voor een PDF van de binnenkant - Ravon
voor een PDF van de binnenkant - Ravon
voor een PDF van de binnenkant - Ravon
Create successful ePaper yourself
Turn your PDF publications into a flip-book with our unique Google optimized e-Paper software.
18 6(3) 2004<br />
Een lang weekend<br />
Pol<strong>de</strong>rvissen<br />
Fabrice Ottburg<br />
In het najaar <strong>van</strong> 2002 organiseer<strong>de</strong><br />
<strong>de</strong> RAVON Werkgroep Pol<strong>de</strong>rvissen<br />
twee bijzon<strong>de</strong>re activiteiten: op vrijdag<br />
4 oktober vond <strong>een</strong> symposium plaats<br />
"Pol<strong>de</strong>rvissen wegen on<strong>de</strong>r water –<br />
Van beleidsstatus naar bescherming en<br />
beheer". Aansluitend werd op 5 en<br />
6 oktober het jaarlijkse RAVON vissenweekend<br />
gehou<strong>de</strong>n.<br />
Het was <strong>de</strong> eerste keer dat <strong>een</strong> symposium werd georganiseerd<br />
dat zich speciaal richtte op vissen die <strong>voor</strong>komen<br />
in <strong>de</strong> Ne<strong>de</strong>rlandse pol<strong>de</strong>rwateren.<br />
Op <strong>de</strong> <strong>voor</strong>aankondiging waren zes gastsprekers vermeld<br />
die ingingen op ‘pol<strong>de</strong>rvissen en regelgeving’, ‘<strong>de</strong><br />
Ka<strong>de</strong>r Richtlijn Water’ en ‘Pol<strong>de</strong>rs, pol<strong>de</strong>rwateren en<br />
vissen’. Er was <strong>een</strong> grote belangstelling <strong>van</strong>uit diverse<br />
organisaties, die zich uitte in <strong>een</strong> hoge opkomst <strong>van</strong> ruim<br />
150 geïnteresseer<strong>de</strong>n, het symposium bleek daarmee<br />
dui<strong>de</strong>lijk in <strong>een</strong> behoefte te <strong>voor</strong>zien. Gezien het prettige<br />
verloop <strong>van</strong> <strong>de</strong> dag, <strong>de</strong> vele reacties uit <strong>de</strong> zaal en <strong>de</strong> complimenten<br />
achteraf, kan geconclu<strong>de</strong>erd wor<strong>de</strong>n dat het<br />
symposium geslaagd was in zijn opzet.<br />
Het ein<strong>de</strong> <strong>van</strong> <strong>de</strong> symposiumdag was tevens het startschot<br />
<strong>van</strong> het vissenweekend. Een groep <strong>van</strong> circa 35 <strong>de</strong>elnemers<br />
trok <strong>van</strong>uit zalencentrum ‘De Brug’ richting uitvalsbasis<br />
"De roken<strong>de</strong> turf" in Sluipwijk, mid<strong>de</strong>n in <strong>de</strong><br />
Reeuwijksche Plassen. Van vrijdagavond tot zondagmiddag<br />
hebben experts, amateurs, liefhebbers en an<strong>de</strong>r<br />
gespuis gezocht naar vissen in het oosten <strong>van</strong> Zuid-<br />
Holland en het westen <strong>van</strong> Utrecht.<br />
Nadat eerst ie<strong>de</strong>r<strong>een</strong> had genoten <strong>van</strong> <strong>de</strong> lokale chinees,<br />
zijn eten wel te verstaan, is op <strong>de</strong> eerste avond <strong>een</strong> kleine<br />
groep gewapend met zaklamp en steeknet op jacht gegaan<br />
naar vissen die zich in <strong>de</strong> oeverzones ophiel<strong>de</strong>n <strong>van</strong> <strong>de</strong><br />
grotere surfplassen (ou<strong>de</strong> v<strong>een</strong>plassen). Langzaam wa<strong>de</strong>nd<br />
door <strong>de</strong> ondiepe oeverzone viel in het licht <strong>van</strong> <strong>de</strong><br />
zaklamp veel te bespeuren. Zo was het opvallend om<br />
te zien hoeveel possen er in <strong>de</strong> nacht <strong>van</strong>uit <strong>de</strong> diepere<br />
wateren richting <strong>de</strong> oever migreren. Maar ook <strong>de</strong> grote<br />
aantallen Amerikaanse rivierkreeften waren spectaculair.<br />
Nog meer tot <strong>de</strong> verbeelding sprekend waren <strong>de</strong> rivierdon<strong>de</strong>rpad<strong>de</strong>n<br />
die zich overdag schuil hou<strong>de</strong>n on<strong>de</strong>r <strong>de</strong><br />
stenen, maar in <strong>de</strong> nacht zichtbaar tussen <strong>de</strong> stenen lagen.<br />
Met <strong>een</strong> beetje geduld en oefening waren <strong>de</strong>ze dieren<br />
met blote han<strong>de</strong>n te <strong>van</strong>gen. Na wat oefening gingen<br />
sommigen on<strong>de</strong>r ons <strong>de</strong> uitdaging aan met riviergron<strong>de</strong>ls.<br />
Dit snelle, ranke beest zorg<strong>de</strong> <strong>voor</strong> menige frustratie<br />
en <strong>voor</strong> natte bovenlijven, maar werd uitein<strong>de</strong>lijk ook<br />
ge<strong>van</strong>gen.<br />
On<strong>de</strong>rtussen zaten <strong>de</strong> achterblijvers in ‘De Roken<strong>de</strong> turf’<br />
met <strong>een</strong> goed glas wijn of <strong>een</strong> biertje <strong>van</strong> hun drankjes en<br />
<strong>van</strong> elkaar te genieten. Om hen in <strong>de</strong> juiste visstemming te<br />
brengen wer<strong>de</strong>n er exemplaren <strong>van</strong>uit het veld meegenomen<br />
die in tij<strong>de</strong>lijke aquaria wer<strong>de</strong>n geshowd. Zaterdag<br />
begon het echte viswerk. De <strong>de</strong>elnemers wer<strong>de</strong>n opgesplitst<br />
in groepen en elke groep kreeg <strong>een</strong> <strong>de</strong>elgebied<br />
toegewezen, waar men naar eigen inzicht kon gaan vissen.<br />
Gezien <strong>van</strong>uit <strong>de</strong> uitvalsbasis in Sluipwijk, is er gevist tot<br />
in <strong>de</strong> noor<strong>de</strong>lijk gelegen ‘Pol<strong>de</strong>r <strong>de</strong> Der<strong>de</strong> Bedijking’, net<br />
ten zuidwesten <strong>van</strong> Mijdrecht. De zuidgrens <strong>van</strong> het<br />
on<strong>de</strong>rzoeksgebied werd gevormd door <strong>de</strong> rivier <strong>de</strong> Lek. In<br />
negen <strong>van</strong> <strong>de</strong> twaalf <strong>voor</strong>af gekozen <strong>de</strong>elgebie<strong>de</strong>n, zijn<br />
daadwerkelijk bemonsteringen uitgevoerd. Uitein<strong>de</strong>lijk<br />
lever<strong>de</strong> dit 52 monsterpunten op. Het vissen gebeur<strong>de</strong><br />
mid<strong>de</strong>ls steeknetten en elektrisch vissen, maar ook met<br />
behulp <strong>van</strong> <strong>een</strong> gebbe (lijkt op <strong>een</strong> duwnet <strong>voor</strong> garnalen,<br />
maar werd <strong>voor</strong>al vroeger gebruikt om aasvisjes langs <strong>de</strong><br />
oevers te <strong>van</strong>gen).<br />
In <strong>de</strong> pol<strong>de</strong>rs werd natuurlijk jacht gemaakt op <strong>de</strong> vis in<br />
het logo <strong>van</strong> <strong>de</strong> werkgroep, namelijk <strong>de</strong> ‘grote mod<strong>de</strong>rkruiper’.<br />
Helaas is <strong>de</strong>ze soort niet ge<strong>van</strong>gen. Wel zijn er<br />
grote aantallen kleine mod<strong>de</strong>rkruipers en kroeskarpers<br />
ge<strong>van</strong>gen. De laatste soort is opvallend vaak aangetroffen<br />
on<strong>de</strong>r dikke tapijten <strong>van</strong> <strong>een</strong><strong>de</strong>kroos. In totaal zijn er<br />
<strong>de</strong>rtig verschillen<strong>de</strong> vissoorten ge<strong>van</strong>gen, waar<strong>van</strong> er achttien<br />
kenmerkend zijn <strong>voor</strong> pol<strong>de</strong>rs. Soorten als snoek,<br />
vetje, bitter<strong>voor</strong>n, riet<strong>voor</strong>n, brasem, blank<strong>voor</strong>n, aal en<br />
zeelt waren goed vertegenwoordigd.<br />
In <strong>de</strong> uiterwaar<strong>de</strong>n langs <strong>de</strong> Lek zijn <strong>voor</strong>al soorten<br />
ge<strong>van</strong>gen die thuis horen in het dynamische milieu <strong>van</strong> en<br />
49<br />
Rivierdon<strong>de</strong>rpad<br />
Foto: Fabrice Ottburg
50 18 6(3) 2004
18 6(3) 2004<br />
langs <strong>de</strong> grote rivieren. Maar ook <strong>de</strong> zoute optrekkers als<br />
har<strong>de</strong>r en botjes wer<strong>de</strong>n ge<strong>van</strong>gen. Zo zijn er tij<strong>de</strong>ns dit<br />
weekend <strong>voor</strong> het eerst in <strong>de</strong> Provincie Utrecht in <strong>de</strong><br />
uiterwaard <strong>de</strong> ‘Hor<strong>de</strong>’ (<strong>een</strong> natuurontwikkelingsplas) twee<br />
zeebaarzen ge<strong>van</strong>gen. De bei<strong>de</strong> (jonge) dieren hebben<br />
inmid<strong>de</strong>ls <strong>een</strong> eervolle vermelding gekregen in <strong>de</strong> verspreidingsatlas<br />
‘Van <strong>de</strong> Utrechtse vissoorten’. Met <strong>de</strong><br />
gebbe wer<strong>de</strong>n soorten ge<strong>van</strong>gen als serpeling, win<strong>de</strong>,<br />
sneep, rivierprik, alver en roofblei, maar ook het elektrisch<br />
visapparaat droeg hieraan bij. Hiermee wer<strong>de</strong>n overigens<br />
ook hele kleine har<strong>de</strong>rs <strong>van</strong> maximaal twee centimeter<br />
ge<strong>van</strong>gen. De grootte <strong>van</strong> <strong>de</strong>ze visjes maakte dui<strong>de</strong>lijk dat<br />
<strong>de</strong> <strong>voor</strong>tplanting wel in <strong>de</strong> aanwezige meestromen<strong>de</strong><br />
nevengeulen moest plaats vin<strong>de</strong>n. Ook was het leuk om<br />
het schepnet op <strong>de</strong> har<strong>de</strong> bo<strong>de</strong>m te plaatsen <strong>van</strong> <strong>de</strong> uiterwaardplas<br />
en vervolgens hard rennend 40 à 50 meter af<br />
te leggen. Deze metho<strong>de</strong> lever<strong>de</strong> tientallen botjes op.<br />
Een an<strong>de</strong>r juweel op <strong>de</strong> kroon was <strong>de</strong> <strong>van</strong>gst <strong>van</strong> <strong>een</strong><br />
kop<strong>voor</strong>n. Al met al was <strong>de</strong> eerste dag zeer succesvol en<br />
heeft all<strong>een</strong> het regenachtige weer ons tegen gezeten.<br />
Door <strong>een</strong> kleine communicatiestoornis, was <strong>de</strong> organisatie<br />
genoodzaakt om <strong>de</strong> gasten op <strong>de</strong> twee<strong>de</strong> avond<br />
we<strong>de</strong>rom te laten genieten <strong>van</strong> <strong>de</strong> culinaire kwaliteiten <strong>van</strong><br />
<strong>de</strong> lokale chinees. De avonduren wer<strong>de</strong>n <strong>voor</strong>namelijk<br />
gespen<strong>de</strong>erd aan het op naam brengen <strong>van</strong> ge<strong>van</strong>gen soorten<br />
als sneep, serpeling en win<strong>de</strong>s, het maken <strong>van</strong> foto’s<br />
en film en uiteraard goe<strong>de</strong> gesprekken en <strong>de</strong> nodige gezelligheid.<br />
Op zondag, <strong>de</strong> <strong>de</strong>r<strong>de</strong> en laatste dag, waren <strong>de</strong> weergo<strong>de</strong>n<br />
ons beter gezind. On<strong>de</strong>r <strong>een</strong> stralen<strong>de</strong> zon ging ie<strong>de</strong>r<strong>een</strong><br />
weer op pad. Zoals <strong>de</strong> ongeschreven traditie dit <strong>voor</strong>schrijft<br />
zijn <strong>de</strong> goe<strong>de</strong> locaties <strong>van</strong> <strong>de</strong> vorige dag door<br />
an<strong>de</strong>re groepen bezocht. Halverwege <strong>de</strong> zondag ging<br />
ie<strong>de</strong>r<strong>een</strong> nog <strong>een</strong>maal naar ons gezamenlijk on<strong>de</strong>rkomen<br />
om <strong>de</strong> boel op te ruimen en om <strong>van</strong> ie<strong>de</strong>r<strong>een</strong> afscheid te<br />
nemen. Om nu <strong>van</strong> u afscheid te nemen gebruik ik <strong>de</strong><br />
ge<strong>de</strong>nkwaardige woor<strong>de</strong>n die Theo <strong>de</strong> Jong mij onlangs<br />
toesprak toen hij mij zijn gevoelens verwoor<strong>de</strong>n over dit<br />
geslaag<strong>de</strong> vissenweekend:<br />
“Met zilte win<strong>de</strong>n over het zoete water”<br />
Fabrice Ottburg<br />
Voorzitter Werkgroep Pol<strong>de</strong>rvissen<br />
51<br />
Foto’s pagina 2:<br />
Jan Jeucken vist<br />
electrisch, John<br />
Jeucken<br />
Mul<strong>de</strong>r kijkt toe Jan<br />
De chinees <strong>de</strong>ed<br />
goe<strong>de</strong> zaken Foto’s:
Foto: Rombout <strong>van</strong> Eekelen<br />
Snoek<br />
52 18 6(3) 2004<br />
Waterbeheer is visbeheer<br />
is natuurbeheer<br />
Gé <strong>van</strong> Beek<br />
De werkgroep Pol<strong>de</strong>rvissen houdt zich<br />
bezig met inventarisatie, beheer en<br />
beleid <strong>van</strong> pol<strong>de</strong>rvissen. Het betreft<br />
vissoorten die <strong>voor</strong>komen in pol<strong>de</strong>rgebie<strong>de</strong>n,<br />
waaron<strong>de</strong>r soorten als kleine<br />
en grote mod<strong>de</strong>rkruiper, bitter<strong>voor</strong>n<br />
en kroeskarper. Daarnaast komen ook<br />
meer algemene soorten <strong>voor</strong> in pol<strong>de</strong>rs.<br />
In <strong>de</strong>ze vissenspecial wordt ingegaan op het beheer <strong>van</strong><br />
visgem<strong>een</strong>schappen in kleinere wateren. Welke problemen<br />
on<strong>de</strong>rvin<strong>de</strong>n <strong>de</strong>ze vissoorten en hoe kan <strong>een</strong> beheer<strong>de</strong>r<br />
hier verbetering in brengen? In <strong>de</strong> artikelen wordt<br />
specifiek ingegaan op enkele aspecten <strong>van</strong> <strong>de</strong> gehele<br />
problematiek:<br />
- het beleid (<strong>de</strong> Ka<strong>de</strong>rrichtlijn Water (KRW), <strong>de</strong> EG-<br />
Habitatrichtlijn, regionale bescherming en visin<strong>de</strong>x)<br />
- locale strategie (<strong>de</strong> Visscan)<br />
- migratiemogelijkhe<strong>de</strong>n in pol<strong>de</strong>rs (<strong>de</strong> Wit-passage)<br />
- vis en overige natuur (vogels en vis)<br />
In vrijwel elk oppervlaktewater zit vis en kan vis komen.<br />
Elke waterbeheermaatregel heeft invloed op <strong>de</strong> leefomgeving<br />
<strong>van</strong> <strong>de</strong> vis en daarmee op <strong>de</strong> vis zelf. Waterbeheer is<br />
daarmee direct of indirect visbeheer. Vissen vertegenwoordigen<br />
zelf <strong>een</strong> natuurwaar<strong>de</strong> (<strong>de</strong> intrinsieke waar<strong>de</strong>)<br />
en vormen op hun beurt <strong>een</strong> voedselbron <strong>voor</strong> diersoorten<br />
die volledig of <strong>de</strong>els gebon<strong>de</strong>n zijn aan het water.<br />
Vissen zijn daarmee <strong>van</strong> invloed op zowel <strong>de</strong> natuurwaar<strong>de</strong><br />
<strong>van</strong> het watersysteem zelf als <strong>de</strong> omgeving er<strong>van</strong>.<br />
Waterbeheer heeft dus <strong>een</strong> grote invloed op visbeheer en<br />
natuurbeheer.<br />
Pol<strong>de</strong>rland Ne<strong>de</strong>rland omvat 300.000 km sloten en<br />
daarbij nog <strong>een</strong>s vele an<strong>de</strong>re pol<strong>de</strong>rwateren waarin vissen<br />
kunnen leven. Peilbeheer <strong>van</strong> <strong>de</strong> waterschappen zorgt<br />
<strong>voor</strong> <strong>een</strong> a<strong>de</strong>quate aan- en afvoer <strong>van</strong> water, dit peilbeheer<br />
is echter <strong>voor</strong>namelijk afgestemd op agrarische belangen.<br />
Voor landbouwgebie<strong>de</strong>n, waarin <strong>de</strong> meeste pol<strong>de</strong>rwateren<br />
liggen, ligt het zomerpeil vaak hoger dan het winterpeil.<br />
In <strong>de</strong> winter willen <strong>de</strong> waterschappen overstroming <strong>van</strong> <strong>de</strong><br />
landbouwgron<strong>de</strong>n <strong>voor</strong>komen. Mid<strong>de</strong>ls peilgebiedjes, het<br />
verplaatsen <strong>van</strong> water en het schoon hou<strong>de</strong>n <strong>van</strong> sloten<br />
kan dit doel goed bereikt wor<strong>de</strong>n.<br />
Inmid<strong>de</strong>ls is het dui<strong>de</strong>lijk dat ook an<strong>de</strong>re doelen<br />
gediend kunnen en moeten wor<strong>de</strong>n met het waterbeheer<br />
in pol<strong>de</strong>rs. Hoewel <strong>de</strong> ecologische functie <strong>van</strong> water<br />
meer aandacht krijgt, is <strong>de</strong> functie <strong>van</strong> <strong>de</strong>ze wateren als<br />
leefgebied <strong>voor</strong> vissen nog steeds on<strong>de</strong>rbelicht. Vissen<br />
wor<strong>de</strong>n beschermd door <strong>de</strong> visserijwet, <strong>de</strong> natuurbeschermingswet,<br />
<strong>de</strong> Flora- en faunawet en <strong>de</strong> EG-habitatrichtlijn<br />
en <strong>de</strong> Ro<strong>de</strong> Lijst die onlangs ook <strong>een</strong> beleidsstatus heeft<br />
verkregen.<br />
Wellicht nog belangrijker dan <strong>de</strong>ze wetgeving is echter<br />
het beheer <strong>van</strong> <strong>de</strong> leefgebie<strong>de</strong>n <strong>voor</strong> vissen.<br />
Vrijwel alle kleinere pol<strong>de</strong>rwateren (maar ook <strong>de</strong> kleinere<br />
oppervlaktewateren in hoger Ne<strong>de</strong>rland) vallen buiten<br />
<strong>de</strong> bestaan<strong>de</strong> en geplan<strong>de</strong>, meer en min<strong>de</strong>r bescherm<strong>de</strong><br />
natuurgebie<strong>de</strong>n (Vogel- en Habitatrichtlijn en <strong>de</strong> Ecologische<br />
Hoofdstructuur). Er is dan ook g<strong>een</strong> verplichting<br />
<strong>voor</strong> het produceren <strong>van</strong> <strong>een</strong> beheerplan. Binnen <strong>de</strong><br />
Ka<strong>de</strong>rrichtlijn Water (KRW) wordt wel rekening gehou<strong>de</strong>n<br />
met <strong>de</strong> ecologische en natuurwaar<strong>de</strong>n <strong>van</strong> pol<strong>de</strong>rgebie<strong>de</strong>n.<br />
Vooralsnog zal <strong>de</strong> waar<strong>de</strong> <strong>van</strong> visgem<strong>een</strong>schappen in<br />
pol<strong>de</strong>rs nog <strong>voor</strong>al wor<strong>de</strong>n bepaald door vrijwillige<br />
initiatieven <strong>van</strong>uit <strong>de</strong> samenleving. Het vaak intensieve<br />
(pol<strong>de</strong>r)waterbeheer kan op <strong>een</strong> meer natuurvrien<strong>de</strong>lijke<br />
en visvrien<strong>de</strong>lijke wijze wor<strong>de</strong>n uitgevoerd.<br />
Zowel RAVON als <strong>de</strong> OBV zetten zich in <strong>voor</strong> het<br />
verbeteren <strong>van</strong> <strong>de</strong> <strong>de</strong>skundigheid in het beheer <strong>van</strong><br />
(pol<strong>de</strong>r)visgem<strong>een</strong>schappen. De OVB heeft reeds <strong>een</strong> langjarige<br />
ervaring hiermee met name met betrekking tot<br />
migratie, beheer en inrichting. Recentelijk is <strong>een</strong> kennisdocument<br />
over <strong>de</strong> Grote mod<strong>de</strong>rkruiper uitgekomen<br />
waarin ook het beheer <strong>van</strong> <strong>de</strong>ze soort aan <strong>de</strong> or<strong>de</strong> komt.<br />
De le<strong>de</strong>n <strong>van</strong> <strong>de</strong> pol<strong>de</strong>rvissenwerkgroep <strong>van</strong> RAVON hebben<br />
hier <strong>een</strong> grote bijdrage aan geleverd.<br />
De rol <strong>van</strong> waterbeheer<strong>de</strong>rs<br />
Waterkwaliteit- en waterkwantiteitsbeheer zijn tegenwoordig<br />
steeds vaker bij één waterbeheer<strong>de</strong>r on<strong>de</strong>rgebracht.
