25.09.2013 Views

Wim Klever op despinoza.nl - Benedictus de Spinoza.nl

Wim Klever op despinoza.nl - Benedictus de Spinoza.nl

Wim Klever op despinoza.nl - Benedictus de Spinoza.nl

SHOW MORE
SHOW LESS

Create successful ePaper yourself

Turn your PDF publications into a flip-book with our unique Google optimized e-Paper software.

<strong>Wim</strong> <strong>Klever</strong> <strong>op</strong> <strong><strong>de</strong>spinoza</strong>.<strong>nl</strong><br />

De leermeester van <strong>Spinoza</strong><br />

Over <strong>de</strong> vraag in hoeverre <strong>Spinoza</strong>'s filosofie intellectueel geworteld was in <strong>de</strong> Ne<strong>de</strong>rlandse<br />

zeventien<strong>de</strong> eeuwse cultuur zijn <strong>de</strong> meningen fel ver<strong>de</strong>eld. Dr. W.N.A. <strong>Klever</strong>, van <strong>de</strong> Erasmus<br />

Universiteit te Rotterdam, heeft een tweetal Ne<strong>de</strong>rlandstalige werken gevon<strong>de</strong>n, die <strong>op</strong> <strong>de</strong>ze<br />

vraag nieuw licht werpen. Het artikel is van <strong>de</strong> hand van Peter van Roo<strong>de</strong>n.<br />

Mogelijk betreft het <strong>de</strong> voor het <strong>Spinoza</strong>-on<strong>de</strong>rzoek belangrijkste archiefvondst sinds <strong>de</strong> ont<strong>de</strong>kking<br />

door Fre<strong>de</strong>rik Muller in 1852 van <strong>Spinoza</strong>'s tot dan toe onbeken<strong>de</strong> werk <strong>de</strong> Korte Verhan<strong>de</strong>ling van<br />

God, <strong>de</strong> Mensch en <strong>de</strong>szelvs Welstand.<br />

Over <strong>Spinoza</strong>'s jeugd en vroege jaren is weinig bekend. Hij werd <strong>op</strong> 24 november 1632 in<br />

Amsterdam geboren. Zijn va<strong>de</strong>r was een zeer vooraanstaand lid van <strong>de</strong> joodse gemeenschap. Hij<br />

genoot het on<strong>de</strong>rwijs van <strong>de</strong> lagere klassen van <strong>de</strong> uitsteken<strong>de</strong> joodse scholen, maar werd niet<br />

<strong>op</strong>geleid tot rabbijn. Na <strong>de</strong> dood van zijn va<strong>de</strong>r in 1654 dreef hij samen met zijn broer <strong>de</strong><br />

han<strong>de</strong>lsfirma „Benito y Gabriel <strong>de</strong> <strong>Spinoza</strong>‟. Op 5 <strong>de</strong>cember 1655 zeg<strong>de</strong> hij zijn laatste gel<strong>de</strong>lijke<br />

bijdrage aan <strong>de</strong> joodse gemeente toe. Een goed half jaar later, <strong>op</strong> 27 Juli 1656, werd in een<br />

plechtige bijeenkomst in <strong>de</strong> synagoge over hem <strong>de</strong> ban uitgesproken. In 1660 of 1661 verhuis<strong>de</strong> hij<br />

naar Rijnsburg.<br />

Na die verhuizing stromen <strong>de</strong> bronnen rijkelijker. De biografie„n die kort na zijn dood geschreven<br />

zijn beginnen vanaf <strong>de</strong>ze jaren met elkaar overeen te stemmen. De me<strong>de</strong><strong>de</strong>lingen die ze doen<br />

kunnen vaker bevestigd wor<strong>de</strong>n uit an<strong>de</strong>re bron. De eerste van <strong>de</strong> bewaard gebleven brieven stamt<br />

uit 1661. Uit zijn tijd in Rijnsburg stammen ook <strong>de</strong> eerste van zijn werken die met zekerheid te<br />

dateren zijn. Ze bevatten in wezen al <strong>de</strong> inhoud van zijn latere filosofie.<br />

Het is nuttig <strong>op</strong> te sommen wat we allemaal niet weten over <strong>de</strong> intellectuele ontwikkeling van<br />

<strong>Spinoza</strong>. We weten niet waarom hij met <strong>de</strong> synagoge gebroken heeft. Ongetwijfeld hing dit samen<br />

met een verwerping van <strong>de</strong> rabbijnse wetten, omdat louter theoretische meningsverschillen niet<br />

tot een verbanning had<strong>de</strong>n geleid, maar hoe hij <strong>de</strong>ze verwerping motiveer<strong>de</strong>, weten we niet. We<br />

weten evenmin of hij uit zichzelf of door beïnvloeding van an<strong>de</strong>ren tot <strong>de</strong> gedachten gekomen is,<br />

die tot <strong>de</strong> breuk met het jo<strong>de</strong>ndom leid<strong>de</strong>n. We weten ook niet, al lijkt het waarschij<strong>nl</strong>ijk, of <strong>de</strong>ze<br />

re<strong>de</strong>nen verwant waren met zijn latere filosofie. We weten niet of hij voor of na zijn verbanning<br />

Latijn leer<strong>de</strong>, en ook niet wanneer en in welke vorm hij <strong>de</strong> filosofie van Descartes leer<strong>de</strong> kennen.<br />

Dit gebrek aan gegevens heeft het mogelijk gemaakt tal van hypothesen over <strong>de</strong> oorsprong van<br />

<strong>Spinoza</strong>'s gedachten <strong>op</strong> te stellen. Elementen van zijn filosofie kunnen verbon<strong>de</strong>n wor<strong>de</strong>n met het<br />

stoïcisme, met <strong>de</strong> politieke psychologie van klassieke Griekse en Latijnse geschiedschrijvers, met<br />

Descartes, of met radicale trekken in <strong>de</strong> mid<strong>de</strong>leeuwse joodse godsdienstfilosofie en <strong>de</strong><br />

gedachtenwereld en bijzon<strong>de</strong>re psychologie van het marranendom, waaruit <strong>de</strong> Amsterdamse joodse<br />

gemeenschap was voortgekomen.<br />

Marranen waren nakomelingen van on<strong>de</strong>r dwang tot het christendom bekeer<strong>de</strong> Iberische jo<strong>de</strong>n.<br />

Door hun positie tussen twee geloven kon<strong>de</strong>n ze tot zeer radicale religieuze twijfel komen.<br />

Zeker wanneer ze verbon<strong>de</strong>n wor<strong>de</strong>n met een beroep <strong>op</strong> <strong>de</strong> invloed van bepaal<strong>de</strong> individuen,<br />

berusten veron<strong>de</strong>rstellingen over <strong>de</strong> intellectuele afhankelijkheid van <strong>Spinoza</strong> altijd <strong>op</strong> speculatie.<br />

Zo is wel ge<strong>op</strong>perd dat <strong>Spinoza</strong> al in zijn tijd als ko<strong>op</strong>man <strong>op</strong> <strong>de</strong> Amsterdamse beurs in contact<br />

kwam met do<strong>op</strong>sgezin<strong>de</strong> ko<strong>op</strong>lie<strong>de</strong>n als Jarig Jelles en Pieter Balling, waarvan we weten dat zij<br />

later tot zijn vrien<strong>de</strong>nkring behoor<strong>de</strong>n. Zij waren liefhebbers van <strong>de</strong> wijsbegeerte en trachtten zich<br />

<strong>de</strong> gedachten van Descartes eigen te maken. Ook <strong>de</strong> collegianten, le<strong>de</strong>n van <strong>de</strong> spiritualistische<br />

gemeenschap die te Rijnsburg haar centrum had, zijn wel genoemd als beslissen<strong>de</strong> invloed <strong>op</strong><br />

<strong>Spinoza</strong>. Ook hen had hij al in Amsterdam kunnen leren kennen.<br />

Een twee<strong>de</strong> groep van interpretaties tracht <strong>de</strong> gedachten van <strong>Spinoza</strong> te verbin<strong>de</strong>n met invloe<strong>de</strong>n<br />

die hij on<strong>de</strong>rging binnen <strong>de</strong> joodse Amsterdamse gemeenschap. Ook dan zijn er verschillen<strong>de</strong><br />

mogelijkhe<strong>de</strong>n. De Amsterdamse rabbijnen waren niet <strong>de</strong> bigotte en intolerante geestelijken waar<br />

ze wel voor gehou<strong>de</strong>n zijn. De joodse godsdienstwijsbegeerte, <strong>de</strong> joodse mystiek en<br />

rationalistische bestrijdingen van het christendom speel<strong>de</strong>n een belangrijke rol binnen het<br />

religieuze on<strong>de</strong>rwijs dat zij verzorg<strong>de</strong>n. Daarnaast bestond binnen <strong>de</strong> Amsterdamse joodse<br />

gemeenschap een on<strong>de</strong>rstroom van radicale twijfel aan het rabbijnse jo<strong>de</strong>ndom. In <strong>de</strong> eerste helft


van <strong>de</strong> zeventien<strong>de</strong> eeuw had Uriel da Costa twijfel geuit aan <strong>de</strong> gelding van <strong>de</strong> rabbijnse wet, <strong>de</strong><br />

onsterfelijkheid van <strong>de</strong> ziel en <strong>de</strong> werkelijkheid van god<strong>de</strong>lijke <strong>op</strong>enbaring. In <strong>de</strong> jaren vijftig<br />

pr<strong>op</strong>ageer<strong>de</strong> Juan <strong>de</strong> Prado, die samen met <strong>Spinoza</strong> veroor<strong>de</strong>eld werd, vergelijkbare <strong>de</strong>ïstische<br />

meningen.<br />

Van <strong>de</strong> twee belangrijkste ou<strong>de</strong> biografen vermeldt J.M Lucas in zijn in 1678 geschreven La vie et<br />

l'esprit <strong>de</strong> Mr Benoit <strong>de</strong> Spinosa dat <strong>de</strong> door hem mateloos bewon<strong>de</strong>r<strong>de</strong> <strong>Spinoza</strong> zijn gedachten<br />

geheel alleen en uit eigen natuur on<strong>de</strong>rzoek gewonnen had. Johannes Colerus, <strong>de</strong> lutherse<br />

predikant die het leven van <strong>Spinoza</strong> bewon<strong>de</strong>r<strong>de</strong> maar zijn gedachten verafschuw<strong>de</strong>, vermeldt in<br />

zijn grondig gedocumenteer<strong>de</strong> Korte, dog waarachtige levensbeschryving van <strong>Benedictus</strong> <strong>de</strong> Spinosa<br />

uit 1705 dat <strong>Spinoza</strong> zijn 'ongodisterey' van <strong>de</strong> Latijnse schoolmeester Franciscus van <strong>de</strong>n En<strong>de</strong>n<br />

geleerd had. Deze <strong>op</strong>vatting is in het <strong>Spinoza</strong>-on<strong>de</strong>rzoek <strong>op</strong> <strong>de</strong> achtergrond geraakt, voornamelijk<br />

omdat lange tijd bijna niets van <strong>de</strong> gedachten van Van <strong>de</strong>n En<strong>de</strong>n bekend was. De vondsten van<br />

<strong>Klever</strong> lijken Colerus' <strong>op</strong>vatting te bevestigen.<br />

Franciscus van <strong>de</strong>n En<strong>de</strong>n heeft een fascinerend leven geleid. Hij werd geboren in Antwerpen, in<br />

1602. Daar volg<strong>de</strong> hij het on<strong>de</strong>rwijs aan het jezu•etencollege en werd <strong>op</strong> zeventienjarige leeftijd<br />

lid van <strong>de</strong>ze or<strong>de</strong>. Hij gaf <strong>op</strong> verschillen<strong>de</strong> scholen van <strong>de</strong> jezu•eten in <strong>de</strong> Zui<strong>de</strong>lijke Ne<strong>de</strong>rlan<strong>de</strong>n<br />

les, tot hij in 1633, vlak voor zijn priesterwijding, om ons ver<strong>de</strong>r onbeken<strong>de</strong> 'dwalingen' uit <strong>de</strong> or<strong>de</strong><br />

verwij<strong>de</strong>rd werd. Hij stu<strong>de</strong>er<strong>de</strong> te Leuven, trouw<strong>de</strong>, en vestig<strong>de</strong> zich te Amsterdam. Daar <strong>op</strong>en<strong>de</strong><br />

hij in 1652 een particuliere Latijnse school aan het Singel, die vooral bezocht werd door kin<strong>de</strong>ren<br />

van welgestel<strong>de</strong> Amsterdamse burgers en regenten. Alle bronnen getuigen dat hij een<br />

buitengewoon begaaf<strong>de</strong> leraar was.<br />

De ou<strong>de</strong> biografen vermel<strong>de</strong>n dat <strong>Spinoza</strong> <strong>op</strong> <strong>de</strong>ze schoof Latijn geleerd heeft. Voor <strong>de</strong>ze<br />

me<strong>de</strong><strong>de</strong>lingen is een fraaie onafhankelijke bevestiging gevon<strong>de</strong>n. Het Latijn van <strong>Spinoza</strong> is<br />

uitstekend. Het is kristalhel<strong>de</strong>r en vloeiend, en tegelijk simpel en sober. Hij gebruikte, vergeleken<br />

met <strong>de</strong> zeventien<strong>de</strong>-eeuwse humanisten, een kleine woor<strong>de</strong>nschat. Zijn taal eigen is gedrenkt in<br />

het woordgebruik van <strong>de</strong> Latijnse komedieschrijver Terentius. Nu is het bekend dat Van <strong>de</strong>n En<strong>de</strong>n<br />

zijn leerlingen in het Latijn stukken van Terentius liet <strong>op</strong>voeren. In januari 1657 en mei 1658<br />

wer<strong>de</strong>n door hen in <strong>de</strong> Amsterdamse stadsschouwburg <strong>de</strong> Andria en Eunuchus gegeven. <strong>Spinoza</strong><br />

gebruikt zo vaak <strong>de</strong> teksten van Parmeno uit dit laatste stuk, dat men zou kunnen vermoe<strong>de</strong>n dat<br />

hij toen <strong>de</strong>ze rol gespeeld heeft. Het is overigens onbekend of <strong>Spinoza</strong> voor of na zijn verbanning<br />

uit <strong>de</strong> synagoge het on<strong>de</strong>rwijs van Van <strong>de</strong>n En<strong>de</strong> begon te volgen.<br />

In 1670 verhuis<strong>de</strong> Van <strong>de</strong>n En<strong>de</strong>n zijn school naar Parijs. Daar was hij enkele jaren later betrokken<br />

bij een samenzwering tegen Lo<strong>de</strong>wijk XIV, waarbij getracht werd een <strong>op</strong>stand van ontevre<strong>de</strong>n<br />

Franse e<strong>de</strong>len in Normandi„ en Bretagne te cošrdineren met militaire interventies van <strong>de</strong> Republiek<br />

en Oostenrijk, die toen met Frankrijk in oorlog waren. Het complot werd ont<strong>de</strong>kt en van <strong>de</strong>n En<strong>de</strong>n<br />

werd, 72 jaar oud, <strong>op</strong> <strong>de</strong> Place <strong>de</strong>s Grves <strong>op</strong>gehangen, nadat zijn a<strong>de</strong>llijke me<strong>de</strong>samenzweer<strong>de</strong>rs<br />

waren onthoofd. Na <strong>de</strong> executie wer<strong>de</strong>n in beslag genomen geschriften van Van <strong>de</strong>n En<strong>de</strong>n <strong>op</strong> <strong>de</strong><br />

binnenplaats van <strong>de</strong> Bastille door <strong>de</strong> beul versnipperd en verbrand.<br />

<strong>Klever</strong> heeft, zoals dat een wetenschapper betaamt, iets voor <strong>de</strong> hand liggends gedaan waar nog<br />

nooit iemand aan gedacht had. Hij raadpleeg<strong>de</strong> in <strong>de</strong> Bibliotheque Nationale <strong>de</strong> omvangrijke<br />

stukken van het proces dat uitliep <strong>op</strong> <strong>de</strong> executie van Van <strong>de</strong>n En<strong>de</strong>n. Het bleek dat diens<br />

on<strong>de</strong>rvragers zeer geïnteresseerd waren geweest in zijn radicale politieke gedachten.<br />

Van <strong>de</strong>n En<strong>de</strong>n was voorstan<strong>de</strong>r van een republiek en verafschuw<strong>de</strong> het absolute koningschap van<br />

Lo<strong>de</strong>wijk XIV. In <strong>de</strong> verhoren is geregeld sprake van politieke literatuur, die tussen <strong>de</strong><br />

samenzweer<strong>de</strong>rs circuleer<strong>de</strong>. Enkele malen wordt ook een Ne<strong>de</strong>rlandse titel van een <strong>de</strong>rgelijk werk<br />

genoemd: Vrije politijke stellingen. Bovendien merkte Van <strong>de</strong>n En<strong>de</strong>n tij<strong>de</strong>ns een van zijn verhoren<br />

<strong>op</strong> "dat er drie soorten republiek zijn, namelijk die van Plato, die van (Hugo) De Groot, en <strong>de</strong><br />

ut<strong>op</strong>ische van (Thomas) More, en dat hij zelf geprobeerd had een vier<strong>de</strong> te ontwerpen, die hij<br />

voorgelegd had aan <strong>de</strong> Staten van Holland om <strong>op</strong> te richten in Nieuw-Holland, in Amerika".<br />

In Ne<strong>de</strong>rlandse bibliotheken spoor<strong>de</strong> <strong>Klever</strong> vervolgens <strong>de</strong> Vrije politijke stellingen <strong>op</strong>. Het bleek<br />

een pseudoniem geschrift van 48 bladzij<strong>de</strong>n, dat gedrukt was in 1665. Het is aanwezig in <strong>de</strong><br />

Universiteitsbibliotheek van Amsterdam (met drie exemplaren), <strong>de</strong> Koninklijke Bibliotheek te Den<br />

Haag en <strong>de</strong> Gemeentebibliotheek van Rotterdam. De pseudonieme schrijver noemt zichzelf MVZH,<br />

die Meest Van Zaken Houdt, en vermeldt dat hij ook <strong>de</strong> auteur is van het Kort Verhael van Nieuw<br />

Ne<strong>de</strong>rlants Gelegentheit. Van dit anonieme werk van 84 bladzij<strong>de</strong>n, gedrukt in 1662, is één<br />

exemplaar aanwezig in Ne<strong>de</strong>rland, in <strong>de</strong> Provinciale Bibliotheek van Zeeland in Mid<strong>de</strong>lburg. Het


evat een beschrijving van Noord-Amerika, die bedoeld is om kolonisten te informeren, een schets<br />

van <strong>de</strong> staatsvorm die een nieuwe kolonie zou moeten instellen, en een wijsgerige rechtvaardiging<br />

daarvan.<br />

Op grond van Van <strong>de</strong>n En<strong>de</strong>ns <strong>op</strong>merking tij<strong>de</strong>ns zijn verhoor in Parijs dat hij een ontwerp van een<br />

staat had gemaakt voor een volksplanting in Amerika, kon <strong>Klever</strong> hem als <strong>de</strong> auteur van het Kort<br />

Verhael i<strong>de</strong>ntificeren,en daarmee ook als schrijver van <strong>de</strong> Vrije politijke stellingen. Aan dit laatste<br />

werk is door historici nooit aandacht geschonken. Het Kort Verhael, dat verband houdt met <strong>de</strong><br />

voorgenomen emigratie van <strong>de</strong> groep die zich verzameld had rond Pieter Plockhoy van Zierikzee,<br />

was bekend aan negentien<strong>de</strong>-eeuwse geschiedschrijvers van <strong>de</strong> Ne<strong>de</strong>rlandse kolonisatie in Amerika.<br />

Zij merkten <strong>op</strong> dat het zeer radicale politieke standpunten bevat en een scherpe kritiek uitoefent<br />

<strong>op</strong> het Hollandse regentenbewind, maar waren daar niet in geïnteresseerd.<br />

De gedachten die Van <strong>de</strong>n En<strong>de</strong>n in bei<strong>de</strong> werken ontvouwt zijn zeer nauw verwant met <strong>de</strong><br />

politieke theorie die <strong>Spinoza</strong> naar voren brengt in <strong>de</strong> Tractatus Theoligico-politicus uit !670 en in<br />

<strong>de</strong> onvoltooid gebleven Tractatus Politicus, die na zijn dood in 1677 uitgegeven werd. De meest in<br />

het oog springen<strong>de</strong> overeenkomst is dat Van <strong>de</strong>n En<strong>de</strong>n afziet van ie<strong>de</strong>re moraliseren<strong>de</strong>, religieuze<br />

of juridische beschouwing van <strong>de</strong> politiek. Hij pleit voor een radicale <strong>de</strong>mocratie, waarin <strong>de</strong><br />

welvaart eerlijk ver<strong>de</strong>eld is en aan ie<strong>de</strong>rs behoeften voldaan wordt, maar hij on<strong>de</strong>rsteunt dit<br />

pleidooi niet met het argument dat een <strong>de</strong>rgelijke staat rechtvaardig is, of moreel goed, of in<br />

overeenstemming met <strong>de</strong> mensenrechten. Een staat die <strong>de</strong> lichamelijke en geestelijke behoeften<br />

van al zijn on<strong>de</strong>rdanen bevredigt, is simpelweg stabieler en machtiger dan een politiek bewind dat<br />

<strong>op</strong> on<strong>de</strong>rdrukking en maatschappelijke ongelijkheid berust.<br />

Deze <strong>op</strong>vatting is verbon<strong>de</strong>n met een strikt <strong>de</strong>terminisme, dat niet alleen betrekking heeft <strong>op</strong> <strong>de</strong><br />

dingen, maar zich ook uitstrekt over het gedrag en het <strong>de</strong>nken van <strong>de</strong> mens. In <strong>de</strong> Vrije Politijke<br />

Stellingen schrijft Van <strong>de</strong>n En<strong>de</strong>n:<br />

..Maer alle die <strong>de</strong> menschelijke passien / feylen / en misgreepen / door een uiterste rigeur / en<br />

strengheit van wetten / en gepreten<strong>de</strong>er<strong>de</strong> straffen / pooghen teghen te gaen / en vernietighen;<br />

<strong>de</strong> zodanighe hebben of tyranney / en dwinglandy in 't hooft / ofte zijn in <strong>de</strong>r daat geheel<br />

ommedogen<strong>de</strong> / en onbedreeven ghepassioneer<strong>de</strong> menschen / en die noch gants niet waerdighs<br />

omtrent <strong>de</strong> swakke menschelijke natuur / en nootdwang hebben verstaen / noch begreepen. Welke<br />

nootdwangh sich zodanigh heeft / dat geen mensch (zulx zijn<strong>de</strong> als hy voor die tyt is) an<strong>de</strong>rs kan<br />

doen / alshy doet / en dienvolgen<strong>de</strong> zullen alle ellendighe menschen / by <strong>de</strong>n verstandige /<br />

veeleer / en meer<strong>de</strong>r alle meedogentheit / en hulp / als eenigherhan<strong>de</strong> quellingh / of straffe aen<br />

te doen / waerdigh geacht wor<strong>de</strong>n."<br />

De mens heeft geen vrije wil. Zijn gedrag wordt volledig oorzakelijk bepaald. Wil men hem rustig<br />

hou<strong>de</strong>n of verbeteren, dan dient men zijn omstandighe<strong>de</strong>n te veran<strong>de</strong>ren en zijn behoeften te<br />

bevredigen. Men dient mens en same<strong>nl</strong>eving zakelijk te nemen zoals ze zijn, en niet <strong>op</strong> grond van<br />

irre„le waar<strong>de</strong>oor<strong>de</strong>len te moraliseren. Deze verbinding van een volstrekt <strong>de</strong>terminisme met<br />

radicale politieke <strong>op</strong>vattingen zou een grote toekomst beschoren zijn.<br />

Van <strong>de</strong>n En<strong>de</strong>n ontwerpt een schets voor een <strong>de</strong>mocratische same<strong>nl</strong>eving, waarin “Y<strong>de</strong>rs<br />

particuliere en natuirlijcke evengelijke vryheit" niet in het minst “besnoeit en gekrenkt" wordt.<br />

Waar dat wel gebeurt miskent men <strong>de</strong> aard van <strong>de</strong> mens, en verzwakt men <strong>de</strong> staat en <strong>de</strong><br />

same<strong>nl</strong>eving. On<strong>de</strong>rdrukking en ongelijkheid lei<strong>de</strong>n automatisch tot verzet tegen <strong>de</strong> overheid en<br />

botsingen tussen <strong>de</strong> burgers. De burger heeft geen re<strong>de</strong>n tot gehoorzaamheid aan een staat die zijn<br />

lichamelijke en geestelijke behoeften niet bevredigt.<br />

Dit zijn grondgedachten van <strong>de</strong> politieke filosofie van <strong>Spinoza</strong>. Ook <strong>Spinoza</strong> maakt geen<br />

on<strong>de</strong>rscheid tussen recht en macht en grondt zijn analyse van <strong>de</strong> politieke werkelijkheid <strong>op</strong> een<br />

strikt <strong>de</strong>terminisme. In <strong>de</strong> Tractatus Politicus ontwerpt hij <strong>op</strong> grond van <strong>de</strong>ze politieke filosofie<br />

mo<strong>de</strong>llen van verschillen<strong>de</strong> staatsvormen. Zijn schets van <strong>de</strong> <strong>de</strong>mocratie is onvoltooid gebleven,<br />

maar had ongetwijfeld grote overeenkomst vertoond met Van <strong>de</strong>n En<strong>de</strong>ns gedachten.<br />

Ook tal van an<strong>de</strong>re thema's uit <strong>Spinoza</strong>‟s politieke werken vindt men in Van <strong>de</strong>n En<strong>de</strong>ns<br />

geschriften. Zo voert Van <strong>de</strong>n En<strong>de</strong>n een doorl<strong>op</strong>end pleidooi voor volledige meningsvrijheid en<br />

waarschuwt hij tegen geestelijken die <strong>de</strong> godsdienst misbruiken om politiek te bedrijven. In <strong>de</strong><br />

voorgenomen Amerikaanse kolonie wil<strong>de</strong> Van <strong>de</strong>n En<strong>de</strong>n daarom predikanten niet toelaten, Hij<br />

stelt dat een politieke gemeenschap niet <strong>op</strong> vertrouwen gegrond kan wor<strong>de</strong>n, en wil <strong>de</strong><br />

same<strong>nl</strong>eving zo inrichten dat <strong>de</strong> bestuur<strong>de</strong>rs hun eigenbelang alleen kunnen nastreven door het<br />

belang van allen te dienen: Hij neemt aan dat <strong>de</strong> ware godsdienst alleen bestaat uit lief<strong>de</strong> voor


God en <strong>de</strong> naaste.<br />

<strong>Klever</strong> meent bovendien met argumenten aan te kunnen tonen dat Van <strong>de</strong>n En<strong>de</strong>n <strong>op</strong> tal van<br />

plaatsen ook karakteristieke elementen van <strong>Spinoza</strong>'s ver<strong>de</strong>re wijsbegeerte naar voren brengt,<br />

zoals <strong>de</strong> leer van <strong>de</strong> passies, <strong>de</strong> drie soorten kennis en het panthe•sme. Na <strong>de</strong> wetenschappelijke<br />

publicatie van <strong>de</strong> door hem gevon<strong>de</strong>n teksten zal veel on<strong>de</strong>rzoek verricht moeten wor<strong>de</strong>n om hun<br />

volle rijkdom uit te putten. Zelf is hij nu al van mening dat <strong>de</strong> stelling ver<strong>de</strong>digd kan wor<strong>de</strong>n dat<br />

Van <strong>de</strong>n En<strong>de</strong>n tot <strong>Spinoza</strong> in <strong>de</strong>zelf<strong>de</strong> verhouding stond als Socrates tot Plato.<br />

<strong>Klever</strong> geeft toe dat het niet uitgesloten is dat niet Van <strong>de</strong>n En<strong>de</strong>n <strong>Spinoza</strong>, maar juist <strong>Spinoza</strong> Van<br />

<strong>de</strong>n En<strong>de</strong>n be•nvloed heeft. Hij acht dit echter zeer onwaarschij<strong>nl</strong>ijk. Kortgele<strong>de</strong>n heeft <strong>Klever</strong><br />

aangetoond dat <strong>Spinoza</strong> zijn Korte Verhan<strong>de</strong>ling in april 1662 in handschrift aan zijn Amsterdamse<br />

vrien<strong>de</strong>n overhandig<strong>de</strong>. O<strong>nl</strong>angs is geconstateerd dat een an<strong>de</strong>r jeugdwerk van <strong>Spinoza</strong>, <strong>de</strong><br />

Tractatus <strong>de</strong> intellectus emendatione, geen ontleningen aan Terentius bevat. Men heeft daaruit<br />

wel <strong>op</strong> willen maken dat het werk zeer vroeg gedateerd moet wor<strong>de</strong>n, nog in <strong>de</strong> jaren 1650.In<br />

bei<strong>de</strong> jeugdwerken speelt <strong>de</strong> gedachte al een rol dat <strong>de</strong> mens alleen het hoogste geluk kan<br />

bereiken als zijn me<strong>de</strong>mensen ook gelukkig zijn en dat men zich dus voor hun welzijn moet<br />

inzetten. Al in zijn eerste geschriften acht <strong>Spinoza</strong> <strong>de</strong> politiek daarom belangrijk.<br />

Maar pas <strong>Spinoza</strong>‟s Tractatus Theoligico-politicus uit 1670 bevat een uitgewerkte politieke<br />

filosofie, die qua omvang te vergelijken valt met Van <strong>de</strong>n En<strong>de</strong>ns werken. We weten dat <strong>Spinoza</strong> al<br />

in <strong>de</strong> jaren vijftig Van <strong>de</strong>n En<strong>de</strong>ns on<strong>de</strong>rwijs heeft genoten. Al in l650 had Van <strong>de</strong>n En<strong>de</strong>n een<br />

politiek relevant boek uitgegeven. We weten dat Van <strong>de</strong>n En<strong>de</strong>n zeer geacht was om zijn<br />

geleerdheid en zelfstandigheid van geest. Niet alleen Colerus, maar ook an<strong>de</strong>re contemporaine<br />

auteurs, zoals Salomon van Til en Willem van Goeree leid<strong>de</strong>n <strong>Spinoza</strong>'s gedachten terug <strong>op</strong> Van <strong>de</strong>n<br />

En<strong>de</strong>n. Goeree, die Van <strong>de</strong>n En<strong>de</strong>n persoo<strong>nl</strong>ijk gekend had, vermeldt dat <strong>de</strong>ze "zeer mild was zyn<br />

Ongodistize gron<strong>de</strong>n aan ryp en groen uyt te venten, en te roemen. Dat hy zig het Fabeltjen van 't<br />

Geloof had quytgemaakt".<br />

In ie<strong>de</strong>r geval heeft <strong>Klever</strong> met zijn vondsten <strong>de</strong> interpretatie van <strong>de</strong> wording van <strong>Spinoza</strong>'s<br />

filosofie van belangrijke nieuwe bronnen voorzien. Zelfs afgezien van <strong>de</strong> vraag naar <strong>de</strong> prioriteit<br />

lijkt het nu dui<strong>de</strong>lijk dat <strong>Spinoza</strong> <strong>de</strong>el vorm<strong>de</strong> van een Amsterdamse kring die <strong>de</strong> gedachten van<br />

Descartes radicaliseer<strong>de</strong>. Zo interpreteer<strong>de</strong> <strong>de</strong> Deense geleer<strong>de</strong> Olaus Borch in zijn dagboek in het<br />

jaar 1662 het streven van <strong>de</strong> groep rond Van <strong>de</strong>n En<strong>de</strong>n. <strong>Spinoza</strong> moet men dan zien tegen <strong>de</strong><br />

achtergrond van <strong>de</strong> Hollandse cultuur . Het is zelfs mogelijk dat <strong>Klever</strong> in zijn verst reiken<strong>de</strong><br />

interpretatie - dat Van <strong>de</strong>n En<strong>de</strong>n <strong>de</strong> be<strong>de</strong>nker van <strong>Spinoza</strong>'s wijsbegeerte was - gelijk heeft en <strong>de</strong><br />

achtergrond van <strong>Spinoza</strong>'s hele filosofie nu verhel<strong>de</strong>rd kan wor<strong>de</strong>n.<br />

(Published in NRC/ Han<strong>de</strong>lsblad on 8.5.1990)<br />

D oor Leon <strong>op</strong> 24 novemb er 2004<br />

http://www.<strong><strong>de</strong>spinoza</strong>.<strong>nl</strong>/spinoza/artikelen/<strong>de</strong>_leermeester.shtml<br />

Inspirator van <strong>Spinoza</strong> niet licht te volgen<br />

Drie jaar gele<strong>de</strong>n was het voorpaginanieuws: <strong>Spinoza</strong>kenner dr. W. <strong>Klever</strong> had ont<strong>de</strong>kt wie <strong>de</strong><br />

ware leermeester van Neerlands grootste filosoof was geweest. Dat was Franciscus van <strong>de</strong>n En<strong>de</strong>n,<br />

Antwerpenaar van geboorte, ex-jezuiet, <strong>op</strong>richter van een latijnse school, waar <strong>Spinoza</strong> een van<br />

<strong>de</strong> leerlingen was. Uit Trouw, 21 juni 1993.<br />

<strong>Klever</strong> baseert zijn stelling <strong>op</strong> twee geschriften die hij <strong>op</strong> het spoor was gekomen door te snuffelen<br />

in <strong>de</strong> verslagen van het proces dat Van <strong>de</strong>n En<strong>de</strong>n aan <strong>de</strong> galg bracht. Deze was namelijk in Parijs,<br />

waar hij zich <strong>op</strong> hoge leeftijd had gevestigd, verwikkeld geraakt in een samenzwering tegen<br />

Lo<strong>de</strong>wijk XIV. Dat hij daarbij betrokken was, had alles te maken met zijn voor die tijd radicale<br />

politieke <strong>de</strong>nkbeel<strong>de</strong>n. <strong>Klever</strong> noemt hem <strong>de</strong> eerste <strong>de</strong>mocratische <strong>de</strong>nker in <strong>de</strong> geschie<strong>de</strong>nis van<br />

<strong>de</strong> wijsbegeerte, en ik zou in<strong>de</strong>rdaad niet weten wie an<strong>de</strong>rs voor die titel in aanmerking komt.<br />

Belangstellen<strong>de</strong>n kunnen nu zelf kennis maken met een van <strong>de</strong> twee geschriften, <strong>de</strong> 'Vrije Politieke<br />

Stellingen', een lang pamflet waarvan <strong>de</strong> weinige overgebleven exemplaren drie eeuwen anoniem<br />

in bibliotheekkasten hebben vertoefd. Of toch niet helemaal anoniem, want <strong>Klever</strong>s ont<strong>de</strong>kking<br />

bleek achteraf een heront<strong>de</strong>kking te zijn: zo'n twintig jaar voor hem had een Franse promovendus<br />

al het auteurschap achterhaald. Maar die, schrijft <strong>Klever</strong> nu, was toch niet in staat geweest '<strong>de</strong><br />

diepte van het werk te peilen', on<strong>de</strong>r meer vanwege '<strong>de</strong> taalbarriere van het moeilijk toegankelijke


Oudne<strong>de</strong>rlands'.<br />

Dat laatste is niets te veel gezegd. Aan <strong>de</strong> herdrukte tekst is nauwelijks iets veran<strong>de</strong>rd. Vanuit<br />

wetenschappelijk oogpunt is dit gerechtvaardigd, maar geinteresseer<strong>de</strong> leken (voor wie <strong>de</strong> uitgave<br />

kennelijk ook is bedoeld) moeten nu met veel doorzettingsvermogen door het pamflet ploeteren,<br />

alleen bijgestaan door schaarse voetnoten. Een hervertaling in mo<strong>de</strong>rn Ne<strong>de</strong>rlands (zoals gebeurt<br />

in <strong>de</strong> onvolprezen Griffioenreeks) zou ongetwijfeld meer bijdragen tot <strong>de</strong> verbreiding van dit<br />

geschrift dat, volgens een van <strong>Klever</strong>s vele superlatieven, 'een onmisbare inspiratiebron voor het<br />

he<strong>de</strong>ndaagse <strong>de</strong>nken' is. Van <strong>de</strong>n En<strong>de</strong>n mag dan over een 'bijzon<strong>de</strong>re stijlvaardigheid' beschikken,<br />

zijn zinnen zijn onmogelijk lang en in zijn betoog zit weinig lijn.<br />

Overigens is <strong>de</strong> uitgave voortreffelijk verzorgd, en wie niet het geduld kan <strong>op</strong>brengen Van <strong>de</strong>n<br />

En<strong>de</strong>ns eigen tekst uit te pluizen, komt al een heel eind met <strong>de</strong> uitvoerige samenvatting die<br />

<strong>Klever</strong>, na zijn i<strong>nl</strong>eiding, van het werk geeft.<br />

Het is jammer dat <strong>de</strong>ze tekst zo weinig toegankelijk is, want <strong>de</strong> 'Vrije Politieke Stellingen' zijn<br />

zeker interessant, alleen al om <strong>de</strong> manier waar<strong>op</strong> ze zijn ontstaan. Van <strong>de</strong>n En<strong>de</strong>n was betrokken<br />

bij het voornemen een nieuwe kolonie te stichten in het toenmalige Nieuw-Ne<strong>de</strong>rland. Uitein<strong>de</strong>lijk<br />

mislukte <strong>de</strong>ze poging, wat achteraf niet zo'n ramp was omdat kort daarna <strong>de</strong> Ne<strong>de</strong>rlandse kolonien<br />

in NoordAmerika toch door <strong>de</strong> Britten wer<strong>de</strong>n veroverd. Maar Van <strong>de</strong>n En<strong>de</strong>n, belast met het<br />

ontwerp voor <strong>de</strong> politieke inrichting van <strong>de</strong> nieuwe kolonie, had een aa<strong>nl</strong>eiding gekregen zijn<br />

<strong>de</strong>nkbeel<strong>de</strong>n <strong>op</strong> papier te zetten.<br />

In <strong>de</strong> 'Stellingen' bouwt hij voort <strong>op</strong> dit ontwerp en gaat hij nog een stapje ver<strong>de</strong>r: hij belooft <strong>de</strong><br />

Ne<strong>de</strong>rlandse natie dat zij het 'gelukkigste, in heerlijkheid uitstekendste en onoverwinnelijkste volk'<br />

ter wereld zal wor<strong>de</strong>n, als zij zijn staatkundige hervormingsplannen maar <strong>op</strong>volgt. Kernpunt<br />

daarvan is zijn pleidooi voor een <strong>de</strong>mocratie - zij het, naar onze begrippen, een beperkte, want hij<br />

ging er (naar Atheens voorbeeld) van uit dat alleen economisch zelfstandige mannen <strong>de</strong>el kon<strong>de</strong>n<br />

nemen aan <strong>de</strong> besluitvorming. Toch was het, in <strong>de</strong> toenmalige regentenpubliek, een revolutionair<br />

voorstel. Bovendien pleitte Van <strong>de</strong>n En<strong>de</strong>n voor steun aan <strong>de</strong> zwakkeren in <strong>de</strong> same<strong>nl</strong>eving, omdat<br />

<strong>de</strong> ellen<strong>de</strong> van een bevolkingsgroep het algemene welzijn on<strong>de</strong>rmijnt. En dat laatste is volgens<br />

hem het doel van <strong>de</strong> staat. Dat betekent niet dat <strong>de</strong> burgers zichzelf moeten wegcijferen; het<br />

algemeen belang dient te harmonieren met ie<strong>de</strong>rs eigenbelang, want het is volkomen natuurlijk<br />

dat ie<strong>de</strong>r in <strong>de</strong> eerste plaats aan zijn eigen welvaren <strong>de</strong>nkt en er zelf <strong>op</strong> vooruit wil gaan.<br />

Geen dominees<br />

Dat Van <strong>de</strong>n En<strong>de</strong>n in zijn tijd voor atheist werd uitgemaakt, hoeft niet te verbazen. Evenals<br />

<strong>Spinoza</strong> stelt hij God gelijk met <strong>de</strong> Natuur. Het 'bijgeloof' van het kerkelijke christendom wil hij<br />

vervangen door een <strong>op</strong> re<strong>de</strong> gebaseerd christendom: godsdienst moet plaats maken voor<br />

staatsdienst. In zijn <strong>op</strong>zet voor <strong>de</strong> NieuwNe<strong>de</strong>rlandse kolonie had hij al voorgesteld, predikanten<br />

daaruit te weren, omdat die alleen maar tweedracht zaaien. In <strong>de</strong> 'Stellingen' moet vooral het<br />

katholicisme het ontgel<strong>de</strong>n; <strong>de</strong> ex-jezuiet noemt <strong>de</strong> roomse bedriegerij nog veel geslepener dan <strong>de</strong><br />

hei<strong>de</strong>nse.<br />

Van <strong>de</strong>n En<strong>de</strong>ns politieke <strong>de</strong>nkbeel<strong>de</strong>n zijn in<strong>de</strong>rdaad terug te vin<strong>de</strong>n in <strong>Spinoza</strong>'s ethische en<br />

politieke geschriften. De mogelijkheid dat juist <strong>Spinoza</strong> Van <strong>de</strong>n En<strong>de</strong>n heeft beinvloed, kan niet<br />

wor<strong>de</strong>n uitgesloten, en er kan ook een wisselwerking hebben plaatsgevon<strong>de</strong>n. Maar <strong>Klever</strong> maakt<br />

naar mijn mening voldoen<strong>de</strong> aannemelijk dat Van <strong>de</strong>n En<strong>de</strong>n een belangrijke inspiratiebron is<br />

geweest voor <strong>Spinoza</strong>'s filosofie. Terecht merkt hij <strong>op</strong> dat dit geen afbreuk doet aan het belang van<br />

die filosofie, want zij behoudt een onmiskenbaar eigen karakter en er is nu eenmaal geen filosoof<br />

die het zon<strong>de</strong>r voorbeel<strong>de</strong>n kan stellen.<br />

Geschie<strong>de</strong>nis van 'Franciscus van <strong>de</strong>n En<strong>de</strong>n: Vrije Politieke Stellingen'. Ingeleid door dr. W.<br />

<strong>Klever</strong>. Wereldbibliotheek, Amsterdam; 249 blz. F 39,50.<br />

C<strong>op</strong>yright: Trouw<br />

Door Leon <strong>op</strong> 21 juni 1993<br />

http://www.<strong><strong>de</strong>spinoza</strong>.<strong>nl</strong>/spinoza/artikelen/inspirator_van.shtml


Zicht <strong>op</strong> <strong>Spinoza</strong><br />

In april 1655 raakte <strong>de</strong> toen drieëntwintigjarige Bento (<strong>Benedictus</strong>) <strong>de</strong> <strong>Spinoza</strong> in ernstig conflict<br />

met een zekere Anthonij Alveres, die hem het niet onaanzie<strong>nl</strong>ijke bedrag van f. 500,- verschuldigd<br />

was. Uitein<strong>de</strong>lijk liet <strong>de</strong> jeugdige ko<strong>op</strong>man van joods-Portugese afkomst <strong>de</strong> schul<strong>de</strong>naar arresteren<br />

en naar café 'De vier Hollan<strong>de</strong>rs' aan <strong>de</strong> Nes <strong>op</strong>brengen, om er <strong>de</strong> betaling alsnog af te dwingen.<br />

Door Dirk van Delft, uit NRC Han<strong>de</strong>lsblad, 23-04-1994.<br />

Maar toen <strong>Spinoza</strong> bij het café aankwam, aldus een notariële akte, "sloeg genoem<strong>de</strong> Anthonij<br />

Alveres <strong>de</strong> klager met zijn vuist <strong>op</strong> het hoofd, zon<strong>de</strong>r dat <strong>de</strong>ze ook maar iets gedaan had of een<br />

woord terug zei." Nadat <strong>Spinoza</strong> geld was gaan halen ter bestrijding van <strong>de</strong> onkosten van <strong>de</strong><br />

arrestatie, werd hij gemolesteerd door Gabriel Alveres, <strong>de</strong> broer van Anthonij, "zodat zijn hoed<br />

neerviel en genoem<strong>de</strong> Gabriel die hoed <strong>op</strong>raapte, neersmeet in <strong>de</strong> goot en vertrapte". Het slot van<br />

<strong>de</strong> akte spreekt niettemin van een voor bei<strong>de</strong> partijen bevredigen<strong>de</strong> betalingsregeling. De scha<strong>de</strong><br />

aan Bento's ko<strong>op</strong>manshoed werd door <strong>de</strong> gebroe<strong>de</strong>rs Alveres vergoed, terwijl <strong>Spinoza</strong> <strong>de</strong> rekening<br />

van <strong>de</strong> kastelein vol<strong>de</strong>ed.<br />

De scène is terug te vin<strong>de</strong>n in Zicht <strong>op</strong> <strong>Spinoza</strong>, een verrassend boekje waarin <strong>de</strong> Rotterdamse<br />

<strong>Spinoza</strong>-on<strong>de</strong>rzoeker prof.dr. W.N.A. <strong>Klever</strong> in twintig 'tijdschetsen' (voor <strong>de</strong> helft eer<strong>de</strong>r<br />

gepubliceerd in <strong>de</strong> bijlage Wetenschap , On<strong>de</strong>rwijs van <strong>de</strong>ze krant) on<strong>de</strong>rwerpen aansnijdt die,<br />

naar hij zegt, in een standaardbiografie ongebruikelijk zijn of wor<strong>de</strong>n verwaarloosd. In<strong>de</strong>rdaad<br />

gaat <strong>Spinoza</strong>'s persoo<strong>nl</strong>ijkheid dikwijls schuil achter <strong>de</strong> 'moeilijke' pr<strong>op</strong>osities van <strong>de</strong> Tractatus<br />

theologico-politicus of <strong>de</strong> Ethica. In Zicht <strong>op</strong> <strong>Spinoza</strong> staan nu niet <strong>de</strong> i<strong>de</strong>eën centraal, maar <strong>de</strong><br />

persoon.<br />

Waar mogelijk laat <strong>Klever</strong> <strong>Spinoza</strong> en zijn tijdgenoten zelf aan het woord, een aanpak die <strong>de</strong><br />

levendigheid van <strong>de</strong> bun<strong>de</strong>l ten goe<strong>de</strong> komt. Het is <strong>de</strong> hoogleraar in <strong>de</strong> eerste plaats om een<br />

vernieuwing van <strong>de</strong> beeldvorming rond <strong>de</strong> filosoof te doen. Slechts <strong>op</strong> enkele plaatsen werpt hij<br />

vragen <strong>op</strong>, zoals die of <strong>Spinoza</strong> wellicht om <strong>de</strong> agressieve bejegening door <strong>de</strong> gebroe<strong>de</strong>rs Alveres<br />

het ko<strong>op</strong>manschap eraan heeft gegeven, om zich zijn ver<strong>de</strong>re leven aan <strong>de</strong> wetenschap te wij<strong>de</strong>n.<br />

<strong>Klever</strong>s <strong>Spinoza</strong> is een <strong>Spinoza</strong> van vlees en bloed. In Franciscus van <strong>de</strong>n En<strong>de</strong>n, rector van <strong>de</strong><br />

Latijnse school en in het Amsterdam van die dagen een universele geest, vond <strong>de</strong> ex-ko<strong>op</strong>man een<br />

cartesiaans leermeester die hem, toen hij door <strong>de</strong> joodse autoriteiten wegens 'monsterlijke gedrag'<br />

dreig<strong>de</strong> te wor<strong>de</strong>n geëxcommuniceerd, in zijn huis <strong>op</strong>nam en hem Latijn, <strong>de</strong> taal van <strong>de</strong><br />

wetenschap, leer<strong>de</strong>. Zijn leven lang is <strong>Spinoza</strong> om zijn 'horribele ketterijen en praktijken'<br />

beschimpt, voor 'een nieuwe Hannibal' uitgemaakt, of voor '<strong>de</strong> vorst <strong>de</strong>r atheïsten' en 'een helhond',<br />

en ook werd hij afgebeeld als een serpent, bijtend in zijn eigen staart.<br />

Na on<strong>de</strong>r an<strong>de</strong>re te zijn ingegaan <strong>op</strong> <strong>Spinoza</strong>'s houding ten <strong>op</strong>zichte van het experiment, <strong>de</strong><br />

Euclidische metho<strong>de</strong> en tijdswaarneming, besluit <strong>Klever</strong> met <strong>Spinoza</strong>'s kritiek <strong>op</strong> René Descartes.<br />

Als jongeling had hij <strong>de</strong> Franse rationalist, die in Ne<strong>de</strong>rland asiel had gezocht, nog langs <strong>de</strong><br />

Amsterdamse ka<strong>de</strong>s kunnen zien slenteren. <strong>Spinoza</strong> schafte zich het gehele oeuvre van Descartes<br />

aan, om zijn voorbeeld vervolgens van metafysica en katholieke geloofsleer te zuiveren en te<br />

'verbeteren'. De beginselen van Descartes' fysica noem<strong>de</strong> hij aan het eind van zijn leven zelfs<br />

"nutteloos en absurd", omdat <strong>de</strong> Fransman <strong>de</strong> inertie of rust van een ding of een systeem meen<strong>de</strong><br />

niet te hoeven verklaren. Voor <strong>Spinoza</strong> was er geen 'vanzelf'.<br />

Ook niet voor <strong>de</strong> mens. <strong>Spinoza</strong> zag, aldus <strong>Klever</strong>, "<strong>de</strong> mens als een machientje in <strong>de</strong> grote<br />

machine; al wat hij doet wordt aangedreven en zijn wilsakten zijn mechanisch veroorzaakt".<br />

Opvattingen die haaks ston<strong>de</strong>n <strong>op</strong> <strong>de</strong> 'vrije wil' die het kerkelijk leergezag predikte. Maar tegelijk<br />

met zoveel invloed dat men tot ver na <strong>Spinoza</strong>'s dood zich er <strong>op</strong>e<strong>nl</strong>ijk van distantieer<strong>de</strong>, om niet<br />

voor 'spinozist' te wor<strong>de</strong>n uitgemaakt.<br />

Op dit artikel rust auteursrecht van NRC Han<strong>de</strong>lsblad BV, respectievelijk van <strong>de</strong> oorspronkelijke<br />

auteur.<br />

D oor Leon <strong>op</strong> 23 apr il 1994<br />

http://www.<strong><strong>de</strong>spinoza</strong>.<strong>nl</strong>/spinoza/recensies/zicht_<strong>op</strong>_spinoz.shtml


Een nieuwe <strong>Spinoza</strong> in veertig facetten<br />

In <strong>de</strong> zeventien<strong>de</strong> eeuw had <strong>de</strong> joodse Ne<strong>de</strong>rlan<strong>de</strong>r Jacob Jehuda León in zijn huis een groot mo<strong>de</strong>l<br />

<strong>op</strong>gesteld van <strong>de</strong> tempel van Salomon. Het bouwsel was beroemd tot in het buite<strong>nl</strong>and en voor <strong>de</strong><br />

talrijke bezoekers had León een toelichting geschreven die in diverse talen verschenen was. Een<br />

exemplaar van <strong>de</strong> Latijnse versie bevond zich - mèt <strong>op</strong>dracht - in <strong>de</strong> bibliotheek van Michael <strong>de</strong><br />

<strong>Spinoza</strong>, <strong>de</strong> va<strong>de</strong>r van <strong>de</strong> latere filosoof Baruch of <strong>Benedictus</strong>, <strong>de</strong> grootste wijsgeer die Ne<strong>de</strong>rland<br />

ooit heeft gekend.<br />

Door Ger Groot, uit NRC Han<strong>de</strong>lsblad, 29-07-1995.<br />

Michael zal Baruch wel eens hebben meegenomen naar Leóns miniatuurtempel en <strong>de</strong> jongen zal er<br />

ongetwijfeld zijn ogen hebben uitgekeken, schrijft <strong>Wim</strong> <strong>Klever</strong> in zijn boekje Een nieuwe <strong>Spinoza</strong><br />

in veertig facetten. In zijn latere werk en zijn briefwisseling keert het beeld van <strong>de</strong> tempel<br />

meermalen terug.<br />

Dat is een aardige wetenswaardigheid, waarmee het boekje vol staat. In veertig korte schetsen, elk<br />

zo'n drieëneenhalve pagina lang, presenteert <strong>Klever</strong> een aardse <strong>Spinoza</strong>, verwikkeld in alledaagse<br />

beslommeringen en actief <strong>op</strong>genomen in het intellectuele leven van zijn tijd. De <strong>de</strong>nker was geen<br />

ee<strong>nl</strong>ing, noch een onstoffelijke en ongrijpbare figuur, zo laat <strong>Klever</strong> zien. De mythevorming van<br />

eeuwen wordt in <strong>de</strong>ze korte stukjes effectief en <strong>op</strong> charmante wijze afgebroken.<br />

Of daarmee werkelijk een nieuwe <strong>Spinoza</strong> zichtbaar wordt, zoals <strong>de</strong> titel suggereert, is<br />

twijfelachtig. Tenslotte had <strong>Klever</strong> zelf, Ne<strong>de</strong>rlands belangrijkste <strong>Spinoza</strong>-kenner van dit moment,<br />

vorig jaar in zijn boekje Zicht <strong>op</strong> <strong>Spinoza</strong> al een soortgelijke ontmythologisering on<strong>de</strong>rnomen. In<br />

zijn oeuvre over <strong>de</strong>ze <strong>de</strong>nker heeft hij het <strong>Spinoza</strong>-beeld ingrijpend bijgesteld. Zeer belangrijk was<br />

zijn ont<strong>de</strong>kking en publikatie van het geschrift Vrye Politijke Stellingen en Consi<strong>de</strong>ratien van Staat<br />

van <strong>Spinoza</strong>'s vriend en leermeester Franciscus van <strong>de</strong>n En<strong>de</strong>n, die <strong>op</strong> <strong>Spinoza</strong>'s werk een groot<br />

stempel heeft gedrukt.<br />

De veertig schetsen in dit boekje hebben geen wetenschappelijke toon of pretentie. Ze zijn, net<br />

als <strong>de</strong> columns uit Zicht <strong>op</strong> <strong>Spinoza</strong>, impressionistisch geschreven en lezen gemakkelijk weg. Eer<strong>de</strong>r<br />

dan het <strong>de</strong>ftige 'essays' zou men ze cursiefjes kunnen noemen, al ontbreekt daarvoor vaak <strong>de</strong><br />

scherpe pointe. Soms polemisch, vaker goedmoedig, betoont <strong>Klever</strong> zich in <strong>de</strong>ze veertig<br />

wetenschappelijke terzij<strong>de</strong>s een vurig bewon<strong>de</strong>raar van <strong>Spinoza</strong>, wiens actualiteit hij hoger acht<br />

dan "menig <strong>op</strong>zichtig gepluim<strong>de</strong> tijdgenoot". Die actualisering valt niet altijd gelukkig uit. Zo heeft<br />

<strong>Klever</strong> zich in zijn sympathie voor <strong>de</strong> door <strong>Spinoza</strong> voorgestel<strong>de</strong> bestuursvorm - alleen economisch<br />

onafhankelijke burgers hebben beslissingsrecht over <strong>de</strong> besteding van overheidsgel<strong>de</strong>n - in ie<strong>de</strong>r<br />

geval sterker met <strong>de</strong> zeventien<strong>de</strong>-eeuwse <strong>de</strong>nker vereenzelvigd dan voor een twintigste-eeuwse<br />

staatsburger goed is.<br />

D oor Leon <strong>op</strong> 29 jul i 1995<br />

http://www.<strong><strong>de</strong>spinoza</strong>.<strong>nl</strong>/spinoza/recensies/een_nieuwe_spin.shtml<br />

'Belangrijke <strong>Spinoza</strong>-geschriften boven water dank zij zuinigheid'<br />

Uit zuinigheid bestel<strong>de</strong> dr. Henri Kr<strong>op</strong> vorige week een k<strong>op</strong>ie van een oud geschrift van <strong>Spinoza</strong> bij<br />

<strong>de</strong> Leidse universiteitsbibliotheek, en niet zoals hij eerst van plan was, bij <strong>de</strong> Amsterdamse. Zo<br />

begint een artikel van Henny <strong>de</strong> Lange uit Trouw, oktober 1995. Erin wordt <strong>de</strong> ont<strong>de</strong>kking<br />

aangekondigd van overgelever<strong>de</strong> notities van <strong>Spinoza</strong>.<br />

Kr<strong>op</strong>: “In Lei<strong>de</strong>n kost zo'n k<strong>op</strong>ie 134 gul<strong>de</strong>n, in Amsterdam een paar hon<strong>de</strong>rd gul<strong>de</strong>n. Bovendien kon<br />

Lei<strong>de</strong>n <strong>de</strong> k<strong>op</strong>ie sneller leveren, omdat het geschrift daar <strong>op</strong> microfilm is gezet.”<br />

Toen hij <strong>de</strong> gek<strong>op</strong>ieer<strong>de</strong> vellen tekst bekeek, viel het hem <strong>op</strong>, dat er zoveel handgeschreven<br />

aantekeningen in <strong>de</strong> kantlijn ston<strong>de</strong>n gekrabbeld. Hij ging ermee naar zijn collega dr. <strong>Wim</strong> <strong>Klever</strong><br />

van het Rotterdam Center for <strong>Spinoza</strong> Research van <strong>de</strong> Erasmusuniversiteit. “Moet je eens kijken,<br />

<strong>Wim</strong>.” <strong>Wim</strong> keek en keek nog eens en riep toen uit: “Wat heb je me daar nu gegeven, Henri?”<br />

Dat was afgel<strong>op</strong>en vrijdagmiddag. Het liefst was <strong>Klever</strong> zich meteen gaan verdiepen in al die<br />

krabbeltjes in het Latijn, maar eerst moest hij het hele weekein<strong>de</strong> nog aan <strong>de</strong> slag met een dik


oek over een <strong>Spinoza</strong>-congres. “Pas zondagavond begon ik aan die k<strong>op</strong>ieën. De hele nacht ben ik<br />

doorgegaan en ook afgel<strong>op</strong>en nacht ben ik erin blijven lezen.”<br />

Zo <strong>op</strong>gewon<strong>de</strong>n als dr. <strong>Wim</strong> <strong>Klever</strong> gistermiddag was <strong>op</strong> <strong>de</strong> persconferentie over <strong>de</strong> <strong>op</strong>zienbaren<strong>de</strong><br />

vondst van een grote hoeveelheid originele aantekeningen <strong>op</strong> <strong>de</strong> Ethica-tekst (het standaardwerk<br />

van <strong>de</strong> zeventien<strong>de</strong>-eeuwse filosoof <strong>Spinoza</strong>) van een exemplaar van <strong>de</strong> zogenaam<strong>de</strong> Opera<br />

Posthuma uit 1677, dat wordt bewaard in <strong>de</strong> Leidse universiteitsbibliotheek, zo stilletjes was zijn<br />

collega dr. Henri Kr<strong>op</strong>. Maar <strong>de</strong> gelukzalige glimlach week geen moment van zijn gezicht. Nee,<br />

Kr<strong>op</strong> had eige<strong>nl</strong>ijk niets toe te voegen aan het verhaal van <strong>Klever</strong>. Na enig aandringen beken<strong>de</strong> hij<br />

louter uit zuinigheid naar Lei<strong>de</strong>n te zijn gegaan en niet naar <strong>de</strong> Universiteitsbibliotheek van<br />

Amsterdam, die twee exemplaren bezit van <strong>de</strong> grondtekst van <strong>de</strong> Ethica. Nog goedk<strong>op</strong>er was het<br />

geweest om gewoon <strong>de</strong> k<strong>op</strong>ie te gebruiken die <strong>Klever</strong> al in zijn bezit had. Daar had hij ook om<br />

gevraagd, maar <strong>Klever</strong> had gezegd: “Henri, bestel maar een nieuwe k<strong>op</strong>ie, want <strong>de</strong> mijne is zo<br />

slecht dat-ie niet meer goed leesbaar is.”<br />

Maar is het niet raar, dat <strong>de</strong> beheer<strong>de</strong>rs van <strong>de</strong> Leidse universiteitsbibliotheek kennelijk zelf <strong>de</strong><br />

teksten nooit grondig hebben bestu<strong>de</strong>erd? <strong>Klever</strong>: “Het is a shame, ja. Natuurlijk moeten <strong>de</strong><br />

beheer<strong>de</strong>rs van een af<strong>de</strong>ling van zeldzame ou<strong>de</strong> drukken ook zelf hun bezittingen goed inkijken.<br />

Dit zou in Amsterdam nooit zijn gebeurd.”<br />

<strong>Klever</strong> heeft uiteraard meteen gebeld naar Lei<strong>de</strong>n. Op z'n minst had hij <strong>de</strong> bibliothecaris al in<br />

Rotterdam verwacht met het nu wereldberoemd gewor<strong>de</strong>n stuk. Kribbig: “Maar gisteren waren ze<br />

gesloten en vandaag was ook alles dicht in Lei<strong>de</strong>n vanwege die eh, eh, hutspot. Hoe heet dat<br />

gebeuren ook al weer?” Een behulpzame verslaggever: “Lei<strong>de</strong>ns ontzet, bedoelt u.” Maar <strong>de</strong><br />

internationaal vermaar<strong>de</strong> <strong>Spinoza</strong>-<strong>de</strong>skundige bla<strong>de</strong>rt alweer driftig door het pak k<strong>op</strong>ieën om <strong>de</strong><br />

pers nog een paar voorbeel<strong>de</strong>n te geven, die dui<strong>de</strong>lijk maken waarom <strong>de</strong>ze vondst zo 'schitterend'<br />

is.<br />

Dr. <strong>Klever</strong> spreekt van <strong>de</strong> belangrijkste ont<strong>de</strong>kking na <strong>de</strong> vondst van <strong>Spinoza</strong>'s Korte Verhan<strong>de</strong>ling<br />

in <strong>de</strong> vorige eeuw, en afgezien van <strong>de</strong> ont<strong>de</strong>kking van <strong>de</strong> geschriften van <strong>Spinoza</strong>'s leermeester<br />

Franciscus van <strong>de</strong>n En<strong>de</strong>n. Daarmee trok <strong>Klever</strong> zelf vijf jaar gele<strong>de</strong>n internationaal <strong>de</strong> aandacht.<br />

Hoewel hij nog lang niet alle tekstfragmenten heeft kunnen bestu<strong>de</strong>ren, staat voor <strong>Klever</strong> vast, dat<br />

<strong>de</strong> vondst van groot belang is voor een beter begrip van <strong>de</strong> Ethica-tekst. Passages die al eeuwen<br />

ondui<strong>de</strong>lijk waren, wor<strong>de</strong>n nu <strong>op</strong>gehel<strong>de</strong>rd.<br />

Het gaat om zeker hon<strong>de</strong>rd aantekeningen en <strong>op</strong> z'n minst <strong>de</strong>rtig <strong>op</strong>merkingen die van <strong>Spinoza</strong> zelf<br />

afkomstig zijn. Sommige zijn wel twintig regels lang, an<strong>de</strong>re zijn kleiner maar veelal even<br />

belangrijk. Dat ze van <strong>de</strong> hand van <strong>de</strong> filosoof zijn, valt volgens <strong>Klever</strong> te bewijzen uit <strong>de</strong> manier<br />

waar<strong>op</strong> ze redactioneel <strong>op</strong>genomen zijn, en uit <strong>de</strong> stijl of inhoud, die overeenkomen met die van<br />

<strong>Spinoza</strong>.<br />

De vondst geeft ook een nieuwe kijk <strong>op</strong> het produktieproces van <strong>de</strong> Ethica. <strong>Klever</strong>: “De Ethica is<br />

niet een alleenspraak van een wijze man in een stil huisje in Rijnsburg, maar tot stand gekomen in<br />

samenspraak met <strong>Spinoza</strong>'s vrien<strong>de</strong>n.”<br />

<strong>Klever</strong> vermoedt dat dit exemplaar van <strong>de</strong> Opera Posthuma moet hebben toebehoord aan één van<br />

<strong>Spinoza</strong>'s meest vertrouw<strong>de</strong> vrien<strong>de</strong>n, Lo<strong>de</strong>wijk Meijer, die een vlot Latinist was en <strong>Spinoza</strong>'s tekst<br />

scherp analyseer<strong>de</strong>. “Ik beschouw het Leidse exemplaar als een ongelooflijk belangrijk<br />

redactioneel werk-exemplaar van Meijer.” Met name Franse <strong>Spinoza</strong>-<strong>de</strong>skundigen menen dat<br />

<strong>Spinoza</strong> en Meijer zich gaan<strong>de</strong>weg van elkaar verwij<strong>de</strong>r<strong>de</strong>n. <strong>Klever</strong> heeft dat altijd bestre<strong>de</strong>n.<br />

“Deze vondst bewijst mijn gelijk.”<br />

De Ethica is door <strong>Spinoza</strong>, die geldt als een van <strong>de</strong> grootste wetenschapsbeoefenaren uit <strong>de</strong><br />

westerse geschie<strong>de</strong>nis, geschreven in een perio<strong>de</strong> van <strong>de</strong>rtien jaar. In 1662 stuur<strong>de</strong> hij vanuit<br />

Rijnsburg het eerste concept naar Amsterdamse vrien<strong>de</strong>n. Dat werd in het mid<strong>de</strong>n van <strong>de</strong> vorige<br />

eeuw in twee manuscripten teruggevon<strong>de</strong>n en heette daarin Korte Verhan<strong>de</strong>ling over God, <strong>de</strong>n<br />

Mensch en <strong>de</strong>szelvs Welstand. Vanaf 1663 werkte <strong>Spinoza</strong> aan een publiceerbare versie van zijn<br />

filosofie. In 1675 voltooi<strong>de</strong> hij dit werk, maar hij liet het <strong>op</strong> aanra<strong>de</strong>n van zijn vrien<strong>de</strong>n niet<br />

publiceren, vanwege <strong>de</strong> risico's die hij liep bij verspreiding van zijn <strong>op</strong>vattingen.


