'welgemutst naar de oorlog' Een standvastige mythe - Vvlg
'welgemutst naar de oorlog' Een standvastige mythe - Vvlg
'welgemutst naar de oorlog' Een standvastige mythe - Vvlg
You also want an ePaper? Increase the reach of your titles
YUMPU automatically turns print PDFs into web optimized ePapers that Google loves.
44<br />
‘welgemutst <strong>naar</strong> <strong>de</strong> oorlog’<br />
<strong>Een</strong> <strong>standvastige</strong> <strong>mythe</strong><br />
‘Als <strong>de</strong> zomer nat en koud was geweest,zoals <strong>de</strong> eraan voorafgaan<strong>de</strong><br />
of <strong>de</strong> daaropvolgen<strong>de</strong>, zou die kermisachtige<br />
atmosfeer,die zo bevor<strong>de</strong>rlijk is voor straatre<strong>de</strong>narij en massahysterie,<br />
dan ook zijn ontstaan? Zou<strong>de</strong>n <strong>de</strong> lei<strong>de</strong>rs dan<br />
ook zo vlot bereid zijn geweest elkaar <strong>de</strong> oorlog te verklaren?<br />
Er zijn bewijzen dat <strong>de</strong> chauvinistische massataferelen<br />
die zich <strong>de</strong> laatste dagen van juli en <strong>de</strong> eerste dagen van<br />
augustus afspeel<strong>de</strong>n in Berlijn, Sint-Petersburg, Wenen,<br />
Parijs en Lon<strong>de</strong>n, <strong>de</strong> politieke en militaire lei<strong>de</strong>rs in <strong>de</strong> richting<br />
van een confrontatie dwongen.’ (Ekstein, 72) Dit fragment<br />
uit Lenteriten van Modris Ekstein, veruit <strong>de</strong> meest<br />
literaire historische beschouwing over <strong>de</strong> Eerste<br />
Wereldoorlog, is een uitvergroting van een collectief<br />
ge<strong>de</strong>eld en al <strong>de</strong>cennia lang overgeleverd beeld over <strong>de</strong><br />
laatste dagen voor <strong>de</strong> wereldbrand van 1914.<br />
Terugblikkend op <strong>de</strong> zomer van 1914 beschreven zowat alle<br />
hoofdrolspelers in hun memoires – Lloyd George,<br />
Poincarré, Clemenceau, Bethmann Hollweg - hoe zij door<br />
<strong>de</strong> golven van massa-enthousiasme gedreven wer<strong>de</strong>n.<br />
Slogans als ‘Juli-Geist’ of ‘Union Sacrée’ ronkten nog jaren<br />
na <strong>de</strong> oorlog ver<strong>de</strong>r als symbolen van nationale eenheid.<br />
b Duitse reservisten op transport <strong>naar</strong> Elzas-Lotharingen dat<br />
zij moesten ver<strong>de</strong>digen tegen het verwachte Franse offensief<br />
bij het uitbreken van <strong>de</strong> oorlog in augustus 1914.<br />
Negentig jaren later en hon<strong>de</strong>r<strong>de</strong>n studies rijker, weten<br />
we dat <strong>de</strong> Eerste Wereldoorlog zijn voorgaan<strong>de</strong> in <strong>de</strong><br />
geschie<strong>de</strong>nis niet ken<strong>de</strong>. De inzet van massale legers, <strong>de</strong><br />
productie van steeds zwaar<strong>de</strong>re wapens, <strong>de</strong> organisatie<br />
van een gigantisch on<strong>de</strong>rsteuningsapparaat achter het<br />
front, <strong>de</strong> steeds weer mislukken<strong>de</strong> pogingen tot doorbraak<br />
spreken tot onze verbeelding. Passendale, Verdun,<br />
Chemin <strong>de</strong>s Dames en zovele an<strong>de</strong>re namen zijn voor <strong>de</strong><br />
Britten, <strong>de</strong> Duitsers en <strong>de</strong> Fransen ‘lieux <strong>de</strong> mémoire’<br />
I Koen Lagae I<br />
Hermes | Jaargang 11 | nr. 42 | september 2007<br />
gewor<strong>de</strong>n. De belangstelling voor <strong>de</strong> oorlog is groot en<br />
dus kunnen we hem geregeld vanuit onze luie televisiestoel<br />
aanschouwen. Steevast horen daarbij <strong>de</strong> beel<strong>de</strong>n<br />
van uitgelaten mensen die joelen en met hoe<strong>de</strong>n zwaaien<br />
terwijl ze soldaten uitgelei<strong>de</strong> doen. De commentaarstem<br />
heeft het dan over <strong>de</strong> enthousiaste uitgelaten menigte. 1<br />
Twee foto’s,Duitse soldaten in <strong>de</strong> opening van een goe<strong>de</strong>renwagon<br />
en Franse soldaten die door <strong>de</strong> ramen van <strong>de</strong><br />
vertrekken<strong>de</strong> trein hangen, illustreren in zowat elk historisch<br />
overzicht van <strong>de</strong> oorlog <strong>de</strong> vreug<strong>de</strong> van het jonge<br />
volk op oorlogspad. 2<br />
Zoek een aantal re<strong>de</strong>nen voor het enthousiasme van <strong>de</strong>ze soldaten.<br />
Zijn hun verwachtingen gerechtvaardigd? Motiveer je<br />
antwoord.<br />
De interpretatie van <strong>de</strong> beel<strong>de</strong>n is opvallend gelijklopend.<br />
De bevolking leef<strong>de</strong> al jaren in verwachting van<br />
oorlog en was op het ergste voorbereid. <strong>Een</strong>s <strong>de</strong> bom<br />
barstte, was het enthousiasme wijdverspreid, on<strong>de</strong>rmeer<br />
maar niet uitsluitend door <strong>de</strong> verwachting van<br />
een korte oorlog. De natie trok eensgezind ten strij<strong>de</strong><br />
in wat niet alleen een strijd tussen lan<strong>de</strong>n zou wor<strong>de</strong>n<br />
maar ook tussen beschavingen waarbij <strong>de</strong> superieure<br />
beschaving - <strong>de</strong> eigen beschaving - noodzakelijk<br />
moest winnen. De propaganda versterkte dit aanvoelen<br />
maar hoef<strong>de</strong> het zeker niet te creëren.<br />
In dit artikel wordt on<strong>de</strong>rzocht in hoeverre het etiket<br />
‘enthousiast’ overeenstemt met <strong>de</strong> conclusies van <strong>de</strong>,<br />
eer<strong>de</strong>r schaarse, studies van <strong>de</strong> opinie aan <strong>de</strong> vooravond<br />
van <strong>de</strong> oorlog. Vervolgens wor<strong>de</strong>n enkele<br />
––––––––––<br />
1 <strong>Een</strong> bijzon<strong>de</strong>r mooi voorbeeld hiervan zijn <strong>de</strong> beginbeel<strong>de</strong>n<br />
van ‘Het slachtveld’, <strong>de</strong> uitzending over <strong>de</strong> oorlog in<br />
<strong>de</strong> BBC-reeks People’s Century’.<br />
2 De twee foto’s zijn overgenomen uit Historia 5 en Storia 5.
handboeken geschie<strong>de</strong>nis – volledigheid was zowel<br />
praktisch als wat betreft tijdsbesteding niet haalbaar -<br />
aan <strong>de</strong>ze inzichten getoetst. Met an<strong>de</strong>re woor<strong>de</strong>n, zijn<br />
onze lesteksten vandaag over <strong>de</strong> crisis van juli 1914 een<br />
vertaling van het historisch on<strong>de</strong>rzoek of eer<strong>de</strong>r van een<br />
sterk gemediatiseer<strong>de</strong> collectieve herinnering? In een<br />
later nummer volgt een selectie van bronnenmateriaal<br />
over <strong>de</strong> julicrisis en <strong>de</strong> respons van <strong>de</strong> bevolking.<br />
Bereid? Ja! Enthousiast? Nee!<br />
In 1977 publiceer<strong>de</strong> Jean-Jacques Becker, professor<br />
emeritus en voorzitter van l Historial <strong>de</strong> la Gran<strong>de</strong><br />
Guerre in Péronne, on<strong>de</strong>r <strong>de</strong> titel 1914: Comment les<br />
Français sont entrés dans la guerre een uitgebrei<strong>de</strong> en<br />
grondige studie over <strong>de</strong> publieke opinie en emoties in<br />
Frankrijk aan <strong>de</strong> vooravond van <strong>de</strong> Eerste Wereldoorlog.<br />
(Becker, 1977) Tot op vandaag blijft zijn analyse<br />
overeind. (Becker, 2004) Pas in 2000 vond Becker<br />
navolging met een monografie over juli 1914 in<br />
Duitsland, van <strong>de</strong> hand van Jeffrey Verhey, on<strong>de</strong>rzoeksme<strong>de</strong>werker<br />
aan diverse Duitse en Amerikaanse universitaire<br />
instellingen. Voor Groot-Brittannië is het<br />
voorlopig nog wachten op een algemeen overzicht.<br />
Dit belet niet dat een aantal auteurs in overzichtswerken<br />
aandacht besteedt aan <strong>de</strong> publieke respons in<br />
diverse Britse ste<strong>de</strong>n en regio’s 3<br />
Frankrijk<br />
‘Ce sont les politiques qui déci<strong>de</strong>nt... et ils sont élus<br />
par le peuple. Nous <strong>de</strong>vons défendre le pays. C’est<br />
là notre <strong>de</strong>voir <strong>de</strong> citoyen et <strong>de</strong> soldat...’ (Larcenet, 24)<br />
Hermes | Jaargang 11 | nr. 42 | september 2007<br />
Niet voor niets heeft het wat absur<strong>de</strong> album La ligne <strong>de</strong><br />
front van Manu Larcenet“Une aventure rocambolesque <strong>de</strong><br />
Vincent Van Gogh”als on<strong>de</strong>rtitel.De geschie<strong>de</strong>nis wordt er<br />
wat op een hoopje gegooid maar <strong>de</strong> realiteit is keihard. De<br />
fictieve generaal Morancet mag dan wel met <strong>de</strong> gestoor<strong>de</strong><br />
Van Gogh in <strong>de</strong> waanzin van <strong>de</strong> eerste lijn terechtkomen,<br />
hij blijft overtuigd van <strong>de</strong> juistheid <strong>de</strong>r dingen. Het<br />
leger voert uit wat <strong>de</strong> politiek beslist en <strong>de</strong> politiek beslist<br />
wat het volk wil. Clemenceau zou generaal Morancet<br />
beslist niet tegengesproken hebben.<br />
Jean-Jacques Becker twijfelt er niet aan dat <strong>de</strong> publieke<br />
opinie in <strong>de</strong> geschie<strong>de</strong>nis en dus in <strong>de</strong> aanloop <strong>naar</strong><br />
<strong>de</strong> oorlog een rol heeft gespeeld. On<strong>de</strong>rzoek mag dit<br />
aspect niet negeren, zeker niet wanneer over verantwoor<strong>de</strong>lijkheid<br />
gesproken wordt. (Becker, 1977, 10)<br />
Maar hoe bestu<strong>de</strong>er je <strong>de</strong> opinie en vooral, hoe meet<br />
je <strong>de</strong> impact van <strong>de</strong>ze opinie op beleidsmakers of journalisten?<br />
In tegenstelling tot zijn Britse of Duitse collega’s<br />
beschikte Becker over een ware bronnenschat.<br />
Over het hele land hiel<strong>de</strong>n leerkrachten op vraag van<br />
hun minister aantekeningen over <strong>de</strong> gebeurtenissen<br />
en <strong>de</strong> sfeer in hun dorp, wijk of stad bij. Om <strong>de</strong> impact<br />
van <strong>de</strong> crisis op <strong>de</strong> bevolking en vooral <strong>de</strong> reacties op<br />
<strong>de</strong> mobilisatie voldoen<strong>de</strong> te kunnen inschatten, vroeg<br />
het ministerie van Binnenlandse Zaken dat <strong>de</strong> prefecten<br />
