24.09.2013 Views

20/04/1913 - ten mandere Izegem

20/04/1913 - ten mandere Izegem

20/04/1913 - ten mandere Izegem

SHOW MORE
SHOW LESS

Create successful ePaper yourself

Turn your PDF publications into a flip-book with our unique Google optimized e-Paper software.

BIJ ’S KONINGS VERJAARDAG. Dinsdag 11. was het<br />

’s Konings geboortefeest.<br />

Te dezer gelegenheid<br />

hadden in de<br />

garnizoensteden dege-<br />

bruikelijke w apenschouw<br />

ing plaats.<br />

Onze plaat stelt de<br />

eerewacht voor, gereedstaande<br />

vóór den<br />

uitgang van ’s Konings<br />

paleis te Brussel.<br />

In de steden Brussel*<br />

Antwerpen, Gent was<br />

er avondtocht van<br />

leger — « taptoe » genaamd.<br />

— Terwijl de<br />

ordelievendeen deftige<br />

bevolking de solda<strong>ten</strong><br />

toejuich<strong>ten</strong> met de kre<strong>ten</strong><br />

van « Leve het<br />

Leger ! » « Leve de<br />

Koning ! » « Leve het<br />

Vaderland ! » is die<br />

avondtocht te Brussel<br />

eene gelegenheid geweest<br />

tot echt krapuleuze<br />

betoogingen van wege het straatschuim dat liberalen en socialis<strong>ten</strong> in woelige dagen steeds aanwendden<br />

tegen de katholieken. De toejuichingen, het leger ter eere, van wege de deftige burgers en<br />

