26.09.2013 Views

Stadsplanning in Amsterdam rond 1929 - tekenen

Stadsplanning in Amsterdam rond 1929 - tekenen

Stadsplanning in Amsterdam rond 1929 - tekenen

SHOW MORE
SHOW LESS

You also want an ePaper? Increase the reach of your titles

YUMPU automatically turns print PDFs into web optimized ePapers that Google loves.

1<br />

<strong>Stadsplann<strong>in</strong>g</strong> <strong>in</strong> <strong>Amsterdam</strong> <strong>rond</strong> <strong>1929</strong><br />

Plan Berlage, de <strong>Amsterdam</strong>se School en het HLZ<br />

OpmaakBerlageAdamS&HLZ_v4; versie 1: 0904; v2: 1004; v3: 0407; v4: 1008<br />

naam .................................................<br />

klas .................................................<br />

tijd ca. 50-60 m<strong>in</strong>uten<br />

deze tekst is samengesteld door Volkert Keijsper en hoort bij een powerpo<strong>in</strong>t-<br />

presentatie kunstgeschiedenis <strong>in</strong> het kader van het jaar <strong>1929</strong> ter gelegenheid<br />

van het 75-jarig lustrum van het Hervormd Lyceum Zuid <strong>in</strong> september 2004


3<br />

Plan Berlage, de <strong>Amsterdam</strong>se School en het HLZ<br />

Vóór 1850<br />

Het gemeentebestuur van <strong>Amsterdam</strong> bekommerde zich vóór 1850 niet of nauwelijks om de vraag<br />

of en hoe de stad zou moeten groeien.<br />

Dat hoefde ook eigenlijk niet, want de bevolk<strong>in</strong>g nam nauwelijks toe. Bekijk de groeicijfers maar:<br />

<strong>in</strong> 1675 200.000 en <strong>in</strong> 1840 211.000 <strong>in</strong>woners. De 17e eeuwse staduitleg (grachtengordel) bood<br />

voldoende ruimte aan nieuwkomers.<br />

VAnAf 1850<br />

Na 1850 veranderde de<br />

toestand snel en radikaal:<br />

<strong>in</strong> navolg<strong>in</strong>g van het buitenland<br />

(de Industriële<br />

Revolutie was <strong>in</strong> bijvoorbeeld<br />

Engeland al meer<br />

dan een halve eeuw aan<br />

de gang) ontplooide de<br />

Nederlandse economie<br />

zich <strong>in</strong> hoog tempo. Veel<br />

arme mensen van het<br />

platteland trokken naar<br />

de stad om als arbeider te<br />

1 Kelderwon<strong>in</strong>g aan de Zeedijk, nr. 58 ca. 1900.<br />

2 De <strong>Amsterdam</strong>se<br />

b<strong>in</strong>nenstad, Zwarte<br />

Bijlsteeg, Martelaarsgracht,<br />

ca. 1911.<br />

gaan werken <strong>in</strong> de fabrieken (urbanisatie). Dit had tot gevolg dat de bevolk<strong>in</strong>g<br />

van <strong>Amsterdam</strong> zeer snel toenam (van 211.000 <strong>in</strong> 1840 tot 510.800<br />

<strong>in</strong>woners <strong>in</strong> 1900!). Het proletariaat woonde onder erbarmelijke omstandigheden (grote gez<strong>in</strong>nen <strong>in</strong><br />

‘kelderwon<strong>in</strong>gen’ van één of twee vertrekken, soms maar 1,50 m hoog en 2 m onder de g<strong>rond</strong>!).<br />

Niet alleen woonden de arbeiders onder slechte omstandigheden, ook hun werk <strong>in</strong> deze beg<strong>in</strong>tijd<br />

van de moderne economie was verschrikkelijk:<br />

• veel k<strong>in</strong>deren moesten op jonge leeftijd gaan werken<br />

• een 12-urige werkdag was geen uitzonder<strong>in</strong>g<br />

• de lonen waren heel laag<br />

• het werk van ongeschoolden (de meeste mensen) was erg eentonig, zwaar, vaak gevaarlijk en vies.<br />

EEn niEuwE SociALE kLASSE<br />

Door de concentratie van fabrieksarbeiders ontstond er een nieuwe sociale klasse. Arbeiders<br />

verenigden zich langzamerhand, zowel politiek als maatschappelijk. Op het e<strong>in</strong>d van de 19e eeuw<br />

zie je <strong>in</strong> Europa de opkomst van bijvoorbeeld het socialisme, arbeiders partijen, won<strong>in</strong>gbouw-<br />

verenig<strong>in</strong>gen, het communisme.<br />

StAdSontwikkEL<strong>in</strong>g <strong>in</strong> dE jArEn 1860: cHAoS<br />

In 1860 werden de stadswallen van <strong>Amsterdam</strong> geslecht, de groei van de stad kon beg<strong>in</strong>nen.<br />

Het stadsbestuur bestond uit liberale regenten, die hun werk als louter adm<strong>in</strong>istratief zagen. Ze<br />

vonden het niet hun taak om <strong>in</strong>vloed uit te oefenen op de stadsontwikkel<strong>in</strong>g. Men liet het over aan<br />

het particuliere <strong>in</strong>itiatief.