18 6(3) 2004<br />
Waterkwaliteitsbeheer<br />
Met het kwaliteitsbeheer lijkt het <strong>de</strong> goe<strong>de</strong> kant op te<br />
gaan. Er wor<strong>de</strong>n echter nog steeds nieuwe stoffen en<br />
effecten beschreven (zoals <strong>de</strong> hormonale werking <strong>van</strong> stoffen<br />
waardoor vruchtbaarheid wordt beïnvloed) waar<strong>van</strong><br />
<strong>de</strong> uitein<strong>de</strong>lijke ecologische gevolgen niet bekend zijn.<br />
Zowel brongerichte sanering als afvalwaterzuivering, in<br />
combinatie met monitoring <strong>van</strong> <strong>de</strong> waterkwaliteit zal<br />
blijvend noodzakelijk zijn om ongewenste effecten te<br />
<strong>voor</strong>komen.<br />
Waterkwantiteitsbeheer<br />
Het kwantiteitsbeheer wordt vaak vrijwel all<strong>een</strong> gebaseerd<br />
op <strong>de</strong> kosten en <strong>de</strong> directe baten en is met name gericht<br />
op <strong>de</strong> opbrengst <strong>van</strong> <strong>de</strong> landbouwproducten. In tegenstelling<br />
tot <strong>een</strong> natuurlijke situatie wordt het winterpeil vaak<br />
lager ingesteld dan het zomerpeil. Veel vissoorten maken<br />
graag gebruik <strong>van</strong> on<strong>de</strong>rgelopen oevers en land om te<br />
paaien en <strong>de</strong> eerste levensfase door te brengen. Het<br />
waterpeil is dan meestal nog ingesteld op het winterpeil<br />
waardoor het water te laag staat om <strong>de</strong>ze functies te kunnen<br />
vervullen. Bovendien is het zomerpeil veelal maar<br />
enkele <strong>de</strong>cimeters hoger waardoor nauwelijks on<strong>de</strong>rgelopen<br />
oever beschikbaar komt. Een meer natuurlijk peilbeheer<br />
is wenselijk waarbij ook grotere schommelingen<br />
<strong>van</strong> het waterpeil mogen optre<strong>de</strong>n. Door het toelaten <strong>van</strong><br />
meer dynamiek in het waterpeil behoeft er tevens min<strong>de</strong>r<br />
te wor<strong>de</strong>n bemalen of gebiedsvreemd water te wor<strong>de</strong>n<br />
ingelaten. Meer dan 70% <strong>van</strong> het Ne<strong>de</strong>rlandse oppervlaktewater<br />
wordt op peil gehou<strong>de</strong>n met water uit <strong>de</strong> Rijn.<br />
De waterkwaliteit veran<strong>de</strong>rt hierdoor, hetg<strong>een</strong> kan lei<strong>de</strong>n<br />
tot verhoog<strong>de</strong> eutrofiëring en het vrijkomen <strong>van</strong> toxische<br />
stoffen. Voor vissen en an<strong>de</strong>re organismen kan dit tot<br />
ongewenste effecten lei<strong>de</strong>n. Het zoveel mogelijk vasthou<strong>de</strong>n<br />
<strong>van</strong> gebiedseigen water kan gunstig zijn <strong>voor</strong><br />
het ecosysteem maar mag niet ten koste gaan <strong>van</strong> <strong>de</strong><br />
gewenste migratiemogelijkhe<strong>de</strong>n <strong>voor</strong> vis (en overige<br />
organismen).<br />
Schonen en baggeren<br />
Deze ingrepen hebben <strong>een</strong> sterk verstorend effect op <strong>de</strong><br />
ecologie <strong>van</strong> het watersysteem en op <strong>de</strong> visgem<strong>een</strong>schap.<br />
Met name het rigoureus verwij<strong>de</strong>ren <strong>van</strong> alle vegetatie en<br />
slib in <strong>een</strong> groot gebied binnen <strong>een</strong> kort tijdsbestek kan<br />
dramatische gevolgen hebben <strong>voor</strong> <strong>de</strong> aanwezige vissen.<br />
Ze wor<strong>de</strong>n daarbij vaak direct uit het water verwij<strong>de</strong>rd of<br />
ze sterven door <strong>een</strong> acuut zuurstoftekort.<br />
Een erg <strong>voor</strong> <strong>de</strong> hand liggen<strong>de</strong> maatregel om ernstige<br />
effecten op <strong>de</strong> levensgem<strong>een</strong>schap te <strong>voor</strong>komen is <strong>de</strong><br />
fasering <strong>van</strong> <strong>de</strong> werkzaamhe<strong>de</strong>n in ruimte en tijd. Hierbij<br />
wor<strong>de</strong>n <strong>de</strong>len <strong>van</strong> het water ongemoeid gelaten waardoor<br />
er <strong>een</strong> vluchtplaats blijft bestaan en rekolonisatie <strong>van</strong>uit <strong>de</strong><br />
nabijheid mogelijk is. Tevens wordt <strong>de</strong> watergang niet<br />
overal beroerd hetg<strong>een</strong> ook <strong>voor</strong> <strong>de</strong> waterkwaliteit, met<br />
name het zuurstofgehalte, gunstig is. Waarschijnlijk kan<br />
<strong>de</strong>ze maatregel al heel veel positiefs betekenen <strong>voor</strong> <strong>de</strong><br />
visfauna.<br />
Ook <strong>de</strong> toegepaste technieken zijn <strong>van</strong> invloed op<br />
<strong>de</strong> visstand. Met name <strong>de</strong> maaikorf wordt als <strong>een</strong> <strong>van</strong><br />
<strong>de</strong> meest natuurvrien<strong>de</strong>lijke schoningswerktuigen beschouwd<br />
afgezien <strong>van</strong> handmatig maaien. On<strong>de</strong>rzoek naar<br />
het effect op grote mod<strong>de</strong>rkruiper wijst uit dat minimaal<br />
8% <strong>van</strong> het aantal volwassen exemplaren kan wor<strong>de</strong>n verwij<strong>de</strong>rd<br />
door <strong>de</strong> maaikorf in één maaibeurt. De grote<br />
mod<strong>de</strong>rkruiper heeft <strong>een</strong> verticaal ontsnappingsgedrag<br />
waardoor ze relatief gemakkelijk in <strong>de</strong> maaikorf terechtkomen.<br />
Dit geldt ook <strong>voor</strong> an<strong>de</strong>re bo<strong>de</strong>m georiënteer<strong>de</strong><br />
soorten als zeelt en kwabaal.<br />
Omdat grote mod<strong>de</strong>rkruipers zich slechts over korte<br />
afstan<strong>de</strong>n kunnen verplaatsen (< 50 m), kunnen meer<strong>de</strong>re<br />
maaibeurten per jaar resulteren in <strong>een</strong> snelle <strong>de</strong>cimering<br />
<strong>van</strong> <strong>de</strong> populatie.<br />
53<br />
Electro-visserij met<br />
handapparaat<br />
Foto: Gé <strong>van</strong> Beek
Foto: Gé <strong>van</strong> Beek<br />
54 18 6(3) 2004<br />
Schonen <strong>van</strong> sloten<br />
met <strong>een</strong> maaiboot<br />
Baggeren<br />
Voor an<strong>de</strong>re vissoorten kan ook <strong>een</strong> groot effect optre<strong>de</strong>n.<br />
Wordt er bij<strong>voor</strong>beeld iets te diep door <strong>de</strong> bo<strong>de</strong>m<br />
gemaaid dan kunnen <strong>de</strong> grotere mosselen gemakkelijk<br />
wor<strong>de</strong>n verwij<strong>de</strong>rd waardoor <strong>de</strong> <strong>voor</strong>tplantingsmogelijkhe<strong>de</strong>n<br />
<strong>voor</strong> <strong>de</strong> bitter<strong>voor</strong>n sterk afnemen.<br />
Overige aspecten visbeheer<br />
Een aantal an<strong>de</strong>re thema’s die <strong>van</strong> belang kunnen zijn <strong>voor</strong><br />
het visbeheer zal ik hier kort behan<strong>de</strong>len:<br />
- sterke kroosbe<strong>de</strong>kking en ophoping <strong>van</strong> kroos kan<br />
lei<strong>de</strong>n tot <strong>een</strong> slechte zuurstofhuishouding waardoor<br />
vissen kunnen wor<strong>de</strong>n verdreven of sterven. Het waterbeheer<br />
zou hierop beter kunnen inspelen.<br />
- oeverver<strong>de</strong>diging en oeverbeheer is <strong>van</strong> grote invloed<br />
op <strong>de</strong> habitatdiversiteit en daarmee op <strong>de</strong> potentiële<br />
visfauna; <strong>een</strong> niet steil oplopend (on<strong>de</strong>rwater)profiel<br />
begroeid met diverse vegetatietypen (kruidig t/m houtig)<br />
heeft, in het algem<strong>een</strong> en ten opzichte <strong>van</strong> <strong>een</strong> kale, steil<br />
beschoei<strong>de</strong> oever zeer veel waar<strong>de</strong> <strong>voor</strong> <strong>de</strong> visfauna.<br />
- kunstwerken (gemalen, duikers, stuwen etc) kunnen<br />
rele<strong>van</strong>te effecten hebben op <strong>de</strong> visgem<strong>een</strong>schap terwijl<br />
alternatieven <strong>voor</strong> <strong>de</strong> hand liggen die niet veel kostbaar<strong>de</strong>r<br />
behoeven te zijn. Afwegingen die <strong>een</strong> rol kunnen<br />
spelen bij <strong>de</strong> keuze <strong>van</strong> (het beheer <strong>van</strong>) kunstwerken<br />
zijn <strong>de</strong> kans op beschadiging en sterfte <strong>van</strong> vis (gemalen)<br />
en <strong>de</strong> kans op ongewenste en gewenste verplaatsingen<br />
<strong>van</strong> vis (verpompen door gemalen, barrièrewerking<br />
stuwen en duikers).<br />
- Herinrichting. Daar waar zich mogelijkhe<strong>de</strong>n <strong>voor</strong>doen<br />
kunnen watergangen wor<strong>de</strong>n vergraven om <strong>de</strong> juiste<br />
habitats te laten ontstaan. In pol<strong>de</strong>rgebie<strong>de</strong>n is vaak<br />
gebrek aan diepere overwinteringslocaties en ondiepe<br />
begroei<strong>de</strong> paai- en opgroeigebie<strong>de</strong>n.<br />
Samenwerking<br />
Samenwerkingsverban<strong>de</strong>n tussen waterbeheer<strong>de</strong>rs, visrechthebben<strong>de</strong>n,<br />
natuurbeheer<strong>de</strong>rs, vissers, landbouwers<br />
en vrijwilligersorganisaties leveren grote meerwaar<strong>de</strong> op<br />
<strong>voor</strong> het beheer <strong>van</strong> visleefgebie<strong>de</strong>n. Afstemming <strong>van</strong><br />
activiteiten en uitwisseling <strong>van</strong> kennis zijn daarbij sleutelfactoren.<br />
Concreet kan bij<strong>voor</strong>beeld gedacht wor<strong>de</strong>n aan<br />
bij<strong>voor</strong>beeld <strong>een</strong> combinatie <strong>van</strong> <strong>een</strong> visinventarisatie<br />
door vrijwilligers waarbij tevens <strong>de</strong> gemaai<strong>de</strong> planten<br />
en/of het gebagger<strong>de</strong> slib wordt nagelopen op terug te<br />
zetten organismen.<br />
Conclusie en instrumenten<br />
De waterbeheer<strong>de</strong>r heeft <strong>een</strong> grote invloed op <strong>de</strong> visstand.<br />
Deze invloed kan zeer positief uitpakken hetg<strong>een</strong><br />
ook noodzakelijk is om <strong>de</strong> gewenste visstand te kunnen<br />
bereiken. Voorwaar<strong>de</strong> is dat <strong>de</strong> effecten op vis expliciet<br />
wor<strong>de</strong>n afgewogen, on<strong>de</strong>r an<strong>de</strong>re mid<strong>de</strong>ls <strong>een</strong> evaluatie<br />
naar <strong>de</strong> effecten <strong>van</strong> het gevoer<strong>de</strong> beheer.<br />
Omdat <strong>de</strong> visfauna in veel gebie<strong>de</strong>n slecht of geheel niet<br />
is on<strong>de</strong>rzocht zijn <strong>de</strong> concrete effecten vaak niet aan te<br />
geven. Om, gericht op <strong>de</strong> locale visstand, te kunnen beheren<br />
zal bekend moeten zijn welke vissen er aanwezig zijn,<br />
zou<strong>de</strong>n kunnen <strong>voor</strong>komen ofwel gewenst zijn. RAVON, <strong>de</strong><br />
OVB en an<strong>de</strong>re organisaties kunnen hieraan <strong>een</strong> belangrijke<br />
bijdrage leveren. De implementatie <strong>van</strong> <strong>de</strong> Europese<br />
Ka<strong>de</strong>rrichtlijn Water zal <strong>een</strong> belangrijke bijdrage kunnen<br />
leveren aan <strong>een</strong> <strong>de</strong>gelijke monitoring <strong>van</strong> <strong>de</strong> visstand en<br />
het expliciteren <strong>van</strong> streefbeel<strong>de</strong>n. Daarmee kan <strong>de</strong> visgem<strong>een</strong>schap<br />
volwaardig wor<strong>de</strong>n meegewogen bij het<br />
bepalen <strong>van</strong> <strong>de</strong> ecologische toestand <strong>van</strong> het aquatisch<br />
ecosysteem.<br />
In ie<strong>de</strong>r geval zal op korte termijn en in heel Ne<strong>de</strong>rland<br />
het niet meer zo mogen zijn dat bedreig<strong>de</strong> of bescherm<strong>de</strong><br />
vissoorten achteruitgaan omdat het waterbeheer er onvoldoen<strong>de</strong><br />
rekening mee houdt.<br />
Gé <strong>van</strong> Beek<br />
RAVOn Werkgroep Pol<strong>de</strong>rvissen<br />
Organisatie ter verbetering <strong>van</strong> <strong>de</strong><br />
Binnenvisserij (OVB)<br />
beek@ovb.nl<br />
tel. 030 – 605 84 64
18 6(3) 2004<br />
Pol<strong>de</strong>rvissen<br />
en vogels<br />
Jan <strong>van</strong> <strong>de</strong>r Win<strong>de</strong>n & Theo Bou<strong>de</strong>wijn<br />
Vissen vormen belangrijk stapelvoedsel<br />
<strong>voor</strong> moeras- en pol<strong>de</strong>rvogels. Zeven<br />
vogelsoorten foerageren in pol<strong>de</strong>rs<br />
intensief op pol<strong>de</strong>rvissen. Bureau Waar<strong>de</strong>nburg<br />
heeft on<strong>de</strong>rzoek verricht naar<br />
<strong>de</strong> relaties tussen drie vogelsoorten en<br />
pol<strong>de</strong>rvissen.<br />
Blauwe reiger, fuut, aalscholver, purperreiger, lepelaar,<br />
visdief en zwarte stern zijn soorten die pol<strong>de</strong>rvissen als<br />
stapelvoedsel gebruiken. Er zijn weliswaar veel meer<br />
viseten<strong>de</strong> vogelsoorten, maar <strong>de</strong>ze maken <strong>voor</strong>al gebruik<br />
<strong>van</strong> <strong>de</strong> zee, rivier<strong>de</strong>lta’s of grootschalige meren als het<br />
IJsselmeer. Van <strong>de</strong> zeven genoem<strong>de</strong> soorten zijn <strong>de</strong> laatste<br />
vier Ro<strong>de</strong> Lijstsoorten. Bureau Waar<strong>de</strong>nburg heeft <strong>de</strong> laatste<br />
jaren on<strong>de</strong>rzoek verricht aan zwarte stern, purperreiger<br />
en aalscholver. Per soort zal <strong>de</strong> relatie met pol<strong>de</strong>rvissen<br />
besproken wor<strong>de</strong>n.<br />
De zwarte stern broedt in v<strong>een</strong>wei<strong>de</strong>gebie<strong>de</strong>n en in<br />
moerassen. De nesten wor<strong>de</strong>n on<strong>de</strong>r an<strong>de</strong>re gebouwd op<br />
overjarig krabbescheer, maar door <strong>de</strong> eutrofiëring is <strong>de</strong>ze<br />
plantensoort sterk afgenomen. Het gebrek aan broedgelegenheid<br />
is <strong>voor</strong> <strong>een</strong> belangrijk <strong>de</strong>el opgelost door het<br />
grootschalig uitleggen <strong>van</strong> nestvlotjes waar intensief<br />
gebruik <strong>van</strong> wordt gemaakt. Bepalend <strong>voor</strong> het broedsucces<br />
<strong>van</strong> zwarte sterns is op dit moment veelal verstoring in<br />
<strong>de</strong> jongenfase en <strong>de</strong> prooiaanvoer in <strong>de</strong> jongentijd. Het<br />
aantal prooien dat per tijds<strong>een</strong>heid wordt aangevoerd kan<br />
per locatie sterk verschillen. Dit hangt ook samen met<br />
<strong>de</strong> soort prooien die wor<strong>de</strong>n aangevoerd. In sommige<br />
kolonies wordt <strong>voor</strong>al vis aangevoerd, terwijl in an<strong>de</strong>re<br />
kolonies <strong>de</strong> prooien <strong>voor</strong>al uit insecten kunnen bestaan.<br />
Belangrijker dan het aantal prooien is <strong>de</strong> biomassa die per<br />
tijds<strong>een</strong>heid <strong>voor</strong> <strong>de</strong> jongen wordt aangevoerd. Vooral in<br />
kolonies waar veel vis wordt gegeten, ligt <strong>de</strong> aanvoer <strong>van</strong><br />
biomassa per tijds<strong>een</strong>heid hoog, terwijl in kolonies met<br />
veel kleine insecten <strong>de</strong> aanvoer onvoldoen<strong>de</strong> kan zijn.<br />
Toch is er <strong>een</strong> groot risico <strong>voor</strong> <strong>de</strong> zwarte sterns om zich<br />
all<strong>een</strong> te richten op <strong>de</strong> aanvoer <strong>van</strong> vis, daar vis all<strong>een</strong> bij<br />
gunstige weersomstandighe<strong>de</strong>n ge<strong>van</strong>gen kan wor<strong>de</strong>n.<br />
Indien er min<strong>de</strong>r dan 4 uur zon per dag is kunnen <strong>de</strong><br />
zwarte sterns vaak onvoldoen<strong>de</strong> vis <strong>van</strong>gen <strong>voor</strong> <strong>de</strong><br />
jongen. Indien er dan g<strong>een</strong> alternatieve prooien zijn, kan<br />
dit betekenen dat bij <strong>een</strong> week slecht weer <strong>de</strong> jongen<br />
verhongeren. Om voldoen<strong>de</strong> prooisoorten <strong>voor</strong> <strong>de</strong><br />
zwarte sterns beschikbaar te krijgen en voldoen<strong>de</strong> natuurlijke<br />
nestgelegenheid wordt er <strong>een</strong> aantal maatregelen ten<br />
gunste <strong>van</strong> <strong>de</strong> zwarte stern <strong>voor</strong>gesteld (<strong>van</strong> <strong>de</strong>r Win<strong>de</strong>n<br />
2002). Dit sluit ook goed aan bij maatregelen ten gunste<br />
<strong>van</strong> pol<strong>de</strong>rvissen:<br />
- diversiteit aan watertypen: <strong>een</strong> <strong>de</strong>el <strong>van</strong> het gebied bevat<br />
hel<strong>de</strong>r, waterplantenrijk water<br />
- zowel geïsoleer<strong>de</strong> wateren (dwarssloten, poelen) als<br />
grotere visrijke wateren<br />
- 2-5 % wateroppervlak begroeid met overjarige matten<br />
krabbescheer<br />
- min<strong>de</strong>r frequent watervegetaties verwij<strong>de</strong>ren of <strong>een</strong>zijdig<br />
verwij<strong>de</strong>ren en niet <strong>voor</strong> augustus-september<br />
- lokaal verlan<strong>de</strong>n<strong>de</strong> sloten: 2-5 jaar niet ingrijpen en<br />