werklieden waren het beste antwoord aan die walgwekkende betoogingen. '<br />

ONZE BONDEN.<br />

KORTRIJK.<br />

P R O P A G A N D A C L U B . Vrijdag, kameraden<br />

dapper opkomen, hoort! ’t ’Katholiek-zijn voor de<br />

werklieden lijdt geweld, en durven is de boodschap.<br />

Alle belet van kant en <strong>ten</strong> 8 uren en half in de Gilde<br />

van Ambach<strong>ten</strong>.<br />

W E V E L G H E M .<br />

K A T H O L IE K E V O L K S B O N D . Algemeene<br />

maandelijksche vergadering, Zondag laatstleden. Een<br />

dingen verstaan we niet, te we<strong>ten</strong>: hoe niet alle werk­<br />

lieden en kleine middenstanders die vergaderingen zoe­<br />

ken. Dat gaat er me oprecht eens aangenaam: zoo<br />

gezellig, zoo leerrijk. Hoe langer hoe meer vinden<br />

onze leden daar lust in! En waarlijk, ge ziet het: ze<br />

komen daör samen, om eens van he! broederlijke samen­<br />

zijn te genie<strong>ten</strong>, en ook om er te leeren... Ditmaal,<br />

na de opening door den voorzitter en het verslag van<br />

den schrijver, liep de vrije bespreking vanzelf: over<br />

de algemeene (?) werkstaking. Onze leden waren er<br />

niet erg voor bevreesd; en inderdaad, ze hebben het<br />

niet mis op: de staking is, wat ze zijn moest, een<br />

ellendige fiasco ofte fiimpe. Na deze redekaveling,<br />

hadden we een deugddoende voordracht over het eerste<br />

punt thans, van ons politiek programma: namelijk over<br />

de schoolkwestie. Spreker toonde aan, waarm deze<br />

kwestie hoofdzakelijk bestaat, hier in ’t Vlaamsche<br />

land, en vooral in ’t Waalsche land. A l de leden zagen<br />

goed klaar in de zaak, en vat<strong>ten</strong> er ’t hooge belang<br />

van. Jammer dat nog te veel menschen, ’s Zondags te<br />

gemakkelijk hun tijd verspillen aan nietsdoenerij of aan<br />

onnoozel of slecht vermaak; in plaats van dan hun<br />

vrijen tijd te gebruiken, om wat geestesgenot te smaken,<br />

door het verstand met nuttige, ja noodige kennis te<br />

verrijken. N u! we mogen niet klagen: we gaan vooruit.<br />

En de toekomst zij aan ons... God zij met ons!<br />

Katholieke Jonge Wacht. Vergadering morgen<br />

avond, te 7 uren en een kwart, om <strong>ten</strong> allerlaatste te<br />

7 uren en half te beginnen. Dagorde: opening, verslag;<br />

vrije bespreking: a) viering van ons patroonfeest op<br />

Zondag 27 dezer; b) propaganda: inleider de E. H.<br />

Proost. Verder voordracht door vriend Joris Salembier<br />

over: de verslagen der Katholieke Jonge Wach<strong>ten</strong> op<br />

de studiedagen te Brugge. Als er nog tijd over is: een<br />

aanspraak, om te slui<strong>ten</strong>, door vriend Maurits Cottyn.<br />

Mannen, ge ziet het, ’t is een deugdoende vergadering<br />

te wege. Niemand mag afwezig zijn. Brengt integen­<br />

deel talrijke makkers mêe.<br />

Zangafdeeling. Herhaling Zaterdag aanstaande<br />

te 7 uren en half stipt.<br />

Retraitan<strong>ten</strong>afdeeling. - Vergadering Zondag aan­<br />

staande, seffens na de hoogmis. O p post. al de leden.<br />

Immers de nieuwe retraitan<strong>ten</strong> zullen voor den eers<strong>ten</strong><br />

keer aanwezig zijn en we moe<strong>ten</strong> 7t wel ontvangen.<br />

Over het Socialisme<br />

(Vervolg).<br />

Het oogenblik nadert aldus snel dat geheel het kapitalistisch<br />

stelsel slechts nog met een draadjen zal vast­<br />

houden. Van den eenen kant, een zeer klein getal<br />

mannen, die heel de voortbrengst geordend hebben en in<br />

handen houden; van den anderen kant, het overgroot<br />

getal arbeiders die de macht zijn. E'*.n klein stapken zal<br />

dan maar te doen zijn om dit klein getal kapitalis<strong>ten</strong><br />

te onteigenen, en de voortbrengingsmiddelen, die zij<br />

nu in handen houden, te doen overgaan naar de gemeenschap<br />

der proletariërs, waarbij dan ook de onterfde<br />

kapitalis<strong>ten</strong> zullen vervallen: de gemeenschap zal dan<br />

eens zijn, en niet meer in twee vijandige kampen; en ze<br />

zal meester zijn, en niet een klein groepken. Dat is het<br />

tijdperk dan van het socialisme dat aanstaande is, en<br />

dat Engels en Bebel reeds beloofde voor het jaar 1900.<br />

’t Is dan ook volgens die gedach<strong>ten</strong> dat het doel der<br />

zuivere socialis<strong>ten</strong> moet zijn, die klassentegenstelling<br />

grooter en grooter te maken en ze aan de arbeiders te<br />

doen gevoelen, om dien toekomststaat, die groote bank­<br />

roet der kapitalistische maatschappij te verhaas<strong>ten</strong>. Zij<br />

trach<strong>ten</strong> dus niet het lot van den werkman te verbeteren,<br />

maar de bloedende wonde zijner ellende open te houden<br />

en er van langsom meer over te schreeuwen. O p dit<br />

punt zullen wij laterkomende socialis<strong>ten</strong> Marx zien verloochenen<br />

en aldus groote tweedracht brengen in de<br />

rangen der roode verlossers.<br />

3. — D e T oekom ststaat.<br />

Hoe zal het er nu uitzien in dc toekomstige socialistische<br />

maatschappij ?<br />

Gelijk de tegenwoordige maatschappij gekenmerkt<br />

N IJ V E R H E ID S C H O O L . — Dinsdag, lessen in<br />

de maatschappijleer en volkshuishoudkunde.<br />

Woensdag, les in de werktuigkunde.<br />

Donderdag, les in den vlashandel.<br />

C H R IS T E N J O N G E L IN G S B O N D (patronage).<br />

— Een woordjen ook over deze uitstekende verga­<br />

dering der jonkheden. Over ’t algemeen mogen we er<br />

tevreden over zijn : de leden komen goed op, ze<br />

houden van elkaar, en doen goed werk. Dit zal nog<br />

eens te zien zijn, heden Zondag avond in de algemeene<br />

maandelijksche vergadering. Dagorde: opening, verslag<br />

van schrijver en schatbewaarder; een korte aanspraak<br />

door den voorzitter; een woordje om te slui<strong>ten</strong> door<br />

den E. H . Bestuurder. Zang en voordracht... A l de<br />

leden zullen er van houden aanwezig te zijn.<br />

Ouders, zendt uw zonen naar patronage en jonge-<br />

lingsbond! Steunt allen onze werking tot bewaring en<br />

deugdzame opleiding der jonge lieden!<br />

R O U S S E L A R E .<br />

J O N G E K R A C H T E N . —- Vergadering Dinsdag<br />

a. s. <strong>ten</strong> 9 uren in den Hert. W ij wach<strong>ten</strong> nog naar<br />