om <strong>de</strong> twee dagen een rapport instuur<strong>de</strong>n. Deze<br />
bronnen hebben hun beperkingen, maar aangevuld<br />
met kranten, memoires, en dagboeknotities kon<br />
Becker een betrouwbaar beeld geven van wat bij <strong>de</strong><br />
Fransen tij<strong>de</strong>ns die spannen<strong>de</strong> dagen van eind juli en<br />
begin augustus 1914 leef<strong>de</strong>. (Becker, 1977, 259-268)<br />
Niet <strong>de</strong> aanslag in Sarajevo maar het proces tegen Mme<br />
Caillaux, echtgenote van een vooraanstaan<strong>de</strong> politicus,<br />
die <strong>de</strong> hoofdredacteur van Le Figaro neerschoot, hield <strong>de</strong><br />
Fransen in <strong>de</strong> ban. Pas tegen 26 juli drong <strong>de</strong> internationale<br />
crisis zich <strong>naar</strong> <strong>de</strong> voorpagina’s. Kortom, op amper een<br />
week tijd moest <strong>de</strong> bevolking een mentale omslag maken<br />
van opwin<strong>de</strong>n<strong>de</strong>, sensationele gespreksstof - jaloezie,<br />
moord, macht - <strong>naar</strong> een ophan<strong>de</strong>n zijn<strong>de</strong> oorlog! Die<br />
korte tijdspanne is cruciaal om <strong>de</strong> dominante reactie van<br />
<strong>de</strong> gemid<strong>de</strong>l<strong>de</strong> inwoner te begrijpen!<br />
––––––––––<br />
3 Enkele voorbeel<strong>de</strong>n zijn Hoofdstuk 2 ‘Willingly to war’ in<br />
Hew Strachan, The First World War. Volume 1: To Arms,<br />
Oxford,2001;Hoofdstuk 7 ‘The August days:The myth of war<br />
enthusiasm’in Niall Ferguson, The Pity of War, London, 1998;<br />
Hoofdstuk 8 ‘The Mood of 1914’ in James Joll, The origins of<br />
the First World War,Harlow,1992; Hoofdstuk 3 ‘To Die Young’<br />
in Gerard J. DeGroot, Blighty. British Society in the Era of the<br />
Great War, Harlow, 1996; Adrian Gregory,‘British ‘war enthusiasm’<br />
in 1914. A Reassessment’, in Gail Braybon, red.,<br />
Evi<strong>de</strong>nce, History and the Great War: Historians and the<br />
Impact of 1914-18, Oxford, 2003, p.67-85.<br />
45
In tegenstelling tot een moeilijk te bestrij<strong>de</strong>n opvatting,<br />
leef<strong>de</strong> Frankrijk niet in verwachting van een oorlog,<br />
was er geen sprake van militarisme of revanchisme<br />
en was het militante nationalisme op <strong>de</strong> terugweg.<br />
Al stond Elzas-Lotharingen een volledige, vooral<br />
door links gepromote, toena<strong>de</strong>ring en pacificatie met<br />
Duitsland in <strong>de</strong> weg, van een uitgesproken revanchisme<br />
was lang geen sprake meer. (Becker, 1977, 53-61) De<br />
verkiezingen van 1914 met als inzet <strong>de</strong> wet op <strong>de</strong> driejarige<br />
legerdienst leid<strong>de</strong>n tot een teleurstelling bij <strong>de</strong><br />
voorstan<strong>de</strong>rs. Ondanks hun overwinning, behaal<strong>de</strong>n<br />
<strong>de</strong> tegenstan<strong>de</strong>rs van <strong>de</strong> wet in <strong>de</strong> twee<strong>de</strong> ron<strong>de</strong><br />
opmerkelijke resultaten. (Becker, 1977, 62-82) De conclusie<br />
is geenszins dat <strong>de</strong> Fransen <strong>de</strong> weg van het<br />
absolute antimilitarisme of pacifisme opgingen. ‘Les<br />
Français <strong>de</strong> 1914 apparaissent comme un peuple équilibré<br />
dans un pacifisme qui n’excluait pas le patriotisme,<br />
rejetant tout à la fois les excès du nationalisme et ceux<br />
<strong>de</strong> l’antipatriotisme.’ (Becker, 1977, 119) Wie <strong>de</strong> populaire<br />
reactie op <strong>de</strong> oorlog(sdreiging) wil begrijpen, kan<br />
niet buiten <strong>de</strong> betekenis van pacifisme en patriottisme<br />
in het natiebegrip en het zelfbeeld van <strong>de</strong> Fransen.<br />
<strong>Een</strong> studie van Mona en Jacques Ozouf <strong>naar</strong> het patriottisme<br />
in handboeken voor <strong>de</strong> lagere school tij<strong>de</strong>ns<br />
<strong>de</strong> perio<strong>de</strong> 1870-1914 helpt ons hier op weg. (Ozouf,<br />
1964) 4 De kin<strong>de</strong>ren van <strong>de</strong> Der<strong>de</strong> Republiek wer<strong>de</strong>n<br />
doordrongen van het i<strong>de</strong>ale regime, <strong>de</strong> <strong>de</strong>mocratische<br />
republiek als voltooiing van een proces gestart in 1789.<br />
Lief<strong>de</strong> voor Frankrijk stond gelijk aan universele lief<strong>de</strong>.<br />
Frankrijk en <strong>de</strong> Mensheid wer<strong>de</strong>n als het ware synoniem<br />
van elkaar. Patriottisme en oorlogsvoering vorm<strong>de</strong>n<br />
geen onlosmakelijk verbond meer.<br />
De afkeer van oorlog in <strong>de</strong> handboeken is groot, <strong>de</strong>ze<br />
leidt tot niets an<strong>de</strong>rs dan’la ruïne et la mort’, ‘villages<br />
brûlés, famines, pillages.’ (Ozouf, 15-16) Despoten en<br />
tirannen – ‘sur ce point l’unité <strong>de</strong>s manuels est éclatante’<br />
– zijn <strong>de</strong> aanstokers van oorlog. (Ozouf, 18) Oorlog is<br />
verwerpelijk tenzij een nog groter kwaad op het spel<br />
staat, m.n. het verlies van <strong>de</strong> vrijheid. De hel<strong>de</strong>n die in<br />
<strong>de</strong> boeken opgevoerd wor<strong>de</strong>n, zijn daarom militaire<br />
lei<strong>de</strong>rs en soldaten die met een afkeer voor <strong>de</strong> oorlog<br />
toch ten strij<strong>de</strong> trokken. Zij stre<strong>de</strong>n niet omwille van<br />
een of an<strong>de</strong>r nationaal belang maar voor <strong>de</strong> universele<br />
vre<strong>de</strong>. Op die manier is <strong>de</strong> cirkel rond. Wanneer<br />
Frankrijk als bakermat van <strong>de</strong> mensenrechten en vrijheid<br />
oorlog voert, kan dit niet an<strong>de</strong>rs zijn dan een<br />
rechtvaardige oorlog. ‘L’armée Française, sûre que la<br />
nation, maîtresse <strong>de</strong> ses nerfs, ne s’emploiera qu’à la<br />
défense <strong>de</strong> causes sacrées, sera d’une force invincible,<br />
étant la Justice et le Droit, c’est-à-dire la conscience<br />
humaine en lutte contre la barbarie.’ (Payot, Cours <strong>de</strong><br />
morale. Livre du maître, A. Colin, 1908 in Ozouf, 30)<br />
46<br />
Hermes | Jaargang 11 | nr. 42 | september 2007<br />
De Franse overheid slaag<strong>de</strong> er tij<strong>de</strong>ns <strong>de</strong> mobilisatie<br />
won<strong>de</strong>rwel in om <strong>de</strong>ze paradox, ‘oorlog omwille van<br />
ons bedreig<strong>de</strong> pacifisme’, als legitimering tot bre<strong>de</strong><br />
lagen van <strong>de</strong> bevolking te laten doordringen. ‘Tout ce<br />
qu’il fallait faire pour éviter la guerre, nous l’aurons fait.<br />
Mais si elle éclate, nous la saluerons avec une immense<br />
espérance’ luid<strong>de</strong> <strong>de</strong> titelpagina van Le Matin op<br />
1 augustus 1914. (Morelli, 11) Becker plaatst, overigens<br />
zeer terecht, een groot vraagteken bij het zogenaam<strong>de</strong><br />
pacifisme van <strong>de</strong> regering Viviani en presi<strong>de</strong>nt<br />
Poincarré. Wanneer op 25 juli <strong>de</strong> overheid militaire<br />
maatregelen neemt, wordt <strong>de</strong> pers gevraagd om <strong>de</strong><br />
geheimhouding te respecteren. De journalisten spelen<br />
hun rol voortreffelijk en het pacifistische blazoen<br />
van <strong>de</strong> Franse regering en natie blijft ongeschon<strong>de</strong>n.<br />
(Becker, 1977, 141-145) Na <strong>de</strong> oorlog zou<strong>de</strong>n pacifisten,<br />
o.a. verenigd rond het blad Clarté, <strong>de</strong> boodschap als<br />
zou Franse regering er alles aan gedaan hebben om<br />
een oorlog te voorkomen als leugenachtige misleiding<br />
van <strong>de</strong> bevolking aanklagen. 5 Maar hun stem bleef<br />
ergens in <strong>de</strong> woestijn hangen. De cruciale vraag hier is<br />
hoe het publiek reageer<strong>de</strong> eens bleek dat een oorlog<br />
‘onvermij<strong>de</strong>lijk’ was.<br />
Tussen 26 juli en 3 augustus telt Becker in Parijs 25, in<br />
<strong>de</strong> banlieue 42 en verspreid over het hele land 94 antioorlogsbijeenkomsten.<br />
De cijfers over aanwezighe<strong>de</strong>n<br />
schommelen van enkele hon<strong>de</strong>r<strong>de</strong>n tot meer dan<br />
10.000. <strong>Een</strong> heel wat belangrijkere vaststelling is dat<br />
<strong>de</strong> sfeer opmerkelijk or<strong>de</strong>ntelijk was. Wat an<strong>de</strong>rs kon<strong>de</strong>n<br />
<strong>de</strong>ze manifestanten doen dan hun regering steunen<br />
in haar pacifistisch streven en <strong>de</strong> belofte afleggen<br />
dat in geval van oorlog ze hun plicht zou<strong>de</strong>n vervullen?<br />
Geen won<strong>de</strong>r dat, mits enkele schaarse uitzon<strong>de</strong>ringen<br />
vooral ingegeven door onzekerheid van lokale<br />
bestuur<strong>de</strong>rs over <strong>de</strong> intenties van <strong>de</strong> organisatoren, <strong>de</strong><br />
diverse overhe<strong>de</strong>n probleemloos <strong>de</strong> toelating gaven<br />
tot het organiseren van betogingen. (Becker, 1977, 146-<br />
148) Tegelijkertijd was het aantal manifestaties voor<br />
––––––––––<br />
4 Mona Ozouf leidt vandaag een on<strong>de</strong>rzoeksaf<strong>de</strong>ling aan<br />
het Centre national <strong>de</strong> la recherche scientifique (CNRS).<br />
Jacques Ozouf stond aan het hoofd van l’École <strong>de</strong>s hautes<br />
étu<strong>de</strong>s en sciences sociales. Hun gemeenschappelijk<br />
on<strong>de</strong>rzoek richtte zich op <strong>de</strong> waar<strong>de</strong>n van leerkrachten<br />
voor <strong>de</strong> Eerste Wereldoorlog. Voor dit artikel bestu<strong>de</strong>er<strong>de</strong>n<br />
ze <strong>de</strong> meest gebruikte boeken in het openbaar<br />
on<strong>de</strong>rwijs.<br />
5 Wellicht het beste voorbeeld hiervan zijn <strong>de</strong> publicaties<br />
van G. Demartial, Les responsabilités <strong>de</strong> la guerre. Le<br />
patriotisme et la vérité, Parijs, 1920 en Comment on<br />
mobilisa les consciences?, Parijs, 1922. In dit laatste boek<br />
zie in het bijzon<strong>de</strong>r ‘Le <strong>mythe</strong> <strong>de</strong> la guerre idéaliste’,<br />
p.174-179.