Na zijn dood in 1677 zou <strong>de</strong> tekst onmid<strong>de</strong>llijk met <strong>de</strong> eerste trekschuit naar Amsterdam zijn<br />

gebracht, waar het geschrift, samen met an<strong>de</strong>re geschriften enkele maan<strong>de</strong>n later <strong>op</strong> <strong>de</strong><br />

clan<strong>de</strong>stiene markt verscheen als Opera Posthuma. Volgens <strong>Klever</strong> waren al voor <strong>Spinoza</strong>'s dood<br />

preprints in omlo<strong>op</strong> en was het drukproces al meer dan een jaar eer<strong>de</strong>r begonnen. Hij leidt dat af<br />

uit het feit dat in <strong>de</strong> nu ont<strong>de</strong>kte kanttekeningen <strong>Spinoza</strong> direct in <strong>de</strong> tegenwoordige tijd wordt<br />

aangesproken door <strong>de</strong> bezitter (Lo<strong>de</strong>wijk Meijer) van <strong>de</strong> tekst.<br />

De vraag waarom <strong>de</strong> aantekeningen en verbeteringen niet in latere drukken zijn <strong>op</strong>genomen, blijft<br />

ondui<strong>de</strong>lijk. Dat kan te duur zijn geweest. Men kan ervan hebben afgezien uit respect voor <strong>de</strong><br />

overle<strong>de</strong>n auteur. Maar misschien zijn <strong>de</strong> aanscherpingen ook niet aangebracht om diplomatieke<br />

re<strong>de</strong>nen. Eens ho<strong>op</strong>t <strong>Klever</strong> ook die vraag te kunnen beantwoor<strong>de</strong>n.<br />

C<strong>op</strong>yright: Trouw<br />

http://www.<strong><strong>de</strong>spinoza</strong>.<strong>nl</strong>/spinoza/artikelen/belangrijke_spi.shtml<br />

'Ont<strong>de</strong>kte tekst was al bekend, en is niet van <strong>Spinoza</strong>'<br />

D oor Leon <strong>op</strong> 4 oktob er 1995<br />

De 'vondst' die dr. W. <strong>Klever</strong> van <strong>de</strong> Rotterdamse Erasmus Universiteit heeft gedaan rond<br />

aantekeningen van <strong>de</strong> zeventien<strong>de</strong>-eeuwse filosoof <strong>Spinoza</strong> is niet te verifiëren. Zijn on<strong>de</strong>rzoek is<br />

slechts gebaseerd <strong>op</strong> 'intuïtie' en mist <strong>de</strong> noodzakelijke 'wetenschappelijke on<strong>de</strong>rbouwing'. Uit<br />

trouw, 5 oktober 1995.<br />

Dit zegt <strong>de</strong> conservator westerse handschriften, prof. dr. P. Obbema van <strong>de</strong> Leidse<br />

universiteitsbibliotheek. Het verwijt van <strong>Klever</strong>, dat <strong>de</strong>ze bibliotheek jare<strong>nl</strong>ang <strong>de</strong> betekenis van<br />

<strong>de</strong> aantekeningen in <strong>Spinoza</strong>'s boek Opera Posthuma heeft on<strong>de</strong>rschat en zelfs genegeerd, is<br />

volgens Obbema bovendien misplaatst. “We kennen <strong>de</strong> teksten zolang we het boek in huis hebben,<br />

en on<strong>de</strong>rkennen <strong>de</strong> waar<strong>de</strong>.”<br />

<strong>Klever</strong> maakte dinsdag wereldkundig dat hij, min of meer bij toeval, een belangrijke ont<strong>de</strong>kking<br />

met verstrekken<strong>de</strong> gevolgen heeft gedaan. Via <strong>de</strong> Leidse universiteit en een Rotterdamse collega<br />

had <strong>Klever</strong> k<strong>op</strong>ieën van Opera Posthuma in han<strong>de</strong>n gekregen, waar<strong>op</strong> zeker hon<strong>de</strong>rd aantekeningen<br />

en meer dan <strong>de</strong>rtig <strong>op</strong>merkingen ston<strong>de</strong>n. Na twee dagen studie kwam <strong>Klever</strong> tot <strong>de</strong> slotsom, dat<br />

<strong>de</strong> teksten van <strong>Spinoza</strong> zelf afkomstig zijn. De <strong>Spinoza</strong>-<strong>de</strong>skundige noem<strong>de</strong> het vervolgens een<br />

'shame', dat <strong>de</strong> teksten bij <strong>de</strong> universiteitsbibliotheek on<strong>op</strong>gemerkt waren gebleven.<br />

“Kennelijk heeft <strong>Klever</strong> <strong>de</strong> geest gekregen, toen hij al die aantekeningen bestu<strong>de</strong>er<strong>de</strong>”, aldus<br />

conservator Obbema. “In hoeverre <strong>de</strong> teksten van <strong>Spinoza</strong> zelf of van één van zijn geestverwanten<br />

zijn, moet niettemin maar wor<strong>de</strong>n aangetoond. Wetenschappelijke argumenten ontbreken in het<br />

betoog van <strong>Klever</strong>. Het is juist dit on<strong>de</strong>rzoek, waarmee al sinds 1992 externe <strong>de</strong>skundigen <strong>op</strong> ons<br />

verzoek aan <strong>de</strong> slag zijn. Dan is het wel heel bijzon<strong>de</strong>r, dat <strong>Klever</strong> in twee dagen tijd meer bereikt<br />

dan an<strong>de</strong>ren in jaren. Ik wijs er<strong>op</strong>, dat hij slechts een ge<strong>de</strong>elte van het boek heeft bestu<strong>de</strong>erd en<br />

daardoor niet over alle aantekeningen beschikt. Voor een juiste context is dat noodzakelijk.”<br />

Eén van <strong>de</strong> on<strong>de</strong>rzoekers die eer<strong>de</strong>r studie heeft verricht naar <strong>de</strong> geschriften is dr. P. Steenbakkers<br />

van <strong>de</strong> faculteit van wijsbegeerte in Utrecht. Hij kwam twee jaar gele<strong>de</strong>n tot <strong>de</strong> conclusie, dat <strong>de</strong><br />

teksten niet van <strong>Spinoza</strong> of één van zijn geestverwanten afkomstig zijn. “Ik kan mij vergissen,<br />

maar ben er nagenoeg zeker van dat we niet te maken hebben met iemand uit <strong>de</strong> omgeving van<br />

<strong>Spinoza</strong>”, zei Steenbakkers gisteren. “Voor mij staat eige<strong>nl</strong>ijk vast, dat <strong>de</strong> teksten van een<br />

intelligente en grondige lezer van Opera Posthuma zijn. Het is van <strong>Klever</strong> erg gevaarlijk om, zoals<br />

hij heeft gedaan, <strong>op</strong> grond van stilistische en inhou<strong>de</strong>lijke parallellen, conclusies te trekken. In zijn<br />

geval zou ik daarom zeker terughou<strong>de</strong>n<strong>de</strong>r zijn geweest. Het verbaast me ook, dat hij zo veel haast<br />

had zijn bevindingen wereldkundig te maken. Dat maakt mij nog sceptischer dan ik al ben. Wat<br />

<strong>Klever</strong> zegt, is niet controleerbaar. Het enige dat bij <strong>de</strong>ze 'vondst' telt, is zijn gezag. Daar raak ik<br />

niet van on<strong>de</strong>r <strong>de</strong> indruk.”<br />

De Leidse universiteitsbibliotheek kocht Opera Posthuma (1677) vier jaar gele<strong>de</strong>n van <strong>de</strong><br />

Amsterdammer Simon Emmering. Deze had, voorafgaan<strong>de</strong> aan <strong>de</strong> verko<strong>op</strong>, Obbema al <strong>op</strong>merkzaam


gemaakt <strong>op</strong> het mogelijke belang van <strong>de</strong> in <strong>de</strong> kantlijn geschreven aantekeningen. Obbema<br />

schakel<strong>de</strong> vervolgens Steenbakkers in. Na diens eerste analyse, die in 1993 gereed was, werd het<br />

on<strong>de</strong>rzoek voortgezet. “Maar <strong>de</strong> wetenschappelijke argumenten liggen nog steeds niet <strong>op</strong> tafel”,<br />

aldus <strong>de</strong> Utrechtse docent.” Dr. <strong>Klever</strong> vermoedt dat <strong>de</strong> Leidse Universiteit zijn ont<strong>de</strong>kking nu<br />

probeert te claimen.<br />

C<strong>op</strong>yright: Trouw<br />

http://www.<strong><strong>de</strong>spinoza</strong>.<strong>nl</strong>/spinoza/artikelen/ont<strong>de</strong>kte_tekst.shtml<br />

In <strong>de</strong> kantlijn lezen we<br />

D oor Leon <strong>op</strong> 05 oktob er 1995<br />

Vorige week presenteer<strong>de</strong> <strong>Wim</strong> <strong>Klever</strong> <strong>de</strong> vondst: in een Leids exemplaar van <strong>de</strong> Ethica van <strong>de</strong><br />

filosoof <strong>Spinoza</strong> had hij tientallen aantekeningen gevon<strong>de</strong>n die van <strong>Spinoza</strong> afkomstig waren. De<br />

dag erna werd het enthousiasme getemperd: <strong>de</strong> aantekeningen zou<strong>de</strong>n allang bekend zijn en niet<br />

aantoonbaar van <strong>Spinoza</strong> afkomstig. Uit Trouw, 14 oktober 1995, door Koert van <strong>de</strong>r Vel<strong>de</strong>.<br />

Passages die eeuwe<strong>nl</strong>ang ondui<strong>de</strong>lijk waren, wor<strong>de</strong>n ein<strong>de</strong>lijk begrijpelijk. De dag er na<br />

ontkrachtten <strong>de</strong> Leidse conservator P. Obbema en <strong>de</strong> on<strong>de</strong>rzoeker P. Steenbakkers <strong>de</strong> vondst: <strong>de</strong><br />

ont<strong>de</strong>kte tekst was al bekend, en is niet van <strong>Spinoza</strong>. Steenbakkers ging ver<strong>de</strong>r en noem<strong>de</strong> <strong>Klever</strong>s<br />

bewijs “een aaneenschakeling van leesfouten, aanvechtbare interpretaties en vertaalblun<strong>de</strong>rs.”<br />

Vandaag reageert <strong>Klever</strong>: “Er staat verdomd veel <strong>op</strong> het spel. Als mijn beweringen over <strong>de</strong> Ethica<br />

juist zijn, lo<strong>op</strong>t Steenbakkers' carrière stuk.” Het exemplaar van <strong>de</strong> Ethica van <strong>de</strong> wereldberoem<strong>de</strong><br />

zeventien<strong>de</strong>-eeuwse filosoof <strong>Spinoza</strong> dat vorige week in <strong>de</strong> universiteitsbibliotheek van Lei<strong>de</strong>n<br />

werd 'ont<strong>de</strong>kt', bevat wel <strong>de</strong>gelijk aantekeningen die zijn ingefluisterd door <strong>Spinoza</strong> en genoteerd<br />

door zijn vrien<strong>de</strong>n.<br />

De <strong>Spinoza</strong>-<strong>de</strong>skundige <strong>Wim</strong> <strong>Klever</strong>, van het Rotterdamse Centrum voor <strong>Spinoza</strong>-on<strong>de</strong>rzoek van <strong>de</strong><br />

Erasmusuniversiteit, had maar weinig tijd nodig om tot <strong>de</strong>ze conclusie te komen. “Toen ik <strong>de</strong><br />

aanvullingen las, vielen alle problemen weg die ik had gehad met <strong>de</strong> lacunes in <strong>de</strong> tekst, die ik in<br />

jaren van zorgvuldige bestu<strong>de</strong>ring van <strong>de</strong> Ethica had ont<strong>de</strong>kt. Overal waar ik altijd<br />

ondui<strong>de</strong>lijkhe<strong>de</strong>n en zelfs tegenstrijdighe<strong>de</strong>n had aangetroffen, stond een aantekening die een<br />

lacune, foutieve formulering of inconsequentie rechtzette.”<br />

Volgens <strong>Klever</strong> is het niet uitgesloten dat er krabbels van <strong>Spinoza</strong>'s hand in het Leidse exemplaar<br />

van <strong>de</strong> Ethica staan. In dat geval zou het een preprint, een drukproef, zijn. <strong>Klever</strong> acht dat niet<br />

waarschij<strong>nl</strong>ijk. “Het is aannemelijker dat <strong>Spinoza</strong>'s leerlingen en vrien<strong>de</strong>n - die <strong>Spinoza</strong> in <strong>de</strong><br />

aantekeningen steevast '<strong>de</strong> onzen' noem<strong>de</strong>n - <strong>de</strong> aantekeningen uit verschillen<strong>de</strong> handgeschreven<br />

k<strong>op</strong>ieën hebben verzameld en ze zo precies mogelijk hebben overgeschreven en bij elkaar gevoegd<br />

in het Leidse gedrukte exemplaar, dat waarschij<strong>nl</strong>ijk dateert van na <strong>Spinoza</strong>'s dood. Ze had<strong>de</strong>n<br />

kennelijk maar één bedoeling: hun auteur <strong>Spinoza</strong> recht te doen met een verbeter<strong>de</strong> tekst.”<br />

<strong>Klever</strong> vond belangrijke toelichtingen in <strong>de</strong> kantlijn van het hoofdwerk van <strong>Spinoza</strong>, <strong>de</strong> Ethica, dat<br />

<strong>de</strong>el uitmaakt van <strong>de</strong> verzamelbun<strong>de</strong>l 'Opera Posthuma'. Maar <strong>de</strong> meeste <strong>op</strong>merkingen waren niet<br />

echt schokkend. “Neem bijvoorbeeld <strong>de</strong> passage uit <strong>de</strong> Ethica waarin <strong>Spinoza</strong> bewijst dat <strong>de</strong> mens<br />

door het gewicht van <strong>de</strong> lucht <strong>op</strong> zijn plaats wordt gehou<strong>de</strong>n. Vanwege dat gewicht kon Jezus nooit<br />

ten hemel zijn gevaren. De toevoeging in het exemplaar uit Lei<strong>de</strong>n, 'en door <strong>de</strong> druk van alle<br />

kanten', is nauwelijks een aanvulling te noemen.”<br />

Maar soms biedt het commentaar een aanzie<strong>nl</strong>ijke verhel<strong>de</strong>ring. <strong>Klever</strong>: “<strong>Spinoza</strong> schrijft dat er<br />

een strikte correlatie bestaat tussen <strong>de</strong> ziel en het lichaam. De twee zijn hetzelf<strong>de</strong>, ze wor<strong>de</strong>n<br />

alleen <strong>op</strong> verschillen<strong>de</strong> manieren begrepen. Aan <strong>de</strong>ze stelling wordt door een commentator <strong>de</strong><br />

conclusie toegevoegd: 'en <strong>de</strong>rhalve is <strong>de</strong> ziel evenals het lichaam sterfelijk; ook zij vergaat met het<br />

vergaan van het lichaam.' Dit is consistent met <strong>de</strong> rest van <strong>de</strong> filosofie van <strong>Spinoza</strong>.”<br />

Naast <strong>de</strong> hon<strong>de</strong>r<strong>de</strong>n redactionele en stilistische <strong>op</strong>meringen vond <strong>Klever</strong> tientallen van dit soort<br />

inhou<strong>de</strong>lijke aanvullingen. Hij geeft toe dat ze net zo goed door lezers uit een latere tijd in <strong>de</strong><br />

kantlijn kunnen zijn gekrabbeld, zoals zijn critici zeggen, maar vindt het waarschij<strong>nl</strong>ijker dat<br />

leerlingen het hebben gedaan. Hij acht het zelfs mogelijk dat <strong>de</strong> hierboven genoem<strong>de</strong> toevoeging<br />

letterlijk is overgeschreven uit een brief van <strong>Spinoza</strong> aan een leerling. In dat geval moeten we<br />

<strong>Spinoza</strong> <strong>de</strong> auteur ervan noemen. “Als <strong>de</strong>rgelijke teksten geen teksten van <strong>Spinoza</strong> mogen heten,


dan mag <strong>de</strong> bergre<strong>de</strong> in <strong>de</strong> varianten van <strong>de</strong> syn<strong>op</strong>tici zeker niet aan Jezus van Nazareth wor<strong>de</strong>n<br />

toegeschreven. Jezus was niet <strong>de</strong> schrijver van <strong>de</strong>ze teksten, maar wel <strong>de</strong> auteur. Als hij in onze<br />

tijd had geleefd, had hij er c<strong>op</strong>yright <strong>op</strong> kunnen krijgen.”<br />

“Terwijl ik eervorig weekein<strong>de</strong> <strong>de</strong> notities en krabbels on<strong>de</strong>rzocht, raakte ik er volledig van<br />

overtuigd dat ze authentiek waren, dat het onbeken<strong>de</strong> tekstfragmenten van <strong>Spinoza</strong>'s vrien<strong>de</strong>n of<br />

van <strong>Spinoza</strong> zelf betrof. De volgen<strong>de</strong> maandag heb ik onmid<strong>de</strong>llijk een persconferentie<br />

georganiseerd. Een ont<strong>de</strong>kking van teksten van <strong>Spinoza</strong> is namelijk wereldnieuws en bovendien<br />

staan er grote belangen <strong>op</strong> het spel.<br />

In Ne<strong>de</strong>rland zijn drie á vier wetenschappers met <strong>Spinoza</strong> bezig. Een ervan is Piet Steenbakkers van<br />

<strong>de</strong> Universiteit van Utrecht. Die kent <strong>de</strong> Leidse tekst wel, maar hij is niet in staat hem naar waar<strong>de</strong><br />

te schatten. Volgens hem zijn <strong>de</strong> aanvullingen van een intelligente, latere lezer. Steenbakkers doet<br />

al zeven jaar on<strong>de</strong>rzoek naar <strong>de</strong> Ethica. Hij werkt mee aan een Frans/Latijnse uitgave en ook aan<br />

een Italiaanse. Mocht zo'n uitgave <strong>de</strong> nu ont<strong>de</strong>kte aanvullingen negeren, dan is ze al van tevoren<br />

achterhaald. Er staat dus verdomd veel <strong>op</strong> het spel. Als mijn beweringen over <strong>de</strong> Ethica juist zijn,<br />

lo<strong>op</strong>t Steenbakkers' carrière stuk.''<br />

Steenbakkers noem<strong>de</strong> don<strong>de</strong>rdag in NRC Han<strong>de</strong>lsblad <strong>de</strong> reeks voorbeel<strong>de</strong>n die <strong>Klever</strong> tij<strong>de</strong>ns zijn<br />

persconferentie presenteer<strong>de</strong> “een aaneenschakeling van leesfouten, aanvechtbare interpretaties<br />

en vertaalblun<strong>de</strong>rs.” Steenbakkers: “<strong>Spinoza</strong> zegt ergens dat <strong>de</strong> mensen God als een mens<br />

<strong>op</strong>vatten. De commentator geeft daarvan een aardig voorbeeld: 'Sic in Suevia in salutem Dei sibi<br />

invicem pr<strong>op</strong>inant!' - 'Zo drinkt men elkan<strong>de</strong>r in Schwaben toe <strong>op</strong> Gods gezondheid'. Volgens <strong>Klever</strong><br />

staat hier: 'Zo zien we dat men zich in Zwe<strong>de</strong>n tot heil van God on<strong>de</strong>rling prostitueert.”'<br />

<strong>Klever</strong> reageert boos: “Steenbakkers bedrijft suggestieve rod<strong>de</strong>ljournalistiek. Het woord 'pr<strong>op</strong>inant'<br />

is niet goed leesbaar. Er kan net zo goed 'prostituant' staan. Speelse voorbeel<strong>de</strong>n zijn niet<br />

ongewoon bij <strong>Spinoza</strong>.” <strong>Klever</strong> erkent wel een leesfout: hij heeft ergens het afgekorte Latijnse<br />

woord 'nunquam', voor 'nunc' aangezien. “Een kleinigheidje. Ik had 's nachts doorgewerkt en wie<br />

moe is, vergist zich wel eens. Net als <strong>Spinoza</strong>. Allerlei aantekeningen van zijn vrien<strong>de</strong>n atten<strong>de</strong>ren<br />

hem hier<strong>op</strong>.”<br />

<strong>Klever</strong> toont dat <strong>Spinoza</strong> in <strong>de</strong> aantekeningen in <strong>de</strong> tegenwoordige tijd wordt aangesproken:<br />

volgens hem een bewijs voor <strong>de</strong> authenticiteit van het document. “<strong>Spinoza</strong> wordt aangesproken<br />

alsof hij nog in leven is: 'Waarom aldus? Had u niet beter...' En: 'weet gij welke?' Op bladzij<strong>de</strong> 233<br />

van <strong>de</strong> Ethica komt <strong>Klever</strong> een aantekening tegen die je volgens hem ook niet zomaar aan een later<br />

leven<strong>de</strong> lezer kunt toeschrijven. “<strong>Spinoza</strong> zegt er dat genees- en <strong>de</strong>nkkunst niet tot het on<strong>de</strong>rwerp<br />

van hoofdstuk 5 behoort. In <strong>de</strong> kantlijn lezen we: 'wel <strong>de</strong>gelijk behoort dat ertoe. Immers, dat U<br />

dat hebt willen doceren & van mening bent het gedoceerd te hebben, leert <strong>de</strong> laatste <strong>op</strong>merking<br />

van dit hoofdstuk.' Zoiets kan een volgeling van <strong>Spinoza</strong> natuurlijk niet na diens dood schrijven.<br />

Men was in die tijd ook niet gewoon kanttekeningen in een boek te richten tot <strong>de</strong> overle<strong>de</strong>n<br />

auteur. De <strong>op</strong>merking moet wel eer<strong>de</strong>r geschreven zijn in een handgeschreven k<strong>op</strong>ie van <strong>de</strong> Ethicatekst,<br />

waarvan er meer<strong>de</strong>re circuleer<strong>de</strong>n on<strong>de</strong>r <strong>de</strong> vrien<strong>de</strong>n van <strong>Spinoza</strong>.<br />

Na zijn dood zijn <strong>de</strong> aantekeningen voetstoots overgenomen in <strong>de</strong> gedrukte tekst. “Steenbakkers<br />

schreef dat hij niet on<strong>de</strong>r <strong>de</strong> indruk is van het argument dat <strong>Spinoza</strong> rechtstreeks wordt<br />

toegesproken. Wat er volgens hem gebeurt is een bekend fenomeen: <strong>de</strong> lezer treedt met <strong>de</strong><br />

schrijver in dialoog. <strong>Klever</strong>: “Ik heb veel meer teksten uit die tijd gelezen dan hij - alleen al<br />

dankzij mijn leeftijd. En ik ben zoiets nog nooit tegengekomen.”<br />

Maar Steenbakkers heeft nog een troef. Hij schreef dat <strong>de</strong> commentator <strong>Spinoza</strong> ook in <strong>de</strong><br />

tegenwoordige tijd aanspraken in <strong>de</strong> Tractatus Politicus, on<strong>de</strong>r<strong>de</strong>el van <strong>de</strong> Opera Posthuma. Dat<br />

geschrift dateert echter van na <strong>Spinoza</strong>'s dood. <strong>Klever</strong>: “Ik ben er speciaal voor naar Lei<strong>de</strong>n gegaan<br />

en ik heb <strong>de</strong> Politica doorgenomen. En er staat geen enkele rechtstreekse aanspreking in.<br />

Steenbakkers verzint maar wat.”<br />

<strong>Klever</strong> kwam ook kanttekeningen in <strong>de</strong> ik-vorm tegen die volgens hem evenzeer afkomstig moeten<br />

zijn van <strong>Spinoza</strong> zelf. Aan het ein<strong>de</strong> van <strong>Spinoza</strong>'s uiteenzetting over emoties, staat zo'n<br />

aantekening. “Na <strong>de</strong> <strong>op</strong>merking dat het niet nodig is ver<strong>de</strong>r <strong>op</strong> <strong>de</strong> aard en <strong>de</strong> oorsprong van <strong>de</strong><br />

emoties in te gaan, is er in <strong>de</strong> kantlijn bijgeschreven: 'Dat on<strong>de</strong>rzoek baart intussen wel <strong>de</strong><br />

schoonste gedachten, zoals ik te zijner tijd zal aantonen.' Natuurlijk kan <strong>de</strong> criticus beweren dat<br />

hier een ghostwriter aan het werk is geweest, maar dat ligt niet voor <strong>de</strong> hand. Ik <strong>de</strong>nk dat hier een<br />

aantekening van <strong>Spinoza</strong> is overgenomen.”


Sommige toevoegingen kunnen volgens <strong>Klever</strong> om diplomatieke re<strong>de</strong>nen uit <strong>de</strong> gedrukte tekst zijn<br />

gehou<strong>de</strong>n. <strong>Spinoza</strong> hield er voor die tijd namelijk zeer radicale <strong>de</strong>nkbeel<strong>de</strong>n <strong>op</strong> na. Behalve<br />

geldgebrek kan dit ook <strong>de</strong> re<strong>de</strong>n zijn waarom <strong>de</strong> toevoegingen niet in <strong>de</strong> twee<strong>de</strong> editie van <strong>de</strong><br />

Ethica wer<strong>de</strong>n <strong>op</strong>genomen. De uitgever van <strong>de</strong> Ethica stond on<strong>de</strong>r druk: hij moest zich ge<strong>de</strong>isd<br />

hou<strong>de</strong>n. Zo kreeg hij bezoek van <strong>de</strong> politie omdat hij god<strong>de</strong>loze lectuur verkocht. Een fout in <strong>de</strong><br />

procedure behoed<strong>de</strong> hem voor het cachot. <strong>Klever</strong> vertaalt uit <strong>de</strong> Ethica: “'Hoe meer iemand zijn<br />

eigen nut nastreeft en kan bereiken, dat wil zeggen zichzelf behou<strong>de</strong>n, zoveel machtiger en<br />

<strong>de</strong>ugdzamer is hij. Voor zover men daarentegen metterdaad nalaat zijn eigen voor<strong>de</strong>el te zoeken,<br />

dat wil zeggen zijn bestaan te behou<strong>de</strong>n, is men machteloos.' Hier is 'en slecht' toegevoegd,<br />

waardoor <strong>de</strong> stelling symmetrie krijgt.” Het i<strong>de</strong>e dat je slecht bent als je niet in staat bent je<br />

eigenbelang te behartigen, was zo in strijd met <strong>de</strong> christelijke cultuur waarin <strong>Spinoza</strong> leef<strong>de</strong>, dat<br />

hij die conclusie volgens <strong>Klever</strong> misschien bij na<strong>de</strong>r inzien liever heeft weggelaten.<br />

Nog een voorbeeld: “<strong>Spinoza</strong> schrijft: 'Om te bepalen wat <strong>de</strong> verschillen zijn tussen <strong>de</strong> menselijke<br />

ziel en overige zielen, en in welk <strong>op</strong>zicht zij superieur is aan <strong>de</strong> overige zielen, 'en inferieur'<br />

(tussenvoegsel), moet ik een stuk fysiologie i<strong>nl</strong>assen.' Voor <strong>Spinoza</strong> was <strong>de</strong> mens namelijk niet<br />

superieur. Zon<strong>de</strong>r <strong>de</strong> toevoeging, zou je dat kunnen gaan <strong>de</strong>nken. De toevoeging is echter wel een<br />

aanscherping, zoals veel aantekeningen dat zijn. De kenner weet al lang dat <strong>Spinoza</strong> zo dacht.<br />

Maar <strong>de</strong> aanscherping zou <strong>de</strong> toenmalige mens, die het nog niet wist, geweldig shockeren.”<br />

<strong>Spinoza</strong>'s filosofie druiste radicaal in tegen <strong>de</strong> christelijke levensbeschouwing van die dagen. De<br />

toevoegingen in <strong>de</strong> Leidse tekst hangen hiermee samen. <strong>Klever</strong>: “In <strong>de</strong> appendix van <strong>de</strong>el 1 legt<br />

<strong>Spinoza</strong> uit waarom mensen altijd in godsdienstige vooroor<strong>de</strong>len zou<strong>de</strong>n blijven steken als <strong>de</strong><br />

wetenschap hun niet een an<strong>de</strong>re waarheidsnorm toon<strong>de</strong>. Daarnaast zegt <strong>Spinoza</strong> nog an<strong>de</strong>re<br />

manieren te weten waar<strong>op</strong> mensen hun vooroor<strong>de</strong>len kunnen leren herkennen, maar die somt hij<br />

niet <strong>op</strong>. In <strong>de</strong> commentaren <strong>op</strong> <strong>de</strong> Ethica die in <strong>de</strong> lo<strong>op</strong> <strong>de</strong>r eeuwen zijn geschreven, heeft men<br />

zich altijd afgevraagd welke manieren hij bedoeld zou kunnen hebben. Het antwoord van <strong>Spinoza</strong><br />

ligt er nu. Hij noemt er nog drie: 'Aandacht voor <strong>de</strong> gevarieer<strong>de</strong> ervaring. Het <strong>op</strong>merken van <strong>de</strong><br />

re<strong>de</strong>nen van hun meningen. Beschouwing van <strong>de</strong> fabels <strong>de</strong>r mensen over hun go<strong>de</strong>n, welke niet<br />

kunstig genoeg doordacht zijn.”'<br />

Met <strong>de</strong> eerste doelt <strong>Spinoza</strong> volgens <strong>Klever</strong> <strong>op</strong> <strong>de</strong> relativering van het eigen geloof dat ontstaat<br />

door <strong>de</strong> kennismaking met an<strong>de</strong>re culturen. Met <strong>de</strong> twee<strong>de</strong> bedoelt hij <strong>de</strong> lessen die men kan<br />

trekken wanneer men <strong>de</strong> re<strong>de</strong>nen voor menselijke <strong>op</strong>inies nagaat. Mensen kunnen van mening zijn<br />

dat ze boete moeten doen omdat ze geloven dat God boos is. De <strong>de</strong>r<strong>de</strong> manier spreekt voor zich.<br />

“Op <strong>de</strong>zelf<strong>de</strong> bladzij<strong>de</strong> staan nog twee formidabele aantekeningen. De ene gaat over <strong>de</strong><br />

bijgelovige toeschrijving van het kwaad aan <strong>de</strong> duivel en <strong>de</strong> wijze waar<strong>op</strong> vrees <strong>de</strong> miserabele<br />

mens tiranniseert. De an<strong>de</strong>re gaat over <strong>de</strong> neiging van eenvoudige mensen om zich geheel aan<br />

personen van gezag toe te vertrouwen en over het geloof als <strong>de</strong> stal van <strong>de</strong> verschrikkelijke<br />

onwetendheid, als 'grootste obstakel voor <strong>de</strong> ware wijsheid en <strong>de</strong> soli<strong>de</strong> doctrine'. Deze<br />

aantekeningen passen wat stijl en inhoud betreft helemaal in <strong>Spinoza</strong>'s betoog. Ik herken ze als<br />

authentiek Spinozistisch en beschouw ze als aantekeningen die rechtstreeks afkomstig zijn van<br />

eer<strong>de</strong>re, wellicht heel vroege afschriften van <strong>Spinoza</strong>'s werk, die vollediger waren dan <strong>de</strong> thans<br />

gedrukte tekst.”<br />

<strong>Klever</strong> is niet on<strong>de</strong>r <strong>de</strong> indruk van <strong>de</strong> aanval van zijn criticus Steenbakkers in NRC Han<strong>de</strong>lsblad.<br />

Steenbakkers zegt dat <strong>Klever</strong> niet wil inzien dat <strong>de</strong> aantekeningen afkomstig zijn van een<br />

commentator die principiële reserves heeft bij <strong>Spinoza</strong>'s wijsbegeerte in het algemeen. In plaats<br />

van verhel<strong>de</strong>ren<strong>de</strong> <strong>op</strong>merkingen, geeft <strong>de</strong>ze commentator in <strong>de</strong> kantlijn lucht aan zijn ergernis en<br />

afkeuring. <strong>Klever</strong>: “Er is niet één commentator, zoals Steenbakkers stelt. Er zijn er minstens drie.<br />

Alleen <strong>op</strong> on<strong>de</strong>r<strong>de</strong>len hebben ze kritiek. Altijd vragen ze om verhel<strong>de</strong>ring, of stellen ze<br />

verbeteringen voor <strong>op</strong> basis van <strong>de</strong> beginselen van <strong>Spinoza</strong>'s filosofie.” Dat Steenbakkers <strong>de</strong><br />

persoo<strong>nl</strong>ijke noot mist die aantekeningen van vrien<strong>de</strong>n zou<strong>de</strong>n kenmerken, berust volgens <strong>Klever</strong><br />

<strong>op</strong> een typisch twintigste-eeuws i<strong>de</strong>e.<br />

“Steenbakkers probeert me te beschadigen, maar in plaats van <strong>de</strong> pijlers van mijn stelling on<strong>de</strong>ruit<br />

te halen - dat het hier authentiek materiaal van <strong>Spinoza</strong> en zijn vrien<strong>de</strong>n betreft - zit hij wat verf<br />

van mijn pilaren af te krabben.”<br />

C<strong>op</strong>yright: Trouw<br />

D oor Leon <strong>op</strong> 14 oktob er 1995


http://www.<strong><strong>de</strong>spinoza</strong>.<strong>nl</strong>/spinoza/artikelen/in_<strong>de</strong>_kantlijn.shtml<br />

Recensies door Michaël Zeeman<br />

Bla<strong>de</strong>rend door wat ou<strong>de</strong> Volkskranten kwam er een recensie tevoorschijn van Michael Zeeman<br />

over Fokke Akkerman's vertaling van <strong>Spinoza</strong>'s Tractatus theologico-politicus. In <strong>de</strong> recensie wordt<br />

ook 'The God of <strong>Spinoza</strong>' van Richard Mason en 'Mannen rond <strong>Spinoza</strong>' van <strong>Wim</strong> <strong>Klever</strong> besproken.<br />

In alle re<strong>de</strong>lijkheid en met alle respect NIEUWE VERTALING VAN SPINOZA'S TRAKTAAT<br />

<strong>de</strong> Volkskrant, Boeken, 16 mei 1997 (pagina 33)<br />

MICHAEL ZEEMAN<br />

HET ENIGE BEZWAAR tegen <strong>de</strong> vertaling die Fokke Akkerman maakte van <strong>Spinoza</strong>'s beroem<strong>de</strong><br />

Tractatus theologico-politicus is <strong>de</strong> verschijningsdatum ervan: zaterdag 17 mei 1997. Drie maan<strong>de</strong>n<br />

eer<strong>de</strong>r zou werkelijk een godsgeschenk zijn geweest. Dan had het boek, meer dan drie eeuwen na<br />

verschijning van <strong>de</strong> oorspronkelijke, in het Latijn gestel<strong>de</strong> versie, ineens een rol kunnen vervullen<br />

in <strong>de</strong> verwar<strong>de</strong> en hardvochtige <strong>de</strong>batten die, in geschrifte en in zaaltjes, ter gelegenheid van het<br />

thema van <strong>de</strong> Boekenweek wer<strong>de</strong>n georganiseerd.<br />

<strong>Spinoza</strong><br />

De verschijning van <strong>de</strong> nieuwe vertaling wordt gevierd als post scriptum bij het congres 'Hon<strong>de</strong>rd<br />

jaar <strong>Spinoza</strong> in Ne<strong>de</strong>rland en België', dat <strong>de</strong> Vereniging Het <strong>Spinoza</strong>huis voor gisteren en vandaag<br />

had belegd. Mei 1997 hebben we dus, voor het eerst se<strong>de</strong>rt W. Meijer in 1895 zijn vertaling van het<br />

Godgeleerd staatkundig vertoog publiceer<strong>de</strong>, weer een voor ie<strong>de</strong>reen toegankelijke versie van<br />

<strong>Spinoza</strong>'s Theologisch-Politiek Traktaat.<br />

In <strong>de</strong> Boekenweek zou <strong>de</strong> vertaling niet zomaar een rol hebben vervuld maar, zo weet <strong>de</strong> lezer die<br />

<strong>de</strong> scha<strong>de</strong> nu inhaalt, een sleutelrol, als een even strenge als beminnelijke Salomo tussen <strong>de</strong><br />

twisten<strong>de</strong> partijen die respectievelijk het zwoele sentimentalisme en het kortzichtige rationalisme<br />

ver<strong>de</strong>dig<strong>de</strong>n.<br />

Want <strong>Spinoza</strong>'s positie laat zich het best samenvatten als het elegante mid<strong>de</strong>n tussen <strong>de</strong> extremen<br />

van het 'in alle re<strong>de</strong>lijkheid' en het 'met alle respect'. Hij is <strong>de</strong> auteur die het godsgeloof niet <strong>op</strong><br />

voorhand <strong>op</strong>geeft en belachelijk maakt, al dachten zijn tijdgenoten in <strong>de</strong> zeventien<strong>de</strong> eeuw daar<br />

an<strong>de</strong>rs over en noem<strong>de</strong>n ze hem 'die doornaai<strong>de</strong> vin<strong>de</strong>r ener alleringewikkeldste ongodisterij'. En<br />

hij is tegelijkertijd <strong>de</strong> auteur die maar één kracht erkent als het om <strong>de</strong> analyse van dat geloof<br />

gaat, namelijk die van <strong>de</strong> re<strong>de</strong>. Wat hij niet begrijpt, kan hij niet gebruiken: hij zegt het zelfs met<br />

zoveel woor<strong>de</strong>n en bij herhaling, maar hij minacht het niet.<br />

Daar lijkt een pij<strong>nl</strong>ijk scherpe spagaat voor nodig, maar dat is niet zo. In een door Akkerman<br />

goed<strong>de</strong>els in kraakhel<strong>de</strong>r Ne<strong>de</strong>rlands vertaald betoog, dat hij bovendien met ontzagwekken<strong>de</strong><br />

eruditie van aantekeningen voorzag - wie zei er dat Neolatijn een overbodig vak was? - analyseert<br />

<strong>Spinoza</strong> <strong>de</strong> bronnen en <strong>de</strong> verschijningsvormen van <strong>de</strong> godsdienst en houdt hij ten slotte zowel het<br />

respect voor <strong>de</strong> godsdienst als het geloof in <strong>de</strong> kracht van zijn verstand over.


Dat ziet er nu uit alsof het niet an<strong>de</strong>rs kon, alsof dit in<strong>de</strong>rdaad <strong>de</strong> enige wijze was waar<strong>op</strong> een kind<br />

van <strong>de</strong> zeventien<strong>de</strong> eeuw, verscheurd tussen het traditionele geloof <strong>de</strong>r va<strong>de</strong>ren en <strong>de</strong> vruchten<br />

van <strong>de</strong> wetenschappelijke revolutie die zich on<strong>de</strong>r zijn ogen door het werk van Galileo Galileï en<br />

René Descartes voltrok, <strong>de</strong> vraag kon beantwoor<strong>de</strong>n hoe je in God kon blijven geloven zon<strong>de</strong>r je<br />

ogen te sluiten voor <strong>de</strong> mechanismen die ten grondslag leken te liggen aan <strong>de</strong> natuurlijke<br />

verschijnselen en ons natuurkundig geformuleerd begrip daarvan. Hij was <strong>de</strong> dienaar van twee<br />

reeksen wetten, die van Mozes en die van <strong>de</strong> natuurwetenschap.<br />

Hij was <strong>op</strong>gegroeid in <strong>de</strong> dubbelcultuur van het in Amsterdam <strong>op</strong>gesnoven zeventien<strong>de</strong>-eeuws<br />

Hollands christendom en het thuis geërf<strong>de</strong> Portugese jo<strong>de</strong>ndom uit <strong>de</strong> zestien<strong>de</strong> eeuw, een<br />

dubbelcultuur die haast een triplecultuur was, doordat zijn voorva<strong>de</strong>ren maranen waren gewor<strong>de</strong>n,<br />

jo<strong>de</strong>n die zich uiterlijk tot het christendom bekeer<strong>de</strong>n, maar heimelijk Christus als <strong>de</strong> valse Messias<br />

bleven beschouwen. Hij ken<strong>de</strong> <strong>de</strong> tint grijs tussen het zwart en het wit van twee onverenigbare<br />

levensbeschouwingen. En die drievoudige bron breid<strong>de</strong> zich uit met wat hij te horen kreeg <strong>op</strong> <strong>de</strong><br />

Latijnse school van Franciscus van <strong>de</strong>n En<strong>de</strong>n, <strong>de</strong> uit Antwerpen gevluchte ex-jezuïet, die<br />

vertrouwd was met <strong>de</strong> vruchten die <strong>de</strong> ontluiken<strong>de</strong> natuurwetenschap bijna dagelijks aandroeg.<br />

Het is verlei<strong>de</strong>lijk om het Theologisch-Politiek Traktaat louter te lezen als <strong>de</strong> apotheose van een<br />

zeventien<strong>de</strong>-eeuwse discussie. De Rotterdamse <strong>Spinoza</strong>-kenner <strong>Wim</strong> <strong>Klever</strong>, die zoëven een aantal<br />

van zijn <strong>de</strong>tailstudies naar het geestelijk klimaat in Hollands zeventien<strong>de</strong> eeuw bun<strong>de</strong>l<strong>de</strong> in<br />

Mannen rond <strong>Spinoza</strong>, interpreteert het werk van on<strong>de</strong>r an<strong>de</strong>ren Van <strong>de</strong>n En<strong>de</strong>n, Johannes Hud<strong>de</strong>,<br />

Lo<strong>de</strong>wijk Meyer en <strong>de</strong> o<strong>nl</strong>angs nog door Rudy Kousbroek beween<strong>de</strong> eerste <strong>op</strong>e<strong>nl</strong>ijke atheïst uit <strong>de</strong>ze<br />

streken, Adriaan Koerbagh, als tekenen van een emancipatiebeweging. <strong>Klever</strong> vindt haar in die<br />

twee<strong>de</strong> helft van <strong>de</strong> zeventien<strong>de</strong> eeuw <strong>op</strong> allerlei terreinen terug, in <strong>de</strong> wetenschapsfilosofie, <strong>de</strong><br />

theologie, <strong>de</strong> bijbelkritiek, <strong>de</strong> hermeneutiek, <strong>de</strong> natuurkun<strong>de</strong> en <strong>de</strong> geneeskun<strong>de</strong>. Daar was een<br />

hele generatie bezig zich los te maken van vooroor<strong>de</strong>el en angst, een generatie die, onzeker maar<br />

gulzig, leer<strong>de</strong> vertrouwen <strong>op</strong> <strong>de</strong> kracht van haar eigen verstand en <strong>de</strong> overtuigingskracht van haar<br />

eigen inzicht.<br />

En ook <strong>Klever</strong>s mozaïek neemt <strong>de</strong> draad <strong>op</strong> van hon<strong>de</strong>rd jaar gele<strong>de</strong>n, net als Akkermans vertaling;<br />

toen, in 1896, publiceer<strong>de</strong> K.O. Meinsma zijn nog altijd bruikbare <strong>Spinoza</strong> en zijn kring en bracht<br />

hij <strong>de</strong>els <strong>de</strong>zelf<strong>de</strong> figuren en hun <strong>op</strong>vattingen in kaart die nu bij <strong>Klever</strong> weer aan bod komen. De<br />

lijst namen is aangevuld, maar een echte ge<strong>de</strong>tailleer<strong>de</strong> kaart zit er voorl<strong>op</strong>ig niet in: daarvoor is<br />

er <strong>de</strong> afgel<strong>op</strong>en eeuw, me<strong>de</strong> door toedoen van <strong>de</strong> werkzaamhe<strong>de</strong>n van <strong>de</strong> Vereniging Het<br />

<strong>Spinoza</strong>huis, te veel bekend gewor<strong>de</strong>n over het individuele geploeter, het <strong>de</strong>nken en han<strong>de</strong>len van<br />

<strong>de</strong> le<strong>de</strong>n van die kring - die trouwens, zeggen we nu, geen kring was, maar veeleer een toevallige<br />

verzameling punten.<br />

Maar <strong>Spinoza</strong>'s Traktaat lezen alsof het slechts een historische tekst was, die, hoe belangrijk ook,<br />

vooral documentaire waar<strong>de</strong> heeft, zou hem ernstig tekort doen - en het zou bovendien <strong>de</strong> huidige<br />

discussie over <strong>de</strong> rechtmatigheid of <strong>de</strong> onzinnigheid van enigerlei vorm van godsgeloof tekort doen.<br />

<strong>Klever</strong> wil dat natuurlijk ook helemaal niet; daarvoor zijn zijn kennis van en zijn aan verafgoding<br />

raken<strong>de</strong> bewon<strong>de</strong>ring voor <strong>Spinoza</strong> veel te groot. Zijn <strong>de</strong>tailstudies naar het werk van <strong>de</strong><br />

zeventien<strong>de</strong>-eeuwse geleer<strong>de</strong>n en <strong>op</strong>iniemakers die <strong>Spinoza</strong>'s intellectuele bioto<strong>op</strong> uitmaakten,<br />

tonen namelijk niet alleen aan dat <strong>Spinoza</strong> met zijn thema's, vragen en metho<strong>de</strong>n een kind van zijn<br />

tijd was, maar vooral ook hoezeer hij een gedisciplineerd, oorspronkelijk, radicaal en evenwichtig<br />

<strong>de</strong>nker was. Door het perspectief van zijn omgeving te schetsen, beklemtoont <strong>Klever</strong> <strong>de</strong> immense<br />

statuur van <strong>Spinoza</strong> zelf.<br />

Hoe bruikbaar dat godsbeeld van <strong>Spinoza</strong> los van zijn zeventien<strong>de</strong>-eeuwse context is, blijkt ook uit<br />

Richard Masons The God of <strong>Spinoza</strong>. Hij plaatst <strong>Spinoza</strong> boven <strong>op</strong> <strong>de</strong> horens van het dilemma dat<br />

zijn tijdgenoot Blaise Pascal, in <strong>de</strong> weer met hetzelf<strong>de</strong> conflict tussen geloof en wetenschap,<br />

formuleer<strong>de</strong>: <strong>de</strong> God van <strong>de</strong> filosofen versus <strong>de</strong> God van Abraham, Isaac en Jacob - en Mason<br />

aarzelt niet daar '<strong>de</strong> God van <strong>Spinoza</strong>' als uitkomst voor aan te bie<strong>de</strong>n. En hij gelooft het echt - in<br />

alle re<strong>de</strong>lijkheid en met alle respect.<br />

Die re<strong>de</strong>lijkheid zit hem natuurlijk vooreerst in <strong>de</strong> metho<strong>de</strong> die <strong>Spinoza</strong> in zijn Traktaat volg<strong>de</strong>.<br />

Zel<strong>de</strong>n heeft iemand een doorzichtiger re<strong>de</strong>neertrant gehanteerd dan <strong>Spinoza</strong>: hij doet geen stap<br />

die je niet volgen kunt, en als die stap lichte twijfel <strong>op</strong>roept, weet hij dat zelf blijkbaar zo goed,<br />

dat hij als het ware even naast zijn betoog gaat staan om die twijfel te analyseren. Zijn tekst roept


eamen<strong>de</strong> streepjes in <strong>de</strong> kantlijn <strong>op</strong>, geen snibbige vraagtekens of norse non sequiturs.<br />

Hij begint bij <strong>de</strong> <strong>op</strong>enbaringsgrond van <strong>de</strong> godsdienst, die in zijn geval <strong>de</strong> joods-christelijke is, en<br />

hij eindigt bij <strong>de</strong> noodzaak van absolute godsdienstvrijheid. Op <strong>de</strong> weg van het evi<strong>de</strong>nte<br />

fundamentalisme dat een <strong>op</strong>enbaring met zich meebrengt, naar <strong>de</strong> ge<strong>de</strong>gen tolerantie die hij<br />

bepleit, doet hij eige<strong>nl</strong>ijk nooit iets waarmee je nu, driehon<strong>de</strong>r<strong>de</strong>nnogwat jaar later, niet kunt<br />

instemmen.<br />

En on<strong>de</strong>rweg vindt hij van alles uit: een soort fenomenologie van <strong>de</strong> godsdienst en een<br />

methodische manier om <strong>de</strong> Bijbel te bestu<strong>de</strong>ren. Hij gebruikt daarbij niets an<strong>de</strong>rs dan zijn eigen<br />

verstand, zijn kennis van en respect voor <strong>de</strong> Bijbel en zijn overtuiging dat het geen zin heeft <strong>de</strong><br />

inzichten van <strong>de</strong> natuurwetenschap te negeren.<br />

De verleiding is groot het boek te gebruiken als nawoord bij <strong>de</strong> Boekenweek, er een stapeltje van<br />

aan te schaffen en Gerrit Komrij, Rudy Kousbroek, Nico ter Lin<strong>de</strong>n en Marjoleine <strong>de</strong> Vos er een<br />

exemplaar van ten geschenke te sturen - nu ja, alleen die eerste twee, <strong>de</strong> twee an<strong>de</strong>ren zou<strong>de</strong>n<br />

zich maar kwaaiig <strong>op</strong>win<strong>de</strong>n over zoveel hel<strong>de</strong>rheid.<br />

Michaël Zeeman<br />

<strong>Spinoza</strong>: Theologisch-Politiek Traktaat.<br />

Uit het Latijn vertaald, ingeleid en van verklaren<strong>de</strong> aantekeningen voorzien door F. Akkerman.<br />

Wereldbibliotheek; 548 pagina's; ƒ 80,-.<br />

ISBN 90 284 1773 7.<br />

Richard Mason: The God of <strong>Spinoza</strong> - A Philos<strong>op</strong>hical Study.<br />

Cambridge University Press, import Nilsson & Lamm; 272 pagina's; ƒ 117,60.<br />

ISBN 0 521 58162 1.<br />

<strong>Wim</strong> <strong>Klever</strong>: Mannen rond <strong>Spinoza</strong> (1650-1700) - Presentatie van een emanciperen<strong>de</strong> generatie.<br />

Verloren; 250 pagina's; ƒ 46,-.<br />

ISBN 90 6550 563 6.<br />

C<strong>op</strong>yright: <strong>de</strong> Volkskrant<br />

D oor Leon <strong>op</strong> 16 m ei 1997<br />

http://www.<strong><strong>de</strong>spinoza</strong>.<strong>nl</strong>/spinoza/recensies/recensies_door.shtml<br />

Nieuwe vertaling van <strong>Spinoza</strong>'s Tractatus theologico-politicus; De rationele weg tot<br />

het eeuwige inzicht<br />

In 1665, een jaar na het uitbreken van <strong>de</strong> Twee<strong>de</strong> Engelse oorlog, schrijft <strong>Benedictus</strong> <strong>de</strong> <strong>Spinoza</strong><br />

aan zijn Britse vriend Henry Ol<strong>de</strong>nburg dat '<strong>de</strong>ze woelingen' hem geen aa<strong>nl</strong>eiding geven 'tot lachen<br />

noch ook tot tranen, zij sporen mij veeleer aan om te filosoferen en <strong>de</strong> menselijke natuur te<br />

observeren. Want ik geloof dat ik niet het recht heb met <strong>de</strong> natuur te spotten en nog veel min<strong>de</strong>r<br />

over haar te klagen, wanneer ik be<strong>de</strong>nk dat <strong>de</strong> mensen en al het an<strong>de</strong>re slechts een <strong>de</strong>el zijn van<br />

<strong>de</strong> natuur'.<br />

Door Arnold Heumakers, uit NRC Han<strong>de</strong>lsblad, 16-05-1997<br />

<strong>Benedictus</strong> <strong>de</strong> <strong>Spinoza</strong>: Theologisch-politiek traktaat. Uit het Latijn vertaald, ingeleid en van<br />

verklaren<strong>de</strong> aantekeningen voorzien door F. Akkerman. Wereldbibliotheek, 548 blz. f. 80,-<br />

<strong>Wim</strong> <strong>Klever</strong>: Mannen rond <strong>Spinoza</strong> (1650-1700). Presentatie van een emanciperen<strong>de</strong> generatie.<br />

Verloren, 249 blz. f. 46,-<br />

In het verle<strong>de</strong>n was zijn houding aanzie<strong>nl</strong>ijk min<strong>de</strong>r irenisch, moet hij bekennen. Alles wat niet<br />

strookte met 'onze filosofische geest' kwam hem toen voor als 'ij<strong>de</strong>l, ongeor<strong>de</strong>nd en dwaas'. Nu<br />

realiseert hij zich <strong>de</strong> beperkingen van zijn kennis en laat hij 'ie<strong>de</strong>r leven naar zijn neiging, en<br />

waarlijk, zij die dat willen, mogen sterven voor wat hun goed lijkt, als ik maar mag leven voor <strong>de</strong><br />

waarheid'.<br />

De passages uit <strong>de</strong>ze brief zijn al vaak geciteerd, en niet ten onrechte. In kort bestek typeren ze<br />

<strong>Spinoza</strong> (1632-1677) en diens benij<strong>de</strong>nswaardige combinatie van filosofische berusting en<br />

nieuwsgierigheid. De schrijver van <strong>de</strong> Ethica was geen moralist in <strong>de</strong> gebruikelijke zin van het


woord. Hij leert zijn lezers niet hoe ze zich moeten gedragen, hij toont hun alleen hoe ze zijn en<br />

hoe ze zich kunnen verbeteren, zon<strong>de</strong>r dat hij zich daarover al te grote illusies maakt. De meeste<br />

mensen waren toch niet in staat <strong>op</strong> te stijgen tot <strong>de</strong> hoogste wijsheid. Het was al mooi genoeg als<br />

ze <strong>de</strong> weinige filosofen in hun mid<strong>de</strong>n niets in <strong>de</strong> weg leg<strong>de</strong>n.<br />

Tractatus<br />

Helaas <strong>de</strong><strong>de</strong>n ze dat vaak wèl, gebrek aan wijsheid en intolerantie gaan nu eenmaal hand in hand,<br />

wist <strong>Spinoza</strong>. Daarom werd <strong>de</strong> filosoof soms gedwongen zijn zelfgekozen positie van afstan<strong>de</strong>lijk<br />

observator te verlaten, om voor zichzelf en zijn geestverwanten in het krijt te tre<strong>de</strong>n. In 1665 was<br />

het zover. In <strong>de</strong>zelf<strong>de</strong> brief aan Ol<strong>de</strong>nburg <strong>de</strong>elt <strong>Spinoza</strong> mee dat hij werkt aan een verhan<strong>de</strong>ling<br />

over zijn 'inzichten betreffen<strong>de</strong> <strong>de</strong> Schrift', en wel om drie re<strong>de</strong>nen. Hij wil <strong>de</strong> vooroor<strong>de</strong>len van <strong>de</strong><br />

theologen bestrij<strong>de</strong>n, die zo'n hin<strong>de</strong>rlijke belemmering zijn voor <strong>de</strong> filosofie. Hij ho<strong>op</strong>t het verwijt<br />

van atheïsme te ontzenuwen, dat hem door 'het gewone volk' wordt gemaakt. En hij wil <strong>op</strong>komen<br />

voor '<strong>de</strong> vrijheid om te filosoferen en te zeggen wat we <strong>de</strong>nken', tegen <strong>de</strong> calvinistische<br />

predikanten die ervan dromen Holland te veran<strong>de</strong>ren in een theocratie naar oudtestamentisch<br />

mo<strong>de</strong>l.<br />

De bedoel<strong>de</strong> verhan<strong>de</strong>ling is <strong>de</strong> Tractatus theologico-politicus, die in 1670 anoniem werd<br />

gepubliceerd, zogenaamd in Hamburg door Heinrich Künrath; in werkelijkheid verscheen het boek<br />

in Amsterdam bij <strong>de</strong> vrijzinnige boekhan<strong>de</strong>laar Jan Riewerts Jr. De anonimiteit was geen<br />

overbodige luxe. Want <strong>de</strong> Republiek mocht dan on<strong>de</strong>r het bewind van raadpensionaris Johan <strong>de</strong><br />

Witt een van <strong>de</strong> meest verdraagzame naties van Eur<strong>op</strong>a zijn, wat <strong>Spinoza</strong> over <strong>de</strong> Schrift te mel<strong>de</strong>n<br />

had ging zelfs velen van zijn verlichte tijdgenoten te ver, om over <strong>de</strong> orthodoxe christenen en<br />

jo<strong>de</strong>n nu maar te zwijgen. Van allerlei kanten werd <strong>de</strong> Tractatus bestre<strong>de</strong>n en twee jaar na <strong>de</strong> val<br />

van De Witt in het rampjaar 1672 volg<strong>de</strong> een officieel verbod. Desondanks bleek <strong>de</strong> verko<strong>op</strong> een<br />

succes: binnen korte tijd kwamen er tien edities en nog voor het eind van <strong>de</strong> eeuw ontston<strong>de</strong>n er<br />

drie Ne<strong>de</strong>rlandse vertalingen van <strong>de</strong> oorspronkelijk in het Latijn geschreven tekst.<br />

De vier<strong>de</strong> - volledige - vertaling liet <strong>op</strong> zich wachten tot 1894. De vijf<strong>de</strong> vertaling, van <strong>de</strong> hand van<br />

F. Akkerman, verschijnt nu pas. Verbazingwekkend eige<strong>nl</strong>ijk, als je beseft dat dit Theologischpolitiek<br />

traktaat niet alleen het meest omvangrijke geschrift van <strong>Spinoza</strong> is, maar na <strong>de</strong> - in 1677<br />

postuum gepubliceer<strong>de</strong> - Ethica ook het meest belangrijke en invloedrijke. Gelukkig is alle geduld<br />

niet vergeefs geweest, want Akkerman heeft van <strong>Spinoza</strong>'s Latijn hel<strong>de</strong>r en leesbaar Ne<strong>de</strong>rlands<br />

weten te maken. Dankzij <strong>de</strong> vele annotaties is <strong>de</strong> uitgave bovendien een won<strong>de</strong>r van eruditie<br />

gewor<strong>de</strong>n, dat niet on<strong>de</strong>r doet voor <strong>de</strong> eer<strong>de</strong>r bij <strong>de</strong>zelf<strong>de</strong> uitgever verschenen Briefwisseling en<br />

Korte geschriften van <strong>Spinoza</strong>.<br />

Polemisch<br />

An<strong>de</strong>rs dan <strong>de</strong> naar geometrische trant geor<strong>de</strong>n<strong>de</strong> Ethica, met zijn even strenge als bizarre<br />

<strong>op</strong>eenvolging van <strong>de</strong>finities, axioma's, stellingen en bewijzen, is <strong>de</strong> Tractatus geschreven als een<br />

doorl<strong>op</strong>end betoog, overzichtelijk ver<strong>de</strong>eld in twintig hoofdstukken. Een hele vera<strong>de</strong>ming voor <strong>de</strong><br />

lezer die met <strong>de</strong> Ethica zijn hersens heeft gepijnigd. Toch zijn bei<strong>de</strong> boeken niet goed los van<br />

elkaar te zien. In zijn i<strong>nl</strong>eiding spreekt Akkerman zelfs van een 'tweeluik': in het ene boek zet<br />

<strong>Spinoza</strong> zijn metafysisch systeem uiteen, in het an<strong>de</strong>re boek <strong>de</strong>monstreert hij <strong>de</strong> politieke en<br />

religieuze consequenties ervan, die tevens zijn <strong>op</strong> te vatten als <strong>de</strong> maatschappelijke voorwaar<strong>de</strong>n<br />

waaron<strong>de</strong>r een leven volgens dat systeem mogelijk is. En wenselijk uiteraard, want <strong>Spinoza</strong> laat er<br />

geen twijfel over bestaan dat het in <strong>de</strong> Ethica bereikte inzicht in God en wereld voor hem het<br />

hoogste levensdoel vertegenwoordigt.<br />

Om dat levensdoel te bereiken was <strong>de</strong> libertas philos<strong>op</strong>handi, <strong>de</strong> vrijheid van filosoferen,<br />

onontbeerlijk. De staat dien<strong>de</strong> <strong>de</strong>ze te garan<strong>de</strong>ren, niet alleen omdat <strong>de</strong> gewenste vrijheid van<br />

<strong>de</strong>nken en spreken geen enkel gevaar voor <strong>de</strong> vre<strong>de</strong> en <strong>de</strong> vroomheid behelst, maar ook en vooral<br />

omdat die vre<strong>de</strong> en vroomheid verloren gaan als <strong>de</strong> vrijheid ontbreekt. In zijn voorre<strong>de</strong> noemt<br />

<strong>Spinoza</strong> dit 'het voornaamste wat ik mij voorgenomen heb in dit traktaat uiteen te zetten'. Hier zit<br />

ook <strong>de</strong> polemische lading van <strong>de</strong> tekst. In <strong>de</strong> zeventien<strong>de</strong> eeuw met haar bloedige<br />

godsdiensttwisten waren <strong>de</strong> meeste christenen immers niet bereid die vrijheid aan<br />

an<strong>de</strong>rs<strong>de</strong>nken<strong>de</strong>n te gunnen.