’t verslag over de Brugsche fees<strong>ten</strong> en studiedag en<br />

’t zijn ook twee leden gereed om ons over ’t kasstelsel<br />

en andere xve<strong>ten</strong>srveerdigheden te spreken. Niemand<br />

ontbreke er. /<br />

S T U D IE K R IN G E N . — Ieder jongere werkmans-<br />

kring van de drie parochiën komen regelmatig bijeen,<br />

en zij verrich<strong>ten</strong> goed werk. Asa, jonkheden, dat is<br />

uw werk. Neemt dat goed ter hert en doet dat bloeien.<br />

Geheel uwe verheffing hangt er van af.<br />

Noodkreet uit Mongolië.<br />

Mgr Bermyn, Bisschop van iWest-Mongolië, doet<br />

een dringenden oproep tot de milddadigheid der<br />

chris<strong>ten</strong>e Vlamingen <strong>ten</strong> voordeele van zijne duizende<br />

verla<strong>ten</strong> weeskinderen. Alle gif<strong>ten</strong>, hoe gering ook,<br />

mogen gezonden worden naar het Missiehuis te<br />

Scheut (Brussel) of aan Eerw. Heer Scherpereel,<br />

leeraar, Avelghem.<br />

K ro n ie k v a n K u n s t en K ennis.<br />

HANDELS MESSIAS.<br />

Daar men dit meesterstuk in Doornijk opvoert en<br />

er veel over gesproken wordt, is het ’t gepast oogenblik,<br />

meen ik, de ware beteekenis ervan te doen uitkomen.<br />

Eerst eenige woorden over het « Oratorium » waarvan<br />

de o Messias » een der machtigste voorbeelden<br />

is, dan over den tekst die erin behandeld wordt en<br />

eindelijk over de muziek die Handel onsterfelijk gemaakt<br />

heeft.<br />

Opera en Oratorium ontstonden gelijkertijd in Italië,<br />

einde X V I° eeuw, en wierden beide met handeling en<br />

tooneelversiering voorgesteld; ze venchilden alleen van<br />

inhoud die wereldlijke of geestelijke zaken behandelde.<br />

wordt door de overheersching van een klein getal per­<br />

sonen, kapitalis<strong>ten</strong>, die alles in handen hebben, zoo zal<br />

de toekomstige samenleving dit kenmerk dragen, dat<br />

alles nu in handen zal zijn der gemeenschap, en niet<br />

meer van afzonderlijke personen.<br />

Eigendom, gebruik en opbrengst van al de voort­<br />

brengingsmiddelen zijn aan de gemeenzaamheid: dus<br />

zoogezegd aan allen gelijkelijk, en aan niemand in ’t<br />

bijzonder. Geen klassen meer; want geen rijken en<br />

armen meer. Boven de leden der gemeenschap, nu<br />

allen gelijk, kijkt nog slechts het bestuur uit, dat zelf<br />

volledig afhangt van den keus der leden.<br />

Geen eigenlijk huisgezin meer, want de opvoeding<br />

der kinderen gaat ook over naar de gemeenschap. —<br />

Geen godsdienst meer, want er is niets meer uit te bui<strong>ten</strong>.<br />

