Locatiegids KDV - Partou

LOCATIEGIDS 2011 – 2014
Pedagogische
en praktische
informatie van
KDV Bartolomeus

LOCATIEGIDS KDV BARTOLOMEUS
2011 - 2014
KDV Bartolomeus
Nolensweg 1
3317 LE Dordrecht
Telefoon: (078) 655 80 00
November 2011
2

LOCATIEGIDS KDV BARTOLOMEUS
2011 - 2014
Voorwoord 4
Hoofdstuk 1 - Partou Pedagogiek in KDV Bartolomeus 5
1.1 Hoe vertalen wij Partou Pedagogiek in de praktijk? 5
1.2 Partou heeft vier doelen. Hoe ziet u die terug in de praktijk? 6
Hoofdstuk 2 - Educatie en de stimulering van de ontwikkeling 7
2.1 Stimulering van de ontwikkeling 7
2.2 Educatie 8
Hoofdstuk 3 - Volgen en signaleren 9
3.1 Observatielijsten 9
3.2 Signalering 9
3.3 Betrekken ouders 9
3.4 Samenwerking met omgeving 10
Hoofdstuk 4 - Samenwerking met ouders 11
4.1 Informeren en adviseren 11
4.2 Ouderbetrokkenheid 11
Hoofdstuk 5 - Diversiteit en samenleving 12
5.1 Diversiteit 12
5.2 Samenleving 12
Hoofdstuk 6 - Praktische informatie 13
6.1 Locatiebeschrijving 13
6.2 Intake 13
6.3 Wennen 13
6.4 Brengen en halen 14
6.5 Overgangen 14
6.6 Afscheid 15
6.7 Eten, drinken en slapen 15
6.8 Rituelen 16
6.9 Uitstapjes 17
6.10 Ziekte van het kind en ongevallen 17
6.11 Ruilen van dagen 18
6.12 Afnemen extra dag 18
6.13 Sluitingsdagen 18
6.14 Veiligheid en gezondheid 18
6.15 Teambeschrijving 18
6.16 Oudercommissie 20
6.17 Klachtenbeleid 21
6.18 Kwaliteitsbeleid en certificering 21
Hoofdstuk 7 - Jaarplan 2011 22
7.1 Terugblik 22
7.2 Vooruitblik 22
3

Voorwoord
Voor u ligt de locatiegids van kinderdagverblijf Bartolomeus. Deze locatiegids is de lokale en
concrete uitwerking van het pedagogisch beleidsplan Partou Pedagogiek. U vindt hierin ook
praktische informatie over onze locatie.
Hoofdstukken 1 tot en met 5 gaan over de pedagogiek op onze locatie. In hoofdstuk 6 staat
alle praktische informatie. Helemaal achterin de locatiegids, in hoofdstuk 7, vindt u tot slot
een jaarplan. Daarin beschrijven we per jaar aan welke verbeterpunten en prioriteiten we
extra aandacht besteden.
We hopen met deze locatiegids duidelijkheid te geven over hoe wij werken én waarom wij
daarvoor kiezen. Als u nog vragen heeft, aarzel niet en stap op onze medewerkers af.
Het team van Bartolomeus
4

Hoofdstuk 1 Partou Pedagogiek in KDV Bartolomeus
Hoe kinderdagverblijf Bartolomeus inhoud geeft aan de Partou Pedagogiek wordt zichtbaar
in het handelen van pedagogisch medewerkers, de inrichting van een uitdagende speelleeromgeving
en activiteiten. Onze activiteiten zijn zeer divers en gebaseerd op de
leeftijdsfase en de interesses van de kinderen. Elke locatie heeft een eigen ‘kleur’, want
Partou hecht aan maatwerk. Onze locatie maakt haar keuzes op basis van de buurt, de
doelgroep en de locatievisie.
Kindercentrum Bartolomeus bevindt zich in Crabbehof in Dordrecht, een multiculturele wijk.
Het centrum is een afspiegeling van de wijk. Wij bieden opvang aan alle kinderen, ongeacht
hun afkomst of achtergrond. Dat is onze belangrijkste taak. Wij willen daarnaast een
aantoonbare toegevoegde waarde leveren voor de (talent)ontwikkeling van kinderen en
actief samenwerken met en ondersteuning bieden aan ouders en andere partners in de
opvoeding.
1.1 Hoe vertalen wij Partou Pedagogiek in de praktijk?
Educatie en stimulering van de ontwikkeling
We stimuleren de ontwikkeling van de kinderen met leeftijdsgerichte activiteiten. Dit gebeurt
in een veilige en gestructureerde leefomgeving. Hoe ouder de kinderen worden, hoe meer
we werken aan zelfstandigheid. Groepsprocessen en samen spelen zijn daarbij belangrijk.
Wij werken daarbij met de methode Piramide. Dit is een Vroeg- en Voorschools Educatief
programma. Alle peuterspeelzalen in Crabbehof werken ook hiermee. Bij het stimuleren van
de ontwikkeling leggen we het accent op taalontwikkeling, gekoppeld aan cognitieve
ontwikkeling en leren omgaan met waarden en normen. We proberen zo goed mogelijk aan
te sluiten op de basisscholen.
Volgen en signaleren
Elk kind heeft een mentor, één van de pedagogisch medewerkers. Onze medewerkers
hebben aandacht voor alle kinderen van de groep, maar de mentor richt zich extra op de
ontwikkeling van haar mentorkind. Naast de jaarlijkse observatie zal de mentor bij kinderen,
over wie we ons zorgen maken, samen met de ouder een uitgebreide observatie uitvoeren.
Of een kind, dat extra zorg nodig heeft, wel of niet bij Bartolomeus kan blijven, blijft
maatwerk. We nemen die beslissing in goed overleg met de ouders.
Samenwerking met ouders
We willen dat een kind zich in ons kinderdagverblijf veilig en geborgen voelt. De ouders
moeten vertrouwen hebben in de zorg die wij aan hun kind geven. Wij hebben de ouder
nodig en de ouder heeft ons nodig, dus we streven een nauwe samenwerking na.
5

Diversiteit en samenleving
We willen dat een kind zich bewust wordt dat het onderdeel uitmaakt van een democratische
samenleving. Dat begint met ervaringen die het kind in zijn naaste, vertrouwde omgeving
opdoet. De pedagogisch medewerker heeft hierin een belangrijke voorbeeldfunctie.
1.2 Partou heeft vier doelen. Hoe ziet u die terug in de praktijk?
Sociale veiligheid
De vaste groep, vertrouwde leiding en de aanwezigheid van bekende leeftijdsgenootjes
zorgen voor een veilig en geborgen gevoel. De groepsgrootte is afgestemd op de leeftijd en
de ontwikkelingsfase van de kinderen.
Ontwikkeling van sociale competentie
Bij Bartolomeus komen de kinderen al op jonge leeftijd in aanraking met kinderen van allerlei
leeftijden en met volwassenen uit verschillende culturen. Bovendien maken ze altijd deel uit
van een groep, waarin ze ook leren omgaan met conflicten en rekening houden met
anderen.
Ontwikkeling van persoonlijke competentie
Bij Bartolomeus werken we aan exploratie en spel. Dit stimuleert creativiteit,
onafhankelijkheid en veerkracht. Hierdoor krijgt een kind zelfvertrouwen. Het wordt
zelfstandig en flexibel.
Overdracht van waarden en normen
De pedagogisch medewerkers dragen actief bij aan de ontwikkeling van waarden en normen
van de kinderen. Zij maken duidelijk welke regels, afspraken en omgangsvormen gelden in
allerlei situaties. Hierbij besteden we ook aandacht aan verschillende culturen en gewoontes.
6