Voor <strong>Spinoza</strong> was dat in feite het bewijs van zijn gelijk. Alle tweespalt en geweld weet hij aan <strong>de</strong><br />

heilloze vermenging van politiek en godsdienst. Zodra <strong>de</strong> theologen het voor het zeggen kregen,<br />

verstoor<strong>de</strong>n ze met hun meningsverschillen <strong>de</strong> or<strong>de</strong> van <strong>de</strong> staat. Om die re<strong>de</strong>n moest niet <strong>de</strong><br />

godsdienst <strong>de</strong> politiek regeren, maar <strong>de</strong> politiek <strong>de</strong> godsdienst, iets wat volgens <strong>Spinoza</strong> heel goed<br />

kon samengaan met vrijheid van <strong>de</strong>nken en spreken. Alleen wanneer het theologisch dispuut tot<br />

ongewenste da<strong>de</strong>n leid<strong>de</strong>, dien<strong>de</strong> <strong>de</strong> overheid, zo nodig met har<strong>de</strong> hand, in te grijpen.<br />

Veel waar<strong>de</strong>ring voor <strong>de</strong> kwesties waar <strong>de</strong> theologen van zijn tijd zich druk om maakten, blijkt niet<br />

uit dit standpunt. Bijna al die kwesties had<strong>de</strong>n te maken met <strong>de</strong> interpretatie van <strong>de</strong> Schrift,<br />

waarvan elke letter als heilig werd beschouwd. Een fatale misvatting, meen<strong>de</strong> <strong>Spinoza</strong>, die enkel<br />

rampspoed en ellen<strong>de</strong> had <strong>op</strong>geleverd. 'Geen ketter son<strong>de</strong>r letter', citeert hij een Ne<strong>de</strong>rlands<br />

spreekwoord. Om onnodig sektariërdom te voorkomen was daarom een onbevangen on<strong>de</strong>rzoek naar<br />

<strong>de</strong> Schrift vereist. De meeste hoofdstukken van <strong>de</strong> Tractatus zijn aan dit on<strong>de</strong>rzoek gewijd, dat tot<br />

doel heeft het geloof te ontdoen van alle bijgelovigheid en vooroor<strong>de</strong>el en vast te stellen wat Gods<br />

woord nu werkelijk te betekenen heeft.<br />

Deze bijbelkritiek ligt in <strong>de</strong> lijn van Erasmus, die een eeuw eer<strong>de</strong>r een soortgelijke zuivering van<br />

<strong>de</strong> Schrift had beoogd. Maar <strong>Spinoza</strong> gaat wel aanzie<strong>nl</strong>ijk ver<strong>de</strong>r. On<strong>de</strong>r zijn kritische blik sneuvelt<br />

bijna alles wat voor <strong>de</strong> orthodoxe christen, van welke gezindte ook, sacrosanct is. Hij relativeert<br />

<strong>de</strong> profetieën van het Ou<strong>de</strong> Testament door ze te presenteren als producten van <strong>de</strong> verbeelding,<br />

afgestemd <strong>op</strong> het zeer beperkte bevattingsvermogen van het joodse publiek, hij ontkent het<br />

bestaan van won<strong>de</strong>ren en bestrijdt <strong>de</strong> religieuze waar<strong>de</strong> van ceremonieën, en ook van <strong>de</strong> gedachte<br />

dat <strong>de</strong> jo<strong>de</strong>n Gods 'uitverkoren volk' waren blijft weinig heel. Geen won<strong>de</strong>r dat menigeen, en niet<br />

alleen 'het gewone volk', hem uit pure ontzetting om zoveel vrijmoedigheid van atheïsme<br />

beschuldig<strong>de</strong>.<br />

Eén substantie<br />

Of <strong>Spinoza</strong> nu wel of niet een atheïst was, is overigens een vraag die nog altijd <strong>de</strong> pennen in<br />

beweging houdt. Zelf vond hij van niet, en waarschij<strong>nl</strong>ijk terecht. Maar het wantrouwen van zijn<br />

joodse en christelijke critici is wel te begrijpen. Daarvoor wijkt <strong>Spinoza</strong>'s godsbegrip te zeer af van<br />

<strong>de</strong> joods-christelijke traditie. In een brief uit 1675 heeft hij zelf het verschil bondig on<strong>de</strong>r woor<strong>de</strong>n<br />

gebracht: 'Mijn stelling is namelijk dat God <strong>de</strong> immanente, zoals men zegt, en niet <strong>de</strong><br />

transcen<strong>de</strong>nte oorzaak van alle dingen is'.<br />

Van een onafhankelijke Schepper, die los staat van zijn schepping, kan dus geen sprake zijn.<br />

<strong>Spinoza</strong> breekt met het traditionele dualisme van God en wereld, door nog maar één substantie te<br />

erkennen, on<strong>de</strong>elbaar, eeuwig en oneindig, die evengoed God als <strong>de</strong> Natuur kan wor<strong>de</strong>n genoemd<br />

(zoals in <strong>de</strong> Ethica ook consequent gebeurt) en die alles bepaalt volgens een onontkoombare<br />

logische noodzakelijkheid. Dit inzicht ontleen<strong>de</strong> hij aan het 'natuurlijk licht' dat <strong>de</strong> menselijke re<strong>de</strong><br />

beschijnt, en met ditzelf<strong>de</strong> 'licht' ging hij in <strong>de</strong> Tractatus <strong>de</strong> Schrift te lijf, om tot <strong>de</strong> bevinding te<br />

komen dat bei<strong>de</strong> in wezen hetzelf<strong>de</strong> leren, zij het <strong>op</strong> een geheel verschillen<strong>de</strong> manier en ook met<br />

een verschillend doel. De natuurlijke kennis van <strong>de</strong> re<strong>de</strong> heeft <strong>de</strong> waarheid tot doel, <strong>de</strong><br />

ge<strong>op</strong>enbaar<strong>de</strong> kennis van <strong>de</strong> Schrift slechts <strong>de</strong> gehoorzaamheid.<br />

Gehoorzaamheid waaraan? Aan <strong>de</strong> 'god<strong>de</strong>lijke wet', waarvan <strong>de</strong> essentie even simpel als lastig<br />

blijkt te zijn, namelijk 'God lief te hebben boven alles en <strong>de</strong> naaste als zichzelf'. Tot <strong>de</strong>zelf<strong>de</strong><br />

conclusie komt <strong>de</strong> filosoof met zijn rationele kennis. Maar wat bij <strong>de</strong> gelovigen het gevolg is van<br />

gehoorzaamheid, is bij <strong>de</strong> filosoof een uiting van vrijheid, dankzij het lief<strong>de</strong>vol omarm<strong>de</strong> inzicht in<br />

<strong>de</strong> noodzakelijke or<strong>de</strong> van <strong>de</strong> natuur. Hoewel geloof en filosofie niet met elkaar in strijd zijn, staan<br />

ze feitelijk los van elkaar en kunnen <strong>de</strong>rhalve ook beter niet met elkaar wor<strong>de</strong>n vermengd. Voor <strong>de</strong><br />

filosoof had <strong>de</strong> bijbel niet geschreven te hoeven wor<strong>de</strong>n, omdat hij aan zijn verstand genoeg heeft<br />

om <strong>de</strong> god<strong>de</strong>lijke boodschap <strong>op</strong> eigen kracht te leren kennen.<br />

Nu wordt ook dui<strong>de</strong>lijk waarom <strong>Spinoza</strong> <strong>de</strong> theologen en hun haarkloverijen zo onzinnig kan vin<strong>de</strong>n:<br />

ze hou<strong>de</strong>n zich in zijn ogen bezig met bijzaken en vergeten <strong>de</strong> hoofdzaak, met alle funeste<br />

gevolgen vandien. Door <strong>de</strong> bijbel overal letterlijk te nemen, als Gods onaantastbare woord,<br />

verliezen ze zich in verhalen die <strong>de</strong>stijds een vooral pragmatisch doel had<strong>de</strong>n gediend: namelijk <strong>de</strong><br />

jo<strong>de</strong>n van weleer te bewegen tot <strong>de</strong> gewenste gehoorzaamheid. Via een ge<strong>de</strong>tailleer<strong>de</strong> historische<br />

tekstkritiek (die <strong>Spinoza</strong> niet had uitgevon<strong>de</strong>n, maar die door hem wel werd geperfectioneerd)


weet hij bovendien aan te tonen dat <strong>de</strong> meeste bijbelboeken niet eens afkomstig zijn van <strong>de</strong><br />

profeten aan wie ze gewoo<strong>nl</strong>ijk wor<strong>de</strong>n toegeschreven.<br />

Dus wat heeft een uitdrukking als 'Gods woord' dan nog te betekenen? Gods woord bestaat niet uit<br />

'papier en inkt', zoals <strong>de</strong> theologen menen, schrijft <strong>Spinoza</strong>, maar alleen uit <strong>de</strong> inhoud van <strong>de</strong><br />

universeel geldige 'god<strong>de</strong>lijke wet'. Niet <strong>de</strong> bijbel is <strong>de</strong> 'ware oorkon<strong>de</strong> van God', maar die oorkon<strong>de</strong><br />

is geschreven 'in <strong>de</strong> harten <strong>de</strong>r mensen, dat wil zeggen in <strong>de</strong> menselijke geest'. Alleen daar vind je<br />

<strong>de</strong> 'authentieke oorkon<strong>de</strong> van God (...), die hij met zijn zegel, te weten met <strong>de</strong> i<strong>de</strong>e van zichzelf,<br />

die is als een beeld van zijn god<strong>de</strong>lijkheid, heeft gewaarmerkt'.<br />

Het geloof en ook <strong>de</strong> bijbel hebben zeker hun nut, mits in het juiste licht bezien, maar <strong>de</strong> ware<br />

kennis van God kan er buiten. De <strong>de</strong>tails van <strong>de</strong> godsdienst en <strong>de</strong> verhalen van <strong>de</strong> bijbel hebben<br />

uitsluitend een historisch belang, dat in het niet valt bij het eeuwige en universele inzicht in God<br />

of <strong>de</strong> natuur, dat <strong>de</strong> filosoof met zijn verstand kan bereiken. Dat neemt niet weg dat kennis van <strong>de</strong><br />

geschie<strong>de</strong>nis iemand wel <strong>de</strong>gelijk tot voor<strong>de</strong>el kan strekken, vindt <strong>Spinoza</strong>. 'Hoe meer wij immers<br />

<strong>de</strong> gewoonten en levensomstandighe<strong>de</strong>n van <strong>de</strong> mensen - die uit niets beter gekend wor<strong>de</strong>n dan uit<br />

hun han<strong>de</strong>lingen - hebben bestu<strong>de</strong>erd en hoe beter wij ze kennen, hoe voorzichtiger wij on<strong>de</strong>r hen<br />

zullen kunnen leven en hoe beter wij onze han<strong>de</strong>lingen en ons leven zullen kunnen aanpassen aan<br />

hun aard, zoveel als <strong>de</strong> re<strong>de</strong> dat wenselijk maakt'.<br />

Eenzelf<strong>de</strong> door voorzichtigheid gevoed realisme kenmerkt <strong>Spinoza</strong>'s politieke theorie, die in <strong>de</strong><br />

laatste hoofdstukken van <strong>de</strong> Tractatus wordt ontwikkeld. In radicale doortastendheid doet <strong>Spinoza</strong><br />

niet on<strong>de</strong>r voor Machiavelli en Hobbes, maar in tegenstelling tot <strong>de</strong> auteur van Il principe en die<br />

van Leviathan breekt hij een lans voor <strong>de</strong> <strong>de</strong>mocratie. Niet omdat hij zoveel vertrouwen heeft in<br />

<strong>de</strong> wijsheid van het volk; zijn motief is <strong>de</strong> vrijheid, volgens <strong>Spinoza</strong> het werkelijke doel van <strong>de</strong><br />

politiek. Evenals in zijn bijbelkritiek wil hij ruimte scheppen voor <strong>de</strong> filosofie, al is hij ervan<br />

overtuigd dat ook <strong>de</strong> gewone burgers daar wel bij varen. De <strong>de</strong>mocratie is immers <strong>de</strong> enige<br />

staatsvorm die niet of nauwelijks in strijd komt met het natuurrecht.<br />

On<strong>de</strong>r dat natuurrecht verstond <strong>Spinoza</strong> niet, zoals <strong>de</strong> meeste zeventien<strong>de</strong>-eeuwse politieke<br />

filosofen, een re<strong>de</strong>lijke norm waaraan het politieke recht kon wor<strong>de</strong>n getoetst. Het natuurrecht<br />

vloeit bij hem voort uit <strong>de</strong> noodzakelijke or<strong>de</strong> van <strong>de</strong> natuur, waarin alles en ie<strong>de</strong>reen uit is <strong>op</strong><br />

zelfbehoud en dus ook recht heeft <strong>op</strong> alles wat daarvoor nodig is. Daarbij geldt slechts één<br />

restrictie en dat is <strong>de</strong> macht die iemand weet <strong>op</strong> te brengen. Recht en macht staan bij <strong>Spinoza</strong> niet<br />

tegenover elkaar, maar vallen samen, ook nadat <strong>op</strong> grond van een maatschappelijk contract <strong>de</strong><br />

politieke or<strong>de</strong> in het leven is geroepen. Alleen in een <strong>de</strong>mocratie, waarin <strong>de</strong> burgers hun<br />

natuurlijke recht <strong>op</strong> <strong>de</strong> gemeenschap hebben overgedragen en dus zichzelf besturen, hoef<strong>de</strong> dat<br />

niet ten koste van <strong>de</strong> individuele vrijheid te gaan.<br />

Deze gelijkstelling van recht en macht, een voor zijn tijd uitzon<strong>de</strong>rlijke <strong>op</strong>vatting, tekent het<br />

realisme van <strong>Spinoza</strong>'s politieke <strong>de</strong>nken. Bij hem ontbreekt elke neiging tot ut<strong>op</strong>isch i<strong>de</strong>alisme. Net<br />

als in zijn ethiek blijft hij steeds met bei<strong>de</strong> voeten <strong>op</strong> <strong>de</strong> grond. Hoogstens zou je kunnen zeggen<br />

dat in zijn befaam<strong>de</strong> lofzang <strong>op</strong> <strong>de</strong> Amsterdamse <strong>de</strong>mocratie, tegen het eind van <strong>de</strong> Tractatus,<br />

enig wishfull thinking is gesl<strong>op</strong>en. Want het pleit uiteraard niet voor die <strong>de</strong>mocratie dat <strong>Spinoza</strong><br />

gedwongen was zijn lofzang te schrijven buiten <strong>de</strong> hoofdstad, waaruit hij on<strong>de</strong>r druk van rabbijnen<br />

en predikanten al in 1660 was verbannen.<br />

Vrij<strong>de</strong>nkers<br />

Misschien kun je in <strong>de</strong>ze lofzang echter ook een uiting zien van dankbare nostalgie naar <strong>de</strong> jaren<br />

daarvóór toen <strong>Spinoza</strong>, om zijn 'god<strong>de</strong>loze' i<strong>de</strong>eën verstoten door <strong>de</strong> joodse gemeenschap waarin<br />

hij was geboren, een welkom onthaal had gevon<strong>de</strong>n bij <strong>de</strong> Amsterdamse vrij<strong>de</strong>nkers, over wie <strong>de</strong><br />

<strong>Spinoza</strong>-kenner <strong>Wim</strong> <strong>Klever</strong> zojuist een boeiend boek heeft gepubliceerd on<strong>de</strong>r <strong>de</strong> titel Mannen<br />

rond <strong>Spinoza</strong>. De omgang met ontvankelijke geesten als Pieter Balling, Franciscus van <strong>de</strong>n En<strong>de</strong>n,<br />

Lo<strong>de</strong>wijk Meyer, Adriaan Koerbagh en Jarig Jelles (om slechts <strong>de</strong>ze namen te noemen) moet hem<br />

toen het besef hebben gegeven dat <strong>de</strong> gewenste vrijheid van filosoferen in<strong>de</strong>rdaad mogelijk was in<br />

Amsterdam.<br />

Dat aan die vrijheid ook weer een eind was gekomen, lag min<strong>de</strong>r aan <strong>de</strong> Amsterdamse <strong>de</strong>mocratie<br />

die <strong>Spinoza</strong> <strong>de</strong> wereld ten voorbeeld stelt, dan aan <strong>de</strong> fanatieke gelovigen voor wie juist <strong>de</strong>


<strong>de</strong>mocratische tolerantie onverdraaglijk was. Om aan te tonen dat ze daarmee niet alleen <strong>de</strong><br />

filosofie, maar ook <strong>de</strong> ware vroomheid en vre<strong>de</strong> een zeer slechte dienst bewezen, heeft <strong>Spinoza</strong><br />

zijn Tractatus theologico-politicus geschreven. De <strong>de</strong>tails van dit bijzon<strong>de</strong>re boek zijn nu<br />

ongetwijfeld veel van hun actuele betekenis kwijtgeraakt. Voor <strong>de</strong> strekking daarentegen geldt dat<br />

- helaas - nog altijd niet.<br />

D oor Leon <strong>op</strong> 16 m ei 1997<br />

http://www.<strong><strong>de</strong>spinoza</strong>.<strong>nl</strong>/spinoza/recensies/nieuwe_vertalin.shtml<br />

Recensies door Karin Veraart<br />

Ook uit 1997 een recensie uit <strong>de</strong> Volkskrant door Karin Veraart. Ze bespreekt een tentoonstelling<br />

in Arti et Amicitiae te Amsterdam, in combinatie met <strong>de</strong> vertaling van Akkerman van <strong>Spinoza</strong>'s<br />

Theologisch-politiek traktaat. Aan het woord komen Wiep van Bunge, <strong>Wim</strong> <strong>Klever</strong>, Ronald van<br />

Tienhoven en Angela Roothaan.<br />

SPINOZA<br />

<strong>de</strong> Volkskrant, Kunst & Cultuur, 6 juni 1997 (pagina 20)<br />

KARIN VERAART<br />

Overdag sleep hij <strong>op</strong>tische glazen, 's avonds boog hij zich over zijn geschriften. Van zijn<br />

persoo<strong>nl</strong>ijk leven was lange tijd weinig bekend. Maar <strong>Spinoza</strong> is door <strong>de</strong> eeuwen heen steeds van<br />

invloed geweest, al was dat niet direct waarneembaar. Beel<strong>de</strong>nd kunstenaars laten zich nu weer<br />

door <strong>de</strong> filosoof inspireren. Een karakter zon<strong>de</strong>r vlek of blaam.<br />

BARUCH Despinoza had nog geen geschrift gepubliceerd toen hij, 24 jaar oud, werd aangeklaagd <strong>op</strong><br />

grond van ketterij. 'Vervloekt', werd hij, getuige een oorkon<strong>de</strong> uit 1656, 'en verdoemd met alle<br />

vloeken die in het boek <strong>de</strong>r Wet zijn neergeschreven'. Despinoza werd uit <strong>de</strong> synagoge verbannen.<br />

Latere vorsers zijn ervan uitgegaan dat dit een verschrikkelijke klap moet zijn geweest. Baruch was<br />

juist een lo<strong>op</strong>baan als rabbijn toebedacht. De begaaf<strong>de</strong> jongeman had <strong>de</strong> talmoed bestu<strong>de</strong>erd, <strong>de</strong><br />

bijbel, <strong>de</strong> mid<strong>de</strong>leeuwse joodse filosofen, <strong>de</strong> mid<strong>de</strong>leeuwse scholastiek en <strong>de</strong> Grieken, uitein<strong>de</strong>lijk<br />

ook <strong>de</strong> mo<strong>de</strong>rnere <strong>de</strong>nkers, Bruno en Descartes. En binnen afzienbare tijd ging hij dicussies met<br />

geloofsgenoten aan. Va<strong>de</strong>r Despinoza zag een droom in rook <strong>op</strong>gaan: zijn zoon werd verstoten.<br />

Sinds die tijd is hij afgeschil<strong>de</strong>rd als '<strong>de</strong> wan<strong>de</strong>len<strong>de</strong> jood', eenzaam temid<strong>de</strong>n van een hem vreemd<br />

volk. Zijn voorva<strong>de</strong>ren, Portugese jo<strong>de</strong>n, waren aan het ein<strong>de</strong> van <strong>de</strong> vijftien<strong>de</strong> eeuw uit angst<br />

voor vervolging hun geboortegrond ontvlucht. In Amsterdam, waar Baruch in 1632 geboren werd,<br />

heerste een re<strong>de</strong>lijk tolerant klimaat, waarin <strong>de</strong> natuurwetenschap <strong>op</strong>bloei<strong>de</strong> en <strong>de</strong> joodse<br />

gemeenschap gedij<strong>de</strong>. De ex-communicatie door een gemeenschap die zijn enige werkelijke<br />

va<strong>de</strong>rland beteken<strong>de</strong>, moest wel een ramp zijn voor <strong>de</strong> filosoof.<br />

Van zijn persoo<strong>nl</strong>ijk leven was lange tijd weinig bekend. Hij leef<strong>de</strong> teruggetrokken, beschei<strong>de</strong>n,<br />

voor zijn werk. Zijn brieven on<strong>de</strong>rteken<strong>de</strong> hij vanaf 1661 met <strong>Benedictus</strong> <strong>de</strong> <strong>Spinoza</strong>. Overdag<br />

sleep hij <strong>op</strong>tische glazen, veelal 's avonds boog hij zich over zijn geschriften waarvan er slechts<br />

enkele tij<strong>de</strong>ns zijn leven kon<strong>de</strong>n verschijnen; hij behield zijn onafhankelijke manier van <strong>de</strong>nken,<br />

hetgeen hem keer <strong>op</strong> keer het predikaat van atheïst en godslasteraar <strong>op</strong>lever<strong>de</strong>. Enig contact met<br />

<strong>de</strong> buitenwereld had hij wel via een paar vrien<strong>de</strong>n, maar men zag hem toch steeds vooral als <strong>de</strong><br />

Einzelgänger. Die een leerstoel in Hei<strong>de</strong>lberg afwees uit angst dat het hem zijn onafhankelijkheid<br />

en rust zou kosten. De man die in 1660 Amsterdam verliet voor Rijnsburg (zijn woonste<strong>de</strong> is nu<br />

<strong>Spinoza</strong>huis), Voorburg en uitein<strong>de</strong>lijk Den Haag. En die 44 jaar oud eenzaam stierf aan<br />

longtuberculose.<br />

Dit beeld van <strong>Spinoza</strong> is aan het veran<strong>de</strong>ren. De filosoof, zijn werk en zijn leven zijn in<br />

toenemen<strong>de</strong> mate on<strong>de</strong>rwerp van on<strong>de</strong>rzoek, waarbij met regelmaat nieuwe elementen aan het<br />

licht komen. De belangstelling groeit, on<strong>de</strong>r aca<strong>de</strong>mici en leken, in Ne<strong>de</strong>rland en daarbuiten.<br />

<strong>Spinoza</strong> is in.<br />

Spinozisten dragen tal van re<strong>de</strong>nen aan, maar zijn het in elk geval eens over één ding: <strong>de</strong> huidige,


geseculariseer<strong>de</strong> same<strong>nl</strong>eving, '<strong>op</strong> zoek' na het wegvallen van kerk of i<strong>de</strong>ologische ka<strong>de</strong>rs, is het<br />

relativisme van het postmo<strong>de</strong>rnisme beu en vindt vaker soelaas bij <strong>Spinoza</strong>. Feit is dat er meer<br />

wordt gepubliceerd en het werk door nieuwe vertalingen toegankelijker wordt - waarbij het<br />

moeilijk is aan te geven welke ontwikkeling welke voedt.<br />

'Staat <strong>Spinoza</strong> momenteel in het centrum van <strong>de</strong> belangstelling?', had latinist Fokke Akkerman<br />

begin jaren zeventig nog voorzichtig gevraagd. Hij was bena<strong>de</strong>rd door theoloog en <strong>Spinoza</strong>specialist<br />

Huib Hubbeling voor een vertaling van een briefwisseling van <strong>Spinoza</strong>. 'Absoluut niet',<br />

klonk het antwoord. 'Maar dat komt wel weer. Dat gaat in golven.' Akkerman werd gegrepen door<br />

het werk. Vorige maand zag <strong>de</strong> vertaling van <strong>de</strong> Tractatus theologico-politicus het licht, <strong>de</strong> vijf<strong>de</strong><br />

vertaling sinds <strong>Spinoza</strong> het werk in 1670 anoniem publiceer<strong>de</strong>. Het is een toegankelijke tekst, vindt<br />

Akkerman.<br />

<strong>Spinoza</strong> durf<strong>de</strong> zijn naam niet aan <strong>de</strong>ze Tractatus (TTP, voor <strong>de</strong> intimi) te verbin<strong>de</strong>n. De Republiek<br />

<strong>de</strong>r Verenig<strong>de</strong> Ne<strong>de</strong>rlan<strong>de</strong>n mocht on<strong>de</strong>r raadspensionaris Johan <strong>de</strong> Witt een van <strong>de</strong> meest<br />

tolerante Eur<strong>op</strong>ese naties heten, voor <strong>Spinoza</strong>'s revolutionaire <strong>op</strong>vattingen over <strong>de</strong> Schrift was hier<br />

geen ruimte, evenmin als voor politieke i<strong>de</strong>eën als vrijheid van uiting en gedachte. Ging <strong>de</strong> TTP<br />

zelfs sommige verlichte vrien<strong>de</strong>n te ver, orthodoxe christenen en jo<strong>de</strong>n reageer<strong>de</strong>n woe<strong>de</strong>nd <strong>op</strong><br />

zijn analytische, rationele bena<strong>de</strong>ring van het geloof. In een brief bracht hij zelf het verschil<br />

tussen zijn beeld en dat van <strong>de</strong> joods-christelijke traditie on<strong>de</strong>r woor<strong>de</strong>n: 'Mijn stelling is (. . .) dat<br />

God <strong>de</strong> immanente (. . .) en niet <strong>de</strong> transcen<strong>de</strong>nte oorzaak van alle dingen is.' Van een<br />

<strong>op</strong>perkoning die aan het eind <strong>de</strong>r tij<strong>de</strong>n naar <strong>de</strong> aar<strong>de</strong> terugkeert om te kijken en te oor<strong>de</strong>len, <strong>de</strong><br />

schepper die losstaat van zijn schepping, kan geen sprake zijn.<br />

In zijn Ethica ('naar geometrische metho<strong>de</strong> beschreven') erkent hij één zogenoem<strong>de</strong> Substantie,<br />

allesomvattend on<strong>de</strong>elbaar eeuwig en oneindig, waarbuiten niets an<strong>de</strong>rs bestaat, die tegelijk god<br />

en <strong>de</strong> natuur is. Uit angst voor repercussies bleef dit werk, zijn beroemdste, tot <strong>Spinoza</strong>'s dood<br />

zorgvuldig in een la van zijn schrijftafel. Toen het in 1677 door vrien<strong>de</strong>n werd gepubliceerd, volg<strong>de</strong><br />

een felle pamflettenstrijd.<br />

En daarna een oorverdoven<strong>de</strong> stilte. Althans, zo werd lange tijd beweerd; pas vorige eeuw zou<br />

<strong>Spinoza</strong> zijn 'heront<strong>de</strong>kt' door <strong>de</strong> Duitse i<strong>de</strong>alisten. Ook dat beeld wordt nu enigszins bijgesteld. De<br />

golfbeweging waarvan Hubbeling nog sprak, wordt nu eer<strong>de</strong>r een permanente on<strong>de</strong>rstroom<br />

genoemd: <strong>Spinoza</strong> was door <strong>de</strong> eeuwen heen steeds van invloed, al was dat niet direct<br />

waarneembaar. Het Spinozisme ging 'un<strong>de</strong>rground', zegt <strong>Spinoza</strong>-specialist <strong>Wim</strong> <strong>Klever</strong>, maar<br />

breid<strong>de</strong> zich on<strong>de</strong>rwijl uit. Je vindt zijn i<strong>de</strong>eëngoed al terug in <strong>de</strong> Franse verlichtingsdiscussies,<br />

aldus Wiep van Bunge, universitair hoofddocent in Rotterdam. 'Zij het natuurlijk wel een beetje<br />

eenzijdig toegesne<strong>de</strong>n <strong>op</strong> het doel dat zij dien<strong>de</strong>n. Het doet <strong>de</strong>nken aan <strong>de</strong> manier waar<strong>op</strong> Adriaan<br />

Koerbagh het godsbeeld van <strong>Spinoza</strong> interpreteer<strong>de</strong> <strong>op</strong> cru materialistische wijze'.<br />

<strong>Spinoza</strong>'s godsbegrip heeft door <strong>de</strong> eeuwen heen steeds mensen van zeer verschillen<strong>de</strong> <strong>op</strong>vattingen<br />

aan zich getrokken, uitee<strong>nl</strong><strong>op</strong>end van hen die <strong>op</strong>gelucht (Koerbagh) constateer<strong>de</strong>n dat het 'licht<br />

van <strong>de</strong> re<strong>de</strong>' een ontkenning van god inhield, tot <strong>de</strong>nkers uit <strong>de</strong> spiritualistische traditie die zich<br />

vin<strong>de</strong>n in <strong>de</strong> intellectuele lief<strong>de</strong> voor god, van strenge aca<strong>de</strong>mici tot vrijmetselaars.<br />

'Er zit veel ruimte in zijn teksten', zegt Van Bunge. 'Door <strong>de</strong> hele geschie<strong>de</strong>nis heen kun je zien: het<br />

werk van <strong>Spinoza</strong> laat zich <strong>op</strong> heel verschillen<strong>de</strong> manieren lezen.' Opvallend is dat er geen har<strong>de</strong><br />

richtingenstrijd is ontstaan. 'Er is geen spinozistische orthodoxie. Wat domineert is <strong>de</strong> variatie.' En<br />

dat is waarschij<strong>nl</strong>ijk een element dat ook nu weer aanspreekt.<br />

'In <strong>de</strong> eerste plaats', zegt Theun <strong>de</strong> Vries, die begin jaren zeventig een biografie van <strong>Spinoza</strong><br />

schreef, 'heeft <strong>Spinoza</strong>'s aantrekkingskracht te maken met zijn persoon. Het is een karakter zon<strong>de</strong>r<br />

vlek of blaam, zuiver, toegewijd aan zijn filosofie; hij ontwikkel<strong>de</strong> een levensles, om <strong>de</strong> mensheid<br />

een re<strong>de</strong>lijker en verstandiger toekomst te bie<strong>de</strong>n. In een tijd waarin goeroes, messiassen,<br />

verlossers en sekten elkaar verdringen, stelt <strong>Spinoza</strong> hier een rationele, maar menselijke manier<br />

van <strong>de</strong>nken tegenover en daar is behoefte aan. Hij was beschei<strong>de</strong>n, stel<strong>de</strong> zich <strong>op</strong> <strong>de</strong> achtergrond<br />

<strong>op</strong>, voorbeeldig. Hij was verdraagzaam, hoor<strong>de</strong> niet tot <strong>de</strong> polemisten, had een hekel aan <strong>de</strong><br />

pamfletten van <strong>de</strong> syno<strong>de</strong>s, aan hel en verdoemenis prediken<strong>de</strong> predikanten.'<br />

In vroeger dagen, zegt hij, had <strong>de</strong> Vereniging het <strong>Spinoza</strong>huis wel iets van een kleine sekte, maar


inmid<strong>de</strong>ls is ze uitgegroeid tot een volwassen club met meer dan achthon<strong>de</strong>rd le<strong>de</strong>n. Ze viert haar<br />

hon<strong>de</strong>rdste verjaardag met on<strong>de</strong>r meer een <strong>Spinoza</strong>-manifestatie, in samenwerking met <strong>de</strong><br />

kunstsociëteit Arti et Amicitiae en het Amsterdams Fonds voor <strong>de</strong> Kunst. Een van <strong>de</strong><br />

uitgangspunten was dat er een relatie gelegd zou wor<strong>de</strong>n tussen <strong>de</strong> beel<strong>de</strong>n<strong>de</strong> kunst en <strong>Spinoza</strong>'s<br />

filosofie, waartoe beel<strong>de</strong>n<strong>de</strong> kunstenaars wer<strong>de</strong>n uitgenodigd zich te laten inspireren door <strong>Spinoza</strong>.<br />

De Vries en meer<strong>de</strong>ren met hem halen hun schou<strong>de</strong>rs <strong>op</strong>. De invloed van <strong>de</strong> filosoof <strong>op</strong> dit terrein<br />

wordt 'flinterdun' genoemd, 'nihil'. De Vries: 'Hij groei<strong>de</strong> bij wijze van spreken <strong>op</strong> met Rembrandt,<br />

maar had nog geen schil<strong>de</strong>rijtje aan <strong>de</strong> muur hangen.' <strong>Klever</strong> wil zo ver niet gaan: 'We weten dat<br />

hij een schetsboek had, misschien krabbel<strong>de</strong> hij wel eens wat.' De aan het project verbon<strong>de</strong>n<br />

kunsthistorica Muriel Rive achteraf: 'Gebleken is dat <strong>Spinoza</strong>'s filosofie geen letterlijke vertaling<br />

heeft gekregen in <strong>de</strong> beel<strong>de</strong>n<strong>de</strong> kunst.'<br />

Ronald van Tienhoven, <strong>de</strong>elnemend kunstenaar, stuitte <strong>op</strong> een <strong>de</strong>finitie in <strong>de</strong> Ethica en las hierin<br />

<strong>de</strong> basis van <strong>de</strong> staat. Hij liet zich inspireren. 'Ik was gefascineerd door het i<strong>de</strong>e van <strong>de</strong><br />

afzon<strong>de</strong>rlijke componenten die gezame<strong>nl</strong>ijk een geheel vormen.' In zijn werk laat hij dit tot<br />

uitdrukking komen via <strong>de</strong> insectenwereld, zodat het zaterdag in Arti gonst van <strong>de</strong> bijen.<br />

Angela Roothaan wijst <strong>op</strong> <strong>de</strong> spanningsverhouding bij <strong>Spinoza</strong> tussen individu en geheel die eind<br />

jaren zestig weer actueel werd. 'De sociaal-politieke kant van <strong>Spinoza</strong> kreeg meer aandacht.'<br />

Roothaan richtte zich in haar proefschrift over <strong>de</strong> TTP - getiteld Vroomheid, Vre<strong>de</strong> en Vrijheid - <strong>op</strong><br />

<strong>Spinoza</strong>'s 'nu weer actuele' i<strong>de</strong>eën over <strong>de</strong> vrijheid van het individu en een sterke same<strong>nl</strong>eving.<br />

'<strong>Spinoza</strong> wees <strong>op</strong> het noodzakelijk evenwicht tussen vroomheid, vre<strong>de</strong> en vrijheid, waarbij<br />

vroomheid moet wor<strong>de</strong>n geïnterpreteerd in <strong>de</strong> zin van spirituele betrokkenheid bij en<br />

verbon<strong>de</strong>nheid met <strong>de</strong> le<strong>de</strong>n van die same<strong>nl</strong>eving.'<br />

Roothaan noemt <strong>Spinoza</strong> een inspirerend en onafhankelijk <strong>de</strong>nker die in zijn hele werk een<br />

mid<strong>de</strong>nweg weet te bewan<strong>de</strong>len en toch altijd enige afstand van zijn on<strong>de</strong>rwerpen weet te<br />

bewaren. Hij is dan ook <strong>de</strong> man die in zijn Verhan<strong>de</strong>ling over <strong>de</strong> verbetering van het verstand (dat<br />

pas in <strong>de</strong> 18<strong>de</strong> eeuw werd ont<strong>de</strong>kt), besloot zich niet langer door driften en hartstochten te laten<br />

lei<strong>de</strong>n, omdat dit slechts verwar<strong>de</strong> en ina<strong>de</strong>quate kennis en bij gevolg geen geluk zou <strong>op</strong>leveren.<br />

Wat is er over van het beeld van <strong>Spinoza</strong> als <strong>de</strong> immer serieuze, in zichzelf gekeer<strong>de</strong> wan<strong>de</strong>laar?<br />

Dat wordt ook stukje bij beetje ingekleurd, zegt <strong>Klever</strong>, die in het recent uitgekomen Mannen rond<br />

<strong>Spinoza</strong> <strong>de</strong> omgeving van <strong>de</strong> filosoof beschreef. Bekend was <strong>de</strong> anekdote, door Leibniz verspreid,<br />

die verhaal<strong>de</strong> van hoe in een tijd van politieke troebelen een withete <strong>Spinoza</strong> vast van plan was<br />

een plakkaat met <strong>de</strong> tekst Ultimi Barbarorum <strong>op</strong> te hangen - <strong>op</strong> <strong>de</strong> plaats waar <strong>de</strong>zelf<strong>de</strong> avond<br />

Johan <strong>de</strong> Witt zou wor<strong>de</strong>n vermoord. Zijn plan werd verij<strong>de</strong>ld door zijn huisheer die hem in zijn<br />

kamer <strong>op</strong>sloot en hem hiermee vermoe<strong>de</strong>lijk het leven red<strong>de</strong>.<br />

'Maar we weten nu ook', aldus <strong>Klever</strong>, 'dat hij wel eens afdaal<strong>de</strong> naar <strong>de</strong> woonkamer van zijn<br />

huisheer, en dan dronk hij heus wel eens een biertje, rookte een pijpje. Een lijst met<br />

bierbestellingen getuigt er ook van dat hij best wat lustte. En hij hield van goed eten, er is<br />

<strong>op</strong>getekend dat <strong>Spinoza</strong> heel vrolijk in een geanimeerd dinergezelschap werd aangetroffen.'<br />

'Ach, dat geïsoleer<strong>de</strong> beeld is achterhaald, zeker ontmoette die man regelmatig mensen, had hij<br />

vrien<strong>de</strong>n', aldus Van Bunge. 'Maar het was natuurlijk hard werken, overdag als handwerksman, 's<br />

avonds aan zijn geschriften. En een Ethica schrijf je niet in <strong>de</strong> kroeg'.<br />

De Steen Vliegt - Beel<strong>de</strong>n<strong>de</strong> Verkenningen geïnspireerd door <strong>Spinoza</strong>. Tentoonstelling in Arti et<br />

Amicitiae, Amsterdam, 7 juni t/m 6 juli.<br />

<strong>Benedictus</strong> <strong>de</strong> <strong>Spinoza</strong>: Theologisch-politiek traktaat. Uit het Latijn vertaald, ingeleid en van<br />

verklaren<strong>de</strong> aantekeningen voorzien door F. Akkerman. Wereldbibliotheek, ƒ 80,-.<br />

C<strong>op</strong>yright: <strong>de</strong> Volkskrant<br />

D oor Leon <strong>op</strong> 6 juni 1997<br />

http://www.<strong><strong>de</strong>spinoza</strong>.<strong>nl</strong>/spinoza/recensies/recensies_door_1.shtml


In een serie uit Trouw vertellen '<strong>de</strong>nkers' over een van hun favoriete fragmenten uit <strong>de</strong><br />

geschie<strong>de</strong>nis van <strong>de</strong> filosofie. Dit maal <strong>Wim</strong> <strong>Klever</strong>. Hij was verbon<strong>de</strong>n aan het Centrum voor<br />

<strong>Spinoza</strong>-on<strong>de</strong>rzoek van <strong>de</strong> Erasmus Universiteit. Uit Trouw, 22 juli 2002.<br />

Baruch <strong>de</strong> <strong>Spinoza</strong><br />

(1632-1677)<br />

,,De dienst aan het va<strong>de</strong>rland is <strong>de</strong> hoogste vorm van godsdienst. Zon<strong>de</strong>r nationale staat kan er<br />

niets goeds bestaan en wordt alles <strong>op</strong> het spel gezet; enkel toorn en god<strong>de</strong>loosheid reageren dan<br />

tot aller grootste schrik. Dus niemand kan zijn naaste een goe<strong>de</strong> dienst bewijzen die niet als<br />

wandaad geldt, als daaruit voor <strong>de</strong> staat een na<strong>de</strong>el volgt.'' Tractatus theologico-politicus, XIX<br />

,,<strong>Spinoza</strong> stelt hier dat iets alleen goed kan zijn als het goed is voor <strong>de</strong> staat - <strong>de</strong> overheid<br />

tegenwerken met een beroep <strong>op</strong> gewetensbezwaren was voor <strong>Spinoza</strong> dus absurd. En omgekeerd<br />

stel<strong>de</strong> hij, dat indien het strekt tot voor<strong>de</strong>el van <strong>de</strong> staat elk gedrag is toegestaan.<br />

'De VS stellen het recht van <strong>de</strong> sterkste tot hoogste rechtsnorm,' schreef oud-minister Van <strong>de</strong>n<br />

Broek o<strong>nl</strong>angs en hij ging er geheel volgens <strong>de</strong> heersen<strong>de</strong> <strong>op</strong>inie van uit dat dit gewoon fout is.<br />

Maar daarmee vergat hij dat recht eige<strong>nl</strong>ijk macht is, en daarmee goed. Dat heeft <strong>Spinoza</strong> scherp<br />

gezien. Het zwakke moet altijd voor het sterke wijken. Dat is geen plicht maar een wet, net zoals<br />

een emmer water die je loslaat <strong>op</strong> <strong>de</strong> grond kwakt. Zo is het, spijkerhard.<br />

Wij zijn volgens <strong>Spinoza</strong> <strong>op</strong> geen enkele manier, moreel noch religieus, verplicht hulp te verlenen<br />

aan <strong>de</strong> armen in Afrika. Zorg komt alleen voort uit eigenbelang, niet uit naaste<strong>nl</strong>ief<strong>de</strong>, hoogstens<br />

uit me<strong>de</strong>lij<strong>de</strong>n. En binnen een staat is <strong>de</strong> zorg voor <strong>de</strong> armen gericht <strong>op</strong> het algemeen belang, niet<br />

<strong>op</strong> <strong>de</strong> armen zelf.<br />

In zijn Tractatus doet <strong>Spinoza</strong> veel moeite om aan te tonen dat <strong>de</strong> kern van <strong>de</strong> bijbelse <strong>op</strong>enbaring<br />

is God lief te hebben door rechtvaardigheid en naaste<strong>nl</strong>ief<strong>de</strong>. Daarna behan<strong>de</strong>lt hij <strong>de</strong> vraag hoe<br />

dat het beste kan. Zijn antwoord: door een politieke or<strong>de</strong>. Godsdienst komt voor hem kort gezegd<br />

neer <strong>op</strong> goed staatsburgerschap. Naaste<strong>nl</strong>ief<strong>de</strong> is geen particuliere aangelegenheid, integen<strong>de</strong>el,<br />

dan zou het een bedreiging kunnen vormen voor <strong>de</strong> staat. De burgers moeten <strong>de</strong> door het<br />

christendom verordonneer<strong>de</strong> naaste<strong>nl</strong>ief<strong>de</strong> uitbeste<strong>de</strong>n aan instituties die zij gezame<strong>nl</strong>ijk<br />

scheppen, stel<strong>de</strong> <strong>Spinoza</strong> - een vooruitblik <strong>op</strong> onze verzorgingsstaat dus.<br />

Goed en kwaad vallen voor <strong>Spinoza</strong> in principe samen met wat <strong>de</strong> staat verordonneert. De<br />

Tractatus is een zeer nationalistische tekst, die tegelijk ook heel sociaal is - een nationaalsocialistische<br />

tekst dus. Maar wel met een radicaal <strong>de</strong>mocratische basis.<br />

Voor <strong>Spinoza</strong> zijn <strong>de</strong> tien gebo<strong>de</strong>n politieke wetten, daar doet <strong>de</strong> bergre<strong>de</strong> niets aan af. Christus<br />

had geen an<strong>de</strong>re boodschap dan <strong>de</strong> oudtestamentische profeten. Ook Jezus zei: haat uw vijand.<br />

Dat willen christenen vaak maar moeilijk begrijpen.<br />

An<strong>de</strong>re staten zijn van nature vijan<strong>de</strong>n - ook in <strong>de</strong> han<strong>de</strong>l, tenzij in een alliantie. Altijd moet het<br />

eigenbelang absolute voorrang krijgen. Ook binne<strong>nl</strong>andse vijan<strong>de</strong>n moeten keihard wor<strong>de</strong>n<br />

bestre<strong>de</strong>n. Gedoogbeleid, tolerantie voor wetsovertredingen, was <strong>Spinoza</strong> een gruwel. Zijn visie<br />

vind ik geweldig, een fantastische manier om het leven zin te geven.''<br />

C<strong>op</strong>yright: Trouw<br />

http://www.<strong><strong>de</strong>spinoza</strong>.<strong>nl</strong>/spinoza/filosofen/het_favoriete_f_1.shtml<br />

Hard <strong>de</strong>nken over een beter verstand<br />

"Hoe moet je <strong>de</strong>nken? Hoe kun je zeker zijn van conclusies? <strong>Spinoza</strong> brak zich het hoofd over <strong>de</strong>ze<br />

vragen en kwam er niet helemaal uit. Maar daar <strong>de</strong>nken <strong>de</strong> vertalers van zijn jeugdwerk weer<br />

an<strong>de</strong>rs over." In NRC publiceerd Brandt Corstius een recensie van Theo Verbeeks „<strong>Spinoza</strong>:<br />

Verhan<strong>de</strong>ling over <strong>de</strong> verbetering van het verstand.”<br />

In <strong>de</strong> jaren zestig vorm<strong>de</strong> zich in Amsterdam een kleine groep rebellen, die <strong>de</strong> autoriteit van <strong>de</strong><br />

kerk, <strong>de</strong> monarchie en <strong>de</strong> a<strong>de</strong>l aanvielen. Niet met bommen en acties, maar met gedachten en<br />

woor<strong>de</strong>n. De regeer<strong>de</strong>rs reageer<strong>de</strong>n natuurlijk met verbod en vervolging. De lei<strong>de</strong>r van het groepje<br />

verliet Amsterdam, waar een vriend van hem in '68 in <strong>de</strong> gevangenis werd gegooid waar hij in '69<br />

omkwam. Toen <strong>de</strong> lei<strong>de</strong>r zelf stierf, kwamen zijn Amsterdamse vrien<strong>de</strong>n naar zijn huisje en namen<br />

al zijn geschriften mee die ze publiceer<strong>de</strong>n. Niet door een revolutie maar door pure re<strong>de</strong>nering


verover<strong>de</strong>n <strong>de</strong> <strong>de</strong>nkbeel<strong>de</strong>n van die Amsterdammer <strong>de</strong> hele wereld.<br />

Ik heb het natuurlijk over <strong>de</strong> jaren zestig van <strong>de</strong> zeventien<strong>de</strong> eeuw. De jeugdige Amsterdammer<br />

heette <strong>Spinoza</strong> en hij zette het kn<strong>op</strong>je om dat nu <strong>de</strong> Verlichting heet. Natuurlijk claimen Engeland<br />

(Locke), Frankrijk (Voltaire), Duitsland (Goethe) en Rusland (Lenin) <strong>de</strong> Verlichting te hebben<br />

aangezet, maar Jonathan Israel heeft vorig jaar in zijn machtige Radical E<strong>nl</strong>ightenment getoond<br />

hoe <strong>de</strong> kiem ervan wel <strong>de</strong>gelijk in <strong>de</strong> republiek Ne<strong>de</strong>rland lag.<br />

Wij zijn allen Spinozisten, behalve <strong>de</strong> twintig le<strong>de</strong>n van het Burke-genootschap. Je hoort wel eens<br />

zeggen dat <strong>de</strong> moslims een Voltaire nodig hebben, maar het zou beter zijn als <strong>de</strong> Mohammedanen<br />

en <strong>de</strong> Yankees een <strong>Spinoza</strong> zou<strong>de</strong>n voortbrengen.<br />

Van <strong>Spinoza</strong> wil ik alles weten. Dus verwelkom ik <strong>de</strong> vertaling uit het Latijn die <strong>de</strong> Utrechtse<br />

hoogleraar Verbeek geeft van <strong>de</strong> onbekendste van zijn publikaties, over <strong>de</strong> genezing van het<br />

verstand. Hoe moet je <strong>de</strong>nken? Hoe kun je zeker zijn van je conclusies? Hoe vermijd je dogmatisch<br />

en krom <strong>de</strong>nken? Daarbij is <strong>de</strong> wiskundige <strong>de</strong>nkstijl van Eucli<strong>de</strong>s <strong>Spinoza</strong>'s i<strong>de</strong>aal, zoals uit <strong>de</strong><br />

Ethica blijkt. Het is <strong>de</strong> vraag of <strong>Spinoza</strong> <strong>de</strong> Verstandsverbetering ooit had willen uitgeven. Hij<br />

begon er vroeg mee, maar voltooi<strong>de</strong> het nooit. De goe<strong>de</strong> elementen ervan zijn in zijn an<strong>de</strong>re<br />

boeken te vin<strong>de</strong>n, en er staan veel onbegrijpelijkhe<strong>de</strong>n in. Verbeek wijst daar in zijn commentaar<br />

ook <strong>op</strong>. `Dit kl<strong>op</strong>t niet', en `Deze belofte blijft onvervuld' zijn steeds weerkeren<strong>de</strong> noten. Verbeek<br />

weet veel van Descartes en dat komt goed uit, want <strong>Spinoza</strong> is in dit boekje sterk on<strong>de</strong>r <strong>de</strong> indruk<br />

van zijn stadgenoot, die uit Amsterdam vertrok toen <strong>Spinoza</strong> zestien jaar was.<br />

Descartes durf<strong>de</strong> nooit <strong>de</strong> stap te doen die <strong>Spinoza</strong> in dit jeugdwerk zet. Iemand die het bestaan<br />

van God ontken<strong>de</strong> werd in die jaren verbrand. <strong>Spinoza</strong> pakte het domste Godsbewijs (1. God heeft<br />

alle mooie eigenschappen. 2. Bestaan is een mooie eigenschap. Dus 3: God heeft <strong>de</strong> eigenschap te<br />

bestaan) en parodiëer<strong>de</strong> die tot: 1. Er is maar een, on<strong>de</strong>elbare, substantie. 2. God is die<br />

substantie. 3. God is dus overal, hij kan geen won<strong>de</strong>ren verrichten, hij is het geheel <strong>de</strong>r<br />

natuurwetten.<br />

Met <strong>de</strong> vertaling van Verbeek zijn drie rare dingen aan <strong>de</strong> hand. Hij zegt dat hij elke Latijnse term<br />

steeds door een en het zelf<strong>de</strong> Ne<strong>de</strong>rlandse woord wil vertalen. Dat lijkt mij geen goed i<strong>de</strong>e en<br />

Verbeek doet het ook niet: `intellectus' uit <strong>de</strong> titel wordt soms vertaald met `begrip', soms met<br />

`verstand' en soms met `intellect'.<br />

Ten twee<strong>de</strong> wor<strong>de</strong>n alle wiskundige voorbeel<strong>de</strong>n verkeerd vertaald. Filosofen waren in die tijd<br />

wiskundigen: Pascal, Descartes, Leibniz. <strong>Spinoza</strong> geeft wiskundige voorbeel<strong>de</strong>n om <strong>de</strong> werkingen<br />

van het verstand te tonen. Zo heeft hij het over <strong>de</strong> evenredigheid van vier getallen en hoe je weet<br />

dat het product van <strong>de</strong> twee uiterste getallen gelijk is aan dat van <strong>de</strong> twee mid<strong>de</strong>lste. Het gaat<br />

hier om een stelling die Eucli<strong>de</strong>s bewees. Misschien <strong>de</strong>nkt Verbeek dat a:b=c:d wordt uitgesproken<br />

als: `a ge<strong>de</strong>eld door b is gelijk aan c ge<strong>de</strong>eld door d', maar je moet het uitspreken als `a staat tot<br />

b als c staat tot d' en <strong>Spinoza</strong>'s gebruik ervan is volkomen juist. Verbeek vat `een eigenschap van'<br />

<strong>op</strong> als: `het wezen van', en ziet niet het verschil waar het <strong>Spinoza</strong> juist om ging.<br />

Op <strong>de</strong> laatste bladzij van het boek gebruikt <strong>Spinoza</strong> <strong>de</strong> ellips als voorbeeld van <strong>de</strong> gedachte dat je<br />

een i<strong>de</strong>e <strong>op</strong> veel manieren kan bepalen. Verbeek schrijft in plaats van `ellips' `elliptisch vlak', wat<br />

niets betekent. Je tekent een ellips door een potlood te laten glij<strong>de</strong>n langs een touw dat aan twee<br />

spijkers vast zit. Verbeek maakt <strong>de</strong> pen aan het touw vast, zodat hij slechts één punt kan tekenen.<br />

<strong>Spinoza</strong> zegt dat <strong>de</strong> ellips ook <strong>de</strong> meetkundige plaats is van alle punten waarvan <strong>de</strong> afstan<strong>de</strong>n tot<br />

een vast punt en een vaste lijn in constante verhouding staan. Het is waar dat <strong>de</strong> Latijnse tekst<br />

hier onvolledig is, maar Verbeek laat het woord verhouding weg en zegt: `punten die zich <strong>op</strong><br />

<strong>de</strong>zelf<strong>de</strong> afstand van een lijn bevin<strong>de</strong>n' - dat zijn dus twee evenwijdige lijnen en geen ellips.<br />

Is dit erg? Wel in verband met het <strong>de</strong>r<strong>de</strong> rare van <strong>de</strong>ze vertaling. Achterin somt Verbeek <strong>de</strong> Ou<strong>de</strong>re<br />

Ne<strong>de</strong>rlandse Vertalingen <strong>op</strong>. Daar zien we dat <strong>Wim</strong> <strong>Klever</strong> het boek in 1986 voor uitgeverij Ambo<br />

vertaal<strong>de</strong>. `Bevat ook commentaar', zet Verbeek er droogjes bij. On<strong>de</strong>r <strong>de</strong>ze lijst geeft Verbeek<br />

een lijst van Commentaren. Daar staat <strong>Klever</strong> niet bij.<br />

Welke provinciale ruzie <strong>de</strong> twee <strong>Spinoza</strong>-kenners hebben, weet ik niet. Ik constateer weinig<br />

verschillen in <strong>de</strong> vertalingen. Waar <strong>Klever</strong> `uitein<strong>de</strong>lijk' schrijft, schrijft Verbeek `ten langen<br />

leste'. <strong>Klever</strong> vertaalt `vaga' met `zwerven<strong>de</strong>', Verbeek met `vage'. <strong>Klever</strong> heeft het over `het<br />

centrale zintuig', Verbeek over `<strong>de</strong> gemeenzin'. Ik verkies vaak <strong>de</strong> vertaling van 1986.<br />

In hun commentaren zijn <strong>de</strong> twee diametraal. <strong>Klever</strong> vindt het een geniaal boek en weet alles uit<br />

te leggen. Verbeek vindt het een mislukt boek. Ik geef Verbeek gelijk, maar zoals ik al zei: <strong>Spinoza</strong>


heeft het ook nooit willen uitgeven. Alleen <strong>de</strong> eerste bladzij<strong>de</strong>n waarin hij <strong>op</strong> zeldzaam<br />

persoo<strong>nl</strong>ijke toon zegt hoe een filosoof moet leven, verdienen onze aandacht. Die heeft Le<strong>op</strong>old<br />

een eeuw gele<strong>de</strong>n al vertaald.<br />

Drie Ne<strong>de</strong>rlan<strong>de</strong>rs zijn met hun geschriften eeuwig bekend in <strong>de</strong> hele wereld. Twee mannen en een<br />

meisje. Twee jo<strong>de</strong>n en een antisemiet. Twee min-of-meer gelovigen en een ongelovige. Een wordt<br />

altijd bij <strong>de</strong> voornaam genoemd (Erasmus), een bij voor- en achternaam (Anne Frank) en een bij <strong>de</strong><br />

achternaam (<strong>Spinoza</strong>). Erasmus ontsnapte uit zijn Ne<strong>de</strong>rlandse klooster. Anne Frank werd verra<strong>de</strong>n<br />

in het Achterhuis. <strong>Spinoza</strong> hield zich heel stil in Holland, dat weliswaar boeken verbood en<br />

ongelovigen vervolg<strong>de</strong>, maar toch in die Jaren Zestig een oase van vrijheid in Eur<strong>op</strong>a was.<br />

Natuurlijk moet elke letter van <strong>Spinoza</strong> vertaald wor<strong>de</strong>n. Na <strong>Klever</strong> en Verbeek kan iemand een<br />

werkelijk goe<strong>de</strong> vertaling plus commentaar gaan maken om ons verstand te genezen.<br />

Baruch <strong>de</strong> <strong>Spinoza</strong>: Verhan<strong>de</strong>ling over <strong>de</strong> verbetering van het verstand. Vertaald, ingeleid en van<br />

een nawoord voorzien door Theo Verbeek. Historische Uitgeverij, 149 blz. € 22,75<br />

D oor Leon <strong>op</strong> 16 augustu s 2002<br />

http://www.<strong><strong>de</strong>spinoza</strong>.<strong>nl</strong>/spinoza/recensies/hard_<strong>de</strong>nken_ove.shtml<br />

Frans van <strong>de</strong>n En<strong>de</strong>n- <strong>de</strong> vergeten va<strong>de</strong>r van het <strong>de</strong>mocratisch<br />

i<strong>de</strong>aal<br />

In een historisch overzicht gaat Jos Verhulst in <strong>op</strong> het <strong>de</strong>mocratisch i<strong>de</strong>aal. Hij doet dit aan <strong>de</strong><br />

hand van een boek, gepubliceerd door Jonathan Israel, genaamd Radical E<strong>nl</strong>ightenment. Dit<br />

artikel komt van <strong>de</strong> site "Referendum Platform".<br />

Het <strong>de</strong>mocratisch i<strong>de</strong>aal is gebaseerd <strong>op</strong> een aantal filosofische inzichten, die pas in <strong>de</strong> laatste<br />

eeuwen dui<strong>de</strong>lijk wer<strong>de</strong>n geformuleerd en ook he<strong>de</strong>n ten dage absoluut geen gemeengoed zijn.<br />

Twee i<strong>de</strong>eën staan daarbij centraal: het concept van vrije meningsuiting, en het concept van<br />

volkssoevereiniteit. O<strong>nl</strong>angs schreef Jonathan Israel een boeiend boek, dat ons helpt begrijpen<br />

waar, wanneer en hoe <strong>de</strong>ze i<strong>de</strong>eën voor <strong>de</strong> eerste maal dui<strong>de</strong>lijk aan <strong>de</strong> <strong>op</strong>pervlakte kwamen.<br />

Door Jos Verhulst, van <strong>de</strong> website Referendum platform<br />

Jonathan I. Israel (2001) „Radical E<strong>nl</strong>ightenment. Philos<strong>op</strong>hy and the making of mo<strong>de</strong>rnity 1650-<br />

1750‟ Oxford: Oxford University Press<br />

B. <strong>de</strong> <strong>Spinoza</strong> (1670, 1997) „Theologisch Politiek traktaat‟ Amsterdam: Wereldbibliotheek<br />

Franciscus van <strong>de</strong>n En<strong>de</strong>n (1665, 1992) „Vrije Politijke Stellingen‟ (met i<strong>nl</strong>eiding door W.<strong>Klever</strong>)<br />

Amsterdam: Wereldbibliotheek<br />

De golf van <strong>de</strong> reformatie beteken<strong>de</strong> een eerste stap voor <strong>de</strong> verovering van het recht <strong>op</strong> vrij<br />

<strong>de</strong>nken. Het geestelijk mon<strong>op</strong>olie van <strong>de</strong> katholieke kerk werd <strong>de</strong>finitief doorbroken. Rond 1590<br />

was <strong>de</strong> confessionele landkaart van Eur<strong>op</strong>a al groten<strong>de</strong>els getekend, al werd er in <strong>de</strong> eerste helft<br />

van <strong>de</strong> 17<strong>de</strong> eeuw nog stevig gevochten. In 1648 eindig<strong>de</strong> <strong>de</strong> tachtigjarige oorlog: <strong>de</strong> Noor<strong>de</strong>lijke<br />

Ne<strong>de</strong>rlan<strong>de</strong>n waren <strong>de</strong>finitief ontsnapt aan <strong>de</strong> controle van het katholieke Spanje.<br />

Maar in diezelf<strong>de</strong> tijd kwam alweer een nieuwe golf <strong>op</strong>zetten in <strong>de</strong> vrij<strong>de</strong>nkerij. Israel legt <strong>de</strong><br />

grens tussen bei<strong>de</strong> bewegingen ergens rond 1650. Tot die tijd dachten <strong>de</strong> verschillen<strong>de</strong>, elkaar<br />

bestrij<strong>de</strong>n<strong>de</strong> kampen in Eur<strong>op</strong>a nog allemaal confessioneel. Na 1650 verscheen <strong>de</strong> beweging van <strong>de</strong><br />

„radicale Verlichting‟ <strong>op</strong> het toneel. Die stel<strong>de</strong> <strong>de</strong> gemeenschappelijke grondslag van alle<br />

confessies in vraag. Israel schetst <strong>de</strong> geestesstrijd in Eur<strong>op</strong>a als een gevecht tussen drie kampen.<br />

Enerzijds had men <strong>de</strong> gevestig<strong>de</strong> macht, gebaseerd <strong>op</strong> <strong>de</strong> coalitie tussen a<strong>de</strong>l en kerkelijke macht.<br />

Daar tegenover stond <strong>de</strong> stroom van <strong>de</strong> „gematig<strong>de</strong> Verlichting‟, waarvan in Engeland bijvoorbeeld<br />

Newton en Locke, of Montesquieu in Frankrijk hoofdvertegenwoordigers waren (Rousseau moet als<br />

een hybried geval wor<strong>de</strong>n beschouwd Israel p.269). De strijd voor <strong>de</strong> geestelijke suprematie tussen<br />

die twee bewegingen was rond 174050 nog onbeslist. Maar er was nog een <strong>de</strong>r<strong>de</strong>, vooral uit <strong>de</strong><br />

Ne<strong>de</strong>rlan<strong>de</strong>n afkomstige stroming die van <strong>de</strong> „radicale Verlichting‟ die door <strong>de</strong> bei<strong>de</strong> an<strong>de</strong>ren werd<br />

verketterd en groten<strong>de</strong>els on<strong>de</strong>rgronds <strong>op</strong>ereer<strong>de</strong>. De meest beken<strong>de</strong> protagonist van <strong>de</strong>ze<br />

stroming was <strong>Spinoza</strong>. An<strong>de</strong>re vertegenwoordigers van <strong>de</strong>ze stroming, vooral uit <strong>de</strong> Ne<strong>de</strong>rlan<strong>de</strong>n,<br />

zijn nu groten<strong>de</strong>els vergeten, hoewel hun i<strong>de</strong>eën vaak veel meer innoverend waren dan die van<br />

meer geken<strong>de</strong> figuren uit <strong>de</strong> stroom <strong>de</strong>r „gematig<strong>de</strong> Verlichting‟. De radicale Verlichting moest<br />

<strong>op</strong>roeien tegen een stroom van gedachtencontrole en een censuurnetwerk, dat zich over Eur<strong>op</strong>a<br />

verbreid<strong>de</strong>. Het is vanuit <strong>de</strong> Ne<strong>de</strong>rlan<strong>de</strong>n dat <strong>de</strong> nieuwe, verbo<strong>de</strong>n gedachten zich bij voorkeur


verspreid<strong>de</strong>n. In Frankrijk werd <strong>de</strong> uitdrukking „livres <strong>de</strong> Hollan<strong>de</strong>‟ <strong>de</strong> staan<strong>de</strong> formulering om<br />

verbo<strong>de</strong>n litteratuur aan te dui<strong>de</strong>n (p.101).<br />

Vrijheid van <strong>de</strong>nken en spreken: een radicaal i<strong>de</strong>e<br />

Israel merkt <strong>op</strong> dat het i<strong>de</strong>aal van <strong>de</strong> vrije meningsuiting geenszins tot het gedachtengoed van <strong>de</strong><br />

„gematig<strong>de</strong> Verlichting‟ behoor<strong>de</strong> (Israel, p.116117). De <strong>op</strong>vattingen van Locke zijn voor die<br />

„gematig<strong>de</strong> Verlichting‟ representatief : hij bepleitte wel tolerantie tegenover allerlei<br />

uitee<strong>nl</strong><strong>op</strong>en<strong>de</strong> christelijke <strong>op</strong>vattingen, maar niet tegenover atheïsten. De re<strong>de</strong>n was, dat een<br />

mens die het geloof in God verliest, ook alle grond verliest waar<strong>op</strong> moraliteit is gebaseerd: “The<br />

taking away of God, but even in thought, dissolves all” („De verwij<strong>de</strong>ring van God, zelfs alleen<br />

maar in het <strong>de</strong>nken, zet alles <strong>op</strong> losse schroeven‟; Israel, p.266). Locke had ook bezwaren tegen<br />

vrije meningsuiting voor katholieken, omdat die <strong>de</strong> autoriteit erken<strong>de</strong>n van een buite<strong>nl</strong>andse<br />

macht, namelijk <strong>de</strong> paus. <strong>Spinoza</strong> was <strong>de</strong> eerste beken<strong>de</strong> filosoof die hiertegen inging, al werd hij<br />

wel voorafgegaan door een aantal min<strong>de</strong>r beken<strong>de</strong> figuren, zoals Johan <strong>de</strong> la Court en vooral<br />

Franciscus van <strong>de</strong>n En<strong>de</strong>n (Israel, p.259).<br />

<strong>Spinoza</strong> legt zijn visie omtrent <strong>de</strong> vrijheid van <strong>de</strong>nken en spreken uit in hoofdstuk 20 van zijn<br />

„Theologischpolitiek traktaat‟. Dit is meteen ook het laatste hoofdstuk van dit werk (ver<strong>de</strong>r: TPT).<br />

De titel van dat hoofdstuk luidt: “Aangetoond wordt dat in een vrij staatsbestel het een ie<strong>de</strong>r is<br />

toegestaan te <strong>de</strong>nken wat hij wil en te zeggen wat hij <strong>de</strong>nkt”.<br />

De uitgangspunten van <strong>Spinoza</strong> zijn tweeerlei. Enerzijds vormt het vermogen tot vrije<br />

meningsvorming <strong>de</strong> kern van het mensenwezen, in die zin dat dit vermogen onoverdraagbaar is:<br />

“Niemand kan immers zijn natuurlijk recht, dat wil zeggen zijn vermogen om vrij te re<strong>de</strong>neren en<br />

te oor<strong>de</strong>len over welk on<strong>de</strong>rwerp dan ook, <strong>op</strong> een an<strong>de</strong>r overdragen, noch kan hij daartoe<br />

gedwongen wor<strong>de</strong>n” (TPT, 20,1; p.424). <strong>Spinoza</strong> is geenszins blind voor <strong>de</strong> realiteit van<br />

beïnvloeding en pr<strong>op</strong>aganda. Maar, besluit hij , “..het is toch nooit zover gekomen dat <strong>de</strong> mensen<br />

niet te allen tij<strong>de</strong> <strong>de</strong> ervaring had<strong>de</strong>n dat eenie<strong>de</strong>r overtuigd is van zijn eigen gelijk, dat er<br />

evenveel verschil van hoof<strong>de</strong>n als van smaken is” (TPT 20,2; p.425).<br />

An<strong>de</strong>rzijds is <strong>de</strong> staat volgens <strong>Spinoza</strong> gebaseerd <strong>op</strong> een bin<strong>de</strong>nd contract tussen vrije burgers.<br />