- Geen politieke staatsinrichting meer, want die is er<br />

maar om de macht der kapitalis<strong>ten</strong> te beschermen. Er<br />

is niets anders meer dan de huishoudelijke werking der<br />

gemeenschap voor de gemeenschap. Geen andere inrich­<br />

ting of organisatie dan hetgeen noodig is tot voort­<br />

brenging en verdeeling der stoffelijke goederen. Zoo<br />

komt men tot een volledig zuiver-stoffelijk leven.<br />

a) — De Eigendom van alle voortbrengingsmiddelen<br />

is aan de gemeenschap : Grond, machienen, gebouwen<br />

en alles wat nu in de handen van eenigen is, zal hun<br />

afgenomen worden, om aan allen over te gaan.<br />

b) — Het Gebruik dier voortbrengingsmiddelen, of<br />

de voortbrengst zelf, zal gedaan en geregeld worden<br />

door de samenwerking der vrije arbeiders. Over dit<br />

gebruik beschikken nu in volle meesterschap eenige<br />

kapitalis<strong>ten</strong>, en dat eerst en vooral tot hun eigen bate.<br />

Dan zal de gemeenschap zelf regelen wat er moet<br />

voortgebracht worden, hoe, en hoeveel, en door tv ie.<br />

c) De Opbrengst van den arbeid zal voor allen<br />

zijn. Na aftrok van het deel dat noodig is voor herstel<br />

en vernieuwing van machienen, gebouwen, enz..., ’t ii<br />

Cavaliere (gestorven in 1602) is de eerste Oratorio-<br />

schrijver van bedied, maar de grootste is Carissimi<br />

(gestorven in 1674) ; hij zag af van alle tooneel-<br />

schikking om de aandacht alleen te vestigen op de<br />

woorden en de muziek, gelijk het tegenwoordig nog<br />

bestaat. De verdere ontwikkeling zou de Duitschers <strong>ten</strong><br />

deel vallen: Schutz (gestorven in 1673) schrijft niet<br />

meer uitslui end voor solostemmen gelijk zijne voor­<br />

gangers, maar roept de hulp in der koren en bereidt<br />

alzoo het groote keerpunt dat Handel in het Oratorium<br />

teweeggebracht heeft.<br />

Geboren te Halle in Saksen in 1685, bracht Handel<br />

nochtans het grootste deel van zijn leven over in Engeland.<br />

Nadat hij zich bijzonder op de Italiaansche<br />

opera had toegelegd, s elde hij zijn machtig talent en<br />

veelzijdige muzikale kunst bijna uitslui<strong>ten</strong>d <strong>ten</strong> dienste<br />