oorlog geduren<strong>de</strong> <strong>de</strong>zelf<strong>de</strong> perio<strong>de</strong> verwaarloosbaar.<br />
(Becker, 1977, 251)<br />
Parijs, 1914. Mensen staan in <strong>de</strong> rij voor <strong>de</strong> bank . Spijtig<br />
genoeg ontbreken in <strong>de</strong> handboeken dit soort beel<strong>de</strong>n die ook<br />
iets vertellen over <strong>de</strong> reactie van <strong>de</strong> mensen op het oorlogsgevaar.(http://www.digischool.nl/kleioscoop/camerascoop/w.o.i/parijsvlucht.htm)<br />
Wat dan met <strong>de</strong> emoties, <strong>de</strong> gemoedsinstelling van <strong>de</strong><br />
Fransen? De titel die Becker op dit <strong>de</strong>el plakt zegt<br />
alles:‘La Mobilisation. De la résignation à la résolution’.<br />
(Becker, 1977, 257) Becker in eerste instantie <strong>de</strong> aantekeningen<br />
van leerkrachten. <strong>Een</strong> notitie uit Le Château<br />
d’Ancelle in Dauphiné vat perfect samen wat zich in<br />
hon<strong>de</strong>r<strong>de</strong>n dorpen afspeel<strong>de</strong> bij <strong>de</strong> afkondiging van<br />
<strong>de</strong> mobilisatie:‘Les habitants, pressés par les travaux<br />
<strong>de</strong>s champs, ne lisant aucun journal, n’étaient pas renseignés<br />
sur la gravité <strong>de</strong> la situation. Ils savaient par<br />
ouî-dire qu’on se battait quelque part, très loin en<br />
Serbie, mais personne ne supposait que la France serait<br />
obligée (mijn nadruk) d’entrer dans le conflit et surtout<br />
si vite…’ (Becker, 1977, 274) Hier ontstaat het beeld van<br />
een land en een volk dat niet klaar is voor <strong>de</strong> oorlog.<br />
De prefecten maken geen enkele melding van or<strong>de</strong>verstoring<br />
bij <strong>de</strong> afkondiging. Zowat <strong>de</strong> helft<br />
omschrijft <strong>de</strong> sfeer als ‘état d’esprit excellent’, gevolgd<br />
door ‘koelbloedigheid’ en ‘terughou<strong>de</strong>ndheid’. Bij <strong>de</strong><br />
leerkrachten domineert het woord ‘calme’ samen met<br />
‘sentiments réservés’ en ‘sang-froid’. Er is sprake van<br />
‘consternation’, ‘tristesse’ of het zeer algemene ‘émotion’.<br />
Wil dat nu zeggen dat er nergens sprake van<br />
enthousiasme was? Uiteraard niet, alleen blijft het in<br />
<strong>de</strong> aantekeningen van <strong>de</strong> prefecten en <strong>de</strong> leerkrachten<br />
uitgesproken marginaal. In <strong>de</strong> lokale kranten van 36<br />
gemeenten verspreid over 24 <strong>de</strong>partementen trof<br />
Becker slechts vijf maal <strong>de</strong> term ‘enthousiasme’ als<br />
omschrijving van <strong>de</strong> sfeer. De verslaggever van La<br />
France <strong>de</strong> Bor<strong>de</strong>aux et du Sud-Ouest meen<strong>de</strong> <strong>de</strong> bevolking<br />
te moeten aanmoedigen met <strong>de</strong> ronken<strong>de</strong> maar<br />
zeer fantasierijke zin dat ‘partout en France, l’enthousiasme<br />
est à son comble’. (Becker, 1977, 306) Voor<br />
Hermes | Jaargang 11 | nr. 42 | september 2007<br />
Becker is er weinig twijfel, ‘… on a largement dénaturé<br />
le tableau réel <strong>de</strong> l’opinion publique Française à ce<br />
moment-là’ (Becker, 1977, 293)<br />
Bij het vertrek van <strong>de</strong> jongens <strong>naar</strong> <strong>de</strong> kazernes wordt<br />
meer melding gemaakt van een ‘excellent état d’esprit’<br />
en zelfs enthousiasme. Toch omschrijven prefecten <strong>de</strong><br />
gemoedsgesteldheid voornamelijk nog altijd als<br />
‘réservé’ en ‘avec sang-froid’. Maar het conflict, <strong>de</strong> oorlog,<br />
wordt aanvaard. In <strong>de</strong> pers is meer sprake van<br />
‘joie’ en ‘patriotisme’ maar ook ‘<strong>de</strong>voir’, ‘silence’,<br />
‘angoisse’, ‘tristesse’. Hoewel <strong>de</strong> prefecten en leerkrachten<br />
heel wat terughou<strong>de</strong>n<strong>de</strong>r zijn dan <strong>de</strong> pers, is<br />
een ommekeer merkbaar. De Fransen gaan met zelfzekerheid,<br />
verbetenheid en bereidheid <strong>de</strong> oorlog tegemoet.<br />
Becker vat <strong>de</strong>ze krachtdadigheid in drie zinnen<br />
samen: ‘La France n’avait pas voulu la guerre. La France<br />
a été attaquée. On ferait son <strong>de</strong>voir’. (Becker, 1977,322)<br />
We krijgen het beeld van een bevolking die verontwaardigd<br />
reageert omwille van <strong>de</strong> provocatie van<br />
haar pacifisme. Het is op dit moment dat Elzas-<br />
Lotharingen weer op <strong>de</strong> voorgrond komt. Het is op dit<br />
moment dat alle clichébeel<strong>de</strong>n over Duitsland, <strong>de</strong><br />
Duitsers en hun keizer opgevoerd wor<strong>de</strong>n.<br />
De mediabeel<strong>de</strong>n van lachen<strong>de</strong> soldaten zijn er uiteraard.<br />
De verslagen in <strong>de</strong> kranten kunnen we niet opzij<br />
schuiven. Maar het zijn momentopnames die we niet<br />
mogen veralgemenen. Het moge dui<strong>de</strong>lijk zijn dat het<br />
i<strong>de</strong>e dat <strong>de</strong> Fransen met enthousiasme en blijheid <strong>de</strong><br />
oorlog introkken absoluut onhoudbaar is. Plichtsbesef,<br />
patriottisme, vastbera<strong>de</strong>nheid en zelfs een<br />
gevoel van onmacht domineer<strong>de</strong>n. Of om het met <strong>de</strong><br />
woor<strong>de</strong>n van <strong>de</strong> historicus-soldaat Marc Bloch te zeggen:<br />
‘Les hommes pour la plupart n’étaient pas gais; ils<br />
étaient résolus, ce qui vaut mieux’. (Bloch, 120)<br />
Duitsland<br />
In 2000 publiceer<strong>de</strong> Jeffrey Verhey een eerste overzichtswerk<br />
waarin hij het oorlogsenthousiasme van<br />
<strong>de</strong> Duitsers betwijfel<strong>de</strong>. Voordien had een aantal historici<br />
dat ook al gedaan in studies van een regio of<br />
stad. In tegenstelling tot Becker moesten zij voornamelijk<br />
een beroep doen op kranten, met alle beperkingen<br />
vandien. Maar aangevuld met dagboeknotities,<br />
memoires of an<strong>de</strong>re persoonlijke bronnen en rekening<br />
hou<strong>de</strong>nd met <strong>de</strong> gezindheid van kranten en journalisten<br />
leveren al <strong>de</strong>ze studies een heel wat genuanceer<strong>de</strong>r<br />
beeld op dan dat van het door oorlog begeester<strong>de</strong><br />
eensgezin<strong>de</strong> Duitse volk.<br />
Toch bleef van alle oorlogvoeren<strong>de</strong> lan<strong>de</strong>n het beeld<br />
van Duitse eensgezindheid en Duits oorlogsoptimisme<br />
het sterkst in het collectieve geheugen aanwezig.<br />
Op 4 augustus 1914 sprak <strong>de</strong> keizer tij<strong>de</strong>ns een bijzon<strong>de</strong>re<br />
bijeenkomst van <strong>de</strong> Rijksdag <strong>de</strong> bijna magische<br />
47
woor<strong>de</strong>n: ‘Ich kenne keine Parteien mehr, ich kenne nur<br />
Deutsche’. Enkele uren later keur<strong>de</strong>n <strong>de</strong> socialisten<br />
on<strong>de</strong>r luid applaus mee <strong>de</strong> oorlogskredieten goed. In<br />
<strong>de</strong> ‘Geist von 1914’ of ‘Juli-Geist’ hervond Duitsland zijn<br />
eenheid, het Duitse volk werd opnieuw ‘Volksgemeinschaft’.<br />
Heel snel al tij<strong>de</strong>ns <strong>de</strong> oorlog en ook in <strong>de</strong> jaren<br />
daarna zou blijken hoe uiteenlopend <strong>de</strong> invulling van<br />
<strong>de</strong> begrippen ‘volksgemeenschap’ en ‘Juli-Geist’ wel<br />
was 6 Uiteraard zag ook <strong>de</strong> NSDAP zichzelf als <strong>de</strong> ware<br />
erfgenaam van <strong>de</strong> Duitse eenheid aan <strong>de</strong> vooravond<br />
van <strong>de</strong> Eerste Wereldoorlog. Historici hebben zich<br />
daardoor veeleer op <strong>de</strong> invulling van het begrip ‘volksgemeenschap’,<br />
<strong>de</strong> recuperatie door diverse politieke<br />
stromingen en het propagandistische gebruik van <strong>de</strong><br />
zogenaam<strong>de</strong> Juli-Geist gefocust. De realiteit van het<br />
eensgezin<strong>de</strong> Duitse volk doordrongen van Kriegsbegeisterung<br />
werd min<strong>de</strong>r of helemaal niet in vraag<br />
gesteld.<br />
Net zoals bij Frankrijk zou het fout zijn elke vorm van<br />
oorlogsenthousiasme te ontkennen. Maar <strong>de</strong> geografische<br />
en vooral sociale ver<strong>de</strong>eldheid was groter.<br />
Enigszins karikaturaal schrijft Steffen Bruen<strong>de</strong>l dat <strong>de</strong><br />
mobilisering vooral universiteitsprofessoren inspireer<strong>de</strong>.<br />
Uiteraard bedoelt hij daarmee ook schrijvers,<br />
journalisten, leerkrachten, zij die ‘Kriegsdienst mit <strong>de</strong>r<br />
Fe<strong>de</strong>r’ <strong>de</strong><strong>de</strong>n. (Bruen<strong>de</strong>l, 4-5) Geen enkele auteur<br />
spreekt hem tegen. Kruse citeert uit een politierapport<br />
waarin <strong>de</strong> or<strong>de</strong>ntelijke opmars van stu<strong>de</strong>nten en<br />
jongeren uit <strong>de</strong> burgerlijke klasse, ‘Angehörigen <strong>de</strong>r<br />
besten und besseren Geselschaftsklassen’, geprezen<br />
wordt. (Kruse, 74) Inzet was een maatschappelijke hernieuwing,<br />
<strong>de</strong> strijd van ‘Kultur’ tegen ‘Zivilisation’, <strong>de</strong><br />
noodzakelijke overwinning op <strong>de</strong> bedreigen<strong>de</strong> i<strong>de</strong>eën<br />
van 1789. (Bruen<strong>de</strong>l, 5 en 7; Kruse, 85; Geinitz)<br />
Hoe an<strong>de</strong>rs is het beeld op het platteland en <strong>de</strong> provincieste<strong>de</strong>n.<br />
Hier staan geen hoogdraven<strong>de</strong> i<strong>de</strong>alen<br />
