26.09.2013 Views

Nieuwsbrief september 2011 - Historische Vereniging Haerlem

Nieuwsbrief september 2011 - Historische Vereniging Haerlem

Nieuwsbrief september 2011 - Historische Vereniging Haerlem

SHOW MORE
SHOW LESS

You also want an ePaper? Increase the reach of your titles

YUMPU automatically turns print PDFs into web optimized ePapers that Google loves.

Het eerste schetsontwerp tot reorganisatie<br />

van de Haarlemmerhout van de<br />

hand van Leonard Anthony Springer<br />

(tuinarchitect & dendroloog, 24.01.1855<br />

– 28.09.1940) dateert toevalligerwijs uit<br />

hetzelfde jaar als de oprichting van onze<br />

<strong>Vereniging</strong>; beide van 1901.<br />

Al in 1896 schreef Springer in zijn boek over<br />

de Haarlemmerhout: “Men houde één ding<br />

in ‘t oog: een systematisch aangelegd bosch<br />

is geen oerwoud, en moet dus systematisch<br />

behandeld en onderhouden worden,<br />

anders gaat het ten gronde. Een bosch als<br />

de Haarlemmerhout moet een gezonde,<br />

luchtige, droge uitspanningsplaats zijn van<br />

jong en oud en vooral voor de minder met<br />

aardsche goederen bedeelden, die in de<br />

stad in kleine, benauwde en dikwijls slechte<br />

woningen en even nauwe als bedompte<br />

straten leven; en om nu een gezond, frisch<br />

vroolyk ontspanningsoord te zyn, zonder zijn<br />

karakter van natuurpark te verliezen, moet<br />

het met oordeel onderhouden worden”.<br />

Springer was een voorvechter van groen<br />

voor het volk en de natuureducatie die<br />

daarbij hoorde. Maar deze overtuiging<br />

bezorgde hem ook veel hoofdbrekers want<br />

de bezoekers van zijn parken gedroegen zich<br />

namelijk lang niet altijd zoals hij verwachtte<br />

en graag wilde.<br />

Voor de nieuw aangelegde plantsoenen<br />

in de Haarlemmerhout gebruikte Springer<br />

prikkeldraad, waarop hij veel kritiek kreeg.<br />

Springer reageerde met de volgende<br />

cynische reactie: ‘dat de wegen met<br />

prikkeldraad moeten afgezet worden,<br />

is ’t gevolg van de grote eerbied die ’t<br />

publiek voor de plantsoenen heeft, zonder<br />

dat wordt alles binnen de kortste tijd<br />

platgetreden. Zo ’t blijkt, dat het publiek<br />

de plantsoenen beter waardeert, worden zij<br />

weer weggenomen’. Volgens Springer lag de<br />

schuld hiervan overigens niet zozeer bij het<br />

publiek maar bij de gemeente Haarlem. De<br />

paden waren zodanig slecht onderhouden<br />

dat het publiek overal rondliep.<br />

Speelplaatsen zag Springer liever niet in<br />

zijn parken maar dat wil niet zeggen dat hij<br />

ze niet op waarde schatte. Hij vond ze heel<br />

noodzakelijk zoals blijkt uit zijn pleidooi voor<br />

teruggave van de Baan aan de jeugd van<br />

Haarlem. In 1808 werd de Baan afgestaan<br />

aan koning Lodewijk Napoleon omdat deze<br />

hiervan een botanische tuin zou maken. ‘Zoo<br />

werd aan Haarlems jeugd een speelplaats<br />

ontnomen, waarop zij sedert 1389 recht<br />

had… verleend door Albrecht van Beieren<br />

by een giftbrief’, schreef Springer in de al<br />

eerder genoemde publicatie. In 1828 kwam<br />

de Baan weer in handen van de stad maar<br />

zij werd niet opnieuw speelplaats. De stad<br />

besloot tot de aanleg van een villapark;<br />

het latere Frederikspark. ‘In plaats van aan<br />

de jeugd de oude speelplaats buiten de<br />

kom der gemeente terug te geven, waar<br />

zij ongehinderd kan spelen in de frissche,<br />

vrije lucht, acht het gemeentebestuur het<br />

beter, der jeugd den openbaren weg als<br />

speelplaats te laten, tot last van het verkeer<br />

en der bewoners dier bevoorrechte straten.<br />

In de oude Baan was ruimte genoeg, zonder<br />

dat de kinderen zelf of het publiek gevaar<br />

liepen.’ Zo luidde de kritiek van Springer aan<br />

2<br />

Duidelijk afgezette paden in de Haarlemmerhout<br />

rond 1911 (NHA 55-014919)<br />

De ‘worsteling’<br />

van Springer;<br />

groen voor<br />

iedereen<br />

het adres van de gemeente Haarlem.<br />

In 1910 ontwierp Springer rond de ruïne<br />

Huis te Kleef de ‘centrale Schooltuin der<br />

gemeente Haarlem’. Een relatief groot<br />

gedeelte bestemde Springer als arboretum<br />

en pinetum met een rotstuin en een<br />

vijver voor waterplanten, onregelmatig<br />

aangelegd op en rond de ruïne. Buiten<br />

een cirkelvormige omloop legde hij een<br />

moerasje aan. Langwerpige vakken waren<br />

bestemd voor bloemen, heesters, groenten<br />

en landbouwgewassen. De kinderen konden<br />

kennismaken met suikerriet, koffie- en<br />

cacaoplanten, bananenbomen, peper, rijst,<br />

katoen en andere exotische gewassen in<br />

kassen. Een degelijke kennis van boom-<br />

en heestersoorten vond Springer uiterst<br />

noodzakelijk voor schoolkinderen. De<br />

tuin had naast een instructieve ook een<br />

zeer praktische functie. Het was Springer<br />

opgevallen dat het ‘eropuit trekken’ met<br />

de onderwijzer dikwijls plaats vond in de<br />

stadsparken, waarbij ter illustratie van de<br />

lessen lukraak bloemen geplukt en takken<br />

‘afgerukt’ werden. Dat was nu niet meer<br />

nodig. Onderwijzers konden voortaan daags<br />

voor hun les bij de schooltuin materiaal<br />

bestellen.<br />

Niet alleen onderwijzers plukten lukraak<br />

materiaal in de Haarlemmerhout. Het<br />

vandalisme van bezoekers had er in<br />

algemene zin zelfs voor gezorgd dat veel<br />

bloeiende planten en onderbegroeiing totaal<br />

waren verdwenen. Zoals Springer dit zelf<br />

beschreef: “Uit een botanisch oogpunt<br />

biedt de Hout niet veel meer voor den<br />

natuuronderzoeker aan. Het drukke verkeer,

Hooray! Your file is uploaded and ready to be published.

Saved successfully!

Ooh no, something went wrong!