AGRARISCHE ARCHITECTUUR In VLAAnDEREn - Interbestuurlijk ...
AGRARISCHE ARCHITECTUUR In VLAAnDEREn - Interbestuurlijk ...
AGRARISCHE ARCHITECTUUR In VLAAnDEREn - Interbestuurlijk ...
Create successful ePaper yourself
Turn your PDF publications into a flip-book with our unique Google optimized e-Paper software.
Agrarische architectuur in Vlaanderen<br />
Aanbeveling 4: stimuleer innovatie op het gebied van stalsystemen<br />
en materialen<br />
Naast het opwaarderen van de bestaande constructietypes, moet de sector oog blijven hebben voor vernieuwing.<br />
Ontwerpend onderzoek naar innovatieve stalsystemen moet dan ook aangemoedigd worden. De architecten zijn<br />
vragende partij om het onderzoek naar nieuwe typologieën voor agrarische gebouwen aan te zwengelen. Architecturale<br />
vernieuwing in nauwe samenwerking met constructiespecialisten, stabiliteitsingenieurs, landbouwtechnische<br />
deskundigen, moet worden aangemoedigd en ondersteund door de overheid. Boog- en tentstallen en het concept<br />
van agroparken zijn een goed voorbeeld. Ook herinterpretatie van wat nu reeds op de markt is, is relevant en nuttig<br />
om variatie te brengen in de stereotiepe stalsystemen die vandaag het beeld van het Vlaamse platteland bepalen.<br />
Naast de concepten kunnen de materialen vernieuwing gebruiken: nieuwe en experimentele, zogenaamde hightech<br />
materialen zijn het onderzoeken waard. Ondersteunende maatregelen zijn sensibilisatie en mobilisatie via de onderwijsinstellingen,<br />
architectuurprijzen, ontwerpwedstrijden ….<br />
Aanbeveling 5: geef inplanting en integratie geen stiefmoederlijke<br />
behandeling<br />
<strong>In</strong>planting in het erf en de bestaande gebouwenstructuur én integratie in de omgeving zijn minstens even belangrijk<br />
als conceptuele elementen.<br />
Vertrek van de eigen sterkte van wat er al staat. Bij uitbreidingen is het belangrijk dat de<br />
logica en structuur van het bestaande erf niet verloren gaan. De eigenheid van het bestaande kan zelfs versterkt<br />
worden door verder te bouwen op de bestaande krachtlijnen. Het hernemen van materiaal en vorm is hierbij de<br />
meest aangewezen werkwijze (wat soms kan ingaan tegen de stedenbouwkundige regels voor het behoud van de<br />
streekidentiteit).<br />
Durf afbreken. Nieuwe volumes moeten steeds zo voorzien worden dat de globale erfinrichting verbetert, via<br />
bv. een betere en meer compacte schakeling van de gebouwen. De meest compacte erfvorm is het ideaal. Bij bestaande<br />
hoeves moet men desnoods bepaalde verouderde delen afbreken om de compactheid te vergroten. Of bestaande<br />
gebouwen, in het kader van meer efficiënt werken, opnieuw inrichten. Perifere elementen zoals silo’s en mestopslag<br />
zijn dikwijls storend, en kunnen gegroepeerd worden op bv. een nieuw erf dat ontstaat door de goede schakeling van<br />
de andere volumes. De wegeninfrastructuur wordt best minimaal gehouden, echter zonder de looplijnen van dieren<br />
en landbouwer uit het oog te verliezen.<br />
‘<strong>In</strong>schuiven’ in het landschap. Om tot een betere beeldkwaliteit te komen, houdt men best rekening<br />
met het onmiddellijke landschap en de specifieke geografie van het terrein. Men kan aanwezige landschappelijke<br />
elementen zoals vijvers, wegen, niveauverschillen … gebruiken om het ontwerp in te schuiven in het landschap. Ook<br />
zou een zachte manipulatie van het landschap het contrast tussen oud en nieuw kunnen verbeteren. Op het niveau<br />
van inplanting in het erf in zijn onmiddellijke omgeving, lijkt het interessant om gebouwen of delen van gebouwen<br />
in te graven. Zo blijft de zichtbare hoogte in het landschap beperkt. Naast ruimtewinst is er mogelijk ook een energetische<br />
winst aan verbonden.<br />
71