op het spel maar ‘Notwehr’, <strong>de</strong> ver<strong>de</strong>diging van ‘Herd<br />
und Heim’. <strong>Een</strong> ingestuurd vers uit <strong>de</strong> Schönauer<br />
Anzeiger (Südba<strong>de</strong>n) is illustratief: ‘Und traf auch<br />
manch wackeren Vater das Blei / Für Heimat und Kin<strong>de</strong>r<br />
sein Blut ja floss / Das höchste uns immer das Vaterland<br />
sei / Der Tapfere ruht in <strong>de</strong>s Vaters Schoss.’ (Geinitz, 28)<br />
Dit is het beeld van een bedreigd Duitsland, voor<br />
Chickering niets an<strong>de</strong>rs dan het resultaat van manipulatie<br />
van <strong>de</strong> media door <strong>de</strong> overheid. (Chickering, 14)<br />
Merkwaardig is dat tot enkele dagen voor <strong>de</strong> oorlog<br />
<strong>de</strong> provinciale pers <strong>de</strong> bevolking tot kalmte aanzet en<br />
<strong>de</strong> hoop op vre<strong>de</strong> blijft uitspreken. Of dit een door <strong>de</strong><br />
overheid gestuur<strong>de</strong> berichtgeving is, wordt niet dui<strong>de</strong>lijk<br />
maar het red<strong>de</strong>n van <strong>de</strong> vre<strong>de</strong> wordt consequent<br />
aan het verlangen en inzet van <strong>de</strong> Duitse overheid<br />
gelinkt. Op 1 augustus schrijft <strong>de</strong> Schönauer<br />
Anzeiger dat ‘Selbst wenn wir zur Mobilmachung<br />
48<br />
Hermes | Jaargang 11 | nr. 42 | september 2007<br />
schreiten sollten, ist noch lange nicht gesagt dass <strong>de</strong>r<br />
Krieg kommen muss’ (Geinitz, 26) De Darmstadter<br />
Zeitung streeft er voor alles <strong>naar</strong> een sfeer van normaliteit<br />
en afwachten te beschrijven. ‘Es war Sonntag: die<br />
Gemütlichkeit war noch nicht abhan<strong>de</strong>n gekommen.<br />
Die Cafés waren dicht besetzt, aber man besprach sich<br />
ruhig und zuversichtlich o<strong>de</strong>r las die Zeitung’. <strong>Een</strong> dag<br />
na publicatie van dit stukje valt Duitsland België binnen.<br />
(Stöcker)<br />
Het door Verhey bestu<strong>de</strong>er<strong>de</strong> straatbeeld stemt aardig<br />
overeen met <strong>de</strong> sociale en geografische breuklijn<br />
in het <strong>de</strong>nken over <strong>de</strong> oorlog. Het Oostenrijks ultimatum<br />
en vooral <strong>de</strong> spanning over het Servische antwoord<br />
brengt op 25 juli <strong>de</strong> eerste massa’s in Berlijn op<br />
<strong>de</strong> been. De mensen verzamelen bij krantenkiosken,<br />
voor <strong>de</strong> gebouwen van uitgevers of bij openbare aanplakbiljetten.<br />
De meesten keren huiswaarts wanneer<br />
het nieuws wordt verspreid dat Servië het ultimatum<br />
niet (sic) heeft aanvaard. Enkele hon<strong>de</strong>r<strong>de</strong>n, voornamelijk<br />
stu<strong>de</strong>nten, vormen para<strong>de</strong>s en trekken met<br />
vlaggen en al zingend door <strong>de</strong> stad. (Verhey, 26-33)<br />
I<strong>de</strong>ntieke taferelen spelen zich geduren<strong>de</strong> <strong>de</strong> volgen<strong>de</strong><br />
dagen zowel in Berlijn als in an<strong>de</strong>re grote Duitse<br />
ste<strong>de</strong>n af.<br />
Sommige kranten brengen tot tien edities per dag uit.<br />
Het socialistische Vorwärts (25 juli) haalt fel uit <strong>naar</strong><br />
Oostenrijk terwijl <strong>de</strong> Volkswille (28 juli) kritiek spuit op<br />
kranten die een oorlogszuchtige sfeer creëren,<br />
‘Kriegshetzen’, puur om meer kopijen te verkopen.<br />
Zowat alle socialistische kranten benadrukken <strong>de</strong><br />
afwezigheid van arbei<strong>de</strong>rs on<strong>de</strong>r <strong>de</strong> ‘Patriotischer<br />
Mob’. Die Post en Rheinisch-Westfälische Zeitung (25 en<br />
27 juli) die als spreekbuis van <strong>de</strong> industriëlen fungeren,<br />
laten evengoed een waarschuwen<strong>de</strong> toon horen.<br />
In <strong>de</strong> conservatieve pers komen <strong>de</strong> eerste loven<strong>de</strong><br />
commentaren op <strong>de</strong> enthousiaste para<strong>de</strong>s en bijeenkomsten.<br />
Voor een journalist van <strong>de</strong> Tägliche<br />
Rundschau (26 juli) waren <strong>de</strong> massa<strong>de</strong>monstraties ‘zo<br />
mooi en zo opwin<strong>de</strong>nd dat <strong>de</strong> herinnering eraan nooit<br />
zal weg<strong>de</strong>emsteren.’ De volgen<strong>de</strong> dag schrijft <strong>de</strong> krant<br />
extatisch over het ‘Eine Volk’ dat zich in <strong>de</strong> grootsheid<br />
van een uniek i<strong>de</strong>e herkent. Op 26 juli wordt het eerste<br />
filmnieuws over <strong>de</strong> <strong>de</strong>monstraties in Berlijn opgenomen.<br />
In enkele kranten wordt het geënsceneer<strong>de</strong><br />
karakter - <strong>de</strong> menigte werd door een volksmenner<br />
opgeruid - aangeklaagd. Over heel Duitsland volg<strong>de</strong>n<br />
vertoningen on<strong>de</strong>r <strong>de</strong> titel ‘Kriegsbegeisterung in<br />
Berlin’. (Verhey, 43) De <strong>mythe</strong> van <strong>de</strong> ‘Geist von 1914’<br />
was geboren. (Verhey,31)<br />
––––––––––<br />
6 Voor een overzicht van <strong>de</strong> diverse interpretaties zie<br />
Bruen<strong>de</strong>l
Stu<strong>de</strong>nten in Berlijn in augustus. Let op <strong>de</strong> kledij en <strong>de</strong> hoe<strong>de</strong>n<br />
of eer<strong>de</strong>r het ontbreken van gewone petten. Voor <strong>de</strong>rgelijke<br />
‘<strong>de</strong>tails’ is in <strong>de</strong> handboek en geen aandacht. (http://<br />
www.wereldoorlog1418.nl/brieven/in<strong>de</strong>x.html)<br />
Begin augustus zijn <strong>de</strong> taferelen vergelijkbaar. Telkens<br />
wanneer een overheidsbeslissing bekend wordt<br />
gemaakt, volgen massabijeenkomsten en para<strong>de</strong>s. De<br />
burgerlijke pers brengt steevast euforisch verslag uit<br />
over zoveel patriottische begeestering. De socialistisch<br />
gezin<strong>de</strong> kranten betwijfelen dan weer het beeld<br />
van een euforische en eensgezin<strong>de</strong> natie. <strong>Een</strong> aantal<br />
‘bourgeois journalists’ en buitenlandse bezoekers<br />
bevestigen <strong>de</strong> scepsis van <strong>de</strong> linkse kranten. De<br />
Deense gezant becommentarieer<strong>de</strong> op 2 augustus <strong>de</strong><br />
krantenberichten over zoveel eensgezindheid en<br />
enthousiaste oorlogs<strong>de</strong>monstraties als ‘the opposite is<br />
evi<strong>de</strong>ntly the truth, judging by what I have had ample<br />
opportunity to see on the way here to the hotel’.<br />
(Kruse, 78)<br />
Wie waren dan <strong>de</strong> mensen die <strong>de</strong> straat optrokken en<br />
wat was hun drijfveer? Verhey on<strong>de</strong>rscheidt vijf groepen:<br />
curious crowds and audience crowds; ‘carnivalesque<br />
crowds’; crowds of panic and <strong>de</strong>pression; enthusiastic<br />
crowds en crowds against the war. De eerste<br />
groep, curious crowds, is moeilijk te omschrijven. Het<br />
zijn mensen die toevallig in <strong>de</strong> stad zijn of die <strong>de</strong> sfeer<br />
willen opsnuiven. Het is een heterogene groep die dikwijls<br />
steun betuigt maar veelal toekijkt zon<strong>de</strong>r betrokken<br />
te zijn. Crowds of panic and <strong>de</strong>pression zijn daarentegen<br />
herkenbaar<strong>de</strong>r. Op maandag 27 juli verzamel<strong>de</strong>n<br />
enkele duizen<strong>de</strong>n voor <strong>de</strong> Berlijnse Sparkasse om<br />
hun spaarcenten op te vragen. Op 31 juli en 1 augustus<br />
wer<strong>de</strong>n <strong>de</strong> banken over het hele land bestormd.<br />
Tegelijkertijd sloegen <strong>de</strong> mensen aan het hamsteren.<br />
Op 2 augustus, zo meld<strong>de</strong> <strong>de</strong> Berliner Morgenpost<br />
zaten <strong>de</strong> kerken overvol. (Verhey, 47-51 en 89-91)<br />
Allerlei getuigen hebben het over <strong>de</strong> onrust en het<br />
zware gemoed bij <strong>de</strong> mensen, <strong>de</strong> angst in grensgebie<strong>de</strong>n,<br />
<strong>de</strong> vrees bij <strong>de</strong> boeren voor oogstscha<strong>de</strong>.<br />
Tegelijkertijd verschijnen in <strong>de</strong> straten van Berlijn<br />
allerlei uitgelaten, soms carnavaleske groepen. De<br />
publieke reactie is weinig lovend. Het zijn dronken<br />
jongeren die omstan<strong>de</strong>rs hard durven aan te pakken<br />
en jacht maken op alles wat vreemd lijkt. De meer<strong>de</strong>r-<br />
Hermes | Jaargang 11 | nr. 42 | september 2007<br />
heid trekt echter zingend met vlaggen door <strong>de</strong> straten.<br />
Het zijn vooral stu<strong>de</strong>nten en le<strong>de</strong>n van jeugdverenigingen<br />
die op bijval van omstan<strong>de</strong>rs en <strong>de</strong> overheid<br />
kunnen rekenen. Ook uit provincieste<strong>de</strong>n en gemeenten<br />
komen meldingen van enthousiasme. In zijn studie<br />
van Darmstadt nuanceert Stöcker dit beeld. Elke<br />
opflakkering van ‘Hura-Patriotismus <strong>de</strong>r Strasse’ is<br />
direct gekoppeld aan een concrete gebeurtenis: voorbijtrekken<strong>de</strong><br />
troepen, afkondigingen, toespraken, enz.<br />
Wanneer <strong>de</strong> rust terugkeert, overheersen ‘Angste und<br />
Zweifel’, ‘Verunsicherung und Hilflosigkeit.’ (Stöcker)<br />
Ook Verhey ziet geen enkele re<strong>de</strong>n om op het platteland<br />
van enthousiasme te gewagen.<br />
Hetzelf<strong>de</strong> geldt voor <strong>de</strong> arbei<strong>de</strong>rsklasse. De anti-oorlogs<strong>de</strong>monstraties<br />