Hoofdstuk 2 Educatie en de stimulering van de ontwikkeling
Elk kindercentrum van Partou heeft als taak de brede ontwikkeling van alle kinderen te
stimuleren. Denk aan lichamelijke, cognitieve, creatieve en taalontwikkeling, maar ook aan
morele en sociale ontwikkeling en de ontwikkeling van identiteit en zelfredzaamheid.
Het kind leert, letterlijk en figuurlijk, met vallen en opstaan zijn grenzen verkennen en
verleggen. Het leert ook omgaan met vreugde, verdriet en frustraties. Wij ondersteunen en
begeleiden bij dit proces.
2.1 Stimulering van de ontwikkeling
Kinderen hebben de kracht en de drang om zich te ontwikkelen en zijn afhankelijk van wat
de omgeving te bieden heeft. Hier ligt voor onze locatie een belangrijke taak. Er is aandacht
en erkenning voor elk afzonderlijk kind en er worden competenties (vaardigheden, kennis en
houding) uitgedaagd en ontwikkeld. We geven de kinderen de ruimte om zichzelf te zijn,
maar er zijn natuurlijk wel groepsregels. We stimuleren ook actief de interactie tussen
kinderen en tussen kind en volwassenen.
We onderscheiden bij de ontwikkelingsstimulering drie leeftijdscategorieën.
Nijntjes/baby (0 - 2 jaar)
Het opbouwen van een vertrouwensband tussen kind en pedagogisch medewerker
(mentor) staat centraal. Kinderen tot 8/9 maanden worden zo min mogelijk aan
stressvolle prikkels blootgesteld. Rust en regelmaat is belangrijk. Vaak wordt er ook
naar licht klassieke muziek geluisterd. Dit kan voor een rustige leefomgeving zorgen.
Er wordt veel met het kind gepraat.
De binnenruimte is kleurrijk en thematisch ingericht. Op de buitenspeelplaats is een
veilige kruipheuvel beschikbaar.
We bieden ontwikkelingsgerichte activiteiten en zingen meedoen-liedjes.
Op het gebied van autonomie, competentie en relatie met anderen: de pedagogisch
medewerker heeft veel één op één contact met het kind. Een baby kan duidelijk
aangeven, wanneer hij dit niet meer wenst. Het kind mag rustig alleen in de box
spelen of juist op de grond met andere kinderen. Als het rustig is op de
dreumesgroep, gaan de oudste baby’s (vanaf 10 maanden) wel eens naar de
Poeberen.
Poeberen/dreumes (2 – 3 jaar)
De ontwikkelingsfase van het kind kan op deze leeftijd nog behoorlijk verschillen. De
pedagogisch medewerker toont daarom een flexibele en sensitieve werkhouding.
De binnenruimte is kleurrijk en thematisch ingericht. Buiten kunnen de kinderen
fietsen en in de zandbak spelen.
Van het tweede tot het derde jaar neemt de taalontwikkeling een enorme sprong. We
bieden tien Piramide-projecten per jaar met veel aandacht voor taal.
Op het gebied van autonomie, competentie en relatie met anderen: dreumesen willen
vaak meer dan zij kunnen. Zij voelen hun grenzen en leren omgaan met de frustratie
ervan. Wij bieden ontwikkelingsgerichte activiteiten en proberen daarbij de grenzen te
verleggen, te belonen en te corrigeren.
7

Koekjesmonster/peuters (3 – 4 jaar)
Dit is een leeftijd waarin het kind zich steeds meer tot een onafhankelijk individu
ontwikkelt. De eigen ruimte van het kind wordt groter en de pedagogisch medewerker
volgt op afstand.
De binnenruimte is kleurrijk en thematisch ingericht. Buiten kunnen de kinderen
fietsen en in de zandbak spelen.
We bieden twaalf Piramide-projecten per jaar met aandacht voor taalontwikkeling,
maar ook voor de verstandelijke, emotionele en motorische ontwikkeling.
Op het gebied van autonomie, competentie en relaties met anderen: het accent ligt
op het ontwikkelen van zelfstandigheid binnen de gestelde groepsregels. Het kind
wordt gestimuleerd tijdens spelen, knutselen, dansen en muziek maken de eigen
fantasie te gebruiken. Het mag ook alleen spelen, zonder rekening te hoeven houden
met andere kinderen. Tijdens drink- en eetmomenten leren de kinderen om
persoonlijke dingen aan elkaar te vertellen en naar elkaar te luisteren.
2.2 Educatie
Voor- en Vroegschoolse Educatie (VVE) stimuleert taal en spel bij kinderen en het biedt de
pedagogisch medewerkers een planmatige aanpak bij de ontwikkelingsstimulering. Partou
werkt met de VVE-programma’s Piramide, Ko Totaal, Kaleidoscoop en Startblokken. De
locatie kiest op basis van de omgeving (wijk en school) en wensen van ouders.
Kinderdagverblijf Bartolomeus werkt op de groepen van 2- tot 4-jarigen met Piramide. Deze
methode wordt momenteel bij de groep van 0 tot 2 jaar geïntroduceerd. Spelend leren staat
centraal bij de thema’s. Piramide biedt voor kinderen met een mogelijke
ontwikkelingsachterstand extra mogelijkheden om de ontwikkeling gericht te bevorderen.
Piramide heeft een vaste dagopbouw. Aan de hand van dagritmekaarten kunnen de kinderen
zien wat ze in de loop van de dag gaan doen. Contact met de ouders is belangrijk. De
ouders krijgen bij het wisselen van de thema’s een themaboekje met tips om het kind thuis te
ondersteunen.
De thema’s hebben een vaste jaarcyclus (begint na de zomervakantie en eindigt voor de
zomervakantie):
Dreumesen: welkom, herfst, feest, wonen, kleding, lente, verkeer, lief zijn, zomertijd.
Peuters: welkom, mensen, eten en drinken, herfst, wonen, feest, ziek en gezond,
kleding, lente, kunst, verkeer, zomertijd.
De duur van een thema bij de dreumesen is drie tot vijf weken, met vervolgens een week
rust. Bij de peuters is het drie of vier weken, met ook een week rust.
Bij elk thema horen specifieke woorden waar we extra aandacht aan besteden. Bij de
peuters is meer verdieping in het thema. In januari en juni doen we met hen toetsjes van tien
minuten over taal en ruimte en ordenen.
Bij een thema beginnen we met oriënteren (kennismaken met het thema), demonstreren (de
pedagogisch medewerker laat zien wat we met het thema kunnen doen), verbreden (eigen
ervaring kinderen) en verdiepen (zelf doen, beleven). We richten de ruimte samen in met
onder andere een thematafel en aandacht voor het thema in de vaste speelhoeken
(leeshoek, bouwhoek, puzzelhoek, enzovoort).
8