gefaseerd en natuurvrien<strong>de</strong>lijk baggeren<br />
- diepe <strong>de</strong>len in het gebied handhaven <strong>voor</strong> overwinteren<strong>de</strong><br />
vissen.<br />
In 2002 is in opdracht <strong>van</strong> Vogelbescherming Ne<strong>de</strong>rland<br />
on<strong>de</strong>rzoek gedaan naar het foerageren <strong>van</strong> <strong>de</strong> Purperreiger<br />
in <strong>de</strong> Zouweboezem, waar <strong>de</strong> vogels in aanzienlijk hogere<br />
concentraties foerageren dan el<strong>de</strong>rs. In <strong>de</strong> Zouweboezem<br />
is <strong>een</strong> moerasgebied gerealiseerd door <strong>de</strong> bovenlaag <strong>van</strong><br />
<strong>een</strong> graslandpol<strong>de</strong>r af te schuiven en het waterpeil op te<br />
zetten. Het waterpeil kent <strong>een</strong> natuurlijk verloop: hoog in<br />
<strong>de</strong> winter en laag in <strong>de</strong> zomer. Het gebied is hydrologisch<br />
sterk geïsoleerd <strong>van</strong> omringen<strong>de</strong> wateren.<br />
Van begin mei tot eind juli foerageren er purperreigers,<br />
waarbij <strong>de</strong> hoogste dichthe<strong>de</strong>n in begin juni wor<strong>de</strong>n<br />
bereikt. Uit veldobservaties blijkt dat verschillen<strong>de</strong> prooien<br />
ge<strong>van</strong>gen wer<strong>de</strong>n. Indien rekening wordt gehou<strong>de</strong>n<br />
met het gemid<strong>de</strong>l<strong>de</strong> gewicht <strong>van</strong> <strong>de</strong> prooien, bestaat het<br />
voedsel <strong>voor</strong>al uit grote mod<strong>de</strong>rkruipers. Op drie locaties<br />
in het gebied zijn vijf keer (april-augustus) <strong>de</strong> potentiële<br />
prooien bemonsterd. De talrijkste soort was <strong>de</strong> kleine<br />
55<br />
De Zouweboezem<br />
Foto: Bureau Waar<strong>de</strong>nburg
Foto: Wim Jongejan<br />
56 18 6(3) 2004<br />
Een purperreiger<br />
met <strong>een</strong> grote<br />
mod<strong>de</strong>rkruiper<br />
mod<strong>de</strong>rkruiper gevolgd door <strong>de</strong> grote mod<strong>de</strong>rkruiper.<br />
An<strong>de</strong>re vissoorten als baars, riet<strong>voor</strong>n, snoek en zeelt<br />
waren in zeer lage aantallen aanwezig. Indien rekening<br />
wordt gehou<strong>de</strong>n met het gewicht <strong>van</strong> <strong>de</strong> bemonster<strong>de</strong><br />
prooien bestaat tot en met juli het prooiaanbod <strong>voor</strong> ruim<br />
<strong>de</strong> helft uit grote mod<strong>de</strong>rkruipers. In augustus loopt het<br />
prooiaanbod op <strong>de</strong> monsterplekken sterk terug.<br />
Het on<strong>de</strong>rzoek in <strong>de</strong> Zouweboezem is <strong>een</strong> mooi <strong>voor</strong>beeld<br />
<strong>van</strong> hoe <strong>een</strong> Ro<strong>de</strong> Lijstsoort als <strong>de</strong> purperreiger<br />
afhankelijk is <strong>van</strong> <strong>een</strong> an<strong>de</strong>re Ro<strong>de</strong> Lijstsoort (in dit geval<br />
<strong>de</strong> grote mod<strong>de</strong>rkruiper). De populatie <strong>van</strong> <strong>de</strong> grote<br />
mod<strong>de</strong>rkruiper is moeilijk in te schatten, maar bedraagt<br />
minstens enkele tienduizen<strong>de</strong>n exemplaren. De geschiktheid<br />
<strong>van</strong> het gebied <strong>voor</strong> <strong>de</strong> grote mod<strong>de</strong>rkruiper wordt<br />
bepaald door <strong>de</strong> volgen<strong>de</strong> factoren:<br />
- groot oppervlak ondiep water<br />
- aanwezigheid zuurstofrijke mod<strong>de</strong>rbo<strong>de</strong>ms in kwelsloten<br />
- aanwezigheid waterplantenvegetaties<br />
- beperkte aanwezigheid an<strong>de</strong>re vissoorten door isolatie<br />
<strong>van</strong> hoofdwatersysteem<br />
- natuurlijk waterpeilverloop met droge perio<strong>de</strong>s<br />
Bij <strong>de</strong> zwarte stern en <strong>de</strong> purperreiger komt naar voren dat<br />
<strong>een</strong> hoog visaanbod belangrijk is. Soms is het echter<br />
gunstiger wanneer het visaanbod wat lager is. Een<br />
<strong>voor</strong>beeld hier<strong>van</strong> zijn <strong>de</strong> aalscholvers in het bene<strong>de</strong>nrivierengebied.<br />
Na <strong>de</strong> afsluiting <strong>van</strong> het Haringvliet in 1970<br />
zijn <strong>de</strong> stroomsnelhe<strong>de</strong>n op <strong>de</strong> Nieuwe Merwe<strong>de</strong>,<br />
Hollandsch Diep en Haringvliet sterk afgenomen. In <strong>de</strong>ze<br />
tijd was <strong>de</strong> vervuiling <strong>van</strong> het rivierwater het hoogst. Deze<br />
verontreinigingen zitten met name gehecht aan <strong>de</strong><br />
slib<strong>de</strong>eltjes die door <strong>de</strong> lage stroomsnelhe<strong>de</strong>n in het<br />
bene<strong>de</strong>nrivierengebied sedimenteren. Hierdoor zijn er<br />
over <strong>een</strong> aanzienlijke oppervlakte verontreinig<strong>de</strong> waterbo<strong>de</strong>ms<br />
ontstaan.<br />
Deze verontreinigingen blijken ook effect te hebben op<br />
<strong>een</strong> viseten<strong>de</strong> watervogel als <strong>de</strong> aalscholver. In <strong>de</strong> kolonie<br />
in <strong>de</strong> Dordtsche Biesbosch blijken eieren tij<strong>de</strong>ns het broe<strong>de</strong>n<br />
te breken door te dunne eischalen, eieren komen niet<br />
uit en er wor<strong>de</strong>n jongen gevon<strong>de</strong>n met snavelafwijkingen.<br />
Dit alles kon gerelateerd wor<strong>de</strong>n aan verontreinigingen als<br />
DDT en PCB’s. Het aalscholveron<strong>de</strong>rzoek startte in 1987,<br />
maar <strong>van</strong>af 1990 trad er <strong>een</strong> dui<strong>de</strong>lijke verbetering op. Het<br />
broedsucces steeg <strong>van</strong> 0,5 jong per legsel naar 1,8 jong per<br />
legsel. Het verrassen<strong>de</strong> was echter dat <strong>de</strong> waterbo<strong>de</strong>ms<br />
nog steeds verontreinigd waren, dat <strong>de</strong> waterkwaliteit<br />
slechts licht verbeterd was en dat <strong>de</strong> concentratie <strong>van</strong><br />
verontreinigingen in paling uit het Hollandsch Diep, die<br />
jaarlijks gemeten werd, ook slechts licht afnam. Aangezien<br />
<strong>de</strong> verontreinigingen met het voedsel (vis) opgenomen<br />
wor<strong>de</strong>n, moest er iets in het voedsel veran<strong>de</strong>rd zijn.<br />
Voedselon<strong>de</strong>rzoek bij aalscholvers is relatief <strong>een</strong>voudig.<br />
Aalscholvers produceren dagelijks <strong>een</strong> braakbal, die <strong>de</strong><br />
onverteer<strong>de</strong> resten <strong>van</strong> vissen bevat <strong>van</strong> <strong>de</strong> prooien die<br />
één dag tevoren zijn geconsumeerd. Vooral <strong>de</strong> gehoorb<strong>een</strong>tjes<br />
(otolieten) en <strong>de</strong> kauwplaten (<strong>van</strong> karperachtigen)<br />
wor<strong>de</strong>n vrijwel onbeschadigd weer uitgebraakt.<br />
Aangezien <strong>de</strong> lengte hier<strong>van</strong> gerelateerd is aan <strong>de</strong> grootte<br />
<strong>van</strong> <strong>de</strong> vis, kan door <strong>de</strong> braakballen uit te zoeken het<br />
aantal vissen, <strong>de</strong> soorten, <strong>de</strong> grootte en het gewicht<br />
<strong>van</strong> <strong>de</strong> geconsumeer<strong>de</strong> vissen achterhaald wor<strong>de</strong>n. Uit dit<br />
voedselon<strong>de</strong>rzoek blijkt dat <strong>de</strong> aalscholvers gelei<strong>de</strong>lijk<br />
kleinere vissen zijn gaan eten en bovendien ook an<strong>de</strong>re<br />
soorten. Aan<strong>van</strong>kelijk aten ze gemid<strong>de</strong>ld twee grote<br />
blank<strong>voor</strong>ns per dag, maar later aten ze tot wel 30 kleine<br />
visjes per dag. Deze veran<strong>de</strong>ring in dieet blijkt <strong>van</strong> grote<br />
invloed te zijn op <strong>de</strong> opname <strong>van</strong> verontreinigingen.<br />
Grote vissen bevatten per kg lichaamsgewicht veel meer<br />
verontreinigingen (PCB’s en DDT) dan <strong>een</strong> vergelijkbaar<br />
gewicht aan kleine vissen. Dit vormt <strong>de</strong> verklaring <strong>voor</strong> <strong>de</strong><br />
verbetering <strong>van</strong> het broedsucces. De vraag blijft dan<br />
echter waarom <strong>de</strong> aalscholvers waren overgestapt op<br />
kleinere vissen. Door het RIVO wordt jaarlijks <strong>de</strong> visstand<br />
in het Hollandsch Diep, het belangrijkste foerageergebied<br />
<strong>voor</strong> <strong>de</strong> aalscholvers, bemonsterd. Wanneer <strong>de</strong>ze visbemonsteringen<br />
vergeleken wor<strong>de</strong>n met <strong>de</strong> voedselsamenstelling<br />
<strong>van</strong> <strong>de</strong> aalscholvers, blijkt dat in perio<strong>de</strong>n<br />
met <strong>een</strong> relatief lage visbiomassa in het Hollandsch Diep<br />
<strong>de</strong> aalscholvers in verhouding meer kleine vissen eten dan<br />
in jaren met <strong>een</strong> hoog voedselaanbod. Op <strong>de</strong>ze wijze<br />
resulteert <strong>een</strong> beperkte vermin<strong>de</strong>ring <strong>van</strong> het visaanbod in<br />
<strong>een</strong> verhoging <strong>van</strong> het broedsucces.<br />
Per vogelsoort is <strong>de</strong> relatie met <strong>de</strong> (prooi)vissen dan ook<br />
an<strong>de</strong>rs. De zwarte stern profiteert <strong>van</strong> <strong>een</strong> differentiatie<br />
<strong>van</strong> <strong>de</strong> wateren: zowel geïsoleer<strong>de</strong> wateren met weinig of<br />
g<strong>een</strong> vis als wateren waar veel vis aanwezig is. Belangrijk is<br />
dat er naast vis ook an<strong>de</strong>re prooien beschikbaar zijn. De<br />
purperreiger profiteert juist <strong>van</strong> één vissoort en heeft baat<br />
bij isolatie <strong>van</strong> wateren. Bei<strong>de</strong> soorten profiteren <strong>van</strong> <strong>een</strong><br />
goed visaanbod. Voor <strong>de</strong> aalscholvers in het bene<strong>de</strong>nrivierengebied<br />
geldt juist dat bij <strong>een</strong> laag visaanbod het<br />
broedsucces beter is dan bij <strong>een</strong> hoog visaanbod. In<br />
verband met <strong>de</strong> verontreinigingen in <strong>de</strong> vissen is hier wel<br />
sprake <strong>van</strong> <strong>een</strong> uitzon<strong>de</strong>rlijke situatie.<br />
Maatregelen ten gunste <strong>van</strong> pol<strong>de</strong>rvissen zijn dus ook in<br />
het belang <strong>van</strong> pol<strong>de</strong>rvissen<strong>de</strong> vogels, terwijl maatregelen<br />
<strong>voor</strong> <strong>de</strong>ze vogels over het algem<strong>een</strong> ook gunstig zijn <strong>voor</strong><br />
pol<strong>de</strong>rvissen. Op <strong>de</strong>ze wijze kunnen vertegenwoordigers<br />
<strong>van</strong> verschillen<strong>de</strong> soortgroepen profiteren <strong>van</strong> <strong>de</strong>zelf<strong>de</strong><br />
maatregelen.<br />
Jan <strong>van</strong> <strong>de</strong>r Win<strong>de</strong>n<br />
Theo Bou<strong>de</strong>wijn<br />
Bureau Waar<strong>de</strong>nburg<br />
Postbus 365<br />
410 AJ Culemborg<br />
0345-512710<br />
j.<strong>van</strong>.<strong>de</strong>r.win<strong>de</strong>n@buwa.nl<br />
t.j.bou<strong>de</strong>wijn@buwa.nl
18 6(3) 2004<br />
Pol<strong>de</strong>rs, pol<strong>de</strong>rwateren<br />
en vissen<br />
Theo <strong>de</strong> Jong<br />
Pol<strong>de</strong>rgebie<strong>de</strong>n zijn bij uitstek door<br />
mensenhand gecreëer<strong>de</strong> landschappen.<br />
Kleinschalige inrichtingsmaatregelen zijn<br />
hier <strong>van</strong> belang <strong>voor</strong> het behoud en <strong>de</strong><br />
ontwikkeling <strong>van</strong> <strong>een</strong> natuurlijke, zich<br />
zelf in stand hou<strong>de</strong>n<strong>de</strong> levensgem<strong>een</strong>schap<br />
<strong>van</strong> pol<strong>de</strong>rvissen.<br />
De aard en om<strong>van</strong>g <strong>van</strong> <strong>de</strong> <strong>voor</strong>gestel<strong>de</strong> maatregelen<br />
wor<strong>de</strong>n in eerste instantie bepaald door <strong>de</strong> waterhuishoudkundige<br />
rand<strong>voor</strong>waar<strong>de</strong>n. Bovendien zijn pol<strong>de</strong>rgebie<strong>de</strong>n<br />
over het algem<strong>een</strong> typische landbouwgebie<strong>de</strong>n<br />
waarin <strong>de</strong> natuur, en zeker <strong>de</strong> natuurlijke visfauna, slechts<br />
<strong>een</strong> on<strong>de</strong>rgeschikte rol speelt. In die zin is het creëren <strong>van</strong><br />
<strong>een</strong> breed maatschappelijk draagvlak <strong>voor</strong> het uitvoeren<br />
<strong>van</strong> maatregelen onontbeerlijk.<br />
Voor stromen<strong>de</strong> wateren is recent veel kennis opgedaan<br />
over <strong>de</strong> opheffing <strong>van</strong> knelpunten in <strong>de</strong> leefsituatie <strong>van</strong><br />
vissen. Voor pol<strong>de</strong>rwateren is nog relatief weinig bekend<br />
over <strong>de</strong>rgelijke knelpunten. Mogelijk aanwezige knelpunten<br />
kunnen in beeld wor<strong>de</strong>n gebracht door:<br />
- <strong>de</strong> huidige situatie door on<strong>de</strong>rzoek vast te leggen<br />
- <strong>een</strong> streefbeeld <strong>voor</strong> <strong>de</strong> visfauna <strong>voor</strong> het gebied op te<br />
stellen<br />
- het streefbeeld te confronteren met <strong>de</strong> huidige situatie.<br />
Waar het streefbeeld (sterk) afwijkt <strong>van</strong> <strong>de</strong> huidige situatie<br />
is sprake <strong>van</strong> (grote) knelpunten. Door het treffen <strong>van</strong><br />
maatregelen met als doel <strong>de</strong> knelpunten op te heffen zal <strong>de</strong><br />
"toekomstige actuele situatie" over<strong>een</strong>komen met het<br />
streefbeeld (<strong>de</strong> Jong & Hoogerwerf, 2002).<br />
Maatregelen<br />
In het leefgebied <strong>van</strong> vissen kunnen grofweg drie <strong>de</strong>elleefgebie<strong>de</strong>n<br />
on<strong>de</strong>rschei<strong>de</strong>n wor<strong>de</strong>n:<br />
- <strong>een</strong> overwinteringsgebied: <strong>de</strong> diepere <strong>de</strong>len <strong>van</strong> het<br />
water<br />
- <strong>een</strong> paaiplaats en opgroeigebied <strong>voor</strong> jonge vissen: <strong>de</strong><br />
ondiepe (<strong>de</strong>len <strong>van</strong>) het water<br />
- <strong>een</strong> zomergebied: het foerageergebied <strong>voor</strong> zowel <strong>de</strong><br />
jonge als <strong>de</strong> ou<strong>de</strong>re levensstadia <strong>van</strong> vissen<br />
Bij pol<strong>de</strong>rvissen liggen <strong>de</strong>ze <strong>de</strong>elgebie<strong>de</strong>n veelal op korte<br />
afstand <strong>van</strong> elkaar. Voor <strong>een</strong> natuurlijke vislevensgem<strong>een</strong>schap<br />
is het noodzakelijk dat alle drie <strong>de</strong>elleefgebie<strong>de</strong>n in<br />
het leefgebied aanwezig zijn en <strong>voor</strong> <strong>de</strong> vissen goed<br />
bereikbaar zijn. De te treffen inrichtingsmaatregelen zijn<br />
gericht op alle <strong>de</strong>elleefgebie<strong>de</strong>n en het met elkaar in<br />
verbinding brengen <strong>van</strong> die <strong>de</strong>elleefgebie<strong>de</strong>n. Bij het<br />
verbin<strong>de</strong>n <strong>van</strong> wateren moet bedacht wor<strong>de</strong>n dat sommige<br />
geïsoleer<strong>de</strong> wateren hun natuurwetenschappelijke<br />
waar<strong>de</strong> juist ontlenen aan hun geïsoleer<strong>de</strong> ligging. Verbin<strong>de</strong>n<br />
is dan uit <strong>de</strong>n boze.<br />
Bij maatregelen <strong>voor</strong> het verbeteren <strong>van</strong> <strong>de</strong> leefomstandighe<strong>de</strong>n<br />
<strong>voor</strong> vissen kan on<strong>de</strong>rscheid gemaakt wor<strong>de</strong>n<br />
tussen:<br />
- grootschalige maatregelen met <strong>een</strong> pol<strong>de</strong>romvattend<br />
effect (pol<strong>de</strong>rpeilverhoging).<br />
- kleinschalige maatregelen met slechts <strong>een</strong> plaatselijk<br />
effect (het weer op diepte brengen <strong>van</strong> één verlan<strong>de</strong><br />
sloot, het aanbrengen <strong>van</strong> <strong>een</strong> vergrote duiker)<br />
Voor <strong>de</strong> visfauna is het gewenst <strong>de</strong> maatregelen ter<br />
verbetering <strong>van</strong> het leefgebied zo uitgebreid mogelijk uit<br />
te voeren. Bij grootschalige maatregelen zullen, naast<br />
financiële motieven en <strong>de</strong> instandhouding <strong>van</strong> <strong>de</strong> huidige<br />
gebruiksfuncties <strong>van</strong> het gebied, <strong>de</strong> waterhuishoudkundige<br />
rand<strong>voor</strong>waar<strong>de</strong>n belangrijke beperkingen zijn bij <strong>de</strong><br />
bepaling <strong>van</strong> <strong>de</strong> aard en om<strong>van</strong>g <strong>van</strong> <strong>de</strong> toe te passen<br />
maatregelen. An<strong>de</strong>rzijds kan grootschalige natuurontwikkeling<br />
(bij<strong>voor</strong>beeld vernatting <strong>van</strong> <strong>de</strong>len <strong>van</strong> het<br />