van het oratorium, en dit van af I 739 tot aan zijne<br />

dood in 1758. (Sedert 9 jaar was hij blind).<br />

Handel legde nu voelbaar het zwaartepunt van<br />

het oratorium in de koren. Daarenboven riep de rol die<br />

hij hun menigmaal toevertrouwde het Israëlitische volk<br />

als dramatisch element op in zijn bijbelstukken. In de<br />

(( Messias » heeft hij nochtans aan die dramatisatie<br />

verzaakt, maar langs andere wegen de koren dóen<br />

stijgen tot nog ongekende hoog<strong>ten</strong>. Onder de 26 ora­<br />

toriums die hij schiep, zijn Judas, Israël en de Messias<br />

de best bekende; te zamen met de Passies van Bach<br />

uit denzelfden tijd, zijn zij nooit meer overtroffen<br />

geweest.<br />

—-»o«—<br />

Handel heeft den tekst van den « Messias » ‘egen<br />

zijne gewoon<strong>ten</strong> in, zelf opgesteld en er zoo wonderwel<br />

in gelukt dat Klopstock, Herder, Gothe om slechts<br />

de allergrootste kritiekers te noemen, er in volle bewondering<br />

voor stonden. En nochtans, wat eenvoud en wat<br />

terughouding!<br />

Zou men niet mogen beweren dat het kerkelijk jaar,<br />

gelijk het ons de geschiedenis van den Verlosser voor­<br />

stelt, hem tot richtsnoer gediend heeft? Het eerste<br />

deel past niet slecht op den Advent, de geboorte van<br />

Christus en zijn openbaar leven. Het tweede deel is<br />

toegewijd aan de passie, de verrijzenis en de eerste<br />

uitbreiding der Kerk. Het derde deel (waaraan Handel<br />

in al zijne werken hield) is als eene slotoverweging<br />

over : « Christus leeft en wij door Hem, om <strong>ten</strong><br />

eeuwigen dage te verrijzen en geoordeeld te worden ».<br />

Bui<strong>ten</strong> dit slotdeel, is bijna heel het werk samengesteld<br />

uit opeenvolgende prophetieën, in den knappen<br />

samengedrongen vorm dien de H . Schrift ons aanbiedt.<br />

O f de fransche omschrijving, die men op onze concer<strong>ten</strong><br />

gebruikt, ze voldoende weet weer te geven, valt sterk<br />

te betwijfelen. Alleszins komt de tekst uit op eene<br />

algemeene beschouwing van de geschiedenis van den<br />

Verlosser, die men in zijne bijzonderheden onderstelt<br />

gekend te zijn. Nu en dan treedt ook een hoofdtooneel<br />

levendig voor de verbeelding en brengt dan soms een<br />

onuitwischbaren indruk mede van onvergelijkbare<br />

schoonheid.<br />

Zoo bij voorbeeld,' op het einde der Adventsmuziek<br />

die den Heiland voorspelt; al met eens wordt een<br />

jubelend koor aangestemd bij het hooren van Isaias<br />

die den 'Messias voorspelt, en zijn geboorte wordt<br />

gevierd als eene wereldgebeur<strong>ten</strong>is zonder verband met<br />

plaats of tijd, zonder dat er iets woordelijk van ver­<br />

teld is geweest ; dan echker herneemt Handel het tooneel<br />

van den heiligen nacht om het in werkelijkheid af te<br />

schilderen en er ons als ooggetuigen binnen te leiden.<br />

In de passie ook, worden we eerst rechtstreeksch voor<br />

het beeld van den gekruis<strong>ten</strong> gebracht; maar te midden<br />

de klagende zang van medelijden en deelneming flikkeren<br />

nu en dan stralende lich<strong>ten</strong> op die een bloedigen<br />

schijn werpen op de vreesehjke tooneelen van geeseling,<br />

spot en woede.<br />

Meer voorbeelden van meesterlijke opvatting zou ik<br />

kunnen aanhalen, maar ’t is tijd aan de muziek, zijne<br />

machtige muziek, toe te kennen wat haar toekomt.<br />

— »o«—<br />

Handel’s muzikale kunst draagt den stempel van de<br />

geweldige ziel die ze in het leven riep; verheven was<br />

ze van gevoelen, maar hartstochtig en ongetemd. De<br />

kuns<strong>ten</strong>aar heeft zich nochtans we<strong>ten</strong> te bedwingen in<br />

