzekerde<br />
zelf bij respectievelijk het overlijden van de verzekerde of op een<br />
van de verzekerde (meestal rond zijn pensioon).<br />
Het voordeel van zo'n polis kan afgestaan worden aan bv. een bank.<br />
Hoofdstuk V : Financieringsvormen op korte termijn -<br />
bepaalde leeftijd<br />
194<br />
-
Kenmerken<br />
- De<br />
- Ofwel<br />
bevat de polis reeds een afkoopwaarde, dit is het geval vanaf het derde<br />
jaar, waarop de bank zich kan baseren bij het bepalen van het toe te kennen<br />
krediet. Of we 1 kan de bank van de bedrijfsleider-klant het aangaan van een<br />
overlijdenspolis vereisen wanneer de bank vindt dat het reilen en zeilen van de<br />
onderneming teveel atllankelijk is van die bedrijfsleider. De jaarprernie<br />
bedraagt al vlug :l:: 5.500 BEF per miljoen krediet voor iemand van 35 jaar en<br />
met een 10 jarige duurtijd.<br />
formaliteiten zijn niet zo omslachtig, nt. overhandigen van de originele polis<br />
aan de bank met een brief en een aanhangsel aan de polis, eveneens ondertekend<br />
door de verzekeraar, waarbij het voordeel wordt overgedragen aan de bank en<br />
waarbij de verzekeraar bevestigt dat hij de bank zal verwittigen als de prernies<br />
niet meer worden gestort. Er wordt ook vermeld dat de bank op elk ogenblik de<br />
afkoopwaarde mag eisen.<br />
Conc1usie<br />
Deze waarborg is in feite alleen maar mogelijk als de polis reeds een afkoopwaar-<br />
de bezit of we I omdat ze opgelegd wordt door de bank voor de hierboven om-<br />
schreven reden.<br />
3.5.6. Overdracht van het voordeel van een kredietverzekering<br />
Definitie<br />
De kredietverzekering is een overeenkomst waardoor een verzekeraar zich verbindt<br />
t.a. v. de verzekerde de schade te vergoeden die hij zou kunnen Iijden tengevolge<br />
de insolventie van zijn debiteuren. Het voordeel van een dergelijke polis kan<br />
eveneens overgedragen worden aan een bank.<br />
Optimaal <strong>debiteurenbeheer</strong> -<br />
195<br />
-
Kenmerken<br />
- Zoals<br />
- Dezelfde<br />
- Bij<br />
- Er<br />
zijn twee soorten polissen : de individuele polis die slechts een aangeduide<br />
debiteur verzekert en de abonnementspolis die aIle goedgekeurde debiteuren<br />
verzekert. Dat laatste komt het vaakst voor.<br />
de Nationale Delcrederedienst is men vnl. gespecialiseerd in het verzekeren<br />
van de uitvoer naar niet Westeuropese landen. Ook politi eke risico's worden er<br />
gedekt. Voor het overige zijn het vnl. COBAC en AC-Namur die in België als<br />
kredietverzekeraars voorkomen (zie H IV : 4 en 6).<br />
in het hoofdstuk risicodekking tegen debiteuren werd besproken, zijn er<br />
allerlei beperkingen verbonden aan die polis bv. beperkte uitbetaling, niet elke<br />
debiteur wordt aanvaard, ...<br />
formaliteiten als bij een levensverzekeringspolis zijn van toepassing<br />
inzake overdracht van het voordeel ten behoeve van de bank.<br />
Conclusie<br />
De bank zal in principe zo'n polis vereisen wanneer zij een discontokrediet of een<br />
kaskrediet tegen inpandname van facturen verstrekt. In dit geval zal de kredietne-<br />
mer moeten rekenen op een meerkost voor het bekomen van zijn krediet (tussen<br />
0,20 % en 1 % op de verzekerde omzet). Hij is dan wel voortaan verzekerd tegen<br />
mogelijke insolvente debiteuren.<br />
3.5.7. Inpandgeving van effecten, goederen, facturen, vorderingssta-<br />
ten, wisselbrieven, orderbriefjes en cheques.<br />
Deze waarborgen zijn reeds uitvoerig besproken, vnl. bij de korte termijn kredie-<br />
ten of bij de betalingsmiddeIlen :<br />
* effecten en goederen (zie H V : 3.2.2.3., 3.2.4.3. en H II : 2.2.2.11.);<br />
*<br />
facturen (zie H V : 3.2.2.1.);<br />
* vorderingsstaten (zie H V : 3.2.2.2.);<br />
* wisselbrieven (zie H V : 3.2.4.1.. 3.3.2. en H II : 2.2.1.3. en 2.2.2.3.);<br />
* orderbriefjes (zie H V : 3.2.4.2. en H II : 2.2.1.3.);<br />
Hoofdstuk V : Financieringsvormen op korte termijn -<br />
196<br />
-
* cheques (zie H V : 3.2.2.5. en H II : 2.2.1.2. en 2.2.2.2.).<br />
3.5.8. Inpandname van een bankrekening<br />
Definitie<br />
Het gaat om gelden die de klant ler garantie aan de bank heeft overgemaakt en die<br />
op een speciale rekening zijn geplaatst.<br />
Kenmerken<br />
- Dit<br />
- Er<br />
is al1een maar mogelijk bij uw eigen bank, zoniet gaat het om een cessie<br />
van een schuldvordering op een andere bank (zie H V : 3.5.9.).<br />
wordt een deponeringscertiticaat gecreëerd dat de bank in pand neemt.<br />
Conc1usie<br />
De bank zal dit over het algemeen vragen wanneer zij zichzelf moet garant stel1en<br />
ten aanzien van bv. een leverancier van haar klant.<br />
3.5.9. Overdracht (cessie) van een schuldvordering<br />
Definitie<br />
Volgens art. 1689 en 1690 van het Burgerlijk Wetboek verkrijgt de overnemer het<br />
bezit ten opzichte van de overdrager door het ontvangen van de titet. Ten<br />
aanzien van derden gebeurt dit pas na de overdracht aan de schuldenaar te hebben<br />
betekend via deurwaardersexploot of doordat de schuldenaar in een authentieke akte<br />
de overdracht aanneemt. M.a. w. het vol staat de schuldvorderingstitel af te staan<br />
(om een bewijs te hebben wordt best in een geschrift voorzien dat dit bevestigt)<br />
opdat de eigendom ervan overgaat. Ten aanzien van derden o.m. de debiteur van<br />
die schuldvordering, is vereist dat hij van die overdracht op de hoogte wordt<br />
gesteld en dat hij dus aan iemand anders moet betalen.<br />
Optimaal <strong>debiteurenbeheer</strong> -<br />
197<br />
-
In het parlement ligt een wetsontwerp kJaar dat het deurwaardersexploot of de<br />
- Bij<br />
- Na<br />
authentieke akte in deze materie vervangt door een aangetekende brief. Eenmaal<br />
gestemd zal deze overdrachtsvorm aan belang winnen.<br />
Kenmerken<br />
- Allerlei<br />
- Bij<br />
schuldvorderingen zijn denkbaar : bv. een algemene schuldbekentenis<br />
van een particulier of handelaar, een vordering op een bankrekening bij een<br />
andere bank dan degene aan wie men cedeert, een vorderingsstaat in het kader<br />
van werken of leveringen.<br />
cessie ontvangt de bank de eigendom van de titel met zijn nadelen o.m. de<br />
verweermiddelen van de debiteur, het insolvabiliteitsrisico op de debiteur,<br />
maar uiteraard ook met de voordelen, o.m. het recht op betaling, de voorrech-<br />
ten, geen beslag mogelijk door derden.<br />
inpandname van schuldvorderingen is er geen overdracht van eigendom,<br />
maar kan de betekening t.a. v. de debiteur soepeler verlopen. Een aangetekende<br />
brief met bewijs van ontvangst is vaak voldoende.<br />
de betekening aan de debiteur kan deze laatste slechts bevrijdend betalen<br />
aan de overnemer bv. een bank.<br />
Conclusie<br />
Gezien de omslachtige en dure procedure en de daaraan verbonden imago proble-<br />
men, alsook de risico's voor de bank m.b.t. het bestaan van<br />
