Eindverslag - Jeroen Evers
Eindverslag - Jeroen Evers
Eindverslag - Jeroen Evers
Create successful ePaper yourself
Turn your PDF publications into a flip-book with our unique Google optimized e-Paper software.
<strong>Eindverslag</strong><br />
Project:<br />
Naam:<br />
Datum<br />
Docenten:<br />
M2 - Grote overspanningen<br />
<strong>Jeroen</strong> <strong>Evers</strong><br />
Juli 2010<br />
Harrie Janssen<br />
Ad Leijten<br />
Maarten Willems<br />
1
Ontwerp in stedenbouwkundige maquette<br />
2
Inleiding<br />
Voor u ligt het eindverslag van mijn M2 project met als<br />
hoofdonderwerp grote overspanningen. Het ontwerpen<br />
van een (semi)-overdekte ijsbaan staat in dit project<br />
centraal. Het betreft een gecombineerd project waarbij het<br />
de bedoeling is om de architectonische uitgangspunten te<br />
vervlechten met het constructieve ontwerp.<br />
Het verslag is globaal in drie delen opgedeeld, te weten:<br />
ontwerpuitgangspunten, ontwerpproces en eindontwerp.<br />
In het begin van het project is er in groepsverband een<br />
analyse gedaan naar bestaande schaatshalen, in het begin<br />
van dit verslag wordt hier nog op terug geblikt. Dit analyse<br />
heeft mede een basis gevormd voor het ontwikkelen van<br />
de ontwerpuitgangspunten. Hierna worden de verdere<br />
ontwerpuitgangspunten uitgelegd.<br />
In hoofdstuk twee wordt het ontwerpproces beschreven<br />
waarbij de disciplines architectuur en constructief niet los<br />
van elkaar zijn getrokken. In dit deel is geprobeerd om<br />
beide disciplines tegelijker tijd te beschouwen, zoals dat<br />
ook tijdens het project is gegaan. Wel zal er in het verslag<br />
duidelijk te lezen zijn wanneer er een discipline is die op dat<br />
moment de nadruk heeft.<br />
In hoofdstuk drie zal het uiteindelijke eindontwerp worden<br />
besproken. Hier wordt wel een onderscheid gemaakt tussen<br />
een architectonische deel en een constructief ontwerpen<br />
deel.<br />
In de hoofdtekst zal regelmatig worden verwezen naar de<br />
bijlagen, deze geven extra verdieping of lichten bepaalde<br />
zaken toe. Daarnaast zal ik op het einde van het verslag in<br />
het nawoord terugblikken op mijn afgelopen project.<br />
Tijdens mijn project ben ik ondersteund door verschillende<br />
begeleiders van de twee disciplines. Mijn dank gaat uit naar<br />
Harrie Janssen en Ad Leijten voor hun begeleiding vanuit<br />
de discipline constructief ontwerpen en Maarten Willems<br />
vanuit de discipline architectonische ontwerpen.<br />
Ik wens u veel plezier met het lezen van mijn verslag.<br />
Juli 2010<br />
<strong>Jeroen</strong> <strong>Evers</strong> - 0588670<br />
Inleiding<br />
3
444444<br />
Ontwerp in stedenbouwkundige maquette<br />
4
Inhoudsopgave<br />
INLEIDING<br />
INHOUDSOPGAVE<br />
SAMENVATTING<br />
ONTWERPUITGANGSPUNTEN<br />
1.1 Analyse schaatsbanen<br />
1.2 Probleemstelling<br />
1.3 Locatie<br />
1.4 Ontwerpuitgangspunten<br />
ONTWERPPROCES<br />
2.1 Varianten studie opdeling constructie<br />
2.2 Globaal ontwerp 1<br />
2.3 Constructieve uitdaging: Torsiestijfheidsprobleem<br />
2.4 Analyse torsiestijfheid mbv maquette<br />
2.5 Analyse torsiestijfheid mbv scia<br />
2.6 Varianten oplossingen torsiestijfheid<br />
2.7 Varianten gekromd ruimtevakwerk.<br />
2.8 Constructie fase 2<br />
EINDONTWERP<br />
3.1 Stedenbouwkundige organisatie<br />
3.2 Architectonische organisatie<br />
3.3 Interieur en exterieur<br />
3.4 Controle Uiterste Grens Toestand<br />
3.5 Controle Bruikbaarheids Grens Toestand.<br />
3.6 Toegepaste pro elen<br />
3.7 Knooppunten<br />
NAWOORD<br />
Inhoudsopgave<br />
3<br />
5<br />
6<br />
10<br />
18<br />
20<br />
22<br />
26<br />
30<br />
32<br />
34<br />
36<br />
44<br />
50<br />
54<br />
62<br />
64<br />
68<br />
70<br />
72<br />
74<br />
76<br />
78<br />
8-23<br />
24-59<br />
60-77<br />
5<br />
5
Samenvatting<br />
In het volgende schema wordt het totale ontwerpproject<br />
weergegeven. Dit schema zal als rode lijn door het verslag<br />
heen worden gebruikt. Het schema is net zoals mijn<br />
verslag onderverdeeld in drie hoofddelen. Te weten van<br />
links naar rechts ontwerpuitgangspunten, ontwerpproces<br />
en eindontwerp. In het schema worden de keuzes tijdens<br />
het ontwerpproject weergegeven en hoe ik verder ben<br />
gegaan met het project. Daarnaast staat in het schema<br />
een hoofdstukken aanduiding, dit is voor de lezer bedoeld<br />
om te bese en in welk deel van het verslag hij zich bevind.<br />
Daarnaast is het voor mij als schrijver erg handig geweest<br />
om een aantal zaken te organiseren<br />
Schaatsrichting<br />
Noord<br />
2.1 Varianten opdeling constructie.<br />
2.3 Constructieve uitdaging: Torsiestijfheid<br />
2.4 Analyse torsiestijfheid mbv maquette.<br />
2.5 Analyse torsiestijfheid mbv scia.<br />
1. Ontwerpuitgangspunten 2. Ontwerpproces<br />
6
2.6 Varianten oplossingen torsiestijfheid.<br />
2.7 Variant gekromd ruimtevakwerk.<br />
3. Eindontwerp<br />
Samenvatting<br />
7
Schaatsrichting<br />
Noord<br />
2.1 Varianten opdeling constructie.<br />
2.3 Constructieve uitdaging: Torsiestijfheid<br />
2.4 Analyse torsiestijfheid mbv maquette.<br />
2.5 Analyse torsiestijfheid mbv scia.<br />
1. Ontwerpuitgangspunten 2. Ontwerpproces<br />
8
2.6 Varianten oplossingen torsiestijfheid.<br />
2.7 Variant gekromd ruimtevakwerk.<br />
3. Eindontwerp<br />
Ontwerpuitgangspunten<br />
9
Voorzijde Analyse verslag<br />
Ontwerpuitgangspunten<br />
Zoals in de inleiding al is omschreven zijn we dit project<br />
begonnen met het maken van een analyse verslag<br />
over bestaande (semi-)overdekte schaatsbanen in<br />
groepsverband. Na deze algemene analyse waarbij<br />
iedereen een aantal schaatsbanen had geanalyseerd op<br />
constructieve, functionele en bouwfyschische onderdelen<br />
ben ik zelf verder gegaan met een eigen overkoppelde<br />
analyse te maken over deze schaatsbanen.<br />
Deze analyse heeft aan de basis gelegen voor de verdere<br />
ontwerpuitgangspunten. Mijn analyse richt zich op de<br />
constructie, functieverdeling, bouwfysica en zichtlijnen.<br />
Constructie:<br />
1.1 Analyse schaatsbanen<br />
Tussen de verschillende schaatbanen is een onderscheid te<br />
maken in twee hoofdtypen. Zo zijn er constructies die semioverdekt<br />
zijn, zoals de ijsbaan in Eindhoven. En constructie<br />
die volledig overdekt zijn, bv Thialf in Heerenveen. Binnen<br />
de semi-overdekte constructie is een verdere variatie te<br />
zien in constructie waarbij het aantal kolommen in het<br />
middengebied varieert van een kolom bij ieder portaal<br />
(deventer) tot het ontbreken van kolommen in het<br />
middengebied (lenin-stadion), zie afbeelding 1.<br />
Bij de volledig overdekte constructies is er een onderscheid<br />
te maken tussen constructies die puur de vorm van de<br />
ijsbaan volgen en constructie die niet puur de vorm van de<br />
ijsbaan volgen.<br />
Naast deze tweedeling in semi-overdekte ijsbanen en<br />
volledig overdekte ijsbaan zie je dat er ook ontwerpen zijn<br />
die een eenmalig uitbreiding willen van semi-overdekt<br />
ijsbaan naar volledig overdekt ijsbaan. Dit is het geval bij<br />
de ijsbanen van Deventer en Den Haag. Daarnaast zijn er<br />
nog constructies die, zoals de Amsterdam Arena, een dak<br />
hebben dat geopend en gesloten kan worden.<br />
10
1)<br />
Semi-overdekt<br />
Volledig overdekt<br />
Flexibel<br />
semi-overdekt naar volledig<br />
overdekt (en terug?)<br />
Deventer<br />
1) Analyse schema hoofdvarianten constructies.<br />
Bij ieder portaal Aantal kolommen in midden gebied geen<br />
Oa. Meiji, Thialf, Tilburg, Calgary, Hohenschonhausen<br />
Constructie volgt puur de vorm van de ijsbaan<br />
Eindhoven Den Haag Lenin-stadion<br />
Oa. M-wave, Richmond, Turijn, Kolomna, Hamar<br />
Constructie volgt niet puur de vorm van de ijsbaan<br />
Deventer Den Haag Amsterdam Arena Wimbledon stadion<br />
Eenmalige uitbouw Flexibiliteit constructie altijd aan te passen<br />
11
Voorzijde Analyse verslag<br />
Functieverdeling:<br />
Bij het analyseren van de functieverdeling van de<br />
geanalyseerde ijsbanen is een hoofdverdeling gemaakt<br />
tussen twee typen ijsbanen. In het schema van hiernaast<br />
geven de kleuren rood de overige functies aan en de<br />
blauwe ovalen geven de functie ijsbaan aan. Hoofdtype een<br />
is het type waarbij de overige functies als extra gebouw<br />
naast de ijshal worden geplaatst. Bij hoofdtype twee zijn de<br />
gebouwen waarbij de overige functies en de ijshal in een<br />
gebouw volledig met elkaar zijn verweven. Binnen beide<br />
hoofdtype is ook nog een verdere onderverdeling waar te<br />
nemen. Zo kan er binnen hoofdtype een verder onderscheid<br />
gemaakt worden waarbij in meer of mindere mate de vorm<br />
van de ijsbaan en het gebouw voor de overige functies<br />
elkaar volgt. Binnen hoofdype twee, het geïntegreerde<br />
gebouw, kan er een onderscheid worden gemaakt tussen<br />
gebouwen waarbij de functie van ijsbaan maar tijdelijk is.<br />
Zo zijn de olympische ijshalen van Richmond en Turijn nu<br />
omgebouwd tot multifunctionele ruimtes. Als basis voor<br />
deze ontwerpen zie je dat er gekozen is voor een rechthoek<br />
als basis. De gebouwen waarbij de ijsbaan een blijvende<br />
functie hebben zie je dat ze als hoofdvorm juist meer de<br />
vorm van de ijsbaan volgen.<br />
In mijn ontwerp van mijn ijsbaan wil ik graag een ontwerp<br />
maken waarbij de ijsbaan geïntegreerd wodt met de overige<br />
functies die van belang zijn voor het functioneren van de<br />
ijsbaan.<br />
12
2)<br />
Twee gebouwen<br />
Geintergreerd gebouw<br />
Calgary<br />
2) Analyse schema hoofdvarianten functieverdeling.<br />
Hohenschonhausen<br />
Thailf<br />
Eindhoven<br />
Tilburg<br />
Den Haag<br />
Losstaand Samenhang tussen ijsbaan en overige functies vorm volgt schaatsbaan<br />
Oa.Turijn en Richmond.<br />
Ijsbaan als tijdelijke functie<br />
Meiji<br />
Oa. Hamar, M-wave, Kolomna en Lenin-stadion<br />
Ijsbaan als blijvende functie<br />
13
Voorzijde Analyse verslag<br />
Bouwfysica:<br />
In het analyseren van de bouwfysische kwaliteiten of tekort<br />
koming van de verschillende ontwerpen is een vijf deling te<br />
maken. Bij semi-overdekte constructie zijn geen aanvullende<br />
bouwfysische installaties nodig. In het ontwerp van de<br />
ijsbaan in Meij is een ijshal ontworpen van beton waarbij<br />
het dak plat is en de zijwanden de kromming van de ijsbaan<br />
volgen. Het ontwerpen van deze gladde beton vorm heeft<br />
een aantal bouwfysische gevolgen; de luchtcirculatie is goed<br />
te regelen. Er kunnen zelfs ventilatoren in de rug worden<br />
geplaatst om een extra rugwind mee te geven. De akoestiek<br />
is er daarin tegen erg slecht. Men kan elkaar niet verstaan en<br />
men probeert dit op te vangen dmv absorptie materiaal. Het<br />
bouwfysische ontwerp van thialf is vrij onlogisch. De warme<br />
lucht wordt in het hoogste punt van de hal verzamelt terwijl<br />
hier ook de nieuwe lucht wordt ingeblazen. Hierdoor zijn er<br />
relatief veel afzuiginstallaties nodig om het klimaat te kunnen<br />
regelen.<br />
In onder andere de Richmond Olympic Oval wordt een<br />
intergratie gemaakt tussen de hoofddraagconstructie en<br />
de bouwfysische installaties. Hierdoor kunnen de installatie<br />
goed worden weg gewerkt in de constructie.<br />
De hoofdvorm van Kolomna is bouwfysische gezien het<br />
meest gunstig. De warme lucht stijgt op naar het hoogste<br />
punt en wordt nu verzameld boven de tribunes. In het midden<br />