<strong>Spinoza</strong> stelt dat “..<strong>de</strong> mensen zich, om veilig en <strong>op</strong> <strong>de</strong> beste manier te leven, onvermij<strong>de</strong>lijk<br />

hebben moeten verenigen tot één geheel en dus hebben moeten bewerkstelligen dat ze het recht<br />

dat krachtens <strong>de</strong> natuur ie<strong>de</strong>reen <strong>op</strong> alles had, collectief zou<strong>de</strong>n hebben, en dat dit recht niet<br />

langer door <strong>de</strong> kracht en <strong>de</strong> begeerte van ie<strong>de</strong>r afzon<strong>de</strong>lrijk zou wor<strong>de</strong>n ge<strong>de</strong>termineerd, maar<br />

door <strong>de</strong> kracht en <strong>de</strong> wil van allen tezamen” (TPT, 16,5; p.350). <strong>Spinoza</strong> besluit dan: “Uit <strong>de</strong><br />

grondslagen van het staatkundige leven (...) volgt met <strong>de</strong> grootste dui<strong>de</strong>lijkheid dat het<br />

uitein<strong>de</strong>lijke doel van <strong>de</strong> politiek niet is om te heersen of <strong>de</strong> mensen met vrees in bedwang te<br />

hou<strong>de</strong>n en aan een an<strong>de</strong>r on<strong>de</strong>rgeschikt te maken, maar integen<strong>de</strong>el om <strong>de</strong> enkeling van vrees te<br />

bevrij<strong>de</strong>n, zodat hij, voor zover dat mogelijk is, veilig leeft, dat wil zeggen, dat hij zijn natuurlijke<br />

recht om te bestaan en zich te doen gel<strong>de</strong>n zon<strong>de</strong>r scha<strong>de</strong> voor zichzelf en voor een an<strong>de</strong>r<br />

<strong>op</strong>timaal behoudt. Het is niet, zo wil ik zeggen, het doel van <strong>de</strong> politiek om <strong>de</strong> mensen van<br />

re<strong>de</strong>lijke wezens tot dieren of automaten te maken, maar integen<strong>de</strong>el om ervoor te zorgen dat hun<br />

geest en lichaam veilig kunnen functioneren en dat zijzelf <strong>de</strong> vrije re<strong>de</strong> gebruiken en niet met<br />

haat, toorn of bedrog strij<strong>de</strong>n, noch zich door bittere gevoelens jegens elkan<strong>de</strong>r laten meeslepen.<br />

Het doel van <strong>de</strong> politiek is dus in werkelijkheid <strong>de</strong> vrijheid” (TPT, 20,6; p.426427; benadrukking<br />

door ons). El<strong>de</strong>rs schrijft hij nog: “Hoe min<strong>de</strong>r dus <strong>de</strong> mensen <strong>de</strong> vrijheid om te oor<strong>de</strong>len wordt<br />

toegestaan, <strong>de</strong>s te meer wijkt men af van <strong>de</strong> staat die <strong>de</strong> meest natuurlijke is en <strong>de</strong>s te<br />

gewelddadiger is dientengevolge <strong>de</strong> regering” (TPT, 20,14; p.434; benadrukking door ons).<br />

<strong>Spinoza</strong> maakt een on<strong>de</strong>rscheid tussen woord en daad, dat ogenschij<strong>nl</strong>ijk subtiel ligt en tegelijk<br />

uiterst belangrijk is.<br />

Woor<strong>de</strong>n kunnen <strong>op</strong> een bepaald moment da<strong>de</strong>n wor<strong>de</strong>n. Dat gebeurt <strong>op</strong> het moment dat ze<br />

rechtscheppend zijn. Het dui<strong>de</strong>lijkst is dit, <strong>op</strong> het ogenblik dat ik mijn stem uitbreng in een<br />

<strong>de</strong>mocratisch besluitvormingsproces. Wanneer ik bij een beslissen<strong>de</strong> stemming „ja‟ of „nee‟ zeg,<br />

dan is dat spreken een scheppen<strong>de</strong> daad: ik creëer recht. Binnen het rechtska<strong>de</strong>r dat ikzelf en<br />

an<strong>de</strong>ren <strong>op</strong> die manier tot stand brengen, kan ik <strong>op</strong> <strong>de</strong>zelf<strong>de</strong> manier ook weer al sprekend<br />

rechtsda<strong>de</strong>n stellen, bijvoorbeeld door een contract te tekenen of „ja, ik wil‟ te zeggen bij een<br />

huwelijk.<br />

De primaire scheppen<strong>de</strong> daad die ik stel, is „ja‟ zeggen tegen het contract waarmee mensen samen<br />

<strong>de</strong> rechtsstaat vorm geven. Ie<strong>de</strong>re burger wordt geacht dit jawoord te hebben gegeven. Van


immigranten kan het, bv bij een inburgeringscontract, expliciet wor<strong>de</strong>n gevraagd. Wellicht ware<br />

het beter om aan ie<strong>de</strong>re burger, bij zijn meer<strong>de</strong>rjarigheid, zo‟n expliciet jawoord te vragen: een<br />

soort plechtige toetreding tot het gemenebest.<br />

<strong>Spinoza</strong> ziet nu een beperking in het vrije spreekrecht hierin, dat men <strong>de</strong>ze rechtscheppen<strong>de</strong><br />

woor<strong>de</strong>n nadien niet mag intrekken. Het sociaal contract dat met <strong>de</strong> me<strong>de</strong>burgers door het woord<br />

is gesloten, mag nadien niet door het woord wor<strong>de</strong>n verbroken. Een dui<strong>de</strong>lijk voorbeeld zijn<br />

<strong>op</strong>roepen tot geweld tegen personen of groepen. Zo‟n <strong>op</strong>roep moet als een rechtscheppen<strong>de</strong> (of<br />

beter: onrechtscheppen<strong>de</strong> daad) wor<strong>de</strong>n beschouwd, omdat hij neerkomt <strong>op</strong> een eenzijdige<br />

herroeping van het sociaal contract. De <strong>de</strong>tails van het sociale contract kunnen gewijzigd wor<strong>de</strong>n,<br />

maar dit dient via <strong>de</strong> <strong>de</strong>mocratische procedures te gebeuren die in het contract zijn vervat. Die<br />

procedures moeten dan natuurlijk wel voorhan<strong>de</strong>n zijn.<br />

“..we kunnen daaruit niet min<strong>de</strong>r gemakkelijk bepalen welke meningen in <strong>de</strong> staat <strong>op</strong>roer<br />

betekenen: die namelijk, die zodra zij geponeerd wor<strong>de</strong>n, bewerkstelligen dat <strong>de</strong> overeenkomst,<br />

waarbij <strong>de</strong> enkeling afstand heeft gedaan van zijn recht om volgens zijn eigen beslissing te<br />

han<strong>de</strong>len, wordt <strong>op</strong>geheven. Bijvoorbeeld als iemand meent dat <strong>de</strong> hoogste overheid niet zijn<br />

eigen meester is, of dat niemand zijn beloften gestand hoeft te doen, of dat ie<strong>de</strong>r volgens zijn<br />

eigen oor<strong>de</strong>el behoort te leven en an<strong>de</strong>re soortgelijke dingen, die rechtstreeks in strijd zijn met <strong>de</strong><br />

genoem<strong>de</strong> overeenkomst, dan is zo iemand <strong>op</strong>roerig, niet zozeer wegens zijn oor<strong>de</strong>el en mening als<br />

wel wegens <strong>de</strong> daad die <strong>de</strong>rgelijke oor<strong>de</strong>len inhou<strong>de</strong>n; en wel omdat hij alleen al door iets<br />

<strong>de</strong>rgelijks te menen <strong>de</strong> belofte van trouw die hij stilzwijgend of uitdrukkelijk aan <strong>de</strong> hoogste<br />

overheid heeft gegeven, verbreekt. Derhalve zijn an<strong>de</strong>re meningen, die niet een daad, zoals<br />

verdragbreuk, wraak, toorn enz. impliceren, niet <strong>op</strong>roerig, behalve wellicht in een staatsbestel dat<br />

enigszins door be<strong>de</strong>rf is aangetast...” (TPT, 20, 9; p.429).<br />

<strong>Spinoza</strong> heeft het ook over meningen die “...hoewel zij <strong>op</strong> het oog alleen om kwesties van<br />

waarheid en onwaarheid draaien, toch met boos <strong>op</strong>zet wor<strong>de</strong>n geponeerd en verbreid” (TPT, 20, 9;<br />

p.430). Hier doelt hij naar eigen zeggen <strong>op</strong> religieusfundamentalistische standpunten, die hij el<strong>de</strong>rs<br />

in <strong>de</strong> TPT (15, 8) behan<strong>de</strong>lt. Zijn betoog lijkt hier<strong>op</strong> neer te komen, dat men rechtsvernietigen<strong>de</strong><br />

uitspraken ook niet kan maken in naam van vermeen<strong>de</strong> religieuze <strong>op</strong>enbaringen. <strong>Spinoza</strong> verwerpt<br />

in dit verband het beroep <strong>op</strong> <strong>op</strong>enbaringen: “Als zij dus beweren dat zij behalve <strong>de</strong>ze geest nog<br />

een an<strong>de</strong>re hebben, die hen zeker maakt van <strong>de</strong> waarheid, beroemen ze zich hier<strong>op</strong> ten onrechte<br />

en spreken ze slechts vanuit een vooroor<strong>de</strong>el van hun affecten, of ze nemen uit grote vrees dat ze<br />

door <strong>de</strong> filosofen zullen wor<strong>de</strong>n verslagen en <strong>op</strong>e<strong>nl</strong>ijk aan <strong>de</strong> lachlust prijsgegeven, hun toevlucht<br />

tot heilige plaatsen. Maar tevergeefs, want welk altaar kan hij zich verschaffen die <strong>de</strong> majesteit<br />

van <strong>de</strong> re<strong>de</strong> schendt?” (TPT 15,8; p.345).<br />

Afgezien van <strong>de</strong> welomschreven gevallen, waarbij uitspraken als da<strong>de</strong>n kunnen wor<strong>de</strong>n <strong>op</strong>gevat,<br />

dient <strong>de</strong> rechtsstaat dus <strong>de</strong> vrijheid van meningsuiting niet enkel toe te staan, maar daarin zelfs<br />

zijn eige<strong>nl</strong>ijke doel te zien, ondanks <strong>de</strong> ongemakken die dit meebrengt. “Opdat dus niet vleierij,<br />

maar trouw gewaar<strong>de</strong>erd wordt, en <strong>op</strong>dat <strong>de</strong> hoogste overhe<strong>de</strong>n <strong>de</strong> macht <strong>op</strong> <strong>de</strong> beste wijze<br />

behou<strong>de</strong>n, en niet gedwongen wor<strong>de</strong>n te zwichten voor <strong>op</strong>roerlingen, moet men<br />

noodzakelijkerwijze <strong>de</strong> vrijheid om te oor<strong>de</strong>len toestaan en <strong>de</strong> mensen zo regeren dat, hoe<br />

verschillen<strong>de</strong> en tegengestel<strong>de</strong> meningen zij ook <strong>op</strong>e<strong>nl</strong>ijk koesteren, zij toch eendrachtig samen<br />

leven. En wij kunnen niet betwijfelen dat <strong>de</strong>ze wijze van regeren <strong>de</strong> beste is en kleinere<br />

ongemakken kan verdragen, omdat zij het meeste met <strong>de</strong> natuur <strong>de</strong>r mensen overeenkomt. In een<br />

<strong>de</strong>mocratie immers (die <strong>de</strong> natuurlijke staat het meest nabij komt) komen allen overeen (...)<br />

volgens een gemeenschappelijk besluit wél te han<strong>de</strong>len, maar niet te oor<strong>de</strong>len en te re<strong>de</strong>neren..”<br />

(TPT 20, 14, p.433).<br />

Franciscus van <strong>de</strong>n En<strong>de</strong>n (1602-1674)<br />

De Antwerpenaar Franciscus van <strong>de</strong>n En<strong>de</strong>n is in <strong>de</strong> geschie<strong>de</strong>nis van <strong>de</strong> mensheid wellicht <strong>de</strong><br />

eerste <strong>de</strong>mocraat geweest in <strong>de</strong> mo<strong>de</strong>rne betekenis van het woord. Van <strong>de</strong>n En<strong>de</strong>n werd<br />

aanvankelijk <strong>op</strong>geleid in Leuven, tot jezuïet. Hij heeft het echter nooit tot <strong>de</strong>finitieve <strong>op</strong>name in<br />

<strong>de</strong> or<strong>de</strong> gebracht: in 1633 werd hij eruit getrapt, wegens al te erge dwalingen. Hij stu<strong>de</strong>ert<br />

medicijnen en bereist Eur<strong>op</strong>a. In 1642 huwt hij in zijn geboortestad, met Clara Maria Vermeeren.<br />

Hij schijnt verschillen<strong>de</strong> diplomatieke missies te hebben vervuld en mogelijk speel<strong>de</strong> hij ook een<br />

rol bij <strong>de</strong> totstandkoming van <strong>de</strong> vre<strong>de</strong> van Munster; wij zijn hierover zeer slecht ingelicht. Enkele<br />

jaren later vestigt hij zich te Amsterdam, waar hij aanvankelijk als boek en kunsthan<strong>de</strong>laar actief<br />

is. In 1652 gaat hij failliet, en begint hij met een private Latijnse school, die veel succes kent.


Vanaf 1655 is <strong>de</strong> jonge <strong>Spinoza</strong> een van zijn leerlingen.<br />

In 16611662 on<strong>de</strong>rhan<strong>de</strong>lt hij met <strong>de</strong> commissarissen van <strong>de</strong> Kolonieskamer van Amsterdam om<br />

gunstige voorwaar<strong>de</strong>n te verkrijgen voor een groep mensen die naar NieuwNe<strong>de</strong>rland willen<br />

emigreren. Zijn voor die tijd radicaal<strong>de</strong>mocratische voorstellen lei<strong>de</strong>n echter tot een zwaar<br />

conflict met <strong>de</strong> ste<strong>de</strong>lijke overheid. Kort daarna verschijnen dan zijn twee politieke werken: „Kort<br />

Verhael van NieuwNe<strong>de</strong>rlants..‟ (1662; ver<strong>de</strong>r KV) en „Vrye Politijke Stellingen en Consi<strong>de</strong>ratien<br />

van Staat‟ (1665; ver<strong>de</strong>r VPS). In 1670 verhuist van <strong>de</strong>n En<strong>de</strong>n met zijn school naar Parijs. Daar was<br />

hij betrokken bij een samenzwering tegen Lo<strong>de</strong>wijk XIV. Hij wordt verra<strong>de</strong>n, aangehou<strong>de</strong>n en <strong>op</strong> 27<br />

november 1674 <strong>op</strong>gehangen <strong>op</strong> <strong>de</strong> Place <strong>de</strong> la Bastille.<br />

De man die van <strong>de</strong>n En<strong>de</strong>n zou verra<strong>de</strong>n, Du Cause <strong>de</strong> Nazelle, heeft ons ook een karakterschets<br />

van eerstgenoem<strong>de</strong> achtergelaten: “Hij had een kleine gestalte maar met een spirituele en zeer<br />

aangename fysionomie. Zijn conversatie was charmant. Hij was vol vuur in zijn re<strong>de</strong>voeringen,<br />

vooral in zijn snedige antwoor<strong>de</strong>n, enthousiast zelfs bij steriele on<strong>de</strong>rwerpen, subliem in zijn<br />

gedachten. De filosofie, <strong>de</strong> theologie, <strong>de</strong> wiskun<strong>de</strong> met al haar af<strong>de</strong>lingen fascineer<strong>de</strong>n wanneer<br />

hij erover sprak (...) Wat betreft <strong>de</strong> godsdienst, die had hij geen. Hij geloof<strong>de</strong> noch in straffen<br />

noch in beloningen na dit leven, hoewel hij overigens een soevereine meester van het heelal<br />

beleed. Maar in privégesprekken ont<strong>de</strong>kte men zon<strong>de</strong>r moeite zijn ware <strong>op</strong>vattingen over <strong>de</strong>ze<br />

materie. In het publiek evenwel of in het bijzijn van onbeken<strong>de</strong> personen nam hij zich zeer in<br />

acht” (VPS, i<strong>nl</strong>eiding, p.7778). Volgens Du Cause <strong>de</strong> Nazelle had van <strong>de</strong>n En<strong>de</strong>n Hebreeuws,<br />

Syrisch, Grieks, Latijn, Duits, Italiaans, Spaans en Frans gestu<strong>de</strong>erd, en was hij zeer bedreven in <strong>de</strong><br />

scheikun<strong>de</strong> en <strong>de</strong> bereiding van geneeskrachtige produkten. Van <strong>de</strong>n En<strong>de</strong>n heeft overigens een<br />

medisch werk geschreven, „Secreta Medicinae‟, dat verloren is gegaan.<br />

De VPS wer<strong>de</strong>n anoniem uitgegeven, en pas in 1990 ont<strong>de</strong>kte <strong>Klever</strong> dat van <strong>de</strong>n En<strong>de</strong>n <strong>de</strong> auteur<br />

was. <strong>Klever</strong> schrijft hierover, in zijn i<strong>nl</strong>eiding <strong>op</strong> van <strong>de</strong>n En<strong>de</strong> (p.1315; benadrukking door mij):<br />

“On<strong>de</strong>rzoek leid<strong>de</strong> al snel tot <strong>de</strong> conclusie dat het pamflet, dat in 1665 gedrukt was, niet alleen<br />

van kapitaal belang is als achtergrond van <strong>Spinoza</strong>‟s politieke traktaten, maar dat het ook zelf<br />

vanwege zijn originaliteit en onvergelijkbare rijkdom een plaats <strong>op</strong> het wetenschappelijke<br />

erepodium verdient. Voor het eerst in <strong>de</strong> geschie<strong>de</strong>nis <strong>de</strong>r politicologie wordt hier <strong>de</strong> stelling<br />

ver<strong>de</strong>digd en dan nog wel in een buitengewoon knap betoog dat <strong>de</strong> <strong>de</strong>mocratie <strong>de</strong> enig mogelijke<br />

wijze van een doelmatige staatkundige organisatie is. Tot nu toe gold <strong>Spinoza</strong> als <strong>de</strong>gene die in een<br />

anti<strong>de</strong>mocratische traditie, waarin uitsluitend advocaten van een absolute monarchie of een<br />

regenteske aristocratie voorkwamen, moedig <strong>op</strong>stond voor <strong>de</strong> rechten en vrijheid van het volk met<br />

zijn voor die tijd gedurf<strong>de</strong> bewering dat een <strong>de</strong>mocratische staatsvorm „het meest natuurlijk‟ is en<br />

„het meest <strong>de</strong> vrijheid nabij komt‟ (...) Van <strong>de</strong>n En<strong>de</strong>n is behalve een bewogen en daardoor ook<br />

fascineren<strong>de</strong> auteur tevens een radicale vernieuwer van het <strong>de</strong>nken over <strong>de</strong> politiek. Wat had <strong>de</strong><br />

historie van dit vak tot nu toe <strong>op</strong>geleverd? Plato walg<strong>de</strong> van een <strong>de</strong>mocratie en was in „De Staat‟ in<br />

het krijt getre<strong>de</strong>n voor het bestuur door een zorgvuldig <strong>op</strong>gelei<strong>de</strong> elite. Aristoteles had zich in <strong>de</strong><br />

„Politica‟ uitgesproken voor een gemeng<strong>de</strong> regeringsvorm, waarin monarchale, aristocratische en<br />

<strong>de</strong>mocratische componenten elkaar in evenwicht zou<strong>de</strong>n hou<strong>de</strong>n. Cicero was nauwelijks van <strong>de</strong>ze<br />

lijn afgeweken in zijn eclectische „De Re Publica‟. In <strong>de</strong> Renaissancetijd had Machiavelli in „Il<br />

Principe‟ en <strong>de</strong> „Discorsi‟ <strong>de</strong> toon gezet met nuchtere psychologische analyses van <strong>de</strong><br />

machtsuitoefening. Hij had zich evenwel onthou<strong>de</strong>n van een dui<strong>de</strong>lijke keus voor een van <strong>de</strong><br />

gangbare politieke varianten (...) En dan was er <strong>de</strong> Engelsman Thomas Hobbes, die in zijn „De Cive‟<br />

(1642) en „Levithian‟ (1651) trachtte aan te tonen dat het, om uit <strong>de</strong> chaotische noodsituatie van<br />

on<strong>de</strong>rlinge bedreiging en burgeroorlog te geraken, maar het beste is om zich contractueel, doch<br />

met huid en haar en in bijna onvoorwaar<strong>de</strong>lijke gehoorzaamheid, toe te vertrouwen aan een<br />

monarch. Tegen <strong>de</strong>ze, hier slechts globaal geschetste achtergrond, was het werk van van <strong>de</strong>n<br />

En<strong>de</strong>n niets min<strong>de</strong>r dan revolutionair”. <strong>Spinoza</strong>specialist <strong>Wim</strong> <strong>Klever</strong> beschouwt van <strong>de</strong>n En<strong>de</strong>n,<br />

zeker inzake politieke inzichten, als een cruciale inspiratiebron voor diens leerling <strong>Spinoza</strong>:<br />

“Zon<strong>de</strong>r te willen beweren dat Van <strong>de</strong>n En<strong>de</strong>n <strong>de</strong> gehele rijkdom van <strong>Spinoza</strong>‟s geschriften<br />

anticipeert of dat er geen noemenswaardige verschillen zijn, ver<strong>de</strong>dig ik hier <strong>de</strong> stelling dat hij wel<br />

<strong>de</strong> hoofdzaken van <strong>Spinoza</strong>‟s filosofie anticipeert en dat hij inzake <strong>de</strong> politicologie <strong>de</strong> metho<strong>de</strong> en<br />

<strong>de</strong> beginselen aa<strong>nl</strong>evert die ook in <strong>Spinoza</strong>‟s politieke werken werkzaam zijn. De twee<strong>de</strong>, daar<strong>op</strong><br />

aansluiten<strong>de</strong> these luidt, dat niet <strong>Spinoza</strong> Van <strong>de</strong>n En<strong>de</strong>n maar omgekeerd Van <strong>de</strong>n En<strong>de</strong>n <strong>Spinoza</strong><br />

gebracht heeft tot <strong>de</strong>ze gemeenschappelijke en overeenkomstige positie” (VPS, p.99).<br />

Het gelijkheidsi<strong>de</strong>aal bij van <strong>de</strong>n En<strong>de</strong>n<br />

In het kleiner werkje, verschenen in 1662 („Kort Verhael van NieuwNe<strong>de</strong>rlants Gelegentheit...‟;


ver<strong>de</strong>r<strong>op</strong> KV) en door <strong>Klever</strong> in zijn i<strong>nl</strong>eiding uitvoerig geciteerd, geeft van <strong>de</strong>n En<strong>de</strong> zijn visie <strong>op</strong><br />

het politieke begrip „gelijkheid‟:<br />

“En dit is dan „t geen wy met onzen voornamen Grontslagh van Evengelijkheit alleen te verstaen<br />

willen geven, namentlijk, dat‟er, om een welgestel<strong>de</strong> Christburgerlijke Societeit, Republijk, of<br />

Gemeenbest te vestigen, voor alle zaken een zodanige Gelijkmatigheit (tusschen meer, en min<br />

verstandigen, meer, en min gegoe<strong>de</strong>n, mannelijk, en vrouwelijk geslacht, Regeer<strong>de</strong>r, en<br />

geregeer<strong>de</strong>n, enz) door re<strong>de</strong>nen en ervaringe moet uitgevon<strong>de</strong>n wor<strong>de</strong>n, daer uit men <strong>op</strong> „t<br />

zekerste zal mogen bevin<strong>de</strong>n, en besluiten konnen dat ie<strong>de</strong>r lit in zijn graet, daer door niet alleen<br />

niet verswakt, of verna<strong>de</strong>elt, maer in „t tegen<strong>de</strong>el versterkt, en meer, en meer <strong>op</strong>geholpen, en<br />

gevor<strong>de</strong>rt mach wer<strong>de</strong>n: want ie<strong>de</strong>r in zijn byzon<strong>de</strong>ren stant wel geconsi<strong>de</strong>reert, of aengemerkt<br />

wer<strong>de</strong>n<strong>de</strong>, zullen alle Evengelijk verbeteringh in haren stant van no<strong>de</strong>n te hebben bevon<strong>de</strong>n<br />

wer<strong>de</strong>n. Tegens welk voorsz. en ware vryheits gron<strong>de</strong>n wy dan verstaen te strij<strong>de</strong>n alle Societeits<br />

Le<strong>de</strong>ns on<strong>de</strong>rlinge heersingh, of geweltsoeffeningh, mitsga<strong>de</strong>rs alle blindt gehoorsamen, en<br />

vertrouwen...” (KV; zie VPS, p.56).<br />

Van <strong>de</strong>n En<strong>de</strong> vat dus het gelijkheidsi<strong>de</strong>aal zo <strong>op</strong>, dat <strong>de</strong> staat aan ie<strong>de</strong>reen in gelijke mate of in<br />

evenredigheid, baat moet brengen, wat samengaat met <strong>de</strong> uitsluiting van alle mogelijkheid tot<br />

on<strong>de</strong>rlinge overheersing of geweld. Het welzijnsverhogend effect van <strong>de</strong> staat moet <strong>op</strong>tre<strong>de</strong>n,<br />

onafhankelijk van iemands talenten, geslacht, bezit, maatschappelijke status enz. Van <strong>de</strong>n En<strong>de</strong><br />

verwerpt reeds in KV <strong>de</strong> „sma<strong>de</strong>lyke Aelmoesgevingen‟, die gepaard gaan met verne<strong>de</strong>ring en<br />

machtsverwerving door <strong>de</strong> gever.<br />

Van <strong>de</strong>n En<strong>de</strong> verzet zich an<strong>de</strong>rzijds uitdrukkelijk tegen <strong>de</strong> <strong>op</strong>vatting, dat het streven naar<br />

gelijkheid neerkomt <strong>op</strong> gelijkschakeling:<br />

“‟t Isser zo veer van daen dat wy in „t tegen<strong>de</strong>el zulx voor zo onmogelijk hou<strong>de</strong>n te geschie<strong>de</strong>n, als<br />

dat onze vingeren, <strong>de</strong> zelve blijven<strong>de</strong> dieze nu zijn, echter even langh souwen konnen zijn, of<br />

gemaekt wer<strong>de</strong>n: want y<strong>de</strong>r Mensch, door zijner Naturewezenheit, en bijzon<strong>de</strong>re eigenschap een<br />

Werelt <strong>op</strong> sich zelve maken<strong>de</strong>, blijft altijt on<strong>de</strong>rschei<strong>de</strong> van alle an<strong>de</strong>re Menschen, en na zijner<br />

lichaems, en voornamentlijk sielen hoedanighe<strong>de</strong>n, of eigenschappen is hy ook, of min, of meer<strong>de</strong>r<br />

uitmunten<strong>de</strong> in alle zijne actien of bedrijven, hebben<strong>de</strong> alle zijne byzon<strong>de</strong>re hoedanighe<strong>de</strong>n, ook<br />

hare byzon<strong>de</strong>re uitwerkingen, welkenthalven het ook met recht voor <strong>de</strong> grootste Dwazen in <strong>de</strong>ze<br />

werelt te achten zijn, die veel menschen, ik swijgh noch van gehele Lantschappen, on<strong>de</strong>r eenen<br />

regul, of strikte manier van leven trachten te brengen, zon<strong>de</strong>r eens te willen, of konnen letten,<br />

wat <strong>de</strong>n aert van zulke Lant, of ook Sociëteit, mitsga<strong>de</strong>rs y<strong>de</strong>r Mensch in „t particulier tot zijn<br />

Natuir is vereyschen<strong>de</strong>. En waerom wy ook wel ter <strong>de</strong>ge in <strong>de</strong>zen souwen willen voor<br />

gerecomman<strong>de</strong>ert hou<strong>de</strong>n, datmen in allen Wetten, en Statuten voor „t gemeen wel<br />

voornamentlijk „t gemeene nut moest beoogen, maer echter niet te min aan d‟an<strong>de</strong>re kant naeuwe<br />

sorgh dragen, dat een y<strong>de</strong>rs particuliere, en natuirlijcke evengelijkevryheit hier door zon<strong>de</strong>r<br />

aenzien van Personen, <strong>op</strong> „t minste wier<strong>de</strong> besnoeit, en gekrenkt...” (KV; zie VPS, p.5354).<br />

De wetten moeten zich dus richten <strong>op</strong> het algemeen nut, maar an<strong>de</strong>rzijds ie<strong>de</strong>r <strong>op</strong> gelijke manier<br />

ruimte geven voor zijn eigenheid.<br />

Vrijheid van spreken<br />

Reeds in <strong>de</strong> KV spreekt van <strong>de</strong>n En<strong>de</strong>n zich radicaal uit voor vrijheid van spreken:<br />

“Dat niemandt zoo wel Vrem<strong>de</strong> als simpele Inwoon<strong>de</strong>r, en Burger <strong>de</strong>zer Societeit om eenigerhan<strong>de</strong><br />

sustenue in zake van Godtsdienst, of <strong>op</strong>inies halven door <strong>de</strong>n wegens <strong>de</strong> H. Overigheits gestel<strong>de</strong><br />

Schout, Opzien<strong>de</strong>r, of an<strong>de</strong>rsins Gevolmachtigh<strong>de</strong> <strong>op</strong> eenigerhan<strong>de</strong> wijze en zullen mogen wer<strong>de</strong>n<br />

gemolesteert” (KV, zie VPS, p.59); “Het al<strong>de</strong>rscha<strong>de</strong>lijkste ja pestelentiaelste eenes Staets dan is;<br />

dat‟er geen behoorlijke vryheit en wort gelaten... om alles met bondige ree<strong>de</strong>n by te mogen<br />

brengen, wat yemandt voor „t gemeene best verstaet, of meent vor<strong>de</strong>rlijk te mogen, of konnen<br />

zijn” (KV, zie VPS, p.60).<br />

Broe<strong>de</strong>rlijkheid<br />

Van <strong>de</strong>n En<strong>de</strong> pleit voor rechtsgelijkheid, maar tegelijk ook voor een recht dat <strong>de</strong> vrijheid dient.<br />

Rechtsgelijkheid betekent niet gelijkschakeling van <strong>de</strong> mensen, maar een gelijke vrijheid voor<br />

ie<strong>de</strong>reen om naar eigen inzicht en talent te <strong>de</strong>nken, te spreken en zich te ontwikkelen. Hij<br />

gebruikt hiervoor <strong>de</strong> term “..<strong>de</strong> evengelyke vryheit, <strong>de</strong>n ware grontslagh eens Gemeenebests”<br />

(VPS, p.4/p.145). Maar van <strong>de</strong>n En<strong>de</strong> raakt ook het <strong>de</strong>r<strong>de</strong> luik aan van <strong>de</strong> drievoudige kreet <strong>de</strong>r


Franse revolutie: „liberté ! égalité ! fraternité !‟. Centraal staat daarbij volgens hem het recht <strong>op</strong><br />

arbeid. “Zo ymant door qua<strong>de</strong> fortuyn, of ook an<strong>de</strong>rsins door natuirlijke weersin tot het<br />

avontuirlijk Negotiëren, of an<strong>de</strong>rsins gepleegh<strong>de</strong> hantering, o<strong>nl</strong>ustigh bevon<strong>de</strong>n wiert, dat men<br />

zodanige na eigen si<strong>nl</strong>ijkheit, of ten Oorlogh, of ten nutten Landtbouw, ofte iet an<strong>de</strong>rs daer hy<br />

beeter toe genegen, en bequaem toe geoor<strong>de</strong>elt wiert, rustige gelegentheit moest verschaffen,<br />

om, wel willen<strong>de</strong>, buiten alle smaet, en verachtingh met alle <strong>de</strong> zijne rustigh te konnen leven?”<br />

(VPS p.5/p.148). Het gemenebest dat <strong>de</strong> staat is, legt <strong>de</strong> facto aan al <strong>de</strong> ingeborenen het<br />

lidmaatschap <strong>op</strong>, wat zich uitdrukt in het feit, dat ie<strong>de</strong>reen geacht wordt zich aan <strong>de</strong> wetten van<br />

<strong>de</strong> staat te hou<strong>de</strong>n. Dit is enkel gerechtvaardigd, indien <strong>de</strong> staat ook voor ie<strong>de</strong>reen een voor<strong>de</strong>el<br />

<strong>op</strong>levert, en het recht <strong>op</strong> bestaan: “En voor zo veel als wy bemerken, en verstaen konnen, dat „er<br />

geen byzon<strong>de</strong>r besten, buiten „t gemeen, recht aengenaem, noch bestant te zijn kan geacht, noch<br />

gezeit wer<strong>de</strong>n; zo veel te meer, en nayveriger, zal, door y<strong>de</strong>r rechtschapige ziel, <strong>de</strong>n algemeene<br />

welstant betracht wer<strong>de</strong>n. De lichamelijke interesten dan zijn, (...) datze buiten alle lichamelijken<br />

dwangh, en verzeeringh (= verwonding) , wel ge<strong>de</strong>kt, en gevoedt in hupse gesontheit, <strong>de</strong> vervulling<br />

van alle ree<strong>de</strong>lijke lusten, en genegenthe<strong>de</strong>n, met <strong>de</strong> meeste verzeekeringh on<strong>de</strong>rlingh mogen<br />

genieten” (VPS p.6/p.149). Over <strong>de</strong> constitutie, die van <strong>de</strong>n En<strong>de</strong>n beschreef in <strong>de</strong> KV, schrijft<br />

<strong>Klever</strong>: “ Dit is niets min<strong>de</strong>r dan een grootse, onovertroffen staatsconceptie. Waar niet ie<strong>de</strong>r lid<br />

baat vindt bij <strong>de</strong> staatkundige organisatie, is het met het algemeen welzijn en daarmee met <strong>de</strong><br />

zuiverheid van <strong>de</strong> staat gedaan. Van <strong>de</strong>n En<strong>de</strong>n lijkt niet alleen <strong>de</strong> eerste <strong>de</strong>mocraat, maar ook <strong>de</strong><br />

eerste socialist te zijn, iemand die <strong>de</strong> staat niet los kan <strong>de</strong>nken van algemene welzijnszorg voor <strong>de</strong><br />

zwakken. In <strong>de</strong> constitutie werd een bepaling <strong>op</strong>genomen voor royale sociale en medische<br />

voorzieningen. Van <strong>de</strong>n En<strong>de</strong>n verwerpt nadrukkelijk <strong>de</strong> „sma<strong>de</strong>lijke Aelmoesgevingen‟ door rijke<br />

lie<strong>de</strong>n of door <strong>de</strong> Kerken” (VPS, p.5657).<br />

Het soevereine volk<br />

Van <strong>de</strong>n En<strong>de</strong>n spreekt het i<strong>de</strong>e van <strong>de</strong> volkssoevereiniteit uit in <strong>de</strong> krachtigst mogelijke<br />

bewoording: <strong>de</strong> stem van het volk moet beschouwd wor<strong>de</strong>n als <strong>de</strong> stem van God: “Achten<strong>de</strong> alzo<br />

hier als by voorraet genoegh aengewezen, en getoont, dat‟er voor „s volx besten, geen getrouwer<br />

beradingh (=overleg), noch zeeker<strong>de</strong>r oor<strong>de</strong>el, en besluit, noch getoont, noch gegeven kan wor<strong>de</strong>n,<br />

als „s volx or<strong>de</strong>ntlijke beradingh, oor<strong>de</strong>el, en besluit zelve. En welkenthalven het allerweegen<br />

klaer, en waer zal blijken, dat <strong>de</strong> stemme eenes volx, voor „t zelve volk, waerlijk voor Godts stem<br />

voluit geacht, en gehou<strong>de</strong>n moet wor<strong>de</strong>n” (VPS, p.17/175). Van <strong>de</strong>n En<strong>de</strong> voegt daar aan toe, dat<br />

het volk door <strong>de</strong> <strong>de</strong>mocratische praktijk van volksverga<strong>de</strong>ringen en on<strong>de</strong>rling overleg, ook aan<br />

ervaring en inzicht zal winnen: “Waer by ook noch gevoegt kan wor<strong>de</strong>n, dat zo wanneer „t geheele<br />

volk or<strong>de</strong>ntlijk raetslagen<strong>de</strong>, en stemmen<strong>de</strong>; niemants wijsheit, of kennisse on<strong>de</strong>r zo een volk<br />

vruchteloos kan zijn; en dienvolgen<strong>de</strong> is het volk, niet alleen van alle wijsheit, en kennisse, on<strong>de</strong>r<br />

zich, in alle voorvallen en swarighee<strong>de</strong>n gedient; maer ook wor<strong>de</strong>n zy alle van tijt, tot tijt, meer,<br />

en meer, door dusdanighe vrye volx verga<strong>de</strong>ringhen en on<strong>de</strong>rlinge raetslagen, tot kennisse van „t<br />

gemeenebest <strong>op</strong>gewekt, gescherpt, en gesleepen” (VPS, p.17/175). Men merkt in<strong>de</strong>rdaad <strong>op</strong> dat<br />

van <strong>de</strong>n En<strong>de</strong>n een directe vorm van <strong>de</strong>mocratie voor ogen heeft, mét geheime stemming. De<br />

soevereiniteit moet volgens hem berusten bij <strong>de</strong> verga<strong>de</strong>ring van meer<strong>de</strong>rjarige mannen die in<br />

staat blijken in hun eigen on<strong>de</strong>rhoud te voorzien (vrouwen, kin<strong>de</strong>ren, en mannen die niet in hun<br />

on<strong>de</strong>rhoud kunnen voorzien, horen volgens van <strong>de</strong>n En<strong>de</strong>n dus niet thuis <strong>op</strong> <strong>de</strong> volksverga<strong>de</strong>ring):<br />

“Om het welk wat naer<strong>de</strong>r te overweegen, en in te zien; zo zullen wy ons hier voorstellen een<br />

verga<strong>de</strong>ringh van wel bevoeg<strong>de</strong> mannen, of Borgers. (Want <strong>de</strong>r vrouwen, jonge lui<strong>de</strong>n, kin<strong>de</strong>ren,<br />

dienen<strong>de</strong>, enz. welstant; kan niet an<strong>de</strong>rs, als volkomen van <strong>de</strong>r wel bevoeg<strong>de</strong> mannen welstant af<br />

te hangen, en voluit verknocht te zijn geoor<strong>de</strong>elt wor<strong>de</strong>n) welkers mannen, of Borgeren wel<br />

bevoegtheit eener al<strong>de</strong>rontsaghelijkste, vrye, en alleen wettige verga<strong>de</strong>ringh van menschen, acht<br />

ik geleegen te zijn, datze van hunne natuurlijke vryheit wel on<strong>de</strong>rrecht zijn<strong>de</strong>; <strong>de</strong> zelve kennen,<br />

en <strong>op</strong> „t hooghste lieven. Minst, of liever gants niet, met superstitie behebt, of aengedaen, en dien<br />

volgen<strong>de</strong> van alle hevige sectgesintheit vry te zijn mogen gezeidt, en geacht wer<strong>de</strong>n. Hun eigen<br />

on<strong>de</strong>rhout, buiten eenigerhan<strong>de</strong> vile (=verachtelijke) dienstbaerheit, weten te bescharen, en daar<br />

toe noch bequaemheit van jaren, enz. hebben. Hou<strong>de</strong>n<strong>de</strong> <strong>de</strong> stemme <strong>de</strong>s volks, waerlijk, en alleen<br />

on<strong>de</strong>r „t zelve volk, en verga<strong>de</strong>ring voor <strong>de</strong> stemme Godts” (VPS p.19/179180). Een beperking bij<br />

van <strong>de</strong>n En<strong>de</strong>n is dui<strong>de</strong>lijk, dat hij vrouwen, en ook mannen die in hun on<strong>de</strong>rhoud voorzien door<br />

„vile‟ vormen van dienstbaarheid (het is niet dui<strong>de</strong>lijk wat dit juist betekent) van het <strong>de</strong>mocratisch<br />

proces uitsluit. Hij spreekt ook <strong>de</strong> noodzaak uit dat die mannen zo veel mogelijk vanuit een<br />

rationele gesteldheid te werk gaan, en zich zo veel mogelijk los hebben gemaakt van bijgeloof en<br />

sekteachtig gedrag. Deze laatste <strong>op</strong>merking is volkomen relevant: <strong>de</strong>mocratie kan maar


functioneren in <strong>de</strong> mate dat <strong>de</strong> burgers bereid zijn om ze te laten functioneren. Indien <strong>de</strong> burgers<br />

geen <strong>de</strong>mocratie willen, maar bijvoorbeeld theocratie, dan zullen ze <strong>de</strong> <strong>de</strong>mocratie langs<br />

<strong>de</strong>mocratische weg door een theocratie vervangen (het succes van islamitische partijen in sommige<br />

lan<strong>de</strong>n met moslimmeer<strong>de</strong>rheid is een concreet voorbeeld van die paradox). Als voorbeeld voor een<br />

<strong>de</strong>mocratische werking geeft van <strong>de</strong>n En<strong>de</strong>n <strong>de</strong> werkwijze in Holland tij<strong>de</strong>ns <strong>de</strong> oorlog tegen <strong>de</strong><br />

Spanjaar<strong>de</strong>n. De gemeentele<strong>de</strong>n beraadslaag<strong>de</strong>n tesamen, en dit in wapenuitrusting. Bij een<br />

akkoord wer<strong>de</strong>n <strong>de</strong> wapens <strong>op</strong> een ho<strong>op</strong> gegooid. Waren <strong>de</strong> voorstellen van <strong>de</strong> lei<strong>de</strong>rs<br />

onaanvaardbaar, dan uitte men dit door gekrijs en wapengekletter (VPS, p.22). Hierbij aansluitend<br />

wordt <strong>op</strong>geroepen om amfitheaters te bouwen waarin duizen<strong>de</strong>n burgers kunnen samen verga<strong>de</strong>ren<br />

en via geheime stemming besluiten nemen over <strong>de</strong> „interest van staet‟: “Des zelfs verga<strong>de</strong>rplaets<br />

wild ik in „t ron<strong>de</strong>, met on<strong>de</strong>rschei<strong>de</strong> galleryen, en banken tamelijk verheeven van on<strong>de</strong>ren<br />

<strong>op</strong>waerts gaen<strong>de</strong> (...) na eisch van ie<strong>de</strong>rs Borgherschap wel geordineert, en gebouwt hebben: <strong>op</strong><br />

dat alle <strong>de</strong> Borgeren van elkan<strong>de</strong>ren wel gezien, en gehoort, mitsga<strong>de</strong>rs <strong>de</strong>r zelve stemmen<br />

or<strong>de</strong>ntlijk, en wel be<strong>de</strong>kt, door Balletjens, <strong>op</strong> „t vrijst gegeven, en verga<strong>de</strong>rt kosten wer<strong>de</strong>n” (VPS,<br />

p.31/p.209). Bij <strong>de</strong> eerste verga<strong>de</strong>ring zou<strong>de</strong>n alle veror<strong>de</strong>ningen die <strong>de</strong> soevereiniteit van het volk<br />

beknotten, publiek moeten wor<strong>de</strong>n verbrand: “Laet ons dan ook, tot een eerste intree, en<br />

vreugh<strong>de</strong>nvieringh, onzer manhafte resolutie, alle gepreten<strong>de</strong>er<strong>de</strong> Graeflijke privilegien,<br />

Placcaeten, en Ordonnantien, verkeer<strong>de</strong>, en uitmergelen<strong>de</strong> vryheits verkrachten<strong>de</strong><br />

Rechtspleegingen, enz. zo wel van alle voorgaen<strong>de</strong>, als <strong>de</strong>n tegenwoordigen tyran, als kluysters, en<br />

boeyens verachten<strong>de</strong>, met voeten tree<strong>de</strong>n, en als bewijsteekenen onzer ontroof<strong>de</strong>, en<br />

ontweldigh<strong>de</strong> vryheit, door <strong>de</strong>r zelver ghestel<strong>de</strong> beulen, tot een mee<strong>de</strong> afschaffingh, en laetste<br />

dienst bewijzingh, door „t vuur <strong>op</strong>entlijk laten verbran<strong>de</strong>n. En dit zal dan waerlijk en te recht<br />

mogen heeten pro libertate P<strong>op</strong>uli, of patriae” (VPS, p.31/p.214215). Vervolgens wordt gepleit<br />

voor een bond van aldus <strong>de</strong>mocratisch werken<strong>de</strong> ste<strong>de</strong>n, functioneren<strong>de</strong> volgens het principe van<br />

<strong>de</strong> evenredige vertegenwoordiging (VPS, p.34). Van <strong>de</strong>n En<strong>de</strong>n verzet zich tegen honoraria voor<br />

overheidsbedieningen, en pleit voor <strong>op</strong>enbaarheid van beleid, en een gezond financieel beheer,<br />

zon<strong>de</strong>r schul<strong>de</strong>n. De wapens moeten in han<strong>de</strong>n van <strong>de</strong> burgers blijven en <strong>de</strong> burgers moeten zich<br />

regelmatig oefenen in het gebruik ervan: “De wapenen dan moeten in han<strong>de</strong>n, (ik meen niet in<br />

vrem<strong>de</strong>, en gehuer<strong>de</strong>; maer in eigener wel geoeffen<strong>de</strong> han<strong>de</strong>n) niet min stantvastigh, als<br />

manhaftigh gegreepen” (VPS, p.30/p.207) “De Jongers, tot hunne mannelijke jaren ghekomen<br />

zijn<strong>de</strong>, moeten voor alle zaken <strong>de</strong> H. Wapenen dapperlijk te hanteeren, on<strong>de</strong>rweezen wer<strong>de</strong>n: Op<br />

dat men die noyt, in ghedurige ghehuur<strong>de</strong> vrem<strong>de</strong> lantlo<strong>op</strong>ers han<strong>de</strong>n behoef<strong>de</strong>n te vertrouwen:<br />

Want alwaer <strong>de</strong> kracht, eener gepreten<strong>de</strong>er<strong>de</strong> Republijk, tot een ghedurige, en ondragelijke<br />

belastingh van „t gemeen, voornamentlijk wordt ghepractiseert; weet voorzeeker, dat dit eindtlijk<br />

<strong>op</strong> een ondragelijke Tyranny, en ruine, dier ghepreten<strong>de</strong>er<strong>de</strong> Republijk, onvermij<strong>de</strong>lijk moet uit<br />

komen” (VPS, p.35/p.218). Alle functionarissen moeten met wakend oog gevolgd wor<strong>de</strong>n, vooral<br />

diegenen die uitmunten in welsprekendheid en hebzucht.<br />

Wanneer men <strong>de</strong> inhoud van <strong>de</strong> „Vrije Politijke Stellingen‟ vergelijkt met <strong>de</strong> huidige toestand, kan<br />

men niet an<strong>de</strong>rs dan vaststellen dat <strong>de</strong> meeste doelstellingen van <strong>de</strong> pioniersfiguur van <strong>de</strong>n En<strong>de</strong>n<br />

nog steeds <strong>op</strong> realisatie wachten. Van <strong>de</strong>n En<strong>de</strong> hanteert nog een beperkt begrip van algemeen<br />

stemrecht. Maar hij heeft een scherp begrip van <strong>de</strong> volksoevereiniteit en van <strong>de</strong> directe<br />

<strong>de</strong>mocratie. Hij eist een bewapening van het volk, die nooit werd gerealiseerd, en hij koester<strong>de</strong><br />

een vrees betreffen<strong>de</strong> het ontstaan van een politieke klasse, die achteraf bekeken maar al te<br />

relevant is gebleken. Er verliepen na van <strong>de</strong>n En<strong>de</strong>ns dood bij <strong>de</strong> Bastille nog 115 jaren, vooraleer<br />

<strong>op</strong> diezelf<strong>de</strong> plaats het volk voor het eerst, en tevergeefs, naar het kruit en naar <strong>de</strong> macht greep.<br />

On<strong>de</strong>rtussen zijn nog eens 213 jaren verstreken.<br />

Gods molen maalt langzaam.<br />

D oor Leon <strong>op</strong> 13 d e cemb er 2004<br />

http://www.<strong><strong>de</strong>spinoza</strong>.<strong>nl</strong>/spinoza/artikelen/frans_van_<strong>de</strong>n_e.shtml<br />

On<strong>de</strong>rstaand bericht is een ingezon<strong>de</strong>n brief van <strong>Wim</strong> <strong>Klever</strong>, gepubliceerd in NRC Han<strong>de</strong>lsblad <strong>op</strong> 31<br />

mei 2005.<br />

Hoe achterlijk Ne<strong>de</strong>rland is gewor<strong>de</strong>n, blijkt uit het voorstel van minister Van <strong>de</strong>r Hoeven om een<br />

aca<strong>de</strong>mische (nota bene) discussie te starten over <strong>de</strong> vraag of er niet ,,nieuwe dingen'' ont<strong>de</strong>kt<br />

kunnen wor<strong>de</strong>n achter <strong>de</strong> evolutie, waarmee zij een god<strong>de</strong>lijke scheppingsact bedoelt. Aristoteles


zou bij zo'n kwestie reageren: je gaat toch niet discussiëren over <strong>de</strong> vraag of sneeuw wit is.<br />

Hoe is het toch mogelijk dat een gezagspersoon van <strong>de</strong> hoogste or<strong>de</strong> in ons bestel zich <strong>de</strong>rmate<br />

vergal<strong>op</strong>peert, niet alleen met een overschrijding van haar bevoegdheid en takenpakket maar<br />

bovendien in dat buitengebied een stap zet die van <strong>de</strong> grootste onnozelheid getuigt.<br />

Wetenschappelijke constructies zijn <strong>op</strong> geen enkele manier in verband te brengen met primitieve<br />

geloofsvoorstellingen. Geen nood, dat doen we toch, <strong>de</strong>nkt zij. We hebben het voor het zeggen. We<br />

nemen gewoon een Engelse term en suggereren daarmee bij <strong>de</strong> tijd te zijn. `Intelligent <strong>de</strong>sign' zou<br />

wel eens een nieuwe mijlpaal kunnen zijn in ons <strong>de</strong>nken. Geld genoeg om daarover een hoorzitting<br />

met wetenschappers en aanhangers van een scheppingsgedachte te organiseren. Alsof verlichte<br />

filosofen, voor <strong>de</strong> veran<strong>de</strong>ring noem ik hier maar eens Hume naast <strong>Spinoza</strong>, niet reeds eeuwen<br />

gele<strong>de</strong>n het argument van <strong>de</strong> won<strong>de</strong>rlijke or<strong>de</strong> in <strong>de</strong> natuur naar <strong>de</strong> prullenmand hebben verwezen.<br />

Hoe regressief Ne<strong>de</strong>rland <strong>op</strong>ereert, blijkt ook uit <strong>de</strong> schaapachtig tamme commentaren van <strong>de</strong><br />

woordvoer<strong>de</strong>rs van <strong>de</strong> drie grote partijen en uit het `toelichten<strong>de</strong>' artikel van <strong>de</strong> redactie. San<strong>de</strong>r<br />

Voormolen (NRC Han<strong>de</strong>lsblad, 23 mei) on<strong>de</strong>rstreept weliswaar <strong>de</strong> ongelijkwaardigheid en <strong>de</strong>rhalve <strong>de</strong><br />

onvergelijkbaarheid van <strong>de</strong> ,,evolutietheorie en <strong>de</strong> theorie van intelligent <strong>de</strong>sign'' (wat een eer om<br />

dan toch maar <strong>de</strong> kwalificatie `theorie' te mogen <strong>de</strong>len!), maar meent dat het geen kwaad kan om <strong>de</strong><br />

evolutie aan het toeval toe te schrijven.<br />

Wie dat doet tovert niet min<strong>de</strong>r een <strong>op</strong>lossing uit <strong>de</strong> hoge hoed dan wie er een Schepper bijhaalt. Hij<br />

kan het woord dan ook maar beter meteen met een hoofdletter schrijven als Toeval, zoals <strong>de</strong> Griekse<br />

tragici <strong>de</strong><strong>de</strong>n met Tuchè. Van toeval kan natuurlijk geen sprake zijn. Hoe <strong>de</strong> oneindige natuur zich<br />

ook ontwikkeld heeft, zich ontwikkelt en in <strong>de</strong> toekomst uitpakt, één ding weten wij met absolute<br />

zekerheid: dat alles super wetmatig geschiedt.<br />

Een totaal an<strong>de</strong>re zaak is het of die wetmatighe<strong>de</strong>n ons bekend zijn. Dat is natuurlijk slechts<br />

fractioneel het geval. Als je dat toeval wilt noemen, benoem je <strong>op</strong> zijn hoogst <strong>de</strong> gebrekkigheid van<br />

onze kennis.<br />

Door Leon | 27 juni 2005<br />

http://www.<strong><strong>de</strong>spinoza</strong>.<strong>nl</strong>/spinoza/artikelen/iddiscussie_gaa.shtml<br />

Het favoriete fragment: Henri Kr<strong>op</strong><br />

In een serie uit Trouw vertellen '<strong>de</strong>nkers' over een van hun favoriete fragmenten uit <strong>de</strong><br />

geschie<strong>de</strong>nis van <strong>de</strong> filosofie. Dit maal Henri Kr<strong>op</strong>. Hij is werkzaam aan <strong>de</strong> faculteit<br />

wijsbegeerte van <strong>de</strong> Erasmus Universiteit Rotterdam en legt <strong>de</strong> laatste hand aan zijn<br />

vertaling van <strong>de</strong> Ethica. Uit Trouw, 26 augustus 2002.<br />

<strong>Benedictus</strong> <strong>de</strong> <strong>Spinoza</strong> (1632-1677)<br />

'Slechts in zoverre <strong>de</strong> mensen on<strong>de</strong>r <strong>de</strong> leiding van <strong>de</strong> re<strong>de</strong> leven, passen zij voortdurend en<br />

noodzakelijk bij elkaar.' (Ethica, <strong>de</strong>el IV stelling 35)<br />

,,Je moet <strong>de</strong>ze stelling lezen in <strong>de</strong> context van stelling twee: ,,Wanneer ie<strong>de</strong>reen in <strong>de</strong> eerste<br />

plaats zijn eigenbelang zoekt, hebben <strong>de</strong> mensen het meeste nut voor elkaar.'' 'De Re<strong>de</strong>' is<br />

niet een wereldvreemd speeltje van filosofen. Wie volgens '<strong>de</strong> leiding van <strong>de</strong> re<strong>de</strong> leeft', volgt<br />

zijn eigenbelang, zegt <strong>Spinoza</strong>. De mens is, net zoals <strong>de</strong> dieren en <strong>de</strong> leve<strong>nl</strong>oze dingen, van<br />

nature geneigd om te han<strong>de</strong>len naar eigenbelang. Maar han<strong>de</strong>len naar eigenbelang betekent<br />

inzien dat je moet samenwerken. Om onszelf te kunnen handhaven en een prettig leven te<br />

lei<strong>de</strong>n, hebben we an<strong>de</strong>ren nodig.<br />

Normen en waar<strong>de</strong>n die het same<strong>nl</strong>even mogelijk maken, hebben volgens <strong>Spinoza</strong> geen


metafysische betekenis, maar zijn mid<strong>de</strong>len voor het individu om te overleven.<br />

Mensen hebben elkaar dus nodig. In zijn 'commentaar' stelt hij het extreem: ,,Van <strong>de</strong> zojuist<br />

bewezen stelling levert ook <strong>de</strong> ervaring dagelijks zo veel overtuigen<strong>de</strong> bewijzen dat het<br />

spreekwoord luidt: <strong>de</strong> mens is <strong>de</strong> mens een god.''<br />

<strong>Spinoza</strong> haalt hier een klassiek citaat aan dat haaks staat <strong>op</strong> <strong>de</strong> filosofie van zijn tijdgenoot<br />

Thomas Hobbes, die zegt dat <strong>de</strong> mens voor <strong>de</strong> mens een wolf is. Niet dat <strong>Spinoza</strong> ontkent dat<br />

er problemen zijn met het same<strong>nl</strong>even, want hij vervolgt: ,,Het gebeurt zel<strong>de</strong>n dat <strong>de</strong><br />

mensen on<strong>de</strong>r <strong>de</strong> leiding van <strong>de</strong> re<strong>de</strong> leven, hun toestand is van dien aard dat zij meestal<br />

jaloers en elkaar tot last zijn.''<br />

De problemen in <strong>de</strong> maatschappij wor<strong>de</strong>n in ie<strong>de</strong>r geval niet <strong>op</strong>gelost door een absolute vorst<br />

te laten aanrukken, zoals Hobbes wil. De <strong>op</strong>lossing is om mensen te leren wat hun eigenbelang<br />

is. Als dat gebeurt, zullen mensen volgens <strong>Spinoza</strong> inzien dat ,,zij nauwelijks in staat zijn een<br />

leven in eenzaamheid te lei<strong>de</strong>n.'' Als je in een duister steegje een groepje dronken,<br />

schreeuwen<strong>de</strong> mannen ziet l<strong>op</strong>en, dan zegt Hobbes dat je <strong>de</strong> politie moet bellen, terwijl<br />

<strong>Spinoza</strong> je zou adviseren om een blokje om te l<strong>op</strong>en. Hij is niet zo bang voor <strong>de</strong> 'oorlog van<br />

allen tegen allen'. De mensen zijn te afhankelijk van elkaar om <strong>de</strong> samenwerking geheel <strong>op</strong> te<br />

zeggen. Bovendien is angst een slechte raadgever. Emoties zijn gevaarlijk. Op het moment dat<br />

zij ons <strong>de</strong> controle doen kwijt raken, zien wij niet meer wat ons eigenbelang is.<br />

Toch is het niet zo dat emoties geen functie hebben. Angst weerhoudt <strong>de</strong> mens er ook van om<br />

onnodige risico's te nemen. <strong>Spinoza</strong> on<strong>de</strong>rschat <strong>de</strong> emoties niet. De mens is een sociaal<br />

wezen, zegt hij, omdat mensen elkaars emoties nabootsen: als een iemand in een groep iets<br />

leuk vindt, dan gaan al die an<strong>de</strong>re mensen dat ook leuk vin<strong>de</strong>n. Maar dat kan ook weer<br />

gevaarlijk zijn: als je een keer iets kwaads meemaakt van iemand uit een an<strong>de</strong>re groep, zul je<br />

al snel die hele groep als kwaad beschouwen. Dat realistische in <strong>Spinoza</strong> spreekt mij aan. Hij<br />

preekt niet, maar wil zich <strong>op</strong> wetenschappelijk on<strong>de</strong>rzoek baseren. De menselijke ervaring<br />

leert dat mensen heel goed weten dat zij zich maar beter sociaal kunnen gedragen.<br />

Nog een laatste stukje van <strong>Spinoza</strong>'s commentaar dat te mooi is om weg te laten: ,,Het is zo<br />

dat <strong>de</strong> same<strong>nl</strong>eving <strong>de</strong> mensen meer voor- dan na<strong>de</strong>len biedt. Laten <strong>de</strong> hekeldichters dus naar<br />

hartelust het menselijk lot bespotten, <strong>de</strong> theologen het verwensen en <strong>de</strong> melancholici, die <strong>de</strong><br />

mensen verachten en <strong>de</strong> beesten bewon<strong>de</strong>ren, zo veel mogelijk het onbeschaaf<strong>de</strong> en boerse<br />

leven verheerlijken.''<br />

,,Toch weten <strong>de</strong> mensen uit ervaring dat zij door elkaar te helpen veel gemakkelijker <strong>de</strong><br />

dingen die zij nodig hebben kunnen bemachtigen en alleen met vereen<strong>de</strong> kracht aan <strong>de</strong> overal<br />

dreigen<strong>de</strong> gevaren kunnen ontkomen. Om niet te spreken over het feit dat het veel beter en<br />

verheffen<strong>de</strong>r is <strong>de</strong> da<strong>de</strong>n van mensen dan die van beesten te beschouwen.''<br />

<strong>Spinoza</strong>'s instelling is gezond in het politieke klimaat dat nu in Ne<strong>de</strong>rland is ontstaan. Mensen<br />

laten zich snel een angst aanpraten, angst voor buite<strong>nl</strong>an<strong>de</strong>rs, angst voor <strong>de</strong> islam, noem<br />

maar <strong>op</strong>. Dat zijn vormen van politiek bedrijven die ik erg gevaarlijk vind.<br />

Vaak oor<strong>de</strong>len mensen niet vanuit <strong>de</strong> eigen ervaring, zoals <strong>Spinoza</strong> die als uitgangspunt<br />

neemt. Zon<strong>de</strong>r ooit in een bepaal<strong>de</strong> buurt te zijn geweest, roepen zij dat het daar heel<br />

gevaarlijk is. Terwijl 'leven on<strong>de</strong>r <strong>de</strong> leiding van <strong>de</strong> re<strong>de</strong>' behelst dat je gewoon het verstand<br />

blijft gebruiken, en je je niet zomaar iets laat aanpraten.''<br />

C<strong>op</strong>yright: Trouw<br />

http://www.<strong><strong>de</strong>spinoza</strong>.<strong>nl</strong>/spinoza/filosofen/het_favoriete_f.shtml<br />

De spinozisten<br />

D oor Leon <strong>op</strong> 22 augustu s 2002<br />

<strong>Spinoza</strong> krijgt nog altijd niet <strong>de</strong> erkenning die hij verdient. Vin<strong>de</strong>n veel spinozisten.<br />

On<strong>de</strong>rtussen wor<strong>de</strong>n steeds meer mensen lid van <strong>de</strong> Vereniging het <strong>Spinoza</strong>huis. En vechten<br />

<strong>de</strong> spinozisten on<strong>de</strong>rling heftige controversen uit. Een blik <strong>op</strong> een artikel uit <strong>de</strong> Groene<br />

Amsterdammer, nu 10 jaar gele<strong>de</strong>n.<br />

ER ZIJN VAN SPINOZA bij zijn leven maar een paar portretten gemaakt. Een stuk of vier. Voor<br />

zover men weet is geen van die portretten echt naar het leven getekend. Ze lijken dan ook


niet bijster <strong>op</strong> elkaar. Had hij nu een dikke neus, zoals <strong>op</strong> dat portret uit 1671, of een lange<br />

rechte, zoals <strong>op</strong> bijna alle an<strong>de</strong>re afbeeldingen? Had hij een kin<strong>de</strong>rlijke (1671), een weke<br />

vrouwelijke (1673) of een kalme mannelijke mond (1677)? Had hij bolle, vlakke of ingevallen<br />

wangen? Maar wat <strong>op</strong> alle portretten gelijk is, zijn <strong>de</strong> grote donkere ogen, gevat in<br />

geprononceer<strong>de</strong> oogle<strong>de</strong>n, met daarboven fraai gewelf<strong>de</strong> wenkbrauwen. Alleen die ogen<br />

maken <strong>de</strong> portretten herkenbaar, zij verlenen ie<strong>de</strong>re afbeelding <strong>de</strong> kracht van een icoon:<br />

ziehier <strong>Benedictus</strong> <strong>de</strong> <strong>Spinoza</strong>, <strong>de</strong> Gezegen<strong>de</strong>, laaft u aan Zijn Wijsheid en gij zult <strong>de</strong> hoogste<br />

menselijke gelukzaligheid <strong>de</strong>elachtig wor<strong>de</strong>n.<br />

Wie zich in <strong>de</strong> wereld van het spinozisme begeeft, komt overal weer die ogen tegen. Ze kijken<br />

je aan, nee, ze leggen hun wijze blik <strong>op</strong> je vanaf <strong>de</strong> kaften van boeken, vanaf <strong>de</strong> wan<strong>de</strong>n van<br />

stu<strong>de</strong>er- en werkkamers, en in het Rijnsburgse <strong>Spinoza</strong>huisje zelfs vanaf alle muren tegelijk,<br />

en ook nog eens vanuit <strong>de</strong> tuin, waar een groen verweerd beeldje naar binnen staat te turen.<br />

BIJ THEUN DE VRIES hangt, in <strong>de</strong> hoek van zijn kamer, een heel fraaie <strong>Spinoza</strong>-icoon, speciaal<br />

voor hem vervaardigd door Eppo Doeve. Die prijkt ook <strong>op</strong> <strong>de</strong> biografie die De Vries van <strong>Spinoza</strong><br />

schreef, althans <strong>op</strong> <strong>de</strong> vier<strong>de</strong>, herziene en uitgebrei<strong>de</strong> druk daarvan, die in 1991 bij De Prom<br />

verscheen, bijna twintig jaar na <strong>de</strong> eerste druk bij uitgeverij Becht, die <strong>op</strong> zijn beurt weer<br />

volg<strong>de</strong> <strong>op</strong> <strong>de</strong> oorspronkelijke Duitse versie in <strong>de</strong> beroem<strong>de</strong> Rororo-reeks van uitgeverij<br />