4<br />

revolutiebouw<br />

Na 1860 kochten particulieren de g<strong>rond</strong> <strong>rond</strong> <strong>Amsterdam</strong> op en begonnen won<strong>in</strong>gen te bouwen.<br />

• De bouwondernemers hadden onvoldoende eigen kapitaal en moesten geld lenen. Natuurlijk<br />

wilden zij hun len<strong>in</strong>gen zo spoedig mogelijk aflossen.<br />

• De vraag naar huizen was <strong>in</strong>middels heel groot geworden.<br />

• De g<strong>rond</strong>prijzen liepen snel op.<br />

• Om toch nog huizen tegen een acceptabele prijs te kunnen leveren bezu<strong>in</strong>igden de bouwondernemers<br />

op de kwaliteit van de materialen.<br />

• Er waren geen richtlijnen van de overheid voor de m<strong>in</strong>imumeisen voor de bouw van woonhuizen.<br />

Het resultaat van dit proces was, dat de volksbuurten die op het e<strong>in</strong>d van de 19e eeuw gebouwd<br />

werden (bijvoorbeeld De Pijp en de Dapperbuurt) doorgaans uit slecht gebouwde won<strong>in</strong>gen<br />

bestonden (de zogenaamde ‘revolutiebouw’).<br />

kenmerken van de revolutiebouw<br />

• Men gebruikte slechte materialen en er werd<br />

onvoldoende geheid, waardoor hele straten<br />

verzakten en huizen veel gebreken vertoonden.<br />

• De won<strong>in</strong>gen waren etagewon<strong>in</strong>gen, smal, diep<br />

en kle<strong>in</strong>, type: voor-, achterkamer en alkoof.<br />

• De won<strong>in</strong>gen waren ongezond, er was bijvoorbeeld<br />

onvoldoende toevoer van licht en lucht:<br />

- men sliep <strong>in</strong> de tussenkamer (zonder ramen)<br />

- er was onvoldoende lichttoetred<strong>in</strong>g (diepe<br />

won<strong>in</strong>g met te kle<strong>in</strong>e ramen)<br />

- de won<strong>in</strong>gen waren gehorig, ze hadden dunne<br />

scheid<strong>in</strong>gswanden.<br />

De aanleg van de nieuwe stadsdelen was boven-<br />

3 Standaard bebouw<strong>in</strong>g <strong>in</strong> de Pijp: smalle rechte<br />

straten zonder groen.<br />

dien rommelig. Want de overheid had geen stedebouwkundig plan en de kopers van de g<strong>rond</strong><br />

(kavels weiland) bouwden de nieuwe stadswijken volgens het patroon van de oude poldersloten.<br />

dE jArEn nA 1890: mAAtrEgELEn tEgEn dE cHAoS<br />

In de jaren 1890 veranderde de samenstell<strong>in</strong>g van de gemeenteraad. De<br />

S.D.A.P (Sociaal Democratisch Arbeiders Partij) werd bijvoorbeeld opgericht<br />

en deed <strong>in</strong> 1902 zijn <strong>in</strong>trede <strong>in</strong> de gemeenteraad. Men nam een pakket<br />

maatregelen en trachtte de situatie alsnog onder controle te krijgen.<br />

• Een van deze maatregelen was de <strong>in</strong>voer<strong>in</strong>g van het erfpachtstelsel <strong>in</strong> 1896:<br />

de g<strong>rond</strong> kon niet langer meer worden gekocht, maar moest voor een tijd<br />

worden gehuurd. Hierdoor bleef de gemeente eigenaresse van de g<strong>rond</strong> en<br />

proviteerde bovendien van de oplopende g<strong>rond</strong>prijzen (tussen 1826 en 1900<br />

steeg de prijs van f 1,25 tot f 50,- per m2!).<br />

• Een andere maatregel was de <strong>in</strong>voer<strong>in</strong>g van de won<strong>in</strong>gwet <strong>in</strong> 1901.<br />

Hierdoor:<br />

- kon de gemeente allerlei bouwverorden<strong>in</strong>gen en bouwvoorschriften <strong>in</strong><br />

werk<strong>in</strong>g stellen die de kwaliteit van de won<strong>in</strong>gen ten goede kwam (betere<br />

<strong>in</strong>del<strong>in</strong>g van de won<strong>in</strong>gen, meer licht en lucht <strong>in</strong>trede)<br />

- kon de gemeente won<strong>in</strong>gbouwverenig<strong>in</strong>gen – een nieuw verschijnsel <strong>in</strong> de<br />

eerste jaren van de20e eeuw – aan een f<strong>in</strong>ancier<strong>in</strong>gsvorm helpen<br />