gebied, daar waar de ijsbaan ligt, heerst gemiddeld genomen<br />
ook een gunstig klimaat.<br />
14
3)<br />
Integratie BFO en hoofd gebouwvorm<br />
Semi-overdekt<br />
Meiji<br />
Thialf<br />
Integratie hoofd liggerinstallatie<br />
Kolomna<br />
3) Analyse schema hoofdvarianten bouwfysica.<br />
Weinig aanvullende bouwfysische installaties<br />
Gekromde betonnen gevels:<br />
+ Ventilatoren geven rugwind<br />
- Akoestiek (absorptie materiaal)<br />
- Akoestiek (verstaanbaarheid)<br />
Onlogische luchtstroom<br />
Integratie hfd ligger-installatie<br />
Warme lucht stijgt op naar naar de zijkanten.<br />
Optimale vorm voor ijsbaan.<br />
15
Zichtlijn op de nishlijn<br />
Zichtlijnen:<br />
In het hiernaast weergegeven schema staan de zichtlijnen<br />
weergegeven die voor de jury van belang zijn. Bij het<br />
ontwerpen van een overdekte ijsbaan moet getracht<br />
worden deze zichtlijnen zoveel mogelijk te bewaren. De<br />
jury leden moeten alle start en nish lijnen kunnen zien. De<br />
meeste schaats wedstrijden eindigen op de zelfde locatie,<br />
op dezelfde locatie als de startlijn van de 10 km. De jury<br />
zal het liefst in een rechte lijn willen zitten op deze start-<br />
nishlijnen. In de panoramafoto aan de onderzijde zijn de<br />
zichtlijnen van de jurypost in de huidige ijsbaan in Geleen<br />
weergegeven.<br />
16
3)<br />
4)<br />
3) Analyse schema belangrijke zichtlijnen schaatsbaan.<br />
4) Panoramafoto schaatsbaan huidige schaatsbaan Geleen.<br />
Star<br />
t<br />
lijnen500m<br />
Star<br />
t<br />
lijnen3000men5000m<br />
Star<br />
in is hijnen1000m F<br />
lijnen1000m t<br />
Star<br />
t<br />
en<br />
F<br />
in<br />
is<br />
hlijnen10000m<br />
Loca<br />
t<br />
ie<br />
Jury<br />
Star<br />
t<br />
lijnen1500m<br />
17
Uitbreidingsplan Deventer<br />
1.2 Probleemstelling<br />
Uit deze analyse vielen me de uitbreidingsontwerpen van<br />
de schaatsbanen in Deventer en Den Haag op. Waarbij men<br />
de bestaande semi-overdekte ijsbanen wou verbouwen<br />
tot volledig overdekte ijsbanen. Het was opvallend om te<br />
zien wat voor een vreemde constructieve ontwerpen er<br />
gemaakt werden voor deze uitbreidingen. Omdat men in de<br />
oorspronkelijke ontwerpfase geen rekening had gehouden<br />
met de mogelijke uitbreiding. In de uitbreidingsplannen<br />
van de ijsbaan in Deventer komt het middengebied vol te<br />
staan met kolommen om de constructie van de tweede<br />
fase te ondersteunen. Terwijl men juist bij een volledig<br />
overdekte ijsbaan kan werken zonder kolommen in het<br />
middengebied. Je gaat je haast afvragen waarom men niet<br />
in eerste instantie heeft gekozen voor een semi-overdekte<br />
ijsbaan. Dit heeft natuurlijk met de kosten te maken, voor<br />
het ontwerpen van een semi-overdekte ijsbaan hoeft men<br />
minder constructie te gebruiken, en kunnen bouwfysische<br />
installaties die benodigd zijn voor het verkrijgen van de juiste<br />
luchtvochtigheid achterwege blijven. In de uitbreidingsfase<br />
zullen deze elementen wel moeten worden ingebracht.<br />
Ik zag hier voor mezelf een constructieve uitdaging om<br />
een ontwerp van een semi-overdekte ijsbaan te maken die<br />
ongebouwd kon worden tot een volledig overdekte ijsbaan,<br />
zonder kolommen in het middengebied.<br />
18
5) 6)<br />
5) Uitbreidingsplan Deventer.<br />
6) Inzakking dak uitbreidingsplan schaatsbaan Den Haag (December 2009)<br />
19
Huidige situatie<br />
1.3 Locatie<br />
De ijsbaan komt te staan in een nieuw te het nieuw te<br />
ontwikkelen Sportzone gebied in Sittard-Geleen. Men<br />
is jaren bezig geweest om de plannen rond te krijgen,<br />
maar inmiddels is de knoop doorgehakt. Het plan is voor<br />
het aanleggen van een grootschalige sport-, onderwijs-<br />
en vrijetijdsboulevard pal naast het stadion van Fortuna<br />
Sittard. In dit gebied zijn verder al Unitas (ateletiek), en<br />
Scoop (Hockey) gevestigd. De sport- en onderwijsboulevard<br />
gaat plaatsbieden aan een hele reeks multifunctionele<br />
gebouwen, voorzieningen en faciliteiten. Enerzijds op het<br />
gebied van top-, breedte- en gehandicaptensport inclusief<br />
trainingscentra en talentontwikkeling; anderzijds op het<br />
gebied van onderwijs (Fitland), evenementen, horeca,<br />
kantoren en winkels. In deze realisatie van de Sportzone is<br />
ook rekening gehouden met het afbouwen van het Fortuna<br />
Sittard stadion met commerciële ruimten. Zie de impressies<br />
links.<br />
In de oorspronkelijke masterplan is geen plek gereserveerd<br />
voor een ijsbaan (zie afbeelding 9). Binnen de ontwerpgroep<br />
is afgesproken dat het gebied ten noorden van het Fortuna<br />
Sittard stadion opnieuw ingericht mag worden op basis van<br />
een eigen ontwikkelde stedenbouwkundige visie waarbij er<br />
ook een plaats wordt gereserveerd voor de ijsbaan.<br />
Mijn idee was om het totale Sportzone gebied onder te<br />
verdelen in verschillende zones met een verschillende<br />
sportintensiteit. Waarbij er in iedere zone een verschillende<br />
combinatie met sport wordt gemaakt. Zo zijn er zone’s<br />
waarbij sport en onderwijs (groen), sport en wonen (rood),<br />
sport en commercieel (blauw) en Topsport (paars) worden<br />
gecombineerd In de referentie afbeeldingen is aangegeven<br />
wat voor een soort uitstralingen de verschillende gebieden<br />
dienen te krijgen.<br />
Deze verschillende gebieden worden met elkaar gekoppeld<br />
door middel van een al geplande sportboulevard. Ik wou de<br />
overige zone’s ook aan deze boulevard koppelen. Waardoor<br />
er een knooppunt ontstaat van verschillende functies.<br />
Omdat de ijsbaan een groot grondoppervlak heeft is het<br />
belangrijk om de ijsbaan goed in het gebied te plaatsen. Het<br />
gebouw helpt bij het afbakkenen van verschillende zone’s.<br />
Deze afbakking is nodig om te zorgen dat de verschillende<br />
zone’s zich zelf kunnen ontwikkelen en zo hun eigen<br />
identiteit krijgen.<br />
De entree van de ijsbaan komt te liggen aan de<br />
sportboulevaard. Ten oosten van de ijsbaan komt een<br />
commericeel gebied, aansluitend op het deel al bestaande<br />
commercieele gebied. Ten Westen van de ijsbaan komt<br />
een zone te liggen voor sport en wonen. Ter plaatse van<br />
de entree van de ijsbaan komt nu een knooppunt te liggen<br />
waarbij verschillende functies bij elkaar komen. Hier zou<br />
een mogelijk zijn tot het creeren van een plein functie. Voor<br />
de verdere uitwerking wordt verwezen naar hoofdstuk 3.1.<br />
20
7) 9)<br />
8) 10)<br />
7) Huidige situatie<br />
8) Locatie in Geleen.<br />
9) Nieuw masterplan Sportzone<br />
10) Nieuw vlekkenplan Sportzone<br />
11a)<br />
11b)<br />
11c)<br />
11a) Impressie Sport en Commercieel (blauw)<br />
11b) Impressie Sport en Wonenl (rood)<br />
11c) Impressie Topsport (paars)<br />
21
Ongestructureerd gebied<br />
1.4 Ontwerpuitgangspunten<br />
Hierboven zijn al een aantal punten genoemd waarbij ik<br />
graag rekening wil houden bij het maken van mijn ontwerp.<br />
Ik wil dat mijn ontwerp een geïntegreerd onderdeel vormt<br />
van de sportzone waarbij het qua functie, uitstraling,<br />
routting mee helpt om het gebied te structuren.<br />
Hiervoor wil ik de ijsbaan samen met de overige functie<br />
integraal ontwerpen zodat er een gebouw ontworpen<br />
wordt, in plaats van twee lossen gebouwen. (afbeelding<br />
12) De Sportzone is nu in ontwikkeling en men het is nog<br />
afwachten hoe het gebied zich gaat ontwikkelen. Om mee<br />
te kunnen gaan met de ontwikkeling van de Sportzone<br />
wordt besloten om ook de ontwikkeling van de ijsbaan<br />
in een faseplan te ontwikkelen. Naar mijn mening is het<br />
overambitieus om op dit moment in een keer een volledig<br />
overdekte ijsbaan in het gebied te plaatsen. In fase 1 komt<br />
er dus een semi overdekte ijsbaan te liggen die qua schaal<br />
overeenkomt met de ijsbaan in Eindhoven. Mocht de<br />
Sportzone zich goed doorontwikkelen dan kan besloten<br />
worden om de ijsbaan om te bouwen tot een volledig<br />
overdekte ijsbaan, “het nieuwe thialf” (zie afbeelding<br />
13). Om het gebouw ook buiten het schaatsseizoen te<br />
kunnen gebruiken voor dient de hoofdvorm zo te worden<br />
gekozen dat er ook andere functies in het gebouw moeten<br />
kunnen plaats vinden. Zoals al eerder is vermeld is voor<br />
een schaatshal de optimale bouwfysische vorm een vorm<br />
waarbij de hoogste punten aan de zijkanten liggen. Om<br />
het gebouw te willen open stellen voor overige functies,<br />
bijvoorbeeld tenniswedstrijden is het logischer om het<br />
hoogste punt van de constructie te plaatsen in het midden<br />
van de overspanning. Het gebouw moet meer worden dan<br />
alleen een onderkomen van door een ijsbaan (afbeelding<br />
14)<br />
Er ontstaan een gebouw voor de sport in het algemeen.<br />
Wat alle sporten gemeen hebben, is het willen presteren<br />
van de sporters. Het overtre en van jezelf, hierbij ook een<br />
bepaalde spanningsopbouw nodig is om goed te kunnen<br />
presteren. Deze spanningsopbouw wil ik door voren in<br />
mijn ontwerp, waarbij de constructie een belangrijke rol<br />
in vervuld. Het ontwerp wordt ingedeeld in verschillende<br />
zone’s waarbij men dmv zichtlijnen naar een volgende zone<br />
het gebouw steeds verder wordt onthult. De verschillende<br />
zone’s zijn schematisch weergegeven in afbeelding 15.<br />
Op licht binnen in het gebouw te krijgen is het van belang<br />
om te weten dat op de schaatsbaan geen direct daglicht<br />
mag komen. Licht uit het noorden is wel toegestaan. Door<br />
nu de gevelelementen als schubben over elkaar heen te<br />
laten vallen kan men licht uit het noorden binnen laten<br />
komen. Door dit schubbenpatroon ontstaan er twee<br />
verschillende blikvelden. In de richting van de schaatser<br />
blijf een gelijkmatig beeld. Tegen de schaatsrichting in kan<br />
men naar buiten kijken (afbeelding 16)<br />
22
12)<br />
13)<br />
14)<br />
Fase 1: Semi overdekt<br />
Fase 2: Volledig overdekt<br />
Schaatsseizoen:<br />
Optimale bouwfysische vorm<br />
12) IJsbaan en overige functie ontworpen als een gebouw.<br />
13) Fase 1 en fase 2.<br />
14) Hoofdvorm gebouw ook gekozen voor overige functies<br />
15)<br />
16)<br />
1 2 3 4 5 4<br />
1: Entree<br />
2: Hal<br />
3: Ondersteuning<br />
4: Semi-overdekte hal<br />
5: Volledig overdekte hal<br />
Schaatsrichting<br />
15) Spanningsopbouw door het gebouw heen.<br />
16) Gevelopening naar het Noorden gericht.<br />
Noord<br />
23
Schaatsrichting<br />
Noord<br />
2.1 Varianten opdeling constructie.<br />
2.3 Constructieve uitdaging: Torsiestijfheid<br />
2.4 Analyse torsiestijfheid mbv maquette.<br />
2.5 Analyse torsiestijfheid mbv scia.<br />
1. Ontwerpuitgangspunten 2. Ontwerpproces<br />
24
2.6 Varianten oplossingen torsiestijfheid.<br />
2.7 Variant gekromd ruimtevakwerk.<br />
3. Eindontwerp<br />
Ontwerpproces<br />
25
Varianten opdeling constructie<br />
Ontwerpproces<br />
2.1 Varaintenstudie opdeling constructie<br />
met als voorwaarde: geen kolommen aan<br />
de binnenzijde van de ring.<br />
Met de zojuist besproken ontwerpuitgangspunten ben ik<br />
verder aan de slag gegaan. In deze fase ben ik geheel vrij<br />
aan de slag geweest om een constructie te ontwerpen,<br />
waarbij het middendeel uit de constructie verwijderd kon<br />
worden. Er is op dit punt nog niet te veel gekeken naar de<br />
gevolgen die dit kan hebben voor de constructieve werking,<br />
binnen deze systemen. Hierbij ben ik op de volgende vier<br />
hoofdcategorien uitgekomen.<br />
Variant 1, (afbeelding 17a-b en links boven) is een variant<br />