Groene Hart) <strong>een</strong> enorme positieve stimulans zijn.<br />
Waar <strong>de</strong> grootschalige maatregelen mogelijk pas na jaren<br />
(<strong>van</strong> overleg en compromisvorming) gerealiseerd kunnen<br />
wor<strong>de</strong>n, zijn kleinschalige maatregelen gemakkelijk en op<br />
relatief korte termijn uitvoerbaar. Wel moet bedacht<br />
wor<strong>de</strong>n dat wanneer <strong>de</strong> <strong>voor</strong>gestel<strong>de</strong> maatregelen slechts<br />
57<br />
Grote mod<strong>de</strong>rkruiper<br />
Foto: Rombout <strong>van</strong> Eekelen
Foto: Theo <strong>de</strong> Jong<br />
58 18 6(3) 2004<br />
Ondiepe inhammen<br />
als paaiplaats<br />
ten <strong>de</strong>le gerealiseerd kunnen wor<strong>de</strong>n, <strong>de</strong> consequentie<br />
hier<strong>van</strong> is dat <strong>een</strong> (lokaal) onvolledige, zichzelf (<strong>de</strong>els)<br />
niet instandhou<strong>de</strong>n<strong>de</strong> natuurlijke vislevensgem<strong>een</strong>schap<br />
geaccepteerd moet wor<strong>de</strong>n!<br />
Voor het verbeteren <strong>van</strong> <strong>de</strong> leefomstandighe<strong>de</strong>n <strong>voor</strong> pol<strong>de</strong>rvissen<br />
komen 15 kleinschalige (inrichtings)maatregelen<br />
in aanmerking:<br />
1. Aanleg <strong>van</strong> ondiepe oeverzones<br />
Door aanleg <strong>van</strong> ondiepe wor<strong>de</strong>n paai- en opgroeigebie<strong>de</strong>n<br />
<strong>voor</strong> vissen wor<strong>de</strong>n gecreëerd. Om ondiepe<br />
oeverzones als zodanig te kunnen laten functioneren,<br />
moet <strong>de</strong> waterdiepte maximaal 30 cm bedragen.<br />
De aanleg er<strong>van</strong> kan op verschillen<strong>de</strong> manieren gebeuren:<br />
- Door <strong>de</strong> oever langs <strong>een</strong> watergang tot on<strong>de</strong>r het<br />
waterniveau af te vlakken wordt <strong>een</strong> bre<strong>de</strong>, natte en <strong>voor</strong><br />
vissen toegankelijke moeraszone gecreëerd. Deze maatregel<br />
kan over <strong>de</strong> gehele lengte <strong>van</strong> <strong>de</strong> watergang uitgevoerd<br />
wor<strong>de</strong>n, maar ook in kleinere <strong>de</strong>len waardoor het<br />
ruimtebeslag beperkter is.<br />
- De aanleg <strong>van</strong> accola<strong>de</strong>profielen. Hierbij wordt <strong>de</strong><br />
gehele watergang vergraven; het profiel bestaat uit <strong>een</strong><br />
dieper centraal <strong>de</strong>el, geflankeerd door ondiepere zones.<br />
- De aanleg <strong>van</strong> korte, ondiepe zijsloten. Door het graven<br />
<strong>van</strong> circa 25 meter lange ondiepe zijsloten met <strong>een</strong><br />
maximale diepte <strong>van</strong> 30 centimeter wordt <strong>een</strong> uitstekend<br />
paai- en opgroeigebied gecreëerd.<br />
- Door plaatselijk ondiepe inhammen te graven. De grootte<br />
hier<strong>van</strong> kan variëren 10 tot 20 meter lengte en <strong>een</strong><br />
breedte <strong>van</strong> 5 tot 10 meter.<br />
2. Vergroten oevervariatie<br />
Door het maken <strong>van</strong> inhammen in oevers of door het<br />
laten staan <strong>van</strong> grote plukken vegetatie langs oevers<br />
ontstaat er meer variatie in <strong>de</strong> oeverstructuur en lokale<br />
stromingspatronen. Relatief <strong>een</strong>vormige waterlopen kunnen<br />
op <strong>de</strong>ze wijze omgevormd wor<strong>de</strong>n naar <strong>een</strong> meer<br />
natuurlijke waterloop, waarbij <strong>voor</strong> vissen nieuwe leefgebiedmogelijkhe<strong>de</strong>n,<br />
met name veel schuilplaatsen<br />
ontstaan.<br />
3. Aanplant <strong>van</strong> bomen en struiken<br />
Veel pol<strong>de</strong>rwateren zijn zeer <strong>een</strong>vormig en hierdoor arm<br />
aan structuur. Bij verschillen<strong>de</strong> <strong>voor</strong>gaan<strong>de</strong> maatregelen<br />
wor<strong>de</strong>n ook schuilplaatsen <strong>voor</strong> vissen gecreëerd. Extra<br />
schuilplaatsen kunnen wor<strong>de</strong>n gerealiseerd door aanplant<br />
<strong>van</strong> struiken en bomen direct langs <strong>de</strong> watergang. On<strong>de</strong>r<br />
overhangen<strong>de</strong> takken en tussen <strong>de</strong> wortels ontstaan<br />
geschikte schuilplaatsen. In het water hangen<strong>de</strong> takken<br />
vormen <strong>voor</strong> <strong>een</strong> aantal soorten bovendien geschikte<br />
eiafzet-plaatsen.<br />
4. Aanleg <strong>van</strong> overwinteringsplaatsen<br />
Door in watergangen enkele diepere <strong>de</strong>len uit te baggeren<br />
of uit te graven ontstaan geschikte overwinteringsplaatsen<br />
<strong>voor</strong> vissen. De overwinteringsplaatsen dienen zo breed<br />
mogelijk te zijn. De diepte is afhankelijk <strong>van</strong> <strong>de</strong> grondsoort,<br />
<strong>de</strong> bo<strong>de</strong>mopbouw en grondwaterstromen. In<br />
v<strong>een</strong>gebie<strong>de</strong>n met veel baggerproductie zullen <strong>de</strong> gegraven<br />
diepe overwinteringsplaatsen snel vollopen met<br />
bagger. De volgelopen diepe gaten kunnen in <strong>de</strong> zomer<br />
<strong>een</strong>voudig met <strong>de</strong> baggerpomp weer op diepte gebracht<br />
wor<strong>de</strong>n. Per kilometer wetering dienen tenminste 4 <strong>van</strong><br />
<strong>de</strong>rgelijke overwinteringsplaatsen te wor<strong>de</strong>n gerealiseerd<br />
(<strong>de</strong> Jong & Hoogerwerf, 2002).<br />
5. Schouwen<br />
Het schouwen (het controleren of het waterafvoerend<br />
vermogen <strong>van</strong> <strong>een</strong> watergang voldoen<strong>de</strong> is) is <strong>een</strong><br />
verantwoor<strong>de</strong>lijkheid <strong>van</strong> het waterschap. Bij het schouwen<br />
blijkt vaker het uiterlijk <strong>van</strong> <strong>de</strong> watergang <strong>van</strong> meer<br />
belang dan het waterafvoerend vermogen <strong>van</strong> <strong>de</strong> water-
18 6(3) 2004<br />
gang. Het gegeven dat <strong>een</strong> watergang er ‘netjes bij ligt’ of<br />
dat <strong>de</strong> kanten keurig recht zijn afgestoken of dat er langs<br />
<strong>de</strong> sloot <strong>een</strong> dui<strong>de</strong>lijke strook bagger ligt als bewijs <strong>van</strong> <strong>de</strong><br />
werkzaamhe<strong>de</strong>n is dan belangrijker dan <strong>de</strong> diepte en het<br />
waterafvoerend vermogen.<br />
De richtlijnen <strong>voor</strong> <strong>de</strong> schouw dienen op zodanige<br />
wijze te wor<strong>de</strong>n aangepast dat het waterafvoerend vermogen<br />
doorslaggevend is. Is dat op peil dan moet het mogelijk<br />
zijn één zij<strong>de</strong> <strong>van</strong> <strong>de</strong> sloot ongeschoond te laten zodat<br />
daar vorming <strong>van</strong> <strong>een</strong> verlandingsvegetatie mogelijk is.<br />
Ook kan, in overleg met het waterschap, afgezien wor<strong>de</strong>n<br />
<strong>van</strong> het schouwen <strong>van</strong> tussensloten. Hierdoor hebben <strong>de</strong><br />
agrariërs <strong>een</strong> grotere vrijheid in <strong>de</strong> manier <strong>van</strong> slooton<strong>de</strong>rhoud.<br />
6. Tussensloten niet schonen<br />
Op veel bedrijven is het <strong>voor</strong> <strong>de</strong> waterafvoer niet noodzakelijk<br />
<strong>de</strong> tussensloten elk jaar te schonen. Door <strong>de</strong>ze<br />
sloten slechts <strong>een</strong>s in <strong>de</strong> twee of drie jaar te schonen kan<br />
<strong>de</strong> oevervegetatie tot in het water groeien. Door doodlopen<strong>de</strong><br />
ein<strong>de</strong>n <strong>van</strong> sloten niet elk jaar te schonen kan<br />
daar <strong>een</strong> verlandingsvegetatie ontstaan. In bei<strong>de</strong> gevallen<br />
ontstaan er situaties die aan veel vissen <strong>een</strong> schuilplaats<br />
bie<strong>de</strong>n.<br />
7. Gefaseerd maai- en schoningsbeheer<br />
Voor vissen is het <strong>van</strong> groot belang dat bij maai- en<br />
schoningsbeheer niet alle water- en moerasvegetatie wordt<br />
verwij<strong>de</strong>rd. Door <strong>een</strong> gefaseerd maai- en schoningsbeheer<br />
kan zowel het watervoerend vermogen <strong>van</strong> watergangen<br />
gegaran<strong>de</strong>erd wor<strong>de</strong>n én blijven er <strong>voor</strong> vissen voldoen<strong>de</strong><br />
schuil-, paai- en opgroeimogelijkhe<strong>de</strong>n gehandhaafd.<br />
8. Gecombineerd beheer<br />
Door baggeren en schonen op elkaar af te stemmen is <strong>een</strong><br />
optimaal visbeheer te realiseren. De Jong (2004) beschrijft<br />
<strong>een</strong> situatie waarbij door het aan <strong>een</strong> zij<strong>de</strong> schonen en<br />
baggeren <strong>van</strong> <strong>een</strong> circa 8 meter bre<strong>de</strong> watergang en <strong>de</strong><br />
an<strong>de</strong>re zij<strong>de</strong>n enkele jaren ongemoeid te laten <strong>een</strong> i<strong>de</strong>ale<br />
situatie is ontstaan. In het regelmatig gebagger<strong>de</strong> <strong>de</strong>el vin<strong>de</strong>n<br />
<strong>de</strong> vissen <strong>een</strong> voldoen<strong>de</strong> diepe overwinteringsplaats.<br />
In <strong>de</strong>ze helft <strong>van</strong> het water is het watervoerend vermogen<br />
voldoen<strong>de</strong>. Het extensief beheer<strong>de</strong> ge<strong>de</strong>elte bevat veel<br />
schuilplaatsen en is <strong>een</strong> goed paai- en opgroeigebied.<br />
9. Open verbindingen tussen <strong>de</strong> watergangen<br />
Kleine, ondiepere watergangen kunnen functioneren als<br />
paai- en opgroeigebied <strong>voor</strong> vissoorten. Door verschil in<br />
peilgebied zijn <strong>de</strong>rgelijke ondiepe watergangen vaak niet<br />
bereikbaar. Door aanleg of herstel <strong>van</strong> <strong>de</strong> verbinding<br />
tussen hoofdwatergangen en kleine zijwatergangen kunnen<br />
<strong>de</strong> wateren weer bereikbaar wor<strong>de</strong>n. In gebie<strong>de</strong>n met<br />
zogenaam<strong>de</strong> ‘hoog- en laagwatersloten’ (met name in het<br />
lage westen <strong>van</strong> Ne<strong>de</strong>rland) kunnen <strong>de</strong>ze verbindingen<br />
slechts bepaal<strong>de</strong> perio<strong>de</strong>n <strong>van</strong> het jaar ‘open staan’. In <strong>de</strong><br />
praktijk blijkt dat het ‘open staan’ in <strong>voor</strong>- en najaar<br />
geduren<strong>de</strong> enkele weken voldoen<strong>de</strong> is om vissen <strong>van</strong> <strong>de</strong><br />
smallere sloten gebruik te laten maken.<br />
10. Afmetingen <strong>van</strong> duikers<br />
Daar waar dammen in <strong>een</strong> watergang moeten wor<strong>de</strong>n aangelegd<br />
wor<strong>de</strong>n duikers geplaatst om <strong>een</strong> waterverbinding<br />
te behou<strong>de</strong>n. Duikers met <strong>een</strong> afmeting <strong>van</strong> 1,20 bij 2<br />
meter (breedte x hoogte), waarbij <strong>de</strong> waterdiepte in <strong>de</strong><br />
duiker circa één meter bedraagt en <strong>de</strong> wateroppervlakte<br />
niet tot aan <strong>de</strong> bovenkant <strong>van</strong> <strong>de</strong> duiker reikt, zijn goed<br />
<strong>voor</strong> vissen passeerbaar.<br />
11. Verplaatsen stuwen en dammen<br />
Vanuit agrarische belangen zijn vaak dammen, houten<br />
schotten en stuwen aangebracht bij <strong>de</strong> monding <strong>van</strong> <strong>de</strong><br />
sloot op <strong>de</strong> hoofdwatergang. Door <strong>de</strong>ze stuwen tenminste<br />
25 meter landinwaarts te plaatsen, kunnen paai- en<br />
59<br />
Het schonen <strong>van</strong><br />
<strong>een</strong> sloot<br />
Foto: Theo <strong>de</strong> Jong
Foto: Theo <strong>de</strong> Jong<br />
60 18 6(3) 2004<br />
Verbre<strong>de</strong> monding<br />
<strong>van</strong> sloot<br />
opgroeigebie<strong>de</strong>n wor<strong>de</strong>n gerealiseerd, met behoud <strong>van</strong><br />
agrarische belangen. Door tegelijk het slootge<strong>de</strong>elte<br />
tussen stuw en <strong>de</strong> hoofdwatergang te verbre<strong>de</strong>n wordt<br />
bovendien <strong>een</strong> geschikt opgroeigebied gecreëerd.<br />
12. Verhouding wetering-sloot tenminste 1:15<br />
In pol<strong>de</strong>rgebie<strong>de</strong>n voeren smalle, ondiepe sloten het<br />
water af naar bre<strong>de</strong>, diepe weteringen. Vanuit <strong>de</strong> weteringen<br />
wordt het water getransporteerd naar het boezemwater.<br />
Over <strong>de</strong> noodzakelijke verhouding diepe wetering<br />
– ondiepe sloot ten behoeve <strong>van</strong> paai- en opgroeimogelijkhe<strong>de</strong>n<br />
is vrij weinig bekend. Voor pol<strong>de</strong>rgebie<strong>de</strong>n<br />
dient op 10 -15 km sloot (gesommeer<strong>de</strong> lengtes) tenminste<br />
1 km wetering aanwezig te zijn (<strong>de</strong> Jong & Hoogerwerf,<br />
2002). Dit kan betekenen dat enkele sloten in <strong>een</strong><br />
gebied verbreed en verdiept moeten wor<strong>de</strong>n om <strong>een</strong><br />
gunstigere verhouding wetering - sloot te realiseren.<br />
13. Vismigratie<strong>voor</strong>zieningen aanleggen<br />
Bij <strong>de</strong> migratieproblematiek wordt er veelal <strong>van</strong>uit gegaan<br />
dat dit probleem <strong>voor</strong>al speelt in stromen<strong>de</strong> wateren <strong>voor</strong><br />
<strong>de</strong> beken<strong>de</strong> trekvissen als zalm, zeeforel en paling. Onbekend<br />
is dat ook in pol<strong>de</strong>rwateren vissen als bij<strong>voor</strong>beeld<br />
snoek, brasem en blank<strong>voor</strong>n in <strong>de</strong> <strong>voor</strong>tplantingstijd<br />
trektochten on<strong>de</strong>rnemen. Een goe<strong>de</strong> manier om stuwen<br />
e.d. in pol<strong>de</strong>rwateren passeerbaar te maken is het plaatsen<br />
<strong>van</strong> De Wit-vispassages. Deze passages zijn <strong>een</strong>voudig aan<br />
te brengen, hebben g<strong>een</strong> groot ruimtebeslag en zijn<br />
relatief goedkoop. Ze zijn al op <strong>een</strong> aantal plaatsen, on<strong>de</strong>r<br />
an<strong>de</strong>re in Vlaan<strong>de</strong>ren en in <strong>de</strong> provincie Utrecht succesvol<br />
toegepast. Dergelijke passages blijken goed te functioneren<br />
(Zoetemeyer, 1999).<br />
14. Automatische Mechanische Inlaatsluizen<br />
Waar <strong>de</strong> aanleg <strong>van</strong> vispassages niet mogelijk is, kunnen<br />
stuwen het beste ver<strong>van</strong>gen wor<strong>de</strong>n door Automatische<br />
Mechanische Inlaatsluizen (AMI). Een AMI laat het water<br />
aan <strong>de</strong> on<strong>de</strong>rkant door. Al bij geringe opening kunnen vissen<br />
zich on<strong>de</strong>r <strong>de</strong> stuw door verplaatsen.<br />
15. Openingen in schutsluizen en vaste stuwen ten behoeve <strong>van</strong> <strong>de</strong> paling<br />
De intrek <strong>van</strong> jonge glasaal <strong>van</strong> uit zee is <strong>de</strong> laatste jaren,<br />
door diverse oorzaken, sterk vermin<strong>de</strong>rd. Bovendien zijn<br />
door <strong>een</strong> efficiëntere waterhuishouding <strong>de</strong> intrekmogelijkhe<strong>de</strong>n<br />
<strong>van</strong>uit het boezemwater naar <strong>de</strong> pol<strong>de</strong>rwateren ook<br />
vermin<strong>de</strong>rd. Dammen zijn aangelegd, schutsluizen wor<strong>de</strong>n<br />
niet meer gebruikt en sluis<strong>de</strong>uren zijn ‘passend’<br />
gemaakt, waardoor ze niet meer lekken, maar er ook g<strong>een</strong><br />
lokstroom meer aanwezig is.<br />
Wanneer in <strong>de</strong> sluis<strong>de</strong>uren kleine gaten (Ø 25 mm) of<br />
smalle spleten (100 mm x 10 mm) wor<strong>de</strong>n aangebracht,<br />
kan <strong>de</strong>ze intrek wel plaats vin<strong>de</strong>n. Er wordt <strong>een</strong> lokstroom<br />
gecreëerd door pol<strong>de</strong>rwater in <strong>de</strong> sluis te pompen. Door<br />
<strong>de</strong> sluis één keer per week aan <strong>de</strong> pol<strong>de</strong>rzij<strong>de</strong> te openen<br />
kunnen <strong>de</strong> glasalen <strong>de</strong> pol<strong>de</strong>r bereiken.<br />
Door toepassing <strong>van</strong> <strong>de</strong>ze kleinschalige inrichtingsmaatregelen<br />
en door het aanbrengen <strong>van</strong> enkele relatief <strong>een</strong>voudige<br />
wijzigingen in technische kunstwerken kan er<br />
veel winst behaald wor<strong>de</strong>n <strong>voor</strong> <strong>de</strong> populaties pol<strong>de</strong>rvissen.<br />
Literatuur<br />
Crombaghs, B.H.J.M., R.W. Akkermans, R.E.M.B. Gubbels & G.<br />
Hoogerwerf, 2000. Vissen in Limburgse beken. Natuurhistorisch<br />
Genootschap <strong>van</strong> Limburg, Maastricht.<br />
Jong, Th. H. <strong>de</strong> & G. Hoogerwerf, 2002. Gebiedsgerichte knelpuntenanalyse<br />
en ontwikkelingsvisie visfauna <strong>voor</strong> het<br />
beheersgebied <strong>van</strong> het Hoogheemraadschap De Stichtse<br />
Rijnlan<strong>de</strong>n. Bureau Viridis & Bureau Limes Divergens –<br />
Natuurbalans, Nijmegen.