de vordering, de<br />
solvabiliteit van de debiteur, ... wordt deze waarborgvorm niet zo frequent toege-<br />
past.<br />
3.5.10.Borgtocht<br />
Definitie<br />
De borgtocht (borgstelling) is een overeenkomst waarbij een derde (de borg) zich<br />
tegenover de schuldeiser verbindt tot betaling van de schuld (huidige of toekom-<br />
stige) van de schuldenaar wanneer deze laatste de schuld zelf niet betaalt.<br />
Hoofdstuk V : Financieringsvormen op korte termijn -<br />
198<br />
...<br />
-
Kenmerken<br />
- Het<br />
- De<br />
- De<br />
- Hij<br />
- AIs<br />
- De<br />
- De<br />
- Ook<br />
- Een<br />
-<br />
- Een<br />
kan tot doel hebben het vermogen van de schuldenaar, dat onvoldoende<br />
blijkt te zijn, uit te breiden met dat van de borg of we 1 om in bepaalde gevallen<br />
de bestuurders of vennoten van een vennootschap nauwer te verbinden. Ze<br />
bewijzen daardoor vertrouwen te hebben in hun vennootschap.<br />
bank evalueert de borg op basis van o.m. zijn achtbaarheid en vermogen<br />
(roerend en onroerend).<br />
borg staat in voor de hoofdschuld, vermeerderd met de intresten en<br />
andere kosten vanaf de datum waarop de bank de betaling eist. AI is de borg-<br />
stellingstermijn verstreken, toch blijft de borg gehouden voor het nakomen van<br />
de verbintenissen aangegaan tijdens die termijn.<br />
mag bij de uitwinning wel de verweermiddelen van de schuldenaar opwer-<br />
pen<br />
tegen de schuldeiser.<br />
het gaat om een solidaire borg dan is de bank niet verplicht om eerst de<br />
schuldenaar uit te winnen (rechterlijk te vervolgen) wanneer die in gebreke<br />
bleef. De bank kan zich onmiddellijk tegen de borg keren.<br />
borg die betaald heeft, wordt in de rechten van de schuldeiser gesubro-<br />
geerd (in de plaats gesteld).<br />
eñgenamen van de borg zijn eveneens aansprakelijk, uiteraard na het<br />
overlijden van de borg.<br />
een andere bank kan zich borg stellen.<br />
variante op de borgtocht is een intentieverklaring. Die wordt vaak door<br />
een moederbedrijf aan de bank toegekend ten voordele van een filiaal. Het is wel<br />
afhankelijk van de bewoording of het slechts een morele verbintenis inhoudt van<br />
waakzaarnheid,<br />
... dan wel een echte borgstelling.<br />
Wanneer door het optreden van de schuldeiser de borg verhinderd is na de<br />
uitwinning in de rechten te treden van de schuldeiser, dan vervalt de borgtocht<br />
(art. 2037 van het Burgerlijk Wetboek; maar de bank zal die mogelijkheid<br />
expliciet uitsluiten).<br />
borgstelling kan via een onderhandse akte waardoor de kosten nagenoeg<br />
onbestaand zijn.<br />
Optimaal <strong>debiteurenbeheer</strong> -<br />
199<br />
-
Conc1usie<br />
De banken appreciëren ten zeerste deze waarborgvorm en vragen hem dan ook<br />
vaak aan de zaakvoerder of bestuurder wanneer hij een krediet vraagt voor zijn<br />
onderneming. De bedrijfsleider toont daarmee volgens de banken dat hij in zijn<br />
zaak gelooft.<br />
Als bestuurder. mag het verstrekken van een solidaire borgstelling ten voordele van<br />
zijn vennootschap slechts het laatste a1ternatief zijn, tenzij men meer belang hecht<br />
aan het aspect van kosteloosheid.<br />
Het is aangeraden om een solidaire borgstelling in de tijd te beperken want de bank<br />
zal deze waarborg later nooit spontaan afstaan. Zoniet zal de eventueel veel latere<br />
uitwinning ervan als een verrassing overkomen.<br />
De borg probeert best eveneens te vermijden dat de bank de solidariteit oplegt,<br />
zodat zij ten minste eerst de schuldenaar moet uitwinnen.<br />
3.5.11. Garantie<br />
Definitie<br />
Het verschil met de borgtocht is dat de garantie geen bijkomstige maar wel een<br />
zelfstandige verbintenis inhoudt vanwege de garant.<br />
Kenmerken<br />
- De<br />
- De<br />
- De<br />
zelfstandigheid houdt in dat de garant onmiddellijk kan aangesproken<br />
worden tot betaling, wanneer de schuldenaar in gebreke bleef.<br />
garant kan tegen de schuldeiser niet de verweermiddelen van<br />
de schuldenaar<br />
opwerpen en hij zal bij betaling niet in de rechten van de schuldeiser worden<br />
gesubrogeerd. Hij heeft trouwens zijn eigen schuld voldaan.<br />
vervaldag maakt wel een einde aan aUe verplichtingen, ook aan verbintenis-<br />
sen die werden aangegaan voor die datum.<br />
Hoofdstuk V : Fïnancieringsvormen op korte termijn -<br />
200<br />
-
Conc1usie<br />
Het komt dikwijls voor dat de bank als garant optreedt voor haar klant (bankga-<br />
rantie) bv. :<br />
* bij aannemingswerken voor een bepaald percentage (5 à 10 %) van de totale<br />
opdrachtsom ten voordele van de opdrachtgever (ook retention money bond<br />
genoemd; varianten zoaIs bid bond, performance bond en advance payment<br />
bond komen ook vaak voor);<br />
* aIs avaI op een geaccepteerde wissel t.v. v. de trekker of de houder (zie H II :<br />
2.2.1.3. en 2.2.2.3.);<br />
* in het kader van importtransacties t.v. v. de buitenlandse leverancier of zijn<br />
bank (zie H II : 2.2.2.6. en 2.2.2.8.);<br />
* wanneer een huurgarantie wordt gevraagd.<br />
Vanzelfsprekend zal de bank daarvoor een vergoeding vragen (dikwijls 0,25 % per<br />
trimester op het gegarandeerde bedrag).<br />
3.5.12. Verbintenis om niet te vervreemden noch te hypothekeren<br />
Definitie<br />
De kredietnemer verbindt zich ertoe om één of meerdere onroerende goederen<br />
(veelal gebouwen) niet te verkopen of te laten hypothekeren zonder voorafgaande<br />
toelating van de bank.<br />
Conc1usie<br />
De bank zal slechts zelden vrede nemen met een dergelijke zekerheid, gezien ze<br />
alleen steunt op een gegeven woord van de kredietnemer. lndien de bank een<br />
dergelijke waarborg aanvaardt, dan zal het in principe voor kredieten van korte<br />
duur zijn.<br />
Optimaal <strong>debiteurenbeheer</strong> -<br />
201<br />
-
3.5.13. Belofte om hypotheek te verlenen<br />
Definitie<br />
Het gaat om een belofte die de klant aan de bank verleent, waarbij hij zich<br />
verbindt een hypotheek te verstrekken wanneer de kredieten niet zouden terugbe-<br />
taald zijn op een overeengekomen vervaldag.<br />
Conc1usie<br />
De mico's voor de bank zijn hier nagenoeg identiek als bij 3.5.12. aangezien niets<br />
de k1ant belet om zijn belofte niet na te komen.<br />
3.5.14. Volmacht tot hypothekeren (notarieel mandaat)<br />
Definitie<br />
De volmacht tot hypothekeren is een authentieke akte (voor de notaris) waardoor<br />
de k1ant een onherroepelijke volmacht geeft aan de bank om op een of meerdere<br />
gebouwen hypotheek te nemen.<br />
Kenmerken<br />
- Dit<br />
- De<br />
gaat altijd gepaard met een verbintenis tot niet vervreemden noch hypothe-<br />
keren.<br />
bank kan de volmacht uitvoeren wanneer de kredieten niet op tijd worden<br />
terugbetaald of bij verslechtering van de solvabiliteit van de klant.<br />