waarbij gekeken is naar de stramienlijnen die we terug zien<br />
bij de meeste bestaande schaatshalen. De stramienlijnen<br />
zijn verlengt. Waarbij in afbeelding 17c is gekeken of we<br />
met deze constructie de overige functies op een logische<br />
manier kunnen combineren met de stramienlijnen van de<br />
ijsbaan. Hier kan een vorm gevonden worden die voort lijkt<br />
te komen uit de vorm die benodigd is voor de schaatshal.<br />
In variant 2, afbeelding 18a-c en links onder, zijn de<br />
constructie lijnen van variant 1 gedraaid. Er levert op het<br />
eerste gezicht een interressante constructie op. Maar als<br />
we weer proberen om de constructielijnen te verlengen<br />
kunnen we geen logische vorm krijgen voor de overige<br />
functies. Het lijkt altijd of de overige functie erop een niet<br />
natuurlijke manier tegenaan zijn gezet.<br />
Bij variant 3, is gekeken naar een zeer chaotische<br />
constructie, met in het achterhoofd de constructie van het<br />
olympische stadion in Beijing. Met dit constructieprincipe<br />
kunnen verschillende varianten bedacht worden, waarbij<br />
de constructielijnen verlengt worden om de overige functie<br />
bij de ijsbaan te plaatsen. Al levert vaak toch de meest<br />
duidelijke constructie als men de overige functies plaatst<br />
binnen de constructie van de ijsbaan.<br />
Aan de grondslag van variant 4 hebben dôme constructies<br />
gelegen. De gekromde halve circel uiteinden van de<br />
constructie zijn allebei de helf van een dôme constructie. In<br />
de rechte tussenstukken is geprobeerd om deze constructie<br />
door te trekken.<br />
26
17a) 17b) 17c)<br />
18a) 18b) 18c)<br />
19a) 19b) 19c)<br />
20a) 20b) 20c)<br />
17a) variant 1, eerste fase.<br />
18a) variant 2, eerste fase.<br />
19a) variant 3, eerste fase.<br />
20a) variant 4, eerste fase.<br />
17b) variant 1, tweede fase.<br />
18b) variant 2, tweede fase.<br />
19b) variant 3, tweede fase.<br />
20b) variant 4, tweede fase.<br />
17c) variant 1, uitbreidingsmogelijkheden.<br />
18c) variant 2, uitbreidingsmogelijkheden.<br />
19c) variant 3, uitbreidingsmogelijkheden.<br />
20c) variant 4, uitbreidingsmogelijkheden.<br />
27
Varianten opdeling constructie<br />
Vergelijking verschillende varianten<br />
De verschillende hoofdconstructie varianten zijn op<br />
verschillende onderdelen met elkaar vergeleken, zie<br />
schema 21. De varianten zijn vergeleken op de verwachte<br />
kosten verhouding tussen fase 1 (semi-overdekt) en fase 2<br />
(volledig overdekt). Variant 3 en variant 4 zijn hierbij in het<br />
nadeel.<br />
Voor een logische koppeling tussen de overige functies en<br />
de ijsbaan komt variant 1 het best in aanmerking. Om bij<br />
variant 2-4 de overige functies de plaatsen, zullen deze al<br />
snel binnen de constructie van de ijsbaan geplaatst worden.<br />
In de laatste kolom zijn de te verwachten constructieve<br />
problemen van de verschillende constructies opgesomd.<br />
Deze verwachte moeilijkheden zullen in fase 1 optreden.<br />
Alle varianten zullen last krijgen van welvingsproblemen.<br />
Maar bij variant 3 en 4 is het lastiger om dit inzichtelijk te<br />
maken. Men zal al snel naar een 3d rekenprogramma moeten<br />
toestappen om de constructie verder te analyseren. Op dit<br />
moment heb ik nog niet de constructieve kennis om deze<br />
constructies zonder 3d rekenprogramma te analyseren.<br />
Daarom is op dit punt is er gekozen om variant 3 en 4 te<br />
laten gaan. Aan variant 1 en 2 zitten al genoeg constructieve<br />
consequenties, ik moet eerst nog maar zien om deze<br />
problemen duidelijk te maken.<br />
Met al deze vergelijkingsgegevens is besloten om met<br />
variant 1 verder te gaan. En te bekijken welke problemen<br />
zich hier voordoen.<br />
Verder gegaan met variant 1.<br />
28
21)<br />
Hoofdvarianten constructie<br />
1.<br />
2.<br />
3.<br />
4.<br />
21) Vergelijkingsschema varianten opdeling constructie.<br />
Kosten verhouding<br />
Fase 1 en Fase 2<br />
Redelijk<br />
Redelijk<br />
Kosten fase 1 een veelvoud van<br />
fase 2.<br />
Kosten fase 1 een veelvoud van<br />
fase 2.<br />
Koppeling overige functie en de<br />
ijsbaan<br />
Mogelijkheid tot het verlengen van<br />
de liggers in stramienrichting.<br />
Mogelijkheid tot het verlengen van de<br />
liggers in stramienrichting.<br />
Overige functies te plaatsen aan de<br />
rand van de ijsbaan.<br />
Overige functies te plaatsen aan de<br />
rand van de ijsbaan.<br />
Te verwachten constructieve<br />
uitdagingen<br />
Welvingsproblemen<br />
Welvingsproblemen<br />
Lastig om inzichtelijk te maken.<br />
Lastig om inzichtelijk te maken.<br />
29
Interieurbeeld (tegen schaatsrichting in)<br />
2.2 Globaal ontwerp<br />
Met de eerder beschreven ontwerpuitgangspunten is een<br />
eerste globaal ontwerp te maken. Om de zojuist beschreven<br />
welvingsproblemen mogelijk op te vangen is de binnenring<br />
versterkt. Gedacht wordt dat deze al is staat wordt geacht<br />
om de welvingsproblemen op te vangen.<br />
De constructie steunt aan een zijde op een betonnen<br />
steunbeer, en aan de andere zijde loopt de constructie door<br />
tot aan de grond. Aan deze zijde wordt de constructie extra<br />
ondersteund door wanden die direct ook zorgen voor de<br />
daglicht toetreding uit het noorden. Zie afbeelding 24.<br />
De optredende reactiekrachten zijn in eerste instantie<br />
berekend voor fase 2, omdat hierbij de verwachting is dat<br />
de de reactie krachten op de steunpunten het grootste<br />
zijn. Voor de toegepaste belastingen wordt verwezen naar<br />
bijlage 1.<br />
Maar hoe werkt de constructie nu in de eerste fase? Moet er<br />
zo’n groot inklemmingsmoment ontstaan om de verticale<br />
zakking binnen de perken te houden. Er ontstaan nu<br />
ook trekkrachten op de fundering. Allemaal vervelende<br />
gevolgen. Zie afbeelding 24.<br />
Om dit probleem verder te analyseren moet men niet naar<br />
een 2D constructie kijken maar naar de 3D constructie. Het<br />
semi-overdekte dak is met elkaar verbonden. Hoe vindt<br />
de samenwerking tussen de onderdelen plaats? Wat ze<br />
steunen allemaal op elkeaar. In afbeelding 24 wordt niet de<br />
juiste schematisatie gebruikt om de constructie in fase 1 te<br />
berekenen. De 3de samenwerking tussen de verschillende<br />
elementen moet verder worden bekeken.<br />
In afbeelding 22 ziet u verder de plattegrond,. aan de linker<br />
zijde een interieurbeeld tegen de schaatsrichting in.<br />
30
A<br />
B<br />
C<br />
D''<br />
E''<br />
F''<br />
C''<br />
B''<br />
D<br />
A''<br />
E<br />
Z'<br />
Y'<br />
F<br />
X'<br />
G<br />
W'<br />
V' U' T' S' R' Q' P' O' N' M' L' K'<br />
H I J K L M N O P Q R S<br />
22) 24)<br />
23)<br />
22) Plattegrond beganegrond<br />
23) Exterieru beeld<br />
24) Globale doorsnede en constructieve schema’s<br />
J'<br />
T<br />
I'<br />
U<br />
H'<br />
V<br />
G'<br />
W<br />
F'<br />
X<br />
E'<br />
Y<br />
D'<br />
Z<br />
C'<br />
B'<br />
A'<br />
8683 kNm<br />
2305 kN<br />
791 kN<br />
1440 kN<br />
2205 kN<br />
20.000+<br />
3440 kNm<br />
1004 kN<br />
2305 kN<br />
198 kN 2050 kN<br />
13.500+<br />
7.000+<br />
P=0<br />
31
Construcie principe maquette<br />
2.3 Constructieve uitdaging: Torsiestijfheid<br />
Om de 3D samenwerking beter te begrijpen zijn de<br />
volgende maquette gemaakt. Deze 2 constructieve principe<br />
maquettes geven aan wat de constructieve consequenties<br />
zijn van het maken van een gat in de constructies.<br />
Het maken van een gat in maquette 1 levert allerlei<br />
welvingsproblemen op. Door het toevoegen van een<br />
belasting gaat de constructie golven. Ter plaats van de<br />
belasting gaat de constructie omlaag, op andere plaatsen<br />
komt hij weer omhoog. In constructie maquette 2 heeft het<br />
maken van een gat in de constructie geen gevolgen.<br />
Het verschil tussen deze 2 constructies is dat de torsiestijfheid<br />
van maquette 2 veel groter is dan de torsiestijfheid van<br />
maquette 1.<br />
Om de te verwachten welvingsproblemen bij het ontwerp<br />
op te lossen zal men moeten kiezen voor een constructie<br />
met een hoge torsiestijfheid in meerdere richtingen.<br />
32
25)<br />
25) Constructie principe maquette 1<br />
26) Constructie principe maquette 2<br />
26)<br />
33
Constructie analyse maquette<br />
2.4 Analyse mbv maquette<br />
Om de constructie consequenties nog beter te begrijpen is<br />
een gedetailleerde constructieve maquette gemaakt. Het<br />
eerste globale ontwerp van hoofdstuk 2.2 heeft hier deels<br />
als basis voor gelegen.<br />
Bij de maquette is gebruik gemaakt van metalen kogeltje<br />
en magneetjes. Op deze manier word geprobeerd om een<br />
zo goed mogelijk scharniertje naar te bootsen. Daarnaast<br />
bestaat de mogelijkheid om de ondersteuningen uit de<br />
maquette te halen en deze te vervangen voor andere<br />
ondersteuningen.Door het nabootsen van belasting ziet<br />
men direct de verplaatsingen. Het maken van deze maquette<br />
heeft het inzicht in de constructieve consequenties van het<br />
ontwerp verder aan het licht gebracht.<br />
Ook heb ik getest wat het e ect is van het toevoegen<br />
van kolommen (afbeelding 30) en balken (afbeeling 29)<br />
op de verplaatsingen. Maar wat de gevolgen zijn voor de<br />
normaalkrachten die door de constructie gaan kan alleen<br />
nog maar geschat worden.<br />
Om dit verder te onderzoeken word in het volgende<br />
hoofdstuk met behulp van scia verklaart wat de<br />
daadwerkelijke gevolgen zijn van het toevoegen van<br />
kolommen en balken. De optredende verplaatsingen<br />
kunnen gecontroleerd worden mbv deze maquette.<br />
34
x<br />
y<br />
27) 29)<br />
28)<br />
z<br />
y<br />
x<br />
27) Verplaatsingen in x-richitng<br />
28) Verplaatsingen in y-richitng<br />
29) E ect van het toevoegen van balken.<br />
30) E ect van het toevoegen van kolommen.<br />
30)<br />
z<br />
x<br />
y<br />
y<br />
x<br />
35
Basis Scia analyse model<br />
2.5 Analyse mbv Scia engineering<br />
De e ecten van een semi-overdekte constructie zonder<br />
kolommen aan de binnenring zijn in de vorige hoofdstukken<br />
al aan de orde gekomen.<br />
Nu gaan we het ook kwantitatief bekijken. Hiervoor is een<br />
basismodel voor Scia gemaakt waarbij de ondersteuningen<br />
alleen in verticale richting (z-richting) steun geven. Er is een<br />
buitenring en een binnenring toegevoegd.<br />
Om ook de e ecten van assymmetrische belastingen<br />
te bekijken is de belasting in 4 kwart over de constructie<br />
verdeeld. In de afbeelding hier links staat de constructie<br />
aangegeven met op een kwart de belasting. Door het<br />
maken van nieuwe belastingcombinaties kan met de<br />
assymmetrische belastingen in x en y-richting controleren.<br />
In dit hoofdstuk richt ik me echter allen op symmetrische<br />
belasting.<br />
In afbeelding 32 worden de normaalkrachten weergegeven.<br />
In de binnenring ontstaat een drukkracht, en in de<br />
buitenring een trekring. De optredende krachten zijn beide<br />
even groot maar met tegengesteld teken (trek en druk)<br />
In afbeelding 33 zien we de verplaatsingen in de x- y- en<br />
z-richting.<br />
In y-richting wil de constructie in het middendeel naar<br />
binnen toe verplaatsen, dit zagen we in het vorige<br />
hoofdstuk ook.<br />
In z-richting wil de constructie over de gehele lengte van het<br />
rechte stuk naar benenden zakken. Waarbij de gekromde<br />
einddelen als een soort oplegging werken voor de rechte<br />
delen.<br />
Op de volgende pagina’s worden aan dit basis model<br />