Rowohlt.<br />

Hoe kwam <strong>de</strong> schrijver ertoe zich ineens diepgaand met <strong>Spinoza</strong> te gaan bezighou<strong>de</strong>n? 'O nee,<br />

dat was helemaal niet ineens, ik ken<strong>de</strong> hem al in <strong>de</strong> jaren <strong>de</strong>rtig. Toen kwam ik hem bijna<br />

dagelijks tegen <strong>op</strong> <strong>de</strong> Paviljoensgracht in Den Haag, althans dat standbeeld van hem. Wat is<br />

dat voor man, vroeg ik me toen al af, welk leven, welke wijsheid gaat er achter die ogen<br />

schuil?'<br />

Als het over <strong>de</strong> mens <strong>Spinoza</strong> gaat, praat De Vries <strong>op</strong> i<strong>nl</strong>even<strong>de</strong>, haast sentimentele toon: 'Het<br />

is buitengewoon aandoe<strong>nl</strong>ijk dat een van <strong>de</strong> grootste filosofen van het mensdom - of <strong>de</strong><br />

grootste zelfs, vind ik - in Ne<strong>de</strong>rland zo sober, teruggetrokken, bijna <strong>op</strong> <strong>de</strong> grens van armoe<br />

heeft geleefd in kleine huisjes, bij kleine mensen in <strong>de</strong> kost. Hij was niet in <strong>de</strong> gelegenheid<br />

om on<strong>de</strong>r zijn eigen naam te publiceren, hij was tuberculeus, hij stierf jong. Daar zit een<br />

enorm pathetische kant aan.'<br />

Maar uitein<strong>de</strong>lijk gaat het De Vries niet om <strong>Spinoza</strong>'s mooie, droeve ogen. 'Het belangrijkste<br />

vind ik <strong>Spinoza</strong>'s eis aan <strong>de</strong> mens zich te emanciperen tot een re<strong>de</strong>lijk wezen dat afstand<br />

heeft gedaan van vooroor<strong>de</strong>len en dat een hel<strong>de</strong>re en tolerante blik <strong>op</strong> <strong>de</strong> same<strong>nl</strong>eving heeft.<br />

Dat was <strong>de</strong>stijds een ut<strong>op</strong>ie, een schitteren<strong>de</strong> ut<strong>op</strong>ie. <strong>Spinoza</strong> geloof<strong>de</strong> dat je, met het nodige<br />

geduld, tot een zekere menselijke volmaaktheid kunt komen. Maar', zo voegt hij er, atypisch<br />

voor <strong>de</strong> marxist die hij is of was, aan toe, 'ik geloof dat niet, ik geloof niet dat die volmaakte<br />

mens ooit zal komen.' Was <strong>Spinoza</strong> misschien zelf die volmaakte mens?<br />

'In zekere zin wel. Het is ongelooflijk wat hij aan geduld, aan verdraagzaamheid heeft<br />

<strong>op</strong>gebracht. Hij is maar een paar keer in zijn leven erg kwaad geweest. Zoals na <strong>de</strong> moord <strong>op</strong><br />

<strong>de</strong> gebroe<strong>de</strong>rs De Witt. Ver<strong>de</strong>r is er bijna geen enkel voorbeeld bekend dat hij zijn<br />

gelijkmoedigheid verloor.'<br />

BEWONDERING VOOR <strong>de</strong> mens, waar<strong>de</strong>ring voor <strong>de</strong> leer - maar wie zijn biografie leest<br />

ontkomt niet aan <strong>de</strong> indruk dat De Vries' diepste interesse ligt bij <strong>de</strong> historische<br />

achtergron<strong>de</strong>n van <strong>Spinoza</strong>. Hetgeen niet verwon<strong>de</strong>rt bij een man die in <strong>de</strong> jaren <strong>de</strong>rtig<br />

<strong>de</strong>buteer<strong>de</strong> met een bekroon<strong>de</strong> roman over Rembrandt en sindsdien meer dan eens in<br />

historische vertellingen <strong>de</strong> zeventien<strong>de</strong> eeuw heeft <strong>op</strong>gezocht. Zijn <strong>Spinoza</strong>-biografie han<strong>de</strong>lt<br />

evenzeer over Amsterdam, <strong>de</strong> republiek en <strong>de</strong> intellectuele cultuur van die dagen als over <strong>de</strong><br />

man zelve. Je vraagt je dan ook af waarom hij van zijn <strong>Spinoza</strong>-boek geen vie romancée heeft<br />

gemaakt. Maar wat <strong>de</strong> fictie betreft is het bij een filmscript gebleven, voor Joris Ivens. Van<br />

verfilming is het echter nooit gekomen; na het <strong>de</strong>bacle van Tijl Uilenspiegel had Ivens <strong>de</strong><br />

speelfilm <strong>de</strong>finitief <strong>de</strong> rug toegekeerd. Het script werd een mooi boekje bij Querido,<br />

verluchtigd met tekeningen, on<strong>de</strong>r <strong>de</strong> titel De gezegen<strong>de</strong>.<br />

En dan waren er nog twee hoorspelen. 'Mijn biografie was net klaar, het was ongeveer 1970.<br />

De NCRV vroeg mij een hoorspel over <strong>Spinoza</strong> te maken. Toen kreeg ik het i<strong>de</strong>e van <strong>Spinoza</strong> <strong>op</strong><br />

zijn sterfbed die nog eenmaal spreekt met personen die in zijn leven een bijzon<strong>de</strong>re rol<br />

hebben gespeeld. Ik noem<strong>de</strong> het ''gesprekken <strong>op</strong> <strong>de</strong> grenslijn''. Met zijn moe<strong>de</strong>r, met zijn<br />

leraar Franciscus van <strong>de</strong>n En<strong>de</strong>n, met Adriaan Koerbagh, spinozist van het eerste uur, met


egenten. Ik vond het zelf wel een mooi gegeven. Ik was dan ook min of meer geschokt toen<br />

toneelgroep De Appel met een stuk over <strong>Spinoza</strong> kwam dat ongeveer <strong>op</strong> <strong>de</strong>zelf<strong>de</strong> manier in<br />

elkaar stak, het was van een Duitser. Vreemd hè. Ik heb er nog met Erik Vos van De Appel<br />

over gepraat. Die zei, het is absoluut geen plagiaat, meer een soort merkwaardige<br />

gelijktijdigheid. Het was in ie<strong>de</strong>r geval ná mijn hoorspel, dat geeft wat zielerust.'<br />

Na enig peinzen voegt <strong>de</strong> zevenentachtigjarige schrijver eraan toe: 'En ik moet nòg een<br />

hoorspel hebben gemaakt, maar ik weet <strong>op</strong> het ogenblik waarachtig niet hoe dat zat. Ik heb<br />

een beeld van een soort dialoog waarin <strong>Spinoza</strong> spreekt met Re<strong>de</strong>lijkheid, Onverstand,<br />

Staatkun<strong>de</strong>, enfin, met een aantal abstracte instanties. Het was geloof ik voor <strong>de</strong> Avro, ik<br />

moet dat nog eens nakijken.'<br />

DE HISTORISCHE kwestie die De Vries het meest bezighoudt, is wat hij '<strong>de</strong> geboorte van het<br />

spinozisme' noemt. 'Het is nog steeds niet precies dui<strong>de</strong>lijk hoe <strong>Spinoza</strong> vanuit het jo<strong>de</strong>ndom<br />

een volledig vrije en autonome <strong>de</strong>nkwijze voor zichzelf heeft ontwikkeld. Daarom is het<br />

interessant om te zien met welke mensen hij is omgegaan. Welbeschouwd nam <strong>Spinoza</strong> al uit<br />

het jo<strong>de</strong>ndom vrijgevochten i<strong>de</strong>eën mee, ontleend aan mid<strong>de</strong>leeuwse joodse <strong>de</strong>nkers die<br />

eige<strong>nl</strong>ijk ook al ketterse <strong>op</strong>vattingen had<strong>de</strong>n. Vervolgens had hij allerlei contacten met<br />

Amsterdamse ko<strong>op</strong>lie<strong>de</strong>n, on<strong>de</strong>r wie veel do<strong>op</strong>sgezin<strong>de</strong>n, remonstranten, collegianten, nietgereformeer<strong>de</strong>n.<br />

En daarna, nadat hij uit <strong>de</strong> joodse gemeenschap was gestoten, werd hij<br />

<strong>op</strong>genomen in <strong>de</strong> school van Franciscus van <strong>de</strong>n En<strong>de</strong>n, een vrijgevochten man met geniale<br />

trekken. Guido van Suchtelen, <strong>de</strong> zoon van <strong>Spinoza</strong>-vertaler Nico van Suchtelen, heeft een<br />

boek over die man geschreven, waaruit blijkt hoe veelzijdig en radicaal hij was.<br />

Het hoofdstuk waarmee ik <strong>de</strong> laatste editie van mijn <strong>Spinoza</strong>-biografie heb uitgebreid, gaat<br />

over die Van <strong>de</strong>n En<strong>de</strong>n. Daarin heb ik <strong>de</strong> ont<strong>de</strong>kking verwerkt die <strong>Wim</strong> <strong>Klever</strong> een jaar of vijf<br />

gele<strong>de</strong>n <strong>de</strong>ed. Hij stuitte <strong>op</strong> politieke geschriften van Van <strong>de</strong>n En<strong>de</strong>n in <strong>de</strong> Bibliothèque<br />

Nationale te Parijs. De Fransen kon<strong>de</strong>n er niets mee, ze kon<strong>de</strong>n ze niet lezen. Uit die<br />

geschriften blijkt dat Van <strong>de</strong>n En<strong>de</strong>n allengs radicaler is gewor<strong>de</strong>n. Hij is naar Parijs gegaan,<br />

waar hij on<strong>de</strong>r meer betrekkingen aankno<strong>op</strong>te met tegenstan<strong>de</strong>rs van Lo<strong>de</strong>wijk XIV. Die<br />

beraam<strong>de</strong>n een komplot tegen <strong>de</strong> <strong>de</strong>spoot, dat <strong>op</strong> het laatst werd verij<strong>de</strong>ld, verra<strong>de</strong>n. Onze<br />

vriend Van <strong>de</strong>n En<strong>de</strong>n, toen al zo'n 67 jaar oud, heeft het met <strong>de</strong> dood moeten bek<strong>op</strong>en: hij<br />

werd <strong>op</strong>gehangen. Een treurige geschie<strong>de</strong>nis. <strong>Spinoza</strong> moet er erg van on<strong>de</strong>r <strong>de</strong> indruk zijn<br />

geweest, maar daar zijn geen aanwijzingen voor. Volgens mij hebben <strong>de</strong>genen die zijn<br />

nagelaten werken en zijn brieven uitgaven, het niet aangedurfd uitlatingen van <strong>Spinoza</strong> over<br />

Van <strong>de</strong>n En<strong>de</strong>ns levensein<strong>de</strong> te publiceren. Ik <strong>de</strong>nk dat er een aantal documenten is<br />

vernietigd.'<br />

De Vries heeft veel waar<strong>de</strong>ring voor het historische graafwerk van <strong>Wim</strong> <strong>Klever</strong>, <strong>de</strong> met<br />

regelmaat omstre<strong>de</strong>n <strong>Spinoza</strong>-vorser van <strong>de</strong> Rotterdamse Erasmus Universiteit. '<strong>Klever</strong> heeft<br />

heel veel <strong>de</strong>tails verzameld over allemaal bijfiguren uit <strong>Spinoza</strong>'s leven. En hij heeft ook een<br />

uiterst interessante studie geschreven over <strong>Spinoza</strong> als <strong>op</strong>ticien. Hij heeft laten zien dat<br />

<strong>Spinoza</strong> niet zomaar leverancier van vergrootglazen aan Christiaan Huygens was, maar dat hij<br />

ook heel nauw betrokken was bij diens on<strong>de</strong>rzoek. <strong>Spinoza</strong> heeft een dui<strong>de</strong>lijk<br />

wetenschappelijke kant, dat is wat <strong>Klever</strong> overtuigend aantoont.'<br />

Maar <strong>Klever</strong>s fanatieke idolatrie is De Vries vreemd. '<strong>Klever</strong> is helemaal verzot <strong>op</strong> hem, die<br />

heeft zich bijna met hem geï<strong>de</strong>ntificeerd. Zo is het met mij niet. Ik heb <strong>Spinoza</strong> heel hoog en<br />

ben gefascineerd door zijn leer, niet in <strong>de</strong> laatste plaats omdat ik in hem, ou<strong>de</strong> marxist als ik<br />

ben, een materialistisch <strong>de</strong>nker herken. Marx was een groot bewon<strong>de</strong>raar van <strong>Spinoza</strong>, vooral<br />

omdat hij had vastgesteld dat alles met een zekere onverbid<strong>de</strong>lijke noodzakelijkheid gebeurt.<br />

De grote bewegingen van <strong>de</strong> natuur en van <strong>de</strong> geest zijn gebon<strong>de</strong>n aan processen van<br />

noodwendigheid, het is geen los toeval, geen gril. Voor Marx was dat een aantrekkelijk<br />

gegeven. En, zegt <strong>Spinoza</strong> dan, als je begrijpt dat alles volgens een zekere noodzaak in elkaar<br />

steekt, dan pas ben je vrij. Je bent niet vrij als je niets begrijpt.'<br />

NET ALS IEDEREEN die <strong>Spinoza</strong>'s Ethica tot en met <strong>de</strong> laatste stelling heeft uitgelezen, zo lijkt<br />

het, is ook Theun <strong>de</strong> Vries lid van <strong>de</strong> Vereniging het <strong>Spinoza</strong>huis. De vereniging telt rond <strong>de</strong><br />

achthon<strong>de</strong>rd le<strong>de</strong>n, groeit nog steeds en bereidt zich voor <strong>op</strong> haar hon<strong>de</strong>rdste verjaardag in<br />

1997. De Vries heeft, het klinkt curieus, een band met <strong>de</strong> vereniging die die volle hon<strong>de</strong>rd<br />

jaar omspant. 'Willem Meijer, <strong>de</strong> allereerste secretaris van <strong>de</strong> vereniging, was in het bezit van<br />

een beroemd boek, Der junge <strong>Spinoza</strong> van Dunin Borkowski, een Poolse jezuïet. Dat boek gaat<br />

over mid<strong>de</strong>leeuwse joodse filosofen door wie <strong>Spinoza</strong> zou kunnen zijn beïnvloed. Meijer gaf


dat boek aan Van <strong>de</strong>r Tak, zijn <strong>op</strong>volger als secretaris van <strong>de</strong> vereniging. Die heeft het weer<br />

overgedaan aan <strong>de</strong> Rotterdamse advocaat Dirkzwager, ook een vurig spinozist. Dirkzwager<br />

heeft het aan mij gegeven en ik heb het verle<strong>de</strong>n jaar aan <strong>Klever</strong> gegeven met <strong>de</strong> <strong>op</strong>dracht<br />

om het weer aan een jongere spinozist door te geven.'<br />

Meijer en Van <strong>de</strong>r Tak bepaal<strong>de</strong>n het vooroorlogse gezicht van <strong>de</strong> vereniging. Dat was vooral<br />

een rationalistisch gezicht, een gezicht dat momenteel nog steeds domineert, maar dat in <strong>de</strong><br />

jaren twintig en <strong>de</strong>rtig moest <strong>op</strong>boksen tegen een meer mystieke interpretatie van <strong>Spinoza</strong>,<br />

verwoord met name door <strong>de</strong> jurist en wijsgeer J.H. Carp, voorzitter van <strong>de</strong> rivaliseren<strong>de</strong><br />

stichting Domus <strong>Spinoza</strong>na. Carp schreef in 1937 een boekje over staatsleer <strong>op</strong> spinozistische<br />

grondslag, waarin hij <strong>de</strong> onvermij<strong>de</strong>lijke <strong>op</strong>komst van <strong>de</strong> 'volksgemeenschap' voorspel<strong>de</strong>. Met<br />

diezelf<strong>de</strong> onvermij<strong>de</strong>lijkheid werd Carp in <strong>de</strong> oorlog lid van <strong>de</strong> NSB, hetgeen na <strong>de</strong> oorlog<br />

leid<strong>de</strong> tot <strong>de</strong> <strong>op</strong>heffing van Domus <strong>Spinoza</strong>na en het doodbloe<strong>de</strong>n van <strong>de</strong> idiosyncratische<br />

<strong>op</strong>vattingen van Carp en <strong>de</strong> zijnen.<br />

De Vereniging het <strong>Spinoza</strong>huis en Domus <strong>Spinoza</strong>na rivaliseer<strong>de</strong>n nog <strong>op</strong> een an<strong>de</strong>r vlak. Ze<br />

beheer<strong>de</strong>n bei<strong>de</strong> een huis waar <strong>Spinoza</strong> geleefd heeft: <strong>de</strong> vereniging het huis in Rijnsburg en<br />

<strong>de</strong> stichting het huis aan <strong>de</strong> Haagse Paviljoensgracht. Toen in het begin van <strong>de</strong> jaren zeventig<br />

<strong>de</strong> stichting die het bezit van Domus <strong>Spinoza</strong>na beheer<strong>de</strong>, het Haagse huis aan <strong>de</strong> vereniging<br />

schonk, werd dat haar door ie<strong>de</strong>reen in dank afgenomen, behalve door <strong>de</strong> voorzitter. Zijn<br />

bezwaar: het huis had in het verle<strong>de</strong>n als bor<strong>de</strong>el dienst gedaan en werd nog steeds omgeven<br />

door bor<strong>de</strong>len. Ter redding van zijn pru<strong>de</strong>rie trad hij af.<br />

Wie <strong>de</strong>rgelijke bezwaren in ie<strong>de</strong>r geval nooit zou hebben gehad, is <strong>de</strong> man die in 1899 <strong>de</strong><br />

feestelijke toespraak hield bij <strong>de</strong> ingebruikneming van het <strong>Spinoza</strong>huis te Rijnsburg - een<br />

wijsgeer die ooit een merkwaardig cultuurfilosofisch pleidooi hield voor bor<strong>de</strong>len: G.J.P.J.<br />

Bolland. Diens probleem met <strong>Spinoza</strong> lag <strong>op</strong> een an<strong>de</strong>r vlak: <strong>de</strong> joodse afkomst van <strong>de</strong> <strong>de</strong>nker.<br />

Maar daar red<strong>de</strong> Bolland, bekend als Hegels buikspreker ten onzent, zich met grootse<br />

dialectische souplesse uit. De feestre<strong>de</strong> terrorist Antonio Negri toen die een jaar in <strong>de</strong><br />

gevangenis zat. 'Anarchisme hoort bij <strong>Spinoza</strong>', vind hij nu nog steeds. 'Een anarchistische<br />

vorm van <strong>de</strong>mocratie is <strong>de</strong> beste manier om het met elkaar te rooien - dat is <strong>de</strong> pointe van<br />

<strong>Spinoza</strong>'s politieke theorie.'<br />

De laatste jaren zorg<strong>de</strong> <strong>Klever</strong> voor het nodige rumoer door om <strong>de</strong> haverklap met nieuwe<br />

ont<strong>de</strong>kkingen te komen die, naar hij een en an<strong>de</strong>rmaal beweer<strong>de</strong>, het <strong>Spinoza</strong>-beeld volledig<br />

<strong>op</strong> zijn k<strong>op</strong> zetten. Eind vorig jaar nog haal<strong>de</strong> <strong>Klever</strong> <strong>de</strong> voorpagina's van <strong>de</strong> lan<strong>de</strong>lijke<br />

dagbla<strong>de</strong>n met een spectaculaire vondst. Hij was gestuit <strong>op</strong> aantekeningen van <strong>Spinoza</strong> in een<br />

exemplaar van zijn postume (!) werken. Er volg<strong>de</strong> een onverkwikkelijk <strong>de</strong>bat met an<strong>de</strong>re<br />

<strong>Spinoza</strong>-vorsers, die <strong>de</strong> ont<strong>de</strong>kking onbestaanbaar achtten. Piet Steenbakkers van <strong>de</strong><br />

Utrechtse universiteit in Filosofie Magazine: '<strong>Klever</strong> heeft allerlei ingewikkel<strong>de</strong> constructies<br />

nodig om zijn theorie hard te maken. Je kunt natuurlijk verzinnen wat je wilt, je kunt zelfs<br />

nog verzinnen dat <strong>Spinoza</strong> in 1677 niet gestorven is, maar is verdwenen om <strong>op</strong> <strong>de</strong> achtergrond<br />

zijn werk te redigeren. Mijn aanpak zou an<strong>de</strong>rs zijn, ik zou <strong>de</strong> conclusie aan <strong>de</strong> feiten<br />

aanpassen in plaats van omgekeerd.' Waar<strong>op</strong> <strong>Klever</strong> in hetzelf<strong>de</strong> artikel antwoordt: 'Het is een<br />

feit dat sommige aantekeningen van <strong>Spinoza</strong> komen. Over een feitelijke toedracht heb je<br />

nooit wiskundige zekerheid, maar wel een morele, een term die <strong>Spinoza</strong> zelf noemt. En die<br />

morele zekerheid heb ik.'<br />

'Dat <strong>de</strong> studie van <strong>Spinoza</strong> blijkbaar niet bijdraagt tot een verstandige manier van<br />

communiceren, hebt u <strong>de</strong> afgel<strong>op</strong>en maan<strong>de</strong>n wel kunnen zien, toen ik me in gesprekken met<br />

journalisten meer heb laten lei<strong>de</strong>n door ij<strong>de</strong>lheid dan door verstandig inzicht', zegt <strong>Klever</strong> nu.<br />

Eer<strong>de</strong>r had hij ook al in zijn <strong>op</strong>enbare college, november vorig jaar, zijn spijt betuigd over <strong>de</strong><br />

weinig elegante manier waar<strong>op</strong> hij het <strong>de</strong>bat in <strong>de</strong> pers had gevoerd. Dat verhin<strong>de</strong>rt hem<br />

echter niet heilig in zijn ont<strong>de</strong>kking te blijven geloven. 'Neem die ene fantastische<br />

aantekening bij zijn stelling dat <strong>de</strong> mensheid wellicht voor altijd in <strong>de</strong> duisternis van <strong>de</strong><br />

godsdienst zou zijn blijven steken, ware het niet dat <strong>de</strong> matesis - dat moet je eige<strong>nl</strong>ijk met<br />

wetenschap vertalen - een an<strong>de</strong>re waarheidsnorm had getoond. Hij voegt daar vervolgens aan<br />

toe dat er nog vele an<strong>de</strong>re oorzaken dan die matesis zijn om tot inzicht te komen. Ie<strong>de</strong>reen<br />

vroeg altijd: wat zijn dan die an<strong>de</strong>re oorzaken? Welnu, in die aantekeningen, die van <strong>Spinoza</strong><br />

zelf móeten zijn, noemt hij als een van die oorzaken <strong>de</strong> ''aandacht voor <strong>de</strong> verschei<strong>de</strong>nheid<br />

<strong>de</strong>r ervaring''. Die verschei<strong>de</strong>nheid staat voor ie<strong>de</strong>reen <strong>op</strong>en, daar hoef je geen wetenschap<br />

voor te bedrijven of <strong>Spinoza</strong> voor te lezen. Een buitengewoon verhel<strong>de</strong>ren<strong>de</strong> toevoeging, zou


ik zeggen.'<br />

TROTS LAAT KLEVER zijn boekerij zien. Planken vol met verhan<strong>de</strong>lingen van en over <strong>Spinoza</strong>.<br />

Met name <strong>de</strong> internationale bun<strong>de</strong>ls met congresbijdragen laat hij graag zien, omdat daarin<br />

niet zel<strong>de</strong>n een bijdrage van zijn eigen hand staat. Hij somt <strong>de</strong> verschillen<strong>de</strong> <strong>Spinoza</strong>verenigingen<br />

<strong>op</strong>: 'In Frankrijk heb je <strong>de</strong> Association <strong>de</strong>s Amis <strong>de</strong> <strong>Spinoza</strong>, in Spanje heb je het<br />

Seminario <strong>Spinoza</strong>, in Duitsland het <strong>Spinoza</strong> Gesellschaft, in Italië <strong>de</strong> Associazione <strong>de</strong>gli Amici<br />

di <strong>Spinoza</strong>, in Japan heb je <strong>de</strong> <strong>Spinoza</strong> Kyokai, en ook in Israel en Amerika zijn er<br />

verenigingen. Ik ben van <strong>de</strong> meeste clubs lid en bezoek regelmatig hun congressen.'<br />

<strong>Klever</strong> heeft daarbij wel zo zijn voorkeuren: 'De Amerikanen bijvoorbeeld kunnen helemaal<br />

niet met <strong>Spinoza</strong> omgaan. Ik erger me daar ie<strong>de</strong>re keer weer aan <strong>op</strong> internationale<br />

congressen. Ze hebben <strong>de</strong> neiging ie<strong>de</strong>re grote filosoof meteen als hun gelijke te beschouwen,<br />

ze gaan er meteen mee in <strong>de</strong>bat in plaats van eens goed te stu<strong>de</strong>ren en te luisteren.<br />

Zo is er een Amerikaan die in <strong>Spinoza</strong> een liberaal avant la lettre wenst te zien. Dat i<strong>de</strong>e wil<br />

ik ten heftigste bestrij<strong>de</strong>n. <strong>Spinoza</strong> is een voorstan<strong>de</strong>r van een sterke staat, haast een<br />

totalitaire staat, maar het is wel een staat van <strong>de</strong> burgers, die met elkaar uitmaken welke<br />

ruimte er voor elke burger apart en voor elke niet-burger is. Met die gedachte zou <strong>Spinoza</strong> nu<br />

een revolutionair zijn. Het systeem waarin wij leven is partitocrazia en als <strong>Spinoza</strong> iets<br />

ver<strong>de</strong>rfelijk vindt, is het wel partijpolitiek. Hij heeft een afkeer van representatieve<br />

<strong>de</strong>mocratie, hij zou een voorkeur hebben voor een fe<strong>de</strong>ratief systeem, een fe<strong>de</strong>ratie van<br />

ste<strong>de</strong>lijke en districts<strong>de</strong>mocratieën, waar <strong>de</strong> soevereiniteit aan <strong>de</strong> basis ligt.'<br />

Zou het, gezien <strong>de</strong> grote verschei<strong>de</strong>nheid aan verenigingen, niet eens tijd wor<strong>de</strong>n voor een<br />

overkoepelen<strong>de</strong> internationale vereniging? 'Dat is wel eens geprobeerd. Yirmeyahu Yovel heeft<br />

<strong>op</strong> een bijeenkomst in Israel voorgesteld zo'n internationale <strong>Spinoza</strong>-vereniging <strong>op</strong> te richten.<br />

Maar daar had<strong>de</strong>n we geen zin in, want anarchisme is ons erg lief, we hou<strong>de</strong>n niet van<br />

hiërarchie. Bovendien wisten we dat Yovel zelf maar wat graag presi<strong>de</strong>nt van die vereniging<br />

wil<strong>de</strong> wor<strong>de</strong>n.<br />

Daar komt nog bij dat ik vind dat mensen als Yovel haast alleen maar oog hebben voor <strong>de</strong><br />

joodse bronnen van <strong>Spinoza</strong> en <strong>de</strong> an<strong>de</strong>re bronnen nauwelijks zien. Hij trekt één lijn van<br />

Maimoni<strong>de</strong>s naar <strong>Spinoza</strong>, wat absurd is als je be<strong>de</strong>nkt dat <strong>Spinoza</strong> zelf het standpunt van<br />

Maimoni<strong>de</strong>s fel heeft bestre<strong>de</strong>n. En ook zijn i<strong>de</strong>e dat <strong>Spinoza</strong> een pleitbezorger van een<br />

seculiere maatschappij zou zijn, zit er helemaal naast.'<br />

MAAR DAN ZAT David Ben Goerion er ook naast. De eerste premier van <strong>de</strong> staat Israel stond<br />

bekend als een vurig bewon<strong>de</strong>raar van <strong>Spinoza</strong>, juist omdat <strong>de</strong> wijsgeer <strong>de</strong> weg naar een<br />

seculiere joodse maatschappij zou hebben gewezen. In verschillen<strong>de</strong> artikelen prees hij <strong>de</strong><br />

verdiensten van 'het genie uit Amsterdam' en plaatste hij hem <strong>op</strong> gelijke hoogte met,<br />

in<strong>de</strong>rdaad, Maimoni<strong>de</strong>s, <strong>de</strong> twaalf<strong>de</strong>-eeuwse joodse arts en wijsgeer.<br />

Het lijkt een echte kwestie, <strong>de</strong> vraag of <strong>Spinoza</strong> nu wel of niet een joodse <strong>de</strong>nker is. En in het<br />

verleng<strong>de</strong> daarvan speelt <strong>de</strong> vraag of <strong>de</strong> cherem, <strong>de</strong> excommunicatie van <strong>Spinoza</strong> door <strong>de</strong><br />

Portugees-joodse gemeenschap van Amsterdam in 1656, nu moet wor<strong>de</strong>n herroepen of niet.<br />

Ben Goerion vond van niet. Hij was van mening dat <strong>de</strong> cherem zijn historische betekenis had<br />

maar niet langer bin<strong>de</strong>nd was, omdat <strong>de</strong> halacha, <strong>de</strong> joodse religieuze wet, in zijn ogen geen<br />

autoriteit meer had.<br />

Dat standpunt stuitte uiteraard <strong>op</strong> verzet bij religieus-joodse politici in Israel. Toen in 1956 <strong>op</strong><br />

het Haagse graf van <strong>Spinoza</strong> een uit Israel afkomstige, basalten steen met het Hebreeuwse<br />

<strong>op</strong>schrift 'Amcha' ('Jouw volk') werd aangebracht en in aanwezigheid van een<br />

vertegenwoordiger van <strong>de</strong> staat Israel werd onthuld, stel<strong>de</strong>n rechtse Knessetle<strong>de</strong>n kritische<br />

vragen, die door minister van Buite<strong>nl</strong>andse Zaken Golda Meir resoluut wer<strong>de</strong>n gepareerd. Maar<br />

was <strong>Spinoza</strong> wel een joodse <strong>de</strong>nker? Yirmeyahu Yovel heeft een ingewikkel<strong>de</strong> constructie<br />

nodig om dat aan te tonen. Terwijl <strong>Spinoza</strong> alom gewaar<strong>de</strong>erd wordt voor zijn hel<strong>de</strong>rheid en<br />

ondubbelzinnigheid, komt Yovel met <strong>de</strong> stelling dat <strong>Spinoza</strong> met vele tongen sprak. '<strong>Spinoza</strong><br />

was een grootmeester in dubbelzinnig en verhullend taalgebruik. Hij kon aparte publieken<br />

aanspreken door gebruik te maken van verschillen<strong>de</strong> betekenissen van eenzelf<strong>de</strong> bijbelvers of<br />

uitdrukking. Hij kon zijn ware bedoeling verhullen voor <strong>de</strong> ene groep lezers, terwijl hij die<br />

aan <strong>de</strong> an<strong>de</strong>re blootgaf. Hij was in staat een verborgen boodschap door te geven door mid<strong>de</strong>l<br />

van een uitdrukking met een tegenovergestel<strong>de</strong> letterlijke betekenis.' Dat riekt naar een<br />

exegetische metho<strong>de</strong> waarmee je alles van ie<strong>de</strong>reen kunt beweren.


Voor an<strong>de</strong>ren bestaat er geen enkele twijfel dat <strong>Spinoza</strong> volledig met het jo<strong>de</strong>ndom had<br />

gebroken. 'Ik wijs alleen maar even <strong>op</strong> het boekje De gezegen<strong>de</strong> van Theun <strong>de</strong> Vries', zegt<br />

<strong>Klever</strong>. 'Daarin staat die mooie tekening van <strong>Spinoza</strong> die aan het water een boek zit te lezen<br />

terwijl tezelf<strong>de</strong>rtijd in <strong>de</strong> synagoge <strong>de</strong> ban over hem wordt uitgesproken. Dat illustreert zo<br />

mooi dat <strong>Spinoza</strong> al lang vertrokken was uit <strong>de</strong> gemeente. Voor hem had die excommunicatie<br />

nauwelijks betekenis.'<br />

WIE ER OOK GEEN moeite mee heeft om <strong>Spinoza</strong> buiten het jo<strong>de</strong>ndom te plaatsen, is Nathan<br />

T. L<strong>op</strong>es Cardozo, <strong>op</strong>gegroeid in een liberaal-joods gezin te Amsterdam ('<strong>Spinoza</strong>'s naam was<br />

een huis-, tuin- en keukenwoord bij ons') en momenteel rabbijn te Jeruzalem. 'Het lijkt mij<br />

onmogelijk hem een joodse <strong>de</strong>nker te noemen', laat hij <strong>de</strong>sgevraagd via <strong>de</strong> fax weten. 'Zijn<br />

pantheïsme valt niet met het jo<strong>de</strong>ndom in overeenstemming te brengen, zelfs niet met het<br />

liberale jo<strong>de</strong>ndom. Pantheïsme is nu eenmaal <strong>de</strong> leer die elke persoo<strong>nl</strong>ijkheid aan God<br />

ontzegt. Voor <strong>Spinoza</strong> is God het totaal van alle dingen maar niet <strong>de</strong> schepper ervan. Dus<br />

alleen immanent. Voor het jo<strong>de</strong>ndom is God niet alleen immanent maar ook transcen<strong>de</strong>nt.'<br />

L<strong>op</strong>es Cardozo wijst er<strong>op</strong> dat <strong>Spinoza</strong> slechts een zeer gebrekkige kennis had van het<br />

jo<strong>de</strong>ndom. '<strong>Spinoza</strong> werd <strong>op</strong>gevoed binnen <strong>de</strong> muren van een joodse gemeenschap die maar<br />

net uit Portugal en Spanje naar Ne<strong>de</strong>rland was gekomen. Na jare<strong>nl</strong>ang door <strong>de</strong> inquisitie in <strong>de</strong><br />

katholieke leer te zijn on<strong>de</strong>rwezen wenste men terug te keren naar het jo<strong>de</strong>ndom. Hieruit<br />

ontstond <strong>de</strong> welbeken<strong>de</strong> Portugese Israelitische Gemeente te Amsterdam, waar ik ook toe<br />

behoor. Maar <strong>de</strong>ze gemeenschap bestond uit voormalige crypto-jo<strong>de</strong>n, die vele generaties<br />

lang van het jo<strong>de</strong>ndom waren afgesne<strong>de</strong>n. Joodse waar<strong>de</strong>n had<strong>de</strong>n <strong>de</strong>ze mensen niet<br />

meegekregen.'<br />

De rabbijn meent voorts dat <strong>Spinoza</strong> het antisemitisme in <strong>de</strong> kaart heeft gespeeld. 'Het kan<br />

moeilijk wor<strong>de</strong>n ontkend dat veel filosofen <strong>Spinoza</strong>'s kritiek <strong>op</strong> het jo<strong>de</strong>ndom hebben gebruikt<br />

om hun anti-joodse gevoelens te voe<strong>de</strong>n. De Duitse kantiaan Herman Cohen noem<strong>de</strong> <strong>Spinoza</strong><br />

<strong>de</strong> aanklager van het jo<strong>de</strong>ndom par excellence. Of dat heeft bijgedragen tot <strong>de</strong> <strong>op</strong>komst van<br />

het nazi-regime, blijft een <strong>op</strong>en vraag.'<br />

En over Ben Goerion schrijft L<strong>op</strong>es Cardozo: 'Diens fascinatie voor <strong>Spinoza</strong> was vooral het<br />

gevolg van zijn minimale kennis van het jo<strong>de</strong>ndom. Hij zag <strong>Spinoza</strong> ten onrechte als <strong>de</strong> i<strong>de</strong>ale<br />

mo<strong>de</strong>rne jood. Hij heeft niet begrepen dat met een instelling als die van <strong>Spinoza</strong> het joodse<br />

volk nimmer een staat had kunnen bouwen of zelfs maar in leven had kunnen blijven. Ik <strong>de</strong>nk<br />

ook niet dat <strong>Spinoza</strong> zelf zo ingenomen zou zijn geweest met Ben Goerions poging tot<br />

eerherstel. Uitein<strong>de</strong>lijk heeft <strong>Spinoza</strong> met het joodse volk gebroken en men doet <strong>de</strong><br />

geschie<strong>de</strong>nis onrecht aan door hem nu <strong>op</strong>eens als jood <strong>op</strong> te eisen.'<br />

'SPINOZA WAS HOE dan ook een vreem<strong>de</strong>ling in een vreemd land. Ook al maakte hij geen <strong>de</strong>el<br />

meer uit van <strong>de</strong> joodse gemeenschap, toch werd hij nog altijd als vreem<strong>de</strong>ling behan<strong>de</strong>ld. Er<br />

bestaan brieven van Christiaan Huygens, waarin <strong>Spinoza</strong> consequent als ''<strong>de</strong> Jood'' wordt<br />

aangeduid.'<br />

Marin Terpstra, <strong>Spinoza</strong>-vorser aan <strong>de</strong> Nijmeegse universiteit en gepromoveerd <strong>op</strong> een<br />

proefschrift over <strong>Spinoza</strong>'s politieke filosofie, ziet in <strong>de</strong> joodse achtergrond van <strong>de</strong> <strong>de</strong>nker een<br />

belangrijke verklaring voor diens politieke standpunten. 'In een klein boekje over <strong>de</strong> politieke<br />

tradities van <strong>de</strong> diaspora-jo<strong>de</strong>n heb ik recent ont<strong>de</strong>kt dat <strong>de</strong> joodse kolonies door <strong>de</strong> eeuwen<br />

heen <strong>de</strong> neiging hebben gehad om coalities te sluiten met <strong>de</strong> hoogste overhe<strong>de</strong>n. Ze zochten<br />

steun en bescherming altijd bij <strong>de</strong> hoogste macht, en in <strong>de</strong> meeste gevallen met succes. Dat<br />

kon natuurlijk ook omdat <strong>de</strong> jo<strong>de</strong>n iets te bie<strong>de</strong>n had<strong>de</strong>n, met name <strong>op</strong> intellectueel en<br />

financieel vlak.'<br />

Die neiging om met <strong>de</strong> hoogste macht te pacteren vind je volgens Terpstra terug in <strong>Spinoza</strong>'s<br />

politieke filosofie. In zijn proefschrift (De wending naar <strong>de</strong> politiek: Over <strong>de</strong> begrippen<br />

potentia en potestas bij <strong>Spinoza</strong>) bestrijdt hij <strong>de</strong> <strong>op</strong>vatting van Antonio Negri dat <strong>Spinoza</strong> een<br />

principieel criticus van <strong>de</strong> heersen<strong>de</strong> machten zou zijn geweest. 'Negri ziet <strong>de</strong> filosofie van<br />

<strong>Spinoza</strong> als een strijd tussen het dynamische principe, potentia, en <strong>de</strong> institutionele macht,<br />

potestas, dat wil zeggen <strong>de</strong> politieke macht, <strong>de</strong> rechtsmacht, <strong>de</strong> va<strong>de</strong>rlijke macht. Negri stelt<br />

<strong>Spinoza</strong> voor als een ''wil<strong>de</strong> anomalie'', een ongerijmdheid in het vroege kapitalisme, omdat hij<br />

een radicaal anti-institutioneel perspectief zou hebben geschetst. Die spanning tussen<br />

institutionele macht en <strong>de</strong> kritiek daar<strong>op</strong> vind je in<strong>de</strong>rdaad wel bij <strong>Spinoza</strong>. Maar hij kiest<br />

uitein<strong>de</strong>lijk onvoorwaar<strong>de</strong>lijk voor <strong>de</strong> institutionele macht, hij is een heel traditioneel <strong>de</strong>nker.


Daarin verschilt <strong>Spinoza</strong> ook uitdrukkelijk van Van <strong>de</strong>n En<strong>de</strong>n. Die komt uit <strong>de</strong> protestantse<br />

traditie, <strong>de</strong> koningsmoordtraditie, <strong>de</strong> traditie van het recht om in <strong>op</strong>stand te komen als <strong>de</strong><br />

hoogste macht <strong>de</strong> ware religie on<strong>de</strong>rdrukt. Daar ligt een groot verschil. <strong>Klever</strong> heeft dan ook<br />

geen gelijk wanneer hij Van <strong>de</strong>n En<strong>de</strong>n als een soort proto-<strong>Spinoza</strong> voorstelt. Met name in<br />

<strong>Spinoza</strong>'s werk na het rampjaar 1672, toen <strong>de</strong> gebroe<strong>de</strong>rs De Witt wer<strong>de</strong>n vermoord en het<br />

stadhou<strong>de</strong>rschap werd hersteld, zie je dui<strong>de</strong>lijk een aanvaarding van <strong>de</strong> aristocratie.' In<br />

Terpstra's proefschrift is voorts een <strong>op</strong>merkelijke rol weggelegd voor <strong>de</strong> omstre<strong>de</strong>n Duitse<br />

rechtsfilosoof Carl Schmitt. 'Schmitt behoort tot <strong>de</strong> conservatieve intellectuelen die in 1933<br />

met het nationaal-socialisme zijn meegegaan en er in 1938 achter kwamen dat ze volstrekt<br />

misgegokt had<strong>de</strong>n. In die tijd publiceer<strong>de</strong> hij een boek over Thomas Hobbes, een tijdgenoot<br />

van <strong>Spinoza</strong>. Daarin heeft Schmitt het voortdurend over ''<strong>de</strong>r Jud <strong>Spinoza</strong>''. Maar hij geeft<br />

diens i<strong>de</strong>eën wel knap weer. Hij laat zien dat bij Hobbes <strong>de</strong> staat alle macht toekomt, maar<br />

dat hij tegelijk beweert dat ie<strong>de</strong>reen ''in secret'' toch vrij blijft. Welnu, die verborgen<br />

vrijheid, zegt Schmitt, is het zaad van <strong>de</strong> geheime genootschappen, van <strong>de</strong> vrijmetselarij die<br />

vanaf <strong>de</strong> Franse revolutie doorbreekt en tot het zo verfoeilijke liberalisme heeft geleid. En<br />

dat zaad, zegt hij, is ont<strong>de</strong>kt door <strong>Spinoza</strong>. Die stelt letterlijk dat niemand <strong>de</strong> macht heeft om<br />

te bepalen wat iemand <strong>de</strong>nkt. Dat nu ziet Schmitt als <strong>de</strong> subversieve impact van ''<strong>de</strong>r Jud<br />

<strong>Spinoza</strong>'' - en in die beoor<strong>de</strong>ling ligt ook een ho<strong>op</strong> bewon<strong>de</strong>ring.'<br />

TERPSTRA'S WEG naar <strong>Spinoza</strong> begon echter niet bij Negri en niet bij Schmitt, maar bij Louis<br />

Althusser, <strong>de</strong> Franse marxist die eind jaren zeventig grote p<strong>op</strong>ulariteit genoot in het<br />

Nijmeegse. Althusser beroept zich regelmatig <strong>op</strong> <strong>Spinoza</strong>. 'Toen ben ik <strong>Spinoza</strong> gaan lezen en<br />

ik moet zeggen dat hij me meer greep dan Althusser. Het was alsof ik daarin iets van mezelf<br />

tegenkwam. Misschien kwam het doordat ik geen gymnasiale achtergond had; ik kwam van<br />

HBS-b, ik was mathematisch ingesteld. Ik <strong>de</strong>nk ook dat het ambachtelijke van <strong>Spinoza</strong> me<br />

aansprak, het functionele, zakelijke taalgebruik. En ook zijn materialistische kijk <strong>op</strong> <strong>de</strong><br />

wereld. Hij is niet zo'n filosoof die zich <strong>op</strong>sluit in een geestelijke spookstad, zijn filosofische<br />

wereld is een wereld van steen en vlees. <strong>Spinoza</strong> is niet voor niets <strong>de</strong> eerste filosoof die het<br />

geestelijke en lichamelijke <strong>op</strong> één lijn stel<strong>de</strong>.<br />

De fout die mensen als Negri maken is dat ze <strong>Spinoza</strong>'s politieke <strong>op</strong>vattingen willen aflei<strong>de</strong>n<br />

uit zijn filosofie. Maar <strong>Spinoza</strong>'s politieke <strong>op</strong>vattingen hebben direct betrekking <strong>op</strong> <strong>de</strong><br />

bestaan<strong>de</strong> wereld. Er is bij hem sprake van een heuse wending naar <strong>de</strong> politiek. Hij schreef<br />

zijn Theologisch-politiek traktaat in het besef dat er buiten zijn filosofische universum dingen<br />

gebeuren die relevant zijn. Zoals <strong>de</strong> politiek die in Ne<strong>de</strong>rland werd gevoerd ten aanzien van<br />

<strong>de</strong> godsdiensten: <strong>de</strong> vraag of cartesianen aan <strong>de</strong> universiteit mochten doceren en of ze met<br />

theologen in discussie mochten gaan. Daar gaat zijn traktaat over. Daarin betoogt hij dat het<br />

beperken van <strong>de</strong> i<strong>de</strong>eënvrijheid uitein<strong>de</strong>lijk ten na<strong>de</strong>le van <strong>de</strong> staat uitpakt. De overheid<br />

reageer<strong>de</strong> daar<strong>op</strong> met het verbie<strong>de</strong>n van het traktaat. Als je me vraagt waar <strong>Spinoza</strong> in het<br />

huidige politieke spectrum zou staan, dan zeg ik: ik kan me niet voorstellen dat je als<br />

spinozist een soort plat rechts kunt ver<strong>de</strong>digen, maar ook niet een radicaal links. Ik <strong>de</strong>nk dat<br />

je je met <strong>Spinoza</strong> in <strong>de</strong> sociaal-<strong>de</strong>mocratie re<strong>de</strong>lijk thuis kunt voelen, althans wanneer je die<br />

aanvult met dui<strong>de</strong>lijk liberale elementen.' In het voorwoord van zijn proefschrift gebruikt<br />

Marin Terpstra <strong>de</strong> term 'spinozistische re<strong>de</strong>lijkheid'. Wat bedoelt hij daarmee? Bestaat er<br />

zoiets als een 'spinozistische levenshouding'?<br />

Terpstra moet hartelijk lachen om <strong>de</strong>ze vraag. 'Die term daar heeft betrekking <strong>op</strong> mijn vrouw.<br />

Bij die term moet je <strong>de</strong>nken aan <strong>de</strong> laatste drie boeken van <strong>de</strong> Ethica. Daar zet <strong>Spinoza</strong> een<br />

soort stadialeer uiteen: hoe je je van een wezen met louter lust- en o<strong>nl</strong>ustgevoelens kunt<br />

ontwikkelen tot een re<strong>de</strong>lijk en uitein<strong>de</strong>lijk wijs mens. Het is haast een cliché in <strong>de</strong> <strong>Spinoza</strong>wereld<br />

om te zeggen: nou, zo ver ben ik nog niet, ik word nog te veel door mijn passies<br />

bepaald. Dat geldt ook voor mij. Wat dat betreft is mijn vrouw ver<strong>de</strong>r. Zij is moeilijker uit<br />

haar evenwicht te brengen. Ik ben veel chaotischer. Bovendien ben ik iemand die<br />

weerstan<strong>de</strong>n <strong>op</strong>zoekt, ik ben van het polemische type. Een spinozist gaat het gevecht uit <strong>de</strong><br />

weg.'<br />

Met dank aan Theo van Werf, secretaris van <strong>de</strong> Vereniging het <strong>Spinoza</strong>huis<br />

D oor Leon <strong>op</strong> 10 januari 2006<br />

http://www.<strong><strong>de</strong>spinoza</strong>.<strong>nl</strong>/spinoza/artikelen/<strong>de</strong>_spinozisten.shtml<br />

Titel: <strong>Spinoza</strong> Classicus


Auteur: <strong>Wim</strong> <strong>Klever</strong><br />

Uitgeverij: Damon, 2005, http://tinyurl.com/qlkps<br />

ISBN: ISBN 90 5573 639 2<br />

Bladzij<strong>de</strong>n: 316<br />

Prijs: 30 euro<br />

"Antieke bronnen van een mo<strong>de</strong>rne <strong>de</strong>nker"<br />

Na <strong>Spinoza</strong>'s overlij<strong>de</strong>n in 1677 werd door notaris Willem van <strong>de</strong>n<br />

Hove een lijst <strong>op</strong>gemaakt van <strong>de</strong> boeken die in zijn bezit waren.<br />

In <strong>de</strong> bibliotheek bevond zich een groot aantal werken van klassieke<br />

auteurs. Een aanzie<strong>nl</strong>ijk <strong>de</strong>el daarvan wordt in het boek van <strong>Klever</strong><br />

behan<strong>de</strong>ld.<br />

Hiervoor kiest <strong>Klever</strong> voor een nieuwe bena<strong>de</strong>ring: hij behan<strong>de</strong>lt<br />

<strong>de</strong> klassieken naar <strong>de</strong> betekenis die zij in hun tijd had<strong>de</strong>n en<br />

daarna legt hij <strong>de</strong> k<strong>op</strong>peling naar <strong>Spinoza</strong>. Het boek is een<br />

omvangrijk naslagwerk, maar leest tegelijkertijd als een spannen<strong>de</strong><br />

roman. Met elke aangehaal<strong>de</strong> auteur wordt een stuk van <strong>de</strong> geest van<br />

<strong>Spinoza</strong>, <strong>de</strong>ze "twee<strong>de</strong> generatie allochtoon", ontrafelt.<br />

Elke grote geest uit <strong>de</strong> geschie<strong>de</strong>nis van het <strong>de</strong>nken ontleent zijn<br />

i<strong>de</strong>eën en inspiratie ook altijd voor een belangrijk <strong>de</strong>el aan zijn<br />

voorgangers. <strong>Klever</strong> laat in zijn boek met vele voorbeel<strong>de</strong>n dui<strong>de</strong>lijk<br />

zien dat dit ook bij <strong>Spinoza</strong> wel <strong>de</strong>gelijk het geval was.<br />

Een groot <strong>de</strong>el van zijn gedachten en thematieken ontleent <strong>Spinoza</strong><br />

rechtstreeks aan <strong>de</strong> klassieken. Veel van zijn <strong>de</strong>nkbeel<strong>de</strong>n zijn er <strong>op</strong><br />

gebaseerd en wat <strong>Spinoza</strong> daarvan bij wie vandaan haalt, dat maakt<br />

<strong>Klever</strong> in hel<strong>de</strong>r taalgebruik dui<strong>de</strong>lijk en overzichtelijk.<br />

Wat een <strong>de</strong>nker origineel maakt zijn <strong>de</strong> verban<strong>de</strong>n die hij of zij legt<br />

tussen <strong>de</strong> uit verschillen<strong>de</strong> bronnen geputte informatie die hem of<br />

haar ter beschikking staan. Het is <strong>Klever</strong>'s verdienste dat hij <strong>de</strong><br />

historische fundamenten van ne<strong>de</strong>rlands grootste filosoof in dit boek<br />

heeft blootgelegd en aanschouwelijk heeft gemaakt.<br />

Een aanra<strong>de</strong>r.<br />

Febr. 2006 „maan<strong>de</strong>ditie‟http://www.<strong><strong>de</strong>spinoza</strong>.<strong>nl</strong>/spinoza/artikelen/maan<strong>de</strong>ditie_3.shtml<br />

<strong>Spinoza</strong> Classicus<br />

Na <strong>Spinoza</strong>'s overlij<strong>de</strong>n in 1677 werd door notaris Willem van <strong>de</strong>n Hove een lijst <strong>op</strong>gemaakt<br />

van <strong>de</strong> boeken die in zijn bezit waren. In <strong>de</strong> bibliotheek bevond zich een groot aantal werken<br />

van klassieke auteurs. Een aanzie<strong>nl</strong>ijk <strong>de</strong>el daarvan wordt in het boek "<strong>Spinoza</strong> Classicus" van<br />

<strong>Wim</strong> <strong>Klever</strong> behan<strong>de</strong>ld.<br />

<strong>Klever</strong> kiest voor een nieuwe bena<strong>de</strong>ring: hij behan<strong>de</strong>lt <strong>de</strong> klassieken naar <strong>de</strong> betekenis die zij<br />

in hun tijd had<strong>de</strong>n en daarna legt hij <strong>de</strong> k<strong>op</strong>peling naar <strong>Spinoza</strong>. Het boek is een omvangrijk<br />

naslagwerk, maar leest tegelijkertijd als een spannen<strong>de</strong> roman. Met elke aangehaal<strong>de</strong> auteur<br />

wordt een stuk van <strong>de</strong> geest van <strong>Spinoza</strong>, <strong>de</strong>ze "twee<strong>de</strong> generatie allochtoon", ontrafelt.


Elke grote geest uit <strong>de</strong> geschie<strong>de</strong>nis van het <strong>de</strong>nken ontleent zijn i<strong>de</strong>eën en inspiratie ook<br />

altijd voor een belangrijk <strong>de</strong>el aan zijn voorgangers. <strong>Klever</strong> laat in zijn boek met vele<br />

voorbeel<strong>de</strong>n dui<strong>de</strong>lijk zien dat dit ook bij <strong>Spinoza</strong> wel <strong>de</strong>gelijk het geval was.<br />

Een groot <strong>de</strong>el van zijn gedachten en thematieken ontleent <strong>Spinoza</strong> rechtstreeks aan <strong>de</strong><br />

klassieken. Veel van zijn <strong>de</strong>nkbeel<strong>de</strong>n zijn er <strong>op</strong> gebaseerd en wat <strong>Spinoza</strong> daarvan bij wie<br />

vandaan haalt, dat maakt <strong>Klever</strong> in hel<strong>de</strong>r taalgebruik dui<strong>de</strong>lijk en overzichtelijk.<br />

Wat een <strong>de</strong>nker origineel maakt zijn <strong>de</strong> verban<strong>de</strong>n die hij of zij legt tussen <strong>de</strong> uit<br />

verschillen<strong>de</strong> bronnen geputte informatie die hem of haar ter beschikking staan. Het is<br />

<strong>Klever</strong>'s verdienste dat hij <strong>de</strong> historische fundamenten van ne<strong>de</strong>rlands grootste filosoof in dit<br />

boek heeft blootgelegd en aanschouwelijk heeft gemaakt. Een aanra<strong>de</strong>r.<br />

Titel: <strong>Spinoza</strong> Classicus<br />

Auteur: <strong>Wim</strong> <strong>Klever</strong><br />

Uitgeverij: Damon, 2005, http://tinyurl.com/qlkps<br />

ISBN: ISBN 90 5573 639 2<br />

Bladzij<strong>de</strong>n: 316<br />

Prijs: 30 euro<br />

D oor Leon <strong>op</strong> 19 maart 2006<br />

http://www.<strong><strong>de</strong>spinoza</strong>.<strong>nl</strong>/spinoza/recensies/spinoza_classic.shtml<br />

<strong>Wim</strong> <strong>Klever</strong>'s Ethicom<br />

In 1996 bracht <strong>Wim</strong> <strong>Klever</strong> zijn levenswerk uit, genaamd "Ethicom <strong>Spinoza</strong>'s Ethica vertolkt in<br />

tekst en commentaar". Na lang wachten is dit boek in een nieuwe druk verschenen bij<br />

uitgeverij Eburon. Een introductie.<br />

<strong>Klever</strong> geeft met Ethicom zijn interpretatie van <strong>Spinoza</strong>'s Ethica. De Ethicom is geen rechttoe-recht-aan<br />

vertaling van <strong>Spinoza</strong>'s Ethica, maar een vertaling die rijk is voorzien van<br />

commentaren en daarmee van verantwoordingen voor <strong>de</strong> gekozen interpretatie. Uitgebreid<br />

gaat <strong>Klever</strong> daar in <strong>de</strong> i<strong>nl</strong>eiding <strong>op</strong> in.<br />

<strong>Wim</strong> <strong>Klever</strong> is oud-hoofddocent aan <strong>de</strong> Erasmus Universiteit Rotterdam en internationaal<br />

gerenommeerd <strong>op</strong> het gebied van <strong>de</strong> historische en systematische <strong>Spinoza</strong>-studie. Hij heeft<br />

een groot aantal <strong>Spinoza</strong> publicaties <strong>op</strong> zijn naam staan, waaron<strong>de</strong>r <strong>Spinoza</strong> Classicus. Ver<strong>de</strong>r<br />

publiceer<strong>de</strong> hij in 2003 “Democratische vernieuwing in Ne<strong>de</strong>rland en <strong>de</strong> Eur<strong>op</strong>ese Unie <strong>op</strong><br />

historische en filosofische grondslag”, waarin hij een nieuw mo<strong>de</strong>l schetst voor <strong>de</strong> inrichting<br />

van <strong>de</strong> (eur<strong>op</strong>ese) <strong>de</strong>mocratie (zie hier hoofstuk 5 uit dit spannen<strong>de</strong> vlugschrift).<br />

Wiep van Bunge, <strong>de</strong> voorzitter van <strong>de</strong> faculteit Filosofie van <strong>de</strong> Erasmus Universiteit, noem<strong>de</strong><br />

in zijn toespraak <strong>op</strong> <strong>de</strong> 93e Dies Natalis, <strong>Klever</strong> als "un<strong>de</strong>r the spell of <strong>Spinoza</strong>". <strong>Klever</strong> is<br />

in<strong>de</strong>rdaad in <strong>de</strong> ban van <strong>Spinoza</strong> en met Ethicom krijgen wij, <strong>de</strong> lezers, een kijkje in die


evangen geest. Ethicom is dan ook een heel persoo<strong>nl</strong>ijk boek. Zelf<br />

schrijft <strong>Klever</strong> daar over in <strong>de</strong> i<strong>nl</strong>eiding "Een laatste woord nog ter verontschuldiging van mijn<br />

bezetenheid. In een langdurige omgang van enkele <strong>de</strong>cennia met <strong>de</strong> Ethica, een omgang ook<br />

met vele enthousiaste <strong>Spinoza</strong>-vrien<strong>de</strong>n, is <strong>de</strong>ze tekst voor mij een heilige tekst gewor<strong>de</strong>n,<br />

een tekst met onuitputtelijke wijsheid omtrent het menselijke gedrag."<br />

Op een later tijdstip zal het boek uitgebrei<strong>de</strong>r wor<strong>de</strong>n besproken. Nu volsta ik met een kort<br />

overzicht van <strong>de</strong> in<strong>de</strong>ling van het boek en een <strong>op</strong>merking over <strong>de</strong> appendix.<br />

<strong>Klever</strong> begint zoals gezegd met een i<strong>nl</strong>eiding waarin hij on<strong>de</strong>r meer uitlegd wat <strong>de</strong> titel<br />

"Ethicom" betekend. Daarna volgt het eerste <strong>de</strong>el "God" (p6a). Dit hoofstuk volgt niet het<br />

eerste hoofstuk uit "De Ethica" maar is <strong>Klever</strong>'s eigen interpretatie. Daarna het twee<strong>de</strong> <strong>de</strong>el<br />

"Natuur en oorsprong van <strong>de</strong> ziel" (p89). Het <strong>de</strong>r<strong>de</strong> <strong>de</strong>el heeft als titel "Oorsprong en natuur<br />

<strong>de</strong>r reacties (affectuum)" (p270a). Deel vier "Over <strong>de</strong> menselijke slavernij (servitute) ofwel:<br />

Over <strong>de</strong> krachten (viribus) van <strong>de</strong> reacties" (p444). Dan het vijf<strong>de</strong> <strong>de</strong>el met <strong>de</strong> titel "De macht<br />

van het verstand (intellectus), ofwel: De menselijke vrijheid" (p635), met daarna <strong>de</strong><br />

uitgebrei<strong>de</strong> inhouds<strong>op</strong>gave die begint <strong>op</strong> pagina 723.<br />

In <strong>de</strong> appendix (vanaf p758, met eigen paginanummering vanaf 2) gaat <strong>Klever</strong> in <strong>op</strong> <strong>de</strong><br />

aantekeningen in het Opera Posthuma exemplaar uit <strong>de</strong> Leidse Universiteitsbibliotheek. Hij<br />

neemt aan dat <strong>de</strong>sbetreffen<strong>de</strong> aantekeningen zijn gemaakt door Walter Ehrenfried von<br />

Tschirnhaus. <strong>Spinoza</strong> en Tschirnhaus hebben gecorrespon<strong>de</strong>erd (nagelaten brieven zijn<br />

genummerd 80, 81, 82 en 83 in "Briefwisseling"). <strong>Klever</strong> betoogd dat <strong>de</strong>ze aantekeningen een<br />

belangrijke kritiek bevatten <strong>op</strong> (<strong>de</strong>len van) De Ethica, en kiest ervoor om sommige van <strong>de</strong><br />

aantekeningen toe te schrijven aan <strong>Spinoza</strong> zelf. Daaruit blijkt dan "dat <strong>de</strong> Ethica-tekst, hoe<br />

rijk en geniaal ook, toch verre van perfekt is." Zo lijkt <strong>de</strong>ze geest, in <strong>de</strong> ban van onze grote<br />

filosoof, dan in <strong>de</strong> aanname <strong>de</strong> re<strong>de</strong> te vin<strong>de</strong>n.<br />

Dr. W.N.A. <strong>Klever</strong><br />

Ethicom <strong>Spinoza</strong>'s Ethica vertolkt in tekst en commentaar<br />

ISBN 90-5166-526-1<br />

Paperback 818 p. € 45,00<br />

Het boek is rechtstreeks verkrijgbaar bij <strong>de</strong> uitgever (www.eburon.<strong>nl</strong>) of (<strong>op</strong> bestelling) bij <strong>de</strong><br />

boekhan<strong>de</strong>l.<br />

D oor Leon <strong>op</strong> 11 novemb er 2006<br />

http://www.<strong><strong>de</strong>spinoza</strong>.<strong>nl</strong>/spinoza/recensies/wim_klevers_eth.shtml<br />

Lezing 'Kunnen zeggen wat je wil ...'<br />

Afgel<strong>op</strong>en don<strong>de</strong>rdag 9 november gaf Jonathan Israel <strong>de</strong> Thomas Moore lezing. Deze lezing,<br />

met als titel "Kunnen zeggen wat je wil is belangrijker dan kunnen geloven wat je wil" is<br />

afgedrukt in <strong>de</strong> Opinie bijlage van NRC Han<strong>de</strong>lsblad van 11 november.<br />

De volledige tekst is on<strong>de</strong>r ter informatie en voorzien van links overgenomen.<br />

Kunnen zeggen wat je wil is belangrijker dan kunnen geloven wat je wil


Door Jonathan Israel - Hoogleraar Mo<strong>de</strong>rne Eur<strong>op</strong>ese Geschie<strong>de</strong>nis bij het Institute for<br />

Advanced Study, Princeton Township, New Jersey. Auteur van het boek „Radicale Verlichting:<br />

hoe radicale Ne<strong>de</strong>rlandse <strong>de</strong>nkers het gezicht van onze cultuur voorgoed veran<strong>de</strong>r<strong>de</strong>n‟ en „De<br />

Republiek (1477-1806)‟.<br />

In het <strong>de</strong>bat over <strong>de</strong> spanning tussen <strong>de</strong> vrijheid van meningsuiting en vrijheid van godsdienst<br />

moet Ne<strong>de</strong>rland teruggrijpen <strong>op</strong> zijn eigen Verlichtingstraditie, met omstre<strong>de</strong>n <strong>de</strong>nkers als<br />

<strong>Spinoza</strong> radicaler dan <strong>de</strong> Franse.<br />

Voorkom dat religieuze gevoelens of theologische criteria invloed krijgen <strong>op</strong> <strong>de</strong> algemene en<br />

politieke cultuur.<br />

Het intellectuele tumult in <strong>de</strong> Ne<strong>de</strong>rlandse same<strong>nl</strong>eving sinds <strong>de</strong> moord <strong>op</strong> Theo van Gogh in<br />

november 2004 trekt <strong>op</strong> een ongeken<strong>de</strong> manier <strong>de</strong> aandacht van <strong>de</strong> Engelstalige wereld,<br />

tenminste, als we het aantal Amerikaanse en Britse verhalen in <strong>de</strong> kranten en <strong>op</strong> <strong>de</strong> televisie<br />

mogen geloven die berichten over <strong>de</strong> kentering in verdraagzaamheid en vrijheid van<br />

meningsuiting in Ne<strong>de</strong>rland.<br />

Dat blijkt ook uit Ian Buruma‟s recente boek Mur<strong>de</strong>r in Amsterdam (Dood van een gezon<strong>de</strong><br />

roker) en in <strong>de</strong> pittige reacties daar<strong>op</strong>. Het geeft <strong>de</strong> mensen gelijk, die stellen dat Ne<strong>de</strong>rland<br />

voor vele lezers en <strong>de</strong>nkers in heel <strong>de</strong> westerse wereld een tijd lang een theoretisch mo<strong>de</strong>l<br />

van verdraagzaamheid in levenswijze, gedachten en godsdienst is geweest.<br />

De hele wereld aanschouwt <strong>de</strong> dilemma‟s waar <strong>de</strong> Ne<strong>de</strong>rlandse same<strong>nl</strong>eving mee kampt, en<br />

wacht <strong>op</strong> <strong>de</strong> gewichtige beslissingen die hier nu wor<strong>de</strong>n genomen – die wel eens een<br />

aanzie<strong>nl</strong>ijke, blijven<strong>de</strong> betekenis zou<strong>de</strong>n kunnen krijgen tot ver buiten <strong>de</strong> Ne<strong>de</strong>rlandse<br />

grenzen.<br />

Juist daarom is het belangrijk om <strong>de</strong> aard van <strong>de</strong> spanning tussen <strong>de</strong> „gedachte vrijheid‟ en <strong>de</strong><br />