t aanpassen van zijn gedach<strong>ten</strong> en verbeelding in een<br />

vorm waar alles van verhouding en klaarheid getuigt.<br />

Zijne melodieën verbinden de bekoorlijkheid en hel-<br />

te zeggen: tot behoud en voortzetting der voortbrenging,<br />

zal de opbrengst verdeeld worden onder al de leden.<br />

Die verbruiksgoederen worden dan voor ieder lid zijn<br />

persoonlijke eigendom, alleen om te verbruiken, niet om<br />

zelf verder voort te brengen.<br />

Hoe zal die verdeeling geschieden ? Aan allen een<br />

gelijk deel ? Hier maakt Marx een onderscheid; hij<br />

voorziet twee tijdperken :<br />

I • — Het eerste of overgangstijdperk zal de verdeeling<br />

doen volgens het geleverde werk- Dus krijgt<br />

ieder arbeider — na aftrok der algemeene onkos<strong>ten</strong> —<br />

juist terug van de gemeenschap, wat hij haar geeft.<br />

H ij bekomt van de gemeenschap een bewijs dat hij<br />

zooveel arbeid geleverd heeft, en gaat daarmee naar<br />

den gemeenzamen voorraad om zooveel verbruiksgoe-<br />

dercn, als evenzooveel arbeid kost. Daarmee heeft men<br />

nog geen volle gelijkheid; want nog vele ongelijkheden<br />

sprui<strong>ten</strong> voort uit verschil van persoonlijken aanleg en<br />

bekwaamheid.<br />

2) — Maar in het tweede, of eigenlijk socialistisch<br />

tijdperk, zullen zelfs die ongeiijkhede» verdwijnen, en<br />

dan zal ieder krijgen volgens zijn noodwendigheden.<br />

O f er wel zeker in dit tijdperk meer gelijkheid zal zijn,<br />

moe<strong>ten</strong> we later onderzoeken.<br />

In dien toekomststaat zullen ook nog vele andere<br />

dingen noodzakelijk verdwijnen,, die nu even zooveel<br />

geesels zijn der samenleving. Zoo vinden wij er geen<br />

erfrecht meer, want geen eigendom, geen geld, maar<br />

warenbons; dus ook geen banken, geen beursspeculaties,<br />

geen bankroe<strong>ten</strong>; ook geen crisissen. De gemeeenschap<br />

zal altijd voortbrengen wat aan de leden noodig is;<br />

want ze zal niet meer moe<strong>ten</strong> werken om slechts eenigen<br />

te verrijken. Er zal dan ook geen ellende meer te<br />

vreezen zijn, en elk mag in volle gerustheid op zijn<br />

twee ooren slapen.<br />

derheid van ’t zuiden met de forsche rythmen van hel<br />

noorden. Daaraan weerstaat geen volk, maar organisc!<br />

aangedaan in pulsslag en hertklopping, wordt het al:<br />

een zeeboesem opgejaagd en' opgezweept om met dii<br />

muziek mede te leven in jubel of klacht in wild'<br />

hartstocht of verpoozende beschouwing.<br />

Handel schreef niet voor eenige kunstkenners, m aai<br />

voor het volk; vandaar ook de schilderachtigheid vai<br />

zijn beschrijvenden stijl, waardoor hij nog meer aan<br />

het oog als aan het oor spreekt. Deze karaktertrek<br />

vinden we verder nog in toepassing. W at den vorm<br />

betreft, de « Messias » gelijk de andere Oratorio's is<br />

ingedeeld in instrumentale recitatieven, aria’s en koren.<br />

De twee laatste vormen vragen wat nadere bespreking.<br />

Niemand, die meer of min met klassieke vokaai-<br />

muziek vertrouwd is, die niet 2 of 3 sologezangen<br />

gehoord heeft uit den « Messias » om ze nooit meer te<br />

verge<strong>ten</strong>. Men heeft naar te denken aan het aria va*<br />

den goeden herder: « II garde ses ouailles » ; (N' <strong>20</strong><br />

in de fransche uitgaaf van Novello die het meest ge­<br />

bruikt wordt) of aan het eerste nummer van ’t laatste<br />

deel: « J ’ai foi, Seigneur». (N 1 45). Hier geldt het<br />

den eenvoud en breedheid der zangerige melodie, maa<br />

zoovele andere aria’s zijn van grootere muzikale<br />

waarde, dikwijls door de beschrijvende begeleiding van<br />

het orkester; nu eens knetteren er sidderende vlammen<br />

(N r 6), dan drijven er zwarte schaduwen door den<br />

nacht (N 1' I I ) , of vallen de zwepende geeselslagen<br />

loom neder (N ‘ 23).<br />

Maar al die schoonheid verbleekt nochtans bij het<br />

stralend licht dat zijne koren omkranst. Daar rijst<br />

aanstonds een kolos voor de oogen, dat eeuwig monu<br />

ment, het meest grootsche dat een menschelijk genie<br />

voortgebracht heeft: het Hallelujakoor; ’t is het vol-;<br />

maakste dat Handel geschreven heeft en het meest<br />

effectvolle dat ooit uitgevoerd wierd. In zich vereenigt<br />

het al de hoedanigheden die in zijn andere koren ver-i<br />

strooid liggen en schikt dus goed om het algemeen<br />

karakter ervan te doen uitkomen.<br />

De techniek van den meester bestaat hier in eene<br />

gelukkige vermengeling van harmonischen en polypho-<br />