kolommen en balken toegevoegd om te kijken wat het<br />
e ect op de verplaatsingen en normaalkrachten is.<br />
36
31)<br />
32a)<br />
z<br />
y<br />
x<br />
31) Basis constructie Scia analyse<br />
32a) Normaalkrachten in basismodel<br />
32b)<br />
32c)<br />
32d)<br />
32b) verplaatsingen in y-richting<br />
32c) verplaatsingen in x-richting<br />
32d) verplaatsingen in z-richting<br />
z<br />
z<br />
z<br />
y<br />
y<br />
y<br />
x<br />
x<br />
x<br />
37
Scia model: invloed balken<br />
Om het e ect van de balken op de verplaatsingen<br />
en normaalkrachten te beoordelen zijn in 4 stappen<br />
balken aangebracht bij het basismodel. Deze zijn<br />
hiernaast weergegeven. In afbeelding 33a-d worden de<br />
normaalkrachten en de verplaatsingen berekend als men in<br />
het middendeel om de 10 meter een balk van de ene naar<br />
de andere zijde toespant. In afbeelding 34 a-d is slechts<br />
50% van de hoeveelheid balken gebruikt als in afbeelding<br />
33, in afbeelding 35a-d is 25% van de balken gebruikt tov 34a)<br />
afbeelding 33. In de laatste rij (afbeelding 36) zijn slechts 2<br />
balken (12,5% tov afbeelding 33 gebruikt.<br />
In de volgende volgorden worden resultaten gepresenteerd:<br />
a) Normaalkrachten<br />
b) verplaatsingen in x richting<br />
c) verplaatsingen in y-richting<br />
d) verplaatsingen in z-richting<br />
Op pagina 42 en 43 worden de varianten kwanitatief met<br />
elkaar vergeleken.<br />
33a)<br />
35a)<br />
36a)<br />
z<br />
z<br />
z<br />
z<br />
y<br />
y<br />
y<br />
y<br />
x<br />
x<br />
x<br />
x<br />
33) Scia model overal balken<br />
34) Scia model 50% balken<br />
35) Scia model 25% balken<br />
36) Scia model 12,5% balken<br />
38
33b)<br />
34b)<br />
35b)<br />
36b)<br />
z<br />
z<br />
z<br />
z<br />
y<br />
y<br />
y<br />
y<br />
x<br />
x<br />
x<br />
x<br />
33c)<br />
34c)<br />
35c)<br />
36c)<br />
z<br />
z<br />
z<br />
z<br />
y<br />
y<br />
y<br />
y<br />
x<br />
x<br />
x<br />
x<br />
33d)<br />
34d)<br />
35d)<br />
36d)<br />
z<br />
z<br />
z<br />
z<br />
y<br />
y<br />
y<br />
y<br />
x<br />
x<br />
x<br />
x<br />
39
Scia model: invloed kolommen<br />
37a)<br />
Om het e ect van de kolmmen op de verplaatsingen en<br />
normaalkrachten te beoordelen zijn ook weer in 4 stappen<br />
kolommen aangebracht bij het basismodel. Deze zijn<br />
hiernaast weergegeven. In afbeelding 33a-d worden de<br />
normaalkrachten en de verplaatsingen berekend als men<br />
in het middendeel om de 10 meter een kolom van de<br />
ene naar de andere zijde toespant. In afbeelding 34 a-d is<br />
slechts 50% van de hoeveelheid kolommen gebruikt als in<br />
afbeelding 33, in afbeelding 35a-d is 25% van de kolommen 38a)<br />
gebruikt tov afbeelding 33. In de laatste rij (afbeelding 36)<br />
zijn slechts 4 kolommen (12,5% tov afbeelding 33 gebruikt.<br />
In de volgende volgorden worden de resultaten<br />
gepresenteerd:<br />
a) Normaalkrachten<br />
b) verplaatsingen in x richting<br />
c) verplaatsingen in y-richting<br />
d) verplaatsingen in z-richting<br />
Op pagina 42 en 43 worden de varianten kwanitatief met<br />
elkaar vergeleken.<br />
En het e ect van de balken en kolommen.<br />
39a)<br />
40a)<br />
z<br />
z<br />
z<br />
z<br />
y<br />
y<br />
y<br />
y<br />
x<br />
x<br />
x<br />
x<br />
37) Scia model overal kolommen<br />
38) Scia model 50% kolommen<br />
39) Scia model 25% kolommen<br />
40) Scia model 12,5% kolommen<br />
40
37b)<br />
38b)<br />
39b)<br />
40b)<br />
z<br />
z<br />
z<br />
z<br />
y<br />
y<br />
y<br />
y<br />
x<br />
x<br />
x<br />
x<br />
37c)<br />
38c)<br />
39c)<br />
40c)<br />
z<br />
z<br />
z<br />
z<br />
y<br />
y<br />
y<br />
y<br />
x<br />
x<br />
x<br />
x<br />
37d)<br />
38d)<br />
39d)<br />
40d)<br />
z<br />
z<br />
z<br />
z<br />
y<br />
y<br />
y<br />
y<br />
x<br />
x<br />
x<br />
x<br />
41
vergelijking invloed balken en kolommen.<br />
In dit hiernaast staande tabel (afbeelding 43 en 44 worden<br />
de maximale waarden van de verschillende varianten met<br />
elkaar vergeleken. We zien dat bij het toevoegen van het<br />
aantal kolommen de drukring in de binnenring steeds<br />
meer verdwijnt. De verplaatsingen in z-richting worden<br />
bij het toevoegen van kolommen steeds kleiner, omdat de<br />
overspanning steeds meer afneemt.<br />
Logischer wijs heeft het toevoegen van de balken grote<br />
invloed op de verplaatsingen in y-richting.<br />
Wil men de verplaatsingen verder opvangen dan kan men<br />
natuurlijk gebruik maken van zowel kolommen als balken<br />
in het middengebied. Maar mijn ontwerpuitgangspunten<br />
gingen juist uit van een constructie waarbij in het<br />
middendeel van fase 1 geen constructie zat. Daarnaast<br />
wou ik geen kolommen in het middengebied omdat dit het<br />
gebruik van overige functies in de weg zou staan.<br />
Om de verplaatsingen in zowel x- y- als z-richting op te<br />
vangen kan men ook kiezen voor een ruimtevakwerk welke<br />
de verplaatsingen in al deze richtingen opvangt.<br />
In het volgende hoofdstuk worden verschillende varianten<br />
van een ruimtevakwerk met elkaar vergeleken.<br />
42
41)<br />
42)<br />
41) Scia model overal kolommen<br />
42) Scia model 50% kolommen<br />
43)<br />
44)<br />
Aantal kolommen Normaalkracht ux (mm) uy (mm) uz (mm)<br />
100% trek 52 (balk) 24 5 53,8<br />
duk -651(kolom)<br />
50% trek 114 (balk) 22,9 6 53,8<br />
duk -775 (kolom)<br />
25% trek 271 (balk) 27,9 12,9 76,6<br />
duk -1206 (ring)<br />
12,50% trek 482 (balk) 338 117 972<br />
duk 1619 (kolom)<br />
geen trekk 4490 -775 183 -2643<br />
duk<br />
k<br />
-4490<br />
43) Extreme waarden scia model kolommen.<br />
44) Extreme waarden scia model balken.<br />
k<br />
k<br />
k<br />
Aantal balken Normaalkracht ux uy uz<br />
100% trek 1412 97 -90 72<br />
duk -1729<br />
50% trek 1397 52 -47 61<br />
duk -1748<br />
25% trek 1321 48 43 96<br />
duk -2326<br />
12,50% trek 1676 179 -74 502<br />
duk -3686<br />
geen trek 4490 -775 183 -2643<br />
duk -4490<br />
43
Exterieur beeld<br />
2.6 Varianten oplossingen ruimtevakwerk<br />
Met alle verzamelde gegevens uit de vorige hoofdstukkken,<br />
is het me duidelijk geworden dat als ik al mijn<br />
ontwerpuitgangspunten overeind wil houden ik een erg<br />
torsiestijf ruimtevakwerk moet maken. Mogelijk dat het<br />
met dit ruimtevakwerk lukt om een semi-overdekte ijsbaan<br />
te ontwerpen zonder kolommen in het middengebied.<br />
Tot nu toe heb ik me met mijn ontwerpen veel gericht<br />
op het maken van een twee fasen plan. Maar mijn<br />
ontwerpuitgangspunten bestonden uit meerdere<br />
elementen. Zo is het binnenkrijgen van daglicht uit het<br />
noorden ook een belangrijk element.<br />
Daarbij heb ik in eerste instantie een ontwerp gemaakt met<br />
constructie met te veel staal. In afbeelding 45 ziet men een<br />
segment van de constructie die ik ontwerpen had. Maar<br />
deze variant bezat veel meer staal dan benodigd was.<br />
De constructie had een totale breedte van 6 m. Zie<br />
afbeelding 45. Door de wanden die schuin lopen, ontstaat<br />
er aan de binnenzijde een constructie breedte die verloopt<br />
van 3m naar 6 m in het Noorden. Aan de binnenzijde blijft de<br />
constructielijn overal op dezelfde afstand tov ijsbaan lopen.<br />
De schaatser zal de wand als een doorlopend element<br />
ervaren. Doordat de constructielijnen aan de binnenzijde<br />
doorlopen zonder verspringen.<br />
In afbeelding 46 en 47 ziet men interieurbeelden in de<br />
richting van de schaatser en in tegengestelde richting.<br />
Maar zoals al eerder opgemerkt was het aantal constructieve<br />
elementen erg overdreven. Ook ontstond er nu te veel<br />
nutteloze ruimte.<br />
Daarom zullen op de volgende pagina’s twee varianten van<br />
een ruimtevakwerk met elkaar worden vergeleken. Variant<br />
1 is vlak ruimtevakwerk. Waarbij er een zeer torsiestijf vlak<br />
gemaakt word welke rust op pendelkolommen. Dit model<br />
lijkt erg op een verdere uitwerking van het constructieve<br />
principe model 2 van hoofdstuk 2.3.<br />
Variant 2 is gekromd ruimtevakwerk met pendelkolommen.<br />
Het verloop van de normaalkrachten wordt met elkaar<br />
vergeleken.<br />
Om te weten welke gegevens ingevoerd zijn in Scia wordt<br />
verwezen naar bijlage 2.<br />
44
45)<br />
3m 3m<br />
45) Segment constructie<br />
46)<br />
47)<br />
46) interieurbeeld in de schaatsrichting<br />
47) interieurbeeld tegen de schaatsrichting in.<br />
45
Hiernaast worden de twee varianten ten opzichten van<br />
elkaar vergelen. In de bovenste rij (afbeeldingen 48)<br />
worden de normaalkrachten van de vlakke ruimtevakwerk<br />
gegeven. In de onderste rij (afbeeldingen 49) worden<br />
de normaalkrachten van een gekromd ruimtevakwerk<br />
beschreven.<br />
Om deze twee constructies beter met elkaar te kunnen<br />
vergelijken zijn de verschillende elementen van een<br />
ruimtevakwerk los van elkaar getrokken. Het ruimtevakwerk<br />
is opgedeeld in achtereenvolgens bovengrid (afb 48b<br />
en 49b), diagonalen (afbeelding 48c en 49c), binnengrid<br />
(afbeelding 48d en 49d) en kolommen (afbeelding 48e en<br />
49e).<br />
Onder de afbeeldingen zullen de uitkomsten van de<br />
maximaal optredende normaalkrachten met elkaar worden<br />
vergeleken.<br />
In de analyse afbeeldingen is met behulp van circels<br />
aangegeven waar de locatie is van de maximale<br />
optreedbare normaalkrachten. Hierdoor valt het snel op<br />
als deze locatie bij de twee varianten verschilt.<br />
48a)<br />
49a)<br />
48b)<br />
49b)<br />
z<br />
z<br />
y<br />
y<br />
x<br />
x<br />
48a. Buitengrid vlakke ruimtevakwerk<br />
max drukkracht: -5494 kN, max trekkracht: +2104 kN.<br />
De max . drukkracht treedt op in de op een na binnenste<br />
ring. De max. trekkracht treedt op in de gekromde delen.<br />
49a. Buitengrid gekromd ruimtevakwerk<br />
max drukkracht: -3556 kN, max trekkracht: +2765 kN.<br />
De max. drukkracht treedt op in de middelste ring in de<br />
rechte delen. De max. trekkracht treedt op in de buitenste<br />
ring, ook in de rechte delen.<br />
46
48c)<br />
49c)<br />
z<br />
z<br />
y<br />
y<br />
x<br />
x<br />
48a. Diagonalen vlakke ruimtevakwerk<br />
max drukkracht: -1558kN, max trekkracht: +1537 kN.<br />
De max . drukkracht treedt op in de gekromde hoek van de<br />
binnenste rij. De max. trekkracht treedt iets meer rijen naar<br />
buiten op in de gekromde delen.<br />
49a. Diagonalen gekromd ruimtevakwerk<br />
max drukkracht: -640 kN, max trekkracht: +736 kN.<br />
De max. drukkracht en trekkracht van deze diagonalen<br />
treden beide op in de hoeken.<br />
48d)<br />
49d)<br />
z<br />
z<br />
y<br />
y<br />
x<br />
x<br />
48a. Binnengrid vlakke ruimtevakwerk<br />
max drukkracht: -3232kN, max trekkracht: +9387 kN.<br />
De max . drukkracht en trekkracht treden op in de binnenste<br />
ring van het binnengrid, waarbij de trekzone in het rechte<br />
deel zit en de drukzone in de hoeken.<br />
49a. Binnengrid gekromd ruimtevakwerk<br />
max drukkracht: -4269 kN, max trekkracht: +2975kN.<br />
De max . drukkracht en trekkracht treden op in de binnenste<br />
ring van het binnengrid, waarbij de trekzone in het rechte<br />
deel zit en de drukzone in de hoeken.<br />
48e)<br />
49e)<br />
z<br />
z<br />
y<br />
y<br />
x<br />
x<br />
48a. Kolommen vlakke ruimtevakwerk<br />
max drukkracht: -1140kN, max trekkracht: +883 kN.<br />
Er treden dus zowel druk als trekkrachten op in de<br />
kolommen.<br />
49a. Kolommen gekromd ruimtevakwerk<br />
max drukkracht: -383 kN.<br />