„godsdienstvrijheid‟ goed te analyseren. De Verlichting is nog altijd hoogst relevant voor onze<br />

tijd, met name voor een realistisch, nauwkeurig begrip van <strong>de</strong> aard van het conflict tussen <strong>de</strong><br />

„gedachtevrijheid‟ en <strong>de</strong> claims van <strong>de</strong> „godsdienstvrijheid‟ in <strong>de</strong> huidige same<strong>nl</strong>eving. Die<br />

relevantie blijkt dui<strong>de</strong>lijk uit het feit dat zowel in Ne<strong>de</strong>rland als in <strong>de</strong> Verenig<strong>de</strong> Staten<br />

politici en commentatoren steeds weer <strong>de</strong> termen „Verlichting‟, „waar<strong>de</strong>n van <strong>de</strong> Verlichting‟<br />

en „Verlichtingsfundamentalisten‟ i<strong>nl</strong>assen in hun betoog.<br />

Niemand wil zoveel ruimte voor <strong>de</strong> vrijheid van drukpers als <strong>Spinoza</strong><br />

Niets wordt gemakkelijker en vaker verdraaid dan <strong>de</strong> geschie<strong>de</strong>nis. Het feit dat in het huidige<br />

Ne<strong>de</strong>rlandse kabinet wordt beweerd dat het mo<strong>de</strong>rne Eur<strong>op</strong>a in wezen een „christelijke‟<br />

beschaving zou zijn en dat <strong>de</strong> Ne<strong>de</strong>rlandse Verlichting „gematig<strong>de</strong>r‟ zou zijn geweest en meer<br />

in harmonie met <strong>de</strong> godsdienst dan <strong>de</strong> Verlichting van <strong>de</strong> Franse philos<strong>op</strong>hes, laat zien dat <strong>de</strong><br />

officiële reactie <strong>op</strong> <strong>de</strong> allerbelangrijkste actuele Ne<strong>de</strong>rlandse kwesties historisch<br />

aanvechtbaar is en ver<strong>de</strong>eldheid kan zaaien.<br />

Als geschiedschrijver van i<strong>de</strong>eën en <strong>de</strong>batten uit <strong>de</strong> achttien<strong>de</strong> eeuw zie ik het als mijn plicht<br />

om <strong>de</strong> uitspraken van sommige politici over <strong>de</strong> Verlichting – <strong>de</strong> Ne<strong>de</strong>rlandse zowel als <strong>de</strong><br />

Eur<strong>op</strong>ese – tegen te spreken, niet alleen omdat ze, zoals ie<strong>de</strong>re expert zal beamen,<br />

geschiedkundig volslagen verward en onjuist zijn, maar ook omdat ze mij politiek en sociaal<br />

uiterst scha<strong>de</strong>lijk lijken.<br />

Het is niet mogelijk <strong>de</strong> ware aard van het <strong>de</strong>bat over <strong>de</strong> vrijheid van gedachte en die van<br />

meningsuiting binnen <strong>de</strong> Ne<strong>de</strong>rlandse en <strong>de</strong> Eur<strong>op</strong>ese Verlichting – en dus binnen het bre<strong>de</strong>re<br />

ka<strong>de</strong>r van <strong>de</strong> mo<strong>de</strong>rne <strong>de</strong>mocratische same<strong>nl</strong>eving in het algemeen – te begrijpen, als men<br />

niet eerst kennisneemt van <strong>de</strong> felle, bittere strijd tussen <strong>de</strong> volledige vrijheid van gedachte,<br />

zoals verkondigd door <strong>de</strong> Radicale Verlichting, en <strong>de</strong> beperkte, in wezen protestantstheologische<br />

verdraagzaamheid van Locke, Le Clerc en Barbeyrac.<br />

Die laatste variant heeft in het Ne<strong>de</strong>rlandse <strong>de</strong>nken van <strong>de</strong> achttien<strong>de</strong> eeuw, evenals in <strong>de</strong><br />

rest van Eur<strong>op</strong>a, <strong>de</strong> overhand gekregen.<br />

Ook <strong>de</strong> alomvatten<strong>de</strong> verdraagzaamheid en vrijheid van gedachte –wat men in <strong>de</strong> achttien<strong>de</strong><br />

eeuw tolérantisme noem<strong>de</strong>, om het dui<strong>de</strong>lijk te on<strong>de</strong>rschei<strong>de</strong>n van Lockes in wezen<br />

theologische en christelijke verdraagzaamheid – is een product van <strong>de</strong> late zeventien<strong>de</strong> eeuw.<br />

Maar niet van Locke of het Engelse <strong>de</strong>nken, doch van <strong>de</strong> clan<strong>de</strong>stiene Ne<strong>de</strong>rlandse kringen van


adicale spinozisten en hugenootse randfiguren als Pierre Bayle. Dit geeft Ne<strong>de</strong>rland een heel<br />

speciale plaats in <strong>de</strong> geschie<strong>de</strong>nis van <strong>de</strong> mo<strong>de</strong>rne wereld.<br />

<strong>Spinoza</strong> verwees <strong>de</strong> aanvechting om bovenal het individuele geloof te beschermen, plus <strong>de</strong><br />

coëxistentie van kerken en vormen van eredienst, nadrukkelijk naar het twee<strong>de</strong> plan. Hij<br />

leg<strong>de</strong> liever <strong>de</strong> nadruk <strong>op</strong> <strong>de</strong> behoefte aan vrijheid van gedachte, van levenswijze en van <strong>de</strong><br />

pers dan <strong>op</strong> <strong>de</strong> behoefte om gevoelens van het geloof te sparen.<br />

De vrijheid van geloof als zodanig komt slechts terlo<strong>op</strong>s ter sprake in <strong>de</strong> Tractatus theologic<strong>op</strong>oliticus,<br />

<strong>Spinoza</strong>‟s langste en vermaardste formulering van zijn pleidooi voor <strong>de</strong> vrijheid van<br />

gedachte. Hier gaat hij uitvoerig in <strong>op</strong> <strong>de</strong> plaats van godsdienst in <strong>de</strong> same<strong>nl</strong>eving en politiek.<br />

Terlo<strong>op</strong>s, ongetwijfeld omdat hij – an<strong>de</strong>rs dan Locke of Le Clerc – <strong>de</strong> godsdienstvrijheid<br />

beschouw<strong>de</strong> als volkomen on<strong>de</strong>rgeschikt aan <strong>de</strong> bre<strong>de</strong>re, reële kwestie van <strong>de</strong> vrijheid van<br />

gedachte. En misschien zag hij het meer als politiek probleem dan als iets van fundamentele<br />

betekenis voor <strong>de</strong> totstandkoming van een goe<strong>de</strong> same<strong>nl</strong>eving.<br />

In zijn latere Tractatus politicus (1677) gaat <strong>Spinoza</strong> uitvoeriger in <strong>op</strong> <strong>de</strong> gewetensvrijheid en<br />

<strong>de</strong> vrijheid van geloof, maar zijn fundamentele tolérantisme – dat wil zeggen<br />

verdraagzaamheid die niet gebaseerd is <strong>op</strong> theologie – ruimt geen bijzon<strong>de</strong>re privileges in ter<br />

bescherming van het geloof, en is hoofdzakelijk bedoeld als grondslag voor <strong>de</strong> individuele<br />

vrijheid van mening en <strong>de</strong> vrijheid om te spreken en te schrijven.<br />

<strong>Spinoza</strong> maakte zorgvuldig on<strong>de</strong>rscheid tussen enerzijds het toelaten van gelovigheid <strong>op</strong> zich,<br />

en an<strong>de</strong>rzijds religieuze groepen in staat te stellen zich te organiseren en naar believen hun<br />

gezag uit te brei<strong>de</strong>n, wat volgens hem iets heel an<strong>de</strong>rs is. Terwijl <strong>Spinoza</strong> toegeeft dat ie<strong>de</strong>r,<br />

ongeacht welke godsdienst hij aanhangt of wat hij gelooft, <strong>de</strong> vrijheid moet hebben om zijn<br />

overtuigingen te uiten, dringt hij er tegelijkertijd <strong>op</strong> aan <strong>de</strong> activiteiten van kerken te<br />

beknotten.<br />

Voor ie<strong>de</strong>re same<strong>nl</strong>eving, zo betoogt hij, is het volstrekt rampzalig om religieuze lei<strong>de</strong>rs van<br />

welke signatuur ook zoveel autonomie en prestige te gunnen dat zij elementen van <strong>de</strong><br />

publieke <strong>op</strong>inie kunnen mobiliseren om een actieve rol te spelen in <strong>de</strong> politiek, en het gezag<br />

van <strong>de</strong> staat te tarten. Daarom vindt <strong>Spinoza</strong> dat het politieke gezag min<strong>de</strong>rheidsreligies<br />

krachtig on<strong>de</strong>r controle moet hou<strong>de</strong>n.<br />

Volgens <strong>Spinoza</strong> kon geen enkele religieuze organisatie een rechtschapen, loffelijke en<br />

gerechtvaardig<strong>de</strong> organisatie zijn. Het zijn namelijk allemaal carrièrestructuren en politieke<br />

organisaties, en dus corrupte lichamen, zodat <strong>de</strong> religieuze doctrine in <strong>de</strong> praktijk niets<br />

an<strong>de</strong>rs is dan een werktuig om invloed te verkrijgen en een wapen om rivalen te verslaan. Alle<br />

kerken zijn er uitein<strong>de</strong>lijk, als ze <strong>de</strong> kans krijgen, <strong>op</strong> uit <strong>de</strong> onwetendheid en <strong>de</strong><br />

lichtgelovigheid van <strong>de</strong> mensen uit te buiten om invloed en macht te vergaren.<br />

De Radicale Verlichting huldig<strong>de</strong> dan ook <strong>de</strong> overtuiging dat het essentieel en volstrekt<br />

noodzakelijk was te zorgen dat religieuze lei<strong>de</strong>rs absoluut geen macht kregen over <strong>de</strong> wet, <strong>de</strong><br />

staat of <strong>de</strong> overheidsinstellingen, en dat theologische criteria geen rol speel<strong>de</strong>n in het<br />

constitutionele of wetgeven<strong>de</strong> proces. De vrijheid van godsdienst – te on<strong>de</strong>rschei<strong>de</strong>n van <strong>de</strong><br />

vrijheid om gezag, hiërarchie en bezit van <strong>de</strong> kerk uit te brei<strong>de</strong>n – heeft zon<strong>de</strong>r meer een<br />

plaats in het stelsel van <strong>Spinoza</strong> – toch blijft <strong>de</strong>ze volstrekt on<strong>de</strong>rgeschikt aan <strong>de</strong> vrijheid van<br />

gedachte en meningsuiting.<br />

Het is volgens <strong>Spinoza</strong> in een vrije republiek absoluut noodzakelijk te voorkomen dat er een<br />

zelfstandige, machtige, eensgezin<strong>de</strong> clerus <strong>op</strong>komt, omdat <strong>de</strong> uiterlijke verschijningsvormen<br />

van religies en religieuze autoriteiten een diepgaan<strong>de</strong> uitwerking hebben <strong>op</strong> <strong>de</strong> cohesie, <strong>de</strong><br />

stabiliteit en <strong>de</strong> goe<strong>de</strong> or<strong>de</strong> van <strong>de</strong> staat, en <strong>op</strong> <strong>de</strong> individuele vrijheid en <strong>de</strong> vrijheid van<br />

meningsuiting en van <strong>de</strong> pers. Waar een kerkelijk gezag <strong>de</strong> hegemonie uitoefent, zal <strong>de</strong> trouw<br />

van <strong>de</strong> massa zich onvermij<strong>de</strong>lijk altijd afkeren van een regering die <strong>de</strong> individuele vrijheid<br />

hooghoudt, en diegenen te hulp komen die dorsten naar macht over an<strong>de</strong>ren, „<strong>op</strong>dat <strong>de</strong><br />

slavernij weerkeert” en het „bijgeloof‟ weer alom heerst.<br />

<strong>Spinoza</strong>, die zelf in 1672 in Den Haag getuige was geweest van <strong>de</strong> straatrellen en <strong>de</strong> moord <strong>op</strong><br />

<strong>de</strong> gebroe<strong>de</strong>rs De Witt, wist uit <strong>de</strong> eerste hand wat <strong>de</strong> <strong>de</strong>sastreuze politieke gevolgen zou<strong>de</strong>n<br />

zijn als werd toegelaten dat theologen overheidsfunctionarissen voor god<strong>de</strong>loos en ketters<br />

uitmaakten, en vervolgens het gepeupel <strong>op</strong>zetten tegen hoge gezagsd ragers.<br />

Voor <strong>Spinoza</strong> is <strong>de</strong> vrijheid van gedachte en van meningsuiting gebaseerd <strong>op</strong> een bepaal<strong>de</strong>


<strong>op</strong>vatting van politieke macht en van <strong>de</strong> rol en <strong>de</strong> functies van <strong>de</strong> staat. Aangezien naar zijn<br />

<strong>op</strong>vatting het recht van <strong>de</strong> staat samenvalt met <strong>de</strong> macht van <strong>de</strong> staat, en aangezien niemand<br />

an<strong>de</strong>rmans gedachten kan bepalen, is het ook onmogelijk om <strong>de</strong> gedachten van <strong>de</strong> mensen te<br />

beheersen, en valt het volkomen buiten <strong>de</strong> competentie en <strong>de</strong> eige<strong>nl</strong>ijke taak van <strong>de</strong> staat om<br />

zoiets te proberen.<br />

Bij <strong>de</strong> <strong>op</strong>bouw van een staat, zo betoogt <strong>Spinoza</strong>, ziet ie<strong>de</strong>r voor zich af van zijn natuurlijke<br />

recht om ongeremd te han<strong>de</strong>len naar het hem of haar goeddunkt – ter wille van extra<br />

veiligheid, samenwerking en vrijheid – maar niet van zijn recht om te re<strong>de</strong>neren, te oor<strong>de</strong>len<br />

en meningen te uiten. Het uitspreken van <strong>op</strong>vattingen over een of an<strong>de</strong>re veror<strong>de</strong>ning,<br />

gebeurtenis, politiek besluit of ambtsdrager wordt pas subversief en <strong>de</strong>rhalve strafbaar, aldus<br />

<strong>Spinoza</strong>, als het <strong>de</strong> toepassing van wetten en veror<strong>de</strong>ningen rechtstreeks belemmert.<br />

Om die vrijheid van gedachte te waarborgen, is het noodzakelijk om <strong>de</strong> vrijheid van <strong>de</strong> kerken<br />

en <strong>de</strong> aanspraken van <strong>de</strong> clerus te beknotten.<br />

Helaas wordt in <strong>de</strong> same<strong>nl</strong>eving dit essentiële on<strong>de</strong>rscheid – en <strong>de</strong>ze spanning – tussen <strong>de</strong><br />

vrijheid van gedachte en <strong>de</strong> vrijheid een georganiseer<strong>de</strong> godsdienst aan te hangen, maar heel<br />

zel<strong>de</strong>n begrepen. Al is het dan onmogelijk om <strong>de</strong> gedachten, overtuigingen en oor<strong>de</strong>len van<br />

<strong>de</strong> mensen te reguleren, het werd in <strong>de</strong> tijd van <strong>Spinoza</strong> en Bayle – en in vele lan<strong>de</strong>n van <strong>de</strong><br />

huidige wereld nog steeds – als regel niet gepast gevon<strong>de</strong>n dat ie<strong>de</strong>r zich vrijelijk en geheel<br />

zelfstandig i<strong>de</strong>eën vorm<strong>de</strong> over wat wel of niet waar is. Integen<strong>de</strong>el: voor overhe<strong>de</strong>n en<br />

kerken sprak het vanzelf dat personen niet het recht had<strong>de</strong>n zelf over hun diepste<br />

overtuigingen te beslissen: wat men behoor<strong>de</strong> te geloven moest met kracht wor<strong>de</strong>n <strong>op</strong>gelegd,<br />

en wat daarmee onverenigbaar was, moest wor<strong>de</strong>n afgeschaft.<br />

De tamelijk strenge Ne<strong>de</strong>rlandse censuur van eind zeventien<strong>de</strong> eeuw plaatste <strong>Spinoza</strong> voor<br />

een probleem, waarmee hij in zijn latere levensjaren bijna dagelijks heeft geworsteld: <strong>de</strong><br />

vraag of, wanneer en hoe hij zijn geschriften zou publiceren. Me<strong>de</strong> daarom was het hoofddoel<br />

van zijn verdraagzaamheidstheorie om een fundament te leggen voor <strong>de</strong> vrijheid om je<br />

standpunten te publiceren, ook al wer<strong>de</strong>n ze nog zo veroor<strong>de</strong>eld door theologen en gehekeld<br />

door <strong>de</strong> meer<strong>de</strong>rheid.<br />

Niet één an<strong>de</strong>re theorie van <strong>de</strong> verdraagzaamheid uit <strong>de</strong> vroege Verlichting, niet die van<br />

Locke of Le Clerc, en zelfs niet het tolérantisme van Bayle, probeert een zo ruime weg te<br />

plaveien voor <strong>de</strong> vrijheid van drukpers.<br />

Voor <strong>Spinoza</strong> betekent het beginsel dat <strong>de</strong> maatschappij met recht en re<strong>de</strong>n van het individu<br />

inschikkelijkheid mag verwachten ten aanzien van zijn da<strong>de</strong>n maar niet van zijn gedachten,<br />

<strong>op</strong>vattingen en gesprekken, dat <strong>de</strong> mensen ook <strong>de</strong> vrijheid moeten hebben om hun<br />

<strong>op</strong>vattingen in druk te uiten.<br />

Alle pogingen om <strong>de</strong> meningsuiting en <strong>de</strong> vrijheid om te schrijven en te publiceren aan ban<strong>de</strong>n<br />

te leggen, zo stelt hij, tasten niet alleen het domein van <strong>de</strong> legitieme vrijheid aan, maar<br />

dreigen ook voortdurend <strong>de</strong> staat te <strong>de</strong>stabiliseren.<br />

Uiteraard is het zo dat <strong>de</strong> <strong>op</strong>vatting van <strong>Spinoza</strong> en Bayle over verdraagzaamheid, namelijk<br />

dat <strong>de</strong> vrijheid van geweten en van geloof on<strong>de</strong>rgeschikt is aan <strong>de</strong> individuele vrijheid van<br />

gedachte en meningsuiting, in <strong>de</strong> gewone Ne<strong>de</strong>rlandse same<strong>nl</strong>eving van toen volstrekt<br />

onacceptabel was. In het algemeen gaf men sterk <strong>de</strong> voorkeur aan <strong>de</strong> verdraagzaamheid zoals<br />

Locke die voorstond, en in die zin is het stellig waar dat Locke <strong>de</strong> theoretische ver<strong>de</strong>diging<br />

heeft geleverd van <strong>de</strong> verdraagzaamheid die in later tijd zou domineren.<br />

Maar Lockes „christelijke bena<strong>de</strong>ring‟ was niet te vergelijken met het meren<strong>de</strong>el van <strong>de</strong><br />

westerse vrijheid van gedachte van na 1945. Het was veeleer <strong>Spinoza</strong> die met zijn lof van <strong>de</strong><br />

vrijheid van het individu en van <strong>de</strong> meningsuiting bóven <strong>de</strong> vrijheid van geweten en geloof<br />

uitsteeg. Door te hameren <strong>op</strong> minimalisering van het kerkelijk gezag heeft hij, veel meer dan<br />

Locke, <strong>de</strong> weg geëffend voor vrijheid en mensenrechten en was hij daarmee een historisch<br />

veel belangrijker voorl<strong>op</strong>er van het mo<strong>de</strong>rne westerse individualisme.<br />

De verschuiving van een zoektocht naar vrijheid van geloof naar het streven naar vrijheid van<br />

gedachte en meningsuiting zou een essentieel kenmerk van <strong>de</strong> westerse Verlichting wor<strong>de</strong>n.<br />

Begin achttien<strong>de</strong> eeuw beklaag<strong>de</strong>n radicale philos<strong>op</strong>hes in West- Eur<strong>op</strong>ese lan<strong>de</strong>n, met<br />

Ne<strong>de</strong>rland in <strong>de</strong> voorste gele<strong>de</strong>ren, zich niet meer in <strong>de</strong> eerste plaats over gebrek aan<br />

religieuze vrijheid. Het was irrelevant en zelfs contraproductief gewor<strong>de</strong>n om <strong>de</strong> gevoelens


van <strong>de</strong> mannen van het geloof te ontzien. De philos<strong>op</strong>hes stre<strong>de</strong>n nu vooral voor intellectuele<br />

vrijheid en vrijheid van meningsuiting, plus <strong>de</strong> vrijheid om te publiceren – een strijd die wel<br />

zeer lang en zwaar zou blijken.<br />

Te mid<strong>de</strong>n van <strong>de</strong> specifieke dilemma‟s waar Ne<strong>de</strong>rland mee kampt, zou <strong>de</strong> verbon<strong>de</strong>nheid<br />

van <strong>de</strong> Ne<strong>de</strong>rlandse same<strong>nl</strong>eving versterkt moeten wor<strong>de</strong>n met <strong>de</strong> beste, meest relevante<br />

elementen uit zijn eigen Verlichtingstraditie.<br />

De innige ban<strong>de</strong>n tussen <strong>de</strong>mocratie, vrijheid van gedachte en individuele vrijheid moeten<br />

beslist krachtiger wor<strong>de</strong>n uitgedragen, en wel zo dat <strong>de</strong>ze waar<strong>de</strong>n specifiek en nauw wor<strong>de</strong>n<br />

gek<strong>op</strong>peld aan <strong>de</strong> egalitaire, <strong>de</strong>mocratische tak van <strong>de</strong> Verlichting.<br />

Religieuze gevoelens kunnen nooit hoogste goed zijn in een same<strong>nl</strong>eving<br />

Die kernwaar<strong>de</strong>n moeten vervolgens begrepen en gepresenteerd als <strong>de</strong> grondslag van een<br />

mo<strong>de</strong>rne, universele morele en politieke or<strong>de</strong>, die niet is gevormd en voortgebracht door het<br />

Westen als zodanig, en ook niet door het christendom, maar door <strong>de</strong> louter wereldlijke<br />

filosofische en wetenschappelijke impulsen van <strong>de</strong> Verlichting, een wereldwij<strong>de</strong> beweging.<br />

Binnen dat ka<strong>de</strong>r verdienen volstrekt onmisbare <strong>de</strong>nkers als <strong>Spinoza</strong> en Bayle veel meer<br />

aandacht in <strong>de</strong> same<strong>nl</strong>eving en in het on<strong>de</strong>rwijs; er moeten meer standbeel<strong>de</strong>n van hen<br />

wor<strong>de</strong>n <strong>op</strong>gericht en meer straten naar hen wor<strong>de</strong>n vernoemd, hun namen moeten vaker<br />

genoemd.<br />

Ook moeten we, nog meer dan we al doen, het i<strong>de</strong>e afkeuren dat religieuze lei<strong>de</strong>rs (van welk<br />

slag ook) <strong>de</strong> koers van <strong>de</strong> same<strong>nl</strong>eving, <strong>de</strong> wetgeving en <strong>de</strong> politiek zou<strong>de</strong>n moeten<br />

beïnvloe<strong>de</strong>n. Theologische criteria en begrippen zou<strong>de</strong>n <strong>op</strong> alle niveaus moeten wor<strong>de</strong>n<br />

losgek<strong>op</strong>peld van juridische en constitutionele processen en instellingen van <strong>de</strong> maatschappij.<br />

Ongeacht hoezeer het individuele personen vrijstaat – en vrij moet staan – om te geloven wat<br />

zij willen, mag veiligheidshalve niet wor<strong>de</strong>n toegelaten dat iemands religieuze gevoelens, of<br />

theologische criteria, een vormen<strong>de</strong> invloed krijgen <strong>op</strong> <strong>de</strong> huidige politieke en algemene<br />

cultuur.<br />

Toegeven aan beweringen dat religieuze gevoelens het hoogste goed in <strong>de</strong> same<strong>nl</strong>eving zijn, is<br />

het pad naar een politieke en sociale catastrofe.<br />

Dit essay is een bewerking van <strong>de</strong> Thomas More Lezing 2006, uitgesproken <strong>op</strong> 10 november,<br />

georganiseerd door het Soeterbeeck Programma van <strong>de</strong> Radboud Universiteit Nijmegen.<br />

De volledige Engelse tekst is vanaf maandag te lezen <strong>op</strong> <strong>de</strong> site van RU.<strong>nl</strong>.<br />

D oor Leon <strong>op</strong> 11 novemb er 2006 13:49 | Pe rmalin k<br />

Comments (4)<br />

Jan Hendrik Rufer:<br />

Hoera voor Jonathan Israel!<br />

Hij heeft <strong>de</strong> schakelaar gevon<strong>de</strong>n die <strong>Spinoza</strong> heeft gemaakt.<br />

Wat mij betreft is het licht aangegaan!<br />

'Ethica' is <strong>de</strong> nieuwe bijbel.<br />

Ruim baan voor <strong>de</strong> vrij<strong>de</strong>nkers...<br />

Door Jan Hendrik Rufer | 16 november 2006<br />

Leon:<br />

Door <strong>Wim</strong> <strong>Klever</strong> is een reactie geschreven <strong>op</strong> dit <strong>op</strong>inie stuk van Israel.<br />

Leg macht geestelijke lei<strong>de</strong>rs aan ban<strong>de</strong>n<br />

Jonathan Israel heeft terecht gewezen <strong>op</strong> het primaat van vrijheid van meningsuiting. Het moet wel om<br />

argumenten gaan, on<strong>de</strong>rstreept <strong>Wim</strong> <strong>Klever</strong>.<br />

Jonathan Israel heeft zaterdag in Opinie & Debat glashel<strong>de</strong>r aangetoond welke veran<strong>de</strong>ring <strong>de</strong> kennis van<br />

<strong>Spinoza</strong>‟s argumenten voor <strong>de</strong> hoogst heilzame werking van een onbeperkte vrijheid van meningsuiting in onze<br />

he<strong>de</strong>ndaagse politieke discussie en politieke praktijk teweeg kan brengen. De vrijheid van meningsuiting is<br />

in<strong>de</strong>rdaad door niemand zo uitgebreid, zo systematisch, zo uitbundig, zo wijs en fanatiek ver<strong>de</strong>digd als door<br />

<strong>Spinoza</strong>.<br />

Wel hield zijn leermeester Van <strong>de</strong>n En<strong>de</strong>n vijf jaar eer<strong>de</strong>r in zijn Vrye Politijke Stellingen (1665) ook al een<br />

vurig en gedurfd pleidooi voor <strong>de</strong> „vryheit van ree<strong>de</strong>ns-gebruik”, waarmee dan niet het onbelemmer<strong>de</strong> <strong>de</strong>nken


werd bedoeld, maar een publiek <strong>op</strong>tre<strong>de</strong>n. Van <strong>de</strong>n En<strong>de</strong>ns term „vryheit van ree<strong>de</strong>ns-gebruik‟, die hij<br />

terlo<strong>op</strong>s ook nog toelicht met „het hanteren van onbetwijfelbare re<strong>de</strong>nen‟, toont aan dat <strong>de</strong> he<strong>de</strong>n ten dage<br />

gangbare term daarvoor, te weten „vrijheid van meningsuiting‟, ongelukkig is, omdat <strong>de</strong>ze suggereert dat je zo<br />

maar meningen en gevoelens moet kunnen uiten. Zij wordt ook nergens door <strong>Spinoza</strong> gebruikt.<br />

<strong>Spinoza</strong> heeft het steeds over „libertas philos<strong>op</strong>handi‟. Letterlijk vertaald betekent dit „vrijheid om te<br />

filosoferen‟. Deze vertaling is echter mislei<strong>de</strong>nd omdat hier geenszins filosoferen in <strong>de</strong> he<strong>de</strong>ndaagse betekenis<br />

is bedoeld. „Philos<strong>op</strong>hia‟ beteken<strong>de</strong> in <strong>de</strong> zeventien<strong>de</strong> eeuw gewoon „wetenschap‟, liefst natuurwetenschap.<br />

Libertas philos<strong>op</strong>handi beduidt dus vrijheid van wetenschapsbeoefening en publicatie daarvan. Wij mogen dit<br />

wel in ruime zin nemen als vrijheid van re<strong>de</strong>neren en betogen, maar geenszins zo ruim dat alle mogelijke<br />

gevoelsuitbarstingen, verdachtmakingen en beschuldigingen daaron<strong>de</strong>r vallen.<br />

<strong>Spinoza</strong> stelt dui<strong>de</strong>lijk een tweevoudige grens aan <strong>de</strong> libertas philos<strong>op</strong>handi. Ten eerste mag het publieke<br />

betoog niet <strong>op</strong>ruiend zijn, rebellie prediken of burgerlijke ongehoorzaamheid aanprijzen (zoals in Ne<strong>de</strong>rland al<br />

tientallen jaren niet alleen door <strong>de</strong> slappe overheid getolereerd wordt, maar ook nog mo<strong>de</strong>rn en links wordt<br />

gevon<strong>de</strong>n). Ver<strong>de</strong>r mag het publieke betoog me<strong>de</strong>burgers nimmer te schan<strong>de</strong> zetten, hen niet belachelijk<br />

maken, bespotten of veroor<strong>de</strong>len omdat daardoor <strong>de</strong> maatschappelijke cohesie in gevaar komt. Spotprenten<br />

van wat an<strong>de</strong>ren heilig achten, zou<strong>de</strong>n zeker niet <strong>Spinoza</strong>‟s goedkeuring krijgen. Niet emotioneel of <strong>op</strong> hoge<br />

en plechtstatige toon, maar met argumenten kan men in „een vrije republiek‟ alles als onjuist of ondoelmatig<br />

bestrij<strong>de</strong>n wat gelovigen als heilig en onaantastbaar beschouwen of ‟s lands wetten als te doen of te laten<br />

voorschrijven.<br />

Een an<strong>de</strong>re kanttekening bij het stuk van Israel geldt <strong>de</strong> tegenstelling die <strong>de</strong> auteur maakt tussen <strong>Spinoza</strong> (of<br />

<strong>de</strong> radicale verlichting) enerzijds en John Locke (of <strong>de</strong> gematig<strong>de</strong> of „christelijke‟ verlichting) an<strong>de</strong>rzijds. Dit<br />

betreft in feite <strong>de</strong> theorie of praktijk van verdraagzaamheid.<br />

Het is juist dat <strong>Spinoza</strong> in zijn Tractatus theologico-politicus (TTP) binnen bovengenoem<strong>de</strong> wettelijke grenzen<br />

allerhan<strong>de</strong> godsdienstig gedrag of godsdienstige uitingen volledig in overeenstemming acht met een vrije<br />

republiek. Dit kan men met latere Franse verlichtings<strong>de</strong>nkers „tolerantisme‟ noemen, mits men maar<br />

vasthoudt aan <strong>Spinoza</strong>‟s theorie van het absolute overheidsgezag in een same<strong>nl</strong>eving, <strong>op</strong> grond waarvan<br />

volgens hem „zero-tolerance‟ gebo<strong>de</strong>n is. Uitsluitend in een republica corrupta „wordt onrecht geduld en geeft<br />

men in alles toe aan misdadigers” (TTP, hoofdstuk VII). In tegenstelling tot <strong>Spinoza</strong>‟s volstrekte „tolerantisme‟<br />

zou Locke uitsluitend gericht zijn <strong>op</strong> een vreedzame coëxistentie tussen <strong>de</strong> verschillen<strong>de</strong> confessies die elkaar<br />

in <strong>de</strong> zestien<strong>de</strong> en zeventien<strong>de</strong> eeuw te vuur en te zwaar bestre<strong>de</strong>n en tot in <strong>de</strong> achttien<strong>de</strong> eeuw<br />

verketter<strong>de</strong>n. Dit heet Lockes „christelijke bena<strong>de</strong>ring‟ van het vraagstuk verdraagzaamheid.<br />

Nu is het <strong>op</strong> zich al dubieus om Locke christelijk te noemen en daarentegen <strong>Spinoza</strong> niet, waar <strong>Spinoza</strong> zelf<br />

nadrukkelijk aanspraak maakte <strong>op</strong> het epitheton „christelijk‟.<br />

Locke is in <strong>de</strong>zelf<strong>de</strong> zin een aanhanger van „<strong>de</strong> geest van Christus‟ als <strong>Spinoza</strong>. Ook hij ontkent <strong>de</strong> mogelijkheid<br />

van een god<strong>de</strong>lijke Openbaring. Ook hij ontkent <strong>de</strong> feitelijkheid van won<strong>de</strong>ren als inbreuken <strong>op</strong> <strong>de</strong><br />

onveran<strong>de</strong>rlijke natuurwetten. Ook onttrekt hij elk epistemologisch fundament aan zoiets als een god<strong>de</strong>lijke<br />

voorzienigheid. Ook volgens hem is het godsdienstig geloof niets dan <strong>de</strong> laagst mogelijke vorm van „assent‟,<br />

die niets dan een voorstelling van <strong>de</strong> verbeelding is.<br />

Lockes bestrijding van interkerkelijke onverdraagzaamheid komt hier<strong>op</strong> neer, dat hij laat zien dat in zulke<br />

gevallen van on<strong>de</strong>rlinge verkettering van christenen in feite <strong>de</strong> dienaren of pastores van <strong>de</strong> ene kerk zich<br />

overheidsgezag en <strong>de</strong> strategische mid<strong>de</strong>len daarvan aanmatigen, of daar aanspraak <strong>op</strong> maken. Dit om<br />

daarmee an<strong>de</strong>re kerken of an<strong>de</strong>re christenen te vervolgen en het leven onmogelijk te maken. Dat is niets<br />

min<strong>de</strong>r dan een toepassing van <strong>de</strong> beginselen, die <strong>Spinoza</strong> had uiteengezet.<br />

Als tegenargument voert Israel aan dat Locke zowel katholieken als atheïsten uit <strong>de</strong> politieke gemeenschap wil<br />

weren. Zo schrijft Locke in<strong>de</strong>rdaad. Maar men dient <strong>de</strong> context en re<strong>de</strong>ngeving mee te nemen. Katholieken<br />

zijn <strong>de</strong>loyaal tegen <strong>de</strong> burgerlijke overheid voorzover zij metterdaad <strong>de</strong> suprematie van het pauselijke gezag<br />

boven dat van <strong>de</strong> eigen overheid erkennen. Voorzover zij dus <strong>de</strong> „service of another prince‟ cultiveren. Mutatis<br />

mutandis accepteren wij nu evenmin godsdienstige gemeenschappen die hun han<strong>de</strong>len richten naar wetten of<br />

voorschriften uit het islamitische Mid<strong>de</strong>n-Oosten. En wat <strong>de</strong> ontoelaatbaarheid van „atheïsten‟ betreft, dient<br />

men te be<strong>de</strong>nken dat dit „atheïsme‟ voor Locke hier niet primair een theoretische kwalificatie is, maar <strong>de</strong><br />

aanduiding van iemand die zich aan god noch gebod stoort. Hieruit blijkt <strong>de</strong> anarchistische connotatie van<br />

Lockes begrip van atheïsme, die precies evenzo bij <strong>Spinoza</strong> aanwezig is.<br />

Wat <strong>de</strong> hoofdzaak van Israels betoog betreft, heb ik geen enkele be<strong>de</strong>nking. Integen<strong>de</strong>el, ik zou wensen dat<br />

het zo verwar<strong>de</strong> schrijven van alle polemisten, columnisten en verantwoor<strong>de</strong>lijke politici in Ne<strong>de</strong>rland over <strong>de</strong><br />

strekking en <strong>de</strong> les van <strong>de</strong> Verlichting daardoor eens ten ein<strong>de</strong> kwam. Het is hoog tijd dat ons erfgoed (en dat<br />

van Locke, die vijf jaar in Holland woon<strong>de</strong>) nu eens <strong>de</strong> koers gaat bepalen van <strong>de</strong> same<strong>nl</strong>eving, <strong>de</strong> wetgeving<br />

en <strong>de</strong> politiek.<br />

Dit houdt on<strong>de</strong>r meer in dat <strong>de</strong> macht van geestelijke lei<strong>de</strong>rs sterk aan ban<strong>de</strong>n wordt gelegd en dat religieuze<br />

indoctrinatie van jonge kin<strong>de</strong>ren, het ver<strong>de</strong>rfelijke resultaat van een voormalig monsterverbond, ein<strong>de</strong>lijk<br />

eens wordt uitgebannen. Er is geen partij die daar haar han<strong>de</strong>n aan wil bran<strong>de</strong>n.<br />

Wij zou<strong>de</strong>n bij Van <strong>de</strong>n En<strong>de</strong>n en <strong>Spinoza</strong> in <strong>de</strong> leer moeten gaan om te achterhalen hoe een echte, directe,<br />

<strong>de</strong>mocratie er uitziet.<br />

<strong>Wim</strong> <strong>Klever</strong> is filosoof. Hij is <strong>de</strong> auteur van „Definitie van het christendom. <strong>Spinoza</strong>‟s TTP <strong>op</strong>nieuw vertaald en


toegelicht‟ (1999). Het artikel van Jonathan Israel is na te lezen <strong>op</strong> www.nrc.<strong>nl</strong>/<strong>op</strong>inie.<br />

Door Leon | 17 november 2006<br />

http://www.<strong><strong>de</strong>spinoza</strong>.<strong>nl</strong>/spinoza/lezingen/thomas_moore_le.shtml<br />

In <strong>de</strong> NRC werd ook gereageerd <strong>op</strong> het boek van Dawkins. <strong>Wim</strong> <strong>Klever</strong> legt uit waarom <strong>de</strong> inzichten van <strong>Spinoza</strong><br />

wel tot begrip voor het 'God probleem' geven. Bottom-line? Er is geen probleem.<br />

God als misvatting<br />

Het boekenblog <strong>op</strong> www.nrc.<strong>nl</strong>/boekenblog over Dawkins doorgelezen hebben<strong>de</strong>, moet het mij van het hart,<br />

dat alle 79 <strong>de</strong>elnemers aan <strong>de</strong> discussie over The God Delusion net als Dawkins zelf <strong>de</strong> plank misslaan. De<br />

volgelingen betogen met <strong>de</strong> meester dat het traditionele godsbegrip onhoudbaar is in het licht van <strong>de</strong><br />

wetenschap; <strong>de</strong> tegenstan<strong>de</strong>rs betogen dat godsdienst als levenspraktijk zinvol beleefd wordt en hou<strong>de</strong>n<br />

bijgevolg vast aan het Godsgeloof als verantwoor<strong>de</strong> wereldbeschouwing.<br />

Geen van bei<strong>de</strong> partijen bena<strong>de</strong>rt <strong>de</strong> kwestie zoals dat in <strong>de</strong> wetenschap gewenst is: a) een zo goed mogelijke<br />

vaststelling van <strong>de</strong> feiten als antwoord <strong>op</strong> <strong>de</strong> specifieke vraag: wat is er met <strong>de</strong> mens aan <strong>de</strong> hand?, en b) hoe<br />

kunnen wij dat merkwaardige gedrag van <strong>de</strong> mens (in dit geval zijn geloof in een scheppen<strong>de</strong>, voorzienige,<br />

sturen<strong>de</strong>, dreigen<strong>de</strong>, ingrijpen<strong>de</strong> en straffen<strong>de</strong> of belonen<strong>de</strong> god of <strong>de</strong>rgelijke go<strong>de</strong>n) causaal verklaren?<br />

Wanneer wij er nu (voor het gemak, maar het is niet onaannemelijk) eens vanuit gaan dat alle mensen, in alle<br />

tijdperken en culturen, er een eenvoudige (en veelal won<strong>de</strong>rlijke) voorstelling van een of meer<strong>de</strong>re go<strong>de</strong>n met<br />

bovengenoem<strong>de</strong> functies <strong>op</strong> na hou<strong>de</strong>n, dan kunnen wij dat historische gegeven wel willen ontkennen en<br />

trachten er iets an<strong>de</strong>rs voor in <strong>de</strong> plaats te stellen, maar dan zijn wij niet met wetenschap bezig, doch met <strong>de</strong><br />

verwerkelijking van een ut<strong>op</strong>ie.<br />

Dit is wat Dawkins doet en nogal driftig ook. Hij houdt zich niet bezig met <strong>de</strong> mensen zoals die blijkbaar zijn,<br />

maar streeft er naar om <strong>de</strong> mensen te veran<strong>de</strong>ren en hen tot een an<strong>de</strong>re diersoort te transformeren, een<br />

diersoort die <strong>de</strong>rgelijke godsbeel<strong>de</strong>n niet kent en, mits daarmee geconfronteerd, ook niet weet te<br />

appreciëren.<br />

Beter is het om na te gaan, wat <strong>de</strong> oorzaken zijn, dat mensen allerwegen er toe komen om er <strong>de</strong> go<strong>de</strong>nwaan<br />

of, vrien<strong>de</strong>lijker gezegd, het godsgeloof <strong>op</strong> na te hou<strong>de</strong>n. Erken 's mensen weze<strong>nl</strong>ijke en diep gewortel<strong>de</strong><br />

(<strong>Spinoza</strong>s kwalificaties) religieuze voorstellingen en tracht ze uit <strong>de</strong> historia naturalis oorzakelijk te verklaren,<br />

als het noodzakelijke uitvloeisel van onze beperkte ervaring van <strong>de</strong> ein<strong>de</strong>loos gedifferentieer<strong>de</strong>, overmachtige<br />

of angst aanjagen<strong>de</strong> werkelijkheid.<br />

Vanuit een mensbeschouwing als die van <strong>Spinoza</strong> zal dan blijken dat geen mens ontkomt aan het cultiveren<br />

van diverse wanen, waaron<strong>de</strong>r <strong>de</strong> primitieve gods-waan.<br />

Maar dat hoeft natuurlijk niet te betekenen dat <strong>de</strong> mens altijd in een <strong>de</strong>rgelijke waan blijft steken. Met <strong>de</strong><br />

echte kennis die als vanzelf groeit als bezinksel uit zijn millioenen ervaringen, zal hij zijn waanvoorstellingen<br />

(het godsbeeld is zeker niet <strong>de</strong> enige) wel niet kunnen vernietigen of <strong>op</strong>heffen, maar althans weten te<br />

relativeren en als een (onvermij<strong>de</strong>lijke) illusie begrijpen.<br />

Daar is geen fanatieke Dawkins of drieste godloochenaar voor nodig. Wat gemeenschappelijk is aan al onze<br />

i<strong>de</strong>eën, zal ons in staat stellen en er effectief toe bewegen, om niet alleen geen geloof meer te hechten aan<br />

onze primitieve voorstellingen (dit <strong>op</strong> grond van hun on<strong>de</strong>nkbaarheid en dus hun onbestaanbaarheid), maar<br />

zelfs ook in te zien hoe zij noodzakelijkerwijs in ons wer<strong>de</strong>n geproduceerd.


<strong>Wim</strong> <strong>Klever</strong>, Capelle aan <strong>de</strong>n IJssel<br />

Door Leon | 22 november 2006<br />

http://www.<strong><strong>de</strong>spinoza</strong>.<strong>nl</strong>/spinoza/recensies/god_is_pas_echt.shtml<br />

Nu of nooit: Directe <strong>de</strong>mocratie<br />

Venijnig, zo laat <strong>Wim</strong> <strong>Klever</strong>s laatste boek zich omschrijven. In “Met ou<strong>de</strong> Grieken, Van <strong>de</strong>n<br />

En<strong>de</strong>n en <strong>Spinoza</strong> naar echte directe <strong>de</strong>mocratie” geeft hij concrete en precieze voorstellen<br />

voor <strong>de</strong> ontwikkeling van een politiek bestel, dat <strong>de</strong> problemen van het huidige <strong>op</strong> kan<br />

lossen. Een recensie, of eer<strong>de</strong>r: samenvatting.<br />

Titel: "Met ou<strong>de</strong> Grieken, Van <strong>de</strong>n En<strong>de</strong>n en <strong>Spinoza</strong> naar echte directe <strong>de</strong>mocratie"<br />

IBAN NL 08 PSTB 0000 170605 BIC PSTBNL 21<br />

Prijs € 20,00 (excl. portokosten)<br />

Bestellingen via e-mail "klever@casema.<strong>nl</strong>"<br />

In 2003 werd een referendum gehou<strong>de</strong>n over <strong>de</strong> Eur<strong>op</strong>ese Grondwet. De Ne<strong>de</strong>rlan<strong>de</strong>rs keur<strong>de</strong>n<br />

het voorstel af. Datzelf<strong>de</strong> jaar bracht <strong>Klever</strong> zijn “Democratische Vernieuwing in Ne<strong>de</strong>rland en<br />

<strong>de</strong> Eur<strong>op</strong>ese Unie, <strong>op</strong> historische en filosofische grondslag” uit. In dat door uitgeverij Vrijstad<br />

gepubliceer<strong>de</strong> schrift wer<strong>de</strong>n voorstellen gedaan voor een fundamentele vernieuwing van <strong>de</strong><br />

<strong>de</strong>mocratie. Ook die van Eur<strong>op</strong>a.<br />

Gelijktijdig met <strong>de</strong> hernieuw<strong>de</strong> belangstelling voor <strong>de</strong> Eur<strong>op</strong>ese Grondwet heeft <strong>Klever</strong> een<br />

herziene en ver<strong>de</strong>r uitgewerkte twee<strong>de</strong> druk van „Democratische Vernieuwing‟ uitgebracht.<br />

Dit maal on<strong>de</strong>r <strong>de</strong> titel “Met ou<strong>de</strong> Grieken, Van <strong>de</strong>n En<strong>de</strong>n en <strong>Spinoza</strong> naar echte directe<br />

<strong>de</strong>mocratie”.<br />

In <strong>de</strong> i<strong>nl</strong>eiding (p3) maakt <strong>Klever</strong> zijn motivatie voor het schrijven van dit boek dui<strong>de</strong>lijk.<br />

„Ooit bestond er in Ne<strong>de</strong>rland echte <strong>de</strong>mocratie”, luidt <strong>de</strong> <strong>op</strong>eningszin. Het was tweeduizend<br />

jaar gele<strong>de</strong>n, in <strong>de</strong> <strong>de</strong>mocratie van onze voorou<strong>de</strong>rs, waarin „ministers over kleine zaken<br />

beraadslagen en beslissen, over <strong>de</strong> grotere en meer belangrijke zaken beraadslagen en<br />

beslissen allen, met dien verstan<strong>de</strong> evenwel dat al die zaken waarover het volk het laatste<br />

woord heeft, ook door <strong>de</strong> ministers wor<strong>de</strong>n behan<strong>de</strong>ld.” <strong>Klever</strong> verwijst daarmee naar<br />

Tacitus, die het <strong>de</strong>mocratische bestel van zijn tijd in paragraaf 11 van zijn boek “Germania”<br />

(latijn, engels) beschreef. <strong>Klever</strong> haakt er graag <strong>op</strong> in.<br />

1 & 2<br />

Het boek is geschreven „vanuit bewon<strong>de</strong>ring voor het politieke vernuft” van Van <strong>de</strong>n En<strong>de</strong>n en<br />

van <strong>Spinoza</strong>. Het bevat als eerste een beschouwing van <strong>de</strong> vormen van <strong>de</strong>mocratie in <strong>de</strong><br />

oudheid (p13). Daarna (p24) een behan<strong>de</strong>ling van Van <strong>de</strong>n En<strong>de</strong>ns “Vrije Politieke Stellingen”<br />

(in hertaal<strong>de</strong> en toegelichte vorm). Dat schrift is door Van <strong>de</strong>n En<strong>de</strong>n anoniem uitgebracht. In<br />

1990 was <strong>Klever</strong> <strong>de</strong> eerste die het aan Van <strong>de</strong>n En<strong>de</strong>n toeschreef. Van <strong>de</strong>n En<strong>de</strong>n schreef<br />

daarvoor het Kort Verhael Van Nieuw Ne<strong>de</strong>rlants. In bei<strong>de</strong> schriften wordt <strong>de</strong> politiek<br />

behan<strong>de</strong>ld.<br />

Van <strong>de</strong>n En<strong>de</strong>n is dui<strong>de</strong>lijk. Zo lezen we <strong>op</strong> pagina 88 „Het is een zaak van het aller grootste<br />

gewicht om nooit het minste vertrouwen te schenken aan burgers die in macht en vermogen<br />

boven an<strong>de</strong>ren uitsteken.” en iets ver<strong>de</strong>r „Het gevaar van tirannie kan niet beter wor<strong>de</strong>n<br />

verhin<strong>de</strong>rd of afgeweerd dan door het ontzag dat vrije en bewapen<strong>de</strong> burgers afdwingen.” Dat<br />

in onze huidige <strong>de</strong>mocratie enkel een klein groepje overheidsdienaren wapens draagt en <strong>de</strong><br />

an<strong>de</strong>ren bij wet het dragen van wapens verbo<strong>de</strong>n is .. het zou Van <strong>de</strong>n En<strong>de</strong>n een gruwel zijn<br />

geweest!<br />

3<br />

Het <strong>de</strong>r<strong>de</strong> hoofdstuk (p97) gaat in <strong>op</strong> <strong>Spinoza</strong>s politieke filosofie: volgens <strong>Klever</strong> een <strong>op</strong><br />

<strong>de</strong>mocratische grondslag gebaseerd nationaal-socialisme. Het hoofdstuk is voor <strong>Klever</strong> van


elang omdat <strong>Spinoza</strong> een ver<strong>de</strong>diger is van directe <strong>de</strong>mocratie, een vorm die later in<br />

hoofdstuk 5 uitgebreid wordt behan<strong>de</strong>ld. Maar dat is niet het enige.<br />

<strong>Klever</strong> begint met <strong>de</strong> “Tractatus Theologico Politicus”, in <strong>de</strong> vertaling van Fokke Akkerman.<br />

Daaruit behan<strong>de</strong>lt hij een curieuze passage, waarbij <strong>Klever</strong>s punt er kort gezegd <strong>op</strong> neerkomt<br />

dat Akkerman <strong>Spinoza</strong> daar veel christelijker neerzet dan <strong>de</strong> originele latijnse tekst laat<br />

lezen. Daarover schreef <strong>Klever</strong> al eer<strong>de</strong>r in “<strong>Spinoza</strong>‟s concept of Christian Piety: <strong>de</strong>fense of a<br />

Text Correction by Bru<strong>de</strong>r in the TTP”. Het verschil is evi<strong>de</strong>nt: in plaats van over<br />

“onvoorwaar<strong>de</strong>lijke naaste<strong>nl</strong>ief<strong>de</strong>” (Akkerman) schrijft <strong>Spinoza</strong> volgens <strong>Klever</strong> veel meer over<br />

“burgerplicht”, over <strong>de</strong> plicht om gedienstig te zijn aan <strong>de</strong> wetten van <strong>de</strong> overheid. De<br />

naaste<strong>nl</strong>ief<strong>de</strong> van <strong>de</strong> burger is begrensd en dus niet onvoorwaar<strong>de</strong>lijk! <strong>Klever</strong> geeft het<br />

voorbeeld van ontwikkelingshulp: als uiting van naaste<strong>nl</strong>ief<strong>de</strong> kan <strong>de</strong>ze alleen wor<strong>de</strong>n gegeven<br />

vanuit een nationalistisch standpunt. Typisch genoeg laat on<strong>de</strong>rzoek naar ontwikkelingshulp<br />

<strong>op</strong> <strong>de</strong>ze wereld al sinds tientallen jaren zien dat er grotere geldstromen naar <strong>de</strong> ontwikkel<strong>de</strong><br />

lan<strong>de</strong>n gaan dan naar <strong>de</strong> ontwikkelingsgebie<strong>de</strong>n. Wat dat betreft leven wij zeker in een<br />

Spinozistische wereld!<br />

<strong>Klever</strong> ziet <strong>Spinoza</strong> als een echte nationalist. En dat nationalisme wordt verbon<strong>de</strong>n met<br />

socialisme. Het nationalisme is een politieke on<strong>de</strong>rneming, en in die on<strong>de</strong>rneming is „zorg en<br />

inzet voor alle makkers (socii) een weze<strong>nl</strong>ijk component van gezond, dat wil zeggen<br />

<strong>de</strong>mocratisch, nationalisme.” Het één impliceert het an<strong>de</strong>r. (p110)<br />

4<br />

Ver<strong>de</strong>r naar hoofdstuk 4 (p123), waar een “Reconstructie van <strong>Spinoza</strong>‟s <strong>de</strong>mocratische mo<strong>de</strong>l”<br />

wordt gegeven. Zo een reconstructie is nodig omdat <strong>Spinoza</strong> het hoofdstuk over <strong>de</strong>mocratie in<br />

zijn Tractatus Politicus (TP) nooit heeft afgerond. <strong>Klever</strong> ver<strong>de</strong>digt het standpunt van <strong>Spinoza</strong><br />

dat een <strong>de</strong>mocratie geen volledige vertegenwoordiging is van het volk in zijn totaliteit. Niet<br />

ie<strong>de</strong>r lid van een volk kan wor<strong>de</strong>n aangemerkt als burger. „Men is of wordt burger door aan<br />

bepaal<strong>de</strong> wettelijke vereisten te voldoen.” Men dient bijvoorbeeld geboren te zijn in het land<br />

en een bijdrage te hebben geleverd aan <strong>de</strong> publieke zaak. Ver<strong>de</strong>r is economische<br />

zelfstandigheid van belang.<br />

De <strong>de</strong>finitie van het burgerschap - en daarmee van het stemrecht, werd door <strong>Klever</strong> ook al in<br />

1995, in zijn “Een nieuwe <strong>Spinoza</strong> in veertig facetten” geëtaleerd (p129). Daar gebruikt <strong>Klever</strong><br />

<strong>de</strong> <strong>de</strong>finitie van een staat als „'verzamel<strong>de</strong> macht', dat wil zeggen: bun<strong>de</strong>ling van enkelingen<br />

die althans enige macht hebben.” Deze burgers zijn in staat te kunnen voorzien in hun eigen<br />

levenson<strong>de</strong>rhoud en in dat van hun gezin. Dit betekent dat burgers die hier niet in bijdragen<br />

ook geen stemrecht hebben.<br />

<strong>Klever</strong> slaat <strong>de</strong> brug van <strong>Spinoza</strong> naar onze huidige <strong>de</strong>mocratie, die door <strong>Klever</strong> wordt<br />

aangeduid als partitocracía. Hij doet dat met een fragment uit <strong>de</strong> TP waarin <strong>Spinoza</strong> reageert<br />

<strong>op</strong> een <strong>de</strong>mocratie waarin niet <strong>de</strong> besten, maar <strong>de</strong>genen die door <strong>de</strong> fortuin rijk zijn<br />

gewor<strong>de</strong>n tot het bestuur wor<strong>de</strong>n bestemd. Want wie zijn volgens díe regenten altijd <strong>de</strong><br />

besten? Dat zijn natuurlijk hun bloedverwanten, of zij die door vriendschapsban<strong>de</strong>n met hen<br />

zijn verbon<strong>de</strong>n. Ook het huidige Ne<strong>de</strong>rland heeft veel weg van die door <strong>Spinoza</strong> verfoei<strong>de</strong><br />

oligarchie, zoals wel blijkt uit het feit dat <strong>de</strong> weg naar een ministerspost lo<strong>op</strong>t via <strong>de</strong> burelen<br />

van Shell of <strong>de</strong> partij.<br />

Het vervolg van dit hoofdstuk gebruikt <strong>Klever</strong> om <strong>Spinoza</strong>s <strong>de</strong>mocratische mo<strong>de</strong>l ver<strong>de</strong>r te<br />

ont<strong>de</strong>kken. Daarbij beroept hij zich veelvuldig <strong>op</strong> fragmenten uit <strong>de</strong> TP. Hij beschrijft een<br />

volksvertegenwoordiging die hij Raad noemt. On<strong>de</strong>r meer <strong>de</strong> grootte van <strong>de</strong> Raad, in<br />

vergelijking met onze Eerste en Twee<strong>de</strong> Kamer, is <strong>op</strong>vallend. Waar onze politici nog wel eens<br />

pleiten voor het verkleinen van <strong>de</strong>ze kamers, beargumenteert <strong>Spinoza</strong> waarom die Raad groot<br />

moet zijn én een doorsne<strong>de</strong> van <strong>de</strong> gehele bevolking. Alleen zo kan voorkomen wor<strong>de</strong>n dat<br />

wetten wor<strong>de</strong>n doorgevoerd die slechts nuttig zijn voor enkelen en wat vervolgens ten koste<br />

gaat van het algemeen belang. In Eur<strong>op</strong>a staat ons het on<strong>de</strong>rzoek naar <strong>de</strong> Eur<strong>op</strong>ese<br />

landbouwsubsidies nog hel<strong>de</strong>r voor <strong>de</strong> geest: vooral <strong>de</strong> Eur<strong>op</strong>ese a<strong>de</strong>l, <strong>de</strong> grootgrondbezitters<br />

en <strong>de</strong> hofleveranciers van politieke vertegenwoordigers spinnen er garen bij.<br />

„Met <strong>de</strong> menselijke natuur is het namelijk zodanig gesteld, dat ie<strong>de</strong>reen zijn persoo<strong>nl</strong>ijke


voor<strong>de</strong>el met <strong>de</strong> grootste toeleg nastreeft, en die wetten het meest billijk acht, die<br />

noodzakelijk zijn voor het behoud en <strong>de</strong> vermee<strong>de</strong>ring van zijn eigen bezit” schrijft <strong>Spinoza</strong><br />

dan ook.<br />

5<br />

In het vijf<strong>de</strong> en afsluiten<strong>de</strong> hoofdstuk (p158) geeft <strong>Klever</strong> dan uitein<strong>de</strong>lijk zijn voorstellen ter<br />

vernieuwing van onze <strong>de</strong>mocratie. Hier wordt vrijwel direct dui<strong>de</strong>lijk waar het grootste<br />

probleem volgens <strong>Klever</strong> ligt. Het algemeen kiesrecht heeft in feite het volk zijn stem<br />

ontnomen. De <strong>de</strong>mocratie moet dus <strong>op</strong> <strong>de</strong> sch<strong>op</strong>. Dankzij nieuwe technologie is het mogelijk<br />

om terug te keren naar een millennia ou<strong>de</strong> <strong>de</strong>mocratie. Die van <strong>de</strong> directe<br />

vertegenwoordiging. Zij moet wor<strong>de</strong>n vormgegeven door een virtuele volksverga<strong>de</strong>ring door<br />

mid<strong>de</strong>l van informatie- en communicatietechnologie. Via die verga<strong>de</strong>ring kan eenvoudig over<br />

veel zaken van gewicht wor<strong>de</strong>n meegepraat en meebeslist. Daardoor hoeft geen beroep meer<br />

te wor<strong>de</strong>n gedaan <strong>op</strong> „an<strong>de</strong>ren die onze stem gebruiken en misbruiken.”<br />

De ver<strong>de</strong>re invulling van het i<strong>de</strong>e is simpel en eenvoudig: voorstellen wor<strong>de</strong>n gepubliceerd;<br />

alleen belasting betalen<strong>de</strong> burgers hebben stemrecht; aan stemmen wordt stemplicht<br />

toegekend, in overeenstemming met <strong>de</strong> overtuiging dat het universele en onvervreemdbare<br />

stemrecht mensen tot trotse burgers zal maken. De stem wordt gek<strong>op</strong>peld aan <strong>de</strong> i<strong>de</strong>ntiteit<br />

van <strong>de</strong> stemmer.<br />

In <strong>de</strong>ze twee<strong>de</strong> druk heeft <strong>Klever</strong> het stemgewicht laten vallen. Stemgewicht, of zoals het in<br />

Eur<strong>op</strong>a werd gebruikt, het census-kiesrecht, betekent dat er meer gewicht wordt toegekend<br />

aan <strong>de</strong> stem van hen die een veelvoud aan belasting betalen, in verhouding tot hen die met<br />

het laagste tarief wor<strong>de</strong>n aangeslagen (p166). De belangrijkste motivatie voor het laten vallen<br />

van dit punt vin<strong>de</strong>n we in <strong>de</strong> onmogelijkheid om welzijn volledig in geld uit te drukken. Er zijn<br />

er velen die zorgdragen voor het welzijn van het land, zon<strong>de</strong>r dat daar economisch<br />

(significante) cijfers tegenover kunnen staan. Daarmee schaart <strong>Klever</strong> zich achter <strong>de</strong> breed<br />

gedragen <strong>op</strong>vatting dat het markt<strong>de</strong>nken dat <strong>de</strong> huidige politiek beheerst niet zorgt voor<br />

welzijn van het volk, maar slechts voor dat van <strong>de</strong> enkeling.<br />

De Nationale Raad wordt niet gevuld met beroepspolitici die voor hun inkomen afhankelijk<br />

zijn van hun werk als raadslid, maar mid<strong>de</strong>ls loting geselecteerd uit <strong>de</strong> groep stemgerechtig<strong>de</strong><br />

burgers met een minimumleeftijd van 35. Door <strong>de</strong> zittingsperio<strong>de</strong> van drie jaar, met een<br />

jaarlijkse wisseling van 1/3e <strong>de</strong>el van die raad, wordt het orgaan „verjongd en<br />

gereactiveerd.” Men kan maximaal voor drie jaar in <strong>de</strong> raad zitten. Daarna zal men niet meer<br />

ingeloot wor<strong>de</strong>n.<br />

Door <strong>de</strong>ze Nationale Raad wor<strong>de</strong>n na een vrije kandidatuurstelling <strong>de</strong> presi<strong>de</strong>nt en twee vicepresi<strong>de</strong>nten<br />

benoemd. De presi<strong>de</strong>nt is tevens staatshoofd en het koningshuis wordt afgeschaft.<br />

Door dit drietal wordt het kabinet samengesteld. De benoeming van <strong>de</strong> ministers wordt door<br />

<strong>de</strong> Nationale Raad gefiatteerd. <strong>Klever</strong> werkt daarna ver<strong>de</strong>r in <strong>de</strong>tail uit hoe <strong>de</strong><br />

machtsverhoudingen in dit nieuwe bestel liggen en wat er met Eur<strong>op</strong>a gebeuren moet.<br />

Tot slot<br />

In een interview in Volkskrant van zaterdag 27 januari zegt Bert Bakker, oud D66 kamerlid,<br />

het als volgt: „Ne<strong>de</strong>rland is een naargeestig landje gewor<strong>de</strong>n. .. PvdA lei<strong>de</strong>r Bos die vóór <strong>de</strong><br />

verkiezingen Verdonk niet naar huis durft te sturen, uit angst dat ze met een eigen partij<br />

kiezers bij hem weghaalt. Balkenen<strong>de</strong> die <strong>op</strong> bezoek in Indonesië bloost over het homohuwelijk.<br />

Het is godgeklaagd dat we onze tolerante traditie niet meer ver<strong>de</strong>digen. …”<br />

Bakker heeft gelijk. <strong>Klever</strong> heeft gelijk. Het kan zoveel beter met onze <strong>de</strong>mocratie. Een<br />

belangrijk kenmerk van <strong>de</strong>mocratie is dan ook dat het telkens <strong>op</strong>nieuw wordt gemaakt en<br />

zelfs telkens <strong>op</strong>nieuw wordt uitgevon<strong>de</strong>n! Alleen al daarom is <strong>de</strong> vernieuwing die <strong>Klever</strong><br />

presenteert toe te juichen. Want we lezen elke dag <strong>op</strong>nieuw in <strong>de</strong> krant dat die hard nodig is.<br />

Titel: "Met ou<strong>de</strong> Grieken, Van <strong>de</strong>n En<strong>de</strong>n en <strong>Spinoza</strong> naar echte directe <strong>de</strong>mocratie"<br />

IBAN NL 08 PSTB 0000 170605 BIC PSTBNL 21<br />

Prijs € 20,00 (excl. portokosten)


Bestellingen via e-mail "klever@casema.<strong>nl</strong>"<br />

D oor Leon <strong>op</strong> 28 januari 2007<br />

http://www.<strong><strong>de</strong>spinoza</strong>.<strong>nl</strong>/spinoza/recensies/nu_of_nooit_dir.shtml<br />

Cambridge Companion to <strong>Spinoza</strong><br />

The Cambridge Companion to <strong>Spinoza</strong> is a collection of essays by prominent scholars about<br />

the major facets of the philos<strong>op</strong>her's works. It contains <strong>de</strong>scription and analysis of the major<br />

features of <strong>Spinoza</strong>'s philos<strong>op</strong>hy, as well as <strong>de</strong>tails about his life and the intellectual and<br />

religious climate in which he lived and worked. With certain exceptions, as I note below, the<br />

essays are well written, informative and will, as the jacket claims, be of interest both to<br />

nonspecialists and to more advanced rea<strong>de</strong>rs.<br />

The following review/summary by Mark T. Conard, West Chester University. Found on the<br />

internet.<br />

The Cambridge Companion to <strong>Spinoza</strong>, Don Garrett ed., (Cambridge University Press,<br />