Hoofdstuk 3 Volgen en signaleren
Elk kindercentrum heeft de taak ieder kind op systematische wijze te volgen in zijn
ontwikkeling en welbevinden en te zorgen voor een gerichte signalering. Op onze locatie
vullen we standaard bij elk kind (minimaal eens per jaar) een observatieverslag in. Maar
goed naar kinderen kijken is meer dan dat. Door gericht te kijken leren pedagogisch
medewerkers de kinderen kennen en hebben zij bij ieder kind een beeld van de ontwikkeling
en hoe het kind zich voelt in de groep.
3.1 Observatielijsten
We werken met Piramide. Voor de peuters gebruiken we dan ook observatielijsten die bij
deze methode horen. Ook zijn er toetsen voor peuters vanaf 3 jaar. Zo krijgen wij een
totaalbeeld van de ontwikkeling. De baby’s worden gevolgd met de standaard
observatielijsten van Partou. Ouders vullen de vragenlijst ook in over hoe het thuis gaat.
Vervolgens bespreken we de lijsten tijdens een jaarlijks oudergesprek.
Op de volgende momenten observeren we en hebben we een oudergesprek:
- bij 1 jaar: observatielijst 0-1 jaar
- bij 2 jaar: het groeibericht
- bij 3 jaar: Piramide observatielijst en toetsen
- bij 4 jaar: Piramide observatielijst en toetsen
De toetsen worden vanaf het derde jaar twee keer per jaar afgenomen.
3.2 Signalering
Opgroeien en ontwikkelen gaat met vallen en opstaan. We stimuleren kinderen door alert te
reageren op hun gedrag. We geven ruimte aan talenten en steun bij vragen. We signaleren
zo vroeg mogelijk een eventuele stagnatie in de ontwikkeling van een kind. We doen dit
eventueel in samenwerking met (externe) opvoedingsexperts. Zo kunnen we hen, in
samenwerking met u als ouder, goed begeleiden.
Het aantal kinderen met opvallend gedrag groeit of wordt eerder opgemerkt. We streven
daarbij naar een goede samenwerking met ouders op basis van wederzijds vertrouwen.
Bartolomeus kiest bewust voor het mentorschap om kinderen goed te kunnen volgen. Elk
kind heeft een mentor, die goed op de hoogte is van de ontwikkeling van het kind.
3.3 Betrekken ouders
Ook u als ouder observeert. Door met elkaar informatie uit te wisselen over het kind en de
verschillen en overeenkomsten tussen thuis en het kindercentrum te bespreken, ontstaat een
waardevolle samenwerking.
Als uw kind drie maanden bij Bartolomeus is, houden we een kort evaluatiegesprek. Zowel u
als wij geven dan een indruk van hoe het kind zich voelt en hoe de ervaringen met ons
kindercentrum zijn.
Daarnaast is er een jaarlijks oudergesprek. Ter voorbereiding vullen zowel de pedagogisch
medewerker als de ouders een observatieformulier in, dat we dan kunnen bespreken. Als er
eerder al twijfels of vragen zijn over de ontwikkeling van het kind, maken we eerder een
afspraak.
9

Groeibericht
Sinds april 2011 werkt elk kinderdagverblijf met het Groeibericht, ter vervanging van de
observatielijst 2 jaar. Dit Groeibericht is een terugblik op de babytijd en wordt door zowel
ouders als pedagogisch medewerkers ingevuld als een kind bijna twee jaar is. Zo krijgen we
een goed beeld van hoe het tot nu toe gaat en hoe we in de komende twee jaar uw kind
samen kunnen begeleiden en stimuleren.
Kinderen die opvallen
Tijdens het zeswekelijks groepsoverleg komt het agendapunt ‘kinderen die opvallen’ aan de
orde. Als er een kind wat opvalt is, beslissen de pedagogisch medewerkers en
locatiemanagers om de ouders toestemming te vragen voor een uitgebreidere observatie
(KIPPPI). De ouder vult ook een observatielijst in. De twee lijsten worden door u en de
pedagogisch medewerker vergeleken en besproken. Dit kan leiden tot een andere
benadering van uw kind of externe hulp.
Een andere optie is VIB (Video Interactie Begeleiding). Het kind wordt dan door een
daarvoor bevoegde pedagogisch medewerker gefilmd. Dit gebeurt alleen met toestemming
van de ouders.
Bij vermoeden van kindermishandeling schakelen we de lokale aandachtsfunctionaris in.
3.4 Samenwerking met omgeving
We kunnen ook een beroep doen op externe hulp, denk aan Aafje, consultatiebureau, GGD,
fysiotherapie of huisarts. We zijn van plan ons bij Zorg voor Jeugd aan te sluiten. We hebben
nauw contact met een pedagoog en een orthopedagoog.
Overdracht en samenwerking basisonderwijs
Sinds september 2010 dragen wij, in overleg met ouders, gegevens van kinderen over aan
de basisschool. Dat betekent dat het observatieformulier van Puk & Ko wordt opgestuurd
naar de school. Daardoor verloopt de overstap naar de basisschool zo soepel mogelijk. De
informatie die we overdragen wordt altijd eerst voorgelegd aan de ouders tijdens het
exitgesprek. Als ouders niet willen dat gegevens worden overgedragen, ontvangt de school
geen gegevens maar een brief dat ouders afzien van overdracht.
10

Hoofdstuk 4 Samenwerking met ouders
Partou ziet zichzelf als partner in de opvoeding met als doel de kinderen te begeleiden naar
zelfstandigheid in onze diverse samenleving. Een goed contact en regelmatig overleg tussen
ouders en pedagogisch medewerkers vormen de basis voor goede kinderopvang. De ouder
is een belangrijke schakel tussen kind en pedagogisch medewerker. De pedagogisch
medewerker heeft de ouder nodig, de ouder heeft ons nodig.
We hebben tegenover ouders een open en professionele houding. We staan open voor uw
suggesties, maar kunnen ook ons eigen handelen vakinhoudelijk goed onderbouwen. Zo
ontstaat er een goede dialoog tussen ons en ouders.
4.1 Informeren en adviseren
Het delen van de opvoeding begint met het uitwisselen van informatie. Een stapje verder
gaat het op elkaar afstemmen van de verzorging, opvoeding en educatie.
De pedagogisch medewerker besteedt veel tijd en aandacht aan het intakegesprek. We
leggen het reilen en zeilen op de groep uit aan de hand van een fotoboek.
Verder is er altijd een korte mondelinge overdracht tussen ouder en medewerker bij het
brengen en halen. We vertellen wat het kind heeft gedaan en beleefd. Als er aanleiding is
voor een langer gesprek, maken we een afspraak met de ouder. Van uw kant horen we ook
graag bijzonderheden rond uw kind.
Als ouders dit wensen, werken we met een persoonlijk overdrachtschrift. Daarin melden de
pedagogisch medewerker en de ouder de dagelijkse gang van zaken maar ook bijzondere,
typische dingen van het kind. Ouders van baby’s hebben hier vaak behoefte aan.
U kunt bij ons altijd terecht met opvoedkundige vragen. De mentor is het eerste
aanspreekpunt.
Nieuwsbrieven
Twee keer per jaar ontvangt u van ons een nieuwsbrief met boekentips, liedjes, leuke
gebeurtenissen, uitspraken en tekeningen van de kinderen. Daarnaast krijgt u bij personele
veranderingen in de groep een brief.
4.2 Ouderbetrokkenheid
Partou hecht veel waarde aan een goede samenwerking met ouders. Het blijkt dat
betrokkenheid van ouders een positief effect heeft op de ontwikkeling van kinderen.
Per groep houden we allerlei informele bijeenkomsten, denk aan een lunch, een thee-, foto-
of voorleesmiddagen, een voorleesontbijt of een gezamenlijke Kerstborrel, waarbij we u
vragen mee te helpen.
We vragen u ook om een foto van het gezin voor onze familiemuur.
Als ouder kunt u ook een thema voor een ouderavond aandragen.
U wilt meer inspraak? Tijdens het intakegesprek ontvangt u een brochure over de
oudercommissie.
11