Alleen maar drukkrachten in de kolommen.<br />
47
Ongestructureerd gebied<br />
In onderstaande tabel (afbeelding 50) staan de maximaal<br />
optredende normaalkrachten weergegeven per constructie<br />
deel (buitengrid, diagonalen, binnengrid en kolommen)<br />
Wat op valt is dat op twee uitzonderingen na de grootste<br />
normaalkrachten zich bevinden in de vlakke variant. Hierbij<br />
moet wel worden opgemerkt dat het aantal elementen van<br />
de vlakke variant kleiner is dat die van de gekromde variant.<br />
Dit heeft met de invoer binnen het scia model te maken.<br />
Om deze twee varianten met elkaar te vergelijken heb ik<br />
staa engte van 4 m, hetzelfde gehouden. Hier komt het<br />
dat de gekromde variant bij dezelfde overspanning meer<br />
elementen bevat. Een deel van een circel is namelijk een<br />
langere weg dan een rechte lijn. Het verschil tussen beide<br />
varianten is groot, waardoor ik toch uitspraken durf te doen.<br />
Door het ruimtevakwerk gekromd toe te passen zal door<br />
de vormgeving een meer axiale intern krachtenverloop<br />
verkregen worden. Bij de vlakke variant zijn de max<br />
drukkracht in het buitengrid en de maximale trekkracht<br />
in het binnengrid beduidend groter. dan de optredende<br />
krachten binnen het gekromde ruimtevakwerk. Terwijl<br />
50)<br />
Max. Normaalkracht<br />
Vlakke variant<br />
Gekromd ruimtevakwerk<br />
Buitengrid<br />
in het gekromde ruimtevakwerk de trekkrachten in het<br />
buitengrid en de drukkrachten in het binnengrid groter<br />
zijn dan in de vlakke variant. In de fundering treden bij de<br />
vlakke constructie ook trekkrachten op.<br />
Constructie is het logischer om te kiezen voor het gekromde<br />
ruimtevakwerk.<br />
Daarnaast speelt de architectonische beleveving van de<br />
ruimte nog een belangrijke rol.<br />
In variant 2 ontstaat al snel een onprettig gevoel,<br />
de hoogte/breedte verhouding van de ontstaande ruimte<br />
kloppen niet. De ruimte voelt te laag aan, om aangenaam<br />
te zijn. Ook voor de mensen op de tribune zal de ruimte<br />
niet jn aanvoelen. Een oplossing zou zijn om de gehele<br />
constructie omhoog te tillen, alleen ontstaan er dan zo’n<br />
hoge kale wanden die geen functie hebben. Deze variant<br />
doet qua beleving veel denken aan de schaatsbaan in Meij<br />
(zie schaatsbanen analyse verslag)<br />
In variant 1 ontstaat het eerder geformuleerde<br />
tribune-achitge gevoel waarbij de sporter zich omarmt<br />
voelt door de constructie.<br />
Diagonalen Binnengrid Kolommen<br />
trek 2104 trek 1537 trek 9387 trek 883<br />
druk -5494 druk -1558 druk -3232 druk -1139<br />
trek 2765 trek 640 trek 2975 trek<br />
druk -3556 druk -736 druk -4269 druk -383<br />
48
51a) 51b) 51c)<br />
52a)<br />
51) Interieur en exterieur ruimtevakwerk gekromd vlak<br />
52) Interieur en exterieur ruimtevakwerk vlak.<br />
52b) 52c)<br />
49
2.7 Varianten oplossingen ruimtevakwerk<br />
In het vorige hoofdstuk is de gekromde variant van een<br />
ruimtevakwerk besproken. Hierin viel op dat de maximale<br />
druk en trekzone zich voornamenlijk richten tot de ringen<br />
van de binnen en buitengrid. Als we naar het buitengrid<br />
kijken zien we dat de stralen (deze lopen van de loodrecht<br />
op de richting van de ringen) niet echt belast worden, als<br />
we dit vergelijken met de krachten die optreden binnen de<br />
ringen.<br />
Om dit probleem mogelijk te verhelpen de windverbanden<br />
die in het verticale vlak liepen weggehaald. Er zijn staven<br />
toegevoegd die lopen van de buitenste ring van het<br />
binnengrid naar de ondersteuningen op maaiveld. (zie<br />
afbeelding 49a). Om de krachtswerking via deze staven te<br />
laten verlopen moesten de oplegreacties worden aangepast.<br />
Ze moesten niet alleen in z-rcihting ondersteunend zijn<br />
maar ook in x of y-richting, hierbij is de richting van de gevel<br />
gevolgt.<br />
Hiernaast wordt deze nieuwe variant vergeleken met de<br />
variant van 2.6.<br />
In de bovenste rij (afbeeldingen 49) worden de normaalkrachten<br />
van deze nieuwe variant weergegeven. In<br />
de onderste rij worden de normaalkrachten van variant 2.6<br />
nogmaals gegeven. Wederom is de constructie opgedeeld<br />
in de verschillende elementen.<br />
53a)<br />
54a)<br />
53b)<br />
54b)<br />
z<br />
z<br />
y<br />
y<br />
x<br />
x<br />
53b) Buitengrid ruimtevakwerk 2.7<br />
max drukkracht: -9090 kN, max trekkracht: +3409 kN.<br />
De max . drukkracht is een ring naar buiten opgeschoven.<br />
De max. trekkracht bevind zich in het rechte deel in het<br />
midden.<br />
54b) Buitengrid ruimtevakwerk 2.6<br />
max drukkracht: -3556 kN, max trekkracht: +2765 kN.<br />
De max. drukkracht treedt op in de middelste ring in de<br />
rechte delen. De max. trekkracht treedt op in de buitenste<br />
ring, ook in de rechte delen.<br />
50
53c)<br />
z<br />
z<br />
y<br />
y<br />
x<br />
x<br />
54c)<br />
53c) Buitengrid ruimtevakwerk 2.7<br />
max drukkracht: -3232kN, max trekkracht: +2047kN.<br />
De max . drukkracht en trekrachten treden op in de hoek.<br />
54c) Buitengrid ruimtevakwerk 2.6<br />
max drukkracht: -640 kN, max trekkracht: +736 kN.<br />
De max. drukkracht en trekkracht van deze diagonalen<br />
treden beide op in de hoeken.<br />
53d)<br />
54d)<br />
z<br />
z<br />
y<br />
y<br />
x<br />
x<br />
53d) Buitengrid ruimtevakwerk 2.7<br />
max drukkracht: -3232kN, max trekkracht: +9387 kN.<br />
De max . drukkracht en trekkracht treden op dezelfde plaats<br />
op als in variant 2.6<br />
54d) Buitengrid ruimtevakwerk 2.6<br />
max drukkracht: -4269 kN, max trekkracht: +2975kN.<br />
De max . drukkracht en trekkracht treden op in de binnenste<br />
ring van het binnengrid, waarbij de trekzone in het rechte<br />
deel zit en de drukzone in de hoeken.<br />
53e)<br />
54e)<br />
z<br />
z<br />
y<br />
y<br />
x<br />
x<br />
53e) Buitengrid ruimtevakwerk 2.7<br />
max drukkracht: -1140kN, max trekkracht: +883 kN.<br />
Er is een sterke wisseling van trek- en drukkrachten op de<br />
fundering.<br />
54e) Buitengrid ruimtevakwerk 2.6<br />
max drukkracht: -383 kN.<br />
Alleen maar drukkrachten in de kolommen.<br />
51
Interieurbeeld variant 2.6<br />
In onderstaande tabel (afbeelding 55) staan de maximaal<br />
optredende normaalkrachten weergegeven per constructie<br />
deel (buitengrid, diagonalen, binnengrid en kolommen).<br />
We zien dat we door het toevoegen van de schuine staaf de<br />
normaalkrachten worden vergroot.<br />
Als we de ondersteuningen weer aanpassen naar een<br />
ondersteuning met alleen ondersteuningen in z-richting<br />
zien we dat er geen krachten optreden in de nieuwe staven.<br />
De trekkrachten die in de kolommen ontstaan zijn logisch<br />
te verklaren. De constructie wil als het ware scharnieren<br />
rondom het knooppunt waar de nieuwe staaf aansluit op<br />
de binnengrid. Hierdoor ontstaan er trekkrachten in de<br />
kolommen, deze lopen van de buitengrid naar de fundering.<br />
In de fundering ontstaan nu ook knog trekkrachten. Al kmet al<br />
k k<br />
treden er dus veel extra constructieve k problemen op k k k<br />
k k k k<br />
k k k k<br />
Max. Normaalkracht<br />
Variant 2.7<br />
Variant 2.6<br />
55)<br />
Daarnaast is er ook gekeken naar het e ect op het<br />
interieurbeeld. De constructie elementen staan dichter<br />
op de baan. Maar het visueele e ect hiervan is dat de<br />
constructie minder spanning bij de schaatser oproept. Je<br />
ziet de constructie logische naar de fundering gaan. Bij de<br />
variant 2.6 lijkt het eerder als of je een staaf mist.<br />
Hierdoor krijg je eerder het gevoel dat de constructie<br />
eerder op je afkomt (afbeeldingen 57b, of afbeelding<br />
links).<br />
Dus zowel architectonische als constructief is het logischer<br />
om te kiezen voor variant 1 (afbeelding 57)<br />
Buitengrid Diagonalen Binnengrid Kolommen<br />
trek 3409 trek 2047 trek 8025 trek 1563<br />
druk -9090 druk -3232 druk -9849 druk 461<br />
trek 2765 trek 640 trek 2975 trek<br />
druk -3556 druk -736 druk -4269 druk -383<br />
52
56a) 56b) 56c)<br />
57a)<br />
56) Interieur en exterieur ruimtevakwerk gekromd vlak, variant 2.7<br />
57) Interieur en exterieur ruimtevakwerk vlak, variant 2.6<br />
57b<br />
57b) 57c)<br />
53
Referentie constructie 2de fase<br />
2.8 Constructie 2de fase<br />
Omdat de constructie van de eerste fase uit zichzelf stabiel<br />
en standzeker is, kan men eigenlijk iedere constructie<br />
gebruiken voor de 2de fase.<br />
Om ook in de 2de fase men te herrineren aan de 1ste fase,<br />
wordt ervoor gekozen om een nieuw constructie principe<br />
te introduceren. Als referentie constructie kan men kijken<br />
naar het atrium van het ministerie van nancien. In bijlage 8<br />
is nog meer informatie te vinden over deze constructie. Met<br />
detailfoto’s van de constructie elementen. Dit referentie<br />
project is om meerdere redenen interessant, zo is dit dat ook<br />
als 2de fase pas toegevoegd. De bestaande constructie zou<br />
in principe de optredende spatkrachten moeten kunnen<br />
opvangen, toch heeft men er uiteindelijk voor gekozen om<br />
een ondergrid van kabels toe te passen.<br />
Met behulp van mijn constructie analyse maquete<br />
(hoofdstuk 2.4) had ik gemerkt dat het toevoegen van<br />
horizontale krachten drukkrachten op de binnenste<br />
ring van het buitengrid positieve e ect hadden op de<br />
verplaatsingen, de constructie scharnierde als het ware<br />
omhoog.<br />
Zou ik dus een boogconstructie toepassen als 2de<br />
fase constructie, dan kan ik mogelijk de optredende<br />
spatkrachten positief gebruiken.<br />
Daarom wou ik voor de constructie van de 2de fase twee<br />
varianten met elkaar vergelijken. Variant a, is dus een<br />
boogconstructie waarbij de spatkrachten moeten worden<br />
opgenomen door de omliggende constructie. In variant b<br />
worden de spatkrachten opgevangen door een trekkabel,<br />
waardoor er alleen verticale reactie krachten ontstaan.<br />
Deze twee varianten zijn eerst op locaal niveau met<br />
elkaar vergeleken. De resultaten hiervan ziet u hiernaast.<br />
Maatgevend voor de constructie was het knikken van de<br />
constructie bij assymmetrische belasting.<br />
Uiteindelijk gekozen pro el bovenpro el CHSCF 406,4 x 20,<br />
hierbij was de doorbuiging bij assymmetrische belasting<br />
104 mm, terwijl 120 is toegestaan (0,003xoverspanning=<br />
0,003x40000=120 mm) (Bij het pro el CHSCF 406,4 x 16<br />
was hij 121 mm. Bij CHSCF 355,6 x 20 was hij 143 mm).<br />
Berekeningen met de hand en SCIA.<br />
Nu hebben we de varianten op locaal niveau bekeken, maar<br />
wat is nu het e ect op de krachtswerking op het totale<br />
gebouw niveau.<br />
Op de volgende pagina’s worden de constructies met elkaar<br />
vergeleken waarbij variant 53 en variant 54 zijn ingevoerd<br />
op de constructie van de semi-overdekte baan.<br />
54
58a)<br />
58b)<br />
58c)<br />
59a)<br />
59b)<br />
59c)<br />
58) Constructie 2de fase, spatkrachten laten opvangen door omliggende constructie.<br />
59) Constructie 2de fase, spatkrachten laten opvangen door trekkabel<br />
55
Hiernaast worden de twee varianten ten opzichten van<br />
elkaar vergelen, welk e ect ze hebben op gebouw niveau.<br />
In de bovenste rij (afbeeldingen 49) worden de e ecten 60a)<br />
op de normaalkrachten bij het toepassen van “2de fase<br />
constructie a” weergegeven.<br />
In de onderste rij worden de e ecten van de normaalkrachten<br />
bij het toepassen van “2de fase constructie b” weergegeven.<br />
Om deze twee constructies beter met elkaar te kunnen<br />