18 6(3) 2004<br />
Jong, Th. H. <strong>de</strong>, 2002. Amfibieën, vissen en baggeren: richtlijnen<br />
<strong>voor</strong> het baggeren <strong>van</strong> wateren met betrekking tot het <strong>voor</strong>komen<br />
<strong>van</strong> kwetsbare en bedreig<strong>de</strong> amfibieën en vissen.<br />
Bureau Viridis. Culemborg.<br />
Jong, Th. H. <strong>de</strong>, 2004. Vissen in waterland. Inventarisatie en maatregelen.<br />
Bureau Viridis, Culemborg.<br />
Zoetemeyer, R.B., 1999. Ontwikkelings- en beheervisie sport-<br />
en beroepsvisserij Stichtse Rijnlan<strong>de</strong>n 2000 – 2010. Visserijplatform<br />
Stichtse Rijnlan<strong>de</strong>n en het Hoogheemraadschap <strong>de</strong><br />
Stichtse Rijnlan<strong>de</strong>n<br />
Theo <strong>de</strong> Jong<br />
werkgroep Pol<strong>de</strong>rvissen, Bureau Viridis<br />
Rijnlaan 25<br />
4105 GS Culemborg<br />
0345-51 99 46<br />
viridis@planet.nl<br />
Kroeskarper<br />
61<br />
Foto: Ben Crombaghs
Foto: Ben Crombaghs<br />
Driedoornige<br />
stekelbaars<br />
62 18 6(3) 2004<br />
Instrument tussen vis(eisen) en waterbeheer<br />
De Visscan<br />
Pim <strong>de</strong> Kwaadsteniet<br />
De Visscan is <strong>een</strong> instrument ten behoeve<br />
<strong>van</strong> <strong>de</strong> planvorming <strong>voor</strong> vis in systemen<br />
<strong>van</strong> pol<strong>de</strong>r- en boezemwateren.<br />
Dit instrument biedt <strong>de</strong> mogelijkheid<br />
om op <strong>een</strong> relatief snelle manier <strong>een</strong><br />
samenhangend pakket <strong>van</strong> maatregelen<br />
<strong>voor</strong> pol<strong>de</strong>rvissen te formuleren.<br />
De Visscan gaat er <strong>van</strong> uit dat problemen <strong>voor</strong> vis in<br />
pol<strong>de</strong>r- en boezemwateren tweeledig kunnen zijn: onvoldoen<strong>de</strong><br />
kwaliteit <strong>van</strong> (<strong>de</strong>el)leefgebie<strong>de</strong>n en versnippering<br />
er<strong>van</strong>. Kwaliteitsproblemen zijn on<strong>de</strong>r meer onvoldoen<strong>de</strong><br />
zuurstof, te weinig doorzicht, afwezigheid <strong>van</strong> water- en<br />
oeverplanten of juist aanwezigheid er<strong>van</strong>. Pol<strong>de</strong>rvissen<br />
stellen echter ook eisen aan <strong>de</strong> kwantiteit en on<strong>de</strong>rlinge<br />
ruimtelijke samenhang <strong>van</strong> <strong>de</strong>elleefgebie<strong>de</strong>n. Soorten als<br />
<strong>de</strong> driedoornige stekelbaars en paling trekken <strong>van</strong> pol<strong>de</strong>rs<br />
naar zee en vice versa. Een an<strong>de</strong>r <strong>voor</strong>beeld is <strong>de</strong> snoek<br />
die bij <strong>voor</strong>keur paait in pol<strong>de</strong>rsloten en on<strong>de</strong>rgelopen<br />
graslan<strong>de</strong>n en als volwassen exemplaar bij <strong>voor</strong>keur jaagt<br />
in groot open water.<br />
Het metapopulatie-concept vormt <strong>een</strong> belangrijke basis<br />
<strong>voor</strong> <strong>de</strong> visscan. Metapopulaties wor<strong>de</strong>n gevormd door<br />
meer<strong>de</strong>re, ruimtelijk <strong>van</strong> elkaar geschei<strong>de</strong>n (‘versnipper<strong>de</strong>’)<br />
<strong>de</strong>elpopulaties, die door mid<strong>de</strong>l <strong>van</strong> verbindingszones<br />
met elkaar verbon<strong>de</strong>n zijn. Een metapopulatie is<br />
duurzaam, omdat <strong>de</strong> kans op volledige sterfte (bij calamiteiten),<br />
genetische verarming en inteelteffecten door<br />
migratie tussen <strong>de</strong>elpopulaties beperkt wor<strong>de</strong>n. Deze<br />
theorie dient echter niet klakkeloos te wor<strong>de</strong>n toegepast,<br />
want er zijn situaties waarbij barrières binnen <strong>een</strong><br />
watersysteem juist gewenst zijn. Bescherm<strong>de</strong> en relatief<br />
zeldzame vissoorten als <strong>de</strong> grote mod<strong>de</strong>rkruiper en <strong>de</strong><br />
bitter<strong>voor</strong>n gedijen vaak in kleinschalige wateren met<br />
specifieke kwaliteiten. Verbindingen aanbrengen met<br />
wateren <strong>van</strong> <strong>een</strong> geheel an<strong>de</strong>re kwaliteit kan dan meer<br />
kwaad dan goed doen. Een gebiedsgerichte, pragmatische<br />
aanpak en gezond verstand zijn daarom altijd noodzakelijk.<br />
Toelichting en toepassing<br />
De visscan is <strong>een</strong> instrument ten behoeve <strong>van</strong> <strong>de</strong> planvorming<br />
<strong>voor</strong> vis in systemen <strong>van</strong> pol<strong>de</strong>r- en boezemwateren,<br />
waarin <strong>de</strong> meest recente visecologische kennis is opgeno-
18 6(3) 2004<br />
men. De visscan is in eerste instantie gericht op zoete<br />
wateren. Recent is <strong>de</strong> Visscan uitgebreid met pol<strong>de</strong>rwateren<br />
met brakke kenmerken bij zoet-zoutovergangen. De<br />
methodiek <strong>van</strong> <strong>de</strong> Visscan is schematisch aangeven in<br />
figuur 1 en wordt aan <strong>de</strong> hand <strong>van</strong> <strong>een</strong> praktijk<strong>voor</strong>beeld,<br />
<strong>de</strong> zeekleipol<strong>de</strong>r Niervaert in het noordwestelijke <strong>de</strong>el <strong>van</strong><br />
Noord-Brabant (waterschap Land <strong>van</strong> Nassau) toegelicht.<br />
De Visscan start met <strong>de</strong> keuze <strong>van</strong> het ambitieniveau<br />
(viswatertype) door <strong>de</strong> betreffen<strong>de</strong> water- en/of visstandbeheer<strong>de</strong>r.<br />
De keuze kan wor<strong>de</strong>n bepaald door <strong>de</strong> functie<br />
die aan <strong>een</strong> water is toegekend, recente of historische<br />
visstandsgegevens, <strong>de</strong> toestand <strong>van</strong> het watersysteem en<br />
<strong>voor</strong>ziene ontwikkelingen. Voor bemalinggebied Niervaert<br />
is gekozen <strong>voor</strong> het <strong>voor</strong> het ambitieniveau <strong>van</strong> het<br />
snoek-blank<strong>voor</strong>n viswatertype. Deze keuze is <strong>voor</strong>al<br />
gebaseerd op <strong>de</strong> functie als ecologische verbindingszone<br />
die aan <strong>de</strong> Aalskreek is toegekend (zie figuur 2) en het<br />
agrarische grondgebruik in het gebied.<br />
Aan het ambitieniveau (snoek-blank<strong>voor</strong>n viswatertype)<br />
is <strong>een</strong> programma <strong>van</strong> eisen gekoppeld, bestaan<strong>de</strong> uit<br />
eisen aan <strong>de</strong> kwaliteit <strong>van</strong> het vishabitat en eisen omtrent<br />
<strong>de</strong> gewenste om<strong>van</strong>g er<strong>van</strong>. Voor <strong>de</strong> uitvoering <strong>van</strong> <strong>de</strong> visscan<br />
wordt <strong>een</strong> grondige analyse <strong>van</strong> het betreffen<strong>de</strong><br />
watersysteem uitgevoerd. Bij <strong>de</strong> inventarisatie wor<strong>de</strong>n<br />
on<strong>de</strong>r meer <strong>de</strong> om<strong>van</strong>g en samenhang <strong>van</strong> peilvakken,<br />
het gevoer<strong>de</strong> maai- en peilbeheer, aanwezige vegetatie,<br />
water- en waterbo<strong>de</strong>mkwaliteit in beeld gebracht.<br />
De eisen <strong>van</strong> <strong>de</strong> geambieer<strong>de</strong> visstand wor<strong>de</strong>n vervolgens<br />
geconfronteerd met <strong>de</strong> huidige situatie <strong>van</strong> het<br />
on<strong>de</strong>rzoeksgebied, wat (meestal) knelpunten oplevert.<br />
Bij bemalingsgebied Niervaert zijn <strong>de</strong> belangrijkste<br />
knelpunten <strong>voor</strong> vis met betrekking tot <strong>de</strong> kwaliteit <strong>van</strong><br />
waterlopen: onvoldoen<strong>de</strong> doorzicht <strong>van</strong> het water, <strong>de</strong><br />
aanwezigheid <strong>van</strong> sliblagen en gebrek aan water- en oevervegetatie.<br />
Dit laatste wordt veelal veroorzaakt door <strong>de</strong><br />
aanwezigheid <strong>van</strong> zeer steile, monotone taluds. Ver<strong>de</strong>r is<br />
<strong>de</strong> oppervlakte <strong>van</strong> <strong>de</strong> aan<strong>een</strong>gesloten waterlopen en peilvakken<br />
te klein <strong>voor</strong> het duurzaam <strong>voor</strong>komen <strong>van</strong> <strong>de</strong><br />
geambieer<strong>de</strong> visstand. Oorzaken hier<strong>van</strong> zijn <strong>de</strong> op<strong>de</strong>ling<br />
<strong>van</strong> het bemalinggebied in meer<strong>de</strong>re kleine peilgebie<strong>de</strong>n<br />
door stuwen, <strong>de</strong> aanwezigheid <strong>van</strong> smalle, ondiepe waterlopen<br />
en <strong>de</strong> geringe diameter <strong>van</strong> sommige duikers.<br />
Op grond <strong>van</strong> <strong>de</strong> geconstateer<strong>de</strong> knelpunten wor<strong>de</strong>n in <strong>de</strong><br />
visscan via globale oplossingsrichtingen ge<strong>de</strong>tailleer<strong>de</strong><br />
ingrepen uitgewerkt. Daarbij wordt on<strong>de</strong>rscheid gemaakt<br />
tussen ingrepen in het beheer en ingrepen in <strong>de</strong> inrichting<br />
<strong>van</strong> waterlopen. De vereiste oppervlakte aan<strong>een</strong>gesloten<br />
leefgebied <strong>voor</strong> vis kan in bemalingsgebied Niervaert<br />
wor<strong>de</strong>n bereikt door het samenvoegen <strong>van</strong> peilvakken<br />
(door aanpassing <strong>van</strong> het peilbeheer), het passeerbaar<br />
maken <strong>van</strong> stuwen, het verruimen <strong>van</strong> waterlopen en<br />
het vergroten <strong>van</strong> <strong>de</strong> diameter <strong>van</strong> enkele duikers. De<br />
gewenste kwaliteit <strong>van</strong> het bemalingsgebied als leefgebied<br />
<strong>voor</strong> vis kan wor<strong>de</strong>n bereikt door <strong>de</strong> aanleg <strong>van</strong> winterecotopen<br />
(refugia) <strong>voor</strong> vissen, het verflauwen <strong>van</strong> oevers,<br />
het aanpassen <strong>van</strong> het maaibeheer en het verbeteren <strong>van</strong><br />
<strong>de</strong> waterkwaliteit door baggeren en het saneren <strong>van</strong> riooloverstorten.<br />
Door <strong>de</strong> oevers <strong>van</strong> enkele waterlopen te<br />
verflauwen kan <strong>een</strong> <strong>voor</strong> <strong>de</strong> gewenste visstand benodig<strong>de</strong><br />
vegetatie <strong>van</strong> oever- en waterplanten tot ontwikkeling<br />
komen en ontstaan (potentiële) paai- en opgroeigebie<strong>de</strong>n.<br />
Refugia dienen te wor<strong>de</strong>n aangelegd om vissterfte bij langdurige<br />
ijsvorming in winters te <strong>voor</strong>komen. Het maaibeheer<br />
dient te wor<strong>de</strong>n aangepast om ontwikkeling en<br />
handhaving <strong>van</strong> <strong>een</strong> gezon<strong>de</strong> water- en oevervegetatie<br />
mogelijk te maken.<br />
63<br />
Figuur 1: Visscan <strong>voor</strong> aanpak vismigratieproblematiek in pol<strong>de</strong>r- en boezemwateren<br />
Figuur 2: Overzichtskaart met <strong>voor</strong>gestel<strong>de</strong> maatregelen <strong>voor</strong> bemalinggebied Niervaert.
64 18 6(3) 2004<br />
Uit <strong>de</strong> ingrepen die uit <strong>de</strong> Visscan naar voren komen<br />
wordt <strong>een</strong> selectie gemaakt. Prioritering <strong>van</strong> <strong>de</strong> ingrepen is<br />
belangrijk om het traject naar daadwerkelijke realisatie te<br />
bespoedigen. Uitgangspunt hierbij is het kiezen <strong>van</strong> <strong>een</strong><br />
set <strong>van</strong> maatregelen waarbij wordt voldaan aan <strong>de</strong> gestel<strong>de</strong><br />
eisen <strong>voor</strong> kwantiteit en kwaliteit <strong>van</strong> het leefgebied<br />
<strong>van</strong> vis. Ver<strong>de</strong>r is het belangrijk om in te spelen op<br />
gebiedsspecifieke en waterhuishoudkundige kenmerken<br />
<strong>van</strong> het gebied en op functietoekenningen en ontwikkelingen.<br />
Ook het kostenplaatje is natuurlijk <strong>van</strong> belang.<br />
Een aantal maatregelen ligt <strong>voor</strong> hand omdat ze gemakkelijk<br />
en tegen relatief weinig kosten kunnen wor<strong>de</strong>n<br />
genomen (bij<strong>voor</strong>beeld min<strong>de</strong>r rigoureus schonen <strong>van</strong><br />
waterlopen of <strong>de</strong> aanleg <strong>van</strong> natuurvrien<strong>de</strong>lijke oevers op<br />
plaatsen waar <strong>de</strong> ruimte hier<strong>voor</strong> aanwezig is). An<strong>de</strong>re<br />
maatregelen zullen waarschijnlijk pas wor<strong>de</strong>n uitgevoerd,<br />
indien kan wor<strong>de</strong>n meegelift met an<strong>de</strong>re ontwikkelingen<br />
(vergroten waterdiepte in het ka<strong>de</strong>r <strong>van</strong> <strong>een</strong> baggerplan,<br />
aanleg <strong>van</strong> <strong>een</strong> vispassage bij renovatie <strong>van</strong> <strong>een</strong> gemaal of<br />
stuw, verbetering waterkwaliteit bij aanpak rioolstelsel).<br />
On<strong>de</strong>r<strong>de</strong>el <strong>van</strong> <strong>de</strong> Visscan is dan ook het verkrijgen<br />
ACO PRO III<br />
Klaar <strong>voor</strong> <strong>een</strong> veilige oversteek!<br />
Amfibieëntunnels en<br />
geleidingswan<strong>de</strong>n<br />
ACO DRAIN BV Postbus 310 3770 AH BARNEVELD<br />
Tel.: 0342 40 51 20 Fax : 0342 40 51 40<br />
<strong>van</strong> <strong>een</strong> goed beeld <strong>van</strong> <strong>de</strong> waterhuishoudkundige<br />
ontwikkelingen in het gebied, zodat hierop kan wor<strong>de</strong>n<br />
ingespeeld.<br />
Voor het bemalinggebied Niervaert is op basis <strong>van</strong> het<br />
bovenstaan<strong>de</strong> aanbevolen om in <strong>de</strong> Aalskreek, <strong>een</strong> waterloop<br />
met <strong>de</strong> <strong>de</strong>elfunctie ’Ecologische Verbindingszone’,<br />
<strong>een</strong> vispassage aan te leggen. Hiermee ontstaat <strong>een</strong><br />
verbinding met meer noor<strong>de</strong>lijk gelegen waterlopen die<br />
<strong>de</strong>zelf<strong>de</strong> <strong>de</strong>elfunctie hebben. Geadviseerd is ver<strong>de</strong>r om<br />
enkele peilvakken samen te voegen, zodat <strong>een</strong> grotere<br />
aan<strong>een</strong>gesloten oppervlakte ontstaat. Daarbij is uitgegaan<br />
<strong>van</strong> kennis <strong>van</strong> peilbeheer en <strong>de</strong> mogelijkhe<strong>de</strong>n daarmee<br />
in het plangebied. Tevens is aanbevolen om langs alle<br />
waterlopen met <strong>de</strong> <strong>de</strong>elfunctie ’Ecologische Verbindingszone’<br />
oevers (plaatselijk) te verflauwen om ontwikkeling<br />
<strong>van</strong> <strong>een</strong> duurzame vegetatie mogelijk te maken. Het maaibeheer<br />
langs <strong>de</strong>ze waterlopen dient te wor<strong>de</strong>n afgestemd<br />
op het ontwikkelen en handhaven <strong>van</strong> <strong>de</strong>ze vegetatie.<br />
Zodoen<strong>de</strong> krijgt <strong>de</strong> ecologische verbindingszone <strong>een</strong><br />
dui<strong>de</strong>lijke meerwaar<strong>de</strong> <strong>voor</strong> vis. Inmid<strong>de</strong>ls is <strong>een</strong> aantal<br />
maatregelen uitgevoerd, zoals <strong>de</strong> inrichting <strong>van</strong> <strong>de</strong> ecologische<br />
verbindingszone en <strong>een</strong> vernieuwend ontwerp <strong>voor</strong><br />
vispassage naast <strong>een</strong> stuw het <strong>een</strong> waterstandsverschil <strong>van</strong><br />
0,90 en <strong>een</strong> vrij gering <strong>de</strong>biet. Ver<strong>de</strong>r is <strong>de</strong> ‘nul-situatie’<br />
met betrekking tot <strong>de</strong> visstand vastgelegd.<br />
Ten slotte<br />
Uit <strong>de</strong> toepassing <strong>van</strong> <strong>de</strong> visscan in bemalinggebied Niervaert<br />
bleek dat op <strong>een</strong> vrij snelle (en dus weinig kostbare)<br />
wijze <strong>een</strong> compleet en samenhangend pakket <strong>van</strong> maatregelen<br />
ten behoeve <strong>van</strong> vis kon wor<strong>de</strong>n geselecteerd.<br />
Hierbij werd dui<strong>de</strong>lijk waar barrières <strong>voor</strong> vis opgeheven<br />
dienen te wor<strong>de</strong>n en, minstens zo belangrijk, waar dit niet<br />
rele<strong>van</strong>t of noodzakelijk is. Zo kunnen praktische vragen<br />
als: ‘is <strong>een</strong> vispassage bij dit gemaal of stuw nodig of<br />
zinvol?’ nu <strong>van</strong>uit <strong>een</strong> hel<strong>de</strong>re visie wor<strong>de</strong>n beantwoord.<br />
Ook werd aangegeven waar <strong>de</strong> kwaliteit <strong>van</strong> <strong>de</strong> vishabitat<br />
verbeterd dient te wor<strong>de</strong>n. Veelal betekent dit meeliften<br />
met geplan<strong>de</strong> ontwikkelingen ter verbetering <strong>van</strong> <strong>de</strong><br />
(ecologische) kwaliteit <strong>van</strong> wateren. Ontwikkelingen als<br />
reconstructie, waterbeheer 21e eeuw, natuurontwikkeling,<br />
ste<strong>de</strong>lijke waterplannen, baggerplannen, nieuwbouw en<br />
renovatie <strong>van</strong> kunstwerken bie<strong>de</strong>n kansen om te werken<br />
aan duurzame viswatersystemen. Het uitvoeren <strong>van</strong> <strong>een</strong><br />
visscan biedt hierbij <strong>de</strong> concrete handvatten.<br />
Pim <strong>de</strong> Kwaadsteniet<br />
Tauw<br />
Af<strong>de</strong>ling Water, Ruimte en Riolering<br />
Postbus 3015<br />
3502 GA Utrecht<br />
tel. 030 - 2824911<br />
e-mail: pdk@tauw.nl
18 6(3) 2004<br />
Evaluatie <strong>van</strong> <strong>een</strong><br />
<strong>de</strong> Wit-vispassage<br />
Peter Viaene, Paul Quataert,<br />
Hil<strong>de</strong> Verbiest & Daniel De Charleroy<br />
Tij<strong>de</strong>ns <strong>de</strong> <strong>voor</strong>bije jaren wer<strong>de</strong>n in<br />
Vlaan<strong>de</strong>ren en Ne<strong>de</strong>rland tal <strong>van</strong> vispassages<br />
aangelegd, met <strong>de</strong> bedoeling<br />
migratieknelpunten op te heffen en<br />
vrije vismigratie opnieuw mogelijk te<br />
maken. Door verschillen<strong>de</strong> instanties<br />
werd, vaak <strong>voor</strong>afgaand of gelijklopend<br />