Conc1usie<br />
In tegenstelling met 3.5.11. en 3.5.12. komt de volmacht tot hypothekeren<br />
frequenter voor, ook al blijft de bank hier een serieus risico lopeno De k1ant kan<br />
immers het gebouw toch vóór het vestigen van de hypotheek verkopen. Bij<br />
faillissement van de kredietnemer zit de bank eveneens in de problemen. Het grote<br />
voordeel is echter dat zolang er geen hypotheek is genomen er aanzienlijk minder<br />
Hoofdstuk V : Financieringsvormen op korte termijn -<br />
202<br />
-
kosten zijn : bv. voor een volmacht van 5 miljoen BEF bedragen de kosten<br />
:t 21.000 BEF; voor 10 miljoen BEF bedraagen ze :t 26.000 BEF.<br />
Om het risico bij fating te beperken. bv. geen inschrijving of slechts tijdens<br />
verdachte periode. zuBen de banken soms een volmacht tot hypothekeren vragen<br />
aan de vennoot of een derde m.b.t. zijn persoontijke onroerende goederen.<br />
3.5.15. Onherroepelijke opdracht<br />
Definitie<br />
Die opdracht bestaat uit een brief die over het algemeen door de verkoper van een<br />
gebouw (klant). via zijn bank verstuurd wordt aan de notaris die de verkoopakte<br />
zal verlijden. Daarin wordt aan de notaris de onherroepelijke opdracht ter kennis<br />
gebracht. nt. dat hij de opbrengst van de verkoop op de rekening van de verkoper<br />
moet storten.<br />
Conc1usie<br />
De waarde van deze waarborg steunt bier nogmaals op de nauwlettendheid en<br />
eerlijkheid van de betrokken personen. Niettemin kan het overbruggingskrediet.<br />
dat op basis daarvan wordt verstrekt. korte liquiditeitsspanningen opvangen.<br />
3.5.16. Verbintenis van de vennoten tot niet opvragen van de ver-<br />
Definitie<br />
strekte voorschotten<br />
De vennoten bel oven aan de bank dat de door hen verstrekte voorschotten aan hun<br />
ondememing. veelal via rekening-courant. niet teruggenomen worden a1vorens de<br />
bankkredieten zijn aangezuiverd.<br />
Optimaal <strong>debiteurenbeheer</strong> -<br />
203<br />
-
Kenmerken<br />
- De<br />
- De<br />
- Om<br />
- De<br />
vennoten richten vaak een ondememing op met te beperkt kapitaal. De<br />
bedoeling is enerzijds het risicodragend kapitaal te beperken en anderzijds<br />
registratierechten en notariële ~relonen te minimaliseren. Na enige tijd zijn ze<br />
toch genoodzaakt om aan bun ondememing voorschotten te verstrekken, al dan<br />
niet tegen vergoeding.<br />
bank zal terzelfdertijd vragen dat de onderneming zich eveneens verbindt de<br />
voorschotten niet terug te betalen.<br />
bank zal echter ook eisen dat de vennoten zich m.b.t. hun voorschotten<br />
achterstellen ten voordele van de bank. M.a.w. bij liquidatie van de ondeme-<br />
ming dient de aan de vennoten toekomende liquidatie-uitkering ter aanzuivering<br />
van de bankkredieten.<br />
zich extra te beveiligen zal de bank soms vragen dat de vennoot een wissel<br />
trekt op zijn vennootschap voor hetzelfde bedrag als de verstrekte voorschot-<br />
ten. Die wissel wordt vervolgens geëndosseerd aan de bank waardoor deze<br />
laatste steeds een stok achter de deur houdt voor het geval er onregelmatigheden<br />
gebeuren.<br />
Conclusie<br />
Deze waarborg wordt frequent toegepast wegens de eenvoud en het kosteloos<br />
karakter. Wil de bank een nog grotere zekerheid, dan kan ze nog altijd de voor-<br />
schotten in pand nemen. Er is dan wel een betekening bij deurwaardersexploot<br />
vereist.<br />
3.5.17. Bankexclusiviteit<br />
Definitie<br />
De klant verbindt zich ertoe al zijn f"manciële verrichtingen aan zijn bank toe te<br />
vertrouwen.<br />
Hoofdstuk V : Financieringsvormen op korte termijn -<br />
204<br />
-
Conc1usie<br />
Dit heeft als nadeel dat de c1iënt niet a1tijd de beste prijs zal bekomen. Anderzijds<br />
is het een vorm van loyauteit t.a. v. de bank die veelal zal resulteren in een grotere<br />
kredietverstrekking en/of geringere waarborgen. De bank heeft immers een<br />
onmiddellijke en volledige eontrole op de aetiviteiten en het beheer van de onderne-<br />
mingo<br />
- Het<br />
- Vele<br />
- Volgens<br />
3.5.18. Belangrijke opmerkingen<br />
de wet van 14/07/1976 m.b.t. de reehten en pliehten der eehtgenoten,<br />
kan een niet verbonden echtgenoot de daden gesteld door de andere eehtgenoot,<br />
aI dan niet in het kader van zijn beroep, nietig laten verklaren wanneer die<br />
daden een nadelige invloed kunnen hebben op het huwelijk. De bank zal daarom<br />
niet nalaten het akkoord te vragen van de echtgenoot van de handelaar of<br />
vennoot die zich ten privé titel of met zijn privé goederen verbindt.<br />
tijdstip waarop een waarborg wordt verstrekt, is zeer belangrijk in geval<br />
van faling. In het faillissementsvonnis zal de reehtbank een periode<br />
bepa]en (de<br />
zogenaamde verdaehte periode, nl. max. 6 maanden vóór de uitspraak) waarin<br />
alle zekerheden die tijdens die periode zijn gesteld ter waarborg van bestaande<br />
schu]den, kunnen beschouwd worden a1s een bedrieglijke benadeling van de<br />
andere sehuldeisers. Daarom zal de bank ze]den waehten tot het ogenblik dat<br />
haar klant het financiee] zeer moeilijk stelt om waarborgen te vragen en open-<br />
baar te maken (a]s dit omwille van de tegenste]baarheid vereist is).<br />
van de hierboven besproken waarborgen kunnen uiteraard ook door<br />
derden, anderen dan de kredietnemer, gesteld worden t.a.v. de banken.<br />
Optimaal <strong>debiteurenbeheer</strong> -<br />
205<br />
-
We hebben reeds hierboven geschreven dat vele KMO's opgericht worden met<br />
onvoldoende kapitaal.<br />
Na enige tijd zien de vennoten zich echter wegens de Iiquiditeitsspanningen<br />
genoodzaakt voorschotten, at dan niet tegen vergoeding, te verstrekken aan hun<br />
onderneming. Ook in het verdere bestaan van de onderneming kunnen tijdelijke<br />
liquiditeitstekorten optreden, die eveneens kunnen opgevangen worden via voor-<br />
schotten (meestal via rekening-courant). Niets belet dat eveneens derden die<br />
voorschotten verstrekken.<br />
Financiële of andere instellingen die de solvabiliteit van een dergelijke onderneming<br />
berekenen, zullen deze voorschotten in principe bij het eigen vermogen optellen.<br />
De reden daartoe is dat die voorschotten in de praktijk niet zo gemakkelijk uit het<br />
bedrijf kunnen gehaald worden.<br />
Het gebeurt echter, zoals we reeds zagen, dat bv. banken vragen om die privé<br />
kredieten achter te stellen. Dit komt in feite neer op een pseudo kapitaalsverho-<br />
ging.<br />
I .. .. ... ..<br />
.<br />
..........-.......................................<br />
..~1Il111 .1<br />
5.1. Inleiding<br />
Zoals reeds vermeld, bestaat factoring uit 3 grote dienstverleningen. N aast het<br />
overnemen door de factor van de debiteurenadministratie en/of risicodekking op<br />
debiteuren (zie H II : 3.8. en H IV : 5), zal veela1 terzelfdertijd een f"manciering<br />