vergelijken zijn de verschillende elementen van een<br />
ruimtevakwerk los van elkaar getrokken. Het ruimtevakwerk<br />
is opgedeeld in achtereenvolgens bovengrid (afb 49b<br />
en 50b), diagonalen (afbeelding 49c en 50c), binnengrid<br />
(afbeelding 49d en 50d) en kolommen (afbeelding 49e en<br />
50e.<br />
61a)<br />
Onder de afbeeldingen zullen de uitkomsten van de<br />
maximaal optredende normaalkrachten met elkaar worden<br />
vergeleken.<br />
In de analyse afbeeldingen is met behulp van circels<br />
aangegeven waar de locatie is van de maximale optreedbare<br />
normaalkrachten. Hierdoor valt het snel op als deze locatie<br />
bij de twee varianten verschilt.<br />
60b)<br />
61b)<br />
z<br />
z<br />
y<br />
y<br />
x<br />
x<br />
60b) E ect op gebouwniveau variant a (buitengrid)<br />
max drukkracht: -7070 kN, max trekkracht: +5577 kN.<br />
De maximale optredende drukkracht bevind zich niet in het<br />
rechte deel, maar in de hoek. De max. trekkracht bevindt<br />
zich niet meer in de buitenste ring.<br />
61b) E ect op gebouwniveau variant b (buitengrid)<br />
max drukkracht: -4644 kN, max trekkracht: +5617 kN.<br />
De max. drukkracht treedt op in het midden van de rechte<br />
delen. De max. trekkracht treedt op in de buitenste ring,<br />
ook in de rechte delen.<br />
56
60c)<br />
61c)<br />
z<br />
z<br />
y<br />
y<br />
x<br />
x<br />
60c) E ect op gebouwniveau variant a (diagonalen)<br />
max drukkracht: -3004kN, max trekkracht: +3336 kN.<br />
61c) E ect op gebouwniveau variant b (diagonalen)<br />
max drukkracht: -1301 kN, max trekkracht:+1307kN.<br />
De maximale optredende normaalkrachten in de<br />
diagonalen is in variant 1 vele malen groter datn in variant<br />
2, ook logische als we kijken naar de toegevoegde spat<br />
krachten.<br />
60d)<br />
61d)<br />
z<br />
z<br />
y<br />
y<br />
x<br />
x<br />
60d) E ect op gebouwniveau variant a (binnengrid)<br />
max drukkracht: -12705kN, max trekkracht: +17474kN.<br />
Vooral de locatie van de max. trekkracht valt op, deze<br />
bevind zich in de binnenring van het buitengrid.<br />
61d) E ect op gebouwniveau variant b (binnengrid)<br />
max drukkracht: -1498kN, max trekkracht: +3595kN.<br />
Over de hele zone bekeken zijn er relatief veel elementen<br />
die op trek belast worden.<br />
60e)<br />
61e)<br />
z<br />
z<br />
y<br />
y<br />
x<br />
x<br />
60e) E ect op gebouwniveau variant a (kolommen)<br />
max drukkracht: -744kN.<br />
Zeer gelijkmatig verdeelde belastingen.<br />
61e) E ect op gebouwniveau variant b (kolommen)<br />
max drukkracht: -828kN.<br />
Aan de zijde waar zich ook de windverbanden bevinden,<br />
zijn de maximale drukkrachten.<br />
57
Interieurbeeld 2de fase b.<br />
In onderstaande tabel (afbeelding 61) staan de maximaal<br />
optredende normaalkrachten weergegeven per constructie<br />
deel (buitengrid, diagonalen, binnengrid en kolommen).<br />
Max. Normaalkracht<br />
2de fase variant a<br />
2de fase variant b<br />
62)<br />
wordt. De gehele binnenring wordt naar buiten toegedrukt.<br />
Bij het toevoegen van constructie variant b, zien we dat de<br />
optredende trekkrachten in de trekkabel van de 2de fase<br />
constructie verkleint worden tov afbeelding ....<br />
Wat op valt is dat op twee uitzonderingen na de grootste<br />
normaalkrachten zich bevinden in 2de fase variant a. En net<br />
deze uitzonderingen zitten niet ver naast de waarde van<br />
variant a (max. trekkracht-buitengrid en max. drukkracht<br />
kolommen).<br />
k k<br />
Vooral de normaalkrachten van<br />
k<br />
de diagonalen en<br />
k<br />
het<br />
binnengrid zijn erg gestegen door k het toevoegen van k de<br />
spatkrachten.<br />
k k<br />
Doordat in de binnenring van het buitengrid van de constructie<br />
van fase 1 er drukkrachten zijn. Deze willen de ring<br />
met namen in het middendeel naar binnen verplaatsen. De<br />
optredende drukkrachten k zorgen voor k een verlaging van<br />
de trekkrachten<br />
k<br />
in de kabel.<br />
k<br />
k k<br />
Daarom is gekozen k voor variant b voor kde<br />
constructie van<br />
de 2de fase.<br />
Het inbrengen van de spatkrachten op de semi-overdekte<br />
ijsbaan heeft dus een nadelig e ect voor de normaalkrachten<br />
verloop.<br />
k k<br />
In de volgende afbeelding ziet men wat voor een beeld er<br />
ontstaat in fase 2.<br />
k k<br />
Ook als we naar de verplaatsingen k kijken zien we dat k de<br />
k k<br />
verplaatsingen van variant a ter k plaatse van de aansluting k k k<br />
kolom met de buitengrid in de kgekromde delen te kgroot k k<br />
Buitengrid Diagonalen Binnengrid Kolommen<br />
trek 5577 trek 3336 trek 17474 trek<br />
druk -7070 druk -3004 druk -12705 druk -744<br />
trek 5617 trek 1307 trek 3595 trek<br />
druk -4644 druk -1301 druk -1498 druk -828<br />
58
Interieurbeeld 2de fase b.<br />
In onderstaande tabel (afbeelding 61) staan de maximaal<br />
optredende normaalkrachten weergegeven per constructie<br />
deel (buitengrid, diagonalen, binnengrid en kolommen).<br />
Max. Normaalkracht<br />
2de fase variant a<br />
2de fase variant b<br />
62)<br />
wordt. De gehele binnenring wordt naar buiten toegedrukt.<br />
Bij het toevoegen van constructie variant b, zien we dat de<br />
optredende trekkrachten in de trekkabel van de 2de fase<br />
constructie verkleint worden tov afbeelding ....<br />
Wat op valt is dat op twee uitzonderingen na de grootste<br />
normaalkrachten zich bevinden in 2de fase variant a. En net<br />
deze uitzonderingen zitten niet ver naast de waarde van<br />
variant a (max. trekkracht-buitengrid en max. drukkracht<br />
kolommen).<br />
k k<br />
Vooral de normaalkrachten van<br />
k<br />
de diagonalen en<br />
k<br />
het<br />
binnengrid zijn erg gestegen door k het toevoegen van k de<br />
spatkrachten.<br />
k k<br />
Doordat in de binnenring van het buitengrid van de constructie<br />
van fase 1 er drukkrachten zijn. Deze willen de ring<br />
met namen in het middendeel naar binnen verplaatsen. De<br />
optredende drukkrachten k zorgen voor k een verlaging van<br />
de trekkrachten<br />
k<br />
in de kabel.<br />
k<br />
k k<br />
Daarom is gekozen k voor variant b voor kde<br />
constructie van<br />
de 2de fase.<br />
Het inbrengen van de spatkrachten op de semi-overdekte<br />
ijsbaan heeft dus een nadelig e ect voor de normaalkrachten<br />
verloop.<br />
k k<br />
In de volgende afbeelding ziet men wat voor een beeld er<br />
ontstaat in fase 2.<br />
k k<br />
Ook als we naar de verplaatsingen k kijken zien we dat k de<br />
k k<br />
verplaatsingen van variant a ter k plaatse van de aansluting k k k<br />
kolom met de buitengrid in de kgekromde delen te kgroot k k<br />
Buitengrid Diagonalen Binnengrid Kolommen<br />
trek 5577 trek 3336 trek 17474 trek<br />
druk -7070 druk -3004 druk -12705 druk -744<br />
trek 5617 trek 1307 trek 3595 trek<br />
druk -4644 druk -1301 druk -1498 druk -828<br />
58
63a) 63b)<br />
63c)<br />
63) Interieurbeeld 2de fase.<br />
59
Schaatsrichting<br />
Noord<br />
2.1 Varianten opdeling constructie.<br />
2.3 Constructieve uitdaging: Torsiestijfheid<br />
2.4 Analyse torsiestijfheid mbv maquette.<br />
2.5 Analyse torsiestijfheid mbv scia.<br />
1. Ontwerpuitgangspunten 2. Ontwerpproces<br />
60
2.6 Varianten oplossingen torsiestijfheid.<br />
2.7 Variant gekromd ruimtevakwerk.<br />
3. Eindontwerp<br />
Eindontwerp<br />
61
Zicht vanaf de sportboulevaard naar het ontwerp<br />
Eindontwerp<br />
3.1 Stedenbouwkundige organisatie<br />
Zoals al eerder vermeld was er in de oorspronkelijke<br />
masterplan is geen plek gereserveerd voor een ijsbaan. Iedere<br />
student kreeg de ruimte om een eigen stedenbouwkundige<br />
visie te vormen over het gebied.<br />
Mijn idee was om het totale Sportzone gebied onder te<br />
verdelen in verschillende zones met een verschillende<br />
sportintensiteit. Waarbij er in iedere zone een verschillende<br />
combinatie met sport wordt gemaakt. Zo zijn er zone’s<br />
waarbij sport en onderwijs (groen), sport en wonen (rood),<br />
sport en commercieel (blauw) en Topsport (paars) worden<br />
gecombineerd In de referentie afbeeldingen is aangegeven<br />
wat voor een soort uitstralingen de verschillende gebieden<br />
dienen te krijgen.<br />
Deze verschillende gebieden worden met elkaar gekoppeld<br />
door middel van een al geplande sportboulevard. Ik wou de<br />
overige zone’s ook aan deze boulevard koppelen. Waardoor<br />
er een knooppunt ontstaat van verschillende functies.<br />
De entree van de ijsbaan komt te liggen aan de<br />
sportboulevaard. (zie afbeelding hier links) Ten oosten van<br />
de ijsbaan komt een commericeel gebied, aansluitend op<br />
het deel al bestaande commercieele gebied. Ten Westen van<br />
de ijsbaan komt een zone te liggen voor sport en wonen. Ter<br />
plaatse van de entree van de ijsbaan komt nu<br />
een knooppunt te liggen waarbij verschillende functies bij<br />
elkaar komen. Hier zou een mogelijk zijn tot het creeren van<br />
een plein functie.<br />
In afbeelding 66 zijn de vernieuwde routes in het gebied<br />
weergegeven. De rode pijlen stellen het autoverkeer voor.<br />
Door de auto’s aan de west kant van de ijsbaan te laten<br />
verlopen, kan het woongebied ook direct ontsloten worden.<br />
Daarnaast opent de entree zich ook naar dit gebied.<br />
62
64a)<br />
64b)<br />
64c)<br />
65) 66)<br />
64a-c) Referentie impressies stedenbouwkundig plan<br />
65) Vlekkenplan Sportzone.<br />
wonen<br />
+<br />
sport<br />
Topsport<br />
Topsport<br />
onderwijs<br />
+<br />
sport<br />
Topsport<br />
Commercieel<br />
+sport<br />
Topsport<br />
66) Routting in het nieuwe stedenbouwkundig plan. Groene pijl, sportboulevard.<br />
63
Zicht vanaf de sportboulevaard naar het ontwerp<br />
De schaatshal is verdeeld in twee verdiepingen. Aan de<br />
hand van het functionele schema (afbeelding 68) zijn de<br />
plattegronden opgebouwd. Waarbij er een onderscheid<br />
wordt gemaakt tussen verschillende koppelingen tussen<br />
de verschillende functies, in het schema worden zowel<br />
directe verbindingen tussen de functies weergegeven als<br />
ook zichtlijnen (gestippelde lijn).<br />
67)<br />
3.2 Functionele organisatie<br />
Opslag<br />
Publiek zonder kaartje<br />
Publiek met kaartje<br />
werknemers<br />
Fitness<br />
Restaurant<br />
Personeel (keuken)<br />
Keuken<br />
Restaurant<br />
In afbeelding 69 zijn de plattegronden geanalyseerd naar<br />
publiek. Met behulp van de legenda (afbeelding 67).<br />
In afbeelding 70 zijn de doorgangen aangegeven, hoe<br />
de verschillende ruimtes aan elkaar zijn gekoppeld. Met<br />
behulp van de legenda (afbeelding 67) staat aan gegeven<br />
welke doorgangen voor wie beschikbaar zijn.<br />
Tribunes<br />
68)<br />
Ijsbaan<br />
Entree<br />
Balie tness<br />
Kleedkamers/douche<br />
Fitness / cardio<br />
Middengebied<br />
Ticketverkoop Schaatsshop<br />
Schaatshuur<br />
Garderobe / Kluisjes<br />
tunnel<br />
Schaatsaantrekgebied<br />
Zamboni Opslag Installatie ruimte<br />
EHBO<br />
Vergaderruimte<br />
Jury<br />
64
69a) 69b)<br />
70a)<br />
69a) Beganegrond verdeling naar publiek.<br />
70a) Beganegrond doorgangen.<br />
70b)<br />
69b) 1ste verdieping verdeling naar publiek.<br />
70b) 1ste verdieping doorgangen.<br />
65
Zicht vanaf de sportboulevaard naar het ontwerp<br />
Functieverdeling:<br />
Beganegrond<br />
Men komt binnen op de beganegrond, loopt langs de<br />
schaatswinkel, waarna men uitkomt in een centrale hal<br />
(wc’s aanwezig). Vanuit deze centrale hal kan men meerdere<br />
richtingen uitgaan. Men kan de trap oplopen op naar het<br />