nischen styl, van kerkmelodie en volkswijzen, van mo­<br />

tieven nu aan de instrumen<strong>ten</strong>, dan aan de stemmen<br />

toever rouwd, dit alles door elkander levend en bewe­<br />

gend zoodat de klanksterkte wel verdubbeld op on?<br />

inwerkt. Voegt daarbij de klaarheid en verhouding in<br />

de 3 onderdeden met welgeregelde tegenoverstellingen<br />

en goed voorbereide opklimmingen, en dit alles brengt<br />

eene macht voort en schittering die nog onevenaard<br />

daar staat. Het hoofdmotief van het eerste deel u<br />

het vreugdesidderend geroep van het Halleluja, ge­<br />

volgd van een machtig « unisono » over Gods almacht.<br />

Dan leid1 een kalme koraal over Christus’ koningschap<br />

het middendeel in, maar rijst welhaast op een vijfmaal<br />

stijgend geroep der sopraanstemmen tot den hoogs<strong>ten</strong><br />

jubel en vervoering. Het einddeel verwekt de motieven<br />

in een kunstgewrocht dat de behendigste meesterschap<br />

en verhevenste ingeving alleen konden teweeg brengen.<br />

Nog vele andere koren uit den « Messias », zonder<br />

dit geniaal hoogtepunt te bereiken waarmede het 2"<br />

deel eindigt en dat weerdig heel het werk geslo<strong>ten</strong> en<br />

bekroond zoude hebben, zijn toch wonderbare kunstwerken<br />

van vorm en uitdrukking: bijzonder het slot- 2<br />

koor (N ‘ 5 6 ), dan het eerste koor dat Jesus’ geboorte<br />

viert (N r 12), eindelijk het 4' koor (N r 26) uit<br />

den passiegroep.<br />

Dit zal genoegen om het bewijs te leveren dat het<br />

hier een meesterwerk geldt, groot onder de grootste.<br />

Die dit hooren mocht, heeft er oogenblikken beleefd<br />

van zalige vreugde en onweerstaanbare vervoering :<br />

onuitwischbare herinneringen voor het leven!<br />

B E R IC H T .<br />

M adam e W eduw e M a s q u e l i e r laat w e<strong>ten</strong> dat de zaken v a r<br />

het oud Wisselkantoor Gusiave Masquelier overgenom en e*<br />

voortgezet zijn door M . A L P H O N S E D E B R U Y N E , wisselagen:<br />

Palfijnstraat, 8 , te K o rtrijk. (T elefo o n n° 42).<br />

Beursorders. — K ostelooze betaling van coupons. — R e n t e n<br />

en alle slach van grondobligatiën altijd verkrijgbaar.<br />

G eorges Feys, chirurgijn-tandmeester achter<br />

den tribunaal, is alle dagen te raadplegen van 8 tot<br />

17 ure. Den Zondag morgen ook.<br />

D e B a n q u e c.e C o u rtra i heeft merkelijk hare<br />

inrichting van brandkassen vermeerderd.<br />

Van heden af biedt zij afdeelingen ter verhuri«j<br />

aan, <strong>ten</strong> prijze van 10 fr. per jaar.<br />

S lo tb e m e rk in g j<br />

Deze overgang tot het socialisme zal zooveel te<br />

gemakkelijker gaan, daar de groote massa reeds nu<br />

door de kapitalis<strong>ten</strong> zelven gewend gemaakt is aan de<br />

levenswijze van het socialisme :<br />

1) — Er zal dan geen persoonhjke eigendom zijn.<br />

Dat brengt voor den werkman geen verandering; want<br />

wat heeft hij nu als eigendom, bui<strong>ten</strong> zijn twee armen ? f<br />

2) — Geen familieleven ! Maar dat heeft hij nu<br />

ook niet ! De groot-nijverheid houdt hem gedurig van<br />

vrouw en kinderen af, door langen arbeidsduur, en<br />

bezigt op den hoop toe vrouw en kinderen ook. Zoo<br />

heeft het kapitalisme reeds het huisgezin verbroken.<br />

3) Ceen Vaderland ! Hoe kan hij vaderlandsliefde<br />

voelen, hij die overal dezelfde verdrukking vindt?<br />

t Kan hem dan ook met maken dat het socialisme alle<br />

grenzen zal afschaffen.<br />

— »o «—<br />

Aldus denken we het Marxisme naar waarheid en<br />

volledig in zijn hoofdtrekken geschetst te hebben. On;<br />

blijft nu over de verdere lotgevallen van dit leerstelsel<br />

na te gaan in de verdere ontwikkeling van ’t socialisme.<br />

Die verdere ontwikkeling zien we opvolgentlijk :<br />

A . In Duitschland.<br />

1. De zegepraalt van ’t Marxisme<br />

a) over ’t Anarchisme,<br />

b) over de volgelingen van Lassalle.<br />

2. De afbraak van ’t Marxisme.<br />

B. Het socialisme in de andere ianden.<br />

Handleiding voor Studiebondei<br />

(1 0 ' Vervolg).<br />

7e LES.<br />

D e m ensch. —- D e m enschen..<br />

Verschijnt in ons toekomend nummer.<br />

dei<br />

me<<br />

om<br />

uit<br />

mo<br />

gee<br />

st e<br />

be<br />

\>e<br />

lar<br />

vol<br />

po<br />

lar<br />

kie<br />

pa<br />

ïij<br />

or<br />

P;<br />

lil<br />

hi<br />

cl<br />

k

Hooray! Your file is uploaded and ready to be published.

Saved successfully!

Ooh no, something went wrong!