- werd de gemeente verplicht een uitbreid<strong>in</strong>gsplan op te stellen (maar<br />

dat kwam <strong>in</strong> <strong>Amsterdam</strong> pas <strong>in</strong> 1935 van de g<strong>rond</strong> <strong>in</strong> de vorm van het<br />

Algemeen Uitbreid<strong>in</strong>gs Plan. Dit plan werd pas <strong>in</strong> 1939 goedgekeurd en<br />

kon door de oorlog niet eerder dan <strong>in</strong> 1947 worden gestart).<br />

4 Bouwverorden<strong>in</strong>g<br />

1920, na de won<strong>in</strong>gwet<br />

van 1902.


5<br />

De paar stedebouwkundige plannen uit de 19e eeuw hadden slechts de verfraai<strong>in</strong>g van het<br />

stadsbeeld voor ogen (bijvoorbeeld Sarphati, Niftrik en Kalff). In het plan uit 1935 poogde men om<br />

een oploss<strong>in</strong>g te v<strong>in</strong>den voor de te verwachten ontwikkel<strong>in</strong>gen. Men maakte een prognose tot het<br />

jaar 2000!<br />

Vanaf 1915: gemeentelijke bemoeienis volkshuisvest<strong>in</strong>g<br />

Pas <strong>in</strong> 1915 g<strong>in</strong>g de gemeente zich echt bemoeien met volkshuisvest<strong>in</strong>g. Wibaut en Kepler zorgden<br />

voor een gemeentelijk won<strong>in</strong>gdienst. Er werd een ‘schoonheidscommissie’ <strong>in</strong>gesteld, wat tot<br />

gevolg had dat bouwwerken voortaan alleen nog maar door architecten werden ontworpen.<br />

Vanaf die tijd zorgden de won<strong>in</strong>gbouwverenig<strong>in</strong>gen voor een geweldige stimuler<strong>in</strong>g van de<br />

huizenbouw. <strong>in</strong> enkele jaren verrezen er duizenden won<strong>in</strong>gen en kwam er een e<strong>in</strong>de aan de<br />

won<strong>in</strong>gnood.<br />

HEt PLAn BErLAgE 1917<br />

In 1917 werd een ontwerp voor<br />

een uitbreid<strong>in</strong>g voor <strong>Amsterdam</strong><br />

Nieuw-Zuid van de hand van H.<br />

P. Berlage door de gemeenteraad<br />

goedgekeurd.<br />

Het Plan Berlage <strong>in</strong> vergelijk<strong>in</strong>g<br />

met de 19e eeuwse wijk de Pijp:<br />

• Berlage vermeed de troosteloosheid<br />

van de parallelle, smalle<br />

straten <strong>in</strong> de naburige Pijp. De<br />

straten <strong>in</strong> zijn plan waren breder<br />

van opzet. Ze werden afgewisseld<br />

door ple<strong>in</strong>tjes en wat groen.<br />

• Dit bood meer mogelijkheden<br />

voor een goede bebouw<strong>in</strong>g. 5 H.P. Berlage, Tweede plan voor <strong>Amsterdam</strong> Zuid, 1914-1917.<br />

• Wat opvalt is de sterke neig<strong>in</strong>g tot<br />

monumentaliteit.<br />

Deze werd veroorzaakt door:<br />

- de toegepaste symmetrie (M<strong>in</strong>ervalaan en het deel met de Amstellaan (= Vrijheidslaan),<br />

de Noorderamstellaan (= Churchilllaan) en de Zuideramstellaan (= Rooseveltlaan).<br />

- het feit dat Berlage op de kruis<strong>in</strong>gen van de breedste boulevards groots opgezette, monumentale,<br />

gebouwen plande, die <strong>in</strong> het teken van de kunst moesten komen te staan (musea, opera, etc.).<br />

Beperk<strong>in</strong>gen van het Plan Berlage<br />

Ondanks zijn pionierswerk op stedebouwkundig gebied had het werk van Berlage zijn beperk<strong>in</strong>gen.<br />

Zijn voornaamste zorg was de vormgev<strong>in</strong>g: hij wilde <strong>in</strong> de eerste plaats een mooi en monumentaal<br />

stadsgedeelte creëren. Hier<strong>in</strong> week hij niet af van eerdere plannen uit de 19e eeuw. De architecten<br />

van de <strong>Amsterdam</strong>se School, die het stratenplan met huizen vulden, hadden hetzelfde uitgangspunt.<br />

Ook zij dachten <strong>in</strong> de eerste plaats aan een mooie buitenkant van de te bouwen huizen.<br />

nadelen van het Plan Berlage<br />

• Berlage hield bij zijn orden<strong>in</strong>g van het straatbeeld geen functionele factoren <strong>in</strong> het oog.<br />

• Ondanks de brede opzet is de platteg<strong>rond</strong> dicht bebouwd en zijn de wijkvoorzien<strong>in</strong>gen schaars,<br />

zoals de op wat ruimere schaal geplande groenstroken en ple<strong>in</strong>en.<br />

• Met een gunstige oriënter<strong>in</strong>g van de bouwblokken (bezonn<strong>in</strong>g) heeft hij op geen enkele wijze<br />

reken<strong>in</strong>g gehouden.