na een oproep van <strong>de</strong> socialistische<br />
partij brengen op 28 juli in Berlijn 100.000 mensen op<br />
<strong>de</strong> been. Dit ondanks <strong>de</strong> tegenwerking van overheid<br />
en politie. Over heel het land schat Verhey het aantal<br />
<strong>de</strong>elnemers op 750.000. De aantallen van enthousiaste<br />
para<strong>de</strong>s verdwijnen hiertegenover in het niets. De<br />
conservatieve pers reageer<strong>de</strong> giftig op dit ‘verraad’ van<br />
het ‘uitschot’ dat <strong>de</strong> ‘gemeenschappelijke wil’ van <strong>de</strong><br />
Duitsers wil<strong>de</strong> breken. (Verhey, 52-57)<br />
De eerste overwinningsberichten die het thuisfront<br />
bereikten, creëer<strong>de</strong>n een breuk in <strong>de</strong> perceptie van en<br />
omgaan met <strong>de</strong> oorlog. Het enthousiasme kreeg bre<strong>de</strong>r<br />
weerklank. De eerste eenhe<strong>de</strong>n vertrokken nog<br />
<strong>naar</strong> het front, in tegenstelling tot het algemeen aanvaar<strong>de</strong><br />
beeld, in een terneergeslagen sfeer. Vanaf mid<strong>de</strong>n<br />
augustus gebeur<strong>de</strong> dit meer en meer in een kermissfeer.Waar<br />
het cijfer van 1,3 miljoen vrijwilligers op<br />
twee weken tijd een propagandafantasie bleek, kunnen<br />
we niet an<strong>de</strong>rs dan erkennen dat 260.000 vrijwillige<br />
rekruten tij<strong>de</strong>ns <strong>de</strong> eerste week van <strong>de</strong> oorlog een<br />
opmerkelijk resultaat is voor een land met dienstplicht.<br />
De meesten waren laatstejaars humanioraleerlingen<br />
of had<strong>de</strong>n net <strong>de</strong> mid<strong>de</strong>lbare school afgemaakt.<br />
In 1920 publiceer<strong>de</strong> psycholoog Paul Plaut <strong>de</strong><br />
resultaten van een bevraging bij <strong>de</strong>ze recruten. <strong>Een</strong><br />
meer<strong>de</strong>rheid vernoem<strong>de</strong> ‘patriottisme’ en ‘plicht’ als<br />
drijfveer en nam afstand van <strong>de</strong> enthousiaste straatmanifestaties.<br />
(Strachan, 152-153) Wellicht vermoed<strong>de</strong>n<br />
heel wat mannen dat <strong>de</strong> oorlog, gezien <strong>de</strong> stroom<br />
van overwinningsberichten, van korte duur zou zijn.<br />
Ook dat zal velen een extra duwtje in <strong>de</strong> rug gegeven<br />
hebben. Wie niet vertrok, riskeer<strong>de</strong> het avontuur te<br />
missen maar benoem<strong>de</strong> dit wellicht niet omdat het<br />
niet hoor<strong>de</strong> in het Duitsland van <strong>de</strong> vroege 20 ste<br />
eeuw.<br />
<strong>Een</strong> analyse aan <strong>de</strong> hand van diverse bronnen wijst<br />
erop dat van een gemeenschappelijk wil en zeker van<br />
een algemeen ge<strong>de</strong>eld oorlogsenthousiasme in<br />
Duitsland voor <strong>de</strong> oorlog geen sprake was. Nochtans<br />
hou<strong>de</strong>n <strong>de</strong> beel<strong>de</strong>n van ‘Kriegsbegeisterung’,‘Juli-Geist’<br />
49
of ‘Geist von 1914’ hardnekkig stand. Nog in 2006<br />
schrijft emeritus Pierre Koenig in een historiografisch<br />
artikel dat <strong>de</strong> oorlog (in Duitsland), ‘portée en avant<br />
par un enthousiasme général et stupéfiant <strong>de</strong>s peuples…’,<br />
snel zijn ware aard als een algemene slachtpartij<br />
onthul<strong>de</strong> en dat bij enig vermoe<strong>de</strong>n voordien bij <strong>de</strong><br />
bevolking over <strong>de</strong> duur en <strong>de</strong> ongelooflijke gruwel van<br />
<strong>de</strong> oorlog <strong>de</strong> geschie<strong>de</strong>nis quasi zeker an<strong>de</strong>rs verlopen<br />
zou zijn. (Koenig, 571) Zowel <strong>de</strong> veron<strong>de</strong>rstelling van<br />
een algemeen verspreid enthousiasme als <strong>de</strong> vermeen<strong>de</strong><br />
afwezigheid van angst voor wat zou komen,<br />
gaan in tegen bevindingen van het historisch on<strong>de</strong>rzoek.<br />
Maar het illustreert hoe hardnekkig <strong>de</strong> <strong>mythe</strong><br />
wel is. De overtuiging van het meest mondige, meest<br />
invloedrijke <strong>de</strong>el van <strong>de</strong> Duitse bevolking – professoren,<br />
stu<strong>de</strong>nten, burgerlijke journalisten en intellectuelen<br />
allerhan<strong>de</strong> –, en <strong>de</strong> meest sensationele, mediagenieke<br />
beel<strong>de</strong>n beïnvloe<strong>de</strong>n tot op vandaag ons <strong>de</strong>nken<br />
over <strong>de</strong> Duitsers aan <strong>de</strong> vooravond van <strong>de</strong> oorlog.<br />
Groot-Brittannië<br />
In zijn memoires viel Lloyd George hard uit tegen pacifisten<br />
die hem en an<strong>de</strong>re staatslie<strong>de</strong>n ervan beschuldig<strong>de</strong>n<br />
<strong>de</strong> oorlog georkestreerd te hebben en aldus<br />
duizen<strong>de</strong>n jonge mensen <strong>de</strong> dood ingejaagd te hebben.<br />
Niets van aan want ‘I shall never forget the warlike<br />
crowds that thronged Whitehall and poured into<br />
Downing Street, whilst the Cabinet was <strong>de</strong>liberating on<br />
the alternative of peace or war. On Sunday there was a<br />
great crowd. Monday was a Bank Holiday and multitu<strong>de</strong>s<br />
of young people concentrated in Westminster<br />
<strong>de</strong>monstrating for war against Germany.’ In enkele zinnen<br />
legt Lloyd George <strong>de</strong> verantwoor<strong>de</strong>lijkheid voor<br />
<strong>de</strong> oorlog bij het volk wiens wil <strong>de</strong> politici uitgevoerd<br />
hebben. Los van het feit dat we <strong>de</strong> geest van zijn<br />
woor<strong>de</strong>n - politici zijn niet altijd zo volgzaam en niet<br />
het Britse volk heeft <strong>de</strong> oorlog verklaard - in vraag<br />
moeten stellen, is het goed om <strong>de</strong> verwijzing <strong>naar</strong><br />
‘warlike crowds’ op zijn waarheidsgehalte te beoor<strong>de</strong>len.<br />
Adrian Gregory, historicus verbon<strong>de</strong>n aan<br />
Pembroke College in Oxford, doet dat voortreffelijk.<br />
Hij is, zoals hoger al vermeld, een van <strong>de</strong> weinige historici<br />
die <strong>de</strong> publiek opinie in Groot-Brittannië aan <strong>de</strong><br />
vooravond van <strong>de</strong> oorlog hebben bestu<strong>de</strong>erd. 7 De<br />
zogenaam<strong>de</strong> ‘war fever’ aan <strong>de</strong> vooravond van <strong>de</strong> oorlog<br />
is in tegenstelling tot Frankrijk of Duitsland nog<br />
groten<strong>de</strong>els onontgonnen terrein.<br />
Op 3 augustus 1914 publiceer<strong>de</strong> The Globe, een avondkrant<br />
van Torystrekking en dus zeker niet geneigd om<br />
enig enthousiasme te minimaliseren, een sfeerbeeld<br />
van <strong>de</strong> Bank Holiday in Lon<strong>de</strong>n. De journalist heeft het<br />
over ‘thousands of holiday makers’ die <strong>naar</strong> Whitehall<br />
50<br />
Hermes | Jaargang 11 | nr. 42 | september 2007<br />
stromen in <strong>de</strong> hoop een minister te zien. ‘Quiet and<br />
or<strong>de</strong>rly, this typical English crowd, …, bore itself well’. In<br />
St-James Park en Green Park von<strong>de</strong>n hon<strong>de</strong>r<strong>de</strong>n families<br />
een picknickplaats, kin<strong>de</strong>ren speel<strong>de</strong>n in het gras<br />
of aan het water. Bij het horen van militaire muziek<br />
ontstond een stormloop in <strong>de</strong> richting van het paleis<br />
voor <strong>de</strong> wisseling van <strong>de</strong> wacht. (Gregory, 71) Het verschil<br />
met wat Lloyd George over diezelf<strong>de</strong> dag in<br />
Lon<strong>de</strong>n schrijft, is frappant maar dat betekent helemaal<br />
niet dat er geen samenscholingen voor <strong>de</strong> oorlog<br />
waren. Net als Lloyd George herinner<strong>de</strong> Bertrand<br />
Russell zich die bewuste 3 augustus. ‘I spent the evening<br />
walking around the streets, especially in the<br />
neighbourhood of Trafalgar Square, noticing cheering<br />
crowds, and making myself sensitive to the emotions of<br />
the passers-by. During this and the following days I discovered<br />
to my amazement that average men and<br />
women were <strong>de</strong>lighted at the prospect of war.’ (Joll, 214)<br />
De cijfers over <strong>de</strong> oorlogsmanifestanten die in <strong>de</strong> pers<br />
verschenen, varieer<strong>de</strong>n tussen 6.000 en 10.000. Voor<br />
een stad van 7 miljoen inwoners betekent dit ongeveer<br />
1 op 1000. Niet echt indrukwekkend.<br />
Recruteringsposter op Trafalgar square (http://members.<br />
shaw.ca/bart34/images/recruiting_london.jpg)<br />
De pers bracht ook sfeerbeel<strong>de</strong>n uit <strong>de</strong> Lon<strong>de</strong>nse parken.<br />
Volgens <strong>de</strong> Hampstead Record was <strong>de</strong> vakantiesfeer<br />
op Hampstead Heath ver te zoeken. ‘It was<br />
––––––––––<br />
7 David Silbey, professor Europese en militaire geschie<strong>de</strong>nis<br />
in Alveria, Pensylvania, ver<strong>de</strong>digt <strong>de</strong> thesis van algemeen<br />
verspreid enthousiasme maar negeert elk on<strong>de</strong>rzoek<br />
dat op het tegen<strong>de</strong>el zou kunnen wijzen, zowel wat<br />
Groot-Brittannië als wat an<strong>de</strong>re oorlogvoeren<strong>de</strong> lan<strong>de</strong>n<br />
betreft. David Silbey, The British Working Class and<br />
Enthusiasm for War, 1914-1916, London, 2006. Zie ook een<br />
bespreking van het werk door Michael S. Nieburg in<br />
Journal of Social History, vol.32, nr.2, 2005, p.547-548.