verstrekt worden op de openstaande facturen in de portefeuille van de factor. De<br />
financiering is vanzelfsprekend een faciliteit die geboden wordt en geen verplich-<br />
ting.<br />
Hoofdstuk V : Financieringsvormen op korte termijn -<br />
206<br />
-
- Vooreerst<br />
- Uit<br />
- Zodra<br />
- In<br />
5.2. Toetredingsvoorwaarden<br />
zijn er de reeds geciteerde voorwaarden inzake debiteurenadministratie<br />
en/of risicodekking (zie H II : 3.8.3. en H IV : 5.3.).<br />
Indien financiering is gewenst, zal de factor ook het volgende vereisen :<br />
* de klant mag niet factureren vóór de verkoop en levering van de goederen<br />
of vóór het beëindigen van de dienst, m.a.w. vorderingsstaten, deeltijdse<br />
facturatie en consignatiefacturen worden niet aanvaard.<br />
* de klant moet een rninimale rmanciële structuur bezitten. De factor<br />
aanvaardt geen negatief eigen vermogen of recente aanzienlijke verliezen.<br />
de praktijk blijkt dat vooral ondernemingen in de volgende sectoren in<br />
aanmerking komen : textiel, informatica, burotica, speelgoed, meubelen,<br />
bouwmaterialen en andere soorten groothandel, alsook bepaalde diensten bv.<br />
schoonmaak, vertalingen, drukkerij, interimbureaus. Sectoren die met in<br />
aanmerking komen zijn : aanneming, trading, bedrijven die actief zijn in verse<br />
producten en in levende planten en dieren.<br />
5.3. Werking I<br />
de klant aan zijn factor een copie van de geëndosseerde factuur overhan-<br />
digt kan hij een rmanciering tot Max. 80 à 90 % (in geval van een formule met<br />
risicodekking) van het factuurbedrag inc1usief B.T.W. bekomen. Na betaling<br />
door de debiteur zal de factor het niet gefinancierde gedeelte vrijgeven. Wanneer<br />
er geen risicodekking tegen insolventie van de debiteuren in de gekozen facto-<br />
ringformule zit. zal het financieringspercentage schommelen tussen Max. 70 en<br />
75 % van het factuurbedrag inc1usief B.T.W.<br />
de praktijk gebeurt bij de factor alles boekhoudkundig via een rekening-<br />
courant waarop alle geëndosseerde facturen worden geboekt. Vervolgens wordt<br />
het met bevoorschotbare gedeelte op een waarborgrekening overgeboekt. Die<br />
waarborg wordt vrij gegeven wanneer de debiteur betaald heeft. De kosten<br />
(factoringrecht en intresten) worden onmiddellijk na afgifte van de copie-factuur<br />
Optimaal <strong>debiteurenbeheer</strong> -<br />
207<br />
-
- Bij<br />
- Zolang<br />
-<br />
- Bij<br />
-<br />
in rekening gebracht en worden vereffend met de eerst volgende betaalde<br />
factuurbedragen.<br />
betwistingen zal de factor onmiddellijk de financiering intrekken, over het<br />
algemeen door andere facturen minder te bevoorschotten, tot er een oplossing<br />
komt.<br />
de factuur onbetaald blijft, zal de leverancier intresten betalen, voor<br />
zover hij tenminste financiering heeft opgenomen. Wanneer<br />
de factuur verzekerd<br />
is, stoppen de intresten te lopen rond i: 100 dagen na vervaldag wegens de<br />
uitbetaling door de factor. Wanneer de factuur niet verzekerd is, zal de factor op<br />
i: 90 dagen na vervaldag de vordering meestal aan de klant terugbezorgen. De<br />
verstrekte financiering komt dan in mindering van het financieringsgedeelte van<br />
de overige facturen.<br />
Wanneer de risicodekking in de gekozen formule zit, zuBen de meeste factors<br />
het financieringspercentage, by. 85 %, eveneens afhankelijk maken van de<br />
toegekende kredietlimieten op iedere debiteur. M.a.w. een factuur van 0,5<br />
miljoen BEF op een debiteur die gedekt is tot slechts 0,2 miljoen BEF, zal<br />
slechts recht geven op 85 % financiering van 0,2 miljoen BEF.<br />
een normaal factorabele ondememing zal de factor hoogstens 3 à 4 keer het<br />
eigen vermogen financieren. Bij een zeer goed factorabel bedrijf, o.m. wanneer<br />
het gemiddeld factuurbedrag zeer laag Jigt (bv. < 50.000 BEF) en er een zeer<br />
goede debiteurenspreiding is (bv. grootste debiteur < 5 % van de ornzet), zal de<br />
factor soms tot 10 maaI of meer het eigen vermogen financieren:<br />
Het is dus goed mogeJijk dat, indien het toegepaste financieringscoëfficiënt bv.<br />
85 % op het totaal aan openstaande facturen meer zou bedragen dan de vermelde<br />
3 à 4 keer het eigen vermogen, de factor de financieringsmogelijkheid zal<br />
plafoneren tot een maximaaI bedrag.<br />
Wanneer volgens de factor de kans op betwiste facturen hoven het normale ligt<br />
of er is een concentratie op enkele debiteuren, dan zal de factor eerder het<br />
f"mancieringscoëfficiënt naar beneden halen, by. naar .<br />
60 %<br />
Uiteraard worden deze afwijkingen na analyse van het dossier in de definitieve<br />
ofTerte meegedeeJd.<br />
Hoofdstuk V : Financieringsvormen op korte termijn -<br />
208<br />
-
- De<br />
- Indien<br />
- Over<br />
- Inzake<br />
- De<br />
5.4. Financieringsvormen en kostprijs<br />
Een factor verstrekt hoofdzakelijk 2 soorten fmanciering.<br />
- Vooreerst<br />
heeft men het klassieke kaskrediet (zie H V : 3.2.1.) waarvan de<br />
basisrentevoet (12 % op 01/04/93). venneerderd wordt met een marge (tussen<br />
0,25 en 2,5 %). Bij de meeste factors wordt er eveneens nog een trimesteriële<br />
provisie aangerekend (0,125 of 0,25 % op de hoogste debetstand).<br />
Voor bedrijven die rond de 100 miljoen BEF omzet draaien, zullen de meeste<br />
factors bereid zijn om vaste voorschotten (straight loans van bv. min.<br />
BEF en min. 1 maand) toe te kennen (zie H V : 3.2.3.).<br />
Ook bier is er een basisrentevoet (gebaseerd op de BffiOR) die echter kan<br />
verscbillen naargelang de factor en een marge tussen 0,25 en .<br />
1 %<br />
5 miljoen<br />
Over het algemeen zijn de factors eveneens bereid te financieren in deviezen,<br />
zowel via kaskrediet als via vaste voorschotten.<br />
intresten worden bij elke afrekening berekend en over het algemeen in<br />
mindering gebracht van het gefinancierde gedeelte. Daardoor ligt bij de<br />
factors de nominale rentevoet vaak wat hoger (:to,25 %) dan bij een bank die<br />
dezelfde rentevoet hanteert maar slechts trimesterieel de intresten aanrekent.<br />
5.5. Voordelen I<br />
extra financieringsfaciliteit kan de factoringklant in staat stellen voortaan zijn<br />
leveranciers contant te betalen, waardoor kortingen verkrijgbaar zijn.<br />
de financiering wordt aangewend om zijn leveranciers- en bankschulden<br />
te vereffenen, ontstaan er betere solvabiliteits- en rendabiliteitsratio's.<br />
het algemeen za1 men via die extra middelen stipter zijn betalingsver-<br />
plichtingen t.a. v. wie ook kunnen nakomen.<br />
tarieven van kaskrediet en vaste voorschotten zijn de factors zelden<br />
duurder dan de banken. Sommige factors aanvaarden dat de bankier van de<br />
klant de factoringfinanciering verstrekt. Het gaat dan meestal om de bank die<br />
