Create successful ePaper yourself
Turn your PDF publications into a flip-book with our unique Google optimized e-Paper software.
3105<br />
1. Markiezen van <strong>Deinze</strong> waren sedert 1632 de Merode’s van Westerlo ; zij hadden in dat jaar het markiezaat<br />
van <strong>Deinze</strong> gekocht van don Diego Mesia de Guzman, die in 1626 - wegen verdiensten – <strong>Deinze</strong> in zijn<br />
bezit had gekregen als een geschenk vanwege Koning Filips IV. Na tien jaar al verkocht don Diego zijn<br />
koninklijk geschenk voor een som van 152.000 gulden. De Merodes bleven Markies van <strong>Deinze</strong> tot aan de<br />
opheffing van het ancien régime in 1795. De Deinse markiezen waren achtereenvolgens : Floris de Merode<br />
(1632-1652), Willem (1652-1653), Maximilaan-Antoon (1653-1670), Ferdinand (1670-1679),<br />
Maximiliaan-Albrecht (1679-1711), Joachim-Maximiliaan-Maria-Jozef-Hyacinthe (1711-1740), Jan-Karel-<br />
Jozef (1740-1774) en als laatste Balthazar-Philips de Merode (1774-1816) : zie Alb. Vanden Abeele,<br />
Geschiedenis van <strong>Deinze</strong> blz. 91-98.<br />
2. Gedrukt in-4° te Gent bij P. de Goesin ; de Gentse Universiteitsbibliotheek bewaart hiervan twee<br />
exemplaren (<strong>nr</strong>s. G. 2306 en Hi. 9560/I)<br />
1917. Cyriel Buysse (Nevele/Deurle) over Emile Claus (Astene) :<br />
“Mijn broeder in Vlaanderen”<br />
Paul HUYS<br />
<strong>nr</strong>. 389<br />
Emile Claus, de bekende luministische schilder uit Astene en de auteur Cyriel Buysse uit<br />
Nevele/Deurle waren zeer goed bevriend. Ze hebben elkaar ongetwijfeld artistiek beïnvloed.<br />
Claus ontwikkelde zich als arbeiderskind – er waren dertien kinderen thuis – tot een lid van de<br />
burgerij, die in de tijdsgeest van toen eerder in het Frans dan het Vlaams converseerde en<br />
schreef. Hij bleef in zijn werk toch oog hebben voor arbeiders en landbouwers en het harde<br />
werk aan het vlas. Vooral de Leie stond centraal in zijn werk. Hij raakte na zijn eerste prijzen<br />
aan de kunstacademies van Waregem en Antwerpen vrij snel bekend, in ons land maar ook<br />
ver buiten de grenzen.<br />
Buysse beschreef de eerste ontmoeting met Claus die ergens in 1890 plaatsvond in een studie<br />
over Claus die verscheen in 1925 1 , kort na het overlijden van de kunstenaar. Hij stootte -<br />
vermoedelijk in Nevele - tijdens een mooie zomerdag op een groepje van zes wandelaars: “De<br />
magere heer met veel gebaren keek als ‘t ware zoekend om zich heen; en mij ziende, kwam<br />
hij eensklaps naar mij toe en vroeg mij, met een aardige glimlach en innemende<br />
vriendelijkheid: ‘Pardon, meneer, zoudt ge mij niet kunnen wijzen, waar hier een bakkerij te<br />
vinden is? Die dames zouden gaarne wat koekjes kopen’. De magere man was Emile Claus.<br />
Tot het groepje wandelaars behoorde ook de Brusselse naturalistische schrijver Camille<br />
Lemonnier, die ook een zeer goede bekende van Buysse zou worden.<br />
Claus - 41 jaar oud - was op dat ogenblik reeds de gevierde kunstenaar van het luminisme. Hij<br />
had net het meesterwerk ‘De Bietenoogst’ voltooid dat werd tentoongesteld in Brussel, Parijs<br />
en München. 2 Na zijn huwelijk met notarisdochter Dufaux had hij zich in Astene gevestigd, in<br />
het gerenoveerde jachthuis ‘Villa Zonneschijn’, vlakbij zijn geliefde Leie.<br />
Gemeenschappelijke artistieke vriendenkring<br />
Buysse was bij die eerste ontmoeting 41 jaar oud en had ondertussen zijn eerste verhalen<br />
gepubliceerd. Hij werd nadien door zijn vader voor een tijdje naar de Verenigde Staten<br />
gestuurd, maar vanaf 1894 kwam hij blijkbaar opnieuw in contact met Emile. Het was ook<br />
Claus die hem voorstelde aan Camille Lemonnier, die op dat ogenblik een vakantie<br />
doorbracht in Astene.<br />
Reeds tijdens de zomer van 1894, ten huize van Claus, beloofde Lemonnier Cyriel Buysse te<br />
steunen om door te dringen in de Frans-Belgische literatuur. 3 Maar dat zou niet echt lukken.