obvious to the observer that the i<strong>de</strong>a of war was distasteful<br />
to all’. De South London Observer had het over<br />
een ‘black Bank Holiday’ terwijl het op Greenwich volgens<br />
<strong>de</strong> Kentish Mercury heel wat stiller was dan<br />
gewoonlijk. Niet ie<strong>de</strong>reen zakte weg in een donker<br />
pessimisme. De Islington Daily Gazette zag hoe <strong>de</strong> oorlog<br />
<strong>de</strong> mensen op <strong>de</strong> bus, <strong>de</strong> tram en op straat dichter<br />
bij elkaar bracht en voor levendige gesprekken zorg<strong>de</strong>.<br />
(Gregory, 72)<br />
<strong>Een</strong>s <strong>de</strong> oorlog begonnen, groei<strong>de</strong> het aantal spontane<br />
enthousiaste manifestaties maar het bre<strong>de</strong> publiek<br />
bleef overwegend neutraal of sceptisch. In <strong>de</strong> pers<br />
bleef <strong>de</strong> toon overwegend bezorgd. Ook priesters en<br />
dominees benadrukten in hun sermoenen <strong>de</strong> ernst<br />
van wat er gebeur<strong>de</strong> maar predikten tegelijkertijd<br />
nationale solidariteit. Tij<strong>de</strong>ns lokale manifestaties<br />
pleitten linkse politici en vakbondslei<strong>de</strong>rs die hun<br />
afkeer van <strong>de</strong> oorlog luidkeels lieten horen, uitein<strong>de</strong>lijk<br />
voor loyauteit en <strong>de</strong> ver<strong>de</strong>diging van vrouw en kin<strong>de</strong>ren.<br />
Uit alle perscommentaren, toespraken, herinneringen<br />
blijkt <strong>de</strong> gespletenheid van het Britse<br />
publiek. De meningen over Duitsland waren ver<strong>de</strong>eld,<br />
<strong>de</strong> minachting voor het kleine Servië was sterk en <strong>de</strong><br />
afkeer van <strong>de</strong> Russische autocratie wijdverspreid.<br />
Alleen Frankrijk kon op bre<strong>de</strong> sympathie rekenen.<br />
Maar wat ook <strong>de</strong> meningen waren, over ‘duty and sacrifice’<br />
leef<strong>de</strong> grote eensgezindheid. (Gregory, 77) De<br />
mensen aanvaard<strong>de</strong>n <strong>de</strong> oorlog maar bleven ertegen<br />
gekant.<br />
In die zin verdient het traditionele beeld van <strong>de</strong> ‘rush<br />
to the colours’ enige nuancering. Groot-Brittannië<br />
ken<strong>de</strong> tot 1916 geen dienstplicht. Wie <strong>naar</strong> <strong>de</strong> oorlog<br />
trok, <strong>de</strong>ed dat vrijwillig. In het totaal rekruteer<strong>de</strong> het<br />
Britsen leger zo 2,5 miljoen vrijwilligers. In <strong>de</strong> eerste<br />
week alleen al waren er dat bijna 175.000. <strong>Een</strong> indrukwekkend<br />
cijfer dat zou kunnen wijzen op enthousiasme<br />
voor <strong>de</strong> oorlog. Alleen bereikte <strong>de</strong> toestroom pas<br />
eind augustus, begin september een piek, dat is wanneer<br />
<strong>de</strong> berichten over <strong>de</strong> Duitse opmars en het terugtrekkend<br />
Britse leger het thuisfront bereikten en <strong>de</strong><br />
rekruteringsofficieren daar gebruik van maken. Op het<br />
zelf<strong>de</strong> moment lieten <strong>de</strong> eerste economische gevolgen<br />
van <strong>de</strong> oorlog in <strong>de</strong> vorm van massale werkloosheid<br />
zich voelen. In augustus meld<strong>de</strong>n negen op <strong>de</strong><br />
tien pas ontslagen mannen in Bristol zich voor het<br />
front. (De Groot, 47; Ferguson, 198-207) ‘Your country<br />
needs you’ veeleer dan een ‘jolly war’ en het zoeken<br />
<strong>naar</strong> of verlies van hun broodwinning overtuig<strong>de</strong>n<br />
jongeren om zich aan te mel<strong>de</strong>n.<br />
Toen Lloyd George in <strong>de</strong> jaren ’30 aan zijn memoires<br />
werkte, had het beeld van <strong>de</strong> heldhaftige strijd voor <strong>de</strong><br />
beschaving al ruim plaats gemaakt voor <strong>de</strong> gruwel en<br />
<strong>de</strong> ellen<strong>de</strong>. Zijn selectieve herinnering aan <strong>de</strong> augus-<br />
Hermes | Jaargang 11 | nr. 42 | september 2007<br />
tusdagen maakte hem aldus ook wat min<strong>de</strong>r verantwoor<strong>de</strong>lijk.<br />
Het on<strong>de</strong>rzoek <strong>naar</strong> <strong>de</strong> publieke respons<br />
op <strong>de</strong> oorlogsdreiging en <strong>de</strong> mobilisatie mag dan in<br />
Groot-Brittannië schaarser zijn in vergelijking met<br />
Duitsland of Frankrijk, het beeld van ‘war fever’ en<br />
publiek enthousiasme dat <strong>de</strong> besluitvormers op sleeptouw<br />
nam, is allesbehalve houdbaar.<br />
Patriottisme en enthousiasme troef<br />
Het is niet evi<strong>de</strong>nt om een studie van handboeken uit<br />
te voeren. Geen enkele bibliotheek verzamelt ze op<br />
een systematische manier. Zo heeft <strong>de</strong> af<strong>de</strong>ling historische<br />
pedagogiek van <strong>de</strong> KU Leuven een collectie<br />
handboeken, weliswaar <strong>naar</strong> <strong>de</strong> kel<strong>de</strong>r ‘verbannen’,<br />
maar <strong>de</strong>ze lijkt eer<strong>de</strong>r links en rechts verzameld dan<br />
stelselmatig opgebouwd. Alleen het in bruikleen<br />
gegeven archief van <strong>de</strong> uitgeverij Van In is min of<br />
meer volledig. Elke instelling maakt keuzes maar wanneer<br />
slechts een personeelslid <strong>de</strong>eltijds voor <strong>de</strong>ze<br />
bibliotheek vrijgemaakt is, kan hier nooit een<br />
gebruiksvrien<strong>de</strong>lijke collectie uit groeien. De aggregaatsbibliotheek<br />
in Leuven houdt voornamelijk <strong>de</strong><br />
recente handboeken bij maar om God weet welke<br />
re<strong>de</strong>n, zijn noch Tekens 5 en Anno 5 beschikbaar. Van<br />
<strong>de</strong> handleidingen is Storia 5 beschikbaar. Van <strong>de</strong><br />
Gentse universiteitsbibliotheek kwam geen antwoord.<br />
De hiernavolgen<strong>de</strong> bespreking is dan ook verre<br />
van volledig maar eer<strong>de</strong>r een steekproef van enkele<br />
handboeken.<br />
Tot eind <strong>de</strong> jaren ’20 kunnen publicaties allerhan<strong>de</strong><br />
die <strong>de</strong> oorlogservaring van <strong>de</strong> gewone soldaat en <strong>de</strong><br />
burgerbevolking beschrijven bij het publiek en uitgevers<br />
maar op matige belangstelling rekenen. Le Feu<br />
van Barbusse vormt eer<strong>de</strong>r <strong>de</strong> uitzon<strong>de</strong>ring dan <strong>de</strong><br />
regel. (Beaupré, 18-19; Natter) De namen van schrijvers<br />
en dichters die vandaag voor ons het geheugen van <strong>de</strong><br />
oorlog zijn – Sassoon, Owen, Blun<strong>de</strong>n, Barbusse,<br />
Werth, Remarque, Koeppen – genoten bij het bre<strong>de</strong><br />
publiek amper bekendheid. De publicatie van memoires<br />
zoals die van Louis Barthas, is een zeer recent fenomeen.<br />
In geschie<strong>de</strong>nishandboeken bleef <strong>de</strong> ervaring<br />
van <strong>de</strong> gewone mens lange tijd volledig buiten beeld.<br />
Pas in <strong>de</strong> jaren ’60 kwam hierin veran<strong>de</strong>ring niet in<br />
het minst dankzij <strong>de</strong> televisie. In 1964 vertoon<strong>de</strong> <strong>de</strong><br />
BBC een 26-<strong>de</strong>lige reeks The Great War met daarin<br />
voor het eerst ook uitgebreid beel<strong>de</strong>n van mod<strong>de</strong>rige<br />
loopgraven, verminkte lijken en kritische commentaren<br />
op <strong>de</strong> bevelhebbers. <strong>Een</strong> jaar eer<strong>de</strong>r bracht John<br />
Littlewood Oh what a Lovely War op <strong>de</strong> planken. Tot<br />
ergernis van zogenaamd revisionistische historici<br />
baar<strong>de</strong>n dit toneelstuk en Richard Attenborough’s verfilming<br />
<strong>de</strong> ‘<strong>mythe</strong>’ van <strong>de</strong> doelloze, zinloze oorlog van<br />
51
door onbekwame politici en generaals mislei<strong>de</strong> burgers<br />
en soldaten. 8<br />
In Vlaan<strong>de</strong>ren lijkt <strong>de</strong> belangstelling voor <strong>de</strong> mens in<br />
<strong>de</strong> oorlog nog van recentere datum. In <strong>de</strong> bekeken<br />
ou<strong>de</strong>re handboeken van <strong>de</strong> uitgeverij Van In is voor <strong>de</strong><br />
oorlogservaring van burgers en soldaten geen belangstelling.<br />
De aanloop wordt er volledig in termen van<br />
bondgenootschappen en bewapening behan<strong>de</strong>ld. In<br />
Het avontuur van <strong>de</strong> Mensheid uit 1966 krijgt een<br />
paragraaf als tussentitel ‘Gemechaniseer<strong>de</strong> legers en<br />
georganiseer<strong>de</strong> haat betrokken <strong>de</strong> hele aardbol in <strong>de</strong><br />
Eerste Wereldoorlog’ maar in <strong>de</strong> tekst die volgt, krijgt<br />
<strong>de</strong> leerling geen enkele duiding over <strong>de</strong> ‘georganiseer<strong>de</strong><br />
haat’. (Van Houtte, 250) Uitzon<strong>de</strong>ring bij Van In is<br />
een themaboekje in <strong>de</strong> reeks Schooldocumentatie uit<br />
1969. De auteur is Pierre Pierrard, professor aan het<br />
Institut Catholique in Parijs, wat meteen het accent op<br />
Frankrijk verklaart. Fiche 2 toont marcheren<strong>de</strong> troepen<br />
en lachen<strong>de</strong> mannen met strohoe<strong>de</strong>n. De foto<br />
toont ook drie vrouwen met een opvallend ernstige<br />
blik. <strong>Een</strong> vrouw lijkt in <strong>de</strong> han<strong>de</strong>n te klappen, <strong>de</strong> twee<br />
an<strong>de</strong>ren hou<strong>de</strong>n <strong>de</strong> han<strong>de</strong>n in <strong>de</strong> schoot. In <strong>de</strong> commentaartekst<br />
heeft <strong>de</strong> auteur het over ‘enthousiasme’<br />
en <strong>de</strong> voortduren<strong>de</strong> gezangen van <strong>de</strong> menigte.<br />
Ie<strong>de</strong>reen had op dit uur van ‘weerwraak’ gewacht, niemand<br />
twijfel<strong>de</strong> aan <strong>de</strong> overwinning, in het Frankrijk<br />
van <strong>de</strong> ‘Union Sacrée’ waren geen vijan<strong>de</strong>n meer. Niet<br />
alleen <strong>de</strong> foto vertelt iets an<strong>de</strong>rs, ook het on<strong>de</strong>rzoek<br />