restaurant of de tness te gaan. Of men kan doorlopen<br />
richting de balie, waar men eventueel een kaartje kan<br />
kopen op te gaan schaatsen. Gaat men voorbij de poortjes,<br />
dan kan men de kleedkamers inlopen of doorlopen in de<br />
richting van de kluisjes en kan men de ijsbaan betreden.<br />
Zou men verder door de gang lopen dan passeert men een<br />
tunnel die hun eventueel brengt tot op het middenterrein.<br />
Voordat men deze tunnel ingaat kan men nog langs de<br />
EHBO. Dan is er een deel wat alleen voor medewerkers<br />
toegankelijk is. Achter deze deur zit een ruimte voor<br />
de jury (met eigen wc’s) en loopt de gang door naar de<br />
opslagruimtes en de ruimte waar de ijsmachine staat.<br />
1ste verdieping<br />
Men heeft de eerste verdieping bereikt via de trap in de<br />
centrale hal. Als men boven is kan men kiezen om naar<br />
links te gaan voor de tnessruimte of naar rechts waar het<br />
restaurant gelegen is. De tness ruimte heeft zich op zowel<br />
het plein gelegen voor de schaatshal als de schaatsbaan.<br />
Het restaurant heeft ook uitzicht op zowel de sportzone als<br />
de ijsbaan.<br />
Mensen van de tribune kunnen het restaurant bereiken<br />
door naar boven te lopen.<br />
Op de eerste verdieping is de jury post gelegen, met zicht<br />
op de nish-lijn. Men kan vanuit de jury post via een gang<br />
naar het restaurant.<br />
Verder liggen op de eerste verdieping nog een VIP ruimte<br />
en een vergaderruimte.<br />
66
71)<br />
72)<br />
71) Beganegrond<br />
72) 1ste verdieping<br />
Schaatsverhuur<br />
Schaatsshop<br />
balie<br />
kleedkamers<br />
kleedkamers restaurant<br />
tness<br />
kluisjes<br />
wc’s<br />
ehbo opslag<br />
restaurant<br />
keuken<br />
jury<br />
jury<br />
vip<br />
ijsmachine<br />
installatie<br />
67
Fase 1:<br />
3.3 Interieur en exterieur<br />
Referentie project gevel Arcam - Rene van Zuuk.<br />
Gevelbekleding gepro leerd verzinkt aluminium platen.<br />
Waarbij de naden van de pro elen in verticale richting<br />
lopen, hierdoor komen de openingen nog meer tot hun<br />
recht. Hierdoor ontstaat een sierlijk gevel. Om de openingen<br />
extra te accentrueren worden ook een zwarte strip gebruikt.<br />
Vanuit het Noorden ziet men de openingen, vanuit het<br />
zuiden lijkt de gevel gesloten. De oostgevel verloop van<br />
gesloten naar transparant, richting de entree.<br />
Fase 2:<br />
In de 2de fase, komt een lichte constructie over het<br />
middendeel van de schaatshal. Om te voorkomen dat<br />
er direct zonlicht op de baan blijft vallen wordt deze<br />
constructie bedekt met kozijnen met geëmailleerd glas. Dit<br />
glas zal minder snel vies worden en is goed bestand tegen<br />
uiteindelijke vorm<br />
gebruikte materialen afbeeldingen en aanwijzen waar ze<br />
zitten in de plattgrond<br />
hoofdmaterialen,<br />
hout & beton en gepro leerd verzinkt aluminium beplating.<br />
en glas.<br />
Zicht vanaf de sportboulevaard naar het ontwerp Exterieur:<br />
Interieur:<br />
Fase 1:<br />
De binnenzijde is bekleed met 20 mm triplex platen waarbij<br />
er ook gaten in de bekleding is gemaakt, vanwege de<br />
akoestiek.<br />
Fase 2:<br />
Door het toepassen geëmailleerd glas aan de buitenzijde,<br />
krijgt het dak een nog luchtiger en lichter uiterlijk. Er ontsaat<br />
een soort waas boven de hal, waardoor het verschil<br />
tussen fase 1 en fase 2 nog duidelijker waarneembaar is.<br />
68
73)<br />
73) Interieur in fase 2<br />
74) Interieur tegen de schaatsrichting in.<br />
75) Interieur met de schaatsriching mee.<br />
74)<br />
76) 77) 78)<br />
76) Gevel vanuit het Noorden<br />
77) Gevel vanuit het Oosten<br />
78) Gevel vanuit het Zuiden.<br />
75)<br />
69
k 3.4 Controle UGT k k k<br />
Voor de controle van de Uiterste Grenstoestand k zijn in eerste k<br />
instantie de normaalkrachten die k optreden in fase 1 en k fase<br />
79a)<br />
k<br />
k<br />
k<br />
k<br />
2 met elkaar vergeleken. Hiernaast k ziet u de vergelijking k<br />
tussen fase 1 (afbeelingen 79) en fase 2 (afbeeldingen 80).<br />
k k<br />
Zoals verwacht treden de maximale normaalkrachten op<br />
in de tweede fase. De pro elen die gekozen worden zullen<br />
k k<br />
dus berekend moeten worden op deze normaalkrachten.<br />
k k<br />
Zodat de 2de fase toegevoegd kan worden zonder dat de<br />
k k<br />
men aanvullende maatregelen kan tre en.<br />
k k<br />
De maximale optredende normaalkracht is een trekkracht<br />
van 5617kN. In hoofdstuk 3.5 zal een voorbeeld berekening<br />
worden gemaakt voor een staaf.<br />
k<br />
k<br />
k<br />
k<br />
k<br />
k<br />
k<br />
k<br />
Max. Normaalkracht<br />
Fase 1<br />
Fase 2<br />
k k 80a)<br />
k k<br />
k k k k<br />
k k k k<br />
k k k k<br />
Buitengrid Diagonalen Binnengrid Kolommen<br />
trek 2765 trek 640 trek 2975 trek<br />
druk -3556 druk -736 druk -4269 druk -383<br />
trek 5617 trek 1307 trek 3595 trek<br />
druk -4644 druk -1301 druk -1498 druk -828<br />
79b)<br />
80b)<br />
z<br />
z<br />
y<br />
y<br />
x<br />
x<br />
79b) Fase 1 (buitengrid)<br />
max drukkracht: -3556kN, max trekkracht: +2765kN.<br />
80b) Fase 2 (buitengrid)<br />
max drukkracht: -4644kN, max trekkracht: +5617kN.<br />
70
79c)<br />
80c)<br />
z<br />
z<br />
y<br />
y<br />
x<br />
x<br />
79c) Fase 1 (diagonalen)<br />
max drukkracht: -736kN, max trekkracht: +640kN.<br />
80c) Fase 2 (diagonalen)<br />
max drukkracht: -1301kN, max trekkracht: +1307kN.<br />
79d)<br />
80d)<br />
z<br />
z<br />
y<br />
y<br />
x<br />
x<br />
79d) Fase 1 (binnengrid)<br />
max drukkracht: -4269kN, max trekkracht: +2975kN.<br />
80d) Fase 2 (binnengrid)<br />
max drukkracht: -1498kN, max trekkracht: +3595kN.<br />
79e)<br />
80e)<br />
z<br />
z<br />
y<br />
y<br />
x<br />
x<br />
79e) Fase 1 (kolommen)<br />
max drukkracht: -383kN<br />
80e) Fase 2 (kolommen)<br />
max drukkracht: -828kN<br />
71
Knoopverplaatsingen tweede fase in z-richting<br />
3.5 Controle BGT<br />
Voor de controle van de BGT heb ik de verplaatsingen van<br />
de fase 1 met fase 2 met elkaar vergeleken. Zie het overzichtsschema<br />
hiernaast. De verplaatsingen in z-richting<br />
nemen erg toe. Met de detailering zal men hier rekening<br />
moeten houden. De verplaatsingen zijn met permanentebelasting.<br />
Mogelijk dat men een zeeg kan toepassen om de<br />
verplaatsingen ten gevolge van permanente belasting kan<br />
verkleinen.<br />
De verplaatsingen in x-richting zijn 230 mm. Men zal bij de<br />
detailering rekening moeten houden hoe de gevels aansluiten<br />
op dit punt. Om de verplaatsingen in x-richting te verkleinen,<br />
kan men ook nog speci eker berekenen. Waarbij<br />
men de wanden die het daglicht uit het Noorden binnen<br />
halen mee berekend. Deze kunnen een soort steunberen<br />
kunnen vormen ter verkleining van de verplaatsingen in xrichting.<br />
81a)<br />
82a)<br />
Max. verplaatsingen x-richting y-richting z-richting<br />
Fase 1 175 29,7 403<br />
Fase 2 172 56 304<br />
72
81b)<br />
82b)<br />
z<br />
z<br />
y<br />
y<br />
x<br />
x<br />
81b) Fase1 verplaatsingen in x-richting<br />
175 mm<br />
82b) Fase2 verplaatsingen in x-richting<br />
172 mm<br />
Door het toevoegd van de 2de fase worden de verplaatsingen<br />
in x-richting verkleind. De grootste verplaatsingen in fase 1<br />
zitten in het midden van de binnenring. In fase 2 zitten ze<br />
ter plaatse van de bovenzijde van de kolommen die aan het<br />
buitengrid is geplaatst.<br />
81c)<br />
82c)<br />
z<br />
z<br />
y<br />
y<br />
x<br />
x<br />
81c) Fase1 verplaatsingen in y-richting<br />
29,7 mm<br />
82c) Fase2 verplaatsingen in y-richting<br />
56 mm<br />
Door het toevoegd van de 2de fase worden de<br />
verplaatsingen in y-richting dus vergroot.<br />
81d)<br />
82d)<br />
z<br />
z<br />
y<br />
y<br />
x<br />
x<br />
81d). Fase1 verplaatsingen in z-richting<br />
403 mm<br />
82d) Fase2 verplaatsingen in z-richting<br />
304 mm<br />
Door het toevoegen van de tweede fase nemen de<br />
zakkingen in z-richting met 32 % af. Hiermee zal men<br />
rekening moeten houden met de detailering.<br />
73
3.6 Toegepaste pro elen<br />
Om de uiteindelijke pro elen te bepalen, is het nodig<br />
dat iedere individuele staaf apart berekend wordt. De<br />
constructie wordt namelijk opgebouwd in twee fases. Het<br />
kan binnen deze twee fases voor komen, dat er elementen<br />
zijn die in eerste instantie berekend dienen te worden op<br />
trekkrachten, en in fase 2 worden ze anders belast waardoor<br />
het drukelementen worden. (Zie staaf 2 hier rechts)<br />
Ook moet men natuurlijk rekening houden met<br />
assymmetrische belastingsgevallen.<br />
Om u een voorbeeld te geven hoe het gaat heb ik voor staaf<br />
1 en 2 de staafkrachten berekend in fase 1 en fase 2 hierbij<br />
ook rekening gehouden met assymetrische belasting in x<br />
en y-richting. Zie bijlage 2 voor hoe ik de belastingen in Scia<br />
heb ingevoerd.<br />
Door iedere staaf te optimaliseren krijg je een verloop<br />
in doorsnede te zien. Waaruit men als het ware het<br />
krachtenspel kan a ezen.<br />
In bijlage 4 wordt een controle handberekening gemaakt,<br />
waarin staaf 2 gecontroleerd wordt, in zowel fase 1 als fase<br />
2.<br />
74
83)<br />
83) Berekening staafkrachten<br />
Max.<br />
Normaa<br />
lkrac<br />
hten Trek<br />
Dru<br />
kTrek Dru<br />
Fase 1 symmetrisch <br />
Fase 1 assymmetrisch x <br />
Fase 1 assymmetrisch y <br />
Fase 2 symmetrisch <br />
Fase 2 assymmetrisch x <br />
Fase 2 assymmetrisch y <br />
Staa<br />
f1 Staa<br />
f2<br />
1980 2226<br />
2018 2142<br />
1706 1941<br />
1792<br />
4653<br />
2056<br />
5658<br />
1388<br />
3657<br />
Staaf 1<br />
Staaf 2<br />
k<br />
<br />
<br />
<br />
75
Opbouw copnstrucite beiing<br />
3.7 Knooppunten<br />
In het vorige hoofdstuk is uitgelegd hoe we aan de toegepaste<br />
pro elen zijn gekomen. Deze pro elen worden met<br />
elkaar verbonden dmv knooppunten die gebasseerd zijn<br />
op het Mero-systeem. Deze pro elen zijn onder andere<br />
toegepast in het internationale vliegveld in Beijng (zie afbeelding<br />
....) Ontworpen door Norman Foster.<br />
Deze knooppunten zijn ook gebruikt in de bibliotheek in<br />
Berlijn, ook ontworpen door Norman Foster..<br />
In het vorige hoofdstuk hebben we gezien dat de pro elen<br />
behoorlijk in grootte kunnen verschillen. De knooppunten<br />
zullen ook verschillende groottes hebben. In de juist besproken<br />
referentie projecten kwamen knooppunten voor<br />
in grootte varieerd van een tennisbal tot pampoen grootte.<br />
In bijlage 9, zijn constructie details weergegeven zoals ik ze<br />
heb toegepast in mijn constructie.<br />
76
84) 85a) 85b)<br />
86)<br />
84) Beiing international airport<br />
85) Mero knooppunten<br />
86) Bibliotheek berlijn<br />
85c)<br />
85d)<br />
77
Eindontwerp<br />
78
In dit nawoord zal ik vanuit mijn eigen standpunt<br />
terugblikken over mijn afgelopen project. Zeker omdat het<br />
project niet verlopen is zoals ik dat graag zou willen. Daarom<br />
zal ik in dit stuk van mijn verslag vrij uitgebreid terugblikken<br />
op mijn project. Dit nawoord is opgedeeld in twee delen,<br />
een deel zal een zelfre ectie over mezelf als ontwerper. En<br />
een deel zal zich puur richten op de ontwerpbeslissingen<br />
die ik tijdens het ontwerp heb gemaakt.<br />
Nawoord<br />
79
Eindontwerp<br />
Zelfre ectie<br />
Om mijn gedachten over mijn ontwerphouding te<br />
verduidelijken heb ik een tweetal analyse schema’s<br />
gemaakt. In afbeelding 1 het ik in mijn ogen een ideaal<br />
verlopend project weergegeven. En in afbeelding 2 een<br />