Hoofdstuk 5 Diversiteit en samenleving
Kinderopvang en peuterspeelzaalwerk hebben een sociaal maatschappelijke functie. Het zijn
ontmoetingsplaatsen waar gelijkheid en respect voor verschillen worden gewaardeerd en
ervaren, waar geen sociale barrières zijn. Kinderen spelen samen, leren van en met elkaar,
botsen soms en maken het weer goed.
De diversiteit is terug te zien bij het personeel, maar ook bij de kinderen. Het team telt
jongere en oudere pedagogisch medewerkers met verschillende culturele en sociale
achtergronden.
We zorgen voor een veilige leefomgeving, waarin de kinderen zich goed kunnen
ontwikkelen. Ze kunnen de wereld ontdekken, andere kinderen ontmoeten en leren elkaar te
helpen, naar elkaar te luisteren, rekening te houden met elkaar.
Kortom, Bartolomeus biedt een respectvolle werk- en leefomgeving voor kinderen, ouders en
medewerkers.
5.1 Diversiteit
Ieder kind is welkom bij Partou, ongeacht geloof, geaardheid, sociale klasse, culturele of
etnische achtergrond. Het contact van kinderen met elkaar is het startpunt om hen kennis te
laten maken met diversiteit. Iedereen in de groep wordt gelijk behandeld en we gaan positief
om met verschillen. Bij Bartolomeus is de diversiteit van de verschillende nationaliteiten in de
wijk terug te zien bij de kinderen. De pedagogisch medewerker heeft oog voor het individuele
kind met zijn sterke en minder sterke kanten, behoeftes en vragen. De voertaal is
Nederlands tenzij de ouder de taal niet machtig is.
Enkele praktijkvoorbeelden.
De medewerker toont belangstelling in de achtergrond en gewoontes van ouders.
Daardoor ontstaan inzicht en dus begrip voor ouders en kind.
De taalbarrière maakt het soms lastig. In dat geval vragen we of de ouders iemand
mee kunnen brengen die de Nederlandse taal wel machtig is. Denk aan een
buurvrouw of vriendin.
Het centrum is kleurrijk ingericht. Op het welkomstbord in de entree ziet u een grote
collage met foto’s van kinderen en medewerkers.
We schenken aandacht aan feestdagen zoals carnaval, Suikerfeest, Kerst en Pasen.
We houden rekening met religieuze eetgewoontes.
5.2 Samenleving
Kinderdagverblijf Bartolomeus wil kinderen leren dat zij onderdeel uitmaken van de wereld.
Dat begint al bij jonge kinderen, wanneer zij andere kinderen ontmoeten en ervaringen
opdoen buiten het gezin. Je helpt elkaar, leert van en met elkaar, luistert naar elkaar en er
wordt naar jou geluisterd. Je maakt kinderen ervan bewust dat ze deel uitmaken van de
samenleving, dat mensen verschillend zijn en welke verrijking dat met zich meebrengt.
Enkele praktijkvoorbeelden.
We streven naar kinderparticipatie. We laten hen meedenken bij de keuze van
liedjes.
Kinderen worden betrokken bij het tafeldekken, opruimen of bij een boodschap doen.
Ze krijgen de ruimte en worden gestimuleerd hun verhaal te doen en dingen te
vertellen die zij hebben meegemaakt. Zij leren zo naar elkaar te luisteren en rekening
te houden met elkaar.
12

Hoofdstuk 6 Praktische informatie
Kinderen willen de wereld om zich heen ontdekken. Wij creëren een uitdagende omgeving
met kansen om nieuwe dingen te leren en vaardigheden op te doen. Een goede omgeving is
veilig en biedt structuur, is stimulerend en betekenisvol.
BSO Horizon heeft verschillende ruimtes waar de kinderen zich kunnen ontspannen, een
lees- en loungehoek, ruimtes waar ze zich kunnen inspannen (een grote buitenruimte met
fietsen, ballen, hinkelbaan en zandbak), een moestuin, een ruimte waar ze creatief bezig
kunnen zijn met bouwpakketten of schilder- en plakwerk en er zijn twee computers voor
educatieve spelletjes. En een grote doekeuken, waar regelmatig onder begeleiding wordt
gekookt of gebakken, meestal met eigen oogst uit de moestuin. De kinderen maken het
groeiproces bewust mee. Ze helpen met zaaien, verzorgen en oogsten.
6.1 Locatiebeschrijving
Bartolomeus is gehuisvest in een speciaal als kinderdagverblijf ontworpen gebouw, dat
voldoet aan alle veiligheidseisen. Het gebouw is kleurrijk en licht ingericht. Omdat we met
thema’s werken, stemmen we de decoratie van de ruimten op het thema af. Er zijn
themagerichte speelhoeken op de groep. Elke groep heeft twee aparte slaapkamers.
Er is een buitenruimte waar de kinderen kunnen fietsen, rennen en in de zandbak spelen.
Het kindercentrum telt drie stamgroepen: de babygroep van 0 tot ongeveer 2 jaar (maximaal
dertien kinderen), de dreumesgroep van ongeveer 2 jaar tot ongeveer 3 jaar (maximaal
twaalf kinderen) en de peutergroep van ongeveer 3 jaar tot 4 jaar (maximaal vijftien
kinderen).
Het kinderdagverblijf is van maandag tot en met vrijdag open van 7.30 tot 18.00 uur.
Open deuren
Een kleine groep kinderen van de dreumes- en peutergroep speelt ook op de gangen.
Omdat de baby- en dreumesgroep aan elkaar grenzen, spelen de kinderen incidenteel bij
elkaar. Mits er geen baby’s onder de 9 maanden in de leefruimte zijn. We noemen dit ‘open
deuren beleid’. Zo geven we de oudste baby’s een extra ontwikkelingsimpuls en de
dreumesen leren rekening houden met jongere kinderen.
6.2 Intake
Nadat uw contract getekend en teruggestuurd is naar het hoofdkantoor, krijgen wij bij
Bartolomeus de gegevens van uw kind binnen. De mentor van uw kind belt u een tot twee
weken voor plaatsing op voor een intakegesprek. Dit gesprek is bedoeld om ouders te
informeren over de dagelijkse gang van zaken en om informatie te krijgen over het kind. We
bespreken wie het kind mag ophalen, ziektes, gewoontes en geven uitleg over het dagritme
en de regels. Dit is het moment waarop de nodige formulieren worden ingevuld. Na de intake
krijgt u een rondleiding en wordt u aan alle medewerkers voorgesteld
6.3 Wennen
Tijdens het intakegesprek maken we afspraken over de wenperiode. Die periode duurt in de
regel vijf dagen en wordt bij voorkeur binnen een week afgerond. De pedagogisch
medewerkers maken tijd vrij voor het nieuwe kind en de ouders, zodat zij zich welkom
voelen. Gedurende de wenperiode vragen we ouders om in het centrum te blijven of snel ter
plekke te kunnen zijn. Doel is dat het kind zich snel op zijn gemak voelt.
13