Optimaal <strong>debiteurenbeheer</strong> -<br />
209<br />
-
- Factoringfinanciering<br />
- In<br />
eveneens aandeelhouder is van de desbetreffende factor. In dat geval zijn het<br />
uiteraard de tarieven van de bank die van toepassing zijn.<br />
voigt de omzet, meer bepaald het openstaand bedrag op de<br />
debiteuren, waardoor een factor veel beter dan een bank op bv. seizoenpieken en<br />
omzetgroei zal kunnen inspelen.<br />
vergelijking met hetgeen een bank aan korte termijnkredieten zal verstrekken<br />
in een ondemerning op basis van het handelsfonds, zal een factor vaak hoger<br />
scoren, zeker<br />
bij jonge ondememingen.<br />
5.6. Concurrentieverschillen<br />
De verschillen tussen de factors onderling liggen hoofdzakelijk op het vlak van:<br />
* de aangerekende marge;<br />
* het al dan niet toepassen van de trimesteriële provisie;<br />
* aanpak m.b.t. betwiste en gedeeltelijk gedekte facturen;<br />
* het toekennen van vaste voorschotten, alsook hun minimumbedragen en<br />
-duur;<br />
* het aantal afrekeningsdagen, m.a.w. hoeveel valutadagen verlies;<br />
*<br />
inkoopimanciering, m.a. w. financieren van aankoopfacturen of stockfinancie-<br />
ring genoemd. Dit wordt maar door enkele factors toegepast en dan nog onder<br />
strikte voorwaarden, bv. na voorleggen van verkooporders;<br />
* het imancieringscoëfficiënt en het maximum geimancierd bedrag. Dit kan<br />
verschillen naargelang de gevoeligheden van de factor m.b.t. bepaalde risico's<br />
in het dossier, alleen na analyse van het dossier zal het kredietcomité van de<br />
factor een definitief voorstel doen;<br />
* het imancieren in deviezen.<br />
Hoofdstuk V : Financieringsvormen op korte termijn -<br />
210<br />
-
5.7. Conclusie<br />
Als een bedrijf alleen nut heeft aan die flexibele en extra kredietverstrekking. maar<br />
weinig of niets kan aanvangen of besparen met de daaraan gekoppelde debiteu-<br />
renadministratie en/of risicodekking, dan is factoring vanzelfsprekend duur. Men<br />
dient immers steeds naast de intrestlast ook een factoringrecht voor die diensten te<br />
betalen. Factoring is daarentegen interessant o.m. qua kostprijs als men de drie<br />
diensten tenvolle kan benutten.<br />
Optimaal <strong>debiteurenbeheer</strong> -<br />
211<br />
-
HOOFDSTUK VI<br />
I~~~~~~~~~~~~~~~~~~~I<br />
li~'~I.JI!iili~<br />
. ."...................,.............................<br />
. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . - . . . . . , . . . . . . . . . .<br />
...................................................<br />
........... ......................................<br />
...................................................<br />
: OPLOSSINGEN VOOR LANGDURIGE<br />
LIQUIDITEITSSPANNINGEN<br />
Wanneer een ondememing vaststelt dat zij reeds geruime tijd met aanzienlijke<br />
thesauriespanningen zit, meer bepaald wanneer de korte termijn middelen niet meer<br />
vols18an om de korte termijn schulden te vereffenen, dan dient het bedrijf in<br />
kwestie naar een lange termijn oplossing uit te kijken. Gebeurt dit niet dan onts18at<br />
er gevaar dat leveranciers, personeel, overheid (met betrekking tot R.S.Z.,<br />
B. T. W., bedrijfsvoorheffing.<br />
...)<br />
en banken meer en meer druk zuBen uitoefenen<br />
om betaald te worden, waardoor de fating niet lang meer kan uitblijven.<br />
We gaan in het kort een aantal van die mogelijkheden bespreken.<br />
r~~<br />
.'JÎ1.....IIIB<br />
~ ~ ~ ~ ~ ~<br />
~ ~ ~<br />
~<br />
~~ ~~ ~~ ~~<br />
~~~~~~~~<br />
~~ ~~1<br />
In de plaats van jaarlijks de winsten uit te keren aan de aandeelhouders via<br />
dividenden of aan de bestuurders onder de vorm van 18ntièmes, kan men voortaan<br />
beslissen dit bij de reseves onder te brengen. Zo blijven deze middelen binnen het<br />
bedrijf als werkkapitaal beschikbaar en verbetert dit eveneens de solvabiliteit.<br />
I..... ...s.................................................. ..... .~<br />
...... il~mM~:~!rmiJI!lml........J<br />
I 3.1. Inleiding<br />
Wanneer langdurige spanningen optreden zoals hierboven omschreven, kan het<br />
vols18an bv. om een gedeelte van de korte termijn kredieten bij de bank om te<br />
Hoofdstuk VI : Oplossingen voor -<br />
langdurige liquiditeitsspanningen<br />
212<br />
-
zetten in een lange termijn lening, of we I om er een aan te gaan zetfs indien men<br />
- Voor<br />
nog geen korte termijn kredieten heeft.<br />
Lange termijn kredieten hebben als voordeel dat ze over een langere peri ode<br />
kunnen worden terugbetaald. Doordat de intrestlast lager ligt en men de cash flow<br />
(winst + afschrijvingen) van meerdere jaren kan gebruiken, is de terugbetaling van<br />
dergelijke schulden draaglijker. Een lange termijn lening is door de bank eveneens<br />
moeilijker vroegtijdig opzegbaar, wat dus meer zekerheid aan de ontlener ver-<br />
- De<br />
schaft.<br />
3.2. Soorten<br />
3.2.1. Termijn- en wentelkredieten<br />
bankkredieten op lange termijn ( > 1 jaar) worden in feite in 2 categorieën<br />
onderverdeeld.<br />
Vooreerst is er de f"manciering op atbeta1ing, ook soms financiering, uitrus-<br />
tingsfinanciering of middellange termijnlening genoemd. Het is een kredietvorm<br />
die bedoeld is voor relatief beperkte investeringen bv. machines en voertuigen.<br />
De looptijd hangt af van de economische gebruiksduur van het gefinancierde<br />
voorwerp, maar blijft in principe beperkt tot max. 5 jaar. De kostprijs wordt<br />
uitgedrukt in een maandelijkse rentevoet (bv. 0.60 %), omdat er maandelijkse<br />
aflossingen zijn. Men gebruikt eveneens vaak deze kredietvorm voor voorafbeta-<br />
Hngen van belastingen, uit te betalen verlofgelden en eindejaarpremies.<br />
Vervolgens is er het termijnkrediet, ook investeringskrediet of lange termijn-<br />
lening genoemd. Dit is een kredietvorm voor grotere investeringen bv. gebou-<br />
wen en meestal voor een periode van 5 tot 15 jaar.<br />
het aanvullen van het bedrijfskapitaal zal men in de praktijk eerder gebruik<br />
maken van het termijnkrediet dan van een financiering op afbetaling.<br />
Die termijnlening zat veelal een aflossingsschema bevatten en een duurtijd<br />
hebben tussen de 3 en 5 jaar. De intrestvoet (tussen 8,45 en 8,78 % op 01104/93<br />
naargelang aflossingswijze) is vanzelfsprekend lager dan bij bv. kaskrediet of<br />
Optimaal <strong>debiteurenbeheer</strong> .<br />
213<br />
-
- Een<br />
- De<br />
discontokrediet. De rentevoot die de banken hanteren voor investeringskredieten<br />
is over het algemeen gebaseerd op die van de N.M.K.N. Voor grotere bedragen<br />
(> 50 miljoon BEF) en bedrijven (> 500 miljoon BEF) of voor zij die sterk<br />
zijn in het negotiëren, zullen de banken werken met de Prime Rate (op 01/04/93<br />
tussen 7.31 en 7.80 % naargelang duurtijd en aflossingswijze).<br />