1995)<br />

The Cambridge Companion to <strong>Spinoza</strong> is a collection of essays by prominent scholars about the<br />

major facets of the philos<strong>op</strong>her's works. It contains <strong>de</strong>scription and analysis of the major<br />

features of <strong>Spinoza</strong>'s philos<strong>op</strong>hy, as well as <strong>de</strong>tails about his life and the intellectual and<br />

religious climate in which he lived and worked. With certain exceptions, as I note below, the<br />

essays are well written, informative and will, as the jacket claims, be of interest both to<br />

nonspecialists and to more advanced rea<strong>de</strong>rs.<br />

In "<strong>Spinoza</strong>'s Life and Works," W.N.A. <strong>Klever</strong> paints a picture of the setting, the (intellectual,<br />

religious, etc.) context in which <strong>Spinoza</strong> lived and out of which his works arose.<br />

In chapter two, Jonathan Bennett takes up <strong>Spinoza</strong>'s metaphysics: substance monism, the<br />

attributes, mo<strong>de</strong>s, parallelism, necessitarianism, etc. Bennett is not a sympathetic rea<strong>de</strong>r of<br />

<strong>Spinoza</strong>, and he too often misrepresents <strong>Spinoza</strong> by reading him from a contemporary<br />

perspective. He says, for example, that "<strong>Spinoza</strong>'s argument for monism has satisfied nobody,"<br />

(64) and that a "much better route to monism" is to say that there is "o<strong>nl</strong>y one exten<strong>de</strong>d<br />

substance," and that "any thinking that gets done must be done by exten<strong>de</strong>d substances" (65).<br />

However, to say that there is o<strong>nl</strong>y one exten<strong>de</strong>d substance is to give priority to extension over<br />

thought, which <strong>Spinoza</strong> was clearly not prepared to do.<br />

Bennett claims to be saving <strong>Spinoza</strong> from absurdity with his reading, however, the threat is<br />

o<strong>nl</strong>y there if we assume from the beginning a materialism in the way that Bennett does. With<br />

regard to necessitarianism, Bennett finds <strong>Spinoza</strong>'s view "tremendously implausible" (75).<br />

About <strong>Spinoza</strong>'s argument for parallelism, Bennett says that if we consi<strong>de</strong>r <strong>Spinoza</strong> to be a<br />

mere & competent philos<strong>op</strong>her, we must think that he must be able to provi<strong>de</strong> better reasons<br />

to accept the thesis than the ones presented. "If he cannot, I give up" (79), Bennett <strong>de</strong>clares<br />

in frustration. Bennett goes on to claim that <strong>Spinoza</strong>'s argument that there is no causal<br />

interaction between the attributes is absurd and that "something must be done to ren<strong>de</strong>r all<br />

this consistent" (82). It would have been nice to have seen a more sympathetic rea<strong>de</strong>r handle<br />

this very important t<strong>op</strong>ic, one who is willing to read <strong>Spinoza</strong> on Spinozistic terms, rather than<br />

reading him with such contemporary prejudice. Bennett seems far more interested in trying to<br />

tell us what is wrong with <strong>Spinoza</strong>'s work than in trying to explain it clearly or to tell us why it<br />

is of value.<br />

In "<strong>Spinoza</strong>'s Theory of Knowledge," Margaret Wilson shows us how "<strong>Spinoza</strong>'s theory of<br />

knowledge is firmly anchored in his monistic and necessitarian metaphysics" (90). After giving<br />

<strong>de</strong>tails of the metaphysics, she discussed <strong>Spinoza</strong>'s "panpsychism," the claim that "there is an<br />

i<strong>de</strong>a (or mind) for all bodies, so that all individual things are animate, though in different<br />

<strong>de</strong>grees" (101). Wilson <strong>de</strong>tails <strong>Spinoza</strong>'s conception of the different kinds of knowledge<br />

(<strong>op</strong>inion, reason, intuition), a<strong>de</strong>quate and ina<strong>de</strong>quate i<strong>de</strong>as, truth and falsity. She goes on to<br />

discuss <strong>Spinoza</strong>'s claim that it is possible to have "an a<strong>de</strong>quate knowledge of the eternal and<br />

infinite essence of God," or Nature. This is contrary to Descartes' view, which rests "on a


conception of the mind as a creature separate from God," such that "all truth <strong>de</strong>pends on<br />

God's unconstrained will, so that even things that seen incomprehensible and contradictory to<br />

us are not beyond the divine power to bring about" (121). According to <strong>Spinoza</strong>, since we are<br />

finite mo<strong>de</strong>s of the one substance, we are able to achieve the highest kind of kowledge,<br />

"which proceeds from an a<strong>de</strong>quate i<strong>de</strong>a of the formal essence of certain attributes of God to<br />

an a<strong>de</strong>quate knowledge of the essence of things" (1 16). Thus, "<strong>Spinoza</strong>'s rejection of<br />

hyperbolic doubt is not a mere ad hoc epistemological convenience, but has roots <strong>de</strong>ep in his<br />

general anti-Cartesian metaphysics" (120).<br />

Wilson goes on to talk about <strong>Spinoza</strong>'s rejection of the Cartesian distinction between will and<br />

intellect. According to Descartes' theory of belief, the intellect gathers information and<br />

creates a judgment, and the will assents to or <strong>de</strong>nies the judgment. According to <strong>Spinoza</strong>, on<br />

the other hand, "Volitions are nothing distinct from i<strong>de</strong>as: i<strong>de</strong>as as such necessarily involve<br />

affirmation or negation" (124). <strong>Spinoza</strong>'s view marks progress over the "mistaken ten<strong>de</strong>ncy to<br />

think of judgment as involving arbitrary acts of will directed at inert i<strong>de</strong>as, [which] is bound<br />

up with a failure to distinguish correctly the nature of thought from that of exten<strong>de</strong>d things"<br />

(124).<br />

Alan Gabbey's "<strong>Spinoza</strong>'s Natural Science of Methodology" begins by setting <strong>Spinoza</strong>'s thought<br />

within the intellectual climate of the time. A large portion of Gabbey's essay covers <strong>Spinoza</strong>'s<br />

early Descartes ' 'Principle of Philos<strong>op</strong>hy ' and <strong>Spinoza</strong>'s physics in contrast to Cartesian<br />

physics. In the former text already we find <strong>Spinoza</strong>'s "i<strong>de</strong>al of a unified body of interrelated<br />

<strong>de</strong>monstrative truths" concerning God or nature. "<strong>Spinoza</strong>'s real terminus a quo is the Whole,<br />

rather than any of its constituent parts." (157) Gabbey tells us. Thus, in contrast to atomism<br />

which attempts to explain the whole through is parts, <strong>Spinoza</strong> attempts to un<strong>de</strong>rstand the<br />

parts through the ultimate nature of the whole. Gabbey goes on to argue that the<br />

conventional view that <strong>Spinoza</strong> eschews all teleology is mistaken. Last, Gabbey distinguishes<br />

between a Baconian conception of science and Spinozism: "we often assume uncritically the<br />

Baconian distinction between observation and experiment, between Nature left free for<br />

human inspection and nature subjected to human inquisition," (180) which distinction assumes<br />

a separation between humans and nature. <strong>Spinoza</strong> would of course reject such a distinction<br />

and separation. "Whether led by reason or by <strong>de</strong>sire alone, no human being does anything<br />

except in accordance with the laws and rules sf nature" (Political Treatise, ii), <strong>Spinoza</strong> claims.<br />

Michael Della Rocca's "<strong>Spinoza</strong>'s Metaphysical Psychology" unhappily begins with the claim that<br />

"The general metaphysics, the application of this to psychology, and the psychology taken on<br />

its own all fall prey to grave gaps and incoherencies" (193). Della Rocca <strong>de</strong>tails <strong>Spinoza</strong>'s<br />

attempt to <strong>de</strong>rive psychology from metaphysics, given his belief that humans are mo<strong>de</strong>s of the<br />

one substance. The link between the metaphysics and the psychology is <strong>Spinoza</strong>'s account of<br />

self-preservation. Ethics 3p6 says: "Each thing, insofar as it is in itself, strives to persevere in<br />

its being." This striving to persevere is exten<strong>de</strong>d to the i<strong>de</strong>a that all things strive to increase<br />

their power of acting and to prevent any <strong>de</strong>crease in their power of acting. Della Rocca finds<br />

some "obvious" counterexamples to Ethics 3p6, and believes that <strong>Spinoza</strong>'s claims about the<br />

power of acting not o<strong>nl</strong>y do not follow from 3g6, but are simply false.<br />

The psychology concerns what <strong>Spinoza</strong> claims "affects:" <strong>de</strong>sire, joy and sadness. Desire is<br />

effectively equivalent to striving, and joy and sadness are the affects associated with an<br />

increase and a <strong>de</strong>crease in power of acting, respectively. Della Rocca goes on to discuss<br />

pru<strong>de</strong>ntial <strong>de</strong>sires, or future-directed striving; and altruism, both of which <strong>Spinoza</strong> <strong>de</strong>clares to<br />

be impossible. Della Rocca ends by arguing that Bennett does not successfully show that<br />

<strong>Spinoza</strong> rejects teleology, and that he is merely rejecting divine teleology and not teleological<br />

explanation per se.<br />

Throughout Della Rocca finds threats to <strong>Spinoza</strong>'s "naturalism," his <strong>de</strong>sire not to treat human<br />

beings differently from the rest of nature. One won<strong>de</strong>rs, however, if Della Rocca himself is<br />

conceiving of the naturalism in a pr<strong>op</strong>erly Spinozistic fashion, when he says things like: "a<br />

man, for <strong>Spinoza</strong>, consists of a mind and a body" (219). This is a very misleading thing to say,<br />

given the i<strong>de</strong>ntity of the attributes in <strong>Spinoza</strong>. The mind and body are not two different<br />

things; they are rather the same thing. Della Rocca, like Bennett, seems to conceive this<br />

i<strong>de</strong>ntity thesis in a distinctively contemporary way. This is evi<strong>de</strong>nced by Della Rocca's


izarrely introducing Davidson to help explain <strong>Spinoza</strong>. He even claims: "there are many<br />

important similarities between Davidson and <strong>Spinoza</strong> in the philos<strong>op</strong>hy of mind" (263, footnote<br />

70). The introduction of someone like Davidson here clearly shows a contemporary prejudice<br />

here about the relation of the attributes, thought and extension, one which <strong>Spinoza</strong> himself<br />

would not have held.<br />

In his "<strong>Spinoza</strong>'s Ethical Theory," Don Garrett explains how <strong>Spinoza</strong>'s ethical theory <strong>de</strong>rives<br />

from his theory of nature and his un<strong>de</strong>rstanding of human psychology. The latter involves: the<br />

substance/mo<strong>de</strong> relationship; necessitarianism; the i<strong>de</strong>ntity between thought and extension;<br />

the conatus doctrine (the i<strong>de</strong>a that such thing strives to persevere in its existence); the<br />

affects; and <strong>Spinoza</strong>'s discussion of character. Garrett next <strong>de</strong>tails <strong>Spinoza</strong>'s <strong>de</strong>finitions of<br />

ethical terms: Bondage; perfection; good and evil; virtue. Though human beings are often<br />

enslaved to their passions, there are cognitive means to achieving a certain freedom from<br />

them. Further, according to <strong>Spinoza</strong>, there is an intimate relationship between virtue and<br />

un<strong>de</strong>rstanding. "Knowledge of God is the Mind's greatest good; its greatest virtue is to know<br />

God," (Ethics 4p28) <strong>Spinoza</strong> tells us.<br />

Garrett goes on to explain that, "ethical pr<strong>op</strong>ositions of the Ethics themselves do not<br />

command, exhort, or entreat the rea<strong>de</strong>r." Further, "ethical pr<strong>op</strong>ositions can report<br />

straightforward natural truths, and the subject matter is not radically distinct from the study<br />

of nature" (286). This is of course due to <strong>Spinoza</strong>'s conception of individuals as mo<strong>de</strong>s of the<br />

one substance.<br />

Interestingly, <strong>Spinoza</strong>'s ethics has elements of both consequentialism and virtue ethics.<br />

<strong>Spinoza</strong>'s highest virtue is the "achievement of a<strong>de</strong>quate un<strong>de</strong>rstanding," which un<strong>de</strong>rstanding<br />

"brings a participation in the eternal that is itselfa kind of perseverance in one's being." Thus,<br />

"the highest virtue is not merely a means toward self-preservation; it is itself a kind of selfpreservation.<br />

That is, the very consequence at which <strong>Spinoza</strong>'s consequentialism aims is also<br />

... a state of character" (297).<br />

The title of Edwin Curley's essay, 'Kissinger, <strong>Spinoza</strong> and Genghis Khan," refers to Henry<br />

Kissinger's comment that he is no Machiavellian, that he is rather influenced by <strong>Spinoza</strong>.<br />

Curley finds this ironic, since "<strong>Spinoza</strong> is arguably the most Machiavellian of the great mo<strong>de</strong>rn<br />

political philos<strong>op</strong>hers" (3 15). Curley spends some time here distinguishing <strong>Spinoza</strong> and<br />

Hobbes, noting that, "u<strong>nl</strong>ike Hobbes ... <strong>Spinoza</strong> had a marked preference for <strong>de</strong>mocracy" (3<br />

17). Further, <strong>Spinoza</strong> criticizes political philos<strong>op</strong>hers for "conceiving men not as they are but<br />

as they wish them to be" (329)' and Curley argues that <strong>Spinoza</strong> must have Hobbes in his sights<br />

here as well, since "Hobbes does ... found the legitimacy of the sovereign on men's willingness<br />

to surren<strong>de</strong>r all their natural rights to him, and the sovereign's power on their willingness to<br />

stand by that promise come what may" (330).<br />

For <strong>Spinoza</strong>, this is flawed psychology, since there are strict limits to the power that the<br />

sovereign has over the thoughts and feelings of his subjects. The essay centers around<br />

<strong>Spinoza</strong>'s belief in the coextensiveness of right and power. Curley says, "the doctrine that<br />

right is coextensive with power should not be thought of as a doctrine which i<strong>de</strong>ntzyes right<br />

with power ..." Rather, "he is saying that there is no transcen<strong>de</strong>ntal standard of justice by<br />

which ... actions can be judged" (322). The comparison with Machiavelli, however, does not<br />

concern this particular issue. Rather, "the most important point of similarity between <strong>Spinoza</strong><br />

and Machiavelli.. .lies in the preference they both have for a form of republican government<br />

in which the pe<strong>op</strong>le act as a check on their lea<strong>de</strong>rs" (322). Since, for <strong>Spinoza</strong>, the power that<br />

the lea<strong>de</strong>rs have "<strong>de</strong>pends on the willing obedience of their subjects," the lea<strong>de</strong>rs 'must<br />

beware of trying for too much control over their subjects' minds and tongues, lest they<br />

alienate their subjects," (332) and thus lose the right to rule, which is coextensive with the<br />

power (over the sympathies of the pe<strong>op</strong>le) that they have.<br />

In "<strong>Spinoza</strong>'s Theology," Alan Donagan points out that "<strong>Spinoza</strong> believed that Descartes had<br />

shown that the physical universe is an unboun<strong>de</strong>d exten<strong>de</strong>d plenum, in which boun<strong>de</strong>d or<br />

finite things exist as modifications," and that "<strong>Spinoza</strong> saw Descartes's scheme as the<br />

foundation of a new theology as well as of a new physics" (348). After consi<strong>de</strong>ring the way<br />

<strong>Spinoza</strong> <strong>de</strong>rives his metaphysics from "Descartes's scheme," Donagan discusses <strong>Spinoza</strong>'s one


substance arguments, and reminds us that "to happen according to the laws of Nature and to<br />

happen according to the knowledge and will of God are one and the same," (354), which<br />

ultimately means that "<strong>Spinoza</strong>'s God cannot rationally be worshipped" (356).<br />

Donagan goes on to discuss <strong>Spinoza</strong>'s view of: Scripture and revelation; miracles; and<br />

pr<strong>op</strong>hets. He conclu<strong>de</strong>s by discussing <strong>Spinoza</strong>'s necessitarianism, and the un<strong>de</strong>rstanding that<br />

"everything that human beings do or un<strong>de</strong>rgo ... are done or un<strong>de</strong>rgone according to the laws<br />

of imminent causation that constitute God's or Nature's essence," and that "since God's<br />

essence is perfect, it is absurd to wish that anything that happens should happen otherwise"<br />

(375). This un<strong>de</strong>rstanding, then, translates into the "intellectual love of God," which is "an<br />

action, not a passion: the action of a rational being ... who a<strong>de</strong>quately cognizes that, since<br />

God is the substance of which he is a finite mo<strong>de</strong>, his own existence would be unthinkable<br />

u<strong>nl</strong>ess God were exactly as he is" (377).<br />

Richard P<strong>op</strong>kin sets the background for <strong>Spinoza</strong>'s interpretation of Scripture in chapter nine,<br />

"<strong>Spinoza</strong> and Bible Scholarship." The Amsterdam Jewish community was atypical. Many of the<br />

community had settled in Amsterdam, having fled countries where they had been forced to be<br />

"secret Jews," un<strong>de</strong>r the <strong>op</strong>pression of the Inquisition. Many in the community did not know<br />

Hebrew, and, P<strong>op</strong>kin reports, many had difficulty un<strong>de</strong>rstanding "what they were supposed to<br />

do, and what they were supposed to believe" (384). <strong>Spinoza</strong> himself was amongst the first<br />

generation of Jews born in Amsterdam, and he did know Hebrew.<br />

P<strong>op</strong>kin tells us that <strong>Spinoza</strong>'s radical Biblical interpretation does have its roots. For example,<br />

the challenge that <strong>Spinoza</strong> raises about the authorship of the Pentateuch can be found already<br />

in Hobbes and Isaac La Peyrere.<br />

However, P<strong>op</strong>kin states (though this "was not completely original" either) "<strong>Spinoza</strong> began a<br />

quite different way of examining and evaluating Scriptural texts than his pre<strong>de</strong>cessors<br />

employed. The literalism and the contextualism led to a completely secular reading of the<br />

Bible" (396). Given <strong>Spinoza</strong>'s metaphysics, and his acceptance of a strong version of the<br />

principle of sufficient reason, he "exclu<strong>de</strong>d any supernatural or divine element in the Biblical<br />

text" (399). This means, for example, that it is impossible for the pr<strong>op</strong>hets to have known<br />

anything "different from what can be known by ordinary persons through reason and<br />

experience" (397). What is really original with <strong>Spinoza</strong>, P<strong>op</strong>kin says, is the way <strong>Spinoza</strong><br />

separates the divine law, the word of God and the historical Scriptures. He thus "totally<br />

secularized the Bible as a historical document" (403), and was "baldly willing to claim that the<br />

historical scriptures are some men's messages to man" (404).<br />

In "<strong>Spinoza</strong>'s Reception and Influence," Pierre-Franqois Moreau traces the use and misuse of<br />

<strong>Spinoza</strong> since the time of his writing. He touches upon such figures as: Leibniz, Pierre Bayle,<br />

Di<strong>de</strong>rot, Hegel, Victor Cousin, Sch<strong>op</strong>enhauer, Nietzsche, Marx, George Eliot, Freud, and<br />

Borges, who were all, in one way or another, influenced by <strong>Spinoza</strong>.<br />

Mark T. Conard<br />

West Chester University<br />

D oor Leon <strong>op</strong> 23 f ebruari 2007<br />

http://www.<strong><strong>de</strong>spinoza</strong>.<strong>nl</strong>/spinoza/recensies/the_cambridge_c.shtml<br />

Meer Directe Democratie<br />

Eind vorige jaar verscheen van <strong>de</strong> hand van <strong>de</strong> Rotterdamse <strong>Spinoza</strong>-kenner <strong>Wim</strong> <strong>Klever</strong> Met<br />

ou<strong>de</strong> Grieken, Van <strong>de</strong>n En<strong>de</strong>n en <strong>Spinoza</strong> naar echte directe <strong>de</strong>mocratie. Dit boekje werd hier<br />

al eens eer<strong>de</strong>r besproken. De rotterdamse filosoof Henri Kr<strong>op</strong> recenseert in <strong>de</strong> laatste<br />

Filosofie.<br />

In <strong>de</strong> marge zijn enkele <strong>op</strong>merkingen bij <strong>de</strong> tekst geplaatst.<br />

Directe Democratie<br />

Eind vorige jaar verscheen van <strong>de</strong> hand van <strong>de</strong> Rotterdamse <strong>Spinoza</strong>-kenner <strong>Wim</strong> <strong>Klever</strong> Met<br />

ou<strong>de</strong> Grieken, Van <strong>de</strong>n En<strong>de</strong>n en <strong>Spinoza</strong> naar echte directe <strong>de</strong>mocratie. Het boekje is <strong>de</strong>


geheel herziene versie van een werkje over '<strong>de</strong>mocratische vernieuwing' uit 2003. Een<br />

aa<strong>nl</strong>eiding voor <strong>de</strong>ze bewerking is <strong>de</strong> onvre<strong>de</strong> van <strong>de</strong> auteur met <strong>de</strong> werking van <strong>de</strong> huidige<br />

parlementaire <strong>de</strong>mocratie. Hij noemt ons politiek bestel 'ontred<strong>de</strong>rd', omdat het in <strong>de</strong><br />

noodlottige greep van partijelites en beroepspolitici is. Bovendien beschouwt hij <strong>de</strong> integratie<br />

van nieuwe Ne<strong>de</strong>rlan<strong>de</strong>rs van buite<strong>nl</strong>andse afkomst - lees: moslims - als 'mislukt'.<br />

Welke feiten <strong>de</strong>ze categorische beweringen schragen, komen we niet te weten, (LK, zie<br />

bijvoorbeeld <strong>de</strong>ze publicatie, of <strong>de</strong>ze, van het CPB) maar wel een oorzaak: 'verblin<strong>de</strong><br />

beroepspolitici hebben ver<strong>de</strong>digd dat allochtone me<strong>de</strong>bewoners hun islamitische godsdienst,<br />

voor zover bestaan<strong>de</strong> in uiterlijke han<strong>de</strong>lingen en cultureel genormeer<strong>de</strong> gebruiken, niet<br />

hoeven <strong>op</strong> te geven'. Ook zou<strong>de</strong>n zij 'niet streng <strong>de</strong> hand hebben gehou<strong>de</strong>n aan <strong>de</strong> eis dat zij<br />

<strong>de</strong> taal van hun nieuwe va<strong>de</strong>rland leren'. Het is echter niet zozeer <strong>de</strong> 'linkse kerk', die <strong>de</strong><br />

schuld krijgt, maar <strong>de</strong> oorzaak ligt dieper, namelijk <strong>de</strong> mo<strong>de</strong>rne parlementaire <strong>de</strong>mocratie als<br />

zodanig. Zij leidt tot <strong>de</strong> vorming van partijen en een klasse van beroepspolitici. De besturen<strong>de</strong><br />

elites zijn louter <strong>op</strong> eigen belang uit, maar ook 'het volk' krijgt een veeg uit <strong>de</strong> pan: dit<br />

bestaat momenteel uit 'onzelfstandige en onafhankelijke individuen, die niet in staat of<br />

bereid zijn om voor zichzelf te zorgen'.<br />

Deze beweringen doen <strong>de</strong>nken aan <strong>de</strong> retorica van <strong>de</strong> tegenstan<strong>de</strong>rs van <strong>de</strong> liberale<br />

<strong>de</strong>mocratie in het interbellum. Deze associatie dringt zich nog meer <strong>op</strong> wanneer we even<br />

ver<strong>de</strong>r in <strong>de</strong> 'i<strong>nl</strong>eiding' lezen dat <strong>Klever</strong> <strong>de</strong> politieke theorie van <strong>Spinoza</strong> beschouwt als een<br />

pleidooi voor een nationaal-socialisme. Dit nationalisme impliceert een dwingen<strong>de</strong> <strong>op</strong>roep aan<br />

<strong>de</strong> nieuwe Ne<strong>de</strong>rlan<strong>de</strong>rs om zich aan te passen aan '<strong>de</strong> va<strong>de</strong>rlandse ze<strong>de</strong>n en gewoonten'.<br />

Helaas verwijst <strong>de</strong> term 'va<strong>de</strong>rlandse ze<strong>de</strong>n en gewoonten' niet naar een bestaan<strong>de</strong> realiteit.<br />

Wat hebben bijvoorbeeld <strong>de</strong> waar<strong>de</strong>n van <strong>de</strong> pausgezin<strong>de</strong> katholieken, die zoals velen in <strong>de</strong><br />

jaren <strong>de</strong>rtig gretig beweer<strong>de</strong>n het kerkelijk machtswoord boven <strong>de</strong> Ne<strong>de</strong>rlandse wet stel<strong>de</strong>n,<br />

gemeen met bijvoorbeeld <strong>de</strong> wereldmijding van <strong>de</strong> gereformeer<strong>de</strong> gemeenten <strong>op</strong> <strong>de</strong> Veluwe,<br />

of met <strong>de</strong> normen van <strong>de</strong> homoscene uit het libertijnse Amsterdam? En is niet al na enkele<br />

maan<strong>de</strong>n onze recente Va<strong>de</strong>rlandse canon die zou moeten bevatten wat alle Ne<strong>de</strong>rlan<strong>de</strong>rs<br />

<strong>de</strong>len een begrip in het meervoud gewor<strong>de</strong>n? Sinds februari hebben we een Va<strong>de</strong>rlandse canon<br />

voor <strong>de</strong> vrijzinnigen waarin <strong>Spinoza</strong> wel <strong>op</strong>genomen is en een canon voor <strong>de</strong> confessionelen<br />

zon<strong>de</strong>r <strong>de</strong>ze filosoof.<br />

Het lijkt me dan ook re<strong>de</strong>lijk te veron<strong>de</strong>rstellen dat binnenkort <strong>de</strong> jo<strong>de</strong>n, katholieken,<br />

moslims, homo's en feministen zich bij <strong>de</strong> commissie Oostrom zullen vervoegen met<br />

voorstellen voor een eigen versie van <strong>de</strong> Va<strong>de</strong>rlandse canon. Een 'verlichtingspatriot' verkiest<br />

<strong>de</strong>ze postmo<strong>de</strong>rne anarchie boven <strong>de</strong> nauw verholen bedreiging van onze vrijheid die uitgaat<br />

van het begrip '<strong>de</strong> Ne<strong>de</strong>rlandse ze<strong>de</strong>n'. Is het waar<strong>de</strong>npluralisme van het mo<strong>de</strong>rne Ne<strong>de</strong>rland<br />

waar men mag leven zo men wil, mits men zich aan <strong>de</strong> wet houdt, niet het welkome gevolg<br />

van <strong>de</strong> Franse revolutie en <strong>de</strong> verlichting, die niet-nationale maar algemeen menselijke<br />

i<strong>de</strong>alen als vrijheid, gelijkheid en broe<strong>de</strong>rschap diep verankerd hebben in ons politiek bestel?<br />

(LK, niet geheel toevallig is <strong>de</strong> NWO een on<strong>de</strong>rzoek gestart naar verschillen<strong>de</strong> vormen van<br />

<strong>de</strong>mocratie. Daarin valt te lezen "Juist in sociaal en cultureel zeer ontwikkel<strong>de</strong> <strong>de</strong>mocratieën<br />

wor<strong>de</strong>n <strong>de</strong> traditionele vormen van politieke vertegenwoordiging en me<strong>de</strong>zeggenschap als<br />

onvoldoen<strong>de</strong> ervaren en wordt gezocht naar nieuwe vormen van politieke participatie." Dit<br />

geeft dui<strong>de</strong>lijk aan dat <strong>Klever</strong> on<strong>de</strong>r<strong>de</strong>el uitmaakt van een grotere stroming aan on<strong>de</strong>rzoekers<br />

en publicisten die alternatieven voor <strong>de</strong> huidige vorm van <strong>de</strong>mocratie willen verzinnen.)<br />

In het twee<strong>de</strong> hoofdstuk wordt <strong>de</strong> volhou<strong>de</strong>n<strong>de</strong> lezer beloond. Dit bevat een hertaal<strong>de</strong> versie<br />

van een groot <strong>de</strong>el van <strong>de</strong> Vrye Politijke stellingen (1665) van Franciscus van <strong>de</strong>n En<strong>de</strong>n, dat<br />

door <strong>Klever</strong> in 1992 bij <strong>de</strong> Wereldbibliotheek <strong>op</strong>nieuw werd uitgegeven. Van <strong>de</strong>n En<strong>de</strong>n, die in<br />

1674 <strong>op</strong> <strong>de</strong> Place <strong>de</strong> la Bastille werd <strong>op</strong>gehangen, leer<strong>de</strong> <strong>Spinoza</strong> niet alleen latijn maar<br />

volgens <strong>Klever</strong> ook <strong>de</strong> grondbeginselen van zijn politieke filosofie. Het werk is geschreven als<br />

constitutie voor een <strong>op</strong> te richten kolonie in Amerika, maar <strong>de</strong> ontwikkel<strong>de</strong> grondprincipes<br />

zijn van een veel bre<strong>de</strong>r belang, doordat zij ook gebruikt wor<strong>de</strong>n om <strong>de</strong> politieke toestand<br />

van <strong>de</strong> Republiek te analyseren en kritiseren. Volgens Van <strong>de</strong>n En<strong>de</strong>n - zou <strong>de</strong> <strong>de</strong>mocratie het<br />

beste passen bij <strong>de</strong> menselijke natuur, want <strong>de</strong>ze drijft <strong>de</strong> individuen die alleen niet kunnen<br />

leven tot we<strong>de</strong>rzijdse hulpverlening en samenwerking. Net als bij <strong>Spinoza</strong> bestaat er dus geen<br />

tegenspraak tussen het streven naar eigenbelang van het individu en het sociaal han<strong>de</strong>len,


maar bei<strong>de</strong> liggen in elkaars verleg<strong>de</strong>. De emoties, of passies ontstaan als gevolg van <strong>de</strong><br />

inwerking van externe factoren <strong>op</strong> <strong>de</strong> mens. Zij zijn 'slecht' als zij <strong>de</strong> mens beletten om<br />

volgenshet eigen belang te han<strong>de</strong>len. Een slechte regering die private belangen nastreeft zal<br />

van dit gegeven gebruik maken en proberen te beletten dat <strong>de</strong> mensen tot zelfinzicht komen<br />

en zich bevrij<strong>de</strong>n van hun slechte passies. De re<strong>de</strong> daarentegen bevor<strong>de</strong>rt het streven naar<br />

eigen voor<strong>de</strong>el en daarmee het sociaal han<strong>de</strong>len.<br />

De k<strong>op</strong>peling tussen individu en maatschappij via het eigen belang functioneert ver<strong>de</strong>r als het<br />

argument voor een volksregering, want zoals microniveau het individu het beste kan oor<strong>de</strong>len<br />

wat voor hem nuttig is zo geldt dit ook <strong>op</strong> het macroniveau voor verzamelingen van<br />

individuen. Bovendien is een <strong>de</strong>mocratie efficiënter dan an<strong>de</strong>re staatsvormen, want als<br />

ie<strong>de</strong>reen belang heeft in <strong>de</strong> same<strong>nl</strong>eving dan is <strong>de</strong> staat stabiel en krachtig. Volgens Van <strong>de</strong>n<br />

En<strong>de</strong>n vereist een volksregering een bevolking die in letterlijke en figuurlijke zin weerbaar is,<br />

dat wil zeggen in staat is zelf <strong>de</strong> wapens te hanteren, want niet alleen moet <strong>de</strong> burger <strong>de</strong><br />

overheid vrezen, maar ook omgekeerd. - Een gedachte die nog later praktische relevantie<br />

kreeg, toen aan <strong>de</strong> vooravond van <strong>de</strong> burgerlijke revoluties <strong>de</strong> patriotten in Ne<strong>de</strong>rland met<br />

beroep <strong>op</strong> vergelijkbare argumenten volksmilities <strong>op</strong>richten. - Ook moeten <strong>de</strong> burgers zoveel<br />

mogelijk on<strong>de</strong>rwijs ontvangen, vrijheid van meningsuiting genieten en moet <strong>de</strong> godsdienst tot<br />

zijn ware wezen wor<strong>de</strong>n terug gebracht, namelijk <strong>de</strong> lief<strong>de</strong> tot God en <strong>de</strong> naasten, zodat zij<br />

niet als on<strong>de</strong>rdrukkingsinstrument fungeert.<br />

Deze naaste<strong>nl</strong>ief<strong>de</strong> is volgens Van <strong>de</strong>n En<strong>de</strong>n i<strong>de</strong>ntiek met het streven naar het welzijn van <strong>de</strong><br />

me<strong>de</strong>burgers. Van godsdienst kan daarom alleen sprake zijn binnen een politieke context. Dit<br />

geldt ook voor <strong>Spinoza</strong>, die het gebod tot naaste<strong>nl</strong>ief<strong>de</strong> gelijk stelt aan va<strong>de</strong>rlandslief<strong>de</strong>. Met<br />

recht leidt <strong>Klever</strong> hier in het <strong>de</strong>r<strong>de</strong> hoofdstuk uit af dat hij geen voorstan<strong>de</strong>r is van een vaag<br />

internationalisme of abstract humanisme. Immers <strong>de</strong> on<strong>de</strong>rlinge solidariteit tussen mensen is<br />

geen on<strong>de</strong>rwerp van <strong>de</strong> zondagse preek, maar een kwestie van welbegrepen eigenbelang, dat<br />

samenwerking impliceert.<br />

Hoe een volksregering tot stand komt kan men leren uit <strong>de</strong> geschie<strong>de</strong>nis. De oorspronkelijke<br />

bewoners van ons land, <strong>de</strong> legendarische Bataven, leef<strong>de</strong>n in vrijheid, doordat alle burgers,<br />

dat wil zeggen alle mannen die in staat waren wapens te dragen, gezame<strong>nl</strong>ijk beslissingen<br />

namen over <strong>de</strong> belangrijke zaken. Er was dus toen sprake van een directe <strong>de</strong>mocratie - net als<br />

in het ou<strong>de</strong> Grieke<strong>nl</strong>and -, omdat men zichzelf regeer<strong>de</strong>. Het ging echter in <strong>de</strong> mid<strong>de</strong>leeuwen<br />

mis met <strong>de</strong> vrijheid toen <strong>de</strong> graven <strong>de</strong> macht naar zich toetrokken en hun heerschappij<br />

erfelijk maakten, daarbij geholpen door pauselijke hiërarchie.<br />

De reformatie en <strong>de</strong> Ne<strong>de</strong>rlandse <strong>op</strong>stand waren dan ook voor Van <strong>de</strong>n En<strong>de</strong>n twee kanten van<br />

hetzelf<strong>de</strong> bevrijdingsproces.<br />

Kortom, er bestaan <strong>op</strong>vallen<strong>de</strong> overeenkomsten tussen <strong>Spinoza</strong>'s en Van <strong>de</strong>n En<strong>de</strong>ns politieke<br />

theorie. Hun theorie vormt <strong>de</strong> basis van <strong>Klever</strong>s voorstellen voor een <strong>de</strong>mocratische<br />

vernieuwing, die on<strong>de</strong>r meer <strong>de</strong> afschaffing van partijen, continue stemming door het hele<br />

volk over wetsvoorstellen mid<strong>de</strong>ls internet en een nationale raad waar <strong>de</strong> beraadslaging over<br />

wetsvoorstellen plaatsvindt die door loting uit <strong>de</strong> gekwalificeer<strong>de</strong> burgers wordt<br />

samengesteld.<br />

De recente problemen rond <strong>de</strong> stemcomputer laten zien dat <strong>Klever</strong>s voorstellen nog steeds<br />

een ut<strong>op</strong>ie zijn. (LK, <strong>de</strong>ze vergelijking van Kr<strong>op</strong> tussen stemcomputers en <strong>Klever</strong>s voorstellen<br />

gaat niet <strong>op</strong>; allereerst zijn stemcomputers nu precies apparaten die niet via internet<br />

werken, ten twee<strong>de</strong> zijn <strong>de</strong> problemen met stemcomputers ultimo te herlei<strong>de</strong>n tot <strong>de</strong><br />

verplichte anonimiteit van <strong>de</strong> stem, een uitgangspunt dat <strong>Klever</strong> expliciet laat varen: "het<br />

spreekt vanzelf dat <strong>de</strong> uitgebrachte stem een i<strong>de</strong>ntiteitskenmerk draagt ... Door het<br />

elektronische systeem, dat aan <strong>de</strong> gegevens van <strong>de</strong> fiscus is geschakeld, kan <strong>de</strong> stempraktijk<br />

nauwkeurig wor<strong>de</strong>n gevolgd omdat elke stem wordt uitgebracht on<strong>de</strong>r het sofi-nummer." zie<br />

p161, 167)<br />

Gelukkig maar, want <strong>Klever</strong>s voorstellen zijn voor <strong>de</strong> vrijheidslieven<strong>de</strong> burger een<br />

nachtmerrie. Het negentien<strong>de</strong> eeuwse liberalisme meen<strong>de</strong> in <strong>de</strong> Franse revolutie een<br />

ongebrei<strong>de</strong>l<strong>de</strong> directe <strong>de</strong>mocratie aan het werk te zien. De vrijhe<strong>de</strong>n van min<strong>de</strong>rhe<strong>de</strong>n


zou<strong>de</strong>n alleen door mid<strong>de</strong>l van grondrechten en uitgebalanceer<strong>de</strong> instituties kunnen wor<strong>de</strong>n<br />

beschermd. Deze <strong>op</strong>lossing is nog steeds geldig: <strong>de</strong> overheid vreest ons toch meer doordat wij<br />

bezwaarschriften kunnen indienen en ein<strong>de</strong>loos gaan proce<strong>de</strong>ren, dan doordat wij wapens<br />

bezitten zoals in sommige staten van <strong>de</strong> VS?<br />

Henry (Henri) Kr<strong>op</strong><br />

Dr. Kr<strong>op</strong> is verbon<strong>de</strong>n aan <strong>de</strong> Erasmus Universiteit Rotterdam<br />

<strong>Wim</strong> <strong>Klever</strong>, Met ou<strong>de</strong> Grieken, Van <strong>de</strong>n En<strong>de</strong>n en <strong>Spinoza</strong> naar echte <strong>de</strong>mocratie, inclusief<br />

hertaal<strong>de</strong> en toegelichte Vrye Politijke Stellingen (1665), Vrijstad [Capelle a/d/ IJssel] 2007.<br />

De uitgave is in eigen beheer. De prijs is € 20,- excl. porto. Het boek is te verkrijgen bij <strong>de</strong><br />

auteur, die te bereiken is per e-mail. Zijn adres is klever@casema.<strong>nl</strong>.<br />

(n.b. Zie voor een samenvattend overzicht van <strong>de</strong> <strong>de</strong>mocrarische rechtstaat het proefschrift<br />

van Wouter-Jan Oosten, Ruimte voor een <strong>de</strong>mocratische rechtstaat.)<br />

D oor Leon <strong>op</strong> 8 juli 2007<br />

http://www.<strong><strong>de</strong>spinoza</strong>.<strong>nl</strong>/spinoza/recensies/meer_directe_<strong>de</strong>mocratie.shtml<br />

Beste hoofdredacteur van Filosofie,<br />

In Filosofie Juni/Juli 2007 is een boekbespreking <strong>op</strong>genomen door Henri Kr<strong>op</strong> van <strong>Wim</strong> <strong>Klever</strong>s "Met ou<strong>de</strong><br />

Grieken, Van <strong>de</strong>n En<strong>de</strong>n en <strong>Spinoza</strong> naar echte <strong>de</strong>mocratie, inclusief hertaal<strong>de</strong> en toegelichte Vrye Politijke<br />

Stellingen (1665)."<br />

In <strong>de</strong> recensie staat een storen<strong>de</strong> fout: in <strong>de</strong> laatste paragraaf maakt Kr<strong>op</strong> <strong>de</strong> vergelijking tussen <strong>de</strong> nieuwe<br />

voorstellen van <strong>Klever</strong> en <strong>de</strong> recente problemen met stemcomputers. Hoewel het een heuglijk feit is dat Kr<strong>op</strong><br />

spreekt van stemcomputers, en niet van stemmachines, gaat zijn vergelijking niet <strong>op</strong>. Ten eerste spreekt<br />

<strong>Klever</strong> in bre<strong>de</strong> zin over inzet van ICT en schaart hij daar uitdrukkelijk ook mobiele telefoons on<strong>de</strong>r (p161).<br />

Ten twee<strong>de</strong> zijn <strong>de</strong> problemen met stemcomputers waar Kr<strong>op</strong> <strong>op</strong> doelt te herlei<strong>de</strong>n tot <strong>de</strong> verplichte<br />

anonimiteit van <strong>de</strong> stem, een uitgangspunt dat <strong>Klever</strong> expliciet laat varen: "het spreekt vanzelf dat <strong>de</strong><br />

uitgebrachte stem een i<strong>de</strong>ntiteitskenmerk draagt ... Door het elektronische systeem, dat aan <strong>de</strong> gegevens van<br />

<strong>de</strong> fiscus is geschakeld, kan <strong>de</strong> stempraktijk nauwkeurig wor<strong>de</strong>n gevolgd omdat elke stem wordt uitgebracht<br />

on<strong>de</strong>r het sofi-nummer." zie p161, 167)<br />

Overigens is het jammer dat Kr<strong>op</strong> in zijn i<strong>nl</strong>ei<strong>de</strong>n<strong>de</strong> paragraaf niet <strong>Klever</strong>s argumentatie aangeeft bij diens<br />

<strong>op</strong>merkingen over <strong>de</strong> mislukte integratie: <strong>Klever</strong> verwijst naar TTP 17/26: "De natuur maakt echter helemaal<br />

geen naties, alleen individuen, die alleen maar in naties wor<strong>de</strong>n on<strong>de</strong>rschei<strong>de</strong>n door verschillen in taal,<br />

wetten en algemeen aanvaar<strong>de</strong> ze<strong>de</strong>n, en alleen door <strong>de</strong>ze laatste twee, wetten en ze<strong>de</strong>n, kan het<br />

veroorzaakt wor<strong>de</strong>n dat ie<strong>de</strong>re natie een eigen aard, een eigen leefwijze en ook eigen vooroor<strong>de</strong>len heeft."<br />

<strong>Klever</strong> volgt met zijn <strong>op</strong>merkingen daar dus strikt <strong>Spinoza</strong>.<br />

Dat Kr<strong>op</strong> in <strong>de</strong> volgen<strong>de</strong> passage vervolgens een vergelijking meent te moeten trekken tussen <strong>de</strong> tegenstan<strong>de</strong>rs<br />

van <strong>de</strong> liberale <strong>de</strong>mocratie uit het interbellum (dat zijn weerslag vond in diverse fascistische bewin<strong>de</strong>n) en<br />

<strong>Klever</strong>s beschrijving van <strong>Spinoza</strong>'s politieke filosofie als "nationaal-socialisme," geeft zijn recensie spijtig<br />

genoeg een valse start. Waar <strong>Klever</strong> nog wel eens onnauwkeurig mag zijn in zijn verwijzingen, geeft Kr<strong>op</strong> hier<br />

m.i. blijk van een al te fantasierijk associatie-bewind.<br />

Het is wellicht zinvol Kr<strong>op</strong> te wijzen <strong>op</strong> nieuw on<strong>de</strong>rzoek van <strong>de</strong> NWO naar verschillen<strong>de</strong> vormen van<br />

<strong>de</strong>mocratie. Daarin staat te lezen "Juist in sociaal en cultureel zeer ontwikkel<strong>de</strong> <strong>de</strong>mocratieën wor<strong>de</strong>n <strong>de</strong><br />

traditionele vormen van politieke vertegenwoordiging en me<strong>de</strong>zeggenschap als onvoldoen<strong>de</strong> ervaren en wordt<br />

gezocht naar nieuwe vormen van politieke participatie." Het geeft aan dat <strong>Klever</strong> on<strong>de</strong>r<strong>de</strong>el uitmaakt van een<br />

grotere stroming aan on<strong>de</strong>rzoekers en publicisten die alternatieven voor <strong>de</strong> huidige vorm van <strong>de</strong>mocratie<br />

willen verzinnen.<br />

http://www.<strong><strong>de</strong>spinoza</strong>.<strong>nl</strong>/spinoza/recensies/meer_directe_<strong>de</strong>mocratie.shtml Door Leon | 8 juli 2007


Vrije keuze of speelbal<br />

Het nieuwe blad Opinio bevat wekelijks een <strong>de</strong>bat tussen le<strong>de</strong>n van het Filosofisch Elftal,<br />

on<strong>de</strong>r leiding van Yoram Stein. In april werd ge<strong>de</strong>batteerd tussen <strong>Wim</strong> <strong>Klever</strong> en Gerrit<br />

Manenschijn. De laatste heeft les gegeven aan <strong>de</strong> Theologische Universiteit OKN te Kampen,<br />

<strong>de</strong> eerste aan <strong>de</strong> Erasmus Universiteit Rotterdam. On<strong>de</strong>rwerp: <strong>de</strong> moord door een<br />

Amerikaanse jongen <strong>op</strong> 32 van zijn me<strong>de</strong>-stu<strong>de</strong>nten.<br />

(Opinio is een blad dat zowel <strong>op</strong> mobiel, via <strong>de</strong> PC, als podcast of <strong>op</strong> papier te krijgen is. Tot<br />

m'n verassing werkte het mobiele abonnement zelfs bij 120km per uur over <strong>de</strong> A12, én leest<br />

het prettig vanaf het scherm van een telefoon - zou het dan toch wat wor<strong>de</strong>n met mcommerce?)<br />

Het tweegesprek is on<strong>de</strong>r overgenomen, voorzien van verwijzingen.<br />

Vrije keuze of speelbal<br />

Wat kunnen <strong>de</strong>nkers zeggen over actualiteit, over schokkend nieuws en over verborgen<br />

motieven? Elke week <strong>de</strong>batteren le<strong>de</strong>n van Het Filosofisch Elftal over <strong>de</strong> bran<strong>de</strong>n<strong>de</strong> kwesties<br />

van onze tijd. Vandaag: Een Amerikaanse stu<strong>de</strong>nt schiet 32 van zijn me<strong>de</strong>stu<strong>de</strong>nten dood en<br />

pleegt vervolgens zelfmoord. Met behulp van welk mensbeeld dienen we <strong>de</strong>rgelijk gedrag te<br />

verklaren? Is <strong>de</strong> mens vrij om te kiezen tussen goed en kwaad, en kun je van daaruit stellen<br />

dat <strong>de</strong>ze jongen een bewuste keuze voor het kwaad heeft gemaakt, zoals Gerrit Manenschijn<br />

<strong>de</strong>nkt? Of helpt het <strong>de</strong>nken in termen van goed en kwaad ons geen steek ver<strong>de</strong>r en kunnen we<br />

ons maar beter realiseren, met <strong>Spinoza</strong>, dat „aan <strong>de</strong>ze wereld niets mankeert‟, zoals <strong>Wim</strong><br />

<strong>Klever</strong> stelt?<br />

Door Yoram Stein, uit Opinio<br />

Gerrit Manenschijn: De dag na <strong>de</strong> seriemoord las ik in <strong>de</strong> krant dat uit psychologisch<br />

on<strong>de</strong>rzoek was gebleken dat zulke moor<strong>de</strong>n meestal wor<strong>de</strong>n begaan door mensen die zich<br />

eenzaam en mis<strong>de</strong>eld voelen. Maar er zijn natuurlijk heel veel mensen die zich eenzaam en<br />

mis<strong>de</strong>eld voelen, en toch schieten die niemand dood. In dit geval liet <strong>de</strong> moor<strong>de</strong>naar weten<br />

dat het <strong>de</strong> same<strong>nl</strong>eving was die hem tot <strong>de</strong> moor<strong>de</strong>n had aangezet. Hij kon er niets aan doen.<br />

Net als veel intellectuelen, ontken<strong>de</strong> hij zo het bestaan van menselijke vrijheid en<br />

verantwoor<strong>de</strong>lijkheid.<br />

<strong>Wim</strong> <strong>Klever</strong>: Natuurlijk kunnen we zoiets met geen enkel mo<strong>de</strong>l of mensbeeld afdoen<strong>de</strong><br />

verklaren. Elke concrete gebeurtenis heeft duizen<strong>de</strong>n oorzaken, die ons onbekend zijn. Dat<br />

neemt niet weg dat we zeker weten dat <strong>de</strong> moor<strong>de</strong>naar gelijk had als hij daadwerkelijk<br />

gesteld heeft dat zijn daad geen vrije keuze was, maar dat hij werd veroorzaakt door iets<br />

waar hij geen greep <strong>op</strong> had. Ik zeg dan ook liever <strong>Spinoza</strong> na: „Mij geven <strong>de</strong>ze woelingen geen<br />

aa<strong>nl</strong>eiding tot lachen noch ook tot tranen, zij sporen mij veeleer aan te filosoferen en <strong>de</strong><br />

menselijke natuur beter te observeren.‟‟ [<strong>Spinoza</strong> aan Ol<strong>de</strong>nburg, Briefwisseling brief 30<br />

p225, rond 1 oktober 1665]<br />

Manenschijn: Als mensen niet vrij zijn, tegen wie praat ik dan? Tegen een machine die zegt<br />

wat <strong>de</strong> natuur hem <strong>op</strong>draagt? Ook Cho Seung-Hui had een keuze en hij was ook niet gek [1] .<br />

Door te zeggen dat het om een ontspoor<strong>de</strong> uitzon<strong>de</strong>ring gaat, maken we onszelf wijs dat wij<br />

nooit tot zulke dingen in staat zou<strong>de</strong>n zijn. Terwijl er iets zeer agressiefs en gewelddadigs in<br />

<strong>de</strong> menselijke soort zit. De hele geschie<strong>de</strong>nis getuigt ervan. Deze neiging tot het kwaad<br />

verdringen we liever, zodat we ons kunnen blijven verbeel<strong>de</strong>n dat het een rationeel <strong>op</strong>losbaar<br />

probleem betreft.<br />

<strong>Klever</strong>: Maar, beste man, ik sprak niet over een „ontspoor<strong>de</strong> uitzon<strong>de</strong>ring‟ en ik kan dat ook<br />

niet. De natuur duldt geen uitzon<strong>de</strong>ringen. En wat agressiviteit en geweld betreft: dat die van<br />

tijd tot tijd <strong>de</strong> k<strong>op</strong> <strong>op</strong>steken – tussen individuen of volkeren – dat is dui<strong>de</strong>lijk. Maar het gaat<br />

mij te ver om te spreken van een in <strong>de</strong> menselijke natuur aanwezige neiging tot het kwaad.<br />

Soms is <strong>de</strong> zee kalm en vlak, soms is hij stormachtig en levensgevaarlijk. Heeft hij dan een<br />

verwoesten<strong>de</strong> neiging? Mensen prefereren doorgaans een vredige same<strong>nl</strong>eving, doch somtijds<br />

zijn ze <strong>de</strong> speelbal van krachten die hen tegen elkaar <strong>op</strong>zetten en tot moordpartijen voeren,


die zij <strong>op</strong> dat moment blijkbaar prefereren boven <strong>de</strong> onverdraaglijke toestand van het<br />

moment.<br />

Manenschijn: De mens is geen zee en geen speelbal van mysterieuze krachten. Mensen<br />

hebben goe<strong>de</strong> re<strong>de</strong>nen om soms voor vre<strong>de</strong>, soms voor geweld te kiezen. Daar is niets<br />

onverklaarbaars aan. Wat wel <strong>op</strong>valt, is <strong>de</strong> tomeloosheid van <strong>de</strong> menselijke gewelddadigheid.<br />

De mens is <strong>de</strong> enige diersoort die buitenpr<strong>op</strong>ortioneel moordt binnen <strong>de</strong> eigen soort. [2] Juist<br />

omdat <strong>de</strong> mens een forse potentie tot geweld heeft, is in alle culturen <strong>de</strong> morele basisregel te<br />

vin<strong>de</strong>n: „Gij zult niet moor<strong>de</strong>n.‟ Het morele besef behoort dan ook tot <strong>de</strong> menselijke natuur<br />

en, samen met zijn potentieel extreme gewelddadigheid, maakt het <strong>de</strong> mens tot een uniek<br />

dier. [3]<br />

<strong>Klever</strong>: Ook het dier is natuurlijk een in potentie buitengewoon moordzuchtig of<br />

buitengewoon vre<strong>de</strong>lievend wezen. Ik kan niet on<strong>de</strong>rschrijven dat <strong>de</strong> mens zich in dit <strong>op</strong>zicht<br />

van het dier on<strong>de</strong>rscheidt. Ook niet in besef van goed en kwaad of van vrijheid, die bei<strong>de</strong> bij<br />

<strong>de</strong> dieren afwezig zou<strong>de</strong>n zijn. Goed en kwaad zijn voor mens en dier volstrekt betrekkelijke<br />

groothe<strong>de</strong>n. Iets is goed of kwaad voor zover het voor iemands bestaan als gunstig of<br />

ongunstig wordt ervaren. Zulke ervaringen hebben hon<strong>de</strong>n precies zoals mensen. En hoe<br />

weten wij dat dieren geen zelfbewustzijn en vrijheidsgevoel hebben? Het scherpe on<strong>de</strong>rscheid<br />

tussen mens en dier dat hier wordt gehanteerd, is een filosofische miskleun die te wijten is<br />

aan het feit dat wij willekeurig an<strong>de</strong>re en verschillen<strong>de</strong> maatstaven aa<strong>nl</strong>eggen voor <strong>de</strong><br />

beoor<strong>de</strong>ling van het gedrag van <strong>de</strong> mens en <strong>de</strong> overige dieren, terwijl wij daar juist <strong>de</strong>zelf<strong>de</strong><br />

algemene principes <strong>op</strong> zou<strong>de</strong>n moeten toepassen, principes die aan <strong>de</strong> fysica of biologie<br />

wor<strong>de</strong>n ontleend.<br />

Manenschijn: Mijn <strong>op</strong>ponent zou zich eens moeten verdiepen in het vergelijkend<br />

gedragson<strong>de</strong>rzoek tussen mens en dier. Maar om terug te komen <strong>op</strong> <strong>de</strong> seriemoord: mensen<br />

von<strong>de</strong>n ook dat Seung-Hui irrationeel gehan<strong>de</strong>ld had. Maar Seung-Hui heeft zijn moordpartij<br />

perfect voorbereid en uitgevoerd, en ook nog eens tijd gevon<strong>de</strong>n om beel<strong>de</strong>n van zichzelf te<br />

maken en die naar een tv-station <strong>op</strong> te sturen.<br />

<strong>Klever</strong>: Mij dunkt dat een ruimer begrip van rationaliteit gewenst is dan dat van koele<br />

berekening. Mensen han<strong>de</strong>len rationeel wanneer en voor zover zij han<strong>de</strong>len conform <strong>de</strong><br />

wetten die zij met elkaar – als het om een <strong>de</strong>mocratie gaat – hebben gemaakt om in hun<br />

primaire levensbehoeften te voorzien. Gedrag als dat van <strong>de</strong> moor<strong>de</strong>n<strong>de</strong> stu<strong>de</strong>nt is daarvan<br />

het rechte tegen<strong>de</strong>el.<br />

Manenschijn: Volgens mij verwart mijn gesprekspartner rationaliteit met het sociaal-ethische<br />

begrip re<strong>de</strong>lijkheid: als je zelf een vreedzaam en gelukkig bestaan wilt, is het re<strong>de</strong>lijk<br />

an<strong>de</strong>ren ook zo‟n bestaan te gunnen. [4] We zijn dan <strong>op</strong> ethisch terrein beland, we spreken<br />

daar <strong>de</strong> morele taal van goed of slecht, en die is in grote mate werkelijkheidsgetrouw. Er is<br />

niemand die <strong>op</strong> dit ogenblik naar Irak vlucht (daar is het slecht) [5] , maar wel uit Irak, naar<br />

waar het veilig en vreedzaam is (daar is het goed). Mensen blijken on<strong>de</strong>rscheid te kunnen<br />

maken tussen goed en slecht en overeenkomstig te han<strong>de</strong>len. De mens heeft niet alleen een<br />

oor<strong>de</strong>el over <strong>de</strong> wereld zoals die is, maar ook over <strong>de</strong> wereld hoe die zou moeten zijn. En<br />

alleen dat besef al geeft <strong>de</strong> mens <strong>de</strong> mogelijkheid het goe<strong>de</strong> te doen en het kwa<strong>de</strong> te laten.<br />

[6]<br />

<strong>Klever</strong>: De wereld zoals wij die meemaken – met on<strong>de</strong>rlinge haat en nijd, met bloedige<br />

burgeroorlogen, met schrijnen<strong>de</strong> tegenstellingen tussen arm en rijk, met milieurampen – is<br />

dus niet <strong>de</strong> wereld zoals die zou moeten zijn? In plaats van een uitkomst te zien in een<br />

fictieve en verplichte wereld van verzonnen i<strong>de</strong>alen, zou<strong>de</strong>n wij beter realistisch kunnen<br />

vaststellen dat <strong>de</strong> wereld waarvan wij <strong>de</strong>el uitmaken niet an<strong>de</strong>rs kan zijn dan zij is en zich<br />

voordoet, om <strong>de</strong> eenvoudige re<strong>de</strong>n dat zij in alle <strong>op</strong>zichten het resultaat is van eeuwige en<br />

onveran<strong>de</strong>rlijke natuurwetten. En dat geldt evenzo voor het menselijk gedrag. Een echt<br />

wetenschappelijke beschouwing van het menselijke toneel erkent <strong>de</strong> volledige bepaaldheid<br />

van onze han<strong>de</strong>lingen – die sluit vrijheid uit, maar geenszins onze causaal-mechanische<br />

reacties <strong>op</strong> wat er in onze omgeving gebeurt. Had <strong>de</strong> moor<strong>de</strong>naar zijn wandaad overleefd, dan<br />

zou<strong>de</strong>n wij ons niet hebben kunnen inhou<strong>de</strong>n om hem zwaar te straffen.