globale schematisatie van mijn ontwerpproces van het<br />
afgelopen half jaar.<br />
Op de verticale as staat de mate van exibiliteit van het<br />
ontwerp en op de horizontale as staat de tijd weergegeven.<br />
De gekromde lijn geeft het ontwerpproces weer. Op het<br />
einde van de tijdslijn staat het te willen bereiken einddoel.<br />
In het algemeen zal dit einddoel een ontwerp zijn dat een<br />
goed en logische ontwerp is op vele vlakken. Het omhoog<br />
en omlaag bewegen van de gekromde lijn geeft aan dat er<br />
ontwerpbeslissingen gemaakt zijn tijdens het proces.<br />
Bij een ideaal verlopend project (afbeelding 1) zullen deze<br />
ontwerpbeslissingen er toe bijdragen dat het project in de<br />
loop van de tijd convergeert naar het einddoel. Waarbij<br />
de mate van exibiliteit binnen de ontwerpbeslissingen<br />
afnemen. De meest belangrijke ontwerpbeslissingen<br />
worden in het begin gemaakt, wat het ontwerp al direct<br />
inkadert. Het aantal belangrijke ontwerpbeslissingen neemt<br />
af hoe verder men is in het ontwerpproces. Het zal dan meer<br />
neerkomen op het uitwerken van de ontwerpbeslissingen.<br />
Zoals al eerder vermeld heb ik afbeelding 2, mijn project<br />
verloop weergegeven. Waarbij het ontwerpproces dus<br />
afwijkt van het ideaal geschetste proces. Doordat er op<br />
een aantal momenten tijdens het project geen duidelijk<br />
ontwerpbeslissingen zijn genomen, slepen deze zich<br />
voort (gestippelde lijn, geen duidelijk omkeerpunt in het<br />
ontwerpproces).<br />
Dat ik ben afgeweken van de ideale lijn, kan verschillende<br />
redenen hebben. Zo kan het een gevolg zijn van het op dat<br />
moment niet beschikken van de juiste kennis. In mijn geval<br />
heeft het een tijd geduurd voordat ik zelf goed door wat de<br />
constructieve consequenties waren van het ontwerpen van<br />
semi-overdekte zonder kolommen in het middengebied.<br />
Daarnaast ben ik afgeweken van de ideale lijn doordat Ik<br />
vaak veel dingen goed wou uitzoeken, waarbij ik graag<br />
vele varianten wou onderzoeken, om natuurlijk uiteindelijk<br />
een goede keuze te kunnen maken. Hierbij wou ik eigenlijk<br />
eerst alles uitzoeken voordat ik dit had toegepast op<br />
mijn ontwerp, waardoor een aantal zaken zich blijven<br />
voortslepen.<br />
Dit alles had tot het gevolg dat ik regelmatig van de hak<br />
op de tak kon springen, waardoor ik op een aantal punten<br />
chaotisch over kwam.<br />
80
Het geval hiervan is geweest dat het uiteindelijke bereikte<br />
eindproduct afwijkt van het van te voren gewilde einddoel.<br />
Het is voor mezelf belangrijk om te bese en dat het niet<br />
duidelijk trekken van conclusies gevolgen heeft voor het<br />
ontwerpproces, waardoor het chaotisch gaat verlopen.<br />
Het is voor mij zeer belangrijk om een aantal duidelijke<br />
conclusies tijdens het ontwerpproces te trekken om mezelf<br />
in te kaderen. Waarbij ik zeker niet alles hoef uit te zoeken. Ik<br />
moet me richten op een aantal hoofdaken en deze gewoon<br />
uitwerken.<br />
87)<br />
Flexibiliteit binnen het ontwerp<br />
87) ideaal proces<br />
88) afgelegd proces.<br />
Tijd<br />
Einddoel<br />
88)<br />
Flexibiliteit binnen het ontwerp<br />
Tijd<br />
Eindpunt<br />
Einddoel<br />
81
Eindontwerp<br />
Ontwerpbeslissingen<br />
Als ik achteraf terugblik op mijn ontwerpbeslissingen valt<br />
me op dat ik het mezelf er vaak niet makkelijker op heb<br />
gemaakt. Zo bleken de gevormde ontwerpuitgangspunten<br />
soms vernauwd te werken.<br />
Ook heb ik een aantal voor de handliggende<br />
ontwerpbeslissingen niet voldoende bekeken. Zo had ik<br />
ook het volgende ontwerp kunnen maken, waardoor het<br />
totale ontwerp logischer was geworden.<br />
In fase 1 zouden er op een aantal strategische plaatsen<br />
kolommen in het middengebied kunnen staan. Deze<br />
plaatsing zou ik bepalen aan de hand van de combinatie<br />
tussen de conclusies die ik getrokken heb in hoofdstruk 1.4<br />
(zichtlijnen ijsbaan) en hoofdstuk 2.5 (analyse torsiestijfheid<br />
mbv Scia). Er zouden dan op een aantal plaatsen kolommen<br />
komen te staan die niet in de lijn van bepaalde zichtlijnen<br />
zouden staan. En daarnaast zouden deze kolommen<br />
ervoor zorgen dat de normaalkrachten en verplaatsingen<br />
gereduceerd zouden worden ten opzichte van de huidige<br />
situatie. (zie afbeelding 89)<br />
In fase 2 zouden deze kolommen kunnen omklappen<br />
zodat ze gebruikt kunnen worden voor de constructie<br />
van de tweede fase. In tweede fase zou er mogelijk een<br />
nieuwe krachtswerking ontstaan waarbij de krachten dmv<br />
boogwerking worden afgevoerd. (zie afbeelding 90)<br />
82
89) Nieuw ontwerp fase 1.<br />
90) Nieuw ontwerp fase 2.<br />
89)<br />
90)<br />
83
<strong>Eindverslag</strong><br />
Project:<br />
Naam:<br />
Datum<br />
Docenten:<br />
Bijlagen<br />
M2 - Grote overspanningen<br />
<strong>Jeroen</strong> <strong>Evers</strong><br />
Juli 2010<br />
Harrie Janssen<br />
Ad Leijten<br />
Maarten Willems
Inhoudsopgave<br />
Bijlage 1: Belastingen<br />
Bijlage 2: Invoer in Scia.<br />
Bijlage 3: Referentie constructie 2de fase<br />
Bijlage 4: Handberekeningen controle profi elen<br />
Bijlage 5: Plattegrond beganegrond<br />
Bijlage 6: Plattegrond eerste verdieping<br />
Bijlage 7: Doorsnede fase 1<br />
Bijlage 8: Doorsnede fase 2<br />
Bijlage 9: Constructie details.<br />
Inhoudsopgave
Permanente belasting<br />
PB 1 Gevel eigen gewicht:<br />
Verzinkt aluminium (2mm dik) 10 mm 0,054 kN/m2<br />
Houten latten structuur 30 mm 0,13 kN/m2<br />
Open spouw ventilatie 60 mm<br />
Dampremmende folie<br />
Triplex beplating 20mm 0,13 kN/m2<br />
Isolatie 120 mm 0,048 kN/m2<br />
Waterkerend dampdoorlatende laag<br />
Triplex 20mm 0,13 kN/m2<br />
Houten gordingen hoh 600. 200 x 50 mm 0,10 kN/m2<br />
Akoestische beplating 20 mm 0,10 kN/m2<br />
Staalprofi el hoh 4000mm (hea 200)<br />
Totaal gevel dikte: 480 mm 0,692 kN/m2<br />
Veranderlijke belasting:<br />
VB1 Wind<br />
Als algemene formule geldt volgens de NEN 6702, art. 8.6.1.3 prep = Cdim • Cindex • Ceq • φ1 • pw, waarin:<br />
prep is de windbelasting door winddruk, windzuiging, windwrijving en over- of onderdruk, in kN/m2.<br />
Cdim is een factor die de afmetingen van een bouwwerk in rekening brengt.<br />
Cindex zijn de windvormfactoren, deze kunnen zijn.<br />
Ceq is een drukvereff eningsfactor<br />
φ1 is de vergrotingsfactor die de dynamische invloed van wind in de windrichting op het bouwwerk in rekening<br />
brengt.<br />
pw is de extreme waarde van de stuwdruk<br />
Voor een gebouw met een hoogte kleiner dan 50 m en een hoogte/breedte verhouding kleiner dan 5 geldt dat Ceq en φ1<br />
gelijk zijn aan 1,0. De formule wordt dan: prep = Cdim • Cindex • pw<br />
Cdim opgezocht uit tabel NEN 6702, tabel II. Cdim is 0,89<br />
Cindex is afhankelijk van de hoek waarop de kracht aangrijpt. Zie het schema hiernaast.<br />
pw opgezocht in tabel NEN. Gebouw staat in windgebied III (bebouwd), hoogte 20 m. pw is 0,79.<br />
Met deze factoren zijn de windbelastingen berekend.<br />
+0,7<br />
+0,8<br />
+0,8<br />
-0,7<br />
-0,7<br />
-0,4 -0,4 -0,4 -0,4<br />
VB2 Sneeuw<br />
Als algemene formule geldt volgens de NEN 6702. prep = Ci • Psn;rep, waarin:<br />
prep is de rekenwaarde sneeuwbelasting, in kN/m2.<br />
Ci is de sneeuwvormfactor.<br />
Psn;rep soortelijk gewicht van sneeuw, in kN/m2<br />
Ci is afhankelijk van de hoek waarop de sneeuw op het dak ligt. Zie schema hieronder<br />
Psn;rep soortelijk gewicht van sneeuw is 2,0kN/m3, voor een laag van 350 mm komt dit neer op 0,7 kN/m2<br />
1,2<br />
0,6<br />
0,8 0,8 0,8 0,8 0,8<br />
0,8<br />
1,20,6<br />
-0,4<br />
-0,4<br />
-0,4<br />
-0,4<br />
Bijlage 1: Belastingen
Invoer in SCIA<br />
De belastingen van bijlage 1 zijn ingevoerd in<br />
scia. Om rekening te houden met assymmetrische<br />
belastingen zijn in alle scia bestanden de<br />
veranderlijke belastingen ingevoerd in kwarten, zie<br />
het schema hiernaast. Hierbij het ik een extra factor<br />
aan de belastingcombinaties toegevoegd.<br />
Hierdoor ontstaan er 3 situaties.<br />
Situatie 1: constructie symmetrisch belast. Voor de<br />
veranderlijke belasting voor ieder kwart een extra<br />
factor van 1,0 geldt.<br />
Situatie 2: constructie assymmetrisch belast in<br />
y-richting. Voor de veranderlijke belasting voor de<br />
rode kwarten geldt een extra factor van 1,0 en voor<br />
de oranje een factor 0,5.<br />
Situatie 3: constructie assymmetrisch belast in<br />
x-richting. Voor de veranderlijke belasting voor de<br />
rode kwarten geldt een extra factor van 1,0 en voor<br />
de oranje een factor 0,5.<br />
Belasting combinaties<br />
Voor het berekenen van de uiterste grenstoestand<br />
zijn de volgende combinaties aangehouden.<br />
UGT<br />
1,35 PB + 0 VB<br />
1,2 PB + 1,3 VB1<br />
1,2 PB + 1,3 VB2<br />
De combinatie 1,2 PB + 1,3 VB1 was in alle gevallen<br />
maatgevend.<br />
Voor het berekenen van de bruikbaarheids<br />
grenstoestand is de volgende combinaties<br />
aangehouden.<br />
BGT<br />
1,0 PB + 1,0 VB<br />
1.<br />
2.<br />
3.<br />
Bijlage 2: Invoer in Scia<br />
y<br />
y<br />
y<br />
x<br />
x<br />
x
3.<br />
Atrium in het Ministerie van Financien.<br />
2.<br />
4.<br />
1.
1.<br />
2.<br />
3.<br />
4.<br />
Bijlage 3: Ref Constructie<br />
2de fase
Situatie1,staafbelastoptrekkrachtvan2226kN<br />
Staafgegevens:<br />
CHSCF273,0x12,5inStaalkwaliteit235<br />
A 1,02x10 2 m 2 <br />
<br />
Nt;s;d =Fd=2226kN<br />
Nz;u;d=Afy;d=10200235N=2397kN<br />
<br />
<br />
<br />
<br />
Situatie2,staafbelastopdrukkrachtvan2056kN<br />
Staafgegevens:<br />
CHSCF273,0x12,5inStaalkwaliteit235<br />
A 1,02x10 2 m 2 <br />
E 210x10 3 <br />
IY=IY 0,869x10 4 m 4 <br />
lK inditgevalaangehoudendatdekniklengte<br />
gelijkisaandesysteemlengte=4m.<br />
<br />
(voorstaalsoortS235)<br />
<br />
<br />
<br />
<br />
<br />
<br />
<br />
<br />
<br />
<br />
<br />
<br />
<br />
<br />
Volgenstabel23vanNEN6770geldtvoorknik<br />
instabiliteitskrommea.Deknikfactorhebik bepaaldmettabel24vanNEN6760.<br />
<br />
<br />
<br />
<br />
<br />
<br />
<br />
<br />
<br />
<br />
<br />
Gecontroleerdmetscia:<br />
l = 4 m<br />
2226 kN<br />
Bijlage 4: Handberekening<br />
controle profi elen<br />
-2056 kN<br />
l = 4 m
Entree<br />
Opslag<br />
Schaatsshop<br />
Schaatsverhuur<br />
balie<br />
kleedkamer<br />
kleedkamer<br />
kluisjes ehbo<br />
opslag<br />
restaurant<br />
jury<br />
ijsmachine<br />
installatieruimte<br />
Alle maten in mm<br />
Project: M2 - Grote overspanningen<br />
Naam: <strong>Jeroen</strong> <strong>Evers</strong><br />
Beschrijving: Plattegrond beganegrond<br />
Datum: Juni 2010
kleedkamers<br />
tness<br />
balie<br />
restaurant<br />
keuken<br />
jury<br />
vip<br />
Alle maten in mm<br />
Project: M2 - Grote overspanningen<br />
Naam: <strong>Jeroen</strong> <strong>Evers</strong><br />
Beschrijving: Plattegrond 1ste verdieping<br />
Datum: Juni 2010
Alle maten in mm<br />
Project: M2 - Grote overspanningen<br />
Naam: <strong>Jeroen</strong> <strong>Evers</strong><br />
Beschrijving: Doorsnede fase 1<br />
Datum: Juni 2010
Alle maten in mm<br />
Project: M2 - Grote overspanningen<br />
Naam: <strong>Jeroen</strong> <strong>Evers</strong><br />
Beschrijving: Doorsnede fase 2<br />
Datum: Juni 2010
3<br />
1<br />
2<br />
Detail 1<br />
Detail 2<br />
Detail 3<br />
Alle maten in mm<br />
Project: M2 - Grote overspanningen<br />
Naam: <strong>Jeroen</strong> <strong>Evers</strong><br />
Beschrijving: Constructie details<br />
Datum: Juni 2010