met <strong>de</strong> aanleg, on<strong>de</strong>rzoek verricht<br />
naar <strong>de</strong> werking en effectiviteit <strong>van</strong><br />
vispassages.<br />
Een <strong>voor</strong>beeld hier<strong>van</strong> is het on<strong>de</strong>rzoek dat door <strong>de</strong><br />
Af<strong>de</strong>ling Waterbouwkundig Laboratorium en Hydrologisch<br />
On<strong>de</strong>rzoek (WLH) en het Instituut <strong>voor</strong> Bosbouw<br />
en Wildbeheer (IBW) werd uitgevoerd. In het experiment<br />
werd, on<strong>de</strong>r gecontroleer<strong>de</strong> laboratorium-omstandighe<strong>de</strong>n,<br />
<strong>de</strong> effectiviteit <strong>van</strong> <strong>een</strong> <strong>de</strong> Wit-vispas-sage, on<strong>de</strong>rzocht.<br />
De bedoeling was om, binnen bepaal<strong>de</strong> grenzen, <strong>de</strong><br />
efficiëntie <strong>van</strong> dit type vispassage na te gaan en om <strong>een</strong><br />
ontwerpgrafiek op te maken.<br />
Begin jaren ’90 werd in Ne<strong>de</strong>rland on<strong>de</strong>rzoek verricht naar<br />
<strong>een</strong> nieuw type visdoorgang, naast <strong>de</strong> vaak gebruikte<br />
(v-vormige) bekkentrappen. Dit on<strong>de</strong>rzoek leid<strong>de</strong> tot het<br />
ontstaan <strong>van</strong> <strong>de</strong> <strong>de</strong> Wit-vispassage, genoemd naar <strong>de</strong><br />
be<strong>de</strong>nker er<strong>van</strong>. In vergelijking met <strong>een</strong> (V-vormige)<br />
bekkentrap heeft <strong>een</strong> <strong>de</strong> Wit-vispassage als belangrijk<br />
<strong>voor</strong><strong>de</strong>el dat ze kan functioneren bij <strong>een</strong> relatief laag<br />
stromingsverval (<strong>de</strong>biet). Hierdoor kan <strong>een</strong> <strong>de</strong> Witvispassage<br />
<strong>een</strong> interessant en waterbesparend alternatief<br />
vormen <strong>voor</strong> <strong>de</strong> bekkentrap in gebie<strong>de</strong>n waar spaarzaam<br />
met water dient omgesprongen te wor<strong>de</strong>n.<br />
Een <strong>de</strong> Wit-vispassage bestaat uit <strong>een</strong> op<strong>een</strong>volging <strong>van</strong><br />
kamers, <strong>van</strong> elkaar geschei<strong>de</strong>n door tussenschotten. In<br />
<strong>de</strong>ze tussenschotten zijn afwisselend links en rechts doorzwemopeningen<br />
gemaakt (zie foto). Deze openingen<br />
lopen door tot op <strong>de</strong> bo<strong>de</strong>m en bevin<strong>de</strong>n zich altijd<br />
volledig on<strong>de</strong>r water. Hierdoor is er <strong>een</strong> constante<br />
minimale hoogte <strong>van</strong> <strong>de</strong> waterkolom beschikbaar <strong>voor</strong><br />
vismigratie. Het aantal tussenschotten (T) bepaalt hoe<br />
het totale hoogteverschil over <strong>de</strong> volledige vispassage<br />
(Htot) wordt opgesplitst in kleinere hoogteverschillen<br />
(H = Htot / T). De belangrijkste parameters die <strong>de</strong> stroomsnelheid<br />
bepalen zijn H en T. Bij <strong>een</strong> gegeven totaal hoogteverschil<br />
kan <strong>de</strong> stroomsnelheid verlaagd wor<strong>de</strong>n door<br />
het plaatsen <strong>van</strong> meer tussenschotten. Het <strong>de</strong>biet wordt in<br />
hoofdzaak bepaald door <strong>de</strong> grootte <strong>van</strong> <strong>de</strong> doorzwemopeningen<br />
en <strong>de</strong> stroomsnelheid. Hieruit volgt dat, door<br />
het plaatsen <strong>van</strong> meer tussenschotten, bespaard kan wor<strong>de</strong>n<br />
op het <strong>de</strong>biet dat nodig is om <strong>de</strong>ze vispassage te voe-<br />
<strong>de</strong>n. Dit verklaart het zuinige karakter <strong>van</strong> <strong>een</strong> <strong>de</strong><br />
Wit-vispassage.<br />
In <strong>een</strong> proefkanaal werd <strong>een</strong> prototype <strong>van</strong> <strong>een</strong> <strong>de</strong><br />
Wit-vispassage gebouwd (zie foto’s). De constructie is<br />
1,8 meter breed en <strong>de</strong> on<strong>de</strong>rlinge afstand <strong>van</strong> <strong>de</strong> tussenschotten<br />
bedraagt 1 meter.<br />
De doorzwemopeningen zijn 50 cm hoog en 20 cm breed.<br />
In <strong>een</strong> reeks experimenten wer<strong>de</strong>n verschillen<strong>de</strong> combinaties<br />
<strong>van</strong> <strong>de</strong> parameters Htot en T – en daaruitvolgend dus<br />
verschillen<strong>de</strong> stroomsnelhe<strong>de</strong>n – uitgetest. Het waar<strong>de</strong>nbereik<br />
<strong>van</strong> bei<strong>de</strong> parameters en alle on<strong>de</strong>rzochte combinaties<br />
met <strong>de</strong> over<strong>een</strong>komstige stroomsnelhe<strong>de</strong>n zijn<br />
65<br />
Experimentele<br />
<strong>de</strong> Wit-vispassage<br />
in opbouw<br />
Foto: Peter Viaene
66 18 6(3) 2004<br />
Tabel 1:<br />
Resultaten <strong>van</strong> <strong>de</strong> proef met stroomsnelheid (in m/s) als afhankelijke <strong>van</strong> het totaal hoogteverschil (m)<br />
en het aantal tussenschotten (-).<br />
Aantal tussenschotten T (-)<br />
hoogteverschil H (m) 6 12 18 24<br />
0,35 1,07 0,76 0,62 0,53<br />
0,50 1,28 0,90 0,74 -<br />
0,65 1,46 1,03 0,84 0,73<br />
Tabel 2:<br />
Lengtever<strong>de</strong>ling <strong>voor</strong> <strong>de</strong> verschillen<strong>de</strong> soorten in <strong>de</strong> groepen die gebruikt zijn in <strong>de</strong> experimenten.<br />
Soortengroep soort lengte (mm)<br />
minimum gemid<strong>de</strong>l<strong>de</strong> maximum<br />
Groep 1 snoek 300 387 450<br />
Groep 2 giebel 80 124 160<br />
riviergron<strong>de</strong>l 90 115 135<br />
riet<strong>voor</strong>n 80 136 220<br />
win<strong>de</strong> 90 178 260<br />
baars 100 197 235<br />
Groep 3 snoek 200 380 460<br />
Groep 4 giebel 90 120 140<br />
riviergron<strong>de</strong>l 90 117 165<br />
riet<strong>voor</strong>n 70 138 235<br />
win<strong>de</strong> 80 171 240<br />
baars 100 166 240<br />
Tabel 3:<br />
Slagingspercentages per soort bij <strong>een</strong> grens-stroomsnelheid <strong>van</strong> 1 m/s<br />
Slagingspercentage<br />
Soort stroomsnelheid ≤ 1 m/s stroomsnelheid > 1 m/s<br />
Baars (g<strong>een</strong> uitspraak mogelijk) (g<strong>een</strong> uitspraak mogelijk)<br />
Giebel 24% 15%<br />
Riviergron<strong>de</strong>l 49% 32%<br />
Riet<strong>voor</strong>n 67% 32%<br />
Snoek 16% 12%<br />
Win<strong>de</strong> 63% 55%
18 6(3) 2004<br />
weergegeven in Tabel 1. Telkens wer<strong>de</strong>n <strong>de</strong> prestaties <strong>van</strong><br />
2 groepen vissen geobserveerd. Om predatie te vermij<strong>de</strong>n<br />
bevatte groep 1 enkel snoek, terwijl groep 2 bestond uit<br />
giebel, riet<strong>voor</strong>n, riviergron<strong>de</strong>l, win<strong>de</strong> en baars. Van elke<br />
soort wer<strong>de</strong>n 30 tot 40 exemplaren ingezet. Een lengtever<strong>de</strong>ling<br />
is weergegeven in Tabel 2. Om het experiment<br />
<strong>de</strong> nodige statistische on<strong>de</strong>rbouwing te geven, werd<br />
telkens <strong>een</strong> herhaling uitgevoerd met <strong>een</strong> groep met<br />
<strong>de</strong>zelf<strong>de</strong> soortensamenstelling (resp. groep 3 en groep 4).<br />
Het on<strong>de</strong>rzoek had twee belangrijke doelstellingen. Ten<br />
eerste het vaststellen <strong>voor</strong> welke vissoorten <strong>een</strong> <strong>de</strong><br />
Wit-vispassage geschikt is. Ten twee<strong>de</strong> het vaststellen of<br />
en in welke mate <strong>de</strong> passeerbaarheid <strong>van</strong> <strong>een</strong> <strong>de</strong> Witvispassage<br />
wordt beïnvloed door <strong>de</strong> stroomsnelheid<br />
(bepaald door het totale hoogteverschil en het aantal tussenschotten)<br />
en <strong>de</strong> lengte <strong>van</strong> <strong>de</strong> constructie (bepaald<br />
door het aantal tussenschotten). De resultaten <strong>van</strong> het<br />
on<strong>de</strong>rzoek moesten lei<strong>de</strong>n tot het formuleren <strong>van</strong> <strong>een</strong><br />
aantal aanbevelingen <strong>voor</strong> <strong>een</strong> optimaal ontwerp.<br />
Uit <strong>de</strong> experimenten kunnen <strong>een</strong> aantal conclusies getrokken<br />
wor<strong>de</strong>n:<br />
- Een <strong>de</strong> Wit-vispassage blijkt haalbaar te zijn <strong>voor</strong> riet<strong>voor</strong>n,<br />
riviergron<strong>de</strong>l, win<strong>de</strong>, snoek en giebel, maar het<br />
slagingspercentage verschilt tussen <strong>de</strong> soorten on<strong>de</strong>rling.<br />
Voor baars kunnen g<strong>een</strong> conclusies getrokken wor<strong>de</strong>n<br />
omdat <strong>de</strong> groep <strong>van</strong> <strong>de</strong>ze soort door sterfte tij<strong>de</strong>ns <strong>de</strong><br />
experimenten te veel is uitgedund. Voor snoek liggen <strong>de</strong><br />
slagingspercentages laag. Er wordt vermoed dat dit <strong>een</strong><br />
gevolg is <strong>van</strong> <strong>de</strong> kunstmatige omgeving waarin <strong>de</strong><br />
experimenten wor<strong>de</strong>n uitgevoerd. Hierdoor vertonen<br />
<strong>de</strong> snoeken g<strong>een</strong> enkele migratiedrang.<br />
- Er is <strong>een</strong> dui<strong>de</strong>lijk negatief verband aangetoond tussen<br />
<strong>de</strong> stroomsnelheid en <strong>de</strong> passeerbaarheid. Bij stroomsnelhe<strong>de</strong>n<br />
<strong>van</strong> 1 m/s of meer wordt <strong>een</strong> sterke afname<br />
<strong>van</strong> <strong>de</strong> passeerbaarheid vastgesteld (behalve <strong>voor</strong><br />
snoek).<br />
- Binnen het bereik <strong>van</strong> <strong>de</strong>ze studie kon g<strong>een</strong> effect<br />
aangetoond wor<strong>de</strong>n <strong>van</strong> het aantal tussenschotten en<br />
dus <strong>de</strong> lengte <strong>van</strong> <strong>de</strong> constructie. Het is echter niet<br />
uitgesloten dat <strong>de</strong>ze parameter wel <strong>een</strong> rol gaat spelen bij<br />
<strong>een</strong> hoger aantal tussenschotten dan wat in <strong>de</strong>ze studie<br />
on<strong>de</strong>rzocht is. Bij <strong>de</strong> monitoring in het veld moet aan<br />
<strong>de</strong>ze situaties bijzon<strong>de</strong>re aandacht gegeven wor<strong>de</strong>n.<br />
In Tabel 3 is <strong>een</strong> overzicht gegeven <strong>van</strong> <strong>de</strong> slagingspercentages<br />
per soort. Hierbij is gekeken naar <strong>de</strong> slagingspercentages<br />
boven en on<strong>de</strong>r <strong>een</strong> stroomsnelheid <strong>van</strong> 1 m/s.<br />
Op basis <strong>van</strong> <strong>de</strong> bevindingen is <strong>een</strong> ontwerpgrafiek opgesteld<br />
<strong>voor</strong> concrete toepassingen in het veld (Figuur 1).<br />
Bij <strong>een</strong> gegeven hoogteverschil kan <strong>voor</strong> <strong>een</strong> bepaald aantal<br />
tussenschotten nagegaan wor<strong>de</strong>n of het ontwerp <strong>van</strong><br />
<strong>de</strong> <strong>de</strong> Wit-vispassage veilig (en dus vlot passeerbaar) dan<br />
wel kritisch of zelfs niet haalbaar is. In <strong>de</strong> ontwerpgrafiek<br />
wordt <strong>een</strong> on<strong>de</strong>rscheid gemaakt tussen het gebied waarin<br />
on<strong>de</strong>rzoek verricht is (donkere kleur) en het gebied waar<strong>voor</strong><br />
<strong>de</strong> on<strong>de</strong>rzoeksresultaten zijn geëxtrapoleerd (lichtere<br />
kleur) en waar dus tij<strong>de</strong>ns <strong>de</strong> monitoring in het veld<br />
bijzon<strong>de</strong>re aandacht aan besteed moet wor<strong>de</strong>n.<br />
Peter Viaene<br />
Ministerie <strong>van</strong> <strong>de</strong> Vlaamse Gem<strong>een</strong>schap<br />
Af<strong>de</strong>ling Waterbouwkundig Laboratorium en Hydrologisch<br />
On<strong>de</strong>rzoek<br />
Berchemlei 115<br />
2140 B-Borgerhout, België<br />
Peter.Viaene@lin.vlaan<strong>de</strong>ren.be<br />
Paul Quataert<br />
Ministerie <strong>van</strong> <strong>de</strong> Vlaamse Gem<strong>een</strong>schap<br />
Instituut <strong>voor</strong> Bosbouw en Wildbeheer<br />
Gaverstraat 4, 9500 B-Geraardsbergen, België<br />
Paul.Quataert@lin.vlaan<strong>de</strong>ren.be<br />
Hil<strong>de</strong> Verbiest & Daniel De Charleroy<br />
Ministerie <strong>van</strong> <strong>de</strong> Vlaamse Gem<strong>een</strong>schap<br />
Instituut <strong>voor</strong> Bosbouw en Wildbeheer<br />
Duboislaan 14, 1560 B-Groenendaal, België<br />
Hil<strong>de</strong>.Verbiest@lin.vlaan<strong>de</strong>ren.be<br />
Daniel.DeCharleroy@lin.vlaan<strong>de</strong>ren.be<br />
67<br />
Figuur 1: Ontwerpgrafiek <strong>voor</strong> concrete toepassing in het veld. De donkere grijstinten<br />
geven het bereik <strong>van</strong> <strong>de</strong> studie weer. De lichte grijstinten geven <strong>de</strong><br />
situatie weer die d.m.v. extrapolatie uit <strong>de</strong> on<strong>de</strong>rzoeksresultaten is verkregen.<br />
Detail <strong>van</strong> <strong>de</strong><br />
proefopstelling<br />
(foto boven)<br />
Foto: Peter Viaene
Foto: Gerrit-Jan <strong>van</strong> Dijk Foto: Mark Zekhuis<br />
68<br />
UIT HET VELD<br />
De sloot met <strong>de</strong> akker waar we <strong>de</strong> grote mod<strong>de</strong>rkruipers<br />
tussen <strong>de</strong> bagger von<strong>de</strong>n.<br />
WERPRAD PAKT >100<br />
GROTE MODDER-<br />
KRUIPERS<br />
Op 5 november 2004 liepen Mark Zekhuis<br />
en mevr. J. Nicolai door het agrarisch gebied<br />
bij Witharen, gem<strong>een</strong>te Ommen (coördinaat<br />
222, 4 – 507,4). We waren op weg naar<br />
<strong>een</strong> dassenburcht toen we langs <strong>een</strong> akker<br />
kwamen waar zojuist <strong>de</strong> bagger, afkomstig<br />
uit aangrenzen<strong>de</strong> sloten, op was gebracht.<br />
Mark zag dat hier <strong>een</strong> zwarte kraai met iets<br />
in zijn bek wil<strong>de</strong> opvliegen, dat leek op<br />
<strong>een</strong> spartelen<strong>de</strong> paling. Bij na<strong>de</strong>r on<strong>de</strong>rzoek<br />
werd <strong>een</strong> flinke grote mod<strong>de</strong>rkruiper<br />
(Misgurnus fossilis) gevon<strong>de</strong>n, mid<strong>de</strong>n op <strong>de</strong><br />
akker! Deze kraai had natuurlijk die "geel<br />
met bruin gestreepte jongen" uit <strong>de</strong> dunne<br />
mod<strong>de</strong>r gevist. Toen we rondkeken, zagen<br />
we tot onze ontsteltenis nog meer grote<br />
mod<strong>de</strong>rkuipers op <strong>de</strong> grond liggen. Sommigen<br />
lagen rustig op hun zijkant op het droge<br />
of in <strong>een</strong> plasje, terwijl an<strong>de</strong>re zich ronddraai<strong>de</strong>n<br />
en probeer<strong>de</strong>n <strong>voor</strong>uit te komen.<br />
We hebben direct emmers gehaald en <strong>de</strong><br />
akker met <strong>de</strong> bagger afgezocht op an<strong>de</strong>re<br />
beesten. In totaal von<strong>de</strong>n we hier 119 grote<br />
mod<strong>de</strong>rkruipers! Ongeveer <strong>de</strong> helft daar<strong>van</strong><br />
(57 stuks) was groter dan 15 cm en dus volwassen.<br />
Van <strong>de</strong> 119 waren er maar negen<br />
levenloos. Drie hier<strong>van</strong> waren beschadigd<br />
door het aanpikken <strong>van</strong> <strong>de</strong> kraaien. Twee<br />
Afhankelijk <strong>van</strong> <strong>de</strong> afstelling kan het werprad <strong>de</strong> bagger<br />
op <strong>de</strong> kant gooien of over het land versprei<strong>de</strong>n.<br />
vissen misten hun kop, vermoe<strong>de</strong>lijk door<br />
<strong>de</strong> baggermachine. De an<strong>de</strong>re vier had<strong>de</strong>n<br />
g<strong>een</strong> uiterlijke verwondingen maar lagen<br />
waarschijnlijk al te lang op <strong>de</strong> kant omdat ze<br />
ook waren opgedroogd. Alle ge<strong>van</strong>gen vissen<br />
zijn weer terug gezet in <strong>de</strong> directe omgeving,<br />
verspreid over verschillen<strong>de</strong> sloten.<br />
Naast grote mod<strong>de</strong>rkuipers von<strong>de</strong>n we nog<br />
vier riviergron<strong>de</strong>ls, <strong>een</strong> snoek (<strong>van</strong> 20 cm),<br />
twee kleine watersalaman<strong>de</strong>rs en drie bruine<br />
kikkers op het droge.<br />
Het betreffen<strong>de</strong> akkerperceel is langer dan<br />
<strong>een</strong> kilometer en circa 100 meter breed.<br />
Langs <strong>een</strong> traject <strong>van</strong> 150 meter lagen <strong>de</strong> dieren<br />
tussen <strong>de</strong> dunne mod<strong>de</strong>r. Ze lagen met<br />
name aan het kopse eind <strong>van</strong> <strong>de</strong> akker. De<br />
aangrenzen<strong>de</strong> sloot wordt hier bre<strong>de</strong>r en<br />
dieper en het is het laagst gelegen punt <strong>van</strong><br />
<strong>de</strong> akker. De sloot op het kopse eind (zie<br />
foto 1) is trouwens niet veel bre<strong>de</strong>r dan één<br />
meter.<br />
Uit <strong>de</strong> sloot op het hogere gelegen <strong>de</strong>el<br />
was bedui<strong>de</strong>nd min<strong>de</strong>r bagger gekomen,<br />
<strong>de</strong>ze was ook min<strong>de</strong>r diep en breed. We<br />
schatten dat er <strong>een</strong> laag <strong>van</strong> circa 50 centimeter<br />
bagger uit <strong>de</strong> slootbo<strong>de</strong>m is gehaald.<br />
De akker ligt in <strong>een</strong> relatief jong hei<strong>de</strong>ontginningslandschap<br />
en grenst aan <strong>de</strong><br />
Stouwe waterleiding. Volgens <strong>de</strong> bo<strong>de</strong>mkaart<br />
bevindt zich hier <strong>een</strong> gooreerdgrond<br />
met lemig fijn zand. Waarschijnlijk zat er op<br />
dit lagere <strong>de</strong>el ook nog wat v<strong>een</strong> in <strong>de</strong><br />
bo<strong>de</strong>m, gezien <strong>de</strong> dunne en organische<br />
bagger.<br />
Het apparaat dat <strong>de</strong>ze sloten heeft<br />
geschoond, is <strong>een</strong> werprad (zie foto 2). Het<br />
werkt als <strong>een</strong> cyclomaaier maar heeft dan<br />