Het wennen wordt per dag met een paar uur opgebouwd. Mocht uw kind langer nodig
hebben, dan passen we het wenschema aan.
De wenperiode begint in de week rond de plaatsingsdatum. Als de bezetting het toelaat, zijn
de twee eerste wendagen voor de contractdatum (gratis).
Aan de ouders van een baby vragen we bijvoorbeeld om een ongewassen t-shirt van
moeder, een doekje of knuffel, zodat het kind de geur van thuis ruikt. Dit geeft de baby een
gevoel van vertrouwdheid.
6.4 Brengen en halen
De kinderen kunnen tussen 7.30 en 9.30 uur gebracht en vanaf 15.30 tot 18.00 uur gehaald
worden. Om bij het brengen en halen voldoende tijd te hebben voor het afscheid en een
goede overdracht vragen wij u ‘s ochtends uiterlijk om 9.15 uur en ’s middags uiterlijk om
17.45 uur binnen te zijn. Afwijken van deze tijden gebeurt in overleg met de groepsleiding.
Op de babygroep is tijdens brengen en ophalen altijd een vaste pedagogische medewerker
aanwezig voor een kort overlegmoment. U vertelt hoe het kind thuis heeft geslapen en
gegeten en of het zich prettig voelt. Wij vertellen of het kind fijn heeft gespeeld en of er
bijzondere belevenissen waren.
6.5 Overgangen
Partou werkt met horizontale en verticale groepen. Bij de horizontale groepen gaan kinderen
rond hun tweede verjaardag van de babygroep naar de peutergroep. Om deze overgang
soepel te laten verlopen laten we de kinderen een aantal dagen wennen. Hiervoor plannen
we een overgangsgesprek met de ouders en maken we wenafspraken.
Baby’s/Nijntjes (0 – 2 jaar) naar dreumesen/Poeberen (2 -3 jaar)
Bij Nijntjes en Poeberen werken we regelmatig met een open-deurenbeleid, waardoor de
kinderen alvast kunnen kennismaken. Dit maakt de overgang makkelijker.
Voordat het kind overgaat, is er een overdracht tussen de mentor van de Nijntjes en de
nieuwe mentor van de Poeberen. Als ouder bent u aanwezig. We gebruiken hiervoor het
Groeibericht, dat door ouders en pedagogisch medewerkers wordt ingevuld. Tijdens de
overdracht worden wenafspraken (zo’n vijf dagen) gemaakt. Na drie maanden evalueert de
mentor met u.
Dreumesen/Poeberen (2 – 3 jaar) naar peuters/Koekjesmonsters (3 – 4 jaar)
Er is een overgangsgesprek met de ouders en de mentor van de peutergroep.
Peuters/Koekjesmonsters (3 – 4 jaar) naar de basisschool
Binnen de gemeente Dordrecht werken we met één overdrachtsboekje voor de
peuterspeelzalen en kinderdagverblijven. De mentor vult het in, bespreekt het met de
ouders, die het eventueel nog kunnen aanvullen. Het boekje wordt door de mentor en ouders
ondertekend. Een kopie gaat naar de basisschool. Als er zorgen zijn over de ontwikkeling
van een kind is er ook een mondelinge overdracht tussen de mentor en de leerkracht van de
basisschool. De ouder regelt zelf de wenperiode tussen peutergroep en school. Als het kind
op BSO Bartolomeus wordt geplaatst, is daar ook een overdracht en een wenperiode.
14

6.6 Afscheid
Als het kind Bartolomeus verlaat, hebben we een eindgesprek met de ouders en vullen we
een exitformulier in. Uw opmerkingen helpen ons de kinderopvang te verbeteren.
Het is goed voor een kind om bewust afscheid te nemen en deze periode duidelijk af te
sluiten. Hoe het afscheid er uit ziet, bepalen we samen met de ouders.
U krijgt het knutselboek en het originele dossier van uw kind mee naar huis. Wij bewaren een
kopie.
6.7 Eten, drinken en slapen
Eten en drinken
Hele jonge kinderen krijgen flesvoeding, verse vruchtenmoes en pap. Zodra de kinderen er
aan toe zijn, eten zij minstens twee keer in de week een gezonde, warme maaltijd. Denk aan
vis, bloemkool, nasi, enzovoort.
Als een kind voeding om religieuze of gezondheidsredenen (halal of vegetarisch
bijvoorbeeld) niet mag eten, vervangen we dit in overleg met de ouders. Verder bieden we
(dik)sap, melkproducten, fruit, crackers, brood, kaas en worstbeleg, pindakaas en
appelstroop. Wij geven de kinderen zo min mogelijk suiker.
Op de groep is een lijst aanwezig met de namen van de kinderen en hun allergieën en
andere bijzonderheden rond voeding.
Er mag in het centrum tijdens het brengen en halen geen meegebracht eten en drinken
worden genuttigd.
Slapen en rusten
Baby’s (0 – 2 jaar )
Baby’s hebben hun eigen slaapritme. Wij proberen zoveel mogelijk aan de wens van
de ouder te voldoen. Een aantal kinderen slaapt met een speen, eigen knuffel of
doekje van thuis. Het luchtje van thuis helpt bij het inslapen.
Baby’s tot 1 jaar slapen op hun rug.
De grotere kinderen gaan na de middagmaaltijd (12.00) naar bed tot ongeveer 14.30
uur.
Elk kind heeft zijn eigen bed.
Er is in de slaapkamers een babyfoon en een muziekdoosje.
De medewerkers blijven in de slaapkamers tot de kinderen rustig slapen.
Dreumesen (2 – 3 jaar)
De kinderen gaan tussen de middag naar bed en slapen gemiddeld twee uur. Dit mag
met een speen of een knuffel van thuis.
Elk kind heeft zijn eigen bed.
Indien nodig blijven de medewerkers in de slaapkamers tot alle kinderen rustig
slapen.
De ouders kunnen aangeven hoelang de kinderen mogen slapen.
Peuters (3 – 4 jaar)
Kinderen die net van de dreumesgroep komen, rusten/slapen tussen de middag zo’n
twee uur. Sommige peuters slapen ’s middags niet meer. Zij kunnen wel rusten.
De kinderen die niet meer slapen, doen activiteiten.
De kinderen slapen in een eigen bed of rusten op een stretcher
15