mogelijkheid bestaat eveneens om een wentelkrediet, ook roll-over of<br />
revolving krediet genoomd, op te nemen. Dit is een krediet dat voor een vaste<br />
periode (1 à 10 jaar) wordt toegekend en wordt opgenomen onder de vorm van<br />
vaste voorschotten op korte termijn. Dit moot niet noodzakelijk met steeds<br />
hetzelfde bedrag en dezelfde looptijd gebeuren. Het is wel hernieuwbaar op het<br />
einde van elke deelperiode. De intrestvoet, gebaseerd op de BIBOR, die van<br />
bank tot bank kan verschillen, is eveneens relatief laag (8,25 % voor 3 maanden<br />
op 01/04/93) te vermeerderen met een marge tussen 0,25 en 1 %. Wel is het bij<br />
deze kredietvorm minder evident om een aflossingsschema in te bouwen, zodat<br />
vaak het totale bedrag op de vervaldag volledig moet worden terugbetaald. In<br />
principe zijn wentelkredieten bestemd voor grote bedrijven die minstens 10<br />
miljoen BEF als vast voorschot opnemen. Dankzij de concurrentie onder de<br />
fmanciële instellingen beginnen ze dergelijke kredietvormen eveneens aan<br />
middelgrote ondememingen toe te kennen, weliswaar soms mits verhoging van<br />
de marge op de BIBOR naar 1,5 tot 2 % .<br />
Het voordeel t.a.v. een termijnkrediet is dat men kan bedingen dat men niet<br />
verplicht is om steeds hetzelfde bedrag op te vragen als vast voorschot. In een<br />
deelperiode, meestal 3 of 6 maanden, van iets mindere thesauriebehooften kan<br />
een wat lager voorschot worden opgenomen. Daardoor zal de ondememing<br />
minder intresten betalen.<br />
3.2.2. Obligatie<br />
obligatie is een schuldtitel waaraan geen zeggenschap over de ondememing<br />
verbonden is, m.a.w. geen stemrecht. Het geeft meestal recht op een vast<br />
rendement, dus geen deelname in de winst en het heeft een specifieke looptijd.<br />
Hoofdstuk VI : Oplossingen voor -<br />
langdurige liquiditeitsspanningen<br />
214<br />
-
- Achtergestelde<br />
- De<br />
- Voor<br />
Bij liquidatie van de ondememing worden de obligatiehouders vóór de gewone<br />
en preferente aandeelhouders uitbetaald. Naargelang ze al dan niet aehtergesteld<br />
zijn of daarentegen gewaarborgd zijn (bv. via een hypotheek). zullen ze respee-<br />
tievelijk vallen onder de gewone aehtergestelde of bevoorreehte sehuldeisers.<br />
obligaties worden aanzien als quasi eigen vennogen. Men zal ze<br />
bij het eigen vennogen tellen voor het berekenen van de solvabiliteit.<br />
open bare uitgifte op de kapitaalmarkt van obligaties met vaste rente wordt<br />
nagenoeg volledig gedomineerd door emissies van de overheid zoals de staat,<br />
provincies. gemeenten, parastatalen....<br />
Grote ondememingen kunnen evenwel nog beroep doen op de markt van<br />
onderhandse obligatie-emissies.<br />
de andere bedrijven blijft de mogelijkheid om hun emissie aan een institu-<br />
tionele belegger te verkopen. Men spreekt hier van private of direete plaatsing.<br />
Als institutionele beleggers hebben we de :<br />
* holdings, die zijn veelal ter beurs genoteerd, bv. Generale Maatsehappij,<br />
G.B.L.. Almanij, Copeba. Eleetrorail, ...<br />
* investeringsmaatsehappijen. bv. Investeo. Benevent, Vlaamse Investerings-<br />
vennootsehap, G.I.M.V.. L.I.M.. ...<br />
* gemeensehappelijke beleggingsfondsen. pensioenfondsen. verzekerings-<br />
maatsehappijen en spaarbanken.<br />
Het is vnl. bij investeringsmaatschappijen dat een K.M.O. zijn obligaties kan<br />
plaatsen. voor zover aan bepaalde voorwaarden voldaan is : er is een min. en<br />
max. duur en bedrag (dikwijls min. 5 miljoen BEF voor 5 jaar). het moet een<br />
groeiend en rendabel bedrijf zijn.<br />
Om de versehillende soorten obligaties met hun modaliteiten te kennen,<br />
beter een daartoe gespecialiseerd werk te raadplegen of zieh reehtstreeks te<br />
wenden tot een investeringsmaatsehappij.<br />
Optimaal <strong>debiteurenbeheer</strong> -<br />
is het<br />
215<br />
-
Ii ø.li~~!~!l!f.~~IIIl!I!!1<br />
- Het<br />
- Als<br />
- Om<br />
- Het<br />
4.1. Vanwege de aandeelhouders of nieuwe privé investeerders.<br />
grote nadeel van extra kapitaal in te brengen t.o.V. extra schulden aan te<br />
gaan, is het feit clat dividenden met rlScaaI aftrekbaar zijn. Oit is wel het geval<br />
met intresten. Elk bedrijf moet zelf het juiste niveau van eigen en vreemd<br />
vermogen bepalen. In principe is het toch aangewezen om minstens 25 à 35 %<br />
eigen vermogen of solvabiliteit te hebben.<br />
de werkende vennoten of de bestuurders van een vennootschap willen<br />
intekenen op een kapitaalsverhoging, kunnen ze daarvoor een kapitaalkrediet<br />
aangaan. Oit gebeurt tegen een sterk verminderde financieringskost omdat de<br />
door de vennoot of bestuurder betaalde intresten voor hem ats bedrijfslasten<br />
aftrekbaar zijn. Weliswaar is die aftrek beperkt tot zijn bedrijfsinkomen uit die<br />
vennootschap en voor zover hij uit die vennootschap zijn belangrijkste inkomen<br />
betrekt. Oe kredietnemer betaalt in dat geval netto slechts ongeveer de helft van<br />
de aangerekende intresten (in 1992 kwam dat netto neer op :t 5 %).<br />
nieuwe investeerders aan te trekken zal men soms geneigd zijn een mini-<br />
male winstuitkering voorop te stellen. Normaalligt die, gezien het risico,<br />
5 % hoger dan de rentevoet van een staatsobligatie op 3 jaar. Als men er<br />
rekening mee houdt dat dividenden niet fiscaal aftrekbaar zijn en dat nieuwe<br />
investeerders vaak eisen clat hun aandelen door de oorspronkelijke aandeel-<br />
houders na enige jaren moeten worden teruggekocht (at dan niet met een<br />
meerwaarde), kan het een dure oplossing worden.<br />
4.2. Vanwege investerings- en venture capital maatschappijen<br />
onderscheid tussen investerings- en venture capital maatschappijen ligt vnl.<br />
in het beoogde rendement en in de inmenging in het ondernemingsbeleid. Bij<br />
venture capital wordt hoofdzakelijk een meerwaarde bij de latere wederverkoop<br />
Hoofdstuk VI : Oplossingen voor -<br />
langdurige liquiditeitsspanningen<br />
216<br />
3 à<br />
-
- Qua<br />
- Zoals<br />
- We<br />
- Investeringsmaatschappijen<br />
(al dan niet aan de aandeelhouders) van de aandelen nagestreefd en zal de<br />
zeggingsschap in de onderneming groter zijn.<br />
Gemakshalve zullen we ze allebei voortaan investeringsmaatschappijen noemen.<br />
kunnen naast het intekenen op obligaties (zie H VI :<br />
3.2.2.) eveneens participeren in het kapitaal van een onderneming. Ook om<br />
risicokapitaal te verstrekken aan hun klanten hebben de meeste grote banken<br />
aparte vennootschappen opgericht. Om dergelijke participaties te verwerven,<br />
moeten de ondernemingen evenwel aan bepaalde voorwaarden voldoen, zowel<br />
in bedrag (min. en max.), duur, omvang van het bedrijf, als soms naar groei,<br />
sector, creativiteit en rendement.<br />
vergoeding gaat het opnieuw om een jaarlijkse dividenduitkering (al dan<br />