6<br />

dE AmStErdAmSE ScHooL ± 1915 – 1935<br />

<strong>in</strong>vloeden<br />

• E. Cuypers. Hij was de vertegenwoordiger van het<br />

‘gotisch rivival’ <strong>in</strong> Nederland en architect van het Centraal<br />

Station en het Rijksmuseum <strong>in</strong> <strong>Amsterdam</strong>. Zijn stijl was<br />

eclectisch: hij paste uit vroegere stijlen elementen toe<br />

naar eigen believen. Op zijn architectenbureau werkten<br />

sleutelfiguren van de latere <strong>Amsterdam</strong>se School. Hij vond<br />

dat een architect <strong>in</strong> de eerste plaats een ‘schepper van<br />

schoonheid’ moest zijn.<br />

• Berlage (1856-1934). Architect van de <strong>Amsterdam</strong>se Beurs,<br />

een gebouw dat hem tot een modern hervormer maakte.<br />

Hij was ontwerper van vele stedelijke uitbreid<strong>in</strong>gsplannen<br />

o.a. die van <strong>Amsterdam</strong> (1917) en Den Haag. Hij werd<br />

beïnvloed door F.L. Wright uit de V.S. Berlage g<strong>in</strong>g bij de<br />

vormgev<strong>in</strong>g meer uit van de functie die het gebouw had<br />

en van de omgev<strong>in</strong>g waar<strong>in</strong> het stond. Hij was belangrijk<br />

voor de <strong>in</strong>troductie van nieuwe bouwmethoden. Hij liet 6 H.P. Berlage, De Beurs, 1898-1903.<br />

overbodige versier<strong>in</strong>g weg en liet de constructie van een<br />

gebouw meespelen als element van vormgev<strong>in</strong>g. Al doende<br />

kwam hij uit op een meer zakelijke vormgev<strong>in</strong>g. Zo leverde hij een belangrijke bijdrage aan de<br />

verwerp<strong>in</strong>g van de 19e eeuwse façade-architectuur.<br />

• Exotische <strong>in</strong>vloeden waren <strong>in</strong> die tijd erg <strong>in</strong> de mode. Ze waren ook van <strong>in</strong>vloed op de architecten<br />

van de <strong>Amsterdam</strong>se School. In Nederland hadden ze vooral een Indonesisch stempel.<br />

• Folkloristische architectuur uit Scand<strong>in</strong>avië: ornamenten en houtconstructies.<br />

de bekendste architecten van de <strong>Amsterdam</strong>se School<br />

• Michel de Klerk (architect met de meeste <strong>in</strong>vloed, werkzaam geweest bij architect E. Cuypers)<br />

• Piet L. Kramer (werkzaam geweest bij architect E. Cuypers)<br />

• Van der Mey (werkzaam geweest bij architect E. Cuypers)<br />

• J.F. Staal (bouwde later o.a. de ‘Wolkenkrabber’ <strong>in</strong> Nieuw Zuid)<br />

• H. Th. Wijdeveld<br />

• Hildo Krop was de bekendste beeldhouwer van gevelbeelden en beelden op bruggen.<br />

Producten die werden gemaakt <strong>in</strong> de stijl van de <strong>Amsterdam</strong>se School<br />

De won<strong>in</strong>gen b<strong>in</strong>nen het plan Berlage, die veelal <strong>in</strong> de stijl van de <strong>Amsterdam</strong>se School verrezen,<br />

waren redelijk, maar kenden ook gebreken.<br />

In de stijl van de <strong>Amsterdam</strong>se School werden niet alleen woonhuizen gebouwd, maar ook werden<br />

openbare gebouwen (badhuizen, politiebureaus, bibliotheken), bruggen, toiletgebouwtjes, huisnummerbordjes,<br />

straatmeubilair (zoals lantaarnpalen en girobussen), meubels en <strong>in</strong>terieur vorm gegeven.<br />

7 LINKS Giroboekje, stadsgiro<br />

<strong>Amsterdam</strong>, ontwerp Fre<br />

Cohen. Stadsdrukkerij.<br />

Let op de speciale vormgev<strong>in</strong>g<br />

van de hoofdtekst. De<br />

kle<strong>in</strong>e letters zijn ‘modern’:<br />

zonder schreven en zonder<br />

dik-dunverloop.<br />

8 RECHTS Girobus, Dienst<br />

Publieke Werken, 1926.<br />

Let weer op de lettervorm.