van Becker geeft een heel wat verschei<strong>de</strong>ner beeld.<br />
Documentatiemappen, Deel 2, gepubliceerd in 1982,<br />
besteedt wel aandacht aan <strong>de</strong> reacties van <strong>de</strong> burgerbevolking<br />
als aan <strong>de</strong> oorlogservaring van <strong>de</strong> soldaten.<br />
Bij <strong>de</strong> kenmerken van <strong>de</strong> oorlog lezen we on<strong>de</strong>r <strong>de</strong><br />
titel ‘De “frisse vrolijke oorlog”, een verwijzing <strong>naar</strong><br />
woor<strong>de</strong>n van keizer Willem II, hoe regeringslei<strong>de</strong>rs het<br />
patriottisme en revanchisme aanwakker<strong>de</strong>n en ‘<strong>de</strong><br />
bre<strong>de</strong> bevolkingslagen [daardoor] met enthousiasme<br />
<strong>de</strong> oorlog in[gingen]’. (Van <strong>de</strong> Voor<strong>de</strong>, p.161) De overtuiging<br />
dat <strong>de</strong> oorlog kort zou zijn versterkte het optimisme<br />
‘in Duitsland’. Bij <strong>de</strong> bronnen vin<strong>de</strong>n we on<strong>de</strong>r<br />
<strong>de</strong>zelf<strong>de</strong> titel een tekst van Von Moltke , een Britse<br />
propaganda-affiche en <strong>de</strong> ‘obligate’ foto van <strong>de</strong> goe<strong>de</strong>renwagon<br />
met wuiven<strong>de</strong> mannen. De bijhoren<strong>de</strong><br />
vraag voor <strong>de</strong> leerlingen is hoe <strong>de</strong> foto toont dat <strong>de</strong><br />
Duitsers dachten dat <strong>de</strong> oorlog een ‘frisch-fröhliche<br />
Krieg’ zou wor<strong>de</strong>n. (Van <strong>de</strong> Voor<strong>de</strong>, 137) Dergelijke<br />
vraag zet <strong>de</strong> leerlingen nergens aan tot kritische<br />
beeldanalyse. De mannen aan boord van <strong>de</strong> trein zijn<br />
allen in maatpak en zeker niet van <strong>de</strong> jongsten.<br />
Allemaal hebben ze een hoed en bij een van hen is <strong>de</strong><br />
ketting voor een zakhorloge dui<strong>de</strong>lijk zichtbaar. Gaan<br />
die heren <strong>naar</strong> <strong>de</strong> oorlog? Ver<strong>de</strong>r leren <strong>de</strong> leerlingen<br />
op geen enkele manier hoe een foto slechts een <strong>de</strong>el<br />
52<br />
Hermes | Jaargang 11 | nr. 42 | september 2007<br />
van een gebeurtenis binnen een ka<strong>de</strong>r toont. Wat<br />
speelt zich af op het perron? Naar wie wuiven ze en<br />
waarom kijken alle mannen recht in <strong>de</strong> lens?<br />
De huidige handboeken beste<strong>de</strong>n allemaal in min<strong>de</strong>re<br />
of meer<strong>de</strong>re mate aandacht aan <strong>de</strong> publieke opinie<br />
aan <strong>de</strong> vooravond van <strong>de</strong> oorlog. Jammer genoeg is er<br />
weinig tot geen aandacht voor kritische analyse van<br />
foto’s. De momentopname lijkt representatief voor<br />
het gemoed van het hele volk. Anno 5 beperkt zich tot<br />
eveneens tot twee foto’s van vertrekken<strong>de</strong> treinen en<br />
wijst op <strong>de</strong> gelijkenis tussen wat zich in Frankrijk en<br />
Duitsland afspeel<strong>de</strong>. In <strong>de</strong> begelei<strong>de</strong>n<strong>de</strong> tekst wordt<br />
erop gewezen hoe <strong>de</strong> oorlog tot een uitbarsting van<br />
‘nationale begeestering’ leid<strong>de</strong>. ‘Ie<strong>de</strong>r volk dacht het<br />
gelijk aan zijn kant te hebben’. (Adams, 88) Het woord<br />
‘begeestering’ <strong>de</strong>kt <strong>de</strong> lading misschien wat beter dan<br />
‘enthousiasme’ maar het blijft eenzijdig. De foto’s<br />
moeten <strong>de</strong>ze bewering hard maken. En wat moeten<br />
we aanvangen met ‘het gelijk aan zijn kant hebben’. In<br />
essentie gaat dit alleen op voor <strong>de</strong> ‘beschavingsoorlog’<br />
die <strong>de</strong> Duitse intellectuele elite voorstond. In<br />
Frankrijk vertaal<strong>de</strong> <strong>de</strong> ver<strong>de</strong>digingsoorlog pas na het<br />
uitbreken van <strong>de</strong> gevechten zich in een ‘vrijheids-‘ en<br />
‘beschavingsstrijd. Hetzelf<strong>de</strong> geldt voor Engeland<br />
waar <strong>de</strong> anti-Duitse sentimenten – The Huns – een<br />
‘barbaarse’ invulling kregen na berichten over <strong>de</strong><br />
Duitse wanda<strong>de</strong>n bij <strong>de</strong> inval.<br />
De aanpak in Historia 5 is wat evenwichtiger maar ook<br />
hier beperkt <strong>de</strong> leertekst zich tot <strong>de</strong> ‘frisher fröhlicher<br />
Krieg’ en een foto van Duitse reservisten die dit moet<br />
bevestigen. Gelukkig plaatsen <strong>de</strong> auteurs bij het etiket<br />
‘vrolijk’ een vraagteken aan <strong>de</strong> hand van twee geschreven<br />
bronnen. (De Deygere, 140) <strong>Een</strong> aantekening van<br />
een Frans on<strong>de</strong>rwijzer illustreert <strong>de</strong> teneergeslagen<br />
sfeer op het platteland. Het twee<strong>de</strong> fragment is een zin<br />
– ‘Ik vind <strong>de</strong> oorlog heerlijk. Het is net een grote picknick’<br />
- van <strong>de</strong> hand van Julian Grenfell. Vraag is natuurlijk<br />
of bei<strong>de</strong> vergelijkbaar zijn, een on<strong>de</strong>rwijzer die <strong>de</strong><br />
indruk in zijn dorp aan <strong>de</strong> vooravond van <strong>de</strong> oorlog<br />
beschrijft en een brief van oktober 1914 geschreven door<br />
een man van a<strong>de</strong>l die met zijn paar<strong>de</strong>n en zelfs verzorgers<br />
het kanaal is overgestoken. Overigens is het helemaal<br />
niet zeker wat <strong>de</strong>ze zin over <strong>de</strong> ‘vrolijke oorlog’<br />
blootlegt, een algemeen ge<strong>de</strong>eld i<strong>de</strong>e of het karakter<br />
van een individu. Silkin neigt in een bespreking van<br />
––––––––––<br />
8 Wie belangstelling heeft voor <strong>de</strong> ‘ergernis’ van revisionistische<br />
historici over het ‘Blackad<strong>de</strong>r’ beeld van <strong>de</strong><br />
Eerste Wereldoorlog kan terecht bij Brian Bond, The<br />
Unquiet Western Front. Britain’s Role in Literature and<br />
History, Cambridge 2002 en Gary Sheffield, Forgotten<br />
Victory. The Firs World War: Myhs and Realities, London,<br />
2002.
Grenfell’s gedicht ‘Into Battle’ <strong>naar</strong> <strong>de</strong> twee<strong>de</strong> invulling.<br />
<strong>Een</strong> vergelijkbare zin van <strong>de</strong> hand van Grenfell in een<br />
van zijn brieven was <strong>de</strong> volgen<strong>de</strong>: ‘One loves one’s fellow-man<br />
so much more when one is bent on killing him?’<br />
(Silkin, 72-73) Hoeveel soldaten zou<strong>de</strong>n dit geschreven<br />
hebben? Lijkt dit niet eer<strong>de</strong>r op <strong>de</strong> opwinding van een<br />
e<strong>de</strong>lman tij<strong>de</strong>ns een jachtpartij? Kunnen we <strong>de</strong> overigens<br />
veel gebruikte picknickzin niet eer<strong>de</strong>r op <strong>de</strong>ze<br />
manier interpreteren?<br />
Het boek dat het grootst aantal bladzij<strong>de</strong>n aan <strong>de</strong><br />
hele wereldoorlog besteedt, Het hoodstuk over <strong>de</strong><br />
oorlog in Tekens 5 is zeer uitgebreid maar verwaarloost<br />
quasi volledig <strong>de</strong> publieke opinie aan <strong>de</strong> vooravond<br />
van <strong>de</strong>ze oorlog. We moeten het stellen met <strong>de</strong><br />
bewering dat ‘ook <strong>de</strong> legerstaf en <strong>de</strong> publieke opinie<br />
aan het machtsopbod [mee<strong>de</strong><strong>de</strong>n]’. .(De Prins, 34) Uit<br />
het vervolg blijkt nergens wat <strong>de</strong> publieke opinie nu<br />
juist <strong>de</strong>ed <strong>Een</strong> twee<strong>de</strong> verwijzing han<strong>de</strong>lt over <strong>de</strong><br />
socialistische volksvertegenwoordigers die toen <strong>de</strong><br />
oorlog uitbrak ‘overal even patriottisch als <strong>de</strong> meeste<br />
an<strong>de</strong>ren’ reageer<strong>de</strong>n. (De Prins, 36) Deze stelling wordt<br />
nergens geduid en verwijst uiteraard <strong>naar</strong> <strong>de</strong> stemming<br />
in <strong>de</strong> diverse nationale parlementen. De initiatieven<br />
van <strong>de</strong> socialistische bewegingen om oorlog te<br />
vermij<strong>de</strong>n en <strong>de</strong> afkeer van elke vorm van oorloogstokerij<br />
begin augustus blijven buiten beeld. Nochtans<br />
werpt <strong>de</strong>ze voorgeschie<strong>de</strong>nis een heel an<strong>de</strong>r licht op<br />
<strong>de</strong> houding van <strong>de</strong> socialistische partijen eens <strong>de</strong> oorlog<br />
die ze niet wil<strong>de</strong>n niet meer te stoppen lijkt.<br />
De meest uitgesproken inspanning om <strong>de</strong> publieke<br />
opinie aan <strong>de</strong> vooravond van <strong>de</strong> oorlog en <strong>de</strong> betekenis<br />
daarvan in <strong>de</strong> context van het ver<strong>de</strong>re verloop te<br />
analyseren, vin<strong>de</strong>n we in Storia 5. In <strong>de</strong> bespreking van<br />
<strong>de</strong> Julicrisis lezen we hoe na <strong>de</strong> oorlogsverklaringen<br />
een golf van patriottisme en nationalisme het continent<br />
overspoelt. Wie waarschuwt voor het gevaar en<br />
oproept tot vre<strong>de</strong>, krijgt het zwaar te verduren.<br />
Voorbeeld hiervan is <strong>de</strong> moord op <strong>de</strong> socialistische<br />
voorman Jean Jaurès. (Bekers, 80) Chronologisch is dat<br />
niet juist aangezien Jaurès op 31 augustus vermoord<br />
werd, dat is voor <strong>de</strong> oorlogsverklaringen. Op dat ogenblik<br />
leef<strong>de</strong> in Frankrijk nog over <strong>de</strong> partijgrenzen heen<br />
<strong>de</strong> overtuiging dat Frankrijk er alles aan <strong>de</strong>ed om <strong>de</strong><br />
oorlog te voorkomen. Dat verklaart waarom <strong>de</strong> moord<br />
quasi unaniem veroor<strong>de</strong>eld werd. De moord op Jaurès<br />
is geenszins een illustratie van een doorgeslagen<br />
Franse oorlogszucht. Bij <strong>de</strong> bronnen wordt van <strong>de</strong> leerlingen<br />
twee maal een analyse van het enthousiasme<br />