niet een vast rendementspercentage) of om een meerwaarde bij de latere weder-<br />
verkoop van de aandelen (o.m. bij venture capital) of om een cumul van beiden.<br />
iedere aandeelhouder zal de investeringsmaatschappij eveneens recht<br />
hebben op toezicht en informatie over de onderneming. Soms zal zelfs een<br />
bestuurdersmandaat moeten worden afgestaan of begeleiding aanvaard worden.<br />
Dit kan echter het bedrijf ook ten goode komen.<br />
Wat wij onder 4.1. schreven, is hier eveneens van toepassing.<br />
kunnen als indeling van dergelijke maatschappijen het volgende hanteren :<br />
~ privé, behorend tot fmanciële instellingen of groepen :<br />
* Benevent (I en II); Brinvest; Ibel; Investco; Mezzafinance; Nobema;<br />
Vlaamse Investeringsvennootschap (V.I. V .)<br />
~ privé, onatñankelijk :<br />
* Advent Belgium; Belcofi; De Eik; Euroventures Benelux (I en II);<br />
~ gemengd:<br />
Gevepar; Indas; Kamolux; Lessius; Noro Group of Companies;<br />
Oranje Nassau<br />
* Isep; Alinvest (I en II); Shipinvest; Sidinvest<br />
~ overheid :<br />
*<br />
Optimaal <strong>debiteurenbeheer</strong> -<br />
G.I.M.V. (Gewestelijke Investeringsmaatschappij voor Vlaanderen);<br />
G .I.M.B. (Gewestelijke Investeringsmaatschappij voor Brussel);<br />
217<br />
-
- Liquiditeitsspanningen<br />
- Omgekeerd<br />
L.I.M. (Limburgse Investeringsmaatschappij); Kamofin; Participa-<br />
tiefonds van de Nationale Kas voor Beroepskrediet.<br />
kunnen eveneens, althans voor een gedeelte, worden<br />
opgevangen door een omzetstijging : via prijsverhoging van de verkochte<br />
producten en diensten of we I door hoeveelheidsvermeerdering. Ook een daling<br />
van de omzet via verI aging van het aantal verkochte eenheden, kan de kas-<br />
spanningen wegnemen. In hoofdstuk II hebben we gezien hoe men via een goed<br />
gevoerde debiteurenadministratie tot een versnelling kan komen van de verkoop-<br />
ontvangsten.<br />
te werk gaan is ook mogelijk. De uitgaven vertragen door een<br />
betere stockrotatie : vnl. verkopen uit de bestaande voorraad en zolang mogelijk<br />
wachten om hem opnieuw samen te stell en of op consignatie bestellen. Men kan<br />
ook extra betalingsuitstel vragen aan de leveranciers en andere schuldeisers<br />
(R.S.Z., B.T.W., bedrijfsvoorheffing,<br />
...), eventueel afbetalingsplannen nego-<br />
tiëren. Wat uiteraard ook helpt, is het verminderen van de uitgaven. Dit kan<br />
door investeringsprogramma' s uit te stellen of te schrappen en te snoeien in bv.<br />
personeel, gebruik van allerlei door extemen verschafte dienstverleningen,<br />
aankoop van goederen, ...<br />
raltl.II&;1I1....]<br />
Vanzelfsprekend wordt vooreerst gedacht aan met gebruikte activa by. terreinen,<br />
overtollige machines. Misschien kan men ook denken aan de verkoop van winstge-<br />
vende activa of zelfs bepaalde afdelingen van de ondememing. Eventueel kan men<br />
via een sale and lease back operatie of het terug buren van die activa, toch nog<br />
beschikken over het economisch gebruik ervan.<br />
Uiteraard zal men dit hier slechts als laatste reddingsmiddel aanwenden.<br />
Hoofdstuk VI : Oplossingen voor -<br />
langdurige liquiditeitsspanningen<br />
218<br />
-
II~jiEm~æl~~~~~)il<br />
Als de liquiditeitsmoeilijkheden niet intern en zelfstandig kunnen worden opgelost.<br />
kan een fusie of overname het voortbestaan van de onderneming verzekeren omdat<br />
daardoor allerlei so orten synergieën ontstaan :<br />
- operationele<br />
- met<br />
synergie-effeeten<br />
* schaalvergroting, nt. de variabele en vaste kosten per eenheid dalen;<br />
* voordelen uit ervaring. Door het fenomeen van de ervarings- of leercurve<br />
ontstaat er productiviteitsstijging en daling van het aantal defecten. Dit zal<br />
nog meer het geval zijn wanneer de activiteit gelijkaardig is;<br />
* bij verticale integratie, zowel bij voorwaartse of achterwaartse integratie<br />
van een aanverwant activiteitsstadium, ontstaan er eveneens tal van bespa-<br />
ringen en voordelen;<br />
* gezamentijk gebruik van bepaalde faciliteiten;<br />
operationele synergie-effecten<br />
*<br />
financiële en fiscale voordelen. De ontleningscapaciteit stijgt, men kan<br />
goedkoper nieuwe middelen aantrekken, recuperatie van fiscaal over-<br />
draagbare verliezen is mogelijk alsook vrijstelling op gerealiseerde meer-<br />
waarden op aandelen;<br />
* verwijderen van inefficiënt management.<br />
OptimaaJ <strong>debiteurenbeheer</strong> -<br />
219<br />
-
BIBLIOGRAFIE<br />
* Amcham, Rising insolvency risk per country in 1991 -<br />
per country, 06/1992.<br />
Respect<br />
of payment terms<br />
* Argenti J., Corporate collapse : the causes and symptoms, Mc Graw Hillbook,<br />
1976.<br />
* Assurances du crédit de Namur, Contract en brochures.<br />
* Bamps P., De gespierde consument, KB magazine, 1992.<br />
* BBL, Exportaudit : Studie- en analyseprogramma voor de export, 1992.<br />
* BBL, Factoring, BBL Berichten, 04/1984.<br />
* BBL, Financieel beheer bij KMO's, BBL Onderneming.<br />
* BBL, Het beheer van de wisselkoers- en renterisico's, 1988.<br />
* BBL, Het documentair krediet, 1989.<br />
* BBL, Het economisch finanCÎeel instrumentenbord, BBL Onderneming, 06/1990.<br />
* BBL, Het kapitaalkrediet, 1992.<br />
* BBL, Infotrade, BBL Onderneming.<br />
* BBL, Reglementation de l'I.B.L.C. : conseils pratiques aux exportateurs.<br />
* BBL, Starten voor eigen rekening, BBL Onderneming, 09/1989.<br />
* BBL, Telelink.<br />
* Becque E., De excess of loss polis, NCMV Exportflash, 10/1989.<br />
* Belgian Business, Oproep aan exporteurs, 12/1989.<br />
* Belgisch Arbitragebureau, Contract en brochures.<br />
* Belgische Kamer voor Nationale en Internationale Arbitrage, Contract en<br />
brochures.<br />
* Belgo Factors, Contract en brochures.<br />
* Benevent, Brochures.<br />
* Bijnens R., Kredietverzekering verduidelijkt : Basiskenrnerken -<br />
afrekening, C.I.S. International -<br />
F.M. C., 1992.<br />
funktie<br />
-<br />
* Bortier J., Heeft u genoeg netto-bedrijfskapitaal, Zelfstandig Ondernemen,<br />
02/93.<br />
* Braeckmans H., De overeenkomst : Persoonlijke zekerheidsrechten, Kluwer,<br />
1990.<br />
Bibliografie -<br />
prijs<br />
-<br />
220<br />
-
* Braeckmans H., Factoring: Eenjuridische analyse, C.E.D. Samson, 1979.<br />
* Bravec M., Halte aux impaye's, Trends Tendances, 03/1992.<br />
* Budget & Droits, Conditions générales : Loi plus stricte, 1992.<br />
* Budget & Oroits, Lettre recommandée, 1992.<br />
* Bureau Van Dijk, Brochure.<br />
* Carette J., International Commercial Banking, Generale Bank.<br />
* Cepina, Contract.<br />
* Cera, Een eigen bedrijf starten.<br />
* Cloquet A., Factuur, A.P.R.<br />
* Cobac, Contract en brochures.<br />
* Coeurnelle E., Lire un bilan, ce n'est pas tellement difficile, I'Echo de la<br />