9 Michel de Klerk, Aquarel van won<strong>in</strong>gcomplex<br />

Eigenhaard, won<strong>in</strong>gen aan de Hembrugstraat, 1917.<br />

<strong>Amsterdam</strong>. Veel mensen vonden een toren op een<br />

won<strong>in</strong>gcomplex voor arbeiders overbodig en duur.<br />

Bekende gebouwen/woonblokken<br />

• Het Scheepvaarthuis aan de Pr<strong>in</strong>s Hendrikkade, 1913-1916, architect<br />

Van der Mey e.a.<br />

• ‘Eigen Haard’ of ‘Het Schip’, won<strong>in</strong>gcomplex aan de Hembrugstraat/<br />

Oostzaanstraat/Zaanstraat voor de socialistische won<strong>in</strong>gcorporatie<br />

‘Eigen Haard’, 1917-21, architect De Klerk.<br />

• ‘De Dageraad’ won<strong>in</strong>gcomplex <strong>in</strong> Zuid, architecten Kramer en De<br />

Klerk, 1918-23 voor won<strong>in</strong>gbouwverenig<strong>in</strong>g ‘De Dageraad’.<br />

kenmerken van de <strong>Amsterdam</strong>se School<br />

• De gebouwen, meubels en andere producten werden bedacht vanuit<br />

de vorm. Dan werden de constructie en het materiaal daaraan aangepast.<br />

Materiaal, techniek, functie en de eisen van de bewoners werden<br />

ondergeschikt gemaakt aan de ‘vormwil’ van de architect.<br />

• De architecten dachten <strong>in</strong> grote gebaren van gehele woonblokken, niet<br />

<strong>in</strong> saaie aaneenschakel<strong>in</strong>gen van steeds dezelfde, eentonige huizen.<br />

Zo’n won<strong>in</strong>gblok werd vaak beë<strong>in</strong>digd door een opvallende, afwijkende<br />

hoekwon<strong>in</strong>g, vaak met torens en beeldhouwwerk (zie afb.10).<br />

In het algemeen kun je stellen dat er veel niet-functionele toevoeg<strong>in</strong>gen<br />

waren. Zie afb.11.<br />

• De buitengevel was van baksteen (dat is behalve ‘typisch<br />

Nederlands’, ook vrij ‘kneedbaar’), massief en plastisch (golvende<br />

gevels, <strong>rond</strong>e uitbouwen, <strong>in</strong>- en uitspr<strong>in</strong>gende delen, hoge en lage<br />

delen). Dit maakte de won<strong>in</strong>gen expressief. Zie afb.9, 10 en 11.<br />

• Er werd veel ornamentiek toegepast: gevelstenen, beelden en<br />

smeedwerk. Zie afb.11.<br />

• Verschillende kleuren baksteen en verschillende metselverbanden<br />

zorgden voor een decoratief effect, net als bouwmaterialen die op<br />

ongebruikelijke manieren werden toegepast (bijvoorbeeld verticaal<br />

geplaatste dakpannen, bakstenen tegen het plafond). Zie afb.11.<br />

• Veelgebruikte vormen: parabool, trapezium, kogelvorm, maar ook<br />

plastische vormen als de schelp.<br />

• De buitenkant van een gebouw moest een eenheid vormen met de<br />

b<strong>in</strong>nenkant: meubel en <strong>in</strong>terieur werden <strong>in</strong> dezelfde stijl ontworpen.<br />

Zie afb.12. Een goed voorbeeld hiervan is het Scheepvaarthuis.<br />

• Veel ramen hadden een horizontale raam<strong>in</strong>del<strong>in</strong>g (‘ladderramen’).<br />

Zie afbeeld<strong>in</strong>g 10.<br />

7<br />

10 P.L. Kramer, De Dageraad,<br />

Hoek P.L. Takstraat/Burg. Tellegenstraat,<br />

1918-23. <strong>Amsterdam</strong> Zuid.<br />

Markante afsluit<strong>in</strong>g van een won<strong>in</strong>gblok.<br />

11 Michel de Klerk, won<strong>in</strong>gcomplex<br />

Eigen Haard/Het<br />

Schip, detail gevelopbouw,<br />

Spaarndammerplantsoen,<br />

<strong>Amsterdam</strong>, 1915-17.<br />

Arbeiderswon<strong>in</strong>gen van de<br />

<strong>Amsterdam</strong>se School.<br />

Foto Tim Killiam.<br />

12 De Klerk, Eetkamerstoel<br />

voor het ameublement van<br />

‘Woonhuys’, 1916.<br />

De vorm stond voorop, erg<br />

functioneel is deze stoel<br />

niet.


kritiek op de <strong>Amsterdam</strong>se School<br />

• De <strong>Amsterdam</strong>se School werd wel beschuldigd van ‘schortjes architectuur’. Men vond dat de<br />

architecten alleen maar geïnteresseerd waren <strong>in</strong> de buitenkant van hun gebouwen.<br />