van <strong>de</strong> soldaten verwacht. Zoals bij <strong>de</strong> vorige handboeken<br />
moeten <strong>de</strong> vertrekken<strong>de</strong> treinen het enthousiasme<br />
illustreren. (Bekers, 83) In <strong>de</strong> handleiding voor<br />
<strong>de</strong> leerkracht wordt gewezen op het nationalistisch<br />
enthousiasme maar ook op <strong>de</strong> zucht <strong>naar</strong> avontuur en<br />
glorie. Moeilijker wordt het wanneer <strong>de</strong> auteurs <strong>de</strong><br />
oorlogsellen<strong>de</strong> als verklaring voor het snel wegebben<br />
Hermes | Jaargang 11 | nr. 42 | september 2007<br />
van het enthousiasme hanteren. Indien in<strong>de</strong>rdaad zuiver<br />
enthousiasme, ingegeven door nationalisme, zin<br />
voor avontuur of wat dan ook, <strong>de</strong> jongemannen <strong>naar</strong><br />
<strong>de</strong> oorlog dreef, wordt het voortduren van <strong>de</strong> oorlog in<br />
alle leed en ellen<strong>de</strong> compleet onbegrijpbaar. Zelfs het<br />
meest repressieve militaire regime, kan geen hon<strong>de</strong>rdduizen<strong>de</strong>n<br />
mensen tegen hun zin aan het vechten<br />
hou<strong>de</strong>n. Wanneer we aanvaar<strong>de</strong>n dat <strong>de</strong> massa<br />
van <strong>de</strong> soldaten uit plicht, verbetenheid, uit een<br />
gevoel van noodzaak maar zon<strong>de</strong>r verlangen <strong>naar</strong> of<br />
opwinding over oorlogsgeweld vertrok, wordt het<br />
voortduren van het geweld beter begrijpbaar. Zelfs bij<br />
momenten van extreem ongenoegen, het best geken<strong>de</strong><br />
voorbeeld zijn uiteraard <strong>de</strong> Franse ‘muiterijen’ van<br />
1917, bleef <strong>de</strong> bereidheid om <strong>de</strong> vijand te verslaan,<br />
overeind. In een studie van <strong>de</strong> Franse vijf<strong>de</strong> infanteriedivisie<br />
toon<strong>de</strong> Leonard Smith dit overvloedig aan. In<br />
die zin was <strong>de</strong> opstand van <strong>de</strong> soldaten eer<strong>de</strong>r een<br />
‘werkstaking’ dan een ‘muiterij’. (Smith)<br />
Besluit<br />
De besproken studies tonen aan dat het beeld van oorlogsenthousiasme<br />
als dominant sentiment in <strong>de</strong> oorlogvoeren<strong>de</strong><br />
lan<strong>de</strong>n onhoudbaar is. Eer<strong>de</strong>r dan ‘enthousiasme’<br />
zijn termen als ‘verbetenheid’,‘plichtsgevoel’,‘gevoel<br />
van noodzaak’ naast ‘angst’,‘vertwijfeling’,‘onzekerheid’<br />
van toepassing. Dit belet niet dat er uitzinnige tafelen<br />
geweest zijn. De bewijzen daarvan zijn er en in overvloed.<br />
Vooral foto’s spreken tot <strong>de</strong> verbeelding.<br />
Toch overheerst in onze handboeken het beeld van<br />
algemeen enthousiasme en oorlogsbegeestering in<br />
alle lan<strong>de</strong>n. Het on<strong>de</strong>rzoek voor Engeland en Duitsland<br />
is van recentere datum maar Becker publiceer<strong>de</strong><br />
zijn werk al twintig jaar gele<strong>de</strong>n. Van een echte doorstroming<br />
van zijn bevindingen is geen sprake. <strong>Een</strong><br />
beperkte steekproef van enkele handboeken leert ook<br />
dat <strong>de</strong> voorkeur aan fotografisch materiaal wordt<br />
gegeven. Met uitzon<strong>de</strong>ring van Historia 5, gebruikt<br />
geen enkel handboek tekstuele bronnen om <strong>de</strong> sfeer<br />
bij het begin van <strong>de</strong> oorlog te dui<strong>de</strong>n. De keuze van <strong>de</strong><br />
foto’s is eenzijdig. Ze dienen hetzij als illustratie van<br />
een gegeven stelling, hetzij als representatief voor een<br />
algemeen ge<strong>de</strong>eld enthousiasme. Elke vraagstelling<br />
over <strong>de</strong> foto als historische bron ontbreekt. Ook foto’s<br />
zijn gecreëerd, een fotograaf kiest een on<strong>de</strong>rwerp,<br />
focust op een gebeuren en snijdt achteraf <strong>de</strong> foto<br />
veelal nog bij. De vraag wat <strong>de</strong> foto niet toont, is op<br />
zich even relevant als wat <strong>de</strong> foto wel toont. 9 Maar<br />
––––––––––<br />
9 Over het gebruik van foto’s als bron in <strong>de</strong> klas zie Arie<br />
Wischut, ea, Geschie<strong>de</strong>nisdidactiek. Handboek voor <strong>de</strong><br />
vakdocent, Bussum, 2004, 127-158.<br />
53
zelfs <strong>de</strong>ze laatste vraag krijgt weinig aandacht.<br />
‘Waarom trekken ou<strong>de</strong>re mannen in maatpak in een<br />
goe<strong>de</strong>renwagon <strong>naar</strong> <strong>de</strong> oorlog?’ ‘Waarom joelen<br />
alleen <strong>de</strong> mannen en kijken <strong>de</strong> vrouwen zo ernstig’.<br />
Wanneer we <strong>de</strong>ze vragen combineren met relevant<br />
tekstueel materiaal zullen onze leerlingen misschien<br />
wat min<strong>de</strong>r onbegrijpend met het hoofd knikken bij<br />
<strong>de</strong> beginbeel<strong>de</strong>n van People’s Century.<br />
Koen Lagae<br />
Sint-Pieterscollege, Jette<br />
kla@sint-pieterscollege.be<br />
Hartelijk dank aan Freddy Rottey voor het nalezen van<br />
<strong>de</strong> tekst en aan Lowie Steenwegen voor zijn kritische<br />
commentaren.<br />
Bibliografie<br />
Algemene werken<br />
Jean-Jacques Becker, 1914: Comment les Français sont<br />
entrés dans la guerre, Presses <strong>de</strong> la fondation<br />
nationale <strong>de</strong>s sciences publiques, Parijs, 1977.<br />
Jean-Jacques Becker, ‘La fleur au fusil: retour sur un<br />
<strong>mythe</strong>’, in Christophe Prochasson en Anne<br />
Rasmussen, Vrai et Faux dans la gran<strong>de</strong> guerre,<br />
Parijs, 2004, p.152-165.<br />
Nicholas Beaupré, Ecrire en guerre, écrire la guere. France,<br />
Allemagne 1914-1920, Parijs, 2006.<br />
Marc Bloch, Ecrits <strong>de</strong> guerre, 1914 – 1918, Parijs, 1977.<br />
Steffen Bruen<strong>de</strong>l, ‘Die Geburt <strong>de</strong>r “Volksgemeinschaft”<br />
aus <strong>de</strong>m “Geist von 1914”. Entstehung und Wan<strong>de</strong>l<br />
eines “sozialistischen” Gesellschaftswurf’, in<br />
Zeitgeschichte-online, mei 2004. (http://zeitgeschichte-online/md=EWK-Bruen<strong>de</strong>l).<br />
Roger Chickering, Imperial Germany and the Great War,<br />
1914-1918, Cambridge, 2005.<br />
Gerard J. DeGroot, Blighty. British Society in the Era of the<br />
Great War, Harlow, 1996.<br />
G. Demartial, Les responsabilités <strong>de</strong> la guerre. Le patriotisme<br />
et la vérité, Parijs, 1920.<br />
G. Demartial, Comment on mobilisa les consciences?,<br />
Parijs, 1922.<br />
Modris Ekstein, Lenteriten. De Eerste Wereldoorlog en<br />
het ontstaan van <strong>de</strong> nieuwe tijd, Houten, 1990.<br />
Niall Ferguson, The Pity of War, London, 1998.<br />
Christian Geinitz en Uta Hinz, ‘Das Augusterlebnis in<br />
Südba<strong>de</strong>n: Ambivalente Reaktionen <strong>de</strong>r <strong>de</strong>utschen<br />
öffentlichkeit auf <strong>de</strong>r Kriegsbegin’<br />
(www.erster-weltkrieg.clio-online.<strong>de</strong>).<br />
Adrian Gregory, ‘British ‘war enthusiasm’ in 1914. A<br />
Reassessment’, in Gail Braybon, red., Evi<strong>de</strong>nce,<br />
History and the Great War: Historians and the<br />
Impact of 1914-18, Oxford, 2003<br />
54<br />
Hermes | Jaargang 11 | nr. 42 | september 2007<br />
James Joll, The origins of the First World War, Harlow,<br />
1992.<br />
Pierre Koening, ‘L’Allemagne et la crise <strong>de</strong> juillet 1914 à la<br />
lumière <strong>de</strong> l’historiographie récente’, in Revue<br />
d’Allemagne et <strong>de</strong>s Pays <strong>de</strong> langue alleman<strong>de</strong>,<br />
Vol.38, nr.4, 2006.<br />
Wolfgang Kruse, ‘Die Kriegsbegeisterung im Deutschen<br />
Reich zu Begin <strong>de</strong>r Ersten Weltkrieges.<br />
Entstehungszusammenhänge, Grenzen und i<strong>de</strong>ologische<br />
Strukturen’, in Marcel van <strong>de</strong>r Lin<strong>de</strong>n en<br />
Gottfried Menger, red., Kriegsbegeisterung und<br />
mentale Kriegsvorbereitung, Berlin, 1991.<br />
Manu Larcenet, La ligne <strong>de</strong> front. Une aventure rocambolesque<br />
<strong>de</strong> Vincent van Gogh, Parijs, 2007.<br />
Anne Morelli, Principes élémentaires <strong>de</strong> propaganda <strong>de</strong><br />
guerre (Utilisables en cas <strong>de</strong> guerre froi<strong>de</strong>, chau<strong>de</strong><br />
ou tiè<strong>de</strong>…), Brussel, 2001.<br />
Wolgang Natter, Literature at War, 1914-1940.<br />
Representing the ‘Time of Greatness’ in Germany,<br />
New Haven, 1999.<br />
Jacques en Mona Ozouf, Le thème du patriotisme dans<br />
les manuels primaires, in Le Mouvement Social,<br />
nr.49, oktober-<strong>de</strong>cember, 1964, p.5-31.<br />
Michael Stöcker, ‘Augusterlebnis 1914’ in Darmstadt.<br />
Legen<strong>de</strong> und Wirklichkeit, (fragmenten gepubliceerd<br />
op www2.ac-lille.fr/patrimoinecaac/Weltkrieg1418/DATA/32.htm).<br />
Jon Silkin, Out of Battle. He Poetry of the Geat War,<br />
London, 1998.<br />
Leonard V. Smith, Between mutiny and obedien<strong>de</strong>. The<br />
case of the Franch Infantry Division during World<br />
War I, Princeton, 1994.<br />
Hew Strachan, The First World War. Volume 1: To Arms,<br />
Oxford, 2001.<br />
Jeffrey Verhey, The spirit of 1914. Militarisme, Myth and<br />
Mobilization in Germany, Cambridge, 2000.<br />
Arie Wilschut, ea, Geschie<strong>de</strong>nisdidactiek. Handboek voor<br />
<strong>de</strong> vakdocent, Bussum, 2004.<br />
Handboeken<br />
Xavier Adams, Anno 5, Lier, 2001.<br />
Kristel Bekers ea, Storia 5, Lier, 2001.<br />
Renaat De Deygere ea, Historia 5, Kapellen, 2001.<br />
Herman De Prins ea, Tekens 5.2. Naar een industriële<br />
samenleving, Antwerpen, 2001.<br />
Pierre Pierrard, De Oorlog 1914-18. Schooldocumentatie,<br />
<strong>de</strong>el 19, Lier, 1969.<br />
H. Van <strong>de</strong> Voor<strong>de</strong> ea, De Mundiale Samenleving. Deel 2:<br />
De 19 <strong>de</strong> en 20 ste eeuw. Documentatiemappen<br />
Geschie<strong>de</strong>nis en Maatschappij, Antwerpen, 1982.<br />
J.A. Van Houtte, J. Demey, Het avontuur <strong>de</strong>r Mensheid,<br />
Deel V. Van <strong>de</strong> XVII<strong>de</strong> eeuw tot he<strong>de</strong>n, Van In, Lier,<br />
1966.