Bourse.<br />
* Corluy W., De behandeling van het financieringsdossier door de bank,<br />
E.H.S.A.L., 1991.<br />
* Corluy W., Financiering en risicobeheer in de internationale handel, 1991.<br />
* Crédit Générale, Manuel des crédits, 1973.<br />
* Crédit Lyonnais, Exporter sur la Belgique : Moyens de paiement, 1987.<br />
* De Broqueville M., L'assurance crédit : un outil au service des exportateurs,<br />
Entreprendre, 10/1987.<br />
* Oelcredere, Brochures en contract.<br />
* De Markt, Factoring een totaaloplossing, 08/1988.<br />
* De Standaard, Kredietverzekeraar Cobac komt in Franse handen, 0111993.<br />
* De Winter, Gelezen en goedgekeurd, KB magazine, 1992.<br />
* Dirix E. en BaIlon G.L., De factuur, Story-Scientia, 1985.<br />
* Dochy A., Technieken voor de buitenlandse handel, BBL<br />
* Dumarey E., De Italiaanse bankwereld, NCMV Exportflash, 1988.<br />
* Dumarey E., Exportfinanciering met accepten, KB magazine, 1991.<br />
* Dun & Bradstreet International, Contract en brochures.<br />
* Edwards H., Credit management handbook, Gower publishing, 1988.<br />
* Facts, Magazine voor Factoring, een uitgave van Belgo Factors 1984, 1985,<br />
1986, 1989, 1990.<br />
Optimaal <strong>debiteurenbeheer</strong> -<br />
221<br />
-
*<br />
*<br />
*<br />
*<br />
*<br />
F.E.T..<br />
05/1992.<br />
Banken en verzekeraars versterken greep op Belgische topmakelaars.<br />
F.E.T.. Delcredere koopt 25 % van kredietverzekeraar COBAC. 04/1993.<br />
F.E.T.. Firm wit kapitaal verhogen tot 300 miljoen. 1991.<br />
F.E.Tot Overschrijving tussen EG banken is gemiddeld 5 dagen onderweg.<br />
1992.<br />
F.E.T., Dossier risicodekking. 04/1993.<br />
* Fidisco. Brochure.<br />
* Fredericq L. en S., Handboek van Belgisch handelsrecht. 1.<br />
* Generale Bank, De Delcredere dienst. G bulletin. 12/1987.<br />
Bruylant, 1988.<br />
* Generale Bank. De kredieten : Financieringsbehoeften van de ondernemingen.<br />
kredietvormen en zekerheden, Kluwer. 1985.<br />
* Generate Bank. Exporteren -<br />
Importeren.<br />
* Generate Bank, Exportfinanciering op halflange en lange termijn.<br />
* Generale Bank. Het documentair incasso. G bulletin, 12/1987.<br />
* Generate Bank. Optimaal gebruik van internationale betaaltechnieken.<br />
* Generale Bank, Uw wisselrisico beheersen.<br />
* Generale Bank, Veiligheid bij internationale transacties.<br />
* Gillijns L.. De kredietverzekeringsmarkt, NCMV Exportflash, 10/1989.<br />
* Gillijns L.. De kredietverzekeringspolis, NCMV Exportflash. 10/1990.<br />
* Graydon Dongelmans. Contract en brochures.<br />
* Hendrickx L., De konsignatie-overeenkomst, Z.O. Advies N.C.M.V.. 10/1991.<br />
* Hovius J. en Van De Belt A., Credit management. Vuga, 1988.<br />
*<br />
*<br />
International Factors, Contract en brochures.<br />
Investco, Brochures.<br />
* Kamer van Koophandel van Brussel, De algemene principes van de wisselcontro-<br />
*<br />
*<br />
*<br />
*<br />
*<br />
Ie, 08/1985.<br />
KB, Betalingstechnieken in de buitenlandse handel. 1990.<br />
KB, Dienstverlening aan bedrijven, 1989.<br />
KB, Electronisch bankieren, 1991.<br />
KB, Factoring, KB Weekberichten. 01/1981.<br />
KB, Het opstellen van verkoopcontracten in de buitenlandse handel, 1992.<br />
Bibliografie -<br />
222<br />
-
*<br />
*<br />
*<br />
*<br />
*<br />
*<br />
*<br />
*<br />
KB,<br />
Infocataloog, 1986.<br />
KB, Korte termijnfinanciering in de internationale handel.<br />
KB, L'assurance crédit, KB weekberichten, 05/1992.<br />
KB, Leidraad bij de wetgeving op de boekhouding en de jaarrekening van de<br />
onderneoùngen, 1989.<br />
KB, Op zoek naar financieel evenwicht in de onderneoùng, 1987.<br />
KB, Starters, 1990.<br />
KB, Tele-KB-Basic, KB Magazine, 1993.<br />
KB, Wisselreglementering en wisselrisico's in het intemationale betalingsver-<br />
keer.<br />
* Krebes, Brochures.<br />
* Locabel, Brochures.<br />
* Maes H., Voordelen van Arbitrage, F.E.T., 1993.<br />
* Merchiers Y., De overeenkomst : Factoring en aanverwante rechtsfiguren,<br />
Kluwer, 1990.<br />
* Michel P., Financer sa croissance, Trends Tendances, 06/1991.<br />
* Nally R., Le factoring : Ses effets sur la rentabilité de l' exploitation et son rôle<br />
dans Ie financement de l'entreprise, Les éditions d'organisation, 1969.<br />
* NCMV Exportflash, Groei in het exportbedrijf, 02/1990.<br />
* NCMV Exportflash, Leasing en export, 10/1988.<br />
* Ooghe H., Bedrijfsfinanciering, Kluwer, 1991.<br />
* Ooghe H., Falingsvoorspelling, E.H.S.A.L., 1989.<br />
* Ottoy P., Ruilen is de oplossing bij overstock, F.E.T., 12/92.<br />
* Phillippe D., De overeenkomst : De rechten en de bepaling van de inhoud van<br />
de overeenkomst, Kluwer, 1990.<br />
* Poot en Pauwels, Wat bij contractbreuk, NCMV Exportflash, 10/1990.<br />
* Quatennes, Leasen of kopen, Exportf1ash N.C.M.V., 1992.<br />
* Rathmes J., Recouvrement des créances, Gagnez, 1992.<br />
* Redding H. & Knight G., The Dun & Bradstreet Handbook of Credit and<br />
Collections, Thomas Cromwell company, 1974.<br />
* Richter P., Kredietverlening aan afnemers, Samson, 1971.<br />
* Safimex, Brochure.<br />
Optimaal <strong>debiteurenbeheer</strong> -<br />
223<br />
-
* Schoonjans J., Eigen vennogen : Financieringsmogelijkheden met participatie-<br />
vennootschappen, E.H.S.A.L., 1992.<br />
* SGS, Brochures.<br />
* Sogenal, La lettre de change relevé magnétique, 04/1988.<br />
* Sogenal, Pratiques bancaires Françaises Iiées à I' encaissement, 1990.<br />
* Stonne M., De overeenkomst : Contractuele mogelijkheden om geschillen<br />
altematief op te lossen, KJuwer, 1990.<br />
* Stonne M., Gerechtelijk recht, R.U.G., 1987.<br />
* Thierens F., Bankborgstelling of bankgarantie, KB magazine, 1992.<br />
* Timmerman G., Informatie is koopwaar, Belgian Business magazine, 10/1990.<br />
* Trends, Dossier leasing, 1992.<br />
* Van Acker J. en Vansina F., Fusies en ovemamen, E.H.S.A.L., 1992.<br />
* Vandebeek K., Het innen van vorderingen op Franse afnemers, KB magazine,<br />
12/1991.<br />
* Van den Bosch A., Financiering van de buitenlandse handel, Fabrimetal, 1991.<br />
* Van den Buick G., Forfaiting, F.E.T., 1988.<br />
* VanHecke, Brochures.<br />
* Van Houtte H., Enkele suggesties voor een efficiënte arbitrageprocedure,<br />
T.B.H., 1989.<br />
* Van Istendael A., Actueel boekhouden en handelsbeleid, 1985.<br />
* Van Malderghem R., Kredietbeheer, NCMV Exportflash, 10/1989.<br />
* Van Meerbeeck P., Leasing zonder BTW-zorgen, KB magazine, 1991.<br />
* Van Minnebruggen W., Onrechtmatige bedingen, KB magazine, 1991.<br />
* Visart M., Exporter sans souci, Trends Tendances, 1988.<br />
* Volcke 0., Factoring, een volledige debiteurenopvolging, NCMV Exportflash,<br />
10/1989.<br />
* Warrant, Brochures.<br />
* Wymeersch E., Handelsrecht, R.U.G, 1987.<br />
Bibliografie -<br />
224<br />
-