• Met de bewoners werd niet echt veel reken<strong>in</strong>g gehouden. De architecten hielden zich niet bezig<br />

met het totale pakket aan voorwaarden waaraan een goede won<strong>in</strong>g moest voldoen. Een goede<br />

<strong>in</strong>del<strong>in</strong>g van de won<strong>in</strong>g was bijvoorbeeld iets wat hen niet echt <strong>in</strong>teresseerde.<br />

• Ook een grootschalige stedebouwkundig plan hadden<br />

de architecten van de <strong>Amsterdam</strong>se School niet.<br />

Zaken als verb<strong>in</strong>d<strong>in</strong>gswegen met de bestaande stad,<br />

wijkvoorzien<strong>in</strong>gen voor de bewoners en een goede<br />

orienter<strong>in</strong>g ten opzichte van de <strong>in</strong>dustriegebieden, waren<br />

niet het belangrijkste.<br />

de laatste fase van de <strong>Amsterdam</strong>se School<br />

De <strong>Amsterdam</strong>se School was eerst vooral plastisch, al zijn<br />

er ook voorbeelden van een vlakke, l<strong>in</strong>eaire stijlvariant.<br />

De laatste fase van de <strong>Amsterdam</strong>se School is strenger:<br />

1927-33, Apollo- en M<strong>in</strong>ervabuurt, HLZ)<br />

Kenmerken van de laatste fase van de <strong>Amsterdam</strong>se School:<br />

• Strenger, vlakker, m<strong>in</strong>der versier<strong>in</strong>g.<br />

• Hoge gevels met verticale structuur.<br />

• Grotere ramen <strong>in</strong> aaneengesloten banden die zorgden voor<br />

een horizontaal accent.<br />

• Hoge puntdaken met rode pannen en geprononceerde<br />

schoorstenen.<br />

• Het decoratieve bakstenen ornament verdween praktisch<br />

geheel en was soms slechts als strak l<strong>in</strong>eair accent aanwezig.<br />

Nog maar zelden waren er natuurstenen sculpturen.<br />

8<br />

13 Het Nieuwe Huis van de architect<br />

Van den Nieuwen Amstel, ca. 1925-28.<br />

Roelofhartple<strong>in</strong>, <strong>Amsterdam</strong>.<br />

De monumentale gevel is een massief<br />

element <strong>in</strong> het straatbeeld. Versober<strong>in</strong>g<br />

en verstrakk<strong>in</strong>g van de vormentaal van<br />

de <strong>Amsterdam</strong>se School is te zien.<br />

Het complex is gebouwd voor de won<strong>in</strong>gbouwverenig<strong>in</strong>g<br />

‘Samenwerk<strong>in</strong>g’. Het<br />

bevatte gez<strong>in</strong>swon<strong>in</strong>gen, won<strong>in</strong>gen voor<br />

alleenstaanden en een aantal wijkvoorzien<strong>in</strong>gen:<br />

een bibliotheek, een restaurant,<br />

een postkantoor, een rijwielstall<strong>in</strong>g<br />

en enkele w<strong>in</strong>kels.<br />

de <strong>Amsterdam</strong>se School en bouwopdrachten<br />

De architecten van de <strong>Amsterdam</strong>se School hebben zich veel beziggehouden met volkswon<strong>in</strong>gbouw<br />

en straatmeubilair tussen 1915 en 1935. Dat is te danken aan:<br />

• De meer socialistisch <strong>in</strong>gestelde mensen die het op dat moment voor het zeggen hadden <strong>in</strong> de<br />

gemeente: Burgemeester Tellegen, wethouder van Volkshuisvest<strong>in</strong>g Wibaut en directeur van de<br />

Gemeentelijke Won<strong>in</strong>gdienst A. Kepler.<br />

• nog belangrijker was de greep die de aanhangers van de <strong>Amsterdam</strong>se School kregen op de<br />

Schoonheidscommissie. deze commissie hield ontwerpen <strong>in</strong> een andere stijl gewoon tegen!<br />

<strong>in</strong>houdelijke ideeën van de <strong>Amsterdam</strong>se School<br />

De architecten beschouwden zich als kunstenaars die ‘weten wat goed is voor de gewone man’. Ze<br />

vonden dat ze door het ontwerpen van mooie huizen mee werkten aan de ‘verheff<strong>in</strong>g van het volk’.<br />

De bevoogd<strong>in</strong>g g<strong>in</strong>g ver: ramen werden hoog geplaats, zodat de mensen niet naar buiten konden<br />

hangen om te kletsen. De arbeider moest ‘de blik naar b<strong>in</strong>nen keren en genieten van zijn eigen<br />

won<strong>in</strong>g’. Het huiskamerraam werd <strong>in</strong> de hoek geplaats, zodat de tafel niet <strong>in</strong> het midden zou worden<br />

neergezet. Om dezelfde reden werd de lampehaak niet <strong>in</strong> het midden van de kamer geschroefd.<br />

HEt HErVormd LycEum Zuid, BrAHmSStrAAt, AmStErdAm<br />

Volgens het archief van Bouw en Won<strong>in</strong>gtoezicht is het Hervormd Lyceum ontworpen door<br />

J. Beijlevelt. Hij stierf echter tijdens de opdracht. Zijn collega J.P.L. Petri Jr. nam hem over. Door<br />

deze wissel<strong>in</strong>g van architect kon het HL pas <strong>in</strong> 1933 worden opgeleverd.