Veilig slapen
Om er voor te zorgen dat kinderen veilig slapen, hanteren wij regels zoals het ‘Protocol
wiegendood’. Baby’s worden niet op hun buik te slapen gelegd en niet ingebakerd. Ook
luchten we regelmatig de slaapkamers. De locatiemanager beschikt over informatie voor
ouders.
Oudere peuters slapen soms in overleg met de ouders ’s middags niet meer. Zij kunnen
eventueel rusten of activiteiten doen.
6.8 Rituelen
We vieren verjaardagen en de geboorte van een broertje of zusje. De ouder beslist hierover.
Het kind mag trakteren, de groep wordt versierd en het kind krijgt een muts en een klein
cadeautje. Ouders zijn hierbij van harte welkom. We houden rekening met feesten uit
verschillende culturen. Ook de pedagogisch medewerkers vieren hun verjaardag op de
groep samen met de kinderen. De kinderen maken een werkje voor de medewerker en er is
een traktatie.
Afspraken
In verband met brandveiligheid mogen geen kinderfietsen in de entree worden
geplaatst. Dit kan de vluchtweg belemmeren.
Houd uw tas bij u of zet deze hoog. Er kunnen immers sigaretten of medicijnen in
zitten.
Let bij binnenkomst op dat er geen kind wegglipt.
Sluit het hek op de speelplaats bij het komen en gaan zodat er geen jonge kinderen
kunnen weglopen.
6.9 Uitstapjes
Partou zorgt voor adequaat toezicht bij uitstapjes. Voldoen aan de minimale medewerkerkind
ratio eis is lang niet alle uitstapjes voldoende. Risico’s bij uitstapjes zijn afhankelijk van
leeftijd, soort uitstapje (dicht bij huis/verder weg) en vervoermiddel.
Dicht bij huis
In de buurt van de locatie, op loopafstand voor begeleiders en/of kinderen.
Kleine kinderen in de kinderwagen, buikdrager, buggy of bolderkar.
Grotere kinderen lopend of fietsend.
Deze uitstapjes kunnen met alle leeftijdsgroepen worden ondernomen.
De pedagogisch medewerkers hoeven dit niet te melden bij de locatiemanager.
Verder weg
Niet op loopafstand voor de kinderen.
0-1 jarigen: nooit!
1-4 jarigen: deze leeftijdsgroep gaat incidenteel wat verder weg.
4-12 jarigen: deze groep gaat vaker verder weg (met name in vakantieweken)
Alleen met toestemming van de locatiemanager.
Minimaal twee begeleiders. Nooit alleen weg met meer dan één kind!
16

6.10 Ziekte van het kind en ongevallen
Wanneer een kind ziek is (of om een andere reden een dag thuis blijft) dienen ouders dat zo
snel mogelijk te melden. Als een kind tijdens het verblijf op het kindercentrum ziek wordt,
bellen we de ouders. In sommige gevallen kijken we het eerst even aan. We overleggen met
de ouders of het kind moet worden opgehaald. Doorslaggevend is hoe het kind zich in de
groep gedraagt.
Bij besmettelijke ziekten volgen wij het advies en de richtlijnen van de GGD.
Ongevallen/calamiteiten
Als een kind letsel oploopt, neemt de pedagogisch medewerker contact op met de ouders en
meldt dit bij de locatiemanager. In dergelijke situaties maken wij gebruik van het
‘Registratieformulier ongevallen’.
Bij een calamiteit gebruiken we het handboek ‘Werkinstructie calamiteiten’. Bartolomeus
heeft een actueel ontruimingsplan. Er wordt jaarlijks geoefend en geëvalueerd.
De ‘Registratieformulieren ongevallen en bijna ongevallen’ bespreken we tijdens
teamoverleg. Indien nodig nemen we maatregelen om (bijna)ongelukken te voorkomen.
Medicijnbeleid
• Medicijnen, één of twee keer daags, worden niet op de KDV gegeven.
• De pedagogisch medewerkers geven alleen medicijnen als dit echt noodzakelijk is.
• Ouders vragen van tevoren aan arts/apotheek of het medicijn één of tweemaal daags
(dus thuis) kan worden gegeven.
• Medicijnen zijn voorzien van de duidelijk leesbare naam van het kind op de directe
verpakking.
• Medicijnen zijn voorzien van (een kopie van) de bijsluiter.
• Ouders informeren het kindercentrum over medicijnen, die thuis worden ingenomen.
• Ouders vullen een standaardformulier in met de belangrijkste vragen over het
medicijngebruik.
• Ouders zijn verplicht om vooraf met de pedagogisch medewerkers van hun kind te
overleggen over toediening van nieuwe medicijnen.
6.11 Ruilen van dagen
Alle vestigingen van Partou hebben dezelfde mogelijkheden voor het ruilen van
opvangdagen. Ouders die op vaste dagen opvang afnemen, kunnen een opvangdag
omruilen. Hiervoor kunnen ouders vooraf (een schriftelijke) afspraak maken met de
groepsleiding of de locatiemanager.
Ruilen van een dag kan alleen binnen dezelfde week en mits de bezetting dit toestaat.
6.12 Afnemen extra dag
In overleg met de groepsleiding kunnen ouders een dag extra afnemen. Dit kan alleen als de
bezetting van de groep dat toelaat en na overleg met de groepsleiding. Op de dag zelf moet
een ‘extra opvangdag formulier’ ingevuld en ondertekend worden. De volgende maand wordt
deze extra dag doorbelast via de maandfactuur.
17