zijn schotels op <strong>de</strong> zijkant. Met lepels slaat<br />
hij <strong>de</strong> bagger uit <strong>de</strong> sloot. Tevens wordt er<br />
veel bagger en water door <strong>de</strong> zuiging weggespoten.<br />
Het werprad kan zo afgesteld<br />
wor<strong>de</strong>n dat <strong>de</strong>ze <strong>de</strong> mod<strong>de</strong>r op <strong>de</strong> slootkant<br />
werpt of over het land ver<strong>de</strong>elt. Ongeveer<br />
<strong>een</strong> kwartier <strong>voor</strong>dat <strong>de</strong> grote mod<strong>de</strong>rkruipers<br />
wer<strong>de</strong>n gevon<strong>de</strong>n, had<strong>de</strong>n we <strong>de</strong> trekker<br />
met daarachter het werprad, zien wegrij<strong>de</strong>n<br />
<strong>van</strong> het perceel. Toch waren er al snel<br />
vier zwarte kraaien en twee reigers en enkele<br />
hon<strong>de</strong>r<strong>de</strong>n spreeuwen aanwezig die actief<br />
foerageer<strong>de</strong>n op <strong>de</strong> bagger. De meeste grote<br />
mod<strong>de</strong>rkruipers lagen passief in <strong>de</strong> bagger<br />
terwijl enkele actief draai<strong>de</strong>n en rondkropen.<br />
Ze kropen niet gericht terug richting<br />
water maar maakten wat rondjes.<br />
De laatste vissen die we verzamel<strong>de</strong>n had<strong>de</strong>n<br />
ruim <strong>een</strong> uur op het droge gelegen.<br />
Toch viel het mee hoe weinig sterfte er was<br />
on<strong>de</strong>r <strong>de</strong>ze vissen. Nu kunnen grote mod<strong>de</strong>rkruipers<br />
zich tij<strong>de</strong>lijk prima red<strong>de</strong>n op<br />
het droge. Door hun darma<strong>de</strong>mhaling kunnen<br />
ze in zuurstofloze omstandighe<strong>de</strong>n in<br />
leven blijven en zich zelfs over het land verplaatsen<br />
(<strong>van</strong> Eijk & Zekhuis, 2002).<br />
De verwachting is dat <strong>de</strong> meeste vissen zich<br />
18 6(3) 2004<br />
al had<strong>de</strong>n ingegraven in <strong>de</strong> bagger en in <strong>een</strong><br />
soort winterslaap verkeer<strong>de</strong>n. Dan is dit wel<br />
even raar "wakker wor<strong>de</strong>n" op <strong>een</strong> akker.<br />
Het is opmerkelijk dat er zo weinig gewon<strong>de</strong><br />
vissen zijn gevon<strong>de</strong>n (2%) nadat ze door<br />
het werprad op <strong>de</strong> akker zijn geslagen. Waarschijnlijk<br />
wer<strong>de</strong>n <strong>de</strong> meeste mod<strong>de</strong>rkruipers<br />
door <strong>de</strong> zuiging uit <strong>de</strong> sloot verwij<strong>de</strong>rd.<br />
Het Waterschap Groot-Salland (dhr. G. <strong>van</strong><br />
Dijk) is geïnformeerd over <strong>de</strong> vondst. Deze<br />
vertel<strong>de</strong> dat <strong>de</strong>ze sloten niet bij hen in<br />
beheer zijn, maar dat ze nu wel in <strong>de</strong>ze<br />
omgeving rekening zullen hou<strong>de</strong>n met het<br />
gebruik <strong>van</strong> het werprad. Enkele dagen later<br />
waren door <strong>de</strong> boeren in <strong>de</strong> directe omgeving<br />
op <strong>de</strong>zelf<strong>de</strong> manier enkele an<strong>de</strong>re perceelsloten<br />
uitgebaggerd, maar hier zijn in <strong>de</strong><br />
mod<strong>de</strong>r g<strong>een</strong> grote mod<strong>de</strong>rkruipers aangetroffen.<br />
Waarschijnlijk wer<strong>de</strong>n <strong>de</strong>ze sloten<br />
intensiever on<strong>de</strong>rhou<strong>de</strong>n.<br />
Uit bovenstaan<strong>de</strong> ervaring kunnen we<br />
conclu<strong>de</strong>ren dat <strong>de</strong> grote mod<strong>de</strong>rkruiper<br />
zeer lokaal in hoge aantallen aanwezig kan<br />
zijn, en zich ophoudt in extensief on<strong>de</strong>rhou<strong>de</strong>n<br />
sloten met <strong>een</strong> dikke mod<strong>de</strong>r/<strong>de</strong>trituslaag.<br />
Het is <strong>een</strong> locatie waar zo’n grote<br />
populatie mod<strong>de</strong>rkruipers normaliter niet<br />
direct te <strong>voor</strong>spellen valt. Dergelijke sloten<br />
tref je ogenschijnlijk op zeer veel plekken<br />
aan. Ze wor<strong>de</strong>n echter maar zeer sporadisch<br />
geïnventariseerd.<br />
De belangrijkste conclusie is dat <strong>een</strong> <strong>de</strong>rgelijk<br />
apparaat binnen enkele minuten <strong>een</strong><br />
populatie grote mod<strong>de</strong>rkruiper <strong>voor</strong>goed<br />
kan laten verdwijnen. De gehele slootinhoud<br />
lag op <strong>de</strong> akker en het resteren<strong>de</strong> biotoop<br />
is zon<strong>de</strong>r die bagger waarschijnlijk niet<br />
meer geschikt als overwinteringshabitat.<br />
Mark Zekhuis<br />
Jan-Luc <strong>van</strong> Eijk<br />
Literatuur<br />
Eijk, J.L. <strong>van</strong> & M. Zekhuis. Grote mod<strong>de</strong>rkuipers<br />
in het zuur? RAVON-blad 2002.<br />
POELEN EN VENNEN,<br />
MEER EN BETER<br />
Le<strong>de</strong>n <strong>van</strong> <strong>de</strong> werkgroep Natuur en Milieu<br />
en <strong>de</strong> werkgroep Vrijwillig Landschapsbeheer<br />
<strong>van</strong> IVN U<strong>de</strong>n hebben in 2002 ruim 46<br />
poelen en vennen in <strong>de</strong> gem<strong>een</strong>te U<strong>de</strong>n<br />
on<strong>de</strong>rzocht. Hierbij zijn ook <strong>de</strong> poelen meegenomen<br />
in het begrazingsgebied, dat buiten<br />
<strong>de</strong> gem<strong>een</strong>te valt, omdat dit als één biotoop<br />
moet wor<strong>de</strong>n beschouwd, waarbinnen<br />
<strong>de</strong> dieren vrij kunnen migreren. De resultaten<br />
zijn verwerkt tot <strong>een</strong> rapport. Bij <strong>de</strong> aanbieding<br />
<strong>van</strong> het rapport hebben diverse<br />
organisaties aangegeven dat ze nieuwe poelen<br />
gaan aanleggen.<br />
Vrijwel alle ou<strong>de</strong> als nieuwe poelen en<br />
vennen in <strong>de</strong> gem<strong>een</strong>te U<strong>de</strong>n (Noordoost-<br />
Brabant), zijn on<strong>de</strong>rzocht op <strong>een</strong> aantal
18 6(3) 2004<br />
fysisch-chemische, biologisch en ecologische<br />
aspecten. Zo is <strong>de</strong> zuurgraad bekeken en het<br />
elektrisch geleidingsvermogen, maar ook<br />
het waterleven. De watertjes zijn 2 keer<br />
bemonsterd in het <strong>voor</strong>jaar en in <strong>de</strong> zomer.<br />
Door te scheppen met <strong>een</strong> schepnet en<br />
door te kijken en te luisteren zijn amfibieën,<br />
libellen en an<strong>de</strong>re waterdieren en <strong>de</strong> waterplanten<br />
zorgvuldig gekarteerd.<br />
On<strong>de</strong>rzoeksresultaten<br />
De poelen en vennen zijn in 4 categorieën<br />
inge<strong>de</strong>eld: bosvennen, hei<strong>de</strong>vennen, graslandpoelen<br />
in natuurgebied en landbouwpoelen<br />
in het agrarisch gebied. Veel watertjes<br />
liggen vrij geïsoleerd. De zuurgraad en<br />
het elektrisch geleidingsvermogen <strong>van</strong> <strong>de</strong><br />
poelen in natuurgebie<strong>de</strong>n (bos, hei<strong>de</strong> en<br />
grasland) komen sterk over<strong>een</strong>: pH 5,5 – 6,5<br />
en EGV 25 – 60. Dit betekent dat het water<br />
licht zuur en arm aan meststoffen is. In agrarisch<br />
gebied was <strong>de</strong> pH 7-9 en <strong>de</strong> EGV 150 –<br />
500: basisch tot sterk basisch en voedselrijk<br />
tot zeer voedselrijk.<br />
In <strong>de</strong> omgeving <strong>van</strong> U<strong>de</strong>n zijn zeven<br />
soorten amfibieën aangetroffen. Dit zijn <strong>de</strong><br />
bruine kikker, het groene kikkercomplex, <strong>de</strong><br />
heikikker, <strong>de</strong> gewone pad, <strong>de</strong> rugstreeppad,<br />
<strong>de</strong> kleine watersalaman<strong>de</strong>r en <strong>de</strong> alpenwatersalaman<strong>de</strong>r.<br />
De bruine kikker, gewone<br />
pad, kleine watersalaman<strong>de</strong>r en <strong>de</strong> groene<br />
kikker zijn algemene soorten. De alpenwatersalaman<strong>de</strong>r<br />
en <strong>de</strong> rugstreeppad zijn plaatselijk<br />
algemene soorten. De heikikker staat<br />
op <strong>de</strong> Ro<strong>de</strong> Lijst in <strong>de</strong> categorie ‘kwetsbaar’,<br />
<strong>de</strong> overige zes soorten zijn thans niet<br />
Vakmanschap <strong>voor</strong> veiligheid <strong>van</strong> mens en dier<br />
Uw specialist in fauna<strong>voor</strong>zieningen,<br />
ook <strong>voor</strong> amfibieën en reptielen!<br />
Advies<br />
Ontwerp<br />
Realisatie<br />
Inspectie en on<strong>de</strong>rhoud<br />
Enkele producten:<br />
Arfman Gelei<strong>de</strong>goot<br />
Geleidingswand<br />
Tevens leverancier <strong>van</strong> Aco Pro<br />
amfibieëntunnels en geleidingswan<strong>de</strong>n<br />
bedreigd. Alle amfibieën zijn beschermd. De<br />
rugstreeppad en <strong>de</strong> heikikker zijn habitatrichtlijnsoorten<br />
(vereisen strikte bescherming).<br />
In het begrazingsgebied wor<strong>de</strong>n alle<br />
soorten gevon<strong>de</strong>n. Dit laatste is <strong>voor</strong>al te<br />
danken aan het inrichten <strong>van</strong> het begrazingsgebied,<br />
waardoor <strong>de</strong> amfibieën <strong>een</strong> uitgebreid<br />
en geschikt landbiotoop met voldoen<strong>de</strong><br />
<strong>voor</strong>tplantingswater tot hun<br />
Arfman Hekwerk b.v.<br />
On<strong>de</strong>rnemersweg 15<br />
7451 PK Holten<br />
Tel 0548 36 29 48<br />
Fax 0548 36 50 42<br />
Internet www.arfman.nl<br />
E-mail info@arfman.nl<br />
69<br />
SPIDER(SALA)MAN(DER)<br />
Deze foto is gemaakt op 2 september 2004,<br />
langs <strong>de</strong> Ou<strong>de</strong> Kerkweg te Dwarsgracht in<br />
Giethoorn. Tij<strong>de</strong>ns <strong>een</strong> telron<strong>de</strong> <strong>voor</strong> <strong>de</strong><br />
Groene glazenmaker (libel) zag ik <strong>een</strong> geelgeran<strong>de</strong><br />
oeverspin zitten met wel iets heel<br />
raars tussen <strong>de</strong> kaken. Na<strong>de</strong>rbij gekomen<br />
zag ik dat het om <strong>een</strong> kleine watersalaman<strong>de</strong>r<br />
ging, die overigens nog leef<strong>de</strong>. Geelgeran<strong>de</strong><br />
oeverspinnen kunnen, naar gelang<br />
hun grootte heel wat prooien aan. Roel<br />
Hoeve fotografeer<strong>de</strong> <strong>een</strong>s <strong>een</strong> spin die <strong>een</strong><br />
waterroofkever had ontleed.<br />
Ronald Messemaker<br />
Boswachter Natuurmonumenten<br />
De Wie<strong>de</strong>n<br />
beschikking hebben. Vooral het afplaggen in<br />
1998 heeft dit bevor<strong>de</strong>rd.<br />
In agrarische gebie<strong>de</strong>n troffen we all<strong>een</strong><br />
<strong>de</strong> algemene soorten amfibieën aan in geringe<br />
aantallen. Dit wordt <strong>voor</strong>al veroorzaakt<br />
door <strong>de</strong> matige kwaliteit <strong>van</strong> het <strong>voor</strong>tplantingswater<br />
en <strong>de</strong> slechte kwaliteit <strong>van</strong> het<br />
landbiotoop.<br />
In <strong>de</strong> U<strong>de</strong>nse poelen en vennen komen<br />
22 soorten libellen <strong>voor</strong> (waterjuffers en<br />
echte libellen). De poelen in natuurgebied<br />
blijken <strong>de</strong> meest soortenrijke biotopen te<br />
zijn. Ze hebben vaak <strong>een</strong> goed ontwikkel<strong>de</strong><br />
vegetatie met <strong>een</strong> goe<strong>de</strong> zoninstraling en<br />
struiken en bomen in <strong>de</strong> nabijheid. Hierin<br />
blijken libellen in hun biotoop<strong>voor</strong>keur<br />
over<strong>een</strong> te komen met <strong>de</strong> amfibieën. Ook<br />
<strong>de</strong>ze dieren komen in <strong>de</strong>zelf<strong>de</strong> wateren met<br />
<strong>de</strong> meeste soorten <strong>voor</strong>. Er is één Ro<strong>de</strong> Lijst<br />
soort aangetroffen: <strong>de</strong> Venwitsnuitlibel, <strong>een</strong><br />
soort die op <strong>de</strong> Ro<strong>de</strong> Lijst in <strong>de</strong> categorie<br />
‘kwetsbaar’ staat. Ook <strong>de</strong> niet bedreig<strong>de</strong>
Foto: Nico Ettema<br />
Heikikker<br />
70<br />
Het proefschrift<br />
KORTOM<br />
PROMOTIE TON<br />
STUMPEL: KRACHTIG<br />
PLEIDOOI VOOR<br />
GERICHT BEHEER<br />
HERPETOFAUNA!<br />
Op 9 november 2004 promoveer<strong>de</strong> Ton<br />
Stumpel (Alterra) aan <strong>de</strong> Universiteit <strong>van</strong><br />
Wageningen op zijn proefschrift ‘reptiles<br />
Noordse witsnuitlibel is waargenomen. Dit<br />
is <strong>een</strong> soort die in Brabant schaarser is dan<br />
<strong>de</strong> Venwitsnuitlibel.<br />
Voortplanting<br />
Er is ook gekeken waar <strong>voor</strong>tplanting <strong>van</strong><br />
amfibieën <strong>voor</strong>komt in <strong>de</strong> poelen. De poelen<br />
in natuurgebied zijn <strong>voor</strong> 90% bezet met<br />
amfibieën en gemid<strong>de</strong>ld 60% bevatte ook<br />
eieren of jonge dieren. Landbouwpoelen<br />
waren <strong>voor</strong> 70% bezet en bleken slechts in<br />
36 % <strong>van</strong> <strong>de</strong> gevallen eieren of jonge dieren<br />
te bevatten.<br />
Conclusies en aanbevelingen<br />
Uit <strong>de</strong> resultaten conclu<strong>de</strong>ren wij dat er<br />
meer poelen en vennen aangelegd moeten<br />
wor<strong>de</strong>n in het buitengebied en dat <strong>de</strong> kwaliteit<br />
verbeterd kan wor<strong>de</strong>n. Losliggen<strong>de</strong><br />
poelen en vennen zou<strong>de</strong>n <strong>de</strong>el uit moeten<br />
maken <strong>van</strong> <strong>een</strong> poelennetwerk <strong>van</strong> 3-5<br />
watertjes. Deze netwerken moet men verbin<strong>de</strong>n<br />
met stapstenen: poelen om <strong>de</strong> 200-<br />
and amphibians as targets for nature<br />
management’. Ton, perfectionistisch tot in<br />
<strong>de</strong> kleinste <strong>de</strong>tails, wist niet all<strong>een</strong> <strong>de</strong> toehoor<strong>de</strong>rs<br />
– waaron<strong>de</strong>r vele <strong>Ravon</strong>ners – te<br />
boeien en te overtuigen, maar ook <strong>de</strong> commissie.<br />
Hij pleit <strong>voor</strong> <strong>een</strong> an<strong>de</strong>r hei<strong>de</strong>beheer, meer<br />
gericht op <strong>de</strong> herpetofauna, omdat <strong>voor</strong>al<br />
<strong>de</strong> reptielen sterk afhankelijk zijn <strong>van</strong> dit<br />
type habitat. De alom toegepaste begrazing<br />
op hei<strong>de</strong>vel<strong>de</strong>n met grote grazers pakt <strong>voor</strong><br />
reptielen vaak catastrofaal uit, aldus Ton.<br />
Ook dr. Frans Vera en dr. Sip <strong>van</strong> Wieren,<br />
bei<strong>de</strong> le<strong>de</strong>n <strong>van</strong> <strong>de</strong> promotiecommissie en<br />
experts op het gebied <strong>van</strong> grote grazers,<br />
waren on<strong>de</strong>r <strong>de</strong> indruk <strong>van</strong> zijn betoog en<br />
kon<strong>de</strong>n Ton niet écht het vuur aan <strong>de</strong> schenen<br />
leggen. Het beheer <strong>van</strong> poelen krijgt in<br />
zijn proefschrift ook <strong>de</strong> nodige aandacht.<br />
Ton is op latere leeftijd gepromoveerd. Hij<br />
heeft <strong>de</strong> afgelopen <strong>de</strong>cennia veel gepubliceerd<br />
en beschikt over <strong>een</strong> groot netwerk<br />
<strong>van</strong> internationale contacten met <strong>voor</strong>aanstaan<strong>de</strong><br />
herpetologen binnen Europa. Ton is<br />
tegenwoordig <strong>voor</strong>zitter <strong>van</strong> <strong>de</strong> Conservation<br />
Committee <strong>van</strong> <strong>de</strong> Societas Europea<br />
Herpetologica (SEH), <strong>een</strong> commissie die <strong>een</strong><br />
belangrijke rol speelt in <strong>de</strong> bescherming <strong>van</strong><br />
<strong>de</strong> europese herpetofauna. Uit zijn proefschrift<br />
spreekt zijn <strong>de</strong>cennia lange ervaring<br />
en <strong>voor</strong>al ook zijn geduld om die kennis te<br />
vergaren. Met het proefschrift kan menig<br />
hei<strong>de</strong>- en natuurbeheer<strong>de</strong>r zijn <strong>voor</strong><strong>de</strong>el<br />
doen, in het bijzon<strong>de</strong>r ter bescherming <strong>van</strong><br />
<strong>de</strong> inheemse herpetofauna in Ne<strong>de</strong>rland!<br />
Daarom bevelen wij het lezen <strong>van</strong> Ton’s<br />
proefschrift ‘reptiles and amphibians as targets<br />
for nature management’ ten zeerste aan.<br />
18 6(3) 2004<br />
300 meter. Voor wat betreft <strong>de</strong> waterkwaliteit<br />
dienen <strong>de</strong> beheer<strong>de</strong>rs met name <strong>de</strong><br />
eutrofiëring in <strong>de</strong> gaten te hou<strong>de</strong>n. Ver<strong>de</strong>r is<br />
er naast het <strong>voor</strong>tplantingswater <strong>een</strong> zomeren<br />
winterbiotoop nodig, bestaan<strong>de</strong> uit<br />
bloemrijke graslan<strong>de</strong>n, ruigten en beplantingen.<br />
Er is <strong>een</strong> overzicht gemaakt <strong>van</strong> alle uit<br />
te voeren beheersmaatregelen.<br />
Dit rapport (Poelen en Vennen Meer en<br />
Beter) is aangebo<strong>de</strong>n door het IVN U<strong>de</strong>n<br />
aan diverse instanties, waaron<strong>de</strong>r <strong>de</strong> Gem<strong>een</strong>te,<br />
Staatsbosbeheer, het Waterschap en<br />
<strong>de</strong> ZLTO (Zui<strong>de</strong>lijke Land- en Tuinbouw<br />
Organisatie). Nadat het rapport officieel<br />
overhandigd was, werd <strong>de</strong> vertegenwoordigers<br />
gevraagd om op <strong>de</strong> kaart <strong>van</strong> U<strong>de</strong>n met<br />
gekleur<strong>de</strong> stickers ie<strong>de</strong>r drie nieuwe poelen<br />
aan te geven, die <strong>de</strong> betreffen<strong>de</strong> instantie het<br />
komen<strong>de</strong> jaar moet gaan realiseren.<br />
Nico Ettema<br />
Lauwere 502<br />
5403 XK U<strong>de</strong>n<br />
Het is gratis (zolang <strong>de</strong> <strong>voor</strong>raad strekt) aan<br />
te vragen via info.alterra@wur.nl.<br />
Namens RAVON feliciteren wij Ton Stumpel<br />
met het behalen <strong>van</strong> zijn doctorstitel en<br />