9<br />

14 L<strong>in</strong>ks de voorgevel met de <strong>in</strong>gang en rechts de zijgevel<br />

van het Hervormd Lyceum Zuid te <strong>Amsterdam</strong>, J. Beijlevelt en<br />

J.P.L. Petri Jr., 1933. Let op het massieve hoekblok.<br />

de vormgev<strong>in</strong>g van de gevels van het HLZ<br />

Het buitenkant van het HLZ heeft elementen die karakteristiek zijn voor de laatste fase van<br />

de A’damse School. Dat is te zien aan het ontbreken van veel decoratie en toepassen van rode<br />

pannendaken op vrij strakke gevels. Ook zijn de gevels samengesteld uit verschillende delen: <strong>in</strong>- en<br />

uit-spr<strong>in</strong>gende profielen, hogere en lagere vlakken en stroken met ramen bepalen de compositie.<br />

Op deze manier trachtte de architect een gevarieerd aanblik te bereiken, zonder te vervallen <strong>in</strong> het<br />

gebruik van stijlelementen uit de eerste periode.<br />

Voorgevel<br />

De voorgevel heeft een compositie die omwille van het<br />

artistieke effect is ontworpen:<br />

• Hij is gedacht vanuit de vorm en moet een zekere<br />

monumentaliteit uitstralen. Als je er naar kijkt, kun je er<br />

niet aan aflezen welke ruimten er zich achter bev<strong>in</strong>den<br />

en wat de functie daarvan is. Een goed voorbeeld van<br />

dit ‘effectbejag’ is het gesloten blok op de rechter<br />

hoek van de voorgevel. Daar is het trappenhuis. Meer<br />

b<strong>in</strong>nenvallend licht zou de begaanbaarheid vergroten.<br />

Maar de architect wilde een massieve afsluit<strong>in</strong>g van<br />

de gevel en een gesloten blok, als tegenhanger voor de<br />

open b<strong>in</strong>nenplaats <strong>in</strong> het rechterdeel van de zijgevel<br />

(afb.14).<br />

15 De hoofd<strong>in</strong>gang is ondergebracht <strong>in</strong> een<br />

apart uitbouwtje met een trap, een muurtje<br />

en een puntdak.<br />

16 De gevels aan de b<strong>in</strong>nenplaats van het<br />

Hervormd Lyceum Zuid te <strong>Amsterdam</strong>.<br />

• De hoofd<strong>in</strong>gang van de school gaat veilig schuil onder een apart uitbouwtje, een ‘tentje’ (afb.15).<br />

• De ramen zijn kle<strong>in</strong> en van verschillend grootte. Ze zijn gegroepeerd <strong>in</strong> stroken die een<br />

decoratieve werk<strong>in</strong>g hebben en horizontale lijnen vormen <strong>in</strong> de compositie van de gevel.<br />

LINKS<br />

17 De achtergevel van het Hervormd<br />

Lyceum Zuid te <strong>Amsterdam</strong>. Deze<br />

gevel heeft vormovereenkomsten met<br />

de voorgevel.<br />

RECHTS<br />

18 Het ijzeren smeedwerk op de<br />

voordeur van het HLZ is ongeveer<br />

de enige decoratieve toevoeg<strong>in</strong>g aan<br />

het schoolgebouw, naast de glas-<strong>in</strong>loodramen<br />

<strong>in</strong> de hallen.


10<br />

gevels aan de b<strong>in</strong>nenplaats<br />

Deze gevels hebben een ander opzet. Er zijn veel, grote ramen, zodat de lokalen voldoende licht<br />

krijgen en er meer contact met buiten mogelijk is. Bij het ontwerpen heeft de architect zich hier<br />

vooral laten leiden door de functie van de vertrekken die àchter de gevel liggen.<br />

Achtergevel<br />

Deze gevel is een mix van de voorgevel en de gevels aan de b<strong>in</strong>nenplaats:<br />