Manenschijn: Mijn <strong>op</strong>ponent wil graag het bestaan van vrijheid en moraliteit ontkennen, maar<br />

tegelijkertijd blijkt hij dat niet te kunnen zon<strong>de</strong>r zichzelf tegen te spreken. Als hij spreekt<br />

van „schrijnen<strong>de</strong> tegenstellingen tussen arm en rijk‟, geeft hij al een moreel oor<strong>de</strong>el. Dat is<br />

logisch in strijd met zijn uitspraak dat „<strong>de</strong> wereld waarvan wij <strong>de</strong>el uitmaken niet an<strong>de</strong>rs kan<br />

zijn dat zij is‟.<br />

<strong>Klever</strong>: Dat is geen moreel oor<strong>de</strong>el maar een simpele vaststelling. De wereld is ellendig voor<br />

een <strong>de</strong>el van zijn bevolking. Met <strong>Spinoza</strong> aanvaard ik <strong>de</strong> precieze equivalentie van<br />

werkelijkheid en volmaaktheid. Er is niets verkeerds dat er niet zou moeten zijn. Noch met <strong>de</strong><br />

natuur noch met <strong>de</strong> mensen is er iets mis. Het kwaad bestaat wel, maar niet an<strong>de</strong>rs dan als<br />

een na<strong>de</strong>lig gevolg dat het onvermij<strong>de</strong>lijke han<strong>de</strong>len van <strong>de</strong> één heeft voor <strong>de</strong> an<strong>de</strong>r. Niet „<strong>op</strong><br />

zich‟ dus, en niet als iets wat altijd eigen is aan bepaal<strong>de</strong> dingen of gedragingen.<br />

Naschrift: in het gesprek valt <strong>op</strong> dat Manenschijn wat onnauwkeurig is met zijn beweringen.<br />

In <strong>de</strong> tekst zijn een aantal punten gemerkt waar ik on<strong>de</strong>r commentaar <strong>op</strong> geef.<br />

(Update: alleraardigst, <strong>de</strong> reactie van m'n vrind Tom Maassen. "Is dat nou wel nodig, die noten<br />

in <strong>de</strong> tekst?" vroeg hij. "Het is toch dui<strong>de</strong>lijk dat Manenschijn in dit <strong>de</strong>bat met <strong>Klever</strong> het<br />

on<strong>de</strong>rspit <strong>de</strong>lft. Zeker tegenover het blok dat <strong>Klever</strong> vormt met zijn onbereikbare,<br />

onaantastbare, ja – daarin misschien zelfs wel nihilistische standpunt in <strong>de</strong>ze. Jouw noten<br />

voegen daaraan toch helemaal niets toe? Sterker, ik vind ze zelfs een beetje vervelend."<br />

Zijn reactie indachtig heb ik dan ook een noot toegevoegd, nummer [4], in <strong>de</strong> ho<strong>op</strong> <strong>de</strong><br />

zi<strong>nl</strong>oosheid van <strong>de</strong> zinneloosheid on<strong>de</strong>rscheidbaar te maken.)<br />

[1] In het fragment uit <strong>de</strong> Washington Post is aangegeven dat <strong>de</strong> da<strong>de</strong>r in 2005 al als psychisch<br />

gestoord werd aangemerkt. Daarbij moet wor<strong>de</strong>n aangetekend dat daarover pas werd bericht<br />

nadat dit tweegesprek was gepubliceerd.<br />

[2] Zoals <strong>Klever</strong> iets ver<strong>de</strong>r<strong>op</strong> al zegt zijn alle dieren buitengewoon moorddadig. Als dan toch<br />

een verschil tussen mens en dier moet wor<strong>de</strong>n aangegeven, dan is het zinvol te wijzen <strong>op</strong> het<br />

voorkomen van kannibalisme on<strong>de</strong>r dieren. Hele leeftijdsgroepen leggen het loodje omdat ze<br />

door ou<strong>de</strong>ren (en dus ook ou<strong>de</strong>rs!) wor<strong>de</strong>n <strong>op</strong>gegeten. Iets <strong>de</strong>rgelijks komt on<strong>de</strong>r mensen niet<br />

voor.<br />

[3] Hier zij verwezen naar on<strong>de</strong>rzoek naar altruïsme en gewelddadigheid bij chimpansees.<br />

[4] Hier maakt Manenschijn een goed en belangrijk on<strong>de</strong>rscheid.<br />

[5] Uit rapporten van Amerikaanse i<strong>nl</strong>ichtingendiensten blijkt dat mensen naar Irak gaan om<br />

daar te vechten tegen <strong>de</strong> (westerse) militaire mogendhe<strong>de</strong>n die in hun <strong>op</strong>inie Irak bezet<br />

hou<strong>de</strong>n.<br />

[6] Hier projecteert Manenschijn zijn notie van goed en kwaad <strong>op</strong> <strong>de</strong> mens als mensheid.<br />

D oor Leon <strong>op</strong> 13 jul i 2007<br />

http://www.<strong><strong>de</strong>spinoza</strong>.<strong>nl</strong>/spinoza/artikelen/vrije_keuze_of.shtml<br />

Het moest er van komen<br />

Een aantal weken gele<strong>de</strong>n, <strong>op</strong> 10 augustus, publiceer<strong>de</strong> Michiel Leezenberg een recensie <strong>op</strong><br />

twee van Jonathan Israels werken. Die recensie was <strong>op</strong> zijn zachtst gezegd <strong>op</strong>vallend, zowel<br />

wat betreft toon als inhoud. Een reactie kon dan ook niet uitblijven. <strong>Wim</strong> <strong>Klever</strong>, specialist<br />

in <strong>Spinoza</strong>-studies, corrigeert Leezenberg <strong>op</strong> diverse punten en vraagt zich af of Leezenberg<br />

niet te hoog in het za<strong>de</strong>l zit. Op <strong><strong>de</strong>spinoza</strong>.<strong>nl</strong> zijn volledige kritiek, die vandaag in verkorte<br />

vorm verschijnt in NRC.<br />

„Het moest er een keer van komen. Op een groots en verrassend on<strong>de</strong>rzoekstraject en een<br />

tweetal daaruit voorkomen<strong>de</strong> volumineuze standaardwerken, even vernieuwend als<br />

overweldigend en uitdagend, kon <strong>de</strong> reactie onmogelijk uitblijven. Wie <strong>de</strong> geschiedschrijving<br />

overho<strong>op</strong> haalt en lijnen trekt die haaks staan <strong>op</strong> wat men gewend was, raakt aan tradities of<br />

gevoelighe<strong>de</strong>n en zal natuurlijk niet onweersproken blijven.<br />

Wat Jonathan Israel heeft gepresteerd met Radical E<strong>nl</strong>ightenment (2001) en E<strong>nl</strong>ightenment<br />

Contested (2006) is van een onvergelijkbare en bijna ongenaakbare or<strong>de</strong> in <strong>de</strong><br />

wetenschapsbeoefening. Onze theorie over het ontstaan van De Verlichting in <strong>de</strong> achttien<strong>de</strong>


eeuw heeft een onherstelbare dreun gekregen. Kwam <strong>Spinoza</strong> eerst niet eens voor in <strong>de</strong><br />

0gangbare beeldvorming, zelfs niet als voorl<strong>op</strong>er van overbeken<strong>de</strong> Engelse en Franse<br />

hoofdfiguren, door Israel is een totaal nieuwe situatie geschapen. Het is <strong>de</strong> zeventien<strong>de</strong><br />

eeuw, waarin <strong>de</strong> nieuwe <strong>de</strong>nktrant van het mechanicisme en naturalisme <strong>op</strong> gang kwam. En<br />

het is <strong>de</strong> titaan <strong>Spinoza</strong>, die <strong>de</strong> strijd met <strong>de</strong> ou<strong>de</strong> go<strong>de</strong>n en <strong>de</strong>monen aanging en <strong>de</strong>ze, in<br />

tegenstelling tot wat <strong>de</strong> mythe wil, niet verloor. Integen<strong>de</strong>el, zijn puur natuurkundige analyse<br />

van het menselijk gedrag was zo onweerstaanbaar, dat tal van tijdgenoten in totale<br />

verwarring raakten en even zo veel an<strong>de</strong>ren geheel in zijn ban geraakten. De reus <strong>Spinoza</strong><br />

werd allesbepalend voor <strong>de</strong> gehele mo<strong>de</strong>rne tijd.<br />

Waar tot nu toe alle historici in gebreke bleven en reeksen frappante on<strong>de</strong>rzoeksresultaten<br />

van een hele generatie ”<strong>Spinoza</strong> scholars” verwaarloos<strong>de</strong>n, was het <strong>de</strong> reeds als historicus<br />

befaam<strong>de</strong> Israel die het grote belang ervan inzag, zelf het speurwerk in teksten en archieven<br />

aanzie<strong>nl</strong>ijk <strong>op</strong>voer<strong>de</strong> en <strong>de</strong> collectief bereikte inzichten meesterlijk presenteer<strong>de</strong> in kloeke<br />

boek<strong>de</strong>len, die <strong>Spinoza</strong> met een overvloed van materiaal aantoonbaar verheffen tot <strong>de</strong><br />

stichter en inspirator van <strong>de</strong> mo<strong>de</strong>rne tijd, waar niemand omheen kon en waar <strong>de</strong> hele<br />

achttien<strong>de</strong> eeuw van profiteer<strong>de</strong>.<br />

Kritiek <strong>op</strong> <strong>de</strong>ze revolutionaire visie kon niet uitblijven, maar het lag buiten alle<br />

verwachtingspatronen dat zij zou wor<strong>de</strong>n geleverd door een aca<strong>de</strong>micus, wiens gebrek aan<br />

<strong>de</strong>skundigheid <strong>op</strong> het betreffen<strong>de</strong> on<strong>de</strong>rzoeksgebied evenredig is aan <strong>de</strong> hoogte van zijn toon<br />

(zie Michiel Leezenberg, ”Jonathan Israel en <strong>de</strong> versimpel<strong>de</strong> Verlichting” in NRC Boeken, 10-8-<br />

07). Om over <strong>de</strong> ongepaste toon te beginnen: men moet wel hoog te paard zitten om <strong>de</strong><br />

auteur van <strong>de</strong> fenomenaal geleer<strong>de</strong> werken te durven aanwrijven dat hij ”zichzelf vooral<br />

aannemelijk maakt door een imposant vertoon van belezenheid”.<br />

Of om neerbuigend te schrijven dat hij ons <strong>op</strong> <strong>de</strong>tails ”kijkjes biedt <strong>op</strong> diverse ten onrechte<br />

vergeten boeken en personen”. Met zulke ”kijkjes” doelt <strong>de</strong> recensent blijkbaar, gezien zijn<br />

referentie naar <strong>de</strong> ongehoord Vrije Politijke Stellingen van meester Van <strong>de</strong>n En<strong>de</strong>n, <strong>op</strong> Israel's<br />

presentatie van vele grote mannen naast en na <strong>Spinoza</strong>, waarlijk onafhankelijke <strong>de</strong>nkers, wier<br />

werken Israel's these meer dan voldoen<strong>de</strong> on<strong>de</strong>rsteunen. Maar vermoe<strong>de</strong>lijk had hij nog<br />

nimmer van dit Hollandse verlichtersgezelschap gehoord voordat hij Israel in han<strong>de</strong>n kreeg!<br />

Profanerend acht ik ook <strong>de</strong> aantijging dat in Israels schets <strong>de</strong> p<strong>op</strong>ulatie van filosofen uit goe<strong>de</strong><br />

en slechte 'guys' bestaat, alsof zijn betoog zich niet verheft boven het niveau van een<br />

predikant. Dat <strong>de</strong> studie - het boek is toch meer dan slechts een 'vertelling' - door zijn<br />

overdaad aan nieuwe gegevens door <strong>de</strong> echte studiosus met ingehou<strong>de</strong>n a<strong>de</strong>m wordt gelezen,<br />

rechtvaardigt nog niet <strong>de</strong> vergelijking met <strong>de</strong> Da Vinci Co<strong>de</strong> of an<strong>de</strong>re thrillers.<br />

Even ongepast is het om Israels zorgvuldig uitgewerkte lijst van criteria voor radicale<br />

Verlichting <strong>de</strong>nigrerend weg te zetten als een 'boodschappe<strong>nl</strong>ijstje'. Daar is zeker wel wat bij<br />

<strong>op</strong> te merken maar niet dat zij ”aan he<strong>de</strong>ndaagse doctrines” zijn ontleend. Zijn eigen<br />

kwalificatie van <strong>de</strong> specifieke en zeer oorspronkelijke hoofdpr<strong>op</strong>ositie van <strong>Spinoza</strong>'s fysica<br />

(”beweging als inherent aan <strong>de</strong> materie”), enerzijds als een 'geloof' en an<strong>de</strong>rzijds als een<br />

'lakmoesproef', is trouwens in dubbel <strong>op</strong>zicht een anachronistische bena<strong>de</strong>ring.<br />

Maar het wordt tijd dat we meer <strong>op</strong> <strong>de</strong> inhoud van zijn kritiek ingaan. Na <strong>de</strong> stortvloed aan<br />

tekstuele 'evi<strong>de</strong>nce', die Israel ten tonele voert, is het zon<strong>de</strong>r meer een vergrijp aan <strong>de</strong><br />

historische werkelijkheid om te willen blijven spreken van het Spinozisme als een<br />

'on<strong>de</strong>rstroom' van <strong>de</strong> Verlichting en <strong>de</strong>ze bovendien ook nog 'onzichtbaar' te noemen.<br />

Het kunnen alleen <strong>op</strong>pervlakkige lectuur en een gebrek aan interesse voor <strong>de</strong> betreffen<strong>de</strong><br />

perio<strong>de</strong> zijn, die tot een <strong>de</strong>rgelijke <strong>de</strong>valuatie voeren.<br />

Ik noem als voorbeeld Bayle, die met zijn door en door Spinozistische werken, waaron<strong>de</strong>r<br />

vooral <strong>de</strong> Dictionaire, een ongelofelijk sterke en dui<strong>de</strong>lijk zichtbare invloed <strong>op</strong> het hele<br />

tijdsbestek heeft uitgeoefend. Een twee<strong>de</strong>, bijna nog spreken<strong>de</strong>r tegenvoorbeeld is <strong>de</strong><br />

Rotterdammer Man<strong>de</strong>ville, die het thema van 'private vices, public benefits' en <strong>de</strong> 'self-love<br />

als enige grondslag van alle gedrag' via Bayle aan <strong>Spinoza</strong> ontleent. Israel richt, als eerste,<br />

niets min<strong>de</strong>r dan een indrukwekkend monument <strong>op</strong> voor <strong>de</strong>ze <strong>de</strong>nker, die vertaald en alom<br />

gelezen en verguisd werd. Bayle en Man<strong>de</strong>ville waren meer dan massief present en <strong>Spinoza</strong> via<br />

hen.<br />

Men moet wel vermoe<strong>de</strong>n dat Leezenberg niet erg thuis is in <strong>Spinoza</strong>'s eigen teksten. Bezij<strong>de</strong>n


<strong>de</strong> waarheid is zijn verwijt, dat Israel ”<strong>Spinoza</strong> te eenzijdig voorstelt als een mo<strong>de</strong>rne<br />

filosoof, ten koste van zijn wortels in bijvoorbeeld Aristoteles en Mozes Maimoni<strong>de</strong>s”. Het is<br />

hem blijkbaar onbekend dat <strong>Spinoza</strong> expliciet verklaar<strong>de</strong> dat voor hem ”het gezag van<br />

Aristoteles weinig waar<strong>de</strong> (had)” en dat hij <strong>de</strong> <strong>op</strong>vattingen van Mozes Maimoni<strong>de</strong>s inzake <strong>de</strong><br />

beginselen van Schriftverklaring zon<strong>de</strong>r meer als ”scha<strong>de</strong>lijk, nutteloos, en absurd” afwees.<br />

Ver<strong>de</strong>r zou Israel nu ook Hobbes in het zonnetje zetten, wat een kwalijke vertekening van zijn<br />

werk is, gezien het hoofdstuk over ”Anti-Hobbesianism and the Making of Mo<strong>de</strong>rnity” met zijn<br />

magistrale uiteenzetting over <strong>de</strong> diepe en onoverbrugbare tegenstelling tussen <strong>de</strong> politieke<br />

doctrines van Hobbes en <strong>Spinoza</strong>. In <strong>de</strong> vakliteratuur is <strong>de</strong>ze bifurcatie onomstre<strong>de</strong>n; zij is<br />

echter voor velen nog nieuw.<br />

Dit brengt mij tot <strong>de</strong> ernstigste miskenning van zowel <strong>Spinoza</strong> als Israel. <strong>Spinoza</strong> zou geen<br />

<strong>de</strong>mocraat zijn; zijn i<strong>de</strong>ale republiek zou een gemeng<strong>de</strong> staatsvorm zijn; wat een dui<strong>de</strong>lijke<br />

misslag, niet in het duister maar bij hel<strong>de</strong>re hemel! In het spoor van Van <strong>de</strong>n En<strong>de</strong>n was<br />

niemand zo'n overtuig<strong>de</strong> ver<strong>de</strong>diger van directe <strong>de</strong>mocratie als juist <strong>Spinoza</strong>, ofschoon<br />

niemand zich <strong>op</strong> dit punt ooit bij hem aansloot.<br />

En heeft Israel <strong>Spinoza</strong> verlaten door hem als 'atheïst' te profileren, een predikaat dat hij zelf<br />

niet <strong>op</strong> zich van toepassing achtte? Leezenberg moet toch beter weten; 'atheïsme' betekent in<br />

dit verband slechts <strong>de</strong> afwijzing van een 'provi<strong>de</strong>ntiële' god die <strong>de</strong> wereld intelligent ontwerpt<br />

en finaliseert, niet ontkenning van <strong>de</strong> god<strong>de</strong>lijke Natuur. Even mislei<strong>de</strong>nd is zijn <strong>op</strong>merking<br />

dat Israel <strong>Spinoza</strong> teveel toetrekt naar het latere Franse materialisme, waar <strong>Spinoza</strong> zelf,<br />

tegen Descartes, het <strong>de</strong>nken letterlijk vereenzelvigt met <strong>de</strong> materie.<br />

Leezenberg heeft niet in alle <strong>op</strong>zichten ongelijk. Israel's disjunctie tussen radicale en<br />

gematig<strong>de</strong> Verlichting is zeker aanvechtbaar en zal nog lange tijd <strong>de</strong> discussie beheersen. Zelf<br />

ben ik van mening (en zal ik dat ook gaan aantonen) dat hij met name <strong>de</strong> radicaliteit van zijn<br />

eigen landgenoten, Locke en Hume, vervaarlijk on<strong>de</strong>rschat. Ook kan men vraagtekens zetten<br />

bij zijn ingrepen in het mo<strong>de</strong>rne <strong>de</strong>bat, die uitgaan van <strong>de</strong> mogelijkheid dat <strong>de</strong> radicale<br />

verlichtingsfilosofie maatschappelijk gemeengoed zou kunnen wor<strong>de</strong>n terwijl <strong>Spinoza</strong> en <strong>de</strong><br />

zijnen zich daarover geen illusies maken.<br />

Terecht wijst Leezenberg <strong>op</strong> het discutabel karakter van enkele van Israels uitstapjes naar <strong>de</strong><br />

problematiek van onze tijd. Maar dat hij ”een conventionele en ou<strong>de</strong>rwetse<br />

i<strong>de</strong>eëngeschie<strong>de</strong>nis” bedrijft en ”vervalt in hel<strong>de</strong>nverering” is grof geschut. Ik hoef mij niet<br />

meer af te vragen wie nu echt aan versimpeling doet: <strong>de</strong>gene die <strong>Spinoza</strong> als een interessante<br />

'overgangsfiguur' ziet, een van <strong>de</strong> velen, of wie <strong>Spinoza</strong>'s filosofie begrijpt als een<br />

supermo<strong>de</strong>rn <strong>de</strong>nken dat <strong>de</strong> <strong>op</strong> hem volgen<strong>de</strong> eeuwen beheerst.”<br />

<strong>Wim</strong> <strong>Klever</strong>, filosoof, gespecialiseerd in <strong>Spinoza</strong>-studies. Publiceer<strong>de</strong> Met ou<strong>de</strong> Grieken, Van<br />

<strong>de</strong>n En<strong>de</strong>n en <strong>Spinoza</strong> naar echte directe <strong>de</strong>mocratie (2007).<br />

D oor Leon <strong>op</strong> 24 augustu s 2007<br />

http://www.<strong><strong>de</strong>spinoza</strong>.<strong>nl</strong>/spinoza/artikelen/leezenbergs-misser.shtml<br />

In NRC van vrijdag 24 augustus is <strong>Klever</strong>s kritiek <strong>op</strong> Leezenberg geplaatst. De laatste reageert daar ook <strong>op</strong><br />

<strong>Klever</strong>s kritiek, maar doet dat weinig overtuigend. Hij kent een curieus belang toe aan het woord atheïsme en<br />

moet één hoofdstuk uit <strong>de</strong> Tractatus Politicus aanhalen om zijn betoog te staven.<br />

Naschrift Michiel Leezenberg: Opmerkelijk genoeg windt <strong>Klever</strong> zich meer <strong>op</strong> over <strong>de</strong> toon dan over <strong>de</strong> inhoud<br />

van mijn bespreking: blijkens zijn laatste zinnen <strong>de</strong>elt hij mijn kritiek <strong>op</strong> Israels oversimplificaties,<br />

anachronismen en no<strong>de</strong>loos polemische en apologetische uithalen. Het is zonneklaar dat <strong>Spinoza</strong> een enorme<br />

historische invloed heeft gehad, maar dat was niet uitsluitend als <strong>de</strong> radicale atheïst die Israel van hem maakt.<br />

Zulke uitee<strong>nl</strong><strong>op</strong>en<strong>de</strong> figuren als Her<strong>de</strong>r, Hegel, Goethe en Einstein zagen hem eer<strong>de</strong>r als een pantheïst. Israels<br />

i<strong>de</strong>eëngeschie<strong>de</strong>nis doet vooral ou<strong>de</strong>rwets aan doordat hij het invloedrijke – en voor hem direct relevante –<br />

theoretische werk negeert van historici als Quentin Skinner, J.G.A. Pocock, en <strong>de</strong> al genoem<strong>de</strong> Steven Shapin<br />

en Simon Schaffer.<br />

Opmerkelijk is ook dat <strong>Klever</strong>, ondanks zijn nadruk <strong>op</strong> <strong>Spinoza</strong>‟s atheïsme, mij beticht van heiligschennis en


„profaneren.‟ Vooral mijn wijzen <strong>op</strong> <strong>Spinoza</strong>‟s voormo<strong>de</strong>rne trekjes vat hij <strong>op</strong> als vloeken in <strong>de</strong> kerk. Maar al<br />

verwerpt <strong>Spinoza</strong> in<strong>de</strong>rdaad <strong>de</strong> doctrines van Maimoni<strong>de</strong>s, hij neemt wel <strong>de</strong>gelijk diens vraagstellingen en<br />

begrippenka<strong>de</strong>rs over. Voorts benadrukte mijn stuk dat <strong>Spinoza</strong> geen liberale <strong>de</strong>mocraat was.<br />

Aan directe <strong>de</strong>mocratie is niets mo<strong>de</strong>rns: ook <strong>de</strong> antieke Atheners ken<strong>de</strong>n die al. Tenslotte is een <strong>de</strong>nker die –<br />

zoals <strong>Spinoza</strong> – vrouwen, slaven, stu<strong>de</strong>nten en steuntrekkers expliciet uitsluit van het politieke proces (zie<br />

Tractatus Politicus, hoofdstuk XI), helemaal niet „supermo<strong>de</strong>rn‟: hij staat integen<strong>de</strong>el met bei<strong>de</strong> benen in zijn<br />

eigen tijd.<br />

Door Leon | 25 augustus 2007<br />

http://www.<strong><strong>de</strong>spinoza</strong>.<strong>nl</strong>/spinoza/artikelen/leezenbergs-misser.shtml<br />

'Everybody loves <strong>Spinoza</strong>'<br />

Het zal u niet ontgaan zijn: afgel<strong>op</strong>en week werd <strong>op</strong> zaterdag <strong>de</strong> geboortedag (...) van<br />

<strong>Spinoza</strong> herdacht. Inmid<strong>de</strong>ls ben ik even kwijt welke het was (<strong>de</strong> 375ste, 376ste? was het <strong>de</strong><br />

verjaardag of geboortedag?). De her<strong>de</strong>nkingsbijeenkomst in Amsterdam was in ie<strong>de</strong>r geval<br />

zeer druk bezocht. Meer dan vijfhon<strong>de</strong>rd <strong>Spinoza</strong> fans lieten zich daar toespreken door Wiep<br />

van Bunge, Theo van <strong>de</strong>r Werf, Job Cohen en Piet Steenbakkers. Cohen kreeg <strong>de</strong><br />

<strong>Spinoza</strong>penning en was daarmee zichtbaar verguld. Een kort verslag en <strong>de</strong> toespraak van Van<br />

Bunge is hier overgenomen.<br />

Zoals gezegd was het druk, met uiteraard acte <strong>de</strong> presence van <strong>de</strong> sterren uit Vereniging Het<br />

<strong>Spinoza</strong>huis. Daarbij waren natuurlijk ook <strong>de</strong> vertegenwoordigers van <strong>de</strong> Amsterdamse<br />

<strong>Spinoza</strong>kring aanwezig, inclusief <strong>de</strong> hoofdrolspelers uit Strijd om <strong>Spinoza</strong>.<br />

De <strong>op</strong>zet van <strong>de</strong> middag was eenvoudig: een toespraak, een huldiging, nog een toespraak, een<br />

lezing en ruimte voor discussie. De eerste toespraak van Van Bunge was gericht <strong>op</strong> een<br />

noodzakelijk overzicht van <strong>Spinoza</strong>'s belang voor Amsterdam. Hij memoreer<strong>de</strong> en benadrukte<br />

nog eens dat <strong>de</strong> Vereniging Het <strong>Spinoza</strong>huis statutair gevestigd is in Amsterdam en<br />

traditioneel gezien haar her<strong>de</strong>nkingen altijd in Amsterdam viert. Het was een mooi staaltje<br />

"gras voor <strong>de</strong> voeten weg maaien."<br />

Vervolgens werd Cohen aangekondigd die kort aangaf waarom <strong>Spinoza</strong> dan wel zo belangrijk<br />

is, ook al heb je hem niet gelezen (waar<strong>op</strong> ik <strong>de</strong> wethou<strong>de</strong>r instemmend zag knikken).<br />

"1) hij was een vluchteling uit <strong>de</strong> gegoe<strong>de</strong> klasse, net als <strong>de</strong> vluchtelingen die nu Ne<strong>de</strong>rland<br />

bereiken; 2) hij biedt zicht <strong>op</strong> een ethisch leven zon<strong>de</strong>r daarvoor <strong>op</strong> het normenka<strong>de</strong>r van een<br />

godsdienst terug te hoeven vallen; 3) hij was het toonbeeld van integratie en niet assimilatie,<br />

zoals nu wel eens van <strong>de</strong> allochtinen gevraagd wordt; 4) <strong>Spinoza</strong> was een vrij<strong>de</strong>nker; 5) <strong>de</strong><br />

TTP is het eerste grote werk waarin <strong>de</strong> vrijheid van <strong>de</strong>nken en spreken zo nadrukkelijk wordt<br />

gepresenteerd; 6) het was Eur<strong>op</strong>a's eerste mo<strong>de</strong>rne filosoof en 7) we zijn allemaal trots <strong>op</strong><br />

<strong>Spinoza</strong>."<br />

"Trots <strong>op</strong> <strong>Spinoza</strong>," die woor<strong>de</strong>n galm<strong>de</strong>n nog na, toen Theo van <strong>de</strong>r Werf hem <strong>de</strong><br />

<strong>Spinoza</strong>penning overhandig<strong>de</strong>. Vanwege zijn bijzon<strong>de</strong>re verdiensten voor het bij elkaar<br />

hou<strong>de</strong>n van <strong>de</strong> zaak. En omdat Cohen volgend jaar ook een ere-doctoraat van <strong>de</strong> Universiteit<br />

van Nijmegen krijgt overhandigd.<br />

Vervolgens sprak Van Bunge <strong>de</strong> on<strong>de</strong>rstaan<strong>de</strong> tekst uit, gevolgd door <strong>de</strong> lezing van<br />

Steenbakkers die in sneltreinvaart door <strong>de</strong> historische ontwikkelingen van het<br />

<strong>Spinoza</strong>on<strong>de</strong>rzoek ging. Op drie thema's is nog het nodige te verrichten, zo gaf hij aan. De<br />

bijbelkritiek van <strong>Spinoza</strong> zelf, waar ook <strong>de</strong> Korte Verhan<strong>de</strong>ling, die alleen nog in moeilijk<br />

toegankelijk oud-ne<strong>de</strong>rlands te krijgen is, niet mag ontbreken.<br />

De emotietheorie, waar Nico Frijda en ook Antonio Damasio al wel mee heeft gewerkt, maar<br />

die zeker nog meer on<strong>de</strong>rzoek vraagt. En <strong>de</strong> rol van <strong>Spinoza</strong> voor <strong>de</strong> evolutietheorie, met <strong>de</strong><br />

"conatus" als stuwen<strong>de</strong> kracht. Hampshire, weer Damasio, Israel en Huxley wor<strong>de</strong>n <strong>op</strong> dat vlak<br />

genoemd. Meer on<strong>de</strong>rzoek is nodig.<br />

"Een filosoof komt pas tot zijn recht als we hem serieus nemen," zo haal<strong>de</strong> Steenbakkers aan.


Na <strong>de</strong> lezing kwam voor veel mensen het eind, terwijl gelijktijdig nog door een aantal mensen<br />

vragen wer<strong>de</strong>n gesteld aan <strong>de</strong> tafel met Van Bunge en Steenbakkers. Ook ik spoed<strong>de</strong> mij naar<br />

<strong>de</strong> uitgang, maar niet voordat ik <strong>de</strong> vraag <strong>op</strong>ving van een aanwezige die vroeg naar <strong>de</strong><br />

verhouding tussen Vereniging Het <strong>Spinoza</strong>huis en <strong>de</strong> filosoof <strong>Wim</strong> <strong>Klever</strong>.<br />

"Wat is er van waar van het verhaal dat er een gebruskeer<strong>de</strong> verhouding is tussen <strong>de</strong><br />

vereniging en <strong>de</strong> filosoof <strong>Wim</strong> <strong>Klever</strong>?", zo werd gevraagd aan Miriam van Reijen. Die gaf, wijs<br />

en verstandig, <strong>de</strong> vraag door aan Van Bunge, weten<strong>de</strong> natuurlijk dat die zulke moeilijke<br />

vragen van goe<strong>de</strong> antwoor<strong>de</strong>n kan voorzien.<br />

"<strong>Klever</strong> was mijn co-promotor, en zojuist heb ik hem nog genoemd in mijn toespraak als een<br />

van <strong>de</strong> belangrijke wetenschappers in het spinozaon<strong>de</strong>rzoek. Het is niet zo dat er van een<br />

verstoor<strong>de</strong> verhouding sprake is. Wel is het zo dat <strong>de</strong> heer <strong>Klever</strong> <strong>op</strong> polemische wijze zijn<br />

soms radicale <strong>de</strong>nkbeel<strong>de</strong>n ver<strong>de</strong>digd en voor het voetlicht brengt. Ook, en daarbij, wordt hij<br />

natuurlijk wat ou<strong>de</strong>r, waardoor hij niet meer <strong>op</strong> dit soort her<strong>de</strong>nkingen komt."<br />

Mooie zalven<strong>de</strong> woor<strong>de</strong>n, voor <strong>de</strong> vragensteller genoeg. Wie echter wat ver<strong>de</strong>r kijkt en<br />

on<strong>de</strong>rzoek doet ziet dat er zeker sprake is van verstoor<strong>de</strong> verhoudingen, met daaraan ten<br />

grondslag een felle polemische strijd, die menigmaal <strong>op</strong> <strong>de</strong> man is gespeeld. De precieze<br />

<strong>de</strong>tails daarvan bewaar ik voor een an<strong>de</strong>re keer, voor nu volsta ik met <strong>op</strong> te merken dat in het<br />

gesproken woord <strong>Klever</strong> nog wel genoemd wordt. Maar over hem schrijven? ...<br />

On<strong>de</strong>rstaand <strong>de</strong> tekst, met daaraan toegevoegd (tussen haakjes) enkele van <strong>de</strong> <strong>op</strong>merkingen<br />

die Van Bunge in <strong>de</strong> uitgesproken tekst toevoeg<strong>de</strong>. De tekst zelf is gepubliceerd in het blad<br />

Opinio.<br />

Wiep van Bunge is hoogleraar in <strong>de</strong> geschie<strong>de</strong>nis van <strong>de</strong> wijsbegeerte, <strong>de</strong>caan van <strong>de</strong> faculteit<br />

<strong>de</strong>r wijsbegeerte van <strong>de</strong> Erasmus Universiteit Rotterdam, en voorzitter van <strong>de</strong> Vereniging Het<br />

<strong>Spinoza</strong>huis; www.spinozahuis.<strong>nl</strong><br />

Het zal u niet zijn ontgaan dat Ne<strong>de</strong>rland sinds kort over een officiële canon beschikt. Een<br />

speciaal daartoe door <strong>de</strong> minister van On<strong>de</strong>rwijs in het leven geroepen commissie heeft on<strong>de</strong>r<br />

voorzitterschap van Frits van Oostrom een lijst <strong>op</strong>gesteld van vijftig „vensters‟ <strong>op</strong> onze<br />

geschie<strong>de</strong>nis, die tezamen een blik werpen <strong>op</strong> het „verhaal‟ dat wij Ne<strong>de</strong>rland noemen.<br />

Dat klinkt misschien wat voorzichtig, en dat is niet toevallig. Zodra bekend werd dat er een<br />

canoncommissie aan het werk was gezet, brak van alle kanten protest uit, want veel historici<br />

waren bang <strong>op</strong>geza<strong>de</strong>ld te wor<strong>de</strong>n met wat Maria Grever „geschie<strong>de</strong>nis per <strong>de</strong>creet‟ heeft<br />

genoemd, een standaard die alternatieve interpretaties van ons verle<strong>de</strong>n zou uitsluiten en die<br />

bijvoorbeeld vrouwen weer eens niet zou noemen. Tevens bestond <strong>de</strong> angst dat een<br />

Ne<strong>de</strong>rlandse canon te provinciaal zou uitpakken: zou <strong>de</strong> wij<strong>de</strong> wereld niet vergeten wor<strong>de</strong>n<br />

en bovendien: wat moesten Surinaamse, Turkse en Marokkaanse jongeren aan met, pakweg,<br />

<strong>de</strong> Slag bij Heiligerlee?<br />

Maar Van Oostrom heeft steeds volgehou<strong>de</strong>n helemaal geen standaard te willen ijken – <strong>de</strong><br />

commissie bood slechts „vensters‟ – en hij heeft critici juist uitgenodigd hun eigen canon <strong>op</strong> te<br />

stellen. Wat dan ook onmid<strong>de</strong>llijk gebeurd is. Nogal wat aandacht is met name uitgegaan naar<br />

<strong>de</strong> christelijke canon, die in<strong>de</strong>rdaad <strong>op</strong> een aantal punten („vensters‟) afwijkt van <strong>de</strong><br />

officiële. Wist u dat er inmid<strong>de</strong>ls een Friese canon bestaat, en een Limburgse? Er is zelfs een<br />

canon van het Groene Hart verschenen, en een canon van Har<strong>de</strong>rwijk. Uiteraard kwam er een<br />

vrouwencanon, maar ook een brochure getiteld Canongebul<strong>de</strong>r – in<strong>de</strong>rdaad, over militaire<br />

geschie<strong>de</strong>nis. De officiële canon is inmid<strong>de</strong>ls ook al bijgesteld: men was Christiaan Huygens<br />

vergeten, en voor hem heeft <strong>de</strong> uitvinding van <strong>de</strong> boekdrukkunst plaats moeten maken, die<br />

per slot van rekening ook niet typisch Ne<strong>de</strong>rlands was.<br />

We beschikken inmid<strong>de</strong>ls dus over één officiële canon en een waaier van alternatieve. Maar<br />

alleen <strong>de</strong> officiële canon wordt voorgeschreven in het on<strong>de</strong>rwijs <strong>op</strong> <strong>de</strong> lagere en mid<strong>de</strong>lbare<br />

school. Die vijftig vensters moeten dus <strong>de</strong> kern gaan uitmaken van wat Ne<strong>de</strong>rlan<strong>de</strong>rs weten<br />

over hun eigen verle<strong>de</strong>n. De roep om houvast was groot gewor<strong>de</strong>n, niet eens zozeer vanwege<br />

<strong>de</strong> snel groeien<strong>de</strong> betekenis van <strong>de</strong> Eur<strong>op</strong>ese context voor Ne<strong>de</strong>rland of door <strong>de</strong> toenemen<strong>de</strong><br />

globalisering, als wel vanwege <strong>de</strong> snel om zich heen grijpen<strong>de</strong> onwetendheid. Ie<strong>de</strong>reen kent<br />

<strong>de</strong> beschamen<strong>de</strong> uitkomsten van <strong>de</strong> steekproef on<strong>de</strong>r parlementariërs die het Historisch


Nieuwsblad eind vorige eeuw nog hield, met als bizar dieptepunt <strong>de</strong> prominente<br />

volksvertegenwoordiger die meen<strong>de</strong> te weten dat Willem van Oranje was vermoord bij<br />

Dokkum, in 754.<br />

Ook <strong>de</strong> plaats in <strong>de</strong> canon van mensen die al eeuwen dood zijn, is aan mo<strong>de</strong>s on<strong>de</strong>rhevig.<br />

Willem van Oranje heeft daar misschien niet zo‟n last van, maar dat ook <strong>Spinoza</strong> <strong>de</strong> canon van<br />

Van Oostrom heeft gehaald, was voor mij toch een verrassing. Het is niet zo lang gele<strong>de</strong>n dat<br />

hij in Ne<strong>de</strong>rland, buiten een kleine kring van liefhebbers, niet veel meer was dan een<br />

exotische naam uit een ver verle<strong>de</strong>n. Dat daar inmid<strong>de</strong>ls veran<strong>de</strong>ring in is gekomen, dat hij<br />

inmid<strong>de</strong>ls in Ne<strong>de</strong>rland, maar ook en met name in Frankrijk, Duitsland en Italië als een<br />

sleutelfiguur geldt in <strong>de</strong> Eur<strong>op</strong>ese intellectuele geschie<strong>de</strong>nis, is het gevolg van drie<br />

ontwikkelingen.<br />

In <strong>de</strong> eerste plaats is <strong>de</strong> filosofie van <strong>Spinoza</strong> <strong>de</strong> afgel<strong>op</strong>en <strong>de</strong>cennia <strong>op</strong> een heel nieuwe<br />

manier geïnterpreteerd, waardoor hij als veel mo<strong>de</strong>rner kon wor<strong>de</strong>n begrepen dan lang het<br />

geval was. De afgel<strong>op</strong>en jaren zijn er steeds meer aanwijzingen gekomen dat hij veel<br />

invloedrijker was dan lang voor mogelijk was gehou<strong>de</strong>n. Tot in <strong>de</strong> jaren zestig, zeventig van<br />

<strong>de</strong> vorige eeuw gold <strong>Spinoza</strong> ook on<strong>de</strong>r aca<strong>de</strong>mische filosofen wereldwijd als een vooral<br />

morsdo<strong>de</strong> <strong>de</strong>nker: een filosoof die wortel<strong>de</strong> in <strong>de</strong> mid<strong>de</strong>leeuwse, joodse mystiek en die in een<br />

volstrekt scholastisch vocabulaire een hoogst abstract metafysisch systeem had <strong>op</strong>gebouwd,<br />

dat vooral ontzag afdwong. Maar dan het soort van ontzag dat niet of nauwelijks tot navolging<br />

inspireer<strong>de</strong>. Hij werd kortom bewon<strong>de</strong>rd, maar niet bemind. Het hoofdwerk van <strong>Spinoza</strong>, <strong>de</strong><br />

Ethica uit 1677, werd als een weze<strong>nl</strong>ijk tijdloos meesterwerk <strong>op</strong>gevat, van strikt theoretische<br />

relevantie. Die houding ten <strong>op</strong>zichte van <strong>Spinoza</strong>, die er vooral een was van eerbied en<br />

gepaste afstand hou<strong>de</strong>n, kwam niet uit <strong>de</strong> lucht vallen.<br />

Om te beginnen heeft dat werk, <strong>de</strong> Ethica, een hoogst merkwaardige vorm: het is<br />

gemo<strong>de</strong>lleerd <strong>op</strong> <strong>de</strong> wiskun<strong>de</strong>, meer in bijzon<strong>de</strong>r <strong>op</strong> <strong>de</strong> meetkun<strong>de</strong> van Eucli<strong>de</strong>s. Het boek<br />

bestaat uit vijf <strong>de</strong>len, die elk beginnen met <strong>de</strong>finities en axioma‟s <strong>op</strong> grond waarvan<br />

vervolgens „stellingen‟ wor<strong>de</strong>n „ge<strong>de</strong>monstreerd‟ in heuse „bewijzen‟, waarna het „Q.E.D.‟<br />

volgt: „hetgeen te bewijzen was‟. En in die bewijzen wordt steeds uitsluitend een beroep<br />

gedaan <strong>op</strong> reeds gelever<strong>de</strong> <strong>de</strong>finities en axioma‟s en eer<strong>de</strong>r bewezen stellingen. De ambitie is<br />

dui<strong>de</strong>lijk: hier wordt een filosofie gepresenteerd die <strong>de</strong> pretentie heeft net zo waar te zijn als<br />

<strong>de</strong> wiskun<strong>de</strong> zelf, en net zo tijdloos.<br />

Wat moet je met zo‟n boek? Je kunt steggelen over <strong>Spinoza</strong>‟s <strong>de</strong>finities en axioma‟s en over<br />

<strong>de</strong> precieze bewijsgang, maar dat werd al vroeg na het verschijnen van <strong>de</strong> Ethica alleen al zo<br />

moeilijk omdat <strong>Spinoza</strong> in die <strong>de</strong>finities, axioma‟s en stellingen begrippen hanteer<strong>de</strong> die al<br />

aan het ein<strong>de</strong> van <strong>de</strong> zeventien<strong>de</strong> eeuw min of meer in onbruik waren geraakt: hij heeft het<br />

over „substanties‟ (sic), „attributen‟ en „modi‟ – termen die hij hoofdzakelijk aan Aristoteles<br />

ontleen<strong>de</strong>. Al vanaf <strong>de</strong> achttien<strong>de</strong> eeuw waren die vooral door toedoen van Locke als<br />

ou<strong>de</strong>rwets terzij<strong>de</strong> geschoven, als een soort mid<strong>de</strong>leeuwse resten uit een bygone age,<br />

waarvoor in <strong>de</strong> mo<strong>de</strong>rne tijd geen plaats meer was.<br />

Als we ons tot <strong>de</strong> twintigste eeuw beperken, zie je dat met name <strong>de</strong> professionele,<br />

aca<strong>de</strong>mische filosofie lang om <strong>Spinoza</strong> heen liep. In Ne<strong>de</strong>rland en Vlaan<strong>de</strong>ren was na <strong>de</strong><br />

Twee<strong>de</strong> Wereldoorlog <strong>de</strong> belangstelling voor <strong>Spinoza</strong> aanvankelijk zeer gering. Wie <strong>de</strong><br />

naoorlogse jaargangen van het Algemeen Ne<strong>de</strong>rlands Tijdschrift voor Wijsbegeerte (ANTW) en<br />

het Tijdschrift voor Filosofie doorbla<strong>de</strong>rt, stuit slechts bij hoge uitzon<strong>de</strong>ring <strong>op</strong> een verwijzing<br />

naar <strong>Spinoza</strong> of een bespreking van een aan <strong>Spinoza</strong> gewij<strong>de</strong> studie uit het buite<strong>nl</strong>and. In het<br />

mid<strong>de</strong>n van <strong>de</strong> jaren zestig schreef <strong>de</strong> Leidse hoogleraar Ferdinand Sassen voor The<br />

Encycl<strong>op</strong>edia of Philos<strong>op</strong>hy een korte schets van het wijsgerig klimaat in ons land, waarin hij<br />

liet zien hoe vooroorlogse stromingen als het neo-thomisme, het neo-kantianisme en het neohegelianisme<br />

na ‟45 volledig waren verpieterd. Wie met zijn tijd meeging, zo schreef Sassen,<br />

werd existentialist, fenomenoloog of logisch positivist; „en Spinozisme,‟ aldus Sassen,<br />

„verdween uit het wetenschappelijke veld‟.<br />

(Sassen benoem<strong>de</strong> <strong>de</strong> achtereenvolgen<strong>de</strong> Spinozistische perio<strong>de</strong>s <strong>de</strong> pr<strong>op</strong>agandistische, <strong>de</strong><br />

wereldbeschouwelijke en het geleerd spinozisme)<br />

Slechts een paar jaar later, in 1971, signaleer<strong>de</strong> <strong>de</strong>zelf<strong>de</strong> Sassen dat het „Ne<strong>de</strong>rlands<br />

spinozisme‟ aan <strong>de</strong> vooravond stond van een renaissance, ofschoon het nog tot 1974 zou duren<br />

voordat het ANTW een geheel aan <strong>Spinoza</strong> gewijd artikel zou afdrukken – van <strong>de</strong> hand van <strong>de</strong>


jonge Vlaamse filosoof Herman <strong>de</strong> Dijn. In <strong>de</strong> lo<strong>op</strong> van <strong>de</strong> jaren zeventig en tachtig stond De<br />

Dijn vervolgens samen met zijn Groningse collega Huib Hubbeling garant voor tientallen<br />

artikelen en recensies. Bovendien publiceer<strong>de</strong>n zij veelvuldig in internationale tijdschriften<br />

en congresbun<strong>de</strong>ls, en zo gaven zij gezame<strong>nl</strong>ijk dat nieuwe geleer<strong>de</strong> Ne<strong>de</strong>rlandse spinozisme<br />

vorm.<br />

("Ook <strong>Wim</strong> <strong>Klever</strong> droeg bij aan <strong>de</strong>ze <strong>op</strong>komst van het geleerd spinozisme: hij publiceer<strong>de</strong> in<br />

10 jaar tijd 20 artikelen in Studio <strong>Spinoza</strong>na.")<br />

Wat was er eind jaren zestig gebeurd, dat <strong>Spinoza</strong> plots weer zo <strong>de</strong> aandacht trok in<br />

Ne<strong>de</strong>rland? In 1968 verschenen drie Franse studies over <strong>de</strong> Ethica, waarin een geheel nieuwe<br />

interpretatie van het spinozisme werd ontwikkeld. Die liet zien dat achter die zo weerbarstige<br />

vorm van <strong>de</strong> Ethica en achter zijn zo ou<strong>de</strong>rwets ogen<strong>de</strong> vocabulaire een inhoud schuilging die<br />

allerminst uit <strong>de</strong> tijd was. Ineens realiseer<strong>de</strong> men zich dat <strong>Spinoza</strong> ook als een verbluffend<br />

modérne filosoof kon wor<strong>de</strong>n gelezen. Plotseling kwam <strong>de</strong> nadruk te liggen <strong>op</strong> <strong>Spinoza</strong>‟s<br />

rationalisme en zijn realisme. Door hun nauwgezette reconstructie van <strong>de</strong> interne structuur<br />

van <strong>de</strong> Ethica lieten met name Martial Gueroult en Alexandre Matheron bovendien zien hoe<br />

verbluffend coherent <strong>de</strong>ze filosofie was. Daarbij werd <strong>Spinoza</strong> voortdurend vergeleken met<br />

an<strong>de</strong>re zeventien<strong>de</strong>-eeuwers als Descartes en Hobbes, en werd hij met kracht verwij<strong>de</strong>rd uit<br />

<strong>de</strong> i<strong>de</strong>alistische traditie. Doorslaggevend was het inzicht ("als ik mij niet vergis") dat <strong>Spinoza</strong><br />

geen subject-filosoof was – geen filosoof die stelt dat <strong>de</strong> natuur altijd het door het subject<br />

bemid<strong>de</strong>l<strong>de</strong> product is van <strong>de</strong> mens en zijn perceptie van <strong>de</strong> natuur. <strong>Spinoza</strong> zet die <strong>op</strong> het<br />

subject georiënteer<strong>de</strong> traditie juist volledig <strong>op</strong> zijn k<strong>op</strong>: <strong>de</strong> mens is, an<strong>de</strong>rsom, een prodúct<br />

van <strong>de</strong> natuur, en dient bijgevolg als een natuurlijk wezen bestu<strong>de</strong>erd te wor<strong>de</strong>n.<br />

Dit inzicht sloot nauw aan bij een intellectuele trend die ontstond in Parijs en die<br />

aanvankelijk „post-structuralistisch‟ werd genoemd. Behalve Gueroult en Matheron,<br />

publiceer<strong>de</strong> ook <strong>de</strong> jonge Gilles Deleuze in 1968 een vuistdikke studie over <strong>Spinoza</strong>, en ook<br />

zijn reëvaluatie van <strong>de</strong> Ethica ging gepaard met <strong>de</strong> heront<strong>de</strong>kking van <strong>de</strong> zeer ge<strong>de</strong>tailleer<strong>de</strong><br />

psychologie van dat boek. <strong>Spinoza</strong>‟s politieke filosofie, die lang min of meer vergeten was,<br />

bleek vervolgens geheel in het teken te staan van <strong>de</strong> vrijheid. <strong>Spinoza</strong> zegt het met zoveel<br />

woor<strong>de</strong>n: het doel van <strong>de</strong> staat is vrijheid. Ineens bleek <strong>de</strong> filosofie van <strong>Spinoza</strong> niet alleen<br />

veel coherenter maar ook veel praktischer dan men had kunnen vermoe<strong>de</strong>n, en na die eerste<br />

grote commentaren uit Parijs kwam een enorme stroom van studies <strong>op</strong> gang die <strong>de</strong>ze<br />

„revolutie‟ in <strong>de</strong> <strong>Spinoza</strong>-studie alleen maar bevestig<strong>de</strong>n. Inmid<strong>de</strong>ls, we zijn nu veertig jaar<br />

ver<strong>de</strong>r, geldt <strong>Spinoza</strong> als een van <strong>de</strong> mo<strong>de</strong>rnste zeventien<strong>de</strong>-eeuwse filosofen, die enerzijds<br />

met een heel nuchtere blik, strikt „wetenschappelijk‟, naar <strong>de</strong> mens en zijn verhouding tot <strong>de</strong><br />

rest van <strong>de</strong> wereld kijkt en die an<strong>de</strong>rzijds ook zeer uitee<strong>nl</strong><strong>op</strong>en<strong>de</strong> politieke filosofen<br />

inspireert. Inmid<strong>de</strong>ls is <strong>Spinoza</strong> dus „in‟ – “Everybody loves <strong>Spinoza</strong>,” schreef Slavoj Zizek een<br />

paar jaar terug – en dat al lang niet meer alleen <strong>op</strong> het vasteland van Eur<strong>op</strong>a. Ook analytische<br />

filosofen als Donald Davidson en neurowetenschappers als Antonio Damasio hebben <strong>Spinoza</strong><br />

heront<strong>de</strong>kt.<br />

Het werk van <strong>Spinoza</strong> werd in <strong>de</strong> zeventien<strong>de</strong> eeuw onmid<strong>de</strong>llijk verbo<strong>de</strong>n, zelfs in <strong>de</strong> relatief<br />

tolerante Ne<strong>de</strong>rlandse Republiek. Als 24-jarige Amsterdammer werd hij, in 1656, verbannen<br />

uit <strong>de</strong> Portugese synagoge. Daarmee werd hij officieel uit <strong>de</strong> joodse gemeenschap verwij<strong>de</strong>rd.<br />

Weliswaar vond hij toen al spoedig een nieuwe vrien<strong>de</strong>nkring, maar na <strong>de</strong> publicatie van zijn<br />

Tractatus Theologico-Politicus (1670) werd hij zo gewantrouwd door met name <strong>de</strong> kerkelijke<br />

autoriteiten in <strong>de</strong> Republiek dat hij <strong>de</strong> Ethica niet meer tij<strong>de</strong>ns zijn leven wil<strong>de</strong> uitgeven. Dat<br />

moest wachten tot na zijn dood, in februari 1677. In feite <strong>op</strong>ereer<strong>de</strong> <strong>Spinoza</strong> clan<strong>de</strong>stien, in<br />

<strong>de</strong> marge van <strong>de</strong> Republiek <strong>de</strong>r Letteren.<br />

Na zijn dood zou<strong>de</strong>n bovendien in heel Eur<strong>op</strong>a enkele hon<strong>de</strong>r<strong>de</strong>n weerleggingen van het<br />

spinozisme verschijnen. Want <strong>Spinoza</strong> werd algemeen niet alleen als een fatalist gezien, maar<br />

vooral ook als een atheïst en een materialist. In <strong>de</strong> zeventien<strong>de</strong> eeuw noem<strong>de</strong>n ze zo iemand<br />

een „ongodist‟, en er bestond in heel Eur<strong>op</strong>a bre<strong>de</strong> overeenstemming over <strong>de</strong> conclusie dat<br />

<strong>Spinoza</strong> <strong>de</strong> gevaarlijkste „ongodist‟ was die ooit een pen <strong>op</strong> papier had gezet.<br />

Dat ook zeer geleer<strong>de</strong> specialisten in <strong>de</strong> geschie<strong>de</strong>nis van <strong>de</strong> filosofie dus lang hebben gedacht<br />

dat <strong>Spinoza</strong> nauwelijks enige impact had – hij werd, zo ging lang het verhaal, pas door<br />

vroegnegentien<strong>de</strong>-eeuwse Duitse filosofen heront<strong>de</strong>kt – was niet zo vreemd. Wel was al<br />

geruime tijd bekend dat er toch pockets of resistance waren. Ook in <strong>de</strong> Republiek had <strong>Spinoza</strong><br />

vrij veel heel goe<strong>de</strong> vrien<strong>de</strong>n. Zelfs friends in high places: regenten, aanzie<strong>nl</strong>ijke geleer<strong>de</strong>n


en rijke ko<strong>op</strong>lui bewon<strong>de</strong>r<strong>de</strong>n hem óók. Vanaf <strong>de</strong> vroege jaren tachtig van <strong>de</strong> vorige eeuw<br />

werd ook <strong>op</strong>nieuw on<strong>de</strong>rzoek gedaan naar <strong>de</strong> receptie van <strong>Spinoza</strong>, en wat bleek: <strong>de</strong> lijst van<br />

hele en halve spinozisten uit <strong>de</strong> zeventien<strong>de</strong> en achttien<strong>de</strong> eeuw werd steeds langer. Zó lang<br />

dat we echt niet meer vol kon<strong>de</strong>n hou<strong>de</strong>n dat <strong>Spinoza</strong> na zijn dood vergeten werd.<br />

Integen<strong>de</strong>el, gelei<strong>de</strong>lijk doem<strong>de</strong>n <strong>de</strong> contouren <strong>op</strong> van een goed<strong>de</strong>els clan<strong>de</strong>stiene,<br />

on<strong>de</strong>rgrondse spinozistische beweging, die niet alleen in <strong>de</strong> Ne<strong>de</strong>rlandse Republiek vaste<br />

grond on<strong>de</strong>r <strong>de</strong> voeten kreeg, maar die ook in Duitsland, en met name in Frankrijk <strong>op</strong>gang<br />

maakte. Zo werd dui<strong>de</strong>lijk waarom er zo lang zo veel weerleggingen van het spinozisme waren<br />

verschenen: als <strong>Spinoza</strong> in<strong>de</strong>rdaad pas aan het begin van <strong>de</strong> negentien<strong>de</strong> eeuw werd<br />

heront<strong>de</strong>kt, waar was heel die polemiek dan voor nodig geweest? Juist <strong>de</strong> omvang, het volume<br />

en niet te vergeten <strong>de</strong> toon van <strong>de</strong> kritiek bevestig<strong>de</strong>n <strong>de</strong> ernst van het fenomeen.<br />

Zowel <strong>de</strong> nieuwe interpretatie van <strong>Spinoza</strong>‟s filosofie als het besef dat <strong>Spinoza</strong> veel<br />

intensiever werd bestu<strong>de</strong>erd dan voorheen was aangenomen, wer<strong>de</strong>n een paar jaar gele<strong>de</strong>n<br />

voor het eerst magistraal bijeengebracht door <strong>de</strong> Britse historicus Jonathan Israel, in Radical<br />

E<strong>nl</strong>ightenment. Inmid<strong>de</strong>ls is <strong>de</strong>el twee ook uit: E<strong>nl</strong>ightenment Contested, en ik meen dat <strong>de</strong>el<br />

drie zijn voltooiing na<strong>de</strong>rt. Radical E<strong>nl</strong>ightenment heeft een enorme impact gehad, zeker in<br />

Ne<strong>de</strong>rland, en ik vermoed dat zon<strong>de</strong>r Jonathan Israel <strong>Spinoza</strong> <strong>de</strong> Ne<strong>de</strong>rlandse canon niet had<br />

gehaald. Toch valt er <strong>op</strong> Radical E<strong>nl</strong>ightenment en <strong>op</strong> <strong>de</strong> manier waar<strong>op</strong> dat boek wordt<br />

gebruikt in het publieke <strong>de</strong>bat, wel wat aan te merken.<br />

Dit brengt me bij <strong>de</strong> twee<strong>de</strong> factor die naar ik vermoed verantwoor<strong>de</strong>lijk is voor <strong>de</strong> plaats die<br />

<strong>Spinoza</strong> inmid<strong>de</strong>ls inneemt in <strong>de</strong> officiële Ne<strong>de</strong>rlandse canon. Elke canon is uitdrukking van<br />

wat <strong>op</strong> een zeker moment in spraakmaken<strong>de</strong> kringen belangrijk wordt gevon<strong>de</strong>n. De afgel<strong>op</strong>en<br />

jaren is in Ne<strong>de</strong>rland een nieuw, strijdbaar secularisme ontstaan. Onze huidige secularisatie –<br />

daar kan weinig misverstand over bestaan – is het product van <strong>de</strong> jaren zestig. Aan het begin<br />

van <strong>de</strong> jaren zestig was Ne<strong>de</strong>rland nog groten<strong>de</strong>els confessioneel ingekleurd en was nergens in<br />

Eur<strong>op</strong>a een hoger percentage van <strong>de</strong> bevolking lid van enig kerkgenootschap dan hier. Begin<br />

jaren tachtig was Ne<strong>de</strong>rland het minst confessionele land van Eur<strong>op</strong>a. Velen ligt die radicale<br />

breuk met het christelijk verle<strong>de</strong>n nog vers in het geheugen. Het waren schrijvers, romanciers<br />

en essayisten die <strong>de</strong>stijds het luidruchtigst afscheid namen van het geloof van hun ou<strong>de</strong>rs:<br />

W.F. Hermans, Jan Wolkers en, in <strong>de</strong> jaren zeventig, Maarten ‟t Hart. Weliswaar werd Gerard<br />

Reve katholiek, maar ook hij had daartoe eerst af te rekenen met een an<strong>de</strong>r geloof, en <strong>de</strong><br />

manier waar<strong>op</strong> hij zich tot <strong>de</strong> kerk van Rome bekeer<strong>de</strong>, was weer niet bepaald orthodox.<br />

Wat overbleef van met name <strong>de</strong> Ne<strong>de</strong>rlandse Hervorm<strong>de</strong> Kerk, maar ook van <strong>de</strong><br />

Gereformeer<strong>de</strong> en <strong>de</strong> rooms-katholieke, werd gemotiveerd door een dikwijls zó liberale<br />

theologie dat <strong>de</strong> kloof die <strong>Spinoza</strong> van oudsher scheid<strong>de</strong> van <strong>de</strong> gevestig<strong>de</strong> kerken, plots een<br />

stuk kleiner werd. En voor ongelovigen die niet allergisch waren gewor<strong>de</strong>n voor termen als<br />

„God‟, „ziel‟ en „heil‟, bleek <strong>Spinoza</strong> een filosofie te bie<strong>de</strong>n die het mogelijk bleef maken over<br />

<strong>de</strong> Grote Vragen na te <strong>de</strong>nken zon<strong>de</strong>r een beroep te doen <strong>op</strong> enige bovennatuurlijke or<strong>de</strong>.<br />

<strong>Spinoza</strong> had het per slot van rekening over een „<strong>de</strong>us sive natura‟ – God als niet te<br />

on<strong>de</strong>rschei<strong>de</strong>n van <strong>de</strong> natuur – en beteken<strong>de</strong> „ziel‟ niet eige<strong>nl</strong>ijk „geest‟? Ook <strong>Spinoza</strong>‟s<br />

<strong>op</strong>vatting over godsdienst als een weze<strong>nl</strong>ijk persoo<strong>nl</strong>ijke houding sloot goed aan bij <strong>de</strong> laattwintigste-eeuwse<br />

afkeer van theologische dogmatiek.<br />

Leek <strong>de</strong> antikerkelijke polemiek in Ne<strong>de</strong>rland aan het ein<strong>de</strong> van <strong>de</strong> twintigste eeuw voltooid,<br />

rond <strong>de</strong> eeuwwisseling dien<strong>de</strong> zich een nieuwe, godsdienstige stroming aan in het publieke<br />

domein, die leid<strong>de</strong> tot nieuwe, zeer verhitte <strong>de</strong>batten: <strong>de</strong> islam, die een hele generatie van<br />

nieuwe secularisten in stelling heeft gebracht. En dit nieuwe secularisme heeft <strong>Spinoza</strong> en <strong>de</strong><br />

radicale Verlichting in korte tijd omarmd. Dit is <strong>de</strong> <strong>de</strong>r<strong>de</strong> factor die verantwoor<strong>de</strong>lijk is voor<br />

<strong>de</strong> plaats van <strong>Spinoza</strong> in <strong>de</strong> Ne<strong>de</strong>rlandse canon. Jonathan Israel heeft zelf al in zijn<br />

Rotterdamse Pierre Bayle Lezing van 2004 gewaarschuwd voor <strong>de</strong> verleiding het spinozisme uit<br />

te spelen tegen <strong>de</strong> dikwijls arme, slecht <strong>op</strong>gelei<strong>de</strong> aanhangers van <strong>de</strong> islam uit <strong>de</strong> ou<strong>de</strong><br />

wijken van <strong>de</strong> Randstad, maar veel geholpen heeft dat niet.<br />

Ayaan Hirsi Ali heeft <strong>de</strong> middag voor haar vertrek naar <strong>de</strong> VS samen met enkele vriendinnen in<br />

Rijnsburg het <strong>Spinoza</strong>huis bezocht, het huisje waar <strong>Spinoza</strong> begin jaren zestig van <strong>de</strong><br />

zeventien<strong>de</strong> eeuw aan <strong>de</strong> Ethica werkte. Een ontroeren<strong>de</strong> geste van een dappere vrouw. In<br />

zijn Atheïstisch manifest vertelt Herman Philipse haast verte<strong>de</strong>rd hoe ijverig Ayaan het werk<br />

van Jonathan Israel echt bestu<strong>de</strong>erd heeft.<br />

Maar <strong>de</strong> manier waar<strong>op</strong> <strong>Spinoza</strong> <strong>de</strong> afgel<strong>op</strong>en jaren als radicale Verlichter en grondlegger van


onze „mo<strong>de</strong>rniteit‟ is ingelijfd door critici van <strong>de</strong> islam roept ook vragen <strong>op</strong>. <strong>Spinoza</strong> was ten<br />

slotte vooral radicaal in zijn pleidooi voor tolerantie. Ver<strong>de</strong>r is niet zo dui<strong>de</strong>lijk wat het<br />

vandaag <strong>de</strong> dag precies betekent om „mo<strong>de</strong>rn‟ te zijn. Nog afgezien van het feit dat <strong>de</strong><br />

meeste filosofen <strong>de</strong> mo<strong>de</strong>rniteit vooral als een probleem ervaren, betekent zij volgens Israel<br />

vooral: breken met <strong>de</strong> ge<strong>op</strong>enbaar<strong>de</strong> godsdienst, afscheid nemen van <strong>de</strong> gedachte dat er<br />

zoiets kan zijn als een ge<strong>op</strong>enbaar<strong>de</strong> waarheid of een heilig boek.<br />

Dit vraagt om twee korte kanttekeningen. Want volgens <strong>Spinoza</strong> is godsdienst in sommige<br />

<strong>op</strong>zichten helemaal niet „onwaar‟. Volgens <strong>Spinoza</strong> is het onwaar dat God – in letterlijke zin –<br />

een zoon heeft en <strong>de</strong> auteur is van een boek. Maar bij herhaling benadrukt hij ook hoe<br />

belangrijk godsdienst is voor <strong>de</strong> moraal. „Religio‟ betekent bij hem niet het „geloof‟ in dit of<br />

dat, maar een bepaal<strong>de</strong>, hoogstaan<strong>de</strong> „levenswijze‟.<br />

Bovendien is het nog maar <strong>de</strong> vraag of godsdienst en mo<strong>de</strong>rniteit elkaar uitsluiten. Peter van<br />

Roo<strong>de</strong>n heeft er<strong>op</strong> gewezen dat <strong>de</strong> secularisatie in Ne<strong>de</strong>rland een zó plotselinge breuk met<br />

het verle<strong>de</strong>n inhield dat <strong>de</strong> toekomst van <strong>de</strong> religie in ons land radicaal onvoorspelbaar is. Of<br />

die breuk een <strong>de</strong>finitieve zal zijn, moet nog blijken. Opmerkelijk lijkt me wel dat een nieuwe<br />

generatie schrijvers, van Willem-Jan Otten en Désanne van Bre<strong>de</strong>ro<strong>de</strong> tot Jan Siebelink, ons<br />

nu voorhoudt dat het nog lang niet gedaan is met <strong>de</strong> religie. Ne<strong>de</strong>rland is geen eiland, en het<br />

lijdt geen twijfel dat <strong>de</strong> VS nog steeds het mo<strong>de</strong>rne Westen aanvoeren en tegelijkertijd diep<br />

gelovig zijn. Alexis <strong>de</strong> Tocqueville wees er al in 1840 <strong>op</strong> dat in Amerika religie en mo<strong>de</strong>rniteit<br />

hand in hand bleken te gaan, en ook nu zou een atheïst geen presi<strong>de</strong>nt van <strong>de</strong> Verenig<strong>de</strong><br />

Staten kunnen wor<strong>de</strong>n.<br />

Voor <strong>Spinoza</strong>‟s bewon<strong>de</strong>raars is het ongetwijfeld een troostrijke gedachte dat <strong>de</strong><br />

belangstelling voor zijn werk en voor zijn persoon gestaag blijft groeien. Waarschij<strong>nl</strong>ijk is <strong>de</strong><br />

betekenis die <strong>Spinoza</strong> had voor <strong>de</strong> radicale Verlichting in Ne<strong>de</strong>rland zo lang en ernstig<br />

on<strong>de</strong>rschat, door het voortduren<strong>de</strong> misverstand dat <strong>Spinoza</strong> in zijn tijd een éé<strong>nl</strong>ing was, een<br />

filosofische reus te mid<strong>de</strong>n van dwergen, een <strong>de</strong>nker die, zoals Leo Strauss zei, ook niet voor<br />

zijn eigen tijdgenoten schreef, maar voor <strong>de</strong> twintigste eeuw.<br />

D oor Leon <strong>op</strong> 1 <strong>de</strong> c ember 2007<br />

http://www.<strong><strong>de</strong>spinoza</strong>.<strong>nl</strong>/spinoza/artikelen/everybody_loves_spinoza.shtml<br />

Locke en <strong>Spinoza</strong><br />

<strong>Wim</strong> <strong>Klever</strong>, hier al eens eer<strong>de</strong>r genoemd, heeft zojuist een nieuwe studie gepubliceerd.<br />

Ditmaal naar <strong>de</strong> invloed van <strong>Spinoza</strong> <strong>op</strong> John Locke. Locke staat bekend als <strong>de</strong>gene die<br />

Thomas Jefferson heeft beïnvloed bij <strong>de</strong> <strong>op</strong>stelling van <strong>de</strong> Amerikaanse Vrijheidsverklaring.<br />

Volgens <strong>Klever</strong> was het ot he<strong>de</strong>n evenwel onbekend dat alle hoofdzaken van zijn theoretische<br />

filosofie en politieke theorie ontleend zijn aan <strong>Spinoza</strong>.<br />

(overigens n<strong>op</strong>en drukke werkzaamhe<strong>de</strong>n me het hier wat kalmer aan te doen, zo uit <strong>de</strong><br />

update frequentie al blijkt)<br />

In <strong>de</strong>ze uitgave in onverwoestbare band (105 bladzij<strong>de</strong>n in A-4 formaat) wordt volgens <strong>Klever</strong><br />

aangetoond dat Locke vanaf 1661 alle brieven van <strong>Spinoza</strong> aan Ol<strong>de</strong>nburg/Boyle meelas, daar<br />

zeer enthousiast over was en hun inhoud verwerkte in zijn eigen meditaties.<br />

Ver<strong>de</strong>r wordt betoogd dat hij alle traktaten van <strong>Spinoza</strong> (PPC/CM, TTP en <strong>de</strong> Opera Posthuma)<br />

bij hun verschijning onmid<strong>de</strong>llijk aanschafte, ze grondig analyseer<strong>de</strong> en daardoor, alsme<strong>de</strong><br />

door zijn Franse (1675-1679) en Hollandse (1683-1688) contacten, werd aangezet tot wat men<br />

een zeer originele en daarom bijna onherkenbare „herpublikatie‟ van <strong>Spinoza</strong>‟s filosofie zou<br />

kunnen noemen, waarin geen enkel essentieel (fysisch, epistemologisch, theologisch,<br />

politicologisch) <strong>de</strong>el ontbrak.<br />

Locke‟s „processing‟ van <strong>Spinoza</strong>‟s gedachtegoed was, zo knap en bijzon<strong>de</strong>r, dat in <strong>de</strong> hele<br />

geschie<strong>de</strong>nis van het „Locke-scolarship‟ <strong>de</strong> navelstreng met <strong>de</strong> voedingsbron tot he<strong>de</strong>n nog<br />

door niemand werd ont<strong>de</strong>kt. Erger nog: er wordt bijna steeds een volstrekt onterechte<br />

tegenstelling gemaakt tussen <strong>de</strong> rationalist en <strong>de</strong> empirist of tussen <strong>de</strong> radicale en <strong>de</strong><br />

gematig<strong>de</strong> Verlichter.<br />

<strong>Klever</strong> heeft <strong>de</strong> intieme band tussen <strong>de</strong> twee filosofische jaargenoten in 1994 voor het eerst<br />

schetsmatig verwoord in een congrespaper en heeft sindsdien het on<strong>de</strong>rzoek (met


on<strong>de</strong>rbrekingen) voortgezet: een incubatie-perio<strong>de</strong> van 18 jaren. De voorbereiding voor een<br />

geheel an<strong>de</strong>rs <strong>op</strong>gezette Engelstalige versie is in een gevor<strong>de</strong>rd stadium.<br />

De kostprijs voor het resultaat is € 20.-. Bestellingen via klever@casema.<strong>nl</strong><br />

Meer lezen over Locke en <strong>Spinoza</strong>:<br />

Locke, <strong>Spinoza</strong> and the Philos<strong>op</strong>hical Debate - Concerning Toleration in the Early<br />

E<strong>nl</strong>ightenment (c. 1670 - c. 1750), J.I. Israel<br />

A view of the truth: <strong>Spinoza</strong>'s faith in reason, E. Goldstein<br />

D oor Leon <strong>op</strong> 15 novemb er 2008<br />

http://www.<strong><strong>de</strong>spinoza</strong>.<strong>nl</strong>/spinoza/artikelen/locke_en_spinoza.shtml

Hooray! Your file is uploaded and ready to be published.

Saved successfully!

Ooh no, something went wrong!