wensen hem veel succes in zijn ver<strong>de</strong>re<br />
loopbaan.<br />
Ronald Zollinger<br />
IMPRESSIE VAN DE 6E<br />
HERPETOLOGISCHE<br />
STUDIEDAG HYLA<br />
De 6e Herpetologische studiedag <strong>van</strong> onze<br />
zui<strong>de</strong>rburen werd zaterdag 30 oktober<br />
gehou<strong>de</strong>n in het Provinciehuis <strong>van</strong> Antwerpen.<br />
In <strong>een</strong> chique entourage werd ons <strong>een</strong><br />
internationale keur aan lezingen <strong>voor</strong>geschoteld.<br />
Via Vlaan<strong>de</strong>ren naar Zuid-Iberië,<br />
weer terug in Vlaan<strong>de</strong>ren en dan naar<br />
Ne<strong>de</strong>rland en vervolgens via Wallonië weer<br />
naar Vlaan<strong>de</strong>ren. Tussendoor, omdat HYLA in<br />
<strong>de</strong> samenwerking met RAVON ook aandacht<br />
wil hebben <strong>voor</strong> vissen, kregen we ook<br />
<strong>een</strong> korte vissen-<strong>de</strong>terminatiecursus <strong>voor</strong>geschoteld.<br />
De an<strong>de</strong>re on<strong>de</strong>rwerpen waren<br />
ook al divers. In <strong>de</strong> eerste lezing presenteer<strong>de</strong>n<br />
Dominique Verbelen en Robert Jooris<br />
<strong>van</strong> HYLA het verslag <strong>van</strong> <strong>een</strong> uitgebrei<strong>de</strong> en<br />
succesvolle amfibieëninventarisatie in Merelbeke.<br />
Het gebied bleek <strong>voor</strong> amfibieën <strong>een</strong><br />
echte Vlaamse "hotspot" te zijn. Bij <strong>de</strong><br />
inventarisatie werd <strong>van</strong> <strong>de</strong> gelegenheid<br />
gebruik gemaakt om mid<strong>de</strong>ls <strong>een</strong> breed<br />
scala aan parameters <strong>een</strong> aantal zaken te<br />
on<strong>de</strong>rzoeken. Daardoor werd er <strong>een</strong> relatie
18 6(3) 2004<br />
gevon<strong>de</strong>n tussen <strong>de</strong> diepte <strong>van</strong> het water en<br />
het aantal amfibieënsoorten. Mijn ongetwijfeld<br />
gebrekkige uitleg: in ondieper water<br />
komen min<strong>de</strong>r amfibieënsoorten <strong>voor</strong>. Het<br />
on<strong>de</strong>rzoek had ook aangetoond, dat in <strong>een</strong><br />
water mét vissen min<strong>de</strong>r amfibieënlarven<br />
aanwezig waren dan in <strong>een</strong> water zón<strong>de</strong>r vissen.<br />
Zaken die we hier (lees: Ne<strong>de</strong>rland)<br />
meestal maar voetstoots aannemen. Zel<strong>de</strong>n<br />
wor<strong>de</strong>n pogingen gedaan om dat nu <strong>een</strong>s<br />
aan te tonen en statistisch te on<strong>de</strong>rbouwen.<br />
Ter bescherming <strong>van</strong> het gebied wer<strong>de</strong>n bij<br />
<strong>de</strong> beheers- en inrichtingsplannen allerlei<br />
organisaties betrokken én werd er om <strong>een</strong><br />
breed draagvlak te creëren ruim aandacht<br />
geschonken aan <strong>de</strong> educatieve aspecten. Een<br />
knap staaltje werk <strong>van</strong> HYLA.<br />
Katja Claus toon<strong>de</strong> in haar lezing aan dat<br />
eerste veldindrukken (het leek niet goed te<br />
gaan met Vlaamse ad<strong>de</strong>rpopulaties) niet<br />
noodzakelijkerwijs hoeven te kloppen. In<br />
RAVON NIEUWS<br />
Rob <strong>van</strong> Westrienen, per 1-1-2005 directeur<br />
EVEN VOORSTELLEN<br />
RAVON heeft <strong>de</strong> laatste jaren <strong>een</strong> snelle groei doorgemaakt<br />
en zich ontwikkeld tot <strong>een</strong> belangrijk<br />
kenniscentrum op het gebied <strong>van</strong> <strong>de</strong> bescherming en<br />
het beheer <strong>van</strong> reptielen, amfibieën en vissen. Om<br />
<strong>de</strong> organisatie ver<strong>de</strong>r te professionaliseren en vorm te<br />
geven heeft het bestuur per 1-1-2005 <strong>een</strong> directeur<br />
aangetrokken.<br />
Ik ben erg blij dat ik <strong>de</strong>ze baan heb gekregen<br />
en heb er zin in! De eerste perio<strong>de</strong> zal <strong>voor</strong>al<br />
bestaan uit veel luisteren en uit het ken-<br />
<strong>een</strong> ge<strong>de</strong>gen on<strong>de</strong>rzoek met behulp <strong>van</strong> <strong>de</strong><br />
<strong>van</strong>gst-terug<strong>van</strong>gst-metho<strong>de</strong> toon<strong>de</strong> zij aan,<br />
dat het tenminste in <strong>een</strong> <strong>van</strong> <strong>de</strong> twee Vlaamse<br />
gebie<strong>de</strong>n waar <strong>de</strong> ad<strong>de</strong>r nog <strong>voor</strong>komt,<br />
niet slecht ging. In het an<strong>de</strong>re gebied werd<br />
g<strong>een</strong> uitgebreid on<strong>de</strong>rzoek gedaan, maar<br />
wordt wel hard gewerkt aan <strong>een</strong> verbetering<br />
<strong>van</strong> het leefgebied <strong>van</strong> <strong>de</strong> soort. Terecht<br />
merkte ze op dat, ondanks allerlei beschermen<strong>de</strong><br />
statussen, zoals <strong>de</strong> aanwijzing tot<br />
Habitatrichtlijngebied, <strong>de</strong> sterk geïsoleer<strong>de</strong><br />
populaties nog niet absoluut vrij zijn <strong>van</strong><br />
bedreigingen. Sergé Bogaerts maakte <strong>de</strong> toeschouwers<br />
met zijn lezing over <strong>de</strong> herpetofauna<br />
in Zuid-Iberië dui<strong>de</strong>lijk dat we in <strong>de</strong><br />
Benelux rijk gezegend zijn qua verschei<strong>de</strong>nheid<br />
aan amfibieën. On<strong>de</strong>r invloed <strong>van</strong> het<br />
mid<strong>de</strong>llandse zeeklimaat is dat <strong>voor</strong> reptielen<br />
<strong>een</strong> an<strong>de</strong>r verhaal. Behalve Sergé droeg<br />
ook Pedro Janssen <strong>een</strong> Ne<strong>de</strong>rlands st<strong>een</strong>tje<br />
bij aan <strong>de</strong> internationale on<strong>de</strong>rwerpen met<br />
nismaken met <strong>de</strong> organisatie, alhoewel die<br />
niet helemaal nieuw <strong>voor</strong> me is. Ik heb dit<br />
ook al op <strong>de</strong> Lan<strong>de</strong>lijke dag aangekondigd.<br />
Ongetwijfeld is in één <strong>van</strong> <strong>de</strong> volgen<strong>de</strong><br />
nummers <strong>van</strong> het tijdschrift te lezen wat ik<br />
-na mijn inwerkperio<strong>de</strong>- precies ga doen.<br />
Even iets over mezelf: ik ben 39 jaar,<br />
getrouwd en va<strong>de</strong>r <strong>van</strong> <strong>een</strong> prachtige zoon.<br />
Ik woon op 3 minuten fietsen <strong>van</strong> mijn werk<br />
aan <strong>de</strong> rand <strong>van</strong> Nijmegen tegen <strong>de</strong> bossen.<br />
Ik ben getogen in Zeeuws-Vlaan<strong>de</strong>ren waar<br />
boomkikkers behoor<strong>de</strong>n tot <strong>de</strong> vaste bewoners<br />
<strong>van</strong> onze tuin. Voor mijn biologiestudie<br />
ben ik vertrokken naar Amsterdam. Van<br />
daaruit heb ik mijn eerste banen bereisd;<br />
diverse functies bij het Ministerie <strong>van</strong> Landbouw,<br />
Natuur en Voedselkwaliteit, waaron<strong>de</strong>r<br />
die <strong>van</strong> ecoloog bij <strong>de</strong> Dienst Lan<strong>de</strong>lijk<br />
Gebied. Vervolgens heb ik bij Wetlands<br />
International het Oost-Europa programma<br />
opgezet en <strong>de</strong> laatste 2,5 jaar was ik manager<br />
<strong>van</strong> Het Natuurloket. Als vrijwilliger ben ik<br />
nu actief <strong>voor</strong> SOVON, maar wellicht dit jaar<br />
ook <strong>voor</strong> RAVON.<br />
RAPPORT VISWEEK-<br />
END 2000 (MIDDEN-<br />
GRONINGEN)<br />
VERSCHENEN<br />
On<strong>de</strong>r het motto beter laat dan nooit is het<br />
rapport over het visweekend 2000 verschenen!<br />
Dit weekend werd in oktober in Mid<strong>de</strong>n-Groningen<br />
gehou<strong>de</strong>n en werd <strong>voor</strong>afgegaan<br />
door <strong>een</strong> zeer succesvol symposium<br />
(ca. 60 bezoekers!) over vissen in Gronin-<br />
71<br />
<strong>een</strong> lezing over <strong>de</strong> situatie <strong>van</strong> <strong>de</strong> ad<strong>de</strong>r in<br />
Ne<strong>de</strong>rland. De lezing over <strong>de</strong> herpetologische<br />
atlas <strong>van</strong> Wallonië door Christiane<br />
Percsy, moest on<strong>de</strong>rgeteken<strong>de</strong> verstek laten<br />
gaan. Mijn kennis <strong>van</strong> <strong>de</strong> Franse taal was te<br />
gebrekkig om <strong>de</strong> toelichting op <strong>de</strong> verspreidingskaartjes<br />
te volgen. Na <strong>een</strong> lezing door<br />
Dirk Bauwens over atlasgegevens als leidraad<br />
<strong>voor</strong> natuurbeleid, werd <strong>de</strong> dag afgesloten<br />
met <strong>een</strong> receptie aangebo<strong>de</strong>n door<br />
Brouwerij Westmalle. Om op tijd in Ne<strong>de</strong>rland<br />
terug te zijn, moest ik helaas juist <strong>de</strong><br />
laatste on<strong>de</strong>r<strong>de</strong>len verstek laten gaan. Glaasje<br />
op laat je rij<strong>de</strong>n.<br />
Onze zusterorganisatie in België heeft mij<br />
<strong>een</strong> aangename zaterdag bezorgd. En volgend<br />
jaar..? Ik <strong>de</strong>nk dat we dan maar <strong>een</strong><br />
busreisje naar <strong>de</strong> 7e Herpetologische studiedag<br />
moeten organiseren.<br />
Arnold <strong>van</strong> Rijsewijk<br />
gen. De vijf lezingen die op dat symposium<br />
zijn gehou<strong>de</strong>n, zijn in dit rapport opgenomen.<br />
Het rapport bevat, naast <strong>de</strong> lezingen,<br />
verspreidingskaarten <strong>van</strong> alle ge<strong>van</strong>gen<br />
soorten en <strong>een</strong> bondige interpretatie <strong>van</strong> <strong>de</strong><br />
resultaten.<br />
Aan het visweekend namen 22 mensen<br />
<strong>de</strong>el en zij bemonster<strong>de</strong>n 53 monsterpunten<br />
in 49 kilometerhokken. Daarbij wer<strong>de</strong>n 15<br />
vissoorten vastgesteld. De kroeskarper en<br />
paling zijn vissoorten <strong>van</strong> <strong>de</strong> Ro<strong>de</strong> Lijst.<br />
Daarnaast wer<strong>de</strong>n ge<strong>van</strong>gen: brasem, kolblei,<br />
goudkarper, riviergron<strong>de</strong>l, blank<strong>voor</strong>n,<br />
riet<strong>voor</strong>n, zeelt, snoek, driedoornige stekelbaars,<br />
tiendoornige stekelbaars, pos, baars,<br />
en snoekbaars.<br />
Het rapport <strong>van</strong> dit weekend wordt toegestuurd<br />
aan alle <strong>de</strong>elnemers. An<strong>de</strong>re geïnteresseer<strong>de</strong>n<br />
kunnen het als pdf-bestand (2<br />
MB) opvragen bij Frank Spikmans (f.spikmans@ravon.nl).<br />
Leon Luijten<br />
MEDEWERKERS VAN<br />
HET RAVON-KANTOOR<br />
De belangrijkste me<strong>de</strong>werkers <strong>van</strong> RAVON<br />
zijn <strong>de</strong> vrijwilligers die in het veld actief zijn<br />
met het verzamelen <strong>van</strong> gegevens. Zij wor<strong>de</strong>n<br />
daarbij on<strong>de</strong>rsteund door <strong>een</strong> werkorganisatie<br />
met vestigingen in Nijmegen en<br />
Amsterdam. De werkorganisatie organiseert<br />
verspreidings- en monitoringson<strong>de</strong>rzoek, is<br />
actief in soortenbescherming, beheert databanken<br />
en voert kennisopdrachten uit <strong>voor</strong><br />
overhe<strong>de</strong>n, terreinbeheer<strong>de</strong>rs en an<strong>de</strong>re partijen.<br />
De vestiging Nijmegen is in vijf jaar<br />
gegroeid <strong>van</strong> twee naar elf me<strong>de</strong>werkers per
72<br />
➀<br />
➁ ➂<br />
➃<br />
➄ ➅<br />
➆ ➇ ➈ ➉<br />
RAVON me<strong>de</strong>werkers vestiging Nijmegen.<br />
De nummers bij <strong>de</strong> namen correspon<strong>de</strong>ren met die<br />
op het silhouet.<br />
1-1-2005. In totaal gaat het om 8,2 volledige<br />
arbeidsplaatsen. Het is dan niet verwon<strong>de</strong>rlijk<br />
dat <strong>de</strong> meeste vrijwilligers <strong>van</strong> RAVONniet<br />
meer precies weten wie er allemaal bij<br />
RAVON werken en wat <strong>voor</strong> werkzaamhe<strong>de</strong>n<br />
<strong>de</strong>ze mensen doen. Het is in dit ka<strong>de</strong>r niet<br />
goed mogelijk om alle werkzaamhe<strong>de</strong>n<br />
helemaal uit te leggen. Met <strong>de</strong> recente komst<br />
<strong>van</strong> <strong>een</strong> secretaresse (Elvira Werkman), <strong>een</strong><br />
nieuwe projectleidster (Annemarie <strong>van</strong> Diepenbeek)<br />
en <strong>een</strong> directeur (Rob <strong>van</strong> Westrienen)<br />
hebben er bovendien verschuivingen<br />
in taakgebie<strong>de</strong>n plaats gevon<strong>de</strong>n,<br />
waarbij het <strong>de</strong> bedoeling is dat an<strong>de</strong>re<br />
me<strong>de</strong>werkers meer tijd krijgen om zich op<br />
hun eigenlijke kerntaken te kunnen concentreren.<br />
Voor <strong>de</strong> vrijwilligers zal dit in <strong>de</strong> loop<br />
<strong>van</strong> 2005 merkbaar wor<strong>de</strong>n in <strong>een</strong> regelmatiger<br />
verschijnend tijdschrift, <strong>een</strong> geactualiseer<strong>de</strong><br />
website en meer publiciteit in het algem<strong>een</strong>.<br />
Ook <strong>de</strong> afronding <strong>van</strong> <strong>de</strong> lan<strong>de</strong>lijke<br />
verspreidingsatlas staat hoog op <strong>de</strong> prioriteitenlijst.<br />
Externe contacten, personeelszaken,<br />
beleidsvoering en administratie zullen groten<strong>de</strong>els<br />
of geheel overgeheveld wor<strong>de</strong>n naar<br />
directeur respectievelijk secretaresse.<br />
Voor vragen kunt U gerust contact opnemen<br />
met <strong>de</strong> betreffen<strong>de</strong> me<strong>de</strong>werker.<br />
Mochten <strong>de</strong> functies en taakgebie<strong>de</strong>n in <strong>de</strong><br />
nabije toekomst veran<strong>de</strong>ren dan zullen we<br />
hier<strong>van</strong> melding maken in het tijdschrift.<br />
Rob <strong>van</strong> Westrienen<br />
(niet op <strong>de</strong> foto, zie el<strong>de</strong>rs in dit blad)<br />
Functie: directeur (per 1-1-2005).<br />
Taakgebie<strong>de</strong>n: beleid, personeelszaken, externe<br />
contacten en acquisitie, contacten met<br />
bestuur en vrijwilligers<br />
1. Ronald Zollinger<br />
Functie: coördinator beschermingsplan boomkikker,<br />
projectlei<strong>de</strong>r.<br />
Taakgebie<strong>de</strong>n: coördinatie beschermingsplan,<br />
coördinator VOFF en PSO zaken, externe<br />
overleggen met overhe<strong>de</strong>n, coördinatie<br />
inhaalslag, projectlei<strong>de</strong>r/adviseur LIFE AMBI-<br />
TION, acquisitie.<br />
2. Annemarie <strong>van</strong> Diepenbeek<br />
Functie: projectleidster Inhaalslag beekvissen<br />
(per nov. 2004).<br />
Taakgebie<strong>de</strong>n: coördinatie Inhaalslag beekvissen,<br />
educatie.<br />
3. Jeroen <strong>van</strong> Delft<br />
Functie: auteur verspreidingsatlas, projectlei<strong>de</strong>r.<br />
Taakgebie<strong>de</strong>n: coördinatie en schrijven atlas,<br />
financiën, projectleiding en uitvoeren <strong>van</strong><br />
(wetenschappelijke) opdrachten, externe overleggen,<br />
acquisitie, educatie, redactie tijdschrift.<br />
4. Raymond Creemers<br />
Functie: auteur verspreidingsatlas, redactie<br />
18 6(3) 2004<br />
tijdschrift RAVON, projectlei<strong>de</strong>r.<br />
Taakgebie<strong>de</strong>n: coördinatie databank, coördinatie<br />
en schrijven atlas, projectleiding en uitvoeren<br />
<strong>van</strong> (wetenschappelijke) opdrachten,<br />
externe overleggen, acquisitie, eindredactie<br />
tijdschrift.<br />
5. Frank Spikmans<br />
Functie: on<strong>de</strong>rzoeksme<strong>de</strong>werker, projectlei<strong>de</strong>r<br />
Inhaalslag amfibieën.<br />
Taakgebie<strong>de</strong>n: veldwerk, coördinatie Inhaalslag<br />
amfibieën, coördinatie veldwerkopdrachten.<br />
6. Bjorn Prudon<br />
Functie: Gegevenslevering databank, projectlei<strong>de</strong>r<br />
Inhaalslag reptielen.<br />
Taakgebie<strong>de</strong>n: aanvragen <strong>voor</strong> gegevens<br />
beantwoor<strong>de</strong>n, coördinatie Inhaalslag reptielen<br />
7. Elvira Werkman<br />
(tel. 024-3653270; kantoor@ravon.nl)<br />
Functie: secretaresse/financieel administrateur/receptioniste.<br />
Taakgebie<strong>de</strong>n: secretariaat (per okt 2004),<br />
receptie, financiële administratie, le<strong>de</strong>nadministratie,<br />
projectadministratie.<br />
8. Wilbert Bosman<br />
Functie: coördinator beschermingsplan knoflookpad<br />
en beschermingsplan geelbuikvuurpad.<br />
Taakgebie<strong>de</strong>n: coördinatie beschermingsplannen,<br />
projectbegeleiding bij (wetenschappelijke)<br />
opdrachten en stageopdrachten,<br />
coördinatie stages.<br />
9. Marjan Verdijk<br />
Functie: databeheer<strong>de</strong>r.<br />
Taakgebie<strong>de</strong>n: databeheer, dataontwikkeling,<br />
data-analyse en GIS-werk.<br />
10. Arnold <strong>van</strong> Rijsewijk<br />
Functie: on<strong>de</strong>rzoeksme<strong>de</strong>werker.<br />
Taakgebie<strong>de</strong>n: veldwerk, coördinatie veldwerk-opdrachten.<br />
Taken die bij nagenoeg alle me<strong>de</strong>werkers in<br />
het takenpakket opgenomen zijn: beantwoor<strong>de</strong>n<br />
<strong>van</strong> vragen <strong>van</strong> vrijwilligers, geven<br />
<strong>van</strong> adviezen aan <strong>de</strong>r<strong>de</strong>n, waarnemingen<br />
invoeren, <strong>voor</strong>lichting en informatie verstrekken,<br />
werken aan het bibliotheek en literatuursysteem,<br />
contacten met opdrachtgevers<br />
en an<strong>de</strong>re natuur- en milieuorganisaties,<br />
publicaties schrijven en ver<strong>de</strong>r alle kleine en<br />
inci<strong>de</strong>nteel <strong>voor</strong>komen<strong>de</strong> werkzaamhe<strong>de</strong>n.<br />
Behalve <strong>de</strong>ze me<strong>de</strong>werkers heeft RAVON,<br />
afhankelijk <strong>van</strong> <strong>de</strong> opdrachten, tij<strong>de</strong>ns het<br />
veldseizoen tussen maart en oktober soms<br />
veldwerkers in dienst <strong>voor</strong> het uitvoeren<br />
<strong>van</strong> veldwerk (met name verspreidingson<strong>de</strong>rzoek).<br />
In <strong>de</strong> afgelopen jaren hebben<br />
Tjeerd DuBois, Joran Jansse en Nils <strong>van</strong><br />
Kessel seizoenswerk <strong>voor</strong> RAVON verricht.<br />
Arnold <strong>van</strong> Rijsewijk<br />
Raymond Creemers