• de ramen zijn groot als die aan de b<strong>in</strong>nenplaats<br />

• er zijn vormovereenkomsten met de voorgevel: er is een hoog, uitspr<strong>in</strong>gend deel en een<br />

tentvormig uitbouwtje.<br />

LAtErE ontwikkEL<strong>in</strong>gEn<br />

De strengheid, de functionaliteit en het gebrek aan<br />

versierselen die de bouwstijl van het Hervormd Lyceum<br />

kenmerken, zijn ongetwijfeld beïnvloed door wat zich<br />

destijds op het gebied van architectonische vernieuw<strong>in</strong>g<br />

aankondigde.<br />

Er ontstond langzamerhand een zakelijke architectuur:<br />

de Internationale Stijl (andere namen voor hetzelfde: het<br />

Functionalisme, het Modernisme, het Nieuwe Bouwen).<br />

De gesloten bakstenen muur werd doorbroken, de<br />

constructie van de gebouwen werd meer naar buiten<br />

duidelijk gemaakt, de ramen werden glaswanden, er<br />

werd gestreefd naar een meer ‘open’ gevel.<br />

19 VOORAAN De brug aan het Muzenple<strong>in</strong><br />

nog <strong>in</strong> de stijl van de <strong>Amsterdam</strong>se School.<br />

RECHTSMIDDEN Apollohal, Boeken, 1935.<br />

MIDDENACHTER Sociale Verzeker<strong>in</strong>gsbank,<br />

Roosenburg, 1939.<br />

Voorbeelden van deze vernieuw<strong>in</strong>g <strong>in</strong> Plan Zuid<br />

• Duikers ‘Openluchtschool’ (<strong>1929</strong>-1930)<br />

• Staals ‘Wolkenkrabber’ (1930-1932)<br />

• Boekens ‘Apollohal’ (193301935)<br />

• Roosenburgs ‘Sociale Verzeker<strong>in</strong>gsbank’, met name de <strong>rond</strong>e glazen achterzijde (1937-1939)<br />

Het duurde nog tot 1955 voordat de nieuwe architectonische pr<strong>in</strong>cipes, die dus al <strong>in</strong> de jaren 30<br />

werden toegepast op genoemde monumentale bouwwerken, op ruimere schaal werden toegepast <strong>in</strong><br />

de won<strong>in</strong>gbouw <strong>in</strong> dit stadsdeel.<br />

Een voorbeeld daarvan is de ‘open bouw’ aan de Beethovenstraat ten zuiden van de Stadionkade en<br />

grenzend aan het Beatrixpark.<br />

tekstbronnen<br />

De belangrijkste bron, waaruit vaak letterlijk is geciteerd: ‘De ontwikkel<strong>in</strong>g van het stedebouwkundig plan <strong>in</strong><br />

<strong>Amsterdam</strong>’, Menno Fluks, 1981. Een artikel uit: Sporen van een Leraar, een bundel uit 1981 met bijdragen van oudleerl<strong>in</strong>gen<br />

van Simon van Lienden, leraar aan het Hervormd Lyceum Zuid te <strong>Amsterdam</strong>, 1944-1981.<br />

overige tekstbronnen<br />

• Agenda Museum Fodor, september 1975.<br />

• ‘Van het Nieuwe Bouwen naar een Nieuwe Architectuur’, Manfred Bock e.a. Cahiers van het Nederlands<br />

Documentatiecentrum voor de Bouwkunst, deel 5. Rijksdienst voor de Monumentenzorg. Staatsuitgeverij, Den Haag<br />

1983.<br />

• ‘De <strong>Amsterdam</strong>se School’, Maristella Casciato. Serie Architectuur/6. Uitgeverij 010 Rotterdam 1991.<br />

• ‘<strong>Amsterdam</strong>se School’, fotografie Jan Derwig, tekst Erik Mattie. Architectura & Natura, <strong>Amsterdam</strong> 1991.<br />

• ‘Nederlandse Architectuur’, A.L.L.M. Asselbergs e.a. M<strong>in</strong>isterie van Cultuur, Recreatie en Maatschappelijk Werk.<br />

Vier catalogie van tentoonstell<strong>in</strong>gen over aspecten van de Nederlandse architectuur van ca. 1890 tot 1930, 1975.<br />

Herkomst foto’s<br />

Voor en achterkant en afb.10, 13 t/m 19: Volkert Keijsper.<br />

Afb.1, 2 en 5: ‘De <strong>Amsterdam</strong>se School’, Maristella Casciato. Serie Architectuur/6. Uitgeverij 010 Rotterdam 1991.<br />

Afb.3, 4, 7, 8, 9 en 12: diaserie behorende bij ‘Nederlandse Architectuur’, A.L.L.M. Asselbergs e.a. M<strong>in</strong>isterie van<br />

Cultuur, Recreatie en Maatschappelijk Werk. Vier catalogie van tentoonstell<strong>in</strong>gen over aspecten van de Nederlandse<br />

architectuur van ca 1890 tot 1930, 1975. Afb.6: ansichtkaart, onbekend. Afb.11: Tim Killiam, museum Het Schip.

Hooray! Your file is uploaded and ready to be published.

Saved successfully!

Ooh no, something went wrong!