6.13 Sluitingsdagen
Tijdens het intakegesprek krijgen de ouders een overzicht van de jaarlijkse sluitingsdagen
mee. Deze sluitingsdagen gelden voor de hele organisatie en kunnen niet worden geruild.
Jaarlijks zijn er twee studiedagen. Dan is Bartolomeus gesloten. De ouders worden minimaal
twee weken van tevoren via affiches hierover op de hoogte gebracht.
Jaarlijks zijn er twee studiedagen. Op die dagen is het centrum gesloten. U wordt minimaal
twee weken van te voren via affiches hierover op de hoogte gebracht.
6.14 Veiligheid en gezondheid
Partou kindercentra voeren een beleid, dat de veiligheid en gezondheid van de kinderen
zoveel mogelijk waarborgt.
De wet Kinderopvang beschrijft aan welke wettelijke voorwaarden een kindercentrum moet
voldoen op het gebied van Veiligheid en Gezondheid.
Jaarlijks wordt er toezicht uitgevoerd op kindercentra door de GGD inspectie Kinderopvang.
De GGD brengt een rapport uit, dat op de locatie te lezen is.
Risico-inventarisatie
De risico-inventarisatie beschrijft de veiligheidsrisico’s die de opvang van de kinderen met
zich meebrengt: verbranding, vergiftiging, verdrinking, valongevallen, verstikking,
verwondingen, beknelling, botsen, stoten, steken en snijden.
Jaarlijks wordt een risico-inventarisatie uitgevoerd op gezondheidsrisico’s die de opvang van
de kinderen met zich meebrengt. Er wordt gekeken naar ziektekiemen, binnenmilieu,
buitenmilieu en medisch handelen.
Deze risico-inventarisaties worden door de pedagogisch medewerkers en de locatiemanager
uitgevoerd. Naar aanleiding hiervan zijn groepsgedragsregels ontwikkeld. Deze worden
tijdens het zeswekelijkse groepsoverleg besproken.
De oudercommissie brengt advies uit op het gevoerde beleid ten aanzien van de risicoinventarisaties
en de plannen van aanpak.
Veiligheids- en gezondheidsregels
Het zoek raken of kapot gaan van meegenomen, eigen speelgoed is voor risico van
de ouders.
Veeg bij regen uw voeten op de inloopmat. Zo voorkomen we dat de vloer nat en glad
wordt.
Huisdieren zijn niet toegestaan, ook niet even tijdens het halen en brengen.
Let op dat bij het binnenkomen en weggaan de buitendeur goed gesloten is en dat er
geen onbekenden mee naar binnen lopen.
6.15 Teambeschrijving
Ons kinderdagverblijf telt drie stamgroepen met elk vaste medewerkers. Het aantal
medewerkers op de volgende groepen is: vier (dagelijks drie) op de babygroep, drie
(dagelijks twee) op de dreumesgroep en drie (dagelijks twee) op de peutergroep. Er is een
huishoudelijk medewerkster die voor de was en allerlei schoonmaaktaken zorgt en een
medewerker doet licht administratieve werkzaamheden zoals de aanvragen van
kinderopvangtoeslag. Er is een vaste invalster. Bij ziektes en vakanties zetten we indien
nodig personeel van uitzendbureau Zorgwerk in.
18

Het team staat onder leiding van een locatiemanager. Bij haar afwezigheid is er een
medewerker die haar taken waarneemt of telefonisch bereikbaar is. Er is een officiële
waarnemend locatiemanager, die ook administratieve taken uitvoert. De waarnemend
locatiemanager is ook bevoegd Video Interactie Begeleidster (VIB).
De teams werken zoveel mogelijk zelfsturend, dat wil zeggen dat zij met elkaar activiteiten
bepalen, taken verdelen en elkaar corrigeren.
Medewerker-kind ratio
In het kinderdagverblijf werken dagelijks zeven medewerkers. Drie beginnen om 7.30 uur,
een ieder op haar eigen groep. Om 8.30 uur begint de tweede medewerker (tussendienst) op
de babygroep. Vervolgens komen om 9.30 uur drie medewerkers, een op elke groep. De
vroege dienst stopt om 16.00 uur. Als er dan nog te veel kinderen aanwezig zijn, blijft ze. De
tussendienst stopt om 17.00 uur en de late dienst om 18.00 uur.
Bij de berekening van het maximale aantal kinderen en het minimale vereiste aantal
beroepskrachten, wordt bij groepen, samengesteld uit kinderen van verschillende leeftijden,
een vaste volgorden aangehouden. De eerste stap daarbij is dat het maximale aantal
kinderen per leeftijdscategorie wordt berekend, bijvoorbeeld maximaal 4 baby’s (0-jarigen)
per beroepskracht. De tweede stap is vervolgens het berekenen van het resterende aantal
kinderen en de daarbij behorende maxima. Er wordt naar boven afgerond; bij een rest van
0,5 of hoger wordt naar 1 afgerond. Een rest van 0,5 of lager wordt naar beneden afgerond.
Schema’s voor de berekening van de medewerker-kind ratio bij samengestelde groepen
dagopvang en buitenschoolse opvang.
Leeftijd Beroepskrachten Maximale
aantal
0 tot 1 1 4
1 tot 2 1 5
2 tot 3 1 6
3 tot 4 1 8
4 tot 13 1 10
4 tot 8 1 10
8 tot 13 1 10
Leeftijd Beroepskrachten Maximale
aantal
0 tot 13 1 6,66 [1]
1 tot 13 1 7,25 [2]
2 tot 13 1 8 [3]
3 tot 13 1 9 [4]
[1] Waarvan maximaal vier 0 tot en met 3-jarigen, waarvan maximaal twee 0-jarigen.
[2] Waarvan maximaal vier 1 tot en met 3-jarigen, waarvan maximaal twee 1-jarigen.
[3] Waarvan maximaal vijf 2 tot en met 3-jarigen.
[4] Waarvan maximaal zes 3-jarigen.
Leeftijd Beroepskrachten Maximale
aantal
0 tot 1 1 4
1 tot 2 1 5
2 tot 3 1 6
3 tot 4 1 8
0 tot 2 1 4,5
0 tot 3 1 5
0 tot 4 1 5,75
1 tot 3 1 5,5
1 tot 4 1 6,33
2 tot 4 1 7
19

Diploma’s en Verklaring Omtrent Gedrag (VOG)
Alle beroepskrachten die bij ons werken, hebben minimaal een van de MBO opleidingen
afgerond die genoemd worden in de CAO kinderopvang (minimaal MBO-3).
Naast de vaste medewerkers werken ook pedagogisch medewerkers in opleiding op de
groepen. Elke medewerker die in contact komt met kinderen is in het bezit van een
Verklaring Omtrent Gedrag.
Omgaan met inzet pedagogisch medewerkers in opleiding
Als gevolg van de wet Educatie Beroepsonderwijs werkt Partou samen met diverse
opleidingsinstituten. Partou is een leerbedrijf. Op een groep zijn altijd twee vaste
pedagogisch medewerkers werkzaam. Op elke groep is er in principe een leerwerkplek
beschikbaar. Een leerplaats kan worden ingevuld door een BBL of BOL stagiair.
BOL stagiairs hebben een praktijkovereenkomst, zij volgen een voltijdopleiding en lopen
stage. Een BOL stagiair wordt niet ingezet als beroepskracht, maar is extra op de groep. De
BOL stagiair wordt tijdens de stageperiode op de werkplek begeleid door de
praktijkbegeleider.
BBL stagiairs hebben een arbeidsovereenkomst bij Partou (beroepspraktijkovereenkomst).
Zij leren vooral in de praktijk en gaan één dag per week naar school. Een BBL stagiair kan
tijdens het opleidingstraject wel geleidelijk als volwaardig beroepskracht worden ingezet. Bij
Partou worden de BBL stagiairs de eerste drie maanden van de opleiding altijd boventallig
ingezet. Na een positieve beoordeling op basis van de informatie van de opleiding en de
praktijkbegeleider kan de BBL stagiair na drie maanden deels als beroepskracht worden
ingezet. Dit wordt op basis van beoordeling tijdens het opleidingstraject geleidelijk uitgebreid
naar volledige inzetbaarheid. De beoordelingen en afspraken over inzetbaarheid worden
altijd schriftelijk vast gelegd. De BBL stagiair wordt gedurende de opleiding op de werkplek
begeleid door de praktijkbegeleider.
Het is het streven om op elke groep één stagiair te plaatsen. De meesten volgen de
opleiding SPW (sociaal Pedagogisch Werk). Het is de bedoeling dat zij drie maanden op elke
groep werken om zo de ontwikkeling van kinderen tussen 0 en 4 jaar goed te leren kennen.
We hebben twee stagebegeleiders. De werkzaamheden van de stagiair zijn afhankelijk van
de fase van hun opleiding en zij houden zich de gedragscode. Een derdejaars stagiair mag
incidenteel voor maximaal vijftig uur formatief worden ingezet.
6.16 Oudercommissie
Alle kindercentra van Partou hebben een oudercommissie. De locatiemanager is de eerste
gesprekspartner voor de oudercommissie. Het reglement Oudercommissie Kindercentrum en
het reglement Centrale Oudercommissie beschrijven regelingen en afspraken waarbinnen de
medezeggenschap bij Partou wordt uitgevoerd op lokaal en centraal niveau. De
oudercommissie bepaalt zelf haar eigen werkwijze en legt dit vast in een huishoudelijk
reglement. De oudercommissie is bevoegd gevraagd en ongevraagd te adviseren over de
onderwerpen waarvoor de oudercommissie adviesrecht heeft.
Wij bieden ouders kinderopvang aan tijdens de vergadering van de oudercommissie. De
locatiemanager ondersteunt de oudercommissie, levert informatie, woont de vergadering bij
en is bereikbaar voor de leden.
20

6.17 Klachtenbeleid
Ondanks onze inspanningen om de opvang van de kinderen naar wens te laten verlopen is
het mogelijk dat er een keer onvrede ontstaat. In dat geval willen wij dat graag horen. Partou
ziet de opvang van de kinderen als een samenspel tussen ouders, kind en onze organisatie.
Door goed naar ouders te luisteren weten wij wat zij belangrijk vinden en kunnen wij onze
dienstverlening beter afstemmen op hun behoeften.
Wij gaan er van uit dat ouders kritiek uiten vanuit een sterke betrokkenheid en de wens om
de situatie te verbeteren. In geen enkel geval moeten ouders de indruk krijgen dat een klacht
negatieve invloed heeft op de opvang van hun kinderen.
Ouders kunnen hun klacht aan iedereen binnen onze organisatie kenbaar maken. Degene
die de klacht in ontvangst neemt, zorgt dat deze op de goede plek terechtkomt en wordt
opgevolgd. Ouders kunnen ook kiezen voor de externe route: die van de klachtencommissie.
Dat kunnen zij meteen doen, maar ook nadat de interne route onbevredigend is afgesloten.
Partou heeft zich aangesloten bij een onafhankelijke klachtencommissie, zodat een eerlijke
behandeling van klachten is gewaarborgd. Partou betaalt het lidmaatschap en onze klanten
kunnen vertrouwen op een zorgvuldige en deskundige klachtenafhandeling. Op onze locaties
zijn folders van deze klachtencommissie verkrijgbaar.
Klachten over de totstandkoming of de uitvoering van de overeenkomst tussen de klant en
Partou kunnen, na de interne klachtenroute, voorgelegd worden aan de
Geschillencommissie. In tegenstelling tot de uitspraak van de klachtencommissie is de
uitspraak van de Geschillencommissie bindend. In de algemene voorwaarden van Partou
staan de procedures die deze commissie hanteert.
Het volledige klachtenbeleid van Partou is beschikbaar op elke locatie.
Adressen
Partou
Coördinator klachtenafhandeling
Postbus 22070, 1100 CB Amsterdam
Telefoon: (020) 398 61 00
Klachtencommissie Kinderopvang, Ambtelijk secretariaat
Postbus 21, 3738 ZL Maartensdijk
Telefoon: (0900) 0400034
Geschillencommissie Kinderopvang
www.sgc.nl
6.18 Kwaliteitsbeleid en certificering
Binnen de wettelijke voorschriften voert Partou een eigen kwaliteitsbeleid. Wij werken met
een kwaliteitssysteem met certificatie. Dit bestaat uit een (digitaal) kwaliteitshandboek met
bijbehorende bijlagen. Onze werkwijze stelt ons in staat om alle bedrijfsprocessen optimaal
te controleren en te verbeteren. Bovendien verzekert dit systeem ouders van kwaliteit.
Partou is sinds 1 januari 2010 ook formeel HKZ en ISO 9001 gecertificeerd. Daarmee is het
externe toezicht op de werking van ons kwaliteitssysteem ook gewaarborgd. Deze
locatiegids is onderdeel van dit kwaliteitssysteem.
21

Hoofdstuk 7 Jaarplan 2011
7.1 Terugblik
Naar aanleiding van wetenschappelijk onderzoek rond stressgevoeligheid van baby’s
tot 9 maanden, hebben we de babygroep rustiger gemaakt. Aan het einde van de dag
worden groepen alleen samengevoegd, als er geen kind meer onder de 9 maanden
aanwezig is. We luisteren uitsluitend naar heel rustgevende muziek. Bij voorkeur
haalt de mentor het kind uit bed en geeft de fles.
Vooruit denken, vooruit doen en duidelijke onderlinge communicatie is sinds het
afgelopen najaar het credo op de dreumesgroep. Kinderen wachten niet meer op de
volgende activiteit. Alles staat van tevoren klaar. De medewerker zegt ook duidelijk
wat zij doet. Dit geeft meer rust en verdieping.
Bij de dreumesen en peuters hebben we afgelopen jaar gewerkt aan de invoering en
verdieping van Piramide. Bij de onderwijsinspectie in het najaar werd gesteld dat
Bartolomeus een voorbeeld is voor andere kinderdagverblijven. Wij zijn het eerste
kinderdagverblijf in Dordrecht dat door de onderwijsinspectie is gecontroleerd.
De medewerkers van de peutergroep zijn nauwer gaan samenwerken met de
naastliggende peuterspeelzaal De Bosuiltjes. We maken gebruik van elkaars
deskundigheid en faciliteiten.
Alle medewerkers hebben bij de bibliotheek drie trainingen voor interactief voorlezen
gevolgd. Dit was het startschot voor deelname aan ‘Boekenpret’.
Alle medewerkers hebben twee trainingen rond ontwikkelingsgerichte activiteiten
gevolgd.
7.2 Vooruitblik
We willen kinderen meer begeleiden/stimuleren in hun creativiteit/fantasie.
We willen de kinderen meer vraaggerichte activiteiten bieden.
We streven naar meer diversiteit bij buitenspel.
Bij Piramide willen we nog meer samenwerken met ouders.
Bij de oudere kinderen zal de pedagogische medewerker vaker meer afstand
bewaren, bijvoorbeeld bij het oplossen van ruzie tussen de kinderen.
We willen de nieuwsbrief Brandkeeper twee keer per jaar uitbrengen.
Pedagogisch medewerkers moeten zich nog meer verdiepen in de culturele
achtergrond van ouders en kinderen.
De ingang kan beter worden ingericht met het oog op culturele diversiteit.
We willen consequenter evaluatiegesprekken houden met ouders na drie maanden.
Bij aanschaf van speelgoed willen we meer rekening houden met de culturele
diversiteit van de kinderen.
We willen de samenwerking met peuterspeelzaal De Bosuiltjes en basisschool Don
Bosco op pedagogisch en didactisch gebied intensiveren en op elkaar afstemmen.
We willen meer met de BSO samenwerken.
22